|
\\
|
||||||||||||||||||||||
|
rr>\\m \\}>S>\\6
|
||||||||||||||||||||||
|
\\y>^u
|
||||||||||||||||||||||
|
:>ik*
|
||||||||||||||||||||||
|
Vak 88
uv ek WEGINGEN
|
||||||||||||||||||||||
|
c
|
||||||||||||||||||||||
|
EN
|
||||||||||||||||||||||
|
GEBEDEN
|
||||||||||||||||||||||
|
OP DEN
|
||||||||||||||||||||||
|
KERKELIJK GOEDGEKEURD.
|
||||||||||||||||||||||
|
m
|
||||||||||||||||||||||
|
AMSTERDAM,
■o tüjnfring. over de R. K. Kerk,
1873. |
||||||||||||||||||||||
|
501
|
||||||||||||||||||||||
|
Xjap—
|
||||||||||||||||||||||
|
zz^yw\'tgx
|
||||||||||||||||||||||
|
Vak 3\'
|
|||||||||||
|
OVERWEGINGEN
|
|||||||||||
|
EN
|
|||||||||||
|
GEBEDEN
|
|||||||||||
|
OP DEN
|
|||||||||||
|
EÏÏISW;
|
|||||||||||
|
KERKELIJK QOEDGEKEUBD.
|
|||||||||||
|
WIJC
AMSTERDAM, \'
B. LENPKING. Haarlemmerdijk over de R. K, Kerk.
1873. |
|||||||||||
|
Imprimatur:
|
||||||
|
Amstelodami
12 Februari 1873. J. A. van den Akkek. |
||||||
|
(xedeponeerd.
|
||||||
|
Overwegingen en Gebeden op den Kruisweg.
- -—f »««;!— -
VOOEWOOED.
In de kerk gekomen, om den kruisweg
te houden, knielt men voor liet altaar neder en tracht men zich voor te bereiden, door eene oefening van Berouw. Vervolgens gaat men de onderscheidene Statiën in volg orde bezoeken, en zich voor elke Statie op de kniën werpende, zegt men met gevoel: Wij aanbid- den U, Christus, enz. Nu blijft men een wei- nig tijds dat geheim van Jesus lijden over- - wegen, hetwelk door de Statie wordt voor- gesteld, en na een kort gebed tot den lij- denden Verlosser, zegt men: Onze Vader — Wees (jeyroet, met deze woorden sluitende: Ontferm U onzer, enz Op deze wijze gaat men voort tot aan de laatste Statie, en zich dan weder tot het altaar wendende, bedankt men God voor de ontvangene genadegiften. De aflaten welke men in deze oefening verdienen kan, zijn dezelfde, welke zij ver- dienen, die de Statiën van den Kruisweg te Jeruzalem in persoon bezoeken. Vele van de- zen zijn volle aflaten, van welke men zich zelven eenen kan toevoegen, en de overigen voor de zielen in het vagevuur. |
|||
|
4
EN
ACTE VAN BEROUW.
|
||||||
|
Met den diepst.cn eerbied werp ik mij voor
U ter aarde, Verlosser van den zondigen mensch! en innig getroffen over het lijden, dat U mijne verlossing gekost heeft, wil ik mij in deze oogenblikken met dat wonder van liefde bezig houden, door U in den geest op UAven bloedigen kruisweg te vergezellen. Maar hoe zal ik dit op eene waardige wijze ver- rigtcn kunnen? Ik, die u zoo dikwerf belee- digde, uw lijden niet zelden vernieuwde? Ja, mijn Jesus ! ik beken het, ik ben zondaar, een onwaardige; maar Gij kunt mij regtvaardig en uwer liefde waardig maken. Ontferm U dan over mij; verwerp mij niet van uw aan- schijn en vergeef den boetvaardigen zondaar, die U als het hoogste goed bovenal bemint en juist daarom berouw heeft over zijne zon- den. Niet meer, mijn God! niet meer zal ik zondigen, maar U steeds zoo beminnen, dat ik éénmaal onder diegenen gerangschikt worde, voor wie uw bloed niet vruchteloos vergoten werd. Tot voldoening voor mijne misdrijven, offer
ik U deze oefening op. Stort, gedurende de- |
||||||
|
5
|
|||||
|
zen bloedigen togt, in mij den goeden geest,
en geef, dat ik, door uw lijden bewogen, tot uwe navolging aangespoord worde: maak mij deelgenoot aan de verleende Aflaten, opdat zij mij behulpzaam zijn, om in dit leven uwe erbarming en hierna uwe heerlijkheid van aanschijn tot aanschijn te genieten. Amen. EERSTE STATIE.
JESUS WORDT TER DOOD VEROORDEELD.
Wij aanbidden u, Christus! en loven U,
Omdat Gij door Uw kruis de wereld verlost hebt.
Deze le Statie stelt liet palen en de regiszaal van Pila-
ïus voor, waar Jesus het onregtvaardige dood-
vonnis ontving.
Overweeg, mijne ziel, hoe gewillig Jesus,
de onschuld zelve, zich onderwierp toen Hij dit onregtvaardige vonnis hoorde uitspreken; en bedenk, dat ook uwe zonden de valsche getuigen waren, die deze ergerlijke uitspraak onderteekenden. Ja, de Godslasteringen, het morren, de zondige gesprekken waren het, die den bedorven regter zoo onregtvaardig tegen Jesus deden handelen. Is dit zoo, wend u dan tot dien liefderijken God en geef Hem, nog meer door tranen dan door woor- den, de gevoelens van uw hart te kennen. GEBED.
O mijn Jesus ! wie heeft ooit zoo bemind,
|
|||||
|
fi
|
|||||
|
als Gij, die voor mij, onwaardig schepsel,
kerker en ketenen, geeselslagen en ten laatste een schandelijk doodvonnis hebt willen on- dergaan? Ach! dit is meer dan genoeg, om mijn hart te verteederen en mij die menigte overtredingen te doen verfoeijen, welke ik in het spreken beging en die aanleiding tot uwe veroordecling gegeven hebben. Ja, ik verfoei ze, ik beween ze; en gedurende dezen sinar- telijken Kruisweg, dien ik met mijne tranen zal bevochtigen, zal ik onophoudelijk tot U verzuchten: Jesus! ontferm U mijner! o Jesus! ontferm u mijner! Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm U onzer, liter! ontferm U onzer.
TWEEDE STATIE.
JESUê NEEMT HET KRUIS OP ZIJNE SCHOUDEKEN.
Wij aanbidden U, .Ckistus ! en loven U,
Omdat Gij door Uw Kruis de wereld verlost hebt.
Deze 2C Statie stelt de plaats voor, waar Jesus met hel
zware Kruis beladtn werd. Overweeg, mijne ziel, met welk eeue ge-
latenheid Jesus het H. Kruis omhelst. Met hoeveel geduld vcidraagt Hij de bcleedigin- gen en verguizingen der woedende bende, die Hem voortstuwt! En gij, ongeduldige, gij ont- vlug!, zooveel u mogelijk is, ook het minste |
|||||
|
7
|
|||||
|
lijden : ongelukkige, gij vergeet dus, dat men
zonder het kruis de eeuwige zaligheid niet kan binnengaan. O, beween dan uwe ver- derfelijke blindheid! Spreek uwen Verlosser aan, en verzucht tot Hem: GEBED.
Niet gij, o mijn Jesus! maar ik moet het
kruis dragen, het zware, door mijne zonden gemaakte Kruis. O mijn beminnelijke Verlos- ser! schenk mij krachten, om de kruisen te omhelzen, welke mijne menigvuldige en zware misdrijven verdienen. Geef, dat ik in de omhelzing des II. kruises sterve, en door liefde voor het Kruis bezield, met uwe ge- liefde Theresia onophoudelijk uitroepe; lij- den! of sterven! sterven, of lijden! Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm U onzer, Heer! ontferm U onzer.
DEKDE STATIE.
JESUS VALT DE EERSTE MAAL ONDER HET KRUIS.
Wij aanbidden TJ, Christus! en loven U,
Omdat Gij door Uw kruis de wereld verlost hebt
Deze 8e Statie stelt de plaats voor, icaar Jesus voor
de eerste maal onder den last des Kruises
ter aarde viel.
Overweeg, mijne ziel, hoe Jesus, overstelpt
van droefheid en verzwakt door het aanhou- |
|||||
|
8
|
|||||
|
dend bloeden, voor de eerste maal raet Zijn
aangezigt op den grond nedervalt. Ach! zie eens met welk een woede men Hem voort sleurt, hoe men Zijn aanbiddelijk ligchaam met verdubbelde slagen foltert. En de gedul- dige Jesus opent den mond niet; Hij lijdt en zwijgt; terwijl gij, bij het geringste ongeval, gramstorig wordt, de bitterste klagten uit en welligt tegen God durft morren. Ach! verfoei toch eenmaal uw ongeduld en uwen hoog- moed; bid tot uwen bedroefden Heiland: GEBED
Oneindig beminnelijke Zaligmaker! ik
werp mij in den geest met U ter aarde en leg aan Uwe voeten den last der zonden neder, die mij zoo pijnlijk drukt. Ach! hoe dikwerf ben ik gevallen! Hoe vaak heb ik mij in een afgrond van ongerechtigheden gestort! Reik mij uwe behulpzame hand toe; kom Jesus, kom mij te hulp : opdat ik, gedurende dit leven nimmer meer in doodzonde hervalle en na den dood verrijze tot het eeuwige leven. Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm U onzer, Heer! ontferm U onzer.
TIERDE STATIE.
JESUS ONTMOET ZIJNE HEILIGE MOEDER.
Wij aanbidden U, CmiiSTua! en loven U,
Omdat Gij door Uw kruis de wereld verlost hebt.
|
|||||
|
9
|
|||||
|
Deze 4e Statie stelt de plaats voor, waar Jesus zijne
bedroefde Moeder ontmoette. Ach, welk een droefheid doorboorde het
hart van Jesus! Wat scherp zwaard wondde het hart van Maria, bij deze eerste ontmoe- ting! „Ondankbare ziel, wat heeft mijn Jesus u gedaan;" roept de schreijende Moeder u toe. „Wat deed u mijne Moeder?" zegt de onder het lijden gebukte Jesus. Ach! verzaak de zonde, de oorzaak onzer smarten !" Wat zult gij antwoorden? o hoe ongevoelig zoudt gij zijn indien gij voor deze klaagstem doof bleeft! GEBED
O Goddelijke Zoon van Maria! o Heilige
Moeder van mijnen Jesus ! Ziet mij hier aan Uwe voeten liggen, overdekt met schaamte en in droefheid verzonken! Ik ben die wreed- aard, wiens zonden het zwaard van droef- heid maakten, dat Uwe teederminnende har- ten dooi boorde, ach! sluit voor mij die lief- derijke harten niet! maar schenk genade en vergeving. Ontferming mijn Jesus ! Uwe voor- spraak: o Heilige Moeder-Maagd! opdat ik niet meer zondige en Uw lijden en Uw smarten gedurig overdenke. Ome Vader. Wees gegroet.
Ontferm U onzer, Heer! ontferm U onzer.
|
|||||
|
10
|
|||||
|
VIJFDE STATIE
JESUS WORDT DOOR SIMON VAN CYRENE IN HET
KRUISDRAGEN GEHOLPEN. Wij aanuiddeu V, Christus ! en loven U,
Omdat Gij door Uw kruis de wereld verlost hebt.
Deze 5° Statie stelt deplaits voor, waar de voorhij\'gaande
Simon gedioongen werd het kruis van Jesus te dragen. Overweeg, mijne ziel, dat gij dikwerf even
zoo als die Cyréner handelt, wanneer gij het Kruis der rampen, dat God u overzendt, met weerzin en gedwongen draagt, omdat gij aan de vergankelijke goederen dezer wereld al te zeer gehecht zijt. Verlaat dan eene zoo schan- delijke slavernij; neem uwen Verlosser den zwaren last, waaronder Hij gebukt gaat, van de schouderen door al de wederwaardigheden waarmede Gods weldadige hand u slaat, ge- willig te omhelzen, betuig Hem, dat gij voor- taan niet alleen met geduld, maar zelfs met erkentelijkheid aan God, wilt lijden en spreek dit gebed: GEBED.
O mijn beminnelijke Jesus! ik bedank U
dat Gij mij zoo vele en schoone gelegenheden aanbiedt, om voor U te lijden en voor mij zel- ven verdiensten te vergaderen. Geef! o mijn God! dat ik door met geduld te verdragen het- geen in dit leven den schijn van ongeluk heeft, |
|||||
|
11
|
|||||||
|
in het andere leven het eeuwige geluk deelach-
tig worde, en dat ik hier, mijne tranen niet de uwe mengende, mij waardig make met U in * den hemel te heerschen. Onze f ader. Wees gegroet.
Ontferm, U onzer, Heer! ontferm U onzer.
|
|||||||
|
ZESDE STATIE.
HET AANGEZIGT VAN JESUS WORDT DOOR VERONICA
MET EEN\' ZWEETDOEK AFGEDROOGD. Wij aanbidden U! Christus ! en loven U,
Omdat Gij door Uw kruis de wereld verlost hebt.
Deze 6C Statie stelt de plaats voor, waar de H. Veronica
het aangezigt van Jesus met een doek afdroogde. Beschouw, mijne ziel, op dezen zweetdoek
de misvormde gelaatstrekken van den onder de folteringen bezwijkenden Jesus, en tracht dit welgelijkend afbeeldsel van den grooten Lijder onuitwischbaar in uw verteederd hart te drukken. O, hoc gelukkig zoudt gij zijn, indien deze aanbiddelijke wezenstrekken u bij al uw doen en laten steeds voor den geest ston- den! Hoe zalig zou uw sterven zijn, indien gij in uwen doodstrijd dit indrukwekkend af- beeldsel voor oogen had! Smeek uwen Godde- lijken Meester om eene zoo groote genade: GEBED.
Mijn lijdende Heiland! druk uwe heilige
|
|||||||
|
12
|
|||||
|
gelaatstrekken zoo onuitvvischbaar in mijn
hart, dat ik dag en nacht aan U denke, dan zal uw smartelijk lijden mij altijd zoo leven- dig voor den geest staan, dat ik mijne zon- den onophoudelijk beween. Ach! ik maak het besluit mij tot aan mijn laatste uur met dit brood der smarte te voeden en mijn zondig leven gedurig te verfoeijen. Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm U onzer. Heer! ontferm U onzer. ZEYENDlT STATIE.
JESUS VALT TEN TWEEDEMALE ONDER HET KRUIS.
Wij aanbidden U, Christus! en loven U,
Omdat Gij door Uw kruis de wereld verlost hebt. Deze 7e Statie stelt de plaats voor, waar Jesus voor de tweede maal onder den last des kruises viel. Beschouw, mijne ziel, beschouw uwen op
den grond liggenden Verlosser! Overstelpt van droefheid, verguisd door Zijne vijanden, ligt Hij daar ten spot voor het baldadig gemeen. Overweeg, dat uw hoogmoed de oorzaak van dezen val is; dat Jestjs met het aangezigt ter aarde ligt, om voor uwe hoovaardigheid te boeten. Ach ! maak toch eindelijk het besluit, om uw trotsch hoofd te buigen en neem u, met een door smartelijk berouw bewogen hart voor, U voortaan voor alle schepselen diep te vernederen. Zeg tot uwen Jesus : |
|||||
|
18
|
|||||
|
GEBED.
O mijne beminnelijke Verlosser! ofschoon
ik U hier onder den last des Kruisbooms zie bezwijken, erken ik echter Uwe Almagt, ik smeek U dus, elke gedachte van hoogmoed, eerzucht en eigenliefde uit mijn gemoed te verbannen, opdat ik voortaan, doordrongen van het besef mijner nietigheid, elke verach- ting en vernedering gaarne omhelze. Dan zal ik door deze ware inwendige en opregte nederigheid, die U zoo aangenaam is, het geluk smaken U van dezen zoo smartelijken val op te beuren. Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm U onzer, Heer! ontferm U onzer.
ACHTSTE STATIE.
JESUS TROOST DE VROUWEN VAN JERUZALEM.
Wij aanbidden U, Christus! en loven U,
Omdat Gij door Uw kruis de wereld verlost hebt. Deze 8C Statie stelt de plaats voor, waar Jesus de bedroefde
en Hem beweenende vrouwen van Jeruzalem vol
goedheid troost.
Overweeg, mijne ziel, dat gij meer dan ééne
reden hebt om te weenen, niet alleen over Jesus, die voor u lijdt; maar ook over u zelve, die wel verre van een verstorven en boetvaardig leven te leiden, u aan de zondige vermaken der wereld overgeeft en daardoor |
|||||
|
14
|
||||
|
uwen lijdenden Heiland zoo dikwijls bedroeft.
Hoe! bij den aanblik van zoo veel lijden zou uw hart versteend blijven! Dat dan ten minste het gezigt van Jesus, die dezer weenende vrouwen zooveel liefde en medelijden bewees, uav tranen afperse. Zeg hem met een van droef- heid en berouw doordrongen hart. GEBED.
O liefderijke Zaligmaker! waarom stort mijn
hart zich niet uit in tranen van een waar- achtig berouw! Mijn Jesus ! schenk mij de gaaf der tranen, Ik vraag ze U, die tranen van droefheid en mededoogen; opdat ik mij daar- cloor datzelfde . medelijden waardig make; hetwelk Gij aan die bedroefde vrouwen van Jeruzalem bewezen hebt. Vergun mij dezen eenigen troost: mij in dit leven niet een blik van toegenegenheid aan te zien, opdat ik U zonder vrees aanschouwe in het uur van mij- nen dood. Ome Vader. Wees gegroet.
Ontferm U onzer, lieer! ontferm U onzer.
NEGENDE STATIE.
JESUS VALT TEN DERDEMALE ONDER HET KRUIS.
Wij aanbidden U, Christus ! en loven U,
Omdat Gij door Uw kruis de wereld verlost hebt.
Leze 9e Statie stelt de plaats voor, waar Jesus voor de
derde maal onder het kruis op den grond valt. Ach! hoepijulijk was deze val voor mijn lieven
|
||||
|
15
|
|||||
|
Jesus ! zie, mijne ziel; met welk eene woede
de krijgsknechten dit lam, de zachtheid zelve, voortsleuren; zie hoe zij Hem stooten, slaan en tegen den berg optrekken. Ach, zondaar! Gij zijt het, die den Zoon Gods zoo mishandelt. Uie gefolterde God, die onder den voet ge- trapte God, verdient Hij uwe tranen niet? Ach! haast n dan Hem al weenende te zeggen: GEBED.
Almachtige God, die hemel en aarde op Uwe
hand draagt, leer mij, wie U zoo pijnlijk doet vallen ! Ach! het is mijn gedurig hervallen, het zijn mijne bij herhaling gepleegde misdaden. Doof de eene zonde op de andere te stape- len heb ik Uw lijden gedurig vernieuwd. Maar zie mij vol berouw aan uwe voeten liggen, vast besloten mijn zondig leven te eindigen. Ja, duizend en duizend malen zal ik deze woorden herhalen, die met mijne tranen en zuchten zullen gepaard gaan. Nimmer, o mijn God! nimmer zal ik meer zondigen, neen, nimmer zal ik U meer beleedigen. Onze Fa der. TFees gegroet.
Ontferm U onzer, Heer! ontferm U onzer.
TIENDE STATJE.
JESUS WORUÏ ONÏKLEEn EN MET GAL GEI,AAFD.
Wij aanbidden U, Christus, en loven U,
Omdat Gij door Uw kruis de wereld verlost hebt.
|
|||||
|
16
|
|||||
|
Deze 10e Statie stelt depliats voor, waar Jesus van zijne
kleedtren beroofd en met gal gelaafd werd. Beschouw, mijne ziel, uwen Jesus ! Zie, hoe
onbarmhartig men hem zijne kleederen van het verscheurd en opengereten ligchaam trekt j hoe bitter de gal is waarmede men zijne lippen laaft. Zoo boet Jesus door zijne naakt- heid uwe onzedigheid en ijdelheid in het kleeden, zoo wordt Hij met gal gelaafd, om voor uwe onmatigheid in eten en drinken voldoening te geven! Wat gevoelt gij bij deze overweging ? wilt gij Hem nog meer bedroe- ven, noch dieper grieven ? Ach! neen, werp u voor uwen ontkleeden Jesus neder en zeg Hem: GEBED.
Lijdende Verlosser! welk een verschil tus-
schen U en mij! Gij baadt nu in uw bloed, Gij zijt bedekt met wonden, Gij wordt met bittere gal gedrenkt! En ik, ik zoek slechts vreugde jaag de ijdele genoegens der wereld na en wil mij in wellust baden! Ach neen! mijn Je- sus! ik ben niet op den regten weg. Geef, o mijn God! dat ik mijn leven verandere, en ver- meng de genoegens van het tegenwoordige leven met zooveel bitterheid, dat ik, in de bitterheid van uw lijden alleen smaak vindende, eindelijk de vreugde des Hemels met U geniete. Onze Vader. Weet gegroet.
Ontferm. U onzer, Heer! ontferm U onzer.
|
|||||
|
17
|
|||||
|
ELFDE STATIE.
JESUS WORDT AAN HET KEU1S GKHECHT.
Wij aanbidden U, Christus ! en loven U, Omdat Gij door Uw kruis de wereld verlost hebt. Deze llc Statie stelt de plaats voor, waar Jesus aan het kruis werd vastgenageld. Overweeg, mijne ziel, overweeg, hoe on-
dragelijk de pijn moet geweest zijn, welke uw Verlosser leed, toen men zijne handen en voeten met ruwe nagelen doorboorde. Zie, hoe, onder deze marteling, zijne aderen en zenuwen worden opengereten; zie, hoe zijn teeder vleesch ver- scheurd wordt! Gevoelt gij u niet diep bewo- gen, stort gij geene tranen van medelijden, bij den aanblik van zooveel lijden, maar vooral bij de herinnering aan uwe ontelbare zouden ? Geef dan aan uwe droefheid vrijen loop en zeg : GEBED.
O Jesus, vol van liefde ! Voor mij aan het
Kruis gehechte Jesus! doorboor mijn hart, dat ongevoelig hart met uwe Heilige liefde en met uwe zalige vreeze. En daar het mijne zonden zijn, die U op eene zoo wreede wijze gewond hebben, zoo verleen mij, dat mijn droefheid al mijne ongeregelde hartstogten aan het Kruis hechte, opdat ik hier op aarde met U gekruist levende en stervende, met U verheerlijkt in den Hemel heersche. Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm U onzer, lieer! ontferm U onzer.
|
|||||
|
i
|
||||||
|
18
|
||||||
|
TWAALFDE STATIE.
JESUS HANGT EN STERFT AAN HET KRUIS.
Wij aanbidden (J, Ciikistüs! en loven U,
Omdat Gij door Uw kruis de wereld verlost hobt.
Deze 12° statie stelt de plaats voor, waar Jesus aan
het kruis geheeld, en omhoog toerd gelteven. Hef uwe oogen op, mijne ziel, en zie uwen
Jesus tusschen hemel en aarde aan den kruis- boom hangen! Beschouw ziju stervend gelaat; hoor, hoe Hij bidt voor hen, die Hem beleedi- gen: hoe Hij den goeden moordenaar den Hemel belooft; hoe Hij zijne moeder aan de zorgen van Joannes aanbeveelt; hoe Hij tot dezen zegt: ziedaar uwe moeder; hoe hij zijne ziel aan zijn\' Hemelschen Vader overgeeft; zie eindelijk, hoe Hij zijn hoofd buigt en sterft. Jesus is dus gestorven!.... Gestorven aan een schandelijk kruis! Gestorven voor u, mijne ziel! Wat gevoelt gij bij deze overdenking ? Ach! wacht uw Avel deze plaats te verlaten, zonder een opregt berouw over uwe zonden te hebben opgewekt; omhels het kruis en zeg tot Jesus! GEBED.
Mijn beminnelijke Zaligmaker! ik erken en
belijd, dat mijne zonden de onbarmhartige beulen zijn geweest, die U het leven benomen hebben. Ik verdien dan ook geene vergeving; ik heb geene aanspraak op uwe liefde; maar nu ik U aan het kruis hoor bidden voor hen, |
||||||
|
19
|
|||||
|
die U gekruist hebben, o mi gevoel ik mij we-
der opgebeurd, nu herleeft in mij de hoop op genade. Ach ! wat zal ik dan voor U doen, die zooveel voor mij gedaan hebt? Zie mijn Je- sus! ik ben bereid, uit liefde voor U, vergeving te schenken aan allen, die mij beleedigen; ja, mijn God! ik vergeef hun allen, ik wensch hun alle goed, ik omhels hen als mijne broeders; daardoor hoop ik mij waardig te zullen maken, om in mijti laatste uur uit uwen mond deze liefelijke en troostvolle woorden te hooren: heden zult gij met mij in het Paradijs zijn. Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm U onzer, Heer! ontjerm U onzer.
DEJBÏ1ENDE STATIE.
JESUS WORDT VAN HET KRUIS GENOMEN.
Wij aanbidden U, Christus ! en loven U,
Omdat Gij door Uw kruis de wereld verlost hebt.
Deze 13c statie stelt de plaats voor, waar Jesus van het
kruis genomen, en in de schoot zijner bedroefde
moeder gelegd rcerd.
Welk een scherp zwaard van droefheid moet
deze troostelooze Moeder het hart doorboord hebben, toen zij het ontzielde ligchaam van haren Zoon in hare armen ontving ? Ach! hoe moeten de smarten van dat moederlijk hart vernieuwd zijn geworden, bij den aanblik van dit met wonden overdekt ligchaam! Maar wat |
|||||
|
20
|
|||||
|
was de oorzaak van dit ziele leed ? Wat was
het zwaard, waardoor dit teederminnend hart gewond werd ? Het was de zonde, want voor de zonde was haar Zoon gestorven. Beween dan, mijne ziel, beween die wreede zonde, en uwe tranen vermengende niet die der be- droefde Moeder, zeg haar: GEBED.
O Koningin der Martelaren! wanneer zal
ik waardig zijn, uwe smarten te beseffen en met U te weenen, door ze steeds in mijn hart te gevoelen! Verleen mij, treurende Moeder, dat ik dag en nacht mijne misdrijven beweene, die U zoo veel lijden veroorzaakt hebben ; op- dat ik met mijne tranen bevochtigd, bezield docr de liefde, ondersteund door de hoop, van droefheid sterve, om eeuwig met U te leven. Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm U onzer Heer! ontferm U onzer.
veertïendeTtatie.
Wij aaubidden U, Christus en loven U,
Omdat Gij door Uw kruis de wereld verlost hebt.
Deze laatste statie stelt het graf voor, waarin het
ligchaam van Jesus gelegd werd. Overweeg, mijne ziel, hoe bitter de H. Jo-
annes én de overige vrienden van Jesus ween- den, toen het ligchaam van hunnen Meester in. het graf werd nedergelegd! Maar tracht vooral te beseffen, in welk een\' verlaten toe- |
|||||
|
21
|
|||||
|
stand Maria zich bevond, toen zij zich van
haren geliefden Zoon beroofd zag! Kunt gij deze tranen zien, zonder u te schamen, dat gij, gedurende deze heilige oefening, zoo wei- nig medelijden gevoeld hebt? Haast u dan, ü bij deze laatste statie te veranderen, te vertee- deren ; kus in den geest den steen, die het graf uws Verlossers sluit; laat uw hart als een onderpand uwer liefde daar en rigt tot uwen voor u gestorven Zaligmaker het volgende ge- bed, dat gij met uwe zuchten en tranen zult la* ten gepaard gaan. GEBED.
Mijn Jesus ! oneindig barmhartige Jesus ! die
uit liefde tot mij den zoo smartelijken Kruisweg hebt willen bewandelen, ik aanbid U hier in uw graf besloten en voor mij ontzield. Maar o hoe gaarne zou ik U in mijn hart opsluiten, in mijn hart dat zoo arm aan deugden is, opdat ik met U vereenigd, tot een geheel nieuw leven der genade verrijze en met volharding ten einde toe sterve! Ach! verleen mij dan door de ver- diensten van uw heilig lijden, dat het Heilig Sacrament van uw Vleesch en Bloed mijne laatste spijs zij, dat de liefelijke namen van Jesus en Maria mijne laatste woorden moge wezen; dat mijne laatste zucht zich vereenige met dien zucht, welken Gij voor mij aan het Kruis geslaakt hebt. Verleen mij eindelijk, |
|||||
|
22
|
|||||||
|
dat ik met een levend geloof, een vaste hoop
en vurige liefde niet U en voor U sterve, ten einde met U te heersenen door de eindelooze eeuwen der eeuwen. Amen. Onze Vader. Wees gegroet.
Ontferm U onzer Heer ! ontferm V onzer.
|
|||||||
|
SLUITGEBED.
Hartelijk dank, zij U, o Heer! voor al uwe
weldaden en inzonderheid voor die weldaad, welke gij mij nu weder bewezen hebt, door mij op dezen Kruisweg te ondersteunen. Ik mogt mij dan gedurende dezen tijd eens van het aardsche losseheuren, mij in de geheimen van uw lijden verdiepen, en daaruit heil- rijke lessen inzamelen. O! dat deze oefening dan ook werkelijk strekke tot verbetering van mijnen wandel, tot zaligheid mijner ziel. Geef, goede Jesus! dat zij ook aan die af- gestorvene geloovigen voordeelig zij, voor welke ik dezelve heb opgedragen; en mog- ten dezen die aflaten niet noodig gehad heb- ben, gewaardig U dan, dezelve aan die zie- len toe te voegen, voor welke geene bijzon- dere gebeden gestort worden, en die aan |
|||||||
|
28
|
||||||
|
mijne hulp de meeste behoefte hebben: be-
schik over dezelve, gelijk het U behaagt. Eindelijk verleen mij, dat ik uw heilig
Lijden bestendig in mijne gedachten nebbe, mijnen wandel daarnaar regele, en tot den laatsten adem mijns levens in de deugd vol- harden moge. Amen. Zes maal Ome Vader, enz.
|
||||||
|
.
|
||||||
|
24
|
||||||||
|
•planrtw fitftfac iïtanae Dtrjjims.
|
||||||||
|
Stabat Mater dolorosa
Juxta Crucera lacrymosa, Puin pendcbat Pilius : Cu jus animam gementem Contristatam et dolentem Pertransivit gladius. O quam tristis et afflicta
Fuit illa benedicta Mater Unigeniti!
Quac moerebat etdolebat, Pia Mater dum videbat Nali poenas inclyti.
Quisc3thomo,quinonflcret,
Ciiristi Matrem si viderct In tanto supplicio?
Quisnonpossetcontristari Christi Matrem contemplari Dolentem cum Filio?
Pro peecatis suae genlis,
Vidit Jesum in tormcntis Et flagellis subditum.
Vidit suum dulcemNatum Moricndo desolatnm Dum emisit spiritum.
Eja Mater, fons amoris,
Me sentire vim doloris Fac ut tecum lugeam.
Fac ut ardeat cor mcum In amando Christum Deum 1\'t sibi complaneam.
|
||||||||
|
Sancta Mater istud agas,
Crucifixi fige plagas Cordi meo valide;
Tui Nati vulnerati, Tam dignati pro me pati Poenas mecum divide.
Fac me tecum pie fiere,
Crucifixo condolere, Donec ego vixero;
Juxta Crucem tecum stare, Et me tibi sociare In planctu dcsidero.
Virgo virginum praeclara,
Mihi jam non sis amant, Fac me tecum plangere:
Facutportcm Clnïstimortem Passsionis fac consortem Et plagas recolere.
Fac me plagis vulnerari,
Fac me Crucc inebriari Et cruore Filii,
Flammis ne urar succensus Per te, Virgo, sim defensns ■ In die Judicii.
Christe, cumsithinc exire,
Da per Matrem me venire Ad palmam victorire.
Quando corpus morietur, Fac ut animae donetur. Paradisi gloria. Amen. |
||||||||
|
Bij den uitgever dezes is verschenen:
Geleider voor Jongelieden
NAAR GODES H. TEMPEL
EN NAAR DE CONGREGATIE.
BOOR EEN K. K. PKIESTEB.
Bijna 800 pagina\'s op best papier, in bevallig
formaat en net gebonden . . . . 65 Ct. Lederen band verguld op snee . . . 90 „
Manier om de h. mis te dienen . . 10 „
(Met bisschoppelijke goedkeuring).
5 Ex. franco docr het geheele rijk . . 50 „ LasatiSSe, het gelukkige jaar . . . 65 „
Godvruchtige Gezangen voor het Broeder-
schap van Kevelaar......30 „ Gedachtenis aan den grooten dag 30 „
Linnen band met vergulden stempel. 45 „
E. Vogels, 42 Kruiswegoefeningen. Le-
deren band.....90 „
„ Zestal Novenen . . . . 15 „
,. Handleiding tot het bidden
van het Koozenhoedje der
onb. ontvangenis. . . . 1 0 „ Verschillende Kruiswegoefeningen, waar-
onder met grootere letter . . 10 „
|
|||||||
|
___
|
|||||||