-ocr page 1-
*yW *Wg\\
-ocr page 2-
*\'• \';\'
I.            N .
.
■■ ■ ■ :                                                                                                                                                                \'. \'.
m
-ocr page 3-
SS JS,
1 s~* TT T /~< Tl w TT r* -/""V
VOOR
ROOMSCH KATHOLIEKE
OF
OPLEIDING
TOT DE
4
*s
•/. ::/
St. Miclilcls-Geslel,
TER BOEKDRUKKERIJ VAN HET lllsutlH TAN \'S HERTOGEN-
BOSCII IN HET INSTITUUT VOOR DOOFSTOMMEN.
-ocr page 4-
-ocr page 5-
CATECHISMUS
OF
TOT DE
41
I. LES.
Wat is God ?
Schepper, Heer en Regeerder van
hemel en van aarde, de fontein van
onze zaligheid en ons opperste goed.
Waarom wordt God Schepper genoemd?
Omdat Hij alles geschapen heeft.
Wat is dat gezegd: God heeft alles
geschapen ?
Dat Hij alles van niet gemaakt heeft.
Hoe kon God alles van niet maken?
Omdat God almagtig is.
Waarin heeft God zijne almogendheid
het meest getoond?
In het scheppen of van niet te maken
hemel en aarde en al, wat er in is.
Waarom wordt God lieer genoemd ?
Omdat Hem alles toebehoort.
-ocr page 6-
— 4 —
Waarom wordt God Regeerder genoemd?
Omdat Hij alles regeert en bestuurt,
zoo dat er zonder den wil of de toe-
lating van God niets geschiedt.
Waarom wordt God de fontein onzer
zaligheid genoemd"?
Omdat wij alles, wat ons ter zaligheid kan
dienen, van God moeten verwachten.
Waarom wordt God ons opperste goed
genoemd ?
Omdat wij in God alleen waarlijk ge-
lukkig en zalig kunnen zijn.
Wat moeten wij van God nog bijzonder
gelooven?
Dat Hij looner van het goed en straf-
fer van het kwaad is.
Waarmede zal God het goed loonen?
Met den hemel.
Waarmede zal God het kwaad straffen ?
Met de hel.
Waar is God ?
In den hemel, op de aarde en op al-
le plaatsen.
Hoe is God op alle plaatsen?
Met zijn wezen , met zijne kennis en
met zijne goddelijke almogendheid.
Kunnen wij dan God niet zien?
-ocr page 7-
— 5 —
Neen , omdat Hij een enkele geest is ,
die geen ligchaam heeft.
Kan God ons zien?
Ja.
Weet God het ook, als icij in het hei-
meiijk iets doen of bij ons zelven denken ?
Ja, God weet, ziet en kent alles, ook
het binnenste van ons hart.
II. LES.
Hoeveel Goden zijn er?
Er is maar één God.
En hoeveel Goddelijke Personen zijn er ?
Drie: de Vader, de Zoon en de H. Geest.
Is de Vader God?
Ja, de Vader is God.
Is de Zoon God?
Ja , de Zoon is God.
Is de II. Geest God f
Ja, de H. Geest is ook God.
Zijn er dan geen drie Goden?
Neen , er zijn drie Personen, nogtans
maar één God.
Hoe kunnen drie Personen maar één
God zijn ?
Omdat zij alle drie maar één en hetzelf-
de goddelijk wezen en maar ééne en
-ocr page 8-
— 6 —
dezelfde goddelijke natuur hebben.
Als zij alle drie maar één en hetzelfde
goddelijk icezen en maar écne en de-
zelfde goddelijke natuur hebben, waar-
in verschillen zij dan van elkander.1\'
Dat de eene Goddelijke Persoon van
den anderen voortkomt.
Van wien komt God de Vader voort?
God de Vader komt van geenen an-
deren Persoon voort.
Van wien komt God de Zoon voort?
Van God den Vader alleen.
Van uden komt God de II. Geest voort ?
Van God den Vader en van God den
Zoon te zamen.
Van hoe lang komt God de Zoon van
God den Vader voort ?
Van der eeuwigheid.
En van. hoe lang komt God de H. Geest
van God den Vader en van God den
Zoon voort ?
Ook van der eeuwigheid.
Wie is dan de oudste van de drie?
Zij zijn alle drie even oud.
Hoe kan dat zijn?
Omdat zij alle drie van der eeuwig-
heid zijn.
-ocr page 9-
— 7 —
En wie is de wijsste en de magtigste van
de drie?
TA)
zijn alle drie even wijs en even
magtig.
Hoe kan dat zijn?
Omdat Zij alle drie hetzelfde godde-
lijk wezen en dezelfde goddelijke
natuur hebben.
Wat is de R. Drieviddigheid ?
God de Vader, God de Zoon en God
de H. Geest, drie Personen , nog-
tans één God.
Wie is de eerste Persoon van de II. Drie-
vuldigheid ?
God de Vader.
Waarom is God de Vader de eerste
Persoon ?
Omdat Hij het begin en de oorsprong
van de twee andore Personen is.
Wie is de tweede Persoon van de II.
Drievuldigheid?
God de Zoon.
Waarom is God de Zoon de tweede
Persoon van de II. Drievuldigheid?
Omdat Hij van den Vader voortkomt,
en met den Vader den H. Geest.
voortbrengt.
-ocr page 10-
_8 —
Wie is de derde Persoon van de H.
Drievuldigheid ?
God de H. Geest.
Waarom is God de H. Geest de derde
Persoon van de II. Drievuldigheid?
Omdat Hij voortkomt van God den Va-
der en van God den Zoon te zamen.
De eerste, tweede, derde: beteekent dit
niet, dat de eene meerder of minder
is dan de anderen?
Neen, dit beteekent alleen , dat de eene
Persoon van den anderen voortkomt.
III. LES.
Iloevélerlei redelijke schepselen heeft God
geschapen?
Tweederlei: Engelen en menschen.
Wat zijn de Engelen?
Geschapene geesten zonder ligchaam.
Waar zijn de Engelen gemaakt en waar-
van?
De Engelen heeft God van niet ge-
maakt in den Hemel.
Zijn alle Engelen in den Hemel gebleven ?
Neen, de ongehoorzame en hoovaar-
digo zijn er uit gedreven in den af-
grond van de Hel.
-ocr page 11-
— 9 —
Hoe worden die nu genoemd?
Duivels, afgevallene engelen, booze
geesten.
Zijn alle Engelen aan God ongehoor-
zaam geweest?
Neen.
Die aan God gehoorzaam zijn gebleven,
hoe worden die nu genoemd?
Engelen , hemelsche geesten, Engelen
Gods.
Welk is het officie der Engelen?
God te dienen en te loven en den
mensch behulpzaam te wezen.
Zijn er ook Engelen, die ons bewaren?
Ja, ieder heeft er eenen , die hem van
het begin zijns levens bewaart.
Welk is het officie der Engelenbewaar-
ders ?
Ons tegen den boozen vijand te bevrij-
den , onze gebeden aan God op te
dragen en in het uiterste onze ziel
te beschermen.
IV. LES.
Wat is de mensch?
Een redelijk schepsel Gods, hebbende
1*
-ocr page 12-
— 10 —
eene onsterfelijke ziel en een ster-
felijk ligchaam.
Waarom wordt de mensch een redelijk
schepsel Gods genoemd?
Omdat hij met rede en verstand be-
gaafd is.
Waartoe is de mensch met rede en ver-
stand begaafd?
Om God te kennen en te dienen.
Tot loelk einde is de mensch van God
geschapen ?
Om in dit leven God te dienen , en
hierna Hem eeuwig te aanschouwen.
Wat is den mensch van noode, om tot
zijn einde te komen?
Dat hij God kenne , God beminne, en
Hem tot het einde zijns levens ge-
trouwelijk diene.
Wie dient God getrouwelijk?
Die alle geboden Gods onderhoudt.
Uit hoeveel deelen bestaat de mensch?
Uit twee deelen: uit ziel en ligchaam.
Welk van die twee deelen is het waar-
digste ?
De ziel.
En waarom?
Ten 1. Omdat de ziel naar Gods beeld
-ocr page 13-
—11 —
en gelijkenis geschapen is. Ten 2.
Omdat de ziel niet sterven kan en
het ligchaam sterven moet.
Hoedanig is dan het ligchaamt
Sterfelijk.
Wanneer sterft de mensch?
Als de ziel van het ligchaam scheidt.
Wat geschiedt er met het ligchaam, als
de mensch gestorven is ?
Het vergaat wederom in stof en aarde,
waarvan het gemaakt is.
Zal het ligchaam altijd vergaan bltfven?
Neen, het zal in den laatsten dag des
oordeels verrijzen, en wederom met
de ziel vereenigd worden.
Waar belijden wij dat ?
In de 12 Artikelen des Geloofs, als wij
zeggen: verrijzenis des vleesches.
Welk is het andere deel van den mensch f
De ziel.
Hoedanig is de ziel?
De ziel is onsterfelijk.
Zal de ziel dan eeuwig leven?
Ja.
Waar belijden wij dat?
In de 12 Artikelen des Geloofs, als
wij zeggen: iiet eeuwig leven.
-ocr page 14-
— 12 —
Waar gaan de zielen der overledene
Christenen naar toe, als zij van deze
icereld scheiden ?
Naar eene van deze drie plaatsen, te
weten: naar den Hemel, de Hel
of het Vagevuur.
Welke zielen gaan naar den Hemel?
Die in de liefde Gods zoo sterven, dat
zij niets meer te betalen of te zui-
veren hebben.
Welke zielen icorden gezonden naar het
Vagevuur?
Die in de liefde Gods sterven, maar
nogtans niet ontslagen zijn van alle
dagelijksche zonden of lasten van
penitentie.
Hoe lang blijven de zielen in het Vagevuur?
Tot dat zij door haar lijden aan de
goddelijke regtvaardigheid voldaan
hebben.
Hoor u-elke middelen kunnen de zielen
uit het Vagevuur verlost of hare pij-
nen verkort icorden ?
Door de gebeden en goede werken der
levenden, on bijzonder door het
heilige Sacrificie der Mis en het
toevoegen der aflaten.
-ocr page 15-
— 13 —
Voor wien is de Hel?
Voor die, welke buiten het ware Ge-
loof, of wel in het ware Geloof,
maar buiten de liefde Gods, in dood-
zonde sterven.
Hoeveel doodzonden moet men gedaan
hebben, om naar de Hel te gaan?
Eéne is genoeg,
V. LES.
Wie is de eerste mensen geweest?
Adam.
Wie is de eerste vrouw geweest^
Eva.
Waarvan heeft God den mensch ge-
maakt ?
Hij heeft het ligchaam van Adam ge-
maakt van aarde, en eene ziel daar
ingestort; maar Eva van eene rib,
genomen uit Adam.
In welken staat heeft God den mensch
geschapen ?
In staat van gratie en oorspronkelijke
regtvaardigheid.
Is de mensch in dien slaat gebleven?
Neen, hij is in de slavernij des dui-
vels vervallen.
-ocr page 16-
— 14 —
Wie heeft den mensch in de slavernij
des duivels gebragt?
Adam.
Wat heeft Adam dan gedaan?
Hij heeft van de verbodene vrucht
gegeten.
Was die vrucht, waarvan Adam gege-
ten had, dan kwaad ?
Neen, maar God had het hem uit-
drukkelijk verboden.
Heeft Adam maar alleen gezondigd ?
Neen, wij allen hebben in Adam ge-
zondigd, en wij allen zijn in Adam
ongelukkig geworden.
Hoe konden wij in Adam zondigen, aan-
gezien wij nog niet geboren waren ?
Omdat onze wil in den wil van Adam
door God besloten was.
Hoe wordt die zonde genoemd, waardoor
Adam en wij gezondigd hebben?
Erfzonde.
Waarom erfzonde ?
Omdat alle menschen die van Adam
erven.
Zijn wij nog in dien staat, waarin Adam
ons gebragt heeft, of in de slavernij
des duivels?
-ocr page 17-
— 15 —
Neen.
Wie heeft ons uit de slavernij des dui-
vels verlost?
God de Zoon, mensen geworden.
VI. LES.
Wie is voor ons mensch geworden?
God de Zoon , de tweede Persoon van
de H. Drievuldigheid.
Wat is dat gezegd:mensch worden?
Ziel en ligchaam van den mensch aan-
nemen.
Hoe wordt God de Zoon, mensch ge-
loorden zijnde, genoemd ?
Christus , onze Zaligmaker.
Hoeveel Personen zijn er in Christus ?
In Christus is maar één Persoon, te
weten, de Goddelijke Persoon.
Hoeveel naturen zijn er in Christus?
In Christus zijn twee naturen, de god-
delijke en de menschelijke natuur.
Is Christus dan God of mensch ?
Hij is God en mensch te zamen.
Hoe lang is Christus God?
Christus is van der eeuwigheid God.
Hoe lang is Hij mensch?
Christus is in den tijd mensch geworden.
-ocr page 18-
— 16 —
Hoe is God de Zoon voor ons mensch
geworden ?
Door zonderlinge medewerking van
God den H. Geest, aannemende
de menschelijke natuur in het zui-
vere ligchaam van Maria.
Waar belijden wij dat?
In de 12 Artikelen des Geloofs, als
wij zeggen : die ONTVANGEN is van
den H. Geest.
Is de geboorte van Christus aan de ge-
boorte van andere menschen in alles
gelijk geweest?
Neen, Hij is van zijne Moeder gebo-
ren zonder pijn of smart, zonder
verlies van hare maagdelijke zuiver-
heid , Haar latende eene zuivere
Maagd , gelijk Zij was.
Waar belijden wij dat ?
In de 12 Artikelen des Geloofs, als
wij zeggen: die geboren is uit de
Maagd Maria.
Is Jozef de vader van Christus geweest ?
Hij is de natuurlijke vader niet geweest,
maar alleen zijn voedstervader of
bewaarder.
Wie is volgens de menschelijke natuur
-ocr page 19-
— 17 —
de Moeder van Chridus geweest ?
De H. Maagd Maria.
Is Maria dan ook de Moeder Gods?
Ja, omdat Maria do Moeder van Chris-
tus is, die God en mensch te zamen is.
Wanneer is Christus geboren ?
Op Kersnacht.
Waar is Christus geboren?
In het stalleke van Bethlehem.
Wanneer houden wij de gedachtenis van
de geboorte van Christus ?
Met het hoogtijd van Kersmis.
VII. LES.
Waarom is God de Zoon voor ons mensch
geworden ?
Om ons uit de slavernij des duivels
te verlossen.
Kon de mensch zich zelven daaruit niet
verlossen ?
Neen.
Waarom niet ?
Omdat de mensch voor de zonde niet
kon voldoen.
Waarom kon de mensch voor de zonde
niet voldoen?
Omdat de zonde van eone oneindige
-ocr page 20-
— 18 —
boosheid was; daarom moest de Per-
soon, die daarvoor voldoen en ons
verlossen zou, ook van eene onein-
dige waardigheid zijn.
Wie heeft dan voor onze zonden voldaan?
Wie heeft ons verlost?
Christus heeft voor onze zonden vol-
daan : Christus heeft ons verlost.
Door wiens verdiensten moeten wij nu
vergiffenis van ome zonden bekomen
en zalig worden
?
Door de verdiensten van Christus.
Kon God de Zoon ons niet verlossen,
als Hij geen rnensch geworden was
?
Neen, want om ons te verlossen, moest
Hij lijden, en alleenlijk God zijnde,
kon Hij niet lijden.
Heeft Christus voor ons geleden ?
Ja.
Waar belijden wij dat ?
In de 12 Artikelen des Geloofs, als
wij zeggen: die geleden heeft
ONDER PONTIUS PlLATÜS.
Wat heeft Christus voor ons geleden ?
Zijn geheel leven lang groote armoede
en verdriet naar ziel en ligchaam,
maar op den dag van zijn lijden
-ocr page 21-
— 19 —
groote pijn, die nooit eenig mensch
verdragen heeft.
Waardoor heeft Christus ons verlost?
Door zijnen dood en zijn bitter lijden.
Welken dood is Christus voor ons ge-
storven ?
Den dood des kruises.
Wanneer is Christus gestorven?
Op Goeden Vrijdag, na den middag,
omtrent drie uren.
Volgens welke natuur heeft Christus ge-
leden , en volgens icelke natuur is Hij
voor ons gestorven?
Volgens zijne menschelijke natuur; want
volgens zijne goddelijke natuur was
Christus onlijdelijk en ook onsterfelijk.
Was God de Zoon ook verpligt voor ons
mensch te worden, te lijden, en te sterven?
Neen, dat is alleen zijne goedheiden
barmhartigheid geweest.
Wat zou er van ons geworden zijn, had-
de God geene barmhartigheid met ons
gehad f
Dan waren wij voor alle eeuwigheid
verloren.
Wat is dat gezegd: Christus heeft ons
verlost ?
-ocr page 22-
— 20 —
Dat Christus voor onze zonden vol-
daan en voor ons verdiend heeft al,
wat wij ter zaligheid noodig heb-
ben.
Is het dan noodig, dat wij nog lijden,
aangezien Christus voor onze zonden
voldaan heeft?
Ja; want het is Christus\' wil, dat wij
door ons lijden aan zijne verdiensten
deelachtig worden.
Waardoor worden wij aan de verdien-
sten van Christus deelachtig?
Door het Geloof, door het waardige
gebruik der heilige Sacramenten,
door goede werken, maar bijzon-
der door de boetvaardigheid.
Wanneer houden wij de gedachtenis van
het lijden en den dood van Christus ?
In de Goede Week , bijzonder op Goe-
den Vrijdag.
VIII. LES.
Wat heeft Christus na zijnen dood gedaan?
De ziel van Christus, met de Godheid
vereenigd, is nedergedaald ter Helle.
Waar belijden wij dat ?
In de 12 Artikelen des Geloofs , als wij
-ocr page 23-
— 21 —
zeggen; hij is nedergedaald ter
HELLE.
Waarom is Christus ter Helle nederge-
daald ?
Om de zielen van de H. Oudvaders
en ook van anderen, die in Gods
liefde gestorven waren, te troosten
en te verlossen.
Zij dan, die vóór de komst van Christus
in Gods liefde gestorven ivaren, en
niets meer te betalen of te zuiveren
hadden, gingen die niet naar den
Hemel ?
Neen, zij moesten wachten, tot dat
Christus ten Hemel zou opklimmen.
Waar is het ligchaam van Christus na
zijnen dood gebleven?
Het is in een nieuw steenen graf gelegd.
Is Christus altijd dood gebleven?
Neen, Hij is van den dood verrezen.
Waar belijden wij dat?
In de 12 Artikelen des Geloofs, als
wij zeggen: ten derden dage is
hij verrezen van den dood.
Volgens welke natuur is Christus verre-
zen ?
Alleen volgens zijne menschelijke na-
-ocr page 24-
— 22 —
tuur; want volgens zijne goddelijke
natuur was Hij niet gestorven.
Wanneer houden wij de gedachtenis van
de verrijzenis van Christus ?
Met het hoogtijd van Paschen.
Is Christus na zijne verrijzenis nog zigt-
baar op de wereld gebleven?
Ja, nog 40 dagen.
Wat heeft Hij na die 40 dagen gedaan ?
Toen is Hij ten Hemel opgeklommen.
Waar belijden wij dat ?
In de 12 Artikelen des Geloofs, als
wij zeggen: Hu is opgeklommen
ten Hemel.
Wanneer houden wij daarvan de ge-
dachtenis
?
Op onzes Heeren Hemelvaartdag.
Zal Christus van daar nog ooit zigtbaar
loederkomen ?
Ja, in den laatsten dag des oordeels,
om levenden en dooden te komen
oordeelen.
Waar belijden wij dat?
In de 12 Artikelen des Geloofs, als
wij zeggen: van daar zal Hij
KOMEN OORDEELEN DE LEVENDEN
EN DOODEN.
-ocr page 25-
— 23 —
IX. LES.
Wat is een christen mensch ?
Een discipel van Jesus Christus, die,
gedoopt zijnde, gelooft en belijdt de
zalige wet van Christus in de waar-
achtige Kerk tegen alle sekten.
Waardoor vjordt men een christen mensch?
Door het Doopsel.
Wat ivaren wij voor het Doopsel?
Heidenen.
Wat betaamt eencn christen mensch ?
Dat hij de geboden van Christus on-
derhoude, en zijn leven schikke
naar de leering van Christus.
Welk is het teeken van eenen christen
mensch
?
Het teeken des II. Kruises.
Van wien hebben de Christenen dit teeken ?
Van onze voorouders tot de Aposte-
len toe, ja van Christus zelven,
die door zijn kruis de wereld ver-
lost heeft.
Wanneer behoort men het teeken des II
Kruises het meest te maken
?
Vóór het opstaan, eten en slapen gaan,
vóór alle andere werken, maar al-
-ocr page 26-
— 24 —
lermeest, als men eenige kwelling
of tentatie heeft of gevoelt.
Wat "profijt doen wij met het maken
van het H. Kruis ?
Ten 1. Het Kruis dient ons tot eene
openbare belijdenis van ons Geloof.
Ten 2. Het Kruis is een kort en
krachtig gebed tot God, door het
lijden en de verdiensten van Christus.
Ten 3. Het Kruis jaagt van ons den
duivel met al zijn bedrijf.
Waarom is de duivel bang van het kruis?
Omdat Christus door zijnen dood aan
het Kruis den duivel overwonnen
heeft.
Wat heeft de duivel dan door den dood
van Christus verloren ?
Zijne heerschappij over den mensch.
X. LES.
Hoeveel goddelijke deugden zijn er ?
Drie: het Geloof, de Hoop en de
Liefde.
Waarom worden die goddelijke deugden
genoemd ?
Omdat ze ons van God ingestort zijn,
en eigenlijk met God bezig zijn.
-ocr page 27-
— 25 —
Wanneer zijn die ons van God ingestort ?
Als wij gedoopt zijn.
Welke is de eerste van de drie godde-
lijke deugden?
Het Geloof j omdat het Geloof de wor-
tel en het fondament van alle andere
deugden is.
Wat is liet Geloof?
Eene gave Gods en een licht, door
hetwelk de mensch verlicht zijnde,
vastelijk gelooft al, wat God ver-
openbaard heeft en onze Moeder
de H. Kerk ons voorhoudt om te
gelooven , hetzij dit geschreven staat
of niet.
Waarom wordt het Geloof eene gave
Gods genoemd?
Omdat het Geloof ons zonder onze
verdiensten door God gegeven wordt
en wij het uit ons zei ven niet kun-
nen hebben.
Waarom wordt het Geloof een licht
genoemd
?
Omdat het ons verstand verlicht, om
. ; te kennen en te gelooven hetgeen
God veropenhaard heeft.
2
-ocr page 28-
— 26 —
Wat moeten wij gelooven?
Al,wat God veropenbaard heeft, en de H.
Kerk ons voorhoudt om te gelooven.
Hoe moeten wij dat gelooven?
Vastelijk.
Wat is dat gezegd: vastelijk gelooven ?
Zoo gelooven, dat wij aan geen punt
van het Geloof in het minste tvvij-
felen.
Waarom moeten wij alles vastelijk ge-
looven ?
Omdat God de eeuwige waarheid is,
die het Zelf veropenbaard heeft.
Hoe weten wij, wat God veropenbaard
heeft?
Door onze Moeder de H. Kerk, die
het ons voorhoudt.
Wat rentaal gij door onze Moeder de
II. Kerk?
De Oversten van de H. Kerk, den Paus
van Rome en de Bisschoppen.
Waaruit heeft de II. Kerk al, wat zij
ons voorhoudt, om te gelooven ?
Uit de schatten, die God haar achter-
gelaten heeft, te weten, de H. Schrif-
tuur en de apostelijke traditiën of
overleveringen.
-ocr page 29-
— 27 —
Kan de II. Kerk niet dolen in heigene
zij ons voorhoudt om te gelooven?
Neen , omdat zij van God den H. Geest
altijd geregeerd en bestuurd wordt.
Is er meer dan één waarachtig Geloof?
Neen; want gelijk er maar één God
is, dio het ons ingeeft, en ééne H.
Kerk, die het ons voorhoudt, zoo
kan er maar één Geloof wezen.
Kan een ieder in zijn Geloof zalig worden?
Neen; want zonder het ééne waarachtige
Geloof is de zaligheid onmogelijk.
Waarom is zonder het Geloof de zalig-
heid onmogelijk
?
Omdat het onmogelijk is, zonder Ge-
loof aan God te behagen.
Moet men ooit eene akte van Geloof ver-
wekken
?
Ja, dikwijls in het leven; vóór en na
het ontvangen der heilige Sakramen-
ten; in de bekoringen tegen het Ge-
loof; maar bijzonder, als men in
gevaar is van sterven; christelijke
menschen doen het alle dagen.
Iloevelerlei is de noodzakelijkheid van
te gelooven ?
Tweederlei: noodzakelijkheid des mid-
-ocr page 30-
— 28 —
dek en noodzakelijkheid des gebods.
Hoeveel punten moeten wij weten uit nood-
zakelijkheid des
middels ?
Deze vier: Ten 1. Dat er één God is.
Ten 2. Dat er drie onderscheidene
Goddelijke Personen zijn, deVader ,
de Zoon en de EL Geest. Ten 3. Dat
God de Zoon voor ons mensen ge-
worden en gestorven is. Ten 4. Dat
God looner van het goed en straf-
fer van het kwaad is.
Waarom worden die punten genoemd:
punten uit noodzakelijkheid des mid-
dels ?
Omdat men, zonder die punten uit-
drukkelijk te weten en te gelooven,
nooit kan zalig worden.
Welke punten moeten wij uit noodzake-
lijkheid des
gebods weten ?
Het Onze Vader, het Wees gegroet, het
Geloof, de tien geboden Gods, de
vijf geboden van onze Moeder de
H. Kerk, de zeven H. Sakramenten,
bijzonder die men moet ontvangen,
en ieder de pligten van zijnen staat.
Waarom worden die punten genoemd:
uit noodzakelijkheid des gebods ?
-ocr page 31-
— 29 —
Omdat deze ons geboden zijn te we-
ten, als men ze kan weten.
Hoe lang moeten wij de punten uit noodza-
kelijkheid des middels en uit noodzake-
lijkheid des gehods weten en onthouden
?
Geheel ons leven lang.
XI. LES.
Wat is de II. Kerk ?
Eene vergadering van alle geloovige
Christenen, die onder de gehoorzaam-
heid van den Paus van Rome de waar-
achtige leering van Christus belijden.
Is er meer dan ééne II. Kerk ?
Neen.
Waaruit weet gij dat ?
Uit de 12 Artikelen des Geloofs: ééne
HEILIGE KATHOLIEKE KERK.
Is er buiten die Kerk wel zaligheid te
bekomen ?
Neen; omdat buiten de H. Kerk het
ware Geloof niet te vinden is.
Wie is het Hoofd van de II. Kerk ?
Het onzienlijke en opperste Hoofd is
Christus, maar het zienlijke Hoofd
is zijn Stadhouder hier op aarde,
de Paus van Rome.
-ocr page 32-
— 30 —
Wat is de Paus van Home?
De eigen Stadhouder van Christus hier
op aarde en de wettige Opvolger
van den H. Petrus, op wien Chris-
tus zijne Kerk getimmerd heeft.
Welke over.-ten zijn er nog in de H. Kerk
behalve de Paus
?
De Bisschoppen.
Wat zijn de Bisschoppen ?
De Bisschoppen zijn de Prinsen der
H. Kerk, en bedienen de plaats
van de heilige Apostelen.
Wie zijn er behalve de Bisschoppen nog
gesteld, om de menschen te leeren
?
De Pastoors en Priesters.
Wat zijn de Pastoors en Priesters ?
De Pastoors en Priesters zijn de wet-
tige opvolgers van de twee en ze-
ventig Discipelen van Christus.
Wie zijn de lidmaten van de H. Kerk?
Al degenen, die hier op aarde onder
de gehoorzaamheid van den Paus
van Rome liet waarachtige Geloof
belijden, of in het Vagevuur gezui-
verd worden, of nu met Christus
in den Hemel leven.
Hoeveel deelen van de IL Kerk zijn er ?
-ocr page 33-
— 31 —
Drie: de strijdende, lijdende en triom-
ferende Kerk.
Waar is de strijdende Kerk?
Hier op aarde.
Wie zijn in de strijdende Kerk ?
Al degenen, die liier op aarde onder
de gehoorzaamheid van den Paus
van Rome de waarachtige leoring
van Christus belijden.
Waarom moet men, om lidmaat van de II.
Kerk te zijn, onder de gehoorzaamheid
van den Paus van Rome staan ?
Omdat de Paus van Rome het zien-
lijke Opperhoofd van de H. Kerk is.
Waar is de lijdende Kerk?
In bet vagevuur.
Waar is de triomferende ?
In den Hemel.
Is er ook eene gemeenschap in de II.
Kerk?
Ja.
Waar belijden wij dat?
In de 12 Artikelen des Geloofs, als wij
zeggen: gemeenschap deriieiligen.
Waarin is die gemeenschap gelegen?
In eene mededeeling van alle Sacrifi-
ciën, openbare diensten, goede wer-
-ocr page 34-
— 32 —
ken en gebeden, die in de H. Kerk
geschieden.
Hebben wij in dit leven ook iets gemeen
met de Heiligen in den Hemel ?
Ja, wij worden geholpen door hunne
gebeden, en ook door hunne goede
•werken en voldoeningen, die zij in
de wereld volbragt hebben.
Hoe worden de voldoeningen der Hei-
lingen ons toegevoegd?
Door de Aflaten.
Wat zijn Aflaten?
Kwijtscheldingen der tijdelijke pijnen,
die wij voor onze zonden schuldig
waren te lijden.
Wie geeft de Aflaten?
De Paus van Rome, de Bisschoppen
en sommige andere Oversten der H.
Kerk, door de goddelijke magt,die
zij van Christus over de schatten der
H. Kerk ontvangen hebben.
Wat moeten wij doen, om de Aflaten te
verdienen ?
Al hetgene de Paus of de Bisschop-
pen daartoe vereischen.
Wat wordt er doorgaans vereischt, als
er een volle Aflaat vergund wordt?
-ocr page 35-
— 33 —
Ten 1. Dat wij eene goede Biecht spre-
ken. Ten 2. Dat wij godvruchtig
communiceren. Ten 3. Dat wij bid-
den tot intentie van onze Moeder
de H. Kerk.
XI. LES.
Welke is de tweede der goddelijke deug-
den?
De hoop.
Wat is de Hoop?
Eene deugd en gave Gods, door de-
welke wij met een vast betrouwen
van God verzoeken en verwachten
het eeuwige leven en al, wat ons
daartoe helpen kan.
Hoe moeten wij op God hopen?
Met een vast betrouwen.
Waarom moeten wij met een vast be-
trouwen op God hopen ?
Omdat Hij oneindig goed is tot ons,
almagtig en getrouw in zijne beloften.
Wat moeten ivij van God hopen ?
Het eeuwige leven en al, wat ons daar-
toe helpen kan.
Mag men van God wel tijdelijke dingen
versoeken ?                                2*
-ocr page 36-
_ 34 —
Ja, voor zoo verre die tot profijt 011-
zer ziel dienen.
Door wiens verdiensten moeten wij ver-
krijgen hetgene wij hopen"!
Door de verdiensten van Christus.
Welke middelen zijn er, om te verkrij-
gen hetgene wij hopen ?
Een godvruchtig leven, goede werken,
maar bijzonder het gebed.
Kunnen wij door onze goede werken den
Hemel verdienen?
Ja.
Waaruit hebben onze goede werken de
kracht, om den Hemel te kunnen ver-
dienen ?
Uit de verdiensten van Christus en de
goddelijke belofte.
Hoe moeten onze goede werken geschieden,
om daardoor den Hemel te verdienen?
In staat van gratie en ter eere van God.
Wanneer doen wij onze werken tot Gods
eer?
Als wij die aan God opofferen.
Is het noodig, dat men voor ieder werk
zegge of denke, dat men het tot Gods
eer doet?
Neen, het is genoeg, dat men\'s mor-
-ocr page 37-
— 35 —
gons die goede meening maakt, en
die van tijd tot tijd eens vernieuwt.
Wat is het gebed ?
Eene zamenspraak met God, waardoor
wij de begeerte van ons hart aan
God te kennen geven.
Hoe moet men bidden ?
Met groote eerbiedigheid en aandach-
tigheid.
Wanneer moet men lidden ?
\'s Morgens, als men opstaat; Ts avonds,
als men slapen gaat; vóór en na het
eten; maar allermeest, als men eenige
kwelling of tentatie heeft of gevoelt.
Wien moet men bidden?
God vooral.
Mag men de Heiligen ook wel bidden ?
Ja , maar niet als God.
Wat onderscheid is er tusschen het ge-
bed, dat wij God en dat wij zijnen
Heiligen opdragen
?
Dat wij, God aanbiddende, Hem be-
kennen te wezen onzen oppersten
Heer en de fontein van alle goed,
en daarom begeeren wij, dat Hij ons
geve hetgene wij verzoeken; maar
de Heiligen erkennen wij als vrien-
-ocr page 38-
— 3G —
den en voorsprekers, die met ons
en voor ons bij God bidden.
Is het niet tegen de eer van God, dat
ivij de Heiligen eeren of aanroepen
?
Neen ; want wij eeren hen niet als Go-
den, maar als vrienden en diena-
ren van den waarachtigen God.
Is het kwaad, dat men voor de beelden
knielt, licht ontsteekt of bidt?
Neen; want deze eer geschiedt niet
aan de beelden, maar aan God of
zijne Heiligen, die wij ons doorliet
aanzien der beelden voorstellen.
Wanneer behoort men eene akte van
Hoop te verwekken?
Dikwijls in zijn leven; voor en na het
ontvangen der heilige Sakramenten,
in de bekoringen tegen de Hoop;
maar bijzonder, als men in gevaar
is van sterven; christelijke menschen
doen het alle dagen.
Xlll. LES.
Welke is de derde der goddelijke deugden ?
De Liefde.
Welke is de meeste en waardigste aller
deugden ?
-ocr page 39-
— 37 —
De Liefde; want zonder haar kunnen
noch het Geloof, noch de Hoop ons
ter zaligheid helpen.
Wat is de Lief del
Eene gave Gods, door dewelke wij
God boven alle dingen beminnen,
en onzen evennaaste gelijk ons zel-
ven, om God.
Wie moeten ivij beminnen?
God en onzen evennaaste.
Hoe moeten wij God beminnen ?
Boven al.
Wat is God boven al beminnen ?
Zoo beminnen, dat wij liever alles zou-
den verlaten, ook het leven, dan
God door ééne zonde vergrammen.
Waarom moeten wij God boven al be-
minnen
?
Omdat Hij het opperste en het vol-
maaktste goed in zich zelven is.
Hoe moeten wij onzen, evennaaste beminnen?
Gelijk ons zelven, om God.
Wat is onzen evennaaste gelijk ons zel-
ven beminnen?
Zoo beminnen, dat wij hem geen kwaad
doen , dat wij zelven niet zouden wil-
len lijden, en hem het goed zoe-
-ocr page 40-
— 38 —
ken te bewijzen, dat wij ons zol-
ven wenschen.
Wat is onzen evennaaste om God beminnen?
Onzen evennaaste alle goed willen en
wenschen, waardoor God van hem
gekend, geëerd en gediend wordt.
Wie bemint zijnen evennaaste opregt om
God?
Die zijnen evennaaste van het kwaad
afhoudt, en tot het goed tracht te
brengen.
Wie is onze evennaaste ?
Alle redelijke schepselen, die met ons
deel in de hemelsche glorie hebben
kunnen.
Heidenen, Joden, Turken, ketters, zijn
die ook onze evennaasten?
Ja; omdat ze met ons nog deel in de
hemelsche glorie kunnen hebben.
Wanneer kunnen die met ons deel in de
hemelsche glorie hebben ?
Als zij zich tot het ware Geloof bekeeren.
Zijn ook onze vijanden onze evennaasten ?
Ja.
Wat leert Christus ons te doen aan on~
ze vijanden?
Hij leert ons alle kwaad uit der harte te
-ocr page 41-
— 39 —
vergeven, voor onze vijanden te bidden
en het kwaad met het goed teloonen.
Wanneer behoort men eene akte van
Liefde Ie verwekken?
Dikwijls in het leven; vóór en na het
ontvangen der heilige Sakramenten;
in de bekoringen tegen do Liefde
en andere deugden ; maar bijzonder,
als men in gevaar is van sterven;
christelijke menschen doen het alle
dagen.
Wat moet men doen, om in Gods Lief-
de te blijven?
De geboden van God onderhouden.
Moet men maar alleen de geboden Gods
onderhouden ?
Men moet ook onderhouden de gebo-
den der wettige Overheden, zoo
geestelijke als wereldlijke.
Waarom moet men ook de geboden der
wettige Overheden onderhouden?
Omdat die geboden gegeven zijn van die-
genen , die ons in Gods plaats regeren.
A Is men de geboden van God of der wet-
tige Overheden niet onderhoudt, wat
doet men dan?
Dan doet men zonde.
-ocr page 42-
— 40 —
XIV. LES.
Wat is zonde?
Een woord, werk, gedachte, begeerte
of verzuimenis , strijdende tegen de
wet en den wil van God.
Op hoeveel manieren kan men zondigen, ?
Op vijf manieren: door woorden, wer-
ken, gedachten, begeerte en ver-
zuimenis.
Hoe zondigt men door woorden?
Door vloeken, zweren, achterklap en
vuile woorden spreken, door liegen
en bedriegen.
Hoe zondigt men door werken?
Doorvechten, stelen , buten, door kwade
spelen, op Zon-of Heiligdagen werken.
Hoe zondigt men door gedachten ?
Als men in kwade gedachten willens
en wetens behagen neemt, ofdaar-
in vrijwillig blijft hangen.
Hoe zondigt men door begeerte ?
Als men den wil heeft,om kwaad te doen.
Hoe zondigt men door verzuimenis?
Als men iets achterlaat, wat men op
zonde verpligt is te doen.
Hoevelerlei is de zonde?
-ocr page 43-
— 41 —
Tweederlei, erfzonde en dadelijke zonde.
Wat is erfzonde?
Eene afgekeerdheid van God en be-
rooving van de oorspronkelijke regt-
vaardigheid, die allen menschen aan-
geboren wordt door den val van
onzen eersten vader Adam.
Wat kwaad doet ons de erfzonde?
Dat ze ons de oorspronkelijke regt-
vaardigheid beneemt, en onbekwaam
maakt om de glorie des Hemels te
genieten.
Wat is eene dadelijke zonde?
Eene zonde, die wij zelven met de
daad doen.
Hoevelerlei is de dadelijke zonde?
Tweederlei: doodzonde en dagelijk-
sche zonde.
Wat is doodzonde ?
Eene zonde, zoo strijdende tegen Gods
wet, dat zij ons geheel berooft van
de goddelijke Liefde, die het leven
onzer ziel is.
Waarom icordt die zonde doodzonde ge-
noemd ?
Omdat ze de ziel op eene geestelijke
manier doodt.
-ocr page 44-
— 42 —
Waarin bestaat het geestelijke leve», van
de ziel
?
In de goddelijke Liefde of heiligma-
kende gratie.
Is alles doodzonde, wat tegen Gods ge-
bod geschiedt?
Neen, het is doodzonde, als het met ge-
noegzaam verstand en vrijen wil ge-
schiedt, en de zaak merkelijk strijdig
is tegen de eer van God of het wei-
varen van onzen evennaaste.
\'Wat verliezen wij door de doodzonde ?
Ten 1. De goddelijke gratie. Ten 2.
De verdiensten van onzen goede wer-
ken. Ten 3. De hemelsche glorie.
Waartoe brengt ons de doodzonde?
Tot eene schandelijke slavernij des dui-
vels en de tormenten der Hel.
Waarin is de boosheid der doodzonde
gelegen ?
Dat men zijne eigene voldoening voor
God stelt,en die meer dan God bemint.
Wat is dagelijhsche zonde?
Een zonde, zoo gedaan tegen de wet van
God , dat zij uogtans de goddelijke
Liefde niet wegneemt, maar alleenlijk
tot eenige tijdelijke pijnen verbindt.
-ocr page 45-
— 43 —
Wanneer is eene zonde dagelijksche sonde ?
Als ze niet met vol verstand of vrijen wil
geschiedt, of de zaak maar klein is.
Wal kwaad doen ons de dagelijksche
zonden ?
Ten 1. Zij doen ons in de Liefde Gods
verflaauvven. Ten 2. Maken ons ge-
reed tot meerderen val. Ten 3. Ver-
binden ons tot tijdelijke straffen.
Hoevelerlei is de straf der zonde ?
Tweederlei: de eeuwige straf en de
tijdelijke straf.
Welke straf verdienen de doodzonden?
De eeuwige straf in de Hel.
Welke straf verdienen de dagelijksche
zonden
?
De tijdelijke straf, hier of in het Va-
ge vuur.
Wat zijn vreemde zonden?
Zonden, die, hoewel zij door ande-
ren geschieden, nogtans ons toege-
schreven en aangerekend worden,
omdat wij tot dezelve in eenige ma-
nier geholpen hebben.
Hoe geschieden de vreemde zonden ?
Door aanraden, beschermen, gebie-
den, prijzen, medcdeelen, behagen
-ocr page 46-
— 44 —
nemen, niet straffen, niet beletten,
niet overdragen.
Welke noemt men hoofdzonden ?
Die gelijk oorsprong en beginselen
van vele andere zonden zijn.
Hoeveel hoofdzonden zijn er ?
Zeven : hoovaardigheid , gierigheid , on-
kuischheid, nijd, gulzigheid , gram-
schap en traagheid.
Welke noemt men zonden tegen den H.
Geest
?
Die uit enkele boosheid geschieden,
en strijden tegen de goddelijke barm-
hartigheid, en daarom zeer zelden
vergeven worden.
Welke zijn de zonden tegen den II. Geest?
Deze zes : aan Gods genade wanho-
pen, zich op Gods barmhartigheid
zonder deugden beroemen, de wei-
bekende waarheid bestrijden, de
broederlijke liefde benijden, obsti-
naat zijn in de boosheid, verachten
het berouw of de penitentie.
Waarom worden sommige zonden wraak-
roepende zonden genoemd?
Omdat ze door hare groote boosheid
met reden de regtvaardige goddelijke
-ocr page 47-
— 45 —
wraak ook in deze wereld vereischen.
Welke zijn de wraakroepende zonden"?
Deze vier: vrijwillige doodslag, on-
kuischheid tegen de natuur, verdruk-
king van armen, weduwen en weezen,
achterhouden den loon der werklieden.
Kan men ook zondigen met iets te doen,
wat men niet weet, dat kwaad is ?
Ja, als men kan en moet weten, dat
het kwaad is.
Kan men ook zondigen met iets te doen,
wat geen kivaad is ?
Ja, als men meent, dat het kwaad is.
Kan men van zijne zonden vergiffenis
krijgen ?
Ja, van alle zonden, hoe groot of hoe
zwaar die ook zouden mogen wezen.
Waar belijden wij dat?
In de 12 Artikelen des Geloofs, als wij
zeggen: vergiffenis der zonden.
Waardoor voornamelijk kunnen wij van
onze zonden vergiffenis verkrijgen ?
Door de heilige Sacramenten.
XV. LES.
Wat is een Sacrament ?
Een uitwendig teeken, van Christus
-ocr page 48-
— 46 —
onzen Zaligmaker ingesteld, betee-
kenende eeno zonderlinge gratie , die
ons door hetzelve gegeven wordt.
Hoeveel Sacramenten zijn er ?
Zeven : het Doopsel, het Vormsel, het
H. Sakrament des Altaars, de Biecht,
het H. Oliesel, het Priesterschap,
en het Huwelijk.
Wie heeft de heilige Sakramenten in-
gesteld ?
Christus zelf.
Waartoe heeft Hij die ingesteld?
Tot zaligheid van alle menschen.
Waaruit hebben de Sakramenten de kracht
om den mensch zalig te maken
?
Uit de verdiensten en de instelling
van Christus.
Dienen de Sakramenten ook tot zaligheid
van alle menschen, die ze ontvangen?
Neen.
Voor toelke niet ?
Niet voor diegenen , welke de Sakra-
menten onwaardig ontvangen.
Wat doen zij, die de Sakramenten on-
waardig ontvangen ?
Eeno groote zonde van heiligschennis
of sacrilegie.
-ocr page 49-
— 47 —
Wat verkrijgen zij, die de Sakramen-
ten u-aardig ontvangen!\'
De heilijnnakende gratie of tle vermeer-
dering der heiligmakende gratie.
Wat verstaat gij door de heüigmaken-
de gratie ?
Eene bovennatuurlijke gaaf, van God
ingestort, waardoor onze ziel schoon
en aan God aangenaam is, en van
God bemind wordt.
Welke Sakramenten geven de heiligma-
kende gratie?
De Sakramenten der dooden.
Hoeveel Sakramenten der dooden zijn er?
Twee : het Doopsel en de Biecht.
Waarom worden die Sakramenten der
dooden genoemd?
Omdat ze in staat van doodzonde mo-
gen ontvangen worden.
Welke Sakramenten geven vermeerdering
van de heiligmakende gratie?
De Sakramenten der levenden.
Hoeceel Sakramenten der levenden zijn,
er?
Vijf: het Vormsel, het heilige Sakrament
des Altaars, het heilig Oliesel, het
Priesterschap en het Huwelijk.
-ocr page 50-
— 48 —
Waarom worden die Sakramenten der
levenden genoemd!\'
Omdat ze in staat van gratie moeten
ontvangen worden.
Wanneer is men in staat van gratie ?
Als men van alle doodzonden zuiver is.
Geven de Sakramenten nog geene ande-
re gratiën ?
Ja, dadelijke gratiën.
Wat zijn dadelijke gratiën ?
Bovennatuurlijke hulpmiddelen, welke
God op zijnen tijd geeft, om te ken-
nen , te willen en te doen hetgeen
ter zaligheid dienstig is.
Welke Sakramenten mag men maar ééns
ontvangen
?
Het Doopsel, het Vormsel en het Pries-
terschap mogen maar ééns ontvan-
gcn worden, omdat zij een zeker
merkteeken in de ziel prenten, dat
eeuwig zal blijven duren.
Waartoe zal dat merkteeken blijven du-
ren
?
Voor de gelukzaligen in den Hemel
tot meerder eer en glorie, en voor
de verdoemden in de Hel tot meer-
dere pijn en schande.
-ocr page 51-
— 49 —
XVI. LES.
Welke is het eerde der heiligeSakramenten?
Het Doopsel.
Waarom ?
Omdat hot Doopsel de deur en de in-
gang tot de andere Sakramenten is.
Welk is het noodzakelijkste van de ze~
ven heiliga Sakramenten ?
Ook het Doopsel.
Waarom ?
Omdat men zonder Doopsel niet kan
zalig worden.
Waarom kan men zonder Doopsel niet
zalig worden?
Omdat men met de erfzonde besmet is.
Wat is het Doopsel?
Het eerste en noodzakelijkste Sakra-
ment, in hetwelk door de uitwen-
dige afwassching en aanroeping van
de H. Drievuldigheid de mensch
gezuiverd wordt van alle zonden.
Wat verkrijgen wij door het Doopsel?
Vergiffenis van de erfzonde en van
alle voorgaande zonden , en ook Yan
de pijnen daartoe staande.
3
-ocr page 52-
— 50 —
Wien staat het toe te doopen?
Het is het officie van den Priester,
nogtans in den nood mag een ieder
doopen.
Waarmede moet men doopen?
Met waarachtig en natuurlijk water,
als: putwater, regenwater, fontein-
water, zeewater.
Welke woorden moet men in het Doop-
sel spreken?
Deze, zonder dewelke het Doopsel
van geene waarde zoude zijn: Ik doop
u in den naam des Vaders en des
Zoons en des Heiligen Geestes.
Wat moet men afwasschen in het doo-
pen ?
Het voorhoofd, als het kan geschie-
den; anders een ander lidmaat.
Wanneer moet die afwassching geschie-
den?
Ten zelfden tijde als men de woor-
den spreekt.
Wie moet afwasschen.1\'
Dezelfde persoon, die de woorden
spreekt.
-ocr page 53-
— 51 —
XVII. LES.
Wat is het Vormsel?
Een Sakrament, dat van den Bisschop
gegeven wordt aan degenen, die
gedoopt zijn, in hetwelk door de
zalving en heilige woorden gratie
DO                                    O
en sterkte gegeven wordt, om het
Geloof standvastig te belijden.
Wat is er tot het Vormsel noodig?
Dat men gedoopt en van alle dood-
zonden zuiver zij-
Waarom moet men van alle doodzon-
den zuiver zijn?
Omdat het Vormsel een Sakrament
der levenden is.
Wat verkrijgen loij door het Vormsel?
Gratie en sterkte, om het Geloof stand-
vastig te belijden.
Wat is dat gezegd: het Geloof belijden?
Toonen, dat men katholiek is.
Wie belijdt het Geloof standvastig?
Die door geenerlei vrees het Geloof
verzaakt of kwaad doet.
-ocr page 54-
— 52 —
XVIII. LES.
Welk is het u-aardigste van de zeven
II. Sakramenten?
Het H. Sakrament des altaars.
Wat ii het II. Sakrament des Altaars ?
Een Sakrament, van Christus onzen
Zaligmaker ingesteld, in hetwelk
Christus zelf onder de gedaante van
brood en wijn tegenwoordig is.
Waarom is dit Sakrament het waar-
digste ?
Omdat er Christus zelf tegenwoordig is.
Hoe is Hij daar tegenwoordig ?
Met zijn Vleesch en Bloed, Ziel en
Ligchaam, Godheid en Mensch-
heid,gelijk Hij glorieus in den He-
mel is.
Wanneer komt Christus daar tegenwoor-
dig ?
In het midden van de Mis, als de
Priester de woorden van de H.
Consecratie spreekt.
Wat geschiedt er door de woorden van
de II. Consecratie ?
Door de woorden van de H. Conse-
cratie wordt het brood in hot Lig-
-ocr page 55-
— 53 —
cluiam en de wijn in liet Bloed van
Christus veranderd.
Is er dan na de woorden van de H.
Consecratie geen brood of wijn meer
over ?
Neen.
Waar zijn het brood en de wijn dan
gebleven f
Het brood is in het Ligchaam en de
wijn in het Bloed van Christus ver-
anderd.
Wat is er na de ivoorden van de II.
Consecratie dan tegenwoordig ?
Het waarachtige Ligchaam en Bloed
van Christus, onder de gedaante
van brood en wijn.
Wat is dat gezegd: gedaante van brood
en wijn ?
Schijn van brood en wijn.
Waaruit schijnt het nog brood en wijn
te zijn f
Uit de witheid, rondheid, den reuk
en smaak van brood en wijn.
Als gij de II. Hostie ontvangt, wat
ontvangt gij dan ?
Het Ligchaam en Bloed van Christus
of Christus zei ven.
-ocr page 56-
— 54 —
Moeten alle menschen Christus ontoan-
gen onder ééne gedaante of onder bei-
de gedaanten ?
Onder ééne hebben wij zoo veel als
onder twee, en de H. Kerk wil,
dat wij met ééne tevreden zijn, uit-
genomen de Priesters, als zij Mis
doen.
Waarom hebben wij onder ééne gedaan-
te zoo veel als onder twee ?
Omdat Christus onder iedere gedaan-
te geheel tegenwoordig is.
Onder welk deel van de II. Hostie is
Christus tegenwoordig, als die gebro-
ken wordt
?
Onder alle beide en onder alle dee-
len, al waren er ook vele.
Wie ontvangt dan meer, die eene ge-
heele H. Hostie ontvangt, of die maar
een deel daarvan ontvangt
?
Alle beiden even veel; omdat Chris-
tus zoo wel onder een deel als onder
een geheele H. Hostie tegenwoor-
dig is.
Welke eer zijn wij dan aan het H.
Sakrament des Altaars schuldig?
Dezelfde eer, die wij aan Christus
-ocr page 57-
-55 —
moeten geven, te weten: do god-
delijke eer en aanbidding.
Waarom zijn wij die eer aan het II.
Sakrament des Altaars schiddig?
Omdat er Christus zelf tegenwoordig is.
Hoe lang blijft Christus in het H. Sa-
krament des Altaars tegenwoordig?
Zoo lang als de gedaanten van brood
en wijn duren.
Hoe lang blij/t Christus bij ons, als icij
te communie geweest zijn ?
Met zijn waarachtig Vleesch en Bloed
zoo lang als de gedaanten van brood
en wijn duren, en met zijne god-
delijke gratie zoo lang als wij Hem
door geene doodzonde vergrammen.
Hoe lang blijven de gedaanten van brood
en wijn bij ons duren f
Dat is onzeker.
Mag men dan wel aanstonds de kerk
uitgaan, als men te Communie ge-
weest is ?
Neen, wij moeten ten minste een kwar-
tier uurs God blijven bidden.
Waarmede zullen icij dien tijd door-
brengen ?
Ten 1. Met God voor dit en alzijno-
-ocr page 58-
— 56 —
weldaden te bedanken. Ten 2. Met
tegen zijne gewone krankheid zali-
ge voornemens te maken. Ten 3.
Met God om gratie te bidden, om
die goede voornemens uit te werken.
Is die tijd na de II. Communie niet
beter, om te bidden
, dart andere tij-
den ?
Ja; omdat wij dan den Gever van
alle gaven zelven bij ons hebben.
Welke zijn de vruchten van het II. Sa-
krament des Altaars ?
Ten 1. De vermeerdering van de hei-
ligniakende gratie. Ten 2. Gratie
en sterkte tegen het hervallen in
de zonden. Ten 3. Gratie, om in
de deugden voortgang te doen.
Die in staat van doodzonde te com-
munie gaat, ontvangt die ook al die
gratiën ?
Neen,
Ontvangt hij dan het Ligchaam en Bloed
van Christus niet?
Ja, zoo wel als die in staat van gra-
tie gaat.
Waartoe zal hem die Communie dienen ?
\'
Tot zijne zwaardere verdoemenis,
-ocr page 59-
— 57 —
Waarom tot zijne zwaardere verdoemenis ?
Omdat hij eene groote doodzonde van
heiligschennis bedrijft.
Welke heilige zaak schendt hij dan?
Het eigen Ligchaam en Bloed van
Christus.
Wie ontvangt de vruchten van de H.
Communie ?
Die waardig te Communie gaat.
Hoeveel dingen worden er verzocht, om
xvaardig te communiceren ?
Voornamelijk vijf: ten 1. Moet men
in de voornaamste punten van het
Geloof wel onderwezen zijn: Ten 2.
moet men van alle doodzonden zui-
ver wezen. Ten 3. Moet men de
drie goddelijke deugden en de
deugd van ootmoedigheid oefenen.
Ten 4. Moet men van \'s nachts
twaalf uren af nuchteren zijn. Ten
5. Moet ieder volgens zijnen staat
ordentelijk aangekleed zijn.
Waarom moet men van alle doodzonden
zuiver zijn, als men te Communie gaat ?
Omdat het H. Sakrament des Altaars
een Sakrament der levenden is.
3*
-ocr page 60-
— 58 —
Verzoek eene akte van ootmoedigheid?
O Heer, ik ben niet waardig, dat
Gij onder mijn dak komt; maar
spreek alleenlijk een woord, en
mijne ziel zal gezond worden.
Wat is dat: van \'s nachts twaalf uren
af nuchteren zijn ?
Dat men van \'s nachts 12 uren af niets
gegeten of gedronken mag hebben.
Als men hij ongeluk of uit onhedacht-
zaamheid iets genomen heeft, viat
moet men dan doen f
Wachten tot \'s anderen daags of ee-
nen anderen tijd.
Mag men nooit, ten zij nuchteren, te
Communie gaan ?
Nooit, ten zij in gevaar van te ster-
ven.
Wanneer moet men het II. Sakrament
des Altaars ontvangen?
Ten minste ééns \'s jaars, omtrent Pa-
schen, elk in zijne parochie; en als
men in gevaar is van te sterven.
Tot wat einde heeft Christus het H.
Sakrament des Altaars ingesteld?
Ten 1. Tot eene gedurige g\'edach-
tenis van zijne liefde en zijn bitter
-ocr page 61-
— 59 —
lijden. Ten 2. Tot eene waar-
achtige spijs onzer ziel. Ten 3. Tot
een gedurig Sacrificie van de nieuwe
wet.
Hoe is het IL Sakrament des Altaars
eene gedurige gedachtenis van Jesus\'
liefde en bitter lijden ?
Omdat Hij het daags vóór zijn lijden
en uit liefde tot den mensch inge-
steld heeft.
Hoe is het eene toaarachtige spijs van onze
ziel f
Omdat het onze ziel op eene geeste-
lijke wijze spijst.
Hoe is het eene gedurig Sacrificie van
de nieuwe wet?
Omdat het gedurig, ja dagelijks in de
Mis opgeofferd wordt.
XIX. LES.
Hoevelerlei is het Sacrificie van de nieit-
we wet ?
Tweederlei: het bloedige Sacrificie
van het kruis en het onbloedige Sa-
crificie der Mis.
Welk is het bloedige Sacrificie van he
kruis ?
-ocr page 62-
— 60 —
Dat Christus, aan het kruis hangen-
dc, ééns opgedragen heeft.
Hoe heeft Christus dat opgedragen ?
Stortende zijn bloed en stervende voor
alle mensehen.
Aan tuien heeft Christus zijn bloedig
Sacrificie opgedragen
?
Aan God zijnen hemelschen Vader.
Welk is het onbloedige Sacrificie van
de niemoe wet ?
Het Sacrificie der Mis.
Wat is de Mis?
Het Sacrificie van de nieuwe wet, in
hetwelk het Ligchaam en Bloed van
Christus, onzen Zaligmaker, onder
de gedaanten van brood en wijn, aan
God den Vader wordt opgeofferd.
Wie offert aan God het Sacrificie der
Mis op
?
Christus zelf is de voornaamste offer-
aar, maar de Priester is zijn be-
dienaar in het offeren.
Wat xcordt in de Mis opgeofferd?
Het Ligchaam en Bloed van Christus,
onder de gedaanten van brood en
wijn , en daarom is de Mis van eene
oneindige waarde.
-ocr page 63-
— 61 —
Wie heeft de eerste Mis gedaan ?
Christus zelf in liet laatste avondmaal,
en na Hem de heilige Apostelen.
Waartoe dienen de ceremoniën, die in
de Mis gebruikt worden ?
Tot gedachtenis en verbeelding van
het lijden en den dood van Christus.
Wat kwinen wij door het Sacrificie der
Mis verkrijgen ?
Vergiffenis van onze zonden en al, wat
wij van God begeeren, voor ons
zelven of voor anderen, en ook voor
de zielen in het Vagevuur.
Hoeveel deelen van de Mis zijn er ?
Drie: de Offerande van brood en wijn,
de Consecratie en de Nutting.
Wanneer begint de Offerande van brood
en wijn ?
Als de priester den kelk ontdekt.
Wanneer geschiedt de Consecratie?
In het midden van de Mis, even te
voren dat de H. Hostie en de Kelk
opgeheven worden.
Wanneer geschiedt de Nutting ?
In het laatste van de Mis, zoo haast
de Priester gezegd heeft: Heer, ik
ben niet u-aardig.
-ocr page 64-
— 62 —
Hoe moeten icij ons van de Consecratie
tot de Nutting toe gedragen*
Op beide onze kniën blijven zitten.
Van wanneer behoort men te knielen ?
Van dat de Sanctus gebeld wordt.
En hoe lang moet men op zijne kniën
blijven zitten
?
Tot dat de laatste wijn geschonken is.
Wanneer moet men Mis hooren ?
Op Zondagen, Feestdagen en alle
dagen, die van de H. Kerk ge-
boden zijn.
Hoe moet men Mis hooren ?
Met groote eerbiedigheid en aandach-
tigheid.
Is het genoeg, een deel van de Mis te hooren ?
Neen, men moet eene geheele Mis
hooren en geen merkelijk deel ach-
terlaten.
Is het kwaad, ten tijde van de Mis te
praten, te spelen of te slapen?
Ja, en zulken hooren geene Mis, als
het merkelijk zoude duren.
Tot welk einde moet men Mis hooren
en die met den Priester opdragen?
Ten 1. Tot erkentenis van Gods op-
perste heerschappij. Ten 2. Tot vergif-
-ocr page 65-
— 63 —
fenis der zonden en straffen der-zelve.
Ten 3. Tot dankzegging aan God
voor al zijne weldaden. Ten 4. Om
nieuwe weldaden van God te be-
komen.
XX. LES.
Wat is de Biecht ?
Een Sakrament, van Christus inge-
steld, in hetwelk door de priester-
lijke magt de zonden, die na het
Doopsel gedaan zijn, vergeven wor-
den.
Welke zonden kunnen door de Biecht
vergeven worden ?
Alle zonden, die na het Doopsel ge-
daan zijn.
Waardoor ivorden de zonden inde Biecht
vergeven ?
Door de priesterlijke magt.
Van loien hebben de Priesters die magt t
Van Christus zei ven.
Hoeveel deden van de Biecht zijn er?
Drie: het berouw, de belijdenis en
voldoening.
Welk is het noodzakelijkste deel van de
Biecht?
-ocr page 66-
— 64 —
Het berouw.
Waarom ?
Omdat men zonder berouw nooit ver-
giftenis van zijne zonden kan ver-
krijgen.
Wat is het berouw?
Een leedwezen over de zonden, door
dewelke wij de Goddelijke Majes-
teit en goedheid Gods vergramd
hebben, met een vast voornemen
van dezelve te biechten en ons le-
ven te beteren.
Hoeveel conditiën moet het berouw heb-
ben , om een goed berouw te zijn ?
Drie: het berouw moet inwendig zijn,
bovennatuurlijk en algemeen.
Wat is dat te zeggen: het moet inwen-
dig zijn ?
Dat het berouw uit het hart voort-
komen moet.
Is het niet genoeg, te zeggen, dat men
droevig is?
Neen; maar het hart moet met do
woorden overeenkomen.
Wat is dat te zeggen: het berouw moet
bovennatuurlijk zijn ?
Dat het berouw uit eene bovenna-
-ocr page 67-
— 65 —
tuurlijkc beweegreden voortkomen
moet.
Is het genoeg, over zijne zonden droe-
vig te zijn, omdat men daardoor den
hemel verloren en de hel verdiend
heeft?
Die droefheid is wel goed, maar niet
genoeg, om van zijne zonden vcr-
giffenis te verkrijgen.
Waarom moet men dan over zijne zon-
den bedroefd zijn?
Omdat men God daardoor vergramd
heeft, die het opperste goed in
Zich zelven is.
Wat is dat te zeggen: het berouw
moet algemeen zijn ?
Dat het berouw over alle doodzonden,
wetende en ontwetende, zijn moet.
Waarom moet het berouw over alle
doodzonden zijn?
Omdat de eene doodzonde zonder de
andere niet kan vergeven worden.
Waarom kan de eene doodzonde zonder
de andere niet vergeven worden?
Omdat men op eenen en denzelfden
tijd geen vriend en vijand van God
zijn kan.
-ocr page 68-
— 66 —
Wat is dat gezegd: een vast voorne-
men van zich te beteren ?
Dat men eenen opregten en vasten
wil hebben moet van de zonden te
laten.
Waarom moet men sulken vasten wil
hebben ?
Omdat men anders nog genegenheid
tot de zonden blijft houden.
Is het niet genoeg, dat men hoopt en
wenscht, niet meer te zullen zondigen ?
Neen, men moet daartoe eenen vas-
ten en sterken wil hebben.
Hoe vast en sterk moet die wil wel zijn ?
Zoo vast en sterk, dat men ook be-
reid is die middelen te gebruiken,
welke noodig zijn, om de zonden
te schuwen.
Welke zonden moet men noodzakelijk
voornemen te schuwen"!
Alle doodzonden.
Voor hoe lang moet men voornemen,
die te schuwen?
Voor altijd.
Is er veel aan gelegen, dat men zulk
een vast en sterk voomemenljieeft ?
Ja, zeer veel; omdat mon zonder zulk
-ocr page 69-
— 67 —
voornemen geen berouw over zijne
zonden hebben kan.
Kan men een berouw hebben, als men wil ?
Neen.
Waarom niet ?
Omdat het berouw eene gaaf van
God is.
Wat moet men doen, om die gaaf van
God te verkrijgen ?
God er wel om bidden, en door het
oefenen van Geloof, Hoop en Lief-
de tot het ware berouw trachten
te komen.
Hoevelerlei is het berouio ?
Tweederlei: volmaakt en onvolmaakt
berouw.
Wat is het volmaakt berouw ?
Dat voortkomt uit eene volmaakte
liefde tot God.
Wat is het onvolmaakt berouw ?
Dat voortkomt uit vrees van de hel
of andere straffen met eene begin-
nende liefde tot God.
Waarom moet het berouw uit liefde
voortkomen ?
Omdat men zonder liefde, tot God
niet opregt wederkeeren kan.
-ocr page 70-
— 68 —
Hoe groot moet die liefde toezen ?
Zoo groot, dat men daardoor de zon-
den haat en verzaakt.
Welk herouw is het beste, het volmaakt
of het onvolmaakt berouw ?
Het volmaakt berouw.
Waarom ?
Omdat het volmaakt berouw de zonden
vergeeft zonder de Biecht, en het
onvolmaakt niet dan met de Biecht.
Kan men dan in gevaar van sterven en
geenen Priester kunnende krijgen, nog
vergiffenis van zijne zonden bekomen ?
Ja , door een volmaakt berouw.
Welk berouw is er in de Biecht noodig ?
Het onvolmaakt berouw is voldoende.
Als men eene sonde vergeten heeft, en die
vóór de Communie gaat biechten, moet
men daarover iceder een berouw hebben?
Ja, want zonder berouw kan geene
Biecht goed zijn.
Welk is het tweede deel van de Biecht ?
De belijdenis.
Wat is de belijdenis ?
Eene droevige bekendmaking van zijne
zonden aan den Priester, om de
absolutie te ontvangen.
-ocr page 71-
— 69 —
Welke zonden moet men biechten/
Alle doodzonden, die men na een
naarstig onderzoek indachtig is, en
nog niet opregt gebiecht heeft.
Moet men ook de dagelijksche zonden
biechten?
Het is niet noodzakelijk, maar zeer
voordeel ig.
Als men twijfelt, of eene zonde dood-
zonde is
, moet men die dan biechten ?
Ja, omdat men anders zich in gevaar
stelt van eene doodzonde achter te
laten.
Op hoeceel manieren kan men eene dood-
zonde achterlaten!
Op twee manieren: vrijwillig en on-
vrijwillig.
Wanneer is het vrijwillig ?
Als men ze door zijne eigene schuld
achterlaat.
Wanneer is het door zijne eigene schuld ?
Als men willens en wetens, uit vrees
of schaamte, in de Biecht eene zon-
de verzwijgt, of als men zijne con-
scientie niet naarstig onderzocht
heeft.
Als men zoo door zijne schuld eene dood~
-ocr page 72-
— 70 —
zonde achtergelaten heeft, krijgt men
dan vergiffenis van zijne zonden?
Neen, men doet integendeel eene
groote doodzonde van heiligschennis.
Krijgt hij ook geene vergiffenis van die
zonden, die hij gebiecht heeft?
Neen.
Wat moet hij doen, die vrijwillig eene
doodzonde verzwegen heeft
?
Hij moet die geheele biecht op nieuw
doen , de verzwegene zonde bijbiech-
ten, en zeggen, dat hij die vrij-
willig verzwegen heeft.
Als hij na die kwade biecht al dikwijl-
der zoo te biechten is geweest, zon-
der die kwade biecht op nieuw gedaan
te hebben, ivat moet hij dan doen ?
Ten 1. Moet hij al die biechten op
nieuw doen. Ten 2. Moet hij zeggen,
hoe dikwijls hij in dien kwaden
staat te biechten en te Communie
geweest is. Ten 3. Moet hij zeggen
hoe dikwijls hij zoo de Paasch-
Communie ontvangen heeft. Ten 4.
Welke andere heilige Sakramenten
hij sedert die eerste kwade biecht
ontvangen heeft.
-ocr page 73-
— 71 —
Heeft hij clan van al dien tijd in de
Biecht nooit vergiffenis van zijne zon-
den bekomen?
Neen.
Wat moet men hieruit leeren ?
In de Biecht nooit eenige zonde te
verzwijgen, omdat ons ongeluk an-
ders allengskens erger wordt.
Wanneer laat men zonder schidd eene
doodzonde achter ?
Als men zijne conscientie naarstig on-
derzocht heeft, en dan eene zonde
niet indachtig wordt, of in de Biecht
vergeet.
Als men zonder zijne schuld eene zonde
achtergelaten heeft, krijgt men dan
vergiffenis van zijne zonden ?
Ja, en ook van die, welke men on-
noozel achtergelaten heeft.
Moet men die zonde dan nog biechten ?
Ja, omdat het Christus\' wil is, dat
alle doodzonden eens gebiecht wor-
den.
Als men die vóór de Communie indach~
tig wordt, moet men die dan nog
eerst biechten?
Ja, als het nog gevoegelijk geschie-
-ocr page 74-
— 72 —
den kan, anders wanneer men we-
derom te biechten gaat.
Hoe moet men zijne zonden biechten?
Met getal en omstandigheden.
Wat is met getal biechten ?
Zeggen, hoe dikwijls men dezelfde
zonde gedaan heeft.
Als men het getal niet weet, wat moet
men dan doen ?
Het getal zoo na zeggen , als men kan,
en er min of meer bijvoegen.
Als men het getal wel weet, mag men
er dan min of meer bijvoegen ?
Neen, men moet dun het getal zeg-
gen , gelijk het is.
Wat is met omstandigheden biechten?
Dat men Lij de zonden voegen moet
al, wat de zonden kan bezwaren of
verligten of van soort veranderen.
Mag men in de Biecht ook een ander
beschuldigen?
Neen, de Biecht is eene beschuldiging
van zich zelven.
Mag men in de Biecht den persoon noe-
men, met welken men gezondigd heeft,
of die aan de zonde medepligtig ge-
weest is ?
-ocr page 75-
— 73 —
Neen, men moet maar die hoedanig-
heden zeggen, welke de zonden
veranderen of bezwaren kunnen.
Welk is het derde deel van de Biecht?
De Voldoening.
Wat is de Voldoening?
Dat men de Penitentie moet volbren-
gen, die van den Biechtvader op-
gelegd wordt.
Waartoe dient de Penitentie ?
Ten 1. Om eenigzins te voldoen voor
de tijdelijke straffen der zonden.
Ten 2. Tot hulpmiddel tegen het
hervallen in de zonden.
Wordt dan door de Biecht niet vergeven
de pijn, die de sonde verdiend heeft?
De eeuwige pijn, die in de hel stond te
lijden , wordt door de Absolutie ver-
geven; maar evenwel blijft er dikwijls
nog schuld van tijdelijke pijnen over,
hier of hiernamaals te betalen.
Wanneer tnoet men de Penitentie vol-
brengen ?
Op den gestelden tijd, en als er geen
tijd gesteld is, zoo haast mogelijk.
Mag men zijne Penitentie wel door een
ander laten doen?
                   4
-ocr page 76-
-74-
Neen, ten zij met toelating van den
Biechtvader.
Hoe dikwijls moet men te biechten gaan?
Ten minste ééns \'sjaars, en als men
in gevaar is van te sterven.
Wat moet men doen, als men te biech-
ten gaat ?
Ten 1. God bedanken, dat Hij ons
in onze zonden niet gestraft heeft.
Ten 2. God den H. Geest om gra-
tie bidden. Ten 3. Zijne conscien-
tie onderzoeken. Ten 4. Een be-
rouw verwekken. Ten 5. Zijne zon-
den biechten. Ten 6. De Penitentie
volbrengen, welke de Biechtvader
opgelegd het ft.
Waarom moet men God den H. Geed
om gratie bidden ?
Om zijne zonden te mogen kennen,
maar allermeest, om over dezelve
een goed Berouw te verkrijgen.
Wat is dat gezegd: zijne conscientie
onderzoeken ?
Nadenken, welk kwaad men gedaan
heeft.
Hoe zal men dat het best doen?
Overdenken de tien geboden Gods,
-ocr page 77-
— 75 —
de vijf geboden van de H. Kerk,
de zeven hoofdzonden, de negen
vreemde zonden, de zes zonden te-
gen den H. Geest, de vier vvraak-
roepende zonden, de Sakramenten,
welke men ontvangen heeft, of men
die wel en waardig ontvangen heeft,
de plaatsen, waar men geweest is,
de personen, met welke men ver-
keerd heeft, en ieder de pligten
van zijnen staat.
Is het genoeg, dat men maar ter loops na-
denkt, welke zonden men gedaan heeft
?
Neen, men moet zijne conscientie
naarstig onderzoeken.
Als men zijne conscientie nu naarstig on-
derzocht heeft, wat moet men dan doen?
Akten van Geloof, Hoop en Liefde,
maar bijzonder eene akte van Be-
rouw verwekken.
Is het genoeg, dat men met den mond
een berouw verwekt
?
Neen, men moet het in het hart mee-
nen.
Als men nu dat alles gedaan heeft,
wat gaat men dan doen?
Zijne zonden biechten.
-ocr page 78-
— 76^
Wat doet men het eerst in den biechtstoel ?
Den zegen vragen, zeggende: Vader,
gelief mij den zegen te geven; en
alsdan een kruis maken.
Wat doet men verder?
De voorbiecht zeggen.
Zeg de voorbiecht.
Ik belijd mijne schuld voor den al-
magtigen God, de H. Maagd Ma-
ria, alle Heiligen en U, Vader,
dat ik zeer gezondigd heb door
gedachten, woorden en werken;
het is mijne schuld, mijne aller-
grootste schuld. Mijne laatste biecht
is geweest.....
Als men zijne zonden gebiecht heeft,
wat doet men dan?
De nabiecht zeggen: Van deze en
alle andere zonden, die mij niet te
voren komen, spreek ik mijne schuld,
ik bid God om vergiffenis door de
verdiensten van Christus, en U,
Vader, om eene zalige Penitentie
en Absolutie.
Wat moet men doen, als men de na-
biecht gezegd heeft?
Wel toeluistercn naar de vermanin-
-ocr page 79-
— 77 —
gen, welke de Biechtvader geeft,
die wel onthouden en nakomen.
Wat zal men doen, terwijl de Priester
de Absolutie geeft ?
Ons Berouw vernieuwen, en ons van
verstrooidheden wachten.
XXI. LES.
Wat is het H. Oliesel?
Een Sak ram ent, in hetwelk door de
heilige zalving de zieken in hunne
ziekte en den uitersten nood verligt
en geholpen worden.
Aan wien wordt het H. Oliesel gegeven?
Aan de zieken, die tot de jaren van
verstand gekomen zijn, en in ge-
vaar zijn van sterven.
Hoe dikwijls mag men het H. Oliesel
ontvangen ?
Lens in elke ziekte, maar in verschei-
dene ziekten zoo dikwijls als men
zoude hervallen wezen.
Wat profijt geeft het II. Oliesel?
Ten 1. Het verligt de zieken. Ten 2.
Het vermindert de tentatiën. Ten 3.
Het vergeeft de dagelijksche zonden.
Ten 4. Het neemt de vergetene
-ocr page 80-
— 78 —
doodzonden weg. Ten 5. Het helpt
den zieke tot de gezondheid, als
het hem zalig is.
Met welke gesteltenissen moet men het
E. Oliesel ontvangen ?
Ten 1. In staat van gratie. Ten 2. Met
Geloof, Hoop, Liefde en Berouw.
Ten 3. Men volkomene onderwer-
ping aan Gods heiligen wil.
Wat moet men doen, na het H. Oliesel
ontvangen te hebben
?
Ten 1. God bedanken voor deze en
al zijne weldaden. Ten 2. De ziekte
en de pijnen aan God gedurig op-
dragen. Ten 3. Door de oefening
van Geloof, Hoop, en Liefde zich
met God bezig houden. Ten 4. Zich
wachten van wereldsche bekommer-
nissen , en vooral van de zonden.
Wat is het Priesterschap ?
Een Sakrament, door Jietwelk de Be-
dienaars van de H. Kerk magt en
gratie ontvangen, om hun officie
bekwamelijk te bedienen.
Wat is het Huwelijk ?
Een Sakrament, door hetwelk man
en vrouw wettiglijk verbonden wor-
-ocr page 81-
— 79 —
den, en gratie ontvangen, om hun-
ne kinderen tot Gods eer en glo-
rie op te voeden.
Wat wordt er verzocht, om het Huwe-
lijk wel te ontvangen
?
Ten 1. Moet men tot dien staat geroe-
pen zijn. Ten 2. Moet men zich chris-
telijk gedragen , en God wel bidden,
om zijnen wil te kennen. Ten 3.
Moet men in staat van gratie zijn.
Wat geeft het IL Sakrament des Huw e-
lijks
?
Ten 1. Gratie, om kinderen tot Gods
eer te krijgen en op te voeden. Ten
2. Boven de verbindtenis geeft het
gratie, om in liefde en vrede te
leven. Ten 3. Sterkte, om de las-
ten des Huwelijks beter te dragen.
XXII. LES.
Welk is het beste middel, om de zon-
den te haten en de deugden te oefenen"}
Een aandachtig overdenken der uiter-
sten van den mensch.
Hoeveel uitersten van den mensch zijn er?
Vier: de dood, het oordeel, de hel
en do hemelsche glorie.
-ocr page 82-
— 80 —
Wat is er van den dood te gelooven ?
Dat niemand, die geboren is, dien
kan ontgaan ; daarenboven , dat hij
ons overkomen kan, als men dien
het minste vreest.
Wat zal ons in het uur des doods het
meest benaauwen ?
De zonden en Gods regtvaardig oor-
deel.
Wat zal ons in het uur des doods het
meest vertroosten ?
Gods barmhartigheid, de verdiensten
van Christus en eene goede con-
scientie.
Wat volgt er terstond op den dood?
Het bijzonder oordeel.
Zal er dan nog een ander oordeel zijn?
Ja, een algemeen oordeel, op het
einde der wereld.
Wat wordt er in het bijzonder oordeel
geoordeeld ?
Alleen de ziel.
En wat in het algemeen oordeel?
De ziel en het ligchaam, in de te-
genwoordigheid van alle menschen
Zullen onze ligchamen dan wederom ver-
rijzen ?
-ocr page 83-
— 81 —
Ja, op den laatsten dag des oordeels.
Waar belijden wij dat?
In de 12 Artikelen des Geloofs, als
wij zeggen: verrijzenis des vlee-
sches.
Wie zal op den laatsten dag komen
oordeelen f
Christus zelf zal komen oordeelen.
Hoe zal Christus ten oordeel komen!\'
Met zijn menschelijk Jigchaam, zigt-
baar en met groote glorie.
Hoe zullen de meusclien in het oordeel
geplaatst worden?
De goeden aan de regterzijde van
Christus en de kwaden aan de lin-
kerzijde.
Welke sententie zal Christus in het oor-
deel geven?
De goede menschen zal Hij met groo-
te liefde tot Zich roepen, en hun
den hemel geven; maar de kwaden
zal Hij met uitnemende gramschap
van Zich in de eeuwige verdoeme-
nis jagen.
Wat zal Christus aan de goeden zeggen?
Komt, gczcgenden mijns Vaders, be-
4*
-ocr page 84-
— 82 —
zit liet rijk, dat voor u van het be-
gin der wereld bereid is.
Welke is de meeste blijdschap des He~
mels?
Het goddelijk aanschijn te aanschou-
wen, en in God alle goed te ge-
nieten.
Wat zullen de Zaligen nog behalve het
opperste goed hebben!1
Het schoone gezelschap der Engelen ,
de gemeenschap van alle Heiligen
en de blijde gedachtenis van de al-
tijddurende zalige eeuwigheid.
Wat zal Christus aan de kwaden zeggen?
Gaat van mij, vermaledijden, in het
eeuwige vuur, dat voor den dui-
vel en zijne engelen bereid is.
Welke zwarigheden heeft het oordeel?
Ten 1. Dat een ieder daar te voor-
schijn zal moeten komen. Ten 2. Dat
de Regter onbewegelijk zal zijn. Ten
3. De sententie onwederroepelijk.
Wat zullen de verdoemde zielen lijden
in de Hel ?
Ten 1. De onbegrijpelijk zware bcroo-
ving van het goddelijke aanschijn.
Ten 2. De knaging van de con-
-ocr page 85-
— 83 —
scicntie. Ten 3. Het derven van al,
wat hen eenigzins zoude mogen
troosten. Ten 4. Den brand van
het smartelijke en onuitblusschelijke
vuur. Ten 5. En bovenal de ellen-
dige eeuwigheid.
Wat moeien wij uit dit alles leeren ?
Zoo te leven, gelijk wij wenschen te
sterven, en in Gods oordeel bevon-
den te worden.
-ocr page 86-
— 84 —
HET\'ONZE VADER.
Onze Vader, die in de Hemelen zijt.
1.  Geheiligd zij uw Naam.
2.  Ons toekomc uw rijk.
3.  Uw wil geschiede op de aarde, als in den
Hemel.
4.  Geef ons heden ons dagelijksch brood.
5.   Ën vergeef ons onze schulden , gelijk wij
vergeven onzen schuldenaren.
6.  En leid ons niet in bekoring.
7.  Maar verlos ons van den kwade. Amen.
HET WEES GEGROET.
Wees gegroet, Maria, vol van gralic, de Heer
Is met U; gebenedijd zijt Gij boven alle vrou-
■wcn , en gebenedijd is de vrucht uws ligchaams,
Jesus. Heilige Maria, Moeder Gods, bid voor ons,
zondaars nu en in bel uur onzes doods. Amen.
«ET SYMHOMSI DES GELOOFS.
1.  Ik geloof in God den Vader almagtig,
Schepper des Hemels en der aarde.
2.  En in Jesus Christus, zijnen cenigen Zoon,
onzen Heer.
3.   Die onlvangcn is van den II. Geest, ge-
boren uil de Maagd Maria.
4.   Die geleden heeft onder Ponlius Pilalus ,
is gekruist, gestorven en begraven.
5.   Die nedergedaald is ter Helle , ten derden
dage is Hij verrezen van den dood.
<}. Die opgeklommen is (en Hemel, en zit aan
-ocr page 87-
— 85 —
de reglerkand Gods, zijns Vaders almaglig.
7.   Van daar zal Hij komen oordeelcn dele-
venden en dooden.
8.   Ik geloof in den Heiligen Geest,
9.    Eene heilige katholieke Kerk , gemeenschap
der Heilige ,
10. Vergiffenis der zonden ,
11. Verrijzenis des vleesches ,
12.  Kn hel ecuwig leven. Amen.
DE TIEN «EBODEK GODS.
1.    Boven al bemin éénen God.
2.    Udelijk en zweer noch spot.
3.   Vier de heilige dagen allcgader.
4.   Eer vader en moeder.
5.   Met wil of met werken, sla niemand dood,
G.
   Doe geen overspel of onkuischlicid ooit.
7.   Wacht u van sicleti en onreglvaardig leven.
8.   Gij zult geene getuigenis der valschlicid
geven.
9.   Begeer niemands hcddegenool.
10. Noch onreglvaardig iemands goed, hcizij
klein of groot.
DE VIJF GEBODEN VAN DEII.KEBK.
1.  Alle geboden heilige dagen zult gij vieren
2.  Dan ook Mis hooren met goede manieren.
3.  Geene geboden vastendagen zuil gij breken.
4.  Gij zult aan uwen Friesier len minste eens
\'sjaars uwe biecht spreken.
5.  Kn nullen omtrent I\'asclien het Ligcliaoni
des Hcercn.
-ocr page 88-
AKTEN VAN GELOOF, HOOP,
LIEFDE EN BEBOUW.
AKTE VAN GELOOF.
Ik geloof in éénen God , drievuldig in l\'ei-
sonen, en één in wezen, looner van het goed
en straffer van hel kwaad. Ik geloof, dat God
de Zoon voor ons allen is mensch geworden
en gestorven. Deze mysteriën en al helgcne
de H. Kerk mij voorhoudt om te gelooven,
geloof ik vastclijk , omdat Gij, mijn God,de
opperste waarheid zijl, die dit alles veropen-
baard hebt.
In en voor dit Geloof wil ik leven en sterven.
AKTE VAN HOOP.
O barmhartige God! ik hoop met een vasi
betrouwen , door de verdiensten van onzen Za-
ligmaker te bekomen het eeuwige leven en de
middelen daartoe noodig, omdat Gij oneindig
goed tot ons en almagiig zijt.
Jn deze Hoop wil ik leven en sterven.
AKTE VAN LIEFDE.
Miju Heer en mijn God! ik bemin U boven
al uit geheel mijn hart, omdat Gij zijt het
opperste goed in U zelve». Ik bemin mijnen
evennaaste gelijk mij zelven om U, en wensch,
dat alle menschen U beminnen.
In deze Liefde wil ik leven en sterven.
-ocr page 89-
— 87 —
AKTE VAN BEROUW.
Mijn Heer en mijn God! hel is mij uit den
grond van mijn hart leed , dat ik uwe Godde-
lijke Majesteit en goedheid , die ik nu bovenal
bemin, door mijne zonden vergramd heb, ik
haat en verzaak ze uit liefde lot U, en maak
van nu af een vast voornemen van voortaan niet
meer te zondigen, de occasion te schuwen ,en
liever te sterven, dan U nog ooit te vergrammen.
52©!B<3SSÏ!aS33Sa£fa
Ontwakende en opslaande zeg :
In den Naam des Vaders, en des Zoons,
des II. Geesles. Amen.
Gebenedijd moet Gij zijn , o allerheiligste
Drievuldigheid, welke mij geschapen hebt,op-
dat ik U uit geheel mijn hart zonde dienen ,
beminnen , en daardoor lot het eeuwige leven
komen. Leer mij kennen, hoe dierbaar de tijd
mijns levens is dien Gij mij genadiglijk ver-
gunt , om mijne eeuwige zaligheid te bewer-
ken; en druk diep in mijn hart deze woor-
den van uwen Apostel: Wij leven niet om ons
selven maar om den Heer.
U kleedende :
Geef mij, O Heer! dal mijne kleederen , in
plaats van mij hoovaardig te maken, mij mo-
gen beschamen en vernederen.
-ocr page 90-
— S8 —
Gewijd tvaler nemende.
Wascli mij meer van mijne onreglvaardig-
liodcii , en reinig mij van mijne zonden.
Hierna nederknielende, stel u in Gods tegen-
woordigheid
, en zeg :
Kom, H. Geest! vervul de harten van uwe
geloovigen , en ontsteek in ons het vuur van
uwe goddelijke liefde.
O God ! die de geloovigen onderwezen en
verlicht lieht door hel licht van den H. Geest,
hetwelk Gij in hunne harten gestort heht,
geef ons door denzelven cene ware wijsheid ,
die ons doe kennen en beminnen hetgene hei-
lig is ; opdat wij gestadig de vertroosting van
dien H. Geest smakende , altijd mogen ver-
heugd zijn door onzen I-ftcr Jesus Christus,
uwen Zoon , die met U leeft en hcerscht in
de eenheid van denzelfden H. Geest, Godin
alle eeuwigheid. Amen.
GEBED.
Wij erkennen , o God ! dal Gij onze opperste
Heer en Meester zijl, dat wij geheel in uwe
magt zijn , en zonder U , die ons geschapen hebt,
niels kunnen uitwerken. Gij zijl het, o Heer ,
die ons het leven gegeven hebt, en ons in het
leven onderhoudt; Gij zijl hel die ons verlost
en door het Doopsel tol de II. Kerk geroepen
hebt; die ons na dit leven de eeuwige zalig-
hcid bereid hebt, en ons de middelen geeft, om
-ocr page 91-
— 89 —
tot dezelve te geraken. Wij danken U, o Heer !
voor al deze gunsten en weldaden , die wij van
het begin van ons leven af ontvangen hebben,
als ook voor degene, die wij nog dagelijks van
uwe oneindige goedheid ontvangen. Houd niet
op , o genadige God ! uwen zegen over ons uit
te storten ; zend ons uwen goddclijken bijstand:
verlicht ons verstand door uw goddelijk licht;
versterk onze zwakheid; vervul onze harten
met uwe liefde ; genees de bedorvenheid van
onzen wil, opdat wij , overwinnende al het ge-
weld van onze vijanden , U door een heilig ge-
bruik van uwe gratie mogen behagen. Amen.
•p. Gewaardig U, o Heer! ons dezen dag van
alle zonden te bewaren.
?. Ontferm U onzer, o Heer! ontferm U onzer.
. Stort uwe barmhartigheid over ons uit.
?. Gelijk wij in U gehoopt hebben.
. Heer , verhoor ons gebed.
ty. En laat ons geroep lot U komen.
Almogende, eeuwige God ! die ons tol het
begin van dezen dag bewaard hebt, bescherm
ons op dezen dag door den bijstand uwer ge-
nade , opdat wij in geene zonden vallen , maar
al onze gedachten , woorden en werken door
het licht uwer wijsheid lot de onderhouding
uwer geboden gerigt worden : door onzen Heer
Jesus Christus, uwen Zoon , die mei U leeft
en heerscht in de eenheid des 11. Gecsles, God
in alle eeuwigheid. Amen.
Bid hier het Onze Vader, hel Wees gegroet, de
twaalf artikelen des Geloofs, de tien geboden
Gods en de vijf geboden van de heilige Kerk.
-ocr page 92-
— 90 —
Opdragt van asijnc werken aan Ood.
Wij zijn, o Heer! tot geen ander einde in
deze wereld , dan om uwen heiligen wil te vol-
brengen , en om U te dienen volgens den slaat,
in den welken uwe goddelijke voorzienigheid
ons gesteld heeft. Ontvang goedgunstig, o God!
de offerande, die wij U opdragen, van de wer-
ken , die ons dezen dag te doen staan. Geef
ons de gratie, om ootmocdiglijk en getrouwc-
lijk te volbrengen al, wat Gij van ons ver-
eischt. En maak , dat wij in al onze gedach-
ten , woorden en werken geen ander oogmerk
hebben , dan U te behagen en uwen Naam te
eeren. Amen.
De H. Maagd Maria , met alle Heiligen
gewaardige Zich den Heer voor ons te bidden,
opdat wij van Hem geholpen en behouden
mogen worden, die leeft en heerscht in alle
eeuwen. Amen.
Heilige Engelbewaarder! bestuur en bc-
scherm mij dezen dag en al de dagen mijns
levens, opdat ik, door uwe bescherming be-
houden zijnde, ook den Heer met u in alle
eeuwigheid moge loven. Amen.
Vergun ons, Heer uwen zegen , bescherm
ons van alle kwaad en leid ons tot hel eeu-
wige leven.
Dat de zielen der geloovigen door de godde-
lijke barmhartigheid rusten in vrede. Amen.
Sluit uwe morgengebeden met de akten van
Geloof, Hoop, Liefde en Berouw te verwek/een.
-ocr page 93-
&^<3>SKD§3£B32)3Sr.
In den Naam des Vaders, en des Zoons , en
des H. Geesies. Amen.
Stel u wederom in Gods tegenwoordigheid.
Ik aanbid U, o mijn God! mei allen eer-
bied en onderwerping, die mij uwe tegen-
woord igheid inboezemt; ik verootmoedig en
verneder mij voor U, als voor den Schepper
en volkomen Meester van Hemel en aarde.
DANKZEGGING.
Hoe zal ik U, o mijn God ! genoegzaam
dankbaar zijn voor al de weldaden , die ik van
U ontvangen heb ? Gij zijt mij van alle eeu-
wigheid gedachtig geweest; Gij hebt mij uit
hel niet gelrokken ; Gij hebt, om mij ie ver-
lossen , uw leven voor mij ten beste gegeven,
en vervult mij nog dagelijks met ontelbare ge-
naden. Ach , Heer ! wal zal ik doen tot erken-
tenis van zoo vele goedheden ? Vervoegt U
met mij, o gelukzalige geesten , om den God
der barmhartigheden te loven , die aan mij ,
onwaardigst en ondankbaarst schepsel, zonder
ophouden zijne weldaden mededeelt.
Onderzoek uwe conscientie, na eerst daar-
toe het licht van den H. Geest gevraagd
Ie hebben.
H. Geest! verlicht mijn verstand door uw
goddelijk licht, om wel Ie kennen de zonden,
waaraan ik mij dezen dag heb schuldig ge-
-ocr page 94-
— 92 —
maakt, en doe mij de boosheid daarvan inzien,
om ze opregt Ie mogen beweenen. Amen.
Het onderzoek van uwe conscientie geëindigd
hebbende
, zeg met een rouwmoedig hart:
O mijn God! hoe ongestadig ben ik voor
uwe ongeil ! hoe ongetrouw ben ik heden gc-
weesl aan het voornemen , hetwelk ik had ge-
maakt, aan de belofte , die ik U had gedaan !
hoe menigmaal heb ik U vergramd! O God!
zoo minnelijk en zoo waardig bemind te wor-
den , was dit dan, hetwelk Gij van mijne er-
kentenis Ie verwachten hadt, na mij bemind
te hebben lol het vergieten van uw laatste bloed
toe ? Geheel overdekt met schaamte , en door-
drongen van droefheid bij het aanzien mijner
zonden , werp ik mij voor U neder: Gij hebt
beloofd, dal Gij een vermorzeld en vernederd
hart niet versmaden zult; versmaad dan het
mijne niet, dat Gij voor U vernederd en ten
uiterste bedroefd ziel; uil zuivere liefde lot TJ
verzaak ik al mijne zonden, en wil die nooit
meer bedrijven ; ik wil niet alleen de zonden,
maar ook de gelegenheden, die mij tot de
zonden gehragl hebben , vlugten ; want, Heer!
ik heb gezworen en vastgesteld, voortaan uwe
regtvaardige geboden Ie onderhouden. Maar
wat vermag ik zonder U ? te vergeefs maak ik
voornemens , als Gij die niet met uwe genade
ondersteunt, en uwe gunstige hand lot het
werk uwer handen niet uitsteekt. Gij dan,
Heer, die mij het willen gegeven hebt, geef
mij ook hel volbrengen. Amen.
-ocr page 95-
— 93 —
Om deze gratie van God te verkrijgen, bid
drie maal het Onze Vader en Wees gegroet.
Voeg er bij het volgende gebed lot Maria :
Onder uwe bescherming nemen wij onze
toevlugt, o Heilige Moeder Gods! verstoot
onze gebeden niet in onzen nood , maar verlos
ons van alle gevaren , o glorieuse en gebe-
nedijde Maagd , onze Vrouw, onze Middela-
res , onze Voorspreekster ; verzoen ons met
uwen Zoon , vertoon ons aan uwen Zoon ,
beveel ons aan uwen Zoon.
•f-. Bid voor ons, H. Moeder Gods.
lp. Opdat wij de beloften van Christus mogen
waardig worden.
"p, Gebenedijd is God in zijne Heiligen,
jy. En heilig in al zijne werken.
Heilige Engel, aan wien ik toevertrouwd
ben , heilige Josef, alle Heiligen des Hemels ,
bidt voor mij , beschermt mij gedurende dezen
nacht, al den lijd mijns levens en in het uur
van mijnen dood. Amen.
Laat ook, o Heer! uwen zegen dalen over
al mijne bloedverwanten , weldoeners , vrien-
den en vijanden ; bescherm mijne geestelijke en
wereldlijke overheid, en geef aan de zielen
in het Vagevuur de eeuwige rust. Amen
Eindig uw avondgebed met het verwekken van
de akten van Geloof, Hoop , Liefde en Berouw.
En terwijl gij u ter rust begeeft, zeg nog
de volgende schietgebeden:
-ocr page 96-
— 96 —
Jesus 1 Maria t Josef 1
ik geef U mijn hart, mijnen gcesl en mijn leven.
Jcsiin ! Maria ! Josef!
slaat mij bij in den doodstrijd.
Jesus I Maria 1 Josef!
dal ik vreedzaam slerve in uw gezelschap.