-ocr page 1-
fnvrO \\$5öS
-ocr page 2-
-ocr page 3-
Sak 159
5^
ïH
iliitew_
il VRIEND IN PUI
»"":\'"
BEGELS
Eenvoudige Gezondheidsleer
Wenkea ca middelen tot de behandeling van
alledaagsche ongevallen en kwalen,
NAAK HET KNUEI.SCH, VAN
P^. Dawson W. Tui^ner,;
herzien, vermeerderd en verbeterd dcor zeven uitstekende
Britsche Geneesheeren, waaronder
Sir W1LLIAM JENNEB en Sir JAMKS PAGET.
»This contains very clear practical
advice, and peopic might do worge
than spcnd a shilling in procn-
riug it."
                 Lancet.
43
ENDAAL. — LE COSQUINO DE BUSSY.
V
-ocr page 4-
%*•\' £:.">*»\'
.
-ocr page 5-
de vsm w m-
BIBUOTECA ^
CONV. WiJCHENS
l
-ocr page 6-
V •» •
-ocr page 7-
va»
fa
DE VKIEND IN PIJN.
Regels van eenvoudige Gezondheidsleer,
WENSEN EN MIDDELEN TOT DE BEHANDELING VAN
ALLEDAAQSCHE ONGEVALLEN EN KWALEN.
Naar het Bngelsoh, van Dr. DAWSON W. TUBNEB;
herzien, vermeerderd en verbeterd door zeven uitstekende
Britsohe Geneesheeren, waaronder Sir William Jenneb
en Sir James Paget.
» This contains very clear practical advice,
cmd people might do worse than spend
a nhüiimj m procuring it."
— Lanoet.
EOTTBBDAM,
NIJGH & VAN DITMAife
1872.                       B!;:!iGTECA
\\
3£M8
r ::. rriAT. K SM.
-ocr page 8-
-ocr page 9-
VOORWOORD VAN DEN VERTALER.
Aan ckvaze hnismiddeltjes ontbreekt \'t ons, helaas, niet. Aan
vergulde kwakzalverijen
revalentas, malz-extracten, e tutti quant-i-*—
nog \'minder. Ook niet aan min- of meer bruikbare geneeskundige
boeken, die ons tot Jicmdleiding kunnen strekken tot de wetenschap,
hoe onsself zonder een doctor te helpen
of te verknoeien.
Maar uiterst zeldzaam zijn nog de goede mentors op medisch
gebied
uit wier wond de leek een korten, verstaanbare», practischen
wenk vernemen kan tot \'t behoud van zijn gezondheid, en tot aigemeene
behandeling van de meest voorkomende accidenten en ziekte-gevallen.
Zulk een mentor is Dr. dawson iv. turner. Hij dringt zichzélf
niet op, en verdringt niemand. Roep
zegt hij telkens, uitdrukkelijk
of stilzwijgend
—, roep hulp van den deskundige in. Doch weet, hoe
ge u/w ontmoetingen met den doctor zoo zeldzaam mogelijk kunt doen
zijn; zorg dat ge, wanneer geen geneesheer te ontbieden is, niet
radeloos behoeft neer te liggen;, weet ook wat ge te doen hebt in
afwachting van medische voorschriften, opdat een verkeerde wijze
van handelen, of, slimmer nog, een bakers^recept,
w toestand althans
niet verergere.
Zóó moet men de hier gegeven wenken opvatten:
Meer in preservatieven, dan in repressieven zin. Wie, b. v., zal, met
dit boeksken in de hand, de hulp des doctors overbodig achten bij
een geval van cholera f Maar wie zal ook niet willen, moeten weten,
hoe hij in de eerste oogenblikken, gedurende de minuten die des
doctors komst vereischt
ged/wrende die zoo vaak beslissende eerste
oogenblikken
met den patiënt te werk moet. gaan?
-ocr page 10-
Dr. dawson turner is geneesheer en onderwijzer tevens; hg is
directeur van de
Royal Institution School te Liverpool. Dit feit
juist geeft aan zijn geschriftje een bijzondere waarde. Hij bestemt
\'t voor de huiskamer
èn voor de school; \'t formaat van de Engélsche
uitgave is dan ook die van een muurkaart. Hij uil dus, dat de
jeugd iets leere van de geneeskunst. Hij wil
zonder aan waar-
achtige wetenschap iets van haar prestige te ontnemen
dat de
medicijnmeester, met zijn geheimzinnigheid en zijn potjes-latijn,
niet \'t monopolie behoude van eene kennis waarop ieder mensch
recht heeft: de kennis van \'t lichaam, en van de middelen die \'t
behouden en doen welvaren.
Een veélbeteekenende schrede op den weg tot volksontwikkeling,
en waarover we hier heelivat zouden kunnen praten, indien we op
een heel klein boekje een heel lange voorrede verkozen te zetten!
Qenoeg. Laat de Vriend in Pijn een vriend worden van zeer
velen: van huisvader en schoolknaap, van boer en zeeman.
Dit
is geen boozc wensch. Want
de Vriend in Pijn is nog veel meer
een vriend in gezondheid, wijl hij leert hoe die door zindelijkheid en
matigheid te bewaren.
-ocr page 11-
EERSTE GEDEELTE.
Regels van eenvoudige Gezondheidsleer.
I.    Wasch \'t geheele lichaam, minstens öcnmaal in elke
acht-en-veertig uren, met koud of met eenigszins gewarmd
water; en wrijf u terdege droog met een zeer ruwen handdoek.
II.    Eet uw voedsel langzaam, en kauw \'t wel. Zit na
elk maal minstens tien minuten stil. Zóó zult ge en uw gebit
èn uw verterings-organen bewaren. — Wacht u, eenigen drank
zeer heet te gebruiken; — ook thee en koffie mogen slechts
matig warm zijn. Na vermoeienis en lang vasten zijn warme
dranken, doch niet al te warm, dienstig. En een paar slokjes
daarvan, in dergelijke gevallen vóór \'t eten gebruikt, zijn vooral
voor bejaarde lieden zeer raadzaam.
III.    Keer al uw kleederen, vooral die welke gij op de huid
draagt, \'t binnenste buiten vóór ge naar bed gaat, en hang
ze hoog in de kamer te luohten.
Heb, zoo mogelijk, twee stellen kleederen, en draag ze
om den anderen dag. \'t Stel dat ge niet aantrekt, moet ge, na
\'t gelucht te bobben, zorgvuldig opvouwen.
IV.    Zorg ten stelligste voor versche luoht in uw slaapver-
trek gedurende den nacht.
V.    Indien er in \'t venster of in de zoldering van uw slaap-
vertrek geen ventilator is, laat dan \'t venster gedurende den
nacht twee of drie duim hoog open. Natuurlijk mag geen
tocht gedurende den nacht u kunnen bereiken; — maar zelfs.
dit nog liever, dan dat ge uw slaapvertrek tot »\'t zwarte hol
van Calcutta" (1) maakt, \'t Boren van vier of vijf redelijk
(1) Een gevangmishol te Calcutta, dat eene treurige vermaardheid
verkregen heeft, doordien er, in
1756, ruim honderd Engelsche soldaten
door een inlandsch vorst in opgesloten en, door gebrek aan lucht, op de
jammerlijkste wijle gestikt zijn.
Vert.
-ocr page 12-
8
groote gaten, van circa een duim middellijn, onder in uw
slaapkamer-deur, zal veel bijbrengen om de lucht gedurende
den nacht versch te houden. Zoo gij kunt, zorg voor een uit-
weg voor de bedorven lucht, door een kleine opening in de
zoldering.
VI.    Vermijd, zoo ge uw gebit lief hebt, alle zoetigheid,
taarten, paatijen, bankotbakkersgoed — ook veel suiker.
VII.    Ontbijt nooit, zonder vooraf gedurende minstens drie
of vier minuten in de open lucht te zijn geweest. Dat uw
wandeling langer of korter zij naar gelang van uw gezondheid.
VIII.    Zoo gij in bed stapt, ligt de dekens en lakens, waar-
onder gij liggen gaat, op, zoodat er versche lucht onder kome.
Zet, wanneer ge \'s ochtends uw slaapvertrek verlaat, de ven-
sters van onder en van boven open. (2)
IX.    Gebruik niet meer dan vier goede maaltijden daags.
Waarschijnlijk zullen uw eetlust en verterings-vermogen er zich
wél bij bevinden, zoo ge u bepalen kunt tot drie, wellicht
tot slechts twee stevige voedingen daags. Vermijd ten
strengste eten en drinken tusschen de maaltijden in.
X.    Verzuim geen gelegenheid om te leeren paardrijden,
zwemmen, schermen, batonneeren, kolven, kegelen enz.
XI.    Neem, zoo ge kunt, een dompel-bad (\'t best is in koud
zeewater), allereerst in den morgen, twee- of driemaal \'s weeks.
XII.   Besmeer niet uw hoofdhaar met varkensvet, valschelijk
npomade" of «beerenvet" genoemd. Het haar is bestemd om
\'t zweet af te voeren, en moet derhalve niet met vet aaneenge-
plakt worden. Olie aan \'t haar te doen, kan geen kwaad. — Ook
kan \'t inwrijven van de huid met zoete olie, mits dit geschiede
vóór een vuur, nimmer schaden; — integendeel: het maakt
de leden lenig en beter geschikt tot sterke spier-inspanning.
Dierlijke oliën zijn beter en minder opdrogend dan plantaar-
(2) In Engeland heeft men vrij algemeen vensters, wier bovenste lid
naar onder, en wier onderste lid naar boven geschoven wordt. Wij Neder-
landers achten, zelfs bij
V bouwen van nieuwe huizen, zulk een systeem,
evenals een behoorlijk rioolstelsel, nog onnoodig. Toch is, zonder opening
van onder en van boven, een goede ventilatie onmogelijk, daar de warme
(lichte) lucht van boven uittrekken, de versche en koele (zware) lucht van
onder binnenstroomen moet.
                                                        Vert,
-ocr page 13-
9
dige, zooals olijf-olie en kokos-olie — zoowel voor de huid ala
voor \'t haar. Echter is beste salade-olie voor \'t gezegde doel
zeer aan te bevelen.
XIII.    Borstel uw tanden onmiddellijk vóór ge naar bed
gaat; en kam of borstel uw hoofdhaar den verkeerden kant op,
zoodat de lucht tot uw hoofdhuid kunne doordringen.
Reinig den mond na iederon maaltijd.
XIV.    Indien gij oen huidborstel bezit, gebruik dien een-
maal daags. Liefst dos avonds. 01\' anders, wrijf uw huid vóór
\'t naar bed gaan met oen ruwon handdoek.
XV.    Drink bij uw middagmaal niet moer dan óén soort
vvijn. Daarna moot ge in don regel geen wijn meer gebrui-
ken, doch, in plaats daarvan, na een half uur een kop goede
sterke koffio zonder melk of suiker, of \'t moest een klein
klontje zijn.
\'t Is beter, noch cafó noir te drinken, noch te rookcn,
dan minstens een half uur na den maaltijd.
XVI.    Zoo gij last hebt van koude voeten gedurende den
nacht, wrijf ze fiksch, vóór ge naar bed gaat; en zoo dit niet
helpt, spons ze af met koud water, en wrijf, bij \'t drogen, de
teenen en enkels in de richting van beuedon naar boven. In-
dien ook dit niet baat, en de voeten nog marmerkoud blijven —
gelijk het somtijds \'t geval is —, beproef dan, vóór \'t in
bed stappen, een warm voetbad met mostert er in, en trek
onmiddellijk daarna dikke droge wollen sokken aan. Zoodra
de voeten warm zijn, kunt gij de sokkeu uittrekken.
XVII.    Zoo gij sukkelt aan hardlijvighoid of verstoptheid,
gebruik dan de beste Schotsche haverpap, lang en goed ge-
kookt, iederen morgen voor uw ontbijt. Doe er zout, melk en
stroop bij — al naar \'t u smaakt. Eet bruin brood, d. i.
brood van ongebuilde tarwe (kropbrood), met boter.
E.n glas versch koud water dadelijk na uw opstaan,
gevolgd door een kleine wandeling vóór \'t ontbijt, werkt dik-
wijls uitmuntend togen zuur in de maag, en tot zachte opening
van \'t lijf — vooral op zee. Hardlijvigheid is de gewone kwaal
van landmenschen gedurende een zeereis. Dezen zal een glas
koud water, een uur vóór \'t ontbijt gedronken, dikwijls een
beroep op de scheeps-apotheek besparen.
XVIII.    Vermijd alle warme en copieuse avond-maaltijden,
tenzij gij naar een aanval van nachtmerrie verlangt. — Aan
-ocr page 14-
10
den anderen kant: Leg u nooit ter ruste mot een geheel
ledige maag. Dit is vaak de oorzaak van slapeloosheid,
vooral bij bejaarde personen. Ik noem do maag «ledig", wan-
neer gij vijf of zes uren gevast hobt, en uw laatste maal
niet zwaar was. Een eetlepel Hollandsche jenever, of iets
dergelijks, in een half glas koud water, is uitstekend voor
oude lieden tegen slapenstijd; daarbij kan men een stuk
gewone Engelsche beschuit eten. — Indien gij des avonds
hinder hebt van zoogenaamd «zuur in de maag", probeer dan,
vóór ge slapen gaat, een stukje van een gestoofden Franschen
appel, in de kruidenierswinkels bekend als «gedroogde Nor-
mandijsche pippeling"; of\' een paar gestoofde pruimen. Wen
u niet aan om tegen zuur in de maag veel sodawater te
drinken; want \'t voortdurend gebruik daarvan zou uw maag
zeer kunnen sohaden.
XIX.    Indien een uwer huisgenoten aan koorts of eenige
besmettelijke kwaal lijdt, ga niet dadelijk na uw opstaan,
met een nuchtere maag, naar hem zien; doch neem, vóór ge
\'t ziekenvertrok binnentreedt, een teug goede koffie of thee en
een stuk brood.
XX.    Zoo slapeloosheid u plaagt, sta dan vroeg in den
morgen op, en maak een iikscho wandeling — of een rit, zoo
ge een paard kunt nahouden, vóór \'t ontbijt. Wasoh, vóór
\'t naar bed gaan, uw geheele lichaam met een spons — en
wrijf u droog af met een Turksohen handdoek. Werk met hal-
ters, of verricht eenige andere gymnastische oefening. Spring
dan warm in bed, en zet alle muizenissen uit uw hoofd. —
Book, vóór ge slapen gaat, geen zwaren tabak; en draag een
warm rood flanellen hemd, in plaats van een koud linnen of
katoenen.
XXI.    Houd een waakzaam oog op alle riolen, secreten en
beerputten, in of in verbinding met uw woning; — anders
dreigt u steeds besmetting, of slepende koorts van typheusen
aard. Draag zorg dat al uw inrichtingen tot afvoer of ontvangst
van faeoale stoffen steeds goed in orde zijn; on doorspoel al
uw riolen en pijpen van tijd tot tijd met een zee van water.
Giet in \'t droge jaargetijde om den anderen dag een emmer-
vol water, waarin ongeveer een half bierglas carbolsnmr, in uw
privaat en uw beerput; zoodoende zult ge den slechten reuk
weren. Bij gebrek aan <■arbolzu.itr, is chloorkalk dienstig. Maar
-ocr page 15-
11
hoe dan ook, laat er geen stank zijn in uw huis. — Wilt ge
de atmospheer in een kamer zuiveren, giet dan een wijnroemer
azijn over een test roodgloeiende kolen, en laat den damp
\'t vertrek vullen; na een poos, opent ge deur en vensters. —
Maak er een regel vau, dat ge in uw waschkom des avonds
water giet. Vergeet ook nooit des avonds eenig water te gie-
ten in uw pot de chambre, en in elke andere kamer-inrichting
waarvan ge des nachts gebruik maakt. Gij kunt uw slaapver-
trek niet te luchtig en te zindelijk houden. Geen vloerkleeden
er in, die letterlijk vergaarnetten zijn van stof en broeilagen
van onreinheid. Geen vuil linnen onder uw bed; derhalve
ook geen vuillinnenmand in uw slaapkamer. Niets, dan wat
\'t oog zien, de neus ruiken mag.
XXII. Zoo ge u des morgens wasoht (tenzij ge een stort-
of dompel-bad neemt), steek dan, onmiddellijk na \'t opstaan,
uw hoofd diep in de kom —, die ge daartoe des avonds gevuld
hebt (zie XXI); open en sluit uw oogen twee- of driemalen,
zoodat ge, in \'t water, den bodem van de kom ziet. Wasoh
met een fiksch gevulde spons uw hals, nek en achterhoofd
terdege. Wend nu uw hoofd beurtelings op zijde, en laat elk
oor zioh vullen met koud water; — schudt dan \'t hoofd — en
\'t water zal uit de ooren loopen.
Andere deskundigen, mannen van beproefde bekwaamheid,
zijn \'t op dit laatste punt niet met mij eens. — »Giet" — zeggen
zij — «geen water, noch koud noch lauw, dagelijks in de ooren.
\'t Gehoor zou daardoor kunnen beschadigd worden: want \'t trom-
melvlies is hoogst teeder. Voldoende is \'t, de natte punt van
een handdoek of zijden zakdoek in \'t oor te steken." — Maar
ik voor mij blijf de voorkeur geven aan een indompeling van
\'t geheele hoofd, en \'t inlaten van water in de ooren, terwijl
\'t hoofd onder water is — óf wel — wanneer de kom niet groot
en diep genoeg is om er \'t hoofd geheel in te kunnen steken —
op de beschreven wijze, door \'t hoofd beurtelings op zijde te
keeren, en zóó \'t water in do ooren te doen loopen.
Hebt gij hoofd en hals gewasschen, laat dan de spons gaan
over borst en rug, en onder de armen; — met minder kunt
ge niet volstaan. Liefst zag ik morgen en avond \'t geheele
lichaam wasschen. Maar zoo ge eenigszins prijs stelt op ge-
zondheid en zindelijkheid, moet ge voor \'t minst iederen mor-
gen, zoo niet ook eiken avond, hoofd, borst en rug afspoelen.
-ocr page 16-
12
en \'t overige van \'t ligchaam droog afwrijven. — Wacht u voor
de zotte gewoonte van, half\' naakt, een half\' uur lang uw han-
den te staan wrijven en indompelen; — op die wijze meent
slechts de schooljongen zich te moeten wasschen. — Zoo ge
uw tanden roinigt — wat ge iederen morgen en iederen avond
behoort te doen — Iaat dan de borstel zoo zacht mogelijk zijn.
Harde borstels beschadigen \'t tandvleesch, en veroorzaken zóó,
door de niet geglazuurde wortels aan de inwerking van de
lucht bloot te stellen, een vroogtijdig verval van \'t gebit.
Wilt ge uw handen eens een buitengewone reiniging gun-
nen, gebruik dan warm water, regenwater — geen hard bron-
water. Houd ze, alvorens ze in te zoepon, oen paar minuten
onder water, en wrijf ze, opdat \'t vocht goed in de poriën
dringe. Neem dan zoop, on den nagelborstel ad libitum.
Steek ton slotte uw handen onder oen pompkraan: geef ze een
stortbad; dit is zeer verfrisschond en versterkend voor de
vingers. Bezit go geen pompkraan, steek dan de vingers maar
even in koud wator, en wrijf ze zoo spoedig gij kunt droog.
Miss Nightingale geeft den raad (in haar uNutes wpon Nursing")
om, vóór men de handen wascht, zo oen poos lang over een
kom heet wator te houden, opdat de damp de poriën en naden
van de huid goed doordringo, alvorons go zeep aanwendt.
XXIII. Allerlaatst — do kroon op \'t werk — zonder welke
de prachtigste gezondheid u niets waard zou zijn —: Heb een
rein geweten, een gelijkmatig humeur, en een opgeruimd
gemoed.
-ocr page 17-
TWEEDE GEDEELTE.
Wenken en Middelen tot de Behandeling Tan alledaagsohe
Ongevallen en Kwalen.
1.    Beet T»n een rergiftige slang. — Zuig zelf, zoo gij kunt,
de wond onmiddelijk uit. Zoo gij niet kunt, laat een ander \'t
voor u doen. (Er is daarbij niet \'t geringste gevaar, zoo men
slechts geen ontvelling of open vleesoh aan tong en lippen
heeft). Bind daarna een band, zoo mogelijk, stijf rondom \'t
gebeten deel — een vinger, hand of voet, — tusschen de wond
én \'t lichaam. Wasch nu de wond goed met lauw water uit,
en leg er een compres van verdunde ammonia liquida (vliegende
geest)
op. Gebruik inwendig van vijftien tot twintig droppels
van datzelfde middel in een wijnglas water, elke drie of vier
uren. Zorg dat de patiënt niet in slaap valle.
2.    Beet Tan een bond dien men van dolheid verdenkt. — Wasch
en spoel de wond ten spoedigste met warm water af — zoo
warm als ge \'t maar eenigzins verduren kunt; strooi er dan
overvloedig zout in, en zend inmiddels om een doctor, om de
plek uit te snijden, of, zoo dit ondoenlijk is, ze uit te branden
met lapis infernalis (Jielsche steen). Zoo gij lapis bij de hand
hebt, kunt ge zelf al dadelijk gaan uitbranden; doch wees
daarbij uiterst voorzichtig, en laat \'t liefst aan den geneesheer
over, daar al te sterke uitbranding noodlottige gevolgen heb-
ben kan. Als voorloopig middel kunt gij, bij gebrek aan lapis,
een sterke oplossing van carbolzuur aanwenden. — Laat in elk
geval ten spoedigste een geneesheer halen.
N.B. De wond kan straffeloos worden uitgezogen, hetzij
door den gebetene zelf, hetzij door een ander persoon — mits
de huid op tong en lippen gaaf zijn.
De beet van een niet- dollen hond veroorzaakt hevige
ontsteking. Pappen van lijnzaad, met een vijftien of twintig
-ocr page 18-
14
droppels laudanum besprenkeld, zijn \'t beste middel daartegen.
Gedurende ongeveer een week te applieeeren. (3)
3. Bloeding nit den nens. — Leg den patiënt onmiddellijk
plat op den rug, op den vloer, een tafel of een bank; strek
zijn armen, achter zijn hoofd in hetzelfde vlak met zijn lichaam,
geheel uit; ontbloot zijn hals, en leg natte doeken in zijn nek.—
Bij deze houding, de liggende, heb ik mij altijd wel bevonden.
Vele uitstekende geneesheeren beschouwen echter de houding
des lichai\'ms als van geen belang; en daar \'t eenvoudiger is
om iemand in een armstool te zetten, zoo kan men dit evengoed
doen — mits men slechts de armen loodrecht naar boven houde.
Duurt de bloeding desniettemin voort, gebruik dan ijs instede
van water, en stop in \'t neusgat een prop van pluksel, door-
trokken met een sterke oplossing van aluin in water. Zeer
dienstig is \'t opsnuiven, of \'t inspuiten in den neus, van aciéwn
gallicum (galnoten-zuur),
of, beter nog, van acidum tannicum
(looizuur).
Dit laatste is een zeer sterk samentrekkend middel.
Bij een kind, dat uit den neus bloedt, is dikwijls \'t leggen van
een grooten kouden sleutel, of een ander koud stuk metaal,
voldoende; daarbij moet men gedurende eenige minuten \'t bloe-
dende neusgat met den vinger diohtdrukken.
4 Springen van een bloedvat. — Allereerst, zend om een
doctor. Doch zoo deze niet dadelijk aanwezig kan ziju, dien
dan, elke drie of vier uren, van tien tot vijftien droppels vitriool-
stroop
toe, met tien droppels laudanum in een wijnglas water.
Laat, zoolang u medische hulp ontbreekt, den patiënt kleine
teugjos nemen van een mengsel van azijn en koud water, of
van een oplossing van aluin in koud water. Zoo u vitrioolstroop
ontbreekt, geef dan een wijnglas van de oplossing van aVwin,
elke twee uren, of vaker nog — totdat \'t bloeden ophoudt.
(8) Verstandig is \'t, wanneer men door een verdachten hond gebeten is,
\'t dier niet te dooden, doch op te sluiten. Leed \'t dier werkelijk aan dol-
heid, zoo sol \'t binnen weinige dagen onder de gewone verschijnselen sterven.
Men heeft dan zekerheid van \'t ergste. Was daarentegen de hond niet dol,
zoo moei ook dit weldra blijken
en men kan dan volkomen gerust zijn.
\'t Zij dan hoe \'t wil, men bespaart zich de martelende onzekerheid, die
den gebetene moet bijblijven wanneer \'t dier dadelijk wordt van kant gemaakt.
Vert.
-ocr page 19-
15
Voed den lijder met bouillon, kippesoep en roodon wijn met
water. Laat hem vooral zich rustig houden.
ö. Zweren en Puisten. — Neem een dampbad zoodra ge \'t
krijgen kunt. \'s Morgens en \'s avonds een theelepel gewone
gist in een wijnglas thee of water. Besmeer de zweer met
groene zeep, of met gewone zeep en suiker, goed dooreen-
gekneed met \'t lemmer van een mes, en tot een dikke pap
gemaakt, die ge op pluksel tot een pleister strijkt. In \'t
midden van die pleister moet ge een klein gaatje knippen,
zoodat de zweerstof uitbreken kan. Op dat gaatje plakt ge
een ander dun stukje van uw pleister. — Andere uitstekende
geneesheeren geven tegen zweren de voorkeur aan Uqnorpotassae
in kleine dosos van tien, vijftien of twintig droppels in een
wijnglas water, tweemaal daags, en telkens daarna een vier of
vijf grein chinine in een wijnglas water. Ik zelf heb echter
nimmer de hier voorgeschreven behandeling met gist zien
falen. — Tegen echte steenpuisten moet gij geneeskundigen raad
inroepen; — zij zijn verschrikkelijk pijnlijk, en zelfs gevaarlijk.
6.    Kneuzingfin. — Bestoom de plek; of bedek ze met warm
nat flanel; of leg er broodpap op. Is de kneuzing zeer ernstig,
of nabij een gewricht, zet dan bloedzuigers. I? zij nabij de
knie, houd u dan geheel rustig, en tracht niet te loopen. Blijf
bestoomen en pappen totdat de zwelling verminderd en de pijn
verdwenen zal zijn. — Sommigen verkiezen compressen met
goulardrwater (een drachme van \'t onvermengde vocht op zes
oneen water). — Houd in elk geval den patiënt zeer rustig.
7.    Brandwonden. — Bestrijk de gebrande plaats onmiddellijk
met een kalkpleister: zijnde een mengsel van gewone droge
witkalk en olie of water — liefst olie. Leg die pleister voor-
zichtig op, zorg dragende dat gij de brand blaren, zoo die
aanwezig zijn, niet opent. Bedek hierop de plek met een stuk
flanel, en bevoohtig uw kalkpleister nu en dan met wat olie
of water — al naar gij gebezigd heb. Ik heb dit middel,
zelfs in erge gevallen, zien werken als tooverij, en inééns de
pijn doen ophouden. — Hebt ge geen witkalk bij de hand —
neem dan in plaats daarvan meel; of bij gebrek van ook dit,
bedek dan de wond met een lapje met olie, en omwind ze ruim
met watten. — Vernieuw \'t verband sleohts zóó dikwijls, als
noodig is om de wond zuiver te houden; — wasch ze ten slotte
af met een zwakke oplossing van carbulzuur. — De lijder aan
-ocr page 20-
16
brandwonden moet zijn krachten in stand houden door een
stevig dieet. Zoo noodig, mag des avonds een zacht slaapmid-
del worden toegediend. — In geval de gevormde brandblaren
zeer groot zijn, moet gij er met een naald even in prikken, ze
uitknijpen, en vervolgens een kalk- of meelpleister er opleggen.
8.    Wlnterroeten- of handen. — Draag wollen (saaijen), geen
katoenen, koueen of sokken; en trek dikwijls schoone aan.
Wrijf de zeere deelon in met eon smeersel van zeep en jodium-
tinctuur:
zos doelen zeep en twee deelen jodium-tinctuur
iederon avond. Dit is \'t voorschrift van een der uitstekendste
geneesheeren. — Een ander beveelt warme voetbaden aan met
een weinig mostert in \'t wator, vóór men naar bed gaat. — Nog
andore autoriteiten houden \'t bij eonvoudige inwrijvingen met
mostert.
9.    Cholera. — Indien geen geneesheer dadelijk te ontbieden
is, handelt men als volgt:
Geef, om te beginnen, een dosis castor-olie, of tinctuur van
rhubarber;
(4) een wijnglas in een bierglas warm water, met 5
droppels laudanum. Heeft dit openende middel gewerkt —
geef dan van vijftien tot twintig droppels chlurodyne (5) ineen
wijnglas water, elke twee uren; en een grein opium in een
pil tusschen elke dosis chlorodyno. Houd den patiënt zoo warm
als mogelijk in zijn bed; omwind de maagstreek met warm
flanel, en plaats een warme flesch aan de buitenzijde van \'t
flanel op \'t hol van de maag.
Dreigt de lijder te bezwijken door uitputting, dien hem
dan een wijnglas cognac toe, met twintig droppels peperment-
olie
en wat gestampte roode peper-korrels (capsicum).
NB. Zoodra de patiënt de castor-olie of rhubarber-tinctuur
heeft doorgeslikt, moot go hom oen versch citroen-schilletje
tusschen de tanden laten klemmen, teneinde den walge-
lijken smaak weg te nemen, en te voorkomen dat hij
\'t middel woder uitbraakt. Is de lijder ineengezakt, geef hem
(4)     Tinctuur van Rhubarber kond \'m onze apotheken niet voor. Zij,
die geen castor-olie kunnen innemen, bedienen zich dus van de rhubarber in
den bij ons gebruikelijken vorm.
                                                     Vert.
(5)    Chlorodyne is een zoogenaamd geheim-middel, in de geiconc apo-
theken niet verkrijgbaar. Hel komt in werking, en vermoedelijk ook in
zamenstelling, overeen met
chloral-hydraat.
                                   Vert.
-ocr page 21-
17
dan geen medicijnen of\' opwekkende middelen; maar bedek
hem met dekens, en wrijf hem \'t lichaam met poeder van
gemberwortel. Hij mag dan kond water drinken zooveel hij wil.
Daar de behandeling van cholera nog geen uitgemaakte
zaak ia bij de faculteit, en daar de ziekte gemeenlijk met
gewone diarrhoea begint, zoo kan \'t niet genoeg op \'t hart
gedrukt worden van ieder die zioh bevindt binnen \'t bereik
der besmetting, dat hij zonder talmen werk mak o van
alle losheid in de ingewanden, \'t voorafgaand versohijn-
sel. Daartegen volge men de geneeswijze, aangegeven onder
No. 15.
10. Verkoudheid. — Een van de volgende middelen zal u
naar alle waarschijnlijkheid helpen.
Doe van twintig tot dertig, of zelfs tot vijf-en-dortig__
naar gelang van gestel en leeftijd — droppels laudanum in een
bierglas koud water. Ge kunt daarbij voegen een paar drop-
pels pepennent-olie, of een half glas sherry, tegen den leelijken
smaak; de werking van de laudanum blijft dezelfde. Drink dit
bij teugjes gedurende een uur of anderhalf uur vóór ge u te
slapen legt — juist zooals ge uw grogje zoudt drinken. Ga
dien avond niet uit — doch vroeg naar bed. Ge hebt dan alle
kans van \'s morgens beter te zijn.
Zoo ge bang zijt voor laudanum — ofschoon daarvoor geen
reden bestaat — volg dan een ander recept. Neem, vóór ge
in bed stapt, een warm voetbad, en zorg dat uw bed goed
warm zij. Zoodra ge onder de dekens ligt, slikt ge een Dovers-
poeder,
of een theelepeltje spiritus nitri dulcis in een kop warme
melk. Zoo ge \'t u dan niet aan dekking laat ontbreken, zult ge
hevig gaan zweeten — en vermoedelijk den volgenden oohtend
genezen zijn.
Baat dit alles u niet, probeer dan een Turksch bad.
N.B. \'t Eerstgenoemde middel is van dr. Tübner. Het andere
beveelt zich aan door ieders ondervinding. Een derde middel,
aconiet, in tinctuur of pillen, werkt dikwijls voortreffelijk. Geen
geneesheer zou \'t eohter voorschrijven; en daarom verzwijgen
we hier de dosis.
11. Likdoorns. — In de eerste plaats, wacht u voor knel-
lende schoenen. Wasch uw likdoorns met warm water en groene
zeep, en wrijf ze met een ruwen handdoek. Is er een zeer
pijnlijk, leg er dan \'s nachts een papje op, en over dag een
2
-ocr page 22-
18
linnen lapje met reuzel — of, beter nog, met glycerine. Altijd
zult ge zóó verlichting vinden. Natuurlijk kunnen likdoorns
veilig met een pennemes worden afgesneden, mits men zor ge
niet te diep te gaan, daar dit noodlottige gevolgen zou kunnen
hebben. De beste methode is, \'t kopje of oogje af te schilferen
met den nagel van den duim.
13.    Hoest, — \'t Is moeilijk daartegen een middel voor te
schrijven, wijl de oorzaken zoo verschillend zijn. Tegen ge-
wonen hoest baat u een mostertpap op de borst, een vijf
droppels chlorodyne, of wel een eetlepel glycerine in een wijnglas
water, of een stukje zoethout in den mond. Tegen een m a a g-
hoest (indien ge \'t verschil weet), neemt ge een dosis poeder
uan Gregory
(6). Is uw hoesteen teringachtige, zoo kunt ge
een borst-bosohermer dragen, en een respirator, en limonade
drinken — en \'t beste er van hopen. Maar vermoedt ge een
echte tering — ga dan naar Australië of Nieuw-Zeeland — en
blijf daar.
18. Kramp. — Geef den patiënt dadelijk een warm bad.
Maak zijn handen van elkander los, zoo die samengetrokken
zijn. Laat hem een sterken reuk opsnuiven; geef hem een
glas cognac met water; en leg hem in een warm bad. — Is
de kramp slechts plaatselijk, zoo moet ge \'t pijnlijke deel goed
wrijven, en den lijder de spieren laten uitstrekken.
14.    Sneden en non den. — A. Indien de wond recht gesneden
is, niet gekarteld of ingescheurd, breng dan, na de bloeding
in koud water gestelpt te hebben, de lippen der wond nauw-
keurig tegen elkander, en houd ze bijeen door middel van
strookjes kleefpleister, die met kleine tusschenruimten er over
geplakt worden. Ook kan men, indien men weet hoe \'t behoort
gedaan te doen, de lippen der wond met een fijne naald en
dunnen draad aan elkander hechten. Leg een wiekje pluk-
jes op den mond der wonde; en, zoo er veel bloeding plaats
heeft, doop dan vooraf \'t wiekje in een verzadigde oplossing
van galnoten-zuur (twee of drie scrupels op acht oneen water). —
B. Indien de wond zeer gekarteld en ingescheurd is, zoo kan
\'t sluiten met hechtpleister niet dienen. Leg er dan een papje
(6) Mede een Enaelich middel, in onse apotheken niet betend.
Vert.
-ocr page 23-
19
van brood en water op; of anders pluksel, doortrokken met
koud water, of met een slappe oplossing van carbolmi\'W. Pap-
pen zal ontsteking voorkomen. Is daarvoor geen gevaar meer,
dan wordt de wond door koude, of beter misschien door
warme, natte omzwachteling geheeld.
In geval de bloeding niet erg is — (N. B. Het bloed uit
een slagader is helder rood; dat uit een ader is donker en pur-
perkleurig), — handel dan, in afwaohting van geneeskundige
hulp, als volgt:
Zoo er slechts een ader gewond is — hetgeen ge weet door
de kleur van \'t bloed, en door\'t onafgebroken uitgudsen—, leg
dan een dubbelgevouwen wiekje pluksel op de wond, door-
trokken met de meergenoemde oplossing van galnot&ii-zvAi/r.
Zoo er een slagader gewond is, — en dit weet ge ook
door de kleur van \'t bloed, en doordien \'t met horten uit-
stroomt —, bindt dan een zwachtel of zakdoek stijf boven de
wond, d. w. z. tusschen de wond-en \'t lichaam, indien ze aan
een arm of been ia. Maak den band handig vast, zonder
\'t lid te kneuzen, door middel van wat men noemt een
»sohroefzwachtel." Dit is aldus: — Na den zwachtel stijf om
\'t lid te hebben gebonden, steekt ge een glad, rond, sterk
stokje (een dunne wandelstok, of zelfs een sterken pennehouder)
tusschen den band en de huid, en draait dat stokje nu hef-
boomsgewijze rond, totdat de band stijf\' genoeg is aange-
schroofd om de bloedvloeiing te beletten. Natuurlijk kan in-
middels een helper met zijn vinger sterk boven de wond
drukken, trachtende de slagader dicht te houden. Vervolgens
legt ge een matrasje van pluksel op de wond, dat ge met een
windsel of met hechtpleisters er stevig op bevestigt. Dit
matrasje moet ongeveer een vinger dik zijn, en samengesteld
uit verschillende laagjes pluksel, waarvan \'t smalste op de
wond ligt, en de hoogerliggende telkens breeder worden, tot-
dat de behoorlijke dikte verkregen is. Alvorens \'t matrasje
op te leggen, moet ge zorgvuldig \'t bloed uit de wond vegen.
Zoo de wond aan \'t been is, moet de patiënt dadelijk gaan
liggen. Koel, met ijs of water, het vleesoh rondom de wond
zooveel mogelijk af. Is eenmaal \'t bloeden gestelpt, dan zul-
len koud-water-compressen (van pluksel) en volstrekte rust
\'t overige wel doen.
Volstrekte rust is tot genezing van alle wonden en
2*
-ocr page 24-
20
kueuzingen in acht te nemen; vooral, wanneer deze aan den
romp of nabij een der groote gewrichten ziel; bevinden.
15.    Diarrhoes. — Tracht niet dadelijk te sic ppen; doch geet
eerst een kleine dosis castor-olie of tinctuur van rhvbarber, en wacht
\'totdat deze zal gewerkt hebben. Is er veel pijn, zoo moogt
ge een droppel of vijf laudanum in de dosis mengen. Laat de
patiënt zoo stil mogelijk blijven liggen, liefst op den rug.
Duurt de diarrhoea nog voort, nadat \'t bovengenoomde
middel gewerkt heeft, dien dan, naar gelang van leeftijd en
kraoht, vijf, tien, of vijftien droppels chlorodync in een wijn-
glas water toe, elke twee uren. Helpt dit niet, geef dan om
de twee uren een pil van een half grein opium, of vijftien tot
twintig droppels laudanum in een wijnglas water, waarbij een
weinig peperment-olie of gestampte gember. Voed den patiënt
mot droog geroosterd brood, thee zonder melk, rijst en arrow-
root: geen vleesch en groenten. Vooral rust en oen warm bed.
Zoo go op de boen wilt blijypn, zou \'t u slecht kunnon bekomen.
16.    Ontwrichting van den schouder. — Leg den patiënt plat
op zijn rug op een laag bed. Ga naast hem zitten, met \'t aan-
gezicht naar hom toe. Zet uw hiol in zijn oksel; grijp den
arm stevig bij den elleboog, en trok nu geregeld aan, zonder
rukken, in de richting naar uzelf en schuins over \'t lichaam
van den patiënt, (lp die wijze vormt gij oen hefboom van de
eerste soort, van welke uw hiel \'t steunpunt is.
17.    Ontwrichting van den elleboog. — Laat de patiënt in
een stoel gaan zitten. Zet uw gebogen knie in \'t holle
van zijn elleboog; grijp den voorarm met beide handen, en
trek naar u toe.
In beide gevallen zal oen plotselinge en eigenaardige
schok den operateur \'t bowijs leveren dat \'t gewricht weder
in zijn behoorlijke positie is geraakt.
18.    Drenkelingen. — Ontkleed don patiënt dadelijk, en veeg
hem goed droog ai\', mond en neusgaten zorgvuldig reinigend.
Dek hem dan toe met warme dekens, en leg hem een korten
tijd op den buik, met een zijner armen onder \'t voorhoofd,
teneindo de lozing van water te vergemakkelijken. Wrijf hem
nu mot warme flanellen lappen; leg warme kruiken onder zijn
oksels, aan do kuiten en aan de voetzolen; kittel zijn neus-
gaten met een penneveer, oin de ademhaling op to wekken,
waartoe ook snuif, haftshoorn en vliegende geest kunnen
-ocr page 25-
21
dienen. Houd niot op \'t lichaam te wrijven, dan na minstens
vier uren. Indien, ondanks al uw pogingen, de ademhaling
uitblijft, doe dan naar dr. Silvbstkr\'s voorschrift: »Ua achter
\'t hoofd van den drenkeling staan; neem zijn beide armen, en
hef ze ferm op boven \'t hoofd, zoodat do spieren gespannen
worden en de ribben uiteenwijken. Druk dan do ellebogen
van den patiënt hem tegen de zijde, zoodat de lucht in en uit
de borstkas stroomt, on \'t natuurlijk procrtdó der ademhaling
als ware \'t nagebootst wordt. Houd deze manoeuvre een
kwartier of twintig minuton vol." — Inmiddels kunt ge altijd
voortgaan met wrijven met warmo hauddooken. Gooi nu en
dan een glas koud water in des dronkelings aangezicht on op
zijn borst, maar veeg do plaats onmiddelijk weor droog.
19. Dysenterie. — Dit is eone kwaal waarmeo niot te spotten
valt, en waarbij goede geneeskundige hulp onwaardeerbaar is.
Faute de mieux — houd allereerst den patiënt kalm en warm
in bed, en geef\' hem een zacht purgatief: een theelepel rastor-
oUe,
of een half wijnglas tinctuur van rhubarhcr in een half bierglas
warm water. Den afgang bij dysenterie dadelijk te stoppen, is
volstrekt onraadzaam; — immers, do »sfcof" moet er uit; —
waarom haar in do ingewanden opgepropt? — Zoodra \'t purgatief
gewerkt hoeft, g.sefbgeeen pijnstillend middel: vijftien of twintig
droppels lawloinum in een wijnglas water, iedor uur. Volstrekte
rust, warmte, en \'t gobruik van een steekpan — liever dan van
een gewonon nachtstoel — zijn vereisohten. Voed den patiënt
met een kostie dat ge op de volgondo wijze bereidt: — Vul een
aarden pot met bloem van meel, stijf samengedrukt; span daar-
over een atuk blaas; zet don pot in water, of in een oven, en laat
koken of bakken, totdat \'t meel goed hard is. Van dit baksel,
wanneer \'t koud geworden is, snijdt ge een stukje af ter grootte
van een pink, stampt dit, maakt er mot warm water een pap
van, dio go kruidt met wat kaneel, gember of peperment, en
waarvan ge don lijder laat eten zoovool hij lust. Dit voedsel
is zacht en versterkend, en draagt zeer veel bij om den ge vreesden
loop to stuiten. (Ik zelf heb \'t dikwijls met uitstokend gevolg
gebruikt). Koude sterke thee mag de lijder drinken, liefst
zonder suiker on melk. Versche melk is ook goed voor hem.
Ueon scheopsbosohuit, doch zacht brood; geen vruchten, geen
groenten — vooral geen bior of spiritualiën. — Op zee, waar
geen geneeskundige hulp te krijgen was, heeft men in hevige
-ocr page 26-
22
gevallen het volgend voorschrift op volwassenen voortreffelijk
zien werken:—Vijftien droppels terpentijn, een half <mce rastor-oUe,
vijftien droppels laudanum en een half once beste olijf-olie. Dit
des avonds to nemen. Bij zoogenaamde «vliegende dysenterie"
bovelen sommige aderlaten aan. Doeh de besto autoriteiten
achten dit niet slechts nutteloos, maar bepaald nadoelig.
20. OorpJJn. — Begin met \'t opleggen van een warme brood-
pap. Zoo er stof uit \'t oor vlooit, wasch die weg, en houd \'t
zindelijk, \'t Ingieten van een paar droppels warme zoete olie
is niet af te raden; maar volg niet \'t algemeen gebruik, van uw
oor voortdurend op te stoppen met watten; slechts wanneer
gij buitenshuis en door de koude moet, is een klein watje
dienstig. In plaats van pap kan dikwijls een gekookte of ge-
bakken ui, of een geroosterde aardappel, baat verschaffen.
Slik een klein dosis pnrgatief.
81. llcztrjjiiiing. — Zet don patiënt onmiddellijk in een stoel;
houd hem zittende, en buig zijn hoofd voorover benedenwaarts,
tot dat \'t ongeveer op gelijke hoogte is mot \'t onderste van de
maag. \'t Gevoel van bezwijming zal dan dadelijk wijken.
NB. Ik heb deze methodo nimmer zien falon. Vele uitste-
kende geneeskundigen verkiezen echter den patiënt plat op den
grond of op oen tafel te leggen, met \'t hoofd even laag als, zelfs
iets lager dan, \'t lichaam en de voeten.
22. Toevallen. — Krijgt iemand een toeval, terwijl ge er bij
üijt, houd hom dan oogenblikkelijk vliegende» geest onder den
neus; misschien weert go zóó nog \'t toeval af. Is \'t echter te
laat daarvoor, maak dan dadelijk de kleederen om hals, borst
en lendenen los. Laat zooveel mogelijk verscho lucht toe; trek
de schoenon uit, en baad het voorhoofd mot koud water. Zet
ook een stukje zacht hout of kurk tusschen de tanden, opdat
de patiënt zich niet in de tong bijto. Log dan een sterke
mosfcortpap in don nek, en steek de voeten in warm water.
Zoodra de aanval voorbij is, moet de pationt naar bed, en
zes, acht of tien uren slapen. Bij zijn stuiptrekkingen moet go
niet trachten zijn leden stijf vast te houden, daar ge zoodoende
oorzaak zoudt zijn dat hij zichzelf kneusde. Houd de trekkingen
in toom — doch bedwing zo niet met kracht, \'t Dieet van den
toevallijder moet licht en eenvoudig zijn: bouillon, rijst, melk,
kippesoep, brood enz. Hij overlado nimmer zijn maag, of bega
eenige buitensporigheid. Hij leve matig en kuisen, onthoude
-ocr page 27-
23
zich van sterke dranken, en vermijde gevaarlijke plaatsen, van
waar hij zon kunnen neervallen. Verandering van lucht en om-
geving, bezigheid, een zeereis en, zoo de patiënt \'t verdragen
kan, des morgens een stortbad, — ziedaar de beste middelen
tot geheele genezing.
23. Beenbreuken. Be kenteekenen zijn deze: do patiënt kan
\'t lid niet gebruiken; \'t lid zelf is eenigzins verwrongen en
korter; en zoo men de beide uiteinden van \'t gebroken been stevig
aanvat en even beweegt, dan voelt men een eigenaardig krassen.
In afwachting van geneeskundige hulp, moet do patiënt op
een hard bed gelegd worden, \'t gebroken lid zoo gemakkelijk
mogelijk uitgestrekt. Een gebroken been rust \'t best op den
rand van \'t bed, met half gebogen knie. Een gebroken arm
heeft liefst een kussen, met half gebogen elleboog.
Wat nu eohter te doen, wanneer geen geneeskundige hulp
verkrijgbaar is?
Bij een gebroken dijbeen. — Leg den patiënt vlak op
zijn rug op een hard bed, en bind een gewioht (van twee tot
drie kilo bij een volwassene) aan den voet van \'t gebroken lid.
Bit gewicht moot over den rand van \'t bed hangen. Geef steun
aan de dij, door aan weerszijden een zak met zand er tegen
te leggen, en bind met een zwaohtel die zakken aan \'t deel
vast. Be zakken moeten even lang zijn als de dij, en zoo dik
als de kuit van \'t been.
Bij een gebroken been. — Neem een kleine deken, en
vouw die op tot ongeveer twee voet lengte en een halven
voet breedte. Leg \'t gebroken lid daarop. Trek nu gestadig
aan het been, totdat \'t even lang is als \'t andere. Bind dan
de deken stijf rondom \'t been — met twee banden: een aan
den enkel en een aan de knie.
Bijeengebrokenarm. — Verschaf\' u eenige dunne plank-
jes (b. v. de zijden en deksel van een sigarenkistje), ieder twee
of drie duim breed, en zoo lang als \'t gebroken been. Omwind
ze met katoen of saai, en bind ze stijf rondom den arm — na
vooraf de uiteinden van \'t gebroken been zoo goed mogelijk
in de positie te hebben getrokken. — Bij een breuk van den
voorarm, zijn twee spalken, een van achter en een van voren,
voldoende. Bij een breuk van den bovenarm, moeten vier
spalken worden aangebonden. Sleohts de hand, niet de ge-
heele arm, moet in een draagband worden gehouden; \'t gewioht
-ocr page 28-
24
van den elleboog trekt dan \'t gebroken been naar omlaag, en
houd \'t in de gewenschte positie. De spalken moeten vier
wekon aan den arm, zes weken aan \'t been gelaten worden.
Bij gebroken ribben. — Omzwachtel de borstkas stevig
met een laken, dat daarna door dichtnaaien bevestigd wordt.
•24. Bevrozen ledematen. — Zorg vooral dat gij den patiënt niet
bij een vuur of in een warme kamer brengt; versterving van
\'t bevrozen lid zou daarvan \'t gevolg kunnen zijn. Wrijf \'t lid
met sneeuw, in een koude kamer, en wasoh \'t met ijskoud
water. De bloedsomloop moet zachtkens hersteld worden.
Dien een glas brandewijn met koud water toe.
25.    Besmettelijke ziekten. — Met de behandeling hebben
we ons niet bezig té houden. Maar van belang voor ons zijn
de voorbehoedmaatregelen waardoor we, indien ze heerschen,
ons kannen trachten te beveiligen.
Wees dan vooral zindelijk op uw lijf. Wasch uw geheele
lichaam minstens éénmaal daags: liefst met koud water des
morgens, met lauw water des avonds, fin in de tweede plaats,
zorg voor luchtverversching in uw slaapvertrek. Zoo ge geen
ventilator in uw venster hebt, laat dan uw raam van boven met
een har open, of, indien \'t zeer stil weer is, van onder en van
boven beide. Laat verder iederen avond in uw slaapkamer een
klein vuur branden, \'t Boren van eenige kleine openingen onder
in de deur van uw vertrek is dienstig tot \'t inlaten van versohe
lucht; — maar de bedorven lucht kan slechts terdege worden
verwijderd door een behoorlijk gemaakten ventilator.
Vermoed gij besmetting, ga dan onmiddellijk naar bed —
in een goed verwarmde doch vooral niet benauwde kamer.
Versche lucht boven alles gezocht. Een kleine dosis castorolie,
of een Dovers-poeder, kan nimmer schaden. Uw dieet zij licht.
Zoo gij des morgens niet beter zijt, zend dan om den
doctor.
26.    Bhenmatisehe lendenuijii. — Wrijf nksch met een Turk-
Bchen handdoek, of, zoo ge \'t verdragen kunt, met een huid-
borstel. Leg op de pijnlijke plaats flanel met een mostertpapje,
en draag een flanellen gordel; rood flanel is \'t best. Ook een
mostert-pleister kan dienen, besprenkeld met een paar drop-
pels terpentijn-olie. Een Turksch bad en \'t veroorzaken van
zweeten in \'t algemeen, zal u baten.
27.    Mazelen. Begin, met de ziekte, zoo zij heersohende is,
-ocr page 29-
25
niet te lokken. Vermijd daartoe \'t vatten van koude en den
invloed van nattigheid; ook \'t overladen van de maag met
zoete of vette spijzen.
De kentoekenen zijn: Tranende oogen, heeschheid, gewei-
dig niezen. Op den derden of vierden dag verschijnt een
uitslag, alsof de patiënt zijn gelaat met frambozen-gap be-
sprenkeld had.
De behandeling is deze: Leg den lijder te bed en houd
hem warm. Waak tegen tocht, maar ook tegen benauwdheid
in zijn kamer. Wasch handen en aangezicht met warm water;
houd de oogen zindelijk, en verzacht \'t hoesten door opleg-
ging van een zemel-papje of iets dergelijks, totdat de doctor
komt.
28. Aambeien. — Wacht u voor v ette soep en zwaren wijn.
Liefst in \'t geheel geen wijn en spiritualiën; maar, zoo ge \'t
niet laten kunt, dan een weinig goeden rijpen Bordeaux. Bij ge-
brek aan geneeskundige hulp neemt ge een theelepel zwavelmelk
in een wijnglas water, eens of tweemalen daags. Neem om den
anderen avond een blauwe pil, gevolgd door een weinig cattor-olie
des morgens.
2». Vergiftiging. — Zend onmiddelijk om een doctor. Dien
in afwachting warm water toe met veel mostert er in, of
anders ipecacuanha-wijn; en kittel de keel inwendig met oen
penneveer. Wil \'t braken niet komen, of is \'t te laat dan dat
het baten zou, zoo doet ge misschien \'t best door een sterke
dosis castor-olie of eenig ander krachtig purgatief in te geven.
Natuurlijk behoort ge \'t gebruikte vergif te kennen, en \'t daar-
tegen dienstige tegengif. Uitvoerige aanwijzingen dienaan-
gnando zoeke men elders. Wij kunnen slechts een paar ge-
vallen noemen:
Bij vergiftiging door laudanum: — Geef sterke koffie, en houd
de patiënt in beweging, door hem tusschen twee personen te
laten op en neer wandelen. Knijp hem in \'t vleesch; sla hem
op de zolen van de voeten; doe, in één woord, alles om hem
uit den slaap te houden.
Bij vergiftiging door metalen of metaal-verbindingen: — Geef
dadelijk \'t wit van drie of vier eijeren; — eerst daarna \'t braak-
middel. Vooral bij sublima at- vergiftiging is eiwit dienstig. Hebt
ge \'t niet voorhanden, neem dan melk, olie, of meel en water.
80. OpstoppUg Tan de urlnu. — Laat den patiënt in een warm
!                              i^ f* i
o. r
WIJCH t^NJ!*.
-ocr page 30-
26
bad, totdat hij zich verzwakt begint te geTOelen. Geef\' hem van
40 tot 60 droppels laudanum in een weinig water.
31. Rheumatiek. — Ook hierbij dient \'t eerst gelet op voor-
behoedmaatrogolen. Zoo dan, indien uw kleeren nat zijn,
trek zoo spoedig mogelijk droge aan; blijf or niet in zitten,
en laat ze in geen geval aan uw lijf drogen. Dezen raad volgn
ook de zeeman op: zoo hij niet altijd dadelijk van onderkleerou
kan verwisselen, laat hem tenminste een droog flanellen hemd
over de haid aantrekken. Nog eon wenk voor den matroos:
Hij beware \'s avonds een brokje boschuit on een slokjo koffie,
opdat hij niet nuchter aan het dekwasschen behoeve te gaan.
Wil hij dekwasschen met bloote voeten, zoo legt hij een
zekeren grondslag tot rheumatiek; hij zorge dus immer voor
goed geoliede dichte zeolaarzen. \'t Beste voorbehoedmiddel
is, telkens, vóór \'t naar bed gaan, uw lichaam af te wrijven
met een drogen, ruwen handdoek, en in een droog flanellen
hemd te slapen.
Voelt ge reods vormaningen van de kwaal, maak dan
druk gebruik van oen huidborstel, of van een ruwen Turkschen
handdoek, tot \'t wrijven van de pijnlijke plekken. Baadzaam
zijn ook herhaalde wassehingen met koud water, en daarna
goed droog afwrijven. Draag flanel op uw huid; en slaap in
geen geval in hetzelfde flanellen hemd dat ge over dag ge-
dragen hebt.
En nu de behandeling. — Consulteer onder de geneesheeren
liefst eenen, die de kwaal tot zijn specialiteit heeft gemaakt.
Zoo echter geen doctor te krjgen is, dan zullen de volgende
middelen de pijn althans vorzachten:
Wrijf, en wrijf nogmaals, zooveel ge kunt. Laat zeep- of
mostert-pleisters op flanel zoo lang mogelijk op de pijnlijke
plaats liggen. Helpt dit niet, wrijf u dan met een mengsel
van chloroform en laudanum, en appliceer flanellen lappen,
met dat mengsel doortrokken. Zoo ge niets beters bij do hand
hebt, dan een pleister van 8i>aansche vliegen, waar de pijn
zeer erg is. Verlichting vindt ge ook bij wrijving met chloroform,
waarin een gelijk gewicht kampher is opgelost.
Tegen den hevigsten vorm van rheumatiek, de rheuraa-
tisohe koorts, mag slechts een bevoegd geneesheer voor-
schrijven— daar anders \'t hart zou kunnen aangetast worden —
en dan......!—Ik voor mij heb wonderen zien verrichten door
-ocr page 31-
27
den huid-borstel. Ook ondervond ik zeer goede resultaten van
een natten omslag om arm of been, met flanel en gutta-percha
daarover, teneinde de warmte on \'t vocht op te sluiten.
Ken welbekend Londensch doctor, die van rheumatiek zijn
speciale studie heeft gemaakt, beveelt do volgende behandeling
aan (door welke ik een kwaadaardig geval volkomen heb ge-
nezen gezien): ■—Draag oen nauwsluitende onderbroek on onder-
vest van gesponnen zijde; óén zulk een pak moet go voor den
dag, en oen ander voor den nacht houdon. Neom, dadelijk op
de nuchtere maag, een theelepel ijember-stroop in een kop
warme thee.
82. Zeeziekte. We beoogen hier geen genezing, doch \'t
voorkomen van de kwaal.
Neem, den avond vóór ge in zee steekt, een paar zacht
purgeerende pillen. Herhaal de dosis, zoodra het schip in \'t
ruime sop komt; en ga dan op uw rug liggen. Laat u niet
verleiden door de huismiddoltjes van don hofmeester; schuw
vooral spiritualiën. Wanneer nu uw puigatief zal gewerkt
hebben, dan zal alle gevoel van zeeziokte verdwijnen. Wordt
de zee ruwer —■ herhaal dan de kuur. Houd, terwijl gij op den
rug ligt, de oogen gesloten, en zorg dat uw kooi of, veel
beter nog, uw hangmat, zoo dicht mogelijk nabij het midden-
punt van \'t vaartuig zij. In oen goed ingerichte hangmat —
d. w. z., met eon zwaren kogel er aanhangend, en voorzien
van gordijnen, die u beletten de beweging van alles rondom
u te zien —, zijt ge zelfs bij do ruwste zee tegen zeeziekte
veilig (7).
(7) Hier wordt, onzes inziens, een belangrijke wenk achterwege gelaten.
Wat vooral de zeeziekte opwekt, is de benauwdheid, gevoegd bij den eigen\'
aardigen reuk of stank, die in schier elke scheepskajuit min of meer
heersenen. In de meeste kajuiten, salons en kutten ontbreekt \'t teneenen-
male aan geschikte toestellen tol ventilatie. Waren die aanwezig, menig
passagier sou gespaard blijven van de neiging tot braken, die thans de
scheepsluchl, dikwijls meer nog dan de beweging van \'t schip, in hem
veroorzaakt. Onze raad is deze:
Blijf, wanneer ge in \'t ruime sop steekt,
zoo lang mogelijk op \'t dek, in den frisschen zeewind. Laai uw lichaam
balanceeren tégen de schommelingen van \'t vaartuig in, en houd daarbij
den blik gevestigd op den rand des horizons. Eet droog brood, en koud
mager vleesch; en dtink daarbij een glas rooden wijn. Overigens
ga aan
boord met de stellige overtuiging dal ge niet zeeziek zult zijn, en met
den vasten wil om \'t niet te worden. Gelukt \'t u, de eerste trekkingen
van de maag te bedwingen, zoo hebt ge kans, wanneer de zee
u niet al te
woest aanpakt, verder geen last te ondervinden.
                       Vekt.
-ocr page 32-
28
Heeft langdurige zeeziekte u uitgeput, zoo zal uw maag
\'t beat warme arrowroot-pap, met eeD scheutje cognao er ia,
verdragen.
83. Keelpijn. Komt . o plotseling on hevig op, zend dan
veiligheidshalve dadelijk om oen doctor. Ontbreekt u geneos-
kundigo hulp, en schijnt \'t geval erg, wikkel dan den patiënt
in dekens, of ia een schaapsvacht, met do wol op du huid.
Geef hem een kop warme molk, met oen theolopol spiritus
nitri dulcis
er in. Bind hem om don hals een met koud wator
doortrokken (on goed uitgewrongon) das of handdoek, zorg
dragende dat geen vocht over do borst loopo. Dien natten
doek bedekt ge aan den buitenkant met gutta percha, ge-
waste taf, of flanel, opdat de warmte eu \'t vocht niet ontsnap-
pen. Tracht voorts door warm toedekken den patiënt aan \'t
zweeten te krijgen. Gevoelt hij zich koortsig, met jagende
pols en beslagen tong, dan kunt go nimmer kwaad doorhem,
instede van de spiritus nitri duleis, een Dovers-poeder te geven.
Den volgendon morgen een dosis castor-olie, of een purgeereudo
pil.
Keelpijn wordt tijdelijk verzacht door een kruidnagel in den
mond te houden. De omzwaohteling met koud water is veel
boter dan die met eon mosterdpap.
Tegen lichte keelpijn is dikwijls eon uitwendige inwrijving
van de keel mot hertshoorn en olie voldoende.
31. Verst ui king. — Is ze aan uw voet of uw knie, loop dan
niet. Is ze aan uw hand of uw arm, gebruik die dan niet.
Houd u dus kalm. Omwind \'t verstuikte lid met eon kouden
natten doek — ook weer met gutta percha, of gewaste taf, of
flanel er over. Indien ge u nu zeer bedaard, en den doek voort-
durend nat houdt, en te bod gaat liggen — dan zult go vormoe-
delijk den volgenden ochtend genezen zijn. — Een mongsel van
tinctuur van Arnica in wator (niet te sterk) kan met goed gevolg
bij \'t verband in plaats van enkel water gebruikt worden.
Eenige geneesheeren raden eon andere behandeling aan: —
\'t Verstuikte deel goed to baden mot warm water, on daarna
een warm-water-verband met gutta percha of flanel, of een
lijnzaad-pap.
Een verstuikto voet en knie mogen niet naar beneden hangen.
Een verstuikte elleboog en hand moeten in een draagband rusten.
85. Stotteren. — Behandel den patiënt onder vier oogen,
-ocr page 33-
29
opdat de aanwezigheid van andoren hem niet zenuwachtig make.
Verzoek hem bedaard u na te spreken. Dan laat ge hem een
gemakkelijken volzin zeggen— en wel, lettergreep na let-
tergreep, langzaam, terwijl ge bij elke lettergreep met den
vinger op de tafel klopt. Herhaal dio oefening, en laat hem
tegelijk met u bij elke lettergreep op de tafel slaan — totdat
hij zonder moeielijkheid articuleert. Zóó zal hij binnen weinige
dagen vloeiend hebben leeren spreken. Hij moet dan echter
ook zich oefenen wanneer hij alleen is, door hardop te lezen en
te spreken, en daarbij, zoo lang als noodig, de klop-methode
te blijven toepassen.
86. Steek van een bfl, wesp, of horsel. — Trek met uw vingers,
of met een fijn tangetje, den angel of \'t gedeelte van den angel
uit, zoo dit in \'t vleeseh mocht zijn blijven steken. Knijp of
zuig dan de wond uit (dit laatste geschiedt geheel straffeloos),
om \'t nog aanwezige gif te verwijderen. Wasch nu de wond
met warm water, en wrijf ze in met wat zoete olie; — dit zal
gewoonlijk de pijn verzachten. Des nachts kunt ge een papje
opleggen, indien de pijn nog niet geweken is, of de wond
gezwollen blijft. Een papje met ipecaeuanha-poed-er heeft de
voorkeur. (8)
37. Zonnesteek. — Waak er tegen, wanneer ge in een warm
land zijt — vooral wanneer ge onder do stralen der zon moet
loopen, rijdon of worken —, door uw hoofd en nek te bedek-
ken met een dikken vilten hoed, waarover oen wit overtrek-
sel, en van achteren oen witte lap, die over den nek afhangt.
Doelmatig is een zoogenaamde helmhood. Draag flanel op uw
huid. Drink geon sterken drank zoolang de zon schijnt; —
slechts thee, limonade of rooden wijn mot water.
Is iemand gotroü\'en, maakt hem dan zijn kleeren los, en
gooi hem zonder pliohtplogingen een emmer goed koud water
over hoofd, nek on borst. Zet hem daarna in een stoel,
hang een laken om zijn nok eu over zijn schouders, en giet
een fiksohen stroom koud wator, van een hoogte van twee of
(8) Aanwending van ammonia liquida veronzijdigt dadelijk de werking
van \'t gif. Ditzelfde middel, door inspuiting in \'t bloei gebracht, bewees
in den laatsten tijd, in handen van Britsch-Indische geneesheeren
, nilste*
kende diensten tegen de meeste doodelijke slangenbeien. De operatie der
inspuiting moet echter met zaakkennis en voorzichtigheid geschieden.
Vert.
-ocr page 34-
30
drie voet, op zijn hoofd. Goed is \'t ook, den patiënt te om-
winden met een koud nat laken, hem met een waaier te ver-
koelen, on hem overvloed van koude, sterke thee te laten
drinken. Wind oen natten handdoek (liefst met ijswater) om
zijn hoofd, en houd hem in een koele plaats. — Indien de
lijder begint te ijlen, bevelen sommige geneosheeren aderlaten
aan. Andere, en daaronder de beste medische autoriteiten in
Indië, zeggen nadrukkelijk: geen aderlaten na zonnesteek;
maar vertrouw op de koudwater-kuur. \'t Aderlaten moet na-
tuurlijk door een docter geschieden. Zijt ge echter gonood-
zaakt \'t zelf te doen, raak dan don arm niet aan — doch bind
een zwachtel stijf juist bovon den voet, en zoodra de aderen
van den voet gezwollen zijn, kunt ge er mot betrekkelijke
veiligheid een openen, \'t Wondje, zoo er blood gonoeg is af-
getapt, heelt ge met wat pluksel of oen pleister. — \'t Géheele
recept tegen zonnesteek laat zich aldus zamenvatten: — IJs en
koud water uitwendig; Champagne en koude thee inwendig (9).
88. kiespijn. Koud staal — uittrekken — is in de meeste
gevallen \'t eenige afdoende middol. Om echter de pijn te ver-
zachten, neem\' ge een vrij sterk purgatief in; — zoodra dit
gewerkt zal hebben, zult ge vermoedelijk een paar weken vrij
blijven. Leg ook een klein mostert-papje uitwendig, juist op
de plaats waar de pijn \'t ergst is; en wrijf uw tandvleesch
met een mengsel van chloroform en laudanum. Is de kies hol
en zeer pijnlijk, steok er dan een watje in, doortrokken met i
gezegd mengsel. Een klein watjo, gedoopt in een oplossing
(in wijngeest) van schellak of mastiek, levert een vrij goed
tijdelijk stopmiddel voor een holle kies. Laat u niet beetnemen
door de dure en nuttelooze kwakzalverijen, die in de dagbla-
den door de verkoopers — maar ook door hen allöön — zoo
hemelhoog worden aangeprezen. Voor een stuiver koopt ge
veel krachtiger geneesmiddel, dan u hier, met een roukje en
een kleurtje, voor oon gulden geboden wordt. Creosoot, b. v.,
op een watje in \'t holle van de kies gebracht, is een voor-
treffelijk huismiddel. Doch laat een ander \'t u in de kies
steken — of ge zult uw tong en tandvleesch beschadigen.
(9) Ooi buiten den directen invloed van de stralen der son ,b.i<. in \'t hot
van een schip, of op eenige andere overdekte plaats, waar men onder groote
hitte arbeidt, tan men een lomesteei opdoen.
                         Veet.
-ocr page 35-
31
39.  Brakingen. — (Wij bedoelen hardnekkig braken, waarbij
de maag niets inhouden wil). — Leg den patiënt op zijn rug in
bed; hij blijve zoo rustig mogelijk. Geef hem een pooslang geen
voedsel; daarna, met eenige tusschenpozen, een theelepeltje
kouden bouillon. Vooraf kunt go vijf droppels chlorodyne in een
weinig water toedienen. Zuivere melk, of melk met wat kalk-
water, in zeer kleino hoeveelheden tegelijk, is dikwijls nuttig.
Maar kan de patiënt ook dat weinige niet binnenhouden — neem
dan een theelepel cognac en een theelepel laudanum; meng
die dooreen; doop daarin een stuk pluksel; en leg dit, bedekt
met een lapje gutta percha of gewaste taf, in \'t kuiltje van de
maag. Hernieuw dit middel elke vier of vijf uren. Een mostert-
pleister is even dienstig om de maag tot rust te brengen. Een
theelepeltje kalkwater, in oen kop melk of kouden bouillon of
arrowroot, doet — gelijk reeds hierboven werd aangestipt —
dikwijls \'t braken ophouden, en stelt de maag in staat om een
kleine hoo veelheid voedsel te verdragen.
Met goed gevolg wordt ook vaak aangewend: Dertig droppels
hov.t-naphta en even zoovoel cardamom-tinctuar, in een paar eet-
lepels water. Dit middel is zoor nuttig tot \'t voorkomen van
brakeu bij teringlijders.
40.    Kinkhoest. — Zonder medische hulp valt daartegen
weinig te doen. De volgende algemeene regels kunnen eoh-
ter dienen:
Houd den patiënt binnenshuis, en voed hem wel; zijne
karper zij warm en goed geventileerd, zonder tocht. Zorg
voor geregelde ontlasting; en geef nu en dan éón of twee
droppels tinctuur van belladonna in wat water. Anderen be-
velen een weinig aluin in water aan; doch belladonna is
beter. — Daar kinkhoest toevallen en andere gevaarlijke acci-
denten kan veroorzaken, zoo versmade men niet moedwillig
geneeskundige hulp.