-ocr page 1-
-ocr page 2-
mfl\\\' iSSoif
-ocr page 3-
. /
-ocr page 4-
¥
-ocr page 5-
Vak SS
HANDBOEKJE
DER
OOMfillSAHlSllE
*»S3ra@ffi *°
B!RL. COfsJV.
c. F\', r.\'.
Vw IJ C ! i -—. i\\ï <.J
Snelpeksdruk
■van P. STOKVIS en ZOON, te \'sBotch.
-ocr page 6-
-ocr page 7-
REGELEN EN STATUTEN
DEK,
VAN
Tt O M JE
en der overige met haar ver-
eenigde Congregatiën.
101
I. ALGEMEENE REGELEN.
Aangezien de Allerheiligste Maagd en
Moeder Gods Maria, de bijzondere Patrones
van deze Congregatie is, moet men verze-
kerd zijn, dat Zij haar op eene bijzondere
wijze beschermen en begunstigen wil; want
deze Moeder der Genade betoont weder-
liefde aan hen die Haar beminnen. Zij
bewaart en beschermt allen, die met eer-
bied, vertrouwen en liefde tot Haar hunne
-ocr page 8-
_ 4 —
toevlugt nemen. Daarom is het vooral
betamelijk, dat de leden eener Congregatie
van Maria, zich niet alleen door hunne
godsvrucht tot de H. Maagd onderscheiden,
maar bovendien ook trachten, door een on-
achuldig en onberispelijk gedrag, de voor-
beelden van hare uitmuntende deugden na
te volgen, elkander dikwijls tot hare liefde
en vereering op te wekken, en in elkan-
ders harten eene vurige begeerte te ont-
steken, om haren allerheiligsten Naam steeds
te verheerlijken. Het is om deze pligten
aan de leden der Congregatiën gemakkelijk
te maken, dat de volgende regelen zijn opge-
steld en in druk uitgegeven, opdat zij zoo-
veel mogelijk gemeen zouden zijn aan al
de Congregatiën, die met de Hoofd-Con-
gregatie te Bome zijn vereenigd. Intus-
schen staat het iedere Congregatie vrij bui-
ten deze regelen eenige bijzondere vast te
stellen, zoo als zij zulks naar gelang van
plaatsen en personen dienstig zal oordeelen.
2.
De Congregatie zal bestuurd worden door
een bestuurder (Directeur of Moderator),
en een prefect die twee assistenten ter raad
en hulp heeft. Hierbij komen twaalf raadsle-
den en een van dezen zal raadschrijver zijn.
-ocr page 9-
- 5 -
Dit cijfer der raadsleden kan tot zes ge-
bragt worden om het klein getal der Con-
greganisten. Behalve deze zullen er nog
andere bedienaren mogen aangesteld worden,
naar gelang iedere Congregatie het noodig
zal oordeelen. Allen zullen de verschul-
digde eer bewijzen, niet alleen aan den
Bestuurder der Congregatie, maar ook aan den
Prefect en de overige bedienaren, zoo als
hun ambt vereischt, Zij zullen ook ge-
hoorzamen, in alles wat de Congregatie
betreft, als de Prefect of een ander in zijnen
naam hun iets beveelt; en indien er eenig
beletsel bestaat, zullen zij bij tij ds den
Bestuurder of Prefect hiervan verwittigen,
om aan een ander persoon de zaak op te
dragen.
3.
Vermits de Congregatie zich ten doel
stelt, de christelijke deugd en godsvrucht
te bevorderen, en hiertoe het dikwijls na-
deren tot de H. Sacramenten hoogst nuttig
is, zoo zullen allen, die begeeren aan de
Congregatie deel te nemen, eer dat zij aan-
\'! genomen worden, door eene gewone of al-
gemeene biecht, naar gelang hun bichtva-
der het voor God nuttig oordeelt, hunne
zonden uitboeten. Vervolgens worden alle
-ocr page 10-
— 6 —
leden aangemaand, ten minste ééns in de
maand en ook op eenige bepaalde Hoofd-
feesten van Onzen lieer en Zijne Lieve
Moeder te biecht en te communie te gaan.
— Doch de bijzondere bedienaren als zijn:
de Prefect, de Assistenten, de Secretaris
en de leden van den raad zullen, indien
hun ziel bestuurder zulks goedvindt, meer
dan de andere Cougreganisten, die zij door
hun voorbeeld moeten voorlichten, de heilige
Sacramenten ontvangen.
i.
Ieder hebbe zijn gewonen biechtvader,
voor zorverre zulks kan geschieden; en men
verandere niet ligtzinnig na dien eenmaal
gekozen te hebben. Men openbare aan dezen
zijn geweten geheel en al en late zich in
alles wat het bestier des gewetens aangaat,
door hem leiden en vormen.
5.
Op de Zon- en gebodene feestdagen ko-
men allen \'s morgens in de bidphuits bijeen,
alwaar zij ongeveer een en een half uur
met godvruchtige en geestelijke oefeningen
bezig zijn, volgens de orde door den Be-
stuurder en den Prefect bepaald. In dezer
voege kan zulks geschieden: Men beginne
met de lezing van een godvruchtig boek,
-ocr page 11-
— 7 —
welke lezing zoo lang worde voortgezet tot
dat allen, of nagenoeg allen tegenwoordig
zijn; dan zinge men een gedeelte van de
Getijden der H. Maagd; daarop volge een
korte onderrigting door den Bestuurder over
al wat tot geestelijken voortgang der leden
dienstig is; vervolgens worde het H. Mis-
offer opgedragen en eindelijk bidde men de
litanie of andere gebeden, volgens het- ge-
bruik van iedere Congregatie. Zij, die ter
H Tafel genaderd zijn, moeten ten minste een
kwartier uurs na de H. Mis aan de dank-
zegging besteden. De Congregatiën die ver-
volgens gewoon zijn na den middag zamen
te komen, kunnen zich nagenoeg met de-
zelfde oefeningen van \'s morgens bezig houden
gedurende een half uur of iets langer.
6.
Vermits de leden zich door uitstekende
godsvrucht jegens de H. Maagd volgens
God moeten onderscheiden, dewijl zij aan
Haar geheel bijzonderlijk zijn toegewijd, alzoo
zullen de Bestuurder en de Prefect der
Congregatie deze met alle pogingen trach-
ten te vermeerderen. Zij moeten dus zor-
gen dat de hoogere feesten zoo van den
Zaligmaker als der H. Maagd door de leden
met meerdere devotie worden gevierd. Die
-ocr page 12-
— 8 —
meerdere devotie zal hierin bestaan, dat de
leden zich negen dagen lang vóór den feest-
dag, door bijzondere oefeningen en heilige
verrigtingen trachten voor te bereiden. Op-
dat zulks gemakkelijker door de leden zou
kunnen geschieden, worden hun bepaalde
punten ter overweging en andere oefeningen
voor ieder dier negen dagen in geschrifte
voorgesteld, en zoo zulks niet te veel kos-
ten zoude veroorzaken, worden zij in ge-
drukte blaadjes rondgedeeld, of op een ge-
schikt tijdstip in de kapel voorgelezen.
7.
Waar dit gebruikelijk is, brenge ieder
lid een briefje mede ter Congregatie, dat
de verschilleude oefeningen bevat door hem
in die dagen verrigt, doch hij onderteekene
het niet met zijn naam, en werpe het in
een bus daartoe bestemd Al deze oefenin-
gen worden vervolgens behoorlijk gerang-
schikt in een boek opgeteekend en openlijk
in stede der onderrigting voorgelezen. De.
voorlezing geschiede zooveel mogelijk op den
dag die onmiddelijk aan het feest vooraf
gaat en wel met het doel, dat allen door
de herinnering van hetgene zij gehoord heb-
ben tot des te grooteren ijver en des te vu-
riger godsvrucht worden opgewekt. Wijders
-ocr page 13-
— 9 —
mogen de leden bedenken, dat zij zich zeer
verdienstelijk zullen maken jegens de H.
Maagd, indien zij dergelijke oefeningen niet
slechts op genoemde dagen verrigten, maar
ook iederen dag ten miriste door eenige god-
vruchtige oefening hulde trachten te bren-
gen aan de iUlerheiligste Maagd en Moeder
Gods. —
8.
Daar het lezen van godvruchtige boeken
door H. H. "Vaders zoo zeer wordt aanbe-
volen en zoo veel bijdraagt tot geestelijken
voortgang, alzoo moeten de leden zich daarop
ijverig toeleggen. Weshalve de Congregatie,
indien het kan zijn, eene bibliotheek be-
zitte, die. voorzien is van dusdanige boeken
en toereikend voor het getal der leden.
De leden mogen volgens de regeling des
Bestuurders daarvan boeken merlenemen,
om ze te huis te lezen, De boeken wor-
den uitgedeeld door heD, die de Bestuurder
daartoe heeft aangesteld.
9.
Den leden worde jaarlijks door den Be-
stuurder ook een tijdstip aangewezen, waarop
zij zich wijden aan de geestelijke oefeningen
van den H. Ignatins. Men geve hun eene
*1
-ocr page 14-
— 10 —
lijst die naauwkenrig de aanwijzing bevat
der godvruchtige verrigtingen, die ieder uur
moeten geschieden, en ieder volge naarstig-
lijk deze aanwijzing. Hij, die belast is met
het geven der geestelijke oefeningen, geve
ze aan allen gezamenlijk en vermane hen
vooral tot het spreken van eene goede biecht.
Tot dit einde kunnen hun korte punten ter
overweging worden voorgesteld betreffende
het heilig en veelvuldig gebruik der H. Sa-
cramenten, de verpligtingen van ieders staat,
de keuze van dezen of genen levensstaat en
andere dusdanige zaken, die vooral op dat
tijdstip hun het meest nuttig en dienstig
kunnen zijn, De oefeningen in de Kapel
of bidplaats te verrigten, zijn ten naastenbij
de volgende. Men kan \'s morgens beginnen
met de lezing van een boek dat handelt
over de stoffen, die later overwogen zullen
worden. Na de lezing zal hij die de oe-
feningen geeft, een onderzoek instellen no-
pens bovenvermelde punten. Op dit onder-
zoek volgt alsdan de voorstelling en uiteen-
zetting der meditatie, waarna allen de H.
Mis bijwonen. Ten slotte wordt na de H.
Mis de psalm Miserere gezongen, doch niet
overluid en op een toon die tot berouw en
boetvaardigheid stemt. En allen kunnen zich
alsdan verwijderen. Dezelfde orde zal na
-ocr page 15-
— 11 —
den middag nagenoeg worden gevolgd. De
tijd der veertigdaagsche Vaste schijnt het
meest geschikt oin deze oefeningen, tenzij
den Bestuurder der Congregatie anders mogt
blijken. Na zich alzoo drie of vier of ook
meer dagen volgens voorschrift des Bestuur-
ders der Congregatie te hebben geoefend,
zullen allen den volgenden morgen in de
Kapel bijeenkomen en gezamenlijk het Al-
heiligste Ligchaain des Heeren nuttigen.
De leden moeten zorg dragen dat niet het
kleinste oogenblikje van den kostbaren tijd
door hunne achteloosheid verloren «ra; wat
zij in de Kapel hebben gehoord, moeten zij
te huis herdenken en meer tijd aan de god-
vruchtige lezing en de meditatie besteden,
dan zij buiten de retraite gewoon zijn te doen.
10.
Men zorge ten zeerste dat de bijeenkom-
sten niet om onbeduidende redenen worden
achtergelaten. Ontstaat er nogthans eene
reden, waarom de bijeenkomst zou moeten
achtergelaten worden, dan komt het den
Bestuurder toe over het gewigt dier reden
te oordeelen, die de zaak rijpelijk in den
Heer overdacht hebbende, verklaren zal wat
hen het oorbaarst toeschijnt. De dagen nog-
thans waarop de bijeenkomsten gewoonlijk
-ocr page 16-
V2
plaats hebben, zijn nagenoeg alle zondagen,
f!e Hooge feesten van \'sHeeren Geboorten,
Besnijdenis, Hemelvaart, Pinksteren, van het
H. Sacrament, mitsgaders alle gebodene feest-
dagen der Allerheiligste Maagd en der Apos-
telen ; alsmede de feestdag van den H. Jo-
seph, van de Goboorte der H. Joamies Bap-
tista, van den H. Laurentius en den H.
Aloijsius. Op deze dagen wordt nooit de
bijeenkomst achtergelaten, tenzij welligt op
Kersmis en H. Sacramentsdag.
11.
Zij die bij eene vergadering op de vastge-
stelde tijden, afwezig waren, zullen zoo spoedig
mogelijk hiervan de reden aan den Bestuur-
der te kennen geven,, wien het toekomt de
geldigheid er van te beoordeelen. Mogt hij
hierbij eenige fout bevonden hebben, dan
zal hij hen naar eisch vermanen; en om
dusdanige afwezigheid of andere gebreken, zal
het hein vrijstaan iemand voor een bepaalden
tijd het bijwonen der vergadering te ont-
zeggen, in zoover dit het welzijn der Con-
gregatie en der eere Gods zouden vereischen.
Opdat ieders afwezigheid des te zekerder en
gemakkelijker blijke, zal men een boek aan-
leggen, waarin de dagen waarop dat jaar de
bijeenkomsten zullen plaats vinden, en te-
-ocr page 17-
— 13 —
vens de namen der leden zoo worden ge-
schreven, dat er gemiikkclijk een teeken
bij te voegen is, hetwelk de afwezigheid te
kennen geeft. Evenwel beliooren allen met
dien ijver jegens de II. Maagd bezield en
zoo bezorgd te zijn nopens hun eigen voor-
uitgang, dat zij deze en dergelijke opwek-
kende middelen niet grootelijks moeten noo-
dig hebben.
12.
Aangaande de plegtigliedcn die de Congre-
gatie gewoon is jaarlijks met meer pracht
te vieren; en andere uitgaven die om welke
reden ook, moeten gedaan worden, overwege
iedere Congregatie rijpelijk wat ten deze
dienstig is, lettende op den toestand van
hare leden. Minder gegoeden kunnen die
kosten niet dragen en meergegoeden be-
schouwen ze soms als besteed aan ijdele
praal. Men legge dus niet te veel ten
koste aan dergelijke leesten. Want men
berooft zich alzoo van geld, dat beter en
nuttiger aan Gods glorie en de eer der
H. Maagd meer bevorderende zaken had
kunnen besteed worden. Daarom zal iedere
Congregatie volgens liet gevoelen van den
Directeur en met zijne goedkeuring naauw-
keuring bepalen, wat hierin kan en moet
-ocr page 18-
— 14 —
gedaan worden, en bijzonder werken om de
kosten te bestrijden voor die zaken, welke
tot grooter nut en bijzonder voordeel der
leden, in deze regelen dringend worden
aanbevolen.
13.
\'s Morgens bij het opstaan, na God be-
dankt te hebben, voor alle, zoo algemeene
als bijzondere, weldaden, die zij van zijne
oneindige Majesteit ontvangen hebben,
zullen zij de akten van Geloof Hoop en
Liefde verwekken, vervolgens driemaal Onze
Yader en Wees gegroet bidden ter eere
der IL Drievuldigheid en eenmaal het.
„Ik geloof in God den Vader" en de Salve
Regina. ■— Men houde zich met deze ge-
beden niet te vreden maar bestede buiten-
dien ten minste een kwartier uurs aan
de meditatie en wone dagelijks de H.
Mis bij, als het kan. — \'s Avonds voor-
dat men zich ter ruste begeeft, onderzoeke
men gedurende een kwartier uurs zijns
geweten, verwekke een berouw over de
ontdekte misslagen en bidde één onze Vader
en één Wees gegroet en den psalm De
profundis voor de ^overledennen.
14.
De openbare belijdenis die de leden der
-ocr page 19-
—15 —
Congregatiën doen, van op eene bijzondere
wijze aan Maria te zijn toegewijd, moet
hen allen aansporen oin ook met een
bijzondcren ijver de werken van godsvrucht
te behartigen. Men beveelt hun vooral
aan dikwijls tot de H. Sacramenten te
naderen, het kleine officie van Maria of
den Rozekrans te bidden, de gevangenen
van tijd tot tijd te bezoeken, naar gelang
der plaatsen en personen, evenzoo de zieken
te troosten en dat vooral op de dagen
welke de groote feesten des Heeren en der
Lieve Vrouw voorafgaan. Deze en derge-
lijke pligten van liefde zal ieder volgens
stand en godsvrucht afzonderlijk of ook
wel de geheele Congregratie te gelijk
vervullen, alles volgens het voorschrift of
de raad van den Bestuurder.
15.
Wanneer iemand van de leden eener
Congregatie gevaarlijk ziek wordt, zullen
al de leden voor hem bidden, en de Profeet
zal zorg dragen dat hij bezocht worde en
de H. Sacramenten bij tijds ontvange,
(voornamelijk als zij, wier pligt het is
hiervoor te zorgen, dit zouden verzuimen).
Als hij overleden is, zullen zij allen zoo
veel mogelijk zijne lijkdienst bijwonen; en
-ocr page 20-
— 16 —
waar het de gewoonte is dat de leden der
Congregratie den overledene ter begraaf-
plaats dragen, zullen zij dit voorbeeld van
christelijke liefde niet nalaten. Daarenboven
zullen zij, zoodra mogelijk, te zamen in
de Kapel der Congregatie, of ieder in het
bijzonder, het officie der overledenen voor
hern bidden; bovendien zullen allen voor
hem, acht dagen lang, den psalm De pro-
fundis of eenmaal het Onze Vader en
Wees gegroet bidden.
16.
Wanneer een der leden eener Congre-
gatie voor eenigen tijd afwezig moet zijn,
en zich aldus in de onmogelijkheid bevindt
om de bijeenkomsten der Congregatie bij
te wonen, zal hij den Bestuurder en Pre-
fect daarvan verwittigen, en indien dit. ge-
makkelijk kan geschieden, opene brieven *)
van de Congregratie vragen, om in de
*) In deze breven betuigt men, waar en wanneer
iemand in de Congregatie aangznomen is en dal hij
verdient door zijn Christelijk gedrag bij andere Con-
gregatiön aanbevoleu te worden. Hij, die op de ge-
tuigenis dezer brieven in de bijeenkomst eener andere
Congregatie toegelaten wordt, overhandigt ze aan den
Bestuurder, die hem deze bij zijn vertrek wedergeeft,
ten ware hij zich ergehjk had gedragen. Zoo haast
hij bij zijne Congregatie terugkomt, moet hij het ge-
tuigschrift aan zijnen Bestuurder afgeven.
-ocr page 21-
— 17 —
bijeenkomsten van eene andere Congregatie
toegelaten te worden, zoo hij er eene in zijne
verblij iplaats zal aantreffen. Daarenboven
wij] hij, hoewel afwezig, blijft deelen in de
verdiensten der Congregatie, is het passend
dat hij van tijd tot tijd aan den Prefect
schrijve, om aan zijne medeleden tijding
te geven, en zicli in hunne gebeden te
bevelen. Hij zal, overal en altijd, trachten
zich te gedragen gelijk het een waar kind
van Maria betaamt, om door zijn goed
voorbeeld iedereen te stichten en tot deugd
en godsvrucht op te wekken.
17.
Zij zullen allen voor elkander eene ware
en opregte liefde hebben, alle oorzaken van
oneenigheid en twist zorgvuldig vermijden,
en zich bevlijtigen den geest van wede en
eendragt onderling gedurig te vermeerderen.
Eindelijk zal ieder trachten op den weg der
deugd en der Christelijke volmaaktheid da-
gelijks voortgang te maken. Hiertoe wordt
hun grootelijks aanbevolen de bijeenkom-
sten der Congregatie ijverig bij te wonen,
geene harer oefeningen na te laten, zich
dikwijls te onderhouden met godvreezende
personen, den omgang met slechte personen
en alle gevaarlijke gelegenheden te vlugten,
-ocr page 22-
— 18 —
als zijn: openbare spelen, oneenigheid en
twisten, morren en verzet en al die zaken,
welke den t\'oeden naam der Congregatie
bevlekken, en altijd te pogen in geheel hun-
nen wandel zich zoo te gedragen, dat ieder hen
waardig achte een kind van Maria en lid
harer Congregatie te zijn.
18.
Ten einde het onderhouden dezer regelen
te verzekeren, zal men die bij iedere nieuwe
verkiezing in de Kapel der Congregatie voor-
lezen. Ieder zal trachten zich volmaakt er
naar te voegen en behalve de algemeene
regelen ook de bijzondere gebruiken naauw-
keurig te onderhouden.
II. BIJZONDERE EEGELEN.
Ie HOOFDSTUK.
Regels van den Prefect.
1. Aangezien de prefect in rang en be-
diening alle leden der Congregatie vooraf-
gaat, en hem na den Directeur de eerste
plaats toekomt, moet hij ook pogen in deugd
de overige Congreganiston te overtreffen.
Daarom moet hij met zeer grooten ijver,-
niet slechts de eigene regels van zijn ambt,
maar ook de algemeene onderhouden, bij-
zonder wat de nadering der II. Sacramen-
ten betreft door meer dan de anderen te
-ocr page 23-
— 19 —
biechten en te Communie te gaan, en hij
zal er op werken de Congregatie niet zoo
zeer door woorden dan wel door voorbeel-
den tot christelijke deugd en volmaaktheid
te bevorderen.
2.    Alhoewel de prefect het hoofd der
Congregatie is, zoo blijft hij nogthans on-
derworpen aan den Bestuurder, dien hij al-
tijd moet raadplegen, en zonder wieri hij
niets mag veranderen, of iets nieuws invoe-
ren, opdat alles met des te grootere voor-
zigtigheid en zekerheid tot meerdere eer van
God en der Moedermaagd en tot geestelijk
welzijn der Congregatie geschiede.
3.     Hij drage zorg dat na de aanstelling
van een nieuw Bestuur, de algemeene re-
gelen openlijk in de vergadering worden voor-
gelezen, "Doch vooral lette hij er op dat
deze door allen worden onderhouden, dat
verder de overige bedienaren de hun eigene
regelen behoorlijk nakomen, vooral de as-
sistenten, de secretaris en de 6 of 12 raads-
leden. Hij make dat er aanwezig zijn: 1".
eene lijst waarop de namen der leden ge-
schreven staan: 2". een boek, waarop de
aanwezigen en de afwezigen bij elke verga-
dering worden aangeteekend; zoo als in de
noot\' op pag. 12 der Algemeene Begelen
nader is omschreven : 3\'. een boek, waarin
-ocr page 24-
— 20 —
de verkiezingen der bedienaren, met ver-
melding van dag en jaar zijn opgeteekend:
4 . een boek, bevattende de namen der le-
den, met vermelding van dag en jaar hun-
ner opneming in de Congregatie en van hun
overlijden, indien zulks kan geweten worden.
4.     Als iemand van de Congregatie ziek
is, zal de prefect hem doen bezoeken uit
naam van geheel de Congregatie, en daar-
toe zal hij verkiezen degenen die hem het
bekwaamste schijnen om de zieken te troos-
ten en te stichten. Indien de ziekte ge-
vaarlijk wordt, zal hij hein in de gebeden
van al de leden der Congregatie aanbevelen,
en indien het noodig is, zal hij zorgen dat
de zieke bij tijds de H. Sacramenten ont-
vange. Indien de zieke sterft, zal hij zor-
gen dat voor de rust zijner ziel de vast-
gestelde gebeden door de Congreganisten
geschieden.
5.     Hij onderteekent met den Directeur
de opene brieven van aanbeveling. Mogt
een Congreganist om groote fouten uit de
vereeniging verwijderd moeten worden, zal
hij niets hieromtrent doen, tenzij den
Bestuurder geraadpleegd te hebben, en dan
nog volgens diens gedachte en beslissing.
-ocr page 25-
— 21 —
2e HOOFDSTUK.
Regels van de Assistenten.
Het ambt der Assistenten is den Prefect
in zijne bediening door raad en daad te
steunen. Zij moeten dus met hem één
van gedachte zijn om des te beter alles
volgens één gedragslijn te besturen.
2. Zij moeten aanwezig zijn in de al-
gemeene en bijzondere vergaderingen; is de
prefect afwezig, dan wordt zijne plaats in-
genomen door den eersten assistent en bij
beider afwezigheid door den tweeden. Zij
moeten dikwijls met den directeur en den
prefect spreken over den geestelijken voort-
gang der Congregatie, die zij door woord
en voorbeeld met de hulp van Gods ge-
nade zullen bevorderen.
3e HOOFDSTUK.
Regels van den Secretaris of Geheimschrijver.
1.     De Secretaris moet bij alle raads-
vergaderingen aanwezig zijn. Hij zal in een
daartoe bestemd boek alle zaken van ge-
wigt opteekenen. maar daarvan eerst een
afschrift aan den Directeur en Prefect ver-
toonen.
2.    In de boeken hierboven vermeld, zal
-ocr page 26-
— 22 —
hij alles op zijne plaats met naauwkeurig-
heid opschrijven. Hetgeen in de raadsver-
gaderingen vastgesteld is, zal hij niemand
mededeelen; en hij wete volgens de eisch
van zijn naam het stilzwijgen te bewaren.
3. Hij schrijft de opene brieven en wat
er overigens geschreven moet worden; hij
onderteekent en bezegelt met het gewone
zegel der Congregatie als zulks noodig is.
4e HOOFDSTUK.
Kegels van de Raadsleden.
1. Hun getal is naar gelang der meer-
dere of mindere talrijkheid van de Congre-
gatie 0 of 12. Hunne bediening is den
prefect in de beraadslagingen en in het
bestuur der Congregatie te helpen. Het
betaamt dns, dat zij uit de oudste en deugd-
zaamste leden gekozen worden. In het
uitbrengen van hun gevoelen moeten zij
altijd Gods meerdare glorie en Maria\'s eere
en het geestelijk welzijn der Congregatie
voor oogen houden en zich nimmer door
partijdigheid laten leiden. Zij moeten trach-
ten volgens hunne meerdere waardigheid
ook door voorbeeld allen vóór te gaan.
-ocr page 27-
— 23 —
5e HOOFDSTUK.
Regels van (hn Onderrigter der Candidaten.
1. De bediening van dezen, dien men
ook het Hoofd der Aspiranten noemen kan,
bestaat hierin, dat hij volgens aanwijzing-
van den Bestuurder en den Prefect hen,
die leden wenschen te worden der Congre-
gatie, onderrigte zoowat de Regels als de
gebruiken betreft aan iedere Congregatie
eigen. Hij kome de aan zijne zorg toe-
vertrouwden met de grootste liefde en wel-
willendheid te gemoet. Dikwerf raadplege
hij den Bestuurder en den Prefect, ten
einde de hem toevertrouwden des te zeker-
der te kunnen leiden en besturen in de
dienst Gods. Hij hebbe eene tabel, waarop
het formulier der opdragt (Allerheiligste
Maagd enz.) gedrukt of sierlijk geschreven
staat. Het komt hem toe de Candidaten,
wanneer zij onder de leden der Congregatie
opgenomen worden, tot het altaar te gelei-
den, hun het formulier voor te lezen en hen
tot den Prefect te brengen.
6e HOOFDSTUK.
Regels van den Schatbewaarder.
1. De Schatbewaarder mag geene uit-
gaven doen zonder voorkennis van den Direc-
-ocr page 28-
— 24 —
tcur. Hij hebbe eene bus of een kistje
ter bewaring van het geld der Congregatie.
De bus worde met twee verschillende sleutels
gesloten, waarvan de eene berust bij den
Directeur en de andere bij den trezorier,
tenzij men anders mogt goedvinden. In
Congregatiën echter die uit minderjarigen
bestaan, houde men zich streng aan deze
verordening. Hij zal van de ontvangsten
en uitgaven naauwkeurig boek houden en
daarvan den Directeur, zoo dikwijls deze
het goedvindt, kennis laten nemen.
7e HOOFDSTUK.
Regels van den Bibliothecaris.
1. Hij is belast met de zorg voor de
Bibliotheek der H. Maagd en al de boeken
die zij bevat. Hij beseffe van hoe groot
belang zijne bediening is, en hoezeer hij
de overige leden door zijne oplettendheid
van dienst en door zijne nalatigheid tot
nadeel kan zijn. Bij het einde der bijeen-
komst dcele hij den leden de boeken uit.
Hij houde naauwkeurig eene lijst der voor-
handen zijnde boeken en plaatse die open-
lijk ter inzage of toone haar zoo dikwijls dit
verlangd wordt, opdat ieder naar zijne keuze
een boek kunne medenemen uit de Biblio-
theek. Hij geve echter aan niemand eenig
-ocr page 29-
- 25 —
boek dan na alvorens van dengene die een
boek verlangt, zijn naam en voornaam en
den titel des boeks, en dag, maand en jaar,
wanneer hij het boek genomen heeft, naauw-
keurig op een briefje geteekend, te hebben
outvangen. Dit briefje zal hij bewaren tot
dat het boek teruggebragt wordt. Hij zal
niet toestaan dat iemand twee boeken me-
deneme, of het medegenomene behoude
gedurende de hoofd vacantie; zoodra deze
is aangekondigd, moeten de boeken door
allen worden teruggegeven.
8e HOOFDSTUK.
Regels van de Ziekenbezoeken.
Dewijl de Prefect niet alle zieke
leden, vooral wanneer er meer te gelijk
ziek rnogten worden, meermalen in persoon
kan bezoeken, is het noodig dat hij eenige
medehelpers hebbe in zulk een godvruchtig
en heilig werk. De Bestuurder zal hun
getal bepalen, en het liefst tot deze be-
diening kiezen de dusdanigen, van wier verder
gevorderden leeftijd en uitstekende deugd hij
overtuigd is. Hunne bediening is: de zieke
leden dikwerf te bezoeken, berigten in te win-
nen nopens hunnen toestand, en daaromtrent
2
-ocr page 30-
— 26
den Bestuurder en den Prefect te verge-
wissen, den zieke ijverig door liet gebed
Gode aan te bevelen en zorg te dragen, dat.
hij door de gemeenschappelijke gebeden der
Congregatie worde bijgestaan. Bij liet toe-
nemen der ziekte moeten zij den Bestuurder
en den Prefect waarschuwen, opdat zij vol-
gens hun ambt, den zieke kunnen bijstaan
en zij met alle zorg verhoede dat een in
zware ongesteldheid verkeercnd lid, niet uit
het leven schcide, dan na alvorens met de
H. H. Sacramenten der Kerk te zijn voor-
zien. Het is ook voordeelig de leden niet
slechts te bezoeken, wanneer zij ziek zijn,
maar ook nu en dan als zij beginnen te
herstellen; men tracht hen alsdan in den
Heer op te beuren en te verkwikken door
geestelijke gesprekken.
9e HOOFDSTUK.
Regels van den Koster,
Het getal der Kosters kan twee, drie
of meer bedragen, naar de talrijkheid der
Congregatie. Zij moeten overtuigd zijn dat
zij in dit ambt, na God de heilige Moe-
dermaagd ten dienst staan. Daarom moeten
zij het niet beneden zich achten datgene te
verrigten wat tot de netheid van Gods Huis
-ocr page 31-
— 27 —
kan dienen. Hunne bijzondere zorg zij dn
gewaden en hetgeen verder onder liet H.
Offer der Mis dient, zuiver te bewaren. Hij
zal een Inventaris hebben van alle Sieraden,
welke hij aan zijn opvolger zal overhandi-
gen wien hij ook de bergplaats van alle
voorwerpen zal aanwijzen. Alle zaken zal
hij goed en zuiver en onder slot bewaren;
de sleutels berusten bij den Directeur. Hij
zal niet zonder reden en buiten toestem-
ming van den Tirecteur uit de vergadering
zich verwijderen, maar met de anderen bij
alle oefeningen der Congregatie tegenwoor-
dig zijn. Hij doet geene uitgaven buiten
wete en goedkeuring des Directeurs. Hij
moet niet te veel spelen in vreemde en al
te kostbare versieringen en deze zal de Di-
recteur, gelijk de voorzigtigheid het aangeeft,
óf\' geheel verbieden óf\' zoo verminderen dat
de kosten niet te hoog loopen.
10e HOOFDSTUK.
Regels van den foorlezer.
De Voorlezer moet zich vroegtijdig
in de vergaderplaats bevinden. De Congre-
gatie begint met eene godvruchtige lezing.
De Voorlezer zal slechts boeken lezen die
hem door den Directeur zijn aangewezen.
-ocr page 32-
— 28 —
Na de verkiezing van een nieuw bestuur,
moet hij aanstonds de Algemeene Regels
voorlezen. Het lezen geschiede zonder over-
haasting met luide duidelijke en heldere
stem, nu en dan ruste men, opdat des te
gemakkelijker verstaan worde en des te die-
per in de gemoederen der toehoorders dringe,
wat voorgelezen wordt. Zij moeten beseften
van hoe groot belang de geestelijke lezing
is, en hoeveel zij bijdraagt tot verbetering
en volmaking des levens en tot opwekking
der godsvrucht.
Aan de lezers worden zangers toegevoegd,
die in de gezangen den toon en wijs aangeven.
11e HOOFDSTUK.
Begeh van den Portier,
1.  De portier zal trachten, zooveel mo-
gelijk het eerst in de Kerk te komen.
2.  Hij houdt de alphabetische lijst of
het boek, waarvan sprake is in de alge-
meene regelen. Hij teekent de afwezi-
gen en aanwezigen daarop aan. Dit boek
wordt met groote zorg bewaard en dus
niet ligtvaardig aan iedereen toevertrouwd,
maar aan hem van wiens trouw en voorzigtig-
heid de Bestuurder overtuigd is. Zoodra dit
boek of deze lijst vol geschreven is, worde het
-ocr page 33-
— 29 —
nedergelegd en bewaard in het Archief der
Congregatie.
3.   Hij zal de namen van de leden dei-
Congregatie, die de vergadering bijwonen,
aanteekenen.
4.   Na iedere bijeenkomst zal hij de aan-
wezigen aan den prefect opgeven en daarvan
zelf ook aanteekening houden.
5.   Hij moet zijne bediening ter eere van
Maria met groote zedigheid en ingetogen-
heid waarnemen.
12e HOOFDSTUK.
Regels der overige mindere bedieningen.
Indien de Congregatiën dusdanige be-
dienaren in meerder of minder getal noodig
hebben, naar gelang der verschillende ver-
rigtingen die er moeten geschieden dan wordt
toegestaan, dat hun \'regelen worden voor-
geschreven, die zij moeten volgen. Daar
worde nogtans niets vastgesteld, dan na al-
vorens den raad en de meening van den Be-
stuurder der Congregatie te hebben inge-
wonnen. Ook wachte men zich iets vast
te stellen, wat in strijd zoude ziju met de
bestaande Eegelen. En vooral vennijde men,
dat er iets geschiede, wat niet zou overeen
te brengen zijn met de godsvrucht en het
-ocr page 34-
— 29 —
nut der leden; al hetgene hiermede in strijd
is moet geheel en al worden afgeschaft en
geweerd en als zonder kracht worden be-
schouwd. —
ÏO JtMUI.l\'EU VAN AANNEMING.
Door dit ons getuigschrift verklaren wij,
dat onze Geliefde Broeder in Christus.
den
ten jare 18 , tot lid is aangenomen
der Congregatie onder den titel van
opgerigt te                                   zoodat hij
alle Aflaten, gunsten, voorregten en pri-
vilegiën, waaraan andere reeds aaugenomenc
leden deelachtig zijn, kan en mag genieten,
en in geval van overlijden, bij deze onze
Congregatie regt heeft op de gebeden, die
voor de afgestorven leden plegen te geschie-
den.
-ocr page 35-
— 31 -
Gegeven ter genoemde Congregatie der
Allerheiligste Maagd en Moeder Gods, ten
dage en jare als boven.
De Bestuurder, N.
Prefect, N.
•Secretaris, N.
-ocr page 36-
AWLATEm
I. AFLATEN.
Vergund door de Pausen aan de Hoofd-
Congregatie opgerigt onder den titel van
Maria Boodschap, in liet lïomeinsche Col-
legie, en aan al de Congregatien die op
dezelfde wijze zijn of zullen ivorden op-
gerigt, mits zij met voornoemde Hoofd-
Congregatie wettig vereenigd. zijn.
YOLLE AFLATEN.
Welke door alle geloovige van beide seksen
kunnen verdiend worden.
1. Alle leden eener Congregatie en alle
geloovigen van beiderlei kunne die geene
leden eener Congregatie zijn, verdienen een
vollen aflaat, indien zij met een vaar be-
rouw hunne zonden gebiecht, en het H.
Ligchnam des lleeren genuttigd hebbende,
op den titel-feestdag der Congregatie, te be-
ginnen met de eerste vespers op den voor-
avond tot zonnen-ondergang van den feest-
dag, de kerk, kapel of bidplaats der Con-
gregatie godvruchtig bezoeken, en aldaar
bidden voor het heil en de uitbreiding des
-ocr page 37-
— 33 —
Christendoms, voor de uitroeijing der ket-
terijen, voor den algeineenen en voor den
onderlingen vrede der Christen vorsten, en
voor het welzijn van den Paus of andere
gebeden volgens hunne godsvrucht storten.
2.   Indien de Congregatie een tweeden
titel of patroon heeft, is er eveneens op de-
zen feestdag een volle aflaat verleend. In-
dien de Congregatie dezen titel niet heeft,
mag haar Bestuurde]\' alle jaren met toelaten
van den Bisschop, een dag naar goedvin-
den verkiezen.
3.  Deze beide feestdagen mogen ook met
toelating van den Bisschop op een anderen
dag, zelfs op zondag verzet worden, en dan
kan men den bovengemelden aflaat verdienen
op dien dag, waarop de plegtigheid gevierd
wordt. In dit geval mag er eene plegtige
votiefinisse van dit uitgesteld fe<:st worden
gehouden,, al werd er ook op den vastge-
stelden dag, in de Kerk ten dubbel feest
(festum duplex) gevierd. —
VOLLE AFLATEN.
Welke alleen door de leden en bedienaren
der Congregatie, en door hen die deze be-
hulpzaam zijn hunnen verdiend worden.
4.   Al wie op den dag waarop hij in de
-ocr page 38-
— 34 —
Congregatie wordt aangenomen, na met een
^aar leedwezen gebiecht te hebben, het Al-
lerheiligste Sacrament des Altaars in de kerk
der Congregatie of in eene andere kerk zal
ontvangen, verdient een vollen aflaat en
de kwijdschelding van al zijne zonden.
5.  Dezelfde aflaat kan in de ure des doods
verdiend worden. —
6.   De leden cener Congregatie die met
waar berouw gebiecht hebbende, in deze
kerk het H. Ligchaain des Heeren nuttigen,
kunnen ook een vollen aflaat verdienen
op de dagen der Geboorte en der Hemel-
vaart van onzen Heer Jesus Christus en op
de feestdagen der Onbevlekte Ontvangenis,
Geboorte, Boodschap en Hemelvaart van
Maria. —
7.  Ook een vollen aflaat eens in de week,
op een van de dagen wanneer, volgens de
regelen en gebruiken der gemelde Hoofd-
Congregatie of der andere Congregatiën, de
bijeenkomsten gewoonlijk gehouden worden,
mits zij met een waar berouw gebiecht heb-
bende en tot de H. Tafel genaderd zijnde,
de kerk of kapel, bidplaats of vergaderplaats
hunner eigen Congregatie bezoeken, en al-
daar godvruchtige gebeden aan God opdra-
gen voor de eendragt der Christen vorsten,
der uitroeijing der ketterijen, en de verhef-
-ocr page 39-
— 35 —
fing onzer Moeder de H. Kerk. "Wanneer
nogtans gedurende dezelfde week de leden
der Congregatie twee of driemaal vergade-
ren, zal ieder slechts een van deze dagen
naar goedvinden mogen kiezen om den af-
laat te verdienen. Intusschen moeten zij
zich herinneren, dat. zij hierin, gelijk in al
het \'overige, de leiding hunner Bestuurder
moeten volgen. —
8.   In de Congregatie, welker leden ge-
woon zijn des avonds op een ander uur na
den middag te vergaderen, kan naar ver-
kiezing op denzelfden of op den volgenden
dag, de vollen aflaat verdiend worden. —■
9.  De Priesters met het Bestuur der Con-
gregatie belast, kunnen, mits zij daartoe van
den Bisschop eens voor altijd het verlof
hebben verkregen, zoo dikwijls zij de zieke
leden of bedienaren der Congregatie bezoe-
ken, hen door geestelijke vermaningen op-
wekken, hetzij om de ongemakken der ziekte
geduldig te verdragen, of om den dood ge-
willig van de hand des Heeren aan te ne-
men; en hen voor een beeld van den
gekruisten Zaligmaker driemaal het Ome
lader
en het Wees gegroet volgens de in-
zigten van den Paus en van onze Moeder
de II. Kerk doen bidden; zóó dikwijls ook
deze zieken op den dag, waarop zij het Al-
-ocr page 40-
— 36 —
lerheiligste Sacrament ontvangen hebben,
een vollen aflaat doen verdienen. —
10.   De volle aflaat eens in de week ver-
gund, kan tweemaal \'sjanrs door de loden
der Congregtiën verdiend worden, alhoewel
zij de bidplaats hunner Congregatie niet
bezoeken, mits zij eene andere kerk bezoe-
ken, waarin zij liet Allerheiligste Sacrament
des Altaars ontvangen, na eene aigemeene
biecht van geheel hun voorgaande leven of
sedert hunne laatste aigemeene biecht ge-
sproken te hebben. —
11.   Te dezer gelegenheid wordt door de
Pausen het gebruik der aigemeene biecht
dringend aangeprezen en de godsvrucht tot
de Allerheiligste Maagd Maria aanbevolen.
Daarenbove.i worden de leden der Congre-
gatiëen vermaand, zich aan de bevelen en
den raad hunner bijzondere Bestuurders met
ondergeschikten wil en ijver te onderwerpen.
AFLATEN van ZEVEN JAREN.
Toegestaan aan de voornoemde personen zoo
dikwijls zij een der volgende goede wer-
ken verrigten,
12.   Het lijk van een lid der Congrega-
tie of van een andere geloovige naar de be-
graafplaats vergezellen.
13.  Bij liet luiden der klok bidden voor
-ocr page 41-
— 37 —
de genezing of zaligen dood van den zieke,
of voor de rust der ziel van den overledene.
14.   Eene openbare of bijzondere god-
vruchtige bijeenkomst, de goddelijke dien-
sten, geestelijke zamenspraken of vermanin-
gen bijwonen.
15.   Tegenwoordig zijn bij de lijkdienst
van een overleden lid der Congregatie, of
van een andere geloovige.
1G. Misse hooren op een werkdag.
17, Des avonds alvorens te gaan slapen,
zijn geweten onderzoeken.
J 8, Arme zieken in gasthuizen of elders
bezoeken.
L9. De gevangenen bezoeken.
20.  Degenen, die in tweediagt leven, met
elkander verzoenen.
VERKLARING.
21.  De leden der Congregatiën zullen al
deze aflaten kunnen verdienen overal waar
zij zich bevinden, indien zij in tie kerk der
plaats waar zij zijn, of clder,s zoo als zij
kunnen, verrigtcn hetgeen voorgeschreven is
om genoemde aflaten te verdienen.
ANDERE AFLATEN.
22.  De leden der Congregatiën verdienen
al de allaten, vergund aan de kerkbezoeken
-ocr page 42-
— 38 —
te Rome zoo binnen als buiten de stad,
mits zij in de vaste en op andere tijden en
dagen de kerk, kapel of bidplaats der Con-
gregatie; oi\' in geval van afwezigheid, eene
andere kerk of kapel der plaats waar zij
zich bevinden, godvruchtig bezoeken, en al- .
daar zevenmaal bet Oma Vader en het Hees
gegroet
bidden.
De allaten, vergund aan de kerkbezoe-
ken te Home zijn de volgende:
1.   Op den feestdag der Besnijdenis, op
Drie-Koningen, op de zondagen van Sep-
tuagesima, Sexagesima en Quinquagesima,
•\'50 jaren en .\'30 quadragenen.
2.  Gedurende de Yccrtigdaagsche Vaste:
op Assche Woensdag en op den vierden zon-
dag van de. Vaste, 15 jaren en 15 quadra-
genen; op Palmzondag, 25 jaren en 25
quadragenen; op Witten Donderdag, volle
atlaat; op Goeden Vrijdag en op den Za-
turdag vóór Pasehen, 30 jaren en 30 qua-
dragenen ; op al de andere dagen van de
Var.tc, 10 jaren en 10 quadragenen.
3.   Op den Zondag van Paschen, volle
aflaat, op al de andere dagen van het Oc-
taaf, op den feestdag van den II. Marcus
en op de drie Kruisdagen 30 jaren en 30
quadragenen.
1. Op \'a Ilcercn Hemelvaart volle ailaat.
-ocr page 43-
_ 39 —
5.   Op Pinkster avond, 10 jaren en 10
quadragenen ; op tien Zondag van Pinkster,
en op al de dagen van het Octaaf, 30 ja-
ren en 30 quadragenen.
6.  Gedurende den Advent; op den derden
Zondag 15 jaren en 15 quadragenen; op
•■den eersten, tweeden en vierden Zondag, en
op de drie quatertemper-dagen 10 jaren en
10 quadragenen.
7.  Op Kersavond, in de Nacht-misse en
in de Aurora-misse, 15 jaren en 15 qua-
dragenen en gedurende den dag volle aflaat:
op de drie volgende dagen 30 jaren en 30
quadragenen.
Aldus de verzameling der Aflaten, gedrukt
te Home, in 1881, met goedkeuring van de
H, Congregatie der aflaten.
AFLATEN voor de OVERLEDENEN.
23.  Al de bovengemelde aflaten kunnen
tot lafenis der zielen aan de overledene ge-
loovigcn toegevoegd worden.
24.    Het altaar van al de Congregatiën
is geprivilegieerd voor alle priesters die er
misse lezen tot lafenis der zielen van de
overledene leden der Congregatie en onder
deze voorwaarde alleen.
25.   Maar elke priester der Congregatie,
die de H. Misse leest tot lafenis der ziel
-ocr page 44-
— 40 —
van een ander lid der Congregatie, kan het-
zelfde voorregt genieten, onverschillig aan
welke altaar liet ook zij.
ANDERE VOORREGTEN en GUNSTEN.
20. Alle koningen, prinsen, hertogen en
graven, die met oppermagt bekleed zijn, als
ook hunne eigene en aangehuwde verwanten
in den eersten en tweeden graad kunnen,
indien zij in de Hoofd-Congregatie of elders
in andere Congregatiën, welke opgerigt zijn
of opgerigt zouden worden, ingeschreven
zijn, hoewel afwezig, door de boven-
vermelde werken van godsvrucht te verrig-
ten, en eene kerk naar gelegenheid en ver-
kiezing te bezoeken, de voornoemde aflaten,
kwijtscheldingen en ontslagingen insgelijks
verdienen.
27 Aan alle geloovigen die vóór het Al-
lerheiligste Sacrament des Altaars, wanneer
liet in de bidplaatsen der bovengemelde
Hoofd-Congregatie of der andere Congrega-
tiën, die daarmede vereetiigd zijn of zullen wor-
den, met de toelating van den Bisschop, gedu-
rende drie achtereenvolgende dagen uitgesteld
is, eenigen tijd bidden, en de andere voor-
geschrevene werken verrigten, worden de af-
laten, kwijdscheldingen en ontslagingen ver-
gund, welke zij zouden kunnen verdienen,
-ocr page 45-
— 41 —
indien zij de kerken bezochten waarin het
Allerheiligste Sacrament gedurende veertig
uren is uitgesteld.
28. Eindelijk, aangezien het somtijds ge-
schiedt dat de geestelijke oefeningen van
acht dagen, om wettige redenen volgens
omstandigheden van personen, plaatsen en
tijden, geen volle acht maar slechts vijf,
zes of zeven dagen kunnen duren, worden
de aflaten, welke verleend zijn aan degenen
die acht dagen lang de oefeningen bijwo-
nen mede vergund aan hen die ze gedurende
zeven, zes of ten mii\'Ste vijf achtereenvol-
gende dagen zullen gehouden hebben. —
ï)en 5\'ia Maart 1776, heeft de heilige Con-
gregatie der aflaten en der heilige reliquiën
geoordeeld, dat de bovenstaande opgave
door de drukpers der Apostolische Kamer
mogt in het licht gegeven worden. (*)
Gedaan te Rome, ter Secretarie van de
H. Congregatie der aflaten.
Julius Baesar de Somalia,
Secretaris van de H. Congregatie der aflaten.
Plaats t des Zegels
(*) Deze inhoud van al de aflaten welke aan de
Congregatie der 11. Maagd Maria, sedert Gregorius
XIII, tot aan Pius VI, verleend zijn, is uit het la-
tijnsche originele stuk naauwkeurig overgebragt.
-ocr page 46-
— 4L> —
II.
AFLATEN.
Verleen// aan de kruisen, medailjes en, ro-
zenkransen, gewijd door den Paus of door
degenen, die van hem daartoe de wagt
ontvangen lichben.
1. J\'len volle aflaat op Kersdag, op Drie-
koningendag, op l\'asohcn, op \'s Heeren He-
melvaart, op Pinksteren, op II. Drievuldig-
heid en II. Sacramentsdag; op de feestda-
gen der Onbevlekte Ontvangenis, Geboorte,
Zuivering, Boodschap en Hemelvaart van de
Allerheiligste Maagd Maria, op de feestda-
gen der Apostelen ; op de geboorte van den
II. Jon unes den Dooperj op den feestdag
van den II. Josoph en op Allerheiligen.
Om deze allaten te verdienen moet men ten
minste eens in de week, den llozcnkrans
ot\' het rozchocdje bidden, of wel de kerke-
lijke getijden, of de kleine getijden van
Maria, of de getijden der overledenen, of
de zeven Boetpsalmen, of de trappsalmen,
of de gewoonte hebben van anderen in de
Christelijke lccring te onderwijzen, of van
de gevangenen of de zieken te bezoeken,
of de armen te helpen, of de II. Misse te
hooren, of ze te lezen als men priester is,
men moet daarenboven op de gestelde da-
-ocr page 47-
— 43 —
gen te biecht en te Communie gaan, en
vijfmaal liet Onze Vader en Wees gegroet
bidden, volgens de inziglcn van Z. H. den
Paus. De biecht mag gedaan worden óp
den dag vóór liet feest, met de eerste Ares-
pers te beginnen. De personen die de ge-
woonte hebben van alle acht dagen te biech-
ten, zijn niet verpligt in den loop der week
nog eens te biechten om den aflaat te ver-
dienen, als zij maar de andere goede werken
die voorgeschreven zijn verrigtcn.
;\'. Op al de andere feestdagen van On-
zen Heer en van de Allerheiligste Maagd
Maria, een aflaat van 7 jaren en 7 maal
veertig dagen, op voorwaarde dat men de-
zelfde werken verrigt liebbc.
3. Op al de andere feestdagen en op al
de Zondagen van het jaar, een aflaat
van 5 jaren en 5 maal veertig dagen,
behoudens dezelfde voorwaarden.
1. Honderd dagen aflaat, on iedcren dag
des jaars, dat men bovengemelde werken
zal verrigten.
5. Twee honderd dagen, eiken kc-r dat
men gevangenen of zieken zal bezoeken.
0. Honderd dagen eiken keer dat men
zijn geweten onderzoekt, met het voorne-
men van zich te beteren, en dat men «\'5
maal het Onze Vader en Wees gegroet bidt,
-ocr page 48-
_ 44 —
Ier eere van de Allerheiligste Drievuldig-
heid, of wel 5 maal het Onze Vader en
Wees gegroet, ter eere van de 5 wonden
van Onzen Heer.
7.  Twee honderd dagen, eiken keer dat
men in de kerk cathechismus houdt, of
zijne kinderen, zijne nabestaanden, of zijne
dienstboden in de Christelijke leering on-
derwijst,
8.    Honderd dagen, eiken keer dat men
op het kleppen der klok \'s morgens of
\'s namiddags of \'s avonds den Angelus zal
bidden. Die den Angelus niet kennen,
kunnen daaraan voldoen met eenmaal het
Onze Vader en Wees gegroet te bidden.
Vijftig dagen, eiken keer dat men het
Onze Vader en "Wees gegroet zal bidden
voor degenen die op sterven liggen.
10. Volle aflaat in het uur des doods.
— Er zijn nog andere gedeeltelijke aflaten
verleend aan de kruisen, medailjes en Ro-
zenhoedjes, gewijd door den Paus of door
degenen die van hem de mngt daartoe ont-
vangen hebben, alsook aan zekere oefenin-
gen en gebeden bij de geloovigen in ge-
bruik, doch het zou te lang zijn ze hier
te vermelden. De leden der Congregatie
zullen dus wèl doen, indien zij \'s morgens
een algemeen voornemen maken om ze allen
-ocr page 49-
— 45 —
te verdienen. — Wanneer het Rozenhoedje
daarenboven gewijd is ter eere der heilige
Birgitta, wint men aan elke koraal, 100
dagen aflaat; en de personen met wie men
bidt, winnen van hunnen kant dezelfde
aflaten. Bovendien verdient degene die eene
maand lang alle dagen dit Rozenhoedje bidt,
een vollen aflaat, op een dag der maand,
volgens zijne verkiezing, mits hij biechte en
tot de H. Tafel nadere, eene kerk bezoeke,
en 5 maal het Onze Vader en Wees ge-
groet bidde, volgens de inzigten van Z. H.
den Paus. — Men lette er op dat de aflaat
uitsluitend aan de kruisen, medailjes, enz.
verbonden is, ten voordeele van de perso-
nen, aan welke zij voor de eerste maal
gegeven zijn, of die er het eerst gebruik
van maken. Men kan ze dus niet wegge-
ven of aan anderen leenen, om hem de
aflaten te doen verdienen. — Al de aflaten,
waarvan wij hier gesproken hebben, kunnen
aan de zielen des Yagevuurs worden toe-
gevoegd.
III. Aanmerkingen over de Aflaten.
1. De aflaat uit zijnen aard neemt geene
zonden weg; hij ontslaat slechts van de
tijdelijke straf, die men gewoonlijk na de
vergiffenis der zonde nog te boeten heeft,
-ocr page 50-
— 46
en die soms oneigenlijk zonde genoemd wordt.
2.     Men moet in staat van genade zijn
om een vollen of nedeellelijkeii aflaat te
kunnen verdienen. Zelfs om de kwijtschel-
ding der straffen te bekomen, die men voor
eene dagelijksclie zonde schuldig is, moet
men berouw hebben over die zonde en geene
genegenheid tot baar blijven behouden. Hier-
uit blijkt dat men niet altijd een aflaat ge-
heel en al verdient, maar daaraan slechts
deel verkrijgt naar evenredigheid der ge-
steltenis, waarmede men de vereischte voor-
waarden volbrengt.
3.     Om een vollen aflaat te verdienen,
moet men gemeenlijk:
1". te biechten gaan; 2\\ de H. Com-
munie ontvangen op den dag dat men voor-
nemens is den aflaat te verdienen; 3\'. op
denzelfden dag, met ijver eenige gebeden
storten voor den vrede tusschen de Chris-
ten-vorsten, tot uitroeijing der scheuringen
en ketterijen, en tot verheffing der H. Kerk.
Het is genoeg dat men zich in het alge-
meen voorstelle, te bidden volgens de in-
zigten van onzen H. Vader, den Paus.
4". Om den vollen aflaat in het uur
des doods te verdienen, is liet toereikend,
met geloof en met een waar leedwezen over
zijne zonden, den zoeten Naam Jesus met
-ocr page 51-
— 47 —
den mond of ten minste, indien men niet
anders knn, met het hart aan te roepen.
N. B. Wil men een aflaat verdienen
voor de geloovige zielen in het Vagevuur,
dan is het raadzaam zich de bevrijding van
eene ziel in liet bijzonder voor te stellen
en deze bepaaldelijk Gode aan te bevelen.
Dit belet echter niet dat men bovendien
nog eenige andere •ondergeschikte intentic\'s
kan vormen.
GEBEDEN
DIB BIJ UK BERAADSLAGINGEN GESCHIEDEN.
1. Vóór de Ueraad«lap,i]ig,en.
P. Kom o Heilige Geest, vervul de har-
ten uwer geloovigen, en ontsteek in hen
het vuur uwer liefde. Zend uwen Geest uit,
en zij zullen herschapen worden.
A. En gij zult het aanschijn der aarde
vernieuwen.
P. Laat ons bidden. God die de har-
ten der geloovigen, door de verlichting des
H. Geestes onderwezen hebt, geef ons dat
wij in dien zelfden Geest de ware wijsheid
erlangen, en ons gedurig door zijne vertroos-
ting verblijden, door Christus onzen Heer.
A. Amen.
-ocr page 52-
— 48 -
P. Onze Vader, enz.
P. Wees gegroet, enz.
P, H. Maria, zonder zonde ontvangen.
A. Bid voor ons.
3. Na de Beraadslagingen
P. Sterk, o God, wat Gij gewrocht hebt
in ons.
A. Van uit uwen H. Tempel te Jerusalem.
P. Onze Vader, enz.
P. Wees gegroet, enz.
P. H. Maria zonder zonde ontvangen.
A. Bid voor ons.
P, Geloofd zij Jesus Christus.
A. In de eeuwen der eeuwen Amen.
Gebeden bij de verkiezingen.
1. Voor de Verkiezing.
De Hyinne, de Antiphoon, het vers en
gebed van den H. Geest.
8, Na de Verkiezing.
(Na de bekendmaking van het nieuwe
Bestuur door den Eerw. Directeur, wordt
het H. Sacrament uitgesteld en gezongen:)
De Lofzang Te Deum.
P. U, o God, loven wij; U, o Heer,
prijzen wij.
-ocr page 53-
— 49 —
A. U. Eeuwige Vader, vereert de gan-
sene aarde.
P. U loven alle Engelen, U alle Heme-
len en alle Magten.
A. U roepen de Cherubijnen en Seraphij-
nen zonder ophouden toe;
P. Heilig.
A. Heilig.
P. Heilig, de Heer God der Heirscharen-
A. Hemel en aarde zijn vol van de heer-
lijkheid Uwer majesteit.
P. U looft het schitterend Koor der
Apostelen.
A. U prijst de lofwaardige Schaar der
Proprieten.
P. U roemt het luisterrijk Heir der Mar-
telaren.
A. U belijdt de H. Kerk over geheel
de aarde.
P. Vader der onmetelijke Majesteit.
A. En uwen aanbiddenswaardigen, waren
en eenigen Zoon.
P. Alsmede den H. Geest, den Trooster.
A. Gij, o Christus, zijt de Koning der
glorie.
P. Gij zijt de eeuwige Zoon des Vaders.
A. Gij hebt, toen Gij om ons te verlos-
sen, de menschheid aannaamt, den schoot
3
-ocr page 54-
50 —
eener Maagd niet beneden U geacht.
P. Gij hebt na den prikkel des doods
overwonnen te hebben, den geloovigen het
Hemelrijk geopend.
A. Gij zit aan de regterhand Gods in de
heerlijkheid des Vaders.
P. Wij gelooven dat Gij als Eegterzult
komen.
Men knielt bij het volgende vers:
Daarom bidden wij U, kom uwe dienaren
te hulp, welke Gij met uw dierbaar Bloed
hebt verlost.
A. Laat hen allen onder uwe Heiligen
in de eeuwige heerlijkheid gesteld worden.
P. Maak uw volk zalig, o Heer, en zegen
uw erfdeel.
A. En bestuur hen en verhef ze tot in
eeuwigheid.
P. Eiken dag loven wij U.
A. En wij prijzen uwen naam in eeu-
wigheid en in de eeuwigheid der eeuwig-
heden.
P. Gewaardig U, o Heer ons lieden van
alle zonden te bewaren.
A. Ontferm U onzer, o Heer, ontferm
U onzer.
P. Doe uwe barmhartigheid op ons ne-
derkomen, o Heer, naarmate wij vertrouwd
hebben op U.
-ocr page 55-
— 51 —
A. Op U, o Heer heb ik gehoopt en in
eeuwigheid zal ik niet beschaamd worden.
P. Laat ons den Vader en den Zoon en
den H, Geest zegenen.
A. Loven en verheffen wij Hem in alle
eeuwen.
P. Gezegend zijt Gij o Heer God, in
het uitspansel des Hemels.
A. En lofwaardig, en glorievol, en bo-
ven alles verheven in de eeuwen der eeuwen.
P. Het goddelijk Hemelbrood hebt Gij
hun geschonken.
A. Dat alle genot in zich bevat.
P. Heer verhoor mijn gebed.
A. En mijn geroep korae tot U.
P. De Heer zij met u.
A. En met uwen geest.
LAAT ONS BIDDEN.
God, wiens barmhartigheden zonder tal,
en wiens genadeschatten onuitputtelijk
zijn, wij brengen dank aan Uwe milddadige
Majesteit voor de ontvangene weldaden; en
wij smeeken tevens dat Gij, die de biddenden
verhoort, ons nimmer verlaten moogt, maar
ons tot de eeuwige belooningen wilt voor-
bereiden.
l\\
-ocr page 56-
— 52—
God, die ons in het wondervollc Altaar-
Sacrament de gedachtenis van uw lijden
hebt nagelaten, geef ons smeek en wij U,
de Heilige Geheimen van uw Ligchaam en
Bloed zoo te vereeren, dat wij de vrucht
uwer verlossing in ons gedurig ontwaren.
Die leeft en heerscht, God in alle eeuwen
der eeuwen.
A. Amen.
P. De Goddelijke hulp verblijve altijd
met ons.
A. Amen.
Gebeden te Eome gebruikelijk bij de
plegtige opdkagt en aanneming.
1. De Eerw. Bestuurder of wie de pleg-
tigheid verrigt, begint vóór het Altaar de
volgende Hymne, die door het koor wordt
voortgezet:
Veni creator spriritus.tKom Schepper, kom
etc.                             o H. Geest enz.
V. Emitte Spiritum\'V. Zend uwen Geest
tuum et creabun-i uit en zij zullen
tur.                            herschapen worden.
II. Et renovabisfaciem E. En gij zult het
terrae.                        aanschijn der aarde
vernieuwen.
-ocr page 57-
— 53 —
V. Dominus vobiscuin V. De Heer zij met u.
R. Et cum spiritu tuo R. En met uwen geest
Oremus.
                      Laat ons bidden.
Deus qui corda fide- O God die de harten
Hum Sancti Spiritus\' dergeloovigen, door
illustratione docui-| de verlichting des
sti, da nobis in H. Geestes onder-
eodem Spiritu recta wezen hebt, geef ons
sapere et de ejus dat wij in dien zelf-
scinper consolatione den geest de ware
gaudere.
                      wijsheid erlangen en
Per Christum Domi-! ons gedurig door
num nostrum.
            zijne vertroosting
mogen verblijden.
Door Christus on-
zen Heer.
R. Amen.                   R. Amen.
2. PREEK.
3 Wijding- dor Medailjes
Inmiddels kan er eene Hymne gezongen
worden ter eere der Allerheiligste Maagd.
V. Adjutorium nos-,V. Onze hulp is in den
trum in noinine Do-, naam des Heeren.
mini.
R. Qui fecit coelum R. Die Hemel en aar-
et terram.
                   de gemaakt heeft.
V. Domine exaudi ora- V. Heer, verhoor mijn
tionem meam. I gebed.
,\\
-ocr page 58-
54 —
E. Et clamor meus
ad te veniat.
V. Dominus vobiscum
E. Et cum spiritu tuo
Oremus.
Oinnipotens, sempi-
terne Deus, qui
Sauctorum tuorum
imagines (sive effi-
gies) sculpi aut pin-
gi non reprobas, ut
quotien illas oculis
corporis intuemur,
toties eorum actus
et sanctitatem ad
imitandum memori-
ae oculis medite-
mur; has quaesu-
mus, imagines in
honorem et memo-
riam Beatissimae
Virginis Mariae,
Matris Domini nos-
tri Jesu Christi et
S.
E. En mijn geroep
kome tot U.
V. De Heer zij metU.
E. En met uwen geest.
Laat ons bidden.
Almagtige, eeuwige
God, die het ver-
vaardigen of schild e-
ren van afbeeldin-
gen uwer Heiligen
niet veroordeelt, op-
dat, zoo dikwerf wij
deze met de oogen
des ligchaams be-
schouwen, wij hun-
ne daden en heiligen
wandel ter navol-
ging met de oogen
des geestes zouden
overwegen; wij bid-
den U gewaardig
deze afbeeldingen
ter eere en ter ge-
dachtenis van de Al-
lerheiligste Maagd
Maria, de Moeder
onzes Heeren Jesus
Christus en van den
H.
             vervaar-
adaptatas
-ocr page 59-
— 55 —
bene t dicere et
sancti t ficare dig-
neris, et praesta, ut
quicumque coram
illis Beatissimam
Virginem et S.
suppliciter colere
et honorare studu-
erit,illiusmeritis et
obtentu a tegrati-
am in praesenti et
aetemain gloriam
obtineat in futu-
rum. Per eundem
Christura Dominum
nostrum.
digd, te ze t genen
en te heilitgen, en
verleen dat allen,
die voor deze de Al-
lerheiligste Maagd
en den H.
ootmoediglijk zul-
len trachten eer en
hulde te bewijzen,
door hunne ver-
diensten en voor-
spraak, van U gena-
de voor het tegen-
woordige en de eeu-
wige glorie voor het
toekomstige leven
mogen erlangen.
Door denzelfden
Christus onzen Heer
lt. Amen.
R. Amen.
Vervolgens worden de medailjes met wij-
water lesproeid.
4. De Secretaris zegt tot de Aspiranten
gekeerd:
Tot lof en glorie der Allerheiligste Drie-
vuldigheid, ter eere der allerheiligste Onbe-
vlekt Ontvangene Maagd Maria, onze Moe-
der en Patrones, tot uitbreiding en bloei
-ocr page 60-
van onze Congregatie, mogen zij toetreden
die wenschen aangenomen te worden tot
leden cnzer Congregatie, met name N. "N.
Zoodra deze zich ter bepaalde plaatse
hebben gesteld, zegt de Prefect zich tot
den Eerw. Bestuurder keerende:
Eenvaarde Vader! de hier tegenwoordi-
gen wenschen vuriglijk in hen zelven en
in anderen de godsvrucht tot de gelukzalige
Maagd Maria te vermeerderen, en verzoe-
ken dringend in onze (\'ongregatie te worden
aangenomen.
De Eerw. Bestuurder. Met de grootsie
blijdschap verneem ik uw verlangen. Opdat
ons dit echter des te duidelijker en volko-
mener blijke, zoo antwoordt met duidelijke
en verstaanbare stem op de vragen die de
Prefect dezer Congregatie u zal voorstellen.
De Prefect. Begeert gij waarlijk opge-
nomen te worden in deze Congregatie der
allerheiligste Maagd Maria, om u onderde
bescherming der roemrijke Maagd en Moeder
geheel en al aan Jesus Christus onzen Zalig-
maker toe te wijden?
De Aspiranten. Wij brgeeren zulks van
ganscher h^rte.
De Prefect. Wilt gij dan opregtelijk
trachten in deze Congregatie door uwe gods-
vrucht den godsdienstigen zin, door uwe rein-
-ocr page 61-
- 57 —
heid van zeden, zachtmoedigheid en voor-
komendheid de broederlijke liefde; en door
uwe goede voorbeelden de stichting uwer
naasten te bevorderen?
De Aspiranten. Wij willen het!
De Preiect. Belooft gij getrouwe nale-
vingdcr Regelen, volgzaamheid en liefde jegens
den Bestuurder, en in alles wat de Congregatie
betreft bereidvaardige gehoorzaamheid?
De Aspiranten. Wij beloven zulks!
De Prefect. En wat gij beloofd hebt,
hoe lang zult gij dit onderhouden?
De Aspiranten. Wij zullen het\'altijd on-
derhouden !
De Eerw. Bestuurder. Beminde vrienden,
gij begeert vooizeker, eene der allerheiligste
Maagd hoogst aangename en voor u zelven
hoogst nuttige en zeer belangrijke zaak.
U der dienst en der bescherming van de
.allerheiligste Moeder Gods toewijdende,
moogt gij hopen door de voorspraak van
Haar, die allen bemint welke Haar bemin-
nen, met de meeste zekerheid de uitstekend-
ste gunsten des Hemels te zullen verwer-
ven. Maria de allergoedertierenste Moeder
toch, verhoort allen die Haar aanroepen;
Zij vergezelt met hare bescherming altijd,
en verlaat nimmerj, noch in de gevaren,
-ocr page 62-
— 58 —
kwellingen en ellenden dezes levens, noch
in de ure des doods, hen die Haar waarlijk
genegen zijn. Opdat gij dit ondervinden
moogt, zoo verliest nimmer uit het geheu-
gen, wat gij thans zult uitspreken. Tracht
ijverig en bestendig door onberispelijke ze-
den en geheel uw gedrag het bewijs te le-
veren dat gij onder het getal harer diena-
ren zijt opgenomen. Vernieuwt dan, dewijl
het ware geloof de wortel is en de grond-
slag van alle regtvaardiging en heiligheid,
de geloofsbelijdenis, welke onze H. Moeder
de Katholieke Kerk gebruikt.
In den naam van alle aspiranten leest een van
hen met duidelijke stem de geloofsbelij-
denis van het Concilie van Trente voor,
en allen honden brandende waskaarsen in
de hand.
Geloofsbelijdenis van. het H. Conci-
lie van Trente.
Ik N. N. geloof vastelijk en belijd al
hetgeen in het geloofsbegrip hetwelk de Hei-
lige Eoomsch Katholieke Kerk gebruikt, be-
grepen wordt te weten:
Ik geloof in écnen God den Almagtigen
Vader, Schepper van Hemel en aarde, van
alle zigtbare en onzigtbare dingen. En in
éénen Heer, Jesus Christus, Gods cenigen
-ocr page 63-
— 59 —
Zoon, en uit den Vader voor alle eeuwen
geboren, God van God, licht van het licht,
een waren God van den waren God, gebo-
ren en niet. gemaakt, van één wezen met
den Vader, door wien alles gemaakt is.
Die om ons menschen en om onze zaligheid uit
den hemel is nedergedaald; en liet vleesch
heeft aangenomen door den H. Geest uit
de Maagd Maria en is mensch geworden.
Hij is voor ons ook gekruist onder Pontius
Pilatus. Hij heeft geleden en is begraven.
Hij is volgens de schriften ten derden dage
verrezen. En Hij is opgeklommen ten He-
mel, zit aan de regterhand des Vaders, en
Hij zal met heerlijkheid wederkomen om de
levenden en de dooden te oordeelen, zijn
Kijk zal geen einde hebben. En in den
II. Geest, den Heer en levendmakende, die
uit den Vader en den Zoon voortkomt, die
met den Vader en den Zoon te zamen aange-
beden en mede verheerlijkt wordt, die door
de Profeten gesproken heeft. En ééne Hei-
lige Katholieke en Apostolische Kerk.
Ik belijde één doopsel ter vergeving der
zonden. En ik verwacht de verrijzenis der
dooden en liet eeuwige leven. Amen.
Ik geloof en neem vastelijk aan de apos-
tolieke en kerkelijke Overleveringen, en alle
andere gebruiken en instellingen van de-
-ocr page 64-
— 60 —
zelfde Kerk. Ook neem ik de II. Schrift
aan volgens den zin, dien onze Moeder de.
II. Kerk gehouden heeft en nog houdt, aan
wie liet toekomt te oordeelen over den wa-
ren zin en de uitlegging der II. Schrift,
en ik zal deze nooit verstaan, of uitleggen,
dan volgens het algemeen gevcelcn der Va-
deren.
Ik belijd ook, dat er waarlijk en eigen-
lijk zeven Sacramenten der Nieuwe Wet
zijn, van Jesus Christus onzen Heer inge-
steld, en tot zaligheid der mensclien nood-
zakelijk, schcon zij allen aan een ieder niet
noodigzijn; namelijk het Doopsel, het Vorm-
sel, het IJ. Sacrament des Altaars, de Biecht,
het laatste Oliesel, het Priesterschap en het
Huwelijk; en dat deze Sacramenten genade
geven; ook dat het Doopsel, het Vormsel
en het Priesterschap zonder heiligschending
niet meer dan eens kunnen ontvangen wor-
den. Ik neem aan de aangenomene goed-
gekeurde gebruiken der Katholieke Kerk
in de plegtige bediening der voornoemde
Sacramenten.
Ik neem ook aan fin keur goed, al het-
gene de heilige Kerkvergadering van Trente
over de erfzonde en de regtvaardiginaking
heeft besloten en uitgesproken.
Ook belijd ik, dat in de Mis eene ware,
-ocr page 65-
— r,i —
eigene en verzoenende offerande aan God
wordt opgedragen; en dat in het heiligste
Sacrament des Altaars het Ligchaam en Bloed
van onzen Heer Jesus Christus, met zijne
Ziel en zijne Godheid, waarlijk, dadelijk en
in wezen tegenwoordig is, en dat de geheele
zelfstandigheid van het brood in Zijn Lig-
chaam en de geheele zelfstandigheid van
den wijn in Zijn Bloed veranderd wordt,
welke verandering in de Katholieke Kerk,
Trans-Sulstaniiatie genoemd wordt. Ook
belijd ik, dat men onder iedere gedaante
Christus geheel en volkomen in het Sacra-
ment waarlijk ontvangt.
Ik geloof vastelijk, dat er een Vagevuur
is, en dat de zielen aldaar door de voor-
biddingen der geloovigen geholpen worden;
en insgelijks dat men de Heiligen, die met
Christus regeeren mag eeren en aanroepen;
dat zij God voor ons bidden, en dat men
hunne overblijfselen mag eeren.
Ik belijd vastelijk dat men de beelden
van Christus, van de altijd Maagd geble-
ven Moeder Gods en van andere Heiligen
mag hebben en houden, en aan deze de
schuldige eer en achting bewijzen. Ik belijd
ook, dat de magt, om Aflaten te verleenen door
Christus aan de Kerk gegeven is, en dat de
Aflaten den Christenen allerheilzaamst zijn.
-ocr page 66-
— 62 —
Ik erken de heilige Katholieke, Apostolie-
ke Roomsche Kerk, als de Moeder en de
Opperste van alle kerken, en ik beloof en
zweeï opregte gehoorzaamheid aan den lloom-
schen Paus, die is de opvolger van den Vorst
der Apostelen, den II, Petrus; en de Ste-
dehouder van Jesus Christus.
Ik neem ook aan en belijd zonder eenige
twijfeling al het overige wat door de hei-
lige Kerkregels en door de algemeene Kerk-
vergaderingen, bijzonder door de heilige Ver-
gadering te Trente is geleerd, vastgesteld en
uitgesproken. Ik veroordeel, verwerp en
^oem tevens, al hetgeen daartegen is, en alle
ketterijen, die door de Kerk veroordeeld;
verworpen en gedoemd zijn.
Dat waar Katholiek Geleof buiten hetwelk
niemand kan zalig worden, en hetwelk ik te-
genwoordig vrijwillig belijd en voor waarheid
houd, dit zelfde geloof beloof en zweer ik N.
met Gods hulp tot den laatsten adem mijns le-
vens geheel en onvervakcht bestendig te
zullen houden en belijden, en naar mijn
vermogen te zullen zorgen, dat het van
mijne onderdanen, "en van degenen, die mij
aanbevolen zijn, "-ehouden, geleerd en ver-
koudigd worde. Zoo helpe mij God en deze
II. Evangeliën Gods,
5. De Eerw. Bestuurder. Opdat gij des
-ocr page 67-
— 63 —
te getrouwer moogt volbrengen wat gij zoo
even beloofd hebt, alzoo legt nu voor het
aanschijn der gansche Congregatie plegtiglijk
uwe geloften neder aan de voeten uwer min-
zame Moeder.
Alle aspiranten knielen, brandende was-
kaarsen in de hand houdende en volgen
met godsvrucht dengene aan wiens zorg zij
gedurende den proeftijd werden toevertrouwd.
Terwijl deze met luider stem de Akte van toe-
wijding of het Formulier van opdragt uit-
spreekt, zeggen zij allen gezamenlijk:
Akte van toewijding.
Allerheiligste Maagd en Moeder Gods
Maria, ik N. N. ofschoon geheel onwaardig
ü te dienen, doch vertrouwende op Uwe
verwonderlijke goedheid, en vurig verlan-
gende mij aan Uwe dienst te verbinden,
kies U heden voor het aanschijn van mijn
Engelbewaarder en van geheel het Hetrïel-
sche Hof tot mijne Koningin, Voorspreek-
ster en Moeder; en neem mij vastelijk voor,
II altijd getrouw te zullen dienen, en zooveel
in mij is, te zullen zorgen, dat Gij door
allen getrouwelijk gediend wordt. Ik smeek
en bezweer U dan, bij het dierbaar, tot mijn
heil vergoten Bloed van Jesus Christus, ge-
waardig U, o liefdevolle Moeder, mij onder
-ocr page 68-
— 64 —
liet getal uwer beschermelingen en tot uwen
eeuwigen dienaar aan te nemen. Sta mij
bij in alle mijne handelingen, en verwerf
mij de genade, dat ik mij zoo gedrage in
woorden, werken en gedachten, dat ik nimmer
noch U, noch Uwen Goddelijken Zoon be-
leedige. Wees mijner gedachtig en verlaat
mij niet in het uur van mijnen dood. Amen.
6. De Eerw. Bestuurder geeft aan ieder
hunner de gewijde medailje der H. Maagd
en zegt:
Accipe signum Con-\' Ontvang het teeken
gregationis B. M. Y. der Congregatie van de
ad corporis et aniinae II. Maagd Maria, tot
defensionem, ut divi- verdediging van lig-
nae bonitatis gratia et chaam en ziel; opdat
ope Mariae Matris tu-jgij.door de genade van
aeacternam beatitudi-iGods goedheid en de
nein consequi merca- hulp van Maria, uwe
ris in Nomine Pat ris Moeder, de eeuwige
t et Filii et Spiritus zaligheid moogt ver-
sancti. Amen.          .werven. In den naam
des Vaders t en des
Zoons en des H. Gees-
tes. Amen.
Terwijl de medailjes worden uitgereikt,
zingt het Koor een lofzang der H. Maagd
en daarna:
-ocr page 69-
— 65 —
Psalm 132.
Ecce quam bonuin et quam jucundum:
habitare fratres in uimm.
Sicul unguentum in capite, quod dcs-
cendit in barbam, barbam Aiiron, quod des •
cendit in oram vcstinenti ejus;
Sicut ros Hennon, qui descendit in uion-
tem Sion.
Quoniain illic mandavit Dominus bene-
dictionera et vitain usque in sacculum.
Gloria Patri —
7. De Eerw. Bestuurder keert zicli tot
de nieuwe leden en zegt het:
FORJtriJER VAN AANNEMING.
Tot Gods meerdere glorie, tot eere der
Allerzaligste Maagd Maria, tot geestelijk
welzijn dezer Congregatie, en krachtens de
niagl door Z. 11. den Paus, N. aan mij toe-
vertrouwd, neem ik ]\\T. N. tijdelijk bestuur-
der dezer Congregatie aan, als leden van
onze Congregatie opgerigt onder den titel
van N., u N. N. en maak en verklaar u
deelachtig aan al de genaden, vruchten,
voorregten en aflaten, welke de H. Stoel
aan de Hoofd-Congregatie te Eome, waar-
mede deze onze Congregatie op kanonieke
-ocr page 70-
— 66 —
wijze is verbonden, heeft verleend. In den
Naam des Yaders t en des Zoons t en des
H. Geestes t. Amen.
Christus neme u op onder het getal van
onze medebroeders en Zijne dienaren. Hij
verlecne u tijd om wel te leven, gelegen-
heid om deugdzaam te handelen, standvas-
tigheid om naar belmoren te volharden, en
gelukkiglijk te komen tot de erfenis des
eeuwigen levens; en gelijk ons heden de
broederlijke liefde geestelijker wijze ver-
eenigt, zoo moge de goddelijke barmhartig-
heid, die de onderlinge liefde schenkt en
bemint, zich gewaardigen ons met de zali-
gen in den Hemel te vereenigen. Door den-
zelfden Christus onzen Heer. Amen..
8. De Eerw. Bestuurder zegt vervolgens
V. Confirma hoc Deus, quod operatus es
in nobis.
E. A Templo sancto tuo, quod est in
Jerasalein.
V. Salvos fac servos tuos.
E. Deus meus, sperantes in te.
V. Mitte eis, Domine, auxiliuin de Sancto.
E. Et de Sion tuere eós.
V. Domine exaudi orationm meam.
E. Et clamor meu9 ad te veniat.
V. Dorainus vobiscum.
E. Et cum Spiritu tuo.
-ocr page 71-
— 67 —
OREMUS.
Adesto, Domine, supplicationibus nostris,
et hos famulos tuos, quos Congregationi
B. M. V. aggrcgavimus, bene t dicere dig-
nare, et praesta, ut statuta nostra, per auxi-
lium gratiae tuae, sancte pie et religiose
vivendo valeant observare, et observando
vitam promereri sempiternam. Per Christum
Dominum nostrum. Amen.
9. Het Allerheiligste wordt uitgesteld, de
lofzang Magnificat gezongen en het Altaar
bewierookt; mogt de tijd ontbreken, dan
intoneert aanstonds na de uitstelling en be-
wierooking van het Allerheiligste Sacrament
de Eerw. Bestuurder het Te Deum.
Magnificat anima mea Dominum.
Et exullavit spiritus meus in Deo sa-
lutarijmes.
Quia respexit humilitatem aucillae suae,
ecce enim ex hoc beatam me dicent omnes
generationes.
Quia fecit mihi magna qui potens est;
et sanctum nomen ejus.
Et misericordia ejus a progenie in pro-
genies timentibus eum.
Eecit potentiam in brachio suo: dispersit
superbos mente cordis sui.
-ocr page 72-
Dcposuit potcutes de sede : et cxaltavit
humiles.
Esurientes iinplevit bonis: et divites di-
misit inanes.
Suscepit Israël puerum suum, recordatus
misericordiae suae.
Sicut locutus est ad patres no?tros: Abra-
ham et semini ejus in saccula.
Gloria Patri, ete.
Akte van toewijding aan ben tweeden
Patroon der Congregatie,
welke men jaarlijks op zijn feestdag pleg-
tig zal vernieuwen,
Heilige N. raagtige Voorspreker bij God,
ik N. kies U, heden voor geheel mijn leven,
tot bijzonderen Beschermer, leidsman en be-
stuurder van mijne ziel en van mijn lig-
chaam, van mijne gedachten, woorden en
werken, van mijne begeerten en genegenhe-
den, van mijne eer en goederen, van mijn
leven en van mijnen dood. Ik neem mij
vastelijk voor, uwen naam te verheffen en
naar mijn vermogen uwe eer te bevorderen.
Ik bid u dan vuriglijk, ontvang mij tot uwen
eeuwigen dienaar, help mij in al mijne wer-
ken, en verlaat mij niet in de ure van mij-
nen dood. Amen.
-ocr page 73-
— G9 —
Akte van toewijding aan het allerhei-
ligste Habt van Jesus.
Jesus waarachtige Zoon van God, onze
Koning en onze broeder, wij allen hier ver-
eenigd voor uw altaar, komen ons geheel
aan U schenken, ons toewijden aan uw god-
delijk Hart, Gij zijt de bron van alle ge-
naden, het voorbeeld aller deugden, oneindig
beminnend en oneindig beminnenswaiirdig,
en toch door zoo velen veracht en miskend,
ook door ons beleedigd in onze ontrouw
en zonde.
Om dien smaad te herstellen, onzen dank
te betoonen voor de liefdebewijzen ons ge-
geven, offeren wij ons geheel aan U op, om
voor uwe eer te arbeiden, en onze harten
naar uw heilig Hart te vormen.
Geef in uw goedheid dat wij onderwor-
pen zijn aan onze overheden, ten voorbeeld
voor anderen, getrouw aan de pligten van
onzen stand, bereid tot alle offers, die gij van
ons vraagt.
Van uw goddelijk Hart verwachten wij
hulp in gevaar en lijden, uit uw Hart leeren
wij wat wij zijn moeten, en onze laatste
zucht zij een akte van hoop in zijne ein-
delooze barmhartigheid. Amen.
-ocr page 74-
— 70 —
GEBEDEN
DIE IM DE GEWONE VEllGVDEIUNGEN
GESCHIEDEN.
1. Vóór de Onderrigtin.g•
Na voorafgaande lezing zegt de Prefect
aldus:
In den naam des Vaders, en des Zoons,
en des H. Geestes. Amen.
Hij begint vervolgens den lofzang: Veni
Creator, zoo als volgt:
Veni Creator.
Veni Creator Spiri-j Kom Schepper, kom
tus.
                            o II. Geest,
Bezoek der uwen
hart en ziel,
Vervul met boven-
aardsche kracht,
De zielen door U
voortgebragt.
Kom Gij, die elk
zijn Trooster noemt,
Een gaaf des Aller-
hoogsten Gods,
Een levend water,
liefdevuur,
En ware zalving van
den geest.
Mentes tuorum vi
sita.
Lnple superna gra
tia.
Quae tu creasti
pectora.
Qui diceris Para-
clitus,
Altissimi donum
Dei,
Fons vivus, ignis,
chaiïtas
Et spiritalis unctio
-ocr page 75-
— 71 -
Gij, in uw gaven
zevenvoud,
Gij zijt de vinger
van Gods Hand,
Gij, \'s Vaders lang
beloofd geschenk,
Geef aan de tong
der talengaaf.
Ontsteek in onze
borst uw licht,
En stort uw liefde
in onze ziel.,
Versterk de zwakte
van ons vleesch,
Met hemelkracht
die nimmer faalt.
Verdrijf den vijand
srre weg,
En geef ons voor-
taan zoeten vree.
Opdat wij aan uw
leiding trouw,
Vermijden al wat
schaden kan.
Tu septiformis inu-
nere,
Digitus paternae
dexterae,
Tu rite proniissum
Patris,
Seraone ditans gut-
tura.
Accende lumen sen-
sibus,
Infunde amorem
cordibus,
Infirma nostri cor-
poris
Virtute firmansper-
peti.
Hostem repellas lon-
gius,
Pacemque dones
protinus,
Ductore sic te prse-
vio,
Vitemus omiie no-
xium.
Per te sciamus da Maak Gij den Vader
Patrem,
                      ons bekend.
-ocr page 76-
11 -
Noscamus
Filiuui,
Teque utriu
Spirit urn
Crcdamus oinnipore.
atque Door U ook ken-
nen wij den Zoon,
En dat wij U als
beider Geest,
Belijden mogen zon-
der eind.
Deo Patri sit glo- Aan God den Vader
ria,
                             zij steeds eer.
Et Filio quiamor-J En aan den Zoon,
tuis
                            :die uit den dood,
Surrexit, ac Para- Is opgestaan, den
clito,
                          lïrooster ook,
In sfeculorum sce- In aller eeuwen eeu-
cula.
wigheid.
Amen.
Veni Sancte Spri-i Kom, o H. Geest,
tus, repletuorum cor- vervul de harten uwer
da fidelium et tui amo- seloovigen en ontsteek
risineisignemaccende. in hen het vuur uwer
liefde.
Einitte Spiritum Zend uwen Geest
tüum et creaountur.\'uit, en zij zullen her-
i schapen worden.
Et renovabis faciem; En gij zult het aan-
terrae.
                         schijn der aarde ver-
,                .nieuwen.
OHEMUS.               I LAAT ONS BIDDEN.
Deus qui cordafide-\' God, die de har-
-ocr page 77-
— 73 —
lium sancti Spiritus jten der geloovigen,
illustratione docnisti, door de verlichting des
da nobis in codem\'H. Geestes onderwe-
Spiritu recta sapere, zen hebt, geef ons, dat
et de ejus seinper wij in denzelfden
consolatione gaudere. Geest de ware wijs-
per Christum Domi- heid erlangen en uns
num nostrum Amen. gedurig door zijne ver-
troosting verblijden.
Bescherm, bidden wij fj, o Heer, door
de voorspraak der Allerheiligste Maagd Ma-
ria deze schaar van allen tegenspoed, en
terwijl zij zich met het volste vertrou-
wen voor U nederwerpt, wil haar goeder-
tierenlijk tegen alle lagen des vijand? be-
veiligen.
Wij bidden U, Heer, ga onze werken
door den invloed uwer genade vooraf, en
voltrek ze door Uwe medewerking, opdat
al onze gebeden en handelingen immer van
U beginnen en eenmaal begonnen zijnde,
ook door U voltrokken worden. Door on-
zen Heer Jesus Christus Uwen Zoon, die
met U leeft en heerscht in de eenheid van
denzelfden H. Geest, God in alle eeuwen
der eeuwen. Amen.
4.
-ocr page 78-
— 74 —
AHTIPHONEN DEB. H. MAAGD,
IN DE* ADVEST,
Genadevolle Moeder des Verlossers, die
ons eene opene hemeldeur en zeester blijft.
Snel uw volk, dat bezwijkt en zich be-
keeren wil, ter hulpe.
Gij, die tot verbazing der natuur uwen
heiligen Schepper hebt ter wereld gebragt
en immer Maagd gebleven zijt;
Gij, die uit Gabriëls mond dien wonder-
volleu groet mogt hooren, wil ons zondaars
genadig zijn.
De Engel des Ileeren heeft aan Maria
geboodschapt.
En Zij heeft ontvangen van den H. Geest.
LAAT ONS BIDDEN.
Stort, bidden wij U, Heer, uwe ge-
nade uit in onze harten, opdat wij, die
door de Boodschap des Engels de Mensch-
wording van Christus Uwen Zoon gekend
hebben, door Zijn kruis en lijden tot de
glorie der verrijzenis mogen gebragt worden.
Door denzelfdeh Christus, onzen Heer.
Amen,
-ocr page 79-
— 75 -
Van Kersavond tot Maria Ltchtmip.
Be Antiphone als boven met het volgende vers:
Na de baring zijt Gij ongeschondene
Maagd gebleven.
Heilige Moeder Gods, wees onze voor-
spraak bij God.
LAAT ONS BIDDEN.
God, die door den vruchtbaren maag-
dom der Allerheiligste Moeder Maria, aan
het menschelijk geslacht den prijs voor het
eeuwige heil hebt verleend, wij bidden U,
geef ons, dat wij de voorbede mogen er-t
langen van Haar, door wie wij den oor-
sprong des levens hebben mogen ontvangen
oiften Heer Jesus Christus, uwen Zoon.
Amen.
Van Maria Lichtmis tot op Paaschavond.
Gegroet Gij, Koningin des Hemels, ge-
groet Gij, der Engelen Vorstin.
Gegroet Gij, heilige stam, Gij hemeWeur
van waar der wereld het heillichtjjlftwièrd.
Verblijd U, glorierijke Maagd/ die allen
in schoonheid overtreft.
          ■ v :
Gegroet o wonderschooue, en smeek
tot Christus voor ons.
Vergun mij, heilige" Maagd, uwen lof
te verkondigen. «,
Geef mij kracht tegen uwe vijanden.
-ocr page 80-
— 76 —
LAAT ONS BIDDEN.
Schenk goedertieren God, onze zwakheid
bijstand, opdat wij de gedachtenis der Hei-
lige Moedermaagd vereerende, door hare
hulprijke voorbede van onze zonden mogen
opstaan. Door denzelfden Christus onzen
Heer. Amen.
VAN PaSCHEN TOT AAN H. DBIEVUL-
DIGHEIDS ZONDAG.
Koningin des Hemels, verheug U. Alleluja
Want dien Gij gedragen hebt, Alleluja.
Is verrezen, gelijk Hij gezegd heeft. Al-
leluja.
Bid God voor ons Alleluja.
Verheug en verblijd U, o Maagd Maria
Alleluja.
Want de Heer is waarlijk verrezen, Al-
leluja.
LAAT ONS BIDDEN
God, die U gewaardigd hebt door de
verrijzenis van Jesus Christus, uwen Zoon
onzen Heer, de wereld te verblijden, geef
bidden wij U, dat wij door zijne Moeder,
de Heilige Maagd, de vreugd van het eeu-
wige leven mogen erlangen. Door denzelf-
den Christus onzen Heer. Amen.
-ocr page 81-
— 77 —
Van H. Deievuldigheids Zondag tot den
Advent.
Zijt gegroet Koningin, Moeder der
Barmhartigheid.
Ons leven, onze wellust, onze hoop, zijt
gegroet.
Tot U roepen wij ballingen, Eva\'s kroost.
Tot U zuchten wij, treurende en weenende
in dit tranendal.
Sla Gij dan, onze Voorspreekster, uwe
zoo meêdoogende oogen op ons neder.
En toon ons na deze ballingschap, Je-
sus, de gezegende Vrucht van uwen schoot.
O barmhartige, o liefdevolle, o minne-
lijke Maagd Maria.
Bid voor ons H. Moeder Gods;
Opdat wij waardig worden de beloften
van Christus.
LAAT ONS BIDDEN.
Almagtige eeuwige God die het ligchaam
en de ziel der glorierijke Moeder maagd Ma-
ria, door de medewerking des H. Geestes,
tot eene waardige woning uws Zoons hebt
voorbereid, geef dat wij, die ons in hare
gedachtenis verblijden, door hare liefderijke
voorbede van alle toekomstig kwaad en van
den eeuwigen dood mogen bevrijd worden.
Door denzelfden Christus onzen Heer.
Amen.
-ocr page 82-
— 78 —
Nu volgt de onderrigting.
3. Na fle On.derrigt\'ng\'.
Sterk, o God, wat Gij gewrocht hebt
in ons;
Van uit uwen heiligen Tempel te Jeru-
salsm.
LAAT ONS BIDDEN.
Verleen ons, o Heer, den bijstand uwer
genade, opdat wij met uwe hulp mogen
volbrengen, wat wij door uwe yerlichting als
onzen pligt leerden kennen. Door Christus
onzen Heer. Amen
LITANIE van Onze Lieve Vrouwe. *)
Heer ontferm U onzer.
Christus ontferm U onzer.
Heer ontferm U onzer.
Christus hoor ons.
Christus verhoor ons.
God Hemelsche Vader, ontferm U onzer.
God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm
U onzer.
God H. Geest, ontferm U onzer.
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm
U onzer
*•) 3«0 dagen attaat telkens, (Piiin TH, 30 Sent.
1817) en verscheidene volle aflaten voor die de Lita-
nie alle dagen bidden.
-ocr page 83-
— 79 —
H. Maria.
H. Moeder Gods.
H. Masgd der maagden.
Moeder van Christus.
Moeder der goddelijke genade.
Allerzuiverste Moeder.
Allerreinste Moeder.
Onbevlekte Moeder.
Ongeschondene Moeder.
Minnelijke Moeder.
Verwonderlijke Moeder.
Moeder des Scheppeis.
Moeder des Zaligmakers.
Allervoorzigtigste Maagd.
Eerwaardige Maagd.
Lofwaardige Maagd.
Magtige Maagd.
Goedertieren Maagd.
Getrouwe Marsd.
Spiegel der regtvaardigheid.
Zetel der wijsheid.
Oorzaak onzer blijdschap.
Geestelijk Vat.
Eerbiedwaardig Vat.
Uitstekend Vat van godsvrucht.
Geheimzinnige Roos.
Toren van David.
Ivoren Toren.
Gulden Huis.
-ocr page 84-
— 80 —
Ark des Verbonds.
Deur des Hemels.
Morgenster.
Behoudenis der kranken.
Tocvlugt der zondaren.
Troosteres der bedrukten.                        H
Hulp der Christenen.          .                ^ •"*
Koningin der Engelen.                            g
Koningin der Patriarchen.                       \'"\'
Koningin der Profeten.                            §
Koningin der Apostelen.
Koningin der Martelaren.
Koningin der Belijders.
Koningin der Maagden.
Koningin van alle Heiligen.
Koningin zonder vlek ontvangen.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, Spaar ons Heer.
Lam Go is, dat wegneemt de zonden der
wereld, Verhoor ons Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, ontferm U onzer.
Christus hoor ons.
Christus verhoor ons.
Heer ontferm U onzer.
Christus ontferm U onzer,
lieer ontferm U onzer. Onze Vader.
En leid ons niet in bekoring,
Maar verlos ons van den kwade.
-ocr page 85-
— 81 —
Onder Uwe bescherming nemen wij onze
toevlugt, Heilige Moeder Gods, verstoot
onze gebeden niet in onzen nood, maar be-
vrijd ons altijd van alle gevaren, glorierijke
en gezegende Maagd, onze Vrouwe, onze
Middelares, onze Voorspreekster, verzoen
ons met uwen Zoon, beveel ons aan uwen
Zoon, vertoon ons aan uwen Zoon.
Bid voor ons, Heilige Moeder Gods.
Opdat wij waardig worden de beloften
van Christus.
LAAT ONS BIDDEN.
Wij bidden U, Heer, stort uwe genade
uit in onze harten, opdat wij, die door de
boodschap des Engels de ïnenschwording
van Christus uwen Zoon gekend hebben,
door zijn Kruis en Lijden tot de glorie
der Verrijzenis mogen gebragt worden. Door
denzelt\'den Christus onzen Heer. Amen.
Bid voor ons, Heilige Joseph,
Opdat wij waardig worden de beloften
van Christus.
LAAT ONS BIDDEN.
Wij bidden II, Heer, dat wij door de
verdiensten van den Bruidegom uwer Al-
lerheiligste Moeder mogen geholpen wor-
den, opdat wij door zijne voorspraak ver-
krijgen, hetgene wij door ons zelven niet
*4.
-ocr page 86-
—. 82 —
kunnen bekomen. Die leeft en heerscht
in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Bid voor ons, H. Alorjsius.
Opdat wij waardig worden de beloften
van Christus.
LAAT ONS BIDDEN.
God, uitdeeler der hemelsche gaven,
die in den engelachtigen jongeling Aloysius,
eene wonderbare onschuld des levens, met een
even grooten ijver in de boetedoening ver-
eenigd hebt, geef door zijne verdiensten en
voorbede dat wij, die Hem in zijne onschuld
niet gevolgd hebben, Hem ten minste in
de boetpleging mogen navolgen. Door Chris-
tus onzen Heer. Amen.
Wees uwe Vergadering indachtig,
Die Gij van den beginne af bezeten hebt.
Bidden wij voor onzen Paus N.
De Heer spare hem, behoude hem in
het leven, make hem gelukzalig op aarde,
en levere hem niet over aan den wil zij-
ner vijanden.
Bidden wij voor onze weldoeners.
Heer gewaardig U, allen die ons, om
uwen H. Naam goed doen, met het eeu-
wig leven te vergelden. Amen.
Bidden wij voor de geloovigen die over-
leden zijn.
-ocr page 87-
,..—..88 •—
Heer. geef hun de eeuwige rust en het
eeuwig licht verlichte hen.
Dat zij rusten in vrede. Amen.
Bidden wij voor onze\' afwezige\'mede-
broeders.
Mijn God, maak uwe dienaren zalig, die
op U hopen.
Zend hun hulp Heer, uit de heilige plaats.
En uit Sion bescherm hen.                :
Heer verhoor mijn gebed.
En mijn geroep kome tot TL
LAAT ONS BIDDEN.
God, wij smeeken U, verbreek door
uwe goedertierenheid de banden onzer zon-
den, en bewaar ons uwe dienaren, onze
weldoeners en medeburgers, door de voor-
spraak der Gelukzalige Maagd Maria en van
alle Heiligen in deugd en heiligheid; zui-
ver van ongeregtighëden, versier met deug-
den onze bloedverwanten, nabestaanden en
vrienden; geef vrede en heil, beteugel onze
zig^bare en onzigtbare vijanden; drijf verre
Van ons alle begeerte des vleesches; verleen
ons guustige weersgesteldheid en vrucht-
baarheid der.akkers; schenk liefde aan onze
vrienden; en bewaar deze stad N. met alle
hare inwoners tegen besmettelijke ziekten
en andere onheilen; en verschaf den geloo-
-ocr page 88-
— 84 —
vigen hier op aarde een gelukkig leven, en
den overledenen de zalige rust.
Behoed onzen H. Vader den Paus N.,
onzen Bisschop N., den Koning, alle onze
overheden en geheel het Christenvolk tegen
alle onheil. En uw zegen zij altijd niet
ons. Door Christus ouzen Heer. Amen.
UB. Be ziel ratt een overleden lid der
Congregatie wordt met de volgende geleden
aan God aanbevolen.
Laat ons bidden voor onzen broeder N.
die overleden is. Heer geef hem de eeuwi-
ge rust, en het eeuwige licht verlichte hem.
Uit de diepte riep ik tot U Heer,
Heer verhoor mijne stem.
Wend goedgunstig uwe ooren tot de
stem mijner smeeking.
Zoo Gij onze zonden aanziet Heer,
Heer wie zal dan voor U bestaaa?
Maar bij U is ontferming; en om uwe
beloften, verlaat ik mij op Ü, o Heer.
Mijne ziel verlaat zich op Zijn woord,
mijne ziel hoopt op den Heer.
Van ochtendstond tot aan den nacht zal
Israël op den Heer hopen.
Want bij den Heer is barmhartigheid en
bij Hem is overvloedige verlossing.
Kn Hij zal Israël verlossen van al zijne
ongeregtigheden.
-ocr page 89-
— 85 —
Verleen hem Heer, de eeuwige rust.
En liet reuwig licht verlichte hem.
Van de poorten des grafs.
Red, Heer, zijne ziel
Dat hij ruste in vrede. Amen.
Heer verhoor mijn gebed.
En mijn geroep kome tot U.
LAAT ONS BIDDEN.
Wij bidden U lieer, ontsla de ziel
van uwen dienaar N. onzen broeder; opdat
hij voor deze wereld gestorven bij U moge
leven; en neem genadiglijk weg van hem
door de vergiffenis Uwer allerbarmhartigste
goedheid, al hetgene hij door de broosheid des
vleesches in zijne tijdelijken wandel heeft
misdreven.
God schenker der vergeving en minnaar
van \'smenschen heil, wij bidden uwe
goedheid, dat gij de broeders, aan verwan-
ten en weldoeners van deze vereeniging,
die uit deze wereld zijn gescheiden, door
de voorbede der allerheiligste Maria, altijd
Maagd, en van alle Heiligen aan de ge-
meenschap der eeuwige zaligheid deelachtig
wilt maken.
God, Schepper en Verlosser aller ge
loovigen, schenk aan de zielen uwer diena-
ren en dienaressen vergiffenis van al hunne
-ocr page 90-
— 86 —
zonden, opdat zij de genadige kwijtschelding
waarnaar zij altijd verlangd hebben, door
onze godvruchtige gebeden mogen verwerven.
Gij die leeft en heerscht, God van eeu-
wigheid tot eeuwigheid. Amen.
"Verleen hun Heer, de eeuwige rust.
En het eeuwig licht verlichte hen.
Zijne ziel en de zielen van alle geloo-
vigen mogen door Gods barmhartigheid rus-
ten in vrede. Amen.
NB. Indien iemand gevaarlijk ziek ii, wordt
hij op de volgende wijze in de gebeden
der Congregatie aanbevolen.
Laat ons bidden voor onzen broeder N.
die ziek is.
Almagtige, eeuwige God, altijddurende za-
ligheid der geloovigen, wij smeekeu U om
den bijstand uwer barmhartigheid voor uwen
dienaar die ziek is; verhoor onze gebeden,
opdat hij in gezondheid hersteld, U in de
heilige Kerk zijne dankbaarheid bewijze.
Door, Christus onzen Heer. Amen.
(Als de tijd het toelaat, zingt men een
lofzang der H. Maagd.)
Daarna kan men gevoegelijk vijfmaal het
Onze Vader en het Wees gegroet bidden,
volgens de meening der H. Kerk, om den
vollen aflaat te Verdienen.
.;•-
MÉÉ
^
-ocr page 91-
87 —
De Goddelijke hulp verblijve altijd met
ons. Amen.
Geloofd zij Jesus Christus. In de eeu-
wen der eeuwen. Amen. *)
*) Aan dit vers is 50 dagen Aflaat verleend. (Cle-
\' mens XI11 en Pius IX.)
-
.
l.
.
/■ r.
\\y
\' ■• v-—■—\'■\'-•
-ocr page 92-
w?
88 —
LITANIE
VAN HfT
m. mAm\'j* w&n jjiesiijs.
Heer ontferm U cnzer.
Christus ontferm U onzer.
Heer ontferm U onzer.
Christus hoor ons.
Christus verhoor ons.
God, Hemelsclie Vader, ontferm U onzer.
God Zoon, Verlosser der wereld, ontf.U onzer.
God H. Geest, onferm U onzer.
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm
U onzer.
„jZoon van den eeuwigen Vader..
9
I Zoon van de Maagd en Moeder Maria. L
T» Eigene en waardige woonplaats van den g
gl£. Geest,
> Tempel van de Allerheiligste Drievul-
o
3
N
m
| digheid,
ft Glorie en vreugde der Engelen.
Oneindig in majesteit.
Voorwerp van alle liefde.
Allerootmoedigst Hart van Jesus.
Allerzuiverst Hart van Jesus.
Allerminnelijkst Iiait van Jesus.
Hart van Jesus, vol van zegen en genade.
ontferm U onzer.
Hart van Jesus, wellust van Hemel en aarde.
ontferm U onzer.
u-ÊÈ
-ocr page 93-
— 89 —
*
Licht van geheel de aarde.
Onverwinnelijke sterkte tegen onze vij-
anden.
Fontein van alle regtvaardigheid.
Oorsprong van goedheid en barmhar-
tigheid.
Vol medelijden en teederheid.
Woonstede aller deugden.
Waardig allen lof en eer.
Aan wien alle aanbidding toekomt.
Oneindige afgrond van alle hemelsche
gaven.
                                              1
» Fontein der springende wateren tot het g_
<g eeuwige leven.
                                 5\'
h\' Verzoening onzer zonden.
S Troost van alle bedrukte harten.
         c*
Hoop van die in U sterven.
a
ü Ons leven en onze verrijzenis.
^ ïoevlugt van alle zondaren.
Met bitterheden voor ons vervuld.
Met versmaadheden voor ons verzadigd;
Om onze boosheden doonvond ■
Voor onze zaligheid gestorven aan het
Kruis.
• Met eene lans doorstoken.
Levende, heilige en Gode behagende
offerande.
Altaar, op hetwelk alle Heiligen geof-
ferd worden.
-ocr page 94-
— 90 —
Lam Gods dat wegneemt de zonden der
wereld, Spaar ons Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, Verhoor ons Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, Ontferm Ü onzer Jesus.
Koning der glorie! Gij zult nooit ver-
smaden.
Een vermorzeld en verootmoedigd hart.
LAAT ONS BIDDEN
Heere Jesus, die U gewaardigd hebt de
onuitsprekelijke rijkdommen van Uw aller-
heiligst Hart aan Uwe Kerk te openbaren,
verleen ons, dat wij aan de liefde van dat
allerheiligste Hart mogen beantwoorden, en
dat wij door waardige dienstbewijzingen,
\'jtöSgoeden de verongelijkingen, die aan dat-
zelfde bedrukte Hart van de ondankbare
menschen worden aangedaan, die leeft en
heerscht met God den Vader in de een-
heid des H. Geestes, in alle eeuwen der
eeuwen. Amen,
■ ■ ■
■■\'■.\'
\'\'
*i-y.^,:
3& ■
-ocr page 95-
— 91 —
LITANIE
VAN IllN
o üiLdDMsrinjs. *)
X
Heer ontferm U onzer.
Christus ontferm U onzer.
Heer ontferm U onzer.
Christus hoor ons.
Christus verhoor ons.
God, Hemelsche Vader, ontferm U onzer.
God Zoon, Verlosser der wereld, ontferm
U onzer.
God, Heilige Geest, ontferm U onzer.
H. Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer.
H. Maria, Moeder en Beschermster van
den H. Aloysius.
H. Aloysius van Gonzaga.
                       m
H. Aloysius, verrijkt door de zegeningen p.
des Heeren.                                        -
H. Aloysius, voorbeeld van ootmoedigheid. §
H. Aloysius, minnaar der armoede.
          :
H. Aloysius, volmaakt in gehoorzaamheid..y>
H. Aloysius, wonderbaar in verduldigheid.
H. Aloysius, zeer magtig in den Hemel.
H. Aloysius, verdrijver- der helsche geesten.
*) Op don feest dag van den II. Aloysius kunnen
alle gcloovigen een vollen aflaat verdienen op de ge-
,*vone voorwaarden, mits ïy ecnigen tijd komen bidden
in cene kerk, alwaar het feest van dien Heilige ge-
vierd wordt.
-ocr page 96-
— 92 —
zo>Aloysius, eer en luister der jeugd.
I. Aloysius Beschermheilige der stude-
rende jeugd.
              ■ ■
H. Aloysius, navolger van het evangeli-
sche leven.
H. Aloysius, spiegel der maagden.         
H. Aloysius, zeer zoetaardige vertrooster
der bedrukten. g
, H. Aloysius, zeer zekere genezing der "* . .
kranken.                                               §
§ H. Aloysius, luister en sieraad der So-\' \'
cieteit van Jesus.
i H. Aloysius, klaarblinkend licht der
H. Kerk.
\'II. Aloysius, vermaard door menigvuldige
| ; wonderen.
                                                   :■";
\'. ^.Lam\' Gods, dat wegneemt de zonden der
| •; wipield, Spaar ons, Heer.
|\' -LaiU. Gods, dat wegneemt de zonden der
•" wereld, Verhoor ons, Heer.
\'■ \';Lam. Gods, dat wegneemt de zonden der
• wereld, ontferm U onzer, Heer.
Chnstus hoor ons.
•Christus verhoor ons.\'
Bid. voor ons, H. Aloysius.
Opdat • wij waardig worden de beloften
\\ van\' Christus.
;;;.;; iJiAAT ONS BIDDEN.
\\ \'. -Söfij, uitdeeler der hemelsche gaven, die ,, v
\' :                                                                                                                          f.">
-ocr page 97-
_ - 93 -
in den engelachtigen jongeling Aloysius eene
wonderbare onschuld des levens met eene
gelijke boetvaardigheid gepaard hebt, ver-
leen ons door zijne gebeden en verdiensten,
dat wij, die Hem in zijne onschuld niet
gevolgd hebben, hein ten minste in zijne
boetvaardigheid mogen navolgen. Door on-
zen Heer Jesus Christus enz.
Ander Gebed.
LAAT ONS BIDDEN.
Verhoor, Heer, onze gebeden, en ver-
leen ons door de voorspraak van den H.
Aloysius, uwen Dienaar, dat wij al datgene
wat onze roep van ons eischt, getrouwelijk
mogen volbrengen, en van deugd tot deugd
voortgaande, het Hemelrijk mogen verwer-
ven. Door Christus onzen Heer; Amen.
Q-EBEDEN
voor de zes Zondagen van den
nio üiLCDiTisaiiire»
Paus Clemens XII. heeft een vollen af-
laat verleend aan hen, die op zes achter-
eenvolgende Zondagen ter eere van den H.
Aloysius waardig biechten en Communiceren,
alsdan eenige godvruchtige oefening verrig-
ten ter Zijner eere en de gewone gebeden
i\'J^iitorten naar de meening der H. Kerk.
m
-ocr page 98-
— 94 —
Men verdient dus een vollen aflaat op elk
dier zes Zondagen, hetzij men deze bou-
de vóór het feest of daarna, of op welken
tijd des jaars ook. Zou men door on-
voorziene omstandigheden verhinderd wor-
den op deze zes zondagen achtereen te
Comrnuniceeren, dan belet zulks niet, dat
men de volle aflaten verdient hebbe, die
aan de tot dat tijdstip ter eerc van den
H. Aloysius gehouden Zondagen verbonden
waren.
Deze oefening heeft een tweevoudig doel.
1". om door de voorspraak des Heiligen
!eene of andere deugd te verkrijgen, 2°.
om zijnen roep te kennen en tot eenen
zaligen levensstaat te geraken. — Dit laat-
ste maakt haar tot een uitstekend middel
ter bevordering van het algemeen welzijn;
I want waar ieder de plaats inneemt, welke
God voor hem bestemd heeft en waarin hij
dus voegt; daar zal orde, en rust, en te-
vredenheid zijn, en geregeld gemeenschap-
pelijk streven van ieder in het bijzonder
en van allen gezamenlijk, tot verheerlijking
van God, in huisgezin, Kerk en Staat, mo-
gelijk en gemakkelijk worden.
Ieder Christen dus, die prijs stelt op het
algemeen, welzijn, moest als hij ten minste
eenigzins kan, al heeft hij voor zich zelven
I-M
-ocr page 99-
«. 95 —
geene leuze meer te doen, toch in den
loop des jaars deze zes zondagen trachten
te houden, ten einde door Aloysius voor-
spraak bij God te verkrijgen, dat zij, die
nog eenen staat moeten kiezen, eene goede,
Gode welgevallige en hun zelven voordee-
lige keuze doen.
1.
Heilige Aloysius! Gij werdt door den
Heer geheiligd, reeds voordat Gij het levens-
licht aanschouwdet; en terstond bij het
eerste ontwaken uwer rede zijt Gij begon-
nen God te beminnen en Hem te dienen.
Verwerf mij de genade dat ik nu ten min-
ste beginne met mij geheel aan den Heer
mijnen God toe te wijden, Hem ijverig te
dienen en allerhartelijkst lief te hebben.
Amen. Onze Vader, Wees gegroet, Eere
zij den Vader. enz.
2.
Heilige Aloysius! Gij hebt uwe engel-
achtige onschuld en uwe maagdelijke zui-
verheid ten einde toe ongeschonden bewaard.
Verwerf mij de genade dat ik nooit het al-
lerminste tegen deze onschatbare deugd doe
of toelate, dat ik aan alle vijanden dezer
teedere deugd immer krachtigen weerstand
biede en door de naauwlettendste bewaking
-ocr page 100-
— 96 —
mijner zintuigen aa7i alles, wat liaar schade
zou kunnen veroorzaken, den toegang tot
mijn hart helette. Amen. Onze Vader,
Wees gegroet, Eere zij den Yader. enz.
3.
Heilige Aloysius! Gij hebt de zonde al-
tijd meer geschuwd dan eene vergiftige
slang; de schaduw der zonde reeds vervulde
uwe reine ziel met afgrijzen en vreeze; ook
hebt gij de weinige en geringe misslagen
die gij in uwe kindschheid bedreeft, uw
geheel leven lang met overvloedige tranen
beweend, en met allerstrengste ligchaams-
kastijdingen geboet. Verwerf mij de genade
dat ik mijne talrijke en zware zonden van
ganscher harte beweene en boete, en in
hét vervolg de zonde boven alles hate en
verafschuwe. Amen. Onze Vader, Wees
gegroet, Eere zij den Vader. enz.
4.
Heilige Aloysius! Gij hebt van uwe eer-
ste levensjaren af uw genoegen gezocht en
uw zoetst genot gevonden in het gebed, vooral
wanneer Gij in de kerk met den grootsteu
eerbied en de diepste ingetogenheid uwe
oefeningen van godsvrucht verrigtet, dan
scheent Gij een Engel in menschelijke ge-
stalte. Verwerf mij de genade, dat ik niet
-ocr page 101-
— 97 -
slechts uitwendig met grooten eerbied, ïnaar
ook inwendig met vurige godsvrucht en hei-
lige vreugde het gebed beoefene. Amen.
Onze Vader, Wees gegroet, Eere zij den
Vader. enz.
5.
Heilige Aloysius! Gij hebt, om steeds
meer en meer in de genade bevestigd en
versterkt te worden, de H. Sacramenten der
Biecht en der H. Communie altijd met\'de
meeste vurigheid en slechts na langdurige
en zorgvuldige voorbereiding ontvangen.
Verwerf mij de genade, dat ik mij immer
tot het ontvangen dier H. Geheimen zorg-
vuldig voorbereide en ze dikwerf en zoo
godvruchtig mogelijk ontvange, opdat zij
mij, niet ten verderve, maar ter eeuwige
zaligheid verstrekken. Amen. Onze Va-
der, Wees gegroet, Eere zij den Vader. enz.
6.
Heilige Aloysius! Gij hebt gedurende uw
geheel leven Jesus en Maria op de teeder-
ste wijze lief gehad, daarom ook viel U het
geluk te beurt van te mogen sterven in de
brandende liefde tot Jesus en Maria, en in
de innigste vereeniging met beiden. Ver-
werf mij de genade dat ik nimmer ophoude
5.
-ocr page 102-
mijnen lieven Jesus van ganscher harte bo-
ven alles te beminnen en Maria, mijne lieve
Moeder met kinderlijk vertrouwen te ver-
eeren, opdat ook ik eenmaal in de genade
van Jesus Christus, mijnen Verlosser en in
de omhelzing van Maria, mijne Moeder uit
dit leven moge scheiden. Amen. Onze
Vader, Weesgegroet, Eerezij den Vader enz.
Tj I T A 2ST IE
van den Gelukzaligen
IPITOIBHJS (E^KinSflaïSo
Heer ontferm U onzer.
Christus ontferm U onzer.
Heer ontferm U onzer.
Christus hoor ons.
Christus verhoor ons.
God, Hemelsche Vader, ontferm U onzer.
God, Zoon Verlosser der wereld, ontferm
U onzer.
God, Heilige Geest, ontferm U onzer.
H. Drievuldigheid één God, ontferm U onzer.
Gelukzalige Petrus Canisius, Bid voor ons.
Boem van Nijmegen, uwe geboortestad, Bid
voor ons.
Luister van ons Vaderland, Bid voor ons.
Waardige Zoon van den H, Ignatius, Bid
voor ons.
-ocr page 103-
— 99 —
Apostel van Duitschland en Zwitserland,
Steunpilaar van Gods huis,
Moedige kampvechter van ons H. Geloof,
Schrik der vijanden van de H. Kerk,
Verwinnaar der dwaling en ketterij,
Rijk in wetenschap, maar rijker in deugd,
Vader der armen,
Vriend der kinderen,
Leeraar en beschermer der jeugd,
Getrouw dienaar van den H. Stoel,
Troost der Stedehouders van Christus,
Schitterend licht van het H. Concilie
van Trente,
Onvermoeid in zielenijver,
Onverschrokken in vervolgingen,
Wonderbaar in gehoorzaamheid,
Versterver van uw vleesch en zinnen,
Engel van zuiverheid,
Beoefenaar der evangelische armoede,
Versmader der wereldsche eer en rijk-
dommen,
Minnaar van het gebed en de eenzaamheid,
Toonbeeld van ootmoedigheid,
Hersteller der Christelijke godsvrucht,
Bevorderaar der devotie tot het Allerhei-
ligste Sacrament,
Kinderlijke vereerder der H. Maagd,
"Wreker der eere, van Gods Moeder en
van zijne Heiligen,
-ocr page 104-
— 100 —
Wonderdoener der laatste tijden, Bid
voor ons.
Genezing der kranken, Bid voor ons.
Hulp der ellendigen, Bid voor ons.
Ons door Paus Pms IX, tot voorspreker
gegeven, Bid voor ons.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, Spaar ons Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, Verhoor ons Heer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der
wereld, Ontferm U onzer. Heer.
Bid voor ons Gelukzalige Petrus.
Opdat wij waardig worden de beloften
van Christus.
LAAT ONS BIDDEN.
God, die tot verdediging van het Ka-
tholieke Geloof den Gelukzaligen Petrus,
Uwen Belijder met kracht en wetenschap
hebt toegerust, verleen genadiglijk, dat door
zijne voorbeelden en vermaningen de harten
der dwalenden wederom betrachten, wat tot
zaligheid verstrekt, en de gemoederen der
geloovigen in de belijdenis der waarheid vol-
harden. Door onzen Heer Jesus Christus enz.
-ocr page 105-
— 101 —
GEBED
van D£x Gelukzaligen
IPffiTPIJMJS (BAOTBIHffS.
Eeuwige Vader der menschen, van wien
alle goed afdaalt, ik stel onder de bescher-
: uring Uwer Almagt mijn geloof; geef, dat
ik het al de dagen mijns levens onvervalscht
en onverminderd beware, en dat ik gesterkt
door uwe goddelijke kracht tot in het uur
van mijnen dood, nooit in het geringste
van het ware geloof afwijke.
Heer Jesus Christus, Zoon van den le-
venden God, ik stel onder de bescherming
Uwer ondoorgrondelijke wijsheid de gave
des geloofs, waarvan Gij mij eenmaal re-
kenschap zult vragen; geef, dat het licht
der goddelijke kennis mij immer bestrale
en dat ik nooit in het geringste door den
geest der dwaling misleid worde.
Heilige Geest, bron van alle goed, ik
stel onder de bescherming van Uwe onuit-
. sprekelijke goedheid mijn geloof, geef, dat
Ihet altijd van liefde bezield en een in alles
werkdadig en vruchtbaar geloof zijn moge,
opdat ik in het uur van mijnen dood Uwer
waardig bevonden worde. Amen.
-ocr page 106-
— 102 —
GEZANGEN
tkr r.y.nv
BEDEZANG.
Voor Jesus Harte zinge,
Mijn ziel in mingeneugt,
Door alle wolken dringe,
De luide toon der vreugd.
(Refrein.) Geëerd ten allen tijde
Zij Jesus Heilig Hart;
Dat aller hart zich wijde
Aan \'t Hart vol liefde
en smart.
2.
o Hart, voor mij gebroken,
Uit louter liefdepijn,
Om mijne sehuld doorstoken,
Mogt Gij mijn redder zijn. (Refrein.)
S.
Uit breede hartskwetsure,
Sprong water, heilig bloed.
Hoe rijk stroomt sinds die ure,
Ons Uw genadevloed!            (Refrein.)
4.
Heer Jesus ééne bede,
Slechts ééne, gun ze mij;
Ruim mij een zoete stede,
In Uw doorboorde Zij.
          (Refrein.)
-ocr page 107-
— 103 —
5.
"Dan word ik naar de trekken,
Die \'k in Uw beeld bemin,
Zachtmoedig, rein van vlekken,
En nederig van zin.
              (Eefrein.)
6.
Verschuilend, in Uw Wonde,
Vind ik mijn zielerust,
In zoete en bittre stonde,
Veracht ik \'swereldslust. (Refrein.)
7.
En als mij de oogen breken,
Zich sluitend voor den schijn,
Wil ik nog stervend spreken,
Heer Jesus eeuwig mijn. (Refrein.)
LIEFDEZANG en EEREBOETE.
1.
Wie kan Uw Hart genaken,
o Jesus, eindloos zoet,
En voelt zich niet doorblaken,
Van goddelijken gloed?
o Heersch in ziel en zinnen,
En leer ons vurig minnen,
Beminnen                 .
Beminnen                 >
Uw beminlijk Hart.          t
bis.
-ocr page 108-
— 1W —
2.
Och! veler ondank griefde,
o Jesus zoet, Uw Hart,
En bood, in plaats van liefde,
Miskenning, hoon en smart.
Leer ons dan tot U snellen,
En liefdevol herstellen,
Herstellen                 "j
Herstellen                 V bis
De oneer van Uw Hart. I
8.
o Vuurvlam nooit te dooven
In t Harte, god\'lijk goed.
Wie zal Gods Hart niet loven,
Als Gij hem tintlen doet?
o Heerscb. in ziel en zinnen, enz.
4.
Gij biedt in de open Wonde,
o Hart, een toevlugtsoord,
Ofschoon de schicht der zonde,
Nog immer U doorboort.
Leer ons dan tot U snellen, enz.
5.
Door \'t Kruis in gloriestralen,
Verkondigt Ge ons, wat prijs
Ge in liefde kwaamt betalen
Op goddelijke wijs.
o Heersch in ziel en zinnen, enz.
-ocr page 109-
— 105 —
6.
Gij blijft van liefde spreken,
Vergetend smaad en hoon,
Al blijft om \'t Harte steken,
Der zonden scherpe Kroon,
Leer ons dan tot U snellen, enz.
TOEWIJDING.
o Jesus mijn!
Moet het dan zijn !
Zal ik U nooit beminnen?
Zal ik altijd
Uw Hart ten spijt
Slechts wenschen, nooit beginnen?
Dat minnend Hart,
Doorboorde, o smart!
De lans van mijne zonden;
Uw Hart, o Heer,
Zoo mild, zoo teer,
Ik kon, ik durfde \'t wonden!
Toch mint gij mij,
Toch vordert gij
Mijne arme wederliefde;
Om met een vloed
Yan eindloos goed
Te zaal\'gen, die U griefde.
*5.
-ocr page 110-
— 106 —
o Jesus! du
Geef ik me aan U;
Och, wasch mijn zondevlekken;
o Mogt mijn bloed,
In liefdegloed,
Tot Uwe glorie strekken!
o Liefde, U zijn
In vreugde, in pijn,
Gewijd mijn ziel en krachten.
Doe mij steeds meer
Uw Hart ter eer
Naar vuurger liefde trachten!
Ter Eere van Maria.
1.
VERZUCHTING.
Eenige.v.
o Beeld van \'t reinste leven,
Maria, Josefs Bruid!
Zoo wij ons hart U geven,
Gij deelt uw gunsten uit.
Allen.
Ach, dat ik U beminne,
In blijdschap en in smart,
Druk diep, mijn Koninginne
Uw beeldtnis in mijn hart!
-ocr page 111-
— 107 —
2.
Eenigen.
o Josefs Bruid, mijn Moeder,
Mijn trouwe toeverlaat!
Werd niet Uw Zoon mijn broeder,
Die nooit uw beê versmaadt?
Allen.
Ach, dat ik U beminne, enz.
3.
Eenigen.
Ach, was ik rein van zonden,
o Ylekkelooze Maagd !
Ik zou uw lof verkonden,
Gelijk het U behaagt.
Allen.
Ach, dat ik enz.
4.
Eenigen.
\'k Zou met uw trouwe scharen,
En \'t blinkend Hemelheer,
Mijn dankbaar loflied paren,
En iublen U ter eer.
Allen.
Ach, dat ik enz.
-ocr page 112-
- 108 —
5.
Eenigen.
Helaas! hoe moet ik klagen,
"Dat ik, onwaardig mensch,
U zóó niet kan behagen,
Als ik het vurig wensch.
Allen.
Ach, dat ik enz.
6.
Eenigen.
Maar \'k wil mij alle dager,
Mijn Moeder U ter eer,
Godvruchtiger gedragen
En dienen mijnen Heer.
Allen.
Ach, dat ik enz.
ATaria onbevlekt ontvangen.
Lieve Moeder van den Heer!
Laat ons om uw zetel dringen,
Laat uw\' kindren U ter eer,
\'t Zielverrukkend feestlied zingen,
t Moet weerklinken luid en blij: I
Moeder, onbevlekt zijt Gij! I
-ocr page 113-
— 109 —
\'t Heeft reeds \'t wijde wereldrond,
En herscheppend overklonken,
\'t Woord, door Pius mond verkond:
En uw kindren vreugdedronken
Jublen op uw feestgetij :
         > ,.
Moeder, onbevlekt zijt Gij! j bis
3.
Neen, dat loflied zwijgt niet meer;
ïot aan \'s werelds verste palen,
Zullen met het Ilemelsch heer,
Al uw kindren \'t luid herhalen
\'t Woord van \'t zalig jubeltij: i i •
Moeder, onbevlekt zijt Gij! )
4.
En we voegen dank en beê
Bij de blijde feestgezangen:
Wie. wie dankt niet met ons meê
Voor al \'t heil, door U ontvangen
In het zalig jubeltij:
               > big
Moeder, onbevlekt zijt Gij! j
5.
Zonnezuivre Moedermaagd!
Om de glorie U gegeven,
Hoor ook wat ons hart U vraagt,
J)at wij na een schuld\'loos leven
Eeuwig jub\'len aan uw zij: \\ ,-
Moeder, onbevlekt zijt Gij. )
-ocr page 114-
DS^EEI-XjI^ID.
1.
De avond daalt op de aarde : —
Stroomt naar \'s Heeren woon ;
Rust daar uil van \'t werken
Bij Maria\'s troon !
Kind\'ren van Maria,
Zingt haar lol\' om strijd ;
\'t Is de maand , uw Moeder,
Liefdevol gewijd.
Kent haar macht en liefde ! —
Wien ze op de armen draagl ,
Is de God — Verlosser;
Zij de Moeder-Maagd.
Kind\'ren , enz.
5.
Hem om onze zonden
Ging de speer door \'t Harl ;
Haar ter onzer liefde
\'t Zwaard der Moedersmrrt.
Kind\'ren, enz.
4                        >
Knielt in vast betrouwen
Bij haar blocmentrojii:
Zij , zij vindt verhooring
Bij haar God en Zoon.
Kind\'ren , enz.
En daalt de avond weder ,
Keert ook gij daar wéér,
Brengt in bede en lofzang
Haar uw hulde en eer.
Kind\'ren, enz.
-ocr page 115-
MARIA\'S NAAM.
1.
o Naam ! zoo zoet in de ooren
Van wie Maria mint;
o Naam ! zoo innig dierbaar
Aan \'t harte van haar kind.
Geel\', dat Uw Naam , Maria ,
Steeds in mijn ziele leef.
En stervend op mijn lippen
Uw Naam , o Moeder ! zweef.
2.
o Naam ! die de Onbevlekte
In al haar grootheid prijst;
O Naam ! die op de Moeder
Der zeven Smarten wijst.
Geef, dat, enz.
3.
o Naam ! die ons de liefde
Der Lieve Vrouwe noemt;
o Naam ! die \'t alvermogen
Der Koninginne roemt.
Geef, dat, enz.
4.
o; Naam ! een milde balsem
Voor icd\'re zielskwetsuur,
Kn telkens nieuwe voeding
Voor \'t blakend licflevuur.
Geef, dat, enz.
5.
o Krijgsleus in bel strijden ;
o Hulpkreet in den npo.i ;
o Onderpand der zege
In leven en in dood !
Geef, dat, enz.
-ocr page 116-
MARIA HULPDER CHRISTENEN.
1.
O Koningin, vol majesteit, Maria !
Gij trouwe hulp der Christenheid , Maria!
Zie ons om uw legervaan ;
Sterke vroawe voer ons aan ;
O help ons strijden ,
In alle tijden,
In allen nood ,
\'lot in den dood , Maria !
1.
Ongoed , o heilig moederhart, Maria !
Gij leedt voor ons zoo bitt\'re smart, Maria !
Laat die droeve folterpijn
Voor ons niet verloren zijn.
O help enz.
3.
O Ster der zee in d\'onweersnacht, Maria !
Verhlijd ons door uw stralenpracht, Maria!
Geef uw kind\'ren nieuwen moed.
Als de storm hen vreezen doet.
O help enz.
4.
L\'w voet heeft satans kop verplet, — Maria !
Uw zege ons van den dood gered, Maria !
Zie, de vijand valt weer aan:
Kom op nieuw zijn trots verslaan.
O help enz.
5.
O Maagd, ontvangen zonder smet, Maria !
Verhoor ons vurig smeekgebed , Maria !
Strijdheldin door Jesus sterk,
Schenk de zege aan Jesus Kerk. —
O help enz.
-ocr page 117-
MARIA, ONS GELUK.
1.
o BronaAr van zoetheid ,
o Moeder vol goedheid •\'
Wij knielen thans weder
Vol vreugd voor U neder,
o Bronaai\' van zoetheid , Maria !
o Moeder vol goedheid , Maria !
o Hemelvorslinne,
Gods rijkskoninginne!
U wijden we ons lijden ,
Ons hopen en strijden :
o Hemelvorslinne , Maria !
Gods rijkskoninginne , Maria !
5.
o Licht in het duister,
o Zonne vol luister !
Hehoed door uw stralen
Uw kind voor verdwalen. .
o Licht in het duister, Maria !
o Zonne vol luister. Maria !
4.
Gezegende Vrouwe,
In liefde getrouwe!
Ontvlam ons van binnen
In \'t zaligendst minnen.
Gezegende Vrouwe , Maria !
In liefde getrouwe , Maria!
8.
o lleeld onzer glorie,
o Pand dei victorie !
Geef, dat uw getrouwen
üw glorie aanschouwen,
o Beeld onzer glorie, Maria !
o Pand der victorie , Maria !
ï.\'lia\'-rriotit. — Sneldruk van Ch. H\'ollman.
-ocr page 118-
— 110 —
3. Maria level
l.
Maria leev\'! wat glans en luister meng\'len,
Zich in dit Hart van alle vlekken vrij!
Maria leev\'! de Koningin der Engelen,
De Moedermaagd, het hoofd der maagdenrij. •
Maria leve:
Met God haar kind !
          I ,.
Leve Maria!             j bls\'
Die ons als Moeder mint. I
2.
Maria leev\'! de Dochter van den Vader,
De Moeder Gods, ook Godes heilige Bruid,
Maria leev\'! der zielen levensader,
Naar \'s Hemels wil en eeuwig raadsbesluit.
Maria leve, enz.
3.
Maria leev\'! zou ik Haar ooit verlaten!
\'k Was liever dood en lag in \'t duister graf:
Wat, zonder Haar, zou mij het leven baten?
Neen God breek eer den draad mijns levens af!
Maria leve, enz,
4.
Maria leev\'! laat me in haar liefde leven,
Met Haar vereend, vrees ik noch dood noch pijn,
De laatste zucht, die op mijn lip zal zweven,
Zal liefdezucht voor U, Maria, zijn.
Maria leve, enz.
-ocr page 119-
— 111 —
4. Lofzan g en opdragt aan het
H. Hart
van Maria.
1.
o Maagd, o schoonheid nooit volprezen!
o Moeder van \'t oneindig Wezen,
Wat luister schittert van uw troon;
De Seraf aan zich zelf onttogcn
Juicht, voor uw glorie neergebogen:
o Koningin! wat zijt Gij schoon. (bis.)
2.
Wij derven in het aardsche duister,
\'t Genot nog van uw hemelluister,
Maar smaken toch uw liefdegloed;
De Seraf zinge uw heerlijkheden,
Wij dan, wij juichen hier beneden:
o Moedermaagd! wat zijt Gij goed. (bis.)
3.
Ach, konden onze kinderklanken,
U voor de ontelb\'re gaven danken,
Ons toegevloeid door uwe hand,
Ontvang voor al die zegeningen,
Maria! van uw gunstelingen,
Hun hart ten eeuwig Kefdepand. (bis.)
4.
Zie, Moeder, altoos goed en teeder,
o Zie met welbehagen neder
Op \'t offer van ons kinderhart!
-ocr page 120-
— 112 —
o Moog^ het immer \'t Uwe wezen,
Geen onheil hebben wij te vreezen,
Wij zijn getroost in alle smart.         (bis.)
5.
Dan spann\' de wereld vrij haar strikken,
Dan dreig\' de hel ons met haar schrikken,
"Wat vijand onze ziel bestrijd\',
Wij weten, wij, op wie we hopen,
Uw Moederhart staat voor ons open,
o Gij, dieonze Toevlugt zijt.
             (bis.)
6.
Met U dan zullen wij verwinnen,
Wij blijven eeuwig U beminnen,
En zien U op uw Glorietroon:
Dan zullen met de Heinellingen,
Ook wij, o Moeder! eeuwig zingen:
Wat zijt Gij goed, wat zijt Gij schoon, (bis.)
5. Gezang- na de Opdragt.
1.
Juicht, juicht met ons o Hemellingen!
Wij zijn Maria toegewijd;
Haar altaar blijven wij omringen,
Zij zal ons sterken in den strijd.
o Zalig uur vol zegeningen!
Wij zijn Maria toegewijd!
Laat ons vereend Maria zingen:
Ze is onze Moeder voöï altijd.
-ocr page 121-
— 113 —
2.
Zij heeft ons Jesus, onzen Broeder,
Uit maagdelijken schoot gebaard,
Zij als Gods Dochter, Bruid en Moeder,
Van alle zondesmet bewaard,
o Zalig uur enz.
3.
Zij is \'t, die thans met wakende oogen
Ons gaslaat van haar glorietroon:
Wat zou haar bede niet vermogen,
Bij Jesus, haren God en Zoon ?
o Zalig uur enz.
4.
Zij is het, die in zielsgevaren
Ons hoedt niet moederlijke band;
De Zeester, die op \'s levens baren
Ons wenkt naar \'t Hemelsch Vaderland,
o Zalig uur enz.
5.
Haar Naam dan leve in aller harte,
En aller hart zij Haar gewijd;
Het blaak van liefde in vreugd in smarte:
Ze is onze Moeder voor altijd,
o Zalig uur enz.
-ocr page 122-
— 114 —
6.
o Gij, om Wie wij hier vergaren,
o Leid ons op het pad der deugd,
Tot dat wij met de zaal\'ge scharen
U zien in de eindclooze vreugd,
o Zalig uur, enz.
O. Op de Zeven. "Weeën, van de
H. Maagd.
Schreijende in een naamloos lijden,
Stond de Moedermaagd bezijden
\'t Kruishout, waar haar Zoon aan hing.
En door \'t droef en zuchtend harte,
Deelende in haar Jesus smart e,
Ging het zwaard der marteling.
o Wat was Ze in wee en rouwe,
De gebenedijde Vrouwe,
Moeder van Gods een\'gen Zoon.
Wat Ze schreide, wat Ze snikte,
Als Zij op de doodstraf blikte,
Van haar Kind, zoo eindloos schoon.
-ocr page 123-
— 115 —
Wie is mensch, die onbewogen,
Christus Moeder voor zijn oogen,
Zagc in zulke foltering?
Wie kunne er niet mede rouwen,
En die Moeder daar aanschouwen,
Lijdend niet haar lieveling?
Voor de zonden van de zijnen,
Zag Zij Jesus vol van pijnen,
En Hein geeslen streng en straf.
Zag Zij haren liev\'ling sterven,
En Hem alles, alles derven,
Toen Zijn mond den doodsnik gaf.
Moeder, Moeder bron van liefde,
Dat uw zwaard ook mij doorkliefde,
Dat ik treuren moge als Gij !
Och, ontsteek mijn ziel en zinnen,
Dat ook ik mijn God moog\' minnen.
En Hem welgevallig zij.
Heiige Moeder, \'k bid U, boor het,
\'t Lijden des Gekruisten, boor het,
Krachtig wondend, mij in "t hart.
-ocr page 124-
— 116 —
Met uw Zoon, die om mijn zonden,
Zich zoo gruwzaam liet verwonden,
Wil ik cleelen in de smart.
Doe me in liefde met U klagen,
\'t Lijden des Gekruisten dragen,
Tot mijn stervensuur zal slaan .
o Ik voel mijn ziel versmachten,
Om te deelen in uw klagten,
En met U bij \'t kruis te staan.
Maagd der maagden hoog verheven,
Wil mijn bede niet weerstreven,
Laat me met U droevig zijn.
Laat me dragen Christus plagen,
Deelgenoot zijn zijner slagen,
Immer denken aan zijn pijn.
\'k Zij met Hem aan \'t kruis geklonken,
Van de smart des kruizes dronken,
En het zoenbloed van uw Zoon.
-ocr page 125-
117
Wees, opdat geen hel me ooit dere,
Gij mijn voorspraak bij den Heere,
Zeet\'leud op zijn Begtertroon.
Christus, als ik zal verscheiden,
Laat uw Moeder mij dan leiden
Tot den palm der zegepraal.
Als het ligchaam weg zal sterven,
Doe mijn ziele dan verwerven,
Dat zij van uw glorie straal.
Amen.
Rede tot den EC. Josef.
1.
o Josef! Voedstervader
Van Jesus onzen Heer,
Wij treden biddend nader,
En knielen voor U neer;
Want in uw vaderarmen
Draagt Gij het Godl\'ijk Kind;
\'t Zal onzer zich erbarmen, i
Wijl \'t uw gebed bemint. (
-ocr page 126-
118
2.
Wil Josef, voor ons vragen,
Dat wij in \'s levens lot,
Ons naar zijn wil gedragen,
Getrouw aan zijn gebod.
Wil door uw beê verwerven,
O trouwe toeverlaat !
Dat wij den Hemel erven, j i •
Als eens ons sterfuur slaat. S
3.
Wij smeeken U te gader,
Patroon van Nederland!
Blijf, Josef! ons ten Vader;
Bescherm \'t U dierbaar pand:
Vraag ons met Jesus Moeder,
Zijn hulp in allen nood;
En blijf ons trouw ten hoeder )
Van nu tot in den dood.
         \\
BAAT TOT JOSEF.
1.
,/Gaat tot Josef", o hoe zoet
Klinkt die toon in onze zielen!
Laat ons met een blij gemoed
Voor zijn zetel nederknielen!
Hem zij dit ons lied gewijd, )
Die ons steeds als Vader leidt, i
-ocr page 127-
119
2.
U, wien Christus Kerk vereert
Als haar Leidsman en Behoeder,
Die haar als Patroon regeert,
Smeeken wij voor onze Moeder,
Spreid op Jesus Kerk en Bruid )
Liefdevol uw mantel uit.         j
3.
Schenk ons in der tijden druk,
Die uw kinderen beleven,
Waren vrede en waar geluk.
Voedstervader, hoog verheven,
Sla uw blikken, zacht en teer, )
Op uw droeve kind\'ren neer. ,
4.
Wend des Heeren gramschap af,
Houd Zijn wrekende armen tegen;
Zend genade in plaats van straf,
Bid uw Jesus om zijn zegen;
Gij, Patroon van Nederland, I
Bid ook voor ons Vaderland. )
5.
Bruidegom der Moedermaagd,
Hoed de jeugd op al haar wegen,
Waar haar satans list belaagt,
Blik haar uit den Hemel tegen,
Stort haar ziele, stort haar zin >
Liefde voor de kuischheid in. j\'
-ocr page 128-
120
Schenk aan \'t oog der oud\'ren Jicht,
Om hun kind\'ren zóó te leiden,
In t betrachten van hun plicht,
Dat zij zich een plaats bereiden,
AVaar Gij met uav Jesus woont, i ,.
En U hun beschermer toont. )
7.
Gaat tot Josef, klinkt het voort,
Gaat tot Josef Christenscharen!
Gaat tot Josef! op dat woord
Wijken rampen en gevaren.
Gaat tot Hem! door Hem geleid, i ,.
Gaan wij tot de onsterflijkheid, j 1S\'
TER EERE VAN DEN H, ALOYSIUS,
U, eedle spruit van eedlen stam,
o Leliekelk met gulden vlam,
o Lievlingsbloem van \'t Godlijk Lam,
Die Jesus kweekte, en tot zich nam,
U klinke ons lied door \'s hemels sfeer, j, ■
U Aloysius ter eer.
                        J
2.
Wat zijt Gij in uwe onschuld schoon!
Wat siert ze U rijk in de Englenwoon
Die lichtkleedij, waar (J Gods Zoon
Mee tooide, uwe Englendeugd ten loon!
o Aloysius blik neer,
                      I , ■
Verwerf ons de onschuld van denHeer. i
-ocr page 129-
— 121 —
3.
Wat schiet ze een hellen stralengloed,
Die aardsche glanzen tanen doet,
De liefdevlam van uw gemoed,
Ontvonkend wat haar straal begroet!
o Aloysius, blik neer,
                     i ,-,
Ontvonk, ontvlam ons immer meer. \\
L
Wat is de geur, dien Gij verspreidt,
Waardoor Gij trekt, waardoor Gij leidt,
Een milde bron van zaligheid,
Hier en hiernamaals ons bereid!
o Aloysius, blik neer,
                     j | •
Trek in uw geur ons tot den Heer. j
5.
L danken in het vol geneugt
Van \'t aanschijn Gods, dat hen verheugt,
De zaalgen, die uw bede en deugd
Gevoerd heeft tot de Hemelvreugd,
o Aloysius, blik neer,
                     j , •
Voer, voer ons tot dat glorieheir. )
G.
U, die ons licht en sterkte zijt,
Op \'s levens baan, bij \'s levens strijd,
U zij voortaan ten allen tijd
Ons vurig minnend hart gewijd,
o Aloysius, blik neer,
                     i , .
Wij minnen U, o min ons weer. j 1S\'
(>.
-ocr page 130-
— 122 —
Z- PETIUTS CANI51I71
Apostel van Jesus Hart.
Zaalge Petrus, Neerlands luister
Door uw wetenschap en deugd,
Wil liet lied van \'t volk ontvangen,
Dat zich in uw hulp verheugt.
Altijd klinken lof en bede,
U Canisius gewijd;
Bid voor ons, vraag lust tot werken,
Warme godsvrucht, moed ten strijd.
2.
Jesus had U uitverkoren,
Tot Apostel van zijn Hart,
En uw hart dat Hart gelijkend,
Deelde Jesus liefde en smart. Altijd:
3.
Toen Gij knielend voor zijn outer,
Alles Hem ten offer bragt,
Werdt Gij met zijn kruis begiftigd,
Doorzijn Geestomgordmet kracht. Altijd.
4.
Sinds dit uur hebt Gij gestreden;
Voor de Kerk U nooit gespaard;
Door uw schriften en uw woorden
\'t Waar geloof hersteld, bewaard. Altijd.
-ocr page 131-
— 123 —
5.
Wijsheid vloeide van uw lippen;
In U blaakte een liefdegloed,
Die den katholiek vernieuwend,
De afgedwaalden leven doet. Altijd.
6.
Is uw raad den pausen heilig,
Luistren vorsten naar uw woord,
"Voor de miiidren zijt Gij Vader,
Daar uw hart hun toebehoort. Altijd.
7.
Allen leert Gij Jesus minnen,
Moedig en der Kerk getrouw,
Rein van zeden voort te wand len,
Aan de hand der Lieve Vrouw. Altijd.
8.
Zoo voert Gij steeds liefdekweekend,
Tal van zielen tot Gods troon,
Blijft daar steeds bij Jesus Harte
Voor ons welzijn trouw Patroon.,
Altijd klinken lof en bede enz.
-ocr page 132-
— 124 —
LIED
OP DE
Zeven Weeën der lieilig-e >rnngd.
(wijze: 0 quot undis.)
o Wat is ze in smart verloren,
En van tranen overdauwd,
Jesus droeve moeder, als zij
Haren lieven Zoon aanschouwt,
En Hem, van het kruis genomen,
Levenloos in de armen houdt!
\'t Minlijk aanschijn, \'t minnend harte,
En die zijde, oneindig zoet,
En die regterhand, en linker,
Van de nagelen doorwroet,
En die purperroode voeten
Baad ze in bittren tranenvloed.
Honderdmalen, duizendmalen
Klemt en strengelt zij den Heer
In haar armen, en zij kust dan
Al zijn -wonden keer om keer;
En zoo smelt ze als in die kussen
Harer droefheid, eindloos teer.
-ocr page 133-
— 125 —
Lieve Moeder, o wij smeeken
Door uw bittren tranenvloed
En den dood van uwen Zone,
En zijn kostbaar purperbloed,
Stort en vestig toch de weeën
Uwer ziele ons in \'t gemoed.
Aan den Vader, Zoon en Trooster,
Die geen ongelijkheid scheidt,
Aan de heilige Drieëenheid
Zij en lof en majesteit,
Altijddurende eer en glorie
Nu en in alle eeuwigheid. Amen.
-ocr page 134-
— w« —
LA1TJN8CHE GEZANGEN.
Tantum ergo Saoramentum
Yeneremur cernui,
Et antiquum documentum
Novo cedat ritui,
Praestet fides supplementum
Sensmini defectui.
Genitori, Genitoquc
Laus et jubilatio,
Salus, honor, virtus quoque,
Sit et benedictio;
Procedenti ab iitroque
Compar sit laudatio.
Amen.
2.
Adoro te devote latens Deitas,
Quae sub lus figuris vere latitas,
Tibi se cor meuin totum subjicit,
Quia te contemplans totum deficit.
Ave Jesu, pastor fidelium,
Adauge fidem omnium in te credentium.
-ocr page 135-
L\'ie pelicane, Jesu Domine,
Me immundum munda tuo sanguine,
Cujus una stilla salvuin facere
Totura mundum quit ab onmi scelere.
Ave Jesu, etc.
Jesu, quara velatum nunc aspicio,
Oro fiat illud, quod tam sitio,
Ut te revelata cernens facie
Visu sim beatus tuae gloriae.
Ave Jesu etc.
:}.
Ave verum corpus,
Natu ui de Maria virgine,
Vere passum,
Immolatum in cruce pro homine,
Cujus latus perforatum
Ilnda fluxit et sanguine;
Esto nobis praegustatum
Mortis in examiue.
o Clemens, o pie, o dulcis Jesu, fili Mariae.
Ave Maria, gratia plena, Dominus teeum,
benedicta tu in mulieribus, et benedic-
tus fructus ventris tui Jesus. Saneta Maria,
Mater Dei, ora pro nobis peceatoribus, nunc
et in hora mortis nostrae.
Amen.
-ocr page 136-
— 128 —
SVAIBinr UI ATT BIB.
Stabat Mater dolorosa
Juxta crucem lacryinosa,
Dum pendebat Eilius.
Cujus animam gementem,
Contristatam et dólentem,
Pertransivit gladius.
O quam tristis et afflicta
Euit illa benedicta
Mater Unigeniti.
Quae moerebat et dolebat
Pia Mater, dum videbat
Jïati poenas inclyti.
Quis est homo, qui non f\'leret,
Matrem Christi si videret
In tanto supplicio?
Quis non posset contristari,
Christi Matrem contemplari,
Dolentem cum Filio?
-ocr page 137-
— 1U9 —
Pro peccatis suaj gentis,
"Vidit Jesum in torraentis,
Et flagellis subditum.
Vidit suum dulcern Natum
Moriendo desolatum,
Bum emisit spiritum.
Eja Mater fons amoris,
Me sentire vim doloris
Fac, ut tecurn lugeam.
Fac, ut ardeat cor raeuin
In aruando Christum Deum
Ut sibi complaceam.
Sancta Mater, istud agas,
Crucifixi fige plagas
Cordi meo valide.
Tui Nati vulnerati,
Tam dignati pro me pati,
Poenas mecum divide.
Fac me tecum pie fiere,
Crucifixo condolere,
Donec ego vixero.
-ocr page 138-
130
Juxla crucem tecum stare,
Et me tibi sociare,
In planctu desidero.
Virgo virginura praeclara,
Mihi jam non sis amara,
Fac me tecum plangere.
Fac, ut portem Christi mortem,
Passionis fac consortem
Et plagas recolere.
Fac me plagis vulnerari,
Fac me cruce inebriaiï
Et cruore Filii.
Flammis ne urar succensus,
Per te, Virgo, sim defensus
In die judicii.
Christe, cum sit hinc exire,
Da ])er Matrem me venïre
Ad palmam victorise.
Quando corpus morietur,
Fac, ut animae donetur
Paradisi gloria.
Amen,
-ocr page 139-
izrno&D.
bladz
I     Algcmeene Regelen..........     \'•
II    Bijzondere Regelen. Regels van ilcn Prefect .    18.
Kegels van de Assistenten.........    \'-\'■
Hegels van ilen Secretaris ol Geheimschrijver . .    lil.
Hegels van ilc Haa<lsleilen.........    *--•
Hegels van ilcn Ondcrrigter der Candidalcn . . . 2.1.
Hegels van den Schatbewaarder.......    In-
Regels van den Bibliothecaris........
    24.
Regels van de Ziekenbezoeken.......    25.
Regels van den Koster..........    26.
Regels van den Voorlezer.........    27.
Regels van den Portier..........    2».
Hegels der overige mindere bedieningen ....    29.
Formulier van aanneming.........    30.
Volle allateu, welke door alle geloovigen van beide
sekse kunnen verdiend worden.......    32.
Volle allaten. welke alleen door de leden en be-
dienaren der Congregatie, en door hen die deze
behulpzaam zijn kunnen verdiend worden ...    33.
Allaten van zeven jaren, toegestaan aan de voor-
noemde personen zoo dikwijls zij een der volgen-
de goede werken verrigten........
    36.
Verklaring .............    37.
Andere allaten.............    ld.
Atlaten voor de overledenen........    39.
Andere voorregten en gunsten........    40.
Aflaten, verleend aan de kruisen, niedailjes en ro-
zenkransen, gewijd door den Paus ol\' door degenen
die van hem daartoe de magt ontvangen hebben.    42.
III. Aanmerkingen over de Atlaten......    45.
Gebeden die hij de beraadslagingen geschieden . .47.
1      Voor de beraadslagingen........    hl
2. Na de Beraadslagingen.........   48.
1. Voor de verkiezing..........    ld.
2      Na de verkiezing...........    ld.
De Lofzang Tc Deum...........    ld.
Gebeden te Home gebruikelijk bij de plegtige op-
drngt en aanneming..........    52.
Wijding der .Medailjes...........    53.
Geloofsbelijdenis van bet H. Concilie van Trentc .    58.
Akte van toewijding...........    63.
Formulier van aanneming.........    65.
Akte van toewijding aan den tweeden Patroon der
Congregatie.............    58.
Akte van toewijding aan het allerh. Hart van Jesus   09.
Gebeden die in de gewone vergaderingen geschieden.    70.
Ar.tiphonen der H. Maagd in den Advent. ...    74.
Van Kersavond tot Maria Lichtmis ......    75,
-ocr page 140-
INHOUD                                     hl.
Van Mnria Liohlinis tot op l\'aaschavoinl ....       lil.
Van Pasohen tut aan H. Diïevuliligheids zondag .      70.
Van II. Dricvuldigheids Zondag lul den Advent .      77,
Litanie van Onze Lieve Viouw.......       78.
Litanie van hel H. Halt van Jesus......      88.
Litanie van den II. Aloyslus.........      \'24.
Gebeden voor de /.esZondagen van den H. Aloysius      OU.
Litanie van den Gelukzaligen Petrus Canisius . .      08.
Gebed van den Gelukzaligen Petrus Canisius . .     101.
Gezangen ter cerc van het H. Hart liedezang . .     102.
Liefdezaug en Kereboete.........     1 U;i.
Toewijding..............     105.
Ter Kere van Maria, loliied........     100.
2. Maria onbevlekt ontvangen.......     108.
». Maria leve!............     III).
I. Lofzang en opdragt aan hot 11. Hart van Maria.     III.
■i. Gezang na de Opdragt.......• .     112.
0. Op de Zeven Weeën van de H. Maagd . . .     114.
Bede tot den IL Joscf . . . .......     117.
Gaat tot Josef.............     118.
Ter eere van den II. Aloysius........    129.
Z. Petrus Canisius Apostel van Jesus Hart . . .     122.
Lied op de Zeven Weeën der heilige Maagd. . .     124.
I.alijnsehe gezangen voor het 11. Sacrament . ,    125.
Ave Maria...............     120.
Stabat Mater..............    127.
IMPRIMATUR.
Datum in llaaren 10 A]>rilis 1872
J. Ci\'ijten. Libr. Cens.
-ocr page 141-
-ocr page 142-
-ocr page 143-
. w
-ocr page 144-