-ocr page 1-
/f,3 - 9$^_______.
-ocr page 2-
-ocr page 3-
BESTEK EN VOORWAARDEN
TOT HET
BOUWEN EENER
j
KERK MEI TOREN
TEN DIENSTE DEK
R. C. PAROCHIE
JUTPHAAS
PROV. UTRECHT.
StooradrHk van P.\'W. van de Weijer, Utrecht.
-ocr page 4-
-ocr page 5-
BESTEK EN VOORWAARDEN
TOT HET
BOUWEN EENER
KERK MEI TOREN
TEN DIENSTE DEK
JR. C. PAROCHIE
TE
JUTPHAAS
PROV. UTRECHT.
Stoomdruk van P. W. van de Weijer, Utrecht.
4J5
b[0L
-ocr page 6-
-ocr page 7-
INHOUD.
I. Afdeeling. Beschrijving.
II.
         „          Voorschriften voor de uitvoering.
III.         „           Voorwaarden van Algemeenen aard.
-ocr page 8-
-ocr page 9-
BESTEK en VOORWAARDEN,
waarnaar door het R. K. Parochiaal
Kerkbestuur van Jutphaas zal wor-
den aanbesteed, het bouwen eener
Kerk met Toren, met bijlevering van
alle hiertoe benoodigde materialen,
arbeidsloonen, transporten, stijge-
ringen, enz.
EERSTE AEDEELING.
Beschrijving.
Art. 1.
Omschrijving van het werk.
Het werk bestaat in het bouwen eener Kerk,
Toren, 2 Traptorens, Sacristie, Doop- en Mariakapel
en Portaal, te Jutphaas, met hetgeen daartoe behoort
en in het bestek omschreven is.
Art. 2.
Afmetingen.
De gezamentlijke lengte van kerk, transsept, koor
en toren buitenwerks, boven het plint gemeten 39.45
Meter.
-ocr page 10-
G
De toren buiten werks, boven het plint gemeten,
lang en breed 6.00 Meter.
De kerk binnenwerks, tot aan het transsept, lang
17.95 Meter, breed 14.60 Meter.
Het transsept binnenwerks, lang 22.10 Meter, breed
6.10 Meter.
Het koor binnenwerks, lang 8.50 Meter, breed 6.10
Meter.
De sacristie met portaal binnenwerks, lang 7.80
Meter, breed 3.60 Meter.
Het portaal binnenwerks, lang 2.85 Meter, breed
2.00 Meter.
De traptoren tegen de toren binnenwerks, lang en
breed 1.80 Meter.
De traptoren tegen het transsept binnenwerks, lang
en breed 1.60 Meter.
De bovenkant der vloer in de kerk wordt als peil
aangenomen, welke hoogte op of bij het bouwterrein
zal worden aangegeven.
De bovenkant der vloer in het koor, Mariakapel en
sacristie 0.16 Meter boven peil.
De onderkant muren van den toren 2.00 Meter
onder peil.
De onderkant van alle overige muren, kontreforten,
kolommen, enz. 1.00 Meter onder peil.
De bovenkant muren van de zijschepen, doop- en
Mariakapel, tot onderkant muurplaten, 7.80 Meter
boven peil.
De bovenkant muren van het middenschip, transsept
en koor, tot onderkant muurplaten, 12.80 Meter
boven peil.
De bovenkant muren van de sacristie, tot onderkant
muurplaten, 4.75 Meter boven peil.
-ocr page 11-
7
De bovenkant muren van het portaal, tot onderkant
muurplaten, 3.70 Meter boven peil.
De bovenkant muren van den toren tot onderkant
muurplaten 27.30 Meter boven peil.
De bovenkant muren van den traptoren tegen den
toren, tot onderkant muurplaten, 22.35 Meter boven peil.
De bovenkant muren van den traptoren tegen het
transsept, tot onderkant muurplaten 14.85 Meter
boven peil.
De bovenkant kap van de zijschepen 10.25 Meter
boven peil.
De bovenkant kap van de doopkapel 12.80 Meter
boven peil.
. De bovenkantkap van de Mariakapel 11.00 Meter
boven peil.
De bovenkant kap van het middenschip, transsept
en koor, 18.60 Meter boven peil.
De bovenkant kap van de sacristie 8.90 Meter
boven peil.
De bovenkant kap van het portaal 6.30 Meter
boven peil.
De bovenkant torenspits, tot onderkant kruis 50.40
Meter boven peil.
De verdere afmetingen volgens de teekeningen en
nadere opgaven.
Art. 3.
Aardewerken,
Tot alle fundamenten, enz. de vereischte ontgravingen,
waterpas in den bodem tot op den vasten grond; de
meerdere diepte als voor den aanleg vereischt wordt,
met dunne lagen zuiver zand aanvullen, onder water
-ocr page 12-
8
zetten en tot de hoogte van den onderkant fundamenten
gebragt zijnde, 12 uren onder water houden.
Na de metseling der fundamenten, moeten deze met
de binnenruimte der gebouwen voor zoover noodig met
zand worden aangevuld-
Het geheele terrein ophoogen met zand volgens aan-
wijzing, en de overschietende gronden uit de funda-
menten op de eerste aanzegging der Directie van het
terrein weg te voeren, op eene plaats door de Directie
aan te wijzen.
Art. 4.
Loodsen.
De Aannemer zal het terrein, gedurende de uit-
voering der werken, volgens opgaven moeten afsluiten;
voorts een timmer-, berg- en kalkloods te plaatsen,
waarin een goed vertrek afschieten, goed verlicht,
waterdigt en tochtvrij, voorzien van 4 stoelen, teeken^
en schrijftafel, eene goede sluitbare kast en kachel
met op te geven brandstoffen, alles ten dienste van
den dagelijkschen Opzichter.
Na den gewonen werktijd berust de sleutel vanden
kalkloods bij den dagelijkschen opzichter.
Art. 5.
Metselwerken.
Fundamenten. Aanleggen als volgt:
De ringmuren van den toren, breed 11 steen, de
ringmuren van de kerk, transsept, koor, doop en
Mariakapel, breed 4 steen, de muren van de traptorens
en portaal breed 3\'/s steen, de ringmuren van de
-ocr page 13-
9
sacristie, breed 3 steen, de binnenmuren in de sacri-
stie, breed 2Va steen, de kontreforten tegen het koor
en transsept 67a bij 5Va steen, de kontreforten tegen
de zijschepen 5 bij 57a steen, de kontreforten tegen
de doop en Mariakapel 47a bij 5 steen de kontre-
forten tegen de sacristie l\'/a bij 37i steen en 3 bij 4
steen, de kontreforten tegen het portaal 2 bij 4 steen t
het kontrefort tegen het transsept 2 bij 4 steen, de
hoofdkolommen 77a bij 77» steen, de kolommen 67a bij
6\'\'a steen, de kolom onder de orgeltribune 4\'|i bij 47a
steen, de muurzuilen 37a bij Vk steen en de aanvul-
lingshoeken in den traptoren en kontrefort bij het
transsept volgens teekening en opgaven.
De ringmuren van den toren in 14 blokken, ieder
hoog 2 platte lagen en de overige muren, kontreforten
kolommen, muurzuilen, enz. in 3 blokken opmetselen
ieder hoog 4 platte lagen en ieder blok 7a steen ver-
snijden, blijvende alsdan zwaar: de ringmuren van
den toren 4 steen, de ringmuren van de kerk, trans-
sept, koor, doop en Mariakapel 3 steen, de muren
van de traptoren s en portaal 2\'/a steen de ringmuren
van de sacristie 2 steen, de binnenmuren sacristie 17a
steen, de kontreforten tegen het koor en transsept 67a
hij 47a steen, de kontreforten tegen de zijschepen 5 bij
47a steen de kontreforten tegen de doop en Mariakapel
4\'/a bij 4 steen, de kontreforten tegen de sacristie lVa
bij 27a steen en 3 bij 3 steen, de kontreforten tegen
het portaal 2 bij 3 steen, het kontrefort tegen het
transsept 2 bij 3 steen, de hoofdkolommen 67a bij 6\'\'a
steen, de kolommen 5\'A bij 5\'/a steen, de kolom onder
de orgeltribune 37a bij 3Va steen, de muurzuillen 27a
bij 17* steen, en de aanvullingshoeken volgens de
teekening.
-ocr page 14-
10
Trnsraam. Over alle muren, kontreforten, kolommen, enz.
metselen van 0,28 Meter beneden tot 0.72 Meter boven
peil; de ringmuren van den toren 3% steen, de ring-
muren van de kerk, transsept, koor, doop- en Maria-
kapel 27a steen, de muren van de traptorens en por.
taal 2 steen, de muren van de sacristie 17a steen, de
binnenmuren sacristie 1 steen, de kontreforten tegen
het koor en transsept 6V2 bij 4 steen, de kontreforten
tegen de zijschepen 5 bij 4 steen, de kontreforten tegen
de doop en Mariakapel 47a bij 37» steen, de kontre-
forten tegen de sacristie IV2 bij 2 steen en 3 bij 2V2
steen, de kontreforten tegen het portaal 2 bij 2V2 steen»
het kontrefort tegen het transsept 2 bij 2V2 steen, de
muurzuilen 2 bij V/t steen, de hoofdkolommen,kolom-
men en aanvullingshoeken volgens teekeningen en
opgaven,
opgaande mu- Tot de in Art. 2 bepaalde hoogte en volgens de
ren#
            teekeningen opmetselen; de ringmuren van den toren
3 steen, de ringmuren en eindgevels van de zijschepen
doop en Mariakapel, transsept, koor en middenschip 2
steen, de ringmuren en eindgevel van de trapto-
rens en portaal IV2 steen, de ring- en binnenmuren
van de sacristie 1 steen, de schraagbogen 2 steen, de
kontreforten tegen het koor en transsept, tot 4.40
Meter boven peil 6V2 bij 3 steen, tot 8.30 Meter boven
peil 5\'/2 bij 3 steen, de verdere hoogte 47a bij 3 steen,
de kontreforten tegen de zij schepen tot 3.30 Meter
boven peil 5 bij 3 steen, tot 5.30 Meter boven peil
4V2 bij 3 steen, de verdere hoogte 4 bij 3 steen, de
kontreforten tegen de doop en Mariakapel tot 3.30
Meter boven peil 4\'/2 bij 21/a steen, tot 5.30 Meter boven
peil 4 bij 2V2 steen, de verdere hoogte 37a bij 27a steen
de kontreforten tegen de sacristie tot 2.30 Meter boven
-ocr page 15-
11
peil Vh bij 1 steen, de verdere hoogte 1 bij 1 steen,
en tot 2.30 Meter boven peil 3 bij IVj steen, de ver-
dere hoogte 2\'h bij VI» steen, de kontreforten tegen
het portaal tot 2.10 Meter boven peil 2 bij l\'/a steen,
de verdere hoogte IV2 bij IV2 steen, het kontrefort
tegen het transsept 2 bij IV» steen, de muurzuilen
met de daaropkomende muren 2 steen, de kolommen,
kolonnetten, consolen, bogen, de overgang van vier
tot achtkant onder de torenspits en de aanvullings-
hoeken in den traptoren en kontrefort bij het transsept
volgens teekeningen en opgaven.
Geweken,         In de midden en zijschepen, doop en Mariakapel,
transsept, koor, toren, sacristie, portalen, en onder
de orgel tribune, tot de gewelven, de noodige ijzeren
kettingankers, met ijzeren schieters in de richting der
bogen aanbrengen; de dwars en kruisbogen volgens
op te geven profillen, de bogen hoog 1 breed ik steen,
van Waalvorm behalve die van de gewelven, sacristie,
portalen, en onder de orgeltribune, welke van IJssel-
steen moeten zijn, metselen op sterke formelen en
tusschen de bogen de gewelfkappen dik Va steen uit
de hand digtmetselen, waarbij steeds 4 schulpen van
een gewelfpand tegelijk moeten worden afgewerkt; de
gewelven aanraseren volgens opgaven.
Het metselwerk droog zijnde, moet den Aannemer
op order van de Directie, de kettingankers opruimen.
Trappen.          In de beide traptorens trappen metselen, hoog te
zamen 33.00 Meter, de spillen 1 bij 1 steen, de ge-
welven Va steen, alles volgens te geven details; de
gewelven en alle in het gezicht komende metselwerk
van hardgraauw in slappe basterdtras en voegen; de treden
van klinkers in sterke basterdtras, met portland gevoegd,
de niet in het gezicht komende metselwerken van rood.
-ocr page 16-
12
Verschillende Tot alle op de teekeningen voorkomende lichtope-
Metselwerkeu. ,                 .                  ,                                                                    r
ningen, nissen, galmgaten, versnijdingen, afdekkingen,
rollagen, lijsten, enz. de steenen hakken en uitmetselen
volgens details.
Tot de stoep voor de sacristie en onder de treden
in het koor, Mariakapel en altaartreden, de noodige
en op te geven metselwerken.
Voegwerk.
         De huitenzijde der muren, mede de bogen onder de
gewelven, dagelijks onder de opwerking, met platte
Toegen te voegen, de haarden naar eene rei af te
snijden en zindelijk op te leveren; onmiddellijk voor
het inzetten der voegen de metselspecie volgens aan-
wijzing uit te krabben en te voegen met specie be-
staande uit 1 deel kalk, 1 deel zand en 1 deel port-
land cement; het plint voegen met enkele portland cemenfc
Raapwerk
         De binnenzijde der buitenmuren, alsook de binnen-
muren en gewelven volgooijen, daarna onder de rei
vlak rapen en fijnschuren met mortel, waarvan het
zand gezeefd moet worden; de lijstwerken trekken
volgens te geven details.
Wanneer zulks verlangt wordt moet de specie ver-
mengd worden met op te geven kleur.
Alle onder de grond komende metselwerken en de
bovenkant der gewelven met dezelfde specie, waarmede
die gemetseld zijn, volgooijen en afwasschen.
Vloeren.
           De kerk, transsept, koor, toren beneden en boven,
traptorens, portalen, orgeltribune, doop en Mariakapel
te bevloeren met beste blaauwe en roode vloerbakken.
De vloerbakken overhoeks te leggen volgens nadere
aanwijzing.
Als de Besteders geheel of gedeeltelijk, andere vloeren
verlangen, zullen die door Besteders worden geleverd,
doch zal den Aannemer die moeten leggen volgens
-ocr page 17-
13
aanwijzing, in portland cement op 2 lagen van 2ie rood
in kalkmortel, waarvoor hem zal worden bijbetaald
f 2.00 per centiare.
Soort van steen y00r ZOoverre dit niet reeds bepaald is, alle funda-
en specie.                                                                               r
menten van best rood in slappe basterdtras, onder
de vrijstaande kolommen van klinkers in sterke basterd-
tras, bet trasraam van vlakke klinkers in sterke
basterdtras en voor de kolommen in portland cement,
de opgaande buitenmuren en kontreforten aan de dag-
zijde van best hardgraauw, met achterleggers van best
rood in kalkmortel; de kolommen en kolonnetten met
deszelfs basementen en kapiteelen, de consolen, de
dwars- en kruisbogen onder de gewelven, de afdek-
kingen op de gevels, plinten en kontreforten, de ver-
snijdingen der kontreforten, mede rollagen en wangen
onder de lichtopeningen en nissen en alle uitgeraetselde
en op te geven lijsten van klinkers in portland cement
de gewelfkappen van beste IJsselsche ondersteen, lang
16 c. M., breed 8 c. M. in kalkmortel; verder alle
metselwerken, welke niet genoemd zijn, van steen en
specie volgens opgave van den Architect.
Kalkmortel 1 deel steenkalk en 1 \'/a deel zand.
Melangen der Slappe basterdtras, 2 deel steenkaik, 2V» deel zand
Metselspecie.               , ,
en 1 deel tras.
Sterke basterdtras, 2 deel steenkalk, 2 deel tras
en Vli deel zand.
Portland cement, 1 deel cement en 1 deel zand.
Zij moeten met inhoudsmaten in tegenwoordigheid
van den Opzichter gemeten worden ; voor het aanleggen
van een mortelbed buiten het toezicht van den Opzichter,
wordt de Aannemer telkens f 25.00 op de aannemings-
som gekort, behalve dat bovendien de daarvan bereide
mortel wordt afgekeurd en niet verwerkt mag worden.
-ocr page 18-
14
Art. 6.
Steenhouwerswerken.
Steen-
soort.
Aantal.
METERS.
STΘREN.
Lengte.
Breedte.
Hoogte.
Inhoud.
Escau-
sijnsche
1
2.20
0.35
0.12
0.092
»
4
0.22
0.22
0.23
0.045
»
1
0.17
0.17
0.22
0.007
»
2
1.20
0.35
0.12
0.101
ο
4
0.22
0.22
0.23
0.045
»
4
0.17
0.17
0.17
0.020
»
2
1.90
0.25
0.12
0.114
»
8
0.22
0.22
0.23
0.090
»
2
0.17
0.17
0.17
0.010
»
2
1.00
0.23
0.10
0.046
»
4
0.17
0.22
0.17
0.026
»
4
0.17
0.11
0.17
0.013
Leveren en verwerken:
Voormuur toren, onder-
dorpels ......
»           » duimsteenen
i> » grendel-
steenen......
Achtermuur toren, onder-
dorpels ......
j               » duim-
steenen ;.....
»             » slot en
grendelsteenen ....
Zijschip en portaal, onder-
dorpels ......
x> » »         duim-
steenen ......
» j> » grendel-
steenen......
Buitenmuur sacristie, en
transept onderdorpels .
» » duim-
steenen......
»           j              slot
en grendelsteenen.
-ocr page 19-
15
tal.
METERS.
Steen-
o5 <v
soort.
1
eng
eed
oog
►J
m
H
STΘREN.
Inhoud.
Escau-
sijnscheφ
Traptorens en doopkapel,
onderdorpels. . . .
0.90
0.2\'2
0,17
1,00
0.22
0:17
8.70
20.00
0.40
0.30
0.40
0.230.10
0.104
0.111
0.049
0.092
0.090
0.040
0.470
1.096
0.040
0.014
0.080
10
4
8
8
1
0.220.23
duimsteenen.
»           »           »
slot en grendelsteenen
Sacristie, onderdorpels.
» duimsteenen .
slot en grendel-
0.17
0.23
0.47
0.10
0.220.23
0.170.17
0.300.18
0.300.18
0.400.25
0.300.15
0:400.25
steenen
Koortreden te zamen.
Altaartreden ο »
Sluitsteen in het koorgewelf
» » sacristiege-
Bent-
heimer
welf
Sluitsteen in de doop en
Mariakapel gewelven. .
-ocr page 20-
16
Art. 7.
Timmerwerken.
Hout-
soort.
Aantal. |
METERS.
STΘREN.
Lengte.
Breedte.
Hoogte.
Inhoud
dennen
15
7.00
0.170.28
4.998
J>
2
4.30
0.170.28
0.409
i
2
2.60
0.170.28
0.248
n
12
1.10
0.170.28
0.628
»
12
3.80
0.15
0.23
1.573
»
2
5.00
0.15
0.23
0.345
»
2
3.90
0.15
0.23
0.269
>
2
2.20
0.15
0.23
0.152
»
8
2.50
0.12
0.20
0.480
ο
3
3.50
0.15
0.23
0.3G2
ο
24
3.30
0.15
0.23
2.732
$
4
3.70
0.15
0.23
0.511
»
4
3.40
0.15
0.23
0.469
»
8
7.30
0.12
0.17
1.191
»
28
1.80
0.15
0.20
1.512
3>
4
2.00
0.15
0.20
0.240
J>
20
2.80
0.12
0.17
1.142
»
10
3.00
0.12
0.17
0,612
Kap, midden- _                                   ,
«chip,transept Leveren en verwerken:
en koor.
Onderbindten
T>
>
Sleutelstukken
Bovenbindten
Spanten
» • , .
> hoekkepers
Karbeels. . . .
Y        • • • •
Bovenspanten . ;
Makelaars ...\'.\'.
-ocr page 21-
r
17
Hout-
soort.
Aantal.
METERS.
STΘREN.
Lengte.
Breedte.
Hoogte.
Inhoud.
dennen
4
3.70
0.12
0.17 0.302
j>
201.90
0.12
0.17 0.775
j>
32
2.00
0.12017
1.306
»
4
7.40
0.15
0.20
0.888
j>
1
50.00.
0.15
0.17
1.275
»
1
114.00
0.17
0.23
4.457
greenen
1
112.00
0.700.07
5.488
dennen
4
7.00
0100.12
0.336
»
8
2.40
0.10|0.12
0.230
98
6.60
0.08
0.10
5.174
ο>
10
5.80
0.08
0.10
0.742
*
16
3.30
0.08
0.10
0.422
3>
16
1.60
0.08
0.10
0.205
greenen
1
108.00
0.22
0.03
0.713
dennen
1
45.00
0.03
0.05
0.068
vuren
0.03
dennen
12
4.50
0.15
0.23
1.863
J>
122.60
0.15
0.20
0.936
»
20
1.60
0.100.15
0.480
»
1
40.00
0.150.17
1.020
»
1
82.00
0.12
0.20
1.968
Makelaars.....
Nokschoren.....
Spreibanden ....
Killen......
Nokken te zamen .
Gordingen
         »
Muurplaten »
Spanribben, hoekkepers
»                   »
»             ....
»             ....
»             ....
»                ....
Gootplanken te zamen .
Ruiters                 »
Bebording 691 centiaren
Kap. Zijsche- άnderbindten ....
pen.
Muurstijlen.....
Karbeels......
Nokken te zamen .
Gordingen »
-ocr page 22-
18
Muurplaten te zamen . .
Hout- \'
soort.
1 METERS |STERF.N.
— *-»
Breedte.
4 I
!<• Inhoud.
o
£Q 1
greenen\'
40 00
0.500.07
1.400
Spanribben......
dennen E
.2 f.80
0.08 0.1C
1.997
Gootplanken te zamen . .
Bebording 488 centiaren .
greenen\\
\\uren
35.00
0.22
0.03
0.03
0232
Kap Doop-
Lapel.
Onderbindten.....
» .....
dennen 2
» 3
5.80
2.60
J0.15
0.15
0.23
0.23
0.400
0.269
Zwaarden ......
» 3
0.90
0.15
0.23
0.093
Spanten.......
» 7
5.50
0.10
0.15
0.578
Karbeels.......
» 7
120
0.10
0.10
0.084
Bovenbindten.....
» 2
3.00
0.10
0.15
0.090
» .....
1 3
1.10
010
0.15
0.050
Zwaarden......
» 3
0.80
0.10
0.15
0.036
Makelaars......
» 1
3.00
0.10
0.10
0.030
Gordingen te zamen . .
» 1
8.00
0.10
0.12
0.096
Muurplaten »
^reenen 1
14.00
0.50
0.07
0.490
Spanribben, hoekkepers .
dennen 7
5.60
0.10
010
0.392
» .....
» 7
5.30
0.08
010
0.297
» te zamen . .
» 1
14.00
0.08
0.10
0.112
Gootplanken » . .
Bebording 55 centiaren .
greenen 1
vuren
9.50
0.22
0.03
D.03
0.063
Knp Maria-
kapel,
Onderbindten.....
dennen 2
4.20
0.15
D.23
0.290
-ocr page 23-
19
STΘREN.
METERS.
Hout-
soort.
bo
O)
h3
Inhoud.
o
o
pq
dennen
»
>
»
»
»
»
greenen
dennen
»
j
greenen
vuren
dennen
»
1 4.70
3 3.C0
4.30
1.80
0.150.23 0.162
0.100.15 0.162
0.10,0.15 0.065
Onderbindten.....
Spanten.......
» .......
Bovenbindten.....
»           .....
»           .....
Makelaar......
Gordingen te zamen . .
Muurplaten »         . .
Nok........
Spanribben, hoekkepers te
zamen......
Spanribben......
t te zamen . .
Gootplanken.....
Bebording 30.00 centiaren
Kap, Sacristie Onderbindten . : . . .
eu Partaal.
»           .....
>            .....
»            .....
Spanten.......
0.10,\'O.IS
0.100.15
0.10.0.15
0.100.10
0.100.15
0.500.07
0.027
0.023
0.015
0.020
0.113
0.298
0.024
0.116
0.243
0.080
0.050
0.571
0.110
0.063
0.072
0.540
1.50
1.00
2.00
7.50
8.50
2.40
11.60
3.80
10.00
7.50
4.00
1.80
2.20
1.20
4.50
0.10
0.10
0.100.10
0.08
0.08
0.10
0.10
0.220.03
0.03
0.120.17
0.120.17
0100.15
0.100.15
0.100.15
i
-ocr page 24-
20
METERS.
STΘREN.
Hout- ■ *
soort.
f)
o
h-3
fcD
o
o
W
Inhoud.
n
dennen
2.50
5.00
2.70
3.30
2.50
1.50
9.00
1 8.00
20.00
I
123.00
0.100.10
0.100.15
0.100.10
0.100.15
0.100.10
0.100.10
0.100.10
0.10,0. οo!
Spanten . .
Hoekkepers
ο
Killen . .
Makelaars .
0.100
0.150
0.108
0.099
0.025
0.015
0.090
0.080
0.240
0.403
0.960
0.078
0.011
0.069
0.055
0.023
0.087
0.016
0.064
Bindtbalkjes  te zamon
Nokken                »
Gordingen            ο
Muurplaten           »
Spanribben           »
Gootplanken         »
Ruiters.....
0.10J0.12]
|0.35\'o.05]
Igreenen
dennen
[greenen
dennen
vuren
]greenen
dennen
120.00!0.08,\'0.10|
(0.200.03
0.030.05
0.03
0.300.05
0.100.12
0.100.10
0.050.07
0.20;0.03
13.00
7.50
4.60
4.60
2.30
3.10
2.60
2.20
Bebording en zolder 420
centiaren......
K»p, Portaal. Muurplaten te zamen . .
Gordingen          »         . .
Nok........
Spanribben......
Gootplanken.....
Ruiter.......
[greenen
dennen
0.03,
0.05,
-ocr page 25-
21
Hout-
soort.
Aantal. |
METERS.
STΘREN.
Lengte.
Breedte.
Hoogte.
Inhoud.
vuren
0.03
dennen
2
3.00
0.20
0.25
0.300
»
2
1.40
0.20
0.25
0.140
eiken
4
5.00
0.12
0.17
0.408
»
4
0.70
0.10
0.15
0.042
»
4
0.55
0.12
0.70
0.185
»
1
4.00
0.12
0.17
0.082
»
1
4.60
0.12
0.17
0.094
»
1
2.00
0.12
0.17
0.041
»
0.02
0.616
dennen
1
4.50
0.10
0.15
0.068
i
1
7.50
0.10
0.12
6.168
>
4
6.00
0.10
0.12
6.288
>
1
7.00
0.10
0.10
6.670
vuren
0.03
dennen
2
2.20
0.10
0.15
6.666
»
4
0.90
0.10
0.15
0.054
»
4
6.70
0.10
0.15
0.042
i
1
5.20
O.li
0.12
0.075
»
8
5.00
0.10
0.12
0.480
Bebording 12 centiaren .
Tranaseptoren. Onderbindten.....
»           .....
Stijlen.......
Gonsolen......
Maaswerk ......
Lijst te zamen . . .
»                »          . . .
Bindtjes t>         . . .
Vloeren 0.50 centiaren. .
Bindtjes te zamen . . .
Makelaar......
Hoekkepers......
Bindtjes, knietjes enz. te
zamen......
Bebording en vloer 18 cen-
tiaren.......
Traptorenspits Onderbindjes.....
teiren het
transsept.                 »               .....
Zwaarden......
Makelaar......
Hoekkepers......
-ocr page 26-
22
METERS.
STΘREN.
Hout-
soort.
to
a
te
o
o
w
Inhoud.
dennen
s
greenen
vuren
dennen
Knietjes .\'.\'.::\'..
Tusschenbindtjes te zamen
Gordingen                  »
Muurplaten                 »
Bebording en vloer 22 cen-
tiaren.......
Tr»ptorenspiU Onderbindtjes; : : : .
teyeu dcu
toren.
                    s
Makelaar ......
Hoekkepers.....
Nok........
Tusschenbindtjes te zamen
Gordingen                  s
Spanribben...:..
Muurplaten te zamen . .
Ruiters, knietjes, enz. te
zamen
Bebording en vloer 20 cen-
tiaren.......
Torenspits. Bindten.....• .
» .......
Muurplaten......
0.80
5.00
5.50
8.00
2.10
1.10
1.50
3.20
0.80
5.00
4.50
3.20
6.00
4.00
5.90
5.90
6.00
0.100.10
0.100.10
0.100.10
0.064
0.050
0.055
0.084
0.063
0.066
0.022
0.128.
0.008
0.050
0.045
0.128
0.105
0.006
1.652
0.361
1.620
0 07
0.15
0.03
0.100.15
0.100.15
0.120.12
0.10
0.10
010
0.10
0.10
0.10
0.10
0.10
0.10
0.10
f
t
greenen 1
dennen
vuren
dennen
i
greenen
0.350.05
0.030.05
0.03
Φ.200.35
0.12
0.45
0.17
15
-ocr page 27-
23
MKTERS.
STΘREN.
ai
i
o
o
m
ai
S
a
O)
n3
Houtr-
soort.
"O
0)
O)
Si
m
Inhoud.
0.17i
0.12]
3.672
0.918
0.810
0.217
1.320
0.8)6
0.540
0.188
0.108
0.276
0.147
0.072
0.600
0.540
0.138
0.261
0.069
0.120
22.50
45.30
\'l3.50
6.70
5.50
5.00
4.50
2.30
1.80
2.30
1.80
1.20
3.00
4.50
2.30
3.20
1.70
2.00
2.20
1.60
!l.20
dennen
»
i
>
»
»
»
»
ο
Spitsnaalden .
»
»
Makelaar . .
Kruizen . . .
» ...
» ...
Onderbindten .
»
Bovenbindten .
»
Koppelbindten.
Bindten . . .
» ...
» ...
» ...
s ...
Gordingen . .
»         . .
0.100.15
0.100.15
0.180.18
0.150.20
0.171
0.121
0-100.15
0.120.17
0.100.15
0.150.20|
0.120.17
0.100.15
0.200.25
0.15 0.20
0.150.20
0.12017
0.120.17
0.100.15
l0.12l0.17l 0.180
0.100.15 0.096
0.10 O.is\' 0.072
-ocr page 28-
24
Hout-
soort.
Aantal. |
METERS.
stθren:
Lengte.
Breedte.
Hoogte.
Inhoud.\'
dennen
4
1.50
0.10
0.15
0.090
>
8
3.00
0.12
0.17
0.490
»
4
2.70
0.10
0.15
0.162
»
12
2.20
0.10
0.15
0.416
»
8
1.10
0.10
0.12
0.096
vuren
0.03
dennen
8
5.00
0.20
0.30
2.400
vuren
0.03
eiken
28
0.60
1.00
0.04
0.672
>
1
32.00
0.10
0.10
0.320
vuren
0.03
dennen
1
130.00
0.45
0.05
2.925
»
1
270.00
0.05
0.07
0.945
eiken
1
6.00
0.20
0.30
0.360
Bindten tegen de makelaar
Hoekkepers. ".....
Naalden.......
Bebording en vloer 265
centiaren . . .
Toren. Bindten......
Vloer 21 centiaren . .
Galmborden ....
Sacristie. Vloerribben te zamen .
Vloer 25 centiaren . .
Gewelven. Loopplanken te zamen.
Leuningen met stijltjes
Bindt, triumfboog . .
Dakvenster». Voor de dakvensters op de verschillende daken,
het regelwerk van Greenen 10 bij 10 c. M. met eiken
10 bij 15 c. M. onderdorpels aan de kozijnen, de be-
bording van vuren 3 c. M. de vensters van dito 22
m. M. met de noodige klampen, afhangen aan hengsels
en voorzien met het noodige sluitwerk, enz. alles
volgens details.
-ocr page 29-
25
Kontreforten. De bovenkanten van de kontreforten afdekken; het
in de muren te metselen regelwerk van eiken 7 bij
10 c. M. en het beschot van greenen 3 c. M.
Trappen. In het portaal bij de sacristie eene spiltrap aanbren-
gen, hoog 24 treden, de treden en boomen van 3
c.M. eiken, de stootborden van 16 m. M. vuren, de
spil van dito 12 bij 12 c.M. en de leuningen van
vuren 5 bij 5 c. M. tegen de muren bevestigd op de
noodige ijzeren duimen. Van de klokkenzolder tot
de spits, de noodige trapladders met bordessen, breed
0,60 Meter; boomen van 45 m. M. treden van 34 m. M. de
leuningen met de noodige stijltjes van 5 bij 7 c. M. vuren.
In de Sacristie aan den voet der muren 2 bij 13
c. M. eiken plinten aanbrengen.
Afdaken. Tegen de zijgevel van den toren en sacristie aan-
brengen, op de noodige gesmede ijzeren consolen; het
regelwerk van 10 bij 12 c.M. greenen, voorzien met
dito lijsten, en beschieten met 3 c.M. vuren, een en
ander volgens details.
Deuren.
        In de voor en achtermuur van den toren, in de muren
van het noorder zijschip en portaal en in de buiten en
binnenmuur van de sacristie, koortransept en trapto-
rens aanbrengen, de op de teekeningen aangetoonde
en op te geven getoogde deuren, van 22 m. M. wa-
genschot en 28 m. M. eiken dwars, steek en spiegel-
klampen en dito tongnaalden voor de dubbele deuren:
iedere deur afhaDgen aan 2 ijzeren gesmeede duim-
hengsels, en te sluiten met zware grendelschuiven $
suffisante sloten, ijzeren klinktoestellen, handvaten,
sleutels en sleutelplaten, alles volgens details en
opgaven. De deuren tot toegang naar de gewelven
Van 22 m. M. vuren, afhangen aan gewone duimheng*
Bels en te sluiten met grendelsloten, De afsluiting
-ocr page 30-
£6
ran kerk en toren geheel volgens te geven details
en opgaven te vervaardigen.
KluHeDBtoel. in den toren te maken een dubbele klokkenstoel
van greenenhout; de onderleggers en stijlen van 15
bij 10 c.M. de bovenstijlen van .12 bij 17 c. M. de
kruizen, karbeels, enz. van 10 bij 15 c.M. deboven-
leggers van eiken 17 bij 20 c.M. geheel verbonden
met de nader op te geven ijzerwerken en te stellen op
8 kurken, lang en breed 25 c. M. hoog 12 c. M. alles
volgens nadere opgave. De door Besteders op het ter-
rein te leveren klokken in den toren te brengen, te
stellen en te voorzien met de noodige luitouwen,
kokers en wat noodig zal bevonden worden.
De aannemer blijft tot den dag der finale oplevering
aansprakelijk voor de schade aan de klokken toege-
bragt, welke van zijn bedongen aanneemsom zullen
worden ingehouden.
Art. 8.
Leijen dak.
Het dak van den toren, transept en traptorens,
middenschip, transsept, koor, zij schepen, doop- en
Mariakapel, sacristie, portalen, kalvarie, bovenkanten
van de kon trefor ten, koor, transsept, sacristie en portaal,
dakvensters en voorkanten der gootplanken te zamen
1468 centiaren te dekken met beste blaauwe Moezel-
leijen, in goed Eijnverband, bijzonder vast op elkander
sluitende, en iedere lei met 3 geoliede 3 ponds leinagels
spijkeren; de dakvensters, gootplanken en bovenkanten
der kontreforten in schulpdak.
Art. 9.
Loodgieters werken.
Leveren en verwerken:
cJ^mi-cL-
-ocr page 31-
27
Op de nokken         97.50 Meter, breed 0.30 Meter.
Op de hoekkepers 325.00 „         „ 0.12 „
„ „         „         130.00 „         „ 0.10 „
Bovengenoemd lood moet wegen 25 Kilogrammen in
de centiare en het volgende 20 Kilogrammen in de
centiare.
Aan de voet der daken 235.00 Meter, breed 0.15 Meter.
„ n „ „ n 14.00 „ „ 0.20 „
Langs de gevels
              61.00 „ „ 0.20 „
Voetlood                         40.00 „ „0.13 „
Aan de dakvensters, legeringen, mutsen, kontre-
forten enz. 69 centiaren.
Verder het benoodigde gietlood de finalen op de
dakvensters en daken en al wat onder de bewerking
zal noodig bevonden worden.
Zink.
         In de goten         186.00 Meter breed 0.70 Meter.
In de killen          47.00 „         „ 0.50 „
Toren vloer             5.50 „         „ 5.50 „
52 waterbrakers van zink gedreven volgens te geven
details.
Al het voornoemde zink moet zijn van Nb. 15 en
zal 7.7 kilogrammen in de centiare moeten wegen.
Art. 10.
Ijzerwerken.
Behalve de hang- en sluitwerken, zoo mede anker-
nagels, spijkers, boutjes, krammen, platen en alles
wat reeds hiervoren in dit bestek omschreven is, moet
in de gebouwen, geleverd en aangebragt worden:
Aan bouten, ankers aan de bindten, gordingen,
nokken en muurplaten, koppels, dwaisbruggen, 3
wijzerplaten, finalen en al wat onder de bewerking
zal opgegeven worden 5000 kilogrammen ge3meed ijzer.
-ocr page 32-
28
Een kruis met koperen haan en bal op den toren.1
Een kruis met koperen haan en bal op den trans-
eepttoren.
\\ dubbele roodkoperen schoorsteenbuis diameter
13 c. M.
Het ijzerwerk moet, alvorens geplaatst te worden,
in tegenwoordigheid van den Opzichter worden gewogen,
en zal hiervan aanteekening worden gehouden; ijzer
aangebragt zonder aan bovenstaande voorwaarden vol-
daan te hebben, zal niet in rekening worden genomen
en beschouwd als niet te zijn verwerkt.
Art. 11.
Glas- en Schilderwerken.
Alle ramen en lichtopeningen in de gebouwen te
beglazen met groen glas in lood gebonden volgens
details, het lood breed volgens nadere opgave, voor-
zien van stevig hart en de vereischte bindriempjes;
de compartementen na gesteld te zijn van binnen en
buiten, waterdigt op te stoppen, langs de bruggen
met goed bereide slappe meniestopverf en langs de
muren met portland-cement en helder schoon, zonder
barsten of breuken op te leveren.
Al het ijzer benevens het hout dat in of in aan-
raking komt met het metselwerk, voor hetzelve wordt
aangebragt, tweemaal goed dekkende menien en niet
te stellen of aan te brengen, voor dat hetzelve goed
droog is.
Het ijzerwerk wat in het gezicht blijft 2 maal over
te verwen; de haan en bal op den torenspits en
transepttoren te vergulden.
Alle houtwerken, welke binnen in het gezicht komen,
-ocr page 33-
29
zonder onderscheid tweemaal te oliλn met ongekookte
lijnolie en kleurig bij te stoppen, de eikenhouten deuren
eenmaal oliλn, schuren en tweemaal vernissen.
Het aan de lucht blootgestelde houtwerk, tweemaal
gronden, stoppen, overgronden en oververwen.
De kleuren van alle verfwerken blijven ter keuze
van den Architect.
Als de besteders geheel of gedeeltelijk ander glas
verlangen, als hierboven omschreven is zal den Aan-
nemer het moeten plaatsen, als bepaald is; en zal
hem het niet geleverde glas van de aannemingssom
worden ingehouden volgens de hierna omschrevene
eenheidsprijzen, de schade aan het glas toegebragt,
zijn en blijven tot den dag der finale oplevering voor
zijn risico en verantwoording.
Het glas zuiver en schoon op te leveren.
TWEEDE AFDEELING.
VOORSCHRIFTEN VOOR DE UITVOERING.
Art. 12.
Algemeene regelen en bepalingen.
De algemeene regelen en bepalingen vastgesteld bij
beschikking van den Minister van Binnenlandsch©
Zaken van den lBle Maart 1866 No. 177, 3ae afdeeling
en in dit bestek aangeduid, door de letter A. R. en
B. zijn verbindend en worden beschouwd als letterlijk,
voor zooverre geen uitdrukkelijke afwijkingen hiervoor
bepaald, in dit bestek ingelascht zijn, voor den Hoofd-
ingenieur en Ingenieur van den Waterstaat moet worden
gelezen de Aanbesteders en de Architect ontwerper
-ocr page 34-
30
van dit plan en de door hem aan te stellen dagelij k-
schen Opzichter, voor de Directie en de Minister
wordt verstaan, de Aanbesteders en Architect
voornoemd.
Metselwerken. De metselwerken uit te voeren overeenkomstig Art.
41 der A. E. en B. de lagen worden volgens verdeelde
rijen, waterpas met dunne voegen vol en zat, een
weinig buitenwaarts afwaterende gemetseld in zuiver
kruisverband, zonder daarbij halve steenen of driekle-
zooren te gebruiken, dan alleen, wanneer zulks door
het verband vereischt wordt, noch stukken kleiner
dan een halve steen te gebruiken.
De opmetseling mag niet bij vakken, maar moet
doorgaande geschieden langs zuivere en goed gestelde
profillen. De stootvoegen worden naar verdeelde latten
op de lagen afgeteekend, zoodat dezelve zuiver te lood
boven elkander komen. Onder geen voorwendsel mogen
er vallende tanden van meer dan tien lagen, staande
tanden nimmer gebezigd worden. Des avonds en na
afloop van de werktijden, het werk met planken af te
dekken en bij ieder schoft hetzelve schoon te maken.
De togen volgens teekening en aanwijzing bewerke op
sterke en zuiver gestelde formeelen.
Steenhouwers- De gehouwen steen moet aan de dagzijde worden
wer eu- voorzien van een nette frijnslag, glad geschuurd, ge-
polijst en bewerkt overeenkomstig de detailteekeningen
en voorzien van anker en dookgaten. De draagvlakken
zuiver bewerkt en vlak. Het ijzerwerk en gietlood
wordt niet afzonderlijk in rekening gebragt, maar be-
schouwd onder de gehouwen steen begrepen te zijn.
Timmer- Al de timmerwerken moeten naar opgave der Directie
werken. 0p ^e ^oor jiaar ^e opalen plaatsen en naar de beste
regelen der kunst worden uitgevoerd en bewerkt vol-
-ocr page 35-
31
gens de na te geven orders en detailteekeuingen. Het
midden der lasschen moet steeds boven een ondersteu-
ningspunt komen, de muurplaten uit geen mindere
lengte dan 5 Meters, de einden der bindten, muur-
platen, gordingen, nokken enz. ter genoegzame lengte
in de muren leggen en ankeren, alles ten genoegen
en volgens order. De bevestiging van hang- en sluit-
werken moet altijd met houtschroeven geschieden en
bij ieder slot te leveren twee sleutels. De kap- en
vloerdeelen van 24 k 25 centimeters breedte, regt gestre-
ken, met vaste ploegen geploegd, gedreven en geschaafd.
De lengte voor lasschen, klossen, wiggen en derge-
lijke worden nimmer verrekend.
Alle lijstwerken zullen naar teekeningen op ware
grootte met de daarbij aan te geven constructie en
houtzwaarte worden vervaardigd.
De afvoerpijpen moeten voorzien zijn van roosters
van zwaar geboord zink, loosbekken en ijzeren beugels,
tot bevestiging. Het lood en zink dat verwerkt wordt
zonder door een Opzichter gewogen, goedgekeurd en
gemerkt te zijn, is ten voordeele van besteders verbeurd
en moet door en voor rekening van den aannemer zonder
bijbetaling worden geleverd en aangebracht.
Art. 13.
Bouwstoffen.
De bouwstoffen moeten in het algemeen voldoen aan
de voorschriften der A. E. en B. De gebakkensteen,
Waalvorm, lang 22 c. M. breed lic. M. hoog 55 m.M.
goed gevormd, vlak, hard en goed doorbakken, hou-
dende onderling dezelfde maat, zonder ratelaars of
wanbak, voldoende aan de monsters.
-ocr page 36-
32
De kalk moet zijn, goed .zuiver gebrande steenkalk,
zoogenaamde Luiksche kluipkalk. Tras, zoogenaamde
Dortsche, van een gunstig bekende en gerenommeerde
trasmolen. Het metselzand zuiver rivierzand, zonder
klei of andere mengsels.
De leijen volgens monster, glad en effen en van ge-
noegzame hardheid, gaaf en regtdradig.
IJzer, zoo noodig zal de Directie zich ten koste van
den Aannemer op het werk van de deugdzaamheid
overtuigen.
Het hout moet zijn meskantblijvend hout en dus
juist naar de bepaalde afmetingen, volkomen droog,
zonder spint, scheuren, doode kwasten, vuur of andere
gebreken, en volgens nadere opgave buiten het hart
gezaagd. De spijkers moeten over het algemeen eene
lengte hebben van tweemaal de dikte van het vast te
spijkeren hout.
Verfstoffen moeten onvermengd op het werk geleverd
en daar ten genoegen van den opzigthebbsnde worden
vermengd.
Alle materialen zullen, alvorens te worden verwerkt
door den Architect of Opzichter worden onderzocht en
gekeurd; alle gebreken onder of na de bewerking, welke
mogten worden ontdekt, zullen door den aannemer
door meer voldoende materialen worden vervangen,
zoodat elke keuring als voorloopig wordt beschouwd.
-ocr page 37-
38
DEBDE AFDEELING.
VOORWAARDEN VAN AtGEMEENEN AARD.
Art. 14.
Regeling der werkzaamheden.
De bouwing en zamenstelling in alles stuksgewijze
zoo naauwkeurig mogelijk opgegeven zijnde, wil men
echter daaromtrent verstaan hebben, dat de aannemer
op zijne verantwoordelijkheid verpligt blijft bij het
maken zijner begrooting, de stuksgewijze opgaven van
dit bestek aan de algemeenen opgaven en afmetingen
te toetsen, ten einde hij zelf daardoor voorkome,
misrekeningen, niet uitkomende maten enz. hoe ook
genaamd en wel uitdrukkelijk bepaald wordt dat de
Aannemer verpligt is en blijft alles zonder de minste
uitzondering te leveren, te maken en te verzorgen,
wat bij mogelijkheid behoort of kan noodig wezen tot
het in volkomen orde voltooijen van dit werk, volgens
de algemeene bepalingen, die in dit stuk beschreven
zijn of bouwkundig daaruit opgemaakt en afgeleid kun-
nen worden.
Alle duisterheden in dit bestek en algemeene voor-
waarden en alle geschillen, die daarover of over de
uitvoering dezer overeenkomst mogten ontstaan, zullen
volgens rede en billijkheid door Besteders verklaard,
uitgelegt en beslist worden, waaraan de Aannemer
zonder hooger beroep zich zal moeten onderwerpen.
De Aannemer zal, wanneer er eenige bepalingen
hoe ook genaamd in dit bestek vergeten waren, vol-
gens welke evenwel overeenkomstig den aard der werken
constructtλn, leverantien of uitvoeringen zouden behoo-
-ocr page 38-
34
ren te geschieden , verpligt zijn, om zulks op de eerste
order van den Architect uit te voeren, evenals of zulks
woordelijk heschreven was.
Met wijziging van Art. 66 der A. B. en B. zijn
alle rampen, schaden, tegenspoeden, verzakkingen,
afschuivingen, voorziene of onvoorziene toevallen , welke
van den dag der aanbesteding tot aan de geheele vol-
tooijing, oplevering en onderhoudstijd van het werk
aan hetzelve mogten overkomen, waaronder ook brand-
gevaar, voor rekening van den Aannemer.
Het drinken van sterke dranken is op het werk
verboden; op Zon- en Feestdagen, die de E. K". Kerk
gebiedt te vieren, zal de Aannemer niet mogen arbei-
den; evenmin, als zonder uitdrukkelijke last der Directie
voor of na zons op- en ondergang.
Voor het nagaan der gewigten moet de Aannemer
eene goede balans en schalen met de noodige geijkte
gewigten op het werk leveren; schalen en gewigten
blijven na afloop der werken zijn eigendom.
Zonder order van den Architect, ontwerper van dit
plan, en de door hem aan te stellen dagelijkschen
Opzichter, zal de Aannemer omtrent de uitvoering van
dit werk geen gehoor geven aan eenige order hoege-
naamd op eene korting van vijftig gulden van de aan-
nemingssom voor iedere ontdekking van dien aard.
De Aannemer moet alles leveren en bewerken, over-
eenkomstig bestek, teekeningen en de orders van de
Directie en wel met genoegzamen spoed, als zullende
in geval van traagheid, onwilligheid of verzuim, hetzij
door te gering aantal werklieden of vertraagde aanvoer
der materialen als andersints, ter beoordeeling der
Directie gegronden twijfel deden ontstaan, dat door
hem niet zoude worden voldaan, aan de gestelde tijds-
-ocr page 39-
35
bepalingen van aanvang, vordering en oplevering der
werken, door Besteders ten zijnen kosten en schade,
zoodanige maatregelen genomen worden, als zij in het
belang van het werk nuttig en noodig zullen oordee-
len, waaronder medegerekend wordt de bevoegdheid
om in zoodanig geval het geheele werk voor rekening
en schade van den Aannemer en zijne borgen voort te
zetten en te voltooijen, doch niet dan nadat door
schriftelijke oproeping van Besteders aan de borgen
om het werk op zich te nemen, te bespoedigen en af
te maken, binnen eenen door Besteders vastgestelde
termijn, verzuimd is te voldoen.
In punten van geschil over dit werk met de Aan-
besteders of Architect mag de Aannemer nimmer zijn
toevlugt tot den gewonen regter nemen, hij verbindt
zich naar aanwijzing van Art. 620 van het Wetboek
van Burgerlijke Eegtsvordering, te onderwerpen aan
de beslissing van drie neutrale deskundigen, door ieder
der partijen en door den betrokken Kantonregter ιιn
te benoemen, deze deskundigen zullen binnen veertien
dagen na de benoeming moeten beslissen overeenkomstig
Art. 636 van voornoemd Wetboek, als goede mannen
naar billijkheid oordeelende, er zal geen hooger be-
roep van de beslissing dezer arbiters zijn.
De werkzaamheden zullen hangende het geschil
worden voortgezet; alleen bij geregtelijke aanzegging
van Besteders aan den Aannemer om het werk te
staken, zal hij voor de beslissing het werk niet mogen
voorzetten.
Indien de Besteders van den Aannemer meer of andere
werkzaamheden mogten verlangen, als in dit bestek
en voorwaarden zijn beschreven, doch uit den aard
der zaak bouwkundig kunnen afgeleid worden, is de
-ocr page 40-
36
Aannemer verpligt, dezelve onmiddellijk nit te voe-
ren, na het ontvangen eener schriftelijke order van
den Architect, waarin de aard van het werk, bene-
vens de som, welke daarvoor den Aannemer naar on-
derstaande Eenheidsprijzen zullen worden uitbetaald
zijn vermeld, zonder welke genoemde schriftelijke order
geene bij of buiten rekeningen zullen worden uitbe-
betaald.
Voor alle onvoorziene werken moet de som van
f 300.— voor vergeten post worden in rekening ge-
bragt; minder dan deze som verwerkt wordende, zal
het overblijvende den Aannemer van zijne aannemings-
som worden gekort.
Zoo de Directie tijdens de uitvoering der werken
mogt goedvinden eenige hiervoren omschreven werk-
zaamheden niet uit te voeren of te verminderen, zal
de Aannemer zich daaraan moeten onderwerpen, en
zal hem dit met eene vermindering van tien procent
volgens de Eenheidsprijzen worden gekort.
Art. 15.
Eenheidsprijzen.
De Eenheidsprijzen, bedoeld bij Art. 65 § 444 der
A. R. en B. voor dit werk als volgt:
1 Stθre klinkers in sterke basterdtras. "   f 19.00
1 „ hardgraauw met achterleggers van
best rood in kalkmortel . . .    „ 17.00
1 „ best rood in slappe basterdtras of
kalkmortel........    „ 14.00
4 „ klinkers in Portland-cement . .    „ 25.00
1 „ zand met verwerken.....    „ 1.25
1 „ graafwerk met verwerken . . .    „ 0.30
-ocr page 41-
37
1 Stθre eikenhout met bewerking . . „ 110.00
1 „ greenenhout „
         „           . . „ 60.00
1 „ vuren of dennen „         „          .        „ 50.00
1 „          „ „ „ voor fijn timmerwerk „ 65.00
4 centiare 8 c. M. vuren vloer of be-
bording........., 1.70
1 „         leijen dak.......„ 2.40
1 „         groen glas in lood gebonden. „ 6.50
4 „ zink No. 45......„ 4.50
1 Kilogram gesmeed ijzer......., 0.28
4          „ lood met soldeer . . . . „ 0.40
1 Meter afvoerbuis zink No. 45 . . „ 4.35
En verder alle niet genoemde materialen naar prijzen
door de Directie in billijkheid te bepalen, zijnde onder
deze prijzen, leverantien, transporten, arbeidsloonen,
spijkers, stijgerstellen, verwerken, verwen in ιιn woord
alles begrepen.
Art. 16.
Tijdsbepaling en onderhoud.
Onmiddelijk na goedkeuring der besteding komen al
de voorschreven werken, voor rekening, risico en
verantwoording van den aannemer, hij moet terstond,
in overleg met de Directie, met de uitvoering der
werken beginnen en zorgen, dat de kerk met aan-
hooren onder dak gebragt zijn, voor of op den eerste
November 1800 vier en zeventig, de finale oplevering
van het geheele werk zal voor of op den eerste Junij
4800 vijf en zeventig moeten plaats hebben, zullende
de Aannemer voor iederen dag nawerken over deze
gestelde tijdsbepalingen eene korting ondergaan van
vijf en twintig gulden.
-ocr page 42-
38
De besteders behouden zich het regt voor, om met
den eerste Mei 1800 vijf en zeventig de gebouwen
in gebruik te nemen.
Gedurende 4 maanden na de finale oplevering zal
de Aannemer al de gebouwen in goeden staat moeten
onderhouden en alle daaraan komende gebreken in
dien tusschentijd ontstaan op de eerste aanzegging van de
Directie herstellen, onverminderd of dezelve door het
gebruik of andere oorzaken zijn ontstaan en geheele
werk na den onderhoudstermijn geheel ten genoegen
der Directie opleveren.
De Aannemer zal zorg moeten dragen, dat de met-
selwerken van den toren op de volle hoogte zijn
gebragt, alvorens met het kappen der kerk enz. te
kunnen beginnen.
Art. 17.
Betaling.
De betaling vermindert met de verbeurde kortingen
zal geschieden in zeven termijnen als volgt:
Vit der aannemingssom, wanneer de fundamenten
gereed zijn, en volgens oordeel van den Architect
genoegzaam materialen op het bouwterrein zijn aan-
gevoerd.
\'/• der aannemingssom, wanneer alle metselwerken
zijn opgetrokken tot 7.80 Meter boven peil.
Vs der aannemingssom, wanneer alle metselwerken
zijn opgetrokken tot de bepaalde hoogte, de kap voor
de Kerk, transsept en koor gereed en met het stellen
daarvan begonnen is.
lU der aannemingssom, waaneer alle gebouwen zijn
onder dak gebragt.
-ocr page 43-
39
3/ie de aannemingssom, wanneer alle gewelven gemet-
seld en alle gebouwen tegen de buitenlucht afgesloten
zijn.
3\'ie dei aannemingssom na finale oplevering en goed-
keuring.
Vis der aannemingssom na afloop van den onder-
houdstermijn , nadat door den Architect nogmaals alles
is opgenomen en in orde bevonden.
Met wijziging van Art. 69 der A. R. en B. ge-
schiedt de betaling wanneer het werk bij iedere termijn
is goedgekeurd en een certificaat is afgegeven, waaruit
blijkt, dat de Aannemer aanspraak heeft op het bedrag
der bij de verschijning van eiken termijn door hem op
zegel aan Besteders overgelegde deklaratie.
Art. 18.
Kortingen en Onkosten.
De onkosten op deze besteding vallende, zijn voor
rekening van Besteders, behalve zoodanige die voort-
vloeijen uit verzuim door of van wege den Aannemer
daaronder wordt bepaaldelijk gerekend, de registratie-
regten en de boeten daarop vallende van de stukkeu
op deze besteding betrekking hebbende indien door
verzuim of nalatigheid, het noodzakelijk wordt in reg-
ten te ageeren, en welke alsdan voor zijne rekening,
zullen komen.
Eindelijk wordt bepaald, dat de verzuimen, over-
tredingen en handelingen tegen de bepalingen in dit
bestek tegen den Aannemer te constateren of om hem
in verzuim te stellen in geen geval eenige regtsvor-
dering, sommatie of andere dergelijke acte noodig is,
-ocr page 44-
40
maar bij eenvoudige verklaring van den Architect of
Opzichter kan geschieden, of enkel door het verloop
van den bepaalden tijd plaats vindt.
Bij nalatigheid in het nakomen der bepalingen in
dit bestek omschreven, het niet nakomen der van de
Directie ontvangen bevelen , of van de A. E. en B.
wordt eene korting van twintig gulden toegepast, tenzij
eene hoogere of mindere korting daarvoor in dit bestek
is bepaald geworden.
Art. 19.
Dienslbehoeften.
Het is den aannemer niet vergund toegang tot het
werk te verleenen aan personen, die tot het werk in
geenerlei betrekking staan, zonder toestemming der
Directie. Tevens is de Aannemer verpligt de leiding
der werkzaamheden zelf op zich te nemen, bij erken-
de noodzakelijkheid echter om zich van het werk te
verwijderen, zal hij voor zich een plaatsvervanger
stellen ten genoegen der Directie.
De Aannemer moet leveren en onderhouden de
vereischte hulpmiddelen, zoowel personen als maat-
latten, waterpassen, winkelhaken, rigtingslijnen en
hetgeen verder tot eene rigtige en goede uitvoering
noodzakelijk wordt geacht en hem door de Directie
zal worden opgegeven.
Alle door of van wege den Aannemer op het bouw-
terrein aangevoerde en aanwezige materialen, zoowel
loodsen als stijgers, allen tot de daarstelling der ge-
bouwen benoodigde materialen zijn het eigendom van
Besteders, evenwel slechts tot aan de voltooijing van
de bepaalde werken.
-ocr page 45-
41
Art. 20.
Wijze van Besteding.
De aanbesteding geschiedt in ιιn perceel.
De inschrijving moet op gezegeld papier zijn gesteld,
duidelijk uitgedrukt in de cijfers en letterschrift.
Elk billet moet onderteekend zijn door den inschrij-
ver en twee borgen.
Besteders behouden zich het regt voor, om binnen
den tijd van acht dagen het werk al of niet te appro-
beren, zonder gehouden te zijn aan het geven van
rekenschap aan wien ook.
Elke inschrijver zal gedurende den tijd van acht
dagen na inlevering van zijn billet zijne inschrijving
moeten gestand doen.
Inlichtingen worden gegeven door den Architect,
ontwerper van dit plan. Alle inschrijvers benevens
hunne borgen worden geacht de bepalingen van dit
bestek wel te kennen en al die inlichtingen ontvangen
te hebben die hun noodig of dienstig kunnen zijn.
Aldus opgemaakt.
A. TEPE.
Utrecht, Februari 1874.