|
Vak 89
7 GÓUDKORRELS. I 3.
|
||||||||||||||
|
nm KLEINE MAAND
VAN HET
|
||||||||||||||
|
i.
|
||||||||||||||
|
\'Godvruchtige oefeningen
op iederen dag
DER MAAND JUNI
door een R. K. Priester.
|
||||||||||||||
|
\'JJerde druk.
■
(X |
||||||||||||||
|
£•\'.:■"
Breda,
*• - De Prius-C\'ardiuaal, D, 64.
EDUAUD VAN WEES,
UITGEVER.
|
||||||||||||||
|
~&
|
||||||||||||||
|
1 Kleine Maand van den II. Joseph... J 0,10
|
|||||||||
|
i „ „ van Maria.............
3 „ „ van het H Hart......
4 Leve Maria...............................
5 De burger Zouaven.....................
6 Geestelijke Leiddraad..................
7 Herinnering aan het Christ. Huisgezin.
|
0,10
0,10 0,10 0,05 0,05 0,05 |
||||||||
|
8 Het Vagevuur en de Hemel op den
Kruisweg overwogen................
0 Aan den voet des Altaars.............
10 Oefening van Godsvr. tot den H Jozef.
11 De H. Jozef en het Kind, dat zich tot de
Eerste H. Communie voorbereidt..
12 De Vriendenstem........................
13 Kruisweg voor en na de H. Communie
14 De Godsvr tot den Engelbewaarder.
15 Vergeef ons onze schulden............
16 Jesns in het Tabernakel...............
17 Bloempjes ter eere van Mariajrergaard.
18 Laten wij tot het Tabernakel gaan.
19 Ken week in het H. Hart van Jesus...
20 Korte bemerkingen op eenige grond-
waarheden van het H. evangelie
21 Komt allen tot mij! het H HartvauJe-
sus w ons onderrichten en troosten
22 Maria is uwe Moeder..................
23 Aan de voeten van I t............
24 Hebt de waarheid lie»..................
25 Vlucht de Ledigheid....................
26 Het Kruisteeken ........................
27 De Bruid van Jesus.....................
28 Kleine maand November, Allerzielen.
29 „ ,, December ...............
|
|||||||||
|
DE KLEINE MAAND &£ fy \\ \\
|
||||||||||
|
VAN HET
|
||||||||||
|
E HART W JESUS.
ixodvrucfytige oefeningen
op iederen dag
DER MAAND JUNI
door een B. K. Priester.
ZDerde druk. |
||||||||||
|
. tBKDA,
Be Prins-Cardinaal, I), 64,
E3DTJA.HID -VA.3ST -WEES, Boekhandelaar-Uitgever.
|
||||||||||
|
Wfi.
|
||||||||||
|
Ü
|
||||||||||
|
AKTE VAN TOEWIJDING
aan het
H. Hart van Jesus,
goedgekeurd bij decreet van de heilige Congregatie
der Ritussen van 22 April 1875. O Jesus, mijn Verlosser en mijn God! niettegen-
staande de groote liefde, welke Gij den menschen toedraagt, voor wier verlossing Gij al uw kostbaar Bloed vergoten hebt, hoe weinig beantwoorden zij aan deze liefde, en zelfs hoe zeer beleedigen en verguizen zij U, vooral door de godslastering en door de ontheiliging der feestdagen I Ach I kon ik nw goddelijk Hart eenige voldoening schenken, kon ik zooveel ondankbaarheid en miskenning herstellen, |
||||
|
welke Gij van den kant des grootsten deels der
menseben hebt te verduren! Ik wilde U knnnen toonen, hoezeer ik verlang te beminnen en te eeren dat aanbiddelijk Hart, zoo vol van teederheid, ten aanschouwe van de geheele wereld, en alzoo nwe glorie vermeerderen. Ik wilde te kunnen verkriji" u de bekeering der zondaren, de onverschilligheid afwerpen van zoovele anderen, die, ofschoon zij \'t geluk hebben tot nwe Kerk te bebooren, de belangen uwer glorie en der Kerk zelve, nwe Bruid, niet ter harte nemen. Jk wilde nog kunnen verkrijgen, dat die katho-
lieken, welke niet ophouden zich als zoodanig te toonen door vele uiterlijke liefdewerken, maar die, al te zeer aao hunne meeningen gehecht, weigeren zich te onderwerpen aan de uitspraken der Heilige Stoel en gevoelens koesteren, die in tegenspraak zijn met haar leerambt, tot zich zelven komen, door zich te overtuigen, dat hij, die de Kerk niet hoort. God niet hoort,\' die met Haar is. Om deze zoo heilige doeleinden te verkrijgen, en om daarenboven te verkrijgen de zegepraal en den duurzamen vrede dezer Kerk, uwe onbevlekte Bruid, bet welzijn en den voorspoed van uwen Stedehouder op aarde, om te verkrijgen, dat Hij zijne heilige meeningen vervnld zie, en ook opdat de gansche geestelijkheid zich meer en meer heilige en IJ aangenamer worde, en voor zoovele andere doeleinden, welke Gij weet, o mijn Jesusl dat met nw goddelijken Wil overeenkomen en die op eenige wijze tot de bekeering der zondaren en tot de heiliging der rechtvaardigen kunnen strekken, opdat wij eens de eeuwige zaligheid onzer zielen |
||||
|
bekomen, en eindelijk omdat ik weet, o mijn Jesus!
aldus iets aangenaams te doen voor uw allerzoetst Hart; aan uwe voeten neergeknield, in tegenwoor- digbeid der allerheiligste Maagd Maria en van \'t geheele Hemelsche Hof, erken ik plechtig dat ik, om alle redenen der rechtvaardigheid en der dankbaar- heid, geheel en alleen U toebehoor, o Jesns Chris- tns, mijn Verlosser, eenige bron van alle goed voor mijn geest en mijn lichaam! en mij vereenigende met de meening des Opperpriesters, wijd ik mij zelven en alles wat mij toebehoort aan dit allerhei- ligste Hart, dat ik alleen wensch te beminnen en te dienen uit geheel mijne ziel, uit gebeel mijn hart, nit al mijne krachten, door beter nw wil te doen en al mijne verlangens met de nwe te vereenigen. Als openlijk blijk mijner toewijding, verklaar
ik plechtig aan U zelven, o mijn God I dat ik in de toekomst, ter eere van ditzelfde heilig Hart, naar de regels der heilige Kerk, de feestdagen van verplichting wil onderhouden en ze doen onder- houden door al de personen, over wie ik gezag en invloed zal hebben. Al deze heilige voornemens en besluiten nit uw
beerlijk Hart puttende, zooals nwe genade mij ze ingeeft, beb ik \'t vertrouwen van bet te kunnen geven eene schadeloosstelling voor zooveel beleedi- gingen , welke het van de ondankbare menschen- kinderen ontvangt, en voor mijne ziel en voor de zielen van al mijne nabestaanden, mijne en hunne zaligheid te verwerven in dit- en in het andere leven. Amen. |
||||
|
gg---------------------------------------------------------s i
Kleine Maand van het H. Hart.
I.
De teedere liefde van het H. Hart van Josus.
Eerste dag.
Laat ons bidden, opdat in deze maand door
niemand onzer familie eene doodzonde bedreven worde. Jesus met de kleine kinderen.
Jeans zit daar omgeven van zijne leerlin-
gen... onder de menigte heeft zijn vaderoog eenige kleinen opgemerkt, die zich vreesachtig aan hunne moeders klemmen en Hij strekt zijne handen naar hen nit. Die kleinen ver- staan dien harteroep en zij loopen naar Jesus die hen omhelst, hen zegent, ben bij zich houdt en hun van den Hemel spreekt. De apostelen zijn bang, dat die kinderen hunnen meester zullen vermoeien en willen ze verwijderen.... «Neen, zegt Jesus, laat de kleinen tot Mij komen." Treffend tooneel! Jesus, ik ben ook een kind ; ook ik kom tot
U geloopen, heb mij lief, zegen mij, spreek mij van den hemel. Als ik altijd onschuldig, eenvoudig, zachtaardig blijf, dan zult Gij mij altijd lief hebben, niet waar?... Och verjaag dan van mij alle gedachten, verlangens en genegenheden, welken uit mijn hart zonden wegnemen wat aangenaam is aan Jesns. Ik wil mij met veel godsvrucht voorbereiden
tot de H. Communie. 5S______________________________________» |
||||
|
OVERWEGING.
Het leven van Jesus in het Tabernakel
is een leven van aanbidding. Eerste Punt. God alleen komt de
akte van toewijding toe. Tweede Punt. Jesus alléén kan God
den Vader aanbidden, gelijk Hij het verdient. Derde Punt. Doch Jesus is zelf
God, en derhalve zijn wij Hem aan- biddiug schuldig in \'t allerheiligste Sacrament. |
||||
|
Kleine Maand van het H. Hart.
|
|||||
|
Tweede dag.
Laat 0D9 bidden voor de zielen, die in staat van doodzonde zich bevinden en aan gein biechten denken. Jesus en Lazarus.
Jesos staat bij bet graf zijns vriends en
weent. — O Jesus, gij bemint ze dus zeer uwe vrienden! Hoezeer treffen mij uwe tranen, hoe toonen zij mij de teederheid uws harten\' Zij wekken in mij eene even pijnlijke als roe- rende herinnering op, namelijk, van de dagen, waarop mijne ziel dood was voor de gratie en Gij tot haar kwaarut en weendet over haar lot... Mijn Engelbewaarder, van uwe tranen getuige, zeide, het woord der Joden herhalende: Hoe bemint Jesus dat kind I Heb dank voor uw goedheid, o God Lazarus verbond zich aan IJ..... ook ik wil
al de vermogens mijner ziel, ja heel mijn
wezen tot unen dienst besteden, en om nog beden te beginnen: Wil ik tronw zijn in de vervulling van al
mijne plichten om zoodoende aan God te be- hagen. |
|||||
|
OVERWEGING.
|
|||||
|
Het leven van Jesus in het Tabernakel
is een leven van voortdurende
verzoening.
Eerste Punt. Het Hart van Jesus
draagt zich daar aan zijn hemelscheD Vader op als een zijner Godheid waar- dig Zoenoffer voor de ontelbare zon- den der wereld. Tweede Punt. Dit leven van Jesus
is inderdaad en in waarheid een voort- durend offer. Deuue Punt. Het is onze plicht,,
dit goddelijk Hart eene voldoening te geven voor de beleediging, die men het juist daar aandoet, waar het zich voor ons opoffert. |
|||||
|
Kleine Maand van het H. Hart.
Derde dag.
Laat 0D8 bidden voor diegenen, aan wie God beden eene zware beproeving zal laten overkomen. Jesus en de weduwe van Na\'im,
haren zoon betoeenende. Op uwen leeftijd verbeeldt «ij u, dat ge
nooit zware beproevingen zult ondervinden. Helaas, ook o zullen die smarten overkomen die het hart folteren, door aan hetzelve het dierbaarste te ontnemen. Denkt in die ougen- blikken dat Jesus leeft, die al nwe smarten ziet en u zal troosten als gij tot Hem komt. Vooral in de H. Communie zegt Jesus ons toe|: «Weent niet.... Ik zal u brengen bij hen die gij lief hebt; komt verlaat mij niet meer.\'\' Geef mij Heer de begeerte naar de H. Com- munie. Daar is de ware troost.... daar vindt men Jen waren vrede.... daar, ik weet het, wordt men nooit bedrogen... daar hoor ik zoo graag die teederé woorden: • Weent niet."
Ik zal met vurigheid Jesus bezoeken in Zijn
11. Sacrament. |
||||
|
OVERWEGING.
|
|||||
|
Het leven van Jjesus in het Tabernakel
is een leven des gébeds. Ebrstk Punt. Jesus weet, dat wij
zonder de genade niets ter onzer za- ligheid vermogen. Tweede Punt. Ter liefde voor onze
zaligheid laat Hij zich dag en nacht in het Tabernakel opsluiten. Derde Punt. Hij is onze Hooge-
priester in eeuwigheid, om voor ons een Voorspreker te zijn. (Hebr. 7.) |
|||||
|
Kleine Maand tan het H. Hart.
|
|||||
|
Vierde dag.
Laat ons bidden in vereeniging met allen
die heden eene H. Communie gedaan hebben. Jesus en de Samaritaansche vrouw.
Heer, ik zie U, vermoeid zitten aan den
rand van den put van Jacob, allen, die voor- bijgaan wachtende en tot hen zeggende; \'Geeft mij te drinken, ik heb dorst naar uw hart, geeft het Mij." Ik heb dorst naar uwe on- schuld, bewaart die voor mij." Hoe menig- maal, Jesus, heb ik U die aalmoes geweigerd om haar te geven aan de lichtzinnigheid, aan de driften, aan de ijdelheid!... En toch houdt Gij vol en blijft Gij dien vragen... O Jesus ja, thans wil ik U dien troost geven, dien Gij mij vraagt, en welke II als eene behoefte schijnt... wat wilt Gij dan heden van mij?... Trouw aan mijne plichten, liefde in mijne gebeden!... Hier ben ik, Heer!... vraag wat Gij wilt. Ik wil met meer aandacht mijne kleine
gebeden gedurende den dag verrichten. |
|||||
|
OVERWEGING.
|
|||||
|
Het leven van Jesus in het Tabernakel
is een leven van dankbaarheid. Eehste Punt. Alle gaven Gods ge-
worden ons door Jesus H. Hart, en dit Hart alleen kent derzelver volle waarde. Tweede Punt. Gelijk het deze ga-
ven uit liefde tot ons van den Vader smeekt, zoo dankt het ook den Vader onophoudelijk daarvoor, als zijnde het Hart van den voortreffelijksten Zoon. Derde Punt. Danken wij alzoo dit
H. Hart, en smeeken wij het den Vader voor ons te bedanken. |
|||||
|
ra
|
|||||||||
|
-»
|
|||||||||
|
Kleine Maand van het H. Hart.
|
|||||||||
|
Vtffde dag.
Laat ons bidden voor de zwakke zielen,
die op het punt staan te vallen in het kwaad. Ji\'sus en de bedroefde vader, die Hem
bidt om zijn kind ie genezen. Het Hart van Jesns kan aan geen tranen
weerstaan, vooral niet als die voor anderen gestort worden... «Ga, zegt Hij, tot dezen minnenden Vader, ga, nw zoon is genezen." Ach, wie onzer kent in zijne omgeving geene zielen, wier staat veel erger gevaarlijk is, dan die van dit kleine kind? Om ze te ge- nezen ga tot Jesus; bid, ween en wacht. O God, laat mij dra voor hen, die ik bemin
en die ik gaarne heilig zag, laat mij dra voor hen dit woord hooren: «Troost n, zij leven voor den hemel. Ik wil mij heden versterven door geen
enkel woord te spreken. |
|||||||||
|
«2—________________________________$
|
|||||||||
|
OVERWEGING.
|
|||||
|
Het leven van Jesus in het Tabernakel
is een leven van heiligheid. Eerste Pust. De heiligheid bestaat
in de vervulling van Gods heiligen wil. Tweede Punt. De wil van God is
niet anders, dan onze heiliging en hiernaar juist streeft Jesus in het\' Tabernakel. Derde Punt. Wee ons! indien deze
bron van heiligheid ons niet heiligt. |
|||||
|
Kleine Maand van het H. Hart.
|
|||||
|
Zesde dag.
Laat ons bidden in vereeniging met de
Religieusen, die gedurig het stilzwijgen be- waren. Jesui en de lamme aan den vijver.
38 jaren lang ligt daar die ongelukkige,
zijne genezing afwachtende zonder te denken om die te vragen aan Hem, die alleen hem deze kan geven, aan den goeden God... Jesns gaat voorbij... de zieke denkt evenmin aan Jesns, maar deze goede meester zegt tot hem: wilt gij genezen worden?.... Ik heb niemand om mij te helpen, is het antwoord. Ach, gij kent dus Jesus niet, arme ongelukkige! vraag Hem om genezing... Hij vraagt het niet eens en toch geneest hem Jesus... O Jesns, wat zijt Gij goed, zelfs zonder dat men het U vraagt schenkt Gij uwe weldaden, en zondt Gij dan mij verlaten, als ik U om bolp roep. Neen, neen, dat is onmogelijk! Ik zal vandaag een liefdewerk doen, om
aan God te behagen. |
|||||
|
OVERWEGING.
|
|||||
|
Het leven van Jesus in het Tabernakel
is een leven van ootmoed. Eerste Punt. De deugd van oot-
moedigheid bestaat voornamelijk in de verberging der voortreffelijkheden; Jesus God in broods-gedaante. Tweede Punt. De ootmoedigheid
toont zich in het verdragen der be- leedigingen; Jesus — wordt veracht, — bemint en zwijgt. Dekde Punt. Eindelijk toont zich
de ootmoed in de volslagene ont- hechting van zich zelveu. God ter eer wordt Jesus — zelf God — onze spijze. |
|||||
|
Kleine Maand van het H. Hart.
|
||||||
|
Zevende dag.
Laat ons bidden, opdat wij ons voordeel
doen met de onderrichtingen ons gegeven. Jesus en de melaalsche.
Hoort dien barteroep, dien kreet vol be-
trouwen en vol liefde; «Heer, indien Gij wilt, Gij kunt mij genezen," en tegelijkertijd, zegt het Evangelie, wierp de roelaatsche zich op de knieën en smeekte met saamgevouwen han- den. Jesus houdt stil, strekt zijne hand uit en raakt de wonden van den zieke aan. «Ik wil het zegt hij, wordt genezen..." O, waarom word ik piet genezen van mijne hoovaardigheid, vau mijne zinnelijkheid, van mijne nalatig- heid, ik, die IJ zoo dikwijls mag aanraken in de H. Commonie? Zon het betrouwen mij ontbreken? Mijn Jesus, ik geloof, ik betrouw. O, genees mij! Ik zal vandaag in de Kerk mijn gebed
storten, alsof ik daar werkelijk Jesns zag. |
||||||
|
2
|
||||||
|
OVERWEGING.
|
|||||
|
Het leven van Jesus in hel Tabernakel
is een leven van gehoorzaamheid. Eerste Pint. Gehoorzaamheid als
deugd, is onderwerping van onzen eigen wil aan dien van een ander, dewijl men den wil des anderen als den wil van God aanziet. Tweede Punt. Jesus leeft in het
Tabernakel in de diepste onderwer- ping aan den wil zijns hemelschen Vaders, — en ik zou hem willen wederstaan ? DüjtDK Punt. Jesus gehoorzaamt
in het Tabernakel zelfs aan den on- waardigsten priester, — en ik zou mijne rechtmatige overheden willen tegenspreken. |
|||||
|
Kleine Maand van het H. Hart.
|
|||||
|
Achtste dag.
l.aat ons bidden, opdat de goede God ons
de gratie geve om de bekoringen te over- winnen. Jesus en de bedrukten.
Welk een indruk moesten deze woorden van
Jesus niet op de harten maken: Komt tot Mij, allen die belast en beladen zijt, ik zal u verkwikken. Nog niemand bad ooit zoo gesproken; nog niemand was zoo welwillend geweest als Jesus. Men ziet het dan ook, de armen, de zieken, de verlatenen omgeven Hera, wie trok zich hen vroeger aan? Wie verjoeg ze niet uit zijn gezelschap? O Jesus geef mij een goed hart, leer mij diegenen beminnen, die niemand lief heeft, hen te zoeken, die ieder verstoot. Leer mij velen te troosten in mijn leven. Ik zal trachten vandaag nog iemand van
dienst te zijn. |
|||||
|
OVERWEGING.
|
|||||
|
Het leven van Jesus in het Tabernakel
is een leven van voortdurende
verzaking.
Eerste Punt. Wat zijn alle ker-
ken en tempels bij Gods glorie in den Hemel. Tweede Punt. Wat zijn onze wei-
nige lauwe gebeden bij de koren der Engelen en der Heiligen. Derde Punt. Dit alles zou het
Hart van Jesus met vreugde weg- schenken, indien het daardoor onze liefde zou verwerven; doch waar is ons hart? |
|||||
|
Kleine Maand van het H. Hamt.
|
|||||
|
Negende dag.
Laat ons bidden voor hen, die ons de
meeste liefde toedragen. Jesus verdedigt Maria Magdalena.
Ja, zij was schuldig geweest Ma^duleua, maar
zij had berouw en weende aan de voeten van Jeans. Meer is er niet noodig om het hart van den goeden Meester te raken. Hij ver- geeft niet slechts, maar hoor, hoe Hij hare verdediging op zich neemt, tegen hen die in hun binnenste zeiden; «Zij is een zoi.da- res." Zij bemint meer dan gij, antwoordde Jesus. Ik kwam bij u, gij hebt mij geen water gegeven voor mijne voeten en zij hei ft ze met hare tranen besproeid; gij hebt mij geen kus van vrede gegeven en Zij heeft niet opgehouden mijne voeten te kusseD.....
Daarom zeg ik tot haar: Ga in vrede, alles
is u vergeven. I.ea van medelijden, welke ik niet mag vergeten, o God. Misschien zijn zij, die ik iu mijn binnenste weinig tel en zelfs beschuldig, meer bemind bij God, omdat zij Hem meer beminnen. Ik zal waken op mijne oordeelvellingen om
van niemand kwaad te denken, en als ik nog ooit vermetel oordeel, zal ik mij aan den maaltijd versterven. |
|||||
|
OVERWEGING.
|
|||||
|
Het leven van Jesus in het Tabernakel
is een leven van ijver voor Gods eer. Eerste Punt. God te verheerlijken
is het eenige en laatste doel der zicht- bare schepping. Tweede Punt. De redelooze schep-
selen bereiken met noodzakelijkheid hun doel; hoevele met verstand be- gaafde schepselen echter misbruiken hunne vrijheid en verzetten zich mis- dadig tegen Gods plannen! Deeüe Punt. Allen wensehte Jesus
tot zijn Vader te brengen, en hoe wordt Hij gedrongen hen te redden; daarom leeft Hij in het Tabernakel, maar hoe weinige menschen bekom- meren zich, om Hem en om Gods eer! |
|||||
|
s, ®
Kleine Maand van het H. Hart.
|
|||||
|
Tiende dag.
Bidden wij voor heo, die het meest bet
gebed Doodig hebben. Jesus en het volk zonder brood in de wotttijn.
Wel roerende woorden ! Jesus ziet de me-
nigte, welke in haren ijver, het noodzakelijke tot onderhoud des levens vergeet en zegt: «Ik heb medelijden met de schare, reeds drie dagen volgen zij mij en zij hebben niets te eten... Ik wil ze niet zonder eten wegzen- den, uit vrees dat hunne krachten zouden bezwijken .. O goede Meester, Gij denkt dos aan alles, aan alles en ik zon mij ongerust maken I... Och, als ik 1.\' volg, als ik U dien, zonder zelf aan mijn stoffelijk leven te denken, kan ik mig verzekerd zijn, dat Gij er voor zondt zorgen, al moest er ook een wonder geschieden. O mijn God, hoe goed begrijp ik thans dat andere woord: Zoek eerst het rijk Gods en al het overige zal u worden toegeworpen! De wereld begrijpt het niet. De wereld lacht er mede. Maar ik mijn God, ik geloof — ja ik geloof. Ik zal een tientje van het rozenhoedje bid-
den, om aan de H Maagd, de deugd van overgeving aan de Goddelijke voorzienigheid te vragen. SS______ü_______________________________________l |
|||||
|
OVERWEGING.
|
|||||
|
■> Het leven van Jesus in het Tabernakel
is een leven van lankmoedigheid. Eerste Punt. Langmoedigheid is
God, d. w. z.: Hij heeft groot ge- duld met onze zwakheden, en Hij vertraagt de ure der vreeselijke wraak- oefening aan onze boosheid, ten einde ons tijd ter bekeering te geven. Tweede Punt. Jesus. met belee-
digingen overladen en de dagelijksche getuige van alle zouden der wereld, houdt de straffende hand zijns Vaders terug. Derde Punt. Uit het Tabernakel
klinkt daarom Jesus\' stem vol min- zaamheid tot ons hart, om Gods lang- moedigheid niet te misbruiken en geen spel met de eeuwigheid te wagen. |
|||||
|
Kleine Maand van het H. Hart.
|
||||||||
|
Elfde dag.
Bidden wij om een grooten afschrik van
de zonde. Jesus en de apostelen, die straf eischten
voor de /Samaritanen. De inwoners van Samarië wilden Jesns niet
ontvangen; zij verjoegen Hern uit hunne muren. De verontwaardigde apostelen zeiden: Heer, wilt Gij dat wij het vuur des hemels doen nederdalen op die ondankbare bewoners om ze te vernietigen? Doch Jesus antwoordde: de Zoon des raenschen is niet gekomen om de zielen te verdelgen maar om ze zalig te maken. O Jesus, wat zijt gij goed en nu begrijp ik waarom de dood mij, na zoovele zonden, niet is komen verrassen. De duivel zocht mijn verderf, maar Gij, o Je-us, hebt hem weer- houden. O Jesus, geef dat ik U dankbaar zij. Ik zal trachten vandaag te spreken over
den goeden God. |
||||||||
|
9
|
||||||||
|
W-
|
||||||||
|
OVERWEGING.
Het leven van Jesus in het Tabernakel
is onze hoop en ons vertrouwen. Eerste Punt. Om onzentwege heeft
het H. Hart van Jesus daar zijn troon opgericht en alle rijkdommen des hemels vergaderd. Tweede Punt. Van daar kunnen
wij alzoo allen bijstand tot ons heil verwachten. Deuüe Punt. De hoop op bijstand
ter onzer zaligheid veronderstelt, dat wij een werkelijk verlangen naar onze zaligheid koesteren — en niets meer vluchten en schuwen, dan haar te verliezen. |
||||
|
m--------------------------------------"8
Kleine Maand van het h. Hart.
|
||||||
|
Twaalfde dag.
Laat ons bidden voor al de leden van onze familie. Jesus en de H Joannes ruslende op de
borst van den Zaligmaker. Welke beminnelijke vriendschap.\' \'t Is bijna
niet te begrijpen en toch, o mijn God, heb ook ik ditzelfde geluk van den H. Joannes, telkens als ik tot de 11. Tafel nader! O ware ik zuiver, gelijk hij Jesus beminde!
welke zoete oogenblikken zonde ik aan de voeten van het altaar doorbrengen, Jesus bij mij en in mij bezittende. Ik begrijp dit woord van een kind : De hemel is eene aan- houdende eerste Communie. Hen ik niet in den hemel na de H. Communie? Het Evan- gelie zegt niet dat Joannes veel met Jesus sprak, maar het zegt, dat hij de eenige apos- tel was, die op Calvarie zich bevond. O Jesus ook mij zult gij dan vinden. — Niets zal mij van U scheiden. Ik zal nog heden eene akte van eereboete
doen aan Jesus in het H. Sacrament. |
||||||
|
OVERWEGING.
|
|||||
|
Het leven van Jesus in het Tabernakel
is een leven van loutere liefde. Eerste Punt. Liefde tot zijn he-
melschen Vader, aan wien Hij zich opoffert. Tweede Punt. Liefde tot de men-
schen, voor wie Hij zich opoffert. Derde Punt. Liefde, onbegrensde
liefde jegens de zondaars, voor wie Hij afzonderlijk gaarne nog zwaarder offer op zich zou nemen, wanneer zij zich tot Hem bekeereu. En zulk een Hart verwaarloozen wij, laat ons koud en zonder deelneming. |
|||||
|
Kleine Maand van het H. Hakt.
|
|||||
|
Dertiende dag.
Laat ons bidden om veel godsvrucht te
krijgen tot de II. Maagd. Jesut en Petrus na zijne verloochening.
Arme apostul, welke knaging in zijne scliul-
dige ziel, hoe bang is hij om Jesns weer te zien! Misschien vol schaamte en bevend, zocht hij Hem te zien, zonder zelfs opgemerkt te zijn... Maar zijn goede Meester zocht hem ook, en o Jesns, wat lag er opgesloten in nw blik! O, het was niet de «gramschap", ook niet uw «beklag", nog minder «het ver- wijt", gramschap, beklag of verwijt zouden uw\' apostel den dood hebben aangedaan! Er lag niets dan liefde in Uw blik. Wat zijt Gij goed, o Jesns. Ach, hoe groot mijne fouten ook mogen zijn, ik zal IJ nooit ontvluchten. Ik zal nog heden een akte van hoop nit
het binnenste van mijn hart verwekken. |
|||||
|
GEBED.
|
|||||
|
O mijn liefste Jesus, alle Engelen moe-
ten U loven, alle menschen U danken en U prijzen, dat Gij ons in oneindige liefde uw kostbaar Hart met uwe Godheid, uwe Ziel en uw Lichaam in \'t H. Sacrament des Altaars geschonken hebt. O ik wensch- te, dat mijn hart een offeraltaar ware, waarop de wierook van loutere deugden onophoudelijk tot U omhoog steeg, wan- neer Gij bij mij uw intrek neemt. Dat ik toch een hart bezate gelijk Gij, om aan uwe lietde te beantwoorden! O eeuwig vuur, dat nooit uitdooft, o onbegrijpe- lijke liefde, die het koudste hart ontvlamt, verteer met uwen gloed al hetgeen, wat U in mijn hart versaagt! Wanneer zal de dag komen, waarop ik, de H. Communie ontvangende zeggen kan: Kom, o mijn Jesus, kom zonder vrees in mijn hart, Gij vindt daar geen uwer vijanden meer! O edelmoedigst Hart van Jesus, wanneer
zult Gij mij geheel met U vereenigen? Wanneer zal ik kunnen zeggen: Gij zijt de God mijns harten, mijn erfdeel in eeuwigheid ? |
|||||
|
®------------------------------------------------------------------2S
Kleine Maand van het H. Hart.
Veertiende dag,
Laat ons bidden voor de ongelukkige ver-
stokte zondaars. Jetus en de goede moordenaar.
Geheel het sterfelijk leven van Jesns kan
i in ée\'n woord uitgedrukt worden: «Barmhar- tigheid." Is dat ook niet zijn leven in het H. Sacrament ? Nooit heeft Hij iemand ver- stooten. Ten allen tijde ging hij ongeluk- kigen en schuldigen te gemoetl Altijd sprak Hij voor ons, zelfa voor hen, die Hem ver- stooten. Zoodra Hij in eene ziel den kleinsten wil opmerkte om tot het goede weer te keeren, had Hij voor baar de grootste voorkomend- heid, welke, zegt een heilige, ons bijna geneigd zouden tnaken om schuldig te zijn. De moor- denaar aan het kruis erkent zijne schuld, en hij, die slechts eenige oogenblikken meer te leven heeft, hoort deze troostende woorden: Heden zult gij met Mij zijn in het Paradjjs. O Jesus zeg ook deze woorden tot mij. Ik zal met meer zorg biechten. SS--------------------------------------------------------------Si |
||||
|
GEBED.
|
|||||
|
O mijn Heer en mijn God! Gij
noodigt mij, om mijne hand op uw hei- lig Hart te leggen. Doch hoe kunt Gij dit willen, vermits het immers deze hand is, welke U zoovele wonden heeft toegebracht! O konde ik het liefdevolle Hart mijns Vaders, dien ik zelf verra- den heb, kussen! Doch mijne lippen, zijn bevlekt met onbetamelijke en gods- lasterlijke gesprekken ! Zoo wil ik dan in den geest dit heilig Hart binnen- gaan! Heilig water wat uit de zijde mijns Verlossers stroomt, wasch al de vlekken mijner ziel af! Kostbaar bloed, reinig mijn hart van al deszelfs zonden! Hart, brandend van liefde, verteer in mij alle ongeregelde en zondige nei- gingen ! 0 allerheiligst Hart, wees mijne toevlucht, mijne hoop, mijn heil. In U wil ik van heden af aan leven, in U wil ik sterven, in U wil ik in eeuwigheid rusten. |
|||||
|
Kleine Maand van het H. Hakt.
|
|||||||
|
II.
De verlangens van het Hart van Jesus.
|
|||||||
|
Vijftiende dag.
Het eerste verlangen van het Hart van
Jesus is, de glorie zijns Vaders. Wij beminnen onze ouders, wij zouden wil-
len dat iedereen met ons zeide, dat er geen edeler, geen deugdzamer, geen grooter, geen beteren gevonden werden; eene beleediging onzen vader aangedaan, is ons ondragelijk. O, hoe vurig en vooral oprecht waren deze gevoelens in het Hart van Jesus. Hij wil niets dan de glorie zijns Vaders, de ijver voor Zijne eer verslindt Hem, Hij heeft honger en dorst om Hem te doen beminnen. O, laat ons Jesus helpen, laat ons spreken van den goeden God, laat ons werken voor den goeden God, laten wij van tijd tot tijd den kleinen kinderen een akte van liefde tot God verwekken. Ik zal vandaag al mijne gebeden doen,
opdat de goede God gekend en bemind worde. |
|||||||
|
GEBED.
|
||||
|
v. O allerbarmhartigste Jesus, ver-
hoor mijn gebed! r. Wil mijne smeekstem niet ver-
smaden. De genade uws Harten bekeere mij.
De glans uws Harten besckijne mij. De smart uws Harten doordringe mij. De wond uws Harten geneze mij. Het bloed uws Harten reinige mij. De verdiensten uws Harten heiligen mij. Het kruis uws Harten sterke mij. De kroon uws Harten versiere mij. De gloed uws Harten verwarme mij. De liefde uws Harten ontvlamme mij. De zoetheid uws Harten vertrooste mij. De vreugde uws Harten verblijde mij. Het bezit uws Harten verzadige mg. In aller eeuwen eeuwigheid. Amen. |
||||
|
Kleine Maand van het h. Haut.
|
|||||
|
Zestiende dag.
Bidden wij opdat de H. Maagd meer ei
meer moge gezocht en bemind worden. Het tweede verlangen van Jesus\' Hart is,
de eer der H. Maagd. O, hoe aangenaam is het aan Jesus, zijne
Moeder geëerd en bemind te zien! Die Moe- der , aan welke Hij zoo lang gehoorzaamd heeft; die Moeder, zoo deugdzaam, zoo heilig, zoo goed; die Moeder, welke Hij zooveel heeft zien lijden! Bemerk dan ook hoevele oefenin- gen van godsvrucht ter harer eer Hij ingeeft: hoe Hij allen zegent, die haar aanroepen; hoe Hij vrede en vreugde schenkt aan hen, die haar beminnen. O Jesus, lieve Jesus, wij willen uwe Moeder beminnen, wij zullen ten allen tijde de teederste godsvrucht tot Maria hebben. Ik zal vandaag nog, mij onder de hoede
stellen van de H. Maagd. |
|||||
|
GEBED.
|
|||||
|
Tot wien zou ik mij wenden, o aller-
zoetst Hart van Jesns, in al mijne nooden of die van N.N., tenzij tot U, Gij ware Vriend onzer zielen? Zegt Gij ons niet met overgroote liefde: »KomttotMij, gij die vermoeid en beladen zijt, en Ik zal u verkwikken!" O hoe menigwerf heb ik, in plaats van op U te vertrouwen, die uw leven voor mij gaf, op do liefde en vriendschap der menschen gebouwd, wier trouweloosheid en valschheid ik toch zoo dikwijls heb ondervonden! Doch, indien ik U ook in het verleden deze beleediging aandeed, zoo wil ik het in de toekomst niet meer doen. Ik beloof U, dat ik in al mijne twijfelingen, nooden en ellenden alleen tot U mijnen toevlucht wil nemen, om bij U licht, hulp en troost te bekomen. Van nu af aan zult Gij de Vriend wezen,
op wien ik steunen wil, en aan uwe vriendschap wil ik de voorkeur geven boven alle aardsche vriendschap, waaraan ik veel liever geheel vaarwel zeg, indien zij mij op eene of andere wijze gelegen- heid tot zonde zoude worden. |
|||||
|
m-----------------------------------------
Kleine Maand van het H. Hart.
|
||||||
|
Zeventiende dag.
Laat ons bijden voor de priesters, om hen
te helpen in de redding der zielen. Hel derde verlangen van het Hart van
Jeans is, de zaligheid- der zielen. Als het ons, gelijk den II. Joannes, eens
geoorloofd was om het hoofd te leggen op de borst van Jesus en ware het ons gegeven de slagen van zijn Hart te begrijpen, wij zouden deze woorden vernemen: de zielen, de zielen! "Ik wil de zielen redden." Waren wij minder begaan met de uiterlijke
zaken, wij zonden de smeekende stem van van Jesus hooren: Help mij de zielen redden. Eene ziel, welke zich verdoemt, is een tri- omph voor den duivel; het is een ongelnk- kige, die heel de eeuwigheid door, Jesus zal verweuschen. liedden wij de zielen: wij kunnen bet door
het goede voorbeeld, door onze woorden, vooral door ons gebed. Indien wij eene ziel redden dan redden wij de onze. Ik zal de Mis hooren tot bekcering der
zondaars. |
||||||
|
GEBED.
|
|||||
|
Allerheiligst Hart van Jesus, vol van
de teederste en vurigste liefde tot ons, hoe zou mijn hart ü niet beminnen, wanneer het de veelvuldige bewijzen uwer liefde overweegt! Helaas het is waar, dat ik tot dusverre aan deze liefde slechts zeer weinig beantwoordde en de liefde, welke ik U verschuldigd was, snoodaardig aan ellendige schepselen wegschonk. 0 wreek U, zoete Jesus, wreek U aan dit gevoelloos en ondank- baar hart. Oefen uwe wraak zoo uit, dat Gij het met een straal dier liefde doorboort, welke uw Hart verteert. 0, dat u we heilige liefde elke andere liefde, welke niet volgens uw Hart is, in mijn hart uitdelge, opdat ik alzoo het geluk moge hebben, U te behagen, en minder onwaardig zij de genade..... te ver- werven. |
|||||
|
Kleine Maand van het H. Hart.
|
|||||
|
Achttiende dag.
Laat ods bidden voor de Zielen in het vage- vimr, welke de H. Maagd het meeste bemint. Het vierde verlangen van Jeans\' Hart is, de
verlossing der zielen uit hel vagevuur. Dierbaar zijn ze aan Jesus, bemind door
Hem zijn ze, die zielenI Hij ziet ze lijden, doch, uit rechtvaardigheid, kan Hij ze niet verlossen. Deze zielen roepen Hem te hulp, verlangen naar Hem, zeggen Hem gedurig: Heer, wanneer zullen wij U zien? En zij weenen minder over hare pijnen, dan over de scheiding van Jesus. Mij dunkt, zegt een heilige, ik zie Jesus de handen tot mij nit- strekken en zeggen: Die arme zielen lijden wellicht, wijl ik met verstrooidheid bad, mis- schien wijl ik verstervingen vermijdde en aal- moezen vergat te geven. Betaal mij voor haar. Ja, Jesus, ik wil nog heden beginnen. Ik zal van tijd tot tijd eene aalmoes geven
ter verlossing voor de zielen in bet vagevnnr. |
|||||
|
GEBED.
|
|||||
|
Mijne zonden, mijne menigvuldige
ondankbaarheden jegens uwe oneindige goedheid, o goddelijke Verlosser, zouden mij allen moed benemen, om tot U te naderen. Doch uw Hart, o Heer, noodigt mij uitenboezemtmij opnieuw vertrouwen in. Ik weet, dat Gij uit liefde tót mij, mijn Verlosser werdt; dat Gij daarom van den hemel neêrdaaldet, ons vleesch aannaamt, uw kostbaar bloed vergoot en uw leven aan \'t kruis ten offer bracht. Wanneer ik das op alles zie, wat Gij voor mijn heil gedaan hebt, zoo kan ik onmogelijk geloo- ven, dat uw Hart mij verstooten wil. Daarom neem ik mijn\' toevlucht tot dit Hart, omhels het met vertrouwen en smeek U vurig bij al uwe verdiensten, om voor mij bij uw\' hemelschen Vader vergiffenis mijner zonden en de genade ter algeheele verbetering te verkrijgen. Vervolgens smeek ik U ook om genade... welke mij zoo zeer aan \'t harte ligt, en, die ik als vrucht dezer maand, U ter eere gevierd, hoop te bekomen. |
|||||
|
Kleine Maand van het H. Hart.
|
|||||
|
Negentiende dag.
I.mit ons bid.lui) \\ oor Z. 11. den Paus.
Het vijfde verlangen aan het Hart van Jesus
is de triomf der H. Kerk.
De Kerk zal niet venjaar); laat de poorten der hel, lielsclie legerscharen tegen haar iu het veld brengen, laat de slechte pers nog zooveel laster tegen haar verspreiden; de Kerk zal blijven tot aan het einde der eeuwen. Dit is een artikel des geloofs; de vrees >s hier reeds misdadig. Maar al kan de Kerk niet vergaan, zij kan lijden en zij lijdt... Zij lijdt in haar hoofd, den Paus, wiens gezag wordt miskend; Zij lijdt in hare ledematen... de gelooviaen worden vervolgd.... in hare gebeden, zij worden veracht. O hoe gaarne ziet il Jesus van tijd tot tijd neerknielen voor het li. Sacrament, om Hem te smceken den vrede voor de Kerk weer te geven... hoe gaarne ziet Hij u daarvoor eenige lichte ver- stervingen doen. |
|||||
|
GEBED.
|
|||||
|
O, allerzoetst Hart van mijn\' Jesus,
zoude ik na al hetgeen Gij voor mij ge- daan en geleden hebt, nog aan uwe liefde tot mij, kunnen twijfelen? Neen, waar- lijk, er is geene moeder, al moge zij nog zoo vervuld zijn van de teederstc liefde, dio haar kind bemint, gelijk Gij mijne ziel lief hebt! Derhalve behoef ik ook niet te vreezen, dat Gij mij iets zult wei- geren wat ik billijkerwijs van O verzoek. Intusschen o Jesus, weet Gij wel, dat ik vrees. Ja, ik vrees, maar ik vrees dewijl ik misschien niet dat vertrouwen heb, \'t welk U zoo zeer vereert en de genaden U uit de handen rooft. Ik vrees dat ik mij niet geheel en in alles aan uwen heiligen wil overgeef! O, aanbiddens- waardig Hart, schenk mij dit volkomen vertrouwen, geef dat ik mij met lief- devol vertrouwen aan uw welbehagen toewijd met de zekere overtuiging, dat Gij, die mij zoo teeder bemint, alles tot mijn tijdelijk en eeuwig welzijn zult keeren. Amen. |
|||||
|
Kleine Maand van het H. Hart.
|
|||||||
|
III.
De Doornen in het Hart van Jesus.
|
|||||||
|
Twintigste dag.
Laat ons bidden voor de zielen, die de
gratie weerstand bieden. De eerste doorn in hel Hart van Jesus
zijn die zielen, die vrijwillig in staat
van doodzonde blijven.
Eene schuldelooze ziel is een verblijf voor
God; door de H. Communie wordt zij de bijzondere woonplaats van J. Chr.; J. Chr. is bij haar... daar vindt Hij zijn vermaak en begeert Hij te blijven... Eene doodzonde te doen, vrijwillig iu deze te blijven, is den duivel in zijne ziel toelaten, hem als heer en meester aanstellen in de plaats van Jesus, die dau schandelijk verjaagd wordt. Arme Jesus en Hij blijft aan de deur dier schuldige ziel, Hij klopt, Hij vraagt om binnen gelaten te worden en Hij moet deze afschuwelijke woor- den der Joden hooren: Neen , neen, 1.1 wil ik niet, maar de zonde. O mijn kind; als ge vreest in staat van doodzonde te zijn, ga dan gauw te biechten. Een gebed voor de zondaars.
|
|||||||
|
GEBED.
|
|||||
|
Bron van barmhartigheid, welk onop-
houdelijk vloeit en nimmer uitdroogt, bij U zoek ik neergebogen van ellende, ver- lichting. Fontein van levend water, bij (J wil ik mijn\' dorst stillen. Zon van heer- lijkheid , tot U kom ik, opdat Gij de duis- ternissen in en rondom mij verdrijven en mij in uwe liefderijke klaarheid zoudtdoen verblijden. Vuuroven van liefde, die met uw\' gloed hemel en aarde ontvlamt, be- stendig smeek ik tot U; wil het ijs, hetwelk mijn hart omringt, doen smelten, en met uwe goddelijke warmte doordringen. God- delijk Zoenoffer, aan welks voeten alle zondaars vergiffenis verkrijgen, ik smeek U om vergiffenis mijner zonden, en om do genade der volharding ten einde toe. Zee van alle goedheid, bij U ontspringen voortdurend beken en stroomen van ge- nade en ontferming ter verkwikking der geheele wereld; ik kom tot U, ten einde Gij ook aan mijn hart van uwe volheid zoo veel gelieve mede te doelen, als mijn hart maar vermag te bevatten. |
|||||
|
Kleine Maand van het H. Hakt.
|
||||||
|
Een en twintigste dag.
Laat ons bidden voor de zielen, welke God
tot het religieuse leven roept. D« tweede doorn in het Hart van Jesus
zijn de onverschillige zielen. Er zijn zielen die van Jesus\' liefde hooren
spreken, doch daarin slechts eene vrome over- drijving zien — die er weinig om geven zou- den te doen of niet te doen, als zij maar vermaak of voordeel hebben — die lachen met de bezorgdheid, waarmede brave zielen dagelijksche fouten trachten te vermijden en die bidden, omdat zoo het gebruik is, maar dien tijd als bijna nutteloos besteed beschou- wen. O wat moet Jesus lijden door deze onverschilligheid! O God, laat toch niet toe dat ik ook zoo ver kome! Ik ben wel wat lichtzinnig en vergeetachtig- — maar toch hoop ik nooit onverschillig te zijn omtrent al wat nwe glorie betreft. Ik zal heden met de meeste godsvrucht mijn
bezoek doen bij het allerheiligste Sacrament en ik zal bidden voor de ongelukkiger) die J. Chr. weerstand bieden. |
||||||
|
Si
|
||||||
|
GEBED.
|
|||||
|
O bron der liefde, des lichts, der
genade en der heiligheid! Ik bid u vurig, stort in mijn hart uwe liefde, uw licht, uwe genade en uwe heiligheid. Maak het vredelievend, ootmoedig, eenvoudig, geduldig, gehoorzaam , ijverig, los van al het zinnelijke, gelijk Gij dit alles zijt. Vermurw deszelfs versteendheid, breek deszelfs hardnek- kigheid, regel deszelfs bewegingen en driften, maak het deelachtig aan uwe zuiverheid en oprechtheid, doordring het van uwen ijver, geef dat het vastbesloten zij, kortom: druk het al uw gevoelens in , en gedoog niet, dat het in eenig opzicht anders gevoele en denke dan Gij. Uwe zaak is het immers, o Koning der harten, mijn hart te leiden, te regelen en te be- sturen. |
|||||
|
Kleine Maand van het h. Hart.
|
|||||
|
Twee en twintigste dag.
Laat ons bidden voor de bloedverwanten,
die hunne godsdienstplichten verzuimen. De derde doorn van het Hart van Jesus
zijn de trage en lauwe zielen. Deze zijn wel niet onverschillig, maar mts-
schien dreigen zij het te worden... De liefde tot J. Chr. verveelt haar, drukt haar, nog- thans hebben zij er de zoetheid van ondervon- den... O gij, die tengevolge eener verborgene drift, eene eigenliefde of ongedwongen hoo- vaardigheid u van Jesns verwijdert, hoort deze klachten: ware het nog maar een vijand die mij aldus behandelde, Ik zou het ver- dragen; maar een kind, dat Ik bemin, dat Ik tot mijne tafel heb toegelaten!" Komt weder tot Jesus. Morgen is het misschien te laat. Ach, als Hij n eens niet meer wildeI Ik zal mijn rozenhoedje bidden om aan
Maria den ijver van vroeger te vragen. |
|||||
|
GEBED.
|
|||||
|
Wat de H. Gertrudis gewoon was
dagelijks te verrichten ter eere
van Jesus\' H. Hart.
Ik groet U, o allerheiligst Hart
van Jesus, Hart van mijn Verlosser, levende en onuitputtelijke bron der vreugde en des eeuwigen leveus, onein- dige schatkamer der Godheid, bran- dend fornuis der goddelijke liefde! Gij zijt mijn toevlucht, mijne rustplaats, mijn al! Hart vol van liefde, ontvlam mijn hart van den heiligen gloed, die U vereert! Giet al die genaden in mijn hart, welk in U, als in hare bron ontspringen! Laat raijne ziel bestendig met de uwe vereenigd, en mijn wil in alles aan den uwen gelijkvormig zijn. Dit ééne slechts verlang ik: dat uw heilige wil het eenige richtsnoer en het eenige doel van al mijne gedachten, van al mijne wenschen, van al mijne handelingen zij! En dit hoop ik vastelijk van U. |
|||||
|
®---------------------------------------------------------■---------------------------as
Kleine Maand van het H. Habt.
Drie en twintigste dag.
Bidden wij opdat de godsvrucht tot het
Hart van Jesus aich verspreide. De vierde doorn in Jesus\' kart lijn de zielen
welke de Sacramenten ontheiligen. Men noemt deze zielen «htiligschennend"
maar weet ge wat de heiligschenners doen ? Zij vereenigen zich met den duivel om hem te helpen in het schrikkelijkste misdrijf: de ontheiliging van het Lichaam en Bloed van Jesns Christus. — Zij maken van hunne ziel een put vol schandelijke misdrijven en daarin werpen zij, met volle kennis, het Lichaam van Jesus Christus; zij verwachten dank van den duivel, die blijde is over deze misdaad, welke hij alleen niet kon bedrijven. O God, mijn God, ik vraag U vergiffenis. Ik zal heden ecnc akte van eereboete aan
het H. Hart van Jesus doen. |
||||
|
63—£3
|
||||
|
GEBED.
|
|||||
|
Liefdevol Hart van mijn Jesus, mog-
ten alle engelen en menschen IJ loven, U danken en U prijzen voor de liefde waarmede Gij ons in weerwil onzer onwaardigheid, geschapen heht en dagelijks onderhoudt; voor die liefde waarmee Gij ons met uw kostbaar bloed hebt vrijgekocht, met uw god- dealijk vleesch en bloed in \'t heilig Sacrament voedt, en tevens besten- dig onder ons verblijft; voor de liefde waarmee Gij ons zoovele genaden hebt geschonken, en nog immer bereid zijt te schenken : voor die liefde eindelijk, waarmee Gij ons, in weerwil onzer on- dankbaarheid, langmoedig verdraagt. Ja, mijn Verlosser, voor al die liefde dank ik U, en draag U de godde- lijke gevoelens uws Harten, alsmede de heerlijkheid op, waarin gij U door alle eeuwen der eeuwen verheugt. |
|||||
|
Kleine Maand van het H. Haht.
|
|||||
|
Vier en twintigste dag.
Bidden wij voor al onze bloedverwanten en
vrienden, opdat God hen belobne voor hunne genegenheid ten onzen opzichte. De vijfde doorn in Jezus\' Hart zijn de
verleiders der kinderen. Ziehier nog eene andere snort van beilig-
schennis niet minder smartelijk aan Jesus\' hart, misschien nog smartelijker dan de ontheiliging van zijn Lichaam. — Dierbare zielen der kin- deren , welke Jesus zoo lief heeft, onschuldige en zuivere zielen, is het mogelijk dat er zulke bedorven schepselen zijn, die u het kwaad leeren, die u het kwaad doen bedrijven? Ach hoe roept dat om wraak ten hemel! Zeker, van elke zonde kan men vergiffenis bekomen, maar het kwaad geleerd te hebben aan eene ouschul- dige ziel, en vooral als dit kind gestorven is, gestorven in de zonde, hoeveel boetvaardigheid, hoeveel boete, hoeveel verstervingen zullen er niet noodig zijn om dat kwaad uit te wisschen. Ik zal vandaag vurig bidden voor de onschul-
dige zielen. |
|||||
|
GEBED.
|
|||||
|
Hart van mijn Jesus, hetwelk dage-
lij ks voor al uwe liefde, van ons zoo- veel ondankbaarheid ondervinden en dulden moet, ik verfoei en verwerp hier in uwe tegenwoordigheid alle ondankbaarheid der menschen, doch geheel bijzonder, die, waaraan ik mij zelf schuldig heb gemaakt. Vol schrik wend ik mijne oogen af van al die oneerbiedigheden en beleedigingen, welke U door de menschen en door mij werden aangedaan. Ik verfoei die duizende hindernissen, welke ramp- zalige schepselen, uwer genade in den weg stelden, waardoor wij uwe hand tevens sloten, en de genaden, welke Gij uitdeelen wildet, ons zelven ont- trokken. Ach ontferm U onzer! Be- vrijd ons van onze ondankbaarheid, en trek onze harten tot U. |
|||||
|
iS-----------------------------------------------------;---------------SB
Kleine Maand van het H. Hart.
|
|||||||
|
Vijf en twintigste dag.
Laai ons bidden, opdat het Hart van Jesns ons
het verlangen geve naar de veelvuldige Communie. De ;esrle doorn in Jesus\' Kart. zijn de zielen
welke zich verwijderd houden van
de H. Communie.
Zich moedwillig verwijderd houden van de
H. Tafel, als wij kunnen naderen, is zooveel als tot Jesns zeggen: "Ik houd niet van U." Niet te trachten dikwijls te commnniceeren, ten minste alle acht dagen, als men kan, wil zeggen; »Ik geef niet om U." Ach ja, \'t is omdat men weinig om Jesus geeft dat men niet alle acht dagen communiceert; hit houd wel niet aan IJ, uwe commiuiieën te bepalen, maar het is uw plicht u er toe voor te be- reiden; kennis uwer ijdelheid, uwer te groote genegenheden, uwer kwaadsprekendheid, uwer tijdverspillingen.... en ge zult zien hoc sterk uwe begeerte wordt naar de H. Communie en hoe gij verlof zult krijgen om meermalen te commnniceeren. Ik zal van heden af mij tot de H. Communie
van Zondag aanstaande voorbereiden. |
|||||||
|
m_______________________________________________b i
>
|
|||||||
|
GEBED.
|
|||||
|
Eeuwige Vader, ik offer U de ver-
diensten van het dierbaar Hart van Jesus, uwen welbeminden Zoon, mijn goddelijken Verlosser, voor de ver- heffing en de uitbreiding van mijne welbeminde Moeder, de heilige Kerk, voor het behoud en den voorspoed van haar zichtbaar opperhoofd, den Paus van Rome, voor alle Bisschop- pen en Priesters en voor al hare dienaren. Eere zij den Vader, enz.
Geloofd, gedankt en aangebeden zij nu en ten allen tijde het goddelijk Hart van onzen Heer J. C.! |
|||||
|
Kleine Maand van het H.\' Hart.
|
||||||
|
IV.
De vertroosteres van het Hart van Jesus
|
||||||
|
Zes en twintigste dag.
Laat ons bidden voor hem, aan wien God
de zorg voor onze ziel heeft toevertrouwd. Onder de vertroosters van Jesus\' hart komen
op de eerste plaats de ijverige priesters
en de religieusen.
Zy vormen het zichtbare leger van .lesns,
zij zijn zijne Engelen op aarde. Hun doel is Gods glorie — de eer van Maria — het heil der zielen — de triomf der Kerk — in een woord al de belangen van Jesus Christus. Eiken morgen, bij het gebed, ontvangen zij het wachtwoord van bun meester; eiken avond geven zij rekeuschap van hun dag. O, vraagt aun Jesus dat dit leger grooter
en grooter worde; biedt ook soms u zelven aan, om ook opgenomen te worden in den dienst van zulk een goeden meester. — O wistet gij hoe goed men er is — hoe gelukkig men er leeft, hoe vol betrouwen men er sterftI |
||||||
|
GEBED.
|
|||||
|
Eeuwige Vader, ik offer U de ver-
diensten van het dierbaar Hart van Jesus, uw\' welbeminden Zoon, mijn\' goddelijken Verlosser, voor den vrede en de eendracht der christen vorsten voor de vernedering der vijanden van ons heilig geloof en voor het christen volk. Eere zij den Vader, enz.
Geloofd, gedankt en aangebeden zij nu en ten allen tijde het goddelijk Hart van onzen Heer J. C.! |
|||||
|
Kleine Maand van het H. Hart.
|
||||||
|
Bidt heden voor de priesters en religieusen:
leest in een bock hetgeen den roep betreft. |
||||||
|
Zeven en twintigste dag.
Bidden wij voor de zielen, die zich verlaten
bevinden. De tweede vertroosteres van Jesus1 hart, zijn
de zielen die met geduld lijden. O welk een troost geeft aan het hart van Jesns
eene ziel, die geduldig is in het lijden naar ziel en lichaam! «zij lijdt" maar zij weet het, haar lijden komt van God... en zij onderwerpt zich met liefde, zij is gelaten en is vol betrouwen. «Zij lijdt" en zij begrijpt nu beter de smarten
van Jesus — en zij offert de hare daarvoor op en zij troost haren meester oprechter dan ooit. •Zij lijdt" daarom zal zij meer medelijden ge-
voelen met het lijden van den evennaaste; nooit is men beter dan na een geduldig lijden. Hoevele deugden zijn in deze zielen te vinden. Ik zal mij niet beklagen over de kleine
smarten, welke God mij zal toezenden. |
||||||
|
GEBED.
|
|||||
|
Eeuwige Vader, ik offer U de ver-
diensten van het dierbaar Hart van Jesus, uw\' welbeminden Zoon, mijn\' goddelijken Verlosser, inzonderheid ten gunste van ons vaderland: voor de verlichting der ongeloovigen, voor de uitroeiing der ketterijen, en voor de bekeering der arme zondaars. Eer e zij den Vader, enz.
Geloofd, gedankt en aangebeden zij nu en ten allen tijde het goddelijk Hart van onzen Heer J. C.! |
|||||
|
Kleine Maand van het H. Hart.
|
|||||
|
Acht en twintigste dag.
Bidden wij voor hen , die door de wereld ver-
acht worden, opdat zij het geduldig verdragen. De derde vertroosters ctin Jesus Aait zijn de
zielen die nederig en onbekend zijn en
onbekend verlangen te blijven.
Deze volgen op de volmaaktste wijze het
leven van .Testis Christus in het H. Sacrament en zijn verborgen leven te Nazareth, onder het oog van Maria; —Zitlen, welke niemand kent, aan welke niemand denkt en die eiken dag schatten vergaderen van geduld , van zelf- verloochening, van gelatenheid, van liefde in het verdragen van eens anderen gebreken of minachting, in het zich toewijden van allen... m die, eiken avond, zonder ijdelheid, zonder zelfs te denken aan hare verdiensten, aan God een opofferend en zuiver hart aanbieden, dat het hart van Jesus vertroost. Ik zal mij heden toeleggen, om weinig te
spreken en in het verborgen iets goeds te doen. |
|||||
|
GEBED.
|
|||||
|
Eeuwige Vader, ik offer U de ver-
diensten van het dierbaar Hart van Jesus, uw\' welbeminden Zoon, mijn\' goddelijker* Verlosser, voor mijne geliefde ouders, broeders, zusters en verdere bloed- en aanverwanten voor mijne vrienden en vijanden, voor de armen, de gebrekkigen en voor al degenen, voor wie ik verplicht ben te bidden. Eere zij den Vader, enz.
Geloofd, gedankt en aangebeden zij nu en ten allen tijde het goddelijk Hart van onzen Heer J. C! |
|||||
|
Kleine Maand van het H. Hart.
|
|||||
|
Negen en twintigste dag.
Laat ons biilden voor de onschuldige zielen,
opdat zij schuldeloos blijven. De vierde vertroosters vnn Jesus\' hart zijn de brave en onscliuldiye kinderen. De kinderen worden vooral door Jesus be-
mind... evenals eertijds in zijn sterfelijk leven op aarde, vindt Hij zijn vermaak hen bij zich te zien — en waarom? Het kind bidt maar weinig, houdt er niet van dikwijls dezelfde woorden te herhalen en na een «Onze Vader" en «Wees gegroet" houdt het al ligt op. Er is iets in het kind dat voor hetzelve
bidt, dat voor hetzelve bemint, dat altoos het welwillend oog van Jesus tot zich trekt en dit is «zijne onschuld." Het kind is in het oog van Jesus eene bloem, welke haren j;eur zonder het te weten bezit, maar dien in de rondte verspreidt... O hoezeer bemint God het hart, dat "kind" weet te blijven. Ik zal mijn best doen onschuldig te blijven
om aan Jesus te behagen en ik zal veel hou- den van mijne kleine speelgenooten. |
|||||
|
GEBED.
|
|||||
|
Eeuwige Vader, ik offer-U de ver-
diensten van het dierbaar Hart van Jesus, uw\' welbeminden Zoon, mijn\' goddelijken Verlosser, voor al dege- nen, die van daag zullen sterven, opdat Gij hunne zielen van de pijnen der hel moget bevrijden en haar in het bezit stellen van de eeuwige vreug- de des hemels. Eere zij den Vader, enz.
Geloofd, gedankt en aangebeden zij nu en ten allen tijde het goddelijk Hart van onzen Heer J. Cl |
|||||
|
Kleine Maand van het H. Hart.
|
|||||
|
Dertigste dag.
Laat ons bidden, om dankbaar te zijn voor
Gods gratie en weldaden. Be vertroosters vin Jesus\' hart zijn wij, die deze
maand besteed hebben om zijne teederheid te overwegen en zijne verlangens te onderzoeken. Jesus werd eiken morgen getroost als Hij
ons aan Hem zag denken... Hij wil nog iets van ons. Heden eindigt de maand aan zijn Hart toegewijd; ach hoeveel brave zielen zullen nu ophouden met linie oefeningen, hare gewone gebeden en zullen vergeten hoeveel troost zij hebben genoten...! Jesus vraagt ons, dat wij «zijn heilig Hart" niet zullen vergeten en wil dat wij Hem dit dezen morgen beloven. Ja Jesus, ik beloof U eiken dag een gebed
tot uw heilig Hart te storten; ik beloof LI de afbeeldingen van dit heilig Hart te vereeren ; ik beloof II dat ik zal trachten deze godsvrucht te doen kennen en te verspreiden. Wees mijne sterkte, wees rnijne vreugde,
wees mijn geluk! Ik zal cenc akte van toewijding doen aan
het Hart van Jesus. |
|||||
|
GEBED.
Eeuwige Vader, ik offer U de vt
diensten van het dierbaar Hart vi fesui, uw\' welbeminden Zoor oudeiipen Verlosser, voor ai ueg * nen, welke tot de veilige schuilplaa van Jesus\' allerzoetst Hart hunm toevlucht nemen, voor al degenen, d zich met mij vereenigen om het vereeren, en eindelijk voor allen, zich beijveren en medewerken om godsvrucht te verspreiden. Eer e zij den Vader, enz.
Geloofd, gedankt en aangebede;
nu en ten allen tijde het godt Hart van onzen Heer J. C.! IMPRIMATUR.
Datum Bbed*, hac 30 Maii 1875.
H. VAN BE
Epus. Ureil.
|
|||||
|
f.
|
|||||