-ocr page 1-
Wm /•£,
919
r« 161
-ocr page 2-
-ocr page 3-
A/^
GEZANGEN
TER EERE YM HET ALLERHEILIGST HART
VAN
J E S TJ S.
MUZIEK
VAN
W. A. SMIT.
Liturgische Vereeniging
Aartsbisdom UTRECHT
Volgnummer Bibliotheek
Amsterdam ,
J. BBBRENDONK.
1870.
-ocr page 4-
GOEDKEUEING.
Imprimatur.
J. A. VAN DEN AKKER.
Amstelodami,                                                    Libr. Censor.
18 Octobris 1869.
Boek- en Muziekdrukkerij van A. van der Veen Oomkens, te Wageningen.
-ocr page 5-
De liefde aan \'t Kruis.
Moderato.
ilrJli=g=g
m
EE23
O lief-de, sterker dan de dood, O lief-de van Gods
N                 . .                I               IN
m
E££
r
^^¥
p=pr—r
_;,.
gfc^
f
iiïIê^i^IglM-É
Zo - ne, Wat sloegt gij won-den, bloedig rood, Wat
*=t
=*—Érd
S
g^fe
-*-■
r-
T
«
m
=ÉÜ
-ocr page 6-
vlocht ge een scherpe kro - ne! WathebtgeuwKo-ning
jfeE3=g^^3EgS^E==£
en mijn God, Van u-wen be-ker dronken, Den
jood en hei-de-nen tenspot, Aan\'tvloekbaar kruis ge-
-ocr page 7-
ÏÖifeE
m
2=£
m
-?-
klonken! £n dat voor mij, voor mij, voor mij !...0
-P-J-
:*q:
EmzM\'
3&
i
e
afcrd
ï
ï
:ÉE
^=^
ÖE
T
i
God! hoe-zeer be - min-det Gij! En dat voor mij, voor
t^-A—h^-,-----------,—e
Tq:
e=s^
I
u i Dl. Tflf
J:
Jü.
eéeee;
—i-h-
ritenuto.
g_ü J|J=jp^
3=Ë
mij, voor mij !...0 God! hoe-zeer be-min-det Gij!
=*=*
s
&
*f
3E
te-*
i_j^±
J_-£
^d
Sgü
f^^f^i?
-ocr page 8-
Het koningspurper siert het kruis,
Het vloeit uit wond bij wonde;
En Jesus\' jongste lipgesuis
Verschoont der beulen zonde I
Zijn moeder, met de martelkroon
Om \'t maagdlijk hoofd geslagen,
Wijst Hij den leerling aan ten zoon:
Diens zwakheid zal zij schragen.
En in dien zoon ontving ze mij: I ,.
O God! boezeer bemindet Gij!) u\'
Het is volbracht! mijn Koning sneeft,
En door Zijn dood verwint Hij!
Maar Zijne liefde leeft, zij leeft,
Nog na den dood bemint Hij!
Daar drilt de speer ... en \'t open Hart
Stort balsem, hemelzoetheid!
„Komt, drinkt de goddelijke smart
En proeft uws Heeren goedheid!"
Dus noodigt Uwe liefde mij . ... ) ..
O God ! hoezeer bemindet Gij! j
W. v. N.
-ocr page 9-
7
Het H. Sacrament der Liefde.
Voorspel. Moderato.
ZlDg.
Organo.
g^ÉÉ
Jhl | j JJ
*=
s
I
3^^
r|—I
te
feS
-a—o-
Sfcjfc
-i—r
\' Ko-ning der koningen, Wat zijn Uw\' woningen
m&
mmm
m
^m^m==m.
È=£
^
S3
3t$
lief - lijk en zoet!
Eind-looze lief-debron!
sa
s
#^
-•----B-
f2
J---
£
pp
r
-ocr page 10-
gi
üe^^fe^l
Stra-len-de zie- len-zon, Blaak ons gemoed!
4-
d=3
iE
*=£
■#—#■
jybsip
fT
i
i
L*.
«^i*
f
r
pis
s
=0
Gij, Die ons lij-den deelt, Al on-ze wonden heelt,
i
±
Sfefe£
r
i
i
S
»
sS^
3£=l:
Gun ons te rus-ten,mijnGod,aanUw voet!
i
:5=l=
gfcr-t
P
Ê
TTTTHT
-ocr page 11-
Naspel.
I
±EèÖ
U
Ö
Js£
&
T-f
I
1êS=^
3=3=^
=2=*
feÉEE
BJ§
SE
Gij wilt me Uw dischgenoot,
Breekt mij het levend brood,
Mengt mij Uw wijn!
Hemelse lic Bruidegom,
Zweeft U een sluier om,
\'k Zie door den schijn !
Jesus, Uw vleesch en bloed,
Dat mij de ziele voedt,
Dwingt mij, in eeuwigheid de Uwe te zijn!
Offer en Offeraar,
Hebt Ge op het kruisaltaar
Zelf U geslacht;
Daaglijks vernieuwt Gij, Heer,
\'t Offer des kruises weer
Door liefdes macht.
Hier, als op Golgotha,
Vraagt ook Uw bloed gena,
Vraagt voor Uw broedren vergeving en kracht.
W. v. N.
-ocr page 12-
10
De versmade liefde.
Voor- en Tusschenspel.
Moderato.
-A
*vJ\'UjJJij.ifli
~i——i-
dd
J^Ul-J .1
Orguo.
i.
^^"—*
^P~
1------ir
?=£
~rr
zJLÜ
«V.
ild
5ÈS
*
-JJ.
*
ge
I—I-
s
p^ü
Zing.
-•—*
t-O-
-é-*-\\
Gij hebt mij lief, o Heer, en smacht naar weder-
a tempo.
m
I
rff
TOUj-J-i-i
r
i=J^
stt
*¥f
pgfe^f=Qj^
-ocr page 13-
11
Éfes
TfFf-f-
S3EÉS
lief - de; En of mijn schuld U keer op keer Het
eöeï
U
m
Ü
m
^
w?
1 j>
mn
*^=
i
3
E^
teeder Hart door-grief-de. Geen zee van smarten
4-
i=F
------,»-*—
r-f^n^l
—■■
-*-*-
u
èki
Wi*
:ftl=^Égg^Êgf
a
ï
bluscht de vlam van Uwe lief-de, o Godlijk Lam!
rrrr,
j-
teaÉ^
iT^
5
-ocr page 14-
Gij rust op ons altaar,
Schier dag en nacht verlaten !
En valt die eenzaamheid U zwaar,
En kent Ge er, die U haten:
Geen zee van smarten bluscht de vlam
Van Uwe liefde, o Godlijk Lam!
En of het hoonlied schalt:
„Hier is Hij niet, Uw Koning!
„\'t Is stof, waarvoor gij nedervalt;
„Daar boven is Zijn woning!"
Gij blijft: geen logen bluscht de vlam
Van Uwe liefde, o Godlijk Lam !
Gij toeft, schoon niemand daagt,
Om liefdes disch te deelen;
En of \'t doorwonde Harte klaagt
Bij d\' ondank van zoo velen:
Gij blijft: geen stortvloed bluscht de vlam
Van Uwe liefde, o Godlijk Lam!
Vergeten en gehoond,
Of in een ziele ontvangen,
Waar Satan, Uw doodsvijand troont,
Blijft Gij naar ons verlangen:
Geen heiligschennis dooft de vlam
Van Uwe liefde, o Godlijk Lam!
-ocr page 15-
13
Versmade Majesteit,
Te lang miskende minnaar!
In aller eeuwen eeuwigheid
Blijft Gij, o God, verwinnaar!
Doch blaak, verteere ons hier de vlam
Van Uwe liefde, o Godlijk Lam!
W. v. N.
Gezang ter eere van het E. Hart van Jesus.
Moderato.
m
I
H—I-
=3=3
3
-Jt=jt.
ES
rrff
^f<
"1
>
5S
;3
ttst
:*=
J=t
>F=^
Ö
33=
Zng.
BE
*
Voor Je - sus\'
mm
f
rm
r
<Um
mièM
m
-ocr page 16-
14
m
^^
~t=ÉZ
Ü
Har - te zin - ge Mijn ziel in min-
fa
3E
£
Ï
gf^F^
r^f¥
r
r t
Ui
x=z±
§S£=Ï
—r-
feg^Eg?j5EJEJEJE3E^E^
Door al - Ie wol-ken drin-
neugt;
«i
I^Ü^ü
ip
-fe»
*
I
s^
toon der vreugd!
-ocr page 17-
15
Ge -
eerd ten al - len
tij
mt
i
m
^
f=r=
jTT1
Lu
é
m^m
:1=^i±=dz±
=f=F
*=
B==3^Eg
Éll^l
de zij Je - sus\' hei - lig Hart;
-=i
ES
EB
5W
Ê©-i°-
i
r
W
gis
S:
±t
Ü^^IÜ^
£
Dat al - Ier hart zich wij -
-ocr page 18-
16
$
m
tzrss:
^35
de Aan t\' Hart, vol lief - de en smart.
Ê^3
3
Tf
J»-
J=:
i
Ai.
^
-s>—
fTT3
O Hart, voor mij gebroken
Uit louter liefdepijn,
Om mijne schuld doorstoken,
Mocht Gij mijn Redder zijn. — refr.
Uit breede Hartkwetsure
Sprong water , heilig bloed.
Hoe rijk stroomt, sinds die are,
Ons Uw genadevloed. — refr.
Heer Jesus, ééne bede ,
Slechts ééne, gun ze mij;
Ruim mij een zoete stede,
In Uw doorboorde zij. — retr.
Dan word ik, naar de trekken,
Die \'k in Uw beeld bemin,
Zachtmoedig, rein van vlekken
En nederig van zin. — refr.
Verschuilend in Uw wonde
Vind ik mijn zielerust;
In zoete en bittre stonde
Veracht ik \'s werelds lust. — refr.
En als mij de oogen breken,
Zich sluitend voor den schijn ,
Wil ik nog stervend spreken:
Heer Jesus, eeuwig mijn. — refr.
J. B. v. M.