Degeneratie-Reactie bij Primair en Secidair
(
. 4
î
SPIERLIJDEN.
rran
G. N. C. OVEEWIJN
---©^OsO^^i»—
-ocr page 2-iJ
-ocr page 3-
5\\ \' . . . | ||
■ \' \' \' • . ■ f ». | ||
\'r\' , : IpV\'. |
y .<^.
■
; \\
......
■ . -
.\'rS:
.mm
. . . \'S"!
K r ■
ra-i.v-.. .
-ocr page 5-nu
RIMAIR EN SECUNDAIR SPIERLIJDEN.
-ocr page 6-S\'\'- • « . #
-ocr page 7-DEGENERATIE REACTIE BIJ PRIMAIR EN SECMAIR
ST^IET^LIJIDEN.
VAN
DOCTOR IN DE GIDNEESKIUNDE
AAN DE RIJKS-UNIVERSITEIT TE UTRECHT,
NA ÏIACIITIOINO VAN DEN RECTOR MAGNIFICUS
HOOOLEKRAAR IN BE FACULTEIT DER LETTERFN EN WIJSBEOEERTK,
volgens besluit van den Senaat der Universiteit
TKOEN DE liEI>KNKINOEN VAN
DE FACULTEIT DER GENEESKUNDE
o|) Dinsdag 5 Februari 4891, des iiniiiiddngs te 4 iiiir,
DOOK
4>mxh^ f^tcolrtrt^ ^oxndï^ ^DcriDijn,
A. R, O? S,
".[•"^^PNiyERSITEIT TE UTRECHT
1894 8293
< .
. -
ff-\'
■V
. k
m
ir
. »-t.. -- ■
s,
m v i.
A
. î
■ \' Ä ;
.r
•v - .fi-
-ocr page 9-an mijne dierbare
Ouders.
7
1 : • -
■■ ^ ■ is
Yy
m
¥ i ^ .
»
■ -.\'iX\': l ■ \'
>1
^sïf -
\'V-W\';. —
-ocr page 11-Bij het eindigen van dit proefsclmft gevoel ik behoefte,
mijn oprechten dank te betuigen aan allen, die tot mijne
vorming hebben bijgedragen.
In de eerste plaats geldt dit U, Professoren en Lectoren
in de Faculteit der Geneeskunde aan deze Universiteit.
In \'t bizonder echter breng ik mijn hartelijken dank
aan U, Hooggeleerde Talma, Hooggeachte Promotor,
voor den krachtigen steun en voor de vele bewijzen van
vriendschap, die ik in geheel mijn studietijd maar niet
het minst bij het samenstellen van dit jyroefschrijt van
U heb mogen ontvangen.
Vooral ook U, Hooggeleerde van Goudoever en
Hooggeleerde Koster . al bekleedt Gij de zetels niet
meer, zoo vele jaren met eero door U ingenomen,
zij hier openlijk mijn dank gebracht voor het van U
ontvangen onderwijs.
Eindelijk mijn welgemeenden dank ook aan U, mijne
Vrienden, voor de vele blijJccn van sym2)athie mij beloond.
Dat het U steeds wel ga.
-ocr page 12-limi
M
r
\' *
A
m
/
f >
VOORWOORD.
Bij het lezen van den titel van dit proefschrift
2al menigeen zich misschien verwonderen, dat eene
zaak als deze — in hoofdzaak toch zoo dikwijls
onderzocht cn zoo veel besproken — nogmaals door
mij ter tafel wordt gebracht.
De reden echter hiervan is, dat, naai* mijne
meening, door geen der onderzoekers genoegzame
voorzorgsmaatregelen zijn genomen, om, bij de
bepaling der spierreactie, de prikkeling der zenuwen
buiten te sluiten.
Nadat mij nu den weg, om dit te doen, door
Prof. Talma vvas aangewezen, greep ik gaarne de
gelegenheid aan, mij door Z.E.H G. aangeboden,
om, met strenge buitensluiting van alle zenuw-
prikkeling, nogmaals de spierreactie tc bepalen en
wel niet alleen bij secundair maar ook bij primair
spierlijden cn zoo mogelijk het verschil in de reactie
van dezo beide aan te toonen.
Vervolgens, het a priori vreemd vindende, dat
-ocr page 14-eene spier op één prikkel nu eens met eene
snelle dan weder met eene trage contractie reageert,
en de waarschijnlijk min of meer in vergetelheid
geraakte waarneming van Wundt — waarin
bij gesloten constanten stroom de verkorting, die op
de sluiting volgt, längeren tijd blijft bestaan, om
dan langzamerhand te verdwijnen — voor oogen
houdende, besloot ik bij dit onderzoek tevens te
letten op hetgeen men in het algemeen „trage
contractie" noemt en zoo mogelijk het wezen daar-
van op te sporen.
In hoeverre ik in een en ander geslaagd ben,
daarover zal de welwillende lezer aan het einde
van dit proefschrift kunnen oordeelen.
1) Die Lehre von der Müskelbeweging -1858; en verder Arch,
f. Anat. U. Physiol. 1859.
Dat Duchenne de vader der electro-diagnostiek
en der electro-therapie, clinicus van den eersten
rang en van zeldzame verdiensten, streng het prik-
kelen der spierzelfstandigheid van dat der motori-
sche zenuwen scheidde, is bekend. Hij sprak van
middelijke, „ indirecte ", prikkeling der spieren, als
de electroden op de zenuwstammen geplaatst wer-
den en de spieren dus door i)hysiologische zenuw-
golven tot contractie gebraclit werden. Hij wees de
plaatsen aan, waar sommige zenuwstammen gemak-
kelijk te bereiken zijn; het is bekend, hoe nauw-
keurig V. Ziemssen later deze plaatsen bijna over
het geheele lichaam bepaalde.
Volgens Duchenne zou echter het spierweefsel
onmiddellijk, „direct", geprikkeld worden, als do
electroden op de huid gezet werden, waar deze de
spieren bedekt.
Duchenne vond do bekende „points d\'élection",
\') Ducliennc: do rólcctrisation localisóo elc. 3mc Edit. 1872.
-ocr page 16-waar de prikkeling der spiermassa spoedig contractie
opwekt.
Remak verzette zich tegen deze beschouwing.
Eene eigene spierprikkelbaarheid voor onbewezen en
onwaarschijnlijk houdende, beweerde deze: 1® dat
op de „points d\'élection" niet de spiervezelen zelve
maar de zenuwen getroffen worden, waar zij in de
spieren dringen; en 2° dat in het algemeen op
electrische prikkeling van het spierweefsel geen
contractie volgt, tenzij door tusschenkomst der
zenuwen.
Door Duchenne en Remak werd de kwestie zuiver
gesteld; vreemd genoeg hebben de clinici haar tot
dusverre niet opgelost.
V. Ziemssen b. v., zich in theorie voor het
bestaan eener directe prikkelbaarheid van het spier-
weefsel zelf verklarende, geeft geen middel aan
de hand, waarmede wij in een concreet geval ons
van haar bestaan kunnen overtuigen.
Erb zeker niet minder gezag hebbende op
ons gebied dan v. Ziemssen, beweert, dat het niet
te beslissen is, of in normale omstandigheden con-
tracties kunnen worden opgewekt door prikkeling
van het spierweefsel zelf.
\') Remak: Elektrocliagnost. Eulonburg\'s Rcal-Encyclop. 2\'"
Aun. nd, VI.
*) V. Ziemssen: die Elektricitäl i. d. Medicin; AuH. 1872.
\') Erb: Ilandb. d. Eleklrotbcrapic. V. Ziemssen\'s Ilandb. d.
alg. Therapie. III. 1882.
Van hetzelfde gevoelen als Remak is ook Ross-
bach terwijl ook Rosenthal en Bernhardt
geen andere meening zijn toegedaan.
Wel schrijft men, dat Jolly 3) eenige bizonder-
heden in de reactie der dwarsgestreepte spiermassa
bij gezonde personen vond, maar het schijnt mij
toe, dat ook hij niet de noodige voorzorgsmaatregelen
nam, om de prikkeling der zenuwen uit te sluiten
althans ik vind ze niet beschreven in de mededee-
ling, die mij ten dienste staat.
Eenstemmigheid in deze quaestie is dus, zooals
uit het bovenstaande blijkt, nog niet verkregen;
evenmin is, voor zooverre mij bekend is, door
iemand den weg aangegeven, waar langs deze zaak
te beslissen zou\' zijn.
Prof. Talma is het echter, naar mijne meening,
gelukt, deze quaestie op te lossen.
Hoe dit geschiedde cn welke resultaten het on-
derzoek opleverde, zal in Hoofdstuk I worden
medegedeeld, daar Prof. Tahnamij welwillend heeft
toegestaan, alles, wat mij omtrent dit onderzoek
hetzij op colleges hetzij uit particuliere gesprekken
ter oore kwam, in dit proefschrift te vermelden.
Vervolgens, den weg, in Hoofdstuk 1 aangegeven,
om de contractie, tengevolge van spierprikkeling
\') Rossbach: Lchrb. d. Pliysik. Iloilmetbodcn II. 1882.
\') Roscnllial u. Boniliardl: Eleklrizitätslehro für nicdiziner
11. s. w. Aull. 1884.
») Jolly: Archiv, f. P.sych. u. Nnrvenkrankh. XIII. 1882.
-ocr page 18-6
van die tengevolge van zenuwprikkeling te onder-
scheiden , zelf volgende, zal ik, na in hoofdstuk II
een beknopt historisch overzicht der „ degeneratie-
reactie" gegeven te hebben, in Hoofdstuk III een
20tal proeven mededeelen, waarbij, zoo niet uit-
drukkelijk het tegendeel vermeld slaat, alleen de
contracties tengevolge van de electrische prikkeling
der spierzelfstandigheid zelve zijn opgeteekend.
Het eerste lOtal dezer proeven is verricht bij
spieren, waarvan de zenuwen of onderbanden of
doorgesneden zijn-, daarentegen zijn de spieren,
die bij het laatste ] Otal proeven dienst deden,
zelfstandig ziek gemaakt, terwijl de zenuwen
onbeleedigd bleven.
Om de te onderzoeken spieren te bewaren voor
afkoeling, die van grooten invloed is op de prik-
kelbaarheid der spierzelfstandigheid, werden alle
proefdieren geplaatst in eene warme keukenzout-
solutie van 0.6 procent.
Naast de reactie van elke zieke spier staat die
van de overeenkomstige gezonde spier vermeld,
zoodat het verschil in de reactie van beide
dadelijk iii \'t oog springt.
Daar dc electrische onderzoekingen bij primaire
myopathie, dus bij normale zenuwfunctie, voor
mijn doel, om nl: de reactie der spierzQlfstandig-
heid zelve te beoordeelen, van grooter gewicht
zijn dan die bij secundair spierlijden, zoo heb ik
aan het laatste lOtal proeven meer zorg en tijd
7
besteed en wenschte ik op deze dan ook meer
bizonder de aandacht te vestigen.
Vervolgens zal aan het einde van elke proef in
\'t kort het resultaat van dat onderzoek worden
medegedeeld, om eindelijk aan \'t slot van Hoofd-
stuk Hl al deze resultaten in een „ resumé" samen
te vatten.
over het onderscheid tusschen electrische
spier- en zenuwprikkeling.
Of bij dö zoogenaamde directe spierprikkeling de
samentrekking een gevolg is van de electrische
prikkeling van de spierzelfstandigheid zelve, of van
de prikkeling der motorische zenuwvezelen tusschen
de spiervezelen — deze vraag kan met onze tegen-
Avoordige gegevens in de meeste gevallen niet
beantwoord worden, tot nadeel van tlieorie en prak-
tijk. Vergissen wij ons niet, dan wordt in het
volgende de weg aangegeven, waarlangs men in
ieder bijzonder geval vrij gemakkelijk tot het ant-
woord geraken kan. Voorts gelooven wij, dat er
andere bijzonderheden uit zullen blijken, waar-
mede men bij de electro-diagnostiek rekening te
houden heeft.
Eenvoudigheidshalve deelen wij mede; wat aan
den ra. biceps brachii van den mensch kan worden
waargenomen: mutatis mutandis kan men van deze
spier tot de andere besluiten.
9
Als men de differente electrode van een werkend
inductietoestel over de genoemde spier heen en weer
beweegt, terwijl de differente electrode ergens
op afstand staat, merkt men bij een doelmatigen
rolafstand terstond eene snelle wisseling van den
graad der samentrekking en hare uitgebreidheid op;
dit kan geen electro-therapeut ontgaan zijn.
Afgezien van de prikkeling van den n. musculo-
cutaneus, op de bekende plaats door v. Ziemssen
aangewezen, vindt men bij alle normale personen,
wat wij willen noemen, een gevoelig veld, dat
iets verder van den rand van den m. pectoralis
major dan van het benedeneinde van den m. biceps
ailigt. Terwijl het zich nagenoeg tot den binnen-
rand van de spier uitstrekt, blijft het, bij volwassen
l)ersonen, als de spier dik is, 1 i\\ 3 Ctm. van
den buitenrand verwijderd. Naarmate de spier
dunner is, nadert het, absoluut en relatief, meer
den buitenrand der spier. Aldus dikwijls 4—7 Ctm.
breed, heeft dit gevoelige veld, het „groote", bij
verschillende personen eene uitecnlooi)ende lengte.
Jiij sommigen is het 5 bij anderen niet meer dan
3 Ctm. lang.
Als men eene electrode van kleine oi)pcrvhikte
gebruikt (bv. van 2 a 4 mm^), vindt men in dit
veld weer gedeelten van uitcenloopende prikkel-
baarheid. liet blijkt meestal, dat oj) de minder
gevoelige plaatsen in het veld bij drukking der
electrode de prikkelbaarheid toeneemt, terwijl zij
10
daarbij op de gevoeligste plaatsen blijft zooals zij
was, toen de electrode los w^erd opgezet.
Terwijl vooral in het gedeelte van het buiten-
hoofd, maar in dat ook van het binnenhoofd, hoven
het groote gevoelige veld, zelden gevoelige plaatsen
•worden aangetroffen, is het in het beneden ge-
deelte der spier geheel anders.
Bij vele menschen vindt men aan den buiten-
rand der spier, 1 ä 2 Ctm. boven de aanhechting
der pees, een „ tweede", kleiner gevoelig veld,
met eene oppervlakte van 1 a 2 Ctm^.
Daarenboven is er een inconstant aantal gevoelige
plaatsen, beneden het groote veld, in de mediane
lijn der spier, en naar binnen en naar buiten
daarvan. Bij sommige menschen ontbreken zij geheel,
bij anderen zijn zij vrij talrijk, of vrij ver van
elkander verwijderd, óf vereenigd tot een „derde"
veld.
In het benedengedeelte der spier blijkt het mees-
tal, dat bij krachtige drukking der electrode (als
dus de diepliggende deelen door stroomen van vrij
groote dichtheid worden getroffen) zeer gevoelige
plaatsen worden gevonden, zelfs als, bij geringe
drukking der electrode, de oppervlakkige gedeelten
der spier blijken weinig gevoelig te zijn.
Bij normale personen is de grootere gevoelig-
heid van sommige gedeelten eener spier afhankelijk
van de aanwezigheid van motorische zenuwvezelen.
11
die gevoeliger zijn voor electrische dichtheids-
schommelingen dan het spierweefsel, waarvan de
gevoeligheid op alle plaatsen voer gelijk moet
worden gehouden.
Waar de groote gevoeligheid blijkt te bestaan
bij los opstaande electrode, liggen deze motorische
zenuwvezelen aan de oppervlakte; de diepliggende
geven het teeken van hare aanwezigheid als de
electrode krachtig wordt aangedrukt. In beide ge-
vallen volgt de reactie slechts, als de intensiteit
van den stroom groot genoeg genomen wordt,
terwijl deze omgekeerd, voor nauwkeurige plaats-
bepaling, niet grooter mag zijn, dan voldoende is
om de reactie voor den dag te roepen. De ver-
breeding van het stroombed in de weefsels onder
de electrode is toch, als aan de laatste voorwaarde
voldaan en eene kleine electrode gebruikt wordt,
voldoende om op eenigen afstiind de dichtheid van
den stroom zoo gering te maken, dat daar de
prikkeling der motorische zenuwen onmerkbaar
gering wordt.
Hoewel niemand genegen kan zijn om de juist-
heid dezer voorstelling te betwisten, moet hare
juistheid toch ook bij opzettelijk anatomisch onder-
zoek blijken. Onze vriend Dr. F. W. vAN Haeften
was zoo goed ons de anatomische bijzonderheden
van den ii. musculo-cutaneus in verscheidene men-
schenlijken te toonen.
Na de doorboring van den m. coraco-brachialis
-ocr page 24-12
wordt deze zenuw achter het binnenhoofd van den
m. bicej)s gevonden, overeenkomende met de
„motorische punten" van v. Ziemssen. Zij loopt
(om eene gewone uitdrukking te gebruiken) daarna
naar beneden en buiten, om aan den beneden-
buitenrand der spier voor den dag te komen.
Gedurende dezen loop geeft zij meestal in de
eerste plaats een takje af, dat ongeveer daar ein-
digt in het binnenhoofd, waar dit zich met het
buitenhoofd vereenigt, niet zelden ook iets hooger
of lager. Iets beneden het midden van de spier (van
boven naar beneden gerekend), in het „ aequato-
riale" gedeelte, dringt voorts een tak of dringen
verscheidene kleinere takken tusschen de spier-
vezelen; de spier ontvangt langs dezen weg haar
grootste aantal zenuwen.
Deze zenuwvezelen eindigen, zooals men na kan
gaan door vergelijking van de [)rikkelbaarheid ge-
durende het leven en de ligging der zenuwen in
het lijk, juist in het groote gevoelige veld.
Op haren verderen loop achter de benedenlielft
der spier geeft de zenuwstam een gering aantal
takjes aan de spier af, in ligging vrij nauwkeurig
overeenkomende met de gevoelige plaatsen die bij
electrisch onderzoek beneden het groote gevoelige
veld liggen cn dikwijls te zamen het derde veld
vormen. De resultaten van het electrisch onderzoek
gedurende het leven stemmen ook in zooverre
met de anatomische verhoudingen overeen, dat
13
deze takjes in verschillende lijken in ongelijk aan-
tal werden gevonden.
Eéne bijzonderheid, die sterk voor de betrouw-
baarheid der methode en de juistheid der ontwik-
kelde opvatting pleit, is de volgende. Zooals gemeld
werd, vindt men gedurende het leven aan liet
beneden-buiteneinde der spier bij niet weinige per-
sonen een scherp omschreven, zeer gevoelig, weinig
uitgebreid („tweede") veld, dat bij anderen ont-
breekt. liet bleek nu bij anatomisch onderzoek,
dat in eenige, volstrekt niet in alle, lijken de be-
sproken zenuw, nadat zij onder den beneden-buiten-
rand van de spier te voorschijn gekomen was, een
tak afgaf, die terugliei) en in de spier eindigde
op de plaats, waar gedurende het leven niet
zelden het beschreven gevoelige veld gevonden
wordt.
Eenige twijfel aan dc juistheid der gegeven
voorstelling blijft nog altijd mogelijk. De zenuw-
draadjes zijn zóó fijn, dat het onmogelijk is,
volgens de gewone wijze van onderzoek, te be-
wijzen , dat de gevoelige [)laatsen volmaakt nauw-
keurig beantwoorden aan zenuwen. En toch moet
men dit bewijs eischen. Het wordt, dunkt ons,
geleverd door dc volgende proef.
Bij een levend, of bij een pas gedood konijn
klieft men de opeenvolgende lagen van den buik-
wand tot op de binnenste spierhiag en legt deze
zoo ver mogelijk, met groote zorgvuldigheid, bloot.
14
Met het bloote oog, des noods met een loup, ziet
men de fijnste zenuwdraadjes in het spierweefsel,
vooral op die plaatsen, waar het donkere coecum
tegen den buikwand aanlegt.
Als men de indifferente electrode op afstand
plaatst en de allerfijnste differente electrode over
de spier heen en weer bcAveegt, ziet men bij het
gebruik van een faradischen stroom van passende
sterkte, dat ook hier plaatsen van groote gevoeligheid
gevonden woorden naast dezulke van veel geringere
gevoeligheid. Steeds kan men op de plaatsen
van groote gevoeligheid zenuwen zien liggen.
Om met openings- en sluitingsslagen van den
galvanischen stroom eene contractie in den m. biceps
op te wekken, behoeft men een stroom van veel
grootere intensiteit, wanneer de electrode geplaatst
is in de buurt van eene gevoelige plaats, dan
wanneer haar middelpunt juist met dat van de
gevoelige plaats samenvalt. Eene geringe verplaat-
sing heeft in dit opzicht een zeer groot effect. De
bekende verbreeding van het stroombed in de
wecke deelen verklaart dit volkomen.
Zeer dikwijls ook ziet men, dat de contractie
niet ontstaat in de spiervezelen onder de electrode,
maar daarnaast: dit geschiedt als de electrode op
eenigen afstand van eene motorische zenuw geplaatst
wordt en naast de si)iervezelen, die tot het gebied
der getroffen zenuw behooren.
15
De gedachte, die aan de mededeeling ten grond-
slag ligt, is niet nieuw. Als het ons gelukt is,
hiermede iets bij te dragen tot de ontwikkeling
der electro-diagnostiek, is liet daarvan het gevolg,
dat Avij den invloed van electrische stroomen
stelselmatig op de verschillende toegankelijke ge-
deelten van vele mm. bicipites hebben nagegaan.
Duchenne toonde het eerst aan, naar het schijnt,
dat er gevoelige plaatsen in spieren voorkomen.
R. Remak leerde, dat de gevoeligheid waarschijn-
lijk te danken is aan de aanwezigheid van zenuw-
vezelen. Dit was het punt, dat wij nader uitwerkten.
Ofschoon de „motorische punten" van v. Ziemssen
e. a. voor sommige spieren met de onze samenvallen,
is de overeenkomst niet principieel. Eén blik o\\)
de afbeelding van de motorische punten van den
m. biceps naar v. Ziemssen, of liever van den
n. coraco-brachialis onder het binnenhoofd der spier,
toont dit aan. Daarenboven nemen wij niet aan
het bestaan van enkele punten maar van zeer vele
van uitcenloopende gevoeligheid, die in de spieren
kunnen vormen, wat wij noemen, de gevoelige
velden. In het volgende zal het groote verschil dui-
delijk worden.
Het staat vast, dat weefsels in de buurt van dc
dificrente electrode, gesteld dat dit is dc kathode,
bij de sluiting van den stroom gebracht worden in
den toestand van anelectrotonus cn, omgekeerd, in
16
de buurt van de anode in katelectrotonus. Het mag
dus a priori voor waarschijnlijk gehouden Avorden,
dat eene zenuw op eenigen afstand van de elec-
trode , sterker reagceren kan, wanneer deze de
anode, dan wanneer zij de kathode vormt.Wij vonden
dit ook door de ervaring volkomen bevestigd en in
geen spier duidelijlcer en gemakkelijker dan in den
m. biceps.
Als men de differente electrode op verschillende
afstanden van de gevoelige velden in den normalen
biceps plaatst, behoeft men niet lang te zoeken om
de AnSc vóór de KaSc te zien komen, terwijl,
naar mijne ondervinding, KaSc altijd aan AnSc
voorafgaat, als de electrode rust op een zeer ge-
voelig veld, d. i. in de onmiddelijke nabijheid van
motorische zenuwvezelen.
Dat AnSc aan KaSc voorafgaat is dus een
bewijs van prikkeling op afstand. Men ziet ook
in vele gevallen de contractie naast, niet onder de
electrode. Wat het beteekent, is duidelijk. De elec-
trode, verwijderd van de geprikkelde zenuw, kan
zoowel op -de spiervezelen staan, die door de ge-
troffen zenuw worden beheerscht, als daarnevens.
In het eerste geval moet de contractie onder, in
het tweede geval naast de electrode worden waar-
genomen.
Na eenig zoeken vindt men ook in gevoelige
velden plaatsen waar AnSc aan KaSc vooraf
gaat: het is daar waar de zenuwen in de diepte
17
liggen. Neemt men de differente electrode klein
genoeg en draagt men zorg, dat zij ver genoeg
af staat van zeer gevoelige plaatsen, d. i. van zeer
oppervlakkig liggende zenuwen, dan kan men ook
hier de omkeering van het begin der prikkelings-
formule waarnemen.
Veel wordt er gesproken van reactie van het
spierweefsel en van die van de zenuwen. Weinige
deskundigen zijn evenwel genegen, naar wij meenen,
bij normale personen, veel waarde aan deze onder-
scheiding te hechten. Wij hebben tot dusverre
nooit bij iemand gelezen, dat hij de noodige voor-
zorgsmaatregelen genomen had om, bij normale
personen (wij zwijgen hier van dc gevallen met
vernietigde zenuwen), zich een oordeel te kunnen
vormen over de reactie van het spierweefsel.
Het medegedeelde stelt in staat bij den m. biceps
de reactie van het spierweefsel en die van het
zenuwweefsel, ieder afzonderlijk te bepalen.
!Men moet daarvoor allereerst aan de volgende
voorwaarden voldoen. j\\len gebruike eene zeer
kleine electrode en plaatse haar ver van de ge-
voelige plaatsen.
De oppervlakte der electrode moet klein zijn ,
opdat in hare onmiddelijke nabijheid de dichtheid
\') JOLLY zag (Archiv, für Prychialrie XIII) ook meermalen in
(Ion ni. biceps cn in andere spieren AnSc vóór KaSc Wij nioenon
evenwel, dal het feil na zijne mededeeling nog veel meer aan
klaarheid te wen.sclien overlaat.
2
-ocr page 30-18
van den stroom groot kan zijn, terwijl toch eene
betrekkelijk geringe hoeveelheid electriciteit door-
gaat. Daarmede bewerkt men natuurlijk, dat op
eenigen afstand van de electrode de stroomdicht-
heid gering is en dus de kans op prikkeling van
de verre gelegen zenuwen klein is, tot nul Avordt
teruggebracht,
Het bovenste gedeelte van het buitenhoofd kan
hiertoe uitnemend dienen.
Het is gemakkelijk in ieder concreet geval op
dit punt contrôle uit te oefenen, zich te over-
tuigen, of de contracties, die hier opgewekt wor-
den, werkelijk het gevolg zijn van zelfstandige
spierprikkeling. Men behoeft daartoe slechts de
electrode loodrecht op de lengterichting der spier-
vezelen heen en weer te bewegen. Als steeds de
contractie slechts in de vezelen onder, en in de
onmiddelijke nabijheid van de electrode wordt
waargenomen, mag men overtuigd wezen zijn doel
bereikt te hebben.
De prikkelbaarheid van het spierweefsel blijkt
aldus gering te zijn. Slechts bij groote dichtheid
■wekt de stroom bij de sluiting of de opening con-
tractie op, eerder nog bij KaS dan bij AnS.
Voor normale menschen is zulk een stroom
onaangenaam. Pijn is daarbij niet te vermijden.
HOOFDSTUK II.
historisch overzicht der degeneratie-
reactie (DgR).
Het trok in niet geringe mate de aandaclit der
vakgenooten, toen de Niirnberger arts Baierla-
ciiKii in \'t jaar J859 een geval van rlieumatisclie
facialis-paralyse publiceerde, "svaarbij de farado-
musculaire prikkelbaarheid geheel -was verloren
gegaan, terwijl bij applicatie van den galvanischen
stroom sterke contracties te voorschijn kwamen.
Dit verschijnsel, door Baierlacher ontdekt, was
echter, naar eene mededeeling van Onimus
reeds in het laatst der vorige eeuw, bij aanwen-
ding der statische clcctriciteit, door Hallé Profes-
sor in dc medische faculteit te Parijs, bij oen
geval van rheumatische facialis-paralyse waarge-
nomen. Halló beschrijft zijne waarneming als volgt:
„ Le citoyen Toutin . . , dont tous les nuiscles
de la face du côté gauche étaient paralysés par
\') Acrztl. Intclligcnzbl. N". 4. 1859.
») Trailó tic róIcctriciliS mcdicalo. Paris. 1872.
\') Joiirnal de la Sociclc pliilomnliquo.
20
l\'action du froid, avait été électrisé plusieurs fois:
il n\'éprouvait aucune sensation ni contraction,
lorsque la partie affectée recevait l\'étincelle : à peine
apercevait-on un faible contraction dans le muscle
jugo-labial, lorsqu\'on appliquait l\'électricité par
commotion (dont on fixait l\'intensité au moyen de
l\'élecromëtre de Lane, adapté à la bouteille de
Ley de). On soumit cet homme à l\'action galvanique
d\'une pile de cinquante étages (argent et zinc) en
faisant communiquer avec différents points de la
joue malade les deux extrémités de la pile. Au
moment du contact tous les muscles de la face
entrèrent en contraction."
Ook Duchenne had reeds herhaaldelijk gezien,
dat verlamde spieren, die wederom tot op zekere
hoogte aan den wil dienstbaar waren, op sterke
faradische stroomen volstrekt niet reageerden, en
Remak had reeds meermalen aangetoond, dat in
sommige gevallen de galvanische stroom sterkere
spiercontracties te voorschijn riep dan de faradische.
Toch echter mochten deze feiten eerst na Baier-
lacher\'s ontdekking de algemeene opmerkzaamheid
verwerven en spoedig daarna kwam dan ook een
groot aantal mededeelingen (van Sciiülz
Meijer , v. Guünewalü •\'\'), Neumann \'\'),
1) Wien. med. Woch. N». 27. i860.
*) Elektriciläl in ihrer Anwendung etc. 2 Aufl. 18G1.
») Petersb. med, Zeitßclir. III. 4802.
*) Deutsche Klinik N«. 7. 1804.
-ocr page 33-21
v. ziemssen \') en anderen) de bovengenoemde
verschijnselen bij rlieumatische facialis-paralyse
bevestigen, terwijl Schulz bovendien er het eerst
opmerkzaam op maakte, dat dc galvano-musculaire
prikkelbaarheid niet alleen voorhanden maar grooter
is dan in normale gevallen.
Korten tijd hierna verscheen het resultaat van
een grondig onderzoek dezer qiiaestie van de hand
van V, ZiEMsSEN Op grond van klinische onder-
zoekingen stelde hij vast, dat de DgR. niet alleen
bij rheumatische facialis-paralyse, maar ook bij
traumatische en dii)htheritische paralysen en bij
paralyse ten gevolge van lood-intoxicatie voor-
komt. Plem komt ook de eer toe, al constateerde
Remak ook vroeger sleclits in \'t algemeen het
voorkomen van prikkelbaarheidsverschillen in mo-
torische zenuwen en in spieren voor beide stroom-
soorten, het eer.st een scherper onderscheid gemaakt
tc hebben tusschen zenuw- cn spierreactie; hij zegt
nl. dat bij paralysen van meer ernstigen aard de
reactie van dc motorische zenuw geheel verschillend
is van die der si)ier cn dat zij bij \'t onderzoek
streng uit elkander moeten gehouden worden.
Letterlijk schrijft hij aldus: Wir sehen hier als
Folge der Durchschneidung des Facialisstammes
am Ende der dritten Woche: Mangel der Erreg-
barkeit der Facialis-Zweige für den Willen, für
\') Elcktriciläl in d. Modle. 2 Aufl. l8C-i.
») Berliner klin. Wocliensclirifl. N». 43—40. 18GG.
22
den inducirten und für den galvanischen Strom....
Dagegen haben die gelähmten Muskeln ihre gal-
vanische Irritabilität bewahrt und antworten auf
directe Reizung durch dem Batteriestrom mit einer
trägen Verkürzung ... Dasselbe Verhalten gelähmter
Muskeln gegen den galvanischen Strom bei völliger
Unerregbarkeit ihrer Nerven für beide Stromes-
arten finden wir an den Kleinfingermuskeln in
dem nachstehenden Falle (traumatische Lähmung
des N. ulnaris)".
Ofschoon nu dit verschijnsel reeds dikwijls waar-
genomen en beschreven was, werd toch eerst
door de onderzoekingen van Erb ) en van v. Ziems-
sen en Weiss over de voorwaarden voor het
ojotreden van dit verschijnsel meer licht verspreid.
Deze onderzoekers, die terzelfder tijd tot onge-
veer gelijke resultaten gekomen zijn, toonen aan
(v. Ziemssen had, zooals uit het voorgaande blijkt,
reeds vroeger daarop gewezen), dat men bij de
studie der electrische\' reactie bij periphere verlam-
mingen streng moet onderscheiden tusschen zenuw-
en spierreactie.
Zij hebben gevonden dat de zeuw na doorsnijding,
sterke kneuzing of omsnoering in de eerste dagen
bij het konijn en in de eerste twee tot drie weken
bij den mensch (Erb) voor electrische prikkels cn
wel van beide stroomsoorten volkomen gevoelloos
Dcutsch. Arch. für kl. Med. Bd. IV. 18G8.
») Deutsch. Arch. für kl. Med. Bd. IV. 1868.
23
wordt. Deze gevoelloosheid duurt, al naarmate de
verlammingsoorzaken minder of meer heftig zijn,
weken, maanden tot zelfs jaren. De prikkelbaarheid
zoowel voor den faradischen als voor den galvani-
schen stroom komt langzamerhand terug en wel of
tegelijk met óf iets later dan de beweging. Deze
prikkelbaarheid komt in het centrale stuk van de
zenuw dagen soms weken vroeger terug als in
het periphere (v. Ziemssen en Weiss). Om gelijke
contracties te weeg te brengen, heeft men bij
prikkeling van \'t centrale stuk van de zenuw een
zwakkeren stroom noodig dan wanneer men de
electrode op het periphere gedeelte van de zenuw
])huitst. De prikkelbaarheid neemt volgens de nor-
male contractie-formule toe, zonder echter de norm
te bereiken-, de contracties zijn kort en snel.
De spier verliest zijne faradische prikkelbaarheid
geheel en al of vertoont slechts in enkele bundels
beperkte contracties en wel na een tijdsverloop
van 5 tot 19, in zeldzame gevallen van 20 tot 60
dagen (v. Ziemssen en Weiss). Hoe meer centraal
de gclacdeerde i)laats in de zenuw gelegen is, des
te later treedt het ophouden der reactie in. De
galvano-musculaire prikkelbaarheid neemt in \'t
algemeen eerst een weinig af, stijgt daarna echter
zóó, dat men contracties in de verlamde spipren
kan te weeg brengen met stroomsterkten, die te
zwak zijn om ze in normale te voorschijn te roepen.
Met deze verhoogde prikkelbaarheid is eene ver-
24
andering van de normale contractie-formule (dat
KaS zoowel in de zenuw als in de spier veel sterker
Averkt dan AnS, dat de sluitingscontracties zoowel
van Ka als van An grooter zijn dan de openings-
contracties, ofschoon de AnOc dik^vijls grooter is
dan de AnSc — Erb) verbonden en wel zóó, dat de
werking van de AnS bijzonder toeneemt, vervol-
gens gelijk wordt aan, ja eindelijk zelfs grooter
wordt dan de werking, die de KaS te weeg
brengt (Erb, v. Ziemssen en AVeiss). Zoo wordt
AnSc gelijk aan of grooter dan KaSc, AnSc
grooter dan AnOc en eindelijk kan zelfs KaOc de
AnOc inhalen en grooter worden dan deze (Erb).
In gevallen, waarin een belangrijk stuk uit den
n. iscliiadicus geëxcideerd was, daalde de prikkel-
baarheid voor beide stroomsoorten ongeveer parallel
(v. Ziemssen en AVeiss).
Na kortoren of längeren tijd neemt deze ver-
hooging der prikkelbaarheid wederom af en daalt
onder de norm; dit nu geschiedt ongeveer gelijk
met den terugkeer der farado-musculaire en der
indirecte prikkelbaarheid.
AVanneer nu eene verlamming in genezing over-
gaat, treedt eersteen langzaam dalen der verhoogde
galvanische prikkelbaarheid op, terwijl de (^uali-
tatieve veranderingen nog blijven bestaan. T)aarna
echter treedt nu ook langzamerhand dc normale
contractie-formule weder oj). De prikkelbaarheid
daalt ver beneden de norm, zoodat men in een
25
zeker stadium gelijktijdig met liet niet bestaan der
faradische eene zeer verminderde galvanische prik-
kelbaarheid in de spier vinden kan. (Erb).
Brenner O heeft deze waarnemingen aan een
uitvoerig onderzoek getoetst. Het eerst gaat hij na,
wat de reactie is voor normale zenuwen en spieren
bij openings- en sluitingsslagen van den constanten
stroom; en na een aantal normale personen met
dit doel te hebben onderzocht, komt hij tot de con-
clusie , dat de opéénvolging, waarin bij toenemende
stroomsterkte de contracties van eene normale zenuw
en spier moeten optreden, de volgende is: KaSc
AnSc
AnOc
KaOc.
d. i. KaSc komt bij de geringste stroomsterkte;
vervolgens bij toenemende stroomsterkte komt be-
halve KaSc ook AnSc, daarna AnOc en eindelijk
ook KaOc.
Deze volgorde komt dus geheel overeen met het
door Plüger bij kikvorsclizenuwen gevonden
z. g. n. „ Zuckungsgesetz
Na deze formule zeer constant bij normale per-
sonen gevonden te hebben, gaat hij bij verschil-
lende periplierische paralysen in verschillende stadia
\') Unlcrsucliungcn imd Bcobaclitnngen anf dpin Gebiclo dor
Elektrotherapie. Bd, II. 18G9.
\') Uiilersuchiuigen übor die Physiologic des Eiektrolonus
Berlin 1859.
26
na, hoe nu de opéénvolging der contracties is bij
zenuwen en spieren, die — de eene minder, de
andere meer — lijdende zijn.
Na een aantal proeven hieromtrent genomen te
hebben, komt hij tot dezelfde resultaten als boven-
genoemde onderzoekers, doch gaat verder en laat
zich meer bepaald uit omtrent de soort der quali-
tatieve veranderingen en stelt eene hypothese op
over den gang der ontwikkeling van die veran-
deringen , volgens welke hypothese de pathologisch-
electrische veranderingen in verschillende stadia
verdeeld kunnen worden, ieder met zijne karak-
teristieke reacties, welke stadia vooral met het oog
op de prognose van groot nut zouden zijn.
Hij onderscheidt dan de volgende graden in de
pathologisch- electrische veranderingen:
Eerste graad. Deze bestaat hierin, dat AnSc
verder van AnOc en dichter bij KaSc komt
te liggen d. i. het onderscheid in stroomsterkte
wordt tusschen AnOc en AnSc grooter, tusschen
AnSc en\' KaSc kleiner dan dit normaal liet
geval is.
Wanneer eene stroomsterkte wordt aangewend,
Avaarbij alle drie deze contracties optreden, dan is
KaSc zwakker, AnSc sterker en AnOc zwakker
dan gewoonlijk.
Tweede graad. Deze is daardoor gekenmerkt, dat
de volirorde in de normale contractieformule ver-
anderd is, daar AnSc bij dezelfde stroomsterkte
27
optreedt als KaSc, terwijl AnOc zich nog verder
van AnSc verwijdert. J\\len kan alzoo nu nog slechts
drie graden van stroomsterkte onderscheiden, die
aldus op elkander volgen:
KaSc = AnSc
AnOc
KaOc.
Verder heeft AnOc zich van AnSc verwijderd
en is tevens KaOc nog dichter bij AnOc komen
te liggen m. a, w. AnOc en KaOc zijn dichter
bij elkander gekomen.
Denle graad. Deze bestaat hierin, dat, evenals
de sluitingscontracties, nu ook de openingscon-
tracties bij dezelfde stroomsterkte optreden; men
kan nu dus nog slechts twee graden van stroom-
sterkte onderscheiden:
KaSc = AnSc
AnOc KaOc.
Vierde graad. Deze is gekarakteriseerd doordat
AnSc bij een minder sterken stroom optreedt dan
KaSc; de rij der opdcnvolgende contracties is dus
wederom veranderd cn men moet nu de volgende
drie graden van stroomsterkte onderscheiden:
AnSc
KaSc
AnOc = KaOc.
Vijfde graad. Deze bestaat hierin, dat KaOc bij
eene geringere stroomsterkte optreedt dan AnOc.
De rij der opéénvolgende contracties bestaat dus
28
nu weer uit het oorspronkelijk getal van vier Jeden,
doch in andere volgorde nl.: AnSc
KaSc
KaOc
AnOc.
De tot hiertoe vermelde veranderingen der con-
tractie-formule gingen steeds met verhoogde galva-
no-musculaire prikkelbaarheid gepaard. Tegelijker
tijd had de contractie een trager karakter gekregen
en vorderde zij eene langere sluiting dan in nor-
malen toestand.
Wanneer nu de veranderingen in grootte en
opéénvolging der contracties tot zoover gekomen
zijn als hier is aangegeven, dan kunnen, volgens
Brenner, twee zaken gebeuren nl.: óf de verandering
gaat langzamerhand terug, totdat de normale con-
tractie-formule en de normale snelheid der contrac-
ties weer is opgetreden, óf de pathologische veran-
dering der contractie-formule gaat verder en dit
geschiedt, als men met een ongeneeslijk geval
te doen heeft. De contractie-formule doorloopt dan,
onder voortdurende vermindering der electro-mus-
culaire prikkelbaarlieid, de volgende veranderingen :
Zesde graad: AnOc treedt zelfs bij de grootste
stroomsterkte cn na lange sluiting niet meer tc
voorschijn. De contractie-formule verliest een lid
en is dus: AnSc.
KaSc.
KaOc.
-ocr page 41-29
Zevende graad: Ook KaOc verdwijnt en er blijven
nog slechts over: AnSc.
KaSc.
Achste graad: Onder voortdurende vermindering
der electro-musculaire prikkelbaarheid verdwijnt
eindelijk ook KaSc en er blijft alleen nog over:
AnSc.
Eindelijk verdwijnt nu ook langzamerhand AnSc
en de spier heeft opgehouden als zoodanig te
bestaan.
Behalve deze opéénvolging van veranderingen,
welke Brenner bij peripherische aandoeningen der
motorische zenuwen gevonden heeft, kan ook nog
het volgende plaats hebben: de prikkelbaarheid kan,
zonder eerst eene stijging te vertoonen en zonder
eeno gedeeltelijke of totale omkeering der contractie-
formule te weeg te brengen, direct meer en meer
afnemen en wel zóó, dat eerst KaOc, dan AnOc
en daarna AnSc verdwijnen, terwijl KaSc dan
als laatste rest der contractie-formule gedurende
hingeren of kortercn tijd alleen overblijft. Deze
verandering schijnt karakteristiek te zijn voor cen-
trale verlammingen en treedt zoowel bij prikkelitjg
dei\' zenuw als bij directe spierprikkeling op.
Ofschoon hij nu op het einde van zijn betoog
toegeeft, dat ook binnen de grenzen der gezondheid
schommelingen in de grootte der prikkelbaarheid
voorkomen, zoo heeft hij toch bij gezonde per-
sonen nooit eene afwijking in de contractie-formule
30
kunnen waarnemen. Daarom aarzelt hij niet, het
volgende, als zijde van het grootste diagnostisch
gewicht, vast te stellen: „Der Modus derReaction
eines gesunden Nerven oder Muskels folgt einen
eisernen unwandelbaren Gesetz; jede Abweichung
von diesem zeigt eine Störung in den Lebensbe-
dingungen jener Organe an."
Alle tot hiertoe genoemde onderzoekers zijn het
daarover eens, dat, zoolang eene verhooging der
galvano-musculaire prikkelbaarheid gevonden wordt,
de spiercontracties niet zooals normaal bliksem-
snel doch langzaam, traag, verloopen. Brenner
toont aan, dat het trage karakter der contractie
met eene vermindering der geschiktheid, om op
kort durende stroomen te reageeren, hand aan
hand gaat; daardoor zouden de openingscon-
tracties moeielijk zijn aan te toonen en zou het
inderdaad zelden gelukken, hunne abnormale ver-
houding, te constateeren. Ook Erb\') voert hetzelfde
aan. Wanneer de verhooging der prikkelbaarheid
verdwijnt en de verlamming in genezing overgaat,
verliezen de contracties ook haar traag karakter
en daarmede keert, volgens Brenner, de geschikt-
heid om op kort durende stroomen te reageeren
terug.
Eene qualitatief veranderde contractie-formule
heeft Brenner bij de zenuw nooit waargenomen.*
\') Handbflch der Krankheiten des Nervensystems II. 2° Aufl.
-ocr page 43-31
Daarentegen wordt door Erb aangevoerd, dat hij
het éénmaal bij eene kikvorsch-zenuw en dat Cyon
het insgelijks éénmaal bij eene konijne-zenuw ge-
zien heeft. Wanneer door meerdere onderzoekers
eene veranderde prikkelbaarheid van eene ver-
lamde zenuw beschreven wordt, zóó dat de faradische
ontbreekt en de galvanische verhoogd of qualitatiel
veranderd is, schrijft Erb dit aan stroomlissen
toe, welke, door het ondoelmatig opzetten der
electroden, door directe spierprikkeling contractie
te weeg brengen.
O O
VuLriAN \') heeft insgelijks deze quaestie aan
een onderzoek onderworpen, maar is, in tegen-
stelling met de vorige onderzoekers, tot het resul-
taat gekomen, dat spieren, waarvan de motorische
zenuwen zijn doorgesneden, hare faradische prikkel-
baarheid minstens gedurende een groot aantal
maanden bewaren. Vulpian hecht groote waarde
daaraan, dat de onderzoekingen bij blootgelegde
spieren geschieden en beschouwt de resultaten,
waartoe men bij percutane applicatie der electroden
komt, niet als afdoende; ook Erb geeft toe, dat
volkomen verlies der farado- musculaire prikkel-
baarheid streng genomen slechts geldt voor met
huid bedekte spieren.
Verder lieeft Vulpian niet constant eene ver-
liooging der galvano- musculaire prikkelbaarheid
\') Arcl»ivcs do pliysiolog. norm. el path. IV. 1871 en 1872.
-ocr page 44-32
gezien -, nu eens was deze iets hooger dan wederom
iets minder dan aan de gezonde zijde en soms
ook reageerde de zieke spier op dezelfde stroom-
sterkte als de gezonde.
Ook heeft hij zich niet kunnen overtuigen van
eene qualitatieve verandering der normale con-
tractie-formule ; de werking bij KaS was altijd
sterker dan bij AnS,
Ofschoon dus Vulpian er zich niet van heeft
kunnen overtuigen, dat eene spier, waarvan de
zenuw is doorgesneden of gekneusd, zoodat de
geleiding heeft opgehouden, karakteristieke eigen-
schappen bezit, voert Duchenne \') echter aan, dat,
lorsque la lésion d\'un nerf mixte est tellement
profonde, que toutes les fibres en ont été atteintes,
ces muscles, qui reçoivent de filets nerveux de
ce nerf, perdent à un depré égal leur contractilité
électrique".
Onimus en Legros die deze quaestie tot het
onderwei^) eener uitvoerige beschrijving maken,
constateeren, zonder verder nieuwe waarheden aiin
\'tlicht te brengen, de bovenvermelde abnormale
spierreactie.
Behalve deze abnormale reactie nu, waaraan
Erb Jen naam „ Entartungsreaction " gegeven
\') Dc rölectrisation loc.nliséo. 1872,
«) Trailé d\'électricité médicale, 1872.
\') Volkmann\'6 Sammlung klin. Vorträge. N». IG.
-ocr page 45-heeft, is nog door denzelfden onderzoeker eene
„ Mittelform" beschreven, welke zich daardoor
kenmerkt, dat de zenuw bijna volkomen zijne
prikkelbaarheid voor beide stroomsoorten bewaart,
terwijl de spier eene verhooging der jirikkelbaar-
heid voor den galvanischen stroom met de gewone
qualitatieve- veranderingen vertoont maar voortgaat
met op den faradischen stroom te reageeren.
Een geval door Bernhardt beschreven , voordat
het werk van Erb over facialis-paralysen het licht
zag, schijnt hiertoe gerekend tc moeten worden.
Echter reeds vóór Bernhardt en Erb, waren de
verschijnselen van deze „ Mittelform" door v. Ziems-
sen en Weiss zoowel bij menschen als bij konijnen
geconstateerd en beschreven; aan Erb komt echter
de eer toe, deze verschijnselen duidelijker te hebben
in \'t licht gesteld en er den naam „ partielle Entar-
tungsreaction" aan gegeven hebben.
Goldsciimidt onderzoekt gedeeltelijk met huid
bedekte gedeeltelijk blootgelegde zenuwen en spieren.
Zijne resultaten zijn de volgende:
A. Onderzoekingen door de huid heen.
1. Zoowel op den constanten als op den fara-
\') D. Arch, für klin. Mod. Bd. XV. 1874.
*) D, Arch, für klin. Med. Bd. XIV. 1874.
») Untersuchungen über don Einfluss von Nerven-Verlclzungen
.luf dio elektrische Erregbarkeit von Nerv und Muskel.
Inaugural-Dissertation. Strasburg. 1877.
34
dischen stroom reageerde de zenuw direct na de
operatie (doorsnijding of kneuzing) juist als in
normalen toestand. Spoedig daarna echter verloor
zij volkomen de geschiktheid, om op electrische
stroomen van welken aard ook te reageeren.
2. In de spier trad, van den 2\'\'" dag af na de
laesie der zenuw, een dalen der prikkelbaarheid
voor beide stroomsoorten op, en wel voor den
faradischen stroom tot op nul; voor den constan-
ten echter bleef daarna de prikkelbaarheid in ver-
scheidene gevallen op ééne hoogte, in de andere
gevallen steeg zij op verschillende tijdstippen tot
eene buitengewone hoogte; tot nul daalde zij nooit.
De contractie had steeds een traag karakter. De
werking der AnS naderde in sterkte die der KaS,
zelden overtrof zij deze laatste, hetwelk trouwens
ook meermalen bij normale spieren gevonden werd;
ook AnOc trad bij geringere stroomsterkte op,
terwijl KaOc zich slechts zeer zelden vertoonde.
B. Onderzoekingen hij blootgelegde zenuwen en spieren.
I. Bij de gezonde zenuw kan Goldschmidt zoowel
met den industie- als met den galvanischen stroom
bij zeer geringe stroomsterkte tetanus verkrijgen.
Na doorsnijding der zenuw was den 5\'\'" dag de
prikkelbaarheid geheel verloren en den 31"" dag
nog niet teruggekeerd, wel echter den 77"" resp.
110\'\'"\' dajr nadat de einden vereenigd waren.
O O
Na uitsnijding van een ca | c. m, groot stuk uit
-ocr page 47-35
de zenuw was zelfs op den 124""\' dag noch door prik-
keling van het centrale noch van het peripheri-
sche stuk eene contractie te verkrijgen.
Na kneuzing der zenuw zag hij, dat het peri-
pherische stuk den 5\'\'\'" dag bij niet eens bijzonder
groote stroomsterkte prikkelbaar was, terwijl bij
prikkeling van het centrale stuk geen contracties
konden worden opgewekt.
Tweemaal, ééns na doorsnijding en ééns na
kneuzing der zenuw, vond hij echter het omge-
keerde, nl. dat het centrale stuk der zenuw bij veel
geringere stroomsterkte reageerde dan het peri-
pherische.
2. Wat de spier betreft, ten minste tot den
31"" dag was er geen verschil in de reactie op
den electrischen stroom tusschen spieren, waarvan
de zenuwen doorgesneden en die waarvan zij ge-
kneusd waren.
De werkzaamheid van den faradischen stroom
begon eerst laat, (ongeveer op den 30"" dag) be-
duidend te verminderen, bleef daarna echter steeds
op eene bepajilde hoogte en was nooit (van den
5"" tot den 124"" dag) geheel verloren. Algemeene
spiercontracties cn contracties van den geheelen
poot konden met den faradischen stroom altijd
verkregen worden (Erb beweert het tegendeel).
Maar verrast werd Goldschmidt door de ver-
houding van de spieren ten opzichte van den
galvanischen stroom, want nooit oefende deze op
36
de zieke spieren een grooteren invloed uit dan
vroeger op de gezonde. En hierin stemmen zijne
resultaten met die van Vulpian overeen.
Uit het bovenstaande blijkt dus, dat het ver-
schil in verhouding van de verlamde spieren ten
opzichte van beide stroomsoorten in werkelijkheid
niet zóó is, als het bij percutane onderzoeking
schijnt.
E. Remak *) heeft gezien, en Erb had hierop
reeds vroeger gewezen, dat in een zeker stadium
der DgR. de spier bij directe faradische en bij
indirecte faradische en galvanische prikkeling niet
alleen reageert (Erb\'s partielle Entartungsreaction)
maar tevens eene exquisiet trage contractie geeft;
hij heeft dit verschijnsel met den naam faradische
degen eratie-reactie bestempeld.
Ditzelfde heeft Vierordt bij neuritische ulnaris-
verlamming gezien en beschreven en na hem hebben
nog andere onderzoekers het bestaan van dit ver-
schijnsel bevestigd.
Leeg aard 3) heeft op nieuw de geheele quaestie
der DgR. aan een uitvoerig onderzoek onder-
worpen. Nadat hij voor normale zenuwen en spieren
bij stijgende stroomsterkte steeds de volgende
contractie-formule gevonden heeft:
1) Arch, für Psych, und Nerven. Bd. IX. 1879.
2) D. Arch. für Klin. Med. Bd. XXX. 1882.
3) D. Arch., für Klin. Med. Bd. XXVI. 1880.
-ocr page 49-37
KaSc
j AnSc
( AnOc
KaSTe
KaOc
AnSTe,
gaat hij over tot het onderzoek van abnormale
zenuwen en spieren en komt daarbij tot de volgende
resultaten:
1. Wordt in een zenuxo de geleiding geheel onder-
broken , zoodat complete verlamming optreedt, dan
vindt men direct na de operatie (doorsnijding,
kneuzing of ligatuur) óf eene geringe verhooging,
óf eene geringe daling óf in \'t geheel geene ver-
andering van de prikkelbaarheid. Hierna echter
daalt in alle gevallen de prikkelbaarheid van de
zenuw voor electrische stroomen snel en binnen
Aveinige dagen tot nul.
D O
Naarmate de oorzaak der verlamming minder of
meer heftig was, keert nu ook dc prikkelbaarheid
al of niet terug,
Men heeft minder sterke stroomen noodig, om
hetzelfde effect te krijgen, bij prikkeling centraal
dan bij prikkeling peripherisch van do gelaedeerde
plaats; na eenigen tijd echter bestaat dit onder-
scheid in prikkelbaarheid tusschen deze twee plaatsen
niet meer.
Leegaard vond verder, dat de herstelde zenuw bij
peripherische prikkeling wel op den galvanischen
38
maar nog niet op den faradischen stroom reageerde
(Erb beweert het tegendeel). Bij prikkeling van het
centrale stuk heeft hij dit niet gezien.
Wat bij applicatie van den constanten stroom op
de zenuw de qualitatieve afwijking van de nor-
male contractie-formule betreft, verschillende malen
zag hij KaSc en AnSc bij gelijke stroomsterkte op-
treden; verder vond hij eenige malen AnSc > KaSc
en KaOc > AnOc.
Na dit gezien te hebben, is het zijne overtuiging,
dat ook voor de zenuw eene qualitatief veranderde
contractie-formule bestaat, doch dat het optreden
van deze uitzondering is; nooit echter werd door
hem bij zenuwprikkeling eene trage contractie
waargenomen.
2. In de spier, waarvan de zenuw gelaedeerd is,
neemt de prikkelbaarheid voor den faradischen
stroom tamelijk snel af en daalt tot nul.
Ofschoon Leegaard toegeeft, dat bij blootgelegde
spieren nog zeer lang eene fibrillaire contractie
kan te weeg gebracht worden (zooals Vulpian be-
weert en hem door Erb wordt toegegeven), durft
hij toch zonder eenig bezwaar van klinisch stand-
punt uit van het verloren zijn der faradische prik-
kelbaarheid blijven spreken.
Steeds vond hij bij deze onderzoekingen eene
exquisiet trage contractie.
Deze faradische i)rikkelbaarheid keert nu, bij
-ocr page 51-39
gevallen die in genezing overgaan, na eenigen tijd
weer terug; bij ongeneeslijke niet.
Tegenover den constanten stroom verhoudt zich
de verlamde spier geheel verschillend, al naarmate
men de sluiting of de opening van den stroom als
prikkel gebruikt.
De prikkelbaarheid voor sluiting mislagen van den
galvanischen stroom (zoowel voor KaS als voor AnS)
schijnt in de eerste dagen na de verlamming iets
verhoogd te zijn; dan neemt zij langzamerhand af
en in dit stadium treedt KaSc ongeveer bij ge-
lijke stroomsterkte op als AnSc, ofschoon toch
altijd nog blijft gelden KaSc > AnSc. Nadat
dit stadium ongeveer dén tot twee weken geduurd
heeft, stijgt nu de prikkelbaarheid langzamerhand
van dag tot dag tot eenigen tijd na den terugkeer
der motiliteit; wanneer men nu weer contractie
met den faradischen stroom kan te weeg brengen,
kan men ook tamelijk zeker op eene afname der
galvano-musculairc prikkelbaarheid rekenen, en
deze daalt nu in korten tijd tot onder de norm,
om daarna bij steeds toenemende genezing wederom
langzaam tot het normale terug te keeren.
Van het oogenblik af, waarop dc verlamming is
ingetreden, daalt do prikkelbaarheid \\ooy openings-
slagen van den galvanischen stroom tamelijk snol,
soms eerst na oeno korte stijging.
Meestal kan men in dezo periode van vermin-
-ocr page 52-40
derde prikkelbaarheid geen openingscontracties te
voorschijn roepen.
Als de prikkelbaarheid nu weer begint te stijgen,
treden ook de openingscontracties eerst bij sterke
stroomen en naarmate die stijging toeneemt ook
bij minder sterke stroomen op. In het algemeen
keert eerst AnOc en daarna KaOc terug.
Gedurende de periode der verhoogde prikkel-
baarheid, die nu volgt, zijn deze beide reacties
regelmatio; voorhanden. Eigenaardijir voor dit stadium
O O D D
is, dat de openingscontracties veel. dichter bij de
sluitingscontracties liggen dan normaal: gewoolijk
is AnOc > KaOc; slechts zelden is het omgekeerde
het geval.
Dat als karakteristiek teeken van de verandering
der normale contractie-formule, zooals Brenner en
Erb dat beweren, AnSc > KaSc en KaOc > AnOc
wordt, of dat zelfs eene volledige omkeei\'ing der
contractie-formule plaats heeft, heeft Leegaard alleen
als groote uitzondering gezien.
Als de motiliteit terugkeert en de verhoogde
prikkelbaarheid voor stroomsluiting afneemt, daalt
ook de prikkelbiuirheid voor openingsslagen parallel
hiermede tot zij eindelijk geheel verdwijnt; KaOc
en AnOc schijnen ongeveer ter zelfder tijd tc
verdwijnen. Dc electrischc onderzoeking geeft in
dit stadium een geheel eigensuirdig resultjiat Bij
indirecte prikkeling worden tjimelijk sterke con-
tracties door relatief zwakke stroomen, zoowel
41
faradische als galvanische, opgewekt; bij directe
prikkeling echter moet men een sterken stroom
aanwenden, om zelfs maar eene zwakke contractie
te weeg te brengen; de openingscontracties ontbreken
in den regel geheel, terwijl de prikkelbaarheid voor
sluiting van den galvanischen stroom en voor den
faradischen stroom beduidend verminderd is. De
openingscontracties blijven nu een tijd lang weg,
om weer terug te keeren, als de prikkelbaarheid
toeneemt.
De contracties, die in het stadium van verhoogde
prikkelbaarheid optraden, hadden een traag karak-
ter; zij werden echter weer normaal, bliksemsnel,
als de verhoogde ])rikkelbaarheid afneemt. Trage
contracties bij zenuwprikkeling heeft Leegaard nooit
gezien.
Het is het optreden der openingscontracties als
constante reactie, welke Leegaard tegelijk met de
verhoogde prikkelbaarheid en de overige reeds ver-
melde veranderingen als teeketi van het tweede en
derde stadium der verlamming beschouwt; de grens
tusschen deze twee stadia wordt getrokken door
den terugkeer der motiliteit. Het eerste en vierde
stadium zijn door verminderde i)rikkelbaarheid,
zwakke shiitingscontracties en het ontbreken der
openingscontiacties gekarakteriseerd, doch terwijl
in het eerste stadium de motiliteit, de indirecte
en de farado- musculaire-prikkelbaarheid ontbreken,
worden deze in het vierde stadium wel luuigetroffen.
42
Nu gaat dit laatste stadium óf langzaam in het
normale over, als nl: de verlamming geneest, óf
het blijft als zoodanig bestaan, als de verlamming
ongeneeslijk is.
Bastelberger sneed bij zijne proefdierenden
linker n. ischicdicus door, terwijl hij steeds ter
controle de rechter poot ongelaedeerd liet; hij
onderzocht nu zenuwen en spieren eerst door de
huid heen en daarna van huid en fascia ontdaan.
Uit deze onderzoekingen besluit hij het volgende:
I. spier.
1. Vermindering tot geheel verloren zijn toe van
de faradische prikkelbaarheid.
Terwijl bij percutaan onderzoek de spier aan de
gezonde zijde op relatief zwakke faradische stroomen
reageerde, kon aan de geopereerde zijde zelfs bij
aanwending der sterkste stroomen geene contractie
worden opgewekt.
Onderzocht men nu de blootgelegde spier, dan
vond men, dat zij aan de gezonde zijde bij de
zwakste inductie-stroom reeds met sterke tetanus
antwoordde, dat echter aan de geopereerde zijde
zelfs bij de sterkste stroomen slechts zeer zwakke
fibrillaire contracties te voorschijn kwamen. Slechts
in één geval waren bij een relatief zwakke stroom
reeds zwakke fibrillaire contracties te constateeren,
\') D. Arch. für kl. Mcd. Bd. XXVIII. 1881,
-ocr page 55-43
die echter bij versterking van den stroom niet
grooter werden doch zelfs bij den sterksten stroom
zeer zwak en fibrillair bleven.
2. Verhooging der galvanische prikkelbaarheid.
Dit bleek uit bijna alle onderzoekingen van ver-
lamde spieren door de huid heen ten duidelijkste
en wel kon eene verhooging der galvanische prikkel-
baarheid van den 3\'"" tot den 58"\'" en eene ver-
mindering derzelve van den 72""\' tot den 80\'"" dag
geconstateerd worden.
Bij onderzoek van de ontbloote verlamde spieren
kon slechts geconstateerd worden, dat de verhooging
der galvanische prikkelbaarheid in dc meeste
gevallen aanwezig was, dat zij zich echter bij
sommige proefdieren in zeer verschillende graden
ontwikkelde en dat zij bij uitzondering ook vol-
komen ontbrak.
3. ^^IaSc is de sterkste.
Dit heeft zich bij alle onderzoekingen consequent
aan de geopereerde zijde vertoond, zoowel bij
percutaan onderzoek als bij onderzoek van de bloot-
gelegde spier. Slechts éénmaal was KaSc AnSc.
Verder kon nog aan de blootgelegde s[)ieren
een verschijnsel geconstateerd worden, dat ook als
karakteristiek voor de DgU. aangevoerd wordt
nl: dat dc tot opwekken der verschillende con-
tracties noodige stroomsterkte zeer dicht bij elkaar
44
lagen en dat ook KaOc zeer gemakkelijk werd
opgewekt.
11. ZENUW.
Vermindering tot geheel verloren zijn toe van de
faradische en van de galvanische
prikkelbaarheid.
Terwijl aan de gezonde zijde de met huid be-
dekte zenuw reeds bij matige stroomsterkte met
contractie van haar spier antwoordde en de spier
bij i)rikkeling van de blootgelegde zenuw met de
allerzwakste stroomen in sterken tetanus geraakte,
gedroeg zich de geopereerde zenuw geheel anders.
Het gelukte niet door de huid heen ook met de
sterkste stroomen van de zenuw uit de spier in
contractie te brengen en ook bij prikkeling van de
blootgelegde zenuw zoowel peripherisch als centraal
van de gelaedeerde plaats kon geene reactie in dc
spier verlcregen worden.
Wat het onderzoek van de zenuw met den con-
stanten stroom betreft, zoo kwam Bastelberger tot
dezelfde resultaten als bij onderzoek met den inductie-
stroom nl. aan dc gezonde zijde kwamen zoowel
bij prikkeling van de bedekte als van de bloot-
gelegde zenuw reeds bij geringe stroomsterkte con-
tracties in de spier, terwijl het aan degeoi)creerdc
zijde noch bij prikkeling van de bloodgelcgde noch
van de bedekte zenuw mogelijk was ook met de
SS
45
sterkste stroomen eenige spierreactie te verkrijgen.
Jolly had bij de demonstratie der contractie-
formule op normale menschelijke spieren herhaal-
delijk gevallen ontmoet, waarin de reactie niet
overeenkwam met de door Brenner vastgestelde
formule. Daarom stelde hij een methodisch onder-
zoek in bij 15 individuen, wier spierstelsel zich
in normalen toestand bevond. Hij gebruikte hierbij
een Siemens\'sche batterij, voorzien van alle door
Brenner gebruikte nevenapparaten, en een galvano-
meter, om de stroomsterkte te bepalen.
Bij het onderzoek van motorische zenuwstixm-
men vond hij geene afwijking van de Brennersche
formule. Daarentegen vond hij bij directe spier-
prikkeling groote onregelmatigheden.
In 15 gevallen nl. onderzocht hij den M.
intcrosseus I, steeds de electrode zettende op die
plaats, welke bij faradische prikkeling de gevoelig-
ste was gebleken. Hij vond hierbij 6 maal de nor-
male contractie-fornuilc nl: KaSc bij geringere
stroomsterkte dan AnSc, 2 maal KaSc = AnSc en
7 maal omkeering der contractie-formule in dien
zin, dat AnSc bij geringere stroomsterkte optrad
dan KaSc.
De M. biceps brach ü werd in 5 gevallen onderzocht
en wel telkens P op het gevoeligste punt en 2® op een
veel meer peripherisch gelegen, weinig gevoelig punt.
\') Arciiiv für Psycli un.l Nerven. M. XIII , 1882.
-ocr page 58-46
In het eerste geval vond hij in 3 van de 5 ge-
vallen de normale contractie-formule, in één echter
trad KaOc vóór AnOc op en in-een ander werd
omkeering der sluitingscontracties gevonden.
In het tweede geval trad in 4 gevallen AnSo
vóór KaSc op, terwijl in het vijfde geval het
resultaat onduidelijk was wegens sterke, medeprik-
keling der naburige spieren door stroomlissen.
Eindelijk werd in 14 gevallen de M. Deltoides
onderzocht en telkens op de twee bovengenoemde
punten. Bij plaatsing der electrode op de gevoe-
ligste plaats kwam 11 maal de normale contractie-
formule te voorschijn, 3 maal echter bekwam liij
omkeering der formule; bij plaatsing op de weinig
gevoelige plaats echter werd 7 maal de normale
contractie-formule en 3 maal AnSc = KaSc ge-
vonden, terwijl 4 maal AnSc vóór KaSc optrad.
Jelly besluit hieruit, dat anomaliën der contrac-
tie-formule bij spieren op zich zelven niet als teeken
van een pathologischen toestand der spieren mogen
worden beschouwd en zij alzoo ook niet voldoende
zijn, om het voorhanden zijn van DgR. te be-
wijzen.
Stintzing \') onderzocht verscheidene verlam-
mingen meest van peripherischen oorsprong en heeft
daarbij nog meerdere afwijkingen of, zooals hij
het noemt, variaties van de typische DgR. waar-
•) D. Arch für klin Med. Bd. XLI. 1887.
-ocr page 59-47
genomen, dan tot op dat oogenblik beschreven
waren. Door bij deze verschillende waarnemingen
steeds in het oog te houden, of de verlamming
van meer of minder ernstigen aard en of zij pro-
gressief of regressief was, kwam hij er toe, om, na
4 hoofdvormen der DgR te hebben aangenomen,
deze voor de prognose te benutten en te onder-
scheiden in een hoogste, hooge, middelmatige en
lichte graad van degeneratie nl :
Eerste groep (hoogste graad).
DgR. met totaal verlies van prikkelbaarheid
van de zenuw (complete DgR.).
Tweede groep (hooge graad).
DgR. met particele (alleen faradische) prikkel-
baarheid van de zenuw.
Derde ff roep (middelmatige gniad).
DgR. met behoud van prikkelbaarheid der
zenuw maar faradische contractie-traagheid van
de zenuw uit:
d) bij galvanische contractie-traagheid van de
zenuw uit;
h) bij prompte galvanische contractie van do
zenuw uit.
Vierde groep (liclite graad).
DgR. met prompte contractie van do zenuw
uit (Erb\'s i)artiëele DgR.).
Onder DgR. verstaat Stintging hier het ver-
loren zijn der farado-musculairo en de vorhooging
der galvano-nuisculairo prikkelbiuirlieid.
48
En hiermede is mijn historisch overzicht der
DgR. ten einde.
Dat ik niet alles, wat over DgR. is geschreven,
kon releveeren en dat dit ook voor een historisch
overzicht niet noodig is, zal voorzeker ieder ge-
makkelijk begrijpen, die eenigermate op de hoogte
is van al hetgeen in de laatste jaren over dit
onderwerp het licht zag.
SBS
HOOFDSTUK III.
eigen onderzoek.
Alvorens ik tot de mededeeling der proeven
overga, wil ik vooraf in liet kort de methode aan-
geven, die ik bij mijn onderzoek gevolgd lieb.
I. De Operatie.
Nadat het konijn Avas opgespannen, werd de
l)laats, waar de huidsnede zou gemaakt worden
en hare omgeving van de haren bevrijd en met
carbolwater van ö°/o flink gewasschen.
Nadat alzoo dit gedeelte der huid zoo goed
mogelijk gereinigd cn gedesinfecteerd was, werd
met eveneens gedesinfecteerde instrumenten eene
huidsnede gemaakt van de noodige lengte en wel,
om de nn. lunibales o]) te zoeken, naast en in
ile richting van de wervelkolom en, om den n. ischi-
cidicus te bereiken, boven deze zenuw cn n dc
richting van de dijbcens])ieren.
Nadat alzoo huid, onderhuidsch celweefsel en
fascia waren doorgesneden, werd de zenuw met
stomp geweld uit hare omgeving losgemaakt on nu
50
öf met een aseptischen draad omsnoerd óf met eene
scherpe schaar doorgesneden.
Hierna werd de wond met slap carbolwater uit-
gespoeld en met aseptische zijde gesloten, de geheele
omgeving der wond nogmaals met carbolwater ge-
reinigd en het dier geïsoleerd in een helder hok
geplaatst.
Steeds was het Avondverloop gunstig en de alge-
meene toestand der dieren goed.
11. Het electrisch onderzoek.
Wederom Averd het konijn oj^gespannen. Daarna
Averden bij die dieren, Avaarbij de mm. gastrocnemii
moesten onderzocht Avorden, deze zoowel aan de ge-
zonde als aan de zieke zijde van huid, onderhuidsch
celweefsel en fascia ontdaan, terwijl daar,Avaarde
mm. lumbales voor \'t onderzoek moesten dienst
doen, deze over eene groote uitgestrektheid werden
blootgelegd-, hier behoefde de blootlegging slechts
aan ééne zijde te geschieden, omdat, daar niet alle
nn. lumbales onderbonden of doorgesneden waren,
er ter controle genoeg gezonde spieren overbleven.
Dit alles geschiedde wederom oj) boven vermelde
Avijze, alleen met dit onderscheid, dat hier het
operatieveld niet met carbolwater maar met eene
keukenzout-solutie van 0.6 die op lichaamstempe-
ratuur Avas gebracht, Averd vochtie: gehouden.
<5 OD ,
Hierop Averd het geheele dier in een Cl Na-bad
A\'an 0.6 ^\'en A^an lic]iaamstemj)cratuur gei)laatst en
51
nu kon het eigenlijk onderzoek een aanvang nemen.
Er rest mij nu nog, iets over de apparaten te
zeggen, die bij het electrisch onderzoek werden
aangewend.
a. Be faradische stroom.
De primaire stroom hierbij werd geleverd door
2 nieuwe Leclanclié-elementen, die een „Schlitten-
apparat" in gang brachten. Deze Leclanché-elementen
werden voor niets anders dan uitsluitend voor deze
proeven gebruikt, zoodat de electromotorisclie kracht
dezelfde bleef.
Bij de proeven werd steeds de stroom der secun-
daire klos gebezigd, waarvan de sterkte door
verandering van den rolafsband werd geregeld;
30 c. M. was de grootste rolafstand, die bij de
inrichting van dit ajiparaat kon verkregen worden.
h. De galvanische stroom.
Deze werd geleverd door eene constuntc indompc-
lings-batterij van Störer van 30 kool-zink elementen.
Steeds werden alle deze 30 elementen in werking
gezet, terwijl de stroomsterkte werd geregeld door een
rheostaat van Engelmann en in milli-amp^res werd
aangegeven door een horizontalen galvanometer van
Edelmann.
Bij alle proeven, zoowel met den faradischen
als met den galvanischen stroom werd de eene
l)ool in den vorm van een eivormig met zeemleer
overtrokken metalen lichaam als indilfcrente pool
in het bad gehangen.
52
De andere pool werd bij verschillende proeven
van verschillende electroden voorzien en w^el óf
van een platina-stift, waaraan een draadje was be-
vestigd, óf van een penseel-electrode; deze penseel-
electrode bestaat uit een aan ééne zijde puntig
toeloopende glazen buis; in de nauwe opening
dezer buis is een fijn penseel bevestigd, dat bij dc
proeven, daar deze allen in het bad geschieden,
van zelf met ClNa-solutie van 0,6wordt ge-
drenkt; de glazen buis wordt gevuld met gecon-
centreerde sulfatis-zinci-oplossing, waarin een goed
geamalgameerd zinkstaafje is gedompeld, dat aan
de eene zijde met het penseel en aan de andere
zijde met een metalen ring is verbonden; deze
metalen ring is bevestigd op de wijde of bovenste
opening van de glazen buis en heeft belialve zijne
verbinding met het zinksüuifje nog eene opening,
waarin de differente pool door middel van een
schroefje kan worden bevestigd.
Wanneer deze, wanneer gene electrade werd
gebruikt en wanneer de stroom-sluiting en opening
geschiedde door een metalen, wanneer door een
kwik-rheotoom, zal bij de beschrijving der proeven
worden aangegeven, opdat, indien hierdoor ver-
schil in reactie tot stand komt, dit dadelijk in
het oog valle.
Eindelijk moet ik nog vermelden, dat de ver-
andering van faradischen in galvanischen stroom\'
of omgekeerd eenvoudig geschiedde door het ver-
53
plaatsen van de Avip van een strooniAvisselaar.
terwijl eveneens door liet verstellen van de wip
van een anderen stroomwisselaar de differente
pool beurtelings tot kathode of anode kon gemaakt
Avorden.
EERSTE PROEF.
Proefdier: konijn.
6 Jan. 90, wordt streng aseptisch do rechter n. ischiadicus
doorgesneden; daarna wordt do wond gesloten.
Het wondverloop cn do algemeene toestand van
het dier zijn goed.
11 Jan. 90, dus den 5""" dag na de doorsnijding, worden
zoowel de linker als do reclitcr n. ischiadicus en
m. gastrocnemius blootgelegd. Nadat Jiet dier in
eon Cl Na-bad van 0.6 procent cn van lichaamstem-
peratuur geplaatst is, worden genoemde spieren
zoowel mot den faradischcn als met den galva-
nischen stroom onderzocht.
Bij dit onderzoek wordt een draadje als electrodo gebruikt.
Allo opgegeven contracties zijn locaal d. i. alleen in do
getroffen spiervczelen.
Indien niet anders wordt mcdegodceld, is steeds KaSc >
AnSc > AnOc > KaOc.
ZIEKE ZIJDE. I GEZONDE ZIJDE.
Faradische stroom.
(Metalen rhcotoom; enkele oponingsslag.)
Spier. R. k. 25 c. | Spier. R. A. 28 c.
-ocr page 67-ZIEKE ZIJDE. I GEZONDE ZIJDE.
55
Galvanische stroom.
(Metalen rheotoom.)
M. A. 0.7.
Sj)ier. Overal bij korte en
langere S=
AnOc.
Spier. Overal bij korte en
langere S: KaSc.
Resultaat van dit onderzoek:
1. De prikkelbaarheid der spier voor den faradischen stroom
is verminderd.
2. Do prikkelbaarheid der spier voor den galvanischen stroom
is toegenomen cn veranderd, hetwelk blijkt uit AnSc eu
AnOc.
TWEEDE PROEF.
Proefdier konijn.
G Jan. 90, wordt streng aseptisch dc rcchtcr n. ischiadicus
doorgesneden; daarna wordt do wond gesloten,
llot wondcrloop cn do algomoono toestand van
het dier zijn goed.
M Fcbr. 90, dus don dag na do doorsnijding worden
zoowel do linker als do rcchtcr n. ischiadicus cn
ni. gastrociicniius blootgelegd. Nadat hot dier in
ccno Cl Na-bad van 0,G procenten van lichaamstem-
peratuur geplaatst is, worden gcnocmdo spieren
zoowel met faradischen als met galvanischen
stroom onderzocht.
Bij dit onderzoek wordt een ponscol- clcctrodo gebruikt.
-ocr page 68-1163
Alle opgegeven contractie, zijn locaal d. i. alleen in de
getroffen spiervezelen.
Indien niet anders wordt medegedeeld, is steeds KaSc >
AnSc > AnOc > KaOc.
ZIEKE ZIJDE.
GEZONDE ZIJDE.
Faradische stroom.
(Metalen rheotoom; enkele openingsslag.)
Spier. R. A. 20 c. | Spier. R. A. 27 c.
Galvanische stroom.
(Metalen rebotoom.)
M. A. 0,5.
Spier. Overal bij korte en
langere S: Ka S c
AnSc
AnOc.
Daarenboven nog in het
binnenste gedeelte dor spier:
KaOc.
Spier. Overal bij korte cn
langere S: Ka S c
AnSc
An O c.
M. A. 0,75.
Overal bij korte S:
KaSc
AnSc
AnOc
KaOc
bij langere S: Ka S To.
Overal bij korte cn langere
S: KaSc
AnSc
AnOc.
M. A. 1.
Overal bij korte S:
KaSc
AnSc
AnOc
KaOc
bij langere S^: KaSïe.
Overal bij korte cn langere
S: KaSc
An S c
AnOc. .
0/
Overal bij korte S:
KaSc
AnSc
AnOc
KaOc
bij langere S: KaSTo
AnSTe.
Overal bij korte en langere
S: KaSc
AnSc
AnOc
KaOc.
ZIEKE ZIJDE I GEZONDE ZIJDE.
M. A. 1,25.
Resultaat van dit onderzoek:
1. De prikkelbaarheid der spier voor don faradischen stroom
is verminderd.
2. Dc prikkelbaarheid der spier voor den galvanischen stroom
is toogouomcn, hetwelk blijkt uit: KaOc, KaSTe en AnSTe.
DE 11 DE PROEF.
Proefdier: konijn.
G Jan. 90, wordt streng ascptisch do rechter n. ischiadicus
doorgesneden; daarna wordt do wond gesloten,
liet wondvcrloop en do algoinccno toestand van
het dier zijn goed.
18 Fcbr. 90, dus den 43\'"" dag na do doorsnijding, worden
zoowel do linker als do rcchtcr n. ischiadicus cn
in. gastrocncinlus blootgelegd. Nadat hot dier in
con Cl Na-bad vaii 0,G procont cn van lichaams-
temperatuur geplaatst is, worden genoenulo
spieren zoowel met don faradischen als met
don galvnnischcn stroom onderzocht.
Uij dit onderzoek wordt, ecu pcnsccl-clcctrodo gebruikt.
Alle opgegeven contracties zijn locaal d. i. alleen in do
getroffen spiorvczoleii.
Indien niet anders wordt inedcgcdeold: is steeds KaSc >
AnSc > AnOc > KaOc.
ZIEKE ZIJDE. I GEZONDE ZIJDE.
58
Faradische stroom.
(Metalen rheotoom; enkele openhigsslag)
Spier. R. A. 16 c. | Spier. R. A. 28 o.
Galvanische stroom.
(Metalen rheothoom).
M. A. 0,5.
Spier. (Binnenste gedeelte):
bij korte S: KaSc
AnSc
bij langere S: KaSTo
(Buitenste gedeelte):
bij korte en langere S:
KaSe
AnSc.
Spier. Overal bij korte en
langere S : KaSc
AnSc.
M. A. 0.75.
(Binnenste gedeelte):
bij korte S : KaSc
AnSc
AnOc
bij langere S: KaSïo
AnSTo
(Buitenste gedeelte):
bij korto S: KaSc
AnSc
AnOc
bij langere S: KaSTo
Overal bij korto S: KaSc
AnSc
AnOc
bij langere S: KaSc
iets verlengd.
M. A. 1.
(Binnenste gedeolto):
bij korto S: KaSc
AnSc
AnOc
bij langere S: KaSTe
AnSïo
(Buitenste gedeelte):
bij korto S: KaSc
AnSc
AnOc
bij langerons : KaSTo
Overal bij korto S: KaSc
AnSc
AnOc
bij langere S: KaSc
iets verlengd.
1166
Resultaat van dit onderzoek:
1. De prikkelbaarheid der spier voor deu faradischen stroom
is verminderd.
2. De prikkelbaarheid der spier voor den galvanischen stroom
is toegenomen, hetwelk blijkt uit: KaSTe en AnSTe.
VIERDE PROEF.
Proefdier: konijn.
24 Dec. 89, wordt streng ascptiscli dc rechter n. ischiadicus
onderbonden; daarna wordt do wond gesloten;
do ligatuur blijft liggen. Het wondverloop en de
algemeene toestand van het dier zijn goed.
28 Dec. 89, dus den dag na do onderbinding, worden
zoowel de linker als do rcchtor n. ischiadicus cn
ni. gastrocncmius bloot gelegd. Nadat het dier
in een Cl Na-bad van 0,C procent cn van lichaams-
temperatuur geplaatst is, worden genoemde
spieren zoowel met den faradischen als mot don
galvanischen stroom onderzocht.
JJij dit onderzoek wordt eon draadje als clcctrodo gebruikt.
Allo opgegeven contractica zijn locaal d. i. alleen in do
gctrofTcn spicrvczclcn.
Indien niet anders wordt medegedeeld, is steeds Ka S c >
AnSc > AnOc > KaOc.
ZIEKE ZIJDE. I GEZONDE ZIJDE.
Faradische stroom,
(ÄIctalen rheotoom; enkele openingsslag).
Spier. R. A. 16 c. | Spier. R. A. 29 c,
-ocr page 72-ZIEKE ZIJDE. I GEZONDE ZIJDE.
60
Galvanische stroom.
(Metalen rheotoom.)
M. A. 0,5.
Spier: Overal bij korte en
langere S: KaSc.
AnSc.
Spier: Overal bij korte cn
langere S: KaSc.
AnSc.
Resultaat van dit onderzoek :
De prikkelbaarheid der spier voor den faradischen stroom
is verminderd.
VIJFDE PROEF.
Proefdier: konijn.
24 Dcc. 89, wordt streng aseptiscli de rechter n. inhiadicus
onderbonden; daarna wordt do wond gesloten;
dc ligatuur blijft liggen. Ilct wondverloop en de
algemeene toestand van het dier zijn goed.
31 Dcc. 8y, dus den T""" dag na de onderbinding, wordon
zoowel dc linker als de rechter n. ischiadicus
cn m. gastrocnemius bloot gelegd. Nadat het
dier in een Cl Na-bad van 0,G procent en van
lichaamstemperatuur geplaatst is, worden ge-
noemde spieren zoowel met den ftiradischen als
met den galvanischen stroom onderzocht.
Bij dit onderzoek wordt een draadje als electrode gebruikt.
Alle opgegeven contracties zijn locaal d. i. alleen in de
getroffen spiervezelen.
Indien niet anders wordt medegedeeld, is steeds KaSc >
AnSc > AnOc>> KaOc.
ZIEKE ZIJDE. I GEZONDE ZIJDE.
61
Faradische stroom.
(Metalen rhootoom; enkele openingsslag).
„ Spier. II. A. 18 c. | Spier. R. A. 28 c.
Galvanische stroom.
(Metalen rheotoom).
M. A. 0,8.
Spier: Overal:
bij korte eu langere S: KaSc
AnSc
Resultaat van dit onderzoek :
1. Dc prikkelbaarheid der spier voor don faradischen stroom
is verminderd.
2. Do prikkelbaarheid der spier voor den galvanischen
stroom is toegenomen en veranderd, hetwelk blijkt uit:
KaSTo cn AnSTe cn uit: AnSo = KaSc.
ZESDE PROEF.
Proefdier: konijn.
2-1 Dcc. 89, wordt streng ascptisch de rechter n. ischiadicus
onderbonden; daarna wordt do wond gesloten;
do ligatuur blijft liggen. Het wondvorloop cn de
ftlgcnieeno toestand van hot dier zijn goed.
31 Dcc. 89, dus don T""\'» dag na do onderbinding worden
zoowol do linker als do rcchtcr n. ischiadicus en
m. gastrocnemius bloot gelegd. Nadat het dier
in oen Cl Na-bad van 0.6 procent en van lichaanis-
tcmperatuur geplaatst is, worden genoeiude spieren
Spier: Overal:
bij torto
mango
62
zoowel met den faradischen als met den galva-
nischen strooni onderzocht.
Bij dit onderzoek wordt een draadje als electrode gebruikt.
Alle opgegeven contracties zijn locaal d. i. alleen in de ge-
troffen spiervezelen.
Indien niet anders wordt medegedeeld, is steeds KaSc >
AnSc > AnOc > KaOc.
ZIEKE ZIJDE. I GEZONDE ZIJDE.
Faradische stroom.
(Metalen rheotoom; enkele openingsslag).
Spier. R. A. 18 c. | Spier. R. A. 28 c.
Galvanische st r,o o m.
(^fetalen rheotoom.)
M. A. 0,3.
Spier. Overal:
by korte S: KaSc ) ^erk
AnSc S
bij langere KaSTej^^^^^t^^.^
Spier. Overal bjj korte en
langere S: KaSc
AnSc.
Resultaat van dit onderzoek:
1. Do prikkelbaarheid der spier voor den faradischen stroom
is verminderd.
2. De prikkelbaarheid der spier voor den galvanischen stroom
is toegenomen en veranderd, hetwelk blijkt uit: KaSïc en
AnTe en uit: AnSc =: KaSc.
ZEVENDE PROEF,
63
Proefdier, konijn.
13 Dec, 89, worden streng aseptisch 2 nn, lumbales sinistri
onderbonden; daarna Avordt de wond gesloten;
de ligatuur blijft liggen. Het wondverloop en de
algemeene toestand van het dier zijn goed,
21 Dec. 89, dus den 8"\'" dag na do onderbinding worden
eenige nn. lumbales sinistri met de daarajvn
beantwoordende spiorvezelcu bloot gelegd en van
deze laatste , nadat het dier in een 01 Na-bad van
0,G procent en van lichaamstemperatuur geplaatst
is, een ziek en een gezond gedeelte zoowel met
den faradischcn als met don galvanischen stroom
onderzocht,
IJij dit onderzoek wordt een draadje als elcctrode gebruikt.
Allo opgegeven contracties zijn locaal d. i. alleen in do
getroffen spiervczelen.
Indien niet anders wordt medegedeeld, is steeds KaSc >
AnSc > AnOc > KaOc.
ZIEK GEDEELTE. | GEZOND GEDEELTE.
Faradische stroom.
(Metalen rheotoom; enkele openingsslag.)
Spier. R. A. 15 c. | Spier. R. A. 24 c.
Oahanische stroom.
(Kwikrhcotoom.)
M, A. 0,0.
Sjuer. Geen contractie. | Sjiier. Geen contractio.
-ocr page 76-64
ZIEK GEDEELTE. | GEZOND GEDEELTE.
M. A. 1.
Overal bij korte S:
KaSc
AnSc
bij langere S : KaSTe
AnSTe.
deze AnSTe duurt tot
10 sec. toe.
Overal bij korte en langere
S: KaSc
AnSc
M. A. 1,5.
Overal bij korte S:
KaSc
AnSc
bij langere S: KaSTo
AnSTe.
Overal bij korte en langere
S: KaSc
AnSc
Resultaat van dit onderzoek:
1. De prikkelbaarheid der spier voor den faradischen stroom
is verminderd.
2. De prikkelbaarheid der spier voor den gavanischen stroom
is toegenomen, hetwelk blijkt uit: KaSTe cn AnSTe.
ACHTSTE PROEF.
Proefdier; konijn.
13 Dcc. 89, worden streng aseptisch 2 un. Iiimbales sinistri
onderbonden; daarna wordt de woud gesloten^
do ligatuur blijft liggen. Het wondverloop cn do
algemeene toestand van het dier \'zijn goed.
23 Dcc. 89, dus den 9"\'"\' dag na dc onderbinding, worden
eenigo nn. lumbalcs sinistri met do daaraan
beantwoordende spiervezelen blootgelegd cn van
dezo laatste, nadat het dier in een Cl Na-bad van
0,G procent cn van lichaamstemperatuur geplaatst
is, een ziek en een gezond gedeelte zoowel met
65
den faradischen als met den galvanischeu stroom
onderzocht.
Bij dit onderzoek wordt een draadje als electrode gebruikt.
Alle opgegeven contracties zijn locaal d. i. alleen in de
getroffen spiervezelen.
Indien niet anders wordt medegedeeld, is steeds KaSc >
AnSc > AnOc > KaOc.
ZIEK GEDEELTE. | GEZOND GEDEELTE.
Faradische stroom.
(Metalen rheotoom; onkelo oponingsslag).
Sjiier. R. A. 16 c. | Spier. R. A. 24 c.
Galvanische stvoom.
(Kwikrheotoom).
^r. A. 0,G.
Sjner: Overal: Spier: Geen contractie,
bij korto S: KaSc / zeer
AnSc j zwak.
bij langere S: KaSTo) zeer
AnSTo zwak.
M. A. 1.
Overal:
bij korto S: KaSc
AnSc
bij langere S: KaSTo
AnSTo
Overal:
bij korto cn langere S: KaSc
AnSo
M. A. 1,5.
Overal:
bij korto S: KaSc
AnSo
AnOc
bij langere S: KaSTo
AnSTo
Overal:
bij korto S: KaSo
AnSo
\' AnOc
bij langere S: KaSTo
Resultaat van dit onderzoek:
-ocr page 78-66
1. De prikkelbaarheid der spier voor den faradischen stroom
is verminderd.
2. De prikkelbaarheid der spier voor den galvanischen stroom
s toegenomen, hetwelk blijkt uit: KaSTe en AnSTe.
NEGENDE PROEF.
Proefdier: konijn.
18 Dec. 89, worden streng aseptisch 2 nn. lumbales sinistri
onderbonden; daarna wordt de wond gesloten;
de ligatuur blijft liggen. Het wondverloop cn do
algemecme toestand van het dier zijn goed.
24 Dec. 89, dus den 6\'\'" dag na de. onderbinding, worden
eenigo nn. lumbales sinistri met do daaraan
beantwoordende spiervczelen bloot gelegd en van
deze laatste, nadat het dier in een ClNa-bad
van 0,6 procent en vau lichaamstemperatuur
geplaatst is, een ziek cn een gezond gedeelte
zoowel met den faradisclicn als mot den galva-
nischen stroom onderzocht.
Bij dit\'onderzoek wordt eon draadje als electrodo gebruikt.
Alle opgegeven contracties zijn locaal d. i. alleen in do
getroffen spiervczelen.
Indien niet anders wordt medegedeeld, is steeds Ka S c >
AnSc > AnOc > KaOc.
ZIEK GEDEELTE. | GEZOND GEDEELTE.
Faradische stroom.
(Metalen rheotoom; enkele openingsslag).
Spier. R. A. 15 c. | Spier. R. A. 23 c.
-ocr page 79-67
ZIEK GEDEELTE. | GEZOND GEDEELTE.
Galvanische stroom.
(Kwik rheotoom).
M. A. 0,6.
Spier: Geen contractie. | Spier: Geen contractie.
M. A. 1.
Overal:
bij korte S: KaSc
AnSc
AnOc
bij langere S: KaSTo tot
10 sec. toe durende;
AnSTc langzaam
verdwijnende.
Overal:
bij korte S: KaSc
AnSc
AnOc
bij langere S: KaSTe, lang-
zaam verdwijnende en dik-
wijls afwisselende mot Ka
Sc.
M. A. 1,5.
Overal:
bij korte S: KaSc
AnSc
AnOc
bij langere S: KaSTo
AnSTe
Overal:
bij korte S: KaSc
AnSc
AnOc
bij langere S: KaSTe
Resultaat van dit onderzoek:
1. De prikkelbaarheid der spier voor don faradischen stroom
is verminderd.
2. Do prikkelbaarheid der spier voor den galvanischen
stroom is toegenomen, hetwelk blijkt uit: KaSTe cn AnSTo.
TIENDE PROEF.
Proefdier: konijn.
18 Dec. 89, worden streng a8ei)ti8ch 2 nn. lumbales sinistri
onderbonden; daarna wordt do wond gesloten;
do ligatuur blijft liggen. Het wondverloop en do
algemeono toestand van liot dier zijn goed.
68
27 Dec. 89, dus den 9\'\'"\' dag na de onderbinding, worden
eenige nn. lumbales sinistri met de daaraan
beantwoordende spiervezelen blootgelegd en van
deze laatste, nadat het dier in een ClNa-bad
van 0.6 procent en van lichaamstemperatuur
geplaatst is, een ziek en een gezond gedeelte
zoowel met den faradischen als met den galva-
nischen stroom onderzocht.
Bij dit onderzoek wordt een draadje als electrode gebruikt.
Alle opgegeven contracties zijn locaal d. i. alleen in de ge-
troffen spiervezelen.
Indien niet anders wordt medegedeeld, is steeds KaSc >
AnSc > AnOc > KaOc.
ZIEK GEDEELTE. | GEZOND GEDEELTE.
Faradischen stroom.
(Metalen rheotoom; enkele openingsslag.)
Spier. R. A. 14 c. | Spier. R. A, 24 c.
Galvanische stroom.
(Metalen rheotoom.)
M. A. 0.5.
Spier-. Geen reactie, | Spier-. Geen reactie.
M. A. 0.8.
Overal bij korte S: Overal:
Lt
bij langere S:
SIS
M. A. 1.
bij) korte cn langere S: KaSc.
Overal bij korte S:
KaSc
AnSc
oven sterk
Overal:
bij korte en langere S: KaSc
AnSc
bij langere S:
loven sterk
AnSTo )
69
ZIEK GEDEELTE. | GEZOND GEDEELTE.
M. A. 1.5.
Overal:
bij korto en langere S: KaSc
AnSc
AnOc
Overal bij korto S :
Lt
AnOc
bij langere S:
Resultaat van dit onderzoek:
1. Dc prikkelbaarlieid der spier voor den faradischcn stroom
is verminderd.
2. Do prikkelbaarheid dcr spier voor den galvanischen\'stroom
is toegenomen en veranderd, lietwelk blijkt uit: KaSTo en
AnSTe cn uit: KaSc = AnSc.
Proefdier konijn.
6 Febr. 90, wordt het rechter onderbeen van onderen naar
boven tot otcu onder de knio mot een olastischou
buis tamelijk krachtig omwonden; nadat do buis
aldus gedurende 2 uren is blijven liggen, wordt
zij weggenomen.
7 Febr. 90, 24 uren na do omwinding, wordt zoowol do
linker als do rechter m. gastrocnemius bloot
gelegd. Nadat het dier in een ClNa-bad van
Ü,G procent en van lichaamstemperatuur geplaatst
is, worden genoemde spieren zoowel mot den
faradischcn als met den galvanischen stroom
onderzocht.
Do gchcolo rechter ni. gastrocnemius is oedematcus; aan deze
spier zijn drio gedeelten to onderscheiden nl:
1®. een centraal, \'t dichtst bij do zenuw gelegen, gedeelte,
dat normaal van kleur on van consistentie is: „het schijnbaar
normale gedeelte ";
70
2». een peripherisch, \'t dichtst bij de pees gelegen, gedeelte,
dat geïnfiltreerd, verhard en wit-is: „het witte geinfilreerde
gedeelte\'\'\'\'-, en
3\'. een, tusschen deze beide gelegen, middelste gedeelte,
dat geïnfiltreerd, minder verhard dan „ het witte geïnfiltreerde
gedeelte", en rooder dan „het schijnbaar normale gedeelte"
is: y,het roode geinfiUreerde gedeelte".
Bij dit onderzoek wordt een penseel-electrode gebruikt.
Alle opgegeven contracties, indien niet uitdrukkelijk het
tegendeel vermeld wordt, zijn locaal d. 1. alleen in de getroffen
spiervezelen.
Indifch niet anders wordt medegedeeld, is steeds KaSc >
AnSc > AnOc > KaOc.
ZIEKE ZIJDE. I GEZONDE ZIJDE.
Faradische stroom.
(Metalen rheotoom; enkele oponingsslag.)
Spier: R. A. 28 c.
Spier:
in H witte geinfiUreerde
gedeelte: zeXh bij R. A. 16 nog
geen locale contractie , doch
alleen contractie (yj afstand;
in H roode geinfdtreerde
gedeelte: R. A. 22 c;
in H schijnbaar normale ge-
deelte: R. A. 28 c.
Galvanische stroom.
(Metalen rheotoom.)
M. A. 0,3.
Sjüer:
in H witte geinfdtreerde
gedeelte:
geen reactie;
in \'t roode geinfdtreerde
gedeelte:
bij langere S: KaSc niet ver-
lengd, AnSTo
Spier: Overal:
bij korto\'S: KaSc
AnSc
bij langere S : geen vcrlongdo
contractie.
ZIEKE ZIJDE. I GEZONDE ZIJDE.
71
in H schijnhaar normale
gedeelte:
bij korte S: KaSc
AnSc
bjj langere S: geen verlengde
contractie.
M. A. 0,5.
in H witte geïnfiltreerde
gedeelte:
geen reactie;
in H roode geinfiUreerde
gedeelte:
bij korte S:KaSc),
AnSc
AnOc
bjj langere S: KaSc iets
verlengd,
AnSTe;
in H schijnbaar normale
gedeelte:
bij korto S : KaSc
AnSc
AnOc
bij langere S:
KaSc ) beide iets
AnSc j verlengd.
Resultaat van dit onderzoek:
1. Do prikkelbaarheid der spier voor don faradischen stroom is:
a. in H witte geinfiUreerde gedeelte sterk verminderd of ver-
loren gegaan;
h. in H roode geinfiUreerde gedeelte verminderd;
e. inH schijnbaar «orma/e (/«/cfZ/e juist nis in do gezonde spier.
2. Do prikkelbaarheid dor spier voor don galvanischen
stroom is:
a. in H witte geinfiUreerde gedeelte sterk verminderd of ver-
loren gegaan, want er volgt bij de aangewende Btroomstcrkto
geon reactie.
Overal
bij korto S: KaSc
AnSc
AnOc
bij langere S :
KaSc beide iets
AnSc verlengd.
b in H roode geinfiUreerde gedeelte veranderd cn toegenomen,
even sterk;
-ocr page 84-hetwelk blijkt uit de gelijkheid der korte c bij korte AnSen
korte KaSen uit AnSTe bij langdurige sluiting;
c. in H schijnbaar normale gedeelte juist als in de gezonde
spier.
TWAALFDE PROEF.
Proefdier: konijn.
8 Febr. 90, wordt het rechter onderbeen van onderen naar
boven tot even onder de knie met een elastischcn
buis tamelijk krachtig omwonden; nadat do buis
aldus gedurende 2 uren is blijven liggen, wordt
\' zij weggenomen.
12 Febr. 90, 4 dagen na de omwinding, wordt zoowel do
linker als de rechter m. gastrocnemius bloot
gelegd. Nadat het dier in een ClNa-bad van
0,6 procent en van lichaamstc mperatuur geplaatst
is, worden genoemde spieren zoowel met den
faradischen als met den galvanischen stroom
onderzocht.
Do goheele rechter m. gastrocnemius is ocdematens; aan
dezo spier zijn drie gedeelten te onderscheiden:
1®. een centraal, \'t dichtst bij do zenuw gelegen, gedeelte,
dat normaal van kleur en van consistentie is: y,het schijnbaar
normale gedeelte\'\'\'\'\\
2«. een peripherisch, \'t dichtst bij do pees gelegen, ge-
deelte , dat geinfiltrccrd, verhard en wit is: • „ het witte geinfil-
tr eerde gedeelte"cn
3®. een, tusschen deze beido gelegen, middelste gedeelte,
dat geinfiltrccrd, minder verhard dan „ het witte geinfiltreerde
gedeelte" en rooder dan „hot schijnbaar normale gcdeclto"
is: „het roode geinfiltreerde gedeelte".
Bij dit onderzoek wordt een pencccl-electrodc gebruikt.
-ocr page 85-73
AJle opgegeven contracties, indien niet uitdrukkelijk het
tegendeel vermeld wordt, zijn locaal d. i. alleen in de getroffen
spiervczelen.
Indien niet anders Avordt medegedeeld, is steeds KaSc >
AnSc > AnOc > KaOc.
ZIEKE ZIJDE. I GEZONDE ZIJDE.
Faradischcn strootn.]
(Metalen rheotoom ; enkoio openingsslag).
Spier: R. A. 28 c.
Spier:
in H witte geinfiltrecrde ge-
deelte: zelfs bij 11. A. 14 nog
geen locale contractio, doch
alleen contractie op afstand;
in H roode geïnfiltreerde
gedeelte: 11. A. 24 c;
in H schijnbaar normale
gedeelte: R. A. 27 c.
Galvanische stroom.
(Metalen rheotoom).
M. A. 0,4.
Spier:
in H witte geinfiltrecrde ge-
deelte: geen reactie;
in H roode geïnfiltreerde ge-
deelte :
bij korto S: KaScj^^^^^^j^^^
bij langere S: KaSc niet ver-
lengd
AnSTo;
in H schijnbaar normale
gedeelte:
bij korto S: KaSc
AnSc
bij langere S: geen verlengde
contractio.
Spier: Overal:
bij korto S: KaSc
AnSc
bij langero S: geen verlengde
contractie.
ZIEKE ZIJDE. I GEZONDE ZIJDE.
74
in V witte geinfiUreerde
gedeeUe:
geen reactie;
in \'t roode geinfiUreerde
gedeeUe:
bij korte S : Kagj^^^^^j^^j^.
AnOc
bij langere S : KaSc iets ver-
lengd
AnSTe;
in H schijnbaar normale
gedeeUe:
\'bij korte S: KaSc
AnSc
AnOc
bjj langere S:
KaSc ) beido iets
AnSc j verlengd;
Overal:
bij korte S: KaSc
AnSc
AnOc
bij langere S:
KaSc ] beide iets
AnSc ) verlengd;
M. A. 0,6.
M. A. 0,8.
in 7 witte geinfiUreerde
gedeeUe:
geen reactie;
in H roode geinfiUreerde
gedeeUe:
bij korte S : KaSc^ „„ „«.^„i,.
AnOc
bij langere S : KaSc iets ver-
lengd
AnSTe;
in H schijnbaar normale
gedeeUe:
bij korte S : KaSc
AnSc
AnOc
bij langere S: KaSTo
AnSc iets
verlengd.
llcsultaat van dit onderzoek:
Overal:
bij korto S: KaSc
AnSc
AnOc
bij langere S: KaSTe
, AnSc iets
verlengd;
-ocr page 87-/ O
1. De prikkelbaarheid der spier voor den faradischen stroom is:
a. in H witte gein filtreer de gedeelte sterk verminderd of ver-
loren gegaan;
h. in H roode geinfiUreerde gedeelte verminderd;
c. in H schijnbaar normale gedeelte^iuist als in de gezonde spier.
2. De prikkelbaarheid der spier voor den galvanischen
stroom is:
a. in H witte geinfiUreerde gedeelte sterk verminderd of ver-
loren gegaan, want er volgt bij de aangewende stroomsterkte
geen reactie;
b. in H roode geïnfiltreerde gedeelte veranderd cn toegenomen,
hetwelk blijkt uit het niet optreden van KaSïe bij langere
sluiting, uit do gelijkheid der korte c bij korto AnS en
korte KaS eu uit AnS To bij langere sluiting.
c. in H schijnbaar normale gedeelte juist als in de gezonde
spier.
DERTIENDE PROEF.
Proefdier konijn.
8 Febr. \'JO , wordt hot rcchtcr onderbeen van onderen naar
boven tot oven onder do knio met een elastischen
buis tamelijk krachtig omwonden; nadat do buis
aldus gedurende 2 uren is blijven liggen, wordt
zij weggenomen.
13 Fobr. 90, 5 dagen na de omwinding, wordt zoowel de
linker als do rechter m. gostrocnemius bloot-
gelegd. Nadat hot dier in eon ClNa-bad van
0,G procent en van lichaamstemperatuur geplaatst
is, worden genoemde spieren zoowel mot den
faradischen als met den galvanischen stroom
onderzocht.
76
De geheele rechter m, gastrocnemius is ocdemateus; aan
deze spier zijn drie gedeelten te onderscheiden;
1®. een centraal, \'t dichtst bij de zenuw gelegen gedeelte,
dat normaal van kleur en van consistentie is: „/lei schijnbaar
normale gedeelte\'\'\'\'-,
2°. een perepherisch,\'t dichtst bij de pees gelegen gedeelte,
dat geïnfiltreerd, verhard en wit is: y,het icitte geinfiltreerde
gedeelte "; en
3°. een tusschen deze beide gelegen middelste gedeelte, dat
geinfiltrccrd, minder verhard dan „ het witte geinfiltreerde
gedeelte" en rooder dan „het schijnbaar normale gedeelte"
is: „H roode geinfiltreerde gedeelte ".
Bij dit onderzoek wordt een pensccl-electrode gebruikt.
Alle opgegeven contracties, indien niet uitdrukkelijk het
tegendeel vermeld wordt, zijn locaal d.i. alleen in do getroffen
vezelen.
Indien niet anders wordt medegedeeld, is steeds Ka S c >
AnSc > AnOc > KaOc.
ZIEKE ZIJDE.
Spier: R. \'A. 27 c.
GEZONDE ZIJDE.
Faradische stroom.
(Metalen rheotoom; enkele opcningsslag.)
Spier:
in H witte geinfiltreerde
gedeelte: zelfs bij R. A. 16 nog
geen locale contractie, doch
alleen contractie op afstand-^
in H roode geinfiltreerde
gedeelte: K. A. 23 c;
in H schijnbaar normale
gedeelte: R. A. 27 c.
ZIEKE ZIJDE. I GEZONDE ZIJDE.
77
Galvanische stroom.
(Metalen rheotoom.)
M. A. 0,4.
Spier:
in \'t witte geinfiltrecrde
gedeelte:
geen reactie;
in H roode geinfiltrecrde
gedeelte:
\'"""■""\'\'SS!«—;
AnOc
bij langero S : KaSc niet ver-
lengd. AnSïo;
in H schijnbaar normale
gedeelte:
bij korto S: KaSc
AnSc
AnOc
Spier: bij korto S.
KaSc\'
AnScl®^«^^^^\'
AnOc
op enkele plaatsen;
bij langere S : geen verlengde
contractio.
bij langere S : geen verlengde
contractie.
M. A. 0,6.
in H witte geinfiltreerde
gedeelte:
goen reactie;
in H roode geinfiltreerde
gedeelte:
bij korte S: KaSc oven
AnSc* sterk;
AnOc
KaOc
bij langere S: KaSc iets ver-
lengd; AnSTo;
in H schijnbaar normale
gedeelte
bij korto S : KaSc
\' AnSc
AnOc
bij langero S : KaSc i beide iets
AnSc verlengd.
Overal:
bij korto S: KaSc
AnSc
AnOc
bij langere S: KaSc beide iet»
AnSc
78
Resultaat van dit onderzoek:
1. De prikkelbaarheid der spier voor den faradischen stroom is:
a. in H witte geinfiltreerde gedeelte sterk verminderd of ver-
loren gegaan;
h. in H roóde geinfiUreerde gedeelte verminderd;
e. in H schijnbaar normale gedeelte juist als in de gezonde spier.
2. De prikkelbaarheid der spier voor den galvanischen stroom is:
a. in H witte geinfiUreerde gedeelte sterk verminderd of ver-
loren gegaan , want er volgt bij de aangewende stroomsterkte
geen reactie;
h. in H roode geinfiUreerde gedeelte veranderd en toegenomen,
hetwelk blijkt uit de gelijkheid der korte c bij korte AnS
en korte KaS uit KaOc en uit AnSTe bij langere sluiting;
e. in H sc/jy«Jaar ??omaZe ^reieeï^e juist als in de gezonde spier.
VEERTIENDE PROEF.
Proefdier: konijn.
17 Febr. 90, wordt het rechter onderbeen van onderen naar
boven tot even onder do knie met elastischen
buis tamelijk krachtig omwonden; nadat de buis
aldus gedurende 2 uren is blijven liggen, wordt
zij weggenomen.
18 Febr. 90, 24 uren na de omwinding, wordt zoowel do
linker als do rechter m. gastrocncmius bloot ge-
legd. Nadat het dier in een ClNa-bad van
0,6 procent en van lichaamstemperatuur geplaatst
is,\'worden genoemde spieren zoowel met den fara-
dischen als met den galvanischen stroom onderzocht.
Do geheele rechter m. gastrocnemius is oedematens; aan
deze spier zijn drie gedeelten te onderscheiden:
1». een centraal, \'t dichtst bij de zenuw gelogen, gedeelte,
-ocr page 91-79
dat normaal van kleur en van consistentie is: „ het schijnbaar
normale gedeelte ";
2°. een peripherisch, \'t dichtst bij dc pees gelegen, ge-
deelte , dat geinfiltreerd, verhard en wit is: „ het witte gein-
filtreerde gedeelte"\', en
3®. een, tusschen deze beide gelegen, middelste gedeelte,
dat geinfiltreerd, minder verhard dan „ het witte geinfiltrecrde
gedeelte" en rooder dan „het schijnbaar normale gedeelte"
is : \'„ het roode geinfiUreerde gedeeUe".
Bij dit onderzoek wordt een penseel-electrode gebruikt.
Alle opgegeven contracties, indien niet uitdrukkelijk het
tegendeel vermeld wordt, zijn locaal d. i. alleen in de ge-
trofFen spiervezelen.
Indien niet anders wordt medegedeeld, is steeds KaSc >
An Sc An Oc > Ka O c.
Z1EK5 ZIJDE. I GEZONDE ZIJDE.
Faradische stroom
(Metalen rheotoom; enkele oponingsslag.)
Spier: Spier: R. A. 28 c.
in H witte geinfiUreerde ge-
deelte: zelfs bij R. A. 18 nog
geen locale contractie, doch
alleen contractie op afstand;
in H roode geinfiUreerde
gedeelte: R. A. 21 c.;
in \'/ scgijnbaar normale
gedeelte: R.\'A. 28 c.
Galvanische stroom.
(Metalen rhootoom.)
M. A. 0.5.
Spier:
in V witte geinfilteerde ge-
deeUe: geen reactio;
in H roode geinfilteerde ge-
deelte :
bjj korte S:
Spier: Overal:
bjj kortere S: KaSo
AnSo
AnOc
bjj laiigorn S: geen vcrlongdo
contractie.
ZIEKE ZIJDE. GEZONDE ZIJDE.
AnOc.
bij langere S: KaSc niet
verlengd
AnSTe;
in H schijnbaar normale
gedeelte:
bij korte S: KaSc
AnSc
AnOc
bij langere S: geen verlengde
contractie.
M. A. 0.75.
in H witte geinfiltreerde
gedeelte:
geen reactie;
in \'t roode geinfiltreerde
gedeelte:
bij korto S:
K^ljovcnstck
AnOc
bij langere S: KaSc iets
verlengd
AnSTo;
in H schijnbaar normale
gedeelte:
bij korto S:
KaSc
AnSc
AnOc
bij langere S:
KaSc ) beide iets
AnSc ) verlengd.
Overal:
bij korto S:
KaSc
AnSc
AnOc
bij langere S:
KaSc \'
AnSc !
beido iets
verlengd;
ZIEKE ZIJDE. I GEZONDE ZIJDE.
81
M. A. 1.
in H witte geinfiltreerde ge-
deelte: geen reactie; alleen
KaSc op afstand;
in 7 roode geinfiltreerde
gedeelte:
bij korte S: KaSc) . i
AnOc
bij langere S: KaSc iets
verlengd
AnSTo;
in H schijnbaar normale ge-
deelte :
bij korte S: KaSc
AnSc
AnOc
Overal:
bij korte S: KaSc
AnSc
AnOc
bij langere S: KaSc beide iets
AnSc verlengd
bij langere S: KaSc
AnSc
Resultaat van dit onderzoek:
1. Do prikkelbaarheid dcr spier voor don faradischcn stroom is.
«. in H witte geinfiltrecrde gedeelte stork verminderd of ver-
loren gegaan;
h. in H roode geinfiltreerde gedeelte verminderd;
c. in H schijnbaar normale gedeelte juist als in do gezonde
spier.
2. Do prikkelbaarheid dcr spier voor don galvanischen
stroom is:
a. in H witte geinfiltreerde gedeelte sterk verminderd of ver-
loren gegaan, want er volgt bij do aangewende stroomsterkte
6f in \'t geheel geen reactie 6f slechts contractio op afstand;
b. in H roode geinfiltreerde gedeelte veranderd cn toegenomen,
hetwelk blijkt uit do gelijkheid der korto c bij korto AnS
en korto KaS en uit AnSTo bij langero sluiting;
c. in schijnbaar normale gedeelte juist als in do gezonde
spier.
beide iets
verlcncrd
VIJFTIENDE PEOEF.
82
Proefdier: konijn.
17 Febr. 90. wordt het rechter onderbeen van onderen naar
boven tot even onder de knie met een elastischen
buis tamelijk krachtig omwonden; nadat de buis
aldus gedurende 2 uren is blijven liggen, wordt
zij weggenomen.
19 Febr. 90. 2 dagen na de omwinding, wordt zoowel dc
linker als de rechter m. gastronicus blootgelegd.
Nadat het dier in een Cl Na-bad van 0,6 procent
en van lichaamstemperatuur geplaatst is, worden
genoemde spieren zoowel met den faradischen als
met den galvanischen stroom onderzocht.
De geheele rechter m. gastrocnemius is oedemateus; aan
deze spier zijn drie gedeelten te onderscheiden:
1°. een centraal, \'t dichtst bij de zenuw gelegen, gedeelte,
dat normaal van kleur en consistentie is: Jiet schijnbaar nor-
male gedeelte-,
2». een periferisch, \'t dichtst bij de pees gelegen, gedeelte,
dat geinfiltreerd, verhard en wit is: „hel witte geinfiltrecnlc
gedeelte" cn
3®. een; tusschen deze beido gelegen, middelste gedeelte,
dat geïnfiltreerd, minder verhard dan „ het witte geinfiltrecrde
gedeelte" en rooder dan „het schijnbaar normaio gedeelte"
is: „hel roode geinfdtreerde gedeelte".
Bij dit onderzoek wordt een penscel-clcctrodo gebruikt.
Alle opgegeven contracties, Indien niet uitdrukkelijk het
tegendeel vermeld Avordt; zijn locaal d. i. alleen in do getrofTcn
spiervezelen.
Indien niet anders wordt medegedeeld, Is steeds KaSc >
AnSc > AnOc > KaOc.
ZIEKE ZIJDE. I GEZONDE ZIJDE.
83
Faradische stroom.
(Metalen rheotoom; enkele openingsslag..)
Spier: Spier: R. A. 28 e.
in H witte geinfiUreerde
gedeeUe: zelfs bij R. A. 16
nog geen locale contractie,
doch alleen contractie op
afstand ;
in V roode geinfiUreerde
gedeelte: R. A. 22 c;
in \'t schijnbaar normale
gedeelte: R. A 28 c.
Galvanische stroom.
(Metalen rheotoom.)
M. A. 0,3.
Spier:
in 7 witte geinfiUreerde
gedeelte:
geen reactie;
in \'t roode geinfiUreerde
gedeelte:
bij korte S: KaScj^^^^
bij langere S: KaSc niet ver-
lengd
AnSTe;
in H schijnbaar normale
gedeelte;
bij korte S: KaSc
AnSc
bij langere S: geen verlengde
contractie.
Spier: Overal:
bij korte S: KaSc
AnSc
bij langere S: geon verlengde
contractie.
M. A. 0,5.
in \'t witte geinfiUreerde
gedeeUe;
geen reactie;
Overal •
bij korte S: KaSc
AnSc
AnOc
ZIEKE ZIJDE. GEZONDE ZIJDE.
in \'t roode geinfiltreerde
gedeelte:
bij korte S: KaSc
AnSc\'
AnOc
bij langere S: KaSc iets ver-
lengd
AnSTe;
in \'t schijnbaar normale
gedeelte :
bij korte S: KaSc
AnSc
AnOc
bij langere S:
KaSc 1 beide iets
; AnSc 3 verlengd.
even sterk;
bij langere S :
KaSc) beide iets
AnSc) verlengd.
AnOc
KaOc
bij langere S: KaSc iets ver-
lengd
AnSTe;
in H schynhaar normale
gedeelte:
bij korto-S: KaSc
AnSc
AnOc
KaOc
bij langere S: KaSc
jlcngd;
ZIEKE ZIJDE.
bij korte S: KaSc
AnSc
AnOc
bij langere S:
M. A. 0,75.
in H witte geinfiltreerde Overal:
gedeelte: geen reactie;.
in H roode geinfiltreerde
gedeelte:
bij korte S: KaSc) even
AnSc) sterk
KaSc. beide iets
AnSc i verlengd.
GEZONDE ZIJDE.
M. A. 1.
Overal:
bij korte S: KaSc
AnSc
AnOc
in \'t witte gcinfiliren\'dc
gedeelte: geen reactie; alleen
zwakke KaSc op afstand;
ZIEKE ZIJDE. I GEZONDE ZIJDE.
85
in \'t roode geinfdtreerde
gedeelte:
bij korte S: KaSci even
AnSc i sterk
AnOc
KaOc ^
bij langere S: KaSc iets ver-
lengd
AnSTo;
in \'t schijnbaar normale
gedeelte:
bij korte S: KaSc
AnSc
AnOc
KaOc
bij langere S: KaSTo
AnSc iets verlengd.
Resultaat van dit onderzoek:
1. Do prikkelbaarheid der spier voor den faradischen stroom is:
a. in \'t witte geinfdtreerde gedeelte sterk verminderd of ver-
loren gegaan;
b. in H roode geinfdtreerde gedeelte verminderd:
c. in \'t schijnbaar HonHaicjfcdcei^t! juist als in do gezonde spier.
2. Do prikkelbaarheid der spier voor don galvanischon
stroom is:
a. in \'l witte geinfdtreerde gedeelte sterk verminderd of ver-
loren gegaan, want cr volgt bij de aangewende stroomstorkto
öf in \'t geheel geen reactie 6f slechts contractie op afstand;
b. in V roode geinfdtreerde gedeelte veranderd cn toegonomon,
hetwelk blijkt uit \'tnict optreden van KaSTo bij langdurige
sluiting, uit do gelijkheid dor korto o bij korto AnS en
korto KaS en uit AnSTo bij langere sluiting;
c. Ul H schijnbaar normale gedeelte toegenomen, hetwelk
bljjkt uit KaOc.
bij langere S: Ka S To
An S c iets verlengd.
ZESTIENDE PROEF.
86
Proefdier: konijn.
20 Febr. 90. wordt het rechter onderbeen van onderen naar
boven tot even onder de knie met een elastischen
buis tamelijk krachtig omwonden; nadat de buis
aldus gedurende 2 uren is blijven liggen, wordt
zij weggenomen.
21 Febr. 90, 24 uren na de omwinding, wordt zoowel de
linker als de rechter m. gastrocnemius bloot-
gelegd. Nadat het dier in een Cl Na-bad van
0,6 procent en van lichaamstemperatuur geplaatst
is, worden genoemde spieren zoowel mot den fara-
dischcn als met den galvanischen stroom onder-
zocht.
De geheele rechter m. gastrocnemius is oedematcus; aan
deze spier zijn drio gedeelten te onderscheiden:
1® een centraal, "\'t dichtst bij do zenuw gelegen, gedeelte,
dat normaal van kleur en van consistentie is : „ het schijnbaar
normale gedeelte"\',
2° een peripherisch, \'tdichtst bij de pees gelegen, gedeelte,
dat geinfiltreerd, verhard en wit is: „het wille gcinfdlrccrdc
gedeelte\'\'\'\'\', en
3® een, tusschen deze beido gelegen, middelste gedeelte,
dat geinfiltreerd, minder verhard dan „het witto geinfiltreerde
gedeelte" en roodcr dan „ het schijnbaar normale gedeelte"
is: „hel roode geinfiltreerde gcdeelle\'\\
Bjj dit onderzoek wordt eon ponscol-clectrode gebruikt.
Allo opgogoveu contracties, indien niet uitdrukkelijk het
tegendeel vermeld wordt, zijn locaal d. i. alleen in do ge-
troffen spiorvezelcn.
Indien niet anders wordt medegedeeld, is steeds KaSc ^
AnSc > AnOc > KaOc.
87
ZIEKE ZIJDE. I GEZONDE ZIJDE.
Faradische stroom.
(Jletalen rheotoom; enkele openingsslag.)
Spier:
in \'t witte geinfUtreerde
gedeelte: zelfs hij R. A. 15
nog geen locale contractie,
doch alleen contractie op
afstand ;
in 7 roode geinfiUreerde
gedeelte-. K. A. 23 c;
in H schijnbaar normale
gedeeUe: R. A. 28 c.
Galvanische stroom.
(Metalen rheotoom.)
M. A. 0,3.
Spier: Overal:
bij "korte S : KaSc ^
AnSc
bij langere S : geen verlengde
contractie.
Spier:
in \'t witte geinfiUreerde
gedeelte:
geen reactie;
ia 7 roode geinfiUreerde
gedeelte:
bij korto S: KaSc oven
AnSc sterk
bij lange S: KaSc niet ver-
lengd AnSTe;
in \'t schijnbaar normale
gedeelte:
bij korto S: KaSc
AnSc
Spier: R. A. 28 c.
bij langere S : geen verlengde
contractie.
M. A. 0,5.
in \'l witte geinfUtreerde
gedeelte:
geen reactie;
in H roode geinfiUreerde
gedeelte:
bij korte S: KaSc even
AnSc sterk.
AnOc
KaOc
Overal:
bij korto S:
KaSc
AnSc
AnOc
bij langere S: KaSc»boido iets
AnSc I verlengd.
ZIEKE ZIJDE. I GEZONDE ZIJDE.
88
bij langere S : KaSc iets ver-
lengd AnSTe;
in \'t schijnbaar normale
gedeelte :
bij korte S: KaSc
AnSc.
AnOc
bij langere S: KaSc | beide iets
AnSc 3 verlengd,
M. A, 0.75.
in V witte geinfdtreerde ge-
deelte:
geen reactie;
in H roode geinfiUreerde \'ge-
deelte :
bij korte S:
j even sterk
AnOc
KaOc
bij langere S:
KaSc iets verlengd
AnSTo;
in \'l schijnbaar normale ge-
gedeelte :
bij korto S:
KaSc
AnSc
AjiOc
bij langere S:
Overal:
bij korto S:
KaSc
AnSc
AnOc
bij langere S:
KaSc "^beido iets
AnSc ^ verlengd.
KaSc
AnSc
beido iets
verlengd."
llcsultaat van dit onderzoek:
1. De prikkelbaarheid der spier voor den faradischen stroom :
a. in \'t witte geinfdtreerde gedeelte sterk verminderd of ver-
loren gegaan;
b. in \'t roode geinfdtreerde gedeelte verminderd;
c. in \'t schijnbaar normale gedeelte juist als in de gezonde
spier.
2. Do prikkelbaarheid der spier voor den galvanischci)
stroom is:
81)
a. in \'t xvittc geinfiltrecrde gedeelte sterk verminderd of ver-
loren gegaan, want er volgt bij do aangewende stroomsterkte
geen reactie;
b. in \'t roode geinfiltreerde gedeelte veranderd en toegenomen,
hetwelk blijkt uit de gelijkheid der korte c bij korte AnS
en korte KaS uit KaOc en uit AnSTe bij langere sluiting;
c. in \'t schijnbaar normale gedeelte juist als in do gezonde
spier.
ZEVENTIENDE PROEF.
Proefdier: konijn.
20 Febr. 90, wordt hot rechter onderbeen van onderen naar
boven oven onder do knie met een elastischen
buis tamelijk krachtig omwonden; nadat do buis
aldus gedurende 2 uren is blijven liggen, wordt
zjj weggenomen.
25 Febr. 90 , 5 dagen na de omwinding, wordt zoowel de linker
als de rechter ni. gastrocnemius bloot gelogd.
Nadat het dier in een Cl Na-bad van 0,G procent
cn van lichaamstemperatuur geplaats is, worden
genoenulo spieren zoowel met den faradischcn als
mot den galvanischen stroom onderzocht.
Dc geheelo rechter ni. gastrocnemius is oedematcus; aan
deze spier zijn drio gedeelten to onderscheiden:
lo. oen centraal, \'t dichtst bij do zenuw gelegen, gcdeelto,
dat normaal van kleur cn van consistentie is: ,/id schijnbaar
normale gedeelte;
2^ een peripherisch , \'t dichtst bij do poos gelegen, gedeelte,
dat geinfiltreerd , verhard cn wit is: „ hel wille geinfiltrecrde
gedeelte] cn
U". een, tusschen dozo beide gelegen, middolste gedeelte,
dat geinfiltreerd, minder verhard dan „het witto geinfiltreerde
90
gedeelte" en rooder dan „ het schijnbaar normale gedeelte"
is : „ het roode geinfiltreerde gedeelte ".
Bij dit onderzoek wordt een penseel-electrode gebruikt.
Alle opgegeven contracties, indien niet uitdrukkelijk het
tegendeel vermeld wordt, zijn locaal d, i. alleen in de getroffen
spiervezelen.
Indien niet anders wordt medegedeeld, is steeds KaSc >
AnSc > AnOc > KaOc.
ZIEKE ZIJDE. I GEZONDE ZIJDE.
Faradische stroom.
(Me(alen rheotoom; enkele\' openingsslag).
Spiei-: R. A. 27 c.
Spier:
in \'t witte geinfiltreerde ge-
deelte : zelfs bij R. A. 15 nog
geen locale contractie, doch
alleen contractie op afstand:
in \'t roode geinfiltreerde ge-
deelte: R. A. 23 c;
in \'t schijnbaar normale
gedeelte: li. A. 27 c.
Galvanische stroom.
(^letalen rheotoom).
M. A. 0.3.
Spier:
in \'t wjtte geinfiltreerde ge-
deelte : geen reactie;
in H roode geinfiltreerde
gedeelte :
b.j korte
bij langere S: KaSc niet
verlengd
AnSTe;
in \'t schijnbaar normale ge-
deelte :
bij korte S: KaSc
AnSc
bij langere S: geen verleiigdo
contractie.
Spier: Overal:
bij korte S: KaSc
AnSc
bij langere S: geen verlengde
contractie.
ZIEKE ZIJDE. I GEZONDE ZIJDE.
91
in H witte geinfiUreerde ge-
deeUe : geen reactie;
in H roode geinfiUreerde ge-
deeUe :
b,j korte S: KaSc|
AnSc i
AnOc
bij langere S: KaSc iets
verlengd
AnSTe;
in H schijnbaar normale ge-
deelte :
bij korte S: KaSc
AnSc
AnOc.
bij langere S:
KaSc 1 beido iets
AnSc ) verlengd.
Overal:
bij korto S: KaS c
AnSc
AnOc
bij langere S :
KaSc beido iets
AnScJ verlengd.
M. A. 0,5.
M. A. 0,75.
in H witte geinfiUreerde ge-
deelte: geen reactie.
in H roode geinfiUreerde ge-
deelte :
bij korto S : KaSc i
AnSc!
AnOc
bij langere S: KaSc iets
verlengd
AnSTe;
in H schijnbaar normale
gedeelte:
bij korto S: KaSc
AnSc
AnOc
bijlangere S: KaScibcidoicts
AnSc) verlengd
even sterk
Overal:
bij korto S: KaSc
AnSc
AnOc
bjj langere S:
KaSc) beide iets
AnSc verlengd.
Resultaat van dit onderzoek:
1. Do prikkelbaarlieid der spier voor don faradischen
stroom is:
92
a. in \'t witte geinfiltreerde gedeelte sterk verminderd of ver-
loren gegaan;
h. in H roode geinfiltreerde gedeelte verminderd;
c. in H schijnbaar normale gedeelte juist als in de gezonde
spier.
2. De prikkelbaarheid der spier voor den galvanischen
stroom is:
n. in H witte geinfiltreerde gedeelte sterk verminderd of ver-
loren gegaan, want or volgt bij de aangewende stroomsterkte
geen reactie;
h. in H roode geïnfiltreerde gedeelte veranderd en toegenomen,
hetwelk blijkt uit do gelijkheid der korte c bij korto AnS
en korte KaS en uit AnSTe bij langere sluiting.
c. in H schijnbaar normale gedeelte juist als in de gezonde
spier.
i,
ACHTTIENDE PK OEF.
Proefdier: konijn.
24 Febr. 90. wordt het rechter onderbeen van onderen naar
boven tot even onder de knie mot een clastischen
buis tamelijk krachtig omwonden; nadat do buis
aldus gedurende 2 uren is blijven liggen, wordt
zij Aveggcnomcn.
27 Febr. 90, 3 dagen na do omwinding, wordt zoowel do
linker als de rechter m. gastrocnemius blootgelegd.
Nadat het dier in een Cl Na-bad van 0,0 procent
en van lichaamstemperatuur geplaatst is, worden
genoemde spieren zoowel met den faradischcn als
met den galvanischen stroom onderzocht.
Do geheele rechter m. gastrocnemius is ocdcmateus; aan
deze spier zijn drie gedeelten to onderscheiden:
93
1» een centraal, \'tdichtst bij de zenuw gelegen, gedeelte,
dat normaal van kleur en yan eonsistentie is: „ het schijnbaar
normale gedeelte ";
2° een peripherisch, \'t dichtst bij de pees gelegen, gedeelte,
dat geinfiltreerd, verhard en wit is: „het witte geïnfiltreerde
gedeelte"-, en
3° een, tusschen deze beide gelegen, middelste gedeelte,
dat geïnfiltreerd, minder verhard dan „ het witte geïnfiltreerde
gedeelte" en rooder dan „het schijnbaar normale gedeelte"
is: „het roode geïnfiltreerde gedeelte".
Bij dit onderzoek wordt een penseel-electrode gebruikt.
Allo opgegeven contracties, Indien niet uitdrukkelijk het
tegendeel vermeld wordt, zijn locaal d. I. alleen In de ge-
troffen spiervezelen.
Indien niet anders wordt medegedeeld, is steeds KaSc >
AnSc > AnOc > KaOc.
ZIEKE ZIJDE. I GEZONDE ZIJDE.
Faradische stroom,
(Metalen rheotoom; enkoio oponingsslag.)
Spïer:
in H witte geïnfiltreerde ge-
deelte: zelfs bij li. A. 11 nog
geen locale contractie, docli
alleen contractie op afstand;
in H roode geinfdtreerde
gedeelte: It. A. 21 c;
in \\ schijnbaar normale
gedeelte: 11. A. 28 c.
Galvanische stroom.
(Metalen rheotoom)
M. A. 0.3.
Spier: U. A. 28 c.
Spier:
in \'t tville gein/iltrccrdc ge-
deelte :
geen reactio;
1» V roode geinfdtreerde ge-
Spier: Overal:
bij korto S: KaSc
AnSo
bij langere S: geen verlongdo
contractie.
94
ZIEKE ZIJDE. I GEZONDE ZIJDE.
deelte :
bij korte S: KaSc
AnSc
bij langere S: KaSc niet ver-
lengd
AnSTe;
tn \'t schijnbaar normale
gedeelte;
bij korte S: KaSc
AnSc
bij langere S: geen verlengde
contractie.
M. A.
in \'f witte geinfiltreerde ge-
deelte : geen reactie;
in H roode geinfiltreerde ge-
deelte :
bij korte S:
KaSc) . ,
AnScj «terk
bij langere S:
KaSc iets verlengd
AnSTe;
in H schijnbaar normale
gedeelte:
bij korto S:
\' KaSc
AnSc
bij langere S:
0.5.
beide iets
verlengd.
Overal:
bij korte S:
KaSc
AnSc
bij langere S:
KaSc"
AnSc
KaSc
AnSc
beide iets
verlengd.
M. A.
m witte geinfiltreerde ge-
deelts: geen reactie;
in H roode geinfiltreerde ge-
deelte :
bij korto S:
even sterk
AnOc
bij langere S:
KaSc iets verlengd
AnSTe;
0.75.
beide iets
verlengd.
Overal :
bij korto S:
KaSc
AnSc
AnOc
bij langere S:
KaSc
AnSc
95
ZIEKE ZIJDE. I GEZONDE ZIJDE.
in \'t schijnbaar normale
g edeelte:
bij korte S. KaSc
AnSc
AnOc
bij längeres. KaSc »beideiets
AnSc) verlengd.
Resultaat van dit onderzoek:
1. De prikkelbaarheid der spier voor don faradischcn stroom is:
a. in 7 loittc gcin/iltrccrdc gedeelte sterk verminderd of ver-
loren gegaan;
h. in \'t roode geïnfiltreerde gedeelte verminderd;
c. in H schijnbaar normale gedeelte juist ah in do gczonêio Biiicr.
2. De prikkelbaarheid der spier voor don galvanischen
stroom is: ^
a. in H witte geïnfiltreerde gcdecllc sterk verminderd of ver-
loren gegaan, want er volgt bij do aangewende stroomsterkte
geen reactie;
b. in 7 roode gein fillreerde gcdecllc veranderd en toegenomen,
hetwelk blijkt uit do gelijkheid der korto o bij korto AnS en
korto S cn uit AnSTo bij langere sluiting;
c. in H sf/tyMfcaai\'»o>\'ma/c j/ccitei/c juist als in do gezondo spier.
NEGENTIENDE P R O E F.
Proefdier: konijn.
11) April 90 wordt hot rechter onderbeen van onderen naar
boven tot oven onder do knio met een clastischen
buis tamelijk krachtig omwonden; nadat do buis
aldus gcdurcndo 2 uren is blijven liggen, wordt
zjj woggonomen.
22 April 90, 3 dagen na do omwinding. wordt zoowel do
linker als do rechter m. gastrocnemius bloot
gelegd. Nadat hot hot dier in een Cl No-bad
96
van 0,6 procent en van lichaamstemperatuur ge-
plaatst is, worden genoemde spieren zoowel met
den faradischen als met den galvanischen stroom
onderzocht.
De geheele rechter m. gastrocnemius is oedemateus; aan
deze spier zijn drie gedeelten te onderscheiden:
1. een centraal, \'t dichtst bij de zenuw gelegen, gedeelte,
dat normaal van kleur en van consistentie is: „ het schijnbaar
normale gedeelte".
2. een peripherisch, \'t dichtst bij de pees gelegen, gedeelte,
dat geinfiltreerd, verhard en wit is: „ het witte geinfiltrecrde
gedeelte"\', en
3. een, tusschen deze beide gelegen, middelste gedeelte,
dat geïnfiltreerd, minder verhard dan „ het witte geïnfiltreerde
gedeelte" en rooder dan „het schijnbaar normale gedeelte"
Is : „ het roode geinfiUreerde gedeelte".
Bij dit onderzoek wordt een penseel-electrode gebruikt.
Alle opgegeven contracties, Indien niet uitdrukkelijk hot
tegendeel vermeld wordt, zijn locaal d. I. alleen In do getrofTcn
spiervezelen.
Indien niet anders wordt medegedeeld, is steeds KaSc >
AnSc > AnOc > KaOc.
7JEKE ZIJDE. I GEZONDE ZIJDE.
Faradische stroom.
(Metalen rheotoom; enkele openingsslag).
Spier: R..A. 28 c.
Spier:
in H witte geinfdtreerde
gedeeUe: zelfs bij R. A. 16
nog geen locale contractie,
doch alleen contractlo op
afstand;
in H roode geinfdtreerde
gedeelte: R. A. 23 c;
tn V schijnbaar normale
gedeelte: R. A, 28 c.
97
ZIEKE ZIJDE. I GEZONDE ZIJDE.
Galvanische stroom.
(Metalen rheotoom).
M. A. 0,3.
Spier: Overal:
bij korto S: KaSc
AnSc
bij langere S: geen verlengde
contractie.
Spier:
in H witte geinfiUreerde
gedeelte: geen reactie;
in H roode geinfiUreerde
gedeelte:
bij korte S: ,
bij langere S: KaSc niet ver-
lengd
AnSTo;
IJl \'t schijnbaar normale
gedeeUe :
bij korto S: KaSc
AnSc
bij langere S: geen verlengde
contractie.
M. A. 0,5.
lil \'t witte geinfiUreerde
gedeeUe: geen reactie;
in 7 roode geinfiUreerde
gedeelte:
bij korto S: KaScj^^^^^^^^,^
bij langere S: KaSc iets ver-
lengd
AnSTo;
in 7 schijnbaar normale
gedeelte:
bij korto S: KaSc
AnSo
by langere\' S:KaScvboido iets
AnSc I verlengd.
Overal:
bij korte S: KaSc
AnSo
bij langere S: KaSc|boido iets
AnSc verlengd.
in 7 witte geinfiUreerde
gedeelte: goon reactie;
tn 7 roode geinfiUreerde
gedeelte:
by korte S: KaSc
AnSc\'
AnOc
bij langero S: KaSc iets ver-
lengd
AnSTo
oven stork
Overal:
bij korto S: KaSo
AnSo
bij langero S: KnScjbcido iets
AnSc verlengd.
M. A. 0,75.
GEZONDE ZIJDE.
98
ZIEKE ZIJDE.
in H schijnbaar normale
gedeelte:
bij korte S: KaSc
AnSc
AnOc
bij langere S:
KaSc 1 beide iets
AnSc 3 verlengd.
Resultaten van dit onderzoek:
1. De prikkelbaarheid der spier voor den faradischen stroom is:
а. in H witte geïnfiltreerde gedeelte sterk verminderd of ver-
loren gegaan;
б. in \'t roode geinfiltreerde gedeelte verminderd;
c. in \'t schijnbaar normale gedeelte juist als in de gezonde
spier.
2. De prikkelbaarheid der spier voor den galvanischen
stroom is:
a. in \'t ivitte geinfiltreerde gedeelte sterk verminderd of ver-
loren gegaan; want er volgt bij de aangewende stroomsterkte
geen reactie;
b. in \'t roode geinfiltreerde gedeelte veranderd en toegenomen,
hetwelk blijkt uit de gcljjkheid der korte c bij korte AnS cn
korte KaS, uit AnOc en uit AnSïe bij langere sluiting;
c. in \'t schijnbaar normale gedeelte iets toegenomen, hetwelk
blijkt uit AnOc.
TWINTIGSTE PROEF.
Proefdier: konijn.
7 Mei 90 wordt het rechter onderbeen van onderen naar boven
tot oven onder do knie met een elastieken buis
tamelijk krachtig omwonden; nadat do buis aldus
gedurende 2 uren is blijven liggen, wordt zij.
weggenomen.
99
23 Mei 90, 16 dagen na de omwinding, wordt zoowel do
linker als de rechter m. gastrocnemius bloot-
gelegd. Nadat het dier in een Cl Na-bad van
0,6 procent en van lichaamstemperatuur geplaatst
is, worden genoemde spieren zoowel met den
faradischen als niet den galvanischen. stroom
onderzocht.
Do geheele rechter ra. gastrocnemius is ocdcmateus; aan
deze spier zijn drie gedeelten te onderscheiden:
1°. een centraal, \'t dichts bij do zenuw gelegen gedeelte,
dat normaal van kleur en van consistentie is: „het schijnbaar
normale gedeelte"\',
2°. een peripherisch, \'t dichtst bij de pees gelegen gcdeelto,
dat geinfiltreerd, verhard on wit is: „het iville geinfil-
trecrde gedeelte\'\'\'\'\', cn
3». een, [tusschen dezo beide gelegen, middelste gedeelte,
dat geinfiltreerd, minder verhard dan „ het witto geinfiltrecrde
gcdeelto" cn roodcr dan „ het schijnbaar normale gedeelte"
is: „het roode gcinfillrccrde gcdcclle\'\'\\
Bij dit onderzoek wordt een pcnscel-clcctrodo gebruikt.
Allo opgegeven contracties, indien niet uitdrukkelijk hot
tegendeel vermeld wordt, zijn locaal d. i. alleen in do gctrofTcn
spiervczelen.
Indien niet anders wordt medegedeeld, is steeds Ka S c >
AnSc ;> AnOc > KaOc.
ZIEKE ZIJDE. I GEZONDE ZIJDE.
Faradische stroom.
(Metalen rheotoom; enkclo openingsslag.)
Spier: R. A. 28 c.
Spier:
in H wille geinfiltreerde
gedeelte: zelfs bij R. A. 15
nog geen locale contractio,
doch alleen contractie op
afstand;
in \'t roode geinfiltreerde
gedeelte: R. A. 24 c;
m H schijnbaar normale
gedeelte: R. A. 28 c.
100
ZIEKE ZIJDE. I GEZONDE ZIJDE.
Galvanische stroom.
(Metalen rheotoom.)
M. A. 0,3.
Spier:
in \'t witte geïnfiltreerde
gedeelte: geen reactie;
in \'t roode geinfiUreerde
gedeelte:
bij korte S: KaSc even
AnSci sterk
AnOo
bij langere S : KaSc niet ver-
lengd AnSTe;
in H schijnbaar normale
gedeelte:
bij korte S: KaSo
AnSc
bij langere S: geen verlengde
contractie.
Spier: Overal:
bij korte S: KaSc
AnSc
bij langere S: geen verlengde
contractie.
M. A. 0,5.
in \'t witte geinfiUreerde
gedeelte: geen reactie;
in H roode geinfiUreerde ge-
deelte :
bij korto\'S: KaSc^ even
AnSc \\ sterk
AnOc
bij langere S: KaSc iets ver-
lengd.
AnSTo (bij
een stroomslnitingsduur van
10 sec. ook 10 sec. durende);
itt \'t schijnbaar normale ge-
deeUe :
bij korto S: KaSc
AnSc
AnOc
bij langere S: KaScfboidoiets
AnSC\'verlengd.
Overal:
bij korto S: KaSc
AnSc
AnOc
bijlangere S:KaSc)boido iets
AnSc verlengd.
ZIEKE ZIJDE.
101
I GEZONDE ZIJDE.
M. A. 0,75.
in \'t witte geinfiUreerde
gedeeUe: geen reactie ;
in \'t roode geinfiUreerde
gedeeUe:
bij korte S: KaSc/ even
AnSc 5 sterk
AnOc
bij langero S: KaSc iets
verlengd.
AnSTo (bij
een stroomsluitingsduur van
15 sec. ook 15 sec. durende);
in H schijnbaar normale ge-
deelte :
bij korto S. KaSc
AnSc
AnOc
bij langere S:
KaSc boido iets
AnSc) verlengd.
Resultaat van dit onderzoek:
1. Do prikkelbaarheid der spier voor den faradischen strooni is:
a. in H witte geinfUtreerde gedeelte sterk verniindcrd of ver-
loren gegaan;
b. in \'t roode geinfiUreerde gedeelte verminderd;
c. in H schijnbaar normale jyedcc/^ejuistals in do gezondo spier.
2. De prikkelbaarheid dor spier voor don galvanischen
stroom is:
a. in \'t ivUtc geinfiUreerde gedeelte sterk verminderd of ver-
loren gegaan, want er volgt bij do aangowendo stroomsterkto
geen reactie;
b. in \'t roode geinfiUreerde gedeelte veranderd en toegenomen,
hetwelk blijkt uit de gelijkheid der korto c bij korto An Son
korto KaS, uit AnOc en uit AnSTo bij lange sluiting;
c. m\'i schijnbaar «orwja/c flicrfcc//c juist als in do gezonde spier.
Overal:
bij korte S: Ka S c
An S 0
An O 0
bij langero S: Ka S ojbeido iets
An S cjverlengd»
f *
•f
•V-
Ä:
.. -.•\'-.vi\';.
r,
-/^k -
M ^^
lîÇSS • \'
- \'
*
»
Wanneer wij aan \'t einde dezer bij ontbloote
spieren genomen proeven i over de electrisclie
reactie bij directe spierprikkeling, de verkregen
resultaten samenvatten, dan komen wij tot het
volgende besluit:
I. Bij secundaire myopathic:
1. Tot op den 43"®" dag na doorsnijding of
onderbinding der zenuw was steeds de prikkel-
baarlieid der spier voor den faradischcn stroom
verminderd, echter nooit geheel verloren, hetwelk
blijkt uit alle proeven (van I tot 10 incl:).
2. Tot op den 43\'""" dag na doorsnijding of
onderbinding dcr zenuw was bijna altijd de prik-
kelbaarheid der spier voor den galvanischen stroom
toegenomen, hetwelk blijkt uit alle })roevcn (van
1 tot 10 incl:) behalve proef 4; en wel kwam in
proef: 2, 3, 5, 6, 7, 8, 9 en 10 in dc zieke spier
steeds KaSTe en AnSTe bij langere sluiting
en bij eene stroomsterkte, waarbij in de gezonde
spier slechts korte KaSc en korte AnSc gezien
werd, terwijl in proef 1 in dc zieke spier bij korte
104
en langere sluiting van een zwakken stroom korte AnSc
en korte AnOc ontstond en in de gezonde spier niet,
en daarenboven in proef 2 bij korte sluiting korte KaOc
in de zieke spier gezien werd en niet in de gezonde.
3. Bij 4 van de 10 proeven bleek de prikkel-
baarheid der spier voor den galvanischen stroom
veranderd: de werking nl: van AnS was toege-
nomen en wel in proef 1 (5 dagen na de zenuw-
doorsnijding) is bij korte en langere sluiting korte
AnSc = korte KaSc; verder is in proef 5,6 en
10 (resp: 7, 7 en 9 dagen na de zenuwonder-
binding) overal bij langere sluiting AnSTe
KaSTe, en bij korte sluiting korte AnSc =
korte KaSc.
4. Er is geen merkbaar verschil in reactie na
zenuwdoorsnijding en na zenuwonderbinding.
5. Er is geen duidelijk onderscheid in reactie bij
het gebruik van een metalen en een kwik-rheotoom.
II. Bij primaire myopathie.
Zooals uit deze proeven (van 11 tot 20 incl.:)
blijkt, hebben wij overal 3 gedeelten aan de spier
te onderscheiden gehad; hier echter zullen wij
alleen de reactie nagaan van het z. g.\' n. roode
geinjiltreerde gedeelte, daar het schijnbaar normale
gedeelte in reactie geheel overeenstemt met de ge-
gezonde spier en het witte geinfiltrecrde gedeelte,
waarschijnlijk te veel beleedigd, nergens locale
contractie geeft.
105
1. De prikkelbaarheid der spier voor den faradi-
schen stroom was verminderd, echter nooit geheel
verloren, hetwelk blijkt uit alle proeven (van 11
tot 20 incl:).
2. De prikkelbaarheid der spier voor galvanischen
stroom was veranderd (de werking van AnS over-
treft nl. die van KaS) en toegenomen. Deze
verandering en toename der galvanische prikkel-
baarheid blijkt uit alle proeven (van 11 tot 20 incl:),
Avant steeds was bij korte sluiting in de zieke spier
AnSc even sterk als KaSc, terwijl in de gezonde
spier KaSc altijd grooter was dan AnSc; cn
verder kwam bij langere sluiting in de zieke sjiicr
steeds AnSTe en daarentegen KaSc, terwijl in
dc gezonde spier KaSc en AnSc steeds of beide
kort óf beide iets verlengd waren, nooit echter
AnSTe gezien werd en steeds KaSc grooter was
dan AnSc.
Daarenboven kwam nog in proef 12 en 15 bij
langere sluiting, in de gezonde spier KaSTe,
terwijl in de zieke spier slechts KaSc werd waar-
genomen; voorts kwam in proef 13 en 16 in de
zieke spier nog KaOc, welke in de gezonde spier
gemist werd; en eindelijk ontstond in proef 19 cn
20 in de zieke spier nog AnOc, terwijl deze in
de gezonde spier niet voorkwam.
3. Of het onderzoek plaats vond eenige uren of
vele dagen na de omwinding, gaf geen verscliilin
liet ontstaan van AnSTe.
106
III. Het wezen der „ trage contractie ".
Bij het onderzoek naar het wezen der „trage
contractie" stelden wij ééne zaak voorop en wel
dat eene spier op één prikkel steeds op eene
zelfde haar eigene wijze antwoordt.
Is dit waar, en dit is a priori wel niet anders
te veronderstellen, dan moet eene spier, die b. v.
bij korte AnS eene trage contractie geeft, ook
bij korte KaS met eene trage verkorting antwoor-
den, en omgekeerd, want in beide gevallen heeft
de spier slechts één prikkel ontvangen.
Daarom hebben wij steeds de spieren ën bij
langere èn bij korte stroomsluiting onderzocht en
gevonden, dat er bij korte sluiting nooit eene „ trage
contractie" voor den dag komt, ook niet daar,
waar deze bij dezelfde stroomsterkte doch bij langere
sluiting zeer duidelijk is; steeds was bij korte
sluiting de contractie kort.
Eene ^ trage contractie", die, zooals v. Ziemssen
zegt, „sich träge entwickelt und langsam abklingt",
en dus in wezen werkelijk verschilt van de gewone
bliksemsnelle contractie, bestaat dus niet.
Maar wat vroegere onderzoekers voor „ trage
contractie „ hielden en wat ook door ons in bijna
iille proeven gezien werd, is in werkelijkheid niets
anders dan tetanus; want steeds duurde deze con-
tractie (altijd binnen zekere grenzen) even lang,,
als de stroom gesloten bleef en wel, zooals in
107
sommige proeven is vermeld, tot 10 ja tot 15 Sec: toe.
Wat bij de spieren van \'t konijn voorkomt, is
bij de spieren van den mensch niet anders (hetwelk
ik herhaaldelijk in de kliniek gezien heb), en het
is daarom, dat ik den electro-tlierapeuten verzoek ,
mijne proeven met korte en langere sluiting te
herhalen, overtuigd als ik ben, dat zij hetzelfde
zullen zien, Avat ik heb waar genomen.
In hoofdzaak dus, kunnen wij, met voorbijgaan
van enkele kleinere bizonderheden, omtrent onze
proeven over de reactie bij directe spierprikkeling
het volgende zeggen:
1. De prikkelbaarheid der spier voor den fara-
dischen stroom is verminderd;
2. De prikkelbaarheid der spier voor den gal-
vanischen stroom is toegenomen:
3. Soms is de werking van AnS toegenomen,
en wel zóó, dat bij korte sluiting korte AnSc
gelijk korte KaSc is cn dat bij langere sluiting
AnSTe gelijk KaSTe is.
I. De prikkelbaarheid der s[)ier voor den fara-
dischen stroom is verminderd;
108
2. De prikkelbaarheid der spier voor den gal-
vanischen stroom is toegenomen;
3. De werking van AnS is toegenomen, en wel
zóó, dat bij korte sluiting korte AnSc gelijk is
aan korte KaSc en dat bij langere sluiting AnS
tetanus geeft, terwijl KaS slechts of eene korte
óf eene weinig verlengde contractie opwekt.
III. Het wezen der y^trage contractie".
Wat door vroegere onderzoekers met den
naam: „ trage contractie " werd bestempeld, is ge-
bleken tetanus te zijn en nooit werd bij dezen
tetanus eene — volgens Brenner met de „trage
contractie" steeds gepaard gaande — mindere
geschiktheid van het spierweefsel, om op kort-
durende stroomen te reageeren, waargenomen.
Vele uriiemische symptomen zijn niet het gevolg
van het nierlijden.
%
Tabes dorsalis is niet eene niggemergziekte noch
eene hersenziekte maar eene ziekte van het geheele
zenuwstelsel.
De avondmaaltijd neme men minstens eenige
uren vóór het naar bed gaan.
Bij perityphlitis en appendicitis suppurativa is
laparotomie geindiceerd.
Slechts in de hoogste noodzakelijkheid ga men
tot hersenoperatie over.
110
VI.
Bij amotie van chronische kliergezwellen be2:)ale
men zich niet tot het verwijderen der klieren
alleen, maar neme men ook de annexa weg.
De voornaamste oorzaak voor het ontstaan en
progredieeren der myopie moet in eene ondoel-
matige inrichting van school-localen, — banken
en — boeken gezocht worden.
Perforatie van de levende vrucht is niet ge-
oorloofd.
Sciiroeder\'s argumenten tegen het aanleggen van
den tang op het nakomend hoofd zijn niet afdoende.
Het aanplakken aan de liuizen, waarin besmette-
lijke ziekten heerschen, van papieren, die den
naam dezer ziekten dragen, dient voor „Inazelen"
te worden afgescliaft.
Maatregelen tegen den vrijen groothandel in
vergiften zijn dringend noodig.
Het vrij op de straten uitkloppen van tapijten,
dikwijls afkomstig van kamers, Avaarin besmettelijke
zieken verpleegd worden, verdient afkeuring.
De meeste diarrliaeën zijn meer als een red-
middel der natuur dan als een pathologisch ver-
schijnsel tc beschouwen.
Door inanitie ,of gebrekkige voeding wordt de
vatbaarheid voor infectie verhoogd.
XV.
De methode van Weigert ter genezing van
D O
longtering verdient geen aanbeveling.
-ocr page 124-i-.
J
î
-ocr page 125--^J^fv\'. rj:\' .. • \'S
> )
\' ^• ■■\'Jw j\'/■
r\' . ■.■\'■\'-\' V\' , , ,
-ocr page 127-ri,\' ■ . u jjf \'
l
, 1
• ■ ■ / J .r\'f:--\'
♦ . \'h
• M: -A,
l .•■■.y.:
t
■ ;
- ■
irt ,
vr -S
M
M.