-ocr page 1-
Vak 156 -———_—_——y \'
VERSLAG
BI.)
HET 25-JAIUG BESTAAN
Y\\N DE
ONDERLINGE
BRANDVERZEKERING - MAATSCHAPPIJ
VOOR R. K. KERKEN, PASTORIJEN,
OrENBAKE OP ZICH ZELVE STAANDE
KAPELLEN, GODSDIENSTIGE GESTICHTEN EN SEMINARIEN,
MET HET DAARBIJ BEHOORENDE MOBILAIR ,
VAN HKI
Aartsbisdom Utrecht
en de overige Bisdommen van Nederland,
Haarlem, \'s Bosch, Breda e\\ JIoermond.
vkoegkk onder bestuur
van den HoogEerw. Heer B. HOFMAN,
thans „ „
                   H. POPPEN.
1877.
151
-ocr page 2-
. ■ .
k>
-ocr page 3-
VERSLAG
BIJ
HET 25-JARIG BESTAAN
VAN l\'l-
ONDERLINGE
BRANDVERZEKERING - MAATSCHAPPIJ
VOOR R. K. KERKEN, PASTORIJEN,
OPENBARE OP ZICH ZELVE STAANDE
KAPELLEN, GODSDIENSTIGE GESTICHTEN EN SEMINARIEN,
MET HET DAARBIJ BEHOORENDE MOBILAIR,
VAM HET
Aartsbisdom Utrecht
en de overige Bisdommen van Nederland,
Haarlem, \'s Bosch, Breda en Roermond.
VROEGER ONDER BESTUUR
van den HoogEerw. Heer B. HOPMAN,
thans ,. „
                     H. POPPEN.
1877.
-ïibl: conv
o. f. r
UCHEiMs
-ocr page 4-
-ocr page 5-
VERSLAG
BIJ HEI
VIJF-EN-TWINTIG-JARIG BESTAAN
TAN DE
VOOR
R. K. KERKEN, PASTORIJEN,
enz.
in de verschillende Bisdommen van Nederland.
V ijf-en-twintig jaren is het thans geleden dat onze Maat-
schappij onder het Bestuur van den HoogEerw. Heer B. Hofman
als Directeur en den ZeerEerw. Heer I. J. ten Dam als mede-
Directeur werd opgerigt.
De beginselen waren moeijelijk, de vooroordeelen groot,
geen enkel kerkgenootschap had op dit gebied kunnen sla-
gen, en dat zouden de Katholieken doen! hoe zouden zij met
zoo eene geringe contributie aan alle verpligtingen kunnen
voldoen\'? hoe zouden Geestelijken het beheer over zulk eene
Administratie kunnen voeren, en zoodanige onderneming
finantieel kunnen administreeren ? de Man echter die zich
aan het hoofd gesteld had, de HoogEerw. Heer Hofman
was niet de man die voor moeijelijkneden terugdeinsde; met
vasten tred, volhardenden ijver begon en zette hij zijnen
moeijelijken arbeid moedig voort.
-ocr page 6-
4
Het groote doel was: om aan de R. K. Parochièn en Geeste-
lijke Corporation van ons geheel Vaderland, door eene geringe
jaarlijksche Bijdrage, eene soliede waarborging tegen even-
tueele Brandschade te geven, en hen alzoo eene voortdurende
weldaad te bezorgen.
Tot dusverre moesten wij in het algemeen, om tegen
Brandschade verzekerd te zijn, bij alle soliede Maatschappijen
niet minder dan f 1.— per mille \'s jaarlijks betalen, behalve
suppleering of bijpassing voor Brandschaden. Onze Maatschappij
wilde zich met eene geringe jaarlijksche contributie, van 40
cent per mille, tevreden stellen, en hoopte met deze contri-
butie alle schaden, door brand veroorzaakt, te kunnen vol-
doen. Dat doel is onder Gods zegen en onder bescherming
van HH. DD. Hoogw. de Bisschoppen en de medehulp van de
HoogEerw. Heeren Commissarissen bereikt geworden.
Op 1° Januarij 1852 werd de deelneming in deze Maat-
schappij geopend. De eerste inschrijving, tot verzekering tegen
Brandschade bedroeg eene som van f 44000.— welke som op
31 December 1852 was geklommen tot f 2,800,760.—
In het jaar 1861 toen ik als mede-directeur Zijn HoogEerw.
inogt terzijde staan, was reeds het. inschrijvings-kapitaal ge-
stegen tot eene somma van f 213,065,603.50. En toen Zijn Hoog-
Eerw. op 13 Mei 1867 door den dood werd weggenomen, had
het inschrijvings-kapitaal een cijfer bereikt van f 35,609,081.—
Zijn doel was bereikt, zijn belanglooze arbeid beloond,
want de maatschappij was gevestigd, en ook Geestelijken waren
in staat administratiën te voeren, en met eene geringe con-
tributie van 40 cent per mille aan alle soliede maatschappijen
het hoofd te bieden.
Slechts eenmaal in die vijf-en-twinfig jaren is van dezen
regel afgeweken, en van de Deelnemers eene extra-betaling
-ocr page 7-
5
van f \\.— per mille, in twee jaren verdeeld gevraagd, om
de buitengewone groote brandschade te Enschedé ad f 54925.90
te kunnen voldoen. (4)
De eenige taak die den ondergeteekende, als opvolger van
den HoogEerw. Heer Hofman, overbleef, was: het begonnen
werk op soliede wijze voort te zetten, om de Maatschappij
meer en meer te vestigen en voor de toekomst, te beveiligen.
Onder goedkeuring van Hunne Doorl. Hoogwaardigheden de
Bisschoppen van Nederland en met behulp en medewerking
van de HoogEerw. Heeren Commissarissen heeft hij alles aan-
gewend, en blijft hij voortdurend werkzaam opdat de Maat-
schappij moge bloeijen, solied moge blijven en met de
geringe contributie van 40 cent per mille alle Brandschade
zonder eenige bijbetaling moge kunnen voldoen; zoodoende
meent hij de waarachtige belangen van de Parochiale Be-
sturen en van de Deelnemers te behartigen, en aan het groote
en weldadige doel der maatschappij te beantwoorden.
Om dit doel te hereiken, zijn er eenige maatregelen ge-
nomen die noodzakelijk waren, opdat daardoor het gevaar voor
brandschade zooveel mogelijk zoude worden afgeweerd, en de
kas der Maatschappij niet zou worden uitgeput. Zij heeft in
die vijf-en-twintig jaren tot 31 December 1876 eene niet on-
aanzienlijke som voor Brandschade moeten voldoen; en wel
a.  voor het Aartsbisdom  van Utrecht . . f 70000.48
h.     » » Bisdom            » Haarlem . » 31302.705
r.     » » »                 » \'s Bosch. . > 52202.28
rf.    » » «                 » Breda...» 75930.—
\'••    » » »                » Boermond. » 16820.35
/\' 246255,81 •
(*) In die dagen had zeker Kerkbestuur in eeu andere Maatschappij
de kerk, het meublemeut en de Pastorie verzekerd roor ƒ 38000.—- De
:iBL CONV
O. F. «\'-••
/ UCHENS
-ocr page 8-
6
Zegge: twee honderd zes-en-veertig duizend, twee honderd
vijf-en-vijftig gulden, 81s cent.
Van deze som is betaald voor schade:
door onweder veroorzaakt . . . . / 405283.05
door andere oorzaken.....» 140972,76*
f 246255,813
Zeker een groot cijfer, eene aanzienlijke som! en toch
deze groote som is geheel voldaan, geheel afbetaald met de
gewone contributiën van 40 cents per mille, en de extra-
betaling van één gulden zooals hiervoren gemeld is.
Men bedenke wel dat het inschrijvings-kapitaal langzaam
is geklommen; in den beginne was het zeer gering en bijge-
volg konde de ontvangst ook niet groot zijn.
In het eerste jaar 1852 is de geheele ontvangst van het
ingeschreven kapitaal f 2,800,760.—, ruim één duizend gul-
den geweest.
Thans is het mij toch aangenaam, de Deelnemers te kunnen
mededeelen, dat de maatschappij bloeit. Het inschrijvings-kapi-
taal had 31 December 1876 de aanzienlijke som van VIJF EN
VIJFTIG MILLIOEN, VIJF HONDERD ZESTIG DUIZEND,
VIER HONDERD ZESTIG GULDEN
(zegge: / 55,560,460.—)
bereikt. De administratie is ordelijk, goed, endoor de Heeren
Commissarissen gecontroleerd, kan zij gerustelijk den ge-
strengsten toets van soliditeit in alle opzigten doorstaan.
Jaarlijks wordt de rekening en verantwoording onzer ad-
ministratie aan Hunne Doorluchtige Hoogwaardigheden de
ZEerw. Pastoor wilde gaarne de Assurantie in onze Maatschappij over-
schrijven; doch zijn Bestuur (waaronder één lid Agent dier Maatsch.
was) besloot liever zoo te blijven; dat bestuur heeft toen bij de ramp
te Enschedé meer dan f 400.— moeten betalen; terwijl bij ons over
dezelfde som slechts f 38.— zouden gevorderd zijn geworden.
-ocr page 9-
7
Bisschoppen ter goedkeuring opgezonden; deze goedkeuring
zij voor de Deelnemers een waarborg en voor den Directeur
eene aangename voldoening.
Gaarne brengt de ondergeteekende zijn openlijken dank
aan Hunne Doorl. Hoogw. voor de ondersteuning en bevor-
dering van al het goede, wat in het belang der Maatschappij
nuttig wordt geoordeeld; dank voor de bemoediging en hulp
in moeijelijkheden die bij zulk eene uitgebreide administratie
bijna onvermijdelijk zijn. Moge de bloei der Maatschappij en
hare weldadige werking het loon van Hunne Doorluchtige
Hoogwaardigheden wezen.
Dank aan de HoogEerwaardige Heeren Commissarissen
die mij in alles zoo goed en krachtig ter zijde staan. Moge
hunne medewerking nog vele jaren ons deel zijn; dan zullen
de ware belangen voor het welzijn der Maatschappij voort-
durend verzekerd blijven! (*)
Ook welgemeende dank worde gebracht aan de Zeer Eer-
waarde Heeren Dekens van alle Bisdommen die aan de Maat-
schappij .en aan mij op finantieel gebied zoo vele en goede
diensten bewijzen.
Ook dank aan de Besturen en Deelnemers voor het ver-
trouwen aan de administratie geschonken en hunne goedge-
zinde medewerking.
En met die goedkeuring en onder dien dank zal de onder-
geteekende gaarne zijn taak voortzetten, aan den meerderen
bloei en de verdere uitbreiding der Maatschappij zijne zorgen
(*) Van de zestien HoogEerw. Heeren Commissarissen die bij de op-
rigting der Maatschappij benoemd werden, mogen wij ons op lieden
nog in het bezit van een viertal verheugen, die hare opkomst en verdere
ontwikkeling hebben bevorderd en gadegeslagen; zijnde de HoogEerw.
Heeren J. Cuyten, G. W. van Someren, J. E. Bogaers en G. G.
BOKGAE&S.
-ocr page 10-
8
blijven wijden, en hare belangen, die ook, men vergete dit
niet, de belangen zijn der Deelnemers, behartigen; alleen
vraagt en verlangt hij de welwillende medewerking van alle
Deelnemers, opdat daardoor zijne arbeid, die voor zulk eenc
belangrijke en uitgebreide administratie gevorderd wordt, moge
verligt en veraangenaamd worden: dan zullen wij met ver-
eenigde krachten blijven toonen, wat de Katholieken ook op
dit gebied vermogen; dan zal onze Maatschappij, wat solidi-
teil en voordeel betreft, zeker hare eereplaats kunnen hand-
haven, en haar werkkring voor alle Parochiën en Deelnemers
niet alleen nu, maar in de verste toekomst een ware weldaad
blijven.
Amsterdam,                                  H. POPPEN,
feestdag van de HH. Martelaars                                          Directeur.
van Gorkum. 1877.