-ocr page 1-

I

......

rmM- ^

■ ^ ■ . ? \' i

i " A

\' -ä l r- ^ j y

A ^^

-y
f i

ifv

^ f^

■ 1

V " ^

-ocr page 2-
-ocr page 3-

\'2

iVTV\'-ft\'

f.

t

Mir,

-ocr page 4- -ocr page 5-

y A cciNATiE- (Quaestie.

De

/

-ocr page 6-

^ ^^ i H I 1\' fi

RUKSUNIVFRSITEIT UTRECHT

0494 2169

-ocr page 7-

-Hiff.

DE VACCINATIE-QUAESTIE.

PROEFSCHE\\IFT

TRR VRKKRIJGINC; VAN DEN GRAAP
VAN

23,

M \\SJE3cPJ ^JfetâSl
AAN DE KU)CS-UNIVETISIT£XT TE UTKECHT,

NA MACHTIGING VAN DKN RECTOR MAGNIFICUS

D\'. J, J. P. VALETON J\'.,

IIOOQLEXEAAK IN DE rACUI.TKIT UXR OOUORLRRROnMD,

volgens besluit van den senaat dek universitkit

KK OP VOORDBACHT DItR

geneeskundige faculteir,

t f, v k r d k d i g f. n

op Vrijdag den 29 Juni 1883, des namlddaRs ton 4 ure,

D00«

ANDREAS JACOBUS ARWOLDÜS THOMAS,

é

geboren to Ede.

BH3LI0]

PfTcEK-DER

RlJ&uf»

m

^éî^HT. —

UTRECHT —1883.
II Bock- cn Steendrukkerij «do Industrie",
J. VAN DRUTKN.

-ocr page 8-

ïs:

u: : , ■

n

■t. i

.. - ...........:j

-ocr page 9-

Jinn mijiu iiibrrru

-ocr page 10-

4

^•

• «"ï\'rv

SÉSa èA*

Jj^i

-ocr page 11-

VOORWOORD.

Toen ik gcruivicn tijd geleden Professor Van Ovcrbeck
cle Meijer
raadpleegde over een onderzverp voor eene dis-
sertatie, kivajn mij onder velen de Vaccinatic-quacstic dc
meest geschikte voor; ten eerste, omdat zij nog steeds
onder dc vraagstukken van den dag behoort, ten andere
omdat ik aan dit onderwerp zoo geschikt ccn onderzoek
kon verbinden betreffende de oogontstekingen na variola.
Dit laatste heb ik evenwel moeten opgeven, omdat ik om
gezondheidsredenen plotseling Utrecht nioesl verlaten , nadat
ik, dank zij dc ivekvillcndc hulp van Professor
Snellen,
het laatstbedoelde onderzoek reeds had aangevangen.

Nn ik dan op het punt sta dc Academic vaanvel tc
zeggen, is het mij ccnc aangename taak om U allen,
Hooglceraren cn Lectoren der Medische Faculteit, mijnen
hartclijkcn dank tc brengen voor dc vele nuttige lessen cn
wenken, die ik van U*heb mogen ontvangen. In dc eerste
plaats ccn woord van dank aan U Hooggel.
Van Overbeck
de Meijer,
voor Uwe bereidwilligheid cn vriendschappelijke
hulp , mij bij het samenstellen van dit proefschrift betoond;

-ocr page 12-

aan U Hooggel. Snellen voor de vele en belangrijke tn-
lichtingen, die Gij steeds zoo bereid waart mij te geven
en waarvan ik zoo rtnmsehoots genoten heb gedurende den
korten tijd, dat ik Uw assistent inoeht zijn; maar ook
aan U Hooggel.
Talma , die meer dan leermeester "voor
mij zijt geweest.

Hooggel. Loncq, tk zal het steeds dankbaar waardeeren ,
Uw leerling geweest te zijn 1

Hoogst aangenaam is het 7nij, ook £/, Dr. D. M. Kan,
hier mijne erkeiitelijkheid te betuigen voor Uiue onver-
moeide zorg, waardoor Gij mij den titel van student deedt
verwerven en waardoor ik geleerd heb te studeeren, maar
ook voor Uive zeer gewaardeerde vrieudschapsbc7vijzen, die
Gij, sedert, nooit hebt opgehouden mij te verleenen.

En gij mijne Vrienden , met wie ik aan de Aeademie
ben te samen geiveest, en die bijna allen den sehoonen naam
.,.,Student" niet meer voert., de jaren daar met U doorge-
bracht , zullen steeds de onvergetelijkste mijns levens zijn.
Laat dc vriendschapsbanden daar gelegd, blijken bestand
te zijn tegen den tand des tijds 1

Vaart allen wel!

i:

-ocr page 13-

On peut exiger beaucoup de celui qui devient auteur par amour de la
gloire ou de l\'intérôt; mais un homme qui n\'écrit que pour remplir un devoir,
dont il ne peut se dispenser, une obligation qui lui est imposée , a sans
doute lie «rands droits A -rindulgence de ses lecteurs

OnriT. de la uruyèrk, Chap. 11.

-ocr page 14-
-ocr page 15-

INHOUD.

bindz.

Geschiedkundig Overzicht......................i

Nut en gevaren der inenting van ware pokken ... 3

De Koepokinenting..............6

Normale gevolgen der koepokinenting......13

Strijd over de Koepokinenting.........13

A. Bedenkingen door de tegenstanders tegen de koepok-
inenting, zoowel facultatieve als verplichte aangevoerd.
 13

B. Het nut en dc voordeelen der vaccinatie. Wederleg-
ging van de argumenten der tegenstanders ....
 44

Conclusie.................81

-ocr page 16- -ocr page 17-

GESCHIEDKUNDIG OVERZICHT. \') .

Onder alle vernielende ziekten, die ooit over de aarde
hebben gewoed, nemen de pokken eene zeer voorname
plaats in.

Met M o n r o moet worden aangenomen, dat zij reeds
een tot twee duizend jaren voor onze tijdrekening aan
de Indiörs en Chineezen bekend zijn geweest. Meer
nauwkeurige berichten aangaande de door haar aangerichte
verwoestingen zijn echter eerst in de tweede helft der
i^do eeuw verzameld en bewaard gebleven.

In de jaren 1667 tot 1672 hebben nl. hevige epidemicün
gewoed te Londen, vooral in de laatste helft van dit
zesjarig tijdvak. In 1674 woedden de pokken aldaar zoo
hevig, dat bijna ieder, die aangetast werd, stierf. Maar
vooral sedert het begin van de 18^0 eeuw werd de ziekte
door vele kundige mannen ernstig bestudeerd, o. a. door

\') „Handbuch der Vaccination", Dr. Heinrich Hohn. Leipzig 1875.

History of Uic Small-Pox. London 1815.
\') Sydenham\'s observationes medicae circa morbor aculoruni historian)
ct curationem. London 1676.

1

-ocr page 18-

frr

i Boerhave (1700), Huxham (1744), Mead (1747) ,

i - Contugni (1769), van Swieten (1772), Borsieri

(1785) en Hoffmann (1789).
■ De gelegenheid daartoe ontbrak .helaas niet; immers,

I de eene epidemie volgde op de andere en sleepte duizenden

i menschen ten grave. In Parijs bijv. stierven door de

j epidemieën van 1711 en 1716 14000 menschen. Gregory

} heeft berekend, dat in Engeland tusschen de jaren 1711

en 1740. 65000 personen aan deze ziekte zijn gestorven.
; In Holland heerschten de pokken hevig in de jaren 1724

en 1728, vnl. te Utrecht en Leiden. Te Montpellier
stierven in drie maanden tijds, in het jaar 1746, 2000
personen. In 1734 stierven in Groenland ^/j van de
6000 inwoners; in 175:2 verloor Londen 3538 menschen
i en in 1784 Rbme in weinige maanden 6000 inwoners.

En zoo ging het ook in Amerika, in Mexico en elders,
In het laatste decennium der i8<io eeuw waren de ver-
woestingen door de pokken aangericht het grootst. Te
\'! Londen, Turin, Praag en Kopenhagen o. a. woedden de

pokken in de jaren 1796 en 1797 op de verschrikkelijkste
\' wijze. Volgens berichten van Casper stierven alleen in

ï 1796 in Pruisen 24.646 personen. Sedert vele eeuwen

waren pogingen aangewend om het woeden der ziekte te
stuiten door het inenten der smetstof bij personen, die
nog niet aan pokken geleden hadden. Eerst in 1750
werd echter meer algemeen aan het toepassen van dit
i voorbehoedmiddel gedacht.

In 1798 werd voor het eerst en wel in Engeland het
i inenten van de smetstof der
koepokken aanbevolen en van

af dat tijdstip, hoewel langzaam en te midden van zeer
veel strijd, verkreeg de toepassing van dit voorbehoed-

-ocr page 19-

3

middel de overhand op het inenten der smetstof van ware
pokken.

De heilzame gevolgen van het inenten der koepokken
waren niet te miskennen. In de eerste decenniën van
de ïQde eeuw, het postvaccinale tijdperk, woedden nl. in
verschillende landen van Europa de pokken nog voort;
doch waar de vaccinatie ingedrongen was, werden de
epidemieën zeldzamer en was het getal slachtoffers kleiner.

In Denemarken b. v., waar de vaccinatie reeds vroeg
en zeer goed werd toegepast, heerschten van December
1823 tot Maart 1825 de pokken zeer sporadisch en met
geringe sterfte.

Tijdens de eerste republiek in Frankrijk, heerschten niet-
tegenstaande de oorlogen meestal goedaardige epidemieën.
Doch tijdens het eerste keizerrijk, toen de vaccinatie
geheel verwaarloosd werd, volgden er weór vele langdurige
en hevige epidemieën, die, evenals dat vroeger het geval
was, duizenden ten grave sleepten.

Uit al deze feiten komt men gemakkelijk tot de conclusie,
dat de pokken, die tot aan het einde der iS^o eeuw
onder de hevigste menschclijke plagen behoorden, door de
vaccinatie tegenwoordig zeer zijn beperkt geworden.

NUT EN GEVAREN DER INENTING VAN
WARE POKKEN.

Toen men langzamerhand begon in te zien, dat een
mensch meestal slechts eenmaal in het leven door de pok-
ken wordt aangetast, — dat een eerste, zelfs een zwakke

-ocr page 20-

aanval in den regel de vatbaarheid voor verdere besmet-
ting uitdooft en dat het sporadisch optreden gewoonlijk
een zachter verloop heeft, dan het epidemisch —, maakte
men zich door opzettelijke besmetting met goedaardige
pokken van eene sporadische invasie in lichteren graad
ziek, om daardoor voor de toekomst tegen eene hevige
epidemie gewapend te zijn.

Dit denkbeeld, dat door de praktijk volkomen gerecht-
vaardigd werd, dagteekent reeds uit de eerste eeuwen van
onze jaartelling en was bij verschillende volkeren bekend.
Zoo staken b. v. de Chineezen korsten van goedaardige pok-
ken in de neusgaten hunner kinderen; bij de Braminen
werden met een mes insnijdingen in den arm gemaakt en
werd daaroverheen een lap gelegd gedrenkt met smetstof
van het vorige jaar en bevochtigd met Gangeswater; bij
de Arabieren werd de pokkenetter publiek verkocht en met
naalden ingeënt. In Europa vindt men nog slechts sporen
terug van zulk eene inentingswijze in vorige eeuwen, o. a.
in Griekenland.

Lady Montague, gemalin van den Engelschen gezant
in Constantinopel, bracht zeer veel toe tot het doordringen
van de pokkeninenting in Europa, door het geven van
een goed voorbeeld; in 1717 nl. liet zij haren zesjarigen
zoon en in 1721 hare zesjarige dochter, met stof uit
echte pokken inenten, beiden met goed gevolg. Dit
trok in de hoogere kringen der maatschappij zeer de aan-
dacht cn spoedig daarna werden in Engeland op Koninklijk
bevel inentingsproeven gedaan, die gelukkig verliepen, op
eenige misdadigers en op vijf weeskinderen.

Hiermede was wel de baan gebroken, te meer daar,
nadat George I zijne kinderen had laten inenten, jnngeveer

-ocr page 21-

200 personen uit de aanzienlijkste famieliën van Engeland
het voorbeeld van het hof volgden; maar de tegenstanders
wonnen spoedig weêr veld, toen de inentingslijsten, in de
eerste jaren te Londen gehouden, aantoonden, dat van
de ingeënte kinderen eenige stierven. O. a. overleden er
ook te Boston 6 van de 244 ingeënte kinderen.

Het betreurenswaardige bijgeloof, dat eene eeuw daarna
de inenting van koepokken zoude tegenwerken, begon ook
hier zijne vadn op te steken; door het verspreiden van
onjuistheden wisten de geestelijken het publiek tegen de
inenting van ware pokken in te nemen. Twintig jaren
lang werd de inenting nagenoeg geheel verwaarloosd, totdat
zij in 1746, op aansporing van den bisschop van
Worcester, wóer ingang begon te vinden. In 1748 werd
zij ook in Holland aanbevolen, evenwel zonder aldaar veel
aanhangers te vinden. In 1760 bracht Gatti, Professor
te Pisa, door zijne verdienstelijke werken de inenting
tot een hoogeren trap van ontwikkeling.

De inenting had gewoonlijk plaats bij kinderen in de eerste
6 maanden van hun leven en wel in het vroege voorjaar
of in het late najaar. Men gebruikte daartoe de dunne
lyniphe van pokblaasjcs, die vier of vijf dagen oud waren.
Op voorstel van Struve werd deze stof ook bewaard in
luchtdicht gesloten haarbuisjes. Ook tot poeder gewrevene
korsten van pokpuisten werden tot het inenten gebruikt.

De gevolgen der inenting van ware pokken doorliepen
vier tijdperken: i®. de incubatie, 2°. de plaatselijke uit-
botting, 3®. het ontstaan van koorts, 4°. de algemeene
uitbotting. De geheele verschijnselenreeks duurde ongeveer
3^4 weken. Bij het aanwenden van koude op de ingeënte
plaats kwam de koorts later en was zij veel minder hevig.

-ocr page 22-

Volgens Gatti waren er op de loo personen 5, bij wie
de inenting onvruchtbaar bleef. Niettegenstaande de groote
verbetering van de inentings-methode, bleef het opzettelijk
besmetten van personen met ware pokken toch steeds
een gevaarlijk voorbehoedmiddel, omdat men nimmer zeker
.was van de gevolgen.

Gregory meende, dat de juiste sterfteverhouding bij
de op deze wijze ingeënten was i op 300. Zelfs wanneer
de dood niet volgde, was de ziekte, die door de inenting
van pokkenetter werd opgewekt, toch dikwijls eene zeer
belangrijke. Volgens Brem er werd op de 30 geinocu-
leerden l zwaar ziek. Van een hygiënisch standpunt moet
daarom de inenting van ware pokken worden afgekeurd.
Toch heeft zij aan het algemeene welzijn onberekenbare
diensten bewezen, want zij was niet alleen de tijdelijke
voorloopster der vaccinatie, maar zij bereidde haar ook den
weg. Door haar toch was het ongehoorde voorbeeld ge-
geven, hoe eene levensgevaarlijke ziekte kan voorkomen
worden door het opwekken van eene gelijksoortige aan-
doening in lichteren graad.

DE KOEPOKINENTING.

De koepokinenting, voor wier vader wij steeds Doctor
Jenner houden, schijnt reeds in^dc hooge oudheid als
een voorbehoedmiddel tegen een aanval van ware pokken
bekend geweest, maar sedert weder vergeten te zijn. In
de „Bombay Catholic Examiner", ahhans, heeft Dr. A.
Führer de vertaling opgenomen van eenige regels uit de
„Silkteyagrantha", een geneeskundig werk, dat wordt

-ocr page 23-

toegeschreven aan den goddehjken geneesheer „Dhan-
vantari", in welke regels gezegd wordt, dat het van
de Hindoes eene groote dwaasheid is godsdienstige be-
zwaren tegen het vaccineeren te koesteren , en zij integen-
deel er trotsch op moesten zijn de vaccinatie gekend en
uitgeoefend te hebben vele eeuwen vóór de Europeanen. Het
bedoelde gedeelte luidt woordelijk vertaald als volgt:
„neem op de punt van een lancet lymphe uit de pok van
„den uier eener koe of van den bovenarm van een mensch.
„Prik met dit lancet in den bovenarm van een ander mensch,
„totdat er bloed vloeit. Door de vermenging van deze
„lymphe met bloed wordt de vaccine voortgebracht".

De eerste opzettelijke koepokinenting, zoover wij dan
kunnen nagaan, schijnt in Engeland uitgevoerd te zijn.
Een pachter in het Graafschap Gloucester, Benjamin
J e s t y , die vroeger door koepokken was besmet en
sedert dien tijd onvatbaar bleek te zijn voor besmetting
door de pokken, entte in 1774 de „Cow-pox" in bij zijne
vrouw en zijne twee zoons. Het gevolg daarvan was,
dat hij door het volk beschuldigd werd o. a. de zijnen
aan het noodlot te hebben prijsgegeven om ossen en
koeien te worden, maar het gevolg daarvan was ook, dat
hij en zijne zoons nog 31 jaar later bleken beschut te
zijn tegen de pokken.

JENNER.

Edward J e n n e r te Berkley, graafschap Gloucester,
was de eerste geneesheer, die aan deze operatie, tot nog
toe als bijgeloof gebrandmerkt, weder stellige grondslagen
gaf door het verzamelen der brokstukken van verschillende
volkswaarnemingen tot een groot geheel Hij was even-

-ocr page 24-

8

|-rr

wel onbekend met de proeven zijner voorgangers, maar
hij putte uit dezelfde bron als zij. Bijna dertig jaren,
van 1768 af, heeft hij besteed aan het vestigen van zijne
1 overtuiging aangaande de waarde der koepokken en hij

1 heeft eerst op den I4den Mei 1796, in het openbaar, eene

}:,; koepokinenting bij den mensch verricht, nl. bij den acht-

j jarigen P h i p p s in Berkeley. Daartoe gebruikte hij de

j-, pokken van Sara Nilmes, die bij \'t melken van eene

zieke koe aan de handen was besmet geworden. Het
overbrengen gelukte; de kunstmatige ziekte van den
knaap verliep zeer kalm, en zijne onvatbaarheid voor
pokken bleek eenige maanden en na vijf jaar bij eene op
hem toegepaste inenting van ware pokken.

In 1798 verkondigde Jenner openlijk zijne onder-
zoekingen in het volgende werk, dat in alle Europeesche
talen vertaald werd: \'

„An inquiry into the causes and effects of the variolae
„vaccinae, a disease discovered in some of the Western
„Counties of England, particularly Gloucestershire, and
„known by the name of the „Cow-Pox". London 1798."

In het voorjaar van 1798 heeft Jenner eene reeks
van inentingen aangevangen — eerst van eene koe op een
ji ; 5\'/i j. knaap en daarna van den eenen mensch op den

anderen, — die het bewijs leverde, dat bij zoodanig
j j overenten de smetstof der koepokken niets van hare

kracht verliest. Van toen afkon dus met zg. gehumani-
j f 1 seerde lymphe worden geönt en dit gaf weldra den stoot

tot het oprichten van een instituut voor koepokinenting,
te Londen, terwijl deze beweging ook in andere landen
min of meer spoedig gevolgd werd.

In Beieren werd de vaccinatie door de wet\' van 2

Il !

-ocr page 25-

• 9

Augustus 1807 zelfs verplichtend en deze eerste vaccinatie-
wet, herzien in 1830, is tot nu toe onveranderd van
kracht gebleven. Dientengevolge moeten alle kinderen in
hun eerste jaar gevaccineerd worden en geen kind mag
aan de jaarlijks plaats hebbende openbare koepokinentingen
onttrokken worden. • Kinderen beneden de 3 maanden
mogen slechts bij dreigend pokkengevaar gevaccineerd
worden. De openbare inentingen geschieden in tegen-
woordigheid van een ambtenaar. Acht dagen later heeft
het onderzoek van de gevaccineerden en het constateeren
van het gevolg der inenting plaats; eerst dan hebben de
ouders aan de vaccinatiewet voldaan. De ouders, die
hunne kinderen van de openbare inentingen terughouden,
vervallen in eene boete van i—8 fl. en moeten bij de
eerstvolgende vaccinatie verschijnen. Voldoen zij aan dezen
last niet, dan wordt de boete verhoogd, en de kinderen
kunnen zonder bewijs van vaccinatie in geene school
worden toegelaten.

Opmerkenswaard is, dat in Beieren de pokkenstatistiek
de gunstigste is van die der geheele wereld.

In Wurtemberg werd de vaccinatie door de wet van
25 Juni 1818 ingevoerd. Voor ieder kind, dat na zijn
jaar niet gevaccineerd is, moeten de ouders 30 kr.
boete betalen en deze boete wordt bij verzuim der inen-
ting ieder jaar met 30 kr. verhoogd.

Hannover volgde in 1821, Saksen in 1826, met eene
vaccinatiewet, doch het voorschrift, dat de kinderen bij
hunne komst op school een bewijs van inenting moeten
afgeven, heeft ten minste voor de lagere scholen geene
zeer groote waarde, omdat wegens de verplichte school-
wet de kinderen toch op school moeten worden toegelaten.

-ocr page 26-

10

In Denemarken werd de vaccinatie in 181 o verplichtend.
In de hoofdstad werd een openbaar vaccine-instituut opge-
richt en door de regeering in stand gehouden, welk
instituut tevens verplicht was lymphe voor de provinciën
te verzamelen.

In 1802 werd tot de algemeene invoering der koepok-
inenting in Rusland besloten en in 1810 op last van
Alexander I een vaccinestation in het Petersburger
vondelinghuis opgericht, opdat de kinderen uit alle standen
daar zouden kunnen gevaccineerd worden. Deze maatregel
was echter eene zeer groote dwaling, omdat de verspreiding
van
syphilis door het inenten van koepokstof der vonde-
lingen
zeer werd beVorderd. Dit zal dan ook wel eene
der redenen zijn, waarom de inenting in Rusland nog
weinig vrienden telt en- nog jaarlijks pokkenepidemieën dit
land teisteren.

„Le Conseil d\'Hygiène publique et de Salubrité du
„Département de la Seine," sprak namens den Heer
Delpech, in het Bulletin général de Thérapie (1870) het
volgende oordeel uit over de inenting in Frankrijk: „il
„est nécessaire de le dire de la manière la plus formelle,
„L\'état actuel de la vaccination à Paris et en France est
„douloureusement insuffisant."

Ten gunste van de verplichte vaccinatie in Belgie heeft
de Académie de médecine de Belgique zich meermalen
verklaard, eens zelfs met algemeene stemmen. Wijlen
Vleminckx heeft gezegd: „De verplichte vaccinatie is
„het middel, dat de geheele Académie de médecine aan
„de kamers voorstelt. Wij smeeken U dit aan te nemen."
Deze eenparige wensch van de Académie werd aan den
Minister van Binnenl. Zaken Delcour kenbaar gemaakt,

-ocr page 27-

11

die daarop antwoordde: „dat hij zich op het oogenblik
„niet kon verbinden om eene ernstige studie over deze
„belangrijke kwestie te maken." Zeven jaren daarna,
26 Juni 1880, werd dit eenstemmig besluit onder de oogen
gebracht van den toenmaligen Minister van Binnenl. Zaken
Rolin—Jacquemyns. In zijn brief van den aSsten Juli
1880 antwoordde hij daarop: „dat, vóór men er aan mocht
„denken om, op welke wijze ook. de vaccinatie ver-
„plichtend te stellen, eerst maatregelen moesten genomen
„worden, dat alle geneesheeren en publieke administra-
„ties goede koepokstof steeds overvloedig voorhanden
„hadden." De regeering hield zich in 1881 met eene
reorganisatie in zake de koepokstof onledig, doch dit bleef
zonder gevolg.

Op Java is sedert 1822 de vaccinatie verplichtend en
onder toezicht van bezoldigde vaccinateurs, In Nederland
bestaat nog geen inentingsdwang; alleen luidt artikel 17
van de wet houdende voorziening tegen besmettelijke ziekten
ïildus: „Onderwijzers, onderwijzeressen cn leerlingen, die
„geen bewijs van een geneesheer hebben, dat zij met
»goed gevolg of meer dan eens gevaccineerd zijn, mogen
„niet in de scholen worden toegelaten." Maar aangezien
het onderwijs ook niet verplichtend is, blijft een zeker,
ofschoon ook gering, aantal kinderen steeds oningeönt.

De laatste tijden behooren tot de meest bewogenen, die
de vaccinatic-quaestie ooit gekend heeft. Deze periode
wordt gekenmerkt door een aanhoudenden strijd over dc
vaccinale syphilis, en door dc proeven om dierlijke lymphe in
plaats van gehumaniseerde tc gebruiken, daar bij de eerste
geene vrees voor het overbrengen van syphilis bestaat. Dc
oudere en nieuwere gevallen van syphilis door vaccinatie

-ocr page 28-

12

kwamen meer en meer aan het licht en brachten de gemoe-
deren in beweging; van daar dat, sedert ongeveer 1860, de
vaccinatie rechtstreeks van het kalf op den mensch veel
meer in zwang is gekomen dan die van arm op arm.

In Duitschland, Engeland en Italië lieten zich wéér
velen hooren tegen de vaccinatie en dit gaf van zelf aan-
leiding tot nieuwen strijd zoowel over vaccinatie als over
hervaccinatie. Eerst na deze discussiën kreeg Duitschland
de wet tot verplichte vaccinatie. Neusser \') schreef
hierover in i875 het volgende: „Het sedert langen tijd
„in Duitschland merkbare woeden der pokken heeft in de
„pokkenepidemieën der laatste jaren eene verontrustende
„hoogte bereikt en de behoefte aan eene werkzame be-
„strijding der gevaarlijke ziekte is algemeen gevoeld ge-
„worden. Sedert 1870 zijn herhaaldelijk verzoekschriften,
„deels vóór, deels tegen, de aanwending van dit voorbehoed-
„middel bij den Rijksdag ingekomen."

De Rijksdag nam daarop in de zitting van 23 April
1873 het besluit, den Rijkskanselier te verzoeken om
eene spoedige wettige regeling van de inenting voor het
Duitsche Rijk, zoowel wat den vaccinatie-als wat den her-
vacccinatiedwang betreft. Daarop is dc inentingswet door
den keizer van Duitschland den Sston April 1874 uitge-
vaardigd en den iston April 1875 werking gesteld.

l

Zoo is dan nu de vaccinatie verplichtend in het geheele
Duitsche Rijk, in Zweden, in Schotland, Engeland en Ierland,
in Rusland, alsmede in eenige kantons van Zwitserland.
In alle andere landen van Europa is dc vaccinatie aan eene
min of meer streng gehandhaafde regeling onderworpen.

l\'l.
i -

\') Das Impfgesctz von 8 April 1874. von Dr. George Neusser, Ucriin.

-ocr page 29-

13

Normale gevolgen der koepokinenting.

De inentingspokken doorloopen vier tijdperken, n. 1.
1°. de incubatie,
2°. de plaatselijke uitbotting, 3°. de koorts
en
4°. de herstelling. Het incubatie-tijdperk duurt ongeveer
drie dagen en wordt gerekend van de inenting tot aan het
uitbreken der pokken. De plaatselijke uitbotting neemt
vier dagen voor hare rekening en omvat de ontwikkeling
en de volkomene vorming der pokken. De koortsperiode
duurt
24—36 uur, begint gewoonlijk op den 6<lou of
7den dag, terwijl de temperatuur zelden tot 39° C. stijgt.

Soms komt in het tijdperk der plaatselijke uitbotting
eene algemeene eruptie over het geheele lichaam voor,
puistjes, blaasjes, vlekken, soms ook phlegmonen; ze
is echter zeer zeldzaam en van korten duur.

STRIJD OVER DE KOEPOKINENTING.

A. Bedenkingen door de tegenstanders tegen de koepokinenting
zoowel facultatieve, als verplichte, aangevoerd.

1°. Vaccinatic beschut niet tegen de pokken.

Om dit te bewijzen heeft o. a. Lorinser \') het vol-
gende gezegd:

iiDe oorzaken van het komen, het toenemen en het
«afnemen der epidemieün zijn ons onbekend; haar plaatselijk
«optreden is zeer verschillend; de sterfte zelfs is in dcn-
«zelfden tijd in de eene stad grooter dan in de andere;

\') Der Impfschutz in seinen Ilcziehungcn ïur Impfstatistik von Dr. F. W.
Lorinscr. Wien. 18S0

-ocr page 30-

14

„er zijn familiën, huizen, straten, steden, ja landen zelfs,
„die onvatbaar zijn; ook de leeftijden der menschen bieden
„een groot verschil in vatbaarheid aan. Dit zijn alle
„onbekende factoren, die zich niet laten ophelderen door
„experimenten op enkele ingeente of oningeente personen. —
„De tweede aanval der pokkenziekte is dikwijls nog
„gevaarlijker dan de eerste; menschen, die vroeger twee
„tot driemaal vruchteloos zijn ingeënt, krijgen toch de
„pokken. Daarom kan evenmin eene gelukte vaccinatie
„of revaccinatie de
vatbaarheid voor pokken bewijzen, als
„eene mislukte de
afwezigheid daarvan kan aantoonen,
„daar hierbij verschillende, ons onbekende, factoren in \'t
„spel zijn. — De bewering aangaande de onfeilbare voorbe-
„hoedende kracht der inenting werd door de pokken-epidemie
„van 1870—72 geloochend; en het getal twijfelaars en
„ketters vermeerderde. Dat onze moderne inenting reeds
„na een jaar of minder nog (wij kennen de beschermkracht
„niet en willen haar ook niet kennen) de gelukkigen
„zonder bescherming aan de ziekte overlevert, blijkt ten
„duidelijkste uit de geschiedenis der pokkenziekten. Daar
„de sterfte der kinderen in het eerste jaar het grootst is,
„zod is het ook duidelijk, waarom op dezen leeftijd,
„waarin men de meeste oningeënte kinderen vinden kan,
„de pokkensterfte veel grooter is, dan op latere leeftijden;
„de geringere pokkensterfte na het eerste jaar mag dus
„niet op rekening van de inenting \'geschoven worden.
„Overigens blijkt, dat bij ingeënten het aantal pokken-
„zieken in het eerste levensjaar kleiner is dan tusschen
„het istfl en S<io jaar, terwijl dit bij niet-ingeënten juist
„omgekeerd is. Over het algemeen gelden bij jongere- en
„oudere-, niet- en wel-ingeënte kinderen, alleen de gewone

-ocr page 31-

15

„sterfteverhoudingen, zonder dat de inenting of hare be-
„scherming daarbij in rekening komt.

„Uit de pokkenstatistiek van Schotland, waar de inen-
„ting verplicht is, blijkt: dat de sterfte van de kinderen
„in de eerste drie levensmaanden het grootst is en daarna
„afneemt; dat de pokkensterfte der kinderen van een jaar
„op de eilanden het geringst is, en op het land 1.4 en
„in de steden 6.2 maal grooter dan op de eilanden, alzoo
,.de sterfte met de inenting niets te maken heeft. In
„Engeland zijn gedurende 8 jaar na de invoering der
„dwangvvet van 1867 gemiddeld
815 op i milHoen inwo-
„ners aan pokken gestorven, in 8 jaren vóór die wet
„daarentegen slechts 183."

Prof. Adolf Vogt beweert het volgende:
„De beschermende kracht der vaccinatie schijnt zeer
„kort te duren.

„Een zachte vorm der pokkenziekte bij gevaccineerden
„is niet aan te toonen.

„De voor koepokstof onvatbaren vertoonen soms eene
„geringere pokkensterfte dan de geënte bevolking".

Volgens Löhnert \') beschut de inenting in het geheel
niet tegen de pokken; het pokkengif wordt integendeel
daardoor \'eerst verspreid en epidemieën worden te voorschijn
geroepen; tengevolge daarvan worden door de ingeënten
ook de niet-ingeënten aan het gevaar blootgesteld.
Prof. Vogt zegt nog het volgende:
„Dr. Brunner geeft als oorzaak van het toenemen
„der pokkengevallen op: 1°. toeneming der bevolking;

\') Für und wider die Kuhpockenimpfung und den Impfzwang.
Hureaukr. Statistik und Impfzwang,

-ocr page 32-

16

„2®. gemakkelijker middelen van vervoer; 3°. eene uit
„onbekende oorzaken verhoogde kracht der smetstof of
„verhoogde vatbaarheid der personen. Zelfs al neemt men
„de vermeerdering der bevolking in aanmerking, ziet men
„toch duidelijk het aantal pokkengevallen toenemen. Ik
„mag dus met meer recht beweren, dat de inenting de
„pokken op zeer gevaarlijke wijze vermeerdert, dan de
„aanhangers, dat de inenting de pokken vermindert of
„zelfs uitroeit. Het tweede argument van Dr. B r u n n e r
„moet ook vallen, want in 1847 werd de lijn Zürich—
„Baden gelegd en, wel is waar, waren de jaren 1847 tot
„1848 voor Zürich jaren van pokken-epidemieën, maar in
„de twee volgende jaren nam.de ziekte wéér af, in 1848
„had men 354 pokkengevallen en in 1851 slechts nog 34.
„Nog sterker: in 1859 werd de noord-oostbaan geopend
„en daarmede begon ook een van de armste pokken-
„perioden (1860, 61, .62, 63). In 1864 werd de lijn
„Zürich—Lüzern, en in 1865 Bülach—Regensburg geopend,
„en in 1865 was het aantal pokkenzieken 533, in 1866,
„142 en in 1867, 99. Het 3<i" argument ben ik met
„Dr, Brunner eens. Wij weten niet, wat de pokken-
„ziekte in den laatsten tijd weór zoo levendig doet op-
„flikkeren; wij weten slechts, dat de inenting haar daarin
„niet gehinderd heeft.....

„In 1876 had Londen 735 pokkendooden, in 1877,
„2444 en in 1878, 1416. In 1877 o. a. kwamen tc
„Londen op gelijken bodem en te gelijker tijd in het
„eene gedeelte 20 — ,42—, en 45 maal meer pokken
„dan in het andere gedeelte voor; komt dat alles soms
„ook door de inenting?"

Uit de pokken-statistieken van Dr. E. H. M ü 11 c r te

-ocr page 33-

17

Berlijn en van Dr Jos. Keiler in Weenen blijkt het
volgende: Volgens Müller stierven er op de
looo
pokkendooden onder de ingeënten van o —i jaar 156 en
onder de niet-ingeënten van O—i jaar 138.

Volgens Keiler stierven er op de 1000 pokkendooden
onder de ingeënten van o—i jaar
141 en onder de niet-
ingeënten van O—I jaar 161.

Van O—I, I—2, en 10 —15 jaar vallen bij Keiler
vieer dooden onder de rubriek „niet ingeënten", en bij
Müller Vlinder., en in het 5<J8 tot ic^o jaar juist omgekeerd.
Voor de overige leeftijden melden deze schrijvers:

„Dat van het 2^« tot 5<Jo jaar en na het óQsto jaar een
„overwicht van dooden valt onder de ingeënten, en dat
„van 15—60 jaar dit overwicht aan den kant der niet-
„ingeënten valt."

„Uffelmann \') verhaalt, dat in Rusland de inenting
„zoo gebrekkig geschiedt, dat er volgens Fröbelius
,jaarlijks minstens 200 000 niet ingeënt worden; er zijn
„dus altijd ongeveer 91
°/o kinderen wel ingeënt. Wanneer
„Rusland nu pokken-arm is, dan komt dat natuurlijk
„door de verplichte vaccinatie; wordt Rusland daarentegen
„bezocht door hevige pokken-epidemieën, dan komt dat
„natuurlijk, omdat de inentingswet daar zoo slecht wordt
„nagekomen. Men kan er zich dus altijd uitredden."

Pringle1) verhaalt, dat in Bengalen de groote sterfte
aan cholera nog niet haalt bij dc vrecselijke verwoes-
tingen door de pokken. Bengalen telt 150 milHoen inwoners.

-ocr page 34-

18

Prof. Vogt voegt hierbij, dat er van 1818 tot 1828
en ook nog wel in 1829 gevaccineerd is geworden: jaar-
lijks ongeveer 27000 personen van de 150 milHoen.

Prof. Vogt zegt, dat in Zürich de pokkenziekte
percentsgewijze hoe langer hoe meer is toegenomen,
evenals in verschillende andere landen. In Zweden kwamen
op de 100.000 inwoners per jaar van

1850—1852 51 pokkendooden.
1858—1859 37 „
1865—1869 31 „
• 1874—1875 70 „
In Pruisen van 1842—1844 26 pokkendooden.
„ 1853-1854 42 „
„ 1864—1867 49 „
in 1871 243 „

In Engeland van 1857 — 1859 16 „
„ 1863—1865 22 „
„ 1870-1872 47 „
„In Zwitserland zijn gedurende de jaren 1876—1880
„op de 100,000 inwoners 3,57 aan pokken overleden.
„Wanneer \'men dit vergelijkt met de verhouding der inen-
„ting in de afzonderlijke kantons, komt men tot het
„besluit, dat de bewering, dat eene algemeene en vol-
„komene inenting de pokkenziekte verhoedt, in ons vader-
„land niet bewaarheid wordt. Wanneer de beschutting
„door inenting waarheid was, moest Engeland eene veel
„geringere pokkensterfte hebben dan Zwitserland. Eu
,juist het tegendeel is het geval."

i

-ocr page 35-

19

Mr. Hume—Rothery geeft in de „National-anti-
compulsory-vaccination-reporter" in de volgende woorden
zijn oordeel te kennen over de inenting: „Dr Jenner\'s
„leer, dat de vaccinatie eene levensverzekering tegen de
„pokken is, is onwaar."

„Ofschoon al de personen, die pokken kregen in de
„gevangenis van Nyon, gevaccineerd waren en vele van
„hen zelfs gehervaccineerd, is het bekend, dat de ge-
„vaccineerde dochter van den cipier aan pokken gestorven is.

„De moeder, ook gevaccineerd, kreeg de pokken en is
„gestorven aan eene verscheuring van een aneurysma,
„voor dat de pokziekte haar toppunt bereikt had. Acht
„dagen daarna werden de drie jongere dochters voldoende
„gevaccineerd; zij kregen de pokken.

„Twee gevaccineerde zonen stierven aan de pokken.
„Hoewel de gevaccineerde vader en een dochter aan de
„pokken ontkwamen, wat moet men toch wel denken van
„het achtste kind, dat niet gevaccineerd was en geen
„pokken kreeg."

Ten slotte nog dit van Dr. Kolb: „Uit de officieele
„berichten van den Registrar General ofScotland, William
„Pitt Dundas," blijkt dat van 1864—1873 in dit land
„899 ingeënte kinderen in het i»*« levensjaar gestorven
„zijn aan de pokken."

2. Hoe meer men vaccineert en hervacciueert, des te
langer duren de epidemieën.\'

Volgens Dr. Ha es er braken in Egypte dikwijls de
pokken uit door de inenting. In de Jahresberichte über

\') Der heutige Stand der ImpfTrage in kurzen Umri.«en. Leipzig 1879.

-ocr page 36-

20

die Leistungen und Fortschritte der gesammten Medicin
von Virchow und Hirsch, 8ste Jahrgang, Berlin 1874, wordt
op bl. 271 het volgende geval medegedeeld:

Van een kind K. werden 24 zuigelingen ingeënt en van
een van die kinderen 23 andere. De kinderen K. en S.
werden 8 dagen na de inenting ziek en kregen de pokken.
Al de andere kinderen werden ook op den 8sten^ of later
nog tot op den i iden dag ziek en kregen eveneens de
pokken. De ziekte breidde zich uit en er waren spoedig
75 nieuwe gevallen. Er kwamen in het geheel 189 pokken-
zieken voor op de 3000 inwoners.

Dr. Seaton verhaalt, dat er in Pruisen, waar ook
de hervaccinatie verplichtend is, gedurende de laatste
epidemieën 74000 personen aan de pokken stierven. Vol-
gens George Andrew stierven er in Engeland gedurende
drie pokkenepidemieën, tijdens de gedwongen vaccinatie,
in de eerste epidemie van 1857 tot 1859, 14244 personen,
in de tweede van 1863 tot 1865, 20059 in de derde
van 1870 tot 1872 44840 personen.

Bij het internationaal congres van tegenstanders zoowel
van c^e facultatieve als van de verplichte vaccinatie, tc
Keulen gehouden van 9—12 October 1881, werd o. a.
het volgende beweerd door Dr. Löhnert uit Chemnitz:
„Uit eene statistiek van het jaar 1827 en uit de laatste
„onderzoekingen in Frankrijk is gebleken, dat van de
„meisjes i op 4 en van de jongens i op 10 gevaccineerd
„waren en dat de sterfte bij dc meisjes veel grooter was
„dan bij de jongens, (aan de pokkeni*)" Prof. Vogt gaf
daarop ten antwoord, dat die oude opgaven van weinig
\' waarde zijn, maar dat in Zwitserland de pokkensterfte,

voor beide seksen tijdelijk gelijk staande, sedert het jaar

-ocr page 37-

21

van dienstplicht, waarin ieder recruut moet gehervaccineerd
worden, voor de mannelijke sekse stijgt, hetgeen voor-
zeker de weinige waarde aantoont, die aan de vaccinatie
moet gehecht worden.

3. Het afiievien der pokkenepidemieën in het begin
onzer eeuw, mag niet worden toegeschreven aan de invoe-
ring der vaccinatie, maar aan de betere hygiënische toe-
standen.

Volgens Dr. L o r i n s er \') kwamen in het Noorderdistrict
Hampstead (Engeland) op de 100.000 inwoners 1090
pokkendooden voor, en in het Centraaldistrict Strand 2
pokkendooden op hetzelfde aantal inwoners.

„Is nu de inenting",\' zoo vraagt Dr. Lorinser, „in
„Hampstead 545 maal slechter geweest dan in Strand ?
„Men komt dus tot het besluit, dat door verbetering van
„dc gezondheidstoestanden van de laagste klassen der
„maatschappij veel grooter beschutting tegen dc pokken
„tot stand komt, dan door dc inenting; maar het inenten
„is gemakkelijker en gocdkooper dan het verbeteren van
„de levensvoonvaarden."

Prof. Vogt *) spreekt zijn gevoelen aldus uit:

„Het afnemen der pokkenepidemieën in het begin onzer
„eeuw mag niet toegeschreven worden aan de invoering
„der inenting. De later waargenomcne grootere pokken-
„cpidemicën zijn niet ontstaan door verwaarloozing der
„inenting."

\') Der Impfschutz in seinen Bciichungcn zur Impfstatistii« von Dr. F. W.
Lorinscr. Wien. 1880.

rar und wider die Kuhpockenimpfung und den Impfzwang.

-ocr page 38-

22

„Het is zeer ondoelmatig\' om tijdens eene pokken-
„epidemie de bevolking te troosten met de beschermende
„kracht der koepokken, en de gezondheidsvoorwaarden,
„die veel gewichtiger en werkzamer zijn, te verwaarloozen."

„De, van den zuigelingsleeftijd tot aan de pubertèit
„langzaam afnemende, sterfte aan de pokken mag slechts
„aan de algemeene sterftewet en niet aan de vaccinatie
„worden toegeschreven."

Voorts sprak Prof. Vogt bij het genoemde Keulsche
Congres nog aldus:

„Wij zijn hier te Keulen bijeen om ons tot den strijd
„tegen een overblijfsel der middeleeuwsche, schoolsche
„geleerdheid en tegen een politiegetier te organiseeren.
„Wij zullen daarom eens nagaan,\' hoe het in het buitenland
„met de pokken gaat:

„In het hertogdom Bukowina (Oostenrijk), met \'/j millioen
„inwoners, waar vrijheid van inenting bestaat, kwamen
„van de jaren 1874 tot 1878 per jaar op de 10000
„inwoners 193 pokkenzieken met 67 dooden, terwijl in
„het gebied Seret, waar de sekte der Lypowaners ge-
„vestigd is, welke sekte niet Iaat inenten, in dezelfde
,Jaren op de 10000 inwoners per jaar 152 zieken cn 64
„dooden voorkwamen. In Nieuw-Zeeland, waar geen
„inentingsartsen , geen inentingscontróle en geen inentings-
„dwang bestaat, is nog geen pokkenepidemie voorge-
„komen. Slechts in 1848 was daar eene varicellenepi-
„demie; maar waterpokken (varicellen) zijn geene gewone
„pokken, zegt men.

„Rochlitz \') maakte evenwel in de kolonie Victoria de

\') Jahresberichte von Virchow und Hirsch, 1872.

-ocr page 39-

23

„opmerking, dat, na de landing van een schip met echte
„pokken aan boord, in Victoria deze pokken niet uit-
„braken, maar slechts de waterpokken. Zij bleven geene
„Varicellen, maar gingen bij verdere verspreiding in echte
„pokken over, om later als
Varicellen te verdwijnen. Zoo
„is het ook karakteristiek voor Engeland, dat
aldaar de
„Varicellen , waaraan jaarlijks een aantal kinderen sterven ,
„niet tot de pokken
gerekend worden. Deze Varicellen
„toonen ook, even als de pokken, van het eerste tot
„het tiende jaar eene afnemende sterfte, terwijl de overige
„infectieziekten eene toenemende sterfte vertoonen."

Prof. Vogt eindigt zijne rede met de woorden van
Dr. Gregory, geneesheer aan het pokkenhospitaal te
Londen, aan te halen:\' „het inenten houdt zich slechts
„daar staande , waar men de pokken altijd voor oogen
„heeft".

In een ander werk wóer\') zegt Prof. Vogt:

„Elke bladzijde der pokkengcschiedenis, in zooverre
„zij door objectieve waarnemers is geschreven, bewijst,
„dat men de pokken door zorgvuldige verpleging der
„gezondheid kan tegenhouden. Meer dan het dubbele
„aantal pokkenzieken vindt men onder de bevolking der
„steden."

En verder:

„Met kanton Uri heeft geene inentingswet en kon het
„evenwel in de 5 jaren, van 1876 tot 1880, niet eens
„tot het vierde gedeelte der pokkensterfte brengen van zijn
„buurman het kanton Tessin, waar met ijver gevaccineerd
„wordt".

\') Die Pockcnseuclic und Impfverhflltnisse in der Schweiz. Im Auftrage des
Vereins gegen Impfzwang von Prof. Adolf Vogt. Beni. 1882.

-ocr page 40-

24

4°. Sedert en door de vaccinatie zijn scrophulose, tuber-
culose , typhus, enz. hand over Juind toegenomen; sij
brengt dus nog andere stoffen dan het pokgif in het
lichaam.

Volgens Carnot wordt de algemeene gezondheidstoestand
door de inenting zeer benadeeld.

Martini haalt twee gezegden aan van Prof. Felix
N i e m e ij e r:

„Men kan niet ontkennen, dat koepokken klierachtige
„aandoeningen achterlaten.. .."

„Het komt voor, dat kinderen na het inenten klierachtig
„worden, ofschoon de lymphe van den arm van zeer ge-
„zonde kinderen genomen is."

Dr. Stein geeft in 1877 de volgende getuigenis:

„Dat acute miliair-tuberculose als gevolg van de inenting
„kan optreden, is wel is waar niet bewezen, maar moet
„ook niet absoluut ontkend worden".

l^rof Kuszmaul:

„De vaccinatie wekt soms huiduitslagen cn klierziekten
„met hare gevolgen op.\'*

Dr. Stein schrijft m 1878:

„Geen geneesheer kan een absoluten waarborg geven,
„dat niet bij de inenting van arm op arm somtijds ziekte-
„stoflen worden overgebracht."

Prof. Bock \') uit zich veel krasser:

„Dat door het inenten in het kinderlijk organisme
„eene soort van bloedvergiftiging veroorzaakt wordt, zelfs
„wanneer de lymphe tot het inenten bestemd van geheel

\') Gartenlaube, Jahrgang 1869.

-ocr page 41-

25

„gezonde koeien en kinderen genomen wordt, valt niet
„te ontkennen,"

Dr. Heinrich Rohlfs:

„Wij willen er bovendien op wijzen, dat het gevaar
„voor de hand ligt, om de paarlzucht van koe op mensch
„over te brengen,"

Prof. Vogt:

„Sedert Koch gevonden heeft, dat de tering door het-
„zelfde gif veroorzaakt wordt als de scrophulose, en dat
„dit gif, hetgeen eveneens bij het rundvee paarlzucht
„veroorzaakt, zeer licht kan overgeënt worden, krijgt de
„dierlijke inenting ook hare schaduwzijde."

John Morton \')

„Dat vaccinatie niet gevaar gepaard gaat en de pokken toch
„niet belet te komen, staat bij ons vast; zelfs de anders-
„denkenden hebben moeten toestemmen en naar een middel
„moeten zoeken om hierin verandering te brengen."

Mr. Hume-Rothery *):

„De vaccinatie is eene gevaarlijke instelling, die ziekte
„teweeg brengt in plaats van haar te voorkomen."

Dr. Ver non van Southport\'):

„Verleden jaar (1877) §tierven hier 15000 kinderen aan
„diarrhee en deze was vrnl. veroorzaakt door de vaccinatie,
„want (!) voor dc invoering der vaccinatie kwam zij zelden
„voor."

Mr. Gibson \'):

„Wanneer dc vaccinatie werd nagelaten, zou dc groote

\') National anti-compulsory-vaccination reporter.
\') Ibidem.

Why little children die.

National anti-compulsory-vaccination reporter 1878,

-ocr page 42-

2G

„bron van ziekten uit de wereld zijn. Pest, zwarte dood,
„en zweetziekte zijn langzamerhand verminderd zonder eenige
„voorzorg (!!); waarom zouden de pokken niet even goed
„verdwijnen, wanneer er van vaccinatie nooit sprake ware
„geweest."\'

Dr. Schoppe, uit Bonn, verklaarde op het Keulsche
Congres:

„Zelfs de meest zuivere lymphe, ook die van het kalf
„veroorzaakt klierziekten bij de kinderen."

„Dr. Koch, lid van het „Kaiserliches Gesundheitsambt"
„te Berlijn, heeft als resultaat van zijne eigene onder-
„zoekingen medegedeeld, dat tuberculose van den een op den
„ander kan overgeënt worden; hij heeft met het micro-
„scoop , in gevallen van tuberculose, een kleinen bacillus
„ontdekt; met het virus, dat die bacilli bevatte, entte
„hij dieren in, en al deze dieren stierven aan tuberculose.

„Dat syphilis door vaccinatie wordt overgebracht, weten
„wij reeds lang."

Dr. Pigeon van Fourchamboult zegt:

„De beweerde beveiliging door Pasteur\'s inentingen tegen
„miltvuur, heeft zich zelf spoedig tegengesproken, hetgeen
„natuurlijk ook wel te verwachten was. Verre van vrij
„te zijn van alle nadeelen, zooals Pasteur beweert, is
„zijne inentingsstof integendeel in de hoogste mate geschikt,
„om verschillende ziekten in te voeren en \'zelfs aanleiding
„tot den dood te geven."

5°. Vacciiiatic veroorzaakt erysipelas [^oos).

De roos, zegt Prof. Bohn. \'), is de gewichtigste com-
plicatie der vaccinatie en kan volgens de tamelijk omvang-

\') Handbuch der vaccination van Dr. H. IJohn, Leipzig 1875.

-ocr page 43-

27

rijke statistiek op elk van de eerste 2i dagen na dc
inenting optreden. Hare eigenlijke periode begint den
achtsten dag en de tweede week levert betrekkelijk de
meeste gevallen. Deze roos duurt gemiddeld 435 dagen
met eene temp. van ongeveer 39° C. De pokkenpuisten
gaan dan in zweren of verettering over.

Volgens Rauchfuss \') bedroeg de sterfte bij erysipelas
localisatum 17
.5 %» crys. migrans 67.3 °/o-
vondelingenhuis te Petersburg stierf aan het zoogenaamde
„vaccinales SpJiterysipel" (5 dagen na de vaccinatie eerst
optredend) een verbazend aantal kinderen.

Harder , W e i s s e én E. B a 11 a r d \') vermelden
verscheidene ziektegevallen van kinderen, die, met nor-
male lymphe en met zuivere instrumenten gevaccineerd,
toch roos kregen.

Dr. Freund uit Breslau verklaarde in de medische
vergadering te Eisenach:

„Men is niet in staat de roos overal te weren. De
„gevaarlijkste oorzaken der roos zijn ons bijna volkomen
„onbekend, ofschoon wij haar in het algemeen wel kennen.
„Als belangrijke nadeelen der inenting zijn er twee van
„belang\'om genoemd te worden, nl. de overbrenging van
„syphilis en het ontstaan van roos. Deze laatste ziekte
„komt meer voor en is moeielijker te vermijden, dan dc
„syphilis,"

-ocr page 44-

28

Prof. Kuszmaul zegt:

„Tegenover de schitterende lichtzijde der vaccinatie staat
„als schaduwzijde het feit, dat ze in enkele zeldzame
„gevallen den dood der gevaccineerden veroorzaakt, nl.
„door de roos."

Dr. Flinzer beschreef in 1873 een geval van roos
met doodelijken afloop, na de inenting ontstaan.

Dr. Mendel is van opinie, dat, „wanneer na de inen-
„ting roos ontstaat, de schuld daarvan niet altijd bij den
„geneesheer ligt."

Dr. Pfeiffer uit Weimar verhaalde bij het Med. congres
tc Eisenach in 1879:

„In de eerste jaren der inentingsproeven met animale
I „stof zijn in Thüringen treurige ervaringen opgedaan, wat

„betreft het overbrengen der roos."

6°. Vaccinatie kan pyaeniie en septichacmie veroorzaken.

Dr. Warlomont \') zegt hierover. Van vele kanten
verslagen, komen de tegenstanders met nieuwe argumenten
aanloopen tegen de vaccinatie. Zoo beweren zij nu het
volgende:

Hoe kwam het anders dan door de vaccinatie, dat in
San Quirico d\'Orcia 38 kinderen, die gevaccineerd waren,
ernstige gevolgen daarvan kregen: groote zweren, die dc
spieren ontblootten en in de gewrichten doordrongen;
stuipen; enz. enz.

il!

Het antwoord van Dr. W. zie art. 5 onder dc voor-
deelen der vaccinatie.

fai l a il l\'ir

\') Rapport sur la vaccine et la vaccination obligatoire par le Dr. War-
lomont à l\'Academic royale dc medecinc de Belgique i88i.

-ocr page 45-

29

7°. Vaccinatie brengt de syphilis over.

Hierover is zeer veel geschreven. Wij zullen de voor-
naamste geschriften der verdedigers hier kort aanhalen:

Dr. Lorinser :

„Ofschoon nog altijd een zeker bewijs ontbreekt, dat
„tuberculose en scrophulose door inenting kunnen worden
„overgeplant, zoo lijdt het toch geen twijfel, dat syphilis
„door de inenting kan overgebracht worden. De genees-
„heeren begrijpen zeiven wel, dat ze zulke vreeselijke
„complicatiën moeten verzwijgen. In het dorp Csomad bij
„Pest kwamen volgens Dr. Glatter 72 syphilitische be-
„smettingen door inenting voor; in het dorp Rialta in
„Piümont 80. In het dorp Grabnik in Oost-Pruisen werden
„van de 58 ingeente kinderen 56 door syphilis besmet,
„van welke er 15 stierven. De vaccinateur Dr. Dorian
„werd veroordeeld tot eene boete van 100 Mark en de
„kosten van het proces."

Dr, Korver geeft ons de volgende belangrijke
mededeelingen:

„De eerste, die eene theorie verkondigde over het
„verband- tusschen vaccinatie en het uitbreken der syphilis
„bij de gevaccineerden, was Prof. Monteggia. In 1814
„gaf hij te Milaan als zijne meening te kennen , dat er
„zich bij de vaccinatie van een syphilitisch individu eene
„pustula vormde, die beide giften, het vaccinalc en het
„syphilitische bevatte. Voorbeelden haalt hij aan van

\') Der Impfschutz in seinen Beziehungen zur Impfstntistik von Dr.
Lorinser.

2) Dissertatie van J. M. Korver „over besmetting met syphilis door
middel van de vaccinatie (syphilis viiccinata)" Amstenlam.

-ocr page 46-

30

„kinderen, die aan een arm zijn gevaccineerd geworden
„en later syphilitisch werden. Alle gevallen, waarin
„syphilis en vaccine ontwijfelbaar gelijktijdig werden ingeënt,
„nemen ongeveer het volgende verloop: Op de plaatsen
„van inenting ontwikkelt zich eerst de vaccine met haar
„korter incubatie-stadium; zij heeft een volkomen regel-
„matig verloop en eerst nadat de korsten der vaccine-
„uitbotting afgevallen zijn, ontwikkelen zich uit deze laatste,
„of uit hare litteekens, de primaire aandoeningen der
„syphilis, onder den vorm van verharde zweren. Deze
„primaire aandoeningen nemen als dan een nog al slepend
„verloop en worden eerst geruimen tijd later, bijv. na
l \' „eenige weken of maanden, opgevolgd door de algemeene

j" „verschijnselen der ziekte, zooals uitslagen, condylo-

lij „mata enz."

j\' Prof. Kuszmaul zegt: „Door vaccinatie kan in uiterst

1 „zeldzame gevallen op gezonde kinderen syphilis worden

l; „overgebracht".

I\' Dr. Stein beschreef in 1878 een aantal gevallen, waarin

I _ kinderen bij hunne inening met gehumaniseerde lymphe

; syphilis hadden opgedaan.

I \' Dr. P i s s i n zegt hierover : „Geen voorzorgsmaatregel

j „is in staat om, als men zich van menschelijke lymphe

^ „bedient, de overbrenging van syphilis tegen te gaan".

Dr. Ver non van Southport zegt in zijne brochure,
^j; „Why little children die?",

r - „1300 kinderen stierven in 1871 aan eene ziekte —of

j;, „which is was a shame to speak"", terwijl vóór de vacci-

1\' „natie (zooals Mr. Gibson verhaalt) er slechts 255 kinderen

„aan die ziekte stierven. En toch worden er ieder jaar nog
„37.000 kinderen aan het vaccinale bijgeloof opgeofferd".

-ocr page 47-

31

Dr. Hubert Bo&ns van Charleroi \') schrijft dienaan-
gaande het volgende:

„Wij mogen de volgende zaken betreffende de vaccinatie
„niet wegcijferen: dat vaccinatie in het menschelijke
„lichaam eene etterige infectie veroorzaakt en 2° dat deze
„etterige infectie in nauwer verband staat met syphilis dan
„met xienige andere kunstmatig overgebrachte ziekte."

8°. Dc gewone inentingsstof kan niets goeds doen, want
door het onophoudelijke afgeven van beschuttend vermogen
7noei eene toenemende uitputting der stof ontstaan. Boven-
dien berust de inentingstheorie ook niet op wetenschappelijke
gronden.

In Japan, zoo verhaalt Dr. Wernich, willen de pokken
niet ophouden, ondanks het inenten, zoodat men moet
aannemen, dat dc vaccinatie daar hare beschermkracht
verloren heeft!

Wat dc 20 alinea van n°. 8 betreft, hiervan zegt Prof.
K u s z m a u 1:

„Hoe de beschermkracht der inenting tot stand komt,
„daarover kan de wetenschap tot nu toe geen uitsluitsel
„geven" en

Dr. Stein uit Frankfort (1877): „Wij handelen bij de
„goedkeuring der verplichte vaccinatie slechts door ervaring,
„maar niet tengevolge van een wetenschappelijk bewijs."

Dr. Stein zeide in 1878 tot Dr. Thilenius: „In
„geene enkele vergadering van geneeskundigen is er ooit
„sprake geweest van een wetenschappelijk bewijs van het
„nut der inenting; en geene geneeskundige autoriteit

\') Reveil mctlical ile Paris.

-ocr page 48-

32

„heeft ooit van eene op logische grondslagen gevestigde
„wetenschappelijke inentingstheorie gesproken."

9°. De koepokstof is eene stof op weg van gisting en
verrotting.

Dr. Warlomont\') zegt: „Een ander beweren der tegen-
„standers is dit: dat de koepokstof eene zelfstandigheid is,
„op weg tot gisting en verrotting. Men heeft daarbij
„gevoegd, dat er drie soorten van koepokstof zijn:

„de vaccine lymphe of valsche vaccine, die septische
„ontsteking te voorschijn roept, 2°. de vaccine mét micro-
„organismen, die eenvoudig een verrottingsontsteking ver-
„oorzaakt en 3°. de vaccine-etter, de oorzaak der etterachtige
„ontsteking."

Mr. Hume Rothery ï) zegt: „Men vertelt, dat
„voor de vaccinatie zuivere lymphe gebruikt wordt, dat is
„slechts een woord, gebezigd door doctoren om te ver-
„bergen, welke vreeselijke stof ze daarvoor gebruiken."
/ De Heer Zöppritz van Stuttgart ») vindt de inenting

van het. kalf zeer verkeerd, omdat dan de dieren ge-
marteld worden, en hij beschouwt het als zeker, dat de
afscheiding van dieren in zulk een toestand van woede
en pijniging niets dan ellende moet brengen onder de
!huid van een zwak kind. • .

L Dr. John Morton ■•) vertelt dat vaccine-lymphe een

Rapport sur la vaccine et la vaccination obligatoire par le Dr. War-
1 om ont à l\'Académie royale de raé<lecine de Belgique 1881.
-) National anti-compulsory-vaccination reporter 1878. ■
Ibidem.

*) Vaccine-lymphe a septic poison.

-ocr page 49-

33

dierlijke stof is in een toestand van verandering of ont-
binding en dat zij door inenting voor een onbepaalden
tijd wordt voortgeplant.

10. Vaccinatie is het resultaat van het blinde geloof
der menschheid en vrnl. van de hebzucht der geneeskundigen.

Prof. Vogt \') zegt:

„De inentingsvrienden, die in eiken niet-ingeënten een
„dreigend besmettingsgevaar voor de geënten zien, gelooven
„het allerminst aan de beschermkracht der vaccinatie",

Dr. L O r i n s e r \') :

„Bij eene kalme beoordeeling van de vaccinatie moet
„ieder onbevooroordeelde, al of niet geneeskundige, tot de
„overtuiging komen, dat door een verkeerd besluit uit
„eene gebrekkige statistiek tot hiertoe zeer groote fouten
„en dwalingen zijn begaan. Zich op het uitsluitende stand-
„punt der wetenschap tc plaatsen, zich bij elke gelegen-
„heid op de wetenschap te beroepen, dat doen in den
„regel slechts die menschen, die zich met de juiste weten-
„schap het minst hebben beziggehouden.

„Wanneer dan de geneeskundigen aan het einde der
„iQ\'io eeuw zeiven dc begane dwaling inzien en van de
„dwalingen der verbeelding op het pad der waarheid terug-
„gckomcn zijn, dan zullen ook de phantasiën over be-
„schcrmcnde inenting cn den geesel van den inentingsdwang ,
„waarop de volgende eeuw vol medelijden en glimlachend
„zal terugzien, van het tooneel verdwijnen en tot het
„niet terugkeeren, waaruit het ook ontstaan is."

i) Für und wider die Kuhpockenirapfung und den Impfzwang,
ä) Der Impfschulz in seinen Ueziehungen zur Impfstalislik von Dr. F. \\V.
Lorinser, Wien 1880.

-ocr page 50-

:{4

Heinrich Rohlfs "):

„Dat het meerendeel der geneesheeren eene inentingswet
„goedkeurt, zal ons wel niet meer bevreemden, daar de
„geneesheeren, wegens het stoffelijk voordeel daaraan ver-
„bonden, niet onpartijdig zijn."

Dr. Martin uitte bij het Congres te Manchester zijne
meening over de inenting aldus :

„De vaccinatie is eene onteering van de geneeskunde,
„gedwongen vaccinatie is een verwijt aan het Parlement."

Op eene vraag van den Aartsbisschop van York: „In
„mijn tijd waren de menschen veel meer pokdalig dan
„nu, is dat het gevolg der vaccinatie.\' antwoordt Mr.
„Hume-Rothery, president van de Anti-Compulsory
„Vaccination-League:

„De niet gevaccineerden, die van een pokkenaanval
„herstellen, zijn niet meer pokdalig dan de gevaccineerden.

„Het weinig pokdalig zijn tegenwoordig mag dus niet
„toegeschreven worden aan de deugden der vaccinatie."

Dr. Boens ■\') beweert, dat de doctoren alleen daarom
voor de vaccinatie zijn, omdat het hun geld opbrengt.

11. Vaccinatie is in strijd met dc godsdienstige overtuiging
van velen. *)

Mr. Hume-Rothery schrijft:

\') Archiv für Geschichte der Medicin und medicinische Geographie, 1879.

National-aiiti-compulsory-vaccination reporter, October 1878.

National-anti-compulsory-vaccination reporter, 1881.

Ofschoon het niet in mijne bedoeling ligt over dit argument der tegen-
standers veel te schrijven, zoo heb ik toch gemeend het niet geheel en al
te mogen weglaten, aangezien de godsdienstige bezwaren tegen de vaccinatie
de motieven zijn •van een zeer groot gedeelte der anti-vaccinatiemannen.

-ocr page 51-

35

„Anti-vaccinatie komt voort uit waren godsdienst."

Onderscheidene teksten worden door de meest ver-
schillende menschen aangehaald om uit den Bijbel te bewij-
zen, dat de vaccinatie een slecht bedrijf is; zooals b. v.: „Die
„gezond zijn, hebben den medicijnmeester niet van noode,
„maar die ziek zijn;" of: „Men mag Gods wil niet vooruit-
„loopenj zoo Hij niet wil, dat wij de pokken krijgen, be-
„hoeven wij ons niet angstig te maken , dan krijgen wij
„die niet, gevaccineerd of niet.

12°, Verplichte vaccinatie is zeer af te keuren , loant
zij tast de persoonlijke vrijheid aan. Zoo iemand dan zelf
beschut wil wezen, heeft men immers de koepokinenting
binnen zijn bereik.

Dr. Lorinser bespreekt deze quaestie aldus: „Welke
„grondslagen heeft men noodig voor een statistisch bewijs ?
„Zoowel door geheimhouding en door gebrekkige organi-
„satie, als door zorgeloosheid, is aan eene juiste statis-
„tiek nog niet te denken, en die heeft men toch noodig
„om de pokkenstatistiek met die der inenting te kunnen
„vergelijken, om daaruit het al of niet beschuttende der
„vaccinatie te bewijzen. Zoodra deze nalatigheid enz. op
„alle ziekten gelijkmatig drukt, kunnen wij aan eene
„pokkenstatistiek eenig vertrouwen schenken. Op eenen
„zoo wankelenden grondslag laat zich echter toch geen
„wet tot verplichte vaccinatie opbouwen. In hoeverre is
„ons wetenschappelijk materiaal in overeenstemming met
„de eischen der statistiekOns materiaal is in elk geval
„gebrekkig. Het beste zou nog zijn, onder de pokken-
„zieken en pokkendooden, de geënten van de niet-geënten
„te scheiden volgens leeftijd cn datum van inenting, doch

-ocr page 52-

36

„dit is moeielijk te bereiken. Als het bruikbaarste mate-
„riaal, moeten de tabellen van Dr. Flinzer in Chemnitz,
„Dr. Müller in Berlijn en Dr. Keller in Weenen
„beschouwd worden. De pokkenepidemieën hebben tot
„op den huidigen dag hetzelfde karakter in hun verloop
„onveranderd behouden. In het begin dezer eeuw vermin-
„derden zij wel wat tot 1820, en men schreef dit natuur-
„lijk aan de inenting toe, maar van 1870 tot 1872
„bereikten de pokken weder eene verbazende hoogte.
„Wanneer men de pokkenstatistiek met de inentings-
„statistiek (voor zoo verre deze bekend is) van verschil-
„lende landen met elkander vergelijkt, komt men tot
„het besluit, dat de invloed der inenting op het aantal
„sterfgevallen door pokken niet is aan te toonen. O. a. in
„Brandenburg bereikten de pokken vóór de inenting in
„1796 een sterftecijfer van 493 op de 100000 inwoners
„en in 1871 onder beschutting (?) der vaccinatie, 631
„op de 100000 inwoners. De wetten van verplichte vac-
„cinatie vallen bijna altijd in de afnemende periode der
„pokkenepidemieën, en deze afneming wordt dan maar
„aan de\' inenting toegeschreven. Dat door de inenting
„de pokkenziekte geringer geworden is, laat zich dus niet
„bewijzen; en toch zegt Prof. Vogt, dat iemand, die voor
„korten tijd gevaccineerd is, ingeval hij door dc pokken
„wordt aangetast, een zachter verloop der ziekte zal door-
„maken. Maar volgens Dr. Müller stierven cr in 1871
„in Berlijn, van 179 ingeënte kinderen onder het jaar,
„99 aan de pokken ; dit spreekt toch niet voor een zachter
„verloop der ziekte!"

John Morton\') zegt: „Geen grooter vloek kan er

\') National-antiScompulsory-vaccination reporter, Oct. 1878.

-ocr page 53-

37

over het menschdom worden uitgesproken, dan die van
„verplichte vaccinatie."

Mr. Booth\'): „De vaccinatiewet is het grootste bewijs
„van het bestaan van een verkeerden despotischen regee-
„ringsvorm, eene wet ten gunste van weinigen tegenover
„velen, eene wet waaraan de rechten der menschheid en
„van het geweten worden ten offer gebracht, wreed tegen-
„over de arrnen en de zwakken; dus de waarschuwing
„tegen de vaccinatiewet is eene waarschuwing tegen despo-
„tisme en verdorvenheid."

Mr. G i b s o n ï) :

„Gedwongen vaccinatie is verkeerd uit een zedelijk
„oogpunt. Het kind behoort aan de ouders en niet aan
„den staat."

Blackstone»):

„Geene wet door menschen gemaakt kan eenige waarde
„hebben, als zij in strijd is met de wetten der natuur,
„en vaccinatie kan op geene enkele natuurwet gegrond
„worden."

Bij de 7do jaarlijksche vergadering van de anti-comp.
vacc. league voerde Mr. Harris het eerst het woord en
begon hij aldus:

„Wij zijn hier te samen gekomen met het doel om de
„schandelijke vaccinatiewetten aan de kaak te stellen;
„daarvan kan niets goeds en niets te slecht gezegd worden."

Dr. O i d t m a n n verklaarde in diezelfde vergadering,
dat het statistisch materiaal, waarvan gebruik gemaakt is
voor het verslag van de Koninklijke Pruisische Weten-

\') National-anti compulüory-vaccination reporter, Oct. 1878.
\') Ibid.
Ibid.

-ocr page 54-

38

schappelijke Vergadering van 12 Febr. 1872, waarop de
verplichte vaccinatie gegrondvest is, niets meer was dan
een mengelmoes van vervalschingen, leugens en bedrog.
Dr. O i d t m a n n heeft in twee brochures door hem
geschreven \') zeer hevig uitgevaren tegen het besluit
van den Rijksdag om de vaccinatie voor Duitschland
verplichtend te stellen. Ziet hier, hoe hij schrijft:

„Terwijl de tegenstanders der inenting, steeds slechts
„op de meest strenge statistiek en op het onderzoek naar
„de geschiedenis steunende, voor den Rijksdag gekomen
„zijn, stonden tot hiertoe steeds eene schaar van onge-
„veer
loooo verstandelooze, door autoriteitsgeloof inge-
„palmde geneesheeren tegenover hen, van welke geen
l^\': „zes (met inbegrip van Dr. Thilenius) den inentings-

„strijd gevolgd, of daaraan ook maar een uurtje van
„onderzoek naar de bronnen, gewijd hadden. De Rijksdag
„is zoodoende door autoriteiten in de inentingsquaestie slecht
„gediend. Dr. Thilenius (rapporteur) rekende op de
„blinde partijzucht van zijne geneeskundige collega\'s;
„want hij_ gevoelde, dat de inentingswct, zonder algemeenen
I i „steun der geneesheeren, reddeloos verloren was. Tegen

„zulk eene vermetele geneeskundige staatslist moest echter
„ernstig gewaarschuwd worden, omdat ten eerste in het
„klinisch onderricht, bij de staatsexamens der geneeskun-
„digen enz,, in de laatste 60 jaren de pokken- en de inen-
„tingsquaestie steeds geheel zijn verwaarloosd geworden;

\') Die historische und statistische Mishandlung der Impffragc im Reichstage
zu Berlin 1878 durch Dr. Thilenius, Berichterstatter der Pctitions-Con]-
mission. Von Dr. O id t mann. Wien. 1879.

Petition des Dr. O i d t m a n n in Lennich um Abschaffung des Impf-
zwanges.

k:
11;

-ocr page 55-

39

„ons tegenwoordig geneeskundig geslacht, de professoren
„niet uitgezonderd, zijn dus in de geschiedenis en statis-
„tiek der pokken, zoowel vóór als tegen de inenting,
„vreemdelingen gebleven; en ten tweede, omdat ons
„geneeskundig geslacht met uitzondering van de ziekte-
„jaren 1870—1872 nooit in de gelegenheid is geweest om,
„uit eigen ondervinding, eene vergelijkende statistiek samen
„te stellen over ziekte en sterfte van ingeënten en niet-
„ingeënten. Wanneer de Regeering eens het inentingswerk
„uit de handen der geneesheeren neemt, om het in die
„van Rijksbeambten te geven, dan zal het inentingsdogma
„binnen korten tijd reeds ondermijnd en de schaar vari
„geneesheeren, tegenstanders der inenting, van 60 tot
„6000 gegroeid zijn; qui vivra, verra!

„Op den Rijksdag sprak de afgevaardigde Reichens-
„perger o, a. het volgende: Het feit, dat
loo.ooo
„en meer staatsburgers van meening zijn, dat hunne kin-
„deren door de inenting schade lijden, moet reden genoeg
„zijn om niet bij wijze van dwang voort te gaan. Dit
„des te meer, daar zelfs geneesheeren, uit gebrek aan
„waarborg voor eene stellige beschutting door de inenting,
„zich herhaaldelijk inenten. Ook dc inenting door kalfs-
„lymphe kan niet aangezien worden voor eene zekerheid
„gevende, dewijl men ook hier eerst voor het cxpe-
„rimcnt staat.

„Robcrt von Mohl liet zich over de inentingsquaestie
„in 1866 op de volgende wijze uit:

„De eenige moeielijke vraag is, of de Staat tot de
„inenting mag noodzaken Indien er gevaar aan verbonden
„is, dan zoude zich zulk een dwang moeielijk laten recht-
„vaardigen! Opmerkenswaard echter blijft het, dat zelfs

-ocr page 56-

40

„Dr. Thilenius reeds in het vorige jaar een en ander
„aan de tegenstanders heeft moeten toegeven.

„Het is omvaar, hetgeen Dr. Thilenius zegt, dat
„Zweden sedert 1801 (sedert de invoering der inenting)
„geene groote pokkenepidemie meer gehad heeft, want in
„het jaar 1873/74, toen Zweden, zooals geen ander land
„in Europa, geheel ingeënt was, heerschte daar eene
„pokkenepidemie, grooter en heviger dan in de meeste
„epidemiejaren der vorige eeuw. Treurig is het, dat van
„de 397 leden van den Rijksdag meer dan de helft, en
„wel de zich liberaal noemende meerderheid, zich nu
j\' „reeds meer dan 5 jaar door Dr. Thilenius zand inde

;f «oogen laat strooien. Meer dan 500 boeken bespraken reeds

I „omstreeks het jaar 1770 de inenting als een algemeen

I „uitgeoefende maatregel en toch zegt Thilenius aan den

„lichtgeloovigen Duitschen Rijksdag nu reeds voor de
„5de maal, dat de inenting eerst van het jaar 1801
„dateert. Is dat niet ongehoord.\'"

Dr. Oidtmann eindigt zijne eerste brochure met de
volgende woorden:

„Wanneer ik heden weór in deze geneeskundige dwee-
„perij ingrijp, zoo doe ik het, omdat ik het voor de
„zwaarste beproeving van het menschelijk verstand houd,
„om ter wille van de onhoudbare inentingstheorie, niet
„alleen dc statistiek, maar ook de geschiedenis, zelfs tot
„hare mismaking toe te vervalschen, alleen om met deze ver-
„valsching eene dwang\\vet te rechtvaardigen, die onder
„bedreiging van geldstraffe mij, vrijën geneeskundige, mag
„dwingen, tegen betere overtuiging in, mijne kinderen
„aan het even vuile als bijgeloovige gebruik der inenting
„te onderwerpen."

Hl

-ocr page 57-

41

In zijne tweede brochure zegt hij ongeveer het vol-
gende: „Na het uitbreken van de pest te Astrakan
„lazen wij in de tijdschriften, dat in Zuid-Rusland de
„Duitsche geneesheeren, evenals in de middeleeuwen de
„joden, beschuldigd worden door peststof de bronnen
„vergiftigd te hebben. En toch dat moordgeschreeuw der
„muzelmannen tegen de Duitsche geneesheeren heeft zijn
„meester nog gevonden in de zinnelooze en lichtvaardige
„aanklacht, welke, in het jaar 1871, zonder eenig bewijs,
„slechts op grond van eene oude, leelijke inentingstraditie,
„de niet-ingeënte weérlooze zuigelingen beschuldigde de
„pokkenrust verstoord tc hebben. Eene beschuldiging eene
„bron vergiftigd te hebben, is dan toch nog iets positiefs, maar
„een zuigeling te verwijten, dat hij oningeënt ter wereld
„is gekomen en door dat niet ingeënt zijn, dus door eene
„negatieve handelwijze, pokkengif in de wereld brengt,
„dat is een dogma, waarvoor iemands haren te berge
„rijzen. Dat men inderdaad door vooroordeelen bevangen
„was, toen men tegen die onschuldige zuigelingen met het
„lancet lostrok, dat hebben wij tegenstanders der inenting
„uit de geschiedenis cn uit de statistiek zonneklaar bc-
„wczen. In zijn bericht van 1878 beweert Dr. Thilcnius,
„dat alle in de verzoekschriften over inenting door mij
„en anderen tegen dc inenting aangevoerde gronden reeds
„vroeger herhaaldelijk cn zeer uitvoerig onderzocht zijn
„geworden , dat hij zich daarom kan onthouden van eene
„wederlegging onzer bewijsvoering. Deze bewering berust
„op eene groote dwaling, want geen enkele mijnergrond-
„redenen heeft bij hem wcörlcgging gevonden.

„Dr. Thilcnius beroept zich op dc pokkenstatistiek
„van Zweden, waaruit het nut der inenting heet tc blijken,

-ocr page 58-

42

„maar ik geef ook eene statistiek van Zweden, waaruit
„het nadeel der inenting blijkt. Dr. Thil enius beroept
„zich in de tweede plaats op de pokkenstatistiek van Pruisen,
„C. Löhnert in Chemnitz toont Dr. Thil. in eene ver-
„gelijking van de getallenreeksen, dat de getallen van
„Dr, Thil. betreffende de pokkensterfte 30 tot 70% af-
„wijken van die van het statistisch bureau, dat dus of
„de getallen van Dr. Thil., of die van het stat. bureau,
„valsch moeten zijn.

„De getallen en de mededeelingen van het koninklijk
„statistisch bureau zijn even onhoudbaar en valsch, als
„die van Dr. Thil.; beide zijn uit de lucht gegrepen.

„Dr. Thilenius beroept zich in de derde plaats op de
„pokkensterfte van oningeënte kinderen te Londen en te
„Brussel. Hij zegt: „de laatste jaren hebben te Londen
„en te Brussel ontwijfelbare bijdragen geleverd tot de be-
„schermende kracht der inenting. In de berichten uit
„die beide steden herhaalt men steeds de opgaven, dat
„de aan pokken gestorven kinderen, voor zooverre daarvan
„eene kennisgeving had. plaats gehad, niet ingeënt waren."

„Nu luidt evenwel een brief van Dr, Janssens aan mij
„als volgt: Bij de statistische opgaven van de pokken in
„België over het al of niet geënt zijn van dc pokken-
„ziekten zijn geene vertrouwbare aanteekeningcn gemaakt
„geworden,

,,Wanneer wij aannemen, dat het dalen der pokken-
,,sterfte op den leeftijd van i tot 5 jaar het gevolg der
,,koepokinenting is, dan zijn wij volgens alle regelen der
,,statistiek tot het besluit gerechtvaardigd , dat het stijgen
„der croupsterfte een werk der koepokinenting is; wanneer
,,men niet toegeeft, dat het constante toenemen der croup-

: <

-ocr page 59-

43

„sterfte een werk der inenting is, dan zou ik wel eens
„willen weten , hoe men uit de getallen der twee klassen
„van leeftijden van o—i en van i — 5 jaar wil besluiten,
„dat het dalen der pokkensterfte een werk der inenting is.

„Is het dalen der pokkensterfte, zooals het tusschen het
„iste en het 5^0 jaar constant voorkomt, een werk der
„inenting, dan moet het nog sterker dalen der algemeene
„sterfte ook een werk der inenting zijn.

„Geeft men dit laatste niet toe, dan moet toch iemand
,,wel met blindheid geslagen zijn om te beweren, dat het
,,dalen der pokkensterfte van i—5 jaar een werk der
„inenting moet wezen! Wanneer men toegeeft, dat de
„meerdere sterfte aan de andere ziekten, van o—i jaar, met
„het nalaten der inenting niets te maken heeft, hoe kan
„men dan beweren, dat de grootere pokkensterfte wel een
„gevolg van het nalaten der inenting is.?"

Dr. Oidtmann eindigt deze brochure met te vertellen,
dat, naar hem is medegedeeld geworden, de Rijksdag eerder
bereid zoude zijn om de verplichte inenting af te schaffen,
wanneer men daarvoor een surrogaat kon aanwijzen. „Niet
„twijfelende," (aldus vervolgt hij) „of de inentingsdwang
„zal, wanneer hij ten volle besproken wordt, zonder weór-
„stand vallen, zoo houd ik het voor overtollig om afschaf-
„fing der inentingswet te smeeken. Ik breng daarom aan
„den Duitschen Rijksdag het verzoek om, onder ophef-
„fing der inentingswet van i April 1874, door eene wet
„elke inenting van menschen onder minstens zulk eene
„strenge strafbedreiging te verbieden, als het inenten der
„schapen verboden is." (Lennich 8 April 1879.)

-ocr page 60-

44

f

B. Hei nut en de voordeelen der vaccinatie. Wederlegging
van de argumenten der tegenstanders.

1°. De vaccinatie biedt voor geruimen tijd beschutting
aan tegeii de pokken.

John Carter \') zegt hiervan: „Ik heb nooit pokken
„zien uitbreken, wanneer de inentingspuist geheel onge-
„stoord en goed ontwikkeld den achtsten dag bereikt had.
„Van dezen dag af houd ik een kind voor volkomen be-
„schut. Er vertoonde zich wel eens op den Q^en dag,
„overeenkomstig de voorafgegane besmetting met pokken,
„eene koortsbeweging, die drie dagen aanhield, maar deze
„werd door geen uitslag gevolgd."

Prof Bohn uit aldus zijne opinie:

„De belangrijkste complicatie van de inenting zijn de
„natuurlijke pokken; doch dan moet de be.smetting hicr-
„mede met haar 14-daagsch incubatie-tijdperk geschied zijn
„vóór de inenting. In hoeverre de inenting beschut tegen
„besmetting door pokken, blijkt uit de volgende voor-
„beelden: Edward Jenncr entte personen in met
„oorspronkelijke koelymphe en nadat zich werkelijke ent-
„pokken gevormd hadden, bracht hij vruchteloos, op die
„zelfde personen, de pokstof uit vcrschc menschenpokken.
„Hij entte eindelijk eene reeks van kinderen met gehu-
„maniseerde lymphe , die hij gedurende verschillende gc-
„neraties van arm op arm voortlcidde en vond de kinderen ,
„als hij proefinoculatiün met echte pokken na verscheidene

ji;

iH
(,

\') Practica^ observations on vaccination. The Lancet 1871.
-) Handbuch der Vaccination von Dr. Heinrich Bo-hn, Leipzig 1875.

-ocr page 61-

45

„maanden deed, voor dit laatste ongevoelig. Pearson,
„die binnen een jaar 19000 personen in het vaccinatie-
„bureau te Londen ingeënt had, meende met recht de
„beschuttende kracht der inenting voldoende bewezen
„te hebben, toen hij op 5000 der ingeënten te vergeefs
„beproefd had de echte pokken over te brengen. Overal
„in en buiten Europa werd deze proef honderdvoudig
„herhaald.

„Uit de statistiek o. a. van de pokkenepidemie gedu-
„rende de jaren 1870, 1871 en 1872 in Duitschland,
„blijkt ten duidelijkste, dat èn ziekte, èn sterfte, zeer veel
„verminderd zijn, vergeleken bij die in vroegere epidemieën.

„Volgens andere opgaven blijkt, dat van de ge-
„vaccineerden 95% in de epidemieën van 1870—1873 vol-
„komen vrij bleven. Ook uit de sterftetabellen van 1749
«tot 1855, van Zweden, waar in 1801 voor het eerst
„ingeënt en in 1816 de inenting verplichtend gesteld
„werd, blijkt ten duidelijkste, hoe belangrijk de sterfte
,,en de ziekte aan pokken na de inenting zijn afgenomen.
,,De kinderen, die onder den meest uitgebreiden invloed
,,der inenting staan, worden in de hevigste epidemieën
.,nauwelijks aangetast en daar, waar het tegendeel waar-
,,genomen wordt, zijn steeds de gebrekkige toestanden der
,,inenting in de jeugd aan het licht gekomen,

,,Zoo zag ik in het begin der epidemie van 1870 (om
,,maar eens een gewoon voorbeeld aan te halen) een acht-
,,jarig kind van behoefligen met confluente pokken, van
,,hetwelk de moeder op zeer stellige wijze verzekerde,
,,dat het ingeënt was. Op de vraag, hoeveel pokken er
„opgekomen waren, luidde het antwoord: geen een, en
„de dokter heeft op den dag, dat er wetir nagezien werd,

-ocr page 62-

4G

„het bewijs van inenting geweigerd te geven , maar niets
„verder bevolen.

„Evenzoo was het met twee zoontjes van deze vrouw
„gegaan, die, terstond ingeënt, normale koepokken kregen
,,en in de onmiddelijke nabijheid hunner zuster onaange-
„tast bleven.

„Gedurende de pokkenepidemie van 1870 tot 1871
,,werden te Chemnitz door die ziekte aangetast
1.61°/^ inge-
,,ënte- en 57-23% oningeënte bewoners. De ingeente
,,pokkenzieken gaven een sterftecijfer van 0.73% de
„niet-ingeënten van 9:r67o-

„Dr. Müller beschrijft de pokkenepidemie te Wald-
„heim in Saksen van Januari 1872 tot April 1873:
„Aangetast werden ingeënten 2.6 °/o
„ „ niet-ingeënten 36.6 °/o

Sterfte onder ingeënten 8.8
„ „ niet-ingeënten 48.6 %.

„In tien jaar tijds vóór de invoering der hervaccinatie
„van het leger in Duitschland stierven er jaarlijks gemid-
„deld 45 man aan de pokken,
na de invoering gedurende
„eene\' tijdruimte van 33 jaar jaarlijks nog geen 3 man
„(2.27). Van 1844 (het jaar waarin de hervaccinatie voor
„het Beiersche leger verplichtend werd) tot 1855 verloor
„Beieren geen enkel man.

De Pruisische regeering heeft een officieül rapport in het
licht gegeven over de hervaccinatie in het leger. Daarin
wordt betoogd, dat ten gevolge van de gedwongen her-
vaccinatie het voorkomen der pokken onder het leger eene
uitzondering geworden is; terwijl die ziekte in andere
legers, waar die regeling niet bestaat, of minder zorg-

-ocr page 63-

vuldig wordt nagekomen, vooral in Frankrijk, elk jaar
vele offers eischt. Sedert zeven jaar, verloor het Pruisische
leger geen enkel man aan pokken. Bij alle epidemieën
onder de bevolking kwamen onder de troepen 6f geene
ziektegevallen, bf slechts enkele in lichten graad voor.
Van 1873 tot 1880 werden 83
°/o manschappen met-
en 17 zonder gevolg ingeënt. De nauwkeurige waar-
nemingen zijn te boek gesteld sedert 1867, maar een
overzicht van de ziekte- en sterfgeyallen aan pokken in
den Duitsch-Franschen oorlog is nog niet openbaar gemaakt,
ten minste niet door het legerbestuur. Volgens het
statistisch bureau stierven er in 1870/71 van het Pruisische
leger 364 man, en van de Fransche krijgsgevangenen 1216
man aan de pokken.

Dr. Janssens«) geeft vier hoofdmaatregelen aan, die
de overheid dient voor te schrijven en met zorg moet
handhaven, wanneer zij vreest, dat eene pokkenepidemie
in aantocht is, deze zijn: 1°. Officieele bekendmaking;
2°. Afzondering; 3°. Ontsmetting; 4°. Koepokinenting.
Van dezen laatsten maatregel zegt hij het volgende:

„Dc»regeering moet alle mogelijke middelen, die haar
„ten dienste staan, aanwenden om de koepokinenting uit
„to breiden. Zij zal daardoor eenigszins de leemte van
„onze gezondheidswet aanvullen, zoolang de inenting nog
„niet verplichtend gesteld is. Daar de koepokinenting
„terecht beschouwd wordt, als een voorzorgsmaatregel
„voor het publiek, moeten de kosten daarvan ten laste

\') Rapport présenté l\'assemblée nationale scientifique d\'Hygiène et dc
Médecine Publique de 1880, par le Docteur E. Janssens, inspecteur du
service du santé de la Ville dc Bruxelles.

-ocr page 64-

48

„van de schatkist komen, moet dus ieder individu koste-
„loos gevaccineerd en gehervaccineerd worden. De uitkom-
„sten der openbare koepokinentingen moeten in een register
„worden opgeschreven, opdat de wetenschap daaruit nut
„kunne putten."

Op de laatste bladzijde van dit rapport vindt men het
volgende aangaande den
service vaccinal:

„Instruction sur la vaccine. La vaccine est le seul préser-
„vatif certain de la variole. Elle ne favorise en aucune
„façon la diffusion de variole e\'pide\'mique et ne prédispose
„à aucune autre maladie. Le seul moyen de mettre fin
„aux epidémies de variole est, au contraire, de pratiquer
„pendant leur durée le plus grand nombre possible de
„vaccinations et de revaccinations. On ne saurait trop
„recommander aux familles, dans les quelles il s\'est déve-
„loppé un cas de variole, de faire revacciner, sans excep-
„tion, toutes les personnes placées dans le voisinage du
„malade. Le vaccin prend dans toute saison et son inno-
„cuité est aussi complète en hiver qu\'en été. L\'action
„préservative de la vaccine, persiste pendant une période
„de 12 à 15 ans; il est utile d\'y recourir de nouveau au
„bout de ce temps. La revaccination qui n\'a pas donnée
„naissance à une vaccine régulière doit 6tre reproduite
„toutes les 4 ou 5 années. Le médecip seul est apte à
„constater la qualité des pustules vaccinales; il doit donc
„contrôler le succès de l\'inoculation.

„Après l\'opération, on peut se borner à recouvrir le
„bras d\'un linge fin. La fièvre qui accompagne parfois
„l\'éruption des pustules, ne présente aucun danger. «La
„récolte de la matière vaccinale est plutôt utile que nuisible
„pour le stijet vacciné."

-ocr page 65-

49

Bertillon\') zegt: „Er is niets, volstrekt niets, dat dc
„excentrieke en volhardende getuigschriften der lasteraars
„van de koepokinenting kan rechtvaardigen."

Dr. Warlomont\'): „De inenting met koepokstof,
„of met gehumaniseerde pokstof, geeft, evenals de kunst-
„matige pokkenziekte, of een aanval van pokken, eenó
„tijdelijke onvatbaarheid voor smetstof van koepokken of
,,van echte pokken. Deze tijdelijke onvatbaarheid kan
„niemand ontkennen; men zoude te vergeefs naar een
,,enkel geval zoeken van iemand, die pokken kreeg, na
,,kort te voren met goed gevolg gevaccineerd te zijn."

Dr. Wolffbcrg zegt in zijne brochure o. a.: „De
„niet-ingeënten zijn niet slechts in grooter gevaar om de
„pokken te krijgen, dan de wel-ingeënten, maar zij vormen
„ook een bestendig gevaar voor dc laatstgenoemden, daar
„men nooit zoo ver zal komen, dat door de inenting ten
„allen tijde dc persoonlijke vatbaarheid
van allen ver-
„nietigd wordt."

Toen in 1877 aan dc Zwitsersche geneesheeren gevraagd
werd:

1. Zijt gij volgens uwe ervaringen van oordeel, dat
eene goed uitgevoerde inenting voor dc echte pokken, of
ten minste voor ,de zware gevallen, gedurende een aantal
jaren behoedt ? en

2. Zult gij daarom dc vaccinatie van gejonde kinderen
aanbevelen ?

\') Conclusions stati.stiques contre les délmcleurs dc la vaccine. Paris.
2) Rapport sur la vaccine et la vaccination obligatoire par le Dr. W a r-
lomonl A l\'Academic royale dc méilecine dc Belgique. 1881.

•l

-ocr page 66-

50

gaven 1168 geneesheeren antwoord en zeiden 1122
volmondig ja!

Prof. Sonderegger zegt: „Onder zaakkundigen bestaat
„er in het geheel geen twijfel aan het beschermend ver-
„mogen der inenting, maar slechts verschil van gevoelen
„aangaande den duur van dat vermogen."

Dr, Lyon Playfair\') zegt: „de vaccinatie redt ieder
,Oaar in Engeland 60.000 personen van den dood."

Mr. Marson, chirurg aan het pokkenhospitaal van
Londen, heeft de volgende statistiek geleverd: van de
gevaccineerden stierven 2\'/»
"lo bij wie geene litteekens te
zien waren; fWlo bij wie slechts één litteeken aanwezig
was; 4\'/ï "/o bij wie twee litteekens waren; i\'/i "/o met
drie litteekens; "/o met vier of meer litteekens, en 35V1 °/o
die nooit gevaccineerd waren.

Dr. Lotz „Hoe weinig ook aan de tegenstanders
„der vaccinatie de verdienste mag ontzegd worden, dat
„hunne aanvallen ten doel hebben de-praktische en weten-
,,schappelijke uitoefening der inenting, zoo mag men toch
,,ook het verwijt niet achterwege laten, dat zij alles, wat
,,maar als onvolkomenheid of als nadeel der inenting
,,kan gelden, grenzenloos overdrijven en met onjuiste
„feiten en getallen vermengen. Door grove gebreken in
,,zijne methode en door cijferfouten komt bijv. Prof. V o g t
,,tot de gevolgtrekking: dat de sterfte aan pokken bij
„kinderen op den leeftijd tot vijfjaar toe toont, dat te
,,Genève de toestand altijd veel gunstiger is geweest dan
,,daar, waar veel geld aan den zg. inentingszegen is besteed."

\') National-anti-compulsory-vaccination reporter. 1878.
-) Pocken und Vaccination, Bericht über die ImpITragc ander Schwei-
zerische Bundesrath von Dr. Th. Lotz. Basel. 1880.

-ocr page 67-

51

Volgens Oesterlen \') bedraagt de sterfte van niet-
ingeënte pokkenzieken minstens io°/o en bij kinderen
zelfs 20 tot 3S°/o; de sterfte daarentegen van wel-ingeënte
pokkenzieken slechts 2—5 "/o. In Saksen stierven in de
hevige pokken-epidemie van 1870/71 van de niet-ingeënten
28.330/0 en van de ingeënten 4.S9®/o.

Dr. v. O. de Meijer en Dr. Carsten\')spreken aldus
hun gevoelen uit: „Over het algemeen kan men zeggen,
„dat de pokkensterfte in omgekeerde reden staat tot de
„oppervlakte, die door de bewoners wordt ingenomen;
,,waar de bevolking het dichtst is, woedt de ziekte het
„hevigst.

,,De leeftijd van 3 tot en met 6 maanden levert betrek-
„kelijk het grootste sterftecijfer aan pokken en toont dus
„ook de meeste vatbaarheid voor pokken. In pokvrije
„tijden is daarom de vaccinatie bij den aanvang van dat
„levenstijdperk het meest aangewezen.

,,Bij het heerschen van pokken moet het kind evenwel
,,zoo spoedig mogelijk na de geboorte, liefst binnen 24
„uur, gevaccineerd worden."

Zij eindigen hun verslag met de volgende getuigenissen.

1. ,,Dc verspreiding der kinderpokken is het grootst
,,en het doodelijkst, waar de tegenstand tegen de inenting
,,het hevigst is.

2. ,,De kans om door de ziekte aangetast te worden
,,is voor niet-ingeënten veel grooter dan voor ingeënten.

3. ,,Hoe meer niet-ingeënten in een kring samenwonen,

\') Handbuch der med Statistik. Tübingen. 1865.

-) De pokkenepidemie in Nederland van 1870 tot 1873, door Dr v. O. de
Meijer en Dr. Carsten. 1875.

-ocr page 68-

O y

,,des te meer loopen ook de onder hen vertoevende inge-
,,ënte personen gevaar; want de besmettelijkheid der
„ziekte wordt des te grooter, naarmate de aangetasten
,,talrijker en dichter opeengedrongen zijn.

4. „Alle niet-ingeënten zijn dus voor de volksgezond-
,,heid gevaarlijk."

2". Het afnemen der pokkenepidemieën moet vrnl. toe-
geschreven worden aan de invoering der vaccinatie,

In „Le rapport sur la vaccine et la vaccination obliga-
toire par le Dr. Warlomont, 1881," vinden wij over
deze quaestie het volgende:

„Het anti-vaccinatiebond is even oud, als de vaccinatie
,,zelve, het heeft zijne tijdperken van slaperigheid gehad ;
„het is op het oogenblik in een toestand van heftige,
„luidruchtige crisis; zijne bijeenkomsten en zijne pers
„dragen een scherp en hoogmoedig karakter, waarop
„men zoo goed deze woorden van de Focqueville
„kan toepassen :

„Si l\'on veut connaître la puissance vraie de la presse,
„il ne faut jamais faire attention à ce qu\'elle dit, mais
,,la manière dont on I\'dcoute. Ce sont ses ardeurs mômes,
,,qui, quelquefois, annoncent ses faiblesses et présagent sa
,,fîn. Ses clameurs et ses périls ont souvent la môme voix.
„Elle ne crie si haut que parce que son auditoire devient
,,sourd, et c\'est cette surdité du public qui, un jour,
,,permet enfin dc la réduire impunément au silence."

„Men weet toch, — dc epidemie van 1871 heeft het
,.overvloedig getoond, — dat dc pokkenziekte niets\' van
„hare kn-jcht verloren heeft; dat zij personen treft en weg-

-ocr page 69-

53

„maait, zooals zij dat in haren besten tijd ook deed. In-
,,tusschen doodt zij oneindig minder menschen in hare
,,hevigste epidemieën, dan zij vóór de ontdekking der
,,koepokstof deed, toen zij onder denzelfden vorm ver-
,,scheen. Hoe komt dat anders, dan door den persoon-
,,lijken tegenstand, die aan de plaag geboden wordt, door
,,de koepokstof," die dit verschil in sterfte veroorzaakt heeft
,,Indien deze tegenstand niet bestaan had, zou de epidemie
,,van 1871 eene even vernielende pest geworden zijn, als
,,de pokken der vorige eeuw, of van Indië in 1837. Dc
,,statistiek toont ook voldoende aan, hoe dc sterfte aan
,,pokken, vóór de ontdekking der pokstof, oneindig ver-
„schilt van die, na de ontdekking.

,,Zoo was b. v. in Zweden in het vóór-vaccinale tijdperk
,,(1774—1801) het jaarlijksche sterftecijfer gemiddeld 1973
,,op I millioen inwoners; van 1802—1816, toendevacci-
,,natie niet verplichtend was, 479; en van 1817—1877,
„toen dc vaccinatie wel verplichtend was, 189.

„Als men deze statistiek van Zweden vergelijkt met
,,die van België, komt men tot de gevolgtrekking, dat,
„wanneer in België de vaccinatie verplichtend was, cr jaarlijks
„2666 burgers zouden behouden worden, die nu aan de pokken
,,sterven. Men heeft hiertegen aangevoerd, dat deze cijfers
„niets beteekenen, want dat de plotselinge teruggang der pok-
„ken in het begin dezer eeuw eenvoudig afhing van een
,,.samenloop van omstandigheden, en men heeft betoogd, dat
,,dc pokken van de 6<lo en van dc 9^0 eeuw langzamerhand
„verdwenen zijn, zonder dat dit verdwijnen aan eenigen
,,voorzorgsmaatregel kon worden toegeschreven.

„Maar men vergeet, dat, sedert het begin dezer eeuw,
„de pokken nog niet verdwenen zijn, dat er steeds in een

-ocr page 70-

54

„of ander gedeelte van Europa epidemieën gewoed hebben,
„om niet van andere werelddeelen te spreken, en dat zij
,,steeds en overal dezelfde kracht geopenbaard hebben
„tegenover niet-gevaccineerde individuen.

„In de laatste epidemie verzocht ik den geneeskundigen
„te Berlijn om alle feiten, op de vaccinatie betrekking
,,hebbende, nauwkeurig en streng te onderzoeken, en ik
„kan nu, met de bewijzen in de hand verzekeren, dat
„gedurende een geheel jaar geen enkel kind, dat behoorlijk
,,gevaccineerd was, aan pokken gestorven is,"

Dr. "Warlomont herinnert verder nog aan het ver-
handelde bij het internationale geneeskundige Congres, in
1879 te Amsterdam gehouden.

Toen werd, volgens hem, gevraagd:

I. Zijn de maatregelen en de middelen, door de hygi&ne
zoowel in het publiek, als privaat genomen, zoodanig,
dat zij het menschdom voor pokken kunnen vrijwaren ? en

II. Is het geloof aan het gevaar, om tijdens eene pokken-
epidemie te vaccineeren, gerechtvaardigd ? Met andere
woorden, kan men pokken inoogsten door vaccine te zaaien}

Het\' antwoord luidde:

Dc persoonlijke vatbaarheid der behoeftige klassen moet
verminderd worden, door de verbetering van hun toestand.

Dc vaccinatie moet aanbevolen worden, zoolang de
Regeeringen nog geene krachtige maatregelen genomen
hebben tegen het overbrengen der besmettelijke ziekten.

,,De juistheid van het eerste deel van dit antwoord,
zegt Dr. Warlomont, ,,is buiten kijf. Het tweede deel

„van het antwoord is slechts eene utopie en belooft aan

«

„de vaccinatie eene lange en vreedzame toekomst. Deze
,,zin had jpvcngoed aldus kunnen geredigeerd zijn: Laat

-ocr page 71-

55

„ons vaccineeren en hervaccineeren, totdat de sequestratie
„der pokdaligen in de geheele wereld door zoodanige
„maatregelen is verwezenlijkt, dat de vaccinatie nutteloos
„is geworden."

Warlomont\'s antwoord op de eerste vraag is dus:

„De maatregelen en de middelen door de hygiëne
„aangewend, zoowel in het publieke als in het private
„leven, zijn niet in staat om het menschdom voor de
,,pokken te vrijwaren Het geloof, dat men pokken kan
,,oogsten door vaccine te zaaien, dagteekent nog uit den
,,tijd der inoculatie."

De voorstelling, door Dr. W a r 1 o ni o n t van deze discus-
sie gegeven, is echter ten eenenmale onjuist\'). — Hij komt
overigens even als Dr. C h a v e a u, die dat met voorbeelden
opheldert, tot het besluit, dat pokken altijd pokken en
koepokken altijd koepokken veroorzaken. «

„Men kan evenmin pokken inoogsten door koepokstof
„te zaaien of koepokstof door pokken te zaaien, als gerst
„door koren te zaaien."

3°. Dc bestvaren tegen de vaccinatie., wegens het over-
brengen van scrophulose, tuberculose ^ typhus^ enz.., zijn
ongegrond.

Laten wij eens nagaan, wat bevoegde beoordeelaars
hierover zeggen.

Dr. Bohn schrijft het volgende: „Thomas White begon in
„1775 zijne verhandeling Over scrophulose en klierziekten,

\') Zie Congrès périodique international des sciences médicales, compte rendu,
Amsterdam,
1881, II, p. 110-J19.

") Vaccine et variole, nouvelle étude sur la question dc l\'identité de ces
deux afTcciions.

-ocr page 72-

56

,,iiiet te zeggen, dat er, behalve pokken en mazelen,
,,geene ziekte zoo algemeen is, in Engeland, als juist de
,,klierziekte. Zoo heerschte de ziekte, toen het woord
,,vaccinatie nog niet uitgevonden was, en zoo is het heden
,,nog in vele andere landen."

„De scrophulose," zegt P o la ck „is nergens zoo menig-
,,vuldig als in Perzië, waar de koepokinenting zoo goed
,,als in het geheel niet wordt uitgeoefend. Hetzelfde geldt
,,ten aanzien van
typhiis. In geen land heerscht typhus
,,zoo hevig, als weêr in Perzië. Op Java daarentegen,
,,waar de vaccinatie sedert de laatste 25 jaar bloeit, ont-
,,breekt de typhus onder de inboorlingen en wordt deze
„ziekte slechts bij de Europeanen opgemerkt, die kort tc
,,voren uit hun vaderland gekomen zijn. Dit zijn dus
„ingebeelde gevaren der vaccinatie,"

In de 6(io aflevering van het Lehrbuch der hygiëne van
Dr. Jozef No wak lees ik o. a. het volgende: „Volgens
,,Bollinger, bestaat er geen gevaar voor het overbrengen
,,der runderziekten. Inenting van een kalf met longziekte
,,had noch op een rund, noch op een mensch, ooit eenig
,,slecht gevolg. Parelzucht komt bij een kalf slechts uiterst
„zelden voor. Miltvuur, klauwzeer enz., verloopen onder
„zulke kenmerkende verschijnselen, dat men die ziekte
,,bij het rundvee dadelijk kan ontdekken. Alle overige
,,ziekten van het rundvee zijn niet in\' staat den mensch
,,aan te steken. Het gebruik van animale lymphe geeft
„ook zekerheid, dat geene .syphilis zal worden overgeënt."

Dr. Warlomont schrijft aangaande het hier bedoelde
punt: „Eene beschuldiging der tegenstanders van dc

\') Wochei^blatt der Zeitschr. der Wiener Aerzte, 1857.

-ocr page 73-

7

„vaccinatie is o. a. deze: De vaccinatie maakt de kinderen
„ziekelijk, lymphatisch, tuberculeus. Maar ik geloof niet,
,,dat alle processtukken der koepokinenting bij elkaAr ook
„maar e\'én nauwkeurig waargenomen geval bevatten, waar-
,,uit het bestaan van een dergelijken invloed blijkt, of ook
,,maar waarschijnlijk volgt. Ouders, die de gebreken van
,,hun eigen bloed, het vernielen hunner gezondheid, willen
,,ontkennen, die de zonden hunner jeugd, enz., enz., willen
,,verbergen, kunnen wel heel gemakkelijk den genees-
,,kundige aanvallen met dc bewering, dat hij vcrktfcrd
,,behandeld, of de ziekte niet herkend, en die arme
,,stumpers van kinderen geheel vernield heefl. Maar in
..plaats van onduidelijke beschuldigingen moeten dan juiste,
,,omstandig verhaalde waarnemingen worden aangevoerd.
„Zeker is het, dat er onder het millioental kinderen, die
..gevaccineerd worden; wel zijn, die na de verwonding
,,ziek worden; er zijn er, bij wie zich korten tijd daarna
,,ccnc longziekte, een uitslag en verschijnselen van klicr-
,.ziekte voordoen; maar wie heeft ooit beweerd, dat de
,,koepokinenting voor die ziekte vrijwaart, dat zij dc
,, verwoeste gestellen wedr krachtig maakt Welk gevolg
,,trckt^ men dan wel uit een geval, waarin een pas gc-
„vaccinccrd kind uit het raam valt ?

„Theoretisch kan men dc beschuldiging niet wegcijferen,
„omdat bij de kalveren ook eene ziekte bestaat, ongeveer
,,overeenkomende met onze longtering. Maar zoover mij
,,bekend is, is er nooit gesproken over dc besmetting
,,overgebracht door het scrum van een tuberculeus dier.
,,Nog onlangs is er eene groote beweging geweest in Enge-
lland en Duitschland , door dc beschuldiging, dat dc groote
,,sterfte der kinderen, die met dc flcsch worden groot-

-ocr page 74-

58

„gebracht, voor een groot deel wordt veroorzaakt dooi
,,melk van tuberculeuse of parelzieke koeien. Berlijn be-
,,noemde eene commissie om hierin uitspraak te doen.
„Zij luidde, bij monde van Professor Virchow, dat het
„strenge onderzoek der feiten geen grond had opgeleverd
,.voor de. meening, dat de tuberculose van koe op mensch
,,door het gebruik van melk kan worden overgebracht.
„Die meening. was \'dus ook niets meer dan eene veron-
„derstelling geweest".

Wat de huiduitslagen betreft, die soms als gevolg der
koepokinenting zijn waargenomen, geeft Warlomont
toe, dat, bij personen met buitengewoon prikkelbare huid,
op de verwonding eene uitgebreide huidziekte is gevolgd ;
maar de minste verwonding, een prikje, eene alledaagsche
prikkeling, kunnen hetzelfde resultaat hebben, hetgeen
men dikwijls ziet, o. a. na het doorboren van de ooriel. Bij
zorgvuldige en goede vaccinatie zijn echter deze gevallen
uiterst zeldzaam. De tegenstanders toonen ons volstrekt
geene feiten aan; zij hebben niets waargenomen, maar
beweren liever maar zoo in \'t algemeen, dat duizende ge-
vallen hunne zienswijze bevestigen. Hierop zoude men
de woorden van Emile Augier kunnen toepassen: „Une
„belle baronne dtait réstée veuve. Si j\'avais voulu me remarier,
,j\'aurais eu dix maris dit-elle. Dix , oui, lui repondit son
„interlocuteur; un , non."

De vaccinatic is, altijd volgens Dr. Warlomont,
zonder werkelijk gevaar, wanneer zij met zorg en met
verstand wordt uitgeoefend. Zij is niet schadelijker dan
het doorboren der ooren, om er ringetjes in te plaatsen."

Dr. Lotz zegt ten aanzien van het hier behandelde
punt: „Dc slechte gevolgen der inenting zijn zeldzaam èn

-ocr page 75-

59

„in verhouding tot het aantal inentingen, èn in verhouding
.,tot het aantal van hen, die door de inenting voor ziekte
,,en dood aan de pokken bewaard werden. Grootendeels
„zijn zij te wijten aan grove nalatigheid; zij zijn niet de
.^.pnvermijdelijke begeleiders der inenting.

,,Bij de toevallige ziekten en sterfgevallen na de inenting
,,mag men niet altijd zeggen, post ergo propter:

,,De gevolgen bij scrophuleuse dispositie, als klierzwel-
„ling, uitslag, enz., enz., zijn bekend.

„Zoo blijven nog de gevallen over , waarin verschijn-
„selen van scrophulose, bij uitzondering met overgang in
,,tuberculose, zich aan de inenting aansluiten; slechts in
,,de zeldzaamste gevallen heeft men hier met gezonde
„kinderen te doen; in den regel is het slechts dc uiting
„van eene bij de ingeënten reeds aanwezige dispositie.

„Volgt men dus den voor icdcren geneesheer noodzake-
,,lijken grondregel, om alleen gezonde kinderen te enten
,,en slechts van gezonde kinderen, resp. kalveren, stof af
„te nemen , of met zuiver bewaarde lymphe te enten, dan
,,behoort een of ander schadelijk gevolg slechts tot dc

„buitengewoon zeldzame uitzonderingen."
%

4. Erysipdas of roos kan bijna altijd voorkomen worden.

Dr. B O h n zegt dienaangaande het volgende:

,,De\' uitslag der private inentingen wordt zelden door
,,roos in gevaar gebracht, ofschoon zelfs voorbeelden van
,,kleine epidemieën onder de gewone bevolking niet ont-
,,breken; daarentegen zijn dc vondelingenhuizcn de eigen-
,,lijke bakermat van de inentingsroos en dc inenting vormt
„in die inrichtingen, wier bewoners ook zonder inenting
,,roos krijgen, de vruchtbaarste gelcgenhcidgcvcnde oor-

-ocr page 76-

60

„zaak. Men mag waarlijk niet .over het hoofd zien, hoe
„het ontstaan van de inentingsroos in deze inrichtingen
„voor een groot deel bepaald wordt door de slechte ge-
„zondheidsvoorwaarden binnen die inrichtingen. De sterfte
„b. v. is ook daar veel verschillend van die daarbuiten.
„Buiten is de gunstige afloop normaal, binnen gewoonlijk
„het tegendeel, n. 1. bij erysipelas migrans. Veel minder
„ongunstig is de roos ondtr dé vrij wonende bevolking;
„zoo stierven daaraan in Wurtemburg in
14 jaar tijds op
,,een half millioen gevaccineerden slechts
4 personen.

,, Wanneer men zoekt naar de oorzaken der inentingsroos,
,,dan ontdekt men feiten, die ook voor het ontstaan van
,,de ge\\vone roos niet onbelangrijk mogen zijn.

„Roos kan optreden: 1° binnen de eerste 3 X 24 uur
..na de inenting;
2°. haar uitgang nemende van het nor-
.,maal ontwikkelde blaasje, meestal binnen den S^ton tot
„iQden dag;
3°. uitgaande van de nagenoeg genezen zwe-
„rende oppervlakte van de puist. Deze laatste reeks heeft
„met de inenting natuurlijk niets te maken.

„Fr oe bel ius wist het sterftecijfer van de roos in het
„vonUelingenhuis te Petersburg langzamerhand tot op 1%
„te verminderen, door zeer goed voor de reinheid der
,,huid van de kinderen te zorgen, hetgeen vroeger op
,,straffe verboden was; de zwakke en te vroeg geboren
„kinderen werden eerst later ingeënt, nadat zij veel krach-
iitigcr geworden waren; het aantal prikjes op iederen arm
„werd verminderd en de pokkenpuisten werden veel beter
„behandeld.

„In 7 gevallen, die ik zelf behandelde", zegt Dr. Bohn,
,,duurde de roos slechts bij één kind vijf dagen; bij de
,,andere kinderen eindigden zij na
36—48 uur. Een kind

-ocr page 77-

1

,,van vijf maanden werd met 25 anderen van een zelfde
,,kind ingeënt en kreeg den volgenden dag roos, terwijl de
„overigen vrij bleven. Opmerkenswaard is, dat niettegen-
,,staande zweren, ettering, enz., bij verscheidene personen,
,,de inenting het lichaam toch onvatbaar gemaakt had
,,voor besmetting door pokgif; in vele andere gevallen
,,evenwel was het inentingsproces door de roos vernietigd.
„Als oorzaak van deze roos moet eene slechte bedorvene
„lymphe aangenomen worden, of eene lymphe afkomstig
,,van klierachtige ziekelijke kinderen. In zeer veel gevallen
„ook ligt de oorzaak aan een vuil lancet. De geneesheer
,,zij dus omzichtig."

5°. Pyaanic cn scptichaemic komen na dc vaccinatie
niet voor, tenzij door dc gcvaccinccrdcn sclvcn veroorzaakt,

„Door krabben-en wrijven", zegt Dr. Bohn, „van dc
„normale pokpuisten, ziet men soms groote opene zweren
„ontstaan, die veel op syphilitischc zweren gelijken cn
,,door onreinheid als anderszins aanleiding kunnen geven
,,tot diphthcritis, gangraena, enz. Door reinheid en doel-
„matige behandeling verdwijnen deze zweren zeer gemak-
,,kelijk. Dat dit vernietigingsproces met de vaccinatie
,,niets te maken heeft, behoeft wel geen betoog. Zelden
,,komt eene belangrijke zwelling, nog zeldzamer ecnc ver- |

„etlcring van de okselklicrcn voor; doch meer bij hcrvac-
„cinatie, dan bij vaccinatie."

„Dc tegenstanders vragen", zegt Dr. Warlomont,
,,hoc het kwam, dat in San Quirico d\'Orcia 38 kinderen ^
,,die gevaccineerd waren, allen zweren, enz., kregen? Hoe
„dat kwam, wel dat was heel natuurlijk. Omdat deze 38

-ocr page 78-

62

„kinderen gevaccineerd waren, niet met zuivere lymphe,
,,maar met pokkenpuisten, bij dieren uitgesneden (hetgeen
,,in Italië wel meer geschiedt); zes dagen nu, nadat deze
,,pokkenpuisten afgezonden waren, werden de kinderen
,.hiermede ingeënt, hoewel de stof reeds stonk en beschim-
„meld was. Indien men met opzet septichaemie had
,,willen zaaien, had men dan beter kunnen handelen.\'"

,,Door krabben en onreinheid", zegt Dr. Lotz, ,,kan de
,,plaats van inenting evenals elke wond in verzwering
,,overgaan en de zoogenaamde vaccinaalzweren leveren;

daarbij kan ontsteking en zwelling der lymphklieren
,,ontstaan."

6®. Syphilis wordt door animale lymphe nooit, door
gehumaniseerde alleen in nader te bespreken gevallen,
ovcrgeënt.

Dr. B o h n zegt dienaangaande het volgende:
„De animale lymphe werd door alle geneeskundigen ,
,,niet om hare grootere beschermkracht, die men noodig had
,,cn wenschte, of om andere voordeelen, met bijval begroet,
„maar omdat bij het gebruik daarvan elke overbrenging
„van menschelijke ziektekiemen uitgesloten blijft. En
„onder deze was het toch vooral het schrikbeeld der
,,syphilis vaccinata, dat, sedert eeuwen over de inenting
„van arm op arm zwevende, door dc animale lymphe
„voor altijd zoude verbannen worden

„Want volgens experimenten door de Parijschc gecom-
„mitteerden kan de syphilis niet overgebracht worden op
,,rundvee en dus ook niet op individuen, die met animale
,,lymphe ^\'gevaccineerd worden. Dat andere verderfelijke

-ocr page 79-

63

„kiemen met de runderlymphe op menschen kunnen over-
„gaan, wordt inderdaad geheel ontkend."

Dr. V i e n n o i s, te Lyon, heeft in 1860 alle bekend
gemaakte gevallen van constitutioneele syphilis als gevolg
der inenting in twee groepen verdeeld: de eerste bevat
de gevallen, waarin personen tijdens de inenting of de
herinenting reeds latent syphilitisch waren, welke syphilis
na de inenting uitbrak; de tweede bevat de gevallen,
waarin personen, die vóór de inenting gezond waren,
daarna syphilitisch werden. Hij komt tot de slotsom,
dat syphilis wel te gelijk met de vaccinatie kan worden
overgebracht van den een op den ander, maar vaccine
slechts door lymphe en syphilis alleen door bloed.

De „bloedtheorie" van den Lyonschen geneesheer oogstte
aanvankelijk grooten bijval in cn de beschouwingen der
meeste geneeskundigen over syphilis vaccinata, evenals
de verdere mededeelingen over dergelijke gevallen , gingen
sedert i860 bijna uitsluitend van dit gezichtspunt uit.
Later werd dit echter anders. Den eersten stoot tegen
de bloedhypothcse van V i e n n o i s gaven Melchior
Robert en Kübner (1862). Boeck heeft 5 maal
de met bloed rijkelijk vermengde lymphe van hevig sy-
philitische kinderen op gezonden ingeënt en daarmede
geen syphilis kunnen te voorschijn roepen.

Reiter heeft ook dikwijls van syphilitische individu\'s
gehervaccineerd en daarbij opzettelijk voor een deel bloed
mede overgeënt, zonder ooit syphilis mede over te brengen.
De theorie van Köbner, ten aanzien der syphilis vaccinata,
is: dat het voermiddel der syphilis de afscheiding is van
een aan de basis der vaccinatiepuist gezetelde syphilitische
plaatselijke aandoening. Kübner stelt zich voor, dat

-ocr page 80-

64

bij den eersten stamenteling dc syphilis reeds bestaan
heeft en door de huidverwonding, welke de vaccinatie
veroorzaakt, tot eene lokalisatie op de plaats van inenting
heeft geleid.

Volgens Bohn kan men het overbrengen van syphilis
bij de vaccinatie op de volgende wijze verhoeden.

Moet men uit een echt Jenner\'s blaasje van den
,,5den tot den 7den dag enten; 2°. moet men zuivere
,,heldere lymphe op een rein lancet nemen en er nooit
bloed bij laten komen; moet ieder kind, van het-
,,welk gevaccineerd wordt, zeer nauwkeurig onderzocht
,,worden, evenals de ouders van dat kind; 4°. moet men
,,nooit vaccineeren van kinderen beneden de 5 of 6 maan-
,,den, omdat zich anders dc hereditaire syphilis nog niet
„geopenbaard kan hebben."

7. De inentingsstof behoudt gedurende tal van gene-
raties hare zelfde werking.

Reeds Steinbrenner en Trousscau hebben de
klacht, dat de gehumaniseerde lymphe gestadig veran-
dert en verzwakt, teruggewezen met de bewering, dat
men bijna altijd eene tc laat afgenomene lymphe overent,
of wel eene die van zwakke of dyskrasische individuen
afkomstig is. Trousscau vordert daarom, tot instand-
houding van goede inentingsstof, de keuze van gezonde ,
krachtige personen, en mooie, breede puisten van 5 of
6 dagea oud, die de werkzaamste lymphe leveren. —
De onduidelijke voorstelling, dat de toenemende uitput-
ting van dc gewone inentingsstof ontstaan moet uit de
onophoudelijke afgifte van
,,Sclmtzkraft\'\'\\ vereischt geene

-ocr page 81-

5

, .wederlegging. Syphilis b. v. dwaalt reeds [eeuwen van
„het eene lichaam in het andere rond, zonder in de 19de
„eeuw zwak en krachteloos te zijn geworden; Bremer\'s
„lymphe had , van 1800 tot 1804, 169 generaties door-
,,loopen en hij vond in 1804 dc deugdzaamheid van de
„inentingsblaasjes, evenals de overige symptomen, vol-
„komen aan die van 1800 gelijk.

„De Italiaan Griva en andere Italiaanschc genees-
,,heeren konden in 1829, zooals zij uitdrukkelijk verklaren,
,,geen onderscheid bemerken in de uitwerking der gewone
,,gehumaniseerde lymphe en in die van de oorspronkelijke,
„waarmede zij experimenteerden.

8°. Zeer ten onrechte cn zonder eenig argument, he-
iveren de tegenstanders, dat de koepokstof cenc stof is
op weg van gisting cn verrotting.

De HH. Dr. B. C ars ten en Dr, J. Coert hebben in
eene Fransche brochure eenige proeven vermeld, door hen
in het Pare Vaccinogbne tc \'s Hage genomen, ten aanzien
van den aard van het inentingsgif. Zij stelden zich dc
volgende vragen:

I. Waaraan is dc kalfslymphe hare kracht verschuldigd

II. Hoe werken natuur- cn scheikundige invloeden op
de koepokstof? — Hun antwoord luidde aldus:

„Voor het oogenblik moeten wij ons bepalen tot het
„vermelden van eenige feiten, die ons van het grootste
„gewicht toeschijnen voor dc theorie van de kracht der
„koepokstof. Wanneer wij dc koepokstof filtreercn, vinden
„wij met behulp van het microscoop epitheliumcellen,
„fibrine en andere vaste deeltjes, maar niet die bolvormige

G

-ocr page 82-

66

„deeltjes, die men in grooten getale in de dierlijke lymphe
„vindt en die men voor schizomyceten houdt; noch deze
„moleculen, noch eenig ander bestanddeel, worden door
„het filtrum doorgelaten. Deze filtreeringen hebben wij
„op verschillende wijzen herhaald; de bolletjes waren steeds
„afwezig, en de inentingen, met dit vocht op kalveren ge-
„daan, gaven steeds negatieve resultaten, terwijl integendeel,
„bij de aanwezigheid van deze bolletjes, de inentingen
„slaagden. Het is ons dus gebleken, dat de smetstof in
„deze bolletjes zit.

„Wij hebben voorts geconstateerd, dat koepokstof ver-
„dund met i—2000 deelen gedestilleerd water, en ge-
„durende 5—7 dagen aldus bewaard, na de verdamping
„van het water hare kracht niet verloren had.

„Azijnzuur en zoutzuur schaden aan de werkzaamheid
„der koepokstof.

„Eene vermenging van een der ggnoemde zuren, met
„I —1000 deelen gedestilleerd water verdund, met koe-
„pokstof, is voldoende om deze stof krachteloos te maken,
„zelfs al heeft de aanraking slechts zeer korten tijd geduurd.

„Uit verschillende proeven bleek ons, dat koepokstof,
„blootgesteld aan den invloed van water van 100® C.,
„hare kracht verliest.

„De proeven genomen op koepokstof, blootgesteld aan
„ecnc temp. • beneden 100° C. , gaven verschillende uit-
„komsten. Koepokstof, verwarmd tot 64.5° C. gedurende
„30 secunden, verliest hare kracht; verwarmd tot 52® C.
„gedurende 30 minuten, verliest zij hare kracht niet. De
„warmte, die de koepokstof kan verdragen, wisselt-waar-
„schijnlijk af tusschen 52° C. en 54° C."

Volgens Dr. Warlomont zijn de vaccine-lymphe,

-ocr page 83-

7

de vaccine met microbes, en de vaccine-etter, waar-
schijnlijk tijdperken van één ontwikkelingsgang, beginnende
met de vaccine-lymphe, overgaande in n°. 2 en eindigende
in vaccine-etter, „Wij ontkennen volstrekt niet, zegt hij,
„de suppuratiekoorts, die zich bij de pokkenzieken vertoont,
„op het oogenblik, dat de huidziekte in verettering over-
„gaat; maar wij wisten niet, dat eene gevoelige of ernstige
„reactie ooit te voorschijn is geroepen als gevolg van 4 ,
„6, of 8 pokkenpuisten. Indien de tegenstanders ver-
„tcllen, dat de vaccine slechts een rottingsproduct is,
„hebben wij niets anders te doen, dan hun bewijs daar-
„voor af te wachten. Wij kennen wel toestanden, waarin
„de kiem der verrotting zich kan vermengen met de kiem
„der vaccine; dezelfde toestanden nl., die de verrotting
„van ieder ander lichaam ook veroorzaken. Dit geschiedt,
„wanneer de kiem in aanraking komt, met een voorwerp,
„dat tot rotting geschikt is. Met de vaccine kan dit
„natuurlijk ook geschieden, en indien wij dan die stof
„inenten, brengen wij natuurlijk rottings- en koepokstof
„binnen; maar deze verrotting kan nooit van zelve ont-
„staanv in de koepokstof, die zuiver uit dc puist gehaald
„is. Deze bewering der tegenstanders is dus eene onge-
„hoorde zaak."

9°. Dc bavcriiig der tegenstanders, dat de vaccinatie
het resultaat is van het blinde geloof der menschheid
cn van dc hcbziuht der geneeskundigen, berust op geen
enkel feit.

„Nadat het Engelsche „Blauwboek", over dc vaccinatie,
„verschenen is en vele bijgevoegde gegevens de waarde

-ocr page 84-

08

„der eerste en tweede enting bevestigd hebben, zegt
„Dr. Bohn, moeten de acten over de vragen, welke ons
„tot nu toe hebben bezig géhouden, als gesloten beschouwd
„worden. Verdere toelichting is waarlijk overbodig.

„Hoe machtig intusschen eene juiste en goed aange-
„wende vaccinatie ook bevonden moge worden, de dwaze
„aanmatiging van den vroegeren tijd , de pokkenziekte,
„door herhaalde inentingen van alle individuen te willen
„uitroeien , koesteren wij niet. Dit
kan nooit geschieden ,
„omdat zich steeds een groot aantal personen in den tus-
„schen-toestand van eene wel verzwakte, maar tot op zekere
„hoogte toch aanwezige gevoeligheid voor de pokken be-
„vinden moet, en de bizonder groote pokkenvatbaarheid
„van een klein deel der maatschappij buiten alle berekening
„blijft. Maar aan de vernielende werking der ziekte kan
„door Jenner\'s ontdekking paal en perk gesteld worden.
„Groot is reeds nu de winst, die de volkeren haar ver-
„schuldigd zijn, en de onderstelling is wel gerechtvaardigd,
„dat eene algemeene en volkomene aanwending van dit
„pr^eservatie in staat zal zijn de pokken voortdurend
„tot eene zeldzame en over het algemeen onschadelijke
„ziekte te maken."

„De tegenstanders", zegt Dr, No wak, „zien in dc incn-
„ting het resultaat van het blinde geloof der menschheid
„en vrnl. van de geneeskundigen. Zij beweren, dat dc
„sterfte, alle bijomstandigheden in aanmerking genomen,
„geen onderscheid oplevert tusschen gevaccineerden en
„nict-gcvaccineerden; en wanneer in eene epidemie meer
„niet-gevaccincerdc kinderen sterven, moet men altijd
„bedenken, dat zwakke ziekelijke kinderen juist uit angst

-ocr page 85-

69

„voor verergering hunner ziekte niet ingeënt wordeji. De
„talrijke werken der tegenstanders hebben echter de steun-
„pilaren van het bewijs voor het nut der inenting niet
„aan het wankelen kunnen brengen, — een bewijs, dat
„rust op de volgende zoo kort mogelijk te samen gevatte
„gronden:

„10. De door Jenner en anderen genomen proeven,
„die de beschermkracht der vaccinatie tegen de ware
„pokken bewijzen, hebben van hare overtuigende kracht
„niets verloren.

„20. De dagelijksche ervaring van een aantal genees-
„kundigen bevestigt eenparig, dat de pokken bij gevac-
„cincerden gunstiger verloopen dan bij niet-gcvaccincerden.

„30. De statistiek spreekt ook ten gunste der vaccinatie.

„Er zijn in de nieuwe litteratuur eenige uitstekende
„statistische werken verschenen, die eene strenge kritiek
„bevatten, cn voornl. de verhouding tusschen de gcvac-
„cincerde en niet-gevaccineerde bewoners , in verband tot
„hunnen leeftijd, op het oog hebben. Daartoe behooren
„dc werken van Dr. Flinzer over dc pokkenepidemieën
„te Chemnitz en die van Dr. Mtlllcr te VValdhcim in
„Saksen. Uit die werken blijkt o. a., dat onder 26 niet-
„gevaccineerdc huisgezinnen ddn de pokken kreeg, terwijl
„bij de wcl-gcvaccincerde huisgezinnen slechts ddn" op de
„255 besmet werd."

10\'\'. De vaccinatie is volstrekt niet in strijd met zuiver
godsdienstige begrippen.

Hierover slechts een enkel woord. Dr. van Overbcek
de Meijer cn Dr. Carsten hebben dc waarneming

-ocr page 86-

70

op den voorgrond geplaatst, „dat, hoe dichter en hoe
„onzindelijker de bevolking is, des te grooter ook de
„verspreiding der smetstof wordt, en dat de onkunde of
„het bijgeloof vreeselijk gestraft zijn van hen, die in het
„heerschen der pokken niets anders zagen dan eene „be-
„zoeking van God" en die op grond daarvan zich noch
„door vaccinatie, noch door het vermijden van besmetting
„tegen de ziekte hebben gewapend. Ontelbare voorbeelden
„kunnen daarvan worden bijgebracht.

„Wil men het bewandelen van den radicalen weg niet
„beproeven, d. w. z. wil men niet met de uiterste ge-
„strengheid alle besmetten afzonderen, dan zullen stellig
„de goedgezinden zich moeten getroosten het slachtoffer
,,te worden van de ziekte, die de onverstandigen, onver-
,,schilligen, of kwaadwilligen hun brengen."

Dr. H. J. Broers \') had ten aanzien van het hier be-
sprokene punt zijne meening aldus geuit:

„Indien de geneeskundigen, na rijp onderzoek en onder
„voorwaarde van gebruik van goede stof, er geen
„kw.aad of geen gevaar in zien, om zich zelven, hunne
„kinderen en hunne patiënten te laten vaccineeren en
„hervaccineeren , dan kan cr voor den leek geen ander
„bezwaar bestaan, dan hetgeen hij tegen alles zou kunnen
„aanvoeren, wat dc geneesheer hem voorschrijft of toedient.
„Vooral met het oog op de vraag, of er iets tegen is,
„dat vaccinatie en hervaccinatie verplichtend worden ge-
„steld, moeten de zoogenaamde gemoedsbezwaren nauw-
„keurig getoetst en onderzocht worden.

„Mr. IsaJic da Costa, een naam zeker, die bij

t

\') Vaccine en dc ultra-orthodoxe theologen. Utrecht, 1871.

-ocr page 87-

71

„orthodoxen wel tegen een honderd Capadose\'s en
„tegen een twee honderd Gunnings, Non hebeis en
„Kuypers kan opwegen, heeft in een nagelaten stuk
„verklaard, dat de bewuste tekst, waarmede Ds. Capadose
„zijn leven lang geschermd heeft, „die gezond zijn, hebben
„den medicijnmeester niet van noode," in het minst niet
„bij vaccinatie, waarvan hij, na rijp beraad, zich een voor-
„stander betoonde, te pas kwam, maar alleen voor het
„geestelijke gold.

„Ook Professor de Cock verklaart ronduit in zijn
„boekske „waarom heb ik mijne kinderen laten vacci-
„necren": „ik moet cr bijvoegen, dat ik nooit heb kunnen
„inzien, hoe het woord des Heeren: de gezonden hebben
„den medicijnmeester niet van noode, maar die ziek zijn,
„een bezwaar kan zijn tegen dc vaccinatie."

„Ds. N o n h e b e 1 van Middelburg schreef:

„Wat mij zoo onbegrijpelijk en onverantwoordelijk
„bij zoovelen voorkomt is dit, dat zij in een geval,
„waarin het leven van een mensch, ja eigen leven op
„het spel staat, zonder eenig geloof, louter uit zucht
„tot navolging, een middel durven verwerpen, dat ouwe.
„dcrsprekelijk reeds zoovele gunstige gevolgen gehad
„heeft."

„Indien men nu verder dc orthodoxe theologen door
„hunne eigen geloofsgcnootcn overtuigt, dat cr in dc
„vaccinatie niets verkeerds ligt, en niets dat een redelijk
„geloovige stuiten kan, dan kunnen zij gemakkelijk voor-
„komen, dat dc vaccinatie verplichtend gemaakt worde
„bij dc wet. Geen mensch toch stelt dwang boven eigen
„werkzaamheid; maar zij moeten in het tegenovergestelde
„geval bedenken, dat het eene gedeelte der natie niet

-ocr page 88-

72

„door het andere wil lijden, als er ten minste redelijker-
„wijze iets aan te doen is."

11°. Voordeelen der verplichte vaecinatie en hervaccinatie.

„De verplichte hervaccinatie", zegt Dr. Bohn, „heeftin
„Duitschland het eerst ingang gevonden. In 1830 werd zij
„in Wurtemberg verplichtend voor alle rekruten; in 1834
„in Pruisen; Hannover volgde in 1837, Baden 1840,
„Beieren 1844, Zweden 1849, en vroeger of later volgden
„voor het leger en de vloot, de meeste overige Staten
„van Europa. Tegenover de burgerbevolking heeft men
„daarentegen, tot aan de uitvaardiging van het in 1875
„in werking getreden Deutsches Reichs-Impfgesetz nergens
„bepaalde voorschriften willen geven. Regeeringen, die
„behoedzaam over. de verplichte vaccinatie waakten, be-
„paalden zich, wat de hervaccinatie betreft, tot eene
„herhaalde, min of meer dringende aanbeveling van den
„hoogst doelmatigen gezondheidsmaatregel en rekenden
„op de werkzaamheid en den ijver der plaatselijke bestu-
„ren,, der gerechtelijke cn privaat geneeskundigen, der
„geestelijken, enz., door wie zij alleen te verwezenlijken
„is. Zelfs eene gedwongene hervaccinatie bij pokken-
„epidemieën, zoo als eene gedwongene vaccinatie, heeft men
„niet raadzaam geacht; men meende de hervaccinatie niet
„te mogen gelasten, omdat men hier niet met onmondige
„kinderen, maar met volwassenen te doen heeft, aan wien
„men de zorg voor hun eigen welzijn gevoegelijk kon
„overlaten. Eerst en alleen in Duitschland heeft de Staat
„door de Rijkswet van 8 April 1874 vaccinatie eh her-
„vaccinatie voor een ieder verplichtend gesteld; het succes
„hiervan blijkt uit verschillende rapporten uit Duitschland."

-ocr page 89-

1022

Dr. Warlomont uit zijne meening aldus: ,,Depokken-
„epidemie, die, van Frankrijk uitgaande, achtereenvolgens
„geheel Europa heeft overweldigd, heeft de waarde getoond,
„die men aan eene verplichte vaccinatie moet hechten. De
„feiten zeiven spreken: in 1867 steeg de pokkensterfte te Parijs
„tot 301 personen, in 1868 tot 605, in 1869 tot 723,
„gedurende den oorlog van 1870/71 steeg het aantal tot
„15421 , terwijl het aantal sterfgevallen door verwonding
„veroorzaakt, gedurende de twee belegeringen van Parijs,
„slechts 4862 in getal waren, In Zweden, waar de vaccinatie
„verplichtend is, duurde de epidemie 5 jaren en sleepte
„zij op
i millioen inwoners 1339 personen ten grave,
„terwijl zij dit, gedurende die zelfde jaren, in Holland
„per millioen 5721 personen deed. Daarbij was er nog
„geen sprake van verplichte /rrvaccinatic. Tot welke
„resultaten zal men wel komen, als dit voorbehoedmiddel
„andermaal aangewend wordt, naarmate de onvatbaarheid
„afneemt. Er is in waarheid geen voorbeeld te vinden,
„dat de pokken iemand hebben aangetast, die eerst kort
„tc voren met goed gevolg was gevaccineerd ofgchervac-
„cineerd. En wanneer men dan tot een volkomen rcsul-
„taat wil geraken, moet verplichte hervaccinatic de aan-
„vulling zijn der verplichte vaccinatie.

„Er is tegen deze verplichting aangevoerd geworden,
„dat het dc persoonlijke vrijheid aantast. Zij, die in
„spijt van alle voordcelen, die dc maatschappij hun biedt,
„de noodzakelijkste lasten niet willen dragen voor het
„algemeen welzijn, moeten maar naar een of ander onbc-
„woond eiland verhuizen, waar zij heel op hun gemak
„zelf wetten kunnen maken!

„Bauley heeft gezegd: De vrijheid om ziekten tc

-ocr page 90-

74

„verspreiden is een dergenen, die het algemeen belang
„het meest beveelt te bedwingen; geene ziekte is besmet-
„telijker dan de pokken; en dan zou men niet willen, dat
„de wet aan een ieder een vrijbrief zonder gevaar oplegt!

„Wij kennen de tegenwerping: Indien men. beschut
„wil wezen, heeft men immers de koepokstof in zijn be-
„reik, en indien men verwaarloost daartoe zijne toevlucht
„te nemen, is het immers zijn eigen schuld, als een on-
„geluk ons overkomt. ?

„Maar men dient ook rekening te houden met de on-
„verbeterlijke zorgeloosheid der menschen, dié, zoodra zij
„de ziekte en hare verwoestingen niet meer zien, de voor-
„zorg uit het oog verliezen. Bovendien is er altijd een
„zeker aantal kinderen, dat wegens persoonlijke tegenaan-
„wijzingen tijdelijk van de verplichting ontslagen wordt
„en dus ongewapend aan het gevaar wordt blootgesteld.
„En eindelijk — en dit is een argument, dat niet mag
„verwaarloosd worden — morgen kan cr iemand opstaan,
„die volgens overtuiging of niet, van een elders wettig
^ „verkregen gezag gebruik makende, op het platteland en
„onder het werkvolk de leerstelling van den staat van
„verrotting der vaccine gaat prediken. Het gaat toch niet
„aan, dat zijne kruistochten gevaarlijke nihilisten maken."

Lotz heeft gezegd: „Het is ecric dwaling om te
„gelooven, dat ieder verstandig genoeg is zelf het belang
„der vaccinatie te beoordeelen.

„De oplossing van het vraagstuk over verplichte vacci-
„natie moet evenwel overgelaten worden aan het volk, aan
„de rechtsgeleerden en aan de wetgevers. Wij gences-
„kundigep hebben niet rechtstreeks deel te nemen aan de
„bespreking; wij hebben niet te beslissen, of de vaccinatie

-ocr page 91-

75

„verplichtend moet gesteld worden, of niet; wij hebben
„slechts een plicht, n.1. om de personen, die in deze
„zaak moeten beslissen, voor te lichten."

Men schreef uit Duitschland, Februari 1883, het volgende:

In de quaestie der verplichte inenting is thans het rap-
port der commissie voor dc verzoekschriften bij den Rijks-
dag ingediend. Daaruit blijkt, dat de Regeering zich ten
stelligste vóór het behoud der verplichte inenting heeft
verklaard. Haar commissaris, Dr. Koch, heeft n. 1. gezegd:

„Juist op dit oogenblik bestaat er de minste aanleiding
„om in de wet op de inenting eenige verandering te maken.
„Wilde men haar desniettegenstaande afschaffen, dan zou
„dit ecnigermate eene groote proef zijn, waarbij binnen
„een zeker aantal jaren het verschil tusschen dc sterfte
„aan pokken tijdens en na dc verplichte inenting duidelijk
„aan het licht zou komen. Maar bij dit c.xpcriment, waar-
„door de tegenstanders der inenting ten volle van de on-
,juistheid hunner zienswijze zouden worden overtuigd,
„staan talrijke menschenlevens op het spel cn daarom moet
„cr ten dringendste tegen worden gewaarschuwd. Buiten-
„dien wordt cr toevallig op dit oogenblik zulk een experi-
„ment in Zwitserland genomen. Aldaar is eene wet tot
„invoering der verplichte inenting verworpen cn dien ten-
„gevolge hebben vele kantons de aldaar bestaande ver-
„plichting afgeschaft, terwijl andere, als b. v. Zürich, haar
„hebben behouden. In den. loop der eerstvolgende jaren
„zal het nu blijken, welke gevolgen diq stap heeft: gehad.
„Het is derhalve van groot belang thans af te wachten,
„wat de ondervinding daaromtrent aan Zwitserland zal
„leeren."

-ocr page 92-

76

„Prof. Vogt", zegt Dr. Lotz, „beroept zich als voor-
„wendsel tegen de verplichte vaccinatie op de statistieken van
„Müller en Keiler, ofschoon van beiden de ongeloOf-
„waardigheid ten duidelijkste is aangetoond geworden.

„Bij het geneeskundig congres te Weenen, 1873, heeft
„Müller verklaard, dat zijne statistiek niet geheel en al te
„vertrouwen is.

„Keller\'s onnauwkeurigheden zijn door Prof. Baumler
„voldoende in het licht gesteld."

En verder nog zegt Dr. Lotz:

„Met het oog op eene dreigende pokkenepidemie, heeft
„elke Staat er groot belang bij, dat een zoo groot mo-
„gelijk gedeelte zijner onderdanen goed ingeënt is. Hij
„mag dus de inenting niet aan eene toevallige gebeurtenis
„van de privaatpraktijk overlaten, maar hij moet de inen-
„ting zelf ter hand nemen en voor goede organisatie
„daarvan zorgen. Dc Staat moet dus , boven alles, aan
„hem, die zich laat inenten, een waarborg geven voor
„het ontvangen van goede stof en voor nauwkeurige uit-
„voering der inenting, cn moet overal kosteloos gelegcn-
„heid tot inenting geven. Mag de Staat het nu hierbij
„laten en dus de inenting facultatief stellen, of moet hij
„haar verplichtend maken.\'

„Van de facultatieve inenting, de\' ervaring heeft het
,,voldoende geleerd, is weinig goeds te verwachten. Zij
„biedt alle gevaren aan, die de inenting bij uitzondering
,,tengevolge kan hebben, en heeft slechts ccn beperkt
„nut. Niet alleen komt voor het groote aantal van de
„in pokkentijden oningeünt geblcvcnen de hulp dikwijls te
,,laat, maar bovendien neemt de epidemie afmetingen aan,
„die voor de gezamenlijke bevolking gevaarlijk zijn.

-ocr page 93-

77

,,Door liet gelasten van vroegtijdige verplichte inenting
„blijven slechts zeer weinigen oningeënt, verheugt zich een zoo
„groot mogelijk aantal personen over het bezit van een krach-
„tig voorbehoedmiddel, en zijn juist de door de pokken zoo
„gevaarlijk geworden kinderjaren beschut. Deze redenen heb-
,,ben dan ook in alle landen , waar inentingsdwang bestaat,
„tot het bepalen van een vroeg tijdperk voor de inenting
„geleid: in Engeland in de 3^0 maand van het leven;
„Schotland in de 6<\'o maand; het Duitsche rijk aan het
„einde van het, op het geboortejaar volgende, kalender-
„jaar; Zweden op het laatst van het tweede jaar.

„Wanneer nu dc pokken onder zulk cenc ingeente
„bevolking komen, dan heeft men slechts de ouderen
„nogmaals in tc enten, en men blijft voor de ziekte bijna
„zeker gespaard. De laatste epidemie nog heeft aange-
„toond, welk groot nut uit goed uitgevoerde verplichte
„inenting ontstaat. Het verschil ten nadeele van dc ge-
„brckkig ingeënte landen bedroeg in de twee hevigste
„epidemiejaren te samen 3200 tot 3600 pokkendooden
„op
i millioen inwoners. Men heeft dus hier rekenschap
„te houden met de verwoesting van duizende riienschcn-
„levcns tegenover welke een enkel nadeel, bij uitzondering
„door dc inenting veroorzaakt, in het niet verzinkt. Bo-
„vendien staan dc landen met verplichte inenting, wat dc
„nadeelen betreft, veel gunstiger dan de landen met facul-
„tatievc inenting.

„Wat het voor een klein land beteekent, duizende
„doodclijke gevallen te teilen, tienduizendc ziekten, die
„vermeden hadden kunnen worden, hoeveel persoonlijke,
„physickc en oeconomische nadeden, hoevele occonomischc
„bezwaren voor Staat, Gemeenten, Ziekenfondsen, om niet

-ocr page 94-

78

„te spreken van de ellende, die zich aan de statistiek
„onttrekt — dat alles behoeft geene nadere verklaring.

„En wie lijden bij eene pokkenepidemie het meest.\'

„Het zijn zij, wier eenige bezitting hunne gezondheid
„en hun huisgezin is, het zijn de onbemiddelden , die zonder
„den druk eener verplichting de inenting het meest nalaten,
„en onder.wie meestal het drijven der tegenstanders een
„open oor vindt. Het is daarom ook vrnl. de bescherming
„der onbemiddelden, die met den inentingsdwang staat
„of valt.

„Caveant consules ne quid detrimenti capiat respublica!"

„Onderzoekt men," zegt Dr. Bohn, „zondervooringe-
„nomenheid de beschuldigingen, die tegen de vaccinatie
„zijn ingebracht, dan blijken eenige zonder reden, andere
„overdreven te zijn. Nooit zal bestreden worden, dat de
„onbeteekenende koepokziekte
bij uitzondering niet eene
„dreigende en zelfs verderfelijke richting kan inslaan, zoo-
„dat zij eene ernstige ziekte wordt, die hier en daar wel
„een slachtoffer maakt. Maar de mala pra.xis, de onbe-
„kendheid en grove achteloosheid, kortom elk gebrek aan
„de noodige zorgvuldigheid bij de vaccinatie, hebben
„dikwijls en duidelijk genoeg de schuld er van gedragen.
„Aan wetten en politieverordeningen, \'die de koepokinen-
„ting in bescherming nemen, heeft het in geen Staat van
„Europa ontbroken, en duizende kinderen zijn jaarlijks
„ingeönt. En toch heelt de laatste pandemie van 1870—
„1873 overal betreurenswaardige inentingstoestanden ont-
„dekt. In Berlijn b. v. is het in de laatste tientallen van
,jaren vyel voorgekomen, dat slechts 30\'\'/o der geborenen
„gevaccineerd werd.

-ocr page 95-

79

„E y s e 1 e i n \') heeft uitvoerig aangetoond, dat de vac-
„cinatie nergens ook slechts eene bij benadering algemeene
„is geweest. Het publiek verstaat onder vaccinatie dik-
„wijls niet veel meer dan de acte van het inbrengen der
„koepokstof. Hoe onvoldoende dit dikwijls bij velen is,
„weet een ieder. Er wordt dikwijls niet eens op gelet,
„of de pokken opkomen of niet, en wanneer-zij nu niet
„opkomen en zoo\'n kind krijgt later de pokken, dan
„zoeken de tegenstanders der vaccinatie daarin kracht,
„door uit te roepen: \'t was toch gevaccineerd."

„Thans weten wij ook, dat degene, die de herhaling
„der vaccinatie verzuimt, geen aanspraak maken kan op
„het groote voordeel van het voorbehoedmiddel. Maar
„zelfs die hervaccinatie moet zorgvuldig cn nauwkeurig ge-
„schied zijn, en hij, bij wien dc pokken niet opkomen, moet
„niet terstond onvatbaar genoemd worden. Zoo zijn b. v.
„verbazing en verontwaardiging grenzenloos, wanneer
„een gehervaccineerd persoon, over wiens hcrvaccinatie
„niemand een oordeel kan vellen, door dc ziekte wordt
„weggerukt. Wij hebben dus geen recht om van eene
.^^beschermende vaccinatie te spreken, zoolang de hervacci-
„natic niet op dezelfde wijze, als de vaccinatie, opgevat
„en toegepast wordt. Ja, zooals do zaken tegenwoordig
„staan, valt het zwaartepunt der vaccinatiequaestie juist
„op de hcrvaccinatie, want niet dc gebrekkige vaccinatie
„der kinderen brengt dc gevaren der pokkenziekte altijd
„op nieuw over dc maatschappij, maar dat geschiedt vrnl.
„door het onverstand cn dc onverschilligheid. die het
„groote publiek tegenover dc hcrvaccinatie vasthoudt.

I) Wiener mcil. Jahrli., 1872. Heft III.

-ocr page 96-

80

„Het zoo min mogelijk drukkend maken der vaccinatie
„en toch den goeden uitslag zoo veel doenlijk verzekeren,
„moet het leidende gezichtspunt en het doel vormen,
„waaraan al het overige ondergeschikt is."

Dr. Warlomont eindigt zijn rapport over de vacci-
natie met de volgende woorden:

„Men bedriegt U, wanneer men U zegt, dat Gij door
„Uwe kinderen te vaccineeren, hen niet voorbehoedt,
„hen _aan een grooter gevaar blootstelt, dat hen straks
„zal wegmaaien! Men bedriegt U, wanneer men U wil
„doen gelooven, dat vaccinatie en hervaccinatie tijdens
„pokkenepidemieën gevaarlijk zijn. Integendeel, het zijn
„versche troepen, die Gij tegen den vijand zendt. Men
„bedriegt U, wanneer men U beweert, dat men met de
„koepokstof kwaadaardige stoffen in het lichaam der kin-
„deren brengt! Men bedriegt U nog meer, wanneer men
„beweert, dat de vaccinatie hinderpalen stelt aan het
„uitbotten der ongezonde elementen, die zich in het
„lichaam bevinden! En Gij blijft ongewapend tegen
„zoovele andere ziekten, die U onophoudelijk bedreigen,
„tegen typhus, keelziekte, cholera, roodvonk en Gij moet
„ze laten begaan! Wanneer Gij ze ziet aankomen, allen
„bedreigende, die U lief zijn, zoudt Gij dan hem niet
„zegenen, die U zoude behoeden voor hare slagen.\' En
„zoudt Gij dan het middel versmaden, dat Gij ten Uwen
„dienste hebt om ze voor een nog wreeder vijand tc
„vrijwarenZal de mensch dan zijne ondankbaarheid en
„zijn onverstand zoo ver drijven.\'"

-ocr page 97-

CONCLUSIE.

Bijna geen ander onderwerp is, naast de politieke cn
godsdienstige beroeringen van dit tijdvak, in alle trappen
der maatschappij zoo diep doorgedrongen en heeft dc
gemoederen altijd en altijd wetlr zóó verhit, als de koepok-
inenting, en de strijd daarover heeft in den laatsten tijd
met meer verbittering gewoed, dan ooit te voren. De
zware aanklachten, die vóór omstreeks ecnc eeuw de
inenting van ware pokken vervolgd hadden, zijn bij
Jenncr\'s ontdekking op nieuw geopperd cn zelfs ver-
scherpt tegen de koepokinenting geslingerd geworden,
omdat men het gewaagd had eene dierlijke smetstof met
mcnschelijkc sappen te vermengen!

Wanneer men kan bewijzen, dat de natuurlijke pokken
door tusschenkomst van Jcnncr op ecnc gunstige wijze
veranderd zijn en haar vernielend karakter verloren hebben,
verder dat niet-ingeüntcn in verhouding tot wel-ingeünten,
6n meer, èn
Ceel heviger, door de pokken worden aan-
getast, en dat aan dc maatschappij in ruil hiervoor geenc
andere gevaren zijn gebracht, dan is toch de inenting
voorzeker ieders vertrouwen cn steun ten volle waard.

ü

-ocr page 98-

82

Van haar eene volkomene onfeilbaarheid of eene vol-
strekte zekerheid te verlangen, — eene omstandigheid,
die bij al onze handelingen ontbreekt, — zoude natuurlijk
eene grove onbillijkheid zijn.

„De zekerheid, die de inenting ons geeft, is in dien
„graad voorhanden, als zij van eenige menschelijke uit-
„vinding slechts verwacht mag worden"; deze in het jaar
1807 door het koninklijke college van Londensche genees-
heeren aan het Parlement gegeven verklaring kan ook
op heden nog onderteekend worden.

Het bewijs is geleverd, dat de pokken zeldzamer ge-
worden zijn in die landen, waar de inenting is door-
gedrongen. Men zie slechts de statistieken betreffende de
menigvuldigheid en de doodelijkheid van ware pokken, niet
een enkel getal door de tegenstanders aangevoerd, maar
de volledige opgaven, o. a. uit Duitschland, en verge-
lijke die bn met de statistieken vóór de inenting, bn met
de statistieken van landen waar de inenting slecht of niet
geschiedt; dan blijkt genoeg hoeveel duizende menschen-
levens er tegenwoordig door de toepassing van Jenner\'s
ontdekking gespaard worden.

Wanneer men al de beweegredenen nagaat, door de
tegenstanders aangevoerd , om de inenting te doen vallen ,
en daartegenover stelt de degelijke argumenten der voor-
standers, die feiten noemen., berustende op grondig
onderzoek en niet op onjuiste begrippen, zooals die
van eene „Anti-vaccination league", — een bond, dat
onder zijne leden slechts enkele geneeskundigen telt cn
overigens door leekcn gevormd is, — dan
moet men
tot de ^conclusie komen, dat de inenting eene weldaad
is voor de maatschappij; en dat de jammeriijke ellende,

-ocr page 99-

83

die de pokkenepidemieën vroeger over de geheele bekende
wereld uitstrooiden, door de nauwkeurigste toepassing
van dit voorbehoedmiddel zeer sterk kan verminderd
worden.

Vreemd is het, dat juist in Engeland het meest tegen
de inenting wordt gewerkt, ofschoon van daar de ontdek-
king is uitgegaan en de Engelschen er dus trotsch op
konden zijn een man te hebben voortgebracht, die in
alle landen en werelddeelen met dankbaarheid genoemd
wordt, en omdat het Engelsche volk het\'eenige is, dat
de pokken bij haren waren naam noemt, n. 1. „the preven-
table disease", omdat deze ziekte, beter dan elke andere,
door voorzorgsmaatregelen kan geweerd worden.

Welke bezwaren levert dan de inenting wel op, dat zij
zoo krachtig tegengewerkt wordt.\'

Ten eersten kan zij volgens de tegenstanders roos ver-
oorzaken , somtijds hevige verzweringen, zeer dikwijls
syphilis, scrophulose, phthisis en andere ziekten.

Maar als men nu eens kalm nagaat, wat over dat over-
brengen van die ziekten al zoo is geschreven, dan ziet men,
dat
roos meestal het gevolg is van het gebruik van onzui-
vere
instrumenten cn van onzindelijke behandeling der
plaatsen van inenting. Dat angstgeschreeuw over roos,
verzweringen, enz., wordt echter tegenwoordig wel wat
minder, want men ziet bijna geene voorbeelden meer van
die ziekten, omdat nagenoeg overal nauwkeurig op de
vaccinatie wordt gelet.

Maar dan de besmetting met syphilis, is die geen
verschrikkelijk nadeel der inënting.\'

Neen. Want vooreerst wordt tegenwoordig bijna algemeen
animale lymphe gebruikt en is het overbrengen van syphilis

-ocr page 100-

84

hiermede onmogelijk; maar ook bij het gebruik van ge-
humaniseerde lymphe kan deze onmogelijk gemaakt worden.
Het hangt er namelijk maar van af,
hoe men vaccineert.
Neemt men stof van een onbekend kind, ent men die met
bloed van dat kind op een ander kind in, dan is het
best mogelijk, dat men syphilis overplant. Maar zoo mag
men niet vaccineeren. Omdat een enkel vaccinateur zijn
plicht niet doet, behoeft toch de vaccinatie niet te vallen.

Is de spoorweg dan eene verkeerde instelling, omdat
soms een vvisselvvachter op zijn post slaapt?

Maar phthisis en scrophulose kunnen die door vacci-
natie worden overgebracht}

Loth ar Meyer, een apostel der gehumaniseerde
lymphe, deelt in het Vierteljahrschrift für gerichtl. Medi-
cin, 1882, pag. 313, mede, dat hij ir patiënten, die aan
longtuberculose leden, heeft gehervaccineerd, doch in geen
der vaccinepuisten tuberkelbacillen heeft kunnen vinden.

Wie aan den specifieken aard der Koch\'sche bacillen
gelooft, behoeft dus van de
hMnanc lymphe geene over-
brenging van phthisis te duchten.

En gesteld, dat ook dc scrofulose hare specifieke bac-
teriën heeft, mag men dan niet, vooral zoolang deze, noch
als zoodanig, noch in betrekking tot hare middenstof,
zijn aangetoond , uit analogie met syphilis en phthisis
besluiten, dat ook die bacteriën niet door eene vaccinatie
lege artis worden overgebracht

Neemt men dus zuivere lymphe, zoowel animale als
humane, zonder een spoor van bloed, dan is njet ddn
bewijs voorhanden, dat men ziektekiemen zou kunnen
overbrengen. Hiertegenover staat de bewering van
Max Schottelius, dat paarlzucht en tuberculose
niet

-ocr page 101-

85

idcntisch zijn, dat dc kiem van de paarlzuchl
in de vveivatcn, die der tuberculose in het bloed geze-
teld is; maar dan moeten er bij de vaccinatie van kalf op
arm zoodanige maatregelen genomen worden, dat men
geen paarlzuchtig kalf gebruikt om vaccine te verkrijgen.
En zulke maatregelen zijn zeer goed tc nemen; doch
hierover later.

Niemand zal ontkennen, dat, enkele malen na de vac-.
cinatie, huiduitslagen, klierzwellingcn, enz., uitbreken;
maar hebben de tegenstanders recht om nu maar dadelijk
post hoe, ergo propter hoe uit tc roepen} Ziet men dan
niet, dat de kleinste wonden bij scrofulcuse personen
dikwijls bijna niet kunnen genezen cn bovendien dikwijls
in den omtrek der wond ontsteking en zwelling doen
ontstaan.\'

Niet alleen door, maar ook dc vaccinatie zijn phthisis,
typhus cn andere ziekten hand over hand toegenomen,
wordt beweerd.

Dat die ziekten zijn toegenomen, ligt in den aard der
zaak;^want is de bevolking tocgcnocmen en 2°. komt
het getal zoowel van kinderen als volwassenen, dat
vroeger door de pokken naar het kerkhof gesleept werd,
na de vaccinatie ook onder de algemeene rubriek van aan
de inwerking van de schadelijke stoffen der atmospheer
blootgcstelden. Maar daaruit volgt geenszins, dat dc
vaccinatie de schuld draagt. Laten wij b. v. eens zien, hoe
het op het platteland gesteld is. Daar wordt tamelijk
algemeen door de kinderen gebruik gemaakt van dc scholen.
Om in dc school toegelaten tc worden, moet een bewijs
van vaccinatie overgelegd worden; dus: wordt op het
platteland tamelijk algemeen gevaccineerd; cn vindt men

-ocr page 102-

. 86

daar nu veel typhus of phthisis? Integendeel, typhus is
daar eene zeer groote uitzondering; phthisis komt wel meer
dan typhus voor, maar het ziektecijfer is toch niet te
vergelijken met dat in dicht bevolkte steden, waar be-
dorvene lucht, met slechte voeding, en vele andere zonden
tegen de hygiëne gepaard gaan.

Gezegden als „de vaccinatie is eene gevaarlijke instel-
„ling, die ziekten teweegbrengt, in plaats van die te
„voorkomen" of „in 1877 stierven 15000 kinderen te
Southport aan diarrhée en deze was veroorzaakt door dc
vaccinatie, want vóór de invoering der vaccinatie kwam zij
zelden voor" (Dr. Verno n) — zijn natuurlijk te bespotte-
lijk om weórlegd te worden; het eenige, wat men
Dr. Ver non zou kunnen vragen, is dit: De ervaring leert,
dat de meeste kleine kinderen sterven aan een lijden van
maag- en darmkanaal, onder welke symptomen ook te
voorschijn tredende, en de grootste sterfte vindt men onder
de allerjongste kinderen; aangezien nu de tijd voor dc ver-
plichte vaccinatie in Engeland na de 3^0 levensmaand
aanvangt, is hier de vraag zeer geoorloofd, hoeveel van
die 15.000 kinderen, die dan door dc vaccinatie zouden
gestorven zijn, den leeftijd van 3 maanden hadden bereikt
en dus nog niet gevaccineerd waren.\'.

En dan nog, hoe groot was het cijfer der aan diarrhée
gestorven kinderen in andere jaren , toen er ook gevac-
cineerd werd.\'

Een ander zoude even goed kunnen beweren , dat het
de schuld der vaccinatie is, dat het jenevergcbruik zoo
toeneemt, want ook dit is na de invoering der vacci-
natic tóegenomen — Dat dc vaccinatie
Jict resultaat
„w van het blinde geloof der mensehheid", is een ar-

-ocr page 103-

87

guincnt, dat alleen gelden kan, wanneer bewezen is, dat
de vaccinatie geen nut heeft. De beschuldiging, dat de
inentingsdrang een gevolg is van „^/e?
hcbzuc/U der genees-
kundigen^
is nimmer met feiten gestaafd en blijft dus eene
boosaardige aantijging, die alleen met een verachtend
zwijgen kan beantwoord worden. Dezelfde beschuldiging
zou men tegen elke geneeskundige en heelkundige hande-
ling kunnen inbrengen. Bovendien geschiedt de vac-
cinatie ontelbare malen kosteloos; zij is opgedragen
aan den stads- of gemeentegeneeskundige, die er geen
cent meer voor krijgt, of hij looo, dan wel lo personen
vaccineert

Wat dc godsdienstige bezwaren tegen de vaccinatie
betreft, ik zal noch de argumenten der tegenstanders
trachten tc bestrijden, noch die der voorstanders trachten
te versterken; alleen mijne persoonlijke opvatting over
dit vraagpunt wil ik uitspreken:

De meeste menschen, die uit godsdienstige overtuiging
tegen dc vaccinatie strijden, worden door de voorstanders
wel eenigszins onredelijk om hunne meening hard gevallen;
immers, het meerendeel dier tegenstanders behoort wel tot
het genus „homo sapiens", krachtens hunne geboorte,
maar is niet in staat een redelijk oordeel te vellen over
deze quaestie, bovendien laten die tegenstanders hunne
kinderen toch vaccineeren om hen naar school te kunnen
sturen.

Erger is het gesteld met het overige gedeelte der gods-
dienststrijders , wier overtuiging zoo diep geworteld is, dat
zij hunne kinderen liever van school terughouden, dan hen
op hun jeugdig levenspad een voorbehoedmiddel tegen dc
verschrikkelijke pokziekte mede te geven; zij begaan ccnc

-ocr page 104-

88

dubbele misdaad, èn tegenover hunne kinderen, èn tegen-
over hunne medemenschen.

En hoe dwaas is het er eene dergelijke overtuiging op
na te houden. Mag ik niet evengoed mij laten vaccineeren
als voorbehoedmiddel tegen de pokken, als bij koud weder
mij warmer kleeden tegen longontsteking, rheumatismus,
enz. ? Dat doen de tegenstanders toch ook. Mag ik
mijn huis des nachts niet sluiten om mijn goed zoo moge-
lijk voor dieven te bewaren.-\' Hiervoor geldt toch hetzelfde
argument: als God niet wil, dat wij pokken, longontsteking,
rheumatiek krijgen, dat wij bestolen worden, enz., dan
geschiedt zulks niet. Neen, iéder is verplicht voor zijne
eigen gezondheid en voor die der zijnen te zorgen cn
niemand mag zich roekeloos aan ziekten en gevaren bloot-
stellen. De lieden, die „den Heer niet verzoeken" willen,
moeten geene leuningen aan de bruggen, geen brandspuit
in de stad, geen bakker in de straat cn geen cent in hun
zak dulden; het zou hun immers toch niet baten, voorzor-
gen te nemen, als hun dood besloten ware.

En nu ten slotte nog deze quaestie: is het wenschelijk,
dat dc vaccinatie ook in Nederland verplichtend gesteld
worde ?

Dit vraagstuk dient men van verschillende zijden te
bezien:

A. uit een hygienisch oogpunt: is het noodig., dat
de vaccinatie verplichtend ivordt] blijkt dc facultatieve niet
voldoende te zijn ? Zal eene verplichte vaccinatie het
menschdom veel heil aanbrengen, zoolang zij niet door
hervaccinatie ivordt aangevuld? Of moet men tot hcrvac-
cinatie ook gedwongen worden?

-ocr page 105-

89

B. Uit een zedelijk oogpunt: Mag men de gemocds-
bcZiVaren der tegenstanders, hoe dxvaas misschien ook in
onze oogen, zoo maar xvegcijfcren ?

C Uit een rechtskundig oogpunt: Mag dc persoonlijke
vrijheid door dc Regeering aan banden gelegd ivordcn ?

A. Wat de eerste vraag betreft, hierover zal ons dc
sterftcstatistiek in Nederland de beste inlichtingen kunnen
geven. Wanneer men de pokkensterfte in, ons land gedu-
rende de pokkenepidemie van 1870 tot 1873 vergelijkt
met die der pokkenepidemie gedurende diezelfde jaren in
Beieren, waar alle kinderen tusschen dc 3\'io cn i2<lo maand
van hun eerste levensjaar moeten gevaccineerd worden,
dan ziet men, dat in verhouding tot het getal inwoners,
de pokkensterfte in Beieren slechts van die in Neder-
land bedroeg; niettegenstaande deze ziekte in 1871 in
Beieren eene tot dusver ongekende hoogte en uitbreiding
over\' het geheele land had verkregen. Nog duidelijker
blijkt- het nut der verplichte v.accinatic uit dc volgende
tabel ontleend aan „de pokkenepidemie in Nederland in
1870—1873" van Dr. v. Overbcek de Meijer en
Dr. C ar sten:

-ocr page 106-

90

LEEFTIJD.

Sterfte aan pokken op eiken leeftijd
in verhouding tot
100 van alle aan pokken
overledenen.

BEIEREN

1871 — 1872.

NEDERLAND

1870—1871.

0—I jaar . . .

15,7 pet.

16,2 pet.

1—5 jaren .

2,5

j>

32.3

»

5-10

,, ...

0,9

i>

11,0

10—20

„ ...

2,8

9,2

..

20—30

,, ...

10,7

»

9.5

30—40

,, ...

13,4

9.1

1)

40—50

,, ...

16,9

»>

6,6

>>

50—60

...

18,2

ti

3.9

i>

60—70

„ ...

14,8

)}

1.7

»

^o-8o

,, ...

3.8

)>

0,27

1)

80 en daar boven.

o>3

>•

0,04

II

Men ziet iiieruit, dat de sterfte in beide landen op den
leeftijd van o—i jaar bijna geen verschil oplevert. Deze
uitkomst lag voor de hand, omdat de meeste kinderen
ook in Beieren in hun eerste jaar nog niet zijn gevacci-
neerd. Op den leeftijd van i — 5 jaren springt het ver-
schil ten voordeele van Beieren het meest in \'t oog (2,5
op 32,3®/,); op dien leeftijd moeten dan ook in Beiei\'en alle
kinderen gevaccineerd zijn, terwijl in ons land de koepok-
inenting in den regel niet vóór het einde van dit tijdvak,
het begin van het schoolbezoek, pleegt tc geschieden.

-ocr page 107-

91

Het groote nut der verplichte vaccinatie wordt door deze
vergelijking nog in een helderder licht geplaatst.

Dr. Post \') vond de volgende sterfteverhouding tusschen
gevaccineerden en niet-gevaccineerden te\' Utrecht:

103 poklijders met duidelijke poklitteekens — 7 sterf-
gevallen;

551 poklijders met onduidelijke litteekens — 41 sterf-
gevallen; 12 poklijders met goed gevolg gehervaccineerd ,
I sterfgeval; alzoo 666 poklijders met 49 sterfgevallen ;
dus een sterftecijfer van 7,85%, voor de gevaccineerden;
en 1061 patiënten met 538 sterfgevallen, dus een sterfte-
cijfer van 50,70®/„ voor de niet-gevaccineerde poklijders.

Hieruit en uit de volgende tabel, ontleend aan genoemd
werk van Dr. van Overbeck de Meijer en Dr.
Carsten:

NEDERLAND.

JAARTAL.

Verhouding
v.an het aantal
ingeënten tot
1000 inwoners.

Geborenen
per ja.ar per
1000 inwoners

te

1870

17,6

38

1871

76

36

1872

16

36

•873

36

36,2

blijkt, dat dc facultatieve vaccinatie in ons land veel tc
wenschen overlaat.

Maar eene verplichte vaccinatie alleen helpt niet genoeg,
wanneer daarbij ook niet flink gehervaccineerd wordt.

\') Mededeelingen over de pokkenepidemie te Utrecht, 1870—1871,

-ocr page 108-

92

Zoo stierven b.v. (zie hetzelfde werk van Dr. v. O. de M.
en Dr. C.) in Noord-Holland 443 volwassenen aan de
pokken, welke personen in hunne jeugd wel gevaccineerd,
maar later nooit gehervaccineerd waren.

Daartegenover staat de verhouding te Wijk bij Duur-
stede, waar 480 volwassenen nauwkeurig gehervaccineerd
werden en waar slechts drie van hen in lichten graad de
pokken \' kregen. Ook in het diaconessenhuis te Utrecht
bleek het nut der hervaccinatie; daar werd de geheele
bevolking van het gesticht tijdens de epidemie gehervac-
cineerd , met uitzondering van 3 patiënten, die men meende
buiten eiken vreemden toegang en dus ook buiten elke
besmetting te kunnen houden; juist die 3 patiënten kregen
pokken en al de gehervaccineerdcn bleven vrij.

Maar moet men nu èn tot vaccinatie èn tot hervacci-
natie
gedwongen worden.?

Uit een hygienisch oogpunt ware dit zeker hoogst nuttig
en zelfs uit een zedelijk oogpunt (B) zoude het wenschelijk
zijn, want niet alleen mogen de gemoedsbezwaren van
tegenstanders niet opwegen tegen de toepassing van dit
voorbehoedmiddel, maar zelfs zoude de Staat consequent
handelen door het al of niet venvaarlqozen van dc gezond-
heid der kinderen tot op een bepaalden leeftijd niet aan
de ouders over te laten, maar tot vaccinatie en hcrvac-
cinatie te dwingen, evenals zij dwang gebruikt op het
stuk van fabrieksarbeid. Maar
na dien bepaalden leeftijd,
15 ä 16 jaar b. v., wordt het noodzaken tot hcrvaccinatie
moeielijker, ofschoon het alweór om gezondheidsredenen
nuttig zoude zijn.

En die moeielijkheid springt in het oog, wanneer men

-ocr page 109-

93

de zaak van een rechtskundig standpunt (C) beziet. Mag
nl. de persoonlijke vrijheid zoo aan banden gelegd worden ?
Ik geloof niet, dat dit goedschiks kan geschieden; men
komt te veel in botsing met de heerschende begrippen
van persoonlijke vrijheid — het is echter eene quaestie, die
niet door den medicus, maar door den jurist, dient be-
slist te worden.

Gaat echter de Regeering cr toe over om vaccinatie en
hervaccinatic verplichtend tc stellen , dan zal zij moeten
beginnen met het vaccincwezen eerst op ecnc betere
leest te schoeien. Een proeve van verbetering laat ik
hier volgen.

1. Van Rijkswege wordt op eene daartoe geschikte
plaats, b.
v. in dc aan de Rijkslandbouwschool verbonden
modelboerderij , ecnc fokkerij opgericht van kalveren,
welker vader en moeder bekend staan, uit een gezond cn
krachtig geslacht gesproten te zijn. Deze fokkerij stelle
men onder toezicht van den directeur der Rijksland-
bouwschool.

2. >In dc hoofdstad van elke provincie worden vaccina-
tiebureaux opgericht, die onder contrôle staan van den
geneeskundigen inspecteur cn adjunct-inspecteur der pro-
vincie. Deze bureaux ontvangen de kalveren, die, zoodra zij
de noodige pokstof hebben verschaft, wcûr naar Wage-
ningen teruggezonden worden.

3. Elk provincicbureau zendt dc vcrsch verkregen koe-
pokstof, goed van de lucht afgesloten, in glaasjes, naar de
plaatselijke bureaux, die in elke gemeente worden opge-
richt, elk voor zich onder toezicht staande van twee door
het Rijk benoemde en bezoldigde vaccinateurs, die ver-
plicht zijn tweemaal in het jaar, op een in overleg met

-ocr page 110-

\'.)4

den inspecteur der provincie te bepalen tijd, zitting te
houden tot kostelooze inenting.

4. Tijdens epidemieën zal er zitting gehouden worden,
zoo dikwijls de inspecteurs en gemeente-vaccinateurs te
samen dit noodig oordeelen.

5. Alleen bij hooge noodzakelijkheid zullen de vacci-
nateurs gebruik mogen maken van gehumaniseerde lymphe,
mits zij er voor instaan, dat de ouders van het kind,
van hetwelk pokstof genomen wordt, en dat kind zelf,
volkomen gezond zijn.

6. Elk kind, dat op het tijdstip van de zitting der
vaccinateurs den leeftijd van 6 maanden bereikt heeft,
moet gevaccineerd worden.

7. Ouders, welke hunne kinderen, die den genoemden
leeftijd bereikt hebben, en niet reeds elders gevaccineerd
zijn, terughouden van de openbare inenting, vervallen in
eene door het Rijk te bepalen boete, cn worden gesom-
meerd met hunne oningeünte kinderen bij de volgende
zitting te verschijnen.

8. Voldoen zij aan deze sommatie niet, dan vervallen
zij irl de dubbele boete en worden nog eens gesommeerd
te verschijnen. Voldoen zij hieraan nog niet, dan worden
zij tot gevangenisstraf veroordeeld; artikel 5 blijft op die
kinderen natuurlijk van toepassing.

9. Allen, die op het tijdstip der zittingen den leeftijd
van 5, 10 en 15 jaar bereikt hebben, moeten gehervac-
cineerd worden; zoo zij in gebreke blijven, vervallen
hunne ouders in boeten en straflTen genoemd in art. 5 , S en 7.

10. /Op den 6<ien dag na iedere inenting moeten dc
ingeënten zich aan de bureaux vervoegen , ten einde het
resultaat der operatic aan de vaccinateurs te toonen. Het

-ocr page 111-

95

is aan dezen overgelaten, de kunstbewerking te her-
halen , totdat door hen het vaccinatiebewijs kan worden
afgeleverd.

11. Slechts zij worden gerekend aan de wet voldaan
te hebben, die een bewijs van vaccinatie door een bevoegd
medicus geteekend kunnen overleggen.

Bepaalt de Regeering nu tevens, dat door geen medicus
eenige andere vaccine mag gebruikt worden dan door ge-
noemde bureaux kosteloos verstrekt, dan is het niet mo-
gelijk, dat eenige ziekte met vaccine wordt overgebracht,
cn tevens, dat de pokken bij een nieuwen inval in ons land
genoeg voedsel vinden, om haar vernielingswerk lang tc
kunnen uitoefenen; de bevolking zal daardoor behoed
worden voor ellende; handel en nijverheid kunnen blijven
bloeien en duizenden zullen, na het verdwijnen der ziekte,
den Staat danken, dat hij hun leven gespaard cn hun
lichaam voor dc levenslange sporen der verwoesting be-
waard heeft!

-ocr page 112-

Iff^

L s

•I

-ocr page 113-

STELLINGEN,

-ocr page 114-

■■ -

V

V J ■■■ -, r. \' •

-ocr page 115-

Ouders, die hunne kinderen niet laten vaccineeren,
begaan daardoor eene zeer groote fout.

II.

Bij vaccinatie kan vaccine slechts door lymphe,
syphilis alleen door bloed worden overgebracht.

-ocr page 116-

200

III.

Voordat de vaccinatie van Staatswege beter geregeld
is, mag zij niet verplichtend gesteld worden.

IV.

De verspreiding der oogontsteking onder de Amster-
damsche Israëlieten geschiedt alleen door onreinheid.
Een gasthuis kan wel de genezing bevorderen, niet dc
verspreiding dier ziekten tegengaan.

V.

Het gebruik van sublimaatoplossing (i op 10,000)

0

verdient in de oogheelkunde, èn als antiseptisch ver-
bandmiddel èn als adstringens, aanbeveling boven dat
van acid. boricum.

-ocr page 117-

201

VI.

Conjunctivitis follicularis is het begin van trachoma
Arltii.

VII.

Tcrccht beweert Todd, dat dc eenige therapie,
die men bij croupeuse pneumonic mag aanwenden,
dc toediening van alcohol is.

VIII.

Syphilis is nict het bijna uitsluitend aetiologisch
moment voor tabes dorsalis.

IX.

Met knicphilnomen is cenc rcflc.x, gccn idiomuscu-
lairc contractie.

-ocr page 118-

202

X.

De raad van Albert om alle retromammaire abscessen
van boven te openen, is onvoorwaardelijk af te keuren.

XI.

Bij hydrocele is dc radicaaloperatie boven elke andere
behandeling te verkiezen.

XII.

Het opwekken van abortus moet in veel meer
gevallen toegepast worden, dan tot nu toe het geval is.

XIII.

*

De beste therapie bij cclampsic in het kraambed is
het toedienen van morphine.

-ocr page 119-

20;]

XIV.

Aan iedere Universiteit moet gelegenheid bestaan tot
het leeren van psychiatrie en otiatrie.

XV.

Hoe meer een examen den vorm van examen mist,
des te meer zal de uitkomst nabij de waadicid zijn.

XVI.

liij , anaemischc toestanden belooft de uitwendige
behandeling met koud water de beste resultaten.

-ocr page 120-

IS.-

\'â

- hi-

• ^ - .-

V-

fj\'
•iv.-

k

, .-jt, ■

-ocr page 121-

î\'^r

-ocr page 122-

g-........

-ocr page 123-

m

f^mmm

F.n.DANNLR i d
BOeKBINOERIJ | ^
1 UTRECHT \\ H

-ocr page 124-

1 \'f-;^

AW