*s a-pi-A.-vEisri3:-A.a-E.

T. C. B. ten HAGEN.
1874.

OSEPHS-GEZELLEN-VEREENIGfflG

\'S a-�-A.^-VE3STI3:-A.C3-E.

GOEDGEKEURD DOOR J.. p. ji. DEN J3lSSCHOP VAN JJAARLEM ,

DOOR^^. JA. DEN JCONING ,

■bij toesluit van den ST Jan\'. X&V^ , n». O.

T. C. B. ten HAGEN.
1874.

S^T JOSEPHSGEZELLEN-VEREENIGING

De St Josephs-Gezellen-Vereeniging, gevestigd te\'s Gravenhage,
wordt aangegaan voor den tijd van negen en twintig jaren en
elf maanden.

Deze Vereeniging bestaat uit handwerksgezellen, die onder de
leiding van een R. K. Priester hun maatschappelijk en huissel\'yk
leven naar de beginselen van het Christendom inrigten.

De Vereeniging stelt zich hierbij ten doel de handwerksgezellen
tot bekwame, welvarende, gelukkige huisvaders en, zoo mogelijk,
tot bazen te vormen.

Tot bereiking van dit doel kan de Vereeniging zich ook met
andere Vereenigingen van gelijken aard en strekking in verbin-
ding stellen.

Art. 1. Aan het hoofd dezer Vereeniging staat een President,
bijgestaan door een Raad van Bestuur en een Raad van Com-
missarissen.

Art. 2 De Raad van Bestuur bestaat, buiten den President,
uit vijf leden, geen handwerks-gezellen.

President en leden van dezen Raad zijn van regtswege leden
der Vereeniging.

Art. 3. De President van het Bestuur is een katholiek Priester,
gekozen door den Raad van Bestuur en benoemd door den
Diocesaan-Bisschop.

Hij kiest den Vice-President, die bij afwezigheid zijne plaats
bekleedt.

Art. 4. De President zorgt, dat het oorspronkelijke doel der
Vereeniging zooveel mogelijk bereikt worde, en dat de geest,
waarmede zij is opgerigt, bij alles, wat in de Vereeniging ge-
schiedt, bewaard blijve. Hij heeft daarom het toezigt over allen
en over alles, en is verpligt zorg te dragen voor de teregt-
wijzing, en, zoo noodig, voor de verwijdering van een ieder,
die eene rigting volgt, welke aan de Vereeniging schadelijk is.

Het godsdienstig en zedelijk toezigt en bestuur, uitgeoefend in
den vorm van vaderlijke magt, behoort uitsluitend aan den Pre-
sident; de overige leden van den Raad van Bestuur staan hem
daarbij als familieraad ter zijde.

Art. 5. In alle spoedvereischende gevallen neemt de President
die maatregelen , welke hem goed schijnen, hij doet ze echter ten
spoedigste aan den Raad van Resluur kennen, en , voor zooveel
noodig , door dien Raad bekrachtigen. Hij heeft in alle vergade-
ring�n van de Vereeniging of haar Bestuur, bij staking van
stemmen eene beslissende stern.

Art. 6. De Raad van Bestuur kiest uit zijn midden een

Secretaris en Penningmeester en verdeelt de werkzaamheden
verder onder zich; bij ontstentenis van een of meer leden,kiest
die Raad de nieuwe leden; doch bij onverhoopt gelijktijdig af-
treden van al de overige leden van bedoelden Raad, geschiedt
de keuze der nieuwe bestuursleden door den President.

Art. 7. De Raad van Bestuur vertegenwoordigt de Vereeniging
in alle burgerregterlyke handelingen en kan ook aan een enkel lid
uit zijn midden, voor een bijzonder geval, daartoevolmagtgeven.

De leden van dezen Raad slaan den President verder ter zijde
in de behartiging van de meer stoffelijke belangen der Ver-
eeniging en bij de algemeene oefeningen der gezellen.

Art. 8. Het verleenen van bijstand bij de oefeningen der
gezellen en alle aan te wenden moeite moet, van de zijde des
Bestuurs, om niet geschieden.

Personen , door de Vereeniging bezoldigd, kunnen geene leden
van het Bestuur zijn.

Art. 9. De Raad van Commissarissen, wier aantal door den
Raad van Bestuur bepaald wordt, vertegenwoordigt de gezellen
op inwendig gebied der Vereeniging en bestaat uit een Senior
en gewone Commissarissen.

Deze Raad maakt de wenschen en klagten der gezellen, als-
mede datgene, wat tot nut of schade der Vereeniging zou kunnen
strekken, aan den President kenbaar.

De werkzaamheden van den Raad van Commissarissen zullen
bij huishoudelijk reglement worden vastgesteld.

Met goedkeuring van den President, verdeelt deze Raad zijne
werkzaamheden onder zijne Inden.

Art. 40. De Senior moet driejaren, de gewone Commissarissen
moeten een jaar tot deze of eene soortgelijke en met haar verbondene
Vereeniging behoord hebben.

Zij worden door de gezellen bij eenvoudige meerderheid van
stemmen gekozen.

De Senior treedt na drie jaren af, doch is aanstonds herkiesbaar.

De oudste helft der Commissarissen treedt jaarlijks, na het
alleggen der rekening en verantwoording, af en is voor het loopende
jaar niet herkiesbaar.

Kiesregt hebben alle volle gezellen.

Aar. 11. De Senior leidt bij afwezigheid vanden President de
vergaderingen der gezellen en kan zich door een Commissaris
laten vervangen.

Art. 12. Elk Commissaris is voor de vervulling van het hem
opgedragene aansprakelijk. Onder zijn eigene verantwoordelijkheid
kan hij zich voor eene enkele maal dooreen ambtgenoot of gezel
der Vereeniging laten vervangen.

Art. 13. Moet een Commissaris gedurende zijnen dienstijd
aftreden , of maakt hij zich aan ergerlijk pligtverzuim schuldig,
zoo benoemt de President voor den overigen tijd een Commissaris-
plaatsvervanger.

Hij, die om pligtverzuim als Commissaris is ontslagen, kan,
eerst na vijf jaren, herkozen worden.

Art. 14. Om als gezel dezer Vereeniging te worden ingeschreven,
moet men katholiek, ongehuwd, handwerksgezel en minstens
18 jaren oud zijn.

Personen, die aan al deze vereischten niet voldoen, kunnen
slechts, bij wijze van uitzondering door den Raad van Bestuur,
in overleg met de gezellen worden toegelaten.

Art. 15. Hij, die als gezel wenscht aangenomen te worden
moet zich hiervoor tot den President of zijn plaatsvervanger
wenden, en moet door een der gezellen worden aanbevolen, of

voorzien zijn van een bewijs van goed gedrag, afgegeven door
een bekend en achtenswaardig persoon.

Art. 16. Elk nieuw gezel ontvangt tegen betaling van 10 cents
Diploma en Statuten der Vereeniging.

Hij blijft van den dag zijner aanneming af, nog drie maanden
voorloopig of onvolledig gezel. Na dezen proeftijd, dien de President
naar omstandigheden verlengen kan, mits niet boven de drie
maanden, wordt over het al of niet toelaten als volledig gezel
der Vereeniging beslist; deze beslissing op den eersten Zondag
der maand aan de gezellen bekend gemaakt en hij, als volledig
gezel, in het register van den President ingeschreven.

Het Tijdvak van lidmaatschap in eene soortgelijke St. Josephs-
gezellen-Vereeniging doorgebragt, kan bij dezen proeftijd van
drie maanden in aanmerking komen.

Art. 17. Een gezel, die op eene andere plaats lid eener
soortgelijke vereeniging geweest is, moet om te \'s Gravenhage te
worden aangenomen van een behoorlijk getuigschrift voorzien zijn.

Art. 48. Een gezel, die de Vereeniging verlaten heeft zonder
zijne contributie ten volle betaald te hebben, moet om op nieuw
als gezel aangenomen te worden, vooraf het achterstallige voldoen.

Art. 19. De gezellen betalen eene wekelijksche contributie
van 10 cents of zooveel meer als op eene algemeene vergadering
bepaald wordt.

Art. 20. Zij zijn verpligt den President, de leden van den
Raad van Bestuur en de Commissarissen met behoorlijken eer-
bied te bejegenen en hun bij de leiding der Vergaderingen en
de handhaving der Statuten zonder aarzelen te gehoorzamen, ja,
desgevorderd, de behulpzame hand te bieden.

Art. 21. De gezellen dezer Vereeniging hebben gelijke regten
en pligten, zij hebben allen toegang tot de bibliotheek en de
spaarkas.

Zij zijn elkander en vooral aan gezellen van verbondene ver-

eenigingen, die van elders naar \'sGravenhage overkomen, naar
omstandigheden hulp en steun verschuldigd.

Art. 22. Aan ieder reizend gezel eener verbondene vereeni-
ging zal, bij zijne aankomst alhier eene ondersteuning in kost-
en nachtverblijf kunnen worden verstrekt, naar gelang van de
middelen der Vereeniging. De aankomende kan echter op deze
ondersteuning geen regt doen gelden.

Art. 23. Om aan de ondersteuning dezer Vereeniging deel te
hebben, moet men zijn volledig gezel, dat is, men moet ten
minste drie volle maanden, gerekend van den dag der aanneming
af, behoord hebben tot de St. Joseph\'s-Gezellen-Vereeniging, en
zich als een braaf en getrouw gezel hebben gedragen.

Art. 24. Ondersteuning kan alleen verleend worden aan die
gezellen der St. Joseph\'s-Gezellen-Vereeniging, die hier moeten
doortrekken om zich naar eene andere gemeente te begeven, of
die het voornemen hebben te dezer stede werkzaam te zijn.

In het laatste geval moet men zich in den regel binnen acht
dagen bij de Vereeniging aangemeld hebben.

Art. 25. De gezellen houden hunne gewone bijeenkomsten
in de daartoe door den Raad van Bestuur ingerigte lokalen.

Art. 20. Aan de gezellen is bij het inkomen en heengaan
de groet voorgeschreven « «««ui zegene liet eerzame werk »
het antwoord luidt: « *«o«I zegene liet ».

Art. 27. Ieder gezel is verpligt zijn bewijs van lidmaatschap
op door den President te bepalen dagen aan Commissarissen te
vertoonen. Bij verzuim of weigering kan hem de toegang of het
verblijf in de Vereeniging ontzegd worden.

Art. 28. Op Zon- en Feestdagen zal in den regel door den
1\'resident eene maatschappelijke godsdienstige toespraak in
onderhoudenden vorm worden gehouden. Op gewone dagen zullen
de leden van den Raad van Bestuur of anderen, hiertoe uitge-
noodigd, onder de leiding en goedkeuring van den President,

zich met het houden van wetenschappelijke voordragten of liet ver-
leenen van bijstand bij de oefeningen der gezellen belasten.

Art. 29. In het lokaal zal aan de gezellen de gelegenheid
gegeven worden, om zich, onder de leiding van den Raad van
Bestuur, in hun stand verder godsdienstig en wetenschappelijk
te vormen, en zich nuttig en tevens aangenaam en vrolijk bezig
Ie houden.

Geene voordragt echter zal in de lokalen der Vereeniging
gehouden worden, geene boeken of geschriften zullen er voor-
handen zijn dan met goedkeuring van den President. Politiek
en liefclelooze polemiek zijn voor immer in de Vereeniging ver-
boden.

Art. 30. Hel gebruik van sterke dranken wordt op de bij-
eenkomsten streng geweerd, er zal echter gelegenheid bestaan
zich tegen geringen prijs, door den Raad van Bestuur te bepalen ,
ververschingen te verschaffen.

Art. 31. De Senior en de Commissarissen kunnen een gezel,
die zich op de bijeenkomsten schuldig maakt aan onmatigheid,
vloeken, onzedige taal, dubbelzinnige scherts, hevigen twist of
dergelijke, terstond het verblijf in de lokalen der Vereeniging
ontzeggen. Zij brengen dit, zoodra mogelijk, ter kennis van den
President, die over het al of niet weder toelaten voor het
vervolg beslist.

In het algemeen wordt aan de gezellen op de bijeenkomsten
een rustig en ordelijk gedrag aanbevolen, met vermijding van al
wat de eigendommen, het mobilair of de lokalen zou kunnen
beschadigen of ontreinigen.

Het huishoudelijk reglement, door den Raad van Bestuur met
overleg van den Raad van Commissarissen vast te stollen, bepaalt
al wat strekken kan om aan deze statuten behoorlijk uitvoering
te geven.

Art. 32. Indien de President de gezellen uitnoodigt tot het

houden van godsdienstoefeningen of van eene gezameHjke H. Com-
iimnie, zullen zij daaraan, zoo mogelijk, deelnemen.

Hoofdfeesten der Vereeniging zijn: het feest der oprigling

(Mei) het Patroonfeest, te vieren in Junij.

Art. 33. De Raad van Bestuur kan de leden van Gezellen-Ver-
eeuigingen, die met haar verbonden zijn, uitnoodigen, om de
feesten der Vereeniging bij to wonen.

De gebruikelijke gastvrijheid wordt echter slechts aan de af-
gevaardigden , ten getale van hoogstens drie, verleend, alle andere
reisgezellen moeten voor zich zelven zorgen.

De bijeenkomsten eindigen ten tien ure.

Art. 34. Van het lidmaatschap der Vereeniging sluit uit elke
deelneming aan Vereenigingeu die een doel nastreven strijdig
met of schadelijk aan dat der St. Joseph\'s-Gezellen-Vereeniging,
of elke openbare daad waardoor de naam van een gezel wordt
geschandvlekt.

Art. 35. Hij , die twee volle maanden contributie schuldig is,
houdt den eersten Zondag der volgende maand op, tot de Ver-
eeniging te belmoren.

Op blijkbaar onvermogen wordt naar billijkheid achtgeslagen,
volgens de beslissing van den President.

Art. 36. De gezel, die zich niet overeenkomstig deze Statuten
gedraagt, wordt in der minne gewaarschuwd door een der Com-
missarissen, die, bij herhaling zijner overtreding, ofte kortkoming
daarvan aan hel Bestuur kennis geeft. Indien hij ook niet naar
de vermaningen van het Bestuur en vooral van den President
luistert, wordt hij als gezel ontslagen.

Art. 37. Indien eenig gezel het lidmaatschap verliest, wordt
zijn naam op het register doorgehaald en mist hij alle aanspraak
op de gestorte contributie en de eigendommen dezer Vereeniging.

Art. 38. Ken gezel, die als baas zich vestigt, of wel zich in
het huwelijk begeeft, houdt op gezel dezer Vereeniging te zijn;

betaalt hij echter de vastgestelde contributie dan wordt hij als
voortdurend lid der Vereeniging beschouwd en kan hij worden
uitgenoodigd om aan de stemmingen en alle feestelijke bijeen-
komsten deel te nemen.

Art. 39. Wanneer een gezel zich elders gaat vestigen, moet
hij het voornemen daartoe ter kennis brengen van den President
en van dezen een reisboek met getuigschrift vragen, ten einde
aldaar onmiddelijk in ecne dergelijke Vergadering opgenomen te
worden.

CONTRIBUERENDE LEDEN.

Art. 4�. Personen die in de Vereeniging belang stellen, kunnen
ook als contribuerende leden worden ingeschreven.

Zij zijn gehouden jaarlijks eene door den Raad van Bestuur
te bepalen contributie te voldoen of wel op eene andere wijze
(bijstand bij de oefeningen, voordragten, dienstbetooningen bij
feesten enz.) het goede doel der Vereeniging te helpen bevorderen.
Eene aanvrage voor dit lidmaatschap geschiedt bij den Raad van
Bestuur, die het ook om bijzondere reden kan aanbieden.

Art. 41. Deze leden kunnen door den Raad van Bestuur tot
het bijwonen van buitengewone bijeenkomsten der Vereeniging
uitgenoodigd worden. Andere personen mogen zonder voorkennis
of speciaal bewijs van den Raad van Bestuur in de Vereeniging
niet worden toegelaten.

Art. 42. Dit lidmaatschap zal kunnen ophouden:

1°. door opzegging aan dien Raad.

2°. door opzegging van dien Baad.

3°. na drie maanden verzuim van contributiobetaling of het
gedurende een jaar staken der dienstbetooningen.

Bij eventueele ontbinding der Vereeniging wordt op eene alge-
meene Vergadering door de volledige gewone gezellen beslist,
waartoe do halen, die uit de contributie der gezellen voort-
spruiten, zullen besteed worden.

Voor de geldigheid dezer beslissing is eene meerderheid van
minstens \'/* der stemmen noodzakelijk.

De Diocesaan-Bisschop beslist, aan welke soortgelijke vereeni-
ging of, bij gebreke daarvan , aan welke liefdadige instelling de
fondsen en balen uit andere giften of legaten voortgesproten,
zullen worden toegekend.

Behoudens de goedkeuring van Zijne Majesteit den Koning,
kunnen wijzigingen in deze Statuten gebragt worden.

Aldus door de oprigters vastgesteld, den twintigsten December
achttienhonderd drie en zeventig.

W. VEBXIEL, President

J. J. A. .1. ZUUR, Secretaris.



		STATUTEN DER S^T JOSEPHSGEZELLEN-VEREENIGING TE

		De St Josephs-Gezellen-Vereeniging, gevestigd te\'s Gravenhage, wordt aangegaan voor den tijd van negen en twintig jaren en elf maanden. Deze Vereeniging bestaat uit handwerksgezellen, die onder de leiding van een R. K. Priester hun maatschappelijk en huissel\'yk leven naar de beginselen van het Christendom inrigten. De Vereeniging stelt zich hierbij ten doel de handwerksgezellen tot bekwame, welvarende, gelukkige huisvaders en, zoo mogelijk, tot bazen te vormen. Tot bereiking van dit doel kan de Vereeniging zich ook met andere Vereenigingen van gelijken aard en strekking in verbin- ding stellen.



		i

		BESTUUR. Art. 1. Aan het hoofd dezer Vereeniging staat een President, bijgestaan door een Raad van Bestuur en een Raad van Com- missarissen. Art. 2 De Raad van Bestuur bestaat, buiten den President, uit vijf leden, geen handwerks-gezellen. President en leden van dezen Raad zijn van regtswege leden der Vereeniging. Art. 3. De President van het Bestuur is een katholiek Priester, gekozen door den Raad van Bestuur en benoemd door den Diocesaan-Bisschop. Hij kiest den Vice-President, die bij afwezigheid zijne plaats bekleedt. Art. 4. De President zorgt, dat het oorspronkelijke doel der Vereeniging zooveel mogelijk bereikt worde, en dat de geest, waarmede zij is opgerigt, bij alles, wat in de Vereeniging ge- schiedt, bewaard blijve. Hij heeft daarom het toezigt over allen en over alles, en is verpligt zorg te dragen voor de teregt- wijzing, en, zoo noodig, voor de verwijdering van een ieder, die eene rigting volgt, welke aan de Vereeniging schadelijk is. Het godsdienstig en zedelijk toezigt en bestuur, uitgeoefend in den vorm van vaderlijke magt, behoort uitsluitend aan den Pre- sident; de overige leden van den Raad van Bestuur staan hem daarbij als familieraad ter zijde. Art. 5. In alle spoedvereischende gevallen neemt de President die maatregelen , welke hem goed schijnen, hij doet ze echter ten spoedigste aan den Raad van Resluur kennen, en , voor zooveel noodig , door dien Raad bekrachtigen. Hij heeft in alle vergade- ring�n van de Vereeniging of haar Bestuur, bij staking van stemmen eene beslissende stern. Art. 6. De Raad van Bestuur kiest uit zijn midden een



		D2

		SLOTBEPALING. Bij eventueele ontbinding der Vereeniging wordt op eene alge- meene Vergadering door de volledige gewone gezellen beslist, waartoe do halen, die uit de contributie der gezellen voort- spruiten, zullen besteed worden. Voor de geldigheid dezer beslissing is eene meerderheid van minstens \'/* der stemmen noodzakelijk. De Diocesaan-Bisschop beslist, aan welke soortgelijke vereeni- ging of, bij gebreke daarvan , aan welke liefdadige instelling de fondsen en balen uit andere giften of legaten voortgesproten, zullen worden toegekend. Behoudens de goedkeuring van Zijne Majesteit den Koning, kunnen wijzigingen in deze Statuten gebragt worden. Aldus door de oprigters vastgesteld, den twintigsten December achttienhonderd drie en zeventig. Namens het Bestuur: W. VEBXIEL, President J. J. A. .1. ZUUR, Secretaris.