-ocr page 1-
\\"*?fo
•Sf
748
MARIA-LIEDEREN
(EERSTE REEKS)
VOOR
KERK EN HUISGEZIN,
f
BEWERKT DOOR
yik D R. yVL E S jïZ.
BIJZONDER HOOFDONDERWIJZER
TE
b tt s s r. o o.
■-»©<&—
3. VAK SPMK.
1875.»
Vak 64
-ocr page 2-
•**w «- .»«•»«»«
~J2_____
1
-ocr page 3-
Pa lil \'
p8
(EERSTE REEKS)
VOOlt
KERK EN HUISGEZIN,
BEWERKT DOOK.
k d r. Mes Jz.
BIJZONDER HOOFDONDERWIJZER
TE
. B U,,S £u L- O ,0.
Liturgisch o ven •-
VoJgirjmr.-,-.\' ...j..c-.=\'-x           \'
ZWOLLE. — P. J. VAN SPIJK. — 1875.
-ocr page 4-
9
IMPRIMATUR.
Datum Zwollae 16 Sept. 1875.
OTTO ANT. SPITZEN.
Libr. Cens.
\'•
\'
-ocr page 5-
INLEIDEND WOORD.
De zang is voor eiken katholiek — en vooral voor de min-
der ontwikkelde volksmassa — een belangrijke factor voor
zijn levendig geloof, en niets is meer geschikt om het maat-
schappelijk en het godsdienstig leven van den Christen op de
heerlijkste en meest harmonieuze wijze samen te strengelen
dan het lied.
Zoo was het vroeger; en nu?
Vroeger had het katholieke volk naast den liturgischen zang
der Kerk, het in zijn eigene taal geschreven Kerk- en volks-
lied; doch door de reformatie, en misschien nog meer door
de snel voortgaande ontwikkeling der gefigureerde muziek,
gingen beide te gronde. Daardoor ontstond de nog immer
gapende klove tusschen zijn uitwendig bestaan en zijn inner-
lijk gemoedsleven — eene klove, welke zoo min te vullen is
door een vroeger Calvinistisch of een later kleurloos en water-
achtig neutraal volkslied als door Moria- Kerst- of andere
liederen op deze of gene dansmelodie.
Met de uitgave van deze \'liederen stel ik mij voornamelijk
\' *
-ocr page 6-
s\\
ten doel: bevordering van het in echt kerkelijken (muziek-)
stijl geschreven lied; te dien einde heb ik al de melodiën
(met uitzondering van No. 5, omdat ik voor die woorden
geene passende wijze vond) bij onze in dat opzicht zoo rijke
Duitsche broeders geborgd, en alleen die gekozen, waaraan
het Duitsche Katholieke Ciicilia-Verein zijn zegel van goed-
keuring gehecht heeft.
Bij eene eenigszins gunstige opname bestaat bij mij het
plan om eene reeks van Kerst- volks- en andere liederen (ook
tweestemmige) voor de voornaamste feesten der H. Kerk in
denzelfden trant te laten volgen. Voor op- en aanmerkingen
en vooral voor bijdragen van volksliederen houd ik mij aan-
bevolen.
Bussloo (bij Deventer) 1 Sept. 1875.
-ocr page 7-
Een paar wenken betreffende de uitvoering dezer
gezangen.
1°. Een algemeene en wol de voornaamste regel bij het
zingen van liederen is, dat men eerst het vers goed leze
en het dan zinge met het gevoel, dat de woorden in
onze ziel leggen. Zoo gezongen, zal het zijne uitwerking
niet missen.
2°. No. 1 en »Wij hebben \'t eenig waar geloof\' kan
men gevoegelijk bij het begin en \'t einde van de gods-
dienstoefening zingen.
3°. Sommige, zooals 4 en 5, voert men het geschiktst
met beurt- of solozang uit; bij T vereenigen zich steeds
alle stemmen.
4°. <"^ is een rustpunt, dat men in het kerkelijk lied
op het einde van eiken regel plaatst. Nachbar zegt hier-
van: »men ruste daar zoolang als 2 polsslagen van een
gezond mensch duren." Het gevoel • wijst het ons als
\'t ware van zelf aan.
-ocr page 8-
6
5°. De litanie, zal zij hare behoorlijke uitwerking doen,
moet vloeiend en met jnisten klemtoon worden voorge-
dragen. Men wachte zich vooral voor: Patè-r, Matè-r.
6". Sommige dezer liederen zijn voor \'t gemak van
den zanger getransponeerd; dit is ter plaatse aange-
geven en daarop lette men vooral bij de begeleiding.
Dat men verder acht moet geven op de verschillende
stemmen, zoodat men een lied nu iets hooger, dan iets
lager zal dienon te nemen, spreekt wel van zelf. Het
zal misschien voor sommigen niet ondienstig zijn, den
omvang der verschillende stemmen (in hoofdzaak altijd)
hier bij te voogen.
Sopraan.
Alt.
=fP*
f\'
L=5éÜ
fi^ÊmÊé
=t*
Tenor.
Bas.
Vele stemmen bereiken de kwartnoten niet; slechts bij
uitzondering mag men er een stuk in die stem mee beginnen.
-ocr page 9-
X.
EERBIEDIG IX HET STOF GEKNIELD.
transp. uit As.                                                            (Woorden van A. Mes.)
ztz
£=3=
K3-:
ze
ztziz
Eer - bie - dig in het stof ge-knield Voor Ti-
Heft smee-kend zich ons hart om-hoog Tot uw-
we Ma - jes-teit, 1 Schenk ons, o God, ver-gif-fe-nis
barm-har - tig-heid! )
m
it
Voor wat door ons mis - dre - ven is; Ver-
__(_                „-                                    0
i
t=
*==#=
±
z%zt
\'Jpz
z\\z
stoot den ar - men zon-daar niet, Die bid - dend
m
±-
h=m
*
tot U op-waarts ziet; Ver - stoot ons niet,
s
\'tz
ver - stoot ons, zon - daars, niet!
.* *
-ocr page 10-
II.
NU WEES GEGROET.
(Woorden nit de Ie helft der XVIIe eeuw.)
ï
j I J
EÊE3
*±z
1. Nu wees ge - groet, Ma
ri - a zoet,
i
ifcifc
He - mels ko - nin
Des
gin - ne;
Ont - vang den groet, O vrou - we goed, Van
i
z=±
Hl
m
±=r:t
d\' Engel, blij van
zin - ne.
-ocr page 11-
\'J
2.
Gegroet zijt gij
Met melodij
Van eindelooze koren:
Het nachtgetij
Is dan voorbij;
De zonne wordt geboren.
3.
Wees gij verheugd
Met hooge vreugd,
Genaderijke vrouwe:
"Want uwe deugd
En schoone jeugd
Brengt alles uit den rouwe.
4*
Gegroet hiermee,
Gij brengt ons vree,
O schoonste bloem der bloemen,
Wil \'t aller stee
Ons, door uw bêe,
Voor God uw kindren noemen.
-ocr page 12-
10
III.
MARIA TE MINNEN.
(Woorden overgenomen.)
m
3eee£
:c»:
:*=tl
1. f Ma - ri - a te        min - nen, dat
l Een blijd-schap, die        in - nig de
£=?=Eè=E3=$=^
^
zt r
is mij - ne vreugd,ziel mij ver - heugt
}
Mijn hart, o Ma-
^|^^PlËë=êê
ft
ri - a, be - hoort U al - tijd, Ach! mocht ik U
Ei—-
ÏEE3E
rfct
ESÈ
too-nen, hoe lief gij mij zijt.
-ocr page 13-
11
2.
Neem mij in bescherming, o machtige Maagd,
Verhoor gij, als Moeder, het kind, dat u vraagt;
In leven en sterven, zijt gij het vooral,
Aan wie \'k mij vertrouwe, in \'t wereldsche dal.
3.
O viel mij een duizendtal harten ten deel,
Ik bracht z\'op uw altaar en schonk z\'u geheel;
En had ik een duizendtal zielen daarbij,
Ik bood z\'u, van harte tevreden en blij.
4.
Neem aan dan, Maria, mijn ziel en mijn hart.
In loven en sterven, in vreugd en in smart;
Mijn vrienden en magen, heel \'t menschdom te zaam,
"k Draag z\' allen voor d\' eeuwigheid op aan uw naam.
5.
En telkens als \'t bloed door mijn hartader snelt,
Bij iederen polsslag, die d\'adem verzelt,
Verzucht ik naar u, wie mijn ziel is gewijd,
Die nu en voor altoos mijn plechtanker zijt.
-ocr page 14-
ia
IV.
O KONINGIN.
(Woorden uit de XVIe eeuw in dezen vorm gebracht door A. Mks.)
rUUl\\rrt\\
m
:^=ri:
*
l
{O ko - nin-gin des He -mels schoon, i A - ve Ma-
Daal ne - der uit des He - mels woon! ƒ
%
I r r i >\\r^m
3=fc
Ko - nin - gin des He - mels schoon
Daal van u-wen He-mei-troon
ri - a! f
i
£
zt
-t=
it
=t
:p
A - ve, A - ve, A - ve, Ma - ri - a!
2.
o Moeder van barmhartigheid,                  Ave M.T
Bid voor de gansche Christenheid!             » »
Moeder van barmhartigheid,
Bid voor de gansche Christenheid!
3.
Ave enz.
Ave M.!
Bid, dat ons God genadig zij,
Dat Hij ons maak\' van zonden vrij!
Bid, dat God genadig zij
En ons maak\' van zonden vrjj!
Ave enk.
*
-ocr page 15-
13
Bid God voor ons om hoop en kracht!    Ave M.!
Dat ons gelei zijn Englenwacht!
                  » >
Bid voor ons om hoop en kracht
En \'t gelei van d\'Englenwacht!             Ave enz.
Bid voor den Oppervorst der Kerk,           Ave M.!
Opdat hij heilrijk zij en sterk!
                     » »
Bid toch voor den vorst der Kerk
Dat hij heilrijk zij en sterk!                  Ave enz.
Bestuur ook onzes konings hand,               Ave M.!
En weer den vijand van ons land!
              » »
Ja, bestuur des konings hand,
Weer den vijand van ons land!             Ave enz.
Keer noodweer, hagel, duurten af,             Ave M.!
Keer ziekten, pest en andre straf!
               » >
Keer ze, Moeder, van ons af.
Ziekte, pest en andre straf!                    Ave enz.
rfta ons dan bij in allen nood,                   Ave M.!
En bid voor ons tot in den dood!                » >
Sta ons bij in allen nood,
Bid voor ons tot in den dood!               Ave enz.
-ocr page 16-
14
V.
GEGROET, O HEMELKONINGIN.
transp. uit G.                     (Vertaling van den Lofzang „Salve Regina" door A. Mes.)
füi^
^E£
2
Ge - groet, o He- mei - ko - nin - gin,
Der men - schen troost en schuts-vrien - din,
W^m
3
:GE<E
3=ö=a
Sal - ve Re -gi-na! f Stijg\' nw lof - zang, Che-ru - bijn, 1
l en uw dank - lied, Se - ra - fijn, J
-j±=z
3=^
Ztil
-st---------1
Hoog in \'s He - mels kris - tal - lijn!
=lr
=£\\
--!=■
ÖE
-*-*■
=ö=
Sr
Sal-ve,
Sal
Sal-ve, Re - gi-na!
ve,
2.
Gij zijt de schuts der Christenheid, Salve Regina.
De moeder van barmhartigheid;
                »          »
Stijg! enz.
-ocr page 17-
15
3.
Ons leven, zoetheid, hoop en vreugd, Salve Regina!
Ons lichtpunt op het pad der deugd;
        »          »
Stijg! enz.
4.
Wij zuchten in dit tranendal,                Salve Regina t
Gedrukt door \'t zware schuldental;            »          »
Stijg! enz.
Dus roepen w\'uit ons ballingsoord, Salve Regina!
Tot U, wier bêe God steeds verhoort; »
          »
Stijg! enz.
6.
Wees onze voorspraak bij den Heer, Salve Regina!
En zie meedoogend op ons neer;
                »          »
Stijg! enz.
7.
En voer ons aan uw Moederhand,         Salve Regina!
Hierna in \'t eeuwig vadsrland!                   »          »
Stijg! onz.
-ocr page 18-
16
VI.
WEES GEGROET, GIJ STER V\\\\ T MEER.
(Woorden van Alb. ïliyui.)
(Muziek van A. Mks.)
-|-----,-,-J-J-----|=^
---------««i—4---------------------—-
X
£EE£
3&
i
1. Wees ge - groet, gij ster van \'t meer, vrucht - bre
m
m
33:
é-0-
Moe-der van den Heer, Al-toos maagd ge -ble- ven,
g
i
*
4=
3
£^=
±
S:eö
Gul - den poort der He - mei dre - ven.
2.
Sinds ons »Ave" is verkond
(Heilgroet uit den Englenmond!)
Laat het sein der vreden,
»Eva"\'s plaats bij ons bekleoden!
3.
Slaak de zondaars uit den strik!
Ach, verlicht dier blinden blik!
Alle kwaad verjagend,
Alle goed voor \'t menschdom vragend.
-ocr page 19-
17
4.
Toon den moedernaam u waard:
Dat Hij onze bede aanvaard\',
Die, om ons geboren,
Uwer wilde toebehooren.
5.
Maagd, der maagden reinste bloem!
Zachte maagd, der zachten roem:
Wierd\' ik, vrij van zonden,
Zacht en kuisch, als gij, bevonden!
6.
Louter gij onz\' levensbaan,
\'t Pad beveilgend, dat wij gaan;
Zóó, dat w\' u ter zijden
Jezus zien, met d\' eeuwig blijden!
7.
Zjj aan God den Vader eor!
Christus, onzen hoogen Heer,
En den Geest te zamen!
Allen d\'eigen glorie — Amen!
M
-ocr page 20-
1.8
VII.
O KO\\i\\(IY VOL HEERLIJKHEID.
(Woorden van A. Mes.)
-J-
x
*:
ko - nin - gin vol heer - lijk - heid
:l
Ma-
Gij schuts - vrien - din der Chris - ten - heid
2
E£E£
*=s
frx:
Zie, ik ben uw on - der-daan;
fc
1
=3
:^^
Moe - der, voer ten strijd mij aan! f O help mij
l Te al - Ie
fc
M
i==iÊ
strij - den 1 In
tij - den, \'
allen nood, Tot
h
m>
m
£==£
i
in den dood, Ma
* Hier zinge men iets langzamer.
-ocr page 21-
lil
2.
o Moeder, aller vrouwen kroon, Maria!
Uw God en Schepper werd uw zoon, Maria!
Smeek het Kindjen op uw arm,
Dat het mijner Zich erbarm\'! o help, enz.
3.
o Zoet, o heilig moederhart, Maria!
Gri) leedt voor mij zoo bittre smart, Maria!
Laat die bittre smart en pijn
Niet voor mij verloren zijn! o help, enz.
4.
o Morgenster na donk\'ren nacht, Maria!
Verlicht mij met uw held\'re pracht, Maria!
Wijs mij door uw helder licht
Steeds den weg van deugd en plicht! o help, enz.
5.
O deur des Hemels lelierein, Maria!
Mocht gij mij steeds ontsloten zjjn, Maria!
Voer mij eenmaal uit dit stof
In den schoonen Hemelhof! o help, enz.
-ocr page 22-
20
vin.
AVE MARIA.
fe
£
re
ï
ï
$
1. Wij groe - ten U, o Heil - ge Maagd! Die vol ge-
4b
3
j^
£
=i=Ê
i
na - den zijt; Uw ne - drig - heid heeft God be-
t"
*
-rl-i-
^
ztzzzi
haagd, Der dui - vlen trots ten spijt; God is met TJ,
i
2
*
3
£
3=C
die TJ ver - koor Tot Doch - ter, Moe - der, Bruid; Hij
*:
Ê==£
f
ï-
£
trok TJ al-len vrou-wen voor: Hij koos de ne-
h
4=3=
m
rt
5——«
I
Iz
Zl--------ZÉZ
d\'rigste tiit, Hjj koos de ne-d\'rigste uit.
-ocr page 23-
21
2.
Wij loven U en \'tgodlijk Kind,
Dat aan het kruishout stierf,
Om wien Gij ons, zijn broed\'ren, mint,
Dien Hij zijn rijk verwierf.
Bid Gij voor ons tot uwen Zoon,
o Heiige Moedermaagd!
Gij, met de koninginnenkroon,
Verkrijgt al wat Gij vraagt, (bis.)
3.
o Bid voor ons, zoolang w\' op aard\',
Nog leven, zwak in \'t goed;
Gij bleeft voor Adams smet bewaard
Door Jezus vlekloos bloed;
Bid, Moeder Gods, voor \'t arme volk,
Nu, en in \'t uur der dood!
Dat Satan d\' eeuwge onheilskolk
Vergeefs voor on3 ontsloot! (bit.)
De wijze van bovenstaand »Ave Maria" is die van een der
populairste Katholieke liederen in Duitschland: »Wir sindim
waren Christenthum," waarvan ik de vertaling hier bijvoeg.
Wij hebben \'t eenig waar geloof,
Heb dank daarvoor, mijn God!
Gelooven aan Uw heilig Woord
Is ons het hoogst gebod.
De Kerk, wier Opperst Hoofd Gij zijt,
Is heilig, waar en goed;
Voor haar geeft, ja! elk Christen graag
Zijn leven en zijn bloed, (bis.)
-ocr page 24-
ix.
MARIA, KONINGIN.
(Woorden van A. Mbs..
i
!*=!
m
BE
ztn=t
Ma - ri - a, ko - nin - gin, \'k wijd U met hart en
ej l f lry=-J—Jdl
=pc
£
*
zin. Mijn gan - sche Ie - ven; o Moe - der teer en
§
rV
EEÜËg^E
W^=r
zoet, Diep staat in mijn ge - moed Uw
ii
m
naam ge - schre - ven.
-ocr page 25-
23
2.
Door uwe reine deugd
Waart Gij uws Scheppers vreugd
Geheel uw leven;
\'k Wil trachten meer en meer,
O Moeder zoet en teer,
TJ na te streven.
3.
Gij ziet zoo liefderijk,
Zoo zoet, zoo moederlijk
Op mij ter neder;
Doch ook mijn dankbaar hart,
Zoowel in vreugd als smart,
Klopt voor U teeder.
4.
Wanneer, o Moeder mjjn,
Zal \'k altijd bij u zijn —
Ja, wanneer sterven?
Help, in den laatsten strijd,
Mij toch barmhartigheid
Bij God verwerven!
-ocr page 26-
24
2C.
MARIA\'S VAANDEL.
(Woorden van A. Hes.)
transp. uit D.
$Ê^
1. f Toen ik U zag, in een-dracht \'thartyer-he- ven,
l Toen sloot ik mij, door liefd\' al- leen ge-dre-ven,
ïËiiÊIÊ
HNë
1
:*:-=?:
Be - gees - terd om Ma - ri - a\'s vaan - del staanVol vreugd bij U, Ma - ri - a\'s kin - dren! aan
;}
ï
En \'k zwoer dat vaan - del trouw voor gansch mijn
=t
5
±=±
:©r
Ie - ven, Geen macht op aard\' zal van dien eed m\'ont-
t±=t
^
-*±-h-±
=Lz*~:=*r:
slaan; Uw vaan, Ma - ri - a! door mij uit - ver - ko - ren,
=t
:p^y
3=r*z
JL-*L
®—\'----1----c
Ver - laat ik niet, dat heb ik God ge - zwo - ren!
-ocr page 27-
25
2.
\'k Verlaat u niet, en — moest ik rustloos zwerven
Ik trek met vreugd u na ten heilgen strijd;
Ja! moest ik voor Maria \'t leven derven,
Nog zij mijn laatste blik heur vaan gewijd!
De wereld mag mij dan haar spot doen erven:
Mijn hart is, zoo voor smaad als eer, bereid;
Het dierbaar vaandel, door mij uitverkoren,
Verlaat ik niet, dat heb ik God gezworen!
3.
Algoede Hemelvader, God en Heere!
Hecht Gij uw vaderzegen aan die vaan;
Maak, dat ik haar bewaren moog\' in eere,
Als ik in \'t vuur van \'s levens strijd zal staan;
En uw krachtdadige gena vermóere,
Wen mij de kracht tot strijden dreigt t\' ontgaan!
Maria\'s standaard, door mij uitverkoren,
Verlaat ik niet, dat heb ik God gezworen!
4.
En Gij, verheven Hemelkoninginne,
In wie ik steeds een teedre Moeder vond!
Smeek toch uw Zoon, wiens eindelooze minne
De Godheid aan het stoflijk hulsel bond,
Dat mijn verdorde hand met blijder zinne
Nog uwe vaan omklemm\' in d\'enge stond.
Trouw blijf ik \'t vaandel, door mij uitverkoren,
Tot in den dood, dat heb ik God gezworen!
-ocr page 28-
26
STABAT MATER DOLOROSA.
(Schreiend, och zoo droef en teeder.)
(Woorden van Alb. Thijv.)
^ÉSÊ^
zlz
ÜP
1. Schrei-end, och zoo droef en tee-der, Stond zij bij het
1. Sta -bat Ma-ter do -lo-ro- sa Jux-ta crucem
kruis ter ne- der Daar heur lie - ve Zoon aan - hong.
la -cry-mo- sa, Dum pen-de-bat Fi - li - us.
WM
m
O wat leed dat zuch-tend har - te, Wien het zwaard der
Cu-jus a - ni man ge -men-tem Con-tris- ta -tam
=£ee£
z±.
:*;
fel - ste smar- te Diep ver - scheu - rend bin-nen-drong.
et - do len - tem, Per -tran- si - vit gla- di - us.
Wie is mensch en zon niet schreien,
Zag hij Jezus\' Moeder lijen
In het lijdon van den Zoon!
Voor zijn volk, voor onze zonden,
Heeft zij Hem zien gees\'len, wonden,
Kronen met de doornekroon.
-ocr page 29-
27
3.
Haar beminden Eengeboorne,
Moeders eenig\' uitverkoorne,
Zag zij aan den dood ten buit.
Van zijn vrienden zoo verlaten,
Afgestreden uitermaten,
Blies Hij d\' adem zachtkens uit.
4.
Moeder, moeder, bron van liefde,
Och, dat mij de pijn doorgriefde,
\'t Vol gevoel van uwe smart!
Doe mij minnen, doe mij klagen!
Laat mij Christus toch behagen,
Met een vurig minnend.hart!
5.
Laat ik mij met u vereenen,
Bij het heilig Lichaam weenen,
Weenon tot des\'levensend!
Mij zijn bloedstroom! mij zijn wonden!
Aan den voet van \'t Kruis gebonden,
Weeldedronken van ellend!
6.
Maagd, der maagden glansrijk voorbeeld:
Wees mijn hulp als God mij oordeelt!
Geef tot schuts mij Jezus\' Kruis!
Koom zijn sterven, zijn Genade
Eens mijn arme ziel te stade:
Ga zij op tot \'s Vaders Huis.
-ocr page 30-
28
2.  O quam tristis et afflicta
Puit iÜa benedicta
Mater unigeniti;
Qae moerebat et dolebat
Pia Mater, dum videbat
Nati poenas inclyti.
3. Quis est homo, qui non fleret,
Matrem Christi si videret,
In tanto supplicio?
Quis non posset contristari,
Christi matrem contemplari
Dolentem cum filio?
4.  Pro peccatis suse gentis
Vidit Jesum in tormentis
Et flagellis subditum;
Vidit suum dulcem natum
Moriendo desolatum,
Dum emisit spiritum,
5.  Eja mater, fons amoris,
Me sentire vim doloris
Fac, ut tecum lugeam;
Pac ut ardeat cor meum
In amando Christum Deum,
Ut sibi complaceam.
6.  Sancta Mater, istud agas,
Crucifixi fige plagas
Cordi meo valide;
-ocr page 31-
29
Tui nati vulnerati,
Tam dignati pro me pati
Poenas mecum divide.
7.  Fac me tecum pie fiere,
Crucifixo condolere,
Donec ego vixero;
Jttxta crncem tecum stare,
Et me tibi sociare
In planctu desidero.
8.  Virgo virginum praeclara,
Mihi jam non sis amara,
Fac me tecum plangere;
Fac ut portem Chri&ti mortem,
Passionis fac consortem,
Et plagas recolere.
9.  Fac me plagis vulnerari,
Fac me cru-c\' inebriari
Et cruore filii;
Flammis ne urar succensus,
Per te, virgo, sim defensus
In die judicii.
10.  Criste, cum sit hinc exire,
Dra per matrem me venire
Ad palmam victorise;
Quando corpus morietur,
Fac, ut animae donetur
Paradisi gloria!
• *
-ocr page 32-
30
2EXX.
VAN 0. L. VROUW.
LIT WIE
E3=ë
=fc*
Christe             E lei "son
redémptormunDI De - us
Sanc - TA 2V»\'ni-tas
i
1. Kyrie            E lei -son
2. Pater de Coe-LIS De -us
3.            Sanc - TA ZWn*-tas
Fili
f
*=
TE au-di nos
TE De-us
Chris - te ex au - di nos
mi-se - re-re no - bis
» » » » »
           »
1.          Chris. -
2. Spiritus sanc ,
3. Sancta Trinitas u NUS De - us
O
bis
ra pro no
1.
Na Agn. Dei: 2.
3.
4. Sancta MAria, Sancta De
virginum.
           Ora pro nobis.
par-ce no-bis Do - mi - ne
ex -au -di-nos Do - mi - ne
mi-se-re-re no - bis
| génitrix, Sancta Vir GO
£
E^
■X:
Eë3i
zt.
i
Ach! sta ons bij in al - len nood, En bid voor ons tot
f^P
3=3?: ■
■jrrr—rrr.
fe
=t
gÜ=^Ê
\\f I I
©=É
in der dood, o Gij al-ler-hei-lig-ste Moe-der Ma-ri-a! *
* Dit herhaalt men na elk of na elke 2, 3 n0., zooals men
dat vaststelt, tot aan Agnus Dei.
-ocr page 33-
31
5.   MaTER Christi, Mater diviNAE gratiae, Mater PU rissima.
6.   Mater CAS^^\'ma, Mater inviolata, Mater inteMEra-ta.
7.   Mater frmdbi-lis, Mater ad|U|rafo-lis, Mater CreAto-ris.
8.   Mater SalVAtóris, Virgo pruDEN*w«-nia, Virgo veNE-
ran-da.
9.   Virgo praeDIcanda, VirGO potens, VirGO cle-mens.
10.   "Virgo Fldélis, Spéenlum i\\}$titiae, Sedes sap|éntiae.
11.   Causa nostrae LAE^^eï Vas spiriJIJale, Vas hoNQrabile.
12.   Vas insigne devoTI ones, EoSA mysti ca, Turris I >AV\' iücju .
13.   Türris ibürnea, DoMUS aürea, Foe derisav-oa.
14.   Ja nua coeli, Stella maTUtina, Salus inFIRmó-rnin.
15.   Refügium pecCAtórum, Consolatrix afFLICtórum,
Auxilrum CnrisTIAn°-rlim.
16.   Eegina anGElórum, Regina paTRIARcba-rum Regina
proPHEta-rum.
17.   Regina- apoSTOlórum, RegiNA martyrnm, Regina
conFESSO-rum.
18.   RegiNA mrgi-mim, Regina sanctóRUM omni-vaa, Regina
sine labe originali CONcép-ta.
19.   AgNUS Dei QUI tollis, peccaTA nran-di. (driemaal.)
19.   Parce nobis Domine.
20.   Exaudi nos, Domine.
21.   Miserére nobis.
22. Kyrie Eleison, Christe Eleison, ChrisTE aüdi-nos.
Chris-te exaudi nos.
-ocr page 34-
INHOUD.
JHl                                                                                                             Bk.
\'1. Eerbiedig in het stof geknield.........7
2.    Nu wees gegroet..............8
3.    Maria te minnen..............10
4.    O Koningin................12
5.    Gegroet, o Hemelkoningin...........14
6.    Wees gegroet, Gij ster van \'t meer.......16
7.    O KoniDgin vol heerlijkheid..........18
8.    Ave Maria. (Wij hebben \'teenig waar geloof) ... 20
9.    Maria Koningin...............22
10.    Maria\'s vaandel...............24
11.    Stabat Mater. (Schreiend, och zoo droef en teeder) . 26
12.    Litanie van O. L. Vrouw...........30
.
-ocr page 35-
Ij
Eene vierstemmige begeleiding, zoo gezet, dat ze ook
door Sopraan, Alt, Tenor en Bas, kunnen uitge-
voerd worden, is verkrijgbaar a ƒ 1.
\\