-ocr page 1-

C. GREBE DE HAAN.

DE NOODZAKKLIJKITETI)

van

WKTTKLUKK KN INTKUNATIONALK MAATKKdKLEN

tkfikn

VERVALSCHING VAN VOEBINGSMIODELEN

-ocr page 2-

al

■t^\'-ii-.

m

-ocr page 3-

mj^m

m

^mMMi--

-ocr page 4- -ocr page 5-

DE NOODZAKELIJKHEID

VAN

WETTELIJKE EN INTERNATIONALE »lAATÄEGELEN

TKUKN-

Ycrvalschiiig Yiiii voedingsmiddelen.

-ocr page 6-

UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK UTRECHT

i

3793 9661

-ocr page 7-

DE NOODZAKELIJKHEID

VAN

WETTELIJKE EN INTERNATIONALE MAATREGELEN

TEGEN

vervalsching van voedingsmiddelen.

PROEFSCHRIFT

TEH VEnKRUCINO VAN DEN GRAAD
VAN

AAN DE RIJKS-UNIVERSITEIT TE UTRECHT.

NA MACIITIOINO VAN DEN RECTOR MAGNIFICUS

Dr. G. I-I. LA.MEKS,

Hooglccraar in dc F.icuUcil van Godgeleerdheid,
MKT TüKSTliMMlNG VAN DEN SENAAT DEU UNIVEHSlTELT

TEGEN DE DKDENKINGEN VAN

DE FACULTEIT DER GENEESKUNDE
TE VERDEDIGEN

op Woensdag, den 12<«« October 1887, des namiddags tc 6\'/s uur,

DOOR

CORNELIS GREBE DE HAAN,

gelwron Ie K ra li n gen.

<X£>0

UTnECllT - KE.M1NK & ZOON - IRR7

-ocr page 8-

.T i m-u :^ M \'i a\'h n

■ r-V Î

v. ;

; . \' it/":-\' \'

-il.

£

f1»

~ i.

".v.. -.T ..

:

-j ^ if;

V

i

-ocr page 9-

AAN DE MGEDACHTENIS MIJHER MOEDER.

-ocr page 10-

lï-

\'Ü.

-ocr page 11-

Aan het einde mijner Academische loopbaan is het
mij een aangename plicht, U, Iloogleeraren en Lec-
toren der Medmhe Faculteit, mijne erkentelijkheid te
betuigen, voor het onderwijs, dat ik van IJ mocht
ontvangen.

In het bijzonder geldt dit U, Hooggeleerde van
OVERIIEKK DK Meijer,
Hooggcochte Promotor.

Neem mijnen hartelijken dank aan voor de welwil-
lendheid en hulp, die ik bij Iwt vervaardigen
van dit
Proefschrift van U mocht ondervinden.

Wat het onderwijs builen de Academie betreft, zoo
gevoel ik vooral verplichting jegens U,
Dr. Kesselink
en Dr. van der Hoeven. Door U toch werd mij,
met de meest hartelijke belangstelling de gelegenheid

-ocr page 12-

YIII

aangeboden, om gedurende mijn verblijf in Rotterdam
dagelijks aan zoo menig ziekbed mijne kennis uit te
breiden, en mij uwe onwaardeerbare lessen ten nutte te
maken. Aanvaard nevens de betuiging van mijne erken-
telijkheid, de verzekering mijner oprechte hoogachtitig.

Ook aan U, Dr. P. H. Simon Thomas en Dr.
Denekamp ,
te dezer plaatse mijn dank uit te spreken,
is mij een behoefte.

Verder breng ik aan allen, wier onderwijs, voor-
lichting of vriendschap ik gedurende mijn studietijd
mocht ondervinden, mijtien welgemeenden dank.

-ocr page 13-

INLEIDING.

De klachten over de vervalsching van voedings-
middelen zijn van jaar lol jaar luider geworden.

Niet alleen dat het vocdingsgehalte en de han-
delswaarde door vervalsching worden vermindei\'d,
luaar do vervalsching heeft plaats op eene wijze
diü voor de gezondheid schadelijk en gevaarlijk is.

liet sleeds voortwoekeren van dit maatschappelijk
kwaad, deed mij besluiten do kwestie eens nauw-
keuriger na Ie gaan en tot onderwerp mijner ilis-
serlatie te kiezen.

In de volgende hiadzijilen heb ik eenige gege-
vens bijeen verzameld.

-ocr page 14-

Mocht ik daardoor iets bijdragen tot het nemen
van spoedige en afdoende maatregelen tegen den
verkoop en invoer van vervalschte levensmiddelen,
dan zou dit mij zeer verheugen.

-ocr page 15-

EERSTE HOOFDSTUK.

„Hel onderwijs is een voorwerp van dc aanhou-
dende zorg der Ilegeering"; aldus hiidt de eerste
alinea van ari. 194 van de thans nog vigecrende
grondwet, dat in den laatsten lyd zooveel hoofilen
warm gemajikl en zooveel geschrijf en gewrijf ver-
oorzaakt heeft.

liet is verre van mij om op de belangrijkheid
van dit veel besproken artikel af te dingen, docii
te betreuren acht ik hol, dal in dc grondwet niet
dezelfde woorden zijn loegepasl op de
volksgezond-
heid;
on ook in do nieuw onlworp(Mi grondwet,

waarvan de eerslo lozing door de Tweede Kamer

-ocr page 16-

der Staten-Generaal is ten einde gebracht, heb ik
te vergeefs naar een artikel gezocht, waarin de
alinea voorkomt: „de volksgezondheid is een voor-
werp van de aanhoudende zorg der Regeering".

Wie toch zal willen beweren, dat de volksge-
zondheid
een niet even belangrijke, zoo niet nog
belangrijker, zaak is als het volksonderwijs?

Opdat van het onderwijs in voldoende mate ge-
profiteerd worde, moet in de eerste plaats de ge-
zondheid van het individu, dat het onderwijs ont-
vangt, niets te wenschen overlaten.

Den eisch acht ik dus niet ongerijmd, dat eene
bepaling, waarbij de staat verplicht wordt voor dc
gezondheid van zijn volk te waken, het veel be-
sproken onderwijsartikel had dienen vooraf te gaan.

Wanneer hij de hoogste Staatswet de kwestie der
volksgezondheid geregeld ware geweest, zoude <lc
Regeering in de eerste plaats\' hare aandacht geves-
tigd hebben op een groot, steeds voortwoekerend
kwaad, dat der maatschappij aankleeft, en waarbij
vooral in hooge male hel belang der minder gegoede
kla.sse dier maatschappij betrokken is. Ik bedoel
■de vervalsching van levensmiddelen.

-ocr page 17-

Aanhoudend is reeds op dit in omvang toene-
mend kwaad gewezen, en de maatschappij mag
de mannen der wetenschap, die zich met deze zaak
bezig gehouden hebben, erkentelijk zijn, dat zij
hun lijd en talenten beschikbaar gesteld hebben
en nog stellen om het gewicht, dat men aan hel
vervalschen van levensmiddelen in \'t algemeen moet
hechten, in \'t oog te doen springen.

„Frapper, frapper ioujoui-s"! is de leuze, wan-
neer zonder gunstig gevolg bij herhaling op eeno
nalatigheid of leemte in wel of verordening gewezen
is. Deze leuze wil ik thans ook lot de mijne
maken en nogmaals slaan op het aambeeld, waarop
door velen, en nog wel door mannen als IJrouar-
AnijMc Can», KHnIfr. Hlltror en zoovele ande-
ren, reeds lang vóór mij gehamerd is, in de hoop
iels bij Ie dragen om de belangstelling in de ge-
wichtige zaak van de vervalsching van levensmid-
delen Ie verhoogen.

Wal is vervalsching\'?

Op deze vraag zijn reeds zeer uileenloopende ant-
woorden gegeven, (o. a. door Schn-arzo cn IIIII

-ocr page 18-

YIII

Hass.ill), doch van deze antwoorden komt het meest
met mijn begrip van vervalsching overeen, hetgeen
Dr. P. F. van Hamel Roos zegt, namelijk: „dat
vervalsching van waren eene opzettelijke en ver-
zwegen wijziging van chemische en physische eigen-
schappen is, ten nadeele van den kooper."

Meermalen wordt beweerd, dat de drukkende
tijdsomstandigheden, waarin wij tegenwoordig leven,
het dikwijls noodzakelijk maken het hoofdbestand-
deel van een voedingsmiddel gedeeltelijk te vervan-
gen door een goedkooper, daarop gelijkend artikel,
daar de prijs voor de minder gegoede klasse anders
te hoog wordt.

Volkomen is dit te beamen, «loch dit belet niet,
dat hel onvergeeflijk is, wanneer voor het bijge-
mengde artikel, een stof gekozen wordt, welke
schadelijk voor de gezondheid werkt.

Het maken en verkoopen van een surrogaal, dal
goedkooper cn onschadelijk is, zooals kunstboter
ter vervanging van roomboter, is zeer toe te juichen,

1) Maandblad tegen de vervalsching van levensmiddelen en

handelsartikelen, ic Jaargang 1, 1884.
t

-ocr page 19-

mits men in alle opzichten onschadelijke stoffen
gebruikt en men duidelijk aangeeft, dat het
kunst-
boter
is, m. a. w. dat men het niet als roombolei\'
in den handel brengt.

Zelfs het geven van den schijn aan het surrogaat,
alsof [men onvervalschte roomboter verkoopt, zou
strafbaar moeten zijn. Want is het niet ergerlijk,
dat, zooals men kort geleden in een dagblad kon
lezen, een fabrikant van kunstboter in ons land als
handelsmerk aangenomen heelt: „dc afbeelding
eener lachende llollandsche weide met grazend
vee, een boerenwoning en — om het landelijke te
voltooien — nog een afzonderlijke voorstelling van
een |llollandsche boerin voor een karnmolen"? Voor-
waar het
nee plm ultra van boerenbedrog!

üat het vervalschen van levensmiddelen niet eene
uitvinding van den laatsten tijd is, bewijzen ons
de oude schrijvers, wanneer zij mededeelen, dat
het bedrog met koopwaren, resp. de vervalsching
der handelsartikelen, in de vroegste lijden reeds
voorkwam en de Romeinen reeds klaagden over
klei- of kalkhoudend broo«!.

Hel kwaad is dus niet meer in zijn opkomst tc

-ocr page 20-

stuiten, doch strenge maatregelen zullen genomen
moeten worden om aan de uitbreiding paal en perk
te stellen.

Wanneer men alzoo dit weet, moet men er zich
dan niet over verbazen, dat de straiïen op het ver-
valschen van levensmiddelen in den loop der lijden
verzwakt in plaats van verscherpt zijn?

En dat dit werkelijk hel geval is, bleek mij onder
meer uit eene verordening van de stad Freibure
in 1520, waarin met de doodstraf bedreigd wordt
degene, die levensmiddelen vervalschte, welke ver-
valsching „gevarlich und betruglich" geacht kon
worden.

•(i

1, ■ I

Ii

Op één lichtpunt is in deze treurige zaak der
vervalsching tc wijzen, namelijk dat de vervalsching
zelve in ons land nog niet de hoogste vlucht heeft
genomen. Velen onzei* naburen overlrelVen ons
in hel vervalschen van levensmiddelen in bedenke-

1) De kccrzydc van dc medaille is echter, dat ons land
overstroomd wordt met allerlei vervalschte eetwaren cn dran-
ken, afgezonden uit naburige landen.

-ocr page 21-

9

lijke mate en daarom is liet een eerste plicht van
den Slaat, maalrcgelen Ic nemen, dat geene voor
de gezondheid schadelijke voedingsmiddelen of ver-
valschte levensmiddelen ons land worden binnen-
gevoerd.

Niet alleen uil een medisch oogpunt acht ik deze
maatregelen noodzakelijk, maar levens beschouw ik
ze als een middel om aan de oplossing der sociale
kweslie Ie gemoel Ie komen. Waiuieor toch hel
volk ziet, dal de regccring mei nauwgezelten ijver
waakt voor zijne belangen, kan hel niet andei-s, of
hierdoor zal bij het volk een groote male van tevre-
denheid over on vertrouwen in de regccring worden
opgewekt.

Wel is waar wordt door aulorileilcn ineermalon
gewezen op hel beslaan van keuringscominissien
en keui-smeeslei\'s van gemeentewege aangesleld;
doch wal baal hel, wanneer bijv. in Amstonhini
eenige kisten gedroogde appelen, die scliadelijk vooi\'
dc gezondheid bleken Ie zijn\'), door de keurings-

1) Miuiidbhul tegen de vervalsching van levensmiddelen cn
handelsartikelen, lo Jaarg.ang N®. 4, 1884.

-ocr page 22-

10

commissie vernietigd worden, terwijl van dezelfde
zending in andere plaatsen van ons land, waar
geen gemeentelijk toezicht op de levensmiddelen
bestaat, reeds honderden kisten aan den man zijn
gebracht? — Dit toch komt bijna dagelijks voor
en is ook zeer begrijpelijk.

In ons land kunnen alle vervalschte levensmid-
delen ongestraft ingevoerd worden, terwijl in ver-
schillende andere rijken strenge bepalingen heer-
schen omtrent het vervalschen en invoeren van
vervalsch|e levensmiddelen.

Wat heeft er nu plaats? De groothandelaren,
of beter gezegd de „grootvervalschei\'s", zenden de
vervalschte waren in groote hoeveelheden naar lan-
ilen, waar minder strenge of geene bepalingen op
de vervalsching, en op den invoer van vervalschte
levensmiddelen bestaan, en in dc eei\'ste |)laats valt
het oog dan op ons land.

Hieruit volgt dus duidelijk, dat, wanneer de
Nederlandsche wetgevende macht bepalingen maakt,
waardoor het invoeren van vervalschte levensmid-
delen of artikelen, die schadelijk voor de gezond-
hoid zijn, onmogelijk gemaakt wordt, aan de op-

-ocr page 23-

11

lossing van een voornaam punt der sociale kwestie
is tegemoet gekomen.

Hierop aan te dringen en lo toonen, welke maat-
regelen hiervoor genomen zouden moeten worden,
is hel doel van mijn dissertatie.

Van dringend belang is het, dat van staatswege
toezicht gehouden worde op den invoer van ver-
valschte en voor de gezondheid schadelijke levens-
middelen; zelfs de schadelijke stollen, welko voor
de vervalsching van levensmiddelen aangewend
zouden kunnen worden en bij voortduring aan i\'a-
brikanlen van levensmiddelen worden gezonden,
moeien hieronder begrepen zijn.

In (leze opinie ben ik nog meer vei\'slerkl, na
hel lezen van het academisch proefschrift van H.
Ij. Klirail Certon \').

Deze toch, na beschouwingen gegeven lo hebben
over de nieuwere wellen in vei-schillende landen,
zegt dal zijn oordeel over de artikelen van hel
nieuwe wetboek van strafrecht, welke betrekking

1) Warcnvervftlsching door II. L. Rigail Ccrton .\'sGravcnli.
1881.

-ocr page 24-

12

hebben op de vervolging van hel misdrijf van waren-
vervalsching, niet gunstig kan zijn.

Deze conclusie komt geheel overeen met hel,
door de bij Koninklijk besluit van 18 Sept. 1880
28 ingestelde Landbouw-Commissie, aan den
Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid in-
gediende schrijven van 23 April 1887 N° 29, waarin
gezegd wordt:

„dat de strafwet tegen misbruiken geen voldoende
waarborgen oplevert, behoeft, naar het oordeel der
commissie, na al wal er over voorgevallen is, bijna
geen betoog meer".

Wanneer dus de wetten van hel land te kort
schieten om de vervalschcrs van waren naar behoo-
ren te stralVen, hoeveel te meer is het dan nood-
zakelijk, dal van Staatswege voldoend toezicht ge-
liouden worde op den „invoer" van artikelen of
stolïen die vervalscht zijn.

Door fabrikanten wordt beweerd, dal bijvoeging
van sommige artikelen voor enkele levensmiddelen
noodzakelijk of onvermijdelijk is.

Dit is zeer goed mogelijk te achten, dotli dan
moet eerst door deskundigen worden uitgemaakt.

-ocr page 25-

13

of dit werkelijk het geval is, en zoo ja, tot welke
hoeveelheid er bijgevoegd mag worden, altijd wan-
neer die bijgevoegde artikelen totaal onschadelijk
voor de gezondheid zijn.

Op deze wijze voorkomt men o. a., dal uit Italië
groote partijen rijslmeel ingevoerd worden, welke
van
5—23°/o marmergruis (ja later 05°/o) bevat-
ten, zooals in hel begin van
1880 in Amsterdam
is ontdekt. •)

In hunne wederlegging beweerden do fabrikanten
te Genua wel, dal de samenstelling van hel rijsl-
meel afhangt van de wijze van bereiding, doch hel
gaat toch niet aan, hel fabriekswerk op die wijze
in Ie richten, dal onge^venschle beslanddeelen in
aanmerkelijke hoeveelheid in hel labrikaal geraken.

Soms wordt ook door die bedriegei-s aangevoerd,
(lal de hoeveelheid der schadelijke beslanddeelen,
waarmede de vervalsching gepleegd wordl, zoo
uilersl gering is cn dus geen schade kan aanrich-
ten. Deze bewering wordl in den „Diclionnaire

I) Miuindliliul tcgfii (Ie vcrviilsc.hiiig viui levensmiddelen en
haudelsiirlikelen. \'Je Jaargang N®. 10, 188<).

-ocr page 26-

14

Encyclopédique des sciences Médicales" i) als volgt
weerlegd :

„Celte faible excuse est même l\'excuse inces-
samment mise en avant par les fraudeurs; La
quantité est tellement petite, qu\'elle ne saurait
suivant eux, causer aucun mal. Le médecin ne
peut admettre une semblable manière de voir. Il
sait que l\'action nocive, si faible qu\'elle soit, peut
par la répétition acquérir une grande puissance ; il
ne faut pas oublier en outre que certains poisons
administres à dosis refractées s\'accumulent dans
l\'économie et produisent à un moment donné un
effet considérable.

L\'impo-ssibilité où il se trouve souvent de pouvoir
rattacher avec certitude un phénomène pathologique
à l\'ingertion du poison incriminé ne saurait être
une raison de tolérance. Il lui est souvent impos-
sible de distinguer au milieu dc la complexité des

1) Dictionnaire Kncyclopédiquo des sciences médicales.
Directeur Dochambre. Quatrième série F—K, Tome I. Pre-
mière partie. Faa—Fee. Paris, (i. Maiinon et P. Asselin in
voce „Falsifications."

-ocr page 27-

45

*

causes morbides, la part exacte qui revient à l\'in-
troduction minime, mais journalière d\'un poison
dans l\'économie; cette partie existe cependant, cela
est certain et cette circonstance suffit pour que
jamais on ne doive tolérer, même à dose minime,
l\'introduction dans un aliment d\'un corps vénéneux.
Si on admettait une thèse contraire, il serait im-
possible d\'assigner une limite définie de l\'addition
tolérée."

Dikwijls wordt aangevoerd, dal de wetenschap
nog niet op die hoogte is gekomen om met zeker-
heid na te gaan, welken invloed de vervalsching
van levensmiddelen op het menschelijk organisme
uitoefent, en dat daarom de Staat het vervalschen
van levensmiddelen niet mag verbieden, zoolang hij
niet beter omtrent dit punt is ingelicht.

lïacri) zegt hioromtrent: „Die Hedenken «1er er-
steren Art (zweifel wegen der I^eife des StolVes)

1) Rcichsgosotz bctrcffoml dcii verkolir mit Nalirungsmit-
tcln, üebrauclismittclii und Gebmncbsgogcnst«ndc vom M Mai
1879 erlüutcrt von Dr.
Baer.

-ocr page 28-

382

richten sich theils an die Adresse der Wissenschaft,
theils an die
Adresse der gesetzgehung.

Von der ersteren wird behauptet, sie sei gerade
auf diesem Gebiete noch nicht bis zu jener Höhe
angelangt, welche zur Beurtheilung des Einflusses
von Verfidschungen der in Frage stehenden Gegen-
ständen auf die Menschliche Gesundheit und zur
Entdeckung solcher Verftdschungen überhaupt erfor-
derlich sei; über dies wird geltend zu machen ver-
sucht, dasz die anzahl der auf diesem Gebiete sach-
verständigen Personen auch bei uns nur gering sei.
Wer bis zur absoluten Klarheit aller bis jetzt in der
Wissenschaft streitigen Fragen den Eintritt der Staat-
lichen Thätigheit versagen will, retardirt die letztere
auf einem Zeitpunkt, dessen Eintritt mehr als zweifel-
haft ist. Die Gewiszheit, die über heute noch strit-
tige Fragen vielleicht morgen schon eintreten kann,
ist kein Ilindernisz stets sich aufwerfender Dinge,
bezüglich deren man bis jetxt noch nicht einmal bis
zur Höhe des zweifeis angelangt war.

Das Abwarten des zustandes der völligen Gewisz-
heit erscheint aus als ein vei-schieben ad Calendas
Graecas und deshalb als höchst bedenklich.

-ocr page 29-

17

Jedenfalls kann die Ungewiszlieit, die auf ein-
zelnen Gebieten der wissenschaft bezüglich der Ge-
sundheitsschädlichkeit einer Fälschung herrscht,
den Staat nicht verhindern, dort wenigstens ener-
gisch vorzugehen, wo die Zweifel beseitigt sind.

Selbst bei vorhandenen Zweifeln gebieten es nicht
minder die Vorsicht und das öffentliche Wohl, bis
zum Nachweisz der Unschädlichkeit solcher Verfäl-
schungen eher der zweifelhaflen Gefahr entgegen
zu treten, als abzuwarten bis der Nachweisz der
wirklichen Gefahr geliefert, damit aber auch die
Gewiszheit des bereits entstandenen Schadens einge-
Irelen ist.

Keiner Ausführung wird es darüber bedürfen,
dasz die Frage der Leichtigkeit oder Schwierigkeit
der Entdeckung von FVdschungen kein Ilindernisz
der gesetzlichen Regelung, dieser Materie sein kann,
da die Schwierigkeit des Vollzuges eben zu denje-
nigen Hindernissen gehört, auf welche der Staat
von vorneherein bei Erlassung des Gesetzes gefaszl
sein musz, und es zu seinem ernstesten Aufgaben
gehört, solche Einrichtungen zu schalTen, durch
welche der Erfolg gesichert wii\'d".

-ocr page 30-

■18

De autoriteiten zijn dus verplicht tegen de ver-
valsching van levensmiddelen te waken, al is het
onmogelijk om mqt wetenschappelijke juistheid de
schadelijke werking van eenige stoffen, welke tot
vervalsching aangewend worden, aan te toonen.

„Bij twijfel onthoudt U", zegt een oud spreek-
woord, en dit is zeker hier wel van toepassing,
namelijk in dien zin, dat daar, waar twijfel heerscht
over de al of niet schadelijkheid van een artikel,
men het verstandigst doet geen gebruik van dat
artikel te maken. Het is waar, dat het van som-
mige sloffen vrij gemakkelijk is om de schadelijke
gevolgen van hel gebruik aan te toonen, zooals
van lood, zink, koper etc., doch dit is nog geen
reden om hel gebruik van andere sloffen, van wier
schadelijke werking men niet geheel overtuigd is,
ongestraft toe te laten.

Zoolang 0. a. niet door proefondervindelijke be-
wijzen is aangetoond, dal het gebruik van salicyl-
suur totaal onschadelijk is voor de gezondheid, is
het de plicht der regeering om — even als in
Frankrijk — hel gebruik er van lol conserveering
van levensmiddelen Ie verbieden.

-ocr page 31-

19

In 1882 (September) werd reeds door Brouardel
breedvoerig gesproken over de schadelijke gevolgen,
welke door het gebruik van. met salicylzuur en
andere stofTen vervalschte of vermengde levensmid-
delen, kunnen ontstaan •).

Ik laat hier een gedeelte van zijne welsprekende
redevoering volgen:

„Une circonstance capitale vient encore compli-
quer l\'interprétations des résultats observés. La
nocuitô des substances toxiques ingérées augmente
dans une proportion très considérable loreque les
emonctoires par lesquels la substance ingérée doit
être éliminée sont altérés. Un exemple fera i)ien
saisir l\'importance de ce fait. Loi-sque les reins
sont malades, l\'acide salicylique s\'elimine avec une
certaine lenteur. Mon collègue à la Faculté, M. Ilru-
ehard, a appelé rattenlion sur les conséquences de
ce fait et on les tronvei-a, notées dans la thèse do
son élève, M. Chauvot.

1) Quatrièmo Congres hïternational d\'Hygiène et de Dé-
mographie
iV Genève, -l—y Septembre 18Ht>, Comptes-Kondus
et Ménjoires. Tomo II, pag. yr»4.

-ocr page 32-

20

Chez les vieillards, dont les reins ne sont pas
malades, mais simplement séniles, l\'élimination
d\'une quantité d\'acide salicylique qui disparaît de
l\'économie d\'un enfant en 24\' heures, tarde parfois
5 ou f) jours. Si de nouvelles doses sont absorbées,
elle se surajoutent à celles qui sont incomplète-
ment éliminées et de graves accident peuvent sur-
venir. Même alors que rien n\'a pu nous faire pré-
sumer que les reins étaient altérés, nous avons eu
l\'occasion d\'observer avec nos internes, 31. M. Barth
et Anu. Sircdey, des vomissements, des troubles
nerveux, chez des jeunes gens qui avaient près des
doses relativement faibles d\'acide salicylique, mais
qui n\'éliminaient pas ce médicament par les urines.

Un médecin instruit, mémo loi\'squ\'il s\'est assuré
auparavant que son malade n\'est atteint d\'aucune
affection rénale appréciable, ne peut donc pas être
sùr que la médication salicylique ne produira pas
d\'accidents.

Mais lors qu\'il a lui-même prescrit le médicament,
il en surveille les eiïets, il comprend la valeur des
troubles auxquels il assiste et, à la première alerte,
il diminue ou supprime l\'usage du médicament.

-ocr page 33-

21

En sera-t-il de même pour le médecin témoin de
ces accidents, mais ignorant que le salicylate de
soude a été subrepticement introduit dans l\'écono-
mie? Nullement. II semble que l\'intolérance vis-â
vis de cette substance existe surtout chez ceux dont
les reins éliminent peu ou mal, c\'est-à-dire, sur-
tout chez des malades atteints de dégénérescence
rénale, maladie fréquente chez les alcooliques et
chez les femmes en couches. Qu\'il survienne de
la céphalalgie, du délire, des convulsions, des vom-
issements, comment le médecin distinguera-t-il cc
qui est la conséquence de l\'alcoolisme, de la né-
phrite, de l\'urémie ou du salicylate celui-ci n\'étant
pas éliminé.

Je ne puis dans celle communication m\'élendre
davantage; on trouvera tous les détails dc celle
discussion dans le savant rapport présenté au co-
mité consultatif d\'Hygiène do France, le 7 Août,
1882 par M. Diibrlsay. Le C-omité a adopté ces
opinions que j\'avais défendues dans les commissi-
ons cl (|ui Dubrlsay a bien voulu reproduire.
Je dépose un exemplaire: de cc mémoire au nom
de -M. Dubrisny, sur le bureau du Congrès.

-ocr page 34-

22

Nous avons pris pour exemple l\'acide salicylique,
parce qu\'on en met actuellement dans le vin, la
bière, le lait, le beurre, parce qu\'on conserve avec
son aide le poisson et d\'autres substances alimen-
taires. Un consommateur lelativement sobre peut
ainsi eu absorber chaque jour un ou deux gram-
mes, et comme c\'est un antifermentescible mé-
diocre, qu\'il est destiné surtout à empêcher la fer-
mentation des vins frelatés, le producteur, le ven-
deur et les intermédiaires sont obligés de renou-
veler l\'intioduction de cette substance pour arrêter
une fermentation qui se renouvelle incessamment.

Enfin, nous savons maintenant que celte sub-
stance s\'accumule dans le corps du foetus (Fritz,
Benickc), qu\'elle semble avoir provoqué des avor-
lemenls dans des cas cités par M. Hucquoy et
Ilutincl.

Pour étudier les eiïets des ces intoxications len-
tes, au lieu de l\'acide salicylique nous aurions pu
choisir les produits à l\'aide desquels on colore les
vins, fuchsine contenant de l\'acide arsénique ou de
la benzine, produits azoujucs, diazoïques, etc., dé-
rivés de la houille. Ces derniei\'s, (pii fournissent

-ocr page 35-

23

à la teinture de si belles couleurs, sont encore bien
imparfaitement connes dans leurs actions physiolo-
giques. Les uns sont détonants, d\'autres sont toxi-
ques pour les chiens à la dose de un ou deux
centimètres cubes. Pouvons-nous dire ce que leur
absorption continue à dose faible peut provoquer
après un usage prolongé? Ajoutons que, de l\'avis
de M. Wurtz, qui, il y a quinze joui\'s, faisait un
rapport sur ce sujet au comité consultatif d\'hygiène,
on ne connaît peut-être pas encore la dixième partie
de ces produits.

Enfin, loreque l\'un d\'eux est prohibé, le fabricant
le débaptise; c\'était le „rose nouveau" qui était
incriminé, il devient „rouge printemps, grenat,"
etc. au \'milieu de ces noms variables et de ces pro-
duits proleiformes, comment le médecin reconnaitra-
t-il dans les troubles dyspepli(|ues la cause des souf-
frances de son malade?

Ainsi, pas plus des symptômes que des léxions
le clinicien ne peut acluellement tirer des signes
propres à lui faire distinguer la cause do la maladie,
ou du moins il ne le pourra que dans des circon-
stances exceptionnelles.

-ocr page 36-

24

Les connaissances que nous procédons sur l\'ac-
tion de ces diverses substances prises à doses éle-
vées, ne nous serviront pas beaucoup plus lorsque
nous voudrons appliquer nos observations à l\'ab-
sorption de doses, minimes mais journellement ré-
pétées. Cette présomption sur le mode probable
d\'action de ces substances peut nous induire en
en-eur. Prenez pour exemple le mercure; vous
donnez un gramme de calomel à un adulte; vous
aves un elTet purgatif. Vous divisez ce gramme cn
cent parties, vous en donnez dix jours de suite au
môme individu, vous n\'avez pas d\'elTel purgatif,
mais bien souvent une stomatite mercurielle. Cette
alteration que vous obtenez par le calomel ou par
d\'autres analoques, celles qui suivent partois les
médications spécifiques par les mercuriaux, ne res-
semble en rien à l\'intoxication provoquée par l\'ab-
sorption journalière des poussières et des vapeui-s
mercurielles chez les chapeliei*s ou chez les ouvriei^s
employés aux usines de mercure. Ces deux der-
nières intoxications ne sont même pas identiques.

Les sels «le plomb prêtent aux mêmes considé-
rations.

-ocr page 37-

25

En thérapeutique on donne parfois, dans les
diarrhées rebelles, des préparations d\'acétate de
plomb à la dose de dix, vingt, cinquante centi-
grammes (Potion de Laidlouv: 0 gr., 80 par jour).
On obtient un cITet astringent sans accident toxique.
Mais, (jue l\'on divise cette dose, que l\'on donne
pendant un ou deux mois une quantité d\'acétate de
plomb dont la totalité pourra ne pas alteindre la
quantité impunément ingérée en un jour, et l\'on
aura créé une intoxication saturnine.

L\'arsenic a, suivant les doses et le mode d\'admi-
nistration employés, des diversités, d\'action analo-
gues. Des malades peuvent ingère impunément un
ou deux centigrammes d\'ai\'séniate de soude pendant
quehjues semaines, d\'autres ont de l\'arsénieisme avec
des doses beaucoup moindres; il\'aulres, comme les
ai-séniophages du Tyrol en ingèrent une bien plus
grande quantité sans inconvenient apparent.

Pour chaque substance, il faut une élude spéciale
et, des ob.servalions et des expériences bieu con-
duites, on ne pourra conclure que pour les condi-
tions de doses cl d\'adtninislralion dans lescpielles
on se sera place. En présence do ces diflicullés.

-ocr page 38-

26

au point de vue de l\'hygiéniste, on ne peut accepter
l\'introduction dans l\'économie d\'une substance mélée
aux aliments que lorsque la preuve de l\'innocuité
de cette substance est faite dans ces conditions
mêmes où elle est ingérée.

Heb ik tot dusver in hoofdzaak gehandeld over
de plicht der regeering ten opzichte der vervalsching
van levensmiddelen, voor hen, die kennis zouden
willen maken met de uitbreiding, welke de verval-
schei-s van levensmiddelen aan hunne kwade prak-
tijken hebben gegeven, zou het standaardwerk van-
Arthur Hill Hassall iM D. te London, getiteld
„Food its adulterations and the methods for their
„detection", een üilstekende leiddraad zijn.

De geleerde onderzoeker geeft onder meer inge-
noemd werk een lijst van „injurious substances
actually detected in adulterated articles of consump-
tion", en wanneer men die lijsl nauwkeurig nagaat,
dan komt men lot de bedroevende slotsom, dal
alleen in Engeland 33 vergiftige beslanddeelen ge-
bezigd worden om allerlei verbruiksarlikelen, als
brood, koffie, thee, bier, suiker, azijn etc. to ver-
valschen.

-ocr page 39-

27

Van 1850—1860 heefl Dr. Hill Ha.ssall meer dan
3000 monsters van de voornaamste verbruiksarlikelen
onderzocht, en het resultaat, „the one great result",
van deze onderzoekingen was, dat cr uiterst weinig
artikelen onder dat groote aantal monsters begrepen
waren, welke tot vervalscliing geschikt waren, laat
slaan dal de vervalsching ten voordeele van het
artikel was.

Hebben wij een blik op Engeland geslagen, in
Frnnkryk is hel met dit maatschappelijk kwaad
niet beter gesteld, zooals men in den „Dictionnaire
Encyclopédique des sciences médicales" \') kan lezen.

.... „la fraude sévit en notre pays avec tout
autant d\'activité. Quelle que soit la marchandise
achetée, on peut être sûr que, si l\'adultération est
possible, elle est commise dans l\'immense majorité
des cas. I.es drogues, (jui servent à falsifier sont
préparées en grand et falsifiées elles-mêmes.

I^a fraude est une industrie, on pourrait dire
une science si ce n\'était profaner ce mol, car le
fraudeur, chose tricte à dire, est quelquefois expert,

1) Dictionnaire Encyclopédifiuc des science médicales. Tome l.

-ocr page 40-

28

il sait comment il pourra en toute sécurité tromper
l\'acheteur et entraver l\'analyse chimique."

Getuigenissen in dien geest van nog andere schrij-
vers kunnen m. i. thans wel achterwege blijven;
men kan verzekei\'d zijn, dat evenals in Engeland
en in Frankryk ook in andere landen het kwaad
der vervalsching steeds voortwoekert.

Bij het verkoopen van levensmiddelen kan men
op dit kwaad niet genoeg bedacht zijn en ik geloof
straks niet te veel gezegd te hebben, toen ik be-
weerde, dat een voornaam punt der maatschappe-
lijke zorgen uit den weg geruimd zou zijn, wan-
neer de staat zorg droeg, dal dergelijke vervalschte
levensmiddelen en handelsartikelen de grensen van
het Nederlandsch gebied niet overschreden.

In den regel is het resultaat, dal congressen op-
leveren, zeer middelmatig en wordt er door mij
dientengevolge over \'t algemeen weinig waarde aan-
gehecht. De hygiënische congre.ssen maken hierop
echter eene uilzondering en zijn een der weinige,
waarvan hel meeste heil te verwachten is.

Door mij is dan ook destijds mei blijdschap hel

-ocr page 41-

29

denkbeeld begroet, dal bij het Hygiënisch Congres
in Seplember 1882 te Grenère geopperd is, om na-
melijk alle gegevens bijeen te verzamelen, waardoor
de kennis in zake de vervalschingen zoo volledig
mogelijk verkregen zou kunnen worden, alsook het
bijeenzamelen van alle verordeningen in de ver-
schillende landen belrefiende de vervalsching van
levensmiddelen \').

Hierdoor is een eerste slap gezel op den weg tot
het verkrijgen van internationale bepalingen tot
wering van vervalschle levensmiddelen.

Bij het Hygienisch Congres in 1884 te \'s Ornveii-
Iiage gehouden werd dezelfde motie voorgesteld en
aangenomen, die in 1882 te Gcnèvc door Brouardcl
was geopperd.

Bij het Cc Internationale Chemisch pharmaceutisch
Congres te Brussel in 1885 gehouden werd een
voorstel van Dr. vaui linniol Koos belrelVende de
oprichting van een Internationaal Tijdschrift tegen

1) Quatrième Congres International d\' Hygiène et de Dé-
mographie îi
Genève, 4—î) Septembre 1R82. Comptes-Rendus
et Mémoires. Tome II, piig. 357 etc.

-ocr page 42-

30

de vervalsching van levensmiddelen met levendige
instemming ontvangen. Door de samenwerking van
geleerden van alle landen van Europa en vele
andere landen buitendien, is deze „Revue Inter-
nationale scientifique et populaire des Falsifications
des Denrées alimentaires" onlangs tot stand geko-
men i), en zal zij geroepen zijn der goede zaak

I

gewichtige diensten te bewijzen.

Niet alleen, dat hierdoor een orgaan gecrëeerd
wordt, waarin de hygiënisten en scheikundigen van
alle natiën hunne methoden van onderzoek kunnen
bespreken en vergelijken, benevens de aan onver-
valschte levensmiddelen te stellen eischen, doch
door de ten deele populaire richting van dit blad
zal ook het groote publiek, hetzij door de Revue
zelve, hetzij door aan haar door de Dagbladen ont-
leende artikelen, zich op de hoogte kunnen stellen
van den aard der vervalschingen, benevens van

1) Uitgegeven te Amsterdam bij Albert de Lange, en verder
te Pargs, Londen, Stockholm, Madrid, Lissabon, Leipzig,
Brussel cn New-York. Het eerste nummer verscheen 1.0 Sep-
teniber 1887.
k

-ocr page 43-

3i

eenvoudige middelen ter lierkenning, en last not
least van de namen der vervalscliende fabrikanten
of kooplieden in de verschillende landen.

Vóór ik van dit punt afstap, wil ik nog op het
voorbeeld wijzen, dat Spanje geeft en dat navolging
verdient.

De Spaansche regeering toch heeft de douane-
beambten bevolen geen wijn tot uitvoer toe te laten,
tenzij uit deugdelijke attesten of scheikundig onder-
zoek gebleken is, dat hij niet vervalscht is met
voor de gezondheid schadelijke stoffen.

In het andere geval moet de wijn aangehouden
en legen de uilvoerders proces-verbaal opgemaakt
worden.

Zeer juist heeft de Spaansche regoering hiermede
het belang van haar land begrepen, want door
dezen maatregel kan het niet andere, of de waarde
der Spaansche wijnen moei in de oogen der ver-
bruikers in andere landen rijzen.

„Ware deze maatregel o. a. reeds vóór lang door
onze regeering genomen ten opzichte van den uil-
voer van boter, onze oude roem zou waarschijnlijk
behouden gebleven zijn, en er was voorkomen het-

-ocr page 44-

32

geen nu reeds tot onomstootelijke waarheid is ge-
worden, dat op de beursnoteering van de groote
Londensche botermarkt alleen nog maar „Friesche
boter" genoteerd is en dat die wordt gekwalificeerd
als te zijn van de „meest inférieure kwaliteit."

\'tis onbegrijpelijk, dat men niet inziet, hetgeen
door den Director van het Reichsgezundheitsambt
in den Duitschen Rijksdag zoo juist is gezegd: „In
einem unserer Nachbarstaaten, wo man es unter-
lassen hatte, rechtzeitig gesetzliche Bestimmungen
zu treffen, waren die Folgen anfangs eine Steige-
rung des Exports, nachher ein jähes Nachlassen."

Het is daarom dringend noodzakelijk, dat de
Nederlandsche regeering met den meesten spoed
strenge bepalingen neemt ten opzichte van den
invoer, maar ook van den uitvoer, van levensmid-
delen etc.

We hebben onzen roem als zeevarende natie ver-

1) Ilappoit aan den minister van Waterstaat, Handel cn
Nyverheid, uitgebracht door dc by Koninklijk besluit van 18
September 188G N®. 28 ingestelde Landbouw-Comiüissie.

-ocr page 45-

33

loren, bet vroeger zoo geroemde Hollandsche vee
is lang zoo sterk niet meer gewild in het buiten-
land , en de alom vermaarde Hollandsche roomboter
mag in sommige landen van Europa niet eens meer
ingevoerd worden, voorwaar redenen genoeg om
de hand aan den ploeg te slaan en te toonen, dat

het der regeering ernst is in het opvatten van
haar taak.

Nederland mag niet langer het „Eldorado" voor
buitenlandsche vervalschers en bedriegers zijn, daar-
voor dus strenge bepalingen omtrent den invoer
van levensmiddelen, en om het goede van de zaak
te bevorderen, dienen voor het binnenland nog
afzonderlijke maatregelen getroflen te worden.

Tn het maandblad tegen de vervalsching van
levensmiddelen etc. gaf Dr. van Hamel Koos in 1884
reeds eenige bepalingen daai\'omlrent aan, waarop
ik in mijn 3° Hoofdstuk nog terug hoop te komen.

Werden aan deze billijke eischen voldaan, zoo
zou men zeker een groote stap genaderd zijn tot
uitroeiing van hel kwaad
dc vervalsching van levens-
middelen.

-ocr page 46-

TWEEDE HOOFDSTUK.

Wetgeving.

Slechts in zeer korte trekken wensch ik hierover
het een en ander mede te deelen, daar het mij te
ver zou voeren, indien ik alle wetten, verordenin-
gen, raadsbesluiten, enz., in dat werk opnam.

Voor ik echter overga lol hel vermelden van de
thans in werking zijnde wetten enz. wil ik eenige
bepalingen, ordonnantiën en keuren uit de oudheid
en middeleeuwen vermelden.

We zien daaruit, dat er vroeger vrij slenge be-
palingen bestonden, strenge straiïen bedreigd wer-
den en bijna overal onderscheid werd gemaakt, of

«

beter gezegd strenger straf werd toegepast, indien

-ocr page 47-

35

de vervalsching of vermenging schadelijk voor de
gezondheid kon geacht worden.

Reeds bij de Romeinen werd een nauwkeurig
toezicht gehouden op hetgeen aan levensmiddelèn
werd aangevoerd.

Dit toezicht werd uitgeoefend door z. g. curatores
annonae die jurisdictie hadden; zij konden dus,
waar het noodig geoordeeld werd, straf opleggen.

Het vermengen van meel met krijt scheen toen
reeds dikwijls plaats te hebben, welk bedrog streng
gestraft werd.

Bij de Grieken werd de vervalsching van wijn met
water oogluikend toegelaten om daardoor de dron-
kenschap te beteugelen.

Ook in de middeleeuwen bestonden er verschil-
lende verordeningen betreffende de
vervalsching van
levensmiddelen.

De kooplieden waren verplicht hunne waren aan
de keuring te onderwerpen. Het toezicht op ;iange-
voerde levensmiddelen werd uitgeoefend door daartoe
aangestelde en bezoldigde marktmeestei-s.

Onder de artikelen, die bijzonder veelvuldig ver-

-ocr page 48-

36

valscht werden, schijnt de saffraan behoort te heb-
ben en dat dit streng gestraft werd, leeren ons de
annalen van de stad Xürnberg 1456—1469; daarin
toch vinden we vermeld:

Wegens vervalsching van saffraan en andere spe-
cerijen werden Hans Kolbel en een paar handlan-
gers in het openbaar levend verbrand
met de ver-
valschte waar.

Verbeurdverklaring dus van de vervalschte waren
en bovendien onmiddelijke vernietiging er van. Dit
laatste vooral verdient in sommige omstandigheden
navolging.

Doch ook dranken schenen veelvuldig met andere
ingrediënten vermengd te worden, want in het
Münchener stadsrecht vinden we: „swer das trin-
chen mischet, swelherlay trincken das Sei, der geit
dem richter zehen schilling pfenning, der stat as vil."

Hetzelfde stadsrecht strafte wijnvervalschers als
struikroovers.

In de reeds boven aangehaalde annalen van de
stad Nürnberg 1456—1469 vinden we daaromtrent
een eigenaardig vonnis.

Haydenhamer werd n. 1. wegens het doopen van

-ocr page 49-

37

wijn uit bijzondere genade (?) gestraft met het ver-
lies van beide ooren.

De stadsverordeningen van Freiburg anno 1520
stelden de
doodstraf op vervalschingen van koren,
wijn, geneesmiddelen en specerijen, wanneer n. 1.
die vervalschingen
schadelijk waren voor leven of
gezondheid^

Ook in de stadsrechten van Ilngenan anno 1164,
Frankfort anno 1297, Augsbiirg anno 127G en in
het Ditmarsehc landrecht anno 1497 vinden we
zware strafien bedreigd legen vervalschers van levens-
middelen of verkoopers van bedorven vleesch, enz.

Maar ook in ons vaderland bestonden lal van
keuren en ordonnantiën tegen allerhande soort van
vervalschingen.

Zoo spreekt een keur van hel jaar 1573 over ver-
valschingen van koopwaren in het algemeen, een
dito van 1579 over hel verkoopen van bedorven
schapenvleesch.

In 1G14 werd door Schout, Burgemeesleren en
Gerechte van \'s Gravenhagc, een keur uitgevaar-
digd op het slachten van beesten en hel verkoopen
van vleesch.

-ocr page 50-

38

In 1635 vinden we een keur op het verkoopen
van bedorven visch.

Ook botervervalsching scheen toen reeds veel voor te
komen. Hierover handelt een keur van het jaar 1661
getiteld „Renoventie verboth van geverfde boter".

In 1622 werd er door de algemeene staten een
placaat uitgevaardigd tegen het vermengen en ver-
valschen van hop.

Doch genoeg over verouderde en in onbruik ge-
raakte bepalingen, enz. Laat ons nu eens nagaan,
welke wetten op dit oogenblik in werking zijn.

Allereerst wensch ik stil te staan bij Buit^ehland
„het land der wetten en verordeningen".

Daar toch heeft men ingezien, dat de desbetref-
fende paragrafen van het Duitsche strafwetboek
onvoldoende waren en het dus dringend noodzake-
lijk was om een speciale wet te ontwerpen ter
keering van het steeds in uitbreiding toenemend
kwaad
de vervalsching van Icvemmiddekn.

De titel van deze wet is: Reichsgesetz betreffend
den verkehr mit Nahrungsmitteln, Genussmittcln
und Gebrauchsgegenständen vom 14 Mai 1879.

-ocr page 51-

39

Door bij die speciale wet een doeltreffend pre-
ventief toezicht te regelen en dat met strenge re-
pressieve maatregelen te verbinden, tot eene krach-
tige bestrijding van het voortwoekerende kwaad,
wilde men aan de overal oprijzende klachten te
gemoet komen.

flit den titel van de wet blijkt, dat de wetgever
niet alleen levensmiddelen en in het algemeen alles,
wat verbruikt wordt, aan hare bepalingen onder-
worpen heeft, maar ook artikelen van gebruik bin-
nen hare grenzen heeft getrokken.

Het zijn namelijk die artikelen van gebruik, die
door hunne bestemming met hel menschelijk orga-
nisme in eene zoo dichte nabijheid komen, dal zij,
gevaarlijke eigenschappen bezittende, daarop een
nadeeligen invloed kunnen uitoefenen.

Bovengenoemde wet verleent aan de politie toe-
gang lot alle localileiten, waar voedingsmiddelen
en verbruiksartikelen, gekleurd papier, voorwerpen
dienende om mede te eten, drinken of koken, olie
enz., te koop worden gesteld en wel op de gewone
uren van verkoop en gedurende den lijd, dat zij
voor hel publiek toegankelijk zijn.

-ocr page 52-

40

Zij l<an ten fine van onderzoek en tegen ontvangst-
bewijs een monster van de bedoelde artikelen nemen.

Voor het monster wordt de verkoopprijs betaald,
terwijl op verzoek een gedeelte van het monster,
na behoorlijk verzegeld te zijn, afgegeven wordt.

De handelaar is niet bevoegd te weigeren aan de
politie de gevraagde monsters te verkoopen.

In het belang der openbare gezondheid kunnen
met inachtneming van zekere waarborgen worden
verboden:

1°. Bepaalde wijzen van bereiding, bewaring en
verpakking van tot verkoop bestemde levensmiddelen
en verbruiksartikelen.

2°. De handel en het te koop stellen van voe-
dingsmiddelen en verbruiksartikelen van bepaalden
aard of onder eene benaming in strijd met hun
vverkelijken aard.

3°. De verkoop en hel te koop stellen van slacht-
vee lijdende aan bepaalde ziekten, zoomede van
vleesch afkomstig van beesten, die daaraan lijdende
waren.

4°. Hel gebruik van bepaalde stoffen en kleur-
stoffen voor de vervaardiging van kleedingslbfien,

-ocr page 53-

41

speelgoed, gekleurd papier en van zaken dienstig
bij het eten, drinken of koken, evenals de handel
en het te koop stellen van artikelen in strijd met
deze verbodsbepalingen, gefabriceerd.

5°. De handel in en het te koop stellen van
bepaalde oliën.

De bereiding, handel in en het te koop stellen
van zaken, welke voor het vervalschen van voedings-
middelen of verbruiksartikelen bestemd zijn, kan
in het geheele rijk worden verboden of beperkt.

Overtreding der bepalingen, in het belang der
openbare gezondheid gegeven, wordt gestraft met
eene boete van hoogstens M. 150 of gevangenisstraf.

De verschillende bondsstaten kunnen geen hoogere
stralïen bedreigen. Wel kunnen zij aan de politie
uitgebreider bevoegdheid verleenen.

Eene boete van 50—150 M. is bedreigd legen hem,
die aan de politie den toegang weigert, of onwillig
is om een monster (legen betaling van den koop-
prijs) af Ie geven.

Met gevangenisstraf van hoogstens zes maanden
en een maximum van M. 1500 boete, of beide,
wordl gestraft:

-ocr page 54-

42

1®. Hij die bedriegelijk voedingsmiddelen of ver-
bruiksarlikelen namaakt of vervalscht,

2°. hij die dezelve, wetende dat zij bedorven,
nagemaakt of vervalscht zijn, verkoopt zonder den
kooper daarvan in kennis te stellen, of dezelve te
koop stelt onder eene valsche benaming.

In geval van achteloosheid wordt de straf lot eene
boete van hoogstens M. 150 gereduceerd.

Met gevangenisstraf en ontzetting, van burger-
schapsrechten wordt gestraft:

1®. Hij, die opzettelijk zaken tol voeding of ver-
bruik bestemd, zoodanig bereid heeft, dal het ge-
bruik daarvan schadelijk voor de gezondheid is, als-
mede hij die desbewust als artikelen voor voeding
en verbruik heeft verkocht, te koop gesteld of in
den handel gebracht, zaken, die voor de gezondheid
schadelijk zijn.

2°. Hij, die opzettelijk voor de gezondheid schade-
lijke kleedingstoffen, speelgoed., gekleurd papier,
voorwerpen dienstig voor hel eten, drinken of koken,
of wel olie, heeft bereid, zoomede hij, die dergelijke
artikelen desbewust verkoopt, te koop stelt, of in
den handel brengt.

-ocr page 55-

43

Poging daarloe is eveneens strafbaar.

Is ernstig letsel of de dood het gevolg, dan kan
tuchthuisstraf tot een maximum van 5 jaar opgelegd
worden.

De bedreigde straffen zijn zwaarder of lichter,
naarmate opzet, schuld of nalatigheid, aanwezig is
en naarmate een meer of minder ernstig nadeel
veroorzaakt is, of voorzien kon worden.

Als bijkomende straf kan de rechter bovendien
de bereids verkochte, te koop gestelde, of in den
handel gebrachte voorwerpen
verbeurd verklaren ,
hetzij deze al dan niet aan den veroordeelde toe-
behooren, terwijl verbeurdverklaring alléén plaats
vindt, als het niet mogelijk is de schuldige te trelTen.

De rechter kan mede de openbaarmaking zijner
uitspraak gelasten.

In geval van vrijspraak kan dit ook op verzoek
van den beschuldigde plaats hebben.

Eene ordonnantie van 1 Mei 1882 geeft eene be-
paling van wat on^er giftige verfstolTen moet wor-
den verstaan en verbied in een reeks van vijf arti-
kelen het gebruik daarvan.

-ocr page 56-

44

Priiissen.

Eene ministrieele aansehrijving van 28 Januari
4884 stelt eenige bepalingen vast over den handel
in melk.

Men achtte dit onderwerp voor eene uniforme
regeling niet vatbaar en gaf eenige bepalingen, die
voor de plaatselijke overheid tot gids kunnen dienen.

Beieren.

Behalve de algemeene rijkswet van 14 Mei 1879
waakt de wet van 16 Mei 1868, herzien 23 Aug.
1870, speciaal tegen het vervalschen van bier.

Het is absoluut verboden bij de bereiding andere
stolTen te gebruiken dan watergist, mout en hop,
onverschillig of het bier voor inlandsch gebruik of
tot uitvoer bestemd is.

Engeland.

De wet op de openbare gezondheid van 1875

#

verleent aan den medical officer of aan den inspec-

-ocr page 57-

45

teur met het toezicht op de gezondheid belast, de
bevoegdheid om ten allen tijde de tot verkoop be-
stemde levensmiddelen als vleesch, gevogelte, visch,
koren, meel, melk enz., welke hem ongezond,
onrein of bedorven toeschijnen, te onderzoeken.
Bij weigering tot toegang verleent de vrederechter
machtiging om binnen te dringen.

De medical officer en de inspecteur met het toe-
zicht belast kan de voorwerpen die hem verdacht
voorkomen in beslag nemen. Wordt dit vermoeden
door de uitspraak van den vrederechter bevestigd,
dan kan gevangenisstraf en boete worden opgelegd.

Tevens kan vernietiging bevolen worden van wat
voor de gezondheid schadelijk is geoordeeld.

Eene praktische bepaling is deze, dat de wet
aanneemt, dal het te koop gestelde artikel voor
voeding bestemd was, zoodal het bewijs vaii het
tegendeel van den verdachte verlangd wordt.

De wel van 11 Aug. 1875 op het verkoopen van
voedings- en geneesmiddelen verbiedt in het alge-
meen hel vermengen, kleuren, verwen en bestrooien
van lol verkoop bestemde eet- en drink waren met
voor de gezondheid schadelijke bijmengsels, het

-ocr page 58-

412

hevelen en toelaten van dergelijke bewerkingen, als-
mede den verkoop der aldus bewerkte waren.

Ook hier onderstelt de wet, dat de verdachte,
van de vervalsching kennis droeg.

Op straffe van f 20.— wordt verboden de verkoop
van eet- en drinkwaren en geneesmiddelen, die
niet voldoen aan de door den kooper verlangde
eigenschappen: aard, kwaliteit en substantie, zoo-
mede de verkoop van levensmiddelen enz., samen-
gesteld uit andere stoffen, dan door den kooper
waren verlangd.

Verschillende voorschriften worden gegeven om
eene goede uitvoering dezer wet te verzekeren.
Ieder kooper kan bet gekochte door een daartoe
aangewezen persoon laten onderzoeken.

Dc ambtenaren met de uitvoering der wet belast
kunnen zich monsters van de verdachte voorwerpen
doen afgeven om deze te laten onderzoeken.

Ieder particulier, die iets koopt om hel te lalen
onderzoeken, moet den verkooper van zijn voor-
nemen kennis geven. Mij verdeelt hel gekochte
onmiddelijk in drie deelen, die alle gewaarmerkt
en verzegeld worden. Een dient voor onderzoek,

-ocr page 59-

47

de beide anderen behouden de kooper en de ver-
kooper ter vergelijking.

Frankryk.

De wetten van 16—24 Aug. 1790, bevestigd door
de wetten van 18 Juli 1837 en 5 April 1884 dragen
het toezicht over dranken en voedingsmiddelen op
aan de Maires en aan den prefect van Politie te Parijs.

Behalve de Code Pénal, die tegen vervalsching
op zeer onvoldoende wijze waakt, bedreigt dc wet
van 27 Maart 1851 met gevangenzetting en geld-
boeten hem, die levens- of geneesmiddelen, tot
verkoop bestemd, heeft vervalscht; hem die dezelve
verkoopt of te koop stelt, wetende dat zij vervalscht
of bedorven zijn.

Verzwaard wordt de straf, als de vervalsching met
voor de gezondheid schadelijke sloflen heeft plaats
gehad.

Of (Ie kooper of verbruiker bekend is of niet mei
de schadelijke eiijenschnppen, loch wordl de schuldige
ijeslraft.

Verbeurd verklaring kan worden bevolen en even

-ocr page 60-

48,

als in Engeland staat het den rechter vrij om de
vernietiging te bevelen van waren voor de gezond-
heid schadelijk.

Verder kan openbaarmaking der rechterlijke uit-
spraak ten koste van den veroordeelde worden be-
volen.

Het Hgt niet op mijnen weg, om eene opsomming
van alle verschillende bepalingen en wetten te
geven; slechts enkele meenden ik te moeten aan-
stippen terwijl het mij mede te ver voert om den
strijd over de beteekenis van het woord
vervalsching
na te gaan, of over de rechtstoepassingen van
verschillende wetten uit te wijden.

Ik maak hier nog slechts melding van een zeer
uitvoerige ordonnantie van 15 Juni 18G2 over het
kleuren en conserveeren van voedingsmiddelen,
welke vele doelmatige bepalingen bevat.

Zij verbiedt het gebruik van vei\'schillende stolTen
en eischt, dat de naam van den vervalscher of
verkooper wordt vermeld, geeft voorschriften over
de verpakking enz.

-ocr page 61-

415

Ten slotte nog een paar woorden over de weiten
en bepalingen tegen vervalsching enz, in ons land.

Een afzonderlijke wet tegen de vervalsching, zooals
in Duitschland en sommige andere landen, hebben
wij niet.

Het Wetboek van Strafrecht artt. 174, 175, 176,
329 , 330 , 339 N° 1 bevat daaromtrent bepalingen.

Art. 174.

Hij, die waren verkoopt, te koop aanbiedt, afle-
vert of uitdeelt, wetende dat zij voor het leven of
de gezondheid schadelijk zijn, en dat schadelijk
karakter verzwijgende, wordt gestraft met gevan-
genisstraf van ten hoogste vijftien jaren.

Art. 175.

Hij, aan wiens schuld te wijten is, dat waren,
schadelijk voor het leven of de gezondheid, ver-
kocht , afgelevert of uitgedeeld worden, zonder dal
de verkooper of verkrijger met dal schadelijk ka-
rakter bekend is, wordt gestraft met hechtenis van
ten hoogste zes maanden of geldboete van ten
hoogste drie honderd gulden.

-ocr page 62-

50

Indien het feit iemands dood tengevolge heeft,
wordt de schuldige gestraft met hechtenis van ten
hoogste een jaar.
De waren kunnen worden verbeurd verklaard.

Art. 176.

Bij veroordeeling wegens eenig in dezen titel om-
schreven misdrijf, kan de schuldige worden ontzet
van de uitoefening van het beroep, waarin hij het
misdrijf begaan heeft.

Bij veroordeeling wegens een der in de art. 174
en 175 omschreven misdrijven,.kan de rechter de
openbaarmaking zijner uitspraak gelasten.

Art. 329.

Met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar
wordt gestraft de verkooper die den kooper bedriegt.

1° door hem, die een bepaald aangewezen voor-
werp kocht, opzettelijk iets anders daarvoor in de
plaats te leveren.
2° ten opzichte van den aard, de hoedanigheid

of de hoeveelheid van het geleverde, door het aan-

«

wenden van listige kunstgrepen.

-ocr page 63-

51

Art. 330.

Hij, die eet- of drinkwaren of geneesmiddelen
verkoopt, te koop aanbiedt of aflevert, wetende dat
zij vervalscht zijn, en die vervalsching verzwijgende,
wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
drie jaren.

Eet- en drinkwaren zijn vervalscht, wanneer door
bijmenging van vreemde bestanddeelen hunne waarde
of hunne bruikbaarheid verminderd is.

Art. 839 1.

Bij veroordeeling wegens een der in dezen titel
omschreven misdrijven, kan de rechter de open-
baarmaking zijner uitspraak gelasten en de schul-
dige worden ontzet van de uitoefening van het be-
roep waarin hij het misdrijf begaan heeft.

-ocr page 64-

DERDE HOOFDSTUK,

Heb ik in het eerste Hoofdstuk de noodzakeUjk-
heid aangetoond, dat onze regeering strenge maat-
regelen neme tegen den verkoop en den in- en
uitvoer van vervalschte levensmiddelen en verbruiks-
artikelen, in het tweede hoofdstuk loonde ik aan,
dat ons land op het gebied van de betreffende wets-
bepalingen verre achterstaat bij andere landen, zoo
als Buitschland, Engeland, Frankrijk, enz.

In vei\'schillende landen heeft men reeds lang in-
gezien, dat de gewone bepalingen omtrent verval-
sching, opgenomen in de respectieve strafwetbpeken,
niet voldoende waren om het met den dag toene-

-ocr page 65-

53

raend kwaad de vervalsching van levensmiddelen tegen
Ie gaan.

Nieuwe verordeningen werden vastgesteld allerlei
bepalingen werden gemaakt om de goede uitvoering
dier wetten te bevorderen en in eigen boezem werd
daardoor aan de kwade praktijken der vervalsching
reeds veel afbreuk gedaan.

Niettegenstaande dit alles is men echter overtuigd,
dat nog zeer veel gedaan moet worden om dit maat-
schappelijk kwaad naar behooren tegen te gaan.

Is men dus in die landen, waarin reeds vrij
strenge bepalingen omtrent de vervalsching bestaan,
nog niet geheel tevreden, dan is het niet te ver-
wonderen, dat men in Nederland zeer ontevreden
is omtrent dit punt en dal men reikhalzend uitziet
naar den lijd, dat, om zoo te zeggen geen vrij spel
meer gelaten zal worden aan den invoer, verkoop
en uitvoer van allerlei vervalschle artikelen.

Hoeveel vocht wordt niet jaarlijks ingevoerd onder
de benaming van
wijn, dat niets met het gegiste
druivensap gemeen heeft dan de kleur, en welke
kleur nog dikwijls verkregen is door hoogst schade-
lijke en giftige kleurstoffen?

-ocr page 66-

54

Hoeveel honderden vaatjes roomboter worden
niet in de laatste jaren verkocht en uitgevoerd, die
geheel of gedeeltelijk gevuld zijn met
manjarine
boter
en dan nog dikwijls met kunstboter van de
meest inferieure kwaliteit?

Staan we niet verbaasd, dat onophoudelijk groote
partijen meel, met aluin of marmergruis vermengd,
ongestraft kunnen worden ingevoerd?

Doch genoeg, het is van algemeene bekendheid,
dat de vervalsching eene ontzagwekkende uitbrei-
ding geeft genomen, dat in ons land veel, ja zeer
veel vervalschte waren worden ingevoerd en ver-
kocht.

Eveneens weet men algemeen, dat onze vroeger
zoo vermaarde
roomboter tegenwoordig op sommige
markten in het buitenland niet meer verhandeld
mag worden, dat ze op de Londensche markt onder
de laagste prijsnoteering voorkomt en dan nog wel
onder de rubriek
inferieure kwaliteiten, ja in som-
mige landen is de naam
Dutch butter, synoniem
aan
kunstboter.

Redenen genoeg om met allen ernst en spoed
uitgebreide en strenge maatregelen te nemen om

-ocr page 67-

oo

paal en perk te stellen aan een toestand, die on-
houdbaar is.

Want ik herhaal hier nogmaals, wat ik reeds in
mijn Ie hoofdstuk heb gezegd, dat het ongetwijfeld
nadeelig is voor de gezondheid wanneer men levens-
middelen gebruikt, die vervalscht zijn met schade-
lijke bestanddeelen.

Al is de hoeveelheid gering, men moet bedenken,
dat juist het langdurig en dagelijksch gebruik scha-
delijk is.

Al kan men nog niet met wetenschappelijke zeker-
heid de nadeelige gevolgen aantoonen, die kunnen
ontstaan door het langdurig gebruik van aluin,
salicylzuur, gips, zwaai\'spaath, enz., enz., zoo gaat
het niet aan, dc bcmoeing van den staat te schor-
sen, totdat ons weten volmaakt zal zijn.

Dikwijls wordt hiertegen ingebracht, dal gevaar
relatief is en dal wat voor den een verderfelijk is,
dikwijls onschadelijk is voor den ander. Zeer juist,
maar het feit, dal het voor den een verderfelijk,
ja voor één mensch verderfelijk kan zijn, moei
voor den staat reeds reden genoeg zijn om hel ge-
vaar zooveel mogelijk af te wenden.

-ocr page 68-

56

Een relatief gevaar trouwens kenmerkt alle ge-
meen gevaarlijke misdrijven. De persoon, die op-
zettelijk een bewoond huis in brand steekt, doet
ook een relatief gevaar ontstaan: het kan voor den
een onschadelijk, voor den ander verderfelijk wor-
den; is het misdrijf daarom minder zwaar, het
gevaar voor de maatschappij minder groot?

Had de Commissie van Rapporteurs voor het
nieuwe strafwetboek in 1880 zich vereenigt met het
voorstel der Regeering, dan hadden wij nu reeds
strenger bepalingen gehad. Immers art. 187 van
het
ontwerp-wetboek van strafrecht bevatte strafbepa-
lingen tegen.

den verkooper van voor leven of gezondheid ge-
vaarlijke stoffen, wetetule dat zij tot vermenging van
eet- of drinkwaren moeten dienen;

den vermenger zeiven;

hem, die deze met gevaarlijke stoffen vermengde
eet- of drinkwaren verkoopt, te koop aanbiedt, afle-
vert, uitdeelt of ten verkoop of ter uitdceling in voor-
raad heefl.

De Commissie kon zich echter niet vereenigen
met het stelsel der Regeering, dal volgens hare

J \'

J ;
t :

) ,
} i

-ocr page 69-

57

meening tot onoverkomelijke praktische moeijelijk-
heden zou leiden.

De Regeering heeft helaas aan de bezwaren der
Commissie toegegeven.

Het gevolg is, dat wij nu een verminkt artikel
verkregen hebben, art. 174 van het Wetboek van
Strafrecht, waardoor stralfeloos in het groot voor
leven of gezondheid gevaarlijke waren vervaardigd
of verkocht kunnen worden, stralTeloos handel kan
gedreven worden in schadelijke stoffen bestemd ter
vermenging met eet- of drinkwaren, straffeloos voor
leven of gezondheid schadelijke waren in voorraad
kunnen gehouden worden, waardoor tevens een
mogelijk doeltreiïend preventief toezicht, gelijk de
Duitsche wet dat heeft, onmogelijk gemaakt is.

Laat de Nederlandsche Regeering dus niet langer
dralen, maar het goede voorbeeld volgen door andere
Stalen gegeven, namelijk een speciale wet te on-
derwerpen ter keering van het kwaad: de
verval-
sching van levensmiddelen cn vcrbrniksartikclcn.

In mijn 1® hoofdstuk heb ik reeds gezegd, dal

-ocr page 70-

58

het niet voldoende is, bepalingen alleen voor het
Binnenland te maken; men moet beginnen met
bepalingen regelende den in- en uitvoer, en zoo
mogelijk in overeenstemming met andere landen,
maar daarnaast behooren bepalingen regelende den
verkoop van vervalschte artikelen in ons land zelf.

Nam men bijv. alleen maatregelen om den invoer
van vervalschte artikelen tegen te gaan, dan zou
men misschien spoedig zien, dat door
groolverval-
schei\'s
uit het buitenland, in ons land filialen werden
geopend en men de artikelen onvervalscht naar Hol-
land zond om ze eerst hier flink te vervalschen.

Daarom is het ook dringend noodzakelijk, dat de
bereiding, handel in en het te koop stellen van
zaken, welke voor het vervalschen van voedings-
middelen of verbruiksartikelen bestemd zijn, ver-
boden ol beperkt kunnen worden.

Men moet wel bedenken, dat in dc grootste fa-
brieken zeer bekwame scheikundigen als het ware
afgericht worden, om de stoffen zoodanig te ver-
valschen, dat de met het onderzoek belaste des-
kundigen op een dwaalspoor gebracht worden. Ont-
dekt de justitie het bedrog, dan zijn enkele guldens

-ocr page 71-

59

boete de straf voor een bedrijf, dat misschien hon-
derdduizenden guldens opgeleverd heeft, maar mis-
schien ook menigeen ongelukkig heeft gemaakt.

Men moet dus een preventief toezicht houden,
m. a. w. den invoer van stoffen, waarmede ver-
valscht wordt, beletten.

Waarschijnlijk zullen bezwaren van finantieelen
aard worden geopperd; dit mag echter geen be-
letsel zijn.

Dat er moeijelijkheden aan verbonden zullen zyn,
valt niet te ontkennen; maar ook dat mag geen
beletsel zijn.

De volksgezondheid gaal boven en voor alles.

-ocr page 72-

BESLUIT.

Het is in het belang van het algemeen dringend
noodzakelijk, dat de Regeering onverwijld overga
lot hel benoemen van eene commissie van deskun-
digen lol hel samenstellen van eene speciale wet:

1°. Ter bestrijding, van de vervalsching van
levensmiddelen en verbruiksartikelen, zoowel wat
betreft den in- en uitvoer, als den handel en ver-
koop hier te lande.

Strenge bestraffing door boete en gevangenisstraf
moet bedreigd worden legen vervalschers, die
scha-
delijke
stoffen bezigen; hooge geldboete voor hen,

-ocr page 73-

Ol

die de waren met onschadelijke stoffen mengen, en
dus alleen de waarde verminderen.

2°. Regelende den invoer en verkoop van arti-
kelen of voorwerpen, bestemd tot het gereed maken
of gebruiken van spijzen of dranken, zooals keuken-
gereedschappen, enz., wier samenstelling schadelijk
voor de gezondheid moeten worden geacht.

3°. Het verbieden of beperken van den invoer,
de bereiding, den handel in en het te koop stellen
van zaken, welke voor hel vervalschen van voe-
dingsmiddelen of verbruiksartikelen bestemd zijn.

4®. Streng toezicht van Staatswege op de artikelen,
afgeleverd door fabrieken van levensmiddelen en in
hel bijzonder op de artikelen, geproduceerd door
fabrieken van z. g. verduurzaamde levensmiddelen.

5°. De oprichting van zooveel mogelijk gelijk-
soortig georganiseerde inrichtingen voor onderzoe-
kingen van eetwaren, dranken en keukengereed-
schappen, zoowel van Staats- als van Gemeentewege.

-ocr page 74-

02

De gelegenheid tot onderzoek van levensmiddelen,
moet voor minvermogenden geheel kosteloos gegeven
worden.

Het opgeven van naam en woonplaats van den
verkooper of fabrikant moet daarbij verplichtend
zijn, en hiervan moet een statistiek gehouden wor-
den, die op gezette tijden gepubliceerd wordt.

6°. De vaststelling van geUjke methoden bij het on-
derzoek en de beoordeeling van levensmiddelen, enz.

7°. Bepalingen voor een nauwkeurig onderzoek
van Staats-
en Gemeentewege naar den verkoop in
het klein, dus in winkels, op markten, enz.

8°. Voorschriften en bepalingen voor het oprichten
van chemische laboratoria aan de grenzen (of in de
Entrepót-plaatsen) voor het onderzoek der levens-
middelen, dranken en keukengereedschappen.

9°. Aanstelling van scheikundigen en verdere be-
ambten, ten einde eene goed georganiseerde gezond-
heids-politie op dit stuk in het leven te roepen.

-ocr page 75-

G3

Eene proeve van hetgeen in zoodanig ontwerp van
wet naar mijne meening gevonden zou moeten wor-
den, wensch ik hier te geven, daarbij gebruik ma-
kende van de door Prof. Hilgcr, Prof. Angèle Care
en Dr. van Hamel Koos bij het VI Internationale
Congres voor Hygiene en Dermographie, gehouden
in Weenen van 27 Sept.—2 Oct. 1887, gedane voor-
stellen, alsmede van de Duitsche Rijkswet betref-
fende „den Verkehr mit Nahrungsmitteln, Genuss-
mitteln und Gebrauchsgegenständen vom 14 Mai
1879," en van het voorstel van de bij Koninklijk
besluit van 18 Sept. 188G N°. 28 in Nederland aan-
gestelde Landbouw-Commissie aan den Minister van
Waterstaat, Handel en Nijverheid.

Art. 1. \'

1

De invoer, de bereiding, de handel in en het te
koop stellen van levensmiddelen, voorwerpen om
mede te eten, te drinken of te koken, zooals keuken-
gereedschappen, enz., staat onder aanhoudend toe-
zicht der Regeering.

-ocr page 76-

04
Art. II.

De invoer en uitvoer i) van vervalschte levens-
middelen en schadelijke voorwerpen is uitdrukkelijk
verboden.

Aan de grenzen zal hiervoor door daartoe aan-
gestelde zaakkundige beambten nauwlettend worden
gewaakt.

Art. III.

De beambten der gezondheids-politie (bedoeld op
pag. 62) hebben toegang tot alle localiteiten, waar
voedingsmiddelen en verbruiksartikelen, voorwerpen
dienende om mede te eten, te drinken ofte koken,
te koop worden gesteld, en wel op de gewone uren
van verkoop en gedurende den tijd, waarop die
plaatsen voor het publiek toegankelijk zijn.

Zij kunnen ten fine van onderzoek en tegen ont-
vangbewijs een monster van de bedoelde artikelen
nemen.

1) Ik lieb hier in liet byzondcr het oog op (Jen uitvoer

van roomboter.

t

-ocr page 77-

05

Voor het monster wordt de verkoopprijs betaald,
terwijl het gekochte onmiddelijk in drie deelen
wordt verdeeld. Een deel dient voor onderzoek,
de beide andere behouden de kooper en de ver-
kooper, ter vergelijking.

üe handelaar is niet bevoegd te weigeren aan de
politie de gevraagde monsters te verkoopen.

Arf. IV.

In hel belang der openbare gezondheid kunnen
met inachtneming van zekere waarborgen worden
verboden:

1°. Bepaalde wijzen van liereiding, bewaring en
verpakking van tot verkoop bestemde levensmiddelen.

Byv. Do vaten of verpakkingen, waarin bijv. surrogaten
van boter verkocht of verzonden worden, moeten voorzien
zyn van den voor liet surrogaat verkozen naam, in duidelyk
zichtbare letters, terwijl diezelfde naam ook vermeld moet
zyn op dc facturen, de vrachtbrieven cn cognossementen,
die de verzendingen der surrogaten moeten vergezellen.

2°. De handel en hel Ie koop stellen van voe-
dingsmiddelen, enz., van bepaalden aard of onder
eene benaming in strijd met lum werkelijken aard.

-ocr page 78-

CG

Bijv. Vloeistoffen, die tot dusverre onder den naam van
wijn in den handel gebracht werden, en die door het ver-
mengen van water met wijngeest, suiker, wynsteen, aether-
soorten, essences, enz. ontstaan zijn, mogen niet als wyn
maar onder een anderen, bepaald kenmerkenden naam ver-
kocht worden.

Onder het woord boter moet verstaan worden dat vet-
artikel, welks beslanddeelen uitsluitend uit melk verkregen
worden.

Surrogaten van boter worden niet als l)0i€r, noch onder
een gelykluidenden naam b. v.
butler of butterine, noch onder
een samengesteld woord, waarin het woord boter voorkomt,
in den handel gebracht.

3°. Het gebruik van bepaalde sloden en kleur-
stoffen voor de vervaardiging van kleeding.slolTen,
speelgoed, gekleurd papier en van zaken dienstig
bij het eten, drinken of koken, evenals de handel
en het te koop stellen van artikelen in strijd met
deze verbodsbepalingen gefabriceerd.

Bijv. behangselpapier enz., gekleurd met Schweinfilrter
groen mag niet ingevoerd, verkocht of in voorraad gehouden
worden; kleurstoffen die schadelyk voor de gezondheid zyn,
mogen niet gebruikt worden voor do bereiding, bestrooing,
kleuring enz., van speelgoed, suikerwerk, enz.

SS

-ocr page 79-

07

Kookgereedschappen, die loodhoudend zijn of loodhoudend
soldeersel bevatten, mogen niet verkocht of ingevoerd worden.

Arf. V.

\' De Regeering kan den invoer, de bereiding, den
handel in en het te koop stellen van zaken, welke
voor het vervalschen van voedingsmiddelen bestemd
zijn, in het geheele rijk verbieden of doen beperken.

Art. VI.

Met geldboeten en gevangenisstraf wordt gestraft:

1° de verkooper van voor leven of gezondheid
gevaarlijke stolfen, wetende dat zij tot vermenging
van eet- en drinkwaren moeten dienen;

2° de vermenger zelve;

Art. VII.

Met eene boete van 50—1(X) gulden wordt ge-
straft hij, die aan «Ie politie den toegang weigert,
of (mwillig is om een monster (tegen betaling van
den koopprijs) af te geven.

-ocr page 80-

68

Art. Vin.

Met gevangenis straf van hoogstens vijfmaanden
en een maximum van 1000 gulden boeten, of beide,
wordt gestraft:

1° Hij, die bedriegelijk voedingsmiddelen of ver-
bruiks artikelen namaakt of vervalscht;

2° hij, die dezelve, wetende dat zij bedorven,
nagemaakt of vervalscht zijn, verkoopt zonder den
kooper daarvan in kennis te stellen, of dezelve to
koop stelt onder eene valsche benaming.
- In geval van achteloosheid wordt de straf tot
eene boete van hoogstens 100 gulden beperkt.

Art. IX.

Met gevangenisstraf en ontzetting van burger-
rechten wordt gestraft:

1° hij, die opzettelijk zaken tot voeding of ver-
bruik bestemd zoodanig bereid heeft, dat het ge-
bruik daarvan schadelijk voor \'de gezondheid is,
alsmede hij die desbevvust als artikelen voor yoeding
en verbruik heeft verkocht, te koop gesteld of in

-ocr page 81-

69

den handel gebracht, zaken, die voor de gezond-
heid schadelijk zijn.

2° hij, die opzettehjk voor de gezondheid schade-
lijke kleedingstolTen,. speelgoed, gekleurd papier,
voorwerpen dienstig voor het eten, drinken of koken,
heeft bereid, zoomede hij, die dergelijke artikelen
desbewust verkoopt, te koop stelt, of in den handel
brengt.

Poging daartoe is eveneens strafbaar. Is ernstig
letsel of de dood het gevolg, dan kan tuchthuisstraf
lot een maximum von 10 jaar opgelegd worden.

Art. X.

Dc rechter kan bovendien de bereids verkochte,
te koop gestelde, of in den handel gebrachte voor-
werpen
verbeurdverklaren y hetzij deze al dan niet
aan den veroordeelde loebehooren, terwijl verbeurd-
verklaring alléén plaats vindt, als het niet mogelijk
is om den schuldige te treilen.

Art. XI.

Alle artikelen die vervalscht zijn met voor de

-ocr page 82-

70

gezondheid schadelijke bestanddeelen worden om-

middelijk na de veroordeeling vernieiigd.

i

Art. XII.

De rechter kan mede de openbaarmaking van het
vonnis gelasten.

In geval van vrijspraak kan deze openbaarmaking
op verzoek van den aangeklaagde plaats hebben.
De kosten te dragen door den Staat.

Mochten ook andere landen gelijktijdig tot eene
internationale samenwerking bereid gevonden wor-
den, dan zou het wenschelijk zijn, dat eene inter-
nationale commissie benoemd werd, beslaande uit
drie leden voor elk land, met de opdracht inlei-
natioiude maatregelen tegen ile vervalsching van
levensmiddelen te beramen, en voor tc stellen,
eventueel te helpen in toepassing brengen.

Deze commissie, waarvan de leden zich natuurlijk
steeds zouden moeten verslaan met de deskundigen
en hoogste hygienische commission hunner -landen,
zoude vooi\' alles het volgende moeten beoogen.

-ocr page 83-

71

I.

De invoering van een regelmatig onderzoek van
levensmiddelen.

II.

De oprichting van zooveel mogelijk gelijksoortig
georganiseerde inrichtingen voor onderzoekingen,
zoowel van Staats- als van Gemeentewege.

III.

De vaststelling van gelijk methoden bij het onder-
zoek en de beoordeeling van levensmiddelen.

IV.

Met ontwerpen eener internationale wetgeving op
hel gebied van levensmiddelen, met zooveel mo-
gelijk gelijksoortige of identieke middelen ter be-
reiking van het doel.

V.

Ilet opleggen der verplichting om aan de verpak-

-ocr page 84-

72

king der surrogaten of stolTen, welke tot verval-
sching van levensmiddelen en dranken kunnen die-
nen, eene overeengekomen kleur te geven, en dat
wel in de eerste plaats voor die stofTen,\'welke in
de verschillende landen als schadelijk voor de ge-
zondheid beschouwd worden. Buitendien moet op
de verpakking in duidelijk schrift en in een aan te
wijzen taal, de juiste benaming van het artikel te
lezen staan.

VI.

Een voortdurende, onderlinge vei-standhouding
tusschen de officieele scheikundigen, belrefTende
de geconstateerde vervalschingen, de wetten tegen
de vervalsching en hare veranderingen, en de pro-
ducten of mengsels verboden in de verschillende
landen.

-ocr page 85-

STELLINGEN.

-ocr page 86-

ij i^it

VJ-.-

\' t-j/t f ..Hf

- ■ ■ ■ ■ ~ - ■ ■

. 1 \' » v

V...?

> V

VfV\'.\')-

: ii

. \'li

■ ; \' ^Cc\'i

y"

\' - V>. ii,

■J

-ocr page 87-

8 T E L L1 iN G K N.

I.

Do vülksgezoiullioid dieiido een voorwerp Ie zijn
van de aanhoudende zorg der Regeering.

II.

Inlernallonale maatregelen legen de vervalsching
van voedingsmiddelen zijn zeer gewenschl.

III.

Hel niter van (lininbcrland is een praktisch bruik-
baar liller, dal micro-organismen uil water kan
tegenhouden.

-ocr page 88-

76

IV.

De belasting op ramen en deuren, verdient uit
een Hygienisch oogpunt, afkeuring.

V.

Te recht kent Jlittcrmaicr den gerechtelijken ge-
neeskundigen het recht toe, de obductie van reeds
in rotting overgegane lijken, te weigeren.

VI.

Wettelijke regeling en algemeene invoering van
geneeskundig staatstoezicht op de prostitutie is uit
een sanitair oogpunt dringend noodig.

VII.

De musculi Intercostales dienen om bij de adem-
haling de gelijkmatige spanning der intercostaal-
ruimten te bewaren.

VIII.

Het „dauerverband" verdient meerdere toepassing.

IX.

De beste therapie bij ganglion is exstirpatie.

-ocr page 89-

77

X.

Rij coxarthritis besluite men niet te spoedig tot
resectie.

XI.

De gunstigste therapie bij Placenta praevia cen-
tralis is sectio Caesarea.

XIT.

Bij ongeneeslijke urethero-vaginaal fistels is
nephrectomie geindiceerd.

XIII.

Bij kcering op hot bekkenuiteinde vatte men steeds
die knie of dien voet aan,\' welken men het eei-ste
vindt.

XIV.

Bij de geboorte van een kind zij men niet te
haastig met hel afbinden van de navelstreng.

XV.

Voor de therapie staal ben purulent |)leuritisch
exsudaat gelijk met een absces.

-ocr page 90-

XVI.

78

Tabes dorsalis berust op syphilis.

XVIÏ.

Paralysis cordis is de oorzaak van den dood bij
.croupeuse pneumonie.

XVlli.

Het bevorderen der spijsvertering met acidum
hydrochloricum bij Chlorose, heeft meer waarde
dan het toedienen van martialia.

XIX.

In acute koortsachtige toestanden mag een her-
haald onderzoek der borstorganen nooit achterwego
blijven.

XX.

Het gebruik van antipyrinft als anaestheticum
verdient aanbeveling.

XXI.

Ten onrechte verwerpt Michel de galvanocaustische
l)ehandeling van ulcera corneae.

-ocr page 91-

70

XX TI.

Men beginne de behandeling van Trachoom mei
het uildruivken der follikels.

XXIII.

„Wenn wir zehnmal unnütz exstirpirten, um in
einem Falle eine wirkliche derartige Gefahr (Symp.
Ophthalm.) zu beseitigen, so bliebe die Exstirpation
meines Erachtens angezeigt."

von Graefe.

XXIV.

Gastromalacie is een lijkverschijnsci.

XXV.

Reinheid is het voornaamste antisepticum.

-ocr page 92-

il

1 p \' \'

i! K-f\'

I \' ■• - , .

W}\' \' ■

il \'\'

1

Il

.rh

■s-%

- . ■ 1\\ .

.h-:

■ . : I ,.

i ■.

i

- f

iii.

t

l .

\'.h "t

««I

-ocr page 93-

m

M

-ocr page 94-
-ocr page 95- -ocr page 96-