-ocr page 1-
r*
48
<-
^™ 1^6/9
D
voor de bezoekers dePT^
B-KBKI
I •
TE
**
K- .s-HERTOGENBOSOH.
(Uitgegeven ten voordéele ftar kerk.)
-
f
.■■;■•>.
;
ST. MICHIELS-GESTEL,
TEK SNEI.PER8UBUKKEKII VAM \'T BISDOM VAN *S BOSCH,
IN UET INSTITUUT VOOK DOOFSTOMMEN. „ \\
1879.
n
t
Vak 149
-ocr page 2-
¥
§
*fc
il
^ «<
1
3°°
VA
1
3
1*3
<b
«Ö
<*
5*
i
1
fV* ■
s>^
lSs 1
SI
|n
tas
TC
L s>
^\\
Si =
O.
SS
s
0
>
e
Q.
y *
h
CS
tS
"tï\'C
6
>
1
C/5
G/3
J
u
<
^.v
< -. "
ei
tfi 3 .
tf fan
3 5~
W
m
IC
i
09
\'S
&
O
|
H
11*
SPI
lil!
(O
-ocr page 3-
J
61B
voor de bezoekers der Si. Jans-kerk te \'s-Hcrlogenbosch.
Kort historisch overzicht van de
stichting der kerk.
De St. Jans-kerk te VHertogenbosch werd gesticht in de
vijftiende eeuw. Op hare grondslagen hadden echter, vóór
dien tijd, reeds twee andere kerken gestaan , van welke beide
gebouwen nog belangiijke overblijfsels aanwezig zijn. De oor-
sprong der oudste kerk verliest zich in de duisternis der
tijden. Het benedendeel van haren klokkentoren bestaat nog.
Deze fraaie toren, in llomaanschen stijl gebouwd, bewijst
dat de eerste St. Jans-kerk reeds een aanzienlijk gebouw
was, hetgeen bovendien nog blijkt uit de overeenkomst in
het jaar 1222 tusschen Hendrik hertog van Lotharingen
en Brabant en bisschop Engelbert van Keulen gesloten,
waarbij de hertog zich verbond, het voorportaal der St. Jans-
kerk niet van versterkingen te zullen voorzien; waarschijn-
lijk omdat de stad VHertogenbosch, die aan den Keul-
schen kerkvoogd was afgestaan, in dat geval van den her-
tog afhankelijk worden zou, die, door eene bezetting in
dezen toren te werpen, den Bosch geheel kon bedwingen.
De hoogere verdiepingen des torens zijn in de vijftiende
eeuw opgetrokken, ter vervanging van den ouderen torenhelm.
De tweede St. Jans-kerk werd gebouwd in 1280. Van
haar is overgebleven een kleine sierlijke toren, op den zuid-
-ocr page 4-
westelijken hoek der kerk, benevens eene geheele travee,
welke later tot doopkapel is ingericht.
Belangrijk beeldhouwwerk van deze kerk is in den laat-
sten tijd teruggevonden, bij het herstellen van het schip
der tegenwoordige kerk, en wordt zorgvuldig bewaard in
een lokaal nabij de werkplaatsen der Restauratie, waar zich
meer andere oudheden bevinden, die even merkwaardig zijn.
Met het bouwen der tegenwoordige St. Jans-kerk werd
in 1419 aangevangen, en eerst in 1520 was zij voltooid.
Bovendien bouwde men in 1523 op het kruispunt der
kerk, een vier honderd en vijftig voet hoogen klokkentoren,
die in 1584 door het vuur des hemels verslonden werd.
Beschrijving van het uitwendige.
Het Choou, gebouwd tusschen 1419 en 1444, is het
schoonste gedeelte der kerk; van buiten is het rijk versierd
met velerlei beeldwerk. Boven de vensters staan de vol-
gende figuren: Adam en Eva, de eerste is vergezeld van
den Cherubijn met het vlammend zwaard, de tweede heeft de
slang in hare nabijheid. Verder: Abraham en Isaiik; Mozes
en Pharao; Josua, de zon in zijn schild voerende; Jephta
en zijne treurende dochter; Gedeon met het lamsvlies; Sam-
son den leeuw verslaande; David met Goliaths hoofd; Sa-
lomon in zijne heerlijkheid; de koningin aan zijne zijde;
Judas Machabeus en Antiochus; Cyrus, de bevrijder van
het volk Gods, tegen over Balthasar, die uit de gewijde
vaten drinkt; eindelijk Aartsengelen en Engelen, met krui-
zen en zwaarden.
Boven de vensters der zeven transkapellen, zijn aange-
bracht tafreelen uit het leven des Verlossers, zooals: Ma-
ria\'s verloving; de boodschap; het bezoek aan Elisabeth;
-ocr page 5-
de geboorte des Heeren ; de besnijdenis; de aanbidding
der herders en der koningen; de opdracht inden tempel;
Herodes en de kindermoord ; lierodes\' trawanten het kind
vervolgende; de vlucht naar Egypte; de H. Maagd in de
woestijn, in een verblijf van roovers; Josephs werkhuis in
Egypte; gedrochten raet schubben bedekt, de Egyptische
afgodsbeelden voorstellende enz.
De gevel van het noorder transept , gebouwd tusschen
1450 —1470, is geheel met beeldwerk versierd.
In de tympaan des porkals staat het beeld des Verlos-
sers, tusschen Serafijnen, die priesterlijke stola\'s dragen en
wier lichaam geheel met vederen bedekt is.
Lager zijn gezeten in prachtige zetels: David, aan wiens
voeten Abigaël knielt, en Assuerus wien Esther smeekt
het volk Gods te sparen.
In den boog zijn voorgesteld de vier en-twintig Ouderen
der Openbaringen, die den Verlosser omgeven, met wie-
rookschalen en speeltuigen in de handen; terwijl in het
kantwerk, waarmede de boog is afgezet, de aangezichten
der koningen van Israël en Juda voorkomen.
Aan den middelstijl des portaals bevindt zich het beeld
der H. Maagd, onder een baldakijn, dat om zijne sierlijke
bewerking bijzondere aandacht verdient.
De binnenzijden der schraagberen zijn bezet met de beel-
den der wijze en dwaze maagden, die tot Christus den
Bruidegom opgaan; de buitenzijden met die der Aposte-
len en Evangelisten, welke het Evangelie verkondigen
aan de ongeloovigen.
Vier schilddragers bevinden zich op de hoeken, met de
wapens van het Rijk, het Bisdom, de provincie Noord-
Brabant en de stad \'s-Hertogenbosch.
-ocr page 6-
_ 4 —
Daarboven staan, onder open baldakijns, keizer Maxi-
miliaan en Philips de Schoone, aan wier bescherming het
is toeteschrijven, dat de St. Jans-kerk kon tot stand ge-
bracht worden.
Ter zijde van het lichtvenster bevinden zich de beelden
van verschillende heilige vrouwen.
In den top: de kroning der H. Maagd door den he-
nielschen Vader.
ÜE GEVEL VAN HET ZUIDElt TRANSEPT is gebouwd tUS-
schen 1478—1492. De deuren onder de voorhal zijn ver-
sierd met belangrijk beeldwerk, bestaande in tafreclen uit
het leven en de Openbaringen van den H. Joannes.
Boven de oostelijke deur is, links, de Antichrist voorge-
steld, in de gedaante van een tweelijvig monster met één
hoofd, naar de beschrijving des Apocalypsis, — leeuw,
beer en panther; — rechts zijn aangebracht zijne valsche
profeten, die onder de ingeving van helsche gedrochten
hunne boeken schrijven en den inhoud daarvan luidkeels
verkondigen.
Dezen strijd tegen Christus beeft de oude beeldhouwer
nog op eene andere wijze voorgesteld, op de wijze gelijk
de middeleeuwen zich dien het gereedst voor den geest
brachten; boven het beeld des Antichrists, heeft hij een
gevecht tusschen een kruisridder en een muzelman ge-
plaatst.
Tusschen deze tafreelen is aangebracht de adelaar van
St. Jan, met opengeslagen vlerken.
Boven de westelijke deur staat, in het midden , het laat-
ste oordeel. Christus de rechter verschijnt met vier ba-
zuinende engelen; in kleinere figuren zijn de dooden voor-
gesteld , uit hun graven opstaande, en ter zijden eene vrouw
-ocr page 7-
— 5 —
en een grijsaard met spreukrollen in de hand, welke zin-
nebeelden zijn van het geheele menschelijk geslacht.
In de hoeken boven deze beelden staan twee tafreelen
uit het leven des H. Joannes. Het laatste Avondmaal, waar
hij op de borst des Zaligmakers rust, en zijn marteling
in de olie.
Aan den middelstijl dezer deuren, bevindt zich een keu-
rig gewerkt baldakijn, waaronder in vroegere eeuwen het
beeld van den patroon der kerk stond.
In den top des gevels zijn geplaatst de beelden van
Noach, Abraham en andero patr iarchen, benevens die der
drie koningen, terwijl het beeld van het Christuskind in
de armen zijner moeder, zich in het midden bevindt.
Het schip, gebouwd tusschen 1497—1519, onder-
scheidt zich door zijne prachtige dubbele schraagbogen, en
de rijke versieringen zijner muurberen.
Op de ruggen dezer bogen komen, in plaats van het ge-
woon bladwerk, geheele reeksen van kleine beelden voor,
die van weerszijde naar de tinnen opklimmen. Deze soort
van versiering der schraagbogen, wordt nergens elders aan
oudere of nieuwere middeleeuwsche kerken aangetroffen.
Ten noorden der kerk, stellen deze beelden allerlei soort
van ondeugden voor, in de gedaanten van menschen en ge-
drochten; hun getal is zoo groot, dat de beschrijving er
van, ja zelfs de optelling, voor deze weinige bladzijden te
wijdloopig zou worden. Aangevoerd door fluit- en trom-
melspelers, trekken zij langs den rug der bogen omhoog,
en stellen voor het leger der boozen van allerlei aard,
die het huis Gods bestormen.
Aan de zuidzijde daarentegen, zijn het de beelden der
-ocr page 8-
— 6 —
heiligen en rechtvaardigen, uit het oude en nieuwe Ver-
bond, die naar het heiligdom des Heeren opgaan.
Het beneden-schip is vooral merkwaardig om zijne prach-
tig saamgestelde muurberen; in de nissen bevinden zich
de beelden van belijders en martelaars; bijzondere aan-
dacht verdienen ook de voetstukken dezer beelden , welke
met kleine historische tafreelen versierd zijn, die betrek-
king hebben op de hoofdfiguren; het zijn geheele composi-
tiën, die uitmunten door vinding en sierlijkheid.
In den hoek van het noorder beneden-schip, tegen het
transept, bevindt zich liet beeld van den Erwtenman. In de
15\' eeuw opzichter van de werkzaamheden bij het bouwen
der kerk, verdiende hij een braspenning daags, en ontevre-
den over liet middagmaal dat hem voorgezet was, schopte hij,
zegt de overlevering, den ketel met erwten om, daar dit
geen kost was voor iemand die zulk een hoog loon trok.
Beschrijving van het inwendige.
Het chooh.
1° Het hoog-altaar, met twee fraaie engelen. (De om-
sluiting is nog niet afgewerkt.)
Aan de pilaren, de beelden van Christus en de A-
postelen.
3° Het gestoelte, een merkwaardig snijwerk der 15
eeuw , vol symbolische beeldgroepen. Zijne afsluiting,
rechts van den ingang, stelt voor de vier Uitersten. Chris-
tus op den regenboog gezeten, om levenden en dooden te
oordeelen, met de H. Maagd en St. Jan Baptist aan zijne
zijden. De dooden rijzen op uit hunne graven; Petrus opent
den gelukzaligen de hemeldeur, de verworpelingen worden
door helsche geesten in den muil van een vuurbrakend
-ocr page 9-
monster gesleept. De plint wordt ingenomen door den H.
Willibrordus.
De afsluiting rechts bevat tafreelen uit het leven van
den kerkpalroon, St. Jan. In de spits is hij gezeten , ge-
kleed als profeet, onder de vleugels van zijn arend; lager
staat de gebeurtenis door Eusebius geboekt, waar hij een
afgevallen geloofsleerling, die zich bij baanstroopers had
aangesloten, in de woestijn opzoekt en bekeert. Verder
de geschiedenis van een verarmden christen, die aan een
Joodschen giftmenger de kracht bewijst van het kruis-
teeken, dat zijne venijnige dranken schadeloos maakt. Ter
zijde, de marteling van St. Jan in de olie, en zijne bal-
lingschap naar Pathmos , waar hij de Openbaringen schrijft.
Eindelijk een geopend ledig graf, waaruit een spreukband
(eene stem) opgaat, omringd door drie personen, wier
houding verwondering uitdrukt. Duidelijke voorstelling der
overlevering betreffende de begrafenis van den Evangelist.
In de plint de Apostel Petrus, die behalve de sleutels
een gesloten boek draagt. Deze voorstelling is opvallend,
want een gesloten boek verbeeldt altijd eene voorzegging
of openbaring.
De plinten van het beneden gestoelte zijn bezet: links
met den Goeden Herder, rechts met het beeld van St. Jan;
van boven met engelen, die speeltuigen en de instrumen-
ten der Passie dragen. De hoeken : aan het altaar met eene
afbeelding van de Mis en de Biecht, aan den ingang met den
doodstrijd des Heeren in den hof, en den kruisdood.
De trappen. Beginnende aan de zuidzijde, zijn de trap-
pen versierd met deze beeldengroepen: een leeuw en een
draak, de hoovaardigheid en de gierigheid voorstellend, en
daartegenover de H. Kerk en hare leeraars; verder twee
gedrochten : de ontucht en de nijd, en er tegenover een ge-
-ocr page 10-
— 8 —
harnasd krijgsman in een schuitje, en een watervogel: twee
afbeeldingen van den christen , gelijk hij op de wereldzee
rondzwervend , tegen zijne booze driften moet gewapend we-
zen, en met stormen en golven heeft te kampen. Begin-
nende aan de noordzijde: de gulzigheid, waarvan Noach on-
der zijn wijnstok in slaap gevallen, het beeld is; zijne zonen
staan tegenover hem; Cham wordt aangegrepen door een raons-
ter. Verder: twee monsters: de gramschap en de godslaste-
ring, en eindelijk, de traagheid vergezeld van de armoede.
De triomfboog is versierd met twee merkwaardige bal-
dakijns, het eene uit de 16 eeuw , prachtig van uitvoering,
doch de stijl is gezocht en verwrongen ; het andere een
nieuw werk eenvoudig en sierlijk.
Aan de hoofdkolommen twee altaren, van den H. Willi-
brordus en van den H. Leonardus van Vechel, met beeld-
groepen uit hun leven.
De chooromsluiting is versierd met snijwerk uit het be-
gin der 17 eeuw, voorstellende: de koperen slang en den
kruisdood; Jonas door den visch ingezwolgen en de begra-
fenis des Heeren; Jonas door den visch uitgeworpen en de
verrijzenis; Abraham die Isaiik slachtoffert en Joseph door
zijne broeders verkocht; Melchisedechs offer voor Abraham
en het Manna der woestijn.
De zeven kapellen achter het choor. Drie daarvan
zijn voorzien van geschilderde glasvensters , welke het vol-
gende voorstellen.
Die der middelkapel: de H. Drievuldigheid, de H.
Maagd en den H. Joseph, de H. Anna en Joachim, Zacha-
rias en Elisabeth. In de toppen de patronen der schenkers:
de H. Wilhelmus en Aldegondis.
-ocr page 11-
— 9 —
Die der kapel ten zuiden, gewijd aan het H. Hart: de ver-
schijning van Christus aan de Z. Margaretha Maria Alacoque.
Die der kapel ten noorden, gewijd aan den H. Joseph:
Paus Pius IX, die de Kerk onder de bescherming van den
H. Joseph stelt. Een prachtig altaar van den H. Joseph
staat in deze kapel, versierd met zijn beeld en twee ta-
freelen uit zijn leven : zijne verloving en zijn dood.
De zuidelijke zijbeuk van het choor , waarin wordt aan-
getroffen : De grafstede van bisschop Gijsbertus Masius, die van
1595 tot 1614 het bisdom \'s-Hertogenbosch bestuurde.
Daarboven eene Boodschap, geschilderd door Verscharen.
Langs de wanden der kerk, opmerkenswaardig oud beeldwerk.
Op den hoek, tegen de St. Antoniuskapel, eene muur-
schildering van het jaar 144j4 , voorstellende Christus aan
het kruis, met de H. Maagd en St. Jan; op den voor-
grond verscheidene kleinere figuren in de kleederdracht
van dien tijd. Het opschrift, waarin genoemd jaartal voor-
komt, is nog goed leesbaar.
Be St. Antoniuskapel. Twee geschilderde glasvensters.
Het groote stelt voor de twistredenen van den H. Anto-
nius van Padua met de Manicheën, en het wonder van
den muilezel, die zich van zijn voeder afwendt, om voor
het H. Sacrament de knien te buigen. Ter zijde,-de pa-
tronen der schenkers: de H. Jacobus de Meerdere en de
H. Abdis Aldegondis, van onder hunne geslachtswapenen.
Het kleine venster: de verschijning der H. Maagd aan
den H. Antonius, wien zij haren goddelijken Zoon in de
armen geeft.
In het zuider transept, merkwaardig oud blad- en beeld-
werk, dat beschadigd is.
-ocr page 12-
— 10 —
De noordelijke zijbeuk van het choor. In het groote
venster, geschilderd glaswerk, voorstellende de aanbidding
der herders en drie koningen.
Be H. Sacramentskajiel. Deze prachtige kapel werd gesticht
door de Illustre Lieve-Vrouwe broederschap te \'s-Hertogen-
bosch, tusschen de jaren 1478—1494. Hare kolommen zijn
bedekt met gehouwen sieraden, die echter veel geleden heb-
ben; het altaar en zijne afsluiting, de geschilderde glasvens-
ters, de oude en nieuwe lichtkronen zijn treffend.
Het altaar. Op de gedreven gulden deur van het taberna-
kel, Christus met het Evangelieboek in de hand, tusschen
de symbolen der Evangelisten; de kap van het tabernakel
is bezet met vele kleine figuren van engelen, en naast de
deur bevinden zich twee serafijnen. In de vleugels van het
altaar, zijn geplaatst heiligen uit het oude en nieuwe
Verbond , die het nauwst in betrekking staan met de vereering
van het H. Sacrament, zooals: Melchisedech, Aaron, Da-
vid, Elias; de H. Augustinus, Paus Pius V, Thomas van
Aquine en Alphonsus. In de tombe: het laatste Avondmaal.
De prachtige afsluiting, die tevens tot communiebank
dient, uit eiken hout en verguld koper samengesteld, is
versierd met verschillende symbolen van het Altaar-geheim
en de beelden der Evangelisten.
De glasvensters. 1" In de altaarnis. Het middelvenster
stelt voor de H. Eucharistie, omringd door aanbiddende
engelen in witte talaren. Van onder de vier Evangelisten,
ter zijde de patronen der schenkers : Franciscus van Assisië
en Catharina.
Het venster rechts: Christus als kind opgedragen in
den tempel; ter zijde de patronen der schenkers: Au-
gustinus en Maria.
Het venster links: de kruisdood, op het oogenblik dat
-ocr page 13-
— 11 —
\'s Heeren zijde wordt doorstoken, engelen vangen het stroo-
mend bloed op.
2° De vensters in de kapel. Het eerste venster: Christus
onderwijst de Joodsche leeraars; ter zijde de patronen der
schenkers: de H. Joseph en Catharina.
Het tweede venster: de bruiloft van Cana en de ver-
andering van water in wijn; daarboven het offer van Mel-
chisedech voor Abraham; in de beneden vakken, Christus
die zijne leerlingen onderwijst over zijne woorden : Ik ben
de wijnstok, gij zijt de ranken. Verder de patronen der
schenkers: de H. Henricus en de H. Paulina.
Het vierde venster: de vermeerdering der brooden in de
woestijn ; daarboven het manna der Joden; van onder Chris-
tus predikend: Ik zal u mijn vleesch te eten geven; de
schare der Joden die hem verlaat, op het hooren dier woor-
den; de Apostelen die bij hem blijven, in wier naam Pe-
trus zegt: tot wien zouden wij gaan ? enz. De patronen
der gevers: de H. Godfried en de H. Dorothea.
Het derde venster: het laatste avondmaal; van boven het
Paaschlam der oude Wet, van onder de leerlingen van
Emmaus die den Heer herkennen bij het breken des broods.
De patronen der gevers: de H. Joannes en de H. Anna.
Deze heerlijke vensters zijn verder versierd met symbo-
len, zooals het Lam Gods, den kelk des Bloeds, het
kruis, den boom des Levens uit het paradijs en zijne vruch-
ten; wijders met de familiewapens der schenkers.
De prachtige lichtkroon van geel koper gegoten in de
vijftiende eeuw, telt twaalf armen met wijngaardbladeren
versierd. In het midden onder een baldakijn staat St. Vic-
tor, een der martelaars van het thebaansch legioen j zijne
medesoldaten en medemartelaars omringen hem.
-ocr page 14-
— IS —
Naast deze kapel staat het monument van den Aartsbis-
schop Joannes Zwijsen, van witten steen gebeiteld, versierd
met vijf beelden : zijn patroonheilige, twee engelen die de
wapens der Bossche en Utrechtsche bisdommen dragen,
twee serafijnen, de Zachtmoedigheid en de Kracht (Mansuete
et Fortiter) voorstellend.
Het opschrift is aangebracht op een koperen plaat.
Het schip. In het schip trekt vooreerst de predikstoel
des bezoekers aandacht. De predikstoel is gesneden onge-
veer in het jaar 1550; vooral het ondergedeelte is schoon ,
zoo van bewerking als van vormen. In de plinten ko-
men voor de volgende reliëfs: Christus predikt de acht
zaligheden; St. Jan Baptist predikt in de woestijn; het
eerste sermoon van Petrus; de H. Paulus predikend te
Athene, en de predikingen van den H. Andreas. Verder
is alles versierd met zeer fijne friesen, genomen naar Eo-
meinsche antieken. In het ruggestuk, is nfgebeeld de H.
Joannes in de olie gemarteld. De kap, die verscheidene
verdiepingen telt, is rondom bezet met de beelden van
Christus, Mozes en de Evangelisten; alsmede met die
van de 12 Apostelen, de H. Maagd en de kerkleeraars,
terwijl in de frontons zijn aangebracht de busten der pro-
feten uit het oude Verbond.
De glasvensters. De glasvensters van het schip stellen
voor de zeven H. Sacramenten, waarvoor de onderwerpen
genomen zijn uit de historie van het Bisdom van \'s-Her-
togenbosch ; deze vensters geven dus te gelijker tijd de
belangrijkste tijdstippen van de geschiedenis der Kerk in
dit gewest te aanschouwen.
Het Doopsel. De H. Willibrordus doopt de nieuw be-
keerde heidenen in het tegenwoordige Bossche bisdom;
-ocr page 15-
— 13 —
de krijgsman op wiens hoofd hij de wateren der wederge-
boorte uitstort, is de uit \'s Heiligen brieven genoegzaam
bekende Prank .Engilbert. (Het jaar 709.)
Ter zijde de patronen der gevers: de H. Eduard en de
H. Rosa, benevens hunne geslachtswapenen.
liet Vormsel. (Nog niet geplaatst.)
Het H. Sacrament des altaars. De H. Norbertus herstelt
de vereering van het H. Sacrament, welke ten gevolge
der woelingen en oproeren van de Manicheën en andere
sekten, bijna geheel vervallen was; op sommige plaatsen
weid het verborgen gehouden in bijzondere huizen, el-
ders bevond het zich in de macht der Manicheën en stond
aan velerlei ontheiligingen bloot. (Het jaar 1120.)
De patronen der gevers: de H. Petrus en de H. Corne-
lia benevens hun familiewapens.
De Biecht. (Nog niet geplaatst.)
Het H. Oliesel. De H. Oda, gesproten uit het geslacht
der Schotsche koningen, vestigde zich in de achtste eeuw,
na vele pelgrimsreizen , in het bisdom van \'s-Hertogen-
bosch, bij het tegenwoordige dorp St. Oedenrode; de be-
woners bouwden er voor haar een verblijf in de gedaante
eener herderswoning uit die tijden. Zij is voorgesteld het
laatste Oliesel ontvangende op haar sterfbed , gelijk hare
oudste levensbeschrijving dit vermeldt. (Het jaar 726.)
Het Priesterschap. De H. Ansfridus wordt priester ge-
wijd. Als graaf bestuurde hij Noord-Brabant in de tiende
eeuw en bracht er zeer veel goeds tot stand; hij herstelde
overal het recht, bracht gewapender hand oproerlingen
en rooversbenden ten onder, deed de welvaart en voorspoed
van vroeger herleven, en bevorderde uit geheel zijn vermo-
gen alles wat de godsdienst betreft. Hij was gehuwd met
Hilsiundis gravin van Strijen; hunne dochter Benedicta was
-ocr page 16-
_ 14 —
abdis der abdij Thorn , welke door Ansfried en Hilsiundis ge-
sticht was. Na den dood zijner vrouw legde hij de graaf-
lijke waardigheid neder, om de priesterwijding te ontvangen.
Keizer Otto III woonde de plechtigheid bij. Ansfridus werd
kort daarop bisschop van Utrecht gekozen. (Het jaar 997.)
De patronen der gevers: de II. Petrus en Elisabeth.
Het Huwelijk. Pepijn van Landen en Itisberga worden
door het huwelijk verbonden. Pepijn bestuurde deze ge-
westen in het begin der 7" eeuw, hij verhief er de banier
des christendoms en werkte krachtig mede tot afschaffing der
heidensche godendiensten, vooral door het ondersteunen van
de christen priesters. Uit zijn huwelijk met Itisberga is een
groot geslacht van heilige en vermaarde mannen gespro-
ten, die zijne voetstappen gedrukt hebben. (Het jaar 600.)
De patronen der schenkers: de H. Joannes en Sophia,
benevens hunne geslachtswapenen.
Tusschen deze historische tafreelen zijn aangebracht de
beelden der kerkvaders en kerkleeraars der Latijnsche en
Grieksche Kerk.
Het orgel. Een uitstekend werkstuk van gesneden hout. De
tribuun is vervaardigd in 161 7 ; de kasten een tiental jaren
later, door twee verschillende werklieden. Vele beelden op
degewijde muziek betrekking hebbende, bevinden zich aan
het orgel , en in sieraden is het zeer rijk; onder alle op-
zichten is het een merkwaardig gewrocht dat op de hoogste
belangstelling van alle kenners kan aanspraak maken.
])e kapel van Onze Lieve Vrotcw van den Bosch. Deze
kapel, ten noordwesten van het schip, werd gebouwd in
1268; sedert het jaar 1381 wordt daarin het beroemde
beeld van O. L. Vrouw van den Bosch vereerd.
Het beeld zelf dagteekent uit het jaar 1220 ongeveer,
en is dus nog ouder dan de kapel; naar alle waarschijnlijk-
-ocr page 17-
— 15 —
heid is het afkomstig uit de eerste St. Jans-kerk. Het is
geplaatst in een prachtigen uit witten steen gebeitelden
troon, die tevens tot altaar strekt, en die met verschil-
lende beelden versierd is
In het eerste glasvenster dezer kapel, is geschilderd: de
Boodschap; in den top, de profeet Isaias, met de spreuk :
„ Ecce virgo concipiet." Onder het hoofdtafreel: 1° Jacob
op zijn sterfbed, die aan zijne zonen voorzegt de komst
van Hem die de verwachting der heidenen is, en 2" Ba-
laiim, die aan den verschrikten Balac de ster aantoont die
uit Jacob zal opgaan.
In het tweede venster, de kroning der H. Maagd; en
in de beneden vakken de vier voornaamste punten uit de
historie van het miraculeus beeld. 1° In het jaar 1380
wil een werkman het beeld tot spaanders hakken, maar
wordt door den bouwmeester der St. Jans-kerk weerhouden.
2° Het jaar 1381, eene gebrekkige vrouw wordt aan de
voeten van het beeld genezen. \'3° Het jaar 1629, twee
godsdienstige vrouwen verbergen het beeld, om het naar
elders te vervoeren. 4° Het jaar 1854, het beeld wordt
door den Aartsbisschop Joannes Zwijsen weder in zijne
oude kapel teruggevoerd en ter vereering uitgesteld.
Aan den ingang der kapel, eene schoone schilderij van
Abraham Bloemaert, het middelaarschap van Christus en
de voorbede der H. Maagd voorstellend; eene andere van
een onbekende: de verloving der H. Maagd.
Be Doopkapel. Deze kapel, ten zuidwesten van het schip,
is een overblijfsel der tweede kerk, die in 1280 gebouwd
werd. De prachtige doopvont is in 1492 gegoten. De voet
stelt voor het waschbad van Bethsaïda; de zes beelden van
gebrekkigen en melaatschen welke het bekken schragen,
de kranken die genezing kwamen vragen aan het wonder-
-ocr page 18-
— 16 —
werkend water, dat door een engel in beweging werd gebracht.
Op het deksel is voorgesteld de doop van Christus;
daarboven bevinden zich de H. Joannes en de H. Lamber-
tus, nog hooger de hemelsche Vader; de pelikaan, die
zijne borst opent om met zijn bloed zijne jongen te gene-
zen , vormt het toppunt. De ijzeren driehoek die het dek-
sel verplaatst, is een meesterstuk van smidskunst.
Het glas venster dezer kapel stelt voor het doopsel des
Heeren in de Jordaan; in den top verschijnt de hemelsche
Vader, op een spreukband zijn de woorden geschreven :
„ Dit is mijn welbeminde Zoon." De onder paneelen stellen
voor: Mozes die water uit de rots doet springen, en Chris-
tus die aan Nicodemus het geheim der wedergeboorte ver-
klaart. Verder de symbolen des Doops, zooals de phenix
die uit zijne asch. verrijst, en de kroon en de palmtakken
der overwinnaars. Dit glasvenster werd door de geestelijk-
heid des bisdoms aan den Aartsbisschop Joannes Zwijsen
geschonken, ter gelegenheid van zijn vijftigjarig priesterschap.
In de kerk bevinden zich verscheidene belangrijke graf-
zerken. Nabij de doopkapel., in den zuidelijken muur der
kerk, is het grafteeken geplaatst van Margaretha van Au-
weninge, de vrouw van Alard van Hameel (of Duliamel),
een der voornaamste bouwmeesters van de St. Jans-kerk.
Een volksgerucht wijst dezen grafsteen aan als dien van
een kind, dat door zijn vader zou verslagen zijn, omdat
het de geheimen verraden had, die hij alleen kende om
de grondvesten der St. Jans-kerk tot stand te brengen.
Wat verder naar het oosten hangt het grafteeken van
Jacob van Balen, in de 16 eeuw Meester der Tafel van
den H. Geest of het Geefhuis te \'s Hertogenbosch.
-ocr page 19-
■p
S 4> üf
CU O
e «-e
VBO
C t/J Q.
£1.1
Sf. -
« bflc/3
-=. ajK
b«K
ö wO
«Sfc
S!35
— <U</3
•o «o*
J= *j Z
3«M
<u ca «-i
o n<
«£*
.22 .ca
ra ra
ra
—..o
e
4)
O)   .is
co   -g
o  r5
co    o>
nm
cd o
I\'S
> s
\'C m
CL W
cd ca
C/3 S£
S 2
£ B
il
n
« B
S
B ö
w
*  s
4)  JJ
g  §
I &
s  *
il
i!
2 a
6 ï
ö >
ö
S
V
2
u
XI
e
V
o <
*t
^ i
w o
3fll
u cl
X Of
-\'S
R ol
c ui
Tl ol
ol
=i
M
O 4)
> M
T3 «
P °>
C ca
\'S\'2.
0 O.
O 71
o =»
« -S
C (4
— _£.
as
SI
—< OT
2 o
5*
o e
>
»T2
8 9
-. o. S
3        a
D C fit
bfl—■
0)
a
m
« c c
•O CO N
- t!
Cdu
§ M**
\'5> 1 o
2 8 .3 --
$ „*
co &
CO \'S
»*■
m
V
ol
•o -ö
^5 13
a
o
o
>
ft \'C ft
0            o
cu
u -o e
1 Si
f jf
O .O
O J2
w X!
T3 T(
S ei
n -f3
O) ;-.
SS
o u
« <3
SU n
O H
•S 3o
e ft
CJ O
V ,£!
•P 1)
$ V
4)
Tl
3
4>
e
C3
■a
T3
3
O
ft
SP n
1 B
cj -3
^g
1 >  §
N B    B
.3    co
o. 4)    "
•O           B
«  }i
<L1
T
d
4)
- O
4) 4)
> M
V
ta «
S ft
41
O
c
4)
e
2
„ 4)
H 31
. 41
b e
4) 41
i 5
4) J>
I\'3
-g-a
4>
I-S
Me?
.Eu S
e E
»» - o.
•* h-o
rtil
SP"?3
CU «9
:5>«
— cd
o >
M u
o >
u
as
I-I
a S
F TI
.3 g
N NI
:p e
2 «3
ca u
•o
V 3
M N
"p 4»
gft°
> >
4)
0  3
T3 Tl
3 ö
33 4)
4) Ui
r. 3
1   
> 3
^1
S|
a n
£ 4)
\'S a
J3 4> .
in B Ö
4) Tl
O .SP Tl
o 3 S
S E
XI
-\'3  b
•2 - i
4)    ca
(9X1             g
ft fcfl
11
1
N
B   *
cci
&<^
«,8 "3
I
4) 3
13 41 .
il
•3 S 2
CC! 4> H
bfi O
e
9 .2.^ —
jilfi-*
g o S J eT\'
8  sï
<u    tu
1
Ë  3
111 il
1 If]i
e) O
SS
i!