-ocr page 1-

i
V

1

I

I

-ocr page 2-

A. qu.

192

_n-i^mî

-ocr page 3-

im
ti

m

il^v >

■ff.

■ ■>

«

\'rc^:

J\'. .. \'

i.-j:,.
u \'i\'; ■.J a

-ocr page 4-

... ^

ogiMassiBSiiSeöäiiJ

k

J.

i-

■r\'v? v/

mm:- \'

-ocr page 5-

EVENREDIGE VERTEGENWOORDIGING.

rijksuniversiteit utrecht

1579 9400

te .J!

-ocr page 6-

M

• MS\'!

M

V ,

M

...

.V. vi/-..

-ocr page 7-

milÈOICE ÏÏJlIPIBÏllffllCliG.

Pi=lOEFSGMRIFT

TKR VERKRIJGINO VAN ÜKX GRAAO VAN

AAN DE fliJKS-pNtVERSITEIT TE pXRECHT

NA MACinlr.lNC VAN l>KN KKC10M MAUMt KL\'S

Dr. G. H. LAMERS,

Hooglccrnnr In do Fncultolt vnn Oodffclccrdhcid.

er. ir.st toestsn?.ming van den Academischen Senaat,

TKUKN l)i; ItKOKSKISGKS

DEK RI\'XirrStiKLKKRl.)!\': FACULTEIT

\\

tc vcrdcdi^ci)
op DINSDAG 27 MAART 1888, des namiddags ten 3\', ure

|K»OK

JOHANNES JULIÜS TlLAf(US,

goboron to Tiol.

U T k K C II T ,
r. w. VAN l)i: WKIJI-K.
iSSü.

-ocr page 8- -ocr page 9-

i

AN MIJNE

O

A

UDEÏ^S.

1

.11

-ocr page 10- -ocr page 11-

■t

B\'y het verlaten der Academie een cukel tcoord.

Een icoord van dank aan U, Hooggeleerde Heeren, Professoren
der Juridische Faadteit, voor het onderwijs van U genoten; voor
het trekken van belangstelling in de Rechtsgeleerde tcclenschap.

Een bizonder tcoord van dank aan [/, Hooggeleerde dk Loutku ^
mijn hooggcachten Promotor, voor tnce tceltcillcndheid, mü bi;
het samenstellen van dit proefschrift betoond; voor ttwetcenken,
die dikteerf den jtiisten teeg tcezen; voor tncr. opmerkiitgen, die
lot nadenken drongen.

Ken tcoord van diepe erkentelijkheid naii (7, hooggeachte.
Erre-Voorzitters van „Antonius Matthneus", die met dcgelrgett-
heid van tuen\' infienir aanraking mi; ern enkelen blik lieten
slaan op tent de praktijk eischt.

Een tcoord i;«« afscheid aan m, mijne vrirnden en bekenden
uit Utrechts sltidentenleven. Md danklmirheid t\'fK»* ik van
zwit\'elrn utcer mocht ondervinden, :al sich voor mi; de herinnering
aan ti blijven samenvatten in de vereeniging,
die ons allett eens
verhond, hel Utrechtsch Stndcntencorps!

TJEL, Maart 1888.

-ocr page 12-

svU-

M

m

^44

-ocr page 13-

INLEIDING.

Art. 81 van de tegcnwoordigo Grondwet voor het
Koninkrijk der Nederlanden Ixjimlt: „Do Tweede
Kanier bestaat nit honderd leden, die gekozen worden
m
kiesdistricten*\'. Het laatste gedeelte va>i dit artikel
heeft dus dezelfde strekking als de woorden van
art. 70 der Grondwet, van 1848: „De letlen der
Tweede Kanier worden in de kiesdistricten, waarin
het Kijk verdeeld wordt, gekozen door enz." Deze
artikelen l)ei)alen, hoeze(»r ook de nadruk in iKÜde op
andere <lingen valt, dat voor de verkiezing van leden
van ons „kigerhuis" noodig is een verdeeling van het
Ilijk in
kimïistriktni. 1I( die verkiezing venier zal
zyn, dit wordt door de Grondwet gehec»l aan de wet
overgelaten. Maar het feit, dat niet de Additione<Me
Artikelen van 1848 ook de kieswet van 4 Juli 1850
(art. lOJi) huldigde het nieerderheidsl)egin8el, (»en wet
hg de t<«enwoordige Additioneele Artikelen gi\'ooten-
deels en in ieder geva^ op dit punt gt\'handhaafd, en
tle nit<lrukk(»iyk(? verklaringen in de Voorloopigt^ Ver-
slagen (Ml R(»gO(ïringsiintwoorden by de voorl)ereiding
van de Grondwetsherziening van 1887, waarbij de

-ocr page 14-

kiesdistrikten tot noodzakelijk coiTcctief worden ge-
stempeld tegen het zuivere meerderheidskiesstelsel,
moeten ons doen besluiten, dat, al is het dan ook
niet in zoovele woorden gezegd, aan die woorden „in
kiesdistricten" ten grondslag ligt het denkbeeld, dat ,
alle kiezing voor de Tweede Kamer zal geschieden bij
meerderheid van stemmen. Trouwens dit denkbeeld
l)ehoefde in 1848 bijna niet uitgesproken, omdat toen
zeker niemand op eene andere wijze zijn aandacht
had laten vallen,\') al mocht ook destijds reeds door een
enkele het Ijeginsel zijn veroordeelden zelfs in 1887
was het nog zoo algemeen verbreid en in de meeste
staatsrechterlijke hoofden ingeroest, dat bij de open-
Ixire behandeling der Grondwetsvooretellen zelfs niet
een der 86 Tweede Kamerleden het der moeite waju\'d
achtte voor een ander stelsel met overtuiging een lans
te breken.

Het is mijn doel in de volgende bladzijden aan t<<
toonen, hoe dit meerderheidslKJginsel verkeerd is, het-

■) Er woH wel Hlrtid tUHKchcn vi>on*tAnd(<n vnn rolMrekie rn vnn hr-
Irtkkelyk»
inSordcrheld, wcllc lantwto dcnl(lH.«ld In do iK-mto ontwcriK\'ii
vnn het Vcwrlooplg Icioftn^gulornrnt was vooniednittvn, irnAr
IaUt word vrr-
w«n»on. Zlu Mit. J. C. VooRDUtx. „OoHchledcntK i-n IkKlnncli\'u dcrOrond\'
wet," Utrecht 1848, blz. 580-519,

\') Zoo vornu^nt, bU do l>ohand(\'lhiK vnn lii-l 3* IhKifdHtuk dor Orondwi-l
hl do 1» Afdt^^ling der Ei\'rxt« Kamer in 1848, «-en lid „do omHtnndlxlieh!
t« moeten doen opmerkon, dat h\'it »»ü dit wetAontwerp voorKetlntffen hteliM |
vnn verklezinRen, nnn oen overgroot nnntal »junten» het htomn^, dat *y.
lot duHVcr hadden uit{(coi\'rend, iM\'neemt, en «lal, hoezviT men «lat r«i{l
itn fidi« Belieft tc noemen, dowUl de vertoKcnwoordlgorH In
Kamer niet
dirtri wrkozen, echter het voorKeUrogen nte!»el evcnmT (IrllK
In rlch heeft, en
lUn inrW tlrr burger$ op tlf krtisf rtm /munt rrrltym
Kuordiger* yrtituim
in hiUijkt rceiirf^lvjhftd briMudf," Zie ViMi|it.i!|x, I.
a. |i. l.lz. \'JJS,

-ocr page 15-

â

7.ij zuiver toegepast of gewijzigd, om daarna eene
poging van onderzoek en aanbeveling te wagen van
wat ik mij overtuigd houd het stelsel der rechtvaardig-
heid en der toekomst te zijn, dat stelsel, waaraan
TnoMAs
Hare als vader zijn naam onafscheidelijk heeft
verlanden. Waar reeds zoovele denkei-s of groote
Juristen dit onderwerp met voorliefde hebben behandeld
on de zaak der rechtvaardigheid hel)ben bepleit, daar
Äil zeker dit procfschria den lezer meer doen denken
aan reproductie dan aan ooi-spronkelijkheid van ge-
dachten, nuujr dat deze kwestie tot nog tw; g(»en
onderwerp van een akademische dissertatie is geweest,
zij voldoende verontschuldiging voor wat aan nieuw-
heid van vinding in dit l)oekje
zjU worden gemist.

Om tot oen l)esluit to komon, hoe do Staton-
Uenoraal het l)ost zullen zgn samongostold, moot in
de alloreerHU) plaats vitót.stiwn het juiste iK^grip van
lu\'t wezen d(»r Vertegenwoordiging. Het (Uwl mot^
het middel
Ih^ikiUmi: „C\'est lo mot de repn\'-sontation,
qui, mal compris, a brouilU^ tout4»s choses" zegt
(iuizot\'), en is dit wjuu\', dan geldt dit gezi>gdo wel
v(\'K)r all(^ voor <le sj»menstelling der Vertegenwoor-
diging. In het kort gji daarom hier voonif een woord
over wat do VertogcMiwoord iging is volgens ons Nwler-
landsch 8t4mt.sr(H;ht.

Het Kcminkrgk der NiMlerlanden is oen konstitutio-

„orlKliu-H tili Uoiivcnx\'iiK\'iit ltv|in\'«>iiialir\' II, W«.

-ocr page 16-

neele monarchie. Dat wil zeggen: er is ten onzent
een éénhoofdig gezag als oppei-ste rechtsmacht en
rechtsbron, het gezag berust bij den Koning; van Hem
gaat alle macht in den Staat uit. Dat teekent de
Grondwet in vei-schillende bepalingen (wellicht soms
nog onder de vormen van de leer der trias politica);
dat zegt ze in art. 55 als ze de uitvoerende macht\'),
de regeering, (das gesammte Staatsgewalt zouden de
Duitschere zeggen), l^erustend vindt bij den Koning;
dat zegt ze in de daaraanvolgende Ijepalingen, waarin
de macht des Konings nader wordt aangeduid; dat
zegt ze in art. 71, als ze va.ststelt, dat de Koning
voorstellen aan de Staten-Generaal voordraagt en de
door de Staten-Generaal aangenomen wetsontwerpen
al of niet goedkeurt; dat zegt ze in het volgende artikel,
waar het formulier van do afkondiging der wetten
doet zien, dat alle wet formeel van den Koning uit-
giuit; dat zegt ze in art. 140, volgens hetwelk alom
in het Rijk recht wordt gesproken in naam des Konings.
Dit al tc zamen zijn uitingen van de souvereiniteit"),
den Koning Iwhoorende over deze landen; het zijn d(»

1) Ben v(*lonivnUon«l »nicrip meen Ik nan «low ultdnikkinK t« moK,.n
tofkonnon. In 18H en 1815 toch xofc men In <lon V<»rHt «Ic <H<nhold van
hft RlantHReza« vcrpewoonlUkt on wcnl hom d<i vollci n<uo<>niuicht t««-
kc\'kond; «rut in 1848 word hot leKonwoordijt Artikel fiS In do (Irondwel
opRonomon on nu hllikt liot uit niet», dnt men doordoxo onkol<< uitdnikkhiK
do macht de« Koninjp« wlldo N-perkon, noch minder dal mon do vcrtjudordo
loer der trias politica hierdoor in pniVtük wildo hreniten.

») Dit woord, in moerdcrlol zin Robnilkt, doelt hier naluurlUk niet op
do onaflmnkeHikheid van don Staat in verliand met andoro Staten, maar
Houvcrelu I« hier do rcchtonH niachthebhendo, het l<i^>novon{(^teId iH^frip
van onderdaan. Staat lx dan
m\'U volk (ondortlanon), dat ^fHtold i« onder
«H\'U overheid, noiivoroin.

-ocr page 17-

waarneembare gevolgen, waarin zich openbaart het
gezag in den Staat, waarvan de Koning de drager is.
Dit geztig oorspronkelijk aan den Dnitschen Keizer
toekomende, langzamerhand op de Graven en Heeren
overgegaan, na Filips\' afzwering door de Staten-Generaal
gedragen, in 1795 door het volk aan zich getrokken,
door Napoleon lx?machtigd, vond in 1813 in Oranje
zijn rustpunt; toen werd met algemeen enthousiasme
do stamhouder van Oranje tot Souvereinen Vorst uitge-
roepen, hetgeen de Grondwet van 1814 aldus uit-
drukte: „de Souvereiniteit der Vereenigde Nederlanden
is en blijft opgedragen aan den Prins van Oranje-Nassi\\u,
om door zijne wettige nakomelingen to worden bezeten
erfelijk." Do „Kroon" van 1815 gaf hetzelfde lx}grip,
echter in zoover vaster omlijnd, dat hiermee allo
absolutisme was buitengesloten. Dat erkende in 1848
ook het Ministerie, toen het in zijn Progranuna van
IM Mei zeido: „De natie gevoelt diep, dat, ovenals
/.ij han? zelfstandigheid vei-schuldigd is aan het rogee-
rond g(\\slacht, die zelfstandigheid gehecht blijft aan
het behoud van do
SouvcrcmikU in dat Huis." Èn
historie t-n Grondwet, beide zeggen het dus klaar, dat
allo gezag in den Staat Ix\'rust bij den Monarch.

Maar nmust dat eenhoofdig gezag — en hiermodo valt
in do uitdrukking: „konstitutioneelo monarchie" do
nadruk op het oeivto woord — staat dan ook oen
lichtuim, hetwelk gemeenlijk Vortogenwoonliging wordt
genoemd, en dat tegenover do Kroon plaat« noemt,
niet om niedo to regooron, maar om aan don Vorst
bloot to leggen do nooden en bolangon dos volks; om
op te komen voor de rechten dor natie; om to ver-

-ocr page 18-

6

liiiuleren, dat in stouten overmoed of in gril de A^orst
schond de vrijheid, die iederen onderdaan toekomt.

Gedachtig aan het „omnis comparatio claudicat",
zouden wij den Staat kunnen vergelijken met een
huisgezin. Hoofd en gezaghebbende is en blijft daarin,
zoolang hij leeft, de vader. Zijn bevel is wet; en
welke vader dit denkbeeld van het gezag niet vast-
houdt is geen goed vader, schendt daaimee zijn eigen
rechten en de belangen zijner kinderen. Maar geheel
absoluut (d. w. z. alleen door het doel begrensd) blijll
dit gezag eigenlijk slechts, zoolang de kinderen klein
en nog niet in staat zijn om te oordeelen over goed
en kwaad in ieder bizonder geval, over het recht-
en doelmatige. Naannate het kind grooter wordt,
naarmate do zoon zich meer ontwikkelt lichamelijk
en geestelijk, naar die mate zal do vader ook meer
letten op zijn wenschen en l)egeerten; hij ztil niet
licht meer dien zoon iets Ixjvelen, waarover hij zijn
oordeel, dat misschien tot wijziging of afkeuring zou
kunnen leiden, niet heeft ingeroepen. Mjuir daardoor
is van den anderen kant ook gekomen in plaats van
blinde gehoorzaamheid volgztune, willigo opvolging der
bevelen. En al is nu zelfs die zoon geheel volwiuiscn
geworden, maar blijft hij lid van het gezin, dan is
daar wel ontstaan een verhouding op weder/ijdscln«
achting gebaseerd, dan zjil do zoon do voldoening
zijner geoorloofde wenschen en l)egeerten met recht
kunnen eischen, dan zjil do vader met l)etrekking
tot het gezin niet licht iets van gewicht doen, wsuirin
hij dien zoon niet kent, dan zal hij van bijna ieder\'
zijner bevelen reken.schap geven, dan zjil, indien de

-ocr page 19-

vader dit verzuimt, de zoon ze zelf met recht
vragen, maar toch blijft het nog altijd gezagheb-
bende tegenover wie verplicht is te gehoorzamen.
Zoo nu gaat het ook in het leven der volken. Het
onmondige, onontwikkelde volk heeft slecht« te ge-
hoorzamen aan de bevelen van zijn Vorst; doch hoe
meer dat volk zich zelf bewust wordt, zijn krachten
leert kennen, zijn wenschen weet uit te drukken,
hoe meer ook de Voret zijn volk moet hooren en
raadplegen.

Dat bedoelde ook de Grondwets-Commissie van 17
JLwt 1848, toen zij in haar vei-slag van 11 April
aanteekende: „De Grondwet l}ehoeft geheelo herziening,
voornamelijk in twee opzigten en tot tweeërlei doel:
ik bctrckkimj des volks tol dc Siaatainrichtm/^ en ten
andere. do regeling der wetgovendo en l)e.sturendo
Machten. In het cci"stc zoeken wij
dv voonvaardcn
run cm nationalen Staat ^ -
h(»t beginsel van loven
cn wasdom; - in het tweede de voorwnard(5 eener
goedo regeering, - het l)oginsel van orde. — Wij
^ijn overtuigd, dat, om Nodorland cn do grondwettige
Monarchi
(3 U.» kunnen l)ohouden, onzo instellingen
Iwven alles
vcnc andinr cn oneindig ijrookre mede-
icerkinff der Imnfcrijy
dan tot dusver, eischen. Eene
stiwtsregeling kan tien politischen zin en wil, hiertoe
noodig, niet «c//r;vw/\', niaar zij kan dien o/K/m/n(Ä\'Är)»,
of
icckken en iH\'vonlct\'cn. De Grondwet sloot volks-
kracht buit<Mi; zij moet dio nu in allo aderen dos
•Stiwts tnichten o|) te nemen. Dit geschiedt zoowel
door
uitbreiding der individuele vrijheid van ontwik-
keling cn handelingy
als door een oprecht stelsel van

-ocr page 20-

8

vertegemcoordiging in Lands-^ promnck- en plaatselijke
gemeentezaken"\')

Wenschelijk en noodzakelijk blijkt ons dus de Ver-
tegenwoordiging te zijn; een wenschelijkheid, die zijn
grond vindt in de voordeelen van een krachtig politiek
leven tot vereterking van het nationaal gevoel eiï
bevordering van vaderlandsliefde; een noodzakelijkheid,
die zich baseert op de onvolkomenheden van ieder
menschelijk wezen; ware toch de koning niet een
mensch maar een onfeilbaar wezen, had hij arends-
l)likken, die alles, wat daar leeft en gewenscht wordt
in den boezem der natie, zuiver en onlxïvooroordeeld
konden onderscheiden en waardeeren, kon hij alleen
alle volksbelangen kennen en op hun juiste waarde
schatten, o voorzeker! dan was volksvertegenwoor-
diging niet noodig. Maar waar deze gedachte wel voor
niemand waarheid zal wezen, daar Iwekt dan ook de
Grondwet de wijze, waarop het volk tot zijn voi-st
zal naderen, daar zegt ze in art. 78, dat de Staten-
Genei-aal het geheele Nederlandsche volk vertegen-
woordigen , bij den vorst natuurlijk; da{U\' kent ze aan
die Staten, hetzij dan alleen aan de Tweede of ook
aan beide Kamers rechten toe om aan dit tegenwoordig
zijn ook gevolgen vast to knoojKïn: het recht om
over iedere wet, dio do vorst wil uitvmirdigen,
üjIh»-
nmdslagen, on dio to toetsen aan haar rechtKlKJWustzijn,
om na to gaan, of hierdoor ook rechten (!n Ixjlangen
(le.s volks worden geschonden, of dat zulk een ri»geling
als de voorgestelde minder nuttig of voordeolig is.

\'j VooBDfi», t. a. |i, Wz. lUT, 1(18.

-ttft - \'T ÉTl

-ocr page 21-

9

(art. 109-112«, 113-115); het recht om te overwe-
gen , of zulk een minder goede wet niet door eenige wijzi-
ging ten oirbaar van het land zou kunnen strekken (ai*t.
112Ö); het recht om ook zelf, zoo de voi-st dit weigert
of verzuimt, in een geformuleerd voorstel op regeling
van dit of dat onderwerp aan te dringen (art. IKi);
het recht om van \'s Konings ministei-s inlichtingen te
vragen over alles, waarvan de mededeeling niet in strijd
wordt geoordeeld met het belang van den Staat en
daamiee kritiek uit te oefenen op de handelingen der
Regeering (art. 94); het recht om de penningen der
onderdanen voor kindsuitgaven den Koning al dan
niet toe te staan (art. 128-12()).

Om dat alles nu rechtens Ui kunnen doen, om in
waarheid de tolk der natie te knnnm zijn, moeten
do Staten-Genenial niet alleen tegenwoordig zijn t<\'n
l)ehoevo van, maar ook in plaats van do natie\') d. w. z.
zij moeten zoo zyn siunengesteld, dat door hen als
\'tware het gehwle volk spreekt, dat zij weoi-goven
allo wensch en allo gedachte, die in het volk Iwfl;
zij moeten als in een spiegel een zoo juist en getrouw
iM\'eld geven van wio zg vertogenwoonligen, dat ztx)wel
denklKH?lden van grooto afmeting als ook de minder
l)eteekenendo daarin \'in hun ware verhouding worden
waargenomen; kortom de Verlegenwoonliging moet
zijn — om h(!t in (Vn woord uit to drukken —
i\'olkmiyaan. „De vort<^enw
(M)rdiging stielt in minia-
tuur het volk voor en haar inrichting moet van dien

\') 0|i tlu Rminiimtlriilc nlloldiiiK vnn lu-l wcxml „v«>rl«in\'nw"<mllKinR"
«loli t
<il Vi\'rdftli|;tnK vnn wn vnn Ih-1<I« in(^<nlnff<<n Jc iK-roopon, «lrjirt«vn
Jm"«-!! riH-*!». TiiuimisiKr. ivivclit BvwnarMiiuwcl.

-ocr page 22-

10

aard zijn, dat ze het volkomen juist doet. Elk Ijelang,
dat in het volk leeft, moet in de vertegenwoordiging
zijn voorspraak vinden, elke volkswensch moet daar
l)ekend zijn, en wanneer de gemoederen des volks
onder den indruk van eenige grootè gedachte bewogen
worden, wanneer daar een snaai\' trilt, moet ook de weer-
klank daarvan in de vertegenwoordigende vergadering
gehoord worden. Dan alleen is dit lichaam een waarheid;
dan alleen kan het zijn Ijestemming met vrucht ver-
vullen." \') Dat denkbeeld deelde reeds
Mirabeau,
toen hij zeide : „Les assemblees repr(?sentatives peuvent
être comparées à des ct\\rtes géographiques qui doivent
reproduire tous les .éléments du pays avec leure propor-
tions, sans que les éléments les i)lus considérables
fassent disparaître les moindres." Dat l)edoeldo ook
Mr.
H. du Marchie van Voortiiuvsen , toen hij in
zijn Proefschrift „Theoretische Ixischouwingen over
Kiesrecht"\') schreef: „De vertegenwoordiging is een
orgaan, waardoor de volksgeest zich oixml)aiirt," ge-
lijk ook
Maurice, de Christen-Socialist, het eens zoo
juist opmerkt«!, <lat een Parlement zijn naam heeft
van spreken^ niet omdat er eenige heeren een
praatje
houden, maar omdat het nationaal bewustzijn in zijne
onderscheidene richtingen geschakeerd, inliet Parlement
aan het woord komt.

De Vertegenwoordiging is dus in de voornaamste
l)Iaats een vertegenwoordiging van l)eginsolen, uit wier

\') JiiK. Mn. Victor dh Siuürs In zijn tM-kro<m<]o vcrhnndclInK «»vor pdf
vcriiouding der VoIk»vcrlcgcnwoordlK«T« tot hunne kit-ïcr»." UIdon ISno,
Dl, I, l.lz. 18.
h Utrecht, Bnuciu«, I8T0.

-ocr page 23-

11

wrijving en botsing dikwerf de waarheid gelwren wordt,
of die daardoor zelve scherper worden omlijnd, zuiver-
der getint, van hun te puntige kanten ontdaan
of beter gewaardeerd. De Vertegenwoordiging is aller-
eerst een vergadering in het belang van het algemeen,
van den Staat, een politieke vergadering. V/el zijn
er, die bij haar samenstelling liever letten op lokale
of stoffelijke belangen, en niet gaarne zou ik beide
over • het hoofd willen zien, maar ze komen eei-st
secundair. Daarom moet er niet zijn een opbouwing
alleen uit lokale kringen of sociale groepen,\') maar
het volk in zijn geheel als politiek denkend wezen
moet zijn vertegenwooitligd. Die politieke eenheid
heeft zeer zeker niet altijd bestaan ; zo is eei-st in
d(;n loo]) der historie geworden ; vandaar dat de V(?r-
tegenwoordiging vroeger niet altijd was en ook niet
moest zijn, wat wo thans oischen, dat zij is; in
vroegen; ecuwen was zü moer Ixtpaaldelijk een vertegen-
woordiging van bizondero en lokaio l)olangen. Of die
|)olitieko eenheid thans aanwezig is, dit laat zich,
zooals
knnf>it Navii.lk *) eigenaardig opmerkt, oiunaken
uit twee konteokenen: h(it oei^sto is, dat do kiiw-
distrikten niet meer hot natuurlijk resultaat zyn van
historischo en plaat-s-Igko toestanden, maar het kunstig
l»r<)<lukt van den wetgever; het twec<io is, dat wn-
zi\'lfdo jwrty haar kandidaten in allo of byna allo
dist rikten proklame<\'rt. Deze vei-schünselen nu zijn

\') lift wan» mUitchlm «li-t onp-wcn-h lil «Uarvoi.r iihht opoclmil wii
nf)M.inlcrH)l( Kv«lr«.Uo «li r VoiH^rnwoonllKlnji, K v. dr
KcitI«? Kftin»>r I.«
Ix^nU-niincn.

\'» düinwraUo rcpn\'iK-nUUvc." Hcnwc, Pari», ISfl Wt. 7.

-ocr page 24-

12

ruimschoots overal waar te nemen. Vertegenwoor-
diging van het volk in zijn geheel is dus een eisch
van meerdere ontwikkeling en van onzen tijd.

Doch zijn dit niet enkel theoretische beschouwingen
van staatsrecht? Zijn deze ideëen ook inderdaad
Nederlandsche ? Waar zegt de Grondwet, dat de ver-
tegenwoordiging moet zijn een orgaan van den volks-
geest, dat alle schakeeringen van het nationaal bewust-
zijn tot haar recht moeten komen? — Meermalen
heeft men zich hiertoe beroei^n op ons tegenwoordig
art.
78, dat geheel gelijkluidend is aan art. 74 der
Grondwet van
1848, ja dat reeds aldus in de schets
van
Van Hooendorp voorkwam. Zoo begint Mr. W.
C.
D. Olivier zijn geschrift „Over het kiezen der
Vertegenwoordiging" \') aldus: „„De Staten-Generaal
vertegenwoordigen" zegt art.
74 der Grondwet „het
geheele Nederlandsche volk." Zij verlxjelden - d. i.
zijn
het beeld van — het volk, het Land." Hiermede
staat voor
Mr. Olivier zonder verder l)etoog hetl)egrip
der Vertegenwoordiging vast; dat verl)eelden en vertegen-
woordigen echter synonieme woorden zijn, dat is juist,
wat nog to Ixjtoogen valt, to meer als men Ixxlenkt, dat
deze bepaling evenzoo woordelijk in
1814 voorkwam, toon
men zeer zeker nog niet aan zulk eeno
verMdhuj dacht.

Toen Van IIooenix)ri> in 1813 in zijn schets don
hi.storischen naam „Staten-Generaal", door do Revolutie
met het oude Geineeneljestelijko staatsgebouw omver-
gehaald, weer in eere wensch tc te brengen, was hot
hem echter daannedo geenszins to doen, om ook weder

\') \'«(»rnvciihagf, Martim\'n Nyiiom 1880,

-ocr page 25-

in

op denzelfden voet de instelling in het leven te roepen,
die vroeger dien naam had gedragen. Daar zou niet
meer zijn een vertegenwoordiging van de Souvereine
Provinciën, maar het geheele Nederlandsche volk, als
eenheid gedacht, moest zich vertegenwoordigd zien in
dat lichaam, dat voortaan den titel vali Staten-Genei-aal
zou dragen; het was een zooveel mogelijk vasthouden
aan het historisch in den loop der eeuwen gewordene,
zonder daarbij do vruchten, door de jaren der Revolutie
gelwden, prijs te geven, zonder daarbij to vergeten,
dat de Vereenigde Nederlanden voortaan, een Koninkrijk
zouden zijn. Daarom valt in deze spreuk — zoo zoude
ik gaiirne dit artikel willen iKjtitelen — de nadruk op
„het
gchcek Ninlerlandsche Volk", dat, zooalsMii.J. H.
Tiiorbeckk in zijne „Aanteekening op de Grondwet"
zeide: „eei-st staatsrechtoiyke pei-soonseenheid erlangt
in en door de Vertegenwoordiging zelve"\'). - Kndan
van een getrouwe afspiegeling van het geheele volk
in die .St«ten-Genemal kon in 1814 en 1815 immers
geen sprake zijn. Daartoe heeft, wie dat zou meentMi,
ook maar even do Grondwetüm dier dagen op to .slimn
<>m van zgn dwaling overtuigd te worden. Zoo zou-
den in 1815 voor de Tweede Kamer het kiezen van
provinciegenooten door de StatiMi der Provinciën, welke
zelve wiHler gekozen w(>r(len door UidderschapiKMi,
I«indelyken Stand en Steden, en voor do Kersto Kamer
liet IxMioonien van <le leden door den Koning de juiste
mi(l(l(.l(Mi zijn om to komen tot (h\'ii getrouwen uitdruk-
king van alles, wat daar leelt en i>olitiek(» idee is

\') i>i. I, 1,11. .jiMi, ,i„a.

-ocr page 26-

u

onder de natie! (Merkwaardig is het ook, dat voor
de eerste maal alle keuze aan den Koning toekwam.)
Neen, dat kan men niet meenen. „Die interpretatie
is," zooals
Mr. J. T. Büijs\') zegt, werkelijk onge-
rijmd, tenzij men mocht willen aannemen, dat het
in de bedoeling lag van onze grondwetgevei-s om zich
met het opstellen en in omloop brengen van valsche
certificaten van oorsprong lx?zig te houden."

Maar kunnen we nu verder in den gedachtengang van
Prof. Bui.is medegaan en zeggen, dat ook thans dit voor-
schrift niet andere bedoelt, dan „een optreden om de
Ijelangen van het geheele volk te l)ehartigen," „om
tegenwoordig te zijn alleen ten behoeve van het volk?"\')
De denkbeelden op dit punt zijn veranderd en in
den geest dier denkbeelden is dit artikel in de vol-
gende Grondwetten overgenomen. Moet, wat in 1814
en 1810 nog gold, dank zij de onklare wijze, w.-iarop
men zich de konstitutioneele monarchie vooretelde,
f)ok thans nog gelden? Is niet allengs de opinie algc«-
meen geworden, dat de Staten-Generaal de uitdruk-
king van het geheele leven der nati(! moeten zijn?
Welnu dat verstonden reeds de Negenmannen in 1844
(»nder dit artikol, toen zij op uitbreiding van kiesrecht
aandrongen. Zij zeggen in de M(!morio van Toelichting
bij hunne vooretellen: „Zij, dio voorheen door de
Provinciale Staten werden gekozen, waren afgc«-
Viiardigden. Was het mogelijk, dat in onze eeuw,
t(; midden zooveler blinkende voorlieelden van alge-

-ocr page 27-

15

meene staatsburgerlijke medewerking eldei-s, het geloof
levendig bleef, alsof het
volk door middel van zulk
eene vergadering zijne
vertegemcoordigers henoeimhT\'
Dat drukte Thorbecke uit in zijn antwoord als voor-
zitter der Negenmannen op het voorloopig vei-slag
lietreffende het vooi\'stel van Grondwetsheraiening in
1845: j.De dagen zijn voorbij, waarin men zich liet
regeeren, zonder er zich om te l^ekreunen, wie het
deed, of welk recht hij er toe had. Het is om voor
een volksvertegenwoordiger in den hedendaagschen zin
hl dvn zin der Grondiccf te worden gehouden niet
genoeg meer de belangen des volks te l)ehartigen. Het
geloof 5UU1 politische instellingen is ook iets waard.
Waarto(;, zoo niemand het gelooll, dat het volk
wordt vertegenwoordigd, volksvertogenwoonliging oph(^t
impier?"

Zoo hoeft het ook do Grondwetgever van 1848
l)egrei)on, toon hij dit artikel aldus onjiangeroerd op
zijn hervormingsdisch liet .stium. Men hoore do Com-
mi.ssio van
17 Maart in haar verslag van 11 AjmïI :
„I)(ï Grondwet he(^ft utaatHbiwgrrschup^ do eerste dryf-
v(?er onzer wuw, zooveel zi.i kon, laten .slaixMi. Om
hartstogt to mijdon, brak zij de ziel. De bui-gerij had
tot hiertoe hot lH»s(»f, dat zy moderogeerdo, niet.
Zonder dit lH\'S(»f oviMiwi\'l rust do Staat niet op
nationatf
h\'aclü;
,.n zonder ho(»g ontwikk(»lde nationale knicht
wordt luHien t<\'n dage gwn Stiuit iM\'waard. Dat lK»sef
wordt, door (»eiu« echte, otMivoudigi^ vert(»gonwoordiging
>n IMaat,K(>|yke, Provinciale en buulsr(i?eering, aan tie

\'\' ^\'""»•«\'f«», I. «. I.U. M,..».

-ocr page 28-

16

ingezetenen geschonken. Alle vonden en kronkelin-
gen eener vreesachtige Staatskunst, die het kiesregt
eener stembevoegde burgerij verlammen, doen niet
anders, dan dat zij de vertegenwoordiging, het hoofd-
werktuig aller hedendaagsche regering ondermijnen"\') en
iets verder: „Wij wenschen
geene heerscJuqjpij der
rolksmcening van den dag ^ maar geloof in eene ver-
tegemcoordiging ^ die zelfstandig orgaan van hetgeen dc
natie, als een persoon, gevoelt, denkt en wil, de re/jcring
met nationale kracht heziele"
*) Sterker nog drukt zich
de Regeering uit in hare Memorie van Toelichting bij
haar wetsvoorstel omtrent Hoofdstuk III. der Grond-
wet: „De Ixjpaling van art. 71) (Grw. 1840), dat de
Staten-Genraal het geheele Nederlandsche volk ver-
tegenwoordigen, is behouden, maar van eene jcc/^\'/yAv
fictie tot eene waarheid gemaakt"\') en handelend over
de t)erste Kamer zegt ze: „Kiest de Koning de leden
der Eerste Kamer, dan ziet men daarin niet meer
eene vert<^enwoordiging van
het hnid of vanro/A-,
maar
van den Koning^ en l)estaiit er een volHtrekt<\'
strijd tusschen deze instelling on de
l)epaling der Ik«-
staimdo- Grondwet, dat dc Staten-Generaal het Neder-
landsche volk vertegenwoordigen"
V - De Tweede Kamer
meende hierbij niet te moeten achterblijven; in het
Voorloopig Verslag van i:} .luli vinden wij: „Volgens
verscheidene leden waren toch ook werkelijk n?cht-

VooRDUix, t. ft. !•. lil*. 19ft,

VooKDUix, t. n. p, l>lz, inn.

\'» V»)OKDfix, l. n. p. I>lz. t202.

Vimiiiihtix, ». n. p. blz. 205.

-ocr page 29-

1-7

streeksche verkiezingen het meest geilste en eigen-
aardigste middel om het volk te doen vertegenwoor-
digen, en
door de vcrtegemcoordiging de denkwijze der
natie behoorlijk uit te drukken\'\'.
Over het juiste
middel (rechtstreeksche of getrapte verkiezing) mocht
men in 1848 nog vei-schillen, over het doel (het
tegen woordig zijn van het volk) was men het vol-
komen eens.

En de Grondwetgever van 1887? Zeker niet om
van de Grondwet een verzameling van historische
antiquiteiten te maken, zeker niet om het oude pro-
vincialisme, waaraan niemand meer dacht, tegen te
gaiin, heeft hij art. 74 aldus onveranderd overge-
nomen; maiir omdat het ook in zijn schatting was
do uitdrukking van wat goede Staten-Generaiil Iwhooreii
te zijn: wn vertegenwoordiging van allo politieke
denklx^elden, die in den Ixwzem der natie loven, en
wel met evenredige kracht als, waarin zij zich in dio
natie doen gevoelen.

Daarom meend(; hü, dat voor do Tweede Kamer
moesten uitge^sloten van het kiesnnjht, wi(^ voor dio
l)olitiek(5 ilenklKvlden niet do natuurlgko en zuivere
«U"gjinen waren, als vrouwen, mindiM-Jarigen, iKHleiïlden
onz.; en dat voor do Kei-sle Kamer als twcvdo instantie
oen tra|)sg(!wljzo verkiezing uit <>eno bizondero élite
van het Nederlandsche Volk nocxlig was. Niet aan
\'»Ü hier (Mik miuir «vnigszins dezti be|K\\lingen en
IMTkingen omtrent het aldus vsustge.steldo kiesrecht to
gispen of te venhnligen, mmir dat het den Grondwet-
gevc.r van 1887 Us doen was wn Staten-Genenuil
Sinnen te stellen, ,11,., v«»or z.MAvr het zijns inziens

-ocr page 30-

18

mogelijk was, de ware uitdmkking der volksmeening
zou zijn, dit staat onomstootelijk vast.

Dit blijkt ook nog uit wat vóór de openbare Ije-
raadslaging tusschen Eegeering en Tweede Kamer is
l>ehandeld bij de vraag, of de Grondwet zal vast-
stellen, dat het Rijk in kiesdistrikten zal worden
verdeeld. Daarbij werd bijna algemeen aangenomen,
dat voorshands de verdeeling in kiesdistrikten de l)este
wijze was om de verschillende stroomingen onder het
geheele volk tot hun recht te doen komen. De
Regeering toch zegt in hare Memorie van Toelichting,
gesteld door den tijdelijken voorzitter van den Raad
der Ministers
Heemskerk bij de indiening van het
Ontwerp van Wet V tot in overweging neming van
veranderingen in Hoofdstuk Hl dor Grondwet (1885):
„de Regeering vindt evenwol l)ezwaiir in hetgeen de
.Staatscommissie verder luvnbeveelt\'). Zij toch wil niet
alleen den gewonen wetgever geheel vrijlaten in de
verdeoling van hot Rijk in kiesdistricten, maar liu\\t
zelfs onljeslist, of het Ryk in kiesdistricten zal worden
verdoold. Dusdoende zou do mogolijkhoid l>estaan,
dat do kiezers in het geheolo land by wijze van
Hcrutin de listc geroepen worden om, bij algcmecn(ï
verkiezingen allo loden in eens t« kiezen on bij voor-
komende vacatures in enkele plaatsen to voor/.ion.
Dit .schynt oeno in hooge mato Ixidenkeiyk stolsel.
Het ontnoomt aan h(;t element van plaatselijke lx;-

1) VoorNtcl StoAtAcommliMle: ,,I>o TwchhIo Kamer Uittaal uil »0 Men.
In get<ü van vcri](<cllng van het IlUk in kic«di>itrict«n wordt lu-t Kctal naar
«1« bevülkinc over do ondonnholdcno dixtrlcton vcrdi*ld.

-ocr page 31-

ly^UmijiiLiJi

19

kendheid en waardeering en van verscheidenheid van
belangen en inzichten, den invloed, dien dat element
moet hebl^en, zonder daarom nog overmachtig te
worden; het schenkt daarentegen een groot voonecht
aan de candidaten van partijhoofden en volksredenaars,
die eene politieke rol in hun eigen belang willen spelen. —
Bij de verkiezing over het geheele Rijk, als ware
het een kiesdistrict, is nog een ander gevaar te
duchten. Dit namelijk, dat zeer belangrijke minderheden
geheel of bijna geheel uit de Kamer worden buitengesloten
en alleen de meerderheid aan het woord komt. Om
deze redenen wenscht de Regeering uitdrukkelgk te
Ixiixilen, dat het Rijk bij de wet in kiesdistricten
wordt verdeeld." \')

Wat zegt dus do Regeering? Kon element van
phuitselijke liekendheid en waurdeering is gewenscht;
vefscheidenheid van l)elangen en inzichten moot aan-
wezig zgn ; minderheden mogen niet worden buiten-
gesloten.

Zien we verder het dmirop gevolgde Voorloopig Ver-
slag van het verhandelde in de afdet»lingen der Tweede
Kamer: „Met do Staatscommissie waren sommige leden
van oordeel, dat do iH^lissing der vmag of het Rgk
in kiesdistricten zjil worden verdeeld, jmn den gewonen
wot{{ever tor iKwlissing mo(!t worden overgelaten. lm-
niers nog voortdurend werden nieuwe .stelsels uitge-
«lacht, om de vert(>genwoordiging l)etor dan tot heden
tot (!(. uitdrukking to nwken van de verschillende

•> Mn. A. n. AM*m*tr«. ilniKlrlinKcn dor «mndwrliOirrilonlnu. Dl.
II l\'U. IK.

-ocr page 32-

ÖÖ

stroomingen der openbare meening, en het scheen niet
goed gezien, de toepassing van een dezer stelsels bij

de Grondwet uit te sluiten...... De meerderheid

wenschte den gewonen wetgever ten opzichte der kiesdis-
tricten niet geheel vrij te laten. In de verdeeling in
kiesdistricten zag men de beste wijze om de minder-
heden te doen vertegenwoordigen, die tot dusver was
uitgevonden. Ook bij districtsgewijze verkiezing bleef
invoering van een proportioneel kiesstelsel mogelijk.
Doch toepassing van een dergelijk stelsel, geheel zonder
verdeeling des Rijks in kiesdistricten, zou hoogstwaar-
schijnlijk tot zonderlinge uitkomsten leiden. In plaats van
staatkundige richtingen zouden alleen si)eciale Ijelangen
worden vertegenwoordigd, met betrekking tot het
algemeene regeeringsl)eleid zouden de vertegenwoor-
digers dier belangen door geenerlei ouderlingen band
verbonden zijn. Sommige streken zouden allicht in
het geheel niet worden vertegenwoordigd."\')

„Sommige leden" willen dus geen Ixjperking in de
Grondwet, om de Vertegenwoordiging iKiter dan tot
heden tot de uitdrukking te maken van do verschillench;
stroomingen der ojwubare mcjening; en de meerderheid
wenschte waarl)org voor vertegenwoordiging der minder-
he<len, wenschte vertegenwoordiging niet van si)eciale
iKilangen zonder verband, maar van staiitkundige
richtingen, terwijl diuirbij alle streken des lands hunne
afgeviuirdigden zouden kunnen z<ïn(Ien.

Bij het Voorlopig Verslag en do Memorie van Ant-
woord over Hoofdstuk III in 1880 werd hetdenklK\'cld

Ahnt/x-vil-h, t. p. II, lilz, 33C.

-ocr page 33-

21

van evenredige vertegenwoordiging voor zeer wel moge-
lijk gehouden.\')

Hooren we ten slotte hetgeen de minister Heemskerk
hij de openlxire behandeling van de kiestabel, gevoegd
bij de Additioneele Artikelen, in de Tweede Kamer
sprak in de zitting van 16 Juni 1887 : „Wat is de
bedoeling van de inrichting der districten met het oog
op de Veitegenwoordiging ? Dat de Vertegenwoordiging
de uitdrukking zij van de meening der kiezere. Die
meening is natuurlijk vei-scheiden en die vei-scheiden-
heid moet zich wèer
afspmjdcn in de Vertegenwoor-
diging \'■)

De uitspraken van Regeering en Tweede Kamer
doen ons dus tot het besluit komen, dat bij het vast-
stellen van onze tegenwoordige Grondwet beiden in
do overtuiging leefden, dat de Vertegenwoordiging moot
zijn het getrouwe beeUl, het waanichtigo afbeeldsel
van de politieke overtuigingen, dio onder het volk
leven, terwijl daarbij do voi-schillendo .streken des
lands moeten
Jmnncn zijn vertegenwoordigd. — Hot
gestelde bt»grip van vertegenwoordiging is dus inderdaad
t)ok (H3no Neilerlandscho Staatsrochtolijko waarheid.

Wel wil ik hiermodo niet gezegd hebben, dat het
van geen l)elang is, welke i)orsonen leden der Ver-
tegen woonliging zyn. Bekwaamheid, algemeeno ont-
wikkeling, grondige kennis van speciale onderwerpen,
onkrouklsin^ trouw on een hoog peil van zedelykheid
znllen altijd hot Liind ton goodo komon on moeten

\'1 Zlo A«x«KsitH, t. n. p. IV, Wz. 121 en 181.
h BUUgon SUaiiKourant 1897 blz. 2052.

-ocr page 34-

22

zeer zeker als vereischten worden gesteld. Wie in
voortdurende aanraking komt met het volk in al zijn
deelen en kringen, zal het best de volkswenschen en
behoeften kennen, en zoo hem de gave der mede-
deeling is geschonken en hij met vuur en klem weet
te verdedigen, Avat zijns inziens de beste middelen
zijn tegen de kwalen der maatschappij, de meest
gewenschte maatregelen ten nutte van het Land, zal
aan zijn stem en meening het meest gewicht worden
gehecht, zal zulk een persoon inderdaad van invloed
kunnen zijn op den gang van zaken.

Ook wil ik gaarne met Robert von Mohl , de Bosch
Kemper
en Tiiorbecke erkennen, dat de Vertegen-
woordiging geroepen is om voor het geheele volk te
zorgen, dat dus elk lid dier Vertegenwoordiging geschikt-
heid moet Ijezitten, d. w. z. een zekere mate van be-
kwaamheid, volkomen onafhankelijkheid en onpartijdig-
heid, maar deze eischen moeten altijd secundair blyven.
De eerste vi-aag van een kiezer bij het lx?oordeelen
van een kandidaat moet steeds wezen. „Welke l)o-
ginselen op politiek gebied Ixïlijdt ge? welke denk-
l)eelden staat gij voor?" en als daaroj) voldoend en
iKivredigend antwoord is l)ekomen, dan eerst moot de
kiezer onderzoeken, of hi(?rmedo do noodigo geschikt-
heid gejmrd gaat. Wilde men den tweeden eisch
vooropstellen, dan zou men met het tot nog toe ge-
stelde begrij) van Vertegenwoordiging in strijd gemken
en zoude men do keuzo veiliger aan een zeer klein
aantal menschen of aan dt\'n ixjrsoon, b. v. den Koning,
kunnen overlaten.

Maar zal nu niet deze secundaire eisch worden

i

r
t

T=

-ocr page 35-

23

voorbijgezien? Daartoe moet er op worden gelet aan
w\'ie het kiesrecht wordt toegekend. Zal de Vertegen-
woordiging niet worden een verztimeling van volks-
mennei-s en jiartijleidei-s, wier handigheid wel is
gebleken, maar aan wier geschiktheid als lid der ver-
tegenwoordiging met recht mag getwijfeld? Niet licht,
omdat wie eenigszins nadenkt (en immers alleen wie
ook
dat denken in staat is, moet kiezer zijn), nit
eigen l^lang mee zal werken tot do verkiezing van
hem, die het best de beginselen van zijne partij of
de denkbeelden, die ook de zijne zijn, zi\\l uiteenzet-
ten en verdedigen, zonder daarbij het algemeen belang
uit het oog to verliezen. Egoïsme is, zooals op menig
ander gebied, ook hier de machtigste drijfveer tot het
goede. „Men meene evenwel niet," zegt Mn. II.
nu
Marcuik van Voorthuijsek, „dat, waimeer de
kiezere voonil op do beginselen van de aindidaten
achtslaan, do Kamer w^ne verpdering zal zijn uit
onbekwame en onwaardige mannen z{\\mengesteld.
leder toch, die (»en l)epaald l)eginsel is toegedaan, moet
inzien, dat het in het lx>lang is van dat Ix^ginsel,
wanneer het door een kundig man wordt voorgestaan.
Begrijpt, dus de kiezer zijne roeping, dan zjil do ver-
tegenwoordiging eeno vcrgad(!ring zijn, waar do cory-
phaGen van de verschillende i«u-tijon hunne stem doen
hooren. "Wij wildon er slecht« op wijzen, dat het
niet in de eerste jïlaats op de i>orsoonlijke hoedanig*
heden van de gekozenen aankomt." \') Maar is dan ook
het gestelde verkregen, werken l)eido factoren siimen,

\')«. p. bl«, 7«.

-ocr page 36-

24

is er vertegenwoordiging van alle schakeeringen in
het volk door de daartoe meest geschikten, dan zal
waar zijn, wat
Bluntschli zoo kernachtig uitdmkte:
„Dem Princip der Representation gemilsz, ist sie
(die Volkskammer) ein mit Rücksicht auf Tauglichkeit
und Fähigkeit ihrer Mitglieder gemachter
Auszug und
erhöhter Ausdruck des Volkes." \')

«) Alg. Staatsrcclit 4« AuH. I blz. 109.

-ocr page 37-

HOOFDSTUK I.

HET M E E lU) E lUI E I U S K I-E SS T E L S E L.

8 1.

Hd nicvnkrhchlahvf/iiiscl.

Nu het l)0grii), het wezen der Vertegenwoordignig
vaststaat, rijst de vraag: hoe is dit denkl)eeld te
verwezenlijken? hoe komt men tot een Vertegen-
woordiging, die althans in hoofdtrekken do onder-
scheideno schakeeringen in het volk weergeeft? ho<5
zullen do Staten-Generaal in waarheid zijn de giYon-
centrecrdo natie, d. i. alle denklx?elden, wenschen
en b(.»hoerten van het volk lK>lichaamd in de Inxsten,
de dmirtoe meest geschikten \\iit dat volk? Kn dan
is daarop door wio aan zulk een lH»grip van Vertegen-
woordiging als het gestelde vjisthield, in allo tijdeji
ton antwoord gegoven:
door ik vrije keuze <ks volks.
Hij dio keuze nu vnlt tweeërlei to onderscheiden; t we<i
factoren zyn noodig om het resultaat dier keuze op
to l)ouwen: in do oerstc plaats aanwyzing van hen,
dio geroepen zyn namens het volk to kiezen, van
hen, dio als \'twaro do mondigen uit het volk zijn

-ocr page 38-

26

(keuze toch door alle individuen, die in het volk
voorkomen, is eene onmogelijkheid en zou de ver-
tegenwoordiging tot eene onwaaarheid maken, omdat
een volk niet is een bloote verzameling van gelijke
individuen, maar een eenheid, die Ijestaat uit de
grootst mogelijke
vei-scheidenheid van kringen en
personen); en in de tweede plaats l3epaling van de
wijze, waarop de kiezers hun recht uitoefenen.

Het ligt thans niet op mijn weg na te gaan, wien
het stemrecht moet worden verleend, hoe Ijelangi-ijk
die vraag ook zij; maar het is mijn doel aan te toonen,
wat de beste wijze is, waarop dat stemrecht wordt
uitgeoelend; wat het beste middel is, waarop, zooals
de heer
Harte\') het uitdrukte: „het stemrecht kies-
vermogen zij." Al heeft men ook zeker de juiste
organen gevonden, waardoor het volk zijn denkbeelden
kan uiten, al zou zonder eenigen twijfel vaststaan,
wie kiezer moeten zijn, en het kiesstelsel verzekerde
niet tevens, dat iedere .stem tot zijn recht kwam,
dat iedere kiezer in waarheid van zijn recht kon ge-
bruik maken, dan zou do Vertegenwoordiging toch
nog altijd een valsch lx>eld geven, van wat zij in
werkelijkheid moest zijn.

Hoe is ons tegenwoordig kiesstelsel ingericht? Hoe
komen de stemmen der kiezei-s tot hun recht? —
Ten. grondslag aan ons stelwl ligt hot
hcgUml der
meerderheid;
de meerderheid alleen heeft recht van
kiezen; der minderheid wordt dit onthouden. Dat

\') Onzo Wnchter, Tüddchrift onder Dlrocll» van Dn. ScitAUfMAX m Dn.
NruE»B, Jaargnnt 1881i Dl- " Wr. 217.

-ocr page 39-

27

geldt voor de verkiezing van leden der Eerste Kamer
(Kieswet 4 Juli 1850 art. 87, Prov. wet 6 Juli
1850, art. 78-88) en der Tweede Kamer (Kieswet,
art. 108), van leden der Prov. Staton (Prov. Wet,
art. 8) en van den Gemeenteraad (Gemeentewet 29
Juni 1851, art. 10). Geldt dit meerderheidsbeginsel
voor de Eerste Kamer in de Statenvergaderingen en
voor den Gemeentei-aad zuiver; voor do verkiezing
van Tweede Kamer en Provinciale Staten is het be-
ginsel gewijzigd door do verdeeling van het Rijk ot
do Provincie in kiesdistrikten. Hierdoor toch wordt
aan de zuiverheid van het beginsel afbreuk gedaan,
omdat wat in het éeno disdrikt meerderheid is, in
het andere minderheid kan zijn. Doch op die dis-
trikten-verdeeling komen we aanstonds terug. Thans
moeten we echter de opmerking maken, dat bij het
nu volgende het oog bijna uit.sluitend gericht is op do
siunonstelling der Tweedo Kamer;\') over do wijze van
verkiezing der kei"sto Kamer handelen we hier niet,
omdat met het vastgestelde l)egrii) van Vertegenwoordi-
gers do vraag zich zou voordoen, of zulk een Kamer
in dat l)egrip piist. Deze vraag zoude ons to ver
van ons doel voeren, en daarom zij over haar samen-
stelling hier v«>rder gezwegen.

Allereerst moot het meerderheidsbcgins(>l getoetst
worden aan do rechtvaardigheid on do deugdelyklioid
der toojKussing. Kn dan zio ik mij gonoodzjmkt tegen
ons kiesstelsel do zeker niet nieuwe, maar zoor ernstige

\') Hot v«n wal voIrI In ook tocpaiwiyk op do »HUiicn»lclliiiR van

Trov. Staten «m Gcmwnicraad. I>cw vallen ecJjlcr bulttn on» limtok.

-ocr page 40-

28

l)eschuldiging in te brengen, dat het den eisch van
het recht met voeten treedt en dat het de Vertegen-
woordiging maakt tot een produkt van willekeur of
partij organisatie. Ik moet volkomen met de woorden
van den heer
Harte instemmen, als hij zegt, „dat ons
tegemcoordig kiesstelsel behoort tot dezulke, die het
kiesrecht van sommigen (met name van de minderheid
der kiezei-s) verkrachten, — die het eiken werkdadigen
invloed onttrekken, — die onder den naam van
kies-
recht
(zijnde het veiTnogen om een vertegenwoordiger
te benoemen) aan de minderheid slechts geven een
ijdel s<e»?recht (zijnde de bevoegdheid om zonder eenig
resultaat den naam eens candidaats op een stembiljet
in te vullen)"\'). — Welke radikale of uiteret conser-
vatieve ideeön men ook over het kiesrccAf moge hebben,
dcvarover zal men het eens zijn, dat hij, aan wien men
het eenmaal toekent, van zijn recht moet kunnen
gebiiiik maken ongestoord, onbelennnerd. Dat denk-
iKïeld is zoo eenvoudig en zoo waar, dat het geen
bewijs behoeft, dat het als axioma vaststaat. En nu
zegge men niet: „do Staat heeft dat l)eginsel blijkens
het aangenomen meerderheidsstelsel niet aanvaard." Dat
is een onwaarheid, omdat het in .strijd is met het be-
grip van Vertegenwoordiging. Dat do Grondwetgever
door implicito het meerderheidsstelsel to erkennen,
veler stemrecht zonder invloed doet zijn, kan wel aan
niets anders worden toegeschreven, dan dat hij zich
Ixïwust was van de onmacht om het denklxjcld alle
stemmen tot hun recht tc laten komen, geheel tc ver-

«) t, «. p. blz.^2J8.

-ocr page 41-

wezenlijken; dan dat hij moest erkennen: „ik weet
niets beters." Het Staatsbelang toch kan niet vorderen,
dat een recht wordt toegekend met het doel om het
tegelijkertijd zonder uitwerking te laten; de Staat kan
geen fiktieve rechten willen toekennen, zonder andere
reden, dan dat de noodzakelijkheid dit vordert. Ik
kan mij zeer goed voorstellen, dat de Staat aan
de burgers eenig recht toekent, doch om Ijepaalde
redenen aan enkele Ijojmld aangewezen personen oi"
een kathegorie van burgers dit onthoudt; maar dat de
Staat luin een groep burgers (in ca.su do kiezers) een
recht zou schenken, maar daarbij zou beimlen: „ziet,
gij allen krijgt dat recht nu wel; gij zyt daardoor allen
gelijk; maar gij moogt er niet allen gebruik van maken;
wie daarvan echt(;r geen gebruik mogen maken, dat
weet ik zelf niet, dat moet het toeval maar uitwüzen,
en waarom gij er allen geen gebruik van moogt maken,
dat ligt verlx^i-gen in mün ondoorgrondeiyken St;wts-
wil, maar zelf l)egryp ik het ook niet", datisgansch
onaannemelyk, dat oordeelt zichzelf. Neen, toen de
Staiit het meerderheidskiesstelsel omhel.sde, kon zgn rede-
neoring niet andei"s geweest zijn dan deze: „kiezers,
ik geef u allen (»en g(!lgk recht; ik zoude ook gjuunc
i\'<ien, dat gy alhMi oy invloed ukhIo kondt uit(H>fenen,
maar djwrvoor is mg geen middt^l lK»kend ; ik mo(<t
nu wel de m(»(>rderheid ondiM\' u V(M)r mwr gewichtig
houden dan do minderheid." Do Vertegenwoordiging,
zid zij ooit tegenwoordig zgn in de plaats van d(»
natie, moet ten minst(ï geêvem-edigd zgn in st^\'hakee-
ring aan de politieke denklnvlden der kitwi-s, en dit z;il
allet\'U verkregen worden, als iedere stem van lederen

29

-ocr page 42-

I 30

>

\\ kiezer invloed heeft. Kiezers toch zijn de organen, waar-

f door het groote organisme, het volk, zich openbaart.

Iedere vergadering, die vertegenwoordigt, treedt in
de plaats van de vertegenwoordigden. Wat zij be-
jf doelen, denken, meenen moet in die vergadering in

de verschillende afgevaardigden zijn belichaamd. Komt
y nu alleen der meerderheid de keuze toe, dan zijn de

^ stemmen der minderheid geheel waardeloos; het stem-

briefje van hem, die niet stemt als de meerderheid,
• heeft niet meer waarde dan een onljeschreven stuk

[, I papier; het had met hetzelfde gevolg oningeleverd

kunnen blijven. Zoo worden een groot aantal kiezei\'s
f van het hun eenmaal toegekende recht beroofd. En

^^ van welken invloed is dit niet op de vertegenwoordi-

gende vergadering! Stel toch, dat zij, die afvaardigen,
in twee richtingen zijn verdeeld, die hun Ixstmin
danken luin geheel heterogene Ix^inselen. Is nu iKjpaald,
dat de verkiezing der vertegenwoordigende vergadering
geschieden zal bij meerderheid van stemmen, zoó dat
ieder kiezer zijn stem kan geven m\\n zoovelen als te
Iwnoemen zijn, dan zjil bij getrouwe opkomst die rich-
ting alle afgevaiirdigden zenden, dio numeriek do
meerderheid vormt. Do andere richting, dio wellicht
slechts
ticec stommen in do minderheid is, zal zich in
hot geheel niet zien vei-tegonwoordigd; zij zal allen
invlood op de Ixïsluiten dor vertegonwoordig(5ndo ver-
gadering mi.sscn, en al moe.st zij dan ook, als zo
vertegenwoordigd wjus, bij stemmingen in do vei-gado-
ring over beginselen, welke dio richtingen gescheiden
houden, de nederlaag lijden, zij mist thans, onver-
togen A\'oordigd, ook het gewicht van hot zedelijk protest;

-ocr page 43-

31

zij kan zelfs haar stem niet eens doen hooren tegen
in haar oogen verderfelijke maatregelen; zij is veroor-
deeld tot stilzwijgen; omdat ze in de beraadslagende
vergadering niet bestaat en daardoor de noodige kracht
mist om invloed uit te oefenen op haar tegenpartij en
op de publieke opinie. Stel nu verder, dat er in die
vergadering een besluit moet genomen worden omtrent
eene zaak, wel zeer gewichtig, maar die in geen van
de politieke programma\'s der beide parijen was ge-
schreven, waarbij dus geheel het persoonlijk inzicht
der afgevaardigden beslist; stel ook, dat de vei^adering
is siimengesteld door een meerderheid, dio de helft is
van alle kiezers plus <5en en dat het te Ixihandelen
punt zulk een verschil van inzicht geefl, dat het
slechts wordt juingenomen met hot aantal stëmmon van
do helft der leden plus éen, dan ziU dus feitelgk
I)e8li.ssing over deze ziiak genomen zyn door oon vierde
plus twee, hetgeen vooral in een gi\'ooto vergadering
zoo goed als diuirmede gelijk zou staan, dat wanneer
<lo kiezei-s zelf to Iwslissen hadden, een vierde van
hun numeriek aantal do geheele l)0slissing in handen
had. Wjus ook de minderheid vertegenwoordigd ge-
weest, dan wius de l)csli.ssing over dio
Ziuik misschien
geheel anders uit^jovallen.

Kn wat Is nu de gansche fout in dit stelsel? Ken
irncarring van (ïroit dc dccision cn droit dc rcprcsm-
tdtion.
Het denkl)eeld dat aan de Volksvertegenwoor-
diging ten grondslag ligt, zegt men, is de macht der
meerderheid. Dit is zeor zeker wjuir voor het nemen
van oQw l)esluit, omdat dit nu eenmaal niet anders
mogelijk is; omdat do nuHjrderheid dichter bij het

-ocr page 44-

32

{1 geheel is dan de minderheid ; omdat de meeste wai\\r-

i \' schijnlijkheid Ijestaat, dat de meerderheid het dichtst

t bij de waarheid is. Een Ijesluit bij eenparigheid. van

stemmen wordt in eene vergadering over een belangrijke
■I kwestie bijna nooit verkregen; wanneer men dit als

vereischte voor de geldigheid van een Ijesluit zou willen
stellen, zou öf bijna nooit iets worden aangenomen,
öf de eenstemmigheid zou als in den Poolschen Landdag
met geweld moeten worden verkregen, welke ver-
gadering wel zeker niemand zich ten voorljeeld zal
willen stellen. En toch voor het nemen van een
Ijesluit geldt het altijd: ja of neen; eene andere beslissing
is niet mogelijk. Daarom zullen bijna altijd twee
richtingen t^enover elkander staan ; wie het grootst
in stemmenaantal is, lx)haalt de overwinning. Het
is een strijd over zaken en voor ieder lid der vergadering
een
droit collcctif ct impersonnel.

Maar hoe waar dat alles nu ook is, het geldt niet
voor het
kiezen van vertegenwoordigers; dit is niet
do Iwsli.ssing over eene zaak, die kan worden tiange-
nomen of niet, niiuir hot minwijzen van j^rsonen.
Laiit na-n dit ook door do meerderheid geschieden,
dan brengt men, in plaats van zich aan zijn grond-
stelling to honden, dat do macht bij do moerdorhoid
iKjhooit to l)erust<;n, dio over oj) do meordcsrheid van
do meerderheid, dat is bijna altijd, .slechts in hoog«\'
uitzonderingen niet, do minderheid. En dat is liet
valsche Ijoginsel, dat ons kie.sstelsel vorgiaigt.

De kiezer he(;ft niet to l)eslisson over deze of gene
zaak; hij heea da;irtoo geen mandatarisaftevjuiixligen;\'
maiir hij heeft alleen recht vertegenwoordigd te zijn,

\'r

-ocr page 45-

33

dat is een pereoonlijk recht, ini droit personnel; hij
heeft, zoo hij slechts een genoegzaam aantal mede-
kiezere kan vinden, die met hem eenzelfde politiek
geloof Ixilijden, een persoon aan te wijzen, die voor
hem zal zijn de drager zijner l^eginselen ; die in de
Vertegenwoordiging met dat talent, waarom hij juist
op hem de keus heeft laten vallen, zijn Ijoginselen ziil
verdedigen, bij de kroon zal pleiten voor zijn rechten
en l)elangen. „On the occasion of advei-se desires in
a society composed of many free agents, the majority
must necessarily decide; but in the formation of a
representative l)ody, the purpose is that the lx)dy thus
to Ix) created, and
not the constituent body^ is to l)o
intrusted with the power of decision. If that were
the function of the constituent l)ody, there would Iw
no necessity for appointing the representative. It is,
(\'onse(iuently, l)y the majority of the rei)resentativo
body that the decision must Ixi pronounced. It is
that majority which si)eaks for the whole and is
irresistible. It may 1)0 likened to an engino of enormous
l)ower which cru.shes all opposing forces. The election
is tl»» process by which this engine is constructc<l;
Init it is not necessary to the eniciency of the engine
that the .siune overpowering force should have Ixjon
employed in the proce.ss of its construction. It is
when the iMigine is fornuid that wo require its |)ower
t<» 1)0 exerciscMl; — whilst the engine is l)eing made, —
it is the engine wo want, and not the i>ower.\'")

Haiik, ,TJu. oloctloii of rri.rodonUllv.\'* I\'nrllnnuiitrtry «iid Munldiuil,
Lomlon IKT3, K»utlh K.Utl..ii, I.U. XX.X.

:t

-ocr page 46-

34

Beslissing bij meerderheid moet slechts daar ge-
I \' schieden, waar geen andere weg openstaat, waar eene

i 0)id€elbare beslissing te vellen is ; waar een vraag

.1 slechts bevestigend of ontkennend is te beantwoorden,

< niet bij een aanwijzing van personen, die zelf juist

over zaken zullen te beslissen hebben. Zoo spreekt
i ook
John Stuabt \' Mill : \') „That the minority must

, yield to the majority, the smaller numl)er to the

greater, is a familiar idea; and accordingly men think

■ there is no necessity for using their minds any further,
[. and it does not occur to them that there is any

medium Ixîtween allowing the smaller number to 1)0

■ equally powerful with the greater, and blotting out
the smaller number alltogether. In a representative
lx)dy actually delil)erating, the minority must of cour-
se Ije overruled ; and in an equal democmcy (since the

h opinions of the constituents, when they insist on them,

îj determino those of the representative iKxly) the majo-

rity of the people, through thoir representatives, will
outvote and prevail over tho minority and their ropn*-
.sentatives. But does it follow that the minority
, stould hâve no representatives at all? Because th(f

majority ought to prevail over the minority must the
majority have all tho votes, tho minority none? Is it
necessary that the minority should not oven l)0 heard?
Nothing but habit and old association can reconcile any
reasonable l)eing to the
needless injustice."

Deze denkljeelden vonden ook ten onzent weer.

I

■ klank bij .\\f«-. .1. T. Buus, die vniagt: „Zou het

1} „On rr|iri-M-(^Atlva Oovcrnmcnl" I^>n>lon IHtU, lilt ia2-i3:J.

-ocr page 47-

35

wensclielijk zijn alle afgevaardigden te doen aanwijzen
door de Ijetrekkelijke meerderheid der gezamenlijke
kiezers? "Waarlijk niet, naar ik meen, want dergelijke
regeling zou ons in plaats van eene volksvertegen-
woordiging slechts de vertegenwoordiging brengen van
de meerderheid alleen, en de meerderheid is evenmin
het volk als de grooto helft aan het geheel gelijk is.
Dat men, daar waar een vergaderde menigte tot een
beimld besluit moet komen, de l)eslissing laat aan de
meerderheid, is volkomen natuurlijk, omdat de meer-
derheid aan de eenheid het meest nabij komt en dus
ook de meeste aanspraak heeft om als hare vertegen-
woordigster door te gium. Maar bij de uitoefening van
het kiesrecht is het toch niet te doen om het nemen
van eenig gemeenschapi)elijk Ixïsluit, maar veeleer
<laarom, om zooveel mogelgk allo kiesgerechtigden in
de gelegenheid to stellen hunne individueelo politieke
denklKïoldon te doen gelden. De gekozenen, uitdruk-
king van al do individueelo meeningen, zullen dan op
kleine schaal de politieke denklxïeldon vertolken, welke
alom in Nederland by het kiezersvolk heerschen, en
dit liefst zoo, dat elke meening zich in de vertegen-
woordiging met dezelfde kmcht openbare, welke haar
in het
UukI toel)ehoort. Zeker de volkomen zuivere
verwezenlijking van dat doel is een ideiul en zal wel
altijd etMi ideaal bleven, miwr moet men, omdat het
iK\'st mogelgke niet te verkrygen is, dan noodwendig
aan het slechtst mogelyke de voorkeur geven?
liet
Ktelsel, (lat niru aanprijst, is eenvomlifnUi/ dc vernie-
figint/ van het Iwijrip ^^volksvertvyenicooriliginff."
lm-
mei-s is h(»t all(H>n om ile me<»rd»\'rheid te doen, waarom

--

-ocr page 48-

dan aan deze tachtig stemmen toegekend, waarom niet
tien, niet vijf? Waarom niet aan een, dan uitver-
korene des volks, alle macht in handen gegeven ?
Napoleon III heeft het stelsel, hier aangeprezen, tot
in zijn laatste gevolgtrekking ontwikkeld en de aller-
laatste is de invoering van het absolutisme." \')

Het beginsel, waarvan ons kiesstelsel uitgaat, blijkt
dus ten eenenmale onjuist te zijn, maar het sleept
tevens nog meerdere bedenkelijke gevolgen na zich.

Meestal wordt een heftige strijd gevoerd aan de
stembus over zaken, die eerst in de Vertegenwoordi-
ging geheel juist ter sprake kunnen komen; die strijd
Ijestaat dikwerf niet zoozeer in het hoog houden van
eigen politiek vaandel als wel in het afbreuk doen
aan de tegenpartij en zwart maken van den tegen-
stander; die strijd wordt vaak Ixïheerecht door per-
soonlijke redenon; geen moeite, geen geld wordt ont-
zien om zich een stem te verzekeren of tenminste
der tegenpartij een stem te onthouden. Iedere partij
zal tot dovi&s moeten nemen: „alles of niets"; zij
zal allen, die met haar gaan, in \'tgeweer moeten
roepen en alle middelen moeten aanwenden, dio in
haar macht zijn. Zij bindt een strijd aan, wiuirin z(j
haar tegenstander van alle vertegenwoordiging moet
uitsluiten, op stmffe van zelf buitengesloten to wor-
den. De verkiezingsdagen loveren een schouwspel van
een gevecht oj) leven en dood. Die gansche strijd
werkt onzedelijk, verlaagt volk en vertegenwoordigers.

Kn hiervan kan men zich gemakkelijk overtuigen, z(k»

«) t, a. 1-. ni.

-ocr page 49-

87

men in een verkiezingstijd slechts even dieper dan de
oppervlakte wil zien. „Men," zegt.
Southey, „whoat
other times regard it as a duty to speak truth, and
think their honour implicated in their word, scruple
not at asserting the grossest and most impudent false-
hoods, if thereby they can obtain a momentary advan-
tage over the hostile party." Hartstochten en geheel
partikuliere belangen moeten dienst doen om de kiezei-s
te l)ewerken; van alle kanten ziet men gebruik maken
van de schandelijkste middelen, zoo dikwerf gebrand-
merkt en toch altijd weder toegepast: belastering van
de tegenpartij of den tegenkandidaat; l)eloften, die
verre overdreven en toch niet te verwezenlijken zijn;
verlevendiging van oude, lang vergeten giieven;
prikkeling der verbeelding door schoone, doch onware
voorstelling van het verleden of door onbereikb}\\re
droombeelden eener iwutij; omkooping door klinkende
munt of geestrijke dranken; misbruik maken niet het
minst van de afhankelijke i)0siti0, waarin sommig(^
kiezers zich Ixjvindon tegenover hunne landheeren,
werkgevers of geldschieters! De verkiezingstijd wonlt.
••ene oorzaak van vreezo en ongerustheid; hij zjiait
verdeeldheden, wier invlotnl zich nog lang na zynen
aflooj) doet gevoelen, liet mag niet ontkend, dat het
Nederlandsche volk door zyn meer kalmen aard nog
gun.stig afsteekt in dezen bij wat het buitenland op
verschillende i)laatfien te zien geell, mimr toch mag
met ernst gevniagd, of men ook hier niet, wanneer
(Hjns (!en zeer uitgebreid of zoogenaamd algtMneen stem-
recht is verleend - en do geest des
tydsschynt daarop
te wijzen: de voorstiindei-s nemen hoe langs hoe mei-r

T

-ocr page 50-

38

toe — of men ook hier niet veel verder ziü gaan, of
ook ten onzent niet zal worden overgegaan van woor-
den tot daden? "Wie herinnert zich niet de revolver-
schoten in Amerika, de stokslagen in Hongarije, ja
zelfs in Engeland de persoonlijke vechtpartijen bij de
verkiezingen!

Met recht is op een ander nadeelig gevolg van het
meerderheidskiesstelsel gewezen, nl.
vermindering van
staatkundig leven.
Hoe meer werkelijke belangstelling
er is in de publieke zaak, hoe beter de Vertegenwoor-
diging zal zijn, hoe meer de vaderlandsliefde wordt
aangekweekt, met hoe meer ijver eene Regeering zich
aan haar taak zal laten gelegen liggen, hoe krachtiger
een Staat in- en uitwendig zal zijn. Maar wanneer
ge nu jaar in jaar uit bij elke verkiezing ziet, dat
alle moeite in het werk gesteld vruchteloos is, allo
poging, om ook uw denkbeelden vertegenwoordigd U\\
zien, tevergeefsch is, dan komt ten slotte over u
een gevoel van onverschilligheid, dan vaart er door
uw wezen een gevoel van i)ijnlijko onmacht, dan ge-
voelt ge u als de vogel, die te vliegen niet meer l)e-
proeft, emdat zijne vleugels van te voren zijn lamge-
schoten. Geen vlam van hooger geestdrift, geen
l)elang.stelling in do gemeene zaak meer bij u, omdat
ge er toch niets toe kunt bijbrengen; immei-s wat de
meerderheid der kiezers zal wijzen (in aisu het aan-
wijzen van vertegenwoordigei-s), dat moet gij prijzen
en go behoort tot do minderheid. — Kn daartegenover de
meerderheid. AVie van zijn ovenvinning vei7xjkerd is,
waarom zal hij zich noodeloos te veel moeite geven?\'
De natuurkunde kent nu eenmaal aan alle voorwtjrp

! M *

-ocr page 51-

51

terecht, en dus ook aan den mensch, de eigenschap
van traagheid toe. Is de meerderheid zich dus van haar
meerderheid bewust, dan worden de onvei-schilligen
niet aangespoord, den flauwhartigen niet een riem
onder het hart gestoken, de onkundigen niet ingeliclit,
maar weet zij zich door haar enkele oude kern de zege
niet eens te bevechten, maar gemakkelijk weg te
dragen. En hoezeer dit bij minder- en meerderheid
bij ons te lande het geval is, dit blijkt uit de statis-
tieke gegevens, die telkens na een algemeene verkiezing
voor de Tweede Kamer worden opgemaakt; ongeveer
00 i>ercent kiezers nemen zich slechts do moeite aan
do stembus te vei-schijnen.\') Plichtverzuim door zoo-
velen, die slechts in naam kie.sbevoegdheid bezitten,
is ten zeerste begrijpelijk.

Hiermede gaat dikwerf geimrd weinige ontwikkeling
der kiezei-s in politieke zaken, omdat zo meestal slechts
tusschen twee jKM-sonen of i)artyen heblwn te kiezen,
en niet uit den rijkdom van denkbeelden, in tal van
l)ei^nen Injlichaamd, eene keuze hebben te doen. Het
mwrderheid.sstel.sel wekt te weinig de algemeene
Ik<-
langstelling en waar geen lK>langstelling is, wordt ook
geen ontwikkeling verkregen.

. Het nu^erderheidstelsel dwingt ook tot snnenwer-
king,
cmlitii\' van iKirtyen. Zal het zuiver werken,
dan mo(;t er zijn een mcHMderheid en een minderheid,

\') Vbii do liiKtttchrvvcii kit-coni kwiniicn op:
In 1800 0B*/„ 1871 noy,, 187.1 01*/,, 1875 O»«/,, 1877 MVc 1970 6h7e,
1881 &7% 188.1 ftl»7,, 1HH4 «8"/,, 1880 78V,, 1887

Do «lUtriktclüko IndrvlinK hwft di- <to« ln«mc lun do vcrklmln» natuurlUk
wel 8owy*l(jd, mnnr wr vi»rlvtorU, dan vcnnlndcnl.

-ocr page 52-

40

waarvan de eerste de tweede ovenvint. Maar zeer
vaak is dit niet het geval; er zullen zich meerdere
minderheden voordoen, die vereenigd de meerderheid
in stemmental te boven gaan. Wat wonder, dat deze
partijen, elk afzonderlijk in de minderheid, zich over
enkele politieke punten of zelfs alleen over het ver-
deelen der zetels verstaan en bij de verkiezing ver-
eenigd ter stembus opgaan om hun gezamenlijken
tegenstander, hem, die de betrekkelijke meerderheid
heeft, die hen van alle vertegenwoordiging wilde uit-
sluiten, te verslaan, hem geheel buiten te sluiten en
zoodoende zelf de zetels te bezetten. Om het gevaar
van geheele uitsluiting te verkomen, ziet men partij-
gangers dikwijls van de meest van elkaar afwijkende
beginselen optrekken onder dezelfde banier, terwijl
soms zelfs de eenige band is een gemeenschappelijke
haat. Dit laatste nu is terecht onzedelijk genoemd.
Waar i)unten van overeenkomst tusschen de minder-
heden l}e.staan is coalitie noodzakelijk om een gemeen-
schappelijk doel te l)ereiken en Iwter is het mede t<i
helleen verkiezen hen, met wie men nog enkele aan-
rakingspunten heeft, dan toe te laten dat als vertegen-
woordigei-s zullen optreden zij, met wie men op i)olitiek
gebied veel minder of in \'t geheel geen voeling heeft.
Het is evenwel duidelijk, dat zulk eene coalitie dik-
werf zeer gevaarlijk is, dat het vjuik moeielijk ziil
wezen voor eene partij, die met eene andere in enkele
punten overeenkomt of zich daarover heeft verstaan, haar
eigen lx>ginselen alle ongerept to Iwwaren. Al aan-
vaarden we dus zulk eene coalitie als zeer geoorloofd i.
ja als een plicht onder ons tegenwoordig kiesstelsel

rv

-ocr page 53-

41

voor iedere partij, die zich haar roeping bewust is: be-
hartiging van het algemeen belang naar hare eigenaardige
inzichten, toch zij men op zijne hoede, dat daardoor
niet wederzijdsche concessies gedaan worden, die tegen
de overtuiging indruischen.

Doch waar de punten van aanraking niet bestaan,
maar alleen ondergang van eene andere partij het doel
der samenwerking is, daar moet dit als iedere partij
onwaardig, als schandelijk en onzedelijk worden ge*
brandmerkt. En toch hoe sterk ook af te keuren,
hoe weinig politieke zedelijkheid het verraadt, het is
l>egrijpelijk, dat iwrtijen in het vuur van den strijd,
uit zucht tot zelfbehoud zich tot zoo iets laten ver-
leiden. Het meerderheidsstelsel is er geen oorzaak van,
miiar geeft er aanleiding toe.

Noodzakelijk ook moet door het meerderheidsstelsi\'1
het
zedelijk prestige en het zelfvertromcen der vertegen-
woordigende vergadering schade lijden. Bij eenig na-
denken moot zij gevoelen, dat zij, hoezeer dan ook
wettig gekozen, tocli hiuir lx?staan, zooiils ze is, dankt
aan eene onrechtvaardigheid, dat haar sjimensUïlling
in strijd is met de biliykheid, dat de gj\\nsche min-
derheid onder de kiezers tevergiH\'fs in haar uiting
zoekt; kortom dat zij niet is, wat zt> gevwlt te moeten
y-ij», de vertegenwoordiging van giuisch het kiezei-s-
volk. En (lat gevoel moet haar zeifs\'ertrouwen schok-
ken. Maar liet onwaro van hare samenstelling moet
tevens haar het zoo noodigo prestige ontnemen. Wan-
neer in don lx)ozem van het volk de overtuiging lovend
wordt, dat zy, die gt»roei)en zgn het to vertegen-
woordigen, dit niet volkomen doen, dan zal men zich

-ocr page 54-

I

9m

f,

door den nood gedwongen ja wel onderwerpen aan
hunne besluiten, maar die onderwerping zal zijn mor-
rend en met tegenzin, dan zal er gezonnen worden
op middelen om zoo mogelijk die besluiten te ontdui-
ken; dan zal de zedelijke kracht, die van een wet
kan uitgaan, daardoor worden gebroken. Is het te
verwonderen, dat vele goede dingen in eene wet,
tegen wier beginsel de meerderheid van het volk ge-
kant is, haar uitwerking missen, die ze bij meerder
instemming met de wet zelve zeer zeker zouden heb-
l)en? Is het niet een feit, dat diergelijke dingen in
onze dagen om uitbreiding van kiesrecht deden roe-
pen? En is het niet waar, dat waar zulk een geroep
door het land gaat, de Vertegenwoordiging zedelijk
[\' is veroordeeld? dat haar prestige onder het mil-

} I punt daalt?

I 1 . Maar daar is meer. De Vertegenwoordiging is ge-

roeix^n om voor het volk op te komen voor het ware
en goede, bij den voi-st te waken voor tHjnzijdigheid.
Maar daarto(? moet zij zelf weten, wat waar en goed
j j is. Die wetenschai) nu is niet het eigendom van (k»n

j \' jK\'i-soou of van een vergadering van eensgezinde personen.

Wat het ware is op staatkumiig teirein wordt meestal
<\'ei-st verkregen uit den strijd tus-schen verschillende
ji . denkbeelden; wat hot Ixjst is voor een volk, is ge-

woonlijk eerst duidelijk, nadat vei-schillende maatregelen
j zijn overwogen en Ijepleit; wat op algemoeno instem-

I ( niing kan bogen, moot dikwerf door gemeen overleg

worden l)ereikt. „Dasz schliesslich nur dio Mehrheit
1
i entscheidet ist natürlich, allein gehört und erwogeai

I\' 1 sollten vorher alle Gründe ujid Forderungen wer-

1

I (

! ^

-ocr page 55-

43

den/") — En dit nu immers kan slechts verkregen
worden, indien er gelegenheid is tot vrije gedachtenwis-
seling, indien de Vertegenwoordiging is een strijdperk
van beginselen en meeningen; dit kan eeret geschieden,
indien alle denkbeeld van eenige beteekenis zich be-
lichaamd vindt in een pei^soon, die met de noodige
l)ekwaamheid dat denkbeeld weet te schetsen en te
verdedigen, want „Ie choc des sentiments est nécessaire
pour créer la lumière." \') Uit den strijd der meeningen
moet waarlieid en eenheid worden verki\'egen door over-
leg. „The principle by which constitutional govern-
ments are upheld, is
cowpromise^ that of absolute
government is
force.*") Maar voor dat compromise
moet voi-schil van gevoelen mogelijk zijn zoowel tus-
schen Vorst en Vertegenwoordiging, als in do vertx>gen-
woordigondo vei-gadering zelve. En hoe zal dit mogelijk
7-ijn, als alle loden dier voi-gjulering eenzelfde i)oli-
tieko geloofsbelijdenis kunnen onderteekenen? hoe zjil
dit mogelijk zijn, indien allo leden moeten instemmen
met éen formulier van eenighoid als accoord van
pjutijgemeonschap? - Dat gin\'aar heeft, ook
Guizot
ingezien, toen hi.) schreef: „Un système LM(H;toral,
\'ini d\'avance annuleniit, (|uant ï» la formation
l\'as.senibUH> délilx-ranto, riniluenco et la particiixition
\'li\' la minorité, détruimit U> gouvernement repré.\'^cMi-
tatif et .serait atussi fatal
ji Ia majorité elle mémo,

\'I HoncnT vox Mcihi., ,Enc)t)opfl«llo dor s(wiUwl»m\'nsrhi»non" ( .T2.
») I
)k Hikxoxhi, .EHkI Mir le* coiwIlHitlon« «Ip« |h>«|i1 lll»r««<."
Hnixellon 1830, l>lx. 10«.

CALUufx, „A •llifiuiMtiuii ou UovèÂIicnl", ChurkMoii 1«51.

-ocr page 56-

44

qu\'une loi qui dans l\'assemblée délibérante condam-
nerait la minorité à se taire." \')

§ 2.

Het distriktenstelscl.

Ligt zoo het Ijeginsel van ons meerderheidsstelsel
geheel veroordeeld voor ons, laten wij thans nagaan,
in hoeverre hierin wijziging wordt gebracht door de
verdeeling van de kaart des Lands in kiesdistrikten,
zooals dit geschiedt voor de verkiezingen van leden
der Tweede Kamer en der Provinciale Staten. Dat
toch het grondbeginsel meerderheid.sverkiezing en niet
distriktenverdeeling is, dat heeft de heer
Hahtk m. i.
volkomen juist lumgetoond. \') Verwijzing naar het
door hem gezegde over de venvaning tus.schen iKiide
uitdrukkingen, zij hier voldoende.

Gcschiedcim. Toen in 1848 na grooten strijd door
Pegeering en meerderheid der Staten-Generaal het Iw-
ginsel van rechtstreek.sche verkiezing werd aangenomen.
ging daarmede gejKiard de verdeeling van liet I^jind in
kiesdistrikten. Heeds in 1844 was het voorstel der
Negenmannen: verdeeling der provinciön in kiesdistrik-
ten. (VooRDüiN t. a. ]). blz. ini). De Commissie van
17 Maart 1848 stelde eveneens voor: „De hnlen der

L a. |I. Dl. II, biK. 201).

(. a. p. Iilz. 232-234.
»

-ocr page 57-

45

Tweede Kamer worden gekozen in de kiesdistricten,
waarin elke provincie wordt verdeeld enz." (
Voorduik
t. a. p. blz. 196); het ontwerp der Regeering van
19 Jmii Ijehield dezelfde redaktie. (
Voordüin t. a. p.
blz. 201). Toen in het Voorloopig Verslag op „provin-
ciën" aanmerking was gemaakt, veranderde de Regeering
bij hare Memorie van Beantwoording deze woorden
in „het Rijk".\')

Dit is al wat in 1848 over de verdeeling in distrik-
ton is gezegil. Men vond het blijkkuir zulk eene
natuurlijke, van zelf sprekende zaak, dat men het niet
der moeite waard achtte er iets van tc zeggen. Of
de verdeeling in distrikten alleen Ixjdoeld werd tot
noodzakelijke vergemakkelgking by het verkiezingswerk,
of om de lokale Ixjlangon tot hun recht te laten komen,
of wel om als correctief dienst te doen tegen het
zuivere mwrderheidsstel.\'^\'l, hiervan biykt niets, on
het komt mij niet onwaiirschynlgk voor, dat men zich
van de gehiH»lo zaak niet eeno duideiyke voorstelling
hoefl gemaakt. Men volgde blyklwar na, wat men eldei"s
vond, wat b.v. Engeland to zien gsif, zonder te 1
m»-
donken, dat de di.strikten aldaar historisch waren
Koworden, en dus natuurlyko kringen vormden.

Aan d(» IwiKiling der (Jrondwet w»»rd uitvoering
k\'egevon door do tal)el gi^voegtl by art. JM) dor klaswet
van 4 Juli 1850, waarby tevens werd Injimld, dat
dezo talKil om de r> jaar moast worden herzien. Hier-
"Jin is, zooals k-kend is, niet gi\'trouw de hand ge-

\'» lUmH-rin« ium{ tt xvmrlulti-l«! In, i>ni In art. .1« In j.liwt!»

Vttn lU- w(K)rJ«-n! WAv /iror/Hw i.-Irton AW Viwbih-ix , I. a. |>. M*.\'-Mt«.

-ocr page 58-

houden; tot 1887 toch is aan dit voorschrift slechts
vier maal voldaan, door de wetten van 28 Dec. 1858,
22 April 1864, 6 Mei 1869 en 26 Jan. 1878.. .

De Staatscommissie tot herziening der Grondwet,
benoemd in 1883, stelde in art. 83 van haar ont-
werp voor deze bepaling te lezen: „De Tweede Kamer
bestaat uit 90 leden. In geval van verdeeling van
het Rijk in kiesdistricten, wordt het getal naar de l)evol-
king over de ondei-scheidene kiesdistricten verdeeld."

In haar algemeen Verelag van 25 Jan. 1884 roerde
zij dit punt niet aan; maar bij het artikelsgewijze
Vei-slag voegde zij deze opmerking aan de vooi-gestelde
l>epaling toe: „Het voorschrift, dat het Rijk in kies-
districten wordt verdeeld, is intusschen uit het voorgaand
artikel (art. 76 Grw. 1848) weggelaten. Den wetgever
l)ehoort ten deze geheele vrijheid van handelen gelaten te
worden." \') Met dit voorstel kon zich niet vereenigen
het lid der Commissie de heer C. I. C. H.
van Nispen,
en in eene afzonderlijke nota, die hij aan het Verslag
toevoegt, komt o. a. deze klacht voor: „De Ijopaling,
dat het land in
cnhdc kiesdistricten zal worden verdeeld,
is door de Commissie verworpen,\'en de waarlwrg voor
do minderheden, dat er althans
kicsdistncten zuUm
irczcn^
vervalt insgelijks en zonder equivalent,"^)
Regeering ging dan ook mot het vooi-stel der Staats-
commissie niet mode, maar diende in\'1885 eeno for-
muloering in, zooals dio thans in art. 81 der Grondwet
voorkomt. Iii do Memorie van Toelichting vinden we

\') Ansmsii\'H, t, a. p. Dl. I.
\') AnxTZEXii-H, t. a. p. Dl. I.

-ocr page 59-

47

het volgende: „De verdeeling van het Rijk in kies-
districten is door de Grondwet wel vermeld, maar
niet aan den wetgever opgedragen en geenerlei regel
is daaromtrent aan de Uitvoerende macht gesteld. De
wetgever van 1850 heeft bij gemis van elk grond-
wettig voorschrift de zaak zelve ter hand genomen
en in verband met het veranderlijk getal leden van de
Tweede Kamer een periodieke herziening van zijn eigen
werk voorgeschreven (namelijk de tiiljel behoorende bij
art. 99 der kieswet), die moest leiden en geleid heeft tot
eene periodieke verknipping van de kaart des- lands,
zonder eenig ander leidend beginsel dan de (ongelijke)
toeneming der l)evolking en zoo al niet willekeurig,
dan toch zonder wiuirboi-gen tegen willekeur vastge-
steld." \') Men zie verder hierover het reeds aange-
haalde op blz. 18 — 20. In do Memorie van Antwoord
lezen wo: „Ten aanzien van de verdeeling in kiesdis-
tricten heeft de Regeering weinig of niets te voegen
bij de Ix^schouwingen dor meerderheid in het voorloopig
verslag vermeld. Waimeer do grondwet het getal
kiosdi.stricten niet bejjaalt, maar wel uitspreekt, dat
<\'r kiesdistricten moeten zyn, laiit zij den gewonen
wotg(!ver in zeer groote mate vrij. Alleen (küi
ticrutin
dc liatc^ voor hot geheele Ryk, omvatttMide by do
IKiriodieko verkiezing honderd leden in eens en bij
tusschentüdscho verkiezingen zoovele jM-M-sonen als er
dan te kiezen zyn, zou onvereeniglxiar zyn met art.
(81.) De tegenwerping is gemaakt, dat aan de lettor
van dit artikel ware voldaan, zoo het H^k

\'» AHNT1r.xn-<, I. a. ji. Dl. I| l,U. as.

-ocr page 60-

in twee kiesdistricten werd verdeeld. Hierop antwoordt
de Regeering, dat zij zoodanige wet niet aanbevelens-
waardig zou vinden, maai" toch altoos veel beter dan
eene wet, die het geheele grondgebied tot éen kies-
district zou maken."\') Bij de tw^eede schriftelijke
behandeling der Grondwetsvoorstellen in
1886 (na de
ontbinding der kamers) werd de vraag, of de Grond-
wet de verdeeling in kiesdistrikten zal voorschrijven,
niet verder Ijehandeld. Ook bij de openbare beraad-
slaging wordt over dit punt niet gesproken, en zoo heeft
dus de Grondwetgever van
1887, ondanks. Oliviers
waarschuwing: „Wanneer wij eens ons kiesstelsel her-
zien, mogen zij, die de ])arlementaire kracht van l)elangen
en klassen willen doen blijven rusten op den grond-
slag van ten dienste dezer klassen of belangen gevormd(i
districten, wel overwegen, welke zekerheid van steun
er bestaat in eene zamenkoppeling van kiezers binnen
zekere afgepaalde ruimte, dio dan Ixïstendig moeten
getrouw blijven aan zekere op het oogenblik heerschendo
l>eginselen,"\') eenvoudig iKjpaald in art.
81: „De
Tweede Kamer Ixjstaat uit honderd leden,
die tjcknzeu
ironkn in kiesdistricten"

Algemeen ziet men thans in de verdeoliug van het
Lind in kiasdistrikten het middel om de minderheden
tot hun recht te laten konien, om te vorkrijgiMi een
Vertegenwoordiging, veelzijdig sament;e.steld. „Het is
van groot gewicht", zeide de heer A.
van Dkdem in
de Tweede Kamer op 24 Maart 1887, „dat de Regeering

-ocr page 61-

uit de samenstelling der Kamer kan "weten, "wat erin
het volk leeft. Bij ons tegenwoordig kiesstelsel kan,
mijns inziens, de verdeeling van het Rijk in kies-
districten, geen andere oorzaak hebben dan hieromtrent
zoo juist mogelijk te worden ingelicht."\') Hetdistrik-
tenstelsel moet dienst doen als correctief tegen het
verkeerde beginsel van een meerderheidsstelsel. Het
land wordt door de schaar des wetgevers verknipt in
een aantal deelen, in elk waarvan een meerderheid
te kampen heeft tegen een minderheid, een meerder-
heid de overwinning behaalt en de stemmen der minder-
heid tot zwijgen brengt, onV(irtegenwoordigd laat. ")-
Men ziet het, al de grieven, tegen het zuivere meer-
derheidsstelsel ingebmcht, blijven hier golden binnen
do grenzen van het distrikt. Maar juist dat dio fouton
wonlen gereduceerd tot binnen de grenzen van elk

Akntxkxiu», t. n. i». Dl. VI.

AIk mcrkwm»rdlKo llUmtmllo lilorvnn niogoii »lloiu-n do verklozlugon
in Frankrijk in 1S81 on 1885, omdat in hot oondo Jaar in cnknlvoudigo
diHtriklon (»«rutln uninominai) on in hot laatst«\' bU lUnton («crutin do lislo)
^^\'oril Kontoi«<I.

1831. Van do oniwvoor 7 niiliiiion nit«obrachto Htoninicn vcrkroRon do
vcrkownon onKovo<T 4 inlilioon on blovon ongovoor Qf/g niilli(H<n buiton
«"ITukt, xocMlat slochtJi «7\'/, dor kioxon» vorti<gonw(M)rdigd was.

1885. Van do 7,H.\'iO,3:Jü RoidiKo Htoinmon vorkronon do vorkownon or

<01,225 on tilovon do Ntomnion van a,458,10(1 kioïors xondor olTokl,
JfKtdftt slorhtM 5tl\'/o dor klowrH vorIj\'KonwtmnllKd wa«. Do Hcnitin doli«lo
Hoek dun n<>n nlochtor to workon, dan do m rutin uninoniinal j n>aar in
boido gt\'vallon lovordo do uitsla« wn Kronto onrochtvaardiglioid. (Anniiairo
do MlaliHti.|uo dti nilniNhTo ciii cnnunono, 1884 bi*. 510; 188« bix. 555.)

HU do v.Tkioxinii van 1 Hopt. 1887 hior to laiido, wiuirbü do strüd
alRonxt\'n minder liovig dan by vorigo vorkioxingon wordt gonoomd (do
lioomHrh-KathoIioko (wtrtU Niomdo
xoIPh in onkrio diittrikton in \'I goliool niot
nuHlo), gingon
t<Hli van do ruin» 70,000 «tominon n»o<>rd«n 20,000 vorioron,
zotKlf.t xloilitH <I7\'/j*/o dir kii»!rM virtoKcnw«<trdi(:d wcni.

1

-ocr page 62-

50

distrikt, daarin ziet men de gunstige werking van het
coiTectief. Immers wat in het éene distrikt minderheid
is, kan in het andere meerderheid zijn, en omgekeerd ;
zoodoende zal de meening, die wel in éen distrikt
minderheid is, toch vertegenwoordigd worden, omdat
ze in het andere distrikt meerderheid is. Doch geeft
dit middel nu eene Vertegenwoordiging, die de uit-
drukking der natie is? En dit immers moet het te
bereiken doel zijn. Laat
Hare ons hierop antwoorden :
„If liberalism be triumphant in one constituency, con-
.servatism, it is answered, is triumphant in another.
The argument is as untenable as the principle is
dangerous. It is not the fact that the opinions sup-
pressed by the electoral voice at one place are expressed
in those of another. It has l)een truly said that the
.seperation of parties according to localities does not
even approach completeness. The numlxjr of loca-
lities in which any given opinions prevail are not
proportioned to the general prevalence of those opini-
ons. Large political parties are widely .scattered and
intermixed throughout the country. This supposed
sy.stem of l)alances and counteractions is tho
ignis fatum
of thö politicians of this century, and the sourco of
jealousies and wranglings without end. It recedes as
they pui-sue it." „To contend that, although the opinion
and sympathies of a minority are set at defiance in
r»ne place, it is a sufficient justification for this state
of things that persons, whoso opinions corrosi^nd with
those of that minority, may form a majority in some
other place, antl that they then succeed in suppressing
the voices of those, whoso t)pinions arc in harmoily

-ocr page 63-

51

with the victorious party elsewhere, is to set up
one gi-eat evil as a compensation for another. Can it
be seriously argued that to balance one great mischief
against another, is as well and as safe a mode of
proceeding as an endeavour to avert both?"\') Bij de
verkiezing in het eene zoowel als in het andere distrikt
geschiedt eene onrechtvaardigheid: onderdrukking der
minderheid, en moet de dene onrechtvaiirdigheid dienst
doen om de andere op te heffen? Daarenboven zou
het voldoende troost zijn voor de kiezere, die in een
distrikt de minderheid vormen, dat eldei-s hunne poli-
tieke vrienden do overwinning Ixïhalen ? Zullen hunne
belangen goed worden behartigd door hen, die ge-
kozen zijn door hunne tegensUmdere? Men zou echter
desnoods nog in de distriktenverdooling kunnen berus-
ten, indien men er slechts zeker van was, dat de
onrechtvaardigheid van hot meerderheidsbeginsel wierd
opgehovon. Maar dit is volstrekt niet het geval.
Immers er wordt niet meer beweerd (en dit zou ook
niet wel mogelijk zijn) dan dat, wat in het éono distrikt
minderheid is, in hot andere meerderheid
kan zyn.
Do mogelijkheid bestaat; de zekerheid hangt af van
toeval, partijorganisiitio, distriktsknipping. En van
zulk eeno onzekere onmogelijkheid zal mi dikwerf de
toekomst van het Land afhangen; do drie zooeyenge-
noemdo dingen zullen de richting aangeven, waarin
het welzijn van het volk moet worden gezocht ! „Poli-
tiail action", zegt
IIaiik, „instead of l)eing the result
of a ste^idy and legitimate ada])tation of means tx) au

\') t. «. |i, l.lz. H-10.

-ocr page 64-

52

end, is converted into a game of chance, a speculation
in which the failure upon one card is to be compensated
by success upon another, and by the sacrifice of the
active and cordial assistance and adherence of two-thirds
of the people, we even profess to gain no more than
the same relative power for each of two or more parties,
which they may have obtained without such sacrifice."

Nemen we nu echter voor een oogenblik aan, dat
de mogelijkheid van vertegenwoordiging der minder-
heden , door het distriktenstelsel geboden, ook werkelijk
zekerheid is (en inderdaad de praktijk is daar om to
l)ewijzen, dat het bijna altijd geschiedt), dan is daarmee
nog in geenen deele aangetoond, dat er ook verhouding
zal bestaan tusschen het aantal kiezei-s, die zich bij
de minderheden scharen en het hun geschonken getal
vertegenwoordigei-s. En dit immers is het door ons
gestelde en door niemand t<; ontkennen ideaal dor
Vertegenwoordiging. Niet dat elke minderheid van
eenig gewicht een of enkele vertegenwoordigei-s heeft ,
is voldoende, miuir do kiozersgroepen moeten do ver-
tegenwoordigers kunnen aanwijzen in evenredigheid aan
hun numeriek aantal, daardoor toch wordt eei-st de juiste
uitdiiikking van het kiezerscorps en van de politieke
beginselen, onder hot volk lovende, verkregen. Dez(f
zekerheid nu kan het distriktenstelsel bij meerderheids-
keuze nooit vei-schafiTcn ; er is niets, dat dit zou kunnen
iKiwijzen, en de vooi-standei-s van het stelsel hebl)en
hot dan ook nooit Ix^proefd. Veeleer kan het tegen-
deel zontler eenige tegen.spniak met gerustheid wonlen
gezegd. Verband tusschen de verhoudingen onder de
kiezers (»n onder de leden der Vertegenwoordiging

C7

1

-ocr page 65-

53

komt, Mialve in liooge uitzonderingen, niet voor.
Daai-mede gaat gepaard het groote nadeel, dat ten ge-
volge van enkele Aveinig beteekenende oorzaken of zelfs
van het toeval, de meerderheid in een distrikt zich
telkens kan verplaatsen; dat door enkele omstandig-
heden, zonder eenige groote omkeering in de meening
der kiezei-s, het eene jaar de verkiezing in dezen en
het andere jaar in dien geest kan uitvallen. Geschiedt
dit in meerdere distrikten en is het verschil in aantal
tus.schen een rechter- en linkerzijde in den Vertegen-
woordiging niet te groot, dan zal de Kamer telkens
„om" g-aan en is een tijd van ongewisheid eri vemnder-
lijkheid geboren, die uittermate onvruchtbaar is in
goede maatregelen en die tot gevolg heeft, dat wat zoo
pas is opgebouwd, spoedig weder wordt afgebroken. Een
zeer merkwaardig voorbeeld van i)lot«elinge omkeering
leverde enkele jaren geleden Belgiö, waar eensklaps
en onverwacht de meerderheid van Lil)eraal Katholiek
word, zonder dat in werkelijkheid onder de kiezers
dio groote verandering had plaats gehad. Zoo l)ezetton
nog in 1882 te Brussel de Katholieken met 21,073
stemmen 10 zetels, (terwijl hun rechtmatig aandeel
34 was) en do Liberalen met 22,4f>7 stemmen 50 zotels,
in plaats van do hun toekomende 35. En wat geschie<lt
in 1884? 34,080 Katholieke kiezers verkregen 07
vertegen woord igei-s in plaats van 42 en 22,117 Liljorale
kiezers 2 (zegge twee) vertegenwoordigoi\'s, in plaats
van 27. — Het distriktenstelsol voi-schaft dus niot do
minste zekerheid.

En immers hoe zou dit ook mogelyk zijn? Laten
wij daartoe nagaan, wat oen kiesdistrikt is. „Niets

-ocr page 66-

54

dan eene wettelijke fictie", zegt Mr. Olivier terecht,
„eene willekeurige zamenkoppeling van zoovele malen
duizend inwoners in een zekeren omtrek wonende, uit
welke de kiesgerechtigden opgeroepen worden om aan te
wijzen, wie uit het distrikt zullen worden afgevaardigd."
Was een kiesdistrikt nog een natum-lijk organisme als
onderdeel van het land, vonnde het eene vereeniging
van burgers, die omtrent zekere punten bizondere over-
eenkomst vertoonen, dan zou men het kunnen ver-
dedigen door te zeggen: wij willen eene organische
vertegenwoordiging; de Vertegenwoordiging moet ons
zijn de vergadering van afgevaardigden uit de natuur-
lijke cellen, waaruit het volkslichaam bestaat, en die
in hunne afgevaardigden levensuiting vinden. En dan
zou men kunnen toegeven, dat in die cellen bij meerder-
heid van stemmen kon uitgemaakt, wie als afgevaar-
digde zou optreden. Maar dit zal immers niemand
l)eweren. Het kiesdistrikt is niet andere dan een
schepping van den wetgever, geheel gehoorzaam aan
zijn wil; veranderlijk op éen oogwenk van vorm en
gedaante als de kameleon van kleur. Niet onaardig
Ls
Hakes vergelijking: „An electoral lx)dy, composed of
the most heterogeneous and antagonistic materials,
l)ound together by law, and told that they must act
together, and find one person who am reflect the most
dissimilar things, can Ixi compared to nothing l)etter
than the melancholy spectacle of sulnlued and torpid
natures, which is sometimes exhibited by the animal
showman, in a cag(!, in the streets."\')

•j I. n. |>. lilz. :in.

-ocr page 67-

55

De Grondwet van 1848 eischte voor iedere 45.000
zielen éen lid der Tweede Kamer; zoodra er nu was
een éen- of meervoud van 45.000 zielen in aaneenge-
legen gemeenten, dan was er een kiesdistrikt. AVaarom
komt de éene gemeente bij dit distrikt en de andere
bij dat? Alleen omdat de eerste noodig is om de
45.000 vol te maken en de tweede niet meer; die
blijft bewaard voor een volgend distrikt. Zuiver toeval
of willekeur is het dus, of gemeento A bij distrikt X
of bij distrikt Y gevoegd wordt. De distrikten waren
als zoovele zeepbellen, die om de bij de kieswet voor-
geschreven noodzakelijke wijziging, door den wetgever
voor vijf jaar levensbestaan werden ingeblazen, om
aan het einde van dien tijd in het niet te verdwijnen,
waarna weder andere, geheel vei*schillend van vonnen
grootte, te voorschijn kwamen.

En do Grondwet van 1887, die een vast getal Kamer-
leden heeft aangenomen, laat zelfs het zielental der
distrikten onbepaald, zoodat gedeelten van het Land, die
onderling zeer in grootte verschillen, ieder b.v. slechts
éen afgevaardigde zullen hebben; edoch verdeeling van
het Rijk
moet nu door de wet geschieden. Eer dan
verbeterd, is de Grondwettige zekerheid dus vei-sloch-
tord. Mju\\r stol nu, de wetgever is zoo onpartijdig
mogelijk; hij verdeelt het Rijk in 100 doelen, die elk
zooveel mogelijk hetzelfde aantal bewonei-s, of wat ik nog
liover zou wenschen, hetzelfde aantal kiezers Ix\'zitten; dan
moet nog altijd gevraagd, waarom l>ehoort gemeente A bi^j
distrikt X en niet bij distrikt Y, tus.schen boido welke
ze inligt? Is er soms eenheid van belangen tusschen
de kiezers uit A mot die uit hot overige getleelto van X

ti

-ocr page 68-

56

en niet met die uit Y, alleen omdat A dient tot vol
making van het voor X vereischte getal? Maar zelfs
in het algemeen, wat overeenstemming van wenschen,
])egeerten, behoeften, politieke zienswijze bestaat er
tusschen eenige personen die eenzelfde willekem-ig stuk
gronds bewonen, in onderscheid met hen, die eldei-s
leven ? En zoo dit al op een enkel punt bestaat, kan
er dan toch op de meeste punten niet veel meer over-
eenstemming zijn tusschen enkele kiezers uit het
Noorden en enkele uit het Zuiden des Lands? Is het
feit, dat men in het Oosten des Lands woont eenige
reden tot verschil van politiek inzicht met hen, die in
het Westen hun woonstede hebben opgeslagen? „Cer-
tainly nothing can well be imagined more resembling
a condition of barbarism than a parliamentary election.
Five, ten, or twenty thousand men, comprising every
diversity of education, of thought, of moral quality,
and of mental endowment, are cjilled together to elect
one or two persons to represent them. If they wen? 1

only, as in old times, dele^tes, to gi-ant „a tenth ^

or fifteenth" for a foreign war, tho representation might
be sufficient, but a representation so created at this !

day, with all the varied (juestions, which are opening ij

and agitating mankind, is a simple impos-sibility, and ,

the name is a delusion." \') n(!t lokaal l)elang heeft
zeer zeker ook zijn eischen; het mag niet uit het oog
worden verloren; dikwerf gaan diuirmCo .stoflfelijko be-
langen gepaard, en om dio beide to doen wegen, ka»
de distriktelijke verkiezing een geschikt mid<lel zijn.

1  Hare, 1. a. p. Mr. 127.

-ocr page 69-

57

Het waarborgt ecliter de behartiging dier belangen
geenszins, omdat ieder vertegenwoordiger niet gekozen
wordt door kiezers, die allen eenzelfde belang hebben.
Daarenboven mogen "de lokale en stoffelijke belangen,
waar de Vertegenwoordiging allereei-st wordt geroepen
in het algemeen belang, nooit van overwegenden in-
vloed zijn.

„Het geheele Nederlandsche volk" moet worden ver-
tegenwoordigd wel in al zijne schakeeringen, maar
toch als eenheid gedacht. Ma^u• zelfs ook al die
schakeeringen worden door het distriktenstelsel niet
verki-egen, er zullen er daardoor waai-schijnlijk in de
Vertegenwoordiging wel zijn, dat geven we gaarne toe,
maar niet
de schakeeringen in het Nederlandsche volk
in al hare vereischtc kracht.

Kn waarom niet? Omdat de kiezer in een distrikt
niet vrij is in zijn stennnen, wil hij zijn stem ten-
minste eenige uitwerking l)ezorgen. Kiesvormogen en
vrijheid van keuzo zijn onder ons tegenwoordig stelsel
begrii)i)en, die op grooten afstiind van elkaar zijn ge-
legen. In l)ijna ieder distrikt zijn er meestal twee
of drie partijen, die hun kandidaten stellen, hetzij daji
door oen dikwerf oppermachtige kiesvereeniging, hetzij
\'loor eeno los.ser samenhangende groep kiozei^s. liij welke
partij do kiezer zich ook si^hnart, hij heeft den kandi-
daat zijner juu tij te stemmen of hij moet zijn stem als
verloren l)eschouwen. Meestal zjil hij dien kandidaat,
niet ingenouKMiheid stennnen, maar het.kan toch ook
meermalen golxjuren, dat liy, hoezeer dan ook in hoofd-
l)unton in hem ziende den vertegenwoonliger van zijne
politieke inzichten, in tal van zjiken met hem ver-

i

-ocr page 70-

58

schilt van meening, met verschillende aspiratiën van
den kandidaat niet medegaat, hem genoegzame achting
onthoudt, weinig kennis van zaken toeschrijft, zoodat
hij, ware hij vrij in zijn keuze, hem nooit zijn stem
zou geven. Het gaat toch niet aan om alle verschei-
denheid tusschen de menschen alleen tot twee of drie
^ partijrichtingen te beperken. Terecht zegt Mr.
Olivier :

jl „Het leven der menschen, de verspreiding der volken,

de middelen om in hunne verlangens en behoeften te
voorzien, worden beheerscht door stoffelijke en zedelijke
wetten, die werken in overeenstemming met al de
verscheidenheden van aard en karakter onder de men-
schen bestaande. Juist door deze verscheidenheden,
deze vei-schillen van meening en opvatting, wordt de
harmonie en de levenskracht der maatschappij be-
waard." \') Nu echter de stem van den kiezer aan
distriktelijke grenzen is gelx)nden, nu moet hij, wel liever
dan zijn tegenpartij de zege te doen behalen, zijn stem
geven aan iemand, met wien hij in \'tgeheel niet is
ingenomen. — Maar ook al is men geheel partijman, al
zouden alle kiezei-s geheel juist bij vei-schillende partijen
zijn in te deelen, die ieder hun eigen kandidaat stellen,
dan zal het gevolg zijn, dat, zoodra er meer dan twee
kandidaten zijn, ieder door een eenigszins belangrijke
groej) kiezers gesteund, door niemand terstond de
volstrekte meerderheid wordt verkregen, maar herstem-
ming i)laatä moet hebl>en. Wat moeten nu do kiezers
doen, wier kandidaat niet in hei-stemming is gekomen?
Of zich onthouden, wat dikwerf onjiolitiek is en wat

I) I. A. |>. I>l/.. I.

li

-ocr page 71-

59

zij ook meermalen in strijd met hun plicht zullen
achten, öf van in hun oog twee kwaden (kwaad, omdat
de kandidaten in hei-stemming niet tot hun partij be-
hooren) de beste kiezen. Dit is niet alleen gemis aan
vrijheid, maar direkte dwang. Men stemt iemand,
die men in den grond van zijn hart niet als vertegen-
woordiger wenscht, maar moet het doen, om zich
voor het nog ergere, den anderen kandidaat, te vrij-
waren. — En die geheele onvrijheid nu, die belemme-
ring van keuze Ijederft de gezonde politieke atmosfeer,
vermindert de achting voor de Vertegenwoordiging,
verzwakt den eerbied voor hare daden.

Voorts zal ook niet alle juiste schakeering worden
verkregen, omdat, al zal wat in het éene distrikt
minderheid is, in het andere meerderheid zijn, de
meerderheid in het éene distrikt nog niet gelijk is
aan de meerderheid van tegenovergestelde partijrich-
ting in het andere distrikt. Hier kan do witte partij
eene overwinning
ik\'halen met 1000 tegen 900 stem-
men , (>n daar de zwarte met 1000 tegen 100 stem-
luen ; iKMde hebben dus ieder éen afgevaardigde, maar
telt men nu het aantal jxirtijgangei^ uit beido distrik-
t<\'n bij elkander o]), dan blykt, dat do witten met
1100 .stemmen eveneens een afgevaardigde zenden als
do zwarten met hun 1900 stemmen; een vei-schil dat
hij twee distrikten nog weinig reden tot k\'klag kan
goven; dat bij drie distrikten rmls sterker uitkomt
(stel: in 2 distrikten 1000 witten tegen J)00 zwarten
in 1 distrikt 1000 zwarten togen 100 witten,
derhalve 2100 witten kiezen 2 afgov. en 2800 zwar-
ten 1 afgov.); doch dat over hot geheele land genomen

-ocr page 72-

f

•é

J:

in 100 distrikten een gansclie wanverhouding kan
geven. Feitelijk is deze wanverhouding het best na
^ te gaan in Zwitserland, waar niet alleen de Grond-

^ wetten na de aanneming aan volksstemming zijn

I-

onderworpen, maar waar dit ook door het zoogenaamde
jj
 Befcrendinn \') voor iedere wet kan geeischt. Meerma-

■ len is hierbij verwerping door het volk van een een-

! maal aangenomen wet voorgekomen, b. v. in 1876,

I toen eene Grondwettige bepaling, in de Vertegenwoor-

diging vastgesteld, met drie vierden van het aantal
Ij stemmen der burgers werd verworpen. Geheel zuiver

is zulk eene volksstemming wel nooit, maar toch
] l)ewijst zij in het gegeven voorbeeld de onjuistheid

i van het distriktenstelsel meer dan voldoende.

Is zoo de mogelijkheid dezer onrechtvaardigheid over.
y tuigend gebleken, dan behoeft hij, die over de verdee- j

ling in distrikten te beslissen heeft, daarbij slechts niet
ij al te nauw van conscientie te wezen en een weinig

•j met de kaart des Lands ten opzichte der partijver-

" houdingen op de hoogte te zijn, om in strijd met de

1 waarheid den uitslag der verkiezingen te zijnen voor-

deele te doen uitloopen.\')
!\' , Het distriktenstelsel brengt ook eene ongewenschto

afwisseling van leden der Kamer. Voor iedere afge-
vaardigde l)estaat onzekerheid, dat hij zijn zetel k\'houdt;

rt eene kleine wijziging der meerderheid in zijn distrikt

60

-ocr page 73-

(U

is voldoende liem zijn plaats in de Vertegenwoordiging
te doen verliezen. En toch is het gewenscht, dat
leden zitting hebben, die de Parlementaire routine
kennen. Daarenboven de uitstekendste leden worden
door zulk eene kleine wijziging dikwerf voor een tijd,
soms voor altijd uit de vertegenwoordigende vergadering
gesloten.

Maar nog ben ik niet aan het einde mijner grieven.
Niet altijd zijn de distrikten even groot. Hoewel ik
thans nog niet wensch te spreken over het voor- en
nadeel van enkel- of meervoudige distrikten, wat men
dtuirover ook moge denken, dit zal men altans moe-
ten toegeven, dat, kiest men tusschen een van beide,
men dit dan ook konsekwent moet doen. Dat deed
de kie.swet onder de vorige Grondwet niet; \') dat doen,
dank eindelijk het rechtvaardigheidsgevoel, de Addi-
tioneele artikelen van de Grondwet van 1887 wel,
wanneer men de groote steden voor een oogenblik
Imiten rekening laat. - En dat deze ongelijkheid eene
zware grief is, dat zal ik tmchten aan te toonen.
Gegeven: .\'I enkelvoudige distrikten, in twee waarvan
party A de overwinning l)ehaalt met 1000 tegen 100
><t43nunon, en éen, waarin partij H evenzoo do zege
wegdmagt; het gevolg is dus, dat jKirtij A verkrygt
- afgevaardigde»!! on iKirty B 1 afgcivaardigdo. Koppelt
\'"«m dio distrikten tot éen drievoudig te zamon, dan
zullen worden uitgebracht 2100 stennnon op de 3 kan-
didaten van pju-tij A en 1200 .stommen op do
2

tl

-ocr page 74-

62

kandidaten van partij B; de volstrekte meerderheid
is 1651; de kandidaten van partij A zijn dus geko-
zen, terwijl partij B mag toezien, hoe haar 1200
stenmien geheel waardeloos zijn. Vereenigt men zoo
telkens 3 enkelvoudige tot éen drievoudig distrikt,
dan zal men kunnen aannemen, dat verlies en winst
voor beide partijen weder gelijk staan; maar doet men
het alleen hier, waar partij B in twee distrikten in
f, de minderheid is, en niet elders waar zij in demeer-

i\' derheid is, dan kan ieder onpartijdig beoordeelaar

niet anders doen, dan deze handelwijze als grovelijk
onbillijk en partijdig kwalificeeren. Het behoeft wel
.. niet gezegd, dat dit voorbeeld met tal van andere

{ ware te vermoederen. Uit de kiestabel van 1878 denke

^^ men aan Schiedam, dat hoewel een geheel zelfstandig

bestaan hebbende, in belangen gansch verschillende van
de tweede koopstad van ons Rijk, toch aan Rotterdam
bleef vastgekoppeld; aan het di.strikt Snoek, dat, uit
plattelandsgemeenten bestaande, jarenlang drievoudig
bleef. Gaven zulke zonderlinge combinaties niet den
schijn van partijdigheid? Zie ook bijlage A.

Eene andere groote onredelijkheid, dio het nood-
zakelijk^ gevolg van het gemengde (d. i. enkel- en
meer\\\'oudige) distriktenstelsel is, iKïstaat djuirin, dat
de kiezei-s van een meervoudig distrikt Ixjvoordeeld
worden tegenover die in een enkelvoudig. Wio toch
kiezer is in een zevenvoudig di.strikt, kan zeven Ktcm-
men uitbrengen, en wie in dat gedeelte van hot land
woont, dat een enkelvoudig distrikt vormt, slechts
een. Waarom aan den eenen kiezer meer recht toe-
gekend dan aan den ander? Behooren kiezers in de

-ocr page 75-

63

gi\'oote steden tot een ander geslacht, tot eene hoogere
orde wezens? Staan ze volgens het beginsel van onze
Grondwet niet allen gelijk? En stel dat er nog onder-
scheid moest Ijestiian tusschen de kiezere, dan zal dit
toch zeker niet mogen afhangen van het bloote feit,
dat de een hier en de ander daar woont, van den wil
van den distriktenknipper, die nu eens naar eigen
goedvinden vereenigt en dan weer scheidt.

Het gemengde stelsel heeft ook nog dit aandeel, dat
er zulk eene onzaglijke ongelijkmatigheid bestaat in het
aantiil stemmen, dat noodig is om verkozen te worden
(^n daarbij in het aantal stemmen, dat op vei-schil-
lende verkozenen wordt uitgebracht. Ik wijs hiertoe
op het feit, dat bij do verkiezing van 1 Sopt. 1887
tle lieer Mr.
E. .1. .1. B. Cremers in Zuidhorn
gekozen word met
480. stemmen en de heer A. Bu.ma
in Sneek mot 2024 stemmen, terwijl do lieor W. M.
Oppedijk in het laatste distrikt in do minderheid bleef
\'net 1 ö8(» stemmen.\') Dit zal toch niet voor eeno
^vaarachtige vertegenwoordiging kunnen doorgaan, als
2024 stemmen evenveel en niots meer uitwerken dan
■^80 stommen. Hier zal toch algemeen hot gevoel van
«»nrechtvaardigheid worden gedeeld, als men ziet, dat
i^ms IftSG ])ei-sonon een kandidaat niet kimnen ver-
kozen krijgen, terwijl elders 480 kiezei-s voldoende zyn.
Maar ook do gevolgen van zulk eon stelsel zyn nadet;-
\'ig, want dit wekt ontevredonlieid; dit schaft wan-
trouwen in hen, die geroepen zgn een kieswet vast te

f:<<iu\' volInliK.\' Hjst ovor i-«>n V(\'rkl»<i:ln(N«nr in-ofi Mn. (»i.ivikb,
t- |>. lil*. \'Jl vltw.

-ocr page 76-

>i

64

stellen," die dit vermag; dit doodt belangstélling in de
publieke zaak of voedt wraak tegen een volgend maal
bij hen, die het onderspit hebben gedolven in dezen
dikwerf verwoeden, en ook meestal onzedelijken strijd
op leven en dood: „Er bestaat geen redelijke grond
zich er aan te ergeren en wrok over te koesteren, dat
ultramontaansche kiezere stemmen voor ultramontaiin-
sche kandidaten, confessioneele kiezei-s voor confessie-
neele kandidaten, conservatieve kiezers voor conserva-
tieve kandidaten, liberale kiezei-s voor libeiule kandidaten
enz. enz., maar de reden tot ergernis en wrok, tot
hevige en onverzoenlijke vijandschap ontstaat, wanneer,
door een onredelijk kiesstelsel als het districtelijke, de
kiezers van verschillende rigtingen in een klein hoekje
van het Limd, in een kiesho\'Kje, gezamenlijk opgesloten
worden, zoodat slechts deze ééne rigting, die zicluUwr
eene meerderheid van stemmen te verwerven wist,
zich uiten kan, en al de stemmen der andere rigtingen
gesmoord worden. p]n watziil, ten slotte, van dit smoren
van do .stennnon der in de minderheid zijnde rigtingen
het gevolg zijn? Zg verdwijnen niet, omdat zij als niet
l)estaande Jiangemerkt worden, zij zijn en zij blijven.
Zij zullen zich doen golden door alle middelen, die hen
ten \'dien.ste sta4\\n. Door hen buiten do Kamer
sluiten, ja;igt men hen op straat; en de partij dio, in
het ParUïuient toegelaten, eene parlementaire i)artij zou
geworden zijn, wordt, diuirtoc? gedrongen door het onver-
stand en de onverdraagziuunheid der parlementaire pjir-
tijen, eene anti-parlementain* en revolutionäre partij." \')

f.

i-

h

Olivieb, t. a. |I. I»lz. \'2(J.

-ocr page 77-

65

Nog moet ik met nadruk op een kwaad wijzen,
waarop ik zooven reeds heb gedoeld, en dat zoo onaf-
scheidelijk met de indeeling van een Land in kies-
distrikten is verbonden, dat het alleen in een Staat van
ideale menschen ware te voorkomen, nl. de partijdigheid,
die aan de distriktenschaar noodzakelijk de richting
zal aanwijzen. Al kunnen wij niet met Duitschland
en Amerika togen op een eigen naam voor dit kwaad
{Wahlkreisgeomctrie en Gcrrymandering , toch kan
men niet ontkennen, dat het ook ten onzent bestaat\')
en dat nog wel, terwijl de distrikten hier bij de wet
worden vastgesteld. Men lette daartoe op do vooi-ge-
tlragen amendementen en gehouden partijstemmingen,
hij de behandeling eener kiestabel, niet minder ook op
wat bij zulk een gelegenheid van do ministerieele tafel
of van de kinken der afgevaardigden gezegd wordt,
<•11 vrage zich af of
eerlijke politiek altijd de oorzaiik
van woord en stem. Dat wist ook Mh. Wintgens,
toen hij den H)\'*" Dec. 1879 in eene uitgewerkte rodo
in do Tweede Kamer luin de hand der historie eene
fhiidelijke uiteenzetting van dit kwaad gaf en da^irby
zijne strenge afkeuring liet hooren. Wat hiervan ook
^•ij 1 of Uïw onzent werkelyk partijdige distriktsknipping
heeft plaats gehad of niet, dat hot gevaar er voor
iKistiiat, is reeds voldoende om als argument tegen het
distriktenstelsel te dienen; dat do minderheid ;uui

\') I>lt woonl In «fgolold vnn «l<-ii jiwhh Ki.ii«imiK Gbkkv, gtnivpniour
vnn MiUiKurliAw.tiH In 1812.

Oovon I.. V. ,1« tlUtrikton <!«rlnrhom cn TIcl vnn <!.< UWl vnn 1878
••II lut U-Bonwoonligü ilNtrlkt Wolv.wi wurhih hunno wonJerlUko, RrllllKo
««••l-wnt.. Ko.-n nnnIcl.lInK "in nnn |.ortü.UKlH.|.| tc <I.K-n «U-nkon?

-ocr page 78-

66

partijdigheid gelooft, dat geloof luide uitbazuint en
een groot deel van het volk altijd er aan zal blijven
gelooven, is reeds voldoende om de zoozeer gewenschte
achting voor de Vertegenwoordiging te doen dalen,
is reeds afdoende oorzaak, om hoe eer hoe beter met
het distriktenstelsel te breken. Want al geeft onze
tegenwoordige Grondwet door het vast getal leden der
Tweede Kamer ook meer een vaste distriktsindeeling,
toch zal men ook mettertijd tot verschikken moeten
overgaan, omdat de bevolking nu eenmaal niet gelij.
kelijk, maar zeer onregelmatig toeneemt, d. w. z. in
het eene gedeelte van het Land is eene sterkere aanwas
van zielental waar te nemen dan in het andere. Wil
men dus niet gansch met de billijkheid in strijd komen,
dan zal, zij het dan ook al minder vaak, distrikt«-
knipping toch nog altijd blijven voorkomen.

Nu de Grondwet van 1887 de verdeeling in kies-
distrikten heeft behouden en daarmede in den eersten
tijd waarschijnlijk het distriktenstelsel zal blijven lx>-
staan, moeten wij do vraag nog iKjhandelen, wat te
verkiezen valt onkel- of meervoudige distrikten. Deze*
vraag heeft altijd groot verschil van zionswyzo opgc;-
levord, zij hot ook al, dat men in do laatste jaren
meer tot oen.stemmighoid is gekomen. Reeds zoo straks
heb ik gewezen op de onbillijkheid van eene niot
konsekwento keuzo tusschen boido, en is ons gebleken,
dat in het Ixïstaan van enkelvoudige naast twee-, drie-
of meervoudige distrikten eeno groote onrechtvaar-
digheid is gelogen; gimn wij thans acht<»roonvolgena na,
wat voor on tegen enkelvoudige en meorvoudigo distrikten
is te zeggen, om op grond daiirvan eeno keuze? te doen. ^

-ocr page 79-

67

Als voordeel van grootere distrikten wordt ten
eei-ste aangevoerd, dat de keuzen minder lokaal, meer
nationaal zullen wezen, omdat ze geschieden door
een grooter aantal kiezers over een grooter gedeelte
van het Land verbreid. Daargelaten nu nog, dat als
een van de gewichtigste voordeelen van het distrikten-
stelsel juist wordt vooropgezet, dat daardoor ook de
vertegenwoordiging van lokale belangen is verzekerd,
is genoemde bewering volstrekt niet bewezen, \'t Is
wi\\ar, bij enkelvoudige distrikten, bestaat er uit den
aard der zaak meer gevaar voor de keuze van
cclébrités
(Ie clocher;
maar let men nu op de praktijk, dan ziet
men dat dit gevaar inderdaad denkbeeldig is en door
de ondervinding vrij wel wordt gelogenstraft; dat in
Engeland do eerste en l)eroemdsto staatslieden door
kleine distrikten zijn afgeviuirdigd on diuir niet zoo
licht aan ongenade bloot stonden als in groote; dat
ten onzent bij do keuzo voor do Tweede Kamer in
1849, bij enkelvoudige distrikten-indeeling, al de
mamien van naivni op politiek gebied waren afge-
viuirdigd, (lat ook (huirna do enkelvoudige distrik-
ten slechts bij uitzondering eeno lokaio groot-
heid zonden.\') Kn dat wiu\\ron\\? Omdat wie wiuir.
lijk groot is, l>eter wjwrdoering kan vinden in
een kleinen kring, dan allicht bij meerderen het
goval 7j\\\\ zijn. D;uirl)ij komt, dat in t^en klein
distrikt meer gelegenheid is tot overU^g tusschen de

1

u

\') HU ito vcrklpzliig vnn | St-id. 1H87 winl «U-chtN In Wn vnn ilo ncht
«nkoIvoudlKo (IUirlk(i.n oi-n knndl.lanl «.«koxon, wlon nmn liUomlorcn lokalen
invloed ki>n tooschrUvi«n.

-ocr page 80-

68

kiezers en er althans meerdere punten van overeen-
komst zijn door den engeren lokalen band.

In de tweede plaats wordt als voordeel genoemd,
dat onder de werking van de Grondwet van 1848
bij minstens dubbele distrikten iedere twee jaar
het geheele Land ter verkiezing wordt opgeroepen,
waardoor dan telkens de uitdrukking van de open-
Ijare meening der geheele natie zou worden ver-
kregen. Maar dit mag eerder een nadeel worden
genoemd, dan dat het zou mogen worden goedge-
keurd. Veelvuldige verkiezing toch doet de belang-
stelling verflauwen en maakt de verkozenen te afhan-
kelijk. Wil men evenwel dikwerf de uitspraak der
kiezers vernemen, men make den zittingstermijn van
korten duur, maar schoppe niet daartoe meervoudige
distrikten ; bij gedeeltelijke aftreding hebben de kiezei-s
wel gelegenheid in hun geheel zich tc uiten, maar
zij bereiken toch niet het verlangde effekt: vol-
komen overeenstemming van l)eginselen tusschen kie-
zenden en gekozenen, omdat men daiirvan slechts zeker
is voor do helft van de leden der Vertegenwoordiging.
Door de thans aangenomen aftreding van de geheoh»
Kamer ojn do 4 jaar is im echter dezo reden voor invo(>.
ring van meervoudige distrikten, zoo het al eon voordeel
ware, vervallen.

Als minbovoling van enkelvoudige distrikten kan nu
verder strekken, dat do vordeoling van lietLind minder
gelegenheid geeft tot willekeur of iwrtijixirokening; hoe
grooter een distrikt, hoe meer verschillend de vorm
kan zijn, die men er aan geeft. Coalitie van i>artyen
woekert weliger in meer, dan in enkelvoudige dis--

-ocr page 81-

69

trikten. Voorts is een liersteinming minder te ver-
wachten in een enkelvoudig distrikt; er is meer
waarschijnlijkheid van overeenstemming tusschen de
kiezers. En wat ten slotte wel het grootste voor-
deel is, de oorzaak der distrikten-indeeling heeft hierbij
de verst strekkende gevolgen: als con-ectief kan de
kleinst mogelijke indeeling het zuiverst werken;
bij enkelvoudige distrikten hebben de minderheden
kans zich beter te zien vertegenwoordigd dan bij
meervoudige.

Hieruit blijkt, dat ik mij gaarne schaar onder de
voorstanders van enkelvoudige distrikten, en het kan
dan ook den Grondwetgever van 1887 niet anders
dan tot lof strekken, dat hij in de Additioneele arti-
kelen dit stelsel heeft aanvaard, jammer echter niet
konsekwent genoeg, daar hij de groote steden niet
heeft durven splitsen. Gelukkig evenwel, dat eeno
nieuwe kieswet dit zal vermogen to veranderen of op
.oeno andere wijze in dezo onbillijkheid zjil kunnen
voorzien.

Een historisch overzicht sinds 1848 toono thans
aan, hoe men na voi-schillondo zienswijzen thans vrij
algemeen tot erkenning van het meerden^ voordeel
der enkelvoudige distrikten gekomen is. — De Grond-
wet van 1848 koos niet met zoovele woorden tus-
schen l)eido stolsels, hoewel hare geschiedenis duidelyk
aanwijst, dat enkele distrikten verwacht en l)odoeld
werden. Wol U\'val de StiUitscommissio van 17 Maart
een .stolst>l van dul)l)olo distrikten (nl. 34) aan,
luitgeen ook dooi- do Regoering in haar eerste ont-
werp van hot Voorloopig Kiesreglement werd gehand-

-ocr page 82-

70

haafd\') (het getal alleen werd wegens een fout in de
berekening tot 33 gereduceerd), doch dit vond zijn grond
in de gelijktijdige verkiezing voor leden der Eerste
Kamer, wier aantal de helft van dat der Tweede Kamer
zou bedragen. Maar reeds in het Voorloopig Verslag over
het Voorloopig Kiesreglement van 13 Juli werd aan-
gedrongen op invoering van enkelvoudige distrikten,
0. a. „omdat men dan meer getrouw zou blijven aan
de bepaling van art. (77) der Grondwet." De Regeering
diende daarop een nieuw ontwerp in en toekende in
haar Antwoord daarbij aan: „Men verlangt hoofd-
kiesdistricten van 45.000 in plaats van 90.000 zielen;

daaraan is voldaan....... Voor het vaststellen van

het aantal der hoofd-kiesdistrikten, in het 6° artikel
van het nieuw ontworpen reglement, aan iedere provin-
cie toegewezen, is ten grondslag gelegd eene latere
torekening van den staat der bevolking op 1 Januarij
1848, daartoe opzettelijk bewerkstelligd" enz.\') Na
het algemeen Verslag van 8 Augustus kwam weder
een nieuw ontwerp in, dat wet is geworden en dat
bepaalt in art. 0: „Elke provincie wordt door Gedepu-
teerde Staten verdeeld in zooveel hoofd-kie.sdistrikten,
als de bevolking het getal van nagenoeg 45.000 malen
l)evat, te weten Noord-Bralxint 9 enz." en art. 12:
„Elk kiezer brengt zijn stem uit oj) (5en afgevaardigde
voor de Tweede Kamer enz."

In Mei 1849 diendo de Regeering éen ontwerp
kieswet in, waarbij hot .stelsel van enkelvoudige di.s-

\') VOORDCIK, I. n. |>. bU. .J<l8-li70.
Zlo VooKDfix, t. a. I>. »ilr. JV" 1-572.

-ocr page 83-

71

trikten werd gehandhaafd; dit laatste geschiedde ook
bij het gewijzigde ontwerp van Augustus van hetzelfde
jaar, hoewel het Voorloopig Verslag over het eerste
ontwerp als de meening van de meerderheid der Tweede
Kamer te kennen gaf, dat de Grondwet grootere dis-
trikten veroorloofde en dat
men die verlangde. Dit
ontwerp had evenwel geen verder gevolg.

Bij het ontwerp van 2 Mei 1850 werd in zake
kiesdistrikten als hoofdbeginsel gesteld, dat ze grooten-
deels meei"voudig zouden zijn. 4 Juli van dat jaar
werd het tot wet verheven en bepaalde, in de byge-
voegde kiestabel, dat er zouden zijn 1 vijfvoudig, 2(5
dubbele en 11 enkelvoudige distrikten.

Bij de vier reeds hierboven vennelde wijzigingen der
kiestabel kon do wetgever niet besluiten het eeno of het
andere stelsel konsekwent toe te passen; tot nu oin-
«lelijk bij het Voorloopig Kiesreglement, gevoegd bij
«Ie Grondwet van 1887, het stelsel van enkelvoudige
distrikten word aanvaard, evenwel niet zonder hierbij
voor do groote steden eeno uitzondering te maken.

Deze uitzondering werd echter niet zonder do noodige
tegenkanting dooi-gedreven. Reeds bij do nieuwe over-
weging in de afdeelingen van do Addit. artikelen (1880)
word o|) vordeoling der groote .steden aangedrongen
(Arntzenius Dl. IV. blz. 825)-830), waanuin echter
door de Regeering in haar Antwoord in geenen doelo
werd tegemoet gekomen. (
Ahntzenius Dl. IV. blz.
.\'107-877). Rij de openbiire l)eniadslaging in do Tweede
Kamer werd do zaak meer uitvoerig l)ohandcld. Den
8"\' Februari 1887 toch diende het lid dier Kamer
Dii.
II. .1. a. M. .SciiAEPMAN do volgende motie in:

-ocr page 84-

72

„De Kamer, van oordeel, dat het wenschelijk is, dat
in de tabel, opgenomen in art-. 7 van het ontwerp
tot het in over\\veging nemen van een voorstel van
verandering in de Additioneele artikelen der Grondwet,
ook de gemeenten van meer dan 45.000 zielen in
enkele kiesdistricten te splitsen, gaat over tot de orde
van den dag." Deze motie werd later aldus gewijzigd:

„De Kamer, van oordeel, dat enz.....de toepassing

van het stelsel der enkele kiesdistricten over het
geheele Eijk worde voorgesteld, gaat over tot de orde
van den dag." Aldus geredigeerd, werd zij aangenomen
met 50 tegen 32 stemmen. Het gevolg hiervan was,
dat de Regeering een voormeld van verdeeling gaf,
zonder deze evenwel zelf voor te stellen. Bij de open-
bare behandeling van het tegenwoordige Artikel 81
der Grondwet in de Tweede Kamer op 24 Maart 1887
stelde de heer A.
van Dedem een amendement voor,
waardoor het artikel aldus zou luiden: „De Tweede
Kamer bestaat uit honderd leden, dio gekozen worden
in evenzoovele distrikten." Dit amendement had dus
ten doel Grondwettig enkelvoudige distrikten aan te
nemen. Bij de mondelinge toelichting werden met
groote helderheid do nadeelon der meervoudige en do
voordeelen der enkelvoudige distrikten Ixjtoogd. Of
het echter goed gezien was het stolsel der enkelvoudige
distrikten in dc Grondwet op t<! nemen, dit zou ik
gjiarne willen l)etwijfolen, omdat daaniiedc! zonder
Grondwetsherziening invoering van een ander dan het
meerderheidsstelsel onvoorwaardelijk was buitengesloten,
terwijl er daarenlx)ven toestanden kunnen l)estaan,
waarin de indeeling in meervoudige distrikten aanl)e- •

-ocr page 85-

73

veling verdient. Na de gehouden discussiön trok de
heer
van Dedem zijn amendement in. (Arntzenius
Dl. VI blz. 400-446)

Nog een ernstige poging voor algemeene invoering\'
van enkelvoudige distrikten zou echter worden gedaan.
Op het voorloopig kiesreglement hadden de heeren
schaepjian en van den biesen, uu de RegeeHng zich
blijkbaar niet aan den uitgesproken wensch der Kamer
liad gestoord, een amendement tot verdeeling der groote
steden ingediend. De concoptverdeeling der Regeering
werd daarbij door deze beide heeren onveranderd over-
genomen. Na eene discussie van 3 dagen (15-18
Juni 1887) word het amendement verworpen mot 43
tegen 39 stemmen (Handelingen Staton-Gonenuil blz.
2036 vlgg.) Het is mij niet mogen gelukken uit do
gehouden Iwraadslagingon op to maken, wat eigenlijk
principieel of ook praktisch tegen dit amendement valt
to zeggen. Do eenige tegenwerping van gewicht,
voornamelijk door don Minister van Binnonlandscho
Ziikon to berde gobraclit, is do erkenning van eeno
waarheid, die mot de zaak zelve niets to maken hoott :
«De» gemeento is een orgjmisch geheel, dat niot vonleold,
in stukken gesneden mag worden." Deze uitspraak
zjU
door niemand worden tegengesproken; maar het amen-
dement had dio strekking ook niot; het wilde eenvoudig
verdeoling, niet van
(jvmccutvn^ maar van tot nog tm»
l)esta{in hebben meorvoudigo
(UatriUtcn. Do gomeont(i
<|ua talis, in haar gemeontolüko administratie, in haar
gomoontclyk loven, voor hare gomeentelijko doeleinden
l)lijft geheel onjmngeroord, integ(;r vitao; hot dool was
hier een gansch ander: Uindsvertegenwoordiging. Daar-

• i

-ocr page 86-

74

toe werd nu eenmaal verdeeling des Lands in lokale
kringen noodig geacht, kringen, die ieder slechts éen
afgevaardigde zonden, omdat deze de meeste voordeelen
boden; nu had men dit dan ook konsekwent moeten
doen. En dan raakt men daannede volstrekt niet aan
de onschendbare eenheid der gemeente. Want nergens
staat in de Grondwet te lezen, dat het de gemeente
is, die kiest, ook niet de gemeentenaren, maar de
mannelijke Nederlanden, die daarenboven aan zekere
vereischten voldoen. — In de groote steden geschiedt
dus thans feitelijk onrecht aan de minderheden; zij
zijn geheel tot zwijgen gedoemd of kunnen op zijn
hoogst bij coalitie in een scrutin de liste hun heil
zoeken.

Wat zal de nieuwe kieswet brengen? Want al zijn
dan enkelvoudige distrikten thans de l)este, wij moeten
toch niet vergeten, dat het stelsel verro van onberis-
pelijk is. „Hoe ook ingericht, de verdeeling vaneen
land in kiesdistrikten, verdient ten eenenmale afkeu-
ring. Eindelijk werd dit in Engeland implicito erkend.
Nog altijd hecht men echter aan deze kwestie lang
niet dat gewicht, waarop zij aanspraak heeft. Hoe
echter hot tegenwoordig stelsel, dat in bijna allo lan-
den gevolgd wordt, anders verdedigd kon worden dan
met het arginnent: „wij weten niets beters", schijnt
inderdaad raadselachtig. Men kon zich voorstellen,
dat er personen zijn, dio Ixiweren, dat eigenlijk alleen
de meerderheid vertegenwoordigd l)ohoeft tc worden
(zoo bij ons Mr. G.
van Oo.sterwijk , die herhaaldelyk
in dien zin schreei), terwijl anderen van oordeel zijn,
dat in het ikirlement als het ware het geheele volk

-ocr page 87-

75

moet spreken en alle minderheid haar eigen orgaan
moet hebben, maar zeker zal wel niemand willen be-
weren, dat het maar van het toeval moet afhangen,-
hoe de Vertegenwoordiging zal zijn samengesteld. Toch
doet eigenlijk iedereen zoo, die het distriktenstelsel
voorstaat."\') Dit stelsel waarborgt geen voldoend
middel tegen de nadoelen van het meerderheidslx\'gin-
sel; dat beginsel zelf moet dus worden tegengestaan
en naar een ander en beter worden omgezien.

\') Mr. R. Macale«teb Lour: ,Ciwchlc<lpni8 v.in Int Engt-lbclio kies-
recht", proefschrift 1879, Ws:. 176.

-ocr page 88-

HOOFDSTUK H.

het evenredigheidskiesstelsel.

Ter vervanging van het als venverpelijk gebleken

meerderheidskiesstelsel is als het eenig mogelijke, maar

1

dan ook als zeer gewenscht tc verkiezen het even-
redigheidskiesstelsel. Het is mijn doel deze stelling
in de thans volgende bladzijden teetelichten en te
verdedigen.

8 1.

- De beginselen van hel stelsel.

Uit hetgeen ik in do Inleiding heb aangetoond, is
gebleken, dat in de konstitutionoele monarchie alU;
en ook onze Nederlandsche Volksvertegenwoordiging
moet zijn het IxKdd, do verkleinde afmelding van do
gevoelens en Iwlangen van het volk met Strekking
tot den Staat, kortom do geconcentreerde natie; dat
volk vindt zijn uiting in de kiezei-s; en uit lx?ide

-ocr page 89-

( i

gestelde premissen volgt met logische noodzakelijkheid,
dat de Vertegenwoordiging moet zijn een vergadering,
waarin de gevoelens, zienswijzen en beginselen dier
kiezei-s aanwezig zijn in evenredige verhouding, als
waarin ze in het kiezerscorps bestaan. „La représen-
tation de chaque électeur ou plutôt de chaque opinion
dans la proiwrtion de son influence dans le pays, tel
est l\'idéiil du gouvernement des sociétés modernes, tel
est le but à atteindre.\'") Aile kiesstelsel, dat zulk
eene evenredige verhouding niet beoogt, is onredelijk,
onrechtvaardig, onpolitiek.

Wil die evenredige verhouding in de Vertegenwoor-
diging l)estaan, dan moeten allo kiezers (voor zoover
zij willen) medewerken aan de verkiezing, dan moet
do stem van iedoren kiezer ofTokt hebben, invloed uit-
oefenen op do .samenstelling der vertegenwoordigende
vergadering. Stemrecht en kiesvennogon moeten syno-
nieme woorden zijn.

Nu is het echter om verschillende redenen omnogelyk,
dat do vortegonwoordigendo vergiuloring zoovele leden
zou tollen, als or waarschijnlijk van olkander afwij-
kende mœningen onder do kiozoi-s bostiuin. Do V{>r-
«cheidonhoid toch van denklwolden, liegripiwn, gevoelens,
neigingen is bij do menschen zoor groot. Twee ixM-sonon
zull(«n op éen punt sjunongjuin on in tal van andere
dingen zoor voi*Kchillon ; oen dorde zal weer in het (\'»eno
medogaan mot don eerste en in het andere mot don andore.
Diuirom zjil niet licht oen groot aantal kiozoi-s to
vindon zijn, die in allo l)OgripiKMi simengaan mot éen

U iia«0» I.K I.avhi:, mln(>rll«>H i-i HUfTrnjio unlvop.ol. Paris lÜrtS.

-ocr page 90-

78

persoon, dien zij op gi\'ond daarvan wenschen te kiezen;
immers ieder mensch heeft omtrent éen punt slechts
éene zienswijze; omtrent alle dingen dus dezelfde be-
grippen als een ander te koesteren, behoort tot de
grootste zeldzaamheden, zoo niet onmogelijkheden.
Niemand bewandelt in alles dezelfde baan der ge-
dachten, als een ander. En toch de vertegenwoor-
digende vergadering moet nu eenmaal uit een beperkt
aantal leden bestaan. Daarom moeten de kiezers
ieder iets van hun speciale begrippen opofferen om in
de punten van aanraking overeenstemming te zoeken.
En hoe verscheiden de menschen ook zijn, die over-
eenstemming zal zeker zijn te vinden, omdat de denk-
beelden en beginselen bij een mensch niet zijn los
naast elkaar gelegen; omdat het niet hun som is,
die het geestesleven van den mensch vormt; miiar er
in hèt menschelijk wezen onafscheidelijk verband is
tusschen al zijn denken; en daarom zullen menschen
van gelijk.soortige natuur en neiging, gelijke opvoeding
cn omgeving veel punten van overeenkomst Ixjzitten.
Daardoor is het mogelijk dat l). v. 1000 kiezers hun
denklxxïldcn Ixjlichaamd vinden in (\'ién iKJrsoon, de
kleine verschilpunten nu daai-gelaten. Niet licht ocht(!r
zal een tweede duizendtal te vinden zijn, dat ook op
allo punten met hen zou willen medegajui. Diuirom
is het noodig, dat iedere groep van eenig gewicht
geheel vrij is zich een persoon uit te \'vinden, dio
van dien aanleg is, dat hij als hun representant kan
oi)treden en die tevens in staat en genegen is hen
te vertegenwoordigen. - Äfaar uit dat l)oi)erkt a^\\ntal
leden volgt dan ook, dat alleen die meeningen kunnen

-ocr page 91-

79

.■i-.,IWJI------

worden vertegenwoordigd, die door een zeker aantal
kiezers worden voorgestaan; dat niet ieder denkbeeld,
ook dat, hetwelk bijna geen ondersteuning ondervindt,
kan gerepresenteerd, evenals op de cartes géographiques
van
Mirabeau niet ieder huis en ieder stukje weiland |

of sloot kan zijn aangegeven.\') Is eenmaal bojmld, dat
1000 eensgezinde kiezei-s éen vertegenwoordiger zullen ■

hebben, dan kunnen 900 er geen hebben, omdat
men niet een deel van een vertegenwoordiger kan
hebben; dat zou in strijd zijn met de ondeelbare
natuur van het menschelijk wezen. En dus kan alleen \'\'

die meening als geldend worden beschouwd, die een
genoegzaam aantal voorstandei-s telt. Dit is een lx«-
perking, die in den aard der zaak ligt. Maar verder
mag die l)eperking dan ook niet g-aan. Zoodni oen
zeker aantal kiezers voldoende overeenkomst blyken
te bezitten, moeten zij door samenwerking hun denk-
l)eelden kumien zien vertegenwoordigd. Breidt dio groep
zich uit, zoodat zij verdubljold wordt, dan moet zij
gelegenheid vinden luuir donkl)oelden met
ditbUvle
knicht te uiten, d. w. z. door twee pei"sonen.

Tegenover de ons gebleken groote vei-scheidenheid
tu.sschen do menschen struin echter punten van over- j»

«inkomst, dio door bijna allen worden gedeeld. Zoo ■

liobl)en do menschen als staatsbui-gei-s allen het luMang ^

goed geregeerd to wordon; omtrent de h00fdl)0gin.selen, f

welke aan die n^oring ton grondslag moeten liggen,
•H«taan meestal sliHjhts twee of drie richtingen. Is
liet kiezei-scoriKs dus geheel vrg in zyn Innvegingen,

\') zlu j.u. 10.

-ocr page 92-

80

ü

dan zullen de aanhangers dier hoofdrichtingen zich van
zeiven bijeengroepeeren, terwijl zich daarin verschil-
lende nuances, meer of minder schel gekleurd of nauw-
keurig afgeteekend zullen vertoonen. De hoofdrichtingen
ï zullen leiden tot aaneensluiting tusschen de gelijkgezinden

en de partijen zijn geboren. Zulk een partijvorming
is een goede zaak, omdat ze noodzakelijk maakt hel-
derheid en\'juistheid van begrippen; daarenboven 1x3-
i \' vordert ze eene spoedige en gemakkelijke samenstelling

der Vertegenwoordiging. Maar zij kan worden eeu
• kwaad, als het kiesstelsel zoo is ingericht, dat wie zich

bij een partij aansluit, daarmede ook zijne individueele
vrijheid opoffert. In de hoofdgi\'oepeering van partijen
- toch moet elke afwijkende meening niet worden

gesmoord, maar in zijn juiste waarde uitkomen. —
Van dit al moet de Vertegenwoordiging een juist
))eeld geven.

Wat is nu het middel om dit beeld te verkrijgen?
Zoodra een kiezer zich met gelijkgezinde burgei-s
in het uitbrengen van zijn stem vereenigt, heblxizyn
stem effekt. En die stem ziil haar uitwerking hebl)en,
als een Ixïpaald getal stemmen voldoende is om een
kandidaat verkozen te doen worden. Iedere groep
kiezers toch, die zulk een jmntal stemmen kan uit-
brengen, ziet zich vertegenwoordigd.

Hoe gioot moet echter dit jumtal stemmen zgn?
Het valt niet te ontkennen, dat de l)ei)aling hiervan
altijd
eemgszim willekeurig zjil zijn, maar dio wille-
keur is geen l)ezwaar, omdat allo kiezers daarbij
gelijk stiuin. Men moot zich voor het vjuststellen van
dit getal richten naar het aantal leden, waaruit de-

H ;

-ocr page 93-

81

vertegenwoordigende vergadering moet bestaan; dit
aantal mag niet te klein zijn, omdat dan de verschil-
lende groepeering onder de kiezers niet genoegzaam
kan uitkomen, omdat denkbeelden van gewicht onver-
tegen woordigd zouden blijven; en ook het mag niet
te groot te zijn, omdat het in eene groote vergadering
moeielijker en langzamer werken is dan in eene kleine;
omdat de debatten, hoezeer ook op zichzelf te pryzen,
door het gi\'oot aiintal leden al licht te zeer worden
gerekt, of vele leden uit vreeze voor te lange discussie
zich alleen tot stemmen zullen Ixipalen; en omdat het
l)ij groote aanvraag meestal zeer moeielijk wordt een
voldoend aant;il
gcschiktc ixïi-sonen te vinden.

Met deze gegevens nu kan men tweeërlei weg
inslaan, om het getal te Ijeiwlen, dat voor ieder lid
vereischt wordt om gekozen te zijn: 1«. men neme
een oenigszins willekeurig getal, maar dat zoodanig is,
«lat het als deeler van het getal kiezei-s, hot als juist
geoordeelde luintal loden der Vertegenwoordiging ongeveer
tot »luotiont oplevert; b.v. or zyn 100,000 kiezers
on men wonscht ongeveer HO loden voor do voi-gadoring,
dan IwjMilo men, dat 1000 stemmen hot aantal zjil
wezen, dat veroi.s(;ht wordt om gekozen te zyn, m. a. w.
het
kicsquotivnt of do kksqnoUt. Komen or nu by oeno alge-
inoeno verkiezing slechts 80,000 kiozei-s op, <lan zal hot
jumtal loden 80 zyn. Ofwel 2®: men stelle oen vast
getal hidon der Vortt^gonwoordiging, dooie hun aantal op
het. getal opgekomen kiozoi-s, dan zal de uitkomst van
deze dot^lsom hot kio.stiuotient zyn, dat iedere kandidaat
op zich nu)ot vereenigd hoblKMi om gekozen to zijn.

liet komt mij voor, dat wn va.st ki(»squotiont to

-ocr page 94-

verkiezen is boven een vast getal leden der vergadering.
Wie niet stemt, moet niet worden gerepresenteerd.
Maar, zal men zeggen, dit zal ook niet gebeuren,
als men een vast aantal leden heeft; dan zal het
kiesquotient bepaald worden door het aantal stem-
menden; wie niet stemt, heeft juist door het niet
uitbrengen van zijn stem geen invloed. Dit is zoo
inderdaad; in naam evenwel niet. Daarenboven ont-
vangt in dat geval ieders stem meer waarde, hoe
minder stemmen er worden uitgebracht. Dit nu mag
niet. Van het niet-stemmen van anderen mag niet
de waarde van mijn stem afhangen. Dat is juist het
verkeerde beginsel, dat bij de kiesdistrikten werd
tegengestaan. Een tegenstander verhinderen te .stemmen
wordt dan winst; dit negatieve beginsel moet worden
omgezet in het positieve: hoe meer voorstanders van
mijn beginsel, hoe meer winst, hoe l)eter, hoe krach-
tiger, hoe genuanceerder; of er me(?r of minder van
mijn tegenstanders stemmen, dit moet de kracht van
de aanhangers van mijn lx\'gin.selen onaangetast laten.
We kunnen er nog bijvoegen, dat een vooruitl)eiKUild
vast (piotient te groot<! stemversnippering zal kunnen
voorkom\'en, omdat iedere vastaaneenge.sloten kiezers-
groep met eenige zekerheid vooraf kan l)erekenen,
of zij zal worden vertegenwoordigd. Kan zij van te
voren nagaan, dat zij den man harer keuz(^ niet kan
verkozen krijgen, dan kan zij zorg dragen, dat luuu-
stemmen toch niet verloren gaan. (Dit laat«t(* argument
geldt eigenlijk meer bepaald voor het stelsel-II
auk). liet
iK\'hoeft evenwel zeker niet gezegd, dat deze kwesti(5
niet van ingriji)end Injlang is, en wel nooit het kamp\'

11

-ocr page 95-

83

van de voorstanders van het evenredigheidsbeginsel
in twee partijen zal scheiden.

Hoofdzaak is, dat iedere gelijke gi\'oep kiezers van
een bepaalde kieskracht haren vertegenwoordiger kan
zenden, en dit zal geschieden, als de kiezers zich vrij-
elijk kunnen bijeengroepeeren.

Reeds meermalen is gesproken van gi\'oepen kiezere;
om misverstand te voorkomen, is het noodig hierover een
enkel woord te zeggen. Daar, waar het distriktenstel-
sel heerecht, is gedwongen groepeering van kiezers; de
vei-schillende gedeelten van het kiezerscorps, door geogra-
pischo grenzen, meestal van den wetgever afhankelijk,
aangewezen, worden geroepen om een of meer afgevaar-
digden tc lx;noemen. Tot hot doen van eene keuze
mogen alleen siimenwerken die kiezers, die binnen de
grenzen van ieder distrikt wonen. In zulk eeno kleine
groep van staatsiiurgers, willekeurig bijeengeschaard,
vindt men natuurlijk meestal wel veel verechoidenheid,
maar weinig overeenstemming; en ook wie buiten dat
di.strikt woont, kan zijn stem met eflekt niet uitbren-
gen op den wel aldsuir, maar niet in zijn distrikt
gestehlen kandidiuit, al is dio persoon voor hem ook
liet ideiuïl van een vertegenwoordiger. Zulk een g(ï-
«Iwongen siunenstenuning en zulk een gedwongen af-
scheiding nu .stiwt het ovenredigheidsstelsel in Iwginsel
tegiïn ; hot wil niet, dat kiezei-s van geheel heterogene
Ihi-
ginselen zullen V(»rtogenwoordigd worden door (;en iwr-
soon, wat in naam in do kiesdistrikten geschiedt; maar
het eischt vrijheid van keuze voor iederen kiezer, vrijheid
van zich U}. st^haren bij en samen te werken met wien hg
wil. Wanneer we dus spreken van een „gro(>p kiezei-s",

-ocr page 96-

i 84

dan is niet "te denken aan eenig gedwongen bijeenzijn,
berustende op eenige uiterlijke omstandigheid, waarin
die kiezers zich bevinden, maar\'het is de vrijwillige
bijeenvoeging van hen, die door overeenstemming van
denkwijze en het beoogen van eenzelfde doel, dikwerf
zonder elkander te kennen, dikwerf onbewust, tot
elkander in betrekking staan.
Hare stelt, zooals Bage.
HOT zegt, „volontary" in plaats van „compulsory con-
stituencies."

Vrijheid der kiezers en zekerheid^ dat elke ineenim/
door een aantal kiezers gedeeld^ vertegenwoordigd wordt^
dat zijn de twee groote en van elkander onafschei-
delijke beginselen, die aan de proportioneele of per-
soonlijke vertegenwoordiging ten grondslag li^en.

»^Proportioneele of persoonlijke vertegenwoordiging, zeg
ik en laat het daarmede wel eenigszins voorkomen,
of beide geheel synonieme woorden zijn; dit is echter
niet waar; hoe dicht ook in beteekenis bij elkander
gelegen, toch mogen wij niet nalaten op het verschil
tusschen Ixjide tc wijzen.

De i)vrsoonlijke vertegenwoordiging laat meer op den
voorgrond treden den persoon des kiezers, dio zich moet
zien verCegenwoordigd, wtuirdoor als hoofdl)eginsel voor-
opstaiit, dat iedere stem effekt moet hebben; als dit
is aangenomen, dan volgt eerst uit den a^ird der ver-
tegenwoordigende vergadering en het l)operkt getal harer
leden de noodzakelijke {lanoensluiting met eensgezin-
den , waartoi^ vrijheid het vereischte is. Wenscht men
proportioneele vertegenwoordiging, dan legt men meer
den nadnik op vertegenwoordiging van meerderheid
en minderheden, van l)estaandc of te maken groe-\'

!

mM

-ocr page 97-

85

peering van gelijkgezinde burgers, tot wier vorming
in de eerste plaats algeheele vrijheid van aaneenslui-
ting noodzakelijk is; en is de partij of groep vertegen-
woordigd, dan komt eerst in de tweede plaats het
vereischte, dat in die partij iedere kiezers stem eflfekt
hebbe naar reden van de ondergroepeering en zooveel
mogelijk overeenkomstig zijne pei-soonlijke inzichten.

Het komt mij voor, dat de eerste, de pei-soonlijke
vertegenwoordiging, in werkelijkheid alleen de ware
is, omdat zij \'tbest zal medewerken om het gestelde
ideaal voor de Volksvertegenwoordiging („a congress
of opinions", zooals
Mill het uittlrukt) te bereiken;
omdat zij bij politieke eenheid van het volk, toch de
grootste verscheidenheid tot haar recht laat komon;
omdat zij do oppermacht van i)artijorganisatio breekt,
zonder daarbij jMU-tij vorming tegen to staan; omdat zij
gelegenheid geeft tot voitegonwoordiging van allerlei
bizondero, stoffelijko en lokale belangen; kortom den
persoon des kiezoi-s in allerlei opzicht het meest laat
uitkomen.

Hoods zie ik mij echter hierom do l)eschuldiging
voor do voeten werpen, dat ik daarmede huldig oeno
atomistische ojjvatting van het volk; dat ik het
Ik«-
gins(!l zou vooi-staan, dat hot volk is do som van oen
zeker aantal individuön; oeno meening, die, vrucht van
d(! idoên der Kranscho Revolutie, thans door do meesto
.staat»sliedon, on terecht, wonlt vorwor|KMi. Ik meen
(5venwel dit verwijt volstr(>kt niot t<\' verdienen, als
men or slechts op gdioa to letten, dat het hior niot
geldt oeno pei-soonl|jko V(»rtogenwoordiging van allo
staatsburgoi-s, maar van kiezers; als men zich slechts

-ocr page 98-

86

gelieft te herinneren, wat in het eerste gedeelte van
dit geschrift is gezegd. Daar toch is als uitgangspunt
aangenomen, dat het volk is een organisch bewerk-
tuigde eenheid; dat volk heeft zijne door de natuur
geschonken organen, waardoor het zich omtrent zijne
politieke denkbeelden openbaart; die organen zijn
natuurlijk in verschillende phasen van ontwikkeling
verschillend in getal en in wezen; dit nu zijn de
kiezers.\') Wie de wet daartoe op het oogenblik
heeft aan te wijzen, is een zeer belangrijke vraag,
maar houdt ons thans niet bezig. Het is voor ons
voldoende, dat zij zijn bepaald; is die aanwijzing
niet goed, dan moet ook daar naar verbetering ge-
streefd, maar dit hier te Ixïhandelen, zou een gansch
afzonderlijk onderzoek eischen en buiten ons Ixïstek
vallen. Waar nu de organen van het volk vaststaan,
daar is een persoonlijke vertegenwoordiging van hen
een eisch van recht en staatsmanswijsheid on wordt
zoo verwerklijkt, wat
Edmund Bukkk reeds wen.schte,
toen hij zeide: „The virtue, si)irit and es.senco of a
House of Commons consists in its l)eing the exjiress
image of the
fceUrnjH of the nation."\')

Dat het onderscheid tusschen i>roportioneele en jicr-
soonlijke vertegenwoordiging niet alleen ot>n kw(!stio
van woorden is, maar wel degelijk ook in de praktijk
verschil van toejwussing geeft, dat z;d ons in de volgende

\'f

-ocr page 99-

87

paragraaf blijken, waar wij de verschillende praktische
toepassingen van het groote beginsel zullen nagaan.
I Geeft het evenredigheidsstelsel voldoenden waarborg,

dat de vertegenwoordigende vergadering zal zijn samen-
! gesteld uit bekwame, kundige mannen, in ieder geval

t uit menschen, die voor hun taak zijn berekend, uit

) geschikten, een vereischte, dat wel secundair door

ons is gesteld, maar desniettemin een onmisbaar
vereischte blijft? Zullen door de vrijheid aan dekiezei-s
geschonken, niet enkele vermetelen van die vrijheid
misbruik maken, om zichzelven door behendigheid naar
voren te schuiven? Zullen de kiezei-s bij ontstentenis
van do tegenwerking, die, door de verdeeling van het
: Land, in de lokale toestanden is gelegen, niet d(; slacht-

offei-s worden van volksmennei-s en partijintriguanten?
Wanneer men slechts altijd in aanmerking neemt, dat
zoolang er slechte menschen op do wereld zijn, er
ook slecht(! dingen zullen gelHnu-en, en idealen op dezo
aarde nooit volkomen Iwreiklwar zijn, dan kunnen

i

wij dezo Vl agen met eon volmondig neen beantwoorden.
I)«i mogelijkheid van i\'on minder goed gehalte der
Vertegenwoordiging blijft, altijd bestaan, maar do waar-
schijnlijkheid er voor vermindert onder vigueur van
, «ïon ovenredigheidsstelsel. Door het vervallen der

distriktolijke grenzen ih\'hoetl men niet mwr angstvallig
rond to zien, of deze of gene kandidaat wi\'l vohUHMide
kans van .slagen hooft. in »lit of dat distrikt; men
iM\'hoefl niet, (ini gevolg aan zijn stom zien goven,
iemand te kiezen, die minder gewilde eigenschapiion
ni(^t zijne hoofdiK\'ginsolen venHMiigt; coalitie van iiartijeii
is niet meer voreis<\'ht(; voor ]miktisoli resultaat; maar

-ocr page 100-

88

V

Ii

I

ieder kiezer geeft zijn stem aan dien persoon, die zijne
beginselen belijdt, maar ook die beginselen op de beste
wijze weet voor te staan. Dit laatste is welbegrepen
eigenbelang. Iedere eensgezinde groep kiezers zal bij
voorkem* dien persoon tot haren vertegenwoordiger aan-
wijzen , in wien zij den meest kundigen en talentvollen
drager harer beginselen ziet, die vastheid van beginselen
weet te paren met praktischen zin. — En ook door
de vrijheid van groepeering is de oppermacht van
partijen in ongunstigen zin, gebroken. Willen do
kiezers slaafsche navolging van enkelen, het is hun
zaak; daaraan heeft het evenredigheidsstelsel geen
schuld; dat laat juist de kiezers geheel vrij; slaafsche
onder^verping is nooit meer een eisch van utiliteit,
maar moet, zoo het voorkomt, alleen gezocht in het
lage peil der kiezei-s, die zich hun schoone roeping
niet bewust zijn. Immers wie zich niet meer tehuis
gevoelt bij zekere groep, wie niet meer
iccmcht mee
te gaim op den door een scherp geteekende i)artij in-
geslagen weg, wendt zich af en gaat oj) eigen Uaan
verder. En hij zou wel zeer zonderlinge ideön moeten
hebben, zoo hij ook diuir geen tochtgenooten ontmoette.
1 Wat\' zal de verhouding zijn tusschen kiezers en

^ gekozenen, wanneer het evenredigheidslx^gin.yl ten

i grondslag ligt aan de verkiezing? Mij dunkt geen

f andere dan die tegenwoordig onder ons .meorderheids-

* stelsel moet l)estaan, niet die van mandat impvralify

trouwens door do Grondwet zelve in Art. 8(i buiten-
gesloten; niet die, welke daarin Ix\'staat, dat men
alleen in den vertegenwoordiger ziet den man, dien
men gerustelijk de Ixjhartiging van \'s Lands zjiken\'

\'i

-ocr page 101-

89

kan toevertrouicen, maar die, welke overeenstemt met
het door ons gegeven begrip van Vertegenwoordiging:
overeenstemming van beginselen, waarbij zich moet
voegen het vertrouwen in den persoon van den ge-
kozene, dat hij die beginselen op goede wijze zal
verdedigen en trachten in praktijk te brengen,
krachtens die beginselen zal handelen, spreken en
stemmen ook in die vele voorkomende gevallen,
waarin de kiezei-s niet konden en mochten voorzien.
De vertegenwoordiger is een geheel onafhankelijk
man. Niet over woord en stem, die hij moet uit-
brengen volgens eed en geweten, waarbij hij zich
huit voorlichten door de meerdere kennis uit het Par-
lementair debat verkregen, l)ehoeft hij zich te ver-
antwoorden aan zijne kiezei-s.
Bcchtcns moet hij geheel
onverantwoordelijk zijn; maar verandert zijne zienswijze
ten opzichte van de beginselen, die hij tot nog toe
heeft, iKïleden en waarom hij is gekozen, dan is hij
zedelijk verplicht, als man van eer en geweten, zyn
zetel ter l)esclnkking der kiezers te stellen. Kr moet
dus zijn een
zedelijke humt tusschen kiezei-s en ge-
kozenen.

Uit do verhouding tusschen do kiozei-s en do loden
d(,\'r VcM\'togenwoordiging put men nu van twtn^ kanten
b(»zwaren tx\'gon hot ovonnHlighoidsstolsol. Do hier-
boven go.si;hotsto verhouding Ziil niet lK\\staan, zegt
men. Aan do oeno zydo wordt Iwwoord, dat h(»t
mot do vryhoiil van den vertegenwoordiger zal zijn
gedaan, dat hij door do unanieme keuzo van geheel
gelijkgezinden oen werktuig zjil worden van hun wil,
on aan don andoren kant wordt gezegd, dat allo Itand

-ocr page 102-

90

zal zijn verbroken. Laten we nagaan, of een dezer
beide beweringen ook op goede gronden steunt.

In de eerste plaats dan: de vertegenwoordiger
wordt een blind werktuig van de kiezers of van
partijleiders, omdat niet, zooals bij distriktelijke keuze,
zal gelet worden op de populariteit van den kandidaat
f i in het distrikt en de vertegenwoordiger meestal slechts

; I door een getal kiezers de meerderheid kan verkrijgen,

I dat volstrekt niet op alle punten van staatsbeleid een-

stemmig is, maar omdat de vertegenwoordiger, wegens
de bestaande volkomen overeenstemming met zijne
kiezers, niets anders zal zijn dan hunne verpersoonlijkte
denkbeelden, en dus zijn stem geheel zal regelen
[ naar de meeningen zijner kiezers. Zoolang dit begin-

i solen raakt, zou ik het een groot voordeel willen

noemen, als die l)eginselen natuurlijk ook in werke-
4 lijkheid het eigendom van den gekozene zijn. Feitelijke

kwesties daarentegen moeten zeer zeker geheel t<>r
beoordeeling van den vertegenwoordiger blijven; daar-
over hebben de kiezei-s zich geen oordeel aan t(!
matigen. Geschiedt dit, dan is dit een zwakheid in
<len persoon van den vertegenwoordiger, maar in geen
enkel opzicht kan dit het kioivstelsel worden verwoUMi.
Veeleer dan ook zou ik willen zeggen, dat hot even-
nul igheidsstelsel grootere vrijheid van handelen waar-
Iwrgt. Stel: een vertegenwoordiger .sj)reekt zich uit,
of geefl zijn stem op eene wijze, die aan zijne tegen-
woordige kiezei-s of (»en gedeelte- van hen niet iK\'haagt;
dit zal een nnlen kunen zijn, om zijn kandidatuur bij
(MUI volgende verkiezing niet te handhaven. Ge.schiedt
dit onder het meerderheidsstelsel, dan zal de vertegen\'

-ocr page 103-

91

woordiger zijn zetel zeer waarschijnlijk verliezen, en
buiten de Vertegenwoordiging worden gesloten. Om
dit nu juist te voorkomen zal hij er toe gebracht
worden bij alle zaken van eenig gewicht te onder-
zoeken , wat zijne kiezers er van zeggen. Onder eene
evenredige vertegenwoordiging zal hij zich veel vrijer
gevoelen. Zou hij toch door eenige stem of woord
zich de ongenade zijner kiezers oj) den hals halen, dan
zullen daardoor zeer waai-schijnlijk juist andere kiezéi-s
er toe gebracht worden, om hem hun stem te schen-
ken. Meerdere vrijheid is dus inderdaad gewaarborgd.

Maar zal nu ook niet gelden het bezwaar van andere
zijde bijgebracht, dat de noodigo l)and tusschen kiezers
en gekozenen zjil ontbreken? Hooren wc, hoo dit
l)ezwaar nog verleden jaar werd geformuleerd door
den heer Mn.
A. .T. W. Farncombe Sandeks:\') „Mjun-,
Mijneheoren, al is men vertegenwoordiger van hot
Ne<lerlandsche volk, men is toch ook tt^g(»lijk afge-
vaardigde van een district, en lang moge het duren,
wie dan de mannen ook zijn, die men afvaardigt,
lang mogo hot duren, dat ieder distrikt zijn eigen
afgevaardigden hebbe; lang moge het duren en nooit
moge het vemnderen, dat elk distrikt heeft afgevaar-
digden, niet gekozen als algemeene kandidaten van
het N(!derlan(lscho volk, zooals sommige theoretici
op hunne .studeen-ertrekken ervan droomen, die ge-
kozen worden door onl)ekend(^ kiezei-s uit alle oorden
van hot land door eene kunstmatige manipulatie van

\') RlinimlwMMliiirxU\'iilnit, Kiimmlit i\'ii OnOrrwUn; («K^pmnk »»l «lo kl«\')e« n«
lil h.l illnirlil llnnrl.in," dm Hmk I««\'.

-ocr page 104-

92

steramen, van optellen en van aftrekken; lang moge
het (Im^en, dat de kiezers afgevaardigden hebben, die
zij kunnen aanschouwen in vleesch en bloed en die
zelf weten, door wie zij zijn afgevaardigd; afgevaar-
digden , die niet zijn algemeene philantropen, algemeene
wereldwijzen, maar mannen, die door banden, welke
door den tijd hoe langer hoe hechter worden, zich
getrokken . gevoelen naar en verbonden gevoelen aan
een bepaald district." Inderdaad als toast aan een
distriktelijke kiezersmaaltijd, terwijl de champagne in
de bekers bruischt, zou dit woord, met emphase uit-
gesproken, niet nalaten indruk te maken. Maar wie
op zijn „studeervertrek" nuchter de zaken beschouwt,
moet zich toch afvragen: is het waar, wat de heer
Sanders in zijne toesjn-aak zeide? Nu daargelaten,
dat de geachte afgevaardigde in de zoo dikwerf ge-
maakte fout vervalt van zich met den titel van
vertegenwoordiger van het Nederlandsche volk te
sieren, zouden we willen gevraagd hebben, of het
mi iets Ixiwijst tegen do opheffing van distrikten, dat
theoretici ervan droomen. Moot niet io<loro grondige
maatregel, dio goed in do pmktijk zal zijn, op do studeer-
kamer worden uitgevonden en overdacht? Kan
vr
goede jnaktijk zijn, als de theorie blijkt te falen?
Maar wat nu hot eigenlijke verwijt betrofl: bij o(»n
])roi>ortioneel stolsel zijn do afgevaardigden gekozen
door kiezers, dio in do lucht hangort (sit vonia
verix)), kunnen do afgevaardigden alleen Iwgen op
algemeene philantroi)io on wereldwijsheid, vorder
weten zij niets; die door (;on di.strikt zijn afge-
vaardigd
hij imnkrlnUl i-aii nivmmn ^ ilat zijn.

-ocr page 105-

de ware vertegenwoordigers! — De kiezere zullen
hunne afgevaardigden niet kennen. Geschiedt dit onder
het tegenwoordige stelsel beter? Zal onder het even-
redigheidsstelsel ook niet iedere groep kiezers de door
hen gekozenen kunnen uitnoodigen, voor hen te ver-
schijnen „om hen te aanschouwen in vleesch en
bloed"? — De afgevaardigden zullen niet weten, door
wie ze zijn gekozen. Geschiedt dit tegenwoordig?
Kent de afgevaardigde al zijn kiezers? Hoe is dit
"logelijk? En de stemming is geheim! Neen, wie van
zijne kiezei-s kent de afgevaardigde? De leidere der
verkiezingen, op zijn hoogst de leden eener kiesvereeni-
ging. AVelnu dit
7a\\\\ onder het evenredigheidsstelsel
even goed kunnen geschieden. Kiesvereenigingen zullen
even goed blijven bestaan tot voorlichting van kiezei-s
en aanbeveling van kandidaten.

Maar zal niet alle lokaio band verdwijnen? Ook
dit is geenszins noodig, ja het tegendeel is te ver-
wachten. D(ï kiezei-s van zekere door do natuur aan-
gegeven streek (niet van een willekeurig distrikt)
kunnen een kandidaat proklameeren, dio meer in
\'t bizonder do l)elangen van hunne streek zal vooi-stiian.
Niets, dat dit verhindert. Wie met dien kandidaat niet
nuHiegaat, stelle eene andere lokale grootheid, of wegen
<le groote politieke l)egins{>len bij hem zwaarder, dan
<Io lokaio iKïlangen en kan hij Iniido niet vereenigd
vindon, hij geve zyn stem aan (ildei-s gestelde of
Ih>-
piuilde ixirtykandidaten. Men geeft, zoo hoog op over
<len Ixuul tus.schen een afgovaardigdo en zijn distrikt.
Maar wanneer komt die luind in waarheid bizonder
uit? Ii<»t grootste aantal leden der t(>genwoordige

ß
i

i

}

-ocr page 106-

94

Tweede Kamer (begin 1888) zijn niet afkomstig uit
het distrikt, waarvoor zij zitting hebben; verscheideneii
hebben zeer weinig of geen punten van lokale aan-
raking met hunne kiezers. Wat dus blijkbaar niet
zeer hoog op prijs wordt gesteld, moet als bezwaar
dienen tegen een stelsel, dat lokale vertegenwoordi-
ging volstrekt niet in den weg staat, ja door zijn
vrijheid eerst in waarheid natuurlijke, in plaats van
kunstmatige lokale vertegenwoordiging mogelijk maakt;
lokale groepeering veroorlooft, die, in stede van zijn
l)estaan te danken te hebben aan gril of overleg des
wetgevers, zich baseert op bestaande toestanden, op
werkelijke eenheid van lokaal belang. „Geen kiezer
zal door eene gekunstelde kiesinrichting kunnen ge-
dwongen worden of zijn stem uit te brengen op een
kandidaat, dien hij niet verlangt, of zich geheel van
het uitbrengen van zijn stem te onthouden. Hij zal een
geëmancipeerd kiezer geworden ziju, geheel vrij in zijne
keuze, en zeker dat zijn stem niet onder het gewicht
van strijdige stemmen zjil verpletterd worden. Hoe
vrijer des kiezers keuzo is, des te zelfstandiger zullen
kiezer en gekozene tegenover elkander stiian, omdat
zij zullen verbonden zijn door gemeenschapiwlijke ge-
zindheden en overtuigingen en
door hwIh andrr».\'\'\')
Voor we dez(5 paragraaf Ixisluiten, moeten we nog
op een ding wijzen. Men make zich over hot stelsc»!
geen illusif-n, wier verwezenlijking het niet kan ver-
.schaffen, omdat de oorzjiken der onvolkomenheden
geheel elders zijn gelegen. Is het evennHligiioidslx».

üfattÉ

M Omviek I. a. t>. VoorlKTist Mz. 11.

-ocr page 107-

1)5

ginsel aangenomen, dan zal niet altijd goede vertegen-
woordiging zijn vei-zekerd; een machine kan de te
verwerken gi-ondstof niet verljeteren; maar zoo die
goede vertegenwoordiging niet plaats grijpt, is dit de
schuld der kiezere, niet der wet. Het proportioneele
stelsel geeft een toepassing van het laisser faire,
laisser passer in den goeden zin. De wet stelt alge-
meene regelen, waardoor goede vertegenwoordiging
mogelijk is; het particulier initiatief moet het overige
doen. De belemmeringen van staatswege zijn wegge-
nomen , en zoo zien we hier in waarheid verwezenlijkt
de gulden spreuk:
Vrijheid^ gelijkheid en broederschap.
Door de Revolutie zoo verkeerd begrepen en verkeerd
toegepast, wordt ze hier eene waarheid met iKJtrekking
tot de kiezers: Er is
vrijheid van groepeering en
vrijheid van het doen eener keuze, niet bepaald tot
slechts enkele kandidaten, die kans van slagen hobbon,
maar zich uitstrekkende over allen, dio voor het lid-
maatschap der Kamer in aanmerking komen; er is
gelijkheid tusschen de kiezers, omdat allen een gelyk
lecht toekomt, nl. dat iedei-s stem invloed uitoefent
t"» <lat den eenen kiezer alleen op grond van zyn
^voonphmts niet
meer stenmien toekomen dan den ander;

is broederschap tusschen de kiezers, vrgwillige
samenwerking tot eigen voordeel, s;unengiuin alleen,
van wi(> een brotnleriyken geest hebl)cn, d. w. z. die
\'ïlju (5en van l)eginsolen en (\'»en van Iwdoelen.

Moge het .stelsel, dat zulk («en schoon devies vtx\'rt,
^ve|{lnl allerwc^e worden erkend en aangenomen!

a

-ocr page 108-

9()

§ 2.

Be toepassingen van het stelsel.

Er zijn voorzeker weinig dingen, die kunnen bogen
op zulke een rijke verscheidenheid van pogingen tot
praktische toepassing, als ons beginsel. We kunnen
echter terstond eene beperking aanbrengen door achter-
wege te laten die stelsels, die niet van het grond-
denkbeeld van ons beginsel uitgaan: de juiste evenredig-
heid. Het uiteengezette begrip van Vertegenwoordiging
in het oog houdende, kunnen we stilzwijgend voorbijgaan
elk stelsel, dat met ons meerderheidsstelsel niet-vertegen-
woordiging van l)epaalde groepen kiezers geoorloofd
acht; geoordeeld toch is daarmee het stelsel der
eenvou-
dige meerderheid
(pluralité simple), dat wel mogelijkheid,
geen zekerheid van vertegenwoordiging der minderheden
geeft, laat staan van evenredige vertegenwoordiging,
der
beperkte stemming (vote limité, imclomplete voting),
dat slechts in zeer Ixïpaalde gevallen evenredigheid kan
\' \\ .scheppen; der
vote cnmulatif (cumulative voting), dat,

hoe vei-nuftig ook uitgevonden, toch zeker het verwijt
j - van jvillekeur en moeiclijkheid van uitvoering niet

( kan ontgaan.\') Bij deze stelsels zullen altijd till van

I stemmen verloren gaan, zoowel die, welke een kandidaat

j verkrygt boven het kies-quotient, als stemmen op

I een persoon, die dit getal niet bereikt. Dmudoor is

>

ï •

t i

het zeer onzeker, dat do vertogeiuwoordiging pro|>or-

-m

\'» Zlo voor nioordoro bl»Jii<>crho<1oii dowr «tolHcln Dn MAnriiir. vak
VtHJiiTiicui«», U O.
p. W*. H(l-89 on n. CiiKiHT«piii.i:, HoU ».■pn\'-HontAtloii
proportlomioJlo, rarli 1887, I>1
*. O\'2-Ort on bl*. 80-8U.

-ocr page 109-

97

tioneel zal worden. Terecht zegt Aubry-Vitet : \')
„Nous voulons que chaque parti, pourvu qu\'il constitue
un groupe suffisamment nombreux, ait non pas
la
chance plus ou moins problématique^
mais la certitxide
d\'obtenir sa part de représentation; nous voulons de
plus que cette part soit non pas détenninéo h l\'avance,
invariable et iiar conséquent arbitraire, mais
c^xactement
proportionnelle
au nombre des adhérents de chaque
parti. Nous voulons enfin que la représentation soit
ce qu\'elle doit être,
non un instrument de pouvoir
mis exclusivement par la force brutale du nombre à
1(1 diposition de la majorité,
(en bij deze stelsels is
immers de macht aan eene betrekkelijke meerderheid),
mais bien l\'image
exacte du ixiys, la reproduction
Adèle de ses éléments divers; en un mot, suivant
une expression qu\'on nous pennettm d\'emprunter au
langîigo\' des arts, nous voulons (pie l\'Assemblée das
représonUints .soit la
réduction do l\'A-ssemblée gt^néralo
«les repré.sentt%." Waar deze stelsels echter worden
aangenomen, kan men dit altgd l)eschouwen als eeno
verwerping van hot recht van vertegenwoordiging der
uitsluitende meerderheid, als eeno eerste schrede op
den goeden weg en eon stroven, dikwerfonlxïwust,
uaar hot alleen juiste stelsel, dat der evenredige
vertegenwoordiging.

i

Maar dan ook nog zou hot niot wel doenlyk zyn
alle stelsels, die tot verwerkelyking van ons l)eginsel
zün voorgesteld, na te gaan ; trouwens er zyn er vele,
«lio, verschillende namen dnigendo, toch slechts in

U vraio n\'fornh\' ilwtoralo. Purin 1874, 1.1». \'-\'8.

-ocr page 110-

98

kleine onderdeelen van elkaar uiteenloopen. Daarom
zij het voldoende alleen de voornaamste weer te geven
en te bespreken. Veel gewichtiger toch dan de juiste
toepassing is de erkenning van het beginsel. Wij
moeten daarom het woord van
Aübry-Vitet niet ver-
geten: „Quel que soit d\'entre eux (de verschillende
toepassingen) que l\'on choisisse, fût ce de tous le
moins parfait, son adoption constituerait encore sur
l\'état actuel un progrès immense, et d\'ailleurs l\'effort
commun des intelligences l\'aurait bientôt amené à son
plus haut degré de perfection relative."\')

De voorgestelde stelsels zijn alle toe te passen,
wanneer het Land éen kiesdistrikt vormt en wanneer
het in meervoudige distrikten is verdeeld. In het
eerste geval zal de vertegenwoordiging het zuiverst
worden verkregen; in het tweede zal do toepassing
gemakkelijker en in .sommige gevallen de taak van
den kiezer lichter zijn.

Bij het overzien der verschillende stelsels treft het
ons, dat wij ze terstond in twee hoofdgroepen kunnen
verdoelen, naannate zij op den voorgrond stollen ver-
tegenwoordiging van eensgezinde groepen kiezers, of
wel persoonlijke vertegenwoordiging van iederen kiezer,
zoodra hij zich met een genoegzaam aantiil gelijkge-
zinden vereenigt; een verschil, waarop we reeds ge-
legenheid hadden in de vorige pai*agraaf te wijzen en
dat bij de toepassing juist zijn groote toteolcenis erlangt.
Zal de vertegenwoordiging zijn evenredig aan zich
vereenigd hebbende kiezersgrooiien, of zal ze zijn

\') t. a. I,lz, 4 7.

-ocr page 111-

99

evenredig aan de groepen, wier eenheid eerst blijkt,
doordat ze op éen kandidaat hare stenunen hebben
uitgebracht? Ziedaar de vragen, die de twee hoofd-
richtingen bepalen, waarin de voorgestelde stelsels de
juiste verwezenlijking van het evenredigheidsbeginsel
zoeken. We onderscheiden daarom de stelsels in:

A. Proportioneele vertegenwoordiging der partijen.

B. Persoonlijke vertegenwoordiging.

Wij moeten echter opmerken, dat niet altijd een
scherpe grens is te trekken.

A. Proportioneele vertegenwoordiging der partyen.

De kiezer wordt l^eschouwd als lid van eene partij;
liij neemt deel aan do verkiezing van do vertegen-
woordigers dier partij. Daartoe moet van to voren
oen lijst van kandidaten zijn opgemaakt, welke hij nu
geheel of ton dooie op zyn stembriefje overneemt.

1. Het .stelsel van de viuje mededinginq van

KANDIDATENLIJSTEN. \')
(SyntOmi) do in llbro conciirronco doH H
sIoh.)

leder Iwpaald aantal kiezers\') lioefl hot recht oenigon
tijd vóór de verkiezing oen kandidatenlijst op to maken
(ïH in to dienen, hetzij dan bij do Rogooring, hetzij

\') VoofRoHtold in 1H(17 door do A(««>rlntloii Kéroniiixto to Oonóvo.
» Dnt dit rocJit niet don «i\'nlinR ItH\'kunit, Ih oonvoudiK on» i><\'n ovor-
Itn-ot nantnl Hjnlon t^-gi-n li- pinn.

-ocr page 112-

100

bij een Centraal Verkiezingsbureau. Deze lijst moet
bevatten zooveel namen, als er kandidaten te kiezen
zijn; zij wordt opgemaakt öf door de kiezers zei ven,
öf door een door de kiezers daartoe aangewezen Comité.
Iedere lijst moet den naam dragen van de partij, die
ze heeft opgemaakt, of zich door eenig teeken van
andere lijsten onderscheiden. Deze lijsten worden nu
gepubliceerd en op den dag der stemming heeft de
kiezer uit deze lijsten een keus te doen. Heeft hij
eenmaal gekozen, dan moet hij ook al de namen, die
op de door hem gekozen lijst voorkomen, onveranderd
en in dezelfde volgorde overnemen; zoo niet, dan is zijn
stembiljet ongeldig. - Is de verkiezing afgeloopen,
dan worden op den bepaalden dag het aantal uitge-
brachte stemmen geteld, de ongeldigen er af getrok-
ken en het overblijvende getal door het aantal te
kiezen leden gedeeld; het verkregen getal is het
kies-
qmtient^
d. w. z. het getal aanwijzende hoeveel stem-
men ieder ver tegen woonliger moet hebben. Aan iedere
partij worden nu zooveel leden toegewezen, als het
kiesquotient in het aantal stemmen, op die partij uit-
gebracht, is begrepen. Van do partijlijst zijn dan
gekozen.zij, die daarop bovenaan staan.

Voorbeeld\'): 10,000 geldige stemnion, 10 lodon, kies-
quotient 1000.

:{ Kandidatenlijsten A, B on C.

Lüst A 6000 stomraon, dus O leden.

, B 3000 „ . 3 ,

C 1000 „ , 1 lid. i

\'} VorRcliridoiio der volgende voorbeelden zU» ontK«ond «an liet aange-
haalde werk van Ci(itiKTorHi.r.

-ocr page 113-

101

Lüst A,
N". 1 6000 gekozen.

Lüst B.
N\'. 1 3000 gekozen.

r>

2 6000 „

V

23000 ,

n

2 1000

^

3 6000 „

3 3000 „

V

31000

r)

4 6000 ,

n

4 3000

n

4 1000

n

5 6000 „

v

5 3000

r>

5 1000

1

6 6000 „

n

6 3000

n

61000

7 6000

_

7 3000

7 1000

8 6000

8 3000

81000

n

9 6000

n

9 3000

n

91000

10 6000

7J

10 3000

n

10 1000

Dit stelsel kenmerkt zich ontegenzeggelijk door groote
eenvoudigheid en het verzekert eene evenredige ver-
tegenwoordiging der partijen, voor zoover die uit den
aard der zaak mogelijk is; de breuken toch, bij de ver-
deeling verkregen, zal men moeten laten vervallen; een
gedeelte van een vertegenwoordiger is niet to verkrijgen.

Maar daartegenover staan niet geringe l)ezwaren.
De wenschelijkheid van zulk eene strenge partij in-
deeling nu daiu\'gelaten, waarover later zal worden
gesproken, is het niet to ontkennen, dat in dit stelsel
de kiezer geheel een machine is geworden, om stem-
briefjes in te leveren. Hij heeft niet het recht om
in zijn i)artij rond te zien, wio het meest geschikt
hem voorkomt, maar hy heeft werktuigelijk op zijn
fitembiljet over te schrijven do kandidatenlij.st, dio
voor hem in gereedheid is gebracht. Is dit niet aan-
landing van zijn vryheid ?

Maar, zegt men, do kandidatenlyst en de volgorde
van voorkeur diuirop is opgemaakt door voortorcidendo
verkiezingen, wiwraan do kiezer heeft kunnen mede-
werken. liet kan echter niet van iederen kiezer

Lüst C.
N\'. 1 1000 gekozen.

-ocr page 114-

102

geeischt worden, dat hij op kiezersvergaderingen tegen-
woordig zij, en daarenboven die lijst zal toch wel bij
meerderheid van stemmen moeten opgemaakt, onidat
telkens een ondeelbare beslissing — de rangorde op de
lijst — te nemen is, en hij kan tot de minderheid
behoord hebben. Door den kiezer in zulk een eng
keurslijf te dwingen, randt men inderdaad zijne vrij-
heid aan; wel kan hij altijd zich met eenigen ver-
binden om eene andere lijst naar zijne keuze in te
dienen, maar al zou hij daartoe een genoegzaam aantal
kiezere kunnen vereenigen, dan kan men dit toch niet
van iederen kiezer vorderen; niet iedereen, ja slechts
weinigen zijn geschikt om daartoe het initiatief to
nemen, om het geheel te overzien en allen te waar-
deeren, die voor het lidmaatschap der Kamer in aan-
merking komen; daarbij komt nog, dat, wanneer men
zich eenmaal bij eene partij heeft aangesloten, het
moeielijk is zich daarvan los te scheuren, vooral als
er geen principieolo roden van scheiding l)estaat. —
Wordt de kandidatenlijst door oen daartoe aangowezem
comité opgemaakt, dan is do kiezer natuurlijk van
nog slechter conditie.

Nog meenen we als l)Ozwaar te moeten noemen,
dat, wanneer zich geen genoegzaam aantal pei-sonon
willen vereenigen om in een kandidatenlijst oen
Imi-
paalde richting uit te drukken, die richting niet zal
worden vertegenwoordigd. Dit nu zjil men dikwijls
zichzelf hebl)on te wijten, maar niet altijd. Hot kan
zeer goed gebeuren, dat in allerlei doelen van hot
kind of ki(!sdistrikt voorstanders van oen l)oginsel
lje.staan, die, van elkander onkundig, onderling geen

-ocr page 115-

103

aanraking hebben. Waren die kiezers vrij, eene enkele
advertentie in de dagbladen ware voldoende om hunne
medestanders op te wekken op een bepaalden kandidaat
te stemmen, maar verechillende elkander onbekende
kiezers bijeentebrengen, om een kandidatenlijst in hunne
richting op te maken, heeft niet weinig moeite in.

De kandidatenlijst en de volgorde daarop wordt,

hebben v/e gezien, opgemaakt op een kiezersvergadering

of door een comité, daartoe aangewezen. In beide

t

gevallen maar vooral in het laatste, zal dus een
ontzaglijke invloed worden uitgeoefend door de partij-
leidei-s, dio met een weinig behendigheid de geheele
verkiezing voor hunne partij eigenlijk zullen regelen.
Dit is een niet te minachten gevaar.

Zien WO thans, of een volgend stelsel aan dezo onzo
bezwaren tegemoet komt.

2. het stelsel dek duddele oelijktijdioe keuze. \')
(8yf^t^mo ihi «louMo voto Rlmultnuó.)

Op dezelfde wijze worden hier do kandidatenlijsten
van to voren in gereedheid gebracht; maar do kiezer
is niet zoo gebonden ; hij moet niet de geheele lyst
«tenunen of niets. Men stemt tegelijk voor een partij
en voor tlo kandidaten. Ieder kiezer werpt in de
ljus een .stenibrieljo, waarop moet st^uln: l\'\' do aan-
^vijzing van do partij of van do lijst der j^u tij, waar-
toe hij iR\'hoort (dit kan gemakshalvo door een cyfer

\') Vnn (U<n liwr FiHnrii tol\'lilln<loli.hln, ,nororni In uur inunlclunl ««Icctlons"
IHOO; vrrtlofllRil door ««■
bi\'.i.y, ,IloprvHonU«lon proportlonndlo do In mnJorlt<^
et dcH nilnorltvH" 1870; nnnit«\'non»on door do Atwoclntlon H.\'fomiIMp 1«
\'••enlvo, liu niondv vnn Kooet In isTl.

-ocr page 116-

104

of door de kleur van het stembiljet geschieden); 2«
de namen der kandidaten, aan wie hij op zijn par-
tijlijst de voorkeur geeft in de volgorde van die voor-
kom-; het getal dier namen moet altijd minder zijn
dan het aantal te kiezen afgevaardigden, b.v. Vs; anders
toch zou het geval zich kunnen voordoen, dat alle
kandidaten hetzelfde aantal stemmen verkregen. Wie
nu met het opmaken van den uitslag der stemming
belast zijn, beginnen met de stembriefjes van iedere
partij bijeen te voegen en te tellen. Daaruit weet
men het aantal stemmen van iedere partij en op hoe-
veel afgevaardigden zij recht heeft, d. i. evenals in
het vorige stelsel: het aantal stemmen der partij,
gedeeld door het kiesquotient. Thans gaat men de
stembiljetten van iedere partij afzonderlijk na, miuikt
voor iedere partij een nieuwe lijst van kandidaten op,
plaatst daarop hen, die het meeste aantal stemmen
hebben, bovenaan en verklaart verkozen zoovelen van
elke lijst, als waarop iedere partij recht heeft, bij do
aanwijzing daai*van beginnende met den bovenste op
de lijst, dan den tweedo enz.

Voorbeeld: 0000 geldigo Htcmbriefjes, O leden, kiewjuo-
tient lOOO\'.

3 partüon: A «000 Ktemmen, B 2000 ut. en C 1000 bt.

Lüöt A. Lüst B. Lynt C.

N". 155000 gekozen. N". 1 2000 gekozen. N". 1 1000 gekozen.

2 2700 ,

. 2 irioo ,

1

O.

w

«00

n

2500 „

„ 3 1400

rt

a

800

n

4 1700

„ 4 1200

3

4

700

5 1400

„ 5 1000

1

r.

400

n

0 900

ß «00

0

200

De eenvoudigheid van het vorige stelsel is prijs ge-

-ocr page 117-

105

geven, maar, men ziet het, het thans besprokene
geeft veel grooter vrijheid aan den kiezer. Y/el is
hij beperkt tot de kandidaten op de lijst zijner partij
voorkomende (en ook deiie beperking nog moeten wij
laken), maar onder die kandidaten kan hij kiezen,
wien hij wil, tot een bepaald aantal evenwel. Dat
beperkte aantal nu moet dienst doen om de scha-
keeringen in de partij te doen uitkomen en ver-
tegenwoordigen; het is dus een vote limité binnen
de paitijen. Nu is het echter bekend, dat de vote
limité, welk een praktisch middel ook, echter geen
radikaal middel is, om tot evenredigheid tc komen.
Ware evenredigheid binnen de partijen is dus mogelijk,
maar niet gewaarboi^gd. Een groot aantal stemmen
kan verloren gaan. Stel b. v. dat in Lijst B (vorigo
blz.) 000 kiezers gestemd liebben op No. 4, 5 en ü,
dan hebben zij wel meegewerkt, dat aan hun partij
<\'cn zeker aantiü afgevaardigden toekwam, maar geen
hunner stemmen op do kandidaten heeft effekt. Dit
zou natuurlijk geen fout zijn in den gedachtengang
van hen, die alleen do iwrtijen evenredig willen zien
vertegenwoordigd, zooals in het vorige stelsel, maar
waar men in dit stelsel wel op do pei-soonlijko hoe-
\'lenigheden der afgovaiirdigilen door den kiezer wil
feelet hebben, is do toepassing niet zuiver.

Het behoea wel bijna niet gezegd, dat mon in dit
«tolsel binnen de evenredigheid der iKirtijen ook kan
toepassen do vote cnmulatif), waardoor do bezwaren
oven wel niet veranderen.

\') I)lt \\n nnngonoinon dwir de SocléW« de Hcpn\'-wntatlon rro|M.rtlonncllo
tc «cntve, 7 DttccinlKT 187&.

-ocr page 118-

106

mssm

3. Het stelsel van Dr. R. Fruix.

\\

^ Dit is door den Hoogleeraar in de volgende be-

woordingen ontvouwd:\') „Ik hef de verdeeling in kies-
districten op: het geheele land vormt een district; éen
\\ centraalbureau bestuurt het verkiezingswerk over het

\\ geheele land. Van wege dit bureau wordt zoo kort

doenlijk voor den tijd der verkiezing aan eiken kies-
i gerechtigde door het gemeentebestuur, waaronder hij

woont, een brief bezorgd, waarin hem gevraagd wordt:
I of hij ditmaal met eenige erkende kiesvereeniging wil

stemmen, en zoo ja, met welke; een lijst van de kies-
vereenigingen, die door het bureau erkend zijn, gaat
daarbij. Wie op dien brief niet antwoordt, verklaart
door zijn zwijgen, dat hij geen deel wil nemen aan de
I ophanden verkiezing. Anders moet het antwoord, op

\' den brief zelf geschreven en door den kiesgerechtigde

onderteekend, op de thans gebruikelijke wijze bij het
plaatselijke bureau op een bepaalden dag in persoon
worden ingeleverd. Uit de ingekomen antwoorden
maakt het centraal-bureau nu zoo spoedig mogelijk op:
1" hoeveel kiesgerechtigden aan de verkiezing deel
zullen nemen; 2® hoeveel zich voor iedere vereeniging
hebben verklaard, en hoeveel buiten allo vereenigingon
verlangen te stemmen. Daaruit leidt hot af, hoeveel
veitegenwoordigers elke vereeniging, en hoeveel do
afzonderlijk stenmiendo kiezers to Iwnocmen zullen heb-
l)en. Het doet dit op deze wijs. Do Kamer Ix\'stiuit uit
80 leden. Indien dus van de 100,000 kiezers 80,000

•) 1)0 quac-htlu Il. r kUfxllMrIkU-n, (Jlds 18<l», Dl, IV hU. -J.\'i.
»

-ocr page 119-

107

voornemens zijn te stemmen, bestaat de kiezersafdee-
ling, die één lid mag kiezen, uit 1000. Stellen wij
nu, dat zich voor de vereeniging der liberale partij
35,000 hebben verklaard, dan kiest die vereeniging
35 afgevaardigden; voor de conservatieve vereeniging
hebben zich 20,000 verklaard, voor de katholieke anti-
revolutionairen 12,000, voor de protestantsche 8000,
derhalve hebben die vereenigingen respectivelijk 20, 12
en 8 vertegenwoordigei-s te kiezen; de 5000 overige
kiezers zijn tot geen vereeniging toegetreden; geza-
menlijk kiezen zij dus 5 vertegenwoordigen. Zoodra
deze berekening is afgeloopen, wordt de uitkomst be-
kend gemaakt en aan ieder kiezer een stembiljet ge-
zonden, dat aan het hoofd draagt den naam der ver-
eeniging, waarbij hij zich heeft, gevoegd, en verder
opgaaf bevat van hot aantal der door zijn vereeni-
ging te kiezen leden, en ruimte om er do namen van
zooveel candidaten in te schrijven. De kiezer brengt
dit l)iljot ingevuld, maar niet onderteekend, op do
thans gebruikelijke wijs terug. Het centraio burea\\i
«orteert de biljetten naar do vereenigingen, en telt do
stemmen op, die ieder der candidaten verworven heeft.

hen, dio do meeste stennnen hebben bekomen,
worden er zooveel verkozen verklaard, als de partij
vortegenwoordigei-s tc kiezen had."

Wij treffen hier dus geen ofllciöele kandidatenlysten
en oftlciPele partijen aan, maar erkende kie.svereeni-
Kingen, bij wio men zich aan.sluit. Kvenredig wordt
iedere kie.svereeniging haar aantal vertilgenwoor-
digers toegekend; do kiezer stemt zooveel kandidaten,
«lis aan zijne vereeniging toekomen. Of men kie>iver-

-ocr page 120-

108

eenigingen of partijen erkent, zal wel niet veel
I verschil maken, en in zooverre wijkt dit stelsel niet

van de vorige af; de kleur is wellicht alleen wat meer
j Nederlandsch; toch mag men niet vergeten, dat hier

\' de keuze voor den kiezer bezwaarlijker en lastiger is,

omdat hij achtereenvolgens tweemaal moet kiezen,
j eerst voor de kiesvereeniging en dan voor de kandi-

. daten. Maar, wat dit stelsel zeer ongunstig van dat

der double vote simultané ondei^scheidt, is, dat hierin
^ de partijen aan de minderheden alle pas tot vertegen-

woordiging is afgesneden; dat zoowel binnen de grenzen
\' der partijen als voor de onafhankelijken (wat nog

wel het ergst is) niets meer of minder geldt dan
het
zuivere meerderJieidsstehel. Reden genoeg om het
stelsel verwerpelijk te achten.
\' De beschuldiging, die de heer
du Mahciiie van

* VooRTHUiSEN (t. a. p. blz. 97) tegen dit stelsel inbrengt,

dat het een schandelijke kiesmanoeuvre mogelijk zou
maken, meen ik niet te kunnen bevestigen. Al zegt
Dh. Fruin het niet met zoovele woorden, bedoeld is
toch, dat iedere kiesvereeniging een kandidatenlijst zal
opmaken] heeft men zich nu bij do voomfgjiando op-
gave l)ij zekere kiesvereeniging aangesloten, dan is
men verplicht bij de stemming uit do kandidatenlijst
dier vereeniging een keuze to doen en kan men op
zijn stembiljet niet plaatsen namen van i)0i-s0nen, dio
door eeno andere kiesvereeniging worden voorgestiuin.
Wat beteekenen anders
Dr. Fruins woorden: „of
hij ditmaal
met eenige erkende kie.svereeniging wil
stemmen., en zoo ja, met welke?"

-ocr page 121-

109

4. Het stelsel der vrije keuze.

Kandidatenlijsten worden door de partijen opgemaakt,
ingezonden bij het hoofdstembureau en gepubliceerd.
De kiezer stemt de voorgestelde kandidaten, wier aan-
tal op éen biljet niet meer mag bedragen, dan het
aantal te kiezen vertegenwoordigers. Hij behoeft daar-
Ijij geen partij aan te wijzeu, waarbij hij zich aansluit
en kan op zijn stembriefje zetten iederen voorgedragen
kandidaat, dien hij maar wil. Bij de opmaking van
den uitslag der stemming telt men te zamen de stem-
men, die aan de kandidaten van iedere i)artij zijn
toegekend en men verdeelt het aantal afgevaardigden
over de partijen in dezelfde verhouding, als het aantal
stemmen l)edraagt, dat door do respectieve kandidaten
geziunonlijk voor iedere partij is verkregen. Gekozen
^\'ijn dan van iedere i)artij zij, die het meeste aiintal
stemmen hebben.

Voorbeeld: 0000 stembrleljes, 0 ledon.
kandidaten verkrügon:
^•Hn
Partü X van Partü Y

^^ nooo stenunen A" 2000 steinnien
R" 1500
C" 1400
D" 1250 ^
E" 1250
K" 1200
O" 1200
H" 200

van Partü Z.
A\' 800 stenunen
B\' 700
C\' 700
D\' 000 ^
E\' 000 ^
F\' 000
(}• 500
H\' 200

B 2500
2500
1) 2000
K 2000
F 1500
1500

5000

10000

15000

(

zetels worden over do partijen verdeeld in vorhonding
van
15000, loooo en 5000:

I\'Artü X hoeft dns M letlen, imrtü Y 2 en partü Z 1; ge-
kozen zün dns A, B, C; A", B" on A\'.

-ocr page 122-

llö

Hier geldt dus ook betrekkelijke meerderheid bin-
nen de partijen. Moeielijkheid zou het ook geven,
als éen afgevaardigde door twee partijen kandidaat
was gesteld. Men zou dan in dit zelzame geval de
helft van dit stemmental aan ieder der beide partijen
moeten toerekenen en in geval de kandidaat voor beide
gekozen was, aan de sterkste partij nog een vertegen
woordiger moeten toerekenen.

5. Het stelsel van den gemeenen deeler.

De heer d\'HoNDT heeft aangetoond, dat er in de
vorige stelsels tusschen de verschillende partijen onge-
lijkheid bestond van toewijzing van kandidaten door
de overschotten, die het kiesquotient niet Ixjreiken.
B.
v. twee partijen: A 8400 en B 1000 .stemmen,
10 plaatsen, het kiesquotient is dus 1000; daarvan
komen voor A 8 en voor B 1 plaats; do 10« zetel
wordt toegekend aan wie het grootste overschot stem-
men heeft, als komende hot dichtst bij hot kiesquotient,
in casu B, Hieruit blijkt nu echter dat partij B éen
vertegenwoordiger heeft op ^ = 800 kiezers en partij
A éen op ^ r= 1050 kiezers. Als mon jum deze
laatste ook éen op de 800 kiezers gaf, zou zij er vor-
krijgen = meer dan 10 afgevaardigden; dit zou
letden tot het ongerijmde, want er zijn slechts 10
plaatsen. Partij B is dus blijklxiar zeer Iwvoordeeld.
Daarom heeft de heer d\'IloNDT getracht een middel te
vinden, om dit gebrek tc verheli)en.

In plaats van het aantal stemmen van iedere partij té
doelen doof hot kie.sfiuotient, moet men dat doen door

li

m \\

f j

- -

-ocr page 123-

123

een ander, een kleiner getal. Maar hoe dien deeler
te vinden? Dus: men deelt het aantal stemmen, op
iedere lijst uitgebracht, door het aantal volgens het
kiesquotient haar toekomende leden plus éen. De
aldus verkregen cijfei-s rangschikt men in volgorde
der pootte, te beginnen met het grootste getal. De
gemeene deeler zal dan zijn het zooveelste getal in
de volgorde als overeenkomt met het aantal zetels,
dat, na de toewijzing van het aantal leden aan de
partijen, nog onbezet is gebleven; de verkregen over-
schotten vallen weg.

Voorbeeld: 10000 stemmen, 10 leden, kiesquotient 1000.

Partü A Partü B Party C Partij D

=«600 st.: 1000 2850 st.: 1000 1850 st.: 1000 1700 st.: 1000

\'Uedon-l-OOOst. 2 leden-i-850 st. lUd 850st. lUd-j-TOOst.

Er zün dus 7 leden «ekozon; .\'l zün nog iwu te wijzen;die
zouden volgen» do vorige stelsels toekomen respectievelijk
»\'iti B, C en 1).
Volgons d\'IIoKDT gm\\t men nu aldus to werk:

Partü A Party B Partü C Partü I)

3«O0: (.1 1) 000; SSSO: (2 1) = 950; 1950: (1 1) = 02\'); 1700: (1 -f 1) = 350.

Volgorde: lo 050, 2" 5)25, «00, -Jo 850.
Kr zün nog leden aan to wüzen; liet Ho getal in do
volgorde
Ih noo; gemoeno dooier Is dus het getal 000; waar-
<loor twkomon min:

Partü A Partü B Partü l\'^rtü D

■JOOO: 000 =3 4 IwJcii; 2850: l>00 = 3; 1850: POO = U; 1700: t>00 = 1.

1« dezo methode l)etor? Met recht mag djuiraan
^vorden getwijfeld. Wel is het waar, dat hierdoor
i^llo partijen op voet van golijkheid worden l)eliandeld,
\'Jat zij niet meer afgevaardigden kunnen zenden, dan

-ocr page 124-

112

hun aantal stemmen in den gemeenen deeler is be-
grepen, maar dit zal b.v. bij de éene partij juist
uitkomen, terwijl bij de andere een overschot van
stemmen blijft, dat wellicht slechts iets geringer is
dan die gemeene deeler; de ongelijkheid is dus niet
opgeheven, ja volstrekt niet met zekerheid verminderd,
terwijl het rechtvaardige beginsel is losgelaten, dat
die partij het meeste recht op een vertegenwoordiger
heeft, die na deeling door het kiesquotient het grootste
aantal stemmen over heeft. — Laten we zien, op
hoeveel stemmen bij toepassing èn van het kiesquotient
èn van den gemeenen deeler éen afgevaardigde komt.

Volgens kiesquotient: Partij A ^ = 1200 st. op
1 gekozen, Partij B ^ = 950 st. op 1 gek.; Partij
C = 950 st. op 1 gek.; Partij D ^^ = 850 st.
op 1 gek.

Volgens gemeenen deeler: Partij A ^ = 900 st.
op 1 gek.; Partij B ^ = 950 st. op 1 gek.; Partij
C = 925 .st. op 1 gek.; Partij D = 1700st.
op 1 gek.

De ongelijkheid is dus niots minder gewordon.

Nog eene andere wijze om den gemeenen deelor to
l)erekenen, oveneens door den heer d\'IIosDT voor-
gesteld, is do volgende:

Men deelt de som van het aantal stemmen van
iedere lijst door het aantal plaatsen plus hot aantal
lijsten min éen. Het verkregen quotiënt heet
ininmum-
(kclcr;
iedere lijst, die dit cijfer niet l)ereikt, heeft
geen vertegenwoerdiger. Vervolgens deelt men het
aantil stemmen van iedere lyst door 2, 3, 4 enz.,
tot men ^verkrijgt een quotiënt, dat minder is dan do

J.

-ocr page 125-

iiä

ininimumdeeler. Het getal onder die quotienten, dat
grooter is, dan de ininimumdeeler en dat, gedeeld op het
stemmental der lijsten, quotienten geeft, wier som gelijk
is aan het verlangde getal leden, is de gemeene deeler.

Voorbeeld: 20000 stemmen, 5 leden, 4 lijsten.

Lüst A 10000 st., Lüst B 5500 st., Lyst C 3000 st., Lyst D 1500 st

(10000 4- 5500 -f- 3000 ■ ■ 1500) ....

—-—z—----;——-- = 2»j00 = mmimumdeeler

5 4 — 1

Lüst D verkrügt dus geen vertegenwoordiger.

Lüsten lOOOO 5500 3000 1500

de helft 5000 2750 1500

een derde 3333 1833

oon vierde 2500

Het getal 3000 is dus do gomeono deeler.
Een diergelijk systeem is aangenomen in het
<>. Stelsel de l\'Association Réformiste Beloe,\')

waarvan de heer d\'HoNDT bestuurelid is.

Wo willen dit .stelsel om zijn jiraktischen vorm
liier in \'t kort weei-goven.

1. Op ieder stcmibiljet .staan de kandidatenlysten,
die door de iKirtijen zyn opgegeven, in afzonderlyko
kolommen. Boven iedere lijst bevindt zich een zwart
vuk, wjuiriii in \'t midden een wit punt is opon-
gebleven; ditzelfde bevindt zich naast den naam van
iederen kandidaat.

n. De kiezer heeft zooveel stemmen, als er afge.
gevaardigden to l)enoemen zyn. Hg geeft al zyn
stemmen aan éen lyst door het witte ])unt Iwvon do
lijst zwart te maken; hij geeft éen stem aan éen

(lil 8yHt»>nio Pratlfiiu\' do «opnWnfrtllon Proportloniullo adoptó
iwr Ie romlt<\\ do
rAKWK-Intioii H.\'r.>nnlHto ik\'ljw" - (»and 1885.

8

-ocr page 126-

114\'

kandidaat en aan de lijst van dien kandidaat door het
witte punt naast den naam van dien kandidaat zwart
te maken. Heeft hij aan éen lijst al zijn stemmen
gegeven, dan kan hij aan éen of meer kandidaten
daaruit de voorkeur geven door het witte punt naast
hunne namen zwart te maken.

HL De biljetten worden gesorteerd aldus:

■O Q A de blanco\'s en do ongeldige.

of-is B do biljetten, waarop voor een lijst is gestemd zonder teekens van voorkeur.

Öl^ ( C - " - „ „ r r n HlCt , ,

• s n Do overige.

IV. Berekening der stemmen:

1®. De biljetten B en C worden geteld, en men
stelt het aantal stemmen vast, dat verkregen is voor
iedere lijst, door het aantal biljetten te vermenigvul-
digen met het aantal to kiezen leden.

2° De biljetten C worden opgenomen en hetiuintiil
teekens van voorkeur voor iederen kandidaat wordt
opgeteekend.

3« Met do biljetten D geschiedt thans hetzelfde, terwijl
iedere stem daarop geldt als éene stem voor de lijst en
éen teekon van voorkeur voor den luingewezen kandidaat.

Het stemmencijfor voor iedere lijst is nu de som van
het aiintiil, verkregen door 1® en 3®; het.stemmencijfer
van iederen kandidaat is gelijk aan de som van 2® en
Binnen de lijsten geldt dus hier de vote cumulatil.

V. Het centraalbureau verdeelt de zetels evenredig
tu&scheii de lijsten niwr hun stemmoncijfer op de
volgende wijze: Men doelt do stemmencijfers achter- ^
eenvolgens door 1, 2, 3, 4 enz.; hot quotiënt, dat in
grootte ondei\'de quotienten do rang inneemt, die over-

V

n ü

-ocr page 127-

115\'

eenkomt met het aantal te kiezen leden, is de ge-
meene deeler. Deze deeler deelt men op de stemmen-
cijfers der verschillende partijen en verkrijgt zoo het
luintal afgevaardigden voor iedere partij.

VI. Van iedere lijst worden gekozen verklaard, ten
bedrage van het hierboven aangegeven getal, zij, die
die de meeste teekens van voorkeur hebben.

4= nooo (1000 3000
i= 6000 4000 2000
TeekonH van voorkeur
X V

" löOO f 1800

\'\' \'00 ƒ/ i:jo()
r 1000 h 1000

tt 14(M» i 700

c 1800

Voorbeeld: 3 partyen, G plaatsen, 6000 stembiljetten.

Stembiljet
□ □ □

partij

X.

partij

Y.

partij

z.

a

f

k

a

1,

0

l

c

h

IH

li

i

II

r

Partü X Partü Y Partü Z

\'-000 bUjptton on 0000 aftu)nd.TlUko nt. 1200 blij. on 4800 nfi. «t. 000 blij. m Ü400 aft. 8t.
^ " x o x o

12000 0000 = 18000 «t. 7200 -f 4800= 12000 Ht. 3000-f 2400 = 0000 «t.
18000 112000 6000 Het 6« getal In grootte is 6000.

dit Ih dus do geinoono deeler.
X verkrügt 3, V iï on Z1 plaats.

z
1000
/ «00

m 800 (ïekozen zün derhalve r, (l;f,g;k.
II 700

-ocr page 128-

116\'

Het thans beschrevene is van de stelsels, die zich
proportioneele vertegenwoordiging der partijen ten doel
stellen, m. i. het meest volmaakte.

7. Stelsel van de afnemende waarde der stemmen \').

Hier heeft plaats verkiezing bij kandidatenlijsten
en behoeft\' toch geen kiesquotient te worden l)erekend.
Het l)erust op deze vooronderstelling, dat de kiezers
niet dezelfde voorkeur hebljen voor alle kandidaten,
die ze op hunne lijst brengen; de namen, ten getale
van het aantal te kiezen leden, moeten door den kiezer
geschreven worden in de orde van voorkeur, die hij
hen toekent. Men Inrekent de waarde der stemmen
op ieder biljet aldus: de naam bovenaan wordt gehou-
den voor eene eenheid of vermenigvuldigd met liet
aantal te kiezen leden; de tweede kandidaat geldt voor
een halve stem of wordt vermenigvuldigd met het
aantal te kiezen leden min den; de derde voor ; of
vermenigvuldigd met het aantal te kiezen leden min
twee, enz- Wio op een van lx»iden wijzen het grootste
aantal stemmen hebben verkregen, zijn gekozen.

Voorbeeld: 10,000 steininon, 10 leden, 2 piirtücn.

lo Partü 7000 8t. 2« Partü .WOO 8t.

7000 X 10 = 70000 A iJOOO X\' 10 = JJOOCM) A\'

« = 03000 B 5» z= 27000 B\'

«) Het denklxiold, <lal aan dit htclnol K-n KfondMng ligt, tla«toikciit
rfods uit dc voriRo ocuw; hel word tofn In FrnnkrUk vprdrdiRd door
dc
UoRDA «\'tl door CO-XDORITT. Haue hi-efl het et-n tUd lan« voorRwttaan,
•m het Is lati^ verdedigd door dc heeren U
i-rxitk en Varrf-xtrapi\' In
I»ult«chlan<l, ZU- Hark t. a. p. l>lz. 298.

-ocr page 129-

117\'

8 = 56000 C
7 = 49000 D
6 = 42000 E

5 =: 35000 F Gekozen du» in dezo
4=28000 6 volgorde:

21000 H ^^ C, U, E, V,
2 = 14000.1 A\'. 0.3\'. c\'.
1 = 7000 K

3 =
2 =

O —

4J --

8 =
S) =.
10 =

9000 H\'
fiOOO .1\'
3000 K\'

3000 A\'
1500 B\'
1000 C\'
750 D\'
000 E\'
500 F\'
428 G\'
375 II\'
333 .T\'
300 K\'

3000

of:
7000 :

1 = 7000 A
2= 3500 B

3= 2333 C

4= 1750 D Gekozen dUN in deze

5= 1400 E volgorde:

0= 1160 F A,I), A\',C, 1),

7= 1000 G "

8= 875 H

0= 777 J

01 = 700 K

8 = 24000 B\'
7 = 21000 D\'
6 = 18000 E\'
5= 15000 F\'
4 = 12000 0\'

De volgorde van verkiezing verechilt wel, maar do
uitslag is juist dezelfde.

Hot ia hierbij noodzakelijk, dat do kiezci"» van ivn
partij hunne kandidaten in dezelfde volgorde oj) hunne
«teinbiljotteii plaatsen; geschiedt dit niet, dan wordt
«ie (ïvenredigheid niet verkreg(Mi. Daarom ziil het
Weder noodig zijn, dat de partijen hunno kandidaten-
iijsten, van te voren onherroepelijk vastgestehl, by
«ie stembureaus inzonden. Wie de volgorde van een
«lier kandidatenlijsten niot streng in acht netMiit, ziet
^\'ijn stembiljet ongeldig verklaard. Wo treffen hier
«lus dezelfde gobondenheid der kiezers aan, als by het
«telsel van do vrijo mededinging der lijvSten; het is
eeno werkelijke aanranding van hun vrij kic^srecht.
Innnei-s als men deze gedwongen volgorde niet zou

-ocr page 130-

118\'

aannemen, dan verkreeg men, dat in het gegeven voor-
beeld niet aan iedere partij het haar rechtens, blijkens
het kiesquotient, toekomend getal leden werd toege-
wezen , dat b. v. de 2® partij niet op 3 afgevaardigden
zou kunnen rekenen. Stel van de 3000 briefjes hebben
1500 de volgorde A\' B\' C\' D\' en 1500 de volgorde
A\' B\' D\' C\', dan heeft men:

A\' 3000

B\' ^ = 1500
G\' 875

D\' T = 875

A\' en B\' zullen dus van deze lijst alleen gekozen zijn
en
C\' en D\' zullen met H moeten concuiToeren; terwijl
toch aan de partij evenredig 3 afgevaardigden toe-
komen. Bij meerdere onregelmatigheid in do volg-
orde zal dc onevenredigheid natuurlijk nog grooter
worden.

Strenge partijorganisatio en partijtyrannio zijn dus in
dit stel^l noodzakelijk, maar daarom zijn ze niet minder
te l)0treuren. Daarenboven hoe juist een evemedigheid
ook wordt verkregen, indien men njuir unifonne lijsten
.stemt, toch kunnen wo ons met het gronddenklieeld,
waarvan dit stelsel uitgaat, niet vereeiiigen. Het is
zeer zeker waar, dat een kiezer den eenen kandidaat
zijner iwrtij l)Oven den anderen de voorkeur ziil goven,
dat hij voor 10 kandididaten geplaatst b.v. A het
liefst wenscht, vervolgens B, dan C enz. Maar oven
waiir als dit is, even waar is het ook, dat deze zijné
voorkeur zich niet in cijfers laiit uitdrukken, cn dat,
als hij zegt het liefst te willen A en dan B en dan

-ocr page 131-

119\'

C, daaruit niet volgt, dat hij A tweemaal liever wil
dan B en driemaal liever dan C. „Die AVerthschät-
zung der zur Wahl empfohlenen" (Drs, Burnitz und
Varrentrap) geschiedt door de kiezere, maar niet in
de verhouding van 1, 3, ï ,
t enz.

8. STELSEL PAPPENHEIM. \')

Noodig en gewenscht is hier strenge partijaaneen-
sluiting. - De partijen dragen huime kandidaten voor,
aan wie dan van overheidswege wordt gevraagd, of
ze zich bij do gezegde partij aansluiten. Wordt geen
antwoord op die vraag verkregen, dan worden zij
l>eschouwd als tot geen partij te behooren. De
kiezer ontvangt oen stembiljet, vergezeld van een
lijst der kandidaten, zooals zo door de vei-schillondo
partijen zijn opgegeven. Hij schrijft
ven naam op zijn
\'»iljot en brengt dat op het plaatselijk bureau in de
stembus. — De kiesdistrikten zijn behouden, maar
alleen tot het verzamelen der .stemmen; het hoofd-
l>ureau in elk distrikt neemt de stemmen op, ver-
klaart echter niemand gekozen, maar zendt do stem-
\'»iljotten gesort<\'(;i(l oj) naar het Centraalbureau. Dit
stelt het kiesfjuotiont vast, d. i. hier ook weder het
juuitiil geldige .stennnon, gedeeld door het aantal te
kiezen U;den.

Do uitslag wonlt oi)gemaakt aldus:

\') ZIp ZoltM-hrlfl rnrdloRowimmloWflJilNwlhUonwhan IRRft.Mit.\'Jftft-2{1«.
nElii VorHchlaR *ur WmitiR ilrs rrohlcnjs dor Vorliflitniw«- und MlnoritAl/>n-
vorNininilunK" von Dk. Wiliiei.m l\'arrcminiji In WUn.

-ocr page 132-

120\'

le gekozen zijn, wie het kiesquotient hebben be-
reikt, of ze tot een partij behooren of niet;

2e. de stemmen der partijkandidaten boven het
kiesquotient en de stemmen van die partijkandidaten,
welke het minste aantal stemmen hebben verkregen,
worden toegekend aan de nog overige partijkandidaten
in iedere partij, tot zij het kiesquotient hebben be-
reikt, dûs dat aan dien kandidaat het eerst stemmen
worden toegewezen, die in eigen stemmencijfer het dichtst
bij het kiesquotient staat enz. (Stimmenaccrescenz).
3®. De nog overige stemmen zijn verdeeld over:
a. de stemmen van gekozen kandidaten zonder
I)artij boven het kiesquotient;

h. de stemmen van niet gekozen kandidaten zon-
der partij;

c. de stemmen, welke iedere partij nog over heeft.
Thans wordt bij iedere partij het aantal van lum haar
toegevallen stemmen door het aantal van haxir reeds
toegewezen vertegenwoordigers gedeeld ; dit is het
ver-
houdingsgetal.
Het verhoudingsgetal van do kandidaten
zonder pai\'tij is het door ieder hunner verkregen stem-
menaantal. Het verhoudingsgetal, dat het grootst is,
geeft recht op een zetel, hetzij in of buiten een partij ;
dit getal berekent men telkens ojinieuw .zoolang, tot
het to kiezen aantal loden is verkregen. Geeft het
verhoudinsgetal het recht aan eeno imrtij, dan is natuur-
lijk hij verkozen, die van do nog overig gebleven kandi-
daten het meesto aantal stemmen heeft ; geeft dit getal
recht aan het overschot van een kandidaat zonder jwirtij, \'
dan Zill die^kandidaat iemand kunnen aanwijzen; dit
laatste geschiedt evenzoo in stadium 2".

-ocr page 133-

121\'

Voorbeeld: 20000 stemmen, 20 leden, kiesquotient 1000.

Partü A.
6100
St.

Partü B-
5200
St.

Party C.
3300 st.

PartU D.
2400
St.

n. 1500 gek.

t. 1250 gek.

0. 1100 gek.

s. 1400 gek.

b. 1000 „

ri250 „

p. 1000 .

t. 800

TlOOO

k. 750

g. 1000 .

i(. 200

il. 1000 ,

TöOO

r. 200

r. 0

f. 550

m. 250

7 500

tl. 200

<J. 450

/<. 100

X. 3100 bt.

Zonder Party.

y. 000 Kt.

Gekozen terstond: a, b, c, d ; i, J; o, p, q,; h; x; = 11 leden, nog
1« kiezen \'J.

(n. 500]

<•• MO =ilOOO
f- 500 = 560
a- 460 =s 480
\'<• 100^= 100

Gekozen b|j SltnimcnoccreKrenz van de overscliotton der kieMiuutnV:
o; k; l; cn z; «og kiezen 5 ledon.
A \'»60 1000 ». 760 \\=: 1000 r. 300 «. 400 x. 100 j/. «00

(7. 460

f>. 100) ]

f\'i kuzcn liU Hiininienna-rm-enz vnn de kandidaten, dio het ininHte nnntal stemmen

hebben verkn\'gi\'M: f en 1; nog to kiezen !1 leden.
V<rhoudinBii|{et4Ulen:

lOlü»/,

2400: 2= 1200
II
ziHHlnt gT\'knzcn

iH II.
2400 : 3 = 800

6200 : 4 = 1300
I zovdat geküzen

In m.
6ï!00: 6 1040

X.

100

«100: fi:a

3300: 3 = 1100
III zoodnl geko-
zen
In r.

____________ 3300 : 4 = «24 _____

li. 250

[0.100)

(X 1000) wÜHt .nan

J- 250)

r. 200

= 300

[». 400)

ï, nog over vanx

k. 750

\'=1000

(. 800 (

\'= 1000

100 8t. en ij 000.

t. 600

= 750

H. 200 (

1= 400

m. 250

= 250

c. 0

=: 0

11. 200

= 200

1000

760 \\=: 1000

r. 300

11. 400

X. 100

100

(m.

2601= 200

r. 0

N.

200)1

verKclilllendo iwrlUen wonlt duN gtkozeu 1 lid op lOUl, 1040, 82.\'» en
" -ï heeft
I lid op 1060 en tf Ke<\'n op t)00 M.

(/■

1100

Dit .stelsel is blijklmr opgebouwd uit elonionten vnn
\'lo zuivere partij vertegenwoordiging en van
Hauks stelsel.
Of het er ook in geslaagd is .do lieginselcn, dio aan
l)eide soorten stelsels ten grondslag liggen, te vereenigen?

-ocr page 134-

122\'

"Wij hebben grond, dat te betwijfelen. Hij, wiens stem
terstond effekt heeft, doordat zijn kandidaat in het eerste
stadium het kiesquotient verkrijgt, zal, dit kan men
aannemen, werkelijk geheel naar zijne persoonlijke
inzichten zijn vertegenwoordigd, als er tenminste groote
verscheidenheid van partijen is en de kandidatenlijsten
ook groote verscheidenheid vertoonen; en dit laatste
zal zeer waarschijnlijk geschieden, omdat het in het
belang van iedere partij is haar kandidatenlijst zoo
groot en rijk mogelijk te maken. Maar behoort eens
kiezers stembrieQe niet tot die, welke teretond een
kiesquotient vonnen, dan heeft de persoonlijke eisch
op het briefje geen waarde meer, maar geldt het alleen
als het zooveelste gedeelte eener partij; het wordt
toegewezen aan hem, die het meeste aantal stemmen
heeft bekomen. Of dc kiezer, wiens stem niet ter-
stond effekt had, den zoodanigen had willen kiezen, als
aan wien nu zijn stem wordt toegekend, is twijfelachtig.
Men kan wel tot eene i)artij lx)hooren, terwijl er toch
nog zeer-gegronde redenen kunnen l)estaan, die iemand
verhinderen zekeren partijgenoot tc stemmen. Doch
ook niet alleen, dat aan de stemmen der kiezers niet
die invloed wordt toegekend, dien zij wenschen, maar
ook de juiste evenredigheid wordt niet verkregen. In
het gegeven voorbeeld verkrijgt partij C een vertegen-
woordiger voor een ovenschot van 300 st. en partij
D van 400 st., terwijl IJ , die met zijn ï)00 .stemmen
het kies(iuotient zeer nabij komt, onvertegenwoordigd-
blijft. Kr is alzoo groote bevoordeeling van de jxirtijen,
boven wie zich bij geen partij .scharen. Het verhou-
dingsgetal van de partijen zjil, zoolang nog leden te

*
»

I

h

-ocr page 135-

123\'

kiezen zijn, altijd gelegen zijn boven het kiesquotient;
dat van den eenling is natuurlijk onder het kies-
quotient, zoodat deze nooit zal gekozen worden.

Met enkele algemeene opmerkingen over deze soort
van stelsels wenschen wij dit overzicht te be.sluiten.

Hoewel deze stelsels alle kunnen toegepast, wanneer
het Land
een kiesdistrikt vonnt, of w\\inneer het in
meervoudige distrikten is verdeeld, zijn ze ter willo
der praktische uitvoerbaarheid, met uitzondering van
het laatst genoemde stelsel, wel niet andei-s mogelijk
dan in kiesdistrikten, omdat andei-s een kiezer ver-
plicht wordt zijn stem to geven aan een bizonder
groot aantal kandidaten, hetzij dan dat dit aantal
gelijk is aan het getal leden der Vertegenwoordiging,
Jds in hot stx^lsel van de vrije mededinging der kan-
didatenlijsten, of wel iets minder bedraagt, als inliet
stelsel der dubl)ele gelüktijdigo keuze. Het is toch
niet van een kiezer te vorderen, dat hij zijn stem
gelijktijdig zou moeten geven aan 100 i)ei-soncn als
ten onzent, of aan bijna 700 kandidaten als in Kn-
geland. Om meerdere eenvoudigheid voor den kiezer
men dus het Land in meervoudige kie,sdistrikton
\'uoet^^n splitsen, maar het is duidelijk dat daardoor
wwr aan de jui.ste evenredigheid afbreuk wordt gedaan.

In do tusschentijdsche vacaturen^ tlie ni(>n dikwijls
«\'on
crur voor de proportioneele vert<?gonwoor(liging
heefl genoemd, kan, dunkt mij, hot best worden
voor/ien door verkozen te verklai-en hem, <lio in do
iw»rtij, waarto<\' het uitgevallen lid heeft l)ehoord, bij
\'Ie laatste algemeene verkiezing het meeste aantal

-ocr page 136-

124\'

stemmen heeft verkregen; waar dit niet mogelijk is,
zal men zijn toevlucht moeten nemen tot de verkie-
zing bij meerderheid.

Ten slotte moet ik het groote bezwaar l^espreken,
dat naar mijn bescheiden meening tegen al deze stelsels
toestaat, en waarom ik mij er niet mede kan ver-
eenigen. Zij gaan alle, de een meer de ander minder
nauwkeurig, uit van het denkbeeld van evenredige
7}«r<y-vertegenwoordiging. Zij nemen niet enkel notie
van de bestaande partij verdeelingen, maar nemen ze
op als grondslagen van hunne kiesregeling, en dit is,
om met de woorden van Mn.
Olivier te spreken „een
kapitale fout." Nu is de vertegenwoordigende ver-
gadering zeer zeker in de eerste plaats eeno politieke
vergadering, en de leden moeten gekozen zijn door
gelijkgezinde groepen kiezers, dio bepaalde beginselen
op staatsrechterlijk gebied belijden. In zoover is do
partij vertegenwoordiging juist. Maar zij sluit to zeer
bizomlerc belangen en het persoonlijk inzicht der kiezers
buiten en bindt hen aan eenmaal bepaald gevormde
l)artijen. En nu zegge men niet, dat ieder bepaald
aantal kiezers, zelfs minder in aantal dan het kiesciuo-
tient, vrij is eene partij to vormen en een kandidatenlijst
kan inleveren. Dit is opi)ervlakkig besdiouwd waar,
maar zal blijken in de praktijk niet uitvoorkuir te
zijn. Do iKjpaling van
Dr. Fruix, dat een imrtij is
„eene vereeniging van gelijkgezinde staatsburgers tot
l)ehartiging van het volksbelang naar hunne eigenaardige-
zienswijze"\') zoude ik niet durven onderschryvon.

ï

O t a. p. blz. 2ó,

-ocr page 137-

125\'

omdat, hoe waar dit woord ook zij in theorie, er in
de praktijk iets aan ontbreekt, n.1. de oiganisatie.
Eene vereeniging van gelijkgezinde staatsburgers moet
zijn georganiseerd, wil zij aan het woord partij beant-
woorden, wil zij invloed uitoefenen. Zulk eene orga-
nisatie is niet in éen dag tot stand te brengen, vereischt
veel moeite en inspanning, vereischt menschen, die
zich aan het hoofd stellen, en daarom zal maar niet
iedere groep staatsburgers, zoodm zij punten van
overeenkomst heeft ontdekt, tot partij zijn gevonnd.
Daaruit laat zich verklaren het moeielijke van beweging
der i>artyen, het langzame van nieuwe partijvorming.

Daarenlx)ven org-aniseerende kracht gaat slechts uit
van leidere; iedere goede vereeniging moet bestuurd
worden. En waar nu een Ixjstuur is,
kan dat bestuur
van zyn macht misbruik maken, ja zal zelfs altyd
do zaken van zyn stiuidpunt uit behartigen.
Uoktksqviku
zeide het reeds: „c\'ost uno expérienco dternello, que
tout homme, (jui a du pouvoir, est port^h\\ on abuser."
Voor het opmaken der kandidatenlysten zal hot bestuur
liet initiatief nemen en ziil diuirby zynoigonbelang natuur-
lijk niet op den achtergrond stellen; goedkeuring der lijst
wel noodig, maar do enkele iwrtügenoot zal tegen zulk
een voorgestelde lyst meestal zoor woinig kunnen doen.
Zijn de kiezers dus bij hun stemmen lum lysten
gebonden, dan blykt hot, dat hun stembiljet niet altyd
liunno ware meening zjil uitdrukken. Zoo levert de
verkiezing niet op eene vertogenwoonliging van kiezei-s,
niJUir van kiesvereenigingen of hare k\'sturen. En do ver-
t<Jgonwoordigen(le vergadering
zjU meer dan ooit worden
♦•en lichaam om luutijpolitiek te dry ven, een vei-gjulering,

-ocr page 138-

138\'

waarin het algemeen belang zich oplost in de belangen
van eene partij en daaraan wellicht wordt opgeofferd,
in plaats van te zijn, eene vergadering, waarin de
belangen en behoeften, niet van partijen, maar van
het gansche volk worden gehoord.

Men kan ook niet verwachten, dat zulk eene groote
verscheidenheid van partijen zal verkregen worden, als
waartoe de persoonlijke inzichten der kiezers aanlei-
ding moeten geven. Partijen, houden zich, als ik
het zoo eens mag uitdrukken, alleen met de hoogo
politiek bezig; zij kunnen zich met al de pereoonlijke
inzichten der kiezers niet inlaten; beginselen van
staatsbeleid houden haar gescheiden en maken haar tot
partijen; zij zullen niet licht meer dan ten getale van
vijf of zes, (meestal slechts twee) voorkomen - cn
toch zal men niet willen zeggen, dat de vei-scheiden-
heid tusschen do kiezers niet toeliet vrij wat meer
ondei-scheidingen tc maken.

Ook de indiening van officieele kandidatenlijsten bij
de Regcering of een voor de verkiezingen bestemd
Centraalbureau is mij een Ixjzwmir. Do Regoering kent
alleen het volk; erkent, dat daarin verschillende .stroo-
mingen en meeningen kunnen loven, nia^ir verder
mag zij niet gaan. Zij mag niet officieel ixirtijen en
kandidatenlijsten erkennen, omdat zij daannöo luui
geschillen tusschen do onderdanen eon officieel karak-
ter geeft, er haar zegel op drukt. Zij kent alleen
een volk on zijn vertegenwoordigers on geen kandidaat-
verti^genwoordigers van partijen.

Nogmaal.s. Partijen zullen altijd ontst;uin en Ix-staan,
zoolang er onder het volk politiek leven is. Aaneen-

■J

•i- j

t.,
%

1) 1

-ocr page 139-

127\'

sluiting van eensgezinde staatsburgers ter bevordering
van een gemeenschappelijk doel, uit natuurlijke oor-
zaken ontstaande en zich doende gelden, zal altijd
reden en recht van bestaan hebben; zij zal tot juiste
definieering van begrippen en behoeften zeer gewenscht
zijn; zij zal dikwerf heilzamen invloed uitoefenen op
de verkiezingen, maar partijleuzen en partijverbanden
tot grondslag der vertegenwoordiging te maken van
staatswege, zal partijdigheid en partijschap meer dan
te veel bevorderen en de persoonlijkheid des kiezers
geheel doen opgaan in de vereeniging.

Nooit zoo zuiver, zoo juist zal het gestelde ideaal
der Vertegenwoordiging worden verkregen, als wanneer
do
persoonlijke keuzo des kiezers ten grondslag ligt aan
<le uitoefening van het kie.srecht!

B. Persooulyke Vertegenwoordiging.

Partijvorming is hier geheel een zaak der kiezers,
die daarvan geen opgjivo behoeven to doen en waar-
mede ook by het opmaken van den uitslag ingeonen-
deelo wonlt gerekend\'). Bij het uitbrengen hunner
«tem zijn do kiezers in geen enkel opzicht aan do
\'>eschikking eener jvirtij gebonden; zij stenunen hom,
<no zooveel mogolyk hunno i)Oi-soonlijke inzichten
weergeea; doch wil hun stom (ifTekt hebl)en, dan
•nooten zij zoi-gdragen met een zeker aiintal mede-
kiezers overeen to stommen.

■) In («iiumlti.\' Ht««lm>lH i>chlor «piwvi- vnu krtnai«lal4\'n o«>nlK<\'n tüJ
V\'^T du v.Tkl,.zlni{ n.H>dMkt.lUk.

-ocr page 140-

12a

De persoonlijke vei*tegenwoordiging geeft m. i. den
kiezer eerst de ware vrijheid; zij is wars van ge-
dwongen partijbanden en daardoor ook recht overeen-
komende met onzen volksaard; zij is, hoewel afkomstig
van vreemden bodem, inderdaad eene echt Neder-
landsche gedachte.

Zij gaat uit van het beginsel, dat ieder kiezer slechts.
over éen stem te beschikken heeft. De kiezer zal,
geheel vrij handelende, dien zijn stem geven, in wien
hij zijne beginselen op de meest juiste wijze, ook in
verschillende minder gewichtige aangelegenheden, ziet
belichaamd. Omdat hij slechts éen stem heeft uit to
brengen, zal hij aan die stem al het vereischte ge-
wicht hechten en de keuze rijpelijk overdenken; het
zal hem het volle gevoel zijner verantwoordelijkheid
geven. De verkiezing zelve zal diuirdoor juister wor-
dee. „It should always
1)0 borne in mind that it is
the number of
voters who can elect a representative,
and not the number of votes which any one can give,
that\'is the true test of electoral weight.\')

Volledigheidshalve, hoowel het geen evenredigheid
waarlK)rgt, laten wo hier eerst volgen

1. HKT STELSEL DER EE.N\'VOUDIOE MKEHDERHEin, \')
(IMurnlit<i Sltnpl«)

omdat het l)0venstaande waarheden hot eerst heeft erkend
en als giondslag heeft gediend voor do volgende stelsels.

u.

\'1 Hare, l. n. p. »»Ut. 12:1.

»( Aanlxj/olen In 1793 door Coxdorcet, .,1\'rojet do ronHtllution fmn^alwi",
tlla- X, hocllon II, art. 9; i-n op nieuw verdedigd in I«4n door Exiu:
nr. OiBARDix, „QueHtions de mon teniim," Dl. VIII.

■■■tl

I.

m

-ocr page 141-

129\'

Het Land vormt éen kiesdistrikt of meerdere groote
distrikten. Ieder kiezer brengt éen stem uit. Gekozen
zijn, die het meeste aantal stemmen hebben verki\'egen,
ten getale van zooveel leden als te kiezen zijn.

Voorbeeld: öOOO stemmen, ö leden.

A 1800 stemmen pekozen.
B 5)00

O 700 „ .

D 000
K .300
F 250
G 200
Verspreide 250 -

Totnal 5000 stemmen.

Dit stelsel munt uit door groote eenvoudigheid;
het verzekert, dat meer gewicht gehecht wordt aan
\'K?ginselen dan aan personen, de eminente mannon in
den lande niet worden buitengesloten, en
lad not
least alle denkl)eelden van eenige l)eteekenis zich zullen
vertegenwoordigd kunnen zien.

Maar hot heofl \'ook eono donkere keer/ydo, een
groot gebrek. Het miuikt toch ovenrcxligheid wel
inogelyk, maar verzekert ze niet; ja mon kan wel
^-eggen: ze z;il onder dit stelsel niet voorkomen. Popu-
•jüre kandidaten zullen duizenden .stemmen op zich
vereenigen en andoren zullen met veel minder stemmen
\'x>k zitting v(»rkrygen. En toch die ovemvdigheid is
noodzjikelijk, omdat men in do i>olitieko vergaderingen
de. stemmen telt en niet alleen de redenen, het voor
<•\'> tegen weegt. Tal van st(Mnmen gaan verloren, en
Zoo zou dan weer als in het distriktonstels€»l de me(M--

-ocr page 142-

130\'

WüüMi

derheid in het Land minderheid in de Vertegenwoor-
diging kunnen zijn en omgekeerd.

Om dit gebrek te verhelpen zijn verschillende
middelen voorgesteld, die wij in de volgende stelsels
aantreffen. Als slechts een kleine wijziging van het
stelsel beschouwen wij:

u. Vaststelling van een minimum.

Terstond gekozen verklaard kunnen nu alleen zij,
die in stemmenaantal dat minimum te boven gaan;
hierdoor worden te kleine minderheden, zooals billijk
is, van de vertegenwoordiging uitgesloten. Als mininmm
neemt men gewoonlijk de helft van het kies(iuoti(!nt.
Voor de overblijvende zetels is nu een tweede .stemming
noodig, die geheel Ijoslist wordt bij betrekkelijke meer-
derheid. De partijen hebben bij de eerete stemming
hunne krachten kunnen Ix-rekenen en kunnen dus bij
de tweede stemming hunne krachten genoegziuiin (>n
toch weer niet to veel verdoelen, liet U^hootl wel
niet gezegd, dat dit middel al zeer weinig nader brengt
tot do evonredigheid; waarbij nog het nadeel komt,
dat zij, die reeds i)ij do eorsto stennning een ver-
tegenwoordiger hebben gevonden, nu gehofil gelijk stiuin
mot hen, die dien vertegenwoordiger nog niet hebljeu;
(1. w. z. allen kunnen deelneuKin juin do tweede stemming.

h. Stelsel Boulmg\').

L

De wijze van kiezen geschiedt als bij eenvoudige

>1 Dll HU\'ltM i ls jumgoiionu-n «loor Av AhsocüUloij of «.«loctoral Hofurm to
Xfw York in 180T.

-ocr page 143-

131\'

meerderheid; maar ie{ler lid kan nu in de vergadering
uitbrengen een aantal stemmen, dat evem-edig is aan
het aantal stemmen, dat zich bij zijn keuze op hem
heeft vereenigd. De wijze van verkiezing verandert
dus niet, alleen het effekt der stemmen. Stel, dat
er zijn 5 plaatsen en dat er worden uitgebracht 5000
stemmen, waar\\\\in A 2000, B 1500, C, D en E
ieder 500 op zich vereenigen, dan zal A in de Ver-
tegenwoordiging iKïschikken over 4 stemmen, B over 3
cn C, D en E elk over 1 stem.

Dit stelsel is eenvoudig, eerbiedigt ten volle den
wil der kiezers, en verzekert juiste ovenrcnligheid van
kiezers en partijen, indien het juintal van hen, die
stemmen h(!bl)on verkregen, niet te groot is. Maar
toch zijn er gewichtige schaduwzijdon. Nu daarg(?-
laten, dat het, in pmktyk gebracht, een ongehoorde
nieuwigheid zou zyn, moeten wy er op wijzen, dat
•>y het berekenen van het aantal stemmen, waarover
t\'lk lid in do vei-gadering Zivl kunnen l)eschikken,
overschotten noodzakelijk te loor moeten gjum. Daar-
enboven zou de praktijk van dit stelsel zeer gevaarlijk
kuimen zyn, omdat het
mm zeor i)opulaire kandidaten
en iwtijleiders een grooten invloed o|) den gang van
zjiken in do Verti»genwoordiging toekent; een invloed,
die zelfs zoo groot zou kunnen worden, dat (\'«en
pci-soon over meer dan de helft van het aantal stem-
\'niüi zou to iR^schikken hoblH»n. En al is dit laatste
niet licht te verwachten, het mindere is genoeg-
zjuim te vreezen; en dat hot gevaar Ix^staat, is rwnls
voldoende nnlen om ook tlit stelsel van de hand te
wijzen.

I

• tj

-ocr page 144-

182\'

2. kiesquotient en overdracht der stemmen ter
keuze der gekozenen. \')

Eenigen tijd voor de verkiezing worden door partijen
en groepen de namen der kandidaten opgegeven. Deze
worden ieder afzonderlijk nitgenoodigd een lijst van
kandidaten op te maken in volgorde van voorkeur,
aan wie zij willen overdragen de stemmen, die zij
zullen verkrijgen lx)ven het kiesquotient of al hunne
stemmen, indien zij een te gering aantal op zich ver-
eenigen om gekozen te worden. Dit opgeven voor de ver-
kiezing is noodzakelijk om willekeur of partijberekening
te voorkomen. Ieder kiezer schrijft slecht« éen naam
op zijn biljet. Het kiesquotient wordt op de gewone
wijze berekend. Gekozen zijn wie dat quotiënt heb-
lx)n bereikt door de stembriefjes; dan wie tot dat
stemmencijfer klimmen, doordat het ovei^schot van reeds
gekozenen worden overgedragen volgens do kandidaten-
lijsten j door de kandidaten opgemaakt; ten slotte zij,
die het quotiënt Ijoreiken, doordat op hen volgens
diezelfde lijsten worden ovorgednigen de stennnen van
die kandidaten, welk
(5 het minste aantal stennnen
hebben verkregen.

Dit .stelsel heeft ontegenzeggelijk groote voordeelen:
do taak van den kiezer is uiterst eenvoudig; hij
IumïH
slechts don naam van don man zijner keuze op zijn
stembiljet tc phuitsin; allo stennnen hebben invloed;

\'» Dit htHwl <lankt *üii onthUian aan 8ir Walte» Haily: ,A whonn>
f.ir pr<i|mrilon(>l n-prescntatlon", I/imlnn 18(19; K
mnkmt Navii.i.i: vrrtlfMlIist
in rrf<irm<\' «•U\'Ctoralo «-n Fninc«-" 1871. I>lx. io7 vlre.

-ocr page 145-

133\'

(Ie verkiezing is in korten tijd afgeloopen en de kan-
didaten worden gekozen met hetzelfde aantal stemmen.

Evenwel kunnen wij ons ook enkele bezwaren niet
ontveinzen. Allereerst vinden we hier weder de reeds
vroeger gewraakte kandidatenlijsten; dezo zijn hier
noodig om den kandidaat voor de verkiezing gelegen-
heid te geven een lijst van overdracht op te maken.
Van meer gewicht evenwel is de overdracht dor stem-
men zelve. Wanneer deze door de kandidaten ge-
schiedt, kan dit leiden tot eeno minder juiste uit-
drukking van de denkbeelden onder het volk, dan
wanneer dit aan den kiezer zelve wordt overgelaten.
Kandidaat A, zal b. v. om do eeno of andere roden
zijn stommen het liefst overdragen aan kandidaat IJ,
N\'rwijl de kiezei-s, die hom hebl>on gekozen, dit liever
oin oen andere reden zjigon doen aan den h(vr (\'.
Kn immei-s do won.schen der kiezei-s, en niot die van
••nkele gekozenen, niwten in do Vertegenwoonliging
gehoord worden. Nu zal dit iHV.waar door do j)artü-
«roopooring wel nu^estal Z(vr giTing zijn, maar het
^•"U t<K\'h kunnen golHnuvn, dat zoo oen niet gohivl
ovoiu-edigo vertegenwoordiging word verkregen. Hot
\'tv.waar wint aan kracht, als moor dan o(>ns ovor-
\'•racht van stemmen noodzakelijk is. Kandidaat A
draagt zijne .stommen of ovei-schietondo .stommen over
H, dio in iM)litloke kloui-8chako<>ring iets van hom
Verschilt; dez(\\ reeds gi\'koz<Mi, draagt. «lie stommen
"ver op I), dio ook woor iets van hom voi-schilt, maar
«ljuudoor in l)oginsolon wellicht op roeds vrij grooten
afstand van A staat. Deze dubl)ele overdracht z;il
\'»atuurlijk allotMi kmuien voorkomen, in geval de kan-

-ocr page 146-

134\'

didaten op de lijst van A reeds allen zijn gekozen
of wegens te weinig aantal stemmen zijn geschrapt.

De groote grief echter tegen dit stelsel is het volgende: ^

De ware onderlinge onafliankelijkheid van de leden

der Vertegenwoordiging gaat er door verloren. "Wie

zijn lidmaatschap dankt aan een medelid, en niet aan

de kiezers, zal niet licht de ondankbaarheid zoover

drijven, dat hij dezen niet in woord en stem geheel

ter wille zal zijn; hij zal uit vrees van een volgend

maal niet meer op de kandidatenlijst van zijn kiezer

to worden gebracht, den wil van dezen geheel volgen;

dit is een niet te miskennen nadeel, dat wel niet

\\

altijd ztil voorkomen, maar waarvoor veel gevaar
Ix\'staat. Dit stelsel kan daarbij aan populaire kandidaten
en volksleidei\'s een buitensiwrige macht schonken.
De kiezei-s l)choevon hun slechts een groot aantal
stemmen t<? lK?zorgon im zij verdoelen dio op
Ikui
uitgebrachte stemmen over hunne getrouw(! aanhangers
en dikwerf blinde volgelingen. 1)(; kiozore kuimen
dit gevaar wel ontgaan door vooraf do kandidatenlijsten
voor de overdracllt, door die kandidaten opgemaakt,
na Ui gaan, nuur zullen zij dat allen doen on met
onderscheid doen? Zullen zij niot veel liover hun
leider hun stem schenken en gerustelijk hom do eigonlijko
zorgen dor keuze overlaten? Men versta mij wel, ik
zeg niet: dit zal gelMjuren; hot is zelfs in zoo groot<?
mate niet waarschijnlijk, maar het is mogelijk. En
nu weet ik wel, dat geen enkel stelsel tegen het gekn(K?i
van gew£tenloozen volkomen beveiligt, maar toch motjt
ik er oj) wijzen, dat de mogelijkheid van of>eenhoopinR
van stennnenmacht zich liierals van zelf den weg wijst.

j.

-ocr page 147-

135\'

Men heeft ook nog als bezwaar tegen het stelsel
ingebracht, dat het is eene verkiezing met twee trappen,
üit is gedeeltelijk waar, doch in hoever dit als grief
zou kunnen worden aangemerkt, voorzoover dit niet
in de opgenoemde bezwaren is begrepen, heb ik niet
vermogen in te zien. .

3. Kiesquotient en ovekdraciit teh keuze van den

kiezkh. \')")
(StolHcl Antlmc-llfirc.)

f)ni het l)elang der zjiak is het gewenscht hier
eenigszins uitvoeriger te zijn dan bij de vorige stel-
sels. Volgen we dnarom
Haiie op den voet, zonder

\') T(k\'KO|mht kIiuIh 1855 »ht nnvolli^lli? Iii l».>iiciimrkfn; viM.r ilr IJ.mnl
vnn Hnnnri (\'olloffo in Aniorika 1871, m ilmir mkolo lilromliTc vrriM-nlKlnp\'ii
in Iifllir.

Won jiull« vwir KrunillKi\' U-studi-orinK vnn dit hIoImI hot lioM utt
Imm Kilvo, liot rowls inoorinnlon nnnuihiuildo work vnn
II.mii:, .Tli"
\'loctlon of Urpn\'tM\'ntntlvoM rnrlinnioninry nnd MunlciiwZ," Londi-n 1H7;I,
• ourlh Kdltlon. Sonn«l)pi MchrUvorn t<Mh (p\'Von hot utolvl nïH grhrri
hift KVrr. \'/AKt Xittt Mll. UV MaIIOIIIK VAX VtHlHTIIllVUKX (hU. HU), dill
kloy.ofH ovonvorl nnnion i>p hun htoniMIJol niootcn MlirUvon, nU i-r
htli-n to ki,.*,,,, jty„ Cl- iO()
IchIch, dnn Jiioot lodor kiozor Uh»

\'mini.|, |„ Jnixto volitordo vnn viM)rkour op /.Un htoinbrli-do phmtw n.
niH>nii hli nlH ••«•n lH.*\\vmir t<>K< n hot stolwl; on h<\'t wm iK»k itokor
*"«xlnnlK knnnon »wMon, Indion hfit wnnr wnn; mnnr noiv«>nH wu»
"
ark Oit m do oImIi xoii ook Hiool itondor nr""\'! lu"- «^n"
"iidoro oiUuinthold nwinkt do hwr CnBii.Toint.i; In *un nnnKohimld \\\\<rk
«•\'l*. 7rt-7a) xlrh MTlmldl«; do Hchrüvor vorifoot luf donio Mndlinn vnn
•\'\'\'\'nimonl»orok<nlnK on kon>l nut N-xwnrvn, dio workolük Kwnnrwlohtlu
»\'"don nioK,.n K«n<M md wimlon, hU Ko< a v<K.rlM-< ldi ii, dio tot tfi t vn-onido
\'"(koniHion wmdoii h-ldon, ul« JuInI nlot dit doni" hindlinn (dcM.rM-hmppInt;
\'\'"f oopHlfl nninon op hot klolnnto nnntnl hlljollon) nnn »ü" n\'»ii<ln«li« «ns
"nUnnpL ünnn>m in v.K.ntlchtiRhold Rimdon voor JuIMo wnnnlo.ring vnn

\'"i llarl;.

-ocr page 148-

136

(lat het daarom noodig is, bij de kleinste bizonderheden
stil te staan of te vermelden wat alleen met het oog
op Engeland of Engelsche toestanden is gezegd en
voorgesteld.

De eigenlijk gezegde kiesdistrikten zijn opgeheven.
Het geheele kiezerscorps in het Land kan zich ver-
deelen in kieskilngen, die bestaan uit een gemeente,
kring van gemeenten of vereenigingen en corporaties
(dit laatste is wel bepaald Engelsch, ziet hoofdziikelijk
op de Universities, maar zou ook ten onzent
in de
toekomst zich kunnen voordoen^
door de instelling van
vereenigingen van stoffelijke of geestelijke ])elangen,
een stoort gilden (
Adolph Prins), tot het verkiezen
van vertegenwoordigei-s. Het besluit tot het oprichten
van zulk een kring wordt genomen bij meerderheid
van .stemmen der l)elanghebbenden. Tot het wettig
uitoefenen dor kiesl^evoogheid moot zulk een kring
van Regeeringswege worden erkend. In deze kring(!n
zijn éen of meer stembureaus, of waar zo uit meer-
dere gemeenten l)estaan zooveel mogelijk éen in i(Hlen>
gemeente. Voorts is er
een Centraalbureau in dt>
hoofd.stad des Rijks. Dit Centraalbureau zal van do .stem-
bureaus terstond na afloop der verkir/ing ontvangen
het iKiricht, hoeveel stemmen overal zijn uitgebnu-hl;
Zij moeten deze» samentellen en deelen door hot aan-
tal te kiezen le<len. Dit
(|Uotient is het kies(|Uotiont.
Het Centraalbureau zal hiervan afkondiging doen, waar
het behoort en opgave aan do stembureaus. Ni(!mand
wordt als lid van de Vertegenwoordiging verkozen
verklaard, die niot het volle luintal stemmen, door
het
kiesquotient lunigewezen, oj) zich he(»ft vereenigd

-ocr page 149-

137

of eene hctrekkelijl-c meerderheid. Wanneer betrekke-
lijke meerderheid voldoende is, zal hierna blijken. Tevens
is vereischt, dat men op de oflicieele kandidatenlijst
stiiat. De kandidaten geven hiertoe zichzelf op aan
het Centraalbureau met vermelding voor welke kies-
kring of kieskringen zij zich kandidaat stellen; ver-
eischte is daarbij de l)etaling van zekere som gelds.
Het Centraalbureau maakt een lijst op, waarop de
kandidaten worden geplaatst in deze volgorde: Pdie,
welke reeds lid der Vertegenwoordiging zijn geweest
naar den duur hunner zitting ; 2« de nieuwe kandidaten
in do volgorde v;ui hun ouderdom. Deze lijst wordt
algemeen gepubliceerd en verkrijglniar ge.steld.

Iedere st<nn\'moet worden uitgebracht op een briefje,
dat slechts de waarde heeft- van (
hmi stem; oj) dit
hiljot woixlt geplaatst de naam van den kandidaat
voor wien het g(»ldt; (h^ kiezer is daarbij volstrekt
niet gel)onden aan tH^n kandidaat voor de kit^skring,
waarin hij woont. Indien de stenuner ilo l)edoeling
do stom, ingeval de kandidaat roods het kies-
•luotiont hwMl l)eri\'ikt of wegens to weinig ïuuital
^^<\'nnnen niet g«\'kt)zen kan wonlen, »»vor te dragen
aan wn anderen kandidaat of kandidaten, kan hij dit
«ItH\'n door do namen ilior kandidaten onder den eei-sto
schrijven in do volgorde van voorkeur. Bovenjwn
stembriefje staat gtnlrukt do kieskring, waarvoor
geldt.

Uilsliitf drr Hlvmmiiuf. Do I liX)fdsUMnburoaus der
i^i<iskringon oiK>nen do stombus.s(in en sorteren do
l»riot]es, naarmat«.» or 1, 2 , enz. namen op voorkomen.
J\'et oos-st worden opgelezen (altij«l alleen ile eerste

-ocr page 150-

138

naam) die, waarop slechte éen kandidaat voorkomt,
dan die, waarop er twee zijn opgegeven, enz. Heeft
een kandidaat het kiesquotient bereikt, dan wordt
op de overige stembriefjes, waarop zijn naam voor-
komt, die naam geschrapt en worden die stembrieQes
toegekend aan den tweeden daarop voorkomenden
kandidaat, enz. Deze laatste worden echter eerst
toegekend, en dan nog in de volgorde van het aantfil
daarop voorkomende namen, nadat al do biljetten,
waarop nog geen geschrapte namen voorkomen, zijn
opgelezen.

Hiermede is het werk der hoofdstembureaus afge-
loopen en worden de stembriefjes, die nog niet heblx?n
medegewerkt om een kandidaat het kiesciuotient te
doen Ixjreiken, opgezonden aan het Centmalbureau.
Dit verricht nu dezelfde bewerking, waardoor natuur-^
lijk voi-scheideno kandidaten zullen gekozen worden,
die in een kieskring hot ([uotient niet konden verkrij-
gen maar dit wel vermogen door bijeenvoeging van
stemmen uit vei-schillende kie.skringon. Indien na dez(ï
l)0werking nog steml)rieljes overijl ij ven, wordon g(>-
schrapt de namen der kandidat(Mi, di(; o]) het kleinste
aantal briefjes l)ovenaan stiuin en toegekend aan de
op die briefjes volgende kandidaten. Telkens wamuHM\'
een kandidaat zoodoende het kies
(|U()tient heeft l>ereikt,
wordt zijn naiim, die op nog andere brielj(5s door
schrapping van anderen l)ovenaan is komen te .staan,
doorgeschrapt. Deze l)ewerking wordt voortgezet,\'tot
het aant<U kajididaten gelijk is aan het aantal nog U\'.
kiezen leden of doorschi-apping niet verder mogelijk is.
Deze overgeblevenen worden nu verkozen veiklaard,

rr

-ocr page 151-

180\'

hetzij zij liet quotient hebben bereikt, hetzij bij-be-
trekkelijke meerderheid \')

Het Centraalbureau maakt nu den uitslag der ver-
kiezing omstandig bekend. De gekozenen. die niet
in éen kieskring de quota hebben verkregen, worden
gekozen verklaard in kieskringen volgens de regelen,
die vermeld zijn in Clause
XXIV, zie Hake blz.
180 — 181 (Het zou te wijdloopig en weinig ter zake
dienende zijn deze regelen uitvoerig mee te deelen.)

Zie hier het stelsel Haue, zoo kort mogelijk ge-
schetst. Het groot(» voordeel door dit stelsel Iwven
andere verkregen, valt niet te ontkennen. Het is
een geniaal denkbeeld.
Rodeht von Moul heeft het
l)ij \'tei van (Jolumbus vergeleken. John Smakt Mill,
<lien het onder zijn vurige verdedigen t<»lt, zegt er
van: „The men; it is studied, the stronger, 1 ven-
ture to predict, will lx> the impre.ssion of the perfect
feasibility of the schenu;, and its transcejidint advan-
tages. Such and Huch numerous are those, that in
uiy conviction, thoy plact» Mr. Hare\'s plan among
the very greatest improvmients yet made in the
theory and practice of govermnent. \')

Hot work, door den kiezer te vonichten, is zoo
«\'onvoudig nu)geiyk. Ily schrya den kandidaat zi.incr
l<euze, den pei-soon, dio volgons zijn eigen mwning

l>ot l)est zijn l)eginsolen on l)olang(Mi vertegenwoordigt,
op

zijn st<?mbiljet. Alleen is hot hem g(Miulon uuht-
•leren daaroj) t(! i)laatson in volgorde van voorkeur,

\'\' Axdhae liuit lK>tnkk«.ll|ki\' niwnlcrlirlil nllwn ««to, vimr »».ivcr Ih-I
"fliilnl hiomiiKii Krro.ior in ilnn il,« h.m vnn li. t ki«>^ii"tirnt.

I\'. bU. M J,

-ocr page 152-

uo

voor het geval dat zijn stem op zijn oorspronkelijken
kandidaat geen effekt kan hebben, indien deze reeds
gekozen is of een te weinig aantal stemmen op zich
heeft vereenigd, dan dat hij gekozen zou kunnen worden.

Het springt in \'toog, dat de wil van den kiezer
in vollen omvang en tot den einde toe wordt geëer-
biedigd, voor zoover hij natuurlijk dien wil openbaart;
dat daardoor de juiste evenredigheid wordt verkregen
en aan iederen kiezer volle vrijheid wordt gelaten in
het uitbrengen van zijn stem. Bijna geen enkele stem
behoeft verloren te gaan; geschiedt dit wel, dan is \'t
het gevolg van een verzuim des kiezei^s, die een niet
genoegzaam aantal kandidaten op zijn biljet heeft ge-
plaatst, of het is te wijten aan enkele zonderlingen,
die in het geheele land niet zooveel geestverwanten
bezitten, dat zij hun richting door éen persoon kun-
nen doen vertegenwoordigen. Dat zij onvertegenwoor-
digd blijven, ligt dus, zooals ook reeds boven is g«»-
zegdj in den ;uird der zjiak.

Het kios<iuotient wordt wnmaal berekend en kan
dan natuurlijk een overschot van stennnen geven,
waarmede wegens de ondeelbaarlKud van het menschelijk
wezen, niet te rekenen valt. Maar .niet is mogelijk
als bij de partijvertegenwoordiging, dat nogmiuils (H-n
overschot wegvalt bij het l>erekenen van het aantal
leden voor elke partij.

Een niet gering te schatten voord(H>l is het ook,
(lat volgeiLs de begin.selen van het stelsel door de
gehe(;l ixjrsoonlijke vertegenwoordiging d(i oppermacht
der partijen is gebroken, hetgeen wij juist aan de
proportioneele vertegenwoordiging der partijen tot grief

mm

ÉHÉÜ

-ocr page 153-

UI

moesten maken, zij het dan ook aan hot éene dier
stelsels in meerdere mate dan aan het andere.

Maar, zal men vragen, is het niet onrechtvaardig,
dat een kandidaat, wiens naam alleen op 1000 stem-
hrieQes staat (gesteld het kiesquotient is 1000), ge-
kozen wordt, terwijl een ander, die op duizenden
voorkomt, niet gekozen wordt? Immei-s neen, want
dit kan niet geschieden, zonder dat dio duizende stem-
))riefjos reeds effekt hebljen gehad.

Er zijn evenwel Ijozwaren tegen dit stels<^l ingo-
hracht, waarmede te rekenen valt.

Als eerste mag voor/oker wel gelden de omslach-
tigheid, de
inoeicHJklieid dvr (ocpassiiif/^ soms zelfs
onmogelijkheid genoemd. Die omslachtigheid schuilt
dan in het opmaken van den uitslag der stemming.
Kr zjil een geruime tijd na de verkiezing moeten zijn
verloopen, voordat do uitslag zj\\l Iwkend kunnen zijn.
Hot centraalbureau zal over groote werkkracht moeten
kunnen l)e.schikken. Het is niot to ontkennen, dat
\'lit bezwaar gegrond is, (tf het echter zoo overwegend
i«, dat het de invoering zou verhinderen, mecMi ik
inot reden te mogen Ixïtwijfelen. Terecht zegtAuimv-
Vitkt\'): „En matière électonilo il y a deu.\\ .sortes
<l\'oix\'nition, (juMl faut avoir grand soin de distinguer:
pnoMt ineomlKMit n Vvlcctcur lui ninnc:

ijmon» celles (jui incombent aux fonctionnainïs et au.K
eitoyens
rhargvH du depouillmcnl. Autant il est ni^es-
saire que les premières soient claires, facilas, accessibles

tout<»s les intelligences et i» toutes les Iwnnes volontés,

t. n. 1,1/.. 4 7.

-ocr page 154-

U2

autant il est d\'une importance secondaire que les
autres soient plus au moins longues, plus ou moins
minutieuses; il suffit qu\'elles ne puissent se soustraire
à un contrôle serieux et éclairé". Al zou dus zelfs
het opmaken van den uitslag der stemming een maand
of langer moeten duren, dan zou dit niet als een
Ijezwaar kunnen gelden, waar door zulk een lx?-
werking een uitslag wordt verkregen zoo gunstig,
als
Hares stelsel met zekerheid belooft te ver-
schaffen. Trouwens wat doet het er toe, of men den
uitslag weet een dag of een maand na de stemming?
Het Centraalbureau zal zeker meer werk hebben to
verrichten dan thans alle distriktelijke .stembureaus
te ziunen. Het werk mag diuirbij wellicht wat ver-
velend zijn, maar iHïimld moeielijk is het voorwaar
zeker niet te noemen, omdat de regelen volgons welke
het bureau moet handelen, zoo duidelijk mogelijk zijn.
Een aantal klerken kan daarenboven voor hot moor
macliinale werk worden gebruikt ; de niinisterieeh^
d(>partementen kunncïu daarvoor een genoegzaam con-
tingent leveren. En zou dan een weinig mooito en
meerdere kosten niet ten vollo worden opgewogen
door het voordeel, dat daarmcnlo vorkregcMi werd eene
Vertegenwoordiging, dio ten vollo Ixiantwoorddo aan
de haar te stollen eischen? Wie van
onmogd\\jkhckl
van uitvoering spreekt, heeft zeker hot stolsel nog
nooit goed Ixïgrepen. Louis
Hf.anc getuigt er van:
„Le mécani.sme en est l)eaucoup moins compliqué,
(lu\'on ne\'serait tenter de le croire, au premier al}ord."
En
Hahe zelf zegt, wellicht een weinig tv l)oud:
„In what is proposed there is much less complexity

i\' ;

-ocr page 155-

BIJLAGE B. (Zi« blz. 143.)

UITSLAG VAN EENE STEMMING volgens \'t Stelsel HARE.

Oerraagd aan 128 personen hnn Uerelhigsdicbter onder de than« nog lerende JTederlandache dichters ;4 van hen zullen worden verkozen verklaard.

fK\'Idjfv stcmmrn 128,
I pUabwn, kiovqao-
tknt 32. Owning dcr
McmbricOtA begonnen

2 2

ä i

ax

♦.i

II

S ä

--Ä2

S-E
•E 3 S ?

^ a s

P «

Ic TeUing;
TEX KATE gckown.

root dk», waarop 1
luuuu, dan 3 nanKD
c-uz. Toorkoroeo. j

i- 55

[17]
mil mil I

ai

mm

liMd on ciionATii.

1

Ton Kalo......

IIUI UllI

Boot«..........

nm

mil

.1

AJbordingk Thym

Ulli

mil

4

llamhrock......

lUU

5

Scharptnan.....

IIUI

mil

«

Bingor.........

1 .

7

J. £. Banck.

1 .

H

Voumacr.......

IIUI

•j

UuriUard......

11

lu

Socra nana.....

1 .

11

ElL<ie Tan Calcar..

1 .

12

HofdOk........

II .

13

Fioro dclla Xeve .

mil

II

11

Albert Vorwey..

mil

l.\'i

Frcdcrik v.E<-d«n

1 .

10

Mr. J. K. r. Ilall.

11 .

17

Dc BuU........

II .

veiiora siniui.

1

nil iiui iiui inn iiiii inn ini
111! imi mil n

> -r
s r

a"

S

s

t u

si

e

rs

JI2

£ 51

51 S

É
T

If?

Ill
1

1
«

il al
^ 0 s S

Si
V

■s

= 14

112)

!
!

=

_

_

_

— 27

um

32

=:

=

= 11

1

12

12

12

I

13

im

17

= \'*f

5

5

G

n

1

[7]

11

IS

1.1

11

15

um

20

~ t

1

[11 \'

= 1

1

(11

= .*!

5

11

t

7

7

[7]

= 2

1

0

3

3

(3]

= 1

1

(11

.

= I

1

(11

= 2

2

(2)

= 7

"J

10

1

! 11

mi

15

15

mil mil I

\'\'»A

= 5

5

11

1 ^

7

7

[7J

Mil

= 1

1

(•-1

,

, ;

= 2

•>

12]

\'

— 2

1

(2J

1 [

1

1

c, 128

12S

12

128

128

21

128

17

128

(»ckozc-u Tex Katz, Betth rii FtOKX bCLLA Neve met
kicwiuotient (32) rn S
chaotias ro« t l»tr(kk«?lijk<-
niwrd»*ri«<fM van 31 »f/mni^n.

-ocr page 156-

BI

tlian is daily encountered and overcome by the purest
mechanical arrangements in the clearing house of the
London bankers, or in the General Post Office."\')
Het is zelfs zeer de vraag of zulk een lang tijdsverloop
als het vermelde tot opmaken van den uitslag wel
noodig zou zijn. Op kleine schaal heb ik er de proef
mede genomen (Zie Bijlage B): 128 stembrieQes,
verdeeld over 17 kandidaten met de meest uiteen-
looponde combinatiën voor 4 plaatsen werden door mij
geheel alleen gesorteerd en de uitslag opgemaakt in
ongeveer 1 uur. Wanneer mon er nu op gelieft te
letten, dat bij een groote politieke stemming door do
partijvorming over \'t algemeen meer eenvormigheid
zal worden verkregen; dat de zonderlinge stemmen
tot de zeldzaamheden zullen behooren; dat het werk
kan vergemakkelijkt worden door veel handen en de
opteekening der stemmen door praktisch daartoe inge-
richte lijsten; en dat wie zulk oen stemopneming
lang en dikwijls doet eon groote routine verkrijgt,
dan meen ik, dat dit lange tijdsverloop, indien hot al
een gewichtig l)ezwaar was, aanmerkelijk zou zijn
bekorten.

Ook meen ik, dat hot l)óter is uit het stels(M
weg te laten do oflicieele kandidatenlijsten, de ver-
deeling in kieskringen en do opening dor briefjes
door do plaatselyke bureaus. Dat iemand zich zelf
kandidaat zou stollen is te zeer in .strijd met do
ten onzent heerschende publieke" opinie, dan dat
men er zich gemakkelijk mede zoude verzoenen.

\') t. a. |I. Wz. 158.

-ocr page 157-

U4

Het zou ook tot een onbillijkheid kunnen leiden,
omdat wie zich zelf uit bescheidenheid niet officieel
kandidaat stelde, niet gekozen zou kunnen worden,
hoeveel stemmen hij ook verkreeg. Trouwens men
behoeft zich niet ongerust te maken, dat de kiezers niet
zullen weten, op wie zij moeten stemmen. De kiesver-
eenigingen zullen meer dan voldoende zorgdragen
kandidatenlijsten op te maken en die met de noodige
toelichting en aanprijzing te voorzien. — Wat de kies-
kringen betreft, misschien dat hun bestaan in een groot
land als Engeland met zooveel Parlementsleden wol
noodzakelijk is, doch die behoefte bestaat, dunkt mij,
voor Nederland niet. Men is ten onzent meestal
lokaalgezind genoeg om te zorgen, dat de plaatselijke
belangen worden behartigd. Daarenboven levert de
opening der stembriefjes door de plaatselijke bureaus
een niet gering to schatten bezwaar oj), dat nl. een
kandidaat op verschillende plaatsen tegelijk kan ver-
kozen worden. AVelke stemmen moeten hem nu worden
toegekend?
Hare geeft daarvoor zeer omslachtige regelen
(Clause XXIV). Deze dul)belo verkiezing maakt daarbij
eeno geheele verrekening en verschikking in de andere
stcmmo noodig, waiU\'door nieuwe moeite wordt golwron,
Mjuir zelfs al komt geen dubbele verkiezing voor, dan
is nog het depouilloment door do plaatselijke bureaus
niet aim te l)evelen. Daar toch moeten
alle stembiljetten
worden nagegaan; die welke niet tot een kiesquotient
hebl}en geleid, worden opgezonden naar het Centraal-
))ureau, waar een nieuwe opneming er van noodzakelijk
is. Een groot aantal biljetten wordt dus tweemaal nage-
gaan, hetgeen dublxïle moeite en tijdverlies veroorzaakt.

-ocr page 158-

145\'

Het sorteeren der stembrieQes naar het aantal daarop
voorkomende namen zou mijns inziens zeer kunnen
vergemakkelijkt worden, indien de kiezer verplicht
was aan het hoofd of op de rug van zijn brieQe\') in
een daarvoor er op geplaatst vierkant aan te geven
met een duidelijk groot cijfer, hoeveel namen op het
stembriefje voorkomen. Bij het sorteeren behoeft men
dan niet het aantal namen te tellen of zich op te
houden met te zien naar het cijfer, dat geplaatst is
naast den laatsten kandidaat. Als straf wegens
het niet of niet-richtig nakomen van dit voorschrift,
zou moeten gesteld worden of ongeldigheid van het
biljet of oplezing na allo andere. Wanneer men
nu voor de biljetten met hetzelfde aantal namen
Ixipaalde vakken of hokjes in gereedheid heeft ge-
in-acht, evenals dit oi) do postkantoren bestaat voor
de brieven naar éonzelfdo plaats l)estemd, kan die
sorteering in betrekkelijk korten tijd zijn afgeloopen.

M«. Omvikh, die do hoofddenkbeelden van Hahes
stelsel ten volle accepteert, stelt in zijne brochure:
„Over het kiezen der Vertegenwoordiging," \') een wijzi-
ging voor, die het stelsel wellicht zou vereenvoudigen,
maar waarmede ik mij echter niet kan vereenigon.
Hij wenscht de inrichting aldus: „Het stombureau
heeft voor zich een afschrift van de kiezeralijst van
het district waartoe het bureau lH>hoort, en evenveel
Htemkaarten als er kiezei-s zijn; de stemkaart houdt

•) l)c> Htcnibiljotten zoud(«n unifonn nioofon zijn oii nict, zoonis lopeii.
wtX)rdlK wfl voorkomt, vi>or verHchlllondf Ki>niocnton vorsthlllond vnn
Krootto mogen zU».
blz. CO vlgv-

10

\\

-ocr page 159-

U6

in (gedrukt): den dag der verkiezing, den naam van
het stembm-eau, den naam van den kiezer; aan elk
kiezer, die zich op den dag der stemming bij het bureau
aanmeldt, wordt zijne kaart uitgereikt en, ten teeken
dat hij aan de stemming deelneemt, zijn naam op de
kiezerslijst doorgehaald, of afzonderlijk aangeteekend;
de stemming geschiedt, buiten tegenwoordigheid van
het stembureau, in een daarvoor bestemd lokaal, zoo
ingerigt, dat de kiezers het aan den eenen kant bin-
nenkomen, en aan den tegenovergestelden kant ver-
laten; in dit lokaal staan, alphabetisch gerangschikt,
even zoovele stembussen als er kandidaten voor do
Kamer zijn, op elke bus zijn , behalve de naam van
het stembureau , vermeld naam, voornaam, qualiteiten
woonplaats van den kandidaat; de kiezer treedt het
lokaal der stemmingen binnen aan do zijde waar de
stembussen met A beginnende staan en verlaat het
lum de zijde, waar de stembussen met Z beginnende
staan.; in het voorbijgaan werpt hij zijn stemkaart in
do bus van den kandidaat zijner keuze; nadat do stem-
ming afgeloopen is, worden de bus.sen, verzegeld, met
hot procesverbaal, vermeldende het aantal\' opgekomen
kiezers, door hot stembureau verzonden juui het Cen-
traalbureau van stemopneming.

Het Centraalbureau van stemopneming bestiuit uit
leden, en is verdeeld in 11 afdeelingen. De bus-
.sen, die den naam van denzelfden kandidaat vermel-
den, worden onderzocht door dezelfde afdeeling. Zoodra
een kandidiiat het kiesquotient heeft Ixjreikt, houdt de
telling op. De stemkaarten boven het kiesfpiotient
blijven in de bus. De getelde stemkaarten worden

-ocr page 160-

gestort in afzonderlijke bussen, de namen der gekozen
en der nog niet gekozen kandidaten vermeldende. De
bussen, in welke de stemkaarten van de gekozen kan-
didaten gestort zijn, worden verzegeld en moeten bewaard
blijven tot nadat het onderzoek der geloofsbrieven is
afgeloopen. Na afloop der stemopneming worden de
namen zoowel der gekozenen als ook der kandidaten,
die geen voldoend aantal stemmen verkregen hebben,
open])aar gemaakt, met vermelding — voorzoover de
laatstgenoemde betreft — van het aantal stennnen op
hen uitgebragt. Door het Centraalbureau worden, na
afloop der stemopneming, ;ian de stembureaus toege-
zonden: «. de nog niet geoixmde en de geopende, doch
slechts ten deele geledigde en op nieuw verzegelde,
bussen der kandidaten op wie meer dan het vereischto
aantal stemmen is uitgebragt; b. do geledigde bussen
der kandidaten, die het quotientcijfer nog niet bereikt
heblx)n. Vóór do terugzending der sub. a. vermelde
bussen worden daarvan do namen der kandidaten afge-
nomen. De stembure^ms ledigen do bussen sub a. ver-
meld en reiken lum de kiezei-s, wier kaarten zich nog
in do busson Ixivonden, hunne kaarten opnieuw uit,
om diuirvan bij do volgende stemming over do kan-
didaten, die geen voldoend aantal stennnen verkregen
hebben, gebruik te maken. Er kunnen vijf overstem-
niingon gehouden worden. Kandidaten , die na do derde
stemming, geen hooger cijfer dan hot i5on tiende van
het vereischt quotiënt hebben vorkregen, worden voor
de vierde stemming van de kandidatenlijst ga^^chrapt;
d(! op h(;n uitgebrachte .stemkaarten worden aan do
kiezers teruggegeven, om voor de volgende stennningen

-ocr page 161-

148\'

gebezigd te worden. Wanneer na de vijfde stemming
nog vacatm-en te vervullen zijn, wordt voor deze
vacaturen een nieuwe verkiezing uitgeschreven.

De voordeelen van deze wijzen van stemmen zijn
voor de stemopneming, dunkt mij, de volgende: er
komen geene biljetten van onwaarde, geen blancobil-
jetten of biljetten met verkeerde naamsaanduiding vpor;
de omslag en het tijdverlies van het ontvouwen en
voorlezen der stembiljetten vervalt; daar de kieskaarten
reeds gesorteerd bij het Centraalbureau komen, heeft
dit niet anders te doen, dan het aantal stemmen, op
den kandidaat uitgebragt, te .tellen en het telt niet
verder dan 1000 (dit als kiesquotient aangenomen
zijnde.)"

De genoemde voordeelen wil ik volgaarne erkennen,
alleen biljetten van onwaarde kunnen evenzeer voor-
komen , doordat stemkaarten in een verkeerde bus
geworpen worden. Houdt men deze voor geldig voor
den naam, die er op staat, dan zou dit tot andere
resultaten kunnen leiden, dan imnvankelijk verkreg(*n
waren.
— Mr. Oi.ivikr vindt zijn methode ook beter,
omdat de kiezer bij de overstennninjjen kan nagaan,
welke kandidaat de meeste kans heöft, terwijl men
zich bij
Hark van te voren bindt aan een Ixipaalde
opvolging. Dit is waar, maar daarmede ontkent de
geleerde .schrijver het eigenlijke karakter der stenuning.
Den kiezer toch wordt niet gevraagd: stem den kan-
didaat , dien ge denkt, dat de meeste kans heeft gekozen
te word(?n; maar wien houdt gij voor den man, die
u het meest geschikt zal vei-tegenwoordigen, is hij
reeds gekozen of kan hij niet gekozen worden, wien

-ocr page 162-

162\'

houdt ge dan na dien eerste voor het meest gescliikt,
enz. Wanneer de kiezer nu maar een voldoend aantal
opvolgende namen opschrijft, is hij verzekerd, mits
de keuze niet te zonderling is, dat zijn stem effekt
zal hebben. De voorkeur, berustende op waardeering,
mag de eenige leiddraad zijn voor den gedachtengang
van den kiezer bij het doen zijner keuze. — Maar er
zijn nog meer nadoelen; m.i. zwiuirwichtiger dan de
voordeelen; de schrijver heeft ze zelf gevoeld. Het groot
aantal stembussen , dat noodig zou zijn en dat door
Mr.
Oliviek
op minstens 100,000 wordt geschat, willen
wij hierbij nog niet eens als zoodanig noemen, omdat het
niet andei-s dan een geldelijk bezwaar zal zijn. Maar de
zeer waarschijnlijk noodzjikelijke ovei-stemmingen moeten
het geloof aan de eenvoudigheid en vlugheid dezer
mothodo wel (Hjin\'gszins aan het wankelen brengen;
ze zijn niet aan te bevelen en maken het den kiezer
la.stig. Dio lastigheid lx»staat niet alleen in het meer-
malen werpen van een biljet in do stembus, maar in
het nagiuin van den stand der geheele verkiezing voor
het Land en van de verschillende kandidaten, die het
meeste aantal stenunen hebben.

Doordat de stemkaart tot teruggave den naum van
den kiezer
moet bevatten , is het geheim der stemming
inijs gegeven. Kn nu moge de heer
Olivier aan „dit
groote beginsel" niet de minste waarde hechten, m.i.
is het een noodzjikelijk vereischte voor eon zuivere
stennning. De verkiezingen zouden bij openbaarluiid
in oprechtheid en zedelijke kracht wimien. Ik meen
«Ut txïii zeei-ste te moeten betwijfelen, omdat ver-
scheidene kiezei-s dan alleoji zouden stemmen in den

-ocr page 163-

150\'

geest van hem, van wien ze het meest afhankelijk
zijn. Onder de tegenwoordige inrichting
kan de
kiezer tenminste -stemmen naar eigen overtuiging.
De vrijheid van den kiezer behoeft waarlijk niet
meer belemmerd te worden. Is het niet een feit, dat
nog onder de oude kieswet, terwijl het kiesrecht naar
bijna algemeen oordeel veel te weinig uitgebreid was,
tal van kiezers door oneerlijke middelen werden geprest
om op zekeren kandidaat te stemmen ? dat verscheidene
stembriefjes soms worden ingeleverd, waarop in lange
rij de tw^ee tegenover elkander staande kandidaten
beurt om beurt doorgeschrapt voorkomen? dat ver-
scheidene kiezers op den dag der verkiezing of ook
wel dagen van te voren met verschillende stembriefjes
in hun zak rondloopen, waarbij op het eene de k;ui-
didaat van deze richting en op een ander de kandidaat
van tegenovergestelde partij geschreven is, om zoo
schijnbaar zijne vele vei-scliillendo begunstigers te
believen ? Komt de kiezer txigenwoordig voor de stem-
bus, dan is hij teimiinste nog altijd vrij om to stx^m-
men, wien hij wil, zonder dat iemand kan bemerken ,
aan wien hij zijn stem geeft. Maar onder Mii.
Olivikhs
stelsel zou ook zelfs die vrijheid iKun-worden benomen.
Neen , veeleer zou ik het omgekeerde wenschen: bet<n-(ni
waarborg voor geheimheid. Tegenwoordig gebeurt
het wel, dat de kiezers door verkiezings-agonten
als schapen ter stembus worden geleid; om dit grov(^
misbruik to voorkomen, zou het nuttig zijn, dat
do kiezer eerst op de plaats der stemming in oen af-
gezonderd hokje of vertrekje, waarbij hij alleen was, zijn
stembiljet kon verkrijgen en invullen, om het diun-na

-ocr page 164-

151\'

terstond in de stembus te werpen; een regeling zooals
die , als bekend is, thans in België bestaat.

Maar, zegt Mn. Oliviek, wij bezitten thans geen
geheime stemming. Zie slechts, hoe velen voor Imn
richting uitkomen; ieder kent de bevelhebbers en de
treinsoldaten; lange lijsten van kiezers verklaren zich
•in dagbladen en strooibiljetten voor zekere kandidaten.
Maar dan moet ik toch in ernst vragen, wat hij
onder geheime stemming verstaat. Niemand heeft tot
nog toe beweerd, dat men zijn eigen stem niet mag
openbaren; dit vei-staat allmi de heer
Olivier ond(?r
geheime stemming. iVen verstaat er onder: voor den
kiezer, die anderen niet wil laten weten, hoe hij
geste\'ind heeft, moet volkomen gelegenheid bestaan dit
geheim te Ixiwaren.

De opgenoemde redenen komen mij meer dan vol-
doende voor, om met het ])lan van Mn.
Olivikh niet
te kunnen instemmen.

Gewichtiger l)ezwaar dan moeielijkheid van uitvoe-
i\'ing komt mij voor te zijn de l)oweerde
oujimthvUl
van het stelsel. Dit i)imt is breedvoerig besproken
door
Andhae, Mh. Lytton, Her Majesty\'s Secretary
of Legation te Kopenhagen,
Haue\') en Mn. .1. A. van
Gilse
") en is eveneens het, onderwerj) geweest van
den .strijd tus.schen de heeren
11. .L Biederlack en
.). .1. 1. Harte in 1882, toenmaals beiden studenten
aan de Utrecht,scho Univei-siteit.

\') I. II. 11. 1)1*. !102 VIK\'.

5) Vrnffon do« Tüds 1880, Dl. II l.lz. .141 vlinf.
>) Vragen de« TUds 1882
♦) Onze WacliUT 1882.

-ocr page 165-

152\'

Het bezwaar baseert zich daarop, dat wanneer
eenmaal de stembriefjes zijn ingeleverd, de uitslag
der stemming nog niet zeker is, maar afhangt van
de wijze van\'opneming dor brieves, hetzij men dit
dan aan het toeval overlaat of bindt aan enkele be-
paalde regelen.

Het gezegde is waar, maar is het ook een bezwaar?

Neraea wc het voorbeeld van Mk. Lytton:

-A ) ^- r JIA \'

B 299 ^ 200 101

l stembriefjes ^^ | stembriefjes j, ^ stembriefjes.

Er zijn .3 afgevaagdigden te kiezen; het kiesquotient
is dus 600: 3 = 200. A is nu in alle gevallen gekozen.

I. Worden voor A genomen de eerste 200 briefjes,
dan heeft B de 90 overschietende; C wordt gekozen
in de 2® gi\'oep; in de 3" groep krijgt E 101 stemmen,
die dus bij
comparative majority voor B gaat en ge-
kozen wordt. Dit schijnt onbillijk, omdat B op 299
brioQes als tweede en op 200 briefjes als derde kandidaat
voorkomt, terwijl E alleen op 101 briefjes als derde
voorkomt.

II. Neemt men voor A de tweede groej) briefjes,
dan verkrijgt men het volgende: gekozen A en B;
1) heeft 99 en C 101 stemmen; dur^ C gekozen bij
iKitrekkelijke meerderheid.

III. Neemt men voor A do derde groep en voor
^ de dan nog ontbrekende uit de eei-ste groep, dan
verkrijgt men : gekozen A, B en C.

IV. Neemt men voor A de derde groej) en voor
de dan nog ontbrekende uit de tweede gioej), dan
verkrijgt men: gekozen A en B; D heeft 99en C 101

-ocr page 166-

153

stemmen, dus gekozen bij comparative majority C. —
Werkelijk vei-schil leyert derhalve alleen het eerste
geval. Dé heer
Biederlack vooral heeft dit als zoo
schreeuwend onrecht bestempeld, dat hij, voorstander
van het evenredigheidsbeginsel, daarom alleen reeds
meende
Hares stelsel te moeten verwerpen. Laten
we nagaan, of die klacht werkelijk gegrond is.

Het gestelde geval behoort in do eerste plaats tot
de uitei-ste zeldzaamheden, die kunnen voorkomen,
men zal bijna kunnen zeggen onwaarschijnlijkheden.
Minister
Andrae heeft aangetoond bij berekening, dat
het
in éen van de millioen verkiezingen nog niet zou
gebeuren. „"Ware de geheele aarde", zoo zegt hij,
„in drievoudige distrikten verdeeld, en hadden er ver-
kiezingen plaats gehad sedert de schepping der wereld
en gedurende een nog duizendmaal langoren tijd, dan
is het wiskunstig onwaai-schijnlijk, dat het feit éen
keer zou zijn voorgekomen."

Evenwel do mogelijkheid bestaat. Maar hoe? Ver-
schil in uitkomst
kan slechts verkregen worden door
vei-schil in opvolging van
die biljetten, welke, ge-
lijkelijk l)eginnende mot éenzelfden naam, die hot
\' kie.squotient to l)oven giuit, onderling afwijken in
volgende namen, tenvijl die volgende namen niet hun
st(Mnm(»ntal door andere biljetten genoegziuun zien
vermeerderd! Bij politieke verkiezingen — en hierover
wordt innnei-s hier gehandeld — zullen het altijd zijn
geestverwante biljetten, dio mot eenzelfden naam Ix)-
ginnen. Tus.schen partijgenooten nu zjil onder
Harj-:s
stelsel bijna altijd overleg worden gepleegd omtrent
de wijze van voorkeur en dan kan zoo iets niet voor-

1 .,
4

mssm

-ocr page 167-

154\'

komen. Maar al gel)eurt dit niet of kunnen ver-
scheidene kiezers zich daarbij niet aansluiten, stemt
hun persoonlijk inzicht niet overeen met dat hunner
partij, dan zal toch nog altijd niet een onbillijkheid
worden verkregen, omdat ieder stembiljet, op zich
zelf, voor zoover mogelijk, het door iederen kiezer
gewilde eflfekt zal hebben. Dat men meerdere namen
op een stembiljet plaatst, geeft daaraan niet meer
gewicht, het is eenvoudig een middel om het verloren
gaan van stemmen te voorkomen. Ware het niet
geschied, dan was A alleen gekozen. En nu doet
het er op zich zelf weinig.toe, of bij zulke geest-
verwante biljetten B of E gekozen wordt. De stem-
ming is toch niet uitgesc;hreven om den lieer B ot
E een dienst te bewijzen, maar om de meeningen der
kiezers zich te laten uitdrukken; dit geschiedt evengoed
of B dan wel E gekozen wordt; het maakt geen
prin-
cipieel,
wel een personeel verschil. In het gestelde
eei-gte geval hebben de eerste 200 kiezers hun wensch,
omdat A is gekozen; evenzoo de tweede 200kiezei-s,
omdat C is gekozen; die van de derde groep niet
minder; alleen den 5)9 kiezers van de eei-ste groei)
kan hun wensch niet worden ingewilligd, omdat er
geen vierde plaats is en 10] nu eenmaal meer dan
00 is. Is B werkelijk zulk een bizonder geschikten
kandidaat, waarom hebben 200 of 101 kiezers hem
dan niet op even zoovele biljetten bovenaan geplaatst?--
En als Mr.
van Gilse nu zegt, dat de 2ï)0 kie-
zei-s, (Tie B in de tweede plaats stelden meer aan-
spaaak op vertegenwoordiging hebben door A en
B
dan de 101, die E in de derde plaats stelden, op

HSStS:^

-ocr page 168-

155\'

vertegenwoordiging door A en E, dan, dunkt mij,
lieeft hij liet beginsel van
Hares stelsel geheel uit
het oog verloren; een groep kiezers heeft nooit meer
dan éen vertegenwoordiger, dien nl. welken hunno
stembiljetten hebben doen verkozen worden. In het
gestelde geval vertegenwoordigt A nooit 000 kiezei^s,
maar altijd 200 kiezers en nooit meer, welke biljet-
ten men hem dan ook toerekene. Als dit waar was,
zou men onder ons tegenwoordig stelsel even goed
kunnen zeggen, dat een kiezer uit het Zuiden des
kinds vertegenwoordigd wordt door een afgevaardigde
uit het Noorden, eenvoudig, omdat hij in dezen een
gee.stvcrwant ziet.

liet bezwaar is ons dus gebleken van niet de min-
ste waarde te zijn; mits, voegen we er bij, partijdig-
heid van hot steinliureau bij het opnemen dor stem-
men buitengesloten zij. En dit kan geschieden door
voor tc schrijven, dat do biljetten van een gelijk aantal
namen eerst zullen worden opgelezen, nadat ze goed
zijn dooreengeschud, terwijl het publiek tegenwoordig
moet kunnen zijn l)ij de stemopneming en jn-otest
kunne aanteekenen tegen ongeoorloofde handelingen.

^Meent men evenwel voor hot lx}.s})rokene zeldzaam
voorkomende geval gewicht aan de jiersoonlijke keuze*
te moeten hechten, dan is het wellicht niet onge-
wenscht hot stelsel van
Mh. Dhoop \') aan tc nemen,
waarbij dan alle zoogenaamde onrechtvaardigheid zou
verdwijnen. Het eigenlijke kiesquotient is hierbij niet
tei-stond op tc maken; men heeft, ceret telkens een

\') Zio llAHK t. a. Iilz. 305-JI07.

-ocr page 169-

156\'

voorloopig kiesquotient. Het eerste voorloojiige kies-
quotient wordt verkregen door samen te stellen het
aantal stemmen van zooveel op de biljetten bovenaan
staande kandidaten, als er leden te kiezen zijn. Hier-
toe worden genomen de kandidaten , die het hoogste
aantal stemmen hebben verki-egen. De som wordt
gedeeld door het aantal te kiezen leden en het quotiënt
is het eerste voorloopige kiesquotient. De stemmen
meer dan dat kiesquotient worden toegekend aan de
op de biljetten volgende namen. Dan telt men weer
de stemmen der kandidaten, die het meeste aantal
stemmen hebben, te zamen en Ijerekent op nieuw
het kiesquotient enz.; dit wordt voortgezet tot het
quotiënt niet verder kan worden herleid. — Past
men dit stelsel toe op het voorljeeld van Mr. Lyrrox
in het eerste geval, dan verkrijgt men het volgende:
Er is .slechts éen eerste kandidaat, deze heeft
600 stemmen, dus het r voorloopige kiesciuotient

is T = 200.

A 200 H OU C 200 E 101

(E)200-4-(C)200 -f (E)lOl
2 Voorloopig quotiënt =----------=

= 167, B 09; 200-167 — stemmen van
A en van C te verdeden.

A 167; C 167; B = 00 -h = Iü5;E 101

(A) 167 (C) 167 -r(B) 165

Voorloopig quotiënt =-

n

=Z = 160i, E 101 ; 167- 106i = l van A en
van C te verdoelen.

A 166i; C 166i; B 165 J-f 1 = 166i; E 101.
Eigenlijk kiesriuotient is dus 166i. Gekozen zijn

• (
>1

!

1 t

-ocr page 170-

15\'

A, C en B. Dit stelsel leidt echter tot bizonder
groeten omslag, die niet noodzakelijk is, en laat de
stembriefjes, waarop als eerste kandidaat een weinig
gezocht persoon voorkomt zonder invloed zijn.

Hoe zal in het stelsel Hare in de tusschentijdsche
vacature
worden voorzien? Heeft men dit reeds voor
alle proportioneele vertegenwoordiging tot struikelblok
verklaard, voor
Hare moest dit nog als een bizonder
verwijt gelden. „Le vice commun", zegt
Christophle \'),
de tous les systèmes que nous venons d\'énumdrer (dat
zijn die der pei-soonlijke vertegenwoordiging), est leur
impuissance en cas de renouvellement partiel: dt^cès,
démission ; aucun n\'assure une juste représentation dans
ce cas". En toch is niets minder waar dan deze uitspraak.
I^ij \'t stelsel Walter 13ailv is in de vacature natuurlijk
z(»er gemakkelijk te voorzien door verkozen te verklai\'en
den eei\'ste op do kandidatenlijst van hem, die is uitge-
vallen. Maar ook
Hares stelsel komt mij voorgeenszinsdit
verwijt te verdienen. Verschillende wegen zijn gewezen :
de vacature onvervuld te laten tot do eerst-
volgende algemeeno of gedeeltelijke verkiezing. Dit
is evenwol onverantwoordelijk. Ontbreekt een lid in
de Vertegenwoordigirig, dan kan het mogelijk zijn,
dat in de vergadering lx}sluiten worden dooi-gedreven,
die gevallen waren of waarover do stommen gestaakt
hadden, indien dat lid aanwezig ware goweast. En
ook bij het debat wordt do Vertegenwoordiging een
onwiuuheid. Kan dat lid niet de hoofdleider van zeken^
richting zijn geweest? Kan hij niet speciale kennis

\') t. a. p. blz. 78.

-ocr page 171-

158

bezitten van een onderwerp, waarover juist een niet
ongewichtige beslissing is te nemen?

2® Een nieuw lid te laten kiezen bij eenvoudige
meerderheidstemming (
Olivier) ; dit is ook onvoldoende,
want het uitgevallen lid kan tot de minderheid heb-
ben behoord.

30 Hem verkozen te verklaren, die bij de jongste
stemming bovenaan stond op de lijst der niet verko-
zenen (
Hare). Ook deze kan van geheel andere rich-
ting zijn dan het uitgevallen lid.

Wat dan? Men vrage zich eenvoudig af: wie moe-
ten vertegenwoordigd worden? De kiezei-s, die op
het oogenblik niet vertegenwoordigd zijn, en dit zijn
natuurlijk zij, die het uitgevallen lid hebben verko-
zen en, zij wier stemmen bij de laatste algemeene ver-
kiezing verloren zijn gegaan. Daarom neme men de
biljetten van die twee groepen kiezers (de stembriefjes
moeten altijd lx)waard blijven tot de volgende alge-
meene verkiezing) en verkläre verkozen hem, die
daarop het grootste aanUil stemmen verkrijgt (Zie Bij-
lage B.) — Doze handelwijze is zeker de meest bil-
lijke en handhaaft de evenredigheid zooveel als moge-
lijk is.

§ 3.

De voordeelen van het stelsel.\')

Bij de vermelding der voordeelen, die het evenre-

Zlo hiervoor: .1. Stuaut Mill t. a. p. blz. 142-152.
Mit.
Olivieii t. a. p. Hoofdstuk II, die Mill bUna woordollik volgt.
lloLiN-.lAEgtTMVSö, -dc 1.1 llifonne floctoralo", Bnixillos 1805 blz.
115-119.

-ocr page 172-

Tusschentijdsche Vacature.

TEN KATE valt uit.

i Jlï
i

Sä\'

= £ e

« X r

UMLAGE n. Blif. I5S.

w —

Wordon lor hand jjo-
nonu-n de »tonibrierjc«,
die
Tex Kate heblien
doen verkiezen (32> en j
het «.Vnesti-nibriefjo.dat
gi-en effekt hwfl gehad.

liMEl OIK KAIOIOATEI.

fïl
w \' ?
ï> -!• J

•2« -

II?

T S v

s a ^

^ I
!

! ^ \'

i i

^ \'s —
2 5 ~

Laurillard...........

mil =

5

1

5

III =

:t

.T

13]

i

Vo-inuvr............1

liiiii 11111 =

10

1

1

lU

11

12

12

1

Hasebroek..........

Gekozen VOSMAER met 12 stemmeu.

nil =:

4

1

4

w

i

1

Kliso van Calrar.....

1 =

1

m !

.

.

YIRIOREI STCHMEI.

mil mil r=

,0|

1 j

i

11

1-2

nil j

10

33

1

1 \'

! 33

i

1 "

33

1 \'

33

-ocr page 173-

159\'

mmm.

(ligheidskiesstelsel kenmerken, zal het blijken, dat
veel van hetgeen hier meer systematisch besproken
wordt, reeds hier en daar terloops is vermeld. Trouwens
door herhaling duidelijker te zijn, kan iemand zeker
nooit tot grief strekken. Intusschen zal wat in deze
paragraaf wordt gezegd, wel hoofdzakelijk op al de
behandelde stelsels van toepassing zijn, maar het best
uitkomen, het meest worden verwezenlijkt bij het
stelsel van
Hare. Ik stel mij dus voor daarover meer
bepaald in het volgende te spreken.

Als eerste en voornaamste voordeel van hot evon-
redigheidsstelsel moeten wo noemen, dat wat de naam
zelve aiinduidt: de juiste tusschen do Ver-

tegenwoordiging en het kiezei-scorps. Do meerderheid in
het land zal zijn meerderheid in do Vertegenwoordiging;
geen liesiuit zal worden genomon, dat niet op zijn minst
in den geest van do meerderheid des volks is; cn of
er cen(ï bepaalde meerderheid onder het volk iKjstiuit
of niot, elke minderheid, mits niet
te klein, zal haar
afgevaardigden kunnen zendon en wel zoovolen als haar
krachtons het kiesquotient rechtens toekomen; elke
minderheid zal wordon gehoord ; hare tegenwoordigheid
in do Kamer zal invloed uitoefenen op do besluiten;
hare l)eginselon zullen daar hot l)est tot hiuu" recht
kunnen komen; ten aanschouwen van hot geheele
Uuid zal elko minderheid haar goed recht kunnen
Iwspreken en verdedigen; en elk Imrer denkbeelden
zal op die wijze een niet geringe .steun erlangen om
zich populair te maken of wel zich nieerdoro vijanden
te lx>zoi-gen. Kortom de Vertegenwoordiging zal wer-
kelijk een waarheid zijn.

-ocr page 174-

160\'

Elke groep kiezers, die op een gegeven oogenblik
voor een bepaald gevoelen propaganda willen maken,
die zeker punt willen zien behandeld, een bestaande
l)ehoefte wenschen te zien bevredigd, kan doormiddel
van een vei-tegenwoordiger daarvoor haar stem verheffen.
Iedere meening, elk belang van eenig gewicht zal worden
gehoord en besproken in de vereischte kracht; bij zoo
groote verscheidenheid van vertegenwoordigers zullen
nieuwe zienswijzen in moeielijkegevallen dikwerf uitkomst
geven. Uit den strijd der meeningen zal dikwijls eerst de
waarheid worden geboren. En zoodoende wordt het doel
der Vertegenwoordiging bereikt. „Le but du gouvernement
représentatif," zegt
Guizot, „est de mettre publiquement
en presence et aux prises les grands intérêts, les
opinions diverses, qui se partagent la .société, et s\'en
disputent l\'empire dans la juste confiance que, de
leui*s débats, sortiront la comaissanco et l\'adoption
des lois et des mesures qui conviennent lo mieux au.\\
pays en général. Ce but n\'est atteint que par le tri-
omphe do la vraie majorit<;, la minorité constanmient
l>résente et entendue. Si la majorité e.st déplaceé pai-
artifice, il y a mensonge. Si la minorité est d\'avance
hors de combat, il y a oppression. Dans l\'un ou
l\'autre ciis, lo gouvernement rein-ésentatif est cor-
rompu." \')

In de tweede plaats — heeft het beginse^ do
evenredigheid gezegevierd, dan wordt geen kiezer meer
in naam vertegenwoordigd door personen, op wie hij
niet heeft gestemd, maar hij ziet
den man zijner keuze

•j t. a. p. Dl. II blz. 259.

-ocr page 175-

161\'

opgaan naar \'s Landsvergaderzaal; omdat, op zeldzame
uitzonderingen na, geen stemmen verloren gaan, de
stem van geen kiezer door een meerderheid wordt
overstemd, maar ten volle effekt heeft. Wanneer
iemand zich thans afgevaardigde noemt van zeker
distrikt of zich beroemt die en die streek des Lands te
vertegenwoordigen, is dit eene wettelijke fictie, omdat
iiij niets meer kan vertegenwoordigen dan demeerder-
iieid. Maar dan vertegenwoordigt ieder lid der Kamer een
groep gelijkgezinde kiezei-s; hij vertegenwoordigt dui-
zend , tweeduizend, drie duizend of zooveel kiezers,
als het kies(iuotient aanwijst, van wie ieder hem met
volle overtuiging heeft gestemd, niet maar omdat
onder de distriktelijke kandidaten een keuze was te
doen tusschen twee of meer pereonen, juin niemand
van wie hij zijn volle sympathie kon schenken (het-
geen dikwerf thans voorkomt), maar omdat hij hem
heeft, uitgekozen uit allen in het Land, die voor het
lidmaiitschap in aanmerking kwamen. De keuze bij
ccnporifjlmd van stemmen is gekomen in deplajitsvan
van die bij meerderheid. Dit schenkt de ware ver-
houding : een juiste band door volkomen overeenstem-
ming van l)eginselen on belangen tus.schen kiezers en
gekozenen, zonder dat daarom de onafhankelijkheid
van den vertegenwoordiger, zooals die moet l)estaan,
ook mjuu- oenigszins wordt goscluiad.

Doordat do distriktelijke grenzen zijn rerdirenen, is

elk gedwongen samengaan mot anderen uit zyne niuuste

omgeving voor den kiezer vervallen. Hij behoeft niet

te .stennnon op den kandidaat der lokaliteit, als hij

in dezen niet zijn waren vertegenwoordiger ziet,

n

-ocr page 176-

162\'

maar hij kan zijn brieQe invullen met de namen
van alle groote mannen, die hij als geestverwanten
Ijeschouwt.

In plaats van samenwerking, als thans het distrikt
gebiedend eischt tusschen den man van wetenschap
met hem, voor wien ook nog het eenvoudigste ge-
leerdheid blijft, tusschen een i^ei\'soon van hooge
zedelijke ontwikkeling en verdorven naturen en niets-
waardigen, tusschen goeden en kwaden, tusschen
menschen van geheel onderscheiden aanleg cn werk-
kring, zal dan allo knellende band zijn verbroken;
op plaatselijke toestanden en behoeften zal ieder slechts
letten, zooveel hij wil; samenwerking zal hij zoeken
met wie hij het meest eensgezind en i\'cn van IxKioclen
is. Aan ieder gevoelen, wiuirdoor do menschen tot
elkander worden aangetrokken, kan allo plaats ge-
geven worden. Toewijding aan een grootsch beginsel,
gehechtheid aan een l)cpaalde streek, iiewondering
van groote, edelmoedige daden, overéenstcmming van
gevoelens en snuiak, liefde tot zekeren stand kunnen
evenzoovelo punten van overeenstemming zijn en
een onnoemelijk aantal kringen vormen, die allo ver-
scheidenheid van ning en stjind in do msuitschappij
t<; ziimen bindt,
7.60 machtig dat verkeerde invloeden
(Imirdoor worden gotemi)erd. Het Injkcndo „kiesrecht
is kiesplicht" zal oene algemeene louzo worden, omdat
men, van het eerste verzekerd, de tweede zsil uit-
oefenen uit welbegreiHm en gooorioofd eigonlwlang
\'ifaar zal hij gemis van wettelyko distrikten niet alle
vertegenwoordiging van beiMialdo gedeelten van lu^t
kind, van een zekere strt^k verloren gaan? Ver-

-ocr page 177-

163\'

tegenwoordiging van lokaliteiten is wel niet hoofdver-
eischte, maar toch gewenscht in de Staten-Generaal.
Gemis aan lokale vertegenwoordiging is geenszins te
vreezen. Bij het distriktenstelsel is niet andei-s te
verki\'ijgen dan vertegenwoordiging van de bewonei-s
van een stuk gronds, meestal wel aaneengelegen,
maar dat niet altijd een natuurlijke eenheid vormt;
waar in verschillende deelen soms tegenstrydig belang
l)estaat; dat zijn l)estaan dankt aan den wil des wet-
gevers. Onder het evenrediglieidsstelsel ztil iedere
streek of groote gemeente giuirnc zijne siXKiiale ver-
tegenwoordigers suinwijzen; verkrijgt zulk een verte-
genwoordiger te veel stemmen, men zal hetovei"schot
overdragen op andoren; verkrijgt hij een minderheid,
w. z. minder stemmen dan het kiesquotient, dan
\'Kihoovon dio stommen nog geenszins- te loor t(» zijn.
Ilot i)roi)ortionoelo stelsel zjil door de vrijt? groopw-
\'iiig wrat do
icnre loknh vcrtcycntmmlujhig schonken.

Hot vervallen der distrikten ontti-okt in n\'wl wei-
">•«0 mate do kiezers lum de voogdi^i dor lokale loidoi-s
WO hobl)(«n rcHMls vroeger gezien, wat dit lK»tookont,
wolko tyninnio van zulko lokaio grootheden v.n macht-
l".\'blx»nden kan uitgjwn. Niot dat mt^ hot ovonrodig-
\'«eidHstols(ï| hun macht goluK»! gebroken is, maar ieder
•^•ezer kan zich in moerdoro zelfstandigheid verheugen.

Doordat niet iedoro kandidmït voor do Veiiogen-
^voordiging oen lokaio nioordorlioid behoeft verkregen
^ hebben, mmir hot voldoende is, als zyu «juotient
do .stemmen van kiezers, over het gehwlo I^md
^\'«^rsproijj, W(»rdt verkrti^^\'U, zullen moer
luithmilr
yf\'onthcdvu worden viMkozi»n. Om toch i>i ivn

T

-ocr page 178-

164\'

distrikt, waar ook in eenzelfde partij zooveel kiezers
van verschillende schakeering voorkomen, de meer-
derheid te erlangen, moeten de beginselen dikwerf
niet te sterk zijn geprononceerd, • zal een kandidaat
dikwerf huiverig zijn enkele zijner denkbeelden te
openbaren, uit vrees van zich daardoor vijanden te
maken; heeft een man van middelmatige bekwaam-
heden, die daaraan aangename i)ersoonlijke eigen-
schappen weet te paren, meer kans van slagen,
dan wie schittert door zeldzame gaven en talenten,
zonder daarom over lokalen invloed te kunnen lx?-
schikken. Terwijl het thans heerschend stelsel, iederen
kandidaat — tenzij de meerderheid zeer aanzienlijk
en vasttianeengesloten is — bijna dwingt, enkelo
zijner denklHJolden te onderdrukken en te verbergen
om geen stemmen te verliezen door zijn openhartig-
heid, zal bij het evenredigheidsstelsel iedere kan-
didaat er veeleer oj) uit zijn zich veel en zoo nauw-
• keurig mogelijk omtrent allerlei punten uittcsi)reken,
om zoodoende in waarheid lx>grci>en tc worden door wie
mot hom symimthiseeren. Djuirdoor Ziil ie<ler kiezer
mot do noodigo juistheid te weten komen, met wie
hij in l)egin.sel ovoreen.stemt en\'met wie niet: en
algemeene ei.sch van wiuirheid zal ontegenzeggelijk de
Wiuirde verhoogen van de getuigenis omtrent het ware
karakter en de denkbeelden van allen, die do kiezci-s
zullen vertegenwoordigen.

Tegenwoordig hangt .soms ieiniuuls verkiezing all(M)n
af \'van de kandidaatstelling door het liestuur eener
kiesvereeniging of zelfs door eon enkel invloedrijk
man, wien hij zich tot vriend heeft gemaakt; is do

-ocr page 179-

165\'

kandidaat, wie liij ook zij, eenmaal gesteld, dan zou
het partijveiTaad zijn hem niet te stemmen; de kan-
didaat der tegenpartij zou dan worden verkozen,
hetgeen nog veel erger is. Is evenredigheid het be-
ginsel van het kiesstelsel, dan kan men zich veeleer
door persoonlijke eigenschapi)en een voldoend aantal
stemmen verzekeren. "Wie zich door woord, geschrift
of daad heeft doen kennen als een vaderlandslievend
man met een warm hart, met een groot veretand,
met grondige kennis van zaken, met een zelfstandig
en onafhankelijk oordeel, zal zich een voldoend aantal
vrienden verworven hebben om zich tc zien gekozen.
Maar niet alleen do minderheden zouden zich door do
meesto Ixjkwamen laten vertegenwoordigen, het zou
ook in het Ixïlang der meerderheid zijn d(» meest
talentvollen van hare j)artijgi\\ngers te doen verkiezen.
Zoo toch zou zij alleen in werkelijkheid hare mcer-
«lerheid woten to handhaven. Kortom iM<i-sooniyke
waarde<»ring i)laatöt zich tei-stond naast begin.selwaar-
deering. Aansluiting by eene partij zal niet meer het
«•enige vereischti? zijn om gekozen te worden. Kn
\'lit is do juiste weg om d(ï Kamer t/O doen worden
\'\'ene vergad(!ring van de kern, van de
dik des iMtidu;

ino(;ten cM)k zij mot dit stxjisel medegjuin, dio in
Vertegenwoordiging in de
(htstii plaat.s zien immio v(<rgiide-
\' \'»8 om voor het geh(H?lo volk tc zorgen, dio alhx-n tegen-
^voordig is ten l)oho(»vo van hel, bind. Want het .st^iat

dut, het iM\'il der vertog<?nw()ordigendo veipuleringzid

^Vörden verhoogd, omdat iodert^ imrtij hare l)Oste krach-
Zill kunnen nPv-aardigen, in plnat.s van dat deze door
^•♦\'\'le lokale meerderheid zullen kunnen gew.\'onl worden.

-ocr page 180-

166\'

Een proportioneel stelsel laat de mimlerhedeïi ^éhed

tot liaar recht komen en daarom is het ook eon eisch
van rechtvaardigheid en utiliteit bij groote
iiitbi-eidiiu/
van het kiesrecht
, bij invoering van het allemansstem-
recht, in welke richting de geest des tijds zich hoe
langer hoe meer schijnt to ontwikkelen. Onder een
meerderheidsstelsel toch zou het kunnen gebeuren,
dat bij het zoogenaamde algemeene stemrecht de hoogere
standen geheel van de Vertegenwoordiging werden
uitgesloten, dat de vierde stand uitsluitend de wet
zou stellen. Welk groot nadeel dit zou schenken,
de jaren der Fransche Revolutie zijn daar om dit aan
te toonen. Om dit onheil te voorkomen is reeds thans
invoering van een evenredigheid.sstelsel plicht; dit ver-
hindert immers algeheelo uitsluiting van bepaalde
groepen. En dit mag mon nu niot als eene vijandige
gezindheid tegen den vierden stand be.schouwcn. Is
liij er rijp
voor om tot do keuzo tc worden toogelaten,
dat hij kome! Maar dan, evenmin als nu, mag er
onrecht gelden, die bestaat in onderdrukking der min-
derheid bij de verkiezing, in uitsluiting van hen,
aan wie het recht om gehoord te worden eenmaal
is toegekend.

Maar ook op de. kiezers zelve kan het ovenrpdighoids-
stelsel niet anders dan een
f/nnstif/cn invloed uitoefenen.
Belangstelling in de publieke zjuik z<U levendiger worden,
omdat do minderheden, dio worden uitgesloten , zijn
verdwenen. Ieder kiezer kan er van overtuigd zijn,
dat zijn stem invloed heeft. Ieder zal het gewicht
zijner keuze gevoelen. Het stelsel legt niet den
nadruk op een verkiezing van minderheden (welke

-ocr page 181-

167\'

naam Hare Ijepaald verwerpt), maar op vertegen-
woordiging van iodern groop, die zicli daarvoor in-
siKint, dio in gonoegzfunen
getale eensgezind is. Die
vrijheid, den kiezer toegekend, zal liem zedelijk tot
heil strekken. Geen zijwegen en bijpaadjes behoeven
Ixïwandeld om tot het doel te geraken; hoe juister
men zich zijne beginselen vooretolt en helder maakt,
des tc beter zal men worden vertegenwoordigd. Kn
immers belangstelling in de jmblicke zjiak en opge-
wekte vaderlandsliefde kunnen niet anders dan het
kind tot voordeel wezen. Partijorganisatio zjil voor-
zeker blijven liestaan, maar partijdwang is verdwe-
nen. AVio zich bij eene partij niet meer wil aan-
sluiten, schare zich bij eene andero en kan dit
eerder doen dan thans, omdat de partijvorming is
vergemakkelijkt; omdat het aantal groepen kiezei-s,
dio door dezelfde begin.selen of eenzelfde doel zijn ver-
iHmdoji, veelvuldiger is, omdat die groepen niot
alle meer door oen onoverkoombare klove zijn geschei-
den.
„11 est vrai", zegt Morin \'), „que M. Hare pour-
suit un but i)lus («levé (luo la représentation des
minorités et (|uo si colle-ci est obtenue dans son sys-
tème, co n\'est «lu\'indirectemont. I\'3n (îonséquonce,
ce (|ui pamit uno défectuosité, considéré au point do
vue des minoritt\'s, jXîut n\'en Ctro pas une, lonsqu\'on
se place j\\ celui de l\'auteur.
M. Hahe se propose
avant tout d\'affranchir l\'électeur du
jouff dca partis et
do le
relever î\\ ses propres yeux. Pour cela il le
place en face de lui-môme jwndant l\'acte important

\') !><< la ItcjiKiicnUktiun dcn >liiiuritéN,

-ocr page 182-

168\'

qu\'il est appelé à accomplir et le rend partiellement
responsable de la composition de la législature. Ce
n\'est donc pas sans motifs plausibles que
M. Hahe
se presente comme fauteur de la représentation per-
sonnelle, plutôt que celle des minorités. L;i lecture de
son traité conduit facilement à la persuasion que le
pays qui façonnerait son oi-ganisation électorale, d\'après
de telles idées, s\'assurerait les bienfaits d\'un corps
législatif, composé d\'hommes capables et estimés, en
môme temps qu\'il élèverait
le niveau moral de la
population."

De als onzedelijk gebrandmerkte coalitie van partijen,
ten einde een gemeenschappelijke vijand te Ixïstrijden,
zal
nooit meer noodig zijn en dus zal ze ook niet meer
voorkomen ; slechts vereeniging van gelijkgezinden zïil
in het electorale kamp worden luin.schouwd. Niet
weinig zullen daardoor de verkiezingen uit moreel
oogpunt winnen.

En wie uit machteloosheid, uit weer/in tegen onna-
tuurlijke combination en tegenzin in een verkiezings-
strijd, wmu-in zoovele onedele hartstochten zich als
vanzelf op den voorgrond dringen, zich onder het
meerderheidsstolsel van .stemmen • onthield, zal thans
ïuin de stemming kunnen deelnemen, zonder dat hij
zich ook maar tot eenige dmid iKihoeft, te l(;enen, dit?
kwetsend is voor zijn gevoel. De overtuiging, dat
jnen als minderiieid toch tevergeefs den stryd ztni
ïuinbinden, omdat de meerderheid verreweg de overhand
heeft^ is dan geweken en
veel grootere, deelname :uin
de verkiezing Ziil het gevolg zijn. En het l)ehoea
nauwelijks gezegd te worden, dat onder ilie min-

-ocr page 183-

169\'

(lerheid dikwerf de meast verstandigen en ontwikkelden
voorkomen.

De verkiezingsstrijd ^ op welks vele nadoelen bij
het meerderheidsstel we boven (blz. 36 vlgg.) hebben
gewezen, zal wel niet verdwijnen, want daartegen
heeft dit stelsel geen middel en kan het niet hobbon,
omdat op politiek gebied verschil van inzichten en
richtingen wel altijd zal blijven bestaan. Strijd in
goeden zin is gewen.scht; maar die strijd zjil, als het
l)eginsel der evenredigheid is erkend en toegepast,
minder hevig zün, met minder onedele i)raktijken
gepaard gaan, hij zal eerlijker en loyaler zün. En
waarom dat? Het negsitieve van den strijd is verdwenen.
De tegen.standcr lK»hoeft niet afgemaakt, maar iedere
l>artij \'
m\\ er slechts op l)edacht zijn zich een zoo
groot mogelyk aantal vertegen woord igei-s tc vei-schaften
en dat wel de Ix\'sten onder haar. Nitït tot eeno
lokaliteit Inperkt, Ixïhoeft do kiezer niet meer door
«lle middelen l)ewerkt to worden, omdat zün stem
»nd(<rs don tegenkandidaat toevalt, on omdat hü uit
»^llo kandidaten over het geheolo l.jmd een keuze heeft
doen, is ch? macht van invloedrüke lokale groot-
lieden niet
z(m> groot meer, als thans; de daaruit voort-
vlo(Mende onedele en oneerUjke middelen zullen dus
»»inder kumien worden aangewend. Do netlerlaag voor
\'^•ne «ïenigHzins Ijolnngrijke groep kiezei-s is nooit vol-
•\'^\'»««en, maar altüd gedw^lteiyk, en daarom is zü

dnigcn en minder stiiandelük en grievend.

Nog moet ik er oj) wüzen, dat hei-stemmingen nietmwr
^•"llen voorkomen, endushetUind naaflmipderalgiMneene
^\'^•rkiezing niet langer in politieke agitatie zullen houden.

-ocr page 184-

170\'

Hebben we bij het distriktenstelsel gezien (blz. 6.S)
welke ongelijkheid van invloed er tusschen verschil-
lende stemmen kan bestaan, thans bij dat der even-
redigheid wordt aan elke stem dezelfde uitwerking
toegekend. De eene stem heeft
gelijken invloed als de
andere, en reden voor verschil bestaat er immers niet?

En niet alleen gelijkheid is verzekerd, maar ook
de invloed zelf; m. a. w. geen, of ten minste bijna
geen steminen gaan meer verloren. En immei^s het doel
der verkiezing is, dat alle stemmen effekt hebben,
opdat daardoor de juiste en volkomen uitdrukking
van het kiezerscorps verkregen worde in de vertegen-
woordigende vergadering.

Ik wensch te Ijesluiten met de wooi\'den van Mn.
Olivier. \') „Met dit stelsel, dat niet alleen met het
districtenstelsel, maar ook met het meerderheids- en
minderheidsstelsel breekt, dat in de volste mate de vrijn
en onbelemmerde keuze der kiezei-s, en aan hen al het
effect hunner .stemmen verzekert, wordt ook het ellen-
dig sy-steem verbroken dezer twee of dne uitsluitende,
elkander dn opperlioerschappij iKjtwistendo partijen, van
welke de tegenwoordige, zoogenaamde het volk ver-
tegenwoordigende vergaderingen.ons liet treurig schouw-
f)el leveren. Wanneer allo openbare moeningen des
Lands, ook do moest afwijkende, on niot onkel een
l)iuir op elkander afgunstige en elkander iMilancerondo
hoofdrigtingen in de vertegenwoordiging dos kmds,
zitting en stem hebl)on, wanneer naast do \'scherp af-
gefichoiden kleuren ook aan do kleur-schakeringen hare

«) t, a. 1». bU. •»«.

-ocr page 185-

171\'

plaats en invloed verzekerd i.s, wanneer ook de imli-
vulmelc keuze ^
gegrond op de vrijheid des kiezers om
zich buiten den strijd der\' partijen te houden, en uit-
sluitend met het oog op de persoonlijke verdiensten
van den kandidaat zijn stem uit te brengen, gewaar-
l)orgd en gehandhaafd wordt, zullen de karakters dezer
vei-gaderingen in haar voordeel veranderen. Alle moe-
ningen zullen gehoord worden, zullen
moeten gehoord,
iHïdiscuteerd, door redeneering gewomien en overtuigd
worden, omdat men hare stemmen noodig heeft om
tot een resultaat to komen. De uitsluitendheid en
eenzydigheid der partijschap, die de vloek der tegen-
woordige parlementen is, zal door veelzijdigheid ver-
vangen worden; verpligt zijnde .steeds over en weder
met elkander te redeneren en tc overleggen, zjilmen,
iKïter dan nu, leeren elkander te verataan, te ver-
dr.ïgen en tot gemeenschapi)elijko overtuigingen en
l)esluitcn to komen."

8 4.

Dc nadeden vnn het stdsd.

Hesta;\\n er nadoelen van dit stelscïl, waarvan zoo-
veel lofwaiU\'digs moest wordon gezegd? Niets is go-
he(»l volmaakt op aarde en dus nok dit stelsel niet;
maar zelden kan op iets gewezen worden, dat aan
zooveel venliensten zoo weinig ondeugden jniart. Ov(>r
do iiitvoeringsbezwaren l)ohoeven wij hier niet te han-
dden, omdat deze bij de vooi-gestelde toeimssingcn-

-ocr page 186-

172\'

•h

[( van het beginsel (in § 2) meer eigenaardig zijn be-

J sproken. Gaan we thans alleen na, wat in werke-

lijkheid tegen het wezen van het stelsel is aan te
voeren.

Het stelsel, op wat wijze ook toegepast, is inge-
wikkeld en samengesteld,
\'tis waar, veel meer dan
het meerderheidsstelsel, waarbij men het aantal stemmen
eenvoudig door twee Ixihoeft te deelen, om te l)egrijpen>
wie recht op de te bezetten zetels hebljen. Maar toch
wordt op die ingewikkeldheid meer gedrukt, dan zij
wel verdient. Ieder, die een gezond verstand l)ezit,
zal het kunnen l)cgriji)en, zoo al niet in bizónderheden,
dan toch in hoofdzaak. Een spoortrein met zijn loko^
motief is immers ook van ingewikkelder konstruktie
dan een wagen met een jmrd er voor. En toch
waimeer men een lange reis moet ondernemen, zal
\' men den eerste zeker verreweg verkiezen. Alk\'grijpt

men niet, waartoe? iiKlere buis en ieder rad in dien
lokomotief dienstig is, dit ziet men duidelijk in, dat
; een stoommachine vlugger werkt dan een juuud. —

Maar, zegt men, de inee.ste kiezers zullen zelfs do
^ hoofdzaak van het stelB(»l niet l)ogriji)en. Al imnge-

! nomen, dat dit waar is, - hetgcnm ik ton sterk.ste

moet ontkennen — dan mag toch met llAUKgovnmgd,
wio van de duizenden, di(? van d(! telognifle geliruik
maken, ook nuuir het min.ste van liure inrichting
l)cgrij!)en. En toch niemand van dio duiz(!ndon zjil
er daiirom geen gebruik van maken; niemand, flio
aan de telegniaf daarom niet zijne kostljjiai-ste Ixjlangon
en dierUuirste geheimen dura toevertrouwen. Kn wal
de verrichting van den kiezer zelven aangaat, deze

i

-ocr page 187-

ITS

inzonderheid bij Hares stelsel, ingewikkelder
zijn dan onder het\'distriktenstelsel met l)eslissing der
meerderheid. Maar men lette daarbij op het woordje
„kan". Kiezei-s, die niet tot waardeering van meerdere
personen kunnen oveigaan, mogen volstaan met slechts
éen naam op hun stembrieije te schrijven. Doch zal
men over \'t algemeen de kiezers niet in staat rekenen
over meerderen een oordeel te hebljon? Wat oenvou-
fliger dan dat de kiezer naga: ik wensch eerst don
lïoer A te zien gekozen, daarna het liefst Ren dan C.
Kn is H (iu C voor hem gelijk, kan hij niet tot waar-
doering van do vei-schilpunten tu.s.schon hen komen,
^volnu hij plaat^i^ zo naar willekeur; het is hem dan
m \'teven of
H of C do gekozene ZiU zyn; iiij wonlt
iUtyd JuM verti»gonwoonligd. - Ik reken dus d«»
\'hgowikkoldhoid hot. .stelsel wel als nade(»l toe, maar
als een nadeel dat nooit tot een grondig In^zwjiar tegen
\'\'o invo(»ring kan wonlen.

Van mm- gewicht komt mij voor to zyn hot///)M-
mniwkrui\'it/hchl, dat hot stelsel aanklee«. Inder-
diuul Welke» to(!iMissing men ook neme, bijna nooit zid
\'»«t ge.stolde idoiuil: vertegen woonliging van allol)elan-
K<\'n (,n nHHMiingtiU in hun juiste verhouding, worden
verkregi-n. liet .stelsel geelt, niot in wiuirhoid, wat
••f^t lK»loon. Als (M»i"ste
mym\\]i geldt hiervoor, dat
\'\'♦•t aantal te kl(»Z(»n ledon altütl bt^H-rkt is; daanl(M)r
^vordt het kieS(|Uotient. iH^trekkolijk groot, bijna
grooiH.n, dio dnt kii.\'Sfiuotlent niet kunnen iK^rei-
zullen onvort<^»nwoordigd blijven! IVecios juiste
^vennHligh.Md wonlt sl(«hts
vorknuen, wanneer zoo-
kiezersgnK
^lx\'ii, als het aantal U\' kiezen I«h1ou

j

-ocr page 188-

174\'

))edraagt, juist zooveel stemmen uitbrengen, als het
kiesquotient aanwijst. Nemen we een sterk sprekend
voorbeeld:

3000 stemmen, 3 leden, kiesquotient 1000.
Partü A Partü B Partü C Partü D
900 st. 800 st. 700 st. 600 st.

De vier elkander bepaald vijandige partijen hebben
geen van alle het kiesquotient l^ereikt en nu moet
Partij D on vertegenwoordigd blijven. Hieraan is niets
te verhelpen; terwijl daarenboven Partij C éen ver-
tegenwoordiger verki\'ijgt op 700 st; Partij B op 800
en Partij A slechts op 5)00 st.

Voorts zal het kiesciuotient bijna nooit (jchvii nauw-
keurig kunnen worden berekend. Stel 100 leden en
128G97 stemmen, dan ztil het kiesquotient 128(J zijn
en do 97 overschietende stemmen kunnen niet mede-
werken om het kiesquotient to vormen.

Men ziet evenwel, dat deze onnauwkourighedon zich
in zulko kleinigheden verloopen, dat zo toch niet als
een werkelijk gegronde grief tegen het stelsel zijn
juin to voeren. Van meer gewicht wordt het bezwiwr,
wanneer het in distrikten is verdeeld. Hoe kleiner

de distrikten, hoe eerder en hoe talrijker do genoemde
onnauwkeurigheid zjil voorkomen. Maar diuu- voegt
zich nu nog eeno andenj onjuistheid juin toe. Al
hebben al de distrikten een gelijk jwntal afgovimr-
digden te Ixïnoemen, dan zjil toch het aantal uitge-
brachte .stemmen in ieder distrikt ongelijk zijn en is
dus het kiesfiuotient voor het («ene distrikt grooter
dan voor het andere. Hier
zjU derhalve een afge-
vaardigde gekozen worden op 1000 stemmen en ginds

-ocr page 189-

1

op 900; een bezwaar, dat nog sterker uitkomt, indien
in éen distrikt een lid gekozen wordt met betrekkelijke
meerderheid en in een ander niet. Dit is dan ook
de groote grief, die er bestaat tegen het behoud van
distrikten bij invoering van een proportioneel stelsel.

Vooral onder het stelsel Hare zonder kiesdistrikten
ztil die oimauwkeurigheid door overdracht van stemmen,
tot in het oneindige mogelijk, kunnen gereduceerd
tot een zeer klein stennnenverlies.

En nu zegge men niet met Bagehot\'), dat men
diuirtoe ook zijns ondanks zich moet aansluiten bij
eeno centrale kiesvereeniging, haar kandidatenlijst in
do juiste volgorde moet overnemen en dusdoende zijn
vrijheid vei-sjwelt. Was dat noodig, dan zou diuirmedi^
inderdaad do oppermacht der centraio kie.svereenigingen
voor goed zijn goproklanieerd en do vryheid, door
Hare l>oloofd, niet anders dan eeno luchtverhoveling
zijn geweest. Men overwege echter wol, welke stemmen
alloon noodzakelijk verloren moeten giuin. En dan
biykt het: alleen die, welke mot andero volstrekt
geen overeenkomst iMizitten. Een kiezer, die zich
niot onvoorwimnloiyk by wno iMutij wil laton inlyvon,
nuuu- toch wel zich tot zekere jKirtij gevoelt jumge-
trokken (en dat is immei-s ieder kiezer), zjil b. v. zijn
st(Mn geven aan een stadgenoot P, ojnlat tleze voor
het zyns inziens zoo verwaarloosde lokaal l)elang zjil
kunnen optreden; dmirna meent hij het liefst zijn
«tem te moeten geven aan zyn kolleg-a (J, die voor

,Tlic\' KngliMi CoijNtlliUlon" (I)u1Ih.-Iu\' vrrlalinp. KtijfllHilii\' ViTfassuntw-
»"»Undi., IkrHii 1809 bl*. lltH.)

-ocr page 190-

190\'

hem meer bepaald de belangen van zijn beroep zal
voorstaan; en als deze wenschen zijn bevredigd, dan
ziet hij gaarne gekozen de heeren A en B van de
partij, waaitoe hij zich het meest gevoelt aangetrokken.
Zijn stembiljet zal derhalve zoo zijn ingericht:

_nr|_ Nu blijkt het evenwel, dat P en Q niet dat

^ aantal stemmen verkrijgen, waardoor ze kun-

2. (i

3. a

4. b

nen verkozen worden; zij vallen dus af,
en het biljet zal eerst gelden voor A, of zoo dit
niet meer mogelijk is, voor B. Men ziet het:
volstrekt geen overeenkomst met andere maakt een
l)iljet zeer zeker „wild"; maar geen volstrekte over-
eenkomst maakt daarom het elfekt lang niot onmogelijk.
Dit is door den heer
Hahtk \') meer in den breede
aangetoond.

Waarom is men onder eon ovenredigheidsstelsel toch
zoo bevreesd voor oppermachtige tyrannieke partijre-
geering als de oorzaken, die er onder ons tegenwoordig
stelsel voor l)estaan, de onvrijheid van don kiezer in
zijne kandidatenkeuze, do vrees voor het verloren gaan
van stemmen, zullen hebben opgehouden te Ixjstiian?
Orgiinisatio zjil altijd oen voordeel blyven, maar het
is niet eene onvoorwaardelijke.eisch van wel .slagen als
onder ons meerderheids- en distriktenstelsel. „No one
pretends", zegt
J. Stuaht Mill, „that under Mr. IIahk\'s
or any other i)lan organization would ceaso to bo an ad-
vantage. Scattered elements are always at a disadvantage,
comparwl with organized lx)dies. As Mr.
JIahk\'s jilan
cannot alter the nature of things, we must exspect

Ml

on/A- WacliUT I8Hi.

-ocr page 191-

17\'

that all parties or sections, great or small which
possess organization, would avail themselves of it to
strengthen their influence. But under the existing
system those influences are everything. The scattered \'\\m

elements are absolutely nothing."

De beide genoemde nadeelen — ingewikkeldheid en ^
onnauwkeurigheid — zijn m; i. de eenigo bezwaren, die
met grond tegen een evenredigheidsstelsel zijn in te
brengen. Van welk een weinig gewicht ze zijn, is
ons gebleken.

Toch zijn nog andere bezwaren geopperd, die we
daarom niet onbesproknii mogen laton.

Door de vrijheid van kouzo, zegt men, doordat alle
l)elang en ieder denkbeeld zich zal kunnen uiton, zal
de
Vertegenwoordiging., als oen stmdkmirl van allerlei
nweningen^ bestaan uit zulk een verbrokkeling van
ixartijtjes, groepjes en facties, dat met zulk een Par-
lement voor een Regcering niet meer te handelen valt,
dat nooit oen meerderheid voor oonig Iwsluit van
gewicht zal zijn to verkrijgen. Wo moeten dit bezwaar
evenwel van do hand wyzon. \'t Is waar, or zi\\l by
eon ovenredigheid.skiesstelsel zich meer verscheidenheid
voordoen in do Vertegenwoordiging, dan thans valt waar
te nemen; maar ook is hot een feit, dat in zi\\ko werke-
lijk .staatkundige mingelegenheden telkens allo vei-schil in
twee, hoogstens drie meeningen ver\\\'alt; do groote
IMirtijon zullen zich in de Kamer blyvon vormen, al
zullen zo dan ook meerdoro onderv(*rdeelingon en frac-
ties vertoonen. In zake iwlitiek zal dus altyd eon
\'KJiKUilde meerderlieid bestiuin. Hooft geen enkelo i^artü
«Ie nuHjrdorheid, dnn ziU nln vuii zolf oon coalitie vnn

ti

-ocr page 192-

m

partijen worden geboren tusschen die, welke de meeste
punten van overeenkomst hebben. Een coalitie niet
als aan de stembus, waar het slechts om tijdelijk succes
is te doen, en die weer ophoudt, zoodra dat succes
is behaald, maar een duurzame, waarop de Regeering
kan vertrouwen, omdat ze zich baseert op wel om-
schreven programma\'s, omdat ze is ontstaan uit den
natuurlijken loop der dingen, een samengaan van wie
de
meeste punten van aanraking hebben. Maar bij
praktische, zelfs zeer principieele l)eslissingen zal zich
nu eens een andere meerderheid vormen dan een vol-
gend maal. En dan moeten we wel toegeven, dat
niet die vaste aaneensluiting van een rechter- en een
linkerzijde zal wordon vorkregen, als we thans kunnen
waarnemen; dat de Vertegenwoordiging niet zoo streng
meer zal zijn gescheiden in twee vijandige legerl)enden,
die elkander de overwinning Ixitwisten; dat niet meer
een maatregel door de éeno zijdo der Kamer vooi-ge-
.steld, altijd Ixjstrijding zal vinden bij do andero; maiU\'
dan moeten we toch vragen, of dit werkelijk een na-
deel is ? of dit niet veeleer als een voordeel is te
Ik\'-
schouwen? Of is die Vertegenwoordiging er niet om
door overleg in het belang van -het Land te handelen?
Is haar doel niet der Regeering den volksgeest to doen
kennen, haar goedkeuring te verleonon luui wetten,
die gemaakt zijn volgens de wensch van het volk, in
l)laats van overeenkomstig den wil eener altijd con-
.stante meerderheid? De moerdero verscheidonhoid is
geen Ijelenunering, nmr eene Ixjvordoring van het al-
gemeene welzijn.

Van andero zijde hooren wo tegen ons stelsel juin*

I

I

-ocr page 193-

179-

voeren, dat de verhomling tusschen de afgevaardigden
en de kiezers of liever de op te richten Centrale Kies-
vereenigingen
van zeer bizonderen aard zal zijn, zóodat
het eigenlijk niet meer de veitegenwoordiger is, die
spreekt en stemt, maar de Centrale Kiesvereeniging
zijner partij, aan wie hij zijn- lidmaatschap dankt;
dat de afgevaardigde in plaats van een vrij, onafhan-
kelijk man, zooals hij behoort te zijn, niots meer of
minder is geworden dan oen getrouwe slaaf, die ang-
stig, uit vreeze van haar gunst tc verliezen, iedere
wenk dier kiesvereeniging opvolgt.\') Ik geef tei-stond
toe, dat deze verhouding
kan voorkomen; dat ze zal
voorkomen in do moeste gevallen, is volstrekt niet
bewezen en dat liet ovenredigheidsstelsel er .schuld
aan is, heeft nog minder do proef der l)ewijsvoering
dooi-staan. Ik wen.sch dan ook onder nadrukkelyke
verwijzing naar het in de ooi-sto paragraaf gezegde
, slechts drie dingen tegen de Ixï.schuldiging over tc stellen:
1\'\'. er is geen reden, dat de verhouding .slechter
zou zijn dan tegenwoordig tusschen don distriktsjif-
gevaardigdo en de lokaio kic.svereeniging, omdat de
macht van dezo huitste ten minste zoo gi\'ootis; onder
ons U^genwoordig stcjlsel is zelden over oen ongeim-stc
verhouding gekhuigd;

■I

j

Instaat oen verkeerde verhouding, dan moet
de oorziuik diuu-van gezocht worden in het laiig zedelijk
karakter van den afgevaardigde en de Union van het
lK\\stuur der kiesvereeniging, die iK\'ginsolen niet van
zaken weten te onderscheiden
ofalthans dit niot willen

\') zu- Uaukikit t. n. p. Mt. 201-204.

-ocr page 194-

180-

doen. Men zie ook Mr. J. T. Büys t. a. p. Dl. I
blz. 453 vigg.;

3®. een Centrale kiesvereeniging zal door de vrijheid
der kiezers nooit oppermachtig kunnen worden. Ik
verwijs hiervoor slechts naar blz. 90 en 91.

Eene verkiezing in een evenredig stelsel Ziil tot
oneerlijke hniulelingen door het Centraalbureau van stem-
opneming aanleiding geven, hoor ik thans als l)ezwaar
aanvoeren. En inderdaad door de meerdere ingewik-
keldheid van het opmaken van den uitslag schijnt dit
l)ezwaar niet van gewicht ontbloot. Maar het is,
dunkt mij, oen l)ezwaar dat niet alleen van ons stelsel
geldt, maar evenzeer waar blijft in iedere verkiezing,
ja in bijna allo staatszaken. Een afdoend middel tegen
Ixjdriegon en knoeien is op de woreld nog niet ge-
vonden en ziïl ook wel nooit gevonden worden. Zijn
or ministers, die voor oon oogenblik op Ixïhendigo
wyzo geen strenge .scheiding maken tu.K.schen Imn eigen ^
kas en die van den Staiit, afg(;vimrdigden, dio zich
laten omkooi)en, schoonzoons van Pre.sidenten, die
een winstgevondon handel mot ridderorden dryven,
ambtenaren, die in \'t geheim misbruik van hun macht
maken, dan kan men dwirtegon .wel straf
iKHireigun,
maiir middelen om zulko daden zeker te voorkomen,
IxïHtiUin er niet. En zoo ook is er onder ons tegen-
woordig steLsel oen stembureau, <lat bij do oplozing
met genifüM» overleg wil vemlschen, is or (hmi voor-
zitter, die, van het gemeentxïzegel voor/ien,
tiiKsclu-n
do ijllevering en do oiK-ning dor stembussen (K;nig(^
briefjes daarin wil veranderen, wie zal het voorkomen?
Zo<lelijke kracht allwn waakt afdoende ti»gen on-

-ocr page 195-

181-

zedelijke daden. En zegt men nu, dat een proportioneel
«telsel meer gelegenheid geeft tot knoeierijen, dan zou
ik, do meerdere gelegenheid erkennende, hiertegenover
willen stellen, dat de behendigheid daartoe al zeer
groot moet zijn, omdat het Centraalbureau altijd door
een groot aantal klerken in de uitvoering moet worden
geholpen. Daarenboven kan de gelegenheid beperkt
worden. Het Centraalbureau moet worden samenge-
steld zooveel mogelijk uit menschen van verschillend
l)elang of ten minste uit iK\'i-sonen, die tot een ver-
«chillendezi levenskring Ixjhooren. Bij het oi)lezen der
l>iljetten moet het publiek tegenwoordig kunnen zijn;
de stembriefjes van dezelfde soort moeten zichtlwar
dooreen worden geschud en i>ari juis-su ter hand go-
nomen; en last not lojist een zeer sti-enge straf moet
gesteld worden op m(KHiwillige nuude. Oj) zulk eene
^vijze beperkt, kan, dunkt mij, de grooU\'ro macht
het Centnmlbureau niet met^r als een bizonder
^\'zwaar wordtin aangemerkt.

Ken Iwzwaar, dat wel voor andere landen l)estiuit,
indien het waar is, het
opkowcii van incvnatitutioneclc,
Pftrtijrn^ is vcwrshands ten onzent weinig te duchten,
^^»n hen, wien dit echter van gewicht zou mogi\'U
toescliynon, weasch ik te antwoonlen, dat iedere
alhi voorstanders van wnige meening, zoolang
dio onvertegenwooi-digd is, vocloischond en oinustig
^\'Ün. Zoodni z<! echter vert<^gonw(H)rdigd is, zoodiu
Hun inwning kan wonlen gehoord, worden zij 1)0-
^heiden; hun geroep van onnxiht lieea een eind,
^\'nullit ze zich juist kunnen uiten, omdat het gebleken
dat ze verreweg in do minderheid zyn. Si\\men-

-ocr page 196-

182-

spanning en opruiing zullen daardoor worden tegen-
gehouden. In plaats van dus eene inconstitutioneele
partij door kunstmiddelen buiten de Vertegenwoordiging
te houden, is het eene daad van staatsmanswijsheid
haar in haai- juiste kracht toe te laten. De Regeering
zal sterk zijn, wetende dat het grootste deel van het
volk haar steunt. En mocht eens zulk eene partij
werkelijk de meerderheid van het volk gaan uitmaken,
dan zou men hare woelingen door niet-vertegenwoor-
diging toch niet tegenhouden; zij zou zich door het
recht van den sterkste de macht weten te vei-schaffen
en het zou blijken, dat de Staat rijp is voor ondergang.

De Ixïzwaren on onjuistheden van het stelsel zijn,
voor zoover mij l)ekend, thans besproken.\')

Maar hoe komt het dan, zal wellicht een onpartijdig
opmerker vragen, dat invoering van zulk een .stelsel
op zooveel tegenkanting stuit? Geen andere reden
kan, dunkt mij, daarvoor Ixïstaan, dan dat bijna ieder
nieuw denkl)eeld, dat ommekeer in den be.staiuiden
toestand van zaken wil brengen, met vijand.schap
wordt begroet. In ieder mensch hui.st een konservatieve
trek (!n lireken met het
iKïstaando, waaraan men is
g
(iwoon geworden, zoowel aan het goede, als aan het
kwade er van, kost zelfoverwinning en insimnning.
„I believe", merkt oen Engol.sch taalgeleerde op, „th(^
quiet admis.sion which we are all of us so ready to
make, that Imuiso things havcj lx?on long wrong it
is imi)Ossible they .should ever
Ih; right, is oiioofthe

\'» Op dc ({rief, d«l loknU\' iH-lniiK« ii iiJ.l »mdi ii worden Vfrt.ut nwiK.rdlK\'l,
iMd Ik rwlN sclL\'S\'^iilit\'i«! vrwgor l«i niitwoonicn.

-ocr page 197-

183-

most fatal som-ces of misery and crime from which
this world suffei-s. Cast the word Utopian out ot
your dictionary altogether. There is no need for it.
Things are either possible or inpossible - you can easily
determine which in any given state ot human science.
If the
thing is inij^ssiblo, you need not trouble yourself
about it; if pos.sible, try for it. The Utopianism is
not our business — the
icork is." \') Maar ondanks deze
aansporing, valt het op alle gebied waar te nemen,
dat nieuwigheden, alleen
omdat ze nieuw zijn,
met achterdocht worden beschouwd, vooral door hen,
die aan het hoofd van zaken staan. En dat geldt
bij ons stelsel in niet geringe mate. Een dwaling,
eeuwenoud (het recht der meerderheid) moet worden
aangetoond; het nieuwe denkbeeld komt in strijd met
l)estaande gewoonten , vooroordeelen, belangen en harts-
tochten. Zij, dio vooraangaan in party of bewind
zijn gehecht juin hét lM\\staando stelsel en aan dien ver-
kiezingsstrijd, dio er het gevolg van is. Zij hebben
er lief en leed mede dooi-gemaakt. Niet zonder eenige
huivering kunnen ze het Iwginsel aanschouwen, dat
niet me<M- een verdeeling in tweo of drio iKirtijen too
zon laten, maar aan elke verscheidenheid van eenig
gowicht heti woord zou geven. - En als ge hun dan
vniagt, wat. d(; eigonlyke nnlon van tegenstand is,
<ian zult niet o|) goede gronden een veroordeoling
van het iKïginsel hooren, maar ge zult t<Mi antwoord
IxjkonKMi: de moeielijkheid van uitvoering. Waimeer
<1an het lx»gin.sel juist is en derhalvo het l)estaando

\') IlAHr, t. a. lil«. \'J»0.

-ocr page 198-

184-

verkeerd en de uitvoering werkelijk zoo moeielijk is,
laat dan een ieder zijn beste krachten inspannen, om
die uitvoering zoo goed mogelijk te doen zijn. Zoo-
lang er geen beginselgrief bestaat, mag de uitvoering
van wat werkelijk goed en recht is gebleken, niet
worden tegengestaan. „I know, zeide de groote
staatsman
Bürke eens, „it is common for men to
say that such and such things are perfectly right —
very desirable, but that, unfortunately, they are not
practicable. No sir, no. Those things which are
not practicable, are not desirable. There is nothing
in the world really lx»neflcial that does not lie within
the reach of an infonned\' understanding and a well-
directed pursuit. There is nothing that God has judged
good for us that He has not given us the means to
accomplish, l}oth in the natural and the moml worid."

Een tweede reden, wjuirom hot stelsel niet als met
iKjide handen is iumgegiei)en, en die zich bij allo her-
vorming van kiesrecht laat gelden, l)estaat daarin,
dat de vertegenwoordigende vergadering djuirnn-dc! zich
zelf veroordeelt en zegt: wij zijn niet, wat wij moe-
ten zijn, wij zijn wn produkt van onrecht. Het laat
zich zeer goed lx)griji)on, dat e<;ng vergadering tol zulk
eene bekenti-nis niet gemakkelijk is te brengen. In
18(H) b.v. werd rwls op uitbreiding van kiesrecht
ton onzent aangedrongen, op grond dat van de ver-
kiezing waren uit^jesloten, dio dmirtot! volkomen go-
.schikt waren, en eerst in 1887 is uitbreiding ver-
kregeji.

De stoot tot hervorming in den gt.f.st der evenre-
digheid moet daarom van de kiezers uitgiwn; zij moeten

-ocr page 199-

185-

het stelsel leeren kennen en Ijegrijpen; zij moeten het
in hunne stombusprogramma\'s schrijven; en op die
wijze zal die wensch des volks om recht doordringen
tot de Regeering.

S 5.

Historisch O ver zicht van hel stelsel.

Alles te over/ien, wat over proportioneele vertegen-
woordiging is gezogtl, go.schroven en in wottolijken
vorm vastgo.steld, zou wegens do groote uitgobreidhoiti
vrij wol ondoenlijk zyn; daarom vindo slechts hot
voornaamste hier een pliuits.

In hot jaar 1850 publicoenle do hoor Thomas IIahk,
liaiTister-at-b»w te (Josbury Hill, Kingston-on-Thamos,
zijn werk: „The Eloctlon of Represontativos, Parlia-
•nontary and Municiiml," en van dat oogenblik af
•\'agteekent <le strüd voor liet j
)mik>rtionoolo kicwtelsol.
^Vel had II
ahk zyno donklHH}lden over hot kiezen dor
dor Vortegenw(M)rdlging hhk
Is vixx\'ger gtHijK^nlKumr),
»^r thans wenlon eerst in oen gohot^l systeem
"itgegoven. Of hot vadoi-scliap van het giwte donk-
Md mm
Hahk zelf toekonit, dit is mot»ielük to
»HOordeelon. h>n folt tx)ch is hot, «lat rinnls in hot
^W.iliiuuiHche Album Anulemicum van den :n\'\'«\'\'Muli
1850 een lang artikel voorkwam, ten onderworp heb-

.Til.- imi.lijucry „f IU|.n^ii«alli.ir\' Mnx\\»ill, JUI VaM is\'iT.

-ocr page 200-

186-

bende evenredige vertegenwoordiging en ge^hreven
door den heer
Nabor Cavalcaxti, toenmaals student
in de rechten aan de Universiteit te Olinda. Twee
jaren later na meer grondig onderzoek jjubliceerde hij
zijne gedachten over dit ondenvei*p in de
Diariu dc
Pcrnamhuco
van den September 1852, onder

den titel van: „Een nieuw kiesstelsel" ). Het is
evenwel zeer de vraag, of
Hare deze beide geschriften
heefl gekend; nergens toch is er bij hem een spoor
van te ondekken. — Een feit is het vooits, dat reeds
in
1855 in Denemarken op voorstel van Minister
Axdkae een proportioneel kiesstelsel voor een gedeelte
van den Rigsraad is ingevoerd, dat zeer veel over-
komst met
Hahes plan heeft. "Wellicht dat hij hier-
van nota heeft genomen. "Wat hiervan ook zij, niet
de werken van den Braziliaanschen schrijver, niet do
toepiissing in Denemarken heblMMi oj) dit punt de
gedachten omgezet, maar het is het l)oek van
Hahe,
dat invloed heefl göhad en in tal van landen strijders
heefl doen
opstaan voor de ware vertegenwoordiging.
Hoe langs hoe meer werd nu hier, dan daar een stem
vernomen ten gunste van het denkljoeld; in vei-schil.
lende landen werden vereenigingen opgericht om ])ro-
l)aganda te maken voor het beginsel en invloed uit
to oefenen op de publieke opinie. Zwitserland mag
hier in dc cci-sto i)laata met eere worden genoemd
en onder zijn Inwoners voornamelijk do hoeren
Ehn}:.st
Naville, Roget
en Mohin. To Genèvo werd in 1805
dc eerste A.ssociation Réformiste opgericht, die een

»} Z1« BuUcllii <lt\' 1.1 SocK-U- do U-KÜjliitloti ronijwrw, IböT, IjU, 125vI(jk

-ocr page 201-

187-

tijd lang een eigen dagblad uitgaf: „Ie Réfonniste"
geheeten ; andere Zwitsersche steden en meerdere landen
volgden dat lofwaardige voorbeeld, nl. : Zürich (1868),
NeuchAtel (1869), Lausanne (1874), Bern (1877),
Basel (1882); dan de Vereenigde Staten van Noord-
Amerika (1809)\'), Engeland (18G8)-), Itiiliö (1872)\'),
Portugal, Oostenrijk (1875)\'), Spanje (1878) 1), België
(1881)\') en Frankrijk (1883
)0-

Eknest Navillk kon reeds in Maart 1871 in zijn
rapport aan de Association réformiste van dien voor-
uitgang getuigen: „La revue générale du mouvement
réformiste dans Ie monde fait reconnaître, à des signes
manifestes,
kn proyrès rapides de notre cause. Cette
Hîvue a, de jilus, l\'avantagt? de signaler les voies
diverses (lui se son\'t offertes ù la pensée des publi-
cistes et des législateui-s i)our réaliser le princijie de
la rejirésentation vraie. Lo
mnnhrc des travaiu: a été
si (jrande (puî toutes les voiw possibles iKUiu.s.sent avoir
été signalées et explorées; ot nous avons à recueillir,
IKjur Uvs nuîttn; à i)rollt, los résultats d\'une étude faite
dans
toutes les parties dufflobe \\Yi\\Y dcn, hommes de toutes
les opinions.\'\'

Tot l)eter overzicht is hot gewenscht do landen, dio
met Ixitrekking tot ons Ix^ginsel l)elangrijk ziju, achter-

1 i l.\'AiMociiiUon rrfiiniitHt» lh<lK<\' to Hniss«!.

W«>cl<\'\'t«\'\' fmnv\'ti\'«\' pour I\'Ktuilo «le In n\'pn\'M\'iitatloii |ir<>|M(rtl<mm-llo
t<i I\'nrU«.

-ocr page 202-

188-

eenvolgens te behandelen, tenvijl we daarbij aan de
system of incomplete voting en of cumulative voting
als baanbrekers voor de eigenlijk proportioneele ver-
tegenwoordiging ook een plaats gunnen. Deze\' behan-
deling maakt wel niet de minste aanspraak op volle-
digheid; maar toch is het meest belangrijke vermeld.

Engeland. In Hares eigen vaderland is betrekkelijk
weinig voor het evenredigheids-stelsel gedaan, waartoe
niet weinig heeft bijgedi-agen, dat tot nog voor korten
tijd de kiesdistrikten grootendeels historische grenzen
hadden. Sinds 1881 beproefde de heer
Praed ver-
tegenwoordiging der minderheden te verkrijgen door
do system of incomplete voting voor te stellen voor
distrikten van 3 afgevaardigden, de zoogenaamde „three

cornort-a dlMtrlutH." In 1854 duoil lord John Uuhhki.i.
j
Uh miniHttjr cmn voorHt«!] in golijkon gwHt, «ivonwol
zonder goeden uitslag. Het jaar 1807 echter zou van-
gewicht worden. Op een ontwerp kieswet, dat toen
in het Parlement behandeld werd, diende .T.
Stuart
Mill
den 29<\'» Mei met eene belangrijke rede een amen-
dement in tet luinneming van hetstelsel
-llare, en twen)
maanden late»r stelde de heer
Lowe bij amendement
voor do cumulative vote aan te nemen. Beide amende-
menten werden echter verwori)en. Dit geschiedde in
het liigerhuis; in the House of Lords echter werd
toen op voorstel van Lord
Caih.nh in de throe corne-
red di.strict« do limited vote aangenomen met 142
tegen 51 stemmen. Ook in het Ugerhuis wist dit
voorstel do meerderheid te Ijehalen; er word echter
slechts in toegestemd met 253 tegen 204 stemmen.

Toen in 1800 het Lagerhuis eene commi.ssie be-

Ji

-ocr page 203-

189-

noemde om de wyze der verkiezingen te onderzoeken,
ten einde middelen te veretrekken om zuiverheid,
rust en vrijheid hij het kiezen te verzekeren, werd
er op gewezen, dat dit eene schoone gelegenheid was
om het proportioneele stelsel luin een nauwkeurig on-
derzoek te ondenverpen, omdat dit stelsel er aanspraak
op maakte allereerst noodzakelijk te zijn om denver-
langden toestiind te zien in \'t leven geroeiwn. De
commissie voldeed hieraan niet, en beweerde ha;ir
onderzoek niet veixler te mogen uitstrekken dan tot
do bestaande toestanden.

In 1872 diende de heer Mohkisok ami wetsontwerp
in den geest van
Hark in, miuir den 10«" Juli werd
een motie tot tweedo lezing tu\'van verworj)on, en

y-w iiiouHt ook (l(<M< iHtginn nil«ii.

I^\'il^T vond iu\'t j>roj>ortioniH»Io hU^IwI in liot Par-
ieniont nog wol verdediging, maargoon vooi-stel daarto«»
werd meer gedaan. De lledistribution Act van
1885
heofl do enkelvoudige distrikten ingevoerd on daannede
ook de limited vote afge.schaft.

Voor de School Boards is in 1870 de cumulativo
voto ingevoerd.

FranJn\'iiJc. Tal van voorstellen om den weg dor
kieshervorming in to slaan zgn gediuin; als oen der
ijverigste verdedigei-s deed zich konnon in doChambre
dos DépuU\'s de heer
Pehkolkt; tot nog toe heerscht
echter het mecjrdorhoidsstelscl onlK^inrkt, nu (Hins bg
wijze van scrutin de li.ste, dan weer als scrutin
uninominal.\')

\'» zie iii.^r ullui\'l>n-lil lil.rovor CmiiHWHiiiJC, «. n. p. W«. 11« vlmf.

-ocr page 204-

204-

Van de vele verschenen werken over het groote
l)eginsei, noemen we alleen een l)elangrijk artikel van
Louis Blanc, \') dat zeer de aandacht heeft getrokken,
en E.
Naville: „La question electorale en France"
(1871).

België. Dit land mag zich verheugen in eene ijverige
Association réformiste en enkele talentvolle leden van
Kamer en Senaat, die het l>eginsel met wannte ver-
dedigen en de invoering er van met vuur bepleiten.
Op praktische resultaten is evenwel nog niet te wijzen.

Duitschland. Na Miandeling der kieskwostie in
brochures (o. a. door Dr.
Gustav Burnitz en Dr.
Georg Varrentrapp)
en dagbladartikelen (o. a. door
Dr. Gustav Getz) kwam zij in do vrije Rijksstad
Frankfort «/,/ Main aiin de orde bij de beraadslaging
over veranderingen in do Staatsregeling in het jaar
18G4. Door Dr. Passavant werden de volgende
l)epalingen toen vooigesteld: „Die Wahlart ist dio
directe. Die Stadt und Sachsenhau.son bilden einen

»

4;

i

"Wahlbezirk. .Ieder Wähler gibt einen Zottel mit 84
Stimmen ab. Gewühlt ist, wer :J50 Stimmen erhalt.
Auf jedem Zettel gelten nur drei Namen, und zwar
zunächst die drei olxjrsten, dann dio folgenden der
Reihe nach, weim die vorhorgehondon Iwroits 850
Stimmen auf sich vereinigt hal)en. — Die Wfthlor
gel)en ferner in eine zweite Urno einen weiteren Z(!ttel
mit je (JO Namen fnr dio Supploanten. Die.so, werden
nach relativer Stinnnonmehrheit silmintlichor AlMim-
meaden erwühlt und zwar der meistlx\'stimmto als erster

Zlo llAbr. t, a. p. blz. :Uü vlm.

-ocr page 205-

101

Suppleaiit u. s. \\v. — Werden l)ei der ersten Abstim-
mung nicht sämmtliche
Si Mitglieder für den gesetz-
gebenden Körper
erwAhlt so treten die meistl>estimmten
Suppleanton alt wirkliche Mitglieder in den Gesetz-
gebenden Körper ein." Na eene discussie in de Ge-
setzgebende Versammlung van
8 dagen, waarbij Haues
stelsel veel verdedigere, maar ook veel bestrijdei^s
bleek te l)ezitten, werd de direkte verkiezing aange-
nomen, en verder l)epaald met 35 tegen 27 stemmen,
dat zij zou geschieden bij meerderheid in de 8 distrikten,
waarin de stad zou worden verdeeld, en in de 7
landelijke gemeenten. Zoo leed ook hier, waar ze
in zoo kleinen kring zoo gemakkelyk te Ijeproeven
ware, de invoering van een evenredige vertegenwoor-
diging schipbreuk. \')

Duitschlands bodem .schijnt overigens niet vrucht-
kwr te zyn voor proportioneele vertegenwoordiging,
want nergens elders is, zoover mij l)ekend, eenige
poging in het werk gesteld; ook de litteratuur over
ons onderwerp is sixuirzjuim.

Sjuttyv. Het beginsel dor evenredigheid is hier door
<le wetgevendo macht (?rkend. Zoo zoido do heer
Meiiki.lf;s in do zitting van de Kamer van Afgovaar-
«ligden den 10«" Novomlx^r 187(5, ») by do l)ehande-
ling van hot Heg«*eringsvoorstel over do verkiezing
«Ier Oemeentenuien, dat, nu het l)0ginsel (H)nma{il was
<\'>kend, wat hem
In^rof, het stelsel Haue do voor-

\'» Zin tticr Iimp.|.r..l.l ilAKC t. n. p. M*. \'.»O«-301 «n .12«-3««.
\'\' Zli\' Dum,, cl« laM
huIoih-x «lo tV.rt«>*; Conim-»" \'I\'\' »ll|»iH<»d.rt,
"•«\'»latUR. ,1,. |s7rt-|«77, bU. 3302.

; 11

-ocr page 206-

192-

keur had en dat volgens zijne overtuiging, dit stelsel,
wellicht moeielijk in toepassing voor de Kamerverkie-
zingen , in praktijk gebracht kon worden voor de kie-
zing der Gemeenteraden. — In de verschillende kies-
wetten is echter alleen aangenomen de mogelijkheid
van vertegenwoordiging der minderheden door toepas-
sing van het stelsel der vote limité; \') voor de Ge-
meentei-aden bij de wet van 16 Dec. 1876; voor de
Provinciale vertegenwoordiging bij de wet van 20 Aug.
1882; voor do Kamer van Afgevaardigden bij de wet
van 28 Dec. 1878. In deze laatste geschiedt dit
echter zeer onvolkomen, omdat van do 438 Afgevaar-
digden er nog 345 gekozen worden in enkelvoudige
distrikten bij volstrekte meenlerheid. Merkwaardig is
hierbij echter, dat 10 zetels zijn gereserveerd voor
kandidaten, die in verschillende distrikten moer djin
10,000 stemmen hebben verkregen en toch niet zijn
gekozen. Deze kunnen aan de Kamer vragen verko-
zen to worden verklaard; zijn er meer dan 10, dan
heblx»n alleen recht de tien, die de meeste stemmen
hebben verkregen.

Hoowel dus hier het licht der oigenlyk gezegde
proi)ortioneelo vertegenwoordiging nog niet in vollen
glans schijnt, hiat het zich toch verwachten, dat het
door do erkenning van het l)egin.s<»I on do jmiktischo
stappen in de goede richting gedjian, eerlang door de
wolken zal breken.

Porhu/nl. diergelijke inrichting van hot kie.\'^-
st^ilsel als in SiKinje, is aangenomen 21 Mei 1884.

1,

Zl.\' HulU-tlii ■!<■ Itt (UK-li\'-t/. .I<\' I.. (\'. Igs; bu. 4ftfl-50ß.

-ocr page 207-

4

193

Het evenredigheids-beginsel werd niet l)ëstreden;\' de
gevoelens liepen alleen uiteen over de waarde der
verschillende stelsels.

Italië. In dit land der na jaren van woi-steling
vorkregen oenheid geldt nog altijd gi\'ootendeels de
verkiezing ])y distriktelijke volstrekte meerderheid.
Verschillende geschriften, verbetering beöogende, zijn
echter verschenen;\') en een iwging tot verlxïtering is
gedaan, die wel zonder praktisch gevolg is gebleven,
maar die toch van leven in do goede richting getuigt
on die te merkwaardig is om ze met stilzwijgen voor-
l)ij te gaan. By eene verandering toch in do kieswet
iKitrefTondo uitbreiding van kiesrecht in do jaren
1881 -82, werd ook voorgesteld en aangenomen, dat
van do 185 distrikten, dio 508 afgevaardigden kiezen,
^r 85 zouden zgn, dio 5 afgevaardigden kozen, maar
^viuirin ieder kiezer slechts 4 stemmen zoude mogen
uitbrengen. Het stelsel der vote limité is dus zoor
\'•<\'l>erkt luingenomon. Maar bg do lielmndeling hiervan
do Kamer me«Mulo do Invr O
knala hot zich een
plicht een amendement in te dienen ten gimste van
\'»f\'t
ovonro<lighoid.sstelsel. Dit amendement tot wgziging
vnn do art. 72, 78 on 74 van het wetsvoorstel
Was gofonmiloord als volgt:

nArt. 08. Do kloziM-, wiens nmim op do kiezers-
lÜHton voorkomt, schryft op zgn stembiljet »Ion nsuun
éen kandidiwt."

\'\' "aws t, p. hU, 374 gncft «»« oi«ominl«jtJ Uior w«»\'» iw^t h.i
"MRtA, iH-r apt-Ilortn. U mppr^nUiua l-n-l»"*!«"«»«\'

Flm«., iHTo, m. llACioiTi .HulU r..|,pr<»-onUnM pn.r..r»lonal.>,
•"«"A iHKj,.
 U nmU^ MU rt-ppn-i-nlAn«

\'\'•"«^T»!..»«»!.., Jl.,||p,|„.. iaH.1.

j

1!)

-ocr page 208-

104

„Art. 72. De \'voorzitter van het hoofdstembureau
verklaart verkozen hen, die hebben verkregen:

meer dan J- der stemmen in de distrikten van 2 afgevaardigden

I

f »

, 3
. 4

l .

„Art. 73. Indien al de afgevaardigden, in het
distrikt te kiezen, niet de eerste maal zijn gekozen,
op de wijze in het vooi^nd artikel omschreven, zal
er op den dag, Iwpaald bij het Ijesluit van oproeping,
een herstemming plaats hebben tusschen de kandi-
daten, dio het meeste iiantal stemmen heblxïn verkregen,
ten getale van driemaal hot aantal afgevaardigden,
dat to kiezen overblijft."

„Art. 74. Bij de tweede stemming stemt do kiezer:

voor 1 kandidaat In hot dUtrlkt, waar nog 1 of 2 afgov. tc kif/.i-n xUn;

3

2 knndidnton

do stemmen kunnen slechts uitgebracht worden op do
\'kandidaten tusschen wio herstemming plaats heeft;
het stombureau verklaxirt verkozen hen, dio het grootste
aantal steimnen op zich hebben vereenigd."

Dit stelsel biedt van do lx)ven Ixjhandeldo do moeste
overeenkomst aan met dat van de eenvoudige meer-
derheid met v.\'iststelling van een minimum; dit Iiuitste
is hier evenwel afhankelijk van het luint^il uitgebrachte,
stemmen en wel zoo dat \'t hot kies(iuotient nabijkomt.

Hoewel ook hier schaduwzijden zijn aan to \\vijzen,\')
kaïv toch deze poging als een eerste proeve met het

\') Een f.»nt tl. v. Im Ik-I, dat hU wiens 8ten> reoiU eff.kt liH-ft Kehnd,
by do tWf«Hli< steinmlnst, wwler kan mede Htenuni-n.

4:-

-ocr page 209-

^BBBÊmassBBmsssms^agsmasssB^

195

proportioneele stelsel, bij behoud van vrij kleine dis-
trikten, niet dan ten zeerste geroemd worden. En
waar de heer
Genala, zoo niet bij de eerste stem-
ming een genoegzaam aantal kandidaten het vereischte
getal stemmen had verkregen, een tweede stem-
ming met Ixïtrekkelijke meerderheid aannam, daar is
dit slechts een transaktie, om niet te zeer van de
l)estaande regeling af te wijken, een toegeven aan
veler wensch. En toch heeft, deze poging geen gevolg
gehad; met talent en overtuiging verdedigd is het
amendement verworpen en heerscht ook in ItaliG nog
do dwang dor meerderheid. \')

Zwitserlaml. Talrijke iwgingen zijn gedjuin voor „la
i\'éforme Electorale", maar geen van allo hobl)on zij

KUCCCÜ goiluil.

Denemarken. Dit is oon iiiorkwiuu-di^; IiincK In 1855
.stelde minister
Andhak voor zijn ovem wligheidsstolsel,
dat vrij wel gelijkluidend is aan dat van
IIahe , toe to
Ibissen voor do verkiezingen van den Rigsraad, voor
zoover dio door het volk word gekozen; \') het word
.•mngenomen bijna zonder debat voor drie districten,
wiuirin achtereenvolgons waren te kiezen 7, 7 en H
afgüvjuirdigdon, te zinnen 17.

In 1803 werd de lligsmad in 2 Kamei-s verdeeld,
wsuirvan voor de Eei-sto Kamer, het I^uidsthing, vol-
gens het Stelsel-AN\'HHAE zou worden gestemd.

Na de afscheiding van Sloeswijk en Holstein was

») Uilffi-hroldor In: Hulk-tin .1« In iwcl.\'tó do L. 0. 1887 Idic. 47Ö-48Ö.
h Van do 80 U-don koo« voIgiMW di< connUtiillo van 1841» do Konlnic
«r
uo, du Pri.vlnclalo S|jit.\'n «o on liot volk 30.

-ocr page 210-

a\'eraiidering der Grondwet noodig. Het proportioneele
stelsel bleef alleen behouden voor de kiezers voor het
Landsthing, die zeiven gedeeltelijk door de stemge-
rechtigden bij meerderheid worden gekozen, gedeeltelijk
bestaan uit hoogstaangeslagenen.

Omtrent de werking van het stelsel Andrae kan
niet veel worden gezegd, omdat de toepassing zoo
hoogst gebrekkig is.

Noorwegen. In 1883 werd een vooi-stel strekkende
tot invoering van het stelsel
Andrae verworpen; even-
zoo in
Zweden in 1878.

Vereenigde Staten van Noord-Amerika. Na hot einde
van den oorlog tusschen de Noordelijke en Zuidelijke
Staten
treedt ook hier de kioskwestie meer op don voor-
grond. Reeds in het jaar 18G0 had de „Philadelphia
Inquirer" in zijn nomnier van 22 Oct. een zeer Ixjlangiijk
artikel gewijd aan de proportioneele vertegenwoordi-
ging en in 1867 vei"schenen do „Report of the Con-
stitutional Convention of the State of Now-York on
Personal Representation" en „Suggestions on tho Re-
vision of the Constitution of New-York", by David
Dudley Field. Bij hot nipport van do commissie uit
den Seniuit over eon wetsontwerp tot wijziging van
do vertegenwoordiging van het volk in het Congres,
vei-schenen in 1869, werd the preferential vote (stelsel
Hare) „als betrekkelijk ingewikkeld en lastig in de
onderdeelen, als nadeelig voor goede i^rtijoi^ganisatie,
als in zijn uitwerking niet geheel te overzien, als
zoo radikai\\l in wezen cn zoo revolutionair in zijn
waarschijnlijke gevolgen, dut do voor/iclitigheid eisclit,
dat het met een Ixjhoedziuim oog moet worden gade-

Jé

-ocr page 211-

197-

wmm

geslagen en eerst aan toepassing op kleine schaal moet
worden getoetst, voordat het in nitgebreiden zin zou.
kunnen worden voorgesteld", veroordeeld en the cumu-
lative vote voorgesteld. Dit voorstel werd alleen aan-
genomen door den staat
Illinois^ die ter verkiezing
van vertegenwoordigers in 51 drievoudige distrikten
werd verdeeld. Het gevolg van de verandering kan,
bij de vi\'oegero regeling vei-geleken, voor dezen Staat
niet anders dan gunstig worden genoemd. De Staat
Pcnnsyhwüc volgde dit voorbeeld voor de gemeente-
raad.sverkiezingen van do steden Bloomsbury en Ber-
wick en voerde 21 April 1872 de system of incomplete
voting in voor hot verkiezen van do leden van zyn
Wctgovond Liohmun.

RetMls in 1867 was dit laatste ook geschied door
den Staat
Xew-York on Ohio zou zich sinds 1873
ook in deze Iwtoro wijze van kiezen hebben kunnen
verheugen, ware do diuirtoe strekkende wet niot bij
volksstemming afgekeurd.

Tot zoover gaat in do Vereenigde Staten dotooixus-
sing voor iwlitioko verkiezingen, maar voor admini-
strntiovü en nHjhterlIjke verkiezingen is zij voel algo-
meener. Zeor belangrijk is de volgende proefneming.
Bij lx\\sUiit van 30 April 1870
w(»rd voor den Raad
van Toezicht op
Harvard College in Ma-ssachusetts
;uingenomen do proiiortioncelo verkiezing geheel volgens
het stelsel
Hahk. Voomf was eon proef genomen in
het Technological Institute, waar de leerlingen hun
liovolings.schrijvor8 op stembiljetten moesten opgeven.
Deze
proef gelukte volkomen en toon dan ook do
preferential vote op Harvard Collego was ingevoerd,

-ocr page 212-

198-

kon-de uitslag\'niet andere dan ten zeerste worden
geroemd.\')

Onder de werken, die van grooten invloed zijn ge-
weest voor algemeene waardeering van het nieuwe
beginsel, moeten we als de meest belangrijke noemen:
Mr.
Slmon Sterne „On representative Government
and Personal Representation", Hippencot and Co.,
Philadelphia
1871; Salem Dütcher. „Minority or
Proportional Representation, its nature, aims, history,
processes, and practical operation," New-York
1872.

Brazilië. Van do onafhankelijkheid van dit rijk af
in 1822 tot op dezen tijd heeft er op \'t gebied van
kiaswetgeving voortdurende strijd bestaan. Niet weinig
heeft hiertoe bijgedragen, dat zoo langen tijd (tot 1881)
de indirekte verkiezingen zijn blijven be.staan; niiuir
ook het denkl)eeld van proportioneele verkiezing heeft
zich aUliuir krachtig doen gelden. Reeds enkele blad-
zijden te voren heb ik
Nahou carneino Bkzkhha
\'Cavalcanti \')
genoemd als een der eerste baanbrekers
voor het (jvenredigheidskie.sstel.sel; tal van Brazili-
aansche .schrijvei-s, van wie ik nog alleen
.Iosk Mar-
tiniano de Alencar\')
vonncld, hebben zijn voetstap-
l)en g(}drukt, en 6f oorspronkelijke stelsels uitgedacht,
of uitgewerkt de stof, dio voorhanden was.

Lmgzjunerhand nam de l)eweging in het land en in
de Vert<.»genwoordiging ten gunste van het i)roi>ortio-

li

-ocr page 213-

199-

neele stelsel toe, tot het eindelijk bij de wet 9 Jan.
1881 gedeeltelijk werd ingevoerd. Die wet bepaalt
de wijze
voor alle verkiezingen in het Land. De ver-
kiezing van senatoren gaschiedt bij provinciën door
den Keizer nit eene voordracht van drie personen,
die het meeste aantal stemmen hebl)en verkregen.
Is meer dan éen phuits te vervullen, dan wordt de
tweede voordracht niet opgemaakt, voordat uit de
eerste is gekozen enz.

Voor de Kamer van afgevaardigden is het k\\nd ver-
deeld in enkelvoudige distrikten, waarin gestemd wordt
met volstrekte meerderheid; wordt deze niet verkregen,
dan volgt herstemming tusschen de twee kandidaten,
dio hot grootsto aantal stemmen hebben verkregen, zoo
dat gekozen wordt bij betrekkelijke meerderheid.

Voor de verkiezing dor Provinciale Vergaderingen
is aangenomen het beginsel, dat ieder kiezer slechts
«\'•en kandidaat stemt, hoe groot ook het aantal lalen
is, dat dc wet aan elk distrikt toekent. G(»kozen
zijn zij, dio tenminste oj) zich vereenigen een aantal
stemmen, gi^lijk aan het
kimjuoticnt^ dat voor ieder
distrikt afzonderlijk wordt l)erekend. Indien niet alle
leden gekozen zijn, volgt er hei-stemming tusschen do
kandidat<»n, die luit met\'sto aantal stennnen hebben
verkregen, en wol t<}n getalo van tweemaal hot aantal
zetels, dat nog onl)ezet is gebleven. Ontbreekt dit
aantiil, dan is er vryo stenmiing met mwrderheid van
stemmen, waarbij ieder kiezer
.slechts oj)é(Mi kandidaat
zijn stem uit mag brengen. Indien na do herstemming
(waarbij dus ook volgens het jjuotient wordt gerekend)
het getal gekozenen nog niet het getal der vakanto

-ocr page 214-

200-

r

• plaatsen heeft bereikt, is er voor die plaatsen een
nieuwe kiezing. Ingeval een lid uitvalt door over-
lijden of ora andere wettige redenen, is eenvoudige
meerderheid voldoende.

Voor de Gemeenteraden geldt dezelfde wijze van
\'verkiezing als voor de Provinciale Eaden.

In de beide laatste gevallen is dus proportioneele
vertegenwoordiging in praktijk gebracht. — Hoe of
dit
stelsel gewerkt heeft, zjil men vragen. Statistieke
gegevens ontbreken helaas! en er valt niet meer to
zeggen, dan dat de provinciale en gemeenteraadsver-
kiezingen andere zijn uitgevallen dan vroeger het geval
was. Nadrukkelijk en bij vei^schillende gelegenheden
echter is het in de Kamers verzekerd, dat deze ver-
kiezingen gunstig hebben gewerkt voor de minderheden
en dat ze goede resultaten hebben opgeleverd; de een-
vormigheid van politieke richting is verdwenen. \')

Waiii-schijnlijk is het, dat wanneer dit getuigd wordt,
dat deze wijze nog eerlang voor de landsverkiezing
wordt toegepast.

\'ij Kaap de Goede Hoop. In 1858 is de voto cumu-

latif ingevoerd voor de verkiezing van al de leden van
den AVetgovenden Riiad (Eei-ste Kamer) en voor die
van 4 afgevaardigden der hoofd.st\'ul voor do Wet-
gevende Vergiideringen (Twoedo Kamer) en heeft zich
sedert weten te handhaven.

r ■

Niemc. Zuid-Wales. Ken stelsel in den geest van
Hahe heeft zich in 1862 een meerderheid in hot Wet-

\') Zlo niwr In bizondcrliodon onitrunt })rnziIiC Uulictin dc In hociélé do
L. C. 1887 blz. 108-187. ,

-ocr page 215-

201-

\\ !
»

gevend Lichaam weten te verschaffen, maar doordat
het ministerie spoedig daarna aftrad, is het niet in-
gevoerd. \')

Het zal bij dit overzicht in het oog vallen, dat do
allerlaatste jaren blijkbiiar zeer onvruchtbaar zijn ge-
weest voor het proportioneele stelsel. Moet dit hieraan
worden toegeschreven, dat de strijd tegen ingewortelde
Ix\'grippen zeer moeielijk en
afmuttcml is, dat nieuwe
idef-n zich, zelfs bij de meest ontwikkelden, moeielijk
baan breken ? Of zal men de reden van dit vei-schijnsel
moeten zoeken in de velerlei ])lannen tot iimktischo
uitvoering, tus.schen welke het mis.schien moeielijk is
te kiezen; in de weinige eenstemmigheid over do l)esto
wijze van toepassing tusschen do vooi\'standors van het
Iteginsel? Ik geloof het eei\'ste, onidat een evenredig-
lieidsstelsel te veel onafwijsbare voordooien boven hot
bestaande meordorheidsstelsel lieeft, dan dat men het
zou kunnen weeivpreken, on onidat do vooi-standei-s
van hot nieuwe l)eginscl eenstemmig zijn in hunne
verklaring, dat zo
iedere toepassing voorloopig voor
lief nemen, als hot beginsel zelve slechts wordt erkend.

m-

m

8

i I
i i

Het stelsel in 2Iedcrland.

Wanneer wij thans van hot buitenland onzen blik

\') Zlo Ui\' Jobtttun bU Hark t, u. i«. bU. a07-:»W.

-ocr page 216-

202-

op eigen vaderland richten, mag wat zich hier aan
ons oog vertoont, zeker niet van opwekkelijken aard
worden genoemd: een grootendeels onontgonnen heide-
veld, waarop slechts hier en daar een enkele jeugdige
boomstiim is geplant, die soms nog door zucht tot
Ijehoud van het bestaande, uit vrees voor het „quid
novi", of ook wel uit onkunde met woeste hand
weder uit den grond is gerukt. In ge.sprek met per-
sonen, die werkelijk niet onontwikkeld kunnen ge-
noemd worden, kan men de vraag vernemen: „wio,
wat is
Haue"? Spreekt men van proportioneel kies-
stelsel , dan
7A\\\\ men dra bemerken, dat het woord
hun wel goed toeklinkt, maar dat zo er geen juisten
zin aan weten to hechten.
V.v zijn personen, tot do
elite des volks behoorendo, van wio men zal verne-
men : „het is, ik geloof het g-aarno, oen zeer schoon
denkl)eeld, maar ik k\'n er niet medo op do hoogte."
Alsof voor wio geroejwn zijn voor tc gium, het niet
plicht WILS zich oj) de hoogte ti^
stcUcn van i(»tö, dat

zoo t<5n nauwHte vcrlKniden kan zijn met. <lo tockonmt
van het vuü«!rhuul isn van olyon Hci-Hoonlljk Injhing.

Van een „association röfonniHtc ólcctoralo" word,
zoover mij bekend, hier te lando nooit iets vernomen,
en dat in Nederland, het land dor vercenigingen zegt
men wel eens. In de djigbladen kan men ellenlange
redenceringen lezen, voor of tegen enkel- of meervou-
dige distrikten, maar de ooi-spronkolijko fout, waar-
van dat stelsel uitfe\'aat, het l)eginsol der meerderheid,
z;il men omumgeroord zien; op zijn hoogst wordt voor
eeno vertegenwoordiging van
mimkrhcdm gepleit;
eoonlijkc vertegenwoordiging is eene zeldziune vogel in

- l

ik...

-ocr page 217-

203

(lè kolommen der pers. In kiesvereenigingen wordt
de zaak een enkele maal besproken, maar er -wordt
zelden dat gewicht aan gehecht, hetwelk zij verdient.\')
En toch het is een zaak, die alle paiiijen ter haitx)
gaat, \'die alle richtingen gelijkelijk belang moet in-
boezemen.

Slaat men, last not least, de Handelingen onzer
Stat en-Generaal ojien, dan zal het oog slechts zeer zel-
den worden getroffen door een pleiten voor invoering van
eene ware vertegenwoordiging, als noodzakelijk voor een
juiste Ix\'hartiging van de vrijheden en belangen des volks.
"Wie kiezer zullen zijn, is een vniag, waarover men
zich warm maakt en terecht, maar of do kiezers ook
allen door hun kiesrecht invloed zullen uitoefenen,
dat is eeno ztiak, waarover do eei-ste met den gloed
der overtuiging uitgesjiroken redevo(!ring nog moet
^vor(len gehoord. I)(; minderheden moi^ten niot gehei»l
^v()r(len buitenge,sloten, ook dit wordt van ver.«!hil-
lende zijden met warmte betuigd; maar niet aUe kiezei-s
lH»hocven vertegenwoordigd. Wnt bij de Orondwets-
lior/.k>ning
van 1887 toeh nii en dtin niooKtal in arkeu-

\'i Ztm lini) Mii. S. Kat« liiykfhh vin-hiR iit «Ir iIiiRMndrii, den iihhmI in
•In vi\'nmdcrinK dor Anmlordamftrho kionvorwiiiuliiK ,UurKon>liBt" op lil \'
Jnn. 1A88 liU dn bclmndolini; van nictiwu dtatuton voor to ntollcn daarin

<ip to nonion: ^Kienrochl, mot wnarlmrRiuR van de vert^ijenwoordiKint? i

dor minderheden door «>en projmrtlone«-! kiewlolsol." Oeon arginnont er

t<uen wenl aanipivocrd; alle<>n do prakUitche uitviH-rbaarlield wenlIiolwlRt; I

•iwa« een Idenal In \'HlJIauo hinein! Hel voorelcl viel met 11" lop^n 7rt i

Ntonunon. Daaronteften hwa do nieuwe kieHven^enljflnR ,,Anmlenlani"- j

Ixvtlaundo uit do van liurKertdlRt nfKiiu-heidonen, den oinrh van vertcRon- t

wolinllKinK dor mindorlu-den in liaiir vaandol KO^hrovoni fVen»>o do

Antlri\'VdlutionnIre pnrtU In haar U-k«\'nd Prodrom. j

-ocr page 218-

204-

• f

; renden zin over het stelsel van Hare werd gezegd,

). mag zeker niet als een opkomen voor het evenredig-

heidsstelsel worden beschouwd en bewijst, dat men
er geen grondige studie van heeft gemaakt. Men zie
daartoe de beraadslagingen in de Tweede Kamer
in het voorjaar van 1887 omtrent het tegenwoor-
dige Artikel 81 der Grondwet (Arntzenius Dl. VI).
En de Regeering met een woordvoerder als minister
Heemskerk , die zich in zijn „Praktijk der Grondwet"
^ niet tegen een proportioneel stelsel verklaarde, schijnt

do zaak blijkens enkelo uitspraken naar het land der
onbereikbaarheid te hebben verwezen.

Merkwaardig is wat bij de voorafgaande schriftelijke
Kj behandeling der Grondwetsvoorstellen in 1885 en \'86

over een evenredigheidsstelsel is gezegd; merkwaardig,
omdat, bij de overigens nict zeldzjimo breedsprakig-
heid, op dit punt een bizondero kortheid is waar tc
nemen; merkwtiardig ook, om dc soms zonderlinge
uitsSpraken, die in die schriftelijke stukken zijn te
lezen. Wc laten hier het toen gezegde met eene enkelo
kantteekening volgen.

Op blz. 40 zagen wo reeds, hoe do Staatscommissie
eeno redaktie van liet tegenwooi-digo artikel 81 had
voorgasteld, waarbij dc verdecling in kiesdistrikten
fakultatief werd gelaten, ten einde invoering van (»en
jiroiwrtioneel stelsel voor het geheele kind Grond-
wettig mogelijk tc maken. Naar juinleiding hiemn
meent do Regeering in hare, ook ree<ls
vroeger juin-
gehaiildè. Memorie van Toelichting 1885 liot volgende
te moeten zeggen: „De Regeering vindt evenwel be-
zwaar in hetgeen de Stiuitscommissie verder aanlx)veelt.

lI*--.-.

-ocr page 219-

205

Zij toch wil niet alleen den gewonen wetgever geheel
vrijlaten in de verdeeling van het Rijk in kiesdistric-
ten, in^r laat zelfs onbeslist of het Rijk in districten
zal worden verdeeld. Dusdoende zou de mogelijkheid
lx;stiian, dat de kiezers in het geheele land bij wijze
van
senden de liste geroepen werden om by algemeene
verkiezingen, alle leden in eens te kiezen, en bij
voorkomende vacature in enkele plaatsen te voorzien.
Dit schijnt eene in hooge mate bedenkelijk stelsel."
(Arntzenius Dl. II blz. 48). De Regeering dus, die
l»lijkons
hare volo andere Grondwetsvoorstellen zulk
een groot
vertrouwen in den toekomstigen wetgever
Ixïzat, .schynt nu plotseling met een groote achterdocht
tegen hem bezield, en is Iwvreesd voor invoering van
het slechtste .stelsel, dat ooit is uitgedacht: het zuiven»
meerderhoidsstelsel! Zij schynt dam\'entogen do roden
van het voorstel der Staatsconnnissio niet to l)ogi-y|)en
of niet to willen noemen; want over een ovenredig-
heidsstelsel geen woord. Algemeene in.stemming vond
hot oordeel der Regeering dan ook niet bg hot Voor-
loopig Verslag: „Met de staatsconnnissio waren .sonnnigo
Iwlon van oordeel, dat do l)esli.ssing dor vraag, of het
Rijk in kiesdi.stricten Zid worden verdeeld, aan den
gewonen wetgever tor l)esli.s.sing moot worden overge-
laten. Immei-s nog voortdurend werden
nienm\' stelsels
uitgedacht om de vertegenwoordiging Iwter dan tot
heden tot do uitdrukking to maken van do verschil-
londo stroomingen der
oi^enbare me(»ning, en het scheten
niet Boed gezien, do tooi>a.sHing van een dezer .stolwln

bij de Grondwet uit te sluiten." Doch het waren
helaius! .slechts „sonnnige leden". De meerderheid

f

\\

I

I

-ocr page 220-

206-

sloot zich bij de Regeeriiig aan en lichtte haar ge-
voelen aldus toe: „In de verdeeling in kiesdistricten
zag men de beste wijze om de minderheden te doen
vertegenwoordigen, die tot dusverre was uitgevonden (!)
Ook bij districtsgewijze verkiezing bleef invoering van
een
proportioneel kiesstelsel mogelijk. Doch toepassing
van een dergelijk stelsel, geheel zonder verdeeling des
Rijks in kiesdistricten, zou hoogstwaarschijnlijk tot
zonderlinge
uitkomsten leiden. In plaats van staat-
kundige richtingen zouden alleen speciale belangen
worden vertegenwoordigd; met betrekking tot het al-
gemeen regeeringsbeleid zouden de vertegenwoordigers
dier belangen door geenerlei ouderlingen land verbon-
den zijn. Sommige streken des lands zouden allicht
in het geheel niet vertegenwoordigd worden." (iVi-nt-
zenius. Dl. II blz. 336). De eerste uitspraak der
meerderheid is, zooals ons gebleken is, door de feiten
weersproken en getuigt zeker niet van gi\'oote kennis
•van zaken op dit punt. D(5 volgende bezwaren zijn
ook reeds hierboven weerlegd, maar al iKjstonden ze,
waarom zouden ze dan niet meer waar zijn bij pro-
l)ortioneele vertegenwoordiging binnen, natuurlijk,
groote distrikten? Dc Regeering j^ichijnt, voortdurend in
vrees voor het vei-schrikkelijke spook der scrutin de list(i,
zich over jiroportioneele vertegenwoordiging in \'t geheel
niet te willen uitlaten. In de Memorie van Antwoord
toch lezen we: „Ten aanzien van do verdeeling in
kiesdistricten heeft do Regeering weinig of niets te
voegen bij do beschouwing dor moerdorhoid in hot
Voorloopig Verslag vermeld. Wanneer do grondwet
het getal kiesdistricten niet Ix^iKialt, maar wol uit-

-ocr page 221-

207-

Spreekt, dat er kiesdistricten zijn, laat zij den ge-
wonen wetgever in zeer groote mate vrij. Alleen éen
scrutin de liste voor het geheele Rijk, omvattende bij
de periodieke verkiezing 100 leden der Kamer in eens
en bij tusschentijdsche vacaturen zoovele personen
als er dan te kiezen zijn, zou onvereenigbaar zijn met
art. (81). De tegenwerping is gemaakt, dat aan de
letter van dit artikel ware voldaan, zoo het Rijk bij
do wet in tweo
districten ware verdeeld. Hieroj)
antwoordt do Regeering, dat zij zoodanige wet niet
aanbevelenswaardig zou vinden, maar toch altoos veel
beter dan eene wet, die het geheele grondgebied tot
éen kiesdistrict zou maken." (
Ahntzenius Dl. II.)

By de tweede schriftelijke behandeling, in 188(5
werd or op iuingedrongen do mogelykhoid van invoering
van een bizonder ovenredigheid.sstelsel n.iet buiten te
.sluiten, blykens hot Voorloopig Verslag van 12 Aug.:
„Nog werd in eene Afdeeling door sonnnigon in over-
woging gegeven, do IxJiwiling van het Regeeringsvoor-
stel te handhaven, dat do kiezer moot zyn hoofd van
hot gezin, doch het woord
„rechtstreeks\'\' achterwege
to laten, ten oindo den wetgever ruimte to goven tot
invo(>rlng van
eenig stelsel van evenredige vertegenwoor\'
diging,
dat luin het vereischte van rechtstri^ksche
verkiezing niet ten volle
mocht Ix\'antwoorden." (Aknt-
ZKNius Dl. IV. blz. 124.) Dit limtste doelt dus blijk-
luuir op een stolsel Walter Biilly of diergelyk. De
Regeering heefl da;irvan echter nooit gehoord: „Het
stelsel van
rechtstreekschc verkiezing is ten onzent
.sedert 1848 te zeer gevestigtl dan dat het wenschelijk
zou kunnen zijn daarvan af te wijken. Waarom dit

L

-ocr page 222-

208

stelsel invoering van eene evenredige vertegenwoor-
diging zou verhinderen, is der Regeering overigens niet
duidelijk." (Memorie van Antwoord bij brief van minister
Heemskerk van 25 Nov.; Arntzenius Dl. IV. blz. 184.)

Bij een nieuwe overweging in de Afdeelingen om-
trent Hoofdstuk HL wordt het volgende gezegd:

„ „Rechtstreeks." Eenige leden kwamen terug op den
reeds bij het eerste onderzoek van dit wetsontwerp
in de afdeelingen geuiten wensch, om dit woord ach-
terwege te laten, ten einde de mogelijkheid te openen
tot invoering van
een stelsel van evenredige vertegen-
woordiging,
waarbij rechtstreeksche verkiezing mocht
zijn ter zijde gesteld." (
Arntzenius IV. blz. .817.)
En wat was het Antwoord der Regeering? „„Recht-
streeks." De Regeering handhaaft het door haar gezegde.\'\'
(Arntzenius Dl. IV. blz. 366.) Een antwoord, wel
kort, maar geen weerlegging van het aangevoerde.

Voor invoering van een evenredigheidsstelsel ter
verkiezing van een Eerste Kamer scheen men in \'t eerst
wel geneigd, doch men heeft luin dio oorspronkelijke
neiging niet te veel bot gevierd. In het Voorloogig
Veivslag in
1885 lezen we : „Verscheidene leden gaven
in ovenveging, overeenkomstig het advies van do heeren
de Geer en Loiiman, bij hot rapport der Staatscommissie
gevoegd, de leden der Eerste Kamer te doen verkiezen
door dezelfde kiezei-s, die de Tweede Kamer samen-
stellen, doch anders gegroepeerd, bijvoorbeeld provincies-
gewijze. Op deze verkiezing zou dan wellicht het
stelset van Hare of een ander soortgelijk stelsel zijn
toetepassen." (
Arntzenius Dl. II blz. 387) en iots
verder: „Voor eene Kamer met Ix^perkte bevoegdheid,

-ocr page 223-

209-

waarin volgens een deel der leden de Eerste Kamer
moest worden hervormd, konden de verkiezingen huns
inziens zonder tezwaar volgens
een projwrtioneel stelsel
over het geheele land tegelijk
plaats hebben." (Arnt-
zenius
Dl. II blz. 336). De Regeering heeft evenwel
hierop niet geantwoord en later is er niet meer op
aangedrongen.

Het hier medegedeelde is alle wisseling van ge-
dachten, die bij de Grondwetsherziening van 1887
over proportioneele vertegenwoordiging, in het buiten-
land een eisch des tijds, heeft plaats gehad.

Een toch voor mogelijkheid voor invoering is eenige
populariteit van het stolsel noodig en gewenscht.
Er moeten er meerderen komen, dio or in gelooven
en belang stellen. Daarom moet de publieke opinio
in woord on geschrift worden bewerkt; eeno vereeniging
moet opgericht om proi)aganda voor het denkbeeld te
maken on om te bestudeeren, hoe het stelsel het best
overeenkomstig onze Nederlandsche gewoonten en toe-
standen ware in to richten; partieele toeiiassing moot
zoo spoedig mogelijk Ixiproefd. Met oere moeten hier
de namen genoemd worden van hen, die reeds ten
onzent in hunne geschriften oen lans voor het nieuwe
l>egin.sel hebben gebroken: Dn. R. Fruin, H. pu
Marchie van Voortuuvsen, Mr. W. C. D. Olivier,
Mr. R. Macalester. Loup, .1. J. I. Harte, Mr. .1. T.
Uuvs, Mh. .1. A. van Gilse\'), Mit. S. van Houten\').

O. n. JVbninri-nommor 18S8 vnn <K\' ^Vw^oii lU\'s TÜiIm."
In *Un welHontwerp iiu-t tiKilichtiui; tol \\vüitl({inir lU-r Oromhvft .
(Ahstzkxius t. n. p. IH. I l\'h. UO),

H

-ocr page 224-

210

i

Hun aantal is niet groot; maar de namen hebben
eenen goeden klank.

Partieele toepassing moet zoo spoedig mogelijk be-
proefd, zeide ik. \'tBehoeft wel nauwelijks gezegd,
dat de weg daartee op dit oogenblik als van zelf is
gewezen. Door de verwerping van het voorstel
Schaepman
verleden jaar zijn bij de Additioneele Artikelen de
groote steden als meervoudige distrikten gehandhaafd
(Zie blz. 73). Deze zijn dus geheel in handen of
van de meerderheid of van een coalitie van minder-
heden. Om zoo schromelijke onrechtvaardigheid in tegen
stelling met het platteland weg te nemen is bij de te ver-
wachten nieuwe Kieswet invoering van een evenredig-
heidskiesstelsel het beste middel; iets wat ik liever zou
zien nog dan verdeeling dier steden in enkelvoudige
distrikten , omdat 1" een veel billijker en juister verte-
genwoordiging zou worden verkregen; 2® het bezwaar van
de meerderheid der Tweede Kamer van 1887, als zou door
verdeeling in distrikten do eenheid der gemeente wor-
den aangetast, zou zijn vervallen; 3® men in eigen omge-
ving kon zien, wat men zonder te zien toch niet zal willen
gelooven, nl. do juistheid van een proportioneel stelsel.
In 1848 zijn do rechtstreek.schê verkiezingen, tot
dien tijd in ons land onlxïkend, in eens ingevoerd;
is het dan te veel gevraagd, met het evenredigheids-
stelsel , waarvan de juistheid in theorie zoo over-
tuigend is gebleken, op deze wijze een kleine proef
te nemen? Want ook zelfs de omslachtigheid van het
stelsel
Hake kan hier niet als Ixjzwaar dienen, omdat
het aantal stemmen en het lumtal te kiezen leden
(op zijn hoogst negen) betrekkelijk gering is.

1

-ocr page 225-

211-

Een tweede proef zou al zeer spoedig en gemakkelijk
te nemen zijn met de verkiezing van de leden der
Eerste Kamer in de Staten-vergaderingen en met de
keuze van Gemeenteraden. Bij deze laatste zou men
zeer gevoegelijk kunnen nagaan het vei-schil van uit-
werking bij een verschillend aantal te kiezen leden
(van 7 tot 39). Het stelsel is voor de verkiezing
van leden der Gemeenteraden evenals voor leden der
Eerste Kamer daaroni ook zeer aan te bevelen, omdat
hier tot nog toe het meerderheidsstelsel ongewijzigd
is gehuldigd, zonder correctief.

Door eene kleine wijziging in de Provinciale wet,
die wegens de nieuwe Grondwet toch vei-andering moot
ondergaan, kan mon ook voor do verkiezing der
Provinciale Staten het beginsel toepassen.

Voor do .samenstelling der Tweede Kamer kan een
evenredigheidsstelsel wel niet andoi-s worden ingevoerd
dan binnen de grenzen door de Grondwet gesteld, d. z.
een vast getal leden on verkiezing in distrikten. Dat
aan mogelijkheid van zulk een stelsel door don Grond-
wetgever is gedacht, is ons roods gebleken. Men
•/All dus nooit mot het bezwaiir voor den dag kunnen
komen, dat do Ixjdooling geone andere is geweest dan
verkiezing l)ij meerderheid. Nu zou men kunnen vol-
staan volgens de woorden der Grondwet met het land
in tweö distrikten te verdoelen. Maar behalve dat de
Regeering als hare meening heeft uitgesproken, dat
zulk eene verdeeling niet aanbovelenswaardig zou zijn,
komt ze ook mij niot gewenscht voor. Begint mén
eemnaal te verdoelen, dan moet zooveel mogelijk ge-
let worden op do natuurlijke eenheid, op samenhang

-ocr page 226-

der deelen. Een verdeeling in twee deelen van onge-
veer gelijke grootte zou dan b.v. moeten zijn: I de
Noordelijke Provinciën met Gelderland en Utrecht; II
Holland, Zeeland, Braljant en Limburg. Dit zou
zeer oneigenaardig zijn. Beter ware dan ook eene in
drie deelen: I Friesland, Groningen, Drenthe, Over-
ijsel; H Gelderland, Utrecht, Noord-en Zuid-Holland;
III Zeeland, Brabant en Limburg. Deze deelen bezit-
ten door hunne ligging tenminste eenigen band.
Maar meer gewenscht nog zou mij voorkomen eene
verdeeling in 11 distrikten, waarbij ieder distrikt
gelijk is aan eene Provincie. De Provinciën zijn
historische eenheden, zonder dat men heden ten dage
vrees behoeft te koesteren voor het oude Provincialisme,
omdat wegens de groote uitbreiding van verkeer en
het vlottend karakter der bevolking do i)olitieke een-
heid tegenwoordig een feit is meer dan ooit. Doordat
zo reeds l)estaan, kunnen geen willekeurige distrikten
worden geschapen; alle partijdigheid is buitengesloten,
want do
distriktenschaiU\' krijgt rust. Daarenlx)ven
zijn de meeste Provinciën groot genoeg, om genoeg,
zame vei-scheidenheid te laten uitkomen. Men kan
de honderd leden der Tweede Kamer dan \'verdeolen
over de Provinciën in dezelfde of oenigszins, naiir
evenredigheid der l)0V0lking of der kiezers, gewijzigde
verhouding, als do leden der Eerste Kamer. Loden
der Provinciale Staten met den Kommissaris des Konings

als voorzitter kunnen in iedere Provincie het Centraal-

ƒ

verkiezingsburoHiu vormen. Tegen dit alles staat alleen
het nadeel over dat wegens do meerdere verdeeling
de uitslag niet zoo zuiver z;il zijn.

ii

ni

maam

-ocr page 227-

227-

Of een diergelijke regeling spoedig is te verwachten ?
Y7o kunnen niet meer zeggen dan: wij hopen het
van harte. „L\'impression qui est résultée de la Con-
férence d\'Anvers, en 1885," zeide korten tijd geleden
de Secretaris \') van „la Société française pour l\'Etude
de la représentation proportionnelle, „est que la question
est mûre pour l\'application. La recherche théorique
a été poussée aussi loin qu\'il est possible ; les procédés
d\'application ont été discutés, pesés et vérifiés. Il
dépend maintenant d\'hommes convaincus et libérau.x
de les faire entrer dans la pratique. — Zullen zulke
mannen eindelijk in Nederland gevonden worden?
Zullen wij in dit opzicht aan het buitenland tooncn,
dat wij in Zïike hervormingen en verbeteringen niet
altijd de, laatsten zijn? "Wie daartoe do machthob-
lx>n, toonen hot en laten do Ziuik der vrijheid en go-
rechtigheid zegevieren in het vrije Nederland!

\') MAunicc VEnNj:s, .jHajiiKirt ii la »Icuxièino nw<oniliKu griu-mlo ilo la
hüciéló fran<;nlHo" ulc. (Uiccnibro 1885.)

-ocr page 228-

Bylage A. zie blz. 60 en 62.

Het eiland Cüferburg is een vierkant, verdeeld in negen
vierkanten, even zoovele enkelvoudige kiesdistrikten. Het
aantal kiezers is 9000, bestaande uit 4120 Liberalen en 4880
Anti-liberalen. Waren er dus geen distrikten, dan konden
de Anti-liberalen door hunne meerderheid allo negen zetels
bezetten. De verhouding der twee partijen in do distrikten is
als volgt:

Liberalen.

Anti-liberalen.

A

510

490

B

640

360

C

730

270

Gekozen zün dus 7

U

520

480

Liberalen en 2 Anti-

E

40

960

liberalen, terwüldo

F

560

440

Liberalen feitelük in

G

570

430

do minderheid zün

U

20

980

I

530

470

4120

4880

Mogoiük zün mi nog do volgende combinaties der distrikten.

Lilxsralon. Anll-libornlcn.

2990
4S0
4.10
H80

(ii-kozi.)! 8
lilx\'nilcn,
1 Antil.

4120

4880

G

A

B

C

E

F

H

I

Ultfiliu; A H C K F I aOlO
D ÜÜO
(; r.70

h\' 20

A

B

C

D

E

a

H

UitsliiK doxolfdo niH bü do
vorige combinatie.

-ocr page 229-

215

A

B

C

D

E

F

G

H

I

A D G
B E H
C F I

Antil. Gekozen :

1400 6 liberalen

2300 3 Anlil.
1180

4880

Liber.
1600
700
1820

4120

F

H

I

A B

c

1880

1120

I)

520

480

E

40

960

G

r.70

430

F n

I

1110

1800

4120

4880

Gekozen :
6 Lil)eralen.
4 Antil.

E

G

A

B

1160

C

F

1200

1)

E

660

G

H I

1120

4120

860
710
1440
1180

Oekoicn :
4 Liberalen.
6 Antil.

4880

H

G

B

C

A

610

400

B

«40

300

(îekozon :

1)

020

480

3 Liberalen.

E

F

C E F G H I

2460

3650

6 Antiliber.

4120

4880

G

H

I

-ocr page 230-

216-

A

B

C

D

E

F

G

H

I

Geeft denzelfdcu uitslag als do vorige
combinatie.

Liber. Antil.

A H DK 1710 2200 (Jekozen :

C F 1290 710 2 Liberalen.

A

B

D

E

G II I 1120 1880 7 Antil.

4120 1880

G

Liber.

Antil.

l)

i:

1710

2200

Gekozen :

c

730

270

1 Liberaal.

II

I

KWO

2320

8 Anlii.

4120

4880

G H

A

B

D

E

MoRclük JtUtt dw \'"»llo verhoudingen, behalve het weren van allo
Antilfboralen.

-ocr page 231-

STELLINGEN

-ocr page 232-

v:- ^ -. ■ ,

r, i\'

V .,• * . •

r .\'i

. V
• ;

■ *

-

■ 4 V\'

■ : ■

/ , \'

. ÎVi.\'.

C\'

.T\'

, J,

-ocr page 233-

^TELLINGEN.

i.

Een proportioneel kiesstelsel verdient de voorkeur
boven ons tegenwoordig stolsel.

II.

Binnen de beperkingen, door de Grondwet voor de
verkiezing van leden der Tweede Kamer gesteld, is
invoering van een proportioneel stelsel hot meest aan-
bevelenswaard in kiesdistrikten, wier grenzen gelijk
zijn aan die der Provinciën.

III.

Handhaaft daarentegen do nieuwe Kieswet do enkel-

-ocr page 234-

224-

voudige distrikten voor liet platteland, dan is althans
invoering van een proportioneel stelsel in de groote
steden wenschelijk.

IV.

Aan Nederlanders, buiten het Rijk in Europa ver-
toevende en aan de overige vereischten van kiezer
voldoende, behoort de kiesbevoegdheid voor de Tweede
Kamer te worden toegekend.

V.

Het lidmaatschap der Vertegenwoordiging is geen
staatsambt.

VI.

Het begrip der Vertegenwoordiging eischt, dat dc
voorzitter der Tweede Kamer door dc loden wordt
gekozen.

VH.

Art. 8 der Grondwet dient als onnoodig geschrapt
to worden.

VHI.

. *

Pe welvaart van een volk wordt het best bevorderd

- ^"ïaWf

-ocr page 235-

235\'

door in praktijk to brengen: vrije handel regel, be-
schermende maatregelen aanvulling voor bizondere
omstandigheden.

IX.

Ter )3estrijding van opkomend socialisme is verbetering
van den stofFelijken en zedelijken toestand der Ijevolking
deugdelijker middel dan wetenschappelijke vertoogen
of beteugelende maatregelen van staatswege.

X.

Het ware wenschelijk, dat een ieder verplicht ware
eigen straflxire handelingen aan te geven; bij opzette-
lijke niet-nakoming hiervan moest het maximum der
strafbedreiging hooger zijn gesteld.

XI.

Het gaan door eene drooge sloot, om eon land of
erf binnen te dringen, valt onder art. 89 W. v. S.

XII.

Do beteekenis, die in ieder voorkomend geval aan
de woorden: ..in den voor de nachtrust bestemden tijd"
(art. 138, 13J), .311, 312 W. v. S.) moet worden
gehecht, hangt af van plaatselijke omstandigheden.

-ocr page 236-

226-

XIII.

De strafvonnissen der Arrondissementsrechtbanken
moeten worden uitgesproken in eene zitting van 3
rechters. Onvoltalligheid leidt tot nietigheid van het
verhandelde.

XIV.

De man, die zijne vrouw bij eene overeenkomst
met een derde heeft gemachtigd om een kontrakt van
lijfrente aan te gaan en de renten te ontvangen, kan
later die machtiging niet intrekken met het gevolg,
dat de betaling, na kennisgeving aan den derde,
rechtens alleen aan den man mag gedaan worden.

XV.

Art. 856 B. W. had moeten bepalen, dat het
vruchtgebruik eindigt met den dood van den derden
persoon.

XVI.

De verkooper, wien de koopprijs niet wordt voldaan,
heeft het recht ontbinding van het koopkontrakt to
vorderen, ook al is daarin bepaald, dat de kooper

-ocr page 237-

227-

rente zal betalen van den koopprijs, indien hij dezen
te laat betaalt.

XVII.

De tweede kooper kan niet onmiddelijk tegen den
eersten verkooper eene rechtsvordering tot vrijwaring
instellen.

XVIII.

Het niet nakomeil van eene verbindtenis of het in
strijd daarmede handelen is een onrechtmatige daad.

XIX.

Eene in het buitenland wettig opgerichte naamlooze
vennootschap is volkomen bevoegd hier te lande in
rechte op te treden.

XX.

De acceptant van een wisselbrief, ook wanneer
hem geen fonds is bezorgd, is verplicht tot betaling
van de in den wissel uitgedrukte geklsom, aan den
trekker, indien deze die .som wegens non-betaling
des acceptants aan den wettigen houder heeft moeten
voldoen.

-ocr page 238-

228-

XXL

Ten onrechte beweert Mr. J. A. Levy (W. v. h. E.
No. 5461), dat zoogenaamde onaantastbaarverklaring
van levensverzekeringpolissen niet geoorloofd is.

XXII.

De rechtsvordering tot betaling van eene zekere,
bepaalde som of zooveel meer of minder als de rechter
billijk zal oordeelen, is onduidelijk en onbepaald.

-ocr page 239-

. IIIHOÏÏD.

Inleiding

m-i.
1

HOOFDSTUK I.

h^t meerderheidskiesstelsel.

Het meerderheidsbeginsel........25

^ 1-

§ 2. Het distriktenstelsel.........44:

HOOFDSTUK ÎL

het evenuedigheidskiesstelsel.

SI. De beginselen............70

§ 2. Do toepassingen...........96

ï)ü

S)\\)
108
100

109

110
118

110
119

A. Proportionieele Vertegenwoordiging der partijen;

1. Het stelsel van de vrye mededinging dei

kaïuUdaten-Uisten........

± Het stelsel dor dubbele goHjictüdigo keuze
8. iïct stolsel van D». R.
Fhuin . . .

4. Het stolsel der vrye keuze.....

Ô. Het stelsel van den geniconen deoler .
O, Het stelsel de l\'Association rc^tónniste Beige

7. Hot stelsel van do afnemende waarde
der stcnimen..........

8. Het stelsel Pappenhkim......

-ocr page 240-

blz.

B. Persoonlijke Vertegenwoordiging. 127

1. Het stelsel der eenvoudige meerderheid, . 128
gewijzigd door a vaststellen van een minimum. 130

h stelsel Bontmj\' . . . .130

2. Kiesquotient en overdracht der stemmen

ter keuze der gekozenen.......132

3. Kiesquotient en overdracht ter keuze van
den kiezer (
Andrae-Hare)......135

§ 3. De voordeelen...........158

§4. De nadeelen............171

§ 5. Historisch Overzicht.........185

§ 6. Het stelsel in Nederland........201

Bijlagen...............214

Stellingen..............228

-ocr page 241-

SKv\'^v.:

\' If

■ ; - ■

• \' ■ ;

■ t

m\'.-
M

-ocr page 242-

I

;\'At..;.-

i

ï

V

i

l \'

ïï

k

f
i-
k-

il

;

f

\'\' : \' . .. \'f -■ ,

•■LL-l

-ocr page 243-

i

t-ff^- ■

■ \' ï ■
1

: ■ V \\
ji-,- ■.. -■

f ■ ■ ; " ■ - \' ■

Él-

■m

-ocr page 244-

Ui

H