-ocr page 1-

VRIJE NOTARIA\'A

mm;M

H H

I

ïu

VAX

-ocr page 2-

V

■ \' . / " ■

v/

- / - J,

1 \'Ji\'

i .

■, \' \'fi\'

Viï-/.

-ocr page 3-

........

• .K •:• ■ »\'lil,-. - \' i. ■ • • ■

." . .• .il . . ...v:

-ocr page 4-

m

^

2719 042 4

-ocr page 5-

HET VHIJE NOTARIAAT.

-ocr page 6-
-ocr page 7-

NOTARIAAT,

\'VP

hiJ

H

IT

TF.K VEUKUIJQIKO VAN DEN GKAAD

DOCTOR IN DE RECHTSWETENSCHAP,

AAN DE IIIJKS-UNIVEUSITEIT TE UTRECHT,

NA MACIITIGINO VAN DEN KECTOK MAGNIFICUS

DR. E. mulder,

IIOOULEKKAAU IN DK FACUI,TK1T DKll WIS- KN NATUUUKÜNDK,

VOLGENS BESLUIT VAN DEN SENAAT DER UNIVERSITEIT,

01\' VOOHDUACHT DER RECHTSGELEERDE FACULTEIT,
TK VKKDKDIÜEN
0|1 WocnstlttK, «Ion -1 Fcbi-iiiii i 1880, «Ioh iinmlililngK tc 11 iivcii,

l>l>l>U

^ GERARD VAN ECK,

OEIIOIIEX TK A 11N HEM.

UTRECHT
.L DE KRUVFF.
1880.

-ocr page 8-

Stooi{itnelpi-ri*(lriik vnu do Firma L. K. UOSCII & ZOON

-ocr page 9-

Iam mïîtE® ©I\'ÛÔÎS.

Â

-ocr page 10-

M

f

■ \'\'-f
■V/

K*
i

\'r

i

4

-ocr page 11-

INHOUD.

Blz.

Hoofdstuk I. Gcscliiodeuis vau het Notarisambt ... 1.
„ II. Het wezen van het Notarisambt iu

Nederland.................22.

„ III. Wat wordt bedoeld met den eisch van

vrij Notariaat?..............33.

„ IV. Is de aard van het Notarisambt met

bet vrjjo Notariaat overeen te brengen P 4G.
„ • V. Wolko veranderingen zijn wouschehjk? 59.

Stellingen.........................«5.

-ocr page 12-

vif\'

••■ .i • .. - Ik -"\'- " ■ .j*!*

[.Ms" ■ -

-ocr page 13-

HOOFDSTUK I.

Geschiedenis van het Notarisambt.

§ 1-

In het Romeinseho reclit vinden wij gewag go-
innnkt van
tabclliones cn iahularii. Dc tabelliones \') /
waren personen, wier bedrijf bestond in liet op-
stellen van oorkonden (instrumenten) cn rcquesten

(libelli). Zij stonden onder toezicht van den inngi-
stratus.

\') liETHMANN IIOLUVKO , Civilproccss dc9 Gcmeilun Itfclits III
l)lz. Ißl). ISnß. Ulpinmifl in L. 9 § 4. D. de pocnis (48. 19):
Plus c.st nutcm foro qnnni advocntionibus interdiccro, si quidcm
luiic onniino forcnsil)U9 ncgoliis «ccoininodnro so non pcriniltn-
tur. Sold nninn ilii v»;l jnris sludlosis intmlici, vcl ndyoaitis,
vcl
tabtUiomhm sive praginaticia. J. 5. Solct cl ila intcrdici,
nc instrumenta omnino formcnf, ncvc libellos concipiant, vcl
tastationcs consigncni. J. (J. Solct ct sie, nc co loci scdcant,
quo in pnblico instnnnenla drponnnlnr, archivo forte vel
gramtnalopliylacio. § 7. Solct <!l sie, ut leslanicnta in; ordincnt
vel scribant vcl signcnt.

1

-ocr page 14-

2

In het Edict van Diocletianus over de markt-
prijzen, is bepaald:
Tahellioni in scriptura libelli
vol tabularum versibus n° centiiin (XXV); zoodat
hieruit blijkt, dat het loon volgens het getal regels
betaald werd.
Constantijn de Groote verbood
aan do Decurioncn het officium van tabellio waar
te nemen; hieruit blijkt, dat dit bedrijf niet totdc
deftige behoorde

In Ravenna vormden zij in dc VI eeuw een
gild onder ccn Primiccrius, eveneens in Constan-
tinopcl onder Keizer
Leo Pitilosopiius , die in
zijne Novelle •\'\') bepaalde, dat door den Primiccrius,

\') Edictum Diocletiani (maximiani, Coustantii, (lnlcrii .\'ul
provincialis) dc prcliis rcrum vcnaliuin. TTaonel Corpus lcf;um
p. 175 Mommsen.

-) l^KTUMANS lIoLUVKO t. u p. L. 15. C. 1 (1(! (Iccnrlon.
(10. 31.) Universes dccurioncs vobunus n labcllionum ofliciis
temporäre.

Toch kon een fahclHo decurio worden. 1. 21. C. nd leg
Corn dc fals f9.32]. Zij niogtcn hunne niodcworkinpf niet
verleenen tot het opmaken van instrumenta over vcrl)ódenc
contracten. 1. 2. C. dc eunuchis [4.42] 1. 1. C. lit nemo ad suum
patrociniinn. (11.54).

Tür\'UfQl TTolnnKÜv rt(.»/««r/t(i)i\',, Jtitidtfnir rav fiitailiiai;
xvfiov
A/oito? TTQÜf/f^fQl rM/ïoia^rtp.M.\'uitgegeven door Zjicliarine
Ilistorinc .Iuris (Jrncco-llomani dclincatio. appendix, hl. 117.
Wiiiirschijnlijk zijn hier dc tnhclliones bedoeld , alhoewel
Ia\'o dc -
taljjihirii noemt, Velgens Fit. C. Ck)Nu.vi)i, Pnrorga TI. .\'1.
IV, 1. is cr^jjeen verschil tnsschcn tabcllioiics eii tahularii.

-ocr page 15-

met toestemming van liet collegie sleclits zij kon-
den benoemd worden, die van goeden naam (fidei
probae vertaalt Cujaciiis het in zijn aanteekening
op L. 15 C. de decur. 10.31), schrijf-, taal- en
rechtskundigen waren. Zij moesten ook de
Basiliken
bezitten cn dc veertig titels van het Ench iridium
f£-\\ oTofxaTo?) kennen.

Hun benoeming moest den praofectus urbi
bekend gemaakt wwden. Zij, die eenon benoemd
hadden, moesten zworen, dat zij hem nict uit gunst,
maar alleen wegens zijne verdiensten gekozen
hadden, en hierop goschicddo zijne promotie in dc
Secretaric van den praofectus urbis, door ovor-
rijking van den zegelring (anulus signatorius). ITij
werd naar den pracfcctus urbis geleid, gekleed in
een
cpheslris; na do promotic ging men naar do
kerk mot do tabclliones dio eveneens in ccn
epheslris
gekleed waren; hier nn werd hem door den priester,
in plaats van dc
cpheslris, oen wit cpsXwvtov ovcr-
gcrijkt, wimrovcr ccn gebod uitgesproken was.

Hij het opmaken cencr akte moest do lahellio
eerst op verzoek van dc partij ccn concept opstellen
(Scheda) Nov. 44 pracf. L. 17 C. fid. instr. (4.21.);
hierna werd do akto in het net gcschrcvcn (miin-
(hiw) door hem zelf of door ccn zijnor klerken,

-ocr page 16-

vervolgens aan partijen voorgelezen, en door
deze en de tegenwoordige getuigen ondertee-
kend.

Volgens JUSTINIANUS moesten er drie, en zoo
partijen niet konden schrijven, vijf getuigen bij
zijn, Nov. 73. c, 5.8. Eindelijk onderteekende
de tabellio en volmaakte liierdoor de akte.
JUSTINIASUS bepaalde in Nov. 44, dat de tabellio
bij het opmaken van de akte niet door zijn
klerk kon vervangen worden, maar cr zelf
bij tegenwoordig moest zijn; slechts werd hem
vergund een van zijne klerken in zijn plaats te
stellen, mits hij hiervan den magistcr-ccnsus had
kennis gegeven.

Tot het opmaken ccncr akte moest hij papier
met het TrpwTÓxoXXov gebruiken, d. i. een op dc
papyrus rol oi)gephikto strook, wa.\'U\'op vermeld
stond de naam van den Comes Sacrum Largitionum
en de tijd wanneer het papier gemaakt was. Volgens
Nov. 47 moest het rcgecringsjaar van den Keizer
en den Consul, dc maand, de dag cn de indictio
in het hoofd der akten vermeld worden.

De akten van den tabellio hadden bewijskracht
wanneer de tabellio het geschrift en den inhoud in
rechten met ecde bevestigde; leefden de getuigen

-ocr page 17-

nog, dan werd ook liiin eed verlangd. Nov. 73.
e. 7. § 1. 2.

Do tahularii waren bij de" stedelijke archieven
en de rekenkamer geplaatst ; de bewaring der akten
in het archief gaf aanleiding, dat zij ook tot het
opstellen van akten medewerkten. Zij moesten het
testament van een blinde en in het algemeen de
akten van hen, die niet schrijven konden, ondcr-
tcckcnon L. 8. C. qui test. fac. poss. (G.22.) L. 22.
§ 2. C. do jure delib (6.30.) In Nov. 44 komt
voor dat naast den
tabcllio, die dc akte opmaakte,
de
tahiilarius, in plaats van dc partij die niet
schrijven kon, ondortcokcnde. "\')

Naderhand werden dc tahularii, noiarii gc-

1) Betumann IIoi.uviT. t. a. p. l)lz. 171 cn 172.
Bij Mr. P. van deii
SciiELUNo, Historie van het Nolnrisscliap
llotlcrdam 1745, bl. 28, Iczcn wij:

Dc tabelliones hadden eindelijk meest ovcriT-nkomst met onze
notarissen, uitgenomen dat eertijds hunne acten, zonder getuigen
daartoe verzegt, geen publyke autoriteit hadden, tenware zij
in de publieke acten
geregistreerd o{ geinsereerd wixxcw.\'^owl\'^ c.
7 § 3. Nov. 49 0. 2 § 2. Nov. 15 pr. c. 5 pr.

\') L. 3. § 3. 1). dc lab. cxhibcndis [43.5] proindc cuslo-
diam tabularum aedituus vel
tabularim susccpit, dicentlum est
tcnori cun» interdiclo. De labulariis scribis logographis ct ccnsu-
alibus [10.f>9].

») Bktiimann IIoluveo t. a. p. blz. 173 cn 174.

-ocr page 18-

6

noemd; de notarii waren oorspronkelijk wat wij nu
stenografen noemen, gelyk blijkt uit aanhalingen
bij
Brisonius de verb, significatione ad voc notarius.
Wij lezen bij van der Schellinq blz. 3.: „Bij
de Romeinen hebben de
notarii dien naam aller-
eerst gekregen van
7iota literaria., dat is lettermerk
of character; door hoedanige lettermerken of cha-
racters een geheel woord beschreven en beteekend
wierd."
[L. Lucius 40 in pr. D. dc ïestam.
milit. Cujae. 1. 3. obser. C. 3. Cod. Fabr. 4. 18
n°, I pg. 350]. En men meent, dat aldaar die
naam van
Notarius d. i. Notaris, eerst gegeven is
aan diegenen, welke de voortreffelijke oratie, die
Cato weleer in den Raad hield, bij abbreviutien
dat is verkortingsmerken, en mot characters hadden
opgetcckend of nageschreven; zoodanige
notae,
lettermerken of characters worden sedert Siglao
en Sigla genaamd ook door Keizer Justiniaan
1. 1 cn 2 in fin. C. de vet. jur. cnucl.

§ 2.

In 98 n. C. stelde bissciiop Clemens te liomc
notarii regionarii aan, die zoo genoemd werden,
omdat voor ieder van de zeven regiones [ kringen],
in welke Rome verdeeld was, ecu notaris was aan-

-ocr page 19-

gewezen. IIuu getal is in deu loop der eeuwen
zeer vergroot. Deze notarii ecclesiae werden door
deu Paus benoemd, hun plaatsing geschiedde door
den hoogsteu geestelijke bij iedere kerk. Eeu ge-
heel collegium uotariorum stond bij de hoofdkerk
in dienst, tot welk collegium ook do notaris
van de onderhoorige kerken behoorde. Aan het
hoofd van dergelijk collegium stond de Primicerius,
Secundicerius.

Deze notarii ecclesiae werden ook gebruikt voor
akten waarin de kerk niet gemoeid was.
Kakel
de Groote
bepaalde „ut nullus presbyter chartam
scribat, nequo conductor existât suis senioribus"
(L. Longobard Caroli M. cap. 9G) ; dit beteekent

\') Heeds bij hct Concilium tc Ephesc in het janr 131 vin-
den wij
Pkthus presbyter Alexnndrinus et iiolnrioruni primi-
cerius. Hct tweede concilium te Ephesc wordt geopend door
Joannes presbyter et primicerius not«riorum. Dc notarii re-
ffioiiarii
werden ingevoerd om dc ncta marfi/rum op tc ninkcn;
andere notarii stonden in dienst der zoogennnmde kcrkvadrrrn
cn moesten hunne redevoeringen opschrijven cn in het open-
baar voorlezen. D(! notarissen der lioogc gecstelijklicid moesten
oorkonden over priesterwijdingen, kcrkelyke vrijlatingen cn sy-
nodale vcrhaiulelingcn schrijven.

Jon. Andii. Sciimio, dc notariis ecclesiae tumoricntalis (um
occidentalis. Dissert, triga. Helmstedt
1715, bij Oksteklev ,
das Deutsche Notariat I blz. 79 cn volg.

-ocr page 20-

8

volgens Oesterleij blz. 100, dat de geestelijke er
geen
beroep van mocht maken, voor de lecken te
instrumenteeren. Er bestaan vele oorkonden door
geestelijken opgesteld, die zoowel de kerk, bij welke
zy behooren, als de leeken betreffen. Paus
Innocentius III (1198—1216) epist. 129 lib. 14
beeft de priesters, diaconen, subdiaconen verboden
het tabellionaat uit te oefenen.

§ 3.

In 803 bepaalde Karel de Groote _TJt niissi
nostri scabinios, Advocatos,
Notarios per singula
loca cligant; et eorum nomina quando reversi
fuerint, secum scripta deferant." Dit beteckent,
dat (missi rcgii) dc twee Commissarissen des Ko-
nings, dio ieder jaar naar de provinciën werden
gezonden, uit dc
bestaande notarii eenigen zouden
benoemen, die bij dc openbare zittingen (placita)
van het gerecht moesten tegenwoordig zijn, om het
vonnis of andere beslissingen in geschrift to brengen.
Ilct Capitularc van
805, „De scribis ct notariis"
luidt: „Do scribis, ut vitiosc non scribant. Ut
unusquisque Episcoi)us et Abba et singuli comités
suum notarium habcant."

Dikwijls ^ waren dc notarii tegelijk rechters,

-ocr page 21-

9

(scabini) en notarii electi, die op de placita moesten
tegenwoordig zijn. Daar in deze electio een eer-
bewijs gelegen was, deed men veel moeite om tot
deze electi te behooren; zoo ontstond van lieverlede
de noodzakelijkheid van een benoeming van hooger
hand, door den Paus, Keizer of van hon, die in
hun naam handelden \').

Keizer Fredeiiik III verleende in 1479 aan
Hermannus Johannes et Petrus Tuleman , Sacri
Lateranensis palatii Comitibus, dc bevoegdheid
om notarissen tc benoemen (v.
der Schelling,
bl. 07), die hiervan gebruik maakten, en in 1494

\') Oestkrley 1 blz. 13k Verordening van Koning UouEiiT
vnn 1306 in dc stad Niciae [Ilist. patr. moiuun, d. 2. blz.
151]
IlouEiiTua primogcnitus illustris Ilicru.salcm ct Siciliac
regis, <liix Calabriac, ac ejus in regno Siciliac, et coniitatu
I\'rovinciac vicjirius generalis bavilis, et judicibus comitntus
vinctimilii pracscntibus e.t futuris Salutcni, ct dilcctioncni sin-
ccram.

Volumus ct dilcctioni vcstrao mandamus quatenus, statim
rcccptis pracscntibus, inliibcatis expresse sub certa ct formidu-
i)ili poena iH-cuniaria notariis publiais dioti coniitatus,
qui non
sunt auctoritnte apoüolicn, vel rrgia approbati,
quod ipsum
notariatus otliciuni, scu tnbcllionatus excrccrc aliquatcnus non
praesunmnt, pociuiin ipsain ab iis, cxindc si contra firerint
pro parte rcgiac curiae irrcmissibilitcr cxacturi.

-ocr page 22-

10

Dirk Peterse Spanjaard te Utrecht tot keizer-
lijken notaris benoemden. Keizer
Frederik heeft
in 1492, ook den beroemden Joii.
Reuchlin tot
comes Lateranensis (hetgeen hetzelfde is met comes
palatinus of comes imperialis consistorii Hofpfaltz-
graf) benoemd. Het diploma dier benoeming bij
Oesterley, t. a. pl. bl. 436, is bijkans gelijklui-
dende met het door
van der Schelling mede-
gedeelde. Ook
Reuchlin was toegestaan notarissen
te benoemen, en legitimatio te verleenen.

§ 4.

In Frankrijk werden aanvankelijk door den Koning
op zijne domainiale landen de
notaires royaux
benoemd. In die deelen van het Rijk, welke
onder de vasallen (seigneurs) stonden, hadden zij
de jurisdictie in eigen naam en benoemden de
notaires, die men seigneuriaux noemde. Lodewijk
de Heilige braclit een verandering in het notariaat
door afsclieiding van de vrijwillige jurisdictie van
de contentieuse. In Parijs werden 60 notarissen
benoemd, die niet geheel onafhankelijk van den
Prévôt, chef van het opperste Gerechtshof [Châtclet
de Paris] de vrijwillige jurisdictie zouden uitoefenen,

-ocr page 23-

11

Zij moesten de akten in naam van den Prévôt de
Paris opmaken, waartoe altijd twee notarissen
noodig waren; met hun beiden moesten zij het
door hen opgemaakte stuk aan den bewaarder van
het gerechtszegel brengen, die dan dit document
op gezag van den Prévôt zegelde. Drie vierde
van het ontvangen salaris kwam aan den Koning.
Gedurende langen tijd werden zij notaires au Cha-
telet de Paris genoemd. Philips de Schoone heeft
bij eene ordonnantie van 1302 aan dc rechters
verboden hunne schrijvers als notarissen to ge-
bruiken.
Meijkr, Esprit des Institutions Judicaircs
III blz. 310.

Zeker is het, dat in dozen tijd reeds cxccutoiro
oorkonden voorkomen, t. w. instrumenten, dio eene
quasi jmlicialis confessio cn een praecepium exc-
cutivum
bevatten, om daardoor eeno onmiddellijke
cxocutic (exécution parée) to verkrijgen.

In hot Romeinseho Recht gold namelijk de regel
„confessus in juro pro judicato habetur." Dit
j)astcn dc glossatorcn toc ook op bekentenissen (in
rechten) vóór dc dagvaarding afgelegd. Spoedig
beschouwdc men die confessio voor den notaris als
ccnc confessio in jurc, daar men dezen als eon
judex ordinarius of chartularius beschouwde, dewijl

-ocr page 24-

12

de meeste notarissen tevens rechters waren Hierin
bestond de garantia, dat de schuldenaar zijne belofte
inkleedde in den vorm eener confessio in jure, en hierop
van den rechter het bevel ontving de belofte binnen
een bepaalden tijd uit te voeren (praeceptum of
mandatum de solvendo executivum, praeceptum
guerentigiae.) Ook den notaris hield men voor
bevoegd dit praeceptum te geven. Dit werd ook

\') pfitr. a Bellapertica [ 1308] rcpetitioiics iii aUquot.
Cod. leges. Francf. 1571 f. bl. 142, quaeritur de confessione
emissa per modum jurisdictionis voluntariae: indigeo pecunia,
dico mutues mihi dcccm et confiteor, quod tcncor tibi in
dccem, non reperio legem loquentem üiraen non est neccssaria
sententia, sed sic video consuetudinem, iuterprctari. .Judex
mandat cxccutioncm ficndam. Dc verklaring der llacliinburgcn
(dat is rechte cn voortrelFclijkc borgen, van rt-A-groot, heerlijk,
voortrcirdijk) of getuigen (vcridici) had gelijke kracht met des rech-
ters sententie (het verdict), dus ook waar zulk ccn getuigenis tegen
den schuldenaar bestond, was het niet noodig dat zijne schuld
eerst door een vonnis erkend werd. Alcm. II. 1. L. Luit-
prand; VI 80. Deze overtuiging van het Gcrmaansclic rcciit
hoeft in Italic waarschijnlijk medegewerkt tot dc ontwikkeling
van het guarcntigium. Volgens Tasquicr, llcchcrchcs ch. 35,
41, zou Duranti het ingevoerd hebben, hetgeen echter
Saviqny
Gcsch. d. roni. Rechts im Mittelalter, c 45 n. 16 in twijfel trekt.

Bahtolus in 1. 15 1). de re iud. nr. 8, nam notariis con-
ccditur a statutis jurisdictio praecipiendi partibus ut obscrvcnt
contcnta in insirumcntis.
Julius Meukei,, Willkürliche Ge-
richtsbarkeit in Weiske, lleclitslcxicon. 14 bl. 653.

-ocr page 25-

13

in Frankrijk toegelaten; de notaris maakte het
instrument op waarin de schuldenaar beloofde, zich
aan het gezag van een bepaald parlement te
onderwerpen, opdat door dat gerecht op vertoon der
oorkonde, de executie kon gelast worden; aan deze
oorkonden werd het zegel van het gerecht gehecht.
"Wilde men de executoire kracht niet tot den kring
van een enkel gerecht beperkt hebben, dan werd
aan de akte, door don Prevot van Frankrijk, die
aan het Hoofd der Justitie stond, het
groote
Konmldijke
zegel gehecht. Dit zegelrecht werd ook
aan enkele hoven in de provinciën verleend. Hun
werd hot
klci)ie Koninklijke zegel gegeven. Later
werden in het geheele Rijk contracts zegelbewaarders
benoemd.

Bij de zooeven aangehaalde ordonnantie van
Philips van het jaar 1302, stelde hij over zijn
geheele Rijk notarissen aan en gelastte hen registers
en protocollen te houden tot het overschrijven
hunner akten. Deze verplichting werd niet uitge-

\') Couatuinps tic Poictoii art. 322 ct. les diets notaires peuvent
juger ct condenipner les parties des convenances, qu\'ils accor-
deront et consentiront,
car ils mit juges quant a ce. Et peut
on p;n- tel juge recpicrir et faire execution coninie ec esloitjugc
ordinaire deladiete court. Oealcrley II 1)1. 47.

-ocr page 26-

u

strekt tot de notarissen van Parijs; deze bleven
hunne akten op losse bladen,
hriefs of cédules
genaamd, aan partijen overhandigen tot op de
regeering van
Karel VII, die bij ordonnantie
van
1437 de Parijsche notarissen verplichtte hunne
akten in registers en protocollen te schrijven even
als de overige notarissen van het Rijk, en op den
kant der akte aan te tcekenen het tijdstip van uit-
gaaf dcr grosse By een ordonnantie van 1 Sept.
1541 van Frans I, werden de notarissen van
Parijs van do verplichting ontheven hunne akten
zei ven te schrijven; zij konden dit door hunne klerken
laten doen. Tevens behielden zij dc vrijwillige
jurisdictie in haren gchcelcn omvang, elders mochten
de
notaires slechts de minute opmaken, der/rosse
werd door do
tabelliones gesteld dio geene minute
moc\'hten verlijden. Hendrik IV bracht in 1597
hierin oen vereenvoudiging door beide betrekkin-
gen te vercenigcn.
Bonnier, Traité des prouves,
2 bl. 18.

In Frankrijk werden dc notarissen verdeeld in:
1".
Koninklijke, die krachtens aanstelling van den
Koning werkzaam waren. 2".
Heerlijke, benoemd
door dc gercchtshecren, wier gebied begrensd was
door het? rcchtsrcssort van hen, die hom aangesteld

-ocr page 27-

15

hadden ; zy konden geen akten verlijden dan voor
de bewoners der plaats tot dat gebied behoorende.
3".
Ajpostolische, voornamelijk tot de in bezitneming
van beneficiën en andere kerkelyke zaken. Aldus
was het notariaat tot op de wet van den 26
Sept. 1791. De verkoopbaarheid en erfelijkheid
van het notariaat, door
Karel VIII ingevoerd,
werden door de constituante afgeschaft. De nota-
rissen werden één corps, onder de benaming van
openbare ambtenaren (fonctionnaires publics.) Elk
hunner had het recht zijne ambtsbediening in
de geheele uitgestrektheid van liet Departement,
waarin zijne standplaats was gevestigd, en niet
daarbuiten , uit te oefenen. \')

Do wet van 25 Yentose XT (16 Maart 1803),
rngelde op nieuw bet notariaat en is do bron van de
bij ons geldende wet op het Notarisambt vnn 9 Julij
1842, Stbl. n". 20. Art. 1 van do wet van Ven-
tôse geeft eene bepaling van de notarissen: Los
notaires scmt les fonctionnaires publics, établis pour
recevoir fous los actes et contrats auxquels les
})artios doivent ou veulent faire donner le carnetxVo

1) Dam-oz et Mkrlin in voce notarial.

-ocr page 28-

16

d\'authenticité, attaché aux actes de l\'autorité publi-
que, et pour en assurer la date, en conserver le
dépôt, en délivrer des grosses et expéditions.

Zij worden voor hun leven benoemd, en zyn
verplicht hun dienst hem, die ze verlangt, te
praesteeren. Hun wordt eene vaste standplaats aan-
gewezen, en hij, die deze met der woon verlaten heeft,
wwdt beschouwd zijn ontslag gevraagd te heb-
ben; zij kunnen voor drie maanden geschorst en
van hun ambt vervallen verklaard worden. Hun
w^erkkring regelt zich naar hun standplaats. Die geves-
tigd zyn in steden, in welke een hof van appel is, mo-
gen in het ressort van dit hof instrumenteeren ; zijn
zij daar gevestigd, waar slechts een rechtbank van
eersten aanleg is, of waar een vrederechter geplaatst
is, dan kunnen zij slechts binnen het ressort van
de \'rechtbank of het vredegerecht werkzaam zijn.
Hiernaar regelt zich ook het bedrag der cautie, welke
zij stellen moeten. In steden van honderd duizend
inwoners of daarboven, komt op iedere zes duizend
éen notaris; elders moeten in ieder kanton ten
minste twee en niet meer dan vijf notarissen zijn.
Er worden slechts in plaats van de wegvallenden
nieuwe benoemd. Artt. 2, 3, 4, .5, G, 31, 34,
wet van 25 Ventôse XI.

-ocr page 29-

17

Om tot notaris te kunnen benoemd worden,
is noodig een stage van zes jaren (entières et non
interrompues), de twee laatste jaren moet de can-
didaat als eerste klerk bij een notaris van die klasse
gewerkt hebben, in welke eene benoeming zal plaats
hebben (art. 36). Door de kamer van notarissen
(chambre de discipline) moet een getuigschrift over
moraliteit en bekwaamheid verstrekt worden ;
vóór de afgifte moet echter de kamer den commis-
saire du gouvernement du tribunal de pi-emièrc
instance (het Openbaar Ministerie) eene expeditie
der beraadslaging ten deze, overleggen ("art. 43).
De benoeming geschiedt door het opperhoofd van
den Staat, toen de eerste consul. Eerst na dc
eedsallegging mag dc benoemde zijn ambt uit-
oefenen.

Do akten moesten opgemaakt worden door twee
notarissen, of door ccn notaris bijgestaan door twee
getuigen.

De leden der kamer van notarissen worden door
do notarissen gekozen, do leden kiezen hunnen
president, syndic, ra})portcur, secretaris cn thesau-
rier (Wet
v. d. 3. Nivosc 12, 25 Doe. 1803); do
kamer kan berisping en schorsing uitspreken.

-ocr page 30-

5.

18

Hier te lande schijnt het notariaat door de
Hertogen van Bourgondië ingevoerd te zijn. Eene
ordonnantie van den aartshertog
Philips van 1497
maakt van hen gewag De ordonnantie van Keizer
Karel V van 21 Maart 1524 (Holl. placcaetboek
11 bl. 1328) regelde het notariaat ; deze gold echter
niet in Gelderland en Overijsel, in welke provinciën
hetzelve eerst in 1808 is ingevoerd.
Meyer, bl. 330.

Bij v. d, Schelling bl. 239, is aangehaald een \'
testament van den IG Dec. 1349, gemaakt in de kerk
te Zutphen, in \'t Latijn door een notaris voor zeven
getuigen, en met de onderteekening van den notaris
en zijn zegel bekrachtigd.

Meyer, t, a. p. bl. 330, geeft de redenen op die
hier te lande bewerkten, dat het notariaat niet
hetzelfde aanzien als in Frankrijk genoot. „Si les
empereurs et les rois avaient assez de pouvoir pour
en déléguer do parties isolées à (îhacun des magis-

\') Holl. Plac. II bl. 1379. Ende die Notarissen ende
andere Persooncn, dat zij sulke obligatiën niet cn ontfangen,
noch present zijn oin die tc passeren, oni wat materie ofte
sulke ^Uattet zij, op die verbeurte van geacht te zijn ongc-
lioorseam, enz.

-ocr page 31-

19

trats ou des officiers qu\'ils créaient, une pareille
distribution devenait difficile pour celui qui n\'avait
qu\'une puissance très-bornée; les communes sur-
tout, dont l\'autorité était circonscrite dans les li-
mites souvent très-étroites de leurs banlieue,
ne
pouvaient guère les répartir entre plusieurs ma-
gistrah; atissi la séparation de la juridiction
contentieuse et volontaire devait-elle déplaire. Dans
les provinces, dont les souverains étaient peu puis-
sans, les communes purent parvenir à s^opposer
avec effet à la création de ces officiers;
dans celles
où lo pouvoir du souverain n\'avait pas permis
d\'empecher l\'institution des notaires,
on fut obligé
de se borner à restreindre leur autorité.\'\'

I^ij Bort, Tractaat van bot llollants Lccnrecbt
boek 5, deel 5. (blz. 209), lezen wij: „De
opdracht van leengoederen moest geschieden voor
den Leenheer, van dcnwclken het op to dragen leen
werd te leen gehouden, ofte deszelfs Stadhouder,
ten overstaan van twee van zijne leenmannen, cndc
moeten daarvan ook bezegelde brieven worden ge-
maakt, cndc ten lecn-rcgistcr geregistreerd." Dit gaf
volgens
Meyeu, bl. 33 aanleiding, dat bij ons do
brieven ter vervreemding van onroerend goed nict
voor notarissen, maar voor schepenen moesten ge-

-ocr page 32-

20

passeerd worden In de zaken, die niet uitslui-

•) De transporten of opdrachtbrieven van vaste en onroe-
rende goederen, gelegen binnen deze stad en hare iuris dictie,
hier gemeenlijk quytssheldinge genaamt, worden bij twee Re-
gerende schepenen, met hunne zegelen (gedrukt in groene wasse
en hangende aan Francyne staarten) bezegeld, en by een van
de Secretarissen ondergeteekend, en vervolgens in het register
der quytscheldingen en opdrachten gercgistreert, Amsterdamsclie
Sccretary bestaande in Formulieren, by
Gerit Bos, L726, bl. 22.
Wat aangaat quytscheldingen en opdrachten van schepen, cu
;; schuiten, van de groote van vier last en daar en boven, of

\' speeljachten van wat groote dezelve zijn, dezelve moesten, volgens

(Ic ordonantie op den veertigsten penning van de schepen, voor
». . liet geregt of schepenen verleden en gepasseerd worden; cn \'t is den

notarissen verboden daarover te staan: ma^ir dit word tegcn-
, woordig binnen deze stad zoo niet gcpractiseerd t. a. p. bl. 24.

\'\' Ook hypotheken worden door de sclicpenen opgemaakt, cn

daarom schepcnkennissc genoemd. ^Misschien is het in ge-
noemd boek bl. 195 voorkomende formulier van een rekwest
luin dc Ileeren Staten van Iloliant cn Wcst-Frieslant niet onintc-
rcssant. Edele Groot-Mügcndc II.II. Alzo wy dc persoon vau N.
na gedane cxaminatic, bevonden hcl)bcn bcquaam tot het be-
dienen van het Notarisampt, hebben wy denzelven (op zyn
ver/,oek) UEd. Groot-Mogende dmir toe by dezen goed gevonden
\' tc nomineren, verzoekende dat U.Ed. (Jroot-Mogendc gelieve

den voor noemde N. tot het voorsz. Notarisampt tc creëren ,
en bij den Hove van Holland te doen admitteren, en haar
daarvan tc laten expediëren Brieven in forma.
W.\'iar mede etc.

K(i(Ic (Jroot-Mogendc Ifecren U.Ed. Groot-Mog. den
niogcnde bevelende; dezen ctc.

♦ UK. (ïr.-Mog. Dienstwillige

Bnrgermcrstcrcn cn Regeerders der stad Amsterdani,

-ocr page 33-

21

tend voor de gerechten waren voorbehouden, hadden
de griffiers of de secretarissen der vierscharen de-
zelfde bevoegdheid als de notarissen; cette concur-
rence (
Meyer bl. 334) dans les communes rurales
surtout devait presque équivaloir à l\'exclusion des
notaires.

De notarissen konden aan hunne akten geene execu-
toire kracht verleenen, „les tribunaux des Pays-Bas
furent jaloux de cette autorité.. l\'acte notarié n\'a-
vait d\'autre avantage sur l\'acte sous seing privé
que l\'authenticité" — en deze authenticité was
slechts eene
chimhe, vervolgt Meyer in de noot,
bl. 335, daar het getuigenbewijs tegen haar
was toegelaten, zonder dat eene inscription en
faux — die in do practijk niet aangenomen was —
gevergd werd.

In het. plticnat gegeven le Meclielcn 1524 is bepaald: «in
elke Stede van dien alzoo veelc als de Burgemeesters , en de
Schepenen aldaar adviseren, noemen, en dezelve aan\'t Hofprc-
scufcrcu zonden, om bij \'t zelve, of Gecommitteerden, geëxa-
mineerd, of geced, en in dc Griftic van den raadc geregistreerd
tc worden." — De eerste nominatie van zoodanige notarissen is
to Amsterdam, zoo men beweert in Augustus 15ß5, ten getale
van vijf gcschicd, le Leiden mochten volgens de keuren van 1583
niet meer dan zes notarissen worden toegelaten,
V. ». Schkli.ing
bl. 117—irj.

-ocr page 34-

HOOFDSTUK II.
Het wezen van het Notarisambt in Nederland.

Iff;

Over do waarde van het Notariaat nit zich Falck,
Juristische Encyclopaedic § 157 i. f. sprekende van de
behandeling dcr buiten gerechtelijke zaken (de juris-
dictio voluntaria) „zij is in een meenigte van ge-
vallen, voor het tijdelijke geluk, en zelfs voor
den huiselijkon vrede van gehcolc familiën, voor
het crcdiet en de welvaart der burgers beslissend,
en zij vergt bijkans meer dan de geregtclijkc prac-
tijk, rcgtskundo, inzigt en zorgvuldigheid" \'). En

\') Bluntsciili, Allgcinciiies Stajitsrecht II dl. bl. 218: zict
in dc nolarisseii bijzondere met //öffentlicher Glnubwiirdigkeit
ausgerüstete Berufsniänner" die geroeiwn zijn »den Ilcchtsliand-
lungcn die Glaubwürdigkeit zu sicheren" b. v. bij wissel-
protesten of bevestiging van onderteckeniiig, cn ook om zekere
handelingen onder de controle en de bescherming der open-
baarheid ^te brengen, b. v. bij vervreemding en verpanding
van onroerende goederen. Vergelijk hiermede
S.vi.atuikl (I2iy

-ocr page 35-

23

zoo ook Jagemann, Weiske Reclitslexicon 14 bl. 640
„eene overeenkomst of testament zoo stellen, dat er
geen proces over de uitlegging kan ontstaan, is zonder
twijfel eene grootere kunst, dan een proces over
zulke oorkonden te beslissen". Dat deze
prophy-
laJctische
werkzaamheid van die der rechters afge-
scheiden zijn moet, betoogt ook
Merkel in aan-
gehaalde Rechtslexicon: „De regter zal over het
reeds geschiede oordeelen, dc jurist oordeelt slechts,
en handelt niet; hij heeft het
gedane, niet het-
geen
gedaan zal worden in het oog". De rechter
kan ook niet raadgevend optreden gelijk do notaris,
vooral zegt
Meyer , wanneer iemand eene akte

Doctor Notariiic) Sumiriii Artis Notariac aaugcliaald bij Savignij,
Gcscliichtc des 11. 11. im M. Y bl. 600, Est aiitcm notarius
quacdain persona publicum otlicium gcrens, ad cujus lidcm
liodic publico dccurritur ut scribat ct nd cum perennem memo-
riam in publicam fonnam rcducat caquo ab omnibus liunt.
Dicitur autem notarius a notando quia notât.

\') Institutions .Tudiciaires III bl. 329, Quelle sera par
exemple la coiuluito à tenir par un juge uu(iucl, cn fcsant des
fonctions dc jurisdiction volontaire, on présente un acto dont
les clauses sont contraires aux lois ou aux faits qui lui sont
connus d\'ailleurs? qui est cntachc dc luiUito, ou qui présente
des (litlicultcs sur lesquelles il y a des procès pendans entre
d\'antres parties? Le notaire peut, en
sa qualité d\'homme privé,
prévenir les intéressés; mais un tribunal le peut-il? ct surtout
lorsque les (piestions semblables no sont pas encore jugées?

-ocr page 36-

24

zal willen doen opmaken over eene handeling- wier
geldigheid juist in rechten betwist wordt. Op blz.
334 D. IV zegt Meyer, Institutions Judiciaires:
„Les notaires furent non seulement institués
pour servir à certifier la vérité de ce qui était
passé devant eux, mais ils furent revetus de
la confiance publique au point que les souverains
leur confièrent le pouvoir de rendre leur actes
exécutoires". Deze executoriale kracht vinden wij
ook bij ons in art.
436 Burgerl. Regtsv. „Aan de
grossen van authentieke akten, binnen dit Ko-
ningrijk verleden en aan het hoofd voerende de
woorden
„In naam des Konings" wordt dezelfde
kracht toegekend als aan vonnissen der regterlijke
magt.\'"* Waarom verdienen de authentieke akten,
volgens art. 1905 B. W., akten die ten overstaan
of door den bevoegden ambtenaar in dun behoor-
lijken vorm zijn opgemaakt, meer geloof dan andere,
en waarom heeft de wet soms de opmaking er van
den notaris opgedragen?

Mr. A. de Pinto, Ilandl. t. h. B. W., § 1070,
zegt „ De authentieke akte is het zekerste en onfeil-
baarstc bewijs, waarop men zich beroepen kan.
Do wet hecht aan dezelve een onbepaald geloof.
Dezelve ivorden opgemaakt door ambtenaren op

-ocr page 37-

25

openbaar gezag aangesteld, aan wie dc inaatschappij
het volstrektste vertroawen schenkt, die er geen
belang hij hebben om de waarheid te verbergen of
te verdonkeren,
die in hunne akten de verklarin- ^
gen der partijen vermelden, zooals die hun worden
opgegeven. De partijen zeiven zijn daarbij tegenwoor-
dig , en het is niet dan nadat zij zich stellig hebben
overtuigd, dat hun wil getrouw is ovorgebragt,
dat zij aan dc akte het zegel harer goedkeuring
hechten en dezelve onderteckenen."

Als reden waarom dc wet in sommige gevallen
authentieke akte vom-schrijft, is behalve de go-
wensclitc zokorhoid van het bewijs, ook de zorg
to noemen tegen overhaasting. Evenzoo bij erkenning
van natuurlijke kinderen, testamenten on schenkin-
gen. Dc notaris is niet dadelijk bij do hand,
zoo herkrijgt hij, die de akte hiertoe strekkende
wil doen opnmken, do noodigo kalmte cn gemoeds-
vrijheid.

Nu doet zich van lieverlede do vraag voor,
waarin dat absolute vertrouwen bestaat, hetwelk
dc wet aan dc authentieke akte schenkt, daar ook
dc onderhandschc het cr in vermelde, ton volle
bewijst, en het to kennen gegovene, wanneer het
mot het vermelde, dat is met het onderwerp der akte ,

-ocr page 38-

26

in dadelijk verband staatart. 1907, 1908, 1912,
1917. B. W. Het
vermelde is hetgeen voor den
ambtenaar gebeurd is, de aflegging der verklaring
is voor den ambtenaar geschied, en zoo bewyst
de authentieke akte, dat die verklaring afgelegd
is, of dat de handeling voor hem plaats had.
Dit bewijst nog niet de waarheid der verklaring
en de oprechtheid der handeling. Stel
Primus heeft
aan
Secundus in tegenwoordigheid van den notaris
f 1000 geleend; dit was het geld van Secundus,
hetwelk hij aan Primus heeft ter hand gesteld,
om liet in schijn van hem ter leen to ontvangen\');

\') Durantis speculum juris Ijib. II. pari. II. { 8. nr. \'tS.
imo etiam secundum cum, si dicerct labellio dio ct loco (ali
fuit lis contcstata ct confessiones factue ct juratura (dc calumnia)
etc. , non valent super his ut instrumentum sed quantum ad hoc
sunt literae testimoniales, quia non super his
pr\'mcipaliter cow-
fccit instrumentum sed incidentcr cu narrat, undo oportet de
illis per acta causae vel aliter doceri.

") !Meijkr V bl. 240. Dans plusieurs pay& il était d\'usage
dc faire constater par le notaire la numbration des deniers dans
un prêt. Nous croyons de deux choses l\'une: ou l\'avenu dc
l\'emprunteur prouvé par l\'acte est suffisant, ou la numération
ciTective est une vaine formalité, inventée pour couvrir des
fraudes faciles à pratiquer par une restitution momentanée , et.
qui nc peut devoir son origine qu\'à une fausse idée des fonc-
tions du lyjtairo ou dc l\'officier public, dont la présence no
prouve rien du tout.

-ocr page 39-

deze simulatie heeft Primus erkend in een aan
Secundus gegeven onderhandach geschrift; nu kan
Secundus zich tegenover Primus tegen de authen-
tieke akte op de simulatie beroepen (art. 1910 B. W.);
evenzeer kan hij zich op dwang, zoo die plaats
had, beroepen, en de vernietiging der verbintenis
vragen (art. 1359 B.W.). Hierdoor wordt de echt-
heid dcr akte, zooals zij daar ligt, ten overstaan
van den ambtenaar opgemaakt, niet betwist; wil
men dit doen, dan is het noodig, dat zij van valschheid
beticht worde, art. 1909 B. W. 170 Regtsvord.

Art. 1907 B.W. luidt: „Een authentieke akte levert
ccn volledig bewijs op" ; on art. 1909 B. W. „indien
eene authentieke akte van valschheid beticht wordt, kan
derzelver uitvoering worden geschorst"; dus zal —
wanneer wij ons streng aan do redactie houden — eerst
moeten blijken, dat do handteckening, dio cr
onder staat, werkelijk van den notaris afkomstig
is; want anders voldoet het geschrift niet aan do
vorsischten van art. 1905 B. W. Nict allen
evenwel zijn van dit gevoelen.
Zaciiariae , Hand-
buch des französischen Civilrcchts § 751, zegt:
eine öUcntlichc Urkunde beweist
für mich (d. i.
ohne dass eine vorläufige Bewahrheitung der Accht-
hcit der Urkunde erforderlich wäre). (Behoudens

-ocr page 40-

28

het vereisclite der legalisatie). Zoo ook Bonnier
Traité des preuves (2 bl. 67) § 506: „l\'apparence
de 1\'acte authentique suffit pour faire présumer
l\'authenticité; sauf la faculté de s\'inscrire en faux.
Dès lors, en premier lieu, l\'acte se prouve lui-
meme,
acta probant se ipsa, suivant l\'expression
de Dumoulin; en d\'autres termes l\'écrit produit
en forme authentique fait foi, en ce sens qu\'il est
présumé être réellement l\'oeuvre de l\'officier dont
il porte la signature apparente"

Hieruit volgt dat, die de valschheid of vervalsching
beweert, deze moet aantoonen, en zoo hij deze
niet bewijst, de akte hare kracht behoudt.

Geheel anders is het bij de onderhandsche. Zoo
de onderteekenaar de handteekening ontkent, of
de rechthebbenden verklaren liaar niet te herkennen
als de hand van hem, dien zij vertegenwoordigen,
dan krijgt deze akte eerst bewijskraclit door het
geleverde bewijs der echtheid,
de Pinto, llandl.
tot h. W.
v. B. R. 2. bl. 328.

\') Men beroept zich hiervoor op C. 2 X. dc fide instruni.
(2.22). Alex. III. Scripta vero authentica, si testes inscripti
decesserint (nisi per manum publieam facta fuerint, ita qnod
apparcant publicata, aut authenticum sigilluin hubuerint, per
quod possijit probari) non videntur nobis alicujus (irmitatis
robur habere. Oesterley 2. bl. G43.

-ocr page 41-

29

De wettelijke werkkring van den Notaris wordt
omschreven door de wet van 9 Julij 1842 Stbl.
N°. 20 en aangevuld door Burgerl. Wetboek,
Wetb.
v. Kooph. en Burgerl Regtsv.; alles wat
hij buiten dezen zijn wcttelijken werkkring verricht,
behoort tot zijn feitelijken werkkring.

Volgens art. 1, Wet op het Notarisambt, 9 Julij
1842 St.bl. n". 20, is de notaris uitsluitend be-
voegd om authentieke akten te verlijden. Dit woord
uitsluitend beteckent, dat zij ccno algemeene be-
voegdheid hebben authentieke akten tc verlijden,
on dat alle andere ambtenaren slechts ccn spe-
ciale bevoegdheid hebben, dio zich nict verder
uitstrekt dan tot dio akten, hun bij do wet uit-
drukkelijk opgedragen. Ook zijn zij bevoegd volgens
art. 31 van dezelfde Wet, om processen-verbaal wegens
handelingen of daadzaken op to maken cn to ver-
lijden, nader in art. 43 Wet op het Notarisambt
omschreven. Verder zijn zij verplicht om de dag-
teckcning der akten tc verzekeren, dc akten in
bewaring tc houden cn daarvan grossen, afschriften
cn uittreksels uit tc goven. Volgens art. 38, Wet o[)
het Notarisambt, zijn zij verplicht minuut op tc nmkcn
van allo ton hunnen overstaan vcrledcnc akten,
bij gebreke waarvan dezelve gocn kracht van

-ocr page 42-

30

authentieke akten bezitten en zij gehouden zyn tot
vergoeding van kosten, schaden en interessen jegens
de belanghebbenden; eenige akten met name ge-
noemd in dit artikel, kunnen door hen in originali
uitgegeven worden. Wat betreft den inhoud der
r akten, moeten wij onderscheiden tusschen die akten,

waarin de comparanten zelven als handelende per-
- , sonen optreden en de notaris slechts tusschen beiden

I\' komt om hunne verklaringen of handelingen in

j-ï authentieken vorm te constateeren, en die akten,

j ; waarin geene comparanten voorkomen, maar waarin

de notaris zelf als handelend persoon optreedt
om het aanwezen van een of ander feit te con-
stateeren, b.
v. wanneer de bewaarders der hypo-
theken weigeren akten in te schrijven, art. 1268
B. W., in eenige gevallen van boedelbeschrijving
678\'R. V. 182, 444, 520, 830c, 1028, 1037, 1174,
B. W. 430, 800 en wisselprotesten 175 W. v. K.

Ten opzichte dezer eerste akten is de notaris niet
verantwoordelijk voor den inhoud; naar onze wet
geldt ook wat
Toullier zeide „so» ministère est
jmrement passif"
hij moet alleen met inachtneming
van zekere vormen, het karakter van authenticiteit
geven aan hetgeen in zijn tegenwoordigheid ver-
klaard iö!

-ocr page 43-

31

Het bezorgen en beleggen van geld kunnen wij
tot den feitelijken werkkring van den notaris rekenen.
Dat hij zich hiermede inlaat, zonder dat de wet
hem dit uitdrukkelijk opdraagt, vindt zijn grond
hierin, dat hij dikwijls raadsman is van het publiek,
en dikwijls geld voor zijne dienten incasseert, b. v.
na het houden van verkoopingen. Door het open-
baar gezag aangesteld, is de notaris de bewaarder
en handhaver van het algemeen vertrouwen, gelijk
de Staatsconunissie van 1861 zeide in haar verslag.
Deze woorden geven ons eeu geheel ander denk-
beeld van den notaris dan do beperkte omschrijving,
die wij in art. 1 Wet op Not. ambt van 1842
Ötbl. n". 20 vinden. Ook is het een algemeen
gebruik, dat zij zorgen voor het maken eu tijdig
inleveren der borderellen, opdat de bedongen hypo-
theek hare kracht verkrijge, en voor het bewerk-
stelligen der overschrijving, noodig voor eigendoms-
overdracht van onroerend goed. Het is voorts gebiniik,
dat de notaris voor do door de koopers gestorte koop-
penningen, van hetgeen zij op de door hem gehoudene
verkoopingen hebben gekocht, kwitantie geeft. Dit
nu doet hij of als lasthebber, of als zaakwaar-
nemer, zoodat do lijfsdwang tegen hem niet kan
uitgeoefend worden, zoo hij in gebreke blijft den

-ocr page 44-

32

verkooper de gelden uit te keeren. Hij onderzoekt
bij den koop van onroerende goederen en bij do
vestiging van hypotheek, de titels van eigendom en
de inschryvingen, gaat na of de verkoopers hun
voorgangers betaald hebben, om zynen committent
niet aan art. 1302 B. W. bloot te stellen.

-ocr page 45-

HOOFDSTUK Hl.

Wat wordt bedoeld met den eisch van vrij Notariaat?

In de zitting der Tweede Kamer op 2 December
18G9, bij de behandeling van de Staatsbegrooting
voor het Departement van Justitie, sprak de heer
Oldenhuis Guatama de volgende woorden om-
trent
/iet Notariaat:

„Ik zou wenschen , dat de Wet van 1842 werd
herzien. Die wet is niet meer in overeenstemming
met de behoeften des tijds. Zij is verouderd. Ik zou
die onder anderen zoodanig herzien wenschen, dat
het aan ieder, na behoorlijk onderzoek zijner be-
kwaamheden wierd vrij gelaten zich als notaris te
vestigen, daar waar hij wil, onder toezicht als thans."
Verder gaat hij voort: „Dat de benoeming van

. 3

-ocr page 46-

34

notarissen voor den Minister moeielijk, onaange-
naam en lastig is, geloof ik gaarne. Ik twijfel
daarom niet, of de Mininister zal daarom met mij
wensehen, dat bij de verandering van de wet op
het notariaat, dit geheel vrij worde gelaten. Wij
winnen dan daarbij, dat er een monopolie te minder
is, dat de Minister dan van dien grooten last be-
vrijd wordt, en dat de Maatschappy in deze zich
zelve controleert, hetgeen aan eene zaak meer kracht
geeft dan Regeeringscontróle in iedere zaak."

Men heeft zich sterk uitgelaten over dit denk-
beeld van den lieer
Oldenhuis Gratama. Waai-
scliijnlijk heeft dit gelegen aan dat niet zeer dui-
delijke woord
„vrij." Wij lezen in Regt en Wet,
deel XXIV, „dit niet duidelijke woord verwekte,
misverstand, ergernis, gramschap, ironie en satyre."
liet Dagblad van Zuid-Holland en \'s Gravenbage
290 van 8 Dec. 1871, sprak vau „onbesuisd vrij-
heidsgekraai onzer moderne wetenscliap." In het week-
blad van het Regt komt een stuk voor van den heer
d. P.-, waarin betoogd wordt dat do stellingen door
de Heeren
Gratama en de Bruijn Kops in do
Tweede Kamer verkondigd, tot afschaffing van hct
notariaat zouden moeten leiden.

Laat ons nagaan wat de bedoeling van den Heer

-ocr page 47-

85

Oldenhüis Gratama geweest is. Volgens zijn woor-
den , gesproken 2 December 1869, geloof ik, dut
hij bedoeld heeft geheele vrijheid, zelfs geen benoe-
ming, aanstelling of Regeeringscontróle.

Doch wanneer wij nagaan wat hij op 6 Mei 1871
in de Kamer sprak, dan heeft de Heer
Oldeniiuis
Gratama
die vrijheid toch niet in zulk een uitge-
strekten zin gewild, want toen zeide hij:

„Ik kom or rond vooruit, dat ik niets meer
verlang dan wat dc Belgische notarissen thans nict
afkeuren. Ik heb inderdaad niets meer bedoeld,
dan omtrent do residentie cn hot aantal, geheele
vrijheid tc hebben, ik wil alles behouden, de
examens desnoods strenger nmken en evenzeer do
overlegging van bewijzen van goed gedrag enz.
vorderen."

Hier wil de Heer Oldenhuis Gratama dus niet
meer geheele vrijheid, maar hij wenscht oen vrije,
nict op keuze, berustende benoeming vau Regec-
i\'ingswegc. Torecht heeft do Heer S. v. E. in hot
Weekblad voor het Notarisambt 1871 n°. 74 gezegd :
„do voorstanders van dc vrijverklaring mogen den
Heer
Gratama niet meer tellen onder hunne
medestanders. Dat hij er onder geteld word, was
con gevolg van het gebruik van een woord, dat

-ocr page 48-

H6

zijne denkbeelden, zooals ze nu zijn ontwikkeld,
niet weergeeft. Het notariaat zooals hij nu ver-
klaarde het te wenschen, is volstrekt niet vrij."

De Heer de Bruyn Kops zeide in de zitting
van 18 Nov. 1871: „Hc heb met een kort woord
mijne instemming te betuigen met den afgevaardigde
uit Assen, den heer
Oldenhuis Gratama, ten
aanzien van een der onderwerpen door hem be-
handeld. Het betreft het beginsel van vrijheid
in de uitoefening van het notariaat. De geachte
spreker heeft dit onderwerp heden slechts ter loops
aangeroerd. Bij eeno vorige gelegenheid, ik
meen zelfs meer dan eens, heeft hij dat echter
nader toegelicht. Ik zal die argumenten thans
niet ophalen, maar ik zou niet gaarne zien dat
dc . zaak ook thans weder voorbijging, zonder
dat in deze Vergadering eenige verdere onder-
steuning tc beurt viel aan een beginsel, dat, te
oordeelen naar hetgeen daarover .in geschriften
is gehandeld, reeds, bij een deel der bevolking
althans, eenigen ingang zal hebben gevonden.
In het voorjaar werd hetzelfde onderwerp door
den geachten spreker uit Assen behandeld, mot
vorwijzjng naar hetgeen in wetgevende vergade-
ringen van andere Rijken is gebeurd. Dc Minister

-ocr page 49-

37

heeft toen, de benoemingen van notarissen bespre-
kende, gewezen op de groote moeielijkheid van
die teedere zaak. Eu dat uit tweeërlei oogpunt.
In de eerste plaats uit het oogpunt van de bolli-
citanten en in de tweede plaats uit het oogpunt
van de justiciabelen. Wat zeide de Minister ?
Dat er dikwijls geen moeielijker zaak is, dan de
benoeming van een notaris, omdat men in vele
gevallen voor zich heeft eene groote lijst van can-
didaat-notarissen, die allen gelijke aanspraak kunnen
hebben. Welnu, die beschouwing pleit, dunkt mij ,
voor het beginsel van vrijheid, natuurlijk met alle
de waarborgen van gedrag en noodige kennis welko
de Regeering ook thans voor benoemingen vordert;
waarborgen die, naar ik mij voorstel, in geval
van vrijiieid van vestiging, ter bekoming van het
radicaal daartoe, cenigszins konden worden uitge-
breid, bijv. wellicht ook ten\'aanzien vnn een tijd
gedurende welken men op het notarieel kantoor
met vrucht heeft moeten werkzaam zijn.

Een andere grond, door den heer Minister over
de moeielijkheid der notaris-benoemingen aange-
voerd , betrof do belangen der clicntMe. Ook daar-
omtrent bestaan vaak groote moeiclijidieden volgens
den Minister, bepaaldelijk wanneer een zoon van

-ocr page 50-

38

den vroegeren titulaiis onder de sollicitanten be-
hoort. Dat is zeer waar: het eene deel der inge-
zetenen kan dan wellicht worden gebaat door de
benoeming van dien zoon, het andere deel verlangt
wellicht iemand anders. Men heeft dan te kiezen
tusschen verschillende. soms zeer tegenstrijdige be-
langen. Welnu, ook bij de overtuiging, dat de
benoemingen tot notaris bij het Departement van
Justitie niet dan na het nauwkeurigst onderzoek
geschieden, rijst toch de vraag of, ook voor geval-
len als hier bedoeld, de ingezetenen zeiven niet
nog beter over hunne belangen zouden kunnen oor-
deelen, en of er dus niet, ook hier, veel te zeggen
valt voor liet beginsel van vrije concurrentie ? Wan-
neer het publiek alle waarborgen heeft, dat dege-
nen, die zich, na het radicaal daartoe bekomen
te hebben, tot uitoefening van dit gewichtig ambt
neerzetten, ook voldoen aan de eischen door
het publiek belang gevorderd, is er, naar mijne
meening, geen afdoende reden oni hier af te
wijken van den regel die ten aanzien van andere,
jnede zeer gewichtige betrekkingen geldt, als bijv.
die van geneesheer."

«

De Heer Moll schrijft in de Arnhemsche Courant
van
11 December 1871. „Dc Heeren Oldenhuis

»i. ■
m

-ocr page 51-

39

Gratama en de Bruijn Kops liebbeu geen ander
stelsel verkondigd dan het beginsel dcr weg-
neming van de beperking vau het getal der
notarissen."

In de zitting vau 20 November 1872 liet de
Heer
Gratama zich volgender wijze uit:

„Een vrij notariaat beteckent niets anders dan
dat cr zoovele notarissen kunnen zijn als er maar
willen cn dat zij zich op elke plaats kunnen ves-
tigen. In Zwitserland, waar hot notariaat vrij is,
wordt ccn streng examen afgenomen van dc can-
didaton, cn moeten zij herhaaldelijk bewijzen van
goed gedrag cn moraliteit overleggen, cn dan worden
zij op hun verzoek tot notaris door do
regcering
aangesteld
on kunnen zich vestigen waar zij
willen."

Do Heer Gratama, dio in 1871 alles wilde
behouden, wil, volgens boven aangehaalde woor-
den , eene gedwongen aanstelling van Kegcerings-
wegc. Dus, dat do Koning eiken verzoeker moest
aanstellen. In do rcdcvbcringen van 1873 om-
trent het notariaat gehouden door den liccr
Gratama vinden wij niets omtrent het vrije
notariaat.

In do zitting van 27 November 1874, haalt hij

-ocr page 52-

40

eeu paar voorbeelden aan, omtrent misbruiken,
die gepleegd zyn in een provincie waarvan hy den
naam niet noemt, wat betreft de kosten bij verkoop
aan den notaris uit te betalen, hij meent dat het
eenige middel om uit dien vicieusen toestand te
geraken is , een vrij notariaat. Yerder gaat de Heer
Gr at am a voort : „Ik kan een menigte voorbeelden
aanhalen van plaatsen waar het vrije notariaat
wettig bestaat. In de Wet van Waadtland art. 20
staat: „Le nombre des notaires n\'est pas limité."

\') Kanton IFaadtland.

Aantal notarissen niet beperkt. Ieder Zwitser 2!) jaar oud,
die iuvn de vcreiscliten van liet examen en dc noodige Stage
heeft voldaan, kan een notarispatent aanvragen , dat de Conseil
d\'Etat verplicht is hem te geven. Zij moeten een cautie storten
van zeven duizend tot tien duizend francs.

Kanton Jfer/t.

Notariaat gelijk de advocatie; gepatenteerd bedrijf; icdiT.dic
aan de wettelijke vereischten voldaan heeft, ontvangt voor zijn
leven een notarispatent en mag onder toezicht van de Justitie
in het geheele kanton practisccren. De vereischten zijn burgcr-
gcrlijkc eer, 23 jaar oud, driejaar werkzaam bij een practi-
seercnd \'notaris, getuigschrift van bekwaamheid afgegeven door
dc examen-commissie.

Kanton Solothurn.

Ieder, die aan het examen voldaan heeft, kan ccn notaris-
patent nemen cn moet een cautie stellen van negen duizend
francs.

-ocr page 53-

41

De Heer Gkàtama beroept zich vooj-al op den
Minister van Justitie iu Belgie, Bara, die zicli in
de chambre des Représentants den 18 December
1808 , volgender wijze uitdrukte :

„Je crois pour ma part, mais c\'est une opinion
toute personnelle que j\'exprime, que la vérité est
dans la liberté du notariat, comme cela existe
dans d\'autres pays"

In een rapport van eene Commissie van Bel-
gische Notarissen aan de Regeering omtrent eene
quaestie van het tarief, vinden wij aan het slot:
„S\'il ne s\'agissait que de détruire do prétendus pri-
vilèges, dérivant de la limitation du nombre des
notaires et de leur résidence, la question se trans-
formerait et deviendrait, h certains égards, pins

Kanton Bmehtadt.

Oiil)ep(\'rkl aantal notarissen worden l)cnornul op voorsti\'1 der
Justitie, en door den kleinen Ilaad benoemd en gepatenteerd.

Kanton Neufchdld.

Onbeperkt aantal notarissen. De vereiseliten voor benoeming
zijn: Zwitserseh burger, iu het bezit van zijne burgerlijke en
politieke rechten, 33 jaar oud, een stage van minstens twee jaar
bij een notaris of advocaat, voldoen aau dc vereiseliten van het
examen. ll«;chts-Kalender der Schweizerischen Eidgenossen-
schaft von F. Scui
.attku. Zurich 1874.

\') Annuaire de la chambre des Keprcsentants séance du
18 Décembre 1808. pg. 221.

-ocr page 54-

42

soiitenable par les partisans de la liberté qui en-
tendent conserver au notariat sou caraofcóre véri-
table" O

In het voorloopig verslag der Staten-Generaal,
zitting 1876—1877, n°. 161, verlangden do voor-
standers, dat de Wet algemeene voorwaarden van
benoembaarheid tot notaris stelle, gelijk de Wet
dit ook doet ten aanzien der geneeskundigen en
advocaten. Hij, die aan deze voorwaarden had
voldaan, zou het recht moeten bezitten tot do
uitoefening van dat beroep alleen door do verkla-
ring, dat hij dit wensclitc. Door die verklaring
zoude hij zich onderwerpen aan het toezicht dcr
Rcgecring. Verscherping dcr voorwaarden van be-
noembaarheid , verscherping vooral van het toezicht
der overheid. Was aan dit alles voldaan, dan
moes\'t de uitoefening van het beroep ook vrij zijn ,
dat wil zeggen: dan moest dc Rcgccring nict alleen
niet bepalen
wie notaris zal zijn, maar vooral ook
niet
hoe vele notarissen op ccno zekere standplaats
zullen wezen. Deze gronden tot aanbeveling komen in
hoofdzaak overeen met die, neergelegd in oono Nota")

\') liegt cn Wet, dl. XXII.

Bij meer cischen van kennis en soliditeit is cr, en in
\'t belang v5n de zaak zelve cn in dat van het publiek, tc meer

-ocr page 55-

43

door den Heer Gratama. in zijne afdeeling voor-
gelezen In een ingezonden stuk in liet Weekblad

aanleiding ora Let stelsel aan te nemen, in de meeste kantons
vau Zwitserland gunstig werkende en ook nog onlangs in het
Weekblad vau het liegt, n". 4091 van 9 April 1877 aanbe-
volen. De ondergeteekende tracht dat stelsel uit te drukken
door art. 10 te doen luiden als volgt:

Tot notaris wordt door Ons benoemd, ter standplaats zijner
keuze, ieder candidaat-notaris, die

1° Nederlander is in het volle genot der burgerlijke cn bur-
gerschapsrechten ;

2\' luin de Wet op dc Nationale Militie heeft voldaan;
3" den leeftijd van vijf cn twintig jaren heeft bereikt;
4° een leer- of werktijd (Stage) van drie jaar op ccn of meer
notariskantoren heeft volbracht;

5° het hierna te melden examen met goed gevolg heeft
afgelegd;

G" doet blijken van een goed zedelijk gedrag door midilei
van een of meer verklaringen , op het getuigenis van 4 bekende
en geloofwaardige mannen, afgegeven door den burgemeester
der gemeente of gemeenten, waar hij gedurende dc laatste 7cs
jaren aan zijn verzoek lot. benoeming voorafgaande, voortdurend
verblijf heeft gehad ;

7°. Zekerheid heeft gesteld tot verhmd der schade door zijno
schuld veroorziiiikt in hypotheek of onbezwaard vast goed of in
verband op inschrijvingen op het Grootboek der Nationale
Schuld of zelf, of door een derde voor hem; van welke zeker-
heid de regeling en de hoegrootheid, niet minder dan /\'20Ü0
cn niet meer dan / IvOOO voor elke standplaats, door Ons
wordt bepnald. Het luinbcvolcn stelsel biedt al dadelijk —
onder meer — de volgende groote voordcelen aan:

1". de vooruitzichten van hen, die zich op het notariimt toe-
leggen, worden veel verbeterd; daardoor zullen zich meer

-ocr page 56-

44

van het Regt No. 4109, lezen wij: „De benoeming
tot Notaris, zooals zy door den lieer
Gratama
gewenscht wordt, is eigenlijk niets anders dan
eene verklaring, dat de aspirant-notaris aan al de
vereiseliten van art. 10 der wet voldaan heeft.
Yan een onderzoek van Regeeringswege nopens de
soliditeit en geschiktlieid van den aspirant is daarbij
geen sprake. Evenals voor ieder ander Koninklijk
Besluit, behoort dc Minister o. i. verantwoordelijk
te blijven voor iedere benoeming tot Notaris. Wij

knappe jongelieden daaraan wijden en de groote verdiensten
van enkelen onder meer worden verdeeld.

2". de Regeering heeft niet \' langer in de benoeming van
notarissen gunsten te bewijzen aan den eenen ingezetene boven
den ander; daardoor zal het prestige der Regeerin;;, dat door
ieder onverdiend gunstbewijs aan enkele ingezetenen verzwakt,
bewaard blijven;

3°. In iedere plaats of streek of bijeenliggende streken of
pliuitsen krijgt men zooveel notarissen als er noodig zijn en
bestaan kunnen ;

4", alléén zij, die hct geschiktste zijn en iilijven voor hunne
betrekking, die met getrouwheid, nauwgezetheid en discretie
bij voortduring de belangen hunner cliënten waarnemen, blijven
meester van de notarieele praktijk;

5". onder meer waarborg van kennis en soliditeit heeft het
publiek meer keus; het publiek oefent veel beter controle uit
over de notarissen dan door de «chambres des notaires" of dobr
hct Openbaar Ministerie (welks toezicht natuurlijk ook blijft
bestaan) o6it geschieden kan.

-ocr page 57-

45

wenschen den waarborg, die daarin gelegen is,
volstrekt niet op te geven. Wij zouden art. 10 op
deze wijze willen veranderen: Tot Notaris wordt
door ons benoemd, ter standplaats zijner keuze,
ieder Caudidaat-Notaris, die daartoe door ons
niet
ongeschikt
wordt geacht en die 1° enz.

-ocr page 58-

HOOFDSTUK IV.

Is de aard van het Notarisambt met het vrije
Notariaat overeen te brengen?

De behmgrijkste taak der notarissen is, aan de
geschriften geloofwaardigheid te verzekeren, ver-
volgens de akten te bewaren, en ten derde akten
te maken, die de kracht van gewijsden hebben
en dadelijk ten uitvoer kunnen gelegd worden.

Nu is de groote vraag, hoe het best er voor kan
gezorgd worden, dat de persoon, door wien een
akte gemaakt wordt, de hoedanigheden hebbe,
die hem het vertrouwen waardig maken.

De Staats-Commissie van 1867, verslag bladz.
239, zegt: „De eigenaardige werkkring den no-
taris aangewezen, eischt boven alles waarborgen
voor kennis, eerlijkheid en regtschapenheid. Door
het openbaar gezag aangesteld, is de notaris dc.
bewaarder en handhaver van het algemeen ver-
trouwen. Zijne medewerking stelt in regten een

-ocr page 59-

47

onwraakbajir getuigenis daar, voor do waarheid van
hetgeen onder zijn oog is voorgevallen, en drukt
in de gevallen, waarin dit door do wet gevorderd
of door de belanghebbenden verlangd wordt, den
stempel der authenticiteit op do overeenkomsten der
ingezetenen."

Men mag dus zeker nict te lichte eischen stellen
om zulk een vertrouwd persoon te vorkrijgen.

Het examen dat voor alle candidaten hetzelfde
is, en gelijktijdig wordt afgenomen, geeft alleen
een waarborg voor de kundigheden. Het weinig
afdoende bewijs van goed gedrag kan bestaan blij-
ven in zooverre het hen, die or waarde aan
hechten, gerust stelt.

Üüor meerdere notarissen in hetzelfde kanton to
benoemen, of deze van niet to grooten omvang to
doen zijn, is er voor gezorgd, dat ccn notaris geen
plaatselijk monopolie hebbe. De concurrentie mot
zijn collega op dezelfde standplaats doet hem inzien,
dat hij ten dienste van het publiek is, en niet dit
ten zijnen dienste. Indien nu door de beperking van
het getal, dus door uitsluiting der vrije concurren-
tic, er voor gezorgd kan worden, dat dc bcnocnulo
notaris waarschijnlijk een bestaan zal hebben, dan
bevordert die beperking tevens het gemakkelijk

-ocr page 60-

48

ë

.\'sl

! \'1;.
Ji

3;

kunnen terugvinden der minuten. De notaris, die
zich op goed geluk vestigt, zonder eenig middel
van bestaan, en na eenigen tijd er toe gedwongen
wordt zijn ambt weder te laten varen, daar hy
het niet kan houden en door armoede genoodzaakt
wordt zich met een gesalarieerde betrekking te-
vreden te stellen, is niet in staat voor de bewaring
der akten te zorgen, en men zal moeite hebben
deze terug te vinden. Het belang van het publiek
schijnt dus een gematigd monopoUe te vereischen.

Dat de vrije ad vocatie hier te lande niet nadeelig
werkt, ligt in den aard der ad vocatie; er is hoe-
genaamd geen belang om na eenige jaren de proces-
stukken terug te vinden, en van de vonnissen blijft
immers de minuut ter griffie

V.

De Heer Gratama zegt in zijne redevoeringen:

\') Vergelijk hiermede hetgeen Bruno Tidkman schrijft in
het Weekblad voor Notarisambt en llegistratie N". 521. «Waar
dc wet dc ingezetenen in sommige gevallen- verplicht de uit-
spraak of bewilliging van den rechter te vragen of van het
minist^\'de van den notaris gebruik tc maken, moet dc overheid
zorgen dat die ambtenaren op eenen niet te grooten afstand
van ieders woonplaats te vinden zijn. Bij notarissen die hunne
standplaats zelve zouden kunnen kiezen en zoo dikwerf zij
willen veranderen is dit ondoenlijk. En als de notaris, die
zich had nedergezet op een dorp in Groningen en na een poos
lijds vertrok naar Limburg, ziiuden dan de eigemuirs der

-ocr page 61-

49

„men zal dan lietzelfde zien gebeuren wat nu met
de doctoren in de medicijnen plaats heeft; zij ves-
tigen zich ddar waar zij willen en waar zij een
bestaan vinden. Yergelijk nu eens den ijver van
de med. doctoren voor hunne patiënten met dien
van sommige notarissen voor hunne cliënten."

In de eerste plaats moet ik hiertegen aanvoeren,
dat het veranderen van woonplaats van een doctor,
voor het publiek van minder gewicht is, dan dat
van den notaris, daar bij het gedurig verplaatsen
van den notaris, zijn minuten al zeer moeielijk
zijn terug te vinden, daar men niet altijd weet,
waarheen hij zich begeeft.

ininntcn die innar incdc moeten zien verliuiseii ? Neen! zullen
de voorstanders van liet vrije notariaat wellicht zeggen, dan
moet het protokol overgaan bij een naburig notaris. Maar zal
die cr zijn? Dit is onzeker. Dan ter gritlic of in de bewaar-
plaats. Dan toch zou de red vnn geheimhouding moeten n]i-
gehcvcn worden. Want ter grilTin vernemen nu dc zetters van
het patentrecht, door inzage der repertoires hoeveel en welko
akten iedere notaris in het afgeloopcn jaar passeerde en al kent
men hieruit den inhoud der stukken niet, het kan reeds familie-
geheimen schenden, indien men weet dat een bepaald persoon
ccn testament maakte, eene erkenning of andere akte passeerde.
En wat do bcwaarplimls beinft, ik kwam er eens met don
bewaarder, die bracht dc sleutels in zijn zak mede, maar toon
(Ie welgesloten deur geopend was, stonden in het lokaal twee
werklieden to verven. De sleutils waren dus in nicirderc handen."

4

-ocr page 62-

50

Indien die tenlastelegging van gebrek aan ijver
van Notarissen gegrond is, dan is ni. i. het na-
tuurlijk geneesmiddel, de districten zoo in te richten
dat er ten minste twee notarissen in fungeeren;
men behoeft niet bang te zijn, dat zy zoo broe-
derlijk zullen zijn van elkander geen naijver te
betoenen.

De Standaard van 31 October 1879 somt de
volgende grieven tegen het bestaande notariaat op,
en meent dat door de invoering van het
vrije
notariaat
hierin kun voorzien worden.

Vooreerst beklaagt men zich, dat de notarissen
H/to 1 oog rekenen en zich coaliseeren om het tarief
op een bepaalde hoogte te houden. Een tweede
grief is, dat dc tegenwoordige notarissen door den
geld- en hypotheekhandel, dien zij voor zich en
hunne cliënten drijven, in menige streek soms de
halve bevolking derwijze in hunne macht krijgen,
dat alle zelfstandige critiek der burgerij feitelijk
wegvalt. Ten derde , dat onze notarissen ten plat-
ten lande meestal van buiten af geïmporteerde
lieden zijn, die in geloovige dorpskringen als pio-
niers van het ongeloof optreden. Ergerlijk acht de
Standaard het ook dat bjj de benoeming van nota-
rissen de hoogste invloed op de keuze wordt toe-

-ocr page 63-

51

gekeild aan rcgeeringspersoneii, die geen organen
zyn van het maatschappelyk leven der burgerij,
en dat er in het notariaat geen einde komt aan
het nepotisme, omdat sommige iiotarisfamiliën derwijs
op do voordracht aan den Koning weten te influen-
ceeren, dat niet zelden ongeschikte jongelieden,
alleen omdat ze notariszonen zijn, boven andero
degelijke kandidaten worden voorgetrokken. Eindelijk
komt do Standaard er tegen op, dat de notarissen
door do macht tot advcrtccrcn, dio bij hen berust,
op uiterst partijdige wijze van hun officicelcn in-
vloed misbruik maken, om middelen van bestaan
tc verzekeren aan een provinciale pers, dio rccht
tegen den geest der districtsbewoners ingaande,
zonder dien steun niet zou kunnen bestaan. Dc
Standaard wenscht tegen deze grieven voorziening,
maar zij aarzelt toch om zonder overgangsperiode
den weg in to slaan naar het andero uiterste, dat
onder den naam
vrij notariaat wordt aanbevolen.
Kwam het notariaat plotseling vrij, zoo schrijft hot
blad, dan liep men gevaar, dat allerlei onbekookte He-
den maar ccn notariskantoor gingen opzetten on het
houden van ccn degelijk kantoor bijna onmogelijk
zou worden door do kans, om in ccn vlaag van
wraak zelf een tegenkantoor op to zetten en daarbij

-ocr page 64-

misbruik te maken van de kennis, die men bij den
vroegeren patroon had opgedaan. Zy wenseht daar-
om als maatregel van overgang, dat er splitsing
gebracht worde tusschen de eenvoudige en de meer
ingewikkelde zaken, die thans op de kantoren onzer
plattelandsnotarissen behandeld worden. De behan-
deling der gewone zaken zou vrijgelaten kunnen
worden, terwijl voor meer ingewikkelde zaken in
elk arrondissement een of twee kundige rechts-
geleerden konden worden aangesteld, die deels
de stukken der plattelands-notarissen nazien,
deels zeiven handelend optreden konden. In
grootere zou liet notariaat aan eiken geëxami-
neerde nu reeds veilig vrijgelaten kunnen worden.

Tot nu toe heeft het beperkte monopolie den notaris
meestal een bestaan verschaft; dat te Amsterdam
een notaris door het armbestuur begraven werd,
e(!n andei- cessio bonorum doen moest, behoort
zeker tot een der zeldzaamste gevallen \'). Er een
bezoldigd staatsambt van te maken gelijk
BuUNO

1/

\') Zie Wc(;k])l;ul Notarisambt cn Registratie N", 521. Wiiar
biiuno Tidkm.vn hct volgende sclirijft. »Wel weet ik, die
zoolang notaris was en .\'J.S jaren briefwisseling hield met bijna
alle notarissen in ons land, uit den aard van welke corres-
pondentie mij del) omvang, voor- of aehleniilgang van dc

-ocr page 65-

53

Tideman wil, is m. i. oiiraadzaam, de scliat-
kist is reeds bezwaard genoeg.

Wat Muret in de Séance du Grand-Conseil
du Canton dc Vaud, 14 Janvier 1851 zeide, is
zcer waar:

„11 est évident que, si on accorde le libre exercice,
le nombre des notaires va énormément augmenter ;
trop de jeunes gens se sont jetés dans la carrière
du notariat, et cependant ils avaient en face d\'eux
une loi qui les prévenait bien (pi\'il ne sulVirait
pas d\'obtenir un acte de capacité pour pouvoir
exercer, c\'est là notre mal. Quand tous pounont
ouvrir une étude, bien plus de jeunes gens
se jetteront dans cette profession; il n\'y a quo
trop do jeunes gens qui répugnent à ragriculiuro,
h des industries parfaitement honorables, mais
(piclquetois un peu pénibles. 11 y a tro}) de gens
qui désirent avoir dc petites places. Il y a longtemps

prnctijk vnn volcn bekend word, diil ccn klein ilcrde ruime
verdiensten heeft, een ander derde voldoende, maar de overigen
er geeno voldoende verdiensten in vinden om o[) den l)cla-
luenden voet te levou eu dat een tal vau weduwen
Viiu notarissen
verklaarden 7.oo weinig bezorgd te zijn nagelaten, dat zij om
cenc kleine janrlijksche gift met muidrang vroegen."
\') Regt eu Wet, dl. XXV. bl. 205.

-ocr page 66-

54

qu\'on nous a fait ce reproche, et je crois Napoléon
lui-même. Nous avons un goût très-prononcé pour
les petits emplois. Cette foule de jeunes gens qui
désireront exercer des fonctions publiques, se feront
notaires, parce que tout le monde pourra être no-
taire. Ils aboutiront à une profession qui ne leur
donnera pas de quoi vivre.

On ne peut pas comparer la profession de notaire
à celle de médecin. Pour être médecin il faut des
études sérieuses, extrêmement longues; il faut
faire des sacrifices considérables. Pour le notariat
il n\'en est pas de même, on sera pendant trois ou
quatre ans chez un notaire à faire peu de chose,
on viendra ensuite à Lausanne faire un cours de
droit, on continuera h faire peu de chose; cela
est à la portée, non seulement de toutes les bourses,
mais aussi de presque toutes les capacités. Les
parties du pays qui n\'ont pas assez dc notaires en
perdront; celles qui cn ont trop en acquerront
encore; par exemple, ce n\'est pas pour exercer dans
le district d\'Oron qu\'on demandera un acte do
capacité, puisque malgré le grand nombre de candi-
dats reçus, nous voyons que les places de notaire
dans le district d\'Oron nc sont pas remplies, et
que le conseil d\'état, malgré sa boinie intention,

-ocr page 67-

ne trouve poiut de notaire à y envoyer. On verra
les notaires se jeter dans les centres d\'afïiiires. Le
notariat étant un office auquel les citoyens sont
obligés de recourir, il faut qu\'il y ait des notaires
à leur portée dans toutes les localités. Par le
sj-^stènie du libre cxcrcico, vous appauvrirez les
contrces qui on sont déjà trop pauvres et vous
enricliirez les centres où il y en aura infini-
ment trop.

Lo remcde proposé dans lo projet n\'est qu\'un
palliatif; peut on dire qu\'un notaire sera obligé
d\'aller dans tel endroit où il n\'y aura rien j\\ faire ?

Mais do co grand nombre dc notaires, il cn
résultera bien d\'autres inconvénients. Le notariat
ne sera plus une profession qui oftro à celui qui
l\'exerce un travail suffisant pour lo dcvclopj)cmcnt
de sa vie civilc et do ses facultés; il no lui offrira
pas non plus des ressources suffisantes pour son
entretien et celui dc sa famille; il est à craindrc
que par-là la moralité des notaires no soit beaucoup
l)lus exposée.

J\'admets cncorc, si l\'on veut, qu\'il n\'y aura pas
beaucoup do notaires qui feront faiblir leur mo-
ralité; mais lo grand nombre nc feront plus du
notariat qu\'une occupation complètement accessoire,

-ocr page 68-

5G

ils n\'y donneront plus leur temps et leurs peines.
Quel intérêt mettront-ils à l\'exercice de leur vo-
cation? A.ucun. Ils seront obligés, pour leur
entretien et celui de leur famille, d\'entreprendre
autre chose que le notariat. Est-il bon que ces fonc-
tions soient exercées accessoirement, sans que
celui qui les occupe y mette des soins?
C\'est
sous ce rapport que le notariat décherra et que le
public perdra." De Heer Tii.
van Uijl Pietekse
wijst in het Weekblad van het Regt No. 4144
op de meening van
J. C. a^an Nerum betrekkelijk
het
vrije onderwijs in Belgie, vervat in zijn werk
de Vorganisation de Venseignement primaire en
Belgique
1839 Gand. De Heer Pieterse zegt:
„wel staat het onderwijs met het Notariaat in geen
direct verband, maar de gevolgen van het vrije
onderwijs en het vrije Notariaat zijn niet aan
elkander vreemd, zoowel met het oog op de be-
langen der Maatschappij in het algemeen als op
die van hen, aan wie deze vakken -worden toever-
trouwd." In boven aangehaald werk lezen wij:
„De goede onderwijzers zijn niet meer te vinden.
Men heeft hen al te zeer afgeschrikt en vernederd.
Als
handsiDcrklieden behandeld, hebben zij hun
plaats ap.n
handswerhlieden ingeruimd. Dikwijls is

-ocr page 69-

57

de onderwijzer met zyn gezin aan wezenlijke ar-
moede ten prooi; de zorg voor het levensonderhoud
maakt het hen onmogelijk te denken aan hetgeen
hun in kunde nog ontbreekt, of om zich nog verder
te bekwamen. Ten einde hun bestaan zooveel
mogelijk te verbeteren oefenen enkelen de betrek-
king van landmeter, anderen die van herbergier
of kleermaker bij hunne werkzaamheid als onder-
wijzer uit. In do 255 gemeenten welke door ons
in 1836, 37, 38, bozocht werden, vonden wij
220 onderwijzers, die slechts een armzalige hut
tot woonstede haddon. In Gemeenten, waar het
moeite kostte ccncn
enkelen onderwijzer een sober
bestaan te verschaffen hebben wij er meermalen
5, 6, of 7 aangetroffen van dio soort, als wij
zoo oven hebben aangeduid, die onderling bestendig
oen strijd op leven en dood voerden. „Dit nu zijn
in België do gevolgen van hot
vrije onderwijs
geweest. Nu vraagt dc Heer Pieterse in bóven
aangehaald Weekblad, „zouden de gevolgen anders
wezen van het stelsel van
vrij Notariaat?\'\' En geeft
m. i. terecht ton antwoord „waarlijk hot Notariaat
zou diep vallen, wanneer het aan clkcn Candidaat
word vrijgelaten zich to vestigen als notaris, zoodra
het examen hem bekwaam had verklaard dat ambt

-ocr page 70-

58

uit te oefenen. Ook spoedig zouden zij bemerken
dat het Notarisambt, bij een onbeperkt getal
notarissen, hen het noodige bestaanmiddel niet
kan verschaffen. De concurrentie zou het Notariaat
den
doodslag geven."

-ocr page 71-

HOOFDSTUK V.

Welke veranderingen zijn wenschelijk?

Misschien is liet wenschelijk de benoeming door
den Koning uit te sluiten, en den notaris door de
Kiezers voor de Gemeenteraden to doen verkie-
zen ;\') of door den Gemeenteraad uit drie door

\') Dergelijke op volkakcnzo berustende benoeming vinden wij
in Zwitserland in dc volgende kantons:

Kanion Zurich. Geen afzonderlijke notarissen. Hun werk-
Zfiamlieid is opgedragen aan de landsschrijvers, dio aan het
hoofd van dc 32 notariaatskanselarijen van het kanton Zurich
stiuui, (iU daarom ook notarissen genoemd worden; zij zorgen
voor hct kadaster cn notariaat, d. i. medewerking bij het op-
maken van uiterste wilsbeschikkingen, opmaken van wissel-
protesten, enz. Deze landsschrijvers worden door het volk voor
3 jiuir gekozen uit dc candidaat-notarissen, die, na afgelegd
Staats-examcn, een getuigschrift van bekwaandieid hebben ont-
vangen.

Kanton Uri. Not^iriaat waargenomen door 4 van hct volk
gekozen beëedigdc landsschrijvers.

Kanton Scliici/2. Dc notarissen worden gekozen door den

-ocr page 72-

60

! de Kiezers voorgestelde candidaat-uotarissen eene
keuze te laten doen. Hun kundigheid is door het
Staafcs-examen gewaarborgd; dat die candidaat-notaris
het vertrouwen verdient, bewijst dan de vox populi.
Men zou, om niet te veel candidaat-notarissen te
verkrijgen, het examen niet jaarlijks behoeven te
doen plaats hebben en alleen maar letten op de
behoefte. Uit de statistiek van het notariaat
kan men opmaken hoe vele titularissen jaarlijks
sterven, en hoevelen het stil-leven of andere bezig-
heden verkiezen.

Z. E. de Minister van Justitie zeide in de
zitting van den 3 Dcc. 11. (zio Handelsblad no.
15435) dat het aantal notarissen voor tien a twintig
jaren voldoende is, — dus is er stellig geen gebrek
aan candidaat-notarissen.

Toch zal het toenemen van het getal candi-
daat-notïirissen geen bezwaar opleveren, wanneer
wij uitgaan van het oogpunt, dat hij, die
vroeger examen gedaan heeft hoegenaamd

(listricts-raad voor 4 jaar uit, hen die door dc .rustizkommission
een bewijs gekregen licbbcn van verkiesbaarheid, , , .

Rechts-Kalender der Schweizerischen Eidgenossenschaft von
F. Sculj^tter , Zurich 1874.

-ocr page 73-

61

geen voorrang verdient boven latere, dus moet
niemand de gelegenheid om met de vroeger geëxa-
mineerden te concnrreeren, ontnomen worden Zij
die zulk een beroep gekozen hebben, dat aan
zoo weinigen kan te beurt vallen, hebben het
zich zeiven te wijten, en do Staat behoeft hierin
niet vaderlijk tegemoet te komen door tc zeggen:
eerst moeten die van dit of dat jaar geplaatst zijn,
voordat nieuwe candidaten kunnen benoemd wor-
den Nog beter is het misschien ieder jaar oen
vergelijkend examen to houden, bij hetwelk zooveel
personen het radicaal verkrijgen kunnen als waar-
schijnlijk in dat jaar zullen gojdaatst worden
(wordt do volkskeuze hier aangenomen dan zul-
len er voor de drietallen meer moeten worden
toegelaten).

Dc Staats-Commissic 1807 (verslag blz. 242) is
vooi\' do wederinvoering der zokerhcidsstclliug; zij
zegt: „Hot is con algemeen beginsel van rccht cn
billijkheid, dat iemand
verplicht moet worden be-
langen, waarbij zijn vermogen t<>n nauwste be-
trokken is, toe to vertrouwen aan personen, dio
niet den minsten gcldolijkcn waarborg aanbieden.
Eigent zich do borgstelling, wil zij niet in eeno
uitsluitende bcvoordceling van dc moest gegoede

-ocr page 74-

02

klasse der Maatschappij ontaarden, die bovendien
niet het benoodigd getal ambtenaren zou opleveren,
moeielyk om elke toegebrachte schade te vergoe-
den, zij strekt toch om het vertrouwen in den
notaris te vermeerderen. Zij geeft, moge het geen
volledige zijn, waarborg voor vergoeding van
schade, maar tevens (en hierin ligt haar hoofd-
en voornaamste doel) een bewijs van gegoedheid."
Deze borgstelling was bij de Fransche wetgeving
opgelegd en bij besluit van 27 Julij 1814 (Stbl.
n". 88) opgeheven, omdat de notarissen aan de
belasting van het patent onderworpen waren.
Wanneer de som waarvoor borg moet gestold
worden, vrij hoog is, zal de zekerheidsstelling
misschien veel bijdragen wat het vertrouwen be-
treft (alhoewel zij op wantrouwen steunt); en zoo
de
vrijverklaring toegelaten wordt, zal de gevor-
derde zekerheidsstelling natuurlijk ten voordeele
van de vermogenden werken eu hierdoor een mo-
nopolie daargesteld worden, hetgeen de voor-
standers der
vrijverklaring juist willen tegen-
gaan. De eenige verandering, die m. i. dus voor-
deelig zijn kan, is de benoeming van notaris door
keuze met behoud van het beperkt getal; ook
deze benoeming door verkiezing is niet noodig

-ocr page 75-

()3

wanneer de regeering zich houdt aan het gezegde
van Z. E. den Minister van Justitie in de zitting
van den 3 Dec. 11. „op de keuze der notarissen
komt het aan, op ernstige, onbevangen overweging
door de Regeering van de adviezen omtrent de
candidaten."

-ocr page 76-

m

m

-ocr page 77-

STELLINGEN

w

-ocr page 78-

- * c

-■r: vf/-\'\'

-ocr page 79-

STELLINGEN.

T.

Ten onrechte beweert Dietzel, Zeitschrift für
Civih-echt und Process N. F. 18, bl. 435, dat in
het Justiniaansclie recht de bepaling geldig is, dat
de vennootschap tussclien de erfgenamen zal blijven
bestaan.

n.

De eigenaar van het erf is cUjenaar van de helft
van den door een ander toevallig in zijn erf gevon-
den schat.

HL

Ten onrechte beweert Pucuta, Pandecten § 313,
dat hij, die een zaak heeft ontvangen onder de voor-
waarde, dat hij haar voor eeu bepaald bedrag zal
verkoopen, zoodanig dat hij hetgeen zij boven dat bedrag
opgebracht heeft voor zich mag behouden, doch iu
allen gevalle (M\' de zaak zelve of liet bepaalde bedrag
moet uitkeeren, al is zij door toeval vergaan, terstond
bij de overgave eigenaar dier zaak wordt.

-ocr page 80-

68

IV.

De vrouw, die, niet van tafel en bed gescheiden
zijnde, niet met haren man samenwoont, verbindt
niettemin dezen volgens art. 164 B. W.

V.

Art. 595d B. W. handelt alleen van dien minder-
jarige, die den toeëigeningswil kan hebben.

VI.

Bij overlijden van den voogd moet de nieuwe
voogd benoemd worden door den Kantonrechter van
de woonplaats vau den toezienden voogd.

VII.

De verklaring, dat de eerste uiterste wil zal
herleven, gevoegd bij de herroeping vau den uitersten
wil, die een vorigen had te niet gedaan, heeft geen
gevolg.

VUL

De rechter kan de gevraagde veruietigiug viui de
huur naar gelang der omstandigheden weigeren (art.
1625 \'B. W.)

-ocr page 81-

69

IX.

De commissionair kan onmiddellijk voor zijn coni-
missiegover bezit verkrijgen.

X.

Abandon kan niet samengaan met abandonne-
mcnt (art. 321 en 663 K.)

XI.

Dc schuldenaar, aan wien surseance van betaling
is verleend , is onbevoegd in rechten op to treden,
zomlor machtiging dcr aan hom toegevoegde bewind-
voerders.

XIT.

Wanneer do vordering op zich zelf minder, doch
met do mcdcgcvordordc reeds vcrschuldigdo rente
moer dan
f 400 bedraagt, is het hoogor beroep nict
uitgesloten (art. 54, N". 2, 11. O.).

XTII.

Van don vrccnuleling, dio do faillietverklaring
van zijn schuldenaar vraagt, kan zekerheidstelling
gevorderd worden.

-ocr page 82-

XIV.

70

Gratie kan den veroordeelde verleend worden,
zoowel tegen zijn wil, als wanneer hij beweert on-
schuldig te zijn.

XV.

De drieledige verdeeling der straf bare handelingen
(zonder behoud van ontcerende straften) is aan te
bevelen.

XVI.

Diefstal van een takkenbos uit een houtstuik, aan
de rivier staande, met het doel er eene krib van te
maken, valt niet onder art. 18 der Wet van
29 Juni 185-1, Stbl. N". 182.

XVII.

De overtuigingsstukken moeten door het Openbaar
^liuisterie afgegeven worden.

XVIII.

De ;vereeniging van de betrekking van Minister met
die vau volksvertegenwoordiger is goed te keuren.

-ocr page 83-

71
XIX.

In het begrip van voortbrenging is eene onder-
scheiding op grond van de stofTolijkheid of dc
onstoffelijkheid der uitkomsten van den arbeid niet
geoorloofd.

-ocr page 84-

: - - V .

M\'

l< ■■■

-ocr page 85-

ZINSTORENDE DRUKFOUTEN.

p. 2, r. 13 V. b inaxiiniani lees Alaxiniiani.
„ 14 „ „ provincialis „ provinciales.
„ 15 „ „ p. 175 Mommseii./ecs p. 175. Moinniseu
C. I. L.

4, „ y n 0- Conies Sacrum Ijargitionuni lees Conies
Sacraruin Largitionum.

5, „ 5 „ , proindc custodiain lees proindo ct si
custodiani.

3 „ „ teneri cum lees teneri cum.
„ 0, „ 10 „ „ Cujac „ Cujac.

V T) y>

V V

» » "J

, 8, „ » „ „ scabinos „ Scabiuos.
\'2G, „ « „ T numbration „ numeration.

fl

n !) n r> n n

dcs „ do.

7 „ „ I\'avenu „ I\'avcu.
,52, „ 13
V. 1). In grootere zou lees In grootere ste-
den zou.

, 5(i, „ i) „ „ Vi/l Pu\'terse lees Uyc. Pieterse.

«! n »

-ocr page 86-

i -, i . ,, ■■ r : \' \' „ . ■■ \' .. ~ -.f--, . .........

18

ilSv

-ocr page 87-

■ \' -t • • - ^ - 4*« »-.r \' " V.\' .

■K-
\' /

• V V.

m

M

-ocr page 88-

S

-ocr page 89-

\'K

-ocr page 90-

im