-ocr page 1-
it.fA \\HOHS
BROEDERSCHAP
VAN HET
Heilig en Onbevlekt Hart va» Maria
TOT BEKEERING DER ZONDAREN,
OPGERICHT IN r>E
Parochiekerk van den H. Joannes den Dooper
TE VLAAFypiNGEN,
den 9 November 1869
DOOS ZIJNE DOOHLUCHTIGE HOOGWAARDIGHEID
Mgr. G. P. WILMER,
Bisschop van Haarlem.
HAARLEM,
Snelpersdrukkerij van St. Jacobs-Godsliuis.
1879.
Vak 46
-ocr page 2-
-ocr page 3-
BROEHERSCEAP 17
HEILIG EN ONBEVLEKT HART VAN MARIA
TOT BEKEERING DER ZONDAREN,
OPGERICHT IN DE
Parochiekerk van den H. Joannes den Dooper
TE VLAAF^piNGEN,
den 9 November 1869
DOOR ZIJNE DOORLUCHTIGE BOOGWAARDIGHEID
Mgr. G. F. WILMER,
Bisschop van Haarlem.
/
:\'fciblióilteöka
MllffleROEÜcRS
HAARLEM,
Snelpersdrukkerij van St. Jacobs-Godshuis.
1879.
-ocr page 4-
IMPRIMATUR.
Harlemi,                                 J. A, tan dbn Akker,
die 14 Februarii 1879.                                     tibr. Cent.
In deze Broederschap is ingeschreven
Vlaardingen, den
Directeur dezer Broederschap.
De Bestuurder verzoekt de leden beneden in de kerk mede te
zingen en hoorbaar meê te bidden.
-ocr page 5-
EINDE VAX DEZE BROEDERSCHAP.
Deze Broederschap heeft tweeërlei doel:
1.  Boor akten van eerbied en hulde en door geleden
het onbevlekte Hart van de allerheiligste Maagd Maria
te vereeren.
De Leden zullen zich alzoo voornemen, om
aan hetzelve de hulde van godsdienstige vereering, van
teedere en kinderlijke godsvrucht en van onbegrensde
liefde en vertrouwen aan te bieden en zij zullen, in
vereeniging met haar, aan het goddelijk Hart van Jesus
en aan de aanbiddelijke Drievuldigheid al de verschul-
digde eerbied, liefde en aanbidding trachten te bewijzen.
2.   Het tweede doel is : door de bescherming en voor-
spraak van Maria de bekeering aller zondaars van de
goddelijke barmhartigheid te verwerven.
Ten dien einde
zullen de Leden eenen heiligen ijver in zich trachten op
te wekken voor de eer van God, voor hunne zaligheid
en die hunner broeders; zij zullen dikwerf overwegen,
welke gruwelijke boosheden de wereld bevlekken, hoe
groot het getal der zondaars is; met afschrik zullen zij
denken aan het afgrijselijk lot, hetwelk de schuldigen
in de eeuwigheid wacht, indien zij geene boetvaardig-
heid doen en zicb niet bekeeren; bovenal zullen zij
zich herinneren, hoe vele banden hen persoonlijk aan
zoo vele schuldigen verbinden; en door zoo vele redenen
van droefheid en vrees aangespoord, zullen zij die on*
-ocr page 6-
4
gelukkigen, als ook alle zondaars, scheurraakers, ket-
ters, enz. opdragen aan Maria, Moeder van Jesus-Christus;
aan Maria, die ons allen onder het kruis, op eene gees-
telijke wijze, als hare kinderen heeft ontvangen; aan
Maria, alvermogende Middelares tusschen God en de
menschen en veilige toevlucht der zondaars. En Maria
zal die zielen uit den afgrond redden, welke zonder
hare voorspraak, voor eeuwig verloren zouden gaan.
STATUTEN VAN DE BROEDERSCHAP.
Art. I. Eene vereeniging van gebeden, ter eer van
het Onbevlekte Hart der allerheiligste Maagd Maria,
om door hare verdiensten en voorspraak de bekeering
der zondaars te verwerven, is opgericht in de parochie-
kerk van den H. Joannes den Dooper te Vlaardingen,
in vereeniging met de Aartsbroederschap, gevestigd in
de kerk van O. L. V. der Overwinningen te Parijs,
goedgekeurd door Z. H. Paus Gregorius XVI, bij
Breve van 24 April 1838.
Art. 2. Alle Katholieken, van welken ouderdom,
van welke kunne worden uitgenoodigd, om deel te ne-
men aan deze Broederschap. Men beveelt hun aan,
daarbij ijver voor de eer van God, voor de zaligheid
hunner broeders en ook een heilig verlangen te betoonen;
-ocr page 7-
5
om ieder in zijnen staat de deugden na te volgen,
waarvan Maria zoo treffende voorbeelden gegeven heeft.
Art. III. Om deel te hebben aan de geestelijke voor-
deelen dezer Broederschap, zal elk lid zijn doop- eu
familienaam moeten opgeven, om in het register van
de Broederschap te worden ingeschreven. Dit zal door
den Bestuurder onderteekend worden.
Bij zijne aanneming zal elk Lid, ten einde die eer-
biedig en godvruchtig te dragen, de gewijde en met
Aflaat begunstigde Medaille der Onbevlekte Ontvange-
nis, genoemd Miraculeuze Medaille, ontvangen. Hij
zal tevens uitgenoodigd worden, om van tijd tot tijd
het op deze Medaille vermelde gebed te bidden: O
Maria! zonder zonde ontvangen, bid voor ons, die onze
toevlucht tot u nemen.
Art. IV. De Pastoor van O. L. V, der Overwinnin\'
gen
te Parijs is voor altijd Directeur van de Aarts-
broederschap, en de pastoor der parochiekerk van den
H. Joannes den Dooper te Vlaardingen de bestuurder
van dezelfde Broederschap, opgericht in laatstgeinelde
stad.
Art. V. Elk Lid wordt verzocht., door eene vrijwil-
lige gift, op den dag zijner intrede in de Broederschap,
\'s jaarlijks, en in de H. Diensten die in de kerk ge-
schieden, te willen bijdragen tot bestrijding der kosten
en uitgaven, welke deze Broederschap zal vereischen, te
weten: voor de H. Diensten, voor het licht en voor de
versierselen van het altaar van het H. Hart van Maria.
-ocr page 8-
6
Art. VI. De Leden zullen eiken morgen alle goede
werken, gebeden, aalmoezen, oefeningen van godsvrucht,
verstervingen en boetplegingen, welke zij in den loop
van den dag zullen verrichten, aan het H. Hart van
Maria toewijden, met het doel, om die te vereenigen
met de verdiensten van dat H. Hart, met de hulde,
welke het onophoudelijk aan God opdraagt en zoo met
hetzelve de Allerheiligste Drievuldigheid en het godde-
lijk Hart van Jesus te aanbidden en door zijne onein-
dige barmhartigheid genade en bekeering voor de zon-
daars af te smeeken.
Art. VIT. Bij al deze intentiën zullen de Leden da-
gelijks éénmaal godvruchtig, en meer met het hart dan
met den mond, het Wees gegroet bidden. Zij worden
uitgenoodigd, om dat gebed zoo dikwijls mogelijk te
herhalen, alsook het smeekgebed Memorare: Gedenk,
o goedertierenste Maagd Maria, dat liet nooit gehoord
is, dat iemand, die tot u zijne toevlucht nam, uwen
bijstand verzocht of uwe voorspraak inriep, door u is
verlaten geworden. Bemoedigd door dit betrouwen, o
Maagd der maagden, neem ik tot u mijne toevlucht,
en zuchtende onder het gewicht mijner zonden, werp
ik mij voor uwe voeten neder, o Moeder des eeuwigen
Woords, versmaad toch mijne gebeden niet, maar neem
ze genadig aan en gewaardig ze te verhooren,
— en
deze aanroeping: Maria toevlucht der zondaren, bid
voor ons.
Art. VIII. De Leden zullen indachtig zijn, dat zij
-ocr page 9-
7
bijzondei door zuiverheid des harten de bescherming
van het H. Hart van Maria zullen verdienen; zij zullen
zich beijveren, om die zuiverheid te verwerven, door
goed en dikwijls te biechten en te communiceeren, vooral
op de Feestdagen van de Broederschap.
Art. IX. Als de voornaamste feestdag is bepaald de
19de Maart, H. Joseph, Patroon der Broederschap De
overige feestdagen, welke door de Broederschap met
bijzondere godsvrucht gevierd worden zijn die, welke
met eenen vollen Aflaat begunstigd zijn en aan het
einde der Statuten vermeld staan.
Al de Zaterdagen van het jaar, bijzonder de eerste
Zaterdagen van elke maand, zijn dagen van devotie
tot het H. Hart van Maria. Alle Leden worden aan-
gespoord, om elk dezer dagen op eene bijzondere wijze
te vieren.
Art. X. Om de veertien dagen zal steeds Zondags
avonds ten 6 ure een Lof geschieden in naam der
Leden. Eene uitzondering hierop maken de Meimaand,
de Advent en de Vaste. Alsdan zal het Lof gehouden
worden op alle Zondagen, uitgenomen op den 4dtB
Zondag van de Vaste, genoemd Dominica Laetare.
Daaronder zal gezongen worden: 1\' Ave Maria
Ave verum of Adoro te 3° Antiphoon van den H. Jo-
annes den Dooper: Puer. 4° Litanie van de Allerhei-
ligste Maagd met Sub tuum praesidium. Hierop volgt
eene gemeenzame preek of onderrichting, en na aanbe-
veling der zondaars en zieken het smeekgebed Parce
-ocr page 10-
8
Domine en een tientje van het rozenhoedje voor de
bekeering der zondaars, vooral van die, welke in de
gebeden aanbevolen zijn. Daarna wordt gezongen Tantum
ergo.
Art. XI. Op zes en twintig Zaterdagen van het jaar
zal in de Parochiekerk van den H. Joannes den Dooper
te Vlaardingen eene H. Mis opgedragen worden ter
eere van het heilige en onbevlekte Hart van Maria
voor de bekeering der zondaars. De priester zal vóór
de Mis aan den voet van het altaar bidden het Me-
morare,
en na de H. Mis het Sub tutim praesidium.
Onder uwe bescherming
met het Wees gegroet.
Op de vier quatertemper-Zaterdagen zal er eene H.
Mis opgedragen worden voor de afgestorven Leden van
de Broederschap. Na de Mis zal de priester het Be
profundis
bidden met het gebed Deus, veniae largitor.
Op verzoek van den Wel Eerwaarden Pastoor W. A. Boerkamp
is deze Broederschap vereenigd met de Aartsbroederschap te Parijs
den 1 October 1877.
Het desbetreffende stuk, alsmede de lijst der verleende aflaten zijn
door den Bisschop van Haarlem Mgr. P. M. Smckebs den 20 Oc-
tober 1877 voor gezien verklaard, met vergunning tot openbaar-
making.
-ocr page 11-
9
VOLLE AFLAAT
TB VERDIENEN DOOR DE LEDEN, MITS ZIJ GEBIECHT
EN GECOMMUNICEERD HEBBEN.
1.  Op den dag der aanneming in de Broederschap.
2.  In den doodstrijd. Zijn zij buiten staat om te
biechten en te communiceeren, dan verdienen zij dezen
vollen Aflaat na den allerheiligsten naam van Jesus met
den mond of ten minste met het hart aangeroepen te
hebben.
3.  Op den verjaardag van hun H. Doopsel, wanneer
zij het Wees gegroet voor de bekeering der zondaars
dagelijks zullen gebeden hebben.
4.  Tweemaal in de maand, op dagen naar verkie-
zing, mits zij op die dagen in eene kerk of openbare
bidplaats eenige oogenblikken bidden volgens de mee-
ning van zijne Heiligheid. Voor de zieken kan het be-
zoeken der kerk door den biechtvader in een ander
goed werk veranderd worden. Deze Aflaat kan aan de
overledenen toegevoegd worden.
5.    Op het feest van de Besnijdenis des Heeren.
1 Januari.
6.   Op den feestdag der Bekeering van den H. Paulus.
25 Januari.
7.  Op Maria-Lichtmis, i Februari.
8.  Op den Zondag vóór Septuagesima (bijzonder te
vieren.)
9.   Op den feestdag van den H. Joseph. 19 Maart.
-ocr page 12-
10
10.  Op den feestdag van Maria-Boodschap. 25 Maart.
11.  Op den feestdag der zeven smarten van Maria.
Vrijdag vóór Palmen-Zondag.
12.  Op den feestdag van den H. Joannes den Doo-
per. 24 Juni.
13 Op den feestdag van de H. Maria Magdalena.
22 Juli.
14.   Op den feestdag van Maria-Hemelvaart. 15
Augustus.
15.   Op den feestdag van Maria-Geboorte. 8 Sep-
tember.
16.  Op den feestdag van Maria-Onbevlekte Ontvan-
genis. 8 December.
17.  Op den feestdag van den H. Joannes Evange-
list. 27 December.
Bovendien is er een Aflaat van 500 dagen verleend
aan allen, die de H. Mis, welke Zaterdags voor de
bekeering der zondaars gelezen wordt, bijwonen.
Deze aflaten zijn door Paus Gregorius XVI (24
April 1838 en 4 Februari 1841) en door Zijne Hei-
ligheid Pius IX (19 December 1874) aan deze Broe-
derschap toegestaan.
-ocr page 13-
11
MORGENGEBED DER LEDEN.
In den naam des Vaders, en des Zoons, en des Hei»
ligen Geestes. Amen.
Ik dank U, o God, dat gij mij dezen nacht bewaard
hebt. Ik dank U, o Vader, die mij hebt geschapen, U,
Zoon, die mij hebt verlost, en U, H. Geest, die mij
heilig maken wilt. Ik offer U op alles wat ik van-
daag doen en denken zal, mijne woorden, werken en
gedachten, o mocht alles heilig en ü welgevallig zijn !
Jesus, Maria, Joseph, staat mij bij. Onze Vader en
drie Wees gegroeten.
ACTE VAN GELOOF.
Ik geloof, o mijn God, dat Gij één zijt in wezen
en drievuldig in personen; dat de tweede persoon der
Heilige Drievuldigheid voor ons is mensch geworden,
en dat Gij het goede loont en het kwade straft: dit
en alies wat Gij ons door de Heilige Kerk te gelooven
voorstelt, geloof ik vastelijk, omdat Gij de eeuwige
waarheid zijt, die dit alles geopenbaard hebt. In en
voor dit geloof wil ik leven en sterven.
ACTE VAN HOOP.
O barmhartige God, ik hoop met een vast vertrou-
wen door de verdiensten van Jesus Christus van U te
zullen verkrijgen het eeuwige leven en alles wat ons
daartoe helpen kan: dit hoop ik omdat Gij oneindig
goed jegens ons, almachtig en getrouw in uwe beloften
zijt. In deze hoop wil ik leven en sterven.
-ocr page 14-
12
ACTE VAN LIEFDE.
O mijn God, ik bemin U boven al uit geheel mijn
hart, omdat Gij het opperste goed in U zelven en alle
liefde waardig zijt: ik bemin mijn evennaaste gelijk
mij zelven om U, en wensch dat alle menschen U be-
minnen. In deze liefde wil ik leven en sterven.
AGTE VAN BEROUW.
Mijn Heer en mijn God, mijne zonden zijn mij leed
uit den grond van mijn hart, niet alleen omdat ik daar-
door den Hemel verloren en de hel verdiend heb, maar
ook omdat ik daardoor U, die mijn opperste goed en
alle liefde waardig zijt heb vergramd: ik haat en ver-
zaak de zonden uit liefde tot U, en ik neem mij vast
voor, met de hulp uwer genade mijne zonden te biech-
ten, mijn leven te beteren, en liever te sterven dan
U ooit met eenige doodzonde te vergrammen.
-ocr page 15-
13
DES ZONDAGS ONDER HET LOF.
Tonus I.
J20C
fcj:fc»=i=^ftg=P^-»-->W==i
«toer
A-ve Ma-ri-a grati-a plena, Domi-nus te-curn:
benedicta tu in muli-e-ri-bus: et benedi-ctus fructus
^■^Mfc^
:^-
ventris tu--i Jesus. Sancta Ma-ri-a Mater De-i,
fcpc
*»%»
^E^-«—^=^-^Acj^ziiM=l
o-ra pro nobis pec-ca-to - ribus nunc, et in ho-ra
^3fct35pB=Edfr*=*
mor-tis no-strae. A - - men.
COMMEMOEATIE VAN HET ALLERH. SACRAMENT.
Tonus VI.
fr^h ^ - ^* ^
■*-r
*=*;
A-ve verum corpus, natum ex Mari-a Virgi-ne;
^dÖt
--*=n=ï=*=**ï$
$^i
ve-re passum, immolütum, in cruce pro hó-mi-ne,
I—"-*
5=4-
cujus latus per-fo-ra-tum ve-ro
flu-xit san-gui-ne.
bfc>s:
:£«:
*5g3ï
£:
Esto nobis praegustatum, mortis in ex-a-mi-ne.
-ocr page 16-
14
^gbjfcfc^g^^^^
±=H\'
pi-e! O dulcis Je-su,
Ü
O
clemens!
^^
*=B:
Fi-li Ma-ri-ae.
ANDERE COMMEMOEATIE.
Tonus XIII.
Ad-ó-ro te, devote, latens De-i~tas, quae sub his
Incruce la-tébat sola Dé-i-tas: at hic la-
Pi-e Pe-li-cane, Jesu Dómine, me im-mun-
5|2-w—F
-*—M-
fi - gu - ris ve-re la - ti - tas; ti - bi se cor me-um
tet si - mul et huma-ni - tas: am-bo tarnen credens
dummunda tu-o sanguine; cu-jus u-na stil-la
$5£
5
to - tum sub ji-cit; qui - a te con - tem - plans,
at-que con-fi-tens pe-to quod pe - ti - vit
sal-vum fa - ce-re to-tum mun-dum quit ab
jBfc
to-tum dé - fi - cit.
la-tro póe-ni-tens.
o-mni scé-le-re.
^^^^^^^g
A-ve Jesu, ve-rum Manhu, ChristeJesu,
-ocr page 17-
15
:*rq>:
A*:*^
ad-au-ge fidem ó-mni-um cre-dén-ti-um.
y. Panem de coelo praestitisti eis.
R-, Omne delectamentum in se habentem.
OREMUS.
Vide Domine, infir-
mitates ovium tuarum
et quod olim ad eorpo-
rum sanitatem, prode-
unte ex verbo et vesti-
mentis virtute efficere
dignatus es, nunc ad
animarum salutem per
haec sacramenta cle-
menter operare. Qui vi-
vis et regnas in saecula
saeculorum. Amen.
GEBED.
Zie Heer, de zwakheden uwer
schapen; en doe heden, o God,
door dit H. Sacrament, voor het
het heil der zielen, wat Gij
weleer voor de genezing der
lichamen, door de kracht van
uw woord en het aanraken uwer
kleederen hebt gedaan; Gij die
leeft en heerscht in alle eeuwig-
heid. Amen.
COMMEMORATIE VAN DEN H. JOANNES DEN DOOPER,
PATROON DER KERK.
Tonus VII.
_fe
n
Hm
■ ■"
H
~Pfm
:K_
I
V "
h *m Pm \'
i
m i ■ T
Pu
-er
* qui
natus est nobis,
pi,
is quam Prophéta
3
"r H
1__■-■
i
Tl
■"
Bt m
J ._, M
3^
| ™ ■
PM • m m
est
hic est
e-nim
de
quo
Sal-
va-tor
a-it: inter
3E
-■—
«—
■0-rP-
"*—*—
i-8--
-W-l
i-—-
M M
i-----y—=.----
d^
|-
■=*-
H-------------
t*-
-J-*-^-*—■
at
na-
tos
—1—
mu-li-
■e-rum
non
surr<
bcit
major
Jo-An-ne
•P-
-X—
ESE
M
Ba-pti-sta.
-ocr page 18-
16
$. Iste puer magnus coram Domino.
ft. Nam et manus ejus cum ipso est.
OREMUS.
Deus qui praesentem diem honorabilem nobis in beati
Joannis commemoratione fecisti: da populis tuis spiritua-
lium gratiam gaudiorum et omnium fidelium mentes
dirige in viam salutis aeternae. Per Christum Dominum
nostrum. Amen.
LITANIE
VAN DE ALLERHEILIGSTE MAAGD.
<-» J ■ 11
\'3
Heer, ontferm u onzer.
Christus, ontferm u onzer.
Heer, ontferm u onzer.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemelsche Vader,
Ky-ri-e, e-léison.
FSEfc
Christe, e-lei-son.
Ky-ri-e, e-léison.
E-fc^
1
Christe, au-di nos.
Christe, exaudi nos.
Pater de coelis Deus,
mi-se-re-re nobis.
Fili, Redemptor mundi,
Deus, miserere nobis
ontferm u onzer.
God Zoon, Verlosser der we-
reld, ontferm u onzer.
Spiritus Sancte, Deus, God H. Geest, ontferm u on-
miserere nobis.
zer.
-ocr page 19-
17
H. Drieëenbeid, een God, ont-
ferm u onzer.
Sancta Trinitas, unus
Deus, miserere nobis.
-d-r-r^fc
#
H. Maria,
bid voor ons.
H. Moeder Gods,
H. Maagd der Maagden,
Moeder van Christus,
Moeder der goddelijke ge-
nade,
Allerreinste Moeder,
Allerzuiverste Moeder,
Ongeschondene Moeder,
Onbevlekte Moeder,
Zeer minnelijke Moeder,
Zeer wonderbare Moeder,
Moeder des Scheppers,
Moeder des Zaligmakers,
Allervoorzigtigste Maagd,
Eerwaardige Maagd,
Lofwaardige Maagd,
Magtige Maagd,
Goedertierene Maagd,
Getrouwe Maagd,
Sancta Ma-ri-a.
EüEï
o-ra pro nobis.
Sancta Dei Genitrix,
Sancta Virgo virginum,
Mater Christi,
Mater divinae gratiae,
Mater purissima,
Mater castissima,
Mater inviolata,
Mater intemerata,
W
1
I
Mater amabilis,
Mater admirabilis,
Mater Creatoris,
Mater Salvatoris,
Virgo prudentissima,
Virgo veneranda,
Virgo praedicanda,
Virgo potens,
Virgo clemens,
Virgo fidelis,
Speculum ju-stiti-ae,
Spiegel der regtvaardigheid,
5^=eS
JS
o-i\'a pro nobis.
Sedes sapientiae,
Causa nostrae laetitiae,
Vas spirituale,
Vas honorabile,
Vas insigne devotionis,
Zetel der wijsheid,
Oorzaak onzer blijdschap,
Geestelijk vat,
Eerwaardig vat,
Uitmuntend vat van gods-
vrucht,
-ocr page 20-
18
Geestelijke roos,
Toren van David,
Ivoren toren,
Huis van goud,
Ark des verbonds ,
Deur des hemels,
Morgenster.
Behoudenis der kranken,
Toevhtf/t der zondaren,
Toevlugl der zondaren,
Toevlugt der zondaren,
Troosteres der bedrukten,
Hulp der christenen,
Rosa mystica,
Tunis Davidica,
Tunis eburnea,
Domus aiirea,
Foederis arca,
Janna coeli,
Stella matutina,
Salus infirmorum,
Re/ugium peccalorum,
Rcfugium peccalorum,
Refugium peccalorum, ~.
Consolatrix al\'flicto-
I
I
1
5
rum,
Auxilium Chrisliano-
rum,
Regina Angelorum, E
Regina Patriarcharum,
Regina Prophetarum,
Regina Apostolorum,
Regina Martyrum,
Regina Coni\'essorum,
Regina "Virginum,
Regina Sanctoruni o-
mnium,
Regina sine labe ori-
ginali concepta,
Koningin  dei-
Koningin
  der
Koningin
  der
Koningin
  der
Koningin
  dei-
Koningin
  dei-
Koningin
  dei-
Koningin van
engelen,
patriarchen,
profeten,
apostelen,
martelaren,
belijders,
maagden,
alle heiligen,
Koningin zonder erfsmet
ontvangen,
S"=^
dac
EJËEMff_o....w,i=fc
Agnus Dei, qui tollis peccata mundi, parce nobis Domine,
Agnus Dei, etc,
                             exaudi nos, Domine.
Agnus Dei, etc,                             mi-se-re-re nobis.
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, spaar
ons. Heer.
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ver-
hoor ons, Heer.
Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt, ont-
ferm U onzer.
-ocr page 21-
1!)
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Heer, ontferm U onzer.
Christus, ontfern U onzer.
£
Christe, audi nos.
=**
Christe, exaudi nos.
JE
^=P
5T
Ky-ri-e e-leison,
.11
JÈEÉ
Christe e-leison.
*vÉJÊjfr&%-
■S
Ky - - ri-e e-lei-i-son Heer, ontferm U onzer.
Tonus I.
Ifr*»
^
=x
■ W
Sub tu-um prae-si-dium * con-fu-gi-mus, sancta
V^
»*
De - i Ge-ni-trix, nostras de-pre-ca-ti - o - nes ne
=£É^E^
3h
-jj=K.
-*#
♦-%-j
de-spi-ci-as in necessi -ta- ti-bus; sed a per-i-cu-lis
^=f
ï
4Ê=3
i-fcHi
hPK
cunctis li - be-ra nos semper, Virgo glori-ó-sa
^V^F*
*
et be-ne-di-cta.
Onder uwe bescherming nemen wij onze toevlucht,
o H. Moeder Gods, verstoot onze gebeden niet in onzen
nood, maar verlos ons altijd van alle gevaren . o ! roem-
rijke en gezegende Maagd. Amen.
-ocr page 22-
20
v. Ora pro nobis sancta
Dei Genitrix.
iv. Ut digni efticiamur
promissionibus Christi.
Oremus.
Concede, misericors
Deus fragilitati nostnr
presidium, ut qui san-
cta? Dei Genitricis me-
moriam agimus, inter-
cessionis ejus auxilio, a
nostris iniquitatibus re-
surgamus. Per Christum
Dominum nostrum. Am.
v. Bid voor ons, H. Moeder
Gods.
ri. Opdat wij deel mogen heb-
ben aan de beloften van
Christus.
Gebed.
God van barmhartigheid ,
ondersteun onze zwakheid, op-
dat wij, die op aarde de gedach-
tenis van de H. Moeder Gods
vereeren, door de hulp harer
voorspraak, uit onze ongereg-
tigheden mogen opstaan. Door
Christus onzen Heer. Amen.
AAN HET SLOT DER GEMEENZAME PREEK Oï
ONDERRICHTING TE ZEGGEN :
Wij bevelen aan uwe godvruchtige gebeden.... zon-
daars en.__zieken {het gelal of de omstandigheden tilt
Ie drukken) voor welke men van God, door de bescher-
ming van het H. Hart van Maria, de genade der be-
keering .... afsmeekt. Vereenigen wij tot dat einde onze
gebeden.
GEBED VOOR DE BEKEERING DER ZONDAARS
DRIEMAAL TE ZINGEN.
Tonus I.
■i^E^È^
-\\-
:p_ï
4-
Parce, Do-mi-ne, parce, po-pu-lo tu-o, ne
\',*=«A:
in ae-ter-num i - ra - sca - ris no-bis.
v. Converte nos Deus salutaris noster.
r. Et averte iram tuam a nobis.
-ocr page 23-
21
Spaar Heer, spaar uw volk, en wees niet in eeu-
wigheid op ons verbolgen.
v. Dekeer ons God, die onze zaligheid zijt.
n. En wend uwe gramschap van ons af.
Oremus.
Deus misericors et
elemens, exaudi preees,
quas pro Iratribus per-
euntibus gementes in
conspectu tuo effundi-
rnus: ut conversi ab
errore vise su;e, liberen-
tur a morte, et ubi abun-
dat delictum , supera-
bundet gratia.
Gebed.
Barmhartig en goedertieren
God, verhoor de gebeden,
welke wij voor onze broeders ,
die -zich in het eeuwig verder!\'
werpen, bedrukt voor uw aan-
sehijn uitstorten, opdat zij van
hunnen dwaalweg terugkee-
rende , bevrijd mogen blijven
van den eeuwigen dood , en
waar de zonde menigvuldig
was, de genade nog ruimer
overvloeije.
God wien het eigen is altijd
te sparen en genadig te zijn,
verhoor ons gebed, opdat uwe
goedertieren barmhartigheid
ons en al uwe dienaars, die
in de ketenen dei\' zonden ge-
boeid zijn, genadig ontbinde.
Door Christus onzen Heer.
Amen.
Deus, cui proprium
est misereri semper et
parcere: suscipe depre-
cationem nostram, ut nos
et omnes famulos tuos,
quos delictorum catena
constringit, miseratio
tuae pietalis clenienter
absolvat. Per Ghristum
Dominum nostrum. A-
men.
Dominus vobiscum.
Et cum spiritu tuo.
Benedicamus Domino.
Deo gratias.
De Heer zij met u; en met
uwen geest.
Danken wij den Heer.
Gode zij lof.
Vervolgens wordt een tientje van het Rozenhoedje gebeden,
waarbij allen, die in de kerk zijn, zullen mêe antwoorden. Aan het
slot bij te voeden :
O, H. Maria ! toevlucht dei- zondaren, bid voor ons.
-ocr page 24-
22
Tonus I.
Tantum er-go Sacramentum ve - ne-rémur cérnu - i:
Ge-ni - to-ri, ge-ni-tó -que laus et ju-bi - la - ti - o:
-^rj^K-^zirr^ii^zj^-p^-^rrï^^rr^Tfï
et an - ti-quum do-cu-mentum no-vo ce-dat ri-tu-i:
sa-lus bo-nor, virtus quoque sit et be-ne-di-cti-o:
X==^~
CT* H « 1-jlJ-»-»^
praestet fi-dos supplementum sénsu-um defectui-i.
pre-ce - den-ti ab u - tro-que compar sit, laudati-o.
Tonus XI. transp
Tantum er-go Sa-cra-mentum
Ge-ni- to-ri Ge-ni - to - que
ve - ne-remur cer-nu-i: Et an-tiquam docu-mentum
laus et ju-bi - la-ti-o: Sa-lus ho-nor virtus quoque
jgEÉ^pi^g^E
no-vo cedat ri-tu-i: praestet fi - des supplémen-
sit et bene - di - cti-o: pre-ce - den - ti sub u - tro-
ifeiEÖf*S^Sëö^^5SïpË
turn sen-su - um de - fe - ctu-i
que compar sit lau-da-ti-o. A - men.
\\\\ Panem de coelo praestitisti eis.
jv. Omne delectamentum in se habentem.
-ocr page 25-
23
Oremus,
Deus, qui nobis sub Sacramento mirabili, passionis
tuae memoriam reliquisti: tribue quaesumus; ita nos
Corporis et Sanguinis tui sacra mysteria venerari, ut
redemptionis tuae fructum in nobis jugiter sentiamus.
Qui vivis et regnas in ssecula saxsulorum. Amen.
DES ZATURDAGS VOOR DE H. MIS.
Alvorens de Mis van het H. Hart te beginnen, zegt de priester
van het altaar.
«Mijne Broeders, ik beveel aan uwe gebeden de be-
«keering der zondaars, voor welke ik dit H. Offer ga
« opdragen , ter eere van het allerheiligste en onbevlekte
«Hart van Maria. Onze Heilige Vader, Paus Gregorius
« XVI, heeft 500 dagen aflaat verleend aan de geloovigen,
«die godvruchtig tot dat einde zullen bidden.»
Hij bidt vervolgens aan den voet van het altaar geknield:
Memorare o piissima         Gedenk, o goedertierenste
Virgo Maria, non esse
    Maagd Maria, dat het ongehoord
auditum a saeculo, quem-
    is , dat iemand , die tot u zijne
quam ad tua currentem
    toevlucht nam, uwen bijstand,
praesidia, tua imploran-
    verzocht, of uwe voorspraak
temauxilia,auttuapeten-
    inriep, door u is verlaten ge-
tem suifragia, a te esse
    worden. Remoedigd door dit
derelictum. Ego tali ani-
    vertrouwen, snel ik tot u, o
matus fiducia, ad te Virgo
    Maagd der maagden, en zuch-
virginum confugio , ad
    tende onder het gewigt mijner
te venio, ad te curro, co-
    zonden, werp ik mij rouwmoe-
ram te gemens peccator
    dig voor uwe voeten neder. O
et tremens assisto. Noli
    Moeder des eeuwigen Woords,
Mater Verbi, verba mea
    versmaad mijne gebeden niet,
-ocr page 26-
24
maar neem die gunstig aan
en gewaardig u die te ver-
hooren. Amen.
despicere, sed audi pro-
pitia et exaudi. Amen.
NA DE H. MIS.
De priester, aan den voet van het altaar geknield , bidt alsdan :
Sub tuum praesidium        Onder uwe . bescherming
confugimus sancta Dei    nemen wij onze toevlucht, o
Genitrix, nostras depre-    H Moeder Gods, verstoot onze
rationes ne despicias in    gebeden niet in onzen nood,
necessitatibus nostris ,    maar verlos ons altijd van alle
sed a periculis cunctis    gevaren, o roemrijke en ge-
libera nos semper,Vir-    zegende Maagd.
go gloriosa et benedicta.
Ave Maria, etc.
Sancta Maria, refu-
gium peccatorum, ora
pro nobis.
Wees gegroet, enz.
H. Maria, toevlucht der zon-
daren, bid voor ons.
MIS VOOR DE OVERLEDENE LEDEN DES
BROEDEKSCHAPS.
Na de H. Mis voor de overledene leden vati het Broederschap,
bidt de priester het volgende :
Ps. 129.
De profunclis clamavi        Uit. de diepte mijner ellende-
ad te Domine , Domine
    heb ik tot U geroepen, o Heer!
exaudi vocem meam.
         Heer verhoor mijne stem.
Fiant aures tuae in-        Laat uwe ooien luisteren
lendentes, in vocem de-    naar de stem mijner smee-
precationis meae.               king.
Si iniquitates observa-        Zoo Gij Heer! de misdrijven
veris Domine , Domine    gadeslaat, wie zal dan bestaan\'?
fjuis sustinebit?
Quia apud te propi-        Omdat er bij U genade is,
liatio est, et propter    en om uwe wet, heb ik U,
legem tuam sustinui te    o Heer! verbeid.
Domine.
-ocr page 27-
25
Sustinuit anima mea
in verbo ejus , speravit
anima mea in Domino.
A custodia matutina
nsque ad noctem , spe-
ret Israël in Domino.
Quia apud Dominum
misericordia, et copiosa
apud eum redemptio.
Et ipse redimet Israël,
ex omnibus iniquitatibus
ejus.
Requiem leternam do-
na eis Domine.
Et lux perpetua luceat
eis.
Pater noster.
Oremus.
Deus, veniae largitor
et bumanae salutis ama-
tor, quaesumus clemen-
tiam tuam, ut nostrae
Gongregationis fratres,
propinquos et benefac-
tores, qui ex hoc saeculo
transicrunt, beata Maria
semper Virgine interce-
dente cum omnibus San-
ctis tuis, ad perpetuae
beatitudinis consortium
pervenire concedas. Per
Gliristum Dominum no-
strum. Amen.
Requiescant in pace.
Amen.
Mijne ziel heeft zich op zijn
woord verlaten, mijne ziel
heeft op den Heer gehoopt.
Dat Israël op den Heer hope,
van den morgenstond tot den
nacht.
Want bij den Heer is barm-
hartigheid en bij Hem is over-
vloedige verlossing.
En hij zal Israël verlossen
van al zijne ongeregtigheden.
Geef hun Heer de eeuwige
rust.
En dat het eeuwige licht
hen bestrale.
Onze Vader.
Gebvd.
God. die gaarne vergeeft
en \'s menschen heil bemint,
wij bidden uwe goedheid, dat
Gij de leden, vrienden en
weldoeners van ons Broeder-
schap, die uit deze wereld
verscheiden zijn, door de voor-
spraak der H. Maagd Maria
en van alle Heiligen tot het
genot der eeuwige heerlijk-
heid wilt doen geraken. Door
Christus onzen Heer. Amen.
Dat zij rusten in vrede.
Amen.
-ocr page 28-
26
GEZANGEN.
i.
%vt Paria.
"Wees gegroet op kindertoon.
Wees gegroet, Maria, Moeder
Van Gods eengeboren\' Zoon,
Onzon Heiland en behoeder;
U, die onze Moeder zijt,
bis.
U zij ook mijn lied gewijd.
Vol van gratie noemde U God,
Vol van gunsten en genaden;
O waar dit ook hier mijn lot
Op de smalle levenspaden!
Moeder Gods! o bid voor mij r ,
/ b,
Dat ik die steeds waardig zij. \\
God is met U, welk een eer!
"Wie zal U dan tegenstreven\'?
O mocht ik ook God den Heer,
Als Gij, regt ter eere leven.
Bid, Maria! bid voor mij,
bh,
Dat Gods eer mijn streven zij.
-ocr page 29-
27
Heerlijk blonk reeds in uw jeugd
Uw volstandig Godvertrouwen:
God beloonde uw stille deugd
Zeegnend boven alle vrouwen.
Bid, Maria! bid voor mij, j
Dat ook ik gezegend zij. \\
Ook uw goddelijke Zoon,
Onze Heer zij mij ten zegen;
Stroom\' zijn liefde en gunstbetoon
Op uw smeekgebed mij tegen;
Moeder Gods, o bid voor mij, (
Dat uw Zoon mijn Heiland zij, \\
Lieve Moeder, o mijn vreugd,
Bid voor mij, o bid voor allen,
Die door godsdienst, reine deugd,
Streven naar uw welgevallen;
Bid voor ons in allen nood, ( ,.
Tot in \'tuur van onzen dood. I
-ocr page 30-
2S
II.
MARIA ONBEVLEKT ONTVANGEN.
i
Lieve Moeder van den Heer!
Laat ons om uw zetel dringen,
Laat uw kind\'ren U ter eer
\'t Zielverrukkend feestlied zingen ,
\'t Moet weerklinken luid en blij: ) ,
Moeder , onbevlekt zijt gij !
          $
2,
\'t Heelt reeds \'t wijde wereldrond
En herscheppend overklonken
\'t Woord door Pius\' mond verkond ;
En uw kind\'ren vreugdedronken
Jub\'len op uw feestgetij:
bh
Moeder , onbevlekt zi.it gij !
3.
Neen dat loflied zwijgt niet meer:
Tot aan \'s werelds verste palen
Zullen met het hemelsch heer
Al uw kind\'ren \'t luid herhalen
\'t Woord van \'t zalig jubeltij:        j
Moeder, onbevlekt zijt gij!          i
-ocr page 31-
29
4
En we voegen dank en beè
Aan de blijde feestgezangen :
Wie, wie dankt niet met ons meê
Voor al \'t heil door U ontvangen
In het zalig jubeltij,                      )
MOEDER ONBEVLEKT ZIJT GIJ !               t
5.
Zonnezuiv\'re Moedermaagd!
Om de glorie U gegeven,
Hoor ook wat ons hart U vraagt:
Dat we na een schuldloos leven
Eeuwig jub\'len aan uw zij\':
Moeder onbf.vlkkt zut gij !
III.
LOF EN EER DER H. MAAGD.
O Maagd, o schoonheid, nooit volprezen!
O Moeder van \'t oneindig Wezen!
Wat luister schittert van uw troon;
De seraf, aan zich zelf onttogen,
Juicht, voor uw glorie neergebogen,
O Koningin, wat zijt Gij schoon, (bis)
-ocr page 32-
30
2.
Wij derven in liet aardsche duister
\'t Genot nog van uw hemelluister,
Maar smaken toch uw liefdegloed;
De seraf zinge uw heerlijkheden;
Wij dan, wij juichen hierheneden:
O Moedermaagd! wat zijt gij goed. (bis)
3.
Ach, konden onze kinderklanken
U voor de ontelb\'re gaven danken,
Ons toegevloeid door uwe hand:
Ontvang\' voor al die zegeningen,
Maria! van uw gunstelingen,
Hun hart ten eeuwig liefdepand. (bis)
4.
Zie, Moeder, altijd goed en teeder!
O zie met welbehagen neder,
Op \'t offer van ons kinderhart!
O moog het immer \'t uwe wezen,
Geen onheil is ons dan te vreezen:
Wij zijn getroost in alle smart, (bis)
5.
Dan spann\' de wereld vrij haar strikken,
Dan dreig\' de hel ons met haar schrikken
Wat vijand onze ziel bestrijd\':
Wij weten, wij , op wie wij hopen,
Uw moederhart staat voor ons open,
O gij, die onze toevlugt zijt! (bis)
-ocr page 33-
31
6.
Met u Jan zullen wij verwinnen,
Wij blijven eeuwig u beminnen,
En zien u op uw glorietroon,
Dan zullen met de hemelkringen,
Ook wij, o Moeder ! eeuwig zingen:
Wat zijt gij goed, wat zijt gij schoon ! (hts)
IV.
HULDE EN BEDE AAN MARIA.
Komt! heffen wij een loilied aan,
Luid klimm\' het op van de aard\',
Tot voor den troon, waar de eng\'len staan;
\'t Zij met hun lied gepaard.
Wij zingen op den toon van \'t stof,
En knielen voor u neer,
Wij staamlen dankbaar uwen lot\',
O Moeder van den Heer! (Ins.)
Dat onze lof u niet mishaag\',
O Hemelkoningin!
Al is de toon van \'t stof te laag,
Hij dring\' ten hemel in.
-ocr page 34-
32
Wat sterv\'ling, die zoovéél vermogt ,
Wat haalt er hij uwe eer?
Nooit is uw hulj) vergeefs gezocht!
0 Moeder van den Heer! (bis.)
Uw ootmoed was zoo gadeloos,
Zoo minlijk in Gods oog,
[>at u zijn Zoon tot Moeder koos
En neerkwam van omhoog;
O Morgenster der zaligheid !
Hij daalde op aarde neer,
De Redder , eeuwenlang verheid,
O Moeder van den Heer! (bis.)
In woede sloeg de ontroerde hel
Om \'t heil van ons geslacht,
Toen u de aartsengel Gabrièl
De hemelhoodschap bragt.
Hoe satan dreig\' hij eiken tred ,
"Wij vreezen hem niet meer:
Uw Zoon heeft hem den kop verplet,
O Moeder van den Heer! (bis.)
Hoe lieflijk klonk der eng\'len toon
Voor de eerste maal op aard\',
Toen gij, o zuiv\'re Maagd! Gods Zoon
In Bethl\'em hebt gebaard;
Het hemelkoor juichte in ons lot
En daalde om \'t kribje neer:
Het zag - een menschgeworden God!
U - Moeder van den Heer! (bis.)
-ocr page 35-
.\'33
Wij roepen nóg met heel de Kerk
Door de eeuwen heen u aan:
Heeft Jesus \'t eerste wonderwerk
Niet op uw beè gedaan ?
Ach. zie beschermend van omhoog
Hier op uw kind\'ren neer,
Aanschouw ons met meèdoogend oog,
O Moeder van den Heer!
Toen Jesus aan hel kruishout hing.
Ons \'t eeuwig heil verwierf,
Gaf Hij u aan zijn lieveling,
Eer Hij voor allen stierf;
Gij werdt zijn Moeder, hij uw kind ,
Wij deelen in die eer:
En ons hebt gij als Hem bemind,
O Moeder van den Heer! (bis.)
Uw Moeder is zij , Christenschaar!
Die u getrouw bemint;
Zeg, zeg in alle zielsgevaar:
Ach Moeder! hooi\' uw kind !
Zie, lieve Moeder, vol gena !
Zie op uw kind\'ren neer:
Uw liefde heeft geen wederga,
O Moeder van den Heer! (Ins.)
Ach, Moeder van barmhartigheid!
Onttrek uw hulp ons niet;
Als ons de wereld lokt en vleit
En gij ons wank\'len ziet,
-ocr page 36-
34
Of satan ons zijn strikken zet,
Door wellust, goud of eer :
Ach, dat uw voorspraak ons dan redd\',
O Moeder van den Heer! (bis.)
Waneer behoefte ons dreigt of drukt,
Of ramp bij ramp ons slaat;
Als wat we ook pogen wreed mislukt,
Ons alle hoop vergaat;
Als ons deze aard\' geen troost meer biedt,
Zie gij dan op ons neer,
En weiger ons uw hulp toch niet,
O Moeder van den Heer! (bis.)
Als \'t albeslissend sterfuur slaat,
En \'s levens licht verdwijnt
Voor de eeuwigheid, die opengaat
En aan de ziel verschijnt:
Ach, dat ik dan mijn brekend oog,
Mijn Moeder! tot u keer\',
Uw zoeten blik ontmoete omhoog,
O Moeder van den Heer! (bis.)
Beveilig onze levensbaan,
En waak aan onze zij\' ,
Hoor, Moeder ! hoor uw kind\'ren aan
En blijf ons altijd bij.
Wat lot ons in dit leven beid\',
U zingen wij ter eer;
U zingen we eens in eeuwigheid,
O Moeder van den Heer! (bis.)
-ocr page 37-
35
O MOEDER CODS.
Melodie uit «Cantate» van Joseph Mohb, S.J.
Langzaam maar niet sleepend.
<* |
V i P r-1 i i il i i -
1 J
/.«, ï* n i j j
»
gyfr \'"j J ^ J—j—ë-i- -f—i—
4---------z------
1.  0 Moeder Gods, o reinste Maagd! Naar
2.  Wij smeeken u, laat uit het licht, Waar-
3.  Ach, verre van ons va-der-land. Zijn
4.  0 gij dan troost in al - len nood! Wil
■n ii pi i * . . 1 i>
Vil\' i i i
1 \\m 0 J
/.Lr, J j
l
fe.P|2 • * _J - >--J
—j-------_—
—•_4.#-»p___
•»• i ii
4. \'t voorbeeld on-zer
2.  in wij u zier
3.  wij hier ban-ne-
4.  on - - zer u er -
t? r
va - d\'ren
l stra - len,
lin - - gen,
bar - men!
, Zoo ko- men
Een troostblik
En zien ge-
0 Moe-der,
li i ■■
V ■
7 1 i 1 i i-"",
J
8
m X \\ \\ \\A a
* m J
2-----i-------J„, . J----JJ----2-------J._
4. wij, daar \'t u be-haagt, Uw\'
2.  van uw aan - ge - zigt Op
3.  staag, van al - len kant, Den
4.  die geen kind ver-stoot, Wij
ze - tel bid-
u - we kin-
vij - and ons
vlug-ten in
z _. J _. ....
W5* - ^
t^
- rH rq» r
1.  dend na - • d\'ren.
2.  d\'ren da - len.
3.  be - - springen.
4.  uwe ar - men.
-ocr page 38-
3rt
Gij weet het toch, hoe satan woedt,
En hriescht om onze schreden;
Maar, als weleer, zal hem uw voet
Den helschen kop vertreden.
De wereld tergt, verlokt en vleit,
Dat zij mijn liefde winne;
Ach! dat zij nooit uw kind verleid\',
En \'k Jesus trouw beminne.
Diep in mij zelf, en zwaar gewond,
Draag ik mijn vijand mede;
Het vleesch bedreigt mij telken stond,
Hoe zelden smaak ik vrede!
O Moeder dan! vraag van uw Zoon,
Ons dag aan dag te sterken,
Dat wij, het oog op \'t hemelsch loon,
Ons eeuwig heil bewerken.
O Moeder dan! o vraag, dat wij
In Jesus\' liefde sterven,
En in dat uur: sta dan ons bij,
Dat wij gena verwerven.
-ocr page 39-
37
VI.
AVONDGROET AAN MARIA.
Melodie uit de «Cantate van JosEru Mohr, S.J.
5
*=S^
F
■f-
TZtY
1.  Ma - - r i - a\'s beeld, te mid - den Van vro-
2.  Komt, nog een kin - - der -be - de Ma - ri -
3.  Wij bid - den u te - ga - der Bij \'t ein-
4.  Be - - vei - lig u - - we kin - d\'ren, O Moe-
£
4
ü§
£&
::p
=f=?
I I
IN
1.  lijk - flikk\'rend licht, Het noodt ons, hier te
2.    a toe - ge - bracht! En dan in \'s Hee - ren
3.  de van dees dag: Vraag, Moeder! on - zen
4.  der! de - zen nacht; Dan zal geen kwaad ons
h
£wm
±
?^^m^
1.  bid-den, Bij \'tal-taar, haar ge - sticht.
2.  vre-de Den slaap wéér in - ge - wacht.
3.  Va-der, Wiens wa -kend oog ons zag,
4.  hin-d\'ren, Dan is ons sla - pen zacht;
/
V
\' -■\'•■\'
-ocr page 40-
38
m
i
n
-r r
-jü
Komt, laat ons tot haar ij - len, Lof - zin-
Ge - - rust en wel te moe - de, Ver-trou-
Dat Hij ons kwaad ver-schoo - ne, Het goe-
Dan ziet ge ons morgen we - der, O Moe-
^h
-l—u
±
Éf=3t
^
m
-j—f-,
gend daar ver-wij-len, Ma - ri - a,
wend op haar hoe - de, Ma - ri - a,
de ons een-maal loo - ne, Ma - ri - a,
der, goed en tee - der! Ma - ri - a,
Ma-
Ma-
Ma-
Ma-
i
mm
r\\ rf t i u
l V
1.
ri
-
-
a,
2.
ri
-
-
a,
3.
ri
-
-
a,
4
ri
-
-
a,
Moe-der! ze - gen ons.
Moe-der! ze - gen ons.
Moe-der! bid voor ons.
Moe-der! wees ge-groet.
-ocr page 41-
39
VII.
O Beeld van \'t reinste leven!
Melodie uit de «Cantate» van Jostru Moue, S.J.
1.  O beeld van \'t reinste Ie - ven,   Ma - ri - a,
2.  O Jo - sefs Bruid, mijn Moeder!   Mijn trouwe
3.  Ach, was ik rein van zon-den,    O vlek-ke-
4.  \'k Zou met uw trou-we scha-ren,   En \'t juichend
1.  Jo-sefs Bruid! Zoo wij ons hart u ge-ven,
2.  toe - ver - laat! Werd niet uw Zoon mijn Broeder,
3.  loo - ze Maagd! Ik zou uw lof ver - kon-den,
4.  he - mei-heer, Mijn dankbaar lof - lied pa - ren,
Allen.
1,1 jij j j «JI J i Jij. >
1.  Gij deelt uw gun - sten uit.         Ach, dat ik
2.  Die nooit uw beé ver - smaadt ? Ach, dat ik enz.
3.  Ge - lijk het u be - haagt. Ach, dat ik enz.
4.  En ju-b\'len u ter eer.         Ach, dat ik enz.
-ocr page 42-
40
m^
=t=t
^mMmÊ
r r ■ i. r
u be - minne,
v rem
In blijd-schap en in smart;
« 11 1 1
fr-fNH1^ \' r f \' r ■
Druk diep, mijn Ko-nin-gin-ne! Uw
I
S=ï
*
I I p^
beeldt-nis in mijn hart.
Eenigen.
5.    Helaas! hoe moet ik klagen,
Dat ik onwaardig mensch,
U zóó niet kan behagen,
Als ik het vurig wensch.
Allen.
Ach, dat ik enz.
Eenigen.
6.    Maar \'k wil mij allo dagen,
Mijn Moeder! u ter eer,
Godvruchtiger gedragen,
En dienen mijnen Heer.
Allen.
Ach, dat ik enz.
-ocr page 43-
41
vm.
©HUIS
OM DE BESCHERMING VAN DEN H. JOSEPII.
Wijze : Wees gegroet op kinilertoon.
1.
Joseph! leidsman van Gods Zoon
Ons ten heil in \'t vleesch verschenen;
Schutsheer van der maagden Kroon!
Wil uw hulp ook ons verleenen;
0 bescherm ons, sta ons bij.
(bis.)
Heil ons! onder uw voogdij.
2.
Zaagt ge, o schrik! de Maagd bevrucht...
De Engel kwam \'t Geheim u leeren;
En gij waart niet meer beducht.
Ach! als wij in angst verkeeren,
Bid dan , Joseph ! voor uw kroost,)
En verwerf ons licht en troost. )
3.
Slechts op stroo en in een stal
Mogt ge \'t Godlijk Wicht verplegen,
Bij zijn komst in \'t tranendal.....
Dankbaar schonk Hij u zijn zegen.
Thans, gewis, op uwe beè
(bis.)
Deelt Hij ons zijn gunsten meê.
-ocr page 44-
42
4.
Gij voert gade en \'t Kind, uw Heer,
Vlugtend naar Egypte\'s streken,
En naar Galilea weer
Op \'t U wekkend hemelteeken.
Heil\'ge Joseph! leid ook mij, f ,,. N
O bescherm me t\' allen tij\'. \\
5.
Toen ge uw kind drie dagen zocht,
Ach ! wat angst, wat Lange smarte;
Maar, toen gij \'t weer vinden mogt ,
O! hoe blijde trilde u \'t harte.
Bid voor mij, dat \'k Gods genA
(bis.)
Nooit verlieze of wedersta.
6.
Nazareth zag steeds u blij
Zwoegende voor Kind en Moeder;
Wijslyk groeide \'t aan uw zij\',
Trouwe, liefderijke hoeder!
Help mij, Joseph! tot uw vreugd )
Immer bloeijen in de deugd.          £ \'"*■\'
7.
In uw sterfuur bijgestaan
Door uw Jesus en zijn Moeder,
Gaaft ge uw ziel met deugd belaan
Kalm weer aan den Albehoeder:
Help mij, als de dood me ontbindt,
(bis.)
Met Maria en haar Kind.
-ocr page 45-
43
IX.
ALY1 MOT*.
Wuza: O vijf werelds klare lichten.
Wees gegroet, o Koninginne!
Moeder, gij vol teed\'re minne,
Gij ons leven, hoop, zoo zoet,
Wees, Maria! wees gegroet;
Bid voor ons, Maria!
\'t Is tot u dan, dat wij vlugten,
Onder tranen en veel zuchten.
Tot u rijst ons klaaggeschal
In dit aardsche tranendal;
Bid voor ons, Maria!
O dan nu, wil voor ons spreken,
\'t Goedig oog slaan op ons smeeken,
Gij, die altijd voor ons pleit,
Moeder van barmhartigheid!
Bid voor ons, Maria !
En na dit ons ballingsleven,
Toon ons Jesus, hoogverheven,
Heil\'ge vrucht van uwen schoot.
Toon Hem ons hij onzen dood;
Bid voor ons, Maria !
-ocr page 46-
41-
O dan Moeder vol ontferming!
Toon ons, kind\'ren, uw bescherming,
O gij Maagd ! zoo vroom, zoo zoet,
Wees, Maria ! wees gegroet;
Bid voor ons, Maria!
—^.^s^üS^ivfc-. — —
-ocr page 47-
)