-ocr page 1-
-ocr page 2-
|illul|jii. wam
rem ex membris
diu defiderata, folic_
termiilióne qusesira^ ~&"aïiquando:
cupiénti animo praeparaca;accipe me;
ab hominibus,& redde me magiftroj
meo: vt per te me recipiat, qui per\'
te me redêmic. Icaque cruci affixus;
eft: in qua biduum vruus pendens,&!
Chriftifidem pradicare numquam
ïntermittenSj ad eum migrauit, cuius
mortis fimilitddinetn concnpierat.
Quae ómnia Preibyteri & Diaconi
Achaia?, qui eius paffiönem fcripfé-
runt, fe ïta vt comrnemorata iunt,
audifle & vidiflè teMntur. Eius offa
primum Conftantijio Imperatöre
Conftantinópolim , i deinde Amal-
phim tranflata funt. Caput, Pio
lecundo Pondfice j Romam alla-
tum , in Basilica fai&i Petri collo-
catum eft.
jfc- Expandi manus mejas tota die in cru-
ce ad pópulum noni\'credéntem , fed:
contradiccntcm mihi: * Qui ambulant^
vias non bonas , fed poft peccata fna. \\
i\'■
Deus vltióniun Oóminus, Deus
vltiónum Hberè egit: exaltare qui iu-
jdicas terram , redde r:tributiónem fu-
Ipérbis. Qui ambulant) G lória.Qui. j
| In tertio Noclurno, Antiphona.
j Non me permittas Dbmine famulum
tuum è. te /èparari: renipus eft vt com-
mendêtur terrae corpus meum , & me
ad te venïre iubeas. ! Pfalmus 74.
L iquefic~ta eft terra , & omnes qui
habitantin ea: * ego confirmaui co-
lümnas eius.
D ixi iniquis: Nolice iniquèagere: *
& delinquéntibus: Nolice exaltare
cornu:
N olïte extóllere in altum cornu ve-
ftrum:* nolïte loqHï adnérfus üeum
iniquitatem.         ■■" . * -. . ,•
0  uia neque ab Qriénte -f rfêqjie.ab
Occidénte , nequea defértis ö>ónti-
bus:* quóniam Deusiudexéjftr...-;\'
H unc humiliat, & hunc exaltat": *
quia calix in manu Dómini vini me-
n plenus mifto.
E t ïnclinauit ex hoc in hoc: verum-
tamen fa;x eius non eft exinanita t *
bibent omnes peccatóres terras.
F go autem annuntiabo in fi^culum:*
cantabo Deo Iacob.
E t ómnia córnua peccatörum con-
fringam: * & exaltabüntur córnua
iufti.
Antiphona. Non me permittas Dómi-
ne famulum tuum a te feparari : tem-
pus eft vt commendêtur terra: corpus
meum,& me ad te venire iubeas.
Ana. Andréas vero rogabat pópulum,
vt non impediret pafliónem ipsïus.
Pfalmus 96.
DOminus regnauit, exültet ter-
ra: * lauéntur infula: multae.
N ubes & caligo in circiiitu eius: *
iuftitia & iudicium corréctio fèdis
eius.
1  gnis ante ipfum pratcêdet, * Sc in-
flammabit in circuitu inimicos eiu;.
riiu.
C
Onfirébimtir tibi Deus: * con-
tltébimur, & inuocabimus no-
men tuum.
-ocr page 3-
snjjmp
"PV *3lJjni ui:
?? \'Men tubdtu;
snunip * tuaiui
lUÊnj snbiqy
-X3 SIDnj>SE3\'
-ojd jEunqm\'i
-oq 3tu ctijej :si|
snqiu^ai syu^d^
•JIU13U3J 3UI 31
dj jtad ja * : oa|
79 \'snqiwiuoq
-jiy iuiuioq suc|
-jnd ;$ uisjoopp
\'
tfr
DE EERSTE VRIJDAGEN
DEB
TOEGEWIJD
AAN
9
, liit is de ilag, dien de Heer gemaakt
heeft; verheugen en verblijden wij
ons op dezen dag \'." Psalm 117, 24.
-Oid tUEUCtfCD [l
PB 3J 3U \'SUE§OJ
-rUO{lUU 39JJEp3j
-iovy uiL\'ajpu y s[
di3J3Djpui(iini
-de eji tiojqouil
rI3dj3§3JUJlJ3Slj
c auanpnpuEui
-od stuLuo uien
-113 : UE-IJE LH Uil
p3JcUI3Uin§UESl
uiructfnEj uou\'
saT3A 75 snuA in
o§g : sEpjpuy 1
snp^irainjuooiq
-sp DEcjE]j3d.i9au
■^ijruqo tunpus\'
-ctunq ainiEj ojd
aiaqif snuuuoif
-3A lUEsipuyUtl
snuiui onb\'3un.i3|
DOOR
R. J. PIERIK, S. J.
SXELPFJ18DRUK
STOKVIS & ZOON, te \'s Hertogenbosch.
van P,
-ocr page 4-
IM P R I M A T ü R.
Datum in Haaren, 15 Jan. 1879.
J. CUYTEN, Libr. Cens.
L
-ocr page 5-
INHOUD.
BLADZ
I De Vrijdag.                                                       1
II.    De eerste Vrijdag.                                            8
III.   De grooto belofte.                                           l\'ó
IV.    Zegeningen in de Parochies waar de eerste
vrijdagen gevierd worden.
                             23
V.    Wijze, om de eerste vrijdagen te vieren. 27
De eerste vrijdag van Januarjj, gewijd aan het
Hart van het goddelijk Kind.
I. Punten voor de overweging. 1. De Besnijdenis
2. Drie Koningen. 3. De vlugt naar Egijpte.
4. Het verblijf in, en de terugkeer uit Egijpte. 29
II. Verzuchtingen bij wijze van Litanie tot het
Hart van het goddelijk Kind......32
III.  Voorbeeld. Do Eerb. Moeder Anna-Margareta
Clement, van de Orde der Visitatie ... 35
IV.  Gebed..............38
De eerste vrijdag in Februarij, gewijd aan het
Verborgen Hart van Jesus.
1. Punten voor de meditatie. 1 Maria-Zuivering.
2. Jesus in den Tempel. 3. Jesus te Nazareth. 3it
II. Litanie tot het eenzaam Hart van Jesus . .43
III.  Voorbeeld. De Eerb. Moeder Maria der Mensch-
woi ;iing, UrSulien..........45
IV.  Gebed..............48
-ocr page 6-
IV
BLADZ.
De eerste vrijdag in Maart, toegewijd
aan het lijdend Hart van Jesus.
I. Punten voor do overweging. 1. Jesus Hart
in Gethsemane. 2. Jesus Hart voor de Regters.
3. Jesus Hart en zijn volle. 4. Jesus Hart en
zijn leerlingen. 5. Jesus Hart en zijn ligchaams-
smarten. 6. Jesus Hart en zijn zielosmarten.
7. Jesus Hart, en gij.........50
II.  Litanie tot het lijdend Hart van Jesus. . . 55
III. "Voorbeeld. De H. Angela van Foligni ... 58
IV. Gebed..............61
De eerste vrijdag in April, toegewijd aan
het stervend Hart van Jesus.
I.  Punten ter overweging. 1. Jesus Hart op
Golgotha, gezien. 2. Jesus Hart op Golgotha,
gehoord: de Zeven woorden. 3. Jesus Hart
op Golgotha, overwogen........62
II.  Litanie tot het stervend Hart van Jesus . . 70
111. Voorbeeld. De golukzalige Maria der Menscb-
wording, Karmelietes.........72
IV. Gebed...............76
De oerste vrijdag in Mei, gewijd aan het
verheerlijkt Hart van Jesus.
1. Punten der meditatie. 1. Jesus Hart en de
vrome vrouwen. 2. Josus Hart en do Apostelen.
3. Jesus Hart op den Olijfberg......77
II.  Litanie tot het verheerlijkt Hart van Jesus. 84
III.  Voorbeeld. De Orde der Visifatie van Maria. 87
IV.  Gebed . ; :...........89
-ocr page 7-
V.
BLADZ.
Dc eerste vrijdag in Junij, gewijd aan Jeans
Hart in het H. Sacrament.
1. Ponten voor de overweging. 1. Josus Hart
en het H. Sacrament. 2. Jesus wensch nopens
zijn Hart in hut Sacrament. 3. Jesus leer
aangaande dit H. Sacrament......90
II. Litanie tot Jesus in het H. Sacrament. . . 95
UI. Voorbeeld. Jesus Hart in de Sociëteit van Jesus. 98
IV. Gebed. . -............101
De eerste vrijdag in Julij, gowijd aan Jesus
Hart met de menschen verkeerend.
1. Punten ter overweging. 1. Jesus Hart en de
armen. 2. Jesus Hart en de rijken. 3. Jesus
Hart en de kinderen. 4. Jesus Hart en de
scharen. 5. Jesus Hart eu de zieken. 6. Jesus
Hart en de zondaren. 7. Jesus Hart en zijn
vrienden.............102
II. Litanie ter eere4\\van Jesus Hart met de men-
schen verkeerend..........109
111. Voorbeeld. Jesus Hart en de Orde der Visi-
tatie (II).............111
IV. Gebed.............. 113
De eerste vrijdag in Augustus, gewijd aan
Josus Hart door Maria te vinden.
I. Punten ter overweging. 1. Maria brengt
altijd tot Jesus.\' 2. De II Kerk leert Maria
eeren als het kanaal tot Jesus Hart. 3. Maria
heeft dit door tallooze feiten bewezen . .114
-ocr page 8-
VI
BLADZ.
II. Litanie tot het allerbeminnelijkgt Hart van
JcSUS..............120
III.  Voorbeeld. De dienstmaagd ArmcllaNicolas. 123
IV.  Gebed..............125
De eerste vrijdag in September, gewijd aan
Jesus Hart, als den Koning der Engelen
en Zaligen.
I.  Punten ter overweging. 1. Jesus Hart het
middelpunt des hemels. 2. Jesus Hart de Lief-
dezon en Liefdebron der Gelukzaligen . .127
II.  Litanie tot Jesus Hart........132
III.  Voorbeeld. De H.H. Franciscus van Sales,
Gertrudis, Angela, Lidwina.......135
IV.  Gebed..............137
De eerste Vrijdag in October, gewijd aan
Jesus Hart, volgens de Geheimen van
den Rozenkrans.
1. Punten ter overweging. De XV Geheimen
van den Rozenkrans.........138
II. Litanie ter eerc van Jesus Hart.....145
III.  Voorbeeld. De H. Mechtildis......147
IV.  Gebed . .\'............149
Do eerste vrijdag in Xovember, gewijd aan
Jesus Hart als den Troost der geloovige
zielen.
I. Punten voor de overweging. 1. Jesus Hart,
           f
het allerbarmhartigst Hart. 2. Het Hart van /
-ocr page 9-
VII
KLADZ.
den getrouwsten en besten Vriend. 3. De
devotie tot Jesus Hart nen der boste middelen
om de Kielen dor afgestorvenen bij te staan
2. Datzelfde leert ons Jesus door zijne Heiligen. 150
II.  Litanie..............155
III.  Voorbeeld. De Z. Margareta-Maria. . . .157
IV. Gebed............... 160
Do eerste vrijdag in December, gewijd aan
de verwachting en komst van Jesus Hart.
1. Punten tor overweging. 1. De Advent. 2. De
Onbevlekte Ontvangenis van Maria. 3. De
reis van Maria en Josepli naar Bethlehein.
4. De geboorte van het goddelijk kind Jesus. Ifi2
li. Litanie tot Jesus Hart........173
III.  Voorbeeld. De II. Franciscus van Sales.
2. Margareta _...........17(J
IV.  Gebed . . .\'...........177
-ocr page 10-
-ocr page 11-
DE EERSTE VRIJDAGEN.
i.
De Vrijdi.Kj.
1. Er zullen wel niet veel of liever geen goode
Christenen gevonden worden, die lang zoeken
moeten naar het antwoord op de vraag:
waarom inzonderheid de Vrijdagen aan lü-r
goddelijk Hart van Jesus zijn toegewijd.
De Vrijdag herinnert ons den groot-u
snijd, de roemrijke overwinning en het heilig
offer van onzen goddelijken Yerlosser. Op ecu
Vrijdag wilde Hij den dood sterven, om ons
de eiudeloozo liefde van zijn minnend Han
volmaakt te toonen. Op een Vrijdag liet Hij
zijne handen en voeten doorboren, ten eindr
ous met bloedige letterteekens daarin te griffen.
Op een Vrijdag liet Hij zijn H. Hart openen.
Om er ons te gelijk èn een toevlugtsplaats on
«■en altoos vloeijendo Bron van zegen in tv
geven.
De Vrijdag is bovendien de dag, waaroj»
Jesus zijn Testament voor ons maakte, uit-
gestrekt nis 11 ij was aan het hooge kruis, -
oen Testament, waarin Hij ons zijne Moedor
gal\' tot Moeder en zijn Hartebloed tor rantsoen.
De Arrijdag i* ds dag. waarop de hemel ge-
1
/
-ocr page 12-
— 2 -,
opend, het Hart Gods op <lc zoetste wijze
ons geschonken werd, opdat ook ons hart
deelen zou in zijn triomf én voortaan zou op-
zien tot Hem, „die voor ons werd doorstoken,
en verhoogd van de aarde"
om alle harten tot
zich te trekken.
Een uitmuntende dag is aldus de Vrijdag,
<ien dag „van de blijdshap des harten" van
onzen goeden en goddelijken Meester.
II. Is de Vrijdag zulk een dag, die de
bijzondere aandacht der Vereerders van Jesus
Hart verdient, dan moet zeker ook de be-
voorregte Apostel van Jesus Hart, de Z.
Margareta-Maria, hen op dien dag gewezen
hebben, Zij heeft, het gedaan, en herhaaldelijk
en dringend gedaan.
1. In de eerste plaats heeft zij zelve ver-
schillende gunsten van Jesus Hart juist op
dien dag, den Vrijdag, ontvangen.
„Op een vrijdag, — zoo verhaalt zij onder
anderen, — „nadat ik mijn Zaligmaker ontvan-
gen had, hield Hij mijn mond op de wonde
zijner H. Zijde gedurende drie of vier uren
gehecht, en dit met zulk een genot, dat ik
het onmogelijk kan uitdrukken, terwijl Hij
mij onophoudelijk deze woorden liet hooren:
„Nu ziet gij, dat niets verloren wordt in de
magt, en dat alles gevonden wordt in mijn
genot." (1) Troostrijke woorden, en wèl in
1) Oeuvres I p 57.
-ocr page 13-
— 3 —
staat om ook ons naar Jesus liefde te doen
verlangen.
„Op eon anderen vrijdag, — meldt zij nog,-
na de H. Communie te hebben ontvangen
met eene H. Hostie, die ter vereering was
uitgesteld geweest, zeide mij Jesus: „Mijne
dochter, ik kom in het hart, dat ik u gegeven
heb, opdat gij door diens ijver de beleedigingen
vergoeden moogr, die ik ontvangen heb van
de ïaauwe en trage harten, welke mij onteeren
in het II. Sacrament." (1) Het herinnert ons
de eereboete en eerherstelling op den vrijdag.
Nogmaals op een vrijdag onder het Octaaf
van het H. Sacrament, sprak Jesus mij toe
na de II. Communie : „Mijne dochter, ik ben
tot u gekomen, om mijne ziel in de plaats
der uwe te stollen, mijn Hart en mijn geest
in de plaats van de uwen, ten einde gij niet
meer levet dan door mij en voor mij."(2) Even-
zoo werd op een vrijdag de Gh\'oote belofte
door Jesus gedaan, een der grootste gunsten
door den goeden Meester beloofd. (3)
Welke uitstekende gunsten en genaden!En
zouden nu deze en meer andere voorregteii
van Jesus Hart zonder bijzondere en eigenaar-
dige redenen juist op een vrijdag
geschonken
zijn;\' Hat kunnen wij niet gelooven. Doch er
is meer dan de bloote medcdeeling van gunsten
en voorregten.
"TrTbfT.~p^ 152,
2) I. p. 114. 8) Zie beneden, Hoofdst. III.
-ocr page 14-
- 4 —
2. Onze Lieve lieer heeft er zelf en met
eigen mond, meer dan eenmaal eenige bijzon-
dere oefeningen
voor den Vrijdag bijgevoegd.
„Bij de eerste bovengemelde gunst — gaat
de Zalige voort, — „zeidc mij Jesus, dat ik
„eiken nacht van den donderdag op den vrij-
„dag zon opstaan, op liet uur dat Hij mij
„zou aanwijzen, om ter aarde neergebogen,
„vijf Onze Vaders en vijf Wees-gegroeten te
„bidden, met vijf akten van aanbidding, welke
„Hij mij geleerd had, om Hem hulde te be-
„wijzen in den hangen doodstrijd, welken Hij
„heeft doorgestaan in den nacht des lijdens."(l)
Alzoo, het begin van het Heilig uvr, thans
zoo algemeen geworden, als eene voorberei-
ding tot het vieren van den vrijdag.
„Op een anderen vrijdag, tijdens de H. Mis,—
zegt de Zalige elders, (2) gevoelde ik eene
groote begeerte om de smarten van mijn ge-
kruisten Bruidegom te vereeren. Alstoenzeide
Hij mij vol liefde, hoe het zijne begeerte was,
dat ik alle vrijdagen Hem drie en dertig maal
kwam aanbidden op den boom des kruises,
dat de troon zijner barmhartigheid is; dat ik
mij dan ootmoedig aan zijne voeten moest
houden, trachtende die gevoelens in mij op
te wekken, welke de H. Maagd tijdens zijn
H. lijden koesterde, toen zij alles aan den
hemelsehen Vader opofferde niet de smarten
l) j. p. 5?. ii I. png. 68.
-ocr page 15-
— 5 —
van hair godgelijken Zoon, om van Ifcm de
bekeering der versteende harten te vragen."
Eene oefening, waarbij de Zalige in Jesus
Naam het loon voorspeld heeft: „Hun, die
deze oefening getrouw volbrengen, zal Hij gunstig
zijn in de ure dm doods."
(1)
Als eene derde oefening, door .Jesus voor
ui de vrijdagen opgegeven, kunnen wij nog
melden de eigenlijke devotie van het Heilig
uur
reeds boven aangeduid.
„Al de nachten, zeide haar Jesus, van den
„donderdag op den vrijdag
zal ik u doen deel
„hebben aan de doodelijke droefheid die ik heb
„willen ondervinden in den Hof der Olijven.
„Om mij daarbij gezelschap te houden in mijn
„ootmoedig gebed tot den Hemolsehcn Vader,
„zult gij tussehen elf en twaalf ure opstaan,
„om u een uur lang met mij, het aanschijn
„ter aarde, in het gebed neder te werpen,
-zoowel om de goddelijke gramschap te stil-
„len, door vergiffenis voor de zondaars te
„vragen, als om eenigzins do bitterheid te
„verzoeten, die ik gevoelde wegens do verla-
tenheid van den kant der Apostelen." (2)
Zoo als we straks geiden, wordt thans dit
Heilig uur door velen onderhouden, en is er
zelfs eene bijzondere vereeniging voor opge-
rigt, (8) waardoor van zelf de vrijdag met
meer ijver gevierd wordt.
1)1. p. 69. 2) Vio II p. 32S. 8) ZIo Maandrozen
en Schat der harten.
-ocr page 16-
— 6 —
Door al deze oefeningen, welke de Heer
zelf heeft voorgesteld, is wel zeker de bepaalde
wil
van Jesus nopens de vrij da ff viering ten
duidelijkste blijkbaar.
Het kon niet anders, of de Zalige Apostel
van Jesus 1 Tart moest van haren kant op deze
viering van den vrijdag met kracht aandringen.
Ook dit heeft zij gedaan.
III. Tn een harer brieven (den 25) (1)
schrijft de Z. Margareta aan de ijverige Moe-
der de Saumaise, hare hartvriendin, het vol-
gende : „Het komt mij voor, dat gij eene zeer
„aangename zaak voor het II. Hart zult doen,
„als gij het uw hart geheel opoffert, en dat
„wel op een vrijdag na de II. Communie."
„Elders raadt de Zalige haar aan, op een
„vrijdag
eene H. Mis te laten lezen, en vooral
„drie of vijf Missen ter eere der vijf \'won\'den."(2)
Op die H. vijf wonden komt zij nogmaals
terug.
Als zij immers de H. wonden van Jesus
oj) de verschillende dagen der week wil ver-
eerd zien, bewaart zij voor den vrijdag de
zoete wond van Jesus H. Zijde, (3) gelijk zij
op nieuw, onder de „woningen in Jesus Hart\'1\'\'
voor den vrijdag diegene bewaart, welke zij
noemt: de woning van het kind der liefde,
in het lijdend Hart van den Heer Jesus. (4)
V) II. p 50. 2) Yie. I. p. 291. ?) II. p. 461.
A) II. p. 470.
-ocr page 17-
— 7 —
Mogen wij niet tevens die gunst hier ver-
melden, welke het hart der zalige zoo zeer
verblijdde, dat namelijk verschillende Iteli-
gieusen, (waarvan sommigen haar rooit gezien
hadden) door den Hoer .lesus werden aange-
spoord, om oj) den eersten vrijdag der maand,
of, zelfs op alle vrijdagen, de II. Mis tot hare
intentie op te dragen. (1) Er blijkt althans
op nieuw uit, hoezeer de Zalige de vrijdagen
vierde, en hoezeer deze devotie den godde-
1 ijken Meester aangenaam was.
IV. Don heiligsten aller vrijdagen, den
doeden Vrijdag, en den Vrijdag na het Octaaf
van het II. Sacramentsfeest, waarop het Feest
van Jesus Hart zou ingesteld worden — be-
hoeven wij slechts te noemen; daar het van
zelf klaar is, dat die dagen bijzonder gevierd
werden en zoowel voor Jesus als voor zijne
uitverkoren Bruid, zalige dagen „van blijdschap
des harten" waren. Gewis, hadden wij behoefte
aan klemmende bewjjzen, wij zouden die bloot
hieruit ten overvloede trekken kunnen, doch
wat zijn nog bewijzen noodig voor een Chris-
ten, die Jesus kent, en zijnen wcnsch ver-
neemt : „vereer mij altoos, maar vooral in
mijn Hart en nijjn JT. lijden op den Vrijdag.\'"
2) Oeuv. II. p. lGu.. 19*.
-ocr page 18-
— 8 —
II.
De eerste Vrijdagen der maanden.
Is de Vrijdag, gelijk wij hoorden, uit den
aard der zaak, als de sterfdag- van Jesus en do
i lag der doorboring van zijn II. Hart, met eigen-
aardig regt aan Jesus Hart gewijd, van de
eerste vrijdagen eiker maand kan men niet
juist hetzelfde zeggen; dat is: er moet eene
bijzondere reden gevonden worden, waarom
wij juist dezen dag, dezen vrijdag meer dan
< lken anderen aan Jesus Hart wijden, op
«lezen eersten vrijdag met bijzondere godsvrucht
•lesus Hart vereeren. \' Die reden wordt
roch ook gevonden; en zij ligt in den eigen
uitdrukkelijke1», wil van den Heer Jesus, die
ons juist dien dag heeft aangewezen, en aan
de viering van dien dag eigenaardige en uit-
stekende gunsten verbonden hoeft.
Het is van het hoogst belang, deze waar-
heid wel in te zien. Wij willen daarom in
het kort de gegrondheid onzer bewering staven.
1. In een der visioenen van de Gelukzalige
Margareta - Maria, ter gelegenheid dat Jesus
haar zijn II. Hart opende, en een brandende
vlam uit zijn Hart in liet hart der Zalige
overstortte, gaf Hij haar uitdrukkelijk diïr
gebod:
„Gij zult op den EERSTEN vrijdag van elke.
-ocr page 19-
_. g _
maand ter H. Tafel </«««." (1) Dat gebod
was duidelijk ; en het was niot minder innig
gemeend van den kant des Goeden Herders.
Dit zou te over blijken na eenige jaren, toen
de Heer zelf het door een wonder bevestigde.
De toenmalige Overste tier Zalige Margareta
meende trouwens, om anderen te voldoen, ge-
noegzame reden te vinden, om aan Margareta
te verbieden nog langer op de eerste Vrijdagen
ter H. Communie te gaan. Natuurlijk onder-
wierp zich de Gelukzalige zonder tegenspraak;
doch waar do zorg aan den Heer wordt over-
gelaten, wordt wèl gezorgd; en wat Hij ver-
zorgt, hoe zou het mislukken ? Zie ! Eene der
kloosterzusters wordt gevaarlijk ziek. De lief-
devolle Margareta begint aanstonds voor haar
re bidden en vraagt van .Tesus hare genezing.
.lesus antwoordt : ja, indien men u de Com-
munie\'s der eerste vrijdagen weder toestaat;
anders neen. — Hoeveel het der Zalige gekost
heeft, eer zij er toe kon besluiten, deze uit-
spraak des Meestors aan hare overste kenbaar
te maken, kunnen wij ligt denken, en is ook
door de geschiedschrijfsters, door de zieke
zelve, geboekt. Toen echter onze Zalige zag,
dat de zieke ondanks allo geneesmiddelen niet
genas, en integendeel reeds vijf of zes maanden
vele smarten moest doorstaan, toen vermande
zij zich, en gaf eindelijk aan hare Overste
1) Ocmr. f. pag. 78. ■ •
-ocr page 20-
— 10 —
den wil van -Josus en de gestelde voorwaarde
te kennen. Onmiddellijk werd haar de Com-
munie der raste vrijdagen wéér toegestaan.
Plotseling herstelde ook de zieke ; en het was
eens te meer gebleken dat do Communiën op
r/e eerste vrijdagen
bijzonder aangenaam aan
Jesus zijn. (1)
2. Zijn ernstig gebod door een wonder be-
krachtigd te hebben, dat was echter den Heer
«Tesus op verre na niet voldoende. Hij wilde
O]) het krachtigst en inzonderheid door een
aantal bijzondere gunsten zijne begeerte, om
de eerste vrijdagen gevierd te zien, doen blijk-
baar worden.
Eene der grootste gunsten bestond in eene
reeks van uitstekende visioenen, welke der
Zalige telkens op al de eerste vrijdagen to
beurt vielen. „Zij zag dan het goddelijk Hart
„ischitterend als eene zon, welker brandende
„stralen loodregt op haar hart nederschoten,
„en het van goddelijke! liefde deden vlammen.
„Bij dezelfde gelegenheden, en dus op de
„eerste vrijdagen vooral, leerde haar de god-
delijke Meester wat Hij van haar begeerde,
„en openbaarde Hij haar de diepste geheimen
van zijn goddelijk Hart." (2).
Een andere gunst bestond daarin, dat de
Heeft zelf een heiligen Religieus, die wel 200
uren van de Zalige verwijderd was en haar
IJ Oeuvr. II. i>. 214. 8.) Ib. I. p. 75.
-ocr page 21-
V
— 11 —
nooit gezien had, aanspoorde, om eiken eer aten
vrijdag,
zoo lang zij leven zou, do H. Mis
tot hare intentie op te dragen, -— eene gunst,
welke de Zalige Margareta aan Jcsus Hart
plagt toe te schrijven; (1) en die gewis Jesus
voorliefde voor de eerste vrijdagen bewijst.
Het geluk, door de Zalige genoten, toen zij
zag dat de devotie der eerste vrijdagen begon
toe te nemen, kunnen wij insgelijks onder de
gunsten van Jesus Hart rekenen. Zoo meldt
zij uitdrukkelijk, hoe het haar hart bovenmate
verblijdde, toen zij vernam, dat de Paters der
Sociëteit hunnen broeders en al die nog geen
priester waren hadden toegestaan, op de eerste
vrijdagen
de II. Communie te mogen ontvan-
gen ; (2) zelve droeg zij hare C\'ommuniën der
eerste vrijdagen gaarne voor hare vrienden
op. (3) En zij leerde van Jesus in persoon,
hoe aangenaam het Hem was op de eerste
vrijdagen iemand te zien Mis lezen of luwen
ter eere van zijn goddelijk Hart. (4)
3. Na dit alles kan hot ons niet bevreem-
den, dat de Zalige Margareta, zooveel in haar
vermogen was, de devotie der eerste vrijdagen
trachtte te verspreiden en aan te bevelen.
1)    lliieven II. p. 160.
2)    Deze heilrijke gewoonte bestaat nog, doch wa*
in dien tijd een grooter bewijs van builengt-
wontn
ijver om Jesus Hart te eeren, daar do
II. Communien toen minder menigvuldig waren.
3)    1. p. 184. 4i IL p. 145.
-ocr page 22-
12 —
Hare grootste en voornaamste vriendin, de
Eerwaarde Moeder de Saumaise, mogt dit het
eerst vernemen. „Gij moet, - schreef zij haar,
..reeds den 24 Ang. 1065,— ter Communie
..gaan op een eersten vrijdag, en na de IL
..Communie u zelve aan het IL Hart opdra-
-gen, door u geheel toe te wijden, ten einde „ Hem
a 11e eer en liefde, die gij kunt, te bezorgen." (1)
Kenden wij niets anders, dan deze vurige
begeerte der Gelukzalige Margareta, om de
ii\'.rste vrijdagen gevierd te zien, het zou zeker
reeds voldoende zijn om ons aan te sporen
lot die bijzondere oefening van godsvrucht.
Zij is en blijft immers de door Jesus onder-
rigte en afgezonden Apostel van zijn IL Hart.
Zij zoekt alleen datgene te zien uitgevoerd,
wat haar goddelijke Leeraar zelf haar heeft
geleerd. Er is echter eene veel grooter en
dringender reden, dan die vurige begeerte der
Zalige. Zjj ligt in eene belofte, met regt de
groots belofte genoemd; eene belofte door Jesus
gedaan voor allen, die de eerste vrijdagen
volgons zijne begeerte zullen vieren; eene
belofte zóó groot en zóó heilzaam, dat wij
verpligt zijn, haar afzonderlijk te behandelen.
Denkt echter, Vereerders van Jesus Hart,
denkt alleen reeds over het nu gezegde na, en
oordeelt, of gjj de eerste vRunAGKX der maan-
den niet ijverig vieren moet als gij Jesus Hart
wilt lief hebben enaan zijn hartewcnsch voldoen.
1] II. png. 65.
-ocr page 23-
13 —
III.
De groote belofte voor hen die negen eerste
Vrijdagen ter 11. Tafel gaan.
1. De zoogenaamd groote belofte van Jeans
Hart, (ter onderscheiding van de vele andere
gunsten door den Zaligmaker beloofd aan hen,
die zijn IL Hart eeren) wordt ons met de
volgende woorden door de Zalige Margareta-
Maria bekend gemaakt.
„Op een Vrijdag, tijdens de H. Communie,
sprak Hij (Jesus) als ik mij niét bedrieg,
deze woorden tot zijne onwaardige slavin:
„Ik beloof u in de overmatige barmhartigheid
„van mijn Hart, dat zijne almagtige liefde
„aan allen, die negen eerste vrijdagen der
„maand achtereenvolgend te Communie gaan
„zal verleenen de eind-genade der boetvaardig-
heid; zij zullen niet in zijne ongenade sterven;
„noch zonder hunne Sacramenten te ontvangen,
„daar mijn Hart hunne veilige schuilplaats
„zal wezen in dat laatste oogenblik."
Zoo schrijft zij in haren brief aan de Eerw.
Moeder de Saumaise, in Mei 1068. (1) In
het leven door hare tijdgenooten geschreven,
vinden wij dezelfde woorden opgenomen, (2)
en nog onlangs heeft een ijverige Directeur
1) Oeuvres II. [>. 10&. 2) Yio I. ;>. 2ól
-ocr page 24-
— 14 —
van het Apostolaat des gebeds in België den
tekst laten vergelijken niet het oorspronkelijke
Handschrift der Gelukzalige, dat te Paray-
le-Monial berust. (1)
De belofte is dus zeker echt, en juist met
de bovenstaande woorden door de Z. Margareta
verkondigd; er blijft slechts over die een\'
weinig te verklaren. Vooraf echter eene op-
merking.
Er zijn, die gemeend hebben, dat de woor-
den : „als ik mij niet bedrieg" eenigen twijfel
zouden verraden. Dit is toch niet zoo. De
Zalige spreekt dikwijls op dergelijke wijze.
Nu eens schrijft zij : „het komt mij voor"
„het schijnt mij toe","
dan eens, zoo als hier,
„indien ik mij niet bedrieg" „gelijk ik meen."
De beteekenis dier uitdrukkingen is echter
1) De E. P. Du/au, die het Handschrift der Zaligo
vergeleken heeft, geeft deze lezing, die nog iets
duidelijker is, dan die, welke wij in de ü
aangehaalde gedrukte plaatsen vinden : „Dans
1\'excès (elders excessive) de la miséricorde do
mon Coeur, je te promets, que son amour tout
puissant accordera, a tous ceux qui commu-
nieront, les Iers Vendredis, neuf mois de suite.
(Brief, tout do suite) la grace do la pénitence
finale (Br. la grace finale de la pénitence) ;
qu\'ils ne mourrtrat point dans ma disgraco
(JB. en sa), ni sans recevoir leurs Sacremonts,
et qu\'il se rendra (se rendant) leuv asile assuré
a cette heuro dernière (Br. en co dernier
moment.)
-ocr page 25-
— 15 —
bekend en sedert lang, onder anderen door
den even geleerden als godvruchtigen P. de
Gallifet, verklaard. De woorden Gods tot de
Heiligen, leert hij, zijn dikwijls niet tot het
oor maar tot het verstand gerigt; zij zijn in-
wendig, niet uiterlijk verneembaar. De zaak,
die God mededeelt, is dus van Ood, de woor-
den waarmee ze zijn uitgedrukt zijn van den
menseh; van daar het verschil van stijl hij
de verschillende personen dit! de door God
meegedeelde zaken bekend maken. Zoo sprak
ook de Heer Jesus tot het hart der Zalige;
on zij vertaalde die in de ziel gehoorde woor-
den in do haar eigen uiterlijke taal. Van daar
de aarzeling en eene soort van vrceze, of zij
wel klaar en juist genoeg het gehoorde woord
terug had gegeven. (Zie b. v. Bougaud, vie
de la 13. Marg. p. 209.) „Ah ik mij niet be-
drieg"
wil dus in ons geval zeggen : „Dit zijn
de woorden, en uitdrukkingen, dienaar mijne
meening overeenkomen met hetgeen de Heer
Jesus mij in de ziel geopenbaard heeft. Dit
is de ware wijze, waarop ik meen Jesus open-
baring te moeten weergeven."
Wij kunnen hier aanstonds bijvoegen, dat
deze belofte, (die men ook wel de twaalfde
helofte
noemt, wijl zij op de twaulfde plaats
na de elf algemeen bekende beloften, tot
welke men de door J esus Hart beloofde gunsten
teruggebragt heeft, pleegt gedrukt te worden)
sedert langen tijd kerkelijk is goedgekeurd.
-ocr page 26-
__ 16 _
Zij draagt zelfs, gelijk al de Geschriften der
Gelukzalige, de hoogste aanbeveling der Apos-
tolische Kerk met zich; „dat er niets, wat
de theologische censuur verdienen zou, in
gevonden wordt," en de bisschoppelijke: „dar
zij van harte wordt aanbevolen." (1) Wij be-
hoeven dus niet immer te duchten, gelijk
sommigen, die maar altoos te ligt meenen, dat
Jésus te veel zou gezegd hebben. De Belofte
hebbe verklaring noodig; maar echt is zij.
2. Komen wij nu tot haar inhoud dan moe-
ten wij natuurlijk acht geven, op de door Jesus
gestelde voorwaarde», zoowel als op de voov
regten.
De voorwaarden zijn : negen H. Coinmuni\'én.
gedaan op negen achtereenvolgende eerste vrij-
dagen
van negen maanden.
Waarom de Heer Jesus deze voorwaarden
aldus gesteld heeft, voegt ons niet te vragen.
Het is zijn wensch, zijn Heilige wil; wat
willen wij meer? —
Toch kunnen wij wel eenige redenen gissen,
die den goddeljjken Zaligmaker hebben aan-
gespoord, om juist deze voorwaarden te stellen.
1) Zie Ni/les, ile Kat Fest. SS. Conl I. p. 405.
(4de Edit.j over de ltoom.<ch» II. Congr. — Vie de
la Hieiih. par sas contemporaines Appro\'t. -
Vorder,
voor Helmie b. v. Célébralio.i du lcr Venlreili. -»•
•Imprimatur, 13 Deel 1873, Tlieodor. Kpisc. Leod. —-
Voor Frankrijk, de MHcfjeis gedrukt met de 12 Be-
loften, te \'J\'oulou.ie, yjiz. enz.
-ocr page 27-
— 17 —
Het boven aangeduide nopens d»; vrijdagen
en eerste vrijdagen geeft ons licht. De Heer
zal den rrijdag gekozen hebben, wijl die dag
bijzonder oian zijn H. Hart is gewijd; Hij zal
negen en wel negen op elkander volgende vrij-
dagen gewild hebben, wegens de gewoonte
der geloovigen, om eene Novene of negendaag-
sehe oefening te houden ; Hij zal negen eerste
vrijdagen
hebben vastgesteld, dewijl Jesns in
\'t bijzonder de viering der eerste vrijdagen
wilde aanbevelen; Hij zal eindelijk negen
Communie n
verordend hebben, wijl J:;sus wilde,
dat de devotie tot zijn goddelijk Hart inzon-
derheid door middel der II. Communie zou beoe-
fend worden. Js er meer noodig, om de keuze
der bijzondere voorwaarden genoegzaam te
begrijpen ? Wij gelooven liet niet. In elk geval
moeten wij Jesus wil volgen, en aan de een»
gesteld»; rooruttarden geen stipj»; veranderen.
3. 1)<; voorregten, aan de vervulling der
genoemde voorwaarden geschonken, zijn aller-
uitmuntendst. Zij zijn zelfs z<)ó groot, dat zij
voor sommigen eenige verklaring noodig hebben,
om niet verkeerd te worden begrepen, en dat
zij door andereu, lijrt voorbarig, zonder ver-
klaring niet geloofd zouden worden.
Om gansch duidelijk te spreken, dienen wij
althans drie voorregten in de Groote belofte
te onderscheiden. Anderen nemen er vier, en
dan wel op deze wijze.
2
-ocr page 28-
— 18 —
lste voorregt: „Zij, die negen eerste vrijdagen
achter volgens Communiceren, zullen de genade
der boetvaardigheid voor het einde huns levens
ontvangen."
2de Voorregt: „Zij zullen niet in mijne
ongenade sterven."
Zij, die deze twee punten
als onderscheiden voorregten beschouwen, „de-
wijl, zeggen ze, .Jeans niet tweemaal dezelfde
zaak zal gezegd hebben," — -nemen aan, dat
het eerste beteekent: „zij zullen niet sterven
in verstoktheid, als onboet vaardigen," — daar
de onboetvaardige dood de grootste aller ram-
pen is; — en dat door het tweede wordt aan-
geduid : „zij zullen ook niet in ééne enkele
doodzonde sterven," — en dus : in mijne genade
sterven.. Want, zeggen ze, is het ook eene
onbegrijpelijke ramp in doodzonde te sterven,
zij is toch niet zóó groot als die, waardoor
men in eigenlijke verstoktheid sterven zou.--
Is dit verschil misschien wat ver gezocht, en
heeft de Heer Jesus vcelligt enkel het eerste
door het tweede nader willen verklaren, dan
wordt de gunst er niet geringer om; wijl
immers de hoofdzaak daarop neerkomt, dat
wij door de doodzonde niet voor eeuwig van
het H. Hart gescheiden, maar door Hetzelve
eeuwig gelukzalig worden. En dit ten minste
heeft de\' Heer Jesus duidelijk beloofd.
Hoe Hij dit op twee wijzen ten uitvoer
kan brengen, is bekend. Hij kan ons zoovele
-ocr page 29-
— 19 —
genaden geven, dat wij, zoo wij goed mede-
werken, niet in doodzonde vullen; IJ ij kan
ook zorg dragen, dat wij, door onze onbegrij-
pelijke zwakheid in doodzonde gevallen, daar-
uit weer opstaan met zijne genade, en ons
bekeeren vóór dat wij sterven. In beide ge-
vallen volbrengt liij zijne belofte, en worden
wij gelukzalig. In beide gevallen zullen wij
eenmaal getuigen, hoe goed het geweest is
.lesus Hart lief te hebben, en het vooral in
de II. Communie, en bijzonder door negen
Communiën op negen achtereenvolgende eerste
Drijflagen
der maand te hebbeu vereerd. Geve
ons de Heer eenmaal die zalige getuigen te
mogen zijn!
4. Het 2de voorregt houdt in: „zij zullen
niet steroen, zonder
huxxk Sacramenten te
ontvangen."
Uit voorregt is zeker nog uitstekcnder dan
het vorige. Verstaan wij door hunne Sacra-
menten, juist diegenen waaraan zij het moest
behoefte hebben, of, in \'t algemeen, al die
Sacramenten, die wij in \'t bijzonder de Sacra-
menten der Stervenden heeten, het voorregt
blijft altoos uitmuntend. Het H. Sacrament
der biecht is de reddende plank bij de schip-
breuk, door sommigen te regt beschouwd als
een tweede doopsel, dat de berouwvolle en
daardoor weer rein gewasschen zielen niet
slechts den hemel waardig, maar ook Oode
-ocr page 30-
_ 20 —
gevalliger en moer gelijkvormig mankt. Het
FL Sacrament der Eucharistie is, vooral dan
als de ziel van het ligehaain scheiden zal, de
. krachtige teerspijs der reizenden naar de ge-
westen des lichts en der zaligheid. Kn het
H. Oliesel, — o hoeveel genaden schenkt ook
dit H. Sacrament aan de christelijke ziel! Het
zuivert baar immer meer; het lenigt hare
smarten, het versterkt het hart tegen de ver-
schrikkingen des doods, het doet de ziel met
vertrouwen opzien naar de eeuwige glorie,
welke weldra, met Gods genade, voor haar
beginnen zal.
Het ontvangen der laatst* //. Sfcwmwtoi
is dus wel degelijk een eigenaardig voorregt;
en mogt dan ook de Heer Jesus het goed-
vinden, niet altijd in letterlijken zin de H.
Sacramenten in het laatste uur te laren ont-
vangen, maar op eene andere wijze (b. v. door
het schenken van een volmaakt berouw met
de begeerte om te biechten) in den nood der
scheidende ziel te voorzien, wie zou ook dan
nog zeggen, dat Hij zijner belofte niet getrouw
en voor zijn dienaars niet de barmhartige
Zaligmaker geweest was?
5. Het ;5de voorregt overtreft nog de twee
vorigen in zekeren zin. „Mijn hart, zegt Jesus,
zal inde laatste ure hunne veilige .schuilplaats
zijn."
Het kan bij den eersten aanblik schijnen,
-ocr page 31-
_ 21 —
dat dezo belofte hetzelfde zegt. wat in de 5de
(der bekende XI) reeds is opgesloten, als de
Heer zegt: „I/fc zal hunne toevlngt zijn in het
leven en hij den dood."
Geven wij echter wèl
acht, dan vinden wij, al is het eenigzins de-
zelfde gunst, die gunst toch veel krachtiger
hier verkondigd. Jesus immers spreekt hier
vooreerst uitdrukkelijk van zijn Hart: „mijn
Hart,
zegt Hij, zal hun schuilplaats zijn, of
liever, het zal zich tot hunne schuilplaats maken.
Vervolgens spreekt Hij niet alleen van eene
toevlugt in het algemeen, maar van een
schuilplaats (mi asile), en nog wel van eene
gewisse, zekere, veilige schuilplaats (un asile
assuré.)
Wat zal de vereerder van Jesus Hart dan
nog te vreezen hebben? Wat zal de vijand
vermogen, als hij ziet, dat het hart van Jesus
vriend in Jesus Hart als in eene onverwin-
nelijke, ja onaantastbare vesting is opgesloten?
De bekoorder moge dan nog komen, „wetende
dat hij weinig tijd meer heeft," hij moge zijne
vergiftigde pijlen afschieten naar het hart, dat
voor zijn Regter gaat verschijnen: de Vriend
van het goddelijk Hart is veilig in zijn god-
delijk schuiloord, en zegt slechts met liefde
en in vervoering: „ Op U, o Heer, heb ik
gehoopt, ik zal in eeuwigheid niet beschaamd
worden!
„Oij zijt mijne rots, mijne vesting,
mijne hooge wijkplaats; in D schuil ik veilig.
In vrede zal ik in II sluimeren en rusten!"
-ocr page 32-
— 22
6. Zullen wij nu, ten slotte, nog vragen,
of Jesus zijne beloften vervullen zal ? Wie
zou het duiven? —
Mag dan diegene, die de negen eerste vrij-
dagen
gevierd heeft, er maar vrij op aan leven,
in de gedaehte: nu ben ik toch zalig? Die
dwaling zou even groot als de eerste zijn.
Jesus heeft, — bij voorbeeld, - ook gezegd:
„Die mijn rleesch eet, en mijn bloed drinkt,
blijft in mij en ik in hem."
AVil dat nu mede
zeggen, dat al wie ter H. Tafel geweest is,
niet meer van Jesus kan geseheiden worden?
Immers, neen. — De waarheid is deze. Zoo
gij begint niet het vieren dei1 negen eerste
vrijdagen,
volgens den wil en het voorschrift
van Jesus ; zoo gij clan later medewerkt niet
de genaden, die Hij u onfeilbaar geven zal
ter uwer zaligheid; zoo gij n niet roekeloos
en opzettelijk weer in het verderf stort dooi-
de doodzonde, of zoo gij althans, ongelukkig
gevallen, weder opstaat met zijne genade:
dèn, ja dan, zal de viering der negen eerste
vrijdagen u een onderpand der zaligheid zjjn,
en u beter leeren, dan ik het u leeren kan,
hoeveel gunsten en genaden gij door deze
oefening van het goddelijk Hart out var gen
helit. Eeuige nekeloozen mogen hierop letten,
om niet door de gunst zelve zich te misleiden.
7. Nog een paar opmerkingen. Heeft de Heer
Jesus op zoo krachtige wijze de devotie der
-ocr page 33-
— 23 —
eerste vrijdagen aanbevolen — welk is de
Christen, die ze niet tan harte zou willen
beoefenen ?
Verder: de Aflaat, door de H. Kerk ver-
leend, kan insgelijks op de eerste zondagen
der maand verdiend worden; het bijzonder
roorregt,
door Jesns beloofd, blijft uitsluitend
aan do eerste vrijdagen verbonden. Eindelijk:
Jesus belofte maakt gewag van de overmaat
zijner barmhartigheid, alsmede van de almagt
zijner liefde.
Het mag dus niemand verwon-
deren, dat deze zijne belofte ons zóó groot voor-
komt, dat men zo bijna niet zoude gelooven, als
ze niet ten klaarste gedaan en ten sterkste
lxjvestigd was.
Geve de goode Jesus, dat wij allen eens
deel hebben aan deze gunst; maar laat
ons dan ook van onzen kant beproeven al
wat wij kunnen, om dit; gunst te verdienen.
TV.
Bijzondere zegeningen van Jesns Hart in
de parochies, waar de eerste vrijdagen
gevierd worden.
Reeds ten tijde der Z. Margaretu-Maria
\'begon men de gunsten en zegeningen te be-
wonderen, welke eene ijverige viering der
fierste Vrijdagen van Jesus Hart verwierf.
-ocr page 34-
24
Sedert die dagen hebben diezfitfde zegeningen
niet opgehouden. Waarlijk opwekkend zijn
dan ook de berigten dienaangaande door
honderden monden en pennen verkondigd.
In het bijzondere te treden zou ons veel te
ver voeren. Wij verwijzen derhalve naar de
Zendboden van Jesus Hart (ten onzent de
Maaiidrozen)
die elke maand, in alle landen
dei" wereld en in vele talen, de gunsten van
Jesus Hart mededeelen. (1) Wij herinneren
daarbij de rijke getuigenissen van talloos
priesters, vooral zielenherders en Missioiiarissen,
die allen eenparig deze waarheid bevestigen.
Hetgeen het meest en het zekerst verkregen
wordt\' is: het toenemen der leden van het
Aartsbroederschap van Jesus Hart, het bij-
wonen der kerkelijke plegtigheden enhetveel-
vuldiger gebruik der H. Sacramenten.
Niets zou ligter zijn,\' dan eene wolk van
getuigen hier op te roepen. De Herders, die
de Parochies besturen, de Jleligiouscn die
Missies prediken, vooral de Directeurs van
het Apostolaat des gebeds, allen komen over-
een in het getuigenis, dat de devotie der eerste\'
vrijdagen
steeds wondervol gewerkt heeft en
nog werkt. Vraagt gij eenige feiten f Ziehier
een ovcrzigt onlangs in België gegeven: „Een
eerbiedwaardige Heer Deken zoide met tranen
in de oogen: Geen maand gaat voorbij, dat
1) Zie b. v. den MaandroztH-Almanuk. 1879.
-ocr page 35-
i
- 25-
ik niet 5 of o\' merkwaardige gunsten moet
bekend maken."\' En zulke getuigenissen ont-
vangen wij dagelijks. Verschillende Eerw.
herders en directeurs van Seminariën hebben
betuigd: „de oprigting van het Apostolaat
heeft de uitwerking gehad van eene missie of
retraite." Anderen: ,mijne parochie is ver-
nieuwd sedert de instelling van het Aposto-
laat ; al onze leden, op weinige uitzonderingen
na, willen do Novene der eerste vrijdagen
houden; en velen gaan daarna voort met de
II. Communie te ontvangen op de dagen aan
Jesus Hart dierbaar." Weer anderen melden:
„de gewoonte van het gemeenschappelijk gebed
is weer ingevoerd wegens het ingevoerde
Apostolaat des gebeds;" weer anderen, en zeer
velen: „het gebruik der II. Sacramenten
heeft zoozeer toegenomen op den eersten vrij-
dag, dat wij verpligt zijn de priesters uit den
omtrek te verzoeken, ons bij te staan in het
biecht hooren. Het aantal Communiën op de
Zon- en Feestdagen is er niet door vermin-
derd; integendeel, er zijn ook op die dagen
nog meer Communiën dan vroeger." Anderen
zeggen: „al de kerkelijke diensten worden
ijveriger bijgewoond, al de andere goede werken
hebben er bij gewonnen." Weer anderen :
„Zoo gij \'s avonds voor den eersten Vrijdag
onze kerk bezocht, zoudt gij denken dat het
de vooravond van een Aanbiddingsfeest of van
Paschen was."
-ocr page 36-
— 26 —
In Frankrijk, [talie, Spanje, Portugal heeft
de viering der eerste vrijdagen niet minder
zegenrijke vruchten gedragen. Tn vele andere
katholieke landen begint dezelfde oefening
veld te winnen. „Het is, zegt een godvruchtig
schrijver, of de Groote Belofte door Jeans
gedaan ten gunste van hen, die negen eerste
vrijdagen aehtorvolgens Communiceren, geze-
gend wordt gelijk de aflaat van Portiunatla,
die ook door Hem gegeven is, en waarvoor
men neg. na zoovele eeuwen, de bevolking
des lands hunnen oogst en hun dagwerk ziet
verlaten, om in de steden aan die gunst te
gaan deelnemen. Kunnen wjj zeggen: Gods
vinger is daar, — hier geldt het: Jesus Hart
is hier. Overigens kunnen niet weinigen nog
beter op een donderdag dan zaturdags te
biechten gaan, terwijl de Herders beter op
een vrijdag dan op een zondag eenige bijzon-
dere oefeningen ter eere van Jesus Hart kunnen
houden. En iu elk geval, al moest men ook
een klein offer aan Jesus Hart brengen, i»
zijne alntagtiye liefde niet in staat, ons dui-
zendvoudig te beloonen. en de familiën, die
Hem eeren, te zegenen \'t"
Gelukkig mogen we dus hen noemen, die
de devotie der eerste vrijdagen beoefenen;
nog gelukkiger, zoo zij die aan anderen leeren;
en driewerf gelukkig die Parochies, waar de
viering der eerste vrijdagen reeds gewoon en
door allen gewenscht en gezocht is.
-ocr page 37-
— 27
V.
Wijze, om, den eerste)/ Vrijdag te vieren.
I. Er is niets bepaalde voorgeschreven.
Al los wordt overgelaten aan den jjver der
Herders, gestichten, of predikers.
1.   ()j> sommige plaatsen kondigt men des
Zondags te voren den aanstaanden Eersten
Vrijdag aan. In België wordt zelfs \'s Donderdags
tegen den avond door liet luiden der klokken
de plegtigheid geopend.
2.   \'s Vrijdags wordt vroegtijdig eene 11. Mis
gelezen, en zoo mogelijk een godvruchtig ge-
zang daaronder gezongen. Na het Evangelie
(of na de 11. Mis) doet men de Akt van toe-
wijding, of wordt eene korte toespraak over
het 11. Hart van Jesus gehouden.
3.   Tegen den avond zingt men een Lof,
of houdt men eene korte predikatie, of bidt
men den kruisweg, toegepast op Jesus IFart.
4.    De algemeene Communie heeft plaats
onder de H. Mis; en de Zélatricen dragen
zorg, dat liet beeld van Jesus Hart met licht
en bloemen versierd zij. Deze sieraden laat
men staan tot Zondag-avond.
5.   ()p vele plaatsen neemt men deze, op
andere eene andere gelegenheid te baat ter
uitdeeling van platen, prentjes of medailles
ter eere van Jesus Hart.
-ocr page 38-
.....28- ■■■
IL. Kan van dit alles niets plaats hebben,
of heeft althans niets van dit alles in eene
parochie plaats, dan kunnen de Vereerders
van Jesus Hart des niettemin op eigen wijze
don Eersten Vrijdag waardig vieren. De H.
Communie blijft de hoofdzaak. Het bijwonen
der H. Mis gaat er van zelf meê gepaard:
en juist daardoor tenminste kunnen zij toonen,
dat hun deze oefening ter harte gaat. - Willen
zij verder iets meer doen, wat belet heneene
afbeelding van Jesus Hart te verspreiden,
Jesus in het II. Sacrament te bezoeken, zelf
de Akt van toewijding te vernieuwen, al hun
werk met bijzondere aandacht aan Jesus Hart
op te dragen, — en zoo vele andere oefeningen
meer, Jesus Hart ter eero ondernomen ?
Zooveel is zeker, zeide reeds de Z. Marga-
reta-Maria(l) dat: „zij die er hun lust in vinden
het H. Hart te vereeren, tot dat einde al de
eerste vrijdagen der maand
nemen, om aan
hetzelve eenige bijzondere huldebewijzen te
brengen, een ieder volgens zijne godsvrucht!"
Zij zelve offerde vaak voor hare vrienden de
Communiën der eerste vrijdagen op, (2) en
zij raadde aan, op Jesus woord, eene H. Mis
te lezen of te hoeren op de eerste vrijdagen. (3)
1) Oeuvr. II. P. 95. 2) I. p. 184. 3) II. p. ltó.
-ocr page 39-
— 29 —
»e eerste Vrijdag
der maand Jannarij,
toegewijd aan het goddelijk kind.
I. Punten voor de meditatie.
In het kort leunt gij allernuttigst de volgende
punten overwegen, om die dan later voor de
andere vrijdagen te verdeelen. De hoofdzaak
is, dat gij alleraandachtigst let-op de gevoelens
en de gedachten van het goddelijk Kind. Her-
inner n tevens, dat het eindvoorwerj) der de-
votie tot Jesns Hart, niets anders is, als de
persoon zelf van onzen goddelijkon Zaligmaker,
Jesns.
I. De Besnijdenis O. H. J. C. 1. Het god-
delijk kind ontvangt op dezen dag den zoeten
Saam Jesns, dat is : God-Zaligmaker. Op dezen
dag begint dus eigenlijk de Naam van Jesns
Hart. 2.
De Heen- .1 osus moet, om dien Saam
te verdienen, zich diep vernederen en zjjn
eerste bloed voor u vergieten. 3. In dien
Naam moeten alle knieën buigen, in den hemel,
op aarde, en onder de .aarde; Hij verdient
dus al uwen eerbied. In dien Naam alleen is
de zaligheid te vinden, maar ook ligt te vinden;
Hij vraagt dns al uw vertrouwen. Noem dan
in \'t vervolg, en vereer dien IL Naam met
allen eerbied en hoop. „O mijn Jesns ! barm-
-ocr page 40-
30 - -
hartigheid/" (100 dagen aflaat.) Zoet Hart,
mn Jesus! wees mijne liefde!
(300 dagen afl.
Maandrozen 1875 p. 300.)
II. IL Driekoningen. 1. Het Hart van liet
goddelijk Kind trekt de drie "Wjjacn uit het
Oosten tot zich. 2. Ofschoon in de kribbe
liggend, toont het zijne glorie in de schitte-
rende Ster aan den Hemel. 3. Tusschen Maria
en Joseph laat het zich vinden, en ontvangt
het de hulde van liet opregt geloovig hart:
het goud der liefde, den wierook des gobeds,
en de mirrhe der versterving. — Zie of gij ii
ook zoo gemakkelijk tot het goddelijk kind
laat trekken ; of gij zoo moedig alle hinder-
palen overwint; of\'gij het goddelijk Hart altijd
door Maria en Joseph zoekt. Ook kunt gij be-
schouwen, hoe Jesus Hort zelf als een schit-
terende Ster is, die vooral in onzen tijd de
verstrooide harten tot den God van Bethlehem
trekt. Niemand leert de devotie tot Jesus
Hart kennen en beoefenen, of hij wordt woldra
een hartevriend van Jesus.
lil. De cluijt naar Egijpte. 1. Gelijk Joseph
en Maria aan het bevel des Engels, zoo ge-
hoorzaamt het goddelijk Kind aanstonds aan
Maria en Joseph. 2. Hoe lang ook de togt is,
eene reis van vele dagen, hoe eenzaam de
dorre zandwoostijn, hoe talrijk de gevaren en
bezwaren, liet goddelijk Kind rust kalm en
bedaard in de armen zjjner Moeder, en leert
-ocr page 41-
— 31 - -
ons op Hem vertrouwen, zonder wiens toedoen,
gelijk Hij later loeren zal, geen haai\' van ons
hoofd valt. 3. Het goddelijk Kind verlaat
alles, bezittingen, hoe klein ook, vaderland,
vrienden, bloedverwanten, den Tempel Gods,
alles, om in een vreemd land geruimen tijd
als balling door te brengen. Verbeeld u, met
de IL Familie over Bethgabara en Gaza, en
dan nog zeven dagreizen, door de barre zand-
woestijn af te leggen. Waarheen P Voor hoe
lang? Dit weet de Vader, die Daarboven
woont. Hond uw hart kalm, als gij ook soms
naar een of ander Egijpte vertrekken moet.
Kust, gelijk Josus in de moederlijke armen
van Maria,. Volg Jesus Hart altoos.
IV. Verblijf in, en terugkeer uit Eyijpte. 1. Te
Matarieh. (het oude On of Heliopolis) toont
men nog de plaats, waar de H. Familie zal
gewoond hebben. Eene fontein van helder water
en een wilde vijgeboom van wel twintig voet
omvang met twee dikke loverrijke armen
wijzen de plek aan. Doch wat was die plek,
waar Israël vroeger in ballingschap leefde,
vergeleken bij het koninklijk Hethlehein of het
liefelijk Nazareth P 2. In Egijpte zag het god-
delijk Kind rondom zich de dwaasste afgoderij
plegen. Het zag zijne dierbare ouders onder
vreemden, nog meer dan te Bethlehem, ver-
stoeten. 3. Het aag echter ook den wil Gods,
die hot weldra, gelijk eertijds Israël, uit Egijpte
-ocr page 42-
— 32 —
terugriep en nooit verlaten zou. De Engel
spreekt, en liet Ifart van den kleinen Jesus
springt van blijdschap op, als het op nieuw
aan Gods bevel en aan zijn teer beminde Ouders
mag gehoorzamen. (Den 7 Januarij herdenkt
de H. Kerk dezen terugtogt). Leer kalmte,
leer vertrouwen, loer gehoorzaamheid, als gij
het goddelijk Hart van Jesus niet onwaardig
wilt blijven. Mijn God! hoeveel leert Gij ons
niet, reeds in uwe eerste kinderjaren ! Spreek
tot mjjn hart, en trek het tot U.
II. VERZUCHTINGEN\'
hij wijze van Litanie fot het H. Hart van
het goddelijk Kind,
(ook voor den Kersttijd dienstig.)
Heer, ontferm u onzer!
Christus, ontferm u onzer!
lieer, ontferm u onzer!
Christus, hoor ons! Christus, verhoor ons!
God, Tlemelsche Vader, ontferm u onzer!
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontf. u onzer.
God Heilige Geest, ontferm u onzer.
II. Drievuldigheid, één God. ontferm u onzer.
Hart van het goddelijk Kind Jesus, ontf. u onzer.
Hart van Jesus, gevormd in den schoot der
II. Maagd Maria, ontferm u onzer.
Hart van Jesus, in wieu de, Eeuwige Vader
zijn welbehagen heeft, ontferm u onzer.
-ocr page 43-
— 33 —
Hart van Jesus, in één persoon met den Zoon
Gods vereonigd, ontferm n onzer.
Meesterstuk van den H. Geest,
Tabernakel der Allerheiligste Drievuldig-
heid,
Brand-oven v.an liefde,
Troon van liefde,
Woonplaats der geregtigheid en liefde.
Magtig in de zwakheid,
Wonder van gehoorzaamheid,
gAfgrond van ootmoodigheid,
» Oceaan van goedheid,
                                 §
|-a Zoet middelpunt van mijn hart,                ^
g Mijne opperste zaligheid,                            3
> door de liefde tot ons gebragt,                 s
\'S-voor allen geopende Schat,                        0
^ Bron van zegeningen,                                 g
Grondslag der heiligheid,                           r<
door de Engelen verheerlijktopBethlehoms
velden,
welwillend de arme Herders ontvangend,
de Koningen van verre tot U trekkend,
in de kribbe reeds aan Golgotha denkend,
tusschen Maria en Joseph gevonden,
den stal in een Paradijs veranderend,
op een handvol stroo uwen liefdetroon
opslaande,
vooral de kinderkens tot U ï\'oepend,
Bethlehem een waar Huis dos Broods
makende,
3
-ocr page 44-
— 34 —
Hart van Jesus, van het begin af zoo warm
voor ons kloppend, ontferm u onzer,
zoo vroeg reeds, in ballingschap ons voor-
af beeld,
| inEgijpte zelve, ons toonbeeld en onze troost, §
>"» in Nazareth, vol liefde gehoorzaam,
          §»
g toevlugt van alle kleinen en ootmoedigen, 3
> Hart van het Kind Jesus, onze vreugde e
"£ en onze roem,
                                          0
jij Hart van het Kind Jesus, onze lust on g
onze troost,
                                                    ►?\'
Hart van het Kind Jesus, onze liefde
en onze zaligheid,
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, spaar ons, Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, verhoor ons, Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt do zonden der we-
reld, ontferm u onzer.
Christus hoor ons ! Christus verhoor ons.
Vers. O God dor harten, schep in mij een
zuiver hart;
Antw. En vernieuw in mijn hart den waren
geest.                       LAAT ONS BIDDEN.
Almagtige God, die in den maagdolijken schoot
van Maria het Hart van Jesus door den H. Geest
heilig en onbevlekt hebt gevormd, en voor ons hebt
willen geboren worden ; neem het onreine hart van
ons weg, en schep een nieuw hart in onzen boezem,
opdat wij ü met een rein hart dienen on voor eeuwig
uw aanschijn mogen z:en. Door denzelvon, onzen Heer
J. C. die met TJ en den II. Geest leeft en heerscht in
alle eeuwigheid. Amen.
-ocr page 45-
— 35 —
III. VOOKBEELD.
De E. Moeder Anna-Margareta Clément, in geur
van heiligheid overleden, den 8 Januari) 1061, in het
klooster te Melun, dat zjj gesticht had, kan ons voor
deze maand tot voorbeeld strekken. Zij heeft vooreerst
het getuigenis afgelegd, dnt de H. Franciscus van
Salcs, haar geestelijke Vader (feest 29 Jan.) gewoon
was, zijn verblijf in Jesus Hart te houden. Gelijk
Mozes, zeide zij, plagt hij om te gaan met God en
werd alzoo do zachtmoedigste der menschen, en door
zijn gemeenzaam verkeer met zijn beminde, kwam hij
tot de volmaakte beoefening der twee deugden van
Josus Hart, de uotmoed (n de zachtmoedigheid. Der-
halve werd hij door God geroepen, om eene Orde in
do H. Kerk in te stellen (die der Visitatie) waarin
Jesus Hart en zijne twee dierbaarste deugden op
bjjzondere wijze zouden geëerd worden. (1)
Dezen, haar Vader in Christus, volgde Anna-Mar-
gareta getrouw na. In een brief aan de H. Joanna
de Chantal legt zij elders den toestand van haar hart
bloot. „De lietde Gods deed mij zooveel geweld aan,
dat ik mij moeijelijk kon inhouden ; mijn hart voelde
zich zoo krachtig tot Hein getrokken, dat het mij
toescheen, of het uit mijn binnenste wildo wegvliegen.
Werp ik de oogen op het Eeuwig Woord, dan gevoel
ik zulk een lust in mijn hart, dat het altoos op nieuw
gewond wordt door dien blUc. Mijne gewone verblijf-
plaats is het H. Hart van mijn Zaligmaker. Het komt
mij voor, dat Hij mij daarin opgesloten houdt, en
dat Hij onze vcreeniging steeds inniger maakt.\'\' „Ja,
ik moet u alles zeggen. Die goedheid van Jesus
schijnt niet meer te willen dan mijn hart, dat Hij
voor Hem alleen geschapen heeft; ten einde dat hart
nergens meer ruste dan in den schoot des Vaders,
of\' in zijn eigen Hart. Altijd trekt Hij het derwaarts
(1) Leven, door P Augustinus Galice, later Gene-
raal der Barnabieten. Tres. VIII. 471.
-ocr page 46-
- 3ti —
door zijne liefde. Ten mijnen opzigto doet Hij het-
zelfde, daar Hij mijn nicti-r hart tot zijne woning
kiest. \' (1)
Den 1 Jannarij 1630, terwijl zo "s morgens met
de gansche 11. Kerk den Zoeten Naam van Jesus
vereerde, ontving zij voor al dien ijver eene uitste-
kende gnnsc van haar goddelijken Jleester. De Heer
Jesus kwam nameljjk tot haar, <n graveerde zjjn
aanbiddelijken Naam rondom haar vurig hart. Ook
verklaarde hij haar den wondervollon zin, die in de
letteren van i.ien verheven Naam gelegen is. Hij
verzekerde haar, dat die H. Naam als een zegel op
haar hart zoude zijn, om hetzelve tot zijn eigendom
te maken en den ingang daarvan voor ieder ander te
beletten. Hierna ging Iljj nog verder in het bewijs
zijner liefde on sprak haar toe: „Ik leg mijn Hart
op het uwe ;" en terstond gevoelde zij, hoe haar hart
vereenigd werd met het Hart van haar goddelijken
Bruidegom, op eene onbegrijpelijke wijze.
Bij eene andere gelegenheid maakte de Heer haar
bekend, dat Hij haar hart lot een slagtoffer wilde
maken, dat a. n het goddelijk Hart onverpoosd zijne
hulde zou brengen. Om hieraan op eene moor waar-
dige wijze te voldoen, zocht zij in het heelal de harten
aller schepselen, ten oinde door hunne hulp den grooten
God te vereeren ,• doch dit alles was nog weinig ;
zij wendde zich dan tot het aanbiddelijk Hare van
Jesus, alleen in staat eene God waardige huldo te
geven, en zji bad dit goddelijk Hart, te willen aan-
vullen wat haar oi.tbrak om den eeuwigen Vader te
eer on.
Kens, op het feest van den H. Joanr.es den Dooper,
riep Jesus haar toe : ,Luister, mijne dochter, let op
en hoor nanr mijne stem.\' Daarop schoot Hij de
pijlen zijner liefde uit zijn Hart op het hare af, en
wondde het zoo zeer, dat zij uitriep : „O Liefde, hoe
l.) Tres. II. 124.
-ocr page 47-
-37 —
doordringend zijn uwe pijlen, en wat maken zij diepo
wonden !" ,De eindeloozo goedheid run mijn God, zoo
verhaalt zij verder, werd niet moede mij nieuwe
liefdegunsten te doen toestroomen." Zoo behaagde
het Hem, o|> eene wijze, die ik niet begrijpen en veel
minder uitdrukken kon, mijn hart uit mij zelve te
nemen en er het zijne voor in de plaat» te stellen;
zoodat het mjj thans voorkomt, dut ik peen ander
hart meer heb. dan het eigen Hart van mijnen Heer
Jesus. Vervolgens heeft Hij mijn hart genomen, en
het zoo diep ia zijn uanbiddelijken boezem geplaatst,
dat ik het niet meer zie !" (1)
Leeren wij, onder anderen, van deze deugdzame
vereerster van Jesus Hart, vooral in deze maand met
het goddelijk Kind Jesus vertrouwelijk om te gaan.
De vier boven aangeduide punten kunnen ons over-
vloedige stoi\' leveren. Plaats u inzonderheid dikwijls
voor de kribbe van het goddelijk Kindje ; volg het
in den geest van Bethlehem naar Egjjpte; luister
aandachtig naar do zoete lessen von het goddelijk
Hart ; overweeg ook ne verschillende waarheden in
de bovenstaande Litanie bevat; zoo ztilt gij ligt al
de vrijdagen dezer maand, ja al de dagen, het goddelijk
Kind mot ijver eereu en vurig liefhebben. Wat Jesus
Hart u van zijnen kant zal terugschenker», — kan
geen mensch u verhalen.
(1) Tres. VI. 214. Uit haar loven, in der tijd goed-
keurend gepreztn door den beroemden Kar-
dinaal Uoiia. Het is hier de plaats niet, om
over die mystieke hartverruiling verder uit te
weiden. De gewone lezer zij gewaarschuwd ,
het niet te stoffelijk op te nemen. Immers
liefde voor liefde, dat kan een ieder begrijpen.
-ocr page 48-
— 38 -
IV. GEBED.
Wat zie ik hier, mijn liefste Jesus,
Mijn Heer ! mijn Koning\'! Kn mijn God !
TJ, in een dieren-kribbo liggend,
fin in een enge, koele grot !
Zal dan een stal uw woning wezen,
Een handvol stroo uw Koningstroon!
Wat arme doekjes, al uw purper,
Twee arme aanbidders, heel uw kroon!
En toch, hoe minlijk speelt uw lachje
Om uw nog spritkeloozen mond,
En laat go uw Hart in de oogjes lozen,
Als of Ge niets dan lust hier vondt !
Hoe dankbaar lacht Ge uw Herders tegen,
Als kendet Gij noch leed, noch smart,
En trekt Ge \'s Oostens verre Wijzen
Door \'t sterrenlicht aan \'t juichend Hart!
Hoe lief ook rigt Ge op mij uw blikken,
Uws Harten spiegel, goddlijk Kind !
En lacht me toe met goddlijke oogjes.
Waarin ik \'t licht des hemels vind.
O Kindje Hof! O liefste Kindje !
Wie hoort hier ciet uws Harten stem ?
Of antwoordt niet met hart voor Harte,
O zoete God van Bethlehem !
Mjjn hart is \'t uwe ! Neem het, Kindje !
En speel er moê als zoeten last,
.En, — dat het nooit we >r U ontglippe, —
Zoo houd het met uw haudjos vast! —
-ocr page 49-
— 39 —
De eerste Vrijdag*
der maand Februarij,
gewijd aan \'t goddelijk Hart in zijn
verborgen leven.
I. Punten voor de meditatie.
Overweeg inzonderheid do volgende punten,
waarvan gij een of ander op de volgende
vrijdagen hervatten kunt.
t. Den 2en Februarij valt het feest in van
Maria-zuivering, ook genoemd de Opdragt van
het goddelijk kind in den Tempel te Jerusa-
lem, in de Oostersche kerk de ontmoeting (van
Simeon en Anna), bij ons: Maria-Lichtmis.
Al die namen zijn leerrijk voor u.
1.  Het goddelijk Hart geeft er \'t voorbeeld
van vele deugden, vooral van :gehoorzaamheid,
zelfs aan eene wet, die den Heer Jesus niet
verbond; van nederigheid, door zich te stellen
in de rij der gewone menschen; van armoede,
door het offer der armen (twee duifjes) voor
zich door zijne arme .Moeder te laten aanbie-
den ; van godsdienst en godsvrucht, door zich
vroegtijdig naar den Tempel Gods te laten
dragen en zich den hemelschen Vader te laten
offeren.
2.   Het Hart van Jesus wijst aldus bij voor-
baat op het groote offer, dat Hij voor u een-
-ocr page 50-
— 40 —
maal op Golgotha brengen zal. Het biedt zich
van nu af\' aan, om alles voor u te doen, wat
hot doen kan. Onderzoek, wat gij van uwen
kant uwen Zaligmaker offert \'i--
3.  Jesus Hart lijdt niet zijne H. Moeder,
als Simeon haar voorspelt, dat een zwaard
van droefheid
hare ziel zal doorboren, Jesus
denkt aan zijn eigen Hart op het kruis te
openen, en aan het Hart van Maria, met Hem
doorboord. Aanschouw met aandacht dit leer-
rijk tafereel: Jesus met Maria, en Maria de
teedere Moeder met Jesus lijdend.
4.  Het goddelijk. Hart verblijdt zich om
Simeon\'s levendig geloof, en Anna\'s gestadige
godsvrucht. Hoevele lessen voor u, als ge wel
acht geeft op de gevoelens van Jesus Hart,
en daarbij tracht zoowel Simeon als Anna na
te volgen. Simeon begeert vurig, Anna bidt.
Beider wcnsch wordt door Jesus voldaan.
Verlang voel, en bid nog meer; het Hart
Gods zal u verhooren.
II. Jesus op nieuw in den Tempel gekomen,
als Hij 12 jaren oud was, leert u, o. a. het
volgende:
1. Hij verlaat de Hem dierbare eenzaam-
heid, als het noodig of nuttig is voor de zaken
zijns hemelschen Araders. Zoo vertoont Hij
tevens zijne godsvrucht on vlammende liefde
voor de Eer Gods, die boven alles gaat. Zijn
Hart is altijd met het goddelijke bezig; doch
-ocr page 51-
_-41 —
het vergeet daarom de menschen niet. — Ver-
geet gij niet soms een van beiden, of\'misschien
beide te gelijk ? —-
2.  Het Hart van Jesus tooTit bovendien de
schatten zijner goddelijke wijsheid. Jesus ant-
woordt of vraagt, maar brengt bij elk woord
iets goeds voort „uit den goeden schat zijns
harten."
Hij zit te midden der leeraars, en
in den Tempel Gods, om u een nieuw voor-
beeld te geven. Zie, waar gij u het liefst be-
vindt, en of gij gaarne den Tempel Gods
bezoekt ?
3.   Het Hart van Jesus toont ook de ware
liefde
jegens zijne ouders. Jesus wil hen niet
bedroeven ; maar herinnert hun, hoe de hemel-
sche Vader Hem geroepen hoeft. Itoept God
ook u misschien ? Wat doet on zegt gij dan
inet betrekking tot uwc ouders of vrienden ?
Geeft gij gehoor aan Gods stem ? Weet gij
getrouw die te volgen? Gelukkig hart, dat
altoos luistert naar do inspraken des Heeren!
III. In Nazareth wordt het H. Hart op
een eigenaardige wijze uw voorbeeld in de
liefde tot het verborgen leren, in de nederigheid
en de eenzaamheid.
1. Nazareth heet en is de Bloem van Galilea,
doch het is zoo weinig bekend, zoo weinig
geacht dat men vraagt: „of wel van Nazareth
iets goeds kan komen." Hot is oen klein, stil
en vergeten stadje, in een aangenaam dal gele-
-ocr page 52-
_ 42 —
gen, omringd van bergen beplant met vijge-,
olijf- en granaatboomen, waartusschen zijne
witte huisjes liefelijk uitkomen. Maar die
stille eenzaamheid en die sclioone natuur zijn
juist do lievelingen van Jesus Hart. In de
schoone natuur leest Het Gods grootheid en
Goedheid als in een open boek; op de een-
zame bergen bidt Het met liefde tot den
Hemelschen Vader. Het kon u niet duidelijker
leeren : Aanschouw de leliën des veld» ! en :
Onze Vader, die in de hemelen zijt.
2.   Hoe gehoorzaam is verder het minnend
Hart van Jesus aan Maria en Joseph, die
voor Hem de plaats des hemelschen Vaders
bekleeden, — hoe onderdanigin alles, —altijd,—
en dat wel in de meest gewone bezigheden,—
als Hij b. v. water haalt uit de frissche bron,
(thans nog te Nazareth vereerd), of medewerkt
mot den H. Joseph in zijn nederigen winkel;
waarom men later zeide: „Is deze niet de
Zoon van den timmerman
?" Pas dat alles op
uwe gehoorzaamheid toe. —
3.   Donk verder aan het stille lijden van
Jesus Hart, als de H. Joseph komt te sterven,
en de H. Moedermaagd, onder andere smarten,
ook die der weduwen moet ondervinden. O
hoe zoet waren anders deze dertig jaren, met
God en zulke ouders te Nazareth doorgebragt! —
Overweeg, wat uw hart doet en denkt in den
huiselijken kring. Bemint gij de eenzaamheid?
-ocr page 53-
— 43 —
Zoekt gij die misschien te veel als uw pligten
u elders roepen ? Zoekt gij die genoeg, als het
Hart Gods er u toe roept ? En hoe is het met
uwe stille opgeruimdheid, gezelligheid, min-
zaamheid, onderdanigheid gesteld ? ■— Och,
denk toch aan Jesus Hart, als gij volmaakt
wilt worden. Zoo gij uw hart naar dit toon-
beeld vormt, zult gij het spoedig zijn.
GEBED
bij wijze van litanie tot het eenzaam Hart
van Jesn.s.
Keer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm ü onzer!
Ohristus, hoor ons! Christus, verhoor ons !
God, Hemelsche Vader, ontferm U onzer!
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontf. U onzer!
God, H. Geest, ontferm U onzer!
H. Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer!
Hart van Jesus, eenzaam Hart, ontf. U onzer!
rustend in den schoot des eeuwigen Vaders,
3 verborgen in den reinen schoot van Maria, »
S Minnaar der eenzaamheid,
                          S*
e Hemel der eenzaamheid,                             §
5 altijd wakend over uwe uitverkorenen,         <-<
1Ê afgescheiden van de wereld,
ȣj de nachten doorbrengend in het gebed, B
in beschouwing opgetogen,                            >3
-ocr page 54-
44
Hart van .Tesus, don Vador in geest on waar-
heid biddend,
bovon de bekoringen verheven,
van hemelsche liefde ontvlamd,
mystieke cel,
Geheimzinnige Tempel,
Eenzaam Paradijs,
lust van het eenzaam hart,
sprekend tot de eenzame harten,
de eenzame harten vruchtbaar makend,
uwe geheimen aan de eenzamen openbarend,
gesterkte van het eenzaam hart,
                   ©
g toevlugt van het eenzaam hart,                si
1-5 zoete verkwikking van liet eenzaam hart, 3
§ U vereenigend met het eenzaam hart, 3
in vrede heerschend in het eenzaam hart, cl
Jj Voorbeeld van liet eenzaam hart in uw ©
W verborgen loven,                                      §
Toonbeeld van allen, die de eenzaam- "/__
lieid liefhebben,
in de eenzaamheid het hart wondend,
door de eenzaamheid het hart tot ü
trekkend,
in de eenzaamheid ons nooit verlatend,
in de eenzaamheid onze lust en troost,
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, verhoor ons, Josus!
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, spaar ons, Jcsus!
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, ontferm U onzer, Jesus !
-ocr page 55-
— 45 —
Christus, hoor ons! Christus, verhoor ons !
Vers. Ik zal de ziel in de eenzaamheid
leiden.
Antir. En tot haar hart spreken.
IAAT OSS BIDDEN.
Heer Jesus, minnaar der eenzaamheid, stort
in onze harten de liefde tot de eenzaamheid,
ten einde zij, van het gewoel der wereld
verwijderd, bij het zwijgen der schepselen,
uwe zoete stem mogen liooron, en met
de taal des harten en der liefde U in de
eenzaamheid getrouw mogen antwoorden. Die
leeft en heerscht met den Vader en den
H. Geest door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
111. VOORBEELD.
Onder do ijverigste vereerders van Josus Hart die
nog vóór <le Zalige Margareta-Maria in de devotie
tot het goddelijk Hart hebben uitgemunt, wordt met
regt de Eerb. M ieder Maria <l r Menschwording, vaa
de Orde der Ursulinen, geteld.
Maria Gmjard, (zoo heette zij in de wereld» werd
geboren te Tours, in Frankrijk, dun 28 October 1599.
Na den dood van haren eehtgenoot, gaf zj h ren
zoon geheel over aan de zorgen van het goddelijk
Hart, hetwelk zon goed daaraan beantwoordde, dat
haar lieveling Claudius Martin niet slechts een geleerd
priester, maar een door deugd uitmuntend Benedictijn
werd, die later het heilig levon van zjjiie godvruch-
tige Moeder te boek stelde.
„Er gaat geen dag voorbij, zjo schreef zij hem
zelve later, waarop ik u niet otter aan de goddelijke
-ocr page 56-
— 46 —
liefde, op het altaar van Jesus Hart.\'" (p, 252). En
wat zij met haar zoon deed, deed zij voor haar zelve,
voor al de anderen, die zij aan God wilde aanbe-
velen, altoos het aanbiddoljjk Hart van Jesus als een
altaar beschouwende, waarop zij al haar gebeden,
verzuchtingen en offers aan God hei aangenaamst
kon maken. fp. 281)
Dagelijks bad zij ook haar hartelijk gebed, van ouds
bekend en door velen gebezigd : O eeuwige Vader,
door het Hart van Jesus, mijn weg, mijne waarheid
en mijn leven, nader ik tot U. Door dar goddelijk
Hart, aanbid ik U, voor allen, die U niet aanbidden ;
bemin ik U, voor allen die U niet beminnen ; erken
ik U, in de plaats van al die vrijwillig verblinden,
die, uit verachting, 1\' niet willen erkennen." En tot
Jesus : „Gij weet, o "Welbeminde mijner ziel, al wat
ik uwen Üemelscheu Vader door uw goddelijk Hart
en uwe heilige ziel zeggen wil. Tot Hem spiekend,
zeg ik het ook tot U ; want Gjj zijt in den Vader,
en de Vader is in U." (p. 280.)
Elders vat zij dat alles zanien in de zoetste ver-
zuchtingen. „O mijne Liefde ! reept zij daar uit, al
mijn lust en mijn genoegen ! Gij weet, wat ik begeer;
want mijn hart ligt open voor uwe oogen, bij liet
altaar van uw U. Hart. Dat ik dan geheel aan U
zij, gelijk Gij de mijne zijt. Nog eens, o heilig Altaar
van liet Hart van mijn God! dal op U dit offer worde
opgedragen I o aanbiddolijke vuurgloed, ontvlam haar,
die niet anders als in uwe vlammen leven wil. Of
kan ik dan zoo digt bij U zijn, en op een altaar van
vlammen, zonder door de liefde verteerd te worden."
(p. 91).
De vurigheid dezer verzuclit;ngen behoeft ons ove-
rigens niet te verwonderea, zoo wij er den grond van
nagaan. Reeds in 1635, en dus nog voor de geboorte
der Z. Jlargarota-Maria (1047) had onze Maria der
Mensehwording een woord uit \'s Hoeren mond ver-
r.omen, dat ons alles verklaren kan. Zij bad loen oin
-ocr page 57-
— 47 —
groote gunsten, doch scheen niet verhoord te worden.
Maar eensklaps dringt „cen goddelijke lichtstraal in
haar hart, en plotseling volgt daarop eene zoete
stem: „Vraag Mij door tiet Hart tan Jesua, mijn be-
minnelijksn Zoon ; door Hem sal ik n tvrnooren, en
u verleenen teut gij vraagt.\'\'
Van toen af, zegt zij
zelve vereenigde haar de Geest die haar leidde met
het goddelijk en nanbiddelijk Hart van Jesus, in dier
voege, dat zij slechts sprak en ademde door Het-
zelve, en altoos nieuwe genaden door dat goddelijk
Hart van Jesus vond.\' (p. 136.) Eene dezer gunsten
had zij reeds vroeger genoten. „Nimmer toch, schrijft
zij, liet die goddeljjke Liefde mij met rust. Zekeren
nacht zag ik den goddelijkcn Bruidegom, die twee
harten in zijne handen hield ; en ik begreep dat dit
zijn en mijn hart was. Toen plaatste hij het eene
hart in het andere, maar op zoo kunstige wijze, dat
het slechts één hart scheen ro zijn, hoewel ik de
vereenigiig dor twee harten aanschouwde. Terwijl Hjj
dio vereenigipg daarstelde, sprak Hjj : Ziedaar, op
welke wijze de vereoniging der harten plaats heeft.
Daarbij gevoelde ik iets goddelijks, dat zoo zoet was,
dat ik hst onmogelijk kan uitdrukken." (p. 71.)
Hoezeer de Dienares Gods aan do goddelijke ge-
naden beantwoordde, ligt bloot in haar levensgeschie-
denis (door den Ew. llr. liichandeau, Tournai, 1S73).
Zij verliet do wereld, en daarin haar eenigen, j\'ugdigen
zoon, om zicli geheel aan God te geven in de Orde
der 11. Anj;ela vim Merici. Zij verliet haar vaderland,
om zich geheel en al aan liet heil der zielen in het
Nieuw-Frankrijk (Canada, te wijden. Zij verliet ein-
delijk nog eens do wereld, in een anderen zin, (den
30 April 1672) om rijk aan verdiensten en goede
werken, één der treffendste bewijzen te leveren, dat
ook in het werkzame loven de hoogere beschouwing
sn vereeniging met God hare plaats kunnen vinden.
De woorden dezer Teresia der Nieuwe-Wereld (gelijk.
reeds Bo3suet haar noemde) en vooral haar visioen
-ocr page 58-
— 48 —
van 1635 zijn dnn ook van ouds reeds te Kouio aan-
gehaahl ten bewijze der zoete kracht en hooge nut-
tigheid van de devotie 10. Josus Hart. Do zaak liarer
zaligvtrklnring is onlangs te Rome ingeleid, en haar
gebed wordt door duizenden gebeden, (t,\\
IV. GEBED.
O Nazareth! wat blijde dagen
Zie ik voor U den Schepper vragen,
Jui gjj der Knglon Liefdezon
Alüogt bergen bij uw frissohe bron, —
En \'t Licht, dat uit het Licht gesproten,
De starrenzee hoeft uitgegoten
Aan \'t blaauw en maatlooa firmament,
In U zijn bakermat erkent.
Zie ! \'t Kindje, dat daar zit te spelen
Heeft de Englen om zijn Hart te streelen,
Haar kiest uw blinkend marmerzand.
Het knaapje, wiens nog zwakke hand
Uit uwe bron gaat water scheppen,
Gebiedt, dat zich de starren reppen,
Of roept zijn bliksemen: „Komt voort!\'\'
En t -„Heet; hier zijn wij," wordt gehoord.
Doch neen ! niot met die donderkolen
Kwam iljj op uwe bergen dolen,
Die jong\'ling in het nmbaehtsklood.
Aanschouwt I uw ploegen zijn gereed,
Uw wagens en uw i>t)$onjti\'<kon,
Door Hem, wiens voot de sterren drukken,
Wiens hand do heemlen meten kan,
En door wiens zorg uw akkerman
Thans rustiger uw rots bebouwen
En op een rijker oogst mag schouwen.
(1) Dit gebed is afzonderlijk gedrukt on verkrijg-
baar bij de Zólatricen van Maastricht.
-ocr page 59-
— 4$) —
Aanschouw ! En lees reeds in dit Hart
De vreugde ja vnn zoete smart,
Maar afgewisseld door gebeden,
Die u herscheppen\' in een Eden ;
Een Eden, ach ! ook U niet gansch
Nog blinkend in zijn homelglans,
Miar toch waarachtig, boven \'t oude,
"Waar Adam eens zijn God in trouwde.
O Naznreth! O blanke bloem
Van Oalileê ! wie schetst uw roem \'i
Wie zou, die werken moet en strijden,
U niet dat zalig lot benijden,
Het lot, van s Vaders eeuwgon Zoon
Te strekken tot een weikmauswoon ;
liet lot, zijn zoete stem te hooren
Die \'t llallel stuit der hemelkooren,
Of\' zelfs den harden hamerslag
En \'t zaaggekiiars, dat eiken dag,
Als leefde IIij alleen voor sniarte.
Hem Golgotlui weerklinkt in \'t Harte !
Doch neen ! — wat zegen Hjj u biedt, —
Uw lot benijden mag ik niet.
Dan wil ik liever met u roemen
En brengen Hem uw lievlingsbloemen :
Gehoorzaamheid en stille vree,
Met nedrigheid en zoeto> beê,
Opdat ook ik in u moog\' leven
Om \'t hart aan \'t Harte Gods te geven,
Kn juichen in mijn zoetst genot,
In u verborgen met mijn God !
              .
4
-ocr page 60-
— 50 —
»e eerste Vrijdag-
in Maart,
toegewijd aan het lijdend Hart van Jesus.
1. Punten voor de overweging.
De beschouwing van Jesus lijdend Hart
biedt u zooveel stofs ter overweging aan, dat
gij u noodzakelijk tot eenige hoofdpunten be-
palen moet. Tot de voornaamste kunt gij de
volgenden rekenen.
I. Jesus Hart in den tuin van Gethsemane.
Deze tuin herinnert den tuin van hot Paradijs,
maar met welk verschil! Hij ligt in het dal
Josaphat (het dal des Oordeels) aan den voet
des Olijfbergs, tusschen Jerusalem en Betlia-
nië,
— welke herinneringen ! Overweeg wat
Jesus op al die plaatsen gedaan heeft of doen
zal, en wat op dit oogenblik zelf zijn goddelijk
Hart nopens dat alles gevoelt. Aanschouw zelf
in \'t verschiet do geeselkolom on het kruis,
en bedenk, hoe Jesus hartelijden vermeerderd
wojdt lo. door zijn allertccderst gevoel en
zijne goddelijke kennis; 2o. door de gricvcnd-
ste ondankbaarheid van het menschelijk hart;
3o. door de beleedigingen den hemelschen
Vader aangedaan in den loop der eeuwen,
waarvoor Hij do voldoening op zich heeft ge-
nomen. Let vooral op het bloedig zweet, clat
-ocr page 61-
— 51 —
juist door do smart des harten uit al zijne
aderen wordt geperst, en alzoo vooraf heen wijst
op het bloed en water, dat weldra zijn god-
delijk Hart op het kruis zal ontvloejjen. Zulk
eene zee van smarten is voor ons ondoorgron-
delijk. Maar Jesus zelf zegt: dat IJ Ij tot ster-
vens toe bedroefd is ; en de angst en walging,
die Hem doen beven, zeggen genoeg, dat Hij
hier „den doodstrijd\'\' rijdt, gelijk ook de
Evangelist geboekt hoeft. Lot nog: op het
goddelijk Fiat! dat wel het Fiat van Jesus
Hart
mag genoemd worden, gelijk het Fiat
der schepping dat zijner Wijsheid, en Maria\'s
Fiat, bij de Mensehwording, dat zijner barm-
hartigheid mag heetcn. Beschouw liet kort
maar krachtig Fiat als een uwer schoonste en
beste gebeden. Er is ter wereld geen zoeter,
en geen krachtiger te vinden, — vooral in het
lijden.
II. Jesus Hart voor de Regters. Bedenk,
hoe grievend het is alleronschuldigst voor vele
regters te staan, en door geen enkelen hunner
krachtdadig te worden verdedigd. Een Annas
is de opruijer van allen; oen Caïphas huichelt;
een Ilerodes veinst als een nieuwsgierige ; een
Pilatus beeft uit mensehen vrees. En als Pilatus
ook vijfmaal Jesus onschuldig verklaart, durft
hij Hem nog niet vrijspreken; of liever ja,
hij spreekt Hem vrij en levert Hem terzelfder
tijd aan zijne Hoofdvijanden ter kruisiging
-ocr page 62-
— 52 —
over. — Bedenk hierbij, hop Jesus Hart, altoos
kalm on rustig als God, op zjjn eigen toekom-
stigen regterstoel wijst, hoe Hij door zjjn
zwijgen den nieuwsgierigen antwoordt; en zelfs
den Heidenschen Pilatus aan den éénen God
van Daarboven, die alles beschikt, doet denken.
Denk ook gij aan uwen toekonisrigen Regter,
en „hoe zoet liet zijn zal te sterven, na eene
standvastige devotie gehad te hebben tot Hem,
die uw regter zijn zal," gelijk de Z. Margareta
u leert.
III.  Jesits Hart en zijn volk. Zijn uitver-
koren volk, ja, lo. zoozeer met alle gunsten
en weldaden overladen, 2o. zoo vreeseljjk on-
dankbaar en verblind, 80. zoo verhard en ver-
stokt in zijn boos opzet, dat het Jesus bloed,
ook zijn Darteblocd, over zich en zijne kinderen
durft afeischen. Mijn (tod ! wat moet Gij ge-
leden hebben in uw zoo teeder minnend Hart?—
Hoe verdraag ik op mijne beurt de ondank-
baarheid der menschen Y — Denk aan Jesus
Vaderhart, aan zijne liefde, zijne eindeloozc
zorgen, en zoo wijders.
IV.  Jesus Hart en zijne leerlingen. De leer-
lingen, zoo aanhoudend in zijne school onder-
wezen, zoo zorgvuldig gevormd, zoo minzaam
met alle genaden voorkomen ; en nu ? O wat
moet zijn Hart niet gevoelen, niet verduren,
ols het ijselijkst lijden, — van een Judas, —
van een Petrus zelfs, - - ja van allen, die van
-ocr page 63-
— 58 —
Hem wegvlugten, uit angst en vreeze. - • En
hebben wij ten minste meer moed, dan zijne
leerlingen toonden P Zijn wij dankbaarder voor
zijne lessen ? Verlaat gij uwen Jesus niet ligter
nog dan zijne discipelen, en bij minder gevaar,
om nietiger redenen, voor beuzelingon dezer
aarde ?
V.  Jesus Hart en zijne. Ugchaamssmarten.
Denk aan de boeijen, de gevangenis, de bespot-
ting ; aan de geeselkolom, de kroon van door-
nen, de kruisdraging, de kruisiging, het kruis.
Al wist gij hiervan niets anders als de namen;
het ware meer dan voldoende. Doch gij weet
meer, veel meer; en zoo gij wèl acht geeft
op hetgeen gij weet, en u daarbij afvraagt:
welk Hart heeft dit alles moeten lijden? Hoe
heeft Hij het geleden P Waarom? Voor unen?
met welke gevoelens ?
o dan zult gij nooit ten
einde komen van deze stof bij uwedagelijkscho
overweging. — Jesus lijdt alles; zelfs het wreed-
ste"; — en Hij lijdt het voor u, — en doom,—
en met de grootste liefde lijdt Hij dat alles. — •
O wat zult gij niet moeten wedergeven voor
zulk eene wederliefde; en mat welk eenen
moed en volharding zult gij de u geschonken
kruisjes, als kostbare parels van Jesus kruis
niocten dragen.
VI.  Jesus Hart en zijne zielesmarien. Hier
staat gij voor een grondelooze zee. Let echter
vooral daarbij op de gevoeligheid van het
-ocr page 64-
— 54 —
allerheiligste? Hart, — op de eindelooze liefde
van het goddelijk Hart, op de versmade goed-
heid van de eindeloozo Goedheid en Liefde
zelve. Denk aan zijne alwetendheid. Geef acht
op het doel van zijn bitter lijden. Overweeg.
wat gij zelf gevoelt, als de geheele wereld u
schijnt te verlaten, te vervolgen, en gij bij
niemand, bij God zei ven, geen troost meer
kunt vinden. Want, in dat woord Aan Jesus
ligt de overigens voor ons onpeilbare diepte
van de smart zjjns Harten uitgedrukt: „Mijn
God! Mijn God.\' mtarom licht Gij mi-i ver-
laten
/" — Beschouw dus voor dit oogenblik
de heilige ziel van uwen Jesus. Indien gij
ooit iets geleden hebt, vergelijk uwe zielesinart
bij die van .Jesus, als een druppel bij den
gansenen Oceaan. Bedenk dan, wat gij aan
Jesus moet wedergeven voor zulk een bewijs
zijner goddelijke liefde, on offer althans uw
hart aan het zjjne, om met Hein kloekmoedig
te strijden en te lijden.
VU. Eindelijk, Jesus Hart en gij zelf. -
Want ook uw hart stond Hem levendig voor
oogen. Hij kende u, Hij zag u, en Hij wist,
wat gij eenmaal Hem geven zoudt? — Is het
azijn P of bittere galle ? — Zjjn het doornen,
en geeselslagen P —- O bedenk dan, wat gij
voortaan te dom hebt, en hoe gij van nu af
het goddelijk Hart des te ijveriger vertroosten
moet.
-ocr page 65-
— 55 —
Er zijn gewis nog vele andere punten dien-
aangaande die gij overwegen kunt. Oefen u
«chter bijzonderlijk in liet beschouwen van Jesus
Hart. Stel u dat goddelijk Hart zoo levendig
mogelijk voor den geest. Verbeeld u het to
zien, en tracht te gevoelen wat het gevoelt. -
Zoo zult gij allengs dieper in dat goddelijk
Heiligdom binnendringen, en er een schat van
zegen en genaden vinden. Hoe zalig toch het
hart, dat zijne kruisjes vergelijkt bij het kruis
van den Heer Jesus ! Hoe zalig roods op aarde,
als het zijn zoetsten troost in het Hart van
den Heer zoekt! — Maar nog eens : overwegen
moet gij, als gij den honig uit deze goddelijke
bloem wilt smaken.
II. GEBED
bij wijze, van litanie tot het lijdend Hurt
ran\' Jesus..
Heer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm II onzer!
Christus, hoor ons! Christus, verhoor ons!
God, Hemelsche Vader, ontferm U onzer!
God, Zoon, Verlosser dor wereld, ontf. Uonzer!
God, H. Geest, ontferm IT onzer!
H. Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer. ,
Lijdend Hart van Jesus, ontferm U onzer.
-ocr page 66-
Hart van .Jesus, gevoelig aan Manu\'s smarten,
Lust, Aan den Hemelschon Vader,
Brandend van liefde naar het kruis,
Met bittere droefheid gevoed,
Bron van rouwe,
Beangst in Gethsemane\'s tuin,
Tot stervens toe bedroefd,
Dooi\' Judas verraden,
Bedroefd om de lauwheid der Apostelen,
Door een Engel vertroost,
Afgemat tot den doodstrijd toe,
» Onderworpen aan het bevel uws Vaders, 2
sg Door uwe liefde met koorden geboeid, §»
1-5 Alle soort van smaad verdurend,
               3
§ Overgeleverd aan de woede der menschen, ,
*"Door Petrus verloochening miskend,
"g Voor de aardsche regters geboend,
            b
W Door niemand verdedigd,                           »
Door allen onregtvaardig behandeld,
Door de wreede geeseling verscheurd,
Met scherpe doornen doorboord,
Onder het zware kruis bezwijkend,
Bij den aanblik uwer Moeder doorwond,
Door Veronica getroost,
Met gal en azijn gelaafd,
Met wreede nagelen doorboord,
Drie uren aan het kruis lijdend,
Om ons, door uw hemelsehcn Vader be-
proefd.
Isa den dood, met eene lans doorstoken,
-ocr page 67-
— 57 —
Hart van Jesus, mot versmadingen verzadigd,
ontferm IT onzer.
Hart van Jesus, Troost van alle bedrukte
harten, ontferm U onzer.
Hart van Jesus, Middelpunt aller smarten,
ontferm U onzer.
Goddelijk Hart, onze lust en onze liefde,
ontferm U onzer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, verhoor ons, Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, spaar ons, .Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, ontferm u onzer.
Christus, hoor ons! Christus, verhoor ons !
v. Zoo wij met Jesus lijden,
R. Zullen wij niet Hem verheerlijkt worden.
G E B E 13.
Aanbiddelijke Zaligmaker, wiens Hart, met
smarten en bitter lijden vervuld, zoo dikwijls
over de misdadige vermaken der monschen
gezucht heeft; wij bidden U, door de onein-
dige verdiensten van uw bitter lijden, verleen
ons, dat onze harten de begooehelingen dei"
wereld en des vleesches mogen versmaden,
om met U te lijden on daardoor te verdienen
om eenmaal aan uwe glorie te mogen deel
hebben. Die leeft en heerscht met den Vader
en den H. Geest in de eeuwen der eeuwen.
Amen.
-ocr page 68-
— 58 —
UI VOORBEELD.
Kunnen «lic Heiligen tot voorbeeld dienen van de
devotie tot het Lijdend Hart van Jesus, eenigen
hunner hebben toch moer bepaald in deze de vut ie
uitgemunt. Onder dezen verdienen diegenen te worden
opgemerkt, die zolven in hun hart of in hun ligeliaam
de bittere smarten vnn den Oodmonsch mogten ge-
waar worden en gevoelen. Onder deze laatstoi\' noemt
de //. Angela van Foligni op Intro beurt eene nog uit-
stekende plaats in. Zij leert on» trouwens nog twee
bijzondere waarheden. Ton eerste : hoe ook diegenen,
die ver zijn afgedwaald, toch nog het digst tot het
goddelijke Hart kunnen naderen ; ten tweedo : op
welke wijze do smarten door Jesus verduurd juist
tegenover de zenden «taan, welke Hem die smarton
hebben berokkend.
Uit vrome ouders te Poligni geboren werd Angola
godvruchtig opgevoed. Doch, helaas ! hare schoon-
heid, zoo als hot dikwijls gaaf, stond bjj haar hooger
dan hare deugd, en werd de strik, waarin do wereld
haar boeide. Ofschoon vroegtijdig gehuwd en moeder
van verschillende kinderen, Ik t zij zich verschalken
door de gchijnvermaken der wceid, en bleef verre
van het Harte Gods. liet goddelijk Hart liet echter
het hare niet gerust ; het trok haar met geweld door
allerlei middelen. Lang duurde de strijd ; doch Jesus
Hart zegevierde, en van dan af was Angela een
ware Engel, gelijk haar naam vorderde, en werd zij
eene dor meest bevoorregte kinderen der goddelijke
liefde.
Zoo S]]rak haar eenmaal do goede Jesus liefelijk
toe : „Angela, mijne liefde voor u is zoo groot, dnt
„ik als het waru al uwe misslagen uit bet geheugen
„verloren heb, hoewel ik die ken ; ik zie in u niets
„als den rijken schat, welke mijn Hart er in ge-
plaatst heeft, (ijj moogt dan ook geene vertroosting
„meir verwachten, tenzij oan mijn Hart.\'
-ocr page 69-
— 59 -
Zoo loerde haar ook do Hoer Jesus zelf, wat wij
boven aanduidden, hoo Hij zelf voldaan had voor al
de fouten en zonden, waaraan zij zich had pligtig
gemaakt, on hoe Hij zijn bitter lijden, — in het
hoofd, do oogen, de ooron, in de handen, in de voeten,
en in het ganseho ligchaam verduurd had, ja, wegens
hare misslagen, maar insgelijks om daarvoor to boeten,
en die aldus als ongedaan te maken in de oogen des
hemelschen Vaders. Al do doelen des ligchaams
werden hierbij opgenoemd ^ ui de smarten van Jesus
daarbij opgeteld.
„En wat uw hart betreft, zeide Jesus in het bijzon-
„der, wegens de zonden van uw hart, als gramschap,
„drift, verkeerde grillen, en zoo wijders, is mijne zijde
y,met ecne scherpe lans doorboord;
ook is daaruit het
„krachtigst, geneesmiddel voortgekomen, om al do
„kwalen en driften van het hart te genezen: water,
„ter verfrissching en afkoeling der driften, bloed ter
„vergeving van allen nijd, droefheid en wrok." (Boll.
p. 203). Evenzoo verhaalde haar Christus zelf zijn
H. lijden, waarbij Hij, Order anderen, haar toesprak:
„Vraag: ik ben meer bereid om te geven, dan gij
om to ontvangen." (p. 184». Toen Angela hare moeder,
haren echtgenoot, en al hare zonen in korten tijd
verloor, zegt zij zelvo, kwam hot haar voor, dat van
toen af haar hart altijd in Gods Hart, en Uods Hart
in het hare was. (p. 189). Daarna Vroeg zij, door de
voorspraak van Maria en den II. Joannos, den leerling
van Jesus Hart, om een zeker totken, waardoor zij
altijd het ljjden van Christus in het geheugen zou
houden. En wat gebeurde? Zjj had een gehuimzinni-
gen droom, en daarin werd haar het Hort van Jesus
getoond, terwijl zij de woorden vernam: „/« dat
Hart is geen leugen
(goen bedrog), maar alles daarin
is waarheid."
Woldra vertoont zich de Heet aan
haar. torwijl zij waakt, en nu roept Hij Angela en
beveelt haar, den mond aan de. wonde zijner H. Zijde
te brengen,
en het is haar, of zjj den mond aan Jesus
-ocr page 70-
- 60 —
boezem legt on als \'t ware zijn versch vloeijend bloed
uit zijne ii. Zijde drinkt. Il.inr lust was onbeschrij-
felijk, en hare eenige bejreerti\', om insgelijks voor
.Jesus te sterven. (p. 189.) Zij spreidde zieh derhalve
een geheimzinnig bed op liet kruis van Christus,
gelijk zij het noemde, door de navolging zjjner deug-
den; zij mnakte in baar hart eene cel, waarin zij
aanhoudend met God verkeerde lp. 1ÏI7. 198/; terwijl
Jesus van zijnen kant haar rijkelijk niet alle soort
van geestelijke gunsten overlaadde. Nu eens kwam
bet haar voor, dit Christus baar niet ilen arm, die
uan het kruis geklonken was, omhelsde; dan weer
scheen het haar toe, dat hare z\'el binnenging in de
Zijde van Jesus; en daarbjj gevoelde zij zulk eene
hemelsche vreugde, dat die niet uit te drukken is.
tb!. 204).
Bij eene andere gelegenheid sprak Jesus haar toe.-
„het Hart van den almagtigen God is op uw hart;
ja, de Almagtige vindt in uw hart zijnen lust.\'\' Doch
genoeg over de gunsten üods. Trachten wij vooral
hare deugden na to volgen, om ook iets van die
groote genaden te verwerven. Wjjl de Heilige Jesus
lijden ook in haar ligehaam mogt gevoelen, wordt
zij mode onder de gostigmatiseerden geteld. Doch
wijl haar hart onophoudelijk Jesus lijden overwoog,
ei» hare ziel niet ophield zich to vormen volgens het
goddelijk toonbeeld, daarom werd zjj zoo heilig. In
haar leven hal zij dan ook altoos den Gekru\'ste voor
oogen. Dij haar afsterven riep zij uit : „Ik ben rein
gewasscheii in het bloed, dat als vorsch on frisch
uit de wonden des Gekruisten vloeit.\'" (Boll. En zoo
is zjj een levendig en sprekend voorbeeld voor ons,
dat ons leert Jesus lijden to overwegen, en er zijn
Hart in te zoeken en te vereeren. Overweeg aan-
dachtig d\'t kloine voorbeeld, het zal ook u leeren,
bet goddelijk Hart vooral in zijn H. lijden to vinden.
-ocr page 71-
— 01 —
[V. GEB El).
Mijn Jesus ! God van alle hiirtcn,
Met uwe liefde in vrede of strijd, —
"Wat woord of beeld besohrjjtt du smarten,
Die Gij voor ons uit liefde lijdt ?
Naauw bidt Ge: ,, Uw wil geschiede, o Vader !"
Of \'t Hart geperst door naamloos leed,
1\'erst U liet goddlijk Bloed uit de adren
En doopt U met een bloedig zweet.
En zie ! daar staat reeds uw verrader
U kussend met zijn helschen mond,
En knollen U do felste boejjcn
En loopt uw kudde siddrend rond.
Straks volgen slagen, duwen, stooren.
Waarbij uw henielseh Sion tromt,
Terwijl men U naar \'t aardsehe Sion
Voor uw gezworen liaatren sleurt
Daar ploft een vuistslag\' op uw wangen,
Als bee\'.d van \'t U geschonken regt,
Terwijl men liegend tal van misdaên
Uw schuldloos Hart ten laste legt.
Daar sleurt men U van straat tot straten
Dan op- dan afwaaris zonder ond,
Terwijl geen enkle regt durft spreken,
En Jood, en Heiden U miskent.
Daar kwelt men U met geeselslagen
Kn kroont U met een doornenkroon,
Als waart Gjj niets dan foltrir.g waardig
En aller afschuw, smaad en hoon.
Ja, \'t kruis, dat foltertuig der slaven,
De wreedste en schandelijkste dood,
Het wordt uw aandeel, wordt uw vonnis,
Als waar geen smart voor U te groot.
Mjjn Jesus ! Jesus, liod der harten,
Wie meet. wie peilt die diepe zee,
Van zooveel smaad en zooveel smarten,
Van zooveel ondank, zooveel wee ?
-ocr page 72-
— 62 —
Och ! mogt mijn hart althans gevoelen
"Wat omging in uw minnend Hart,
Toen U der boozen dolle woede
Zoo wreed verzadigde met smart !
Mogt ik althans steeds met U lijden,
En zoo uw troosten aan uw zij,
Die zoo onnoemlijk veel geleden
En dit geleden hebt -— voor mij !
Dat wil ik, Heure! A\'cem mijn harte,
Zie hier, hier is het, roof\' het vrij,
Opdat het, door uw lijden zalig,
Door lijden eeuwig \'t uwe zij \'.
iie eersie VrijïSass-
der maand April,
toegewijd aan liet stervend Hart van Jesus
I. Punten ter overweging.
Dewijl het hier een tafereel geldt, dat aller-
levendigst voor uwen geest moet blijven, een
tafereel bovendien, dat al de anderen, die
ooit plaats gehad hebben of zullen hebben,
in elk opzigt overtreft, dient gij uwe aandacht
zooveel mogelijk, daarop te vestigen, en vooral
van ganseher harte te zien, te hooren en te
ocericegen.
ï. En wat ziet gij dan ? Vooreerst een
dorren staak- in den rotsgrond bevestigd, waar-
van de dwarsbalk u aantootit, dat het een
sehandliout dei- moordenaars en oproermakors
-ocr page 73-
— 63 -
is. Daaraan hangt de eeuwige Onschuld, de
eindeloos Heilige, het Lam Gods dat wegneemt
de zonden der wereld. Zijn ïlart krimpt van
angst bij de bloote gedachte aan zulk eene
stervenssponde. Zijn Hart schrikt bij den
aanblik zijner twee medgezellen, - - moorde-
naars. Zijn Hart smelt weg van smart en
angst bij het gevoel van naamlooze pijnen.
Welk een tafereel! Welk een hartroerend en
bartverteederend schouwspel!
Wat ziet gij verder ? Naast Hem, vlak naast
Hem, zijne moedige, maar in tranen smeltende
Moeder; den leerling, dien zjjn Hart liefheeft
op eigenaardig krachtige wjjze ; de getrouwste
vriendinnen, die men kan uitdenken, maar
die nu mode alleen door hare aanwezigheid
zijn minnend Hart dubbel doen lijden. Daar-
naast de reeds genoemde moordenaars, „dezelfdo
straf met Hem lijdend," en, oven als Hij,
vastgehecht aan een kruis. — Welk eene om-
geving ! — Doch zie nog verder :
Rondom Hem — zijne bitterste vijanden, zij,
die zjjn dood hebben gezworen, thans in de
voltrekking hunner misdaad juichend, en als
woedende leeuwgn hunne gefolterde prooi
omringend. Daartusschen de Engelen des
vredes, die met weemoed de oogon bedekken,
en weenen, om do smarten van hun eeuwigen
Koning.
Boven Hem, den eeuwigen Yader, altijd ja,
-ocr page 74-
— 64 —
zijn welgevallen hebbende in de; Heiligheid
van zijn eenigen Zoon, doch nu, als ware de
hemel van staal, do ooren sluitend voor het
gezucht van liet goddelijk Lam, on slechts
antwoordend met het woord der geregdgheid :
„bloed en voldoening."
Mijn God ! welk een schouwspel! \'t wordt
middag; maar de zon weigert haar licht, en
in dezen ongekenden nacht schijnt de natuur
te getuigen tegen de verstoktheid en onge-
voeligheid van den ondankbaren mensch. Het
wordt drie ure; alle smarten vereenigen zich,
als in één brandpunt, in het goddelijk Hart;
alle folteringen gaan als van het Hart tot de
ledematen, van de ledematen tot liet Hart
terug; (1) een zee van lijden overstroomt dit
brandpunt der liefde ; ziels- en ligchaamspijnen
doen het smelten als was; eindelijk moet het
bezwijken, bezwijkt het werkelijk, en breekt
(zoo als wij dit uitdrukken) als ware het —
onder den last des lijdens, zijn laatsten zucht
slakend, voor u, voor uwe ziel, en voor uwe
zaligheid, o mensch ! —
Nog eens, welk een schouwspel! En moet
gij niet van steen, van staal zijn, als gij aan-
(1) Aldus do IJ. I5ir<*itta in hare Revelaties. [Z.
Masiuilrozon.l Du II. ISirgittu is de ot:M-jre Hei-
lige, bij welke wij lezen van oen breken, des
harten. Wij verstaan dit echter volstrekt niet
in een phijsischen, uiaar in een medelijken zin.
-ocr page 75-
— 05 —
dachtig ilit tafereel aanschouwen kunt, zonder
uw hart in u te voelen branden van weder-
liefde jegens uwen God ca Zaligmaker, die
zóó voel en zóó liefderijk voor u en uwe
zonden lijdt!
IL Indien gjj de gewaarwordingen en ge-
voelens van het goddelijk Hart, reads zoo
duidelijk, in zijne oogen en in do Hein omrin-
gende personen en zaken kunt zien, hoeveel
te lig ter zult gij die kunnen hoorrn, als Hij
zelf tot uw hart zal willen spreken ! En dat
wil Hij. Luister derhalve met alle aandacht
naar de laatste woorden van uw stervenden
Leeraar. Zoo ooit het li irt in een Testament
heeft gesproken, dan is het hier. En zoo gjj
altoos „uit de woorden Gods Gods Hart moet
loeren kennen," (1) hier meer dan ooit. Ik
wijs u derhalve niet op het geruisen der hoo-
rnen in dezen vreemden nacht, nier op het
gesnik der vrouwen, het gevloek der vijanden,
(Ion weèrklan\'; der hamerslagen, of al wat
gij al zoudt kunnen hooren op Golgotha\'s
kruin; ik stel u alleen .lesus voor, sprekend
uit zijn Hart, en u, in allo zijne woorden,
eeno eindolooze stof ter overweging gevend.
Laat ons, om lier geheugen zoowel als het
hart te helpen, aan elk woord pan of anderen
toenaam geven.
(1) II. Orogorius do Qroote.
5
-ocr page 76-
— 66--
Hot eerste woord heette dan liet woord der
vergevende liefde. Naauw toch wordt Jesus
gekruisigd en overvallen Hein de vreeselijkste
smarten, of zijn Hart gaat open voor hen, die
ze Hem ciandoen. „Vader, bidt Hij, vergeef
hun
; zij welen niet wat zij doen." Ziedaar
waarachtig het Hart Gods! Overweeg elke
letter, zou ik willen zeggen, sta althans lang
stil bij elk woord in dit Woord Gods ; \'t biedt
n een goudmijn aan voor uw teergevoelig,
ligt toornend, misschien wrokdragend hart.
Als God zóó bidt voor u ; wat moet gij doen?—
En wat doet gij ? (1)
Het 2de woord is een woord der bcn\'mhartige
liefde
: „Heden zult gij met mij in het Paradijs
zijn.
Bedenk tot wien, - — in welk oogenblik,—
bij welke gelegenheid liet gesproken is. Hoor
den moordenaar : „lieer ! gedenk mijner /" —
en zie, hoe Jesus hoort, en zijn Hart zich
opent, als bij den eersten zucht, om al de
schatten zijner genade over den rouwmoedige
te doen uitstroomen. „Zalig zijn de barmhar-
tigen, want zij zullen barmhartigheid verwer-
ven.\'"
Gij echter, leer van Jesus, en volg zijne
barmhartigheid na.
Hierna is het de tijd voor de kinderlijke
liefde. „Zoon! zie uwe Moeder!
Vrouwe,
(1) Zie verder liet groote werk: 11e Lijdende Jesus
C\' dcelcii. Stokvis \'s Bosch, )ij;\'s f 5.)
-ocr page 77-
— «7 —
zie uwen zoon;" het geldt de twee harten,
die het dierbaarst aan het goddelijk Hart zijn,
en wier aanwezigheid Hem troost, ja, maar
Hem ook een nieuwe smart doet gevoelen,
terwijl zjj tevens do gelegenheid geeft, om
voor ons al de teederheid van het. kinder- en
vriendenhart op het duidelijkst te toonen.
Neen, Jesus vergeet de zijnen niet! Hjj zou
het niet kunnen. — Hoe draagt gij zorg voor
de uwen?
Hierop volgt eene stilte van drie uren, ■—
welsprekende stilzwijgendheid, waarin wij het
Hart Gods zijne gevoelens zien uitdrukken,
niet meer in woorden, maar in het koude
doodzweet, in hittere tranen, en goddelijk
bloed.
Tegen drie ure komt de tijd der gekruisigde
liefde.
Aan het Hart Gods ontvliedt de kreet:
„Mijn God! Mijn God! waarom hebt Gij mij
verlaten
.\'" en die kreet ontsluit ons het Hei-
ligdom, waarin wij een zee van smarten, voor
ons onpeilbaar, aanschouwen. Waag het, er
ootmoedig in te gaan, en te loeren voor uw
hart: onderwerping, ootmoed, en geduld. Zoo-
veel als Jesus leed, zult gij in der eeuwigheid
niet kunnen lijden; maar hoe lijdt gij in het
weinige dat Hij u overzendt, om u deelachtig
aan zijn bitter lijden te maken ?
Wat Hij verder van u vragen zal, zegt u
het woord zijner onverzadigbare liefde: „Sitio,
-ocr page 78-
— 68 —
ik heb dorst." Het leert, op de treffendste
wijze, hoezeer Hij lijdt; want de natuurlijke
dorst
is als de vreeselijkste foltering der ge-
kruisigden bekend ; hot leert echter nog veel
meer, hoezeer Hij voor u lijden wil; want do
dorst zijns\' Harten is de zucht naar uwe zalig-
heid. Bedenk, welke dorst het Hart van Jesus
kwelt, en welke misschien uw hart? Ach! dorst
toch niet naar vergankelijke dingen; als het Hart
van Jesus u leert dorsten naar het heil uwer ziel.
Het 6e woord is hot woord dor getrouwe
liefde: „Het is volbragt."
Al wat het goddelijk
Hart voor u uitgedacht had, al wat het wilde,
al wat het kon doen, het is gedaan. Tot den
dood toe was het getrouw. Het herinnert u
die waarheid. Aan u is het, die te overwegen,
en op u toe te passen, met devrage: zij t ook
gij getrouw, en zal Jesus woord ook eenmaal
het uwe kunnen zijn: het is volbragt! O wat
zult ge zalig zijn, als ge in uw laatste oogen-
blikken op aarde met Jesus Hart dezen zucht
zult kunnen slaken!
Nog één woord blijft Jesus over te spreken.
Zijn Hart wordt ten uiterste benauwd; de
ure der overwinning is daar; de laatste zucht
is voor u geslaakt; het woord moet nog slechts
komen der geheel zich overgevende oïverirou-
wende liefde,
en het komt: „ Vader, in uwe
handen beveel ik mijnen geest,"
en het Hart
Gods sterft, na u als ware het al de toonen
-ocr page 79-
- «9 —
.zijner goddelijke liefde te hebbon doen hooren,
als ware het al de kleuren van zijn goddelijk
liefdelicht te hebben doen zien. Christelijk
hart! wat kunt gij niet leeren ui\'; deze ont-
boezemingen van het Hart Gods, uit de zeven
woorden
van uwen Jesus op het kruis:-\' Ja,
waarlijk, het is een goudmijn veer uw hart,
waaruit gij dagelijks en geheel uw leven lang
de rijkste schatten moet putten.
III. Na gezien en gelvoord te hebben, wat
het Hart Gods u voorhoudt, is het tijd ter
overweging. "Wij willen hier echter het liefst
de keus der bijzondere punten aan u zelven
overlaten; want de schat is zóó groot, dat
een ieder er het zijne uit nemen kan. Denk
echter inzonderheid aan Jesus Hart. Overweeg
dus, doch van harte: welk Hart, om uwent-
wil, al dat lijden wilde doorstaan: hoe het
den goeden Jesus alleen om uw hart, om uwe
liefde te doen was : wat Hij bij elk punt van
zijn bitter lijdon nopens u denkt-: hoe Hij met
lust vooi1 u lijdt, als uw hart slechts getrouw
wil worden : eindelijk ook, wat Hij van uw
hart vraagt, als Hij dit of (/af lijden in het
bijzonder voor u heeft geleden ? Onthoud echter
deze hoofdpunten goed, en wend u daarmede
altijd tot Jesus Hart.
Gewis, gij kunt in al de wouderen, woorden
en werken van Jesus de liefde van zijn god-
delijk Hart leeren kennen; maar in zijn lijden
-ocr page 80-
— 70 —
ziet gij die, als in een helderen spiegel. Die
voor een ander lijdt, die heeft liefde ; die voor
een ander sterft, die heeft de grootste liefde;
en wie zoo bitter lijdt, en zulk een smart- en
smaadvollen dood ondergaat, als Jesus voor u
doet, die heeft de volmaaktste, de goddelijke
liefde. Aanschouw dus dikwijls het lijdend
Hart
van uwen Jesus; aanhoor de woorden,
die Het u toespreekt; dring door tot in de
diepten van het voor u geopend Hart; en
alle lijden zal voor u dragelijk, zoo niet zoet
worden ; gij hebt den balsem van alle smarten,
ja den voorsmaak des hemels in dit tranendal
gevonden.
II. GEBED
bij wijze van Litanie tot het stervend Hart
van Jesus.
Heer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm V onzer!
Heer, ontferm U onzer !
Christus, hoor ons ! Christus, verhoor ons !
God, hemelsche Vader, ontferm U onzer !
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontf. U onzer!
God, Heilige Geest, ontferm U onzer!
H. Drievuldigheid, één God, ontf. U onzer !
Hart van Jesus, stervende voor ons, ontferm
U onzer!
Hart van Jesus, getroffen door het zien uwer
lijdende Moeder, ontferm U onzer.
-ocr page 81-
— 71 —
Hart: van Jesus, Het Beeld uws Vaders,
Gehoorzaam geworden tot den dood,
Slagtoffer van verzoening,
Vrijwillig voor ons geofferd,
Ons barende op het kruis,
Op het altaar des kruises gewond,
Door duizend wonden tot ons sprekend,
Sprekend met de stem der bloeds,
Do goddelijke geregtigheid ontwapenend,
Voor uwe vijanden smeekend,
Naar onze zaligheid dorstend,
« Van bloed uitgeput,
                                   §
S Uit liefde tot ons zuchtend,                       §»
1-1 Uit liefde voor ons stervend,                     3
§ Het werk der Verlossing voltooijend,
"Den hemel met de aarde verzoenend,
§ Paradijs der gekruisigde zielen,
                 3
W Hoop der stervenden,                                 jj
Kracht der in doodstrijd verkeerenden,
Troon der barmhartigheid,
Zetel der liefde,
Al langer hoe meer op het kruis benauwd,
Tot het einde toe voor ons kloppend,
Den laatsten zucht voor ons slakend,
Nog na uwen dood voor ons geopend,
Onze toevlugt in allen nood,
Onze redding in alle gevaren,
De Bron van al onze vreugde,
Onze troost in het stervensuur,
Ons Paradijs voor do eeuwigheid,
Onze zaligheid, onze lust en onze liefde,
-ocr page 82-
— 72 —
Lam Gods, dat wegneemt do zonden der we-
reld, ontferm IJ onzer, Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, verhoor ons, Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, spaar ons, Jesus.
Heer, ontf. U onzer! Christus ontf. U onzer!
Heer, ontferm U onzer!
v. O Jesus, dat mijn hart van liefde voor
IJ sterve.
R. Omdat uw Hart van liefde voor mij
gestorven is.
IV. G E B E I).
Liefderijke Jesus, Arerlogser der mensehen,
wiens Hart op het altaar des kruises verhe-
.ven, en ontvlamd door het vuur der Liefde,
voor ons heeft willen sterven, wij hidden U,
ook onze harten door hetzelfde liefdevuur te
ontvlammen, opdat wij waardig worden naar
IJ alleen te streven, voor U alleen te leven
en te sterven. Die leeft en heerseht, en?.
111. YOOBBEKLD.
De gelukzalige Maria der Menschwording is eene
der duizend bevoorregte zielen, die ons do godsvrucht:
tot Jesus Hart op do meest praktische wijze kunnen
leeron. Zij droeg denzelfden naam als de reeds boven
geprezen l\'rsulien, en droeg dien op niet minder
waardige wijze, zoo als haar leven ons aantoont. In
-ocr page 83-
— 73 —
do wereld heette zij Mevrouw Acnrie, en ook daar
reeds bloeide zij nis eone geurige roos, die wel ver-
diende in den bloemrijken tuin van don Karmel te
worden overgeplaatst. Als weduwe luid zij dan ook
de Dochters der" II. Teresia miar l\'Vankrijk overge-
bragt, nis eenvoudige lc^kezuster trad zij zelvo in
4e orde. stichtte iiiiiii\' alle zijden nilen d:o haar
kenden, en ontsliep zalig in den lieer, den 18 April
1618. (1) Hoezeer zij Jesus, en vooral zjjn II. lijden
en kruisdood vereerde, hoezeer zij doordrong tot
zijn goddelijk Hart en er al de stroomen der zoetheid
en genade uit putte, ia met weinige woorden niet uit
te drukken ; doch de gave, door Jesus baar geschon-
ken, kan bet ons in eens doen gevoelen.
„Jlen kan, — zegt baar levensbeschrijver, - op
deze edele dochter des Knrmels deze woorden van
den Psalmist toepassen: „Al ih glorie dezer Konings-
dochter ia run binnen?\'
(Ps. 44, 14), Gelijk de II. Paulus
roemde zij op het kruis, droeg zij er roem op, de
merkteekei.en van Jesus in haar ligchaam te dragen
(Gal. VI. 1(>. 17.\') Deze gunst was zooveel te koste-
lijker als zjj meer verborgen was voor do mensehen.
De goddelijke Bruidegom, wien te behagen ons grootste
gi luk is, zag die alleen en zag ze met welbehagen.
Pater Cotton, baar biechtvader, bevestigde bet onder
eed, zeggende: „De wondteekencii waren uitwendie
niet zigthaar, en enkel inwendig aanwezig; zij ver-
oorzaakten haar zulke nnarten, nis die, weike zij
zoude gevoeld hebben, als men baar de ledematen
en de zijde bad doorboord. Ook leed zij in bet hoofd
eene smart, zoo hev;g, alsof men bei met een scherpen
prikkel had doorboord. .Niet eiken dag leed zij op
dezelfde wijze, manr vooral \'s vrijdags en zaturdags
van elke week, en gedurende geheel den Vaste. Zoo-
lang zj] leefde, weigerde zij, uit ootmoed, deze uit-
stekende gunsien der goddelijke liefde bekend to
(1) Den 2!) Mei 1791 verklaarde Pius VI haar zalig.
-ocr page 84-
__ 74 —
maken. Iiij haar dood, werd de goode geur van Chris-
tus, die zij nederig in haar boezem opsloot-, over-
vloedig betuigd door den balsemgeur, die uit haar
ligchaam en inzonderheid uit haar gewonde zjde
voortstroomde. (Duf. Tres. VIII. 247.)
En is dit voorboeld nn zoo leerzaam voor ons r
Ja, zonder den minsten twijfel. Want kunnen wjj deze
Zalige ziel niet navolgen in het ontvangen der uitste-
kende gunsten, die Jesus voor zjjno 111velingen be-
waart, wij kunnen twee harer grootste deugden nu-
volgen, hare ootmoedigheid en hare vurige liofdo tot
Jesus lijden en sterven. Hebben al do Heiligen in
die deugden uitgemunt, zooveel te beter, het geeft
ons dubbele reden, om op d\'en weg voort te gaan.
In veel bijzonderheden kunnen wij hier niet treden ;
doch herinner u wat de Koningin der Heiligen tot
do II. Birgitta zeide : „Toen ik het Hart van mijn
dierbaren Zoon doorboord zag, voelde ik het mijne
insgelijks doorboord.\'\' iRev. f, c. 10.) Hid m«t do
H. Gertrudis (I. 4, 5. p. 91.) „Mijn Heer Jesus Chris-
tus, ik bid u wegens uw Hart dat de lans doorboord
heeft, het hart (van Oertrudis) van uwe dienares,
met don schicht uwer liefde te doorboren." „ O Jesus,
mijne zoete hoop, dat uw goddeljjk Hart, verscheurd
uit liefde tot mjj en geopend voor allo zondaars, eene
toevlugtsplaats voor mjjue ziel zij." Volg de H.
Mochtildis (II e. 22), door Je.-us uicgenoodigd, om in
zijne 11. zijdewond binnen te gaan, en aldaar har;
rust te zoeken. Luister naar de II. Francisca van
Rome (Lov. III. c. 4), die eene bron van levend
water uit den boezem en do II. wondo van hot Onbe-
vlekto Lam zag vloeijen, en in een zeo van licht ge-
huld, het doorboorde Hart vau don Zaligmaker zag,
terwjjl de woorden klonken: „Dio dorst heelt komo
tot Mjj en drinko."
Herinner u daarbij, hoe talloozo Heiligen hunnen
lust vonden in de tlttgelijkselie overweging van Jesus
lijden en sterven ; hoe zeer velen, nog op hun sterf-
-ocr page 85-
— 75 —
bed, liet II. lijdon van Jesus lazen of het zich lieten
voorlezen ; hoe allen, op deze of gene wijze, tot Jesus
kruis, Jesua wonden, Jesus Hart huane toevlugt
namen; en gij zult wel overtuigd zijn, dat er bij u
nog iets ontbreekt aan eene zeer noodzakelijke de-
votie, die uw leven alleraangenaamst, uwen dood
zacht en uw afsterven heilig kan maken.
Om u nog inniger te overtuigen wil ik hier eene
les bijvoegen, door de Z. Baptista Varani (Francis-
canes, in de 16o eeuw) gegeven : „Tusschen de ziel,
die de inwendige smarten van Jesus Hart overweegt,
en haar, dio zich alleen bezig houdt met do kruisiging
zijner H. Menschheid (do uitwendige smarten/, is
hetzelfde verschil dat er is tusschen den honig, die
in eene vaas bevat is, en de weinige druppeltjes die
buiten aan de vaas hangen. Hij dus, die zich wil
voeden net het lijden do3 Zaligmakers moet niet
enkel van den rand der vaas drinken, dat is, het
H. bloed nemen, dat uit Jesus H. wonden op zijn
fl. ligchaam vloeit; want alzoo zul hij nooit do dorst,
die hem verteert, kunnen stillen. Dat hij derhalve in
de vaa< zelve binnenga, ik wil zeggen, in het
Heilig Hart; daar zal hij genoeg vinden, om zich te
verzadigen en nog meer.\'" — En luister nu eens verder
naar eene nog schoonere les: „Het gezegde moet niet
schaden aan de devotie van hen, die zich bezig
houden met de beschouwing dor H. Menschheid en
reeds daarin een voldoend voedsel vinden. Op de zee
van Jesua H. Hart kan niet varen wie wil;
daartoe
is eene bekwaamhei 1 noodig, welke iedereen niet
heeft, nogthans God geeft die aan een ieder, die ze
begeert en er opregt om bidt." (1) Ziedaar waarljjk
lessen uit de 15o eeuw, in de 19e nog niet genoeg
door allen gekend.
(1) Vie spirituolle de Ia B. Baptista Varani. (Clormoud-
Ferrand, J. Thibaud.i
--
-ocr page 86-
-76 —
IV. O E B E D.
"Welk een schouwspel ! \'t Ilart der harten,
\'s Eeuwgen Vaders ecuwgo Zoon,
In een zoo vnn smaad en smarten
Op liet selmndlijk kruis ten toon.
Waar /.jjn haatrcn
Hem omschnatren
Met oen storm vnn spet en hoon.
Wnar dut Hart tot zevenmalen
Uit zjjn rijkste schatten nam.
Zeven paarlen, zeven stralen
Van zijn goddelijke vlam,
Liefde-tolken,
Alle volken
Roepend tut zjjn kruishoutstam.
"Waar dat Hart een viertal vlieten
Over Oolgotha en de nard
Uit zijn diepste voort ziet schieten
Meer dan Paradijzen waard,
Sinds ziin handen
\'t Kruis omspanden,
Dat een eeuwig Eden haart.
"Waar dat Hart. in \'t eind gebroken
Door zijn iiani°looz.\' smart,
Ja, tot oj) den grond doorstoker.,
Des Geregtsten regteii tart,
En die regten
Komt bevechten
Met die eeuwgo wond in \'t 3art.
"Welk een schouwspel! God dor liefde !
AVie vergeet hei neg voortaan,
Sinds de Speer uw boezem kliefde,
En uw Hart bleef openstaan,
Om te ontvangen
Die \'t verlangen
Er voor eeuwig in te gaan !
-ocr page 87-
— 77 —
Ik verlang het, ik begeer hot,
Ja, ik wil, ik moot het, lieer:
Sterk dat wcnschen en vermeer het;
■ Maar ik bid hot on bezweer,
Moet ik leven,
Laat mij geven
Hart voor Hart en immer meer.
Moet ik lijden,
Laat mij strijden.
Altoos moedig, altoos moer ;
Moet ik sterven,
Doe mij orven
\'t Hart, dat ik alleen begoor.
De eerste Vrtjtiasr
der maand Mei,
toegewijd aan liet verheerlijkte Hart
van Jesus.
I. Punten voor de meditatie.
Bij de beschouwingen, die de Verrijzenis
van Jesus betreffen, is het vooral dienstig, de
vijf punten, door den H. Ignatius opgegeven,
aandachtig te volgen: „Zij zijn lo. te letten
op de personen, die te zien, en daaruit vrucht
voor zich zelven te trekken; 2o. te hooren
wat zij zeggen, 3o. te zien wat zij doen, en
ook daaruit vrucht te trekken, ten 4o. te
-ocr page 88-
— 78 —
overwegen, lioe de Godheid, die zich tijdens
het H. Lijden scheen te verbergen, zich nu
vertoont en op wondervolle wijze laat opmer-
ken in de H. Verrijzenis, en wel door haar
ware en allerheiligste uitwerkselen, ten 5o.
innig te beschouwen de bediening van ver-
trooster,
door Christus onzen Heer nu uitge-
oefend ; en daartoe de vergelijking te maken,
hoe vrienden door vrienden worden vertroost."
(Exc. Spir.4e week.) Letgij naauwkeurig op deze
punten, dan zult gij telkens van zelf tot het
Hart van Jesus komen. De hoofdzaak kunt
gij dan tot de volgende punten terugbrengen.
I. Jesus vertoont zich, en dus ook zijn
H. Hart aan de vrome vrouwen. - - Ik zeg :
ook zijn H. Hart, — want liet Hij haar ook
enkel de wondteekenen zien, die Hij in zijne
H. Handen behield, dan moesten zij al ligt
op de gedachte komen aan de grootste en diepste
van alle wonden, die zij immers wisten, dat
in zijne goddelijke zijde gemaakt was. Ik
bedoel echter nog meer het Hart in den
overdragtelijken zin, Jesus liefde. Want zoo
iemand, dan moesten de vrouwen die opmer-
ken, die nog vóór de Apostelen, en het eerst
van allen, de gelukkige getuigen van de ver-
heerlijking huns Meesters mogten zijn.
Denk hierbij bovenal, lo. aan Maria\'s onbe-
vlekt Hart. Aan haar toch viel zeker de
eerste verschijning te beurt. Of zou Hij, die
-ocr page 89-
— 79 - -
aan reien verscheen, volgens de I!. Schrift,
uan zijne allerdiorbaarste Moeder niet of niet
het eerst verschenen zijn F (H. Ign.) Denk
aan Maria\'s blijdschap als zij Jesus Ilartver-
heerljjkt aanschouwt. „Met zijn Hart werd
het hare doorboord, met Zijn Hart het hare
als ware het in het graf gelegd," — zij zelve
leerde dit aan de H. Pirgitta; (1) hoe zal dus
nu ook haar hart met Jesus Hart in vreugde
juichen! En Jesus Hart, wat zal het niet
mede, wegens de blijdschap van Maria jube-
len ! Werd het lijden door de wederzijdsche
deelneming verdubbeld, ook de glorie moet
het worden.
Denk verder aan Maria Magdalena. \'s Mor-
gens vroeg voor zonneopgang is zij met de
andere Maria\'s op weg naar het graf; het
graf staat ledig; Magdalena verkondigt zulks
het eerst aan Petrus; zij keert naar liet graf
terug, blijft daar, ook als Petrus is heenge-
giian, en zie, daar staat Jesus vóór haar, als
de onbekende tuinman, doch maakt zich ein-
delijk bekend, door haar bij haar naam te
noemen: „Markt!" Dit tafercel verdient met
gouden kleuren voor uw oogen te blijven. Het
Hart van Jesus is er sprekend in geteekend.
Het loon der vurige, volhardende, hartelijke
liefde, komt welligt nergens zoeter uit, dan
(I) Zio Jlnandrczcn 1877.
-ocr page 90-
— 80 —
in deze eerste verschijning van Jesus aan
Magdalena. (1) Overweeg hare tranen, haar
zoeken, hare verlangens, hare woordfin, hare
verwondering, hare blijdschap, haren ootmoed
aan .lesus voeten, hare gehoorzaamheid, hare
vaardigheid, haren ijver, haar Apostolaat, —
en zoo wijders; want dat alles in haar zigt-
baar is als de weerglans van de Zon die haar
verlicht, de terugworking van haar hart jegens
dat Hart, hetwelk thans meer dan ooit de
wondervolle werking zijner heerlijkheid laat
gevoelen.
Let voorts op de aiidere vrouwen, welke
Jesus op den weg te gemoet komt en toe-
spreekt : „ Weest gegroet," terwijl Hij haar
toelaat zijne voeten te omhelzen, wat Hij
straks nog Magdalena onthield. Ook daar
vindt gij Jesus Hart in zijne woorden, in zijne
gunsten, in zijne daden. Hij vertroost, gelijk
de ware vriend vertroost, en leert u diegenen
niet te vergeten, die zich uwer hebben aan-
getrokken. Zoo zorgt immers Jesus Hart nu
voor haar, die voor Hem gezorgd hebben.
II. Jesus verschijnt daarna aan zijne Apos-
telen en leerlingen. Aan Petrus, — die nog
zoo innig bedroefd is over zijn diepen val;.....
(1) Iets moer nopens Mugdiilena en do vriendinnen
vim Jesus kunt jfij vinden in De Vrouw noor
den Spiegel
enz. (Vrouwen der H. Schrift.)
-ocr page 91-
— 81 —
aan de leerlingen op weg naar Emmaus, die
spreken van Jesus lijden, — aan de Apostelen,
die te zamen vergaderd zijn, en nogmaals aan
hen, acht dagen later, als Thomas met hen
is; aan Jacobun den volijverigen bidder, —
aan meer dan 500 broeders te gelijk. Als stof
ter overweging kan u dit te veel schijnen,
maar gjj kunt n ook hier beperken door te
letten op Jesus Hor f, en b. v. nagaan in
vragen : lo. Wat gevoelt hierbij het nu ver-
heerlijkt Hart van Jesus? — 2o. Wat deelt
Hij mede aan al zijne leerlingen? 3o. Hoe
gemeenzaam verkeert Hij met hen ? 4o. Hoe
vriendelijk bejegent en hoe vriendschappelijk
orderrigt Hij hen ? 5o. Welk een troost vloeit
niet voort uit liet goddelijk Hart in die harten
zijner vrienden, vroeger zoo diep bedroefd, en
thans zoo innig verheugd !
Geef vooral acht op het brandend hart,
dat Hij in de discipelen van Emmaus ver-
wekte ; op den indruk, dien Hij op de Apos-
telen maakte, als Hij hun zijne handen en
zelfs zijne II. zijde vertoont; let bijzonder op
Thomas en Jesus woord en gebaar; „kom int,
en leg uwe hand in mijne zijde.\'"
Waarlijk, van dit oogenblik af is de devotie
tot Jesus zijdewond, (en dan ook tot zjjn Hart)
op de klaarste wijze aangeduid. Van dit
uur af „zullen aller oogen opzien tot Hem,
6
-ocr page 92-
— 82 -
dien zij doorboord hebben," alle harten ge-
trokken worden tot het goddelijk Hart, dat
voor eeuwig, zulk een gedenkteeken zijner
liefde en onzer ondankbaarheid wil bewaren.
Dacht men nog niet aanstonds uitdrukkelijk
aan Jesus Hart, om dat de uur van die de-
votie nog niet gekomen was ; tot de zijdewond
moest men terstond getrokken worden en daar-
door insgelijks tot Jesus Hart, ten minste in
zooverre als het van natuur het zinnebeeld is
der liefde.
Leer derhalve uit dit ailes, hoe Jesus zelf
den weg tot de Hem zoo dierbare devotie
gewezen heeft, welke hij eenmaal, in onzen
tijd, in haar geheel zou openbaren. Meen echter
niet genoeg gedaan te hebben, met dit te
lezen ; overweeg het ook, en bewaar het in
uw hart; ontwikkel elk punt in het bijzon-
der, en tracht daaraan deze gansche maand
te besteden.
111. Begeef u ten laatste mot Jesus, en
Maria en de Apostelen en de vrome vrouwen
en de leerlingen naar den Olijfberg. Zie!
daar verheft zich de Heer Jesus vol majesteit
boven den kruin des bergs; daar ziet Hij nog
eens neder op Gethscmane, Jerusalem, Gol-
gotha, en, run dom Hem, op het gansche
Heilige land, van Bethlehem ton Zuiden tot
Nazareths bergen ton Noorden; daar heft Hij
zijne doorwonde handen op en strekt ze zege-
-ocr page 93-
— 83 —
nend uit boven de hoofden der eerste leden
van zijne ontluikende kerk, uit zijn Hart
straks \'zinnebeeldig voortgevloeid; dmtr vooral
gevoelt zijn goddeljjk Hart, ja ook liet zijne,
de plegtigheid van het oogenblik der scheiding;
daar eindelijk drukken zijne doorboorde voeten
de geheimzinnige blanke wolk, en verdwijnt
Hij, voor immer, tot op den jongston dag, uit
de oogen der mensehen, om aan de regterhand
des Yaders, „in de hoogwaardige Heerlijk-
heid," zijn geopend Hart te toonen, en het
van nu af, als \'t middelpunt van het eeuwig
Paradijs, te doen schitteren.
Zie! daar glanst het nu, meer dan onze Zon.
Daar trekt het nu alle harten tot zich; daar
toont het nu, in liet hcmelsch licht, wat hot
voor u gedaan heeft, wat het doet, en wat
het in alle eeuwigheid voor u wezen wil.
O mensehelijk hart! zoovaak gij uw hart
in den boezem voelt kloppen, en een weinig
nadenkt over dit Hart van Jesus, wat moet
gij niet gevoelen:\'
Het is het Hart van uwen God en uwen
Schepper. Het is het Hart van uwen Ver-
losser en Zaligmaker. Het is het Hart, van
zulk eene liefde voor u brandend, dat gij die
in eeuwigheid niet begrijpen zult. En wat
heeft dat Hart voor u niet gedaan ? Wat niet
geleden ? 1 Loe warm niet geklopt, om toch
uw hart voor zooveel liefde tot wederliefde
-ocr page 94-
— 84 —
aan te sporen! En zie nu ! daar heerseht het
thans voor eeuwig in onbegrijpelijke glorie;
en ook daar nog bewaart het in zijn midden
de breede wond, door uwe ondankbaarheid
daaraan toegebragt. Het is waar, zjj schittert
nu van eene onvergankelijke heerlijkheid;
maar zij bljjft des te meer een getuige tegen
u, zoo gij niet dankbaar zjjt. Wee u derhalve,
indien gij ooit dat goddelijk Hart vergeet!
Wee u, zoo bet niet voor eeuwig de Ï3ron
uwer gelukzaligheid wordt!
Uwe oefening voor deze maand zal hoofd-
zakelijk daarin bestaan, dat gij 1 o. u verheugt
om de groote glorie van het verheerlijkt Hart
van Jesus, 2o. u opwekt tot vertrouwen op
zijne eindelooze goedheid en magt, 80. dik-
wijls de open wond aanschouwt in bet Hart
van den (fodmensch mede door u gemaakt en
voor eeuwig als een onbegrijpelijk gedenk-
teeken zijner eindelooze liefde blijvend.
O E 15 E D
bij trijze run litanie tot het re-r lieer lij kt Hart
van Jestis.
Heer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer!
Christus, hoor ons! Christus, verhoor ons!
God, Hemelsche Vader, ontferm l\' onzer!
-ocr page 95-
— 85 - -
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontf. U onzer!
God, H. Geest, ontferm U onzer!
H. Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer!
Hart van Jesus, uit het graf verrezen, ontferm
IJ onzer!
Glorie on blijdschap uwer H. Moeder,
Weerglans van de glorie des eeuwigen
Vaders,
Verheerljjkt en zegevierend,
Boven alle harten verheven,
Glorie der allerheiligste Drieëenheid,
£ Zittende aan de regterhand uws Vaders, o
« Schitterend van klaarheid,
                         gt
|-s Eeuwig licht,                                              a
g Getrouwe vriend uit duizend verkoren,
> Dat alles tot U trekt,
                                —<
£j Dat de dwalende schapen terugvoert, §
jij Dat de Apostelen versterkt,
                       §
Dat de zuivere zielen van liefde wondt, ■
Dat zijn» lievelingen bezoekt,
Dat zijne geheimen den eenvoudigen
openbaart,
Dat de Engelen in reinen glans bewaart,
De Aartsengelen heiligend,
De Troonen bevestigend,
De Heerschappijen beheerschend,
Over de Vorstendommen regerend,
Aan de Magten bevelend,
De kracht der krachten,
Het licht der Cherubijnen,
-ocr page 96-
— 86 —
Hart van Jesus, do vlam der Seraphijnen
. ontferm U onzer.
s De kroon van alle Heiligen,                      2
^ Het Paradijs in het Paradijs,                    r*
c Het geestelijk middelpunt aller harten, <-<
> De Zon der zielen,
                                     0
% 1 Iet gloriclieht des homels,                        §
a Onze lust, onze hoop on onze glorie, JS
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, spaar ons, Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, verhoor ons, Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, ontferm u onzer.
Christus hoor ons ! Christus verhoor ons.
v. God van mijn hart!
B. En mijn deel in eeuwigheid !
G E B E D.
Heer Jesus, glorie en middelpunt der harten,
die gezegd hebt, dat Gij eens van de aarde
verheven alles zoudt tot LI trekken, trek onze
harten door heilig vuur gezuiverd in uwe
liefdebanden tot U, opdat zij, naar uw beeld
gevormd, voor eeuwig in li mogen rusten.
Die leeft en heerscht in allo eeuwen der
eeuwen. Amen.
-ocr page 97-
— 87 —
III. VOORBEELD.
Om ons inniger to overtuigen, dat niot alleen de
Ti\'ome vrouwen in hot II. Evangelie gouoemd met
bijzondere gunsten door don verheerlijkten Jesus
overladen, maar dat nog vele anderen in den loop
der eeuwen op de krachtigste wijze tot zjjn goddelijk
Uart getrokken zijn, kunnen wij niets beter doen, dan
een blik te werpen op de zoogenaamde Dochter* van
Jesus Uart,
de Religieusen der Visitatie van Maria,
waaraan de verspreiding der devotie tot Jesus Hart
in de eerste plaats is toevertrouwd. Slaan wij slechts
het Leven der (iolukzalige Margareta-Maria open ;
wat zien wij daar \'t Dat de II. Kranoiscus van Sales,
Stichter der Orde, en de b. Francisoa do Chantal
Stichteres, van den aanvang ai\' hun oog on hun hart
op Jesus Hart gevestigd hebben; dat de Visitatie
gesticht wordt op het II. Hart, ziodat dit Hart er
de wortel van is; dat de Religieusen der Visitatie
de vereerstors, navolgsters, dienaressen, dochters van
het II. Hart zullen zjjn ; dat aan haar het H. Hart
op bijzondere manier z il geschonken worden, en zij
aan de wereld het 11. Hart zullen schenken. Wat
zien wij verder \'t Een aantal bijzondere Dochters van
Jesus Hart, die, van den aanvang af deze üovotie
booetenend, door Jesus tot zjjn Hart worden getrokken.
Te Annecy b. v. do bakermat der orde, de ü. Bron
genoemd, wilde eens, in 1614 (dus nauwelijks 4 jaren
na de stichting der orde) Zuster Anna Maria
Roset in \'t voor bijgaan de voeten van een groot
kruisbeeld kussen, dat nog lied.n bewaard wordt ;
wat overkomt haar? „liet kwam mij voor, zeide zij aan
de II. Moeder de Chantal, dat mijn Jesus zich zelf
voor mij nederboog, en dat mijn mond, die op de
■wond van zijn voet lag, zich op de wond zijner H.
.zijde bevond, en d. t Hij mijn hart zjo sterk in het
.zijne trok, dat ik niet kan uitdrukken wat ik onder-
vond, noch wat in mij omging bij deze wegvoering
van niiju hart in het 11. Har; van mijn Jesus."
-ocr page 98-
— 88 —
Kort daarop, in 1018, vinden wij de Moeder de la
Roehe, die de jongen Novicen leert in het Hart van
den stervenden Jesus to lezen ; terwijl Moeder do
Brcehard onverpoosd dat alles verlichtend Hart van
Jesus bestudeert, waarin, zeide zjj, de eenvoudigsten
zeer spoedig de geleerdst\' n worden ; en men van
Moeder Ballij zeide, „dat er tusschen haar hart en
dat van Jesus geen tusschen-beide was.\'\'
Doch niet slechts te Annecy, ook elders vinden
wij èn de vereersters èn de gunsten van Jesus Hart
onuer de Dochters der Visitatie. Te Melun, b. v.
ontving in 1636 de eerbiedwaardige Moeder Clément
eene gunst niet ongeljjk aan die, welke vroeger aan
de H. Catharina van Senen was geschonken. „Het
kwam mij voor, zegt zij, dat God mijn hart uit mij
wegnam, en het zjjne in mij plaatste, zoodut het mij
scheen, dat ik geen ander hart meer bezat, dan dat
van Jesus.\'\' Aldus in geestverrukking opgetogen, zag
zij haar gelukzaligen va Ier, den H. Franciscus van
Sub\'s in het H. Hart van Jesus zijn verblijf houdün,
en daarin de ingeving ontvangen, om eene Orde ie
stichten, die slechts één doel zou hebben, het vereeren
van het goddoljjk Hart van Jesus. In een ander visioen
zag zjj de allerzaligste Maagd Maria in de open zijde
van Jesus al de genaden putten voor de Orde der
Visitatie, en al de gunsten over haar uitstorten,
waaraan ze behoefte had om hare roeping te ver-
vullen."
Nog meer. Te Turijn leefde in 1635 eene ootmoe-
dige werkzuster, Joanna Benigna Gojos, die eene
nog grooter gunst ontving. Haar geheel leven was
een gebed tot het H. Hart van Jesus : „ü Hart van
Jesus, bad ze somtijds, vergeef aan de ganscho aarde,
en straf alleen Joanna Benigna; laat haar al de
straffen dragen, die de schuldige wereld verdient.\'
"Wat was haar loon ? Eene gedurig wederkeerende
geestverrukking, eene onuitsprekelijk naauwe veree-
niging met Jesus Hart, met hetwelk zij al de smarten
-ocr page 99-
— 89 —
deelde, terwijl zij ontvlamd was door do begeerte,
om Het overal to doen kennen en beminnen. Daarbij:
eeno hemelscho verlichting, waarin zij, onder anderen,
de toekomst\'ge Apostel van Jesus Hart, de Maagd
van Party, te voren zag, en do zending aankondigde,
waartoe deze eenmaal door Josus Hart zou geroepen
worden. Hoeveel sohoone en leerrijke voorbeelden
voor ons!
IV. GEBED.
Hoe heerlijk schoon, hoe hoog verheven
Is thans uw godlijk Hart, o Heer,
"Waar U de Serafs nu omzweven,
Miljoenen, en ontelbaar moer,
Yan Englen on van zaalge zielen,
In duizend kringen maatloos breed,
Die allen voer U nederknielen,
In vreugde, waar geen aard van weet,
En U aanbidden, U vcreëren,
Als aller brand- en middelpunt,
Terwijl ze U zoeken, U begeeren,
Als dio alleen hen zaalgen kunt,
Door \'t licht van uwe gloriestralen,
■\\Ve6rseliittrsiid als de licldezon
Zoover de hemel rekt zijn palen
En \'t glorielicht ooit schittren kon.
Hoe hoog, hoe eindloos hoog gezeten,
Is thans uw godlijk Hart, o Heer !
Als ware ons tranendal vergeten
Kn dacht Gij aan geen smarten meer.
Doch neen ! dat kan geen godlijk Harte,
Dat zoekt, dat vraagt, dat wil het niet;
Uw glorie zelf bekroont de smarte,
Uw glans het doorgestaan verdriet.
Ik zio t : te midden van die glorie,
Houdt Ge in uw Hart met vlammend schrift,
Tot zegeteeken der victorie,
Hot beeld van onze smart gegrift.
-ocr page 100-
— 90 —
Die wond is de .mze ! Ach ! verdwaasden,
Die ze eens zoo roekloog durfden slaan,
Toen wij nog dwaas op sehepslon aasden,
l\'ie fluks bezwijken en vergaan ;
Maar toch, weer zalig door uw liefde,
Die wèl van ons Uie wonde ontving,
Welke eens uw Hart zoo bitter griefde,
Doch waaraan juist on3 leven hing.
Die wond is do onze! öod der Harten,
Vergeef het ons en scheld ons kwijt,
Ku Uij, gekroond om al uw smarten,
Juist daardoor God der hartan zjjt.
Vergeef hot ons, en toon den Vader
Wat Gij door deze wondo kunt,
Als aller gaven bron en ader,
Als aller barton middelpunt.
Vergeef het ons, en toon uw glorie,
Op satan die uw kindren tart,
Door allen, als uw kruisviotorie,
Te gebaren om uw goddljjk Hart.
Vergeef het ons, en toon uw goedheid,
In de eeuwge wonde ons zigtbaar nu,
Als Bron van cindelooze zjotlioid
En zaligheid, voor ons door U.
B>e eerste lï\'üdag-
iler tnaand Junij,
gewijd aan Josus Hart in hot H. Sacrament.
I. Piotten voor de metlitatie.
Het verband tusschen do devotie tot Jesus
Hart en de dovotio tot het H. Sacrament is
zoo innig, dat iaon u ve3loer oj) liet verschil
-ocr page 101-
91 —
dan op de overeenkomst dient te wijzen. Doch
ook dat verschil is u genoegzaam bekend.
Wetende, dat gij den Persoon van .Jesus
(Jesus zelven) altoos voor oogen hebt, en dus
ook Jesus zelven en Hem alleen dient, lief hebt
en eert, weet gij insgelijks, dat gij in \'t H.
Sacrament in \'t bijzonder Jesus Ugchaam, bij de
devotie tot het 11. Hart bijzonderlijk hot god-
delijk Jbirt, bij beiden echter, ais einddoel,
den eeuwig levenden Jesus voor oogen hebt.
Wat kunt gij meer wenschen te weten ; tenzij
misschien eenige hoofdpunten, die u in deze
maand meer bepaald kunnen bezig houden,
en \'t goddelijk Hart in het goddelijk Sacra-
ment doen vinden P Zie hier dezelve.
I. Uit Jesus IL. Zijde, leeren van ouds de
H. Vaders, en zoo ook uit Jesus Hart, is de
H. Kerk genomen, zijn de II. Sacramenten
en is vooral de H. Eucharistie gevloeid. Her-
inner u het oogenblik, door den leerling van
Jesus Hart zoo keurig geschetst, waarop Lon-
ginus de zijde van Jesus openstiet en er ter-
stond bloed en water uit vloeiden. Dat bloed
toch beduidde het H. Sacrament, gelijk het
water eene afbeelding van het H. Doopsel
was. Dat bloed herinnerde het voor ons ver-
goten bloed, en den kelk, welken Jesus over-
reikte, „als dien van het Nieuwe Testament,
in zijn bloed, dat vergoten werd voor de
zonden der wereld." Dat bloed was tevens
-ocr page 102-
— 92 —
het laatste, wat uit Jesus Hart nog vloeijen
kon, — wat op onbloedige maar toch waar-
achtige wijze steeds geofferd zou worden, —
wat ten eeuwigen dage de grootste uitvinding
van het Hart Gods zou blijven verkondigen.
Daarom heet dit Sacrament liet Sacrament
r/er liefde;
deswege zou men liet even goed
het Sacrament des Harten kunnen noemen;
om dezelfde reden is Jesus Hart, zoo al overal
in al zijne gaven, toch het ligst en het liefst
in deze Gave bij uitnemendheid, het Sacra-
ment der Sacramenten, te zoeken en te vin-
den. (1) Overweeg deze waarheden aandachtig,
om voor altoos het verband tusschen Jesus
Hart en het H. Sacrament voor oogen te
houden. Bij de H. Mis kunt gij u op Golgotha
onder het kruis plaatsen, en bij de H. Com-
munie de zijde van Jesus zien geopend, om
u de wateren des heils aan te bieden.
II. Uit dit weinige begrijpt gjj reeds, waar-
om de Heer Jesus, toen Hij zelf wilde komen,
om de reeds bestaande devotie tot zjjn goddelijk
Hart in de kerk algemeen te maken, (2)
herhaaldelijk en schier altoos op het Sacra-
ment zijner liefde wees, of althans allen, die
Hem in zijn H. Hart vereeren zouden, aan
(1)    Zie dit verder ontwikkeld in: de Bezoehen van
Jesus Hart,
en : Jesus Hart volgens de II. Schrl/t.
(2)    Zie den Catechismus van het H. Hart.
-ocr page 103-
— 93 —
dit IL Sacrament liet denken. Herinner u de
geschiedenis der beroemde verschijningen. Eene
der voornaamste heeft plaats onder het octaaf
van het H. Sacramentsfeest. De Z. Margareta
ligt voor het H. Sacrament neergeknield.
Jesns verschijnt bij deze gelegenheid. Hij wil,
dat het feest ter eere van zijn goddelijk Hart
gevierd worde, op den eersten vrijdag na het
octaaf van het H. Sacramentsfeest. Hij belooft
verder de grootste gunsten aan hen, die zijn
H. Hart door eene H. Communie vereeren,
vooral aan hen, die zulks op negen achter-
eenvolgende eerste vrijdagen der maanden
zullen doen. Hij wenscht eindelijk niets vuri-
ger, dan inzonderheid in het Sacrament zijns
Harten op de hartelijkste wijze vereerd te
worden.
De Minnaars van Jesus Hart hebben dien
wensch ook volkomen begrepen. De Eerewacht
van het H. Sacrament, en de Eerherstellende
Communie
leggen er getuigenis voor af. Vele
andere oefeningen van godsvrucht ter eere van
Jesus Hart zijn insgelijks met de devotie tot
het H. Sacrament verbonden, of leiden daartoe.
Eene uwer voornaamste oefeningen moet dan
ook immer de wezenlijke en de geestelijke
Communie wezen. Wilt gij Jesus Hart vinden,
in het H. Sacrament is Hij het digtste bij u.
O mjjn God ! hoe troostrijk is deze waarheid!
en hoe weinig wordt zij begrepen !
-ocr page 104-
-94 —
III. Onder iil hetgeen gij n nopens Jesua
Hart in liet H. Sacrament ter overweging
kimt voorstellen, verdienen Jesus eigen
woorden de eerste; plaats. Zoo spreekt Hij:
„Ik ben het brood des levens.
„Uwe vaderen hebben in de woestijn het
„manna gegeten, en zijn gestorven. Dit is het
„brood, hetwelk nit den hemel nederdaalt,
„opdat zoo wie daarvan eet, niet sterve. Ik
„ben het levende brood, die uit den hemel
„ben nedergedaald. Zoo iemand van dit brood
„eet, die zal leven in eeuwigheid; en het
„brood, dat ik zal geven, is mijn vleesch,
„voor het leven der wereld...
„Voorwaar, voorwaar, ik zeg u: Tenzij gij
„het vleesch van den Zoon des menschen eet,
„en zijn bloed drinkt, zult gij het leven in u.
„niet hebben. Die mijn vleesch eet en mijn
„bloed drinkt, heeft het eeuwige leven, en ik
„zal hem ten jongsten dage opwekken. Want
„mijn vleesch is waarlijk spijs, en mijn bloed
„is waarlijk drank.
„Die mijn vleesch eet, en mijn bloed drinkt,
„blijft in mij, en ik in hem. Gelijk mij do
„levende Vader gezonden heeft, en ik door
„den Vader leve, zal ook hij, die mij eet,
„door mij leven.
„Dit is het brood, hetwelk uit den hemel
„is nedergedaald: niet gelijk uwe vaderen
„manna gegeten hebben, en gestorven zijn.
-ocr page 105-
— 95 —
„Die dit brood eet, zal leven in eeuwigheid."
Dit sprak hij in de synagoge, „als hij in
„Capharnaum leerde." (Jo. IV. 48-50.)
Let hierbij op drie woorden : het brood des
hemels, -— het brood des levens, — het waar-
achtig Manna. Doch overweeg die regt har-
telijk.
Let op den aandrang, waarmede Jesus deze
hemelsche belofte doet. Let op den lust van
zijn goddelijk Hart, als het U deze Gave
boven alle gaven aanbiedt. Uit dat alles zult
gij op nieuw leeren, Jesus Hart in zijn H.
Sacrament te zoeken, te vinden, en te genieten.
Verlangt gij waarlijk hemelsche spijze; Jesus
Hart biedt zich aan. "Wilt gij voor eeuwig
leven; zijn Hart belooft u dat leven; en zal
het u schenken. Zijn geheel ligchaam ontvangt
gij, dat is waar, zelfs zijne H. ziel, ja zijne
menschheid niet alleen, maar ook zijne god-
heid ; doch hetgeen u het meest treilen moet,
is dit, dat Hij zich zoo gaarne, zoo van Harte
geeft; en de rede zijner gave ligt ook eigenlijk
niet in uwe verdienste, noch in andere gron-
den, maar in zijn Hart, zijn eindeloos minnend
Hart, dat zich zelf aldus op zoo liefelijke en
hartelijke wijze geven kon en geven wilde.
Vergeet dus nooit meer Jesus Hart in zijn
H. Sacrament, en Jesus Sacrament in zijn
H. Hart te zoeken.
Eene der voornaamste oefeningen kan daar -
-ocr page 106-
— % —
toe zjjn: u dikwijls af te vragen, bij uw
bezoeken aan liet H. Sacrament: waar ia hier
Jesua Hart, en waarom? Wat denkt hier
mijn goede Jesus in zijn goddelijk Hart en
met welk doel ? O mijn Jesus, wat zoekt gij
toch hier ? En wat vraagt gij van mij ? —
Het antwoord zal niet uitblijven. En als uw
hart dan warm wordt en voor Jesus begint
te kloppen, o bedank uwen eeuwigen God,
en sehenk Hem nogmaals uw hart.
II. GEBED
bij wijze van Litanie tot Jemis Hart
in het IL Sacrament.
Heer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer!
Christus, hoor ons ! Christus, verhoor ons!
God, hemelsche Vader, ontferm U onzer!
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontf. ü onzer!
God, H. Geest, ontferm U onzer!
H. Drievuldigheid, één God, ontf. IJ onzer!
Hart van Jesus, in het II. Sacrament ver-
borgen, ontferm U onzer.
Hart van Jesus, op het H. altaar tegen-
woordig, ontferm U onzer.
Hart van Jesus, met Maria\'s hart zoo innig
vereenigd, ontferm U onzer.
-ocr page 107-
-97 —
Hart van .Jesiis, allerschoonste Zon der H. Kerk,
Toonbeeld van allo deugden,
Goede Herder, als \'t ware Uzelf vergetend,
Goede Herder, ons voedend met uw godde-
lijk vleesch en bloed,
Op \'s priesters woord hier nederdalend
voor ons,
Heilig slagtoffer,
Geheel geofferd voor onze zaligheid,
Band der liefde,
Goddelijk zegel onzer harten,
x~Allerreinste disch Gods,
                             o
» Voedsel der U minnende zielen,                3,
*~> Aanbiddelijke feestspijze,                             :
S Wondervol gastmaal,
> Allerbegeerenswaardigst feestmaal,             ~>
t; Alleraangenaamste! zielenhonig,                  §
zj Goddelijke zoetheid in haar bron gesmaakt, S
Arerborgen .Manna,                                       •*
Bron van levend water,
Kort begrip dei\' wonderen Gods,
Brandend liefdevuur,
Heilige en heerlijke lichtbron,
Oorsprong onzer blijdschap,
Bron van liefdevlammen,
Bronader der liefde,
Fontein van alle genaden,
O allerbeminnelijkst Hart,
O Hart onzer harten,
O Hart, onze lust en onze liefde,
7
-ocr page 108-
— 98 —
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, verhoor ons, Jesus!
Lain Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, spaar ons, Jcsus!
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, ontferm U onzer, Jesus !
v. Het Hart van Jesus vindt zijn lust
K. In het wonen met de kinderen der
menschen.
G EB E D.
Heer Jesus, die, om de harten der menschen
te winnen, hun uw Hart zoo wondervol tot
zielespijze gegeven hebt, geef, bidden wij U,
door uwe overgroote liefde, deze hartespijs
zóó waardig te nuttigen, dat wij het Hart
door het hart, de liefde door de liefde mogen
vergelden. Die leett en heerscht in alle eeuwen
der eeuwen. Amen.
111. VOORBEELD.
„Is het aan do Dochters der Visitatie gegeven den
kostbaren schat (het 11. Hart van Jesus; te doen
kennen en liefhebben, en dien aan anderen uit te
deelen, het is voor de Paters der Sociëteit weggelegd
er het nut en de waarde van aan te toonen, opdat
men er nut uit trekke, door hem te ontvangen met
den eerbied en do dankbaarheid die hij verdient."
Aldus sprak de H. Maagd Maria, in het beroemd
visioen, dat der Z. Margareta, den \'i Juli) 1688, te
beurt viel. Hebben de Riligieuscn der Visitatie, reeds
-ocr page 109-
— 99 —
voor het optreden der Gelukzalige, zoo al» wij vroeger
herinnerden, zich de haar verleende gunst trachten
waardig te maken, de Paters der Sociëteit van Jesus
waren niet achtergebleven in dat opzigt.
De II. Ignatius, Stichter der Sociëteit, had de
Bron geopend, toen hij in zijne Geestelijke Oi leningen,
niet alleen, onder anderen, de doorboring van Jesus
zijde ter overweging voorstelde, maar vooral, in \'t
algemeen, daarop aandrong, dat wij gestadig, bij al de
meditaties over het lijden, moeten acht geven op
hetgeen Jesus in de ziel leed, op hetgeen Hij lijden
wilde (quod pati milt)
door de overgroote liefde van
zijn allerliefderijkst Hart. In twee verschijningen, na
zjjnen dood, heeft hij nog duidelijker zijne meeiiing
doen kennen. In de eenc lag hij biddend voor Jesus
en Maria, tot dat do H. Maagd op zijn gebed de open
zijdewond van Jesus liet zi<-n, en er stroomen van
genade uit putte; in de andere zeide hij uitdrukkelijk
tot Pater de Hoijos : „dat hij zich voorbehield de
devotie tot Jesus Hart door zijne kinderen te laten
verbreiden." (Zie de feiten verhaald in de Nieuwe
Junijmaand.) — De II. Aloijsius werd door de H.
Maria Magdalena de Pazzi in den hemel op zulk een
bijzonder schitterenden troon gezien, wijl hij in zijn
leven gewoon was zijn liefdepijlen op het Hart van
Jesus te rigten. Na zijn dood verklaarde hij in eeno
verschijning, dat de devotie tot Jesus Hart den hemel
hoogst aangenaam was, en spoorde hij zijn mede-
broeder Celestini aan, die godsvruclu te verspreiden.
De H. Franciscus Borgias bad inzonderheid onder de
H. Mis tot de H. Wonde van Jesus, en verborg zich
in Jesus H. Hart. (Zie Maandrozen-Kalender.) De II.
Stanislaus hield niet op de H. wonden, en vooral de
H. zijdewond te omhelzen, en werd door eene nicht
van den Z. Berchmans gezien, terwijl Jesus Hart den
jeugdigen Stanislaus als in vuurvlammen verteerde.
(Sendbote). De Z. Joannes Berchmans zelf plagt te
zeggen : „Een iegelijk moet eer. of ander toevlugtsoord
hebben: ik voor mij weet geen veiliger, dan de H
-ocr page 110-
— 100 —
wonden van Christus, en den mantel der II. Maagd
Maria." Bij do vereering; der II wonde, onder de H.
5li», behield hij voor zich zelf Jesus Zijdewond, en
vroeg daarbij eens hartelijke liefde tot God. —
De Z. Canisius van Njjmegon bad el\'usn morgen tot
Jesus Hart, en mogt eens, door een Engel geleid,
tot Jesns Hart naderen, om er de bronnen des heils
uit te drinken. Al de andere Heiligen hebben gewis,
op deze of gene wijze, die devotie beoefend. En wat
de verdere godvruchtige mannen, ot geleerde schrij-
vers derzelfde Sociëteit nnngant, zij hebben altijd in
de eerst-\' rangen voor deze devotie tut Jesus Hart,
en geleden, en gestreden. Met zou ons te ver voeren,
wilden wij slechts hunne namen en hunne geschriften
opnoemen. Alleen <!en beroemden l\'ater de la Coloiu-
bit-i-e mogen wij niet ongenoemd laten, daar hij als
biechtvader der \'/.. Margareta wel het meest heeft
medegewerkt tot de eerste algcmeenwording der de-
votie, en zich zelven het eerst na haar op plegtigo
wijze aan Jesus Hart heeft toegewijd. Ook verdient
het onze opmerking, dat reeds vóór do Z. Margareta
zoovele schrijvers der Sociëteit op Jesus Hart plagten
te wijzen en niet weinigen er krachtig toe trokken.
Onder dezen behoort zeker do godvruchtige P. Drus-
bicky, met zijn lief boekje: Meta cordium; liet //oei
der harten,
en in ons land do vrome P. de Wael van
Vronensteijn, met zijn Kroon der IJ. vijf Wonden.
ALapiJe, Salmeron, Tirinus, Croiset, O\'allifet, de
Hoijos, Alvarez de Paz en honderd anderen zijn
algemeen bekend. (Zie b. v. Nilles, de Rat. Fest. en
Dufau, Tres. du S. C.)
"Wat moet echter dit alles u Ier ren ? Dat Jesus
keuze door de zijnen is gewaardeerd; dat Maria\'s
woord in vervulling is gegaan; dat gij zeker in goed
gezelschap werken zult, als gjj medewerkt ter ver-
spreiding ocnor devotie, die door zoovele uitstekendo
mannen op het krachtigst is bevorderd. IJver dus en
moed ! Er is niets zoeters dan te werken voor bet
eindeloos minnend Hart van God.
-ocr page 111-
101 —
IV. GEBED.
"\\Vnt gloojjcn
Uw boejjen
Hier lieflijk en zoet,
Mjju (»od on mijn Koning,
Vooral in uw woning
Zoo mild on zoo goed .\'
Wat wekken
En trokken
])io vlammen mijn hart,
Rn roepen mij : .Nader,
En ziek bij uw Vader
Den troost in uw smart."
Zou k sehroomen
Te komen ;
Uw gloed geelt mij kracht,
En \'t wonder dor vlammen
Geeft vleugels den lammen
En goddlijke mngt.
En kom ik,
En som ik,
Wat schatten Ujj deelt,
\'t. Is waarlijk een regen
Van hemelschtn zegen
Door vlammen geteeld;
Door vonken,
Die dronken
Van vreugde doen zijn,
En zalig doen leven
AVie \'t harte wil geven
Doorbrekend den schijn;
Den schijn daar
Van wijn, maar
In \'t wezen uw bloed,
Den schijn daar van tarwe,
Maar onder die verwe,
liet eeuwige Güed.
-ocr page 112-
— 102 —               m
Ocli, gloei dan,
En boei dan
In vreugde of in smart,
In lijden en strijden
In leven en sneven
31 ij n harl aan uw Hart.
De eerste Vrijdag
der maand Julij,
toegewijd aan Jesus Hart met de menschen
verkeerend.
I. Punten voor de overweging.
Een der beste middelen om het Hart van
Jesus te leeren kennen, bestaat in de over-
weging van de woorden en werken, waardoor
het goddelijk Hart zich zelf in zijn leven op
aarde kenbaar gemaakt heeft. „Het hart des
wijzen,
zegt de H. Geest, wordt airn zijne
wijsheid gekend."
(Eccli. 3, 31), en Jesus zelf
voegt er bij : „uit den overvloed den harten
spreekt de mond,"
en „uit den goeden schat
des harten brengt de goede mensch goede
vruchten voort."
Stel u dus in \'t bijzonder
ditmaal ter overweging voor, wat Jesus plagt
te doen en te zeggen in zijn omgang met de
mensehen. Eenige der volgende punten kunnen
-ocr page 113-
— 103 —
u tot leiddraad strekken. Het Hart van Jesus
moge verder tot uw hart spreken. (1).
I.   Wat doet Jesus ten opzigte der armen ?
Hij zelf geeft hun \'t eerste voorheeld van
liefde voor de armoede (Bethlehem-Nazareth).
Hij roept hen overal tot zich (de H. Maagd,
de IL Joseph, de Apostelen.) Hij leert, dat
aan hèn in \'t bijzonder de Blijde boodschap
des Evangelies wordt verkondigd (pauperes
evangelizantur.)
Hij verstoot hen nooit, Hij
zorgt voor hen, en heeft zelfs eene bijzondere
beurs, om hun iets van hetgeen Hij zelf ont-
vangt te kunnen meêdeelen. Die zorg heeft
Hij zijnen Apostelen zóó ingeprent, dat zij
nog, in den laatsten nacht zijns levens, het
eerst op de gedachte komen : „Judas, de beurs-
bewaarder, is uitgezonden, om den armen iets
te geven." De armen van (feest worden dan
ook zalig geprezen, en de arme weduwe, die
geeft van het weinige dat zij bezit, wordt
boven de veolgevende Phariseën gesteld. Let
op uwe intenties, en zorg in Gods naam, uw
hart niet te zeer aan het stof der aarde te
hechten. Jesus arm Hart vraagt arme harten.
Zoo gij ten minste niet arm van geest zijt,
kunt gij tot de zalige leerlingen van Jesus
niet behooren.
II.  Hoe handelt Jesus met de rijken?
(l) Zie hot boekje : Het Hart Gois en het hart der
menschen.
-ocr page 114-
— 104 —
Gewis, Hij verstoot hen niet, als zij arm van
geest willen zijn; getuige een Nicodemus, een
Joseph van Arimathea, een Zacheus, de rijke
jongeling. Maar Hij geeft hun scherpe lessen,
wijl ze daaraan doorgaans groote behoefte
hebben. Tot Nicodemus spreekt Hij vrijmoe-
dig: „Gij zijt leeraar in Israël, en dat weet
gij niet?"
Tot den rijken jongeling zegt Hij
niet liefde, (om hem tot hooger volmaaktheid
te brengen) : „Eén ding ontbreekt u: ga, ver-
koop al nat gij hebt, en geef het den armen,
en gij zult een schat in den hemel hebben.
En kom, volg mij.\'"
(Mr. 10, 21.) Tot allen,
die hun troost in liet aardsche zoeken, spreekt
Hij het vreesbarend woord : „ Wee n rijken !
want gij hebt uwen troost weg,"
(Luc. 0, 24),
terwijl Hij elders de vergankelijke rijkdommen
nu eens doornat, dan weer hedriegelijke schat-
ten heet, — waar tegenover Hij zijnen schat
in dm hemel
stelt. ])e rijken mogen dus toe-
zien, en op hunne beurt van Jesus Hart
leeren. Neen, de goederen hun door God ge-
geven, zijn niet in elk opzigt rle hunnen. Het
Hart Gods heeft hun den pligt leeren kennen.
Zoo zij dien verwaarloozon, —tree hun! de
aardsche doornen brengen helsche voort.
Hl. Wat doet Jesus jegens de kinderen ?
Hij laat hen tot zich komen; Hij zegent hen,
Hij stelt hen tot voorbeeld voor allen, die
het Kijk der hemelen willen ingaan. Zelfs de
-ocr page 115-
— 105 -
kleinsten laat Iiij zijnen lof zingen, volgens
de voorspelling der profeten, en vreoselijk
bedreigt Hij diegenen, die de kleinen ontstich-
ten zouden ; want hunne Engelen, leert Hij,
zien de Godheid, en volbrengen uiet Inst den
wil van het goddelijk Hart nopens de hun
toevertrouwde lievelingen. — Leer er door,
een kinderlijk eenvoudig en opregt hart te
vragen. Geef den kinderen een goed voorbeeld;
bewaar, onderligt en verzorg hen. Zóó zult
gij Jesus Hart voor u winnen, en uw hart
aan het zijne gelijkvormig maken.
JV. Denk verder aan do scharen volks die
Jesus volgen. Zijn Hart wordt van medelijden
bewogen, als Hij hen zonder voedsel ziet.
Zijne alntagt werkt wonderen, om hen te spij-
zen. Geheele dagen onderligt Hij hen, met
alle vurigheid des ij vers, terwijl Hij \'s nachts
op de bergen bidt. - - Denk aan de minder
goloovige stedelingen van Jerusalem. Jesus
gewaaiuigt zich met hen te redetwisten. Hij
wederlegt de aanmerkingen der Phariseën en
Schriftgeleerden. Hij brengt alle mogelijke
redenen bij, om allen van de waarheid en
hooge waarde zijner leer te overtuigen. Voeg
hierbij in \'t bijzonder Jesus omgang met de
Apostelen. Hoe lang. hoe minzaam, hoe he-
melsch liefderijk verdraagt hij hunne onwe-
tendheid, onderrigt Hij hun overigens goed-
willig hart. Is hot noodig, dat Hij met nadruk
-ocr page 116-
— 106 —
sproke, zoo als tot l\'etrus: „Ga van mij,"
tot een der Apostelen: „gjj weet niet van
welken geest gij zjjt," en inzonderheid tot
zijne vijanden, — zijn goed Hart komt altijd
op nieuw met zijn goede schatten te voorschijn
en zelfs zjjne berispingen ademen de reinste
liefde.— In dit opzigt moet gij misschien zeer
veel van Jesus leeren. Zorg, in elk geval, zijne
liefde en zijn geduld na te volgen.
V. Hoe beminnelijk toont zich zjjn goddelijk
Hart ten aanzien der ziehen ? Wat verlangt
gij?
— Tc genezen? „Ga in vrede!" Wat
wilt gij P Gezuiverd worden. „Ik wil het,
wordt gereinigd."
En de dooven hooren, de
blinden zien, dooden zelfs staan uit het graf
op, en strekken ten bewijze, hoezeer IIij met
de weduwen leed, zijne vrienden liefhad, allen,
die tot Hem kwamen, trachtte gelukkig te
maken. — Wat zegt Hij derhalve tot allen die
lijden P „Komt tot Mij, f/ij allen die belast en
beladen zijt; Ik zal U verkwikken"?
Hoe
tracht Hij allen, die willen zalig worden, tot
zijn Hart te trekken? „Leert van mij, roept
Hij, omdat ik nederig en zachtmoedig van
Harte ben." „Neemt mijn juk op u; -want
mijn last is ligt, en mijn juk is zoet, — en
gij zult vrede voor uwe zielen hebben." Mijn
Jesus! welk een Hart, dat zoo zoet onze
harten lokt! Zijn wij ziek naar het ligchaam;
Gij zjjt onze God. Zijn wij ziek naar de ziel;
-ocr page 117-
— 107 —
Gij zijt onz^ Zaligmaker. Wat kan ons deren,
als wij onder uwe bescherming staan ? Och !
mogten alle zieken naar zielen ligchaam altoos
bij Jesus Hart, hunne toevlugt zoeken!
VI. Let nog in \'t bijzonder oj) Jesus han-
delwijze met do zondaren en de regtraardigen.
Met de eerstgenoemden is Hij zóó goed, dat
Hij voor hen alleen schijnt te leven. „Hij is
immers niet gekomen om regtvaardigen, maar
om zondaren zalig te maken." Dezen zijn de
verdoolde schapen, die de (ïoede Herder opzoekt
en op de schouderen draagt. Zij zijn de ver-
loren doch wederge vonden zoon (zoo zij zich
bekeeren) wiens terugkomst men vreugdevol
vieren moet. Zij zijn, in zekeren zin, de
eersten, waaraan zijn Hart denkt; zij mogen
Tollenaars of Heidenen zijn, zijn Hart klopt
warm voor hen. „Ga in vrede, zegt hij, —
uwe zonden zijn u vergeven." „Heeft niemand
u veroordeeld, ook ik zal n niet reroardeelen"
„Jeruzalem ! Jerttsalem ! hoe dikwijls heb ik
u, (lelijk de hen hare kiekens, willen verzame-
len
(aan mijn Hart, willen beschermen aan
mijn Hart); maar helaas ! gij a-ilt het niet."
Zullen dan de eens bekeerden, of reeds
geregtvaardigden, bij het goddelijk Hart ach-
terstaan P O neen; dat niet. Zij zijn zijne
vrienden, zijne broeders. Hen vooral, die im-
mers „altoos met Hem zijn," loert Hij hooger
en hooger steeds opzien. „Heft utre hoofden
-ocr page 118-
- 108 —
omhoog, spreekt II ij, trant uu-e verlossing is
nabij.\'"
„Aanschouwt de leliën dos velds," en
leert van hen do vaderzorg van liet Hart Gods
voor u kennen. Ziet op de vogelen des hemels,
en lesrt hoe niet één van die op de aarde
valt zonder den wil uws lienielschen Vaders.
Kortom; heft uwe harten omhoog, — en gij
zult bevinden, dat ^ij altoos bij Hem zjjt,
wiens liefde en goedheid altijd bij u is.
VII. (rij kunt eindelijk nog nadenken over
de dankbare liefde van Jesus Hart ten opzigte
van diegenen, </ir Hem dienen niet bijzondere
hartelijkheid. Wat doet Jesus niet voor de
moedige Magdalena ? — voor Martha en Laza-
rus ? — - voor al die vrome vrouwen, die van
Galilca uit Hem volgen tot onder het kruis,
tot in het graf? liet is niet mogelijk hier
alles oj» te sommen; doch raadpleeg uw ge-
heugen ; en zeg dan, of gij een dankbaarder,
liefderijker, minzamer, getrouwer, standvas-
tiger vriendenhart, dan dat van uwen Jesus,
kunt uitdenken. Liefde, staat met licmelsche
letters in dat goddelijk Hart geschreven. „Hij
heeft alles welgedaan,"
is zijn levensschets.
En als zijn goddelijk Hart eens bezwijken zal
en juist door de overmaat van liefde zal ophou-
den voor u te kloppen, dan komt de liefde
met haar laatsten schicht en grift nogmaals,
met een eeuwige wond, haar onuitwischbaar
merkteeken in zijn binnenste. De woorden,
-ocr page 119-
— 109 —
de blikken, de gebaren, de wonderen, het
werk, liet lijden, alles, wat de lieer Jesus
gedaan of verduurd heeft, liet spreekt alles
van liefde. — Uw pligt kan geen andere zijn,
dan dankbaarheid en wederliefde. Och, mogten
toch al de dienaars van Jesus op dit hun god-
delijk toonbeeld hunne oogen en hunne harten
voortdurend gevestigd houden!
II. G E B E D
bij wijze van litanie ter eere van Jesus
Hart met de menscJwn verkeerend.
Heer, ontferm V onzer!
Christus, ontferm II onzer!
Heer, ontferm V onzer !
Christus, hoor ons! Christus, verhoor ons!
God, Hemelsche Vader, ontferm U onzer!
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontf. U onzer!
God, II. Geest, ontferm lT onzer !
H. Drievuldigheid, ét\'n God, ontferm U onzer.
Hart van J esus onder ons menschen verkeerend,
^Aan Maria en Joseph onderdanig,
             o
g Door den Hemelschen Vader gezonden, s^
i^ Door den II. Geest geleid,
«Vol van alle wijsheid,
                                *
> \\o\\ van genade en waarheid,                     0H
"§ Onvorwinnelijke sterkte,                             g
n Magtig in woorden en daden,                    •§
-ocr page 120-
— HO-
Hart van Jesus, ontvlamd van ijver voor Gods
eer, ontferm U onzer,
De huichelaars sterk berispend,
Overal wonderen doende,
Eindeloos geduldig,
Schuilplaats der ongelukkigcn,
Altijd bezorgd voor de zondaars,
af Troost der bedrukten,
                                 §
» Onmetelijke lieide,                                       §»
*s Vol geduld voor uwe vijanden,                   3
d Allergetrouwst jegens uwe vrienden,            .
> Omgaande met de eenvoudigen,
\'S Toonbeeld van ootmoed en zachtmoedigheid g
•j* Voorbeeld van alle deugden,                      »
Gekomen om de zondaars zalig te maken,
Zoo zoet in uw omgang met de dwalenden,
Zoo beminnelijk te midden der kinderen,
Allergeduldigst in het vormen uwer leer-
lingen,
O goddelijk Hart, onze liefde en troost,
O Hart Gods, onze lust en zaligheid,
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, verhoor ons, Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, spaar ons, Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, ontferm u onzer.
Christus, hoor ons! Christus, verhoor ons !
v. Leert van mij, omdat ik zachtmoedig en
nederig van harte ben,
R. En gij zult rust vinden voor uwe zielen.
-ocr page 121-
— 111 —
Q E B E D.
Aanbiddelijke Jesus, die, op aarde lovend,
zoo zachtmoedig en nederig van h;irte onder
de mensehen verkeerd hebt, stort ook in ons
deze deugden, aan uw Hart zoo dierbaar, ten
einde wij in ootmoed en zachtmoedigheid op
aarde leven, en zoo do aan ons hart beloofde
rust voor eeuwig mogen vinden. Die leeft en
heerscht in alle eeuwigheid. Amen.
111. VOORBEELD.
"Was het do lust van Jesus Hart „te wonen met de
kinderen der nienschen," toen Hij onder ons op aarde
heeft vertoefd, dien lust toont Hij nop immer te
bezitten, vooreerst in het H. Sacrament, maar dan
ook door de ons geschonken devotie tot zijn goddelijk
Mart. Eer die godsvrucht algemeen in de H. Kerk
verspreid was, hebben vele Heiligen en godvruchtige
harten dit ondervonden. Aan hun hoofd stond de H.
Maagd Maria; haar volgden Joannes met Magdalena
en de andere vrome vrouwen van het Evangelie. Na
dezen kwamen de uitverkoren zielen, van welke wij
er niet weinigen het innigst verkeer met Jesus Hart
zien genieten. "Wij hebben vroeger reeds opgemerkt,
dat vooral in de Orde der Visitatie van Maria een
aantal van die bevoorrogte harten gevonden zijn.
Laat er ons nu nog eenige nieuwe toonbeelden bij-
voegen, die ons tevens én de wijze èn het nut van
dien omgang met Jesus Hart kunnen loeren.
In het jaar 1635 wijdde zich Moeder Maria-Genoveva
de Pradel als slagtoffer aan Jesus Hart, hetwelk zij
geheel haar leven met de teederste godsvrucht ver-
eerde ; zij putte uit deze oefening eene kracht, die
-ocr page 122-
— 112 —
haar dikwijls tot de heldhaftigste deugden brngt.
Reeds in 1027 sprak Mevrouw da lioutolier, die in
de wereld wegens haar ui te veel geluk en voorspoed
vreesde voor liare zaligheid, bij haar intreden in de
"Visitatie ; „O, nu beef ik niet meer ; wijl ik mij
geheel verborgen vindt ir. het 11. Hart van Jo>us;en
aldaar is geene plaats meer voor de vrees." — Te
Chartros, ia I6fii, hield Zuster Maria-Guillemotto
Dunas haar gedurig verblijf in do zijdewond van
Jesus, dewijl de goddelijke Zaligmaker haar geleerd
had, dat zij aldaar disft bij zijn Hart zou zijn, en
dat zij daar, in de liefdevolle wonde, in vrede haar
oordeel en bet uur des doods zou afwachten. —
Moeder de Kioux, to Lijon, leefde enkel voor Jesus
Hart en heeft eenige geschriften nagelaten, die geheel
mot d.\'n zoeten geur der vurigste devotie tot Jesus
Hirt doortrokken zijn. — Te PerigueuX, op bet feest
der Onbevlekte Ontvangenis des jaars 1664 zat eene
ijverige Religieuse, Maria-Pacifica Ool\'.et, te bidden
en vroeg om de zuiverheid van harte, „toen eens-
klaps, verbaalt zij, (Jod haai\' eeue j/unst schonk, die
haar deed beven als zij ur aan dacht. Het kwam mij
voor, verhaalt zjj, dat Onze Lieve Heer mij zeide tot
zijn goddelijk Hart te naderen, hetwelk de liron van
alle reinheid is. Op hetzelfde oogenhlik scho.tn bet
mij, als ik mij niet bedrieg, dat Hij mij «enigen tijd
op zij il H. Hart iiet rusten." — Omstreeks denzellden
tijd had de Moeder Anna-Seraphiaa Cornet, te Amiens,
den aandrang gevoeld, om zich toe te wijden aan het
H. Hart van Jesus. — (Bougaud, vie de la 1!. Maig.)
Zou zien wij reeds, enkel en alleen in de Oi do der
Visitatie, al do verschillende oefeningen van devotie
tot Jesus Hart op deze of gene wijze m werking.
Het verdient overigens onze opmerking, dat geen van
al die bevoorregte zielen er ooit aan gedacht beeft,
die uitmunt.endsto aller devoties tot eene geheel alge-
meene devotie te maken; nog meer, dat juist to
Paruy-le-Monial, waar de groote Apostel van Jesui
-ocr page 123-
— 113 —
Hart weldra zou geroepen worden, geen spoor van
eene bijzondere devotie tot Jesus Hart wordt gevonden.
De reden lag in den wil Gods, die deze godsvrucht
voor later tijden had weggelegd, en op üijnon tijd
zijn bevoorregt werktuig zelf wilde kiezen en vormen.
IY. GEBED.
Was \'t zalig Jesus ! U te zien,
Voor Samaria\'s vrouw,
Ik zio U sohooner nog misschien,
Als ik uw Hart aanschouw.
Zij zag dot godlijk Hart nog niet,
Waaruit ons \'t levend water vliet.
Was \'t zaliger toen Magdaleen
U zag aan \'t heilig hout,
Och, zij ook heeft nog meer \'t verleen,
De toekomst niet aanschouwd ;
Zij zag nog niet dien heldenstoet
Door uwe Hartebron gevoed.
Was \'t zalig wat uw lievling zag,
En niemand ligt als hij,
Toen hij aan uwen boezem lag
En rustedo op uw zij,
Of toen hij met de blanke speer
Het Hart zag op\'nen van zijn lieer.
Hij zag nog niet den breeden stroom
Van reine zielen, voor en na
Genaderd tot den Levensboom
Op \'t Godgeheiligd Golgotha,
En weer van daar, de wereld rond,
Gezaligd in uw Hartewond.
.Zoo zien wij, Jesus, naar uw woord,
Dat wij ook zalig zijn,
Als \'t oor, geloovend wat het hoort,
Niet oordeelt naur den schijn,
Maar op uw godlijk Hart vertrouwt,
En zoo op vaste steenrots bouwt.
-ocr page 124-
— 114 —
Zoo hoort het : „G-a, uw zonde is weg."
„Betrouw ! ik draag uw smart,"
Of vindt het op zijn doornenweg
In eens uw troostend Hart,
Eu ziet zich, God ! wat zoete gaaf,
Uw dankbaar kind, uw zaalgcn slaaf.
Lof zij U dun, o minzaam Hart,
Uut immer nog ons leert,
En balsem hebt voor alle smart
En zoet met ons verkeert.
Lof U, en dank, en eeuwge min,
Trek mij uw open boezem iu.
Ile eerste Vrijdag-
*
der maand Augustus,
gewijd aan Maria\'s Hart, het kanaal tot
dat van Jesus.
I. Punten voor de meditatie. ^
De maand Augustus is bijzonder toegewijd
aan het onbevlekte Hart van Maria. Daar er
geen betere weg is, om tot Jesus Hart te
komen, en wij bovendien de allernuttigste
beschouwingen vinden in het verband tusschen
Jesus en Maria\'s Hart, zult gij u, dezen vrijdag,
en deze maand, met die twee Harten te gelij k
bezig houden. De volgende hoofdpunten kunnen
u daartoe dienen.
-ocr page 125-
— 115 —
I. Maria brengt altijd tot Jesns. Bij Maria
en dooi\' Maria wordt Jesus gevonden. De H.
Schrift leert zonneklaar deze algemeen liekende
waarheid.
Maria draagt Jesus Hart nog niet lang onder
het hare, of hare Nicht Elisabeth gevoelt er
de werking van, bij den groet uit Maria\'s
mond. En Joannes P Hij springt op van blijd-
schap, en wordt geheiligd nog vóór zijne ge-
boorte, door den Heilige der Heiligen, dien
Maria draagt.
De Wijzen uit het Oosten vinden het god-
delijk Kind, maar niet anders, dan met Maria,
zijne Moeder, en bij Maria; de Herders, die
den stal, en allen die de krib bezocht hebben,
vonden Jesus niet anders: altijd bij Maria.
Simeon voorspelde Jesus lijden, hij voegde
er de prophetie der doorboring van Maria\'s
Hart bij; en hij, zoowel als Anna, de prophe-
tes, vonden Jesus door Maria en met Maria.
In Egijpte, in Nazareth, in den Tempel, te
Cana vooral, was Jesus met Maria, zijne dier-
bare Moeder, en was zij de tusschenpersoon
die tot Jesus bragt, de voorspreekster die
zijn Hart deed werken.
Moet ik Golgotha noemen, en Joannes, en
het kruis ? waar eerst haar hart doorboord
werd door het lijden, eer zij, met ons en voor
ons, kon opzien naar het geopend Hart van
Jesus.
-ocr page 126-
— 116 —
Eindelijk, als de H. Geest wordt afgebeden,
dien Jeans zon uitstorten in de harten dor
zijnen, ook dim weer ontmoeten wij Maria te
midden der Apostelen, en de Apostelen rondom
Maria. En was liet niet een der liefste ge-
schenken van het goddelijk Hart, dat het
Maria, zijne dierbare Moeder, een geniimen
tijd aan de H. lverk achterliet, eer Hij haar
in het hoogste des hemels ging kroonen.
Bedank Jesus Hart voor zijne groote gave,
en toon u die gave waardig, door een getrouw
kind van Maria te zijn. Zoek eerst Maria,
zoo gij Jesns wilt vinden. Alleen door haar
Hart komt gij tot Jesus.
II. Overweeg verder, hoe de H. Kerk, zoo-
wel door hare feestdagen en plegtigheden als-
mede door bare Leeraars en Heiligen dezelfde
waarheid voorhoudt. Zoo is b. v. Jo. Maria\'s
Hart, het moederlijk hart, niet alleen voor
Jesus, maar ook voor ons, die door ha€ir tot
Jesus Hart geleid moeten worden. Zoo is 2o.
dat moederhart bet kanaal, waarlangs ons alle
genaden uit Jesus Hart worden geschonken.
Zoo staat ;5o. Maria als voorspreekster voor
ons in den hemel, en toont aan den Heer
Jesus haar moederlijk Hart, gelijk Hij zijn
goddelijk Hart en de voor ons ontvangen
wonden aan den hemelschen Vader toont.
(H. Bernardus.)
Van daar de reeds oude afbeelding van
-ocr page 127-
— 117 —
Maria run liet Harte, zoo als die te. Lier in
België reeds in do vorige eeuw werd vereerd.
(Zie Maand rozen.) Van daar, in onzen tijd de
devotie tot Onze Lieve Vrouw vati het I\'. Hart,
welke in eens al deze waarheden verduidelijkt
en te binnen. brengt. (Zie Schat der harten.)
Wat toch leert het anders, dan : Jesus door
Maria, of: door Maria tot Jesus. - - Zoo er
geen andere weg voor u is, tracht dan ook
dezen zonder ophouden te bewandelen. Vereer
Maria en Maria vooral in haar hart, om door
haar tot Jesus Hart te komen.
III. In het bijzonder moet gij toch deze
waarheid overwegen, dat wij juist door Maria
tot Jesus Hart moeten komen, of (om het eens
regt duidelijk voor u uit te drukken): dat
Maria in de eerste plaats en meer dan iemand
ons de devotie tot Jesus Hart heeft geleerd en
blijft leeren; — ik zou haast gezegd hebben,
dat Maria in den hemel de eerste Zélatiïee en
als de Koningin der Zélateurs van Jesus Hart
moet genoemd worden. Niets is gemakkelijker
te bewijzen.
Herinner u vooreerst het Leven der Zalige
Mare/a reta-Maria. Door wie weid zij tot Jesus
gebragt ? Door Maria. Maria genas haar her-
haalde malen, onderrigtte haar, gaf haar het
goddelijk Kind in de armen, zeggende: Ziehier
dengene, die u komt leeren wat gij doen moet.
In het beroemde visioen van den 2 Julij (dag
-ocr page 128-
— 118 —
der Visitatie) wijst Maria haar Jesus Hart en
verklaart met eigen mond de verpligtingen dei-
Zalige. (Zie Maandrozen.)
Eeno reeks van Heiligen getuigt hetzelfde.
In eene verschijning der H. Maagd zag een
boeteling den H. Ignatius tot Jesus Hart
bidden, terwijl Maria eerst niet hare hand
Jesus zijdewond bedekte, later op \'t gebed des
Heiligen, de wond liet zien en er het heilrijk
bloed der verlossing on vergiftenis uit wegschonk.
(Z. Jnn ij maand.) — Even als de Z. Margareta,
durfde de H. Veronica de Giuliani niet anders
tot Jesus, dan door Maria bidden. Maria bad
alstoen met haar; en de goddelijke Verlosser
drukte op wondervolle wijze zijne H. wonden
in de Heilige af, zoodat „vooral de lans haar
het hart van de eene zijde tot de andere
doorboorde," gelijk zij zelve getuigt in haar
Leven (Duf. VUL p.*246.) De H.MechtMh
ziet te gelijk, even als Veronica, Jesus en
Maria; Maria bezorgt haar den hemelschen
bruidsring, Maria brengt haar tot Jesus Hart;
Jesus leert haar verder dat heilig kleinood
steeds in zijn H. Hart te reinigen, te vernieu-
wen, en in het daaruit gestroomde Bloed en
water frisch en rein te bewaren. (Rév. S.
Mecht. IV. p. 891). —De Gelukzalige Maria
der Engelen
al evenzoo door Maria tot Jesus
geleid, gevoelde al haren angst verdwijnen
en werd door het Water en Bloed uit Jesus.
-ocr page 129-
_. 119 —
zijde vloeijend besproeid. (Leven p. 43. Duf.
III. p. 53.) Do H. Gertrudis zag, onder
anderen, hoe de H. Maagd liet hoofd eener
stervende Bruid van Jesus ondersteunde en
het zoo rigtte, dat haar adem regtstreeks op
het Hart van den aanbiddelijken Zaligmaker
uitkwam. (Leven, V. H. X. Duf. I. p. 343.)
De Z. Maria Villana eens door Maria aan
haar hart gedrukt, werd weldra tot Jesus
gevoerd, die haar eene wond in het hart schoot,
welke lang open bleef en nog na haren dood
er in gevonden is. (Loven, Duf. VIII. 465.)
Wjj zouden nog vele andere Heiligen kunnen
noemen, die op gelijke wijze, niet alleen in
\'t algemeen door" Maria tot Jesus, maar ook
in \'t bijzonder tot Jesus Hart zijn geleid. Doch
wat hebben wij meer noodig, dan Maria\'s
eigen woorden en daden, al was liet slechts
in een enkel geval, om te zien, hoe wij door
haar tot het goddelijk Hart worden getrokken,
en Jesus en Maria\'s hart onafscheidbaar te
zamen gaan. „Haar hart en dat van Jesus,—
leerde zij immers de H. Hirgitta, ■— waren als
één. De stoot, die -\'esus Hart doorboorde,
doorboorde het hare, en toen .lesus in \'t graf
werd neergelegd, was het, of haar hart daar
mede werd ingesloten." —
Door Maria dus tot Jesus, — ziedaar uwen
weg. Een anderen moogt gij niet zoeken;
want een andere is er niet. God geve u, dien
-ocr page 130-
120 —
weg te vinden. Doch gij, van uwen kant,,
tracht vooral in deze maand, uw best te doen,
om dien hemclschen weg te zoeken. Zalig; gij,
zoo gij Jesus Hart weet te vinden, zalig reeds,
zoo gij Maria vindt, die u onfeilbaar tot Jesus
Hart zal brengen.
II. GEBED
bij wijze van Litanie, tot het allerbeminnelijkst
Hart van Jesus.
(Uit Nilles II p. 734.)
Heer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer !
Christus, hoor ons ! Christus, verhoor ons!
God, hemelsche Vader, ontferm U onzer ! \' -.
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontf. U onzerf
God, Heilige Geest, ontferm IJ onzer!
H. Drievuldigheid, één God, ontf. U onzer !
Hart van Jesus, Zoon van den levenden God,,
ontferm U onzer.
,.Zoon van de Maagd Maria,                       §
g Door den H. Geest gevormd,                      3;
^ Woonplaats der allerheiligste Drieëenheid, a
c Heiligdom van den mensehgeworden God, ^
>
Bergplaats van het eindeloos kostbaar ^
"§, bloed,                                                        g
fcr4 Zetel en werk tuig van de heiligste aan- ?
doeningen,
-ocr page 131-
- 121 —
In welks magt alle mensohenharten zijn,
Het volmaaktste van alle harten,
Magneet en middelpunt aller harten,
Hart volgens het Hart Gods,
dode waardig en onbegrijpelijk Hart,
Den man der smarten,
Van \'t begin af met smarten overladen,
in Qethsemane tot den dood toe bedroefd,
Met versmaadheden verzadigd,
Yoor ondankbare menschen gestorven,
Met eene lans gewond,
g~Tot den laatsten druppel toe van uw bloed
g beroofd,
l"s Middelpunt aller smarten, in ziel en
i ligchaam geleden,
> In de H. Eucharistie met ons blijvend,
§ In onze Tempels zoo dikwerf alleen gelaten,
K ()j) onze altaren, door ongeloovigen en
ondankbaren miskend en mishandeld,
Veiligste schuilplaats tegen Gods gram-
schap,
Sterkte der kleinmoedige harten,
Veilige haven in de hevigste bekoringen,
Zalige woning der vrome zielen,
Ook voor de grootste zondaars geopend,
De laauwe harten ontvlammend,
Troost der ziel in dit ballingschap zwervend,
Geneesmiddel der kranken,
Beste teerspijze der stervenden,
Verborgen voor de wijzen dezer wereld,
I
-ocr page 132-
— 122 —
Aan do kleinen geopenbaard,
Hart van onzen bostcii vriend en raadsman,
Hart van onzen Advokaat en Regter,
Hart van onzon Heer en Koning,
Hart van onzen Verlosser en Zaligmaker,
Hart van mijn eerstgeboren Broeder en
Bruidegom,
                                              -
«"Hart van onzen Yader, en meer dan onzen 11
$ Yader,
                                                      S
1-5 Hart volgens de begeerten van ons liart, 3
§ Hart van onzen Leermeester,
                     d
> Allerootmoedigst Hart,                                c
"§ Allerzachtmoedigst Hart,                             |
n Alleropregtst Hart,                                     f
Allerbarmhartigst Hart,
Allergetrouwst Hart,
Langmoedig Hart,
Alleronscliuldigst Hart,
Allermilddadigst Hart,
Regel en Toonbeeld van onze harten,
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, ontferm 1T onzer, Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, verhoor ons, Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, spaar ons, Jesus.
Heer, ontf. U onzer! Christus ontf. U onzer!
Heer, ontferm U onzer!
v. Overtreders, keert terug tot het Hart.
E. En maakt u een nieuw hart.
-ocr page 133-
— 123 —
GEBED.
Zie neder, barmhartige God, op liet Hart
van Jesus uwen welbeminden Zoon, in wien
Gjj uw welbehagen hebt, laat U door de
smarten van zijn H. Hart uit liefde voor ons
verduurd, en door de voldoening voor ons U
aangeboden, verzoenen, en verleen ons de ver-
giffenis der zonden die wij rouwmoedig vragen,
onze harten ontvlammend door de liefde van
Jesus Hart, opdat wij voortaan met een nieuw
hart niet anders meer zoeken dan U, o God
van ons hart, en ons deel in eeuwigheid. Amen.
III. VOORBEELD.
Onder de scharen vul) godvruchtige of heilige zie-
len, die door Maria tot Jesus Hart gebragt zijn,
bekleedt eone arme niaar heilige dienstmaagd, Aintella
Nicolas,
eene eerste ydnats. Deze dienares van Maria,
ook Armagila genaamd, was de dochter van Ge-jrg
Nicolas en Frnncisca Reant, arme doch vrome land-
lieden te Vannes in Frankrijk. >\'adat zij in verschil-
lende huizon gediend had, kwam Arnella, 30 jaren
oud, in de dienst eens edelmans te Vannes, waar zij
de rest van haar leven doorbragt. In dezen nederigen
stand was zij aller voorbeeld, niet slechts voor hen,
die gelijk zjj dienstbaar waren, maar ook voor hen,
die een hoogoren stand hekleedden. God beloonde
overigens de getrouwheid zijner vrome dienstmaagd
op buitengewone wijze Zelfs de grootste geleorden
stonden verbaasd, hij eene dienstmaagd, die niet
eens lezen kon, zoo verheven kennis van Ood en
zoo groote gaven, ais Ood zijn trouwste vrii nden
pleegt te geven, aan te troffen. Uiterlijk zag men aan
-ocr page 134-
— 124 -
haar niets, dan oeno bjjzondere ingetogenheid, alsmede
eene groote liefde voor de eenzaamheid en de stil-
zwjjgendlieid. In haar GOste levensjaar word de vrome
Armella door een paard geslagen, langs hetwelk zij
in een smallo straat moest voorbijgaan, en bragt
daarna 15 maanden in groote smurton door, deels te
bed, deels in een stoel, en dan meestal in een hoek
Tan de keuken, waar zij de huiselijke zaken regelde
of zicli met anderen nuttigen tu-bn d bezig hield.
Later kon zij weer gaan, ofschoon enkel met krukken;
en de smarten verlieten haar niet meer tot aan haren
dood, die den 24 October 1671 plaats vond. — Deze
Armella nu was eene uiterst ijverige dienares van
de Moeder des Hoeren. Haar gewone leus was :
„Wie Jesus bemint, mint ook zijne Moeder ; en die
Maria lief heeft, bemint ook Jesus.\' Aanvankelijk
durfde de ootmoedige dienstmaagd zich niet eens
tot Jesus zelf wenden. Maar des te vuriger bad en
smeekte zij Maria me.t heete tranen, haar toch aan
Jesus voor te stellen en over te geven, en alles «m
haar weg te nomen wat zijn goddelijk oog mishagen
kon. „Ik dacht, zeide Z\'j, uls ik eens de gunst der
Moeder gewonnen heb, dan ben ik zeker ook bij den
Zoon goed omvangen te worden. Daarom deed ik
dag en nacht mijn best, om Maria na te volgen.
Gewoonlijk stelde ik mij voor, haar in het huishouden
te Nazareth te zien, en acht te geven, hoe toeder en
eerbiedig zij met Jesus omging; en trachtte dan
naar dat voorbeeld hetzelfde te doen. Ik zeide dan :
„ofschoon ik onwaardig beu hetzelfde te doen wat
mijne Moeder doet, wil ik toch trachten U na te
volgen." Het huis, waarin ik woonde, solieen mij het
huis der H. Maagd te zjjn, en het was of ik de
dienstmaagd van haar en haren Zoon was. Bij al
mijne werkzaamheden in het huis en in de keuken
handelde ik zoo, als of het voor hunne heilige per-
sonen geweost ware. Gij kunt dus ligt denken, hoe
ligt en aangenaam mij de arbeid voorkwam. — Zulk
-ocr page 135-
— 125 —
eene dienstmaagd mogt wel verhoord worden. Zij
■werd dan ook werkelijk door Maria tot Jesus geleid.
Zij ontving zelfs het Kind Jesus van Maria\'s armen,
vond Jesus te midden har er gereedschappen in de
keuken, en werd eene der meest bevoorregte lieve-
lingen van Jesus en Maria\'s Harten. Jesus opende
geheel zijn Hart voor Armella ; Armella plagt er
veilig in te rusten. Op een vooravond van het feest
van Maiia-Lichtmis gevoelde zij eens op\'t allerinnigst
hoezeer zjj in Jesus Hart leefde. „Ik was daarin,
zeide zij, met zooveel liefde en vrijheid, dat ik die
niet kon hegrijpen. Ik was er geheel op mijn gemak,
zoodat mij niets hinderde. Ik zag dat goddcljjk
Hart zoo groot en zoo ruim, dat meer dan duizend
werelden er in zouden kunnen. Ook zag ik, dat allen,
die er in wonen uit liefde, de ware vrjjheid on een
onuitsprekelijken vri.de genieter." Zjj zag, bij dezelfde
gelegenheid, dat de ingang in Jesus Hart zoor klein
was ; en het werd haar verklaard, dat dit beteektfnde,
dat alleen de kleinen en run «lies Ovtblooten in dit
goddelijk Hart konden binnengaan. (Z. Junijmaand).
Om kort te gaan, kunnen wij zeggen, dat deze goede
Armella het toonbeeld van de goede dienstmaagd,
ja van de heilige dienstmaagd heeten mag. Gelijk
vroeger de H. Zita, leefde zij altijd met en voor
Jesus. Ja, gelijk de Maagd in Nazareth, zoo trachtte
zij, bij al haar huiswerk voor Jesus lu leven ; en dit
felukte haar zoczeer, met Gods genade, dat de Heer
esus haar hart voor zich aannam, zijn goddelijk
Hart voor haar openzette, en haar eene der grootste
dienaressen van zijn H. Hart deed worden. (Ott. Marian.
II. 2. 344. Duf. Tres. .111. 4G. Sendbote).
IV. TWEE HARTEN.
Droevig schouwspel ! om de harten
Weer te vullen met geuiï,
Hangt der harten God en Koning,
Naakt aan \'t kruis op Golgotha !
-ocr page 136-
— 126 —
\'/.ir ! uit de open handen stroomen
Bronnen vol genadebloed,
Uit zijn open handen vloeijen
Bronnen oiudloos mild en zoet.
Uit zijn hoofd, vol scherpe doornen,
Vloeijen bronnen overal,
Uit zijn gansch doorkorven ligchaam
Vloeijen bronnen zonder tal.
En die bronnen vloeijen neder
Langs het lel gemarteld Lam,
Purprend kroon en troon en Koning
Op den wreeden kruishoutstam ;
En die bronnen vloeijen verder
Op het brekend Moederhart,
Al die druppelen vergadrend
In baar Oceaan van smart.
Eindlijk sterft Hij, \'t harte gevend
In onnoemelijke pijn,
Om voor ons de Bron des levens
En de dood des doods te zijn.
.Nu ontspringt nog de eêiste Öronne,
Aller bronnen diepste Bron,
Uit het wreed doorstoken Harte,
Dat alleen nog bloeden kon.
Heilig vloeit zij : bloed en water,
Vreedzaam vlietend zonder smart,
Maar op \'t zevenmaal doorstoken
.Nu moêbrekend Moederhart.
En dat Moederhart gaat open.
En dat Moederhart lijdt meê,
Om die bronnen voort te stuwen
Over land en strand en zee.
En dat Moederhart blijft open,
Meegenoot der hoogste smart,
Om aan allen \'t Heil te schenken
Uit de Bron van Jesus Hart.
-ocr page 137-
— 127 —
Zal ik weenen? — Neen ik jubel,
Ma» ik leven, ik, het kind
Van d\'e twee doorstoken harten
Waar ik \'t heil en ?t leven vind.
Ue eerste Vrijdag
der maand September,
toegewijd aan. Jesus Hart, als den Koning
der Engelen en Zaligen.
I. Punten voor de meditatie.
Het is u bekend, dat al het aardsehe, hoe
groot ook, het menschelijk hart niet kan vol-
doen, evenmin als het zeewater den dorst kan
stillen. De Heer der Harten heeft dit meer-
malen, en naar allen schijn, eenmaal op eene
allertreffendste wijze voor ons uitgedrukt. Er
is namelijk een H. tekst, welke men (naar
liet oorspronkelijke) aldus zoekt te verklaren:
„God heeft alles op zijnen tijd gemaakt, en
Hij heeft de menschen de eeuwigheid in het
hart gelegd\'1\'\'
(Eccl. 3, 11), dat is: het streven
naar iets eeuwigs, iets onvergankelijk®, is van,
het begin af, aan het menschelijk hart eigen;
God heeft het hart zoo geschapen. Dit wist
de Heer Jesus, en daarom is het zoo nuttig
-ocr page 138-
— 128 —
mi en dan het oog en het hart wat hooger
te verheffen, en aandachtiger toe te zien, op
hetgeen Jesus Hart heeft weggelegd voor hen,
die liet liefhebben. Daar deze maand aan de
H. Engelen, die bijzondere dienaren van Jesus
Hart, is toegewijd, kan het te dezer gelegen-
heid het best geschieden.
I. Aanschouw dus in de eerste plaats het
Hart van den verheerlijkten Jesus op zijn
eeuwigen glorietroon in den hemel. Zijne vol-
maakte glorie kunt gij gewis, niet zien; maar
dit ziet gij des te volmaakter: het Lam Gods,
en in Hem zijn Hart, is in den zigtbaren
hemel het wezenlijk middelpunt. Verhef u een
oogenblik, — zij het ook een weinig geholpen
door eene levendige voorstelling, tot boven de
maan, boven de zon, boven de sterren: en
zie aldaar het verheerlijkte Lam tusschen de
reien . der millioenen Zaligen, tusschen de
kooren der legioenen Engelen, zijn doorwond
en voor eeuwig open Hart aan den heniel-
schen Vader vertoonen. Wij weten het: boven
alles is God; maar ook Jesus is God. — Wij
weten het: God zelf is als de Oceaan van
het eeuwig Licht, waarin alles middelpunt,
en nergens een omtrek is; maar de Heer
Jesus is ook mensch, en alzoo niet slechts
voor het hart, Hij ia ook voor het oog zigt-
baar. En daar Hij wederom ook God is, en
zijn gewond Hart het Hari Gods moet heeten
-ocr page 139-
— 129 -
en in eeuwigheid zal zijn, hoe zullen wij het
anders noemen, dan het voor ons zigibaar en
eeuwig schitterend middelpunt ? Aanschouw
dan ook, hoe aller Engelen en Zaligen harten,
naar dat middelpunt hunne harten gerigt
hebbon; zie, hoe zelfs van de aarde de oogen,
en harten aller Heiligen ten hemel snellen,
om juist daar in dat middelpunt de pijlen
hunner liefdeakten te doen treffen; zie, hoe
ook de lijdende kerk in \'t vagevuur naar
Jesus Harte opziet, en smartvol verzucht, om
Hem spoedig in die glorie te mogen genieten.
Zoo streven dus alle harten naar het Hart van
den Heer Jesus, allen naar dat verheerlijkt
en goddelijk middelpunt.
Onderzoek dus u zei ven, of gij wel nu en
dan op dat goddelijk Hart uwe oogen rigt;
of\' gij soms den Zoon des menschen, even al»
Stephanus, aan de regcerhand der glorie Gods
tracht te zien ; of gij misschien dat Hart soms
vergeet, dat u met alle liefde tot zich zoekt
te trekken, en u nooit kan vergeten.
II. Het Hart van Jesus in den hemel is
niet alleen aller harten middelpunt, het is
insgelijks als de Zon des hemels, en de daar
eeuwig vloeijende Liefdebron. „Daar immers,
leert Joannes, is geen zon noch maan aan de
onzen gelijk, — maar de Zon is er het Lam."
En de Bron des levens vloeit uit zijn troon
9
-ocr page 140-
— 130 -
te voorschijn, — en Hij zelf is des Levens
Bron. Dat alle zegeningen en genaden ons door
Jesus, den eenigen Middelaar Gods en der
mensehen, geschonken, en ook derhalve aan
zijn goddelijk Hart mogen toegeschreven wor-
den, weet ieder Christen. Voor het oogenblik
wijzen wij u echter vooral op den hemel. Gij
moet dus thans in \'t bijzonder denken aan
het Licht der glorie, de eeuwige vreugde, het
genot der liefde, hetwelk alles door middel
van Jesus Hart aan de uitverkorenen geschon-
ken wordt. He Heer Jesus heeft dit zelf op
wondervolle wijze uitgedrukt, toen Hij zeide,
„dat de goede en getrouwe knecht zal ingaan
in de vreugde des Heeren.\'" Hij zegt niet enkel:
de vreugde zal in u ingaan, of in uw hart
binnengaan; maar gij zelf zult in de vreugde
ingaan, in het Rijk der vreugde, als ware
het een eeuwige Oceaan van blijdschap en
glorie, die noch grond, noch oevers heeft. In
dien zin zegt de H. Bonavcntura, met het
oog op de H. Wonden, en vooral op de Har-
tewond van Jesus: „Ziot, de schat der godde-
lijke wijsheid en eeuwige liefde is open; ga
„er dus in door de opening der wonden, en
„gij zult met groote kennis allen lust genieten."
(Stim. I). Amor.) In dien geest schreef de Z.
Margareta-Maria: „Jesus Hart werd mij eens
„voorgesteld meer schitterend clan de Zon.
„Het bevond zich te midden der vlammen
„zijner zuivere liefde; Seraphijnen omringden
-ocr page 141-
— 131 —
„het en zongen in wondervolle harmonie : „De
„liefde zegepraalt, de liefde geniet; de liefde
„van het H. Hart is de Bron der blijdschap."
Met andere woorden: glorie! blijdschap!
liefde !
(Vie p. 76). Even schoon is het visioen
van do H. Francisca van Rome, op het feest
zelf van Alle Heiligen aanschouwd. Zij zag,
hoe uit do wonden van Jesus, en vooral uit
de H. Zijdewonde een stroom van licht uit-
ging, die den geheelen hemel en al de hemel-
lingen bestraalde. Vooral op hen, die door
eene groote liefde tot God hadden uitgemunt,
schoten de gloriestralen uit het Hart van
Jesus neer, terwijl eene stem door den hemel
weerklonk: „Ik ben de getrouwe liefde."
(Ginth. p. 895.)
Gewis, dat is Hij. Hij, die zooveel gedaan,
zooveel geleden heeft om u de goedheid van
zijn minnend Hart te bewijzen, Hij kan niet
ongetrouw zijn in het beloonen zijner getrou-
wen. Mijn God ! indien er dan zooveel goeds
hier op aarde door uwe Liefde geschonken
wordt, zelfs aan hen die U niet willen dienen,
wat zal uw Hart niet uitvinden, niet geven,
aan hen, die U gediend hebben tot den dood!
"Wie zou niet ijveren voor het zoo verheven
en verheerlijkte Hart van den Godmensen,
Jesus! Maar wie ook niet streven naar de
glansrijke kroon, welke het voor ons in den
Hemel gereed houdt ?
-ocr page 142-
— 132 —
II. GEBED
bij uijze van Litanie tot Jesus Hart
(Nilles II. p. 750.)
Heer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer!
Christus, hoor ons ! Christus, verhoor ons !
God, hemelsche Vader, ontferm U onzer!
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontf. IJ onzer!
God, H. Geest, ontferm II onzer!
H. Drievuldigheid, één God, ontf. U onzer!
Jesus, zachtmoedig en nederig van harte,
ontferm U onzer.
Hart van Jesus, volmaakt beeld der goddelijke
liefde, ontferm U onzer.
Oorsprong der goddelijke liefde,
Kort begrip van alle goed,
"Werkplaats der zaligheid,
Bezielde hemel,                                           g
«"Waardige woonplaats der II. Drievuldig- 3;
3 heid,
                                                         |
1-8 Bewaarplaats des levens,
§ Oceaan van genaden,
                                  ^
> Koning der harten,                                     §
% Middelpunt der zielen,                                o
K Voortdurend brandoffer der liefde,             
Holte in de steenrots,
Heilig der Heiligen,
-ocr page 143-
-133 —
Hart van Josus, Arke dos verbonds, ontferm
U onzer.
Stad der zonnc,
Kostbare parel,                                            §
Verborger schat,                                         jj£
Tuin van lusten met doornen omringd, §
Toevlugt der zondaren,
                              ö
Eeuwig heil der bedrukten,
Leven der regtvaardigen,
                           g
Gelukzaligheid der Heiligen,                      2
Wees ons genadig, spaar ons .Tesus,
of-Wees ons genadig, verhoor ons Jesus,
x Van een dubbel hart, verlos ons Jesus,
\'-»Van een versteend hart,
g Van een hoovaardig hart,
> Van een ligtzinnig hart,
"S Van een onboetvaardig hart,
(Ij Van de verwarring en benauwdheid des ^
harten,
                                                         
Van de verblindheid des harten,               g
Door uw.Hart van liefde gloeijend,          0
Door de oprogtheid van uw allerzuiverst S
Hart,
                                                        ^
Door het bitter lijden van uw bedroefd Hart, g
Door de wond van uw doorboord Hart, •
Door de smarten van uw stervend Hart,
Door de majesteit van uw goddelijk Hart,
Door de barmhartigheid van uw allerzoetst
Hart,
Door de getrouwheid van uw standvastig
Hart,
-ocr page 144-
— 134 —
Hart van Jesus, door het geduld van uw
smartvol Hart, verlos ons Heer.
Door het bloed en water van uw doorboord
Hart, verlos ons Heer.
Door het kruis, de doornen en de vlammen
van uw Hart, verlos ons Heer.
Door den schat van uw allerrijkst Hart,
verlos ons Heer.
orWij zondaren, wij bidden U verhoor ons.
§ Dat ons hart niet geneigd zij tot het kwaad,
!-s wij bidden U verhoor ons.
g Dat wij U van ganseher harte beminnen,
>• wij bidden U verhoor ons.
X Dat wij geheel volgens uw Hart zijn,
H wij bidden U verhoor ons.
Dat wij nooit traag zijn van harte,
wij bidden U, verhoor ons.
Dat wij met alle zorg ons hart bewaren,
wjj bidden U, verhoor ons.
Dat wij één hart* en ééne ziel zijn,
wij bidden IJ, verhoor ons.
Dat God den Geest zjjns Zoons in onze
harten zonde, wij bidden U, verhoor ons.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, spaar ons, Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, verhoor ons, Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, ontferm u onzer.
Christus hoor ons! Christus verhoor ons.
-ocr page 145-
— 135 —
v. Jesus, zachtmoedig en nederig van harte,
r. Maak ons hart volgens het uwe.
GEBED.
Zie neder, barmhartige God, op het Hart
van Jesus, uwen welbeminden Zoon, in wien
Gij uw welbehagen hebt, laat U verzoenen
door de smarten van zijn H. Hart uit liefde
tot ons verduurd, en door de voldoening voor
ons U aangeboden ; verleen ons de vergiffenis
onzer zonden, welke wij rouwmoedig afsmee-
ken, en ontvlam onze harten door de liefde
van Jesus Hart, opdat wij voortaan vernieuwd
van harte niets anders zoeken dan U, o God
van ons hart en ons deel in eeuwigheid. Door
denzelfden Jesus Christus, onzen Heer. Amen.
III. VOORBEELD.
Vele Heiligen hebben den Heer Jesus, ook reeds
toen zij nog op narde leefden, in de glorie gezien,
en geleerd boe Hij de Koning aller harten is. Do
boven aangegeven voorbeelden leeren het ons duidelijk.
"Wien is het overigens onbekend, boe zij ons Jesus
Hart als den Koning van hun hart hebben voorge-
steld. „O, wat wensch ik vurig, zegt b. v. de H.
Franciscus van Sales, het Hart van den Zaligmaker,
als Koning van alle harten.\'\' (B. IV. Br. 69.) „Zijn
Hart is groot, zegt hij elders, het wil, dat het onzo
er in geplaatst worde. \' (Br. 54.) En hij houdt niet op
allen aan te sporen, om hunne harten te plaatsen in
het Hart van dezen onsterfeljjken Kon;ng der eeuwen,
ten einde alleen voor Hem te leven. (Vie II. p. 308.)
Niet anders hebben de andere Heiligen gewenscht
-ocr page 146-
— 136 —
en gesproken. Is liet wonder, dat zij in den hemel
in Jesus Hart hun lust vinden, en Het nu als het
middelpunt aller harfen vcroercn.
De il. Gertrudis werd eens op den vooravond van
Kersmis naar den geest verrukt. In haar g-eestver-
voering zag zij Jesus zacht rustende in den schoot
dea Vaders, terwijl de verlangens van hen, die dit
feest met godsvrucht wilden vieren haar voorgesteld
werden als een ligte nevel. De Zaligmaker, vol zoet-
heid, liet uit zijn aanbiddehjk Hart een licht uit-
stroomen, dat zich over dezen nevel verspreidde.
Door dit zinnebeeld toonde Hij aan allen, die deze
heilige begeerten koesterden, den weg, die tot Hem
geleidt. De personen, die zich aan de gebeden van
anderen hadden aanbevolen, werden geleid en onder-
steund door anderen, die haar bij de hand schenen
te hou jen. En door middel van het goddelijk licht
dat uit Jesus Hart voortkwam, gingen zij regt op
Hem aan, zonder af te dwalen. (Vie. IV. I. p. 1.)
De H. Angela van Foligno zag eens den Heer Jesus
bij ecne processi". „Ik zag, zegt ze, hoe mijne gees-
telijke kinderen Jesus naderden en zijne H. Zijde
kut>ten, terwijl Jesus zeide: „Ik ben liet, die de
zonden der wereld wegneem...! Dit bloed, dat gij
uit mijne wonden ziet vlceijen, is het bad der ware
zuivering; dit bloed is de prijs uwer verlossing ge-
weest; dit hart is de woning, waarin gij uw verblijf
moet vestigen.\'\' (Vie p. 117.) Hoe de Kngelon den
Heer Jesus en zijn H. Hart omringen, leeren wij uit
Het leven der Z. Alargareta; hoe zij de ziel vertroos-
.ten, door haar te wijzen op Jesus Hart, uit het leven
der Z. Lidwina van Schiedam. „Vrees niet, zegt haar
de Engel, de Heer zal u vertroosten ; Hij heeft ge-
zegd, zij zal weer op mijn Hart rusten." (Vie p. 85.)
Leeren wij van de Zaligen en Heilige Engelen met
Jesus om te gaan, wij zullen van zelf vinden, dat
Jesus zoowel voor onze harten als voor de hunnen, de
eeuwige Koning en het hcmelsch n iddelpunt is.
-ocr page 147-
— 137 —
IV. GEBED.
Hoe groot is uw glorie
In do eeuwge victorie,
O goddelijk Hart!
\'t Is waar, voor uw strijden
En nameloos lijden
In zeeën van sniurt;
Maar ook, welk een luister
Na \'t akelig duister
Van Golgotha\'s kruis,
Uu thans go nioogt pralen
In de eeuwige zalen
En \'t hoogst van Gods huis.
\'k Zie duizend legioenen
Ontelbrc tnilliocnen
Geschaard om uw troon,
\'k Hoor Englen met Engelen
Het zegolicd mengelen
Voor \'t Hart van Gods Zoon.
Ik zie U als Koning
In de eeuwige woning
Van alles wat leeft,
Ik zie V, de vlieten
Der glorie genieten
Daar alles naar streeft.
Ik zie uwe wonde,
De vrucht onzer zonde,
Tot Zonne gemaakt,
Die alles doet bloe;;en,
Wat heilis; wil groeijen,
Door liefde geblaakt.
Ik zie U, mijn glorio !
Ook mijne victorie *
Bewerkend door smart,
Ten einde ik moog leven
En enkel moog streven
Mijn God, naar uw Hart.
-ocr page 148-
138
Hoo schoon dus uw luister !
Hoo hoeijend uw kluister !
Hoe trekkend dat Hart!
Dat allen, die leven,
Om \'t hart U te geven,
Tot middelpunt werd.
Wees zalig, o Heere !
Uw Har\'e regcere
In \'t hoog hemelsch hof!
Maar kent gij do pjjno,
Gedenk ook de mijne,
En loon mijnen lof.
De eerste Vrijdag;
der maand October,
gewijd aan Jesus Hart in de geheimen van
den H. Rozenkrans.
I. Punten voor de meditatie.
Jesus Hart in de Geheimen van den .Ro-
zenkrans, dat is, met andere \'woorden: een
kort begrip van Jesus leven en lijden. Over-
weeg dus deze maand, in vereeniging met de
H. Maagd en al hare rereerders, ten minste
in het kort de hoofdgeheimon van onzen H.
Godsdienst, die gij u dagelijks bij het Rozen-
kransgebed voorstelt. Jesus Hart is er ligt
in te vinden; en ano gjj Het hier aandachtig
zoekt, zult gij het altoos bij u zien. (1)
(1) De Briofj\'iS van den Levenden Rozenkrans
ontwikkelen dezelfde gedachten. \'Zo zijn te
verkrijgen bij de Zélatricon van Maastricht.)
-ocr page 149-
— 139 —
I.  Jesus wordt ontvangen door de II. Maagd
Maria.
Herinner u het begin van het verheven
Evangelie van den H. Joannes. „In het begin
tvas het Woord, e» het Woord tras bij God,
en het Woord was God.\'1\'\'
Door Hetzelve is
alles gemaakt. Door Hetzelve leeft al wat
leven heeft. Het Woord zelf is het leren. „En
het Woord is vleesrh geworden en\' heeft onder
ons gewoond."
Welk eene zoete en troostrijke
gedachte! God beminde ons van alle eeuwig-
heid. In dat opzigt kan men overdragtelijk
spreken van Gods Hart. Maar God had toch,
in den gewonen zin, nog geen hart aan het
onze gelijk tot het zijne aangenomen. Dit
geschiedt nu door het aanbiddeljjk Geheim
der Menschwording. Yooral ook in dit opzigt
is het een Geheim des Harten. Aanbid Jesus
Hart in Maria, en bedank meer dan hartelijk
voor zulk eene gave.
II.  Jesus door Maria Maagd gedragen bij
haar bezoek aan Rlisaboth. 15ij Jesus en Maria\'s
komst wordt Elisabeths hart vervuld van den
H. Geest; wordt Joannes geheiligd reeds voor
zijne geboorte ; terwijl Maria zelve juicht en
van blijdschap vervoerd is in God haren
Zaligmaker. Overweeg, hoezeer Jesus Hart op
uw hart werken moet, als Hij tot u komt in
de H. Communie. Hij is dan even waarachtig
bij u, ja in u, als Hij eenmaal op aarde was.
Eene inniger vereeniging met Jesus Hart
-ocr page 150-
— 140 —
kondt gij niet uitdenken. Leg de hand op uw
hart en zeg aandachtig : „mijn God is hier."
III. Jesus door Maria Maagd gehaard.
Aanbid het goddelijk Hart in de kribbe van
Bethlehem, overwegend, hoe groot Godsliefde
is, die u zulk een Hart als het zijne schenkt;
het u schenkt op zoo teedere en aandoenlijke
wijze; het van den aanvang af tot u doet
spreken, door zijn stilzwijgen zelf, en zijne
betraande oogjes, in een stal en in eene krib.
Oefen u vooral in eene heldere voorstelling
van hetgeen gij in Bethlehem ziet. Houd dat
beeld, bij het bidden van dit tientje, aandachtig
voor den geest.
IY. Jesus Hart in den Tempel opgedragen.
Overweeg de waarde van dit geschenk in de
oogen des hemelschen Vaders ; de liefde waar-
mede Jesus zijn Hart opoffert voor u; de
dankbaarheid, die Hij van u vraagt als tegen-
geschenk. Denk hierbij aan Maria\'s Hart, even
als dat van Jesus, geofferd, om eenmaal even
als het zijne met een zwaard van droefheid
doorboord te worden. Jesus Hart zal zijn als
het licht voor de volken, de glorie van Israël,
doch tevens tot een teeken, dat tegengesproken
zal worden; Maria\'s Hart het kanaal om tot
Jesus Hart te komen. De verspreiding der
devotie tot Jesus Hart zal altijd door dezen
of genen tegengewerkt of tegengesproken wor-
den. Let op Simeons voorspelling en laat u
niet afschrikken.
-ocr page 151-
— 141 —
V.    Jesiis in den Tempel wedergevanden.
Beschouw van Maria\'s en Josephs harten 1.
de droefheid bij het verlies van Jesus, 2. den
ijver om Hem te zoeken, 3. do blijdschap als
zij Hem vinden. Overweeg van Jesus Hart
1. den lust om te werken voor zijn hemelschen
Vader; 2. de bereidvaardigheid om alles voor
God te verlaten; 3. de onderdanigheid aan
zijne ouders in alles, wat zij van Hem vragen.
Hoeveel kunt gij hier leeren. Leer vooral
Jesus zoeken in den Tempel, hij de H. Mis, enz.
VI.  Jesus Hart tot stervens toe bedroefd en
beangst, doet den Verlosser water en bloed
zweeten. Het is allergevoeligst, draagt de zonden
der geheele wereld, ziet allerduidelijkst voor
zich het smartvolst lijden en den schandelijk-
sten dood, — en toch bidt het: Fiat! Vader!
Uw tril geschiede!
O mogt dat woord van
Jesus Hart altoos in uw hart en op uwe lippen
zijn. Het is een balsem in alle smarten.
VII.  Jesas wordt wreed gegeeseld. Zijn god-
delijk Hart gevoelt innig dien vreeselijken
smaad. Het klopt .angstig bij die snijdende
pijnen. Het is bereid, tot den laatsten slag
toe te ontvangen, en houdt niet op zijn troost-
zoekend oog op u te vestigen. Hoe ziet gij
Jesus aan ? "Wat zegt dat bitter lijdend Hart
tot het uwe ? Welk een schouwspel!
VIII.    Jesus wordt wet doornen gekroond,
en als Koning bespot. Welk hart is ooit zoo-
-ocr page 152-
— 142 —
zeer miskend? Welk hart zoo onwaardig be-
handeld P — Toch zwijgt het, en blijft u
aanzien, om uw hart voor het zijne te vragen.
Wat geeft gij weder ? vooral zoo gij u met
hoovaardigheid kroont en Jesus doornenkroon
vergeet.
IX.  Jesus wordt met liet kruis beladen. Hij
drukt het mot liefde aan zijn Hart. — Hij
neemt het met moed op de schouders. Hij
draagt het te midden der moordenaars, en
laat het niet meer los, zelfs dan niet als Hij
er onder bezwijkt. Hoe hartroerend zijn overi-
gens zijne blikken, zijne zuchten en zijne
woorden tot zijne Moeder, tot Yeronica, tot
de Jerusalemsche vrouwen ! Wat gevoelt uw
hart, bij het dragen uwer kruisjes f Waar is
uw moed ?
X.  Jesus sterft op het kruis. Zijn Hart
geeft u zijne Moeder. Het geeft u zijne laatste
lessen.
Het geeft u geheel zich zelf, door zijn
leven voor u te geven. Elk woord is als een
liefdeschicht van zijn Hart. Elke zucht, tot
den laatsten toe, als een nieuw zegel op zijn
eeuwig Testament gedrukt. Zijn Hart bezwijkt,
het uwe is genezen. Hij sterft; de hemel is
geopend. En opdat gij zekerder en veiliger
dien hemel zoudt binnengaan, wijst Hij u den
weg, nog na zijn dood op nieuw, door zijn
Hart
te laten openen, en het eeuwigdurend
bewijs zijner liefde in zijn binnenste te laten
-ocr page 153-
— 143 —
zien. — Vooral dit tafereel moet altoos levendig
voor uwen geest blijven. Nog eens: oefen u
in al deze voorstellingen.
XI.   De verrijzenis van Jesus. Overweeg,
hoe Jesus de H. Zijdewond in zijn Hart be-
waart 1. als een zegeteeken, wegens al de
emart door zijn Hart geleden, 2. als een
herinner ing steeken, dat Hein tevens aan zijne
liefde en onze ondankbaarheid doet denken.
3. Als een teeken zijner eindelooze Barmhar-
tigheid,
dat Hij mede aan den hemelschen
Vader ter uwer gunste zal vertoonen. Bigt
dikwijls uw hart en oog op het verheerlijkt
Hart van Jesus, en juich om zijne glorie. In
Gods Naam, hef uw hart omhoog, en zie !
XII.    Jesus hemelvaart herinnere u 1. het
nu zalig en juichend Hart van Jesus. 2. Het
Hart Gods nu als het zigtbaar middelpunt des
hemels geworden in Christus Jesus. 3. Jesus
Hart zich zelf aan den eeuwigen Vader ver-
toonend, om voor uw hart vergeving en genaden
af te smeeken, „daar Hij nu altijd leeft, om
tusschen heide te komen voor ons."
Tracht zoo
te leven, dat uw omgang in den hemel zij ;
en nog eens: aanschouw Jesus Hart in den
hemel.
XIII.   Jesus zendt den H. Geest, en toont
alzoo 1. Hoe Hij zijn woord en de beloften
zijns Harten gestand doet. 2. Hoe zijn Hart
ook in den hemel aan u denkt. 3. Hoe Hij
-ocr page 154-
— 144 —
uw hart tot zich wil trekkon, door zijne
grootste gave, den H. Geest, dien Hij uitstort
in uw hart. — Zorg altoos de heiligmakende
genade in uwe ziel te bewaren. Door en in
dien schat bezit gij het Hart Gods.
XIV.   Maria\'s opneming ten hemel. 1. opdat
het Moederhart te gelijk met Jesus Hart uw
voorspraak zou wezen; 2. ten einde dit hart
een eerste bewijs worde voor de waarheid
van Gods beloften: „hunne harten zullen leven
in eeuwigheid.\'"
3. Opdat gij voortaan altoos
door Maria\'s Hart tot Jesus Hart zoudt gaan.
Let op deze hoofdgedachte bij het bidden
van den Rozenkrans.
XV.   Maria in den hemel gekroond. 1. al»
Koningin der harten, zoo als Jesus der harten
Koning is; 2. als toonbeeld der getrouwe
harten, die de deugden van Jesus Hart hebben
nagevolgd; 8. als middelares tusschen Gods
Hart en het onze, die ook ons hart tot God
zoekt te trekken. Tot wie zult gij beter gaan,
zoo gij Jesus Hart vinden en zeker bezitten
wilt?
Zijn deze punten te talrijk en tè veelom-
vattend voor één dag, verdeel ze voor de
gansche maand, doch vergeet niet er deze
maand in \'t bijzonder over na te denken. Als
gij er u eens aan gewend hebt, zult gij uw
Rozenkrans met dan grootsten lust bidden.
-ocr page 155-
-- 145 —
II. G E B E D
bij wijze van litanie ter eere van Jesits Hart.
Hoer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer!
Christus, hoor ons! Christus, verhoor ons!
God, Hemelsehe Vader, ontferm U onzer !
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontf. U onzer!
God, H. Geest, ontferm U onzer!
H. Drievuldigheid, één God, ontferm U onzer.
Hart van Jesus, uit de Maagd Maria geboren,
ontferm II onzer.
Heiligdom der godheid,
Tempel van heiligheid,
Zetel van Gods grootheid en majesteit,
In wien alle schatten der wijsheid en
«r wetenschap zijn,
                                      §
g Troon der liefde Gods,                               gi
1-1 Bron van alle genaden,                              §
§1 Vrede en verzoening der zondaren,             .
"** Bron der wateren, die springen ten eeu-
"S wigen leven,
                                            §
K Levende, heilige, Gode behagende offer- *
ande,
Jn wien de Eeuwige Vader zijn welbe-
hagen heeft,
Allerzachtmoediffist Hart,
Allerootmoedigst Hart
AllergehoOTzaamst Hart,
10
-ocr page 156-
— 146 —
Hart van Jesus, Allerzui verst Hart, ontferm
U onzer.
Onuitbluschbare vuurgloed van liefde,
Oceaan van goedheid,
Afgrond van barmhartigheid,
In den tuin door bloedig zweet verzwakt,
Aan den wil uws eeuwigen Vaders onder-
worpen,
Met versmaadheden verzaad,
Om onze misslagen getroffen,
Tot den dood toe gehoorzaam,
Met bitterheid in uw doodstrijd vervuld, 2
g^Door de smarten van het gansche lig- £>
S chaam gepijnigd,
                                     §
l"9 Met eene lans doorstoken,                          ^
a Op het kruis van bloed uitgeput,
Slagtoffer der verzoening voor ons op s
§ het kruis-altaar,
                                        SB
W Ook nu nog in het H. Sacrament door
ondankbaren verscheurd,
Toevlugt der zondaren,
Sterkte der regtvaardigen,
Troost der bedrukten,
Kracht der bekoorden,
Schrik der duivelen,
Heiligmaker der harten,
Volharding der goeden,
Rust der heilige zielen,
Onze toevlugt in de bedrukking,
Zaligheid van hen die op U hopen,
-ocr page 157-
— 147 —
Hart van Jesus, Hoop der stervenden, ontferm
U onzer.
Hart van Jesus, Vreugde der zaligen, ontferm
U onzer.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, spaar ons, Jesus!
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, verhoor ons, Jesus!
Jjam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, ontferm U onzer, Jesus!
Christus, hoor ons! Christus, verhoor ons.
V. Hart van Jesus, brandend van liefde
tot ons ;
r. Ontvlam ons hart van liefde tot U.
GEBED.
Al de begeerten en verlangens van onze
harten, o Jesus, leggen wij in de H. wond
van uw H. Hart, en wij smeeken TJ ootmoedig
door uwe eindelooze goedheid, vereenig onze
harten voor eeuwig met het uwe, opdat wij
voor U leven en in U sterven. Die leeft en
heerscht in alle eeuwen. Amen.
111. VOORBEELD.
De II. Meehtildis sprak eens terwijl zij de II. Mis
hoorde, tot den goddeljjken Zaligmaker : „ O mijn
Welbeminde, leer mij de kunst om U te loven."
Jesus antwoordde : „Aanschouw mijn Hart ? Alstoen
zag zij uit hot Hart van den Verlosser eene prachtige
roos te voorschijn komen, die vijf bloembladen had
-ocr page 158-
- 148 —
en de gansche borst bedekte ; waarbij de Heer tot
haar sprak : „Loof mij in mijne vijf zintuigen, welke
beteekond worden door deze Hoos." De Heilige be-
greep hieruit hoe zij don Heer moest loven wegens
het gebruik van zijne oogen. Altoo.i ziet hij den
mensch aan gelijk de vader zijn teerbeminden zoon ;
in plaats van gehoor te geven aan eono billijke ver-
ontwaardiging, behandelt Hij hem als vriend en
noodigt hem minzaam uit zich in Gods armen te
werpen. — Zij moest Hem verder loven wegens het
zintuig des gehoors ; want zijn oor is altijd open
om de klagton dor ongelukkigen te hooron, en dier
stem en verzuch.ingen zijn Hem aangenamer dan de
gezangen der Engelen. Wat den reuk betreft, de
Heer heeft een bijzonderen trek tot den mensch,
welke zijn Hart beweegt om in hem zijn geluk te
zoeken ; want de mensch zou nooit zijn lust in het
goede zoeken, als hij niet door do genade Gods voor-
komen werd; ook zegt de H. Schrift, dat God zijn
lust vindt\' in liet wonen mot de menschenkinderon.
Voor den smaak, is te letten op de overzoete wijze,
waarop Hij zich zelven geeft in het H. Sacrament,
waarin Hjj de allerzoetste spijze der zielen wordt,
en zich zoo innig met do zijl vereenigt, dat zij op
hare beurt, als vereenzelvigd niet Hem is. Wat ein-
delijk het gevoel aangaat, geve men acht op do wijze
■waarop de liefde llemheoft vastgehecht aan het kruis,
de nagelen in zijne handen en voeten borend en de
lans in zjjne zijde drukkend. En even als de chris-
telijke ziel door de onvergelijkelijke smarten met Hem
is vereenigd, zoo is ze nu ingedrukt in zijne voeten,
zjjne handen en zijn Ilnrt met oeno onuitsprekelijke
liefde, die haar voor immer beletten noet Hem ooit
weer te vergeten. (11. Meent. B. III. 42.)
Leeren wij hieruit onze zintuigen te heiligen ter
eero van Jesus II. Hart. Oefen u ook bij het bidden
van den Bozenkrans in de beschouwing van het god-
delijk Hart van Jesus. Gij zult dan niet slechts ééne
-ocr page 159-
— 149 —
Roos, maar talrijke Rozen, zoowel op Jat goddelijk
Hart, als ook in Jesus II. handen en voeten vinden.
De Geestelijke Rozen, die gij op d\'e wijze ann Jesus
door Maria aanbiedt, zullen dan don Hemel dubbel
aangenaam, voor u dubbel zoet en heilzaam zijn.
IV. GEBED.
Mijn Jesus, welko schoono Rozon,
Die ik op uwen Kruisweg vind,
Als onder duizend uitgekozen
Voor U, mijn goddelijkcri Vrind,
Door \'t hart to geven
In dit leven,
Tot dat het U voor eeuwig mint.
Wat schoone Bozen voor uw Harte,
Voor U en \'t meest beminde Hart,
Dat in uw vreugde en in uw smarte
Eu in uw glorie \'t eerste werd,
Om ons te leiden
Tot U beiden
Door \'t wisleud lot van vreugde en smart.
Wat Bozen, die de ziel verrukken,
In Naznreth, in Betlilehem,
Of, als ze ons zaalgen, cntler \'t plukken,
In \'t aardse h ot\' \'t hoog Jerusalem,
Waar hooger kringen
Met ons zingen
Op hemoltoon met Englenstem.
Wat Rozen, waar wij allo kleuren
Der heiligste aller harten zien,
Waarmee wij alle deugdengeuren
Aan Jesus en Maria biên,
Terwijl zij blozen
Als wij poozen
Bij \'t tellen van ons vijfmaal tien..
-ocr page 160-
— 150 —
O Rozen, schat van Onzen Vader
En onzer Moeder, weest gegroet !
En brengt ons die twee Harten nader,
Die ons hart in uw pracht ontmoet,
En. wilt ge gloeijen,
Laat ons blocijen
Der Maagd ter eer door Jesus Bloed I
De eerste Vrijdag"
der maand November,
toegewijd aan Jesus Hart, als den Trooster
der geloovige zielen.
I. Punten voor de overweging.
Wij zeggen niet te veel als wij Jesus Hart,
en in \'t algemeen de devotie tot Jesus Hart,
een bijzonder middel ter vertroosting der arme
zielen in het vagevuur noemen. Het volgt in
de eerste plaats uit den aard der devotie zelve.
I. Immers, lo. Jesus Hart is het allerbarm-
hartigst
Hart. Hoe zou het niet naar alle
middelen uitzien, om de schatten zijner barm-
hartige liefde daar uit te storten, waar juist
de barmhartigheid het eerst en het meest
gevorderd wordt!\'\' Die arme zielen toch moeten
wel lijden, maar kunnen door het lijden niets
voor zich verdienen. Overweeg dus die ein-
delooze barmhartigheid Gods en roep haar in
voor de lijdende zielen.
-ocr page 161-
— 151 —
2o. Jesus Hart is het Hart van den besten
en getrouwsten aller vrienden. Hoe zou dat
vriendenhart diegenen kunnen vergeten, die
nu gewis zijne vrienden, en voor eeuwig zijne
vrienden zijn. Herinner Jesus de vriendschap,
welke de geloovige zielen ten zijnen opzigte
gekoesterd hebben toen zij op aarde leefden.
3o. De devotie tot Jesus goddelijk Hart is
bovendien eene devotie, die Jesus zelf ons op
eigenaardige wijze gegeven en geleerd heeft.
Zij is, naar zijn eigen verklaring, eene Hèm
alleraangenaamste devotie. Zij maakt, op de
zoetste en krachtigste wjjze, dat wij zelven,
die haar beoefenen, eeuwige vrienden van den
goddelijken Verlosser worden. "Wat zullen wij
dan aangenamer aan .lcsus kunnen geven, dan
juist de beoefening van deze devotie ? Heeft
Hij overigens niet al de schatten van zijn
Hart aan zijne Vereerders beloofd ? En is niet
juist deze godsvrucht door den Heer dergods-
vrucht zelven als de devotie voor onze tijden
en als het krachtigst redmiddel tegen alle
kwalen geschonken P — HetH. offer der mis,—
de wezentlijke en geestelijke Communie, —
de gedachtenis van Jesus lijden, — zijn die
allen niet juist de voornaamste hulpmiddelen,
waardoor wij de geloovige zielen des Vagevuur?
kunnen troosten; en zijn zij niet tevens in
het innigst verband met de devotie tot het
H. Hart van Jesus ? —
-ocr page 162-
— 152 —
Beijver u derhalve de gewone oefeningen
ter eere van liet aanbiddelijk Hart met bij-
zondere godsvrucht te verrigten. Draag er
eenigen van voor de geloovige zielen op. Gfj
kunt niets nuttiger doen voor haar, niets
heilzamere voor u zelven. Beveel vooral aan
het minnend Hart van Jesus die zielen, die
zijn goddelijk Hart het vurigst vereerd hebben;
die, welke het meest vergoten worden; en
die, welke op aarde medeleden van het Apos-
tolaat des (iebeds en het Aartsbroederschap
van het H. Hart geweest zijn.
II. Doch laat ons den aard en de natuur
der devotie niet alleen, maar ook de Heiligen
hooren, die ons de gevoelens van het goddelijk
Hart nog duidelijker doen kennen.
1. „Wat offer ik Ü op, o Heer! — zoo
vroeg eens de H. Mechtildis, — als ik tot U
bid voor de\' geloovige zielen des vagevuurs ?"
„Dan offert gij mij, antwoordde Jesus, een
wijn, die de vreugde in mijn Hart brengt,
dewijl gij u die zielen aantrekt, die ik zoo
teeder bemin, ten einde zij spoediger hunne
bevrijding mogen verwerven." (S. Mecht. Rev.
II. p. 168.) Erkent gij in die liefderijke
Woorden den vriend der zielen niet; of zult
gij dien zoeten wijn aan zijn goddelijk Hart
weigeren ? Henk er dan wèl aan: uw gebed
voor do afgestorvenen is een der aangenaamste
offers, die gij uws Jesus Hart kunt aanbieden.
-ocr page 163-
.....153 —
2. Bij eene andere gelegenheid vroeg de-
zelfde Heilige aan ecno ziel des vagevuurs,
die haar verscheen: „wat toch de lijdende
zielen der zuivcringsplaats wol het meeste
van ons vragen ?" En het antwoord luidde :
„Het H. Sacrificie der Mis; de aalmoes en
een zuiver gehed.\'" „Wat is dat, een zuiver
gebed ?" vroeg de Heilige. En haar werd
geantwoord : „dat is zulk een gebed, dat uit
een zuiver hart voortkomt." „Toch, — werd er
bijgevoegd, — ook een zondaar, zoo hij berouw
heeft, en biechten en zich beteren wil, kan
zóó bidden, dat zijn gebed als een reine stroom
in Gods Hart vloeit, en wondervolle vruchten
voortbrengt." (Duf. Tres. VI. 327.) — Is het
nu niet de devotie tot Jesus Hart, die ons
het best leert, zuiver te bidden, met een
rein hart aalmoezen te geven, het H. offer
der Mis met warme godsvrucht bij te wonen
en op te dragen ? De devotie tot Jesus Hart
is derhalve een der krachtigste middelen, om
de lijdende zielen bij te staan.
8. Een ander voorbeeld en les geeft de
Z. Lidwina van Schiedam in ons vaderland.
De Engel, die haar verscheen, geleidde haar
dikwijls naar Golgotha, naar den Olijfberg,
naar den Thabor. Doch wien liet hij haar
overal vinden ? Haren Jesus; en in Hem,
het goddelijk Hart, dat zij herhaaldelijk mogt
zien en omhelzen. En waar bragt haar dan
-ocr page 164-
— 154 —
de Engel, ook wederom in Jesus gezelschap
henen ? Naar het vagevuur; om aldaar voor
de vrienden van Jesus te leeren bidden, en
het Hart van Jesus, door de bevrijding zijner
lievelingen te vertroosten. (Vie, Duf. VIII. 294).
"Wat een treffende les voor de op aarde levende
vrienden van Jesus !
4. Hoe de Z. Margareta, de groote Apostel
van Jesus Hart over de Devotie tot het Hart
des Zaligmakers dacht als over een nieuw en
alvermogend middel
om de zielen der afge-
storvenen te troosten en te verlossen, is bekend
en zullen wij straks nader aantoonen. Voegen
wij er hier nog het voorbeeld bij van Zuster
Maria-G\'abriël Morant, Religieuse der Visitatie
te Moulins. Zij vroeg aan de Z. Margareta-
Maria, haar tot gezellin te nemen in de devotie
tot Jesus Hart. De Gelukzalige schreef haar
derhalve over de eindelooze goedheid van
Jesus (Brief 50 p. 99), en Zuster Gabriël
offerde al hare verdiensten en goede werken,
even als de Gelukzalige! Margareta, om te
voldoen voor de geloovige. zielen des vage-
vuurs. (Vie de la Bienh. II. p. XXf.)
Leer uit al deze lessen en voorbeelden, uwe
gebeden en oefeningen te vereenigen met die
der Heiligen en in de eerste plaats met de
verzuchtingen der allerzaligste Maagd en die
van Jesus Hart zelf. Zoo zult gij vele zielen
kunnen verlossen on u een aantal voorsprekers
bij Jesus Hart in den Hemel bezorgen.
-ocr page 165-
— 155 —
II. GEBED
bij wijze van Litanie, tot Jesus Hart voor de
geloovige zielen.
(Uit de Monatliche Andacht, Dusseldorf. 1814.)
Heer, ontferm U onzer!
Christus, ontferm U onzer!
Heer, ontferm U onzer !
Christus, hoor ons ! Christus, verhoor ons!
God, hemelsehe Vader, ontferm U onzer !
God, Zoon, Verlosser der wereld, ontf. U onzer!
God, Heilige Geest, ontferm U onzer!
H. Drievuldigheid, één God, ontf. U onzer !
Hart van Jesus, Zoon van den levenden God,
ontferm U onzer.
In wien de eeuwige Vader zijn welbe-
hagen heeft,
                                             o
Onuitputtelijke Bron der genaden,
            3;
x Altaar der verzoening,
                                g
g Afgrond aller goedheid,
                              ~
1-9 Allerzachtmoedigst Hart, ^
§ Allerbarmhartigst Hart, g
** Tot stervens toe bedroefd,
                           s
g Met eene lans doorboord, •
W Van bloed en water vloeijend,
"Wees haar genadig, spaar haar o Jesus.
Wees haar genadig, verhoor haar o Jesus,
Van uwen troon, verlos haar, o Jesus.
Van uwe strenge geregtigheid, verlos haar,
o Jesus.
-ocr page 166-
— 156 —
Hart van Jesus, van langdurige droefheid,
verlos haar, o Jesus.
                              ^
Uit de vreesbarende vlammen,                  ^
Yan do pijnen des vagevuurs,                   ^
ocrPoor de smarten van uw lijdend Hart, g
SS Door de wonde van uw geopend Hart, ^
*■» Dat Gij aan de zielen onzer verwanten g
o en weldoeners het Rijk der hemelen S
"■ gevet, — wij bidden U verhoor ons.
"S Dat gij die zielen, aan welke weinig gedacht
[23 wordt op aarde, bijzonder begenadigt, —
wij bidden U verhoor ons.
Dat. gij aan al de zielen der afgestorven
Christenen de eeuwige rust verleent, —
wij bidden U verhoor ons.
Zoon Gods! wij bidden U verhoor ons.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, geef haar de rust.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, geef haar de rust.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, geef haar de eeuwige rust.
Christus, hoor ons! Christus, verhoor ons.
Heer, ontferm U onzer! Christus, ontferm IJ
onzer! Heer, ontferm U onzer.
Onze Vader, enz. Wees gegroet, enz.
v. Heer! geef haar de eeuwige rust.
R. En \'t eeuwig licht verlichte haar.
v. Heer, verhoor mijn gebed.
R. En laat mijn geroep tot U komen.
-ocr page 167-
— 157 —
G E B E D.
Barmhartige God, hemelsche Vader! wij
bidden lr, door hot allerheiligst Hart van
Jesus, uw beminden Zoon, in wien Gij uw
eindeloos welbehagen hebt, laat U verzoenen
door zijne smarten die Hij voor ons geleden
heeft, en door do voldoening die Hij gebragt
heeft; laat dezelve ten goede komen voor de
zielen der afgestorvenen in het vagevuur, en
voer haar uit de plaats der smarten naar de
woningen der eeuwige vreugde en heerlijk-
heid. Door denzelfden Jesus Christus, onzen
Heer, die met U leeft en heerscht in de
eenheid des II. Geestes, God, van eeuwigheid
tot eeuwigheid. Amen.
v. Heer, geef haar de eeuwige rust.
r. En \'t eeuwig licht verlichte haar.
v. Dat de zielen aller afgestorvenen geloo-
vigen door de barmhartigheid Gods in vrede
rusten. Amen.
UI. ArOOEBEELÜ.
„Mijne Vijlende, vrienden," — ziedaar don ?< lief-
koosden naam, waarmede de Zalige Margaretu-Maria
Alacoqno de zielen, die in \'t vagevuur lijden, plagt
aan te duiden. Zoo wij dan ook één onder de Heiligen
vinden, die van Jesus Hart zelf geleerd heeft, hoe
zoet het Hem is, die zielen te zien bijgestaan, dan
is het doze bevoorregte Apostel vun hetzelfde god-
deljjk Hart. Niets is ligcer, dan deze waarheid uit
haar lcvenschets en hare brieven te bewijzen. Wij
■willen t liefst haar zelve hooren.
-ocr page 168-
— 158 —
Zoo zegt zij, b. v. meermalen, met eigec woorden :
„Ik was, terwijl ik bad voor het II. Sacrament al»
van alle zijden omringd van die arme lijdenden (des
vagevuurs) met welke ik pene innige vriendschap
heb aangegaan. En onze Lieve Heer zcide mij, dat
Hij mij aan die zielen schonk voor dit gansche jaar,
ten einde haar al het goede, dat in mijn vermogen
was, te bewijzen Sedert dien tijd zjjn zij dikwijls bij
mij, en ik noem haar r.iet anders als mijne lijdende
vriendinnen."
(Brief XX.) Zij voegt er aanstonds,
volgens gtwoonte, ecnc bede bij, om gebeden Yoor
die arme zielen. — Nog duidelijker noemt zij Jesus
Hart
bij eene andere gelegenheid. „Het Heilig Hart
van Jesus geeft (offert) dikwijls zijn nietig slagtoffer
ten gunste der geloovige zielen des vagevuurs, ten
einde haar te helpen om aan de goddelijke regtvaar-
digheid te voldoen; alsdan gevoel ik eeno smart, die
eenijermate aan de hare gelijk is, en vind dag noch
nacht eenige rust.\'\' (Brief 87 )
In deze twee aanduidingen ligt ulles refds uitge-
drukt. 1. De zalige viiidt haren lust in het lijden
voor de geloovige zielen. 2. Zij ijvert met alle magt,
om anderen voor die oefening te winnen. \'6. Zij heeft
zelve die oefening geleerd van het H. Hart van Jesus,
en volbrengt die standvastig, om Jesus Hart te be-
hagen.
Van daar, dat zij er zal bijvoegen : „als gij werkt
of bidt voor die goede vriendinnen des vagevuurs,
dan zal ik u meer verpligt zijn, wegens het goede
haar bewezen, dan indien gij het aan mij zelve ge-
daan hadt." ^Br. ;-<2j. Van daar nog, dat zij bijzondero
lessen geeft aan hare Novicen over do wijze, waarop
zij „overeenkomstig met de begeerten van Jesus
Hart,\'\' door kleine verstervingen en lietdeakten voor
de bevrijding der geloovige zielen kunnen werken.
Het slot luidt: „En des avonds zult gij even het
vagevuur rondwandelen, in het gezehchap van het
11. Hart,
Hem illes offerend wat gij gedaan hebt,
-ocr page 169-
— 159 —
en Hem biddend ook zijne verdiensten op deze lijdend""\'
zielen toe te passen.\' (Uitnoodiging voor Allerzielen-
dag. II. p. 440.)
Het valt overal in het oog : De Zaligo is vervuld
met eene brandende liefde voor de geloovige zielen ;
liet H. Hart van Jesus is de Bron, waaruit die liefde
voortvloeit. Doch laat ons nog een bijzonder geval
uit den eigen mond der Gelukzalige vernemen. „Mijne
ziel, — schrijft zij aan de aohtingswaardige Moeder
de Saumaise, hare getrouwe hartvriendin, — „mijne
ziel is met zulk een groote blijdschap vervuld, dat ik
die moeijelijk kan inhouden." En wat was de reden?
„Dezen morgen, den Zondag van den Goede tierder
un het Evangelie van dien dag vermeld) zijn twee
mijner goede lijdende vriendinnen tot mij gekomen
bij mjjn ontwaken, om afscheid van mij te nemen."
En waarom ? omdat heden de Opperste Herder haar
opnam in zijn eeuwigen schaapstal, met meer dan
een millioen anderen, in welker gezelschap zij henen
voeren met onuitspreieljjke zoete jubelzangen. De
eene herhaalde mij zonder ophouden (haar eigen lied):
De liefde zegepraalt, de liefde geniet, de lie/de ver-
blijdt zich in haar God.
De andere zeide : „Zalig zij,
die in den Heer sterven, en de Religieusen, die leven
en sterven in de naauwkeurige onderhouding harer
Regels." Zij willen, dat ik u in haar naam zeg :
„dat de docd de vrienden wel kan scheiden, maar
niet den vriendenband verbreker..\'\' O als gij wist
hooveel vreugde mijne ziel genoot! want terwijl ik
met haar spr.ik, zag ik haar allengs in eindeloozo
glorie opklimmen, als iemand, die zich in een gren-
zeloozen Oceaan verliest. En toen ik haar vroeg, dat
zij onzer zouden gedenken, spraken zij mij de laatste
woorden : „dat de ondankbaarheid nooit den hemel
iss binnengetreden."
(Brief 21.)
Welke hemelscho lessen ! Kn hoe goed doet het ons
te hooren, dat het eindeloos goede Hart van den
Goeden Herder juist op zijn dag, en als \'t ware zijn
-ocr page 170-
— 160 —
feest, meer dan een millioen hurten op eens zijn
Koningrijk binnenleidt !
Laat ons eiudeljjk nog één punt aandringen, te
weten : dat de devotie tot Jesus Hart ook een der
krachtigste middelen is, om de arme zielen bij te
staan. De Zalige loert het mot even zoovele woorden:
„Ik hoop, (zoo schrijft zij immers in don 8">en Brief)
dat gij mij de genade niet zult weigeren, van nog
vijftien H. Missen ter eere van het II. Hart van
onzen Zaligmaker te laten lezen. O indien gij wist,
mot welk een verlangen die arme zielen dit nieuw
middel
vragen, dat zoo uiterst- dienstig is om haar
lijdon te doen ophouden, sisoueerain a leurssouffranees,
want zoo noemen zi de devotie tot het ff. Hart, en
in \'t bijzonder do. Miss"n te zijner oor gelezen."—
Ziedaar dus haar laatste en voornaamste les in
dit punt: de devotie tot Jcsus Hart, een nieuw middel
voor ons allen in deze laatste tijden, is ook een
•nieuw hulpmiddel voor do geloovige zielen des vage-
vuurs ; on wel een middel dat de anderen overtreft,
dat zeker yijn uitwerking heeft, een souverein middel
tegen de smarlen die zij lijden. Christelijke ziel,
versmaad, in Godsnaam, en verwaarloos dut ItemeUch
middel niet. De dag zal komen, waarop gij zelve ,op
Josus Hart uwe smachtende bukken zult wenden, en
Hij misschien u met weemoed vragen zal : wat hebt
gij dan voor mijn Hart op aarde gedaan ? —
IV. O E B E D.
Hoe aklig kluagt en kermt en zucht,
O lieer, htt inenschlijk hart,
Dat, ver nog van zijn hemelvlugt,
Gedompeld ligt in smart !
Hoor, goilijk Hart, en luister too,
Hoo menig harte breekt
En uit zijn kerker, droef te nioê,
Uw godhjk Harte smookt;
-ocr page 171-
161 —
„Gedenk, o Gij, die tot ons heil
Een mcnschlijk harte naamt,
En, \'t govcnd allo smarten veil,
in Bethlems kribbe kwaamt,
Van Bethlehem naar Oolgotha,
Door kruisen zonder end,
lielaên met schatten van gena,
Uw baan zjjt doorgerend,
Tot dat Ge in \'t zuiver glorielicht
Voor ons in de eeuwigheid,
Voor \'t zien van \'t godlijk aangezigt
De plaatsen hadt bereid ;
Gedenk, o Heer, die Gij bemint,
Gedenk uw dienaars nu,
Die weet, hoe \'t hart geen ruste vindt
Tot dat het ruste in U.
Oedenk, hoe bitter onze smart,
Hoe groot uw goedheid is,
En trek ons tot uw godlij k Hart
Uit zooveel droefenis.
Gedenk, dat wij U dienden, Heer,
Door Satan fel getart,
En sluit ons nu voor eeuwig weer,
In \'t goddelijke Hart."
Zoo zuchten zij, en wij met hen ;
O Jesus, hoor de bec.
„Ik wil, dat zij zijn, waar ik ben,"
Is uw woord. Neem ons mee.
11
-ocr page 172-
— 162 —
De eerste Vrijdag\'
der maand December,
toegewijd aan de verwachting en komst van
Jesus Hart.
I. Punten voor de meditatie.
Op vier hoofdpunten zult gij voor deze maand
uwe aandacht vestigen; welke zijn. 1. Do
Advent. 2. De Onbevlekte Ontvangenis. 3. De
Reis van Maria en Josoph van Nazareth naar
Bethlehem. 4. De geboorte van het goddelijk
Kind Jesus.
I. De H. Adventtijd herinnore LT, hoe het
goddelijk Hart van het begin af is voorspeld
en verwacht. Gij kunt vooral denken aan do
Yoorafbeeldende personen, de voorafbeeldende
zaken en aan de prophetiën.
Voorafbeeldende personen zijn b. v. Adam,
„het beeld van den toekonistigen," den stam-
vader van alle levenden dóór hot geloof;
Abel, de regtvaardigc otteraar, wiens onschul-
dig bloed ten hemel roept, doch bij Jesus, om
ontferming en genade; Noè\\ de rustbrenger,
on de Prediker der geregtigheid, die alle
barten\'tot God wil trekken. (Pas dit zelf op
Jesus en zijn goddelijk Hart toe.)
Gelijk Melehisedech zal Jesus Priester zijn,
-ocr page 173-
-163 —
en Priester naar Melchisedechs wijze, maar
als Aaron, Hoogeprioster, die eens zich zelf
ten offer brengt op bloedige wijze, daarna het
eeuwigdurend offer zal instellen, onder da
gedaanten van brood en wijn.
Als Mozes wordt Hij propheet, doch propheet
bij uitnemendheid, naar wien allen moeten
hooren, en die, gelijk Mozes opvolger Josuê,
het volk Gods in het Beloofde land zal brengen.
Als David zal Hij Koning zijn, doch Koning
van een eeuwig rijk van vrede, dat Hij door
lijdon zal verdienen, om ons allen met Hem
in glorie te doen heersenen.
Denk verder aan de aloude propheten en
prophetiën, aan de Aartsvaders die Ham ver-
wachten, aan de schaduwbeelden, die Hom
voorspellen.
Hij zal geboren worden uit esne onbevlekte
Maagd, die door en met Hem het Serpent den
kop zal verpletten; — in Hem zullen alle
geslachten der aarde gezegend worden; Hij
zal opkomen als do bloem uit Jesse\'s stam,
eeuwig regeren, in Davids huis, te Iiethlehem
worden geboren, onnoemelijk veel lijden, voor
de zijnen den dood ondergaan, on zijn graf
zal heerlijk zijn. Daarom heet hij : de Vrede-
vorst,
de Vader der toekomstige eeuwen, de
Zon der geregtigheid, de Engel, van het Nieuw
Verhond, Goi-met-ons,
de Heilige der Hei-
ligen, Onze geregtigheid zelve, onze God.
11*
-ocr page 174-
— 164 —
Daarom bidt men (zoo als nu nog de H. Kerk
bidt): „Dauwt hemelen van boven, en dat de
wolken den regtraardige doen nederdalen ; dat
de aarde zich opene, en den Zaligmaker voort-
brenge
.\'"
Besckouw verder: het zachtmoedige Hart,
als dat van Mozes; het allerwijsste Hart, als
dat van Salomon; het Koninklijk Hart, als
dat van David; het lijdend Hart, dat als
wegsmelt in zijn boezem door het geweld der
smarten ; het doorboorde Hart, als Bron van
zegen en barmhartigheid, door Zaeharias voor-
speld ; en zoo wijders. (1)
Denk nog aan den Ingang van het Paradijs,
aan de Bron van Eden, den Boom des levens,
de Ark van Noë, het Manna der troestijn,
de Arke des Verbotids, het Heilig der Heiligen,
de toonbrooden des altaars,
het brandoffer
Gods,
en doorloop alzoo in den geest de 4000
jaren, waarin Jesus verwacht werd, om des
te vuriger zijne komst voor uw hart af te
bidden. (2).
II. Op de Onbevlekte Ontvangenis zult gij
vooral acht geven tijdens het feest en diens
octaaf. Bedenk, dat gij in de eeuw leeft, waarin
deze waarheid tot dogma verheven is, en
Maria zelve nogmaals te Lourdes verklaarde:
(1)  \'/se dit vorder ontwikkeld in Jesus Bart volgens
de H. Schrift.
(2)  Zio dit uitgebreid in do Maandrozen.
-ocr page 175-
— 165 —
Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis; als\'t ware
tot eene plegtige verklaring en bekrachtiging
van de dogmaverklaring in 1854, waardoor Z.H.
Pius IX, Jesus\' plaarsbekleeder op aarde, ons
leerde, dat Maria\'s Onbevlekte Ontvangenis,
welke de H. Kerk altijd geloofd en verdedigd
had, tot de door God geopenbaarde en door de
H. Kerk voorgestelde geloofsartikelen behoort.
Nopens dit uitmuntend voorregt der aller-
heiligste Maagd Maria kunt gij alom verkla-
ring en onderrigting vinden. (1) Yoor het
doel, dat we thans beoogen, moet gij vooral
aan Jesus Hart denken ; b. v. hoe het goddelijk
Hart juist door deze uitstekende genadegave
zich een waardigen Tempel in Maria gevormd
heeft; — hoe dat eindeloos magtig en goed
Hart mede daardoor zijne zalige Moeder heeft
verheven, om ook voor ons eene reine, zuivere,
hoogst heilige en magtige voorspreekster en
Moeder te worden; — hoe Maria, door dit
voorregt, alle Heiligen en Engelen te boven
gaat, — en zoo wijders.
Gij weet ook, en moet in deze maand,
bijzonder overwegen, hoe gij door Maria\'s
onbevlekt Hart tot het goddelijk Hart van
Jesus moet komen; — en hoe gij Maria\'s
onvergelijkelijke onbevlektheid, zoo veel in u
is, moet navolgen door de heiligmakende
(1) Zio b. v. Msriabloemep, Meimaand, en de
bloemen van Maria voor het gansehe jaar,
(2 deeltjes), en de Taal der bloemen.
-ocr page 176-
— 160 —
genade te bewaren, en in reinheid vau ziel
en ligchaam voor Jesus Hart te leven.
Om te zien, hoe aangenaam ook deze ver-
eering der Onbevlekte Ontvangenis van Maria
is, kunt gij inzonderheid acht geven, op liet-
geen in onze dagen door den lieer te Lourdes
bewerkt wordt. De verschijningen aan <lo
gelukkige Bernadetta, de prachtige Tempel
op de MassabiëlLi-rotsen gebouwd, de duizenden
Ex-voto\'s, de honderdduizenden pelgrims, de
tallooze en wol bewezen mirakelen, — lioovele
bewijzen van de kracht der hand Gods en
van do liefde van (Jods Hart voor de eeuwig
Onbevlekte, die ons zelve nog eens is komen
leercn, of ten minste herinneren: gedenk hot
wel: Ik hen de Onbevlekte Ontvangenis. Zijt
gij digt bij eene plaats (zoo als b. v. te
Maastricht, bij den St. Pietersberg) waar
eene Grot ter eere der Onbevlekte van Lourdes
gebouwd is, dan kunt gij, tot oefening, niets
beter doen, dan een kleinen pelgrimstogt naar
zulk een heiligdom. (1)
III. Eene der zoetste oefeningen in deze ma;md
zal zijn, nu on dan in den geest de H. Maagd
en den II. Joseph te vergezellen ojj hunne
reis p.tn Nazareth naar Bethlehem.
1) Wij vestigen \'"j \'leze gelegenheid (\'° aandacht
op een uienw werk : N. L>. de Luunle.i et
BernuiMte,
duor den E. 1\'. M Bouix, wanrin
ook reeds lift vorhiml dor oprigting vioi St.
Pieten Heiligdom van Lourdes
is medegedeeld.
-ocr page 177-
_ 167 —
De afstand van Nazareth naar Bethlchem,
(over Kumariü en Jerusalem) bedraagt 26 uren,
ongeveer drie dagreizen.
Van Nazareths heuvelen komt men spoedig
in het heerlijk dal Jesraël; hier /.iet men
den prachtigen berg ïhabor, en moet Moria
denken aan do kloeke I)> bbont, die voor zoo-
vele eeuwen haren heldenmoed en wijsheid
heeft vooraf\'gebeeld.
Dan wordt de weg rijzend tot aan Xa\'t\'m
op 21/* unr van Nazareth .op eene hoogte
tusschen do dalen Pislon on Jesraël. (Hier
vindt Jcsus later Naïms weduwe.)
Een half uur verder ligt Sunam, waar
Eliseus aan eene moeder, tot loon harer gast-
vrijheid, haren zoon tcrugsehonk.
Twee uren verder, aan \'t uil-einde der bergen
Gelboë, door David bezongen, ligt Jesraël,
met het heerlijkst uitzigt over Jesraëls vlakte.
Hier werd de arme Naboth vermoord door de
goddeloozen Achab en Jesabel.
Een uur van daar vertoont zich Ginea, de
grensstad dor Samaritanen, met hare milde
bronnen. Van daar loopt de weg over het
hoogland naar Sanour (Santorri), dat gehouden
wordt voor 1\'erhulië. (Hier denkt Maria aan
de heldhaftige Judith, (hare voorafbeelding)
die hier eenmaal Israël verlostte.)
Dan komt Samaria (later Sebaste) met de
graven der propheten Abdias en Eliseus, die
-ocr page 178-
— 168 —
de voorspelling nopens den toekomstigen Ver-
losser te binnen brengen. Hierna Sichem, met
de put van Jacob, en de herinneringen aan
Abraham en Sara, Lia en Rachel, die wederom
Maria en Josoph naar liet oude terug voeren,
en des te vuriger den Verlosser doen afbidden.
Weldra laten zij ten oosten van den weg
het beroemde Silo liggen; Silo, waar de Ark
des Heeron 328 jaren gestaan heeft, en eenmaal
de vrome Anna Samuël aan den Heer offerde,
en het heerlijk lied zong, dat onlangs nog door
Maria zelve in Elisabeths woning is nagevolgd
en overtroffen. Helaas ! Silo is verwoest, en
Maria weet, hoe ook de verwoesting van Salo-
mons tempel door den propheet voorspeld is.
(Jer. 7 en 26).
Bethel, de zuidelijke grensstad van Samarië,
4 uren van Jerusalem, brengt Jacob wederom
voor den geest, die hier de geheimzinnige
ladder zag door Gods Engelen beklommen, en
deze plaats het Huis Gods (Bcth-ol) noemde.
Tusschen Bethel en Rama rigtte Debhora
het volk Gods onder haren palmboom. Doch
weldra volgt Beeroth, de plaats die na 12
jaren zoovele tranen van Maria zien zal, als
zij er des avonds aangekomen het goddelijk
Kind mist, dat in den Tempel is achtergebleven.
Thans zegt haar slechts de frissche bron, dat
zij een weinig mogen uitrusten, om dan de
drie laatste uren, die hen nog van Jerusalem
scheiden, af te leggen.
-ocr page 179-
- 169 —
Eindelijk komen zij op de hoogte, waarvan
zij de H. Stad aanschouwen, die zij gewis met
alle godsvrucht binnentreden, om den Aller-
hoogste in zijn eenigen Tempel te gaan bedan-
ken en aanbidden. Wie zal ons zeggen, wat
Maria gevoelde, als zij op nieuw de plaats
bezocht, waar zij in hare jeugd zoo godvruchtig
had gewerkt en gebeden; wat ook Joseph
dacht, toen hij weer het Paradijs zag, waaruit
hij de Bloem van Galilea\'s Bloem naar haar
vaderland mogt terugleiden! Het beeld van
hun Voorvader David rees gewis voor hunnen
geest op. Beihmbee en AbUjaïl konden haar in
de gedachte komen. Maar bovenal trok hen
het altaar des Heeren met zijn Heilig der
Heiligen,
en Jerumlem zelf, als de Stad Gods,
dien zij immers alleen zochten en beminden.
De goede God roept hen nog twee uren
verder, naar Bcthlehem. Do Bethlehems-poort
uitgaande beklimmenzij de bergvlakteUephaïm,
langs welker linkerzijde de waterleiding van
Bethlehem naar Jerusalem loopt. Misschien
rusten zij nu ook onder den boom, waaronder
zij later met het goddelijk Kind zullen neder-
zitten, en die de traditie op deze plek zal
aanwijzen. Weldra komen zjj op de plaats,
waar eens Elias rustte op zijnen weg naar
den berg Horeb; hier staan zij stil, en te
halverwege toont nu de II. Joseph aan de
jeugdige Bruid van den eenen kant in het
-ocr page 180-
— 170 —
Noordwesten, Jerusalem, Sion, den Olijfberg,
van den anderen kant, voor lien uit, liet uit-
verkoren Bethlehem. Een half uur verder
brengt liet monument op Rachels graf die
oude Moeder der smarten te binnen; dan
volgt de Davidsput, met het schoon uitzigt
op de stad Davids, liet Veld der Herders en
den Parad ijsberg ; dan Bethlehcms veld, waarop
oens de vrome Ruth de aren las oj) de akkers
van Booz; eindelijk Bethlehem zelf, op oen
der hoogste heuveltoppen van Judea (2500
voet boven de Middellandsche Zee) van het
Oosten naar het Westen een paar honderd
huizon vcrtoonend, die ten deele in de rots zijn
uitgehouwen, en omringd van olijfboomen,
vijgenboomen, wijnstokken en vruchtbare velden.
Eene der zoetste oefeningen, zeido ik, is de
begeleiding dezer heilige Pelgrims op den
daar aangewezen weg. Het is niet noodig, dat
gij al diens punten geheel voor den geest
hebt. Denk slechts in \'t bijzonder aan eene
of andere omstandigheid, en tracht daarbij te
overwegen, wat Maria en wat Joscph dacht
bij zoovele herinneringen uit de vervlogen
eeuwen. Laat ook uw hart, gelijk liet hunne,
daardoor tot Jesus Hart getrokken worden.
IV. Te Bethlehem zelf kunt gij u bezig
houden met een blik op de plaats, op de perso-
nen,
op het Geheim des harten.
1. ])e plaats is ten eerste Bethlehem, dat
-ocr page 181-
— 171 —
is 1. Do Stad Davids. 2. Het Huis des Eroods.
3. Ephrata, of de vruchtbare bij uitnemend-
heid. Donk aan rle prophotiën, aan het waar-
achtig Brood dos hemels, aan de vrucht dor
barmhartigheid en der liefde, die u hier ge-
schonken wordt. Alles spreekt, als gij slechts
oplet.
Do plaats is vooral de Grot, waarin Jesus
zal geboren worden: eone zeer kleine cel,
uitgehouwen in de koele rots waarop Bethle-
hem ligt.
2.  De Personen zijn: het goddelijk Kind,
de H. Maagd, de H. Joseph, de Engel
(ligt Gabriël) en het heir van hemelsche
geesten, de Herders, en dan ook wel Bethlchoms
bewoners, en vooral do vreemdelingen in de
herberg aanwezig, als het beeld van hen, die
niet nadenken, en zoo ook niet tot het goddelijk
Hart worden getrokken. Uit alles kunt gij
leeren.
3.  Het Geheim is bij uitstek het geheim
van het Hart Gods, dat immers een Hart
aanneemt aan het uwe gelijk, om uw hart te
zoeken en ten naauwste met zijn Hart te
vereenigen.
Volg dus den H. Joseph, die met en voor
Maria zoekt. In de herberg is geene plaats
meer. In geheel Bethlehem wil men geene
plaats maken. Alleen is er eene spelonk,
welker opening naar het Oosten ziet, en aan
-ocr page 182-
— 172 —
het dal grenst, waar do herders hunne kudde
bewaken, die zij bij guur weder in dezen
stal kunnen herbergen. Geen der vreemdelingen
heeft dit plekje zijne aandacht waardig ge-
vonden. Het is des te geschikter voor de armen
van Nazareth, die de eenzaamheid zoeken en
met alles wat God geeft tevreden zijn. In deze
holte der steenrots vlugt dus de heilige duif,
in dezen koelen stal legt zij uwen God — op
een handvol stroo — in eene arme kribbe !
Goddelijk geheim !
Zie ! het paleis van den Koning der koningen
is klein. — Nu zelfs, nu de grot vergroot schijnt,
is de voornaamste plaats slechts 15 schreden
lang, 5 schreden breed en 12 voet hoog. Doch
daarboven zingen de Engelen :„Ker aan Godin
den Allerhoogste, en vrede den mensehen
/"
En de Herders komen binnen en noodigen ons
uit: „Komt, laat ons naar l>ethlehem (/aan,
en zien- wat daar geschied is!
Ons plan laat niet toe, hier verder in \'t
breede uit te weiden. Oefen des te meer u
zelf, en volg de daar aangegeven punten.
Altoos kan u het krachtigst helpen, wèl na
te gaan de gewone vragen: Wie ? Waar ?
hoe ? Waarom ? Voor wien ? Met welk doel ?
enz. en vooral: Wat denkt, wat gevoelt hier
Jesus Hart? Wat
moet mijn hart voor zijn
Hart doen:* Hoe zal ik op het innigst en
standvastigst mijn hart aan hot goddelijk Hart
schenken ? en zoo wijders.
-ocr page 183-
— 173 —
O God van Bethlehem! O Hart van het
goddelijk Kind! trek hen tot U, die u altijd
en overal, maar vooral ook in deze stille grot
komen zooken en aanbidden!
IL Verzuchtingen tot Jesus Hart bij wijze
van Litanie.
(Van P. Eudes.)
Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontferm U onzer.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, hoor ons ! Christus, verhoor ons!
God, Hemelsehe Vader! ontferm IJ onzer.
God, Zoon, Verlosser der wereld! ontf. U onzer.
God, II. Geest! ontferm U onzer.
H. Drievuldigheid, één God ! ontferm U onzer.
Hart van tlesus, goddelijk Hart, ontf. U onzer.
Allerbeminnendst Hart,
Allerzachtmoedigst Hart,
Allerootmoedigst Hart,
Allerbarmhartigst Hart,                              0
gAllergerrouwst Hart,                                   g.
| Lust des eeuwigen Vaders,                        <f
1-5 Oorsprong van den 11. Geesf,                    B
§ Volheid der Godheid,                                 cj
Heiligdom der Drievuldigheid,                   0
§ Troon van den goddehjken wil,
M Glorie der Moeder-maagd,
                          j?
Aanbiddelijk Hart,
Beminnelijk Hart,
Onvergelijkelijk Hart,
-ocr page 184-
— 174 —
Hart van Jcsup, Brandoven der liefde, ontferm
U onzer.
Wonder van heiligheid,
Kegel des gedulds,
Spiegel van gehoorzaamheid,
Toonbeeld der deugden,
Bron van alle genaden,
Door de liefde gewond,
Door de smart verscheurd,
Met de lans geopend,
Tempel der liefde,
.-Altaar der minnenden,
                               o
g Priester der harten,                                    «;
h? Gouden wierookvat,                                    §
d Eeuwig brandoffer,                                     °
t- Dronkenmakende kelk,                               cl
■£ Honig, die ons vergoddelijkt,                       o
E Troost der bedrukten,                                g
Toovlugt der zondaren,                              **
Ijveraar der zielen,
Roover der harten,
Onze dierbaarste vrede,
Onze zoetste hoop,
Vreugde van ons hart,
Beminnelijkst Hart voorons hart,
Schat van ons hart,
Paradijs van ons hart,,
Leven Aan ons hart,
Koning van ons hart,
Wees ons genadig, spaar ons Jesus.
-ocr page 185-
— 175 —
Wees ons genadig, verhoor ons Jesus.
Van de hoovaardij des levens, verl. ons Jesus.
Van ongeregelde Helde,
Van do verblindheid des harten,
Van de verwaarloozing uwer inspraken,
Van den eeuwigen dood,                                -«3
CO
Door uw allerliefderjjkst Hart,                      a,
Door zijn hoogsteu haat jegens de zonde, S
Door zijne eindelooze liefde tot den eeuwigen g
Vader,
                                                         J"
Door zijne allerzoetste liefde tot zijne II. «-<
Moeder,
                                                        1
Door zijne overgroote liefde tot liet kruis, P
Door zijne allerwreedsto smarten,
Door dat Hart door liefde en smart gewond,
Door zijne eeuwige vreugden,
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, spaar ons, Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der we-
reld, verhoor ons, Jesus.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden dor we-
reld, ontferm U onzer, Jesus.
Jesus, hoor ons! Jesus, verhoor ons!
Antiphoox. Aller oogen zijn op U gerigt,
o aller minnelij kst Hart van den beminnelij le-
sten Jesus! zij zullen het leven der genade
van u ontvangen, en Gij zult hen vervullen
met allen zegen en blijdschap,
v. De lust van .Jesus Hart:
K. Is te wonen met de kinderen der mcnsehen.
-ocr page 186-
— 176 —
LAAT ONS BIDDEN.
God, die in uwe eindelooze liefde ons
ledematen en kinderen van uw Eeniggeboren
Zoon makende, gewild hebt, dat wij één hart
met ons Hoofd en onzen Vader zouden hebben,
geef, bidden wij U, dat wij, door het vuur
uwer liefde en door de vlammende liefde van
het Hart van den beminnelijken Jesus ont-
stoken, met een groot hart uwen heiligen wil
in alles volbrengen; en wat regtis begeerende,
hetgeen wij begeeren, mogen verdienen te
erlangen. Door denzelfden Jesus Christus,
onzen Heer. Amen.
III. VOORBEELD.
De H. Franciscus van Sales is een der Heiligen,
die ons bijzonder tot het Hart van het goddelijk
Kind Jesus trekken. „Het groote kleine kind van
Bethlehem, zeide hij, zij voor altijd de lust en de
liefde van ons hart. O, wat is het schoon! Ik zie
liever dit dierbaar kind in ecne kiibbe, dan al de
koningen op hunnen troon. Mijn God, hoeveel heilige
aandoeningen verwekt dit geheim in onze harten,
vooral hoeveel verstervingen ten aanzien der goederen,
der eer en der vermaken dezer wereld ! Ik vind geen
geheim, dat zoo zacht do teederheid aan do gestreng-
heid paart, de liefde met de kracht vcreenigt, de
zoetheid met de ernstigheid verbindt."\' „Uw naam,
schrijft hij elders, is geschreven in het diepste van
dit goddelijk Hart, dat daar klopt van liefde wegens
de begeerte die het heeft om u volmaakt te zien ;
het 6laakt geen zucht waaraan gij geen deel hebt.
-ocr page 187-
— 177 —
Blijf dan aan de voeten van dezen Zaligmaker. — Het
Kind in de kribbe zegt geen woord en zijn Hart, vol
liefde voor onze harten, toont zich enkel door zuchten,
tranen en zachte oogslagen; maar hoeveel zegt mij
dit stilzwijgen niet! Het leert mij het ware inwendig
gebed, het leert mij den lieldevollen ijver vun een
hart met zoeto gedachten vervuld. <Vie II. 369.
Duf. VI. 197.;
Kan het ons bevreemden, als wij zien, dat zulk
een Vader dezelfde liefdevolle ontboezemingen in het
hart zijner bevoorregte geestelijke Dochter deed
geboren worden ! De Vil noodigingen door de Z.
Margareta voor hare Novicen geschreven bewijzen
ons, hoezeer zjj zich zelve en anderen tot het
Hoogfeest van Jesus geboorte voorbereidde. „Ons
doel in den Advent zal zijn, leerde zij, ons naar
geest en hart met de II. Maagd Maria te vereenigen,
om het Menschgcworden Woord onze hulde te brengen.
"Wij zulleu het doen, doir Jesus, in Maria\'s schoot
verborgen, in stilzwijgen met haar te aanbidden."
Do Zalige schrijft vervolgens verschillende oefeningen
voor, en in \'t bijzonder 1. de offers aan Uod op te
dragen, door het II. Hort op het hart van Maria
als op een rein altaar aan den Hemelschen Vader
geofferd ; 2. Zich te verheugen wegens vernederingen,
en verachtingen, zonder verontschuldigingen te zoeken
en zonder bemind te willen worden of geacht tenzij
door het II. Uan van Jesus. 3. De verzuchting dik-
wijls te doen: „O goddelijk Hart van Jesus levend
in Maria\'s Hart, ik bid u, altijd te willen leven en
heersenen in alle harten, en dezelve door uwe zuivere
liefde te doen vlammen.\'\'
IV. GEBED.
"Wat is do nacht hier stil en plegtig
O Bethlem, in uw eenzaam dal,
"Waarin uw trouwe herders waken
Nabij den hun bekenden stal!
-ocr page 188-
— 178 —
Hoe liefijjk cp uw blanke rotsen
Verhol\'t go U zelve, o Daviils stad,
En slaat gij \'t wachtend oog ten hemel,
God biddend om uw grootste» sehat !
Maar daal toeh, wil zoo hoog niet staren,
In uwen boezem, in uw schoot
Als in uw hart, om \'t hart te rooven,
Ontkiemt de Bloem van Jesse\'s loot.
Hoor ! Hoort go n et de melodiën
ltie klinken boven \'t Herdersveld,
"Waar \'s Hoogs ten eere, \'s Dienscheu vrede,
In "t Englenlied te zamoii smelt !
Zie ! Ziet go. niet die homelglanzen
Die \'t lielit verblinden in den nacht,
En naar uw grot d..en henenspoedeii
De keur vau uwe herder.vacht \'i
Zij komen, zie, zjj knielen neder
In \'t stof der oostelijke grot,
En staren door de schaamle doekjes
Op \'t harte van hun groeten God.
Daar liggen zij voor \'t houten kiinje,
En ik, ik kniel daar met hen moe,
En zing niet hen en de Ei.glon mede,
Den Hoogste de oor, der aarde vroè.
O Ephratd ! door God gezegend,
Erken uw heil, hoor do Englcnstem,
En zing mot ons in glorie mode:
„Hij leef! de God van Betnlchcm !"
Hem eere, dank en lof en glorie,
Die hier komt doelen onze smart,
Hem alle harten, allo liefde,
Hem, \'t Godlijk Kind, geheel ons hart! -