-ocr page 1-
-ocr page 2-

!

(

i
\'!

gr-». Jt^

\' (

.i !

■ -X

■\'ß

st

¥

j

I

-ocr page 3-

? -p""
> - yv •

1

.V

ƒ ■

■ if\'j-- L\' ï-^n T. /

c -

r, ■. -

y> .

\'n

-ocr page 4-

.......................

.....^ T ■

CS • - —

Sm

■ 1\'

r

Li

r

f

■. ■ ? ■ ,

ï

. • ƒ

\\

V .

r

■ (

- j-
f

■■ f- : ■.

■ /

Î\'

I

il

V

r -

■ \' i \'

I

Ä—

\'Î

-üflsr

-ocr page 5-

- (:

TWEEDE STVCK

DER

A E R D R

BESCHRYVING.

■t WELCK VERVAT

dvytslandt.

E N

D\'AENGEGRENSDE

LANDTSCHAPPEN:

Uytgegeven
t\' A M S T E R D A M,

JO AN BLAEV.

MDCLXIIII.

.0 -^S-ldf A

I /

-ocr page 6-

1

\\

(

V

k.... \'

f-\'- f

f

V.L

^ 4

■ .■•V

Ij

Ff

.Sr -

\\

/ - i

/.....» ■

Ml

.v-i

z\'

\'4

i-: ■

I

------

-T

r\'

V ^ C

f

\\

^

i .

•• T /

j. \\

f--»- •

r

a

4

11

■-- M

■it

1.

f
i

t -tu

.Al. A.

H

\\ 5

nr

T-r

A

t .--r

LI

V-JU

J ä. ...

vJ G

l4

r.

i ^ I

r\\ a

y ..L

"7

 y \'Mn

■■\'^V. . ; V. ^

/

\\

I

M\'

r

i

ft

H T tl IA A

; r r . - rr

r ; . . i . V I. ^ i

A O

ft

3

-ff

. /

i\'i

Î

J Ci

f

T

I

) -

n

f

it^

-ocr page 7-

DVYTS LANDT.

Oogh-Duytflandt, van Pto-
lemieo
Germania Magna ge-
heeten, is \'t grootfte Landt-
fchap van Europa, en nu ter
tijde het eenige cieraedt des
Roomfchen Rijcks. In \'t
uytleggen des Yi2.^vi\\% Germa-
ofte
Germanorum, zijn
verfcheyden meyningen der
Scribenten. Sommige mey-
nen dat
\'Germanus een
Duytfch woort is,als oft men
wilde feggen ©acrman / het welck een geheelen ofte vol-
komen man beduyt,van wegen de kloeckheyt en ftrijtbaer-
heyt defer natie. Andere ontleenen defen naem van de on-
wanckelbare getrouwigheyt,die de Duytfchen malkanderen
betoonden , daer door fy een onfterflfelijcken naem verkre-
gen. Sy raden \'er mede niet qualijck na, die dien naem van
den loffelijcken krijgh aftrecken, en de Duytfche volcke-
ren, in plaetfe van Geertmans, Germans noemen. Andere
zijn van opinie, datfe van het Latijnfche woordt
Germmi als
genuini defen naem dragen,om datter bykans geen volck is,
dat meer behouden heeft de oude eenvoudigheyt en op-
rechtigheyt : doch het fchijnt, dat de autheur van defen
droom,defe natie daer mede heeft willen flatteerenj hoewel
Strabo en Livius oock in diergelijcke dwalinge zijn, als fy
feggen, dat defe volckeren billick en met recht
Germani ge-
heeten zijn van de Romeynen, om datfe de Celtens ofte
Galliërs in zeden en maniere van leven,in lengte en gedaen-
te van lighaem en blond hayr feer gelijck, ja als hare broe-
ders,fchenen te wefen. Joannes Goropius Becanus brengt
het niet onbillick van het woort Geren, \'t welck te feggen
is, dwingen, als of de Duytfche de Soldaten beft konden
idwingen en tot fich trecken; van.welcke meyninge Tacitus
oock fchijnt te wefen, als hy feyt, in fijn tradaet
de CMeribus
Germanorum,
dat het woort Germania nieu, en onlangs voor
fijn tijdt gehoort is, dewijl die eerftmaels den Rhijn gepaf-
feert zijn, en de
Gallos verdreven hadden, nu Tungri, dan
Germani geheeten worden,foo dat de naem van de natie,en
niet van het volck,-allengskens opgekomen is,tot datfe alle-
gader eerft van den overwinner uyt vreefe, daer na, den
naem
Germani^ van haer felfs gevonden, bekomen hebben.
Daer zijnder, welcke de Germa.nos foo noemen van het
woordeken Geren, \'t welck foo veel is als vergaderen, om
datfy een vreemt en by een vergadert volck waren. Eenige
trecken den naem van Gerra ofte Guerra, daer mede te
kennen gevende, dat het een ftrijdtbaer en krijgs-bemin-
nent volck is. Een feer geleert man in Saxen, meynt dat de
Germani genoemt zijn van de Carmains , volckeren van
Afien, wekker Lucanus oock gedenckt, gelijck van de Sa^
cis de Saxen haren naem voeren. Elders wil hy de Germa-
nos brengen van het Hebreeufche woort
Gerimani, \'t welck
beduyt vreemdelingen, arme en behoeftige. Peucerus feyt,
datfe Germanos genoemt zijn, van \'t woort Heermenner,
\'t welck te feggen is, mannen in dén krijgh ervaren. De
welgeleerde Junius doorfoeckt den oorfpronck defes naems
op het aldervêrfte, en feyt, dat hy van den tijdt des Sund-
vloedts komt,als Noë de werelt onder fijne drie fonen deyl-
de, en Japhet voor fijn deel kreegh Europam, wiens fone
Gomerus geheeten heeft, als uyt de fchriften Moyfis te fien
is. Defe hadde oock drie ionen, Afchenez, Riphat,en Tho-
garma. Van defen Thogarma feyt Junius, dat de Duytfchen
komen; hoewel de Rabbinen Afchenez fulcks toefchrijven.
Want in dit woort Thogarma ofte Thegerma, laet fich oo-
genfchijnlijck fien den oorfpronck des naems German , als
oft men wilde feggen, the Germans, de Germani.

Sommige noemen dit gedeelte van Europa Alemannien,
en de inwoonders Alemannen,met welcken naem men haer
heeft beginnen te noemen ten tijden als het Roomfche
Rijck begon te verfwacken. Berofus wil,dat defe den naem
hebben van Hercule Alemanno,die hy fchrijft defe volcke-
ren geregeert te hebben. Andere willen, datfe foo genoemt
zijnnaManno haren afgodt, fone vanTuifcone. Afinius
C^adratus, een feer geleert en geloofwaerdigh Hiftori-
Bupfandt.

h

CernMntA.

AlenfAn*
rM,

fchrijverjverhaeltjdatfe Alemannen heeten,om datfe by een
vergaderde lieden waren, en van alle man t\'famen geraept.
Die feggen, dat Alemannia defen naem foude dragen van
den
Lacu Lemanno, weet ick niet met wat recht fy Duyts-
landt willen noemen na een Lac ofte Meir,het welcke buy-
ten haer frontieren in Savoyen gelegen is; \'t en ware dat ie-
mandt meynt, dat
Lacus Acromus:,okc de Boden-Zee,is La-
ms Lemannus^ztn
wiens beyde oevers de Alemanni gewoonc
hebben, na \'t getuygeniffe van Ammianus in fijn 15 boeck.
En hoewel fommige de Germanos en Alemannos onder
een vermengen,foo is \'t nochtans kennelijck,datfe van mal-
kanderen onderfcheyden waren; want Spartianus fchrijfi:
in \'t leven van Mario: Gantfch Alemannia en gantfch Ger-
mania met de andere naeftgelegene volckeren, &c.En Fla-
vius Vopifcus,in \'t leven van Probus;Hier van zijn getuygen
de Franfchen,wekker wooningen zijn ontrent de onwegh-
fame moraflen en broecken; daer van zijn oock getuygen
de Germani en Alemanni,verre van den Rhijn gelegen.

Wy vinden oock, dat dit Land van eenige Teut oma is ge- Temma,
heeten, na Teutone een van hare Overften. Andere mey-
nen dat de Teutones (welcke cp Duytfch van de

Italianen Tedefchi , ofte diefe Teutonici en haer landt
heeten) foo genoemt zijn van Thuiftone,welc-
ken fommige oock Tuyfconem noemen,die fy gelooven een
Sone van Noach te zijn. Hier van mek Tacitus met defe
woorden:Sv roemen en prijfen met oude rijmen(welcke by
haer zijn in plaetfe van Hiftori-boecken) den Godt Thui-
ftonem uyt de aerde gefproten, en fijnen Sone Mannum,als
Stichters en oorfprongen harer natie. Strabo ftelt de felve
in Norico ofte Beyeren. Sommige zijn van meyninge, dat
defe Tuifco ontrent Coln gewoont heeft,waer van de plaet-
fe tegen over die ftadt gelegen, noch den naem Duytfch
voert. De inwoonders noemen dit Landt hedenfdaeghs
JS^CUffcfeldtll)/ de uytheemfchen
Alemagna^, de Slavonen Ni-
miecha
, de Griecken Elamags, en de Turcken Alamany de
Nederlanders feggen Duytflandt, oft oock Hoogh-Duyts-
landt.

In \'t befchrijven van de frontieren ofte limiten accorde-
ren de Scribenten niet:de alleroudtfte Hiftorifchrijvers be-
tijdts.
fluyten Duytfland tuffchen den Rhijn,de Donau, de groote
Zee, de riviere Tanais, en
Pontum Buxinum. De navolgen-
de, onder welcke zijn Strabo, Ptolema^us, Mela, Plinius, en
fommige andere Griexfche en Latijnfche, ftellen de Rhijn
en Weixel tot limiten van Duytflandt. Tacitus fchrijft, dat
niet foo feer de Weixel,als de onderlinge fchrick,en de ber-
gen , de Duytfchen van de Dacos en Sarmaten fcheyden.
Hedenfdaeghs worden onder Duytflandt gerekent alle de
Nutertijt.
Landtfchappen, wekker inwoonderen de Duytfche fprake
gebruycken. Derhalven \'t felve buyten de bepalinge van
Ptolemxo, en aen gene zijde van de Donau, vervat, Rheti-
cam,Vindeliciam,Ooftenrijck,en een gedeelte van Illyrico,
tot aen \'t fluyten van Trenten. Aen de andere zijde des
Rhijns hebben de Duytfchen oock bemachtight de Ro-
meynfche garnifoenen en Colonien, te weren, Confl;ans,
Bafel, Straesburgh, Spier, Worms, Mentz, Coblentz, Bon,
Coln, en andere plaetfen, tot aen de Zee. Want, gelijck
Ambrofius in fijn z boeck He??&meron getuyght, de Rhijn
was eertijdts de frontiere van\'t Roomfche Rijck; alwaer
aen de flincker ofte Franfche zijde, de Romeynfche Prefi-
denten en Stadthouders geduurighlijck de Duytfchen be-
ftreden, ten deel om hare fliroperyen te beletten; ten ande-
ren,datfe felfs altemet eenen inval in Duytflandt deden; en
oockjdatfe de Duytfchen>die tot haer overliepen,dies te ge-
mackelijcker mochten befchermen. Dit is de oorfake, dat
in die plaetfen aen d\'een zijde des Rhijns foo veel oude fte-
den gebouwt zijn, en aen d\'ander zijde byna geen; gelijck
oock langs de Donau. Hedenfdaeghs worden de Switfers
oock onder de Duytfche gerekent, gelijck mede gantfch
Pruyfl^en aen gene zijde van de Fibula ofte Weixel; foo dat
de frontieren van Duytflandt nu fich veel verder fl:recken,
als ten tijden van Ptolemazus. Want in \'t weften pafleren fy
den Rhijn tot aen Picardien en Burgundien, gedeelten van
Vranckrijck; in \'t zuyden over de Donau tot aen de Alpes i
en in \'t noorden tot aen de groote Zee.

A De

-ocr page 8-

O

-ocr page 9-

D V Y T S

Vee!e}}, I^e vóornaemfte gedeelten en Lantfchappen van Duyts-
lant,foo groote als kleyne,zijn het Koningrijck en Keurvor-
ftendom Bohemen : Het Aerts-Hertoghdom van Ooften-
rijck : De Hertoghdommen zijn, het Keur-Vorftendom
Over-Saxen, Holfteyn, Meckienburgh, Pomeren, L,unen-
burgh, Lauwenburgh, Brunfwijck, MeyfTen, Slefien, Mora-
vien, Gulick, Cleve, Berge, Franckenlandt, Beyeren, Wir-
tenbergh, Swaben^ Keur-Paltz, de Paltz aen den Rhijn :
De Landt-graeffchappen, Heflèn, Duringen, Opper- en
Neder-ElfafzrDe Marck-graefrchappen,het Keur-Vorften-
dom Brandenburgh, Baden : De Graeffchappen, Emden,
Oldenburgh, Benthem, Lip, Diepholt, Huy, Mansfeit, An-
holt, Stolbergh, Tirol, &c.
Locht. Hoewel Cornelius Tacitus fchrijft van de fware locht,en

Seneca van de geftadige winteren in Duytflant; nochtans
is \'er nu een andere gedaente , want daer een foete en ge-
temperde locht is, hoewel wat koudachtigh, doch maken-
de gefonde en ftercke menfchen.
rmcht- Het aertrijck is feer vruchtbaer van garfte, tarwe, rogge,
baerhejt. fpelt,geerfe,haver,en meer diergelijcke: daer zijn oock feer
fchoone weyden ; en treffelijcke mijnen van filver , koper,
yfer, loot en andere metalen,en op fommige plaetfen oock
van goudt, In fomma, dit landt overtreft verre alle andere
landen in allerhande berghwerck en metalen. Daer zijn
oock veel heerlijcke zoutmynen; edele gefteenten , als
Cadmites, Callaides; koftelijcke kruyden; Lufthoven en
Ooft-tuynen, van allerley fchoone vreemde en inlandtfche
gewalfen; en feer goede wijnen; oock allerhande gedier-
ten, foo tamme als wilde.
Keyfer- I^e ftoel des H. Roomfchen Rijcks (die in \'t Weften en
rijck in Ooften verdeylt, door verfcheyden invallen en overloop
Vnytßant, velerhander volckeren verfwackt, en door inlandtfche twi-
ften gefcheurt, fcheen als met eenen heelen onderganck en
vernietinge gedreyght te worden,) heeft,Italien verlatende,
fijnen eenigen trooft, heyl, fterckte en kracht in Duyts-
landt gefocht, kiefende tot een Keyfer Carolum Magnum,
Koning van Vranckrijck, geboren te Ingelheym, twee mij-
len van Mentz, gelijck verfcheyde Hiftori-fchrijvers getuy-
gen, alwaer hy een treflijck Paleys gebouwt heeft, wekkers
overblijffelen en oude muuren men aldaer noch fien kan.
Het Rijck bleef in\'t gedacht Caroli over de hondert ja-
ren, welcke ftamme uyt-ftervende,wierde het overgegeven
aen Conrad Hertogh van Francken ; na welcken gevolghc
is Henricus
Auceps^ daer na drie Ottones, waer van de laet-
fte, vernemende dat de Romeynen met haren Burgemee-
fter Crefcentio wederom trachtten het Rijck in haer gewelt
te krijgen, heeft hy een groot heyr vergadert, de Stadt Ro-
men ingenomen, en van de Paus Gregorius de vijfde ver-
kregen,dat het recht van kiefinge eens Roomfchen Key fers
geduurighlijck blijven foude by dep Duytfchen; met voor-
waerde, dat de nieugekoorne, eerft Roomfch Koning, daer
na,hebbende van den Paus de Kroon ontfangen,
Imperator
Augußus
foude genoemt worden. Soo dat doen ter tijdt
7 Keur-vorften geftelt wierden, 5 Aerts-biftchoppen, en
4 Wereltlijcke Princen.Van defe is,na \'t overlijden Ottonis,
eerft tot Keyfer gekoren Henricus Sanótus. Defe maniere
van verkiefing heeft Keyfer Karei de IV daer na in een
goude Bulle geftelt, die noch op heden onderhouden wort.
In navolgende tijden,zijn meer ftaten en ampten in Duyts-
landt opgericht, tot vermeerdering van \'t Rijck. Den te-
genwoordigen ftandt des Rijcks, en krooninge der Keyfe-
ren, füllen wy hier achter breeder befchrijven.
Duytfche Van der Duytfchen dapperheydt en ftrijtbaerheydt ge-
dapptrhejt. tuyght Tacitus, die, onder Keyfer Vefpafianus, een Prefi-
dent in de Nederlanden geweeft is, daer hy feyt: Niemandt
heeft de Duytfchen ooit te vergeefs beoorloght ; fulcks
hebben befocht de drie overwonnen Legioenen des Key-
fers Augufti. Het felve zijn oock gewaer geworden Carbo,
Caffius, Scaurus, Aurelius,Servilius, C^epio en Manlius; alle
feer treifelijcke Overften en Helden, welcke van de Duyt-
fchen verflagen ofte verftroyt zijn. De oude rijmen zijn ge-
noegh bebent,

\'ÏBdc^cr im fnV^ tt)ï( ungfucf /

^öcr fang mit Dm S^cutfc^m an»

Jofephus noemt defe volckeren Portes ofte ftercke. Dio-
nyfius heetfe Martialiften, en Arrianus ftrijtbare; Seneca
de
i/a, feyt datter niet moediger is als een Duytfche, niets yve-

i

\'f\' ■•
I

\'f

T.

riger tot een aenloop, en niemandt begeerlijcker om de wa-\'
penen aen te nemen.

Duytflandt is hedenfdaeghs een foo luftigh en genoegh-
lijck Landt, met foo veel heerlijcke fchoone Steden,Kaftee-
len,Vlecken en Dorpen bewoont en gegiert,dat het Italien,
Vranckrijck ofte Spanjen niet wijckt. Aldaer rekent men
84 vrye Rijcks-fteden, onder welcke zijn Coln, Lubeck,Lu- Ri\'^\'
nenburgh, Franckfort, Brem.en, Spier, Straesburgh, Augs-
burgh, Regensburgh, Ween, Praeg, &c. hier na verhaelt.

Dit Landt wort van foo veel en groote rivieren doorloo- Rivimn.
pen , dat het hier in d\'allertrelFelijckfte Landen van Europa
gelijck is; ick fwijge alle de meiren en moraflfen, waer van
de Oude foo veel feggen. De oorfake van foo veel rivie-
ren, fchrijft ons Seneca in fijn 3 boeck
2iaturaL ^^fl. daer
hy feydt: Het is genoegh bekent,dat in Duytflandt,Vranck-
rijck en Italien foo veel rivieren en wateren zijn, omdat
daer de Locht vochtigh is, en in de fomer dickwils regent.
De voornaemfte rivieren van Duytflandt zijn, de Donau,
Rhijn, Oder, Eems, Mayn, Necker, Elbe, Spree, Wefer,
Saw, Draw, en Weixel. De Donau wordt van Ptolem^Eo Df^^pf^
en meer andere
Danubius geheeten, van Plinio en Strabo-
ne
Ißer \\ Strabo ftelt defe veranderinge der namen ontrent
den mondt der felve, Plinius daerfe Illyricum eerft aen-
fpoelt, Ptolemasus by de ftadt Axipolim, en Appianus by
den t\'famenloop der Donau en Saw, foo dat het bovenfte
deel
Danubius, het benedenfte Ifter foude heeten. Van
Stephano is hy Mctrcctj eertijdts genoemt, item Danubis en
Danufis, en by Feftum Addubanus. Op de oude medalien
leeft men Danuvius. Hedenfdaeghs wordtfe Done en Do-
nau geheeten, na \'t gedruyfch der golven, gelijck Althame-
rus getuyght. Arrianus in fijn 1 boeck der gefchiedeniflen
Alexandri Magni, noemtfe den grootften van alle ande-
re ftroomen. Defe riviere neemt haren oorfpronck in \'t
Schwartzwalt, in \'t dorp Donefchingen,uyt de aerde borre-
lende. De Oude noemen den bergh daerfe uyt komt Ab-
nobam, hoewel rontom een uur gaens (gelijck Munfterus
fchrijft felfs gefien te hebben) geen bergh ontrent defen
fprong ofte fonteyne is ; maer feydt,feer naerftelijck daer op
gelet te hebben, dat het water overvloedigh fonder ophou-
den uyt een kleyn heuvelken, nauwlijcks 15 ofte 16\'ellen
hoogh, loopt. Defe fonteyn heeft de Keyfer Tiberius (zijn-
de ontrent defe geweften) begeeren te fien.

Defe riviere dan, foo haeft fy uyt haer fonteyn vliet, ver-
{preytfe haer in eenige moeraflige plaetfen, en komt haeft
in een Canael wederom by-een, en door andere kleyne
beecxkens en rivieren fich vermeerderende, loopt naer ver-
fcheyden Landen, als Swaben, Beyeren, Ooftenrijck, Un-
geren, Walachien en Bulgarien, tot datfe met
60 rivieren
(waer van de helft fcheeprijck zijn) vermeerdert,eyndtlijc-
ken in
Vontum Buxinum^ dat is, de Swarte zee, valt, met vijf
monden ofte uytgangen, gelijck Dionyfius, Strabo en He-
rodotus melden; ofte als Plinius, met fes; ofte, na de mey-
ninge van Ammianus en Solinus , met feven; met fukke
ongeftuymigheyt,gedruys en menighte van water, datfe wel
40 duyfent treden in de zee,tuflchen het bracke water,haer
foetigheyt behoudt. En\'tis kennelijck, feght Ammianus,
dat de viflfchen hoops-wijfe van de uyterfte eynden defes
zees, haer naer de foete wateren begeven, om aldaer haer
kuyt te fchieten , en te gefonder en fonder perijckel haer
jongen op te voeden. Over defe riviere heeft de Keyfer
Trajanus Nerva in Mcefia een wonderbare künftige brugge
gemaeckt, die daer na van Adriano is afgebroken, foo Dio
Caflius fchrijft. Van defes riviers oorfprong en uytgang
heeft Dionyfius gedicht :

Ahnoba mons Jßre Vater eß: cadit Abmba hiatn
Ilumen^ in Boos autem convertitur axes,
Buxinoquefalopronjolvitur: oraper aquor
^uinque vomurit amnem.

En Georgius Fabricius in fijn Itinerario: ;

cent urn pop ulos dr magnas alluit urhes,
Buxinum irrumpit bis terno flumine Pontum,

Waer van de fin is:
J}ie met ßjn ßeUeßroom veel volck\'ren gaet aenfchouveen,
Bn hondert groote fleên met voUe ßroom bedouwen :
Daer na metßerckgedruys valt in deßvarie Zee,
Bn treckt nochßßich vloèn doorßs uytgangen mee.
Rhenus,dooi
Casfar en andere feer vermaert,wort hedenf-
daeghs de Rhijn genoemt. Hy
neemt fijnen oorfprong, na

C^fars

N

D

A

V

-ocr page 10-

A N D T.

U

D

S

L

CïEfars getuygeniffe, by de Lepontios uyt den bergh Adula, foo veel cyfFers iiyt^allTer dagen in \'t jaer zijn,nameïijck
eenen arm van de hooghfte Alpen,gemeynlijckenEtzel ge- De vyfde is
TS^eccarus oft de Neccar, waer van de ISIeccar- Necm»
hecren. Nemende dan de Rhijn fijn eerfte begin in de iVl- fche koftelijcke wynen haren naem dragen. Na \'c getuyge-
pen , in \'c ooften, daer(e haer met den bergh Adala vereeni- nifTe van Rhenanus, wierdtfe Nicer van de Ouden gehee-
gen, en de Leponciiwoonen^komt uyt twee fpntcynen, een ten 3 fyontfpringt ontrent twee uren van deDonau, en
daghreyfe, om de hooge bergen,van malkanderen gelegen, loopende door het Wirtembergerlandt, valt beneden Hey-
waer van de noordelijckftegemeynlijcken van de inwoon- delbergh in den Rhijn.

ders de Vorder-Rhijn geheeten wort; de zuydelijckfte de De Albis ofte Elbe heeft fijnen oorfprong in Bohemen in Ehe.
Hindec-Rhijn. Dcfe loopen ten laetften, niet verre van de het Schwartzwalt, loopt voorby veel treffelijcke fteden, en
Biflchoplijcke ftadt Chur, te famen, en wort alfoo uyt die valt eyntlijcken tuffchen de
Chmcos minores, en de Cimhros
twee fonteynen eenen Rhijn; welcke ontrent twaelf mijlen ofte Holfteyn , in de groote zee. Aen den oever van defe is
beneden Chur maeckt twee
Lacm ofte Meiren, te weten Drufo verfchenen de gedaente van een Vrouws-perfoon,
Acronius ofte Conftanticnfis, foo geheeten van de Stadt grooter als ordinaris, hem verbiedende verder te trecken,
Conftants aen den felven gelegen, gemeynlijcken genoemt lbo Dio en Suetonius getuygen. De Latijnfche Scribenten,
de Boden-zee, en het vifch-rijcke Lacus Venetus ofte Cel- die in de Barbarifche ongeleerde tijden geleeft hebben,
knfis, het Celler-Meir geheeten, na de ftadt Cel. Daerna noemen defe riviere Albiam, en de Duytfchen
Blbe ^ by
keert hy naer het vveften, befpoelende de Steden Diefzen- deBeemen, daerfe haer beginfel heeft, wortfe Labe gc-
hofen , SchafFhaufen, Keyferftul, Seckingen, en Rhijnsvel- heeten. Fabricius,in fijn Meyfnifche Hiftorie,feyt datfe den
den, en houdt den felven ftreeck tot Bafel toe,alwaer hy fich naem heeft van \'t getal der elf fonteynen daerfe uyt fpruyt j
wendt naer\'t noorden , tot dat hy Straesburgh bereyckt, oft gelijck de Bohemen en Saxen feggen, van\'t getal der
door-wandelende veel Landen en Steden, en met fich flee- elf rivieren die\'er inloopen. Want, gelijck de felve Fabri-
pendc veel groote en kleyne rivieren, paffeert voorts feer cius verhaelt, defe riviere neemt haer begin in die ftreeck
hoogh en vol voorby Spier, Worms, en Mentz : van hier van het Schwartzwaldt, welcke van de Reufen den naem
naer \'t weften keerende paffeert Bingen, en van daer naer heeft, gemeynlijcken Rifenbergh geheeten, uyt elf fontey-
\'t noord ooft fijnen cours nemende,achter rugge latende de nen, die hy alle met hare namen befchrijft, welcke eynd-
fteden Cobelentz , Bon en Coln , deelt fich aen het begin lijcken te famen loopen, en de Elve maken j Elve en Elbe
des
Agri Batavici, ofte de Betuwe (welcke plaetfe nu Cleefs by den Duytfchen foo veel beduydende als elf.
is , en feer vermaert door de fterckte van Schenckenfchans, De riviere Suevus, van fommige
Viadrus geheeten,en nu oder»
op de punt van\'s Graven-waert, \'toudeKafteel Lobeth, ter tijdt met eenige veranderinge van letteren Odera; om
en het Tolhuys) in tween , foo dat het eene deel noch den datfe uyt den Oderbergh ontfpringt, by Moravien, door
naem van den Rhijn behoudt, en regel-recht naer Arnhem, veel inloopende wateren vermeerdert, pafTeert Franckfort,
de hooft-ftadc van Gelderlandt, loopt, en van daer met genoemt aen den Oder, ten laetften alffe voorby Statyn,
veel kromten naerWageningen,en foo voorts naer Rhenen, een Zee en Koopftadt, aèn de eene zijde, en de Biftchop-
van Tacito Rinnes geheeten , en naer Wijck te Duerftede. Hjcke ftadt Caminum (daerfe een groot lack maeckt) aen
Weynigh beneden Rhenen placht hy, dicht voorby Wijck d\'ander (ijde geloopen heeft, ftortfe haer in de Ooft-zee.
te Duerftede, door Uitrecht, Woerden, Leyden , en by Daerom dwalenfe grootelijcks, diemeynen, datdeSpree,
Kacwijck en \'t huy s te Britten in zee te loopen: alwaer door een treffelijcke rivier, die voorby de Stadt Brandenburgh
grooten ftorm gcftopt zijnde, heeft hy fijn naem daer gelae- loopt, en by Havelburgh in de Elve valt,is de riviere Suevus
ten, en lijnen wegh langhs de Leek genomen, makende een ofte de Oder: van welcke Bilibaldus fchrijft, dat de Sprea,
groote rivier,van t gene eertijts rnaer een graft was.Van hier by de Zee ftadt Stralfunda, fich in de groote zee begeeft,
ioopende voorby Culenburg,Vianen en Schoonhoven,ftort
Vifurgis, gemeynlijcken de Wefer geheeten, is vermaert Wefer.
fich in de Merwe,eer hy den naem van de Mafe krijght. Het door de nederlage van Quintilius Varus, gelijck Paterculus
ander gedeelte des Rhijns wendt fich by Schenckenfchans fchrijft: fy wordt van Dione , en van Ovidio Itur-

naer de flincker fijde, daer\'t de Wael genoemt wordt, en gus genoemt, van Ptolemseo Vifurigis, van Strabone Bifur-
loopt voorby de oude ftadt Nymmegen , paffeert voorts gius; indekerckelijckeHiftorie vanAdamo Vifurus, en
meteen lang rack voorby Tiel, latende Bommel meteen van SidonioVefatis.Defe riviere komt uyt het land Heffen,
krommen omloop aen de flincker handt , en ontfangt loopt langs Minden, Verden, Gottingen, Bremen, en eyn-
niet wijt van Worckum de Mafe; daer nae by Gorcum dight in de groote zee.

fich met het ftille en fachtvlietende water de Linge ver- Viftula ofte Weixel, dien Bilibaldus oock Vandalum j;[/eixel.
meerderende, krijght den naem van de Merwe, na het noemt, is de frontiere van Duytflandt,om dat aen de andere
oude Kafteel der
Merov&orum-^ daer voorby loopende , fijde Ptoiemjeus Sarmatiam Europa^am, en lornandcs Scy-
neemt fijnen cours naer de treffelijcke ftadt en Eylant Dor- thiam ftellen. Defe riviere heeft haer begin in \'t Sarmati-
clrecht, en nae\'t ontfangen van de Leek en Yffel, armen fche geberghte, fpoelt aen Cracauw, de hooft-ftadt des Ko-
des Rhijns, voorby Vffelmondt paffeerende, krijght bene- ningrijcks Polen , daer nae grooter door verfcheyden in-
den Rotterdam den naem van de Mafe, en wordt aldaer loopende rivieren, verdeelt haer in drie byfondere uytgan-

gen, waer van de eene fich naer de wijtvermaerde Koop-
ftadt Dantzick begeeft, de andere naer Elbingen, en de
derde naer Lockftadt, en loopt eyntlijcken met hare drie
uytgangen in den Sinu Venedico ofte de Pruyffifche zee. In
Duytflandt zijn noch veel meer andere groote ftroomen,
die haer loop nemen oft naer de zee, ofte naer eenige an-
genoemt, komt uyt Weftphalen, een weynigh beneden Pa- dere groote rivier, welcke wy, om kort te zijn, achter laten,
derborn,
en keerende fich naer\'t noort-ooften , vliet door De voornaemfte bergen van Duytflandt zijn de Rolberg,
Warendorp, Grefen, Rhenen en Lingen, daer nae voor- de bergh
ifidis, \'JMelihocm, Fichtelbergh, Senm, Suevm,
by Meppen en Nienhus, ftort fich in de Noordt-zee by Pfauwenbergh, Rheticm, Sprulim, Vofetim, Vofagm.
Embden, een koopftadt der chaucerum Minorum. Het heeft oock groote menichte van boffchen,van welc- Bo0}ifu

De vierde ftroom van Duytflandt is de Meyn, van Pli- ke Hercynia Sylva verre het grootfte is, en by alle treffelijc-
nio Moenus, van Pomponio Mïenis, en van^Ammiano Me- ke Scribenten, foo Grieckfche als Latijnfche, vermaert j als
nus genoemt. De Hiftori-fchryverRegino en andere Seri- by PomponiumMelam, die op de felve manier daer van
bencen van die tijdt, heeten defe riviere Mogonum, mif- fchrijft als Ca^far; by Strabonem in fijn fevende boeck, en
fchienluliaby Vellejum Paterculum geheeten, \'tenware byPlinium op verfcheydeplaetfen. En niettegenftaende
dat men in plaetfe van lulia, Lupia moeft lefen.als fommige dit bofch met fijne hoornen en vleugelen fich feer wijdt uyt-
geleerde vermoeden. Defe riviere neemt haren oorfprong fpreyt, foo houdt het fich nochtans in Duytflandt, foo veel
uyt den Fichtelbergh , loopt voorby Wurtsburgh, Pape- de weften zuydt-fijde belangt. Derhalven Glareanus het
bergh,Franckfort aen de Meyn,en vermengt fich by Mentz woudtvan
Ardennen voor geen ftuck deffelvigen kent,
mee den Rhijn; de Nederduytfchen van de Hooghduyt- \'t welck nochtans fommige by onfe tijden gedaen hebben:
fchen aftcheydende aen defe fijde des Rhijns. De Grieck- nu heeft het verfcheyde namen gekregenj^want elders wort
fche letteren van den naem defer riviere, brengen in \'t getal het genoemt
Nigra Syha ofte Schwartzwalt, van wegen de
DujiJïandt, B groote

l

breeder, latende met fijnen grooten mondt enuytganck
Schiedam en Vlaerdingen aen de rechter-handt liggen,
Geervliet en den Briel aen de flincker fijde, en vermengt
fich terftont met de groote zee.

De Eems van Ptolem^eo Amafius,van Strabone Amafias,
en ,van Tacito Amifia, vanPlinio en Pomponio Amifius

tems.

; 6
. i\'\'

. t:
t

.1:

-ocr page 11-

D U Y T S

groote mcnighte der Pijnboomen elders den Ottenwaldt,
na Keyrer Occo, diedaerin dickwils plachc te jagen. Het
krijgbtoock eenige namen van de volckeren die daer by
woonen, a!s Thüringer en Bohemerwald j by de Cherufcos
behoudt het noch fijn eygen ouden naem van
Hercynia. Syl-
\'va, ofte der Hartzwaldt, van wegen den hars. Pandulphus
Collenutius Pifaurienfis.in de befchrijvinge van Duytflandt,
fpreeckt oock van dit bolch met defe woorden:
Sylva Her-
cynia
heeft,tot de Walachie en Sevenbergen toe,veel en ver-
fcheyden namen , tot dat het geraeckt aen de uyterfte eyn-
den van Tartarye, alwaer het den naem krijght van het duy-
fler Waldt, om fijne onbekende en ongebaende wegen, en
menighte der wilde dieren , aen fbmmige oorden iwaerlijck
tebereyfen.

Céomen. Onder de publijcke en de particuliere gebouwen van
Duytflandt, fpant de groote Kerckevan Straesburgh met
die heerlijcke tooren de kroone j welck hecrlijck werck
met recht het achtfte wonder der weerelt geheeten mach
worden De fondamenten der kercke heeftmen begonnen te
leggen in \'tjaer Chrifti ioi5,enin\'tjaer 1177,onder de re-
geringe van Biffchop Conrad van Lichtenberg, heeft Erui-
nus van Steinbach een konftigh boumeefl:er,den tooren be-
gonnen , diens gelijcken in Duytflandt, Italien, of Vranck-
rijck niet gevonden wort;wiens voltoyinge ontrent 27 jaren
geduert heeft. Hy is deurgaens.van de fondamenten tot bo-
ven aen den top, met fchoone vierkante uytgehouwen ftee-
nenopgetrocken, overal doorluchtigh j deopganck, tot
aen de opperfte dickte , beftaet uyt vier wentel-trappen, en
van daer tot op \'t hooghfl:e, uyt acht. De hoogfte knop,
die van beneden ontrent een fchepel groot fchijnt, is foo
wijt en ruym , datter gemackelijcken vijf ofte fes perfoonen
op können ftaen. Defe toorn is 574 Geometrifche voeten
hoogh; daer is oock een feer konftigh ende wonderlijck
fchoon gewrocht uur-werck.

De Academiën ofte Univerfiteyten van Duytflandt zijn
defe:Bafel, Coln, Dillingen,Mentz,Marpürgh, Leypfich,
Ingolftadt, Heydelbergh, Gripfwalt, Friburgh in Brifgaw,
Franckfort aen den Oder, Erffort,Praagh, Straesburgh,Al-
torff, Helmftadt, lena, Giefl[en, Roftock , Koningsbergen,
Trier,Tubingen, Weenen,Breflau,Wittenbergh, en Wurtz-
burghiuyt welcke ontallijcke geleerde luyden gekomen fijn,
in allerhande konften enfpraken, Latijn, GriecxenHe-
breeufch ervaren, welfprekende Oratores, fcherpfinnige
Difputeerders , volmaeckte Arithmetici, allerkloeckfte
Aftronomi, allervolraaecktfte Geometra: oft Landtmeters,
Medicyns, Rechtsgeleerden, en Theologanten.

De Duytfchen zijn fterck, robuft van lijf en leden, heb-
ben felle en hemels-blaeuwe oogen, blond-root-hair, groo-
te lichamen, en tegens geweldt befl:andigh. Eertijts waren
fy plomp van verfi:andt, en onbequaem tot eenige konften;
maer nu ter tijdt exerceren fy allerhande konften en handt-
wercken met grooten roem 3 principael van in kooper te
gieten, \'t felve tefmeden, te handelen allerhande metalen
en berg-wercken ; \'t gefchut en uur-wercken zijn daer ge-
vonden. In fomma,Duytfland is als een woon-plaets gewor-
den van allerhande konften,diefe oock met fonderlinge vlijt
en haerftigheyt verciert,vernjckt,en verbetert heeft. Eynt-
lijcken, Duytfland is niet alleen genoegh verfien met aller-
hande koftelijcke waren, maer deelt die oock overvloedigh
aen fijne nabuuren, en verre gelegen natiën ; als wijnen,
goudt, filver, koper, tin, loot, quickfilver, vitriol, aluyn,
verfcheydecouleuren .blick,koorn, allerley inftrumenten
van yfer en koper, en veelerhande andere waren.

STANDEN

des H. Roomfchen Rijcx.

WY hebben hier vooren mentie gemaeckt van den
ftandt des H. Roomfchen Rijcx in Duytflandt j om
welck te verftaen, heeft ons goet gedacht den felven hier by
te voegen, en daer nevens een regifter van de Geeftelijcke en
Weereltfche Vorften,en ftcden,alfoo die in des Rijcx Con-
ftitutie en Matricule befchreven, en hedenfdaegs gebruyc-
kelijckis.

I DEEL. HetRijckis op tweederley wijfe gedeelt, waer van de
eerfte beftaet in drie Leden; door welcker byeen-komften
van alle des Rijcx-faken gehandelt en beflocen wordt.

j^cadc\'
mien.

Bujtfchen
mt.

Maeghdenburgy frimaet van
Buytßandt. 9

Saltzburgh, des Pam Brf-le-
gaet. z

Bremen, 9

Be/ancon» $

Bamberg, de/eflaet endergeen

Aerts-bijfchop, 1

Wurtsburgh. i

Worms. 5

Spier. S

Straetsburgh, 5

Eich-ßadt. I

Augsburgh, 4

Gößnitz, 4

Hildesheym, 9

Paderborn. 7

Ferden. 7

Halberßadt, 9

tj^unßer, 7

Ofenbrugh. 7

Pajfau. 2

Trifingen, 2

Bafil. S

Regenshurgh, 2

Minden. 7

Lübeck. S. 9

Verdun, , s

Metz, 5

Abt van Tulden. $

Abt van Hirfchvelt, j

Abt van Murbach. 5

Abt van Kempten, 4
Groot-meejler van Sint lans

Orden. $
froofi vanBlwangen,

L A N D T.

Het eerfte lidt zijn de feven Keur-Vorften , onder Paus Eerjle Lidt.
Gregorius de V eerft ingeftelt, en daer nae van Keyfer Ka-
rel de I V geconfirmeerLDefe alleene competeert de Key-
fers te kiefen.

De Seven Keur-vorften zijn,

De Aerts-biffchop van Mentz, Rijcx Aerts-Cantzler door

gantfch Duytjlandt.
Be Aerts-hijfchop van Trier , R^cx Aerts-Cantzler door

VranckrijckentKoningrijckvanArles.
Be Aerts-biffchop van Ceulen, Rijcx Aerts-Cantzler door
Italien,

Be Koning van Behemen, Rijcx Aerts-fchencker.
Be Paltz-graef, des Rijcx Aerts-Truckfes ofte yoorfnijder.
Be Hertogh van SaUn, Rijcx Aerts-Maerfihalck.
Be Marck-graefvan Brandenburg,desRjcx Aerts-kamerling,

Het tweede lidt zijn de geeftelijcke cn weereltlijke Prin- Tmek
een, welcker namen hier geftelt zijn, met getallen daer ne- Lidu
vens,diebeteeckenen onder welcken Creytz ieder behoort.

De Aerts-biffchoppen zijn, die van

Vtrecht, 7

Camerijek. 7

Beß volgt de Grootmeeßer der
Buytfiher Orden, die voor
andere Biffchoppenßt.

De Biffchoppen zijn, die van

5

7
>

S
S

4

2
3

5
S

8

S

9

5
8

5

5
8

9
8

Toul.
Luyck,
Trenten,
Brixen.

Sitten oft Wallis,

Lojanne.

Chur,

Kempten.

Gurck oft Göritz,

Seckati, Segovia,

Havandt,

CMeiJfen.

Naumburgh,

Camin.

Swerin,

Geneve.

Merfpurch,

Labach,

Wien.

Brandenburgb.
Rachenburgh,
Slefwjck.
Havelburgh.

Na de Geeftelijcke Princen fitten van oude tijdeu
de Vorftelijcke Abten, als de

De Weereltlijcke Vörften en Graven.

Be Hertogen van Ooflenryck, welcke tweederley zijn :
Deeene, die men eygentlijck de Ooftenrijckfche heet,
gefproten uyt Keyfer
Ferdinand de I j en die men de Bour-
gundifche noemt, welcke komt van fijn broeder Keyfer
Kareiè^Q V. 5. 10

Hertogen van Beyeren : defe zijn oock tweederley , de
eene Beyeren, de andere Palcz-Bcyeren genaemt. 2

Hertogen

Prooßende Aerts-Prießer tot
Berchtolsgaden oft Berch\'
tesgaden. i

Abt van Corbey, 7

Abt van Pruyn. f

Abt van Stablen, 7

Abt van Luders,

-ocr page 12-

U

Hertogen van Saxert, Marck-graven van Meyjfen, en Landt-
Graven van \'Duringen.
 8

Marck-graef van Brandenburgh. g. i

Hertog van Brmßvyck en Lunenhurgh. 9

Hertogh van Gulkk, cleef en Bergh. 7

Hertogh van Pomeren. 8 Hertogh van Lothringen. 5
Hertogh van Mecklenburgh.^ Be Graef van Arenbergh ü

4> Graef van Merfen.
4^ Graef van Büdingen,
4 Graef van Winnenburgh,
4 Graef van t^rnfpergh.

Hertogh van Wurtenbergh. 4
Landt-graef van Hejjèn. 5
Marck-grave vanBaden.àf.^.j
Hertogh Saxen Lauwenburg.^.
Hertogh vm Holfleyn. p
Hertogh van Luchtenbergh.
2
Hertogh van Savoyen. 5

7
4

Heer van Falkenßeyn.
Heer van Kunfeckerhergh.
4

10

Graef van Hoorn.
Graef van Vintzlingen.
Graef van Reyen.
Graefvan Bitfch.
Graef van Veldentz,
Graef van Denge».
Graef van Rappin.
Graef van Hardeck.
Graef van Dierenburgh en in

Someraw.
Graef in Buchlingen,
lude Heer in Reuch.
Heer van Gerarp.
Graef van Pies,
Graef van Plauwen.

mede van Keyfer Maximi-
liaen de tweede onder de
Forfien des R^cx genomen.
Graef van Hennebergh.
Hertogh van Svoeybruck. j
Hertogh van S^anheym. y
Hertogh van Majfa.
Hertogh van chalon.

Vorfi van Anhalt.

De Abten en Prooften.

4 K^bt van S. Blaßm,
j K^bt van CMaulbrun.

4
4
8

4

4

K^ht van Rittershaußn. 8
Abt zum flein aen den Rhijn. 4
Abt van Schafhaufen. 4
Aht van Kempens Eck. 2
Abt van Wald-Saxen. z
Abt van Finfideln,
 4

Prooß van Seltz, 6

Abt van S.Kilian in Nuren-
bergh. 6

Aht van Nuenhurgh.
Aht van Sinte Oiiaximin hy
Trier. 6

Abt van Hevelshaufen.
Abt van S. lan te Curtel.
Abt van Konigsbrun.
 4

Abt van Rodt oft Roden. 2
Abt van Rochenhaufen.
Abt van S. Pieter in Swartz-
jvalt.
 4

Abt van Dißdien, 4

Aht van Berkenhaußn.
Aht van Hentzlingen.
Aht van Vrffenis.
Abt van Blanckenburgh.
Abt van Tßny.
Abt van pfeffers.
Abt van S. lan in Thurtal,
Prooß van Camberg.
Aht -van Reifcheym.
Aht van Brun.
Abt van Echternaken.
Abt van Her vor den.

Grave van Eichenhergh.
Grave van Solms.
Grave van Salms.
Baron van Winnenbergh.
Wild en Rhein-graffen.
Grave van Furßenbergh,
Grave van Zimbern.
Grave van Eberßein»
Grave van Sayn.
Grave van Lengen.
Grave van Tubingen.
Grave van jMansfeldt.
Grave van Stolbergh,
Grave van Bar bey.

Graef van Weda en Ringel\'
bergh. 7

Heer van Reichenflein.
Graef van Loewen^ein.
4
Graef van Regenftein.
Graef van Wejl-Vriejlandf.
Graef van Oldenhorgh.
Graef van Delmenhorfl.
Graef van Hoya.
Graef van Wejienhurgh.
8 Heer van Muntfenhurgh.
Grdef van Lemgou.
Heer van Lofenfleyn,
Graef van Biepholt.
Graef van Steinfort.
Graefvan Witgenflein.
Graef van Spiegelhergh,

Grave van Gleichen.
Swartzenhurg vier Graven des

Rpx.
Baron van Reußen.
Grave van Wiedt.
Grave van Ooß-Vrießandt. 7\' Graef van Buferdorf.
Grave van der Lip.
 7 Graef van Ridhergh.

8

7
7

4
4
4
2
2

7
7

1
7
7

Gr ave van Oldenburgh.
Gr ave van Waldeck. y

Gr ave van Bent hem. 7

Grave van Brumeckhorfl Ba-

de nburgh. \'
Grave van Ortenburgh,
Grave van Schaumhurgh,
Grave van Kirchhergh.
Heer van Tujfen,
Grave van Wifènjlaig.
Baron van Gundelfingen,
Heer van Stutgart.
Heer van lujlingen.
Heer van Schenflingcn,
Baron van ober-Hewen,
Baron van Rofeljleyn.
Baron van Stauffen,
Heer van Hohen Recfpergh,
Heer van Berletzick,
Heer van Hohen Konigjperg.
Heer van Hohenfelt en Tipoltz-

kirch.
Heer van Braides,
Baron van Sonnenbergh.
Graef van Wartheim,
Craef van Reineck.
Heer van Reicheljperg,
Graef van Luchtenberg.
Graef van Wühaden en
fiain,

Graef van Sarhrucken.
Graef van Najfauw in Weil-

Graef van Teckelnburgh.
Graef van Dortmund»
Graef van Winfdorf.
Graef van Rippershoven.
Graef van Hagen. %

Graefvan Hoonsfelt. 2
Graefvun Leifeneck.
8
Graef van Bergen. 1 o

Graef van Overßltzhergh. 2
Heer van Somiriß,
Graefvan Reiferfcheyt. 6
Graef van Egmont en Tfel"
ßeyn.
 10

Heer van Bergen en Wael-
hem. 10

Graef van Haher oft Have^
re, 5

Graef van Wildenfels^ oft Wi"
derfels.
 8

Graef van Blanckenbergh, oft
Blanmont. j

Heer van Senßer. 5

Graef van Reggendorf, $
Graef van Künig Fuckerberg,
Graef van Merfpurg en Bef-*
fort, 5

Graef van Brandeßfyn tn

Ranfs.
Graef van Fronsbeck.
Graefvan Falkenßein,
Graef van Witten.
Ridder Fridbergh.
5 Ridder Gleiekhaußn.

Noch

Abt van Reichenau.
Prooß van WeyJJenburgh.
Abt van Weyngarten.
Abt van Salmenßveiler.
Abt van Walkenriedt.
Abt van MartendaL
Abt van Oldenheym.
Abt van Elchingen.
Troofl van Wettenhaufen.
Abt van Pelenshaußn tot Con-
flantz.
 4

Aht van Keyfersheym oft Keyt-
heym.

Abt van S. Heimeran in Re-

gensburgh.
Aht van Minderau oft Weyffe-
nau.
 4

Abt van Schuffenriedt, 4
Abt van Rockenburgh. 4
Abt van Ochßnhaußn. 4
Abt van Gengenbach. 4

Abt van Munßer in S. Crego-
ris dal. 5

^bt van CMunchenrode. 4
Aht van S. Cornelü Munßer. j
K^bt van Werden in Weßpha-
len,

Aht van Vrsberg eti Aursbergh
SS. Flrici Afra.
 4

Aht van S. Vlrich en ^Afra tot

Augiburgh.
i_Abt van Irfm oft Hierfin.
4
^ht van Creutz,elingen. 4
van Schuttren. 4

7

V

z

3

4
4
4
4
4
4

4
Î

2.4
$

De Abdifferi.

Ahdijfe van ^uedlenhurgh. 8
Ahdiffe van Bjfen. 7

Abdiffe van Herwerd.
Ahdijfe van Tieder-munßer in

Regenßurgh.
Ahdtffè van Over-munßer te
Regenßurgh. z

Ahdijfe van Lindaw. 4

8

I
I

I

^

II-

5-
5

hurgh.

ahdijfe van Buchow, 4
K^bdiffe van Rotenmunßer hy
Rotweil,
 4

Ahdijfe van Heegbach, 4
Ahdijfe van Guttenzel. 4
Ahdijfe van Beind. 4

Ahdijjè van Andlaw.
Ahdijfe van Gandersheim.

Ahdijfe van Gerenrode.

Hoewel het meeftendeel van defe de eer en Titel van
Princeflen ofte Voiftinnen hebben, nochtans zijnfe in \'t
fitten en ftemmen niet meer als de andere, die fulcken Ti-
tel niet voeren.

Onder de Prelaten worden oock gerekent
dé Balleyen,

Land Cominenthur Provinciael.

Land Commenthur te Coblentz. 6

Land Commenthur der Balleyen in der Eifas. 4

Land Commenthur der Balleyen in Burgundien,

De Balleyen oft Bailiouwcn van Ooftenrijck cn aen

N D T. 5

\'tgeberght, zijn van de Aertshertogen vry

D

L A

der Edfche in
gemaeckc.

Graven, Baroenen en Hecren.

Grave van Helffenftein.
Grave van Liipjjen,
Ul\'londfeldt.

Baron van Hohengeroltzeck.
Grave van Ottingen.
Baron van Rupoltzkirch.
Grave van Sultz.
Grave van Hohenzollern.
Baron van Waltpurg Erbtruch-
fejfen.
 4

Grave van Cajlel. i

Grave van Hohenhe. i

G.van Limpurg Semperfreyen. i
Grave van Erbach. i

Grave van Swartzenhurg. 1.8
Grave van Hohenlandshergh.
Gr.van Leiningen Dachsberg. f
Grave van Hanaw.
 5

G.van Naffau en Dillenhorg.i.y

-ocr page 13-

m

D U

Noch fommige Baroenen.

\'Baron van Meichfelrein.

Baron van Tugger.

Baron van Tledtjlein,

Baron van Seimheim.

Heer Schenck van Tmtenbergh.

Heer van Birnbaum.

Heer van Degenbergh.

III. Lidt.

^f !
\'ii

r>.-

II.

Deeiing.

1\'

i\'

Het derde Lidt des H. R. Rijcks, zijn
De vrye Rijcks-fteden.
Tot den Rhijnfchen Banck, Swabifche Banck.

gehooren

Regensburgh.

2,

Coin,

Nurenbergh,

I

K^ken.

7

Rotenburgh aen der Tauber.

I

Worms,

S

Weijfenburgh m 2(ortgow.

2.

Spier.

S

Donawerd, nu om den ban on"

\'Türckheym.

S

der den Vorß van Beyeren./:^

Hagenatp.

s

Winsheim.

I

Wetjfenburch,

5

Schweinfurt,

I

Straetsburgh.

5

Wimphen,

4

Ober-Ebenhaim.

S

Hailbrun.

4

Roffchain.

5

Hall in Schwaben,

4

Schletßadt,

S

Nordlingen.

4

Colmar.

5

DinckelfpueU

4

Altach.

S

Vlm,

4

Bafel.

f

K^ugsburgh,

4

Katfersbergh,

î

Gengem.

4

Mulhaujen im Suntgow,

f

Bopfingen.

4

S. Gregoris Munßer,

5

Gemundt in Schwaben,

4

U^retz»

5

Eßingen.

4

Toul.

5

Reutlingen.

4

Verdun,

S

Weyl.

4

Landaw.

S

Pfullendorf.

4

Kaujfmans Zarbruck,

5

Kaujfbeuren,

4

Bejmcon.

1

Northaufen.

Camerick.

7

Vberlingen,

4

Eranckfort.

y

Wangern,

4

Tridbergh in der Weit erm.

s

Tßn.

4

Celnhaufen,

6

Leutkirch,

4

Wetzlar.

S

Memmingen,

4

Arien.

4

Kempten.

4

Lübeck.

9

Buchhorn,

4

Hamburgh.

9

Ravensburg,

4

Dortmundt.

7

Biberach.

4

Mulhaufen in "Düringen.

9

Lindarv.

4

Northaufen in Duringen,

9

Gößnitz,

4

Coßar.

9

Rotweil.

4

Gottingen,

9

Offenburck.

4

Brakel.

7

Gengenbach.

4

Wartburgh,

7

Zel in Haynersbach,

4

Lemgaw.

7

Schafhaufen,.

4

Duysburgh.

7

S. Gal.

4

Dantzick.

S

Bluchaw Am Federzee.

4

Elbingen.

S

Kreytzen des R. Rijcks.

r

BEhalven defe ordre der drie leden des Rijcks,heeft men
\'t noch in Circuls , die men Kreytzen noemt, gedeelt.
Kreytz beduyt een geweft oft gedeelte des Rijcks, begrij-
pende feeckere Provinciën , wiens principaelfte Prelaten,
Adel en Steden met malkanderen op fekere conditiën ver-
bonden zijn, om de vyanden des Rijcks t\'famenderhandt
te wederftaen. Welcke Kreytzen gemaeckt zijn,om dat de
ftanden van Duytflandt te gevoeglijcker, op de Rijcksda-
gen, fouden inbrengen, al \'t gene fy meynen tot voordeel
des Rijcks, en haren Kreytz te zijn. Want in yder Kreytz
is een weereltlijckPrefident uyt de VorftenjGravenjBaroe-
nen, oft principaelften Adel, en vier verftandige Raedts-
Heeren, oock wereltlijcke perfoonen, gekofen, diepropO\'

Sarû» và^ Schonberg. 8
Bâron van ManderJcheyt. 7
Baron van Krieckingen,KO\'
ningeck en Aulendorf, f
Baron van Pirmont ende

Wolfflein.
Baron van Boomgarden.
Baron van Graveneck.

LANDT.

neren, cn met hare Kreytz-Standen alles beraetflagen, re-
folveren, en befluyten. Defe infettinge en deelinge is eerft
gefchietin fes Kreytzen te Augsburgin\'tjaer 1500 : daer
Infitmge
nae in \'tjaer ijxz, is teNeurenberghhetgetal vermeer- derKreyt-
dert tot tien, en zijn defe navolgende:

De I Circkel oft Kreyts is die van Franckenlandt.

De II deBeyerfche.

De III de Ooftenrijckfche.

De I V de Schwabifche.

De V deRhijnfche.

De VI der vier Cheur-vorften aen den Rhijn.

De V11 de Weftphaelfche oft Nederlandtfche.

De VIII die van Over-Saxen.

De IX die van Neder-Saxen.

De X de Bourgoenfche.

De leden van yder Kreytz ftacn nevens de Kaerten ,daer
van fy den naem voeren.

Opper-Kaiiiergerecht des
H. R. Rijcks.

ALle faken onder \'t R. Rijck wierden eertijdts in \'t Key-
fers hof en Raedt gehandelt : daer nae, als de procef^
fen vermenighvuldighden, en de Keyfers met de oorlogen,
beroerten, en andere fware faecken belet waren, en aen
een iegelijck geen recht konden doen, op dat niemandt van
fijn recht ibude verfteecken worden, is een
Kecht-kzmet/nfiellhge
opgericht van Keyfer Maximiliaen de I, ontrent het jaer
onfes Heeren 145? y. Welcken de Keyfer felve,
Oétober in \'t voorfeyde jaer, met fijn tegenwoordigheydc
vereert heeft tot Franckfort in\'thuys Brounfels, en van
den Prefident en AiTeffeurs den Eedt genomen van rech-
telijck te oordeelen, en door den Baron Vitum van Volc-
kenftain treffelijck vermaent> en gerecommandeert alle
de rechts-faecken, die voorvallen fouden ; en bevolen van
alle, die naemaels in dit lofFelijck Kamer-gerecht fouden
dienen, den behoorlijcken Eedt te eyflchen. De Prefident
van dit Kamer-gerecht is een Vorft , Graef, oft Baron , foo
verre men een bequaem daer toe vindt. By welcken van
Keyferlijcke Majefteyt als medehulpers gevoeght worden
twee Affefi^eurs, oft Byfittets, die Graven oft Baroenen
zijn, twee Rechts-geleerden, en twee uyt de Ridderfchap,
van wegen fijn Erflanden , en die hy van \'t Rijck heeft.
Hier by ftelt ieder Cheur-vorft eene, en elcken Kreytz
twee, waer van de eene helft Rechts-geleerden zijn, en
de andere uyt de Ridderfchap. \' , .

Keur des R. Keyfers.

SOo haeft de Cheur-vorft van Mentz verftaet dat dc
Keyfer geftorven is, moet hy met opene brieven \'t felve
aen elcken Cheur-vorft laten weten, en ontbieden, datfe
binnen drie maenden, nae den dagh in de brieven geftelt,
tot Franckfort aen de Meyn komen, ofthaer Gefanten met
volle macht fenden, om eenen Keyfer te kiefen. Elck
Cheur-vorft wordt vergefelfchapt van de Princen en ft eden
daer toe geordineert Doch mach ieder maer met twee
hondert Ruyters binnen de ftadt Franckfort komen, en
daer onder niet meer als vijftigh gewapende. De Raedt van
£edt des
Frankfort fweert,datfe niemant fullen inlaten als de Cheur- Magi-
vorften, van wat qualiteyt oft digniteyt hy fy , en fo verre
paetstet
fy te voeren iemant ingelaten hebben, datfe den felven ter-
ftont fullen doen vertrecken : fy fweeren oock de Cheur-
vorften voor te ftaen en te befchermen, foo het noodigh is.
Nae dat de Cheur-vorften tot Franckfort gekomen zijn,
gaenfe \'s anderendaegs \'s morgens vroeg in S.Bartholomxus
kercke, om Godt te bidden, dat hem gelieve eenen be-
quamen Keyfer te verleenemtot welcken eynde wordt oock
Mifte gedaen, dien de Protefterende Cheur-vorften niet
hooren,maer blijven in een Kapelle daer ontrent. Nae den
dienft der Mifie komen de Cheur-vorften aen den outaer,
daer de felve gedaen is,alwaer de Aerts-Bift\'chop van Mentz ^^^^ ^^^
allereerft fweert\', by de trouw die hy Gode en \'t Rijck fchul-
Cheur-vcr-
digh is, dat hy,door de hulpe Godts,na fijn difcretie begeert p».
te kiefen een weereltlijck Hooft voor het Chriftenrijck,

dat

li
■i

i

W

-ocr page 14-

D

dat is, den Roomfchen Koning tót een Keyfer, die daer toe
bequaem zy, en dat hy fulcks wil doen fonder eenigh com-
, geit, oft belofte. Defen eedt gedaen zijnde, neemt
ly den felven van de andere Cheur-vorften : Eerft van
Cheur Trier, en Colen, daer nae van de Koning in Bemen^
Paltz-graef, Saxen , en Brandenburgh. De Geeftelijcke
Cheur-vorften fweeren , met de handt aen de borft, voor
S. Jans Euangelie:
In V heginfelwas het Woordt. De Weerelt-
lijcke raecken \'t felve met de handt.

Binnen dertigh dagen nae den Eedt moet de Keur gedaen
worden, oft de Cheur-vorften droogh broodt eten en water
drincken ; voor de Keur mach oock niemandt der felver uyt
Franckfort trecken; En is genoegh dat de meefte ftemmen,
in de Keyfer te kiefen, over-een-komen.

Krooninge des R. Keyfers.

E^ Ertijts placht men de Keyfers driemaelte kroonen,eerft

^in Duytflandt door den Aerts-BifTchop van Ceulen,
daer na in Lombardien door den Aerts-Biffchop van Mila-
nen , ten laetften te Romen door den Paus. Nu is \'t ge-
bruyck, datfe maer eens van den Aerts-Biflchop van Ceu-
len gekroont worden, daerom füllen wy die hier verhalen,
ende andere voorby-gaen. Eerft wordt de Keyfer gefalft,
om te toonen^dat hy fterck en kloeck moet wefen in \'t werck
daer hy van Godt toe geroepen is, en oock gewapent te-
gen fenijn en alle uyterlijck gewelt. Daer na wordt hem
een gefloten Kroon op\'t hooft gefet, welck beteeckent
dat hy in deughden , en principael in iegelijck recht te
doen , behoort volmaeckt te zijn. Ten derden, geeft men
hem een Scepter in de handt, welck foo veel is als een roe-
de, om de rebellen des Heyligen Roomfchen Rijcks, en
andere quaedt-doenders te ftraffen. Ten vierden, wordt
hem een gouden Appel, met een kruys daer op, gegeven j
de Appel betekent dat hy Heer des Weerelts is; het Kruys,
dat hy die felve macht van den gekruyften Chriftus ontfan-
gen heeft, wiens eere hy gehouden is voor te ftaen. Ten
laetften, krijgt hy het kleet dat de Magiftraet vanNeuren-
bergh bewaert, en met groote eerbiedinge en folemniteyt
daerbrenght, gelijck die van Aken de Kroon; alwaer eer-
tijdts de Keyfers gemeynlijck plachten gekroont te worden,
tot Karei de Vijfde incluys.

De Keyfer doet tweederley Eedt, een voor, en een na
de Krooninge. Voor de Krooninge en Salvinge vraeght
hem de Aerts-BiflTchop van Ceulen : oft hy het Catholijck
geloof met de goede wercken wil bewaren ? Befchermer van
de Kercken zijn ? Het Rijck tegen de ongerechtigheyt be-
fchermen ? Eenen goedertieren voorftander en rechter zijn
van weduwen en arme perfoonen ? Den Paus van Romen de
fchuldige plicht doen oft gehoorfamen? Waer op de Key-
fer antwoordt : Soo begeere ick te doen, en doorGodts
huipe, en der Chriftenen gebeden geholpen, begeere ick
alle defe beloften getrouwelijck te volbrengen i Soo help
my Godt en fijne Heyligen. Den anderen Eedt doet hy
na de Krooninge, op defe manier : Ick belijde en belove,
in de tegenwoordigheydt Godts en fijne Engelen, dat ick
de Wetten fal bewaren, Recht fal doen, en de fchuldige
eere bewijfen aen den Roomfchen en andere BiffcKoppen,
en mijne Vafallen : De goederen der Kerckeii bewaren :

Chrifto dienen door fijn hulp en fterckheydt.

Defe Duytfche Kroone is van fuyver en puer goud, hoe-
wel de matigheydt en de loffelijcke fpaerfaemheyt der Voor-
vaderen daer inne te mercken is : dat fommige feggen datfe
van yfer is, andere van filver, zijn verzier de fabelen.

Die van de feven Cheur-vorften gekofen is, heeft recht
de Duytfchen teregeeren, nae hare landrs rechten en ma-
nieren: maer wordt met bewilliging van de Gemeynte van
Romen, (foo de Hiftori-fchrijvers dickmaels fpreecken)
Koning des Rijcks van Italien; die men oock Roomfch
Koning en Keyfer noemt : krijght den naem Augufti, be-
dieningedes Rijcks en weereldts , en recht van de goude
Bulle te gebruycken. Voor den gekroonden Keyfer, wordt
in fijn Hof gedragen de Kroonen van Aken en Milanen,
voor den ongekroonden niet; hoewel de Keyfer foo groo-
ten macht heeft voor de Krooninge, als daer na ; want
fy ffeen macht geeft, maer alleen toont wat recht hy door
de\'keiir ontfangen heeft. Dit zijn de principaelfte puntten

Dtiyfßandt.

V

S

Ttjdt der
Kenïf.

Ccvemmen
dtrKromn-
ge.

Kroon»

Scepter,
^ppel,

Kleedt,

Kejfers
£edt voer
de Kroo-
vingc.

J<[ae de
Kreofiinge,

De Krom-

J)esKeyfers
pjflcht.

LANDT. 4

en ceremonien, (bo van de Keyferlijcke keur als krooninge.
Men is oock gewoon een houte brugge te maecken, en die f^reughdc
met roodt laecken te bekleeden, waer over den Keyfer
teeckenen
met de Keur-vorften en den gantfchen ftaet van de Kercke
naer\'t Hof gaet, daereenheerlijckbancketgereetis, met
veel tafelen, aen welcke iegelijck na zijn qualiteyt fit. Soo
haeft de Keyferlijcke Majefteytmet de treyn over de brugh
is,wordt het voorfchreve laecken om ftrijdt van de gemeyn-
te genomen. Daer worden oock twee heele Ofl^en op ver-
fcheyden plaetfen gebraden, met allerhande beeften en vo-
gelen gevult, daer van iegelijck neemt dat hy kan : als oock
de wijnen, roodt en wit, die uyt de fonteynen van dobbele
Arents gemaeckt, en uyt vaten fpringen. Van de filvere
en goude penningen die geftroyt worden, houdt iegelijck
dat hy krijgen kan.

Van de Hanze-fteden.

EErtijdts is de wreetheydt der Hunnen en andere Bar-
barifche volckeren groot geweeft in Duytflandt te
quellen , en wiert feer gevreeft, om datfe nu ontrent de
Zee-küften van Saxen, Pomeren, Mekelenburgh en Bran-
denburgh wai;en. Op welcken tijdt, foo men feyt, hebben
de Zee-fteden in Duytflandt, en by de rivieren gelegen, op
fekere conditiën een verbondt gemaeckt, tegen \'t ftroopen
der Barbaren, en tot profijt des koop-handels. In dit ver-
bondt zijn de voornaemfte fteden van de Finnifchen in-
wijck in \'t uytterfte van de Ooft-zee tot den mont des
Rhijns : die haer genoemt hebben de Anze-fteden,
om Naems eor"
datfe aen de Duytfche zee gelegen zijn; oft van de getrou-
wigheydt, die men gemeynlijck met handt-taftinge beveft:
oft, foo andere meynen, van \'t verbondt en t\'famenkoom-
fte,welcke de oude Duytfchen Hanfle heeten,om welck te
toonen, fy een plaets uyt het oude Teftament voorts bren-
gen , want daer de Latijnfche Text feyt; Sy hebben een
Concilium, dat is, vergaderinge gemaeckt: leeft de Hoogh-
duytfche; <5ie ^aktt .O^ttfff« gemac^f. De felve worden
oock Vrye Hanflfen genoemt, om datfe veel vrydommen
genieten. Sy dwalen, diefe Franflfen heeten, en van die
twee namen een maecken. Want wy haer geen
Franßs
notmtriimzti Francos i
welck woordt zijn oorfprong niet
heeft van Anfen oft Hänfen, maer van
Ir mek, \'t welck vry
te feggen is. In \'t voorfchreven verbondt wierden alleen de
fteden ontfangen, die recht hadden van haer poorten te
fluyten en te openen, \'t zy datfe vry waren, oft onder eeni-
gen Prince ftonden.

De Duytfche Hanfa wordt in vieren gedeelt, in de Lu- Deelen dtr
beckfche, Ceulfche, Brunfwijckfche, en Pruyfifchè, en Hatïfe,
heeft
66 fteden ; fes Wendfche, acht Pomerfche, fes Pruy-
fche, drie Littaufche, dertien Saxifche, tien Weftphael-
fche, feven Cleeffche oft van der Marek, drie Over-yfel-
fche, feven Gelderfche, en drie Vrieflche.

Lübeck is het hooft van alle de Hanze-fteden en \'t ver- I-
bont, met confent van de andere, om datfe byna in \'t mid- ^ff^\'cks
den leyt, en bequaem voor de Bondt-genooten by-een
te komen, oock om de macht en rijckdom der
borgeren.
Hier zijn de autentique befcheden des verbondts, en van
de naeft-buurige fteden by-een te roepen. Sy heeft onder
haer vijf Wendtfche fteden, te weten, Hamburgh, Ro-
ftock, Wifmar, Straelfund, en Lunenburgh; feven Pomer-
fche , Stettin, Anclam, Golnauw, Gripswald, Colbergh,
Stargard, en Stolp.

Ceulen aen den Rhijn, is in\'t Hanze verbondt geko- IT.
men in \'t jaer 1481. Sy is de eerfte ftadt van \'t tweede deel, Ceulen,
waer toe hooren de Cleeffche fteden>en die van der Marek,
als Wefel, Duysburgh, Emmerick , Warburgh , Vn, en -
Ham. De Weftphaelfche, Munfter , Ofenbrug, Dort-
mondt, Soeft, .Herfort, Paderborn, Lennep, Bilevelt,
Lip, en Coefvelt. De Gelderfche, Nimmegen, Zutphen,
Roermund, Arnhem, Venlo, Elburgh, en Harderwijk. De
Over-yflfelfche, Deventer, Kampen, Zwol. Ten laetften
de Vriefche naer\'tnoorden, Groeningen, Bol{wardt,en
Staveren.

\' Brunfwijck is de voornaemfte ftadt van \'t derde deel, en III.
heeft onder haer de Saxifche fteden, Maeghdeburgh, Gos- ^rmfwtjk^
lar, Embeck, Gottingen, Hildesheim, Hannover, Vifem,
Buxtehuden, Staden, Bremen,Hamel, en Minden.

C Dantzick,

-ocr page 15-

T.

Y

D

V

N

D

Dantzick, de principaelfte van PruylTen, heeft Konings-
berg, Cohnar > Torn, Elbingen, Brunsbergh; als mede de
Littaufche fteden, Riga, Dorper, Revei, welcke Hoogh-
diiyts fpreken, de andere Swabifch.

Bergen in Noorwegen is oock een Hanze-ftadr. Daer fijn
noch veertien, die, als fommige feggen, in dit verbondt be-
grepen zijn, andere meynen niet, als Stendel, Soltweden,
Berlin, Brandeburg, Franckfort aen de Oder, Vratiflau,
Cracau, Hal, Afchersleben, Quendelburg, Halvérftat,
Helmftadt, Rijl, Northeym,^en Dinant in\'t landt van
Luyck, om de yfer- en ftael-mijnen.

De macht van alle defe fteden t\'famen-gevoeght is grootj
Crantzius verhaelt veel heerlijcke daden der fel ver. \'t Is fe-
ker dat door hulpe der felve eertijdts fware oorlogen en twi-
ften der by-liggende Koningen en Princen fijn nedergeleyt,
en vrede is gemaeckt, om dat partyen wel wiften, dat hy
foude gefterckt worden, dien defe fteden wilden toe-vallen:
foo dat dit verbondt langen rijt geweeft is äls middelaer van
vrede, en beforger van de gemeyne ruft, in Duytflandt.

Haer haft- Sy fenden hare waren, als tarwe, rogge j wol, wafch, leer,
hennep, vlas, peck, teer, ftael, yfer, droogen, en gefouten
vifch, eycke en dcnne bakken, maftboomen, en alle \'t gene
in doN^oortfche landen tot behoef der menfchen waft,naer
Nederlandt, Engelandt,Vranckrijck,Spanjen,Italien : en
om dat defe waren te beter door de gantlche weerelt fouden
gevoert worden, hebbenfe met veel vryheydt, in verfcheyde
plaetfen haren ftapel verkregen, en daer oock groote huy-
fen geftelt, bequaem om de goederen te bewaren, en den
Koopman te logeeren. De vier principaelfte daer van zijn
Novogrod in RuflTen, Londen in Engelant, Brugge in Ne-
derlandt , en Bergen in Noorwegen. In defe Koop-fteden
mochten woonen en handelen, alle die in de Hanze-fteden
geboren waren, en den vrydom genieten van \'t Duytfche
verbondt, nae de wetten by de fteden, en de Hanze-ge-
fanten bedongen. Onder welcke waren, dat de Jongmans,
die daer opgevoed wierden om de Koopmanfchap te lee-
ren, moeften vertrecken als fy begeerden te trouwen, doch
mochten haer Koophandel drijven door haer faéteurs. In
elck huys was een Conful oft Ouderman : defe met fijne
Byfitters was als de Raedt der Koopmans, en hadde een
Secretaris, Rent- en Hof-meefters, met andere nootlijcke
dienaers. Defe Raedt gaf alle faecken aen den Magiftraet
van Lübeck te kennen, en dede recht in allegefchillen j
van wiens vonnis men alleen mocht appelleren aen andere
Hanze-fteden.

Henrick de III Koning in Engelandt, heeft in\'tjaer
1250, Londen tot een Hanze-fliadt gemaeckt. De naevol-
gende Koningen hebben oock geordineert, dat de Koop-
mans van dit verbondt met geen nieuwe Tollen, Schattin-
gen,oft eenige andere laften voortaen fouden befwaert wor-
den ; maer in alles den vrydom, haer eertijdts gegunt, be-
houden,om dat fy de felve Koningen getrouweÜjck in fware
oorlogen geholpen hadden, te weten,in de gene die Eduard
de III voerde tegen deFran^oyfen. Welcke ordinantie
met een fonderling Placcaet beveftight is, en van Richard
de II, Henrick de IV, de V, en de VI heylighlijck on-
derhouden. Daer nae, als de Engelfche met de Denen
oorlooghden, en de Engelfche Schepen in de Ooft-zee
genomen waren,hebben de Engelfche oock t\'feftigh Deen-
fche Schepen genomen en berooft, welck de oorfaecke ge-
weeft is van een drie-jarigen oorlogh tuflchen de Engelfche,
en Hanze-fl:eden : die noch ten laetften neder-geleydt is
\' te Maeftricht, in \'tjaer 1474 , door toedoen van Hertogh
Karei van Burgundien, die Eduards fufter getrout hadde.
Van die tijdt hebben de Duytfche omtrent Sojaren in En-
gelandt haren vrydom genoten, onder Eduard de IV, Hen-
rick de VII, de VIII, en Eduard de VI i hoewel die van
Dantzick dien wat verftoort hebben. Haer huys hiet het
Stael-hof, om datfe menighte Stael daer brochten; \'t welck
nu niemant geoorloft is, dan die de Koning dat gunt. De
vrydom aen \'t Stael-hof
verleent, fijn met de zegelen van
veertien Koningen beveftight. De principaelfte privilegie
was, datfe maer een en drie
quart ten hondert voor Tol
fouden betalen, en van andere fchattingen vry fijn. Daer
tegen moften de Duytfche een poort der ftadt, die men de
Biffchopfche noemt, befchermen, als Londen belegert
foude worden.

, Bmj,". De Hanze koopluyden fijn te Brugge komen woonen

IV.

Damzicki

Bergen.

Macht der

Haazeße-

•den.

del.

Vier voor-
mme koop
huyßn.

1 Londen.

ontrent het jaer 1x61-. Hier heeft de koophandel lange ge-
duert , met groot voordeel der Bruggelingen, tot datfe den
Roomfchen Koning Maximiliaen fchandelijck in den kerc-
ker gevangen geftelt hebben, nae datfe voor fijne oogen fijn
voornaemfte dienaers gedoot hadden. Want fijn vader, Key-
fer Frederick de 111, is met de macht van \'t heele Rijck in
Nederlandt gekomen, om het ongelijck van fijnen foon te
wreecken, en heeft de haven van Brugge geftopt : waer
door de Duytfche koopluyden vertrocken fijn , den gant-
fchen koophandel t\'Antwerpen in Brabant gekomen is, en
de Hanze-bontgenoten haer huys daer geftelt hebben. En
nademael boven den vrydom van Jan d^e 11, Hertogh in
Brabant, den bontgenoten vergunt, en van Hertogh An-
toni daer nae beveftight, de goede genegentheydt enau-
thoriteyt van Hertogh Philips, door \'t verfoeck der Lu-
beckfche, die van Antwerpen bewillight heeft de Hanze
koopmans in te nemen , hebben de felve bontgenoten
terftont haer Collegie daer gehouden, en een heerlijck en
wel-gelegen huys gebouwt tuflchen twee wateren, alwaer-
fe haer eygen recht en Raedt der koopmans hadden , op
feeckere conditiën, tuflxhen de Magiftraet van Antwerpen
en haer gemaeckt. Dit fchoon gebouw ftaet noch ter tijdt,
en wordt gemeynlijck het Oofters-huys geheeten ; maer is
"weynigh bewoont, en dient om foldaten in te leggen, als \'t
noot is, tot befcherminge der lladt. Het fchijnt dat de
Godlijcke voorfichtigheyt die van Amfterdam met de koop-
handel gelieft heeft re zegenen, welcke koopftadt nu allen
anderen in Europa te boven gaet, door menighte der koop-
lieden, macht der fchepen, rijckdom der borgeren, kloeck-
heyt der Schippers, wijsheyt, rechtveerdigheyt, billickheyt
en goede regeeringe des Magiftraets.

De derde wooninge der Hanze bontgenoten was Novo-
grod in Ruftten, een groote ftadt, gelegen 40000 treden
van Novogrod in Lijflandr
, 3<ïooo.van Plefcau, 22000 van
Mofcou, der Ruflen hooft-ftadt. Hier hebben de Hanze-
fteden voor 500 jaren haer koophandel gehadt; maer is om
de wreetheydt en ontrouw van de Vorft Joannes Mofci tot
Revel gekomen, daerfe oock niet gebleven is. Want in \'c
jaer 1558 hebbenfe haer plaetfe te Novogrod in Lijflandt
genomen , alwaer de Engelfche , Nederlanders en Fran-
fchen fterck quamen handelen. De Meefter van de Lijf-
landfche Orden heeft dit qualijck genomen, en daer over
geklaecht aen Keyfer Ferdinand de I, dat hier door \'t Rijck
ongelijckgefchiede : maer\'tgene gedaen was, moeftge-
daen blijven.

De vierde refidentie was Bergen in Noon^^egen, daer
meer tekenen van \'t oude verbondt overigh fijn, als elders:
maer allengskens is haer handel vermindert, door de gierig-
heydt van den Deenfchen Adel, die gelockt door \'t profijt,
onder Frederick de 11, felver koopmanfchap deden, en
\'t profijt der KoopHeden naer haer trocken. Als die van Lü-
beck , met de andere Hanze-fteden, hier over klaeghden,
by Frederick Koning in Denemarcken, heeft hy belooft
hare vryheden met Koninglijcke trouwe te befchermen,
maer is die faecke niet wijders gevordert. Want hy heeft
toegelaten dat de Deenfche ALtlel met hare Zeevaert de
koopmans neeringe bedorven, en te niete gedaen alle de
Ambachts-gilden die by de Nederlandtfche bontgenoten
woonden , en den felfden vrydom met haer confent ge-
bruyckten.

De oudtheydt van dit verbondt is foo groot, dat men
qualijcker bewijfen kan , wanneer fy niet geweeft is,als wan-
neerfe begonnen heeft. De oudtfte memorie daer van ftaet
in \'t Placcaet van Henrik de 111, Koning van Engelandt,
gemaeckt in\'tjaer 12o5, welcke nochtans eenen ouderen
oorfprong te kennen geeft; want in \'t felve wordt gefeydt,
dat de Hanze-fl:eden den Koning veel fchepen gedaen heb-
ben tot hulpe des oorloghs, op befpreck, dat de Koning
met geit foude betalen, die vergaen, genomen, ofte gebro-
ken fouden worden. Dit is foo wel geluckt, dat de Koning
door hare hulpe fijne vyanden verwonnen heeft : maer in *c
weder-komen fijnfe meeft door ftorm gebleven. Als de Ko-
ning de fchepen niet betalen konde, is hy met de Duytfche
Koopmans geaccordeert, datfe in fijn Rijck vry fouden han-
delen , Waren in en uyt-voeren, en maer een ten hondert
voor Tol betalen. En begeerde dat defe vrydom onwe-
derroepelijck by hem en fijne nakomelingen foude zijn;
Uyt dit accoort bemerckt men twee faken, die de outheydt

van \'c

Dm na te

ylmivet\'

pen.

3 NovO\'

gyod.

4 Bergen in

Noorwe\'

gen.

Oudthep
des ver-\'
hondts*

-ocr page 16-

D V Y T S

van\'tHanze-verbondt getuygen; ten eerften, datfe toen
machtigh geweeft zijn, om met een Vloot fchepen de Ko-
ning te helpen : en gemerckt datter niets fchielijckgroot
wordt, rnaer allengskens de macht en middelen waffen, foo
is \'t niet mogelijck, oft het Hanze-verbondt is lang voor
dien tijdt geweeft. Ten tweeden, aengefien de Koning
klaerlijck in\'t felve befcheyt feydt, dat hy de vrydommen
(van fijn Voor-ouders gegeven) beveftight,blijcktgenoegh
dat defe Bontgenooten voor fijnen tijdt machtigh geweeft
zijn: want door Voor-ouders verftaet men Vaders, Groot-
vaders , Over-groot-Vaders, en die voor haer geleeft heb-
ben. Dc derde bewijs-reden der oudtheytis, darmen meynt
dit verbondc ingeftelt te zijn tegen de Hunnen ; gemerckt
dan dat de Hunnen, die te voren door \'t heele landt liepen,
en ftroopten, daer na van
Henrico f^ucupe tot aen den Do-
nau gejaeght zijn; foo fchijnt dit Hanze-veirbondt (gedue-
rende der Hunnen ftroopen) gemaeckt te zijn, voor de
tij-
den
van Henrick.

In de ordinantiën van dit verbondt wordt de Duytfche
Koopmans geboden, datfe in de Barbarifche landen geen
goudt oft filver fullen laten brengen; maer foo met haer
handelen, datfe voor haer Waren gek nemen, en de Barba-
rifche Waren met haer Waren betalen.

De macht der Hanze heeft metter tijdt, door den toeval
van andere Duytfche fteden, foo aengenomen, datter, foo
men feyt, ten tijde van Henrick de III, Koning van En-
gelandt, twee-en-tfeftigh getelt wierden.

Defe Bontgenooten zijn lange fonder een Opper-hooft,
met groote eendracht en profijt, geregeert van kloecke en
verftandige bewinthebbers. Daer na, om de ecre en macht

Tèeclzentn
van de
oudthejt
des Hanze
verbonts.

t

.7

Ordinan-
tie.

Macht.

OppeY\'
hooft.

LANDT. s

van haer verbondt te vermeerderen,hebbenfe de Groot-or-
dens-Meefter in Pruyften tot een hooft gekofen, om dat hy
een Prince des Roomfchen Rijcks was, en naby gelegen,
mede dat hy bequame havenen hadde, en hem meeft daer
aen gelegen was, datter geen wapenen, yfer, oft gelt in Mof-
covien foude gevoert worden, daer men Lijflandt mede
konde befchadigen. Maer foo haeft Albert van Branden-
burgh , in\'t jaer 1525, Pfuyften Sigifmund Koning in Po-
len onderworpen heeft, is hem dit eerlijck Ampt ontno-
men,om dat de Hanze-fteden haer van \'t Rijck niet mogen
fcheyden, gelijckfe oock geen andere als Rijckfe fteden in
haer verbondt mogen nemen. Naderhandt heeft de Ko-
ning in Sweden defen Titel verfocht, maer \'t is hem afge-
flagen,om dat hy geen Prince des Rijcks was,hoewel hy den
Bontgenoten feer profijtelijck fcheen, om de gelegenheydt
van Lijflandt, daer in hy veel fteden befit. Om de felve re-
den hebbenfe de Koning in Polen niet begeert; noch oock
den Koning in Denemarcken,al was het dat hy hier toe be-
quaem fcheen , om den mondt van de Ooft-zee, Eylanden
en Zee-fteden, en voor Prince des Rijcks mocht gehouden
worden van wegen\'t Hertoghdom Holfteyn. Als daerna
de oneenigheyt tuflchen de Engelfche en Hanze foo toe-
nam,dat haer te Londen \'t Stael-hof van de Engelfche ont-
nomen wierdt, heeft de Koning in Spanjen, in \'t jaer 1
door Gefanten de Hanze fijn hulpe aengeboden; op voor-
waerden, datfe met de Engelfche niet fouden accordeeren,
en met de Vereenighde Nederlandtfche Provinciën geen
verbont maken. Tot noch toe hebben de Engelfche en
Hanze geen vrede wederom können maken.

-ocr page 17-

* » «

m

T i

S

l\'J

ï\' S,

*

«

y I\'

V

. I

■J\'

«

ï

•/•i^-

1

s

!n

-ocr page 18-

Het Hertoghdom

MER

P O

E N.

Et Hertoghdom Po-
meren ftreckt fïch
verre Janghs de Ooft-
zee , en is in haer ey-
gen tael, die Wends is,
Pamor^i genaemt , en
noyt van andere volc-
keren bewoont. Het is
vlack en effen , met
weynigh verheven ber-
gen, vruchtbaer , vol rivieren en fonteynen.
Daer fijnfchoone beemden, genoeghlijcke wey-
den , dichte bolfchagien, vol van alderley wildt.
Behalven het tamme vee, dat aldaer in over-
vloet is , geeft dit Landt oock honigh , boter ,
vlas, hennep, en andere waren , die Itadigh naer
alle quartieren gevoert worden , en de inwoon-
deren verrijcken. De ftrandt is aldaer foo vaft
en fterck, dat men geen vloeden van de zee be-
hoeft te vre efen.

Pomeren wordt verdeelt in Opper en Neder ,
ofte Hoogh- en Laegh-Pomeren, door de Oder
die tuffchen beyde loopt. Neder-Pomeren
ftreckt naer \'t ooften , en begrijpt de Wandalen
en Caffuben j Opper-Pomeren, het Hertogh-
dom Stetin en Wolgaft.

In beyde defe deelen fijn feer fraeye fteden,
onder welcke Bard niet deminfteis. Defe noe-
men fommige nae de Longobarden, andere nae
de riviere Bartze , die daer dicht by in de zee
loopt, eerft vermengt met de riviere Bekenitze.
Het kan wefen dat de Longobarden, diebyde
Bartze gewoont hebben, den naem vande felve
riviere hadden. Sy is gebouwt,
foo fommige
fchrijven , in het jaer nae de geboorte Chrifti
1079 , welck oock beveftight wordt met de oude
regifters der Stadt. Men feydt, dat de Longobar-
den in die tijdt, treckende om het eylandt Ru-
gen in te nemen, defe ftadt op hare ftrandt ge-
bouwt hebben , om dat de plaets tot de koop-
handel feer bequaem was. Sy is lange onder het
gebiedt des Hertoghs van Wolgaft geweeft, en
een voorname koopftadt van die contreye. Daer
nae hebben de Hertogen van Stetin en Pome-
ren , aengelockt door
de gelegenheydt der
plaetfe, de felve met groote privilegiën begif-
tight, en Vorftelijcke refidentie vereert, en daer
gebouwt een feer heerlijck en koftelijck Paleys ,
met een Hooge-Schole en Boeckdruckerye, en
met een feer luftigen Hof verkiert, welcke niet
alleen met verfcheyden bloemen, kruyden , en
inlandfche vruchten, maer oock met veeluyt-
heemfche planten is befaeyt en beplant , tot
eerlijck vermaeck der burgeren. De marckt is
feer groot en bequaem voor de inwoonderen
en koopluyden j daer worden alle dingen, noo-
digh tot net onderhoudt der menfchen, over-
vloedigh verkocht, om desvruchtbaerheydt des
landts en gelegenheydt der zee. Deinwoonde-
Ten fijn konftige Ambachts-luyden en kloecke
Duyt^andt,

Vrmht\'
hoer hep.

Dceing,

Steden.

Bard.

Negotianten. Het landt daer rontom gele-
gen, is feer vermakelijck en vruchtbaer, heeft
veel meiren en wateren, waer deur de koop-
manfchappen gevoert worden , fchoone wey-
den, groote boomgaerden , dicke bolfchagien,
koftelijck zaeylandt en ackers, daer uyt men
heeften, hout, vruchten , tarwe, vifch , voge-
len, honigh, wafch, wol, vellen, leeren, ea
andere diergelijcke dingen met menighte haeir:
foo dat met recht de doorluchtige Hertogen
van Pomeren haer Hof en woon-plaets aldaer
geftelt hebben. Sy leydt drie mijlen van Strael-
fondt , feven van Roftock , en foo veel van
Gnpswaldt. Men kan van daer feer bequaem
naer Rügen en de eylanden van Denemarcken
varen. De middelen van Bardt beftaen in geldt
en koophandel, die iy feer fterck op Denemarc-
ken , Norwegen, Sweden, en andere plaetfen
met groot gewin drijven. Sy handelen oock op
verre landen, met wiens waren haer ftadt ver-
kiert wordt j en brouwen goetimakelijck bier ,
dat fy met profijt in andere fteden verkoopen.

De Hooft-ftadt van Pomeren is Stetin , feer
geneughlijck aen de Oder gelegen, en foo ver-
maert, dat de Hertogen van Stetin in Pomeren
haren naem daer van hebben. Hetisfeker, dat
de Wenden, welck een woeft , wreedt en wildt
volck was, hier eertijdts woonden j gelijck noch
de fommige van haer overgebleven op de dorpen
getuygen, die niet meer als de naem van haer
oude vromigheydt behouden hebben. Som-
mige trecken dén naem Stetin van fekere volc-
keren uyt Duytflandt , Sideni genaemt , van
welcke Ptolemseus fchrijft. In \'t jaer 1115 fijnfe
Chriftenen geworden , door Otto Biffchop van
Bambergh, en het exempel van Wartiflaus de I,
en fijn twee Sonen , van welcke het Bifdom tot
Wollin ingeftelt, en de kerck van S. lacob te
Stetin gebouwt is. Defè ftadt is van alle dingen
tot onderhoudt des menfchen wel verfien;
want daer koorea , hout tot brandt, huyfen
en fchepen te maecken, oock vifchrijcke rivie-
ren met menighte
fijn.

De Oder is daer op verfcheyden plaetfen met
bruggen overleyt, waer van eene ftreckt naer de
voor-ftadt, daer feer groote kooren-fchueren,
en timmer-werven fijn , bequaem om fchepen
te maken, om foo op de rivieren als ter zee te
gebruycken. Over de grootfte brugh reyft men
naer Dantfick,langs een wegh daer toegemaeckt.
Men vaert van daer tegens ftroom naer Franck-
fort aen de Oder. De ftadt is bynae vier-kant,
rondtom met wallen , grachten, poorten en
toorens wel verfien. De voornaemfte kercken
fijn die van S. Maria, S.Nicolaes, en S.lacob.
Hier fijn veel marckten , de Nieuwe, de War-
moes , de Paerde, en de Vis-marckt. Het Raedt-
huys is dicht by de kercke van S.Nicolaes, op de
nieuwe marckt, waer van rechte wegen naer alle
de deeleu der ftadt loopen. Het grootfte ^ieraet

D is

-ocr page 19-

A

-ocr page 20-

N.

M

O

R

is het Paleys, oftPrincenhof, fookonftighen
heeriijck gebouwt, als eenigh in Italien. Philip-
pus en Barminus, Hertogen van Pomeren , heb-
ben daer in een School voor de jonckheydt ge-
flieht , en die met de inkomften van de kerck
S. Ottho en S.Maria begift , met vier toefien-
ders , ofte Curateuren uyt den Raedt, en drie
Diaconen verfien. De eerfte Hertogh van Stetin
is geweeft Bugiflaus 11, die geftorven is in \'t jaer
onfes Heeren 1222. Defè heeft de Slaven en
Wenden\'overwonnen, en haer tael, manieren,
en wetten verdelght, ftellende in haer plaets
de Saxen. Ontrent het jaer 1313 heeft War-
tiflaus de II11, Hertogh van Pomeren, Wolgaft
en Stetin, welcke Koenraed de eerfte, Keur-
vorft van Brandenburgh, ingenomen hadde, we-
der verovert. Op wat conditiën het gefchil tuf^
fchen Bugillaus Hertogh van Pomeren, en Al-
bertus Marckgraef van Brandenburgh, om het
Hertoghdom Stetin nedergeleydt is , kan men
by den Hiftorie-fchrijvers lefen. Stetin is een
van de voornaemfte Hanze-fteden, wiens vry-
heydt van de Vorft, oock in de ftadt woonende,
niet gekrenckt wordt. In \'t jaer 1Ó31 heeft Gu-
ftavus Adolphus, Köninck der Sweden, hem van
defe ftadt verfekert, als hy met fijn leger door
Straelfundt naer Duytflandt trock.

In het Hertoghdom Wolgaft ofte Bard, is de
ftadt Gripfwald , vermaert door de geleerde lie-
den , en de Schole van alle vrye konften, ge-
fticht in \'t jaer onfes Heeren i45<5.

De ftadt WolUn was eertijdts de grootfte van
Europa, en een koopftadt der Wenden , daer
de RufTen , Deenen, Saxen, Sarmaten, Sweden,
en andere natiën haer menighvuldige waren
braghten. De inwoonderen , fiende dat door
den grooten koophandel de Chriftelijcke Reli-
gie toenam, hebben fcherplijck verboden, dat
niemant van de vreemdelingen van eenige nieu-
we Religie foude fpreken, welck de oorfaeck is,
datfe alderlaetft tot het Chriften geloove geko-
men fijn, en daer toe gedwongen njnde, in het
jaer 980, fijnfe daer nae dickmaels afgevallen,
principael in\'t jaer ioó<5,wanneerfe alle de Chri-
ftenen gedoot hebben , en tot het Heydendom
gekeert fijn. Ten laetften heeft Ottho BifTchop

I

t,

l:

if

CripfipaU.

WoUirt.

van Bambergh , door hertelijck verfbeck van
Boleflaus Hertogh in Polen , en de Koning van
Denemarcken, wederom het Euangelie der fa-
ligheydt door gantfch Pomeren gepredickt, met
foo goed fucces,.dat de drie Princen en Broe-
ders , Ratisborus , Bugiflaus, en Suantepolcus
den H. Doop met de Chriftelijcke Religie ont-
fangen hebben. De eerfte BifTchop van Wollin
is geweeft Adelbertus. Maer om dat de ftadt ge-
duerigh met oorlogh van de Deenen gequek
Wierde , en feer vervallen wa$, heeft men goedt
gevonden den BilTchops-ftoel nae 30 jaren tot
Camin te ftellen. Dit is het eynde geweeft van
die oude en vermaerde koopftadt; gelegen om-
trent het groote haf van Pomeren , daer de drie
rivieren Panou , Zum en Dirvinouw vergade-
ren.

Straelfbndt is oock een vermaerde ftercke Strad-
ftadt, gelegen aen de kant van de Ooft-zeeeer-
tijdts hadtfe haer eygen Hertogh , die fy den
Vorft van Bardt noemden, daer na hebben de
Hertogen van Pomeren geregeert : weleer iffe
verdeitrueert van Simon Hertogh der Francken ,
fone van Cleodemus, en in \'t jaer 1209 weder
van Waldemar Koningh in Denemarcken ver-
nieut. Voor weynigh jaren is fy van de Keyfer-
fche, onder het beleydt van den overften Wal-
fteyn , belegert, en leerbenaut geweeft; doch
heeft hy, nae vele en fware ftormen te vergeefs
daer op gedaen, moeten vertrecken. Korts daer
nae heeftfè met Guftavus Adolphus Koning
van Sweden een verbondt gemaeckt, en Sweeds
guarnifben ingenomen , en haer met buyten-
wercken meerder verfterckt. Wineta is verde- ivimtd,
ftrueert van Conrad Koning in Denemarcken,
in \'t jaer 1030, lagh tufTchen\'t Swin eß^t eylandt
Rügen, en was de rijckfte van alle de zee-fte-
den. Daer fijn andere fteden, als Neugardt,
Lemburgh, Stargard, Bergard, Camenez, Pub-
lin, Grifenburgh, en aen den oever Colbergh ,
Camin, Collin, Sund, Pucx, Revecol, Lovens-
burgh en Hechel.

Dicht voor Opper-Pomerenlightheteylandt
Rügen, waer van de Kaert en befchjijvinge
volght.

n

-ocr page 21-

Het Eylandt

V G E

R

N

Vgia ofte Rügen , is een Zee-ftranden van \'t uyterfte van Pomeren en
Eyland des Balthiichen Lijflandt, ontrent den
SmumVenedkum. De eerfte rorficn,
ofte Swedifchen Zees, Rugifche Vor ft, daer de Hiftorien van fchrijven ,
welcke de Duytfchen is geweeft Crito , een machtigh Prince, die ge-
de Ooft-Zee noemen, leeft heeft ontrent \'t jaer Chrifti i loo, ten tijden
om
datfe naer \'t Ooften Swantidori Hertoghs van Pomeren, wiens doch-
ftreckt : aen de eene ter Slavina hy ten houwelijck nam. Men feydt
fijde is \'t gekeert naer dat defe Crito oock geweeft isv Vorft van Hol-
Denemarcken in het fteyn en Dithmarfen , en Lübeck gefondeert
Weften en in \'t Zuyden heeft. Als defe op een feecker gaiT:mael ge-
ftreckt het hem langs de Pomerfche fteden, weeft was, en wel befchoncken, eenlaegedeu-
Bard , Straelfund, Gripswaldt en Wolgaft. Eer- re meende uyt te gaen, en daer over met het
tijdts was het veel grooter , toen het Eylandt hooft buckte , wierd hem van een Deen ( die
Ruden noch daer aen vaft, endoor een kleyne te voren veel heymeli jcke liften daer toe aenge-
gracht, die men met een ftock konde overfprm- went hadde ) het hooft met een bijle afgehou-
gen, daer van afgefcheyden was. Doch heeft de wen.Nae fijn doot occupeerde Ratze fijn Vader
woefte enongeftuyme Zee, in\'t jaer 1309-, alle het Vorftendom Rügen , in\'t jaer 1 io<$, \'twelc-
\'tlandt, met kercken, torens en huyien, tuf^ ke fijne nakomelingen geduyrighlijck en fon-
fchen Rügen en Ruden gelegen, dat hem wel op der interruptie befeten hebben, totopWartis-
ander halve mijie ftreckte , verflonden en laum , met den welcke in\'t jaer 1351 de ftam der
overftelpt; en is daer tegenwoordigh fulck een Rugifche Vorften is uytgcftorven , en dit Har^
diepte, dat oock de grootfte fchepen vry elijck toghdom gekomen aen de vorften van Pome-
daer mogen varen , en wordt genoemt, de Nieü- ren , uyt kracht van feecker compaót tuffchen de
we Vaert. Princen van Pomeren en Rügen gemaeckt 3 waer

Dit Eylandt Rügen is rontom met de Zee in expreffelijck bedongen en befioten was ,
beloopen, heeft feven mijlen in de lengte en in dat wanneer van \'t eene Vorftendom de man-
de breette de omloop, foo die recht rondt ware, nelijcke ftamme quame te ontbreken, als dan de
foude, nae den regel der Landt-meters, ontrent Vorft van het andere Hertoghdom cifgsnaem
21 mijlen fijn 5 nu is\'t niet alleen met veel groo- en eygenaer daer van foude wefen. De Vor-
te en kleyne Eylanden en Pen~infuien ofte ften defes Ey landts waren eertijdts feer mach-
fchier-eylanden onderfcheyden, maer oock met tigh, en conquefteerden niet alleen buy ten dit
foo veel inhammen en wijeken der Zee , die Eylandt veel Landen en Steden, als Bard, Grim-
tot in\'tmiddelfte van\'t Eylandt komen, dat by man, Tribbeream ^ maer voerden oock by-
foo verre iemandt die curieufelijck wilde aen- nae geftadigh. oorlogh tegens den Koning van
mercken, foude lichtelijcken in der daetbevin- Denemarcken , en de naeby-gelegene Vorften
den, dat de circumferentie ofteommeloopniet van Pomeren j ja vreefden oock niet die van
minder is als
70 mijlen. Lübeck te tergen en te beoorlogen ^ derhalven

Dit Eylandt is feer koorn-rijck j want gelijck fy van wegen hare macht en wreetheydt by alle
Sicilia, nae \'t getuygeniiTe van de Ouden, den nae-buuren ontfien en gevreeft waren. En hoe-
Romeynen een koornfchuer was , alfoo is nu Ru- wel eertijdts dit Eylandt veel ftercke envolck-
gen voor de fliadt Straelfundt en deomHggen- rijcke Steden en Kafteelen gehadt heeft , foo
de plaetfen. Alhier fijntamelijckveelPaerden, ifler nochtans nu geen meer, ais alleen eenige
Offen, en Schaepen , maer een ongelooffelijcke kleyne Stedekens en marckt-vlecken, waer on-
menighte van Ganfen , die uytermaten groot der dat Berga wel \'t voornaemfte is , alwaer
fijn. Daer en fijn geen Wolven , oock geen Rat- nauwlijcks 400 burgers gevonden können
Wor-
ten,- hoewel onlancx in \'t halve Eylandt Witto- denj de andere, alsSagart, Vick, Bingft, en
via eenige gekomen fijn, die men meent dat al- de andere, fijn geringer : anderfms is dit Ey-
daer uyt de fchepen, die op de reede lagen, ofte landt noch tamelijck volckrijck, foo dat het
door fchip-breuck, gelandt fijn, wel 7000 gewapende mannen ter oorlogh fou-

De inwoonders defes Landts worden noch he- de können uytruften. In het halve Eylandt laf^
densdaeghs Rugii genaemt, waer van oock het mund, niet wijt van dien wal, die men noch te
Eylandt felfs, en in Lij flant de ftadt Riga , ge- defer tijdt den Borch-wal noemt, is eenfwart
legen aen de riviere Rubone, die men nu ter tijdt diep meyr, het welcke hoewel het overvloedigh
Dune noemt , defen naem behouden hebben,
viffchen heeft, foo wort\'er nochtans geprelu-
Wat een machtigh en groot volck datdeR«^ii meert, en fuperftitieufelijck gelooft, dat het
geweeft fijn, blijckt uyt den heyrtoght Odoa- niet foude lijden eenige netten ofte viffchers
cri in Italien , die \'t felve gantfchelijck ver- fchuytjens: en om fulcks te vernemen, feyt men
woeft heeft. Defe Rugii hebben ten deele be- dat eenige dnvertfaegde viffchers een fchuytjen
woont de Eylanden der Noord-Zee, en langs de daer in gebracht hebben , meenende des an-
Vuytßanät, E dereo

Grootte
nrtiidts.

Grootte m
.ur tijdt.

Vrucht\'

hAtrheyt.

Jfiwm\'
ders.

-ocr page 22-

2 K E

A

G

P O M E

y

Ifl

:y

SVLA AC DVCATVS

accuratiiïimè deicripta ab EXubino.

A^ectnßmt utrum^ lotus Harotumv et Npiilmnv
a,nti^uißstmarutn jnmiliarum in Itßiia. Mu^m haii:
tawtiunv^juectoy al^habeti oriinenVyJt^^niw.

iO

to\\

UFormamie

mmmmmmummm/mmmm

dz

^liltAriO\' Qerma-nicA. cottimu-ntoy.

. I

10 \\

5"

^ glamheT<^

Vil

/■"^J^efenm

O

3anukevitz

<1

\'Srandsht^en

Isikf

ii^wn Og,s3i„. o-l
OZusmtitz n,

uhher

ßtzm^^

Stalhfff

^""J-^tnruhsJi^eti ^

\'Rcinehylki.

_ O. O JCahhvtts-^

^emps

grifßi» isL

^utdcn.-hyula ohm
\'Tcahtinins cum J^M^

P JL -R S O

S^anlowerJM^en

O

^mtren

i).

J\'enentufdifc\'hc hetd

\'eto-u)

Qhcl^s
JLeis \' ^

A

di
£Uem ,„

Amiterdami

^puA. Cuilielmmrv Oihteim> ^psetitUl ,,

-L C\' ■ ^ .^^^t^waïd

lEEkrati

■Zl

Starrcwtti? WltÉOW

3anclfer

° iJ \' * c -bumper IVt.

■frun^er IPïck
■^inus nautis jJaUe^—^

\'oyrewdckA.

bde ^h.}

mmtz O
, \'ïarclmir ^ O vto
^
létTchups rjjjdnurif^j^^f
{ O o^
\'^eicrvitZ\'

Uewes

. O \'

O X.gruJm

xO oj

O J

iDashevttz,

f^tUevitz-

oyTwiiff^

Schimdt ^^

irchmv

j oQMß^ctl.

iRade

^efen 5 /O ^diehitzKo "" ^ ailU

.QH0efel\\ Cmtunßl

^ ^^ g.Wkfvu

•jiy.

Yq Swncndaif
-Wusfe

. Iv XJ"

EÜerhAt^ . ^ ,

Stnumansl
^ ^ahitzj n

I Swet^K^ \\ ^jBMevitz^

Duvi

. O

i^ntiênfée ■^^•^Suschevits^

dcki^\'^A

ra O

Landaus - q

, O

^^ _ ^^ Strete
Cmevit&, o^ipsc

CraitsO ^ --\' i

^VitM-f y,. ..p-\'i"::

^rjifurkentz^

Vo^pdvitz O fH^iinti"^

\'.fneVitz

G O fx A

\'BeraeU/é A ••• - ^ o - ^ " ^.o X.

Scherpe O

, OUevéf o^owmmvc

Gr.Stuhhen ®

Se^ehaien.

\'Tifrekett

^Sadiw Seiten

^^^ O®«/?

Ol

/ JieMeviJchM

-ocr page 23-

V

deren daeghs oock de netten daer in te brengen,
maer en vonden de fchuyte niet. Sy daer over
verwondert lijnde, en over al foeckende, heeft
een van hen de fchuyte vinden ftaen op eenen
hoogen beucke-boomj en roepende in fijns moe-
ders tale : Wat duyvelen hebben defe fchuyte op
defen hoogen boom gedragen I foo heeft men
ftracks een ftemme gehoort van nae-by , fonder
nochtans iemant te fien : dit hebben alle duy-
velen niet gedaen , maer ick alleen en mijn
broeder Nichel. Van timmerhout om fchepen
en huyfen te bouwen , is hier groot gebreck,
doch om te branden overvloedigh genoeghj
want ontrent lafmund een groot bofch is, dat de
inwoonders Stubbeniza noemen , \'t welck foo
veel te feggen is, als een verfameUnge van boo-
men en hout.

In dit Eylandt fijn oock veel oude Adelijcke
geflachten, waer van fommige haer begeven tot
oeffening der wapenen, andre tot fludeeren,fom-
mige oock in vreemde Landen in Koningen en
Vorfl:en hoven , Academien en krijghstoch-
ten , de welcke , als fy haer alfoo verfocht heb-
ben , hchtelijck raecken in haer Vaderlandt,
als oock in de naeft:-gelegene Landen, tot de
hooghfle digniteyten, foo in het Politij ke, als
Geeftelijck. De conditie der boeren in dit Vor-
flendom is oock verdraeghlijck, die maer ee-
nige fchattinge aen haer overheeren betalen,
en noch eenige dienflen daer voor moeten
doen. Oock fijnder wel fommige onder haer ,
die naulijks met eenige fervituyt befwaert wor-
den. De inwoonders hebben eertijdts in \'t ge-
bruyck gehadt de Slavifche ofte Wendifche ta-
le , die fy gemeen hadden met de Pomerfche.
Sy waren oock foo hartneckigh in haer afgode-
rye, datfe de laetfl:e geweefl fijn van alle de na-

R

■ist.

LétntlHj"
üen.

Religie.

G E N.

tien, die aen de Oofl-zee woonden, die de Chri-
flelijcke religie aengenomen hebben ,• namelijc-
ken ten tijde van
Ludoiptcus Pius, CaroJi Magni Sone,
ontrent het jaer onfes Heeren 815; doch fijn
haeft wederom afvalligh geworden , de Chrifte-
lijcke religie in een vervloeckte fuperftitie ver-
anderendcj want fy S.Vit, een Patroon des kloo-
fters Corbey in Weftphalen , en een dienaer
Chrifti, in plaetfe van den Heere Chrifto fèlfs,
die fy verlieten, voor een Godt gehouden en
aengebeden hebben, dien fy Swantovit noem-
den \'y \'t welck een gedenck-weerdigh exempel
behoorde te fijn , om de Heyligen niet met
Chrifto in eenen graedt en eerbiedinge te ftellen.
Ter eeren van defen richten fy op in haren ko-
ftelijcken Tempel een vierhoofdigh beeldt, het
welck van alle de inwoonders en rontom gefe-
tene nabuyren, ge-eert en aengebeden wierdt
De Koopluyden , die in Rügen landeden, of-
ferden aen het felve \'t koftelijckfte dat fy mede
brachten. Dit beeldt was van grootte als een
menfch, hadde geen baert ofte hayr, en ge-
kleet met een langen tabbaert tot op de hielen,
hebbende in de rechter handt een beecker, als
een hoorn gemaeckt , vol nats ofte vochtig-
heydt, en in de flincker een booge met pijlen.
Ter eeren van defen afgodt wierden 380 peer-
den opgevoedt, onder welcke een fneeu-wit was,
\'t welck niemandt befchrijdenmocht als de op-
3erfte Priefter \'t felve houdende en gebruyc-
, cende als een waerfegger, om toekomende din-
gen te voorfeggen; en is dickwils des morgens
van hem vertoont geworden , in de ftal, feer
befweet en beftoven, uytftroyende dat Swanto-
vit het gebruyckt en bereden hadde in den ftrijt
tegens de vyanden der Rugianen.

, I

F

M

(

I-

t

-ocr page 24-

DEN

NEDER-

V

S A X I S C H E N

K R E Y

T

S.

Et Duytfche Rijk,
gelijck wy te vo-
ren gefeght heb-
ben^is in verfchey-
den Kreytfen ge-
deelt : maer nade-
mael die van Ne-
der-Saxen heer-
lijck uytmunt om fijn groote en wijde
uytfl:recking,foo hebben wy voor den
goetgunftigen Lefer, om fijne begeer-
ten meerder te vernoegen , een befon-
dere en nieuwe kaert van de felve
Kreyts hier bygevoeght ; op dat hy
met grooter kenniffe foude können
befpeuren, hoe dat de deelen oft le-
den van defen Kreyts aen eickander
fijn gevoeght en grenfen : want in den
felven fijn begrepen de Aerts-Bisdom-
men van Maeghdenburgh en Bremen;
de Bisdommen van Hildesheym, Hal-
berftat; Lübeck, Ratzebourg, Schwe-
rin , en Sleswijck j ja felf de Koning
van Denemarcken , ten opficht van
\'t Hertoghdom Holfteyn: de Herto-
gen van Brunswijck,Lunenburgh,Lau-
wenburgh , Mekelenburgh en Hol-
fteyn : de Graven van Delmenhorft;
en de fteden Lübeck , Hamborgh,
Northaufen , Mulhaufen in Duringen ;
Goslar , en Gottingen : foo dat de
grootheydt en uytnementheyt defer
geweften haren eygen lof mede. bren-
gen, en wy het onnoodigh achten vele
woorden te gebruycken om die
te
vertoonen en bekent te maken , nade-
mael fy van haer felf vermaert fijn.
\'t Is
genoegh de grootfte faken alleen te
noemen, om te veroorfaeken, datfe
\'tverftant met hare heerlijckheyt ver-
vullen. Laet ons hier een tweede en
krachtige reden by voegen , te weten,
dat wy hier na de gemelde landen in
\'t gemeen en befonder in verfcheyde
kaerten fullen vertoonen, en yder met
hare befchrijving verrijcken.

Vuytslant,

E

Het

-ocr page 25-

flKi/en O sSiel

\'........

Sweibe I«ie

.ehjui

lahilam fume 2).

, Minden

^-^eieX

\'Stift

vui-a^e i -^iMiii wen

H o-

^y^emtorci

StSiattwäitefck

p o V e or. d e ^Hi ^^ ^

M A R i: GE RMAISTI-

C U M

. \\ 1 H

^ J ?

^ 3

-jBroel^iudX^^^
-^rieicrct

MUd

asarei^t lyyj ^

^ r^^r\'^^-Ärs o......

Htfo-i.rliS

______________.»wtJSZ.«^

\' \'J\'ervort Evä\'

W^K Ml .^titei?—- ,

.^^iyeftvcrrt^

m a r 11 a

> C ^ T T7 S

/

......

Ipeyne

JtjmcUer^^ y/ TV -»"r ^

......

"" ^\'jgijOAeWii

cZT^^\'^U^s^^-\'- ^ .......

,, Steynucf.

Man S-

iMa«

\'Xrim\'

^ £

^ J -

F B I. D

Gartow

Schnaiaißiir\'ci

I

\'ilte^U

S T

iiircb

\'iamAer^

COM.

Jisrniitf^

ÄlfTS^Ir T

JDVCATVS.

SioteJ^ -r. rt 1

SvMu .(Koltoclc

<

J»..... -^ravOx,

\'"MS?

^ Siemen-
EBarb

.Arttehur

Schartuhe O

A^ a lAB B TT n a,

.....yj^ \' .

petthaveit\'

TT\'RiG,^

Sow

fWaleti ®
lamen. ®

loi-riesior

\\

^ GortxU I ^oV\'-^

T) Jä.

isS«

^^Kare

\'fi^B^aßn.

I N F E RI O RI S

SAXONIA

m

. iercli"
Holtz Mun^n .^

^^teniyrdi o

Gyhum.
\\\'^otautr (oierJtaJen^C\'"

»\'V f J- o J .

O Hovens

. -pv , TT^m^Xaaretyiet^ O ^ ©

f J

Jil ^ ^AT jiji^c

Hell

hmlau. e a^B

o -SorVii

. ^.egeberg Z^Zj^i^\'T ^^ft^xS^

A

TTTS.^

Y/ Oflero/

Sc%amie&

„ V

. . .. .

^n^olovfihß^^\'\' <0 -—^

c

\' emeren

nOtxer

Stolte

CI R C V L V s\'.

A"

SiralfuiiJ

\'^^ovA o

a M M\'liirTinnam

xa I

55

If

-ocr page 26-

M

V ;

il.

^

bi
f

V-

Î

. 1

I

tr

> • C-I

\'i

r-
t :

n

f

Sr

f\'

7 S,:

V

■•-sSEiSHESZS

-ocr page 27-

; \'l

8

Het Hertoghdom

CKLENBVRGH.

M E

Vden.

Otiie in"
woondeyen*

Vrpicht-

Steden,
Luhtck-

Antfch Saxen wort in van Saxen en Beyeren, Henrico Leoni temeer
Over en Neder Saxen als hyklaeghde, dat, door den opgang van defe
gedeelt. Tot dit hoo- nieuwe ftadt, de Koop-handel van Bardt min-
ren de Hertoghdom- derde, en de Lunenburgfe fout-keeten fchadc
men , Lunenburgh , leden , door het fout dat van Todeflo in alle
Brunfwijck , Lauwen- plaetfen vervoert wierde. Eenen anderen Heer
burgh en Mecklen- bekomen hebbende , is fy, door wijsheyt van de
burgh, welck waerom kloecke Raedt, gewaffen, die, door tufTchen-
fbmmige
Megapolenjem fpreecken des Hertoghs van Saxen, lichtelijck
noemen , een Griecx van Woldemaro Koning van Denemarcken
woort daer van maeckende, weten de Geleer- verkregen heeft, datfe vry in fijn Koni ngrijck
de niet, gemerckt de Griecxfche tale niet ge- mocht handelen. Nae dat Leo in den ban was
woon is diergelijcke woorden te maecken. gedaen, is Lübeck van Frederico den I belegert,
\'t Wort by \'t meefte deel der Latiniften
Ducatus gewonnen , en onder \'t Rijck gekomen. Nae
Uegapolitanus geheeten. wiens doodt fy weder Leoni gegeven is. Defc

In oude tijden is \'t een deel geweeft van oock geftorven fijnde, ilfe verwonnen van Wol-
\'t Koningrijck der Wenden : ftreckt in\'t Noor- demaro , des Konings Canuti broeder, Her-
den langhs de Ooft-Zee, in \'t Ooften aen Po- togh van Slefwijck, en onder\'t gebiedt van den
meren, in \'t Weften aen de Elve en aen Hol- Koning van Denemarcken gekomen. Maer als
fteyn, en in \'t Zuyden aen de Marek Branden- iy te hart regeerden, hebben de Lubeckfche
burgh. haer in befcherminge van Frederick de 11 ge-

De eerfte inwoonderen worden ghenoemt geven, en van hem verkregen haer oude vry-
Beruliy Ohotriu, en met eenen generalen naem heyt des Rijcks. Van dien tijdtiffe getrouwen
JT^wif^/f, oft Wenden.\'t Heeft fchoone en wel volftandigh gebleven onder \'t gebiedt van
bewoonde fteden. In voorige tijden lagh aen
\'t Roomfche Rijck, en heeft van deKeyferen
het Swerinfche meyr de oude ftadt Swerin, voor fchoone prijfen van haer getrouwigheyt ver-
Lübeck, Roftock, Straelfund, enWifmarge- worven. Anno
1238 ilfe door eenen groeten
bouwt. Aen het felve meyr light het dorp Fichel brandt bedorven, welck veroorfaeckt heeft dat-
5000 paiïen van de Zee , door welcke naege- fedehuyfen niet meer met riedt, ftroy,oftbie-
iegenheydt men eertijdts onderftaen heeft de fen gedeckt hebben , maer met pannen van
Ooft-Zee in dit meyr te brengen, maer te ver- aerde gebacken. Anno
1408 hebben fommi-
geefs j gelijck gefchiet is onder de Roomfche ge oproerige burgeren haer tegen den Magi-
KeYfcvenmQtlßhmoCorinthiaco. Itraet opgeftelt , en de oude Burgermeefters

\'t Is een feer vruchtbaer landt, volkorens, verdreven: en heeft de ftadt toen gefmaeckt,
bacrheyt. boom-vruchten, viffchen, vee, en wilt. hoe veel daer aengelegen is , vaia ervaren luyden

Dit Vorftendom is in de laetfte oorlogh van geregeert te worden derhalven oock de oude
Duytflandt vanKeyfer Ferdinandus de II ver- Raedt, alfle weynigh tijdt daer nae van Key-
overt, en aen den Hertogh van Friedlant gege- fer Sigifmundo herftelt wierde , met grooter
ven j maer daernae van Guftavus Adolphus blijfchap van de goede Gemeente weder ontfan-
Koning der Sweden ingenomen, en den Her- gen is. De authoriteyt van deMagiftraetinde-
toghvanMecklenburgh gereftitueert. Ie ftadt is feer groot en geacht, waer toemen

Devermaertfte fteden fijn Lübeck , Roftock , niemandt kieft als mannen van groote wijf.
Wifmar. Lübeck is een groote ftadt , door heydt , ervarentheydt en voorfichticheydt.
gelegenheyt , muuren en haven verkiert , Daer fijn twaelfBurgermeefteren, alle gefproten
door koop-handel vermaert, rijck van particu- uyt de geflachten der Magiftraten. Van dcfe
liere en gemeyne gebouwen foo datfe met re- kan men niet appelleren als aen \'t Roomfche
den geacht wort de voornaemfte van alle de fte- Rijck. Lübeck is door de fituatie en wercken
den aen de Ooft-Zee j en hoewelfe niet ftaet heel fterck. De muuren en bolwercken ftaen
onder het gebiedt van den Hertogh van Mee- in \'t water vaft op geheyde palen en bakken,
klenburgh, niet te min behoortfe tot dit Landt. Daer fijn twee lange ftraten, waer aen over bey-
Lübeck luyt ibo veel als
Lobeck , dat is , den de fyden komen kleyne nederfackende ftraet-
hoeck des lofs. Sy leyt daer de rivieren Suarta jens, waer door alle de vuylicheyt aendeeene
en Trave te famen komen. Men gelooft datfe fyde in deTraVe, aendeanderefydeinde Wa-
haren oorfprong heeft eensdeels van de Cim- kenis geworpen , en de ftadt fchoon en reyn
bren , eensdeels van het ftedeken\'Swartou by. gehouden wordt. Daer fijn fchoone kercken
de Zee gelegen. In haer opkomen heeftfe veel de Dom van S.Ian, de Collegiaten van S.
Mal
geleden: want in \'t jaer 1158 iffevandeWen- rie, S.Iacob en S. Pieter, en andere verciert
den berooft en verbrant. En om dat Adolph, met hooge torens , vergulde fpitfen, en met
GraefvanHolfteyn, die niet konde befchermen , koper ofte loot gedeckt. Men feydt\'dat defe
heeft hyfe gegeven den machtigen Hertogh ftadt z ijo treden lang is, en 1300 breet.

Dimßc^näP, F Wifmar

-ocr page 28-

UJ\\

liiiM^JiiiJiliiifc.

MEKLE^BVRG

D V C A T V s .
Au(5lore loanne Laurentero
-io.

.it"

OX^tnjjel

■ \'Ci \'\'\' \'i
\\ ^tf

OCaimtz ^
Q Seiuehif

\' \'Snmekcn.lurjt

\\to

^"lüenia^^ - O

^r^Rûuei-sha^\'

jS«^

nJWewifch 0£l,iiii\'

fLicUenhaijeit^

Volkersh^en
.......

\'^Tichmv

- Hnijistarp

O Cniktni\'

^ «Is,

^itnishûvet ^

,0,

JlelUenäoi^ O
^Lf&arfz. jTm^st

t O^&arfz, Xmst
(Batt^lkaw
O

O O

lannevitz,

„ \\ I Miaelsltufv ^

Oipm\'erstoif ^ ^

m

$ Ol. Crin.

•Q\'^sfih O

(Bansaw _ __

^ ^loiAin. O
jllias0u> \'Rosetthaj^tL^

D ohlin, OTcisked(ii-£

O * \'

^ O Gnemer
^ Slnfi\'n-

.jle \' ^
ËwickiÉ

^ImShatstr - -

_ Deivn
Schme^etdsT^.

\'BLrckhu
\\Tramitn4e

THirnewitz

sêha^e/v ^

\'atenitz y ^^BJinckendarp
^tfikid^r^^ \'Doftiershi^etLO

^"-^der^cU .

^erlm

° / O O \'Boyoelinf OZ^.^

O / Si^seiv O\'Hensaw O ^ /^OUjCalen

O -7? tuimelt"-

ro ^^

■"^endor^
Q ® Gminshaw

f-j - --Wahmbirp t- t, A

TiW O
^tnmil\'iendor^ 4,Xùnb0rch

llûherch
O

^ J O -Ejf.v/^,« O
\\Landski-öri

ro lutte,tstarj,^ f^t\'O Wi
/(lï/\'^ Tlttllciw O Schuhnb^rch ^ oC

" Greshfw _ -

f\'j\'nitze

_ \'ürtzow

O ^B/its" ^^ « K^ertinse sii\'crshiigei

W\' .........^ilJui

■Eornstorpshajen, ^ Tastorp gsg^^ SrStite»- O

m

V^ybel

Tarsew ^

Drisjpate J-aeste^ ~

oV^l^td O jTap^etirst ojft. Tunut o ^ft®,

Gr..£ixm, q^/^; O jC« J^fep» ^^^ Steritcheiy

•ld- --\'H®

^ ____ o^tó^

Uirlcemtz
G-nskau\' ■

Lvbeck-

^\'Ji\'audiw

JlieiuSrt

C!i/ck/pu

O.«,

^J«!\'T^jJ^t^\'ï _ O Cnmtm^oeï
W o SchonçTeU

üo^^äin. x^iavoihe

CronsUatnp O
Jloltzati.

O\'Ji-uthei " Lehtfn ôû-^îl

¥

Criwitnotv
% S teellid
3 ^l\'arlitz

"t/inl O

O miihd^jd^o jj

JJchhin- msM\'irtifi^^ ^ifi Selle

rtO

40 \\

&r.&rei\'t^ JT^^^-U\'eitstarj) J O ireAf\'-eds j^nimel\'»- Grmttzpw

Wisman ^^^^-o ^ ^

Lanjetumit^ -ö- ^ o , ïBff/fw «

nVahb^n, \'\'^W^Iiem\'n-

^ OZinßtfw Sepshn^ai\'^ Jtlaltznmo " ^ Ó Vndenvelde

......

SiJdick

Cohn, 1 ^^

HuUw^ JCohlat^k Xl\'^^O^"

O

Wis nier

y -neWism.

\'Xantfftv

......... O

,0 Tare-ÄOTfii - Gf.:i&Ue

Schanan, ^fmdau\' O

V

(Belotv
O

oVitmiste

Sttmttfi,! j.jf-

Xoesten. O O

av „ , - Grambow .er

O ƒ

/

THunmer

M rj ^ Ctavete \'

_ O CllenharA

^aßi«^ ^ .0 X Sparm.

Tajr^e

Tof\'tim

O

Gr.Dahef kotv

J)evtt3_ _____ ,

0%_____

. . _ , . jTitUaborch

^rcdohe ^opzm- » i

O O ojfast m^cndor^\'

s C^^^ J^Oïn?«^/ O - i

Swasdar-

"\'O

O O .

Grantzin Vl\'fciÄ

°&linekc \' -- - Lifidehekc

JCtulunv
Dan

Capelle^-\' Zcpptn- „ ^

\'ayske

WKiÊSKhoiie -

itX ^Oldehoff^ ■ Q g^^^ß V

Lentzk^^
Sihberin,
O -Dar^etutze

JSrefckciva

OSure

(^^^Clodderaeit.

Tlae^

® -W^rtoa il

O^ammeretz Trcßier O
- - , O 1 ^

Ijan^ehcids

Gammelin,
\'Band^

, y - GiOhhcnitz

zexûw
ro O

O

Grantsm-

O

Dannehcke

Clmrl\'i^^
O-Koß
Ol

oGraHtzm,
Or.-BemQ

\'Baßktnf O
■Ti\'tbetulorf

xzéF ^

^oitzenbora X^/^Uerßnixw Lanjeheid. ^

ÖflP^Ä"^ f ^^Btucb^r -Veßi^u ° O Heide

^o s Sretó/I. Swechotf O \'JciA\'"

Lateraen,

O

^aketidarp

Muritz
lac us.-

O

Tadditv

Ojlla.

luhitz

^mmiflggfflg^g^^^^ildehrantsha^en

Rome

Xentzit^

lefh

htevitz Lacq^ _ J
JZartevitz Ä®

-Jftendorp

H\'okze^aern.Jf

Stuer ^ y. O

Jlinscfu- ^ Clohzowé
Tcmuch^ Zet^eri^ Damhëke oJfedehow i

^ ^Gnenrcstorp

Garmtz

-^"Kohd

Stats

, Gantzkow

TJqflunv o . "
Gadens

aetiaW

O ^alitz

Garlitz

Carttz--\'ib. or\\ó \'TfïendarP ^^^^^ oV^n/tn,

:Britze 11. -Xiehiß ^^ ^ T^^J ^-Vcltzlw ° o

iWa. ^ O zuhczotu h.

.. Sachfcn ■

4

^^ - o-

Mtcna,

P ia ^OldefoJ^

GramentifV ^ Trtpliend
isx iCL

St^aßendorp

i-alkow O XLabsin, ^ f^Mravael q

Zitßotc iL Brnnptv oSowcknie Jlentin

Trttzlick Mollenbeke „111

rlaisUe^ O.O-\'f\'crM

^r^. CWo 4

Crammtn- ^ O fe

^ \'?nHn- o j£oner1and. . Jf^huß

O*^ ^""\'iHt\' 0 0 ^-Kokentzin

111\'

O

fïte ß

old TCrentzlin,

O ICr^vitz

Gr.Trebhow

Q-W^\'her^t ®

ç^Wokulc

W ^ I

Xenitz
^Daiehtv

TioMait \'

"Ttiàmesdurp

ThontSwarts .

, Tripert o
L ■ Stnßnv

Dimitz -O-

F A K s .

\\to

Trihterhoic\' Radßrt

Ii^\' ^ ir B t\'e.-^ rive y^acnfi^i\'^

MW/- c r Grtttel ToCrinïtz -^ó,,
i -^^T^GrSmolen. ^Sokelrade

O Oy^Mjß ^Görnitz
ViZ.Smölen, f

Miliaria Germanica, comm.
Jiilùiria-^^Mica, communia,.

H\'olfflwll \' J
\'Brandhve
o

\\oJloer

Lanj^cdorp

S. Rogier^ icul^

\' O Lentz

m

20

1

J"

50

30

zo\\

m

S:

^EEC

IEEE

[33-

333:

32EC5S

333C

-eh:

333:

3333

® -, . -^ohanä. ^
Clabcni\' _ ^reshn.

Cladern-
O

ty^nm^ fß«? «ïobCï/tfQ Ja _ " Iqßüldarp S

Goldehow

- Jlivaw StiJurW

■O
\'Ras tow.

IClenatv

^ O i L,

Gaelen \'fjCo ^ m

20

zo\\

30

zg

■ so

■10

zo

^o

IBTTniiir
pJDerïDars.t

f\'Siùë

■ iw^i

k

^Q^endûr^
•3 Sale

-ocr page 29-

M ECKLENBVRGH.

Wifmar beduyt, in de Saxifche oft Duytfche
tale , een feeckere Zee , en is foo geheeten,
om dat de haven aldaer voor de fcnepen een
feeckere en goede reede is. Dat lèker Wilmarus,
Koning der Wenden , haer defen naem gege-
ven heeft , fijn verfierde praetjens. Haerbe-
ginfel ftelt men in \\ jaer Chrifti 1240 , wanneer-
fe gebouwt is van
Gmcellino (die nae Henricum
Leonem dit Landt geregeert heeft,) uyt de rui-
nen van de oude ftadt Mecklenburgh , die men
fèydt geweeft te fijn \'t hooft van \'t Koningrijck
der Wenden. Sy is haeft opgekomen door den
handel der vreemde natiën , en de gelegene
heyt van de haven , om alles uyt en in te voe-
ren. Sy is omringt met kleyne fledekens, die
alles tot \'s menfchen leven noodich haer bren-
gen. By de ftadt light oock een vruchtbare lan-
douw, uyt den wekken van vele jaren herwaerts
omtrent 500 burgeren, dieeygen huyfèn heb-
ben , met lotinge gegeven worden fommige
morgen oft bunderen landts, om die den tijdt
van léven j aren te bouwen en te gebruycken.

Roftock is oock een Wendifche en Hanfe-
ftadt , gelegen in het Hertoghdom Mecklen-
burgh. Sy heeft den naem niet van een Rofen-
ftock oft Roden ftock, hoewel de Duytfche naem
fukks fchijnt te feggen, maer van de vochtige
aerde by deSclaven ( die eertijdts hier gewoont
hebben) Roftzockgenoemt; welcke naem noch
in het groote ftadts fegel met de felve letteren
ftaet. De Poolfche Hiftorie bevefticht mede
den ooriprong defes naems. Sy heeft haer begin-
fel gehadt in \'t jaer onfes Heeren 329 , wan-
neer , foo men feyt, de viffchers, om de gele-
genheydt der plaetfe , haer hutten daer by
de riviere Warnouw gefet hebben : maer
God-
fchalck, der Obotriten Vorft,heeft daer een ftede-
ken gebouwt. \'t Is feecker dat
Pribifiaus de 11, fo-
ne van Nicolitus de xL en laetiie Koning der
Herulen, de felve in \'t jaer
1160 met muuren om-
singelt , met grachten verfterckt, en tot een
ftadt gemaeckt heeft, uyt de ruinen oftover-
blijffèlen der nae bygelegene ftadt Kefïin,
van haren Prince Henrico Leone vcrwoeft en
af-geworpen. Haer lengte is ii66 treden , de
breedte 82j , de ommeloop jooo. Sy is niet
veel minder als Lübeck. Dcfe ftadt is in drie
deelen gedeelt, het oude, nieuwe, en middelfte.

fc- ;

l

: r

; t ^

Roflock-

f- f<

: - (

^ i

Binnen Roftock fijn feven bruggen, waer van
eene door outheydt vervallen is. Van demerc-
kelijckfte faken, die hier ekk feven gevonden
worden, is dit dicht:

&tm ©otett t^o ©tnt SHariew Äatcfe/
&mn @tvatm mn t>e« gtoofcn SJïatcfc /

©f^ote foo t>m ga^n t^o £ant>e/
@ct)ctt goopma«^ bruggen bt) tim lïranDe /

?omc foo op t^ett JKa^tßuß fïam /
&mn W l>aet t)agri|crc« flm i

£(nt>en op t^en S\'iofeit gmDctt /
©aé fm(
w 9iojïocfct: tmnm mttm.

De treffelijckfte geflachten fïjn de Monckes,
de Cosfelder, de Frefen, de Nacht-raven, de
Lowen, deWijfen,deKrufen, dcRoden,van
Zelowen , van Otbergen, vanZeynen, van Aa,
\'Witwen, Grone, Gropeln, Kerck-hoven , van
Baggen, Buke, Katzouw, Macken, Grentzen.
De fladt mach gouden en filveren munte flaen«
De Magiftraet beftaet uyt 24kloecke mannen,
uyt wekke vier Burgermeefters gemaeckt wor-
den , Overluyden oft Dekens der Ambachten
en Gilden, Schout, en Rechters oft Schepens.
De Hooge fchoole heeft niet meer rechts en
vryheydt , als haer van den Prince en Repa-
blijck gegeven wordt.

De mindere fteden van dit Hertoghdom fijn,
Suerin , Parchim , Lubit , Plawc, Gaftrow,
Butzow , Kröpelin, Bruel, Waren, Ribnitz,
Teffin, Malchin, en meer andere.

Onder vele rivieren fijn de principaelfte, de
Eide en Rehenitz.

Hier fijn oock vele Meyren, als de Swerin-,
fche , Crakoverfche, Planwerfche, Calpiner-
fche , Makhinfche, Cummeroufche, Muritz-
fche , en BaiTouwerfche, met noch veele kley-
ne, waer door dit landt feer vifch-rijck is.

Daer fijn mede veel Bolfchagien vol houts
en wilt gedierte, fèer profijtelijck voor de in«
woonders.

■; !

!:\' r
t\' \'

r. ?

f ï

V «

ii.

i } t-

>. \\

-ocr page 30-

9m

9

Het Marckgraeffchap

BRANDENBVRGH.

^^ Marck-graeffchap
votckerm. mM ßÄ Brandenburgh is eer-

tijdts van de Wanda-
len bewoont geweeft,
wekker woonpketfen
fich uytftreckten van
de Elve af naer \'t oo-
ften , tot in de Heer-
lij ckheden en Landen,
die .nu die van Mec-
■ klenburgh , Brandenburgh, Pomeren , Bohe-
men, en Polen bewoonen.
T^Mtrt. De naem van de Marek Brandenburgh komt
van de hooft-ftad, die,als fommige feggen,eerft-
maels
Brennehurgim is genaemtj hier op heeft
Georgius Sabinus , in de befchrijvinge fijner
reyfen, ooghmerck gehad, als hy feght :
Italiam quando digrejfus ah urhepeteham ,
A Duce qu<6 Bremo condita nomen habet,
Carolus Magnus heeft defe vokkeren lang
beftreden ; maer Henricus Auceps heeftfe over-
wonnen, by winter tijdt, flaende fijn legerplaetle
op het ys, en befettende de ftadt daernae met
Saxens.

De fiicceflie der Vorften defes landts is ver-
fcheyden geweeft ; want als het geflacht der
Marckgraven uytgeftorven was, heeft Ludovi-
cus Bavarus in \'t jaer 1319 dit Vorftendom aen
fijn Sone Ludovicum gegeven. De Beyerfchen
hebben \'t daernae, in \'t jaer 13Ó3 , verkocht
aen Keyfer Karei, fijnde oock Koning in Bo-
hemen. Van lohan Kareis Soone, is dit Marck-
Graeffchap gekomen aen lodocum en Proco-
pium,Princen van Moravien. Iodocus,met fchul-
den befwaert, heeft het felve verpant aen Wil-
helm Marckgraeve van Meylfen. Eindlijck
heeft de Keyfer Sigifmundus, in \'t jaer 1417, in
\'t Concilie van Conftans, \'t felve aen Frederick,
Burgh-grave vanNeurenbergh,gegeven. Voor
eenige jaren regeerde over dit landt,met fonder-
linge voorfichtigheydt, fachtmoedigheydt, en
mildigheydt, die feer geprefen Heere Wilhelm,
wiens fone Frederick Wilhelm nu fijn Heer Va-
ders plaetfe loffelijck bekleedt.
Crenfen, In \'t weften paelt de MarckgraeffchapBran-
denburgh aen Saxen, MeyiTen , en Meckelen-
burg; in \'t noorden aenStetin, Pomeren, en
Caffuben 5 naer \'t ooften aen Polen en Silefien ^
en in het zuyden aen Bohemen, Laufnitz, en
Moravien.

Vmht\' Dit landt is feer vruchtbaer , voornamelijck
bMtheydu yan koorn , geeft oock overvloedigh wijn j het
brengt mede voort coïû^jEtitem oft bloedtfteen,
Xiflum, en meer andere edele fteenen.

De Marck-graeve van Brandenburgh is oock
Keur-vorft des Rijcks, en wordt onder de rijck-
fte en machtighfte Vorften van Duytflandt ge-
rekent,als die boven de Oude en Nieuwe Marck-
graeffchap, oock vele Steden in het Vorften-
dom Laufiiitz en \'t Hertoghdom Silefien befit.
Diipßandt.

Hegeemie.

Defè geheele Marek wort gedeelt in drie dee- Vetli-^e,
len, te weten, in de Oude, Middel, en Nieuwe.

De oude Marek begint van de Luneborger-
heyde , ftreckt tot aen de Elve, en paelt aen de ^^^^^
Bifdommen Maeghdenburgh , Halberftad , en /i^arcki
Mecklenburgh. Der felver inWoonders waren
eertijdts de Senones, Suevi, oock op fommige
plaetfen de Angrivarii en Teutones. In dit gewe- ^^^^ ^
fte liggen feven voorneme fteden, als Tanger-
monda aen de Elve, alwaer de Angra ofte Tona-
gra haer water in de Elve verHeft; eertijdts een
woonplaetfe van Keyfer Karei de IV. Steindall
is de hooft-ftad van defe Mark. Soltwedel,in twee
fteden, deoude en nieuwe verdeelt. Gardleben,
met het kafteelEifchnip genaemt. Oofterbiirg ,
Werben, en Steenhauien , miflchien van de Se-
nonibus alfo geheeten. De andere geringere fijn
Arnebergh met het flot, aen de Elve gelegen ,
Bifmarch, Beufter, Bueck, niet wijdt van de
Elve gebout j Malba en Letlingen, wekke oóck
Letzolinga genoemt wordt. Daerenboven wor-
den hier gereeckent fchoone dorpen.

De Middel-Marck neemt haer begin aen de MMet--
andere fijde van de Elve, en ftreckt haer tot aen^\'*^\'"^\'
de Oder, en aen de riviere Suevum ofte Spree;
was eertijdts bewoont van de Suevis. De hooft- StedeH.
ftadt hier van is Brandenburgh, daer van het
Marckgraeffchap den naeiti voert^ fy is genoegh-
faem vermaert, en light aen de riviere Havel:
fbmmige willen datfe haren naem verkregen
heeft, en gebouwt is vanBrenno , Overfte der
Fran^oyfen : andere ter contrarie, datfe gefun-
deert is in Brandone , Prince der Francken, en
Sone, van Marcomirus, die omtrent het jaer
Chrifti 140 dit landt onder zijn gebiedt gebracht
heeft. Alhier was eertijdts het Pantheon, oft de
gemeyne Tempel van alle der Wandalen afgo-
den , wekker lommige Zornebock en Swande-
witz genoemt wierden, gelijck deMerfburgh-
fche Chronijke genoeghfaem uyt-wijft. He-
densdaeghs is hier de vierkhare, en \'t gericht
des geheelen landts.. Defe ftadt heeft vele pri-
vilegiën en vrydommen, haer eertijdts van Key-
feren , Koningen, en Vorften verleent, gelijck
blijckt uyt het beelt, dat in de nieuwe ftadt ftaet,
het welck de burgers den Roelandt noemen,
houdende in de rechterhandt een bloodt
fwaerdt. Nae Brandenburgh volght Rathenau
aen de Havel j Spondauw, met het Fort aen de
riviere Spree j daer naeColn, en Berlin, twee
fteden door de riviere Spree gefepareert ; al-
waer hedensdaeghs des Princen hof is. Franck-
fort is oock een van de grootfte en voornaem-
fte fteden, feer genoeghlijck aen de Oder gele-
gen , die feer vifchrijck is , en aen de ooft-zijde
voorby de ftadt loopt : de andere gedeelten der -
ftadt fijn met luftige heuvelen en uytgelefene -
wijngaerdenbefet, daerfe wijn af maecken, die
in Pomeren, Denemarcken, Pruyflen, en andere
naegelegene plaetfen gevoert wort. Defe ftadt is

G eeril

-ocr page 31-

•èv—"

Rugenwalde

X

T

£

U M

Bergi

O

■en

!

/

Ru G

OldeVeir

Ta&ferkx

N ^

\'atJu^uJt

Bardt

StralfunJ

a>ßtL

F Colts

r

\'Ufarnemü-

nJ^
\'Tteie.w^ch

Z.nor

O ,

^rimmj^

Belgart

swalcJe

"WblgaÄ

é

Sulu.

Trefbno

"Trtbi^eea

T\'Teria^e

m

"G-Tychc^

\\

if.\'BuUaw

Ttfar^zhw

J,ett£

&Utxs1:crur

Vamen.

lBc6rwold£.,

Mede

Panae^er^

Wollin

^o » V

O Sch^ef^\'"\'

1

, Memmtit,

Cammitt

OlÄKaJeuy

Strameiße

Das

G.Taj>law o
Poldtia.

Calfiit-^

UttUeni,

Xtar^ua-^
S^iettKaiea^

^KnxXam

pi

Vees

IDaharan^

EoflocK-^

Satuw

\'Stthiow j

ï-,

Sra^tnolen-

M

n:

%

TaurcUdor

O

^ Grafehe^

^ Xtdkiiw

V

JSrael-

Q^rtxnhoj^

\'jfew^artea—

\'KercLeltyoL
\'G.Ste;penitz Cantaick

Golncw .

Titt^gercw

/M

saatr

Itu-nacJt.

\'O J)rahent-\'

\'Knjscu

I Vohherttit

I ß-alMer^

yCirfl:

\\

Lan^&nhratz

Jfeher ,

O

Tr.

O flreptowi

Gerden^ i

\'^Sükze

Li^enitz

"jïLndatfi^

f^oltow

■Ti^araitt

E

Haihaiv

Crul

, Jtphbin

O

\'Hamme^

Vcv

f

^^^ Ltthtczit^ x ^

Crlinbt

yS\'a.mhci^

\'BreJettvcUU \' -......

O

Grahhitt.

\'^ehr

ZstttzV

Grittx.! hauß^le.
zee.

Zarsens
O

S^i^el
^Stctcw

Gr. Silher

TCtukow

Garn.

twfg

Crtch-w Wbl^®

Bre/taw

OURefc

Parcllim

o JtaUea-
pSfarrei^k
Stettin

■icniefp

....___

iDatn

^a^tcrmöL

\'"PirUffW

. R

\'Plantch O

I

ViAAhe^ O

Outxia

Dummer

Swcrltv

Xmttze.

Zuhitz

\'Plaufe.

Geldaißaen^

O

G^aachonr

lacp^sJorjp \'

Slufe

R

SoctiaiL.

O

O Swante.

\' CoU/ov)

^etz^Ktf" TCußcw
^Vcmterlc ftS^Jmv^
qe Shm

Stargard

Cammitx

StreUte

^^^ Srlharn. ^j^aw Gr. "

Vferh^i.
- „ O m\'^Mjxavf
hsckhchz m^ ^m Gramks ^

Hurtaw

O

LuLJvTf

An.

nkxertin^

oLevensio
\'derf ^
. ®

"ff :Pmw)w

ojSiul^^dinnsßlt^

, ———Nfei \\ Jiadret^e.

A R C _

Strien

jCdentehi-

O Kummer ^^^Jießadt \'"•t^

\'Ramfiti^ ,

Khnsw

S^\'f

\\ O ^flïtxUsw

Grabow

^Lauihv Crom J ^ \'\'S Tror^p . „-^„^

JLJSÏlSrE B G ZZ " (vudUt. ° sMn-

Selchii«\'

HejpeU-^
CaVjL. Miedeuiad

a^ jj

Geera- //SUena.

Witttlcetu Jülß

Octéi-

\\\'BartumhreJe
VrehtjT

^Stubtt^iUe
Arens-walde

"Rubaher^

Saäetttia.
aZuUev

gCUenäm^i

Vartz "
Clßnhot^

fMuJw

o^^KludeZ

\'lehn

o" )J Cimursw ^^

:UcK

O

___ ^ Mumtav

..........-

Ti-uif

i . ^ ^ - ^

^ JiateaAinf Gerl^alt

Gaalitx -O

t^cte

-eßo»/ ZecldLJt

flÄ^f&i\'»« Xo^ortofen. MehetO^.^

•mtts 0

Vö I ""••..

, vO jTachhära \\". «"

\\ C O V-M I T.

Gtittük O "y
\'Cirifiarfo

Vm.

den,

w

iFmttsur

ICraittzk ^l^it^rjH,^
Kr^htici
^ ^bß^ek O xkje^icr

Sdenrad ^^^^

w^ß

ianen. |
\'^CgUaiv

\'»SietUtx

iWittembSO

O.

jS.o^f"

•Millemher^e o ;
J^Untz

TGßUhccU i

•aetttJutf O

r \' ^--bK/-\'

ICihersdstf
lyßich ^

, O Hmmertitt.

\'ïrat^er^

:B.i1>ttkx

\\\\
\\

Cprlin-

eumhuf Sfy^mOU

/jx^uin

^cïe^rei

VrcUle.

^ß-filo.

trUruhs 1

GeJlttt

\' ^ -Zedenick i

^ Mi^ertèiek -o ^ littjarf e ■ \'

^ Ä^Ä.O O\'fleru.oU ^

\'"\'"\'iff\' O ^^/\'^oA^^Z^-f^Äm ^ev

mriefen

i > vMit.

en—ji^^^filf vV\'^öjtoB/te Nettcitat -rx o

x^jr^.o I

Ne »ei

" <>RttUttül>

J Lewsnow

/

I Saete^w O

MlßelißrßA

yiteZ offewenilinß\'^\'^^jSchwerm.

" HanJerL.

^Sctnui
tt»

t-^ SêUefe«.

-iikmt

s., O,
\'Bark

O l/tt^.

,Geris i

\'U^antikc

rr.ini£

f^y^c Xfreuitt

OLtnaJur/"
^m^k Schwanbf ^

, ,____________ -

> JPrett^e

Siifleuhek

\'T* Jsiancünbey^ T? _

■ c R dassen

\'ta^e

„ O Chade

Hare Wußemettx

WerJe*

I\'

X

\'Tuchum.

ojfrfTfi«\'

\' fc Crents

D^tJ C

C«Di4eii.

a

Wai

oMoic o!

- ^ Walli

\'M ^a^^jA.

avitae Sumlank

"XenJer

Woltner/let

- j/rf-o i r^itze

^uckktthz O \' \' . 1\'

Kiften- Zuiheras

Mdltarta. &e.rtfutftuii^ cammuma...
Äi_£1_

\\TBiritz g ^ilisckern ^ ^ ..Jfc..

s

JHetttx ^ T^ahakx
Gummertt.

^itrleln- o\'

^MägdehurgJ

TJodcteherl

iV>i£r

MilUar, \'^Bran^enhurjtM. ccmmmtia,.

------rr ^ JJirjvö- IB«.«\'

KI o^rejisn.^

Zihef.

KjCüUzenhp "-Wenßcffi

\'Treiitz\'

O

\'i^aytx

Sdé

i

Kemutbe

■Veyentx

\' Teeittt

, Berne

Seremjßtto ac C^^vtu) IBrinc^v
ï\'REDERICO GVILIELMO

! J). G. MARCHlOm BRA^JDÊBVRGICO,
5.R.I. ELBCTORI et ARCHICAMEUARIO,
Boruiïi», lulise, Clivise, Montium, 5tetini, Pome«
Wj
ratii». Cafiutioiottn, VftncLaloi-tttti, et iti jStlefia- \'
Cfoffise, Caftiovi« ac Iagei*iicl<»^i Buci, Btw^- ƒ
gravi O "Norici, Ru^i» Pritic^i , Mafchiae. et Ras / ^
venjbeïgii Topai-chje.^"«.

\\5

Xtejps\'

^yrou

GeMe^nitrl

Berne

Xerirrt

Barb

Fbtx ^ -^l.

Anhal ti

o:Biflelt Steckoy

Defic

Lam .

^Zaken^i

•cHion^iJ

•k"

Jümer <
JiucköväUe-,

^^ " Smi^enderff
—•- lyVeaeivitz

JUrza^ »^ekzhenJe.^

Senjè. Q\'

GurAow

Stürcktnti\' f

J^lercknw

„ .............

thcaÉchr^a-\\J

iCP^otwic-m /r O O .,tT Uavrc» j^jS^ \\ nn\'^tiV/W^V

Pudffv i ^ Jir-ïs?

O

\'jysrttüw

eueiu^" O ^eu^a-

«\'pÄÄtendel "

Vopbu^.

hyüti

D ir C A Tf
B R U S V

Ifemft,

\'Wanne-

/oXitte

^ ^ ■^(\'««äMiSo^o If^iUewaclrt.

Sorch

O ^ ^^^^henwarj.

\'V^arl>lib! \\ aTone

Viritc

f3 "Paißn

Piaren.

^y^arten

\'"^ßnndüjß- <
ßerchjw

Tictz

I Ci

\'^er^ruL

^ 1 v ^ r o\'jsö«\'^

|BRAKDEMBVRGICV51

I Ohi£ Jhhmms Gcé^o^Guflm.lJd/y.\'K.S.

\'lóiaiam\' kiatt,

Surew ,

^^^ Teierkmifen

R

fzeßen.

-ocr page 32-

I

L \'

iri ^ ■

BRANDENBVRGH.

eerfl: in \'t jaer 1213 van Gedino van Hertzbergh
geboot, door het bevel en middelen van ïoannes
de eerfte , Marckgrave van Brandenburgh. Het
is een vermaerde koopftadt, alwaer drie jaer-
marckten- gehouden worden. Hier is oock een
hooge Schole, daer de voornaemfte vrye kon-
ften , talen, en wetenfchappen geleert worden,
van Marck-grave loachim in \'t jaer 1506 opge-
richt, en met veel inkomften voor deLeeraers
verlien. De geleerde mannen , die aldaer geflo-
reert hebben van hare ftichting af, worden van
Sebaftiaen Munfterus verhaelt. De andere fteden
üjn Britza, Belitza, Bernaw, Bellin, Mittenwalt,
Munchsbergh , Bifenthal, Blumenbergh, Bot-
zauw met een Slot, alwaer eertijds de Templie-
ren woonden. Fryenwalt,en Oderobergh,alwaer
Marckgrave Albert, de tweede van die naem ,
een Slot in \'t midden van de riviere gebout heeft,
en de palTerende gehouden fijn den Tol te be-
talen. Frifach, Gerefwalt, Grimmitz,Grunehey-
de, Grunewalt, en Koppenigk j vier des Vor-
ften vyvcrs met de Vorftelijcke floten, noch
daer benevens het ftedeken Lichenum, Purftein
m€t fijn Slot, het ftedeken Bernavigh , en dorp
Mulrofe j het ftedeken ZofTa met het flot, Wrut-
zen , Selovium een ftedeken , met veel meer an-
dere dorpen en buurten.

De Nieuwe Marek wordt gefèpareert van de
Middel Marek door de Oder, omtrent die plaet-
fe , daer de Warta dicht by Cuftrin zich met de
Oder vermengt. De voornaemfte ftadt van de
Nieuwe Marek is Cuftrin, van Marckgrave lo-
han, fone van ïoachim del, gereftaureert, met
groote onkoften verfterckt, en tot een Vorfte-
lijcke wooninge gemaeckt .: de andere fteden
fijn Landtsbergh aen de Warta ^ Koninghs-
bergh , Bernwaldt, en Bernfteyn, een ftedeken
met een flot Bernawich, Bernilicum ofte Nieu
Berlin, Arnswaldt, Tham, Solden, Furftenfelt,
Bramburgh, Driefen, Falkebergh, een ftadt
met een flot op de grenfen van Pomeren gele-
gen ; Kartaw, Lepena, Morinum,SchifFelbenum,
Ofemund , Schonflies, Woldenbergh , Zeden ,
en Zandok.

U i

Gymf?a-
fmtf.

f ?

l\' :
r.
;

l

{

■ f

I ;

I M

Nieuwe
Marcki

Stede».

Andere verdeelen het gantfche gebiedt< des
Keurvorften van Brandenburgh in fèven ofte
acht Provinciën, als Alte-Marck, Mittel-Marck ,
Neu-marck, Uber-marck, Pregnitz, en CrofTen,
alle Hertoghdommen j beneJfFens de Heerlijck-
heden Sternebergh en Cotbus, en een gedeelte
van Laufnitz. Daer fijn noch kleyndere en ge-
ringere Graeffchappen in defe Provinciën, als
Rapin , Vierraden, met de Marck-Graeffchap
Cuftrin. Men telt in de gantfche Marek van
Brandenburgh met de aenhoorende Landen
55 groote Steden, Ó4 kleyne,
16 Marck-vlec-
ken ,38 kafteelen ofte floten , i o waranden, en
i/kloofters.

De voornaemfte rivieren fijn, de Oder, Spree, Rhienn,
Elve, Havel en Warta. By het Carthufer kloo-
fter omtrent Franckfort is een beecxken , uyt
een heuvelken eens wijnberghs komende; al wat
daer in valt, verhardt in fteen, gelijck de onder-
vinding leert.

l

\' L

\\ ,

f f

Ér; !

, !

L t

\'i

r

/

\' !
i\' i i

-ocr page 33-

9>

DE O V D E

K.

M

R

C

E oude Marek neemt liedensdaeglis de oude Stadt genoemt wordt
fijn begin van het Lu- daer toe doende een tooren en een kafteel*
nenburghfche bofch , Doch die is door de Keyfer Henrick, gebynaemt
en ftreckt tot de rivier de Vogelaer , veel wijt-luftiger en heerlijcker
d\'Elve 5 breydende fij- gemaeckt, daer aen bouwende de Nieuwe
ne palen noch verder Itadt, gelijck die tegenwoordigh wort genoemt.
uyt tot het Aerts-Bif- In voegen dat Soltquelle noch hedensdaeghs
dom Maeghdenburgh twee fteden, de Oude en Nieuwe, begrijpt,
en \'t Bifdom Halber-
Gardelegen, gemeenlijck Garlehen genoemt,
ftadt, ja felfs tot Bran- heeft fijnen naem ontleent van
Garda, dat is,
denburgh en Meckienburgh : in voegen dat fy
Wacht der Roomfche benden. Want als den voor-
van\'t ooften tot aen \'t noorden is omvangen genoemden Drufus lijn leger in defe geweften
met de rivier d\'Elve, van welcke fijdefy van nedergeflagen hadde , heeft hy binnenwaerts
het landt van Hiericho , en \'t Bifdom Havelber- een kleyn ftedeken gebouwt, dat de Romey-
gen wordt gefcheyden: naer het zuyden is ly nen
Wacht-Bende w\'an Claudius noemden, waer
bepaeit met de rivier d\'Ore en \'t Aerts-Bifdom uyt nae-der-handt by verloop van tijt defe ftadt
van Maeghdeburgh, en naer\'t weften en noor- fijn oorfprong heeft genomen. De gemelde
den met het Hartoghdom Brunfwijck en Lünen- Drufus heeft oock op de gefeyde plaetlè , op de
burgh. Sy ftreckt fich uyt feven ofte ontrent famenvloeying der rivieren , { alwaer de oude
acht mijlen in de breedte en lengte, en be- Teutones den ouden tempel van
lifis, die ly
helft feven fteden, qamentlijck,
Stendal, Soltquel- Ifauburgh noemden , gebouwt hadden ,) opge-
le, Garlehen, Sehufen, Angermonde , Ofterburgh en recht een fwaer en fterck kafteel, dat hy den
Werben- voorigen naem van Ifenburgh liet behouden.

Stendal is de hooftftadt van de Oude Marek, Maer de boeren hebben dat Die , en de
gelegen fijnde aen de rivier d\'Uchte in \'t oofter Wandalen, als ly naderhandt veel tijts met het
gedeelte , het welck men gemeenlijck
Balfamer- felve te belegeren hadden verlieten , fonder dat
landt noemt. Sy is in \'t jaer 910, ofte, gelijck an- hun mogelijck is geweeft dat te vermeefteren,
dere willen, in \'t jaer 1151 gebouwt door Keyfer genoemt t)te 3fmt ©(^tltppc/ dat is,
Tjere mondt,
Henrick de Vogelaer. Sy is verciert met vier oft Tfere keek.

Parochy-kercken , en een goet getal toorens. Sehufen, ofte eygentlijck Senhufen , als oft
De Hooft-kercke , S. Nicolaes genoemt, is in men feyde
bi^^s der Senones, is door de oude Se-
het jaer 1187 gefticht door den Marquis en nones, die in dele plaetlèn hunne wooningen ge-
Keur-Vorft Henrick de II, Graef van Oofter- hadt hebben,ontrent het jaer vier hondert voor
burgh, welcke naderhandt oock beveftight is de geboorte Chrifti, by de rivier Alande , ge-
door den Paus Celeftinus de Derde. Den ge- bouwt, en alfoo genoemt geworden. De Keur-
noemden Marquis Henrick is Kanonick van Vorft en Marquis ïoannes de Eerfte heeft al-
defè kercke geweeft , alwaer hy begraven wiert hier eertijdts een kloofter der Dominicanen oft
in\'t jaer 1332. Oock heeft hy gearbeyt om in Predick-heeren gefticht.

defe Oude Marek een Bifdom op te rechten , Angermonde, oft Tangermonde, wordt alfbo ge-
doch door fijne broeders , de Keur-Vorft Otto noemt van de rivier
Anger oft Tanger, welcke fich
de Tweede, en Albertus de Tweede , verhin- by defe ftadt in de rivier d\'Elve looft; ofte lie-
dert wordende , heeft hy fijn voornemen ge- ver, gelijck
andere willen , van de Angriyarii, oft
ftaeckt. Wijders is defe ftadt eertijdts niet an- Swaben, die fy naderhandt
Angeros oft Engeros
ders geweeft dan een dorp , verfien met een genoemt hebben , en welcke men gelooft, dat
marckteneenkafteel, dat de Angrivariers eerft ontrent vier hondert jaeren voor de geboorte
gebouwt hebben. Chrifti, defe ftadt, met het kafteel Anger , in

Soltquelle, dat in \'t Hooghduyts genoemt wort het landt der Angeri gebouwt hebben. Oock
en / is eerft gebouwt ge- fchrijven eenige, dat de Romeynen den eerften

weeft in \'t jaer 318 voor de geboorte Chrifti, op grondt van het oude kafteel Angermonde ge-
de riviere leza , door de Longebarden, rechte leght hebben by de moat van de Tanger, ofte
Swaben van de Oude Marek , die de Son voor fijne uytwatering in de ER^, en haer die naem
hunnen Godt geacht, en ge-eert hebben , hou- gegeven hebben van
Angera, godinne der Ro-
dende die plaets als den Tempel van de Son, jneynen. In \'t jaer 1373 heelt Otto, Palts-
alwaer ly het beeldt van de Son dienden. Naer graef aen den Rhijn , Hertogh van Beyeren, ea
die tijdt heeft Claudius
Drufus Nero het oude Marquis van Brandenburgh , defe ftadt met de
Soltquelle beft-ormt, en vermeeftert hebbende , geheele Marek , voor twintigh duyfent Hunger-
een nieuwen tempel van de Son gebouwt, die fche guldens verkocht aen fijn fchoon-vader,
Dujtslandt^ G 2 Keyfer

Stedm.

-ocr page 34-

o Jjut.I/uieny S cheery

J^illiaria^ GermanicAy.

Strife

jt ^ ^

entze

\'V^ùhvittL

r

h^ O/terwoU^ . ^

Xoclio-wr i

J)\\a N n n ° jB n G

Treille.

C o M I T A T V s.

-^clfenicrf ______________________x"\'\'\'\' ^^^

•MOincUeL o jteJtr

Cr. o

^ ^ \'X\'ortetiiek\' O ,

\'V^jfl^Jt- O . > ^ o Zehern.

I Ge^

^éniorjf

CPoUâa^

Zeen^ C

^ohtrJi O otsUhrv

.afoùtitf^^

pJîti^n^Q

(yierivoJde^

J^ojehro^k

StmcnsJorff-
ar-^"^ o ^Lv&tcfsJcrJ^

" ® •SchaJihu/ki-

T^erden^

Scl,^. P R I

Gr.Xailen-

rOKATUS
BRANDENBURGICI

Cédera C

..... i®

PARS

O

i

MARCHIA VETUS

\'Viiyo

AL T E M A R C K,
dicitur.

o "WiLGiack

O

O ^Beufle^r o

o^l, Stehufchejehr

CBlaitmher^

Xede.

jict.lar/îmr

•vhnJ^ Ç! Jjtden,
.n/tel ■

oltweael ® o •Me.kow \'

\'Ritxîeien-

~ \'^ielmerfètL\' "

O

\'X.erhuttv

o

\'^Bi\'untte.

OiamlaU
o

Si^hût^z

\'R^k-t g ......

Stûrrmt^
O IJeueilat

O

.MembeJc

^^^^

Scha-ivoMe- o

o

oftei-lW\'

\'lit

\'y^aAAekette\'

^ M f eh

® ICnutys-mark

m

u

\'y^chtenha^en

, Sandow

G-etmenshqff
■^oheUtz^

p

.. „ O .........................^

........^^

^ymnv ^\'/cfioj^ So O Schihuiek

^^ o Mmanstem- . JT

û o ■y^htlhnraJ^
Smtftxow Qrei^t*^

a.

Iprttz- o\'^^ll^
■i^utktrw

O

Confit

•yfalst

. Schrart^Moh

I^fjTck

w

Schonefeltr
o

Schartute

O o G-r.^iJfo^

.M-oltnke-
o

, jerutnsk

^tden I^atyheK.^

^^ ^ _ ^^^ ^ y ^ " "......................................^

Schmotow
o

CATVSf -^su^B.

\'Mim.

O

O

\'^Kamer

-dit
l\'^^um. Q

> M"

^ "" ^Ji / Gohleh. M^^o-®

JtlaMeh

o ^^erài^îÇ

^oier O AiW O JC, ^^^J^jhi-

Stra

o

K^t^tée

\'Jleber^k «i

•^Ldûx..

■a. o

r^arhoh Çh

Moîke.nier^ OÎ|
O Criyil jl^ C^e o

ZtcittOTV
o

VfûnJtn^

\'^etsrsmat^O

Doenta^ \\ CBanAi)\'}^

\'feny

V

o dhra- o

.Âlerckow

^iotrua-ck o

^^VtettjLf^

Imnuhatxn^

ïrifak

■•.•.■■■.■.■:■■ \'Kletxetv

LantFrùack.
GiirAe-n-

StoUen^ o

LA oiJDT Riîfow.

Sch^Joferji
^ohtrlUthetv.
 y

I /I ^

A R c

«e:

ÉiSch^eùt^

O // y ^ Schemd^ \'B^lt r ^^

^^^^ f\'

^WO (^tendel Ife o

o o®^^ \'^^\'^^tfLj^z^/ ........%

o

Samut,

i^^ehen, Gi)hreti.
O :BuUierj ^ O

G-e-rchtw

^haUften^

o

^aH^ck^

\\ \'Jfojlmtss o o

B V^R G E N\'^ ■■■■■■■ .....

/ y^m^^

o Xennewit!!

O iJÙrt^eU. "^^^iidarf °

ieena^i ^

Schotuiay q .f|

^alkenierg rf^^^ °

- ^Bern^o/o t. ilL o

f , ^ oWUftt.

Sfrneiek^

eïchar/i

TA^aJ/taJre^

^tfjv/nc® o

Xo

ff.o

G-entxiiv^

Xitemtx

O

mfie^liauTen i

T Z.

\'iUmnita ®

S^tttow

......... ......v^^fe i /

Gijtelttv

o

ScmU»^ o\'s^i-.a

DerîTotwinckel z>rcimhuten.
o

^^ Stccko\'K\' ^

^iutuna^ o
o .Mecheîm\'

T^eyke. o

\'Jhrwercie\'

\\ -ICra/ÔA

Xatytn, o
SohiwAett

M

JAindoi^

GnM^emtx
O

o o ^^get-mj

l^emker

O

o

CD tJ

\'yMU

y^A^/ oSchUf^

JixMektx
o V^timJe

f

^rtcA O
O O Stdew

o

Stemeke\'

S S y J C S jjs v

Cafddeben.

c^ ^v s

Zttunv

So^ke^

J

^ .J\\l ^ KM\' C jc.

o Hohentx ^^

SelenJ^trfir

\'f O..-

OU-JXHetx

o Schdâor^^ o

lercheL o

Cal^irde.

M A G

\'-JCiya

-Vdmuyyo

, \'y^uUktnv

^^kùvoM A

o Scharlohe

-IRobzdcrjf , . o
........ .........iGentin \' o Sl^t^

CaMndfyt^

D KBVR GEN SIS

Arc HI^

o o SehsdorW-

\\ Plawe

ZCMeeU

""CoUhufî,

m

Calfiehi

Ho^tn
o

Ratnfi^

Hardow

Sommité.

G

^ Jj^Crps V>u/iemmtx ^

\'efift-

De-tzell

JË F I s

Otde- ^ùUenslelni-

rJî Ax „

i

: CtiadiL

JCttY

J^arcJimi Q

E N

K^iU^hr

Ghabrt

O G-.

W ncUtxfuch
o

SchaJAber^ O

O

o \'JPaxfiffde\' \\ lAnthoifi

Uie Hallensletir

Z^HUrsîelftv

\'TuchiWV

o

A R S. \\ TJI^afMn.

■ïP &otttn.

TV

C O P .A

It

"i^archtov

Hfefetv o
Cr^w jp

Meridies .

\'^ichcut-
o

.o

-ocr page 35-

O V D E

Keyfer Karei de Vierde : want defe Keyfer
heefc met
groot genoegen in defe ftadt ge-
woont, en om dieswiile oock aldaer in het jaer
137Ó gebouwteen heerlijck kafteel, waer op
hy naederhandt lijn hof gehouden heeft. lae
oock heeft hyom die tijdt gebouwt de kerck
welcke noch hedens-daeghs de kapelle van Ka-
rel wordt
genoemt, verciert (ijnde met peerlen,
^ gout, en gefteenten, op die wijfe als de kapelle
van S. Wentzelin op \'t kafteel te Praegh, dat
Herfchin genoemt wordt. Doch de kerck van
S. Steven is in\'t jaer iiSj gefticht door den
Marquis Henrick de Tweede, die oock de
ftadt veel grooter en wijdtluftiger gemaeckt,
en met verlcheyde fterckten geveft heeft. In \'t
jaer 1415 heeft Keyfer Sigismund de felve ge-
Ichoncken aen Frederick de Vijfde , Burgh-
graef van Neurenbergh, om de dienften en ge-
trouwiglieyt die hy den Keyfer tegens de Huf-
fiten en Boëmers hadde bewefen, en heeft hem
in het jaer 1417 , op \'t Concilie van Conftantz ,
de lèlve te leen gegeven. Van defen Frederick
fijn afkomftigh de hedensdaeghfche Marquilèn
van Brandenburgh.

Ooflerburgh, gemeenlijck het kafteel der Often
genoemt, dat in een hoeck van \'t Oofterge-
wefte, oft vanBalfamina, tegens over de Blf-
ftroom gelegen is, alwaer de Uchte en Bife, en
beneden de riviere d\'Alande, tiamen vloeyen,
wort met fijn Graeffchap van Often, dat is van
het Ooften, alfoo genoemt.

Varianum, ofte het kafteel Vari, dus geheeten
van de Romeynen, heeft den boven-verhael-
den Drufus, ter gedachtenilTe van den Veldt-
Overften der Romeynen Varus, eerft gebouwt
in \'t lant der Senones, en Keyfer Karei de Groo-
te heeft het naederhant wederom vernieuwt-
doch Keyfer Henrick de Vogelaer heeft het
eyndelijck met mueren omringt, en
ïVerhen gQ-
noemt : want defen Keyfer heeft fich vaft«-
lijck ingebeeldt, dat hy uyt defè plaets de ze-
gen tegens de Wandalen foude verkrijgen , het
gene oock kort daer aen alfoo is uytgevallen ;
en heeft ten dien eynde een fwaer bol-werck
doen maecken by Varianum, tuffchen de ri-
vieren Havele en d\'Elve, en
Sige oft Sigebergh,
dat is, den bergh der Overwinninge, genoemt:
en defen naem heeft het velt, dat over gene fij-
de van d\'Elve leght, noch tot op defen dagh
behouden.

yieckitt. Nae by defe felve fteden, welcke wy tot noch
toe opgetelt en befchreven hebben, fijn \'er in de
Oude Marek noch feven vlecken, oft kleyne
ftedekens, welcke de Hooghduytfers gïecfctl
noemen, als daer fijn :
Arnebergh, Bifmarck y Be-
yendorf, Buch , Gaibe, Apenburgh,
en Gartou.

Arnhurgh , anderfints genoemt het kafleel der
Arenden
, is eerft gebouwt geweeft door Drufus,
gelijck oock het kleyn ftedeken
Galbe, dat ey-
gentlijck
Kalb forden, oft \'t kafleel Galbe genoemt
wordt, alwaer de rivier Milde in de BiTe ftort;
cock fiet men niet verre van die plaets, alwaer
de rivier leza haer oorfprong neemt,
Beyendorf en
Apenhurgh.

Kaßeelen. Wijders fiet men in de felve Marek veertien
kafteelen, die nochhedensdaeghs bewoont wor-

D E

t ■

ife ■
it- ;

f t
> >

«t I

I (

\' • i

^ I i-

l ! ;

I ]

f

ii t ■?

M ARC K.

den , namentlijck dat van Angermonde, Arncburghj
Garieben , Galbe, Saltquellen , Beyendorf , Apen-
burgh,
en Gartou ^ als oock Burghßal, Aulofen, Kern-
ke y Ucbtenhagen, Klotsen,
endatoudt en wijdt-
luftigh kafteel S-^arPzJofen ; daer-en-boven noch
feven andere die verweeft fijn , als ,
Oflerburgh y
Clodiaen , Tohle , Schulenburgh, Goldburgh, Falken-
burgh
, en Cripen, met het oude Gartitz^e dicht
by Gartz.
Clodiaen, oft het kafleel ^anClodius,
Overfte der grens-befettingen , hedensdaeghs
Wadigau genoemt, (waer van
het bofch Dan Clodim,
dat onder die lantslieden der Kley genoemt worr,
fijnde niet verre van Zerbft gelegen, fijnen j
naem ontleent heeft,) is door den felven Drufus \'
gebouwt. Tholonejdzx in \'t Hooghduyts £)tc ïcHc/
oft anders genoemt wordt, gelegen fijn-

de in \'t bofch van Garleben, is gebouwt door de
Angri variers.

Eertijdts fijn hier geweeft vyf Nonnen-kloo-
fters, te weten ,
Disderfiy, Dambeck , Crei^efey,
Neodorf
en Arentfey , het welck den Marquis en
Keur-Vorft Otto de Eerfte , Prins van Anhalt,
heeft gefticht in\'t jaer 1194; als oock noch
twee te Stendale , het kloofter van S. Cathari-
na en S. Anna , en een te Soltquelle. By defe
worden noch getelt vier kloofters van bedeU
Monnicken, te Stendale,te Soltquelle,te Anger-
munde, en te Sehufen. Wat eyndelijck de dor- Dorpen\'.
3en aengaet, welcke de Oude Marek binnen
!iaeren ommetreck bevat, die worden op 465
gereeckent.

De ouden hebben defe Marek in vier deelen yerdseUnge*
oft geweften verdeelt gehadt, eerftelijck in het
oofter-gedeelte, oft
Balfamerlandt, oft Oflïandt,
gelegen naer het ooften , en begrijpt in fijnen
ommeloop Stendale , Arneburgh, Ofterburgh ,
met het Graefichap van den felven. naem j daer
naer in \'t zuyder-gedeelte, namentlijck in \'t lant
van Angeren, tiC Jattgcr oft ^In^CXlmtft ge-
noemt 5 in dit gebiedt fiet men Angermonde.
Voorts in \'t noorder-gedeelte,welck is \'t lant der
Senones, ©Ctltoltt genoemt, \'t welck de ou-
de Senones bewoont hebben 5 en het geweft,
genoemt,alwaer foo treffelijcken lant
gevonden wordt, dat men dickmaels genoot-
faeckt is feftien paerden aen een ploegh te ge-
bruycken 5 en in dit gebiedt leght Varianum >
met de weyde van Lentzic , diefe gemeenlijck
den naem van t>k ïeuejtfïc geven. En

eyndelijck in het wefter-gedeelte, namentlijck
\'t lant van Zermonde , in fijne tale {attW
5clrmutt^ genoemt, van de rivier Zerna, oft het
landt en de Marek van Soltquelle, welck de wa-
re oude Marek der Romeynen is, waer van den
naem van Marek fijnen oorfprong heeft getroc-
ken. \'t Landt van Bifen,gemeenlijck t^aë ^tfctp
genoemt, doorfnij dt en klieft dele vier ge-
deelten ; aen \'t felve vloeyt de rivier de Bifè , en
fchijnt het als in een kreyts t\'omvangen. Wat
voorts den kerckelijcken ftaet en beftieringe
belangt, defe geheele Marek is van de oude we-
derom in twee deelen gefcheyden geweeft: want \\
al \'t gene op defe fijde van de Bife v/as gele-
gen , wiert gereeckent onder de kerck van Hal-
berftaten \'t gene aen d\'over-fijde van de felve .
rivier bevonden wiert, onder het Bifdom van

Werden.

-ocr page 36-

O V D E

Werden. Doch hedensdaeghs is die verdeelt in
fèven kreytfen, volgens de feven fteden hier
voren befchreven.

■Rivure». De wateren en rivieren, welcke foo om de
oude Marek als dwars daer deur heen loopen ,
üjnd\'Ebe, Angeren, Tohle, Uchte, Balfame, Cri-
pen, Milde, Bifen, le^^, Alanden, Rhijn, Zere,
Hammajen , Enge, Sünder
oft Hunte, Ore , en veel
meer andere.

Angeren, oft Tangeren, als oock Angren, Aran-
ge
, en Anagre , ontleenende fijnen naem van de
Swaben Angrivarii, die langs defe rivier gewoont
hebben, neemt fijnen oorfprong, en verga-
dert fich uyt de moeraffige en kleyachtige plaet-
fen van \'t bofch Angeren , ontrent de dorpen
Malpful, Schonewalde , en \'t kleyne Schwartz-
lofen ; van daer vloeyt fy af naer Bellingen,
Ebersdorf , Buch, Polsdorf, alwaer men fiet
datfe haer vereenight met de Thole. En defè
rivier, l)ie \'^P^Ie genoemt, en oock t)te ?ol(c /
neemt fijnen oorfprong uyt een moeras-achtige
plaetfè by het dorp 2l(teil ^oUm/ niet verre van
den witten Tooren, en vergadert fich uyt de
beecken, welcke uyt de boffchen vlieten : in
voegen dat die beyde rivieren haren loop ne-
men naer het Bifdom ,
Claufe genoemt , en
fich van daer verder heen ftrecken naer \'t kafteel
en de ftadt van Angermonde, alwaer fy gelijck
in d\'Elve ftorten.
Uchte oft Huchte neemt fijn
oorfprong van achteren het dorp Narftede, in
\'t
ooften , niet verre van het dorp Vincelberge,
uyt een vreeiTelijck morafch, genoemt ttt SJZof^
t)erpfU^(; van waer fy heen vliet naer \'t ooften ,
en bewatert het dorp Infel, Dol)lien, Warbergh,
en Stendale , \'t welck fy omvangt, en te gelijck
door-fnijt 5 daer nae neemt fy haren keer nae het
bofch van Stendale,Tunca,alwaer fy haer noort-
waerts buygende , fich by Eychftadt vervoeght
met de rivier Balfame , die uyt de landeryen om
Babien en Bertkou vergadert fijnde, haren naèm
in de felve plaetlè verlieft. Doch van Eychftadt
ftrecktfe haer wederom nae Lutkesvecht, alwaer
de Lützendorfs, Erf-fchenckers van het huys
van Brandenburgh, gemeenlijck hunne woonin-
ge hebben j en defe rivier vervoeght haer met
de Cripe, welcke te Peulingen uyt een mo-
rafch haren oorfprong nemende,naer eeri bofch,
cn kafteel, dat tegenwoordigh byna t\'eenemael
vernielt is , en Cripe genoemt is, voort loopt.
Van hier vloeyt de rivier Uchte verder heen
naer Walsleben , en Vchtenhagen, en niet
verre van het dorp Dufdau looft fich de rivier
Schiltdorf in de felve, welcke uyt een moerafïige
plaets , genoemt
Wendeluk, dicht by Ofterburgh,
voortkomt. Eyndelijck neemt fy haren loop
naer de ftadt Segwifche , welcke die van Ofter-
burgh toekomt, alwaer fy , in \'t noorder-deel
van de ftadt, in de Bife vloeyt, en haren naem
onder de brugh van lichte verlieft. De
Bife
welcke oock Be^e oft Bajana genoemt wordt,
neemt haren oorfprong niet verre van het dorp
Befewege, uyt moeraffige plaetfen dichte by
Woldenhagen , Baden , Lindftede, en culTchen
\'t dorp Neuendorf en den langen dijck; en bene-
den in een bofch vervoeght fy haer met de
Milde.
Defe is haren oorfprong Ichuldighaen een plaets
Dußslandt,

D E

M A R C K.

of ledige vlackte van een verwoefl dorp,J^o^CU^
JttiltJC genoemt, niet verre van de nieuwe Keur-
Vorftelijcke hoeve oft jacht-huys ^ït^lut^ctt/ oft
gelegen fijnde en loopt te"gelijck
met drie beecken ofte kleyne rivieren , te we-
ten , SattfcbacO / die haren oorfprong heefc by
Garleben en Genenitz, recht tegens over Dan-
hori en / alfoo genoemt van de oude

Swaben , welcke den Rhijn verlaten hebbende,
in defè geweften overgekomen fijn, nemende
oock haren oorfprong by het dorp Ifès, uyt
feeckeren bergh , onder een eycken ftam j en
de riviere ^ßetcrilg/ welcke naer het kloofter
?ÏCUC«t)eJjf loopt, tot aen de ftadt Garleben^
alwaer fy alle vier , niet verre van dat fèer out
Roomfch kafteel Ifenburgh , fich te famen voe-
gen , overfulcks dat de drie laetfte haren naem
en armen verliefen, en met de eerfte vervoeght
fijnde, alleen met den naem van Milde ge-
noemt worden, welcke daer nae haren loop naer
Bergen en andere dorpen neemt, en ter flincker
handt door \'t ftedeken en kafteel Galbe vloeyt.
Tegens over dit kafteel flort de Milde in de Bi-
fè , welcke voorts van het weften naer het oo-
ften loopende, fijnen wegh neemt door de dor-
pen Bife , Bifental, Spenningen , Erpensdorf,
Ronbeck , Clodine, Roffou , Schlichsdorf, niec
verre van het kloofter Krevefèe gelegen fijnde ,
en voorts door Zedou , Krumke, dat is , \'t ka-
fteel der Hooft-niannen, en de ftadt Ofter-
burgh , tot dat fy eyndelijck, by de ftadt Sehau-
fen , fich door moerafïige plaetfen in de Alande
werpt. De gefeyde rivier Alande hare wateren
uyt de landeryen en weyden vergaderende ,
loopt van het ooften naer het noorden,en vloeyt
door Robbele en Varian , in Vendemarcken ,
alwaer fy naerFalkenbergh loopende, de Bifè,
als wy gefèght hebben , ontfangt. Van hier
neemt fy haeren wegh door Sehufèn, en de
dorpen Vielbaum, Krügen, Holtzhaufèn, Gan-
fèburgh , Salt, Nattewifch , Scharfenhune,
Boltzguffen en Lutken-wantzer, Strefau, en
Snakenburgh , alwaer fy in de elve ftort.
Zera ,
oft Cera, alfoo genoemt van de godinne Ceres,
is een arm van de Bifè , die by het dorp Roffau
wederom in de moraflchen der bofïchen vloeyt.
By defe rivier voeght fich de kleyne rivier Ham^
maye , gemeenlijck genoemt ^tc ^mmai/ welc-
ke buyten alle twijfel haren naem gekregen
heeft van lupiter Hammen en van Maja, aen-
gefien men defe in diegeweften eertijdts in god-
delijcke eere hielt, waer van oock felfs getuy-
gen wefen kan dien ouden tempel van Hammon,
dien men voor weynigh jaren , niet verre van
het dorp Kotzebu, jheeft können fien. Defè
kleyne rivier fpruyt uyt feecker moerafch, dicht
by de fteene bedtftede der Helden , dat is, van
de graf-fteden der Heeren oft Princen van Ze-
ren , cn neemt haren wegh voorby de dorpen
Kleinau, Buch, Kotzebu, en Einwinkel. Defèn
arm van de Bife , door veel water, dat \'er van
herwaerts en derwaerts toevloeyt, aengewaflen
fijnde , neemt fijnen loop naer het dorp Wol-
denberge , en wordt door de oude boeren van
defe plaets oock de Balfame genoemt. Van hier
loopt fy voort naer Btitzke, Debitz, Hau-

G 3 wifche.

-ocr page 37-

O V D E

wliclic , en Zeren, dat een feecker dorp is, al-
waer
jfy den bovenverhaelden naem van Ziere
öft Zern aenneemt, en dien van gelijcken me-
de deelt aen het landt van Zermonde , dat an-
derfins de oude Marek,oft de Roomfche Marek,
oft de Marek van Soltquelle, plagh genoemt te
worden. Voorts neemt fy haren loop naer
Holtzhaufen, legel, Gartz, Deutfch, Trofe-
de ,Bemezin , alwaer fy in een meyr valt, en
van daer wijder in een ander, dat tJCr fKabctt-fcc
genoemt wort, niet verre van 5ïcuent>02|f / jae
uyt dit wederom in een ander by \'t kafteel Gar-
tau j en eyndelijck ftreckt fy haer nae Retzdorf,
alwaer fy haer naem verwiffelt en
Buga genoemt
wort. Ten laetften neemt fy haren keer naer het
dorp Mitznau, alwaer eertijdts de Wenkfteds
woonden , en vermengt fich met d\'Elve. En in
dier voegen loopt defe rivier, onder vier ver-
fcheyde namen , te weten, van Belfame, Ham-
maje, Zere en Euge, recht uyt naer \'t noorden,
en verdeelt het landt van Zermunde van het
landt der Senones, Voorts hebben die felve
volcken defe rivier de naem van
Cera gegeven
naer
Cms oft Zera, goddinne der Longobar-
den , welcke fy oock
Zi^a, dat is, Mammofa, oft
Voedtfter genoemt hebben.

De rivier Ge^e, Ga^e lae^e, neemt
haren oorfprong niet verre van het dorp Stem-
me , op een feer hooge fandt-heuvel, uyt een
ouden eycken-boom, tuffchen de dorpen Izri-
lop enhet oude Forfau, dicht by Reppin 5 en
loopt na Dentze en Damme, fijnde een vlackte
van een oudt dorp en een vervallen kerck, al-
waer men eertijdts heeft gefien een houten af-
godt , dien fy de godinne Ga^a noemden, \'t Ge-
meen noemden haer meerendeels @aitft VkU
§a(Mr / om dieswiile dat de boeren gewoon wa-
ren de felve voor het gehaerde vee, indien het
fieckwas oft quijnde, en onvruchtbaer was,
aen te roepen. Hier van daen loopt fy voort
door een feer vermakelijck dal, alwaer verfchey-
de kruyden van uytnemende krachten fijn, en
feer klare beecken, die van wederfijden uyt de
geberghten vlieten naer Immekaten, alwaer
fy verlcheyde vilfchen, braefemen , vorens, en
meer andere diergelijcke voortbrengt, en ver-
der naer Bergen , Riftet, .en Geben, op welcke
plaets fy haer vervoeght met feeckere vyver,
Stolpe genoemt. Uyt defe vyver loopt fy recht
uyt naer Beizendorf, alfoo genoemt van
Beitsen,
dat is, jagen , oft Gezendorf, van de goddinne
Gaze, en vervolgens naer Audorf, alwaer fy haer
vermengt met de rivier
Zmderen oft Hunten, die
van \'t edele huys van
Klotsen afkomt, alwaer fy
de wateren uyt de geberghten vergaderende,
verby Apenburgh loopt. Van hier ftreckt fy
voort naer ^^ul^fcft/ en het fèer oude kloofter
vanDambekej en wijders naer Soltquelle, en
loopende verby \'t kafteel Wuftrau,vloeyt fy naer
Litau , Hitzgohe oft Hitz-acker, daer fy haer
in de Elve looft. En dus is \'t dat fich de Geze
van \'t weften naer \'t noorden en ooften buyght.

De rivier Ore en Hore oft Hortsik , neemt ha-
ren oorfprong by het dorp Ordorf, in \'t Har-
toghdom van Lunenborgh, en loopt naer Bruh-
me, Stemke, en het Sidderende bofch, dat

l f>: f
i k- ! ijl

f r I\'

: HM-

I \': ^ r
i h

^ t j\' •

^ I t-

1 ^
!

r:

h !

r.-.

f rn:
^ rl i

yj:

pi i f:-

i r ■

M A R C K.

gemeenlijck l^m frct)cn ?rettl(tl13 wort genoemt,
alwaer fy haer t\'eenemael in de aerde verberght,
en onder de felve doorloopende, vertoont fy
haer wederom by het dom Milte, en dus ftreckt
fy haer voorts naer Kalbforden , Haldensleben,
,en Wolmerfladt, alwaer fy haer in de Elve ftort.
De Ore dan van het weften naer het zuyden,
door de grenfen van de oude Marek,\'t Aerts-
Bifdom van Maeghdeburgh, het Hartoghdom
van Lunenborgh, en Brunfwijck loopende,
fcheyt defe geweften van de oude Marek,

Wanneer \'t ons luft de aeloude namen van de-
fe en andere rivieren t\'overwegen,fullenwy voor-
waer fien,dat die meerendeels hunnen naem van
d\'oude goden der Heydenen ontleent hebben,
welcke in defè geweften door d\'inwoonders wier-
den aengebeden : als fijn geweeft,Lmw^,F^Wi^,
Godender
Aurinia, Ißs, Ora, Hera , de Son, Ceres oft Zere,
Zi:?ias, &c. en van die behouden hedensdaeghs
noch veel kruyden hunne eygen namen, als
3fen|aat/ oft 3fer§aar / Ormit / SJurltt
t ^i*

mêï)aav/ t>ie!ämmm oDcr ^ammmé^mut/
t>te Jamibat ctct Sumtfm-frcwtcr / t)ïc "^i^m^
^aar/^tjett oDcr
"^ift-fvmm /

@0nncnf^)cn^c / en andere diergelijcke, welcke
in de Genees-konft groote krachten worden toe-
gefchreven.

Voorts fijn eenige gewoon de oude Marek ,
naedemael het een landtfchap is van een gefon-
de locht, en feer grooten overvloet van vruch-
ten , beeften , kruyden, en allerhande foorten
van eet~waren weeldrigh voortbrengt,het Duyt-
fche Galilcen te noemen.

Men vint in de fteden en vlecken veel geleer-
de mannen, die door wijfen raedt en onver-
moeyden arbeyt,den Staet enhet gemeene beft:
grooten dienft doen. Landtwaerts bouwt den
landt-man fijnen acker , hy voedt fijn vee en
queeckt fijne beeften , die hem groot gewin ge-
ven : ende Edellieden onthouden fich ten deel
op hunne hoeven, en leven gemeenlijck van de
vruchten, die fy van de felve trecken ^ ten deele
volgen fy den oorlogh , en geven foo uytfteec-
kende proef-ftucketi van hunne dapperheyt,
dat \'er vele gevonden worden , die de hooghfte
krijghs-ampten beklommen hebben.

De reden waerom dit geweft foo grooten Getahn
getal van Edellieden levert, is voornamentlijck
defe, dat Keyfer Henrick de Vogelaer in den
Marckfchen oorlogh tegens de Wandalen , niet
alleen alle fijne hovelingen, en fijn gevolgh, jae
oock de fbldaten fèlfs, tot Edellieden gemaeckt
heeft, hun aenfpreeckende niet den naem van
2(t)e(/ maer oock veel Edellie-

den , die uyt Saxen, Franckenlandt, Nederlant,
Vranckrijck, en meer andere plaetfen afkom-
ftigh en den oorlogh gevolght waeren, in defe
oude Marek als in befettinge geplaetft heeft:
in voegen dat feer. vele der fèlve naderhandt
hier hunne wooningen geveft hebben , en on-
der het getal der inwoonders wilden gereeckent
worden. lae felfs heeft de gefeyde Keyfer op
de felve tijdt fijne beminde fteden van de Oude
Marek den rooden Arendt, als tot een gemeen
wapen, doch aen yder ftadt met eenige veran-

dering, gefchoncken.

D E

:. f

-ocr page 38-

pj

MIDDEL

D E

A

M

K.

C

R

E Middel-Marck, ge- heeft verkregen, en met fijne nakomelingen be-
legen jfijndein\'t mid- feten. Voorts is defe ftadt door verlcheyde
den van \'t Marquifaet Keyfers en Koningen,en hare Princen, met vele
van Brandenburgh , en uytfteeckende voor-rechten begenadight,
ftreckt lich uyt acht- gelijck wy in de algemeene befchrijvinge vaa
en-twintigh mijlen foo de geheele Marek wytloopigh genoegh hebben
in lengte als in breed- aengeweièn. Niet verre van defe ftadt is een
te; en beginnende van feecker geweft , \'t welck omringt fijnde met de
d\'ander iijde van de rivier de Havele , gemeenelijck het Havel-lant,
rivier d\'Elve , loopt fy t>aé JpaVcl-(attt, genoemt wort : als oock dat
tot aen d\'Oder , en wordt bewatert van de beroemde kloofler van Lenin, uyt de ordre der
Havel, Spree, en andere rivieren. Hier is eer- Ciftercienfen , dat den Marquis en Keurvorft
tijdts geweeft de woonplaetfe der Swaven , en van Brandenburgh Otto de Eerfte,foon van den
hedensdaeghs is fy verkiert met veel aenfiene- Keurvoft Albert de Beer, gefticht heeft in het
lijcke fteden , vlecken, marckten , kafteelen jaer iiSojcn heeft tot onderhout van\'t fèlve ge-
Hooft\'ßadt en kioofters. De voornaemfte en \'t hooft der geven het kleyne landtfchap , dat gemeenelijck
Branden- f]:eden is Brandenburgh , die door de rivier t>ie ^O^C genoemt wort, nevens de om-

\' Havele in twee deelen , namentlijck in d\'oude leggende landeryen, \'t welck hy van Primiflaus,
en nieuwe ftadt, wordt afgefondert en gefchey- Köninck der Wandalen , ( die naderhandt in
den,
In de nieuwe ftadt fiet men de hooft- oft fijnen doop den naem van Hendrick wierdt ge-
B^ftchoplijcke kerck , op de felve plaets alwaer geven, als van fijnen foon , dien hy ten doop
eertijdts \'t kafteel van Brandon, Hertogh der gegeven hadde , in erkentenifïe van \'t felve , )
Francken , en eerfte bouwer van defe ftadt, ge- hadde ontfangen. In dit kloofter leggen veel
ftaen heeft, en alwaer Primiflaus , Koning der Marquifen van Brandenburgh, gefproten uyt
Wandalen , een kerck , ter eeren van d\'alder- het huys van Anhalt, begraven,
heylighfte Maeght Maria , voor fijne doodt De overige fteden en vlecken van de Middel-
gefticlit heeft, en in de felve in\'t jaer 1141 Marek fijn, Ratenou, gelegen op de Havele j
wiert begraven. In defen tempel is eertijdts op-< Spandou, fijnde een fterckte by de rivier de
gerecht geweefl een afgodt met drie aengefich- Spree; Berlin, Ceulen, beyde oock op de Spree
ten , welck de Wandalen Triclaf noemden, gelegen , en door een brugh aen een gevoeght;
Keyfer Karei de Groote heeft in \'t jaer 789 , als Franckfort aen de Oder , het getrouwe Briet-
hy deiè ftadt vermeeftert en ingenomen had- fe, Belitz , Bernou , Belline op den Rhijn,
de,den bergh dicht daer omtrent leggende,aen Mittenwald, Monnickenbergh, Bifèntal, Blum-
de Harlunters ofte Brifgauwers tot een woon- bergh gelegen onder\'t Bifdom Brandenburgh,
ftede gegeven. Oock hebben byna om de fel- Betzou met het kafteel, Bucou, Deltou , Deu-
ve tijdt alle de Wandalen,die in de Marek noch bitz met het kafteel,dat de Heeren van Schenc-
overigh waren, het Chriften geloof aengeno- ken toebehoort j Falkenhage , dat eertijts oock
men. Maer evenwel heeft Brandenburgh nae een kafteel gehadt heeft, op\'t welck deHee-
die tijden feer veel belegeringen uytgeftaen, na- ren Tempeliers, als men die noemde, voor
mendijck onder Keyfer Otto de Eerfte , wiens defen gewoont hebben j Fryen\'Sfalde en Oderberge^
broeder Henrick, Hertogh van Beyeren,\'t fel- alwaer den Marquies en Keurvorft Albert de
ve heeft ingenomen. Daer nae in\'t jaer loio. Tweede, afkomftigh uyt het huys van Anhalt,
ten tijde van Miftoveus , Köninck der Wanda- jri \'t midden van de Oder, een kafteel gebouwt
len , die den Marquis en Keurvorft Diderick de heeft, dat tegenwoordigh dient voor een toi-
Tweede uyt de Marek verdreven heeft; \'t gene huys om de tollen te ontfangen j als oock
nochtans niet lang daer na door den Keurvorft
land, met een Nonnen-kloofter; trijach op den
Udo de Eerfte wederom wierdt bemachtight. Rhijn, in\'t geweft van den felven naem , on-
Doch na\'t verloop van vijfjaren, namentlijck der \'t Bisdom van Brandenburgh ;
Gerefioalde,
in
\'t jaer 1105 , onder \'t Keurvorftendom van Grimnits, Grmeheide, Gruner aide,en Koppenic, welc-
den Marquis Udo de Tweede, is Brandenburgh ke vier yder hun befbnder jacht-huys hebben,
wederom door Primiflaus de Eerfte , Köninck toebehoorende den Keurvorft , wien men de
der Wandalen , belegert en ingenomen. Defe felve toegevoeght heeft met even foo veel ka-
heeft de ftadt drie-en-twintigh achtervolgende fteelen ;
Hechelberge, \'t kleyne Landtsberge, met een
jaren befeten , nae welcke hy door de Saxen oudt kafteel, op welck fich eertijdts de Marqui-
is verdreven : doch die korts daer aen weder- fen, uyt vrees die hun van de Wandalen wierdt
om innemende, heeft hy die tot het eynde van aengejaeght, onthouden hebben, en deswe-
fijn leven toe bewaert gehadt : wanneer den gen Landtsbergers genoemt fijn Lfe^e«-

Marquis Adbert den Beer de fèlve door erfrecht -^pald, met een jacht-huys, \'t welck den Mar-
Vuytslant. G 4 quis

-ocr page 39-

Septe^jo-

7

/

G-etliit-

1

J G

Ze-chßW

P ^__P

o ^armutxel

Ä -I

"V^erde^

j/ J a" Z .

Stynitz

X £ f it\'\'

ITeiiertat

o

CStewtn- _

o

.^fs«

-^i^eliow
O

Suek^wttx
Lojfckev.

KUmjfes

:Bademck

Alt Rappm^ . ^

jvi J r aV r 17

l^we^ O O ^^ \\

X.

Jl

o

Berwrald

Sffmtnei^tf

\'JUtg^ mtx O

HanßUhtu

Betx
o

.Vttfh\'Ci

R

Alferm und.

-R- Start-h

\':Blmcke»ierj\\

^WufierliattfeM.

T^iJJier^

XhtMW ^ -

.........^Tt ^ LmJ^^hr \' ^

. o SifaJemn-A

o

aw
StatUn^

o

® LA-nDT

XUtzin \'Vtbsmtz

I\'mSACK. \'

......

o Sj/ittf—\'

I^AoüTI) Itl^TOW.

ScJi^oßry

Hamtewltx
o

Ti^ierff

Jjuhitrt

Xechow Oj^

iSemtm--, O^^^j^ O

\'S^etyetxen.\'\'

\'^latenowDer

........ °

\'^FreitJeher^

Dremts
l&SU,.^ , <r

G-etsie^ o

ei-ttow o ^y^\'ef^d^

^ternlerjl Stemherj
o

Stfatylbeiiy

I. A IT BT,

\'Wat^din-^ X-ffJihant \'Vfltem O

® -J, o

3t,rnü:h O
O

o V___- . O

■en-

_ , OX

C-runew

\'%0

■yfgyke o |

StechelK^f

i O .MecheJm,

:■■ Zotchcmi

Brtck ■■IliO

\'J?rtfaftO

Slorie^k O

o

Jieherkz
O

:Bai\'ne3vax -TuAtm\' 2e&sdow
......^dfeÄi^ ** yi^uflerm^,

A It. IP« ol2—

C H

-i^ei\'^etxi

JiretUn- C

G-artz
o

JjunciV

Sh^tm. o XnaubLt*uJi ^^ O Sehsdifr^

--------------/ CRUiAe^^-d ® o Ur^ o ^^ - Ohs^jf ^^^^^^ ®

® -^ttisndoijf

® Jo . yi}ef-de,-

o

St^en-

> T E ILTST^
ZelfU

iS^amlow^PI
o

Sejefoh

Stenhonvel aielherm. o ß^*

Jiifre O O

" VPlawe

:E F I S C O F A^^ -yf^lterßd^J" \\

® o

o T XJ S

:B E rg-

CRoß/titv

Zachnvf o I

SmvUe-witz

SchUß

XemveniroU O SciahsS

Alt Bra

J \\

MA ® B UIt\'/ ;i

MjtUtztn^

o G-oitttt\'

SmertzUe.
o

HüJiMr Z\'

o

GMN {\'^UnuU

o

iSuckwitz

3nuhe

o "^o

\'^t^sn^ch brok

"^oUeTvitis o
Zig / " Xi\'chtz \'v ^^^O

schefird

Gidyns
o

vo G^rtzske a ® :

^ ƒ

O ;

o Stamerow^^

0\' TtV^

o

G-okejvttz

I O

V

o

Stendin^
> Bel?

DohrüUew
o

\'i^^^nw^ o

Zitg
\' Xöchtz

\'\'K^^nitz

ZitUchendu^

Xt^erheU

o^o \\

-as-eunvot:;

o J

emer

o

O Damitz

^Mslßd^^-Jf

^«•ewr,

en JBW,

eti

GutterWck 1

\'Setilifflt

^^ O Zatrar,

Sehcttuiw a

^ZSW ^O. . „......

Dewitz ® o O aiaUwÖP!

O Ti^eritersÄ

I ^iiUamuhl

^Jlfcs O

Schettckendetff^ ^e/tH

\\ ^ J , ® GiiA^nd^jr o V

® O o SchenhendüfJ^

o.

Sat^ffe-

„ V ^^ / O ^

:lCe,tzui\'

6(6 .Msmkh/ofe.

Xeflen-

^Tei^itz

A

HaUdoi^

J^ertzmüt -Ssits^^/

/

^

Schunev?

Zojßr.

O Ziietz

t^erfenherj

rK^mdjyrjF o °

o

tJ

^\'ijuner q.

-^\'JaltersdiH^ O

o ^^^^ /
o
Schi\'neßbr \' Schfuu^ /

I^uekznK\'alde.

® Smil^ndi»:^

a \'y^rdef

A

Ltii^tL.

\'Jienet<ntz

Q^lßd»^

r- /? ^Ik C R O S \'^

O

nvc.l

^^^^^ fo \' .......

Jli« p dorjf^

JCrehßy"

- vi?-

^^^ ^^ V o S^hend^jr

Befekcywr^ -^t^km^do^^^MMMM^^,

J\'reielani

MARCH. BRANDENBURGICI

PARS, <^use

MARCHIA MEDIA

a^at.

S°E N

Amftelsedami

G-ertTtimiccL

Han- o

\'X.

Mei-iiies •

-ocr page 40-

I\'S .

M

E

D

E

D

D

quis ïoannes de Eerfte , en Otto de Goede, ge- quis ïoannes de Eerfte , en Otto de Goede , fb-
broeders , gebouwt hebben ontrent het jaer nen van den Marquis Albert de 11 van Anhak,
12 54
; Nayen, Putflam met het kafteel Ne-^pftad, van de poort van de Oder oft de brugge , tot dé
Ebersypald met het voornaemfte kloofter van de Gubilche poort toe uytgefet, en vergroot, ea
Ciftercienfer ordre, genaemt
Corin , \'t welck heeft dit aengcbouwde deel de bovenftadtjdoch
oock door den Marquis en Keurvorft ïoannes het oude, namentlijck dat van de poort van de
de I. is gefticht in \'t jaer en leght in \'t fel- Oder tot aen de Lebufnifche tce, de beneden-
ve begraven
; Mulrofe, Saarmonde^ Schonheeck , met ftadt genoemt. Tot defe vergrootinge wierden
een jacht-huys, van den felven, Marquis in het genomen i lo bunderen lants,met de velden aen
felve jaer gebouwt, en een kloofter, \'twelck d\'overfijdevande Oder gelegen. Defe ftreeck
door Otto, broeder van defen Marquis, gefticht hebben fy toen ter tijt
Zmfelich genoemt: en de
is , alwaer de felve oock leght begraven j
Trehi- Marquifen en Keurvorften , van welcke wy ter-
ne, Werder, Bernamck, Zojje, met een kafteel, ftont gefproken hebben, hadden by hun be-
Stendale , Suet, het welck voor de verwoeftinge floten , een andere en nieuwe ftadt aen de over-
L^j^tóroow wierdt genoemt, en naderhant den fijde van de Oder te bouwen , gelijck fulcks
naem van
Suet oft Syoeet gekregen heeft, om dat blijcken kan uyt eenige brieven , welcke op het
de belegerde de belegeraers hunne vyanden Raedthuys tot Franckfort bewaert worden. De-
uytlachteden , als oft fy noch niet aen \'t fwee- fe ftadt is eertijdts een Hanfche en Rijcks-ftadc
ten geraeckt waren en eyndelijck
Vterraden met geweeft en noch hedensdaeghs betaelt fy aen
fijn Graeffchap , dat eertijdts aen die van Po- de ftadt Lubeck , oft eenige andere Hanfche
meren behoorde ^
Writ^en, niet verre van d\'O- fteden, eenige ichattingen. Ia lèlfs voor lange
der gelegen, en Lit^eri met fijn omleggende tijden is aldaer een vermaert ftapel-recht ge-
gebiedt , dat tamelijck groot is. weeft, dat met befbndere voorrechten verflen

Berim B^r/w, alwaer de Keurvorften van Branden- was, foo namentlijck , dat alle koopmanfchap-
burgh hedensdaeghs meerendeels fijn gewoon pen hier ter plaetfe eerft uyt de fchepen geloft
hun Hof te houden , heeft dien naem gekregen en ontladen moeften worden. En de méer-ge-
van den Marquis en Keurvorft Albert de Beer, noemde Marquifen hebben de gefèyde voor-,
gefproten uyt het huys van Anhalt, gemerckt rechten beveflight,als oock die drie jaermarck-
hy de eerfte is geweeft, die defe fladt gebouwt ten, wekker eerfte op de vaften-avont, nament-
heeft in het jaer 1
140 , ofte, gelijck fommige lijck op den Sondagh, welcken men Remlnifcere
fchrijven , om dat hy die, te vooren gebouwt noemt, de tweede de naefte Sondagh aen Sint
fijnde, vergroot heefti Andere doen hun beft Margariet, de derde op \'t feeft van Sint Marten,
om vaft te maken, dat Berlin van de Beeren,die plaghten gehouden te worden. In \'t jaer 1506
eertijdts in menighte in defe geweften fijn ge- hebben den Marquis en Keurvorft loachim de
vonden, is genoemt geworden, en door loan- Eerfte, en Albert, Aerts-biflchop van Mentz en
nes de Eerfte, gefproten uyt de Princen van Maeghdeburgh, gebroeders, met toeftemminge
Anhalt, uytgefet en geftercKt is. van den Keyler Maximiliaen de Eerfte en den

Ceukfiop Ceulen, \'t welck de rivier de Spree van Berlin, Paus, defeivemet een hooge Schole vereert
deSpree, ^J^t daer recht tegen over leght, gefcheyden gehadt. Dat meer is, den Marquis Lodewijck
heeft, gelooft men dat fijnen naem ontleende den Ouden , Paltz-graef aen den Rhijn en Her-
van
dc Kolen ofte Koolmannen, die eertijdts in togh van Beyeren, heeft defe ftadt uytnemende
groote menighte in dit geweft gewoont heb- vrydommen gefchoncken, tot vergeldinge van
ben; andere in tegendeel willen dat fy den naem die getrouwheyt, die fy hem in \'t jaer
1348 had-
heeft van de
Colonien ofte befettingen, dat is, van de bewefen , ter gelegenheyt als de Vorften van
de volckeren die uyt andere landen overge- Saxen, Meckienburgh , Pomeren , Anhalt,
bracht fijn,om defe te bouwen en te bewoonen, Brunfwijck, ja ièlfs den Keyfer Karei de I V, en
oft liever die uyt Berlin gelicht en alhier ge- Otto Aerts-Bifl^chop van Maegdeburgh, en den
plaetfè fijn. Alhier heeft den Marquis en Keur- Lantgraef van Heffen en Thuringen , defen
vorft Frederickdel, Burghgraef van Norim- Marquis heftigh beoorloghden, en hem inde
bergh, gebouwt het eerfte kafteel, om de too- ftadt Franckfort belegerden : ja felfs wanneer
meloosheyt der oproerige borgeren te beteu- byna alle fteden van de geheele Marck afvie-
gelen, \'t welck den Marquis loachim de 11, na- len,en den Molenaer lacob Rebock tot hunnen
derhandt door fware koften van nieuws heeft Heer wilden aennemen : want defen Molenaer^
opgebouwt, en met een prachtige toeftel op- die, wat de geftalte van \'t lichaem en de gebeer-
geciert, hoewel hy \'t niet en heeft voltrocken. den aengaet, den Marck-graef Woldemar feer
Franckfort aen de Oder, \'t welck Sunno de eer- gelijck was, verfeeckerde dat hy die waerachti-
fte, fbon van Clodomirus uyt Franfchen bloe- ge Woldemar was, die voor defen naer het hey-
de, in \'t jaer 44<5, {wanneer de Franfchen in een ligh landt vertrocken, en nu van derwaerts was
fwaren flagh, alhier op het ondiepfte over de wederom gekomen niet tegen-ftaende dat die
Oder, waer van de fladt haren naem heeft, Marquis\'ai voor negen-en-twintighjaren, na-
trocken,en de Wandalen verfloegen,) te gelijck mentlijckin\'t jaer I3i9,fbnder mannelijcke oir,
met de ftadt eerft gebouwt heeft: \'t is een was overleden. Noch is de burgery van Franck-
grens-plaets naer Silefien, \'t landt van Stern- fort boven dien met veel uytfteeckender voor-
bergh , Lauiiiitz , Polen, Pomeren, en de rechten begiftight door Louys den Romeyn,
Nieuwe Marck. In het jaer 1253 heeft Gedinus broeder van dien Lodewijck den Ouden,en van
van Hertzbergh de felve, door la ft van den Mar- Keyfer Rupert, Paltzgraef acn den Rhijn : in

? M-

I

t r
f

i

f. t

: i
; -

Si!

I\'

I

ff f i

f

f, ■

Ü f::
n

H Hi

r .

■ ^

l\'i

Franckfort
aen de
Oder.

voegen

\'VLA

-ocr page 41-

M A R C IC p;^

voegen datfe door den geheelen Rhijn-flreeck, men , verfocht Zijnde tot het Bisdom van Bran-

Too te water als te lande, hunnen koophandel, denburgh, en daer na beftierder van \'t Aertsbis-

buyten alle belaftingen en fchattingen , können dom Maeghdeburgh.

drijven. Doch voor alle dingen ftaet wel aen te Onder andere BilTchoppen van Havelbergh va» Ha*
mercken, dathierteFranckfort, achter de Car- is geweeft den Marquis Harman van Branden-
thufers , is te fien een beecke , die haren oor- burgh , foon van den Keurvorft ïoannes de I,
Ipronguyt een wijngaert neemt, en al\'t gene uyt het huys van Anhalt. Onder dit Bisdom is
daer in geworpen wort in fteen verandert. gelegen de ftadt
Witflock, die uyt de Sweetfche
\'tGetrowvce Britse, gemeenelijck DtC ftagh , welcke voor eenige jaren hier gefchiede,
©nctjc genoemt, heeft insgelijcks delen naem feer bekent is als oock
JVelfenach, eertijdts
gekregen van hare getrouwheyt, die ly, met die genoemt,
m het Heyligh Bloedt y en eyndelijck
van Franckfort aen den Oder , als nu gelèght is,
 Zechlin, Keurvorftelijck kafteel, op \'t welck eer-
den Marquis van Brandenburgh hadde bewe- tijdts de Heeren Tempelieren, foo worden fy
ièn 3 namelijck den Marquis Lodewijck den genoemt, gewoont hebben.
Ouden, en Lodewijck den Romeyn , gebroe- \'t Bisdom van Lubus is niet verder dan een
ders , en fonen vanKeylèr Lodewijck vanBeye- mijl van Franckfort aen den Oder , alwaer men
ren , Paltzgraef aen den Rhijn , wanneer fy \'t kleyne ftedeken Lubus met lijn kafteel liet,
in het jaer 1348 byna uyt de Marek verdreven \'t welck alfoo genoemt wierdt naer de vrouwe
waren. van lèecker Hertogh in Polen , Lubuffa gehee-
Bernou heeft defen naem gekregen van den ten. Defe ftadt is gebouwt van Mitzlas, Hertogh
Marquis en Keurvorft Albert de Beer , die haer van Polen, onder Keyfer Otto d\'Eerfte,in \'t jaer
in\'t jaer 1140 heeft gebouwt, en\'t felve be- 965, wanneer hy belijdenilfe vanhet Chriften
tekent als of men feyde ÜiV , dat is, geloof dede : het heeft eertijdts gehoort aen
Beeren-landt. In defe ftadt brouwt men \'t befte de kroon van Polen , en is naderhant het Mar-
bier van de geheele Marck , \'t welck men oock quifaet van Brandenburgh ingelijft. \'t Bisdom
des wegen gewoon is wijdten fijdt te vervoeren, behelft in fijn fticht drie-en-dertigh dorpen,
Voort fijn in defe ftreeck van de Middel met eenige fteden en kafteelen , als
fijnFurflen-
Marck drie Bisdommen , namentlijck , dat van -walde , alwaer men een Cathedrale kerck met
Brandenburgh , Havelbergh , en Lubus. \'t Bis- een kafteel fiet; als oock
Seloyien, en loritien, dat
tlom van Brandenburgh is feer oudt, als fijnde eertijdts oock met een Cathedrale kerck ver-
^^ \' gefticht door Keyfer Otto de I, en behoort on- ^iert geweeft is, gelegen in \'t geweft van Stern-
der \'t
Aerts-Bisdom van Maegdeburgh. Eenige bergh. In\'t jaer iioy heeft.Sbigneus, Poolfen
fchrijven , dat het is gefticht van den Keyier Hertogh, onder Keyfer Henrick de V, \'t ka-
Henrick de I, vader van den genoemden Otto : fteel en de ftadt LubufTe vermeeftert, en aen
andere willen dat den eerften grontlegger daer Henrick, Graef van Affaw, Aerts-bifTchop van
van geweeft fy Keyfer Otto de 111, ontrent het Maeghdenburgh, gefchoncken. In \'t jaer 1180
jaer 1100. In dit Bisdom is gelegen \'t ftedeken is Gaudentius, Billchop van LubufTe , door laft
Zyefer, alwaer de BilTchoppen eertiydts hun Hof van Cafimirus de I, Köninck van Polen , op dc
gehouden hebben : als oock de ftedekens
Blum- Poolfche Rijcks-vergadering , in den ftaet van
hergen, Frifach , en Flage. Den eerften Biftchop vafal, geweeft. In \'t jaer izjo heeft den Mar-
van Brandenburgh is geweeft Dulimus ontrent quis en Keurvorft Joannes de I, Prins van An-
het jaer 960 : defen fijn gevolght ïoannes Scot halt, \'t Bisdom en \'t gebiedt van Lubus gekoft
in\'tjaer 1064^ Diderick del, in\'t jaer io68iDi- van Bogiftaus de Kale , foon van Henrick den
derick de 11, in \'t jaer
1070 Tarquardus in het Gebaerden,Hertogh van Lignitz en CrofTe,vol-
jaer
1072 ; Wigerus, de x 111 in ordre , die Abt gens de befchrijvinge der Poolfche jaer-boec-
was van de Premonftratenfer broederen, ten ken. In\'t jaer 1195, onder Keyfer Adolph , en
tijde van Primiflaus , Köninck der Wandalen, Primiflaus de 11, Koning van Polen, en onder
namentlijck, ontrent het jaer 11415 Wilianus, den Marquis Otto de Lange , Keurvorft van
de
XIV in ordre, in \'t jaer 11445 den Mar- Brandenburgh, is Koenraed , BifTchop van Lu-
quis Sigfridus,foon van den Keurvorft van Bran- bufe, vafal en
onderdaen geweeft van den Ko-
denburgh Albert de Beer , in \'t jaer 1163 , die, ninck van Polen. In \'t jaer 1368 is tufTchen den
nae dat hy vijftien jaren den Biflchoppelijcken Koning Cafimirus de II, en Pieter , BifTchop
ftoel bekleet hadde , in \'t jaer 1178 tot Bremen van Lub US, die door den gemelden Köninck
is beroepen, alwaer hy , fes jaren BifTchop ge- uyt al fijn gebiedt geworpen was, dusdanigen
weeft fijnde, geftorven is j Waldramus in\'t jaer voorwaerde gemaeckt, dat den BifTchop alle de
1190 5 Winricius in \'t jaer 1192,- Frederick van befittingen,die hy van ouden tijde onder \'tRijck
Graveneck, Abt van Ungeren, in het jaer van Polen gehadt hadde,behouden foude^ maer
1420, die oock tevoren, in\'t jaer 1411 , van de Köninck van Polen voor fijn patroon en
eenige Kanonicken tot BifTchop van Aughs- Befchermheer moefte erkennen. Doch in het
borgh gekoren was, doch wederom uytgeworpen jaer terwijl Frederick de II Keurvorft
wierdt; Hieronymus in\'t jaer ijoój ende laet- van Brandenburgh was, heeft fich Frederick,
fte Joachim , Hertogh van Munfterbergh in BiflTchop van Lubus, onder de gehoorfaemheyt
Silefien, in \'t jaer 1546, die \'t Bisdom overge- van den gefeyden Keurvorft geftelt, en wierdt
daen hebbende , in\'t jaer 1563 uyt dit leven is door den felven aen den Köninck van Polen,
gefcheyden. Defen overleden fijnde, heeft den Caflmir de 111, gefbnden.
Marquis loachim Frederick \'t Bisdom aengeno- Een uyt defe BilTchoppen van Lubus, name-
Duytslant. G 5 lijck

V Getrcme
Sritu.

en va» Lu-

\'BtrnoH*

Bisdom-

-ocr page 42-

lijck de feven-en-twintighfte, Diederick van Bu-
lau , eerfte Cancelier en befchermer van de
hooge Schole van Franckfort aen den Oder,
heeft de ftadt Furftenwalde, van\'t kafteel af
tot de molen-poort toe, met een muer omtroc-
ken, en is in \'t jaer i J23 geftorven.
Landen die Wijders worden onder defe Middel Marck
gen^eeneiijck.QQ^^ gerekent defè twee Graeffchappen,dat van

ctiderdeje 9 „, t iii^S n-

Marek ge- Ruppm en Stolpe, als oock het landt van Prig-
ttitworde», nitz. In \'t Graeffchap van Ruppin fijn gelegen
de fteden
Ruppin, met een feer oudt kafteel,dat
het oude Ruppin genoemt wort; en Gran\'z^yCy
met een kloofter, als oock
iVeflerhufen, Doch
nae dat alle de Erf-graeven van dit Graeffchap
overleden waren , is het fetve door erfrecht ver-

k:

^ t ., I

\'Si!

r
i

• ? i\'-

t i

vallen op de Marquifen van Brandenburgh.
\'t Graeffchap
Stolpe hech fijnen naem ontleent
van de ftadt en \'t kafteel Stolpe ^ gebouwt fijn-

de in\'t jaer 1x54. Onder defè Marck behoort
noch \'t nieuwe Angermonde, dat anderhalve
mijl van d\'Oder is gelegen , en wordt van \'t ge-
meen genoemt
Ketter-Jngermonde, om dat het in
\'t jaer 1429 door de Huftiten , die fommige de
ketters van Bohemen noemen,isingenomen.\'tIs
gebouwt in\'t jaer van den Marquis loan-

L MARCK.

nes de I, en fijnen broeder Otto de Godtvruch-
tige. \'t Heeft eertijdts onder Pomeren gehoort;
maer den Marquis Frederick de I, heeft het den
Hertogen van Pomeren , Otto de II, en Cafi-
mir de V, gewapender-handt ontnomen , en
de Marck van Brandenburgh ingelijft.
Prignit^
is een oudt en vermaert lantfchap op de grenfèn
van Mecklenborgh en Saxen. De voornaemfte
fteden van het felve fijn,
Perlebergh, Prit^ypald,
Kirit^y Lent^, alwaer \'t Keurvorftelijcke tol-
huys op d\'Elveis
i en Halpelbergh, welcke plaets
\'t Bisdom van Havelbergh fijnen naem gege-
ven heeft: de kleyne fteden fijn
Wïttenbergule op
d\'Elve,
l^e-^ftadt, Wilsnac, freyenßein, en \'t kloo-
fter genaemt het Heyligh graf; als oock \'t fte-
deken
Crenrne, daer nae Lindo-^, met een kloo-
fter. In dit geweft hebben eertijts gewoont de
Cimbren , en Wilten, volckeren die niet anders
gewoon waren dan op roof te leven , en de we-
gen allefins onvry te maken.

Eyndelijck wordt oock onder de Middel
Marck gereeckent het kloofter
Lijfe , gelegen
fijnde tufTchen de fteden Maeghdenburgh en
Zerbft, met noch meer andere dorpen, onder
\'t felve ftaende.

1

I

^if IH

f

lilt\'

f f
r )

! ï iii

■\'li

! r

lil

!f\'
i
i-\'
> : f

I

i

f?"

f ; f

- I

I r

-ocr page 43-

9.f

DE N I E V W E

K.

M

A

R

Crenßrt. E Nieu-^e Marek is van

de Middel afgefondert
door de rivier d\'Oder,
in de welcke fich de
Warte ontlafl dicht by
Cuftrin, loopende uyt
Polen naer Sonnen-
burgh,gelegen in\'t ge-
weft van Sternbergh j
voorts naerZandoc en
Landsbergen. Dit lantfchap heeft eertijts be-
hoort aen de Duytfche Ridders van d\'ordre van
S. lan in PruylTen , die \'t in \'t jaer
1290 verkoft
hebben aen den Marquis van Brandenburgh
Otto de Lange, die oock , gelijck fommige
meenen, een kafteel in Pruyllen hoeft gebouwt,
dat hy Brandenburgh noemde ja felfs den Mar-
quis Sigifmond , de welcke naderhant Roomfch
Keyfer, en Koning van Bohemen en Hongaryen
geweeft is , hadde het eertijts verbonden aen de
Kroon Polen, van haer te leen nemende
iooqo
Poolfche Marcken , \'t welck gefchiede in het
jaer 1403 ; maer foo haeft als de helft van de
gefeyde fomme , te weten yooo marcken , aen
het genoemde Rijck waren wederom gegeven,
wierd dit kafteel wederom herftelt aen de Mar-
quifen.

CYootte. De grensplaetfen van dit lantfchap ftrecken
haer uyt tot aen de lantpalen van Pomeren en
Polen : het begrijpt in fijnen ommetreck byna
ßoeianig\' vier-en-twintigh mijlen, \'t Heeft menighte van
weelderige en vruchtbare velden en feer fchoone
wey-landen oock heeft het overvloet van goe-
de viiTcheryen, bofTchagien , en molens, \'t Is
dapper aengewaffen onder de Marquifen van
Brandenburgh , infonderheyt onder lan , foon
van Joachim d\'Eerfte , en broeder van Joachim
Steden, de II, die de ftadt Cußrin, alwaer hy fich "ont-
hield , door fware onkoften vernieuwt heeft 5 en
jegenwoordigh is fy de hooft-ftadt van defe
Nieuwe Marck, welcke hy oock verfterckt, en
aldaer een tol geftelt heeft. De overige fteden
iijn
Landshergh , op de rivier Warte 5 Koningsber--
gen
, welcke ftadt gebouwt is in \'t jaer 125 J , oft
volgens de reeckening van eenige andere, in het
jaer
1166, op de rivier Röriche , door Ottokaer
Koning van Bohemen, na dat hy met Otto de
Lange, Marckgraef van Brandenburgh, PruyfTen
had ingenomen j en naderhant
Bernypalty en Bern-
flejm
met een kafteel Bernoyiole, en Berliniole, ofte
Nieu-^ Berlin, gefticht in \'t jaer 1140 , door den
Marckgraef Albert, toegenaemt de Beer, die het
defen naem gaf Noch is\'er
Arns-yoalde , en het
dorp ofte vleck
Ihama Solding, eertijts de hooft-
ftadt j
Furftenfeldy Dramburgh, Drifen op de grenfen
van Polen
Faikenbergh met een kafteel voorfien,
op de lantpalen van Pomeren
Frideberghy Bimmel-
ßadt, rm^ghdcn
kloofter j Califie, Cwmie, Lupen,
Dujtslant,

\'t welck fteedjes ripiMargen-^aldeQn kloofter; dé
ftadt
Morin,Meuburgh een vrye plaets; Nurenbergule,
Ret^
, met \'et kloofter genoemt Rhodis ; de ftadt
Schieffelbein, Ofemond, Schoonflies, Woldenbergh, Schilt-
bergh, Zedene
met een Nonnen-kloofter ; en Zan-
doe,
een dorp gelegen dicht by de rivier Warte,

In dit landt van de Nieuwe Marck vint men
kleyne roode koralen , en koftelijcke gefteenten
van verfcheyde foorten , te weten,
Arent-fleen, de
welcken de vrouwen die in barens-noot fijn
merckelijck dienftigh isen oock die
Xjflius ge-
noemt wort.

Voorts is men gewoon onder de Nieuwe
Marck te brengen \'t lantfchap
Sternbergh , gele-
gen aen gene fijde d\'Oder, en oock eenigh ge-
deelte van
Laufnits , de heerlijckheyt Befcau, en
Storkau, als oock het Hartoghdom Croffe,

\'t Lantfchap Sternbergh, alfoo genoemt na de \'tiant-
ftadt die den fèlven naem draeght, is feven mij-^H\'^^^^\'**
len lang, en ftreckt ftch uyt tot aen Polen, Sile- ^ \'
fien, de Nieuwe- en de Middel-Marck, van alle
welcke geweften het gefcheyden wort door de "
rivier d\'Oder.
Drojfen is de hooft-ftadt: d\'andere
{icden üjn Sonnenburgh met fijn kafteel, alwaer
den Groot-Meefter van S, lan van lerufalem ,
door geheel Saxen , Pomeren, Laufnitz, en de
Marck, gewoon is fijn hof te houden : noch
Reppen, Spiegelbergh , Zielent^g daer eertijts^ een
oudt kafteel was, gebouwt door den Marquis
Otto, bygenaemt vander Pijl, Keurvorft : maer
de Polen hebben \'t federt vernielt
Gorit?;^ be-
hoorende onder \'t Bisdom Lubus :
Sandau, en
Konings-^pald, een ftadt en kafteel op de grenfen
van Polen!

\'t Gedeelte van Laufnitz behoorende aen het Gededte
Marquifaet van Brandenburgh, \\ welck alleen
voor fich behield Frederick de 11, Marquis van
Brandenburgh, toenhy in\'t jaer 14^52 het ge-
heele Neder-Laufiiitz overgaf aen Georg Ko-
ning van Bohemen,is de ftadt
Cothus,o£tc Cotypit\'^,
daer een kafteel ftaet; oock Sommerfeld, en FeitT^e,
ofte Beut\';^, alwaer lan, broeder van den Mar-
quis loachim de 11, Keurvorft , ontrent het
jaer 1570 een fterckte bouwde.

De Keurvorften van Brandenburgh befitten Beeriijckc
federt den jare als tot onderpant, de heer- fe
lijckheyt
Befcau , en Storkau, ofte Sorkau, toen de smka^"!
Marquis lan, die de Heeren van Biberfteyn en
van Soravien afnam; foo dat fijne erfgenamen
de felve met toeftemming der Koningen van
Bohemen, als eertijts onder hun Rijck behoo-
rende , noch tegenwoordigh behouden. In dat
lantfchap is een feer overvloedige aluyn-mijn,
die men gewoon is te fuyveren en aldaer te ver-
koopen.

\'t Hartoghdom Croffe in Silefien , fich uyt- \'t Bartogh-
ftreckende naer \'t lantfchap Sternbergh , en de
Middel-Marck tot aen Franckfort, behoorde

G 6 eertijts

-ocr page 44-

T O

e

-ti>

^^ MARCHIOlsrATUS ^

BRANDKNBURGICI

NOVA MARCHIA

\' et

UCKERANA.

- O Greßttt^

ScinfeÜieift^ o,

TUte

»Millzarta. Ge

rmómco-j

Gli^ojv

O -Ji^sneeslaus ;
haffen^

y

D U C A T U S

w

•liü\'

Saua/^e^

Th-amlruiy

E» Tas walk

ME KË L B NB U RGI

O Xtfgpi»
O ivólded4

Q

f/

Sej^ ^orüéerclc

»

\'^rUmvaUe,

O I

\'^huu^ett\' !

i \\__

\\zo

\'Iratnhat^

JliytffW
O

?

O huihiitmv
\'H-ebhe.tmv ® ;

6

O ® -ICufffw

zo

O

StttA^tiel

»

7

T^eliersdûi^
•MarUffiUtr

CifßftttttttV\'

r

Zojfe.

fetts

Zee-

«O

liccisha^ew

t ^fi^p^urw

M AVjj^ O Ç .

O QnadetL o ^

® O

Grantótr^^

1 Gfomnv V.««^

^ C-rimenhet^o

\\ IKadewiisz

PencttHjj

■> O

\'T^M.tMck \'^"ïf ^ l " Selihmo

. y^iéemsioi^ \\ -Klùtckew o

J» jflk _ \'-Ê -t ^ "Tia^/t/àl/j-t— ft

"^Eitr/lenow

.Manteew

Xerjkkehz

*f O

^■JhetHtuw

HaJeUaw

.Michovf

\\jBt.r^eUf O

IC -TfTefi^/eUt E

V

Jje^msd^yi^

O

O

littUdtt^

l
t

/

I ■\'s^*\'^\'"\'\' OSahm^

Ü

Str^ei

(efv

O

/

O

t ^ s.

ïarbtmlrede.

^ Jiatxelm ® Ijl^^

CdUn-^

53

O

O

^Reiieheithiuh

53

Utu

S-ulés

Tetdcw <3.
<

Smedeier^k o

, *4Lrrltir

SaUen^^
JCaihtBw

litt

A.

Qimtere, o \'

Gstörs ,

Stfcusämf

\\

I

hen^

acrtr

.ALdenJ^^ O C-erïswaU\'

P^GtmUtx

Ji A) s

Z> V c

7ö JfwÊw

^Ktetf^ttt-

Tacais O i!«^

litl/ÉntiHÓu

lO

!>3CaKs

10

Swattte,

O

Sitbar

Sechan^

""n-^herl.cjF

V 1

\\Teetxy

O J^wntow

rHeief^uL

rençÉfifi

r

\'Sùtmende^
Ï- - Sehihuiek

S\'-HThmv

Jïredefck

éSattdow

O

\'Xiuchetiy

\'^fJmtln^n^

Xettemn.

t

/

•ierj

» - -TT

i OU\'.

hemtnersä

Sehoé

•ÂfanenwoU

Sle^tL

O O

XrttJuJlsdei^

COMITAT\'^,^^

O

muni

\':KmJer1ney

O

Greßventb^^j^

.0 ^é^iek :p A^ Ti S-

O Xewenla^ ®

O ^

" IDoyett.

O

Xiichtënctv

Xaehew

OlMa,

e

; SäOeH. O «j

■ _ ......itss

\':R.elsiciff (

I

O

-TCUßa-fek
^ Bifèntal

Ach^Jïtrt,,.^

iBotzö^ Par

-^atkebera ® -A-eii^J.

«

• @ ^KlthUék ■Woldenfier^ ö „ ^

O Sydow

Xiott^ei\'wijli O

7}£tmer

O Seherin.

iJlM

\'-en^

^Ik-n^het

>5

rKaltku/èke,

Schone

Tet-

«

■^reUj^yefj

«sc -\'^^^ietiiiny ^ ^

o Ji p O

\'Serruck

9

\'Bernmken. J^jf

(

^sv^ ®

E

ƒ Jiyertts^

m a r c

Meridies

-ocr page 45-

I-I

D\' U C K E R - M A R C K.

eertijts aen \'t Koningrijck Polen, naderhant van Bohemen en van Hongaryen, \'tgelieeleti

aen dat van Bohemen : want het is gevoeght erflijck overgaf aen lan de Derde, fone van den

gev^eeft by de Hartoghdommen Glogaw en Keurvorft Albertgebynaemt den Duytfchen

Breflaw : welcke drie in\'t jaer 1162, alleen door Achilles: \'t welck oock beveftight wierd in het

Koenraed , foon van Vladiflaus, wierden befe- jaer 1538 , door Ferdinand, Koning van Bohe-

ten. Maer federt is het als in onderpant verval- men, van Hongaryen, en oock der Romeynen.

len aen de Marquis van Brandenburgh , en dat Voorts fijn \'er in dit Hartoghdom niet meer

tot tweemalen toe, te weten, in\'t jaer 1277 j als twee beroemde fteden , te weten, Große met

en 1484 ; tot dat eyndelijck in \'t jaer 1491 lan , fijn kafteel op d\'Oder j en Zulcb^ inlgelijcks met

i

laetfte Hartogh van CrofTe , Glogaw, en van een kafteel voorfien.
Sagan, met toeftemmen van Vladiflaus, Koning

I

D\' U C K E R . M A R C K.

Naem, ^ ^cker-Marck treckt haeren

naem van \'t groote meyr ge-
meenlijck genoemt de
Mcker,
en ftreckt fich uyt van de
Middel- en Nieuwe Marek
tot aen Pomeren, welck Har-
toghdom het eertijdts heeft
toegekomen: maer \'t is aen \'t Marquifaet van
Brandenburgh geraeckt,door huwelijck van den
Marquis en Keurvorft lan den Eerften, gefpro-
ten uyt het Huys van Anhalt, gefloten met de
dochter van Barnimus den Eerften, Hartogh.
van Pomeren en Stetin, ontrent het jaer 1
160,
Steden. De hooft-ftadt van defe Marek is Prentzjo-^,
die eerft gebouwt wierd door Primiflaus Koning
der Wandalen door de gantfche Marek , en
Mekelenburgh: de welcke federt in den doop
wierd genoemt Henrick, en heeftfe dus met
haren naem genoemt in\'t jaer 1138 ; daer na
in \'t jaer 1275 heeftfe den voorfèyden Barnimus
d\'Eerfte, Hartogh van Pomeren, vermeerdert

en grooter gemaeckt, de fèlve onderfcheydende
in twee fteden, te weten , d\'oude en de nieuwe.
Eenige verhalen , dat den Marquis Frederick
d\'Eerfte van dien naem,Keurvorft van Branden-
burgh , en Burgh-graef van Neurenbergh, defê
ftadt Brentzlo in\'t jaer 1424 gewapenderhant
had genomen van Otto en Cafimier, broeders,
Hartogen van Pomeren, en die de Marek hadde
ingelijft. \'t Kloofter dat men hier fiet, is gefticht
geweeft door den Marquis en Keurvorft van
Brandenburgh lan de Tweede, fijnde uyt het
geflacht der Princen van Anhalt.

D\'andere fteden, vlecken en dorpen
hurgh, Templin, Nieu Angermmty op de rivier Wels |
Leichen, Leuchenit^, hebbende een kafteel op de
grenfen van Pomeren 5 voorts GransiO\'9?, ofte
Kran^a-^p, Pot^siow, Petikun , Vot^enhurgh , en iVolß^
hagen,
\'t Dal van loachim, gemeenlijck genoemt
/ is een doorluchtige School, door
den Keurvorft van Brandenburgh in \'t jaer 1607
opgericht.

\'£ GRAEF-

i

t ■

-ocr page 46-

9>È

\'t G R A E F S C H A P

N,

V

R

P

P

I

en dé Heerlijckheyt van

P R I G N I T Z.

Et Graeffchap Uuppin,
oft Rappin , dus ge-
noemt nade ftadti^tt^-
pien, oft nae \'t kafteel
van de felve naem, is
bynain\'t midden van
\'t geheele Marckgraef-
fchap van Branden-
burgh gelegen , te we-
ten,tuflchen deUcker-
marck, de Middel- en Oude-marck j en wat het
overige belangt, dat paelt acn\'t gebiedt van
Prignitz , en\'thertoghdom van Mekelenburgh.

Dit geweft is overvloedigh in allerley flagh
van vruchten, en vee,- foo dat \'er niets ont-
breeckt van alle dingen, noodigh tot het men-
fchelijck leven , dan wijn.

\'t Is meer dan hondert jaren , dat de ftam der
Graven van ^Ruppien (van welcke de laetfte
waren loachim,lacob, en Wichman, fonder kin-
deren overleden, ) geheel uytgeblufcht is foo
dat dit Graeffchap toen aen de Marckgraven
van Brandenburgh is gekomen, die het nu noch
befitten.

De hooftftadt wort Ruppien oft Rappien, en
oock Tïeil-S\'ïuppïcn/ genaemt, om haer te be-
ter t\'onderfcheyden van \'t out kafteel van dit
Graeffchap, 2llt-9ïuppmi geheeten, \'t welck te-
gen over defe ftadt leght, fijnde door een kley-
ne beeke daer van afgefcheyden. D\'andere fte-
den en plaetfen van eenigh belang,fijn ®Uftei:-
^aitfctt/ dat in een hoeck leght, naer\'tgebiedt
van Prignitz, en \'t Bisdom Havelbergh, niet wijt
van Neuftadt: en
Gran^oi, met een vermaert
kloofter : als oock
Kremme, dicht by Glinland,
ontrent de Middel-Marck; en
Lindau , dat niet
wijt leght
van\'t gemelde kailieel glU-^ïuppfm/
en feker kloofter.

Het gebiedt van Prignit^, tegen over d\'Oude-
Marek gelegen, ftreckt fich uyt tot aen de rivie-
re Elve, en van daer tot aen \'t hertoghdom Me-
kelenburgh : het benedenfte deel paelt aen het
Graeffchap van Dannebergh , en \'t opperdeel
aen dat van Ruppien , \'t welck wy terfiont be-
fchreven hebben. Dit geweft is aenfienlijck om
fijn outheyt en grootte , waer in het felf het
Graeffchap van Ruppien te boven gaet, hoewel
het maer een gebiedt oft heerlijckheyt wordt
genaemt j want het is langer en breeder: en
behoort oock tot het Marckgraeffchap van
Brandenburgh.

\'t Is niet alleen beroemt wegens fïinen Adel,

• 1 C} J .

die hier in groote menighte woont: maer oock

Duytslant,

Vracht\'
Imerhejt.

Heeren,

Stéden»

\'i Gebiedt
n)m Trfg\'
nitt.

Crenfen.

om fijne fteden, die aenmerckelijck fijn, eö
waerdigh hier gedacht te worden.

Dicht by de riviere Havel, tegen over San-
dau , een ftadt van \'t Aertsbisdom Maegh*
denburgh , gelegen op d\'Elve, fiet men de ftadt
EaDelhergh , met haer Biflchoplijcke kerck, van
wonderlijcke hooghte, van welcke het Bifdom
Havelbergh de naem heeft. Hier na volghc
Wïttehergh oft Wittemherge, op de rivier d\'Elve, het
welck een kleyne ftadt is , oft liever een vleck,
hebbende geen poorten noch wallen noch-
tans feer beroemt, om den tol, die de voorby^
varende Schippers aen den Keurvorfl: hier ver-
plicht fijn te betalen. Voorts is \'er
Parkhergh,
een ftadt midden in \'t landt en dicht by \'tgeweft
gelegen,dat men M\'e©cutf(^c (Sotfc^aU noemt:
en
Wilfinach , niet wijt van de gemelde rivier, en
tuftchen Wittenbergsken en Havelbergh ge-
plaetft. D\'andere fteden en plaetfen van eenige
naem fijn ,
Freyenfleyn op de grenfen van Meke-
lenburgh :
Stahenau o(t Stawenovp, oock niet wijt
van het terftont gemelde Hertoghdom en het
Graeffchap Dannebergh gelegen : Prit^alde
oft Preut2CX>alk y dat men byna in\'t midden van
dit gewefi fiet > en dicht by \'t kloofter t>aê JpcÜU
ÖC @ra6 genaemt:
Kirkien, en Ctmiojen, een dorp
tuflchen Wittenbergsken en Lentz op d\'Elve
geplaetft, vermaert om den tol die men daer
betaelt,- eyndelijck dat men fiet in een

hoeck dicht by d\'Elve , met een Keurvorftelijck
tolhuys.

Stedetii

DtCimhreny endel^/te, oftWilceny hebben
defè geweften bewoont, oft liever deurloopen,
dewijlfe al d\'omleggende plaetfen beroofden en
pionderden \'t welck felf hare namen fchijnen
te toonen , volgens d
\'uytlegging van fommige ;
wantÄkr beteeckentby hen , na d\'oude tael,
een rooyer, oft roof-ackigh man; en Wilt oft Wilcy
een "Stolf; \'t welck ick geenfins toefta: want niet
alleen defe, maer oock alle d\'oude volckeren,
die noch onder \'t heydendom in defè landen
woonden, waren uyttermaten fel en wreet, ja
felf leefden byna niet anders dan wilde beeften :
foo dat men fich niet heeft te verwonderen, dat-
fe tot fteelen en rooven genegen waren, en alle
andere oefFeningen verfuymden. Doch heden,
nu alle defe geweften een heylfame vrede genie-
ten , fijn de wegen veyligh en feker genoegh te
reyfen: en d\'inwoonders doen groote moey-
ten en arbeyt, foo op \'t lant als in de fteden, om
het gene , waer mede fy hen bequamelijck kon^
nen onderhouden , eerlijck te winnen.

Oude in^
wconders*

G 7

-ocr page 47-

D U C A T US-

-M E K E

.Mili\'aria,^ (^ermanüa -

2a l

\'^2.0

E N B U R

■M^ofww O
IB^ekenittL\'

c

^mnojv

jdl^OW
.. " O

Ä

ïifcS

\'^ehentztm^

O

Pfausdei^ ^

^\'^ïLnv O

Q-ari^

O

He/öntxen,

O O

° ^ferti^ „O :gtwb

COMü^^-d^V s

Qaninv
O

GcCPtow"

. A

^J&enJei^

\'D ^ jJ e

O

O

, - _. . Zachow
OA^heh
 O

^^ ® , O

T^^o jMchfwdi^ O XutetU^,

Za^ißr O

O O (Buhanv

O

Jiuaden.

I Sehiht^lt

"BscJiottii

PARS.

\'l\'aikenhi^m^-

avr

-lahen-^ O / lokets Jx»^

O - y o^a^hr

O Ghäßdei^

Q-fomin^

O ^ ■ =

O

Sewelioiv
O

\'Beßverüy { o ........

l SCeZwfer ........

\'Sri^geftx, O --

O " \' O ^ "P^tnh-oA

ZuTfUP^ <y \'iVitttmrßdff^

Q ::Bta*tJUiw \'Vt^ïttstejh

" O

^tawenow
jUtUmus O

h »1

O StüttfifV

\'X.ge.sJci^

\\nuii

O

O ^

^CtHi^elin. i

Kiyttu^ O

O

\\0 G^Uhek

.dfei^hM\'j^
O

e ^^^

O

iSeJmfetsi ■

O

\'JCeteer

® XM^ledt , Crmtgherj

t> \'^erriheiAe,

I j:iancke,iun»

O -JCUmow

\'Wiend^ O Tlkßnde^o ^

Schom-hti^ O

Sadnojv
O

•y^uslrcnv

SchUfyde-
\'K\'etttdm-.o .

O

iSchnaken/lruifg

Chf^ii»^

MeUch

^ O \'iy^tm< O ^ O

Sê^. ■T^ettin, ^ ^ ^ - ^ / .....

O ^G-rahow,

^fc ,, O o|

Schmollft--,.

E N S I S

O/enuftanir

O

, „ ........,

Sttejfmv

O

h/yeft;\'

............ ...

® G-ofluty

"-O \':Fyßj>k \'VtUw

O

Xatiów\'!

feiger

Wittembeuge

\' Scltai^h^ An^t:
^ ^.n^S\'— II ^^^ Wilfiiach

O Jjuben,

Jtareft^
O

O

Jie^kra^k

-Xt-o

l O

O O

^ehêi^isn

° Säettwt^

^rhjv

O

I^emuwitó

O O

O

\':BoUkz

Ostoiff

Stmottsiorf

Sehimebety

O

^i^éhetL

O -JCeUtlttt- O

Schranke

5eeliaufeii

Thmenherj o

O ScV^^rnJtrh

Greiesü

Gi-os hefpm^

O

O n^Um^ O

\'BreJdttL-^ O

AltJf^ O V&zow

DamU^ O ■

\'3Crehs

O

ïAm O .. ^euefla

Xcetn-

iHavelB^fi

OAexl

M

Dehrutt\'

O "Wertea.
^aris

T^ehefshi^^n,

A \\R K-i

,0

Gertrutuhaff\'^
\'^JChhßliai\'
cf

O

G-f. £htyh

Schvarthaltr o>
Tpikeritx

MARCHIOKATVS

^BTIANDENBURGICI

PARTES PU^,

RU P P I N

Comitatus

&

P R I G N I T S

Regmncula.

.Auth. Oloü lohannis G^tha, Gu^iov .M-^tw \'Ce^-

iSandow \'Jj

loritsc. o^^f^^ {|
\'Mfutkmv

SelfarJuhe, ^ Grwtz^

A. tt C U IoE F.

\'acm-\'^

F V laihats
O

t M A G P

i\'

Setnltft^

.Me1kenl>eiv\\L

\'X>alUinv

J> G-olstdm^

Arttetui?..

\'Bubier^
Ätendel

O

Strißaw

Coffp^-tn-- O

O

® ^emmertin-
&rantxnv

O

Gttmimv

O

Sto^mut ^

Xtojênrade,

O

Jleki)^

Sehr^how o

-rJCran^f

0

y O G-a^

O °

O

^(■MZuUn

DerJierj

O

T^rmnv a o

XudieJf\'sd^^

Zecho-tv

•amituz
O

Catttóiv

O -Zi^

MuL

SammtigAy

O ^oUL

Zedemck

ro IBatf^ndcrf o

^^.JSä\'t^^y Seeiek ^ o -:Palkenéal

■*. ÄW^ ........

\'yCaterimv\'

O

Jä-uL

O, Storielt
iSéht^e^

O \'^Krentsclin,

m

Schf^e. miit

G^^t^J :BecheBv Alt

%

V}uteni>iv

O \'JfktJk»]»
"ICaryve

iUertuhi^k

O

^Rttienü^

O ^etxin.

JLimvffthef^

Sehownhe*\'^

bviellië

G-eftirw » .

O ^ I^Ud.y bef^

\'^rtwM ^^^^ ^ tuien Rï^iii.

^^^^ / O ^

rBtukiwttx § .Manker » „

Xctavtfiher^

i\' ®

O

(E^anßUft. Somfmifih

[ rehrbellui

Xatifftn-

Jito/ßhiw
Oi

■.aireiftx iMaken

O.

\' X,anJt!H>ehr

fDe^te

O Gr^^sio^ M^^x

3"

triCak

O

JCletxt ya-etut^

O

henttx

O I^entaU ^
Q TBrmme.

TCeemmen\'\'

CV, /

T . ■«"■^A.J

jw O A x D r. »

^^Jä^tthef^ O \'M

th

«laa^r t

\'J^f^.txm

Suntxke-

.jï

-ocr page 48-
-ocr page 49-

10

Het Aertz-Bifdom

M A E G H D E B V R G H.

Et Bifdom Maeghde-
burgh ofte Meydburg,
heeft den naem van
de voornaemfte ftadt.
Carolus Magnus , ge-
reformeert hebbende
gantfch Saxen-landt,
verordineerde in \'t fel-
ve tien Bifdommen,
van welcke Maeghde-
burgh het aller-treffelijckfte was. Ter tijdt van
de eerfte ftichtinge, was de refidentie-plaets te
Styde, daer na te Waterfleve , tot dat eyndt-
lijeken Keyfer Otto de eerfte, inhet jaer 940 ,
de felve transfereerde te Maeghdeburgh , en,
gelijck de groote Chronijck verhaelt, verhief
boven alle andere in Duytflandt , hoewel die
van Saltzburgh en andere Aertz-Biflchoppen ,
en Keur-Vorften, defePrimaetfchap en eerfte
digniteyt, aen dien van Maegdeburgh gantflijc-
ken niet toe en ftaen, als CrantziusinfijnAl^-
tropoli verklaert. De felve Keyfer Otto de eer-
fte heeft oock ingeftelt den Burgh-grave van
Maeghdeburgh , den felven authoriferende, dat
hy,in plaetfe des Keyfers,foude prefideeren in de
publijcke vyerfcharen en rechtbancken, en over
\'t gemeyne regiment, niet alleen in dit Bifdom,
maer oock in alle de naeft-gelegene landen ;
waer van de eerfte, die fulck Ampt, door or-
donnantie des Keylers Ottonis, bedient heeft,
I geweeft is Gero , Marckgrave van der Laulhitz:
lem fijn gevolght Herman Hertogh van Saxen;
Lotharius Grave van Waldeck j Frederick Lo-
tharii fone ; Conradus fijn neve Manfredus
Conradi halve broeder, wekken in den krijgh
verflagen, gefiiccedeert is Ditericus der Plocen-
fer Grave, wiens dochter als Vdo Marckgrave
van Brandenburgh getrout hadde, en oock het
Burgh-graeffchap geoccupeert, heeft fijnen fi^-
ne Henricum tot een fucceffeur nagelaten ^ na
wiens doodt Lotharius Saxo \'t felve ampt ver-
leent heeft aen eenen Burchard, uyt het geflach-
te der Heeren van Quetfort j van wekke de
Graven van Mansfeldt haren oorfprong hebben.
Nae defen bevint men dat \'t felve ampt bedient
hebben de Heeren van Schrapela, van de wek-
ke het, door authoriteyt des Keyfers Rudolphi,
getransfereert is op de Keur-Vorften van Saxen.

De hooftftadt defes Landts is Maeghdeburgh, Hccf,jlah
liggende aen de Elve, fy wierd eertijdts
nopolis genoemt , na Vmus Parthenia, aldaer ge-
eert; loannes Capnio noemtfe
Dinoadem Pmjum ,
met een Griecxfche naem, \'t welck foo veel be-
duyt als Meidburgh. .^neas Sylvius noemtfe
Virginopolim j Ligurinus , Virginus Vrhem , ofte een
wooninge der Maeghden
j en Ptolemseus Miaraiov.
Keyfer Otto, foo Lupoldus fchrijft, heeftfe
eerft gebout , daer na ;vermeerdert, alwaer hy
oock begraven light. Defe heerlijcke ftadt en
Keyfèrlijcke refidentie, was in drie deelen ge-
fcheyden , met muuren , bolwercken , toorens
en grachten wel verfien, oock met fchoone hny-
fen, reyne ftraten en fteegen, en met treffelijc-
ke kercken feer wel ge^iert infonderheydt was
daer waerdigh om te fien de heerlijcke kercke
van S. Mauritius, van vierkante grauwe fteenen
op-gebouwt, een feer koftelijck en treiTelijck
werck der Keyferen Ottonum. De Magiftraet
defer ftadt bewaerde, met groote eerbiedinge,
\'t Romeynfche recht , op Saxenfche Spraecke
befchreven, \'t welck met de authoriteyt Caroli
Magni, foo men feydt, bevefticht is : tot het
fèlve hebben de naeft-gelegene vokkeren , iii
flichtinge van ftrijdige kecken, haren toevlucht
gehadt j want men defe wetten aldaer in groote
waerdigheydt houdt.

Defe machtige ftadt is in Decembri 1^30, van
lan Serclaes, Grave van Tilly, Generael over het
Leger van de Catholijcke Ligue, in name des
Keyfe rs Ferdinandi de 11, belegert, en den 20
May 1631 ftormenderhandingenomen, geheel
verbrandt, en alles , weynigh uyt-gefondert,
van de woedende foldaten, foo jong alsoudt,
feer jammerlijck vermoort.

De rivieren defes Landts fijn, de EIve,Oocker, RivUren.
Sala, Wiper, Inderft, Struma , Reyde, Ruma,
Vker, Fues, en meer andere. Daer fijn óock
vele bergen, onder de wekke de Ramelbergh
en de M^/ïte^ de voornaemfte fijn. Van de bof-
fchen r eeckent mende voprnaemfte, den Har tz-
waldt en Solingerwaldt.

Vuvtßandt.

H

\'t Prins-

-ocr page 50-

s

fes and

I^ritx

llfülEÖw

: % ^Scharhthc Meherak

. .......t/

^ t ^ O

^ Mckeaie^

G-oßhlen. ^^"Ürr^z-.U

ft l\'ub.itx

\' Spatz

rarßell^

Merchlorj-

G E

Ve^ekey

Bocheniti,
Gr^orß
O
O

w4Inehe

\' Suütko

Lmjhtt^

O °

h^aJenAiitß

J^ndar
*

O ^r^

O

O HieUmaasAarß

vUe^

O

Hammam

V

G-ercbAotß

^enroda,- O

.MerchAorß

^m O

Lochßedt

- lleckttL

Scharhehe ifr^ %

iJ^^Zatdak
RatzJjirf
O
Sjtttin SlaaeüiL,

ï/ ■ O

V \'SI - O TCnauhUach JbA^läz

lett-\'

^^ )P uiA

&ïadaw

E p

u

\'Ro^idz

S

"\'S

Giißtv<^ SchaiJher^ ^

larchoiv
O

Jßhenße O ^f""\'

^ ZityeUdoif- oj Vofelitc

^ Schabnv
O

\'RademiJ^
"Aj^Urtp

^i^ienwarj^

* Heeßen.

Grarü^en-

^^ O

■^enfil\'^\'

TifpUm-"^.
O

Bui

IPechhtt^i

\'O Satn^

Q\\,l ® \' \'ÖTa^rd^

Q "Ufering O V Sati^weji ^^

Ejcheurode.

HeJmflaJir

Woyid^rf

m

O - l vlCaia^t jUj^\'

Seyaes
Kneßei ® qLCTHCIou,

T)re4tntz
IO ^hettufkz^

flo

■«-•/.\'Si.

■Worllitzl / ^""o

E 5

^ * I BeUJ^,/*^

jJjlUfkctLy^ l\'ourka

M A

\'i^myreh

O

-louche

s ^

:RettuJatß^ || O Sovmu^ßmr^

O Mnerß^in. T^eße^ph^tL-
O

Vplu^

Brünier^

jCutietßeJr,

Qdeaßelen- °

O

IRttJen^

.^ißeheit.
O

p

V O

w

Vlrtzke

O

JZaletib,

O

ÜediMehn.

herß

Traßz

I ° S.»i

3eßikendorß

BuJjittßet-

GuTnerßchiv

L Gerrißlchen-. jisfit

S T I

Oßcherßehn-^ ScharmeU

F T

G

£uUtßL£

0 ^-yi^hcn^
4
 O

- - , ■ Sahk

^tm I -pherßahiL.
Belhnersdorß Mj q Swanheeh

jLkendütß ^ Germllcbtt ßf^^^ ^ ° SteP^

.^41tenmaLi___. ®

Schtvaae^berj

WIL-

f terea.

O

Lemmet:^

Schonheck

O

\\20\\

OJl

CmiJetLy

Gr B

j/ J ^

J^ameh

\'\'^A NÄH A Lu T\\ ^

^ ^ ; \\jifj 0 ji j s

IKoßelüz

^Garix

R S T . E

Tirti.

^tanekenJeiß

O

Gruain^e-n-y.

^ o^ f L

1 / Zuß^

O ^

w

Halbei-flait

B E R

j£jtehor

O

S TAD T.

N^é -

Ttckttm^ O Q O

Aahen-y f\'^^^^Stecktim

O Ge^eßrt

\'^Rorfio-t

\\ J? ^ Ji s .

«r-v o - . - . ___

__i Jiaßiotß

Ojm / Berußdarf O

mo fu^erielonr T^gcke

^^J^ Br^ock

^ —A \'^erß^ P Bißdo,
SrrUi^ W\'- -
--

Rihow O

D

C ä A

^ttsow T T

u

JParis Werte«.

O Trkzer

Lubhas

ow|

B

\'Varhek

O \'

\'tF.v^Veßou.

O

H-odctehenL

Ti-eUe
O

(iwen.

Mei-iäie^

ren-.

tm

\'Wmnl

-ocr page 51-

\'Hi\'

■r : ï 1\'
H . . ■ i!

\'t Prinsdom

i! : \'
r ^\'

N H

L T

A

A

Et Prinsdom Anhalt heeft fijn
naem van een feecker flot,
eertijdts gelegen ontrent het
bofch Hartz, net welck in het
jaer 1140 afgefmeten is door
den Biflchop van Maeghde-

________burgh, en Marquis van Meyf.

fèn. In \'t Noorden grenft\'et aen\'t Aertzbifdom
Maeghdeburgh, in \'t Ooften aen het Hertogh-
dom Saxen , in het Zuyden aen het Graeffchap
Mansfeldt, en in \'t Weft aen het Bifdom Hal-
berftadt.

Stede». Sijn hooftftadt is Deffa-^, by d\'Elve, daer de
Princen van Anhalt meeft haer wooninge heb-
ben. Somtijdts houden fy haer in de ftadt B^rw-
burgh, vijf mijlen van Zerbft, en oock van Eif.
leben , een ftadt van \'t Graeffchap Mansfelt.
Maer
Serhfl , \'t welck de Latijnfche Semßam
noemen, gelegen aen d\'Elve, twee mijlen van
DefTaw, fes van Wittenbergh, en,vijf van Maegh-
deburgh , wordt gehouden voor de voornaemfte
van dat geheel gebiedt, om fijn rijckdommen,
die \'t uytnemende goedt bier veroorfaeckt, het
welck in verfcheyden landen begeert en gefon-
den wort, dierder en meer geacht als de wijn in

;l ^rï\'

t m\'

I m-

; \' i j \'I
; -ti j .ï

iifi
i rs Ü

11.

l;

n

Franckenlandt. De Prince heeft daer oock een
fchoon flot, die mede befit de fteden
Kothen^
Baflehen , Rofleben , Emfleben , Ballenßede
, met
fommige andere, \'t Graeffchap
Afcanien met de
ftadt
Ajcheïskbcn behoort oock den voorfchreven
Prince.

De inwoonders van dit lant fijn grof en groot, en
de vrouwen fijn bock grover en vetter , als alle
d\'andere van Duytflandt, welck oorfaeck is,datfe
byna altemael een heeffe en doffe ftem hebben,
\'t Inkomen, dat defen Prince jaerlijcks van dit
landt heeft , beloopt ontrent dertigh duyfent
florins, dat is Duytfche guldens, komende van
fijn domeynen, oflanderyen hem onderworpen,
en van de tollen, op de wijnen geftelt, die men
uyt Franckenlandt naer de noorder-quarticren
van Saxen voert, als mede van waren, die uyt
de Zee-fteden van Saxen met wagens in Duy ts-
landt gebracht worden. Hy mach oock geldt
ftaen, gelijck d\' andere Duytfche Princen.

Sijn Hof-houdinge is kleyn, na advenant fijn Regmhg.
middelen, en heeft weynigh officiers, die het
landt regeeren, fijnde als Raedtsheeren van den
Prince tot DefTaw.

ii\'

■ V

it ï

il ,

n\'

ÜlM.

-ocr page 52-

to,

t AERTS-BISDOM

BURG.

G D

Oewel den Lefer terftont Paus voor haer verkregen het recht van eert
een kleyne befchrijving van Aerts-Bisdom , onder welcke , als deHooft-
\'t Aerts-bisdom Maeghden- ftadt van alle Wandaelfche fteden , wierden
burgh en\'t Vorftendom An- geftelt de Kercken van Mersburgh , Meiffen,
halt gefien heeft; foo fal hy Citze, Havelbergh, en Brandenburg. De Key^
evenwel hier na een nieuwe fèrinne Editha belangende , die is na hare doot,
kaert en breeder verhael van gelijck fy begeert hadde , te Maeghdenburgh
\'t gemelde Anhalt (ons federt in handen geko- in \'tKIoofterderBenedidinen begraven , in\'t^
men) op fijn plaets vinden : doch dewijl wy jaer 948. Karei de Groote hadde defe plaets,
oock meteen beter en grooter befchrijving van om datfè foo tot fijne wooninge , als om den fe-
\'t voorfeyde vermaerdeMaeghdenburgh,nevens tel des oorlogste planten , feer bequaem was ,
een regifter van alle hare Bilfchoppen , begun- beginnen te vercieren, en derhalven aldaer ge-
ftight fijn; foo fullen wy die (omden Bemin- fticht de kerck van S. Steven , welcke nader-
naers van dit werck niets t\'onthouden , dat handt te gelijck met de ftadt verwoeft is, en
tot het cieraet van \'t felve,en tot hun genoegen gemaeckt een kafteel,dat hy aenWitekind heeft
kan ftrecken,) hier terftont op de kaert laten gefchoncken : oock heeft hy in die plaets ge-
volgen. ftelt een Burghgraef, en opgerecht een groot

Het Aerts-bifdom Maeghdenburgh , dat beelt van Roeland , dat men noch hedens-
meerendeels op de rivier d\'Elve gelegen, en het daeghs op de marckt fiet. De Cathedrale kerck
beroemfte is onder de tien Bifdommen die Ka- is S. Maurits toegewijt. \'t Bisdom is door Otto
rel de Groote in Saxen ingeftelt heeft, is ten in een Aerts-Bisdom verandert. In\'t jaer
ooften bepaelt met Saxen en de Nieuwe Marek als een Algemeene vergadering te Maeghden-
Brandenburg^ ten noorden met de Oude Marek, burgh, die \'t recht van verkiefing heeft, den
ten weften met het Hartoghdom Brunfwijck, en Roomfchen Godts-dienft afgefchaft, en die van
ten zuyden met het Bisdom Halberftad en Vor- Augsburgh aengenomen hadde j en derhalven
ftendom Anhalt. ^ nu geenen Aerts-Biffchop, die den Paus on-

Den fetei van dit Aerts-bisdom is eerft ge- derworpen was , meer en begeerden , maer
weeft te Styde , in \'t Graeffchap der Heeren een Prins, die hunnen Godts-dienft toegedaen
van Schwaleworch, die nu van Lippe genoemt was,kiefen wilden; hebben fy tot Adminiftra-
worden , en naderhandt is defelve overgebracht teur van dat Primaetfchap en Aerts-Bisdom ge-
naer Waterfleve , en eyndelijck door Keyfer
fchickt Joachim Friderick, toen ter tijt eeni-
Otto d\'Eerfte in\'t jaer 930 naer
Magcknburghop ge foon van Joan Georg , Keurvorft van Bran-
d\'Elve , op het verfoeck van fijne gemalinne denburgh , op de voorwacrden hem door de
Editha : want defe hadde die plaets, foo om Algemeene vergaderinge van de Cathedrale
datfe hare Huwelijcks-gift was, als om datfe in Kerck van Maeghdenburgh voorgefchreven,
haere luftige vermaeckelijckheden en befon- die oock door hem en fijnen Vader loan Georg,
dere gemacken groot genoegen fchepte, feer Keurvorft van Brandenburgh, fijn aengeno-
befint: invoegen dat fy door gebeden by den men, en by eede des gekoren BifTchops be-
Keyfer haeren Man heeft aengehouden,hy haer veftight. Door deefe belooft hy de Köninck-
vergunnen wilde op die plaets een ftadt te bou- lijcke rechten, voor-rechten, wetten, her-
wen : \'t
welck haer lichtelijck wiert toegeftaen. koomen , gewoonten, goederen, befittingen,
DefeVorftindan,fullendeophaerenhuwelijcks- rechten en vryheden, lbo van de Algemeene
grond een ftadt bouwen, van waer kon fybe- vergaderinge, als d\'overige Geeftelijckheydt,
quamer naem ontkenen als van de bloem hae- goedertieren en getrouwelijck te befchermen
res geflachts ? derhalven heeft fy die van een en te verdedigen , fonder defelve eeniger-
maeght Maeghdenburgh genoemt, t\'eenemael maten te willen befnoeyen , vervreemden, ver-
als oft men feyde^ferM^^^to-;/?^^/^, en heeft die koopen of te veranderen, buyten befondere
tot een wapen gegeven, een Maeghdt ftaende toeftemminge van d\'Algemeene vergaderinge.
op een kafteel met een maeghdelijcke bloem- En infonderheyt dat hy de goederen der foudt-
krans. Oock heeft fy de ftadt met voor-rech- kuylen, die tot de tafel van den Aerts-Biftchop
ten, die haer door den Keyfer vergunt wier- fijn gefchickt, aen niemant en fal overdoen,
den, begiftight, en te wege gebracht, dat de fchencken , verkoopen , oft op eenige andere
handelaers op den Elf-ftroom veel voordeden wijfe vervreemden : dat hy de kafteelen , en ge-
fbuden hebben. Daer benevens heeft fy alhier bouwen , behoorende aen de landeryen van dit
Jaer-marckteningeftelt,enden Biffchoplijcken Aerts-Bisdom, in fijn geheel cn fonderquet-
floel van
Waterßeye, alwaer haer Vader dien te finge bewaren fal. Dat hy fich over de Prela-
voren geplaetft hadde , gelijck nu reede gefeght ten , Kanonicken, en andere Geeftelijcke met
is, in defe nieuwe ftadt gebracht, en van den hunne dienaers, geen recht fal aenniatigen, als
Vuytslandt, H x voor

Lampaien.

Aerts-\'BiS\'
dom*

-ocr page 53-

ERTS

voor foo veel van outs her is gebruyckelijck
geweeft ; en indien hy in \'t toekomende eeni-
ge faecke tegens hun mocht, hebben, lal hy
die voorftellen en voldingen voor d\'Algemeene
vergaderinge. Dat hy de erffeniften der Kano-
nicken, \'t fy die by teftament of buyten tefta-
ment fijn achtergelaten , in geener wijfe fal
aennemen maer die aen de vergaderinge , om
daer over naer deoude wijfe te beraemen, la-
ten. Dat hy geene ftadt, ofte iemantin\'tbe-
jfonder , nieuwe voorrechten , buyten kennilTe
oft fonder toeftemming van de vergaderinge,
fal geven. Dat wanneer de kerckelijcke bene-
ficien füllen komen open te vallen, in dege-
woonlijcke maent, de verfamelingen die naer
ouder gewoonte füllen geven aen die gene
welcke fy verkoren hebben , en hun in de be-
fittinge ftellen, fonder dat den Aerts-biflchop
fulcks eenighfins verhindere, die alle forgen fal
aenwenden dat de beneficien geenfins worden
vernietight, ontheylight, ofte tot andere on-
betamelijcke gebruycken aengewent. Dat hy
in den tijt van een maent de openftaende geefte-
lijcke ampten en waerdigheden , die den Aerts-
biftchop gemeenelijck vergeeft, fal brengen op
een bequamen Kanonick, die in wettelijcke be-
fttinge van een der groote prebenden, en een
Jidt van het lichaem des Capittelsis. Dat hy
geene nieuwe fchattingen fal vorderen en in-
voeren , fonder voorweten en toeftemmen van
de gefèyde vergadering, en de Staten van \'t
Aerts-Bisdom. Dat wanneer de Staten der Pro-
vincie füllen beroepen werden , fal de boven-
gefeyde vergadering al vorens van de punten
die daer in moeten voorgedragen worden, en
van den tijt om de felve te houden , handelen.
Hy fal belaften, dat het geit, het welck in de
laetfte vergadering, door de Staten, belooft
is, om de fchulden van \'t Aerts-Bisdom af te
lolfen, tot geen ander gebruyck , als in de ver-
gadering beftoten is, worden aengewent. Van
welck geldt de gekorene uyt den Staten, by
fich neemende de Raedts-heeren des Aerts-
Biflchops , in de groote vergadering füllen
reeckening doen. Dat hy getrouwe forge dra-
gen fal voor alle de filvere vaten , origineele
brieven, en andere tot de tafel desAerts-bif-
fchops behoorende , volgens den inhout van
den Inventaris. Dat hy alle handelingen en
conferentien , gehouden by de vergadering,
terwijl denStoel leedigh was,voor wel gedaen fal
houden. Dat hy geene nieuwe fterckten bou-
wen fal, noch iemant oorlogh aen doen, noch
fich in eenigh verbondt inwickelen , fonder
toeftemming van de vergadering en de Pro-
vincialen. Dat indien de vergadering fich ftelt
tegens de handelingen van den Aerts-Biffchop
hy niet fal trachten eenige befluyten oft be-
veftingen van den Keyfer oft Paus te verkrij-
gen , welcke oock, fchoonfe verkregen waren,
van geenerwaerden füllen gehouden worden.Dat
hy de Vooghdye en Cancelleryen , naer \'tgoet-
vinden vande vergadering,ibodanigh fal hantha-
ven, dat eenen iegelijcken fonder onderfcheyt
recht en gerechtigheyt gedaen worde , en
geene tufichenkomingen van maegl^fchappy oft
-BISDOM

van uytheemfche Princen plaets grijpen. Dat
alle tradaten , befluyten der vergaderingen
en Staten der Provinciën , en alle andere con-
tracten , die met voorgaende toeftemming
der vergadering gemaeckt fijn, doorhem fül-
len in acht genomen, en met een befbndere
getrouwigheydt uytgevoert worden. Wat de
Stadt en \'t Bailjuwfchap Eglen , dat de Groote
vergadering van den Kardinael en Aerts-bif-
fchop Albert gekoft heeft, aengaet, dat hy
daer van reeckening fal geven aen \'t Capittel
ofte aen andere,- en de kamer van den Aerts-
bifTchop fal forge dragen, dat de inkomften,
door brieven belooft, tijdelijcken betaelt wor-
den. Dat den afgefanten van de Vergadering
noch huysvefting, noch lijftocht, op de ka-
fteelen van den Aerts-Biflchop füllen gewey-
gert worden. Dat indien de gefeyde vergade-
ringe door den Raedt oft de Gemeente van
Maeghdenburgh wiert uyt de Stadt gedreven ,
gelijck voor defen gefchiedt is, hy hun een
van
de kafteelen des Aerts-Bisdoms, met fijne
inkomften, behalven Giebichftein , tot hunne
wooninge en gebruyck fal inruymen , ter
tijdt en wijle dat het gefchil fy bygeleydt. Dat
hy de kafteelen des Aerts-Bisdoms, die aen
andere verpandt fijn , falafloffen, oft toeftaen
dat die door \'t Capittel afgeloft worden. Dat
hy de nieuwe dienftbaerheden , die, binnen de
tien jaren, den kloofteren en andere onder-
danen opgeleght fijn , fal affchaffen en dc
onderfaten van \'t Capittel met geene dienft-
baerheden fal befwaren. Dat hy oock niet fal
gedoogen , dat de dienaersvan\'de vergaderin-
ge , fonder \'t Capittel daer toe alvorens ver-
focht fy, gevangen gevoert worden. Dat hy
de inkomften van \'t Kloofter van S.Joris in dö
fbut-keeten , tot godtvruchtige gebruycken
fal befteeden. Dat hy alle andere kloofters in
hunnen jegenwoordigen ftant behouden fal,
en , verfterckt met eenige leden van\'t meerge-
melde Capittel, jaerlijcks reeckeninge van hun
bewint fal vorderen. Wat de kloofteren aen-
gaet , die tot de tafel des Aerts-Biflchops over-
gebracht fijn, voor foo veel yder onder hun
eertijts toebracht, om de laften des Rijcks en
der Provintie te helpen dragen, dat den Aerts-
BiiTchop defelve fomme aen de afgefbndene der
Staten fal betalen. Dat hy den Bailjuwen en
Rechters fal belaften forge tedragen, dat de
jaerlijcklè inkomften , welcke de onderfaten
van den Aerts-Biiïchop , foo geeftelijcke als
wereldijcke, fchuldigh fijn, tijdelijcker en vroe-
ger als tot noch toe is gefchiedt,betaelt worden.
Dat hy de bofTchagien van dit Aerts-Bisdom
niet fal fluytenjuoch toelaten dat die door over-
dadigh houtkappen verwoeft worden.Dat hy op
de Rijcks-dagen fijn fitplaets fal houden, enJn
het opbrengen van de fchattingen des Rijcks,
niet toeftaen dat het Aerts-Bisdom meerder,
dan naer ouder gewoonte tot noch toe is ge-
fchiedt, befwaert worde. Dat tot Hopmannen
van de kafteelen Giebichftein en Maurits geen
andere dan inboorelingen, en met toeftem-
ming van de groote vergadering , füllen geko-
ren worden wien fy oock füllen gehouden fijn

den

i ______

-ocr page 54-

den eedt te doen , volgens \'c oude voorbeelt,
welck fy Tullen verplicht fijn fchriftelijck over
te geven, en te befegelen. Dat van gelijcken
de flotvooghden van alle d\'andere kafteelen Tul-
len gehouden fijn,binnen den tijdt van acht da-
gen, aen de vergaderinge den eedt te doen. Aen
deTen fijn Ty foo lang gebonden, tot dat den
navolger den eedt vernieuwen Tal. Den Aerts-
Biftchop Tal eenige uyt de groote vergadering
tot fich nemen , om allereeckeningen derBail-
juwlchappen te hooren. Hy Tal dedienaers, die
fich halsfterrig tegens\'t Capittel ftellen , en die
hunnen heere en \'t Aerts-Bisdom ontrouw fijn,
uyt het hofdoen en van de BailjuwTchappen en
ampten af/ètten;en diegene welcke door de ver-
gaderinge fijn weghgeTonden en afgeTet, ter-
wijl den ftoel ledigh ftont, Tal hy nimmer we-
derom aenneemen. Hy en fal geene verpan-
dingen der leengoederen des Aerts-Bisdoms in-
willigen boven de drie jaeren. Tonder uytdruc-
kelijck goetvinden van
\'t Capittel. \'t Capittel
der groote kerck Tal met den Aerts-Biffchop een
medehulper konnen kieTen, indien \'tdenoot-
faeckelijckheyt quam re vereyfTchen. HyenTal
met niemant ter weerelt over een navolger han-
delen , fonder toeftemming van \'t Capittel; ftel-
lende \'t Telve in handen van\'t Capittel, falhy
de waerdigheden niet berooven. Hy en fal de
geTchaften fijner voogdye, fchulden , en andere
erfiijcke heer-goederen , met de Taecken en
fchulden van \'t Aerts-Bisdom niet vermengen ,*
en faPt Aerts-biTdom niet anders befitten, dan
van outs gebruyckeÜjck is, en de natuur der be-
neficiën en diergelijcke kerckelijcke goederen
vereyfcht. Naer welcke voorwaerde oock het
ontwerp des eedtsder onderdanen,gelijck die de
vorige Aerts-BilTchoppen en de vergaderinge
van de groote kercke,
als hunne ware en ei f-hee-
ren , terwijl den ftoel leedigh ftont, gedaen is ,
oock in \'t toekomende fal gericht worden. De
vergaderinge fal fonder eenige verhindering des
Aerts-BifTchops ontfangen die fomnie van pen-
ningen welcke den Raedt en de Gemeente van
Maeghdenburgh aen de KeyferlijckeMajefteyt
en \'t Rijck, ter oorfaecke van
haere verfoening,
fchuldigh is, en aen hem door gefeyde verga-
dering gefchickt is. En ingeval over de boven-
geftelde articulen eenigen twift met het Capit-
tel moght ontftaen , fullen twee Raedts-heeren
cn twee uyt het Capittel tot fcheydts-Iuyden
met volle
macht genoemt worden, om dat ver-
fchil te bemiddelen. Dan indien defe malkan-
deren niet verftaen konden, fulkn fy de ftuc-
ken aen eenige vergadering van Rechtsgeleer-
den fenden , en fich met hun vonnifTe te vreden
houden. Oft oock \'t Capittel en d\'andere gee-
ftelijckheydt , door een oudt gebruyck en wille
der BifTchoppen, eenigh meerder recht dan
in deefe
articulen uytgedruckt ftaet, hebben
mocht , dat fal hy hun oock vaft en onge-
kreuckt behouden. En naerdemaei \'t ftift van
Halberftadt van dat van Maeghdenburg onder-
fcheyden is, fal hy naer \'t oordeel van \'t Ca-
pittel fijn hof intrecken
, uyt vreefe dat niet al
te grooten getal van menfchen oorfaeck geef
tot nieuwe fchulden.

M

Eyndelijck, naerdemaei in \'t toekomende de
waerdigheyt van Keurvorft van Brandenburgh,
en de beftieringe der Brandenburghfche heer-
lijckheden fal komen op loachim Frederick, als
op den wettelijcken Erfheer; fal hy fich van
alle bewint des Aertsbifdoms van Magdenburgh
onthouden; en alle rechten , die hy in \'t felve
gehadt heeft, fullen t\'eenemael doot en vernie-
tight fijn j en fullen fonder eenige weygering
oft vertoeven vallen onder de macht der groote
Vergadering , gelijck by ledigheyt des ftoels
placht te geichieden. Die felve fal oock een an-
der Aertsbiffchop oft Bewinthebber kiefen,fbn-
der iemants verhindering. En den eedt die van
de Staten , Amptenaeren en onderdanen des
Aertsbifdoms is genomen, fal niemant meer ver-
binden maer uyt kracht van dit tradaet niet
en van geender waerde gehouden worden.

En dus heeft men gehandelt met de Aerts-
biffchoppen : maer in \'t jaer ló^i is defè ftadt,
uyt lafi; des Keyfers, door den Graef van Tilly,
Veltheer des legers, omringt, en naer dat fy
haer eenige maenden dapper hadde verdedight,
eyndelijck door gewelt verovert; en defè fchoo-
ne ftadt, \'t cieraet der Duytfche fteden, wiert,
ach leyder I heel in brant gefteecken, en in d\'af^
fchen geleght; haere kercken en hare huyfèn
deerelijck vernielt, haere inwoonders ellende-
lijck verflagen , ja foo verre, feght men, dat uyt
fulcken grooten menighte van burgers, maer
4CO overgebleven fijn, äen welcke fy daer naer
gelaten wiert om weder op te bouwen , gelijck
wy hier voren \'t felve aengeroert hebben.

De andere fteden van \'t Aertsbifdom Maegh- .Afidere
denburgh fijn: Stasfurt, leggende op de rivier
de Bude , waer van haeren eygen naem voor
defèn geweeft is,
Wacht der haten op de Bude; dat
by verwiifeling der tijden en volckeren is ver-
andert in Stasfurt, Salt^e , een ftadt gelegen tufl
fchen Maeghdeburgh en Barby , heeft fijnen
naem ondeent van de foutmijnen die daer in
menighte fijn ; fy is in de laetfte oorlogen meer-
maels geplondert:
Offemlebetij Lebus, Hundesburg,
Drieleb, Croßg
en Calbe, welcke gelegen is| op een
vruchtbaren gront, op de rivier Sala dicht by
Barby, aen welcke den Aertsbiffchop Theodo-
ricusin\'t jaer 13Ó7 een kafteel heeft doen bou-
wen. In \'t jaer 1382 heeft den Aertsbiffchop
Lodewijck, Marquis van Meiften, alhier fijn hof
gehouden defèn als hy op Vaften-avonts-ty t
\'s nachts by een dans in fijn èof tegenwoordigh
was, geraeckten \'t vuer door onachtfaemheyt
aen eenigh ftroo/t geen nochtans van weynigh
gevaer was,hadde niet yder een door vrees fich
op het dack begeven, \'t welck, onmachtigh om
foo grooten meenighte te dragen , needer^
ftortede, onder welcke val den Aerts-biffchop
met twee andere gedoot wiert.
Biii^; IVolmerflet,
een ftadt met een kafteel op d\'Elve, alwaer dc
Ore fich met de felve vervoeght. Sy is in \'t jaer
1Ó4Z door een
bzndtYCmkltWansleben, met een
kafteel, dat dele ftadt dickmaels uyt den noot
geredt heeft , en \'t gewelt der vyanden feer
heftigh wederftaen.

Men feght dat den Aerts-biffchop uyt dein-
komften ten minften vijftigh duyfent daelders

\'s jaers

GDBNBÜR GH.

-ocr page 55-

^s jaers l^rcckt. Dit wift oock wel lan Georg,Har-
togh van Saxen, die fijnen tweeden foon Au-
guïlus in\'t jaer
16z6 tot Medehulper des Aerts-
biffchops heeft geflelt, die oock naderhandt
in \'t jaer 1638 den overleden Aerts-bilfchop is

van Luther aengenomen, welcke oock door
fijnen navolger loan Frederick van Brandenburg
aldaer is vaft geftelt j dan naderhandt fijn\'er
eenige geweeft die \'t gevoelen van Calvin om-
helft hebben.

Graef\' Daerenboven behelft dit Aerts-bisdom het
fchapBar- Graeffchap Barh)> , wekkers hooft-ftadt is de
Stadt
Barby y gelegen op de Elve, niet verre
van de t\'fiemenvloeying van de rivier Sala ; het
heeft een kafteel, waer op de Graven fich al-

door Bannier , Velt-overfte van \'t Sweetfche
leger, door gewelt verovert en geplündert

M

S

VERVOLGH

VAN

MAEGHDENBURGH.

\'A

t-

■ î

F!

Delbert, geroepen uyt Trier, is ge-
maeckt eerfte Aerts-bifTchop van
Maeghdenburg in \'t jaer p<58 , ge-
falft fijnde doordenAerts-bifïchop vanMents.
Gifèlariusgekoren in\'t jaerpSi, onder Otto
de IL \'t was een dapper oorlogsman die
30754 Slavoniers, welcke \'t Stift Havelber-
gen , Brandenburg, en Gife pionderden, ver-
flagen heeft, gefterckt fijnde door de Vor-

Mersburgh naer fich getrocken hadde.

3 Dago heeft in \'t jaer 1004\'t Bifdom door
een merckelijcken aenwas vergroot. De
Cathedrale kerck heeft hy voltrocken. Key-
fer Otto de III heeft in een felle koude,
als het feer dick gefneeut hadde,in een plech-

i:

van S. Maurits uyt het kloofter te Bergen tot in
defe kerck gebracht, en op den altaer neder-
geley t j en met eenen op de felve tijdt aen den
AerrS\'biflchop gefchoncken de provintien
van Giebichfteyn , welcke op de Hale legt.

4 Gualther, gekoren in \'t jaer 1014, heeft
gefeten achtweecken.

5 Gero is geftelt door Keyfer Otto de 111 in

r

I

î:

n,

f

Ml

■ ff^

de kercken van S. Pieter, S. Paulus èïi S. Ni^
klaes van degrond af opgetrocken.
Engelhard,Diaken van Keyfer Henrick de III,
is gekoren in \'c jaer loji, en geftorven in\'t
jaer
10Ó3.

mp.

13 Norbert: defè den Keyfer Lotharius in Tra-
liën gevolght fijnde , heeft, door fijne won-
derbare welfpreeckentheyt en beleydt , de
verfchillen tufTchen de Paufen Innocentius
de II, en Anacletusbygeleght. Waer door
hy den titel van Primaet van Duytflant heeft
gekregen , en den felven aen fijne navolgers,
de BifTchoppen van Maeghdenburgh , over-
gelaten.

tijdts onthouden hebben. In\'t jaer 16^6 is fy 14 Coenraedt, Graef van Quernfurt.

Graef

IJ Frederick , Broeder van Timon

vanWetin, in\'t jaer 1143.
16 Wichman, Graef van Seburgh in Beyeren:
defe feght men dat eerft de groote Munt ge-
ftagen heeft.

DERAERTS-BISSCHOPPEN i7 Ludolph, gekoren in \'t jaer 1194 , heeft

Keyfèr Philips geholpen tegens Otto van
Brunswijck, dien de Paus tot Keyfer hadde
genoemt.

18 Albert, Graef van Kirbergh : defe heeft,
door laft van den Paus, Keyfèr Otto in den
ban gedaen, is tegens hem te velde getroc-
ken, en den flagh verliefende , heeft fich
ter naeuwer noot met de vlucht geredt. Wey-
nigh tijts daer na gevangen, en naer Gron-
bergen gevoert fijnde , is hy door de bur-
gery van Maeghdenburgh,en denBurghgraef
Burckhard,Vryheer in Quernfurt,verloft ge-
worden.

ften van Saxen. Otto de III befchuldighde 19 Burckhard, overleden in\'t jaer 1237.
hem van Simonie, om dat hy boven\'t Aerts- 20 Hildebrand, die de fteden Crofig, Lebus
bisdom van Maeghdenburgh, oock\'t Bisdom en Biliz aen \'t Capittel gehecht heeft. Hy

heeft geoorloght tegens Otto Marquis van
Brandenburgh, dien hy gevangen en in een
boete van i(5oo marcken filvers gedoemt
heeft.

21 Rudolph van Dingelftedt heeft het Graef-
fchap Alvensleben onder \'t Stift gebracht.

tige omganck barrevoets de overblyffelen 22 Rupert, Graef van Mansfeldt, door den

jaer.

\'t jaer loifï, Defe heeft den Marquis van 25 Bernard, Graef van Welpe.
Brandenburg in den ban gedaen, endemu-
16 Erick, Marquis van Brandenburgh , in \'t
ren, welcke Keyfèr Otto de I. begonnen had, jaer
1283 :hy heeft Harlingpurg aengetaft ;
voltrocken : en is geftorven in\'t jaer
1024. maer gevangen fijnde , kon hy door den
Hunfrid, Diaken van Keyfer Henrick , heeft Raedt ter naeuwer noot met 500 marcken

filvers

Paus gewijt fijnde,heeft de loden op het feeft
der Tabernaculen overvallen , en hun
60
duyfènt marcken filvers afgedrongen. Hy
hechtede Zorbeck aen \'tKapittel.

23 Coenraed , Baron van Sternberghin Bohe-
men , in\'t jaer
1268.

24 Gunther, Graef van Swalenbergh, fat een

gevolght. Den titel van Primaet van Duytflant, 8 Werner, geftelt fijnde door den Keyfer, is
waer mede den Aerts-bilfchop Norbertus, door gebleven by de rivier Vnftrot, als hy vluch-
den Keyfer Lotharius wiert begiftight, wort tede uyt den llagh van Henrick de IV,

met

fnoch hedensdaeghs gebruyckt. iDit Aerts-bif- Rudolph de Swaeb, in \'t jaer 1080.

fdom, als alle andere Bisdommen , onderhield p Hardevic, uyt Franckenlandt.

feerft den Roomfchen Godts-dienfl^ maer beeft 10 Henrick, in\'tjaer Chrifti 1102.

\'eyndelijck in \'t jaer 1553 , onder den Aerts- 11 Adelgot, GraefvanLoë.

biffchop Sigifmund van Brandenburgh, deleer iz Rutger, gekoren door\'t Capittel in\'t jaer

-ocr page 56-

M A

fïivers gelofl worden. De ièlve heeft de
Marek van Laufnitsaen fïjn broeder verkoft.
Oock heeft Albert de III, Keurvorft van
Saxen en Burgh-graef van Maeghdenburgh,
onder defèn Biftchop\'t Burgh-graeffchapaen
den burgeren overgegeven voor
3000 marc-
ken fïlvers : dit is gefchiedt in\'t jaer 12^4.

27 Burchard van Blanckenburg, gekoren in\'t
jaer 1295-,

28 Henrick, Prins van Anhalt, is gekoren in\'t
jaer
1304.

2p Burchard van Schrapelau, een ydel menfch,
twiftgierigh en onruftigh , belegerde Maegh-
denburgh; daer na de belegering opbreec-
kende, dede hy , als een verbondtbreecker,
groote fchaede aen de ftadt : gevangen en
wederom los gelaten fijnde, brack hy fijnen
gedanen eedt, endede de Stadt in den ban.
Eyndelijck wederom gevangen fijnde, wiert
hy , terwijl hy focht t\'ontkomen , op de
vlucht gedoot, in \'t jaer 13 2<5.

30 Heideck van Erpe is in\'t jaer 1327, op de
reys naer Romen fijnde, om den mantel te
verfoecken, onderwegens geftorven.

31 Otto, Landt-graef van Heffen, heeft dit
Bifdom treffeiijck vermeerdert.

32 Theodoricus , die oorlogh gevoert heeft
tegens Gerardt, Biffchop van Hildesheim ,
in welcke hy , niet tegenftaende dathy den
ftandaert van S. Maurits mede in denflagh
genomen hadde, overwonnen is.

33 Albert, Graef van Sternberg,in \'t jaer 1308.
Defen heeft Laufnits aen den Keyfèr ver-
koft voor fes duyfent marcken.

34 Petrus de Bruma.

3)- Lodewijck, Marquis van MeifTen , in\'t jaer
1381: defe begeerde, om \'t Aerts-bifdom van
Ments
te bekoomen , Adminiftrateur van
Maeghdenburgh genoemt te worden. Defèlve
is in\'t jaer 1382, terwijl hy in fijn hof een
dans liet doen, door een fchielijcken brandt
geftorven.

3 6 Frederick van Hoym heeft weynigh maen-
den geregeert.

37 Albert, Graef van Quernfurt, die in\'t jaer
138^ door hulp der burgeren Bircau heeft
vermeeftert; welcke, naerdemaei
\'t aen de
Republijck groote fchade deede , t\'eenemael
vernielt en verbrandt is. Maer in \'t afwefen
van den Biffchop is Rudolph, Hartoghvan
Saxen, vyantlijck in\'t Stift gevallen. Waer-
omme de kerckelijcke en wereldijcke hunne
krachten famen fpannende, \'tgeheele gebiedt
des Hartogen van Saxen verwoeft hebben.
In defe ftagh fijn\'er veel gebleven. Den Aerts-
biffchop wederom t\'huys gekomen fijnde,
heeft de fijne geloft, fonder op de burgeren
eenigh acht te flaen. Dit gaf den Raedt een
groot misnoegen ,• die \'t losgelt voor de haere
betaelende , \'t Capittel dede aenfeggen , dat
ingevalle eenigh gevaer ontftaen mochte, fy
onmachtigh was haer te befchermen. Nader-
handt rees \'er misverftant over de weylanden
en tienden. Oock ontftont\'er oproer,-maer
alles is eyndelijck, door tuffchen-komen van
Gunther, Graef van Swartzenburgh, en Joan
Dnytslandf*

10

Graef van Quernfurt, bygelegt en bemiddelt.

38 Gunther van Swartzenburgh in \'t jaer 1403;
hy heeft geoorloght tegens de Princen van
Anhalt, tot wekken oorlogh de ftadt
100
gewapende ruyters uytgeruft heeft. Oock
heeft hy Koten , een Stadt in\'t gebiedt van
Anhalt, belegert; doch hy brack de belege-
ring op , nademael den Hartogh van Saxen
met fijn gefagh daer tuffchen quam. Hy heeft
Harburg vermeeftert en tot de gront geflecht;
en nam \'t kafteel van Plave en Hundelufft in.
In het jaer 1431 heeft de ftadt het recht van
KeyferSigifmund verkregen,dat geen burger,
van watgelegentheythy fy , in\'t befonder oft
in \'t gemeen , voor de Keyferlijcke vierfchaer
kan gedaeght, oft voor \'t Kamer-gericht ge-
trocken worden; noch oock ergens anders,
dan voor \'t civile recht van den Biftchop, dat
is voor den Ontfanger en Schepenen van de
oude Stadt Maeghdenburgh geroepen : ten
waere miftchien dat iemant recht geweygert
Wierde , in wekken gevalle men alleen voor
den Keyfer daegenmach. Om die felve tijdt
hebben de Raedts-heeren , ter oorfaecke
van de ftrooperyen der Hufïiten, geraedt-
ftaeghtomde Stadt te verftercken , defaeck
alvoorens aen den Aerdts-biffchop bekent
maeckende , hem biddende , dat nademael
fy binnen defelve ftadts muurenwoonden ,
fy op hunne koften \'t gedeelte dat fy in had-
den , verftercken mochten. Defe faeck mis-
haeghden den Prelaet, die liever hadde, dat
de Stadt voor fijne lagen en begeerten open
ftondt: de burgers niettemin drongen yve-
righ voort\'t gene fy begonnen hadden. Den
Aerts-biffchop fiende dat hy niet met allen
gewonnen hadde, belaft wel ernftelijck dat
de nieuwe fterckte , infonderheyt op die
plaets, welcke onder haer niet en ftondt,
geftecht Wierde. Dit weygeren de burgers ,
bereydt fijnde allenthalven in eerlijcke en
billicke voorvallen \'t Capittel te gehoorfae-
men. Die van \'t Capittel hier door verbittert
fijnde, vergaderen hunne fchatten, verla-
ten de ftadt, en het Capittel leedigh. De
Repubiijcq roept haer voor recht, en fteJdt
de
geheele faeck in handen van \'t Concilie
van Bafel, dat toen
gehouden wierdt. Die
van Maeghdenburgh ondertuffchen, om fich
te verdedigen tegens d\'ongelijcken hunner
wederparty en , de welcke fy onderhevigh
waren, roepen Jan Marquis van Branden-
burgh, Hendrick Hartogh van Brunfwijck,
en de naburige fteeden, Hal, Brunfwijck,
Quedlinburg, Afchersleben, enSerbft, en
dus hunne krachten t\'faemenvoegende , be-
machtigen fy het kafteel van Tuche, daer
naer Calb, Statfurt, Salts en Ottersleben. De
Prelaet daerentegen verkreegh in \'t Concilie
van Bafel in \'t jaer
1434 een mandaet van den
Paus en Keyfer, by welcke den Maeghden-
burgers wierdt belaft , alle goederen diefy \'t
Capittel hadden ontnomen, hun
wederom te
geven, de vefting t\'eenemael te flechten,
en hunnen Aerts-biffchop gehoorfaemheyt
en eerbiedigheyt tebewijfen. Maerfy, ver-

H 3 fijckt

G H D E N B U R G.

JC

-ocr page 57-

ïijckt door den buyt dien fy gewonnen had-
den ,bekommerden fich weynigh over \'t von-
niffe van banning. Eyndelijck nochtans is
door
tuffchen-komen van de Princen , defen
ftrijdt bygeleght, de partyen wederfij ts ver-
eenigt, en den Ban vernietight.

39 Frederick, Graef van Bichling , begon de
reformatie van de Monnicken in \'t kloofter
vanS. Paulus, in\'t jaer 1445.

40 loan , Hartogh van Beyeren : defen heeft
de ftadt die plaets gegeven, in welcke de
graften fijn , tuftchen d\'oude en nieuwe ftadt,
naer d\'Elve, tot
aen de poort, die ^XCitm^
t^Ot genoemt wort.

41 Erneft, Hartogh van Saxen, gekorenin\'t
jaeri47Ó, dede fijn intrede binnen de ftadt
met 4000 ruyters. Oock is hy naderhandtin
\'tjaer Chrifti 1479 gemaeckt Adminiftrateur
van Halberftadt.

4Z Albert, Marquis van Brandenburgh, die
fijn intreede binnen de ftadt dede met een
gevolgh van 2000 ruyters in\'tjaer 1513 , is
döor fijne Suffraganen van Merfeburg, Bran-
denburgh en Lebus plechtelijcken gewijdt.
Men begon alhier de leer van Luther te ver-
breyden in \'t jaer 1524. En in \'tjaer 1539
heeft die felve Aerts-bifiTchop Albert fijne
onderhoorige fteden en den Adel in de ftif-
ten Maeghdenburgh en Halberftadt vryen
godts-dienft toegelaten.

43 loan Albert, Marquis van Brandenburgh,
heeft defe waerdigheyt aenvaert in \'t jaer
1545*7 wanneer
foo groote oneenigheyt tuf.
fchen \'t Capittel en de ftadt gerefen is, dat de
Kanonicken fidderende met hunne fchatten,
rijckdommen en kerckelijcke cieraden uyt de
Stadt gevlucht fijn, en drie en een half jaren
daer buyten bleven,onderwijlen by den Key-
fer aenhoudende, dathy defelve wilde in den
Ban doen en by de Princen,om de felve met
gelijcke macht aen te taften. De ftadt dan
wiert in den Ban gedaen in\'t jaer 1547,op den
Rijcksdagh t\'Augsburgh, en wederom twee
jaeren daer na , voegende by de vorige reden
noch meer andere,welckers eerfte was, dat fy
met den Keurvorft loan Frederick tegens den
Keyfer aengefpannen hadden : ten anderen
dat fy het verdragh,
Interim genaemt, ver-
worpen
hadden.Maurits,Hartogh van Saxen,
wien \'t uytvoeren
van het Keyferlijcke man-
daet was aenbevolen , heeft de ftadt een jaer
en vier weecken belegert, van den 4 Okto-
ber des jaers ijjojtotden 3Noverober i jjï.

44 Frederick , Marquis van Brandenburgh,
gekoren fijndein ^t jaer i JJ2 , is in\'t felve ge-
fturven.

45 Sigismund , Marquis van Brandenburgh ,
is gekoren in \'t jaer 1553: defèn heeft de be-
lijdenifte van Augsburgh eerfl in de Cathe-
drale kerck ingevoert; en is te Hal gefturven
in\'t jaer 156Ó.

4Ó loachim Frederick , Marquis van Branden-
burgh, verfocht tot Adminiftrateur , is ge-
volght in \'t jaer ij6ó : hy heeft de Cathe-
drale kerck, die byna geheele 20 jaren was
gefloten geweeft , geopent. In \'t jaer 13-77
heeft Auguftus, Hartogh van Saxen en Keur-
vorft , afftant gedaen van alle recht dat hy tot
op defen dagh op het Stift en de ftadt Maegh-
denburgh vermeende te hebben. Alleen wiert
uytgefondert den titel van Burgh-graef van
Maeghdenburgh,met eenige befittingen daer
toe behoorende , welcke hy voor fich en fijne
erfgenaemen heeft behouden. Maer den
Aerts-biffchop ^loachim Frederick, buyten
gewoonte , met fijn nichte, Vrouwe Ca-
tharina van Brandenburgh, dochter van loan
Marck-graef, getrouwt fijnde te Cuftrin in \'t
jaer 1570? heeft dies niet tegenftaende de
bedieninge van \'t Aerts-bifdom aen fich be-
houden , gelijck de Gefchichtfchrijver laco-
bus Auguftus Thuanus getuyght in het 45-
Boeck fijner gefchiedeniflen. Eyndelijck is
hy fijnen Vader loan Georg gevolgiit in het
Keurvorftendom van Brandenburgh; en naer
hem is fijn foon

47 ChrifliaenWilhelm, aenftaendeAerts-bifl
fchop , in fijn plaets geftelt in het Aerts-
bifdom van Maeghdenburgh j die van ge-
lijcken getrouwt fijnde, die waerdigheydt
bekleedt heeft tot het jaer 1^31, wanneer de
Stadt Maeghdenburgh door de Keyferfche
ingenomen , hy felfs gevangen , en naer
ISlieuwftadt in Ooftenrijck vervoert wiert:
alwaer hy eyndelijck van Godts-dienft is ver-
andert. In fijn plaets is

48 Auguftus, foon van loan Georg, Keurvorft
van Saxen, geboren in \'tjaer i<5i4opden
13 Auguftus, door \'t Capittel tot Aerts-bif^
fchop gekoren in\'t begin des jaers i<$2 8; na
dat hy alvorens in \'t jaer 1625 Coadjuteur
gemaeckt wasj wien oock de beftieringe des
Aerts-bifdoms door den Keyfer Ferdinand de
II is beveftight, uyt kracht van\'tVrede«
verdragh totPrage.

AERTS-BISDOM M A E G H D E N B U R G H.

!

! :!

Het

-ocr page 58-

11

Het Hertoghdom

BRVNSWYCK.

Et Hertogdom Bruns- vloedigh, en feer dier. Sy is eerft van kleyne be-
Naem. #JJ iïm wijck heeft den naem ginfelen op-gekomen , en heeft metter tijdt

van de Hooft-ftadt fulcken aen-was gekregen, en is t\'elcker reyfe
Brunfwijck ^ gelijck de foo vergroot, dat, van wegen hare macht en
ftadt van Bruno , fone rijckdom , oock de Princen haer nae de felve
van Ludolph Hertogh Hertogen van Brunfwijck hebben doen noe-
van Saxen , die den "men. Voor een van de Raedt-huylèn defer ftadt
naem liet aen den
Vi- leeft men defe woorden , die ick hier heb willen
cum ofte Dorp dat hy ftellen , om de menighvoudige proceffen van on-
begonnen hadde te fen tijdt:
bouwen, welck nae hem genoemt is,
Brmonis F"/- Door proceffen ontftaen doodeJijcke yymdfch4ppen, men
cus,
in de Saxenfche fprake foo veel te feggen doet Verloren koften, \'t lichaem mrdt dageUjcksyermoeyt^
als een wijck. Nu ter tijdt wordt het Brunpicum H gemoet gequelt, daer uyt ipolgen y>eel oneer lijcke fey ten en
ofte geheeten. lafteren, alle goede heylfame yoercken yporden te ruggege-

Dit Landt is feer groot, ftreckt hem van het fielt, en die de faecke meenen te -finnen, yerliejen/e menigh-
Magdeburger en Halberftatter gebiedt, en van mael, ofte , foo fy die -^pinnen, yer krijgen fy doch niet
\'t Hartz ofte Schwartzwalt tot aen de Elve. On- ycel, als men ml reeckenen de moeyten en keften.
Mtgesringe. txent het jaer Chrifti 12 30 heeft Keyfer Frede- In.\'t jaer 1229 fturf Henrick, Keur-paltzen
riek de II dit tot een Hertoghdom gemaeckt, Heer van Brunfwijck, wiens twee dochteren de
verheffende Ottonem , Heere van Brunfwijck en ftadt verkochten aen Henrick, fone van Keyfer
Lunenburgh, een neve en fucceffeur van Hen- Frederick. De rechte erfgenaem Otto , Hertogh
ricus Leo, die het generale gebiedt over geheel van Lunenburgh, heeftfe met
2000 Ruyters en
Saxen hadde, tot een Hertogh, hem gevende hulpe der borgeren, daer uyt fmijtende het gar-
de wapens, die fijn groot-vader mede uyt En- nifoen , ingenomen, en met Keyfer Fredrick
gelandt gebracht hadde, beftaende in twee gou- verfoent, is van hem Hertogh gemaeckt. In \'t
de Leeuwen voor \'t Hertoghdom Brunfwijck, jaer
1292 , nae de doot van Hertogh Wilhelm,
en een anderen Hemels-blaeuwen Leeuw met fijn de borgeren oneenigh geworden j wantde
eenige vlecxkens, van wegen Lunenburgh, welc- gemeynte hadde
12 Hooftmannen geftelt, om
ken eertijdts voerde Hertogh Herman , en fij- de Magiftraet te wederftaén, allfe iet tegen ha-
ne nakomelingen, met den tijtel van \'t Hertogh- ren danck fouden ordineren, \'t Gebeurde dat \'er
dom Saxen. Van de andere Hertogen magh wat beftoten wierdt, waer in \'t de meeftendeel
men wijders lefen Munfterum in fijne Wereldt- der burgeren met de Magiftraet hield deande-
befchrijvinge. re met haer 12 Hooftmannen: welcke Henrick

Hooftfladt Brunfwijck is hedensdaeghs dc hooft-ftadt den Wonderbaren, die toen in de ftadt was, gg,
Srmfuijk, ^^^ Jj^ Hertoghdom , en oock de grootfte van beden hebben , dat hy de ftadt foude behouden
gantfch Saxen eertijdts was fy geheeten, na ha- tegen fijnen jongeren broeder. De Magiftraet
renftichter, BrunopoHs, en van Ptolemajo T«- en de befte der burgeren maeckten een ver-
hifurgium, nae de meeninge van Francifcus Ire- bont met den jongeren broeder Albert, enlie-
nicus. Defe ftadt is groot, in haer begrijp vier- ten hem\'s nachts heymelijck in. Defejoeghde
kant, feer welgepeupleert, enmetveelfchoo- Hooftmannen uyt de ftadt , dede tien van de
ne huy fen geciert, met muuren en een dubbele principaelfte belhamels hangen , en een ont-
gracht, op fommige plaetfen oock drie-dubbelt, halfen. De oproerige burgeren, daernae door
alle vol waters, wel verfien j tuffchen defe grach- fijn redenen geftilt, namen hem oock aen voor
ten gaet rontom een feer dicke en ftercke wal, haren Hertogh. Anno
1492 iffer een gefchil ge-
niet allerhande boomen beplant j daer fijn vijf weeft tuffchen Henrick den Ouden ende ftadt,
marckten , vijf Recht-bancken, en oock foo welcke niet en begeerde de gemeyne laften met
veel Overicheden. Sy is gebouwt, nae\'tgetuy- de andere Onderdanen te dragen, oft den tol
geniffe haers Hiftory-fchrijvers Hermanni, in van de uyt en ingevoerde koopmanfchappen te
\'t jaer 8di van twee gebroederen Bruno en betalen : hierom is fy belegert, en met feeckere
Theodorus, (welcke van fommige oock Theo- conditiën verfoent. In \'t jaer 1J42 wederom
marus genoemt wordt) fonen van Ludolph Her- van Henrick den longen, Hertogh vanBrunf.
togh van Saxen. Midden door de ftadt loopt de wijck, belegert,heeftfe tot hulpe geroepen Keur-
riviere Onacra ofte de Oocker, die haren oor- Saxen lan Frederick en Philips Landt-Graef
fprong heeft in \'t Hartzwaldt, en de ftadt in van Heffen , hare bontgenoten, die met een
tween deelt, allerley vuylnifte met haer nemen- fterck leger \'t kafteel Wolfenbuttel
ingenomen,
de , en op verfcheyde plaetfen met bruggen en den Hertog verdreven hebben. In\'t jaer ijjo
beleyt,vermengtfe haer eyntlijck met de Wefer. ifte noch eens van den Hertogh belegert, toen
Hier is een goedt water om te drincken 5 maer beval de Keyfer dat partyen de wapenen fouden
wordt van de inwoonders meeftendeel bier ge- nederleggen, en haer gefchil met recht vervol-
droncken : w^ant de wijn is daer niet feer over- gen. Drie jaren daer nae iffe van den felven veel
Duftpndt. I harder

-ocr page 59-

m

S"

Q ^t^nlci^

•^nMurj , O.

3 Vji^ p U.jiALh
\'^Jnflel.. ^^ SXS

Cropcniiyif

O

^itccnb^T^en

_____ J ■ fp*" ■ ■ ""-i!"- g^N " * Jrt 7" 1 . "I o

- ■■■\' ^ o" \' V

-Sl^fc?...«.» ■ f o - nv^\' t t VmW.c/V^C:.:\' ° , Ao

- i^\'.Sr^n/uhcn %.4itfurtrX^ A

\' j:
o o o «.

^njtncun,/-. \'Bcflzenl.-\'t^

C\'lui.

|c/3

« \'^.I\'ejleif.

\\njkl

erSa ^^ .

/ o B ■AicJicrilebeii Q >i\'

DV CATV\'s

BRVNSVICEIS^SIS

XVKiEBVRGENSIS,

a^acerUihus C^i^opalihus, Comit
1>0fnin. etc .
Di; S CRIP TIO GE O GRAPHIC A,

^er annos aliquot cancinruUxh, et
\'Rej^\'^lJt^ac Celf\'^Trincipih.ac Oiucii.
"Brut^ic. ct XuneUug- iicaht ah oyen^aio\',
re et £labora±ore C^aro ^audtendey
Architccb) et Jlai^emaiico Gucl^hico.

-Talche,^! o I o ^^^

Stift-

^Stra/I\'ura

Tv-i^i/-

. ■■ ■■■ O . r^EH^ OJ

o

® O \'\'Jfiljler^

o

JJaJflJheaa,

huci 9 ;■ , o

1 ^ : o

. . S .....^ -

t » c.» ^ r ^ I \\ .ie.

aula. GuelphtCAToU, elevatJlip\'a.S2,-£ra{Uu,uV\',
tor^.etto.tnaiuizL exacl^imeJe ohferv^e,et
Juptr haac iafin, totius TjAuLeJlmcturatru
erexj^e J^rilit auctsr .

o

^raJa. o i^rm^i,;^
■TV/- " , ,

o ijalcicmerfhtij\'-\'i

Schcrcktrd

Jlirte

BercheU: °

anJjfeldiae Comit,

. ......................

jcomitat-? ■, -my ^ oh^rj^rf

^ - ■■■Mr,:--\' M

fe^

ifo^hrt-\'JA

O Sat^JL-ia.
ffi-ancltenmtien •ij\'k.

O O &refirjlem.

Tunc-\'

XammiTten

G-eha
t SJ^Uranje

J^alhetm^

iiiiiiiiiiiiiiiiii\'iiiHiiiiiiiiiHimiiiMimii-ErainiBrmirn\'i^r

t

3

tAliiUari^ Qernutnicfv comrmmiiL

Oherfpir,!^\'^ ■\'JeJLnmael S-unfr"^^
o ^

Olerhfa- °
\'^iJerhsfi-^

SIM

. o

^allHel,

Zian £lerid JicslLL

VecyU,

^ »4itlchciv

^ —° /.I. EicKsfeMt. —-jif"

. Jji JTifferfiuf-i iP^Ji. l^i^mJlufeiL juA . ® . \' \' X /

:RS. Ctl Oherufa

ii)

Jfl

^ -A it C H I/M

c?

Uj^\'V c ^ ^"V s.m

\'Zuckai. ^ \'

HojeComitatus p

ars .

^e BiLAisr

Steu^rJe.

"^Ife^lljik," I^uhetiharen. \'W "M ° -,r r

° J]-mSL-^M^ Z tr

DX a\'-^ia

H\'lkejh\'ttel

^^ I, ^

^ Jo -^urher^lc :^^\'-

Jtatian y"

Vienm^Jen.
o

^mJrfefi- J&lLrfarL j, o ^

a

o

\'o^gjj^^lt*«^: ^r\'tcafts

fanan

OtJisa-

Sujerler^li
. 6

edcl

Burjii

■JCadar^

rsti.

V^eniurj ^\'tahuie

J Sichen

\'\'heiier

, - O ^wenitrcl:
\'^^uneiJerL.

^^ A-/° ^ ■ -oLo

^u 7\' r, ,y Lmmnf - 1 \'

IlL-.,.

l^tieH,

O ^ o -

-ocr page 60-

i:

U»! ^

ii j lïr

i I

iiU

\'! I

RUN

K,

B

harder belegert en befchoten pmaer hy is te
rugge ontboden van fijne bontgenoten de Neu-
renberghfche , en de BifTchoppen van Wurtf.
burgh en Bambergh, op wiens koften de bele-
geringe toen gelchiede. In \'t jaer idij heeft
Henricus luÜus de felve weder belegert; met hul-
pe van fijnneve Chriftiaen, Koning van Dene-
marcken ; maer de Henfche bontgenoten en de
Staten van \'t Vereenighde Nederlandt, onder
\'t beleyt van Frederick Henrick, namaels Prince
van Oranje en Gouverneur v van Hollandt en
Zeelandt, haer leger tot by \'t gebiedt Brunf-
wijck gebracht hebbende tot ontkt der ftadt, is
de belegeringe opgebroken , en een gedurige
vrede gemaeckt.

Onder de andere fteden defes landts is Goftar
niet de geringfte, fijnde een Keyferlijcke ftatd,
bemuurt van Keyfèr Hendrick de I, vader des
grooten Ottonis, een lief-hebber van fteden. In
\'t jaer loji heeftfe Hendrick de III, een feer
rijck en machtigh Keyfer, feer vermeerdert en
verciert, welcke van te voren maer een kleynen
meulen-werf , oft een jacht-hutjen , foo men
feydt, placht te wefèn, en wierde van de beyde
voorgaende Henricken , en daer nae van de-
fen derden foo hoogh verheven en tot fïilcke
digniteytgebrocht, als men nu fiet. De voorfz.
Keyfer Henrick de III heeft oock aldaer een
Koninglijck Paleys doen bouwen , met twee
kercken.

Helmftadt light ten halven wege tuffchen
Brunfwijck en Maeghdenburgh ; defè heeft
Hertogh Wilhelm van Brunfwijck van den Abt
van Verden om een feeker fomme geldts gekoft,
en onder fijn gebiedt gebracht, als de moet-
willige burgers den Abt niet wilden gehoorfa-
men. Karolus,de fone Karoli Magnijbekrijgende
de
Scrabos en Vil/os, heeft defe ftadt eerftmaels

\'t

f i !
\\l\\

Goßnr.

t!

f>

ii

HelmPadt.

begonnen met veften te ftercken, gevende de
felve aen S. Ludgero, den eerften Biffchop van
Munfter, om aldaer feeckerder te woonen, en
vryheydt te hebben , als hy by de overwon-
nene volckeren het Chriftelijcke geloove ver-
kondighde.

Door de Biffchoplijcke ftadt Halberftadt Mer-
loopt de riviere Holtem. In \'t midden defèr ftadt
verheft fich een berghsken, lang ontrent twee
ftadien, op \'t felve is een breede en ruyme ef-
fen plaetfe , op wekkers beyde hoecken twee
kercken gebout ftaen ; in \'t midden is de marckt,
met treffelijcke huyfen der Domheeren om-
ringt; en wordt gemeynlijck dat deel, op den
bergh gelegen, de ftadt genoemt, en \'t gene
beneden aen den bergh light, de voorfteden.
Hier ontrent is een feer vruchtbare landouwe,
daer veel tarwe waft, en als \'t koorn rijp is, fijn
de halmen foo hoogh en lang dat men geen ruy-
ter, te peerde fittende, daer in fien kan.

Quedhnburgh is een oude ftadt, en der eer-
ften Saxenfche Vorften cieraet, niet wijdt van
Maeghdenburgh, gebouwt van Keyfer Henri-
cus Auceps.

De ftadt Hannover light aen de riviere Leine, ffammer^
tegen over het oude flot der Graven van Lau-
wenrod ; ten tijde Henrici Leonis , ontrent het
j aer onfes Heeren 11 j , hoordefè onder \'t flot,
en om datfe over de riviere gelegen was, wiert-
fe van \'t Hof-gefin Hannover geheeten. Onder
de andere Saxenfche fteden floreertfè tegen-
woordigh feer, en is van buyten met wallen,
muuren en grachten wel bewaert, en van binnen
wel betimmert en gepeupleert.

Htldeßum, ofte Hildesheym, werdt by fijn ey-
gen kaert befchreven.

Northaufen is een Keyferlijcke ftadt.

fm»

f

f\'

i

il

\' i l
\'I \'i;

li

-ocr page 61-

iij h

\'t B I S D O M

HALBERSTAD.

Renicus gelooft , dat
Halberflad is die plaets
de welcke Ptolemeus
in het Griecks ^su^^ov
noemt : maer hy en
brengt gantfch geen
bewijs voort van fijn
gevoelen en niet te
min wort hy door Ap-
pianus, een feer geleert
nian, gevolght. \'t Is feker, dat Karei de Groote,
om de Saxen onderdanigh te maken en te tem-
men , had by-een-gevoeght \'t uyterlijck gewelt,
en \'t voorwenden der Godtvruchtigheyt, be-
tuygende hy foo feer niet en focht fich ae volc-
keren te willen onderwerpen , als lefus Chriftus
een kerck onder deHeydenen te vergaderen^dies
had hy in \'t jaer 780 t\'Oofterwijck gebouwt een
heerlijcke kerck , S. Steven toegewijdt, en tot
een goet voorteecken die plaets genoemt Se/ingen-
fladt, aldaer tot BifTchop ftellende Hildegrin,
gefproten uyt de ftadt Chaalon in Vranckrijck j
maer om dat de plaets hem niet feer aenftont,
vervoerden hy den BifTchoppelijeken ftoel, en
ftelden hem aen die plaets daer de twee rivie-
ren d\'Elve en d\'Ore t\'famenkomen en om defe
reden wert de ftadt in \'t begin genoemt Albore-
ftad, welcke naem fèdert verandert is in dien
van Halberflad. Defe ftadt is op een feer be-
quame plaets gelegen want, boven \'t gerief der
wateren, is de vruchtbaerheyt van de velden foo
groot, dat de koren-ayren de hooghte van een
man te paerde overtreffen. De ftraten fijn won-
der fchoon, men fiet\'er prachtige gebouwen,
een ruyme en groote marckt, oock is \'er een
gefelfchap van Kanonicken. Men heeft aldaer
in den Dom langen tijdt onderhouden de ge-
woonte van in \'t begin van de vallen eenen fbn-
daer uyt de kerck te bannen , den welcken tot
berouw komende , op \'t Paefch-feefl wederom
wert aengenomen. \'t Sal geen onnutte faeck
fijn die plechtigheyt met de woorden van Ra-
phaël Volaterranus te befchrijven.j Alle jaer,
feyt hy , kiefl men iemant die de perfoon van
eenen boetveerdigen, die fijne fbnden belijdt,
vertoont. Hy wort in \'t begin van de veertigh-
daeghfe vallen in de kerck gebracht, aen heb-
bende een rouw-kleet den boetveerdigen voe-
gende, \'t hooft met eenigh lijnwaet fijnde om-
wonden : de MifTe geeyndight wefènde, wort
den felven uyt de kerck gejaeght, en veertigh
dagen lang wandelt hy barvoets door de ftadt,
gaet van buyten rontom de kercken, en fpreeckt
in al dien tijdt oock niemant: de Kanonicken
geven hem feten, hy flaept niet dan na mid-
nacht, en dat op flraet: maer op witten don-
derdagh, in den welcken men \'t Avontmael des
Heeren uytdeelt, wort hy weder in de kerck
Dujtslant,
geleyd , daer na van den Priefler met lange
:)lechtigheden fijnde vry gefproken, ontfangt
ly d\'aelmoefTen van alle het volck : men is ge-
woon , feyt hy, hem Adam te noemen. Siet
daer \'t gene dien Autheur, aengaende dit kerck-
gebruyck, verhaelt. Voorts heeft fulcks fijnen
oorlprong genomen uyt feker befluyt des Con-
ciliums van Agde, en komt gantfch over~een
met het kapittel \'t welck van Gratianus in de
vijftighfle afdeelinge wert aengetogen , waer af
dit den inhoudt is: In \'t begin van de vaflen, dat
alle die openbaerlijck hunne fonden belijden ,
haer voor de kerck-deur aen den BifTchop ver-
toonen, omgort met eenen fack , blootsvoets,
\'t aengeficht na d\'aerde gebogen , haer door
hun kleet en hun wefèn fchuldigh verklarende :
hier moeten by fijn de Dekens, dat is, de Aerts-
priefters, PriefTers der parochyen, Prieflers der
boetveerdigen, die forghvuldelijck moeten aen-
mercken de wijle op de welcke fy geleeft hebben,
om \'er de boete na de rechte maet van de fwaer-
heyt der fchult op te leggen : daer na, dat hen
den BifTchop in de kerck leyde, en dat hy met al
de Geeftelijcken de feven Boetpfalmen fmge, ter
aerde nedergebogen , de tranen in d\'oogen, tot
vryfpreking der fèlver: daer na van \'t gebedt
opflaende, gelijck de regels gebieden, dat hy
hun de handen ople^e, met wywater befpren-
ge, hun eerfl met afïche beftroye , en vervol-
gèns,
\'t hooft met een hayren-kleet decke, en
al fiichtende met gedurige fnicken hun aenkon-
dige , dat gelijck Adam uyt \'et Paradijs is ver-
jaeght geweeft, fy insgelijcks om hunne mifda-
den uyt de kercke fijn gedreven. Hier nafalhy
de kerckelijke dienaers gebieden haer ter kerck-
deure uyt te flooten ; en dat de Geeflelijckheyt
hem volgende, defe antwoort fingen,
In \'tfipeet
m>s aenfch^ns,
&c. op datfe de H. kerck fiende
fchudden en beven om hare mifdaden, fyde
boete geen faeck van kleyn gevolgh achten te
wefen. Nu fullenfè op den dagh van\'t H. Avont-
mael des Heeren wederom door hunne Dekens
en Prieflers aen de portalen van de kercke wor-
den vertoont, \'t Is dan uyt dit befluyt des Con-
ciliums van Agde , dat dit kerck-gebruyck , het
welck foo langen tijdt in de kerck van Halber-
fbad heeft in mng geweefl, is gekomen. D\'ope-
ne brieven van Karei de Groote in\'t jaer 804,
in welcke hy de palen van dit Bisdom befchrijft,
worden tot Halberfladt bewaert.

BISSCHOPPEN

u

VAN HALBERSTADT.

lldegrin van Chaalon , wiens vader ge-
noemt was Dietgrin , en fijn moeder
Lieburgh, wierdt van Biflchop van
I 2- Chaalon,

-ocr page 62- -ocr page 63-

B

Chaalon , eerft gekoren BifTchop van Salingen-
ftadt, daer nae van Halberftadt in\'t jaer 7B0.
Hy heeft de kercke geregeert 47 jaren, is over-
ledenin\'t jaer 827, en is begraven geworden
in \'t kloofter Warden op de riviere de Roer, het
welck hy felf had gefticht. Luderfijnen broeder
is d\'eerfte Biflchop tot Munfter , het welck men
toen Mimigardevorde noemde, geweeft.

Thiagrin oft Dietgrin, Hildegrins neef van
fijns broeders fijde. Abt tot Corbye fijnde ,
wierdt tot het Bifdom van Halberftadt gevor-
dert door Louys den Goedertieren,in \'t jaer 827.
Hy heeft fijne dagen ge-eyndight in \'t jaer 841,
en is in\'t voorfeyde kloofter begraven.

Eaymon , van wien d\'uytlegging over de H.
Schrifture , foo van \'t oude als \'t nieuwe Tefta-
ment in\'t licht fijn, fturf in het jaer 853, en
wiert begraven in de groote kerck van defeffadt:
hy was te voren monick tot Fulden geweeft.

Hildegrin de Tweede, neve des Eerften van
fijnfufters fijde, wiert gekoren in \'tjaer 853;
is geftorven in \'tjaer 887, en leyt in \'t kloofter te
Werden in \'t graf van fijne voorouders.

5 Eyelp heeft het Bifdom negen jaren beftiert,
is overleden in\'t jaer fijn graf is in de hooft-
kerck.

6 Sigismondm wiert van monick te Hirfaugh,
BifTchop gemaeckt door den Keyfer Arnulphus,
in \'t jaer Spd. Hy heeft dertigh jaren geregeert,
en fturf in \'t jaer 92Ó.

Bernardus, Burgh-graefvan Maegdenburgh,
wiert gekoren tot Biflchop in \'t jaer 926, en is
overleden in \'t jaer 974. ^^yt gunft tot fijn fiifter
dede hy het kloofter Hamersheym bouwen, van
het welck hy haer AbdiflTe maeckte.

Hildemerdy Graef van Warlovien , wiert
Biflthop gekoren in \'t jaer 974, en befat het Bif-
dom twee-en-twintigh jaren.

Arnout heeft defen ftoel befèten feven-en-
twintigh jaren, en fijne dagen ge-eyndigt in het
jaer1023,

10 Branth Abt van Fulden, wiert door Key-
fer Hendrick gemaeckt BifTchop van Halberftadt
binnen Bambergh. Hy heeft dit BifHom bedient
dertien jaren, en fijn leven ge-eyndight in het
jaer 1030.

11 Burcard, Grave van Voburgh, gekoren in
\'tjaer 103^,heeft defe weerdigheyt genoten den
tijdt van drie-en-twintigh jaren. Hy is uyt dit le-
ven gefcheyden in \'t jaer 1059.

12 Bernard Buchon , Bailjuw van Goflar, wiert
Biflchop gekoren in \'t jaer 1059. Hy is gedoodt
door eenen pijl, waer mede hy in een burger-
lijcken oproer wiert getroffen in \'t jaer 1088 5
en leyt te Yfenburgh.

13 Ditmar, gekoren in \'t jaer 1088 , heeft dit
Bifdom maer fèftien dagen beftiert.

14 Harrandy die andere Steven noemen, heeft
den ftoel befeten dertien jaren j en dit fterffe-
lijck leven verlaten in \'tjaer iioi.

15 Reynhard, nae dat den ftoel de tijdt van fes
jaren was ledigh geweeft, wiert gekoren in \'tjaer
1107 , en heeft het Bifdom 15 jaren befeten: hy
heeft oorlogh gevoert tegen den Keyfer Hen-
rick de Vyfde by \'t bofch van Welpho, alwaer
hy \'t leger van den Keyfèr ftoegh : en is overle-

S

\'t

.1- -1

\'i !i

\'Hf

if\';\'

rt\' !!
li;

f

UI\'
Ml
\'i ■■

IL

:r >
? Ir

f

,r . Ü ,

Ir *

\' \' " F\' I

■lir

J 1
i

ii :

I; ;
rf

D O M

den in \'t jaer 1122, en leyt tot Halberftadt be-
graven.

16 Otto , gekoren in\'t jaer 1123 , wierdt om
de mifdaet van Simonie afgefet door Honorius ;
daernae door Innocentius de Tweede weder
herftelt, en door den fèlven weder ontwijdt in
het jaer1133.

17 Rodolph heeft gefticht onfe L. Vrouwe
kerck, ftaende tegen over die van S. Steven: en
is geftorven in \'tjaer 1149.

18 Vlrick wiert gekofen in \'tjaer 1149: en
heeft oorlogh gevoert tegen flenrick Leo,
Hertogh van Brunfwijck, maer met een droe-
vige uytkomft want de ftadt wiert ingenomen
en verbrandt : de burgers met de Geeftelijck-
heyt, fijnde geweken in de hooft-kerck, om
hun voor de vyant en\'t vuur te verfèkeren, wier-
den alle tot afTchen, dewijl de brandt in de fèlve
kerck quam.

19 Theodorim heeft het Bifdom befèten der-
tien jaren , en den verbranden tempel weder op-
gebouwt.

20 Barthold is gekoren in \'t jaer 1195, en heeft
geregeert feven jaren,is overleden in\'t jaer 1202.

21 Coenraet wiert geroepen tot dit Bifdom in
het jaer 1202 , en heeft het overgegeven in het
jaer 1209.

22 Frederick y Burgh-graef van Kirchbergh,
wiert in defen ftoel gefet in \'t jaer 1209, en heeft
hem befèten een-en-twintigh jaren, verlatende
dit tij delijck leven in\'tjaer 1231.

23 Ludolph y Grave van Schladern, tot defè
weerdigheyt verheven in \'t jaer 1232 , heeft die
dertien jaren bedient, en is overleden in \'t jaer
1245.

24 Meynhard wierd gekoren in \'t jaer 1245.

25 Ludolph, Grave van Schladern, heeft dea
BifTchoplijcken ftoel twee jaren befeten.

2(5 Wolrad Kransfelder wiert BiflTchop ge-
maeckt in \'t jaer 1261 j hy heeft dit Bifdom ge-
regeert negen jaren.

27 Harmeny Grave van Blanckenbergh, fterf
in\'tjaer 1281.

28 Albrechty Grave van Anhalt, gekoren in het
jaer 1281, heeft dit Bifdom bedient den tijt van
vier-en-veertigh jaren.

29 Albrechty Hertogh van Brunswijck, met dit
ampt vereert in \'tjaer 1327 , is overleden in het
jaer 1358.

30 Louys y Landt-graef van Thuringen , en
Marquis van MeyflTen tot defe weerdigheyt ge-
raeckt in \'tjaer 1358, wiert overgebracht tot
den BifTchoplijcken ftoel van Bambergh in het
jaer 1166.

31 Alb rechtyUytntmmt Philofboph,maer on-
geluckigh krijghs-man,fijnde overwonnen door
Gebhard, Biflchop van Hildesheym, fterf in het
jaer 1390 • \'t was van hem dat men defe fpreuck
maeckte ,
de Reden-kayeling is door de Reden-konß
oyervponnen
: want Gebhard was feer wel be-.
fpraeckt, en een feer welfprekendt predicker.

32 Grave van Honfteyn, gekoren in
het jaer 1390, en afgefet in \'t jaer 1399.

33 Rudolph, Grave van Anhalt, hebbende
dit Bifdom geregeert feven jaren, eyndighde
fijne dagen in het jaer 1406.

34 Hen-

■|! f

-ocr page 64-

HA L B E R

34 Hcm-ick, Baron van Werbergh, nam \'t befit
van defe v/acrdigheyt in \'tjaer 1407 , en na dit
Bildom bedient te hebben den tijdt van vier ja-
ren , is hy gefl-orven in \'t jaer 1411.

35 Albrechty Grave van Werningenrode, heeft
den iloel beiètenièven jareû, en is overleden in
het jaer 1418.

26 Jan yan Hojm, gekoren in \'t jaer 1418, eyn-
dighde fijn leven in \'t jaer 143 J.

37 Burcard , Baron van Werbergh , hebben-
de den ftoel befeten drie-en-twintigh jaren,
overleed in \'tjaer 1458.

38 Gebhard yanHojm, tot dit ampt beroepen
in\'t jaer 1458, en dat bedient hebbende zija-
ren , gaf het vrywilligh over in \'tjaer 1479.

39 Ernefty Hartogh van Saxen, Aerts-bilfchop
van Maeghdenburgh, wiert gemaeckt Admini-
ftrateur van Halberftadt : hy heeft defen ftoel
vier-en-dertigh jaren befeten , en fijne dagen
ge-eyndight in\'t jaer
I j13.

40 Albrechty Marquis van Brandenburg, Aerts-
Biffchop van Maeghdenburgh , Primaet van
Duytslant, te voren Byftander van Erneft, wiert
nae des felfs doodt gekoren tot Biffchop van
Halberftadt, in\'tjaer 1J14.

41 lan Albert y Marquis van Brandenburgh,
fbon van Frederick van Anfpach.

4X Fredericky Marquis van Brandenburgh, fbon
van den Keurvorft loachim de 11, gekoren Bif-
fchop in\'t jaer i j j2,en in \'t felve jaer geftorven.

43 Sigifmond, broeder van Frederick , oudt
14 jaren, en overleden in \'t jaer ijöd.

S T A D T. ïi,ê

44 Henrick Miusiccn kint van twee jaren, foon
van lulius, Hartogh van Brunswijck , onder defe
voorwaerde gekofen, dat de regeering vanhet
Bifdom twaelf achter-een-volgende jaren foude
blijven in handen van \'t Capittel, en dat men
alle jaer fekere fomme geks aen den genoem-
den Prelaet foude betalen , en al \'t overige be-
waert worden tot noodigh gebruyck van \'t felve
gefelfchap. In \'t jaer 1591 maeckten hy met het
Capittel, dat de leere van Luther in de hooft-
kercke foude gepredickt worden.

4J Henrick Kareiy den jongiieti van de kinde-
ren, volghde fijn vader in \'t jaer 1613, de welcke
in \'t fefte jaer fijns ouderdoms ftervende, fijnen
broeder plaets maeckte.

46 Rudolph, die het naefte jaer 1616 fturf,
wiert oock gevolght van fijn broeder

47 Chriftiaen, genoegh bekent door de Duyt-
fche oorlogen , die echter niet geluckigh is ge-
weeft, overleedt in\'tjaer
ï6i6 y en wiert in lijn
plaets geftelt

48 Leopoldus Wilhelm , Aerts-Hartogh van Oo-
ftenrijck, onder welcken de kloofters en kerc-
ken de Catholijcken fijn wedergegeven totdat
naderhandt,geduerende de Sweetfche oorlogen,
\'t Bifdom door de Sweden fijnde ingenomen, de
Lutherfche wederom wiert ingeruymt: \'t welck
echter, door de vrede van Ofenbrugh , in een
Hartoghdom is verandert, en den Hartogh van
Brandenburgh gegeven ^ \'t Capittel en de Ka-
nonicken in hun geheel blij vcnde.

HET

j*

-ocr page 65-

A

ƒ

....., ^sr^^^XV^ \'- .......

issäss

HS

•KU i\'r u. \\

-ocr page 66-

-m

i:
1 .

Uil

HET STIFT

H I L D E S H E Y M.

IZ

f??

,1;;
i\'i
fi \'

Et getal der Bifdom-
men van Duytslandt is
feer veel; onder welc-
ke Hildesheym in \'t
Hertoghdom Bruns-
wijk een isj wiens prin-
cipaelfte fteden zijn
Bruniwijck , Halber-
ftadt en Hildesheym.
Want Keyfer Karei de
Groote, die met het Rijck de Chriften religie
in Duytslant bracht, heeft in verfcheyden plaet-
fen kercken ende Bifdommen gefticht,op dat de
religie ende Godtsvrucht van daer oock tot an-
re plaetfen foude komen. Om de Neder-Saxen
te bekeeren, heeft hy ter eeren van S. Peter een
kerck gebout, in \'t luftige dorp Eitzen, gelegen
aen den t\'famenloop der vifchrijcke rivieren Sala
en Leina, welcke plaets van de wooninge Caroli,
\'t Konincx hof genoemt wort. Het Bildom Au-
lick is van Keyfer Lodowijck de Godtvruchtige,
Kareis fbon, getransfereert over de rivier Leina,
in een plaetfè Hilgenfchne of Hildefchne eertijts
genoemt, nu Hildesheym,naer de fneeu die daer
miraculeuslijk uyt de hemel gevallen was. Hier is
van de Keyfèr een kerck gemaeckt ter eeren de
Maget Maria.\'t Dack des kercks-toren is vergult.
De ftadt, in \'t beginfèl in twee gedeylt, is daer-
nae een geworden, en is\'t vaderlant van den ver-
maerden Mathematicus Ludolph van Ceulen,
die eenige jaren te Leyden in Hollant gewoont
heeft, en aldaer geftorven is. \'t Is een Biflchop-
lijcke ftadt,vereert deur dedigniteyt en fiicceflie
van vele Biffchoppen,wiens namen hier volgen:

Regißer der Bijfchoppen njan Hildesheym.

1 Gmtharus, de eerfte Bijfchop, is geftelt ipan Lodoypijck
de Godtyruchtigey in \'tjaer onfes Heeren 214,in -^ekk
Karei de Grootegeftonen is. Defe heeft de kerck ipan
S. Cacilia gebout naeft dehooftkerck, ende met mee
torens iperciert; Guntharm is geftonpen in \'tjaer onfes
Heeren 835, ende begraven in de Capellpan \'tftot Van
hem gemaeckt.

Remibertm heeft ypejnigemaenden geregeert.

Ebo, een Franfoys, berooft "Pan het Aerts-Bifdom
Rheyms y heeft fijn toevlucht genomen aen Angarium
Aerts-Biffchop Dan Hamborch, yan -men hy gefor-
dert is tot het Bifdom Hildesheym in
V jaer 8 3 j 5 ende
heeft 12 jaeren geregeert.

Adelpridus Monick yan Corbey heeft 18 jaer den ftoel
befeten.

j Marquardm, is na de regeringe loan 3 jaren, \'))an de
Normannen dootgeflagen, die Saxen, Weftphalen ende
Nederlant geplaecht hebben.
6 Wigebertm is tot Biffchop gekofen in \'t jaer
880 , en--
Duytslandt.

äe geftonpen in \'t jaer 884»

7 Waldobertm oDerleedt in \'t jaer 903.

Gebhardm y gekofen in\'t jaer po ^ , heeft z^ jaerge^,.
regeerty en is geftoryen in \'tjaer 928.

p Diedhardmgekofen in \'t jaer pzS,florfin \'t jaer -

I o Ochmnus Abt ipan Perg heeft 2 8 jaren geregeert.

tl Ofdachus Monick loan rijck Augien heeft^o jaer
gefeten.

12 Gerardm is 13 jaeren Biffchop geweeft.

13 Bernardm Graef yan Sommerhurg heeft 31 jaren
geregeert.

14 Divhmarrn CapeÜaen yan Cmrad Salicus.

IJ Anfelmus, ten tij de yan Keyfer Hendrick de II
is geftonpen in\'t jaer
10 54.

16 Echilo Prooft yan Goßar is oyerkden in \'tjaer 1079.

17 Vdo heeft 3 5 jaren geregeert.

18 Bertholdm heeft 1 j jaer den ftoel befeten, en is ge-^
ftonpen in \'tjaer
1129.

1 p Bernardus Graef yan Rottenburg heeft 23 jaer ge^

regeert\'

20 Bruno is 7 jaeren Bifféop gemeft.

21 Hermannus heeft 16 jaer gefeten y ende is geftoryerè
in\'t jaer 117J.

2 2 Adelgadus yan Goflar heeft i j jaeren geregeert.

23 Berno is 8 jarm Biffchop ger^peefty ende geftonpen
in\'t jaer
1198.

24 Conradus heeft \'t Bifdom in \'t eerfte jaer gereßgneertl

2 j Habordm heeft 9 jaeren geregeert^

26 Sifridm Monick yan Fulden heeft 11 jaer gefeten.

27 Conradus de II heeft z^ jaer geregeert,

28 Henricus heeft zo jaer gefèten.

29 ïoannes is ^ jaren Biffchop ge\'^eeft.

3 o Otto Hertog yan Brunfmjck, heeft 19 jaer geregeert.

31 Sifridus heeft 3 o jaer den Biffchopltjken ftoel befeten.

3 2 Hmricm is 8 jaren Biffchop ge-^eeft,

33 Ütto Graef yan Woldenbergis geftoryeninhetjaer

1334.

34 Eric yan SchoumnberghenHenric yan Brmfio\'^ck

t\'famen gekofen yan f^ee partyen, \'vpaer yan dc
eene Eric begeerdey de andere Henric.

35 ïoannes heeft 3 jaren gereßdeert j ende het Bifdom
gereßgneert in \'tjaer 13 63.

36 Gerardus de Monte heeft 33 jaer den Biffchoplijeken
ßoel befeten.

37 ïoannes Graef yan Hoya heeft z6 jaeren gefeten ^ en
is geßory en in\'t j aen

3 8 Magnus, Hertogh in Neder-Saxeny is 18 jaeren Bif-
fchop gevpeeß.

39 Bernardusy Hertogh in Brunft>pycky heeft 7 jaeren ge*
regeert; ende is oyerleden in \'t jaer 1459.

40 Erneßus yan Schour9penburgh is 11 jaeren Biffchop
geweefty ende geßonpen in \'t jaer
1470.

41 Hermannus ende Hemnius t\'famen in fchifmate.

42 Berthold heeft iz jaer geregeert p geßoryen ah.i jo-^,

43 EricuSyHertogh in Neder-Saxen, heeft i jaer gefeten
ende\'t Bifdom gereßgneert.

K 44 loan^

i i

hK

m

i:

1; !M

ilm

fi

lil!
Èi^lHi

I:

I

P
i\'f!

1 : , ■ ! ii

I

-ocr page 67-

B V R G.

■X.Jteln H\'edel

}f

L V N

t\' ^

Hannover

S

Br aunlcJiwe tg

I O Huitr

Stedof,

i

X iTtiien

Ot\'ten,

■M^srck

R

\'■liprJp/y \\ O

O Ä

rjffemui^tft \'\'Ji-Ï

\\ .Barfidu/tti V

O - . . _ _ -

^^ t. _ . it,, ■„. .■ , ■ J^-ït. ■

A

Jl-unnenlerj o j^^fS^i^LV\'\'

OfsdfcH O QinjrU

JkJr-:

O

iexife,-

\' SiTtedct^eMe \'v . O!

\\

vr Kalen

Jt

Pattenfen . ^

X etnarle

A

Stadtkagen.

S c H A V w E

... ampliliima.-^

- .v << •

O

L anjt ^A^y^ch

B I: R G . \\

SffKmnherj

TA/y

Y

\'jStrle,

Tt-sil^ißtldc

WuliFenbuttel

G.

g-.m

N

"Xi odL

W ;/

V. O O ^ .HP"

\'Vo^ Tv

O r

E

Tl""

E-everßujen-

s

T T E X .

Sehl-,

B V

{ O

-r^aiflißti _ J^lßrinJ\'«-

31

^untler

B r

■D r-

JX. Kr "

J

"Cl„ßsr\\ CrAtr

<Schoujnliurg

O

rDurßclic

.Af \'V

Vi

O

^Hedc,.

si\'

O

husfft.

ênjerple

oJiendoirp

^htrholr^en.

rPUßtöckum

....... .......

i j!^" ^. aXouwen

^l\'ótlenlccltz

Crotsti 3{Jli,

jcs ve!

Kintelen

p \'X\'Êtn^elhoy

Hopto^s H A z B i: R

.a;/ "»v

■■■ \'o Vflrnrtlt
O

■\'ie

C. MafterJitt o J

:0

J\'ß"

•aïV^i«^^, Hameien.

G-itttr

.....

Oc

. „/ X oen
B O

xZA {

\'arnje O

O . S. Crc.Hh
O

Oofterwj\'ck

MIß\'

X

^ f ^^rsßlti-j

K.......A^

■Jijißsnleckc

A

■M\'almeieK^

r-, O

•ScJeitßi

^ ■U\'alperiin

I.itnnl"\'

huferv

irtïen

Mer

G-r^ei.

J^Anil\' -
Sjrmr^i

il.

\'-Diiitytti^

Cßf^en^rausn.

.O

lp,»"\'

S-irrt-n,

Jtater^en

l

fess Hi 1 s m ons Hu ofïi^i^

:.....- s T A D . T .

iS ß-ein •

\'P.itfmU\'-J-

Sylva\'\'Y Hercinia V.

y-

Lippe^

(BÏomher^

Comitatus

..........■■\'," tsT,./;» \'

£7

\'hic

Tmtijili\'"\' J.} Sffjai . Mi J^ -^elen

te,-. Xtmuadr

Pa

\\ Otti^üifi Boden^

Zt/ic etui victnta/alme .if: C ,

^cnti. ten\'s. ciifri,^lumlri etc . J

"fun.

parÄ

£thftttxett

. ^ ^^—\'Jireuerds

Ai

...... Ji_. . ^ r. V

Poll

^ckwalenterg

^OtnhurgCßJeß

E U

eïur^slo

latum olim. Cümxtat

slimßit C=ß.

Ebetitein ■ iStaJt Olen<Joi:p

zttifcn-

J-

3rutferus mons
vatja ^Blixlerj

ïimtecke

Voi-ft

r O//""

. Oldenborg

Stad

Roda

Jl/A«//«

\'srttenaive

5

G E

Alhuxen.

£ R I C

r

dcn , //

\'üßen^^Ji^----^ ^

^ — Sollinck

.........

O

rSCeUHeie \'

Grubenka^eii

\'BrettMufeti

vV

I Imn\'i\'i,

iBraclcel

A

XPISCOPA TV s

HILDESIEIsrSIS

DE5CRIPTIO ÏTOVI5 5IMA

»duthori, loantie G-yiutteD.Jled.eiJla.th.

jiifck :J.

4v.. O

1«:

ïorflenberg

O.

4 j j, Ai^

. ft.

\':BlaHtkeMwe

•nl •• .»aUcn. O /

Ml V T 3\'

■ ........... O >. ^J CrebclKufen

O J

Borcliolte

.^lUarta. Saxatilca. mediacria .

Saxa^: m^JfuL, ^uar. io canßUttw^t gmiunt^

m A,n

D AS J^lCnSVZT^T.

/ß\'ora intitieris f edeßris.

JimUrU &srnutn.iea. communia.

jdjirßelU

I !l

-ocr page 68-

H I L D E S H E Y M.

44 loannes broeder yan \'Eric.
4J ValentinuslpanTotkben-

46 Balthafar Merkel, Orateur ym Keyfer Karei de T.

47 Otto.

48 Valentinus i>an Totlehen.

49 Nicolaes yan Ohergen.

Ernefius, Hertogh in Bejeren ^ Aerts-Biffchop yan
Ceulen, is Adminiftrator ge^eefl.

Ferdinandus, Hertogh in Beyeren, Aerts-BiJJchop ende
Ceuryorfi yan Geulen, ^c. is tegenypoordigh Adminißra-
tor yan \'t Stift Hildeshejm,

I ii
I i\'

!

S i

■6 I

IJ

r .

r r
f i

t k

1! *

i
1

ï:|

li,

L

De bovengemelde Vdo xvii Biffcliop , was
Graef van Alvensleben , ende geftelt van Keyfer
Hendrick de UIL Hy was de Keylèr heel ge-
trou : want doen Egbert Marck-Graeve van
Meyffen den Keyfer beoorlooghde, heeft hy
Vdo nem oock beftreden, gevangen , ende met
3ijnigen gedwongen, dat hy beloofde Hiides-
leym te leveren, w elck als de Bilfchop niet doen
konde , oft niet wilde, heeft de Marek-Grave
de ftadt belegert, en in \'t aenfien van iegelijck,
een van de gylèlaers gedoot. Als dit niet holp,
heeft hy meerder macht daer voor gebracht,
om het uyterfte te proeven. Daerentuflchen
is het gebeurt dat hy vermoeyt, met kleyn ge-
felfchap gegaen is naer iijn molen te Ifenbutel,
niet verre van Brunfwijck , ende den molenaer
tot de naefte ftadt om dranck gefonden heeft:
welcke des Keyfèrs ruyterye gemoette , die de
gelegentheyt verftaende, naer terftont tot llaen
gereet maeckten. In\'t vechten wierdt Egbert
van de Keyferfche doorfteken , waer door Hil-
desheym van de belegeringe, en de Bilfchop.
uyt de gevanckeniffe verloft is,

In \'t j aer 13 is hier Bilfchop geweeft Gerard
Graef van den Bergh, die groot vyandt was van
Magnus Graef van Brunfwijck. Diedrick Aerts-
Bifïchop van Maegdenburg, Albert van Halber-
ftadt, de Princen van Anhalt, Gebhard van
Mansveld, en andere machtige hielpen Magnus.
Sy vielen alle in \'t Sticht, beroofden \'t, verbran-
den het, en verwoeften \'t. De Bilfchop Gerard
bracht met kloeck gemoet fijn foldaten in\'t velt,
floegh 1500 doodt, ende nam den Bilfchop van
Halberftadt met meer als hondert van deprin-
cipaelfte gevangen.Diedrick Aerts-Bilfchop van
Magdeburg heeft voor de fijne alleen te lollen
fes duyfent marck moeten betalen. Uyt dele
flach komt het fpreeckwoort
Logica is yer^onnen
yan Rhetorica
waer mede verftaen wort, dat Al-
bert Biflchop van Halberftadt, een diepfinnich
difputeerder, verwonnen was van Gerard Bif^
fchop van Hildesheym , een kloeck en welfjpre-
kend Orateur.

In \'t jaer i J19 heeft loannes,uyt het geflacht
van de Hertogen Lauwenburgh, de 44 Sffchop
van Hildesheym, de oorloge begoft tegens Hen-
drick Hertogh in Brunfwijck. Hendrick Her-
togh yan Luneburg,deGraef van Schomburg,en
andere volgde den Bilfchop,met de Hertog van
Brunfwijck,Francifcus Bifïchop van Minden.De

Biffchop van Hildesheym was doen veel machti-
ger als nu , want onder hem waren feven Graef-
fchappen,te weten Wiezenburgh , Sladen, Pop-
penburgh, Peym,Oldenburgh, Lewenftein, ende
Hunlruck. De Bilfchop quam met fijn leger in
\'t Sticht Minden «ende bedorf het met rooven en

^ I

branden.Keyfer Maximiliaen was op dat pas ge-
ftorven. Als Hendrick\'t gewelt des BiÏÏchops al-
leen niet konde wederftaen, verfocht hy , ende
kreegh hulp van de bygelegen Princen Georg
Hertogh van Saxen, en Willem Lant-Graef van
Heffen. Maer door de twift, tuffchen de Saxen
ende Heffen ontftaen,is defe hulp tot nietgeloo-
pen ; want de Saxenfche foldaten fêyden uyt
ichimpjdat de leeu,die de Heffen in haer vendels
ende Ichilden voerden,een hont was. Welck dat
moedich volck niet willende verdragen, en mer-
kende datfe lichtelijck met malkanderen tot een
flagh fouden komen,zijnfe naer huys getrocken.
Daerna heeft de Biffchop ftach geleveftaen den
Hertogh van Brunfwijck, h^m verwonnen, ende
over de 3000 van de Brunlwijckfche verflagen.
Maer doen Karei de V Keyfer wierdt, heeft hy
partyen geboden terftont de wapenen neder te
leggen, ende haer gefchil met recht by hem te
laten fliffen.Endeom datkenlijck was,dat deBif^
fchop van Hildesheym de gemeyne ruft ver-
ftoort hadde , is hy met al fijn onderdanen in de
ban gedaen,die korts daer na vernieut is.Die van
Hildesheym fpotten met de ban en de Keyfer .En
dewijl de Duytfchen den ban noemen, en
den vernieuden ban ^bcrac^t / fèydenfe , ^ii^t
linD obcrac^t feint^i fcc^t^m / dat is,
tvpeemael achp
is feflien.
Maer dit Ichimpen is hun qualijck ver-
gaen. Want de Hertogh van Brunfwijck is door
confent des Keyfers te voet en te paert in\'t Sticht
gevallen, ende metter haeft fes kafteelen ingeno-
men. Den Adel van de andere kafteelen, be-
fchroomt door de ftrengheyt des Hertoghs,ver-
fbcht raet en hulp van de Biffchop,die den moet
verloren gevende , naer den Hertogh van Lu-
nenburgh gevloden was, om dat hy in ongenade
des Keyfers was , en geen byftant van den Paus
te verwachten had, door het innemen van Ró-
men.Daerom accordeerde den Adel metde Prin-
cen, ende leverden dertien floten, diefe in pandt
hadden,op conditie datfè daer in fouden blijven,
onder de befcherminge en de gehoorfaemheyt
des Hertooghs van Brunswijck, ende betalen
zSoGo guldens. Daer nae is van de Canoniken
tot Biffchop gekofèn Balthafar Merkel, Orateur
van Keyfer Karei de V,die naulijcx eens fijn Bif.
dom Hildesheym befocht heeft, belet door de
menichte der hooffche faken.

In\'t jaer 1541 heeft deRaed,tegen den danck
van de Biffchop en Canoniken, de Ausburgfche
Confeflie hier ingevoert, door loannes Bugen-
hagen van Pomeren, Antoni Corvin ende Hen-
drick Winckel.

Het Bifdom Hildesheym wort bewatert met
de rivieren Solinger, Innerft, Fues, Ruma,Leina,
Ilme, Sala, &c.

;

1

f I ;

» , !

^ \' 1

-ocr page 69-

3

Het Hertoghdom

LVNEBVRGH.

-.....w E naebueren van het

Gd.^^», Hertoghdom Lüne-

burgh, fijn\'tHertogh-
dom Mekelenburgh,
het Marck-Graeffchap
Brandenburgh , het
Aerts-Bifdom Maegh-
deburgh, \'t Graeffchap
Schauwenburgh , het
Bi/dom Bremen, en het
Graeffchap Oldenburg : met de welcke, als oock
met de Elve en Wefer, het rondtom befloten
wordt.

jSfaem. Dit Hertoghdom heeft den naem van de
hooft-ftadt Luneburgh , gelijck oock Brunf.
wijck, Bremen , en meer andere landen, en be-
hoort onder Neder-Saxen.
ßolJchen, Het landt van Luneburgh is vol boffchen,
waer van de voornaemfte fijn, 9?aar6jOCf/ t)C

Sïocf^Kamcr/ t^cSroDc/ KvaltU\'^

^erbroccf / SKin^tauft) / 3m 2tmn i 3m

©tomeCin^C l &C. Daer leydt naer de fijde van
de hooft-ftadt een groot pleyn, \'t welck de in-
wocjnders de Luneborger-Heyde noemen.
jhoft-fladt De hooft-ftadt Luneburgh hght fes mijlen
Lme- ^^^ Hamburgh , twaelf van Bremen, tien van
\' Lubeck, vijftien van Brunfwijck, vijf van Vlt-
zen , twee en een half van Winfem, een van
B ardwijck, en fes van Harborgh. Sy heeft de-
fen naem van den afgodt Luna, die op den Ka-
lebergh daer ontrent eertijdtsgeftaen heeftof-
te van een rivierken dat voorby de ftadt loopt,
nu Elmena, eertijdts Luno ofte Lumenou ge-
jnaemt, van Ifis, die naer haer neve Gambrivius,
foofe verfieren, reyfde ; welcke Gambrivius
toen de plaetfen befat, daer nu Hamburgh, en
Gamma liggen j en heeft vele andere rivieren
en beecken in \'t Hertoghdom Luneburgh, en in
het Marck-Graeffchap Brandenburgh, ofte nae
haren naem , ofte nae het fatfoen van een halve
maen, daerfe mede ge-eert wierde , den naem
gegeven. Het is waerfchijnlijcker , dat haer
beelt van de inwoonderen op den bergh geftelt
en geviert is, als dat lulius Csefar dit gedaen
heeft, gelijck de Chronijcke van Saxen, fonder
fondament, fchrijft. Men leeft in de jaerlijck-
fche hiftorien der Biffchoppen van Verden, dat
dit beelt ofte Af-godt is weghgenomen door
Egiftus , een van de 70 Difcipulen, die in defe
landen de Euangelifche leere gepredickt heeft,
doch korts daer nae van de inwoonderen , die
tot haer vorige afgoderye vervielen, wederom
opgerecht, en eyndelijck door den Abt Wiper-
tus, een Engelfman , der Benedidiner ordre, en
. eerfte Biffchop van Verden , weder ter neer ge-
fmeten, en op die plaets een kloofter, ter eeren
de H. Maget Maria, in\'t jaer 780 gebouwt. Het
is een oude ftadt; want de hiftorie van Carolus
Magnus verhaelt, datfe geweeft is voor Barde-
wijck , die Henricus Leo, Hertogh in Beyeren
PuytßnndL

en Saxen, verdeftrueert heeft. Want nae de ver-
woeftinge van Bardwijck, is Medeftorp, gele-
gen aen de ooft-zijde van de felve oude ftadt,
foo vergroot, dat het in\'tjaer 1190 een ftadt
geworden is. Dat alhier de Lombarden en
Saxen gewoont hebben , geven te kennen de
namen Barderwij ck en Bardengen , een dorp
toebehoorende de Biffchoplijcke kercke van
Ramefto. In defe ftadt is een overvloedige fout-
Tonteyne , den inwoonderen van Gode gegeven ;
doch wanneerfe eerft begonnen heeft te fprin-
gen, weet men niet. Van de felve wordt vernaelt
in de hiftorie van Otto de I. EnHelmoldus, in
fijne hiftorie der Slaven, feydt, dat defe fon-
teyne is befchermt van Henricus Leo, Hertogh
van Beyeren, Keurvorft van Saxen, Palts-Graef
en Prince van Luneburgh, tegens de fout-fon-
teynen in Oldeflo gevonden, welcke hy heeft
doen ftoppen , op aat de ftadt Luneburgh daer
door geen fchade foude lijden. Ten tijde van
fijns neefs Sone , Hertogh lan van Luneburgh ,
hebben defe foute wateren veel overvloediger
beginnen te vlieten. Defè ftadt heeft veel fchoo-
ne privilegiën. Hier worden oock Donderdaeghs
voor Vaften-avondt tornoy-fpelen gehouden
van de Patricien, die in de plaetfen van een af-
geftorven komen , diemen @\'alfJ-iOncferé
noemt.Defe fpelen fijn ingeftelt in het jaer 1269.
De peekei van defe overvloedige fonteyne
pleegh eertijdts, met een emmer hangende aen
een wip, over een pilaer geftelt, door lange en
ftercke mannen opgehaelt te worden,tot het j aer
IJ69, wanneer men,door den vond en beleyd des
voorfichtigen Bewinthebbers, Heere Georgius
Toebingus, het felve door een pomp, in het
diepfte van de put geftelt, heeft begonnen uyt te
trecken, en in 54 hutten te vergaderen, waer
van elck vier pannen heeft van loot gemaeckt:
in de welcke , d^t wonder is, de peeckel gego-
ten, nacht en dagh koockt, en nae twee uren wit
zout is, dat in de huyfen, daer toe gemaeckt,
gevoert en verkocht wordt. Defè pannen , door
de hitte des vyersgefmolten fijncle, worden al-
le veertien dagen vernieut. Alle de burgers en
inwoonders mogen hier fonder geldt peekei ha-
len , om haer vleefch te fouten. Met de inkom-
fte van dit zout worden niet alleen de Patricii,
maer oock de Predikanten, en Profeffeurs on-
derhouden. Defe fout-kuylen fijn tweederley,
de Oude en Nieuwe. De Oude fijn dicht acn
de ftadts muer en; de Nieuwe midden in de ftadt.
De ftadt heeft feer toegenomen in menichte
van alle nootdruft, heerlijcke huyfen, bequa-
me gelegenheydt , beleefde burgeren ; en is
nu ter tijdt foo vermaert, datfe onder de voor-
naemfte fteden van geheel Duytftandt gerekent
wordt.

De lucht is hier, fuyver en gefondt; het landt yruck-
foo weeldich en vruchtbaer , als eenige der Han- h^erhtp.
ze-fteden. Eertijdts warender vier Kloofters:

L het

-ocr page 70-

Septci^j^i-io

26

5o\\

20

501

IC\\

40\\

to\\

20

S Al^ 0 \':s[ I A K

PARS,

S taden

Millkrüi^ennmica commtima.

Boxte hulJc /

Jifohrhor^

\'DV CATVS

LVNEBVR
GENSIS

Adiacentiumq^ regio;
num delineatio.

loHANNE MELLINi,
GERO.

"\'\'k U\'^rd\'r

i Harborg

M^ßtrorj . JßL \'

Uillüirin (Jallica communia

CXO

^inrfßU 1

1 ^

cRamß^

«ÄiSiS,,.,

^ßln

Merl E N B V R GICI

/

Lndcrßor^ ^^

" ^^

iSÄS^ Schv-nheck XL

, \'Barßamp

i^uncn \'J^rillmjen.

\'Bb\'terßen

\'^Damitz
ML

» tHÄV Gnmitz
t^Dannenherj

St

•r - Lanac .

Lttvtze

m

I> V C A T V S

5?1

.äÄSX PARS.

Siiakenborj
G-art0W

^ Ürefelentz

(^DaUnhara ^ ^

"Bhinenhultd\'

Cfuitenhiijeii

A

Jlediit^en^

\'Jirefentz

.ääf Grabow

A

I ^IVclteffdä\'rjt
Jjtu-hffif^^ ^ ilk

S T I F T

Bremen

\'De Braut

-^jiKiu See J?:

^Wtttenbar^

Olc^Guborg

Pars Comitat-^

\' ^ Delmenhor ft

Oldenbur;

diarhßed-, üi

£

läi £mincnd^i Jp^Aaßiidöi-p \',

eitfdbrj,

s ooinw

^ I Lnwenhruyje

Lan^eitahel

^jMuen

Stnarßotv
J^t Jt

J^rnfee

i: ^ -rjhß\'-

50

. Ber^e

Vitien J^^

-Tfallenßel ^y^^rfen-

nv^-n. ƒ

\'U

Stiege

YVißfethb\'ver ^Kettenhorj ^ \'"f^enfe

W^dfrode y^alhnroßet

J^ßmhech

Stße

VWußrotv

HitzhUn

-A

genfis^^ B R E E K,.

A

Ixfarbeke

i

Siixverborj
"dCoßerhi^

iäi Sieke
aäi. ^arfetiv

^ßfreudenher^

iM

r \'Bffdendvek

y

^eftnsbpr^

OUe,tdir£

\'er

O:)ußortv \'

LT)

G-aldert

aide Jiruekhufen

\'BökeU ^ \'

\'Ifett^

\\

T^\'J^tt Bnickhufeit

> \\

■^i-Vechf \\

■ Suite S^rahnßee Swe«tike

met

SteintAorßt ^

\'3ernfdar£

O ^oletidprj}

Höye qiethem

r^ / Cd-Hcw \\ ^

H

\'Barher

a

\'\'Ber^e.

l\'unckenharj „/

\'JCralinß,

BraeeH

- ^uchettL

fßhedc

dhrenborj

" S"®-\'\'?»;^ I j Ä^v ■ ^

js ÖL I

A

\\iyen

. GUteiv

tv

i

IDanholl I /

jb-

^\'jUrlow , i {\'Kadett

TA T V S ^ \\ nJchu\'

^^^ Lewenford

D^I E P^I O^ T ^

( ^Lumrlho

-Riberlha

A

Ißenhajen
i

........

fis pars.

Ste^erlfr^
Mtbenow

Z^w

^^inhußen

rSs. Uiylinjen

l^iei

id.

Jorg

Schwarmßede J©*.

" ^ickni

tfäu-

Garleben

Heide ^ ^

-TS\' Til

rf

\'■na."

berj

..aß,

Jilnden.

nOitzeiiA
- BroecH _____

rFohr^ber^e ^

m\'ifindor^

HorchwedeL

Sit

\'te^enow

fe-V [t Dietmar
JucU^j
/ \\sBrhebel

L. <Dyckhcrß

SySr föi oSk

tenow .1}

AI

\'\'J\\feudor£

JSfewfbidt

\\

Labern Ij

Stift 1

t^wßlör^

Blumeiio-u^^ ~

Sachßenha^en^ ^ Löne

Ureßett

qiarchfdor^

Cameßen ^

j Gifkorn ^

I ff aarfi^^\'\'\'^ . jT ARCHIEPIS C o;

h ^ ^ .A \' PAT V S MA GD E B V R

-Minden

Jßerttba^en,

! Ltihireke

Ofenbrugj /
ge

-—„..\'."BS!»\' » »

-^Ai^ TVS S CAWE N ; ^

GENS 15 PAR 5.

Zum,
her^e

Leßerde F.^lcrslebe

owiilpeit B 1 ^

M Ißenvode A Morße ^

^attsrff

ckehprj

\'.- mons.

(JtetuUf \'"SPiir^. L, ■ , f\\\'rif}eiiden. LeeKk

hufeti \'

■ -Vring.

\\ bci

A

.oldin^e

f Pars Du

Ickßiir^ /

.jTo\'-l\'

^^Sintel mcnts . -

cat\'^^

Brunf\\v^ig

Brunf\\^icen

C.eer

JBV^li SI S. 5cWehborg?Ä^,

ik.

bon

^ t i

Totti ehe

k

Scandelow

flu.

s

Magdeburg
Saltze 1

It\'anslebeii

\'Konings Lutter
Woltenbutlel ^

-lOarber^e HelnSt ^ N

Siiirwcld

52

; -.ruLt

- „„ \' - ^loUebeke

^ ICatenher^

fl s .

Aßcbenbur^ \\
joL

\'i- Hamclen

^arbeke \\ Sehermke ihi ermsleben

Schoninijen \\__^^ ■

Hamborg

/

•Zl,

/

----^-........ ■""■ ....... »"-\'ii-\'Mi"! "Iii\' ........\'iisj iiiiiii Miia-|aa—la

i\'l

zo\\

J^l

10\\

10

28

29

-ocr page 71-

LVNEBVRGH.

het eerfte S. Michiels Kloofter van de Bene-
didiner orden, gebouwt op een bergh van Otto
Magnus Eier togh in Saxen, vader van Keyfer
Henricus Auceps ; het tweede van de Maget
Maria voor de Francilcanen het derde heet
van de H. Valeye, ofte der Premonftratenfen:
het vierde der Paulinen , dat nu het
Gymnaßum
ofte groot-fchool is, tot de welcke men mach
voegen de Proofdye van S. lan, gefproten uyt
het Archidiakenfchap te Maedeftorp , en het
collegie der Conventualen oft Calandes Hee-
ren. Hedensdaeghs fijn daer fes Luterfche kerc-
ken , als van S. lohan , S. Michiel, S. Lambert,
S. Nicolaus, S. Marien, enS.Sando. Otto del
heeft dit landt eerft tot een Graeflijckheydt

femaeckt, daer by voegende een deel van Me-
elenburgh. Frederick de 11 heeft het van een
Graeflijc&eydt tot een Hertoghdom verheven.
Henricus Leo , uyt Beyeren en Saxen van de
Keyfer verjaeght en gebannen , heeft defe ftadt
en Brunfwijck noch behouden. De verande-
ringe van de Religie heeft hier veel moeyte
Tekoft; want eerft, nae 30 jaren vande eerfte
>eginfèlen , \'hebben openbaerlijck in S. Nicolai
kerck begonnen te predicken, Fredericus He-
mingius en Henricus Otto. Daernae oock, in an-
dere kercken, Eckenbergius en ïoannes Lam-
padius. Toen ter tijdt was in den Raedt Hiero-
nymus Witzendorfius , een man van grooten
aenlien, die daer toe veel geholpen heeft : maer
alfoo de Burgery e felfs walghde van de Paufè-
lijcke ceremonien, hebbenfê fonder ophouden
van de Magiftraet verfocht, dat men haer de
vrye predicatie foude toelaten , gelijck men die
van Lubeck en Hamburgh dede. Welck nae dat
de Magiftraet toegelaten heeft, is M. Stephanus
Kempius van Hamburgh geroepen, die de kerck
hier geftelt heeft op de manier daerfe noch in is.
Na defen fijngevolghtVrbanusRegius, en an-
dere.

Het Hertoghdom Luneburgh heeft noch an-
dere , doch niet feer vermaerde fteden, als
Harborg aen de Elve , tegens over Hamburgh;
Winfen aen de Luhr j Vltzen bynae midden in
het landt; Bardwijck, nae by Luneburgh; Cell
het Hof der Hertogen; en Dannebergh, dat
den tijtel van een Graeflijckheydt voert.
Hameien. In de Kacrte fiet men oock aen deWefer-
kant, in \'t zuyden, het ftedeken Hameien, niet
verre van\'t Graeffchap Schauwenburgh ; waer
van wy alhier, tot een befluyt, een wonderlijc^ke
en gedenckwaerdige hiftorie fiillen verhalen,

i
I

Graef-
fchap.
Hertog-
dom*

Andere
ßedert.

uyt de brieven van den geleerden Medicijn
D-Arnoldus Fretagius aen Ortelius, daer hy al-
dus fchrijft : Ick hebbe onlangs een Hiftorie
van Saxen-landt, door een Saxe gefchreven , in
de handt gekregen, die vertelde dat voor 300
jaren te Hameien, in het gebiet van Hertogh
Erich gelegen, gebeurt is, dat, als de muyfen,
by avontuer, feer in de gemelde ftadt grafleer-
den , een feeckeren Guychelaer de burgery e fijn
hulp, om de muyfen te verdrijven, aenbood,
welck haer aengenaem was; gemerckt fy niet
van dit fchadelijck gedierte konden bevrijdt
worden. Als hy van de burgers den loon be-
dongen hadde, leyde hy al de muyfen met trom-
mel-flach uyt de fladt, en begeerde den beloof-
den loon, die hem geweygert wierdt; hy ginck
al dreygende uyt de ftadt, en keerde nae een
jaer weder, ftoegh den trommel, endoorden
felven wech, daer hem de muyfen gevolght wa-
ren , leyde hy een groot deel der burgers kin-
deren aen een bygelegen heuvel, daer hy met
haer alle terftondt verdween. Een meysken,
dat by defe kinderen was, welck vermoeyt niet
langer konde volgen, en van verre bleef ftaen,
t\'huys keerende, vertelde wat het gefien had-
de , namentlijck, dat de kinderen met den
Guychelaer op dat heuvelken gegaen waren.
Hierom liep een yder buyten, om de fijne te
fbecken , doch te vergeefs. Van die tijdt
heeft men niet konnen weten, hoe het met den
kinderen vergaen is. Wanneer ick dit las , oor-
deelde ick het een fabel ofte fpoock, ofte een
fake, foo \'t in der daet is, grootehjcks te verwon-
deren. Ick heb defe gefchiedeniffe by anderen
verhaelt , welcke alle getuygen dat de faecke
foo toegegaen is , dat het getal der uytgaen-
de, de dach, maendt en jaer, aengetekent ftaet
in de jaerlijckfche Hiftorien des Raeds van Ha-
melen : en dat noch op heden daer een ge-*
bruyckis, alle fchriftelijcke contraden te da-
ter en met defè woorden : ©ott
Uttfct ^tttlJCt
aufj^an^t Men fèydt oock dat de ftrate, waer
door de kinderen uytgeleydt fijn , die
locfe fïra(fe geheeten wordt, en niet geoorloft
is daer den trommel te ftaen. Indien ghy mif^
fchien wat van defe hiftorie gehoort hebt, foo
vernieuw ick u die. Hebt ghy iet dat my kan
helpen, deelt my dat mede, als ghy tijdt en
gelegentheydt hebt. Vaert wel , en bemint
uwen Fretag. uyt Groeningen in Halberftadt,
den 8 November c i c)
10 l x x x.

■ I

f\'

I \'I

Ir

■ !t
!! l!

If

-ocr page 72-

14,«

De Hartoghdommen

S T E Y N

H O

S

E N

S W Y C K.

Efè twee Hartoghdom- 2842 dorpen , 281 hoéven , en iy6 water«
men , gelijck wy die meulens.

vertoonen in eene felve Defe Hartoghdommen worden ten noorden Cmfek
kaerte, fijn gelegen, na befloten met het Rijck van Denemarcken, oft
de mate der breedte met het Noorder-Jutlant, lijnde des felfs voor-
van de Middellinie afin naemfl:e gedeelte, door middel van twee rivie-
de getemperde Zona ren, namelijck door die van Schotburgh, welc-
ofte riem , tuflchen ke een kleyne mijl boven de fl:adt Ripen haren
de 53 graden en eenen loop nemende , fich van daer gaet ontlafl:en
halven , en de J5 en in de Cimbrifche zee en door die van Coldin-
eenen halve n ; en tuflchen den 21 climaet, gen, welcke aen dele fijde van Coldingen door
welcke gaet door den mondt of ingang van den de Coldingfche golf fich vermengelt met de
waterftroom Tanaïs, en den 22 , gaende door Baltifche zee : het Oofl:er-gedeelte wort om-
het Brigantium van Groot-Brittanje , naer ringt van de Baltifche zee , by Plinius geheeten
Ptolemeus en der Ouden meninge; en in \'t mid- de golf yan Codan, en by Tacitus de ^e ^an S-^a^
den van den fefl:en climaet, naer d\'onfe , waer af yen, niet allbo nochtans, of daer leggen eenige
wy breedelijck hebben gefproken in d\'lnleydin- eylanden in de felve , welcke behooren tot den
ge tot onfen Atlas, gevende elcken climaet of Hartoghdomme van Slefwijck, gelijck als Allen,
gewefl: tien graden ; in voegen dat de paral- Arroë en Femeren. Ten zuydoofl:en fijnfe om-
Iele linie van \'t midden 54 graden 30 minuten fingeit van de rivier Trava , die geburigh is
afcrelegen van de Middellinie, \'t midden defer aen Holfl:eyn en aen \'t Hartoghdom van Meke-
Hartoghdommen klieft of deelt, en in rechte lenburgh ; voorts-van den lande van Lubeck,
linie aenraeckt de fl:adt van Eckerenfort, en van\'t Hartoghdom van Neder-Saxen , (anders
haer den langften dagh maeckt van 17uren; oock genoemt Saxen-Lauwenburgh,) van de
van welcke breedte Gottorp en Slefwijck niet landtftreke van Hamburgh, en van de riviere
veel en verfchillen : maer te Coldingen geeft de d\'Elve ; en eyndelijck ten weflen van de Cim-
breedte der plaetfe en de verhefïinge des Pools, brifche zee , by die van den lande geheeten (^e
fijnde van 55 graden, 29 minuten , aen den
Noord-^ee, in welcke oock veele eylanden leg-
lan2fl:endagh 17 uren en een vierendeel. Tot gen, die men telt en fielt onder Holfl:eyn en
Hamburgh, een fl:adt gelegen op de grenfen van Slefwijck. Defe Hartoghdommen dan (als wy
Holfl:eyn zuydwaert, maeckt de
verhefïinge des hebben gefeght) gelegen tuffchen de Cimbri- ^
Pools J3 graden 34 minuten , weshalven de fche en Baltifche zeen, maken t\'famen met Jut-^
langfl:e dagh aldaer uytmaeckt 16 uren en 60 lant den Cimbrifchen Cherfbnefus , welcke for-
minuten. me niet qualijck over-een en komt met die van

Defe Hertoghdommen fl;recken fich uyt van Italien, hoewel defè gantfche Cherfbnefus nauw-
Hamburgh af (hoewel fich defe palen een wey- Hjcks half foo groot is.

nigh ten zuyden buygen) tot Coldingen toe Als is\'t dat defe geweften aen eenige oorden Vmchtbatr\'

29 mijlen in de langte: en wederom van Ham- onvruchtbaer fijn, gelijck als in de middellant-
burgh tot aen de riviere van Schotburgh heb- fche plaetfen van Holfteyn, en in den gebiede
ben fy de felve langte, niet tegenftaende men des Hartoghdoms van Slefwijck, tuflTchen de

30 mijlen weeghs reeckent. De breedte overal ftadt felve van Slefwijck en Rendesburgh, en
ongelijck wort gefchat op 30 mijlen van Helgo- felfs tuffchenFlensburgh en Hufum: niet te min
lant af tot het eylant van Femeren toe incluys; aen de fijden of oeveren der beyde zeen, ftaet
en d\'eylanden aftreckende , foo fal\'t vafte landt het aengefichte der aerde des te fchoonder en
tuflchen de twee zeen veel enger vallen 5 Hol- lieffelijcker, fulcks datfe door hare vruchtbaer-
fteyn evenwel is wijder en breeder als \'t Her- heyt meer als overvloedelijck vergeit, al wat
toghdom van Slefwijck, waer af hier na. Defe in d\'onvruchtbare plaetfen ontbreeckt; dewijl
Hartoghdommen ondertuffchen, fijnde geftelt al\'t gene dient tot onderhoudt des levens, al-
in\'t regifter van defe geweften , bevatten meer daer feer rijckelijcken voortfpru^t, uytgefeyt
dan 18000 bunderen lants, en in de felve 28 fte- wijn , olie , fuycker , fj^eceryen, fout, (alhoe-
den, 24 kafteelen, 39 vlecken , 15 heeriijck- wel\'er een weynigh, en dat noch van geringe
heden, 436 kercken, 173 EdeUieden-huyien, waer de, gekoockt werd in de heerlijckheyt van

Duytslant* M Tonde-

Zm

hreti

e en
e.

/

-ocr page 73-

I

i

-ocr page 74-

DE HARTOGHDOMMEN —

Tonderen) metalen, en fommige medicinale als bergen mogen heetenj uyt welcke vele aenge-
kruyden 5 welcke waeren , uytgenomen wijnen, name en lieffelijck-ruylfchende beecken enftro-
metalen en fout, oock vreemt fijn in Duytslant. men afvloeyen : want de Goddelijcke voorfie-
Nu de dingen die hier voortkomen , fijn rogge, nigheyt heeft defe lantftreecken befproeyt met
terwe, haver, bafilikruyt, gerfte, erweten, boo- verfcheydene rivieren, voornamelijck in
Wa^ Rivkre»:]
nen , kaes, boter, ollèn, paerden , huyden , grien, als oock in \'t Hartoghdom van Slefwijck,
fmeer, wolle , &c. En aengefien de voorfienig- onder welcke d\'Elve wel de voornaemfte is, hoe-
heyt Godts defe landen begaeft heeft met leer wel die
eer een nabuur van Holfteyn mach ge-
goede havenen, foo voeren dinwoonderen lich- feght worden, dewijlfe nergens door \'t felve he-
telijck, foo door de weldaet der felve, als door nen loopt, uytgefeyt beneden Hamburgh langs
die derzeevaert, uyt Duytfchlant, Pruyffen,
eenige aldaer liggende eylanden. d\'Eyder volght
Lijflant, Sweden, Denemarcken , Noorwegen, na d\'Elve , en na defe de Trave, Store, Schwen-
Engelant , Nederlant, Vranckrijck, Italien, tin, Bille, Alftere, Pinnaw, Treene, Sohol-
Spanjen , en uyt andere verre-gelegene ge- maw, Funderaw, Lohbeck, Niplè, derivie-
weften,al wat fy begeeren, in wiffelmge gevende re van Schotburgh , en andere mindere, van
het gene fy daer hebben gebrocht, en drijven welcke gedacht fM werden op hunne rechte
aldus hunnen handel. \'De bequame havenen plaetfe. Boffchen en wouden en ontbreken defè
om ffeyl te gaen op de Balthifche zee , fijn ge weften niet, wekker grootfte hoop leght naer
Flensburgh, Hadersleben , Apenrade, Sonder- de Balthifche zee , als in de heerlijckheden van
burgh, Sleßvijck, Eckerenfbrt, Chriftiaenpries, Hadersleben , Apenrade, in
\'t Hartoghdom van
Kiel, Heyligenhafen, Newftad, Lübeck ge- Sonderburgh, in Anglen, in Schwantfen, in
feten in hare lantftreecke, en Travemond fijnde de heerlijckheyt van Gottorp , in\'t Denemarck-
een andere noch grooter haven der Lübeckers, fche wout, in Snellemarcken, en in veel andere
gelegen in Holfteyn. Omuyt teloopen op de heerlij ckheden , wekker namen ick hier ver-
Cimbrifche zee, heeft men aldaer de havens fwijge.

van Hamburgh, Gluckftad, Itzehoe, Tonnin- Hoewel defe Hartoghdommen t\'famen ver-OW^
gen , Frederickftad , Hufum, Slute in Hallin- eenight fijn, fy worden nochtans door verfchey-
gen by Noord-ftrand, Schmaltief naby Föhr, den Rechten beftiert: want Holfteyn is een leen
Rutebul en Hoier dicht by Tunderen, Liftertief des H. Rijcks, en \'t Hartoghdom van Slefwijck,
aen \'t eylant van Röm , de haven van Ripe,
8cc* volgens den inhoudt van \'t Verdragh, in het
wekker eenige foo diep fijn , dat\'er fchepen jaer 1579 te Ottenzee gefloten, ftont vry on-
van hondert laften inkomen: daer fijn noch an- der den Koning van Denemarcken. Niet
dere feer uytnemende havenen in\'tHartogh- te min voor eenige honderden jaren gehoor-
dom van Slefwijck, maer niet foo feer befocht. faemden fy maer eenen eenigen Heere; en
De rivieren en zeeboefemen vloeyen oyer eerftelijck wanneer Canutus Koning der Denen,
van viffchen , voornamelijck na de Baltifch^ fone van Koning Woldemar de I, en Koning
zee. Oock fijn in\'t Hartoghdom van Holfteyn Woldemar de 1 I, Graef Adolf de III, uyt
feer groote poelen en vyveren , die uytermaten Hblfteyn gejaeght, en dit Hartoghdom, \'t welck
vifchrijck fijn, wekker vele den Adel toeko- doenmaels maer voerde den tijtel van Graef-
men , en dat in fukke menighte, datfe niet fchap, deöKoomfchen Rijcke onttrocken had-
alleen genoeghfaem en fijn om de gaftenwel den,- alhoewel Keyfer Frederick de II gefeght
t\'onthalen, maer oock om de keucken te ftoffee- wort \'t felve namaels gegeven en beveftight te
ren en te verforgen. Sy brengen oock den in- hebben aen Woldemar de IL En niet lange
woonderen groot gewin toe, door dien \'t water daer na heeft Woldemar de II, \'t Graeffchap
uyt de groote vyveren geledight fijnde, die men van Holfteyn te leen gegeven aen Albert van
na de gelegentheyt der plaetfen federt vier of Orlemont, die\'t felve oock heeft behouden tot
vijf aren niet en heeft geraeckt, alle den vifch, den jare 122 j , in \'t welcke hy verjaeght wierd
die daer wort vaft gehouden, in d\'omleggende voor de tweede reyfe van Graef Adolf de IV,
fteden verkocht wort. De namen defer vilfchen envanHenrick Grave in Schwerin, ten tijde
fijn ten naeften by defe : falmen, fnoecken, kar- van Koning ChriftofFel de 11, als Geraerd Gra-
vers, zeekarpers, baerfch, fchollen, barbee- vevan Holfteyn, gebynaemt de Groote, het
en, anchoven, fteuren, fprot, lampreyen, gantfch Hartoghdom van Slefwijk, en een groot
negen-oogen, vorens van tweederley foorte, gedeeke des Graeffchaps, befat, hoewel\'t felve
haringen, pladdijfen, kabeljauw groot en kleen, weynigh tijts duurde. Wederom als Geraerd de
roch, zeekrabben, oefters, mofl\'elen, kreeften. Jonge, des gefèyden Graef Geraerds Neve, het
kleyne fteuren, palingen, grondelen ,
Scc. om Hartoghdom van Slefwijck te leen ontfing vaa
niet te fpreken van de gemeene kreeften en an- Odolfus Koning van Denemarcken en Noor-
deredagelijckfcheviffchen. wegen, en nevens fijne broederen oock fijn

Beyde defe Hartoghdommen en fijn niet deel regeerde van\'t Graeffchap van Holfteyn.
bergh-achtigh; fukks dat men in de felve geene Maer na fijn doot is \'er eene bloedige oorloge
hoogere bergen en vint, als die van Segebergh, ontftaen tuffchen de Koninginne Margarite , en
Helgolande, een eenige feer lange rotle in zee, haren navolger Erick ter eener, en Henrick,
de bergen van Hutter dicht by Slefwijck, de Adolf en Geraerd, fonen van Grave Geraerd, ter
bergh-achtige boffchen in de heerlijckheyt van andere fijde , die eyndelijck verfoent of geflift
Apenrade, en eenige andere hier en daer ver- wierd door tuffclien-fprake van fommige Harto-
fpreyt aen de Baltiiche zee, die eer heuvelen gen en Princen des Rijcks, en eenige Anzee-

fteden,-

f

Ill
p

11

\'li

\'II ■

\'lÈr \'

<f SI i

lil:

■ i M
.r- \'

[Fr

■s\'\' I

m

\'niw

- i.- ■

Ceherghe».

I A

Hl

-ocr page 75-

HOLSTEYN ÈN SLES^YCIC. 14,^

fteden j invoegen dat Koning ErickmetHar- toghdom van Holfteyn verkreegh hy de heer-
toghAdolF (want Henrick was in dien oorlogh lijckheyt van Kiel,
met het Bisdom van New-
gebleven ) aldus verdroegh, dat yder behouden munfter, Trittow, Steynburgh, ïtzehoe , Plo^
Ibude
\'t gene hy aireede in hadde. Koning Erick ne, Oldenburgh , Newftad , Scc. In de felve
overleden lijnde , foo ontfing Hartogh Adolf deelinge wierden de kloofteren onderfcheyden
van Koning Chriftoffel, Paltz-Grave by dert om der jacht en pachteren wille , fulcks dat Se-
Rhijn, Hartogh van Beyeren, of denderden gebergh, Reynfeld, Arensbock, Profe en Rüh-
dies naems, \'t gantfch Hartoghdom van Sief- kloofter, met een gedeelte van Segebergh, aen
wijck te leen, en heeft
het lelve met den gant- Koning Jan wierden gegeven,- daer-en-tecren
fchen Graeffchappe van Holfteyn (uytgenomen Bordesholm , Cifmar, Reynbeeck, Uterièn^en
een gedeelte van Pinnenbergh) tot den eynde Lohm-kloofter aen Hartogh Frederick.
fijns levens vreedfamelijck befeten en gelucke- Korts daer na , als de Koning Chriftiaen
lijck bedient, ftervende in den jare 1449. de 11, navolger van Koning Jan, uyt den Rijc-

Peelitt^e Na fijne^doot, nadien niet alleenlijck het ke van Denemarcken door de Staten des Rijcks
der^^rj Hartoghdom van Slefwijck, als leen van den en door Hartogh Frederick was geworpen, in
^^tt^f Rijcke van Denemarcken , wederkeerde tot den jare 1512, foo heeft de gefeyde Prince (die
fchen Ko\' £jnen Meefter j maer oock de Graven van in den volgenden jare 25x3 van deDeenlche
^g^^^I\'^\'^Schouwenburgh hunne pretenfien of voorrech- Rijcks-raden en Staten tot Koning verkoren
ïredatck\' ten op\'t Graefichap van Holfteyn, voor fekere wierd) oock dat gedeelte verkregen, \'t welck
fomme van penningen verkocht hadden aen den Koning hadde toebehoort, en heeft beyde
Chriftiaen del, foo wiert \'er eene deelinge aen- de Hartoghdommen alleen behouden : en defe
geftelt tuffchen Koning Jan, en Hartogh Frede- geftorven lijnde , foo was Koning Chriftiaen
riek fijnen broeder, en een gedeelte der Har- de III, fone van Frederick, befitter van het
toghdommen verkreegh fijnen eygenen Heere. Hartoghdom onder den naem van Vooght, tot
Te dien tijde wierden
beyde de Hartoghdom- dat hy in den jare 1544 met lijnen broederen n. T«f
men gedeelt in fulcker voegen , dat het Har- Jan en Adolf eene nieuwe deelinge defer Har-
toghdom van Slefwijck oft gantfch Holfteyn ge- toghdommen aenving , fchiftende de felve in i \'ii. ia»
geven wierde aen den
eenen der twee broede- drie gelijcke deelen, waer van de keure gege^ ^^
ren, maer (\'t fy of, op dat yder van hun eenigh ven wierd aen Adolf gelijck als aen den jong-
kleen gedeelte ontfangende foo van \'t Hartogh- ften. De Bisdommen van Hildesheym en van
dom van Holfteyn, als van dat van Slefwijck, Slefwijck wierden Frederick den vierden broe-
verplicht foude lijn foo aen den Roomfchen der, noch een kint fijnde, toegefchickt. Welcke
Rijcke als aen den Koninckrijcke van Dene- deelinge , als fijnde de grontveft der heden-
marcken , of wel om oorlogen en tweedrachten daeghiche regeeringe , breeder fal werden ver^
te fchouwen, dewijle dat lantfchap aldus gedeelt klaert.

fijnde, niet foo bequaem en is om fich te be- De Koning Chriftiaen de lil, verkreegh Gedeelt,
fchermen, als
\'t gene dat door fijne palen om^ voor fijn deel in\'t Hartoghd om van Slelwiick^\'*"
fchreven is) op dat de heerlijckheden fouden de heerlijckheden
vanSonderburgh eri Nord-
vermengt werden, en by dit middel Koning burgh,- desgelijcks Ruh-kloofter en Sundewith
Jan eenige heerlijckheden foude befitten in het (welcke namaels vereenight fijnde, den tijtel
Hartoghdom van Slefwijck , en oock eenige kregen van Hartoghdom van Sonderburgh)
in dat van Holfteyn j en dat van gelijcken aen voorts de heerlijckheyt van Flensburgh, en het
Hartogh Frederick in beyde de Hartoghdom- dorp van Forkenbeeck gelegen tuffchen Got-
men onderfcheydene heerlijckheden fouden toe- torp en Rendesburgh : in\'t Hartoghdom van
crewefen werden. Wat aengaet de Ridderlijcke Holftey n kreegh hy de heerlijckheden van Se-
ordre , als oock het recht op de Kerckelijcke gebergh en Steynburgh,met de moeraffchen pa-
goederen , op de ftadt Hamburgh,
Scc. de lende aen Wilfter en Krempe, de ftadt ïtzehoe,
felve bleven onverdeelt ; en wierde befloten, Plonen en Heyligenhafen; oock defe drie kloo-
dat het gebied overhand foude gaen, en dat de fteren, Segebergh, Reynfeld en Arensbock,
Hartogen jaer voor jaer by beurte fouden re- die bequamelijek gelegen fijn by de heerlijck-
geeren. In defen tijdt, en namelijckin den ja- heyt van Segebergh.

re 1481, wierden Koning Jan in den Hartogh- Den Hartoge Jan vielen ten. deele de heer- vanm-
\' domme van Slelwijck toegewefen de heerlijck- lijckheden van Haderfteben en van Dorningen , $
heden van Flensburgh , Sonderburgh , Nor- Tonderen en Lohm-kloofter, en drie dorpen
burgh , Brunlund oft Apenrade, en \'t eylant van van de heerlijckheyt van Gottorp, Borghftett,
Femeren: in\'t Hartoghdom van Holfteyn had- Lehmbech en Campen , die getelt worden on-
de hy Segebergh , fijnde te dien tijde \'t voor- der de heerlijckheyt van Rendesburgh: in het
naemfte Koninglijcke ftot inditgewefte, met Hartoghdom van Holfteyn , de heerlijckheyt
de heerlijckheden van Rendesburgh, Hanrow van Rendesburgh met de gefeyde dorpen, en
enHafeldorp. Aen Hartogh Frederick viel Got- het kloofter van Bordesholm, gelegen by de
torp ten deel, als voornaemfte geftoelte of fit- heerlijckheyt van Rendesburgh.
plaetfe met Hufum , Strand, Eyderftede, en Aen Hartogh Adolf wierd toegewefen\'t ka-
Tielenburgh of Stapelholm voorts de heer- fteel en de Vooghdye van Gottorp, welcke
lijckheden van Tonderen en Haderfleben, de dien tijde begreep de ftadt van Hufum
met
welcke doenmaels nochtans niet en was foo d\'omleggende Circkelen of Harden j desgelijcks
wijdtftreckende, als fyop heden is. In\'t Har- Stapelholm, \'t landt van Eyderftett, de heer-
Duytslanu • M z lijckhe-

i f

\'I\'S

1

^iil!

i

S.1

(■f a

-ocr page 76-

DE HARTOGHDOMMEN

lijckhedeii van Hutten, Wittenzee, Molirkirch, ringe gehadt, namelijck de Koninglijcke, en de
Brunlood of Apenrade. In\'t Hartoghdom van Hartoghlijcke.

Holfteyn, de heerlijckheyt van Kiel met het Een Stadthouder of Onder-koning bekleet de
Bisdom van Newmunfter , de heerlij ckheden plaetfe der Koninglijcke Majefteyt. De Stadt-
van Trittow, Oldenburgh met Newftadt, en nouder van Koning Chriftiaen de III, is ge-
Hamgh-
twee kloofteren Cifmar en Reynbeeck , het weeft Jan Rantzow, Heere van Bredenbergh
eerfte gelegen by de heerlijckheyt van Olden- en Botkamp, &c. Ridder en Konincklijcke Velt-
burgh, en \'t ander dicht by Trittow. overfte : in wiens plaetfe gevolght is fijn oudtfte

Maer aengeiien voor vele jaren (namelijck fone Henrick Rantzow, erf-heer van Breden-
in den jare ijjp) Dithmarfen door de drie ge- burgh, Lindewit, Rantzow, &c. een fonder-
feyde Heeren wierde t\'ondergebracht, foo wierd ling voorftander der goede letteren , welcke te
oock het felve in \'t jaer 1568 in drie gelijcke ge- Segebergh fich onthoudende, defen hoogen laft
decken onderfcheyden , in voegen dat het zuy- met feer hoogen lof bedient heeft 44 jaren lang,
der-gedeelte , \'t welck met de heerlijckheyt van en is overleden in \'t jaer 1599. Geraerd Rantzow
Steynburgh paek aen den poel van Wilfter, Fre- fijn fone is hem gevolght in defe bedieninge ,
derick de\'Tweede, fone van Chriftiaen de 111, fijnde oock erf-heer van Bredenbergh , &c.
wierd toegewefen , Hartogh Jan het middel- die te Haderfteben fijn verblijf nam , en geftor-
deel behielde , gelegen by de heerlijckheyt van ven is in den jare 1627. Na fijn doot is een ftil-
P^endesburgh, en Hartogh Adolf het Noorder- ftant gevolght, werdende niemant tot de be-
deel ontfing, gelegen dicht by Gottorp, en van dieninge van foo uytnemenden ampt in fijne
Stapelliolm en Eyderftede alleenlijck door d\'Ey- plaetfe gefonden. De ftaet niet te min der re-
der onderfcheyden. Aldus wierden defè Har- geeringe wierde te Haderfleben achtervolght.
toghdommen doenmaels gedeelt, en van drie Maer dit kafteel in den voorgaenden Sweed-
Heeren beftiert tot den jare 15(^4 , in\'t wekke fchen oorlogh by gevalle, en door onvoorfien-
eenige veranderinge voorviel, als wanneer Ko- fchen brandt in d\'affchen geleght fijnde , foo
ning Frederick de 11^ d\'eylanden van Alfen en heeft Koning Fredérick de III, fijnde in die
Arroë, en de heerlijckheyt van Plonen in Hol- tijdt Aerts-Bilfchop van Bremen , Biffchop van
fteyn, met de kloofteren van Reynfeld en Arens- Verden en Methulper van Halberftadt , &c.
bock te leen gaf aen Hartogh Joan de Joiige denftoeldes gebiedts overgevoert in\'t kafteel
fijnen broeder , met defè voorwaerde noch- van Flensburgh, en hem aldaer geftelt in betere
tans , dat hy, als byfonder Prince , fich met het forme , fich by voegende eenen Cancelier met
hoogh-gebiedt der Hartoghdommen niet en eenige Raetslieden of Byfitters, en eenen Secre-
foude hebben te moeyen } maer veel eer dat hy taris. Maer als niet lange daer na Chriftiaen
fchattingen , tollen en andere gemeene laften, de IV quam te fterven, heeft Frederick de 111
nevens andere onderdanen , fbude moeten beta- fijnen vader in den Rij cke volgende, Chriftiaen
len. Maer na dat Hartogh Jan d\'Oude overleden Rantzow, fone van Geraerd, fijnen en \'s Room-
was, gaf Koning Frederick aen fijnen broeder fchen Keyfers Geheym-raet fijnde , met defen
Jan de Jonge, (die geen gelijck gedeelte ge- ampte vereert: de welcke, om dat hy oock de
liadt hadde met de twee Princen Regenten) bedieninge van de heerlijckheydt van Steyn-
d\'Abdye van Ruh-kloofter, gelegen in Anglen burgh hadde, van Gluckftadt en van \'t Zuy-
by Flensburgh , met het bygelegen landt van derlij cke Dithmarfen, de Konincklijcke regee-
Sundewit, wekke Abdye in den volgenden ja- ringe overdroegh van Flensburgh naer Gluck-
re 1582 door Hartogh Jan wierd afgebroken , ftadt.

en in hare plaetfe heeft hy een flot gebouwt, Aldus ftaen tegenwoordelijck defè Hartogh-
Luckshurgh of Glucksburgh geheeten, \'t welck nu dommen onder defè twee Princen, die d\'een
de voornaemfte verblijfplaetfe is van Hartogh na den anderen , of fbmtijts achtervolgens den
Philips. toom der regeeringe beleyden. En om dat (als

Weynigh te voren,als wy hebben gefegt, ont- boven is gefeght) de Prelaten , de kloofteren,
TuderiX ^^^^ merckwaerdige veranderinge, als en de Ridderlijcke ordre , onder de vereenighde

de II, en Hartogh Jan d\'Oude te Haderfleben in\'t jaer i^egeeringe fijn gebleven, foo is\'er jaerlijcks een

j^gQ quam t overlijden : want in den volgenden algemeen Gerichte aengeftek geworden , waer laeri^ch
jare heeft Koning Frederick na veel gefchils in perfbonlijck d\'een der Princen voorfit, die
over de heerlijckheden des gefèyden Hartoghs, datmael regeert, hoewel het anderfins van Edele
de felve ten leften met Hartogh Adolf aldus en geleerde Raetsluyden, foo uyt de Provintien
gedeelt , dat hy namelijck voor fich hebben als uyt den Hove,
genoegh is\'verfien : de he-
föude de heerlijckheydt van Haderfleben met dendaeghfche Raden of Byfitters fijn van de
Dorning in \'t Hartoghdom van Slefwijck , in fijde des Konings de gefeyde Grave Rantzow ,
Holfteyn de heerlijckheyt van Rendesburgh en en van des Hartoghs fijde Wolf Blom^Amptman
het Ziiyder-gedeelte van Dithmarfen : Hartogh van Tonderen , in Teft en Schedorf; en alfbo
Adolf daer-en-tegen tot fijn gebiedt fbude voe- vervolgens by beurten is \'er nu een van de fijde
gen Tonderen, Lohm - kloofter, d\'eylanden des Konings, en daer na een ander van de fijde
Noord-ftrant en Ferneren in \'t Hartoghdom des Hartoghs: gelijck als Cajus van Alefeld,
van Slefwijck j in dat van Holfteyn het kloofter Ridder , Amptman van Haderfleben , in Meel-
van Bordesholm en \'t Noorder-Dithmarfen. beeck , &c. en Nicolaes van Qaakn , Droft
Van dien tijdt af tot defen dagh toe
en hebben van Cifmar en Oldenburgh, in Siggem, Scc.
defe Hartoghdommen maer tweederkye regee- Cafpar van Buchwald , Ridder, Droit van Sege-
bergh ,

De eitrige
van Dith-
marfen.

Verands-

onda

derde deS\'
iinge

-ocr page 77-

HOLSTEYN EN SLESWYCK.

bergh, in Helmilorf, &c. en Paiilus Rantzow, heerlijckheyt vanNorburgh, (welckéFrederiGk
Droll van Kiel, in Botkampf en Kohövet, &c. namaels is gevolght door kracht van fubftitutie )
Henrick Blom, Ridder, Droft van Rendesburgh, Frederick,Luxburgh in Angien met het meeren-
ïn Hagen , &c. en Frederick van Alefeld, Drofl deel van den lande van Sundewit j en eyndelijck
van Prittow en Reynbeeck, Overfte van het kreegh Joachim Erneft de heerlijckheden ge-
kloofter Uterfen , in Seftemugh , &c. fijnde legen in Holfteyn , te weten, Plone , Reynfeld
alle Provintiale Raetsluyden : oock ftjnder twee en Arensbock , van welcke wy hier onder bree-
Caccelicrs , namelijck van de fijde des Konings der Ipreken fullen.
 I

Theodoras Reynking, Rechtsgeleerde ; van des Daer-en-boven liggen noch in defe Hartocrh-
Hartoghs fijde Jan Adolf Kielman , erf-heer in domtóen, of ten minften in hun gebiedt: ^
Satropholm en Obdorf, Dom-prooft der Cathe- ^ i. Het landt des Bisdoms van Lübeck, gelijck
drale kercke van Hamburgh, Droft in Moor- het gevonden wort in \'t regifter der Provintie
kircken, die
26 jaren en langer den Prince Fre- van Holfteyn. Anderfins de Biffchop , gelijck
derick heeft gedient, fijnde
20 jaren Cancelier men weet, Prince fijnde des H. Rijcks, en is
geweeft, welcke feer edele man den doorluch- geenen Rechter onderworpen, dan de Keyfer-
tigen huyfè van Gottorp vele en feer uytnemen- lijcke Majefteyt.

de dienften heeft gedaen, den wekken oock 2. Het Bisdom vanSlefwijckofSchwabftede,
de Prince, (willende buyten \'s lants reyfen,) ne- gehoorende tot het Hartoghdom van Slefwijck,
vens Heer Frederick van Alefeld, in \'t jaer 1661^ en wekkers bunderen begrepen fijn binnen het
het opficht der regeeringe beleefdelijck heeft regifter des Hartoghdoms van Slelwijck. Maer
aengeboden. DesgeÜjcks is oock de Raedt der om dieswiile dat men altijdt op den Biffchop
Provintie aen den eedt der beyde Princen ver- geen acht en heeft, foo wort het bedient na de
bonden , als oock de Provintiale Cancelier, die wijfe der andere heerlijckheden.
in de lantgerichten alle de befluyten befchrijft
3. Alle d\'andere Biffchoppelijcke en Cathe-
en afkondight : Henrick van Hatten , Rechts- drale Capittelen oft Confiftorien , van Lübeck,
geleerde, die beurtelijck wert gevolght van d\'an- Slefwijck en Hamburgh, mitfgaders \'t Collegie
dere Raetsluyden des Konings en des Hartoghs, van Eutine.

als van Reyman Dorn , Balthafar Glosin , Fran- 4. Die vier Nonne-kloofteren , te weten, van
^oys Stapel, Eberhard Weydenkopf, alle Dodo- Itzehoe ( alwaer oock eene Abdiffe is ) Preze ,
ren in beyde de Rechten, en van Jan Helm, Li- Uterfen, en Slefwijck.

centiaet in beyde de Rechten. Nu al wat in defe In tegendeel twee heerlijckheden gelegen op
xevgadcnnge loco defnmy^, voornamelijck in de de grenfen ( hoewelfe nu fijne Hoogheyt fijn
faken van Slefwijck , wert gevonnift , blijft tuf- onderworpen) Tremmelsbuttel en Steynhorft,
fchen partyen onwederroepelijck, en tegens het gelijck onderfcheyden van d\'andere en onmid-
felve en konnen geene gunften of middelen van delijck van den Hartogh afhangende, en wor-
rechte krachtelijck bygebracht werden. Maer den in\'t regifter van Holfteyn niet gevonden,
in \'t Hartoghdom van Holfteyn is \'t geoorloft Het Bisdom van Ripe is noch op heden gehecht
volgens
\'t Keyferlijck privilegie, in beroepe- aen de Kroon van Denemarcken, en is al over
lijcke faken, en die van eenigen gewichte fijn , lange gereformeert en vereenight aen de Ko-
fich op den hove of Keyferlijcke kamer te be- ninglijcke heerlijckheyt van Ripe. Eyndelijck
roepen. Graeffchappen vanPinnenbergh en Rantzow

Alle d\'andere Pro vintien , heerlijckheden en en fijn in \'t regifter van Holfteyn niet ingeftoten,
fteden hebben ekk bynaer hare befondere in- enfijnverklaertonmiddelijckaf te hangen van
ftantien , en vervallen eyndelijck door appel de vereeniginge des Hartoghs en Konings.
aen de Gerechts-kamer van elcken Heere , om D\'inwoonders defèr geweften konnen bequa- Onderfcheyt
aldaer definitive te werden gevonnift, gelijck melijck verdeelt werden,^ i in Prelaten en Kerc-
als
breeder blijckt by de landt-ftatuyten defèr kelijcken, 2 in Adel of ordre van Ridderfchap,
Hartoghdommen. En dient niet verfwegen , 3 in vrye luyden ,
4 in borgeren , 5 in luyden
dat Hartogh Frederick in de laetfte vergaderin- die te velde woonen,
6 in ackerlieden of boe-
ge
van Staten, gehouden te Regensburgh, door ren. Door de Kerckelijcken werden verftaen
Jan Adolf Kielman fijnen Gefant en Geheym- d\'overblijffelender oudeCollegienofgefelfchap-
raedt, en Cancelier van den hove, verkreegh pen , die tegenwoordelijck alle gereformeert
indenjare 1641,
en de Koning in den jare 1650, fijn, fy fijn dan van mannelijcke of vrouwe-
inde laetfte acceptatie of aenvaerdinge van lijcke fexe, gelijck als die van de Canoniken van

leene te Weenen door fijnen Onder-koning, dat Hamburgh, van Slefwijck en Eutine , dat van

het recht van eerftgeboorte by hem ingevoert, de Nonnen van Itzehoe (\'t welck , om dat\'et

krachtelij eken van den Keyfer wierde beveftigt: geregeert wert door eene Abdiffe, geenen an-

waer uyt men kan oordeekn , dat van nu voort deren Overften en heeft, hebbende maer alleen

in defè Hartoghdommen geene verdere deelin- eenen Advocaet tot verdediger , die edel is van

gen en fallen volgen. afkomfte ) van Pretze en Uterfen, die Overften

Vorders heeft Jan Hartogh van Sonderburgh hebben van d\'ordre der Ridderfchap.

fijne landen en heerlijckheden gedeek in vijf Groote menighte van Adel en is\'er niet, maer Adeh

deelen, oft onder fijne vijf fonen, van welcke die\'er is, is rijck en welhebbende, befittende
Chriftiaen d\'oudtfte verkreegh \'t eylandt van vruchtbare gronden en overvloedigh tot ver- ^
Arroë , Alexander \'t ftot van Sonderburgh met wonderens toe , uyt de welcke fijne Keyferlijcke
lijne toebehoorten, Jan Adolf \'t kafteel en de Majefteyt tot de Graeffelijcke waerdigheyt ver-
heven

iL ^

^ 1:

Deelinge^
vm
gendom
SondtY\'-
b^\'gk.

c

ï!

f.\'tjhi ï
\' I
11

h

.111,

-ocr page 78-

DÉ HARTOGHDOMMEN

heven heeft Chriftiaen Pentz en Chriftiaen of uytgeblufcht fijn in die contreyen , gelijck
Rantzouw. En al is
\'t dat defe geweften door als de volgende : Von Barkentien, Boet, \'von Hogen,
eene fbnderlinge genade des hemels gelrnaeckt Halle , Holcke, Hoyer, Himmelshilttel , ïohanjjen ,
hebben de foetheyt en \'t gemack van eenen lah- ït^ehude, Kaaß, Knop, Krumrnendick, Lanche, Lem-
gen vrede, en kittel fijn gemat geweeft van hecke, Lelpen, Móthen, Muncken, ronder Oß,\'von
den oorloge: niet te min de gemoederen des Ritz^royp , Ronno\'vo, Rofenkrant^, Schyoeinen , "von
Adels fchijnen maer des te meer geneyghtte Siggeny Spliet,Schinckely Smrfen, Soep, Stacken, Sturen,
fijn tot de wapenen ^ waerom oock vele, gedre- t^ow JValde, Walßorpy Weßen-fee.
ven niet door begeerte van gewin , maer door D\'ordre der Ridderen van defe tijdt wort ver-
eene moedige hitte tot ftrijden , en om eere te deelt in twee compagnien, van Slefwijck en van
behalen, fich ten oorloge laten infchrijven : Holfteyn, die groot genoegh fijn , van wekke
weshalven men velen onder hen vint, die niet d\'eerfte gekyd wert door Henrick Brocktorff,
alkenlijck bedienen \'t ampt van Hoplieden, Capiteyn en Krijghs-raedt van den Hartogh
maer oock van Veldt-overften : onder wekke
van Holfteyn d\'andere door Bertrand Rantzow,
niet en dient verfwegen Jofias Rantzow, hoewel beyde Ridmeefteren.

ftrijdende onder de ftandaerden der vreemde- Over eenige jaren warender eenige ftammen r^fj«-^
lingen, die wegens fijne ongemeene dapperheyt van inwoonders , die vry waren , wekke eens- ^y^J/^^^f!*
fich de waerdigheyt verworven heefc van Maer- deels uytgeblufcht fijn, eenfdeels feer vervallen ;
fchakk van Vranckrijck,en van Gouverneur van onder de felve vertoonen fich boven anderen
Duynkercken. Sy maken oock veel meer wercks de ftammen van
Anderfin , Frudfen, Heinfin, Knud-
van hunnen Adel als d\'Edellieden van andere Jen, Rayfin, &c. alle afkomftighuyt Slefwijck
reweften, fukks dat \'et in defe landen onge- oft uyt Vrieflant, van wekke maer overigh is
loort is,dat d\'Edelen houwelijck fouden aengaen het eenigh geflachte van
Anderfen.
met onedele \'t welck desgelijcks d\'oorfaeck is, De Steden, uytgenomen Hamburgh ( die ter Stedefi,
datfè geene openbare burgerlijcke ampten en oorfake van hare uytfteeckende vryheden on-
willen oeffenen in de fteden , (\'t welck oock ge- derfcheyden is van d\'andere ) fijn in de laetfte
fchiet in Pomeren ^ ) en fijnde , volgens hunne Beveftiging van Koning Frederick de III, ge-
privilegien, de vreemdelingen uytgefloten van daen te Flensburgh , uytgeroepen geworden in
d\'ampten en bedieningen des landts,
foo heb- defè ordre : Slefwijck , Flensburgh, Rendes-
benfe groot voordeel om hunne ordre met glans burgh, Itzehoe, Oldefchloe, Hadersleben, Ton-
en achtbaerheyt te befchermen. deren, Krempe, Wilfter, Eckerenforde, Burgh
Hunne erfgoederen, gronden en befittingen in Ferneren, Segebergh, Hilligenhafen, Apen-
fijn voor meerendeele (flechts een kleen getal rade, Newftad, Oldenburgh, Lutkenburgh:
uytgenomen ) vry en vranck, dat \'s te
feggen , fy fijn achtien in getale, uytgefèyt Eutine , het
en worden van
niemant te kene gehouden j welck getelt wort onder\'t Bisdom van Lübeck,
maer
fijn vry en eygen, hoewel men , de nood en Sonderburgh, Plone, Hartzkoping in \'t ey-
destijdtsof der Princen fukks vereyfchende, lant van Arroë , die den Princen van Sonder-
fbnder onderfcheyd op de felve voeden moet burgh gehoorfamen. Daer refteeren noch vijf
paerden te kene gehouden. Waer by gevoeght fteden, Hufum , Tonningen , Gluckftadt, Fre-
dient, dat die landen, gefchickt tot voedinge derickftadt en Gardingen, die noch niet geftelt
der paerden, den kinderen fomtijts gegeven en
fijn in\'t getal der Staten.

worden tot geringen prijs, en hunne dochteren De Borgers der kleene fteden en dorpen fijn Borgereff»
werden getrouwt haer gevende eenigh houwe- geweldigh genegen tot koophandel, bewogen
lijcks goed. Daer is nochtans een groot ver- den felven vlijtelijck t\'oeffenen door de be-
fchil tuffchen d\'erffelijcke goederen, en de gene quaemheyt der havenen : maer gemerckt defe
die gekocht fijn : want\'t en fijn maer de fbnen, geweften fijn van
kleene wijdtftreckentheydt,
die in d\'erffelijcke goederen volgen, maer de fukks dat fy foo grooten overvloet van koopwa-
dochteren volgen oock in de goederen, die door ren niet van noode en hebben , en dat \'er vele
koop verkregen fijn. feer bequame havenen fijn , als oock om dat de

D\'Edele geflachten, die voor tegenwoordigh borgers van Hamburgh en Lübeck den Room-
in defe lantfchappen uytmunten, fijn de gene fchen Keyferrij cke naer der fijn , en wel verfien
die hier volgen :
Pon Alefelde, Blumen,\'von Boeck- fijn van volck, geit en fchepen foo kan men
yoolde oft Buchmlde, Brdde, Broeckdorf, ^onBulo-^, giffen, dat defe fteden fwaerlijck füllen toene-
\'von Damme, Gadendorp, o-ow Hatten, ^on Heißen, men, oft meer aenwas krijgen , ten waer men
<T;on Hoeken, Kielmann, Magnujfen, Meinsdorffer, by gevalle aldaer invoeren konde eenige verbe-
Pent^en, Peter/en, Pleßen, Pogmjch, ryon Gaaien, teringe der hantwercken. Oock fijnder veel in-
Rant^\'^en, Rahtlo"^, Relpentla\'Sf, Roden, Rumohren, woonderen, die fich tot den lantbouw en tot vee-
Schacken, Schipayen, Seefleden, Steding, ^on Tienen, hoeden begeven , \'t welck fy met den Switfèrs,
rvon Veithoffen, won Vcken, Wenßen, n;onder Wifih, en andere vokkeren van Duytslandt, gemeen
Wittorp, Wohnsflethy Wbyen, hebben.

Defe fijn de doorluchtige Adelijcke geflach- Naer de borgeren der fteden volgen de lant- LaMe»,
ten van Slefwijck en Holfteyn, die in defe eeuwe lieden, dat is te fèggen, die te lande of te velde
bloeyen. Voorts warender in de vorige eeuwen woonen, genoemt in hare gemeene tael
Haus-
noen andere in defè felve Hartoghdommen, leute tn Hueslüde , die niet en mogen vergeleken
die O vergetogen fijn in Denemarcken en in d\'an- worden by d\'andere boeren van Duytslant; want
dere naburige geweften , of daer uyt gefjuoten, fy fijn vry van allen hof-dienft, vpornamelijck in -

Dith-

f

J^rj^e gtm"
den des
Adels,

ir „,

t

t -I

n

I :

II:!:

TAele ge-
fiachten.

; ■ r rl V" ■
t

^ ■ ili

\'p I

i\'f

^ f I It

if:: \'

- ;

A «

r
^ (i

I\'!

ii . i

ii

r\'\'

K !

Ui
\\[

1

4

■ü

i-i

It !!

i ;

-ocr page 79-

I

HOLSTEYN EN SLESWYCÏC 14, c

Dithmaifen , Eyderftede en Strand , en fijn welcke verfcheyden is na de verfclieydenheyt
niet
begrepen onder de heerlijckheden , maer der felve. Om dan te beginnen door de bende ,
worden
geregeert van eenen Trefbrier , Luyte- welcke de leeghfte is van allen ; de boeren , die
nant oft Gedeputeerden. Defe, behalven den woonachtigh fijn onder de heerlijckheden van
ackerbouw , fijn oock eenighfins geneyght tot den eenen en anderen Prince , worden eerfte-
den koophandel, fendende menighte van koren, lijck gedaeght voor hunne eygene kameren van
vee , boter , kaes , wolle en andere waren naer Juftitie; fy worden in Holfteyn geheeten ^re^ett
de naburige geweften. Sy fijn byna gekleet ge- ^otfïctt ^C^C^ete^ ; en in\'t Hartoghdom

lijck borgers , ja fomtijts fijnfe beter gekleet van Slefwijck So!lt>ctt @en\'(f)tc/ \'t fy dat dan
fchoonfe te lande woonen , hebbende hunne het Gerichte fy van eenen circkel, cm
huyfenniet
verre\'t een van\'t ander fulcks dat Dm^C; oft van eene heerlijckheyt, cm ëtrcf-
dit lantfchap byna een groot dorp gelijck is ^ Un^C De Provooft of Droft is\'er fbmtijts te-
welcke wijfe van woonen niet ongebruyckelijck genwoordigh ^ en foo \'t den boeren belieft, \'t
is
en isin deProvintie van Hollandt. hun geoorloft aen\'t Gerichte t\'appelleren van

De boeren houden de lefte plaetfe , van welc- die heerlijckheyt, die gemeenlijck genoemt
ke twee foorten fijn j want d\'eene fijn vry, en werd ^aé Smptgcrk^t/ alwaer men \'t eerfte ver-
hebben hunne eygenè lanthuyfen; d\'andere heet foeck fal gehoort en afgedaen hebben, dat is te
men
Lanflen, welcke men d\'ackeren te bebouwen feggen, in die plaetfe daer de fchuldige woont,
geeft voor fekerenjaerlijckfchen loon, in fulcker Nu de lantlieden, die onder d\'Edelen ftaen ,
voegen nochtans, dat na de doodt des vaders , hebben eensdeels een gemeen Recht met de
de fone, indien hy fuccederen wil, fekere fomme voorgaende, en eensdeels fijnfe gehouden hunne
geks betalen moet. ^äken te bepleyten in de tegenwoordigheyt hun-

De geftaltenilTe defer natie is feer verfchey- ner eygene Heeren ; indien fy in d\'afdoeninge
den na de
verlcheydenheyt der plaetfen j want der felve niet en fijn voldaen , \'t is hun toegela-
de gene , die
woonen in plaetfen by de zee, fijn ten daer af t\'appelleren tot het Landt-gerichte,
langer, ftercker en vollyviger de gene daer-en- \'t welck het laetfte voor hun is, in\'t welcke ly
tegen,die midden in\'t lant,en in drooge plaetfen hunne proceifen voorftellen om afgedaen te
woonen, fijn korter, rancker en bequamer tot werden, op eene wijfe gebruyckelijck foo in het
d\'oeffeningen
des oorloghs, en tot andere die Hartoghdom van Slefwijck, als in dat van Hol-
niet veel krachts en vereyfchen. Maer de gene, fteyn. In de zee-geweften van Wilfter en Krem-
die langs de zee woonen, fijn arbeytlaem , en pe betwift men de faken noch meer : want men
volherdigh in \'t bouwen der landen, in \'t gra- beroept fich eerftelijck op \'t Gerichte van WiU
ven van grachten rondom de felve , en die fter en van Stein, daer na op de twaelf getrouwe
te
omwallen met dij eken tegens\'t gewelt van fcheytslieden, en foo vervolgens,
zee en ftormen ^ in \'t welcke fy byna den gant-^ Eenige fteden genieten grootere privilegiën , indeßs-
fchen fomer toebrengen : en om dat de felve welcken toegelaten is onder fekere voorwaerden
vruchtbaer genoegh fijn , foo gebeurt\'et, datfe fich te beroepen op de Kamer van Spiers ; \'t is
te Vreden fijnde met te hebben waer van leven oock eene fake waerdigh geweten, dat defè vier
en kleeden , fich niet en begeven tot oeffeninge fteden van Holfteyn, Kiel, Itzehoe, Rendes-
van ambachten 5 \'t welck genoegh blij ckt by de burgh, en Oldelöhloe, een gemeen Gerichte
verkoopinge van hunne wollen in vreemde lan- hebben, tot het welcke niet alleenlijck ieder
den - gemerckt het hun veel beter en nutter der felve fteden, maer oock de volgende Hol-
foude fijn niet alleenlijck degene te bewaren fteynfche, te weten, Krempe, Wilfter, Sege-
die\'t landt hun uytlevert, maer oock de felve bergh , Heyligenhafen, Newftad , Altenburgh
te
koopen die van vreemde landen komen , om en Lutkenburgh en defe Sleiwijckfche, Ton-
laken af te maken;
het welck een groot gerief deren en Burgh in Femeren (welcke alle fich
foude fijn voor vele perfoonen , die den koft dienen van
\'t Recht van Lübeck) mogen appeJ-
daer by fouden winnen, en dit lantfchap fouder leren , als tot het gedinge van de tweede inftan-
groot gewin af trecken, en oneyndelijck toe- tie. Van defe vier oft relpeaivelijck drie fteden
nemen in volck
en rijckdommen. D\'inwoonde- beroept men fich op de Regeeringe, oft op het
ren defer
Hartoghdommen, voornamelijck die Recht van de Provintie, met dit onderfcheyt,
Holfteyn en Slefwijck , die zuydwaerts woo- dat de fteden van Slefwijck,Tonderen en Burgh

fijn bequaem genoegh om alle handt- in Femeren, de felve dedfie der faken aennemen

wuxkenenvrye konften te begrijpen \'tisge- in de laetfte inftantie ; maer dat\'et geoorloft is

noegh alleenlijck gewagh te maken van Geor- aen de fteden van Holfteyn op fekere voorwaer^

2ius Calixtus, geboren in de heerlijckheyt van den t\'appelleren tot de Keyferlijcke Juftitie-

Tonderen. Doch dat hier niet vele geleerde lie- kamer, welcke te Spiers is, oft aen den Keyfer-

denfijn,wortveroorfaektomdathiergeeneHoo- lij eken Hof-raedt. D\'andere fteden appelleren

ge Schok en is, \'t welck feer ongerieflijckis voor tot het Hof oft tot de Gerichts-kamer van hun-

d\'inwoonderen , die hunne kinderen, terftudie nen Prince, fonder verder te gaen.

\' genegen , gedwongen fijn te fenden tot hunnen De Prelaten en de Ridderlijcke ordre werden

grooten kofte naer wijdt-afgelegene Acade- gedaeght in d\'eerfte inftantie voor het Provin-^

^[qii, tiael Gerichte , \'t welcke \'t eerfte en \'t lefte is

Nadat wy hebben verhaelt d\'afbeeldingen voor die van Slefwijck j maer aen die van Hol-
Sl\'r^ der inwoonderen, en fal
\'t niet buyten propoofte fteyn is \'t geoorloft tot de Kamer t\'appelleren,

fijn de forme der Gerichten hier by te voegen , gelijck als aen de gefeyde fteden, indien de

DuytslanU M 3 groot-

Boeren»

Ceßalte-

fit jle des
Itcbaem

li

Jert der

inwoonde\'

ren»

van
nen
wen

Forme van

-ocr page 80-

DE hartoghdommen

grootheyt der fomme waer over men twift, of forde, Apenrade, en Burgli, \'t welck gelegen is
cenige andere uytnemingen fulcks niet en belet- in \'t eylandt van Femeren ^ de fteden van Hol-
ten : want de fomme, over wekker determina- fteyn, Kiel, Rendesburghj Itzehoe, Oldekhloe,
tie d\'authoriteyt der Kamer van Spiers moet Krempe, Wilfter, Segebergh, Hilligenhafen,
tulfchen komen , moet paffeeren duyfent goude Newftad , Akenburgh en Lutkenburgh. D\'an-
kroonen de wekke niet vol fijnde, en de fchuld dere fteden en heerlijckheden en werden tot de
klaer fijnde, (oft fchoon de fomme noch eens vergaderinge niet geroepen j fijn niet te min
foo groot ware) gelijck oock wanneer de mif- verplicht fich der ordonnantiën en beftuyten,,
daden feer fwaer, en de verongelijckingen doot- die aldaer werden gemaeckt, t\'onderwerpen. De
fchuldigh fijn , foo verwerpt men alle appella- Koning van Denemarcken begint het Gouver-
gelijck de privilegiën door de Keyferen nement op het feeft van S. Michiel door een on-

in\'t UdY\'
toghdom
van Sen-

dommen
vm Sks-
tP\'jck^, en

Ltihecki

Lant-recht.

Landt\'
gericht.

tien

Matthias en Ferdinand de 11, onlangs verkent even getal, \'t welck hy met oneven getal achter-
aen den Koning van Denemarcken en den Har- volght tot de felve feeft toe des volgenden
togh van Holfteyn, fulcks breeder aenwijfen. jaers daer na volght de Hartogh van Holfteyn

De faken van \'t Hartoghdom van Sonder- op fijne beurte in\'t Gouvernement,
burgh, Norburgh, Lucksburgh en Plone, wer- De vergaderinge van \'t Landt-gericht wort
Zrbmlh, den
\'gevonnift door hunnen eygen Magiftraet, alle jare gehouden , acht dagen na Paelfchen ,
fonder beroep op het Provintiael of gemeen Ge- in eene van de fteden van den eenen oft anderen
richte. Infgelijcks is \'t oock met d\'onderdanen Prince , ten fy eenige byfondere toevallen fulcks
in de Bis- van \'t Bisdom van Lübeck , de wekke geen komen te beletten. En op dat deprocefTen niec
appel en hebben als tot hunnen eygen Magi- dralende en werden gehouden , maer, foo veel
ftraet. In \'t Bisdom van Slelwijck gaet men mogelijck is, in die jaerlijckfche vergaderinge
recht hier tegen : want het oordeel wert gedaen definitivelijck geoordeelt werden , gelijck als op
by den Heere van \'t Capittel; maer d\'eene of de dagen ten oordeele gefchickt en beicheyden,
d\'andere partye ftch niet achtende genoegh ge-
foo heeft men opgericht het Quartael Gerichte, ^^^^^
daen, lbo gaenfe tot deCancelrye des Princen \'t welck jaerlijcks gehouden werd ontrent het
die als dan regeert, om de proceffen flepende feeft van S. Michiel, en beftaet van vier Edel-
te houden , en uytfprake te verwerven ter laet- lieden , twee geleerde Raetsheeren, en van den
fter inftantie in den naeften Provintialen Raedt. Cancelier der Provintie, in \'t welcke men eene
\'t Is al lange dat het Bisdom van Ripe vereent is rivifte doet van alle d\'Aden rakende de faken
geweeft met de heerlijckheyt van Ripe. van Holfteyn , men geeft antwoort op de re-

Somtij ts beflecht men de faken in\'t Hartogh- queften , de kleehe faken werden geoordeelt,
dom
van Slefwijck na\'tWetboeck van Jutlandt, hoewel niet definitivelijck, de belaftingen en
Da^ JofDbllC^ / van Waldemar de 11, Koning diergelijcke dingen werden geordonneert, de
van Denemarcken : maer t\'Eyderftede, Nord- getuygenilfen verklaert; kortelijck al wat dient
ftrand , en in eenige fteden van Holfteyn , oor- om d\'uytkomft der rechtsfaken en proceifen te
deelt men na de befluyten van den Spiegel van vorderen, werd aldaer vertoont en bygebracht.
Saxen, en oock na de gewoonlijcke Rechten, Behalven dit Landt-gerichte en \'t Quartael
waer van wy hier na fiillen fpreken. Gerichte , \'t welck dient tot voorberey tlel van

Wy hebben hier voren getoont, dat men alle het felve, foo is \'er noch een ander buy ten-ge-
jare een Landt-gericht aenftelde, en wat ordre woonlijck, ingeftelt federt eenige jaren tegens
men in\'t felve hielde 5 waer by gedaen dient, de dootftagers, \'t welck alleenlijck te wercke
dat de hoogheyt van dit Gerichte niet en was werd geftelt in de treurige voorvallen die van
van kleenen gewichte , om dieswiile dat men die nature fijn. Als\'er dan eenige moort ge-
in\'t felve onder de hoede van den regeerenden fchiet is onder d\'Edelen, foo is\'t den bloet-
Prince niet alleen en oordeelt van de goederen, vrienden van den vermoorden geoorloft den
leven en eere der inwoonderen; maer oock in moorder te dagen voor
\'t Provintiael oft ge-
de vergaderinge, wanneer men faken betwift woonlijck Gerichte, beftaende alleen van Ede-
van grooten belange, en die den flaet raken len, (gevende den fchuldigen de keure) alwaer
van die geweften, wekker befluyt d\'andere Sta- hy verichijnen moet op pene van banniffement,
ten en Ordren ernftelijck volgen. op dat hy fich fuyvere van fijne mifdaet, of be-

De Prince, die in\'t Landt-gerichte voor-fït, wijfe dat hy dien dootflagh hebbe begaen tot
houdt oock den teugel der politique regeeringe fijne rechtvaerdige befcherminge. Soo de fchul-
van dien jare , en beroept de Staten der Provin- dige fich prefenteren wil voor \'t Landt-gerichte,
tie tot de vergaderinge, in welcke hy fèlve in en fich aldaer niet genoeghfaemlijck en kan
perfoon voor-fit, of door eenen volmachtigen, fuy veren, foo werd hy gefbnden tot het buy ten-
en d\'ordonnantien en befluyten afkondight on- gewoonlijck Gerichte der Ridderen , \'t welck
der den name en\'tfegel van beyde de Regenten, men laft geeft den gront der fake t\'onderfbec-
De Staten , die fich in de Vergaderinge vin- ken, en ftraffe daer over te doen. En fchoonder
den, en ftem-recht hebben, ftjn i. uyt de Pre- niemant van de bloet-vrienden des overledenen
laten van Slefwijck , \'t kloofler van S. Jan uyt ware, die den fchuldigen oft dootflager aen-
die van Holfteyn, de kloofteren van Itzehoe, klaeghde, hy is niet te min gehouden, fijnde
Pretfè en Uterfèn. 2. De gantfche Ordre der gedaeght van den Prince, voor \'t Gerichte te
Ridderen van beyde de Hartoghdommen.
3. De verfchijnen , op pene van banniffement, in het
fteden van \'t Hartoghdom Sleiwijk, als Skfwijk, wekke foo der jaer en dagh verloopt, of foo hy
Flensburgh, Hadersleben, Tenderen, Eckeren- fterft, men beflecht de lake met fijne erfgena-

De Staten.

men

-ocr page 81-

HOLSTEYN EN SLESWYCK.

i nl

mtn 5 eti met fijne foo erf- als leen-goederen, na
de Keyièriijcke ordonnantiën, en na die van
Saxen, die
de leenen betreffen.

In defè Hartoghdommen en is geene andere
ReJigie , dan die van Luther, Frederickftad
alleenlijck uytgenomen, het welck de Remon-
flranten , dat
is te fèggen, d\'Arminianen, nevens
de Luther/chen befitten.

\'c En fchijnt niet buyten propoofle hier ter
^laetfèn ietwes by te brengen van den krijghs-
landel ; maer vermits defè Hartoghdommen
federt hondert jaren en meer , te weten, federt
d\'inlantfche oorlogen voorgevallen in Dene-
marcken na de doodt van Koning Frederick
de I, vrede en eendracht hebben gehouden
met den Rij cke van Denemarcken, fiilcks datfè
gantfch geene openbare oorloge en hebben ge-
hadt , felfs niet met hunne naburen, foo en fijn
d\'inwoonders defèrHartoghdommen, (uytge-
feyt evenwel d\'ordre der Ridderfchap , die ge-
meenlijck de vreemde wapenen heeft gevolght)
vermorwt door eenen foo langen vrede, niet foo
vaerdigh tot hunne befcherminge , noch foo
bequaem tot d\'oeffeninge der wapenen , als die

Krijqhs-
handel.

van Hooghduytfchlanti Maer de riood, allér
dingen meefterfche , foude hen ( geloove ick )
tot de voorouderlij cke deughdt wel aenmanen,
waer af in de hiftorien veele gedenckteeckenen
fijn. Onlangs deden de beyde
Princen eenige
honderden infchrijven uyt de jongelingfchap ,
en gaven hunmeefleren om hen t\'onderrichten
in d\'oeffeninge der wapenen. Defe Hartogh-
dommen en Denemarcken fijn verbonden door
fekeren bandt van eenigheyt, waer doorfe ge-
houden fijn , in tijden van noodt, malkanderen
overhant by te ftaen met feker getal ruyteren
en voetknechten. De macht defer landen en is Stmktc,
niet geringe: want fy fouden können uytleveren
eene heyrkracht van hondert duyfent mannen ,
aen welcke niets en foude ontbreken als alleen
d\'oeflfening der wapenen. Indien flechts Ham-
burgh en Lübeck met defe Hartoghdommen
eendrachtigh blijven, eene heyrkracht uyt den
zuyden komende en fal dan niet lichtelijck in
dele geweften indringen en fchoonfe al indron-
ge, fy en falder nauwlijcks ietgedenckwaerdighs
können verrichten, maer fal veel eer met groot
verlies
en fchade uytgedreven werden.

H E T

-ocr page 82-

^ ... ;
■ • !
: !»
r [M : : ;

■ I ( \'

i r :

■ ,r i: \' ;

\' \' M
*

HET HARTOGHDOM

nm

\' \'i

MM i ■

!;:

VAN

»Mi

r i\'.

i\' ;

11 !\'

O L S T E Y N

it fi p
I ^ \' \'

Et eerfte gewagh van fteyn ingelijft, en gewilt dat dele gantlche lant-
den name van Hol- ftreecke foude werden vervat onder eenen
fteyn, lbo veel als men naem , en genoemt werden \'t Hartoghdom van
weten kan, werd ge- Holfteyn. Maer de gewoonte heeft meer ver-
vonden by Regino de mocht als de Keyferlijcke Bulle : want de Har-
Monick , in den ja- togen van Holfteyn gebruycken (als blij ckt)
re 804:
J^e Kejfer(fight den tijtel van Hartogen van Holfteyn, Stormar
hy)
yertrock fich in fdere en Dithmarfen ; alhoewel tegenwoordelijck, foo
plaetfe op de riyiere d^Ebe, wel van de vreemdelingen als van d\'inwoonde-
geheeten Holdnfleyn, Scc. ren defer Hartoghdommen/t lantfchap van Hoi-
Daer fijnder, die uyt het woort Holdnfteyn fteyn werd geheeten , \'t gene van d\'Ey der, Le-
Hollingftede maken , fich bottelijck vergrij- vensaw, Balthifche zee , Trave, Bille, Elve, en
pende, om dieswille dat de gefeyde Hiftory- vandegrenièn van Dithmarièn bepaelt oft be-
Ichrijver , of liever Tijdtboeck-fchrijver, feght, floten werd : want de vreemdelingen hebben of
dat Keyfer Karei fijn leger niet foo naer en had- kleene oft gantfch geene kennilTe van Stormar
de geplaetft aen den Koning ontrent d\'Elve. en Wagria. Dithmarfen heeft fijnen eygen na-
Andere veranderen dit woort in Heilingftede, me , hoewel het oock vervat werd onder den
maer met gelijck geluck : want de naem van algemeenen name van Holfteyn. Wat ons be-
Heilingftede is nieuwer, gelijck wy hier na,lpre- langt, den name behoudende die aen dit Har-
kende van Heilingftede, fullen aenwijfen. De toghdom gegeven wierd door Keyler Frederick
plaetlè daer Keyfer Karei de Groote fijn leger de Hl, op \'t veribeck van Koning Chriftiaen
floegh ontrent d\'Elve , is de felve waer in tegen- de I, wy fullen dit gantfche lantlchap begrijpen
woordelijck Hamburgh gelegen is.
Sommige onder eenen naem ; want aldus wort\'et ge-
Schrijvers , en onder de ïëlve de voornaemfte, noemt van de vreemdelingen felve,
te weten, M. Adam van Bremen, poogen den Men vint verfcheydene heerlijckheden in dit Heeyfcha^-
name der Holfteyners van \'t Hooghduytfch Hartoghdom ; want behalven de twee heer- ZfpZ\'*\'
woort
Hok^ te trecken , in Saxifche fprake Holt, Jchappyen der regeerendePrincen van Holfteyn,
drijvende datd\'eerfteinwoonderen,dietulTchen namelijck die van Frederick de III, Koning
de rivieren d\'Eyder en de Store, of tuflchen van Denemarcken, en die van Chriftiaen Al-
Wagria en Dithmarfen de boflchen en wouden bert, Hartogh van Holfteyn, light oock voor
befaten, delen name voerden. Want aldus lèght meerendeel het Bisdom van Lubeck in den ge-
Adam :
Daer fijn drie Saxifche volckeren aen gene biede van Holfteyn, hoewel anderfins de Bif-
fijde d\'Ehe, d\'eerfle \'toonen ontrent den Oceaen^ en heeten Ichop van Lubeck een onmiddelijck lidt ly des
Thiatmarsgoifen j de f9peede Holflejmeren , aldus genoemt Keylerrijcks : voorts het Vorftendom van Plo-
rvan de leouden diefe beypoonen j de riyiere de Store iploeyt ne , \'t welck fijnen oorlprong genomen heeft
tujfchen hen henen, 8cc. van\'t Hartoghdom van Sonderburgh; eynde-

Oock is defe name van Holfteyn in verfchey- lijck het Graeffchap van Holfteyn oft van Pin-
dene eeuwen verfcheydelijck gebruyckt gewor- nenbergh : waer af wy in \'t by fonder en breeder
den : want i. in d\'eeuwe van Adam van Bre- fpreken fullen in hunne rechte plaetfe.
men, fijn eygentlijck de Holfteyners de gene De rivieren d\'Eyder en Levensaw bepalen Grenfen*
geweeft, die
tuffchen de Store, de Schwentijn Holfteyn ten noorden ; en van den poel Flem-
en
d\'Eyder woonden , tot aen Dithmarfen toe • hüder af, waer door d\'Eyder henen loopt, is \'er
\'t welck oock Crantzius toeftemt. 2. \'t Gantlche eene oude gracht geleydt tot Levensaw toe,
Graeffchap,voormaels alleenlijck maer beftaende welcke paelt of grenft aen Holfteyn en aen het
van Holfteyn eygentlijck foo genoemt, en van Hartoghdom van Slefwijck, en by gevolge aerï
Stormar, heeft den name gevoert van Holfteyn. den Roomfchen Rijcke, en aen den Koning-
3. Wagria of Wagerland van de Holfteyners in- rijcke van Denemarcken. Ten weften wort \'ct
genomen fijnde, foo ging de naem van Wagria bepaelt door de Duytfche zee , en ten ooften
allencxkens te niete , en nam die gantfche lant- door de Balthifche tot de golfe van Femeren
ftreecke van de grenfen van Dithmarfen af tot - toe, geheeten
Femerfund: van daer voorts ftrec-
aen de Balthifche zee, de rivieren de Trave, ken üch de grenfen van Holfteyn uyt tot de
Bille en d\'Elve, den naem aen van Holfteyn , riviere de Trave toe, en langs de felve henen
hoewel de Graven van Holfteyn oock den tijtel tot ontrent Wefenbergh toe , en van hier door
hebben gebruyckt van Stormar. 4, Keyfer Fre- eene dwarfche linie tot Trittow toe by de Bille ,
derick de 111, het Graefichap van Holfteyn en en verder van de Bille door Ochfenwerder en
Stormar , mitfgaders Dithmarfen tot een Har- Kirckwerder tot aen de riviere d\'Elve en eyn-
toghdom makende, heeft Dithmarfen in Hol- delijck van d\'Elve wederom tot aen de Cimbri-

fche

H ^

llr!

; \'l

\'MilFti

liiH\'i
Iflll,

riMi
Ni H
!

f

ui

! i

!n

■ I if ■ ■
r

i" "

I\' i

i Itn

■i^hiri i

H [i 1\'

4 ! .

i » i

■f \'f- ;; f

;

f : f!

tl ,

!! ,

w?

1 \' , !

i- I

" I.

K

k ! \' . ■ \'

if i\' ^ ü

I >

li , ■■

ii \'\' \'1

ii\' i

ii. ;

\'i \' i ■
i li ■ i \'

-ocr page 83-

HET HARTOGHDOM VAN HOLSTEYN. 14,^

fche zee. Defe gelegenheyt van Holfteyn (ge- eer heuvelen fijn als bergen. Anderfins en is
lijck oock die
van\'t Hartoghdom van Slefwijck) dit aertrijck niet ontfet van fijne natuerlijcke
is feer fchoon, als geftelt fijnde tuffchen twee hooghte : want dicht by Bornhövede nemen
zeen, de Cimbrifche en de Balthifche. Ten op- twee de voornaemfte ftroomen van dit geweft
Stmmenl
fichte des hemels is Holfteyn gelegen na de hunnen oorfprong, te weten, d\'Eyder, en de
breedte der globe tuffchen den 53 graedt. Store, \'t Heeft eene andere hooghte in Wagria,
26 minuten , te weten , in den voorhoofde on- alwaer de Trave, de Schwentin en Schwart-
trent Ochfenwerder achter Hamburgh , enden ow ontfpringen. Maer d\'allergrootffe riviere,
54 graedt, 20 minuten,waer onder Rendesburgh daer,nevens veel andere volckeren, d\'inwoonde-
gelegen is. Weshalven de langfte dagh tot Ham- ren van Holfteyn gemeenlijck fich van dienen,
burgh van
16 uren is en 50 minuten j en tot isfbndervergelijckingd\'Elve, welcke vanHam-
R.endesburgh byna van 17 uren. Maer na de burgh af tot in de volle zee, of tot de Scharton-
lengte en na den afftant van \'t eylandt Tenerife, nen toe, fich uytftreckt i j mijlen in de lengte ;
eene van d\'Azores, light dit Hartoghdom tuf- elders tot aen Brunsbuttel toe, alwaer \'t aert-
fchen den 42 graed, 15 minuten,en den 44 graed rijck fich uytbreyd, isfè lang negen mijlen. Maer
40 minuten, uytgefeyt het eylandt van Feme- om niet te herhalen \'t gene elders gefeght werd,
ren, \'t welck eygentlijck by Holfteyn niet en wy füllen van de ftroomen fwijgen, nadien wy
dient getelt. Sijne lengte van Dithmarfen van d\'Elve hier beneden breedelijck genoegh be-
de Cimbrifche zee af tot aen de Balthifche toe, fchrijven , gelijck oock d\'andere, elck op fijne...
achter Newftad, is van 17 mijlen; maer foo plaetfe, en daer\'t te paffe komt. De havens op
iem.ant fijne lengte meten wilde van Bufen af de Balthifche zee, behalven Lübeck en Trave-
tot Eifmare toe, hy fbudefè bevinden in te hou- mond, die eertij ts oock onder Holfteyn gehoor-
den
19 mijlen. Sijne breedte van Rendesburgh den , fijn die van Ne^flad, Heßigenhayen en Kiel:
af tot Hamburgh toe, maeckt 12 mijlen ; maer op de Duytfche zee, die van Hamburgh, Gluckftad,
van den mont van de riviere Levensaw in de en Store, en die van Itzehoe dicht daer by gelegen,
Kielfche golfe, tot aen d\'Elve in Ochfenwerder, en eyndelij ck de haven van d\'Eyder.
houdt \'et meer als 14. Uyt defè en andere hier Daer fijn veele fteden in Holfteyn, onder de Stedm,
toe dienende linien, fal blijcken , dat dit Har- welcke
Hamburgh verrijckt is met feer groote pri-
toghdom fich uytftreckt ontrent 36 mijlen in vilegien, fijnde eene vry e en Keyferlij cke ftadt,
het vierkant, en alfbo acht mijlen kleenderis en die niet geroepen en wort tof de Rijcks-
in\'fier kant, als\'t Hartoghdom van Slefwijck, dagen : voorts de vier fteden ,
Kiel, Rendesburgh,
het .velck (als wy boven hebben getoont) 44 mij- Itzehoe en Oldefchlo : daer na, Krempen, Wilfter, Sege-
leiiomhelft. Holfteyn is van een felven aerdt bergh, Heyligenhafen, Ne-^ftad, Oldenburgh, Lutken-
niet het Hartoghdom van Slefwijck, voor foo burgh, en eyndelijck de Konincklijcke fterckte
veelaengaet d\'ongelijckheydt van\'s aertrijcks
Gluckftad. EÄ, gelegen in\'t gebied defes Har-
vruchtbaerheyt: want de middellantfche plaetfen toghdoms, gehoort onder \'t Bisdom vanLu-
tuffchen Newmunfter en Hamburgh, die fan- beek:
Plone is de woqnftede der PriMcen van
digh en heyachtigh fijn,geven eenighfins afkeer Plone :
Travemünde gehoorfaemt den Overheden
aen \'t geficht: maer als ghy u wend na de zee- van Lübeck:
Newmunfter in Holfteyn , Wedel in
plaetfen , ghy vint alomme lachende beemden, het Graeffchap van Pinnenbergh,
Meidorp, Heyde
groene weyden, en \'t vrolijck aengefichte van en Londen in Dithmarfen , fijn byna dorpen, ea
eene vruchtbare aerde. Daer is in Wagria noch in d\'ordre der fteden niet ontfangen.
dit verfchil, dat\'et ontrent de Balthifche zee De hedendaeghfche inwoonderen van Hol-
Seden.
een vet, fwart-achtigh en flijckerigh aertrijck fteyn, gelijck veele der Oofterfche Saxen, fijn
heeft, \'t welck in vele plaetfen overvloet draeght ftatigh van aerdt, ernftigh en een weynigh ftren-
van feer goede terwe; en menighte van vifch- ge ; waerom fy tot ftatige en groote faken als
rijcke
ftaende wateren, poelen en vyveren heeft, geboren fchijnen, fijnde veel bequamer om de
en van feer aengename eycken- en beucken- felve te volvoeren als alle d\'andere volckeren
boffchen wort befchaduwt. Langs den oever van Duytfchlant. Netheyt en welftant bemin-
der Cimbrifche zee vertoonen fich die zee-ge- nen fy dapper, efi hebben fin in de kleedingen
weften, die d\'inwoonderen
Marfchldnder noemen, der vreemden: de vrouwen voornamelijck fijn
welcke fich uytftreckende langs d\'Elve tot Ham- fonderling vcrmaeckt met verfcheydenheyt van
burtrh toe en noch verder, befèten werden eens- fraeyen en netten huysraet, na de wijfe der
dee?s door de borgeren van Hamburgh en Lu- Hollantfche, die alle natiën der weerelt hier in
beek, eensdeels oock door de Hartogen van te boven gaen. D\'oude inwoonderen waren eens-
Holfteyn. Daer na gepaffeert fijnde een luttel deels Chauci, eensdeels Wandalen, van welcke
fant-achtige aerde, welcke van Hamburgh fich tegenwoordelijck niet een voetftap en refteert.
ftreckt tot het dorp van Wedel toe, foo ver- Van de feden der oude Holfteyners fchrijft de
toonen fich de zee-landen weder, die door het PriefterHelmoldvanBofovien,aldus:D^^r^jwtó
Graeffchap van Pinnenbergh , door de Voogh-
Noord-Albingfche gokkeren, de Sturmren, Holfteyners
dye van Steynburgh en door gantfch Dithmar- enThetmarJen, die ^an kleedingen en tale niet weelijcr^
fen langs d\'oeveren van d\'Oceaen en d\'Elve fich fchillen, ßch waft houdende aen de Rechten der Saxen en
uytftrecken tot over gene fijde d\'Eyder. ^aen den Chriftelijcken name uytgefeyt datfe, tnegens de

Uytfteeckende bergen en heeft \'et niet, uyt- nabuerfchap der Barbaren, fich geypoon fijnte begeren tot
genomen die van Segebergh en Salbergh dicht fielen en rooien. Sy ontfangen de gaften beleefdelyck j
by d\'Elve, ontrent Blanckenes, die nochtans
-^pant ftden en mildelyck geven is\'t gern W^r op de HoU
\'Duytslant\'
 ^ M 4 \' fteymrs

Cek(ren~
heyt.

Crootte.

Vrmht-
ba " n;.

\'bergen.

-ocr page 84-

iät

_D ucArEjjs

to.

Ha,

l^jck O j

ktK s vivaFo a A

Slcyinuoclc

k^r--- -

CajjjJcL

3

9

\'nova Sr ACCVKATISSIMaI
D V C A T Y S

HOLSATIM

TAB V L A

i-ecMiiiw

(pflfiuiß

ifcii
^vT-ori«,!

La

Htitim

•fitgrp

F Er

XntlMcichcn J^j

Colberocer lieide^

Gal f Je

iPi

^ts;::!: ^

f\'^.Jl\'fftJc

5

\'arp

Stühe

Si

ÄI-,

Z tf^uten
itnnertlt

.Vtllo-o

ï^ul CMafur/l

® — e f \\ \\ . Jbr."®

XAlctidotji

to

j.

flBciyanltiß-n

PJ\\RS,

OlcU\'shuJ\'l-i-L .

Will

_ tBaiiiicMenwoictt^^:^^ ^^

^ JUiliy \'

Iveicle ,

3

----

Jrß

^s^Rtcr ^

é ^ ^

jr

\'i\'/Zre

Jum

llOlllX

Ó>. Jiecu f2

Sdm^\'cJJiff-^

mk

) \' ■

Ovu-^^\'J/\'\'

fSaßcc

Xiihell,

t UÏiL\'t:.>ri(i-l> ^ u t

S^\' St-i-HcHwn

^R.\'hSiitlvI ^

dc

iö-cliiiiclt^ -//^\'/-v\'/V\'

i-l-ln

jf":

é.

^ZrtluiinfivéL-

xo

^\'•Umriifdi^"

mnuftivh

I\' //;■//,

\'M

qfh

nlmtttl\'.

cc

Vor

M

if " ^

r^iifii\'tiih^

3

t

^ncfpijf S

é- ^^tntrscfljó

3

^rmtxpftfi

-Éamv

oeiii n

^ivnftAj,

JüntT^ß

"\'^irmUeitJpiJ^

"BeUnlu

^X/iltclJie

^IcUotft

Olclaiittfrjt,

_ __^_______ , &. y Oftcnlriidj

^ipiujuhtt:

l J. \'ßMurw^ \'lirntn

Atctc^

\'ju.ff

f^^ajj^enjjo,^

\'irrji

)l jßUi^encrutz ^

Or^strwJJz.

ßk

/ Sbcm

BORG.

(RartrsffM)

rlfuuE r-^

cUi\'Pi\'tl\'^^

^akciiiß

\'\'•^intens ^^adinh
\'t

\' ....... ^^JSk

J^aj^t

OL

•ßxniuil\'\' l ^

fii^etjt

Urachtsrfunt

^amit^ii ■

Ttirfirer lancltr-

^^entüUamjt ï

fS^C-tl.^!.

Ic&L

^K^ic ipi a^c Dxip 7
DiaÏRlDJ&IlICO liï^ ^

5leswici, HoLGttirt?, Strof mar:
Comiti in OlclenWra\' ct DeJiiicaiUorl
Iii/:\' e-tr

\'^renißimoXclsißiinogtiePrincipi ac Doniili\'
\' j .
dii.Fride.ric O IV.

^Ipitlittiai fi^, C oiiiiti in Öldento«»- etDelme

Stade

Otdciikerclee

I OlAeiiLcrcUciu

larc^\'.

- - * mmm J ■

£finslmm&.
Chiet^unmi^

1^0 BORG ,

wmre

^^c^itemüucai^ Holfatia^, Sninectißiuxc^

I

26 lanijit-. iJi

toy

J"\'

IliliiiiiellfL

Hßer/to.

ITRaiE^J^SIS i

Pars.

Bia

^iT\'

Ä \'Jli/tm » »

GranJe\\

LOIICIX

ScliiJeiiitifra ï^udemvevdf

\'Ryltcnlcr^

\'SI*,

\'Bar^hatjtr

r^JoMc.

^otarvim explicHtio.
^^
 ma^ora. ^

Oppida. tTunorx
A IP/j^ïM öWTt ten^Ue
i ^ait/iunv icies
t cir^»^-

^lÉrt^la, d^ructiVi

•vcneekeiv

(^ddaitilels l

\\ \'B^rdw/ft ^^art-c\'ilcil:

^aßtidnl -v . .

Sas SW ^

Sevens\'

^ Gieftncht

-Di^ ^ZZö/J^ /^r (fïUillw -

L__^____ _______

^iUiare &emLamamv.

-ocr page 85-

tmmfi

HET

HARTOGHDOM

Jleymrs roem dragen ; die niet en met te fielen, yport gefproten, heeft Holfteyn geregeert ter tijdt toe
rvoor hot en eerloos geacht. Maer als ly eenmael hun- dat hy dé Wandalen vervolgende, welcke groote
ne trouwe verpant hadden, hielden ly de felve verwoeftingen aenrechteden, van de lèlve lifte-
foo ftrengelijcK , dat \'er een Ipreeckwoort van lijck wierd gedoodt in den jare 1
106.
geworden is j en Holflen Loye, \'t geloove der Hol- Adolphus de I, Grave van Schawenburgh, ont-
fteyners, gemeenlijck is bygebracht geworden, fing \'t Graeffchap van Holfteyn te leen van Lu-
Wat de Regeeringe van Holfteyn belangt, wy der Hartogh van Saxen, in den jare iio^, en
hebbender hier voren breedelijck van gelpro- beftierde \'t lèlve tot den jare 1133 , in\'t welck
ken : wy liillen alleen dit leggen, dat de Ridder- hy overleden is.

lijcke Ordre en de Staten defes Hartoghdoms Adolf de II is fijnen vader gevolght, maer
tot noch toe geen gefchreven Recht en volgen; aen Koning Erick Emond, te Slefwijck bele-
hoewel \'t felve al overlange belooft is geweeft gert van den Hartogh Mogens,onderftant doen-
in d\'ordonnantien der Rechts - vergaderinge de, wierd hy met groot verlies te rugge gedre-
weshalven hunne twiften en rechts-laken na de ven, en niet lange daer na door Albert Marquis
Befluyten , Spiegel en gewoonten der Saxen be- van Brandenburgh uyt fijn Graeffchap ge-
flieht werden. De vier fteden Kiel, Rendes- jaeght.

burgh, ïtzehoe en Oldelchlo dienen fich van Henrick ^an Badeypide, navolger van den ver-
het Lubeckfche Recht, en hebben eenigh ander jaeghden Adolf, wierd wederom verjaeght door
Gerichte van Appel, op het welcke Krempen , den felven

Wilfter , Segebergh , Heyligenhafen, Newftad, Adolf de 11, die oock Wagria, door Henrick
Oldenburgh en Lutkenburgh in Holfteyn en t\'ondergebracht, behield, gevende in plaetfe
in \'t Hartoghdom van Slefwijck, Tonderen, en des felven \'t Graeffchap van Ratzeburgh. Hy
Burgh in \'t eylant van Femeren, fich beroepen, wierd dootgeflagen voor Demmijn, een plaetlè
Laet^ons hier eenige by voegen der oude in Pomeren, door de Wandalen, die hem onver-
Princen,die in defe geweften hebben geheerfcht. fiens befprongen,in den jare 1
164: hem volghde
Woißejn, Abbe houdt d\'eerfte plaetfe,- hy was fone van Adolf Aq III, fijn fone, die door Henrick de
Graef Edelhart, broeder van Wernichinde, die Leeuw uyt fijn Graefichap geftooten fijnde, we-
Wittekind geteelt heeft uyt Eile, dochter van derom wierd herftelt door Keyfer Frederick
Ratbod Koning der Vriefen. Hy heeft het Barbarofla eyndelijck wierd hy gedwongen
Chriftelijck geloove omhelft te gelijck met Wit- door Woldemar Hartogh van Slefwijck van fijn
tekind, en is gedoopt geworden ten tijde van gebied af te ftaen, en na Schawenburgh te ver-
Karei de Groote, doenmaels maer Koning van trecken.

Vranckrijck, en noch niet vereert fijnde met de Canutus, Koning van Denemarcken, bracht
Keyferlijcke waerdigheyt. het Graeffchap van Holfteyn onder fijn gewelt,

Dele geftorven fijnde, is Vdo gevolght, die na dat hy Adolf verdreven hadde door Wolde-
Grave was van Stormar en Holfteyn, enGou- mar fijnen broeder. Hy is uyt dit leven ge-
verneur van Hamburgh : na delen is gevolght fcheyden in den jare i zoz.

Eridagusy die gevolght wierd van fijnen fone Woldemar volghde fijnen broeder Canutus, en
Ludolphus, die in den jare 876 in dien foo ver- heeft Albert van Orlemond,Grave van Holfteyn,
maerden veltflagh tuflchen de Deenen en Saxen en Onder-koning van Nord-albingia, gemaeckt.
by Norden in Ooft-vrieflant overwinnende ge- Dele
Alhert was halve broeder van Adolf de III,
ftorven iswiens navolger was fone van Henrick Grave van Orlemond, en van

Vdo , welcken men niet en weet of hy broeder Machtelt, Gravinne van Querfurt, weduwe van
of neve geweeft ly van fijnen voorfaet,- defe Adolf de Tweede. Eenige meenen, dat hy maer
wierd korts daer na met Bruno Hartogh van Gouverneur, en niet Graef en is geweeft van
Saxen, en veel andere Heeren, by Ebbeftorp, in Holfteyn. Daer na in den ftrijdt gevangen fijnde
het Hartoghdom van Lunenburgh, gedoot, in door Henrick Grave van Swerijn, wierd hy door
den jare 879. Wie fijn naefte navolger geweeft den Koning weder vry-gekocht voor \'t kafteel
fy, en weet men niet. Niet te min daer wort Lauwenburgh.

gewagh gemaeckt in de Jaerboecken van Adolphus de IV, jongfte fone van Adolf de

Herman, Hartogh van Saxen, Grave van Stor- Derde, opgevoedt in\'t Graeffchap van Schau-
mar en Holfteyn, die gevolght wierd van fijnen wenburgh, fijnde Koning Woldemar en Grave
Ibne ^ , Albert gearrefteert in \'t kafteel van Swerijn,

Luder , die geftorven is in den jare loio, door den onderftant van Geraerd Aerts-Bil^
oft ion , en hadde tot navolger fijnen neve Ichop , van Henrick Grave van Swerijn, en van
oft broeders Ibne Henrick van WerIe, oock gelockt oft geport

Vithmar, die gedoodt wierd in duel of twee- fijnde door de Grooten van Holfteyn, pafleren-
gevecht in \'t jaer i o jo 5 en geene kinderen nala- de d\'Elve, verkrèegh wederom \'t gantfche Graef.
tende, hadde tot erlgenaem fijnen broeder Ichap van Holfteyn. Daer na belprong hem de
Bernard) Hartogh van Saxen, geftorven in Koning, dien hy hadde verlaten, meteenen
het jaer
1060, en gevolght van fijnen Ibne feilen oorlogh; maer hy floegh hem in de vlucht
Herman, welcke gedoot v/ierd in den velt- tot Bornhovede. Sijnde daer na getreden eerfte-
flagh gehouden tuflchen Rudolf en Keylèr Hen- lijck in \'t kloofter van Hamburgh, daer na in
riclc den I V, in den jare 1078. dat van Kiel, eyndighde hy fijne dagen vrede-

Go^f^yr^, aen welcken men twijffelt of hy Ibne lijekin den jare iz^o. Maer de kinderen van
fy geweeft van Herman, of uyt dat geflachte Adolf, nadatfy eenigen tijdt geftaen hadden

onder

Regeeringe,

f!
; I
\\

\'Heeren en
oude Gra-
ven van

I I\'

f V
i

ifU

r

/I

-ocr page 86-

i

VAN

onder vooghdye, hebben\'t Graeflchap onder
malkanderen gedeelt. Waer na het felve landt
fijnde gekomen aen Chriftiaen de I, Koning
van Denemarcken, lbo verfocht hy aen Keyfer
Frederick de 111, in de vergaderinge van Ro-
tenburghjin tegenwoordigheyt der Keurvorften
des H. Roomlchen Rijcks , der Princen en der
Staten, dathy hem Ditlimarien,gelegen by fijne
Hartoghdommen , en doenmaels ledigh ftaen-
de , verleenen , en de Graeffchappen van Stor-
\'t
Graef- mar en Holfteyn tot Hartoghdommen wilde ver-
noipjT heffen. Frederick , met bewilliginge van alle de
gemaeckt Princen , ftondt het verfoeck toe van Koning

gelijck als blijckt by de Keyferlijcke
brieven , die de volgende woorden inhouden :
JSIa rijpen herade, komende hier noch toe de raedt der
Keurvorften, en der andere Princen, Graven, Baronnen
en Grooten wan onfen Keyferrycke, foo hebben yvy uyt
eygene heypeginge, fekere kennijfe en rvolheyt wan onft
Keyferlijcke macht, geblufcht en gebroken de tijtelen der
Graeffchappen, te yoeten, wan Holfteyn en wan Stor-
fnar, en hebben de landen en heerlijckheden der geftyde
Graeffchappen wereenight, en \'t gebied wan Dithmarfen
hun ingelijft, en de felve landen , heerfchappyen en heer-
lijckheden,Vereent en eickanderen ingelijft fijnde,werheven,
opgerecht en gemaeckt ten Hartoghdomme, \'t felve wer-
kenende alle de rechten, eer en, woordeelen en uytfteec-
kentheden , die tot Prinsdom of Hartoghdom gehoor en,
en den tijtel gevende wan Hartoghdom wvn Holfteyn,^c,
wkpem. \'t Wapen van Holfteyn is een opgerecht netel-
bladt, ter wederfijden van drie nagelen door-
fteecken. Spangenbergh fchrijft , dat Adolf
de I, Grave van Schauwenburgh, te voren tot
wapen hadde gebruyckt eenen blaeuwen leeuw j
maer dat Keyfer Koenraed de Tweede, federt

n o

L S T E y N. ï4,é

dat het kafteel Schauwenburgh op den bergh
gebouwt was, by d\'inwoonderen
genoemt Neffel-
of Netel-bergh , een netel-bladt hadde geftelt ini
plaetfe van den leeuw, \'t Is wonder dat defè
twee Graeffchappen Holfteyn en Schauwen-
burgh , die meer als dertigh mijlen weeghs van
malkanderen liggen , eenige honderden van ja-
ren een felve wapen hebben gebruyckt. Wes-
halven men niet en weet, wie \'t felve eerft heeft
gevoert. \'t Hartoghdom van Stormar heeft een
ander en fijn eygen wapen, namelijck een ge-
kroonde fwaen j en Dithmarfen eenen gewapen-
den Ridder, gemeenlijck gefeght
einen Kurif-
fierer.

Holll:eyn, gelijck als oock \'t Hartoghdom Deelwge.
van Slefwijck , wort gedeelt in heerlijckheden
of vooghdyen, in gemeene tale geheeten
Ampter;
maer defè vooghdyen en worden niet gedeelt in
circkelen of
Harderts (welck woort, gelijck oock
defe
Hardesvogt en Hardesding, den Holfteyneren
onbekent is) maer in Parochiën of
KirjpeL D\'an-
dere deelinge van Holfteyn beftaet in voogh-
dyen en kloofteren, gedeelt tuffchen den Ko-
ning van Denemarck^en , en den Hartogh van
Slefwijck en Holfteyn; in \'t Vorftendom van
Plone , in \'t Bisdom van Lübeck of van Eutine,
en in de Graeffchappen van Pinnenbergh en
Rantzow. Ten derden wort \'et gedeelt wegens
de huyfen der Edelen in vijf circkelen, in Ren-
desburgh , Steynburgh , Segebergh, Kiel, en
Oldenburgh. Eyndelijck wort \'et gedeelt in oud,
of eygentlijck foo genoemt, Holfteyn, in Wa-
gria oft Wagerland, Stormar, enDithmarfèn;
van welcke wy ia \'t byfonder füllen handelen.

1

I

Ül\'l

m

!i

t!\'

m

; i

. I

\'I !1

Ml

■ J;

Duytslant,

M $

H O L^

-ocr page 87-

HOLSTE

eygentlijck foo genoemt.

Olfteyn, gelijck het naer de landtftreke van Liitken-nordzee, al-
voormaelsonderfchey- waerfe door eene brugge, langs welcke de
den
Wierde van Wa- Koninklijcke wegh leydt van Kiel tot Rendes-
gria, Stormar enDith- burg ) niet lange daer na valt in \'t lack van
marfen , wordt ten Flemshuder, \'t welck 7<5o roeden in de langte
noorden bepaelt met bevat, en 340 in de breedte. By dit lack zijn
d\'Eyder en Levensaw, gelegen \'t landt van Grolfen Nordzee, het dorp
als oock met een leer van Flemshuder, en een weynigh verder de laöd-
oude gracht en hol- llreke van Quarnebeek, enendelijk ten noor-
werck, geleydt van het den, Schinckel ( fchoon het gelegen fy in
\'t ge-
meir van H^wj^W^raf tot aen den oorlprong van biedt des Hertoghdoms van Slelwijck ) alwaer
Levensaw j ten ooften met de Swentyn tot d\'Eyder eenen fcheydtpael tulfchen de Hertog-
aen\'t lack van Plone; ten zuyden met de ri- dommenvan Holfteyn en Slelwijck begint te
viere Store , die Holfteyn van Stormar afdeelt,- ftellen.

ten weften werd \'et omringt van de gracht van Id\'Eyder \'t landt van Konigsford voorbyvioe-
Holfteyn, (
der Holfiengrahe ) die Dithmarlen van yende , ontfangt de Lindaw, welcke haren wegh Lkdaip.
Holfteyn affcheydtvoorts van vochtige en die- neemt door Gottorp en Hutten langs de landt-
pe moeralfchen, daer na van \'t lack van Kuden, ftreke van Lindaw, en korts daer na het kleen
Wolborgaw, tot aen Spranth of Wilfter, ende- rivierken van Schierbeek, ontlpringende uyt het
lijck van de rivieren Wilfter of Wilftria, Schnit- groot lack van
Witten^ee (\'t welck gelegen is in jyi^fg^z/^e.
telaw en Eyder. Dit geweft bevat in lengde van den circkel van
Bergharde des Hertoghdoms van
Hohenhoorn af tot aen de Swentine negen mij- Sleswijck, begrijpende
1870 roeden in de lang-
ten j in breedte van d\'Eyder af tot aen de Sto- te, en 800 in de breedte ) aen gene fijde van \'t
re heeft\'et vijf mylen. In\'t lèlve werden be- dorpBunftorp , en fich ftortendein\'t kleen lack
grepen de Vooghdyen van Rendesburg , Han- van Schiernaw, vereent fich met d\'Eyder, die
row, en \'t grootfte gedeelte van die van Kiel en fich ontlaft in\'t lack van Ovendorperzee dicht
Steinburg , voornaemlijck\'tgantlche landt van byBorghftede, en ftracks daer na in\'t opper-
Wilfter, twee Nonnen kloofteren , ïtzehoe en lack van
Rendesburgh, uyt het welcke \'t hooft op- Renshur-
Prefe voor een gedeelte, endelijck \'t Kloofter beurende , doetlè twee meulens in de ftadt^^^^^*
of de Voogdye van Bordesholm, met eenige an- draeyen, en vermengt fich daer na met het on-
dere Steden en Heeren-huyfen. In delè Provin- der-lack. Beneden Rendesburgh ftort fich de ri-
cie neemt oock haren oorlprong de vermaer- viere Wehr of Wehraw in\'t onderlack; ly neemt
de riviere d\'Eyder, aflcheydende \'t Roomfche haer begin ontrent Schulpe in de ï?arochie van
Rijck van \'t Hertoghdom van Slelwijck, en by Nordorp, en haren loop doende dwars door \'t
gevolg van\'t Koninckrijck van Denemarcken. lack van Bordorperzee , \'t welck 450 roeden
Sy ontfpringt dicht by Löhndorp in \'t bofch lang en 150 breetis, en door dat vanLangwede-
van Ifemho, en vloeyt allenxkens na Dolènbeck lerzee , dat lang is j8o roeden , en breet 210,
door feker kleen lack, daer na in \'t lack van rucktfe met fich eene kleene riviere , komende
Warnow, en ten derden in\'t groote lack van van\'t lant van Nienhof (alwaer oock een lack
Barhaw, aldus genoemt na \'t byliggende dorp is \'t welck in langte vervat 360 roeden ) daer na
Barhaw, hebbende poo roeden of vademen in bevloeyende den gront van Bokelholni , veree-
de lengde, en 400 in de breete; by dit lack is nigtlè fich endelijck beneden Rendesburgh met
gelegen het Edele Huys van Bohtkamp. d\'Eyder het onder-lack.

een weynigh daer na ingelwolgen hebbende de Niet verre van\'t Rendesburghlche lack ont-
beeke Huer , bevochtight het dorp van Brugge, fangt d\'Eyder noch fommige rivieren , gelijck
Uyt het lack van Bordesholm, lang joo roeden als
leyen , welcke in de Parochie van Nordorp,
en ontrent 140 breedt, loopt een kleen beecks- niet verre van \'t lack Bordorp ontlprongen, het
ken in d\'Eyder , en uyt het felve lack ontftaet dorp van levenftede bevloeyt, \'t welck
fy haren
noch een andere beeke Eimbeck geheeten, die naem mededeelthuno"^, die haren oorlprong Z^ww».
fich uytwerpt in de Store. d\'Eyder geeft fich neemt in de bolïchen van LundftedeHak, udt,
daer na naer \'t dorp van groot Flindbeek, ont- welcks beginlèl is te Niendorp boven Falcken-
fangende onder andere den ftroom, die afdaelt borgh, en aldaer oock Papenaw i de gefeyde
van de Vorftelijcke hoeve Croneshagen. Na Hale vele beeken vergaderende, neemt haren
datfe de hoeve Maurutendorp gepalfeert
is, wegh na de hoeven van Tottenbuttel en Hale,
treetfe in \'t groot lack van Weftene, in
\'t welcke, daerfe haren naem af heeft. De riviere van Gifel- Gife(aii>,
lang zijnde 1240 roeden en ontrent 500 breedt, a^oït ontlaft fich in d\'Eyder na de

veiïcheyde beeken en ftroomen, die d\'Eyder frontiere van Dithmarièn , nemende haren oor-
vergrooten, vallen. Dit lack verlatende, looptfe Iprongopde grenfen van\'t Zuyder en Noor-

der-

Talefi»

Fyißrec\'
kmge.

ßrmm.

-ocr page 88-

\'4\'

\'tEYGENTLYCKE HOLSTEYN. 14, ƒ

der-DithmaiTen , van daer verby-vloeyende het fee , \'t welck lang is 480 roeden , en breet 180,

dorp Alversdorp , komtfe endelijck by Grónen- in \'t welcke fich noch ontlaflen drie andere rivie-

dael de palen lecken die Holfleyn van Dithmar- ren , eene der felve ontflaende uyt het lack Mo-

fen onderfcheyden , en vervo ght haren loop lingfee. Niet verre van hier valt de Stellaw in

gefhdeiijcktotin d\'Eyder toe: ondertufTchen d\'Aw; maer d\'Aw fcheyt fich terflont af niet

verfwelghtfe fekeren flroom, afvÜetende van de verre vanSchligting, en fchiet met fijnen rechter

Vooghdye oft Heerlijckheyt van Hanrow, en al- arm door Klevernfiel in d\'Eyder; maer de flinc-

foo pafferende door de fluyfè van Bockelhoven, ker arm vloeyt voorby \'t dorp Anne , en ver-

werptfefich in d\'Eyder, Alhier draeyt d\'Eyder mengt fich met d\'Eyder door eene nieuwe fluyfè,

fich geweldigh van \'t zuy dweilen naer \'t noor- die luttel te voren by Fredericküadt, met hulpe

den , en vloeyt voorby Laxfehr. Niet verre van van fluyfen, den grooten vloet Treene fich hadde ^^^^^^

hier vermengt fich de met d\'Eyder , die bygevoeght. Eyndelijck drijft d\'Eyder hare wa-

door \'t lack Honer fich na d\'Eyder fpoeyende, en teren na Tonningen , een welgefterckte fladt,

Speckfehr voorby ge vloeyt zijnde , de Sorge ont- alwaerfè fich heel breet uyt&eyt ; daer na

fangt, welcke fijnde gevormt uyt twee tacken neemtfe by Eyderflede haren loop naer Catin-

öf armen gefwollen van verfcheydene flroomen, gen en Vollerwijck, alwaerfe, fijnde by Hulcke,

endelijck den naem aenneemtvan Sorge, en fèer diep is, en ten leften ftortfe fich in den

daer na paflerende onder de brugge van Sorgbruck, Duytfchen Oceaen :

( waer langs de groote wegh loopt van Rendes- Aldus is \'t, dat hier \'t hooft in \'t z^e-nat onderhaek
burgh naer Gottorp , Slefwijck, Hufum , Flens- De Vader d\'Eyderflroom, die \'t Duytjche Rijck bepaelt.

burgh, en endelijck na Denemarcken felve,) en Defe beroemde riviere bevat met alle hare

eenigen tijt de fcheydinge makende tuffchen de draeyingen 24 mijlen lengte , in fich ontfangen-

cirkelen van Cropharde en Honerharde ontrent de elf andere bekende rivieren, om niet te fpre-

Tetenhufen , en noch vorder aen den Sorgdijck ken van veel andere mindere : fy doet tien meu-

of Sorgdam, voor eenige jaren by de Hollanders lens draeyen, de Treene daerentegen maer acht,

gemaeckt, foo ftortfe fich endelijck in d\'Eyder. en d\'andere rivieren twee-en-twintigh, welcker

Voorts ter zijden van Holfteyn in Dithmar- getal, by een verfamelt, uytloopt op 40 meulens,
fen ontfpringt de Tiel ontrent Wellingbuttel, en

Tiel.

De Heerlijckheyt oftVoogdye

VAN RENDESBORGH.

De Konincklijcke Voogdye van Rendes-Gköö^M
borgh begrijpt in breedte vijf mijlen, en «»M»?

d\'Oude
Sorge.

gaende van daer naer \'t dorp van TeJiingftede,
dat daer af den name
voert, daer na naer Tielen-
bruck, ontfangende menighte van rivieren, welc-
ker grootfte genoemt is Lenderbeck, foo geeft-
fe fich in d\'Eyder dicht by Tielenborgh, heb-
bende weleer gehad eenen anderen mont, m.aer
die heden geftopt is. De lantflreke gelegen

rontom defe riviere wort genoemt Tielenhem, oock ontrênt\'fbo veel in lengtefy paelt
die eertij ts geweeft is onder de gehoorfaemheyt aen de Vooghdyen van Gottorp, Kiel, Bordes-
der Graven van Holfteyn met Tielenborg, om holm , Newmunfter, Steinborg en Dithmarfen.
datfe van w^ter omringt is geweeft, hoewelfe te- Haer aerdrijck en is van \'t vruchtbaerfte niet; ^^ ^ . -
genwoordelijck ( indien d\'Eyder de ware gren- want hoewel \'t in eenige plaetfèn wat vruchtrijc- h^l
fe daer van is) gelegen is in Dithmarfen ; recht ker zy ; niet-te-min hier en daer ontmoet men
tegen over is het ftedeken oft dorp van Tiel, vele broecken, heyden en fanden ; doch men
\'t welck ligt in Stapelholm. heeft\'er menighte van boffchen volvangoet
d\'Eyder daer na hare golven draeyende naer hackhout, waer van \'t grootfte genoemt wert
\'t zuyder-gedeelte van de Parochie Arvede, Rendesburgerwalt, foo veel gefegt als, \'twout van
heeft in Dithmarfen op haren oever liggen het Rendesburg; \'t welck, na \'t gevoelen van Adam,
dorp yan Delfe;
d\'Oude Sorge, oft d\'eene tack der den Holfteyneren eerftelijck den oorfprong van
felve, voegt fich in Stapelholm by de gefeyde ri- hunnen naem heeft gegeven. In \'t nieuwe lant-
viere door eene fteene fluyfe , uytbrakende alle regifter wert defe Heerlijckheyt geacht te be.
de ftroomen en
rivieren vloeyende door de poe- ftaen van 517 bunderen, te wete^i, in \'t genc
len van Meggenzee en Barmerzee, diefe verga- eygentlijck de felve aengaet : want anderfins
dert heeft. Daer na vertoont fich Delverort, al- in haeren omvang en light niet alleen de ftadt
waer d\'Eyder eenen korten draey doet tegen van Rendesborg, maer oock veler Edden Huy-
over het dorp Suderftapel : hebbende daerna fen met hunne Parochiën,
verfcheydene draeyingen gedaen, foo ontfangt- Defe Vooghdye heeft altijdt toebehoort aen
fein Dithmarfen, benevens vele andere , de ri- denKonincklijcken huyfe, uytgefeght ten tij-
viere gemeenlijck J-a? geheeten , die by Linden de van Hertogh Jan den Ouden: want de\' Ko-
ontflaet uyt andere ftroomen, welcker een ge- ningen Jan en Chriftiaen den Ilhebbenfevoor-
leyt
is uyt het lack van Nexfee van Tiel tot de maels befèten. In de deelinge van den ja-
riviere Aw toe
, dicht by Redeftall, tot befcher- re 1544 vielfe Hertogh Jan den Ouden ten dee-
minge van dat gewefte. Van daer d\'Aw fich Ie; maer na de doodt des felven verkreeghfe
buygende loopt niet verre van Hamhaufèn tot Koning Frederick de 11, van welcke fy door erf-
aen de brugge van Awbrucken, langs welcke recht gekomen is aen de Koningen Chriftiaen
men gaet van Heide naer Frederickftad. Stellaw den IV , en Frederick den 111, tegenwoorde-
vliet af van Riekelsdorf by Heyde na Stellerborg lijck regerende.

en Stelle, en valt ftracks in \'t lack van Steller- Rendesborg, een kleene ftadt,is gelegen aen RtMer^;

Vujtslant. M ö de

SchieraiP.

Sorge,

-ocr page 89-

ÄI

\' \'y\'

m

â. à-

î^-liiii^

O IL Öc

A \'--r^^öerclorp ^b^rJ^^\' ^

_J^ . ^ .

- • TBRMlUiliiiiirT \'.. ::iiiifciniiiiir~ —imyimmihin luuiimBiiinir-— nuiiiiiiitiiniit\' "\'lupiuminiiir "\'\'-—iiiiuttuiiiiiiii[ inniiiniiiiiim j

m. ^ 1.

REND s B VRGVM";

CHILOWIVM et BOUDI^SHOXMA,

üVe

HOXSATIA PROPRIA

Ll L i: v^ V I

Par^

D I t\'^V

L*\'\'^ TT

rloxisrx iL
^ J^l H
ailtîe,

3Éfe Gij^eij\'/it.

ZI #

\'""\'ivlîi\'Y —

A,

jflûeu.M\'dloip

\\ ■

â.\'

4

........... I Y "^L ^^^ •

I i ft 4 fl ...../ ■ â..

T JJ

I i /Jf À\';!.\'\',\'\'

Vi

■p-

JCriinui»rk.

A â

VV X J^ T R It

lï C H

[liliiiiiiiiiriiiin

^^//r -^Sr . , / , a JJ/IÔ HellUUCO

i\'T>«.*lxr«nrt-/-} iibcsirix !/âSSi^WÊ ! 1 - - tt . ^ • i j- ■

M

iL

IJ^

Si

I^ulo Rail ZOMA^/2.y>i_____

4

-SE-

ÎÂvfcr!-

......

lia,

ts "i iL

âL,-

fc/ui/Acfvt .

l : ifïutvay..

â

O ÏL y A

t

iîE

i-doeff^ ;■ Neempteii

if

>hln \'

JolaanixeKf iMty et> Hufum

LgejX

.4

4

^^^ à. ^^

JVL ■•-.C

"â-

(f

L

1

ÜÄ

^ 4 iL : ^iciiebersî®^

A, iï ^

......■■•-•J,) l^^^o, \\

, .........., Jé^P^â p iL

Al

■ léfc.^ i *

ÄÄiii^Siii^

A A

liiMli

, . ssssf^Ém V / .................

\'Tnrnnpniit^iir "^TfflfflfflTIlIffîF

Üiadow

-ocr page 90-

tamÊm

\'t E

N T L Y C K

de grenfen van \'t Hertogdom van Slefwijck in
een eylant, \'t welck van weerlijden omvangen
wert van twee ftaende wateren , welcker boven-
ftevan d\'inwoonderen genoemt wordt
der Ba-
yerfee
, en \'t onderfte der Nedderfee. Sommige
willen, dat dele naem der ftadt fy gegeven , om
diefwille dat het bovenftë lack met groote hef-
tigheyt fich ontlaft in \'t onderfte; \'t welck d\'in-
woonderen gemeenlijck
Rennen oft Rinnen, en de
Latynen
ßuere, dat is, wloeyen, noemen. Ande-
re,en voornamentlijck de Monicken van den ou-
den tijt, hebbenfe genoemt
Reinoldshorg, na feke-
ren Reinold, van wekken men geen befcheyt
en weet, of wat hy geweeft fy. Sy is van Got-
torp gelegen drie mijlen, fèven van Fknsborgh,
vier van Kiel, 13 van Lübeck, en i z van Ham-
burg. Eertij ts waffe eene ftercke plaetfe , en ge-
houden gelijck als voor de poorte van Holfteyn,
wekke gewonnen fijnde, foo fbude voorts al
\'tlant open ftaen voor de vyanden : waerom
oock de Graven van Holfteyn de felve fèer vlij-
telijck hebben bewaert, en fommige van hen
aldaer hunne woonftede genomen. E)e lefte
Hertogen nochtans van Holfteyn en fijn niet
ibo befbrght geweefl om haer wel te fterc-
ken: want in den jare 1627 wierdfe ingenomen
door Albert van Wallenfteyn , Hertogh van
Fridlant; daer na in den jare 1(^43 door Tor-
ftenfon, fbnder eenigen wederftant , en wiert
weder verlaten met gelijcke lichtveerdigheyt,
tot dat fy eyndelijck ingenomen van \'s Konings
foldaten, en omringelt van eenige fterckten, uyt-
ftont eene feer harde belegeringe, en vijftien
weken lang al \'t ge weidt van Wrangel onnut
maeckte. De borgers doen grooten handel en
winft met bieren, die om hunne uytnemende
goetheyt getrocken worden in d\'omliggende
plaetfèn en geven hun de bygelegene boüchen
geen minder profijt, waer uyt dagelijcks eene
groote menigte houts getrocken, en den bylig-
genden vokken wert toegevoert. d\'Eyder en de
gefèyde lacken leveren vifch uyt in overvloet.
Maer \'t groot getal van kooplieden, dat dage-
lijcks deurtreckt naer \'t Hertoghdom van Sles-
wijck en Denemarcken, brengt den ingefètenen
groote rijckdommen toe, omdatfy dickwijls
met hun handelen.

DE VOOGHDYEN
VAN KIEL,

en BORDESHOLM.

Efe twee Voogdyen fijn vermengt d\'ee-
ne in d\'andere, oock en hebben fy fom-
tijts maer eenen Vooght, wanneer \'t den
Hertogh belieft haer eenen te geven niettemin
yder der felve heeft haren byfbnderen Griffier.
De Vooghdye van Kiel, vereenigt met die van
Bordesholm , begrijpt vijf mijlen van de riviere
Levensaw af tot aen d\'uyterfte grenfè der Paro-
chie van Newmunfter. Daer fijn oock eenige
dorpen, gelegen in \'t Hertogdom van Slefwijck,
Wagrien en Stormar , die defe Vooghdyen ge-
hoorfamen. Maer \'t gebied van Kiel ftreckt fich

I !

i i

r :

( I

i ;
: i

i I
i
(
i

wijder uyt; want \'t en omvangt niet alken het
kloofter van Preze met fijn Heerlijckheyt (die
oock fomtijts Vooghdye genoemt wort) maer
het bevat oock veler Edelen landeryen.

Wat de hoedanigheyt des aerdrij cks aengaet Hcedanrg-
defèr geweften, \'t felve is vruchtbaer genoeg,
en voornamentlijck dat van Bordesholm, met
het wekke d\'omliggende velden van Kiel wel
overeenkomen 5 daer en is maer alleen d eenige
Parochie van Newmunfter , die den anderen
ongelijck is ; vermits hare ackeren fandigh en
overdeckt met heyde , oock fomtijts te laegh en
te vochtigh fijn , en derhalven niet fèer vrucht-
dragende. Daer fijn in defè lantftreken uytne-
mende lacken , vrolijcke en vermaeckelijcke
boffchen, en voornaemlijck ontrent Pfeze , al-
waer menigte gevonden wort van eycken en
beucken. De rivieren, die dit lant bevochtigen,
fijn
d\'Eyder , de Schypentin, Sch-^aïe en Bornheck. Rmeren.

Kiel, de voornaemfte dier fteden van Hol- jdei,
fteyn, die tot de Rijcksdagen werden geroepen,
lightfèsmijlenvan\'^Gottorp en Slefwijck, vier
van Rendesborgh , acht van Lübeck en Fkns-
borgh , en elf van Hamborgh. Sy is oudt ge-
noegh , en weet niet feker lijck wie haer ftichter
fy geweeft. Graef Adolf de IV heeftfe verkiert
met vele privilegiën, en heeft haer voornaem-
lijck befchoncken met het recht van Lübeck :
oock heeft hy van Itzehoe fijn Hof derwaerts
overgevoert, en in de ftadt een kloofter gebouwt
( hoewel niet koftelijck) van d\'ordre van S.Fran-
cifcus , waer in hy federt als Monick onder de
Monicken gekeft , en fijne dagen geeyndigt
heeft. Voorts is defè ftadt alleene en de voor-
naemfte gebleven ondèr de vier fteden van Hol-
fteyn, op de wekke d\'andere kleendere fich inde
Gerichten beroepen. Den omvang der ftadt en
is niet feer groot, noch merckwaerdigh om fijne
walleri oft bolwercken , door dienfe wegens de
bygelegene heuvelen niet wel en kan werden ge-
fterckt. Daer en wort oock gantfch geen koop-
handel gedreven: alkenlijck is fy roemruchtig,
om diefwille dat \'er jaerlijcks op drie Koningen-
dagh eene feer merckwaerdige vergadering wert
aengeftek, waer in fich vinden laet eene groo-
te menighte van Edellieden, ja fèlfs byna den
Tantfchen Adel, met d\'aenfienlijckfte van dien
ande. dlnwoonderen noemen defè vergaderin-
ge
Vmhfchlagy dat is te feggen. Wederkeer, om
dat daer in alk fchulden werden betaeldt, en
het geit, \'t welck yder over houdt, den genen
op intereft wert gegeven die \'t begeeren.

De Heerlijckheyt of Vooghdye van Bordes- m«.
holm, inhoudende 180 bunderen, was eertijdts
een kloofter , \'t welck in den jare 1332 van Wip-
pendorp , nu geheeten Newmunfter, overge-
voert wiert in defe plaetfè van
Bordesholm door
Henrick Swineborgh, geboren van Lübeck,
die daer de
i 5 Overfte van is geweeft. Maer om
dat Hertogh Jan d\'Oude, die een Gerichtska-
mer t\'Hadersleben hadde opgerecht, in\'t jaer
i5<5jwilde, dat derekenfchapvan ontfang en
uytgiftedoor den Prelaet Marquard Stammer
van Schönenhorft aen hem fbude werden ge-
daen foo heeft defe eerftelijck geappelleert
aen de Kamer van Spiers, daer na de fake rijpe-

lijcker

-ocr page 91-

H O L S

lijcker overwogen hebbende , foo heeft hy
\'s nachts met veel gouds en koflelijcke gefleen-
ten, oock met vele oude en ongemeene flucken,
de
vlucht genomen : waer over de Hertogh
\'t Kloofter bemachtight hebbende , den Mo-
nicken onderhoud des levens toeleyde; maer fy
heymelijck weghgedragen hebbende al wat\'er
in was, keerden wederom tot het wereltlijck le-
ven , fêlfs begaven fich eenige ten houwelijck.
\'t Volgende jaer heeft Hertogh Jan op de felve
plaetfe een fchoon Collegie gefticht, tot vorde-
ringe der ftudenten die verfteken fijn van noot-
wendige middelen om totkenniffe der goede let-
teren te komen , welckergetal niet kleen fijnde,
nochtans door de mildheytdes Princen verfbrgt
wort van koft, kleederen en andere nootwen-
digheden ; ja ielfs van drie tot drie jaren fent hy
eenige van hun naer d\'Academien voor gelijc-
ken tijdt van drie jaren , hun defgelijcks ver-
fchaffende al wat hun noodigh is.

En om dat wy hier boven fomtijts gewagh
hebben gemaeckt van de Parochie van New-
munfter , epfy fèlve niet onedel en is, foo en
, fal \'t niet onvoeghlijck fèhijnen , haren oor-
fprong wat hooger op te halen. D\'oude Saxen
\' noemdenfe
Wippendorp, de Wandalen Falderc ; nu
wortfè
Ne-wmunfler oft Niemunßer genoemt. \'t Is
een dorp bewoont van ackerlieden en voerlie-
den, gelegen ontrent de riviere de Schwale, die
haren naem ontleent heeft van een kloofter,
\'t welck S.Vicelijn daer hadde gebouwt. d\'Eerfte
Capelle van geheel Holfteyn is aldaer gefticht
geweeft; waer van de navolger van Helmold
aldus Ipreeckt: 5.
Vicelijn, i^c. trock met den heyjigen
man Thetmar, woorfanger der kercke wan Bremen, naer
\'t lant wan Holfteyn, door laft en ordre wan den eer-
yoaerdigon Ade\'^eron, Aertshijfchop wan Bremen en Ham-
borgh, alwaer hy
in beßtontfaig \'tlant wan Wtddendorpj

Neimun-
fter.

T E Y N. 14,i:

anders geheeten "Rädere, in ^t 1i>êlck mengebow^t hadde
eene houte kapellê, die lang woeß hadde gelegen , en de->
de aldaer een klooßer ßichten
, \'f Welck federp genoemt is
Nigemunfler. Defe kapelle is geleek als d\'eerße geweeß in
héelHolßeyn, Scc.
S. Vicelijn en fijne navolgers
hebben dit kloofter befliert onder den tytel
van Prelaten oft Overftèn.

DE VOOGHDYE

VAN HANROW.

De Konincklijcke Vooghdye vanHanrow
is fèer kleen, hebbende maer 50 bunde^
ren lands. In den jare 1482 , in \'t welcke
Koning Jan en Hertogh Frederick de Hertogh-
dommen deelden , wierdtfe geteldt onder de
Vooghdyen van Holfteyn, en den Koning toe--
gewefen, en daer na verkocht aen de Rantzo-
wers ; onder de welcke Cajus Rantzow, broeder
van den Maerfchalck Jan Rantzow, en fijne erf-
genamen defe Vooghdye hebben befèten, de-
welcke endelijck weder van hun verkocht fijn-
de , door recht van wederkeer voor de fbmme
van hondert elf duyfent daelders, ten tweede
mael quam in \'t befit des Konings. Daer en is
maer eene Parochie in defe Vooghdye, gehee-
ten Hademarfch, welcke vele dorpen en lande-
ryen begrijpt.

In dit Holfteyn is gelegen de ftadt Itzehoe,
met een deel des kloofters der felve, tegen over
Wilfterpiarfch, welcke getelt wordende onder
de Vooghdye van Steinburg of Gluckftadt, lbo
Hillen wy oock daer van de felve gewagen. Van
\'t kloofter en dorp Preze, gelegen in dit Hol-
fteyn, fiillen wy gedencken, ajs wy tot Wagrien
füllen gekomen fijn, in\'t welcke \'tmeerendeel
fijns gebieds is gelegen.

r

" , I

irf,"" .

f^uytslant\'

M 7

W A«

-ocr page 92-

A G

IIa

■r 1

N.

I

■t
il.:

Agrie begrijpt van \'t noorden Waigri oft iVagiri gevormt, en , gelijck \'er ftaet waigrt.
tot het zuyden van de Balthi- by Helmold ,
terra Wagirorum, \'t landt der Wagi-
fche zee af tot aen de riviere rien. Uyt al \'t welcke blijckt, dat dit fy geweeft
de Trave toe , tuffchen Lu- de voornaemfte fitplaetie der Wandalen: maer
beek en Oldefchloe acht waerom dit lant fijnen nam.e van \'t water treckt,
mijlen in de lengte; maer ten is
noodeloos t\'onderfoecken gemerckt men
opfichte fijner breedte is het gewaer wort op \'t eerfte gelicht der kaerte , dat
ongelijck, hebbende op eenige plaetfen vijf, dit gantfche lantfchap bevochtight wort van
op andere fes oft fèven mijlen.\'t Wort ten noor- eene groote menighte van ftroomen , rivie-
den bepaeit door de Balthifche zee, en aen gene ren, poelen en ftaende wateren in voegen dat
fijde der fèlve, door\'t eylandtvan Ferneren; gantfch Holfteyn , (uytgeièyt ontrent Kiel) in
ten weften door Holfteyn eygentlijck foo ge- vergelijckinge van dit, droogh mach genoemt
noemt , en vervolgens door Stormar, defge- werden. En dit en is de minfte oorfake niet der Ucedanig-
lijcks door \'t Zuyder-Stormar, voorts door Ne- vruchtbaerheyt van Wagrien , \'t welck velerley
der-Saxen, en eyndelijck door \'t Hartoghdom foorten van vruchten voortbrengt. De lacken
van Meklenburgh. \'t Befluyt in fich \'t gebiedt en ftroomen krielen van vifch : de wouden
van Oldenburgh, en geen kleen gedeelte van voeden eenen ongelooflijcken overvloedt van
dat van Kiel en Segebergh. beeften , vee, groot en kleen wildt-braedt, en

Wagrien is gelegen tuffchen de rivieren de meften , by vruchtbare jaren, ettelijcke duyfen-
Swentin , de Trave en tuflchen de Balthifche den verekens. Sijne gelegentheyt langs de Bal-
zee , oft, gelijck andere willen, tuffchen de ge- thifche zee mach oock fèer gerieflijck oft liever
fèyde zee , de Swentin , \'t lack van Plone en de fèer aengenaem werden geacht, als aenfienlijck
Trave, en is genoegh bekent uyt de jaerboec- ftjnde door fijne goede havenen en fekere ree-jf^w»;.
ken; alhoewel de naem van Wagrien verduyftert den , gelijck als fijn die van Lubeck, Trave-
ls geworden door den luyfter van dien van Hol- munde, Newftad en Heyligenhafen, weshalven
fteyn, en niet meer en werd uytgedruckt in de het oock veel volckrijcker is als oudt Holfteyn.
tij telen der Princen van Holfteyn. Crantzius,een Voornaemlijck mocht\'et wel gefeght worden
beroemt Schrijver der Saxifche dingen , treckt de ware wijcke oft woonftede der Edelen ; want
den naem van Wagrien van\'t dorp , ge- daer is eene foo groote menighte van Edele Edek huy-

lijck hy\'t noemt, gelegen op de Trave, \'t welgk huyfen , dat in alle de refte van Holfteyn , dat
hy feght (hoewel fonder gefterckt te fijn door vaft is aen Stormar, diergelijck getal niet en
d\'authoriteyt of getuygeniffe van eenigen ande- werd gevonden. Daer-en-boven wierd oock

, ! i

I :

TJeti.

Gelegen\'
heyt. ^

OorJpYOMg
des fsaems.

iir

ooflen toe -^oondeypelDoor defen een foort njan Wanda- Lubeck onder Holfteyn gereeckent werd,en Eu-

len^ Wagriens geheeten,yvaer af dat landt eertijts Wagrien tine, de BifTchoppelij cke ftoel, is in Wagrien ge-

genoemt is geypeeft, ruan eene oude fladt celeer feer legen. Noch is in\'t felve de Hartoghlijcke fetel

rvokkryck , doch nu maer een dorp, ycejnigh in-woonders Plone , en het feer edele huys van Rantzow,

hebbende , open liggende , fonder muuren en bolwercken, waer af het doorluchtigh geflachte der Rant-

fijnde flechts de huyfen gedeckt met biefen, fich uytflrec- zowers den naem heeft genomen. Ten leften

kende naer \'t ooften by de riyiere de Traye. Maer defen heeft \'et oock eenige kleene fteden , als, PlonCy Steden,

oorfprong (mijns oordeels) is onwaerfchijnlijck; Ne-^ftad, Oldefchloe, Trayemonde, Lutkenburgh, Hey-

ick achte veel eer, dat dit gewefte en beyde fijne Hgenhafen, en Oldenburgh , \'t welck d\'eerfte plaetfe

inwoonderen (gelijck andere byna deurgaens verdient, hoewel\'t van fijne oude glorie verre

hebben gedaen) hunnen naem hebben getroc- vervallen is. De kloofteren van Wagrien fijn de- Kiooßmu.

ken van de wateren , en datfe \'t water Wand heb- fe drie, Reinfeld , Ahrensbock , en Cifmar, die {eer

ben genoemt, welck woort noch heden by den oudten al voor lange in Vorftelijcke voogh-

Deenen alom water beteeckent: van dit woort dyen fijn verandert. Voorts heeft oock het

komen af de volgende Latijnfche, Wandiriok Nonnen-kloofter van Lubeck fijne ackeren in

Wandari, en door wiffelinge van eenige naby- defe lantftreecke , als oock dat van Preze. Ber-

komende letteren, Wandali j van dit felve Deen- gen en fijn hier geene, uytgefeyt dien van Sege- Bergen.

fche v/oordeken Wand, fachtkens uytgefproken, bergh ; men ontmoet hier alleenlijck eene me-

wortj^rÄ^r afgeleydt,en de N verworpen fijnde nighte van heuvelen en dalen , overvloedigh in

Wayri, (want oock Way beteeckent voormaels fruyten , verfpreyt onder een hier en daer, en

water , foo wel als Wand: waerom oock de Vrie- oock getelt onder de voordeden van Wagrien,

fèn het dunne van de melck , oft het water der Voor al dient aengemerckt die bergh-achtige

melck , noch Way noemen , en de Noorder- ftreecke, tuffchen de Schwentin en die rivieren

arm van de riviere Nipfè wort in eenige plaet- die naer\'t noorden fich in de zee ontlaften , ge-

fen Broway geheeten , en elders Schleway ;) uyt lijck oock noch eene andere ftreecke, loopende

dit woort Wayri, wat hardt uytgefproken , wort tuflchen de Schwentin en d\'coriprongen van de

Trave,

r

TT\'andiri.
Wandalt.

Wainien.

VAm.

\' i

-ocr page 93-

Trave, en de Scliwartow. De voornaemfte en daer kromt, en haren loop neemt tiaer \'t zuyd-
vermaertfte rivieren
fijn de Trave en de Swen- ooften , weicken fy beiioudt tot aen haren uyt-
tin ,, die niet alleenlijck defen lande hunnen gang toe. Daer na ontfangtfe de riviere Heyder-
oorlprong fchuldigh fijn , maer
\'t felve oock beek , by welcke de dorpen liggen van Zarpen
voor \'t meerendeel omringen. en Reynfelde ; en gaet naer Wefenbergh , van

De Trave oft TraVen ontftaet uyt twee oor- waerfe, verfaemt met de riviere Krambeck, naer
fprongen , van welcke d\'eene gefien wort te Ambergh loopt. Boven Lübeck vloeyt in haer
Gifelrade , een weynigh boven de parochye van de riviere
Stekenit^, die voormaels ontftaen in Stekenitz.,
Saraw , d\'andere dicht by Liensfelde. De/è ar- Saxen , haren loop in de Trave nam ; maer nu
men vereenigen onder\'t landt van Glafaw. Een wortfe gelijck een kanael met fluyfen c^edwon-
beeke,ontftaen uyt het lack Hornsdorp/t welck gen , op dat de kleene fchepen en ander vaer-
700 roeden lang is, en ontrent 200 breedt, tuygh door haer paffeeren mogen van Lübeck
ftort fich in de Trave, welcke voorts loopende na Lawenburgh , en wederkeeren in d\'Elve. De
naTrevihorft, en ontfangende de riviere van ftroom van de golven , (ïon wakemz:

Swogelbeeck, aen welcke Arensbock en Guif- fich te Lübeck in de Trave , en vormt een ey-
faw , eertijts genoemt Ne\'T^enne^ gelegen fijn, landtmetde fèlve, in\'t welck Lübeck gelegen
foo valtfè by \'t edele landt van Wenfijn in \'t lack is: fy vloeyt uyt het lack van Ratzeburgh, doch
van Werder , \'t welck
1800 roeden lang , en neemt haren oorfprong in\'t Hartoghdom van
meer dan
40 breedt is , hebbende aen fijne Meklenburgh.

fijden het dorp van Werder, daer\'t lack den De riviere Schwartow verheft fich met twee Schwmow.
naem af heeft, en d\'edele huyfen van Kolefs- hoornen, van welcke de wefter geheeten Ma-
dorf, Pronsdorf en Wenfin. De rivieren van denheck, ontfpringt ontrent Meinsdorp tufïchen
Lebezaw en Goldebeck vloeyen t\'famen in dit Eutine en \'t lack van Plone , en op eene mijle na
lack, en defgelijcks in de Trave, welcke van daer van den oorfprong der Trave, palfeert fy dwars
gaende, en ontfangende uyt het lack Segebergh, door \'t lack van Barkow, welcks langte van
\'t welck lang is
4Ó0 roeden , en breedt 200, de roeden is, en wiens breedte fich uytftreckt
riviere van Kennaw , foo looptfe rondom Nien- tot over de
350; d\'oofter-hoorn wort gefeght
dorp , en befproeyt de palen van Stormar, van
Hafelbeck hy begint in de boffchen ontrent het
het welcke fy haren loop vervolgende, Wagrien landt van Sierhagen, en neemt fijnen loop door
affcheyt, en van Wagrien, Saxen en \'t Hartogh- het lack van Sufele, \'t welck een vierendeel-mijIs
dom van Meklenburgh , tot datfe ten leften langis, by
\'t welcke gelegen fijn het dorp van
hare wateren aen den vader Oceaen opoffert. Sufel en\'t landt Ovelgönne. Defen hoorn ver-
Daer na de Trave, haren loop nemende na faemt fijnde met den weftér, begint den naem
Monche, Mohl en Högelsdorp (\'t welck Hel- aen te nemen van Schwartow, en loopt naer het
xnold Hogereßorp oft Hegereßorj) noemt j werwacrts dorp van Glefchendorf, en flepende met fich
eertijts het kloofter van Segebergh overgevoert andere rivieren, begeeft fich naer Schartow, een
wierd voor eenigen tijdt) foo ontfangtfè de beek fchoon dorp van
\'t landt van Lübeck , alwaer
Letzerbeck , die achter \'t dorp Letzing uytbor- veele meulens gevonden werden ; en eyndelijck
relt (alwaer oock \'t lack Beven is, lang
980 roe- by Coldenhof, alwaer d\'oude plaetfe van Lu-
den , breedt
200 ) en daer na paffeert door het beek geweeft is , vermengt hy fich met de Tra-
lack Motzer
, \'t welck met het voorgaende van ve, die voorts in \'t lack van Travemonde, en
eene fèlve langte fijnde , 300 roeden breedt is. ten leften by Travemonde fèlf fich ontlaft in
Van daer daelt de Trave na \'t landt van Frefen- den Oceaen.

burgh, en een weynigh daer na hare wateren De Schwentin vloeyt recht in tegendeel van
verdeelende, maecktfe een eylandt, waer in de Trave; want gelijck de Trave fich buyght
Oldefchloe voor meerendeel gelegen is. Onder ter flincker fijde , alfbo neemt de Schwentin
Oldefchloe voeght fich de riviere de Bd^e by de haren gang ter rechter, aleerfe komt tot de
Trave, welcke t\'famengeftelt is van twee fèer Balthifche zee. Sy ontftaet een weynigh boven
wijdt van een liggende armen, maer die beyde het landt van Monchen-everftorp, en aldaer
den naem voeren van Beße, De Noorder-Befte werdfe eerft genoemt Nebersbeck , \'t welck
itforin^t in de parochye van Koldenkercken d\'ander hoorn ftooten gaet ter flincker
fijde, na

\' r O . . . , t t r 1______1____^ u^^r^ U^*- t> ^^ßr^t^nf^Ua

Rivieren.

T>e ßreom
Irave.

t:

:

^eße, ri-
viere.

i

w

R

N-.

met fich\'trivierken van Klinckbeck,by\'t wek- de 1000 roeden heeft in lengte , en 250 in

ke light het landt van Holtenklinck. De Zuy- breedte, by\'t wekke light de Biffchoppelijcke
der-Befte ontftaet in de parochye van Syke, en ftoel. In dit lack vallen verfcheydene rivieren,
loopt na Tremsbuttel, ontfangende by de Har- die de Schwentm doen fwellen , welcke het
toghliicke hoeve van Kolefshagen, eene riviere, Eutijnfche lack terftont verlatende, naer een
die met twee hoornen ontfpringt in de parochye ander lack loopt,gelegen by fekeren kruyt-meu-
van Ecken: eyndelijck valt defe Ziiyder-Befte len, \'t welck genoemt werd Kelkrfee , lang
in de Noorder , en niet lange daer na ontfangt 700 roeden , breedt
joo, en \'t welck vermeer-
de Befte den water-ftroom Suite, die fijnen oor- dert werd door de riviere Grenow , die Gron-
fprong neemt
dicht by Steynhorft, en paffeert hufen en \'t dorp Nuchtel voorby loopt. Daer
Voorby Schulèndorp en Kethwikh, en vkeyt na vak de Schwentin in \'t lack
Dickfee , het
in de Trave onder Oldefchke, wekke fich al- wekk fich uytftreckt 600 roeden m de langte ,
Duytslanu M 8 en

Lack VA»
Emme.

V

-ocr page 94- -ocr page 95-

en 300 in dc breedte, waer mede fich verfaemt
de riviere Hamelaw; van daer vertrecktfe naer
het lack van Ruche ,
\'t welck in langte houdt
300 roeden, en 200 in breedte , waer in oock de
Sasclawfich uytgiet, en vervolgens ftortfe by
\'zLAéjvm Fegelefch in \'t groot
lack wan Plone. In dit lack
valt oock de riviere Tefenbeck , eertijts gehee-
ten Crimefaw , die afdalende van Petlufe by
Bluncken (Adam feght Builuncken , van welck
dorp hy gewaeght, Iprekende van de grenfen
der Saxen en Wandalen) door \'t lack paffeert
van Stockfee /eertijts genoemt Agrimes Wedel.
Defe riviere was eertijts de fcheydpael tuffchen
Saxen en Wandalien, oft tuffchen Holfteyn en
Wagrien. \'t Lack van Plone, by Adam genoemt
Collfee , begrijpt in lengte van Plone felve af tot
Bredenbede toe 2160 roeden , in breedte 1240,
en in fijnen omvang meer dan drie mijlen: by
het felve fijn gelegen Plone, fitplaetfe des Har-
toghs , Afchebergh , Nembter, Peem, eenige
edele huyfèn,en
\'t dorp van Boffaw,&c. Dit lack
is het derde der grootfte van Wagrien ^ ja felfs
in de Hartoghdommen van Slefwijck en Hol-
fteyn wort \'et gehouden voor een eenigh lack
want het vloeyt door fèer enge huyfen, en niet
te min daer fijnder twee , verdeelt in groot en
kleen. \'t Vloeyt over van vifch van verfchey-
dene fborten, onder welcke de groote palingen
feer vermaert fijn, die alhier in overvloet ge-
vifcht fijnde, al gebraden verkocht werden in
d\'omgelegene plaetfen.

De Schwentin begint aldus genoemt te wer-
den by \'t edele landt van Wittemold, daer na
Schwemm, het hooft verheffende uyt het lack van Plone ,
en ftellende eenen gedurigen fcheydpael tuf^
fchen Holfteyn en Wagrien, foo gaetfe na \'t lack
van Preze by Walftorp. Dit lack vervat in langte
tot aen de brugge van Preze 1300 roeden, in
breedte 300. By Preze tuffchen \'t kloofter en
het dorp vloeyt de Bornbeeck in de Schwentin,
fy ontftaet uyt den vijver van Bornhovede, van
waerfe gaet naer het lack van Schmalen, \'t welck
lang is 480 roeden, en 200 breedt, daer na het
edel huys van Perdocle en \'t bygelegen lack ge-
paffeert fijnde,
foo valtfe in \'t lack van Poftfeld,
\'t welck 400 roeden lang is , en 200 breedt.
Oock ontfpringt\'er een kleen armken uyt het
lack van Bock, \'t welck het lack doorloopt van
Hagen, lang 400, breedt 300 roeden, en andere
mindere lacken maeckt, en eyndelijck valt in
het lack van Poftfeld , en vloeyende met de
Bornbeecke , by \'t kloofter van Preze fich ver-
mengt mer de Schwentin. Daer na de Schwen-
tin met eenen draf d\'edele huyfèn van Raftorf
en Obbendorf, mitfgaders Newmuhle vermaert
door de falm-vangft, voorby-vlietende, gaet
fich terftont in de golfe van Chalufè of van Kiel,
en onder Chriftiaen-pries in de Balthifche zee
uytgieten.

D\'oude inwoonderen van Wagrien fijn Wan-
dalen geweeft oft Slavoenen, gelijck oock al
d\'andere naburige vokken, die d\'afgoderye fèer
warén toegedaen; een omfwervende en veran-
derlijck volck, geneyght tot oeffeninge van zee-
rooverye, vyandt van rufte en ledigheyt, de
byliggende geweften plagende te water en te

\'^lone.

f :

T^eYVolgh
van de
hop der

Oude in-
woonderf.

lande , wreedt tegens de gevangenen, trouwe-
loos , genegen tot quaet-doen , en van de wiege
af gewent tot ftelen en ftraetfchenden; fukks
dat het t\'eenemael verachtende de gerieflijck-
heden voortkomende van den lantbouw, altijdt
fich wacker heeft getoont om op zee te buyt-
ten, ftellende fijne eenige hope en opperften
rijckdom in fijne khepen: oock gantfch niet
bekommert met huyfen te bouwen ; maer fich
huttekens makende doorvlochten van tacken,
ftechts voor den nood en tegens de regens en
ftormen. Maer als\'er geruchte van oorlogh
opftont, verberghden fy hunnen voorraet, hun
goudt en hlver, en watfe dierbaers hadden , in
grachten, en brochten en berghden hunne vrou-
wen en kinderen in verfekerde plaetfèn oft in de
boffchen, den vyanden niet anders ten roove
latende , dan hunne hutten, van wekker verlies
fy weynigh wercks maeckten. Niet te min noyt
volck en was beleefder in \'t onthalen der vreem-
de gaften, fiilcks dat niemant en behoefde om
herberge te bidden: al watfe door den landt-
bouw, jacht en viffcherye konden by-een rapen,
wierd aengeleyt om de gaften wel te traderen;
maer foo iemant bevonden wierd (\'t welck fèl-
den gebeurde ) den vreemdeling uyt lijn huys
geftooten te hebben , foo was \'t geoorloft het
vier in \'t felve te fteecken, en alle fijne goederen
te verbranden, den fukken achtende een eerloos
menfche , fnood en waerdigh van yder uytge-
lachen, om dat hy fich niet en had ontfien een
gedeelte daer van den vreemdeling te weygeren.
Hier uyt quam \'t oock, dat \'er noch arme noch
bedelaer onder hen en was, nadienfè hunnen
erfgenamen de gene bevalen , die of door ou-
derdom oft fieckte_verfwackt waren.

D\'eerfte,die Wagrien heeft geregeert,is (leeft Primn
men in de jaerboecken)
Selihur geweeft, gevan-
gen van Herman Hartogh van Saxen : na defen
werd gewagh gemaeckt van

Miftewous oft Bilmgy ontrent den jare ^84,
onder Otho den Tweeden.

Micijlaus, fone van Miftewous.

Miftewousde II, afvalligen, geftorven in het
jaer 1025.

Anadragus en Cneus, Heydenen,en Vdo Chriften,
fbnen van Miftewous den Tweeden.

Godjchalck , fone van Udo, die verftaen heb-
bende de doodt van fijnen vader, omgebracht
door eenen Saxifchen overlooper, uyt het kloo-
fter vluchte van S. Michiel, en daer na gevangen
van Bernard Hertogh van Saxen, en weder los
gelaten, ten oorlogh ging in Denemarcken.

Ratiborus, van \'t felve geflachte, Chriften en
van groot gefagh onder de Barbaren, die om-
gebracht wierd van
de Deenen ; fijne acht
fbnen, willende fijne doodt wreecken, en heb-
bende verwoeft \'t gantfche Hartoghdom van
Slefwijck, wierden met vijftien duyfènt Wan-
dalen in hunne wederkomfte
verflagen van Ma-
gnus Koning der Deenen, in den jare 1042,
Ten felven tijde, na de doodt van Koning Ca-
nutus, Godfchalck wederkeerende uyt Engelant,
verwon de Wandalen, en dwong hen de Chrifte-
lijcke religie aen te nemen, felve vertalende uyt
denLatijne, \'tgene daer toe nut endienftigh

was,

I -i^
%\'

i

-ocr page 96-

W A G R ï Ë N. t4,i

was, en felve de heylfge dingen bedienende, van Keyièr Lotharius, heeft met fijne gunfi

Eyndelijck in den jare 1066 wierd hy van d\'af- \'t voornemen van Vicelijn dapper bevordert, en

vallige Wandalen vermoort. Hy wierd gevolght in den jare 1133 wierd hy van den Prince Mo-

van fijnen bloedvriendt gon/one van Nielfus Koning van Denemarcken,

B/ußj diena\'t verwoeften van Holfteyn, van in eenen veldtflagh verflagen» Hem wierd na

de Wandalen omgebracht fijnde, tot navolger fijae doodt een fone geboren geheeten Wolde-

hadde mar,die Koning van Denemarcken is geworden,
Bum, fone van Godfchalck , die gedoodt
Prihißaus en Niclomsy neven vanBluffo, ver-

wierd door oorloghs-Iift van kregen wederom na de doodt van Canutus het

Cruto oft Crito , een Heyden , die de macht der Rijcke hunner voor-ouderen, en \'t felve gedeek

Saxen foo dapper afmatte , datfe genootfaeckt hebbende, foo hadde Pribiftaus voor fijn deel

waren hem fchattinge te betalen. Eyndelijck Wagrien en Polabien en\'t Hartoghdom van

wierd hy omgebracht door de fchakkheyt van Meklenburgh viel Niclotus te beurt. Eenige

Slavine, fijn wijf, van verfekeren, datfe beyde fijn Heydenen geweeft i

Henrick, fone van Bluffo als defè oudt was, maer dat Pribiftaus daer na bekeert is geworden,

begaf fich S. Vicelinus na Lübeck, alwaer hy en van Vicelino gedoopt. Hy wierd uyt Wagrien

de Heydenen beweeghde de Chriftelijcke religie verdreven door den Grave Henrick van Bade-

t\'omhelfen. Defen volghde wide. Gouverneur van Holfteyn, die in de plaet-

Swentepolcus fijn oudtffe fone , die ten leften; fe geftek was van Adolf de li, Grave van HoU

door aendrift van Dafb, eenen edelen Holftey- fteyn : maer als Adolf Holfteyn hadde weder-

ner, wierd omgebracht. gekregen, verdroegh hy met Henrick, dat hy

^ Znineke volghde fijnen vader Swentepolcus, het Graeffchap van Ratzenburgh oft Polabien

maer na eene korte regeeringe wierd hy tot hebben foude, en dat hy felve Wagrien fbude

Erteneburgh verflagen. behouden, \'t welck federt aen Holfleyn is ge-

Canutus, gemaeckt tot Koning der Wandalen bleven.

ilï; 1

■ ,1;
-
1
\' i

i !

ik

ïtjf

ii\'

! «

Duytslant.

U j)

HET

I f

1!\'

|j

Mi

I \'1«\'

I I

-ocr page 97-

HET NOÖRDER-DEEL

V A

W A G R I E N.

Éden Wert Wagrien ge^ äaem, naer \'t landt van Lefe en dat van Peters-;
deeldt in zuyder en dorf,- en aldus geeftfè (ich in de Brockaw, welc-
noorder. Het noor- ke fich draeyende ten ooften, door Oldenburg
dervoorwaer is een fèer loopt, en vloeyende langs Kofelaw, fichuytftort
fchoon en vruchtbaer in d\'Oofter-Brockaw , die langis 1760 roeden,
/?«--
geweft ,
\'t welck vele doch ten hoogften maer 480 breet. Alhier leg- Brockau.
lacken en rivieren be- gen d\'edele landeryen van Gartz en van Roofen-
vochtigen, voornaem- hof, en \'t dorp van Grube. Brockaw wederom
lijck defè volgende: uyt het lack komende , gaet na den ingang van
\'\'t Lack van
Sehknter- Coldenbergh , oft na de Balthifche zee.
welck in fijnen omvang bevat drie mijlen,
Krumheck o£Krempe ontftaet boven \'t dorp van Krmheck-
fee.
is meer dan 400 roeden in de lengde, en 150 Krumbeck,- fy valt in de zeeboefem, daer het
in de breedte, en feer vifchrijck. Daer liggen oude Krempe plagh te ftaen; in weicken fich
twee dorpen by dit lack, Sehlent, waer af het oock looft de riviere van. Schierenbeck, welcke
den naem heeft genomen, en Gykow, en twee van de hoeve van Halendorp afdalende, de lan-
landthuyfen, Sallbw en Nienhuys. Dit lack ont- den doorvloeyt van Mohlenkamp en Sierhagen,
fangt tien rivieren , waer uyt het beftaet: en van daer gaetfe fich ontlaften in den gefèyden
\'t heeft twee monden of deuren , uytloopende in zee-boefem, by weicken Neuftad gelegen is.
de
zee, d\'eerfte is dicht by Salfbwhof, d\'andere

vloeyt in \'t lack Paffaderzee , van \'t bygelegen
dorp aldus genoemt. Dit lack is oock vifchrijck,
en van een driehoeckige geftalte. D\'eene van
fijne fijden begrijpt in lengte van Paffade tot
Doberstorftoe 8óoroeden, en d\'andere 680,•
fijne uyterfte breedte is van 300. Daer vloeyt

fekere beke door \'t lack van Doberftorfferzee in blijcken. kk verwonder my dat Helmold , Ar-

\'t lack van Paffade. Den uytgang van\'t lack Paf^ nout van Staden en Crantzius van dit feer rijcke

fade is by de hoeve Wulfsdorf, van waer het na Kloofter byna niets en hebben aengeteeckent.

Lutterbeck loopt, en fich korts daer na ftort in Evenwel ick vinde gewagh gemaeckt van de

de Balthifche zee. D\'ander uytgang , die meer Nonnen van Birfè (ick geloove dat die van Pre-

ooftwaert light, en uyt het lack Sehlend ont- ze gemeent worden ) in den autheur, die \'t Ie-

ftaet, is by \'t dorp Pulfen en aldus maken defe ven van S. Vicelyn in verfen befchreven heeft:

twee armen of uytgangen des lacks van Sehlend want d\'oude inwoonderen van Holfteyn hebben

e?n eyland, oft eene landftreke omringt van ri- defè wateren Bor, Borren, ( waer uyt BorrenhoyeP

vieren. komt) oft Borres geheeten; waer af voorts Burres

KuJJaw fchiet op niet verre van de hoeve van of Birs, defgelijcks Bores, ?ores, Poret^e en Pret-

Rixdorf,en pafferende dwars door de landen van ze gemaeckt werden : want dit tóoofter wordt
Sconeweyde en van Rantzow, foo vloeytfein\'t, oock Poretze genoemt van den naemloofen

lack van Neverftorpenfee,(\'twekk 900 roeden Schrijver, die\'t werck van Helmold vervolght

heeft in langte, en de helft van dien in breedte, heeft. Maer de gefeyde Poëet of Rijmer, die den

waerby gelegen is\'tlant van Neversdorp) en lof en\'t leven van S. Vicelyn heeft gefongen,

korts daer na in de zee. fchrijft dat defeNonnen in groote ongebond^n-

Klehtheck boven Klehtkamp, waer af fyden heyt leefden: weshalven Hartoicus de II,Bif-

naem treckt, vloeyt langs het dorp Blukendorp, fchop van Hamborgh oft Bremen, haer verfagh

langs \'t lant van Voderkamp, en loopt eynde- van eenen ftrengen Overften geheeten Thiet-

lijck uyt in de Balthifche zee. marus , die eertijds Prioor was geweeft van\'t

Brochaw, mogelijck foo genoemt, om datfè nieuwe kloofter, defe ftelden ordre tegen alle

weleer \'t lant doorbrack, en van\'t dorp Olden- hare weelden en ongebondentheden. Sijne La-

borgh een eylandt maeckte, is voornaemlijck tijnfche verfen, fèer onbefnoeyt na de wijfe van

: ■ !

Taffadet\'
ue.

V Edele Jü^onnen-kloofler Frez^e,

Et edele Nonnen-kloofter Preze fchijnt-/äw«-
fijnen naem t\'ontkenen van de byvloe-
yende riviere Bornbeck , als ftracks fal ^

Ktiffm,

Kïehtbech

Brochaw,

van twee rivieren, Rehtheck en lohansheck, t\'famen- die eeuwe , luyden aldus :

Hic (te weten Hartoicus de 11, Biffchop)

que Birfenfes diâas dudum moniales,
Ejecit quafdam y maculaVerunt quia famam
Viu communis, ^ cdihis atque faluhris :
Gjuasdam collegit, tf eas Jub jure redegit.
Fecit claujlrales, weluti decuit, moniales,
Harum cum cura JuJcepta pr^pofitura

Thiep

Weßer-
Brockaw,

gevoeght. Rehtbeck fchiet uyt op \'t lant van
Teftorp, \'t wekk fy, als oock het dorp van Ho-
hefteyn , te gelijcke met het landt Tarbe, be-
vochtight, en ftort fich daer na uyt in de We-
fter-Brockaw, lang 880 roeden , breet 200. Jo-
hansbeck ontfjiringt by de hoeve van Wahren-
dorp, en loopt naer het dorp van den felven

-ocr page 98-

»V

\'1

NOÖRDËRiDÉËL

^hietmarus Dominus tulit impofitum fihi pondtis,
Clauftri Birßnßs, Prior ante Monaßerienßs.
§ui difciplinam reputans anim^e medicinam,
Portas exßruxit, wahas appendere ccepit,
Veßes oppofuit iff da-vibus oflia daußt, i!jCt
Anno milleno centeno bis quadrageno
Adjeßis annis a Chrißi tempore quinis.
Dit is dan voorgevallen in den jare 118j, dat is,
ten tijde van Adolf den III, Grave van Hol-
fteyn , &c. Onderfbeckende den oorfprong de-
fes kloofters, ickhebbe eyndelijck bevonden,
dat \'et gefticht is geweefl door S. Ansgarius, ge-
lijck Adam van Bremen van hem verhaelt :
By
heeft
(fèght hy) de derde wergaderinge der heylige
Maeghden wereenight in Briximon , ahoaer de ßatige
wrotfwe Ltitgarde ^yloerigh in den dienß Chrißi, haer ge-
heel waderlijck erfdeel den hemelfchen Bruydegom opdra-
gende , in haer Hertoghdom opgelpoedt heefl een groote
rey wan kuyfche maeghden.

Defe L\'utgarde was fbnder twijfel van Edelen
geflachte, aengefien geene als edele maeghden
in die kloofter toegelaten wierden.
Briximon ach-
te ick \'t fèlve te tijn ,
datBers is oft Breßmunde,
om dieswille dat dit kloofter gelegen is aen den
mont van de Bers, Bores oft Borenbekes, al-
waer defè riviere fich vermengt met die van
Schwente. Maer dat Preze verftaen wort door
dit Briximon, fulcks blijckt by een oud gefchrif-
te rakende de kercke van Bremen , in\'t welcke
dit kloofter, ingeftelt door den Aertsbiffchop
Ansgarius ,
Berpn genoemt wort, \'t welck te
feggen is
Breffen door letterverfet, gelijck in de
Duytfche tale
Bernen gefeyt wordt voor Bremen,
In de privilegiën van Keyfer Otho den Eeiften,
ïs \'t genoemt
Birefine en Birfine , daer na Birchifine
of Birchufine: in de privilegiën van Henrick den
Tweeden, is \'t foo veel als
Birckhufen oft Bershuftn ;
en \'t fchijnt dat de Monicken defèn naem ver-
fcheydelijck hebben gebogen ; maer dat het ge-
meen na fijne gewoonte
Berfe oft Brejfe , en wat
harder Pret7;^e oft PoretT;^ gefeght heeft.

Tot heden toe is\'t een kloofter van edele
maeghden, die de Lutherfche Religie toegedaen
fijn , maer fbnder verbonden te fijn aen de
ftrengheydt der beloften : want foo haer een
7oet houwelijck voorkomt
,\'t welck fy fomtijts
defen voor den maeghdelijcken ftaet, \'t is haer
geoorlooft de gelegentheyt waer te nemen en te
trouwen: maer foo lange fy in \'t kloofter verblij-
ven , fijnfe gehouden een eenfaem en ftil leven
teieyden, gelijck d\'Opper-overheyt fèdert ee-
nige jaren haer heeft voorgefchreven.

Defè plaetfè is fèer gerieRijcknopende de din-
gen
die tot het kloofter gehooren want elcke
defer maeghden heeft hare celle , eer een huys
gelijckende als een kleen
nonnen-vertreck, door
dien defè woonplaetfen afibnderlijck fijn ge-
fticht als verfcheydene huyfen; weshalven dit
kloofter, aengaende fijnegedaente, niet veel van
een kleene ftadt verfchilt.

Het dorp van Pretze is gelegen aen de mie-
re Bornbeck. Defe maeghden hebben eenen
Overften , die haer beftiert , en oock eene
Priorinne.

Men ftelt oock onder de Parochie defes kloo-
fters de ftadt van Lutkenburgh,
gelegen drie
Duytslanp,

bftrgb.

VAN WAGRlËN. 14,A

mijlen van Kiel en Oldenburgh, vier van Hey^
ligenhaefen en Newftadt, en fèven van Lübeck.
Sy is feer oud , maer kleen, in welcke (foo Hel-
biold fchrijft ) Swentepol, fone van Hendrick
Koning der Wandalen, omgebracht wierdt door
\'eenen Holfteynfchen edelman welcke autheur
Wagrien oock onderfcheyt in drie circkelen, te
weten, in dien van Plone, van Lutkenburgh,
en Oldenburgh waer uyt men kan giffen ,
dat \'et eertijts geweeft fy \'t verblijf der Princen :
men feght oock dat \'er een kafteel is geweeft,
\'t welck als noch fich dient van \'t Recht van Lü-
beck.

\'t G E B I E D T

VAN OLDENBVRGH.

DAt lant of gewefte, \'t welck light aen defe
fijde der ftadt Oldenburgh , afgefchey-
den door lacken en rivieren van de refte
van Wagrien , wort heden eygentlijck genoemt
Oidenburger-lant} het is een eylant gelijck, als\'t
oock eertijts is geweeft ; maer fèdert wierdt
de wefter mond van de riviere Brockaw door
\'t uytwellende fant, oft ( foo andere meenen )
met opfèt van Koninginne Margarite, geftopt»
D\'ocfier mond is noch open , maer is kleem

De ftadt Oldenburgh oft Altenhurgh, eertijts door Oldtnhwi.
de Wandalen
Stargard genoemt, \'t welck van een
fèive beteeckenifle is, was voormaels de hooft-
ftad van gantfch Wagrien en Wandalien. Onder
Otho den Grooten wort van haer \'t eerfte ge-
wagh gemaeckt in de Hiftorien , dewelcke, na
dat hy de Wandalen hadde gedwongen eens-
deels door Herman Billing fijnen Veltheer, na-
maels Hertogh van Saxen, eensdeels oock door
fijn eygen beleyt, alhier ( foo men feght) een
feer groot Bisdom heeft opgerecht, en fijnen
Cancelier Marcon geftelt heeft tot eerften Bif.
fchop. Daer na ten tijde der Wandalen , onder
den Hertogh Godfchalck, wierden in de ftad ge-
bouwt een Collegie van Kanonicken , en een
kloofter van beyde de fexen j voorts wierdt dit
Bisdom van Albertus Magnus, Aertsbiffchop
van Hamburgh, verdeelt in drie andere, waer
van \'t eene tot Altenhurgh , \'t ander tot Ratze-
burgh , het derde tot Meklenburgh wierdt ge-
ftelt. Sedert wiert de ftadt vernielt door Suento
Koning van Sweden, en bleef oft lagh eenigen
tijdt woeft 5 weshalven, op\'t verfbeck van BiP
fchop Gerold, \'t Bisdom tot Lübeck wiert over-
gevoert : de ftadt evenwel wierdt van de toe-
loopende Saxen allenckskens weder gebouwt, en
door Adolf de IV met het recht van Lübeck
begiftight: tot datfe, de mondt der riviere ge-
ftopt , en de burgeren door de veelvoudige in-
vallen der vyanden tot eene uyterfte armoede
gebracht fijnde , foodanigh is komen te verval-
len, datfè tegenwoordelijck byna de lefte plaetfe
hepft onder de fteden van Slefwijck en Holfteyn.

Het ftedeken Heyligenhafen en dient hier niet
voorbygegaen, \'t welck een groote mijle vznhlfen*
Oldenborgh leght : \'t is tegenwoordelijck on-
der de gehoorfaemheyt des Konings van Dene--
marcken , als fijnde Hertogh van Holfteyn. Het
gebruyckt het recht van Lübeck, en men ap-^

M 10 pelleert\'ei?

iA

*

)

i

i\'

i

f

ïi

-ocr page 99-
-ocr page 100-

,1-1 ■
i r

N O O R D E R D E E L VAN WAGRIEN.

pelleert \'er van voor d\'eerfte reyfe aen de vier
fteden van Holfteyn.

Ne-^pflad is gelegen iß den circkel van Olden-
burgh by den boelem der zee, in welcke twee
rivieren, Krumbeck en Schierenbeck, fich ontla-
ften i fulcks dat \'et een haven heeft bequaem
voor heel groote fchepen, die aldaer Ibmtijts
werden gebouwt. ïn de erffelijcke deelinge, die
gedaen wierdt tulfchen de Princen in den jare
IJ44 , ontfing \'t eenen felven Heere met de
vooghdyen van Oldenburgh en Cifinar , tot
noch toe gehoorlamende den geflachte van
Gottorp. Voor de refte \'t is een feer kleen fte-
deken, niet hebbende dan eenen ouden wal fon-
der bolwerckenj men fèghtdat\'et 300 jaren
geftaen heeft.

VOOGHDYE

VAN CISMAR.

De Vooghdye van Cifinar was weleer een
kloofter , gebouwt dicht aen S. Jan van
Lubeck. Maer de Monicken, al t\'onge-
bonden levende, ( gelijck Joannes Petri vertelt)
wier den ter ftadt uytgejaeght door bevel van
Graef Jan den Eerften, tot Cifmar gebannen,
en in hunne plaetfe Nonnen geftelt. De Monic-
ken waren van d\'ordre van S. Benedidus, na \'t
verhael des navolgers van Helmold : Het kloo-
fter ( feght hy) van Cifinar wiert eerftmael ge-
bouwt in de ftadt van Lubeck, en gefticht van
Henrick Biflchop van die plaetfe, dicht aen
S. Jan j de Monicken, die ^it kloofter bewoon-
den , gingen in \'t Iwart, en waren van d\'ordre
van S.Benedidus ; maer daer na wierd \'et, door
de Borgermeefteren van Lubeck, met raet en
wille van Jan den Eerften , overgevoert na de
plaetfe van Cifinar, in \'t lant van Oldenborgh,
alwaerfenuwoonen; en\'t kloofter van Lubeck,
dat de Monicken hadden verlaten , wierdt ver-
vult met Nonnen. Dit is gebeurt ten tijde van
Graef Jan den Eerften , of van Adolf den Vier-
den , als by Joannes Petri blijckt.

■r

fe 1

In de deelinge der Vorften, gedaen ontrent
den jare 1544, viel dit kloofter den Prince Adolf
ten deel, \'t welck hy ter ftont in een Vooghdye
veranderde , en beval de bedieninge des felfs, als
oock die van Oldenburgh, aen eenen Vooghd,
die mede \'t opficht heeft op \'t eylant van Feme-
ren. Sijne groote is van 69 bunderen en eenen
halven. Ten tijde van Adolf heeft Dethlevus
van Rantzow in Kletkamp defè Vooghdye be-
ftiert ; en in onfèn tijdt Joris van Buchwald,
Dethlevus van Rantzow in Helmftorf, en Ni-
colaes van Qualen, &c.

H E T

li

\' 1;
■ ;t

-ocr page 101-

H>

HET ZUYDERDEEL

VAN

W A G R I E

m N \'t Zuyder-deel van jften, die in den ban was, gekomen is in dé
Wagrien liggen het macht des Keylèrs, die haer belegerde. Daer
Bisdom van Lubeck, na fijnde wedergenomen en verloren door Hen-
het Hertoghdom van riek , foo ifTe ten leften naer veel oorloghs-ver-
Plone, en de Voogh- anderingen weergekeert tot het Keyferrijck, en
dye van Segebergh. heeft begin gegeven aen \'t Aenzeefche verbin-
Lubeck , eene vrye tenis, fijnde eerft Hamburgh, en daer na d\'an^
Keyferlijcke Rijcks- dere fteden allenckskens in dit verbont getroc-
ftadt, heeft moeyelijc- ken. D\'eerfte Biffchop van Lubeck", gelijck
ke en kleene beginfe- wy hebben gefeyt fprekende van Oldenburgh,
len gehadt, welcke deurgeworftelt fijnde, foo is geweeft Gerold , dewelcke met bewilliging
■ is fy tot fulck eenen top van grootheyt gefte- van Hertogh Henrick Leo,oft de Leeuw, Alten-
gen , datfe geworden is de beftierfter en be- burgh verlaten hebbende, fich na Lubeck begaf,
leydfter van alkandere zee-fteden , fich heb-
om met meer verfekertheyt de heylige faken te
bende verheven door hare hooge daden foo bedienen. Dit Bisdom wort oock genoemt het
te water als te lande in flikker voegen , datfe Bisdom van Utine , na de ftadt lltine oft Euti-
verdient vergeleken te werden niet by Noren- ne, in welcke de Biffchoppen hunnen ftoel heb-
bergh, Keulen oft Antwerpen , maer by \'t ou- ben overgevoert.
de Athenen of\'t hedendaeghfche Genua , in de

vlucht geftagen hebbende verfcheyde heirkrach- VERVOLGH

ten en fcheeps-vloten van d\'allermachtighile
Koningen, en meerendeel getriomfeert heb-

DER BISSCHO PP EN

bende, alhoewel \'t Gemeenebefte niet bedient
en wort door den Adel, maer door Borgeren en
kooplieden. In den jare 1040, onder den Prince
Godfchakk, wiert het oude Lubeck vermeerdert
met een Collegie van Canonicken, en een kloo-
fter van beyde de fexen, en eenige jaren daer na

met vuur en ftael verdelght door de Rugianen; gen geeyndigt te Tyrusin den krijgstocht, dien
maer dede, gelijck een Phenix uyt fijne afichen, hy niet de gemelde Henrick Leo hadc onder-
ontftaen het nieuwe Lubeck: want Adolf de 11, nomen naer \'t beloofde Land oft Pakftine.
Grave van Holfteyn, Stormar en Schaumbuigh,
Henrick was te voren Abt van S.Gilles teBrunP
hier ter plaetfe komende, en den aert, des lants wijck, een geleert, Godtvruchtigh en welfpre-
kennende, begonde in een feer fchoon eylant kend man. \'t Was onder defen dat de ftadt van
tuffchen de ftroomen de Trave en de Wakenick Lubeck door Keyfer Frederick Barbaroffa aen-
een ftadt te bouwen , de welcke hy noemde genomen wiert onder de vrye Rijcksfteden.
\'t nieuwe Lubeck, om dat d\'inwoonderen van
Koenraed de 11, Grave van Querfurt, Hofpre-
\'t oude fich aldaer quamen nederftaen. Defe diker van Keyfer Frederick, die niet lange daer
ftadt nam terftont foo toe, mits de bequaemheyt na
het Bisdom heeft afgeftaen, trock met den
van fijne haven, dat de kooplieden van alle ge- Keyfer naer Pakftine, en na fijne wedei^omft
weften haer hunne waren toevoerden, tot groo- wiert hy verkoren tot Biffchop van Hildesheym,
te fchade van d\'andere fteden. Niettemin het daer
na van Wurtzburgh. Hy wiert veiTade ijck
Geval en is haer niet foo gunftigh geweeft, of pedoodt van fijne onderfaten, met dewelcke
het en heeft haer altemet doen fien de trecken hy oorloghde, in de felve plaetfe.
van fijne ongeftadigheyt: want fy is ingenomen
Theodoricus was te voren i rooft van Lübeck,\'
geweeft door den Prince Nicolot, die 300 van onder defen onthng Lijiiand het Chriftelijck
hare burgeren doodde , en hare met koopman- geloove.

fchap geladene fchepen verbrandde : en daer na Berthold wiert gefteh in de plaetfe van Theo-
in den jare 1158 wiertfe t\'eenemael in d\'affchen dorik na de doodt des felven, in den jare 1211.
geleydt door eenen befchreyelijcken brant; in
lan d\'Eerfte , geboren van Lubeck, voorhenen
voegen dat men beraetftaeghde om elders een
Deken der Cathedrale kercke, heeft den ftoel
andere ftadt te bouwen ; maer fy wiert herftelt 12 jaren befeten.

in haren vorigen luyfter door Henrick de Leeuw Ahrt, Biffchop van Riga, eü Pauftelijck Ge-
Hertogh van Lunenburgh , en
verciert met het fant aen alk Noorderfche volckeren, daer na
Bisdom van Altenburgh , door wekken fy , ge- Aertsbiffchop van Lijfland enPruyffen, heeft dit
trocken
uyt de handen van Frederick den Eer- Bisdom loffelijck bedient.

Duytslant. M tt

VAN LÜBECK.

GErold Is geftorven in den jare iiói*

Coenraed, broeder van Gerold, te voren
Abt van Riddageshufèn, heeft fijne da-

-ocr page 102-

........

im Jii — ^^ - ................B... .....

1

Gf. kjiertmciu^

^ikettda

•âL^

t^nn.oM\'

...

%

"^Ri\'/iiflL

"M:

Istvnjizc

Bttckei^

ain^rvfto

jEFfttt^\'j

1 ^ /»«r^/

.JÈS^ch^

ri?

piii

Lar^

C RAI"

ji\'ritJi\'^h\'\'^

:

CimbfcKi

A4.

clctMZ /jgkhn

------------X . ■

\'oi^ê^-i

it V j>eei.

.Aruinefs^ Lonmf^
BxjUwi^at^Hùr,
f^/l \'

Äii^Bii

aeiB J

\'^Bàj^ililiii\'ii...... \' Biij\'i]miiiiiiii||i \' tabliiliilmiDA\'\'^

z8 ff\'-\'

icy

\'\'\' I

\' WUtÈL

^^üät^^^fewfiatlt-

r/rte

-A-^A

4 ;

JÔÎL

OlI-

: Ä -JC\' ^ 1 Jlr

z8 arrxBasn., #-

A A ?

^^piA^ck ^ â. iL ^ w

Ji^^e G^armamcuTTV.

-ocr page 103-

i.

HET Z U Y D E R D E E L

lan de Tweede, wan Deefl , van d\'ordre van leert in vele Acadennien. Hy heeft den ftoel be-
S. Francifcus, wierdt geftelt in plaetfe van Al- feten ii jaren.

bert, ten verlbeck van Willem Koning der Ro- Alhert Krummendick, een Holfteynich edelman,
meynen, geboren Grave van Hollant, wiens Hof- hebbende verfcheydene Gefantfchappen voor
prediker hy was geweeft, Defe heeft Eutine den Koning van Denemarcken gedaen , heeft
vergunt het recht van Lübeck. Hy heeft fes ja- d\'inko,mften der kercke dapper vermindert. Hy
ren gefeten. heeft geregeert 23 jaren.

lm de Derde, Tralow, heeft het Paleys gefticht Thomas Grote kreegh by de fijne den toenaem
van Eutine, waer door hy de kercke met vele van
Hindewinckel, om dat hy foo eenfaem was,
fchulden befwaert heeft. dathy naulijcks verkeerde met fijne Canonic-

Burchard wan Sarcken , voorfanger der Kercke ken weshalven fiende dat hy hun niet aenge-
van Lübeck, is tot dit Bisdom gekomen oudt naem. en was, foo maeckte hy dat
80 jaren, om dat\'et fcheen dat hy, ter oor-
Theodoricus Arends door den Paus in fijuQphQtfQ
fake fijns hoogen ouderdoms, niet lang en fbu- geftelt wierd.

de regeeren j niettemin heeft hy gefeten 41 vol- VTiIlem, neve des gefeyden Arnolds van Weft-
le jaren. Hy was een man tot geen ledigheydt falen\\an de fijde fijns broeders, heeft twee ja-
noch flaep genegen, maer feer wacker en ar- ren den ftoel befeten , en is geftorven in\'Ê
beytfaem. jaer ijop.

Henrich de H , Bocholt, eerftelijck Deken, daer lan Grimholt, oft d\'achtfte defes naems ,, is
na Prooft van Lübeck, een uytnemende Me- overleden in den jare 1523.
dicijn , is overleden in\'t jaer 1340. ^
 Henrick Bocholt, oft de III, van Hamburgh,\'

ïan de IV, Mael, heeft Eutine omsingelt met verliet het leven in \'t jaer 15-35. Onder delen
wallen en grachten, met bewilliging des Graven vield \'er verandering in de kercke van Lübeck,
van Holfteyn. ^
 Dethlef ReVentlow , Edelman van Holfteyn,

B^m^^rii, een uytftekend man, heeft dit Bisdom Dodor in de Rechten, en Cancelier des Ko-
bedient den tijt van 27 jaren. nings van Denemarcken, heeft fich in defe ver-

lan de V, Nicolaes en Coenraed pooghden ten anderinge kloeckelijck gequeten.
naeften by al op eenen felven tijdt fich in \'t Bis-
Balthafar Rantzow, fone van Jan Rantzow, Hol-
dom in te dringen : de Kanonicken van Lübeck fteynfchen edelman van Newenhaufen, Raets-
hadden Jan verkoren de Paus daerentegen heer des Konings van Denemarcken, wiert om
hadde van Avignon gefonden eenen Nicolaes defer oorfake wille overgevoert in deMarcke
geboren uyt Meyffen, welcke dit Bisdom niet door Marten van Waldenfèld, vyant van Chri-
vindende foo groot, als hy fich ingebeelt hadde, ftiaen den Derden Koning van Denemarcken,
heeft het felve terftont afgeleyt, en verkreegh alwaer hy niet fijnde gereet genoegh om fijn
daer na den my ter vanMeylTen, weshalven de rantfben te betalen, in de gevangeniffe ftierf
Canonicken van Lübeck Jan voor de tweede in\'t jaer 1547.
mael verkoren : maer Nicolaes hadde \'t werck
lodocus Hutfilter*
alfbo befteken ontrent de Paus, dat hy tot Bif^ Theodoncus Res.

fchop van Lübeck ftelde Coenraed van Griefèn- Andries Barhui, te voren Cancellier van Ko-
heym , Secretaris van Keyfer Karei de IV, ning Chriftiaen den Derden,
die acht jaren heeft gefeten. Defe geftorven
lanTideman, oft de IX; defè vier en hebben
fijnde, wiert Jan voor de derde mael verkoren, niet lang geregeert.

doch hy en overleefde fijne waerdigheyt niet Everhardwon Hollis tot defè waerdigheydt ge-
lange , maer ftierf in\'t fèlve jaer. komen in\'t jaer ijói , te gelijck bedienende

Everard Attendoorn, Licentiaet in de Rechten, \'t Bisdom van Verden , en oock Abt fijnde van
was voorhenen geweeft Deken van Lübeck. \'t kloofter van S. Michiel in \'t Hertoghdom van

teVI, DÄ^w, Doótorin de Decreten, Lunenburgh.
en Auditeur van de Roomfche Rote, wiert door
lan Adolf, erfgenaem van Noorwegen , Her-
den Paus geftelt in de plaetfè en waerdigheyt togh van Slefwijck, Holfteyn, &c. wiert in de-
van Everard , en heeft 21 jaren gefeten. fen ftaet geftelt in den jare i : maer als fij-

ïan de Y l\\, Scheel, geboren vanUannoxer,Ia- ne oudere broederen, de Hertogen Philips en
centiaet in de Decreten, wierdt eendrachtelijck Frederick, door eene onrijpe doodt quamen af-
verkoren van de Canonicken, en door den Paus ° lijvigh te worden, fonder mannelijcke kinderen
beveftight : hy heeft het Concilie van Bafel
fes na te laten, verliet hy \'t Bisdom , en nam \'tgou-
jaren bygewoont, fijnde Geheymfchrijver van vernement aen van de Hertoghdommen, ten
den Keyièr j en heeft 19 jaren gefèten. houwelijck nemende Augufta, dochter van Fre-

Nicolaes heeft fich fèer wel gequeten in dit derick de 11, Koning van Denemarcken.
ampt, en wilde \'t Aerts-bisdom van Riga niet
ïan Frederick , de jongfte fone van Adolf, wiert
aennemen , \'t welck hem geboden wiert, maer gekoren in plaetfè fijns Vaders door \'t Collegie
te Lübeck blijven; evenwel hy en heeft daer na der Canonicken van Bremen en Lübeck. Hy is
niet lang geleeft, maer is na tien jaren fittens overleden in \'t jaer 1(534, en heeft tot navolger
geftorven. , gehadt in den fèlven jare

Arnold van Weftphalen , een geleert man , en lan , Erfgenaem van Noorwegen, Hertogh
is niet alleenlijck Dodor geweeft in \'t Canonijc-. van Slefwijck en Holfteyn, &c.
ke Recht, maer heeft oock openbaerlijck ge- De ftadt van Eutine, de ftoel der BifTchop-

pen

"»A

i

t ,
K

-ocr page 104-

W A

pen van Lübeck , is oudt en vermaert fy wiert
befprongen , docii te vergeefs, door Nicolot
Prince van Mecklenburgh. De Grave Adolf
heeftfe gefchoncken aen den Biffchop Gerold,
die aldaer heeft gefticht een Biftchoppelijck
paleys , aleer \'t Bisdom van Altenhurgh tot Lü-
beck wiert overgevoert. De Biffchop Burchard
vanSarken heeft de fondamenten geleydt der
Collegiale Kercke , welcke fijne navolgers fè-
dert hebben voltoyt. Inden jare 1534, als de
borgers van Lübeck Hertogh Chriftiaen den
oorlogh aendeden , wonnen fy oock Eutine, het
welck korts daer na herwonnen wierdt door Jan
van Rantzow.

\'t V O R S T E N DOM
VAN PLÖN

Et Vorftendom van Plone begrijpt de
Vooghdye van Plone, en de landen ge-
hoorende tot de kloofteren van Reynfeld
en Arensbock j welcke Vooghdyen te leen ge-
geven fijn door Koning Frederick de II aen
Hertogh Jan den Jongen , fijnen broeder, met
het Hertoghdom van Sonderburgh. Defe
Vooghdye en is niet wijdftreckende want fy
en heeft naywlij cks 24 bunderen.

Plone is eene genoeghlaem oude ftadt van
Wagrien fy en is niet beroemt geweeft als ten
tijde der Wandalen, toenfè in Wagrien woonden.
Sy light twee mijlen van Preze en Eutine, vier
van Kiel, Newfladt, Segebergh, Oldenburgh
en Newmunfter , fès van Lübeck en oock lbo
veef van Oldefchloe. Hare gelegenheyt is feer
gerieflijck , als byna t\'eenemael omcingelt fijn-
de van een lack, en ten weften aen \'t vafte lant
gehecht fijnde door eene feer lange brugge.
S. Vicelyn heeft de Parochie-kercke gebouwt
in\'t jaer II51. Defe ftadt is foo gefterckt ge-
worden, datfè getelt en geftelt is geweeft on-
der de voornaemfte fterckten van dit geweft.
Graef Adolf de IV heeft haer het Lubeckfche
Recht vergunt. Sy is het verblijf des Hertogs
Joachim Erneft , die aldaer bp eenen hoogen
bergh een uytnemend ftot, na d\'Italiaenfche
wijfè, gebouwt heeft.

DE VOOGHDYE

VAN A R E N S B O C K.

Rensbock was eertijdts een kloofter,
welcks oorfprong befchreven wordt op
defe wijfe door den Navolger van Hel-
mold : Nicolaes, Grave van
Holfteyn, in Funen
dooreenen onverwachten aenval van de Denen
befprongen fijnde, (in weicken ftrijt hy een 00-
ge verloor,) en in groot gevaer fijnde, dede be-
lofte , dat hy , ter eere van Maria de moeder
Chrifti, een Nonnen-kloofter ftichten foude, by
aldien hy den tegenwoordigen noot behouden
ontkomen mochte,
\'t Gevecht geeyndight en
hy verwinner fijnde, na \'t verloop van eenige
jaren, als hy in den jare 13^0 erfgenaem was
Duytslant.

V

Bmine»

E.

H

GRIEN. 14,^

geworden van Hertogh Adolf, den leften van
den ftamme van Kiel en van Wagrien, foo heeft
hy in \'t jaer 1398 endelijck in Wagrien gebouwt
dit kloofter van Arens bock, \'t welck gegeven
is aen Nonnen , genomen uyt de kloofteren van
Preze, Itzehoe en andere van de felve fexei
Maerdewijle d\'inkomften weynigh waren, foo
heeft Albert Roden burgh, Canoniek van Lü-
beck, de felve vermeerdert door den byftant van
fommige borgeren der felve ftad Lübeck. Wey-
nigh tijdts hier na wiert dit kloofter toegeftaen
aen de Carthuyferen , met bewilliging en door
ordre van Geeraerd Hertogh van Slefwijck.
Hertogh Joachim dede hier oock een Paleys
bouwen.

Oock light in defe Heerlijckheyt oft Voogh-
dye het dorp Reinfeld, waer in eertijdts een
kloofter was van d\'ordre der Ciftercienfen , waei:
van de ongenaemde Navolger van Helmold
gewaeght : van den felven Grave Adolf (feght
hy ) wierdt oock gebouwt het kloofter van
Reynfeld ; want defe Grave was van den huy-
fe van Schouwenburgh en op de grenfèn van
dit landtfchap light het kloofter van Locken
van d\'ordre der Ciftercienfen , waer uyt hy de
Monicken heeft genomen , en heeftfe geplaetft
tot Reinfeld om aldaer te woonen. Weshalven
de Monicken van Locken noch op heden het
recht van oplicht hebben over die van Rein-^
feld, en boven hun fijn. De Grave Jan is d\'eer^
fte begraven geworden in dit kloofter , en
voorts d\'andere van fijnen geflachte. Alhier
is oock een Paleys toebehoorende den Her»
togh.

De Vooghdye of Heerlijckheyt
VAN SEGEBERGH.

De Koningklijcke Vooghdye van Sege-éeW„.
bergh is eensdeels gelegen in Wagrien, fc^jt.
eensdeels in Stormar : iy is nu een groo*
te Vooghdye, om dieswille datfè niet alleen en
vervat \'t gene haer naby is, maer oock te ge-
lijck de jurisdidie oft gebied des kloofters van
Segebergh. Sy ftreckt fich uyt (uytgenomen
\'t gene begrepen wort in de Parochiën van Ra-
tekow en Glefchendorp ) van \'t Hertoghdom
van Plone af tot aen de Vooghdyen toe van
Rendesburgh en Steynbjirgh, fès mijlen inde
lengte. Haere breedte van de palen af der
Vorftelijcke Vooghdye van Kiel tot aen die van
de Vooghdye van Tremsbuttel en van \'t Graef-
fchap van Pinnenbergh, is verfcheyden, nu van
drie en vier, nu van vijf mijlen; in welck ge-
biedt vervat worden 492 bunderen.

\'t Aertrijck van defe Vooghdye en is ten op- Hoedam^-
ficht der vruchtbaerheydt fich fèlven alom niet
gelijck : want dat gedeelte, het welck in Wa-
grien light, is fchoon en bloeyende, en met de
reft van Wagrien overeenkomende: maer \'t an-
der, dat in Stormar Hght, is wel wijdftreckende,
doch overgroeyt van heykruydt en doornen, en
den landbouweren geenen feer grooten oeghft
toebrengende.

M 12 \'t Kafteel

/ ■ ï
i >;

iy

-ocr page 105-

ï i
fél

! • ,1"

w

\'t Kafteel van Segebergh is eenige honderden
van jaren op eenen bergh en nu en dan geweeft
de woonftede der Graven, en hadde by fich
liggende de ftadt en een kloofter : \'thing over
den top van eene kalck-klippe, of daer men
kalck uyttrock , die haers gelijcke niet en had-
de in \'t gantfch Hertoghdom, hebbende boven
in haren top eenen fèer diepen put. Geduuren-
de den oorlogh tuffchen de Sweden en Denen,
wierd het van de Sweden afgebroken, om dat\'er
niet ais roovers in befettinge lagen. Defèn
bergh, in die tijt geheeten
AU of Albergh, hadde
Canutus, Koning der Wandalen, Hertogh van
Slefwijck , ingenomen, hebbende hem de Key-
fer defè Wandalifche kuften te leen gegeven,
en in den beginne hadde hy op den fèlven eeni-
ge huyfèn gebouwt, met vaft opfet van aldaer

WAGRIEN.

M (:

i !
;

ZUYDERD^EL VAN

\'(Kafteel
van Segf^
herg.

1

i\'il

i(l

I ;

een kafteel te maken, naer \'t af-handelen van
andere fijne faken, om den aenloop der Wan-
dalen te beter te ftuyten : maer Adolf de I, Gra-
ve van Holfteyn , niet konnende gedoogen dat
men voor hadde foo dicht op fijne grenfèn een
kafteel te bouwen , maeckte fbmmige ftoute
en onvertzaeghde gaften op , om by nacht de
foldaten te dooden, die op den bergh de wacht
hielden, en hunne huyfen om te werpen. Doch
Koning Canutus omgebracht fijnde , foo ver-
kreegh S. Vicelijn van Keyfer Lotharius, dat
hy aldaer een fterckte mochte bouwen, die der
Wandalen moetwil als tot eenen toom fbude
ftrecken. Defe fterckte wierdt daer na vernielt
door den Grave Henrick van Badewijn i maer
door Adolf weder herbouwt

Ijl

. I

t

HET

. \\
f

« i

\' I

r

i

1

! ä

-ocr page 106-

HET HARTOGHDOM

VAN

O R M A R.

E naem van \'c Hartogh-
dom van Stormar, het
welck door d\'Elve, Sto-
re , Trave , Bille en
Schonbeck,
en doOr de
linie tot aen de Trave
aen defe fijde van We-
fenbergh, bepaelt wort,
wort by fbmmige ge-
trocken van \'t moe-
rafch gelegen by de Store, \'t welck noch eens-
deels wort genoemt. De Navolger van
Helmold noemt defe moeraffchen , gelegen aen
de zuyder-fijde van de Store,
een gedeelte yan het
moerafth , wan d\'eene fijde Dan de rmere de Store wan
Bredenbergh af tot aen d\'Ehe en Hamburgh toe.
En
in\'t privilegie van Henrick de Leeuw wordenfe
genoemt
de moerajfchen ontrent de Wilfter en de Store.
Maer tegenwoordelijck wort dat deel broeck-
landts
or moerafch-achtige aerde , welcke light
by de riviere de Store, aen hare zuyder-fijde,
alleenlijck Stormarfch genoemt: want de moe-
raffchen van Krempe, Bilenbergh en Hafeldorp
hebben hunne eygene namen. Aldus foude dit
gewefle Stormar en Stormarfch fijn genoemt
geweefl. Maer den oorfjDrong genomen van
Marck flaet my beter aen : want men heeft ge-
noemt en noemt als noch Stormar dat geweite,
\'t welck ten noorden omringt wort van de Store
(Vmbmarcket) om dat in plaetfe van C oft K lich-
telijck kan inglyen Ch oft H , \'t welck daer na
t\'eenemael verdwenen en uytgeroeyt is, gelijck
als blijckt in Marcoman en Marek (riviere van
Moravien) waer uyt
Mähren en Mähr fijn ont-
ftaen. Dat gedeelte van Holfteyn , door \'t welc-
ke men gaet van Bilene naer d\'Elve tot de riviere
de Store, eertijts Stormar genoemt na defen
naem , heeft weynigh plaetfe gelaten aen \'t oude
Holfteyn om te
gaen van de Store naer d\'Eyder.
Crantzius lib. j van Saxen, cap. 17• Ten min-
fleniseen van beyden waerachtigh: want dat
Adam van Bremen de Stormaren aldus acht ge-
noemt, om datfe oproerigh en oploopende fijn,
enfluyt niet; dit fijn fijne woorden;
Daer fijn
drie foorten wan Sax fche Volckeren aen gene fijde d\'Elve;
d\'eerfte gelegen by den Oceaen
fijn de Thiatmarsgoifen, en
hunne kercke Mildintorp; de tweede werden genoemt
Holfteyners, na de wouden diefe bewoonen , door welcker
gewefte paffeert de riviere de Store, en hunne kercke wort
genoemt Schonenfeld; de derde, die oock edeler fijn, wor-
den Sturmaren geheeten, om dat dit volck door oproer
dickmael bewogen wort.

D\'oude en oprechte fcheydpael des Hartogh-
doms van Stormar, na de meeninge van Crant-
zius en na de gemeene reden, is ten noorden
Duytslant.

Malert.

de Sture oft Store, en boven de felve Holfteyn
eygentlijck foo genoemt, ten weften d\'Elve,
ten ooften heeft \'et eene felve grenfè met het
Hartoghdom van Holfteyn, namelijck achter
d\'Elve de vooghdye van Bergerdorf, vier dor-^
pen van den lande van Lübeck, en vier van
Hamburgh, \'t Hartoghdom van Neder-Saxen ,
de Billene, Schonbeck, de Suite voor een deel,
en de Barnebeck tot aen de Trave toe, en eyn-
delijck de linie van de fèlve getrocken een wey-
nigh achter Segebergh tot aen den ooriprong
der Store.

Dit lantfchap heeft weleer den tijtel gehzdt Eertijts een
van Graeffchap , hoewel\'tin oude tijden maer
een Graeffchap en heeft gemaeckt met Hol-
fteyn. Waerom oock Helmold defè twee Marc-
ken benaemt met den eenigen name van Graef-
fchap ;
Hartogh Luder ( feght hy) heeft het ledigh-
ftaende Graeffchap gefchoncken aen den Edelen man Adolf
van Schomenburgh.
Edoch daer waren twee volc-
keren , twee Marcken, en oock foo veel dorpen,
gelijck men leeft by d\'Autheuren :
\'tVokkwan
Holfteyn , "t wolck wan Stormar, \'t dorp wan Holfleyn,
en de Marck wan Holfteyn :
hier uyt komt \'et dat
Stormar een byfonder dorp oft Marck vertoont
en uytmaeckt.

Maer federt defè landen tot Hartoghdommen ^^ch na
fijn verheven geworden , en de Princen en Vor-
ften defèr Provintien fich hebben gefchreven ^
Hartogen van Holfteyn en Stormar; foo is dit
felve gewefte van Stormar verkiert geworden
met den tijtel van Hartoghdom. Dit Hartogh-
Sijne groote.
dom dan fpringt uyt van Gluckftadt af tot Trit-
tow toe meer dan tien mijlen in de langte; in
de breedte , van Hamburgh af tot aen de Store,
ontrent fèven mijlen, en ter plaetfè daer\'top
fijn breedfte is tegen over d\'Elve in Ochfènwer-
der tot aen de Store, acht mijlen.

Defe landouwe valt fèer ongelijck; want bo- Hoedamg-
ven daer de rivier-aderen fijn, isfè byna naeckt,
door dien aldaer groote heyden fijn , en voor-
namelijck die van Einfeld, J^av^

fcë-^c^tc / en tk ©Cöfeb^\'^\'^cr-^e^^e^ In tegen-
deel ontrent d\'Elve isfè vet en vruchtbaer, ge-
lijck als boven Hamburgh fijn die feer uytne-
mende broeck-landen
Billwerder, Ochfenwerder, Scc,
en vervolgens een weynigh beneden Wedel^ oock
fijnder noch andere tot de Store toe ftreckende,
als hier achter gefèght fal werden.

Men fiet alhier berg en, hoewel wat leegh- Betgen»
achtigh , I. ontrent Nordoë niet verre van
Itzehoe, alwaer Henrick Rantzow,eertijts Stede-
houder
des Konings, een Pyramide oft naelde
heeft doen oprechten. %. Sulbergh aen d\'Elve
tuffchen Nieuftad en Blanckenefe , op weicken

Mi? Alber-

-ocr page 107-
-ocr page 108-

VTi ______

js:- t-

■aita

i i \'-i:

- -

; \'.if

■! r

\' \' ■

•: i Hl-

HET H A k T O G H D O M

Albertus Magnus, Aerts-BilTcIiop, voorniaels van Beroftede, alwaerfe eenige meulens doet
een kafteel dede bouwen, maer
\'t welck wel draeyen , en eyndelijck vloeytiê de dorpen ver-
liaeft van de Holfteyners wierd verbroken, door by van Fuelsbuttel en Eppendorp. dAlfter
toelacinge van Bernard , Hartogh van Saxen en maeckt alhier een lack , \'t welck noch een an-
Grave van Holft-eyn , om dieswille dat het inlig- dere riviere ontfangt, die haren loop neemt naer
gende garniiben de boeren plaeghde, en langs het dorp Meyendorp (\'t welck lijnen naem mil-
de wegen niet als rooveryen en pleeghde naer Ichien heeft medegedeelt aen \'t edel geflacht
het leggen van Adam en Crantzius. Heden wort der Meyendorpen) en na \'t landt van Raleflfted
defe gantfche bergh-achtige ftreecke,ftreckende en Wandesbeck, en fich eyndelijck ontlaft in
naer
dEUejVitmbergengenoemt. Daer lijn oock dAlfter felve, de welcke matelijck breedt lijnde
alom veele boflchen op de bergen in de voogh- naer Hamburgh gaet, alwaerfe naer eenige kee-
dyen van Trittaw , Reynbeck, Tremsbuttel en ren in d\'Elve loopt.

Steyohorll. De riviere de Pinne ontftaet boven het dorp

Hier dienen de rivieren verhaelt, i. de Billene van Wakendorp , niet verre van den oorljirong
eene grens-riviere , de welcke eenen langen der Noordelijcke Befte j alhier en lang daer na
wegh oplchiet door twee gelijcke hoornen , van wortlè gefeght Wakenbeck, d\'oude noemdenlè
welcke d\'oofterlijcke den naem aennemende van Wickfleet; ly draeyt haren loop ontrent Hartz-
Billene , lijnen oorlprong heeft
in Billenhrocck, heyden naer Olfeburgh, het welck gelegen is
tuKchen Wendtorp en Sirkbsdorfj cn eenen nicuwQn op den grooten wegh tuffchen Hamburgh en
fcheydpael maeckt van de vooghdye van
Sujm- Rendesburgh, voorts naer \'t landt van Raden en
horfl, welcke vereenight is met Holfteyn. D\'an- naer\'t dorp van Qoickborn en Pinnenbergh,
dere tack oft hoorn ontlpringt by
Schiphorfl, niet eertijts de woonftede der Graven van Schauwen-
vevre vzn Stejnborflhoff, en wort genoemt Schon- burgh , en alhier is\'t datfe begint genoemt te
heek, miflchien foo veel als Scheenheck oft Scheyden- worden de Pinnaw : Rellingbeck valt in de felve
heek: want hy houdt fijnen ouden Icheydpael onder Pinnenbergh; en defe fterckte is gelegen
tuflchen Holfteyn en\'t Hartoghdom van Neder- aen de t\'lamenvloeyinge tuflthen beyde de rivie-
Saxen : fy vereent fich tot Trittow met den eer- ren,maer eygentlijck aen de Rellingbeck,welcke
ften arm, ontfangende eene riviere uyt het groo- uyt verfcheydene aderen ontlpringende, neder-
te lack , waer uyt oock een kleyn beeexken daelt van Hartzheyde, en gaende naer \'t dorp
vloeyt tot in de Bille of Billene , liilcks dat \'et van Reüing en naer \'t kafteel van Pinnenbergh,
aldaer fich opdoet als een eylandt, in \'t welcke eyndelijck valt in de Pinnaw, die behalven an-
gelegen fijn \'t huys en de parochye der voogh- dere ftroomen oock dien van Bilsbeck ontfangt,
dye van Trittow. De riviere de Bille loopt naer die een ftuckweeghs voor fcheydpael ftreckt
Reynbeck, fitplaetfe der vooghdye , en voorts tulfchen Pinnenbergh ende heerlijckheyt van
naer Bergerdorf, ftadt toebehoorende de fte- Barnftede, en haren wegh neemt naer Uterlèn,
den van Lubeck en Hamburgh. Over eenige een Nonnen-kloofter, en tea leften, paflfeerende
jaren heeft fich de Bille verdeelt, en is gevloeyt door de broeck-landen gelegen by Bifthorft en
met haren flinckeren arm tuflchen Bilwerder en Hohenhorft, fich in d\'Elve ftort.
Koslack in de doove Elve, en by gevolge in de Lengelbeck ontlpringt boven \'t dorpLengel,
t\'famenvloeyinge felve ^ in welcken tijdt Bilwer- en vloeyende langs het dorp en de hofftede van
der, omringt fijnde van water, een eylant was als Barmfted , ontfangtfe den vloedt OflFenbeck,
Werder, welcken arm door den ftroom afgefiie- de welcke klimmende ten noorden boven Offen-
den, en in een moerafch verandert is. Met haren feyt, Krockaw genoemt wort,- ly gaet naer de
rechteren arm gaetfe naer Hamburgh, fich al vlecke van Eimeshorn en na \'t dorp van Krock ,
vorens verfamende met de Stellow, by welcke van waerfe den naem ontleent, loopende rond-
Steynbeck light , voorts Schipbeek verby- om het dorp en de hoeve van Gelleren van
vloeyende , en achter Hamburgh onder eene Ceftermich , \'t welck eertijts lefter geheeten
brugge palfeerende, vloeytfe in d\'Elve : haren wierd oft Giefter, gelijck als gemelt ftaet in het
loop is van feven mijlen. privilegie der kercke. Tot Hamburgh vloeytlè

D\'Alfter is kleen by Hamburgh ; \'t is een in d\'Elve.
vermaerde riviere ter oorlake van haren uyt- De Rhijn is wel een kleene riviere , maer die
gang, de welcke paelt aen d\'Elve lyverlpreyt om drie redenen met ftilfwijgen niet en dient
fich in twee armen , waer van d\'een ontftaet by verby gegaen. i. om des naems wille, die haer
Giesbeïck boven \'t landt van Stegen,welcke den gemeen is met de groote riviere den Rhijn, en
naem bdioudt van dAlfter. D\'ander arm , ge- getrocken is van\'t Grieckfche woort , p«y,
heeten Av, ontlpringt boven Arensfeld en Me- \'t welck vloeyen beteeckent. 2. om datlè be-
jelsdorp U7t verfcheydene aderen, welcke ick vochtight de Konincklijcke fterckte van Gluck-
houde voorden rechten oorfprong dar Alfter : ftadt. 3. om datfe door een deel beeken voor
fy loopt na\'t^andt en dorp Oldenh^orn,by ande- fcheydpael ftreckt tuflchen de vooghdye van
ren genoemt Voldenhorn, en naer \'t landt van Steynburgh in het Hartoghdom van Holfteyn,
Arensburgh, eneyndelijck naer dat van Hengft- en het Graeffchap van Holfteyn oft Pinnen-
buttel, alwaer haer eene beecke ontmoet loo- bergh. Sy fchiet op met haren eenen hoorn
pende door \'t lardt der Edellieden van Giris- ontrent Huvenhorn, tuflchen de dorpen van
beek. Een weynigh beneden\'t dorp van Oldfte- Horft en Hale . en met den anderen dicht by
de omarmen defè arn^en eickanderen, en van Schnobelsjock, die genoemt wort Suderbeck,
daer neemt de riviere Wen loop naer \'t dorp welcke daer na door hunne t\'lamenvloeyinge

een

h

r

!

; ^ !

• : >
1 ■ >

: I

; i f!

■ ! \' I

i\';
f.

irr.

Time.

■ . . i ^.
H

Rivieven.
I. Biltene
oft Bdk.

! iH
i in

in:!

iU fl:

IV.

Lengel-
bec^

IT.

^Ißer.

V.

-ocr page 109-

T O R M

N

R.

V

14,0

een eylandt maken, en Groenlandt en Kummer- lijde van \'t dorp, landt en edel-hnys van Stellaw,
Jandt omringen. De Rhijn voorts vloe^^ende alwaer eertijts Woldemar,Hartogh van Slefwijk,
door de broek-achtige landouwe van Wildne, en inde vlucht floegh Adolf de III, Grave van
vergroot fijnde door eene beecke, valt neder in Holfteyn,in \'t jaer 1201; eyndelijck boven Vor-
d\'Eive by de gefeyde fterckte van Gluckftadt. bruck ftortfe fich in de Store.

Eyndelijck komt ons voor de groote riviere De Store , na datfe de Bramaw ontfangen
de Store, die d Ouden Sture noemden, waer uyt heeft , Iwelt merckelijck, en aldus vergroot,
ick vermoede , datfe haren naem lal hebben palfeertfe verby Kellinghufen, en ontfangt ten
getrocken van \'t oude Duytfch woort
Smr, het noorden de Barbeck, by welcke \'t landt light De "Bar-
welck groot beteeckent, om dieswille datfe in van den felven naem, en ten zuyden de Lutz- ^^^^
grootte verre te boven gaet alle d\'andere rivie- beek, die niet verre van Barmftede uyt een moe-
ren van Stormar. Sy neemt haren oorlprong uyt rafch komt: van daer looptfe naer\'t dorp van
een moerafch op de grenfen van Wagrien,indien Breitenberg, en naer \'t kafteel van Breitenburgh,
de parochye van Bornhovede onder die van Wa- het welck de voornaemfte fterckte is des Onder-
grien noch wort getelt. Sy blijft gedurighlijck konings j en van daer naer \'t dorp van Munfter-
de fcheydpael van Holfteyn en Stormar, van ha- dorp,en naer de ftadt van Itzehoe,welcke fy om-
ren oorlprong af tot aen haren uytgang toe in ringt. Daer na paflèertfe naer \'t dorp en \'t landt
d Elve. Sy ontftaet boven het groot en kleen van Heyligenftede 5 en korts daer na valt de
Kummerfeld , naüwelijcks een vierendeel-mijls Beckaw in de fèlve, die in \'t bofch ontftaet van Dedtc^aw,
van de parochye van Bornhovede. De riviere de Bochhorftholtz dicht by
ICecr, en eene beecke
Ve Schim- Schwale ontlpringt in de beemd van Schwalen- ontfangt afdalende van \'t dorp van Schenefeld;
broeck , een vierendeel-mijls van den oorfprong voorts gaende na Meelbeeck, foo ontfangtfe
der Store , in fich ontfangende de riviere Halen- eene andere riviere afvloeyende van de lan-
beck, eertijts oock Schwale genoemt, en (ge- douwe Drage, enlj?oeyt fich naer\'t landt van
lijck HelmiOld fchrijft) Holfteyn van Wagrien Krummendick en Beckehof, en by Bekemunde
afdeelende; maer na dat de Schwale de riviere verdrincktfè fich in de Store. Niet lange daer na
Delènbeck ontfangen had , heeftfe eenen an- ontlaft fich de Wilfter of Welfter in de gefeyde
De wiijler,
deren loop genomen , en is gegaen naer New- Store dicht by Kafenort ■ ly heeft haer begin
munfter , alwaerfè vloeyt langs den grooten by Beltorp, niet verre van Hademarfch en Han-
wegh, die boven die plaetlè is, van Rendesburgh row, en korts daer na lecktfe de palen van Hol-
naer Hamburgh , en vervolgens op de Store, fteyn en Dithmarfen , drie andere rivieren ver-
De Schwale en de Store loopen in een onder lamelende, en als dan wortlè genoemt Maken-
de landouwe van Wittorp, alwaer de Schwale beek, en daer na Spranth, tot dat de Wolbur-
ten naeftenby foo groot is als de Store, waerom gaw by Bokelen.burgh haer bygevoeght wort,
fy verdient gereeckent te werden voor eenen die uyt Dithmarfen van Don-kapel door \'t lack
van haer armen. Daer na komt de beecke van Kudenfee henen loopt, \'t welck 840 roeden
Embeck in haer vallen van de fijde van Hol- houdt in de lengte, en ypo in de breedte, en
fteyn , voortkomende uyt het lack van Bordes- feer vilchrijck is, Nopende de Wolburgaw , ly
De ml-
holm , (waer uyt oock eene riviere aen de neemt haren gang naer Bokelenburgh , eertijdts
fijde van \'t noorden in d\'Eyder ftroomt,) gaet woonplaetfe der Graven van Dithmarfen. Eeni-
door\'t lack van Einfeld
, en loopt naer de Store, ge meenen dat de Wolhurgayp haren naem hier
DeSarkxv- die oock in fich ontfangt de Sarlaw, welcke feer af genomen heeft, dat eertijts de Dithmarlèrs
breed is. Sy heeft haren eerften oorfprong by Wolburghof Walpurg,de huys-vrouwe van hun-
Holtdorp uyt de parochye van Nordorp , en nen Grave Rudolf de Tweede, neus en ooren af-
aldaer werdtfe Holtbeck genoemt , van-een- fneden, en alfbo verminckt in de riviere fmeten ;
fcheydehde met eene kleene wijdte de paro- waer af ly den naem Ibude ontleent hebben. Alle
chyen van Nordorp en Hohenweftede, en met defe wateren van alle fijden verfamelt fijnde, foo
fich leydende de Tapaw, welcke afloopt van begintfe de Wilfter genoemt te werden , en
de hoeve van Boternhofen , 2. de Aw, en loopende dwars door \'t moerafch en door de
3. d\'AlJiaw. D\'Afpaw
vereenight fijnde met an- ftadt van Wilfter, waer af fy hunne namen trec-
dere rivieren by den meulen van Bufingen, wort ken , foo valtfe eyndelijck in de Store by Ka-
eerft genoemt Sarlow, en palfeerende boven de fenort , welcke voortgaet na Bejenfleth. De
hoeve van Sarluflèn, valt eyndelijck in de Store, laetfte riviere, die de Store ontfangt,wort Krem-
De Krem^^
Voorts van de fij de van Stormar komt de riviere pe geheeten, miflchien foo veel als Krummaw,
Wimerbeck wiens oorfprong is by Grojfen Afpe. van wegen hare kromme keeren: fy heeft haren
De ftroom Bramaw verfaemt fich met de Store, oorfprong by Bokeleflè in de parochye van

vloeyende verby\'t landt van Reftorp j hyont- Barmftede, en fich verfellende met andere rivie-

ftaet eerftelijck in \'t moerafch van Richelmohr, ren , bevochtightfe Steynburgh, oude fitplaetfe

en ontfangt aldaer den name van Boternbeck j der vooghdye j voorts looptfe na de Koninck-

hylooptnaHeidmuhl,DemöhlenBrahmftede, lijcke fterckte van Krempe, tot datfe palfeert

fijnde een dorp en woonftede der Edelen. On- het dorp van Bosfleet, en in de Store valt het

der Brahmftede vloeyt oock in de Store de rivie- dorp van Wevelsfleet light \'er tegen-over, het

re Schmalbeck j fy ontfpringt tot Hartenholme, welck gelegen is by de gefeyde Store, waerom

en neemt haren keer naer Schmalefeld, alwaerfe men de Store gedurighlijck paffeert met fchuy-

waft of toeneemt door den vliet van Kohlen- ten, die eyndelijck fich uytftort in d\'Elve. HareJ^/W^^

beek i daer na gaetfe naer Brahmaw, aen gene mondt of uytgang en is niet breedt, maer leer d^j^ive.
T)u)\'tslant. M 14 diep

VL

De Stm.

De Bra-
waiv*

m

\'ii

rïf

! \'

ik \'

-ocr page 110-

\'t H A R T O G H D O M

diep eil bequaem om groote fchepen t\'ontfan-
gen : de loop defer riviere maeckt uyt iz mijlen»
In dit Hartoghdom fijn gelegen, behalven de
feer vermaerde fladt van Hamburgh, de voogh-
\' dyen van Trittow en Reynbeck, \'t meerendeel
der Konincklijcke vooghdye van Segebergh,
het gantfche Graeffchap van Holfteyn, anders
genoemt\'t Graeffchap
Van Pinnenbergh, het
welck onlangs vervallen is aen de Princen Re-
genten door\'t uytfterven van den ouden ftamme
van Schauwenburgh , en eyndelijck jeen goedt
deel van de Konincklijcke vooghdye van Steyn-
burgh , met de Sterckten van Gluckftadt en

STORMAR.

Krempe, nevens \'t edele Nonnen- kloofter van
Uterfen, en eenige hoeven der Edelen. Van alle
welcke dingen wy hier na op hunne plaetfe füllen
fpreken. Daer fijn noch twee Voogndyen, den
Hartogh van Slefwijck en Holfteyn onderwor-
pen , gelegen op de frontieren , die voormaels
gehoorden tot den Hartog van Saxen oft Saffen-
Lauwenburgh, te weten , Tremmesbuttel en
Steynhorft , die tot noch toe in \'t algemeen
regifter van Holfteyn niet ingevoeght en fijn,
hoewel Tremsbuttel waerlijck in Stormar, en
alfbo in Holfteyn, is gelegen.

: Iii; 1

M :il!i

,; 1J -

iii!

n if

i!\'\'

■ \'Ii
■i» ■

,\' 1
r ,

i

D E

-ocr page 111-

DE VOOGHDYEN

STEINHORST

TREMSBUTTEL,

TRITTOW, en REINBECK.

DE VOOGHDYE

VAN STEINHORST.

E Vooghdye van Stein-
horft, gelegen aen de-
le hjde van d\'oude
grenfèn van Holfteyn,
en op den grondt van
Nederfaxen, nu onder-
worpen den Hertogh
van Holfteyn, gelijck
als eygen goet, is aen
den huyfe van Hol-
fteyn gekomen op defe wijfe: By onfer grootva-
deren en oudgrootvaderen gedachtenifte heeft
fy gehoorfaemt den HertogeM^^«,broeder van
Francifcus Hertogh van Neder-Saxen, de welcke
van Detleven van Buchwald in Neverftorff 16000
Rijcksdalers op intereft heeft genomen, bor-
ge voor hem blijvende fekere Saxifche Edel-lie-
den, en heeft den felven voor de gefeyde fom-
me defe Vooghdye of Heerlijckheyt van Stein-
horft te pande gegeven ; doch Hertogh Mag-
nus in de vergaderinge van Kiel, anders
Vmhjchlag
gefeght, ( waer af wy hier voren hebben ge-
waeght , ) in \'t jaer 1574, fich vindende, en gee-
ne betahnge doende, foo hebben de gefeyde
Saxifche EdeUieden hun recht op Steinhorft
overgegeven aen Adolf Hertogh van Slefwijck
en Holfteyn, die Detleven van Buchwald vol-
dede. In dén felven jare hadde Hertogh Magnus
\'t beleyt over de ruyteren en voetknechten, die
in Nederlant afgedanckt waren, en pooghde
met de felve in te dringen in \'t gebiedt des Her-
toghdoms van Nederfaxen noch by \'t leven fijns
vaders, die \'t gouvernement daer van hadde ge-
geven aen Francifcus,fijnenjongften fone. Maer
als Adolf, Hertogh van Holfteyn en Slefwijck,
voor dat mael overfte fijnde van den Nederfaxi-
fchenkreyts, midlerwijle vaerdighlijck byftant
befchickteaen Hertogh Francifcus, fulcks dat
Hertogh Magnus, die te vergeefs \'t kafteel van
Ratzeborgh belegerde, ( de ftadt onderwijlen
geplondert fijnde, ) gedrongen wiert de vlucht
te nemen, en fich in Sweden te bergen j foo
heeft Hertogh Francifcus de Jonge defe Voogh-
dye van Steinhorft aen Hertogh Adolf verkocht
voor de gefeyde 16000 Rijcksdalers, ontfan-
gende 1000 der felve voor intereft, en noch
10000 daer-en-boven , dat is, in alles 27000,
en heeft hem de felve erffelijck en eygen ge-
maeckt in den jare 1575 : in tegendeel Hertogh
Adolf, wedereyfchende d\'onkoften desoorloghs

en der fterckten gebruyckt tegens Hertogh
Magnus, moefte afftaen, en fijne pretenfien
nopende die dingen overgeven aen Hertogh
Francifcus , den weicken veroorloft wierde by
alle middelen de felve namaels tegen Hertogh
Magnus te gebruycken.

DE VOOGHDYE

VAN TREMSBVTTEL.

Lhoewel Tremsbuttel van de Herto-«
gen van Nederfaxen gekomen is aen Her-
togh Adolf, en niet en is ingefchickt ge«
weeft in de regifteren van \'t nieuwe geweft des
Hertoghdoms van Holfteyn : \'t is niet-te-min
eygentlijck gelegen binnen d\'oude grenfen van
Holfteyn, en dienvolgens vervat in den lande
van dat Hertoghdom ; \'t welck oock betuyght
feker ongenoemt Schrijver van de Slavoenfche
Chronijcke met defe woorden :
In den jare 1482,
fijn Hertogh lan wan Lauwenburgh, en de Vicarifen Van
Lübeck onder een werdragen, weicken fy al lange woor
werbannen hadden werklaert, om niet betaelt te hebben
fekere inkomften wan de ßerckte wan Tremelsbuttel in
Holfleyn.

\'t Is al redelijck lange, dat \'er verhaelt is ge-
weeft , dat Tremsbuttel een Adelijck erfgoet
was in\'t Hertoghdom van Holfteyn, oft, om rremslut-
eygentlijcker te fpreken , in Stormar, in den ^^^tijdts
begrijpe der Vooghdye van Trittow gelegen,
welcke Luder Hoifte, Holfteynfch Edelman,/mj
heeft verkocht aen Jan Hertogh van Neder-
faxen in den jare 1474; doch niet fbnder uyt- wertver-
gedruckte bewilliging van Chriftiaen den Eer-
ften , Koning van Denemarcken,
dcc. die hem logh^af
toeliet de felve te verkoopen aen den Her-
togh van Holfteyn, maer onder voorwaerde
van wederkoop; en fbude voorts bewaert wer-
den voor den Koning en fijne nakomelingen;
voor welcke fake Hertogh Jan een byfonder ren-
vers (gelijck men het noemt) aen den Koning
gaf.

Inden jare 1571, ajs defe Vooghdye bynae
hondert jaren befèten was geweeft by de Herto-
gen van Saxen-Lauwenburgh , heeft Hertogh
Adolf tot twee reyfen eenige duyfenden Rijcks-
dalers geleent aen Hertogh Francifcus , eens-
deels tot wederkoopinge van Tremsbuttel allee-
ne , eensdeels oock tot die van Tremsbuttel en
der tollen van Lauwenburgh t\'famen; en by dit
middel verkreegh hy binnen eenige jaren de
volle befittinge defer Vooghdye. Weynigh tijts
daer na, Hertogh Magnus, oudtfte foon van

M IJ Hertogh

-ocr page 112- -ocr page 113-

n "^i:

l- -Uli

: t ,

H ^\'i

V O

E N

G H

Ö

D

D

Hertogh Frandfcus, op fijne wederkomfte van Voor wat min oft meer als hondert jaren was

TJ^TL s Sweden , voorwendende dat Tremsbuttel fijne Paulus Rantzow inBohtkamp Gouverneur of be-

Zln lid-\' huysvrouwe gefchoncken was, beloofde pock ftierder der Vooghdyen van Trittow en Rein-

ƒ7«. een gedeelte der gelt-koften te betalen , te we- beek; en in onfe eeuwe is\'t geweeft lafper Pen-

ten , die alleenlijck die gedaen waren geweeft ze, die geftorven is in\'t jaer 1619; denwelcken

in \\ ftuck van Tremsbuttel; weshalven hy we- gevolght fijnJan Philips van Hertingshaufen,

dereyfchte van Hertogh Adolf de ftracks gefey- Hofmeefter van Augufta, weduwe van den Her-

de fterckte , hebbende ondertuffchen van dea togh van Slefwijck en Holfteyn, welcke defe

Keyfer een mandaet verkregen tegens den ge- Vooghdyen befat voor hare gifte Nicolaes van

feyden Hertogh tot defen eynde ; maer nadien Qualen in Siggen, die tegenwoordelijck Raedt

de gantfche fomme niet en was betaeh , en de is van den Hertogh , en Vooghd van CifiTiar en

tijdt der betalinge niet en was verfchenen, foo Oldenburgh, &c. Frederick van Ahlefeld , Erf-

en heeft hy voor Hertogh Magnus niet wil- heer in Seftermuth en Schinckel , Raetsheer

len wijeken; maer fond eene antwoorde vol van van het Vorftelijck gewefte van Holfteyn, en

voldoeninge aen den Keyfer: \'t welck oorfake Overfte van\'t Kloofter Uterfen.

geweeft is dat Tremsbuttel hem is gebleven tot Stormar, of liever gantfch Holfteyn, wort ver- Hamhfnj,

aen fijne doot toe ; na dewelcke fijne fbnen Fre- eert en verheerlijckt door de ftadt Hamborgh,

derick , Philips en Jan Adolf, de felve hebben hooft-ftadt van Stormar, beroemt door den

befeten, hoewel andere daer op hebben gepre- koophandel der Hooghduytfchen, Nederlan-

tendeert; en vervolgens heeftfe Prince Frede- ders, en Spaenjaerden, afgelegen van de zee

riek als een pant genoten, tot dat onlangs in den 18 Duytfche mijlen van de welcke wat breeder

jare 1649 defè Vooghdye den g^^^^Y^en Prince alhier te handelen , niet vreemt of buyten reden

voor fekere fomme geheelijck is gelevert en op- fal fijn , alfoo in defe kaerte hare gelegenheyt

gedragen geworden , met alle de pretenfien op -by d\'Elve met de byliggende eylanden en pro-

de ièlve, hoedanigh fy oock waren. vincien vertoont oft afgebeelt wordt. Den oor-
fprong haeres naems trecken eenige van hier,

r»p Trr^nrur^VPXl andere van daer ; maer dè/ekerfte is defe: Dae?

U h V U U U H U ï IN J^g ^^^ ^^^^^ tuffchen de rivieren d\'Alfler

VAN TRITTOW, ^ndcBUle, \'t welck men H^w; noemde, waer by

Ä TVT r> -c T XT Ü T- r- d\'oude Saxen voor de tijden van Karei den

en V A JN K E. 1 M 15 b C K. Grooten, een kafteel gebouwt hebbende,\'t fel-

HEt Paleys van Trittow is (fèght men) ve Hammeburg hieten, ter oorfake van \'t byge-
gebouwt geworden in \'tjaer 1342 , door legen bofch ; weshalven d\'eerfte en waerachtige
Graef Jan den Derden, met toename naem der ftadt niet Hamburghen is geweeft,
den Milden, als hy tot Kiel fijn verblijf hadde, maer Hammeburgh ; \'t welck de ftadts-fegel,
gelijck Joannes Petri fchrijft:
In defin tijdt hegonde d\'oude gefchriften, brieven en privilegiën noch
Jan GralPe in Wagrim, Tirittoyp te hompen niet yerre y>an op heden beveftigen: want aldus luyden de brie- ^
Billency tot ftraffe der rooiers en dienen, die den ypegh ven van Lodewijck den Eerften, gegeven tot
yanLinoyien in Saxen onfpeylighden. Dit gewefte be- Aken: Wy ordonneren met gemeene kerckelijc-
ftaet in \'t geheel in
171 morgen lands. ke bewillinge, dat \'er in\'t uyterfte geweft van Sa-

Rekbeck Reinbeck was eertijds een Kloofter of Abdye xen aen gene fijde d\'Elve, in de plaetfe geheeten
fm^^x ff« van Barvoetfche Monicken, gebouwt van Graef Hammaburgh, eenen ftoel, voorfien met fijne
kioofieu Adolf, oock Monick van de felve orde, naer authoriteyt, geftelt ial werden. De Bulle van Ni-
\'t getuygenifïè van Spangenbergh maer na- colaes Paus van Romen, ten tijde van Lode-
maels fijnde verandert in een Nonnen-kloofter, wijck de II, maeckt oock gewagh van\'t ka-
heeft\'et geduurt tot aen den jare 1530: in welc- fteel van Hammeburgh, \'t welck hy noemt den
ken tijdt ( als Helvaderus feght ) de Nonnen ftoel der Nordalbingeren. Na dat defe ftadt hec
fich begaven tot alle foorte van dertelheydt, Chriftelijck Geloove omhelft hadde, gafKarel
fulcks dat fy, in \'t afwefen van haeren Overften de Groote , een kafteel in de felve gebouwt heb-
Dethlevus Revendew , Cancelier van Koning bende, haer voor Stedehouder Utho, met een
Frederick , het kloofter met fijnen gebiede goede befettinge. Daer is nochtans iemant on-
overgaven : maer voor haer vertreck ftelden fy der de navolgers geweeft van Sigard , Hertogh
een banket toe vol van overdaet en dertelheyt, van Angren en Weftphalen, en voornaemlijck
om van haer kloofter affcheyt te nemen, en na Albion , achterneve van Sigafd, en navolger van
datfe dapper hadden gedanft, en glafen, tafels Widikind , die in Saxen Karei den Grooten den
en bancken in ftucken gefmeten, fijnfe blijde- oorlogh heeft aengedaen , Holfteyn ingeno-
lijck vertrocken. d\'Ovedte wedergekeert fijnde, men, en de nabuurige plaetfen van Hamborgh,
en\'t kloofter ledigh vindende, protefteerde hier tot dat de navolgers van Karei den Grooten
tegen, en wilde fijn ampt niet af-leggen, feg- fich van malkanderen verdeelden door hun-
gende ; of fchoon de Nonnen \'t kloofter het)- ne onderlinge tweedracht : en in die tijdt was\'t
ben verlaten , dat hy, wat hem aenging, fijne dat d\'afkomfte der Hertogen wederom quam
Opperheydt niet en hadde verlaten weshalven in de befittinge der ftadt; en hadden toen de
hy oock , foo lang hy leefde, de jaerlijckfche in- Biffchop en de Hertogen in de fèlve hare byfon-
komften heefu getrocken : eyndelijck wierdt hy dere wooningen ; \'t welck duerde tot dat Key-
BiiTchop
van Lübeck gemaeckt, en is geftorven ferOtho, welcks huysvrouwe de dochter was
in \'t jaer 1535. van Magnus Hertogh van Saxen, den leften uyt

den

Hi- \'Kr

H J!

[ i»; i-

1 >

f!

:tlf ! ■
\' \'h i;

[ ;

i il

! ! \' [i

; \'IK\'\'

i ;

t

■ ; r
151 i

ih iir

. I . l

1 :•!!

Vooghdje
van 7r:t-
tow»

I

!i ,
r M

\'Ij \'

II

I i
I \' I

r

t f .

• ! t
i. !■

Ni 1

!

^ r \' it-5
t ! ;
4. i ■

li\' i : i
n\'i:
m n

rK!

It;«
;
ï : ï -

^ i . ■

f \'

: ! ^ \'

:fl
1

; ^

-ocr page 114-

VAN S T E 1 N 3 O R G H. 14,q

den ftamme der Bilingers , \'t Graeffchap van en Comprovinciale Biifchoppen te fenden naer
Holfteyn toeftont aen Adolf Grave van Schau- de vreemde Provinciën. De laetfte fèndinge des
wenburgh. En van dien tijdt af hebben de Gra- Aertsbiftchops vanHamborgh aen de verft-gele-
venvan Holfteyn Hamburgh befeten , \'t felve gene Noorder-provincien, aen\'t gantfche Ko-
wonderlijck verciert met nieuwe gebouwen , en ninckrijcke van Denemarcken , van Sweden en
hunne begraef-plaetfen verkoren in de Cathe- Noorwegen , aen d\'Orcades, Ysland en Groen-
drale kercke deler ftadt. Maer op wat wijfe fy landt, beftont van
20 Biftchoppen. En hier uyt
haer felven in vryheydt heeft gefteldt, fulcks fpruyt \'et datfe foo dickmael fijn beoorloght ge-
melden de Hiftorien alomme: want ièdert Wol- worden van die volckeren : want
foo menigh-
demar , Hertogh van Slefwijck, geholpen door mael de godloofe raferye tegens de Chriftenen
den broeder des Konings van Denemarcken, woedede uyt haet van hunne religie, lbo waren
Hamburgh onder lijn heerfchappy bracht, Adolf die van Hamborgh d\'eerfte , die nu van de De-
daer uyt verdreven hebbende , begonden de nen, nu van de Wandalen befchuldight en ftraf-
Hamburgers aen hunne
vryheydt te denckenwaerdigh gekeurt wierden , om datie wiften dat
hebbende dan getelt
150 marck filvers aen den hun van daer de Predikers des Goddelijcken
Grave van Orlamond, foo hebbenfe fich eenen Woorts wierden gefonden. Defe ftad houd naeft
trap gemaeckt tot de felve. Adolf de IV heeft Lübeck in het Aenzeefche Gelèlfchap d\'eerfte
hun daer na defe vryheyten andere voorrechten plaetfe , gaende voor Roftock, Wifinar, Strael-
beveftight. Defe ftadt heeft
infonderheyt toege- fond en Luneborgh na welcker fes fteden goet- »
nomen ontrent den jare Chrifti 15
10 , ten welc- duncken de vergaderinge der gantfche Anzee
ken tijde die van Lübeck tegens de Denen oor- wort aengeftek, of weina eenige der voornaem-
loghden: want als doen was \'t dat haer de vreem- fte. Albert Crantzius heeft in dele ftadt geleeft,
de kooplieden voornaemlijck toevloeyden. On- wiens eere by de nakomelingenonfterffelijck be-
der den Keyfer Otho wiert Paus Benedidus uyt hoort te
iijn, om dathy in \'t licht gebracht heeft
Italien geleyt naer Hamburgh; wiens graf-lchrift de beginfelen van Wandalien, Noorwegen en
aldus luyd :
Pauó Benediäus, die geweldel^ck gerucht Sweden, en de daden der inwoonderen deler ge-
wiert uyt den Apoflolifchen ßoelj na dat hy weder herroe- weften , met de Kerckelijcke MetropoHtane, fa-
pen was , is tot Hamburgh geftorven den 3 lulii, en light ken die t\'eenemael begraven lagen onder de duy-
begraven in defe plaetfe, \'t Is oock gebeurt by ver- fternilfen der oudtheyt. Recht tegen oVer defe
loop van tijden, dat d\'Aertsbilfchoppelijcke ftadt in d\'Elve liggen feer vele ey landen, onder-
waerdigheyt, dewelcke van hare eerfte inftel- fchey den by hunne namen , rondomme dewelc-p^ -
linge af haren ftoel hadde tot Hamborgh, over- ke d\'Elve hare wateren geleyt, en verdeelt (ich dBhc:
gevoert is geweeft tot Bremen, waer uyt het ge- aldus in verfcheydene tacken , d\'eene ftrecken-
Ichil ontftaen is foo dickmael hervat tuflchen de , de ten zuyden, en d\'andere ten noorden , ter
kercken van Hamburgh en Bremen , nopende welcker oorfake ly gedeelt wort in
Zuydt-Elbe en hare ar-
d\'Opperhoogheyt en de macht van Suftraganen Noord-Elbe*

t
sir

men.

\\

DE vooghdye

VAN

BOR G H.

S T E I

i f

Ml\'

^ Si\'
lil\'

E Vooghdye van Stein-
borgh, aldus genaemt
naer \'t Huys van Stein-
borgh, \'t welck vergaen
is, is een broekachtige
landouwe, vervatten-
de de moraifchen van
Krempen en Wilfter,
\'t een en \'t ander fijnen

—----- - name nemende van de

ftadt, tot welcke het gehoort. Daer liggen in het
gebied defer Vooghdye lèkere kloofter-gronden,
gehoorende tot de rijcke Abdye van Itzehoe,
gelijck oock eeniger Edelen hoeven, \'t kafteel
van Bredenburgh, ende Konincklijcke fteden
van Itzehoe , Krempe, Wilfter en Gluckftadt.
De grenfen defer Vooghdye fijn ten weften,
d\'Elbe; ten noorden, Dithmiarfen en de Voogh-
Vuytslant*
dye van Rensburgh,en voor een deel de Voogh-
dye van Segebergh ; en ten zuydt-ooften, het
Graeffchap
van Pinnenbergh.

Crenfen.

Defe Vooghdye begrijpt 480 mergen landts :
fy wordt meerendeels bedient met het zuyder-
gedeelte van Dithmarfen door den Gouverneur
van Gluckftadt; welck ampt tegenwoordelijck
in handen is van Chriftiaen Rantzow, Regent
voor den Koning in de Hertoghdommen van
Slefwijck en Holfteyn.

Defè broecklanden eertijts foo fchoon als nu,J
wierden door Adolf den 11, Grave van Hol-
fteyn , gefchoncken aen S. Vicelijn , in dien
tijdt Prioor en Overfte van Newmunfter; welc-
ke befchenckinge beveftight wiert door Her-
togh Henrick de Leeuw in den jare 1149, met
dele woorden :
Weshalven wy de begiftinge wan \'P
mocrajchy \'
f welck by Wilfter light, tuffchen Slade en Wa-

M 16 kburgoWi

li

I

-ocr page 115-
-ocr page 116-

Ii,
-ïifi

I i

DE VOOGHDYE VAN STEINBOR GH,

khurgow ) en wan een ander gelegen dicht hy Sture tuf- dijck, beftraet met fteenen, welcke gaende vaft
fchen Lutesaw en Aldenow, gedaen ly den Grave Adolfen Crempe tot aen Gluckftad,niet min en heeft dan
ly alle dlnwoondmn wan Holfleyn aen de jelve kercke^ een mijle in de lengte. Sy light eene kleene mij-
woor goet kennen, en ordineren de [ehe hy onfe authori- le van Crempe,twee van Itzehoe en van Wilfter,
teyt woor altydt tot den gehruycke der broederen wan \'t feven van Hamborgh, acht van Rehsborgh, elf
g^eyde Newmunfler, &c. van Gottorp, tien van Kiel , en ii van Lübeck.

Men leeft niet om wat reden defè morafTchen In den jare idiS wiertfe belegert van de Key-
den Abdyen van Newmunfter en van Bordes- fèrfchen, maer te vergeefs : want Marquard
holm namaels fijn onttrocken \'t kan gebeurt Rantzow, Stadtvooght der felve, hebbende ge-
fijn by mangelinge oft wiftelinge. Voorts leeft daen eenen onverdachten en vierigen uytval,
men by den ongenaemden Navolger van Hel- verbrandde \'t leger der Keyferfchen , floeg \'er
mold dat aireede ten tijde van Graef lan en vele doodt, en brocht groot getal van gevan-
van Graef Geeraerd den Eerften gebroederen, genen in de ftadt, onder dewelcke was Hannibal,
deiè morafTchen getelt fijn geworden in de dee- vry Baron van Schauwenburgh, en Veldtoyerfte
linge der Graven erfgenamen en dat Graeflan van\'t Keyferlijcke leger. Defe ftadt heeft won-
voor fijn deel gehadt heeft het morafch van derlijck gebloeyt, terwijlfe de tollen ontfangen
Crempe, en Geeraerd dat van Wilfter. En is dit heeft van de kooplieden die op d\'Elbe handel-
felve morafch van Crempe geduerighlijck ge- den, en is volck- en koop-rijck geweeft, en ver-
hecht geweeft aen d\'af-komfte van Wagrien, tot ciert geworden met trefïelijcke gebouwen. Voor
in den jare 1340, in\'t welcke Graef Adolf, de tegenwoordigh^n is fy maer de fitplaetfe der
lefte van defen geflachte, is overleden, vol- Konincklijcke regeringe , welcke eerft tot
gens \'t verhael des gefèyden Schrijvers. Flensborgh geweeft fijnde , van daer herwaerts

aac^adu Gluckftadt- is gebouwt geworden door Ko- overgedragen is.

ning Chriftiaen de IV, ontrent den jare 1620. De ftadt en fterckte van Crempe, foo genoemt Crempe.^
Dit gantfche gewefte en vertoonde fich van alle van de riviere Crempe , foo veel gefèydt als
fijden niet anders als eene wildernifïe , oock Krumbaw ofKrumbbeck , light van Gluckftad
droegh het daer den name van,- maer deKo- eene mijle, twee
van Itzehoe , en foo veel van
ning omringde \'t felve met eenen dijck, en Wilfter, feven van Rensborgh en Hamborgh,
bouwde aldaer een ftad,om dat\'er eene bequame en elf van Lübeck.

reede was in die plaetfe voor de fchepen; en tot De ftadt van Itzehoe is eene mijle gelegen van Itishf*
een goet voorteeken noemde hy de felvè
Qluck-^ Wilfter, en foo veel van Crempe , twee van
ftadt, oft ftadt van geluck, in \'t Grieckfch Tycho^ Gluckftadt , fes van Rensborgh , negen van
polis, Sy is gelegen in een vochtigh en broekach- Gottorp, Slefwijck en Hufiim^ acht van Kiel^,
tigh landt, en men komt \'er aen langs eenen feven van Hamburgh, en elf van Lübeck.

; Ii

: i

- iiii-

• r

Ii

i

Jiwih

!\' \'Ii

HET

iCf\'

\'t; ■
■\'if\' ;
\'i

\'I.

! ■

, t
f

. I ■ i

-ocr page 117-

Cl

J4,r

HET GRAEFSCHAP

VAN

I N N E N B E R G.

It Graefichap van Hol-
fteyn (\'twelck d\'oude
Schrijvers hebben ge-
noemt het Graeffchap
van Stormar, om dat \'et
in Stormar was gelegen)
omhelsde wel eer de
ftadt van Hamburgh ,
en de vooghdyen van •
Pinnenbergh, van Hatz-
burgh en van Barmftede, behoudens nochtans
de
Privilegien der Hamburgers, \'t Geflachte van
Schawenburgh heeft veel eeuwen achter-een
dele gedeelten befeten, voornamelijgk federt
Veelwge. d\'eerfte deelinge gedaen tuffchen Grave Geraerd
de Tweede, van Schawenburgh, en Henrick
Grave van-\'t Rendesbmghfche Holfteyn. Dit
landtfchap en is niet wijdtftreckende noch in
lengte noch in breedte j maer \'t heeft eene feer
gerieflijcke gelegenheyt ontrent d\'Elve , welcke
hch uytftreckt van dAlfter af tot aen den klee-
nen Rhijn. \'t Heeft fbmwijlen gehoorfaemt by-
fondere Heeren, die echter ontftaen waren uyt
den huyfe van Holfteyn, fomtijts heeft \'et oock
voor fijne Heeren erkent de Graven van Scha-
wenburgh, die hun
verblijf hadden by de Wefèr,
welcke dit Graefichap van hun geerft hebben
ontrent den jare 1369 oft 1370 : want anderfins
en vint men nergens, dat de Graven van Scha-
wenburgh fich \'t gebiedt hebben toegefchreven
\' van \'t gantfche Graeffchap van Holfteyn, maer
alleenlijck geregeert hebben hun Graeffchap
van Pinnenbergh , als afgefonderde Heeren ;
gelijck het befpreck gemaeckt na de doodt van
Adolf Grave van Wagrien ontrent den jare 1390,
tuffchen den Grave Nicolaes, en Geraerd Har-
togh van Slefwijck , Albert en Henrick Graven
van Holfteyn, ter eener fijde en tuffchen Graef
Otho van Schawenburgh en fijne fbnen, ter an-
dere j en \'t verdragh gepaffeert tot Oldefchloe
tuffchen Koning Chriftiaen de Eerfte, en Otho
Grave van Schawenburgh, in den jare 1460,
fulcks opentlijck betoonen , fchoon het niet en
isgoetgekent geworden als in\'t volgende jaer.
Waerom oock de Koning van Denemarcken
feer qualijck heeft genomen , voor meer als
30 jaren, dat Erneft Grave van Holfteyn den tij-
tel van Prince Regent van Schawenburgh heeft
durven aennemen.

Tot onfen tijden heeft dit Graeffchap ftoffe
gelevert tot veele twiften en gefchillen door de
doodt van Otho , laetften Grave van den huyfè
van Schawenburgh, die fchielijck fijne dagen
hadde geeyndight in de bloeme fijner jeught:
want des Keyfers Procureur Fifcael trock het
DuytslanP*

Huys van Holfteyn in rechte, \'t welck de Keyfèr
aen den Koning van Denemarcken, en Hartogh
van Holfteyn, hadde gefchoncken : want het
dochte hem onbillijck hun dit Graeffchap t\'ont-
trecken, nadienfe met eene groote fomme gelts
den crediteuren van den overleden Grave Otho
voldaen hadden.

\'t Graeffchap van Pinnenbergh begrijpt fes Stmkl»isi
mijlen in de lengte van d\'Alfter tot aen den
Rnijn , en fijne breedte is van ontrent drie mij-
len. \'t Is ten zuyden en ten weften bepaelt door
d\'Elve j ten noorden door de vooghdye van
Steynburgh, den Rhijn tuffchen beyde vloeyen-
de ,• en ten ooften door de vooghdyen van Se-
gebergh , Trittow en Reinbeck, en door het
gebiedt der ftede van Hamburgh.

Soo lange de Graven van Schawenburgh dit
Graeffchap befaten, hebben fy den laft der be-
dieninge geftelt aen eenen Luytenant oft Ste-
dehouder , in gemeene tale etUCW ©rofï^tt ge-
noemt, die onder fich hadde drie StwptUlittttcr/
en een gelijck getal Griffiers, te weten, tot Pin-
nenbergh , Hatzburgh en Barmftede : maer fe-
dert de befittinge van dit Graeffchap vervallen
is aen den Huyfe van Holfteyn, hebben
\'t de
Koning van Denemarcken en de Hartogh van
Holfteyn foodanigh verdeelt, dat twee deelen ,
Pinnenbergh en Hatzburgh, den Koning , en
Barmftede, fijnde \'t derde, den Hartogh toege-
vallen fijn.

Het Graeffchap van Pinnenbergh en heeft
geene grooter riviere als d\'Elve : die van Pin-
nenbergh is de grootfte onder de kleene, na de
welcke de Croccaw oft
Lmgkmhcck volght; want
de Rhijn en bevloey t maer de grenfen : maer
hier af hebben wy breeder gehandelt hier vo-
ren in de befchrijvinge van Stormar.

De volgende parochyen met hunne aenge- Tiaetfe»e»
hechte dorpen gelegen in \'t Graeffchap van Pin- Mochjen,
nenbergh , gehooren tot den Koning : i. Die
van Rellingen met het dorp Rellingen, en het
kafteel van Pinnenbergh, \'t welck eertijdts was
de woonplaetfe der Graven ^ maer nu is \'t de fit-
plaetfe van den Geheym-raedt des Konings, en
van den Vooght. De Sweden namen \'t in, gedu-
rende den eerften oorlogh tegens de Deenen ,
de welcke van\'t belegh opgeflagen fijnde, foo
hebben \'t de Sweden behouden, tot dat de vrede
getroffen wierd tuffchen die volckeren. z. Die
van Quichborne. 3. Die van Ottenfee. 4. Die
vanAltena. 5. Die van Nieftede.
6. Die van
Wedel, in welcke light het dorp Wedel beroemt
door fijne jaerlijckfche oflfen-merckten, en door
fijne bequame gelegenheyt om van Holfteyn te
reyfen na de wefter-deelen; fulcks dat men by

M 17 fomer

H

h r

|!

ï \'1

i i \'i

-ocr page 118-

Cir£m<ihV de^iialttMd.
Ueliflixag Krenipe

iiiiiiiiiiiiiiiiiiü iiiiiiiimiiiiin _jiiipiM i

Aj

C ..-JillEffiiIlIIltlZir^^

.MnhsÈL

TÜfie-x:

C O 311T AT VS

^JNNEN BER(

nfiinifl

^ur. J

üja:^^ tiotp

i-Cxlttclc^
.Aaclr^

t KoIcïeHÏcercIcei^
juSiiii

rfcid

©m

111/it

jSSL.
mchLl

X.i

me

P?

- T

r:.- iimiuuiiiirarr^- jiiiiiK

\\mirv. Ufi^it-

■ -^J^iricft^lvuiteti
1.

\'Icin^Uf

.iSliPiS^^^^ / fiiil- 7

wT\'tiA^Utii

JM- .A.

-ocr page 119-

; • li ,

i • •. ; i\' I

IM\' I
- i (

\'tGRAEFSCHAP PINNENBERGH,

fomer en winter-tijdt aldaer eenen gemackelijc-
ken wegh vindt tot dien eynde. \'t Voert in fijn
wapen eenen Roeland , oft eenen feer grooten
gewapenden man, houdende een bloot Iwaert
in fijne rechter-handt 5 gelijck men oock op de
merckt fiet van dit dorp j fulcks dat men mach
vermoeden , oft oock dit dorp niet eene en fy
geweefl: van die twee Sterckten , die Karei de
Groote door fijne Stedehouderen op de grenfèn
van Saxen aen d\'Elve dede bouwen, om den in-
val der Slavoenen te fluyten want aldus fchrijft
Regino van de felve ;
In den jare 808 , de Keyfer
hebbende doen hompen door fijne Stedehouderen fspee
kafteelen op d\'Ebe, en garnifoen daer binnen geleght heb-
bende tegens den aenloop der SlalPoenen, ging de feeft
yan Chrifti géoorte bieren tot Aken.
7. Die van
Hertzhoorn. 8. Die van Uterfen, in welcke
gelegen is\'t kloofter van Uterfèn bewoont van
edele Nonnen, welcks bouwer tot noch toe niet
genoegh bekent en is ^ alleenlijck fchrijft Span-
genbergh, dat Graef Adolf, die aengenomen
hadde d\'ordre van S. Fran^oys, eene kercke tot
Uterfen hadde gebouwt, en eene andere tot
Herveftehude, alwaer oock een Convent was
van Nonnen. Dit kloofter befit mergen
landts; \'t wort befi:iert door eenen Abt en eenen
Prioor. 9. Die van Horfte.

In dat gedeelte, \'t welck toegevallen is den

. i r ;
i : 1- \'

i ^

: i ^ : i

^ , ii::
: \'! ir

ill ■ i\'l \' ^

■1!

i\' ■ 1-1..:
r. I :\' : ■

\' I 1 \'

iM :>\'

* \' ;

il\'i \'

\' I , i i •

5 I \'; , ■ -i ^ ; j

il I
» i i

S \'

i I : !\' :

\' \', I

I • li :

f . \'ti

. l

Hartogh van Holfi:eyn volgens de bovengeroer-
de deelinge , telt men dele parochyen , Barm-
ftede,eene edele erve toebehoorende de Heeren
van Barmftede, welcke leer rijck fijn geweeft en
machtigh , foo datfe fich by wijlen hebben ge-
ftelt tegens de Graven van Holfteyn, en voorna-
melijck alsfe geftijft wierden door den Aerts-
BifTchop van Bremen : en Elmeshorn met ver-
fcheydene dorpen , gehecht aen d\'eene en d\'an-
dere parochye.

Na dat de Hartogh van Holfteyn hadde ver-
kregen dit gedeelte van \'t Graeffchap van Pin-
nenbergh , heeft hy \'t felve geregeert door fijne
Stedehouderen oft
Landt-droften, tot dat hy wiffe-
linge daer van dede met den Grave Rantzow in
het jaer 164^, ontfangende in de plaetle de
edele heerlijckheyt van Rantzow in Wagrien,
en d\'edele erve van Kucksbull gelegen in de
vooghdye van Tonderen,als oock fekere toegift
van geit y maer voor fich behoudende den tol
van Schawenburgh, die verfamelt wort tot Ham-
burgh , en fijn recht op \'t kloofter van Uterfen.
Nopende den Grave van Rantzow, hy heeft van
den Keyfer verworven dat hy gefbelt foude wer-
den op de rye der naefte Graven des H. Rijcks,
en dat de \'landouwe en \'t huys van Barmftede
foude verheven en opgerecht werden tot een
Keyferlijck Graeffchap van Rantzow.

,t . \'
h ! .

i ; \' \'

, ■ I

i r

I ! ■ ■ :

! < .«
l
t

De ftreeck

■ \' ■; : ü; !
k -1 fl: i

fj i?
! ■

t

fi

(I:

-ocr page 120-

De ftreeck van de

F S TR O O

Van Marfehacht tot in de Noord-Zee.

VeYmaen- Ndcr de Rivieren van

Duytflant is de Elb-
ftrpom de minfte niet,
door de oude gefchiede-
niften indeHiftorien feer
vermaert. Defe ftreckt
door gantfch Duytflant,
fcheyt de Swaben van
Saxen , en heeft haer
oorfpronck, foo Tacitus
verhaelt, in Bohemen. Op de kant van defe ri-
vier heeft haer de gedaente van een vrouw(groo-
ter als een menfch) Drufb vertoont en aenge-
fproken, verbiedende hem vorder te trecken, ge-
Naemen. jijck Dio en Suetonius fchrijven. De Schrijvers
van den ongeleerden tijdtnoemenfe ifcw 5 de
Duytfchen, nu ter tijdt, de Elbe ; de Bohemers ,
Labe. Sy heeft haren naem van het getal elf, ge-
lijck Fabricius in fijn boeck der gefchiedeniffen
van Meyffen feydt, te weten, van elf fonteynen,
Jfbo die van Bohemen feggen,ofte gelijck die van
Saxen, van elf rivieren, die daer in vloeyen.
Want fy ontfpringt, foo de gemelde Fabricius
fchrijft,in die ftreeck van \'t Schwartzwaldt,welck
me de Reufèn genoemt wort, uyt elf fonteynen,
die hy alle verhaelt, welcke t\'famen loopende ,
de riviere maken. Omtrent de felve is fy kleyn
en naeu, hoefe vorder loopt, hoefe grooter wort:
eerft vloeytfe met bochten , tot het ftedeken
Melneck, daer de Molda, die Praegh (de hooft-
ftad van Bohemen) in tween deelt, in haer loopt.
Niet verre van Melneck ontfangtfè den Eger, en
loopt van daer met een kromte door MeyflTen
naer Saxen, en voorby Millenbergh ftroomende,
komtfe aen Maeghdenburgh,en voorts door ver-
fcheyden plaetfen naer Hamburgh , Staden,
Gluckftadt, en valt ten laetften met een grooten
uytganck in de Noordt-zee. Van defe Riviere
fchrijft Lucanus :
JDe Elh\' en fnelle Rhijn in \'t koude Noordengroeyen,
En door gantfch Duytfiandmet haer raffejlroomen yloeyen.
De Elbe wordt verciert door Hamburgh, de
hooft-ftadt van Stormarck , vermaert door den
grooten koophandel, die de Hooghduytfen, Ne-
derlanders , Spangiaerts, en andere Natiën daer
fterck drijven: fy leydt 18 mijlen van de zee; en
gemerckt dat de gelegenheyt der felve, met de
by-leggende eylanden en
Provinciën , in defe
Kaert vertoont worden, fal \'t niet buyten pro-
pooft fijn daer van wat breeder te fchrijven. Van
den oorfpronck des naems is verfcheyden gevoe-
len. Het waerfchijnelijckfte is, datfe komt van
het bofchHam, gelegen tuflfchen Alfter en Bel-
lem, alwaer de oude Saxen (voor de tijden van
^ Carolus Magnus) een kafteel getimmert hebben,
en nae het bofch Hammeburgum, en niet Hame-
burgum genoemt ; welck noch op heden het
groote ftadts fegel, de oude brieven, inftrumen-
Duytflandt,

Begi,

JJamhuYg\'

ten , en privilegiën beveftigen. Want aldus hou-
den de brieven van Lodowijck de eerfte,tot Aken
gefchreven: Wy ordonneren met eenparigh con-
fent der Geeftelijckheyt, dat op de uyterfte gren-
fen van Saxen over de Elve, op de plaetfe ge-
naemt Hammaburgh, en de gantfche kercke van
Nordalbing, een vrye ftoel geftelt worde. De
Bulle van Paus Nicolaus, gegeven ten tijden van
Lodowijck de tweede, verhaelt oock van \'t ka-
fteel Hammeburg, en noemt het felve de woon-
plaetfe van de Nordalbingers. Als defe ftadt eerft
iet Chriften geloove aengenomen hadde, heeft
Carolus .Magnus daer een kafteel gebouwt, en
onder den Overften Vtho met guarnifben befet ^
nochtans hebben de nafaten van Sigardus Her-
togh van Angren en Weftphalen, namentlijck
Albion, de naeneef van Sigardus , fucceflfeur van
Witikindus,die met Carolus Magnus in Saxen ge-
oorloght hadde, Holfteyn en de gebuurige plaet-
fen
van Hamburgh befeten, tot dat de nakome-
lingen van Carolus Magnus , door onderlinge
twiften, gefcheyden waren, wanneerde ftadt we-
der in \'t befit der Hertogen geflacht gekomen is, Onder
en hebben de Biffchoppen enHertogen verfchey-
den woonplaetfen daer in gehadt. Het welcke
foo lang geduurt heeft, tot Keyfer Otto , wiens
gemalinne geweeft is de dochter van Magnus,
laetfte Hertogh van Saxen, aen Adolph Grave
van Schauwenbergh, het Hertoghdom Holfteyn
heeft gegeven. Van die tijdt hebben de Hertogen
van Holfteyn over Hamburgh geregeert, de felve
met veel heerlijcke gebouwen verciert, en in de
hooft-kerck haer begraeffenis gekofen.

Hoe fy eyndelijck haer vry gemaeckt heeft,
getuygen genoeghfaem de Hiftorien. Want nae
dat Waldemar Hertogh van Slefwijck (door hulp
van fijn broeder de Köninck in Denemarcken)
Adolph verdreven, en Hamburgh onder fijn ge-
biet gebracht hadde, hebben de inwoonders op
haer vryheyt begonnen te dencken. Waer toe fy
haer den wegh gebaent hebben met ijo marck
filvers aen den Grave van Orlamund te teilen.
Daer nae
heeft Adolph de IV defe vryheydt en
andere privilegiën beveftight. Defe ftadt is meeft
opgekomen in \'t jaer onfèsHeeren i jio, toen
die van Lubeck met de Deenen oorloghden,want
te dier tijdt daer veel uytheemfche quamen. Ten
tij den van de Keyfer Otto , is tot Hamburgh uyt
Italien gekomen de Paus Benedidus, wiens Graf-
fchrift hier noch gelefen wordt , welck aldus
luydt :
Benediäus Raus yan Roomen, door gef^pelt yan
den ApoftoHjcken ßoei yerdreyen
, is daer nae, yvanneer
hy "ipederom geroepen ypierde j tot Hamburgh geßoryen, den
6lulüy en alhier begr ay en.

Met verloop van tijden, is de ftoel des Aerts- Aerts^
bilfchops oock van Hamburgh naer Bremen ge-
transfereert: waer over verfcheyden oneenighe-
den tulfchen de kercken van Hamburgh en Bre-

m

N

men

-ocr page 121-

ill
i

CELEBERRiMi FLWII

A LB IS

nova delineatio

mt

i

»

—i

Ji^ifte
jrioiiAen

PARS.

Cr^vt^.

-ocr page 122-

E L F S T

f.re- men zijn ontftaen , van de eerfte digniteyt, fen-
dinge der Gefanten , der Suffraganen , en dierge-
lijcice. Het laetfte gefantfchap des Aerts-bif-
fchops van Hamburgh, aen de Provinciën in het
Noorden gelegen, het gantfch Koninckrijck De-
nemarcken , Sweden en Noorwegen, de Orca-
deSjYllandt, en Groenlandt, beftondtin twin-
tigh BilTchoppen. Dit is de oorfaecke, dat fy
foo dickwils van die volckeren zijn beftreden:
want foo haeft als ly eenen goddeloofen haet op
de Chriften religie kregen , moeften terftont die
van Hamburgh aenhouden , op welcke nu de
Deenen, nu de Wenden , en andere volckeren
haer wilden wreken, om dat fy wiften dat van
daer aldereerft de Priefters, voorftanders , en
verkondigers des Goddelijcken woorts aen haer
gelbnden wierden. In \'t verbont der Hanze-fte-
den is Hamburgh de eerfte naeft Lubeck, en fit
voor Roftock, Wifmar , Straellund , en Lune-
burgh,welcke fes fteden de macht hebben alle de
Hanze-fteden, ofte eenige principaelfte, nae dat
de fake vereylcht, by een te roepen. Hier heeft
Albertus Crantzius gewoont, wien die van Ham-
borgh, en alle fiefhebbers der oudé gefchiedenif-
lèn, eeuwigh behooren te eeren, om dat hy de
beginfelen en oude daden van de Wenden,Noor-
wegen , en Sweden , die heel verduyftert waren,
en
Metropolin Ecclefiafïicam befchreven, en in \'t licht
gebraght heeft. Tegens over defe ftadt op de
Elbe liggen verfcheyden eylanden, die elck haer
eygen naem hebben , om de welcke de Elbe loo-
pende , deelt haer met twee armen in de zuyd en
noort-Elbe.

Niet verre van de felve kant der Elbe, by de ri-
viere Swinga, ley t de ftadt Staden, fes mijlen van
Hamburgh, de oudtfte van geheel Saxen , die
(foo fommige feggen) 320 jaren voor de ge-
boorte onfes Salighmakers geboutis. Daer nae
alfife van de Denen,enNoormannenverdeftrueert
was, ilfe van de Marck-Graven en Graven van
Staden weder opgebouwt, bylbnder van Sigfrid
ibne van Hendrick de Goede, die leefde omtrent
het jaer onlès Heeren een duyfent, en heeft een
kafteel gemaeckt op de plaetfe daer nu S. Pan-
craèts kerck ftaet. De outfte gedenckenilfe van
Staden vint men in de Hiftorie van Saxo Gram-
maticus, welcke verhaelt, dat Roeus Koninck
van Denemarcken, met fijn broeder Helgo, over-
winner van de zee, de Elbe is ingeloopen, en met
fijne fchepen tot by Staden gekomen, om Hen-
dingus Vorft van Saxen, die toen ter tijdt een
groot deel van lutlandt ingenomen hadde, te be-
ftrijden: welcke het gefchil met duel, oft een ge-
vecht tuffchen haer tween , in\'t aenfien van bey-
de legers geeyndight hebben, waer in Helgo de
viétorie gehadt heeft, en de Saxen lutlandt doen
verlaten. Helgo heeft geleeft 600 jaren voor
Chrifti geboorte. En die\'t wat nauwer wil onder-
foecken, fal bevinden dat de ftadt die Ptolemseus
-Li^nWa., dat is,
Siatutanda noemt, met de naem
Staden byna over een komt, als oock de gele^en-
hey t van de felve , die hy ftelt op de lengte van
29, en de breette van graden. Defe ftadt is tot
allen tijden een vrye toevlucht geweeft van alle
verloopen perfoonen. Sy heeft groote privile-
giën : onder anderen, vrye munt ^ en mogen de

fïHte
mtn.

\'if

r

f \'fi

l\'f ,

|i

jf

\\\\

i

Harxc\'
fiadu

■ I

■1(1 h :

.M

! ;

\'II

nr^i

\' ■ » r \'

H !

Staden,

li^

! t ■ \' >

li

I ;

i 1 \'

1(1

! -.fp\'f \'
\'i \'ini-i

H M
i;

j (,
Hf

ROOM.

inwoonders vry jagen , en andere diergelijcke
faken doen. Alle de fchepen die de Elbe op
naer Hamburgh gaen, moeten voor \'t gat Lu-
nig haer ancker laten vallen, en daer den tol aen
den Aerts-bilfchop van Bremen, en den Raedt
van Staden betalen. Daer en mogen oock geen
wijnen uyt de zee naer Hamburgh gevoert wor-
den , ten ly datfe eerft den tol betalen aen de re-
geerders van de ftadts-wij nkelder tot Staden, op -
pene van groote boete. Hier pleegh oock de fta-
pel van de Engelfche lakenen te wefen, die daer
na te Middelburgh in Zeelandt is geweeft, daer
na tot Delft , en Rotterdam , en nu te Dor-
drecht in Hollandt is. Sy heeft een groote wijde
marckt, en een beurs: daer zijn veel verfcheyden
kercken, als van S. Niclaes, S. Cosmas, S. lan,
S. loris, en andere. Het Raet-huys is groot, daer
de ftadts-wijnkelderaen vaftis. Hier is oock een
oude Abdye. De Raedt is kloeck envoorfich-
tigh , de Burgers vriendelijck, beleeft tegens de
vreemdelingen, gelijck de Engelfche enNeder-
lantfche koopluyden, die daer wel onthaelt zijn ,
können betuygen. Voorts ifïe met wallen, grach-
ten , bolwercken en toorens rontfom foo fterck
verfien , datfe een Iware belegeringe kan uyt-
ftaen, gelijck voor weynige jaren, in defe laetfte
Duytfche oorlogh gebleken is, toen ly van het
leger des Keyfers Ferdinand de 11, onder het be-
ley t van lan Serclaes, Grave van Tilly, lang bele-
gert, en van den E. Colonel Karei Morgan kloek-i
moedigh is befchermt,tot dat hy ten laetften,van
alle toevoer en fecours afgefneden , genootfaeckt
was de ftadt op goede conditiën over te geven.
Naederhant iftè weder gewonnen van Guftavus
Adolphus, toegenaemt de Groote , Koning in
Sweden, &c. Alle defe bequaemheden worden
vermeert door de fchoone en vruchtbare landou-
wen , fuyvere en gelbnde locht, en ruyme voor-
ftadt. De luftitie is daer abfoluyt, foo van crimi-
nele als andere faecken. De Magiftraet heeft hier
een fchool gefticht, daer niet alleende Latijn-
fche , Grieckfche en Hebreeulche talen geleert
worden, maer oock de Vrye konften,Theologie,
en de Rechten.

Aen de andere fijde van de riviere, anderhalf
mijl van Staden , leyt Gluckftadt, met alderley
fortificatiën lbo wel verfien, datfe onwinnelijck
fchij nt te fijn. Sy is onder het gebiet van de Ko-
ninck in Denemarcken,diefe lbo verfterckt heeft,
datfe in defe laetfte oorlogh tegen den Keyfer
niet heeft können overwonnen worden, niette-
genftaende het overgaen van Krempen.

In de mont van de Elve leydt het fort Bruns-
buttel, daer nae fiet men den uytganck van de de Ehe,
Elve in de zee, met eenige drooghten, die de
fchippers moeten fchuwen. De Elbftroom die in
defe Kaerte vertoont wort, is 2 2 gemeyne Duyt-
iche mijlen groot, en begint van het dorp Mar-
fehacht. Op beyde fijden zijn vele dorpen,kloo-
fters , hoven, ackers en genoeghlijcke weyden.
Daer nae aen d\'een fijde vertoont fich een deel
van \'t Hertoghdom Luneburgh, en het Stift
Bremen; aen de ander fijde de frontieren van
Holfteyn, daer de Elbe gins en weder met krom-
ten tulfchen loopt.

-ocr page 123-

ARSEN.

Ithmarfen is aldus ge- huys der Hamme, \'t welck gefterckt was met
noemt, of om dieswille een goeden wal en gracht , en omringt met
dat eertijdts de Theu- gro ve ftucken gefchuts en daer en is geen wegh
tones Marfi \'t felve be- bequamer en verfekerder om tot de moraffchen
woont hebben , gelijck te gaen , dan door die drie plaetfen , na \'t ver-
oock heden de gene, hael des autheurs van den oorlogh van Dith-
die ten noorden aen ge- marfen.

ne fijde d\'Eyder fitten, De naem van Hammen heeft fijn oorfprong
Marfèn, Friefen, en foo of van \'t Hooghduytfch woordt
Hemmen, het
veel het leen belangt, welck verachteren oft verhinderen beteeckent;
Denen fijn, onderworpen den Hertoghdomme oft van \'t woord
Hamme, \'t welck woudt of bofch
van Slefwijck, en by gevolgh den Koninckrijcke te feggen is in d\'oude Saxifche tale : want, ge-
van Denemarcken; en aldus waren de Dithmar- lijck de Hiftoryfchrij veren leggen, daer lagen
fers woefte volckeren : oft van d\'Eyder, gelijck heel dichte bolfchen by die Hammen,
als of men feyde Eydermarfen; want alle dat Dit gewefte is ten ooften bepaeldt door de
gewefte is omringt van d\'Eyder. Defe riviere kleene riviere de Gifelaw, ( d\'Eyder afwijcken-
wiert eertijds
Eidt oft Eudt genoemt, fonder den de;) waer af eene linie getrocken wordt tot aen
uytgang of terminatie, en met het ledeken T, den ftroom Wilfter, die aldaer genoemt wordt
gelijck als,
fEudt of Teidt, van daer is Teut geko- Wakenbeck en Sprant, voorts over de wijde en
men oft
Tietmarfen , daer na meerendeels Tetmar- woefte heyde tot aen \'t eynde der Holfteynlche
fen, en eyndelijck Dithmarfen. Andere trecken den grachte : lijne gebueren ten noorden aen gene
oorlprong niet van een morafch
ofMarfch, maer lijde d\'Eyder, fijn de Friefen van Eyderftede^
van
Marek, om dieswille dat d\'Eyder voor mee- als oock Stapelholm ; ten ooften de Vooghdye
rendeel gemerckt (om ruwelijck te Ipreken) vanRensborgh en Hanrow; ten zuyden\'tme-
en bepaelt is", fulcks dat de Dithmarlèrs fijn ge- rafch van Wilfter; aen gene fijde dElbe ten
Jijck als
Theidtmarcks , door dien men in ditgewe- zuydweften, de landouwe van Redingen en Ha-
fte tweemael meer fandige landtftreken vindt, delen, &c.

als broeck-achtige. Van lucht en gelegenheyt is dit landt geluc- Crmu,

Natuerirjc\' JDi t ge wefte is van nature gefterckt van drie kigh ; fijne lengte van d\'Eyder af tot aen Bruns-
%es7^dt \' ^^^^ ^^^ ^^^^^ ^^^^^ ^^^ weften, d\'Elbe buttel toe, is van feven mijlen ; fijne breedte
is
fchlfsT \'ten zuyden, en daer\'t gehecht is aen Holfteyn ongelijck, cn ftreckt fich uyt van drie tot vier
oft aen \'t morafch van Wilfter ,
is\'t omfet van mijlen : de twee derdendeelen defes landlchaps
broeck-achtige en vochtige plaetfèn,fulcks dat\'et fijnfandigh ; maer \'t ander derdendeel is mo-
maer eenen feer engen toeganck en heeft; ten rafch-achtigh, \'t welck den inwoonderen noch-
noorden is\'t gantlchelijck beft oten van d\'Eyder; tans veel r^eer nuts toebrengt , als de twee
ten ooften is\'t aen Holfteyn palende en open: andere. Gantfch Dithmarièn begrijpt 1415 bun-
waeromoock dit deel weleer van de vyanden, deren, gelijck in\'t Regifter blij ckt, van\'t welcke
toen dit vólck noch vry was, altijdt feer lichte- de zuyder-helft den Koning van Denemarcken,
lijck wierdt ingenomen : want d\'inwoonderen ende noorder-helft den Hertogh van Holfteyn
vloden,ten tijde van oorloge, met hunne goede- toebehoort.

ren en middelen in de moraftchen. Te dien tij- D\'inwoonderen waren eertijds, gelijck oock Oory^^-o«^

de was Meidorp fterck, en ftreckte den moraf- noch, natuerlijcke Saxen; men meent datfè af- derDüh^
£che, \'t welck ten zuyden light, voor een vaft komen van de Cauchis van Tacitus, om datfè
bolwerck, alwaer de Dithmarfers byeen qua- een deel van den oever befitten, gelijck de lèl-
D^oude men ten tyde van oorloge 3 maer tot verdedi- ve Tacitus Ichrijft; en van de Saxen van Ptolo-
^Jkr7k"en noorder-morafch,boudenfe wel eer- meus, en niet van de Friefen, gelijck Ubbo Em-

derDtth" tijdts twee Hammen oft Sterckten, d\'eene ten mius drijft, \'t Welck blijckt uyt de meermaels
marfers, ^uyden , en d\'andere ten noorden. Defe Ham- bygebrachte woorden van M. Adam : JD^^r/y^j
men felve gaven alleenlijck toegang tot het
drie Saxifche gokkeren aen gene fijde dElbe; d\'eerflcj.
noorder-morafch, hebbende aen bey de kanten die hy den Oceaen \'toonen, worden genaemt Thiatmars-
breede en diepe grachten;d\'uy tgeworpene aerde goi, en hunne kercke Mildintorp. En op heden fijnfe
diende hun tot eene fterckte oft bolwerck , foo t\'eenemael van de Friefèn en Jutlanders oft De-
wel als de twee oft drie gefeyde grachten , die nen onderfcheyden,\'t welck oock hunne tale te

van een dicht bofch aen de fijden gefloten wa- kennen geeft ^ die immers fooklaer en onder-
ren; fulcks dat luttel inwoonderen een gantfch fcheydelijck wert uy tgefproken, als tot Ham-
leger afkeeren konden voornaemlijck van ruyte- burgh, Luneburgh oft Brunfwijck wert gedaen:
xye. DeNoorder-Hammelagh tot Heide, de waer van het tegendeel gemerckt wordt by de
zuyder tot Hemmingftade. Ten tijde van den Friefen aen gene fijde d\'Eyder.

laetften Dithmar fifchen oorlogh, te weten, in De Dithmarferen fijn ten meerendeel hng ^^^^

den jare 1559, waren \'er drie fterckten in Dith- en kloeck van lijf en leden, en eensdeels hoogh- \'

heden en

marfèn : Tilenbrugh , \'t welck niet feer fterck moedigh en roemfuchtigh : de vrouwen delge- ß/^
en was; Meldorp,en de Noorder-Hamme,of het lijcks fijn van langegeftalteniflTe; en om dieswille
Duytslandt. . N ^ dat

-ocr page 124-

jmuiiuL;—
\'Swaljffeede.

ÜHHIll^üiu!\'

. tmHi^iynl.....

aBiinpnrzz

Hiiiü^iiii^nfffiy__

L O^^/istvûfo^

£ Yclerftadi

o

se.

loliaiim Helniens,!

ITHMAR S

T A B V I. A

Auâore fjo^: Meyer J^iifmury2

Ino.

X Y D E, E 5

ITHMARSIiE

TAB VLA

Auétore gj-, Jhyer ^^

»1x0, Reimaro D o fen ^ IC to,

a&i^caû auùÂûr\' j

lolxa-nne s J^cje^sy,

iif/nairiiTt.

Sei

V/ m^^s^t/^

(am ßanc

if\'

\'Pl

D I

imieit

:

yim^eiTU"

lok

Anno 1651 -

3£ejr

aime s

ejr,

Anno

il/taxdei

vidié^cti^.

oil

\\o \\

Jtem l

Toiminq^i

fCatm/j

i Pars

Ko

Pars.

m

E-ô-l

JV\'^/f\'

iX 31 I S\\:

Pa Ü S

A

Ji^/vff I

Jet

Scniufi\'^

^Hö If X K

/Ä/
Gù:

\'K

■J\'

n Herde.

ftr\'\'

"i/i/te.

^ It^ D 1:,

• - v-\'./ii\'\'-

iStr^

;resl}

-Wen. r ^

\'estîi

■/tfvtU-n^

I \'

©

u/Sft

P ]

//

II

I ■

^ .JL-, ft

|r TT
__
__ . V Qk —wC^

ülä/u----

JBr^Ieii
À

{Dt\'aé.-W^i

V

\\

oii&t^Au/^a î
Qk

ijP/^r/s/av^/-

Qk

CÈl"

iC\'

Qk!

r ^

©il

•A

Mf

Meldorp.

Ok

1

îidor-p a Jt

^^Holfati^.-

■Qk

...............................

We-^

Ok

m

Qk

êti ^^^

^

A:

\'y^rttiyf\'»^\'
Qk

Ttj^s A31P

-je

EQk

Cafe/e

—^

lÂ-

r^^Ja/n/â

Qk

- \\

jlt,

tóW îï^DXS BpJtd.

Qk^

Qk

/n

çfa

\'oil

Mr,

cMaz-ym ij

.V

-A:

tariuiij

..............-m

\'lêmftt.

T\'^t- ....... - \'-Qk

^ \'Tétt^la- defirta,. - $

-------... ..-Q

\'f3

" ;

\' \'\'il

Qk

Qk

te

iiï 0
ii\':

ieÙnfn

0^0

^lifter.

irvm-shxxi^&i.

Wylfter JVtarfch.

Jknr/nfjf^ata/^t

^ "J" :

\\ o /m^i-,

Jtot-iJiJa ^ : i i îficttUu:, : E e e\'tk^
GoUtfcîikide. g\'(>fe HtxC J^ulpH

^/JiCr^.

-------wMuiiinmj- - laüflüMag::,

Il \'-\'■"iltTi:

iimw"""""

■jiiiuniMîf]

jr^T

-ocr page 125-

N.

E

M

A

H

ï

B

dat in die landen de gemeenfchap van goederen
tuffchen de gehouden niet in gebruyck en is, ge-
lijck als t\'Eyderftade en in de nabuerige Paro-
chiën , maer de vrouwen hunne goederen be-
houden , gelijck oock elders in den Roomfchen
Rycke ,, ioo gebeurt \'et dat vele , die wat rijc-
kerlrjn, veel trotfer van moede lijn als hae-
re nabuerinnen. \'t Was eertijdts een dapper en
ftrijdtbaer volck j want de vrouwen foo wel als
de mannen de wapenen handelden, en voor\'t
vaderlandt vochten, Daer en fijn in dit lant gee-
ne Adelijcke gellachten , oock (mijnswetens)
geene edele erven oft hoeven : en Ichoon daer
wel eertijds eenige Edelen hebben gewoont, en
dat \'er noch een oft twee Holfteynfche geflach-
ten fijn uyt Dithmarfen ontfl:aen, gelijck van
Reventlow gefchreven wort: niettemin al over-
lange hebben die van Dithmarfen hunnen Adel
uyt hun landt verdreven , en hebben hunne ac-
keren alleen willen bewoonen. En voormaels
hebben fy hunne Saxifche kufl:en tegens d\'uy t-
heemfche vyanden de Noormannen kloekelijck
verdedight, waer over ly foo trots enmaoedigh
geworden fijn, datfe fich byna geen jock en
hebben willen onderwerpen , en eenige hunne
Graven verworght, en fbmtijds groote troepen
in de vlucht geflagen hebben; tot dat eyndelijck
Frederick de 11, Koning van Denemarcken en
Noorwegen, &c. gelijck oock de Hertogen Jan
en Adolf, in\'t jaer i j , hunne moetwilligheyt
hebben geftuyt binnen den tijdt van een maent,
en fich hen onderworpen hebben. Van dientijt
af en fijnfè ten krijge niet lbo leer geneyght ge-
weeft , maer dragen fich als d\'andere inwoon-
deren der moraffchen defer Hertoghdommen j
uytgenomen datfe in pracht van gewaden en
uy terlijcke cieraden, als oock in twiften en pro-
ceflfen, fich meer toegeven als andere.

Daer en fijn in Dithmarfen geene fteden:
want de landlieden of boeren woonen of blijven
in \'t veldt in \'t gefichte van hunne vee-kudden,
ackeren en vruchten. Het voornaemfte dorp,
naer Heyde, is Meidorp , alwaer de landlieden
gemeenlijck alle weken eene weeck-merckt hou-
den , en alwaer fich laet vinden eene groote me-
nighte van landbouwers. Daer is oock het dorp
van Londen, \'t welck fijnen naem gemeen heeft
met andere Konincklijcke fteden in Engelandt
en Schonen.

Van d\'oude regeringe defes landts fchrijft Al-
bert Crantzius in \'t fefte boeck van Saxen cap.4,
dat Keyfer Karei \'t Graeffchap van Staden, waer
onder men Dithmarfen telde, gegeven heeft
aen \'t Aertsbisdom van Bremen , \'t ly dat dit
Graeffchap van Staden t\'famen begrepen is ge-
weeft in den gebiede van dit gewefle , \'t welck
Keyfer Karei gefchoncken heeft aen S. Wille-
baud en fijne navolgers. Maer de fake en light
foo niet; want het is lèker en klaer , dat de Bif-
fchoppen van dien tijdt de fteden en landen
niet en hebben befeten als hun eygen fijnde;
maer alleenlijck fekere Diocefen met eenige
kleene gronden hun gefchoncken, in welcke
fy hun kerckelijck gebied oefFenden,ten hoogh-
ften niet meer daer af treckende als hunne tien-
den : en op defe wijfe was \'t dat oock het Bis-
dom van Bremen door Keyfer Karei gefchonc-^
ken wiert aen S.Willebaud , gelijck men uyt het
privilegie, dat noch heden bewaert wort, mere-
een kan, t\'famen met de wereldtlijcken , die het
gebiedt hadden der landen en volcken. Defe
Ichenckagie en gaet Dithmarfen geenfins aen :
want d\'Elbe is d\'uytdruckelijckgeitelde Icheyd-
pael van\'t Bisdom van Bremen. En of fchoon
Willerick, tweede Biffchop van Bremen,den volc-
ke \'t woordt Godts oock gepredickt heeft in
Dithmarfen ; \'t is nochtans gelooffelijck, dat hy,
genoopt door eenen hemellcheny ver,\'t felve ge-
daen heeft buyten\'t befteck fijns Bisdoms: want
eerft eenige jaren daer na hebben de Nordal-
hingen hunnen eygen Bilfchop gehadt.

II

i t

r

ï .<

[M
,1

f

Óftde rege-
ringe des
lands.

» !

Crantzius vervolght en feght, dat hy gelooft,
dat de Breemlche Biffchoppen defe landtfchap-
pen niet hebbende können befchermen tegens
de Noormannen, de Roomfche Keyfers uyt den
ftamme der Francken de felve te leen hebben
gegeven aen de Saxifche en nabuerige Hertogen,
\'t Welck Joannes Petri en andere , als der waer-
heytgelijckformigh,hebben nagefchreven; hoe-
wel men nochtans uyt geene oude S\'chrijvers en
kan bewijfen , dat de Hertogen van Saxen dele
landen onmiddelijck hebben belèten oft gere-
geert.

De fekerfte meeninge is , dat het Graeffchap
van Staden, oft liever van Herlefeld (\'t welck
doenmaels genoemt wiert Rofenfeld) en \'t land
van Dithmarfen, gelijck als geweften gelegen
aen defe en gene fijde d\'Elbe, vereenight fijn
geworden door de Roomlche Keylèren oft Her-
togen van Saxen , ,en te leene gegeven aen ee-
nen eenigen Grave ; op dat hy, lbo hy uyt het
eene verdreven wiert door \'t gewelt der Noor-
mannen , fich mochte bergen en vertrecken in
\'t andere, \'t Welck in de volgende eeuwen dick-
maels gedaen is geweeft van ^Keyfer Otho den
Grooten met den Hertogh Herman Bifling,
wanneer hy hem te leen gaf het Hertoghdom
van Luneburgh , en \'t Graeffchap van Holfteyn
en Stormar. De eerfte Grave van Rolènfeld (na
dat men vint in de jaerboecken der oude Chro-
nijckfchrijyers) is geweeft Luder, en miffchien
oock van Dithmarfen , gemerckt beyde de
Graeffchappenfijnen navolger hebben gehoor-
faemt, gelijck oock Crantzius meent.

1. Luder de I.

2. Henrick de I, gelêght de Kale, Grave van
Rofenfeld en Dithmarfen.

3. Henrick de l\\y Grave van Herfefeld oft van
Roofenfeld en Dithmarfen.

4. Henrick de III , Grave van Roofenfeld en
Dithmarièn.

5. Segefrid de I, Grave van Staden en Dith-
marfen.

6. Segefiid de U ^ Marckgrave van Branden-
burgh , en Grave van Staden.

7. Luder de II, Marckgrave van Soltwedel,
en Grave van Dithmarfen.

8. Vedo, Grave van Dithmarfen.

9. Eff^/^r de Wijfe, Grave van Dithmarfen.

10. Vdo , Marckgrave van Brandenburgh,
Grave van Staden en Dithmarfen.

Rudolf de I.

12. Rudolf

II.

^ A \'

-ocr page 126-

D i T H M A R S Ê N.

11: Rudolf de 11. de alle de dorpen die onder Geeraerd Honden.

13. Harmjck, Marckgraefin Soltwedel, Gra- Maer in \'t wederkeeren wierden fy onverfiens
ve van Dithmarfen, Groot Vooght van Bremen^ van Geeraerd geflagen , en in de vlucht gedre-
en namaels Aertsbiffchop van Hamburgh. ven by Bornhovede, ontrent vijf-hondert van

14. Reinhold, GrSLYC van DithmarCen. de hunne verloren hebbende. Doch Geeraerd

15. Benrick de Leeuyp, Hertogh van Beyeren en noch niet té vreden met defè hunne nederlage,
van Saxen, &c. Grave van Staden en Dith- en om te beter te wreken \'t ongelijck dat men
marfen. hem hadde gedaen fonder reden , valt in Dith-

1(5. Rudolf dein , Grave van Holfteyn , van marfen gewapenderhandt, en verwint d\'inwoon-

Stormar en van Staden. fleren in twee verfcheydene velt-flagen, dewelc-

17. Earmjckde II, Aertsbiffchop van Bre- ke na\'t verlies van duyfent fevenhondert uyt de
men , Heere van Dithmarfen. hunne, fich vertrecken in de kercke van Olden-

18. JVoldemar , Biftchop van Slefwijck, Heere worden, en fich daer binnen ftercken foofe beft
van Dithmarfen. kunnen. Alwaer van den Grave fich fiende, be-

19. Harwick de lil, Aertsbiffchop van Bre- legert, bidden om\'t leven , hem alle gehoor-
men,
van nieuws Heere van Dithmarfèn. faemheyt belovende; maer de Grave hun mis-

20. Canums, Koning van Denemarcken, Hee- trouwende, belaft den brant in de kercke te fte-
re van Dithmarfen. ken hier door veranderde hunne vreefe in

21.
marfen.

\' 1

I

I ■

22. Woldemar , Koning van Denemarcken,
Heere van Dithmarfen.

Na de doodt van Woldemar hebben de Dith-
marfèrsalle foorte van jock gelijck als afgewor-

i \' i \'
Hl\'

l\'iii\'

nen

vele van de hunne liggen latende, nau-
welijcks in de vlucht hunne behoudeniffe von-
den : ditis gefchietin den jare 1322.

In den jare 1381 vielen eenige Dithmarfèrs
pen : want alhoewelfè den Biffchop van Biemen om een fake van kleenen belange in Holfteyn,
eenighfins erkenden, \'t en is nochtans noyt mo- alles, wat voor de handt was, weghroovende :

f elijck geweeft hen te brengen tot eene volle ge- maer de Graef Nicolaes hen achterhaeldt heb-
oorfaemheyt. In den jare 1289 tien Gra- bende, fchoonfè ftercker waren als de fijne , ley-
ve van Holfteyn eene begeerte aen om de Dith- defè ter neder. Ten felven tijde verdroegen de
marfers met oorlogh te befpringen
, welcke fy Dithmarfèrs en Holfteyners onder malkanderen,
wiften ( fchoonfè nu vry waren) eertijdts hun- dat alle gefchillen op degrenfen ontftaen door
nen voorfaten, namelijck Rudolph den Der- recht, en niet door wapenen, fouden beflecht
den, gehoorfaemt te hebben. De Dithmarfèrs werden; en dat geen van beyden des anders vy-
den byftant verfocht hebbende van den Aerts- anden foude helpen oft ontfangen ; over welck
biftchop Gyfelbert, verwachten de Graven , de- artijckel fy korts daer na groote fchade leden ;
welcke , terwijlfe poogen uyt eene fandige lant- want Erick Hertogh van Saxen, vyant fijnde van
ftreke in de moraften te vallen, eenen haes uyt de Dithmarfèrs , en befpiet hebbende \'t afwefen
fijn hol oft leger opjagen, waer over deVaen- van Albert van Holfleyn, voerde Jangs des fèl-
dragers foo groot een geruchte maeckten, dat- ven grenfen tegens de Dithmarfèrs eenige troe-
fe den fchrick brochten in d\'andere foldaten, die pen heymelijck en fhellijck verfamelt, en hun-
hier van niet en wiften en de vyanden vreefden, ner eenige gevangen en \'tlant verwoeft hebben-
fulcks datfe ftch alle op de vlucht gaven, en hun- de , keerden met den buyt vaerdighlijck weder
ne geleden verlieten : de Dithmarfèrs dit fien- naer huys. De Dithmarfèrs , geloovende dat de
de, vielen aen , en de vendrighs eensdeels doodt Grave defèr faken kondigh, den Hertogh door*
flaende die ftch ter weere ftelden , eensdeels te ganck hadde verleent, befchuldighden hem by
rugge drijvende, foo dwongen fyfe alle om een de nabuerige Princen \'t verdragh overtreden te
goet heenkomen te dencken, en \'tlijf te her- hebben. Maer hy fijne onfchult doen blijcken
gen. In den jare 1305 ontrocken fich deKedin- hebbende, en oordeelende der Dithmarferen
gers en Dithmarfèrs de gehoorfaemheydt van moetwilligheyt waerdigh ge/lraft door yfèr en
den Aertsbiffchop Gyfelbert,die aireede beftont vuur, vermeeftert Meidorp, en berooft voorts
te verouderen, welcke hen door middelaers niet \'t gantfche landt der Dithmarferen, dewelcke
hebbende konnen herroepen tot hunnen pHcht, toeloopende om hem den buyt t\'ontweldigen,
lbo verfimelde hy een machtige heirkracht, te en Albert, onder dat woelen en haeften van oft
hulpe roepende de Hertogen van Saxen en Lu- met den paerde komende te vallen, ftierf korts
neburgh , en de Graven van Holfteyn , met de- daer na van dat ongeval,
welcke gevallen fijnde in Kedingen, daer na in Albert aldus geftorven fijnde, foo volghde
Dithmarfen , dede hy door de fcherpte des hemAdolf, die moedigh op de befittinge van
fweerts pafferen byna alle de wederfpannelingen, gantfch Holfteyn en Slefwijck, en geneyght fijns
na
dathy hunne ackeren in eenen jammerlijc- broeders doodt te wreken, den Dithmarferen
ken
ftaet gefteldt hadde. den vrede weygerde, fchoonfè hem daer voor

Als Grave Jan van Kiel en Geeraerd van Ren- eene groote fomme gereedt gelts aenboden. En
desburgh twiftigh waren , om dat Geeraerd, na hebbende fich korts daer na met gewelt meefter
de doodt van den Grave Adolf, eygen broeder gemaeckt van de Zuyder-Hamme , foo verfa-
van Jan , Segebergh ingenomen hadde, foo melt hy fijne foldaten , op den buyt verfpreydt,
gingen eenige honderden
Dithmarfèrs tot hulpe om hen te doen wederkeeren: maer hernemen-
van Jan, onderwegen brandende en berooven- de fijnen wegh na de Zuyder-Hamme, foo wier-
Dujtslant^ N 3 den

Sc/^^ïcAovanWeftenfèe, Grave vanDith- wanhope, fy vallen uyt, en taften Geeraerd

foo dapper aen, dat de verwinners nu verwon-

-ocr page 127-

3-

i:;

: I

!

! I

I)

:1

I i\'U

-ocr page 128-

D I T H M Ä R $ E N.

den de voor-uytgefbnden Vendrighs van de leen van Keyfer Frederick den Derden , die de
Dithmarfèrs,die verborgen lagen, ontfangen; de Provinciën van Holfleyn , Stormar en Dithmar-
Graef, buyten fcheuts fijnde , en meenende dat fen tTamen vereenight, tot een Hertoghdom
daer eenige beroerte was, geeft fijn paert de maeckte> aen
Koning Chrifliaen den tijtel toe-
fporen, envlieght\'er alleen henen; maer de flaende van Hertogh. De Dithmarfèrs dan ge-
Dithmarfèrs , die tot noch toe verfcholen lagen, roepen fijnde tot den Provincialen Rijcksdagh,
den Grave gewaer werdende, loopen fneliijck beval de Koning defe Keyferlijcke bulle voor te
toe, en brengen hem om leven. Dit droef toe- lefen, daer byvoegende dit verfoeck , datfe met
val verbaefde\'t leger, \'t welck nauwelijcks ver- d\'andere Holfteyners vereenight, fich den Kö-
mindert in fijn grootfte gedeelte, al vechten- ning fouden onderwerpen. Maer de Dithmar-
de door d\'engten ontquam. fèrs dit verfoeck niet willende toeftaen , namen

Na defe nederlage der Holfteyners, de vrede voor deckmantel, datfè onderlaten waren van
beftoten fijnde, foo fijnfe verdragen op defe \'t Bisdom van Bremen, en geenen anderen Hee-
voorwaerden: i. dat d\'eene noch d\'andere par-
re konden erkennen. Weshalven de Koning
tye de vyanden doorgang foude verleenen; die hun een jaer gaf tot beraedt, binnen \'t welcke
het tegendeel dede, foude de fchade boeten tot hy felve fijn leven eyndighde.
fijne koften. 2. dat de Holfteyners tolvry fijn Eenigen tijd daer na beriepen Koning Jan en
fouden in Dithmarfen, desgelijcks de Dithmar- Hertogn Frederick de Dithmarfèrs tot Itzehoe,
fers in Holfteyn. 3. foo daer eenige gefchillen en deden de bulle des Keyfèrs wederom lefèn in
ontftonden, dat de felve niet door het fwaert,
hunne tegenwoordigheyt, en verfochten datfe
maer door fcheydslieden fouden befticht werden, hun gehoorfamen , en hunne macht en gefagh
ïn dien langen oorlogh , die Koning Erick erkennen fouden : maer de Dithmarfèrs in te-
Toerde met de minderjarige Hertogen van Slef^ gendeel fich bygevoeght hebbende eenige Ka-
wij ck , en vielen fy noch d\'eene fijde toe noch noniken van Bremen, verklaerden fich onder-
d\'andere : maer als die van Eyderftade ter gal- faten van den Aertsbiffchop, léggende niet te
ge gedoemt hadden eenen jongehng van groo- konnen gelooven, dat gefeyde Princen eens an-
ten name uyt haer landt, fonder fijne fake dersonderfatenmet de wapenen onder hunne
te hooren, hebben de vergramde Dithmarfèrs macht fouden willen brengen , het welck door
hunne krachten verfameldt , en het gewefte recht behoorde beflecht te werden. Niettemin
van Eyderftade geftroopt, verwoeft en eens- defe Princen, niet te vreden met defe verklarin-
deels in d\'affche geleyt. Hertogh Adolf met den ge , hebbende korts daer na hunne troepen ver-
Koning vrede gemaeckt hebbende, dede dit iamelt, voerden de felve in Dithmarfèn in\'tjaer
verlies, fijnen onderdanen aengedaen , fchatten 1500, fijnde verfèlt met de twee Graven Adolf en
oft waerdeeren, en \'t wiert bevonden te bedra- Otho , van Oldenburgh , en met meer als twee
gen de waerdye van 300000 marcken. Maer dit duyfènt Edel-lieden. Maer de Dithmarfèrs al
proces wierdt uytgefteldt tot de doodt toe des wijckende trockenfe in \'t binnenfte van dat ge-
Hertogs door goetvindinge der fcheyds-lieden wefte, alwaer fy hunne vyanden föo rouwelijck
van Dithmarfen. . te keer gingen , dat de gefeyde Princen met lut-

In den jare 1410, als Keyfer Sigifmundus den tel andere nauwelijcks ontquamen, hebbende
Dithmarferen fèkere fchattinge afeyfchte,, gin- onder andere verloren de twee Graven van Ol-
genfy by Jan Glammerstorff, Aertsbiffchop van denburgh, met byna alle den Adel. Aldus be-
Bremen, welcken fy baden, hem hunnen dienft hielden de Dithmarfèrs hunne foo kloeckelijck
belovende op fèkeren jaerlijckfchen tribuyt, dat befchermde vryheyt tot den jare van 1559 , in
hy den Keyfèr wilde doen weten, dat fy onder- het welcke de Koning Frederick de Tweede,
faten waren van de kercke van Bremen: \'t welck Hertogh Adolf en Hertogh Jan, tot veldtheere
d\'Aer ts biftchop gedaen, en de quijtfcheldinge verkoren hebbende Jan Rantzow, en te hulpe
der fchattinge verworven hebbende, foo fijn geroepen Antony Graef van Oldenborgh, in
evenwel de Dithmarfèrs , hunne belofte niet perfoone met hunne troepen gevallen fijn in der
houdende , by hunne oude vryheyt gebleven. vyanden landt, alwaerfe de Dithmarfèrs op ee-
In den jare 1431 ontftont \'er oorlogh tuffchen nen felven dagh in drie velt-flagen overwonnen
de burgeren van Hamburgh en de Dithmarfèrs, hebbende, de fèlve onder hun gebiedt hebben
om dieswiile dat de gefèyde burgeren hun niet gebracht.

en wilden toelaten elders koren te brengen als te Het aertrijck van dit gewefte is verfchey-
Hamburgh. De Hamburgers dan, fterck ontrent den : want in de fandige ftreken vertoont\'et
feshondert, met gewelt in Dithmarfèn vallende, fich
bywijlen door veel heyde mifinaeckt en on-
wierden foo ontfangen, dat \'er niet een over en gedaen: maer in de moraifen is \'t groeyende en
bleef om hunne nederlage te boodtfchappen. bloeyende, en verkiert met allerhande vruch-
Korts daer na ftotenfe vrede met malkanderen. ten. Dit geweft is afgebeeldt in drie kaerten,
In den jare 37 van die felve eeuwe ftonden in welcker eerfte Dithmarfèn vertoont, afgedeelt
Dithmarfen groote gefchillen op, die de Lubec- in drie deelen, gelijck het was tot het jaer i jjp;
kers en Hamburgers ten leften bevredighden. de twee andere ftellen de twee deelen voor 00-

Na de doodt van Adolf ontfing Chriftiaen gen , ia welcke het heden is gedeelt.
de I, Koning van Denemarken, Dithmarfen te

Z U Y-

-ocr page 129-

ZUYDER.DEEL

VAN DITHMARSEN.

ït Zuyder-deel van Dithmarfèn gehoort
tot den Koning van Denemarcken , ge-
lijck als regeerend Hartogh van Holfleyn.
Dit gewefl wort gedeelt in broeck-achtigh en
fandigh, (dat is, in
Marfch en Geeft;) het fandigh
deel wierd eertijdts genoemt
Harftedergeeft , mif^
fchien na de dorpen Norder en Suder-Harflede,-
maer \'t broeck-achtigh wierd geheeten
Suder-^
ftrand.

De Vooghden van dit gedeelte fijn de vol-
gende geweeft: lacob Harder, geftorven in het
jaer 15Ó7: Michiel Boye, in\'tjaer 1572: lan
Held, IJ 84: Nicolaes Bruker, fbne van Nico-
laes, 1Ó29: Henrick Waffmer, 1643 : Nicolaes
Bruhn,Ians fone,en lacob Bruhn. \'t Voornaemfte
dorp van dit geweft is Meidorp, \'t welck gele-
gen is tuffchen beyde d\'armen van de riviere de
Mile; \'t light een mij Ie van \'t dorp Heyden ,
drie van Lunden en Brunsbuttel, fès van Itzehoe
en van Rendesburgh. Defè plaetfe is fèer oudt,
alwaer eertijts Willerick, eer\'t Aerts-Bisdom van
Hamburgh was ingeftelt , den ongeloovigen
Dithmarfèrs het Euangelium heeft gepredickt,
ontrent den jare 804, ten tijde van Karei de
Groote. Voorts naer eenige honderden van ja-
ren, de landt-Heden hunne vryheyt genietende,
wierd Meidorp gefterckt, fulcks dat\'et dickmael
heeft moeten gewonnen worden door belegh,
als voren gefeght is.

NOORDER-DEEL

VAN DITHMARSEN.

It gedeelte, den Hartogh van Slefwijck en
Holfteyn in de deelinge toegevallen,heeft
eene lèer gerieflijcke gelegenheydt by
d\'Eyder, van welcke het, als oock van een deel
der Cimbrifche zee ten weften, noorden en
ooften omringt is. Het wort geregeert van
eenen Vorftelijcken Vooght, welcken byge-
voeght fijn twee Schrijvers der Provintie. De
Vooghden defes deels fijn geweeft : Marcus
Schwein, te Londen, en Wold Reimers tot Hei-
den woonende; D. Chriftiaen Boy van Heiden j
D. Henning Boy van Londen lan Reimers van

Heiden 3 Boy Nanne Denker van Londen ïan
Rode van Londen 5 lan Vieht en D. lan Boye.

In dit deel is gelegen het dorp Heyde, waer in
de boeren van Dithmarfen alle faterdagen hun-
nen merckt-dagh houden in eene plaetfe be-
quaem om eene groote menighte t\'ontfangen,
\'t Was hier ontrent dat de Dithmarfèrs hunne
uyterfte kracht te werck ftelden om hunne vry-
heyt te behouden ; maer driemael te rugge ge-
dreven , leerden fy eyndelijck den Princen van
Holfteyn gehoorfamen, gelijck wy boven bree--
der verhaelt hebben.

\'r; ï

\' 1\'
11

^Ê H Ä R«

Duytslant

i

V\'1.1

■■■ff:\'

iil:

-ocr page 130-

— — —

Grundr-^ 0)ûfi

2,6^n ^tm k. ^Jèi:.

HBiniiininflH \'ro|l\'g||H||Hj\' --^

S e^fcenti-io

aCJl^

i Grundr\'^

I Um-y

[Xttoden.

I â^ tS^e,

W&ßliiigWr en.

Coi.

CSi

E Y D JE

tt JiarthMimtiy
i.jast^öfclztr-

-c,

J

K.\'

r

j.Laurenl-ti^-M
^^Mttvhtr.. c

SaaJl/i^ J

ê\'tïvar\'d

dL-atren^

L

......""P jiZ...........fe.......

Clö^f^ JT

(Rttt^sn
Sas_

3ijericli-es.

!

ITHMARS r

PAUS SEPTEl^TIlIOÏ^ALIS.

ac^rtuLrt^imc.

^r^ßik ^ithnmßce ßp-tzrtirrianalis,
fittärori (uh,

JLmeftü acjymAmvtilj^ Bjusdem ^tffio^tis
^ Setwtoril>(),\'Iaitila:rrv Jicmc Ge^rruirrürant i
p^^ra/J^ioÛ" mßrilnt-

Û.

dtau^ß^ JLdttefn.

JuJi^^.........

^^r^f^Jira^........

iSclotnacUe^ßriß -. c

Ssnpßt-aß. ........

__ -

O/termaßJi

^ S T ^ P M I/.

iSu^r

Grurulr^ Don^

H^de

\'Mutrea^

4

lÜ/^er^rttJc

SanälailtLf

m\\

n I ^

I

^(DeU&r irrd

LamU

jUc^rfutU\'

Gr>B

D/t

JT O Iv 3t I ^

It

R ^^ 5 LJ

fr-

.it

H Ö J^ K IL

30

.-Iff-

fi^im^tede^

te

rBtancUn

"X

türmetJanJf

" a A-

ScUAhàU,^

^ #
ê 4

/mer

Studd^n

..PA

AT

X

\'JOe^e^ett-

i) Oeeiett^

\\

m

t.svtwJt:.

SßeLL

tema/ri^f
S^de^ man mmrJt-

5udMm

VlÙclIfr

J

s, A

Jl\\

«

à

« «\'S

r^r«

rBc^^f^jvMt-^

li^elUnluttcl

n

\\GL,ushSr«-

OiâetxviTofâeix

CB

I^Sii -

Oß-cfradc

m

.......

jdd

......

_________ ^^m

M:

I

H

lutt^ll

JVl X

jUclcJc

^

^ Il

..........-.........

R

o

■ # w

iiiiii.iNiminiij|g|ii.iiMi^iM-\' \' -- ■■.....................................\' "" ~ " ■...........;

55\'

-ocr page 131-

I

t n

m

r

a

/

x\'

!

I\'-

f

• f
I.

H

V A \'

I

:1

-1

- "i-\' -iiS-

. i"!?-.. ... :.

^ ;

■\'ci.

W -X r \'\'\'

c - . . •• r

;

ilU-

-\'S. -- > -

ill-

if^ - v

A\' \'\'.ï^^

3

-ocr page 132-

\' • ( 1 i,f-^-Mlj ; i\' Ifl

Ü

1-ti

^■\'"iji\'ïl\'i

^ir:!?);!

I

!

IJj«

\'t H A R T O G H D O M

: Jj\'iliji

aal\'

ill\' Ir;;:^

VAN

: : I

BREMEN.

E landen van \'t Har-
toghdom van Bremen
hebben de
Chauci eer-
tijts ingehadt , geby-
naemt de Meerdere,ten
oplicht van de Minde-
re, die \'t landt van Em-
den en Oldenburgh be-
faten.Tacitus Ipreekt\'er
aldus van :
De natie der
Chauci y hoewelfe begint Van Frießant af, en een deel
heßaet wan den oeyer , is wan alle fijden den wokken
tegengeftelt die ick hehhe befchreven , tot datfe de Catten
komt te raken. Eenen foo grooten omvang landts en befit-
ten de Chauci niet alleen, maer wervullen hem oock. \'t Is
een wolck onder alle Duytfchen\'t edelfle, \'t welck fijne
groothejt werdedight met gerechtigheyt, fonder begeer^
lijckheyt, fonder onvermogen. Sy houden fich geruft, en
afgefondert wan andere , en beroepen niemant ten oorloge,
hegaen geene roveryen noch affettingen. En de woor-
naemfte proeve wan hunne deught en mogentheyt is, datfe
hunne werheffinge niet en bejagen door geweldt of onrecht.
Sy fijn niet te min weer digh tot de wapenen , en rechten
hy tyden wan noodt groote heyrkrachten op van woetVolck
en ruyterye; en felfs in hunne rufte behoudenfe de felve
Vermaertheyt.
Doch de name van Chauci isal-
lencxkens vergaen, en die van de
Saxen, die
nieuw was, en den Ouden onbekent,is doorluch-
tigh geworden. Defe wierden verdeelt in
Ooft-
Valen
oft ooflelijcke, (die heden alleen den name
van Saxen behouden,) en in
Weftvalen oft wefte-
lijcke. De gelegenheyt defes landts plaetft die
van Bremen onder d\'ooflelijcke, hoewelfe niet
wijdt gelegen en
fijn van de Weflphalers.

\'t Gantfche gewefte wort befloten van twee
rivieren, de Wefer en d\'Elve, en heeft ten ooften
het Hartoghdom van Luneburgh en \'t Bisdom
van Verden j ten weften \'t Graeffchap van Ol-
denburgh ten noorden den Oceaen en een ge-
deelte van Holfteyn j en ten zuyden \'t Graef-
fchap van Hoye. \'t Begrijpt de ftadt van Staden
met naer byliggende landt; Hadele, Wurfatz ,
Wurde, Kedingen, Otlande, en \'t lantfchap van
Bremen, van
\'t welcke wy tegenwoordelijck ful-
jjoedamg\' len handelen. Wat de vruchtbaerheyt belangt
des aertrijcks, dit geweft wort vergeleecken by
eenen mantel, welcks twee voorfte deelen mee-
rendeels met fluweel fijn verciert, maer \'t ach-
terfte deel en is niet foo waerdigh noch vrucht-
baer y fiilcks dat defè gantfche landouwe feer
vrucht-rijckisaenhare beyde fijden , te weten,
aen d\'Elve en aen de Wefer maer in \'t midden
tuffchen Bremen en Staden, \'t welck de gewoone
wegh is der kooplieden,isfe onvruchtbaer, onbe-
bouwt, vol moeraffchen, heyden en ftruycken.
. De hooft-ftadt defes Hartoghdoms is Bre-
Duytslant.

Lampaleit,

De padt
tremen.

men, eene vrye Rijcks-ftadt, en eene der Anzee-
fteden , beroemt wegens haren koophandel.
Veele meenen , dat Bremen die ftadt fy , welcke
Ptolemeus noemt
Phabiranum, drijvende dat defè
nieuwe naem haer namaels gegeven fy ter oor-
fake van de breemen oft breemboffchen, die
aldaer eertijts groeyden in groote menighte.
Wat \'er van fy, de gelegenheyt van
Phabiranum
komt fèer wel overeen met die van Bremen. De
ftadt is gelegen in eene feer gerieffelijcke en lief-
lij cke plaetfè op de Wefèr fy is wat lanck-ach-
tigh, verdeelt in fchoone en breede ftraten,
verciert met menighte van uytfteeckende ge-
bouwen en timmeragien, foo gewijde als ge-
meene, en met alle fborten van krijghs-wercken
dapper gefterckt. Sy heeft eene feer breede
marckt , op welcks midden gefien word het
heelt van Roeland j en aen de fijde \'t fladt-huys,
en onder\'t ftadt-huys de gemeene wijn-kelder ;
alle tvelcke gebouwen der aenfchouweren oogen
wonderlijck vermaken. Aen d\'ander fijde ftaet
de Cathedrale kercke , S. Pieter toegewijdt, en
gebouwt door Willehadus, eerften Biffchop der
kercke van Bremen ontrent den jare 788 ^ de
welcke na 254 jaren afgebrant fijnde, weder
gebouwt wierd door Adelbert en fijnen navol-
ger Liemaen \'t Is een uytnemende ftuck wercks,
verciert met twee toornen, waer van d\'een alle
d\'andere der ftadt overtreft in hooghte. Niet
verre van defe kercke ten weften, is die van onfè
Vrouwe, gefticht door drie rehgieufe broederen
in \'t jaer 1060, onder den Aerts-Biffchop Albe-
ron, oock verheerlijckt met twee toornen. In
het midden der ftadt munt uyt de kercke van
S. Ansgarius, wekkers tooren met koper ge-
deckt, alle d\'andere in fterckte te boven gaet.
Daer fijn noch andere mindere kercken,en veele
gaft-huyfen voor de vreemdehngen , oock een
Collegie voor de Studenten, gemaeckt van een
kloofter. Daer is
oock het wees-huys, waer in
80 kinderen,
knechtkens en meyskens berooft
van ouderen , eerlijck en mildelijck onderhou-
den,en in de letteren en goede feden onderwefèn
worden. Buyten de Zuydpoorte der ftadt light
een kafteel, aen de felve gehecht door een val-
brugge
, \'t welck van oudts maer een bloote oft
fimpele tooren en was; maer in defè tijt omringt
met wallen en grachten na de velt-fijde, foo
wort hy met recht geacht de ftadt aldaer te
ftrecken voor een vaft bolwerck. De brugge is
gebouwt met fbodanige konft , dat\'er veele
meulens onder de felve fijn gefchickt tot maken
van meel en buskruy t ^ oock is \'er een radt van
uytnemende grootte, \'t welck,door eene konfte-
lijcke leydinge, de wateren
uyt de Wefèr in de
ftadt voert, welcke door verfcheydene canalen

N S oft

•Kill

"\'il

I

ta\'!: J1«
iH"

V(

f" i\'i

\' I IIa

\'■I.! i

li

\\

-ocr page 133-

S * /"^atshorß

[amturg

A

X

Cftttn/èn.

D U e A T u s

M-tUiaria- Germanica juorunt tlmmi 2.000 virgas \'R-lixmlanJicas com^leQvtur.

\'ifCirbiern^

Cremper

S. JLiuten.
MAKSCH^ I

s ï

3

BREM^ & FERDvE

^ ^tmeken^t.,.

Stieco JußtL ConL.
Corw^smarck accurc,

Ä lonmie Gorrtes

loon Chriftoph. d

CO

^intet^ &c in tahulam. Ttdit^h..

Haseldorper

O

A

Etnestiinm.

^I^SfiTBERGsjR

\'r^r

\'MARSCS:\'^^

^ae^trt^ -

li

O

U R

B

iC....

G E

U N M

tl

Gluckfla<Jtr

iJtfAA^JC
\\Ci>£mir

H

\'BrffeckJtM^

3>*-^mtmerbte.

SciarU.

Pi Tij;,..

^ehst^l

/\'^ai^hrrtt.

I> I T M A R

£Mt Uken.

D U\'

ISuttzl

JimwenJtetk ■

jjtai

y.

Sairen,

^aßkt^ras\'e.

_

Jjuhic

A.

DncH

\'......

Otre^èn. it\'l

^iiakeiihtUd\'^

Mup

•rÄ::

"fM^.....

.......

■eJeMarret

JiantenifHr

...fc-i

, Tfetsd

\'Xa/mertuiTi i
t.........^

V

ilealmttel

JS

BXiww» L

Sitttt^tO\'

\'km

Die -^Jtff^i

.r^i

ieU^

\'KaJeiibet^

H

D JE

rjL..

\'MtetAf^

\'eienfè^^

\'ate

Gti, - è.,/, ^ ^^ s

Ié--
"■ki^

HaerlicHHCI^ -

^M^s^k^^ \'m

Ik,,.

jJ aijj

^jTaoatiatts

Mm

pt-dtrK^ot^chi

ICHKIjTT^

I^ienliaiw

^kBeOem:

S&i^ur li\'«-/

■\'S?-

ZéS

Ziliiheit-.

■ï

cJtX-"

CtoßrSofM ^S^Smif

iPeli

- ^

léMyel

\'gimarhf

ii LAKDT

// \'"\'tg:.;-

L la OTatl ;

J^êk\'

\'effat^

1,A

HADELEN.

TfgrÜehi^

*

r

ri.r ^

\'tVaait.....

\'fSifSalckttti^d

I-: n E R

\'V/

■ Si..

Jï^l

HamWr srilche

■ -.....<

i/^mcken-

eTR

Olde^Mt

hji.

SamtHBjgh

-Ambt Ritzen^

^^.......

^buttel. _ . Cr^^^g

JCrei^e.

-\'Shßt^A

M O R R \'

f iOÜeij^tuherg
JCayerk^

\'- - -

^SieinerdtAh-

.\'if^chtrhuJi\'^

i

ItvtUr Kuil

—-.....

Korte "

.....

jJattLy i

DUVEX S
J>aveU Affer

.J\'.arJi^if.....cai^^M \'

^w-...Gerichte ^\'^^^ß^\'^Mg\'r^M

l^Ktfch

verfiti

jpd ^^

\'1

"Witrs

LiuM^^

Die

........."

^aeckh^m \\ JJuaAaL ;

S^adew

Aar^

«-v Arltum..

I . ^........

&en.

■0

\'Aflens

^

-i

W A\' T T Er N

ïoller itjf. landt .4;

i^StOat.

„„_...........^

\' Am -t"- >

^roeetmans MiAL -
^\'^Zkhcrtt-

^ibuAtel

DSnna Cm^

Mrei, kttUtt-

H^eamt.

\\

T^E S JB R

/fe:

Hx^^rmcten.^

\'\'heJorfl

JSrmiujt.M^\'^ii

\' ■

l^otularuin Ëxplicatio .

4 Kl^ere .

^ JCircJ^iete
èti. .Adetiche h \'at^r.

^ ^mttka^r

Svtxels kofi-.

O

^\'^ft^ B UT IA-

^SilUns .dlhitthaufett; i

\'^urhm\'t^

iUreklmchteti „ \'

Jljf^^

^emiam.

>2 \'

B 1 G

StoOiiwt\'

lä 4 iT

^trtmi

j£ammet^
vardoLy

LA k D r.

i\'^l^terj.

^tdenJück

hmer G-enchit,

....\'im®:-\'-

) Äiwfflwv/-. ^Si-..

^ > .MüJile,.
-Uf^ei-J

Snutit^a-

m

J A n M

T tu.

\'Beme.

lii\'m

-ocr page 134-

\'t H A R T O G H D O M

cfc goten der burgeren huyfen fuyveren van alle veertigh perfbonen doodde. De Religie wierd

onreynighedcn. IJ\'inwoonderen oft burgers van oock alhier verandert gelijck elders; de ftadt

Bremen oefFenen ten meerendeele den koop- van Bremen was d\'eerfte,die de leere van Luther

handeleenige begeven ftch oock tot lantbouw toeftondt en ly was oock d\'eerfte, die beneven

en vee-hoeden j andere tot bier-brouwen , het de lèlve , m.ede die van Calvijn omhelfde; van

welck van feer goeden fmaeck fijnde , naer Hol- toen af aen heeftfe altijdt der Gereformeerden

landt, en andere omgelegene geweften, gevoert gevoelen ftantvaftelijck aengehangen , \'t welck

wort. Bremen heeft oock \'t recht van in de aldaer noch bloeyt, hoewel \'er de Lutherfchen

Wefèr te mogen viffchen van \'t kafteel Hoye af oock werden geduldt.

tot in de zee toe. \'t Selve voor-recht heeft \'et De ftadt van Bremen heeft in oft onder fich Breeptßh
oock in de rivieren de Hunte, Lefiiiore, en an- veele vooghdyen , van welcke d\'eerfte genoemt
O\'êerhedefj. dere watcïen. De Magifhaet oft Overheyt be- wort Vïchlandt:, begrijpende vijf mijlen in den
ftaet uyt 24 Raetsheeren en vier Borger-meefte- omgang : fy is gelegen aen gene fijde de Weièr j
ren, van welcke twee aen \'t roer der Republijcke \'t is een vet landt, heeft vruchtbare ackeren en
fitten den tijdt van een jaer, en uyt defe neemt feer goede weyden , en heeft drie parochyen en
men wederom eenen, die d\'eerfte plaetfè be- dertien dorpen. D\'andere aen defe fijde de
kleedt den tijdt van fes maenden, en den tijtel Wefer, fijn
HoHerlandt , die grooter is als de
voert van Prefident. De gantfche Raedt wort \'er voorgaende, vervattende drie parochyen, en al-
vereert met den name van Wijsheyt, in weicken leenlijck vijf doch groote dorpen.
Borchwaldt,
geene en komen dan de voornaemfte der ftadt, defè en heeft maer eene parochye, van welcke
vooral de fiilcke die wel geftudeert hebben j al- de helft behoort tot het geflacht van Brandt,
foo nochtans dat de helft uyt kooplieden be-
 Blocklandt op de Wümme en heeft oock maer
ftaet. Wat aengaet de Rechten der ftadt, fy eene parochye, doch redelijck wijdtftreckende,
heefc, door de privilegiën en toelatingen der fy geneert fich met hoy en viffcherye.
Wcrlandt
Keyfèren , in alle de gene die oft gelt- oft lijfs- is in \'t midden fandigh, ter plaetfe daerfè de We-
faken aengaen, en in \'t kenniffe nemen en uyt- fer en Wümme raeckt, voornamelijck daer de
voeren der felve, eene onbepaelde macht, als Wümme fich ontlaft in de Wefèr: fy heeft fèer
oock de bedieninge der laften en ainpten , de goede weyden; en beftaet uyt drie parochyen
Rechten der landen, der verbonden en onder- en negen dorpen.
Blumenthal en heeft maer eene
ftanden, &c. als oock het Stem-recht in de parochye, en begrijpt fès dorpen.
Nyenkirchen
Keyferlijcke Rijcks-dagen. In den jare 44p heeft oock ftechts een parochye,maer fèer groo-
bouwden de Saxen drie fchepen tot Bremen, te dorpen. Aen gene fijde de riviere de Geeft
met welcke fy d\'Engelfchen befchermden te- aen de Wefer hght de marckt van
Leeh , en de
gens de roveryen en overlaften der Schotten en gantfèhe vooghdye van
Bederkefe,en \'t kafteel van
Pióten. In \'t jaer 788 ftelde Karei de Groote tot den felven naem. Den omgang van defè voogh-
eerfte Biffchop van Bremen Willehadus, Engels- dye is van negen mijlen, en bevat onder fich
man, die begaeft met fonderlinge godtvruch- feven parochyen, maer ontrent negen dorpen,
tigheyt, hen verlofte van de macht der duyfter- Na Bremen volght, gelijck als de naefte,
niffe. Dit Bisdom duurde tot den jare iioi, d\'Anzee-ftadt
Staden , gelegen op den ftroom Stadm^
waer in het verandert wierd in een Aerts-Bisdom, Swinge, niet wijdt van d\'Elve, beneden Ham-
tot eerften Aerts-Biffchop geftelt werdende burgh. Sommige Schrijvers verfekeren, dat defè
Humbert, eenen man van onlèkere afkomfte. ftadt d\'oudtfte is van gantfch Saxen; diealbe-WW*-
Men kan lichtelijck giffen, oft Bremen in die roemt was en naem hadde 323, oft, foo andere
tijdt een ftadt was, oft dorp: want het blijckt willen, Ó3 3 jaren voor de geboorte Chrifti, en
uyt d\'eygene woorden der uytnemende privile- by Ptolemeus genoemt was
Siatutanda, \'t Is eene
gien, die \'t verworf van Karei de Groote, dat hy ftadt gewapent tegen alle vyandelijcke befprin-
defè plaetfe \'t recht van ftadt niet en heeft ge- gingen, verfbrght van wallen, grachten,muuren,
geven, maer \'t fèlve verciert heeft en vermeer- bolwercken , en van een wapen-huys. Sy heeft
dert, hoewelfè noch geene muuren en hadde: vier parochy-kercken , en eenige andere min-
fy begonde ommuurt te worden in den jare 1000 dere. Daer is oock \'t kloofter van S. Joris met
tegens den aenloop der Deenen; fijnde twee- fijne kercke, endeSchole, waer in de Latijn-
mael afgebrant geweeft door de Hunnen in het fche , Grieckfche en Hebreeufche talen, mitsga-
jaer 923. Van doen af nam de ftadt wonderlijck ders de vrye konften, geleert werden, \'t Huys
toe, hoewelfe in verfèheydene tijden veelerleye alwaer de kooplieden vergaderen, en\'t Staat-
ongevallen heeft uytgeftaen. In den jare
1614, huys, trecken door hunne fraeyheydt de naeuw-
viel de blixem op den toren der oofter-poorte, keurige oogen der voorbygangeren tot fich. De
en ontftack 40 tonnen vol buskruyts, weicken burger-huyfèn fijn fchoon en heerlijck, de bur-
brandt gevolght wierd van eene grouwfame ver- geren vol beleeftheyt, enden vreemdelingen
nielinge van huyfen, en van de doodt van elf fèer
vriendelijck. De lucht is\'er gematight en j
perfbonen. In clen jare 1648 , de kleene tooren gefbnt; \'t aertrijck rondom de ftadt is vrucht-
der Cathedrale kercke onverfiens vallende ten baer K>t verwonderens toe • en de gelegenheyt
twee uren na den middagh met veele kleene der ftadt is fèer bequaem, niet alleenlijck om
kloeken, verpletterdevijimenfchen,werdende d\'oogen te verquicken , maer oock om den
eenige half doodt onder uytgetrocken. In den
 koophandel t\'oeffenen ; waer door de ftadt feer
jare
1647 ftack de blixem den kruyt-tooren aen, macntigh is geworden. Sy geniet veele privile-
die fes hondert huyfèn vernielde, en dertigh oft gien , onder andere^ van munte te mogen ftaen,

en te

IJ

Ml

ii

Hii:;! ■■

I i

Ongeltichett
van brmt.

li ■

-ocr page 135-

VAN

en te jagen. Alle de fchepen iiyt de zee in d\'Elve
komende en naer Hamburgh gaende^fijn gehou-
den \'t ancker te werpen en tol te betalen daer de
Swinge en d\'Elve tiamenkomen, fijnde aldaer
eene fterckte gebouwt om de gene te dwingen ,
die liilcks fouden weygeren. De Schippers oock,
die wijnen naer Hamburgh voeren, iijn ver-
bonden den Tollenaar proeve te geven uyt yder
vat oft vaetjen 3 en foo \'er onder iijn die hem
behagen , hem de felve te verkoopen tot rede-
lijcken prijfe. Om welcker privilegien wille veele
twiiten iijn ontftaen tuftbhen die van Hamburgh
en Staden. Defe ftadt heeft volle macht over
hare i«igefetenen , en doet recht over de zee-
jimijh
een roovers en andere quaetdoenders. Sy was weleer
Craeffchap. ^^^^ Graefichap, welcks inwoonderen
Stidingers,
Stadingers
en Stadenfers genoemt wierden. In den
jare 1234 en 94 wierdeniè feer gequelt, verban-
nen fijnde van den Paus en van Keyfer Frede-
rick den Tweeden, die hen aen ieders moed-
wille en krijghsluft ten beften gaven, om datfe
berucht waren van ketterye , tot welcker uyt-
roeyinge veele volckeren toeliepen, die hunne
krachten jammerlijck verfwackten. In \'t jaer
19 ingenomen fijnde van den Koning van De-
nemarcken , ibo ftondtiè daer nae uyt eene
lèeriware belegeringe, tot datiè ten leften in
den jare overgegeven wierd aen den Grave
Tilly : maer in \'t jaer 1^45 van de Sweden her-
nomen fijnde, wortiè noch van hun befèten.

Boxtelmde, voormaels niet anders geweeft fijn-
de dan een Nonnen-kloofter, ter felver plaetfe
gebouwt door ièkere Edellieden van \'t geflacht
van Boxtehude, nam allencxkens ibo toe, dat\'et
ten tijde van Rudolf denEerften,van Gijfelbert,
Aerts-Biifchop van Bremen,ftadts Privilegien en
rechten verkreegh , en eyndelijck genomen
wierd in \'t Anzeeiche verbondt. \'t Is gelegen
aen de riviere d\'Efte , die fich beneden de ftadt
met d\'Elve vereenighü, door welcks wateren iy
lbo aengroeyt, datiè genoeghiaem groote iche-
pen toegang tot de ftadt verleent, \'t Omlig-
gende landt is ièer geluckigh, Voornamelijck
naer Staden , dat \'er drie mijlen van af light. In
het jaer 1424 wierd Boxtehude te vergeefs be-
legert door den Hartogh van Luneburgh ^ als
oock in\'t jaer ijji door den Grave van Mans-
feld. Maer in \'t jaer 1632 gaf het fich over aen
Achas, eenen der Sweediche Krijghs-hoofden,
die\'tièlve daer na wederom herièelde aen het
Aerts-Bisdom; tot dat \'et in den jare i<54j van
de Sweden weder hernomen wierd , die de ftadt
noch heden befitten.

Voorde, \'t fterckfte kafteel van \'t heel Har-
toghdom is feer bekent geworden door de laetfte
oorlogen der Deenen , Polen en Sweden. Daer
is bygevoeght een kleen ftedeken, voormaels
een dorp, gelegen aen de riviere Geeft, niet
verre van de Biflchoppelijcke ftadt van Verden.
Luder , Hartogh van Saxen, wort geièght dit
flot eerft gebouwt te. hebben, \'t welck daer na
die van Bremen en Staden by\'t
Bisdom voegh-
den : maer de Bremers langen tijdt daer na
ontnamen het den Aerts-Biifchop , die moeyte
genoegh hadde om \'t felve weder te krijgen.
In\'t jaer 1632 trock d\'Aerts-BiflTchop Jan Fre-
Diiytslant

B

Boxtehude.

"BreméY-
Voorde.

R E M E N. ^ 15 yf

derick , geholpen van de Sweden , defen fijnen
Aerts-Bilichoppelijckcn Stoel weder uyt handen
van de Keyierichen. Sijnde ièdert eenigh ge-
ichil ontftaen tuiTchcnFrederick , navolger van
deicn Aerts-Biiïchop, en de Sweden
foo namen
deiè \'t kafteel met gewelt, het welckd\'Aerts-
Biilchop weder nam door oorloghs-fift \'t jaer
daer aen volgende, en verloor\'t wederom drie
jaren daer na. Eyndelijck door den Vrede-han-
del te Munfter wierd \'et toegeftaen aen den
Sweden met het gantiche Aerts-Bisdom. Niet
te min in de volgende oorlogen met de Deenen,
wierd \'et van de ièlve ingenomen , en korts we-
der verloren ; en is nu noch onder de macht der
Sweden.

Daer fijn noch andere kafteelen,onder welcke icaj^eeieff.
defe de voornaemfte fijn :
Bederkeje, gelegen in
de vooghdye van
Bederkcfe , onder \'t gebiedt van
Bremen, \'t welck verfien is van ftercke bol-
wercken en van een wapen-huys, een dorp aen
fich vaft gehecht hebbende , beroemt door het
goedt bier dat \'er gebrouwen wort: en
Ottersbergh
niet verre van Bremen , \'t welck de Keyièrichen
eerft te vergeefs aentaftedenin den jare
1617 ;
maer eyndelijck vermeefterden : niet te min de
Sweden herwonnen \'t v/eder in \'t jaer i(J4J, en
befitten \'t noch in vrede.

BiiTchoppen en Aerts-Biffchopen
VAN BREMEN.

ïllehadus wierd geftelt tot eerften Bijfckppeh,
Bilfchop van Bremen, door Ka-
rel de Groote, in\'t jaer 788;
den welcketl volghde fijn leerling

Willerick, in \'t jaer 790 : na defen quam

Leuderick de HooVaerdige , in den jare 840 ;
die gevolght wierd van

Ansgarius, Aerts-Biifchop van Hamburgh,
8jo.

j Remhert) aengenomen ibne van Ansgarius,
beroemt door mirakelen in \'t jaer 88j.

6 Adalgariusy eerftelijck methulper , namaels
navolger des voorgaenden, in\'t jaer 888.

7 Hoyer, in\'t jaer 909.

Reginward, in \'t jaer 919.

Unne, die na Sweden reyfde, om aldaer het
Euangelium te prediken, 919.

10 Adaidagus, Cancelier van drie Othoos,
Keyferen, ftierf in\'t jaer 988.

11 Libentius de I, een Italiaen, geftorven in
hetjaerioi3.

12 Unwannus, geftorven in \'t jaer 1029.

13 Libentius de II, ftierf in \'t jaer 1033.

14 Herman.

15 Be^elyn^ oock genoemt Alebrand, oveïle^
denin\'t jaer 1043.

16 Albert, afkomftigh van de Princen van
Beyeren, ftierf in \'t jaer 1072.

17 Liemaer, een Edel Beyer, onder weicken
vernieright wierd de tijtel van Aerts-Bilfchop
van Hamburgh.

18 Humbert, een man van onfekere afkomfte, ^leyts-Bff\'
wierd gemaeckt eerfte Aerts-BilTchop, in het fii^^PP\'"-
jaer HOI.

N 19 Fre-:

i 1

1 £

-ocr page 136-

\'c H E R T O G H D

19 Frederick, in \'t jaer 1114.

zo Adalhert, geftorven in \\ jaer 1124. •

HartSi-ick, Grave van Staden,in\'t jaer 1149.

22 BojtóHr/» , geftelt in\'t jaer 1168.

23 S/fiJvi\'i, Marckgrave van Brandenburgh,
in\'t jaer
1178.

24 Henrick de l, \'m \'t jaer 1184.
\' zj JValdemaer, 11Q7\'

i6 Geeraerd de l, in\'tjaer 1211. -

27 Geeraerd de H, in\'tjaer 1221.

28 Hildehoid, oft Hildehrand, in\'tjaer 12J9.

29 Gyjelhert y in \'t jaer 1275 , overleed in\'t
jaer
1306.

30 Henrick de II, tocgcmcmtGolthorn, belat
de ftoel maer vier maenden.

31 Florent ^an Bronckhorfi overleed 1307, den
welcken volghde \'

32 lanhund.

33 Burchard ^an Greile, van Bremen , in \'t jaer
1327, geftorven 1344.

34 Otho del, Grave van Oldenburgh, in het van Chriftiaen de Vierde , Koning van Dene-
jaer 1
345". marcken; defe door d\'oorlogen tuflchen de De-

35 Godefroy, Grave van Arnsbergh, in het nen en Sweden verloor \'t Aertsbisdom in den ja-
jaer
1349 , geftorven 135-9. re 1644; ^^ volghde daer na fijnen Vader in het

36 Albert, Hertogh van Brunswijck, in het Rijck, dat hy nu noch befit.

jaer 1359. \'t Aertsbisdom in die tijdt ingenomen fijnde

37 Otho de II3 Biftchop van Verden, in het door de Sweden, verwiftelde, door den vrede-
jaeri39j. handel tot Ofnabrugge in \'t jaer
1648, van

38 lande II, in\'t jaer 1406, geftorven in naem, en wiert door den Keyfer gemaeckt tot
\'tjaer
1420. een Hertoghdom , daer in begrijpende \'t Bis-

39 iS/üco/^^^, Grave van Delmenhorft, in\'t jaer dom van Verden onder de felve wapenen ; en
1421, geftorven in \'t jaer 1437. de Sweden befitten het nu noch gelijck als een

40 Boude\'min dell ^ der Decreten Doa:or, leen van \'t Roomfche Rijck,

O M B R E M E N.

ea Abt van S. Michiel te Luneburgh , ftierf in
\'t jaer
1442.

41 Geeraerd de III, Grave van Hoye, geftor-
ven in \'t jaer
1463.

42 Henrick de Hl, Grave van Schwartzen-
burgh , is geftorven in \'t jaer
1497.

43 lan Rhode, van doorluchtigen Breemfchen
gcftachte , hy ftierf tot Vörden in \'t jaer 1511.

44 Chriftoffel, Hartogh van Luneburgh, te vo-
ren Methulper en Biftchop van Verden, geftor-
ven in\'t jaer
1558.

45 loris, Biftchop van Minden, volghde fij-
nen broeder in \'t jaer 15 j8 , en na Joris

46 Henrick de lY, in\'t jaer ijd7, geftorven
in\'t jaer
1585.

47 lan Adolf, Hertogh van Holfteyn, gaf het
Aertsbisdom over aen fijnen broeder

48 lan Frederick, in \'t jaer 1596, die in \'t jaer
1634 overleden is , hem volghde

49 Frederick , Hertogh van Holfteyn, foon

IST E S T-

■ I

f ■

r •

- f»

i

-ocr page 137-

ï6

I .

A E L S C H

W E S T P

R Y C K S - K R E Y T Z.

Naem. Aer zijü vericheyden

opinien van de naem
Weftphalen,- fommige
meenen dat het foo ge-
heeten is nae de god-
dinne Vefta, als oft men
wilde feggen
Vefialia, om
datfe eertijdts in defe
Provincie geviert is.
Andere feggen, dat het
foo heet om dat het in \'t weften leydt: want die,
aen gene fijde de Wefèr, naer \'t ooften woo-
nen , worden van de Saxens Ooftphalen gehee-
ten , van Ooft en Valen , welck in de Saxenfche
fprake een jong peerdeken oft veulen beduyt,
datfe in haer vendels plachten te voeren: maer
met \'er tijdt is defe naem verftorven, en de ge-
meene naem van Saxens gebleven. En die op de-
fe fijde van de Wefèr naer \'t weften woonen, wor-
den van Weft noch Weftphalen genaemt. Som-
mige meenen dat het den naem heeft van \'t woort
Veldt.

Urkdcriey Men moet weten dat de naem Wpftphalen op
clriederley wijfe verftaen wordt. Eerft voor het
gantfche landt welck in\'t ooften aen de Wefèr
grenft, in\'t zuyden aen de bergen van Heffen,
in \'t weft aen den Rhijn, en in \'t noorden aen de
moraffchen van Vrieflandt. Dit is de levende
Rijcks-Kreytz , die men den Weftphaelfchen of-
te Nederlandtfchen noemt , en uyt driederley
Standen beftaet, de Geeftelijcke, Vorften , en de
Vrye Steden.

Tot den eerften hooren de Aerts-Biffchop-
pen van Utrecht, en Kamerijck de Biffchop-
:)en van Paderborn, Luyck , Munfter, Ofèn-
^rugge, Feerden, en Minden de Abten van
Weerden, Stablon, S. Cornelis Munfter , Ech-
ternach , Corbey, Erford, en de Abdiffe van
Eftèn.

Onder den tweeden zijn de Hertogh van Kle-
ve , ep Grave van der Marek, de Hertogh van
Gulick, en Bergh, de Marckgrave van Baden, de
Grave van Ooft-Vrieflandt en Embden; de Gra-
ven van Sein, Dillenburgh, Wernenbergh, Man-
derfcheyd, Weyda, en Ringelbergh, Meurs , de
Heer van Bronckhorft, de Graven van Steinfort,
Benthem, Dortmund, Oldenburgh, de Heer van
Ridbergh, de Graven van Hoey , Diepholt,
Schaum burgh , de Heeren van Spiegelbergh en
Vanenbergh j de Graven van
Arenbergh , Die-
renbergh, van Lip, en Heer van Somerhaufen.

In de derde zijn de Vrye Steden ; Keulen,
Aken, Onder-Welel, Dueiren, Kamerijck, Dort-
mundt, Soeft, Duysburgh ,Erfort, Brakel, Wart-
burgh, Lemgouw, en Weerden.

In defe geweften hebben haer in voortijden
onthouden de
Teutoniy Btfaclen, Chamani, Angri-
yarü, Longobardi, Dulgimnii, Angiü, Chauci
, en de
Duftßandt.

VII RYCX
KREYTZ.

Oude Vêlc\'
kere».

Cherufci. Defe Teutoni, van Mela ofte Ptolem^o
Teutones genoemt, hebben hare wooningen, ge-
lijck Ptolemaeus ftelt, gehadt aen de ftrandt van
de Baltifche zee, van daerfe met de Cimbren
naer Vranckrijck getrocken zijn,- men meent dat
fy de naem fouden gegeven hebben aen Teuto-
burgh, \'t welck Tacitus in Weftphalen ftelt. Wil-
lichius fchrijft, dat Ptolern^i
BufaBeri majores en
minores, en Taciti Bruäeri, fouden ontrent Mun-
fter gewoont hebben. David Chytrseus meent
dat de Chamanen oft de Gamanen den naem ge-
geven hebben aen de ftadt Ham in \'t Graeffchap
van der Marck. De Angrivaren hebben haer
woonfteden gehadt in\'t ooften langs de Wefèr,
alwaer nu ter tijdt Hervorden en \'t Graeffchap
van der Lip, Ravensbergh , Diepholdt , en
\'t Sticht van Minden gelegen zijn. De
Longoharden
ftelt Ptolem^eus op de frontieren defèr Provin-
cie, in welcker uyterfte eynden Bardewijck ge-
legen heeft. In gelijcker voegen prefumeert men
oock vaftelijck, dat de ftadt Duimen , in\'t Sticht
van Munfter, den naem draeght van Ptolem^ei
Dulgumniis en Taciti Dulgihinis. Beda, en meer an-
dere Hiftoryfchrij vers, verhalen, dat de
Angiü, on-
trent den jare onfes Heeren 444, in Britannien
overgefcheept, en aen\'t felve landt den naem van
Anghaofte Engelandt fouden gegeven hebben.
Chauci hebben ingehadt een gedeelte van
Vrieflandt, als Bremen, Oldenburgh , Emden,
van de Wefer tot aen de Elve toe : aen haer fijde
ftelt Tacitus de
Cherufcos.

Ten tweeden, wordt Weftphalen genomen n
voor\'t binnenfte deel van\'t heele landt, en be-
grijpt \'t Sticht Munfter, Paderborn en Ofen-
brugh, met de byliggende plaetfen wiens inwoon-
ders nu ter tijdt Weftphalen heeten met wek-
ken naem de Berghfche en Kleeffche aen defe
fijde van den Rhijn niet wiflen genoemt zijn.

Ten derden , wordt het genomen voor een by-
fbnder Hertoghdomj wekkers befchrijvinge
kaerte wy hier nae ftellen..

Nae dat Keyfer Fredericus BarbarofTa Henri-
cum Leonem, Hertogh van Saxen en Beyeren,
gebannen hadt , die alkrlaetft geheel Saxen en ■
Weftphalen, van de Elve tot aen den Rhijn, befe-
ten had; heeft Philippus, Aertsbiffchop van Keu-
len , een groot deel van Weftphalen hem afgeno-
men en behouden, en met\'s Keyfers beHeven den ^
tijtel des Hertoghs van Angarien en Weftphalen
gevoert. En Bernardt van Anhalt, de foon van
Albertus lirfus, heeft Opper-Saxen, aen Witten-
bergh palende, wekk een Cheurvorftendom is,
gekregen. Albertus, neve van Bernard,heeft nae
45- jaeren den tijtel van \'t Hertoghdom Saxen,
Otto den neve van Leo , die noch een kindt was,
afgedrongen , toen hy , in de oorlogh tegens de
Denen , van die van Lübeck gevangen was.
Wiens Alberti naevolgende neven de Hertogen

O van

■\'li-:

. \'I:

ilSï.;

liil

.„ffl

, t^iiit\':. i\'-.i

m

-ocr page 138-

T^^-mr" Hoern

■Stit^rJ^ 1 ^^ent

,i]Jlmb(\\or s li^VmQg-.

zo\\ Occidens

MIHIIIII

zlburg

20,

___Ktiiütpnr

biiiinpinm Jiltt\'rtïiMI

^^ - ^Ä^fc Zuyder Zee

éntelanA.

Sï\\iickenbmy
■>Blacxyl \\ F B N/X 5

acW|

^mneftP

a

JV

JS.

3oc

X"\'

ie.

JiHUarÙL Gtrnumica. comunia^.

\'iHeventef ,
^^t^hen Jf

/ Zevenaef
t^Sherenber^ fV^-^ 1

" iT G

.4 X&rv.X^ ^m^P

Duc at-

Ommen.

DatechetTL

Z V T J ti %

\' J.ochem ^

U, ^ \'

Strafen.

Duiken.

Jo.-

fachtendanck

J) V c A/T V^S

L^nnichJ

^ GrCMtn^e/it \'

G- e jl J c X)

Ijychteitfiarc

\'\'"••»..»mJ

\'^\'^rkeleitis

T R CA I

• Drente

S-^urtck

isr

: Jjlkrdcnber^

\\ Ihe^enhettt -lot /

^/JU. N SA/ 1 Iv\' A^ A.

Iv L I A

Juyß

I Tyant

/

\'Cx|i via\'

Y

^ockjhak \\ J fBor. /

V BockUolt A., /

K

Tweftate

Ärf/Wt

Xerjpe

y Koevoerden.

Y"; - \'Hf

r^/r

4

iji lincfchufenJ" JTS ^

\'Hecklmchtßn V.y"*\' i^i • ^-»-v^ \\

^ ^ fc Maalde

/ Ä ^^

Otniat^ |CoBi

\'erdern^

X^alchu

iWu^j (Π,:. ■

\\ ^ £i^heie

«O

AV\' 1

terfir,

--\'^A.\'tchts.ry _

\\ Oldenzel
\'jronau)e\\

Ar

^echnkh ^

Mus/ ■

t 4 ^BER^HE

*.SoUingeit

Luiflorf S H\'-\' £lverv\\dd.ll ^{3lanckem

i-heyde

2)e jiketny

•dtirick

Î

^erts^

eWs

fenTord.

.„..iftfe^P\'Ä- ■

"3, __..--"tï-J, \'

Hunimeliticjc - °

fe^ s ■ / ^

mmm:- n

■ O

Duimen,

l>e

\\Mepyen

\\E M DEN

Com.

"A

^}îtmundt

iOl

let--

ven.

m-

/evjer^erinj

VBeveiJ^gsrn,

l^oordt Zqq.

"Werne

Vii/e
tunen.

"orde _ _

m

^erne

Dre^etwort

•*I,vnhufa

Triefaite

.Multßet

toriS&nowe.

/

■^itidec }k

A

ItSrfandeni \'Mtnwu \\

J

"-\'..Marcé

\'OècleS

fLut^chu

/ C £ /o

NB O R

Heb

^etdoUe
JRahe

H^nck

\'iï\'^ l3 Strome/
«O.,. /B-jT\'»"\'\' ^ , ^
, ^ J :%Jfadt ^ Stromberg _
it^ i

Le/\'c

ur

J^loPPenhurg ■ it-s-.^ .,

QKNSIS

Olinckh^n

^yitmenherg j

-^tßhj^de

^eitM\'^

yVin-de jj^

iSJENBJ^RG.

Ih^rf

V E C H

//I

OÓJjvtc^I T AT V S .

jSimder-

%.3f- i-ifc-, IS\'

fis

Grevensteiti^

Vechte

!........Dehnenhotß

Uretnen.

^ C

7

Il ^ ^

Stift iVtintJeo,

■rpurff

Paderborn.

1 c OMI T ^T V s

^••^haâ ^^^y^adtbi

;

jer^

[elle.

JC

Oldehroekhu/ën.

4

Tete^aßen-^

Gemünd

Omenburg

]îûden>i

:V)hye

\'Jßre-.
broech^tv
/

) / :

Hdi^chif/êit

V.

"tT \' IT

V SlmteWr\' \'

\\

Lem\\ gow

îluWall

i J^ti/dat"
t\'

fborß

CIS.CVLVS

westphalicvs

Sive

M O Y JL.

Jfeufiat- ^ P

menhù^

-BU

Freyenhakm.

O M.

t^m.

^eekelfheinl

BX O Ji ^

Zigerhainu^

utbei

"8

Jlfelt

jTvrejiîjei-g ^

fj.oßo\'Hßj^

k

\'U\'uffhage

|i \'I

ÓJH

JJoye

yerdew

A l\'e^denliÂ

T VP^^H

\'Dferßherg

,1,

E

-

JEredeb/or^

Stotsl ii

.denrucbie^y^^^

brugge

CDumm&r\'\'

Jißhede

. h \\tp,.

\'Raven

j ^Mlenlarg

/

Smalen

.S\'

avens^erg

tngheren, Kjl.

\'ehart

"^unttborg

3ti.

T V s;

B

r\\bl>eke

\\

0

oy^ßu.

Hèmeberg

Demi

Batter^ber

\\^ra>tckëberg

S. Sohkatt z

rmont

\\^chau%vSberg

^Trtbslar

/Wi.......

jïs c op atus
. \\ ^ "i: sers.

- / Aä

■dS,

\'«••tzenborn.

IToul

^ Laut}erbarh

Sa/burg

H ^

Gejfiu

.AJunrede

\'ertm.\'

U.

>J

I Jtider
Aula.

iSqpceit\'

Jfannover

B RTjC^V N

Tattenbai^»-

^armbuàeti ^

Oriens

vRottenharck

Q-

^vD V c A Zt v s

fÇu^ /

Spatyen^
berg 0

\\ Y l,KhUnau.

Friedelandt ^

^reitenba

m,

Alfelde

UBagin

llllllim

............

m

zo\\

sM

5-5

-ocr page 139-

WESTPHAELSCHE RYCKS-KREYTZ.

van Saxen-Lauwenbergii noch hedensdaeghs den
ouden tijtel der Hertogen van Saxen , Angarien
en Weftphalen, dragen. Welck Weftphalen noch-
tans , naer den weften liggende , tuffchen de Lip
en den Rhijn , de Hertogh van Gulick befit, te
weten het groot Graefichap vander Marek , daer
de ftadt Dortmóndt met liaer gebiedt in Hght:
daer-en-boven het Hertoghdom Bergh, en , on-
trent den oorfprong van de Lip en Eems, \'t Graef-
fchap Ravensburgh, Limburgh, en Vlo te. Hier
en daer fijn oock veel plaetfen den Aerts-Bif-
fchop van Keulen toebehoorende, fijmmige den
Biffchop van Paderborn , en eenige , de Graven
van Waldek. Het grootfte deel van Weftpha-
len , naer den ooften ftreckende van de Lip tot
aen de Wefer, is onderworpen den Biftchop van
Munfter j en eenige deelen de Biffchoppen van
Osnabrugh en Minden. De reft befitten de Gra-
ven van der Lip, Bentheim , Teklenburgh , Rid-
bergh, Pirmund, Diephold, Hoey , Oldenburgh,
en Delmenhorft. Welcke Graven meeft van Key-
ièr Karei de Groote,in \'t beginfel by de Biffchop-
• pen geftelt zijn als rechters,welck den Duytfchen
naem Graven te kennen geeft.

De landouw van Weftphalen is in veel plaetfen
heel goet en vruchtbaer. Want hoewel de ftreeck
daer de koopheden dickmael door reyfen, woeft
en ongebouwt is nochtans ontrent de Weièr,
Soeft , Erfort, Paderborn, Warburgh, Hoxaren
en elders is \'t vol vruchtbare ackers , fchoone en
vette weyden , en aeker-boftchen. Naer den
Rhijnkant en de bergen van Heffen heeft het
oock groeven oft mijnen gehadt van yfer, ko-
3er , loodt en andere metalen, en ontrent Kor-
3ach oock van goudt. De deught des landts, en
overvloet van alles \'t gene tot menfchen onder-
houdt noodigh is , bewijfen genoegh de menigh-
te der inwoonderen , en de volckrijcke en groo-
te fteden, Munfter, Osnabrugh, Soeft, Minden,
Dortmondt, Erfordt, Paderborn , Lipftadt,
Lemgouw, Wefel en andere, die met haer rechte
ftraten, heerlijcke huyfen , menighte en beleeft-
heydt der burgeren, weynigh fteden van Duyts-
landt wijeken. Palseftina en is mede overal niet
even vruchtbaer, dat nochtans van Godt ge-
noemt wordt een landt van honigh en melck
vloeyende. GaHlsea en Peroa broght meer wijn,
olie, balfem en andere vruchten voort, als ludaea,
principael in het deel dat naer Arabien ftreckt,
daer men meeftendeel gerften broodt at en water
dronck. Daerom moet men oock Weftphalen
niet verachten, al is
\'t hier en daer luftigh en

Laadottü\'.

vruchtbaer, en op andere plaetfen rouw en wildt,
gemerckt het een groot en woeft landt is.

De Weftphalen fijn ftandtvaftigh en manhaf-
tigh j en gelijck fy in \'t beginfel fwaerlijk van haer
voorouderen afgoderye , tot de kenniffe Chrifti
zijn gekomen , alibo hebbenfe \'t Ch riften-geloof
niet alleen getrouwelijck bewaert, maer oock in
d\'andere deelen van Saxen, Denemarcken, Swe-
den , Wenden, en andere landen geplant. In de
oorlogh, waer in loannes Megapolitanus , om
fijn Godtvruchtigheydt en geleertheydt der hey-
liger Schrift, den Theologant genoemt, de volc-
keren van Lij flant tot Chriftum bekeert heeft, is
de kloeckmoedigheydt van den Weftphaelfchen
Adel meeft gebleken-, gelijck genoeghfaem
blijckt, door dien noch voor fommige jaren een
groot deel van Lijflandt oncfcr \'t gebiedt der ede-
len van Weftphalen was.

Dat de Weftphalen bequaem zijn en geneygt inwoonde-
tot de deught, geleertheydt, en alle eerlijcke kon-
ften, getuygen veel Godtvruchtige en geleerde
mannen, regeerders van kercken , landen en fte-
den, die Weftphalen voortgebracht heeft.

Als Keyfer Karei merckte dat de Weftphalen
haer vryheydt beminden, het jock van\'t Rijck
niet wel verdroegen , en op alle manieren proef-
den van der Biffchoppen en Roomfche Koningen
heerfchappy e ontftagen te zijn, om alfoo den ou-
den vrydom te bekomen; heeft hy fommige
degelijcke , wijfe en vernufte mannen geftelt, en
volle macht gegeven, datiè alle die iy fekerlijck
wiften, tot oproer genegen en oorfaeck te zijn,
terftont fonder eenigh vertreck fouden ftraffen.
Welck recht niet tegenftaende dat met rijpen
raedt wijièlijck ingeftelt was, om de oproeren der
muytmakers te beletten om dat nochtans fom-
tijdts daer in t\'onrecht gehandelt wiert, is \'t door
heel Weftphalen over lange jaren als verftorven
en niet meer gebruyckt. En hoewel foodanige
Rechters oft Schepenen in fommige, doch feer
weynige fteden, nu ter tijdt noch zijn, nochtans
worden \'er geen vonniffen heymelijck geweièn,
maer in \'t openbaer, als men den aengeklaegh-
den eerft gedaeght en verhoort heeft. En de Ma-
giftraeten der fteden wijfen alle vonniffen, foo
wel in pohtijcke als hals-faken noch de Schepe-
nen en mogen niemandt ter doodt veroordelen
buyten den gemeenen regel van procederen en
recht te doen. Soo dat hier de manier van de po-
htijcke regeringe , wetten , rechten en vonniffen
in de fteden, foo billijck en redelijck zijn, als in
eenigh deel van Duytflandt.

/

r :

i:! f

-li

r

V

-ocr page 140-

Ertijdts hebben de
Chauci dit landt befe-
ten , welcke Phnius en
Ptolem^eus tweeder-
ley ftelt, de meerdere
en de mindere. De
Meerdere ofc groote
fijn,die in \'t Sticht Bre-
men woonen, tuffchen
de rivieren Elve en Wefer. De Mindere oft
kleyne , de Ooft-Vriefen en Oldenburgers.
Ptolemasus fteltfe tuffchen de Eems en de
Wefer,wiens woorden aldus luyden: De kley-
ne
Chauci ftrecken tot aen de Wefer, maer
II e\'oude de groote C^^^a tot de Elve toe. Pliniusin
ZZ\'kLn j \'t X VI cap. befchrijft haer alfoo : wy hebben
tegen het noorden de
Chaucos gefien , die de
Groote en Kleyne genoemt worden. Daer
loopt de groote zee alle daegh en nacht, en
bedeckt alles met water, foo dat men in twijf-
fel ftaet, of het lant of water is. Dat arme volck
houd hem op de kleine heuvelkens oft berghf-
kens, oft met handen opgemaeckte hoogh-
ten, op de welcke fy, na de hooghte des vloets
van de zee, hare huyskens fetten , die , als het
water gewaffen is, niet anders gelijcken als
fchepen die varen, en als \'t water gevallen is
op
\\ drQoge leggen 5 dan können fy de vif-
fchen vangen. Sy hebben geen vee of melck,
nochte wik om te jagen , om dat er geen
ftruycken oft voedtfel voor de beeften is. Sy
maecken koorden en netten van riet en biefen
om te viffchen , en droogen het fiijck meer
door de wint als door de fonne,en verwarmen
hare fpijfe en koude leden met de aerde. Sy
drincken niet als regenwater, dat fy in kleyne
kuylen in hare voorhuyfen bewaren. Sukks
waren in voortijden der ouden Chaucen ma-
nieren en leven, welcke hedensdaeghs feer ver-
t>ergekken ändert fijn. Plinius vermaent van geen koren
ïntaelh^ ofte eenige vruchten 5 nu is nergens grooter
fche, vruchtbaerheyt. In voortijden konde dit lant
geen vruchtboomen dragen , nu is \'t met al-
derley boomen vervult. Sy hadden noch vee,
noch melck, nu is \'t in vee boven maten rijck,
en melck is haer voornaemfte fpijfe; want het
lant is effen , en heeft veel goede weyden : de
aerde is vet, gelijck genoegh getuyght de wel-
fmaeckendeen koftelijcke boter, en lieffelijc-
ke kaes, van welcke alle jaer, met goet profijt
der inwoonderen, een groote menighte in an-
dere landen, jae door gantfch Duytslant, ver-
koft wort. Men fiet oock dagelijcks met duy-
fenden groote offen op de overrijcke weyden,
J)uytslandt.

Groote,

Klept,

die van \'t gras foo vet worden , dat oock de
buytenlandtfche vokkeren de felve begeeren.
Eyndelijck, hier is nu ter tijdt wildt genoegh,
gelijck uyt de dagelijckfche jaght der Edelen
blijckt. Soo dat dit lant met zijn eygen vruch-
ten te Vreden is, en geen andere van noode
fchijnt te hebben.

Het Graeffchap Oldenburgh is een treffe- Oläenhur^t
lijck deel van defe Chaucen. Het paelt in het
ooften aen \'t Aertz-Bifdom Bremen en de We-
fer, in \'t zuyden aen \'t Bifdom Munfter, in het
weften aen \'t Graeffchap Ooft-Vrieflant, in het
noorden aen de Wadten van lada en de mont
van de Elve.

Dit lant begrijpt de Provinciën Stedingen Veeiinge,
tegen over Brernen, het flot Delmenhorft on-
derworpen j Stadtlandt, dat in vijf, en Bura-
diger, dat in feven parochiën gedeek isf en Te-
vern een deel van Ooft-Vrieflant, welck drie-
en-twintigh parochiën heeft. In\'t midden zijn
deMoerimmen. Albertus Crantzius fchrijft,
dat dit Graeffchap een van de alderoudtfte is:
want onder haer Graven tek hy Widekindum
Hertogh in Saxen , die ten tijden Caroli Ma-
gni geleeft heeft. Irenicus fcyt, dat dcüzdt^tadtOi-
Oldenburgh van Karolus Magnus gebouwt is,
en een kercke aldaer door den Biffchop Adal-
gargus,terceren van S.Ian Baptift, gewijt. Maer
Crantzius dwaelt, dat hy defe ftadt onder de
Wendfche reeckent, en aen de zee ftelt j want
dit een ander en verfcheyde ftadt is van die
in Wagria, een lantfchap van Holfteyn , gele-
gen. Laurentius Michaelis meent, dat de
jim-
broneSj van wekke Plutarchus fchrijft, datfe
met de Denemarckers in Itahen fijn getogen ,
en van Cajus Marius verflagen, uyt dit lant ha-
ren oorfprong gehadt hebben; welck de naem
Amelander noch hedensdaeghs fchijnt mede
te brengen : het felve gevoelen heeft hy van
de Alanen, Saxifche vokkeren, welcke hy
meent dat hier gewoont hebben aen beyde
fijden van de rivier Alan tot aen \'t kafteel O-
ria, en nu ter tijdt Lengener, als Alaner, en
Averknger, als Overlanger, genoemt worden.

In dit Graeffchap fijn noch andere kleyne
fteden, als Wefterftede, Nkuburgh,Bockeren,
Wivelftede, Werdenburgh, Delmenhorft een
Graeffchap, Ovelgunne,&c. En aen gene fij-
de de Wefer , Deefdorp, lever , een deel
van Ooft-Vrieflant , flaet oock onder dit
Graeffchap.

De Wefer bevochtightditlandtfchap,diein J^mere».
\'t ooften daer langs loopt, in wien,by Elsvliet,
\'c kleyn rivierken de Hont vak, komende uyt

P het

Het Graeffchap

OLDENBVRGH.

I" ■

M ■ ■

Si , ■ ■ i ■

vi ■ ■

!; : :: ■

I

r

ii-;
m

iirl;

ft

111; ,\'il
li

ill

::; i

s

-ocr page 141-

30

40

tp

Zud en OliUndar£ ^ O G G I D E iNT S

T^utHsmuncken.

Gr, OÏJrnJai

^iftertmer ö -i

: O,, I "^\'-isB

jililliaria, GalUca, communia.

a

O

"Buren

J^\'ûrtlû

■en O

iven \\ Sande O Q^

Paludc.s
Vafti^

\'UlarclcL

O

" .......-.T^^hâ^n

-Vihds

lib,

Jliddoech

.oje

leuerens

J

fii.

MONAS TERI

Goi^olte

-jfarh

, Wthckel

Otde

aite

Oldv

e^erclc.

\'T

\'en.

^Schedes

Ltndi

^l\'ierdcn

■\'XfUJ^\'O

Ocholt

Oife

\'j£<nuicl

Jltfijèr,

ENS I>S

l^fohorn-

\'Jtiddel
epscn

Dencra/h
O ^ OrweJ^

Sehe

Vischijfi

Sihiiß*^

O

£h

■IV

Palu

\'ÏSio

y

\'"e s

O

•.Sande : -- \\ 1 \\
.....^

n\'aiudesaX V ^^ Iev-j^^

i \\l Ahéaue ^ Oftrinasßh /

li S kf

^ ^ _ . / Scnwert

. ■ O.-

EPIS C O

£dexi>echt

^^ujcht

y

- Hens
Atnc

\'T^eihtßci

a ft iCÄ. Mrine/

Va ft ce

leAdeß.

\'ûe

éi»::

gig,

\'J:£ard^ùe O ^^

SorJiinm
lÂenhru^^e
Bani

.^^T^lcin Scharrel

i

Stenhtßn
O

PA

\'^^entot-
"Vfej^j^ens

I i

Ginft.

Linswe^e

Blecfenshus

Gr.Garnhlt-

Ccnnevcrde

^elle \'^^GarnUt- "^\'r chjl^

Sek

mrreL ff O

Leng er

L \'Futux

c

li.

\'^j^dc

\'T

~4lilliaria- Germanica, communia.

\\ ^Merâe^ hlf

...... tóp

\\ .....^

ikO \\ Zud

\'eerhaue -^IC^er^en jA

T ^ A X V, S

•fcffö Barrichaue

lOßterholtc ^\'^^^Jierher^en. - aH§öi

^tldeloe J oWechbf
JT»,,
 J^^Mtmt-ermalen ^

J; i

O Lee

"t

-ll\'iuelßeie

^Bohhuptt

Iitzhtßtu

Ot.denb oj-lg

Vn/hcdc

iJjyrieU.

Spechc

O

l^mderhii^

O

Uorle

\'Zrhan jJ\'oti

râelet

barj

Ji7innekehtiß

Hlanclcenhû^

mV

^ 1

-riJorUTrck.

J^ntl^n- IX

Pars .

\\Orate
- meer.

/ lm

Iwcie

Loicr

O moer

-iCulCsdiek

^^Jleerkercke

De Moerrime.

l y ^ ^^^ 31, ucf^hl^

liJcnh^" ...

\'f \' % "

\' /wbft

Hunilerlûe

brock

\'"J^ienfclde

liktlcckershorch

Berckhrp

Line.

Jiavtinelnui\'Jcn

\'pJarnehrak

\'W-Mkttcn

\'J^\'T\'Urßct- ,

en|
\\ lande.

»fe-fc

......

Jûckehruaqe ^ ^ r \' ..............1

___

Stedin 1

\'7

-Verßj^j^e Sanßte.h

•i^^jjt GunJi\'iJchr

/^Otmen£lor£

............

.......

rjiofße

hne fr

Ö é ^P^T s C o

a

"i\'^\'s. -it.«

^ i as: H

bitten Xarch

Hardeiviph jj
^ : ^„Â g g

hemhdcn

^ T V S-

............................^\'lOanlenh«^

-.......... Littel .....ièrift»-—-

Lejcnv

Jdxirjßedc

"Jer diorch
}

Vi £

■Vchütf\'

i/finstüfcilftmi

""x

Oiylcnicn:^
^Zhûchtj H

Gi-ü£cltnß

Bremen

O

OKIENS

c

fflt-Lfießi^fil^ .......ßulj,.

\' Jössens
O Z)uke

J^rt

• en,

O

Seueren

liil

\'m:

V

Solthainme q^jj

iL

But

Jjamjuardçn

Gl

O

\'Jetlens O

Ô Ohlfclmfen ^

Sjcnshani

ijrondsiL

.......,

° -Lan

adin O-er
O

ó

^li\'adlens
Jier O

dt.

\'^\'Jëtteiu
^ Swewarden

f4- SS c

M.

Lehe

s ^j^ kji s

\\

GcßenÄor^

OLDENBVRG

G O MI TAT VS

hladeletr

O,

tjlnmln

ro eil/Ä) TLoUenj

, O ^^fißft

^ M

lIII^^^I^ \' ---ttt

I I

-ocr page 142-

N

het Sticht Munfter door Wildeshuyfen naer
Oldenburgh,en van daer naer de Wefer,fchey-
dende de Moerimmen van Stedingen. In de
Hont yalt oock de Horn , die by het dorp
Mansholt ontfpringt, en voorby de ftadt O
denburgh loopt.

Zade was eerft een kleyn rivierken en on-
geacht , nam fijnen oorfprong uyt de moraf-
khen en een lack (\'t groote Meirgenaemtj niet
verre
door \'t lant loopende , en , met veel toe-
loopende wateren vermeerdert, viel het in de
naeftgelegen groote Wadten : als de onge-
ftuymheyt der Zee, en ftormen toenamen, en
om d oneenigheyt dit verfuymt wierd , fijn
eyndelijck de dij eken doorgebroken , en
het water in de lage landen geioopen, en heb-
ben eenen kleynen inwijck gemaeckt, die na-
derhantjVan wegen \'t gewelt der zee-baren,foo
groot geworden is, dat men t niet helpen kan.
Men fiet noch eenige overblijffelen van de
Verdroncke parochiën aen den oever van El-
tens , Arno, Oldenbrugge, Bant, Dangaft,
Arnegaft, ladelet, enWurdelet.

Door de lada worden de Inwoonders ge-
deelt , in Dees-fijds en Geen-fijds ladaners.

Dees-fijds ladaners, die achter\'t rivierken
Mada woonen, en eertijdts in goeden ftaet
waren, hebben, door \'t gewelt des waters, van
veel parochiën maer drie behouden.

D

O

Deas-ffjds
Jcdmsrs,

burgh.

De Geen-fijds ladaners beginnen in het Ceen- fjds
noorden by\'tWadtvan lade^, daer nae
lengskens naer \'t ooft gekeert , en weder-
om naer \'t zuyden , en van daer te rugge nef-
fens den uytganck van de Wefer keerende,
komt vier groote Duytfche mijlen in Moe-
rimmer-landt tot aen het Graeffchap Olden-
burgh. Defe worden tegenwoordigh in But-
Butjadi\'
jadigers en Stadlanders gedeelt. In een ftreeck^\'\'\'*
van drie Duytfche mijlen befitten de Butja-
digers, van \'t noorden naer het ooften, elf
vruchtbare dorpen. De Stadlanders, de refte
met drie dorpen, en\'tflot Onelgunna, dat\'^\'"*
de Oldenburgers in de Saxifche krijgh daer
hebben gelegt. Nae defe woonen de Moerim-
men , van de Hont tot aen de Wefer. Nae de
Moerimmers volgen de Stedingers, wekker
voornaemfte plaets is Elsvliet, niet wijdt van
den uytganck des Honts gelegen. Aen gene
fijde des Honts is Berne, beroemt door een
groote toren en kerck.

Behalven de Wefer en Iade , fijn in
Graeffchap kleyne waterkens 5 als, Delm, die
Delmenhorft befpoelt; Lede, die by Olden-
burgh in de Hont loopt^ Ouwe, die by \'t dorp
Tuücheneym in een morafch vak j en Made,
welck t eynde van dit Graeffchap is, cn in
t noord-eynde in de zee loopt.

-ocr page 143-

Et Graeffchap Ooft^
Vrieflant ftreckt hem
van deDullart en Eems
langs de Wadten tot
aendeWefèr, en wort
naer \'t zuyden beftoten
van het Sticht Munfter
en \'t Graeffchap Ol-
denburgh.

Ooft-Vrieflandt is
gedeelt in elf volckeren, als de
lleiderii, Tfanfl<c-
danii Mormmi, Lengani, Amafani, Broeckmerii tf
JurkaniyNordani, Harlingii, Wangri, Oflringii
, en
RuftrL

Reiderlandt light tuffchen den Dullart en
Eems, en heeft twintighmerckt-vlecken, en
dorpen met kercken, en ontrent foo veel fonder
kercken: alle, behalven
7 oft 8, gelegen by
de Eems in een vette landouw.

Tegen over aen d\'ander fijde der Eems is A-
verledingerlandt, en Moermerlandt naer het
ooften, en een deel van Eemflant naer \'t noor-
den. De riviere Leda fcheydt Averledingerlandt
naer \'t zuyden gelegen van Moermerlant, waer
van \'t den naem heeft als over de Lede liggende.
Ditis volmoraftchen, onbecjuaem tot weyden
en zaeylandt, heeft nochtans feventien dorpen
met kercken.

Moermerlandt ftreckt 8 mijlen van de Eems
naer\'tooften, totaen\'tOldenburger gebiedt,
grenft m \'t zuyden aen de Lede, in \'t noorden
aen Aurickerlandt, en heeft den naem van de
nioeraftchen,daer \'t vol van is,behalven op fom-
mige fandachtige velden, die de inwoonderen
met grooten arbeydt bouwen.

De Lengen liggen naeft Moermerlandt, heb-
ben rontom eenen quaden wech om by haer te
komen, wegens de moerafTchen daerfe mede be-
floten fijn. Defe contreye is niet breet, oft be-
quaem om vee te weyden. Hier fijn lodorpkens,
en een kerck in \'t midden : \'t is een wreet en on-
geregelt volck.

Daer Moermerlant eyndigt,begint Eemflant,
het fchoonfte en befte deel van Ooft-Vrieflant,
om de vruchtbaerheydt, menighte van fraye
dorpen, en goede manieren der inwoonderen.
Daer fijn ontrent 50 dorpen, waer van veele fte-
den gelijcken j met fchoone kercken en veel flo-
ten van den Adel. Onder andere havenen , fijn
die van Olderfum, Emden , Knocken, Greet-
zijl, en Eidelfum de befte, \'t Heeft fijnen naem
van de Eems, met wien \'t aen \'t zuyden beflo-
ten wordt, cn met de Wadten aen\'t weften en
noorden.

Broeckmerlandten Aurickerlandt, eertijdts
een deel hier van, daer\'t aen de Eems light, is
tamelijck goedt tot denhouw, rijck, enmet
heerlijcke kercken verkiert, boven de wijfe der
dorpen. Hier fijn ontrent 20 dorpen met kerc-
ken, en fommige fonder.

Duyrs\'andt*

Re\'d.rii.

Tranflxda-
m.

Mormni,

tiCHgani.

ulmafanu

Broeckztf^«-
rü& u^fi"
riemt.

i8

Het Graeffchap

O os T-V RIESL ANT.

Norderlandt light opalen oever, is naer bet

noorden heel vruchtbaer van koren en vee. Het
volck woont hier verre van malkanderen , als op
hoeven; en hebben in
foo grooten ruymte, be-
halven de ftadt Norden, maer vijf dorpen, daer
de kercken in \'t midden ftaen.

Harlingerlandt ftreckt 10000 treden meer in H^r^v.
de lengte naer \'t ooften als dat van Norden
; het
heeft ló dorpen met kercken, en 2 fteden. Het
Landt hoe\'tnaerder den oever light ,hoe \'t be-
ter is, in\'t midden is\'t onvruchtbaer. Men kan
hier qualijck havenen, behalven aen Funixer-
zijl, niet verre van Harlingerlandts eynde.

Wangerlandt leydtaen de wijde inham van de mngrL
lada, die van \'t noorden naer\'t zuyden in het
midden van\'t landt vloeyt. Hier fijn vlacke en
vruchtbare velden. In defen ftreeck fijn ló Pro-
chi-kercken, waer van drie die vanKnipens aen-
gaen, de andere die van lever.

Hier aen, naer \'t zuyden, woonen de Ooftrin- opmgiu
gen, wiens landt niet feer vruchtbaer is, als in
het deel welck onder \'t gebiedt van\'tAdelijck
geflacht van Godens, tot aen den inham lada
ftreckt.

De laetfte fij n de Ruftringen,die naer den 00- j^fijiri,
ften woonen, ftrecken haer van Wangerlandt
en Ooftringen tot aen den Wefer, en worden
door den ladaenfchen inham in twee deelen ge-
fcheyden.

Dit heele land verbreyt hem van de mont der
Eems tot de Wefèr joooo treden, is in \'t midden
maer half fb breet. In \'t beginfèl van Ooft-Vries-
landt aen de Eems licht Emden, het ^ieraet
van de gantfche Vriefche kufte , van Hollant af
tot Denemarcken. Sy is rijck, heeft fchoone
huyfen, goede gelegentheydt, en koophandel
die daer floreert, en is wel bewoont. De Eems
heeft fijnen oorfpronck in \'t fticht Paderborn ,
doorloopt\'t geheele fticht Munfter en Vrieflant,
en, met kromten in den Dullart loopende, ver-
breyt hem tuffchen Groeninger en Eemflant,
ftort
hem in dat groote Wadt , welcke tufTchen
\'t vafte lant en de eylanden light,en valt ten laet-
ften in de zee.
Emden is niet feer out, gemerckt
dat de oude
Schrijvers daer van niet fpreecken,
en
haren Heer Udalricus den tijtel van Grave
eerft
verkregen heeft in \'tjaer 146 j, van Keyfer
Frederick de III. Te voren was het lant in veel
deelen gefcheyden,en hadde veel Heeren. Voor
eenige jaren isdeverftandigeGraefRoedolfver-
moort door de Keyferfche foldaten,die het lant
feer verwoeftten, gelijck te voren de Mansfeld-
fche gedaen hadden. Nu regeert fijn broeder
GraefUldrick. De gelegenheyt defer ftadt is foo
bequaem tot de koopha ndel, dat \'er langs de ge-
heele Saxifche kuft geen beter en isjaengefien in
de haven tot binnen de ftadt heel groote en fwa-
re fchepen konnen komen, en lofTen,fonder hul-
)e van fchuy ten,lichters oft diergelijcke fcheep-
^ens. Sy is voor weynige jaren rijcker geweeft

als

■f;

r

i

J lll\'tfl

-ffi\'iif; -ji!

-ocr page 144-

r^l^ - .........

SAMharpc O
Ostor£

^ n E R^

CalAinm:

L AN D .

T \'/ Ki^ideuelt-

J-ij/iufen ö

\'\\ "FeddeLrt- J^ l^nij. Zijl

......

.................

t ffêuct

on

Ê^Sr-;-.

-^CmcIs

% J^letmrens
^Sandd ^

q Sctrrtens ,"

Tl. mi v 5;\'

O A O jA.

O

Bro

qßecl
Marianhavs
Schat ^

¥

(Burts funken.

j A

Accmn

¥ l

V.

I i

\\

/ Zcphalt ^si^^artenii^n.
\' Ojichnfe,. j . T R I N" :

I t^ -■■ eöi •Sande

mer

\'VjJ^tint
\'Vemhifen-

Wjtalm.

l\'J\'.lfn.

lp, .(ÄW^/ifÄ

He^fMt oMcahaue

-^ifafkö
êxhim O

O ) ^ i

jfes?\'"\'\'^«"^ ^ -

shut \'ViPiucrXtt C^ , flinbslshiet

E E s^\'-^PlJ { i^fcnmd.

êctsel jcèt.

imclant

Dat Brack

■Ivetten

. O-en

\' O

- -

^utfhiißtv
■^larrcwcer

\'rc,

O / SZctd J

Me,

«ïOrft

I OLUndorj,

JUelcv ^
Vtóthifiu jKjlant

pWnfijl

Spyck

oN

SitmtipvQlde
.......•■----------

\\
\\

moer

D

Sattdiveer

\' iStraethffit

t\'Sant ^ ^

CrR O NIN/^

JJrmer °

PajR 5

\\

XiTjTj/irri

.................

dtVix\'»^»- Emden

711- ____________________

M.-AiiM^\'ii""^-\'*

....."

Ü^^hant-

\'cirf, ^^^ P

„ ,, / f * Oldehav^iu.

•Rarchum. \\0 Shkäcatnp. /

Jit^in^a

L

^ Zee^rup ^y^\'^nclpc^-y^Wt.cyrde^

-W^Jler^inditiv ^V-P^^on Ulmfim^

Jd^

3Nr;

"k

w

c>

OldenM

\'Êt\'i

RIDERIM FOR.TIONIS :
jüctcs, ants itiundatiujicTn^ ^vte
j
Jihuj marisJüctn. ^/ï.

Buren-

Remds ^ O ^ Crrotcfande

G- JE N. QVflcjen

Lutlz^nde

/

"Barte

Veinert

Uo

......

1 „......•■\'"\'■^^\'■\'■r^erck

\'Bett

io-\'v.!

Utkchr
\\Ojimt.

La^c

VI . Sti!\'^\'\'"\'!\'
____________

é^Aermor ^

tHer\' x

JE r.... "lir- O .immerce

T

F/cftBffO\\

li

\\£ochee

\'S.&eor^titslt 1

GÉN SI

t

iTau\'inar 1

üitsmvehr OStockiorf

Sieitzweer

(/f^ OSoxiim.

ki-%

ï ^

^aUendarf ^Swacht^^

MiUebora

•Reiieriwolt^^- Ockewerr - ! l i

_ C^erhu^n-

elile bierde

StaAt ^

i^aj^P JOj^mer Stapelmoer

N D . Ml. ° O

Schans
\'BruwaeL^ o

SmerU

^^ f-,eer

- O^litiel ,

\'JSreincrmoci\' \\

JL

ir

4v i : ^ V r

\'^avkevecf 1

J\' ^yi^nmec,

Amn. éflfeminaer,

O i moer

ir

\'Vollen

a

2\'5

"iiMir

501

PlA R/ S .

. fr\'"!

a

0

\\

O?

èev

i^ijßtiß)
O

Tuninn

S.ffpß-

Ul

/ O tßns

■ " j-A Oldek^rch

. b

^^ Jlaricnc/iinf
^t^desdorjj

^fleAoech

-lOippens

f A ^ -

lir ^td^i^ert /hoick

Utkdhttfen. O ^ O J j

^atUeti CInhuCer Zi/L

\'Hcenhun

\'Jiurhaiie

^ 4 V

MirrUate

6" Q.

""^tf O v^f -T #

p^O OWcloß^r \'

\'\'intiiiL

Uthels

Lmte/l

fordet

ä
■ i—f«^

(jß "ll\'e/Jernni-

\'Wefter,.^"-"^

\' O

, mar

cnaivirrtX
r ^ Ottens

D

b

V^ampoel

} - V .

Ampt
dde

-•iS va

T

_________J

I I

I !i

-ocr page 145-

O O S T - V R I

als nu. Want als onder de regeringe van Duc de
Alba de Nederlanders uyt Brabandt, Vlaende-
Hollandt, Zeelandt en Vrieflandt hier
vluchtten,heeft de Grave,door hulpe der vreem-
delingen , van een fteenen ftadt een goude ge-
maeckt , lbo dat \'er in heel Nederlandt naulijcks
machtiger was. Men fach hier dagelijcks een
hoop fchepen komen uyt Vranckrijck, Enge-
landt , Denemarcken, Sweden , Norwegen en
Nederlandt. Daer wierden huyfen getimmert,
grachten gemaeckt,havenen, en nieuwe ftraten
de ftadt wierd uyt-geleyt, om de menighte der
menfchen die daer quamen. Maer toen de ver-
volginge ophiel, en een ieder weder naer lijn
landt trock, ifte minder bewoont j doch toont
noch de overblijffelen van hare vorige heerlijck-
heydt. Hier is oock een treffelijck Raedt-huys ,
gemaeckt nae het model van\'t Stadthuys tot
Antwerpen, doch niet foo groot.

Aen de mont van de haven is een groot en
fterck Kafteel, met water van de Eems omringt,
tot bewaringe der ftadt en fchepen. Het aert-
rijck rontom is vlack,met goede weyen voor het
vee , waer van hier een groote menichte is, ge-
noeghfaem voor de ftadt en naeft-gelegen lan-
den. In onfe ouders tijden is hierde Engelfche
Cour geweeft , daer fy alleen de lakenen broch-
ten , diefe te voren naer Antwerpen voerden.
Hier quamen de Nederlanders en Duytfche de
felve koopen: daer nae fijn de Engelfche, door
eenigh misnoegen, naer Hamburgh getrocken j
van Hamburgh naer Staden; van Staden naer
Middelburgh in Zeelandt j van Middelburgh te
Delft in Hollandt,en van Delft naer Rotterdam,
alwaerfe tegenwoordigh noch fijn.

Norden is oock een ftadt in Ooft-Vrieftandt,
in den omloop foo groot oft meerder als Emden;
in rijckdom, fchoonheydt, en gelegenheyt niet
veel minder , hoewelfe geen wallen heeft. Sy
is volckrijck, geneert haer met de zec>handel,
en heeft alles \'t gene tot des menfchen onder-
houdt noodigh is. Hier waren eertijts vier groo-
te en fchoone kercken; voor langen tijdt ifte
geregeert van Burgermeefteren, oock eer daer
Graven waren.

Aurick, nu de woonplaetfe der Graven, light
in een dorre contreye tuftchen boffchen en hey-
den , en geneert haer met koophandel van hee-
ften.

Ie ver light in Ooftringerlandt,drijft oock den
handel van vee.

Efens leydt in Harlingerlandt, als oock Wit-
mundt, fonder wallen. Alle defe ftedekens, be-
halven Norden, fijn meer beroemt om de Ka-
fteelen rontom gelegen, als van haer felven.

II,

|! i

!

! \'

! I

I !

i

Noràm»

I !

V

^Hricki

l

Jever,

Bfens,

\'\'i

E S L A N D T.

In Ooft-Vrieftandt fijn oock vijf vermaerde
merckten , te weten, Weneren Jemgum, Leer , ^
Olderfum, enMarihoven.
Hier fijn oock veel
floten, waer vanhetprincipaelfte is tot Aurick
dicht aen de ftadt, tot Efens , Witmund , lever,
en het alderfterckfte is Oort, welck light daer
de Eerns en Leed in een loopen, tegen over Le-
ra feef wel gelegen. Noch fijn \'er de floten Stic-
hufeÄ, Friburgh, Oftring en Berum in Nor-
derlandt, Greet in Eemflandt, Peufemin het
midden van\'t fèlve, beydefonder aerde wallen,
en Ovelgund , aen gene fijde van de Iade.

Dit fijn de hooft-plaetfen van de Droft-fchap- Deelinire in
pen, in de welcke voor fommige jaren \'t landt
gedeelt is, waer over gebieden de Droften, van
de Graefoft andere Heeren geftelt. De namen
fijn defè: Het Droftfchap van Emden is gedeelt
in die van Reiderlandt en Eemflant. Het Ampt
Greeten is heel in Eemflandt naer\'t noorden.
Die van Oorth eensdeels in Moermerland,eens-
deels in Reiderlandt, en ten deel in Averledin-
gerlandt. Stichufen in Moermedandt, opper-
Averledingerlandt en Lengen. De Norderfche
in het naefte deel van haer contreye,fonder flot.
DeAurickfe in Broeckmerlandt en de om-lig-
gende dorpen. De Friburgh/che in een deel van
Ooftringen aen \'t binnenfte van den ladaenfchen
inham. De Peufumfche is tuftchen de Eemfe en
Greetfcher-ampt, en heeft maer vier dorpen.
Defe hooren alle onder den Grave. Die van
Efens, Witmund , lever en Ovelgund fijn het
Graeffchap ontrocken, dienfe de Keyfer ge-
geven hadde. Tuffchen defe Droftfchappen lig-
gen veel kleyne heerlijckheden der Edelen , van
welcke de voornaemfte fijn , Olderfum by de
Eems, welck fes prochien heeft behalven Older-
fum : Knipen in Wangren, met een fchoon flot,
(de wooplaetfe van den Baron Kniphuyfen,)
en drie Prochien. Dornuman in \'t laetfte van
Norderlandt ontrent Harlingerlandt. Goden in
Ooftringen, Lutesburgh in Norderlandt. On-
der dertigh kloofters, die hier eertijts waren,fijn
deprincipaelfte, Silomonch in \'tmiddenvan
Eemflandt, Alandt, Appingen , Dichufen, Blau-
hufen , Sint Marien-dal oock het oude kloofter
genaemt, en het Dominicaner oft Predick-hee-
ren-kloofter in NorderlantjThedingen in Moer-
mer-Iandt by de moraftchen in een lage plaetfè;
Iten, tuftchen de Aurickfche boflthen ; Marien-
veldt in Harlingerlant by Efens, en Velden niet
verre van lever.

De inwoonderen fijn haren Prince feer toege^
daen, voor wiens eer fy goet en bloet fetten, als
hy haer met billigheydt regeert.

\' ;

-ocr page 146-

Het Stift

T E

V

N

S

R.

mßphaie». m^^^imÊW^^m Et landt van Weftpha-
len is tamelijck groot,
bequamer om allerley
vee, als menfchen te
voeden; want het is
vol vreefelijcke bof-
fchen , en vuyle moraf^
fchen, gelijck eertijdts
gantfch Duytflandt.
Het wort in verfchey-
de Graeffchappen en Bifdommen verdeeldt.
De Bifdommen fïjn Munfter Paderborn, Min-
den, Ofnabrugh> en Verden.

Munfter paelt in het ooften aen \'t Bifdom
Ofenbrughj in \'t noorden aen de Graeffchappen
Steioforten Benthem ; in\'t weften aenCleef,
Zutphen, en Overyfïelin \'t zuyden aen \'t
Graeffchap van der MarcL Het wordt bewatert
met de treffelljcke rivieren de Lippe en de
Eems.

Carolus Magnus, Rooms Keyfer en o verwinner
van Saxen , heeft in Neder-Saxen, nu Weft-
phalen genoemt, een Bifdom opgericht, dathy
Mimingeroden, ofte, foo andere feggen, Mimin-
geraden, noemde: welcke naem daer nae veran-
dert is, ennae een kloofter , aldaer getimmert,
Munfter genoemt. Dit kloofter heeft de Bifl
fchopHermannus doen bouwen , tereeren de
Maget Mariawelck foo grooten toeloop en
aenwas heeft gekregen , dat het den ouden naem
des Bifdoms verdonckert heeft.

De ftadt Munfter light in een valeye; daer fijn
vijfgroote Collegien , en een vermaerde fchole.
Sy is fterck van nature en konft, principael na
den oproer der Wederdooperen , die ten tij-
den 1des BiflTchopsFrancifci,Grave van Waldeck,
in \'t jaer 1533, om de religie groote onruft heb-
ben gemaeckt. De eerfte Autheur van defe trpu-
belen was eenen Bernard Rotman , welcke buy-
ten de ftadt in S. Mauritius kercke tegens de
Roomfche religiepreeckte , en grooten toeloop
kreegh , en^van de nieusgierige burgeren in de
ftadt geroepen wierdt, ie oock van de Magi-
ftraet een kerck begeerden. Middeler-tijdt is
binnen MunÜer uyt Hollandt gekomen een
kleermaecker , lan van Leyden genaemt, een
lichtvaerdigh , ftout, en moedigh menfch, die
de religie der Wederdooperen in fijn vader-
landt aengenomen hadde, en hem verftoutte te
prediken. Hier is oock gekomen Hermannus
Stapreda, welcke Leeraer
neffens Rotmannus
geworden, konde met hem
niet accorderen,
maer begon tegen der jonge kinderen doop te
predicken: defè hitfte de gemeente op, by da-
ge in \'t openbaer loannes by nacht en in
\'t heymelijck ; en hebben alfbo eenen grooten
aenliang gekregen. De Raedt, het onweder
merckende ,geboodt de Auteurs uyt de ftadt te
vertrecken; om de gemeente
beter te ftillen.
Maer fy fijn de eene poort uytgegaen , endean-
Duytslandt.

Veeltng.

Ta\'en van
Mmßer.

3fmßer.

Oproer der

Weder-

deejicrs.

dere weder ingekomen, ftoutelijck feggende,
dat het haer van Gode geboden was de^waer-
heydt met ernft voor te ftaen. Defe vondt mis-
luckt fijnde, heeft de Magiftraet\'een ander mid-
del voorgewent; want fy hebben op het Raet-
huys de Euangelifche en Wederdooperen Lee-
raers by een doen komen, vaftelijck betrouwen-
de, dat, wanneer fy quamen te difputeren, de
Euangelifche de overhandt fouden hebben. Als
fy by den anderen waren , heeft Rotmannus de
fijne verlaten, en fich by de Wederdooperen
vervoeght, vervloeckende den doop der jonge
kinderen , alhoewel fjn mede-leeraer Bu/chius
te vergeefs hem daer van ftrafte. Dit tegens ho-
pe van de Raedt uytvallende , hebben fy gebo-
den dat de Predicanten der Wederdooperen ter-
ftondt uyt de ftadt fouden gaen, waer. toe men
haer vry geleydt gegeven heeft, op dar fy fbn-
der perijckel uyt het Bifdom fouden vertrecken;
maerfy hebben fich by hare navolgers ver fteec-
ken , feggende dat het beter was Gode als de
menfchen gehoorfaem te fijn ; daerentuffchen
is\'t getal der Wederdooperen fterck vermeer-
dert , die door de geheele ftadt feer raeiden , en
niet op en hielden van difputeren. De Magi-
ftraet gebood alle de kercken, uytgenomen ee-
ne , te fluyten, om dat de Wederdoopers, dis nu
heel fterck waren , den minderen hoop niet fou-
den verdrijven : en verfochten van de Landt-
graef van Heften, dat het hem geliefde eenige
geleerde mannen te fenden, om defè leere uyt
te roeyen : die
Theodorum fabritium en loannem
Melfingerum
gefonden heeft; doch defe is terftont
van fèlfs gekeert,
\\ fy dat hy geloofde dat de
faeckte verre gekomen wasjofte dat hy iich niet
en vertroude : de andere is foo lang gebleven ,
tot dathy van fijne vyanden uyt de ftadt verdre-
ven wierd. Toen hebbende Wederdoopers ee-
nen uyt gemaeckt, dewelcke , als van Godt daer
toe gedreven, door de ftraten liep, roepende:
doet boete, en laet u herdoopen; foo niet,
Godes toorn fal u overvallen. Hierom vele, den
toorn Godts, ofthet verlies van hare goederen
in foo verwarden ftaet vreefende, haer gehoor-
faem waren
Eyndelijck,in\'t laetfte van Decem-
ber , fijn de
verfteecken Leeraers voor den dagh
gekomen, en de Herdoopers hebben het
Raethuysen de marckt ingenomen, het ge-
fchut uyt het amunitie-huys gehaelt, en op de
bequaemfte plaetfen geplant,roepende met luy-
der
ftemme, dat alle die fich niet lieten herdoo-
pen,fouden vermoordt worden. Detegenpartye
heeft fich op een fekere plaets der ftadt, die van
natuure fkrck was, begeven, en van daer de
Wederdoopers, die de marckt in hadden, be-
vochten. Daer nae fijnfe veraccordeert, dat een
\'ieder fijn religie vry foude mogen behouden en
oefFenen. Maer de Wederdoopers, trachtende
haren ftaet voor de volgende tijden beter te
verfekeren, en eyndelijck de overhandt te

R krijgen,

II (
i l\'i*:

\'. t
.\' r

r/1:

-ocr page 147-

Episcopatiis

^..... .....

ziiinij:!!!!

Bars

\'Clivi

ivi^e

^iitrictt Vrecde

"^Wefel

ic^l

Jlamnücket

Duc : ^iti^cié^

3rum

I; p,

\' J^IC "\'JtLPOdt/us

Ö 4

, /^r # ^ Almejföi\'

T /

.................. ,>■ ^

i I- O H - /

iJieclum

et ^inti-

JJrct\'cnaclc

.....

Jljisl^ciycn ( Borm

/• Al ^

A^iiflirrt loh- Gujmite. Aidkf dAathcmatico

t Viree Jeix

7M

^\\ C OJLMl#

^ / W .........;Msafi -- ^^^

\'N

. Oitcnflcen
jiö

Gvi^schafl.

■■.Jslder-

ïg-

idl énjelraMnck ^ \'^ Uudmct^^

ilAAHvs. / ^

Wulhit

WPawinckd
y^lmdrt^

ehtint ^iartékoev

lerlant. A JE

cCnitUir.

" ^ Ok^ r ST........OU eni^l ^ /

> A«rL„ -X 4 /tv

^ l

\'org JÈk

-^{f

^tei-en""

Jfus JfuttiuwXf^^

X I

VRIEN ^

^fl ..... ..............

S T ^ \' ■

nhó

.anjr.

HVS E N.,

yiiiV^mr^

.V

^nvtimA^ett. \\ ..........%Uncker Jbk ^anlf^ge^

ZvMiÜicht

aujdcn A

Bu\'t

jh

CÊ \\ iCh ^i^fi

X MepftpejxS t .. IP^ ƒ

rian \\ V^ w/

VX I UKb -B^fc^i \' rwn auct^iö noKUs WL X

L I JSfl G- E . \\ HutocmmelirLck^ gf A-.

Hu tocmmelinckA pf m

Tooileit .Irt\'^\'^ \\ ïL T>

P ,

ZcinAerd^v

I Zanin^ett
iCd.

........

^Kwmn r .^-m

\'cUen^^y^m

\' J r^^ Ct

liJofa^\'ct f\\l)

\'\'ifl

iiHIi

i\'\'

O

Betjinhriig^ ^jf ^\'^^denhor^

V

5 J\'

zo

ö

ridt I in

ra

2(5

l>ur<

CdfiisrivT ^ - 1 ^ "

vV-ir\'^\' C KV

\\ter.eir A^/^^.s h^rarocfi^^^\'^i ^ %

% ^^ / ii\\di VecUe f huien . %

A PAH. Hl

r t

, 1 fl\'At. \\wAshufi

Himtetorg /

WTJ

CdlenmAe

Delmenkorst

Ai. ^

/

aeiiw.

zo\\

nunnter:^^

ï^^pliolt

53\\

O \'Wcmrm^stv

&È. .

Borcli

■<1

M\'irtzhas jQt

Jlemhuvr

k Olt

\\.MJ

N

7

^ Il

CMuvé^rj A \'"•......LangepPMoge --

" .■^TV \\ ■ OsJlWvcrat \\ ^ciUs^ , tYp-j la ^ j

^ /fc.« r^^^ ........-V""-.... -^-Vibr/V S^^v./.^« I

^Cif jt^ TT t C J

A S r \\ r J

B

Al

Tu/HcreiJ^^

eti

Mjnv

I Mritw ff keren.

Wche Biv/t

m

Ê\'/i
^ Beclt-èm

./S

imiijerU ^ Wafj-enV^^

r / .........t ^^\'^^ikxV,,

__0 StumiiU-kh^cn

Soest j y^m O jfa aB £ R .

___^ önxpnjlccn ^tde \\ %

^Stre hos^rdms

PARSl

^Wi»le ntar Vj
\'fhAn^enher.j ^SS^^

31

tMitiaria. ^ennnnica. Commiutia^->

tl -ai , 3\\ . , .......^^^ ^rces

^ Jloni^^rüi

J^QVie itiit^ris.

V vv vv vv V

-ocr page 148-

M

V

N

fT

■\'

!

i l

il
iit

5

I f

krijgen , Tonden , doof Rötmannus enBernar-^
dus Knipperdollin\'g , aen alle van hare gefint-
heydc, die in de naeft:efteden woonden, brieven,
vermanende dat fy met den eerften naer Mun-
fter , verlatende alles wat fy hadden, fouden ko-
en alfoo is de ftadt met vreemdelingen

men

cn Wederdoopers vervult. Het welcke de rijck-
fte , en die in goeden doen waren , merckende,
vertrocken, en ontvluchten alfoo de aenftaende
fwarigheden. Dit is gebeurt in\'t beginfel des
jaers i J34. De Wederdoopers, nu ftende dat
haer tegen-partyeverfwackt was, hebben uyt de
hare de Magiftraet, ondec welcke Knipperdol-
ling eene was , gekoren , de kerck van Sint
Mauritius buyten de ftadr verbrandt, Munfter
berooft en geplondert, die anders gefmt waren
uyt de ftadt gejaeght, en hare goederen geno-
men. Daer nae als de Biftchop de ftadt begon te
belegeren, fijnder vele, die wilden vluchten, van
de foldaten doodtgeftagen , waer door fommige
gedwongen waren met haer in de ftadt te blij-
ven. Het gene van defe dulle uytfinnige Weder-
doopers, ten tijde der belegeringe, gelchiedt is,
foude hier te lang lijn , en onnoodigh te verha-
len ; want de hiftorie bynae alle menfchen be-
kent is. Onder anderen en is\'er niet godloofer
gefchied , dan dat de lichtvaerdige menfchen
haergelieten , dat Godt begeerde datfe foo qua-
de fchelm-ftucken bedrijven fouden. Eens heb-
ben de goede burgeren couragie genomen, om

TER.

defen dollen hoop te overvallen maer wierden
tot vijftigh gevangen, en met groote tormen-
ten gedoot. Ter fèlver tijdt nam loan van Ley-
den den tijtel van Koning, hem daer voor hou-
dende ibo hy beft konde , en liet fijn voornaem-
fte huysvrou (want hy\'er meer hadde ) met de
naem en gewaet van Koninginne eeren; doch
heeft hy de felve, als fy fijnen handel begon te
berifpén, met fijn eygen handt het hooft afge-
houwen. Eyndelijck op den 27 ïunii in\'tjaer
i 53 5,des nachts ontrent elf uren,hebben de fol-
daten des Bifithops, dien oock de Biffchop Her-
mannus van Keulen, de Hertogh van Cleef, en
de Landtgraefvan Heften, holpen , door het be-
leyt van een overlooper , de ftadt genaerdert,
en fijn door de ftadts graften op de wallen ge-
klommen, de poorten geopent,het krijghsvoick
ingelaten , en de ftadt bemachtight. De ver-
fierde Koning met fijne complicen fijn gevanc-
kelijck rondom naer degebuurige Vorften ge-
voert, en daerna, in\'t jaer 1J36, metgloeyende
tangen verfcheurt en gedoodt. Dit is het eyn-
de van de troubelen en Munfterfche oproer.

In\'tjaer 1612, den 11 April, is alhier, met
groote blijtfchap en gewoonelijcke ceremo-
nien, ingevoert Ferdinaqdus Hertogh van
Beyeren, Aertz-Biftchop en Keurvorft van
Keulen, Biftchop van Luyck, Coadjuteur van
Paderborn, en Adminiftrateur van Hildes-
heim, &c.

ii r.

i I.

il\'

-ocr page 149-

20

De Graeffchappen

E N

T

H E

B

M.

E N

STEINFVRT.

Et Graeffchap B e n-
THEM light op de gren-
fen van Weftphalen, en
paelt in het noorden en
t ooft aen het Sticht
Munfter, in t weft aen
\'t Graeffchap Lingen
cn Drent , in
t zuyden aen Over-Yfel en Twent.
Het is tien mijlen lang en drie breet.

De fteden fijn Newhaufen , Nort-
horn, Benthem , en Schuttorf. Het
heeft vele dorpen, floten en vlecken.

De voornaenafte rivieren fijn de Aa,
en de Dinckel.

Het landt is meeft effen , en vlack,
behalven rontom de fteden Benthem
en Newhaufen.

\'Grenfen.

Steden.

Rtvteren.

Et Graeffchap Steinfvrt
is heel kleyn, ontrent vier
J mijlen lang, en anderhalf
^ breet; grenft in \'t noord-
ooft aen het Graeffchap
Benthem ; \'t Sticht Munfter komt met
een ftreecke tuffchen defe twee Graef-
fchappen, en fcheytfe van malkander.

Hier is maer een ftadt,Burchftêinfort
genaemt, en drie dorpen , te weten ,
Laer, Holtzhaufen, Burchorft, en fom-
mige vlecken.

De riviere Aa loopt daer midden Riviere,
door, die haren oorfprong in het felve
Graeffchap heeft.

Nu ter tijdt fijn Heeren daer xzxxy Heeren,
Arnoldus luftus , en Wilhelmus Henri-
cus, oock Graven van Teklenburg, en
Limburg.

Tkijtflandt,

-ocr page 150-

J2. j^i

ji, (f\'-tw^ci

Ori ens

OUhns

^^a/ MTt imtcn

COMITATV5

BEK THEIJVl

RKene

I 3o\\

l^etitiyr
CrJ. »•. .

ct

F VRT.

St

ore

loanne Weileiibcrg-

M. T>ocl. ct JLat\'

0

c

\\

jVTeppexi.

fiSi^.

.lUi

Wati^

L I IST G £ C O M 1 r A. r V s

>

^ ^^ - ........: ^

jTalikt raa

" Il ^MifJi\'UB

iiS-M^

.^ttiri^rhont.

fSttfC

F V K 1

tMivC-

^ /

BorcK^

ACß

sullen

a ■■ Lter

^fi-....

H

Ttf^eri,

•tn^

HI""

J/Bmntf^j^

HorAniar

Mttick

Sth.

-f-ff-f 4
fVi

\'a

S.U\'.\'C-n:

tl\'is /^ink

\\

GrMerj! \'

I k II

a

^ t

^ M) ^

C^l\'^aMy

^.....i^ii*\'*-»«

\'SV*-

0

X Sn^\'ri\'jtmafij\'Nt

Si \'

^Ui jyjirvcLi

Vi

J^runim ■■
nut/^^n

Moras

- TttcMea

Otv/gumu- ^

o

A 7

Haatcmfih " \'
^srtcht^

, f „ \' yhnt J h k

Twift

Ci-f

i

Moxsis

JSlorthonfi g a —/^"■"\'\'■»»J\' (^-aS-^f— vAd \'V\\ - .„./t

Nienborg-

/

b JioJuiitiis
^ mur

-viji* j^* I nil

<5*

it

......

C

^ 4 U^io-hn

.1 I II.

■WulUa

o

/-

p

[f Cati 1.1 Ji.

\'/\'.iflfujf

/i I Iii "J^j^^^/rw\'«\'//*

Iicnhu5

m5

Ihns

Mirtss ,

a«.. I

" ^is äst.,:

JtAwnink < I Jl\'^\'iC\' \'

p
I

25

Ji

N"

jsimtii^f^ar^

. ^ I

2>

Ms

IRuiaar h\'uju

Stadl

f-f

on

CahaJcH

I liifa&jw/jp :( , ■! .\'-J..........

Ottenfen

TMoU-

......«

A

A

\\

W

I Scwihk

.....

? .....

jiirf^»\' if i iuü,i ■ MSi. ^•e-ntcn. ttßui

......

Notai\'iim
Explicatio

^^ Vrbes

4- ~4rccs
^Jlcnuß.Vir^- nffh.
^ Ctcnahia.
M.. VtlU

c

fcijA /

SM

-V01:

L* \'

DUcA/t.l/«l

! ^ MxnJar

. ^ - m

\'^at\'f.

A

R

lÄ-—.

•TivUkel

rt

\'Mm

.. ■■■ >

tey

oTortC ttiiieris |

MtUtaria. GermaTitai.

jOi/jtiM \'

\'\'li.-^-

/iar/ti\'Ajf

Toe

Vompn \\1

Gii^cCfn. - 3£im cxc^cfiaZ .

Occ

LimoiSEffncjr-

zo\\

5z

(ij

i

-ocr page 151-

î 1

I

m

M

-ocr page 152-

II

Het Stift

E N B R V G H

O

Takn. Eooften \'t Stift Mun-

fter en beweften het
ßjfdom Minden ^ leyt
tufl\'chen beyde het Bif-
dom Ofebbrugh,in het
oude landt der Brude-
ren , het welcke nu in
Weftphalen is.

Dat de Bruderi dit
lande bewoont hebben , getuyght de uytgang
van de naem Ofenbrugh, gelijck oock andere
ofeértigh. fteden daer ontrent gelegen, t Is een fchoone
ftadt, van de Graven van Fugern gebouwt,
gelijck Hermannus getuyght. Andere, als
de SaxifcheChronijck, melden, datfe haren
oorfprong heeft van lulius Cajfar. Men feyt
datfe den naem voert van Oftenhuyden, daer-
fe mede omcingelt is geweeft,als of men wilde
feggen Oftenburgh. Sy leyt in een luftigh dal,
wort bevochtight met de riviere de Hafe.
Ten tijde des Keyfers Caroh Magni heeft in
die geweften gewoont Widekindus, der Saxen
Köninck j nae wiens overwinninge heeft Key-
fer Karei, ter eeren van S. Peter, Crifpin en
Crifpinian, daer een Kercke opgerecht, met
een Grieckfche en Latijnfche Schole, en heeft
Wifonem tot BifTchop geftelt, en het Bifdom
met fchoone landen en goederen begaeft 3
als blijckt uyt den Latijnfchen gift-brief, die,
van woordt tot woordt in
\'c Nederlantfch
overgefet, aldus luydt:

In den name der H. en onverdeelde Vrie^uul-
dicheyt» ^Karoltu Kejfer, \'vermeerder en regeer-
der des Roomfchen Rijcks, Heer en IConinck der
Francken en Longoharden, en bedwinger der
Saxen, Kont ß allen en een iegelijcken der H
Kercke, en onfe getrouwe tegenwoordige en toe-
komende : "Dat w^ , tot vermeerderinge onfes
kons, Wifoni, Biffchop van Ofenbrugh, enßjne
Kercke, welcke de eerfl e is, die wj in gantfch
Saxen , ter eeren des n. Apoflels Petri, Prince
der Apofielen, en der Hey Ligen M^rtelaeren
Crifpini en Crifpiniani, hebben gebouwt, een
gantfch wout en bofch gelegen tuffchen de nae-
volgende plaetfen, Farnewinckel, Rußenhejm,
oAngern, Ofningsnethe, Vershojet, ^geflervelt,

Ofide volc-
kei\'e».

. >

met eenparige bewilginge van de Machtige des
felven landts , met aüe toebehoorte en gerechtic-
heydt over de wtlde fwijnen , herten, vogelen ,
vtjfchen , en gantfche jaght, welck onder den ge-
woonlijcken ban des verhaelden bofch gerekent
wordt i op de manter e van ons bofch tot Aken,
in
V Wout tot Ofling , tot een eeuwighduerend

ken : \\n der voegen , dat een iegelijck kmlijck fy ,
foo iemant in dtt bojch, door onfen ban veran-
dert , fonder verlof des voormelden Bifjchops,
gaet om te jagen , oft iet anders te doen, dat hy
foo wel in de Goadelijcke als Keyferlijckeflraffe
fal vervallen , en fchuldigh fijn (efligh folden ofte
fom van onfen gewichte, voor den overgetreden
ban te betalen,

"Boven defe foo verkenen wy den gemelden
Bijfchop , en fjne naevolgers, een eeuwige licen-
tie , oft toelatmge en vryheyt van aüe Köninck-
lijcke laflen : \'Ten ware geviel dat de Room^
fche Keyfer, en der Griecken Köninck, een hou-
welijcx contraä tuffchen hare kinderen maeck-
ten, Want dan fal de Biffchop van die Kercke,
met nootwendige koflen van de Köninck ofte
Keyfer gedaen, de moeyte en eere defer gefant-
fchap aennemen. En daerom ordonneren wy,
dat alle tijt in defelve plaetfe, Grieckfche en La-
tijnfche Scholen füllen onderhouden worden : en
vertrouwen dat ter nimmermeer CIer eken , in
beyde de Spraken ervarenfüllen gebreken, ^c,
Jn het Hof tot Aken.

Hier fijn noch fommige kleyne fteden , als Andereße^
Forftenowe, Vorde, Widage, Melle, Iburgh,
en Hunteborgh aen de Dummer. De riviere RivUre.
Hafe loopt midden door het Bifdom , en de
ftadt Ofenbrugh 5 neemt fijnen oorfprong in
\'t zuyden, niet wijdt van het dorp Bring.
De luftige bergen en dalen, met de feer groo- Bergen,
te weyden en heyden , maecken \'t landt feer
aengenaem, fonderling de Valcke-jaght, by de
voorgemelde meir de Dummer.Hier fijn oock
ftilftaende wateren en morafTchen. Naer het
weften van dit Bifdom, leggen de Graeffchap-
pen Tecklenburgh, en Lingen 5 en in \'t zuy-
den het Graeffchap Ravensbergh.

I

Duytßandt.

X

m

h:!

-ocr page 153-

— ..................

- -

nsR—rzizîg

m

........... ..............^^^^n\'.ltr

é .....................................- --»-fc- ..."i

a „., ................- ....„,.,..„ I

% ■ . ..............................

.....

-^rït.,!.:........... ........

.......

...........

....... ......

r A r Y

........... ^tirris imti^tiH

- ät— Stiluii. T A y-p . ■ p

^ - -"ic .....pal eu a

(ayarâ^1v

i .......g . .....

- oc ericeta

^-LeverendifTimo et 111?" Principi ac
Domino D^f Trafstcis ce GviLTELMo.Epirc.

OSNABRVGJCirSX S.RoM;lMP;P31IN:Comiti ^
mWartenberg
etc.Vrincx^i Tuo longe
clenientiflimo humillime offert
loAT^JNES Gigas Med.Doct,

■ amplillima.

Tente ^ ^^chlejtrttp ■

..... ^enne ^

\' ............ ^eftnekhißeii.

3 t "

\' ■ ------

Daßenwalf

\'WilUnckhotihtßit

\'"^lenkerki

RC

J\'t

-ocr page 154-

li

I;
\'i

? i

zi f

■v

li

Ï -Ji

/ ^

■ i\' -

■ . -

-■ ___

H\' ■

ȕs

i

V \' . ■ .

-ocr page 155-

11

Het Stift

1

PADE RBORN

Oo haeft Key/èr Karei
de Groote de Weftpha-
len overwonnen had-
de, heeft hy daer vier
Bifdommen gefticht ,
Munfter, Ofenbrugh,
Mindennen Paderborn.

Alhier hebben eer-
tijdts de Buladoren,
Chennen en Angriva-
ren gewoont, gelijck Bilibaldus Pirckheiriierus,
Raet van Keyfer Karei de Vijfde, en Burger-
meefter der ftadt Nurenbergh,verhaelt met defe
woorden:
Tuffchen de kleyne Chaucenende Sspaben
ymndende
Bufadores majores, en onder defe de
Chennen y daer nae de Angrivaren, ypaer yan noch de
cvcrhlijffelen E)e Biffchop yan Keulen noemt ßch
noch Hertogh der Angriyaren. Nu ter tijdt -^oonen al-
daer de Oofl en Weflphalingen, en die yanMmfler.
Aldaer 4jn oock de Bifdommen Paderborn en Bremen,
De felve feyt, dat de fteden van de Bufadoren ,
zijn Munfter, Paderborn, Ofenbrugge,en Bruns-
wijck.

Paderborn grenft in\'t ooften aen\'t Hertogh-
dom Brunfwijck, en het uyterfte van Hellen ;
in \'t Weftén aen het Hertoghdom van Weftpha-
len en \'t landt van Reckenbergh \\ in\'t Noorden
aen het Graeffchap van der Lip; in \'t Zuyden
aen het Graeffchap Waldeck.

Paderborn heeft lijn naem van de vermaerde -
Weftphaelfche
Padis Bomen ofte Fonteyrien,die,
midden in de ftadt, met groote menighte aen
den voet van de Hooftkerck, op verfcheyde
plaetfen, uyt de aerde fpringen , en, met een
Ibetgeruys vloeyende, verfcheyden Eylanden
maken. Sy heeft haer oorfprong van Keyfer Ka-
rel de Groote , welcke, na de overwinninge van
Wedekindus, tot meerder uytbreydinge van de
Chriftelijcke Religie, defe Kercke gebout heeft,
gevende haer,tot een wapen,een root Kruys,en,
j^egeefing. toteen beneficie,deProofdye van Dringenbergh,
in\'tjaerrSo^ welckeBuchardus, BiSchopvan
Wurtzburgh, 15 jaren bedient heeft, tot de tijt
van Hatumarus,de eerfte Biftchop. Als Hertogh
Erick van Brunfwijck geftorven was,is de Aertz-
Biffchop vanKeulen,Herman,Graef van Weden,
hier Biflchopgeworden door defe
occafie Toen
die van Paderborn in \'t jaer 1527 in delenten
haer gewoonelijck gaftmael hielden, en der Ca-
noniken dienaers met der burgeren vrouwen en
dochters oneerlijck danften , hebben de longe-
lingen van de ftadt, verftoort zijnde, de felve
berifpt, en zijn in de kerck gegaen , hebben het
choor ingenomen, de fangen der Priefters nage-
baut, haer boecken gefcheurt, en de Godsdienft
befpot. Welcke broodtdronckenheyt de Bif^
fchop willende ftraffen , heeft de ftadt 2000 gou-
de kroonen doen betalen, van fommige vryhe-
den berooft, de burgers gedwongen, en de Ma-
Vuytfiandt.

Cnnfen.

Naem.

giftraet doen beloven, datfe nimmermeer de
Lutherfche Religie fouden toelaten. Maer als
Erick doot was , hebben de burgeren twee kerc-
ken aen de Lutherfche religie geopent, en rot
hare Leeraren lacobum Mulingum , en Ghrifto-
phorum Danum geroepen. Waer door deCa-
noniken , met fchade geleert, merckten dat haer
een Biffchop van macht noodigh was, op dat
het quaet niet verder foude kruypen j daerom
hebben fy Herman, Aerts-Biffchop van Keulen
,gekofen, op conditie, dat hy de Lutherfche Re-
igie, die nu in de ftadt feer toenam, foude uy t-
roeyen. Defe dan vergefelfchapt met Georgius
Hertogh van Brunfwijck, Adolph van Schau-
wenburgh , Simon van der Lip , Otto van Rit-
bergen, en andere Graven en Edelen,is op S.De-
nijs dagh met 1000 ruyters binnen Paderborn
gereden; en na dat hy de Burgerye den eedt van
getrouwigheyt afgenomen hadde, heeft hy drie
van de nieuwe Predikanten gevangen genomen,
en naer Arensbergh met convoy doen voeren :
maer alfbo de voerman door de regen verdwael-
de, fïjnfein een dorp,behoorende onder de ftadt
Soeft, gekomen, alwaer fy van de burgers der
Stadt gekent wierden, en binnen Soeft gebracht,
en van het aenftaende ongeval verlolt. Vor-
ders, als de nieuwe Biffchop 16 burgers verwefen
hadde, en nu aireede opde marckt ftonden om
gedoot te worden , heeft de beul, om dathy
meende datfe onfchuldigh waren , de fèntentie
haer (gelijck aldaer de beuls gewent zijn te doen)
niet willen voorlefèn, en aen den Magiftraet het
fwaert weder gegeven. Ondertuffchen hebben
de vrouwen en dochters op de marckt en langs
de wegen loopen huylen en weenen, en met ge-
vouwen handen en gebogen knien , van den Bif^
fchop , die met de fijne op het Raethuys uyt de
venfter fagh, vergiffeniffe voor de verwefène ge-
beden. Terftont hebben de Raetsheeren voor de
felve oock gefproocken. De BifTchop,eyndelijck
door barmhertighey t beweeght, heeft geboden
dat menfe weder naer de gevanckenilïe foude
leyden, daer na haer het leven fchenckende , de
felve een gelt-ftraffeopgeleydt, en eengantfch
jaer in haer huyfen gebannen, en ftrengelijck
geboden dat men de Roomfche Religie, die nu
in alle kercken herftelt was,alleen foude toelaten

en navolgen.

Dit landt is niet feer groot , maer gantfch rmck^
vruchtbaer, namentlijck van alderley kooren,
menighte fchapen en hamels, (het welcke de
Franfche en Brabantfche koopluyden , die daer,
en op de naeftgelegene plaetfen jaerlijks komen,
kenlijck is,) veele verekens, en andere wilde en
tamme beeften. Hier zijn oock meer als 300 foo «
fonteynen als beecken, welcke alle vol fmaecke-
lijcke viffchen zijn, behalven weynigefuerach-
tige medicinale , ontrent Driburgh en Brakel,
Men vint in dit lant oock Fonteynen van wonde-

ê

lï!:,-

llnfn\'

■ i: ■ : ■ \'

i; ;f

\'SiJ

fl

hu

If

(

V

ren

1

ï,

l\'.ltS

5- \'li

-ocr page 156-

IL

. __________ 0 ^

. TV" 5

luxen

IlFor fite IIb esrg ^^

Solling er
walr.

v\'tlantin^htßrv
leMinckhßtt ^

P A

\' Bevertuagen

rd.Bmed\\ f^/öll jyaVrußn n.f^rß«^-

A .. , . } TrM Miitmn , i . j

^^ VolßmJ JsTichtßit 3 has ^BörcWte

■Im^rm / Swichhnßit ) Hax^^stelle /

^^^^^^^ ^H^MV I^WIIIIIL jH\'^ LI f I

iJöt f^^^i

A . H 1

lireM^rj ^ Heerhramen

/Üßheit ^ Vsrt^^ffti

Ii

^^ I SoltWSiiira

A3

Sirinrklmßn |
^ Stemhem

Oversn J^trp

iA ^
Gerdce

6ttelett-

"> P A

^ BodeUe ard. j^,

^Jetn S.Augiß:.

^^ehrn

Jllanradr

Snth

1 #A Ä7r;i-

Ij^errfch^ ^ V «i^^tt.

/ ^^ Buren: Miisreit

{ ^ Hohhtifeti Ci Baronams Setulvelt aaer Iru :

I" \'\'\'■\'^■^\'\'\'\'•\'•fljllM ^ mentArius ^mj^lißimns

L -t t I "TpiJletSer^

^ Bbtwßh

Jftßcn

a

Borrentriclt

35

^ ÜMent\' Sard\'
S.Att^tßS

Jludd.vtha^jß/ ß ff

(

m

fWunnenhei^

£

rj

^"^^^Oß^ttdorf fche Befeiallterg ^^^^^^^^

1 "PI Wai^boiig (gNi ^T J-

Ii K ^iL \' _LN

COlX

Jt^.

W^tlitic

nten^

Ml

Stadt

\'Wrex-en, IV

Germcte

\\

\'eil

"Wüidu

-«xr 1 Grimehit

WaifaecJ^x h^^^-^^ormt^rd. ^ mhUßn

. / ?x A ^
Comxtattis

5] Scpte iitrio

J5

--:iiiiiiiiii.iiii ippiiiii ti^iMiniiT tMufr

-iimmi—I

______________

fl

PADERB pRNKN SIS

Epircopatus

DESGRIPTIO ^OVA

loanne Gigaiite Ludenle DJVLed ct:Matli.nii tli.

Ithuscn .^^\'f« , Of

i

i^Vt\'mont-
V \'Comit.

C OM J ^^

---u

Blomper?^ ircrminij

Baerjcn

r

I Ampt I

J^ Rie t

hmoive

I I

I N

iiüi

JCüJ/iedAe

IcMsk (T^ (^XtÄTnhii/fn^ j^BlM ^ Oldentorg olim /

SahS^ck rr ■ It . Sömmcvßll iA ^ mCmitr. i

JIunnucUusen

p Reclten\' /

/

if «\'X
\\ ^ ®

TBrcdenhortt
.A^enhorg \\

< 7 11 ^ ---i^^^Hic--

\\ Vsdinckhtj/enfiäüia
t . A oritur Lipfii^x-,

, S / ard.Bmed^^ Tonettl^OJfg II

no-
o

1 -HiL" Ihtvius
^^ ähßrh^a- ^

tMari^ntsh mtfei

I i!

kel

^eiryi

\'ett

pars .

2.5.

JS\'

2<jl

5o\\

Mei

......j!?

3-5

16 5

-ocr page 157-

R B O R N.

De hooftftadt van dit landt is Paderborn,van
wegen des landts vruchtbaerheyt, luftigheydt,
koftelijck bier, en goede Academie ofte hooge
Schoole , niet wijckende de voornaemfte. Be-
halven defe ftadt fijnder noch meer als twintigh,
waer van de principaelfte,aen Dees-fijds-berghs
gelegen, zijn, Soltkotten , door de treffelijcke
lout-kuylen, Lipfpring, door deFonteyne van
de riviere de Lip, Buren , door het oudt adelijck
geflachts-wooninge vermaert,en andere. De ge-
ne^fijds-berghfe, fijn Warburgh , eertijdts een
Graeffchap: item Borentrijck, Pekelsheim,Bor-
choti:e,Beveringe,Brakel,en Steinheim, alle feer
vruchtbare plaetfen. De laetfte van plaets , niet
van ordre, is Lugd, in een fchoone valleye, tuf-
fchen de beemden en weyden aen de kant van
de Emmer gelegen, daer de bremkappers, goet
voor verfcheyden fieckten , fbo de ervarentheyt
leert, gepluckt worden. Sualenburgh en Ol-
denbergh fijn eertijdts befondere Graeffchap-
pen geweeft; welcke nu op feeckere, doch ver-
fcheydene, conditiën, den Biftchop van Pa-
derborn en den Grave van der Lip onderworpen
zijn.

De nabueren van Paderborn zijn, de Hertogh muren,
van Brunfwijck, Abt van Corbey, Landt-Graef
van Heften, Grave van Waldeck, Hertogh van
Weftphalen,de Graef van der Lippe,Rietpergh,
Ravensbergh, en Pyrmont. Men feyt dat in defe
contreye de Romeynfche Legioenen, onder den
Overften Quintilio Varo, van Arminio, Overfte
der Saxen en Meyfners, geflagen zijn.

D

ren aert, als de Fonteyn Bulderborn, niet verre
van het dorp Alden-Beken gelegen, die ebbe en
vloet heeft gelijck de zee. Daer zijn oock ver-
fcheyde rivieren, als die by Lechtenouwe, welc-
ke onder de aerde fich verliefen, en over eenige
mijlen by Paderborn en elders (^fbo fbmmige ge-

Mijften. looven) weder ontfpringen. Hier fijn oock mij-
nen van goet yfer, loot, fleen , en fout, op ver-
fcheyden plaetfen: men heeft daer onlangs oock
marmor-iteen en zandigh goudt gevonden.

Deelen, Het landt wort midden door gefcheyden met
, de rugh der bergen , van de fladt Bergen tot het
fledeken Horn , dat het felve deelt in twee ge-
lijcke partyen , te weten in Dees-fijds en Gene-
fijds-berghs. Het Dees-fijds-berghs is vlack en
gantfch vruchtbaer, behalven by het landt Del-
burgh, daer veel heyde wafl. Het Gene-fijds-
berghs is heuvelachtigh, heeft nochtans goedt
koorenlandt en weyden.

Rhieren. C)^ Rivieren van Dees-fijds-bergs fijn de Eems,
Padus, enAlin. De Eems komt hier in een die-
)e valleye langfaem, doch overvloedigh uyt
letzandt vlieten , loopende door alle de gren-
fen van \'t Sticht Munfter en Ooft-Vrieftandt, in
den Dullaert, befpoelt de ftadt Emden, en loopt
met een groote uytganck in de Zee. De Padus
en Alin vallen in de Lip, die met een overvloe-
dige Fonteyn begint by de Stadt Lipfprinck, en
naerNieuhuifên loopende,vloeyt door het gant-
fche Bifdom Munfter, en valt by Wefel in den
Rhijn. DeGeen-fijds-berghfche rivieren, zijn
de Emmer , Neete, en Dymel, die in de Wefer
vallen met veel andere kleyne.

Stcd.

iiif

/

mi

-ocr page 158-

• " ■ f

\'■mé

Het Hertoghdom ^

WES TPHALEN

P hoe menigerley ma-
niere de naem Weftpha-
len verftaen en verdeelt
wordt 5 hebben wy in de
generale belchrijvinge
van Weftphalen gefeyt.

Het Hertogdom Weft-
phalen, welcks befchrij-
vinge ende Kaerte wy
Grentett. hier ftellen, grenft in \'t

ooft aen \'t Graeffchap Waldeck j in \'t zuyden
aen de Heftifche bergen ^ in het weft aen \'t landt
van der Marck 3 en in het noorden aen \'t Sticht
Munfter.

Eertijdts was het onder \'t gebiedt van Wede-
kindus Koning der Saxen, en fijn nakomehngen;
maer wie nae Carolus Magnus (die de Weftpha-
len overwonn en tot het Chriften-geloof brocht)
hier geregeert heeft, en ofhet geheel onder de
Biftchoppen geftaen heeft, vint men niet in de
hiftorien.

In Ooft-Saxen hadden eerft bevel de werelt-
lijcke Heeren oft Koningen van\'tgèftachtCa-
roH Magni , onder welcke nochtans de Her-
togen van Saxen uyt de ftamme vanWedekin-
dus allengskens toegenomen hebben, tot op
Henrick den eerften Roomfchen Koning , uyt
welcke daer na gefproten fijn de drieOttones:
en oock de Marckgraven van Saxen, geboren
van Henrick Hertogh van Beyeren, Broeder des
eerften Ottonis: maer wat wereldtHjcke Princen
in die tijdt Weft-Saxen,dat is Weftphalen,gehadt
heeft, die met de Bilfchoppen regeerden, leeft
men nergens.

In navolgende tijden hebben daer over ge-
heerfcht Hertogh Henricus Leo, en voor hem
fijn Grootvader Luderus Hertogh van Saxen,
en daer nae Keyfer. Daer na als hertogh Hen-
rick , door fententie van Keyfer Fredrick de
eerfte, dit Hertoghdom moeft af-ftaen, is \'t aen
den Aerts-Biffchop van Geulen gekomen, die
daer van een goedt deel befit, en den tijtel voert j
gelijck de felve oock gebruycken de Hertogen
van Neder-Saxen uyt den ftamme van Anhalt.
Nu ter tijdt begrijpt dit Hertoghdom, Arens-
\'mffhaien, bergh, en de overblijffelen van het Hertogh-
dom Angarien , wiens palen men qualijck be-
ichrijven kan , gemerckt van die naem niet over
is als het dorp Engern , in \'t Graeffchap Ravenf-
pergh, alwaer het graf van Koning Wedekind
noch in \'t choor gefien wordt, hoewel de ge-
beenten met de ornamenten over lang, foo men
feydt, tot Erfort gebracht fijn. Wanneer het
Graeffchap Arensbergh aen\'t Bifdom Keulen
gekomen is, kan men niet feeckerHjck uyt de
Hiftory-fchrij vers weten, wantfe verfchey delijck
daer van fchrijven. Crantzius in \'t fefte boeck
van fijn Uctropolik^^t ^ daj: in \'t jaer 1164 de
......... Duytjlant.

Oude re-
geemg.

Nh onder
Cmlen.

Heerlijck^
heden in

Bilfchoppen van Keulen;, Pater-born , ende
Munfter , om veel oorfaken aldaer belegert heb-
ben Graef Hendrick, Leo genaemt, die oock
Hertogh van Saxen was, welcken, als hy uyt
\'t Kafteel gejaeght was, fy weder in genade ont-
fangen hebben, op conditie, dat nae fijn doot
\'t Graeffchap de kerck van Keulen foude toeko-
men. Van dien tijdt af meynt Crantzius dat de
Bilfchoppen van Keulen dat oudt en edel Graef-
ichap heel befeten hebben. De Keulfche Chro-
nijck fchrijft, dat Godefroy, de laetfte Graef
van Arenfpergh, in fijn leven het felfde Graef-
fchap gegeven heeft aen de kercke van Geulen
met al de ftoten, Sterckten,heerlijckheden,vafal-
len, dienaers, en alles datter aen behoorde.

Arensbergh leydt aen de Roer, ende heeft Aymhtf^*.
een flot op eenen hoogen bergh, daer de Bif.
fchop van Geulen hem fbmwijlen houd , om de
luftigheyt en bequaemheyt der jaght, en goede
viffcherye van de Roer.

Werla is de hooft-ftadt, gelegen in een vette
en vruchtbare landou, vermaert door de fout-
kuylen, en verkiert met een fchoon Raedthuys.

Hier fijn noch de ftedekens Hoveftadt aen de
Lip , Gefeke, Ervete, Aenruchte, Molheym
aen de Moon, Brilon, Nieuhuyfen aen de felve,
enNeim, Hullinchoven , Olinckhufen, Herft-
bergh, Mefchede aen de Roer, Sunderen, Ol-
dendorp , Fredeborgh, Medebach, en andere.
Hier fijn oock vlecken Wedinckhufèn genaemt,
welck beduyt de floten en huyfen van Wede-
kind , en fijn als merckteeckenen van de vorige
eeuwen. Niet verre van Brilon ontrent Broeck-
huyfèn fpringt een klare fonteyn, op de hooghte
van een fteenrots. Naer \'t weit, ontrent het fte-
deken Balve , is een groote fpelonck , wiens
uytganck onbekent is.

Op de frontieren light Soeft , de grootfte en So^.
rijckfle ftadt van geheel Weftphalen, uytgeno-
men Munfter , fy heeft tien Parochiën. Men
fèy t dat het eerft een kafteel geweeft is, oft huys
van den Voocht, welck foo grooten ftadt ge-
worden is , en den naem gekregen heeft van
S>ulmm als
tin 5ufaê / om de dagelijckfe ver-
meerderinge en byfettinge der huyfen.

Het heele landt is bynae berghachtigh, be- Lams dert*
halven dat naer de Lip ftreckt, daer \'t vlack,
vruchtbaer, en luftigh is. Het heeft overvloedigh
al \'t gene tot \'s menfchen leven noodigh is, doch
niet in alle plaetfen. Op \'t vlack landt waft koo-
ren in de valleyen fijn weyden en beemden ; op
de hooge bergen hout en wildbraet. De locht
is kout en hart, maer gefont.

De rivieren en fonteynen fijn bynae ontallijck, Rhiefen,
die met foet gedruys de voorby-gaende verma- "
ken, waer van de Roer deprincipaelfteis, die
byna alle d\'andere ontfangt, en daer mede by
Duysburgh in den Rhijn loopt. De andere fijn

X Lena,

I

\'II\'

n |i,

\' li:

■ "11 ■

\\\\\'
< j

\'é

/ ■ \'

\'li
i II

li

\'IM

i ; j.

i : ii
i:;
i

M

IIHi

-ocr page 159-

iff

/"I

s.

501

IrmeUnckhoff^ , StlfFt Muufler .

Hamm ^- ^

^tf^^H^Jf berries \'Vtin^up ix^andtscrooiv -MM,

itmtnckhufciv

Merits

jt^ ^ ^ <T> e ^

TJä^jh Soltkotten

\' - Hovestadt

^uUroj IkeV\'ar^

■i-lV

\'.....

(B 0

Gefelce \\ Wevelsborg^

e jv J s s s

^ Auctarc Ich. Gtj.

iitk

J^ttbecke

/

/ Steenhus

. .Marek ^ . , \'\'X \\

Stoi\'in

^Westphalia

Soest

I ^haU^ avtdfus
" Men^^ke j

jLanituklit^eit My ^

Ducatus

^leilicn itJl/ithem

Ervet*

Aenruchte 3erje ^^\'^^Ht^en ■

^ 3renckeii

^^^ C T S S C

\\.unm ^{ßtmnetv

jdl

0

Werle

I 3uri:k

Jéi -y^ ^^ jfaer

Stmncht^eit

Tiretnen

BtureJi

© ^ 5 .

^ ^ T s

&tmm

Scheic

Woimeiihcr^ ^

Wrexen^

Wart or

Xeäer Berchem

Vnna

Wtttnar

J{tier Altneii
Oher tAlm^ii

m

^ Mollieixx^ ^^ ^ ^ ^m

^ HuUmckhoven ^ .I" y Mosmckhi/^n tj 1

Lenden

\\ \\ctmijen Volc^ikmarieii EZTj

Wu^e

Beelick

^ OßHriv

xa^r

^oiü^ufenM

^ ^ ^^ ^^ —jSbi. Hacketi

AJbeeek

W^- ~ 1 Ä M \\ y Rentte.

. i Lim Ws e

Alt.

ena

Bal^

-ve

XM

HCwitrup jjLan^enJrolétfe,
Kintor^

Wo1hermdi\\^ufen

it^envek
Sunderen Crrevenstein

rX

Seidvell :oorre ^oWtufeit

Le ) i

Reejle

Windthifeiv

linnekhiifen.
ettent

Pi

tAmeke

Oldendorp

ntrunJm^ ^ ^

Serkenrade

• ^ .
IiWtshed

JO]

Wild^weJ\'^
erg yc-^\'

^^ heeiéufetv

^ . li ^a^htfßtt

,Av er enter pJJ

ik A ~

•ir m.

SoAinckhtßtt

"^TÏienokl

3okum

tm

eti

SehM^fenh,
Keseii

V^inekliu/en

Wett
\'.s^^\'Arulfei

T jotshorn

-Velmede ^ ^ J^ JZJTP^^ M^XM . ^

•llïl^

Lanä

aw

New Wal dec^^

/eCch.e/Ä.e

Mengeriokliaxiren ^^ ^^^

h^n

•^etnte,\'mekh\\usen ) J{u mfti

^an^eeck

K TC O

Treffenha^en

SA\'xenhatßen

3ranek

" I «^jt^^/ Y\'^^Alfek merinekhfen ^ jfk^^ ^ A V

KirehudeK^^ \\ \\ V^^^ ^ Ä ^ ^ ^ / Wifenher^

mUnt:

}Xeri,\\ek \'- \'P- / f Broek - ir )

/^Ufelkertnckltusciv \\ ^

h^n

JVfS I A

Waldeck

nii

\\.

Sithach

Schaken ^^ ^

^d^r ßu.

JCUuierett

^ßet^ers Winterberg

^edehtv

Runden

\'thud^et^

^ \\
\\p0rler - "" Soi-ep^

7y

iD.

e }Motff

W A L

D

.Kerck ds£e

Bilstein

yJ^TV K/ ^ffcjt

^Beifched.

\' - ii

ILade^

^-\'^^euußadt

A - ii

^otaßehr ^ (g

PAR S .

4

Wephew Cndeß

\\:S\'eder éAthonv
. 0herAÜ>ofw

jA smir, »r^Wü/f. -A.

•federen
Sarejfe

\'iemkhfßiv

eti Jiej^ertt

Xtraumliatßen

/ jääL \'X Hallenierg

Frede borg \\ ^^^

MUeelten
Attendorn

^\'iVerfvelt

Brtctel. Sß\'rckhti

jb.\'M\'^r/rÄ^ ^ /iw V-/-

t^erkiinjkhtßeiv
T^trmaUe

- Sitheeck^

^umchcd^ ^

Mder Seidell

3odinc1<,hageiv

H A s s I

jibji -
^
^^"■^erluukhuf

yU^hiar

5t\\

"Dumke^

J.\' > TeUcheä.

Xe^er

Drolskagen

A- 4

^ ^^—■ ^eritickhtßtv

luifi&rums ß\'fmtLW excu^if^

jrfl ^ äerlit^etv

Wendeti-

TAV

\'Sjk^ "Wildungen

^rtinckßtßeti

m

J Ml

.iääBt CivÏMtes
lék

5 I jd^ A-rces

^ Jlotta/hria^.

Delit\'erßiM^etv

JlilliaruL G-ernumka. commtmuL .

,21 . Jl .

-^r^ iüiißrts.

Meridies

20 \\

JO

-ocr page 160-

if

J I

24 W E S T P

Lena , Mona Alana, die in de Lip, en Dy-
meia die in de Wefer valt, en meer andere , alle
vol fmakelijcke viffchen.

Hier fijn mijnen van goudt, en filver, hoe-
wel die niet profijtelijckhjn , om datfe niet ge-
graven worden door de menighte des waters,
oock van koper , yfer , loot, vitriol, aluyn , fol-
pher , marmior, en allerley fleen, principael
die men ©(^iflttfïctu noemt, daer men de huy-
fen mede bouwt.

Door gantfch Weftphalen fijn veel kloecke
lieden , fchoon, en lanck, floutmoedigh , en
die het ongemack wel können verdragen. Haer
gemeyne fpijfe is fwart broot, kafe , olfenvlees ,
doch meefl fpeck , welck fy ophangen en in de
roock droogen , infonderhey t de hammen, die

Mijnen,

t , I!

» 5 : i

t M

\':

\'t ■■

Inwoonde\'
Yen aen.

HALEN.

uytermaten goedt fijn, en in veel landen begeert,
en met goet prgiijt verkoft worden. Haren mee-
flen handel beftaet in fteen, hammenen fpeck.
Van dit landt\' is dit oudt rijmken:

Bofpititim ipile , kranck broot, dun bier, lange
mijle.

Sunt inWeßphaliai §}ui nonsuit credere, loop da.

In dit Hertoghdomis veel en ouden Adel ,■ de Mei.
inwoqnders fijn fterck , kloeck van verftandt,
können in alle landen wel aerden, en worden
goede foldaten.

Denabuurenfijn, Marck, Munfter, Lippe,
Paterborn , Waldeck, Heften, en de Graven
van Wefterwaldt.

■\' Ï
.
.; i ;
: ■ I ; . .

i

üfM :
\' ! i

i

\'ii

I >i ■

; Ü). ;

»

r t

- f
\' 1

\' \'l .1
:

h

. I

4

-ocr page 161-

2-4

Het Graeffchap

L D E

A

C

Odocus Moers van
Corbach , die defe
Kaerte eerft befchre-
ven en uytgegeven
heeft, verhaelt cwee-
derley Staten van E-
delen onder den Gra-
ve van Waldeck^ waer
van d\'eene, woonende
in \'t Graeffchap , vry is; de andere, foo bin-
nen als buyten\'c Graeffchap, aen den Grave
door leen verplicht. Beyde defe foorten van
Edelen , dewijl wy niets anders daer van heb-
ben , fullen wy hier in \'t korte overloopen , en
nae order befchrijven.

De geflachten der vrye Edelen , binnen dit
Graeffchap , fijn; Virmundt, Meiflenburgh ,
Gogreben , Zertzen, Volmerichaufen , Dal-
wigh , Eppe, Rodehaufen, Reen, Schonftadc,
Hertzinghaufen , Twift, Hanxdedên , Greis-
mar. Roman, en Dorfelc.

De geflachten der Edelen , die onder den
Grave te leen gaen, foo binnen als buyten het
Graeffchap,fijn defe\': Witfteyn, Reyteel,Spie-
gel, Calenbergh, Weftfal,Canfteyn,Malfpurg,
Lebenfteyn , Mengerfen , Mefcheden , Bey-
nenburgh, Papenheym, Wuift, Volkenbergh,
en Vrf.

Het Graeffchap van Waldeck heefc fijnen
naem van de Stadt Waldeck, en is niec t ge-
ringhfte deel van \'c Landr-graeffchap Hefteen ,
aeii welcke het paek in \'c Ooften, in \'c Noor-
den aen het Bifdom Paderborn , en in \'t We-
ft:en aen hec\'Sticht Keulen; de lenghteen
breedte daer van is ontrent
6 mijlen. Daer in
fijn fchoone koren- en wey-landen , die van
veele rivierkens befproeyt worden. Daer waft
veel wijns. Men vint er oock allerhande me-
talen , als Goudt, Silver, Koper, Yfer, Loot,
Quickfilver, Aluyn en Sout. Alle defe mine-
ralen worden by de Stade Wilding en hec Slot
Eifenbergh overvloedich uytgegraven ; oock
foodanige Steenkolen gelijck in\'t Luycker Bif-
dom fijn,feer bequaem om ce branden. Brenge
oock
Voort veelderhande gedierten , infon-
derheydc in de boflTchen , die de inwoonderen
feer aenlocken om te jagen. Men wil feggen,
dat de Graven van Waldeck komen van Wi-
dechindo , Grave van Snalenbergh, den welc-
ken Carolus Magnus tot een
Advocatum ofte
Vorft (gelijck hec Meyerus en andere uytleg-
^ gen ) over de kercke van Paderborn ( die hy
te voren geftichc hadde) ftelde
: welck recht
een van des Graven nakomelingen, Graef
Duytslandp.

Nam,

T^en,

Track-

Graven
van Wal-
deck.

Widechind van Waldeck,als hy mecFrederico
Barbarofl[a in Afien reyfde,wederom aen \'c Col-
legie , om 300 marck filvers, verkoft en over-
gelaten heefc. Van de vordere fuccelfie dcfcr
Graven weet ick niec dac men elders meer be-
fchreven vindc; fal daerom vervolgen de be-
fchrijvinge der gener die geregeerc hebben van
Henrick den Yferen af, tot op defen tegen-
woordigen cijdc. Defe Henrick .leefc gebouwt
hec Sloc Laudoja ; de Stadt Corbach den 11
Martii des jaers 1^66 onder fijn gehoorfaem-
heydc, en Frederick Hercoch van Brunfwijck,
gekoren Keyfer, in \'c jaer 1400 by Fritzlar om
het leven gebrachc; hy hadde coc een gemae-
hnne Elifabeth van Bergen , en heefc in \'c jaer
1411 een fes-jarigen oorloch gevoerc mee de
Patcibergers , den felven voleyndende in \'c jaer
1418 , heeft hy fich in \'c jaer 1418 , de eerfte
van de Graven, onder de befcherminge des
Landc-grave Lodewijks van Heffen begeven.
Wolradus, Grave van Waldeck, wierd in \'tjaer
1433 van den Biffchop van Mentz coc een
Stade-houder geftele over Friezlar , en andere
fijne fteden in Heffen. Philippus de 11, Sonc
van Phihps de I, crouwde Anna dochter van
lohan de II, Hertogh van Cleve. Wolradus de
11, een Godc-vreefend, gelecre en beleeft Hee-
re , was in \'e jaer 155^ Prefidene in de by-cen-
komft van Regens-burgh,en ftorf anno 1578.
lofias geboren in \'c jaer 15 54 , ftorf in \'e jaer
1588. Sijne fonen waren Chriftianus en
Wolradus. Die Graeffchap rekent men te fijn
een van de vier
Mtütes ofce knechten des
Roomfchen Rijcks.

De hooft-ftadc Waldeck heefc een Sloc/M-
daer de riviere Eder voorby loopc. De andere
fteden fijn Aftinchaufen, Dudinchaufen, Lan-
dauw met; een floe, en Mengerhaufen mee een Andere fe-
floc, dae4\' de Graven nu hare wooninge heb-
ben , leghc cwee mijlen van Waldeck 3 Rode-
num mee een floc, in wekkers gebiede veel cc
jagen vak. Hec floe Wetcerburgh lighe in een
feer luftige plaetfe, aen de rivieren Twifch ofce
Twift. De ftadt Wildungh is mee een nieu-
wen en ouden naem en plaeefe onderfcheyden,
ontrene welcke fijn mijnen van meeael, die
jaerlijcks een goede quanekeye goue, koper en
yfer geven : daer fijn oock fuur-bronnen, voor
eenige jaren van veel fiecken befocht 3 men
brouwc daer oock \'e befte bier van \'c geheele
Lande. Frienhagen is de plaetfe daer Carolini
geriche plache ee refideeren. Saxenhaufen, Sa-
xenbergh,Furftenbergh,fijn ftedekens: Eifen-
bergh een floe. Hee floe van Eilhufen is, van

Y

wegen

O

Ti
tl ^

ir

ill

J\'l I

J»«

Ifll^

li: ;!

: t

M
mM-

m

i

mm\'

-ocr page 162-

-\' -\'.T.rw-v-T^ v-:?*-

Tli

Septcntrio

D FC A

( i

WAL D E G K

COMITATV s.

P ^ R 5.

Ahenheurn^

2f

\'Zfd\'^i^hàr ^^^aroUern

O ^tyedanc

/ - °

y

Arn^ît-
UTinttm-al

O O

Hurnhaißen^ ^^^

\'yrikJcirß\'

nojurßruck!^ AmAerdmnt

Ä^ud- G-M^chrtum \'Bhiciv

Me\'riàlcs

-ocr page 163-

ï\'ii

at

f

1} i,
tiii

\\v

A

D

E

K.

wegen de fitnatie, feer aenfienlijck, wordt van
t wacerken Vrba in tween gedeelt. Korbach
is een ftercke Stadt, van welcker goutmijnen
Albertus Magnus voor 300 jaren mentie ge-
maeckt heefc, feggende, als \'t felve gout gepro-
beert en gerafineerc wort, dat hec veel weyni-
ger gewichc verlieft, als hec Boheemfche\', ofte
van andere plaetfen. Defe mijnen fijn noch
hedensdaeghs niet t\'eenemael uytgeput 5
wanc niet wijde van Korbach vinc men noch
dickwils gruymelkens gouc onder\'cfanc , als
\'t felve eccelijcke mael gewaften worde. Neu-
burgh is oock een floe mee een Seade ; leher is
een floe, enWerba een Kloofter. Die lande
worde oock van veel rivieren en waceren door-
loopen en bevocheighe, van welcke Eder de
voornaemfte is , die niec weyniger fandacheige
goutkorrelkens voore brenghe als Tagus in
Spaengien , Hebrus in Thracien, en Padolus
in Afien 5 defe riviere is oock feer vifch-rijck,
deele de Provincie van Waldeck in cwee dee-
len 5 neemc haren oorfprong in \'e Nafl\'oufche
geberghte , loopc door \'e Graffchap Witgen-
fteyn, benevens Franckenbergh en hee flot
Waldeck,liggende op een fteyle klippe,alwaer
defe riviere door een laege valeye loope, rone-
om mee hooge bergen omcingelc: cyncllijck
pafl^erende voorby de Heffenfche ftadc Fritz-
lar, en mee fich nemende de Swalme, ontlaft
haer boven Caftel in de Fulda , en vodres in
de Wefer. De andere rivieren fijn de Dimel,
Twift, Vrba, Ahr, en lether. De voornaem-
fte bergen defes Landts fijn de Grunecker-
bergh, Wineerbergh, Aftenbergh , en meer
andere. De ereffelijckfte höflichen Aldewalc,
Weeerholdc,Geppenhage, Plat, met noch ver-
fcheyden andere.

ff"

f ::f

ii

f 1 «

f i

f 1 B \'\' \'

- ij
I \'
■ ■
h

V

i ly

\'i!

is.

ft
^^ ii
j!;;

il

-ocr page 164-

ÏJ

Het Hertoghdom

R A N c K E

F

N.

Ranconia , ofte Ooft-
Francken , heeft den
naem van de Francis
ofte Francken beko-
men. Den oorfprong
defès naems refereren
fommige totFrancken,
dien andere Francio-
nem noemen, den ver-
fierden fbne van He-
^or derhalven Ronfardus, een Franfch Poëet,
fchrijft,dat hy van den Ouden Aflyanada Fran-
cus genoemt is, \'t welck foo veel foude beduy-
den als een
Haßigerum ofte fpies-drager andere
(onder welcke Gaguinus en -^neas Pius) fijn van
opinie, dat de Keyfer Valentinianus aen de
Francken defen naem gegeven heeft, om dat, in
de Attifche Grieckfche Spraecke, alle de gene
die flrijdtbaer en dapper van gemoet fijn,Franci
geheeten wierden; ofte om datfe vry en franck
waren van allen tribuyt en laft welcke laetfte
meeninge my de befte dunckt,
foo men nauwer
acht wil geven op de beduydinge van \'t woorde-
ken Franci, foo genoemt, als of men wilde feg-
gen , Fry on cy , het welck is, Fry ä cenfii ofte
cijns, \'t Kan oock wel fijn, datfe als Fryanfi oft
Franci heeten, nae het Gotthifche woort Anfi,
het welcke beduyt foodanige , die alle andere in
geluck en rijckdom te boven gaen, en voor de
treffelijckfte helden, jae halve Goden gehouden
worden^ gelijck men oock die groote Heeren èn
meefters, die boven andere geluckelijcker en
machtiger fijn,Anfbs ofte Hanfbs placht te noe-
men. Maer tot onfen propooft, naedien dc
Franci ofte Francken in rijckdom en macht had-
den toe-genomen , en des Romeynfchen jocks
en ftavernye moede waren , en felfs begeerigh
om te heerfchen, hebbenfe haer felver eenen
naem bedacht van de Fryheyt, haer latende
Francken ofte Frye volckeren noemen , ach-
terlatende den gemeynen en ouden naem der
Duytfchen.

De palen van Francken-lant fijn Swaben en
Beyeren in \'t zuyden; de Rhijn in \'t weften j Bo-
hemen in \'t ooften j Heffen en Thüringen in het
noorden.

De locht is hier fuyver en gefont; en het lant
in hem felfs foo fandig en fteenig niet als
jEneas
Sylvius daer van getuyght^ uyt-gefbndert dat
deel, \'t welck hedensdaeghs Norica genoemt
wort, en light naeft aen de rivieren, \'t Geheele
bmheydt. £ant is fèer vruchtbaer van garfte , tarwe cn al-
lerhande granen en gewaften ^ men vint nergens
grooter en treffelijcker knollen en ajuyn. Hier
cn daer fijn oock veel wijn-ftocken , die heer-
lijcken wijn geven,welcke oock naer verre plaet-
fen gevoert wort. Ontrent Bambergh waft het
foet\'hout in fulcken overVloet, datter oock wa-
gens mede bevracht en door geheel Duytftant
Duytßandt.

l^atm»

Crenfett.

Lock.

Vrtick\'

gevoert worden infgelijcken is dit Landt over
al verfien met fchoone boomgaerden en ge-
noeghlijcke weyden van tam en wilt vee is daer \'
oock een groote menighte. Het wildt wort van
de Princen en Heeren in de bofTchen gevoed en
onderhouden, want daer veel ftallen en hutten
gemaeckt worden, in de welcke men \'s winters
hoy en zout brengt, daer doorfe tegens de kou-
de en den honger bewaert fijnen \'t is geen ge-
meene luyden geoorloft, de felve te vangen.

Dat de Francken Duytfche n fijn geweeft, en ^egmnge,
/onderlinge met defen naem genoemt, blijckt
uyt verfcheyden Hiftori-fchrijvers, en vooral
uyt Procopio Gsefarienfi, die, \'t gene hy fchrijft,
fèlfs gefien heeft. De eerfte Vorft der Francken
is geweeft Genebaldus, die 30 jaren heeft gere-
geert : hem fijn in de regeringe gevolght, Mar-
comirus 5 Dagobertus, Ludovicus I, Marco-
mirus II, Waramundus ofte Pharamundus,
welcke, beroepen fijnde tot het Franfche Ko-
ninckrijck, fijnen broeder Marcomiro het Her-
toghdom gelaten heeft; Prunmeffer , Genebal-
dus 11, Suno, Luitemarus, Hugbaldus, Hel-
mericus, Godefridus, Genebaldus III, Ludo-
vicus Hl, Erebertus, Ludovicus IV, Gozber-
tus 11, en Hetanus de laetfte Hertogh, die, fter-
vcnde fonder erfgenamen, heeft het fèlve Her-
togdom gelaten Witumino K oning van Vranck-
rijck, die oock Pipinus genoeiht wort, wiens fb-
ne Garolus Magnus, in\'t jaer feven hondert
twee-en-vijftigh, \'t felve aen Burchardo, eerft
gewijde Biftchop van Wurtzburgh,en fijnen fuc-
cefteuren, en de kercke gefchoncken en vereert
heeft. Defè provincie is noch heden met den tij-
tel van Hertoghdom bekent, welcke digniteyt
de Biffchop van Wurtzburgh hem toe-eygent;
alhoewel gantfch Francken-lant onder hem niet
cn ftaet; want Kitzingen en Briftadt den Marck-
grave van Brandenburgh toebehoorenjGraglin-
gen den Biffchop van Bambergh 5 aen die van
Wurtzburgh gehoorfamen Chronach, For-
cheym, Staphelfteyn , Hochftadti aen den
Gheurvorft van Mentz, Koningfpergh , Oxen-
furt, Garlftadt, Hasfurt, Bifchofsheym, Alder-
burgh, Mildenburgh , en meer andere fteden.
Colbnrgh is onder den Hertogh van Saxen.

Wirceburgum noemt Gonradus Geltes Ere-
bipolim, LigurinusHerpibolim, Spanheimius
Marcopolim, Ptolem^eus Artaunum, en de in-
woonderen ^«rl^burg^ / om defoeten moft,
die daer ontrent is. Defe ftadt is \'t hooft en dc
voornaemfte van gantfch Ooft-Francken; is feer
fchoon, alwaerBonifaciusAertz-biffchop van
Mentz, in \'t jaer onfes Heeren 7 J i, een Bifdom
opgericht heeft: fy is gelegen in een vlacke val-
leye, rontom omringt met berghskens, fchoo-
ne boomgaerden, en weyden ; met grachten,
muuren , torens en bolwercken fterck en wel
voorfien: fy is volckrijck en heerlijck in huyfen,

Z aen

■ii r lü\'

M
■m

I -.\'■i

M.iïll

-ocr page 165-

TCuttenUim-

Ochßßrt

JltUlrd.

O nHlbchimUit. . L^yS^^-^ .rr t ■

O Mhera. ° O t /---^o »V^rtW^

„ , ® .r ^inthii\'^ V „ / ^o

-itfeltr^ ^

iO

---Ng \' (o O

-

, n O

\'BpckfecUiréat

-Xeis vsttdii-hsyien.

«

O O

® ^^ Stcrmfelcl Oiurchorfi

, ^ W .....Mà^

r t

\\
H

1 ^ï

v^l

ii &

\' 0

f ßal-

../c O

JJernhs

Bohemise
par5.

20

Sierneerch o
\'such

10

" pcuf/eri^rû

O

.,„......^

Hanau Co-

lljate-xji\'vf/ic}] - O

\'\'""ci

O Latukkaim.

à

Sch""-\'---^

im

/V. Sf . i

MelkrndsrCf

U » ® 1 Aroffstmn-

issï" ^ O

\'"Mn:

" ^ O

% Ui ............O 8 , ƒ O

O O ^.J^hl^eßd^nßeU ^ ICreußt^ \\ -"\'^A Hehù^

O

\'Ciera-y

Jlorfp

O

\'Xeufledetn.

rjpsrj-

l^uUcnh^Uz

,ttv

,C fk. O

SchtuielwaU
\'\'Raukulm.

i

\'.S\'eufcs

Ad^hl,r■ff ^

§ J ^nenrsßelt

JißchelfeU oOiiimfiich

O

f

Tniidenlerj

^Pfunfiauf^ O 1 „1 O \'Xnutttrun,

O L haim

«i,.»« S ° Ar Î •>

ê ^^ , ■ « -, ■ O\'uchart

Qrunsßclt- O ^

Q

-ff

O O

- ^J?-«^ ^Tuchenhacl,

\'^l\'tßJl-

jrert-\'J\'^

^.vv"^ , ƒ Palatina;

Sdlttdton. ^

Ofchenay JU,.

\'Pruck

\'^LDeßnut fo

Comit:

Osfitlr^ O

O -RUt

à.

rPpx^erj O

fk.

O ^

, O ^Kukeßii\'ß

tJ\'H^" - Cj

i 1 . I

^^ - ^ JkhauJ^n- B

■ Sch.""\'-\'\'\'"\'

J tus J iupe

_L

\'dvjanJsrß

ZP

heetifAd

Sdw.dad
Canujtcßtatrt
"KUtußa^d \' fjî

\'^aitießsten, g

•/^tt ° ------------

Keïlerhch O

TUßelJs!^ O

"-Rfflt.

Dellau

jj^\' Oßjtad

I

49

O

\'^adidiMitv

OlerntzitL.

SchdJityßtß

-ocr page 166-

N.

R

A

N

K

acn de weft-zijde der felver loopt de Mcyn voor-
by , feer bequaem tot alle toevoeringe, daer
op light een ftercke fteene brugge. Aen de an-
dere zijde van de Meyn , op den naeft-gelegen
bergh, is een Slot, \'t welck men tot noch toe on-
verwinnelijck geacht heeft, overmidts het dick-
wils belegert en beftormt is,foo door de burgers
als boeren, en heeft noyt konneningenomen
worden. Aen den voet defès berghs light een
Kloofter,van Burchardo,door de giften van Cu-
nibert Koning van Vranckrijck, ter eèren Sin t
Magni Confeflbris.gebouwt. Tot een byvoegh-
fel en fal \'t niet on-aengenaem wefen, alhier te
verhalen de maniere van uytvaert ofte begraef-
fenifte, en de huldinge der Biftchoppen en Her-
togen van Wurtzburgh. Als de voorgaende ver-
fcheyden is, komt de gekofèn Biftchop met veel
uytgelefen ruyteren in de ftadt rijden; toe-gela-
ten zijnde, ftapt hy van \'t peert, en fijn Vor-
ftelijckgewaetafgeleydt hebbende, wqrt van
vier Graven ofïicialen, in de kercke van S. Sal-
vator geleydt, bloots hooft, barvoets,een ftecht
kleet aen hebbende, en alleen met een koorde
omgort: defè Ofticiale Graven, zijn die van
Hennenbergh, Caftel, Wertheym, en Rhefn-
eek. De Deken , met de Geeftelijckheythem
te gemoet gaende, vraeght wat hy eyftchet?
daer op antwoordt hy ootmoedelijck, dat hy
onwaerdige daer tegenwoordigh bereyt is, de
ampten , daer toe hy verkofen is, te aenvaer-
den,en fijn officie trouwelijck te bedienen. Hier
op feydt de Deken : Ick bevele u, in den naem
van \'t geheele Capittel, het huys des Saligh-
maeckers der Wereldt, en het Hertoghdom dat
daer aen hangt, in den name des Vaders , des
Soons, en des H. Geefts. Daer nae volght hy
de Geeftelijckheydt in S. Salvators kercke, en ,
na gewoonlijckemaniere, denBiffchoplijcken
tabbaert aen-getrocken hebbende, hoort hy
eerft Mifte, en gaet daer nae op \'t Kafteel ter
niaeltijdt. Des overleden Biftchops lichaem , na
dat het ingewandt daer uyt gedaen is, wort eerft
in des SlotsCapelle geftelt, het harte daer uyt
genomen, en in glas befloten : des anderen
daeghs wort het uyt \'t Slot in S. lacobs Kloofter
gedragen, in de rechter-handt den ftaf, in de
ïlincker-handt\'tfwaert houdende: des derden
daeghs daer nae gaet men van daer in S. Salva-
tors kercke, daer wort gefongen, gebeden, en
beloften gedaen, en daer nae wordt hy met het
, fwaert en ftaf begraven.

Famhergh, De ftadt Bambergh , van Ptolem^eo Granio-
narium geheeten, wierd eerftmael Babenbergh
genoemt, \'t welck fbo veel te feggen is, als den

; :!i

i

i :

i \'

\'i H

i U \' 4

. i .t

t

bergh van Baba, nae Baba, dochter van Otto ,
Hertogh van Saxen , en huys-vrouwe van Al-
bertus Grave van Babenbergh. Andere noemen
defè ftadt Pavonis montem,ofte Paeuwenbergh.
\'t Is een fèer luftige ftadt, aen de riviere Regnitz
gelegen , rondom leggen veel bergen en heuve-
en, veel fchoone tuynen, \'taerdtrijckis daer
fèer vruchtbaer , alwaer de meloenen, en het
fbet-hout in grooten overvloet waftèn, gelijck
hier boven verhaelt is. \'t Is een Biftchoplijcke
ftadt,en een voedfter van veele geleerde luyden,
gelijck genoeghfaem blijckt in loachimo Came-
rario, die aldaer geboren is.

Moguntia,Mentz, wort van fommige Magun- Mentz.
tiacum,en van Ptolem^o Neomagum geheeten,
als eenige fèggen. Sy heeft defèn naem van de ri-
viere Moeno ofte Mayn , welcke fbmmige Mo-
ganum ofte Mogum noemen, \'t Is een Aertz-
Biffchoplijcke hooft-ftadt: het aertrijck is daer
ontrent en van beyde zijden des Rhijns fèer
vruchtbaer, alwaer feer koftelijcken wijn waft. .
Sy is groot en wel beveftight, volckrijck en wei
betimmert, infonderheydt aen de zijde van den
Rhijn; want aen de andere zijde en iffe ner-
gens nae fbo wel bewoont: fy is feer lang , doch
fmal en nauw. Daer zijn fchoone groote huy-
fen op de Romeynfche maniere gebouwt; en
feer treffelijcke kercken, met een Biftchoplijck
Slot; daer is oock een Univerfiteyt, van Bif-
fchop Theodorico opgericht. Defe ftadt is on-
der de gehoorfaemheyt van haren eygen Aertz-
Biftchop,Cheurvorft en Rijcx Cantzelier. Mons
Regius ofte Kunigsbergh, is het Vaderlandt van
loannes de Monte Regio , een voortreffelijck
en wijtberoemdt Mathematicus. Schweinfurt is
gelegen aen de Meyn, bynae in \'t midden van
Franckenlandt. De andere fteden defes Landts
zijn Kitzingen , Fridbergh een Rijcks-ftadt, ea
meer andere.

Tot den Rijcks-Kreyts van Franckenlandt
worden geroepen de navolgende Standen : van kische
wegen de Geeftelijcke,de Biffchoppen van Bam- ^reytz.
bergh, Wurtzburgh en Hertogh van Francken ,
Eichftadt; des Duytfchen ordens Meefter; de
Prooft van Cambergh; en de Abt van
S. Gilgen
te Neurenbergh.

Onder de wereldtlijcke Princen , de Marck-
grave van Brandenburgh, en de Burghgrave van
Neurenburgh, de Graven van Hennenbergh,
Caftel, Wertheym, Rheineck , Hohenloe, Er-
* pach en Schwartzenburgh; de Heeren van Rei-
chelfpergh en Limburgh.

De vrye Rijcx-fteden zijn Neurenbergh, Ro-
tenburgh,Winsheym en Schweinfurt.

Am

u

-ocr page 167-

i\'iff

t GRAEFSCHAP

iiiffil\'

E N N

11

N

E

Et gebiedtdei\' Graven
van Hennenberg is een
deel van \'t oude Franc-
ken , oft het Oofter-

Crenfen, 1^1, llü^^ W ^^^^ Francken-

^ landt. Ten ooften en

noorden heeft het
Thüringen, en \'t bofch
dat daer na genaemt
is , in de Hooghduyt-
fche tael tJCf "^^^tWtgcr-ftJalt) geheeten , welcker
eynden Thüringen en Franckenlant in dit ge-
weft van eickander affcheyden:ten zuyden heeft
het de Meyn , en de Bifdommen Bamberg en
Wurtzburgh : den bergh, die d\'inwoonders tCV
SS^atl noemen , omringt het wefter-gedeelte
deïes lants ; aen welcke men oock d\'Abdye van
Fulden , en \'t lantfchap Heften kan befchouwen.

Dit lant is overvloedigh in wilt gedierte , vif-
fchen , vogelen , en andere dingen, noodigh tot
onderhoudt van\'t menichelijck leven : \'t heeft
oock geen metalen gebreck, in/bnderheyt yfer ,
\'t welck d\'inwoonders naer andere landen, tot
haer groot voordeel , verfenden. Dit geweft
wort befproeyt van de riviere de Wefèr , diefe
hier ^ermt / oft, om het beter uyt te druc-
ken , bic ^ef^et noemen ,• met welcke laetfte
benaming oock over-een-komt de naem van \'t
kloofter / die fijn oorfprong heeft van \'t

water, gelijck Francifcus Irenicus en Wolfgan-
gus Lazius getuygen.

De voornaemfte plaetfen van dit Graeffchap
fijn.,
Mainingen, \'met een fraey kafteel verciert,
aen de gemelde riviere He ^S3erre :
Schkufmgen
met fijn kafteel aen de waterftroom Schleufe:
Masipcldt y met fijn kafteel ,• en Saul , aen het
Thuringer-bofch gelegen. In dit Graeffchap
iijn oock het kafteel
Kimdorff, en d\'Abdye van
Fejfer, De ftadt Smalcald is wel in dit Graeffchap
gelegen ; maer nae \'t overlyden van de laetfte
Graef, Georg-Erneft genaemt, is fy wederge-
keert aen de Landrgraven van Heffen , van
welcke fy een leen was van mannelijcke af-
komft.

Men kan niets fèkers fèggen van den oor-
^rürave». fp^Qj^g ^ oft d\'eerfte beginfelen
van\'t geflacht
der Graven van Hennenberg, door de nalatig-
heyt der Schrijvers van die tijdt : dan dat\'er in
d\'Autheuren der tijden van Attila en Karei de
Groote gewagh wordt gemaeckt van de Henne-
bergers, toen aireede vermaert, die oock Gra-
ven van Franckenlant , en Burghgraven van
Wurtzburg waren : gelijck oock, onder Keyfer
Henrick den Eerften, Gottwald en Otto , beyde
van \'t geflacht van Hennenberg,de felve Keyfèr,
met hare dapperheyt en getrouwigheyt, tegen
\'t gewelt der Vgriers te hulpe quamen. Behal-
ven twee Boppoos vaa defen ftam , die inde
Duytslant.

heyt.

Tlaetfen,

j^fkpmß

jaren 941, en de kerck van Wurtzburgh als
Biftchoppen met grooten lof hebben beftiert.

Maer de fekerfte en waerachtigfte oorfprong
oft afkomft der Graven van Hennenberg worÊ
afgebracht van Boppo, welcke, volgende de
fijde van Keyfer Henrick de Vierde, in\'t jaer
1078 , in de flagh by Melrichftad , tegen Rudolf
Hertogh van Swaven , kloeckmoedighlijck
vechtende, het leven heeft gelaten. Na defen is
fijn foon Gottebald gevolght, de ftichter van
\'t kloofter Vefter , van d\'ordre der Premonftra-
tenfen. Hier na quam fijn foon Berthold,• toen
Boppo,- en op defè volghde Boppo de Derde,
die na eickander in rechte linie njn gevolght.
Defe Boppo had by lutta van Thüringen , fijn
tweede gemalin , een foon , Herman genaemt,
wiens foon Boppo fbnder kinderen overleed:
maer by Elifabeth van Saxen , fijn eerfte gema-
lin , teelde hy Henrick, die drie foonen naliet,
te weten, Henrick, Herman, en Berthold, Hen-
rick was vader van Boppo,- en Boppo van Ber-
thold, die fbnder lijfs-erven fturf.

Van de laetftgenaemde Herman fijn in rech-
te linie afgedaelt, Henrick fijn foon. Herman
fijn neef oft foons-foon,Frederick fijn nae-neef,
Georg en Frederick, fijn twee anderenae-ne-
ven, Defe Frederick had een foon , Herman ge-
naemt, welcke by fijn gemalin Margarita van
Brandenburg won Ber^hold en Albert, die bey-
de in \'t jaer 124p fonder kinderen ftorven. Maer
Berthold , de derde van de broeders , wierd van
fijn foon Berthold gevolgt; welcke, om d\'uyt-
nementheyt van fijn verftandt en oordeel, en
fijn heerlijcke deughden en begaeftheden , in
\'t jaer 1310, tot een Vorft des Rijcks wierd ver-
heven door Keyfer Henrick de Vil, uyt het
Huys van Lutzenburgh, met bewilliging van ai
de Keur-Vorften. Daer na was hy oock in be-
fondere gunft en achting, om de voorverhaelde
cieraden des gemoets, by Keyfer Lodewijck
van Beyeren, navolger van Henrick de VII
in \'t Rijck; te meer, dewijl de Keyfer een groo-
te getrouwighey t, en byfondere wijsheyt in de
verhandelingen der Staets-faken , in hem be-
fpeurde. In defe tijdt ftont dit geheele lande
onder \'t gebiedt van de gemelde Berthold , en
onder d\'andere Graven van\'t geflacht van Hen-
nenberg, die toen noch overigh waren.

Maer als fijn foon Henrick, fonder foon na te
laten, was geftorven, quam een groot deel van
dit lant, door de huwelijcken van de drie doch-
ters, Gatharina, Sophia, en Elifabeth, aen de
Landtgravenvan Thüringen, oock Marckgra-
ven van Meyften, de Burghgraven van Neuren-
berg , en aen de Graven van Wurtsburgh. Doch
als de twee laetfte haere deelen verkochten ,
heeft de Biffchop van Wurtzburgh niet weynigh
fijn Bisdom daer mede vermeerdert. D\'andere

Z 1 foon

l

; i

ip:

-ocr page 168- -ocr page 169-

H E N N E N B E R G.

foon van Berthold d\'Eerfte, Joan genaemt, [by
Adelheyde van Heften, fijn gemalin, gewon-
nen ,) kreeg by Elifabeth van Leuchtenberg
ftjn foon Henrick^ defe teelde, uyt Machteld
van Baden, Wilhelmus den Eerften j welcke by
Anna van Brunswijck, fijn foon Wilhelmus de
Tweede verworf ,• die door Catharina , Gravin
van Hanaw, vader was van Wilhelm de Derde j
en defè, door \'t huwelijck met Margarita van
Brunswijck, van Wilhelm de Vierde.

Defe laetftgemelde Wilhelm won by Ana-
ftafia, dochter van Albert, Keurvorft van Bran-
denburgh, feven fbnen : Wilhelm en Cafpar
ftorven in hare kintfche jaren ; Joan was Abt
van Fulden; Wolfgang en Chriftoffel bleven
buyten den huwelijcken ftaet j Georg-Erneft,
en Boppo : defe , na de doot van fijn eerfte ge-
malin , een dochter uyt het huys van Branden-
burgh, trouwde tot lijn tweede, Sophia van

\'Ifi,

ijii

■ \'1 !

Lutfenburgh,- maer hy fturf fonder kinderen den
vierden Maertin \'t jaer 1574,- een Vorft, in der
daet Godtvruchtigh , wijs, grootmoedigh en
beleeft. Georg-Erneft, na de doot van fijn Echt-
genoot Elifabeth van Brunswijck, trouwde met
Elifabeth van Wirtenbergh , en overleed godt-
vruchtelijck den 27 December 1583 , out 73
jaren, fonder kinderen na te laten, lijnde\'de
laetfte Vorft van dit gellacht.

Dit lant van Hennenberg nu befchreven , ge-
hoorfaemt tegenwoordigh aen verfcheyde Vor-
ften, te weten, het Huys van Saxen, aen welcke
het grootfte deel behoort; d\'andere deelen ftaen
onder den Bilfchop van Wurtzburgh , en de
Landtgraef van Heffen. Die een wijtloopiger
befchrijving van dit Geflacht begeert, belie de
Genealogie oft Gellacht-tafel van Sebaftianus
Glaferus, eertijts Gancellier van dit Graeffchap.

iv

\'t Gebiedt

Ji\'i

ii

1 5

!, I

I! \'
.1 i

\'I ;

b r-

\' I\' \'

-ocr page 170-

\'t Gebiedt der Stadt

r

N C K F V R T

AEN DEN MEIN.

Eti houd dat Karei de
Groote , Koning van
Vranckrijck, als hy de
Saxen, die dickwils te-
gen hem op-ftonden,
Iterck beoorloghde, en
hoewel fy meeftersvan
de eene fijde van de
Mein waren, om dat \'er
noch geen brug en lagh
die de beyde lijden aen malkanderen hechtte,fijn
volck op Ibmmige ondiepe plaetfen door de ri-
vier gebracht, en de felve Saxen overwonnen
hadde, tot gedachtenilfe van delè faecke den
naem en eenige privilegiën aen defe plaetlè ge-
geven ibude hebben. Allbo heeft het Ligurius
mede verftaen,als hy,in de verkielinge van Frede-
ricus I Barbarolfa, van Franckfurt aldus Ichrijft:

ConDmium Proceres, totius yifcera regni,
Sede Jatis nota, rapido qu<z proxima Mmo
Üara fitu jpopuloquefreqmns, murifque decora efl:
Sed rude nomen habet ^ namTeutonus incola dixit
Trancofurt I nohislkeatfermone Latino
Francorum dixiffe vadum j quia Carolus illk
Saxonm indomita nimium feritate reheües,
Oppugnans, rapidi latißimaflumina Mmi
ignotofregijfe \'vado, mediumque pef amnem
Tranfmißßeßas negkBo ponte cohortes
Creditur: indelocis manfirum nomen inh^ßt^

Stadts-dte- De ftadt wort door den Mein in tweên ge-
deelt, en door een fteenen brugh weder aen
malkanderen gehecht: \'t grootfte deel, aen de
Hellilche fijde, heet Franckfurt; \'t kleynfte,naer
Franckenlant, Saxenhaufen, als of men feggen
wilde, der Saxen wooninge. Sy worden beyde
van een Magiftraet en recht geregeert.De Key-
fers worden hier gekoren en gekroont; \'t welck
van Arnulphus tijden af onderhouden is, en van
Keylèr Karei de IV, door de gouden Bulle
geconfirmeert. Indien \'er twee t\'lèlTens gekoren
worden tot Keylèrs, foo fijn fy gehouden mal^
kanderen buyten de ftadt te verwachten, en om
\'t Rijck te vechten, of d\'een of d\'ander \'t felvi-
ge goetwilligh over te geven, en de overwinner
wort weder in de ftadt ontfangen en gekroont.
\'Soodanigh een gevecht is\'er geweeft tulfchen
Henrick,Lantgraef van Thüringen, en Conrad,
de foon van Frederick den II: oock tulfchen Lo-
dewijck van Beyeren en Frederick van Ooften-
rijck^en Gunther,Graef van Swartzenburgh, en
Karei de IV. Daer fijn fchoone kercken, en an-
dere heerlijcke gebouwen. De kerck van S. Bar-
tholomseus is van Pepin,Koning van Vranckrijk,
gebouwt. Het huys der Duytlche orden, gelegen
Duytflandt^

op de ftincker fijdevan de rivier in SaxenhuyfenJ
Daer is een Ichoone fteenen brugge, een voor-
neem Raethuys, een groote merckt, en \'t Car^

meliten kloofter, alwaer een uytnemende fchoo-
ne fchilderye is van Durerus. Daer werden jaer-
lijcks twee milfen ofte merckten gehouden,d een
ontrent Paelfchen, d\'ander in den Herfft; welcke
niet alleen van alle Duydtfche volckeren, maer
oock van Neerlanders, Franfchen, Engellchen,
Italianen, en de uyterfte natiën van Europa be-
locht worden: foo datlè hier door de vermaert-
fte koopftadt van de werelt mach genoemt wor-
den. Albertus,Marckgraef van Brandenburgh,en
Mauritius, Hertog van Saxen, hebbenle in \'t j aer
I jji belegert gehadt. En in defe laetfte oorlo-
gen is zy van den Koning van Sweden, Guftaef
Adolf, ingenomen geweeft,en daer na weder van
den Keyfer verwonnen. Van delè ftadt heeft lu-
lius Scaliger aldus gelchreven:

Multa laboratis debet Vrancfordia fukis ^
Multa racemiferis yinea culta jugis.
referam quanta tf quce conyexere metalla f
Mars hellipotens, qu^epetit alma Ccres!
Huc Italus patriis miratur partibus orhem

Ad)>eäum, ßupet huc Gallia magna fuum^
Bk oriens, hk terra noyis compeitafuh aßris

Agnoßcitgenii femina plena ßu?^
Nee tarnen in brutisßola h^c commercia rebus |

Hic animi <6tefn(& ßed cumulantur opes,
G^uod ß res paucas operofa eß dicere merces,
Num magis efl cunBas res operofa dare t

Ick en weet niet wat eenige luyden in den fin
gekomen is, die gemeent hebben datlè oyt den
naem van Helenopolis gevoert foude hebben;
en men fiet evenwel dat Henricus Stephanus me^
de van dit geloof is geweeft; en Munfterus komt
oock noch te hulp: maer van wien en wanneer-ly

foo foude genoemt fijn geweeft, dat lèyt hy\'er

niet by. Men leert uyt de hiftorien dat fy al voor Óudthtydh
de tijden van Carolus Magnus vermaert is ge-
weeft : want Pepin, Koning van Vranckrijck, de
vader van Carolus Magnus, heeft hier een kerck
ter eeren onfes Salighmaeckers geftichtjde welc-
ke Carolus Magnus naderhant in \'t jaer 794 met
groote gaven begiftight,en \'t jaer daer aen tot de
hooftkercke verheven heeft, en wierde de Pa-
rochie van S. Bartholom^eus geheeten. Petrus
Gregorius Tholofanus verhaelt, dat hier in \'t
jaer
742. j onder den Paus Zacharias, een Con-
cilie gehouden is, waer in de toverye en dierge-
lijcke kunften en kunftenaers verdoemt fijn. Het
blijckt mede uyt veele andere Latijnfche hiftori-
Ichrijvers, dat niet alleen Carolus Magnus, maer
oock veel andere Roomfche Keylèrs en Konin-

A a gen

■.!. i

-ocr page 171-

i- -fPT/W^—II" ■ W!^

CORDIA .

m

[ Hieronymus Steft\'a^ j^ß
a Cronftäiten. Schulöie^y; ^

iloiaa MstiätM^^^i

-ii, =

Oiem, \'3£ec,yiailr.....\'A.:, .

r \' Suerßult:

A..

lloh.Pliil^psl^Sj?

|on Litnhwug

^^ >

-ivfj^w -jfeclßaitr

.„Mi

ycnbortv\'

^ h^albach

"^ßavttU

^Bi-rjker fsheim \'jl i^t/i^Ä i i

ti- -ii-j

[ectoa? j ^

fcvon

-at^J

1

n J.

. \'V^OM\'ettJiam-

_J

-ri^i\'\'\'-

.a—

Ol>ern. Xiedertael» ^ -

Sißßnew.

--

Grß.

GiidleuJtr\\

^SnttUrt^erv

Ocfßiett.

^ qßnhach

i^treittiacli -----

J/uet

\'^tfedermttt\'

ii^-t * ^if.:;;;:\' \' cßhtrßetm^

^ ¥ \' \' \'.......^ \' ^

\\

t //frV« iSchti^

^ . . .-iif

\'3ockenent\'

-KUm Carlen

t !

4 Gnuuvw

. . , ,. , Grejfin^ T^ßelilr

P^han Christof^l

psCtwlSani^
steÄei»

• laco

rHiM-teh^etl ^ 4 ^^

i-At^mil

Ä/f« TiaßUtr

-JCi^enßelefv " ■ -

G-Koßchta^ ,

rDomckhemr
^^^ ^____ ^ßäl

J^ulheint. " Jg J^ll

i^temhcmi\'

4 -fd^. ^ ■ff\'-^^t

___ _ JL^djj^T-^i-^^ii-afc

J^tißtL /Ulier Jptuv

/W

.it".

^ Stalbeirge*

-I \'jLuiJdn^ckett .

- ^\'\'^islttfchetv /Säii^

xAi a.

I

IHJo^:^ I

i^iÄ..-, ,, , - , \\ \'^eydef ^ 1ierfert \\ Jßh

■ " m

0 «?

JCellnei?

. ^tetxmhaeh

lel35octQr:

1

I i f J^\'^t« ^ fftH A

.....

[Hi- .\'.^Jll.

S\'iL^-.

ii..,.:

^^ a.

"-ttstemer

Jm

t

- • • ^. . Odetv

gjf Acklle

JTjrnsbet^ "

DimJmri^ Mmarü.

I

.....

" Georg Hieronymxw

•^at*Jtallei- Syn^^^H?

O\'-araxiÄn Sauft

\' " " \' rgSynAlctu

^ -^elclnoj- "iJrasmu^
jSin dictts

fov^ Hanc t^ERRlTOBII J\'lUÖJCOOfVllTlBK^SXS

VfohH^" Jili^n^is^ lErudent^ürus^f Jiotninis

Jflii. PMTORI, CO^TSVilBV^, &CABINIS XT -SDXATOiRIBYS

ittcl^ie ejuflettv -vrlis et :E\'rancqf.

\'TOifis ßüis

ia. reverends J^ttum. rmrito Cp^^-^^»--

\' " - ----■iiMiiiaiiiiiiiiiiiiiiiuwuii

-ocr page 172-

K F It R T.

gewichte. De Raet beftaet in twee-en-veertigh
perlbonen, waer onder Schout, Burgermeefters
en Schepenen mede begrepen fijn. Delè verga-
deren alleen over faecken die de gantfche ftadt
aengaen, In defen Raedt lijn twee Ichoenmaec-
kers, twee vleefchhouwers, \'twee hackers, twee
ftootemaeckers, en een bontwercker. Als \'er een
fterft, wort \'er een ander van de felfde conditie
in de plaets geftelt. De reft is uyt den Adel en
outfte burgers. Daer zijn drie Advocaten in den
Raedt, die men eerft confulteert eer men de fen-
tentie uyt Ipreeckt. De jurifdidie en ftreckt niet
verder als een mijl buyten de ftadt , en heeft
geen andere fteden onder haer, maer alleenigh
twaelf of veertien dorpen. Sy grenft in \'t ooften
aen het Graeffchap Hanau: in \'t zuyden aen het
Gebiet van Darmftadt : in \'t weften heeftfe
\'t Aerts-bifdom van Mentz; en in\'t noorden de
Wetteraw.

In \'tjaer 794 heeft Karolus de Groote, Pepins
foon , die hier meeft hof hiel, een Synode der
BilTchoppen gehouden tegen de ketterye vanFe-
lixj en na dat de felfde verdoemt was, heeft men
oock van \'t gebruyck der beelden gehandelt.
In \'t lèlfde jaer is Faftarda, des Keylèrs gemalin,
geftorven, en tot 5.
Alkn, ontrent Mentz, be-
graven.

Als in \'t jaer 1240 een foon van feecker ïode,
Chriften geworden fijnde, gedoopt Ibude wor-
den tegen den danck van fijn ouders en vrien-
den, is \'er een grooten oproer ontftaen tulfchen
de Chriftenen en loden j waer in Ibmmige Chri-
ftenen doot gebleven fijn, en hondert-en-tach-
tigh loden eensdeels met den Iwaerde omge-
bracht , en eensdeels in den brant vergaen, die
fy felver door de heele ftadt gefticht hadden,
wanneer byna de felve ftadt verbrant is. De lo-
den , lïende datlè in gevaer waren van \'t leven ^
hebben \'er vier-en-twintigh met haren Rabbi
den H. Doop aenveert.

;en hier haer hof en veele Rijcxdagen gehouden
lebben ^
foo datfe hierom dickwils Fil/a Regia ge-
noemt wiert. De privilegiën en vryheden, diefe
meer als andere lleden heeft, bewijfen mede ge-
noech, datfe altijt van de Keyfers bemint is ge-
weeft. Het waer te wenfchen, dat men die feven
boecken had, die Francifcus Irenicus feyt gefien
te hebben in een feecker kloofter van de ftadt,
de welcke een Diaecken belchreven hadde van
defe felfde ftadt.

Wat haer naem aengaet j Munfterus feyt, dat
Trithemius gevoelt dat ly de naem foude heb-
ben van Franc, foon van Marcomirus, die defe
ftadt gebouwt heeft. Andere meenen datfe
foo
heet van de Francken,die hier,ten tijden van Ca-
rolus Magnus, veel overtrocken, om tegen de
Saxen te oorlogen. Sy wort door den Mein in
tween gedeelt, waer van het grootfte Franckfurt,
en \'t kleynfte Saxen-haufen geheeten is, en wor-
den door een fteenen brugge aen malkanderen
gehecht. Ten tijden van Carolus Magnus en was
fy fo groot niet als fy tegenwoordigh is 5 en heeft
federt feftigh jaren veel in trotfe gebouwen en
verheve paleyfen toegenomen. De loden heb-
ben daer een ftraet op haer felven, waer in ly,
als in een byfondere ftadt, afgefloten werden. ^

De ftadt wort geregeert door een Schout, die
de Raet van twee-en-veertigen te boven gaet,
dan is mede een van de
twee-en-veertig Raden.
Hy is \'t voor lijn leven , heeft macht over leven
en doot, en de faecken
worden voor hem be-
pley t. Daer lijn noch twee Burgermeefters^d\'een
oudt, en d\'ander jong-Burgermeefter, die or-
dinaris op de Roemer oft ftadthuys moeten fijn,
om audientie te geven die om eenige fchulden
ofte andere dingen te pleyten hebben. Defe ver-
anderen alle jaer den eerften dagh van May. De
veertien Schepenen blijven alle tijdt gelijck de
Schout, en moeyen haer met geen ordinaire
laken ^ maer rechten hals-laecken en andere van

-ocr page 173-

Het Stift

HIRSCHFEL DT.

Irschfeldt is
voor defen He-
rolsfeld genoemt
geweeft, van Hie-
rolfo , die men
feydt dat de ftadt
gebouwt heeft.

t Stift Hirfch-
feldt is niet feer
groot, want het maer ontrent drie mij-
len lang,ende oock foo veele breedt is.

De landen die hier aen palen , zijn in
het zuyden en weften het Stift Fulda,
in het ooften ende noorden is het als
in Heffen befloten.

Het is bynaer van eenderley aerdt
als het Landgraeffchap Heffen , te we-
ten,een woeft, en ongebaent landt, vol
hooge bergen en klippen , en boven
maten vol boffchen en geboomte, als-
onder andere de Hiring, de Pilfïng ;
Geishof, Swasbach, Glafewaldt, Ha-
tun, Kringel , en meer andere ; foo
dat het maer een wildernijTe gelijckt.

Eertijdts is het van de Catten , een
feer oude natie van Duytflandt, ge-
lijck als de refte van Heffen, bewoont.

\'t Heeft maer een ftadt, welcke van
het Stift, ofte \'t Stift van de ftadt. den
naem voert, en is gelegen aen
de ri-
viere Fulda,alwaer,in \'t jaer Chrifti 738,
Lullus BifTchop van Ments een Colle-
giale Kerck en de Abdye gefondeert
heeft I welcke naderhandt van Carolus
Magnus met heerlijcke privilegien is
begiftight. De Hooft-kercke is een
feer fchoon en kunftigh gebouw , wel
waerd te fien. Hier heeft oock de Abt
Michael, in\'t jaer onfes Heeren 15(59,
een hooge Schole opgericht, en rijc-
kelijck met inkomften verfien.

Naem,

Groote.

falen.

Oude in\'
woonde-
ren,

IStadt,

Dit Stift heeft tamelijck veel
pen , Heeren-huyfen , ende floten , als
Friling, opper ende onder Geifa, V-
tersdorff, Kerpeshaufs , Mengshaufs ,
Neder-Sula , Hattenbach , Wegfurt,
Neder
-Iofre,&c.

In dit Stift fijn menighte watermeu- Meulens,
lens , op welcke koper en andere din-
gen gearbeydt en geflagen worden,
wegen de verfcheyde berghwercken
daer te lande.

Hier zijn oock veel kleyne wateren Riviere»
en beeken,die van de hooge bergen af-
vallen j behalven de drie voorneme ri-
vieren, als de Fulda,de Weift en de Wal.

Niet wijdt van defe Abdye light op
een hoogen bergh het flot Hauneth,
toebehoorende den Landtgrave van
Heffen.

- Duytslandt,

B b

-ocr page 174-

/ t y ^ ƒ . ^^^

1 ^ U \\ ^

(ir\'^"

t ki^ \' ........

Wuh\'tlth i -^tJLi

" f " JMwjwl"

M

■Of-.

I ■ .-.-L. < ->

IJ

i / It ^ ^.. ^,

I ^VrtL\'UiMcii./

r \' < (" ■■ ■

iTi\'dlvplMi^i\'H I . ,. ^a

lull.

J

\\...£,£.,,.« { .....I . ..X-^JL »

%

A,.

*

Uuh

nt

S

Hi.,

^ ft^yijihofh

fit

^ i.

.......£,\'ƒ .i

ILt,,...................

J)* t -

f-

(rrinaal . JU

h

d-trtzb^ui

y/I \' t t ^^tWi

He

/ ^ t^r

\'J^r.itit

4 -r... .

Wilt tm ! V Jrf* »
______——

di\'aufi^\'i.

^/jl/fey»

<5;

. \'Si ...

-—-—f--

CDimiMunh mtlliarts (^ernutntct.

6

\'JJi\'r J€it\',i ^t

item mu tL
-tf ti. ^
^^

Uj/ ,

o

r;,/ /

HiRSCHI\'EI.\'i\'

if

^ I III-/ J ,

I»

■t _

^ •JlaJuntrerj

Gcfricht.

//

Old/I

________

Vii\'hi\'hmm \\ ...

Itaum

iirh! I f

i

it\' I

I i.\'

y ^Jiufllwlti: A

, I !

■ i \'

ly y 4

\\

TZRH-ITORIVM
ABBATI^

HERESFEL-

DE]srsis.

^^ --- - ."--^ss^- ^

Z, Li I,

n

G

-ocr page 175-

f- /\'
;

y \'

■ i

\\

4

-ocr page 176-

Hec Landt-Graeffchap

S S E

28

E

N.

An waer de naem Hef-
fen komt, wort getwij-
felt,- fbmmige trecken
dien van den bergh He-
fus, doch de felve en is
in heel Heffen , noch
oock eiders te vinden ,
\'t en fy dat \'et miffchien
de bergh te Nimme-
gen is,het welck moge-
lijck foo verre van de waerheyt niet verfcheyden
is. Want fbmmige Schrijvers verhalen,dat eenen
Bato, fone des Könincks der Katten (de welcke
Nimmegen foude vergroot,gereflaureert en raet
muuren omvangen hebben) een foon gehadt
heeft met name Hefus, die,uyt liefde van iTjn va-
derlant, defe plaetfe den fèlven naem mede ge-
deelt heeftj waer van noch ten huydigen dage de
bergh Hefus genoemt wort. Andere willen fèg-
gen , dat dit Lant nae de Kattis genoemt is, die
eertijts\'t felve bewoont hebben, waer van Kat-
zen-Elnbogen noch den ouden naem voert.Bea-
tusRhenanus
(Hb, i. Reï,Germanicarum) fchrijft,
dat de Heffen uyt Hooghduytflant komende, de
Catten verdreven hebben, en dit haer Landt in-
genomen, en nae haren naem genoemt.

Heffen paelt in \'t ooften aen Thüringen , in \'t
zuyden aen Franckenlant, in \'t weflen aen Weft-
phalen, en in \'t noorden heeft het tot nabuuren,
den Hartogh van Brunswijck , den Biftchop van
Minden, en andere Princen.

De locht is hier gefont,en het landt overvloe-
digh in koorn en ander gewas,als oock in boom-
vruchten ; \'t en draeght geenen wijn , dan aen de
zijde van den Rhijn ,• daer fijn oock weelderige
weyden voor het vee. Het voed oock veel wilt-
vang , infonderheyt veel herten in de boffchen,
feer wel dienende tot de dagelijckfche jacht der
edel-lieden. /

Op fbmmige plaetfen geeft het koper,yfèr,en
fwart loot. Het heeft geen fout-bergen, maer
fbut-fonteynen.

Dat dit Lantfchap (eertijts met den tijtel van
een Graeffchap,en nu van Lant-Graeffchap ver-
ivoonderen. heerlijckt) in vorige tijden van de Katten be-
woont is, getuygen byna alle de Scribenten.van
onfen tijd,hoewel Crantzius fulcks tegenIpreekt,
makende uyt de Katten Saxens. Van Ptolemaco
wordenfeChatth^e genoemt.Defe fijn naderhant,
nae
\'t getuygenifte van Tacitus, overgefcheept
in het eylandt der Batavieren , alwaer noch he-
densdaeghs overgebleven fijn de voetftappen en
rehcjuien hares naems , die de twee dorpen be-
houden hebben, te wetenJCatwijck op Zee , en
Katwijck op Rhijn. Van dén oorfpronck en oor-
faecke des naems der Katten , fchrijft de geleer-
de lunius op defe maniere : De Katti,die onfe en
de vorige eeuwe Heften genoemt heeft, fchijnen
eenen gemeenen naem met de katten te hebben,
van wegen de wreetheydtdaer mede fy haren
vyandt befprongen want wie en weet niet, hoe
Duytßandt. ,

Nam.

Totem

Lucht,

Mijnen.

Catten de

m-

wreed dat dit huys-dier is, om dien naer dekeele
te vliegen,die(fonder eenige vluchtftede te laten)
het benauwt; ofte oock van wegen de liftige la-
gen, met de welcke fy haren vyandt befprongen ,
gelijck de katten de muyfèn op \'t lijf fpringen ;
foodanigh fchijnt den aert van de Kattis, een
wreeten ftrijdigh volck, geweeft te zijn. Hier by
maghmen verhalen,dat teHeufden in \'tgebruyk
is het woordeken Hes, voor een katte te gebruy-
ken; en fbo fy fomwijlen van een huys-dier willen
fpreken,dat der muyfen vyant is,noemen fy \'t fel-
ve een Hes/t Mach oock wel wefen,dat de voor-
ouders, de mannen in deught uytnemende, met

defen naem Kattigenoemthebben,alfoo deHol-

lander^ foodanige noch hedens-daeghs Katten
noemen. Seker, men kan van niemant de deught
en uytnementheyt defes volcks beter leeren , als
van Tacitus, die defè lieden meer gefchicktheyt
en krijghs-difcipline toefchrijft, als alle andere
volckeren van Duytflant. Soo is dan met een feer
bequamen naem defès volcks aert uytgedruckt,
\'t fy dat ghy op hare wreetheydt ofte geweldigh
befpringen , ofte oock op hare uytnementheydt
wilt fienj dus verre lunius. Haflia ofte Heften was
eertijdts maer een Graeffchap,onder het gebiedt
van Thüringen hoorende, \'t welck blijckt uyt
hetTournoyboeck,alwaermen leefl,dat in\'t jaer
Chrifti 104z , Ludovicus Grave van Heften ge-
weeft is te Hal, in\'t tournoyfpel daer gehóuden,•
maer fijnde daer nae gemaeckt tót eenLahdt-
grave, is de moeder boven de dochter geklom-
men. Tot het felve is eyndlijcken gekomen het
Graeffchap vanKatzenellenboge,door de doch-
ter van den laetften Grave,die Henrick den Lant-
grave getrouwt heeft. De afkomfte ofte genea- ^
logieder Lantgraven van Heffen, hebtghy by
Munfterum.

. Behalven veel andere kleyne fteden, fijn la Suden.
Heffen de twee voornaemfte, Marpurgh en Kaf^
fel. MarpurgumjY2Ln Ptolem^eo Amafia en Amifia Marpur^,
geheeten, fbo Irenicus en Appianus getuygen,
word gemeenlijcken ^JÏaVtpiir^ genoemt, en is
dé hooft-ftadt van Heftenj fommige willen,datfè
nae Mars Martisburgh , ofte nae Marcomiro
Prince der Francken, fbo geheeten is. De Hifto-
rien melden, dat defè ftadt eertijdts maer een
hoeve ofte buurte geweeft is. De riviere de Lona
loopt daer voorby. Defe Stadt is fonderling ver-
ciert met de tegenwoordighey t van den Vorft,en
met een hooge Schole, die aldaer in \'t jaer
vanLodowijck Biftchop van Munfter opgerecht
is, welcke Academie fonderling vermaert ge- "
maeckt hebben, de voortreffelijcke Rechts-ge- "
leerde loannes Oldendorpius,en de voornaemfte
Theologi, loannes Draconites en Andreas Hy-
perius.
Cajfula, onder de voornaemfte fteden van c^jfd.
Heften de tweede, is foo genoemt, als oft men
wilde feggen Caftellum,ofte een Kafteelify wort
voor
SterenmmPtolemä gehouden,en men meent,
dat hier eertijts niet anders als een kafteel geftaen
heeft. De ftadt Fulda, befproeyt met de rivieren FuUa.

C c Ana

: i\' i

li

-ocr page 177-
-ocr page 178-

H E S

Ana en Frufulaj heefc feer goede ackers en weel-
derige weyden,foo dat der burgeren meefte nee-
ringe in het verkoopen van wolle en fchaeps-vel-
len beftaet. Niet wijdt van Marpurgh,aen de ri-
viere Edera , light Franckenbergh ofte Franco-
bergh,een feer ^ierlijcke ftadt, van wegen de ge-
noegelijcke fituatie en outheytfeer geprefen j fy
heeft defen naem gekregen van de Francken, die
aldaer haer legerplaets ftoegen tegen de Saxens.
In \'t jaer jio heeft de Konink Theodoricus haer
eerft beginnen te bouwen, en is daer na in \'t jaer
£fchn-e7en. 804 van Karolo Magno vergroot.De Stadt Efch-
wegen light op een heuvelken , hebbende ronts-
om feer vruchtbare ackèrs,en wort met de rivie-
re Werra bevochtight, door welcker waters be-
cjuaemheyt, het kruyt Ifatis , van Plinio
Glaflum
geheeten,aldaer feer waft en groeyt,waer van in
hetLandt van Thüringen een groote menichte
gevonden wordt: men maeckt daer van een fbn- ^
derlinge verwe^ en wordt het felve ontrenteen
mijlken van de ftadt in fchuyten geladen , en tot
Minden gevoert, en voorts door de Wefer , met
de welcke de Werra haer vermengt, tot Bremen
toe gebracht,en foo voorts door geheel Ooftlant.
Van de eerfte beginfelen defer ftadt vint men in
de Hiftorien niet befchrevenjom datfe in de On-
gerfche krijgen driemael verbrandt en verwoeft
is. Nochtans wort in de Francoburgifche Chro-
nijcke verhaelt, dat als Karolus Magnus ontrent
het jaer 7^6 verfcheyden Bisdommen, kloofte-
ren en kercken in vele fteden ftichtte,op de felve
tijdt oock Kaufüngen niet wijdt van Kaffel, en
tfchwegen gefundeert en gebout fijn. Men vindt
oock befchreven,dat Keyfer Henricus de II de-
fe ftadt ( van te voren door deOngerfche inval-
len jammerlijck verwoeft enbedorvenjmet nieu-
we gebouwen verkiert en verrijckt heeft. Anno
1377,in dien heftigen krijgh tuftchen den Aerts-
biffchop van Mentz Adolph,en den Landegrave
van Heffen,heeft defe ftadt wederom veel uy tge-
ftaen en geleden, op welcke tijdt fy oock geko-
men is onder \'t gebied der
handt-gtaven.Friflaria
ofte Fritzlar is oock een voorname ftadt in het
Landt van Heften,en mach wel met recht
Doßri-
napacis,oh
 (4^r/genoemt worden,over-

mits de ware en eeuwigh-durende leere des Vre-
dens,door toedoen des H. Bonifacii, aldaer eerft
is ruchtbaer gemaeckt,en van daer door gantfch
Heffen,Thüringen,Franckenlandt en Vrieflandt
verfpreyt. Defe ftadt light feer playfierlijck aen
de riviere Egra.fy is omringt met een muur, daer
rontsom veel torens ftaen, en hoewel de fituatie
wat oneffen en berghachtigh is,gelijck het Land
oock fèlfs, foo word nochtans daer rontsom een
vruchtbare landouwe van koorn en alderhande
vruchten gevonden,ja oock van wijnj hoewel an-
ders in dit Landt geen degelijck wijn-gewas is.
Niet tegenftaende dat defeftad Fritzlar in \'t Lant
van Heften light, lbo hoortfe nochtans aen den
Aértz-biftchop van Mentz derhalven fy veel en
verfcheyden gevaerlijckhedenheeft moeten uyt-
ftaen,foo van deHeftenfche Vorften als oock van
de Saxens , van welcke fy oock verftoort en ver-
brandt is geworden. De andere fteden defes Lant-
graeffchaps, welcker nochtans veel fijn,gaen wy
voorby, om kort te fijn.

S E N.

De principaelfte rivieren die door \'t landt loo- Rhieun.
pen,fijn de Rhijn, tuffchen de zuydt en weft-zij-
de i de Wefer, wekkers fonteyne Weyra haren
oorfpronck neemt in \'t Duringerwoutj de Lupia,
die door Weftphalen loopt j en de
Adrana Tadti,
welcke de Hiftorien Adernamnoemen, en hedens-
daeghs de Eder geheeten wordt,na\'tgetuygenif^
fe van Althamerus, ofte mogelijcken de Rhoer,
als Ritheimerus fchrijft. lunius in fijn Nomen-
clatore,maeckt uyt Adrana de Eder,en feydt dat
hetis een riviere van \'t landt van Heften,loopen-
de in de Ada,- en in fijn Batavia fchrijft hy, datfè
haren loop neemt van de Fulda,- en dat fulcks
waerachtigh is, vintmen in deLant-kaerte. De
kleyndere en geringere waterkens defes Landts,
fijn de Lanus ofteLona,in\'t GraeffchapWitgen-
fteyn, aen den Horbergh ontfpringende, fy nam
eertijdts haren cours voorby des Princen Hide-
kindi kafteel; en fpoelt nu ter tijdt aen\'Lafphe,
een ftadt des felven Graeffchaps. Item de Fulda,
Scc. Het heele Landfchap is met bergen befet,
van welcke de voornaemfte fijn de Meliboci, en ^^^^^^^
Abnobiiide andere hebben verfcheyden namen,
als Keftelbergh, Geyne,
dcc.

De Boftchen fijn meeft deelen van \'t Ardenner Bojfchett,
bofch.Tot een befluyt konnen wy, fonder groot
ongelijck , niet nalaten te verhalen \'t gene i£lius
Eobanus Heftus,in fijn rijm-gedicht ofte geluck-
wenfchinge op de victorie van Philips Landtgra-
vevan Heften, feer aerdigh fchrijft, van de gele-
genheydt , natuur en gefïalteniftè defès Landts,
en van de manieren en zeden der inwoonders :
welcke Latijnfche veerfèn door den welgeleer-
den Medici n lacobum Viverium op dusdanige
wijfe vertae t fijn:

Gelijck der Thraciers Landt, dat naer Bohen treckt,"
In \'t Noorden daer dien Mars met fneeu fijn heet lijf deckty
(Daer Rbodopes, Hemus, de Manefchier bekruypcn,
Daer Hehrum, Nejfum kout enStrymon mannenfuypen)
Brengt ftercke lieden yoort, door \'t ys Iperyfert fchier;
Alfoo light Heffen oock met al haer Landtjchap fier,
Vol hojfchen, bergen, en hfproeyt met yeel riYieten,
En nae der plaetfen aert Natuur hetyolck gaet ftieren.
Veel, met een ft alen hert gehoor en, dencken niet
Dan op den oorloch, jae de inreed is haeryerdriet;
Doch foo fy nae de ruft der^rede\'t her te keeren,
Sijn fy niet luy, maer met haer handen htm geneer en*
Sy kerpen ipan haer landt de heugels met haer ftael,
Óft groeven \'t effen landt met ploegen t\'eenemael y
{Want oock h^t ylacke Deldtfeer Druchtbaer is
yan koren,
Enipoedtfeer rijck en mild het yolck aldaer geboren)
Veel and\'re op de jaght in dichte ypouden gaen,
Met honden die den reuck haeft yan het mlt ontfaên
Natuur
haer jagers maeckt. De and\'re hraefvanfeden
Be-^aren\'tBurger-recht, oftftichten nieu-^efteden;
Die fterck in oorloghs noot, in vrede luftigh ^jn.
Wie kan \'er tellen haer fonteynen foet als ypijn ?
Verhalen al den luft Van hare groene "^ponden ?
De dalen die meer Vrucht dan \'t fchoon ^monen houden ?
Wat foud\' ick groenten ftil der mjsheyt brengen
Voort f
O der Goddinnenfchaer te wnen hier behoort!
O koude bronnen, en roemruchtige rivieren l
O dalen, en groen yvout! ghy k unt dit landt
Vercieren.

II S\' if

6 i>
t

Trmckefi-
hergh.

\'1

ii:
ji i

■\'1

Ifl"

^-äil

I !

TritiJaf.

. - fl
I

\'\'J dl

-ocr page 179-

Het Landt-Graeffchap

V R I N G E

T H

ISI

Gretißn. Huringia, ofte Durin-

gen , Jight tuflchen de
Rivieren Sala en Werra,
waer van de Werra aen
de wefl:-zijde flreckt,
en de ander aen de
oofl:-zijde; in het noor-
den light het Swartz
ofte Hartzwalt, en in
het zuyden het Dürin-
ger-walt. De lengte, gelijck oock de breet-
te , defes Lants is twaelf mijlen»
Vrucht\' Lant is wonder vruchtbaer van allerhande

baerhej/dt. gewaflenen vruchten , infonderheyt koorn , jae
overtreft daer in alle andere gedeelten van
Duytflandt, foo
dat Georgius Agricola nieten
fchroomt\'t felve te noemen het füyvel en
\'t vet
vanDuytflant. \'t
KruytIfatidis, (van PlinioGZj?-
flumyhedensdaechs Guadum en Paßillum, in \'t Ne-
derduytfch gemeenlijcken Weedt oft Pafl:el ge-
noemt) uyt het welke hemels-blaeuwe koleur ge-
maekt wort,wafl: hier in groote menigte, en wort
van de inwoonders met groot gewin in andere
landen vervoert derhalven een feker Poëet de-
fe veerfen daer op gemaeckt heeft:

Betha Ihuringorum cekherrima ere feit in agris, ,

Banc Ifatim Graicm fermo vocarefokt.
Ponderis h^c magni efl, ^ multo Vendituf <ère :
Hac etenim tingi lanaparata folet.
Van dit gewas verhaelt Plinius,dat het niet onge-
lijk is de weghbree,en van de Britannifche vrou-
wen veel gebruyckt wort,die daer mede haer ge-
heele lijf fmeeren, en haer in couleur de Mooren
bynae gelijck maken , en daer mede in fommige
geeftelijcke oefteningen naeckt gaen.
Regeringe.\' Eertijts was \'t een Koningrijk,nu heeft het den
tijtel van Lant-Graeffchap. Duringen en Heften
waren gelijck als eenLand t\'famen gevoeght,on-
der de regeeringe der Franfche Koningen on-
trent 366 jaer, tot op de tijden van Karolus Ma-
gnus en Henricus
Auceps. Eyndlijcken heeft Key-
fer Karolus Cf^/z/^, Ludovicum tot een Hartogh
over Duringen geftelt, wekkers neve Burchard,
fonder lijfs erven nae te laten , van de Ongaren
verflagen fijnde
,heeft Keyfer Henricus Auceps dit
Lant geoccupeertjaen wiens na-faten,deVorften

van Saxen, het noch ten huydigen dage gehoor-
faemt. En hoewel na Wilhelm, fone van Keyfer
Otto de eerfte, (dewelckewas Aërtz-biftchop
tot Mentz,en Duringen regeerde, door toelatin-
ge fij ns vaders) fij ne fuccefteuren
Aertz-Biftchop-
pen totMentz,het volle gebied over de ftadtErf-
furt hadden,en noch hebben,ja haer een tijt lang
byna geheel Duringen toe-eygenden,welker Vi-
ce-Dominus oft Stadthouder,onder de regeerin-
ge des Keyfers Gonradi Salici, een fekere tijt ge-
weeft is Ludovicus Barbatus; foo
hebben doch
de Bai\'bati, onder den tijtel van Lant-graven,
\'t geheele Land daer na op hare erven
gebracht,
van welcke het eyndlijcken gekomen is, ontrent
het jaer Ghrifti 1250, op Henrick , toegenaemt
Duytflandt.

den Doorluchtigen, Marck-grave van Meyften,
gefproten uyt Widekindi nakomelingen, een fo-
ne Theodorici,en neve Hermanni,Land-Graven
van Thüringen,uyt lijn dochter ludith na wien
fuccedeerde fijn fone Albertus
Degener,en na hem
fijne fonen Fredericus Admorfus , en Theodori-
cus , die van haers vaders broeder Theodorico ,
Marck-grave van Meyften,erfgenamen gemaekt
fijn. Men wil feggen,dat de Sorabi defen gehee- Oudein-
len ftreeck Landts eertijts ingehadt hebben, van
welcken Eginhardus enAimonius mentie maken;
de overblijffelen daer van noemt Peucerus he-
densdaeghs Sorbec en Servefteyn, tuftchen de
Elve en de Sala. Reynerus Reynecciiis, in fijn
boeck van der Meyffenaren oorfpronck , noemt
de inwoonders defes Landts
Tyringeta^, als of men
feyde
Tyringotm^van dewelcke hy vaftelijk meent,
dat de Stadt Gotha haren naem verkregen heeft.

Hoewel het Landt-Graeffchap Duringen feer

kleyn is,nochtans fchrijftOrtelius,dat hy verftaen
heeft van Hugo Brinchorft, Burger van Erfurt,
dat daer in begrepen fijn 12 Grae&happen, 12
Vorftelijcke Abdyen, 144 Steden, en foo veel
Marckt-vlecken, 2000 Dorpen,en ijo Kafteelen
ofte Sloten.

De voornaemfte ftadtis Erdfurdia^oft Erdfordia, Uooftfladt
van de Ouden Erphesfordia en Erfesfurt gehee-
ten,na haren eerften fondateurErft,fbo men pre-
fumeert j dit was een Molenaer,die fijnen meulen
hadde aen de riviere Gera, en maeckte alfoo een
beginfel defèr Stadt,ontrent \'t begin van de rege-
ringe Arcadii en Honorii. Sy is daer na, in\'t jaer
Ghrifti 438.van Glodov^o Koning van Vranck-
rijk,feer vergroot en verbetert,en in \'t jaer
1066
met muuren omvangen, en foo vergroot, dat
menfè voor de grootfte Stadt van geheel Duyts-
landt houdt, foo dat oock de Duringfche boeren
voor een fpreeckwoort hebben: &fuïtiftnk^t
tin fïaD(/fottï>em tin ^aiit§c^i?atiD.Door defe ftad
loopt de riviere Gera,en reynightfe van alle vuy-
hgheyt.Hier was eertijts een Biftchoplijcke reh-
dentie,van Bonifacio,een Apoftel derDuy tfchen,
gefticht,wekkewaerdigheytnaemaels te Mentz
overgebracht
wierd. Hier is een hooge Schok,in Hooffe
geleertheyt bloeyende, die in \'t jaer 1391 van
Paus Bonifacio den IX met veel privilegiën be-
gift is. Rontom defe ftadt is een feer vruchtbare
landouwe, daer fijn fchoone weylanden, ende
Weede waft daer in groote abondantie.Defe ftad
is van Keyfer Henrico de IV feer geplaeght ge-
weeft,om dat men de tienden wilde hebben, van
de wekke fy tevoren altijts vry geweeft was;der-
halven als de Saxenfche krijgh begon,heeftfe lie-
ver haer oude vryheydt met de wapenen willen
befchermen , dan met den ongewoonlijcken laft
van de tienden befwaert wefen,volhardende daer
in met fulcken y ver en hevigheyt, dat oock de
Keyfer daer door bynae geraeckte in\'t uyterfte
perijckel fijns levens. Defe ftadt heeft oock dick-
wils groote fchade van brand geleden,foo datter
nauwlijcks een treffelijcke ftadt in Duytflant ge-

D d vonden

-ocr page 180-

1 " Ampt Ft ancken Smiaißti ..•■..................V

- 1 . • "^/r. . Kauwen. ® ^ U^

_- .iJr^ - • \'^wktu^en,

\'-".\'•-rl\' O

, ^ ••• ■■••- ^HBt Tc- \'■1 O ^—"-»ej, V ^ ,,/ CS\'®®«\'

:.......ƒ

Herrfctafft o. , oV^^BeLg ^C, nv^..

" S.ÏMOA

l^cUcnhach :

^ » r ^.............-^^A^x\'-aa^\'vMfc J.

/■■■:...... . f^

r O

ïurAentliumb
Anlialt .

Land ztt Koterv ,

- ./Wetin StiÄ.

■JS.M y.

■\'> JjCtm

I

Zffermnn^Ui

Hall

.kalina (Bcllenhurj

^V^ Schutz Ifli\'^^m^Äx

ElüiHc auf Sm

J \'B-ackcnJfff^

it^ ^

StiA

SlUnßct

é-^V* - (

.Aktt\'ß\'\'

IterodaV-

Gmti/ht
^crttSchn^^jiAj:

r;^ ï .............

■■■ ......^

( /\'Srocißct \'-.

a>k

Hcrhrr \\ ,

^Uttiiiat^it- O -

M.-VarjH^

^^ercxUèen-

-x^cyut

Sei-a,^

\'oaua . MJej^\'^!\'\'\'\'

^ - - V.

IBiiy iTim g

...V;"........•• . -C^?»- er.-AntriL

.......

" " /i ° "■.......

f omnamehatßit.

4

O Mlßcb.>

^«Jilctcé

f^^ MUi.

GrdSyk-l\'

Ti\'iOcni j

\'j\'uttersutem\' " Sci/rurt

Stadt Erifiird\'Gc

.-•■......

.....

■^^adüheit. \\

• ........

Ampt Krajenberg. \' ^ ^r^^^L \' \' .. ........

Jrürchhcim

; O •: etxU^^

i ^......- -it

i^sf \\.......V^vr^v--

^^^^

F V R S T1.1C H K G R A F F s c H A F T 1 ENNEBÏ^RG.

........l

Sivrckaw

t^arckrShz

of ojcätßch-^ - " x«^*^ Ampt Fi-eiburg .

Schonharj

^^ SciUßnße. - „V«\' ^^

ft - (d*

O v^a^rhUziLß^ O Ampt Eckaïtsberge

..knh^l""/"^ ,,

^ Stifft l^aumt uro-

XlBOTSrOTHIA
TYRIN GIA AVS T RAI.15 .

-jc^

Stuhn

\'•Tratin\'
hftiußst

£ckcyht

Duf Satdhcr^

t>u/txa.

OÄei-land .

rr.it.. ßj Ampt Kamterg

\'KMnhct^

TautcnJfera

BurggrafïTcEaft

Uo

: O ° - » HerfchaA Pla^ckentam

^ 1" fe I r^ ct eva eine
iït GrafiTcIiaft

- lUmfchvia

Ampt Bürgel. ° „ iSl^^ -
Ampt Tiotla.

jy^eßcnßk

"WeiiTetifels weiland
;iiie Gratffcïiaffl.

-ocr page 181-

vonden wordt, die foo feer en foo rnenighmael
door het vyer is verwoeft en bedorven geweeft :
infonderheytin\'t jaer
1471, met verwoeftinge
der kercken van onfe L. Vrouwe en S. Severus ,
en \'t derde deel der ftadt,door eenige daer toe ge-
kofte brantftichtersveroorfaeckt,onder welcke,
foo men feyt,een Dominicaner Monick de voor-
naemfte was. Anno 1509 ontftont daer een groo-
te oproer der Burgeren, om de ongewoonlijcke
jaerlijckfche laften en contributien,daer mede fy
van den Raet befwaert wierdt; want de gantfche
Gemeente,op fekere plaets vergaderende,wilden
weten,met wat fchulden,en hoevele de ftadt be-
fwaert was. De Raedt,vermerckende den oploop
en de rafernye des volcks , meende met foete en
fachte woorden het felve te ftillen, feggende te
gelegener tijdt van alle inkomften en uytgeven te
willen rekenfchap doen; waer mede de Burgeren
wat nedergefet en geftilt fijn: doch vergaderden
wederom op den geftemden dagh, en vermaen-
den den Raet,om rekeninge te doen.Een van de-
fè Raets-perfbonen, wat trotfer als de andere,
voér uyt met harde woorden tegens de gene die
van de Burgerye aen haer gefbnden waren, waer
door de Burgeren fèer vertoorntwierden,en fien-
de datfe niet en vorderden , maer de fake aen het
uytftellen quam,hebbenfe den Raedt afgefèt, en
eenen nieuwen gekoren j waer uyt een fware be-
roerte ontftaen is, en dien volgens eenen krijgh,
dien de Keyfer Maximilianus en de Biffchop van
Wurtsburgh hebben geftilt, en de partyen ver-
foent. In defe laetfte Duytfche oorloge heeftfe
haer gegeven in de befcherminge van Guftavus
Adolphus, Koning der Sweden.

Weymar is een fchoone ftadt,gaf eertijdts den
naem aen een byfonder Graeffchap, is nu tegen-
woordigh de woonplaetfe der Hartogen van
Saxenj die aldaer een treffelijck Palleys hebben,
uyt vierkante graeuwe fteenen fèer net gebouwt,
oock is daer een frayen bogaert met alderhande
boomen beplant; de welcke met de riviere Ilma
bevochtight wort,die ten leften in de Sala loopt.

De ftad lena heeft haren naem van ïano , foo
fommige fèggen^maer alfoo hy in Duy tllant noyt
ge-eert wierd, is waerlchijnlijcker het gene Sti-
gelius daer van in defè veerfen ftelt:

Bincplacet Uehuo n(^Us ham nomine dici,

Vt yetüs a layn nomen lëna tenet.
Cur ita crediderim, nißmentem yocula fallit,

Certa hups ratio nominis eße porefl,
§}wppe yocat layn Solym<epius incola terr<€,
Hoe quod nos Latio dicimus ore merum.

c^ut in mediis urbsfertilis erigit uyis,
Ham quifquam a yino nomen habere neget ?

Welcke in \'t Nederduyts aldus luyden:

Schijnt yan Hebreeufche ypoort dat lena haer naem
houdt

Van oude tijdt, -wanneer fy eerßmads wrdt gehout.

lettA,

N G E N.

De reden dunckt my goet, "^ant layn de loden noemen, , j
Dien dfanck,-^aer yan met recht de druyycnßch beroemen: • ^

Die yruchtbaer is rontjom neet wjngaert heel bekleet,

Wie loochent datß nae de gayen lacchi heet ?
Willende daer mede te verftaen geven, dat defen
naem lenakomt van layn,eenHebreeufch woord,
lbo veel beduydende op onfe Sprake als wijn,om
datter rondtom veel wijn waft. Defe Stadt is feer Academie,
vermaert door een hooge Schole, in \'t jaer 15 j8
opgerecht.

Gotha heeft den naem van de Gothen,hierom cetha.
is het dat Rithaimerus in fijn Befchrijvinge der
Werelt feyt,dat deThuringers gekomen fijn van
de Gothen,om dat fy in dit Land,na haers volcks
naem,de Stadt Gotha gebouwt hebben, ontrent
het jaer,als Lobfteiniusmelt,92 3. Aldaer placht
een uytermaten fterck Kafteel te fijn,Grimmen-
fteyn geheeten , het welck nu geflecht is, om de
grove en leelijcke fauten Guilielmi Grumbach,
edel van af komft, maer niet van deughden. De-
fe trachtte de Princen te dwingen , den Keyfer
van den ftoel te fettenden een nieuwe manier van
regeeringe in het Rijck te brengen.Daerom is hy
met alle hjn complicen van Keyfer Ferdinandus
en fijnen foon Maximilianus inde Acht gedaen.
De executie worde van den Keylèr en de Stan-
den des Rijcks belaft den Keurvorft van Saxen.
Grumbachpafte hier op niet, betroudeop fijn .
Kafteel, en de befcherminge van den Hartoge
van Saxen,loannis Frederici des II. Als de felve,
na veel vermaningen der Princen,niet ophielt de
rebellen te befchermen , heeft AuguftusKeur-
Vorft van Saxen, de ftadt belegert, en met ac-
coort ingenomen. Grumbach met vier van de
principaelfte belhamels werdt gejufticeert, het
Kafteel afgebroken , en den Hartogh van Saxen
loannes Fredericus gevanckelijck naer Weenen
gevoert.

Door dit Landt loopen de rivieren , Sala oft Kivkm:
Saltza, Werra, Vnftrut, Ilma, Gera, Or, Apfel-
ftelt, Helbe, Cling.

Hier en daer in het geberghte vindt men oock
vruchtbare mijnen van metalen, als goudt en lil-
ver, infonderheydt ontrent Braitenborn, en
Swartzenburgh.

Duringen is bynae over al bedeckt met hof- Bojfckii.
Ichen, die allegader gedeelten fijn des Schwartz-
walts^ doch is het Turingerwalt het vermaertfte
en bekentfte, van
Cajare Bacenis geheeten, die de
Cherufcos van de Swaben fcheyt j de andere fijn,
der Haynich,Hainfette,Finne,&c. die al t\'famen
vol wilts fij n. Oock fij n in dit Landt veel Kerc-
ken en Kloofters, onder welcke uytmunt de
Vrouwen Kercke te Erfurt, van Bonifacius Bif-
fchop van Mentz gebouwt^ in de felve hangt een
kloeke, die , om hare grootte, door gantfch
Duytflandt vermaert is.

De inwoonders defes Landts zijn van naturen /„ti^em
wreet en hart, feer trots op haren vyandt, lang ren^rt,
van lichaem, fterck en fraey van gedaente.

-ocr page 182-

Het Graeffchap

N S F E L D T.

30

A

Ansfeldt

is gehecht
aen Opper^Saxen >
tuf-
fchen
de riviere Saai
en Wipen Dit deel van
oudt Saxen Ichijnt dé-,
lèn naem te nebben
van Manno, de tweede
Koninck der Duyt^
fchen,gemerckt Mans-
feldt niet anders be-
duy dt,als het Velt van Mannus. Den oorlprong
van defen naem fchijnt beveiligt te worden van
een plaetfe hier by gelegen,
Afcania genoemt ;
welcke fommige meenen dat den naem heeft
nae Afcenez, vader der Duytfchen. Afchersle^
ben leyt oock hier ontrent, met eenlack des
felven naems, welck te feggen is Afchenez huys.

In \'t Ooft grenft het aen de rivier Saai, \'t ge-
biet des Bifdoms Maeghdenburgh, en \'t Sticht
Mersburgh; in \'t zuyden aen Duringen^in \'t weft
aen \'t Graeffchap Swartzburgh ^ Stolbergh, en
de Vorftendommen Sangerhulèn, Anhalt en
Affeburg: Soo dat de Graven van Mansfeit, die
oock Heeren van Heldrungen genoemt worden,
tot naeburen hebben den Aerts-Bilfchop van
Maeghdeburg, Bilfchop van Mersburg, Keur^
Vorft van Säxen, Landt-Graef van Duringen,
Hertogh van Saxen , Bilfchop van Halverftadt,
Prince van Anhalt, Heer van Bernburg, Graef
van Swartzburg en Stolberg, Heer van Wer^
ther, en Heer van Alfeburgh.

Het is onfeker wanneer en van wie dit landt
den Graeflijcken titel gekregen heeft. De oudt^
heyt blijckt hier uyt, dat fijnen GraefHeger,
ten tijde van dien lofFelijcken Arthur, Koninck
van Engelant, geleeft, en, met de andere Hee-
ren defes Könincks, de tafel j die men de ronde
noemt, vereert heeft. Arthur regeerde ontrent
het jaer onfes Heeren 545* Soo iemant de hifto-
rie van de ronde tafel voor een fabel acht, die
fal weten, dat bynae in \'t midden Van Engelant
een ftadt leyt, tuflchen de rivieren Trent en
Rother, die Mänsfelt heet, niet verre van de
ftadt Notingam.

In dit Graeffchap liggen vier andere Graèf^
fchappen, Arnftein, Wipra, Wethin en Quern-
furt. Delè hebben eertijdts eygen Graven ge-
hadt, nu lijnlè alle onder de Graef van Mans-
feldt. Hier hght oock de Paltz-Saxen en ande-
re Vorftendommen. De Heerlijckheden in
Mansfeldt zijnVockftet ,Bornftet, en Morun-
gen. De vrye Heerlijckheden zijn Schrapelauw
enFridbergh.

De voornaemfte fteden fijn Mansfeldt, Eys-
leben,Wypren,en Leimbach. Mansfeldt heeft
den naem van^t Graeffchap ^ Leimbach light
daer by j Wypren is \'er anderhalf mijl af ^ wordt
genoemt nae de rivier Wiper; Eyfteben een mijl
van Mansfeldt. De grootfte van alle is Eylle-
ben, vermaertdoor de metalen, die daer met
VuytßandP.

Naem»

Cref*ßff*

BmUjckc

hdkn^

Steden,

menichté lijn : want ontrent defe ftadt wordt Laf^dsatn.
een foorte van fwarte fteen gegraven , die men
lichtelijck breken kan, en wiens gelijcke nauw-
Iqcks elders te vinden is, men noemtfe gemeen-
lijck @cf}e0ffcr/ïep/die, door\'t vier gelhiolteni
veel koper geeft, tot groot profijt der inwoon-
deren. De lelve fteen in ftucken gebroken , re^
^relènteert verfcheyden beelden, alsvanael,
carpers , vorflen, hanen, falmanders, en an-
der kruypendegediert, als of s\' er in gehouwen
ofte gedruckt waren, enfoo perfed , dat menfe
terftont kennen cn noemen kanj door een won-"
derlijck werck der natuere. Het Kafteel van
defe ftadt is fterck, de ackers rondtom vrucht^ ^
baer, principael van loocL Hier fijn twee tref-
felijcke jaermarckten, de eene Sondaeghs nae
S. Vitus, de andere Sondaeghs nae S. Gal,
die op defe dagen geftelt fijn (omdeLeipfig-
fche Milfen ofte jaermarckten ) vanHojerus ,
Grave van Mansfeldt en Keyferlijcke Raedts-
heer. —

In \'t jaer 1081 waren in defe ftadt vergadert rergadè^
de Princen van Duytflandt, en hebben Her-
man , Hertogh van Lothrijck en Graef van Sar- ^
bruggen, tot Rooms Koninck gekofen , daer
oock de Konincklijcke refidentie verordineert
is. De wederpartye noemden hem, uyt fchimp,
den Koninck Van loock. In \'t volgende jaer
heeft de Aerts-Biflchop van Bremen, met de
Biflchop van Hildesheim , die het met Keylèr
Hendrick hielden, Eyfleben belegert, ingeno-
men , en alles, behalven ^tKafteel, berooft,
verbrant, enverwoéft. Daernae fijnfe van Ko-
ninck Herman verdreven. Men feyt dat \'et
toen een groot deel Vriefen, die Keyfer Hen-,
drick dienden, verflagen fijn van Koninck Her-
man, met hulpe van Ernft,Graef van Mansfeldt,
in feker dorp dat daerom de Freyftrafleheet.
In\'tjaer 136z ifle wederom belegert van Fre-
drick, Landt-Grave van Helfen, en Marck-^Gra^
ve van Meyflen, en fijn broeder Lodowijck,Bif.
fchop van Halberftadt: wanneer \'t Kafteel oock
fterck beftormtis; Welck als de gebroeders niet
konden winnen , hebbenfe de omliggende dor-
pen verbrandt, en groote fchade gedaen; doch
de Kercken en Kloofters verfchoont, door be-
vel van de Aerts-Biflchop.

In\'t jaer 1510 is Hojerus, Graef van Mans^^
feldt, en alle de Graven daer in hoorende, van
Maximiliaen de I vereert met de ty tel Genereus,
en gegunt datfe, in plaetfe van groen, root
was
in alle publijcke aéten fouden mogen gebruyc-
ken^

Inde Duytfche oorloge,in \'tjaer 1^42,op den
dagh van S. lan Euangelift, heeft Albert, Graef
van Mansfeld,die,om de nieuwe religie, van Key-
fer Karei gebannen was, de ftadt en\'t kafteel
bemachtight, de burgers gedwongen hem eedt
te doen, en\'t geit met de koftelijcke huysraet
en juweelen, die hy van daer gebroeht hadde,

Ée Weder«

( :

i\'^p
va
f

iiÉi

-ocr page 183-

^ . llierßeUr

Lancoha,rlt.

Aachiarß o
Ufeiyiß \'JauUcz O

-^trayerjh

Ostizm^enlerj O

Mffm Siett\'

few

\'^oyt!

Reins TMII^

Zum. thulit

jfcUAeU^

C-ersicrß

V

Maczha,

as c atrien

halbe rs tat sdß-

\'B.adisUyefi o

halt

^ mrßhoxfi. ^

-Tafchvic - furjlavthimih

-Krocht \'^f

V^trfrele J

A.. Qtuimiechfclii
jvarte

-

Jilel^hleieti \\ 1- ^Buife.
Wirfreie Ä ^

\'en- O

ballenstede
Gmcßchi^.

\\etr

_ Carmtck.
fo

yffiititrß

\\o elhtrsinrff
c:^ cJ Tfocsenio^
\\o Aittel 6tla
ICaniefx ^ Oher

G-olwtcz

IK

-iBüelnc.

Aetßpr/

•AUleuieti ^^^
olim. Comitalus

^J^etnemcx
O

\'frechlen

Wof^otjf

Xaclm, o
-Le^endor^

-Juii^

O £nJ.Brß

A

■Zffaai^enioiß- Q

Mettiez

■eienicki

Strintz

AIST s F; i: L DIA

C OMITATVS

Auctore Tilemanno Stella 5ig •

:Fillelefi

O

ihflicr^ ^F SicUericks

OHE \' Stift . \'

JllrP^\'

■ElTAT- n^^^ff ii\'ii^

^allein

Der Jjiiun
IJoheker

sin araß/ßi;;^^^

ic0teneii landt.

, T^tczkentiiU

A o Jrnftat

-i^eißnroi^ J^ O fiJji^^T^^id^Jl^^^ .....

^ --------- I F % ^

_ iF

J-r?____TA Ài

\'^annlhreite

Jhnthumb^

O -iCamrode. £k-"ii,
"^utzkeroie

i/trmiu

9 \\ ScUerßti
MC

M"

^eimiach M®

■ 0 HotteUorff

3 ( Haraerßorf O

^ . Vifenji

SchiviltersLrJ^ O

lyederßetr q ^

\'Tretie^^ O
^ ^ VfeuuenLrjf

^O^eticz

.P

S.Iahuns ^f^eilen.

 oofh:

^efenhirß

Xieckwicz ^ - - . -,

____Zum.-Teich »k }

\'.Heu^rße O

O

Doehelicz

Tiraehehi
O

JîochiL

E

H

\'-Çroft^

c

Semivicz O

J7

-Trotx

\\Tio§er-!ven.ie

Ho Ha-.

¥

-Kptenlnirß

O O

) SchwenJe

Trottete

1 js^saiv
• ,,.... ~

-Tiennunjen.

:BerjiL

CruUcK-

^ SüUnlffrß
-^jßhatßefL

S citer kt.

\' Her Sol

.S

-^urûsleien, V

YocrKstet

Tnt Rizt. || i # Vk

. Ao

friet , »o\' ,

am

Ppalts

\'Pfoeßl .....

Jchif\'^^rf

,, X^l\'clasriet

Saline LI/ j!

fOA

j/.fßnl\'d

Itwtcz Reihern
anfh
::

, //• „ "•\'"\' -T^.énstet

Die -^ujje See

p

IT"^

_ .iE -^1=3.—

Auiîerthale ^

Mer -^

....... r.. . . Alhetßet Steten. \' ^

..... "

.. , ; . overhrfvrt

ScLfitet

■-Der Knti\'liirn a

- ^\'i^S.Ióttan
. f^\'Jg.^ , O-^uhileniacli

JilK W\\S\'JE

^ r

^en^rt-

j^utchenilorj

F-

Hall

-:BeJlet-

® -Ticksrhn Satina
SchleltA
SicUicz
-^tCoÜDeben.

■-:S\'\'iitikirche
-Deilicz aifJem ier^

\'Or-ig

Strefen_^

•ret

^t\'/\'r .

Oic.-

C.eiße

"c.rehenJorjf ScUhnlUjf

Ttefie

CreienJprjf ^
Crucou .

^O -J)etnemcz

^^^ eue z s tift.

-Sellenhurj
■yt^ormelicz

saxe N Hermunluri .

. o

mersbvrg ^

\'lfinii]!£!nJj>rß

Jhßc.hurj

Crej/pa

Ölrer SuniiK

O \'Tieinslorß
Oier IChluU

, V THVRLNai-

.^emltleiLi -Kkm ^t\'a«^.;«;.?;,\'^ ^ ^

Hale

JJ-elÂ

{run^ert

\'yjßir £njell,

■^ütczenl^clL

^ oler -^elinin ■■

Oectjlic

..y

Vi\'eirx

-Kirch Snj^ll \'
-Xideren

Ol^er

R

Stsrckxi^f

O Spil

^ m «JTo-X«..--^

^■^acha. O

-.....; Vreib^-R^\'

n^ipfack ^enninjken J anv£t. mmfi^klt

sien.

X untfftârirj
häufen.

VjTtJern JSefn

\'i\'elt\\enjel.

SVNDERSHA^

N Hseßchißr .

^yirfinne .

PfÄ Olherfro/le |i \' O

°SL/ ^■Sa.merfrJ^. ScUehroh^

Q G-oertt\'-
Sarnßet

f l

-TsniorH- „

\'chenJorf-C 1

>

^-l^eifTen. Sch

^.iihßM,

^ n Crenv.\'itz

Uch

Mtenr.ie l^irckßU ■■ °

m^H- o^hK^r.h

nUerßi

-et o

Crra-eßz

Hoeckel ^ .^ftini*\'

Galleien.

\'Mer. -Coffltt-

ÜJßd

^iU.

lix G-H\' -Jtie. atte Crude

Z\'e.uffît

G-ultzen^ O

nlunochem^.^d ^Hmrm^t. "^ickn,^^

>1

-ocr page 184-

M A N s F E L D T.

wederom naer Mansfeldt gefonden. De felveis
ia\'tjaer 1550 weder van de Keyfer in genade
ontfangen , en in vorige polîefïie geftelt. In de-
fe ftadt is Martin Luther geboren, in \'tjaer
1483, wiens ouders waren Jan Luther en Mar-

griet.

In defe Provincie is een lack, welck men om
de fouticheyt ©cfal^CW noemt, daer de netten
der vifTchers in verbranden,als met vier,foo ver-
re men die daer diep in worpt,gelijck Severinus
Galecius verhaelt; welcke oock fchrijft, dat\'er
ontrent Eyileben fomti j ts gevonden fijn kluyten
barnfteen , foo groot als een menfchen hooft.

Onder andere kloecke en wijfe Graven van
Mansfeldt, fijn niet de minfte geweeft, Pieter
Erneft, en fijn foon Karel. Pieter is geboren
in\'t jaer 1517 ,op S. Margrieten dach, en opge-
voedt in \'t hof van de Roomfche Köninck Fer-
dinandt, daer nae Keyfer. Hy dede fijn eerften
tocht naer Thunes, onder Keyfer Karel de V,
wiens Voorfhijder hy in\'tjaer 1535 gemaeckt
Wierde, en tot Utrecht in\'t jaer Ridder
van de Ordre des gulden Vlies. Voorts heeft hy
in de Duytfche , Franfche, en Nederlandtfche
oorlogen veel heerlijcke Officien en Commif-
fien bedient: onder andere is hy Gouverneur
Generael gemaeckt van \'t Hertogdom Chimey,
en \'t Graeffchap Namen, in \'t jaer 1545; en van
Köninck Philips de II, Gouverneur van het
Hertoghdom Lutzenburgh; en nae de doot van

Wonderen.

Gr. Tieter
Er^efi.

Erneft > Aertz-hertogh van Ooftenrijck ^ Gou-
verneur Generael van Nederlandt, Ten laet-
ften oudt geworden ^ is hy vertrocken in fijn
Gouvernement van Lutzenburgh -, welck hy al-
tijt wel geregeert heeft, niet tegenftaende ver-
fcheyden vyanden/oo Françoifen als andere,het
ièlve fochten te vermeefteren.Hy is geftorven in
\'tjaer 1604, den 2j Mey, ontrent 87jaren oudt,
als hy negen-en-vijftigh jaren Gouverneur ge-
weeft hadde over Lutzenburg, en acht-en-vijf.
tigh Ridder van de Orden des gulden Vlies.

Sijn fone Graef Karel van Mansfelt , een
kloecken wijs Capiteyn, nae dat hy inde Ne-
derlandfche en Franfche oorlogen den Köninck
van Span jen , onder den Prince van Parma en
de Graef van Fuentes, trouwelijck gedient had-
de , en fommige fterckten en fteden belegert,
en ingenomen, is verfocht van Keyler Rodolph
de 11, om tegen den Turck te dienen , van wie
hy te Praag Ridder gefiagen,en Vorft des Rijcks
gemaecktis, en Stadthouder van Aertzhertogh
Matthias, die opperfte Veltlieer tegen den
Turck was. In dele krijgh heeft GraefKarel
fich vromeiijckgedragen, en veele reformatien
in de krijgshandel, op de maniere van de Ne-
derlantfche oorloge, gebracht. Ten laetften
\'t geheel bewint hebbende in het belegh van
Strigonien, nae een aengename vidorie met de
Nederlantfche troepen bekomen, is hy den 14
Augufti, in \'t jaer i j, door fieckte geftorven.

-ocr page 185-

t VORSTEN

T

It Vorllendom Beeft
fijn naem van een ka-
fteel eertijts dicht
hy
het Hartzwald gele-
gen", en in\'t jaer 1140
door de Biftchop van
Maeghdeburgh en de
Marck-graef van Meyf^
fen heel verwoeft. Het
grenft ten noorden aen

Cmfen,

\'t Aerts-bisdom Maeghdenburgh, ten ooften
aen \'t Hartoghdom Saxen, ten zuyden aen \'t
Graeffchap Mansfeldt, en ten weften aen \'t Bis-
dom Halberftadt.

De hooftftadt van \'t geheele Vc^ftendom is
Hooftflaè. DesfaSfp, dewelcke nu de fit-plaetlè is van den
Vorft lohan Georg, Gouverneur van \'t Marck-
graeffchap Brandenburgh, aen de riviere Muit,
die fichniet verre van daer in de Elbe loft, ge-
legen
I fy is genoegh bekent en vermaert, {00
om de brugge, die gedurende de laetfte oorlo-
gen dicht aen d\'Elve geleyt is, als oock om datfè
genoeghfaem verfterckt wierdt,- en daerenboven
door de veldtflag , die Mansveldt qualijck ge-
luckte. In \'t jaer 1i wiert de fterckte, die hier
gemaeckt was tot befcherminge van de brugge ,
van de Keyferfche verlaten ; en , uyt vreefe van
de Sweden, te gelijck met de brugge aengeftee-
ken en verbrandt. Eyndelijck na lange en vee-
Ie uytgeftaene oorloghs-rampen, begint defè
ftadt tegenwoordigh wederom te bloeyen en te
herleven , door de vrede die Duytslandt nu ge-
niet. Hier is een feer fraey en hterlijck kafteel
op de Italiaenfe wijfe gebouwt.
Serhß, Zcrbfl, dat de Latiniften Senefla noemen,
gelegen op d\'Elbe, t^eemijlen van Deftauw, fes
van Wittenberg , en vijf van Maeghdenburgh,
wort voor de voornaemfte van dit Vorftendom
gehouden, om de rijckdommen die d\'inwoon-
ders verfamelen door het brouwen van feer goet
bier, datfè in vele andere landen verfenden ,
fijnde fbodanigh geacht, dat het dierder is als
de wijn in Franckenlandt. Sy heeft oock een
feer fray kafteel , dat de Vorft toebehoort:
daer is oock een Gymnafie, oft doorluchte
Schole, door loachim Erneft
, Vorft van An-
halt , opgerecht, daer eertijts Profefforen wa-
ren Gregorius Bersmannus en Chriftianus Bec-
mannus, om hare geleertheyt in hooge ach-
ting.

D\'overige fteden fijn , Bernhurgh , met een
Mnyi. kafteel, in \'t welcke Vorft Chriftiaen van An-
halt fijn woonplaets heeft.Defe ftadt legt aen de
riviere Sala , in een fèer vruchtbare grondt,
rijck van allerley gewas,De felve wierdt in \'t jaer
III j van de W andalen verwoeft, en aen brandt
gefteken : in
\'t jaer 1139 van Henrick den Ho-
vaerdigen , Hartogh van Beyeren en Saxen, be-
legert , en door \'t vuur vernielt j en naderhandt
Duytslandt*

Nam>

wiertfe wederom van die van Maeghdenburgh
en Hall, doch te vergeefs, be/prongen. In het
jaer 16^6 naemen haer de Saxen in , nae den
vijfden aenval, en wierdt alfbo, met groote fcha-
de en verlies der Sweden en der burgers, fchier
t\'eenemael verdelgt.Inde volgende jaeren wiert-
fe dan door de Keyferfche , dan doorde Sweden
overhandt belegert, en ingenomen fijnde,leedfè
d\'oorlogs-rampen.Ko^kw,voormaels een feer ver- Kethett*
maerde en machtige ftadt, heden ten dage felfs
om hare puynhoopen noch in achtinge ,
wiert eertijts van de Wandalen verwoeft • en is
daer na wederom in een andere niet verre van
daer gelegen plaetfe , in een dryhoeckige form,
gebout. Den Graef Sigismund Ladron verkreeg
defe ftadt, met de onderhorige landen, in \'tjaer
ï 547, van KeyferKarel de Vijfde, ter oorfaecke
dat de Vorft van Anhalt de partye van dé Prote-
ftanten volghde : echter door tuftchen-fpraeck
van andere Princen, wierdt fy defè Vorft weder-
om gegeven : die nochtans genootfaeckt wierdt
een goede fomme geldts in tegendeel uyt tekee-
ren. In even \'t felve jaer wierdt een groot deel der
ftadt met de tooren van\'t kafteel door \'t vuur
verteert^waer door de volgendeVorften oorfaeck
kregen om een nieuw van de grondt af op te
bouwen : het welck, met toeftemming van d\'an-
dere Vorften van Anhalt, ( namentlijck loan-
Georg , tot Deffaw j Chriftiaen , tot Bernburg;
Auguftus, tot Plotzkc Rudolph-Lodewijck ,
tot Serbftjtoen woonende)omtrent\'t jaer ijp8,
Vorft Lodewijck , die geen onaerdigh naevol-
ger vanWoIfgang,Vorft vanAnhalt,was,ten vol-
len uyt voerde. De tuynen, die dicht aen dit ka-
fteel fijn , vol van allerley bloem-kruyt-ea
boom-gewas, fijn foo beroemt door de faem ,
als Alcinoüs hoven waren. Niet min vermaert is
\'t voor-poortael van \'t kafteel, waer in de na-
men en wapens van alle die haer in de Vrucht-
brengende Gefelfchap begeven hebben, aen de
muren vaft gehecht fijn ; die, in \'tjaer
1646 ,
450 in\'t getal waren : onder welcke men twee
Keurvorften, twee-en-dertigh Hertogen, twee
Paltsgraven , vier Lantgraven , vier Marckgra-
ven, feventien Princen oft Vorften , en twee-
en-dertigh Graven telde, behalven feer veele
Edelen en Ridderen , derwelcker getal uytne-
mende groot is : \'t Hoofdt van alle defe was de
nu hooghgemelde Prins Lodewijck van Anhalt,
een feer geleerdt Vorft, de welcke oock tot
dien eynde hier een Boeck laet bewaren, in \'t
welck de namen van alle die onder dit Gefel-
fchap hooren, gefchreven ftaen. Defe Prins
Lodewijck fturfin \'tjaer 1Ó50 , in wiens plaetfe,
als d\'oudtfte van \'tGefelfchap,Wilhem,Hertogh
van Saxen-Weymar, verkoren wierdt. Echter
fijn eenighfte fbon Wilhem Lodewijck volghde
fijnen feer goeden Vader in de erfFenis, en is
alfoo de eenighfte befitter van de ftadt Kothen,

Ee

mee

-ocr page 186-

jSeptentrio

\'VfalUtu O fc■

\\V;V

\\nuit

CBylcfitutx

Cultus

CUtuch

\'33gnerstel>tt-

- Greic^n^

^aJJ^L

^ si «t

\' JC^fc/en- O

G-efturstebn lerUtehn. ^

Gerwi/U CP^z^^l

\'T^riUbt

O "

t ___

if^Uhty O

r t

.....

o

P RIKCIPATTS

ANHALTINVS

iA , ^ O ° Gr Magdeburg

-/o ^ S^^rjlein. Olm^njUt. O

\'Birttx

Xu^

A\' \'

/ O

Z^et

hmviei\'^U.

\'ifelitx
lo

Sehwïmt^x

Sür/Uie

O

Oiaftckaw ^^rvUx

ben.

Dalnka

Gummerefi^ o

G^heL

Xetx

O

^eiendoi^

O

^ejier Xe tsU
o :BreM

^nfrrtr

A

* JLétftdsfW

■ x
\\

CreutztiB^

iSffhit-

-E

^rojx o\'

JB V

..... : ° Tsr

^ jyahe^tz

<BnJen/lear o

Vo

\'^ehiie.rjf

J"

iè.

]Me.yraw

I ^ , O O

- . ® O TaLt^

O

^ O Gitmei^eben-

^tCiJmarflehn.

^ O ^ Schn\'aniil-.-f\'j i

^ Schor.

GaJJetutx O O \'1/ ■

O •ffertt^ O

. 9 Strttttism.

O O \'W^Uett-

Sdrtuu^lehti. o
OjierwtMy o

la

^ ^ransUin^

> O

Gate-rkluk o |

\\

\'Urn^ien. SiUcyrJ^

X. O

O^tsUhe/v

O

/

A

zo

^tcUendci^

Cruy^im^ett\' ^inj^ejtr

O

i lut^^

O l

zo

Halterftatt

i

O Jl.k

deekheltr

^ttmylei\'

rferi-flett-

® H

£

OiCBratnhjf
I

MMnchar \\

O ^oeirsh-heit\'

Xebefj

Stas/ürt
dn-leien^

.^henJ^i^

\'l^^/lefliau/èi

(ett^

X

\' O Atiei^t

iKrqpe^eU \\ o

„ ^ ® O I O

\'Wtnnt. O 1

SlueJeHntty

O" J.

-BlaneUeniurj

O -r^ehhe.
•IB^ke

W lUf \\

l "\'•ef.Z. r

Gtt/ien.

^ 5

^/^.MicheU

A

5"

O fl Jde^rJhiT-

\'!R>edef\'

\'iVihUie^

_ ^jf. r

Gartz

CV/tiaw

O

(RedeUbeit-

XMCIH»»

I ^q/cke-

OJC.U ^

j

. O \'Xattens

\'^ag^ett\'
O

\'i^ih^t.iv

O Xhrtv

(Btuhiav

O

:lJukaftt. Statx \'3fMnbi»dt.

O__,

-------O

O y

ƒ ^

O \'

r O

O

Mede^tytr

\'en^

- -

■ck

H

T

/J-/-

Y

O \'IRisk O jj

-Jcliietk

O 9

° SchU^ O

^k^sUbtïc

^-^ICrqfeL

CffHifadts ® j

qptnrede^ ! o ^

.^dlslettien- ^ o

Seltewitx

^/md^rsteie^

\'X.é\'ixn.

Zetticii ^

l

\'/ihxhenJale

w

O ^a^uft

® ^ kittel £da-

^ ^ijtf J ZYelhs

^"-dwtcjs

\'^fidhe^\'^h

O

^"JCirendem

Gorbxk

O Oher£ilt^

O

O

CR\'oduaet

Jfettftejss

/ . /
kHh. In

É ® ...

O .^iU-od^

\'^et\'heiy

h T

Xaiderjti
O ütir^iir ner-

>

J

Scltwahitflr f v

/ ■ . F

\'Gerijle.ar

ZfJM-txkefCnU

....

iN

O \'

O

\\M0htersJchtMêdE.

^^Imsdorfi^

■-t)

\' - .^r/i - .

£tl>et\'

\'^etersher^

* Sckte-t^ie ,

t
/

Cfeffer

j^ijHarta^ GrermojuccL comrruiftvuv •

»mer

-L -Xëndin^
Mansfeldt

L S T O LB X M G l

^ COM .

J^aMétta,

MQtcdi^s

-ocr page 187-

\' \\ V O R s T E N D O M A N H A L T.

met liet Vorftendom en aenklevend gebiedt, nard , Keurvorft van Saxen , en
Nae Gothen volght
Bertfigerode , een tamelijck van Albert de Beer, Marck-graef van Branden- S.
vermaerde ftadt\\ naeft aen \'t Harts-woudt burgh. Defe is geweeft Graef van Afcanien, Bal-
gelegen. Defe ftadt met het omgelegen landt lenftadt, Woelp , Heer
van Bernhurghen van
erkent haer eygen Vorft, uyt die van Anhalt Keyfer Frederick de Eerfte, tot Vorft van An-
gefproteo : en heeft mede een tamelijck fraey haltgemaeckt. \'t Soude al te verdrietigh vallen,
kafteel, waer de Vorft op woont. Want, opdat alle te verhalen, die van defen Prince voortge-
ick dit in \'t voorby-gaen mede aenmercke,Prins fproten fijn : wy fullen dan van
Georg, den üu-
Georg ( den welckcn \'t geheele Vorftendom den, Vorft van Anhalt, Graef van Afcanien en
toequam, en die een volle befitter en regeer- Heer van Bernburgh , beginnen j welcke in den
der van alle ftjne onderhorige landen was) fijnde jaer
1474 fturf, nalatende fijn foon Woldemar
overleden , wiert het Vorftendom Anhalt al- de Vierde, (vader van Wolfgang, die ongehuwt
lengskens in feer vele deelen gefcheurten ge- leefde, en de leere van Lutheraennam, in\'c
fcheyden,\' en voor eerft dan in den jare 1546 in jaer ijdd overleden) met Erneft, en loachim
vier byfondere Prinsdommen^van welcke\'t eerfte Erneft.

aen Georg , Prooft van Maeghdenburgh en E?-nefl föne van Georg, teelde oock een
Meyften , Prins van Anhalt en Warmsdorf, (om
foon, Georg geheeten, die in den jaere 1552
feer vele Theologifche fchrifcen door hem ge- tot Deftaw gefturven is: eri noch eenen ande-
maeckt, feer vermaert,) gegeven wierdt. Het ren , loachim, welcke , in de deeling, Deftaw
tweede wierd loan Bernardt, Prins en Heere der kreegjen daer oockfturf in\'tjaer ij^Jiilijn derde
Gerveciers, toegewelèn. Het derde kreeg loa- Zoon was loan, dewelcke Vorft van Anhalten
chim Erneft, namentlijck die van Deftaw , en Serbft bleef, en overleed in\'tjaer ijji.Hy vor-
ftichter van \'t kafteel tot Deftaw, en vande derde, met alle naerftigheyt, de Luterfche re-
Brugge over d\'Elbe : de welcke eyndelijck , van ligie in fijn Vorftendom en liet een foon na,
allen alleen overgebleven , wederom Heer van Karei genoemt, die fonder manlijck erfgenaem
\'t geheel Vorftendom wierdt. Het vierde deel, gefturven is.

naemelijck daer Gothen onder ftaet, wierdt aen loachim Ernefl, geboren in \'t jaer i wierdt \'
Wolfgang, Vorft Woldemaers foon, gegeven, uyt defe werelt geruckt tot Deftaw, indenjare
Maer tegenwoordigh , behalven de gefèyde vier 158(5. Sijn foon was

deelen en Vorftendommen,namentlijck, die van loan Georg , die het licht eerftmael befcheen in
Dejfa^y ScrbflyBernhurgyCn Gothen fijn \'er noch twee \'t jaer 1567 : fijn gemalin was Dorothea, doch-
andere deelen,
Hertßgerod , en JVorlits. Vorft ter van loan Albert, Graefvan Mansfeldtj^ en
Auguftus heeft
het dor^ Plot2;ka gekoft , en hy wiert vader van Ïoachim-Erneft,in\'tjaer ijpz
plagh aldaer fijn Hof te houden. ter werelt gekomen j als mede van Chriftiaen de

De overige fteden van dit Vorftendom fïjn, Ionge,geborenengefturven i j93jIoan Gafimir,
Worlit^ , met. een kafteel j Ragun, en le/nits, die in \'t jaeriypó het licht eerftmael fach; en
dewelcke eygentlijck aen den Vorft van Deftaw \'t felve in\'tjaer i(5oo wederom verliet.Frederick
behooren: voorts
Cofmck, aen d\'Elbe, onder Mautitz, 1600 geboren , en fturf daer na. Eleo-
\'tVorftendom van Serbft gelegen^als mede
Erms- noraDorothea, in \'t jaer ido2 , en Sibylla lufti-
lehen y Munchen-neuburgh, en eenige andere min- na, i(5q3 geboren.

dere plaetfen. Niet ver van\'t vleck Ermsleben de andere foon van loachim Erneft,

U^tGerenrod y een Vrouwen-kloofter. en broeder van loan Georg , geboren in den

De inwoonders van dit landt fijn ten mee- jaere 1568 , (de welcke fich in de voorgaende
ftendeel langer en dicker , felfs oock de wijven , oorlogen ingewickeldt hadt) nam tot fijn ge- •
als andere Duytfche volckeren : fy fijn oock be- malin Anna,dochter van Arnold,Graef vanBent-
leefder en heufcher als de andere Saxen,dewelc- heym , met de welcke hy teelde Chriftiaen de
ke meer naer\'t weften en noorden woonen.
longe, ijppj cl^n vierden dach van Auguftus
De rijckdommen van deVorft van Anhalt fijn geboren, ( die in defe laetfte oorlogh gevangen,
niet feer proot, dewelcke hy foo uytd\'inkomften doch echter met den Keyfer wederom verfoent
van fijn gebiedt,
als uyt de opgeleyde fchattin- wierdt i) en Erneft, die 1003 ter werelt quam,
gen en laften treckt,gelijck mede uyt de tollen op De andere fonen van loachim Erneft, waren
alle waren en koopmanfchappen , die van elders Bernard, in\'t jaer
1571 geboren 5 Auguftus,
in fijn landt gebracht worden,geftelt. Hy heeft 1575 ter werelt gebracht; Rudolph, in\'tjaer
het recht van geldt te flaen , met alle d\'overige 1^76; loanErneft, 1578 • en Lodewijck, 157^
Princen van Duytslandtgemeen. Hyenhoudt geboren.

geen prachtigh, noch koftelijck Hof; maer alles loanCaßmir teelde maer een eenige foon loan
foodanigh dat met fijn middelen overeenkomt. Georg, die de vader in \'t Vorftendom Deffaw
Hy beftiert fijn Staet door weynigh Amptlieden, volghde wiens eenighfte overgeblevene fufter,
dewelcke de plaets van den Raet tot Defifaw be- Louyfe geheeten, Chriftaen,Vorft van Brigentz
kleeden. De Vorft felve, met fijne andere neven en Ligni\'ts, tot gemael kreeg,
en
bloet-vrienden, volght de leer van Calvinus ; loan Georg , nu Vorft te Anhalt, is in\'tjaer
behalven Vorft lohan, foon van Prins Rudolph, ^^ Groeningen in d\'echt getreden met de

die tot Serbft hof houdt, en de Augsburgfche Princes Flenriette-Kathajina , dochter van fijn
Confellie wederom aengenomen heeft. Hoogheyt Frederick Henrick , Prins van

De eerfte voortteelder van dit Geflacht was Oranje , en Generael over de legers der ver-
Hendrick de Eerfte, foon van Hartogh Ber- eenighde Nederlanden , &c.

\\AndeYe
fUetfin.

Ji

^ijckdom-
W£n,

. \\

l : H

[ i
)■ i\'

Religie.

I ■ i

i ■ \'ï

iil\'

/

-ocr page 188-

E vermaerde en ou-
de werelc-befchrijver
Pcolemeus ftelc de
Saxen oock in Duyts-
landt 5 maer hy be-
paekfe wat naeuw in
defe ge^teften. Doch
haer landt heeft feer
toegenomen, in voe-
gen dat et namaeis naer \'t noorden van de Bal-
tifche en groote zee , en naer\'t zuyden, van
het Hartzwald befioten wierdt; naer \'t ooften
hadt het de riviere d\'Elbe , en den Rhijn in
\'t weften. Men weet oock, dat de Saxen
felfs over d\'Elbe veel landts befeten hebben ;
ja datfe van d\'Elbe af langs de kuften van de
Balthifche zee, tot naer Pruyften toe > veele
heerlijck gebouwde fteden als eygen inge-
hadt hebben. Na datfe de
ChaUcen,Bru6ters,
en alle andere volckeren tulfchen d\'Elbeen
den Rhijn woonende , verdreven hadden ,
foo namen de Saxen \'t heele geweft van de
Duytfche zeekuft
in, met Ooft-en Weft-
phalen; ja pooghden Vranckrijck onder haer
gewelt te\'krijgen, aen die kant infonderheyt,
alwaer d\'autheur des Boecks
Notitialmpé-
Yïi
geheeten, de Saxifche kuften plaetft : en
fy quamen foo ver , datfe een gedeelte van \'t
Eylandt Britannien
in kregen : waer uyt
komt dat de Weft-Saxen by de Schrijvers van
de jongere eeuwen voor d\'Engelfchen ; en
d\'Ooft-Saxen, voor defe onfe Duytfche volc-
keren ten meeftendeel genomen worden t en
felfs d\'overeenkoming van de tael blijft er
noch overig. Nu evenwel ftreckt fich Saxen
foo ver niet uyt: want oudc-Saxen , tuflchen
de rivieren d\'Elbe en den Rhijn , de Duyt-
fche
zee , en de riviere d\'Eyder , ftreckt fich
uyt tot Heften en Thuringen ; foo dat Bruns-
wijck toen \'t middelpunt defes landts ^as; en
Weftphalen , d\'Oude Marck , Meyften ,
Lausnits, Mansfeldt, en veele andere ^rier-
den onder de naem van Saxen begrepen.
Heden wort Saxen niet nae fijne naturelijc-
ke paelen, als fijn de rivieren en bergen ^
aengemerckt ; maer veel eer nae de ver-
fcheyde heerlijckheden der Princen en Hee-
ren,die daer over gebieden. Na dat het Keyfer-
rijck in Kreytfen
Verdeelt is, heeft men oock
defe landen anders afgedeelt^ want Saxen felf
wierdt toen in twee Kreytfen gedeelt, m den
Opper en Neder-kreyts. D\'Opper Kreyts
heeft fijn befonder Hartoghdom van de felf-
de naem, wekkers Hartogh is een van de fe-
ven Keurvorften.

Defe Kreyts van Opper-Saxen is den acht-
ften in ordre, en beftaet uyt drie Staten ; van ^^^
welcke d eerfte fi!jn de Biftchoppen , na-
mentlijck die van Meyften , Mersburgh,
Naumburgh , Brandenburgh, Haverburgh,
Lubus en Gamin : d\'Abten , die van Salfeldt>
Rotterhaufen , Walckenried; en d\'Abdiften
van Quedlenburgh , en Genrode. Dan vol-
den de wereltlijx;ke Stenden en Vorften,^elc^
te fijn defe, den Hartogh van Saxen, Keur^
vorft, den Marckgraef van Brandenburgh ^
Keurvorft,den Hertogh van PomereUjdeVorft
van Anhalt,de Graven van Schwartfenberghj
Mansveldt, Stelburgh ,Hohenftein , Buch-
lingen , Rappin , Mullingen , Gleiche, Leif^
neck , Windenfels; de Heeren van Plawen ,
van Gratz, en van Schonburgh. De derde
fijn de vrye Steden, als DansMjck, Elbingen^
en andere. Tot Neder-Saxen gehooren de
Hertoghdommen van Lauwenburgh, Lüne-
burg , Brunswijck, Meckelenburgh, en die
van Holfteyn : d\'Aerts-biftchoppen van
Maeghdenburgh en Bremen; de Bisdommen
van Hildesheim , Lübeck, Halberftadt,
Swerin , en Ratzeburgh , met de vrye Rijcx-
fteden Lübeck, Hamburgh , Mülhaulen,
Northaufen, en Goslar ; doch hier van heb^
ben wy hier voren breeder gefproken.

Taktivan
ofidtSéixen,

\'i: \'ii

neder-

Ff

Duyrslandt.

rr :

-ocr page 189-

SAXONIA S VP E RI OR, C VM L V S A TIA E T M I S N I A.

«»Will«

A

\\Z0

Jlilliarix Ger

Garnl

ydlm

^pfji\'ltrcnjk

\' TcnfitK

ni3.rLLCit communi.i

JtejJhur^l

zal

Scim\'ihißeii

■ßibir.K\'lch ^

O \\SaiiJaw

1 "ßeüti

■ßatz^

Lauhtu\'^

a^rhtick

fnrßddvrj

■Bekzi.

Cvbhti

eltz.ß

...it

C.^iIj ßu

lnch£U\',itJi-ti
O

-•ßu

Chv.\'n

R ironurzti

o

\'ßiren^

O/

\'/l.ihnßcm "Brlctxm

DiK-1 tu h

^sf \'X.c.rbeß

o

"Räb^nhefit

Staffurdc

rtnim

\'o"

IJV/A-/;

Grim ^

o ^ V

■M libit i

\'^^cn o

____ , „ -Rofinivrj n ^ o\'

.K^ßi\'u\'uy

Wclf^ti

Jtajl

\'o Grspii-3aßebin.\\ •^"O)^ ^ i "j

It\'fy" IV . ( ^^ O \\

o/^ OlÜi/k. I \\ ■^\'/\'"T

r

Stei/ih/r,

" Säijaß

MaiiiTeldia:
c omitatLi>\'
pars

^ m\\Bitt,vfiUt
LinJeu/iw

^^ tv.ivf^\'-\'t^- - TSobirfiw itlhs

o Ihiiil.n V V " t _

■Dumtfch

JUU\'Ut%
o

fall

c i et il\'? "

StiiiJhdr^

I. f S SiS^-^®

^ W /H-.T. I !>i:buUii
^^fvL-nh

Hffhekinn

o

\'Pntzke

Xhbick

o -ii-.^«

\'Riüntt.

\'JlaJeburß

■lUtfihfvrj

\' Ihannj O

\'ST.

Xaumbunj foW" . O

•tcucJicrUL tV"
Chamb "Oßcrfdje

TFn

A(

> T.iiicbcr
.cyptzi^

\'Branlz m^wtatu \'Duhm ^

° P- jj^ L... \\ frnmvetthvn-

t^ Vt^ ft. \\ ^^

- \\Oerlii^su\'aldlr

^■"\'«entci,

\' Ts,?« tjJj

52

Luken

Cußen.

^ ¥ ^ V >- I,;

Thckzk/L

l Sinimu\'jHt

Ol Kirch Ctiu

Lßni^k

Crpfmarck

ifcr

Keiiibii\\y
■Bilati\'

"Djrne

""iuT^ fCirchan^

t! l .fV V 1[ V

NX ff

\'Trcb^iL

A ,

•JicMit;^^

o

i^it^nuiß^ht
^ O gdildIL:

, \'Ruße

o

CbcrLiM

Lerne

.f/iij.

A

Hcmcbtn

Cr.-ßcnßän-
\'Jljnmhvr^

o

Schtn^hi-

J

.Ill.b.iJ
O

-M

Komßß":"

\'frawdßAn

. o * At <S VslfcV

.....ftjV^ w

-

f.iUciibur.f

tj^ßiitz

\'Fr^ihirj ^^v

V-iii

o

4

- , ■
C^fu\'il- .it \'

CüHhß Q 5

\'Peitoic < \' ■ S

■ c, ^ y« *
^ f I ^

CJ/W 1 \'\' s se i /\' #

......^effc

T\'.int-xc

l\'.iHfxctt ..^^ \'

Oßrlts

Cßßfz\'m
ö

Arjthiur

(iwerä-

itn.m\'

........\'■V........

Arcibitic .

t o ^

Oder W^ldt:

R

\'U^/trtcnhcr

unnihr.j

"tcnhcr^^

.Yaumbavß U •■

Hrrtxysivct.i

V . i.......J i.

o

Vrlmka..

-^ fiS- •fKfl-.i.it- T\'"

Der Haut 2 . ^

Harknäurff y^M^-l ^

\'mtzhcr^

fe.,..

.....

....

•Rumrj

-ft..

\'Ihnt^i^

VhuinhtT

Lunber^

O,.

iaubea

ircmiti:

■liLiwa
0

Lt

r V If

V V

ßu

ÜrabUk

^^ ^^ vV

«r

,6:

Snfch

Tjcrk.1

Sarnsii\'.!-

Wcrnftndi

\'Trachtihur^

o

V.

Xiinbi^n

IV£ law

lioül

\'ßr.iißiit-s^

KrdM

\'•v

■Bi\'Ihwit-i S . \\

LiiA\'ii ,

Jtins

■It

Köß.rj\'htK^

f Stm^iä

tebhn

ijijrcken

^ 4

%.....eu.

ItpitZ^^
GaUtberff

Schonmif

"turß/Lnsium
. O

.L andcßmt
^zmißätm.

\'""•»I\'A-;

Sv

lenfmanßdcrff

ücaly
mrJßcm
^ ^

O -T\'-t:^

. ir^nhäuck

\'aiJa.

i/??

■R^kbenb^ch

i\'^uL-m-cJ

^Rauenßam

Ülatichit.

.nhsßii
fo„i

Ho

■Ptrfenßein

z

O

Jilbcrhrij

>

t ^ t^J^nrack,

Jkh itc

f y y -U/M^nßüin

/ --Tbiwi ^

Hceh

Kn-h-r

\'8rntm

JgiL TnUt^

Scbht^

\'franckcnßem

AI*""

t . S. - / , V V t i. ^ ^ h JJ...

^KarblH

JUrubmui

ß Trautirn.1n\'

O

o

li^iiiifihdhira

TLmn

l I"

^ i,

K^y.vrnb^r^

%ibcrn-\' ö

An-

XclA-^k

Jlßtit^.

30

1 V

Xätoch

. \'Reinh/irlr,

LicM^\'iib^

\'■y

Hi\'ff^

o .A^-y^

HU""

•Rai.},ut \'\' ^ v\'\'-? /> H/fit; \'i" f«*.SV/vnf^

LanJeck.

, Schoncck_

0 l „

^S.-Ibit::^

Rnigks

AvU

V t

ffuunL

Ummir

lefm.

Zum fee.

SchL\'bithin

O o

Hahjrn

T^fl.\'lb.r^

W\'x

■Rndißh

Thal .

J^-btH

o

Lctuj^s
O )

(ridnuiiißJ^rffO

Jlaßnbuy ^ G-^mycnbif ^^

^ J o \\

j\'ifcb.^ß.p\'iin

^Jynßiil^

y ,t .L

•.^\'^nkirk

XiuS^bmb.

tlß.\'r

M:

-vt^^i^et, \' Schnhub

\'■d

Kin\'ig\'itY^l-

Cr/ihbm.ittit.

Linhn

CUß.

flbn rs ,

JIßiJt

.Carhbadr

-lOyrfy.^r^

L.l.ba

Oda

crck

\'Rclchcnan 0

Ldcnfi\'

tÖ\'l-
\'frannt

.1 L imp Uly

B o H E M I ^ nf-A,». P a7 II s t;!»

Lutit%

■P^tfcba^

t \' c*

fr^vtaiv f C\'ufwa
 { ^ - ■R.ib.\'nftrm

^ ^•\'"-/■\'yvv,, ^SmHX „r , ■ o

\'•^\'\'cn/l^ ,,„. J^ \\ o CrfHct

Könitzjehc^riL

Tb\'u-rßi!

C ul\'it

TarJubin

( ^P

-ocr page 190-

vAdemael dit lant in defe ge- voegïide. In \'t jaer 1434 wiertfe van de weder-
meene kaert van den Opper- fpannige Bohemers jammerlijck door een brant
j Saxifchen krey ts begrepen is, verwoeftifoo datfe een graf van hare eygen bor-
t foo fullen wy hier een korte gers geworden is. Sy wierdt mede in \'t jaer
I befchrijving daer van geven:
kS^i van de Keyferfcheuytgeplondert,en 164%
\' want die van Opper-Lausnits nae een hardt tegenftaen eyndelijck aen Stal-
fal terftont met een befoo- hans, Sweetfch Overfte, overgegeven. Calo-^,
dere afbeelding volgen ^ en daer na d\'andere de vierde ftadt van Neder-Lausnits, van die
deelen van defen krey ts. onder den Hertogh van Saxen ftaen, leght aen

Neder-Lausnits ftreckt ftch naer \'t noorden de riviere de Dober, dewelcke de Sweden 1^41
tot aen Franckfort aen d\'Oder , van daer ooft- met
vuur wilden vernielen j maer Torften/bon
waerts langs de riviere Neyfte,grenft het aen Si- was \'er tegen, en behoedde de ftadt voor fulck
lefien, voegt fich met Opper-Lausnits aen \'t een ongeval, en liet\'er fommige van defe boos-
zuyden, en heeft Opper-Saxen aen\'t weften. wichten in \'t felfde vuur werpen, en eenige aen

De lucht van dit landt is gefondt 5 doch men een galg ophangen,
kan \'t felve , om de vruchtbaerheyt des gronts. De overige fteden fijn
¥infler\'^aU by St)nne- sudm.
foo feer niet prijfen^want het is bynaoveralfand- wald, in\'t jaer 1^42 van de Sweden verbrandt:
achtigh,- in fulcker voegen dat het naeulijcks
Forfl, aen de riviere Neyfte; welcke ftadt door
ftjne inwoonders met koren kan verfien. Niet- de gepleegde wreetheden der Croaten verdient
temin fijn \'er overal veele boftchen, die vol heefteen plaetfe in de jaer-boecken te hebben,
van wilde dieren fijn ; en feer visrijcke rivieren ,
Kirchain, een ftedeken op de grenfèn van Meyf.
dewelcke dit gebreck eenighfins vergoeden, en fen,is in de laetfte oorlogen door de brandt ver-
maken dat d\'eetwaeren voor minder prijs te be- delgt:
Luheras aen het bofch Spree, een ftadt:
komen fijn. D\'inwoonders van \'t landt fijn met
Moska aen de palen van Opper- en Neder-Laus-
goet verftandt begaeft, fcharpfinnig, en van na- nits :
Senftenberg wordt onder die fteden gere-
tuur bequaem om allerhande konften te vatten,- kent, de welcke, geduurende den Duytfchen
doch fy verderven meeft defè gaven, wanneerfe oorlogh , hare gewijde en burgerlijcke huyfèn
ofqualijck opgevoedt worden , ofal te vroeg na en gebouwen hebben fien verlooren gaen :
een huwelijck omfien. Sy fijn echter fpaer- daer was een flot bygevoegt, dat de Keyferfche
faem , en feer mistrouwende, als de Wandalen , tegens de Sweden, in\'t jaer 1^43 ,gehanthaeft
welckers tael fy in verfcheyde plaetfen fpreken. hebben:
Sonneyndd aen de Dober gelegen, een
Vier fteden fijn \'er, welcke onder de ge- ftadt der Graven vanSolms, wierdt anno 104^
hoorfaemheyt van den Hertogh van Saxen van de Sweden ingenomen, die het flot met
ftaen :
hubhetiy Calo-fp y Guben, enLucL Lubben befetting verfterckten; daer na wierdt de ftadt
leyt aen de riviere Spree , die tuftchen deStadt aengefteken. Doch fy quam in het felve jaer
en \'t Spree-bofch loopt. Defe ftadt heeft de wederom aen de Keurvorft: een ftadt met
\'eerfte plaetfè in de vergadering der fteden van ^n kafteel tuffchen Pribusen Muska, aen de
Neder-Lausnits. Sy wierdt in\'t jaer 1631, nae riviere Neyfte, in\'t jaer i<54i van de^S weden ,
de flagh van Leypfig, van de Keyferfchen in daer na wederom i<542 van de Keyferfche, en
brandt gefteken^in \'t volgende jaer,in de maent weder van de Sweden j en eyndelijck noch eens
van lunius, in de tijdt van tien dageö is fy drie van de Keyferfchen in \'tjaer 1043 verovert,
mael belegert en ingenomen geworden. Nader-
Spremberg, als of men feyde Spreenberg, leyt acn
handt, den oorlogh hoe langer hoe wreeder de riviere Spree.

uytvallende , heeftfe dickwils van party veran- Defe rivieren befproeyenLausnits.-deNeyfTe, Rhierm
dert, met haer groote fchaede.
Luck leyt niet Oder, Spree, Dober, en Goft. Neiffe komt uyt
ver van Calow , in \'t jaer 164% van de Sweden de Boheemfche gebergten, die van daer door
belegert, vervielfe eyndelijck in hun handen na Opper-Lausnits vloeyt, en vereenight fich
dat de Gouverneur van te voren eerlijcke voor- met de Oder, niet ver van Crofne, een ftadt,
waerden voor hem en de ftadt bedongen had. in Silefien :
dVder fluyt het mede acn eenden
Doch fy betaelden foodanigh een groote boe- fydenrde
Spree ontfpringt by Schluchen in Meyfl
te, datfe veele hondert mannen daer voor fbude fen, en geheel Lausnits doorloopende, ftort
geworven hebben. Sy wierdt in\'tjaer 1(^44 van fich in d\'Oder: voorts de Döl\'^r enGo/7^ vermen^
Enckefort, nae verfcheyde aenvallen, weder- gen haer metde Spree.

om ingenomen. Guben ^ aen de riviere Neyfte , Neder-Lausnits heeft eenige boftchen : de ^^^
vijf mijlen van Krosne gelegen, was eertijdts voornaemfte van die
is\'tSpreeb^chgenoemt, dat helienT
aen Bohemen gevoegt, maer nu erkent defè de naem van de riviere Spree heeft. De bergh
plaetfe den Keurvorft van Saxen voor haer
Fiemming ftreckt fich uyt Opper-Saxen tot in
Heer , die haer den Koning van Bohemen , Lausnits, en bevat een groot deel van \'t felve.
Georggenoemt,ontnam, enaen fijn gebiedt

il:

Tdsn.

II

f

k

JRoedamg-
hejt.

iJi

ff!|
i ii f

ß

M,

Seden»

, i\'i
«! ri

i

Steden,

j ,

■ I

■ (

O P P E R-

I ! \'

Jl

-ocr page 191-

3\'-

E R.

O

L A V S N I T Z.

Vpttia, ofte Laufnitz,
nae getuygeniffc
Rithaymeri , hoort
oock onder Saxen,
ende hght tuffchen
de Elve, de Oder en-
de het Boheemfche
geberghte. De naem
aer
Lufatiorum is het
>3f^oordeken
Elyßorum
ofte Ljgiorum feer gelijckformigh , welcke
volckeren hare woonplaetfen in vorige tijden
hier ontrent gehadt hebben, gelijck loachi-
mus Burasus fchrijft. Het hoorde eertijts on-
der Meylfen; daernaer hebben die van Be-
men , die van alle kanten haer rijck fochten
uyt te breyden ende te vergrooten, het felve
onder haer gewelt gebracht : En in \'tjaer
16"! 3, in t beginfel van lunius, heeft het de
Keyfer weder aen den Keurvorfl: van Saxen
gegeven , voor de groote koften en moeyten
die hy gedaen hadde om \'c felfde te over-
winnen.

In\'t zuyden wordt het met Bohemen be-
paelt y in het weften met Meyflen en Saxen; in
iet noorden heeft het Brandenburgh ; en nae
het ooften wordt het van Neder-Silelïen be-
floten.

Laufnitz is in twee deelen gedeelt, Opper
ende Neder-Laufnitz. In het Neder-Laufnitz
fijn gelegen de fteden
Sprembergh y Prybus, en
Cotbm: in het Opper, waer van wy hier nu de
kaerte geven en fpreecken, fijn fes fteden :
Gor-
lit?:ji3udißin,ZittaWiLaubanyCamentz^3^nLk\'
i^,dcwelcke, hoewel een ieder fijn eygen recht
en
Privilegien heeft ende gebruyckt;, ende een
eygen Gouverneur heeft, nochtans met foo
vaft een verbondt aen malkanderen gehecht
fijn , dat fy in geenderley manier van den
anderen gefcheurt können worden 5 foo datfe
gemeenlijck de
Sesfleden genaemt werden.

De voornaemfte en edelfte ftadt van Op-
per-Laufnitz is Gorhtz, \'t welck in der Slaven
tael BrandthctQQckQmy waer van de Duytfchen
haer
Brandtßadt noemen. Want fy brande heel
af, twee hondert jaren na datfy vanSobieflaus
hertogh van Bemen in t jaer duyfent en der-
tigh gebouwt was geweeft. Maer fy wierd ter-
ftondc weder van de burgers grooter ende
fchoonder als te voren gemaeckt, foo dat fy nu
feci hecrlijck is van wegen haer fchoone gebou-
Vujtßandt,

Cnnfen.

Ming.

Süden»

Görlitz,

wen, ende menighte der inwoonderen, oock
vaft ende fterck van muuren, grafcen, en bergh-
achtige gelegentheyt ^ als oock om denaeheyt
der riviere NiflTa , van welcke de meulenaers,
brouwers, verwers, ja de gantfche burgerye een
groot genot hebben. Over defe riviere leydt een
houte overdeckte brugge. S. Peters kerck, en
\'t Raedthuys met een fchoone tooren vercierr,
fijn de voornaemfte gebouwen. Daer is een hoo-
ge Schole in\'t jaer duyfentvijfhondertvijf-en-
feftigh opgerecht.

Budißin , aendeSpre gelegen , wasvoorde- Bndtfjin,
fen een luftige en fchoone ftadt, maer is door
de laetfte Boheemfche enSweedfche oorlogen
dickwils genomen en hernomen 5 foo dat de
ftadt niet alleen geheel door defe geduurige be-
legeringen onder de voet geraeckt, maer mede
geheel verwoeft is.

Zittaw heeft haer begin van een dorp ge- Z/W.
hadt , daer de Bemen haer granen te koop
plachten te brengen. Sy is van Wenceflaus in
t jaer duyfent twee hondert vijf en-vijftigh ge-
bouwt, en met muren verfterckt. Wenceflaus
de 11, Koning van Bohemen,is\'er geboren, die
haer derhalven grootelijcks vercieit, en dick-
wils fijn woonplaecs gehadt heeft.

Lauban, gelegen daer de rivieren Queis en latthM.
Altlauben in malkanderen loopen, heeft eertijts
onder Silefien gehoort, en is naderhand van de
Marckgraven van Brandenburgh befeten , en
van Otto in t jaer duyfent twee hondert vier-
en-negentigh met veel privilegiën verfien ge-
weeft. Waldemarus heeft haer in""t jaer duylent
drie hondert en achtien met muuren en graften
omcingelc. En loannes Koning van Bemen
heeft haer onder de jurifdiókie van Görlitz ge-
ftelt, waer onder fy tegenwoordigh noch hoort.

Liebay deoudftevan allen, heeft haer naem Lkha,
van\'t water daer fy aen gelegen is; en heeft defe
privilegie, dat de vergadering van fteden alhier
gefchiet. Defe laetfte oorlogen hebben haer
oock niet weynigh getreft.

CamentZj leydt op rotfcn en fteenen,waer van Cammt,
fy den naem oock heeft,want de Slaven noemen
een fteen
CamentZj, Sy is in \'t jaer duyfent een
hondert vijf-en-vijftigh jammerlijck verbrant,
ende herbouwt geweeft. Men houdt dat de
Graven hier eertijdts gewoont hebben.

Dit landt is feer vruchtbaer van kooren ende z^«^,.
allerley gewasjdaer fijn veel boflchen,de voor-\'*^\'«
naemfte fijn:
Penz^igherheide, Laubenerwaldh

G g en

! Pfi

in\'!

.1

- Ll; i

Ï

\'ll

„..ifUil

l^ii\'!

liliif

-ocr page 192-

ic <

i . S^fersdorf / ^ jf^

: Zmlerode ^ ^ Merles: ^

i ii L Sofei^ o ^\'^fi IJ ^pMei"^

30 \\

Hlg^

to\\

aiaiiiiiiEiir

3o\\

I :

J

il "

Craji

Sefcha.

O

St:\'fihct!heeci!

J^ùhsjfnelt O

\'v" J s

"nf"-

/

zr: \'T \' ■ \' J

O ^ ^ ^unaw JBt. C"

q^^//.« CI

J- Jo

.-.ftV

JaWf

5/1 -iË

f

^eutc

f maelten. ^
..Ä/JÜ, A

seisin K^che

ß

I

IBuraw

y ■■ .-^\'f-fM-. , ^ Crauieiw\'ttz , i. , CvratisJar/f •

. .Tr/^, .H-err ^ .. .

RyW ^ It 7 H J \'rj

^rohwß^ "" ■ \' ■ \' ^ \\\\ Seyß

Senftenlaerg

MucltenlDercjs

* tf f ftJ. ^^

! Streite

Xaube-n,

Jietfcr

A

n-da

51 \' ^

HcMT-ers r t., "

Hma<»r V i\' cM-iliumes ^O

^atm.^l Tor ■"•^^^Ifcàr \\

Je

ïsref

/ Srhîflp,

Ä ■ Cutman-

we

î£cliaiït: Moi^ua

Leyt

o7f

&uäeio

JCalwH-z I

I,in3e ^/j

Soreiw

\'Zoieltts

Heide /.

Vht^

S^- Ccfell "l

^ Heri-rckaftt

_ olsdorif 9
l\'y"* \'li .â . , f \' ö .

f ^ -4

^-XiMren-

fŒ\'ttm/^oi^

Jùmche

-ia.

•^fcla

I,ippetx

I -aùnnsdoi^

Contre

Sfhe

Cantifits

i

CroJ^ah

r .........

Kotii^shtucken

Xi^mv

\\

Ja-

i-J^uffJa^

\\ ^^ Vexâe \'
1 1

CraUaur

lyttei^chiti

^ohetjehicta ^iPüßhuntz

Zitnpel

Schfttorke

.4schej%i

\'yhtn^en.

to^a-

Gurt^k

A

rOeutS\'«

-Xlu^U

SanintuUt\'i

o X

o heichnen.

jTeuet

\'\'Kiftt^sli^c^

Vrhs
iSlit Of>jnJum mututum, ,

.Motutßermm\'

O ■ .

Q [j ioi ^i^us cum. \'Xin^lo

>1

-VohâarJ- o Mclcet-Ii^f ^

\'Brf

jüttir^
o o

G\'oflraitz
^Drey TCret/che

loKer
clfîir
_

...4

Gr«

£me

Tolß/t-z ...

I Jhirhe {y

_Oy.fi

M A R

jWiliii--.

^^J^^^ffttj notaiiUs

^ \'\'t.. dj. oJtTif .^t...

Pùewal

A T V"

c H 17 o

I-iet

Î

Scfi<mhaeh

S INT I ^

3L

M I

rBvnle

•Oioet^a

\'Ifrtdensiarff-

JixeCàeia.

.A.

Ms

^orjesi

Solchfottx

f^MußUtg

■rdßcUtU
SeiîrJietL.

^ ^ iT^^igwreÄ O/

Bs^ihvntx

/ /
/ /

SchsrjfchntmM\'J ^^^

Offpaeh

SôlanJ

if

Schloeien,

s

A a

Setßerä

-Xjfß

^eraf

X

\'MotclSaeh

f _4 srw^N ....... - - V

Xiài \' \'

St^^i . \\ --f 4
Äif it

I«»-

A

*

]

s

^^ , , -tcrtach

Xidttenaiv

P^anwaU \'VUrs\'.iat^ Oj

flitz

"XicUenhety . ^ . i ^

Xawban

Gy\'imansaitrfi\'-

^Ji\'l^ersJofß
, Xanjettfe

Sitrrs

Seh&ttoMf ^

^k-ßBerrts < /T

I at»*^

SnaawaUa. > ■ I o -Ü

^ \\ ■^ei-l^-.Jtr

.JL.

O^ I

"■VC-\'V

\\ ■■............._

C Ottenham. i

Sulnfttierj
■VJitka. Ohr JlulelsJi»^

......■■......i""\'--. ^fc

o

\'VtefS-.

Jo^f ..--^o 4 a-.,

^iucleintian.

\'^ifC^fTtlrui

7 J

\' * \' SiJiafiU,.. - f* O

Sot\'OW

1tîtut>Hrsnc%

^rnfJaißf ^

Statt itfii. Wzo

Jr.

\' -wälJa. ! tn

K^^\'^ffMl / SeiJenter^ \\ , ^

M

■ 0

£

P A :si S

Schaniaw

Pii-naw

4t

^ntfenhüfclt

Grei^enfiattt

"Ii v.-

-Ai

Gittzie^-J

\'Xhttirs

4 .

fh

0 jL

Xußarf ■ : ■ . —

foit.\'-nßittrl

^Ohef Sey. /

Ehenhefj

G-ieren.

/

^^ nifett.Ûe

) Ztkeitiitywerk

LV5ATIA

.S V P X R I O IL
Autkore

Cardial: Sctdteix) G-orlitw.

1 1

O/ j ^

■^eißcheiu^

tftfV \' ^ O

.....IV.\'"

\\ ^ ^ \'4 \'

\'v -Watui

^UUariiL Qefmjvrùca, conmuima..

y

\'j!£}rc& itittei~U

-tö^

töi

33

\'f

-ocr page 193-

O P P E R . L A V S N I T Z.

en Koningswaldt. Men vint er mede veel yfer. de welcke het geheele landt groot gerief heefc.
De grootfte en uytfteeckenfte Heerhjckhe- en gehouden wordt voor den ouden Suevus,
den fijn
At Herrfchapen Mof^ua en Hewerf loopt middendoor Laufnitz, en voeght fich by
tverda, met haer ftedekens. Berhn met de Elve; de Elfier loopt by Witten-

Dcor Laufnitz loopen de Njfa, dewelcke bergh mede in de Elvej en de .g^^/pruytende
haren oorfprong in de Boheemfche bergen ne- uyt het felfde Boheemfche geberghte , wordt
mende,loopt door Zittaw, Gorlitz, Prybus,en van de Bober, nae datfe dit lande van Neder-
aodere fteden, en valt in den Oder 5 de
Spre, van Silefien afgefcheyden heeft, ingefwolgen.

HeerHjckr

heden.

Rivieren.

-ocr page 194-

RTOGHDOM

\'t

in i I •

■r

h

■ \'n\'\' ^ f i

i:

..l.l\'ls\'i
\'r\'ii \'i?

; M i
ll\'ff

E

Axen is van \'t ooften
befloten met Neder-
Lauftiitz , van \'t zuy-
den met MeiflTen, van
\'t weften met hetBis-
dom Hal en \'t Vorften-
dom Anhalt, en naer
het noorden met de
Marck Brandenburgh.
De lucht van dit
landtfchap is kout en fcharp , doch niet befmet,
en fèer gefont, uytgenomen in eenige vochtige
plaetfen, alwaer de dampen de locht eenigh-
fins ontfuyveren.
\'t Landt is feer vruchtbaer in
allerley kooren , doch ontbloot van wijn;
welck gebreck fy met treftelijck bier, van koo-
ren gebrouwen , konnen vergelden. Men vint
hier groote menighte van vee , daer fijn vifch-
rijcke rivieren , daerenboven boomgaerden en
hoven weelderigh op hunne vruchten en moes-
kruyden, die hunne inwoonders met allerley
welluften verfadigen.

Die de gefchiedeniften der oude Saxen infiet,
fal bevinden dat de mannen geweeft fijn lang
van gedaente, fterck, en kloeck, vervaerlijck
van weefèn , hemelverwigh en dreygende van
oogen. Waer in oock hun leven, dat naer wilde
woeftheyt aerde , wel over een quam : fulcke
voorvallen , dïe hunnen toren deeden opftygen,
benaemen hun foodanigh alle gebruyck van re-
den, dat den deegen \'t misverftant beflechten
moefte : wederom wanneer die gekoelt en ftil
was , hielt men , den haet verandert fijnde,
maeltijden van vrientfchap, en fy ftelden hunne
faeck in andere handen , om dieby te leggen.
Woort houdende waerenfè ten hooghften, en
men konde niemandt fchandelijcker verwijt
doen, dan dat hy fijn belofte niet gehouden
hadde. Zee-roovery was hun voornaemfte
oeffening,en in die gelegentheyt yderonder hun
bevelhebber , fbldaet en ftuerman, gelijcker-
handt fägh men hun op oorloghsbuyt gefpitft :
en fchipbreucken, die andere een afkeer geven,
deden hun den moet rijfen j in voegen dat men
geen vervaerlijcker vyanden vinden konde:\'twas
onder hun gemeen onverfiens in iemants landt
te vallen, en naer gedaenen roof met den buyt,
indien fy fich ondeckt fagen , naer huys te tree-
ken : en indien dit fbnder flagh niet konde ge-
fchieden, was \'t verachtelijck fich mannen in\'t
vluchten te toonen, en naer een
goedthene-
komen om te fien. Sy richteden geen gedenck-
teeckenen op dan aen mannen , welckers
deught en dapperheyt ten hooghften wiert ge-
roemt : al die eer beftont daer in, indien het
graf met een fteene farck gefloten , ofte boven
alle andere verheven was.

De forme en maniere van regeering is by
Duytslandt,

Hoedanig-
heyt,

Seden det

eudci

Saxen,

Tornt vatf
ffide re^e-

hun meeft Ariftocratifch. Sy koofèn uyt hun
lichaem twaelf mannen, die anderen in wijs-
heyt , dapperheyt , en voorfienigheyt over-
troffen , welcke alle recht van regeering met
een hooghfte gefagh was opgedragen. En dus
ging \'t in
Vredens tijdt: maer hoorde men alle-
fihs getier van oorlogh, dan naemenfe over
hunne krijgsmacht uyt die twaelf een Veltheer
met den konincklijcken titel , wien het heyl
van het geheele leger te verdedigen wierdt aen-
bevoolen. Diefftucken wierden van hun met de
doot geftraft; fy fwoeren by de waerdigheyt
van hunne wapenen indien iemant wierdt
meyneedigh bevonden, moch men opiijfftraf
met füodanigen in oorlogs-tijdt geen gemeen-
fchap houden , noch eeten, noch drincken ,
ofte by hem fitten ; maer in tijdt van vrede
wierdt hy in ballingfchap gefonden. Sy hadden
met hunne gebueren eenen godts-dienft ^ al-
leenlijck dat yder landtfchap eenige tot fijne
befchermgoden hadde.

De hedensdaeghfe Saxen fijn kloecke man- f^^den^
nen, fterck en lang van gedaente openhartigh,
en van feer goeden ommeganck fpraeckfaem,
en beleefder dan eenige andere natie van Hoog-
duytfchlandt. Sy fijn gefwinder van verftandt,
en fcharpfinniger als men uyt die lengte des
lichaems fbude mogen giften i hoewelfe in fbm-
mige dingen wat onbefchaefder fijn , \'t gene
hun echter, wijl \'tmet eenige hebbelijckheyt
vermengt is, niet kan verweten worden. Om eer
te kavelen en te bewaren , fijnfe fèer begeerigh,
kloek in\'t arbeyden , infonderheyt in den krijg,
oock fijnfe feer winftgierigh. Sy houden hunne
gedaene belofte en woort, in \'tonderhouden
van vrientfchap fijnfe ftandtvaftigh , traegh
in raedt, doch niet bot : fy houden fèer vaft
aen hun gevoelen eenmaelgefprokcnjfèerfelden
datfè iets in hunne zeden veranderen, houden-
de de ingewortelde de befte. Voorts fijnfe in
hun manier van leven , namentlijck eten en
drincken, onmatigh. Wat de manier van klee-
dinge belangt, de Edelingen , als dat gaet,
maer infonderheyt in dit landt, fijnkoftelijc-
ker dan alle andere (menfchen namentlijck van
minder aenfien) draegendelangewambayfen,
in welckers mouwen gemeenlijck fackskens
fijn , waer infe gewoonlijck hunne neufdoec-
ken en geit bergen. Sy draegen op hun hooft
fluweele hoeden , welcke fy
noemen. Sy hebben lang hayr, op de Fran-
fche wijfe, uytgenomen de oude lieden , die dat
laten korten, \'t Verdriet hun op hethooghft
als kooplieden, ambachtslieden, oft gemeene
borgers, een gelijcke kleedinge dragen willen;
gelijck fy het oock voor een groote fchande
houden, m.et hunne kinderen over en weder
te trouwen j welcke fy fpots-gewijfe ^fcjferfacf/

11 i

jf ^

tl\' 1| -i
kt.,

\'«! ƒ

t

\'f. C

\'

\' i\' 1, f

I \'I f\'/i
lllir

i lil;
Jii,

II

mi

II

-ocr page 195-

Septentrio

M B X D B V R G A R C H i:

^rortße .

Br a N

D E B U R

Sackwüz

E P I S C O P A T U S/

Stomer OW

jKuckern

O

\'Benehen.

Schvfûtmtz

O Sietiâor^ \\ \'T^-ehitz

^ vfiejénhur^^^

Par S.

^Brahewks;
O

lâiArectzen^

5

ltitie:n

DoiricJcew

N.

V-

O Gummeren

i eitzi.

^JfawelA.

sJjnß

^^l^erenißiiiio ac CelfißiinLO^
- Principi,

loAisfisri GÏ:OR(ÏIO,

$ D. G. SAXOïfm Dvci,

; îî^ S.:R.J. Sleélûrt &rtftfero,
; Cf ^Archtmar^calLo,

I i^ScHiom MisisrT^,THVRrsrGLa&

LJiïüD&UAVIO, \'

^Jtißefj^imt J. ^uè^lntf

E N S I 5

^cjer Letzk

O O

Trawwen

\\ jCohenLetz

\\ La^ Q Berne
O

Niemelc

Darenl,

/ Linla-w

dCifeîh^ I

y O

\\ ûsJericU

y —^

Bar B Y

JioUßloif

O

Par 5 .

\\ /\'^-Trew^enlîrietz

% r

Stakelitz

/

o

Jtitzlotß

y\'-

O

Schort

Morne

Göritz

A

/

<

I i; i
! h 1

\'«M

/ Barby

Sirack

Guttertucli

\\

TCeßlh

\'itz

£ecUok

° Gros
•Mar

O

î 2ir/em

Txtrn.

GelßLß

Gelßet

\'Tûckum

Leetz

T^ôr^en

<3

Boa

C o\\M I T.

elke

7 O SiecUus O

\'-tfort Veßai»

® ■V^eätzkeniotß

Luckma

Tzalian __

Buckow
JZtckow °

Berneiura

Th

an

MJerßet

,Jmfloif

y

\'^jHalleAorj-
Gruhe

° TCUcke

r :RepU
S °

O ______

Gersioß

Q Gropßett
o Schrrülenäeß

Vn^,

an

Ufcke

Buctélacit

Vforlitc^\'

\' MertetL^

Deßnvf^ jgnas

Peetens

O

Verkerode

nyick o
[Wittenberg

\\Gehzleie

Jlßenhe

^ -B.a 1.

Bifler,

Bslßk

y

o

■ttz

h

Tt^ehslenJoiß

^ e^«^ ^ o

\'T^orwereV^^^^ifiermiäiL o Labeten

O

yjotßiorf

Saalaw

\' Tranelieft,

Guihs

Braunsdorß -n i i /•
O^ O Ttohä^

O

Genu

\'Koenâeren-

ßi^ Brat

XakÜte TtfartenMkO^riUitz

iédenltM^eni

S-tB^A

■-■■...it.-

\'K-O\'tett

_ _ SeiierL-

N

A

y.

DnerÎ4mit-

< ^

Zaherßeät

Gertcl^

lohhoißen

15"

"Rehan

Gertflet

Giße

.X^\'S^eUyc»

f

Lißeßor

eifler

Sehweinitg ^O

TriJhei^

MAN S :

leßnick

laUeàtA

Branl jCejle

Trier

Kîtteel

/

■ Gohewitz

Sebewüz

lore

Rûiehaus ^^he^Goßlorf ^ ^^^\'^Jitzen
/ C

/ o ludeiera jScUüfen ^ >

_ " / ^ , (o^arne

J^r T/r l / ® \\ \'Jj^ft" ^ijb Mâerâtz ^^reunt^ ^ o

Boierhatßen-^

fFoßtn.

Lel^utn-

i l: :

^marclt

^akemarcL ®
Aarwkz Kaunitz

\\

\'dûatilura

tM.eßc1)eH

o Cemmers

V^etin.

Imr^

o

\'Retnartz

, O

Sache

Zücha.

L

JlÜä^tßehi

I \'Kirchatu

Stemla^ß^

\\ o
O J

SoUvkz /

,4m£tB.oor1>etch ^ ^ ^^^

TirfiiL -^enen tous ^ , ^ Tiryen

^rem ^ tredersäoß

SclIieU

\'J/tuietu^i

Bumitßci^ ^^

* 0 1 Oier Lau alias
I / Gwttenwalt

^Liclrteniur^

JßeUe

See1,aufen\\Bocl ^ ,

Tmtmenloß^

R

O

Pars

U \' o

^ Schweißt Selchow O o

K

omo

Brackßai:-

\\ O

\\ Tieflet

O Oßraun

1 t\' o^^ß^^
Gemeriche^O

•^clwitz / TT
T Z L B 1 ^
/I \\ o . o t rl,,.—. A

yauendoß ^ \'

Gerckbvntz ƒ ËI Heuttern ____

O O O -----Cfdotf

° ^ir^ Tr^rtten. ® Tfeunherj

JKordalLy ^ \'\'o o Xmclflel o O ^ Sßclerr Joß JtatzenJo^^

^Sennewitz
^ -Trenow

Dumiß^ o|

Hrnatt Tlideiu^Q ^ ^ r J/L O O

O Sanders :

* -y

Türtßer^

Schwerte FreßeL

Gtehitz ® t^f^J^erren.

.....

J> Utx

Dauie

Tolluntz

Vo^el^eßan^
O / Xieipnitc
q

Lehhmt^
O--- -O

5 Oj^ÄIff - ^ .

NO ® yftetLebelt

éàrfiitz^ O O

DurAwene

É

Halli

P

dûlte Tum

Hine

•Authamen-.- f \' q

^alchenter^ T^oßtn-

TrßoU ~

^ ^^Barchu/ttz
fs
% o.

? %

Bendert

1 ^^Grana.

i

Crumpe ƒ
/

Grauchi ®

.\'RvuMvutt

Grernitz o

j lyehernitz

Briniz
.ShoUtz \'UferheUti

\' Scharitow

O Bettenhw^
Caaeen
O

jftedeien
Belker^

\\Q\'U}ermlitz Bercksdoiß

O Beeßen. o o O

O

f Schepen- " O O o

o ^ \'^erhetin

"Welu o

\'Seten Itfamiewitz Lietenßche Grtine

^ Broda. Zindenhan-

O Cronendorß-

\\

\\ O

Bichlitz

Tlfidmer
O

y ^ ^

S A X O I A

s VP X RI o R,«r

HAIL EÏISCOPATVS.

Latißi^h J

O

Schwache ô

Benaewitz

I^enßeel ^

Tßcherlehen.

/t H U R I N

/.. ■ \\

S.vh-ich _ Darßewitz O

fGrane

TilettrefL -j^onne
O O

Gros

O

mfelte

Q Ammendojß Schwirßcheen

F A T U S..-""

e^ntzdotß
Baitewne

jCa^e Oße

O ^
-^orwercl

o

Tivhra

. Rotenhan
O

, Schtarrtz

V I

^ ^ \' -Knapendorf . oßendorf ^ , .

/a HadewetS.-- O .tT\'\'/ Tremrode TtfatterÜr

o) Schalend^ __________Ó o o

^ ^Colnhach O GaUerkz ßRoA^rßetdt

o

X

A

Txrm.

Tieuburjk ^ \\

.Âucke

Duelen
O

P A R ^ ^^^ M

A R

wj ] f ., f.

edttécrjL îfefiJies

N

\'tWâfîit\' Gernuwiea. t^mmumd^-

J Gruhern ^

£

-ocr page 196-

m

\'t HARTOG H D O M

datlsjPeperfacken, noemen 3 Iioewel\'er onder handt, en dufdanigen opfchrifc, Me Avspice
de kooplieden gevonden worden , die hunne CoeptT Witteberga Docere. dat is :
dochters dartigh duyfent daelders ten huwlijck
onder mijn beleyt en raedt heeft Wittebergh begonnen te
geven. keren.

Taek. Sy fpreecken niet alle de felve taele : maer In \'t jaer 1547 inde maent van Mey, isde
aen de oevers van den Elf-ftroom fijn veel dor- ftadtdoor Keyfer Karei dc Vijfde belegert, en
pen, welckers inwoonders de tael der Wenden eyndelijck op \'t laetft van die maent verovert,
gebruycken : fijnde hun de Italiaenfche en Doch in de laetfte Duytfche oorlogen is fy
Franfche ongelijck minder bekendt, dan den noyt door eenige welgefchickte belegeringe
Ooftenrijckers, en die in de Palts." " . omringt, maer heeft echter veel en voorwaer

Cüdts\' De leer van Luther en Calvinus heeft hier feer groote fchade geleden. In\'t jaer 1637 fija
dmfi. den grootften aenhang: maer wel den meeften door de geinquartierde en ingelegerde foldaten,
de Lutherfchen , met welck het veel Aerts-bif- uyt vrees voor de invallende Sweden , de voor-
fchoppen , Biffchoppen , Prelaten > als óock fteden verbrandt, als oock \'t Gafthuys van de
d\'Abdiffe van Quedlinburghouden. De Keur- Hooge-fchool, aen welckers oprechting by-
vorft van Saxen felve, met de andere Vorften na geheel Duytslandt hadde de handt gehou-
uyt het felve Huys, hanthaven en omhelfen die den. Maer infboderheyt is de ftadt in \'t jaer
leeringen. 1640 door een fwaeren brandt feer jammerlijck

DeStadt De hooftftadt van Opper-Saxen is ^Ftokr^, mishandelt, fijnde menighte van huyfèn ver-
wmeherg. ^^elcke naem fy niet van de witte bergen,want fy nielt, welcke tot op defen dagh niet weder op-
leght in een vlackte, maer van Witikindus,hooft gebouwt fijnde , onder de puynhoopen der
van \'t Saxifche huys , gekregen heeft. Sy heeft verwoefte vermengt leggen, en een groot ge-
van alle fijden een open vlackte,in voegen datdie deelte van de ftadt ontbloot houden, voornae-
van verre komen, defelve uyt een leeghte fien mentlijck naer de Elfter-poort,
konnen. Om de ftadt loopt een wyde en diepe Oock fijn\'er veel in Saxen, welcke Torgauw
graft , met een bolwerck , dat feftigh voe- voor de tweede ftadt naer Wittebergh ftellen ;
ten breedt is. Aen de voet deftelfs is een laege fy is gelegen op d\'Elve in een vlackte (foo noch-
muur, om ftucken , tot voorkoming van het tans dat wie, van wat fijde het fy , in de ftadt wil
beklimmen, te planten. De ftadt is omringht komen, eenigermaten moet opklimmen) ver-
met vijf bolwercken, behalven\'tkafteel,\'t welck ciert met veel uytnemende huyfen , en feer
op \'t eynde van de ftadt, op een hooge plaets bequaem tot den koop-handel. Veel Vorften
gelegen fijnde, over de ftadt, muuren, en hebben hier hunne byeenkomften oft Landt-
voorfteden heen fiet. Naer\'t noorden is den dagen gehouden j en oock veele, die door de
toeganck geftoten door een moerafch , naer\'t vermaeckelijckheyt der plaetfe , vruchtbaer-
ooflen door de Elf-ftroom. \'t Oudt kafteel is heyt der landeryen, en overvloet van alle din-
gebouwt door Bernardt de Tweede, foon van gen verlockt wierden , hunne bruylofsftatien
Albert de Beer, uyt het edele huys der Vor- geviert. Deefe fladt heeft oock een groote
ften van Anhalt en Askanien, op wien Keyfer naem van treffelijck bier, dat hier gekoockt
Koenraedt de Tweede \'t gebiedt van Witten- wort, \'t welck de inwoonders naer denaburi-
berg beveftight heeft, en \'t felve gebracht op ge landen vervoerende , de ftadt feer groote
den Keurvorft van Saxen. Waer op naderhandt winft in brengt. Onder de weereltlijcke ge-
is gevolght deffelfs beveftingh door Keyfer bouwen vertoont fich eerft het Vorftelijck ka-
Frederick de Tweede. Dus is \'t gefchiedt dat fteel, het welck door de Keurvorft loan Fre-
die ftadt voor lang een hof en verblijf der derick in \'t jaer 1535 is gebouwt, enin\'tjaer
Keurvorften van Saxen geweeft is. DeHarto- 1544 met een hoogen toren verciert. Naer\'t
gen, en feer veel gemalinnen der Hartogen, fijn verloop van byna een eeuw in de volgende oor-
in de felve begraven. Voorts is de kerck , waer logen, te weten in \'t jaer i(53(), is fy door de
in foo veel doode lijeken der Vorften fijn ge- Sweden belegert en vermeeftert, en \'t naefte
leght , eeniger maeten verandert door Keur- jaer daer aen wederom verlaten : naderhandt
vorft loan Frederick, fijnde de beenderen der in\'tjaer 1(539 is fy door de felve gefchadt op iz
overledenen overgebracht in de kerck van het duyfentdaelders ; eyndelijckin\'t jaer 1041 van
kafteel. Defe ftadt, die tot noch toe kleyn, Torftenfbn,enin\'tjaeri644vanKoningsmarck
en geenfins naer de heerlijckheyt van foo belegert en ingenomen fijnde, magh een yder
machtige Vorften was, heeft haer hooft infbn- giften wat ellenden en ongevallen van oorlogs-
derheyt door den yver van defen beginnen ramp fy niet uytgeftaen heeft,
op te fteecken : want hy heeft een brugh over De overige fteden van dit Hartoghdom fijn
d\'Elve geleght,\'t kafteel van nieuws opgebouwt,
Belt^ig, een ftadt gelegen vier mijlen van Wit-
de groote kerck oft die van S. Vrfelen der elf tebergh , met een kafteel op de grenfen van de
duyfènt maeghden gefticht. Oock heeft hy Marck Brandenburgh j in de Sweetfche en Duyt-
het kloofter der Auguftiner Eremiten , dat fche oorlogh is fy yérbrandt.
Brettin, op de
naederhandt in een Hooge-fchool en woo- EIve,van waer niet verre ftaet het kafteel Lfcte-
niog voor Luther is verandert, doen maken. De
bergh, fijnde eertijts geweeft de woonplaets van
Hooge-fchoolisingefteltin\'tjaer 1502, en haer de weduwe van Chriftiaen de Tweede, Keur-
wierdt dusdanigen fegel gegeven:\'t Afbeeldfel vorfl van Saxen , gefproten uyt den Koninck-
van de Keurvorft en ftichter Frederick met een lijeken ftamme van Denemarcken. fijnde

lange purperen rock , hebbende een fwaert in de wel-eer onder \'t gebiedt van Maeghdenburgh

geweeft,

t\'

II

I;
i>

S 1:
\'I

fi ! ■

f

i"^ i

f ]

Mi

i; ;;
ï H

\'ii

fs

^ ii

I

1 ■[

1 1:

•1

-ocr page 197-

geweefl, is in \'t jaer if>3J met eenigeandere,
Volgens\'t Vredens-verdragh te Praegh, erffelijk
aen Saxen gehecht, ©öbm ofte Siebc«/ een
ftadt gelegen op de rivier Mulda , in \'t midden
tuftchen Leiplich en Witteberg , vier mijlen
van eickander, heeft een kafteel, waer op eer-
tijdts in\'tjaer 1188 Albert, Marquis van Meif-
fen, fjjnen vader Otto gevangen hielt , om
dat hy den minderjaerigen voor den oudtften
in \'t Keurvorftendom wilde laten volgen. Oock
is deefe plaets vermaert door de faemenvoe-
ginge der Saxifche en Sweedt/che volckeren,
over welcke den Köninck en de Keurvorft fel-
ve \'t opper-gebiedt voerden, wanneerfe die te-
gens den Graef van Tilly in aentocht brach-
ten. In \'t jaer 16^7 is deefè plaets door de
Sweden geplondert en verbrandt. ©Uterborf,
een ftadt met een kafteel, eertijdts onder het
Aerts-bifdom Maeghdenburgh behoorende,
fijnde voor de laetfte oorlogen door een tref-
felijcke herbergh, de befte in geheel Duyts-
Jandf, vermaert geweeft, waer in, naement-
lijck op de by-een-koomft over de Gulickfche
beroerten , 24 Keurvorften en Princen gelijck
gegeten hebben. In \'tjaer 1^44 > op den 23
November, is niet verre van hier een flagh
gefchiet tuftchen de Sweedtfche en Keyferfche,
in welcke deefe op de vlucht gedreeven fijn-
de, veele van hunne Overften, en onder de
fèlve Enckefordt , gevangen wierden.
Herts-
hergen y
een ftadt gelegen op d\'Elfter, eene uyt
die gene, welcke in de laetfte oorlogen hae-
re voorfteeden verlooren hebben, is in het jaer
1631 heftigh van de Sweden beftormt, maer
door \'t ontfet van Arnhem uyt alle gevaer ver-
loft.L/>kw\'n?^r^^,leggendeaend\'Elfter,iseen kley-
ne ftadt : fy heeft een kafteel en een treffelijc-
ke jacht j en is in \'tjaer i <541 door de Sweden
verbrandt.
Schmidchergen , dicht by de ftadt
Düben, is vermaert door uytneemendt bier,
dat aldaer gebrouwen wort j en in \'tjaer 1Ó37
door de Sweden geplondert en verbrant. Sc^tó-
nitKy een ftedeken gelegen aen d\'Elfter , een
mijl van het kafteel
Lochau , dat van Anna,
de eerfte Gemalinne van de Keurvorft Augu-
fius, wederom opgebouwt fijnde, den naem
van Anna-burgh gekregen heeft j eertijdts be-
\' rucht fijnde door het deerlijck ongeluck van
twee foonen van Keurvorft Rudolph , en fès
edele longelingen met hunnen Meefter, die
door den nederftortenden tooren overrompelt
wierden.
Gommern is een ftadt , welckenu on-
der het gebiedt van Saxen ftaet, doch eertijdts
aeo de Marek van Brandenburgh behoort
heeft, en in de Sweetfche oorlogen is verbrandt.
Noch fijn hier eenige andere kleyne ftedekens,
die ick, om de kortheyt, alleen fal noemen; als
Dommitfih, lejfan , Kemberg, Niemeck, Pretfcb,
Schlïehen, Scbilda , Seida , Vbiga-^, Warenhruck,
en Zana-^y onder welcke de meefte, ten tijde der
Duytfche oorlogen, door den brandt vernielt
fijn.

De rivieren , welcke Saxen bevochtigen, fijn
de
Elb y die uyt Meyffen in dit Hartoghdom
vloeyende , fijnen wegh voorby Torgaw en
Witteberg neemt , en voorts door \'tVorfien-
DiipsIandP»

thicra

burg afloopt, en niet verre van den Oceaen fich
in de zee ontlaft. ^Mulda, die fijnen oorfprong
neemt uyt de bergen van Voigtlandt, en van
daer door Saxen in het Vorftendom Anhalt
heen vloeyt, loopt aldaer met de Elb faemen.
De
Elfler , welcke een weynigh boven Kamin
in Laufnits voortkomt , vervoeght fich niet
verre van Wittebergh met de gefeyde Elve.

De bergen die in Saxen veel fijn , maer
dicht aen een leggen , worden onder den eenen
naem van
Fiemming alle begrepen : fy ftrec-
ken haer uyt van \'t Vorftendom Anhalt, tot
in het binnenfte van Neder-Laufnits. Dicht
by Düben , naer Meyffen toe, niet verre van
Hertzbergen, fijn tamelijcke groote boffchen,
welcke gemeenelijck ï)je genoemt

worden, en veeltijdts voor denreyfendenfeer
onveylighfijn.

De Heerlijckheden welcke onder de gehoor-
faemheyt van \'t Huys van Saxen ftaen, fijn , v^^^r"

vofi

Opper-Saxen, als wy gefeght hebben ; Meyf^ Saxm.
fen , Thüringen, Laufnits, Voigtlandt, oft
het gedeelte van\'t landt der Advocaten , en het
Graeffchap Hennebergh in Franckenlandt.
Heedensdaeghs wort het gedeelt in vijf Huy-
fen , naementlijck , het Keurvorftelijck Saxen,
Saxen-Weymeren , Altenhurgh , Koburgh,
en Ifenach. Onder defe is d\'uytfteeckenfte in
machten middelen het Keurvorftelijck Saxen, Macht...
aengefien den Keurvorft uyt de jaerlijckfche den Km-
inkomften 1000000 daelders ontfangt; be-
halven dat hy feer veel filver-mijnen heeft, en
een ongeloofelijck getal van Edellieden , waer
in hy alle andere Duytfche Vorften verre te
boven gaet,- in voegen dat hy acht duyfent
paerden en twintigh duyfent mannen te voet te-
gens fijn vyant kan te velde brengen , en bin-
nen den derden dach meer dan duyfent Edel-
lieden , die alle rijckelijck gewapent en wei
uytgeruft fijn , by een roepen. Oock heeft
den Keurvorft, in den jongften Duytfchen oor-
logh , den Keyfèrlijcken geene geringe dien-
ften gedaen. Wat den overvloet van krijgs-
tuyg, wapenen en gefchut aengaet, daer van
fiet men fijne waepen-huyfen teWittenbergh,en
voornaementlijck te Dresden , foo vervult, dat
het getal byna oneyndigh is.
\'t Landt felve,
door veel fware en als onverwinnelijcke ka-
fteelen en veftingen
gefterckt fijnde, heeft in \'c
gemeen den inval en overmoet haeret vyanden
op
\'t hevighfte gewroken.

De Keurvorft houdt byna altijts fijn Hof ^«geemf
te Dresden, alwaer oock de Cancelerye met
den Raedt is, van welcke het geheele landt
fijne rechten ontfangt. Den Vorft en oeffent
hier niet alleen een Borgerlijck, maer oock een
Kerckelijck recht , en doet alle kerckelijcke
wetten en plackaten op fijnen naem uytgaeQ,
ftellende Superintendenten , die de plaets der
oude Biffchoppen bekleeden, en dienaersdes
Goddelijcken woorts. Hy heeft feer veel Stadt-
vooghden , Amptlieden , Baiijuwen, onder
welckers opficht eenige fteden en dorpen ge-
ftelt fij
n , als oock mindere Overheden, Wit
genoemt, die des Vorften inkomften verga-

Gg 3 deren,

-ocr page 198-

\\ H A R T O G H

deren, en Schepenen, die fy ©cpfcit noe-
men. Elcke befondere ftadt heeft haere Bur-
germeefteren en Raedt , maer die van den
Keurvorft en den Stadtvooght afhangen. De
dorpen en vlecken hebben oock hunne Rech-
ters , welcke fy ©C^Ult^Clß noemen, elders
Richter , en fomwijlen oock fe^er / die de
gefchillen der boeren beflechten. Sy gebruyc-
ken aldaer een gefchreven Recht , dat het
Saxifch Recht genoemt wort, verfchillende in
veele faecken van het Keyferlijck, het welck de
Saxiiche Rechts-geleerden in forme van Pan-
deden hebben byeen gevoeght. De misdaeden
worden hier ftrengelijck geftraft en tuftchen
den edelen en onedelen geen onderfcheyt in
achtgenomen.

De Keurvorften van Sasen fijn oorfpronc-
kelijck uyt de Marquifen en Landcgraeven
van Meyften en Thüringen , uyt de ftamme
van Witekindus, Groot Hartogh van Saxen
ten tyden van Karei de Gröote. De eerfte
die uyt dit geftacht aen het Keurvorftendom
gekomen is , was Frederick de Strijdtbare,
ioon van Frederick de Strenge , naer de doot
van Albert de Derde, Keurvorft van Saxen ,
die fonder manlijck erfgenaem is overleden.
In \'t jaer 1416 is hy door den Keyfer Sigis-
mundus tot Buda in Hungarien tot defe waer-
digheyt verheven, om dathy de Bohemers, die
tegens de Keyfer wederfpannigh waren , \' ge-
temt hadde. Hy isgefturven in\'tjaer 1428, en
te Altenhurgh begraeven.

In fijn Vaders plaets is gevolght frederick
de Vreedßeme,
ofte de Goede, geboren in \'tjaer
1411, uyt Margarita van Ooftenrijck , fufter
des Keyfers Frederick de Derde : hem fijn
geboren Erneftus de Eerfte, en Albertus en hy
is gefturven in \'t jaer 1^64,

Érneflus de Eerfte , geboren in \'t jaer 1441,
is fijn Vader in \'t Keurvorftendom gevolght j
hy heeft tot fijn gemalinne getrouwt Eliza-
beth , dochter van Albertus, Hartogh van
Beyeren , uyt welcke fijn geboren Frede-
rick de Derde, ofdeWijfe; loannes Conftans,-
Erneftus,Aerts-biffchop van Maeghdenburgh;
en Albertus, Aerts-biffchop van Mentz : hy is
gefturven in\'tjaer 148*5.

Fredericus de Derde, gebynaemt de Wijfe,
is geboren te Torgaw in \'t jaer
1461 , tot
Roomfch Köninck gekoren fijnde, heeft hy
die waerdigheyt geweygert. Hy is ongetrouwt
overleden in\'tjaer 152^.

Johannes, Broeder van Frederick, is gebo-
ren in \'tjaer 14^9, uyt fijn eerfte gemalinne
Sophia,dochter van Magnus, Hartogh van Me-
kelenburgh , is hem geboren loan Frederickde
Eerfte : uyt de
tweede,lohannes,die infijn kints-
heydt overleden is , en lohannes Erneflus. Hy
ÏS gefturven in\'t jaer I j32.

loannes Fredericus de Eerfte is geboren te
Torgaw in \'t jaer 1J03. Hy heeft de Luther-
fche leeringen kloeckmoedighlijck befchermt,
waerom hy van Keyfer Karel de Vijfde ge-

Geflacht-
regißer der
Kemvor-
fien van
Saxeu.

D O M SA X E N.

vangen en van het Keurvorftendom beroofc
wierdt, het welck hy aen fijnen NeefMaurits
heeft gegeven. Hy is gefturven in\'t jaer 1554.

Onderciiftchen bouwde Albertus, Soon van
den Keurvorft Frederick de Tweede, de Vreed-
faeme, geboren in \'t jaer 1443 , te Grima op
de Multe , de ftadt Annebergh , hebbende
tot fijne Gemalinne getrouwt Zedena , doch-
ter van Georgius , Köninck van Bohemen ,
uyt welcke fijn geboren Georgius, en Hen-
ricus den Eerften ; defen in\'tjaer 1473 , die
tot fijne gemalinne getrouwt heeft Gathari-
na, dochter van Magnus,Hartogh van Mekelen-
burgh, by de welcke hy gehadt heeft Severinus,
die in fijne minderjarigheyt gefturven is; Mau-
ritius en Auguftus , naderhandt Keurvorften.
Georgius is overleden in \'t jaer 1^39 ,en Hen-
drick de Eerfte in \'tjaer i J41.

Mauïits , gehooren tot Friburgh in het jaer
1511 , volghde des Keyfers fijde tegens de
verbondene Smalkaldifche Vorften, waer door
hy het Keurvorftendom van Karei de Vijfde
heeft ontfangen , nevens fèer veelei andere
landen van loan Frederick : hy is gefturveo
aen een kaoon-fchoot in \'t Marquifaet van
Brandenburghin het jaer ij53,fbnder manlijck
erfgenaem.

Auguflus, gehooren tot Friburgh in \'t jaer
1526 , is fijnen broeder gevolght : hy heeft
veele kinderen gehadt , doch fijn alle in ha-
re jonckheyt gefturven , behalven den jong-
ften , fijnen erfgenaem,

Chrißiaen den Eerften , geboren tot Drefden
in \'t jaer 1560 , die by fijne Gemalinne So-
phia,dochter van loan Georg,Marquis en Keur-
vorft van Brandenburgh , heeft gehadt defe
foonen ; Chriftiaen de Tweede , geboren tot
Drefden in \'t jaer 1583 ; Joannes Georgius;
Auguftus de Derde , Adminiftrateurvan\'t Bis-
dom Naumburgh , en drie dochters.

Chrißiaen de Tweede heeft, na fijns Vaders
overlijden in \'t jaer 1592 , het Keurvorften-
dom, onder de vooghdye van Frederick Wil-
lem , Hartogh van Saxen-Weymaren , tot den
ouderdom van 18 jaren,en daerna uyt fichfelf,
beftiert : hy is overleden fonder mannelijck
oir in \'tjaer i(5i i.

loan Georg, erfgenaem fijns Broeders, Ts ge-
hooren tot Drefden in \'tjaer 1585 ; inden
oorlogh tuftchen de Sweeden en Duytslandt,
heeft hy fich eerft aen de Sweedfche, daerna
aen \'s Keyfers fijde gehouden j en is gefturven
in \'t jaer 165(5, wien gevolght isfijneneerft-
geboren foon

loan Georg de Tweede, Keurvorft van het
H. Roomfche Rijck , Aerts-Marfchalck &c.
noch jegenwoordigh in \'t leven fijnde: is ge-
boren in\'t jaer 1613 den 31 Mey. Synegema-
linne is Sibylla Chriftina, dochter van Chri-
ftiaen,Marquis van Brandenburgh,by welcke hy
gewonnen heeft loan Georg, geboren in \'t
jaer 1647 den 20 lunii; Ermuta Sophia, en
Sibylla Maria.

\\ BIS-

-ocr page 199-

IrEt Bisdom Hall , dat niet /eer
groot is, ftaet onder de gehoor-
laemheyt van denAerts-biftchop
van Maeghdenburgh. Naer \'t
ooften grenft het aen Opper-
Saxen , naer\'t zuyden aen Meyf-
fen , naer \'t weften aen \'t Graeffchap Mansfeldt,
en naer \'t noorden aen \'t Vorftendom Anhalt.

Haere oude inwoonders, die eertijdts waeren
de Hermunduri j hebben defout-fontey n, die
fy alhier gevonden hadden, van ftonden aen
ièer neerftelijck met een heylige opmerckinge
gedient; in voegen dat den geluckigen voor-
ipoet het geruchte eerlang tot in de naburige
landen heeft overgebracht, welckde Katten,
nu H-iun genaemt, heeft gaende gemaeckt,
en moet gegeven , om die fonteyn de Hermun-
duren door wapenen te ontweldigen. Maer dele
hunne begeerte heeft geen geluckigen uytflagh
getroffen: want overwonnen en geflaegen fijn-
de,, wierdenfe gedwongen van hun voornee-
men afftant te doen, en dus is \'t dat Tacitus
van haer Ipreeckt :
In dejelfde Jcmeris\'er oock met
ßpaere oorlogh geflreden tuffchen de Hermunduren en Cat-
ten , aJfoo dik metgeypelt aen ßchfocht te trecken feekere
riyier daer ontrent gekgen, -Reiche feer
"Vruchtbaer "^as
om fout ipoort te brengen , [y geloofden uyt een in gedruckte
godts-dienßighyt, dat door godertiemtheyt der Goden
het font in die miere en in die hosfchagien Dooïtquam j
•^ant het groeyde aldaer niet gelijck by andere yolcken ,
door op\'vloeying
Dan de ^ee, en daernae door uytdroo-
ginge en aenbackinge yan het "^ater j maer het -^ater aL
daer \'^er de gegoten op een brandenden hoop houts, \'t "^eelck
door middel
Dan defe ßrijdende elementen , yuur en "wa-
ter , aen een backte enfaemendrooghde.
Maer \\ ts een
misflagh van Tacitus ,\'dat hy geloofde, dat het
fout uyt de rivier gemaeckt wort, \'t ïs wel waer
dat de rivier haeren naem van\'t fout heeft, want
fy wort Halagenoemt, enbyde Grieckenbe-
teyckent ^xg fout , waer van de ftadt Hall.
Nochtans is \'t fout eertijdts niet gemaeckt, ge-
lijck als \'t oock nu niet gemaeckt wort, uyt de
baren van de rivier, maer uyt de fonteynen
naby de rivier. Defe fonteynen fijn vier in \'t
getal, uytfteeckende, by Sant Maurits naer\'t
noorden , welcker
voornaemfte nochtans is,
die welcke
Teutonicus genoemt wort, en in fijnen
ommetreck
107 huttekens heeft, in yder der
felver is een kuype, waer in nacht en dagh 10
ftucken fouts gekoockt worden , van die groo-
te , dat een man naeuwelijcks machtigh ge-
noegh is om een ftuck
daer uyt tedragen. ITyt
defelve barft fbo grooten overvloet van water,
dat het, ten fy het uy tgeput worde, binnen de
tijdt van
iz dagen overloopt, en fich in de ri-
vier ontlaft. Defe fonteyne hebben de rivier
den naem, en het gemeene gevoelen gelegent-
heyt gegeven, om te gelooven dat uyt de ri-
vier/out gemaeckt wort. Defè fijn
oock de eer-
fte oorfaeck geweeft van hetvleck ofte dorp,
dat in den beginne van de Sclaven
ofte Wan-
dalen, die alhier gekomen waren oft

Oude
woanders.

\'.Pt"

I S D O

Dobrehore genoemt wierde , w^elcke naderhandt
onder Keyfèr Otto de Tweede tot een ftadt ge-
maeckt is in \'t jaer 98 r. De ftadt Hall dan ,
Defiadt
welcke gelegen is aen de rivier Sala opeen fèer
vruchtbaren grondt, die naer hec verloop vaa
eenige tijden machtigh vergroot, en in feer
fchoone ftraten verdeelt is, wordt van fommige
onder de Hanfe-fteden gereeckent. Sy is van
het zuyden naer het noorden lang i6i7fchre-
den, van het ooften naer het weften breede
1078 j en begrijpt binnen den ommeloopvan
haere mueren 5796 fchreden. Onder de kerc-
kelijcke gebouwen fijn de groote Cathedrale
kerck, waer op vier toorens ftaen ,• de kercken
van S. Uirick, S. Maurits , en een nieuwe Bif^
fchoplijcke, geflieht door den Kardinael Alber-
tus, Aerts-biffcbop van Ments en Maeghden-
burgh , als oock de kerck en het kloofter der
Franciskanen, welcke den Aerts-biffchop Si-
gismundus in \'tjaer ij^j , tot een Hooge
Schole heeft ingeruymt : welcker Adminiftra-
teur den Marcjuis loachim Frederick 24 bun-
deren landts daer toe gevoeght, en tien Leer-
meefters , om de jeught teonderwijfèn , inge-
ftelt heeft, Buyten de ftadt fijn de kercken van
S. Laurens en S.Joris, meteen menighte ka-
pellen , die hier en daer gefaeyt fijn. Onder
de wereltlijcke gebouwen is \'t uytneemenftc
Mauiitsburgh , dat door een toevalligen brandt
in\'tjaer 1640 meerendeels vernielt is. DeCan-
cellerye , als die genoemt wort; \'tRaedthuysj
de Boeckerye,des Stadts wijn-kelder, \'t Wapen-
huys , \'t Scheepens-huys, een konftige Fonteyn^
en dien eenen rooden toren , die op de marckt
ftaende uyt vierkante fteen opgemaeckt fijnde,
140 ellen hoogh is, en daer op kloeken , uur-
wij fers &c. In defè ftadt fijn verfcheyde recht-
bancken , de opperfte nochtans is by den Raedc
die uyt 26Raedtsheeren beftaet,uyt welcke twee
Prefidenten, daerenboven twee ^ott^afÉcr/drie
Kamerlingen, en een Geheymfchrijver, ne-
vens andere amptenaren, jaerlijcks by beur-
te gekoren worden j uyt defe Raedts-heeren
worden oock genomen, die kenniffe nemen
de faecken en aenklacht van ongelijcken.

in

fchulden , en wat meerder hier toe fchijnt te
ftrecken
: oock fijn \'er de Rechts^ampten der Vor-
ften , een
Schout, en in het dal by de fonteynen,
m / met fijne toegevoeghde,

welcke van den Raedt gekoren , doch van den
Aerts-biftchop beveftight worden : daer bene-
vens is hier mede een
banck yan Schepenenyin welc-
ke acht Rechtsgeleerde met den Schout recht
wijfen : en deefe vonniften niet alleen hun ge-
voelen in de ftadt, ofte binnen \'t Aerts-bifdom,-
maer oock, door brieven i des verfocht fijnde,
in de naburige landen. In
\'t jaer 1264 heeft Ru-
pertus, Aerts-biftchop van Maeghdenburgh,
gefterckt door den Graef van Mansfeldt, die
van Hall veele ongemacken aengedaen , en
fware boeten afgenomen, om datfè oorfaeck
geweeft waren, dat de loden, die fich aldaer ont-
hielden,

i\'l

HALL.

-ocr page 200-

D ö M

L.

B I

H A

hielden,de BifTchop geen fchattinge fouden be-
talen. In \'t jaer Chrifti 14^3 hebben die van
Hall met de Maeghdeüburgers aengefpannen
tegens hunne Prelaten, van v/elcke fy klaegh-
den,datiè door onbillijcke afperilingen gedruckt
wierden. Maer defe hoopten datle hun door\'t
blixemen van den Ban tot hunne plicht (ouden
konnen dwingen. Doch als fy fich van defe
hoop verfteecken fagen, hebben fy oock Frede-
rick, Hartogh van Saxen, door belofte van
een groote fomme geldts, teegens haere bur-
gers aengehitft ; die dan gefterckt ftjnde door
fijnen broeder Willem, Landtgraef van Thü-
ringen , als oock door den Landt>graef van
Heften , en de Graven van Swartfenburgh,
Mansfeldt, Stolbergen , en Honftein, heeft
Hall belegert , en met grof gefchut befchoten.
Doch die van defe ftadt,met hulpe vandeBrunf.
wijekers , en hunne bondt-genooten, hebben
fich dapper gequeeten. Maer eyndelijck is dit
tradaet gemaeckt, dat die van Hall en Maegh-
deburgh aen \'t Capittel alles fouden wederge-
ven , dat fy in den oorlogh hadden ingeno-
men, en al \'t overige ondereen eeuwige vergetel-
heyt begraven worden. In \'t jaer 1478 is \'er mis-
verftant gerefen tuffchen den Raedt en de Hee-
ren van de fout-kuylen , in welcke Schildbach,
een eerlijck burger, door een oproer , wierdt
gedoot. Eyndelijck is men dus overeengeko-
men , dat die van Hal, om de verweckte beroer-
ten , aen den Aerts-biffchop fouden betalen het
vierde gedeelte van hunne fout-kuylen , maer
het vijfde deel van alle hunne overige goederen,
en daerenboven noch fouden opbrengen vijf
hondert guldens, om Schiltbach, van wien
wy ftracks gefproken hebben , een eeuwigh
gedenckteecken op te rechten. In\'tjaer 1630
is de ftadt met krijghslift van den Aerts-bif-
fchop overvallen, doch\'t kafteel behouden,
wien de Keyferfche volckeren te hulp komen-
de , fich foo onverwacht aen de tegen-party
fien lieten , datfe , al den buyt verlatende, de
vlucht naemen. Van die tijdt af isde ftadt fèer
dickwils over en weder , niet fonder haer merc-
kelijcke fchade, ingenomen en verloren.

i

\'t MARCK.

-ocr page 201-

2,d

ARCKGRAB F SCH A P

I S S E N.

Tä^v«. Eissen, een Marck-

I graefichap van \'t hey-
hgh Roomfche Rijck,
ten meeilen-deel van
de Sudetiiche bergen
omringt , heeft aen
het ooilen Laufnitz,
aen het zuyden Bohe-
men , aen het weften
Thüringen, en aen het
noorden \'t Hartoghdom Saxen, tot paelen.
jfMing. Geheel Meiifen is tegenwoordigh in twee
deelen afgefcheyden , van welcke \'t eene , dat,
van fijn lage gelegenheyt, Neder-Meiifen ge-
naemt werdt, fich in twee ftreecken affnijdt: te
weten, in die , welcke Oofter-Meinen geheeten
wort, en in die , welcke d\'Ouden ftechtelijck
Meiften noemden. Dit oofterdeel vervat dat ge-
iveft van Pleiften , het welck eertijdts onder de
naem van
Libonothria en Ooflerlandia bekent en
vermaert is geweeft. D\'andere ftreeck loopt over
d\'Elb tot naer de grenièn van Laufnitz , al-
waerie de Muidauw\' ontfangt, welcke boven
Grimme verfcheyde andere rivieren met fich
fleept, en een weynigh onder Deftaw fich met
een krommen ftreeck in d\'Elb uytftort. Het
bovenfte gedeelte ftreckt fich uyt tot over de
Sttdetifck bergen , ( dus van het Duytfche woort
@\'llDoDett genoemt, als oft men feyde, een
Zuyd-\'vcoeftijne j ) die fich foo wijdt uy titrecken ,
datiè feer ruyme en groote ackers, heuvelen,
boffchen, en dalen, met vericheyde fteden,
dorpen , en-vlecken befet, begrijpen. Neder-
Meiffen , dat byna vlack en vol van landeryen
is, gelijck het door de menighte van ackers,
fteden en volcken , ichip-dragende rivieren ,
viffcheryen,aengename tuynen,wijnvoortbren-
gende heuvelen, en verfcheyde koopmanfchap-
pen uytmunt alfoo heeft Over-Meiffen groo-
ter overvloet van weylanden, hout, metael,
en wilde
beeften,als\'tander gedeelte.Sy worden
beyde van de
Hermunduren bewoont, nu Meijfe-
nersen Voigtlanders geheeten.
De naem van Her-
munduri
fpruyt van het Hooghduytfche woort
^UÏlMwtttt y als oft men feyde, mannendes
heyrs , dappere , en oorloghs-fuchtige hel-
den : het landt felfs heeft fijnen naem van de
ftadt Meiffen, en defe van\'t rivierken Meis, dat
voorby Meiffen loopt ,- gelijck vele geleerden
fulcks willen ftaende hóuden.
ffoedamg\' Dit landt is overvloédigh van allerley vruch-
ten, brengt wijn en honigh voort, en heeft
mede vericheyde mijnen van feer veel me-
tael , en infonderheyt van filver : de weyden
fijn groen en aengenaem^ feer bequaem om
allerley vee vet te maken, en te meften. Hier
is een fachter lucht, als in Saxen , en feer ge-
fondt.

Duytslant.

De voornaemfte fteden fijn , Meiffen , Dref^ Steden.
den en Leipfich.
Meijjen heeft naer \'t zuyden de
vloet
Tubifcus , naer \'t noorden \'t rivierken Meiffe;
als oock drie verfcheyde kaifeelen, op een en
den ièlven bergh ,- het een hoort aen den Vorft,
\'t ander komt den Biffchop toe, en het derde is
den Burghgraef eygen. Een feer hooge fteene
brugge voeght hier twee bergen aen eickander:
en is vry hooger, als de kercken en toorens
die aen d\'Elb leggen. Door defe brugge komt
men van den berg Afer in \'t kafteel van den Bii^
fchop,alwaer men een uytficht heeft in de ftadt,
die daer onder leght, als mede in de aldaer ront-
om leggende heuvelen, tuynen, en wijnbergen.
Het Vorftelijck kafteel is van Erneft begonnen ,
en voltoyt oft volmaeckt door\'t middel van de
rijcke metael-mijnen , door Albert, Hartogh \'
van Saxen, in\'tjaer Chrifti 1471. Keyièr Ot-
to de Groote ftichte hier een vry Bisdom ^
en dat onder het opficht van andere Duytiche
Aerts-biffchoppen niet en ftondt, dan alleera
onder dat van den Paus. De ftadt felfs leyt wijt
veripreyt, hier vlackten en dalen hebbende |
en elders klimtfe op in heuvelen en bergenj
Naer \'t weften fijn hooge bergen , naer \'t noor-
den is het rivierken Meiffen, dat by den bergh
Schlosburgh fich in een groote rivier uytftort:
naer\'t zuyden is de Tubiic, en d\'Elb aen heg
ooften I alwaer een houte brugge is, foo kon-
ftigh gemaeckt, datfe , noch in \'t heele Room-
fche Rijck, noch onder andere volcken, haer
weerga heeft. Buyten de ftadt fijn de metael-
mijnen in de bergen. Ontrent een mijl van de
ftadt ontmoet men Scharffenbergh, waer filver
en koper uytgegraven wert. Eenige ièer hooge
kuylen by Fridbergh , getuygen dat hier om-
trent oóck mijnen geweeft fijn. Maer defe ftadt
heeft eertijdts ièer veel quaets moeten uytftaen,
door \'t aenvallen der vyanden. In \'t jaer 101 y
wierdfe belegert door Mefico, ibne van Bo«
leftaus, Hartogh van Polen, ter tijdt als Gun-
terus en Eccardus de 11, Marckgraven van Meii^
fen, niet tègenwoordigh en waren,- want die
fich toen in \'t leger des Keyfers onthielden. Het
beitormen van de ftadt wierdt met feer hevi-
gen ernft voortgefet, infonderheyt na de wijck
Wajferburgb geheeten. Men verhaelt dat \'et vuer
in des ftadts Secretarie geworpen,en \'t felve door
de vrouwen geblufcht wierdt, welcke in plaets
van water, wijn en afijn ingegoten hadden,
wanneer aireets het vuer uytgeborften was!
Maer toen Mefico fagh dat hy niets winnen kon,
uyt oorfaeck dat de borgers voor hunne Vorften
getrouw en volftandigh waren, en oock dap-
pere foldaten : daerenboven dat fijnekrijghs-
machtmerckelijck verminderde, en dat d\'Elb
door gedurige flagh-regens opfwol, foo dat hy
feer fwaerlijck fijn leger daer voor kon houden,

G g 4 vertrock

-ocr page 202-
-ocr page 203-

\'£ M A R C K G R A E F S C H A P MEISSEN.

kleyti fledeken met een fraey {lot ^ defe plaetfe
is vermaert geworden door dien gedenckwaer-
digen veldt-llagh, tuffchen deKeyfcrfchen en
Sweedtfchen gehoaden in \'tjaer 1632 ^ wan-
neer Guftavus Adolphus, Koning van Sweden,
en de Graef van Papenlieym, Keyferlijck Over-
fte, beyde doodt bleven , en Walftein op
de vlucht gedreven wiert.
Mariehurgh is eerft
begonnen gebouwt te worden in het jaer
1419, van Henrick , Hartogh van Saxen.
Muhl-
bergh,
een ftedeken aen d\'Elb, met een ka-
fteel , beroemt door de nederlaegh van den
Keur-Vorft ïoan Frederick, die by defe ftadr,
door de foldaten van Keyfer Karei de Vijfde,in
een flagh gevangen wiert.
Pirn , defe ftadt wiert
in\'t jaer i639van de Sweden met gewelt inge-
nomen , en aen brandt gefteken , behalven het
kafteel
Somenflein , op het welcke de Gouver-
neur met vele fijner Ibldaten en burgeren fich
hadde begeven. RochliKy een ftadt met een ka-
fteel , haddf wel eer haer eyge Graven: ge-
duerende den Sweedfchen > oorlogh , heeft ly
dickwijls, doch niet fonder hare Ichade, van
Heeren verandert.
Schnccbergh aen de Moldaw ,
tuflTchen bergen gelegen , is een ftadt om haer
filver-mijnen vermaert, en is meer als eens van
de Sweden uytgeplondert.
IVeiJfenfels, in \'t La-
tijn
Lemopetra , een ftadt eertijdts beroemt, om
haer Graeffchap j ly heeft een flot op eenen
hoogen bergh gelegen , met fraey e gebouwen
lbodaenigh verciert, dat het wel een Hartoghs
lètel mochte Ichijnen : de Sweden hebbenfe
dickwils geplondert.
Wurt^heim , een ftadt diie
mijlen van Leipfigh, was voormaels een Graef-
fchap en is heden genoeg bekent door de jam-
merlijcke verwoeftingen , en overgroote wreet-
heyt die\'er de Sweedtfche foldaten gepleeght
hebben , als fy de felve meermaels uy troofden.

een Bilfchoplijcke ftadt, in een vrucht-
bare en aengenamen grondt, \'t Kafteel is, in de
laetfte oorlogen van Duytslant, van alle fijne
toebereytfelen ontbloot. Zmcka-so y in\'t Latijn
Cygnea , een ftadt aen de Muldaw, aen de pa-
len van Voigtlandt en Meiflen ^ Ibmmige wil-
len , dat Keylèr Karei de Groote die gefticht
heeft: hoewellè tamelijck verfterckt was, is ly
evenwelin\'t jaer 1639 in der Sweden handen
gevallen, diefe tot 1Ö41 inhielden. En dus ver is
van de voornaemfte fteden gefproken : want
denamen der andere mindere ftedekens,die feer
veel in getal fijn , mede te verhalen, foude al te
moeyelijck, en den Lefer miflchien verdrietigh
enwalghelijck vallen.

De vermaertfte rivieren van Meiflen,lijn d\'Elb,
d\'Elfter, en de Sala^de welcke Meilfen van Thü-
ringen aflcheyd ; en Voigtlandt belproeyende ,
door Naumburgh en Mersburgh loopt, en fich
met d\'Elfter vereent: ende Muldaw, die oor-
fpronckelijck uyt Bohemen komt. Dit landt
heeft de
Sudetifchs bergen, die naer Bohemen toe Bergen.
leggen. Noch fijn \'er meer andere hier en daer,
inToaderheyt naer Thüringen, verlpreyt, ^cif
^ar^fDCtlD geheeten , om datlè met dicke bol-
lchen befe t lijn.

i li

Riviereit,

Noch is\'er in dit Marckgraeffchap \'t Har- / Hartogh-
toghdom
Altenhergh, dat van de Hartogen van
Saxen , van \'t huys
Altenburgh , befeten wordt^ \'
de welcke de foons fijn van Frederick-Wilhelm,
die eenige jarenlang \'t Keur-Vorftendom be-
ftiert heeft, als Voogt geftelt over Keur-Vorft
Chriftiaen de Tweede.
Altenburgh leght aen
de riviere Pleis, wiens naem het oock eertijts
gevoert heeft,
Pkijjenhurgh geheeten, toen maer
een Graefichap, en een Burghgraefichap des
heyligen Roomfchen Rijcks. Het kafteel en de
fetel der Vorften ftrecken defe ftadt tot een
merckelijck cieraet want ly lijn oock in der
daet omringt met feer aengename tuynen, en
lieffelijcke fonteynen, boffchen, en diergelijcke
dingen meer, welcke hare fchoonheyt vergroo-
ten, en de nieusgierige oogen der aenfchouwers
dan herwaerts en derwaerts aenlocken können.
De ftadt felfs is onderfcheyden door fchoone
ftraten , en aenfienlijck om hare fraeye foo ge-
miCene als byfondere gebouwen ^ fy wierdt t\'ee-
nemael in d\'alfchen gelegt van deHufïiten,inhet
jaer 1430 : lèdert herbouwt, is fy in\'tjaer i <531
onder het gewelt der Keyferfche geraeckt, en
heeft de volgende jaren veel oorloghs-eleriden
geleden.

Defe ftadt heeft vele andere fteden onder
lïch :
Bürgel yCtrx mijle van lena gelegen : Cam-
burgh
tuflchen Naumburgh en Dornbergh : Ey^
fenbergh y eertijdts een Graeffchap , in het jaer
1640 van de Sweden ingenomen ;
Gralpenthally
aen de riviere Zepte: Leuchtenburgh, een voor-
naem kafteel met fijn heerlijckheyt aen de Sala,
tegens over het ftedeken Kak gelegen, \'t welck
mede aen defe heerlijckheyt behoort:
Luck ,
tuflTchen Altenburgh en Pegaw,is een ftadt, ver-
maert door de groote nederlaegh der Swaben,
in het jaer 1308, waer den Marckgraef Frede-
rick overwinnaer bleef. Waer uyt het gemeen
Ipreeck-woort gelproten is , ^^ ge^Ct Ott ft)(0
tm ©c^n^abeti för $uc(a : dat is,
Het gaet u
als den Swben yoor Lucca.
In de laetfte Duyt-
fche oorlogen heeft defè ftadt dickwils van Hee-
ren verandert.
Orlamund, aen de riviere Sala,
op een hooghte gelegen , was eertijts een Graef-
fchap , en een fit-plaetlè der Graven, de welc-
ke op het flot, dat nu verwoeft is, woonden.
Pefeneckj aen de Orle gelegen : Rofla, aen de vloet
Helm : en
Schmollen , dat niet verre van de rivie-
re Pleis, tuflchen Werden en Altenburgh wort
gefien.

Steden, 1

V O I G T-

-ocr page 204-

OigtJandt , een kleyn
landtfchap , was eer-
tijdts bewoont door
de Hermunduren, uyt
welck volck de heden-
daeghfche Swaben ha-
ren oorfprong hebben.
Sethus Calvifius ver-
haelt in fijn Chrono»
logia oft Tijdt-boeck,
dat Keyfer Philippus, in het jaer 1207, dit
landt, het Marckgraeffchap Moravien, de gren-
fen van Duringen en Meyffen, in Vooghdy-
fchappen deeldewaer uyt de naem
Voigtlandt
afkomt: en dit is oock de reden waerom iEneas
Sylvius het
Terra AdDocatorum en Prstonana^
dat is , het landt der Advocaten en Ampt-
mannen , noemt; want het Hooghduytfch
woort béteekent beyde delè waerdig-

heden ; en in der daet, de Schrijvers bevefti-
gen , dat defè geweften onder vier
Priores,
dat is, Vooghden oft Amptmannen, geftaen
hebben. Drefferus feght oock, indebefchry-
vingh der ftadt Adorf, dat dit landt van de
Keyfers aen d\'oude Vooghden oft Amptman-
nen wierdt gegeven, foo voor hen, als voor haer
nakomelingen , die oock de voornaemfte plaets,
Voigthu?g gtmtmt ^ befaten, waer van fy de naem
Van Burghgraven kregen : van delè quarn dit
landt aen de Hartogen van Saxen en van defe
tot twee reyfen aen anderen : tot dat Adorf,
en de geburige ftadt , wederom \'t Huys van
Saxen onderdanigh wierden, aen het welcke fy
noch heden behooren : hoewel de Marckgra-
ven van Brandenburgh de ftadt J^off / en andere
plaetfen , befitten ; en de Heeren van
lieufjln
oock over een gedeelte van dit landt het ge-
biedt hebben.

Dit lant heeft ten zuyden en ooften de ber-
gen van Bohemen; en ten noorden Meyflen ,
en Duringen
aen de noordt-weft-fijde. Het is
met veel bergen en boffchen befetj het heeft
goede ackers , rijck van koren en vruchten ;
en een gefonde en getemperde lucht.

Men gelooft dat men in dit geweft het fuy-
verfte en netfte Hooghduyts fpreeckt; loo dat
in gants Duy tslant geen plaets te vinden is, die
dit volck daer in te boven gaet ; \'t welck hen
tot grooten lof verftreckt.

Plasven is de hooftftadt van Voigtlandt, aen
de riviere d\'Elfter, ^n een mijl van Olsnitz ge-
legen : fy was, voor de laetfle oorlogen, een
fchoone ftadt , en een der voornaemfte van
Saxen. Drelferusfeght, datfe door allufie
tticléblatl-f^af/ dat is ,
Daley Dan Hemdsblaeu,
wort geheeten. Andere brengen haer naem af
van
Plan en aft)CII > dat is, plat en landen, als of
men feyde.
Platte landen. Hier worden vier groo-
te jaermarckten gehouden. Oock was hier een
fchoone Parochy-kerck, S. lan genaemt; en
een kafteel op een hoogen bergh gebouwt,
Duytslandt,

I^aems
corfproKg.

Heeren,

Grenfen,

JJosdanig-
heyt.

Tael

Hooftßadt.

geheeten , als of men feyde, Aen^
Jchoumr i?an den Raedt, De Dominicanen oft
Preeckheeren hadden hier oock een kloofter.
De ftadt was met een fraey Raedthuys verciert,
en een Latijnfche Schole, waer uyt verfchey-
de groote en vermaerde mannen, in deught
en wetenfchap uytftekende, fijn voortgekomen:
maer alles is door de laetfte Duytfche en Sweed-
fche oorlogen in aftchen geraeckt, \'t fy dan door
ongeval, oft dat men met opfet de brandt daet
in heeft gefteeken. De voorgemelde Heeren
van
Reujfe befitten defe ftadt. Den grootften
handel van defè plaets bcftonteertijdts in\'t la-
kenwercken; want men maeckte daer vele la*
kenen en andere ftoffen, tot groot voordeel der
burgeren, die dc lèlve aen de geburige en wy-
der-gelegen landen verfonden en verkochten ;
welcke neering ly, dewijlfe onder den laft van
de gemelde oorlogen door de vrede beginnen
adem te fcheppen, nu trachten weder te her-
ftellen.

Olsnit^y een ftadt van de Keurvorft van Saxen,
leght aen d\'Elfter tuftchen
\'Pla-^en en Adorf} en
heeft haer naem, als eenige meenen , van
de Heneten. Sy heeft veel ongeval uytgeftaen
door de Bohemers, hunne nabm-en : en in \'t
jaer i j 19 wierdt fy dooreen ongeluckigen brant
in d\'afïchen geleght, lbo dat\'er maer twee huy-
fen overbleven. Sy heeft altijts behoort aen\'ü
gemelde kafteel
Voigtburg , dat hier niet wijt af is,
en niet door Drufus, als Ibmmige feggen, ge-
bouwt is,maer van de Vooghden oft Amptman-
nen , die de Roomlche Keyfers hier eertijdts
geftelt hadden. Den Keylerlijcken Overften
Holck won defe ftadt in Augultus van \'t jaer
1(532 met geweldt, pionderde en verbrande dc
felve, en doodde de burgers; lbo datfe, gelijck
men fchrijft , d\'oorloghs-elenden , als een
tweede Maeghdenburgh, heeft ondervonden.

Adorf, oock een Keurvorftelijcke ftadt in Morf,
Voigdandt, leght drie mijlen van Eger, aen
de wegh die naer Leypzig ftreckt, niet wijt van
den oorfprong der riviere Elfter. Sy wierdt
eertijdts J^e^Cll^elm en Jpagtovff/ nae \'t Hoogh-
duy tfche woort Jotnfüm / als eenige gelooven,

fenoemt. Dicht by defe ftadt is een vermaerde
erbergh , daer de kooplieden, die naer de
Leipfiger Mis oft jaermarckt reyfen, fich van de
moeyelijckheden des weghs verquicken : want
hier is een boeck , daer de gene , die defe
reys nooit gedaen hebben, hunne namen in
fchrijven; en na
datfe het tyt-verdrijf van \'t ge-
felfchap geweeft hebben, fijnfe gehouden iets
aen \'t
felve te betalen , om vrolijckte fijn , na
de gewoonte van defe plaetfe. In \'t jaeri<$3ï
heeft den gemelden Overften Holck defe ftadt
geplondert, in welcke hy in \'t volgende jaer ,
van een peftilentiale lucht getroffen, door de
doodt van\'t leven wierdt berooft. In\'tjaer 1641^
is fy weder van
\'t Sweedfchegarnifoen van Erf-
furdtovervallen en uytgeplondert,

G g 6 IVelda

-ocr page 205-

. il I

-ocr page 206-

V O I

Weida\'is een ftedeken meteen kafteel aen d\'El-
fter op een bergh gelegen , het welck fijn naem
heeft van \'t riviertje Weida, dat in de ftadt
loopt j \'twas eertijdts aenfienlijck om den tij-
tel van Graeffchap, en daer na van Baronny.
Hier waren twee kercken, en twee kloofters :
doch door de fchrickelijckeDuytfcheoorlogen
fijn hier veel gewijde, gemeene en befondere
gebouwen
foo verbrandt als verwoeft, die in
defe tijden van vrede byna alle weder opge-
bouwt worden.

De overige ftedekens fijn, Jrmhaug met een
kafteel, aen d\'Orle gelegen , de Keurvorfl:
van Saxen toebehoorende :
Juma, ftaende on-
der den felven Vorft: Gera tuflchen Zickaw en
Plawen aen d\'Elfter gelegen , een redelijck fraey
ftedeken voor de laetfte oorlogen, met veel ge-
wijde en belbndere huyfen, een heerlijcke Scho-
le en kafteel verciert, \'t welck die van
\'t geflacht
der Reulfen tot Heeren heeft: ©(mu^aft) / een
vermaert ftedeken met een kafteel gefterckt,
ftaet onder de Heeren van Schönberg , en heeft
in de laetfte oorlogen oock veel geleden:@mUj/
ftaende onder de Heeren Reuflèn van Plawen,
heeft oock een kafteel: Sobenfïeilt leght aen de
Sale, en behoort aen de felve Heeren; niet wijdt
van daer op een bergh fiet men een oudt en ver-
vallen kafteel:
\'Neumafckt heeft die van \'t geflacht
Schönberg tot haer Heeren :
Paufa ftaet onder
de Keurvorft;gelijck oock ViiU^mHt^/\'t welck

G

If^eida.

jindm
■ßeden.

. I

L A N D T.

in \'t jaer 1^31 van de Keyfèrlchen byna gehee
door \'t vuur is vernielt: een ftedeken

der Heeren van ReulTen, met een kafteel: Sal^
burgh y aen de Sala gelegen , ftaet onder de
lèlve Heeren, en wierdt in\'tjaer 1633 van de
Croaten berooft: \'Sautt heeft een beeftemarckt,
en de felve Overheden : ^i(t)citfclé is oock ver-
ciert met een kafteel, leght een mijl van Zwic-
kaw, en is door fijn belegering genoegh bekent;
en ^ii^iWXWit/ aen de Sala op degrenlenvan \'
Duringen gelegen , ftaet onder de Keurvorft.
ÏXcgttUa-^off oft wort dus ge-

noemt, om eenige kleyne rivieren, die fich,
als een regen, in de Sale ftorten : \'t is een ta-
nielijcke groote en volckrijcke ftadt, meteen
fchoone kerck, aen S.Michiel gewijdt, ver-
ciert; oock is \'er een rijck Vrouwen-kloofter,
en twee welbeforghde gafthuyfen. Hier is oock
Mulfurth; ® ro^n / \'t welck witte kroon be-
duyt ; en eenige andere plaetfen tuflTchen de
ftadt .^Ojf en

Hier ontrent fiet men de vermaerde Pijn-
berghjdaer vier rivieren hun oorfprong hebben, Rivimn^
die naer de vier deelen der werelt loopen, als de
Eger, Main, Naah, en Saai: behalven de gemel-
de fijn hier de
Elfler, die oock uyt de Pijnberg,
en de
Mulda, die uyt de Boheemfche bergen
voortkomt, nevens eenige andere kleyndere
wateren.

Het

-ocr page 207-

Het Koningrijck.

H E M

B O

E ■ N

ohemU, Boemia oft Bojemia, halven Gilbcrtus BifTchop van Trier naer Praegh gefott-

als fommige willen , heeft den, om den Koning voor de gantfche Gemeynte te falven

defen naem van \'t Schwartz- en te kroonen, wanneer oock iijn huysvrouw Swatana tot

waldt ; want der Koninginne gekroont wierdt. Doch nae hem is dit landt

Duytfchen, is by de Neder- wederom in forme van een Hertoghdom geregeert tot Vra-

landers foo veel te feggen tiflausdelV; die, als hy den Keyfer Friderico getrouwe-

als een boom; van de Griec- lijcken geholpen hadde in de oorloge van Milanen, is daer-

ken wordt dit landt Bsêft/ct, om van hem Koning van Bohemen , en een mede-gefel

en de inwoonders van Pto- des Rijcks verklaert; en verkreegh xoenoock, dat hy tot

lem^o Boemi geheeten. een wapen in fijn fchildt mochte voeren, een rooden leeu,

Strabo in fijn fevende boeck, met een gekloofden ftaert, in een wit velt. Sommige Bo-

noemtfe Koldulos ; andere heemfche Koningen zijn nader-handt oock tot het Key-

willen, dat het van de Boiis alfo genoemt is > die fich alhier ferdom gekomen. De Koning van Bohemen is een van dc

nedergeflagen hebben, wekkers naems oorfprong van feven Kcurvorften. Eenige Boheemfche fteden behoo-

fchijntte komen, \'t welck foo veel te feggen is als hout; ren onder den Koning, de andere hebben haere eygen

Strabo noemt het Bubiemium, want alfoo wort het genoemt Heeren.

van Rhenano, Aventino, en meer andere s hoewel in de ge- Praga is de hooft-fladt van allen, van Primiflao de III, "PfAg*
druckte Grieckfche exemplaren -Ri^ioLa-^av flaet, het welck Hertogh van Bohemen, en fijn huysvrouwe Libufla, eerft
Rhenanus voor vitieus acht; Cafaubonus heeft geanno- met muuren en graften verfien. Op den bergh leydt hct^^^^\'
teert, dat men in de oude boecken By^MjU-ov leeft; Taci- flot Vifegradum ofte Herfchin : de geheele ftadt wordt in
tus noemt het
Bejemum : Ptolemjeus in fijn tweede boeck, drie fteden gedeelt, te weten, in de oude, nieuwe, kleyne
in het elfde capittel, in de befchrijvinge van Duytslandt, enopper-ftadt, ofte den Herfchin, de riviere Mulda fluyc
fteldt de Boemos ontrent het Hartz ofte Swartzwalt, en oudt en nieuw Praegh van de kleyne en Herfchin ofte op-
feydt dat\'et een groot landt is, ftreckende tot aen den per-ftadt, in welcke \'tkafteelismetdehooft-kercke van
Donau. S. Vit, doch de brugge voeghtfe wederom te famen; dit is
De bepalingen daer van zijn in \'t ooften Moravien en een fteene brugge , met vier-en-twintigh bogen, van ko-
Silefien > in\'t weften Nortgou,
in\'t zuyden Ooftenrijck, ning Vladiflao gemaeckt. Carolus de IV Keyfer, en Ko-
en in\'t noorden Saxen en Mey/Ten. Dit landt is t\'eenemael ning van Bohemen, heeft defe ftadt feer veel vermeerdert
omringt met het Swartzwalt, op de maniere van een fchou- en vereert; men gaet langs een feer fteylen heuvel op het
tooneel, foo dat de lengte daer van gantfchelijcken met de kafteel. In de Slot-kercke is een fonderling konftigh-^af
breedte overeen komt. van albafter, in\'t welcke eenige Vorften en Keyfers be-
De lucht om dat de noorden-windt daer geftadigh waeyt, graven liggen. Chriftophorus Pyramius wil fuftineeren,

Té^tn*

is wat rou en kout, nochtans niet ongefondt. Het aerdt-
rijck is van tarwe en garfte foo vruchtbaer, dat \'et oock de
benaebuurde landen genoeghfaem mede-deelt; doch is de
wijn daer niet overvloedigh, en die daer waft, fuur en ftraf;
ter contrarien, foo waft daer beter faffraen als ^en wel

Vrmht-
hatihejt.

dat defe fladt is Ptolemxi Cafurgis, Aventinüs feydt ter
contrarien, en dat het is
Marobudum en Buhienum Stra-
bonis. In het jaer 13 70 is aldaer esn Univerfitey t van ko-
ning Karolo opgerecht, die geduurt heeft tot op het jaer
1408 , en daer nae, van wegen eenige oproer, te Leypfigh

elders foude konnen vinden, feer goedt van fap, reuck, en geftelt.

koleur. Voorts is dit landt oock rijck van vele fpeceryen, De ftadt Praegh is van den Koning en Keyfer Karei ver-

doch oly en is daer niet, noch oock in gantfch Duytslandt. ^iert met een Aertz-Bifdom, onder wien ftact de Biflchop

Wat fal ick veel feggen van rijcke filver-mijnen, die het vanLitomifz.

Mipi»\'

Wy konnen niet laten hier te ftellen het lof-dicht defer
ftadt, gemaeckt van lulius Casfar Scaliger:

Septa metallifero circum qua monteßperbis,

HercynU medio Martia Pragaßnti,
Lincj^ue aliisfopulis tantamunimiffa Sedis^

^ui nec^ueant armisjura teuere loci.
2iamque tuum eß, non pr<eßdio turgere locorum,
Sed locapr^zßdiisfiderepojjè tuis^

Welck in \'t Duyts vertaelt is als volght:

Die in\'t Hercynfihe wout met bergen leght omringt,

Vol koper en metaeh dat grootefleden dwingt ^
O Koninglijcke ßadt vm Bemen, Praegh \'verheven, ^
Ghy üjt feer fierck, maer laet hen voor den vyand beven»
Die met geen fwaert oft bus hem konnen wederjlaen ^
Chy hebt kloeckmoedigh volck en wapens om teßaen.

De ftadt Egra light aen den ingangh van Bohemen,

Bojfcben»

ßlver in groote menighte voortbrengen; de voornaemfte
der felver houd men te zijn ontrent Cromelaw, Budweifz
en Kottenbergh, op fommige plaetfen wordt oock goudt
uyt-gegraven, waer van men eens eenige ftucken aen den
Koning gebracht heeft, die tien pont woegen. In de ftadt
Beraun zijn oock yfer-mijnen; cn op andere plaetfen van
tin, loot, en koper. Elders in \'t geberghte worden oock kar-
bunckels, amethiften, en diergelijcke koftelijcke gefteen-
ten uyt-gegraven. De menighte van boflchagien geeft ve-
le wilde dieren j daer zijn voflen, beeren, harten, en buf-
fels , die fy in hare fprake Lomi noemen; dies de jaght door
geheel Bohemen wonderlijcken goedt vak. Van dit dier
Lomi wordt gefeydt, dat het ónder de kaeckaendenhals
een groote blafe heeft hangen, als het gejaeght wordt,
weet het de felve met warm water te vullen, daer mede het,
als \'t den tijdt vereyfcht> de honden befprengt, dat brandt
even gclijcl? als fiedend water, alfoo dat \'et vel en vleefch
mede neemt.

Het regiment defes Landts was eerflmael onder eenen
Hertogh, daer van de eerfte Zechus was, die uyt Croatia

Ke^ering.

hier lande, en de eerfte fondamenten geleydt heeft defer aen de riviere Eger, daer van fy oock den naem heeft;

natie j men feydt, dat hem in de regeeringe gevolgt zijn, eertijdts behoordefe onder \'t Roomfche Rijck, maer ftaet

Crocus, Libufla fijn fufter met haer man Primiflao, Nimis- hedensdaeghs onder de kroone van Bohemen. Het is een

laus, Mnata fijn neve, Vriflaus fone van Mnata, Neda, No- feer ^ierlijcke en fchoone ftadt; heeft feer fchoone en heer-,

aericus, en Borfinous, onder wiens regeeringe Bohemen lijcke gebouwen, en vriendelijcke, beleefde, en deughtfa-

het Chriftelijcke geloove aen-genomen heeft, in het jaer me inwoonderen. Van buyten is fyoock niet weynigh

^00, ten tijde van Keyfer Arnulphus. En in\'tjaer io8(? gegiert , infonderheydt met feer luftige hoven en vel-

is Bohemen tot een Koningrijck opgericht, en Vratiflaus den, fchoone boomgaerden, en een vifch-rijcke riviere.
del, in\'t Concilie van Mentz, van keyfer Henrick de IV, Nergens wordt trefFelijgker meede ofte honigh-dranck
de eerfte Koning van Bohemen gemaeckt: en wierde der- gemaeckt.

Buytßandt, H h De

Naem.

-ocr page 208-

jc>\\ f^ i >sej? ten ymc 33

te

20

\'j nffiilliL J.

Ihilnll^u-h
O

âft ^yhuttii

.-T^nlcheii
fei

\'tu

Q^rU

LES I ^

0 Jral\'CV^

O 5

O / \'W.iJ^j\'y

■chßlhur^

çbhiU\':^

iTl O

\\jrhîlant^-

Xcidnua^^

linVmt

Rahe

Seilt O

■ i »

"hemits:

njh

rttlkuv

XT,/

I ^^^^ j

\'aißciiii

P A II S

\'Waitt

CaimiTtz

al^

r pnp

IM

méB^

i

iShalv

Aetdmein

Mincithi

r/ft/\'

\'ßntmt *

Uvißrf

\' fA-d\'
Elßu

Sttrc

^ißimy o

mi

Ui-tcnjl

. / Pf

fO

Switlct

lifei.*^

.Ri

&/--1

\' "i
Ztuvtlfk

D Xi ^i:

\'RCUlCft^r

iz:

ßlitm

(rttU

-IV/ V

m \'

Olftitz

Jhfeitkrß

ILilt/k

njhj

PAl^

Cr

f

Pitt

^ Pmhûitttz

JM\'

T/r/îv tlL

ttj

.1 £lä

^CTAmZM; EXPLICATIO
CtätuMMÜt lik-r.1-^

Cfj^uhBaivimm O

M.ufiis................. O

^ ...................... -V

Aj/kümn.................

...........-

^M\'tJum ami^vi.....O

JZjns cinn-é-cf........

^ r Mlt\'i......{v;

1 Jtmm.......^

.........i

............... ®

W^cin^ Vtirivut....... f

" tN,\'f;uh,t Jit.-^ ktkvttlrijnjH:
" htm inßucßn^B^hcmic.t ^

-(v/v/;

to/

étElbo^.^
^ ,
Lbckù

\\\\ner

-V

\'■vni,

InLvMit

1.4 ^ ^

jltkraii

Lmj^J^ \\

ßtidth\'

•toi

#1:

Ctih

f/w

Î \\ ^Jt ^ o^

tï , (1 „i, ChüktillhtA

T^ùhiatz.

Î"

D ftn^

-Meii^i,

PvMttà

>21 rf

iL^vcett

bi

pt/lj

O ,

R

mm

O A A

Ht

ntfht
IkU

\'JU

tit

Dirfchcnß^

■ ^

O k

V

o P

êt\'oJfch

iStdzi Mi

yMuldaw*^

iî-

o:

Jlth

4|â

iMincüs

[7S/.V

t:

M

tîi\'\'

^ Ihcvtti

PiVt

^c/m^nm
OjMiC:

Cite\':

*

J

TT"

. ,

- i^lLurulf

Villcth

^jjdMhbs-

■Mé\'

o

^ßnm/^

Km

Qifldnn^

Iti-

injKtt^

^mlk

ilrtr

J\'fV««

rfat/s^

m

lltt^

......\'

hnti

UV

liàv^

Schct^^

^ütklti\'

Palat i:

-

---.-i-a.

am { •

t

M

i^-iNATU^ BAFARIiÊ

^\'•im

.zSi .
rj! ti o

l 1

fjLnttJ^\'ß

iMutt
Ml

^iij htL

Bsencc

-J^îh-anit^

.0 V. jjt^irt

rttt\'l^

ifiishr"^jii\'iimliW , ^ _ ,

jt^lMvf

htmth

■ —^ ^^Nl\'f\'^ ^ Jj oWttty.mau

Vat

Schcvdïtz

W - ^ -

â9

Ui/lzeuniS: o

âHî^

kraiß . - o

Mi.-

Luden.

ff

Buiylcti

jSi

VA R 5

. Atv

^Xmßntt

Bul

P O

3liltarU Qeivîumica. cJinimmiîL

v/y \'^\'"^^Q-munX

H,

J

uiinmiM ............

-pr-z-^

20\\

10

■771

2C\\

3^

te

3^

äL^.

-ocr page 209-

N.

U

E

E

H

O

B

De andere voornaemfte fteden van Bohemen,naer Mora-
via gelegen , zijn Mutha , Chrudima , Hradecium Regina,
Pardubitium, Litomeffinm 5 naer het Nortgou liggen Gla-
tovia, Dornaflicium, Mifa, Tacovia. Naer Ooftenrijck Bud-
weifz, Crumlouw, Trebonia, Hradecium Henrici j en naér
Meyffen, Pons, Cadana, Chomotouw, Auft; en naer de
Slefifche frontieren Hiaromirium, Glatz , Curia, en meer
andere. Binnen in \'t landt zijn Cuthna, Colonia , Pilfen,
Verona, Zatecium, Launa, Slana, Lytomeritz, en Tabor.

De voornaemfte rivieren zijn de Elve, dien fy Labe noe-
men , ontfpringende uyt het geberghte by de ftadt Auft 5 fy
is fonderling vruchtbaer in falmen. De Multavia, die men
acht te zijn Caffurgin Ptolemaei, wordt van de Duytfchen
Molea, en van de Bohemen Ulcauva geheeten, de Eger,
Saffana, Gifera, Mifa, en meer andere, waer van fommige
oock ftucxkens goudt, foo groot als een erwete, voort-bren-
gen , die foo fuyver fijn , datfe niet meer en behoeven ge-
fuyvert te worden. In eenige der felve vint men oock fchel-
pen, daer peerlen in zijn.

De bergen Sudetze omringen gantfch Bohemen,en ftrec-
ken haer diep in \'t landt, kloven \'t felve bynae* midden
door, loopen oock eensdeels buyten \'t felve
2uydwaerts,en
weftwaerts. De Fichtelbergh ofte Pijnberg, alfoo genoemt
van wegen de menichte der pijn-boomen die daer waffen,
light in \'t landt der
ISlArifiorum, en neemt zijn begin in \'t ge-
berghte van \'t Marck-Graeffchap Brandenburgh, tuffchen
Franckenlandt,Voidandt,en Bohemenj binnen het begrijp
van ontrent zooo treden\', niet fonder verwonderinge en
merckelijck mirakel der nature,worpt hy uyt vier heerlijcke
wateren,die naer de vier hoecken des werelts loopen,te we-
ten , de Mayn neemt haren koers door Franckenlandt, de
Sala door Thüringen, de Nab door Beyeren, en de Eger
door Bohemen. Defe felve bergh heeft mynen van goudt,
filver, quickfilver, yfer , en fwavel ; heeft oock koftelijcke
fteenen. Dit Koninckrijckis met boffchen, als met een na-
tuurlijcke muur omringt, van welcke \'t gedeelte^ dat hem
tuftchen \'t weften en ooften ftreckt, van Strabo
Gabreta fil"
\'VA genoemt wort,en van Ptolemaso Gabrita-, maer dat deel,
^t welcke van\'t zuyden af te rekenen, tot aen den Donau
reyckt, wordt van Ptolemxo
Lun^s Sylva geheeten, en van
de inwoonders het Paffauwer-walt ^ naer \'t weften, daer hy
hem naer Moravien keert, wordt hy de Scheib genoemt.

In \'t jaer 13 i is dit Koninckrijck Bohemen van Keyfer
en Köninck Karei in twaelf provinciën gedèelt,over welke
jaerlijcks geftelt worden eenige Kapiteynen, een Baron, en

Andere
jieden.

Rivieren.

Berge».

Bojfchen.

Veeling.

een uyt de Ridderftant, welcker officie is kenniffe te nemen
yan de kleyne ftrydige faecken, ofte proceffen, tuffchen dc
onderdanen van verfcheyden heerlijckheden^ten tweeden,
foo daer eenige roovers en moordenaers opftaen, is \'t ieder
van haer in fijne provincie geoorlooft, de naeft-gefetene
edelen by een te roepen, om alfulcke te apprehenderen j
ten derden,foo daer eenige oorlogh oprijft, te gebieden dat
een ieder by fynen overften hem vervoege.In dit Koninck-
rijck worden genoemt defe nae-befchreven heerlijckheden
en Staten, te weten, het Burgh-Graeffchap van Carlfteyn,
alwaer des Rijcks kroone bewaert wordt, de Graeffchap-
pen van Lobkowitz , Haffenftain , Litzka , Cométhaw,
Paffau, Melnick ^ Rofenbergh , Hradetz j de heerlijckheyt
Haffenburg, Leip, Perftain, Dobitfchaw, Walftain, Ro-
fchateck, Dachaw,Totsnick, Wartenbergh, Schellenbergh,
Koft, Schmiritz, Liffaw, Kunewaldt, Deffaw, Schonpeck,
Slawa, Groffen, Bora, Libenftain, loppendorf, Gradetz,
Cölovrat", waer van fommige Graeffchappen zijn
5 en de
Barons van Trachenbergh, en Millufch.

Van de manieren en feden der Beemen, fchrijft loannes Immn-
Dubravius op defe wyfe : de Beemen zijn in haer zeden en derenmt,
gebruycken , als oock haer geheel doen en leven, een leeu
feer gelijckformich, infonderheyt met hare lange ftatuure,
breede en ftercke borft, geel en gekruyft hayr , over den
n eek hangende, hare harde rouwe ftemme, glinfterende
oogen, fterckte en kracht; engeliick de leeu alle andere
gedierten veracht, feer opgeblafen is, en niet lichtelijck tc
verwinnen, alshy met macht en gewelt befprongen wordtj
foo is oock de Beem; want hy lichtelijck met woorden en
werckfn andere veracht, is in gaen en ftaen
én in alle zijn
Wefen feer prachtigh, moedigh en hoovaerdigh; hy is oock,
als hy niet wel getradeert en gehandelt wordt, wreec, ftout,
en, om iets te volvoeren, fterck en geweldigh; is oock feer
eergierigh, en glorieus,
gelijck de Leeu, feer graegh, en
begeerigh om de koft, cn niet fpaerfaem om die wel toe te
bereyden.

Nae dat de Staten van Bemen den Keurvorft en Paltz-
grave Fredericus tot haren Koning verkoren hadden tegen
den Keyfer Ferdinandus de II, iffer een groote oorloge ont-
ftaen, waer door niet alleen dit gants Koninckrijk bedorven
wordt, maer oock de Paltz, Beyeren, en bynae heel Duyts-
landr. Onder andere heeft de Konincklijcke hooft-ftadt
Praegh veel geleden, wantfe tot verfcheyde reyfen ingeno-
men is,foo van de Keyferfche,alsSaxifche en Swedifche,dic
de Duy tfcheVorften tegen den Keyfer te hulp gekomen fijn.

-ocr page 210-

Het Hertoghdom ,

L E S I E

H

S I

N

E Schrijvers accordeeren Hertogh van Breflaw, Boleflaus van Lignits, ende Con-

niet in den oorfprong des rad van Glogaw. Defe twiften fonder ophouden, gelijck

naems Silefien: de Poolfche oock hare naekomelingen, tot dat in\'tjaer 12,81 Hen-

feggen, dat Silefien foo veel riek de I V, Hertogh van Breflaw, in een bancket, Hen-

is als Slezaces , dat is een riek Hertogh van Lignitz, Henrick Hertogh van Glo-

verfamelden hoop volcx, gaw, ende Primiflaus van Polen ( die in\'tjaer tot

door dienfe uyt verfcheyden Koning in Polen is verkoren) gevangen heeft, ende niet

natieri hier t\'famen verga- eer los gelaten , voor datfe hem een deel van hare landen

dert fijn, als uyt Sweden, Sa- gegeven hadden, niet tegenftaende dat Lefcus de Swar-

xen, Bohemen, Moravien,en te, Hertogh van Cracou, haer voorftont. Ontrent het

andere. Cursus meynt, dat- jaer 155)0 is Boleflaus broeder van Henrick de V, Her-

fe den naem van de Elyfis togh tot Swynits geworden , die fijnen foon Bernhard

hebben, andere van de Efclaviis oft Sclavoenen, welcke \'t felve Hertoghdom gegeven , ende fijn andere tweefo-

nieuwe inwoonderen waren; ende feggen dat het woordt nen, Henrick laur, enBoleflao, \'t Hertoghdom Mun-

een weynigh verandert is. Celtes Uh. % Amor. eleg. ^, fterbergh nagelaten heeft. Nae het affterven Henrici

noemtfe van de riviere Slefus, welcke, foo hy feyt, m de Fidelis Hertogh van Sagan, is onder fijne fonenoock een

Oder loopt. Andere, waerfchijnelijcker, van den hoogen deelinge gefchiedt, waer door Oeltz, Steinaw, ende Gur,

bergh Silens, wekkende geleerde Sabothum, ende\'t ge- oock Hertoghdommen fijn geworden. Hier door wierd

meyne volck Sottenbergh noemen. met het getal der Vorften in Silefien de tweedracht hoe

Sijne oude inwoonderen waren c^aM, Lygü, ende fon- langer hoe grooter, infonderheyt onder de Poolfche, die

monderen. ^ierlijck de f/y/^\'i, NaharnaliManimi, llingii cnAc Lu/a- quaet achterdencken op de Silefifche Vorften hadden,

/wj hoewel tegenwoordigh Laufnitz ende Silefien twee ver- om datfe , uyt goede genegentheyt tot de Duytfchen,

fcheyde landen fijn. Vorftinnen van de felve voor haer gemalinnen namen,

Silefien grenft in \'t ooften ende noorden aen Poolen, in en de Saxens in \'t lant brachten, waer door zy die niet

\'t zuyden aen \'t Swartzwalt ende Moravien, in \'t weften aen meer als medegenooten in de regeringe des Koningrijks

Laufiiitz ende Bemen;\'t is veertigh duytfche mijlen lanck, wilden nemen , welck de Silefifche Hertogen van dc

en twintighbreet. Tuflchen Bohemen, Moravien ende Poolfcheregeringe vervreemde, dewijl oock, door\'t be-

SiXcÜQnXi^ggzndo^ Sudetesmontesf welcke defe landen van drijf der Biffchoppen, haer veel landts ontrocken wierd.

malkanderen fcheyden. Welcke gelegentheydt loannes Koning van Bohemen,

Na dat de Hertogh van Polen Boleflaus de III geftor- fone van Keyfer Henrick de VII, die oock den tijtel

ven was in \'t jaer 1159, is naer fijn bevel \'t landt onder van Koning in Polen voerde, wel heeft weten te gebruyc-

fijne drie foonen gedeelt; Vladiflaus de 11, Hertogh in ken ; want hy kocht met gereet geit van Boleflao, die

Polen ende Silefien, outfte fone van den voorfz Boleflaus, met groote fchulden befwaert was, \'t Graeffchap Goltz,

hadde Chriftina, de dochter van Keyfer Henrick de V, Boleflaus hielt evenwel niet . op fijnen broeder Henrick

tot een gemalinne 5 door wiens opruyen hy fijns broeders deVI ( die geen hope hadde van kinderen te krijgen,

erfdeel focht te bekomen; maer heeft felver in\'tfevende omBreflau teerven ) te quellen; welck de broeder qua-

jaer fijner regeringe fijn eygen landt verloren, eride is lijck nam , foo dat hy den Koning van Bohemen tot be-

gedwongen tot fijn neve Keyfer Coenrad de 111 te vluch- fchermheer koos, endé\'in \'tjaer 1527 erfgenaem maeck-

ten; waer door Silefien lange tijdt in fukke verwarrin- te, ende behielt met confent des Konings \'t Graeffchap

ge geraeckte, dat het nu onder Bohemen, dan onder Goltz fijn leven lang. Naderhandt is oock de ftadt Bref-

Polen was ende in veel kleyne Hertoghdommen ver- law, niet fonder groote vreughde van de andere fteden,

deelt wierdt, met verlies van fijn oude heerlijckheyt en aen de Koningen van Bohemen gekomen. In\'t jaer 1531

aenfien. In\'tjaer 1158 is Boleflaus de IV, van Keyfer cedeerde Vladiflaus Hertogh van Mafovien, in gelijcker

Frederick Barbarofl^a gedwongen , niet alleen fijn uyt- maniere, den Koningh \'t recht, dat hy hadde op \'t Her-
gejaegdenbroeder met drie foonen, haer erfdeel weder
te geven, maer oock de Saxifche rechten aen te nemen,
welcke de oorfaecke is, datmenfe noch heden in Polen
onderhoudt. In \'tjaer 11^3 , na des vaders Boleflai doot,

JSlaem.

Otids

tn-

Crenfe».

Oude rege-
tmge.

Ten laetften heeft Boleflaus hem
oock den Koning onderworpen. Hertogh lohannes ver-
kocht oock fijn deel, dat hy aen \'tHertoghdom Glo-
gaw hadde , aen den Koning, die de ftadt innam, niet
hebben fijne drie foonen gantfch Silefien in drien gedeelt, tegenftaende de wederftant die Henrick Prince tot Sa-
Boleflaus kreegh \'tmiddelfte deel des landts , Breflau gan dede. Eyndtlijck in \'tjaer 1337, nae dat Henrick
crenoemt : \'t Hertoghdom van
Opper-Silefien , tegen de VI defer weerelt overleden was, is Koning lohannes
Moravien ende Crakou gelegen, als Ratibor, Oppeln, in volle poflèflïe van fijn verkregen erfdeel getreden,
Teflchen j ende andere,
quam Miceflao toe. \'tOnderfte met meyninge den tyrannifchen Koning in Polen Vla-
deel oft Neder-Silefien, naer de Marek Brandenburgh diflao Lodico
te wederftaen, ende het landt voor alle in-
ende groot Pokn ftreckende, als Lignits, Glogaw, Sa- val te befchermen , dede daerom overal de fteden met
gan ende andere plaetfen, hadde Conrad, die Glogaw, ftercke veftingen vooriien. Alfoo is Silefien van dier tijt
door fijns vaders broeder verdeftrueert, wederom heeft af aen de Boheemfche kroon gebleven. De eerfte Ko-onder Boht"
opgericht, ende tot fijn refidentie gehouden, gelijck Mi- ning die Silefien regeerde, was gedachte Koning lohan-
ceflaus de ftadt Ratibor. nes, vader van Karei de IV. Keyfer Ferdinandus de 111.

De fteden in Silefien hebben grootelijcks foo in poli- die nu regeert, is de XVI1. Nu ter tijdt is Silefien in xvi Her»
itie, als fchoonheyt der huyfen toegenomen, fonderlijck feftien Hertoghdommen oft Vorftendomrnen
gedeck, toghdm-
na datfe dien fchrickelijcken inval en menighte der Tar- van welcke ieder na fijne hooft-ftadt den naem heeft.
taren des jaers 1241, door Henrick den I, diemen den \'t Vorftendom TeflTchen paelt in \'t zuyden aen Mora-
Gebaerden noemde, hadden overwonnen, wiens gema- vien, in \'t ooften aen kleyn Polen by den oorfprong van
linne was Hedwigh, de dochter van Berthoh, Hertogh de rivierede Weiflfel: met defe fijnbenabuert
in\'t noor-
van Iftria ende Meranien oft Voidlant. Sijn foon was
den ende weften de Vorftendommen Ratibor, Troppau
Henricus Pius, die drie fonen hadde, Henrick de III, ende lagerndorp , die haer aen de eene fij dQ tegen
Duytßandt, I i \'tzuy..

toghdom

Lignitz.

-ocr page 211-

36\'

35\\

2a\\

2o\\

54\'

4o\\

jHitliarta. Gcrmantca. communta. ,

/

MJL K C H l O N J^T

D E B V R- C^

fKUldcful-t

B R A ^^

ü

6 \'.äiiääA-^y-r,.

•ParaJis

O;

"V

/ A.

^/ri-unki-i;
\'ii

Kr/\'l\'in

L.

lU

Sjra/s

It ^/-jïwAvy ^ ^

«SÄ

SdfM

^n^timput^ ê . \\

■ O\' _

■^eÈ.....

\'Tmilvu\'

A

^RoUli\'it!:

■ ■ ■

I fi: I^\'M^

^cltütirhi

\'i)f- V:if S-

■Vtßitl

li-^\'W ^

Ox-ttraat

fßk.......^

i

\'\'k

. . .................A,

Ml^ Me..

G^Jï-X lïJ-^ ifl^l

\'Pit\'hif

jèisti / O

.....D

a:

Teterkavr

S^ttffkn

...

TIA
P-A R 5

"B-

X V ^ A

\\ vV - i,ir c^Tv S

Eiiiujd

ll\'ür/l^ll

s^feéX\': ,, . SIS,

I J

^Kri^ils

/

Vi;«;

\\&rt)lzlvfif

V i\'

/o.-

.......... tA

A.

mimi

\'Gtörlitó (t

-\'"J ï j.4 y JR ;

S I :

\\V

O T

O Kf • X n.it\' >

lÉ\'NSlSi.--

-Vi

aiß-ii

5 I 5- #

A

Sii,,

Xan^

^ P ARS

Valioti\'il\'!

\'X

•■"" iT

y C/A. T V s

■mi

^E Jsr S I S . j^a/ \'

\' ^Fil\'M.niJ-

itL/tu-ß ^ Biuo-l;^

l O Of ^J^ y Swemttz

Mtijrfirt-hertf Ij^ J\'rL-it^r^

C H

Schmtl-hiif / ^^^

^^Jar/A\'/l/hin. J^,

Üirti

M^uh\'H

(ifotkit "■"/\'

Krjtai:

-3 J^ytf-J\'

A. ^

I X^^^^yXrpf V jl \'IJ - \\ ■ ^

.....f.......-

\'JfMtlu-nl\'.-ijJ

Kr.ipitz ^^

i\\jrtrfthnj

tr

Jiv c Jir y^ s

IL I

O P F O
Oppelm. A-

■miim

Mojifltjrbci-g

Mi,.

O

A.

y\'

S^i ¥ tv.

a.

\'MmfiJmt

Siiv/ä^

ó

XnJLmil

/ Oihnmfil,\' ^ ^

-» \\ , ........ Jl, v^ \'

■ I

* ji\'/^AA«/

Kßrniul

/

c^ T T iS-

r. Jif\'Mh

...........s A.

^jrcTiEJVi\'W.oi- 1

i^ZtinMt-p- /

(Jlafct,

\\ / A.-

co^-^ X r T j
A Gl^ c Ss JUT s\'I S .

O J&nu-L r ^

\'Tiraiui. V ,

Ju.

\'JPJi/BÄVA/»\'

A.

SMJ^a-

^JjlicLw

A.

SA-Mti

O

O nli^^hin
^\'ciUUfUTil.

-oV

O

\'JlauA-n , Hv; \'

iRatiboi\' jv ., \\V A

CralcOT"!

k

.A

i^lii-cjitzm-

ICran.

rfcUp

■\'Tl\'oppa

BivnJ-^lal

A \\ O

l -I^eax^

. -Sit..\'

-vV.

m

C>1A

A

\'Mcnu^rßai

k

Oder 2 Ahl^"\'^

Al

s

>

S I L E S I A

D V C A T V S

t

\'Ttjfcieai

lal\'hmJ^a

EiL-nh-t^

artino J

rf^c rij\'it US

O ^ ^ (O ï ^ r? ^

■ ^---"-luffliiiiir—miiiyiiiiii

Olot

34

37

40\\

Af

40]

OiO]

Ä01

40]

35

2,ö|

33

-ocr page 212-

S I 1 E

\'c zuyden tot aen \'t Eohemifche geberghte uytftrecken,
daer men den oorfprong fiet van de Oder, niet wijt van
de ftadt Gibea. H et Vorftendom Oppelen leyt benoor-
den de Oder, aen Kleyn Polen, tuflchen de Vorften-
dommen Munfterbergh, Brick ende Ratibor. \'t Vorften-
dom Brick grenft aen Polen , ende leydt ten deel aen ge-
ne zijde, ende ten deel aen dees zijde van de Oder. Bref-
law en Neifle fijn in \'t midden van Silefien , hoewel het
grootfte deel van Breflau aen geen zijde van de Oder
ligt. \'t Vorftendom Neus is oock een Bifdom. Olmitz
leyt tuflTchen Breflau en Polen. Aen dees zijde de Oder
fijn Munfterbergh, Sweinitz ende laver, die met haer
uyterfte palen aen \'t Boheemfche geberghte ftrecken,en-
de haer rontom \'t Graeffchap Goltz keeren. Het Her-
toghdom Lignits leyt in\'t ooften na Sweinitz, in \'t we-
ftén naer \'t Vorftendom laver, en in\'moorden naer\'t
Vorftendom Glogaw, welck aen de eene zijde Polen, en-
de aen de andere de Marek tot nabuuren heefr. Sagan
ftoot in \'t weften aen Laufnitz, ende in \'t noorden aen \'t
Hertoghdom Croflen; hier by rekentmen noch\'t Vor-
ftendom Bernftadt, ende onder Neifle \'t Grotkifche,maer
om dat Grotka een weduwen refidentie is, en de Her-
togh van Lignitz aen den Biflchop van Breflau de ftadt
^^eifle gegeven heeft, wordenfe niet meer onder defen
tijtel begrepen. De Koning van Bohemen befit in erf-
dom négen van defe Vorftendommen, als Breflau , Swei-
nitz , laver, Munfterbergh, Glogaw, Sagan, Oppeln, Ra-
tibor ende Troppow: de andere twee, als lagerendorp
en Crofl^en behoorden den Koning oock toe, maer fijn
daer naer aen andere Heeren gekomen : gelijck oock
\'t Hertoghdom Sagan voor weynigh jaren aen den Her-
togh van Vriedlandt oft Generael Walfteyn, wegen fij-
ne gedane dienften, van de Roomfche Keyfer Ferdinand
de 11, is vereert: doch heeft namaels, om fijn ongetrou-
heyt, \'t felve te gelijck met fijn leven verloren. Ludovicus
Koning in Hongarien ende Bohemen, heeft lageren-
dorp den Marckgraven van Brandenburgh , tot beloo-
ningeharer trouw gefchoncken, en Croflen is aen het
huys Brandenburgh verpandt.

Gants Silefien wordt na oudt gebruyck in Over ende
Neder Silefien gedeelt. De voornaemfte riviere is de
Oder, die van \'t zuydooften door dit landtfchap jaae \'t
noordweften loopt, vele kleyne waterkens onder wegen
mede nemende: als, Queis, Bober, Polznitz , Neifz,
Steina, Bartfch, Brinnitz, Kladnitz, Oppa, ende andere.
Hier fijn veel fchoone weyden, ende overal vruchtbare
velden: welck de oorfaecke is van de menigte des volcks,
fteden, ende dorpen; want daer fijn i^i fteden,foo groo-
te als middelmatige, die altemaelgeen drie mijlen van
malkanderen liggen.

In \'t Hertoghdom Breflau fijn de fteden, Breflau (oft
Wratiflavia) welck Wratiflaus van Bohemen vermeerdert
heeft, aen de fijde daer de Oder en de Olaw te famen
loopen, tot wiens gedachtenis voertfe in haer wapen de
eerfte letter van fijnen naem. Het is een machtigeende
volckrijcke ftadt, wel gebout ende met vele fchoone huy-
fen betimmert , \'t 9ieraet dergantfchen Vorftendoms.
Nae defe volght Neumarck, Nambflaw ende LiflTe.

In \'t Vorftendom Sweinitz liggen Sweinitz, Striga,
Reichenbach, Polckennan , Landshut, Freybergh, Zo-
tenaw, Friedbergh, Friedlandt, Waldbergh, Goltzberg,
Lüben, en lohansbergh.

In\'t Hertoghdom laur leyt Taur, Lenbergh, Butzlaw,
Schonaw, Griffenbergh, Lahn, Friedbergh, Liebenthal,
Smitbergh, (welcke byna een groote mijle lang is)Naum-
burg aen de Queis, Koperbergh, en Hirfchbergh.

In \'t Glogaufche Vorftendom fijn groot Glogaw, Frey-
ftadt, Guhr, Sprotta , Grunberg, Schwibuflen, Bolcho-
witz, Beuthen (daer een beroemde fchole is) Schlawa,
Wartenbergh, Neuftedlen, PrimkaWjen Roben.

In \'t Vorftendom Sagan fijn Sagan, Pribus, Naumburg
ende Freywald.

In \'t Opplenfche Vorftendom fijn Oppelen, kleyn
Glogauw, Kefel, Brueten, Kleibitz,Tofti,
Neuftadt,grooc

l

I:;

\' I I

i!l

f I

"Deelhgs,

M hl

Nl^

l: I

: I i

i ■ N

"Breflm,

■I I 1
; : i;

! 1 1 ; ;
i

Ir:
[ i .

Smimzt
Jam.

C\'.ogaw,

Sagan,
Oppelen,

I !

\' : I

i

I ■\'
I ^

■j i i
) .

r\'

,1 \' :

■ I

N.

Strelitz, Falckenbergh, Rofenbergh, Lublinecz, Schier-
gaft, Krapitzge ,Wetzkrotfcham, Lechfnitz , Gartzobe,
Dobradin, Steinaw, Friedlandt , kleyn Strelitz, ende
Crotzmuck.

In \'t Troppaufche Vorftendom fijn, Troppaw, Friz-
law, Oder, Kranowitz , Hiltfchin , Waghftadt, Kunif
berg, Wiegftadt, Neukirchen, ende Frundenthal.

In \'t Ratiborfche Vorftendom fijn,Ratibor,Oderbergh,
Sora, Ribenzi ende Pilhowitz.

In \'t Teflchifche fijn Teflchen, Freyftein, Bijlitz, Fre-
deck, Sckotzoro, Strumen, Mifchhaw, en labluncha.

In\'t Vorftendom Neiflfefijn, Neifl^e, Brochaw, Ot-
manfaw,Partfchaw, laverninck, Wcyde, Czieghenhalz,
Wamfen, Czugkmantel, Freydwald, en Hoogeplctz.

In \'t Lignifche fijn, Lignitz , Goldberg ( dar met een
hooge fchole vereert is,) Hain, Lüben, Prachwitz,
Bretzbergh, Nickelftadt en Walftadt.

In het Briegifche fijn, Brigk, Olavv, Vbelaw, Strelen,
Stein, Vbnitzigh, Hernftadt, RitfchenjPitfchen, Krentz-
bergh en Nunbtfchaw.

In \'t Munfterberghfche fijn, Munfterbergh, Francken-
ftein, Reichenftain, Warthe en Silverbergh.

In \'t Bernftadtfche fijn, Bernftadt en Kienftadt.

In \'t lagerndorpfche fijn, lagerndorp, Lubfchutz,Ben-
fchen, Tranowitz, Oderbergh, Lauditz en Boberaw.

In \'t Croflifche fijn, Croflen, Zulch, Bobersbergh en
Sommerfeld.

In de Baronnye Pleflfen fijn, PleflTe, Micholaw, Berohn
en Wifchlovvitz.

In de Baronnye Wartenbergh fijn, Waitenbergh en
Brallin.

In de Baronnye Militz fijn,Militz,Freyham en Zulaufl^.

In de Baronnye Trächtenbergh fijn, Trachtenbergh
en Praufnitz.

\'t Hertoghdom Silefien heeft feven Bifdommen,onder
welcke herBreflaufche\'t principaelfte is, om fijn rijck-
dom van oude tijden \'t gulden Bifdom genoemt. Men
feyt dar de eerfte Biflchop geweeft is Godfrid, van Paus
loanne de XI II, in \'c jaer 5)66, in defe landen gefonden.
Defe heeft tot Snierga onder Hertogh Mieziao in Po-
len een Chriftelijcke fchole opgerecht, welck de ftich-
tinge van andere Kloofteren den wegh gebaent heeft,
waer van twaelf Munnicken en veertien Nonne-kloofters
onder des Bifl^chops van Breflaus gebiedt ftaen.

Na dar Silefien in der Koningen van Bohemen gewelc
is gekomen, heeft de regeringe een andere heerlijck-
heydt gekregen. De Koning ftelt een van de Vorften
tot Gouverneur, \'t welck men dat Ober-ampt noemt,
ende over een iegelijck Vorftendom een Hooftman.
Alle jaer wordt in de ftadt Breflauw een generale Rijcks
o§; Gerichts-dagh gehouden.

\'^Hoewel de lucht defes lands wat kout is, iflfe nochtans
liefFelijck en aengenaem , want op fommige plaetfen wijn
waft, maer in \'t gemeyn drincktmen hier bier. Onder
aen \'t Boheemfche geberghte by\'t rivierken Zacka fijn
fchoone warme baden, daermen oock fwavel, falpeter,
ende aluyn uytgraeft. By de ftadt Striga vintmen oock
T
erram Sigillatam, en by Lignits x^xungia Luna. Het
heeft oock mijnen van gout, die het beeexken Katz-
bach uyt het geberghte beneden brengt. De groote me-
nighte van yfer geeft den inwoonderen goet profijt, Dc
fteden fijn overal wel bewoont, infonderheyt van am-
bachtsluyden , door wiens neerfticheyt cn konfte van we-
ven, doenfe grooten handel in linnen-doeck, ende ande-
re waren, \'t welck haer jaerlijcks een ongelooftelijckc
fomme geks op brengt. De regeringe der fteden is Ari-
ftocratifch, dat is, beftaet in perfoonen uyt fekere oude
ende treftelijcke geflachten, en is foo beftelt, dat de bor-
gers niet lichtelijck tegen de Overheyt rebelleren, aen-
gefien fy haer niet onderftaen de confcientien in faken
van religie te dwingen , maer vriendelijck met malkan-
deren omgaen. De natuer des volcks is minnelijck, ge-
fpraeckfaem; en word om de hooffche en beleefde ma-
nieren meer geacht, als eenige van de nabuurige landen.

E

Ircp-p.v;,

Ratihcr.
Tejjchef}.

Neijfe.

LigrJiz,,

Bricgh.

Mmfïtr^
kergh.

Btrnßadt.
Jagtrn~
dorp.

Croflen.
Bmnnktu

Bißo^"
men.

Lucht,

JnnmnAe" \'
renmt.

I \' I\'

I !
11;

Ij I

-ocr page 213-

1 ,r

3J

NEDER.

s I L E S I E N.

Eder- ofce Onder-Sile-
fien , vervat de landt-
fchappen
Bfeßaw ,
l^eiß, "Brieg , Olfz^e ,
^unflerhefgi Schweid^
nitZii la\'^er» GrotkaWy
Glogaw
en CroJTen^ en
daerenboven de drie
vrye Baronien
ÏVarten-
berghi Mielitfch,
cn Trachenhergh, ♦

De ftadt Breßaw is befchreven in de gene-
rale befchrijvinge van Silefien.

\'t Prinfdöm Neifz, heeft fijn naem van de
hooftftadt 5 gelijck mede de andere Heerlijck-
heden van defe Provincie den naem van haer
voornaemfte fteden voeren. Dit Prinfdöm
ftaet onder den Bilfchop vdn Breflaw. De
ftadt light op de riviere Neifz, en is de woon-
plaetfe des voorfchreven Biftchops. De ande-
re fteden zijn Kant, Grorka, lavernigk met
haer kafteel lohansbergh; Wanfen,Zuckman-
tel, gelegen aeii den voet van\'t geberghte
van Moravien, en was eertijds genoemt Edel-
ftein 3 Weida, Patfchkaw, Ziegenhals, gele-
gen op de Biel , die by de ftadt Neifz m de
rivier Neifz valt : en fiotzeplotz ofte Hohe-
plotz , toebehoorende den Bilfchop van Ol-
mutz in Moravien. Ochmuchaw is maer een
open vryheydt met een kafteel, toekomen-
de den Bilfchop van Breflaw, hoewel datfe on-
der de fteden geftelt wordt.

\'t Prinfdöm Brieg heeft oock fijn naem van
de hooftftadt, gelegen op de Oder, die een
heerlijck paleys, en vermaerde Vniverfireyt
heeft. De andere fteden zyn Olaw, aen de
"riviere van den felven naem; Wohlaw, Strelen
op de Olaw 5 Rauden, Wintzfigk, Hernftat
op de Bartfch, met een treffelijck kafteel;
Steinawj Kreutzburgh, ontrent den oorfprong
van de kleyne rivierkens Brins en Rofenbergh:
Reichenftein, beroemt door haer goude en fil-
vere mijnen; Bitfchen op de palen van Polen;
Nimptfch en Silberbergh , gelegen tulfchen
de bergen, niet verre van de filvere mijnen.

In \'t Prinfdöm Olfz,e light de hooftftadt
van den felfden naem met een fchoon paleys
cn kafteel van den Prince. De andere fteden
zijn Feftenbergh,en Medziber op de Poolfche
grenzen ; by de welcke men Trupene en Ire-
buntz voeght.

oM\'mßerhergh is de voornaemfte ftadt in t
Prinfdöm des felven naems. De andere fte-
den zyn Franckenftein op de Stein en Warte.
Voor defen was \'t fijn eygen Hertogh onder-

duytflandt.

Brieg.

Olfte.

f ^

H^mfieY"
btnh.

dorpen , welclce nu is die van Olfze, inaef
hedenfdaeghs behoort het aen den Koning van
Bohemen.

\'t Prinfdöm Schweidnitz^ voert den naem ^dueid^
van fijn principaelfte ftadt. De andere zyn
Landshut, Reichenbach, daermen veel linnen
maeckt; Waltbergh, Freibergh, toebehooren-
de de Heeren van Hohbergh , die mede ge-
biedt hebben over de ftadt Gotsbergh,ontrent
de filvere, kopere , en loöde mijnen; Striga
vermaert om haer goedt biet, en fegel-aerde.

In \'t Prinfdöm lawer light de ftadt lawer lawer.
met haer kafteel, daer de Gouverneur van de
twee Hertoghen , te weten van lawer en
Schweidnitz, fich onthour. Lembergh light
op de rivieren Bober en Lehn ; Schenaw op
de Katzbach ; Buntzlaw op de Bober ; Greif-
fenbergh op de Queifs ; Friedbergh op de
Queifs; en behoort aen het huys Gotfchis;
Naumburgh op de Queifs; Hirfchbergh op
den tïamenvloedt der rivieren Zach en Bober;
Liebethal, Schmidebergh, en KupfFerbergh.

t Hertoghdom Crojfen ftaet onder den Oo/f«.
Marckgraef v^an Brandenburgh , wiens hooft-
ftadt oock Croflen heet, en is gelegen daer
de Bober in den Oder loopt. Sy was verpandt
aen de Marckgraven met de fteden Bobers-
bergh, Zullich, en Sommerfeldt op de Neifs ,
die in \'t felfde Hertoghdom fijn. Maer toen
de tijdt van betalinge verloopen was, heb-
ben de Marckgraven die behouden ; lbo dat
loachim de tweede, Keurvorft van Branden-
burgh, fich Hertogh van Crolfen fchreef,met
believen van Ferdinandus Koning van Bohe-
men.

\'t Geflacht der Burghgraven van Denen
befit de ftadt
PFartenhergh, die de voornaem-
fte van defe Baronye is , gelegen ontrent
de fonteyn van de riviere de Weide ; aen c
felfde huys hoort mede de ftadt Bralin.

De Baronye Trachenbergh met de ftadt des

felfde naems, gelegen op de riviere Berthe,
met de ftadt Praufnitz , die daer aenhoort,
ftaet onder de Heeren Schaff-Gotfchis.

Op de grenfen van Polen light de Baronye
oMilitfch, met de ftadt van den felven naem,
en Freihan : Zulauff, gherekent onder de
fteden van defe Baronye, is maer een open
vlecke, en ghehoorfaemt nu de Barons van
Donen, en \'t ander deel ftaet onder den Ba-
ron van Malzan.

i ji

I !■

M ¥

i-il

l\'J

i st:

lil\'"\'

I II

In de naeftvolgende kacrt fietmen de ge-
legenheydt van
Glogaw,

i!

Kk

-ocr page 214-

5 I L E 5 I A

I F E RIO E..

SerAfi^. Cspiß ^Prütc^nSus ac S)ominis

Ibi. GJ^ORGXO, T>n. XVDOVICO,

Dn. Chris riA^^O, iVambus.
Xuc ilnis Sil^Ze ^l ioimCac Xet^^nßSm,

Explicatio Ifc^ot arum.
1 .

^iL "Vris tnuro cinctcL-,
Stal.

^^ Of^n3urTi,StäMitv.

Jrx, Schloß .

^ CPc^us cum ten^lo ,
mit einer Icircl} .

jj^jTa^us notaitlior ,
"^erümpt doi^fmt etnem.

o Ta^ ,/D orff .

I4OCIIS Ordmt Sacrit nttlif
tite, Dicatus, Comterey.

Ä Monqßerticnv, Chßer :

Trcepoßturci,Tröhßey ■

"Bcma Scchftafliat,
^ &ejßic1ie jütter .

reoikruiauri,Gi}l^tJ>e.

^pi Cu£ri, \'Ki.^jzr.

/ ^tarmi, Ztntiffruhe.

\'^erri:, &ifenhmtmer
imÄ. fffuhe .

CaLcü, ^alck s

Loxms. , See .

Ü^onünis ^ßt^tiaß^Iimis Ü>icata.
^JoftA Scutteho .

m

^Thumi

\'en.

Giuchc

\\20

5-2 Orien.s

otifMr

abraßii, % äV obra.

Sia,

Militfck

ff n

Ztttai^

lutr^chtn.

O I. ( o

Sart^CZ^u-o

\'^orek \'^oi\'liA

N I ^ RIE G ^

C O N ^

15^ ...................

^Äf ^ C A jp-^ . T V- S

^ Olße ,A]i &

^O X S ^Tsr K X S IS.)/ ot^ ^

E A Jllo A T V S

/ , Cr SS

/ . D V C A T V S ...

Lmieti

B R K G E

^ m IL . Ii/- > y II a I V

\'KattefH-

\'^T^fff^Jg

Brellaw I ,, ^ ^^

Ä Jf StreUn

"Äjf \'^eivklrcli . X<wr

\'OS \'Jsntz
fftunJA

J-Ä^ Sblhetnax

A V I E, ^^ S. , I S .

V Sch\'iker muhte

Schijulc \'V "X-ef""

SMat^ii-

:S / ö vaye MUnJ^ ■

jy V C A T ^ S

. ■^omofttT

i \'^jßenrc^

m

C I E S I S

-^iycftmtx

ß A R O^ A^\'^

Sfrenix -

Gfunaiif

, . .

Tarchwttz \'Rmti\'\'^\'-:\'^ ^ Sckweidnits

DietnumsJn^

Ohortüki

jürns notoMzs,
\'^Berümpt (Berj.

.. /X 0

. ■ A X) V c A ^ "f^Bvc AT V

; iL.- " 1 ^CMÜX Seifei ■ ■. ÄjgrA.^ J • jff^.Mtn^. »«A^Ä«\'

/ er-\' £ ^^ /V \'Sr^i

\'Tiennntix

Soi^^t"-

O^altne

-Buk

hek V

Oiei^xtx

rtzriuki

SeharßenoftXcil.

mto ^M^^miJih

l^o c^^o\'^^mk V I ^^ N s I s.

^Sf^uJnitx S

SIS.

VBecrsIt)^ ^ecilu

Otarowe

Gi-ieffii.

Hi^niki\'

G^xtntec

■si>r/

\'^etimA

LXandshutt-

er s

, "J^inne

^SeUni.
hrai-ke .

L \'Faltleefistciti. \'

t Re^ßch löl Uretic

A S € \\N

\'k.

•»aüi-di/i
^tßht.

Scimu

5

r KvtXflitf

Zu-e%<av Tel.
Sierakatva

T ^

TÜLSUU^iv

m IIa U
0

* «

H I A

Xolmmt^

-Ütifl«.^-,

\'Scmhstr

^^iernhauftt\'^ol.
JiiedzichffJ-

, tJuis ■

rSefci

"^ailscxm-c

Krmnmehtw ^^

Jl

/. f

rKretieln.
So

■üacia

CiaisJar

\'V oßi

hiisst. \'J

k

Ji^clte

Stettüttrch

Jtuckmv

.........\' A

rPrettifci ^^"-^^eiwil^itt. t D V C A\\ ScMein. ^ % /jT m^-iW^^

^^ ^eietiiav

Greifiißein. ^ Ctmtxinici^

.«III9C „, -.^^sfisai«^ Gros N^i \\\\E N A S I S f

/t^na»\'

ftii \'^RaiUnm\' ^^ÜersJc^ß

......

/ , . , ,, Xm-i««\' , Sirernierj
c

■f.

•a

Zantoch

s

1 ^ieUiaw

Oiexd

■H ..... riÄlU Großen

Gurt^f^ Jß Starrel ^ ® \\ Im i .-•JIL. A ^ A G A I E ^T

SIS

Laubati

Schreße.

Schwerdiä-\'\'^
.......

. ZUUenew

^^

Sofo^

L .r s ATI E ^ J O ^

Sdm^lL
\\ Kluex

Scitime 1 »«i!^

^ V.fl • cifä^ mVR- C H I ^ O a j

Crkße». ^^^ \\

M-

SÄ;

£ck

\'TLaAenhfJ

£ TV £

isa

R I O R

•T, «\'T S

^itertretcK^.

f^eisktrek

-TrihelL

TIA

Ä

Schän/m\'

CrcriJie

SefHche,

c

\'imptitz

n

GDrttx i

X .

yf

\'Vi

■Z-tttmv

■•v

Heteheniaik

-r s Ä-

Greien

CJ

Si:\\ reite

GraJits:

Lieha,

\\ r

t \\

JÜlkana. G-ertnoft: coftmiutun.

/Kußriri

a^reßen

j ej) e Jl ^^ sj\'T s. y ^ ^ ^ ^ ^^ ^vl^\'^ ■

[■ei- .

\' \' IM -T

\'^Eranifir^

« mm MiP-^Tf^—LUBi::

IJFOc\'^iaeiis

\\-f0

\\J0

-ocr page 215-

\'I

iil t

■ }- \' -.

J.

; !

y

lüi

i

H \'

h ■

-ocr page 216-

\'t H A R T O G H D O M

ji. ii

j \'i
I

W

U

E

J

A

R.

Et Hartoghdom lau-^
yeer ftreckt fich zuyd-
waerts in de langte
naer Bohemen toe; en
verlpreyt fich akiaer
breeder uyt; foo dat
het een gedaente heeft
die eenigfins een kruy-
ke gelijckt: wekkers
enge mondt, aen het
noorden, van \'t Hartoghdom Glogauw beflo-
ten wort: d\'aengehechte fijde, waer de hooft-
ftadt felve in leyt, heeft de Hartoghdommen
van Swidnitz en Lignitz tot grenfen : en het
voorfte deel ftreckt lich weftwaerts naerOpper-
Laufnitz, en een gedeelte van Bohemen.

Het wordt geheelijck in vier landfchapjes ge-
deelt , namentlijck, in die van, Buntzlauw ,
Leeuwbergh, Hirfchbergh\', en Jauwer. Dat
van
lauwer wort bepaelt van dien hoeck af (de
welcke wy gefeght hebben \'t oor oft hecht der
kruycke té verbeelden ,) met Leeuwbergh en
Hirlchbergh. \'t Heeft maer eene ftadt, die \'er
de hooft-ftadt van is, en van welcke het Har-
toghdom de naem
draegtjaurarmmj oft lalporia,
en in \'t Duyts lauyper geheeten, omringt van een
feer vruchtbaer landt, en in een feer bequame

fdaets, tuffchen Swidnitz en Lignitz gelegen,
auwer en is wel lbo groot niet als Swidnitz,
echter iffe met ftercke muren en poorten ver-
fien de lucht is \'er feer gefondt. Sy is met een
Cathedrale kerck verciert, en heeft een kloo-
fter van d\'ordre van S. Bernard daer is mede
een groot en fchoon paleys, in het welck den
Amptman oft Vooght van beyde de Hartogh-
dommen van Swidnitz en lauwer aldaer geftelt,
fijn gewoonlijcke refidentie heeft, \'t Stadthuys
is van fteen gebouwt, en middelmatigh groot,
en rontom \'t voor-portael, dat tamelijc k groot
is, ftaen de huyfen in liilcker voegen opgetim-
mert, dat men\'er verlèkert voor regen en wint
onder kan gaen wandelen, gelijck onder gal-
deryendie voor de huyfen fijn. Sy heeft Sint
Matten in haer wapen, fijn rooden mantel met
een Iweert verdeelende , in een hemel-blaeuw
fchildt, en op een afch-bruyn paerdt fittende.
Stalhans bracht\'er garnifoen in, in \'t jaer 1^40,
en voorfagh het met alle\'t gene tot haer ver-
ftercking ftreckte. In April des felfden jaers
kreegh Goltz, Keyferlijcke Overfte, defe ftadt
wederom in, na dat hyfe een of twee-mael aen-
getaft had, met groot verlies der borgeren,
die de ftadt dapper verdedighden. In het jaer
1641 namfe Torftenfbon voor de Sweden in; en
in \'tjaer wierdtfe van \'t felve volck ver-
woeft. In \'t jaer 1648 namenfe de Keyferfche
door oorloghs-lift wederom in , verwoeftenfe ,
en ftakenlè in brandt (door welck de helft van
DupsIariP,

Talen,

IDethrig.

Jatiwer,

de ftadt met de hooft-kerck in d\'affche raecfc-
te) behalven\'t Slot, dat de Sweden in hadden.

\'t Eenighfte vleck van dit landtlchap is Schon-
ayp , aen de rivier Catt gelegen; aldus gehee-
ten om de aengenaemheyt des oorts. De kaftee-
len fijn ,
Hert^ogypald, en Lohris. De voornaem-
fte dorpen fijn defe :
Mat^dorff, Bersdorf, Proffen,
Kolminit^, Pofchmt^y Hermsdorf y Prausnit^iy Con-
radsypalde, Leippe
en Pumhfen,

\'t Landtfchap Hirfchbergh werdt omringt van
Bohemen , Leeuwbergh en lauwer , en van het
Hertoghdom Swidnitz. Het is bynae over al
bergh-achtigh , en van boffchen overfchaduwt.
Hirfchbergh is de voornaemfte ftadt van dit ge-
weft, in \'t Latijn
Ceryimontium genoemt, van
de herte-jaght dus geheeten : defe ftadt is wel
niet groot, echter volck-rijck, en met inwoon-
ders vervult, oock vermaert door de fchoon-
fte linne-weveryen; aen de t\'famenvloeyinge
van de rivieren Zazis en Bober, tuffchen de
Sudetifche bergen , in een Ichoone en bequame
plaetfe, gelegen : fy Is oock beroemt door ha-
re baden en warme wateren, die daer dichte by
lijn, welcke groote krachten hebben om ver-
fcheyde fieckten en quellingen des lichaems tc
genefen. In \'tjaer 1549 wierdtfe door een on-
voorfiene brandt geheel vernielt; doch weder-
om veel heerlijcker en cierlijcker naderhant op-
gebouwt. In\'t jaer 1^34, als de voorfteden van
de Keylèrlchen in brandt gefteken waren, en de
wint \'t vuer nae de ftadt toe dreef, raeckte*
fe wederom in d\'affche, in fulcker voegen dat \'er
niet een huys voor \'t vuer onbefchadight bleef.
Sy wiert lange tijdt belegert gehouden van dc
Keylêrlche, in\'t jaer 1640, n^:^ -^at Stalhans de
felve in \'t vorige jaer met garnhoen befet had,
met lillek een hartneckicheyt der belegerden,
dat vele vrouwen door honger ftorven, en de
kinderen hare handen op-aten. Eyndelijck de
ftadt door Stalhans verloft,en de poorten in den
brandt gefteken fijnde, wiert van d\'inwoonders,
ontrent joo fterck , met vrouwenden kinderen,
alles mede nemende wat fy konden, verlaten.
Den Keyferlijcken Overften Goltz herbouwde
allengskens de verlate en verwoefte ftadt, en
vervuldefe wederom met inwoonders. Nae die
tijdt, in\'tjaer i<$45\', wierdt defe ftadt van Ko-
nincksmarck ingenomen, en lange tegens de
Keyferfche gehandt-haeft. De overige fteden
Steden e»
fijn: Schmiedbergy aen de fijde van de Reufe-berg,
dus genoemt van \'t groot getal der fmeden,
als ort men lèyde, der
Smedenbergh. Sy is al over
vele jaren bekent door de fmits-winckelen, en
is de wooning der genen die in metael wercken.
^upferbcrg^ f dat is, Koperbergh, een ftede-
ken daer veel metael gearbeyt wordt, en om
fijn oudtheyt genoegfaem vermaert, is tuffchen
de Ripheïfche bergen , aen de rivier de Bober

Kk z gelegen^

J

u

-ocr page 217-

Scf^eu-trio.

\'7CL ICirtxeiui^.

^ vi\' ^ J ^

JuV\'

Samt^is

......■ .......T,\'

et Genexofô Dn^,

D. O T T O N I,

iïb-.Baroniàîirostitz in Rocklirtmtz,
^^et^s^oi^, jJ^ertzo^swalJaisf^ Lolni ,
M-cm^Jclutz et:f/\'euenèoi^^

&CUT. Cief^jLyT-cLConfdtis, et Ci^itaneo
Swùnicet^ et laurani^ujutttaan :
nt et

3 U isr T ^

TNôtularufli Kxplica-fcîo.

(^"^ûiUrus-Atu\'t ■■
^ Â-r^etvti
^ S-tamvL,

o

jki O^ptdtdunv .

^ ^anct^iertam\'
, etlcmO\'CohjMJi

\\ Ar x .

\'Xemftc ■

\'u c AT u ^

......

Qi ^ J ^

SIS.;

^ X S etnfiarff

■^^^.-\'-■•X ^ o Vierfdar

\'IBersdarff

^ \'l\'erré

2.0

L Œareéh

ŒUleiulft^^:

^irckcnheuck. o

f

^erri- .

Calx, .

Tturtmum. \'IReveren^ \'^raJutUniSf
lOus-tn^tmis S-eiterojts Comittlms et-
Ij.L. "3aronunis,:fro1nliius.,Stremas, -
tris .^Jy^ovincicitiius uttiveifi
^ucatu^ laur ani, ^artattùs

o

JlertzdsrJ^ -1-

LI I c n Tsr s I S

^ ^ LclenJaw-

SchreihejJ^irj^ -^.a^^u^iî^

shrfi

^........... ZPcméhe

o lise

de0-t:

lrc0iS

jaMtei- .—s. ^ ^ -i

.......-i 1 ^

il ......\\ ^sfeiL^tir C â.. \\ \\ 1 ^

Uoge

tnttJj

\\Stfaii£i±%

Jms

iktmilkmJJJ),

îmmmc c s

.....

•^DtirreTfe-ud^rjf o

^mhTiersâiirjSP Ctaténî^ X/eml:

edarf

Tlcwhvity.

Ûr.CRachi\'ax m. ^^^

M

-JfiJ^r-Mcjti

C O ^ e 71 °

10

o

TfaJiti^

rhthel jf ^oUb^îi

Oler^^

(ire^eniergy

Xet.

JUnneriJl

^tg^e

\'Xeukp\'h

rotse

(freii^

TJUer-itioi;^^

S^xenlera,

A

.KPirsi

^Sieienetchefu f

XetJé\':^\'^
Xttetv
-\'ir-

\'Kandtti^
o

JÛAUBlSilfr

\'i

rPfe^\'etul^^

ferjs.

\'Ser^Jm^

TÊaviorf

aCRe/èn

aMterut

-i

ro xÛi^.Vol^-tt.

Seiche

l •• \\ Gratwçftfx^
»î/t^/- / ^^ei^e/ Ôr.AeJli

t/^K- \'^hr^y:^ Se^^?^\' aat.\'\'areaersdcrj\' \\ , . \'\'\'X\'
rpumhj^k --\'^^^^f\'Kelnmit* SiienhoL \'

rjir^ricu

SexS^eridei^

IPAR S .

OùtabeUdûrjff^ ...............

-^euAcrff
£

OjrOS

Jjvlen^^V

TùtnÂat^

__________UU^tf ffkaâ*^\'^ ........

p>eéer,Jai:fo , 0 OC, ^^ S J S " .....°

i

Attjauer

-JL/nmchlis^ .

: ^XMnern.

-■à

Oit^mersicrjff^

ccherii^

.le^or^rg V _ V rFahkejder^ 0/ V1 1 ^^ ê^dâarfF

CBhemetumr-

® Olerjir^ Vy

o Strvtier^

(friiUnl

\'Aalsli

"s tonivJO-

ii^lie - e

i

Ijchv.
Sch \'0er -
o

■ huhethal

m

D

Xaindei^

l^mtéerharlr^

Aauer
telsio^

•SitierrurS

^ ^ Schvettihaufi
ohemwff

M

^ .0

- d^rjf

a-vv^

I^attaenfLH\'
i

B O H B M. I A

^ttet,

"KauMr

9 JLef^d

^eîile-utel

\'ISerxnSa

iCohet^rtdeleT^

■c e

Œ

\'Asmuiitit

JlahkenhaiLS

. . htehher^

HldcscïJiDeï

C H o B

Schwartzhach

—^ -o. H

\'^Î^attnîfrmi^f S^on-^ dorff\'

f / JiertxJ^J^

-u- H f

G ^ 3

^e^erishatt^

~^JSietiierii3tfitMc

CBitrhtch

J)

.î.

-Aetchenox^

C O TST I

Xicer

fl.

Werri^a

55

H I SiL

hoTnmi\'^

Sch-etherAit^

•TùiMaeh

JTeiutat

\'SUrtJrtech

Oi^ent^ J

xtgss^

[XandesWtt

IST I A

o y

Schrà^h^â
AmjJetj^ l

50

Gtrjchlrrf^

A \\ ÏL

\'"Tifeiniach

m

Jùtrte

\'J^nmmefmiîfeL

a

D V c A T ^ s

s I X, E s I ^

I AV Tl I

T

ATI O

Kukiiovio

ei-ico

Aué^oi-e Vriâ

ScahtMtUû^i^tum^ô-ifi\'tnanuyainan^ ccrmmufuimty

- ^ermfiJai^

izenJgi^

IBolcoi: sile^f

O

-ocr page 218-

\'£ H A R T O G H D

geleg en , alwaer over de fèventigh winckels
fijn, in welcke \'t koper wierdt uytgekoockt, in
een dal , dat van \'t fchuym der metalen den
naem heeft,
t>tï ©(^tacfeitgrimD geheeten : en
Schwenckfeld getuyght, dat dit noch heden
voor waerachtigh aengenomen wort, aengefien
de riviere de Bober noch foo veel fchuyms, dat-
fe ingefwolgen heeft, vertoont hoewel dat he-
den maer een eenigh diergelijck dal overigh is.
SJÏolcfett^ailé, aen de riviere de Heber, tegen
over \'t Slot Fifchbach :
Kat^dorf aen den oor-
fprong der rivier Katzbachj en
Altenhergh. Men
vind\' er oock feer vele kafteelen , als, Kynaft,
Kemnit^, Falckenfleyn, Bober fteyn , Polt^^enflejn, en
Bfchbach. Het getal der dorpen,die niet te tellen
en fijn om hare menighte, fal beter uyt de kaer-
te gefien konnen worden.

\'t Gebiedt vanLeempbergh wert omcingelt van

Letrnherg. Lausnit2,en van de geweften van Buntzlauw
en Hirfchbergh, en van een gedeelte van \'t Har-
toghdom Lignitz. De ftadt
Leeu^bergh leght in
een feer aengename plaetfè aen de rivier Bober :
(want ontrent de felve , fbo wel van onderen,
als van boven , fchijnt de heele ftreecke anders
niet te wefen dan een vermaeckelijcke Tempee)
voor defen was fy vermaert door hare metale
mijnen : en nu iffe door de geluckige op-
queeckinge der goede verftanden , die fy in
menighte heeft, als oock door lant-bouwery ,
fraeyigheyt der gebouwen, en wolle-weve-
ryen , die\'er feer goet fïjn y en dan eyndelijck
door hare aengename tuynen verheerlijckt, en
feer beroemt. Selfs van den roos-maryn alleen
en hebben de huys-moeders van Leeuwbergh
tot nu toe geen kleyne winft van de Bohemers
Tetrocken ; en Tobias Coberus fchroomt
lem niet de reden van defe rijckdommen , al-
leen aen\'t queken van defe aromatifche plante
toe te fchrijven j terwij le, met groote verbaeft-
heyt, felf van de grootfte Heeren,oock granaet-
appelen in den hof van de Borgemeefter Schu-
bart, felfs in\'t uyterfte van Silefien , gefien wor-
den. Defe ftadt wiert met garnifóen verfterckt
van Stalhans in \'tjaer 1640, en wederom van
denLauwenburger ingenomen in\'t jaer
1641.
Daer nae de Sweden, Glogaw in hare macht
gekregen hebbende, quam deiè ftadt wederom
in hare handen^ en in\'tjaer 1Ó43 wierdfe van de
Keyferfche belegert, en hun overgegeven.

Daer fijn noch in dit gebiedt andere fteden ,

ftl^lnll"\' ^Is Greiffenbergh, niet weynigh vermaert, aen de

dorpen*

r

■;\' ■ I

OM J A U W E R.

ri viere Quis gelegen, een groote naem krijgen-
de van \'t linne-weven, dat \'er gepleeght wort,
waer door defè koopmanfchap fèer bloeyt;
en brengt den inwoonders geen kleyn gewin
aen. In \'t jaer 1603, een brandt onverfiens ont-
ftaende, wiertfe t\'eenemael in d\'affchen gelegt.
In \'t jaer 1645 Torftenfbon herwaerts komende,
belegerde het kafteel
Greiffenftein, dat fich over-
gaf : als mede de kafteelen van
Fridland , Polchen-
heym
en Lehnhaus j welcke laetfte Montecuculi
in \'t naeft-volgende jaer wederom kreegh: ech-
ter den Overften Wittenbergh de kafteelen Frid-
landt en Greiffenfteyn met alle fpoet te hulp
komende, verlofte hen van dit gevaer.
Fridbergh,
een fladt nae een bergh-achtigh landt ftrecken-
de , dicht aen de riviere Quis, is onder de heer-
fchappye van de Gotzfèn.
Lehn, met een
flot, tuffchen Leeuwbergh en Hirfchbergh,
een ftedeken : en
Liebenthal, in een aengenaem
dal gelegen , niet verre van Greiffenbergh, be-
roemt dooreen Nonnen-kloofter, die onder
het opficht van een Abdilfe leven. De kafteelen
van dit geweft fijn,
Greiffenfteyn, Zoten, Sieben-
eichen ,
en Plachw^. De dorpen fijn: Birngrat^j
Langen-^ajfer y Rabshoyp, Mert^dorf, Geppersdorf,
Langenayo , Neypdorf , Sirgmt^ , Haftmansdorf,
TrinnendorfSteinkirch
, en ontallijcke andere.

Het landtfchap Bunt^la"^ is wat kleynder, en
niet fbo roemruchtigh als de andere, \'t Heeft
maer een ftadt,
Bmt^au-^, oft Boleslaw^ gehee-
ten, tamelijck goet, en aen de riviere Bober,
in een aengename en bequame plaets, gelegen
want fy leyt by fchoone boffchen , en liefFelijc-
ke wateren, die de velden befproeyen, door
groene en vochtige weyden onderfcheyden j en
heeft, om haer gefonde lucht, en de menighte
van hare ftaegh-loopende en tamelijck koude
waterenk, en om de vruchtbaerheyt van haer
grondt, feer weynigh die haer gelijcken. G«-
duerende den Sweédtfèhen en Duytfchen oor-
logh , heeft defè ftadt dickwijls van Heeren
verandert, dan met d\'eene, dan met d\'ande-
re houdende; niet fonder groote fchade van
den inwoonderen. Die geweft heeft maer een
vleck, namelijck
\'Naumburgh , aen de riviere
Qois, vermaert door een Nonnen-kloofter.
Klit^dorfis mede geen kleyn kafteel; fommige
reeckenen het voor een ftadt, als mede \'t dorp
Medlavp. Defe dorpen fijn wel de voornaem-
fte:
Olfe, Nendorf, Tillendorfy Uittel ^Mert^dorf,
Schonfeld, Leichtenwalde, Aflasp
, en Medla\'^.

t\'Q L O-

-ocr page 219-

I:: ^

W.

I

O

G

O

G

En kan niet wel weten
wanneer Glogow ge-
bouwt is j en den naem
van
SlaJfon-Polacre gekre-
gen heeft, door gebreck
van de Hiftori-lchrij-
vers 5 waer van d\'outfte,
die tot Glogow bewaert
worden , gefchreven
hebben in \'tjaer
iiSj:
hoewel datter noch veel oudere fijn , gefchreven
nae de oorlogh van Tartarien, die onder den
Adel ontrent de fladt beruften. De Hiftorie van
Polen, uy tdruckende den naem van Silefien, be-
gint van defe ftadt te fpreken in\'t jaer onfes Sa-
lighmakers 1104, daer hy feght, dat den Hertog
Boleflaus Crifpus tot Glogow foldaten geworven
heeft, en tegens die van Pomeren gevoert. Daer
ftaet oock by, dat Koning Henrick de V de ftadt
Glogow belegert heeft in \'t jaer 1109. Doch
dat defe dingen niet gefchiedt fijn korts nae het
ftichten van defe ftadt, maer een langen tijt daer
na, kan men fpeuren, dat de ftadt op die tijt
vol volcks was, en haer muuren door outheyt
verrot, gelijck Dugloffus getuyght. Soo dat \'et
wel te gelooven is , dat den bouw van Glogow en
Vratiflavie oft Breflaw op eenen tijdt onder Ko-
ning Miceftaus begonnen is, wanneer men, door
raet van den Biffchop Godefredus en andere,
veel kercken in Polen gefticht heeft, en veel fte-
den en huyfèn gemaeckt.

Het fchijnt mede dat Glogow gelegen heeft aen
de overfijde van de Oder naer\'t noorden : want
de hiftorien feggen, dat den Keyfer van Minen
vertrocken fijnde met veel Duytfche en Boheem-
fche\' foldaten, om tegen \'t Marquifaet te gaen ,
bemachtighdc Libaw, de grootfte vryheyt van
alle \'j en dat hy voorts naer de Oder treckende, te
vergeefs Beute belegerde, en daer nae over de
Oder komende, Glogow fèer benaeude, fbo dat
hy ten laetften, \'t hooft der Bohemen verflagen
zijnde, fijn leger opbrack , en naer Vratiflavien
trock, op den felfden noordelijcken oever, en
dat hy by de vryheyt Hunds-felt de Polonoifen
flach leverde j al het welck te kennen geeft, dat
Glogow eertijts op de overfijde van de Oder ge-
legen heeft.

Eenige Hiftorifchrijvers fèggen , dat Glogow
in vorige tijden gebouwt was op de felfde plaetfè,
daer de groote kerck
van de Maeght en moeder
Godts Maria nu is j welck beter te gelooven is, als
men den vochtigen aerdt van den grondt aen-
merckt, en niet wel om aen te komen 5 want fulc-
ke plaetfen fochten de Ouden om fteden te ftich-
ten. Niet verre van daer vint men noch in de aer-
de
doots-hoofden, en andere gebeenten van ver-
ftorven menfchen, die getuygen, dat hier d\'oude
graven der heydenen waren. Soo dat\'et fchijnt,
dat defe ftadt, eertijts kleyn, op die plaetfe van
den oever gelegen was, welcke nu geplaveyt is,
en daer men de voorfchreven kerck fiet.

Duytslandt.

Seecker , den oorfprong des naems dwingt ons Nam,
fulcks te gelooven, die lbo veel beduyt als een
Egelentier , want dien oever is vol diftelen en \'
doornen: foo dat ie verwonderen is,dat de voor-
ouders geenen beteren naem aen hare ftadt ge-
geven hebben j gemerckt men meeftendeel de
faecken uyt den naem oordeelt.

Men kan uyt de hiftorien mer eken, in wat tijt
dat Glogow aea defèn kant van de Oder gebout
is. Want in\'tjaer 1110, nae de belegeringe,
trock Boleflaus Crifpus naer den Keyièr, tot
Bambergen,en quam weder in fijn genade,om de
welcke te beveftigen fy een houwelijck maeck-
ten ; en van daer te Glogow komende, begaf hy
fich om de ftadt te vermaecken, die op veele
plaetfèn, door de vorige oorlogh, bedorven was,
en aen de welcke , foo de Hiftorifchrijvers fèg-
gen, de Polacken gehouden waren.

En aengefien dat de ftadt te kleyn was voor de
menichte der inwoonderen, is goet gevonden de
fèlfde van den fandigen en onvruchtbaren oever
te brengen aen den anderen aen-genamen en
vruchtbaren. Soo heeft men dan een groot pleyn
afgeteeckent, en om die vermaerder te maken,
en te beter geleerde en godtvruchtige mannen
daer te trecken, die Godts woort fouden predi-
ken , heeft Koning Boleflaus Crifpus, door raet
en hulp van den Biffchop Haymo, aldaer de eer-
fte kercke gefticht, en het Bifdom Vratiflavien
onderworpen.

Men is van gevoelen, dat defe groote kerck,
gebouwt in \'t j aer 112 o,in \'t beginfel geweeft is op
die plaets, daer men korts daer na het Predick-
heeren kloofter gebouwt heeft,daer men noch de
huyfen van de Canonicken toont. Het jammer-
lijck ongeluck,welck den nieuwen bouw van Glo-
48 jaeren nae den eerften volghde, beve-

ÏOW

ftight den tweeden. Want als Fredericus Barba-
rofTa met een machtigh leger tegen de Polacken
trock , de foon van den voorfchreven Boleflaus ,
naderhandt Hertogh van Polen,fïch niet betrou-
wende op de fterckte van defe nieuwe ftadt,beval
dat menfè verbranden fbude, uyt vreefè dat de
Keyfer die foude vermeefteren: de welcke, foofè
aen gene fijde des oevers, op haer oude plaetfe,
noch gelegen hadde, foude hy de felfde met fol-
daten befet hebben, om de belegeringe te we-
derftaen , gelijck fijn vader te voren gedaen
hadde.

Ten laetften, in\'tjaer 1260, heeft Conradus
Hertog van Glogow, néve van de heylige Hedwi-
gis, die binnen het vafte Kafteel Pridom een mijl
van de ftadt woonde, de ftadts kercke op den wa-
terftroom van den Oder verfet, daer menfe noch
hedensdaeghs fiet, en maeckte een kafteel op den
gront van de vorige kerck, en quam in de ftadt
woonen: welcke met inwoonderen begeerende te
voorfien , ontbood hy veele uyt Duytflandt, ge-
lijck hy wift dat fijne broeders gedaen hadden :
door dit middel verwiffelde Glogow van lan-
gerhant de tael en manieren der Polacken met

L1 die

\'I. ,
\' I

-ocr page 220-

Oriens

^HIllUHHWf BWmaHfllll

IlGL -„m

1llllllllllllllllffl \'

\':Pimttz

-A- S

-J il

-..-ß^ \' t ^ \' * \' I tÄÄÄof ■re.\'jçY i fc^\'f

CO : t T

D V c A T V S

Ituitn- ttî ■ ^53,

Czwtfcxttt

Se^aau/ jg^

^otmtf

\\SJS

efjehui/of

<1

fij

D V c A T AT 5

5 I X i: s I ^

G 1 O G A :Nr I

Vera Delineatio

Secundo, curâ. ac lahore co^ecta^
, A Jona Sctdteto S^rottit SÜ^o.

■^H ^ , i -s,.

■.■...Âjjià «ätv.

\'Kohzohen I £ - "

.Schantxt .Deu^h I^Jckmv
1 .MyrAaw

Séhmiejet

Hademitz ^^

J^BÎki

-s-,; i

Hotatm lichen

vT^jmr -^l\'üfi r^ J.

fciittuai^
^ié

Gtu-aw,

\\ Strtefiwttx .

.. i Ps^if^^ ^^^ \'ÄST\'

\' I .Âttenle^

tel • n " j-^

Cr as I

H

G-t\'ahe,

/s»

Éit A^\'^M. S T S C :i

\'Jseheßhen

m M.

ô .

\'S- --------J ,, . , At

Schîat^f^

Cimmet

^ O \' ..........

■XaitKntx\'

, ....
Cros "KretJA

JLnn^efsio^

O Q C^ertzqawaUait^

■M^The

"J^rentzinJei^

I Stetmtw

ç^JS^c^r^---.:^........) ^

\'^\'--^Mlr.Mùr^ if

- -AJI

£

Cradejvtts o

:Eotu}t

lifotarum Xx^licatio

n^rhs Stadt

O^idimi ^^ StäJlettv

\'îc^us cum , i Dorffer mit

bett^Us \'X\'ircheny

"Sa^us cum ^ 1>Bi^mib eàtS
Seäe nehfli êielfitZ

jBi^iLs o \'Jiorjf

Atx a Schloß

i Täoßar

(Bono\'^cciyt-; G-etfÜtchi
gutter

\'Vinetonmu t|î, . i
Cottes -

\'î\'adinx- & 001 s c r 1
cim,-terri àyjetthottter

ß^ Jl

.-Xreiltk

; mê^é

Cres Xrteeiett jf \'ii\' ji

■tüte

O

! Cammer (

\'^rUnMaß

^iltcie

lM

5

.jcvert

VCtmûmy

\' CO wi

-.. .^^■Jtófe:^^. 4 VA

^y^Kloßer

V

oga^

Gres SehveM-,

Gl

Ci^clnfèx r&yttii

M

^ _ „ "Selctiinifhrx

1 -D 1 ^^^ cü^

! lii Knloknwit^ fersib^

•raundM>
S^ffftttclieft\'

Xetschtmf

Beuina» 1 J_____

£/ Jl sa

Uj^h
Ziitirn.

i^ûifnmèt
•mtxênaiMf ^QÀ

^ \'JstftpenJttrf

^ernJc^\'] C I R C

I Sämthi

^iM^lhi

-î.

\'ijOllUftem.

hruelte \'JCntzetum\'

O

Xtuuz,

Oini

O

I,—-

, l^hirttA.
Schmutw

t

IWÎ"^

■^Aliramtrjs
\'^^opnùrx

p .MuJil/iejr^ . Su.

& iitê^ V s °

Grotz.^

M

i I V L V s

\'qg/fA&r ......l^eMht

m

Mr

miJot

V

o -:^anJet

Lmdaiv

\'^\'i^fcAG /.N B iï R G E N SIS

o

(/c1ihirM>

Si\'Jlo (f\'f-^ içj s c jl e s ■ • ^^ ^ètftzfrei^u

o

^eynewe

J-^S O

J ^amnur

Otra.,

tUn^ 1 « z^W 1 \' ä«^/. «i«^ " fV.....^ I wi-i-v/® ISTADTIS M C ÎSE. S

D VoC A^^f^ /Ç i „ GrunWg

SchweiAt^\' J.

ijfinher^

Jût^é
. ^ULUax
Xdeiénuw

\'Tiofitoitf s

5*

# t.
y-.-\'\'-

^ietersiach

- ■ .J5Ä:,\'-. - -

-^Ttehfch

\'Briffiàt^

»Mache.

Sefterrn.

J LethmtX ^ o ^Rohr-x^eßw

1 «

\'Blumherj

\'Milite

SIS

I^S AG A^J"

S I s

^ „ Steinhom

J^\'^ C R o) S ÎT E

SCHMTIBV ii S IS CHE S

V

^oAnakt
rBrau/ittdoff

rJCrantrx

^.■^fehitz

■...fca\'- •...

rtzy

m

OCUm Hammer

O

■:Brpix

Stersîo^

-A .âVu^sâ

J.cittd

Tol^Âà*\'
SoUn.

\'^ûielwitz

Opj^e

33

.Mo/c^en

^iitten ^ Ojerfêhûtx

SIlETSr S^I s .

U

C lO w 1

t

o

Ciéren.

^

- SeJtt^û

Dvg

V S

"KufTffef

XiM S^ ckcn Scltun^

Qùrrz^

f Starrel

Medenitz

m

saga»

Sehönault

Â

^eier G-arh

^^ùttmt^r

^ ^Miüitett.

StiùAarh

A.

-- J \'ïp^ v I EIST S I S .

èV^ tj cd ^ï^TVS IaVRA;

Xerentzi^ . Jijr

U.0

IBrit^Jif!^

LphenéaU. \' ^ % i?5 ^^^

jf £

\' lOiMenJot^

Ge,rma.ntcit catfvmiwtiL

D

1 .........

olri^h

W

Clofh

\'^nJenltz

\'ter .

\'TS/ïeJewitz „ ,/-/

-\'\'A

LVS ATIAV ÏN

Saraiv

"Behnaur

3l>V

FERIORIS :PAR S

\'eyT- îl ^jfiSycS. ■ ^ w

W

-ocr page 221-

1 : •

G L O

die van de Duytichen , en wierde onder defen
Conradus een Itadt.

Defen Prince dede veel goede endeughdelijcke
faken , door ingeven en raedc van lijn gemalinne
Salome de Pofen 5 onder andere ftichtte hy, tot
harer begeerte , een kloofter der Predickheeren
in de weltiijde van de ftadt, vergrootte oock de
plaetfe in \'t weften, daer hy geraden vont de
ftadt uyt te leggen, en gefuyvert hebbende de
plaets daer men de misdadigen gewoon was te
rechten, ftack daer een plaetfe af voor een vrou-
wen kloofter 5 welck fijnen foon Henricus de III,
Hertogh van Glogow, na de doot van de voor-
noemde Koninginne , dede maecken. De godt-
vruchtigheyt van defe vrouwe was foo groot, dat
■de Koningen en monicken, na haer overlijden,
de felfde als een heyhge hielden en eerden.

Crocte. Soo is Glogow tot defe groote gekomen, wiens
diameter , rechte middel-Hnie oft breette joo
Ichreden is, en omgang
6ij. Sy Hght niet verre
van Breflaw, overtreft alle de fteden van Silefien,
en is als een fchat-kamer van tarwe, eet-waren en
andere koopmanfchappen , die in Polen over-
vloedigh zijn, en als de Ipijs-kamer van verre-
gelegen landen.

Vrmht- Haer lant is vruchtbaer van alles, en feer be-

hmhejdt, quaem om \'t vee te voeden. De Oder en de by-
liggende wateren geven lbo veel vifch als men be-
geert : men laed het hout op den Oder met kley-
ne moeyte : in \'t kort, men krij ght \'er alles goe-
den koop , dat tot onderhout der menfchen noo-
digh is, lbo verre men de gierighey t van de op-
koopers in toom houd. Defe ftadt heeft in \'t zuy-
den de bergen en heuvelenifbo dat\'er geen fterc-
ke winden wayen, behalven uyt den ftreeck van
het noorden, die uyt Polen komen, geopent door
de Oder, wiens zuydelijcken oever
100 laegh niet
is, oft de baren onderworpen,als die van Breflaw.

Locht. De locht is goet en gefonder als tot Breflaw,
hy bederft niet lichtelijck, van wegen de gele-
genheyt der plaetfe; want de Alpes fluyten den
wegh van de peftilentiale winden , die uyt den
zuyden wayen j de noordewint komt \'er vlack in,

i \'

^ J i

Mi

) f

il!

1

w.

en fuy vert al \'t gene de locht foude bedreven; en
hoewel dat hy heel fcharp is, wort hy nochtans
door de dompen, die uyt de Oder komen , ge-
matightj foo dat dit geweft geen befondere fieck-
ten onderworpen is, gelijck andere.

De burgeren verbeteren dagelijcks haer huy-
fèn, na de regelen der Bouwkonft,hoewel de huy-
fen meeft van hout zijn : de oude Polacken en
Sarmaten achten defe konft weynigh. Haer voor-
naemfte cieraet is de kerck, gelegen in een aen-
gename plaetfè , met een rivier bevochtight, in
de voorfladt, en met fruyt-boomen nae de konft
beplant, en lufthoven omcingelt.

De ftadt is langworpigh als de gedaente van
een ey, ftreckende van \'t zuyden naer\'t noorden.
Eertijts was \'er een kafteel in\'t zuyden, welck
afgebroken is, en in fijn plaetfè een poort en in-
gang tot de ftadt gemaeckt. Daer was noch een
ander kafteel gebouwt ontrent de Oder naer het
weften, verfterckt op d\'oude manier, in welck de
Hertogen in \'t beginfel woonden. Men fiet hier
noch dien vreeffelijcken toren, daer de Magi-
ftraet van Glogow van honger ftorf, door laft van
Hertogh lan.

De Domkerck leght in \'t zuyden op eenen heu- Domkrck.
vel, is een oudt werck, daer men eenige nieuwe
bygevoeght heeft, om dat de inwoonders ver-
meerderden. Vaft om de kerck is een hoogen
toren , wiens gelijck Silefien niet heeft : men
weet niet feecker wanneer hy gebouwt is , doch
lijn gevel is over de 400 jaren out, gelijck oock
de ftadt :.maer men kan niet fèggen of hy door
ouderdom, of eenig ander ongeluck gevallen is.

In de ftadt zijn drie kloofters, een van vrou- Kloeks,
wen in \'t ooft, ontrent de Oder , voor 300 jaren
gefticht van de godtvruchtige Princen , tot den
gemeenen oorboir der jonckheyt. In het noor-
den ifïer een Minnebroeders kloofter, daer de
Bernardinen eenige jaren herwaerts ingekomen
zijn. In \'t weft zijn de Dominicanen oft Predick-
heeren , die een fchoone kerck hebben, van de
inwoonders gebouwt.

O

ün

^i: i

ii

I, ; ,

-ocr page 222-

ARO

Y E

VAN

T H

O

C A

E kreyts van Betha oft
Beuthen(vanden weic-
ken wy hier voren ge-
wach getóaeckt heb-
ben) wordt dóór de
riviere d\'Oder in twee
deelen gefcheyden.Hy
heeft twee fteden ,
Ca-
rolath
en Beuthen, te-
gen over elckander

gelegen. Deiè plaetfen fijn \'t eygendom van
den Vry-Heer oft Baron Georg van Schonaich,
die eertijdts Onder-Cancellier van Silefien aen
het Keyièrs Hof is geweeft, de welcke oock tot
Beuthen een treffelijck Gymnafium, oft door-
luchtige fchool opgerecht heeft; die door den
hoog-geleerden D\'. Caiparus Dornavius,eertijts
Profeiforin die plaetfè, niet weynigh vermaert
is geworden. Carolus CarafFa, in fijn boeck ge-
naemt
Germania Sacra, fchrijft, dat Keyièr
Ferdinand de Tweede,in \'tjaer 162 5,den Jeiüy-
ten vergunt heeft om de boeten, op de Heeren
van Schonaich geleght, af te vorderen: \'t welck
indien het niet t\'eenemael fou konnen gefchie-
den, dat fy dan fouden vermogen in te nemen
de Schole, die de Heeren van Schonaich aen
de Gereformeerden, die fy Calviniften noe-
men , gegeven hadden. Wanneer Boleflaus
den Krommen, Koning van Polen, oorlogh
voerde tegen den Keyfer Henrick den Vyfden,
wierdt Beuthen van den Keyfer belegert ; ech-
ter de Polen die in \'t flot lagen , weerden hun
fbo dapper , dat des Keyfèrs macht niet kon-
de uytrichten, Maer, in den Poolfchen oorlogh,
wanneer Keyfèr Frederick den Eerften hun die
aendede , wierdt Beuthen met vele andere
fteden, en \'t heele landt, van de Polen door vuer
en fweert verdelght, alleen om dat de Key-
fèr gebreck foude hebben van levens-middelen
voor fijn leger en paerden. Van die tijdt af is
defe ftadt wederom van de inwoonders opge-
bouwt , maer meer naer \'t weften toe , aen den
oever van de riviere d\'Oder, doch fy wierdt
wederom ^ in \'t jaer 147J, t\'eenemael, behalven
de kerck, door \'t vuer verteert. In den Sweed-
fchen oorlogh hebben de Sweden , onder \'t be-
leyt van den Overften Stalhans,de ftadtBeuthen
wonderlijck verfterckt, en befaten die , tot dat
de Keyferfchen met meerder macht op hun
aenvallende , de felve dwongen defe plaets te
verlaten , in den jare 1641, welcke haer op
het kafteel, dat \'er in \'t eylandt gebouwt was,
begaven : dat fy nochtans wederom moeften
verlaten, fijnde door \'t grof gefchut daer uyt ge-
dreven , waer fy op naer Crofnaw vloden.
Beuthen en Carolath quamen beyde in de macht
van de Keyferfchen j welcke laetfte nochtans
een der voornaemfte en fterckfte veftingen is,
Maer in het jaer 1642 nam Torftenfoon weder-
om defe twee plaetfen den Keyferfchen af. Het
omgelegen landt is vruchtbaer en fchoon, en
wordt door de rivieren Recklach en Weisfurth
befproeyt. Niet ver van hier fijn groote bof.
fchen,die om hare jaght op de wilde beeften niet
onaengenaem fijn.

Tarnomt^, een ftedeken rijck van metael,
onder de heerlijckheyt van Beuthen,aen de voet
van den bergh Carpath gelegen, is heden om
hare filvere, doch meeft loot-mijnen , fèer ver-
maert.

\'e H A R-

LI %

Duytslandt.

-ocr page 223-
-ocr page 224-

Li

r

fi V

*

T- , r _ .

%

■■ c

N ■

-ocr page 225-

m

O M

\'t H A R T O

W.

L

Lhoewel het landt
Wolaw fich den naem
van Hartoghdom niet
toe-eygent , en oock
niet onder de feftien
Hartoghdommen van
Silefien gerekent wort,
evenwel om dat het
fijne kreytfen heeft,
foo fchijnt het nieton-
gerijmt te fijn , al wiert het met dien tijtel ver-
eert , om dat het daerenboven in alle de landt-
kaerten de felve naem draeght. Het was voor
defen een gedeelte van\'t Hartoghdom Olfnitz;
doch hoe dat het aen dat van Lignitz is over-
p^/e«. gegaen y en weet men niet. Dit landt wordt be-
paeit van \'t Hartoghdom Olfnitz, en de Baro-
nye van Trachenbergh , aen \'t ooften aen het
weften van dat van Glogaw , aen het noorden
van de grenfen des Koninckrijcks Polen j en
aen het zuyden heeft het de Hartoghdommen
Lignitz enBreflaw.
Hier fijn veel boffchen, en
rijcke vruchtbrengendelanderyen i en over al
Kreyife», is \'er een gefonde lucht. Het wort in fes kreyt-
fen gedeelt, in die van
Ecmnftadt, Wint4g >
la-^ j Steim-^p, Raud,
en Ruthen.
woUw. De kreyts van Wolaw heeft de ftadt Wola-^
felfs in fijnen omkring. Defe ftadt leght in een
vochtigen grondt tuflchen viflcheryen, is een
welverfterckte, en te gelijck een äengename
plaets: fy is heden om hare wolle-weveryen
vermaert, en heeft een flot, dat niet te ver-
achten is. Den Sweedfchen Overften Stalhans
veroverde haer in \'t jaer 1Ö40, naer dat hyfe een
kleynen tijdt belegert hadde, en vondt \'er vele
oorlogs-toeruftingen.En nae datfe denLauwen-
berger wederom gekregen had, vielfe in \'t aer
164z andermaelin der Sweeden handen, door
gewelt, diefe tot het jaer 1644 inhielden , wan-
neer, in \'t eynde van \'t felve jaer, de Keyferfche
de fèlve weder veroverden. Niet ver van hier
is een vifTcherye, t)cr ©tOfTe geheeten. De
dorpen fijn ,
Ak Wolasvy Lofaitsi, Montfchut^, Gros
Kreidely Polgsen, en meer andere. Noch is \'er Leu-
. bus j
een feer vermaert kloofter aen de Oder ge-
legen.

De ftadt Hemnfladt geeft aen die kreyts fijnen HemnjïAd,
naem i de welcke mede een feer heeriijck flot
heeft, op den oever der riviere Ufs. Hare dor-
pen fijn,
S, Andries, Gros Saul ^ Kleyn Saul, Gd-
fchen, Sande ypalde, Tfchelejen,
en Hunner,

De kreyts van Wintzig behelft de ftadt Wint-
, op een hooge heuvel gelegen , met defe
dorpen ,
Piskerfchin, Seyfiaipy Gros Schmoger, Gros
Wangren, Hern MotfchelniKf Gimmel,
en Preicha\'9P»

De ftadt S^^m^\'jp maeckt den kreyts die
haer naem den
Steinaypfchen genoemt wort,aen de
Oder gelegen,-eertijdts met den tijtel van Har-
toghdom verciert, en noch door de voorgaen-
de oorlogen genoeghfaem vermaert. De Polen
vernielden defe veroverde ftadt door \'t vuer ia
het jaer 1345; als mede de Sweden en Saxen,die
in \'t jaer 1632 \'t felve ongeval der ftadt veroor-
faeckten. Van die tijdt at heeftfe dickwijls van
Heeren verandert. Voorts foo is\'er
Damtfch,
Diebeny Grojfendorfy Lampersdorf, Burchmt^y Biehife^
Merfch\'9PiK, Ranfen, Zedlitz ylhimendorf,
en Cm-
t^endorf;
welcke de voornaemfte fijn van de om-
leggende dorpen.

DeRaudifchekreyts vervat het ftedeken Rau- Raude»,
den
, en de volgende dorpen, BrodeMK > ^If Rän-
der , Mlitfch, Gjuießn, Klein Gafion, Kamehit^,
Vrfchka,
en Deichfel.

De Rutfenfche kreyts heeft twee fteden. Rut- Rntun,
t^en
en Koben van de welcke dit aen d\'Oder , en
dat aen de riviere Borus leght, en verfcheyde
dorpen, doch van geen groot belang.

\'t H A K-

Li 3

fyußslandt^

-ocr page 226-

Orlens .

Oßrewo

f

Leubel : Ó

O \\ ^anljjmtue

^ O Zweck Q I R

JCdmtctrunb^ O * ^

_ I

Herrenjfta4,

S.MJrea

O Seeieif

O

^ ® -KlPetenvib! ^

IS^eUhm J

OU Ji.iJi^ A -

È ""R RE® N :

O Breien

^^voBeuritx

\'r z I N

® Jacoh imf
Schttt^a.

isr

O

Thjnitg

Srantés

^SMmsYJi^if f .Uermit^

t 1 \\ 1 r

7&ren A)t : f

ßhdmtz

Bronau, O

D I

Klem O

i O

O Xhm. ^ ^

- jCanmer aB\\

^Gras 1Ci£mXre1^\\

O

JLMch

\\C I R,c V L

jiS^CimtzenJotf-
IbesJmf
 O VvrfcU

CvntzenJotf-

\\

Xf^ ......

^V^ {T?/cUur

^DawJsl

me MS f f \'W \\ V "
mha ^ ao^ \\ \\

O DM^a

N ® \\

\\ TCIeMXoOmtz

oGêorJe

- J.-Tt

niiil

Trcich

GroßenJiXtf

Jêch ^Ba^i^ Yx^V^^

Tl \' 1 \' P 1 I\' ViOffi®\'®\'\'^

ijreiciiawilcjier ƒ n /S Tr

...........ƒ 5 T^TJ ®

Giärren,

Wujk luhiclcn^

4

j TCarc^ ^
J Laurßtz ^

t

Jhatch irmuiw

Grosl^huder

Koelen
Sêrwüs

<s.

® Se^s ämf /

O OherSchutLnv JUcclaw ^^^ ®

Q TCmrhav O O

i

O

\'Kohmekmif

»\'^D^^^y C

g^uJer Schudaw

V ® V

\\e^dtmtif

^PottSchJkm

4

G-e.yersäiirJ\'

5 r Ay.

Schcmhom.

ißslntnr^hem. t

ÜTotulaxtim

Txts. Stadt

; O^ptdimv ■ St^Ln-

^^Ictii Stmifßti
O

OcfjJ^s.

It\'/jÄi vorweg
/ ® ^ O

\' /«i siufiem.

® O O /l*^ ® O

fSi^t ^

X ^-^f Könitz \'"^.r

^ ^ C i^.

/ Ghhifder,^

\\ R A V D JÊ

CeUenJot^ O

Pa R S

\'enhei^

ft i ae

\\

Ducatus
S I Jv E S

Wo LANV S

^Aitthorejorta, Sculte.to
S^rotta S ties to.

\\

Dyn a

XejrdtcheK o

ip A R S

Giirichm
\'TetGorka

D V \'c^L

2:arUtz O

B ar O y n atus

(rTifS tekrwitz

"Tlur^arteiv

Sirop\'pcti,

r v.5

JTr a c li e n t> e r

nfis. ^

fyos Tau^e

s I. a;

O

Xoheihal

TCimaren

\\

O

PMfvkz \'i
ö ^

SeretLißimo et Celfißimo
Priacrpi ac JDomino,

B.GEÖHGIO RODUXPHO,

Duci Sili^sm: Li(imcxisrsi,

-Bui: GXifr s i , "W o lavixist st, G ox t ;

BZRtiEÏSI SI DOMTSrO SXJO AC PRIJST,\'
CIPI CIEMEITTIS SIMO,
Hel^ioJria/iem jß^^f"- Jhictttiis
lArOLANI hmntUime J) .J) .

^ctrttLs ScuÉ-£tiu .

Schlaui

i-Brüße

K I .

C V

__if

Gros Schmier

-ocr page 227-
-ocr page 228-

•t H A RTOGHDOM

T S.

I G

I

Ignits , in waerheyt heyt des grondts, of de bequaemheyt om le^
een voornaem Har- vens-middelen te verkrijgen, \'t
fy dan oock de
toghdom van Neder- wel verfterckte en voorliene wallen en muuren ,
Silefien, wordt aen en oock de aerdige en kunftige gebouwen , ick
\'t ooften van \'t Har- voeg \'er noch by \'t getal der burgeren , hare
toghdom Breflauw, rijckdommen en beleeftheyt, aenmerckt, foo
aen
\'t noorden van fultghy nauwelijcks in heel Silefien een ftadt
de Hartoghdommen vinden, die Lignits, behalven Breslauw, te
Glogauw en Wo- boven Ibude gaen. Doch is\'er in\'tjaer Chri-
lauw j aen \'t weften fti 160^ den 18 September des nachts, het
van die van Glogaaw en lauwer, en aen \'t zuy- fy dan onverfiens, of met opfet van quade lie-
den van die van lauwer en Swidnits bepaelt. den, \'t welck onfèker is, een brandt met fulc-
Het treckt den oorfprong fijns naems van fijn ken gewelt ontftaen, vermeerdert door de haf-\'
hooftftadt, oock
Lignits genoemt, van de Ligiers de windt, dat het derde-deel defer vermaerde
ohLiigm, volckeren, eertijdts van Ptolemeus ftadt door het vuer verloren ging, hoewel de
en Strabo dus geheeten. De lucht van \'t landt is borgers van alle kanten toeliepen, om het fèlve
gefondt, en de landtbouwing fèer vruchtbaer; te blufïchen. Sy leyt aen de riviere Katzbach,
en daer fijn mede feer aengename weyden. in de welcke de Deichs en het Schwartzwaffer
\'t Heele Hartoghdom wordt in feven kreyt- t\'famen loopen : waer van d\'eerfte by Katzdorf,
fen verdeelt, de welcke fijn defe :
Luhen, Paré- aen een bergh,Bleybergh geheeten, ontfpringt,
wh, den eerften en tweeden van Furderkejden: loopt door het heele Hartoghdom, en niet
de derde
Vbcrderkyden: Baynaw^, en GolSergh. ver van Parchwich fich in d\'Oder ftort. Sy
Lignits wm onder d\'eerfte kreyts van Furder- fchijnt in den fomer als droogh te wefen, (ge-
heyde getelt, \'t hooft, en als de moeder-ftadt lijck dan diergelijcke beecken , welcke uyt ge-
Hartoghdom; de
groot-vaderlijcke ou- fmolten fneeu ontfpringen, doen;) in de Lente
de wooning en hof der Hartogen van Lignits, heeftfè fbo een fneilenloop, datfè alles wat \'er
en Brigents. Dè ftadt is feer beroemt om haer ontmoet ter neder werpt, en foo wel menfchen
oudtheyt;
en de jaer-boecken van Silefien ge- als vee feer fchadelijck valt. In \'t jaer Chrifti
tuygen , dat Boleslaus, de Lange gebynaemt, 1454, een oproer ontftaen fijnde, wierd den
(wanneer hy, nae de doodt fijns vaders Vladis- Raedt van \'t volck doodt geflagen , en den Ko-
laus , Prince van Polen, door de fchelm-ach- nincklijcken Vooght verdreven; in fulckervoe-
tige liften en lagen fijner Oomen, te gelijck met gen dat Albert, Marck^graef van Brandenburg,
fijne broeders van kleyn Polen berooft was, en genoegh te doen hadde, om die muyterye te
maer de heerfchappy van Silefien behieldt,) ftillen; en wierd de befitting van het geheele
Lignits en Luben met heerlijcke gebouwen en Hartoghdom van Koning Matthias aen Fre-
timmeringen vercierde, en hare ftadts-muren derick den Eerften, Hertogh van^ Lignits,
verder uytfette. Kort daer nae , nam de ftadt overgedragen. Defe ftadt voert in haer wapen
Lignits, door de gunft en
mildadigheyt der twee witte fleutels kruyswys over elckander in
vole;ende Vorften, in fulcker voegen toe, voor- een blaeuw fchildt.

namelijck van die van de Hertogh Henrick den Voorts is defe kreyts tamelijck groot en
Godtfaligen , datfe vele niet en hoefde te wijc- wijdt, en met vele groote dorpen befet. On-
ken, fei?s niet de ftadt Breflauw, in fchoon- der anderen fijn defe:
Kmitui, Heinersdorf, Sey^
heytvan gebouwen, rijckdommen, en in het fersdorf, Koifchmt^, Jsficolfladt, Gros IVandritfch ,
groot getal der borgers. Want dewijl de H.Hed- Kamperen, Gros Baudis, Koskayp, en andere; be-
wig, moeder van Henrick, (die fy boven ha- halven de beecke
minlach, en eenige poelen,
re twee andere fonen liefft had, uyt het edel ge- heeftfe noch een fchoone viffcherye Der ^Itc^c

ftachte der Hartogen van Carinthien en Iftrien (dc^ genoemt.

gefproten fijnde ,) hier woonde, fbo fijn \'er ve- De andere kreyts van Furderheyde en heeft Vetmede

le voorname geflachten uyt Duytslandt hier geene fteden van belang , maer flechts tQ^keytsv^

rondtom komen woonen; die de felve van woeft nige dorpen, onder welcke de voornaemfte^,«.^

en eenfaem datfe was, feer lichtelijck bewoon- fijn, iValdaw, Rotkirch , Kroitfch, Eohekirch, Pijé-^

baer, en volck-rijck hebben konnen maken, wt^, Luhena-^, Ne\'^pdorf, cnOyas.
En hoewelfe van die tijdt af, ten deele door De Uberheydfche oft derde kreyts is als met Dekreyti

d\'invallen van de Tartaren, ten deel door de boffchen befet: de voornaemfte dorpen fijn ^^rkj*

oorlogen met de Huiïïten , ièer afgemat en ver- \'defe, Krehsberg, Gros Kot^ena\'W , Samit^, Sprot-

fwackt is geworden ; fbo heeft ie fich niet te tichen, Lerchenborn, Branchit^dorf, Muhlredlit^, Schon- v

min wederom tot fulcken top van vermaert- born, Ruflern, QnBinomt^. Daer is mede een goe- ♦

heyt verheven , dat, het fy ghy de vruchtbaer- de viffcherye»

Duytslant, Li 4 Dê

Talen.

Naem,

Dtelmg.

D\'eerße

-ocr page 229-

Septetitrio

D V C A T V 5

, 5 IX E S liB

LICmCIE^SIS.

Aiiélort
lona. Senket0 ^ottci SiLßo.

&

O

A -r V ^

\\ X- GiJ/ciwitz

Heiko.

\' j AXUtfvG^tttv

T) \'V Qi...,..^ O

1

iaü-,-.

Jlt \'Waße*-

QrUMtx

Xuden. IZrat--- ,

GoU-nuiJtlett^

M

O "

hirch

Ratuleii I

"^GiAreny

Mli::

Hyramsdo^f

.ri

■t 6
t
i

.....

j ------- \'

■•Ä-n., _......

^ -rf - .i« OCteüv ^etzenaw

O -Xeßnvltx X V C\\A

k.

! Ajif^J IÏ VJ/iam

\':Bafc$ef^autit JSalkowtix o

Pantzr^

Serett^tme et Cdßßüna ^rmti^i ttc (Damttu

D. GEORGIÖ RODVLPHO,

Duci Silefise Ligniciénfi, Bregénfl, Gold-
bergenfi Supremi per Utram^ Silefiam
C2^itaneatU5 Admitiiftratofi, Frimcxpi
ac DOMINO ^ati^^\'! D.

A IfftM. Sadteto SiUjlo.

5 "-^tsr^Mi*-^

w

ifnmenJ^f
. .p......

xéi

O

O

-\'F^ersdo^

_ iSteiiiÄW -

Si,,

4r«

\'SCammo\'\'^

M

e7

^Wolaw

Oief-

r

0 \' ^ Oi j

Gros^otxerutw ^^

i.-r--,. ^r-é^^Jl. Ä^u^. f

> . " lil

-KretJ^l

L^itX

-Konys ^^de.

1 Xüf^

V

Xétnthart- o ^ >>

.....

.............

\'^uchs mäht , i

^ S . P^.

^icheJsdoif

__________Q

N

O O

i?...................—................-...........

Jcl, JKetchm

Si^ritz

Satnhitz.

.t.

V s

^uchwaU—.

i ^

O

(BtLmi

C J

ca^^^p ^ o

1 <

i ■^ir^cit

J^ohttu

iLiTl -Säitifw^^

O Oi

I^iechtewalAa.

/ ScIm^M^ \'Vüe.\'sd^

^ i-If A J

kchcmßU.

t / \\ O

0° T^

Q ^JCLSchiälm.

\\zo

Seh"

Z0\\

JBturtz\\l»Mr 4

Stras \'JCfO^/ittm-

ScimMtiiaif

Sras ®

■ waldn.

O

ScJieüsdty^

N

O

Hoytu

SchatsenAB^

o

O J,oß

o

/ ^M^henJotß \'

Stfa

"BauJmansJe^Q

A-

; o ScJionnich

\'IRaßtt^

^jKtemimrrviiz

Ofew I^hwitx

Skoliiz

■^-JCoychtfit^z

( Schöna.
I

i o

^br I^li-Kfkz
-ISimbtendoif ^

3

O

O OhßnUf

C

O

"k

^noieUdo^ O

V

l^eiß»

^ / QraJazher^

, \':Patttz1eaw

V-Vltefsdarß

^ l U

IBname.

(J

Qres \'Sm^ \\ \\ V&d^

! O

oii\'

jler^io^

______ ^ . ^^

.Mufuhh^

GoUberg

O \'V^eulenä.

G

Olef Jlo^

\'^eterwitz

la-wer

eßndaif

-XyèJietth^ K

sinß

.f.

1

^drm^uh

l!fotular, Bxplicatio.
Jitt.. "^B/^us cunvIltn^U

O

^ .Alele.itMtmnt.\'

naiatiks
^^^ic^^ecuj tdi Mmuabmt.

umiiiiiiii

J^etrts

T

JL.

x) ■

\'\'dCl^eth^

\'^ilUarc Cermamainv commum-.

^ - Ii \' « ^^ ^ Jo.

Seiehmv

. \'IPi^a- (msioiß

"r

^ — —o \\

"^elßfsJ/t^

O

Stetttber^ O

Spitzlerj

SemmehvitX o

Siehenhiilfetv

C 0 T J ^ J

J^^ O ^oßtlMV *--

^ericlies

-ocr page 230-

\'t H A R T O G H D O M

L L -G N I T S.

De Goldberghfche krey ts, die fich verre uyt-
ftreckt, wert onder de ftadt gereeckent, en is
feer pryfelijck om de aengenaemheyt der plaets,
en de Ibetigheyt des luchts; en noch roemfuch-
tiger om dat \'er allerley goede kunften geleert
en geoefFent worden. Sy heeft de riviere Katt,
om hare goudt-dragende fanden vermaert,
dicht by, in een feer aengenaem dal, \'t welck in
vruchtbaerheyt des landts, in lieffelijcke tuy-^
nen, overvloet van weyden, en eyndelijck in
feer luftige wilge boftchen, die \'et rondtom be-
fchaduwen, geen andere en behoeft te wij eken.
Door hare goudt-mijnen, welcke ibo veel gouts
voortbrengen, dat men\'er op elcke fevenden
dagh hondert en vyftig ponden van uytgraeft,is
fy al ontrent het jaer Chrifti izoo vermaert ge-
weeft : en van defe i jo ponden behoorde een
pondt, oft, als Ibmmige willen, tachtentigh
Rhijniche gout-guldens aen den Raet der ftadt.
Henrick den Godtvruchtigen , Hertogh van
Silefien, hadde vyf hondert Goldtberghlche
goudt-gravers in fijn leger, wanneer hy tegens
de Tartaren oorloghde, welcke door Polen
uyt Afien in Silefien gevallen waren. Het kloo-
fter van de H. Hedwigh, in\'t jaer iiiz alhier
gefticht, is in de tijdt van onfe voorouderen in
een doorluchtige School verandert. Men feght
dat de Huiïïten , in \'t jaer 1417? in een Ichool
alle de jongers,met een Priefter in de kerck, ge-
doodt hebben. Sy is op verfcheyde tijden door
brandt verwoeft geworden : en geduerende den
Sweedichen oorlogh, heeft fy befetting van dit
volck moeten aennemen, en alibo veel quaets
lijden.
Yooitsïs\'erRechBi!^, Hermsdorf, Adels-
dcrf^ Gradit^y Grodit^ergh^ \'Abersdorf ^ Wilhelms-
dorf,
en Probßhain, de welcke geen geringe dor-
pen fijn.

De kreyts van Hayn paelt aen die van Goldt- Dekrms
bergh, en de ftadt
Hayn felfs munt \'er uyt, aen
de riviere Deichs oft Katt gelegen , met een ka-
fteel verfterckt; maer in\'t jaer ij 81 vaneenen
godtloofen en vervloeckten menich aen brandt
gefteken , en door \'t vuer t\'eenemael vernielt.
Van die tijdt af is fywTl weder opgebouwt ge-
worden , echter heeftib geen kleyne ichade ge-
leden , geduerende den laetften oorlogh. De
dorpen van haer gebiedt fijn, onder andere,-
Cunnersdorf, Steinsdorf, Golfchaypy Beersdorf, Polsdorf,
Lobenda\'^p, Steudnit^^ Straupitz^ Lohm, Kaijers-svaldt y
Kreibe, Rejficht
en Sambit^,

De kreyts van Lüben vervat de feer oude ftadt De kreyts
Luben
felfs, aen de riviere Katzbach gelegen; de
tijt- of jaer-boecken getuygen dat iy vergroot en
verfterckt geworden is van Boleslaus, den Lan-
gen gebynaemt.De Huiïïten vernielden die door
\'t vuer in\'tjaer 1431. In den Sweetfchen oor-
logh is fy leer vermaert geworden, om datib nu
die, dan defè party koos, fich richtende nae het
believen van die , welcke op haer aenquamen.
De dorpen onder haer gelegen, fijn,
Altßadt,
Gros-kirchen, Oßig, Petfchkendoff, Gugehit^y Oberhert^
^og\'^ald, Schyparten, Pilgramsdorf,Rinnersdorf, Bratm,
Ober,
&c.

De laetfte kreyts van dit Hartoghdom is die J^tk\'yfs
van
Parchmch, wiens hooftftadt P^rci^m/j felfs is,
gelegen aen de riviere van Katzbach; fy is niet
Demuert, doch met een kafteel verciert, en
om hare wijn-bergen vermaert. Haeronder-
hoorige dorpen fijn ,
Obheyde, Wanden, Altlaßy
Groslesw^, en andere»

Vehrejti
VAn Gold\'
bergh.

^t H A R-.

I

r! 1

-ocr page 231-

AR TOGHDOM

\'t

R E S L A W

Talett, Reslauw, \'t voornaem-

fte Hertoghdom van
heel Silefien,wort naer
het ooften bepaelt van
het Hartoghdom Bre-
gentzj aen \'t zuyden
van die van Bregentz
en Swidnitz; aen het
weften van dat van
Lignitz; en naer het
noorden van \'t lant van Olfiiitz. \'t Geheele Har-
toghdom draeght de naem van de hooft-ftadt
Breslayp. Dit heele geweft is feer vruchtbaer ;
de lucht gefondt en helder; behalven dat Bres-
law fèlfs wat lager, en aen de riviere de Oder
gelegen, koudt- en damp-achtiger is \'t welck
dan veele fieckten veroorfaeckt. Dit quaet
komt meeft by \'t bier toe,
Scheps genoemt, dat
het lichaem dick en flijm-achtigh maeckt ; en
voeght\'er noch by de flarcke Hungarifche, Oo-
ftenrijckfche, Moravifche, en Franckfe wijnen
de welcke alle feer veel quaets toebrengen aen
die gene diefe te gulfigh infwelgen.

Dit Hartoghdom wordt in drie Bifdommen ,
en in dien kreyts, welcke de Silefiers
Weichbild
noemen, gedeelt 3 en fijn defè, dat van Bres-
iaw, Neumarckt, Namflaw, en de kreyts,
oft gebiedt van Kant.

In\'tBreslawfchegeweft is Breslaw de voor-
naemfte ftadt: de Bohemers noemenfe Wrat^
lam, de Duytfchen Bresla-^ i een der rijckfte en
heerlijckfte fteden van defe geweften; fbo dat-
fè met recht onder de drie fchoonfte fteden
(want de twee andere fijn München en Leip-
fich) magh gerekent worden. Sy leyt aen de t\'fa-
menvloeying van de rivieren d\'Oder\'en d\'Ola,
van Wratiflaus,Köninck van Bohemen,gefticht;
daerom fy fijn naems letter W, hem ter ee-
ren, in haer wapen voert. Voor hem hielden de
Quaden defe plaetfen in; welckersVorften men
fegt in\'t zuyder-gedeelte van de Oder gewoont
hebben ; alwaer men noch heden ten dage drie
oft vier huyfen met torens\' fiet, van een over-
groote oudtheyt. Door verloop der tijden heeft
defè ftadt niet alleen in koftelijcke gebouwen,
rijckdom, en koophandel, maer oock in tref-
felijcke wetten en wijfè
Over-heeren, hoewel
niet fbnder verfcheyde beletfelen, en tegenfpoe-
den, machtigh toegenomen, \'t Is wonderlijck
Mriijckge- \'t geen de volgende infcriptie van de tooren van
S. Elifabeths-kerckgetuyght, die in \'t Latijn al-
dus luydt:

MIRABILIS IN ALTIS DOMINVS.

Collapfa efl turris Siloë madefaBa cruore.

Pyramide hac noftrd nemo cadenteperit.
Namjujfu Domini exceptam, cui gloria foli,
Angelic^ molem depojtiere manus.
Duytslant,

Naem,

DttUng.

Breilaw,

■ S.

I

\' S, ii

Een IVO»"

De welcke wy dus in onfe tael overgefèthebben:

De Heer is wonderlijck in de hoogte.

De tooren Siloë ßortf neder, maer met bloedt:
Dees\' ons\' kerck-tooren yalt, doch niemand fchaede doet r
Want felfs, op Godts bevel, {men ftaegh fy lof gefeyt,)
Is dit gebouyp door d handt der Eng len neêrgeleyt.

Dit wonder gebeurde in \'t jaer ijz^, fbnder
dat \'er een menfch van befchadight wierdt. In
het jaer
1057, heeft Kafimir, Köninck van Po- Bifédmè
len, den Biftchoplijcken ftoel, die te voren tot
Smogra , (dat nu een gering dorp is ,) en daer
nae te Bitiva was , naer \'t eylandt, dicht onder
defè ftadt gelegen, overgebracht, en heeft het
felve den Biffchop en den Piiefteren toege-ey-
gent; en voeghden \'er noch een kafteel by, tot
befcherminge der kercke , en verfterckinge van
de ftadt: welcker overblijffelen,achter de kerck
van \'t H. Kruys, in een plaets diefe de
Burgh
noemen , noch heden ten dage overigh fijn.
De volgende Vorften en Prelaten hebben defen
\' goeddadigen Heer in fijne milddadigheyt naege-
volght; en, om in defè deught d\'een d\'ander tc
boven te gaen , aea dit Bifchdom vele vlecken,
boftchen, dorpen, ftedekens, en anderelandt-
fchapjes noch daer toe gefchoncken : in fulc-
ker voegen, dat het Bifchdom van Breslaw tot
fijlcken top,niet alleen van waerdigheyt en aen»
fien, maer oock van macht en rijckdom ge-,
klommen is, dat\'er weynige fullen fijn, die
het te boven gaen ; en dieshalven heeft het
eertijdts den naem ^zn\'tGoude verkregen. De
hooft-kerck felfs is aen S. lan den Dooper ge-
wijdt : die fy voor haren Patroon houden , én
fbo van haer geviert cn ge-eert wordt, dat fèlfs
Vorftelijcke perfbonenfijn naem voor aen hare
brieven gefet hebben : als het uyt d\'oude opene
brief van Henrick de Gebaerde blijckt, welc-
ker begin dus luydt:
Wy Henrick , \')pan Godts en des
H loannes, en mijns Vaders Boleslaus genade, Hartogh
yan Silefien,
&:c.

De gewoone ceremonien, de fang, en \'t kleet
met hetLeli-wapen fijn door den Biffchop Wal-
terus, van het Ridderlijck geflacht Zadore ge-
fproten, uyt de alder-edelfte en oudtfte kerck
in Vranckrijck, de welcke die van Lyons is, in
defe te Breslauw overgebracht. Het vervolgh
der Biffchoppen is dufdanigh:
In\'tjaer Chrifti

969 Godefridus , Roomfch Edelman.

973 Urbanus, Room- 1062 Joannes den I.

fche Edelen. 1072 Petrus den I.

looj Clemens, 1091 Ziroslausden 1.

IOZ7 Lucilius iioo Imislausoft Hey-

io3<5 Leonardus, mo,

1045 Timotheus, iii6 Hupertus,
\'\' ItaliaenfchQ Edelen.
1141 Magnus,
loji Hieronymus, ii4<5 loannes deII,
LI j
 1148 Wal-

-ocr page 232-

N i: N

ICrempactier Moil

O ^ilcltrnva--

&rttnhaus

D V C A,

^euJ^ett^

S .

R

A

-^att^aine
O

^olsasr

"y

tMimiz

SencUxntJS

Olße

O TT«^/ Jlcittfc!^

W o Iv A^isr..^!

Der
O

♦ O,--

\'J^^enazi\' ^r Spottslte^ f __ _

i t / O .AatletL:

Steina-^

.Aorkfei

Seltimmeiuntx

\'\'TiHhcat\'
\'O

rPalenJolf »V^

TCnaOett.
# -ttttM

Gros Sirden. / SrT^aUa-

O,.-\'\' ^^ I W/

" -O

s.

\'ia-

Schiywttp^

O

\'Bran^chax

\'CiotniJs waila.

CE

SJiaJewinciel-^

\'^ScV^erey

\' l^iehtrUdéitmM-

O

OttW^fmaeJew

ICra^chanu

\' 1®

Tdrcl\'^
O p Gras y

TChht \' WedHtx

ttt-

SchihaUwit:£

O - ^^ -AL ® fA^ \\\\

\'Beckent. *

; O /O

O

/

~Keulendt>if p Gt^endeif

^helslotf

\'BucheaUicheni-\' ^ leneUwit "^^^lóiuix^

SO Z^e»- -r ^itk O 3 .

X

.....

\' aw O ^

h"

kJ \'S- ~ t

\'hirUnfcl, ^ ^ ° O ic^iT^ /

O Setter«. ^ \\ ,

let^t

O O Sihoniom

. 7Uit4che O

\\ Jx O U o^^^ ^ ^^^ pV^

TCtel«-Jsë$ëkaw ^^ JL GrUtéHiet ® JiatJM\'^ 1 oJtrH^tz. O

^ O ® Jöi: ® , O ;

- O ^Um Kedancien^ ^

O

to ® o-^

issi

trifletwib^

c ^»o /
/

O

I^lfwitx

ti>iddkheft.

V\'

Gele,

O

TLadet_

J507*tt-\' 4
-\' . TUA.

1 :P j. s ^ y ^ 5 \\ ^ j ^

dr ^onfultißi
ÈRTSTHARDO GUXIBI/]
S XJß R O, Celfißimo I/jgio -B er <
fium Duci a Confiliis ac fec:^!

Trtcciffuo alerts hy-iLs Triymótort..
\'. Qeorcfto J^ec^ttero S.li J^■ &

^ säcf,.

TV S

^otularuoi explicatio .

O :Pa^us.
-ïjf- jäxiteiDmum..

bs .

cutTttt

Sphöniom.

R G K I

^.^M O

o/\'^ O-S^i^ TClekTufdU

\'\' V, \\

i ^^JbAt LortzMtif

. jAz. \\

^r c A T &
OFOLIZN SIS
C O F I N I A

6

55

-ocr page 233-

■ i

!i i: ,
i II It

1148 Waltherus, 1447 Petrus del, No-

1170 Ziroflaus de 11. wack gebynaemt,

Poolfche Edelen. een Silefier.

1181 Francifcus, Sile- 1456 lodocus Rofen-

fifchEdelman. Sergius, een Vry-

1198 ïaroflaus , broe- heer uyt Bohemen.

ders foon van Boles- 1467 Rudolphus, in \'t

laus den Hoogen, gebiedt van Mentz

Prins van Silefien. geboren.

1481 ïoannes de IV,

Roth gebynaemt
een Swaeb.
j^QÓ ïoannes de V,
Turzo,Poolfch Edel-
man.

15 zo lacobus a Saltza,

iï »
jr ,

t

r\' \'

Hertogh van

O

ftenrijck.
1624 Carolus Ferdi-
nandus, fbon van Si-
gismond , Koninck
van Polen.

1201 Cyprianus,
1207 Laurentius de I.
1231 Thomas de I.
1267 Thomas de II.
1292 ïoannes de III.
1301 Henricus van
Wirbna,

1319 Vitus de I. Pool- 1539 Balthazara Pro-

fche Edellieden. mnitz,

1326 Nankerus. CaQ\'arus ä Lo-

1341 Preciflaus dePo- gaun,Edele Silefiers.

garella. Kancellier 1574 Martinus Gerft-

van \'t Konincklijck mannus, van Boles-

Ho£ Defe kocht van law in Silefien.

Boleflaus, Hertogh ijSj Andreas lerinus,

van Bregentz , de een Swaeb.

kreyts en fladt van ij9<5BonaventuraHan,

Grotkawjen was een van Glogaw in Sile-

Silefifch Edelman. fien, vemoren, doch

1376 Theodoricus Bo- niet beveftight.

jernus. Defe wordt 1J99 Paulus Albertus,

van fommige onder een Swaeb.

de Biffchoppen niet 1600 ïoannes de VI,

geftelt, als van den van Sirfch,een Edel-

Paus niet beveftight man van Silefien.
geweeft fijnde. , ido8 Carolus, Aerts-

Il

IIP\'

5 i

î i

Oo-

1382 Wenceflaus,Har-
togh van Lignitz in
Silefien.

1417 Conradus, Har-
togh van Lignitz en
Olnitz , in Silefien.

^ ;

irr i.j

For/le».

t äi!

.\'in
; 1 Ü

: \' :

I:

. i

\'t Gebiedt van de ftadt is van de Polen aen
Boleftaus den Langen overgegaen, de welcke
tot eerften Vorft van Breflaw en Lignitz van
Keyfer Frederick, in \'t jaer 11^3, geftelt wiert:
defen volghde Henrick de Gebaerde na hem
<]uam fijn foon Henrick de Godtvruchtige , on-
der wekkers regeeringe de borgeren genoot-
faeckt wierden , door d\'invallen der Tartaren,
de ftadt te verlaten, om datfè van hout, en wey-
nigh verfterckt was, nae datfe die in brandt ge-
fteken hadden, en fich in \'t eylant, waer in der
Princen kafteel lagh, te begeven. Doch Bref^
law begon wederom met nieuwe gebouwen ver-
ciert te worden in\'t jaer 1260, onder de re-
geeringe van Henricus de III. En felfs wierdt
toen den gront van de binnenfte muer der ftadt
geleght j die noch aen vele ptaetfen overgeble--
ven is. In voegen dat de edelmoedigheyt der
borgers, om hare ftadt te vergrooten, den
Vorft foo aengenaem was, dat hy de felve, nae
wenfch toenemende , met vele privilegiën
begiftighden. Henrick de Vierde, de Vrome,
fiende dat de borgers ftantvaftigh op hare vry-
heden fteunden, gaf haer de geheele politycke
regeeringe over : dat noch meer is, een dub-
belden brandt, die \'er gefchiede , en kon even-
wel de luft der borgeren , om haer ftadt te ver-
grooten , niet bluflbhen : infonderheyt als fy fa-
gen dat het den Vorft welbehaeghde , die haer
hier toe aenmoedighde,en verboot dat niemant
huyfen met gebacken fieenen foude opbouwen.
Henrick de V, Hertogh van Lignitz , volghde
op Hendrick de Vrome : naer defen quam
Henrick de V1, de welcke Breflaw tot hooft-
ftadt van alle fijne fteden ftelde. KeyferKarel
de IV, fone van Koning lan, voeghde defe
ftadt dat deel toe , \'t welck men aen d\'uyterfte
oever fiet, aen de overfijde van de riviere Ola ,
en ftichte daer de kerck van S. Dorothea : ten
laetften quam hy felve tot Breflaw, in \'t jaer
1348 , en fchonck aen den Raedt der ftadt de
heerfchappye van \'t geheele omgelegen landt.

Naderhandt wierdt de ftadt Breflaw allengs-
kens vermaert om hare wijsheyt, matigheyt, en
godtvruchtigheyt, felfs foo ver , dat Keyfer Si-
gifmundus haer dit lof toefchreef, dat fy was een
regel oft voorbeeldt der goede feden en manie-
ren , den fpiegel en \'t exemplaer van beleeft-
heyt, en een helder licht van een eerlij ck leven.

Daerenboven is\'er noch in dit gebiedt het
vleck
Auras, doch onbemuert. De dorpen fljn,
Pr^^ge, ThiergartenjRiemberghjStriefa, SponshergyNm-
kircheyGros Schotkaw,lVoickmt^y S. Morit^y Gros Peis-
keraypyWïrhit^-.Schonfeldy GroshurghjCn
meer andere.

\'t Gebiedt van Newmarck begrijpt de ftadt
Ne\'9pmarck y die wel verfterckt is, en\'in eenen marck;
vruchtbaren grondt leyt, aen defe kant vier mij-
len van Breflaw, aen gene fijde van Lignitz even
foo veel. Gedurende den Sweedfchen oorlogh ,
wierdt defè ftadt van den Keyferlijcken Over-
ften Henrick Redinger aen den Sweedfchen
Overften Stalhans overgegeven waerom hem
oock tot Breflaw \'t hooft afgeflagen wiert. Daer
nae wierdfe wederom van de Keyferfchen inge-
nomen j en naderhandt betoonde Torften-
fbon nieuwe krachten om de felve te her-
winnen. De ftedekens fijn
,Koflimplot^y Gros Pe^
terspit^en Lijfa,
nu onlangs met een fchoon ka-
fteel door Henrick van Hornigh verciert. De
dorpen fijn :
Steffelsdorff, Kumefey WiltfchenyBaudiSy
Krintz^y Schohekirchy Pirfcheriy en meer andere.

In \'t Namflawfche gebiedt is Namjlayp felfs de \'tGehiedt
voornaemfte ftadt, groot en volck-rijck, heb-
bende een kafteel, door de Natuur en de kunft
feer fterck gemaeckt door welcke middel de
Sweden haer lang befchermden, nae dat de
Keyfèrfchen de ftadt door gewelt ingenomen
hadden. Daer nae kregenfe de Saxen onder
haer,- en dan wiertfe wederom van de Keyfer-
fchen ingenomen. Maer in de jaren 1642 cn
1646 namenfè Torftenfoon en Wittenbergh,
beyde Sweetfche Vcldt-Overften, wederom in;
echter fy wierdt weder verloren. De dor-
pen fijn
Reickhal, Schmogera^ , Palmsdorf, Strelit^ ^
Stedlin
, en meer andere.

De kreyts van Canth beftaet alleen uyt de f^^y^^
^ en defè dorpen,
Pulfchnit^y Sachypit^^^ vmCmb,
Lanckmt^y en eenige andere.

De riviere d\'Oder ftroomt door dit lant heen,
in de welcke verfcheyde andere vloeyen, als de
Els, Ola, Bober, Barus, en andere.

\'t H A R-

^t H A R T o G H D o M B R E S L A

(

3

i ï

ÏP

■ iii

M

-ocr page 234-

\'t H A R T O G H D O M

■,; t :
MM

w

; ; ;
! i i;
\' ■ 11

Et Hartoghdom van
Schmdnit^, fijnde als
van een ronde figuer,
en wijckt geen andere
Hartoghdommen van
Silefien in vruchtbaer-
heyt der aerden, en
^ menighte der fleden:
PaV». ^f) en wordt van de Har-

toghdommen lauwer
en Breflaw naer \'t noorden omringt, naer het
ooflen van \'t Hartoghdom Bregentz, naer het
zuyden van dat van Monflerbergh, en een ge-
deelte van Bohemen; en eyndelijck naer \'t we-
fl:en van \'t Hartoghdom lauwer.

Dit Hartoghdom wert in de volgende landt-
fchappen onderfcheyden; in dat van Bolchen-
hain , Landshutt, Stregens, Reichenbach , en
Schwidnitz.
Schmdnit^ is de hooftftadt van het
gebiedt,jae van \'t geheele Hartoghdom Schwid-
nitz , wekkers naem eenige willen dat van een
wiltfwijn afkomt; en oock voert fy het fèlve
dier in haer wapen. Boleflaus de Eerfle, de
Strijdtbare gebynaemt, heeft \'er de ftraten on-
derfcheyden , de marckten en muuren ver-
ciert : fy leght in een bequame plaetfe, en een
feer vruchtbare vlackte : de lucht is \'er feer
gefondt,- rondt-om fijn aengename tuynen , en
weydenen de riviere. Weflrick befproeyt de
ftadt. De hooft-kerck is aen S. Wenceflaus ge-
wijdt, een groot en feer hoogh gebouw, met
een fèer hooge tooren verciert. S. Nicolaes
kerck is buyten de ftadt; en daer en boven
fijn\'er noch vele andere gewijde plaetfen , foo
binnen als buyten de felve. Onder de gemeene
gebouwen munten uyt het palleys van de Vorft,
\'t Stadthuys, en \'t wapenhuys. Wat der bor-
geren byfondere huyfen aengaet, die fijn mid-
delmatigh, ten deel van fteen, en ten deel van
hout opgemaeckt. \'t Wapen der ftadt is in vier
quartieren verdeelt: wekker twee ifi een fwart
veldt een goude kroon voeren: het derde in
een wit veldt vertoont een
over-endt ftaende
^ Triphioen ; het vierde, oock in een wit veldt,
leeft een fwart en loopende wildt fwijn. Ten
tijde van den Duytfchen en Sweedfchen oor-
logh , is defè ftadt van d\'een en d\'ander par-
tij e belegert , en ingenomen geworden ; en
heeft alfbo de gewoone ongemacken en ram-
pen des oorloghs, met foo vele andere fteden,
moeten uytftaen en verdragen.
Stedeffj In dit gebiedt fijn tamelijck vele fteden.
dorpen, e» ^reibeïgh leght aen de voet van \'t kafteel Fur-
^ ften fteyn , dat fèer oudt en vermaert is, en van
den Hartogh van Bouillon gebouwt.
Fridlandt
by de Ripheïlche bergen leggende, is door ha-
ren Hertogh Albert van Walfteyn vermaert,
aen de wekke defè plaetfè van Keyfèr Ferdi-
DujtsIanP\'

Verdeeling.

*t Gehiedt
van

Schmd"
pitK,

nand de Tweede gefchoncken wierdt: en nae
dat defen omgebracht was , quam fy aen d\'erf-
genamen van Gallas. In \'t jaer 1^35? wierdt de-
fè ftadt van de Sweedtfchen ingenomen, de
welcke \'t kafteel met befetting van hondert
cuirafïiers te paerde verfterckten. In het jaer
1641 quam \'er Torftenfoon felve in, en daer
wierdt een hardt gevecht gehouden tuffchen de
Keyferfchen en Sweetfèhen,- ten leften evenwel,
de Keyfèrfchen naer het Ripheïfche gebergh-
te geweecken fijnde , bleef de ftadt open
vopr de Sweedfche plonderinge.
Got^bergh ftaet
onder het gebiedt van de Holibergers, en is
vol van metale mijnen, in filver, koper, en
fwart loot uytmuntende; en heeft infonder-
heyt overvloet van fteen-kolen, die van hier
en elders nae de naburige fineden, die hout
gebreck hebben , fèer gefbcht werden.
Wald-
bergh is
een ftedeken, aen de riviere Polnitz,
niet wijdt van Schwidnitz , gelegen.
Zaboth,
oft anders Zobun, leght onder de Zabotifche
geberghten, dicht by het kloofter Gore/?. Vele
k^afteelen worden \'er getelt, als
Ne-^phauSy Borchers^
dorf, Birckenhan, Furßenflein
en Königsberg,

\'t Gebiedt van Reichenbach wordt onder dat v Cehiedt
van Schwidnitz begrepen, foo dat het fèlve
als in den uyterften hoeck des Hartoghdoms
befloten leydt. Hier en is geen andere ftadt
dm Reichenbach i vermaert en fèer befbcht om
hare weveryen. In het jaer 1633 ontfingen de
inwoonders defèr plaetfè den Keyferlijcken
Veldt-Overften Schafgotfch foodanigh, dat \'er
meer als drie hondert Keyfèrfchen hare verme-
telheyt met de doodt befuerden : fchoonfe nae-
derhandt in haer handen viel ; en datfe alle
diefè in de wapens vonden , om het leven
brachten ; en nae uytplondering en verwoe-
ftinge de plaets verlieten. Hier is een kafteel,
\'Pieters\'^ald genoemt, niet wijdt van Reichen-
bach. De voornaemfte dorpen fijn ,
Bitlar,
Steinkmt^ndorfy Weigelsdorf, Eabendorf, Falbruch,
Vlrichsdorfy Girlsdorf, Oxenfeil, Ban/chdorf,
en meer
andere.

Het gebiedt van Landtshutt vervat niet meer Undshntü
dan eene ftadt,
Landtshutt felve, aen de t\'fa-
menvloeying van de rivieren Bober en Zider ,
by het kafteel
Keippelshoff. De voornaemfte
dorpen fijn defe :
Schumbergh , Lübe , Herms-
dorfy Michelsdorf, Reufindorf, Gabel, Hartmans^
dorfy Wittgendorf y Weinsdorf,
en andere. Dit ge-
biedt omhelft oock \'t kloofter
Grüfih, aen de ri-
viere Zider gelegen.

In het gebiedt van Bolckenhain leght de ftadt jioid^m
Bolckenhain, fy is wel niet feer groot, maer niet
te min vermaeckelijck ; en op haer bovenfte
heuvel is een kafteel , fèer hoogh gebouwt,
het welck van den Hartogh van Bouillon ge-
fticht , en nae hem genoemt is; maer van La-

LI 6 diflaus

ti\'i

\' lü

■Iii

, !
Iii

I \'

\'I \' J

li
i i\'

-ocr page 235-

D V c A T V ^
S I L Ii 5 I ^

S c HW^ID^ICEl;^ SIS

AiaAoï-e îriimco KulitLovio
IBolco.lticano Sile^io .

îï J

\'Xl.ŒatiJiû i

• \\ p- A $ .

T^cke Itetpps . ,

/ D ir c A

Oieit^^

i

rs) ^ r oy J X ^

L / L Ji

Ohrettdci^ :

—/
- —

D ^ G A T V $

%aiehtu!Îl o ;
i

il

ïUu^lri et Generofo Domino,
D.OTTONI, Xit-.Baroni a iSTo^tz in Roclsliitnitz,

Sacr. Coit/^s^ et ù^aneo S^tt^nica^ etIauranilhicaJ:u.um.:

vt et

\'Tîurîmutrv Heveret^is :Pr^uÜms ^Jlhßrjßüms Grenefoßs Cotmähis ,
ZL.BarottllHcs,^o1>Mus,S-ti-enuis, ££uestris Oi^.tfJa.TrovinciJilnts urdver-
ßs J}ucatu,s SisnJtticetßs, J)otmnisßis jratiiß^imis,

o /

: 1/ o ^ , ■

SadeHfttx

Zixnkx, ® (p-rofrn $
......^

j ßr.lUJefy \' oOKl\'^ßn.

ïfi\'.^/îi^ V RUß

$

ôro^ \'^^ar\'H\'ttx

CSalcIien}"^

- 1 \'
J^a&mlef^

Oimdei^jäiuJiett-
jßnv^

iSelminitx Ii Tsr $ I S

f^l^he

00

Sdh\'i

^laehvit»

o Itißeiv

\'^dlaO^d-

\'JPüUff^t^\'

\' Xitileéal

Œhmeiiaw

JjMtten-

o , _ - „. Xatjßh

bk

Tiahedhetv ,,.••■•"*

i

\'\'A\'kenlerff

âH

IBbUsÄttttaitt

SctterJ^n^\'

i \\ ■(ßntasOitaMati.

: -VCmMß^

T A R ^

(rmcfnatji

J oc c

>Mié

rRgM-tack-

.(Biela,

\\ II

i-

Saflerîta^êtL /

CBifrmeheti-

o

g

c C 0 ^

<3

S j ^ "

^tmmerSait

JV

^amt^arien.

..........

riaiahen-.
o

nlUrfiisrß^

\\ -XetJiffß\'

\' 1 . i \'
j Jauer^

" (P ^

fjilch^rtum^

\'■mra.

\'glmffttda^

Ch-ßm\'Pt»

(P C

^jieißil\' ® ;

) a \'

önmMif\'
o

enßh y

^ c. ^

/ o SeJrwencktag

\'^aureJ^i^

9

JD i QË

"OGumr^Mg^

^JCtrtmanii

^(Scîffendûfj^

m

-i ^

SwmutkJiU\' ^ei^Ul^^eJideißT ^^^ecU^.^

rBemam^

o t^

i(Budm>aJX

^ß-etfik

\'jtuJ^hÀm^

^ Ohniiifrß

\'^J/iet-ii^

, airtJ? Sieif

\'jeanten-

o/

_ - J iieAsr ^

s S- i

ärciJit^
i-

U1> Ol

t
i

MOJtgerv

Om-etiien

•iCEeViamner

o

D I QË C B 5 :

ëràffnk»

hiiie^

ànJmif- -J \' °

Si^lntee

H r T

.\'Xadf^

[■aTart^

\'X \' S-

Ç^erf

OlmJiasiSetP

ïi V I 6 c l H

IL

\\ fferiefsA

•\'tBtrjf
fteJ^:

tälei-üdi)^
Sdunder^ it

ßtetft.

CÉieJütJf

S .

OlmeM
ï

Ii 5

H

C^\'^tefum\'

^otartimExpliC a-fcio.

A Fr^^
à

\'\'JÈOffufi Cum/Tetr^h
o \'Pa^Uif

ri-

A. A^x ieAfHidh

-Jttnff^enJe^\'

y^X

(HUter^ laai

( l

\' o

B o H îi I JE.

l\'Msggmitclj

Me

■^JUa^uv (xei^mantciv Cûtmnurua^

E G r

.......

Ißjrautui^

® rRauttt»

-ocr page 236-

\'t H A R T O G H D O M S C H W I D N I T Z.

diflaus Zedlicius 5 Vry-heer , en Opperfte be-
velhebber van Strigaw , die hier fijn fetel
heefc, voor eenige jaren wederom koftelijcker
herbouwt. Het\' ftedeken
Fridbergh leght me-
de onder dit gebiedt, aen de riviere Striga ,• en
wordt gemeenlijck , om dat het hoogh leydt,
Hoogh-Fridbergh genoemt. Hier fijn vele dor-
pen j onder de welcke defe naevolgende als de
voornaemfte geftelt worden :
Rursdorf, Wolfrans-
dor f , Hausdorf, Lauterbach , Langenhelmsdorf, Blu-
mena\'^p, Widraw , Girlachsdorf, Ronftock, Reiche-
na
\'SP, Strichenbach, en andere.

\'t Gebiedt van Striga-^ behelft de eenige ftadt
Striga\'^, met de onderhoorige dorpen. Cro-
merus noemt haer
Stregomumly is tamelijck
groot , en in een vruchtbaren grondt gelegen ;

StYtgdW.

om haer fegel-aerde , die op de fcherpe bergh
van S. Joris uytgedolven wert, vermaert en
oock beroemt om haer goet bier, dat\'er van
koren gebrouwen , en wel voor \'t befte gehou-
den werdt: fchoon dat\'er fommige fijn die de
kracht van dit bier windigh achten, en mee-
nen daerom, dat \'et van die, welcke in de
ftilte, en fonder groote beweginge des lichaems,
haer oeffenen, (gelijck die doen , welcke nacht
en dagh over de boecken fitten en ftudeeren,)
voor al behoort geichuwtte worden. Twee ka-
fteelen fijn hier ,
Piachmt^ en Saflerhaufe. De
dorpen fijn :
Pufchke, Lafen, Ols, Ha^ich, Rofen ,
Gotfchdorf, Drotmgisdorf, Fyfendorf, Pojelmt^y Picher-
mt^, en andere.

i

\'t H A R-

i !;

I\'
1

1

i

-ocr page 237-

3«.2

\'t HAR TOGHDOM

GROT K A W

OFT

S E.

N

S

I

It Hartoghdom be-
hoorde eertijdts aen
de Hartogen van Lig-
nits en Bregents, ech-
ter in het jaer 1341,
van den BifTchop van
Breflaw met geldt ge-
loft , is \'et tot nu toe
onder het gebiedt van
het felfde Bifdom ge-
bleven. Het Hartoghdom van Oppelen paelt
aen het ooften 5 aen het noorden dat van Bre-
gentz; dat van Monfterbergh aen het weften 5
^\' en naer \'t zuyden , het Graeffchap van Glatz,
en een gedeelte van Moravien.

Stfilfff. " ^^ voornaemfte fteden fïjn Grotka-^o en Nif-
fe,
in een aengename vlackte gelegen,- Grot-
ka^ begon, felfs van de tijden des Biffchops
Preciftaus Pogarellus, aen die van Breflaw on-
derdaenigh te wefen die haer, met het heele
gebiedt van Boleflaus, Hartogh van Lignitz,
en Bregents, kochte; en aen de kerck van
Breflaw voeghde. De lucht is \'er fèer gefbnt j
de ackers
hjn vruchtbaer, en met bofTchen
omringt fbo dat al\'t gene hier te koop komt,
om feer geringen prijs te krijgen is : hier van
Ipruyt het fpreeck-woordt,-^^/ï
de Grotkampers
noch door honger, noch door koude konnen vergaen:
verftaet, in vredens tijden,- naedemael elck
huys fïjn landeryen, en boffchagien tot fïjn
gerief heeft. De meefte huyfen fijn van hout;
alleen het Stadt-huys, \'t Paleys van den Bif-
ïchop , en de kercken fïjn van gehouwen fteen
gemaeckt. Defe ftadt is mede berucht om
verfcheyde voorvallen die\'er gebeurt fïjn. In
het jaer 1490 wierdtfe geheelijck door\'t vuer
verteert. De blixem floegh \'er in \'t jaer 1549
in, cn verbrandenfe t\'eenemael, behalven fès
huyfèn , met de hooft-kercke. In het jaer
1633 wierdtfè van de Sweedfche en Saxen, en
wederom van Torftenfbonin \'t jaer in-
genomen.

Ntjfe. grooter als Grotkaw, een vermaerde

ftadt, aen de riviere de Nifs, alwaer de Bif^
fchoppen van Breflaw haer ftoel geftek hebben,
aen de welcke bynae niets en ontbreeckt, dat
tot luyfter van die ftadt ftrecken magh : want
ly is in een feer aengenaeme plaets gelegen,
heeft fèer vruchtbare ackeren, en een feer ge-
Ibnde lucht : fy is van allerley voor^raet en
levens-middelen wel voorfïen ; volck-rijck; be-
quaem tot den koophandel, en door de fèlve
Duytslant,

bloeyende; veel ambachten worden daer ge-
daen ; fy is mede fbo wel door gemeene, als
byfbndere, fbo geheylighde als vele andere ge-
bouwen, feer heerlijck. Alle jaer, in de maent
van lanuarius, is \'er een wijn-marckt, welcke
is een der vermaertfte van geheel Sileflen. Defè
ftadt wiert dikwils tot de gemeene by-eenkomft
des landts verkolen : als onder anderen in \'t jaer
1497 gefchiede, wanneer den Hartogh van
Oppelen , Nicolaes genoemt, en Opperfte
van Silefien, trachtte, om Cafïmirus van Tef.
fchin, en den Biffchop van Breflaw met eenen
ponjaert te doorfteken ; waer over hy oock
veroordeelt, en met de doodt geftraft wierdt.
In het jaer ló^i nam den Veldt-Overften der
Sweden en Saxen, Arnheim, defe ftadt met
verdragh in , de welcke nochtans, van den
Keyferlijcken Veldt-Overften Holck , door
hulp der borgeren, in\'t fèlfde jaer wederom
gewonnen wierdt. In\'tjaer 1^42 quam fy on-
der de macht van Torftenfbon, die haer dwong
vyftien duyfent Rijcksdaelders, behalven noch
fèer veel voorraet en proviand, te geven en te
verfchaffen. Eyndehjck , naer dat de Sweden
alles verwoeft , jae fèlfs vier poorten, en eeni-
ge torens in brandt gefteken hadden , de ftadt
verlatende,voerden fy eenenBorgermeefter,met
twee Raedts-heeren en eenige Edelen, met hun
gevangen.

De overige fteden fïjn : Freiwald ^ tudchen Sudef*,
de bergen, en onbemuert. Botzie-plotTi, in een
bequame en hooge plaetfè gelegen , met mu-
ren, en een kafteel, door Brumo, Biffchop
vanOlmutz, verfterckt. la-^erniky met een ka-
fteel verciert ,
lohanshergh geheeten. Kalten--
ftein
, een ftedeken dicht by Freywald. Otma-
chow
, een open ftedeken , met een fchoon ka-
fteel; weleer door de Huflïten met verraflïng
in het jaer 1429 ingenomen, die \'er een goe-
den buyt vonden; en het kafteel, met een be-
fetting verfterckt, fbo lang inhielden, tot dat
Coenrad, Bilfchop van Breflaw, in het jaer
1435, het felfde weder kreegh; wanneer, door
fijn aenraedcn,de Raedt van Breflaw de ge-
vangene Huflïten wederom los lieten. In het
jaer
1646 is defe plaetfe van de Sweeden ge-
plondert geworden,.
Fridbergh y naer het ge-
berghte ftreckende , leght dicht aen de rivie-
re Qniffe, en behoort onder het geflacht van
Gottfch. PatTiko-^p y een ftadt naeby de ri-
viere Nifs, tuflchen Reichenftein en Otma-
chaw. Ifanfeny aen de riviere Olä; defeplaet-

L1 7 fe

Ifl

n: ï

\'ii;

i \'f l

-ocr page 238-

ih

-ocr page 239-

\'t HARTOGH DOM GROTKAW.

fe wierdt 5 in het jaer 1606, byna t\'eenemael
door het vuer verdelght. Weidena"^ is een
ftedeken van kleyne achting j in het jaer ^6l^
wierd het mede door een feilen brandt verteert.
Ziegenhais leyt aen de riviere Biel, die by de
ftadt Nilfe fich met de riviere NifTe te fa-
men voeght; defe plaets is door de fmede-winc-
kelen feer vermaert.
Zucmmtel, eertijdts
flein genaemt j aen de voet der bergen van Mo-
ravien , een ftedeken rijck van metael-mijnen 5
als yfer, koper, latoen, filver, en gout: fy wort
dus geheeten,om dat de roever shier de mantels
van de reyfende lieden plachten te roeven.

Behalven defè plaetfen fijn noch feer vele ,
ja ontaÜijcke dorpen overigh, en felfs kaftee-
len van geen kleyne naem onder dewelcke
het genoegh fal fijn de voornaemfte hier te ftel-
len :
Bilit^ y Nieder-Pomsdorf y UerWgsypald^ Saups-^
dorfy Arnsdorf y Freudenßat, Wint^^enhergh, Ober-^
Tarne y Leippe, Strubit^, Waltersdorf, Borchendorf,
Oppersdorfs
en andere.

\'t Graef-

-ocr page 240-

37

\'t Graeffchap

A

G

L

T

Z.

Nder dc voornaemfte dieren zijn, foo datmen daer veel ter jagt gaet.
Graeffchappen van Si- In \'t ooften is dit Graeffchap bepaelt met eenen
lefien is G/^^^ het min- anderen bergh , genoemt
der gulden Efet, om
fte niet. Eertijts had\'et dat men daer goudt en filver graefr. In \'t noor-
geen Leenheer, maer
dcm\\]n^öhemsbergh en Stlberbergh, In\'twe-
Boleflaus Graef van ften grenft \'et aen de Ripheefe bergen.
Munfter-bergh en van Het aerdcrij ck is vruchtbaer en overvloedigh
Glatz 5 heefc, in \'t jaer in alle vruchten, en allerhande vee, de hoven
131^, dat van Glatz luftigh, en met boomvruchten vervult, als
verkocht aen lan van Luxenburgh\', Koning
oock van erten, boonen en diergelijcke faden.
van Bohemen. Defe lan , geroepen van Hen- De vermaertfte rivieren zijn Niffa, Steina , ^fv/m»,
riek, Prince van Breflaw , om hem te helpen Biela, en Weiftritz, die veel vifch geven,
tegen fijn broeder Boleflaus,die hem befprong, Niffa oft Nefje heefc fijn begin in dit Graef- \'
gaf aen den voorfchreven Henrick\'t Graef- fchap , en loopende voorby de fteden iW/W-
ichap Glatz , doch met meninge Breflauw te
ivaÜe^ Habelswerdey Glatz^y WarthayKeichen-,
bekomen; hec welck oock gefchiede : want ßein ,l>ltj[a cn Lauhem , met üch dc vi-

Henrick fonder kinderen overleed , en maeck- vieren Steina, Biela, en Weth hitXj, en valt by
te lan fijn erfgenaem , en van dien tijdt voe- Scurgaft in de Oder.

ren de Koningen van Bohemen den eicel van Glatz is de hooftftadt van die Graeffchap , De ßadt
dit Graeffchap. en geeft den naem aen defe Provincie. Sy is

Sijn oude volckeren waren de Quaden , gelegen in een luftige landou, en verciert met
gelijck van heel Silefien.
Naer defe quamen veel fchoone huyfen. •

die van Slavonien , een volck uyt Sarmatien, Uyt defe ftadt zijn veel geleerde mannen CrW^
diemen nu Polacken noemt. gekomen , onder andere David Origanus,

Dit Graeffchap is van alle kanten met aen- die de Ephemerides oft almanacken gefchre-
gename bergen omringt, diefe van de nabuu- ven heeft ; en Nicolaus Henelius, geboren
rigc landen fcheyden. In \'t zuyden zijn de tot Francoftein , heeft de landtkaerten van Si-
Sudetienfche {nccubcrgcn, daermen op eenen lefien en Breflaw gemaeckt. Voor eenige ja-
hoogen berg klimt , diemen gemeenlijck ren , is de toorn van het kafteel, vol bufch-
Schneehergh noemt, aen wiens voet de fonteyn kruydt, door den bhxem verbrandt, en heeft
van de riviere NifTe ontfpringt. Nae\'t ooften de ftadt grootelijcks befchadight 5 maer de
is eenen anderen
hoogen bergh,die de inwoon- mildcheydt van veel groote Heeren heeft defe
ders
Wiefenbergh noemen , tuffchen den welc- fchade vergoedt, foo datfe tot haren ouden
ken en den voornoemden menighte van wilde glans gekomen is.

i \' •\' N

Oude volc\'
keren.

1 Hii\'\'

i\' iS i \'Im

Crenzjen»

Berlen.

\'i\':^ i

ii

} ■ • i

i i

ïHi

T>uytßandt.

M m

ÉtJ

-ocr page 241-

50

15"

D V ({ A ^ /

lavemy -^XXS

OitmacïiA

lÄoyx&exhev^ C

.ii ^^

. ^(^us cumten^to . |
O ^Hcm

^itfi et oitgetai

JiJiue
-notahiUs
^ \'Kohl^täfeti,

é. t *

JohArLsb

\'jlenricJiou^

GrotJcavien;

O

OTfn-f \'Ftuvii

— ____-gj^- -

/ ^ * ^ : - r ^/t Stai-

^ ^ jr \\

A ^ --^JÈ^ Jieu Lriei\'sdiny- ßi

fraaie

#

/ ICarj^en-h^tn

O

-^l-Ua C ...

.......aa^

\' aF

^amiti

3

\'Te^^élwude

-\'Sai Cauhiti

.7

\'jyietma.n.s^tj-

^ßeerTvalde

X ^Jche^tvvolii. \'vatjo

Dy- cAr -v s -

.......

ISTimjIrrck

StoltH

JPrützcti.

T J. H S

m

\'TeiL.

\'^ïuèifch

hoeder , Feil

HJ* -

• - SctiPnJjeide

GuttmansAo^.

p V \' ■

Altmansiorf
Hich

etunv a\'Hurrcn

^atet Oj

■J^Lt

jp^tórWta

J ^

laments

Grutte

urn

\'T^crfn,

Tclbint-i,

BaumjjartcTi.

Inttz

\'^le^ersdo^

\'Sjieken

I^eitetL O

OUr JCc .
\' mltsi -ït^Tr\'^\'^" r

^nJoits\',
O

jfliL-

Schonuw

C^/ersdcrf O

^ \'jdêtneH x^\'tj

CmvfiiendoiJ-

Ions derf , , Ä-^ßf^tirichs V O

\'Z^adeck ,

TUntiéz

"ReichjiettL -

Schreckende^\'
Xandect ^

I^etersdor^

t ^MelmJïaA fut^r

i \'\' ^

-J^eu iSiidlm fi^a-fe

i \'\'

t^ . ƒ .-1-Ä. I ; -^ Vtemufdptj- ^

f^len^it. f i, V ^^

Mertens fj\'er^

Mittel Wal.
ïA- C ^ . 4e

J) c ^ j

a.. ®

, derf

Keicketack
jérnsdorj^ {

•fiw

- -O

, Jr"" \'^aunit!

3m

c

üiLcrJ \\

Feters ovatd O

"Äf\'i^y Mherts dcif /V^ o°

. ^ofcl^it. V \\ y

O tt J \\ \'^oits f^doif

O d^rf S V

3 . ^

JfOn^e

XfOmit

^iefe

jt ^ 1 ^t

Süherhcr^, ^ ^

Settendorf

mchw

j

c

\'itz

iTeters-V^aUe

^denau,^)) ^^ Curta^ \'"^tder

C——---^ ^ k^Tirï.

Wattersdorf ^ J^\' O

.^^larïen.thatl

CuntzendorJ- ^ J

« I

Saarhrjen.

\'^rflttd

a ISÊ^ \'-. StdCiferL

Stei.

\' item^jè^ Sejfersdoi^

f

II

jfèiL IfOmttz

:o O f derf

Dietm/insde^ ^

.......

\'Bern^\'^aidi

Ie a

^i^oi^ersdor^

Oler II O

ÏTettroae ^Mefein^

-f »■ff

O j Siutenjrit^d ƒ *^ S J ^ J^\'^O Crmfiat

Oher,stetn-

m

......

£

S\\IS

^^^ ^^ J , Marjene^

/ kaffan/den "^^^^chefar^

? /- r .....O

Jitmlf}, CRlhney

* ï ^ ^^ Jf Ji. T.

.......

■ft

"Ji^^qairsdor/\\ \\ lehans hcr^ 4 " \'

o-ttendo^

li^ên- dreyerv
iemStil\'nitz^\'RzcczUa.
undWcrUiz,werden mwe

O

\'J^riedncis wMe \' ^

Crhshutte

O

Ullendorf

zujerichtet

Itdiknit!.

^ JL

\'\'jfermsdof-

4

3

O

\'miS O

leinert«

lirotndorf

j/eusckeuns

^ ■ Aeulendeif

^Mert-,

, . JiummeL

\'Afci

•na.

m^ j f i

K Cyifhuhet

"Klein^orsdüf !

rp J-

O r-rV

Idu

^ejU

£5- ^ ■ - -\'T^»-\'-. ....

^ lÄtder Sichel

P

\'"^ala.tlch

«k .

N O

^Xesnci Xrj\'s

(

! !

Saitcl

PW-

Bezdi

l\'J

COMITATES

LATZ

Aüthort Jona Sculuto.

X

■X

O -l^rtf,

Strausney

V

.... ..
f

"T/chn

O Gra

\'Mcfichel

C

Qtalenan

O

O

larko\'ifa.

zd

\\ia.tz 0

ic^kfitj

Heufch Czir^Jruri- .

X

Hor,

^lein-lßetzitz

^tOiare ^ermanicwrv commmte.

O

Jifiezorot

irros Tiei-ziiz Q

"imr;, S.I.II::........

so

-ocr page 242-

; .

Vy.

tl

* il

1 li

jr

■v-i

■ V

l

m

-ocr page 243-

Uli

3S

Het Marckgraeffchap

O R A V I

ï\' ¥
ï \'il!\'
f II ■
II

M

E N.

Nam, Oravien ofte Mehren grooten overvloet : binnen in \'t Landt zijn feer

f grenft in \'t Weften aen ichoone faey-landen, en op de heuvelen wijn-
Bohemen ^ heeft den ftocken , die meerder en beter wijn voortbren-
naem van het water gen;als Bemen. En dit landt is van wegen de vet-
Morava , welck door tigheytdes aertrijcks foo feer bewoont, befaeyt
\'t landt loopt. De oude en beplant, dat \'er geen weyden voor het vee ge-
hebben dele Provincie vonden worden , als in de wilderniffen.
 Mijnen,

Marcomamiam geheeten, gen Sudeu ontrent de Stadt Igla, zijn rijck van
om datfe de frontie- metale mijnen j en\'t gene ten alderhoogften te
ren van Duytslandt,daer verwonderen is, in dit landt wordt oock wieroock
men van de Donau naer Ooftenrijck reyft, be- en myrrhe gevonden,niet druypende uyt de boo-
fluyt en eyndight : want Marck by de Duyt- men, als elders gefchiet j maer wort uyt de aerde
fchen foo veel te feggen is als een frontiere gegraven,dochmaer opeen plaetfe,Gradufco ge-
daerom die \'t felve Landt bewoont hebben, oock naemt. Noch onlangs heeft Wenceslaus, uyt het
Ondevoic\' Marcomami geheeten wierden , als inwoonders geflacht van de Heeren vanderEycke, in fijn
aen de uyterfte limiten, nae het gevoelen van landt Sterrenbergh, daer hy van fin was een vy-
Dubravius. Van defe volckeren fpreeckt Arria- ver te graven, een geheel menfchelijck lichaeni
nus, dat de
G^Ufidi cn MarcomannidehQtï\\:QZ\\]u y gevonden , het welck anders niet en was als
daer nae de
lazjges uyt Sarmatien , ten derden de Myrrhe.

Geu , ten laetfïen een groot deel der Sarmaten, Eertijdts was defe Provincie een groot cnOMdeRege\'
Dat Moravien de oude woonplaetfe der Marco- machtigh Rijck,en hadde eygen Koningen,welc-
mannen geweeft is, blijckt hier uyt genoegh, Jcer heerfchappye ftreckte over gantfch Bohe-
dat de huyslieden ontrent de riviere Hana, in men en Polen. Ontrent het jaer Chrifti poo had-
\'t ploegen dickwils gevonden hebben oude me- de Zuantocopius onder fijn gebied Moravien,Bo-
dahen der Roomfche Keyferen, onder andere hemen, Silefien en Polen, welcker Hertogen hem
van M. Antonin , de welcke, als vele Hiftorien onderdanigh waren j waer door hy fich foo feer
getuygen, defe natie verwonnen heeft j \'tgene verhief, dat hy oock weygerde tribuyt te bèta-
op dele munte ftont, was een roof ofte buyt, len aen Lodewijck Köninck van Duy tslandt, die
met dit opfchrift
j D e Mar co mannis. Daer hy\'t Roomfche Rijck fchuldigh was , en fomtijts
zijn oock eenige die vermoeden, om d\'eygen- betaelt hadde : daerom beoorloght fijnde , de-
fchap defes naems, dat de Marcomanni daer nae fendeerde hy fich met fiilcker macht, dat fijn
ingenomenhebbenhetdeel vanDuytslandt, dat weder-partye hem moefte verlaten, fonderiet
men gemeenelijck de Marck noemt , ofte de merckelijcks uyt te rechten. De Hungaren (een
Marck van Brandenburg, gelegen over de Elve, nieuw volck ) faten toen aen den ingang van Mo-
naer de Zee overmidts de inwoonders des fel- ravien, waer buyten de Köninck der Moraviers
ven Landts gemeenlijcken de Marcker genoemt haer gefloten hield, foo datfe daer in niet en
\'worden, \'t welck foo veel te feggen is , als Mar-- konden komen. De Keyfer, willende vidorieus
comanni, oft Marckmamier. Sommige meenen, weder-keeren van de Moraviers , focht overal
dat de
Marcomanni defen naem van de peerden^ hulp, opende en baende den Hunpren eenen
verkregen hebben , gelijck
men Marfchalcken wegh, en fond alfoo den vyant de Chriftenen op
noemt, de Overften van de ruyterye, en Marftal- den hals, welcke daer nae de Provinciën grouwe-
lersde Stalmeefters: want Marrha en Mar , in de lijck geplaeght hebben. Toen wierd de Mora-
Duytfche tale, is een peerdt ofte merrie i derhal- vifche Köninck geheelijck ondergebracht en
venMehre-nlantfoo veel foude beduyden als een verjaeght, waer door hy, afleggende fijn Ko-
Landt der merrien. Nae veler goetduncken is de nincklijck gewaet, fich alleen m een wilderniffe
eerfte meening de befte. by eenen heremij t begaf, in wiens gefelfchap hy

Crcnfen, Dit landt Moravien, gelijck het tegenwoordig leyde een heremijtfch leven tot aen fijn eynde ;
light, wort van drie fijden, van \'t geberghte, de en als de doodt hem naeckte , openbaerde hy
boffchen, en rivieren, gefcheyden in\'t Ooften eerft wie hy was, en rufte alfoo in den Heere. Als
van ITngaren, in \'t Weften van Bohemen, in toen koos Bohemen, Polen en Silefien elckfij-
\'t Noorden van Silefien en in\'t Zuyden , naer
nen eygen Hertogh, en gaven aen\'t Rijck, tot
Ooftenrijck, is \'t gantfch effen, en wordt op fom- een recognitie van fupenoriteyt, eenigen tribuyt.
mige plaetfen door de riviere Thayfa,
en elders Ontrent dien felven tijdt, als Michael Keyfer
door een ander waterken , van \'t felve Landt ge- over de Griecken was, quam Cyrillus, een lee-
fcheyden. raer en Apoftel aller Slavoenen , met Methodio,

iHck, De locht is wat facht, derhalven m.eer de cor- en leyden het fondament des Chriftelijcken ge-
Vr^cht^ ruptie onderworpen. En gelijck het een volck- loofs in Moravien , oprichtende een BilTchop-
hmhejdu rijck Landt is, foo is het oock van koorn , wijn, lijcke kercke in de Stadt Vielägrad, die van den
en alle \'t gene dat tot \'s menfchen behoef noodig Roomfchen Paus geroepen en berifpt wierden,
is, feer vruchtbaer; daer waft oock faffraen in datfe den Godts-dienft in Slavonifchefprakede-
Dmßandt, Nn den^

-ocr page 244-

S5\\ Septentr.j^l

201

jo\\

34

rDiwifch

• Xiubfcliuti

- , / Bj/l^bckc y

^Zucknunttrel ox\'£ ^^

£ s e

TVS Glacensis. ,,4

COMI"^

PARS

^j^rien ivah}

AittwaM

Cz^ûlcwttz

Jlorav^e

.J^ons

Crol\'

w

zi,--^ /^J^JA^ Kruhch

m

MORAVIA

MARC HI OK AT V S

JSr mo»s\'JSS^

Lands^cr^

A

Vlarmanitz ^
Slau£mce

^u clore
I.A.Comenio.

anodfkron

Sehemtfche
\' rCrihaw

^\'^ateniti

LZwillu P\'^baw

i\\

^^ £ Ge^ack *^gebieirg B . Ge/enjk^^^*^

Uarch

, ..... ^

«I

LuUitz-.,

T \'J^ S .

j^if^ f^ \'Bi\'ufvey ^ S.a Jrldek - _—^

\\SchiUrerg

">Hanftatt

^.Zal\'rech

IjeJîiice " \' ^Lihtny - — \'
\'Pubifka"

- Lâgendorjf-^

tAufcfW

....... Toa

Cylenber^
\'B.iifwinetz -

\'GT

TitfcWem

G-itrJn

. I., aJ3litz

Sii-aniber^ f^\'/\'

JSTewftatt

BVnianv

:f/noynùe

Litta ^

À f

ïrelAait ^

\' \' \' ■ li.Ottawii

iRLitaweL

Chudi^hln

If Wvcutowa • yn-s^

0 HEMI^AE

iti, \'Vrofpafi\' ■ ,(2

^ZwDja

rjTdbr

M.

Itidc^ch

Jk.

Jlejhtz lOeymt-
ik

trzetin

\'ats

Insjerwi
1.—, \'£.Giinram^\\w

Chotebarz

Ohjfnitz

-^eufjietr

L/i^nltz ^

\'\' Deu^che
y Sena/chair
y e i ^J\'um^aletz

o y

m.

^^rzihijlaw

C

Zdm-

3uk

■^^Oejfemino

ITslankil

(Bedrkhmi\'

Jt-,

\' } ^ Kojetiîgy mwoiefc -jj,

ie«--

-- J. riBT k ^^ ^ . ^ Kremfil-JCt ±<Sliva \'

.iloraiiretz

rJKudaleU

Meziirorai

—^.^^Shtjfiwitz

Chota

^a^aj\'edla

L^ele

ericz

Mir^in.

^Ruchtiûw

Sti-zitezh.

Jiaufttitz
B Rai^now

X^raumow

\'Sltmi\'itz

Czefekwitz

fuhczBwltz

\\J\'i}fimvitj \'

^ameititz

\' VdehnuC\'.

^hnzel \'

he dm ce

adifcK-

Wf

Brod

t

Viun.

tjiraukowltz

_ Stannern,

Li-..

OOIOJO

OJlaw.T Jhn>.

T/Jte A« , . .
(^v)^ ,
Max\'kini\'ttZi^

Teciiutw

VTfiwtutz

léan^Tiirtaitz
èi-

^

P A

Trentfclilii

»J"tottacziru)

TekCch

m

.iltTleirche
^.SlM\'O-ll^e

rmris fans

m

Xsu\'Heifeh
Tiou\'ASCiÛs

Si^tetaw
Zeltrtitiv/i

Ix^emfHUz "^Jf^ / i

S-

Notarvm explicatio,

mûris cincta. Â .Honajl^riuui

jbk Opjpidnnt ii^ Vinetoruuv colles,

sé^ \'Pajus turritui S ^Tlternuejeu a^iuemedlc/é-

gjy- J®. Offuriiui •

Auri ct Ar^enlifid: ,

\'Fi^i hmominali ^^^^ \'TerriJvJina f

\'Pm-dcwltf

CdL \'

.s à\'!

. . ^ -.Jî tIt ,«_ /.. .-J.-\' . . t

Iftfr/f^\'.\'

m

§A

lamnitz

^Bulikffw

Jfart

I liabnf

\'Uh^alitz,

\'usjfoch
i^jwiiiiy

^ifch

\'rflattr

Ziahntiit

ib

^i.Sn\'dJla

Htttaw

Woltm<i /(cili ..... ^ Drofen^arfi

IX-a/dawife

3iWraiiaTv

m- ^

Laba ^

-Xeya I _

J/\' Xudtvls

A

A V STRIAE

Se

N R I ■ O N A L I

\'E

P T

rReirr

"TalAflem

ILaheiiJ^iir^

JlilUarM Gcrmantca- cûimnitnta .

Ji\'^alhin\'eiv

\'^mftelotLini Qiitfjclîn. "Bllmw tScciWitr\'

y J ■

j Hohenaw

\\3.Cahiww

^iJilliarM G-tltica, communia.. ______.___

35 Mcriclies J"!

.20

501

34

-ocr page 245-

den waer op fy antwoorden, dat \'er gefchre-
ven flondt, ^//^^^^^/oi^e

Hedensdaeghs is Moravien in een geringeren
flandt 5 want nae de Koningen is het van Herto-
gen , en daer nae van Marck-graven geregeert
geweefl, en nu ter tijdt feer verdeeh j doch be-
hoort het grootfte deel daer van aen de Kroone
van Bohemen, de refte aen verfcheyden Heeren
en Barons.

De hooftftadt, en des Marck-graven woon-
:)laetfè, is
Brunna , op Duytfch Brin , en opBo-
leemfch Brunno genaemt. Olmutz ofte 0/owow-
tiumis een BilTchopHjcke refidentie, wierde eer-
tijdts Volograd geheeten. De andere Steden zijn
Znaim, Radifch, Iglauw,Nieuftadt,Niclasburgh,
Weyfz-Kirchen , Kremfer, Boferlitz , eertijdts
een woonplaetfe der Marck-graven , en meer
andere fy heeft veel fchoone huyfen, torens en
andere gebouwen.

De voornaemfte riviere is Morava ofte Mara-
vaha , van
Ptolem^o Cïahrus, en gemeenlijck de
Marhe geheeten, die rondom de Stadt Olmutz
vloeyt, van daerfe haren loop neemt naer Oo-
ftenrijck, alwaerfe haer met de waterkens diefe
met haer fleept, in de Donau ftort en ontlaft.\'
Defe heeft den naem gegeven aen \'t geheele
Landt, ofte , \'t welck gelooflijcker is, heeft den
naem van \'t Landt gekregen. De andere rivieren
zijn de Theya ofte Deyns , van Dubravio
Tharfa,
en van fbmmige Thyfia genoemt : defe loopt
voorby Znaim, ( een plaetfe door Keyfer Sigis-
mundus doot bekent) en fcheyt Mahren van Oo-
ftenrijck. Het water Igla, het welck aen de ftadt
ïglau den naem gegeven heeft, fcheyt Mahren
van Bohemen , en loopt oock daer door. De
Oder heeft haren oorfprong niet wijdt van Ol-
mutz , en behoudt haren naem tot in de Zee toe j
daer zijnder die fèggen , datfè van Ptolemaeo

Stede*f\'

f

Rkvihe».

VI EN.

Viadrus geheeten is fy wort Odera genoemt\', om
dat de inwoonders aldaer Oder noemen fbodani-
ge hutten die bequaem zijn, om vogelen te be-
loeren en te vangen gelijck noch hedensdaeghs
veel dusdanige wacht-hutten van de vogel-van-
gers geftelt worden in Mahren , ontrent den oor-
fprong der Oder. De riviere Hana, hoewel het
een gering waterken is, bevochtight de alder-
vruchtbaerfte koorn-landen in gantfch Mahren ,
en die met recht van de bouw-luyden genoemt
worden het mergh en keern van Moravien. Uyt
de felve worden dickmaels veel goude en filvere
medaUen gegraven, foo van M. Antonino, Com-
modo, als andere Keyferen; waeruytblijckt,
dat de Romeynen eertijdts alhier met de Marco-
mannis oorlogh gevoert hebben. De andere wa-
teren zijn de Swarteen Switwa, dewelcke voorby
de ftadt Brin loopen : deiè rivieren hebben veele
en verfcheyden viffchen.

Dit Landt is niet foo bergh-achtigh als Bohe-
men , doch deurgaens niet geheel eftèn en vlack.
Ptolemseus ftelt op defe plaetfe
Orcynium Nemus ^
en Gabretam Sybam. De inwoonders zijn wreedt/««^ww^^f-
van natuuren , en feer geneyght töt rooven ;
hebben een vermenghde Spraecke, doch fpreec-
ken meeft Boheemfch ; want de Duytfche alleen
in de fteden , en dat onder de principaelfte van
\'t volck, gebruyckt wort. Wat de reft aengaet,
feydt Dubravius, dat de Mahren in manieren ,
fèâen , en haren gantfchen wandel, met de Bee-
men feer over-een komen. Op de dorpen defes
Landts woonen over al verfpreyt veel Weder-
doopers, die alle goederen gemeen hebben.

In Moravia zijn de Graeffchappen van Huc- Landeft in
kelwaldt en Schömberg ; met de HeerHjckheden
van Lomnicz , Dubrantiz, Gemnicz, Walftayn,
Peytnix , Neuwhaufz , Telefch , Bozkowitz,
Trebitfch, Dirnowitz en Ragetz.

-ocr page 246-

y

X

•i

■ ..--Y.

\'î

v:

:

i

!

t:

\\

y

-ocr page 247-

.1 -

-ocr page 248-

l I

"i\'

K

7

-■ßm

,1

!

t *

\' M

I wv

\'•Ii

I

-j\' :

-ocr page 249-

V w.

D E

O N

E Donauw is by allè oude
Schrijvers
foo vermaert,
dat \'er qualijck iemant ge-
vonden wordt, die daer niet
afvermaent. Daerom beriA
pen Eratofthenes en ApoL
lodorus den Poeet Home*
rum, dat hy van de Donauw
niet gefchreven heeft , en
nochtans feyt dat veel rivie-
ren in de zee vallen. Want
hy de grootfte vm geheel

- Europa is; en loopt door Duytslandt, Ooftenrijck, Unge-
ren en Walachia tot in Grieckenlandt, en Propontidem, en
bewatert vele Scytifche volckeren. Hy ftreckt van \'c vveft
naer \'t ooften. lornandes fchrijft dat hy op veel plaetfen
twee hondert voeten diep is.

Sommige meenen, dat de naem Bambius, in \\ Duytfch
^one en èottatltt) / komt van \'t gedruys des waters, welck
men in\'t Latijn
Vnda noemt: andere van de Dunen, die
daer ncffens woonen. Hy wordt oock Ifter genoemt, nae
fekeren Koning, gelijck Betofus meent. Pomponius Mela
fchrijft in fijn tweede boeck , dat hy, omtrent fijnen oor-
fprong , de Donauw geheeten wordt, en nae dat hy lang en
wijdt geloopen heeft, de Ifter. lornandes feyt dat hy in de
tael der Beffen Ifter heet. Maer fy dwalen s die meenen dac
hy ten tijde van Keyfer Auguftus den naem Ifter gekregen
heeft gemerckt hy ten tijde van de Argonauten foo ge-
noemt wierde: daerom heeft luftinus, en Trogüs in fijn
twee-en-dertighfte boeck, het landt Iftriam nae hem ge-
noemt i en Portius Cato, die voor, Auguftus leefde, maeckt
van de Ifter oock gewagh. Annius Viterbienfis meent dat
Mofes hem Idim noemt. Stephanus Byzantius heet hem
Matoan. Van de namen Danubius oft Donauw, cn Ifter,
noemt Ovidius defe rivier Tweenamigh.

Polybius heetfe de breetfte van alle rivieren Herodianus
debreetfte en diepfte. Maer niemant heeft den Donauw
foo klaer befchreven en uytgedruckt, als Dio Griccus in
Thiano, met defe woorden: De Donauw wijckt geen ri-
vier in menighte van water, is akijdc vol, en niemant kan
fijne diepte en breette uytfpreicen.

Van fijnen oorfprong is \'er tufTchen de oude Schrijvers
mfftong, groot gefchil. Tacitus feydt dat hy in de bergh Abnoba
ontfpringt. Andere meenen in de Swabifche bergen: fom-
mige in de Duytfche. Solinus ftelt fijn beginfel in een berg
gelegen tegen de Scauros in Vranckrijck: Marlianus in de
Retifche Alpen,tuftchen \'t Stift Trenten en Nortgou. Era-
tofthenes Graecus meent, dat hy uyt eenige fonteynen,niet
verre van \'t Pontifche geberght, komt; maer doolt. Strabo
feyt, dat de fonteynen van den Rhi}n en Ifter niet vcel ver^
fchillen. CIaudianus,in \'t lof-dicht van Stilico, fet fijn oor-
fprong in \'t Retifche geberght. Picus, dat hy vloeyt uyt dc
bergh Abnoba, in
\'t Hertoghdom Wirtenbergh, omtrent
vier mijlen van den oorfprong oft fonteynen des Rhijns.
Munfterus fchrijft, dat hy in
geen bergh ontfpringt, maer
overvloedigh geftort wordt uyt een heuvelken, tuffchen de
vijftien en feftien cubiten hoogh\', de welck hy fchrijft felve
naerftelijck bemerckt te hebben in \'t Swartwalt, in \'t dorp
Efchingen.

De Schrijvers twiften met malkanderen, oft de Donauw
oft de Nilus de voornaemfte is. Maer \'t is feker dat de Do-
nauw de eerfte naedenNijl is, gelijck Aulus Geliiusbe-
wijft, en Aufonius in fijne veerfen. Arrianus fchrijft in fijn
tweede boeck , dat de Donauw uyt een kleyne fonteyti
fpruyt, en vele rivieren met fich neemt, (maer niet foo vele
en groote als Indien heeft,) waer van de grootfte zijn Inn
en de Saw, die van de uyterfte deelen der Nortgouwérs en
RhjEten, in den Donauw loopen. De andere rivieren kan
men niet bevaren. Wiens woorden met de oude Schry vers
en de waerheyt ftrijden. Ovidius feyt, op verfcheyde plaet-
fen, datfe niet minder is als de Nijl.

Defe rivier is de frontiere geweeft van het Roomfche
Duytslandt.

"i^am.

Van Jijt»

Rijck, gelijck Appianus Alexandrinus, Dio, Ambrofius T^JeW»
Varro,
LèeHus, Saluftius, en Ovidius getuygen. \'t komfk

Aufonius, meer door pluymftrijckerye als met waerheyt,
fchrijft, dat de geheele ftreeck van de Donauw aen beyde
zijden den Romeynen toebehoorde. Over defe rivier heeft
Keyfer Trajanus een heerlijcke brugh gebouwt, die van
Adrianus daer na afgebroken is.

Herodotus, in fijn vierde boeck, befchrijftdenaertvan
de Donauw aldus: Dat de Ifter des fomers en \'s winters altijt
even vol en hoogh vloeyt, dunckt my dat dit de oorfaeck
is : des winters regent en fneeuwt het, en des famersfmelt
de fneeuw overal. De fiieeuw dan vervult den Ifter. Hy
voeght \'er by: De groote regen met de fneeuw vermeerdert
hem^ en hoe dat het des fomers meer regent, en de Son
meer waters treckt, foo \'s winters als des fomers, foo veeJ
wordt^ \'er weder met de Ifter ge mengt: Soo dat de Ifter fich
felfs alrijdt gelijck is > om d-at hy foo wel in den eenen tijde
als den anderen, even veel waters geeft, en ontfangt.

De oude Schrijvers feggen, dat \'er feftigh rivieren in den ^efckir
Donauw loopen; welck getal veel meerder is. Albertüs \'vingnac^i
Magnus, Marrianus, en lornandes,feggen, datfe van haren
oorfprong tot aen dc Pontifche zee-1
zooooo treden lang is.
Welck niet te verwonderen is, gemerckt dat hy door vele
Barbarifche landen loopt. De rivier Corteras, foo Strabo
fchrijft, valt in de Saw by Lugen en Tergeft, de Saw loopt
in den Drabora, deDrabora in derlNoara, en de Noara
valt by Scorbifca in den Donauw» De Regen by Regens-
burgh. Daer-en-boven loopt de rivier Almon in den Do-
nauw by Kelheim. Baccunrius, waer van Bocarius en Pli-
nius verhalen, vak by Sirmcn in de Saw. Igla ontfpringt by
Marfcheck, en loopt oock van ooft naer \'t zuyden in den
Donauw,_tulichenTrebetzich en Petronella. De Mura.
valt in de Igla, omtrent Trèsnitz. De Bernick mengt fich
met de Ifer, niet verre van Werd ^ gelijck oock by Pleringea
de Ifer, die voorby de fteden Landaw, Lantzhutt, Sindel-
fingen,Munchen,Mosburg, enMittenwald loopt. Daer zijn
noch meer rivieren, als Herodotus fchrijft, die door de dee-
len van Scythien (foo menfe eertijdts noemde) in den Do*
nauw ftorten. De eerfte is, die de Scythen Porata heeten >
dc Griecken Pyrctum de tweede isTiarantus» de derde ,
Atarus>dc vjcrde Naparis^dc vijfde Ordeffus. De eerfte van
defe wordt onderwegen groot, en ftreckende naer den oo^
ften>vcrmengt fich met den Donauw. Tiarantus loopt meeé
weftwaerts. De andere drie, door defe twee vloeyendc, val-
len in den Ifter. De felve Herodotus fèyt: Van daer komen
oock uyt de Agathyrfis de rivieren Maris, Auras, en Tybe-
fis: maer door Thracien, Athres, Noes en Atarnes. Uyt
Peonia oftPeücen.en midden uyt de bergh Rhodope,Cius.
Uyt Illyrien naer \'t noorden, de Anger, die door de vlack-
ten van de Triballen loopende, in de Brong valt, de Brong
in den Ifter oft Donauw. Uyt der Ombriken landt loopen
de rivieren Carpis en Alpis, naer \'t noorden, en verliefen
haer in de Ifter. Daer zijn noch andere, die Huttenius ver«
haelc in fijn Panegyrico oft lof-dicht, als hy feydt:
Parvm
Ifer, cuyuufyue Lycus, Ims, Bfer^ Bemus, ISlahus, Mnus, IgU,
ihejia, c^t.

Ammianus MarCelHrius fchrijft in fijn fêvende boeck»
dat, Parthifcus, een rivier van Sarmarien, fich oock met den
Tarthtjhs.
Ifter mengt, welke groote en wijde landen al fachtjens door-
loopende ,
verfaemt fich ten laetften by fijnen uytgang in
een engte, alwaet hy, van het gewelt der Romeynen, dooc
den Donauw befchermt wort. Ptolemeus feyt, dat Arabon ^uh^»
een rivier in neder-Ungeren naer den bergh Cecius loopt,
en omtrent Corroduum en Curtum in den Donauw valt.
De rivier Tibifcus ontfpringt in
\'t geberght van Carpachien, Tihifim.
en ftort fich in den Donauw. iEnus overtreft de voornoem-
de, hy komt uyt et geberghte Adula, van waer hy naer In-
fpruck loopt, daer hy de Nortgouwérs van de Vindelicen
fcheyt, en ftreckt voorts naer Beyeren, tot debiflTchoplijcke
ftadt Paffaw , daer hy in den Donauw valt, en de Ilfum, van
benoorden komende, met hem neemt. De fteden, aen dc
Inn gelegen, zijn, Scherdingen, Braunauw, Oringen, MuU
O O dorf

! i

{ ii;

-ocr page 250-

Ü

ir

U W.

«4

N

D

D O

dorf, Holiermau, R^fenbeim, Kufdein , WafTecburg, Inn-
fprugk, Landeck. De rivier Juver, die men Salcz heet, ont-
Ipringc in een plaets gum^CÜen/ boven Juvavia,
loopt voor-
■by de felve ftadt, als oock Laiiffen, Titmannigen, en Bur-
chufen, en mengt fich met de Inn , iiiet verre van Otingen
cn Branau. Hfus vloeyt uyt Bemen, en veriamelt hem met
den Donauw by Paifau. Als Ptolemeus van de Vindelicen
gefproken heeft, vermaent hy van Nabus niet, maer in fijn
tweede boeck van de ^nus, als hy fchrijft j nae de deelinge
van die rivier, naer \'t zuyden vloeyende, is een rivier ^nus
genoemt. De Nab loopt door Neuftadt, en naer
\'t zuyden
keerende, mengt fich met den Donauw, omtrent Regens-
purgh. De Vils heeft in \'t Swartswalt fijn oorfprong.

De Lech fpruyt by Valkyr, oft, foo andere meenen, in
de Alpen, en voorby Auspurgh, Lantzbergh , en Reyn,
loopende, valt tuffchen Neuburgh en Weerdt in den Do-
nauw. Savus en Dravus loopen langs Ungeren. De Saw
ontfangt de rivier Ogdolapen, loopt door de Lapiones en
Breucos, ftort fich in den Donauw, en is
ii<Jooo treden
van de Dravus. De rivier Baccuntius vermengt fich oock
met de Saw,omtrent Syrinthium. De Dravus loopt fnel uyt
de Nortgouwérs door de Serapilen, Jafen, Scandezeten, alle
volckeren van Dalmatien.

De Donauw wort van de Werelt-befchry vers een van de
drie voornaemfte rivieren van Europa genoemt.

De Donauw ontfpringende uyt fijn fonteyn, vloeyt eerft
door morafTchen, daer na komende in een kanael, en, met
fommige rivieren nu en dan vermeerdert, loopt naer vele
landen: aldereerft, met veel bochten en kromten, vloeytfe
door Swaben , tot datfe de Keyferlijcke ftadt Uim bevoch-
tight , van daer neemtfe haren wegh voorby Lauging, Do-
nawert, en Neuburgh naer Ingolftadt in Beyeren, en voorts
naer Kelhaim en Regehsburg, waer van Ottho Frifingenfis
aldus fchrijft: Defe ftadt leyt op den Donauw, aen die zijde,
daer de fcheep-dragende Regen en de Nab in hem loopen,
en wordt Ratisbona geheeten , om datfe bequaem is met
fchepen te bevaren. Van hier looptfe naer Straubing, Paf-
fau, daerfe met de Inn en Ilfa t\'famen loopt, en vloeyt tuf-
fchen beyden, meteen brugge beleyt, die de ftadt hecht
met de andere zijde , en verkiert is met fchoone huyfen en
torens. Hier wort hy vermeerdert met de .®nus, die aen de
rechter zijde uyt de Vindelicis komt, vergroot met de Juva-
vus, en met de Ilfa,die recht tegen over aen de flincker zijde
uyt Duytslant valt, by de voet van \'t bifTchoplijcke kafteel;
Ten laetften in Ooftenrijck komende» loopt hy voorby
Lintz, Ens, daer de riviere Ens met fijne wateren den Do-
nauw verrijckt, en foo voorts naer de Keyferlijcke ftadt
Ween, Presburgh, en Komera, makende daer omtrent het
eylandt Schutz: neemt voorts fijnen wegh voorby Gran en
Ofen in Neder-Hungaren, welcke ftadt de Turckfehc
Keyfer Solyman
van de Chrillenen genomen heeft in \'tjaer

Sdlfx.,

Ufis.
Ndus.

! f

Lech.
SAIV.

I

Baccm-

tius.

DravHS.

Donauw.

iilf

i

3! I r •

onfes Heeren ij-is», in de maent \\Augufti, nae dat hy elf
ftormen daer op gedaen hadde, en is van die tijdt onder den
Turck gebleven. Beneden Brodogk ontfangt de Donauw
den Dravum , en nae dat hy Peft voorby geloopen heeft,
wort hy vermeerdert met dc rivier Tibifcus , en uyt Servien
met de Saw by Belgrado; Van hier loopt hy naer Bulgarien,
oft Onder-Mefien, daer noch de overblijffelen zijn van de
brugge Trajani, omtrent Severin: Daer na met veel krom-
ten doorwandelt hy Walachien, en ftort fich met groot ge-
druys in de Swarte zee.

Van de uytgang defes riviers zijn verfcheyde gevoelens Vytgangen,
der Schrijvers j Eratofthenes en Ephorus meenen dat hy in
beyde de zeen zijn water looft: andere feggen in de Swarte
zee, als Strabo, Tacitus, Lucanus, en Valerius Flaccus:
Theopompus en Eratofthenes feggen , dat hy oock in de
Adriatiiche zee, oft Golf van Venetien valt. Daer is oock
by de Schrijvers geen eendrachtigh gevoelen van \'t getal
der uytgangen. Ammianus, in \'t eerfte boeck der daden
Alexandri, ftelt \'er vijfj als oock Claudianus in fijn lof-
dicht van Stilico, en Dionyfius GriEcus. De geloofwaer-
dighfte opinie is dergener, die gevoelen dat de Donauw
feven uytloopen heeft in de Swarte zee,waer van fes fcheep-
rijck zijn , en de fevende flijckigh, en \'t landt daer omtrent
moraiTigh: van defe meeninge zijn Mela;, Solinus , Strabo,
en Picus. Mela feyt, dat hy foo veel uytgangen heeft als de
Nilus. Onder een van de uytgangen die in \'t ooften zijn, is
die van Peuce, daer de Troglodyten woonen. Ovidius en
Valerius Flaccus feggen mede van feven uytgangen. Geor-
gius Fabricius fchrijft van fes.

De namen der monden, oft uytgangen van\'de Donauw, Namtn dn
nae\'tfchrijven Ammiani in fijn ii boeck, zijn defe : De
eerfte Peuce, de tweede Nauzocuftoma, de derde Colofto-
ma, de vierde Pfedoftoma oft Pfeudoftomon, de vijfde Ba-
ryoftoma, de fefte Spireoftoma oft Stenoftoma, de fevende
heeft geen naem, en is in de moraflchen. De vier laetfte
zijn de kleynfte, de drie eerfte foo groot, datfe 40000 fta-
dien in de zee haer water ongemengt en fpet behouden.
Strabo, in fijn fevende boeck, is van ander gevoelen j want
hy ftelt onder de grootfte uytgangen van de Ifter j Hierofto-
ma, dat is, den heyligen uytgang, en rekent van daer tot \'
den uytloop Peuce iioftadien, alwaer Darius een brugh
gemaeckt heeft. Van defe uytgang is de fevende 3 00 fta-
dien. De namen van defe uytgangen zijn by de Schrijvers
feer verfcheyden. Ammianus fchrijft vande felve aldus:\'tis
feker
dat dc viffchen van onfe zee met veel hoopen der-
waerts loopen, om hare jongen door de foetigheyt des wa-
ters daer
te teelen, en te voeden, en datfe niet gevangen
fouden worden. Dit mach waer zijn van fommige uytgan-
gen , daer de watere^et fulck gewelt
door loopen, datfe
verre in dc zee haer féctigheyt behpuden.

fl ; .

lil

-ocr page 251-

40

Het Koningrijck

N G A R Y E N.

Xlngarta.ok Hungeren,heeft \'t Koningrijck in den naem des Konings regeercn, waer
den naem van de Hunnen onder is des Konings Stadthouder ofte Palatinus des Rijcks,
en Hungaren, Scytifche die naeft den Koning is, en oock gemeenhjck Rechter over
volckeren , die \'t felve noch den Koning , foo hy aengeklaeght wort: defe wort met ga-
bewoonen:\'c begrijpt in hem meene ftemmen daertoe verkoren , en is fulcken ftaet niet
de
Pannomas, en over den erflijck. Naeft defen volght de Ittdex Curia, ofte Hof-rech-
Donauw
Uzigum, en byna ter, dieeen van de gemeene Rechters defes Rijcks is. Nae
\'t geheele Landtfchap der defen, des Rijcks geduerige Cantzler, welcken ftaet bedient
Bacormn, dat men nu Wal- de Aertzbiftchop van Gran, die oock onder de Geeftelijc-
ken
Trimas oft de eerfte is, en des Rijcks opperfte Secreta-
rius; heeft oock de privilegie van den gekoren Koning tc
falven , en alle privilegiën, met het groote zegel te bevefti-
gen: en als \'t den Koning goet dunckt, onderfchrijft en
confirmeert hy oock de geringe brieven, en voornamentlijk
de koninglijcke decreten, en diergelijcke faken. De Magi-^

Natm.

Crmßn^

Lucht,

Oude mlc\'
k§ren.

mefienfis. Tuflthen de Donauw en de riviere Dravus,defe:
Mufunenfis
, Zaladienfis, Tolvenfis, Rhab ofte Jautienfis,
Vefprinienfis, Strigonienfis, Sipronienfis, Albenfis, Sini-
gienfis, Caftriferrenfis, Pelifienfis, Waranienfis. Tuflehen
dc rivieren Dravo en Savo, defej Valkonenfis, Rifienfis.
Sirimienfis, Warasdienfis, Pofegienfis, Zagrabienfis, &rc. Ceepiijcki

De Geeftelijcke adminiftratie defes Koningrijcks beruft
voornamentlijck op twee Aertsbiflchoppen, van welcke die

Savo, met de welcke het van Croatia en Servia {die in Sla-
vonien, over de Adriatifche ofte Veneetfche zee, gelegen
zijn) wordt gefcheyden. In het noorden is Polen en Ruften,

met den bergh Carpathus. In het weften grenft het aen jler CurU, Hof-meefter moet altijdt den Koning vol-

Ooftenrijck ( eertijts het hooft van Opper-Pannonien) gen, en is des felven fecreten Raedt. DeTa\'uernicorum Re-

Moravien en Styermarck. In het ooften aen Myfien, het galium Magifier ^ is geftelt over de filver-mynen , zout-my-

welck nu Rhetiana wordt genoemt. nen, en over de fteden, kafteelen en dorpen, die onderden

Dit Koningrijck wordt feer geprefen, en boven andere Fifco ofte koninglijke Rent-kamer hooren. Tot den twee-

landen verheven, van wegen de foetigheyt, getempertheyt den graed, die \'c Rccbt bedient, hooren defe drie, die in

èn matigheyt des luchts, als oock om de luftighey ten wel- groot aenfien zijn j dcFice-Palatinus dcsK\\]cks i dQludex

gelegenheyt. Het is van alles feer vruchtbaer, en geeft veel perfonalis prafentia, de welcke in \'t gerichte des Konings

gout, filver, koper, verwen, en zout. Nergens is meerder plaetfe befit, en over de andere Rechters geftelt is ^ ende

overvloetvanvoeder voort vee, koorn, boom-vruchten, Vice-Iudex CurU. De mindere, de welcke meer den dienft

cn foodanige die men met de handt pluckt, als erweten en cn het ampt des Rechters als eens Magiftraets bedienen,

boonen, &c. Omtrent den Donauw, van Quinque Eccle- zijn twee Protonotam Judicisperfomlispr^femU^At Pr&tom-

fia af te rekenen tot aen Belgrado, waft feer genereufen en tarms Vice-Palatini, en de Protonotmm Vm-ludicis CurU.

ftercken wijn^ doch daer zijn weynigh ofte gantfch geen Defe alle worden Magiftri genaemt, cn hebben voor adjun-

olijf-boomen, welcke uytgefondert, fchijnt dit Koning- £len en medehulpers defe navolgende perfoonen; denSc-

rijck begaeft te zijn met allerley overvloet en natuurlijcke cretarium des Aertzbiffchops van Gran, die men den Fif^

gaven. Het brengt voort verfcheyden dieren, welckerme- cael noemt- twaelf oft byfitters, en eenige be-

nighte hier foo groot is, meeft van fchapen cn offen, dat eedighde Notariflên. Tot den derden graed hooren de gene

het in andere landen, als Italien en Duytslandt, foo vele die den Koning dienen, te weten de Threfbrier des Ko-

van de felve fent, dat het bynae ongelooftijck fchijnt. Het nings, de Kamerlingen, Voorfnijder, Spijs-dragers, Schenc-

is oock feer overvloedigh van wildvang j als hafen, herten, kers, Deurwachters, en diergelijcke kleyne ampten. Dit

hinden, geyten, fwijnen, wolven, beyren en diergelijcke j zijn de drie graden des eerften en hooghften Raedts. Wat

oock valt \'er trefïelijcke vogel-vangft, infonderheyt van pa- den kleynen Magiftraet belangt, die is op yder plaetfe, daes

trijfen, faifanten en lijfters. men Recht doet. En nademael dit Koningrijck feer groot

De PiEones oftePannones hebben dit lant eerft bewoont, is, heeft men door de Provinciën befondere Gericht-banc-

daer nae de Gothen, die van de Hunnen verdreven zijn de ken geordinecrt, welcke van de Hungaren Comitatus ofte

Hunnen zijn wederom van de Longobarden verjaeght, die Spanfchappen genoemt worden.Boven de Donauw,aen het

oock twee-en-veertigh geheele jaren alhier gewoont heb- weften van de riviere Tibifcus, zijn defe: Pofonienfis Co-

ben i de Hunni zijn daer na onder Attila wederom in \'t befit mitatus, Nitricnfis, Cepufienfis, Gewinarienfis, Pofthien-

gekomen, door wiens doodt Karolus Magnus het landt na fis, Scmiinienfis, Comarienfis, Liptonienfis, Novigra-

hem genomen heeft. Doch in \'tjaer 900, onder de regee- dienfis, Abavivarienfis. Bathienfis, Ungenfis, Traachimen-

ringe des Keyfers Arnulphi, zijn de Hungaren uyt Scythien fis, Barfienfis, Hontenfis, Borfodienfis, Bodroghtenfis, Pe-

gekomen, en hebben hier hare woonplaetfen genomen, regrienfis, Turscenfis, Omuzolis, Tornenfis, Herwecien-

blijvende by het Heydendom tot de krooninge des Ko- fis,Zolnecenfis,Moramamfienfis.^ Boven de DonaHW, acn

nings Stephani, dien fy heyhVhnoemen. Van dier tijdt, tot de ooft-zijde van de Tibifco, zijn Ugogn^nfis, Bihonenfis,

den dagh van heden, hebben de Hungerfche altijdt het Zatmarienfis,Orodienfis, Zabolcienfis, Chonadienfis, Te-

Chriften geloove behouden. ^ ««

Kmngen.

Onder Hungaryen is begrepen\'t geheele landtfchap der
lazygum Metanajlarum , welcke Ptolemaeus met de Do-
nauw , Tibifco, en\'tSarmatifche geberghte befluyt: daer
zijn noch overblijflHen defer volckeren , die men gemeen-
lijckc Jaz heet. Sy bewoonen de plaetfen, daerfe Plinius
ftelt, en hebben eene befondere tale, van de Hungerfche
feer verfcheyden.

De eerfte Chriften Koning van Hungaryen is geweeft van Strigowum ofte Gran de eene is, die oock Legatus ofte

StephanusdeHeyliges hem zijn gevolgt, Petrus fijn neve, Nuntius Apoftolicus is en Primas, ofte de eerfte defes

Andreas zijn bloetverwand j Bela, Salomon, Geyfa, Ladif- Rijcks, hebbende onder hem de Biffchoppen van Agria.

laus, Almus, Stephanus II, Bela de Blinde. Gevfa 11, Ste- Vacia, Nitria, Qumque Ecclefia, Vefprm, (wekker det

phanus III, Bela III, Emericus, Ladiflaus 11, en ver- Koninginne Canzelier is,en de felve kroont) en die van Rab

volgens veel andere, tot den tegenwoordigen Leopoldus ofte Jaurm: De andere Aertzbiftchop is die van Colofenfis

Ignatius, die daer na in \'t jaer 1558 tot Roomfch Keyfer ofte van Colotz.wienfubjea zijn de BiftbhoppenSagrabien-

gekooren is.

De Koning van Hungaryen regeert dit Rijck door twee-
derley Magiftraten ofte Raden, waer van de eerfte wederom
in driederley graden gedeek wort. De eerfte daer van is die
Duytsiandt.

^tgering.

fis, van Sevenbergen, Vcceadrenfis, Suinenfis, Vifembur-
genfis, Cenabienfis ofte van Chonadj en Bosnenfis.

Hungaryen wordt gedeelt in Opper-Hungaryen, begrij- Beetmge.
pende den ftreek aen defe zijde van de Donauw, en Neder-

P p Hun-

H V

-ocr page 252-

oj i\'V\'M,

M O ^ ^ m

O O

Orsjo^ XicMfo.

Sij/h-itza.

Orßankiv
JUcimchs
O
O

lakw \'

m

•BcLt

C^fi^ O

pilt- ■ .y \'mr^eti ■ O -......-r^fü^rtam^z^-K-x.\' .

ift\'-\'y

ö l

O

s 1

C^abiU

^^Durainch

J pLA n
-2 c ^ /

................^É^fX

^ A "^Ubn\'ttx

Ui\'\'

"ARS.

^muwßdw^A Atr^jß. /f

M ^^ P ßQ- Bukfz /

.omitatus. lie...., XJ J Äa\' J

-T\'flW O

O S.VL-yt

\'Gr^yni^tJfir,-/.-

5/ti

_ __, Sapron.

-Xcvfta-t ^

^ ^ if ^^ -..«v

-Bßi-tctt/iMn. iRatn-itz

ƒ tBui.fO^\'f iL

"Riëfe \'S-schancs

\'\'jCoetistv

»"ïi-i-a:,*........, y ift^\'V\'^ILS^i^

UrkhckjB ^

Xezetne

[ \'jacrcfi

Si^ato

O 7Jhhy£oU

TaiUtz

jfacyht

iBm^ias

^.licni^dict

•"II

s». — ^^^JComaiefjp. com.

^(^\'oacif^^-af^ (^chrcmnitz
ZeUiitz }\\> OAisatffM\'

\'\'Af

Q ^ SylfeUs

èn O

\' Levrn \'Malha.

Ownr^

Sarh

E arfienfo/com.

Kniya O

Tyfat»

f ^

kl\'ijrajr

^ J>, ff

Zahdttai

SBah

ß

e ® mvicraiiienüs. com.

C^Uri 1

\'Xemetti „

\'Aoi O

tv

\'Vizze

■ O Cza^k ® Jij/tzky

-VkU

ScL

^TCaka.

\'S-ynn.

.Ißimjil

Jlii^ek

Sej^ 1

etiC com. Jf g ^ ^ ^

- * ...... O O

■ ^

zien-

C!

/O, ^ X ß . com.

Garadna- ^^ -J^ct^^\'

*^etiictmiy O q

O O -

UmvircK\' £ ^ t--^ \'fel

Zilß^ißx
a

£rm

j ^Jieh-icxcn

^eczcrmen,

Bihorieniis

O

S -Gcorjius

Kilratzs ^^JT

- y^atTvnr J \\1

^sr^^^^ j O Jo ft,, Wr. ■

^^ -^^^\'\'\'\'^^Sala.z

, Arcnzttn. O* ^

"Xmyczkc O \' V Q Ó

^^«t/^^&HS 1 Sark^J s/ [Mori

ÄrÄj^ JMor) amartOfiienU". com.

zzwtnezcjir

O / /o

do.

"f

"^Zazuar

ff \'

Xhxiczk

\' Cr«.

_________A. -BMcuhc

^intit\'

Kami ■ . ;

O \'—

[23

.VarkcßU

..... Zylakmoits

. ^ AiUh-L-k

J\'t,!,. O y^eßk x.U

tt ij-Mli ® ^ri O

O oil

t*} ranßidil ^Xffn

•Mala. Cacrhä.

O

O s .Th imug

.2oliiocenr!(^com. s.\'XicUs

Czyjkt O ^ß Vaßu

\'VarcotL

Ch^kak^

O -K.\'rjhr OxL,- O

® i oSetssi\'

\'T ifkXlé Pefthienf. ö»

C S»\' ( ? # J\'ir^/y«/«-iok - O\'V O ~ 1

ZeU O

\'tnhifk

/ .V _______ Siul>Myßsntmrj ^ S.PauL t> T\'//:

\'Jierßk

.kJj ^^^

I Ksrßttt

\'jimrhir
Toranta\'

Albenfis com.

^SCur.ïxon.

^S.Himys
Jjirfin

m

4

\'Zt-i.

Jlar

iRaizen

•jiatini! ma relt

^IJnm

it,VL\\.J Csc^elha-zn J^^\'^Ituk TeUky ^

fAj" czafi . O .

Mt\'.-y,ß,M OJzarkad Sczdr» ^

---^^ rlU

, „Jiekvti s -

Atj\'oraß ƒƒ \' "Kr

O S.Ujathx

•O,

Zy^etlßn

Chifraa

\'ikdmafyd^ \'.Xadüiisiit^

SJisrsnlz ®

Q Jiadati

fo ^ O O

£iitciz.•

. jccriu.éid Cum antt s

Mz Y« O ot:../

CzMsnthafn. \' Mm.t4 ^ S.\'^^^rj JlitrdzAy

O O O

Chuk Ssmo^tU\'Mf

SfÄIM\'X,\' ° S.Aiéd

Kiyjfft^

O ^^ rKikis

^^Csptigrad ZH^lkpritM

Oro\'clienr. comit.

SirarJ ^Offj ^^S

.. ■ \'Sczenche

J.ak

d^ankuhi

■m

yürlfy.
•Tetmrkin, o

O JlKtßir

Z^rad

SiniAnM^

O O

»JQllo^

lUtli\'UCzhaz jäöi

^ef Steiians ® \'Doniki^haz

\'\'o ®

O

^eaUiak

Vv i / / ..t I O
S.Ccarj _ Ijk.y.ïV/S^^K\'\'^

Zertkalas o

Ki^JzViv^ar^^^ JtajfJacI^

/

s.

O f B,wm

n:;^. ; ^-kß- jA^-^m^.,.., . ^cw im ScWmat

\'JCehzk^met
O -

Jlmßar

akhsitthuftL _

° \' S.&litk! X ^^

"Warafaienfis , ! ä, C^t ^ . - -

comit. t lo^-^y-

, O kl. 0^0

Mpnt

^nJrltvJa a L I

4 O

^^ (Banialrm

Oßiyal ° iflar ^

- - . i ... - . V O

[ \'^ahalchit

\'Ta^lavi

O ^^

, iatuiitußf
O

I Vlerßa:

aSanßchuh

Syhrm.c

\'ftt^ OS.Tctcr

A^/rlr

ZP.

Strj.Tza

Ar^-Al\' ,, 1

^■^J«\' lm Ste;cth

S■ Geóti\'arü 6

tV Wahmkilivlf-I\'
or O

UyOi O

r-?- uV^ïi/

^farons

ampu

Xfßadit\'itz

Batkierifis

Rilienßs , O comit.

lO "^^T \'Jiai\'a

O ^^ "AgS sSjJ O Torankut ^\'lartam, ^

O

Choiiaoieiif. com. ^«-/Ä

Tollsfitz J^elfDivvna.

Strakaßhian,
O

\' ^Wtimjrck JJdemtz

HVN GARIA
HE GKVM.

2\'ag|[rabr*^nlis com.

ZaJfifP

O niichuL . \' \' J

.Mymt

__________iS-PiH^-r

Xiircicurft • \'^Bl- . , "^vT

^ l\'of^gjenli^S com. „ ^ C

a Jfcf^rk-,\'.-

OCtß^

r\' \'iW

ZßA

X O

r

O / > O .

Ba

Otyp.\'az O

SNIJË TAnS.

Ami rerdami

O

AitjaL^

TM .

\'Barattyw-tr .

» \'T^tz^r |i v/- ^ f O O\'

Warattien com o , ^^ \\\\ Jr remclieni.com- ^^^^

-Barum . lil .IzattyaL u . -Tzcm»

BacWegJ^e o \\ ATx.,«/«

Ä,

SrßmlD

I

. M O V

Cr»J

JCsrßur Q
Alm.

lo

\'^Fcafdjvar

......A,

flvr

Marons Gaipipus,

W

O

Icmzry O

£arzz

■- ■ Znkmt O

Zcntii O Zittzeti \'\' \'

® Temeiienf. com.

Xu^as

ï

f^aratßhes

.WA "V^ O t ..

lulich

\'"Kct-y

Galn\'bachz
Tauhenherß

O

jyainhs

•Bumzin.

. Domhf jüßh\'ß^\'-

Z>cndcritv

Semlyti

jliUiariiv IHAin^M-ica. camimaiiiL .
. O

■ia«- /

TieJjfadi) I\'el Xatidamlhn

Jlrin/atr/tr
Sitha.ez-,

WSSCZZ

f ƒ ^ 7 ® ^^

\'Maittz

1 % 3

Sirmiemiis com. ^

^^^ fUrfnimn yHv-\'r

^Jfyj... ^ M Grieckßk l\'Mißniur^

aselp,

-ocr page 253-

H U

E N.

R

N

Hungatycn, de contreye, die aen gene zijde van de Donauw
ieght, midden door welcke de riviere Tibifcus loopt.

De hoofcftadc defes landts en Koningrijcks is Buda , nae
fommige gevoelen, foo geheeten na haren fondateur Buda,
broeder des Konings Attila? j ofte als andere fchrijven, van
dc Budini Scytifche volckeren, welcker Herodotus ge-
denckt. Appianus, Irenicus en Althamerus maken giffinge,
dat het is Ptolemaei Curta-, doch zijnder andere, die (eggen,
dat het is Ptolemaei en Antonini Aquincum,alwaer de twee-
de Legio Adjutrix logeerde. De fituatie defer ftadt is eens-
deels berghachtigh, en met ftercke bolwercken verfien j foo
dat in gantfch Hungaryen geen ftercker ofte genoeghlijc-
ker plaetfe gevonden wordt j met publijcke en particuliere
huyfen is fy oock feer gegiert , en fpant de kroone boven
alle andeïe fteden inHungaryen;\'t aerdrijck is daer rondom
feer vruchtbaer en weeld^erigh. In\'tjaer ijzóden zo Au-
gufti heeft Solymannus, Turckfche Keyfer, defe ftadt den
Chriftenen afhandigh gemaeckt.

Pofonium ofte Presburg is een feer heerlijcke ftadt. Hier
loopt de riviere Leyta in den Donauw, en fcheyt Opper-
Hungaryen van het Aertz-Hertoghdom van Ooftenrijck.
Dit is een feer oude en 9ierlijcke ftadt, leght aen een feer
playfanten oord, heeft een gefonde welgetemperde lucht,
en overtreft vele andere Hungerfche fteden. De bergen
rondom zijn feer genoeghlijck met wijnftocken beplant, en
daer benefFens gevenfe oock veel houts. In de voor-ftadt,
op defpitfe van een hoogen bergh, leght een fterck kafteel.

Belgradum is gelegen daer de rivieren Savus en de Do-
nauw in malkanderen loopen, wordt gemeenlijcken Alba
Grseca, van de ouden Taurunüm, en van de Duytfchen
©nVc^lfc^ genoemt ; fyisvandenvoorfey-

den Soiymanno in\'tjaer 1^20 gewonnen, als fy lange een
fchanfte en bolwerck der geheele Chriftenheyt, tegens dien
algemeenen vyant van alle Chriftenen, geweeft was.

Wat vorder den Donauw af leght Singidunum, van den
Turck in \'tjaer 1439 ingenomen. Midden tuflchen defe
twee fteden leght het velt dat fy Maxons noemen, feer ver-
maert door den geluckigen flagh van Hunniades tegens den
Turckfchen Keyfei Mahomet, in \'t jaer 1446 gefchiet. Die
tegens dc riviere opgaet, fal veel plaetfen ontmoeten, droe-
vigh om aenfien, door der Chriftenen groote fchade en ne-
derlagen.

Ttsshurgh.

Belaad.

Singtdu"
nnw.

De ftadt Valpo is in\'tjaer i^43 gewonnen,- Quinque ändere ße-
Ecclefia aen de riviere Dravus , in \'t felve jaer ; Zigeth ilen,
anno 1^66. Van Buda is hier boven gementioneert. Strigo-
niumaen den Donauw, gemeenlijck Grangeheeten , eer-
tijdts een Aertzbiflchoplijcke ftoel, is nu in der Turcken
handen. Alba Regalis ofte / een ftadc

vermaert van wegen de koninglijcke Kroone, en begraefFe-
nifle, is gewonnen in \'tjaer 15-43.Byna in de felve ftreecke is
Stridon, het vaderlandt van S. Hieronymus, Daer is oock
Komorra, een feer ftercke ftadt, gelegen op een eylant des
felven naems j de Turck heeft de felve ettelijcke malen te
vergeefs gefocht te overweldigen. Jaurinum, gemeenlijc-
ken Rab, aen den Donauw gelegen, fchijnt byna onwinne-
lijck te zijn. Andere flechte ftedekens gae ick voorby.

In Hungaryen zijn oock feer trefFelijcke en vermaerde Myrcfi,
meyren; van welcke Balaton het voornaemfte is, van de
Duytfchen Platzee genoemt j het is veertigh Italiaenfche,
ofte acht Hungerfche mijlen breet.

De voornaemfte rivieren defes landts zijn de Donauw, Riviere»,
de Sauw, Dravus, en Tibifcus ofte Teyfla; dc drie eerfte
loopen ook door fommige andere landen , maer de Tibifcus
in Hungaryen alleen. Defe riviere komt in Maramafia, uyc
het opperfte des berghs Carpathi, en overtreft alle Hunger-
fche rivieren in menighte van viflchen, diefe op alle tijden
overvloedigh heeft maer voor al fteur en fnoeck, wiens
lever fomtijdts meer dan anderhalf eile lang is j fy geeft oock
karpers, en meer andere foorten. Daer zijn, behalven defe,
meer andere rivieren, alle feer vifchrijck, van grondden,
truyten, vorens, falmen, feelten, lampreyen, &c. onder
welcke wateren oock vele gout dragen.

De voornaemfte bergen en boflchen aen gene zijde van Bergenen
de Donauw, van Ooftenrijck en Mahren beginnende, wor- hßchea,
den van Lazio verhaelt; Tarchzal, van de Griecken Car--
pathus geheeten, ftreckthemdoordeGraeffchappen der
Turocenfer, Arnenfer, Luprovienfer, Cappufienfer, Gewi-
nerienfer, en Sarienfer, de welcke van de inwoonders, zijn-
de Duytfchen, met defe bynamen genoemt werden, al$

tcï / ba / Der Oa^urfgaifctt / Der 0cfjnf&cr0[n
De tweede is de Matran, die by Agria met wijnftocken be-
plant is. De derde en aldergrootfte is de Erdel. Daer zijn
noch veel andere, diewy, om den Icfer niet verdrietigh tc
maken, voorby gaen.

i !

I .

-ocr page 254-

i ■
■" 1\'!

Het Vorftendom

41

ilii:

S E. V E N B E R G E N,

ofte

T R A N S-S Y L V A N I A.

iki^T^SS^^®^^ Evenbergen in \'t mid-

dellantfche deel van
oudt Dada y \'c welck de
Romeynen
Ripenfem ge-
naemthebben^heefc nu
de/è namen van
Tranfyl"
raniaen
Sevenbergen,
om dat het met bof^
fchen en bergen bejfèt
is, als
Hercynia Syha j of
&é}WmmaU/en den bergh Carpathus/tWort
gemeenlijck oock
Septemcajirenfis genaemt,na het
Duytfchewoort ofte Sevenber-

gen j van de llngaren wort het Erdeli geheeten.

De palen fijn in\'t weften Hungaryen, in het
noorden Polen , in \'t zuyden Walachien, en in
\'t ooften Moldavien.
^ Het is van alle dingen feer vruchtbaer, infbn-

batrhejidt. derheyt van koren; \'t welke,boven de dagelijck-
fche ervarentheyt, de penning van Trajunusge-
tuygt,in welke Ceres ftaet,in de rechterbant hou-
dende den horen van Amalthea,en in de llinckcr
een kaertjen met dit opfchrift,
Ahundantia DacU,
dat is,de overvloet van Dacien. Brengt oock fèer
koftelijken wijn voort,omtrent Alba Julia,Deva,
en andere fteden,- ook allerhande fchoon ooft,als
pruymen van Damaft,c]ueen,roetekerfren5en fèer
treéeiijcke meloenen.Daer wafTen oock veel ko-
Krftyden, f^elijcke kruyden,als
Rha Pomicumy Cmtaurium ma-
jus, Gentiam maxima
, met geele en purper-verwe
bloemen^ de wortel RW/^,Pontifche AlfèmjL/^^ï-
notisprima Theopbrafti,faffraen, en ontallijcke meer
Mijntn, andere. Daer fijn oock veel koftelijcke mijnen
van allerley metalen ; te Sculattin,dat de Unger-
fche Zulacna noemen, fijnder van gout, en oock
by Rimili Dominurdz, \'t welck te
feggen is, der
Heeren-kecxhm.Uytdefe plaetfen worden ftucken
van \'t alderfijnfte goudt gehouwen, \'t welck men
terftontjfonder terafineerenoftte fuy veren, ge-
bruycken kan; defe overvloet des gouts geven
genoeghfaem te kennen de veelvoudige gouden
inedalien der Romeynen,die men hier uytgraeft,
op welkers fijde ftaet het beelt van een man met
een breeden hoet,met dit opfchrift C.C
A T o,en
op de andere fijde is \'t beelt van Dacia, in de ge-
daente van "een Goddinne, houdende met de
rechterhandt een waeghfchale, met defe infcri-
ptie: A u
R. P u R.Te OfFera en Radna fijn filver-
mijnen. Het koper wort met het gout en filver
uyt de felve bergen gegraven. Het ftael delven fy
uyt Cijck; het yfer by Thorofco en Vaidahun-
tada j de fwavel en antimonium komt uyt de ko-
Sm. per-mijnen,- het fout wort daer in fulcke menigh-
te gegraven,dat de nabuurige Provinciën rijcke-
lijck daer mede verfien worden. Hier is oock
fulck een overvloet van oflen, dat men dickwils,
de grootfte\'t fhick om een gulden koopt.Wat fal
»f^y^«. ick feggen van de paerden, die daer fnel en ras
Duytjlandt,

Takrt»

Vmcht\'

fijn, en voorts van de vogelen, van foo meniger-
hande foorten van arenden,vakken, phafanten,
patrijfèn,wilde pauwen,kalcoethen,jfhippen,fwa-
nen, en andere ? Hier fijn oock
feer groote bof^
fchagien en wilderniffen,vol wilde oflen, buffels,
elants, feer groote harten, lyncen, marters,mur-
mel-dieren, beeren, daffen, en witte hafèn.

Dit lant hebben eertijts veel verfcheyden volc- o^de regee-
keren bewoont,als de ïazyges,wekkers overblijf-
felen men noch ten huydigen dage vint in Hun-
garyenjde Metanaft2e,die oock Plinio bekent fijn;
de Get^e,Baftarnse,Sarmata2, Griecken, Romey-
nen,Scythen,Saxens en Ungaren.De Romeynen
fijn laet meefters daer van gewordenwant de
Keyfer Trajanus,verwonnen hebbende Deceba-
lum Koning van Dacia, heeft \'t fèlve eerft tot de
forme van eenProvincie gemaekt,en de ftad Zar-
mifegethufam na fijnen naem Vlpiam Trajanam
genoemt.Galienus heeft tweehondert jaren daer
na\'tfelvelantwederom verloren,en van die tijdt
fijn de inwoonders tot de vorige woeftheydt en
ongebondenheytvervallen(verlatendedeRoom-
fche fprake met alle goede zeden en manieren )
en hebben den naem van Walachen aengeno-
men. Na de Romeynen hebben de Scythen on-
der den overften Attila defè plaetfen bemach-
tight,en feven vrye woonfteden gebout^defe fijn
ten tijde Caroli Magni de Saxens ge volgt,welcke
haer vaderlant verlatende, hebben defè plaetfèn
ingenomen, bouwende aldaer fèven vrye fteden,
na het exempel der Scythen. Eyndelijck hebben
de Hungerfche, de anderen volgende, haer raet
de Daciers vermengt, (eensdeels door de nage-
legenheydt aengelockt,eenfdeeIs door ongelijck
daer toe verweckt,) en onder het beley t van Ste-
phanus Koning van Hungaryen (dien fy heyligh
noemen)dit geheele Lant overweldight,en eeni-
ge fteden gebout. Het berghachtighfte deel van
Sevenbergen is feer laet van Mathia Huniade
(wiens toenaem Corvinus was) en daer nae van
Stephanus,Koning vanHongaryen,overwonnen.
De felve Mathias heeft eenen Draculam,Vayvo.
da oft Heer van het berghachtige Tranfylva-
nien, (een fèer wreet man) levendigh bekomen,
en nae een tienjarige gevanckenifTe wederom in

fijn befit geftelt.

Hedensdaeghs wort Sevenbergen in drie volc-
keren gedeelt, (vän welcke een yder hare befon-
dere fprake en manieren gebruyckt, en oock een
befondere Provincie bewoont,) te weten ia
Saxens, Ciclers, en Hongaren. De Sevenbergh-
fche Saxens, gelijck alkandere Duytfche volc-
keren , hebben haer befondere dialedum, dat
is, manier van fpreken ; fy woonen in vafïe fte-
den en kafteelen , en gaen de andere natiën ver-
re te boven. Hare woonplaetfèn fijn feven , te
weten : Zarwarien, Zabofien, Milknbach ,
Reusmarck , Segesburgh ofte Schesburgh ,

Q^q Ollezna,

-ocr page 255-
-ocr page 256-

SEVENBE RGEN.

Ollezna , Schenkerftul en Reps; dele fteden Dit lant heeft oock vifchrijcke meiren, vijvers
hebben yder eenige dorpen onder haer. De en morafTchen, en drie rivieren , daer men met
Ciculi ofce Ciclers , die naeft aen den Moldauw fchepen kan varen,als de Aluta, MorofTus en Sa-
grenfen,en van de Scythen komen,leven na haer -mus; waer van de twee eerfte haren oorlprong
eygen wetten en manieren ^ en deelen alle hare nemen uyt de Scythifche bergen, en MorolTus in
ampten uyt door \'t lot. Defe worden oock in fe- den Tibifcum,Aluta recht in den Donauw loopt:
ven Lantfchappen gedeelt,welcke fy fit-plaetfen de Samus (van de Duytfchen en Hongeren Thi-
noemen, waer van de namen fijn: Sepfi, Orbai, mes genaemt) komt uyt de Alpen,Calota gehee-
Kyfdi,Czyck, Gyrgio, Marcuszeek, en Aranias- ten,en loopt oock in de Tibifcum.Daer fijn noch
zeek. De Hongerlche en Sevenberghlche Ede- andere groote en kleene rivieren, Chicel, Sabe-
len, vermengt met de Saxen en Ciclers, komen iiis, Chryfus, Chryfolores en Strygius, waer van
byna over een raet defprake,kleedinge,en wape- de drie laetfte veel gout-korrelkens voortbren-
nen. Alle de Sevenbergers konnen t\'famen uyt- gen, ja men vint\'er fomtijts ftucken van ander-
brengen over depo duylènt gewapende mannen. half pont fwaerte. In defe en hoven-gemelde
De voornaemfte fteden van gantfch Tranfyl- worden veelderhande goede viffchen gevangen,
vanien oft Sevenbergen fijn feven,wat verre van als groote en kleene fteur, karpers van driederley
malkanderen gelegen,onder welcke Cibiniumde foorten,lalmtweederley,lampreyen,Silurus,Mu-
hooftftadt is, en wordt oock Hermanftadt ge- lus barbatus, tweederhande voorens, goby,fnoe-
noemt, leght op een effen pleyn, met weynigh ken, baerfen en zeelten vallen daer feer groot,
geberghte rondom , fy is feer breet, en niet veel De bergen die naeft aen Yalachia Cisalpinaen Bergen,
kley nder als Weenen in Ooflenrijck , maer door Moldavien leggen, geven veel agaricum en ter-
menfchenkonften van natuuren veel ftercker; pentijn.

want door de menighte vijvers en moeraifenjkan Daer fijn vegl bofichen , onder welcke is de Boffche»,
geen leger de felve genaken, heeft oock een Hercynia Sylva oft in de welcke,

Domkercke Braftovia oft Carona,van de D.uyt- boven de voorgenoemde wilde dieren , oock of^
rröcK/?^-^^. fehen Kroonftadt geheeten,en ook Stephanopo- fen fijn met manen , en wilde paerden, diede
liSjleght tuflchen geno\'eghlijkebergen,met muu- manen tot op dè aerde fleepen.

ren,grachten en bolwercken wel verfterckt: hier Hier fijn oock veel kafteelen , fèer fterck, on- Kaßeelen,
is een Univerfitey t en fraeyeBibliotheca.Biftritia der welcke het voornaemfte is dat men de Roo-
ofte Noefenftadtjleydt op een effen plaets,in een den-toorn heet, gelegen in het Alpifche geberg-
groote valeye, aen beyde fijden met wijnbergen te, aen een voorby-loopend rivierken,alwaer een
Schefparg. befet. Segofwaria oft Schefpurg, is gelegen ten enge ingang is door\'t geberghte,om in het landt
deele op, ten deele beneden aen een bergh. Me- te komen: dit kafteel is als een voorburgh en
Mjdwifch. gies of Mydwifch,in\'t midden van Sevenbergen, fortreffe van het geheele lant, alfbo dat vandie
is feer rijck van wijn , en van alle\'t gene, dat tot fijde niemant daer in kan komen, als de Gouver-
\'s menfchen nootdruft dient,wel verfien.Zabefus neur defen pas fluyt. Beneden de ftadtMillen-
ofte Zaas, leydt op een vlackte in een diep dal, bach , by de ftadt Bros, is noch een ander fterck
heeft een vifchrijck water en is fterck: men feydt kafteel, alwaer nefFens een riviere, tuffchen de
datfede voornaemfte wooninge der Saxens ge- hooge fneeuw-bergen en diepe dalen, eenen
weeft is. Colof^\'aria oft Claufènburg, leyt oock wegh is, leydende in Sevenbergen.
op een genoeghlijcke efïen plaets,en is van buy- De manieren van dit volck fijn verfcheyden,
Zedcnder
ten met muuren, en van binnen met fchoone ge- door dien dit landt van verfcheyde volckeren is ^««^fWe-
\'Alha Mia. bouwen wel verkiert. Alba J ulia is een feer oude ingenomen , en noch tegenwoordigh bewoont
ftadt j heeft een Biflchoplijcke refidentie,fy leyt wort. De Walachen is een feer hart en rou volck,
aen \'t hangen van een bergh, in een fchoon vlack dat geen geleertheyt heeft, noch oock bemint;
velt5wel twee duyfènt treden langaen de ooft- volgen de Grieckfche religie, doch hare zeden
fijde loopt de riviere Marufius, aen de andere fij- trecken naer \'t Heydendom
; fy houden de waer-
de Ompay, \'t welck uyt de Alpen komt. Defè feggersin waerden,fweerenby Jupiteren Venus,
ftadt is eertijts Tarmis geheeten,en was ten tijde die fy heyligh noemenjen doen veel meer andere
van Trajanus des Konings Decebali hof. dingen,die nae het Heydendom fmaken :fy héb-

In Sevenbergen fijn acht parochiale Capitte- ben geen fteden noch fteenen huyfen^maer woo-
len, die fy te famen gerekent een Univerfiteyt nen in boffchen, en bevrijden haer voor den re-
noemen. Het Biftricipfèr Capittel heeft onder gen en wint flechts met riet. Het overige deel
hem Biftricam met drie-en-twintigh koninglijke van Sevenbergen is meer bebouwt, en heeft re-
dorpen. Het Capittel te Regen heeft meer dan delijcker volck. De fprake der Scythen in Seven-
dertigh dorpen. Het Barcenfer Capittel heeft bergen verfcheelt hedensdaeghs weynigh van de
Kroonenftadt met dertien koninglijcke dorpen. Hongerfche in \'t uytfpreken ; in vorige tijden
Kisdenfe Capittel heeft Segesborgh en acht-en- was \'er groot onderfcheyt in, gelijck oock in het
veertigh dorpen.Duarum Sedium Capittel heeft fchrijven; want fy eertijdts van de rechterhandt
de ftadt Mydwifch , met fes-en-dertigh dorpen, begonden te fchrijven naer de flinckerhandt,ge-
Der Cibinenfium Capittelen fijn twee, waer van lijck de Joden. De Ciculi is een wreet en ftrijdt-
het eene heeft Cibinium,en drie-en-twintig dor- baer volck; onder haer en wordt geen edelman
pen; het andere Surrogativa genaemt, omtrent oft boer gekent, achten haer alle even goet, op
twee-en-twintigh dorpen. Het Zabefienfè Ca- demanierederZwitfers. DeUngarenhebbenin
pittel heeft Zabefiium met feventien dorpen. Sevenbergen de grootfte macht en authoriteyt.

Steden,

Hamm
fiadt.

JSloefen-
ßadt.

Zm»

CUußn"
huYgh,

-ocr page 257-

- \'

41

K A R S T I A, C A R N I O L A,

DE WINDISCHE MARCK,

E N

\'tGRAEFSCHAP CILLEI.

N \'t ooften paelt Kar-
flia
aen de Windifche
Marck, in \'t weften aen
Friuli, in\'t zuyden aen
den Tergeftinfen in-
ham , en in \'t noorden
aen \'t geberghte. Het
is bynae omringt met de
rivieren Lizonzo , en
Albeno , en wort be-

vochtight met de vermaerde riviere Timavus,
die uyt negen hooft-aderen fpringt, foo Pom-
ponius fchrijft, endoor eenen mondt in de zee
valt. Defe riviere wortdooronfienlijcke wegen
onder de aerde met de Recca vermengt. Virgi-
hus fchrijft daer van in \'t eerfte boeck y£neidos :

Regna Lihurnorum fontem Juperare Timayi»
De Italianen noemenfe gemeenlijck Brenta.
c^rmola. Camiola, als oock Carinthia,heeft defên naem
van de volckeren
Carnis : van defe fchrijft Vola-
terranus in fijn tweede boeck der Geographie al-
dus : Boven de Hiftrijckers liggen de
Carni, in een
breet en ruym landt, beginnende van Friul, en
fich ftreckende tot aen \'t geberghte.

En hoewel dat dit landt feer berghachtigh is,
gelijck alle de andere provinciën van defe con-
treye ; foo en heeft het doch geen gebréck van
wijn, olye, koren, cn allerhande vruchten.

Het wort in twee deelen onderfcheyden, te we-
ten , in \'t drooge , alwaer ganfch geen water is,
en in \'t natte of waterachtige, in welck de riviere
Sau haren oorfprong heeft, als oock Nauportus,
die men hedensdaeghs Labatus noemt en meer
andere rivieren". Dit landt heeft den tijtel van
een Hertoghdom.

De hooftftadt heet Labacum, ofte Labach,
gelijck oock de naefte riviere daer by. Sommige
willen Goritiam in Carniola ftellen, van welcke
ftadt wy in de befchrijvinge van Friuli hier na
fpreken. Op de flincker-fijde van de riviere Son-
tio, opwaerts, liggen twee fortreffen, eertijdts
van de Venetianen, tot befcherminge der felver
riviere, tegen der Tnrcken aenloop, die van te
voren dickwijls gefchiede, gebouwt. Van de an-
dere ftedekens en plaetfen defer contreye fullen
wy fpreken in de befchrijvinge van Friuli. Hier is
een meir, welcke alle jaer eens koorn, vilfchen,
enwildtbraet geeft. De inwoonders noemen die

Vrucht^
imhejt»

Daefe»m

Lnhach.

Zircknitzer-zee, na de ftadt Zircknitz, daer on- Zirchm-
trent gelegen. Georgius Wernerius befchrijft het
felve op defe wijfe: Dit meir is rondtom met ber-
gen befioten, en is ontrent anderhalf mijl groot,
maer niet feer breedt j uyt de naeftgelegene ber-
gen loopen fommige kleyne beeckskens , doch
elck met fij n eygen ftroom en kanael;van \'t ooften
komen\'er drie, van\'t zuyden vijf; een ieder van
defe waterkens, hoe fy verder vlieten , hoe fy
minder water behouden , om datfe het aertrijck
infwelght, tot datfe haer eyndelijck in de fteen-
kuylen geheelijck verliefen, welcke foodanigh
fijn , als offe met menfchen handen daer toe uyt-
gehouwen waren. Derhalven , waer ergens een
open plaetfe is,daer verdeden fich defè beecken,
en maecken een meir. Defe wateren loopen even
foo ras af, als zy daer naer toe geloopen fijn, ^
niet alleen door de voorfeyde kuylen , maer oock
de aerde diefe naer haer treckt, als offe door een
trechter of zeve daerin gegoten waren ; \'t welck
als de inwoonders mercken, ftoppen zy terftont,
fc)0 veel als zy konnen, de principaelfte gaten,
en loopen dan hoopswijfe viffchen ; daer vanzy
niet alleen een fbnderling vermaeck, maer oock
een groot gewin hebben ; want defe viffchen fou-
ten fy in groote menighte, en verkoopenfè aen
hare nabueren. Als nu dit meir verdrooght is ,
fhijt men het koren af te dier plaetfen , daer het
landt befaeyt is, en wordt het felve daer nae we-
derom befaeyt, eer dat het water daer overloopt.
Het is foo weelderigh van gras, dat men \'t den
twintighften dagh kan afmaeyen. Wie en foude
fich niet verwonderen over defè wonderbaerhey t
der Natuere ?

De Marck der Winden wort aen d\'een fijde met J^^rmtf
de Sau befloten,en met vele rivieren
de inwoonderen
ligg en Gmxk noemen. De voor-
naemfte fteden fijn
Ig^, Seijenburgk en Rudolficerdt.
Het heele lant is berghachtigh, en heeftin ver-
fcheyde plaetfen veel fchoone bofïchen. In \'t
zuyden grenft het aen Carniola.

Het Graeffchap Cillei light tuffchen derivie-«».
ren de Draw en de Saw : en\'t heeft fijnen naem
van de hooftftadt
Cillei, De {^cèen Saxer^eldty Tifer,
Lichtyi>aldt, Keyfershergh
, en andere hooren daer
onder.

De Kaert van Iftria met haer eygen befchrij-F«.
ving is in Italien geftelt, als oock van Friuli,

z.er-zeti.

Duytßandt,

Rr

-ocr page 258-

\'Ura

^"Inh.

^--

fcrnb^r^

"■^"us JL

. ^ederaun.

Thtttnßein

V OirU^iTX

KAR6 TIA,
C A R:Nr iOLA,
HI5 TRIA

et

WIISTD OUVJVl
>lAItCHIA,

&er. .M£rcatori
.Auctore.

S. Cyrtach

n^fitt- <

Lin,

nickk Taruis

hur^

J.lacoV\'

\\%um.
O (ßaüv

^^OMtL ^-Xumarck

OB

^ttrpemzii\'\'

JermcniL^

\\

of

ot ToUmidi. W^ -fstafflfk,

V B \' —

$

\'^^atmanf^^

Crainbur^
Sauus vel^nw ß

\'IM

f^^yße-neck

Suyn. y-Vcickmarch

O \'^abttßtin-

\\zauammd

Gutnßc

TcuerJpcrj l ^ N^ ^

S.ThiÜjfs i
I . ® .^jCaunflain-^

\'Tui^ iiick-^

-^tednUk \\ O

i^ffitifu^\'

^\'Tfabach

\\^\'TCaknbrun

Ooßerher^
Zaubach XjMt

Jlerct/t\',

Vrahur^

itif^ Setdnhueit

ßutjßhUunci\'

^^iniifch

11 i - \' . - 1
Kohacn O.-^..t»,.

fura

Jlmt

Schaleck

-Ti^ßW\' O

^^S"®^ n oTUcmßaui.

S.PeßT

Omrwtca

^ * CiüeL

^ra^wald

Sutrum

Met

nic£

Ml

^Idrchpur^

J)

y&tUn,

SMcuitx,

O

Gri&n^er^

•Moi^pwg

nyht

f SiaicnK.X\' °

Tancknßcin.

h Seitidcrff ^ractiihur^

O

ß

f Scitf. Odßcr ^ ■ ■ \'}
S.JIarhn. J

Täo

\'~jfeytichj Cruntc |

\\ Cear^

Sueßn.

\'Heidnu.k
^ Ttam^

O

■T^irbcrj^ Cell

CL

"^Peiyimti^ O

\'OmS^ßrfpcr^

Lorenxo Lmdm

O O ^S.Veür

Zttccbo

\'/ir^Uz S^ziechinhcr^

\' Srcdil-

\'B MißratX.

, Idrlal

----------

Jj". ^ariiiy del Minte d

Ltc^chnherg

? O^

O

Cj

ober

p

yiißcbi

yObißtl

, V L I

I chßrl
"\'^\'-üme.
;

ömittd.

"^x O

HoJtL

«■fev:

pj ÄT,» OH. P^o ^ O ^

JlctOe. yahone fH >

Th^^m, ^i\'^rT 1

, O Oricbach ^

^\'l\'oTa

.id&yper^

; \'Eetroula,

oAumdenc =%., „„..«-i^aL*.

f rju

\'TR.de.Scfio

Mder^rtid.

^ O Xrapßifeld \'\'y^^^r^.ßCXruffe.

leßfra^ •

Samara

\\ Aadril^

Treßmlchi^^

Saiaarota

_- J Lvt

^^TUmtyta -^reßewic:^^ Jtecc»\' ^ JgCaaäticti. rV%. - \'

-Porto Grtiara

if^i\'sSi.-f:^ " ßcnoiv

Cancardia-.

\'^rcyen^ur/\' nfern^dj^
/ Sweif

Tiß^

^AtlcmcA

ObrCzewh TCojixicz. n jf

ScHÜrfmJx /^\'^^\'■\'^icaL

-O -

Tatada, de.
\\ Lemene

^ O

Yq Jj-ujJÏü^a.

Cßafia^

di.

^^ Jaluori

tiSaluof
linado

p of\'-\'^

\' JlXartó

/ /
/ / -

Saline de
Sixth

"^Terxac»
O

C

O-

\'■\'orto,

/

rr\' / a

O\'

I ^akcnvtx

Vermc ^«bli^J

jj ßarbma.

dot CajUOi , .rtjiKl^®\' , 1 ..—V "Karfi

deUCorte <>

Jtoranin. i^n

^rabetky

iyo

ilani^
\\JUutßh

J". ȊaruiJ^\'j^

\'^ortolc
O

IfiU

P

Tctrapehß- ^

\' • \' O \' rt^S" V y - ^
JlttUCtra-^ , ^ -r

i\'-i- ^f^i\'^Jluntona.

OauJin.

^Ufittnl

, ziernoufsm.

oCrditL

WatL.

, Trcußo ^cariL.^ ^ \'XeAiL.

■It^^m.:,- ° . „^ . ^^ Ä _ A s.mcou

SJlariM^ _

Caj^^ Moßo
J)ltrichiil

20

10

Ttdu

Tej^Ucz

^ahraain. S"

^ornick ^
C^ uh Verte-

s. TficUi

\'TtunetuL.

Vrar^muT\'\'

i Ccrture

1 0 I\'I * «i**! Jlura-iX Jf> „ __

\\ \\

99 P

S. JlaritL de. CaßteiL

t HJctluL X O

\\ \\ \\

Stuwt^r

5-

^ W\' ^ Zify\'\'"^^kjUrtette Jrßäe-

pc

nero
Golfo

\\ \\

C a]

> ^ .

[ Zttbeni^e

\'Sifri.

Wrfittn-

Afbe
infu
la

w

, OUni

UedaHtt!-^^
%artx

Arbc-

diäljRlni. piaett

\'9\'>-de Cru,:i

J

Ltv^ntti

"•«a, (jidiotil^

accudii.

-ocr page 259-

, I

.ft

IV--

/•-I

r

■ I

-ocr page 260-

C H I A.

Enaem Walachia komt van
de Flacds, als een volck en
geflacht der Quiriten: want
nae dat de Romeynen de
Geren overwonnen en ver-
delgt hadden, hebbenfe een
Colonie in dit landt geplant,
onder den overflen Flaccus,
van wien het eerft
Flaccia ge-
noemt , waer uyt
Falaccia-^
en daer nae Valachia gevolgt
is. Het heeft oock den naem
van
Transalpim bekomen , om dat het van Hungarien en
Tranfylvanien, door de feer hooge Alpen ofte bergen, ge-
fchey den\'wordt.

In \'t ooften paelt dit landt aen \'t vifch-rijke meir, uyt het
welck de riviere
Hierafus komt, van de inwoonders Pruth
genaemt; in \'t zuyden wordt \'et met den Donau befpoelt;
in \'t weften grenft het aen de frontieren van Tranfylvanien,
aen de ftadt Scveritium, alwaer noch tegenwoordigh vier-
en-dertigh pykren van de wonderlijcke brugge van Traja-
nus gefien worden; in \'t noorden wordt het bepaelt met de
ongeachte riviere Hoina, van daer ftreckt het recht land-
waerts in tot aen den Donau, en keert fich voort met een
kromte tegens \'t eylandt Paucem,by d\'oude Scribenten wel
bekentj \'t welck men tegenwoordigh Bérillana noemt.

En hoewel Valachia vol hooge bergen is, foo gebreeckt
daer nochtans niet van \'t gene tot \'s menfchen levens on-
derhoudt noodigh isjen is daer-en-boven feer rijck van gout,
filver, yfer, en fout-mijnen; daer en gebreken geen wijn-
ftocken , noch geenderhande gedierten. Het brengt oock
veel fchoone en koftelijke peerden voort,welcke men Tel-
len noemt, en andere.

De ftadt Tergevifza oft Tervis, is de woonplaetfe van de
Vayvoda.De andere fteden zijn Braila,en Targard, by welke
ftadt een feker fpecie van fulpherachtigli krijr oft aerde ge-
graven wordt, waer van men feer goede keerfien maeckt,
gelijck van het was.De refte defes landts v/ordt niet dorpen
en hoven bewoont. De rivieren zijn Hierafus, Bardalach,
Strethus, Biftricia, MilTovo, lalonicza, Teltz, Dambovüa,
welcke alle in de Donau haer vermengen.

S E R V I A.

SErvia, van Lazius Mdßa Superior genoemt, is een Land-
fchap tuflTchen Bofnia en Bulgaria gelegen. Vele fijn van
opinie,dat dit landt der Triballen oude woonplaetfe geweeft
is : want defe volckeren, nae dat de macht van \'t Roomfche
en Grieckfche Rijck begon te
fivacken,alhier uyt het noor-
den gelandt zijn.Cufpinianus en Volaterranus fchrijven,dat
de Dardani eertijts Servien en Rafcien bewoont hebben.

De Koninglijcke en voornaemfte ftadt van Servia, is ge-
weeft Sinderovia, van fommige Sprenderoben, en van an-
dere Simandria oft Semendria, van de Turcken Semender,
en van de Hungaren Zendereu geheeten, leght niet wijdt
van Belgrado aen den Donau , en is ingenomen van den
Turckfchen Keyfer Amurath in\'tjaer 1448, en gemaeckt
tot een Sangiacat,onder den BaflTa van Buda oft Ofen.Daeï
zijn noch andere groote fteden, te weten, Videnis, van de
Turcken Kiratonum genaemt, gelegen aen den bergh Ar-
gentato , welcke oock gemaeckt is tot een Gouvernement
oft Sangiacat, onderden Baflä van Temefwar. Novogra-
dum gelegen op de frontieren van Servia,\'t welck fommige
den nieuwen bergh noemen, en heeft een onwinnelijck
kafteel. By Monte Nigro zijn trefFelijcke filver-mijnen;
daer zijn noch de fteden Samandria j Prifdena, alwaer de
Duytslandt,

Vrucht\'
hmheyt.

Mijnen.

ikVIi t .■y

Talen.

Oude in-
tVQonderen,

Sleden.

45

Keyfer luftinianus geboren is j Stonibrigadum, en Belgra-
dum, van te voren Tauranum geheeten.

B V L G A R I A.

BUlgaria is genaemt, als oft men wilde feggen Volgaria, jsfam,
om dat defe volckeren komende van de Volga, ontrent
den jare Chrifti ^66 y dit landr bemachtighden. Sommi-
ge meenen, dat het by den ouden Schrijvers
M&fia Infe-
rior
heet. Het leght tuffchen Servia, Romania, en den Grenfen,
Donau.

Dit landt is doorgaens rou en berghachtigh, ftrecken- tandts\'
de langs den bérgh Ha^mus tot aen denDonau, en naer
Romania. In \'t midden is het alderrouwfte, de laege plaet-
fen zijn alle met boflchen cn wilderniflTen befet en over-
trocken.

De hooftftadt defês landts is Sophia, welcke Niger 7/- Steden,
hifcum Ptolemdi acht te wefen. Alhier refideert de Begler-
beus van Grieckenlandt, welcke van de Turcken Rumdi
Beglerbey geheeten wordt, en heeft een-en-twintigh San-
giacatcn oft Gouvernementen onder hem. Saribrod is oock
een voorname ftadt in Bulgarien. Nicopolis wordt van de
Sangiachen geregeert: niet verre van defe ftadt wofden
noch gefien de overblijffelen van de brugge, die de Keyfer
Trajanus eertijdts over den Donauw gebouwt heeft, als hy
tegens de Geten oorlogh voerde.

ROMANIA.

ROmania heeft defen naem van de wijdt-beroemde ftadt Naem*
Conftandnopel , die eertijdts Roma 2\\ova geheeten
wierdt. In voortijden was dit landt oock T^r^fw genoemt,
oft van Thrace de fone van Mars, ofte van de Nympbe
Thraca, ofte veel eerder van de wreedheyt, wildtheyt ofte
lichtveerdigheyt der inwoonderen.

, Dit landt wordt in\'t weften van Macedoniengefcheyden Grenfen,
door de riviere Srrymon; in \'moorden light de bergh Kse-
mus i al de reft, foo in \'t ooften als zuyden, wordt van de
zee befpoelt.

De lucht is daer niet feer goedt, het aerdrijck on vrucht-
baer, en koudt, doch langs de zee-kufte is het feer vrucht- rruéther\'
baer van koorn,allerhande firuyten en gewafFchen, die men
heyt.
met de handt pluckt,als erweten, boonenj&c.boom-vruch-
tcn fijnder oock weynigh, maer veel wijnftocken, die noch-
tans naulijcks rijp worden, dan alleen op die plaetfen, die
voor de koude bewaert konnen worden.

Deftedendefeslandtszijn, Abdera, het vaderlandt van
Democritus,Nicopolis, Phiiippopolis, Hadrianopolis, Tra-
janopolis, Selimbria, Perinthus, en meer andere.

De hooftftadt is Byzaf^tium, gefundeert van Paufanias, en Confiar.ti*
naderhandt Conftantinopelen genoemt nae Conftantin, napelen,
die aldaer den ftoel des Rijcks geftelt heeft: van de Turc-
ken wordtfe Stampoldageheetcn, \'t welck foo veel te feg-
gen is,als een groote ruyme ftadt.Sy is gelegen aen den Eu-
ripus ofte engen arm der zee,tegen over Pera,\'c welck men
nu Galata noemt, een oude Colonie der Genouefen, gele-
gen in de bocht oft kromte van Bvzantio. Binnen Conftan-
tinopel fijn veel oude gedachteniflfen en monumenten,eens-
deels daer eeift opgericht, eensdeels van Romen daer ge-
braghtjde principaelfte fijn,deTempel SophiiE,van de Key-
fer luftinianus gebout; \'t Paleys van Conftantinus ; een
Co-
lumna Serpentina, en een Columna Hifloriata j S. Lucas Ker-
ke; hetArfenael en timmerwerf; het nieuwe kafteel; de
Cdloflüs; het
Gyn£ceum oft Vrouwen-huys de Hippodromus
oft ren-plaetfe, en de ohelifci. Defe ftadt wordt van twee
rivieren befpoelt, van de Cydrus , die nu Machleva, en
de Barbyfe,die nu Chartaricon genoemt wort. De omvang
defer ftadt begrijpt 15000 treden; daer fijn over de 700000

§ f inwoon-

r

w ALACHIA, S E R V I A

B V L G A R I A, en R O M A N I A.

I 1 f

flill

iT\'!

i i

I i\'

I !, .
i : i

Vi

-ocr page 261-
-ocr page 262-

WALACHIA, SERVIA, BULGARIA en romania.

inwoonders. De menighte der huyfen is daer uyt af te me-
ten, dat \'er in den jare 1^35 omtrent de <Joooo afgebrandt
zijn.

Dit landt heeft weynigh rivieren,doch allegader feer ver-
maert, te weten. Hebrus, Melanes, Tearus, Arfus ^ Bathy-
nia, Nefta. De voornaemfte bergen zijn , Hjemus , Rho-
dope, Orbelus, Pangasus, en Meflapus.

Het is hedensdaeghs onder \'t gebiedt des Turckfchen
Keyfers, welcke fijnen Keyferlijcken ftoel te Conftantino-
pelen heeft,met een feer treffelijck paleys,van wiens macht
en regeeringe wy iets in \'t kort fullen verhalen. Daer zijn
ontrent tv/ee hondert mannen van den Turck geordineert,
welcke alle vier jaren door Griecken, Walachien, Bofnien,
Natoliën , en andere Turckfche Provinciën reyfen, om te
vergaderen derChriftenen kinderen oft knechtjens van een
ieder familie , als tienden die fy fchuldigh zijn; die fy te
Conftantinopelen, Pera, en Adrianopoli brengen, daerfe
van de burgers opgevoedt worden : defe worden alle Aza-
mogliaoftelamoglageheeten3 \'twelck foo veel beduyt,
als fimpele, onnoofele, en onwetende kinders. Als defe tot
haer achtfte jaer gekomen zijn , worden die plomp en boers
zijn,beftelt by de boeren in Burfia en Caramaniajde fchoon-
fte daer van, die leerfaem en fubtijl zijn , ontrent vijfhon-
dertjin het Serrajojhet voornaemfte paleys des Turckfchen
Keyfers, te Conftantinopelen gebracht, alwaerfe in goede
difcipline, konften , en in de wapenen onderwefen en ge-
oeffent worden, tot datfe tot haer twintigh jaren gekomen
zijn: uyt defe kieft men daer na de Ofiicialen en Hof-die-
lanitMren, naers, de lanitzaren, fijnde foldaten te voet, die de Turck-
fche Keyfer geduurigh tot zijn guarde houdt, tot het getal
van twaelf duyfent. De voornaemfte van defe lanitzaren,
die ontrent 5000 zijn, en Spachoglani genoemt worden,
bewaren altijdt des Keyfers rechter zyde> en heeft een ieder
van haer vier oft vijf paerden tot fijnen dienft: 5000 andere
lanitzaren, die men Silichtar noemt, fluyten des Keyfers
flincker zyde,ieder oock vier oft vijf paerden tot zijn dienft
hebbende. Na defe twee ordens van Spachoglan en Silich-
tar , ryden aen de rechterhandt des Keyfers 5-000 Vlofagi,
en 5000 der felver aen de flincker handt, de welcke alle uyt
het getal der lanitzaren oft verloochende Chriftenen ( die
van te voren aen den Beglerbey oft Baffen gedient hebben)
gekoren worden. Nae defe alle, volgen ten laetften de ruy-
teren, Charipici genoemt, \'t welck foo veel te feggen is, als
arme; defe komen van felfs uyt alle Provinciën des Turck-
fen Rijcks, en zijn van verfchdyden natiën, als Chriftenen,
Perfianen, Moren, Syriers, Arabiers, Barbaren, Tartaren ,
by een vergadert, tot dienft des Keyfers, dien zy om foldye
dienen: uyt defe worden 2000, de bequaemfte tot\'s Key-
Mutefa- fers dienft gekoren. Voor den Keyfer ryden 200 Mutefara-
rachas. ^ j^^t- lancen, welcke van flaven vry gemaeckt zijn,

door eenige vrome daden, en worden voor Edelluyden des
Hofs gehouden. Nae defe ryden oock voor den Prince 50
Chmifdieïs, Chaufiiers, \'t welck foo veel is te feggen als Heraulten, die
*t gedrang en den toeloop des volcks beletten, en banen
alfoo dc Keyfer den wegh, en ontfangen de requeften, die

Rkieren.

Ser/en.

Eegeeringe,
en macht
des Groeten
lurckj. .

A I

h ;! :

i . -
! i

Spacho-
glani.

Silichtar.

Vlofagi.

! ^t

■! ! i|

Charipici.

. t I i I i

f! tip

;■ li ■ I

i\'i \'iip l

\' \'\' I

il M i

11\' i ■

aen den Keyfer geprefenteert worden. Nae defe volgen,
en marcheren voor den Keyfer , 200 voet-gangers, Solachi
geheeten, met vergulde bogen en pylen, en achter hem
oock 200 , en op ieder zyde 30. Nevens defe, en allernaeft
het Keyfers paerdt, loopen 100 Peicklers,\'t welck foo veel
is als loopers oft lakeyen, defe worden van de Keyfer in ty-
den van oorlogh en vrede, hier en daer verfonden, en loo-
pen gemeenlijck bloots voets. En dit is des Turckfchen
Keyfers dagelijckfche guarde. Maer in ryden van oorlogh
heeft hy noch byfondere voetknechten, Afaples geheeten,
en oock extraordinarife ruyterye, Caripoglan genoemt; be-
halven defe wordt, door alle Provinciën des Turckfchen
Rijcks,een ordinaris garnifoen gehouden tot befcherminge
van \'t felve.De frontieren tegens de Chriftenheyt zijn befet
met over de 10000lanitzaren.\' Midden inde Turckfche
Provinciën zijn over de ^000 lanitzaren, hier en daer ver-
fpreyt, die ftaen alleen onder den Turckfchen Keyfer, en
zijn geenen Beglerbey oft Baffa onderworpen, zijn oock
vry van alle contributien en ongelden. Door de Provinciën
light hier en daer oock een foorte van jongelingen, tot on-
trent 10000, met welcke de frontierplaetfen verfterckt en
verfien worden. De refte van de militie, behalven de gene
van welcke hier boven mentie gemaeckt is, ftaen onder de
gehoorfaemheyt der Beglerbeys, de welcke zijn Gouver-
neurs van feven Provinciën, als van Griecken, Natolia, Ca-
ramannia, Amafia, Cappadocia, Anacidula, Mefopotamia
en -ffigypten. Den Turckfchen Keyfer heeft oock drie oft
vier Raedts-heeren, die men Vifir Baflas, oft fimpelijck
BafTas noemt. Theodorus Spanduginus, in zijn boeck van
de manieren en zeden der Turcken,fchrijft, dat des Turck-
fchen Keyfers jaerlijckfe inkomfteis 68 tonnen gouts, en
5 8000 ducaten, yder tonne goudts ge-eftimeert op 100000
ducaten.

De Geeftelijcke adminiftratie defes landts, in Trovinciali
Romano
begrepen, is defe: onder den Aertz-bifl\'chop van
Conftantinopelen hooren de Biflèhoppen,Colubrienfis oft:
van Chiorlich ,Naturenfis, Spigacenfis, Dortienfis, Panu-
denfis, nu ter tijdt Pandia, met die van Calcedonien. Dc
Aerrs-biflxhop van Heraclea heeft onder hem die van Ro-
defto, Periftacienfis,Gallipoli, Darnenfis oft van Dardanel-
lo, Curlotenfis, Archadopolis oft van Arco, MifTenenfis.
Onder den Aerts-biffchop van Patras, ftaen de Lampfaci-
ner Biflchop, en Dinenfis, de Sellana. Onder den Squifi-
cenfer Aerts-biflthop, oft van Sequino, de Trojanus, An-
drunianus, lacorenfis, van Decandimonia, Lupadienfis,
Epigonienfis, Libarienfis. Onder den Vcrifienfer Aerts-
biflthop fken, Reflianenfis, Aprenfis, Ripfalenfis oft Cy-
phela. Den Aerts-biflchopMadricenfis, ofte van Mariza,
zijn geen Biflchoppen fubjed, als oock niet den Aerts-bif*
fchop van Adrianopoli. Onderden Aerts-bifl\'chop van Tra-
janopoli hoort de Avienfer Bifl^chop. Oiider den Aerts-
biflTchop van Malziaco die van Maronia. Den Aerts-bif»
fchop van Meflfipoli is fubjed de Xanocienfis. Onder den
Aerts-biflchop van Philippis ftaet die van Chriftopolis.,
Drahonenfis, en Chryfopolitanus,

Salachit

FeickUrs*

Afapks.

Caripoglan

Gtforni\'
fienc».

n/trBaf
fis.

Geeflelijcki
adminipra*
tie»

I.

if

i fl

n :

\'1 ^ .
lil \'i

r

il \'\' i

li !l.

! i|if
\'lil

-ocr page 263-

44

IL L Y R I E N.

S C L A V O N I E N.

Clavonia heeft den
naem van de Sclavifche
volckeren,die eertijdts
ontrent de Mceotiiche
moralTen woonden.Het
is oock van
Plinio Illyri-
cum gcnocmt,
na Illyri-
cusionevan Cadmus,
oft (als andere willen)
van Polyphemus : van
Ptolem^eo wordt het
lllyris, en van Stephano Uly-
ria
geheeten.

Dit lant wort verfcheydelijck van fommigeaf-
gepaelt. Nae Ptolem;Ki gevoelen ftreckt het van
Iftria langs de zeekufte tot aen de frontieren van
Macedonien , en landtwaerts in tot aen Honga-
ryen, Ooftenrijck,en Opper Mafien.Pomponius
Mela en Dionyfius Alexandrinus bepalen \'t veel ^
wijdtloopiger , want fy Illyrico toelchrijven de
geheele ooftkuft van de Hadriatifche zee,die wy
nu de Golf van Venetien noemen, te weten, van
Triefte af, tot aen de bergen Ceraunien: jae dat
meer is, fy ftellen der Illyriers woonplaetfe tot
over den Donauw, overmits Mela den Donauw
onder de rivieren defes lants reeckent. Sommige
gaen noch veel verder met de uytbreydinge der
limiten defer ProvinciePlinius beftuyt het tuf-
fchen de rivieren Arfïan en Tition:meeft volgen-
fePtolemseum, na wiens befchrijvinge Illyricum
begrijpt (daer het naer Macedonien ftreckt)DaU
matien en Liburnien, het welcke Lazius nu Cra-
baten noemt,en andere Croatien j maer Pinetus
\\ Graeffchap van Iadera,oft
ilContado di Zara. De
lengte van Sclavonien,van de riviere Arfa tot aen
de riviere Drino, is 380 Italiaenfche mijlen.

Dit lant heeft op fommige plaetfen een gefon-
de en fuyvere lucht, doch daer de poelen en mo-
raffen de felve met vuyle dampen befmetten, is
\'t ongefonder. Nae \'t getuygeniffe van Strabo is
Vrmk\' ^^^ ^^^^ playfïerigh en genoeghlijck,heeft goede
hmheydu ^n vafte zee-havens,en een vruchtbaren grondt,
die oock wijnftocken voortbrengt, behalven op
de plaetfen, daer\'t doorde fteenklippen hert en
fteenachtigh, ofte naer Hongaryen en Ooften-
rijck, daer \'t koudt en fneeuwachtigh is.
Oude in^ Florus fchrijft van de Illyriers oft Slavoe-

wootideren, nen , datfe in de eerfte oorlogh van Carthago,
met rooven haer niet vergenoegden, maer voeg-
den by haer ongebondenheydt noch een boos
ftuck, als fy de Gefanten des Roomfchen volcks,
die na recht met haer handelden, niet meteen
fwaert,maer ais beeften,die men ten otfer brengt,
met een bijle gedoodt hebben , de overfte der
fchepen met vyer verbrant, en dat noch \'t ailer-
on waerdighfte is,fulcksgefchiede door bevel van
een vrou die haer regeerde, die, als
Floras feght,
Teutaen genaemt was.De felve fchrijft oock,dat
de Slavoenen in de Macedonifche oorloge van
den Koninck van Perfen gehuert waren, en ach-
ter in het Roomfche krijghsvoick begonden te
flaen ; doch naer dat Scorda haer hooftftadt van
Duytßandt,

Naem,

Talen.

jMeht*

Anicio den Roomfchen Prsetor ingenomen en
verdeftrueert was, hebbenfe haer terftont over-
gegeven. Plinius fchrijft, dat de kufte van Illyri-
co wel met duyfent eylanden bewoont wordt, en
dat ter contrarie die van Italien, daer tegen over
gelegen, geen bequaeme zee-havens heeft.

De voornaemfte fteden van Sclavonien fijn , Suden,
Senia, gemeynlijck Segna genaemt, gelegen op
een vlackte aen de Zee, doch wordtfe door den
noorden wint met grouwelijcke tempeeftenfeer
gequelt. ladera Colonia,is de hooftftadt der Li-
burnen,hedensdaeghs de voornaemfte en fterck-
fte ftadt defèr contreye.Sebenico,van Ptolemseo
Sicum genaemt,is gelegen in de Scardonifche in-
ham, beneden eenen bergh,alwaer de zee fchijnt
te willen inbreken: op den bergh light een ka-
fteel. Om defe ftadt fijn feer vruchtbare ackers
van wegen de veelvoudige quellingen der Turc-
ken, wordfe nu ter tijdt weynigh bewoont. Spa-
latum.en Salena fijn by Ptolem^eus en Strabo
feer vermaert. Salona is de voornaemfte zee-
haven van Dalmatien, doch wordt nu naulijcks
bewoont, overmidts hare quade naebuuren de
Turcken. Tragurium,tegenwoordigh Trau ge-
heeten, is van het vafte landt met eenen kleynen
zee-arm gefcheyden. Epidaurus is een oude ftad
geweeft, op wekkers ruinen de ftadt Ragufïum ,
die nu gemeynlijck Ragufi , en van de Turcken
Dobrovicha genoemt wordt , gebouwt is, welc-
ke kleyn van begrijp is, hebbende een fterck
kafteel, maer een beroemde koopftadt van we-
gen de Turckfche waren. Defe Republijckc
wordt met feer goede wetten geregeert, en fïjn
de borgersaldaerrijken machtigh.

Dit landt wordt met twee treffelijcke rivieren ^vwt»,
befproeyt, te weten met den Dravo en Sauw,die
in de Donauw loopen. Aen gene zijde van het
geberghte fïjn veel kleyne rivieren en beken, die
in de Adriatifche zee vallen, als de Edanius , Ti-
cius, Naron, Rhezon en Drinus. Alle de Illyri-
fche ofte Slavonifche volckeren woonen meeft in
houte huyfen, met riet ofte ftroo gedeckt, uyt-
gefbndertin eenige weynige zee-fteden, in de
welcke fy burgerlijcker leven.

C R O A T I E N.

CRoatien is een gedeelte van Illyrien, \'t welck p^,
wy hier boven befchreven hebben,ftreckt na
Hungaryen; van Rufo en Volaterrano word het
Valeria, en van andere Lihurnia genaemt. In \'t oo-
ften is \'t bepaeit met Iftria , aen den
Simm Fanati-
cum,
en light tuffchen de rivieren Culpa en Dra-
vo, en Opper Mafien.

De hooftftadt van Croatien/eytmen nu te fijn steden,
Bigihon, want Fumium placht het eertijdts te
wefen. De andere fteden fïjn Zengh, Wackat,
Turnaw, Modrifch. Dit landt is in korte jaren
herwaerts van wegen de veelvoudige invallen en ^
inlegeringen der Turcken feer bekent geworden;
want als de Turck de vrede met de Chriftenen
gebroken hadde, heeft hy altoos getracht dit
lant(als welgelegen om daer uyt de andere landt-
fchappen,namelijck,Italien en Duytftandt te be-

T £ oorlo-

-ocr page 264-

■fus

S tellt-

^roJat\'ltx-
O

Co^ranltx

\'VJeUwar

S. Giorvara ^

O _

VcreinJifrji \'Serfawitx^

\\2Ö

dalmatic

P ART E .

tAiiSl. Çer^Mcre/itûre.

X ^üartla, ;

® CiWsi 4eiveiiJS|5

S,Ewrfdeth

$..ttartm

T/r T \\ ƒ

O Dißhm

M

• \'»\'^ii^ââ-\'\' -

. , , ^{LaMcra { o | O \\ Povifrot i V^^-j^ o j^ \'/^pV/x^

O 5 \'^■^yss\'^j^ O O l ^^

S dye

So^j^loitcha^

KcManU

SaU\'i\'^tk

\' ftwrkw -

.JlaU-

\'^unljck

ScrU

O ^

iSc LAVONIA
Croatia

B O iS K I A

^ ^ik / Ä . . 1 fzadrabiVvnfis com ®

Sirfch

"Bakffchza^

Cariffmc

Gottach
O

•S/iW. O

76\\

O

- ° - V

Gctho\'

A

lir

-V^tkßtn

Vi\' O

S- X A Kravarßhhh o

Schwittitxa.

/GZfty V \'

3

\'»relf^ i

\'JH

JJutrcmtva-

vt^rad.

Q \\ ° -i^atrtk
-
---

>\'Btßta

\'J\'n

Cultiviez

* H r 0ium f -ö V

\'r^chi. g-^ ObrowatTi.

Schkffhv^

\\S«tiemJt.

SaccU

1 SaroL

O

Xluf^ik
Citait,

Uy

icatM\'rJ \' f^iUyM Vy^^

t

iXffMO- ,
iTtrrnT"

- f JJCriu

x^twar

\' Q J - Selnya.

^"ctucxi.

GraJißliL, \\ "ScU\'"^ ^S/rj/^zealye

. I Turctcum \'\'

f\' - Öérenda^ \'

O,

Ti\'^ïifWi-

O

Kowaci ycfi^A^

^laßä-

KUthynn-

Orywaz.

M /

"Wexa/L. O

O Jfilhfn~_

\' Jnj.-Waxtcz

\'It.

Lcwacx-

^itvar

f. \'Pemetcr |

Wjßky

\'—U\'aajtlai\'l

liit

er Jen J O.

\' dorixan-

^^uxaiL

-r.S

O

.Miliiaru &ernuinica^.

.MtUüiruL Italica..

O

\'jlediteK^

y

S c\\ .1

cwmA-

^M^ 7 Ratz eti\'

Zöl

SUhoW

Jticftahwic^
"Dow DJ

S

%,aj!an/iilacii- ^ J ^ -

Sirmieiifis \\com

Dombo^

l^ayßallns

Serhk

SemtytL

\'3 ar lex.

J.Demeter

Vv»\'\'"\'

JJrynatvat^

Subacix,

\'\'tut.

Sdba.

Czarnc

\'jfgthary
\\

■ Savus jl

XeJpe

N A.

S E

Sjtniatidrla-
o

Xwobich

S tra

\'Xeuahlcx-
\' O

^ Oßrcunni

O

\'^Ittejlve-\'^e
O

Imats-,

infill

CheUhl

ï\'Ue^mU

\'\'^^rachta^

ol ^-fi-^r/t

.A

O

\'Toltzak

T\'/\'tvd

oo .

\'^feht^in

Cc^aizn

iftt\'"^^

S ar iiH

\'^ï\'echta

Xwùdch

\'Totte^-

\'X^ehcrnich
O

O

ClêJoVK

l^raehguaii

\'Vrchitfehki

\\peJnfi

Zuil

\'\'Dmune

Sußede

Sirtj^nich

^eberut

O

Oehlis

^"^Kr . \'BcraaHa ratmUn ■ \' ,\\>\'

Teve-

\'Bochel
O

Ca/ttafB

O

3etiilia\'\'0

Xm Venttlh

Trofer

It err at!

Cudan

\'Vretafi.

Slatina

Strnt%a

Sefitij

^■^ucea

Dorlchi ^ , .
à Prukcvtc

^ ------W O.-\'

O

Krattia.
O

^ieeehiit

Veterlchl^

Jcbit^n

\'O \'Samalucff*

ÛansÛtn^\'

^ Jl s

Ç O L F O

fufn

Hiß^ ^
Grtio

Una.

Al

CtuM

Crona

l^er^e

M

Ce^ach I

\'^lirnov\'tTia
O

Wjfil^S\'

Virg.

Chbumpf

"ßla^ajs

üraeca-

i) J

Q Jlacuo

OTmclantcx

Çehcmcû Stramc "«"T ^

\'Rachltzt^ O Cdttinn

SfuijJ.

A.

O ^

Xtthießbi

o

Orach

Tn^levai-x.

O Cliudt\'f

8. Dntt-

fVrafixa

Tax,kt

éi

•prtdio

C. VrackL

-Trafen, , ÇjJ\'

Ttrtuxa ^ \'■\'Je^^\'oPP
,-
-^ratdr ^^^ gaÜj^UBU^ii. ^ra^evech^

O

&Uihußchi

^\'iixejri.

V E jsr M T I A .

GähcHa^

Jtèlfi

i

X JrchanactP\'^W^^S?^ ß U a ^ O ^mjto"\'

errera«.

yi;.

-ocr page 265-

illyrien.

oorlogen) onder zijn gebiedt te brengen. Daer- in plaetfe van Beffi , Boffi , en het landt Bofna en
om heeft de Turckfche Keyfer in\'t begin des Bofnia geheeten^hoedanige veranderinge in veel
fomersi^pz, fijne BafTen en Overften bevolen anderenamen oock menighmael gefchiet, als in
een leger in Croatien te brengen waer deur de Melita, \'t welck nu Malta genoemt wordt, item,
foldaten die daer in garnifoen lagen feer vreef- Longones en Lingones,Scandia en Schonia,&:c.
den, te meer om dat de Baffa van Bofnie ftracks De voornaemfte ftadt van Bofnia is nu ter tijt s^ede,}.
de ftercke veftinge Hraftonitzam met verraetin- laitza, gelegen op een hoogen bergh , fy wordt
gekregen hadde. Waer mede de rafernye en fu- met twee rivierkens omringtdie haer met hunne
rie der foldaten noch niet verfadight fijnde, liet fteyle klippen en hooge oevers feer fterk maken:
hy terftont belegeren de ftercke ftadt Wyhitz, aen den voet defes berghs loopen defe wateren te
en naer dien daer geen hope was van ontfet, famen,en ftorten haer inde Sauw. Defe ftadt was
heeftfe haer moeten overgeven,en wierde \'tgar- eertijts het hooft van \'t Koninckrijck Bofnia,
nifoen , boven belofte, wreedelijcken gemafta- hebbende een onverwinnelijck kafteel daer niet
creert. Defe overgevinge fijn duyfent andere el- wel by te komen was. In dit landt fijn oock noch
lendigheden gevolght, die ick hier voorby gae. eenige andere goede fteden, als Schwonica en
In \'t navolgende jaer i J93, de Turck glorieren- Warbofayne , de welcke men feydt nu ter tijdt
de van foo veel fteden en ftercke plaetfen in fijn de principaelfte ftadt defes landts te fijn, hoewel
gewelt gekregen te hebben , hadde een fonder- datfe met geen muyr omringt is ,• de riviere Mil-
linge begeerte, om de ftercke ftadt Siffeck tebe- liatzkadeylt de fèlve in twee deelen.
machtigen,diehymet een geweldige heyrkracht

belegeren liet j maer de Duytfchen ,merckende DALMATIEN.
wat onlijdelijcker fchade en cjuaet, niet alleen

Duytflant, maer oock gantfch Europa daer door "T^ Almatia,foo gefeydt wort,heeft defèn naem
te verwachten hadde, indienfe van den Turck -L\'van Delminio, de hooftftadt defes landts.
vermeeftert worde,voerden uyt alle plaetfen haer Dit landt was eertijdts feer machtigh, en waren
krijgsvolck by een,waer mede fy de riviere Sauw de Dalmatiers feer mogende in wapenen en rijk-
pafleerden, van willens met den vyandt te flaen, dom, en oock moedigh op de goede gelegent-
en alfoo defe ftadt van \'t belegh te bevrijden.De heydt hares landts; fy verkeerden meeft in bof^
Turckfche ruy terye , in \'t getal van ontrent acht fchen, derhalven fy tot roovery fnel en veerdigh
duyfent, ofte als fommige willen , tien duyfent, waren. De fteden defes landts fijn, Salanum,het Stséa,
om te verhinderen der Chriftenen aenkomfte, vaderlandt vanDiocletianus, diefè daerom feer
pafleerde terftont in aller haeft de brugge, die fy lief gehadt heeft, van wien aldaer noch eenige
over de riviere geftagen hadden , alwaer fy haer overblijffelen fijn. Van Ragufa is hier boven ge-
in batalie ftelden,en quamen voorts met de Chri- feyt. Caftel Novo leydt aen de mont van den in-
ftenen te flaen, die hardt indringende, en met ham , die eertijts van de ouden
SinusRizfinkus ge-
fonderlinge couragie de Turcken aenvallende, naemt was. Cataro heeft een feer bequame ha-
hebben de Turcken(naerdienfe niet langer kon- ven. Niet wijdt van de frontieren defès landts,
den refifteren)op de vlucht gebrocht na de brug- aen de zee, leyt de ftadt Appollonia, by de welc-
ge , welcke ondertuftchen van de Carelftadtfche ke een fteenklippe is, die vlam en vier uytfpout,
foldaten was befet 5 de Turcken den pas aldaer en beneden defe klippe bobbelt ziedend heec
gefloten vindende,en geen uytkomfte fiende,om water uyt de aerde, met fulpherachtigh kruydt,
haer wederom by de refte van haer leger te ver- principael als de klippe brandt,
voegen, wierden aliegader geflagen,veel der fel- De Geeftelijcke adminiftratie van defe boven- ^g^eerw^
ver die haer meynden te falveren , verdroncken verhaelde landen is dusdanigh, volgens het Pro^ mn jiij-
inde Culpa en Sauw. De refte des Turckfchen vinciale Romanum: onder den Aertzbiftchop"^\'
legers, fiende de nederlage van haer Cavalerye, van ladra ofte Zara gehooren de Biffchoppen
begaven haer op de vlucht en is alfoo door van Anzara, Vegla, Arbe. Onder den Aertzbif-
Godtshulpeopden Z2 lunii 3 defe ftadt van fchop van Spalato , de Biffchoppen van Tragu-
de ftrenge belegeringe bevrijt. ria,Tina, Sardona,Temnenfis, Nenenfis, Almi-

fa, Sebenico, Farenfis. Den Aertzbiffchop van
B
O S N I E N. RagufafijnfubjeaStragnenfis, RoflTonenfisof

Rofine,TribunienfisofTrebina,Cataro,Bacen-

DAt deel va1i Liburnien, \'t welck hem ftreckt fis, Rofienfis,Bidnanenfis, of Bedea. Onder den
nae\'t ooften, wordt hedenfdaeghs Bofiiia Aertzbiftchop Antibarenfi fijn de Biffchoppen
geheeten, nae de Beften, volckeren van Neder van Dulcino, Suacinenfis, Drinaftenfis, Pola-
Mcefia, welcke van daer door de Bulgaren ver- ftrenfis, Scodrienfis, Sardenfis , Surtanenfis of
dreven, dit Opper Moefien hebben ingenomen , Acitarenfis, en Arbenfis.
en door de veranderinge van de letter e in een 0,

I I s

< 1
i

Nam.

-ocr page 266-

Het Hertoghdom

Y E R M A R C

S T

K.

Tyriaofte Styermarck,
\\ heeft defen naem,buy-
ten alle twijfFel,van een
Stier van welcke mey-
ninge oock is ^gidias
Tfchudus, verhalende
uyt Plinio,dat Cato on-
der de Taurifceren ,
oock de
Lepontios en Sa-
lafios
rekent ,• want hy
feydt: de Taurifci fijn oock geweeft, welcke
natie, in d\'oude krijgen der Franfchen, hare
woonplaetfe genomen heeft aen gene fijde van
de Alpes,van welcke Polybius,in fijn elfde boeck
van de Franfche oorloge,aldus fchrijft: In de AI-
pes,aen beyde de berghachtige fijden, tegen dat
deel het welck naer de Rhofne en het noorden
ftreckt, woonen de Galli, welck Transa/j?m, dat is
Overberghfche,genaemt worden 3 maer naer dat
deel dat naer de vlacke velden ftreckt,fijn de T^fó-
nyci, Jgom, en meer andere Barbarifche natiën,
van de welcke de Overberghfche , niet om haer
afkomft, maer van wegen de verfcheydenheydt
van woonplaetfe,onderfcheyden worden,en fijn
Tramalpini genoemt, om datfe aen gene fijde der
bergen woonen. Defe Taurifci daer na vertrec-
kende, hebben andere woonfteden gefbcht, en
dat lant ingenomen,het welck men hedensdaegs
noemt het Graeffchap Goerts^en van daer fijn fy
voorts getrocken in Styrien, oft Styermarck, en
hebben aen dat lantharen naem gelateniwantT^«-
mby denDuytfchen eenStier te feggen is.Sy heb-
ben haer oock uytgebreyt in Ooftenrijck en Un-
geren. Sommige willen feggen,dat Styria eertijts
oock Valeria geheeten was, ter eeren van Vale-
ria,dochter van Diocletianus,gelijck Marcellinus
getuyght,en Aurelius Vidor in fijne Befchrijvin-
ge der Keyferen. Volaterranus meynt dat
\'etla-
pidia
genoemt is geweeft,fchrij vende in fijn acht-
fte boeck fijner Geographias in defer manieren :
Het naeft daer aengelegene landt is
lapidia, het
welck men nu Styrien
noemt,hoeweidat dePaus
Pius \'t felve Valeriam meynt te fijn. Doch foude
men oordeelen uyt de befchrijvinge Rufi, dat
Valeria is het gene nu Croatia genoemt wordt,
tuftchen den Donau en den Drauw gelegen. By
foo verre de eerfte opinie
waer is,blijckt daer uyt,
dat de voortij ts hare woonplaetfe hier ge-
hadthebben, dewijl dat Sextus Rufus fchrijft,
dat onder lulio de Marcomannen en Quaden
verdreven fijn uyt de plaetfen van Valeria , de
welcke gelegen fijn tuftchen den Donauw en den
Drauw.

Dit lant is een deel des mi d del lan dfchenNöria,
gelijck oock Carinthia, en worden gerekent on-
der de provinciën van
Illyricum oft Slavonien, is
daer nae oock onder Duytflandt begrepen.

Aen de Styermarck grenft in \'t ooften Hunga-
rien in het zuyden Carniola en Crain; in het
weften Carntheojen in het noorden Ooftenrijck.

Dit landt is rondtom fèer berghachtigh, be-
Du)t[landt,

Talen.

\' Lan Js am.

halven naer het ooften, alwaer een wijdt vlack
veldt is. Van fijne vruchtbaerheyt is niet veel te Fwk-
roemen,dandathetdoorgaensveelmijnenheeft,^^\'\'^\'\'-^\'^^\'
die weynigh gegraven worden,door onachtfaem-
heyt fijner Vorften.Daer fijn filver-mijnen in de Mijnen.
Alpen, diefe Schwenberger Alpen noemenien by
de riviere Amifo fijn yfèr-groeven. Hier wordt
oock een groote menighte fouts gefoden,\'t welc-
ke fy in andere landen voeren, en doen daer me-
de groot gewin.

Dit lantiseertijtsgeweefteen Marquifaetfchap March
van
Pannoniaprima ofte Ooftenrijck, en is Styria g^^^ß^?\'
daerom oock een Marck genoemt geweeft, (het
welck foo veel te feggen is als frontiere, ) en be-
dient en geregeert door een Marck-grave,gelijck
als Lazius getuyght;heeft daer nae den tijtel van
een Hertoghdom verkregen , door den Keyfèr
Frederick Barbarofta, en is eyndelijcken geko-
men onder het gebied der Hertogen van Ooften-
rijck^ welcke het nu tegenwoordigh befitten. De
laetfte Marck-grave is geweeft Ottocarus, wiens
dochter troude Lupoldus Hertogh van Ooften-
rijck,de welcke, door bewilliging des Keyfers, is
gemaeckt Hertogh van Styermarck. Als defe li-
nie verftorven was, fbnden eenige landfaten naer
Beyeren , en ettelijcke naer Ungaren , wekkers
Koning fijnen fone derwaerts fond maer dewijl
de felve leefde na fijne wijfe,en den Styermarkers
onlijdfaem en onverdraeghlijck was, wierdt hy
wechgejaeght, en in fijn plaetfè Ottocarus des
Konings van Bemens foon beroepen , die van te
voren bemachtight hadde het Hertoghdom Oo-
ftenrijck, en in \'tjaer izóp oock Carnthen daer
by gekregen j doch heeftfe niet lange behouden
konnen: want als hy door fijne hooghmoedig-
hey t foo verre gekomen was,dat hy de Majeftey t
des Keyferrijks verachtede,en over de Boheem-
fche leenen den Keyfer Rudolph vanHabsburgh
niet wilde fweeren, heeft de Keyfer te Augsburg
eenen Vorften-dagh doenuytkhrijven, citeren-
de aldaer Ottocarum,op hooge pene,om te com-
pareeren , en rekenfchap te geven van wegen de
verachtinge van fijne Majefteyt,als oock van we-
gen de landen die hy onrechtveerdelijck geoccu-
peert hadde. Ottocarus lachte over defe citatie,
en fondt niemandt op den beftemden dagh , die
voor hem
foude antwoorden. Ondertuffchen
quamen oock tot Augsburgh de Gefanten van de
Ooftenrijckfche ftanden, en by den Keyfèr ea
Vorften over hetpwelt, onrecht, en wrcedheyt
vanOttocaro feer klagende,befwaerden hem met
defe ftucken: namelijck, dat hy Ooftenrijck had
bemachtight door een onrechtveerdigen tijtel,
fijn echte gemalinne Margareta, een rechte erf-
genaem des Huys Ooftenrijcks, gerepudieert,ea
daer na door fenijn laten ombrengen, en in haer
plaetfe een concubijne genomen.Dat hy Agneta
van Baden,en haer dochter Elizabeth,met haren
broeder Henrick, van haer wettelijck erfdeel
van Ooftenrijck berooft had ,• veel van de prin-
cipaelfte Heeren in de ftadt Weenen wreedelijck

V u doen

-ocr page 267-

B

o / Schächxßch, \\ " -^^Var^\'h

\\

.....................................................

5 T I R I A

AULia.rU GernLa.tLÎca.

ML

.,uy JO

... ƒ

T ^ ° L\'ßrf A: ^ ,

ijiLfcmi\'J^

^^ JCMcrg idfnlc^

^Ikaikw

"\'V i

«»mi\'\' jj J^®. yintvhß
o/

■Pm^kan P^clhcfT

......

.tUiori>i!.1\'n

O

«, Liej\'uy

Karffi.-v^ -O

SUcltw -0/

71\'îmJ/ij"\'-"\'

Ö—s. _ o

■^Slut^ek o

O

s\'y \' r^n

^ ^ fe i

^iinJßlhi.-lt

O

\'ihbnßM

ShihnA

•pUnkmvii-i _

C o T

.....

KIM

/

V.

^^ Ü.Lcimpmhf - .........

O

■Ocbh\'\'"™\'"

f„ in- l\'><"3

■R,jch«ßh ƒ

feiflßljtnlii-i
d LvrÂxh

O

Greyfiiicti

p ^ y Sf-rFcU

L ei}nrnâ

it:

o

l\'Oytßhcm

^ f i t

o

y F/tfcia«

Glynfpu\'-J
Ojt

* s, V

fhrian

S.TeU-r

H V N G AUI

K.mvßj

iniirn Heußäi

■if^irj

S.Vlrld
O

.Ç.JUrhtJ S.Fml ft XÙ^( l^i.,, \'

•v-f

k Uiiimyi\'.t

Sackhon

Gruinharj

Tnlmiix^
O

,ch

Cpjiranitx^

^pj ijJjelnnmt. I^laäw.

ffi^crlimi

Sihwal

Y

I \\ „äy svthfi\'"^-
•Phhurj J ^ O

-lOvJrJr

Ki>ßa

fiirlnecKj

\'chonßam

V O o

ßr .....

HohiilaiiJfpirj

PAUS.

SJni\'i-^

tJr Lvmh\'telt

lo .

Schhtt\'it^

O

Loßh^ ^

{,Anßem

Toplsuen
O ^

M

—r

\'ßa

-ocr page 268-

S T Y E R M A R C K.

doen ombrengenjoock dikwils tegen het onnoo- begin neemt.Hier leydt oock Cilia aen den oever
fele volck fijnen boofen aerdt getoont. Dat hy der riviere Savus ofte Sauw, een oude ftadt, ge-
met Bela den Koning van Ungarien, heymelijck lijck men uyt hare ruinen fpeuren kan^want daer
gedeelthaddehetlandt van Ooftenrijck, Styer- noch vele Romeynfche infcriptien gevonden
marck , Carniolen en Wendifch-Marck, zijnde worden: de inwoonders feggen, datfe van Sylla
Rijcks leenen. Dat hy oock het Roomfche Rijck gebout is, en Sullax genoemt, doch (gelijck Vo-
en den Keyfer was afgevallen , op dat hy , door iaterranus feydt) fonder eenigh merckelijck be-
hulpe van een uytheemfche natie, te beter Oo- wijs^ mogelijck is het de gene geweeft,of uyt ha-
ftenrijck mochte behouden , en de onderdanen re ruine opgebouwt, de welcke Ptolem2eus niet
met een fwaer jock plagen. Hier op fijn,met een- wijdt van defe ftadt ftelt, en Celia noemt,
drachtige ftemmen der Vorften , Gefanten aen In Styermarck fijn veel Graeffchappen, onder
Craef-
Ottocarum gefonden:doch foo de felve,in plaet- welcke is Warafdin acn den Drauw, en Lebnau Ä/\'F\'-
fe van antwoort, niet als fmadige woorden en aendenMuhr.

fchimp tegens den Keyfer en Vorften wederom Door Styrien loopen de rivieren Dravus , La- Rivkre».
brachten; is met gemeene bewilliginge de krijgh vanda,Sackan,Sulmo,Raynacho,Mura, Martza,
befioten, en hare Majefteyt alle billijcke hulpe Arrabon,Veyftritza,LaufFnitz,en nochontallijc-
belooft: de welcke een groot heyr verfamelt ke veel meer andere rivierkens en beecxkens , de
hebbende, trock daer mede naer Ooftenrijck. welcke meeft alle in den Donau ftorten.
Hier tegens quam Ottocarus oock te velde , met De bergen defer provincie fijn foo vele dat het Bergm,
geen kleyne machtmaer twijfelende aen den qualijck mogelijck is defelve te noemen , want fy
uytgang defes oorloghs,vreefende ook des Key- byna alle in \'t gemeyn
Norm Alpes genoemt wor-
fers voorfichtigheydt en macht, heeft door tuf- den ; dragen daerom noch fommige daer van de
fchen-fpreken en interceffie van twee Biffchop- namen van de Alpen, als de Rauch Alben, Sub
pen,vrede met den Keyfer gemaeckt,reftitueren- Alben,SowAlben,Schwamberger Alben. Op de
de Ooftenrijck, en doende den eedt van getrou- limiten van Ooftenrijck, Carnthen , en Styer-
wigheydt aen den Keyfer, foo van wegen Bohe- iiiarck,is de bergh Taurus. Aen de riviere Muhr
men , als van fijne anderelanden en provinciën : is de bergh Cefacus, nu ter tijdt Schockel ge-
en gefchiede defe huldinge in \'t aenfien des ge- noemt; de bergh Sattli,Manfenperg,Weinfperg,
heelen legers, fittende Ottocarus op fijn knyen by de riviere Saltzwinde, geheeten in Sawruffel,
voor den Keyfèr. Als hem van fijn gemalinne,en \'t welck is een verckens-fnuy t; / het

andere oproerige menfchen verweten wierde,dat welk is te fèggen Duyvels-trap.Beneden deMuhr
hy hem al te flaphertigh en bloode daer in ge- feytmen in Gais-thal,Steinbergh, enKainacher
toont hadde, heeft hy de vrede wederom gebro- Alben ; noch wat lager is de Kreutzbergh en der
ken, en is met gewapender handt in Ooftenrijck Hertzbergh ; en naer het ooften de Rädel, en
gevallen,- Keyfer Rudolphus quam hem terftont Plaitzbergh. Over den Dravum naer \'t zuyden is
tegen\', met fijn Duytfch krijghs-volck, met de
Mons Claudim, tegenwoordigh Dracimbergh ge-
Ungerfche affiftentie , en malkanderen flagh Ie- heeten.Vadianus verhaelt,dat in voorgaende ja-
verende,niet feer wijdt van \'t ftedeken Marchec- ren een fterck geruchte tot Weenen was , dat \'er
co,wierde Ottocarus overwonnen, en bleef ver- in Styria eenen bergh heeft beginnen te branden,
ftagenindenftrijt.TerftontdaeropvieldeKey- \'t welck Keyfer Maximiliaen oorfake gegeven
fer met fijn leger in Bohemen, ftellende dat Ko- heeft,eenige perfbonen derwaerts te fenden, om
ningrijck te vuur en te fweerde, en dwong Wen- fulcks te onderfoecken, en datfè het felve foo
ceflaum,des overledenen Ottocari fbne,den vre- met \'er daet bevonden hadden; dit heb ick weer-
de te begeeren , en foodanige wetten te ontfan- digh geacht alhier te verhalen,en is gefchiet on-
gen, als de weerdigheydt en hoogheydt van den trent het jaer i y 18 , op welcken tijdt Vadianus
Keyfer betaemden. Dit gedaen fijnde, ftelde de dit fchijnt befchreven te hebben. De voorge-
Keyfer fijnen oudtften fbne Albertus in deregee- noemde bergen fijn meeftendeel doorgaens met
ringe van Ooftenrijck,en onlangs daer nae, ver- bofïchen en wilderniffen bekleedt,
klaerde hy hem oock Hertogh in Ooftenrijck en De manieren en zedeader Styermarekers fijn Vokh^en
Styermarck, met eendrachtigh confent van alle gemeynlijk boers en plompten fijn defè inwoon-M»-
Rijcks-Vorften. ders veel gequelt met ftrumen,\'t welk fijn groote

Styria wortgedeelt in Opper en Neder-Styer- lange kroppen,die haer voor aen den hals afhan--
marck,de riviere Muhr doorloopt het Opperfte; gen^fommige der felv-er hebbenfe foo groot,dat-
het Nederfte is gelegen,daer de Dravus en Muhr fe haer de fprake verhinderen,en dat eenfuygen-
t\'famen loopen, naeft aen
Pannonia Secunda ofte de vrouwe de fèlve achter op haren rugge moet
Ungaren, waer van de plaetfe oock aiU ^UngCV*\' werpen,op dat het kindt niet en foude verhindert
fc{)crt geheeten wordt. worden om te fuygen. Ortelius fchrijft,dat hy,in

De voornaemfte fteden van Styria fijnBrug \'tjaer ijjS van Weenen op Venetien reyfènde,
aen de Muhr,Gratz, Viana ofte Voytfpergh aen een mangefien heeft teFrifach,niet fonder groo-
de riviereKaynach, Wolfpergh aen het water La- te verwonderinge, wiens kinne van de ooren be-
vanda, Marchpurgh,een hooftftadt aen de flinc- ginnende, de fchouderen bykans gelijck was in
ker-fijde van de riviere Dravus; aen de fèlfde fij- breette , hangende tot op de borft. De oorfake
de is oock Petovia ofte Colonia Petovia , alwaer defer kroppen fchrijven eenige toe het water en
de Romeynfche legioenen gelegen hebben: over de locht. Voorts fijn de Styermarekers in ma-
de riviere is Warrafinum,\'t welck men C^y^r^ F^- niere en fprake by-nae den Duytfchen gelijck,
riana noemt; Rackefpurgh leydt aen de flincker behalven ontrent de riviere Dravo , welcke de
fijde van de riviere Muhr, alwaer Beyerlandt fijn Sclavonifche tale gebruycken.

! i I

! : I \'

. I i
I ■ I

I i

Deelingi

Steden,

I :

-ocr page 269-

Het Aerts-Hertoghdom

S T E N R Y

O O

C K.

I a. k\'

11

Vfiria oft Ooftenrijck, was
eertijts
Pamonia Superior
naemt: en is defe naem Au-
ßria
oft Ooftenrijck, nae het
getuygenifle Woifgangi La-
zii, noch nieu, komende, oft
van den ooft-ziiydt-ooften
wint, die daer veekijts waeyt,
oft van \'t Duytfche woordt
/ waer mede de ou-
de Francken de oofterfche
frontieren van hare landen
genoemt , gelijcHe die na het weften , den naem van
Weftreich gegeven hebben. Doch was der Francken
Ooftreich acn den Rhijn gelegen, \'t welck naderhant Au-
ftrafia genoemt wierde, en als hec metrer tijdt defen naem
verloren hadde,fchijnt dat de Pannonii den élven haer toe-
geeygent hebben, als Lazius
{lib. i. cap. z. Comment. Gent,
) getuyght. De Ooftenrijckers komen van de Franc-
ken en Saxens, en hebben defen ftreeck landts met den
fwaerde gewonnen, niettegenftaende de Hongaren haer
grooten wederftant deden.

In \'t ooften paelt dit lant aen Hungarien; in \'t zuyden aen
het geberghte van Stiermarck, \'t welck fich van de Alpen
tot in Hungarien en noch verder ftreckt^ in het weften aen
Beyerenj en in \'t noorden aen de riviere Tejo en Moravien.

De lucht is aldaer feer foet, gefont en aengenaem, om de
ooftelijcke winden, die daer veel waeyen.

Het landt is uytermaten vruthtbaer in alle gewafTen, en

Ktgeerhge.

Vtrdeeling,

wort fonder groote moeyte bebouwt; alfoo dat, oock op dc
contreye aen gene fijde van de Donau , een huysman met
cefi mager paert machtigh is het landt te bouwen. De Oo-
ftenrijckers en weten niet veel te fpreken van vette oft flijk-
achtige aerde,fonder welke de ackeren inBeyeren onvrucht-
baer en mager blijven, Dit geheele lantfchap draeght groo-
ten overvloet van goeden wijn, die ftercker is dan de Duyt-
fche, maer niet foo krachtigh als de Spaenfche. Hy wordt
meeft in Moravien, Bohemen, Silefien, en het naeft-gelege-
tie Bey.eren, in groote quantiteyt gevoert. Dit land brenghe
oock feer krachtigen faffraen voort, en gengber, omtrent
Haimburgh, aen den voet des berghs Csecii oft Callen-
bergh. Hier is oock overvloet van filver, maer weynigh
gouts j \'t lant heeft fijn eygen zout, en krijght het oock van
elders.

De Graven van Babenbergh hebben langen tijdt over
Ooftenrijck geregeert; uyt dewelcke Lupoldus de eerfte tot
een Marek-Grave van Ooftenrijck gekoren is van Keyfer
Otto de II.Daer nae is Henrick van Marek-Grave tot Her-
togh gemaeckt, van Keyfer Fredrick. Dit geflacht in de
volgende tijden ontbrekende, heeft Rudolph van Habs-
burgh (die in *t jaer 1280 tot Keyfer verkoren was) het felve
voor hem behouden ., en gewilt dat het een Hertoghdom
foude genoemt worden. Fredrik de ï I heeft het oock tot
een Koningrijck verheven. Het wapen defes landts waren
eertijts vijf goude Leeuwericken ineen hemels-blaeu veldt;
maer Marek-Grave Lupold,de vijfde defes naems,verkreegh
van \'t Roomfche Rijck,van wegen fijne kloecke daden,een
ander wapen, met root en wit couleur onderfcheyden, om
dat hy in de vcroveringe van de ftadt Ptolemaidos, over het
gantfche lichaem met bloet befprengt
was,behalven het wit
gordel alleen, welcke hy midden om \'t lijf gegort hadde.

Ooftenrijck is gedeelt door de riviere Ens in twee deelen,
het eene wordt genoemt het landt boven de Ens,het andere
beneden. Naderhandt is noch aen dit landt gevoeght het
Hertoghdom Stiermarck, tuftchen de riviere de Donau,
Muhr enMietz gelegen,waer van de inwoonderen eensdeels
de Duytfche,eensdeels de Sclavonifche ofcWendifche fpra-
ke gebruycken, en fijn feer mismaeckt van wegen de han-
gende kroppen. Oock het Hertoghdom van Carinthia oft
Kärnten, tuflchen de Muhr en Drauwjen zuydtwaerts Car-
nia oft Craln.

Duytßandt»

rje»*

Lucht.

VruchthaeY\'
Ixp.

De Hooft-ftadt van Ooftenrijck is Vienna oft Wien j zXmft-
voor de geboorte Chrifti van de Sarmaten en Wenden be-
woont, na dewelcke gevolcht fijn de Boji,Senones, en meer
andere > welcke Tiberius Nero tot een Provincie gemaeckt
heeftJn Antonini Reysboeck wort fy Vindebona genoemt;
en van Ptolemseo luliobona; welcke beyde autheuren alhier
logeeren het tiende Duytfche Legioen : en dat fulcks waer-
achtigh is, getuygen genoeghfaem de antiquiteyten, die foo
binnen als buyten der ftadt noch hedensdaechs gefien en ge-
vonden worden. Dit Legioen hadde den naem
Alauda oft
Leuwerick, van wegen het teycken in haer vendel; waer
van fchijnt dat de wapens der Marck-Graven van Ooften-
rijck haren eerften oorfprong genomen hebben. Eertijdts
is defe ftadt ook Fabiana genoemt geweeft,gelijck men leeft
by Ottonem Frifingenfem,in het eerfte boeck fijner hiftorie
van Frederick, in \'t 5 i cap.daer hy feyt: toen heeft ten laet»-
ften de Hertogh de vyandt den rugge gekeert, en geweken
in de naliggende ftadt Weenen, welcke eertijdts van de Ro-
meynen bewoont, Fabiana geheeten wierd. En in de Hi-
ftorie van Severinus Bifl!chop van Weenen, gelijck die daer
omtrent woonen, de felve noch gemeynlijcken Biana noe-
men. Lazius fchrijft oock, datfe van Strabone Vendum ge-
heeten is;Iornandus noemtfe
Pannoniam Vrbem-, op Duytfch
wordtfe ^ic« geheeten, en op Schlavonifch Wydme. Dc
Turcken heetenfe Betz, gelijck Ortehus fchrijft verftaen te
hebben van Carolo Rimio, eertijdts Ambafladeurby den
Turckfchen Keyfer Zelimo; Leunclavius noemtfe Wetfch
en Beetz. Het is een feer heerlijcke ftadt, gelegen aen den
Donau,daer de Keyfers,gefproten uyt het huys Ooftenrijck,
haer hof houden.Sy fchijnt onverwinnelijck van wegen ha-
re geweldige hooge en dicke muuren, diepe grachten, en
fwaren wal,treffelijcke bolwercken,en menighte van torensj
foo datfe is een krachtigh borftweer tegen \'t geweldt der
Turcken. Haer voor-fteden fijn fchoon en groot, de bur-
gers huyfen koftelijck, fraey befchildert, en feer fterck van
gebouw, oock feer hoogh. De Kercken cierlijck en heer-
lijck,al van graeuwe fteen opgetrocken, fijn oock doorluch-
tigh, en met feer treffelijcke pylaeren geciert. De wijn-kel-
ders fijn foo ruym en diep,dat men meynt niet weyniger ge-
boufelen te fijn onder als boven der aerde: de ftraten mee
foodanigen harden ftèen beleyt,datfe niet lichtelijcken met
de fware laft-wagens konnen befchadight worden. Daer
is
fulcken voor-raedt van alles, infonderheyt van wijn , dat het
bynae ongelooflijcken fchijnt; foo dat alle jaer,in den herfft
als men de druyven pluckt,twaelf hondert peerden daer toe
gebruyckt moeten worden. Defe ftadt heeft het Chrifte-
lijcke geloove aengenomen in \'tjaer 4^4, van t)od:or Seve-
rin, die oock twee Kercken aldaer gefticht heeft. De hifto-
rie defer ftede mach men lefen by Lazium enOttonem Fri-
fingenfem. Frederick de 11 heeft defe ftadt feer vergroot
en verbetert, gelijck oock de naevolgende Hertogen van
Ooftenrijck gedaen hebben. De Keyfer Frederick heeft
daer een hooge Schole van alle konften opgericht j defelve
is in \'tjaer 13 5 van Albert Aerts-Hertoge van Ooftenrijck
vcrnieut,maer door tweedracht der Studenten daer nae ver-
vallen en te niet gegaen. Aldaer hebben gefloreert feer vele
treffelijcke geleerde mannen, als onder anderen Wolfgan-
gus Lazius, Medicus en Hiftoricus des Keyfers Ferdinandi ?
lulius Alexandrinus, en Matthias Farinator; Johannes Ha-
felbuchis daer oock ProfeflTor in de Theologie geweeft.De-
fe ftadt is feer vermaert geworden door de belegeringe der
Turcken, die in het jaer 1515» kloeckelijck van de burgers
wederftaen is, foo datmen feght dat \'er 80000 Turcken
voor de felve doot gebleven fijn.

In de ftadt van Weenen fijn twaelf Raden oft Magiftraten,
die dagelijck recht doen, van welcke vier Geeftelijcke fijn,
te weten, de Officiael des Biflchops vanPaflauw, de Offi-
ciael des BiflTchops van Weenen, het Capittel van de Hooft-
Kercke,en deRe£torvandelIniyerfiteyt. De vier andere
fijn, des Stadts-Raden, en de vier overige , van buyten dc
ftadt; van welcke de voornaemfte is,die men het Regiment

X X noemt,

■ i ■ I

\'V.i

■3il

fi

t i\' j ï

t

/

-ocr page 270- -ocr page 271-

noemt, voor wien aileNedcr-Ooftenrijckcrs te reclït moe-
ten komen: die men
Vifcum oft Camer am noemt, voor welc-
ke alle rekeningen van de provinciën gefchieden.De ande-
re
fijn defe onderworpen, van welcke men appelleren mach
aen defe hooge Radenjals
fijn de Raedt der provinciën met
fijn Maerfchalcken; de geordineerde van de provincie, de
Hadts Raet met fijn Burgermeefter,het Schoutsgericht, het
Tol-gericht,en der Koopkiyden-gericht, \'t welck de Hant-
graviaet genoemt wordt, van welcke alle
feer wijtloopigh
fchrijft Wolfgangus Lazius, in fijn Hiftorie van Weenen,
Limz., Lintium, oft Lintz , gelegen by den Donau , vier mijlen

boven Ens,en omtrent tien mijlen beneden Paftau,een lufti-
ge en playfierige ftad, foo dat \'er in gantfch Ooftenrijk nau-
dijcks genoegelijcker is. Hierom fijnder veel adelijcke floten
omtrent,om de gelegentheyt der jacht, vogel-vangft,en vif-
fcherye. Tot befcherminge des felfs ifler een Kafteel op
eenen heuvel. Daer light een
houten brugge over den Do-
nau , aen wiens beyde fijde veel huyfen van Edelen en boe-
ren ftaen, met een luftich uytfien, principael om \'t menich-
vuldigh overfetten van fchepen en ponten. Hier rontom is
\'t land vruchtbaer vankoorn.In de ftadt is een groote Kerck
met eenen ftercken toorn, en een heerlijck Raet-huys. In
\'tjaer lyyais hier tuflTchen Ferdinand van Ooftenrijck,
broeder van Karei de V,en Cheur-Vorft Maurits gehandelt,
van de gevangene lan Frederick Hertogh van
Saxen, en
Philips Land-Graef van Heften, te verloflen.
Cmmda. ^^ Gemunda in Ooftenrijck is niet feer groot,doch
wordfe geprefen van hare fchoonheyt en reynigheydt: fy is
gelegen aen een meir, dat van haer de Gemunder-zeege-
noemt wordt, uyt welcke de Ooftenrijckfche rivier Dravus
haren oorfprong neemt. In defe ftadt wordt een grooten
handel van \'t zout gedreven, \'t welck aldaer uyttermaten
goet cn feer fcherp is, uyt de naby-gelegene bergen gegra-
ven,en te Gemunden gebracht,aldacr het in befondere tob-
bekens,die fy bukelen noemen, ingepackt,en op dc Drauw
naer den Donau vervoert,enfoo voorts te Wien en in andere
fteden van Ooftenrijck, Hungarien, Steyrmarck, Carnten,
&:c.met groot profijt van die van Gemünd verkocht wordt.
j4rfdere Ooftenrijk fijn noch veel meer andere oude en trefte-

ßede». lijcke ft eden,als Steyr,Wadenhofen,Melicum,eenfeerGudt
Kafteel der Claudionum, Crembs, het Kafteel Cetro, he-
densdaeghs Zeifl\'elmaur geheeten; S. Hippolytus, Kloofter
Neuburgh en Korn Neuburgh, Petronella, nu ter tijdt
een
dorp,en overblijffel van een feer groote ftadt, gelijck dc rui-
nen gaioeghfaemgetuygen,en Haimburgh. De andere gac
ick kortheydts halven voorby.

Dit landt is oock deurgaens vol mciren,waer van de voor- Meinn.
naemfte fijn, van S. Wolfgang, Vflere, Vrfee, Fiflefce, Ein-
fidlerzé^. Infgelijcken wordt dit landt doorloopcn met veel
rivieren, van welcke de Donau de principaelfte is, eertijdts
RlvUren*
was \'t de frontiere defes landts,nu looptfe midden daer door.
De andere fijn Athofinus, Genus oft Onafus, Tranus,Tran-
nus, Erlaphus, de welcke by Cel, vermaert door de Kercke
van de Maget Maria,uyt een genoeghlijck meir komt. Trai-
fius, Ipfius, Melicus,Marchia, Tejus,de welck Moravien van
Ooftenrijck fepareert; Cambus, feer rijck van allerley vif-
fchenj Leytha,Suegades, alwaer feer welfmakende kreeften
gevangen wordenj en noch fommige andere.

In dit landt fijn veel bergen,van welke Ca:cius oft de Ca- Bergen
lenbergh de voornaemfte is, ftreckende van de Donau tot
aen de riviere Dravum, welckers gedeelten fijn, de Schne-
bergh, Semering, Kempergh , Hertbergh, Ceubspergh,
Heuftperg,Plaitz,Cognamus Mons, die men hedensdaeghs
den Haimburger-bergh noemt,en ftreckt van de Donau tot
aen den Arabonem.

Dit landt is hier en daer met boflchen befet, welck alte- Boffchen.
mael deelen fijn des Swartzwalts en Luna Sylva; de princi-
paelfte daer van worden gcnoemt,der Freyftetter en Konig-
wifer-wald.

Ooftenrijck is de derde Rijcks-Kreyts, in den welcken oqsten-
fijn t^ee Standen. In de eerfte fijn de Geeftelijcke,te weten,
ryckse
de BiflTchoppen van Trent, Brixen, Goritz, Segovienfis oft kreVtz,
Secauw,Labach, Weenen, deDuytfche-Ordens-Meefter in
Eifchtal. In de tweede fijn de Weereltlijcke Vorften,name-
lijck, de Aerts-Hertóge van Ooftenrijck, dc Grave van
Schaumbergh, de Grave van Hardeck,de Heeren van Rog-
gendorf en Scnfter,en de Baron van Wolkenfteyn. Behal-
ven de Vorften des Rijcks, worden onder Ooftenrijck be-
grepen de Graeffchappen van Thurn,Crentz,Ortenburgh,
Perneck, Garb j de Vry-heeren van Landts-kroon, Wan-
bergh, Hohen, Ofterwitz,Neubergh, Guetenhagh, Tief-
fenbach,Mairhofen,Awersbergh,Dorneck, Saraw, Harten-
ftain, Schwartzenauw, Tiernftain, Wachauthal, Hofkir-
chen,Eytzing. Item de Heerlijckheden van Aichelsbergh,
Caltenbrun, Mafliènbergh, Stubenbergh, Heggenbergh,
Stackrenbergh,Lichtenftain, Lofenfteyn, Buchaim , Luet-
hurt, Porgers, Schonkirchen, Schiftcnbergh, Altcnsbergh,
Hornftain en Seiberfdorf.

-ocr page 272-

N de generale be-
fchrijving van Ooften-
I rijck hebben wy ge-
feght , dat dit Aerts-
hertoghdom in Over-
ofte Opper-Ooften-
rijck , en in Neder-
Ooftenrijck , door de
riviere
Anaffus oft Ens
gedeelt wort. Opper-
Ooftenrijck oft het landt over d\'Ens paelt ten
ooften aen Neder-Ooftenrijck j ten weften aen
\'t Bifdom Palfaw ^ Beyeren, en \'t Aertsbifdom
Saltsburghj ten zuyden aen Styrien ; en ten
noorden aen Bohemen. Het aertrijck is hier
vruchtbaer, en brengt vele wijns voort in fom-
mige plaetfen. De meiren en rivieren verfchaf-
fen een groote menighte van allerley flagh van
vilfchen. Vogelen en gedierten fijn\'hier niet
minder in getal; want het is den gemeenen volc-
ke door d\'Overheyt verboden de felve te van-
gen oft te dooden. \'t Is byna overal met bof-
lchen en bergen befet: oock vint men in eeni-
ge der felve bergen ylèr- en
koper-mijnen en
by Gemünd fommige fonteynen , die veel fout
voortbrengen. De lucht is hier feer gefont
foo
datfe die van Neder-Ooftenrijck veel te bo-
ven gaet.

De rivieren, die dit landt bevochtigen, be-
halven den Donaw, fijn den
Amßus, oft Ens,
waer van dit deel fijn naem ontleent, welcke on-
trent het dorp Rachsftat ontlpringt, door Strec-
kaw en Wolckenfteyn loopt, en terftont daer na
de Salze en Steyr ontfangt, waer mede fy haer
by Ens, een ftedeken dat haer naem heeft, in de
Donaw ftort. De kleyne Krems, die in de Draw
vloeyt, valt by Lintz in de Donaw. Vele ande-
re kleyne rivieren, die hier en daer uyt de ber-
gen afkomen, belproeyen dit geweft. Hier lijn
Metren, oock veel meiren oft ftaende wateren, onder
welcke uytmunt t^K ©emutttofcc / waer uyt de
Draw voortkomt; iJte
2t(fcrjcc/ \'t lac van S.Wolf-
gang , en andere , in de generale befchrijving
aireede aengeroert. Wat den Donau belangt,
die heeft eenige draeyingen welcke feer gevaer-
iijck fijn , de voornaemfte is @\'cft)rtlffct / dat is,
verckens-muyl, genaemt, een weynigh beneden
Lintz , waer \'t water fich met een fchrickelijck
geraes tegen de rotfen aenwerpt; d\'andere is
beneden Greim , daer de baren van defe rivier
fich als een wervel omdraeyen met fulck een
kracht, datfe fomtij ts de fchepen infwelgen, die
men nooit weder fiet, als een plaets daer het
dieploot geen gront kan vinden.

De voornaemfte ftadt in Opper-Ooftenrijck
is Lintz, van welcke wy in de generale befchrij-
Duytslandt,

Grenfen,

y^en des
taws.

Rivieren,

Steigen.
Lintz."

ving gefproken hebben; doch fullen evenwel
noch eenige befonderheden van de fèlve hier
by voegen : D\'oude Schrijvers, feght Lazius,
hebben defe ftadt
Aureliana, oft Aureliana Colonia
genaemt. Men fiet hier een Keyferlijck Paleys,
en \'t huys, datfe in de tale van dit landt ^a^
f attÖt^auß noemen. Aen de flincker fijde van
de ftadt is een groot en fraey kafteel op een
hoogen heuvel gelegen; en niet wijt van daer
ftaet een Kapucijnen-kloofter op een bequame
plaetfe, van de welcke men een heerlijck uyt-
ficht heeft naer d\'andere deelen van \'t landt.
Defe ftadt heeft twee laermarckten, d\'eene te
Paelfchen , d\'ander den 24 Augufti, beyde oni
de groote menighte der kooplieden, die van all©
fijden herwaerts komen, door geheel Ooften-
rijck boven andere vermaert, waer toe feer be^
quaemis de groote plaets, de welcke fich feer
breet van d\'eene poort der Donaw, tot aen d\'an-
dere , naer de binnenfte deelen der ftadt uyt-
ftreckt. Lints is in d\'oorlogen verfcheydemael
aengetaft, doch nooit ingenomen. Ten tijden
van Frederick de Tweede wierd fy van Otto,
Hertogh van Beyeren , te vergeefs belegert,
ïn \'t jaer 1532 onderftonden ijooo Turcken
\'t felve; doch daer bleef\'er naulijcks een ove-
righ , die t\'huys de tijding van hunne nederlage
konde brengen, foo niet de Hungaren eenige
weynige gevangenen voor rantfoen oft losgelt
hadden in vryheyt geftelt. In \'t jaer 1542 is een
goet deel defer ftadt door\'t vuur verflonden.
In \'tjaer
1616 in d\'inlantfohe oorlogen , die de
boeren tegen haren Heer verweckten, is fy lang
van defe landtlieden belegert; maer na dat \'er
eenige duyfent van de felve verflagen waren , is
fy geluckigh verloft; doch leed evenwel groote
fchade in d\'omgelege huyfen en voorfteden.

Bns^ in \'t Latijn Anißa, heeft fijn naem van de Ens»
rivier Ens, dienietwijt van daer in de Donaw
vloeyt, en wort van Ptolemeus
Claudiodmum ge-
heeten. Sy is van Keyfer Aurehus Antoninus,
als fommige meenen, gebouwt, als hy fijn leger
tegen de Marcomannen voerde. Men feght,
datfe eertijts van uytnemende grootte was, en
twee duyfent treden in de langte vervatte ; het
welck d\'oude gedenckteekenen uyt deruynen
opgegraven, en de Roomfche medalien oft pen-
ningen in \'t landt gevonden, genoeghfaem be-
wijlèn. Nu is\'t een tamelijck ftedeken, en op
een aengename plaets gelegen. Buyten de felve
fiet men op een heuvel, niet wijt van de mont
der riviere Ens, de fondamenten van een out
kafteel van groote gehouwen fteenen, met een
verwoeften tempel, eertijts door d\'oude Chri-
ftenen , foo fommige meenen, gebouwt, heb-
bende op eenige fleenen der mueren out beelt-

% werck

46, b

-OOS TENRYCK

OFT

t L A N D T OVER DENS.

-ocr page 273- -ocr page 274-

i r

S ilil
i
(li

\'li ü

werck gehouwen , en in \'t inkomen d\'afbeeldin-
gen van Satyrs, Nymphen en Bacchanten, en
lèlf Europa , op de fwemmende ftier gefeten :
waer uyt men eer foude befluyten, dat dit een
werck der heydenen geweefl: is, die meer ge-
woon waren lukke afgodifche heyligen aen en
in hare tempels te fl:ellen, dan de Chriftenen
die beter waren onderwe/èn. Niet wijt van Ens
is
Lorch y dat, na \'t gevoelen van fommige, is het
rechte
Laureacum der Ouden , een Roomfche
Colonie oft volckplanting, welcke veeltijdts de
verblijfplaets was van de Veltheeren der Room-
fche legers, met meerder fchijn dan de ftadt
Ens, dewijl haer naem beter daer mede over-
een-komt, en datfe de felve gelegenheyt heeft
die d\'Ouden aen
Colonïa Laureacenfe gaven.

D\'andere kleynder fteden fijn, ^rc^fïa^t»
tttUUD/van Antoninus
Laciacum genaemt, als Clu-
verius gelooft; @tetr-ccf/ met een fraey kafteel
verciert; @tdC / aen een rivier van de felve
naem gelegen ; eertijts een wooning der

Norici, oude volckeren in dit geweft, oock
geheeten , en van de Romeynen
OYila-
his, OlPilayis, OlPtlia
, en in een oude Iteen Colonia
Aurelia Antoniana
OipU-, noch is \'er en

meer andere,

ONDER-OOSTENRYCK.

La et ons komen -tot het andere deel van
dit doorluchtigh Aertshertoghdom , dat
Onder-Ooftenrijck, oft \'t landt op delè
fijde van d\'Ens wort genaemt; en paelt ten oo-
ften aen Hongaryen, ten weften aen Opper-
Ooftenrijck , ten zuyden aen \'t geberghte van
Styrien, en ten noorden aen Bohemen en Mo-
ravien. ^

In vruchtbare ackers, grootte, en menighte
van de befte wijnen gaet het Opper-Ooften-
rijck verre te boven. De lucht is niet feer ge-
font , doch wort door de vele en byna gedurige
ooftewinden geliiyvert^foo dat men van dit deel,
gelijck als van \'t geheele landt, magh feggen ;

Auflria yentofa eß,ß non, ejjef ^enenofa,
dat is :

De lucht l>an Ooflenrijck Jou feerfenijnigh ypefm:

Maer door den oofter^int yportß yan Jmet genefen.
Als die wint niet en waeyt, ontfteeken koort-
fen, de peft, en andere qualen doch infonder-
heyt die fieckte, dielè de Hongaerfohe noemen,
taft vele lieden aen, en meeft de gene , die de
ftercke wijnen ongewoon fijnde, de felve met
luft en fonder fchromen wat te rijckelijck ge-
droncken hebben: delè fieckte is als een foort
van een rafende koorts, die de menfchen van
haer verftant berooft. Dus komt de goetheyt
en vruchtbaerheyt des lants , die den menfchen
foo dienftigh is, hen oock , door \'t onmatigh
gebruyck der befte dingen , tot fchade te ver-
ftrecken: want het aertrijck is hier fèer licht,
te bouwen , en heeft oock geen mefting van
nooden waer uyt dit volgende fpreeckwoort
is gekomen :

-O Ofmvm^/ m ifi Mné gfetc^ i

dat is,

O Ooflenrijck^ \'9paer \'s wscs gelach ?

i!
Il

py

\'l\'i
i ■!

!i il|
It I- \'

f ii\'

■i\'! I

; ;

uéndere ßc"
den.

1 i\':\'; ii\' ■

1 Sii^\'^ï
1 illi

.«f

i|||:

I il li: :

■ III ■

i ili: \'

ü: :

ii ;

Crenßn»

II

I\'.

Vrucht^
baerheyt.

i il

■ I

i: I

i\'i
Ijl

i

t

is

li !

Behalven \'t koren, en ander gewas, groeyt hier
veel faffraen, die meer geacht wort dan dlta-
liaenfohe en Franfche. De wijn is hier in fulck my«.
een overvloet, infonderheyt ontrent Weenen,
dat de wijn-oegft fomtijdts meer dan veertigh
dagen duurt; met fulck een ontelbaer getal van
paerden en wagens, die drie oft viermael des
daeghs de vruchten des wijnftocks na de ftadt
brengen , dat de poorten als te kleyn fijn , en
d\'een na d\'ander moeten wachten : en te Wee-
nen fijn fulck een menighte van groote wijnkel-
ders, dat d\'onder-aertfche gebouwen naulijcks
voor de gene die daer op ftaen behoeven te
wijeken. Defe wijnen worden in Moravien, Bo-
hemen, Silefien, en Beyeren verfonden , en ver-
oorfaeken den wederfijdfohen koophandel. Be-
halven den overvloet van \'t hout, fijn hier oock
mijnen van yfèr , koper, filver, tin , en aderen Mij»erj.
van andere metalen. De rivieren fijn rijck van
viffchen en \'t foude ongelooflijck fchijnen, foo
men verhaelde de ongemeene menighte die alle
vrydagen op de vismarckt te Weenen te koop
gebracht worden. Seker, Ceres en Bacchus wil-
len als de befchermgoden van dit geweft geacht
worden,by de welcke men Venus,als hare vrien-
dinne, magh voegen.

Neder-Ooftenrijck heeft vele fteden, onder sttden,
welcke Weenen uytmunt als de heldere maen
onder de fterren , waer van wy hier voor in de
generale befohrijving byna genoegh gelproken
hebben, dies füllen wy hier alleen by voegen
\'t gene volght: In \'t jaer heeft S. Sev^rinus menf»,
de Heydenen van defè plaetfe onderwefen , en
foo verre gebracht, datfe twee kercken in de
ß-adt Fabiana, nu Weenen genaemt, bouwden,
die daer na van de Longobarden verwoeft fijn.
Maer ontrent het jaer 640 quam hier Gifalari-
cus, van Rudbertus herwaerts gefonden, die een
kapelle begon te bouwen. Vön defe tijdt af heeft
men hier de Biffchoppen , die men in \'t Latijn
Fahianenfes oft Vigennenfes noemde , beginnen te
tellen. Daer na heeft Keyfer Karei de Groote
hier S. Pieters kerck gefticht. Ten tijde van de
Keyfèrs, Lodewijck, foon van Arnulphus, en
Conrad en Henrick, is defe ftadt van de Honga-
ren en andere volckeren jammerlijck verwoeft:
en bleef een tijdt lang in fulck een bedroefden
ftaet, tot dat Hertogh Henrick van Ooftenrijck,
in \'t jaer 1158, daer een Abdye oprechtte. In \'t
jaer 1200 quam Richard, Koning van Engelant,
uyt Paleftina oft het Heylige landt van den oor-
logh t\'huys keerende, in delè ftadt, daer hy van
Hertogh Lodewijck van Ooftenrijck wierdt ge-,
vangen , en gedwongen de muren der fèlve op
fijne koften te bouwen. Ontrent het jaer 123<5
wierd Keylèr Frederick de Tweede van de bur-
gers defer ftadt op \'t heerlijckfte ontfangen; en
bleef\'er met fijn foon Conradus, Roomfch ko-
ning, ontrent drie maenden. In defe tijdt quam
fy onder het Rijck; en wierd met het wapen, m^e»,
datfè noch heden voert, befchoncken, te weten,
een dubbelen en gekroonden gouden arent in
een fwart velt. In \'t felve jaer wierd hier een
Academie oft Hooge fchole opgericht, op de Academie.
felve wijfe als die van Parijs. Doch de ftadt bleef
maer vier jaren onder \'t Rijck; en quam daer na

onder

OPPER-OOSTENRYCK.

j

-ocr page 275-

TENRYCK.

Auflria Erit In Orhe Vltim-a.
" Aqiiila Eleäa ïuflè Omnia Vindt.
Auflria Brit lußa Orbis Vindex.

Siaer €r)nt 3(1 O^fumckf)

dat is :

Ooflenrijck fal de laetfleter mereldt flandt houden.
De gekoren Adelaer yerypint alles rechtlyaerdelijcL
Ooftenrijck fal een rechtDeerdige ypreeckfler der -^ereldt
ypefen.

mitt <eecen <Bo(ïmivck mi
D\'Ooftenrijckfche volckeren hebben Keyfer

In \'tjaer 1463 wierdt Keyfer Frederick de Der- Frederick de Derde een tijdt lang in delè ftadt

de van de borgers te Weenen op \'t kafteel be- belegert, om dat hy Ladiftaus, toegenaemt

legert , en van Georg Podiebrach, Koninck Pofthumus, dat is, na fijns vaders doodt ge-

van Bohemen, verloft : evenwel heeft deièn boren, een jongeling van dertien jaren, by

vromen Keyfer , alle defe fmaetheden met de fich behiel en dwongen hem, dat hy de ge-

voet tredende, de ftadt treffelijck verciert en melde Prins in vryheyt ftelde. In \'tjaer 1485

verbetert. Solyman , Turcks Keyfer, heeft wierdt fy van Mathias Corvinus, Koning van

haer in \'tjaer 1529, met een heir van drie hon- Hongaryen , nae een beleg van veie maenden ,

dert duylènt mannen feer ftreng belegert, dick- door honger tot overgeving gedwongen , en

wils beftormt, byna gedurigh befchoten, en van de Hongaren befèten , tot dat de burgers

lbo ondermijnt, dat de mueren fcheurden ; in dit volck in het jaer 1490 ter ftadt uytdreven.

het kort, hyliet niet na, wat kunft, kracht, In het jaer lózj is fydoor een fchrickelijcken

en kloeckheyt weet voorts te brengen, om brandt fèer befchadight, foo dat daer eenige

defe ftadt (het fterckfte bolwerck van Duyts- kercken en vele huylen door het vuer vernielt

landt, jae van geheel Europa aen die fijde) in wierden.

fijn geweldt te krijgen; doch alles te vergeefs: Crembs leght aen den Donaw op een aenge-Crmb,««

want fy wierdt, door een fonderlinge genade name plaets, en dienftigh voor de kooplieden , ^^^

van Godt almachtigh , bewaert, en van den die hier in groot getal op de twee jaer-marck-

26 September tot den IJ Oktober door de bor- ten t\'famen komen : hier ontrent is oock het

gers dapperlij ck befchermt, wanneer den erf- ftedeken S^^m, \'t welck met Crembs een lèlve

vyandt, met groot verlies van fijn volck, ge- Overheyt heeft ; want de Burgermeefter te

dwongen was af te trecken. In\'tjaer 1J90 ge- Crembs is het volgende jaer Rechter te Stein ,

voelde fy fbodanigh een groote aerdtbeeving , en het derde jaer wederom Burgermeeft-er te

dat de toren van S. Stevens-kerckfcheen tefiil- Crembs. Beyde defè ftedekens fijn in den

len vallen, en vele huyfèn groote fchade leden. Sweedfchen oorlogh door Torftenfbon ingeno-

In\'tjaer lóip is fy van Henrick, Graef van men; en Stein wierdt verwoeft , doch wort nu

Thum, met fijn Bohemers te vergeefs aenge- weder herbouwt. D\'andere plaetfèn van min-

taft. Sy heeft oock verfcheyde mael \'t ongeval der belang fal genoeg fijn die alleen te noemen ,

vanbrantgeleden,infonderheytindejaren 162ó als 5. Hippolytus, in \'t Hooghduyts

en 1617, Ten tijde van Torftenfoon leed fy veel Un > Tulna ; Ips , in \'t Latyn Ibijfa geheeten ;

ongemack van de Sweedfchen , die tot aen de Homburg in \'t jaer 164^ van de gemelde Torften-

groote brugh van de Donaw quamen , en door foon ingenomen, en lang tegen de Keyferfche

alle middelen pooghden daer over te komen,om befchermt; Ret^; Zyoettaal; Lahe, vermaert om

haer aen alle fijden te benauwen. Om haer te verfcheyde oorloghs-gevallen , op de grenfen

bequamertot hare befcherming te maecken , by Moravien gelegen ; Baden j beroemt om fijn

heeft men onlangs, in het jaer 1663, de huy- gefonde baden, door vele menfchen, om hare

fen in de voorfteden afgebroken, terwijl den gefontheyt weder te verkrijgen, befocht, en

oorlogh tegen de Turcken in fijn geboorte ftont. fèlfs van anderen alleen uyt luft en vermaeck ;

^ Ten zuyden van de gemelde riviere , aen de Egenburgh ; 55ait>^ofeit; ^etïmcf? i ;

Newßadt, overfijde van d\'Ens , daer men naer Styrien ©C^raïtCttt^aK i ; ^CC^fam/ van de

ga^t, fiet men N^fladt , etn Bilfchoplijcke OudenPr^d^r^genaemt; Hom; Gmw, oft Gmwe,

ftoel; fy leght acht mijlen van Weenen, in door CluveriusC/«, en van Lazius Artagruna

een groote valleye, met hooge bergen om- geheeten; en Haimburg oh Hamburg in Ooften-

rinPt; en is vierkant van gedaente, voorfien rijck, op \'t eynde van dit Aerts-hartoghdom

met ftercke muren, drie breede grachten, vier na Hongaryen gelegen; waer by men kan voe-

poorten, die men op\'t midden van de marckt gen het dorp Petronella, dev Ondm Carnuntum,

• kan fien, en een kafteel, \'t welck d\'eer heeft, gelijck men uyt de opgegrave gedenckteeckens

dat Keyfer Maximiliaen d\'Eerfte, groot-vader en oude penmngen kan befpeuren.

van Keyfer Karei de Vyfde , daer op ter we- Oock behoort men te gedencken de drie Klooßcrs.

reldt is gekomen. Boven de poort van \'t ge- rijckfte en fterckfte kloofters van dit geweft , te

melde kafteel, als oock te Weenen aen \'t Key- weten, M.elice, Neuburgh en Gotl>in oft Kctmin; by

ferlijck paleys, fiet men de vyf vocael-letteren d\'eerften defer plaetfen fijn vlecken van de fel-

A, E, I, O, V, uytgehouwen, de welcke op ve naem.

verfcheyde wijfen uytgeleyt worden, doch defe Laet ons nu een weynigh fpreken van dc Stmke,

volgende houdt men de befte en voornaemfte : fterckte en de regeering van dit landt : wat het

Duytslandt, ^ ^ 3 eerfte

P P E R - O O S

onder de macht van \'t Huys van Ooftenrijck.
In\'tjaer iiró is fyvyf weken lang door Keyfer
Rudolph d\'Eerfte belegert, en wierdt door Ot-
cocarus, Koninck van Bohemen, befchermt,-
doch dat gefchil is dus bevredight: dat de Key-
fer aen Ottocarus \'t Rijck Bohemen en Mora-
vien te leen foude geven ; en Ooftenrijck , en
d\'andere landtfchappen , als Styrien, Carin-
thien en Carniole, onder de Keyfer komen,
ïn \'t jaer 1
340 is den toren van S. Stevens kerck
begonnen, en lèftigh jaren daer na volbouwt.

O

-ocr page 276-

eerfte belangt, men gelooft dat dit lant, fonder
fich te liinderen,tien duyfent krijgslieden te voet,
en twee duyfent te paerde, ten dienft des Keylèrs
kan uytleveren. Daer fijn weynigh ftercke plaet-
fen , die een lange belegering fouden konnen
uytftaen, uytgefeyt Weenen enNewftadr, New-
burgh , Melch en Ketwich , welcke de Bohe-
mers en Hongerfchen in defe laetfte oorlogen
nooit hebben konnen winnen. De Keyfèr plagh
oock, in tijden van oorlogh, vele galioten op
den Donaw te houden, van welcke fijne voor-
faten goeden dienft tegen de Hongaren hebben
genoten.

Dat dit landt eerft van Graven , daer nae van
Marquifèn , Hartogen , en Aerts-hartogen be-
ftiert is, hebben wy aireede in de generale be-
fchrijving aengewelèn. Daer behoort noch toe,
dat de laetfte te Weenen een Parlament, oft
hoogh Gerichts-hof, hebben opgericht, daer
verfcheyde andere Provintien onder behooren.
Oock is hier een Kamer van rekeninge, voor
d\'inkomften van de felve geweften. In de ge-
melde ftadt is oock een hoogen Raedt van het
landt, en andere Overheden , als in de meer-
gemelde befchryving van dit geheele landt is
gefien.

De Staten, die fy noemen,

beftaen uyt vier befondere ordren van perfoo-
nen,- d\'eerfte fijn de Geeftelijcken, van welc-
ke de Biffchoppen van den Vorft genoemt , en
d\'Abten door de Capittelen gekoren worden ;
en defe fijn altijdt in goet verftant met de Key-
lèr : de tweede fijn , de Baronnen en Heeren :
de derde, d\'Edellieden , die van den Aerts-har-
togh al wat fy befitten , te leen houden : en de
vierde fijn de Steden, die nae hare wetten be-
ftiert worden, en de luftitie door hare Magi-
ftraten bedienen: defe, om datfe alle d\'inkom-
ften van hare landeryen genieten, fijn verplicht
hare muren te onderhouden, en hare poorten
te doen bewaren. Yder Heer veroordeelt fijn
onderdanen in de laetfte inftantie, als het geen
hals-faken fijn, ja fommige vonniffen oock over
lijf en leven van de hare. Evenwel erkennen fy
alle den Aerts-Hartogh voor haren Vorft; maer
indien hy eenige dingen van hen begeert, oft
dat hy iets in den ftant der faecken wil verande-
ren , foo moet het met toeftemming van de
vergadering op den Landtdagh (waer defe
vier Ordren in perlbon, oft door hare Gede-
puteerden, by een komen) gefchieden.

Hier waren vier voornaemfte GraefFelijcke
geflachten , 23 der vrye Baronnen
,17 der
gemeene Baronnen oft Heeren , en
66 geflach-
ten van voorname Edellieden. D\'uytftekenfte
Huyfen , als fommige fchrijven , fijn die van
2i(^tmfuin / uyt welck Karei, Vorft van Trop-
paw in Silefien, is gefproten; ^atlDaft) / ^^V^\'^XV
(den edelmoedigen Lefer verfchoon ons hier
löofè niet in hunne rechte ordre ftaen , dewijl
ons die afleen door anderen bekent fijn)^raiUt/

f cnbcr^ / Sofenftdlt / die alle fèer rijck fij n. Men
ftelt hier oock de Graven van
Scbarinherg,
Hä/ Z^nm/ ffreu^/ ötten&urg / ï^cntecf en
1 de vrye Baronnen van Landtskron, JVm-
herghy Spo^m/ OfuïWi^J > ©mem

; I i !

^ ; i
I

i \' i

Redering,

i I

Staten des
Undts,

i

i\': î

; W I
: : :

\'. [

Vofffnaem-
fiegeßach-
ten.

Çagett/ SJÎair^ofm/ Siw^crg / ©orucrf/
©ataft) / ^attmfuin / ©c^margmatt) / Zk^

Unftm/ Wachanta, en ; en de Heeren

t>\'2(k^e(per§ / galtenbrun / SJÏajïcupcrg /
bmkv / t 2mtÏ0vt/ ^uc^dm/

f?diî/ en @eî6créDotf.

Ooftenrijck heeft twee Bifchdommen, het R^Ugre.
eene te Weenen, het ander te Newftadt. Hoe-
wel dit landt ftaet onder Roomfche Catholijcke
Vorften, foo hebben evenwel veel groote Hee-
ren en Edellieden van aenfien , oock vele van
de voornaemfte inwoonders der fteden , de
meeningen van Lutherus, felf van \'t begin, aen-
genomen : defe hebben eenigen tijdt vrye oef-
fening van haer gevoelen geliadt ; maer dat is
hen door Ferdinand de Tweede verhindert, die
hen alle t\'famenkomften in hunne kercken ver-
boodt.

Op dat wy den Lefer alles, wat wy van dit
landt hebben bekomen, fouden deelachtigh
maecken, foo fullen wy hier by voegen een kort
verhael van al de plaetlèn , die d\'Aerts-hartogen
van Ooftenrijck, foo in Duytslandt als in de na-
burige landen, befitten.

De gemelde Vorften hebben, federt meer Lande»
dan hondert jaren , als by erf-recht gehadt dat
deel van \'t Koninckrijck

van UoYigavycYi dat noch togen.
aen de Chriftenen overigh is , en door \'t fèlve
recht de deelen van
Windijchlandt, oftSlavonien,
enCroatien, dat de Turcken noch niet ver-
meeftert hebben. Sy befitten oock \'t koninck-
rijck van
Bohemen, dat hen oock byna als erflijck
is , met de
deelen Silefien , MoraDien en Lufatien,
die daer toe behooren : oock fijn , het Aerts-
hartoghdom
Ooflenrijck , de Hartoghdommen
Stirien en Carinthien, \'t Graefichap Cilly, Windifch-
marck, Carmen
, en Carniole, \'t Graeffchap Gort^i,
en een deel van Iflrien , hunne oude erf-landen.
Niet wij dt van \'t gemelde Görtz, befitten fy het
Graeffchap
Tirol ; en in \'t landt der Grifons , niet
wijdt van daer, de Heerlijckheyt van
Frawvpen-
bergh
, en de valleyen van Montafm en Ktofïei*"
t^ilH\' Sy fijn Heeren van acht jurifdidien in de
Ligue de Dix, dat is, \'t Verbont van Tienen ; en
hoewel fy dat niet geheel abfoluyt en fijn , foo
bewaren fy evenwel, door de kafteelen en Gou-
verneurs , hunne authoriteyt in defe geweften.
In de Ligue van
Cadedé, oft het Huys Gods, heb-
ben fy een feer fterck kafteel, met jurisdidie
en een Gouverneur en op de grenfen der Gri-
fons het Graeffchap
Sonnenbergh, en dat van
ïïdbftrc^/ dat fich uytftreckt tot aen het meir
van Bregentz oft Conftants ; en die van
Bludens
en Wat het Graeffchap van Habs-

burgh in Switferlandt belangt, hoewel fy noch
den tijtel voeren , dat is te niet gegaen, als het
kafteel, niet wijdt van Bruck, door die van
Lucerne, in het jaer 1352, is verwoeft ; en
dat van
Kyburgh wierdt door Keyfer Sigis-
mond in het jaer 1424 aen die van Zurich
verkocht.

Sy hebben oock, by het gemelde lack oft
meir van Conftants, het
GvaeÜcha.p Bregent^,
en de ftadt Conflants felf, hoewel een Rijcks-

ftadt.

-ocr page 277-

O P P E R - Ó O

ftadt , en die van Cell oft 3^af0(ff-CeU.

In Swaben en Schwartzwald ftaen onder hun
gebiedt het Graeffchap en ver-

fcheyde fteden; het Landtgraeffchap van Nel-
knhiirg, en Bego-^, met vele fteden en kaftee-
len j het Marckgraeffchap van
Burgayp, in Al-
gayp, \'t welck oock eenige fteden heeft; en de
ftadt
Villingen in \'t gemelde Schwartzwald : doch
boven \'t ielve, en daer het aen die ftjde begint,
van de ftadt
Waldshut, op den Rhijn in \'t landt
van
Klekgosp gelegen, (dat aen \'t landt van Hegow
paelt,) van \'t welck ly mede een gedeelte heb-
ben , gelijck oock de Canton van Schaffhau-
fen, alwaer de Graven van Sultz het andere deel
befitten.

In \'t Graefichap Sisgoyp, dat byna geheel in
de landen van de Canton van Bafel ingeftoten
is , befitten defe Vorften het landt dat fich
over gene fijde van den oever der Film uyt-
ftreckt , met het Graeffchap van
Rhinfelden oft
Fnckgo-^p, welckers voornaemfte ftadt, die de
felve naem heeft, niet meer dan vier mijlen ten
ooften van Bafel is gelegen.

Sy hebben oock het Landt-graeffchap yan
Eifas, van welcke Ensheim de voornaemfte ftadt
is, nevens het Graefichap
Pfyrt, dat men oock
Ferrette noemt, in \'t landt van Sungow , dat aen
Ellas paelt, en fèlfs voor een gedeelte daer van
wort gereeckent: het grootfte deel van \'t landt
Brisgow ftaet oock onderhen; en vele andere
fteden, die in de laetfte oorlogen onder hare
macht fijn gekomen.

Alle hare landen fijn foo groot en volckrijck ,
datfe wel dertigh duyfent manrTen te paerde, en
hondert duyfent krijghs-lieden te voet, fouden
konnen uytleveren.

DAerts-hertogen hebben, tot de regeering
van alle hare heerlijckheden
, opgerecht twee
hooge Gerichts-hoven, \'t eene te Weenen , van
het welck wy hier te voren gelproken hebben,
waer onder behooren Ooftenrijck , Stirien, Ca-
rinthien , Carnien, Cilly, Goritz en Windifch-
marck, met dat deel van Iftrien dat hem toe-
behoort : \'t ander hof is te Ynspruck in \'t Graef-
fchap Tyrol, onder welcke te recht komen,
behalven Tirol felf, hare Heerlijckheden die
fy in de landen der Grifons, Montafur , Klo-
flerthal, Veldtkirch, Bregentz, die van Swa-
ben , \'t Graeffchap Rheinfeld , Sungow, en
Eifas, befitten. Wat aengaet de landen van
Croatien en Wendiichlandt, dat fijn oude aen-
hangfelen van \'t koninckrijck Hongaryen.

In de generale befchrijving hier voor ftact
aengeroert, dat de Graven van Babenbergh
een langen tijdt dit landt geregeert hebben, uyt
welcke Leopold den Eerften tot Marckgraef
van Ooftenrijck, door den Keylèr, is verhe-
ven.
fiillen wy hier fijne nae volgers by-
voegen :

2 Albert de 11, foon van de gemelde Leo-
pold, fturf in\'tjaer

3 Henrick, oock foon van Leopold, over-
leed in\'tjaer 998.

4 Leopold de Tweede.

5 Leopold de Derde.

6 Albert de Derde,

Krackt»*

Oude Hee-
ren.

S T E N R Y C K.

7 Erneftus.

8 Leopold de Vierde.

9 Leopold de Vyfde , toegenaemt de Hey-
lige. Defè Leopold was de vader van den ver-
maerden Hiftory-fchrijver
Otto Frifingenfis, die
daerom van de Schrijver Radwick genoemt
wort, neef van Keyfèr Henrick de Vierde,
fchoon-broeder van Henrick de Vyfde , halve
broeder van Koning Koenraet, oom van Key-
fer Frederick, wiens vader was Leopold , een
beroemt Vorft des Rijcks, en tot fijn moeder
had Agnes, dochter van Henrick de Vierde,
De gemelde Radwick gedenckt oock fijne broe-
ders , welcke waren , Koenraet, Biffchop van
Paffaw ; Leopold, Hartogh van Beyeren ; Hen-
rick, Hartogh van Ooftenrijck; Albert, en
Erneft: fijne fufters fijn geweeft, Geertruyd,
Hartogin van Bohemen ; Bertha , Hertogin van
Polen; de derde trouwde Henrick, Burghgraef
van Regensburgh ; de vierde aen Herman,Lant-
graef van Saxen; en de vijfde was gemalin van
de Marckgraef van Phet.

10 Henrick de Tweede wiert van Keylèr Fre..
derick d\'Eerfte, wiens oom hy was , te Regens-
burgh , in\'tjaer iij<5, tot Hartogh over dit
landt verheven, \'t welck niet alleen uyt Otto
Frifingenfis blijckt, maer oock uyt de Keyfer-»
lijcke brief, ten dien eynde gegeven , in welc-
ken defen Henrick genaemt wert
den eerften Har-\'
togh yan Ooflenrijck
, en den liefflen oom des Keyfers,
oock den fchildt yan \'t landt yanOofïenrijck , ja \'thart
yan \'f heyligh Roomfche Rijck,

11 Leopold de Sefte, de Deughtfame toege-
naemt: defe heeft Koning Richard van Enge-
landt , als hy van den oorlogh in \'t heyligh
landt door Ooftenrijck weder naer huys keer-
de , doen vangen , en hem een groote fomme

feldts afgeparft, om dat de gemelde Koninck
em te loppe veel ongelijcks, als hy voorgaf,
gedaen hadt; en fijn wapen van fijn wooning,
door des Konings bevel, was afgenomen , en op
een vuyleplaets geworpen. Hy overleed in het
jaer 1191, nae dat hy den geeftelijcken ftaet
had aengenomen.

12 Leopold de Sevende, foon van de vo-^
rige, verliet de weerelt en het leven in het jaer
1232.

13 Frederick, aen welcke Keyfer Frederick
de Tweede vernieuwde de voorrechten hem
door Frederick d\'Eerfte gefchoncken , en voeg-
de by fijn vorige wapen een goude kruys, als
de Keyfers op hunne kroon dragen , ja vereer-
de hem met den tijtel van Koning. Een Vorft
die vele dappere daden heeft gedaen : doch
eyndelijck is hy in \'t jaer 1246 inden oorlogh
tegens de Hongaren verflagen.

Na de doodt van Frederick is \'t vervolgh de-
fer
Hartogen van Ooftenrijck afgebroken; en
defe
Provintie wiert aen d\'een fijde van de Hon-
garen , en aen d\'ander van de Beyerfchen be-.
oorloght: dies hebben de Staten, en inwoon-
ders van dit landt, Henrick, Marckgraef van
Meyffen, feer vermaert om fijn dapperheyt,
tot de befcherming en regéering van \'t felve ge-
roepen ; oft, foo hy dat weygerde, een van
fijne fbnen, \'t fy Theodorick oft Albert, te fen-
den.

iäss

-ocr page 278-

0PPER-00

den. Doch Wenceflaus, Koning van Bohemen,
fond fijn foon Ottocarus , (die met Margarita ,
weduwe van Keyfer Henricic de Sefle, getrouwt
was ,) om dit landt te befitten, met oogliluyc-
king van de Keyfer , oft veel eer , dat hy , door
andere faecken verhindert, daer toen niet te-
gen begeerde aen te vangen : en dus fijn die
van Meyffen uy tgefloten. Maer als Rudolf van
Habsburgh, door \'s hemels fchicking , Keyfer
wierdt, is Ottocarus, dewijlhy met de Hon-
garen tegen den Keyfer aenfpande, uyt Ooflen-
rijck verjaeght, en eyndelijck in een ftrijdt ver-
flagen en gedoot. Hier na gaf de Keyfèr Ru-
dolf dit landt, dat hy door \'t recht des oorlogs
had verkregen , in\'tjaer 1282, aen fijn foon
Aibert, van welcken den overdoorluchtigen
ftam van Ooftenrijck is voortgefproten, die nu,
fèdertmeer dan twee hondert jaren, de tacken
fijner heerfchappy over \'t Keyferdom , en foo
veel andere landen, heeft uytgelj^reyt; en meer
dan hondert vijftigh jaren alle de Rijcken van
Spanjen , en Indien , Napels, Milanen , en an-
dere plaetfen in Italien, nevens de Nederlanden,
en meer goederen, door het Huys van Bour-
gondien naegelaten , befitten : want federt het
jaer 1438 heeft het Roomfche Rijck geen ander
Keyfer gehadt, dan uyt dit overheeriijck Huys;
derhalven fullen wy alle de Keyfers , en d\'ande-
re regeerende Vorften van \'t felve , kor telijck
na eickander verhalen , om de waerheyt van het
voorfeyde den Lefèr fèlf te doen befchouwen :
cn beginnen met den grontlegger der grootheyt
van dit geflacht , welcke was

Rtidolphus , Graef Van Habsburgh , foon van
Albert, toegenaemt de Wijfè , Graef van Habs-
burgh, Ergow en Turgow , en door fijn moeder
Hedwig oock Graef van Ellas; neef van Rudolf
den Ouden, Heer van Lauffenbergh; naneef
van Albert de Rijcke, Graef van Habsborgh en
Ergow , Landgraef van Brisgow , en door fijn
gemalin Ida, Graef van Pfullendorf en Bregents,-
defe leefde ten tijde van Henrick de Sefte , en
overleed ontrent het j aer 11
99. De eerffgemel-
de Rudolf, van welcke defen doorluchtighften
ftam van Ooftenrijck de beginfelen van fijne
voornaemfte grootheyt en aenfienlijckheyt af-
brengt , is den
27 April, 1218, geboren , wierd
in \'t jaer
1273 ^^^ Keyfer gekoren; trouwde
Anna , dochter van de Graef van Hohenbergh,
die in \'tjaer
1281 fturf, en te Balèl is begraven;
hier by had hy gewonnen , Albertus d\'Eerfte,
oock Keylèr; Eufemia , die een nonne wierd;
Güta , geliuwt aen de Koning van Bohemen ;
Machteid, gemalin van Lodewijck van Beyeren,
Paltsgraef, vader van Keyfèr Lodewijck; Agne-
ta, echtgenoote van Albert,Hertogh van Saxen;
Katharina, in d\'Echt verfaemt met Herman,
Marckgraef van Brandenburgh ; dementia,
Koningin van Sicilien ; Herman, die in den
Rhijn verdronck; en Rudolf, Hertogh van Swa-
ben , en Koning van Bohemen. Defè Keyfer
overleed den
15 lulii 1291 , out fijnde 73 jaren,
twee maenden en 18 dagen, en wierd te Spiers
begraven.

Aibert, toegenaemt den Overwinnaer, wierd
van de Keyfer, fijn vader, den eerften Aerts-

! 1
I i i

f;\'

L

Rudolf
d\'Eerfte.

I \'I

II.

jilhcrt
dEerße.

S T E N R Y C K.

hertogh van Ooftenrijck gemaeckt, en daer na
in \'t ijaer
1298 tot Keyfer gekoren; hy had tot
fijn gemalin Elifabeth, eenige dochter van Mey-
nard , Graef van Tirol en Goritz , en Hertogh
van Karinthen, die alle defe landen aen fijn
Huys bracht: defè Keyfer hulp fijn foon Rudolf
aen de Kroon van Bohemen, en wierd, in \'t jaer
1308, ontrent de ftadt Bruck in Switferlandt
gedoot : fijn kinderen waren , Frederick, tot
Roomfch Koning gekoren in de verdeeltheden
van \'t Rijck ; doch was gedwongen , overwon-
nen fijnde, defen tijtel te vedaten: Otto dc
Stoute , oft de Vrolijcke, fturf fonder kinderen:
Henrick , die de dochter van de Graef van Wir-
tenbergh trouwde , maer overleed oock fonder
lijfs-erven : Rudolf, door fijn vader tot Koning
van Bohemen gemaeckt, als gefcyt is, kon niet
tot het befit van dat Rijck komen , en moeft
fich met het Aertshertoghdom Ooftenrijck ver-
noegen ; hy fturf fonder kinderen na te laten,
hoewel hy Elifabeth, dochter van Koning Wen-
ceflaus Leopold,getrouwt had: Albert de Twee-
de , de jongfte van allen , die de ftamboom van
dit Huys voor verdorren bewaerde : Katharina,
echtgenote van Karei, Hertogh van Calabrien :
Guta , gemalin van de Graef van Otingen : An-
na, aen de Marquis van Brandenburgh gehuwt:
Agnes, in d\'Echt gebonden aen den Koning
van Hongaryen; en Elifabeth, vereent met den
Hertogh van Beyeren.

Aibert de Tweede , foon van Albert d\'Eerfte,
in \'t gemeen toegenaemt de Wijfe , en dlngeto-
gen, (om dat fijne fenuwen, door de kracht van
\'t fenijn , dat men hem gegeven had , ingetroc-
ken waren ,) kreegh door fijn huwelijck met
loanna , eenige dochter van Lllrick, Graef van
Pfirt, oft Ferrette, het fèlve Graeffchap, en-ver-
het dit leven in \'t jaer
13 j8 : fijne kinderen wa-
ren Leopold, Rudolf, en Aibert de Derde.

Leopold d\'Eerfte, foon van Aibert de Tweede,
een groot oorloghs-helt, hebbende de goederen
van dit ftamhuys met fijn broeder Aibert de
Derde gedeelt, verkreegh de landen van Tirol,
Turgow , Swaben , Switferlandt, Suntgow , het
Graefichap Pfirt,Brisgow, en Elfks; latende aen
fijn broeder , Ooftenrijck, Stirien, Carinthien,
Carniole, en Windifchmarck. Maer als hy ver-
fcheyde kinderen had by Verta , dochter van
Barnabas, Hertogh van Milanen,benam hy fij a
broeder Stirien oft Steirmarck, \'t gebiedt van
Newftadt in Ooftenrijck , Carinthien en de
Marck van Trevifè, waer door hy in oorlogh
quam met de Venetianen , die hy verwon; en
voeghde acn fijne vorige landen verfcheyde
goede fteden van Friul en Iftrien, en in Duyts-
landt de Graeffchappen van Veldkirch, en Ho-
henbergh ; en fturf daer na te Sempach in den
oorlogh tegen de Switfèrs in\'t jaer Sijn

fonen waren, Willem d\'Eergierige, die oock,
als fijn medebegeerder lagellon , na \'t Rijck van
Polen ftont; doch wiert afgewefen, en fturf fon-^
der kinderen: Leopold de Tweede, toegenaemt
de Dicke, welcke in Switfèrlandt ongeluckelijck
oorloghde, en overleed daer na in hoogen ou-
derdom in \'t jaer
1439, fonder fbnen na te laten:
Frederick, Heer van Tirol, Switferlant en Swa-
ben ,

j

-ocr page 279-

O P P E R , O O

^m , vader van Sigifmond d\'Eenvoudige, Fïeer
van Tirol, Swaben cn Secldngen, Kyburgh,
LaofFenbergh en Ferrette , die ^ in\'t jaer
1497,
fonder kinderen fturf; en Erneft, d\'Yfere geby-
naemt, Hertcgh van Stirien en Carinthien,over-
leden in \'tjaer 143j, welcke by fijn gemalin
Kimburg, dochter van den Hertogh van Littau
oft Litvanien, Frederick de Derde teelde: Al-
bert , die dAcademie te Friburgh in Brisgow
in \'t jaer 1463 oprechtte,- en Margarita, ge-
trouwt met Frederick, Keurvorft van Saxen, en
in \'t jaer 1484 uyt dit leven gefcheyden.

Rudolf de Tweede , broeder van Leopold de
Tweede, en Margarita , dochter van Henrick
Graef van Tirol, die dit rijck Graeffchap geheel
overbracht in\'t Huys van Ooftenrijck , en fon-
der kinderen de weerelt verliet in \'tjaer 1393.

J/krt de Derde, broeder van Leopold en van
Rudolf, huwelijckte eerftelijck met Katharina
van Luxemburgh, daer na met Beatrix, dochter
van Frederick, Burghgraef van Neurenbergh,
was vader van Albert de Vierde , en verliet de
flerflij eken in\'t jaer 1395 doch had voor fijn
affterven , door\'t overlijden van fijn oom Leo-
pold , de landen van Styrien , Carinthien, Car-
niole, Tyrol, Brisgow, en andere, verkregen.

J3erf de Vierde , toegenaemt de Gedukiigej
voerde oorlogh in Paleftine of \'t Heylige landt,-
won by fijn gemalin ïoannavan Hollandt, Al-
bert de Vijfde, en fturf in \'t jaer 1404.

J/krf de Tweede van die naem onder de
Keyfèrs, en de Vijfde onder de Hertogen van
Ooftenrijck, vereende, nae \'t overlijden van
Keyfèr Sigifmund , met fijn dochter Elifabeth,
door welcke hy wierdt Hertogh van Luxem-
burgh , Marckgraef van Moravien , Koning van
Hongaryen en Bohemen , en eyndelijck Keyfèr
in\'t jaer 1438. Maer als hy in Hongaryen ge-
reyft was- tegen den Turckfchen Keyfer Amu-
rat, die dat beroofde, fturf hy aen de roode loop
in \'tjaer 1439, dewijl hy te veel meloenen had
gegeten, na dathy een jaer, negen maenden, en
27 dagen, Hongaryen ,- een jaer min tien dagen,
Bohemen, en \'t Rijck een jaer, acht maenden,
én feven-en-twintigh dagen, had beftiert.

Ladiftaus , fijn foon , na fijn doodt, den 21
Februarii 1440, geboren, wierdt Koning van
Hongaryen en Bohemen , en overleed in \'tjaer
1457, als hy achtien jaren
oudt was, in \'t mid-
den van de toeftel tot fijn
bruyloft met Magda-
lena , dochter van Karei de Sevende, Koninck
van Vranckrijck.

Frederick de Derde, foon van Erneft d\'Yfère,
Hartogh van Stirien , Carnien en Carinthien,
Graef van Tirol, en Aerts-hertogh van Ooften-
rijck nae de doodt van Ladiftaus, wierdt nae
het affterven van Albert, in \'t jaer 1440, tot
Keyfèr verkoren ,- en fturf, foo men gelooft,
om dat hy oock te veel meloenen had gegeten,
in \'t jaer 1493 , oudt fijnde 78 jaren, na dat hy
J3 jaren , vier maenden 20 dagen het Rijck had
beheerfcht. Sijn gemalin was Eleonora, doch-
ter van Eduart, Koning van Portugael, die hem
ter wereldt bracht Maximiliaen, fijn navolger j
en Kunegunda, gehuwt met Albert de Vierde,
Hartogh van Beyeren.
Duytslandu

III.

Ulbert de
Tii^eede.

IV.

S T E N R Y C Ki.

V.

Maximiliaen dFerfle, Aerts-hertogh van
ftenrijck, Hertogh van Styrien en Carintien > imendEet-
Landtgraef van Eifas, Graef van Habsburgh,
en Tirol, wierdt medegenoot van \'t Rijck, oft
Roomfch Koning , in het jaer 148(5, en cjuam
alfoo nae fijn vaders doodt tot de volle heer-
fchappy. Hy is den 22 Martii 145:9 te Tanzen-
bergh in Carinthien geboren en was foo tael-
kundigh, dat hy tor alle volckeren in hunne
tael fonder tolck kon fj^reken. Hy vereende fich
d\'eerfte mael met Maria, dochter van Karei de
Stoute , den laetften Hartogh van Bourgondien,
en eenige erfgenaeme van alle fijne Staten , den
vierden lulii
1477 ; defè Princes overleed den
tweeden Martii 1482, na datfe op de jaght van
het paert was gevallen. De Keyfer trouwde
daer naden 16 Martii 1494,
^^^ Bianche-Maria,
dochter van Galeas, Hertogh van Milanen , die
fèven jaren fijn gemalin was , na welcke fy fon-
der kinderen de flerffelijckheyt afieyde en de
Keyfèr haer gemael volghde haer op die alge-
meene wegh, te Weltz fijnde , op den 12 lanua-
rii 1J19, oudtfijnde 59jaren, achtmaenden,
en 23 dagen j hebbende by Maria, fijn eerfte
gemalin, gewonnen, Philips d\'Eerfte , Ko-
ning van Span je 5 en Margarita, naemaels Gou-
vernante van de Nederlanden, die te Mechelen
fturfin het jaer 1530 : oock had hy een natuer-
lijcken foon , Georgius genaemt, die Biflchop
van Luyck is geweeft.

Philips d Eerflek dem ^ lunii 1478 geboren ^
tradt in den echten-ftaet met loanna, tweede
dochter van Ferdinand, Koning van Arragon ,
en Elifabeth Koningin van Caftilienen dus,
Aerts-hartogh van Ooftenrijck en Vorft van de
Nederlanden fijnde , wierdt hy , door dit hu-
welijck. Koning van Spanje, Sicilien en Napels :
daer na, uyt Nederlandt naer Spanje gereyft
fijnde, om de befitting van die Koninckrijc-
ken aen te nemen , overleed hy te Granade den
25 September, 1^06, out 28 jaren , drie maen-
den , en drie dagen ; en fijn hart wierdt te
Brugge gebracht.

Kardde Vyfde, oudtfte fbon van de gemelde vl
Philips, is te Ghent, den 24 Februarii i^oojff\'^Jf/
geboren, was Koning van Spanjen, Napels en
Sicilien , Aerts-hartogh van Ooftenrijck, Graef
van Borgonje, Tirol en Vlaenderen, Hartogh
van Brabant, en in
\'t kort, Heer van aüe de Ne-
derlanden
: daer nae, als fijn vaderlijck groot-
vader Maximiliaen in \'tjaer 1519 was gefturven,
is hy oock tot Keyfer gekoren, en te Aken,
den 23 Odober 1520, gekroont. Hy trouwde
Ifabella , dochter van Emanuel, Koning van
Portugael, den 10 lanuarii 1526,- wierdt Ko-
ning van Lombardien, en daer nae Roomfch
Keyfer te Bologne , in \'t jaer 1530 , door den
Paus gekroont. Weynige jaren voor fijn doodt
verliet hy vrywilligh het Rijck aen fijn broeder
Ferdinand, om fich naer Spanjen in ruft te be-
geven i daer hy in \'t kloofter van S. luftus den
ZI September 1558 overleed, oudt 58 jaren,
fes maenden, en 28 dagen.

Ferdinand d\'Eerfte, Aerts-hartogh van Ooften- v 11.
rijck, eerft Infant van Span jen , Hartogh
Stirien, en Carintien , Landtgraef van Eifas,

X X 4 Graef

n

; 1:

-ocr page 280-

OPPER - OO

Graef van Bourgpnje en Tirol, broeder van
Keyfer Karel de Vyfde , is te Medina in Span-
jen den
lo Februarii 1503 geboren: verbondt
fich in d\'echt met Anna lagellon a , dochter van
Wenceßaus 5 en ccnige laiter van Lodewijck,
Koninck van Hongaryen, den 26 Mey 1521,
welcke llurf in\'t jaer 1J47: hy wierdt Koning
van Hongaryen den
16 September 1526, en
Koning van Bohemen den 24 Februarii 1527?
gekroont; ente Keulen, den vijfden lanuarii
1J31, Roomfch Koning gekoren, en eynde-
lijck Keyfer den 18 Martii 1558 : hy verliet de
weerelt te Weenen in Ooftenrijck den 2Ó lulii
1564 , out61 jaren, vier maenden en lès dagen.

Maximiliaen de T-^eede , fijn foon, is den eer-
ften Augufti 1527 geboren: ftjn gemalin was
Maria, dochter van Keyfer Karel de Vijfde : hy
wierdt Roomfch Koning den 24 November
1562 gekoren ; en Koning van Hongaryen den
achtften September 1563 , en den 20 der felve
maent 1562 , Koning van Bohemen gekroont :
volghde fijn vader in \'t Keyferrijck, en fchey-
de uyt dit leven te Regensburgh den 12 Odo-
ber i57<5, oudt 49 jaren , twee maenden en tien
dagen.

Rudolf de T-^eede, foon van Maximiliaen de
Tweede , is den 18 ïulii ijj2 geboren , wierdt
Koning van Hongaryen den 2j September 1572^?
van Bohemen den 22 September 1575, en
Roomfch Koning den eerÏlem November in
het felve jaer , en , na fijn vaders doot, Keyfèr :
hy fturf te Prage, den 20 lanuarii 1612 , fonder
kinderen na te laten , out jaren, fès maen-
den en twee dagen.

Matthias, fijn broeder, is den 24 Februarii
IJJ7 geboren, wierdt Gouverneur van de Ne-
derlanden den 18 lanuarii 1578 : trouwde,in het
jaer 1(^11, met Anna, dochter van Ferdinand,
Aerts-hartogh van Ooftenrijck , Graef van Ti-
rol, foon van Ferdinand d\'Eerfte. Defe Vorfl
Mathias was eerft Aerts-hartogh van Ooften-
rijck, daer na wierdt hy Koning van Honga-
ryen den 19 November 1608 , en van Bohe-
men den 23 Mey i<5ii, en eyndelijck Keyfer
gekroont te Franckfort, den 24 lunii 1612 ; en
verhuyfde te Weenen uyt dit leven, fonder kin-
deren na te laten , den 10 Martii,in \'t jaer lóip,

Ferdinand de Tweede, fbon van Karei, Hartogh
van Stirien , Carinthien en Carniole, Graef van
Görtz oft Goritz , en van Tirol, (te voren den
Aerts-hartogh van Gretz, nae de hooft-ftadt
van Styrien , genaemt,) en fbons-fbon van Fer-
dinand d\'Eerfte, is te Gretz, den negenden
lulii 1578^ geboren. Sijn eerfte gemalin Maria-

iiii:

VITT.

Jidaximi-
ltden de
Tweede,

; I
I\' I

IX.
J?udolf de
Tweede,

X.

Mathias,

;

XI.

Terdinand
de Tweede.

S T E N R Y C K.

Anna , dochter van Willem, Hartogh van Beye-
ren, trouwde hy den 24 April lóoo ; de tweede
in\'t jaer lóiz , welcke was Eleonora, fufter van
den Hertogh van Mantua. H y wierdt van Key-
fer Mathias tot fijn navolger a-engenomen, en
Koning van Bohemen in\'t jaer 1Ó17, van Hon-
garyen in\'t jaer 1618, en eyndelijck Keyfer ,in
het jaer 1619 , nae de doodt van den gemelden
Mathias : hy overleedt den i j Februarii in het
jaeri(537- Sijn fonen waren, Ferdinand, fijn
navolger ; en Leopold Wilhelm , Gouverneur
van de konincklijcke Nederlanden , in de naem
van de Koning van Spanje.

Ferdinand de Derde, fbon van Ferdinand de ^
Tweede, heeft in\'t jaer 1648, door fijne
machtighden te Munfter, vrede gemaeckt met
de Koningen van Vranckrijck, en Sweden, en
alfoo den langhdurigen en bloedigen oorlogh
in \'t Duytfche Rijck ten eynde gebracht. Sijn
eerlte gemalin was Maria, dochter van Philips
de Derde , Koning van Spanje, die hem baerde
Ferdinandus Francifcus , daer na Koning van
Bohemen en Hongaryen, en den 18 lunii 1653
tot Roomfch Koning gekoren ^ welck in het
bloeyenft van fijn jaren, voor fijn vader, den
achtften lulii 1654 , van de Doot is weghge-
ruckt : en Leopoldus Ignatius, die fijn broe-
der in de koninckrijcken van Bohemen en Hun-
garyen , en fijn vader in \'t Keyferrijck is ge-
volght. Ten tweeden mael vereende fich defe
Keyfer den tweeden ïulii, 1(548, met Maria Leq-
poldina , dochter van fijn oom d\'Aerts-hartogh
Leopoldus van Ooftenrijck, welcke in Auguftus
van\'tjaer 164p ter wereldt bracht Ferdinand
Karei lofèph ; doch de Keyferin fturf weynigh
tijdts daer nae in \'t kraembedde. Sijn dei^e
gemalinne was Eleonora, Hertogin van Man-
tua, die hy den 30 April 1651 te Nieuftadt
trouwde : doch dit huwelijck is, door fijn af-
fterven , den tweeden April 1657 gefcheyden ,
en defè lofwaerde Vorft is toen naer een beter
leven gereyft.

Leopoldus, fijn fbon, is den negenden lunii xiii,
1640 geboren; den 14 September 16^6 Ko-
ning van Bohemen, en weynigh tijdts daer na,
van Hongaryen, gekroont : den 18 lunii i(5j8
is hy tot Roomfch Keyfer gekoren, en den eer-
ften Augufti te Franckfort gekroont. Defe Vorft
fit nu op den Keyfèrlijcken troon, die wy wen-
fèhen dat vele jaren \'t Rijck tegen alle vyanden
kloeckelijck befcherme, en in vrede heerfche ;
op dat hy alfbo de heerlijcke voetftappen van
fijne doorluchtighfte voorvaderen navolge , ja
voorby trede.

i 1
>

Het

Ü

-ocr page 281-

4;

Het Aertz-Bifdom

SALT Z-B V R G H.

Et Aerts-Bifdom Saltz- wefen, en met fijn confent gantfch Nortgou ett
burg heeft den naem Beyeren door-wandelende,vele der inwoonderen
van de hooftftadt. Fran- tot Chriftum bekeert; en komende ontrent de
cifcus Irenicus ver- ruynen en overblijffelen van het oude luvavia, en
klaert, dat van de vijf die plaetfe bequaem achtende tot een Bifdom ,
Bifdommen in Beyeren, heeft hy aldaer een Kercke gefticht ter eeren van
dit het eerfte is. Dit S. Pieter, en daer by gevoeght een Kloofter van
Landt is overvloedigh S. Benedi€t:us Orden, welck Bifdom hy geregeert
in mijnen van goudt, heeft den tijdt van 45 jaren, en is geftorven in
filver, koper, en yfer; \'t jaer 61^. Defe ftadt Saltzburgh is in\'t midden
daer wort oock liilpher, vitriol, aluyn en antimo- van de Alpes gelegen, wel bewalt en bemuurt,
nium gevonden ; daer fijn oock plaetfen daer met torens en publijcke gebouwen heerlijck ver-
men marmorfteenen uythouwt; op het vlacke ciert. Eertijdts was hier een Konincklijck Hof,
fijn feer goede koorn-landen ; in het geberghte en een foo trotfe Kercke van marmor, datfè bo-
is groote commoditeyt tot de vogelvangft en ven alle anderen uytftack ; \'t welck veroorfaeck-
jaght der wilde dieren. te de bequaemheydt defer plaetfè, en gelegen-

Als Arno de x Biffchop defer Kercke was , is heydt der riviere : nu ter tijdt is hier oock een
defe ftoel tot een Aertz-Bifdom verheven van Aertz-biffchoplijcke refidentie, welcke eertijdts
Paus Leo de III. Heeft onder hem de Bifdommen geweeft is te Lorfch , en te Palfauw, en van daer
Trenten , Paffaw, Weenen, Görtz, Brixen, Frey- alhier geftelt. Om defe ftadt fijn broecken, efïen
fingen, Seccau, Laventim en Chyemen.
 landt,heuvelen en bergen. De lage landen dienen

De Hooft-ftadt defes lands is Saltzburgh ofte om beeften te weyden, de vlacke om granen te
Salisburgh, na de riviere Saltzbach genoemt; zaeyen, de bergen tot de vogelvangft en jaght.
hoewel andere meenen, datfè defen naem heeft In defè ftadt, in het Gafthuys van S.Sebaftiaen,
van het zout, dat daerrontommiCuytgedolven wordt gefien het graf van Tlieophraftus Paracel-
wordt. Eertijdts was fy geheeten
lu^mtia, fus, een feer vermaert Dodor in de Medicijnen,

nïa, ofte ïu^amm a julPando-, dat is, helpen, op met dit graf-fchrift:

Duytfch J^eJffcri6et^|/ om dat lulius C^far aldaer Hkr leydt hegrayen Philippus TheophrafluSj uyt-nemen^
een Kafteel gebouwt hadde, tot een toevlucht en de DoBor der Medicine, die de loreeffelijcke •^■ondenymelaas^
retraite fi jner legioenen , die hy tegens de Duy t- heyt, gicht, -waterfuckj en andere ongenefeüjcke quakn des
fchen gebruyckte. Men feydt dat de Romeynen lichaems, met yconderlijckekonfle heeft i^erdre^mi, en fijne
hier omtrent veel duyfenden Duytfchen verfla- goederen aen den armen doen uyt-deelcn en hefteden , en in
gen, en gevangen hebben. Andere meynen datfè \'t jaer 15 J13 dem4 dagh \'r>an September, kt leyen met
luvavia genaemt is, van wegen de riviere luvavia de doodt yermjfelt.

die daer voorby loopt. Pighius, in fijn Her- Dit landt wort met veel rivieren bevochtight,
culeProdicio , fèydt,
datfe oock luyenfe Caßrum , die uyt de bergen vloeyen. De Anaffus loopt naer
in lihro Jsotitiarum , geheeten wordt. Aventinus het noorden, die de Altz, Zaltz, en Matigh met
meent, uyt eenige oude fchriften, dat defe ftadt hare wateren vergrootcn; de Traun ontlj.7ringt
foude fijn
Ptolemd P^dicum , en dat daer omtrent daer omtrent oock uyt eenige meiren, gelijck
noch een dorp is van dien naem. Francifcuslreni- oock de Muhr en Dravus. Den Dravum noemt
cus is van gevoelen ,
dathetGamanodunm oftBa^ Plinius in\'t derde boecks zj cap. en fèydt, dat
dacum Ptolemd is, waer mede oock Volaterranus hy vliet uyt de Noricis. De andere kleene water-
over een komt.In het Reys-boeck van Antoninus kens nemen alle haren loop tot defe voorfeyde.
wordt mentie gemaeckt van luvania , doch acht Dit geheele Landtfchap is vol hooge fcherpe ^\'rgen.
Cafparus Brufchius den naem van HelfFenbergh en fteyle bergen, die de bywoonders ^aur« noe-
ouder te wefen als luvavia,
fuftinerende luvaviam men; waer van Radftattertaurn, Felberghtaurn,
te komen van Helffenbergh. Pighius feght,\'dat
Korntaurn, Cafteinertaurn, en veel andere ber-
hy in de Kercke defer
ftadt defe dichten gelefen gen genaemt worden. Defe fijn foo hoogh, dat

heeft :

lunc Hadriana ipetus, qmpofl luWia di.Ba
Pr<efidialis erat Noricis, éf Epifcopo digna:
Rudherti fedes, qnifidem contulitillis
Chrifii, quam retinet, Salt^nrgumfero yocata.

midden in de Somer , die daer op Idimmen, op
\'t bovenfte der felver met groote koude gequelt
worden : karren en wagens komen hier niette
paffe, om dat de wegen en paden feer eng fijn,
en fomtijdts foo fteyl, dat een laft-dragend dier,

Want nae dat Rupertus ofte Rudpertus Bif- oock daer toe gewent fijnde, qualijck daer door

fchop van Worms , gefproten uyt den Köninck- gaen kan; en die daer op klimmen, lijden groot

lijcken ftamme van Vranckrijck, nae de doodt gevaer : wantfe door fchielicken windt en onwe-

des Könincks Childeberti, uyt fij nen ftoel ver- der daer henen worden gefmeten, ofte de groote

jaeght was, omtrent het jaer J40, enteRegenf- klonten fneeus, vallen de huyfen, menfchen, die-

purgh aengekomen, by Theodonem Hertogh ren, haeftelijckenophetlijf, enverpletterenfe.

van Beyeren,heeft liy den ièlven gedoopt,onder- Behalvende voorfeyde Taurn,fijn noch in \'t zuy-

Y y den

;

,; i: ■

■i: :

Mijnen,

\'3;

Hoeft-ßad
Sdtzhmg.

■ s =

\' ■ V\'\'

I

is

ii\'l

-ocr page 282-

m

5ALTZBVRG A IL C H I E P I S C O P A T V ct C ARIN T H IA D V C AT V S. Aua. Ger.Hcrcatore

m

^ ^^ ICireh^erj
- .ijÏM^tT^

öhenuhrf

^^ ) li\'tunjtätti
^
^ Cfhtuich \'

Suneek \'^euerJ^erj

O

S.vhiUp .

\' o «„ ■

jjjhtßititt

Wo

_____ _ __

AbtCce SeekirehiC^\'^^.

\'rfuntzn^
^"ßnhavtL

\'Tfießet^un

Ci-isteti See

olj^erßiirekn

. ^^ TxL,u"eJ/c V, W.

JiÖ

J-cC \\S.leenhart-

O }Wavirifif

Sir^ur^

" fc Louhneck

ißr^rfins o — _

Veter Stäin£uhl

JLeyßin^ 1,.

nlher^

O^Srl/^/t &laneek S.Vei^erß

V . . ; / Kyrehaiut o ^o^-

/f\'^o —:

/-V^r V \' ^fetßMht l Veifchach Vtbyn^ °

hurj

.sjitudarjT

Lejhaeh

\'Ti?/\'/ Tukerani ®

—KÄüi\'.-i-tt^-

Aälüria. GeMtc^ ccmirmnm

Aj^tul ijuilidirmm BLneii .

-ocr page 283-

s A L T Z -

den de Alpes, diefe Aîbin noemen, waer van ver-
fcheyden namen komen, als VillacherAlbin,
Swanberger Albin, &c. De Creutzbergh en Let-
tachbergh.In het dal Oevina lijn metael-bergen,
van welcke Conradus Celtes
{lib, i AmorumjOdc 6,)
een foodanigh gedieht gefchreven heeft :
Ve reyß die ick iefl loan d\'hooge Alpes dede,

Daer de rbier OenuSy daer d\'Etfch geeft heefchgefchaly
Daer ßiver-mijnen fijn die yaße houden ßede j
Waer mede dat herrijckt -^ort Duytflandt oyer al,

B V R G H.

Sout-yoaters yloeyen hier dun en feer klaer met Heerde ^

Die rijcken BeyersVorfl en d\'Ooßenrijcker Heer:
Hierßet men "Vael-hleeck ipokk geHjck de doot als eerde,

Die fmelten in groot ryer het koper reuckigh feer:
\'t Schijnt niet dat ons metael met i>y er ßjn fchuy moer-
teer de
y

Maer dat de Helfche gloedt het louterde Deel eer.
In dit Landt fijn oock eenige boffchen , als die ^oßchm.
vanHardion, Henhard , en Wey had, in\'t noor-
den gelegen.

Het Hertoghdom

C A R I N T H

I

Arinthia ofte Carnithia (ge-
lijck Rithaimerus feydt dat
men behoordt te fchrijven)
fchijnt defen naem gekregen
te hebben van de volckeren
Carnis, die van ouden tijden
daer in gewoont hebben,
nademael oock PHnius en
meer andere Wereldt-befchrijvers de felve
hier flellen. Oft defe volckeren van de oude
ftadt Carnunto ( van de welcke dickwils mentie
gemaeckt wordt by de oude Scribenten) haren
naem gekregen , ofte dat fy defe ftadt nae haren
naem genoemt hebben , is door de outheydt
twijifelachtigh.Defe plaetfe light in Ooftenrijck,
aen den oever van de Donaw , ontrent feven
mijlen van Weenen, alwaer noch te fien fijnde
overblijffelen en ruïnen van die heerlijcke ftadt,
en wordt nu S. Peternel genoemt. Defè volc-
keren worden oock
Carnioli, en op Duytfch ^atU^\'
Utt geheeten.

In \'t ooften en noorden paelt dit landt aen
Styermarck, in \'t weften en zuyden aen de Al-
pes , en FriuH. Het landeken Carniola is een ge-
deelte daer van. In defe provincie fijn veel da-
len en berghskens, die vruchtbaer fijn van tar-
we. Solinus feydt, dat de ackeren van Norico
koudachtigh, en niet feer vruchtbaer fijn, doch
aen de plaetfen daer geen heuvelen ofte ber-
gen fijn, feer goet en vermakelijck.

De hooft-fïadt van Barnten is S.Vit, eenta-
melijcke ftadt, aen de riviere Lana gelegen , al-
daer is een groote ruyme marckt, en een fchoo-
ne geduurige fpringende fonteyn. De andere
fteden fijn Villach, alwaer alle de gevels van
de huyfen , met fraye couleuren en hiftorien
befchildert fijn, feer luftigh om te fien. Sy is
gelegen aen de riviere Dravo , in een effen plaet-
le , rontfom omringt met feer hooge fteen-klip-
pen : over \'t felve water leyt een fèeene brugge.
Clagenfurt is een ftercke ftadt , eertijds, nae
\'t getuygeniffe van Lazius, Claudia geheeten.
Frifach fchijnt een feer oude ftadt te fijn. Wols-
pergh light aen de riviere Lavanda ,• noch iffer
de ftadt van S. Leonard.

N^em.

C^mm-

tHm.

Crenfert*

Vfdch-\'
haerheydt.

Steden.

In dit landt fijn veel meyren en rivieren, te Mjren,
weten, dieSJZulfcrterjce/ ^CttiU

§ce / SaMuDtjce / / ®^i^Sce. Van

de rivieren is de Dravus de voornaemfte, welc- Rivieu».
ke door Styermarck, en Ooftenrijck haren loop
neemt , en hem eyntlijcken in de Donaw be-
geeft : de andere, als Saw, Glana, Schleinicz, en
Lavanda, en fijn niet minder , die haer aliega-
der in den Dravum ontlaften , gelijck oock de
Muhr. Sommige van defe rivieren nemen in
dit landt haer begin , en eyndigen oock aldaer,
Carinthia is bynae geheel met bergen door-
trocken ; waer van eenige fchijnen te fijn gQ^Ber^\'t»,
deelten des grooten berghs Tauri, alfoofe van
de inwoonders met befondere namen noch foo
genoemt worden, te weten, in \'t weften ©a^*
ftmmvn/ ÏJiKac^matirn/^ïaftatfcmtaunti doch
eenige der felve behouden den naem van Al-
pen , als fijn de SJZabdttgalbtt/ @er6(fa(6tt/ ©a^
naibtt / &:c. Niet wijdt van de riviere Dravo
hght de ©ietjber^^ / en boven den felven, der
©tllcrber^^ / en ^aébcrg^ / uyt den welcken de
Muhr en Ifara haren oorfprong hebben, waer
van het eene water naer het zuyden, het ande-
re naer \'t ooften fijnen keer neemt. Tuffchen
defe Alpen en hooge bergen fijn veel groote
boftchagien, alle gedeelten des Swartzwalts , en
Bojfchm.
worden genoemt den t

/ die De voorfeyde bergen

fijn vol metale mijnen, als van goudt, filver, en Mijnml
ylèr.

Wat de Geeftelijcke jurifdidie belangt, dk Geeßfijcke
is half en half gedeelt, tuftchen den Biftbhop
van Saltzburgh en den Patriarch van Aquilegia,
gelijck Paracelfus\' fchrijft. De fbnderlinge en
ongewoonlijcke maniere, die defe inwoonders
hebben in \'t hulden van hare Princen , is fèer
wijtloopigh befchreven van de Paus Pius de II
in fijn Europa, en van Munfterus in fijne Werelt^
befchrijvinge.

-ocr page 284-

■a

48

Het Hertoghdom

Y E R

E N.

B E

malkanderen verdeeldt hebben, de eene behoudende het
dees-zijd-Donaus, dat is eygentlijck het Hertoghd om Beye-
ren, alfoo geheeten, om dar het \'t grootfte deel is, en aen die
zyde gelegen,alwaer de Vorften van Beyeren haer Hof hou-
den. Grenft in \'t ooften aen Ooftenrijck, in \'t weften aen
Gnnftn.
Swaben> in \\ zuyden aen \'t geberghte der Grifons, en in het
noorden aen den Donauw en de Keur-Pfaltz, en wordt nu
in Opper en Neder-Beyeren gedeelt. Opper-Beyeren light
aen de Alpes tegen \'t zuyden , en is door de veelheyt der
poelen,moraftchenjfnelle rivieren en vreelTelljcke bofTcb en,
niet wel om te gebruycken, maer bequaem om beeften te
weyden. Neder-Beyeren is beter bewoont, en oock vrucht-
baerder, infonderheyt omtrent den Donauw, de Yfer en
Labar, daer veel wijngaerden zijn.

Beyeren heeft meeftendeel een gefonde lucht,is feer play- Lucht.
fierigh, en doorgaens vruchtbaer, doch niet foo in wijn, als
koorn, hoewelfe op fommige plaetfen oock waft,maer fuur:
de befte wijnen worden aldaer gebracht uyt Elfas, Vranck-
Vrucht-
rijck en Ooftenrijck.Omtrent Regensburgh, en Landshut, ^^t^hejt.
waft fonderling veel koorns. Dit landt overvloeydt in yfer,
fout-mynen, alderhande boom-vruchten, vee, gevogelte, Mijnen.
en wilt: in fomma in alles\'tgene tot\'s menfchen behoef
noodigh mach wefen. De verekens zijn daer in foo groote
menighte, dat het die, gelijck Hongaren de offen, naer vele
landtfchappen van Europa feyndt, en worden die meeften-
deels gemeft met eeckelen en wilde appelen. In de bof-
fchen,behalven de beyren en fwynen, en diergelijcke wildr,
vindt men herten met vele kudden, die niemandt, fonder
des Hertogen confent, vangen ofte jagen magh. In\'tjaer
den iz Augufti wierde in dit landt een hert gevangen,
dat 5 ponden woegh.

De fteden van Opper-Beyeren zi]n Monachiumoke Mo- Heoftpadt
ttacum
, gemeynlijcken Munchen genoemt, aen de kant van
de riviere Yfer gelegen, en is gebouwt in\'tjaer ^72, van :
Henrick Hertogh van Beyeren, ten tyde van Keyfer Otto
de eerfte. Het is de genoegelijckfte ftadt van alle de Duyt-
fche fteden, gelegen tuftchen de riviere Ihn en de Lech, en
de fteden Wafterburgh, Augsburgh en Fryfingen, en veel
vifch-rijcke meeren en genoeghlijcke boftchagien. Sy heeft
naer \'t zuyden \'t Tyrolfche geberghte, en naer \'t ooften om-
trent de voorfteden feer fchoone tuyncn,die met beecxkens
en vlietende waterkens van malkanderen gefcheyden zijn;
onder de welcke den hof des Hertoghs alle de andere te
boven gaet, foo in groote als menighte van kruyden en bloe-
men , en aerdigc gefchoren hagen, in de welcke oock te
fien is een feer konftige fonteyne, en een fomer-priëelken,
met alderhande fchilderyen en beeldt-werck verkiert. En
isnoch\'talder-memorabelftc, dat alle avont-ftondcn een
groote kudde herten haer vertoonen tot bynae onder de
venfters van \'t priëelken. In de ftadt zijn een groote me-
nighte van koopluyden, en alderhande handt-wercks-luy-
den;
feer fchoone kercken, torens, bibliotheken, raedt-
huys , marckt, en veel meer andere diergelijcke dingen, die
niet alleen
dienen tot het gebruyck, maer oock tot een cie-
raet en verwonderinge der aenfchouwers.

Ingolftadt is aen de Donauw gelegen, wierde van de Ou-
den Ingelftadt ofte
Angeloftadium geheeten, nae de Angelis
Suevis,
die defe ftadt, als oock andere , bemachtigt hebben.
Eerft was het een dorp, en heeft van Keyfer Ludovico Ba-
varo\'t recht v^in een ftadt verkregen. In het jaer 1410 is
daer een hooge Schole opgericht,daer men allerhande kon-
ften leert, welcke daer nae met vele privilegiën en inko-
mens verrijckt en vermeerdert is van Ludowijck Hertogh
van Beyeren , en de Paus Pius de 11.

De ftadt Freyfingen, nae het getuygheniffe Beati Rhe- freyfimen
nani en Sebaftiani Munfteri, eertijdts
Pruxintim genoemt,
feydt men gebouwt te zijn toen de Romeynen dat geweft
befaten, \'t welck van de Donauw tot aen de Alpes ftreckt.
Voorby defe ftadt loopt het water Mofacus. Boven de Voor^
fchrevenzijnin Opper-Beyeren noch gifteden.

Zz In

Avaria heeft fijhen naem
van de Avartbusj overblijf-
felen der Hunnen i welcke
de
Noricos verjaeght, hare
Landen ingenomen > en fich
in plaetfe van %^vares ofte
A\'varos , Bavaros genoemt
hebben. Van de
Bojis, volc-
keren uyt
Cisalpina Gallia of-
te Lombardyen, welcke na
fommiger meeninge in defe
plaetfen oock gewoont heb-
ben , wordt het oock
Bojaria geheeten, en nu gemeenlijck
Beyeren.

In defe contreyen hebben eertijdts dc Narijciy Vindelici
en \'Horui hare woonplaetfe gehadt. De Narifci (die men
hedensdaeghs de Nortgouwers noemt, nae \'t gevoelen van
Aventinusjofte Narcavers, nae \'t feggen van Melanchthon )
worden van de andere door de Donauw
onderfcheyden.De
Viftdelici, nae de befchrijvinge der Ouden, hebben hare
woonftede tuffchen de
RhAtos en Noricos. Rhatia is twee-
delley , van welcke het eene grooter en breeder is, begrij-
pende de
VindelicoSy Noricos, cn die men eygentlijck Rh^tos
noemt; het andere is kleender. Soo men PtolemïEO gelooft,
foude
d.Q. Ljcus ofte de Lcch de Vindelicós van de Rh^etos Ce-
pareren
; maer foo men Strabo volght, fcheydt de Rhijn
en de Boden-zee de felvige van malkanderen.Van de Duyt-
fchen worden de
Vindelici onderfcheyden door dc Donauw,
en van Italien door de Alpes. De oorfaeck des naems der
Vindelicorum y heeft te recht uyt Richardo gcobferveert
Mar cus Velferus:

Mefiicit ér l^tefluvios Vindamque LycuTm^ue
Mijcent es undas^ nomina littoriSi unde
Antiquam gentem, fopulumque urhemque vocarunt
Vindelicam.

Wat de Vindelici voor volckeren geweeft zijn, en wat fte-
den fy gehadt hebben,kan men fien in Plinio en
Ptolem^o,
Om de felve te overwinnen, wierden van Augufto gefon-
den Tiberius Claudius Nero, en Nero Claudius Drufus,
beyde des Keyfers fticf-fonen, de welcke de macht en \'t le-
ger der Barbarifche woefte menfchen aenvielen, het felve
verftroyden, en met geringe moeyte overwonnen. Hier van
mach men lefen Paterculum
{lih. t.) Dionem iUb. 5\'4.) Ho-
ratium (
lib. 4 odarum.) De Norici nemen haer begin van
dc riviere
Oeno ofte Ihn, en ftrecken haer ia \'t ooften en
zuyden tot in Hungaren en Italien.De Nortgouwers plach-
ten feer machtigh ter oorloge te wefen,als gewent zijnde al-
tijdt de aenpalende Romeynen te bevechten. Dit getuyght
het
cnfis Noricus, ofte het Nortgoufche fwecrdt, dat van
Horatio geroemt wordt j insgelijcks oock een gefchrift,
over de Donauw gevonden, aldus luydende:

DIS MANIBUS ET MEMORIE LEGIO-
NUM ET MEMORliE MISERRIMOR UM
VINDELICIS,PRiEFECTIS MOCENIA-
NIS,ET VICTORI ET AURELIO FI-
LIIS VINDELICIS SVRINVS INFELIX
PATER. RC.

Naem.

Oude vo\'c\'
keren.

Regeering. B eyeren jplacht eertijdts by een eygen Koning geregeert
te worden, die fy Carcannum noemden, {gelijck de Parthi
harenArfacem,en de Egyptenaers PtoIema2um,tot den tijdt
■ van Keyfer Arnulphus,) en ftreckte haer gebiedt noordt-

waert aen gene zyde van den Donauw, over de Landen, nu
de Kcur-ofte Opper-Pfalts genaemt, en toen ter tijdt Beye-
ren Over Donauw; zuydwaert tot aen Italien: tot dat dc
fonen Theodonis,met de tytelen van Hertogen, het onder
Duytjlmdt.

-ocr page 285-

\'^ocherhjeit. ^--Ik •■--

Köt^hn^

Suzii:z

O

ifLaiJejk

^Braitemß

Oh. o

O

B 0 H K M I M

CPeti-a

ArLi/pei

- J. \'Berny}ries

o

m

(eW

ßtmul ßii-

\'Vijeha.

L>

o-j. un ir;;^

\'^eic\'

i\'cUnw n^

---- jrt^ennami -»-jj^».». ^

"X O O , /«»-e\'\'

\'rfinßstet ijii .

V / ■ CDam Oef/sh/itm,-

. Jl0nn/iim ..... ...

latm.

&aimeH>hiiim " o \'J^hohiti^: \' ft^

Kaißa

G-iimßi\'""\' . A\'U Sduttef JI,,
^
------

\'^^arbi

mrj

\' 2./1

\\Cr o

,4 1 Z - I O ] Jlamhurj O O^^, -fh.iit

OhJernjnch .tO f o .WW

S.WaJ^mj

oXJhreln

* J..onfilt-

/o OiWkiWh

fG-emyJi\'f^

fo

DÜUoj O\'Pued
iHi^thmm j ,(3

If!"

DmiL

o\\ O f ^ ^ ^ o\'UUjy.act

OL

O

\'\'Woln^uch j.-

I

Vo

■^oltx.

Teußarh

\'Pcchßv\'

■en. O

Q Siesjyjch Q

o, ^"df^A \' ^\'ix\'kirihen M q Sche\'-tertp^\'\'S a • ^

rhmis

i zr/ei,

f

-V.Jichyach

^Lmtari Of

■Übernimm. /«^t-\'/AT.-

° . . SSixt/t.,
G-aL\\heim

f-----?

•Vltütiionen

\'JT^eut- S.Sabator \'

Jlrh

thekirchen

^/tflmj

^ SchriifJ

O

iyjtl o ^

fJ •V\' ^

^atifins ~

m

■honuft

yßlulhaufen. ^^^^
" - . O

i5T

•Flhment-al

Orti

^ Schmuiinj
Irhnrtinj

VO

j G-Scktn^

7f-

/ AM,

\' 7 / i ] o Sittczinjh O

■ - \' O y Atthersheim

i \' " (j[le/ihntjirn

\'Dieterßmm Q ^ , , s"

B Jtchnhe S

f o f/^

^ Iftnamnj j Ottnhauen

TaUn^en.

\\ ICrpienoM

it

Jlettift^ Vn.

\'^ilethna
Oh. J

StV^\' /

lUklaf!
5 \'TlAf.\'\'-«

S.l^ej/t-

■\'"f.

St^fefif

^ o\'\'^" - O Tcßenhomn

L\'ler ^^ ^aUißdwaj O ^^^ / " if^

^^ O IJ \'\'itt^\'^r\'^ l

W f/S/T^^^/ ioi

ll^^\'o/ O \'j^okzkird.,. (^V

^ \' ^ , ■ A ^^^ rPietran^ell ^^^^

Schjmj,

hia.

\'^TaHnnp^rj o

/ ^

Teilrit o f T^aitmlmd

■ , W \'3emne.it M ^ 7 O

^efenferj. ^ aerolhrZl

. ^^

V/ SoVifchfachaw \'

O Avm£ > w O

T^oßenhfuet^-^

f, ) ° A

\\o ■

ntfCL. ^rst..t V L _ r 1 o

^^^^etteiltctleufu. li^ackerJfi

• ^tainjaien-

liol^hmiften,

^nejfen

iLraudij,

\'^ochitkury
O

(Seehain^ " G O tf

; Liechinthan

Ä I i m. V Ww/?-- ^ „. . - X

; ^ nr , t ^^ -r^tfÄ^\'«- \\ l; J ..........O

"cfUnhauß \\ ^ ^\'^^J\'^^^AnJi\'rf

^ „ ft n> m« A „ , r ~ ^ " Q\'^.\'ilt\'"\'\'^ t ..

.imfei

lee

%h\'nJac

1
\\

B AVARIA

D V C A T V S

\'Ter Gzr.JlerciLtorir,t.

\'. loh.t«^

ICcrtzeii

AmLrleeit\'

W

____|I|Ji\'ll!l\'MI|llll]Xumü.üiUittjuuiii.....................

Miilürut Jß^ivarica

öijdhur

G-erlasJ^.

\\Vß,hn

M)

\'yefittflein.

^ " Bar his Q

-ocr page 286-

In Nedcr-Bcyclcn is Ratishona , gcmeenlijcken Regens-
burgh genoemt,gelegen aen den Donauw: heeft dien naem
van de Burgh, aen de riviere Regen van Claudio Tiberio
Nerone, den derden Roomfchen Key fer,gebouwt, ontrent
den tijdt van \'t lijden onfes Heeren Chrifti, en nae hem Ti-
berina oft Augufta Tiberii geheeten. Onuphrius fchrijft
daer van noch eenige memorie te wefen in eenen ouden
fteen. Goltzius bewijft fulcks oock met een medaillie van
Tiberius,hebbendeditopfchrift, COL. AVG. TIB.
Simlerus is van opinie, dat Regensburgh foude zijn
Re-
gium K^.ntonini
, oft Cafiro. Regina , in lihro Notitiarum.
Althamerus verhaelt meer andere,doch Barbarifche namen
defer ftadr, als Reginsburgum , Rhxtobonna, Rhsetopolis
Kyafpolis , Imbripolis , Regnipolis, Tetrapolis, Quadrata
cn Gcrmanisheym. Sy fchijnt den naem van Ratisbona te
hebben van de fcheeps-vaerr. Defe ftadt was eertijdts de
hooft-ftadt van Beyeren, en de woonplaetfe der Koningen
en Hertogen des felvigen landts. Daer is een fteene brug-
ge in \'t jaer 1115 van Keyfer Henrick over de Donauw ge-
maeckt, met elf bogen, 470 treden lang.

Vdijfm. patavium ofte Patauia van de Latijnfchen gemeenlijck
geheeten,en op Duytfch Palfau, mcent Velferus dat in
libro
Notitiarum
genoemt wort Batavas. Aventinus,Pyramius en
Lazius zijn van gevoelen,dat het
PtolemAi Bojodurum, Vinde-
lici
a Civitas^ is. Het is een groote, fraeye en vermaerde
ftadt, leght in \'t nederfte deel van Neder-Beyeren , aen de
grenfen van Ooftenrijck, en de palen van beyde de Land-
fchappen, tuftchen de ftroomen van de rivieren Donauw
en Ihn ofte Oenus, als een half eylandt, op een feer bequa-
me en luftige plaets. Daer is een Biflchoplijcke ftoel: de
koophandel is hier feer groot van wegen de bequaemheyt
der rivieren,
en wel-gelegcnheyt defer plaetfe. En gelijck
Lyon in Vranckrijck, en Gent in Vlaenderen, die door den
t\'famen-loop der rivieren , in koop-handel grootelijcks
bloeyen; foo is inde contreyen van Duy tslandt defe ftadt
Paflau feer geroemt.

Landshut. Landshut is een heerlijcke en treffelijcke ftadt acn de ri-
viere Yfer (die voorby de felve loopt) gelegen, tot groot
gerief der inwoonders. IrOiicus fuftineert, uyt Ptolomasi
vijfde tafel van Europa, dat \'et
Inutrium foude wefen, daer
mede nochtans de fituatie niet wel over een komt. Aventi-
nus,een naerftigh befchrijver van Beyeren, feydt nietonge-
rijmt, dat Mittenwaldt, een dorp in Beyeren op defe zijde
van de Alpes,het rechte
Inutrium is. Defè ftadt is in \'tjaer
I zo 8 van Ludowijck Hertoge van Beyeren gcbouwt.De ac-
kers om de ftadt zijn feer vruchtbaer van allerhande koorn,
vruchten en gewaflen,wijn en vee:de gebouwen defer ftadt
zijn feer heerlijck, maer voor al de principaelfte kcrcke,

II

feer konftigh van graeuwe fteen op-gemaeekt, wekkers
tooren fonderlinge hoogh is.In \'t benedenfte deel der ftadt
fiet men oock een feer magnifijck Paleys van Hertogh
Albert, het welck men gemeenlijck den Nieuwen Bouw
noemt.

De rivieren die door Beyeren loopen, zijn niet weynigh, Rivieren.
eerft de Donauw, de grootfte ftroom van gantfch Europa,
by de Grieckfche en Latijnfche Scribenten feer vermaert:
Laber, en Ifer, die niet alleen feer playfterigh is, maer oock
vifch-rijck en fterck loopende ; Iliicetus, Oenus, Lycus ofte
Lech, Alemannus ofte Altmula, Nabus, Regus, Ambra,
Zoyfa, Vilfus, Wolfaha, Gyffea, en meer andere.

Behalven defe rivieren heeft dit landt veel groote mey- I^^jnn,
ren, van de welcke een yder byfondere foorte van viffchen
heeftjde voornaemfte daer van zijn Ammerfee,Afee,Wirm-
fee,Rorfee,&c.

De hooghfte en grootfte bergen defès landts, zijn de F^- ^fj^f».
ninx Alpes, en de bergh Caravancas; de namen van alle de
andere te verhalen foude om de menighte bynae onmoge- •
lijck zijn.

In gelijcker voegen foude men naulijcks konnen tellen
alle de boffchen, die foo veel zijn, dat \'et fchijnt of\'t maer ♦
eenen bofch ware, gelijck \'t oock in der daet is; naedien
datfe bynae altemael gedeelten zijn des Schwartzwalts;en is
oock niet ongelooflijck,datfe in vorigen tijden defe geheele
ftreecke landts t\'eenemael overdeckt hebben. Doch heb-
ben de gedeelten van dit bofch verfcheyde namen,na de ge-
legen theyt en plaetfen, alsHeynerdoch, Schwartzwaldt,
Zellerwalt, &:c.

De inwoonders defes landts zijn meer genegen tot land- Im^onic-
neeringe en haer vee te onderhouden, dan tot oorlogh; het ^^^
zijn oock geen koop-luyden , haren handel drijvenfe meeft
met Baccho en Venere, om kinderen voortte teelen; fy ko-
men fel den uyt haer eygen landt.

De tweede Rijcks-Kreytz is de Beyerfche Kreytz,beftaen- Tff^df
de uyt drie Standen: in den eerften zijn de Geeftelijcke, als
de Aertz-biffchop van Saltzburgh, de Biftchop van Paffau,
van Frifingen, en Regensburgh; de Prooft van Berchtols-
gaden, de Abt van Rempefeck, van Walt-Saxen, Roden oft
Rot j Keyshaim, S. Emeran te Regensburgh; dc Abdifle
van Alt Munfter en Ober Munfter te Regensburgh. In de
tweede ftandt zijn, de Hertogh van Beyercn,de Pfaltz-graef
in Beyeren, de Land-grave van Luchtenbergh, de Gravê
vanHage, van Ortenburgh, de Vryheer in Stauffen ofte
Stauffneck, van Rinfels oft Rhinfelden, van Deghenbergh,
cn Ober Sultzpergh; in de derde, zijn de fteden Frciftet en,
Regensburgh.

-ocr page 287-

49

DE OPPER-PFALTZ.

Naem. Et Over-Donauws-Beyereu,

als voor gefeydt is, leydt be-
noorden de Donauw, wordt
derhalven oock Nortgouw
genoemt , en de Opper-
Pfaltz, tot onderfcheyt van
de Neder-Pfaltz aen den
Rhijn gelegen, en is eygent-
lixk de Cheur-Pfalt2r, om
dat aldaer de Cheur is, en
aen dien ftamme van de
Beyer-Vorften gegeven, aen
Talen. wicn oock naderhant de Neder-Pfaltz is gekomen. De Op-
per-Pfaltz paelt in \'t noorden aen Voitland, in \'t ooften aen
Bohemen, in \'z zuyden wordt het door den Donau van het
Hertoghdom Beyeren afgefcheyden; en in \'t weften grenft
het aen denHanekamp, aen een gedeelte van Schwaben
en van Franckenlandt.
Ltich. De lucht defes landts is gefont en aengenaem, doch is
het aerdtrijck wat hardt en rouwjhoewel op fommige plaet-
Vrticht\' fen tamelijck vruchtbaer in kooren en weylanden. Ontrent
haerhejt. Kelhcym, langs de Donau, zijn veel wijnftocken, doch is
de wijn feer fuur, foo dat men daer voor een fpreeckwoordt
Mijnen, feydt, dat in \'t felve niet als edick waft. Dit landt geeft oock
verfcheyden metalen, infonderheyt een groote menighte
van yfer, waer van de Nordgouwers jaerlijcks goedt gewin
hebben. Van daer komt oock \'t befte goedt azur oft hemels-
blaeuw koleur.

Rcgeering. Dit Nortgouw, oft gelijck men \'t hedendaeghs noemt,
de Opper-Pfaltz,placht eertijdts een Koningrijck te wefen,
hebbende eygen Koningen,als de refte van Beyeren door de
Romeynen tot een provincie gemaeckt was, tot op het jaer
onfes Heeren vijf hondert. Hierom feyt lulius Casfar, dat
Arioviftus Koning der Duytfchen tot een vrouwe hadde de
fufter des Konings der
Nor kor ut». Wat in navolgende tijden
de
Norici oft Nortgouwers voor Princen gehad hebben,
tot dat fy het Chriftendom aennamen, is onbekent. In het
jaer vijf hondert elf, is door hulpe Theodonis de 11, Beye-
ren tot een Koningrijck gemaeckt,de welcke dé Romeynen
daer uyt verdreven, en onder haer een groote nederlaege
gedaen heeft : daer nae is gantfch Beyeren, door des voor-
feyden Theodonis drie fonen,in drie Hertoghdommen ver-
deelt , van welcke Theodo de 111 te Regenspurgh, Otto
te Ottingen, enTheobaldus tcTyrol hare refidentie ge-
nomen hebben. Alle de andere te verhalen, foude te lang
vallen : alleen fal ick dit daer by voegen, dat Keyfer Lu-
dovicus" Bavarus , in\'t jaer 135P > een deelinge gemaeckt
heeft, daer mede gantfch
Bavaria Norica oft het Nort-
gouw,foudekomen aen de
Pfaltz-graven,uytgefondert eeni-
ge Rijcks-fteden,en \'t gene dat van te voren onder \'t Room-
fche Rijck gehoorde.
Hooft-ftadt De hooft-ftadt defes landts is de Keyferlijcke vrye Rijcks-
Netiren^ ftadt Neurenbergh, gelegen in een feer luftigh gew eft, aen
hergh. ^le riviere Pegnitz,die door de ftadt loopt.Defe ftadt is groot
van begrijp, fchoon van aenfien, met heerlijcke Kercken en
\' menighte van treffelijcke huyfen geciert, met fraeye ftra-
ten , ftercke muuren en toorens
, borft-weeringen en bol-
wercken wel verfien; fy is feer
volck-rijck,en van wegen den
rij eken koop-handel en allerhande konftige hand-wercken
door de gantfche wereldt vermaert.
Maer dewijle wy in de
naevolgende kaerte \'t gebied van defe ftadt geven, fullen wy
hare befchrijving hier voorby gaen, en tot d\'andere fteden
van d\'Opper-Pfaltz keeren.

De ftadt Ambergh is met wallen, grachten, toorens, bol-
wercken , en door fituatie fterck : door eendracht der bur-
geren, wetenfchap der wapenen,
en trouwhertigheyt van
de Prins aeti fijn volck, onwinbaer : fy light by dc riviere
Wilfe, dieindeNabumloopt, en
Nabus in den Donauw.
Sy
is allengskens opgekomen door de neerftigheydt der in-
woonderen , wijsheyt des Magiftraets, en der Princen milt-
heyt. Daer is een groote inkomft van metalen , principael
van yfer. In \'t beginfel was fy onder \'r gebiedt der Swaben;
yan wiens vorft Conrado dc felve gekocht heeft Lodewijck

j4mkrih.

de II, Hertogh van Beyeren, en Cheur-Pfakz, in\'t jaer
I , met beveftinge van veel Biflchoppen, Abten en Prin-
cên. Nae dat Leopoldus van Ooftenrijck verflagen was
van de Switferen, onder de regeeringe van Wenceüaus, zijn
hier byeen gekomen drie Ruperten, en hebben t\'famen een
verbondt gemaeckt, waer in begrepen waren Albertus,fbne
van Keyfer Lodewijck, de Graef van Holland t, deneven
des Keyfers, en andere. Daer is tot Keyfer gekofen Ru-
pert Pfaltzgrave, die Ambergh vermeerdert en verfterckt
. leeft, en heeftfe nae fijn doodt aen Frederick gelaten , de
refte van fijn kinderen anders beforght hebbende. Defe
Frederick , Otto, en loannes van Nieuburgh hebben geen
kinderen achter-gelaten : foo dat Ambergh
, Mosbach,
en Nieuburgh op Lodewijck den 11 Cheur-Pfiltz verftor-
ven zijn.Wiens foon Lodewijck de Sachtmoedige heeft de-
fe ftadt, en die van beyde de Pfaltz-graeffchappen vrede-
lijcken geregeert. Defe overleed in\'tjaer
144s», blijven-
de fijn gemalinne fwanger, die in \'t felve jaer
Philippum ge-
baert heeft; wien tot momber gegeven is fijn Vaders broe-
der Frederick,welcke begeerende in fijn momberfchap den
Pfaltz te vergieren, heeft hem als Cheur-vorft gedragen >
waer toe hem oock vermaenden de Graven, Adel, en meeft
alle de fteden; om dar f y vreefden , dat door de jonckheyt
van de wettige erfgenaem,een ander fijn goederen foudaen^
taften. Dit heeft den Keyfer mishaeght, om dat hy meen-
de, dat, door de toenemende macht, Frederick op hem fel-
ven en de fijne de erlfeniflè der weefe foude brengen. Hier-
om is hy van de Keyfer in de Acht oft ban gedaen. Daer nae
als hy van de ftadt Ambergh begeerde,datfe hem als Cheur-
vorft den eedt van getrouwigheydt foude doen, heeft hy de
burgeren daer in weygerigh bevonden, die feyden, verbon*
den te zijn aen Lodewijck en fijne erfgenamcn,en dat hy de
macht niet hadde der weefen goedt nae hem te trecken, en
fy geen twee Heeren t\'famen konden hebben; want die van
Ambergh hebben altijdt feer getrouw aen hare Princen ge-
weeft. Frederick hield daer tegen aen. De burgers met den
Raedt ftreden ter contrarie. Ten laetften wierd befioten,
dat men hem fxveeren foude getrouwigheyt en gehoorfaem-
heyt, als momber, maer niet als Cheur-Vorft. Niet te
min focht hyfe, door Raedts-heeren aen haer-lieden gefbn-
den, tot hem te trecken,en foo verre fy weygerdèn,met wa-
penen te dwingen. De burgeren hier door vergrämt, heb-
ben fommige op het Raedhuys gevangen gehouden, diefe
korts daer nae lieten gaen, behalven eenen, welcke, om de
raferye van de vergramde gemeente t\'ontkomen, heeft fich
doen naeyen in \'t geraemte van eenen Os,en foo buvtcn de
ftadt als een doode krenge brengen, als hy eerft dé wacht
omgekocht hadde. Frederick,geterght door \'t ongelijck fïjn
Gefanten aengedaen, is terftont naer Ambergh getrocken
met vijftien hondert ruyters, die meer andere volghden,
om de wederfpannige burgeren te kaftijden. Sy berou heb-
bende,fijn met den Raedt en Geeftelijckheyt hem tegen ge-
gaen , en vergiffeniflè van de misdaedt begeert. Frederick
heeft vijf burgeren verwefen, en drie onthooft. Soo hebben
ten laetften die van Ambergh hem den eedt gedaen,en voor
Cheur-vorft gehouden.

Eger is oock een ftadt van Nort-gou, buvten \'t Swartzer- -^^tr,
walt, heeft den naem van de rivier Eger , daerfe by leght in
een feer luft\'ige valleye, foo dat een deel aen een fackenden
heuvel hangt. Daer is een dubbelde muur rondtom, waer
by oock de derde gekomen is aen de fi;de daerfe verft van
de riviere legt. Het kafteel tuffchen de ftadt cn riviere is
tot^ieraet en befcherminge. S. Niclaes Kercke is heerlijck,
principael door twee toorens aen de ooft-zijde. Aldernaeft
de kercke van de Duytfche broeders, ontrent het Gafthuys,
zijn de Kruys-broeders en Sterren-broeders. Het p.aedhuys
is groot en wijdt,waer in Keyfer Karei de V gelogcert heeft,
toen hy het heyr vergaderde, daer mede hy in Sa^en viel.
De Raedt is van hondert mannen, daer onder negentien
uyt de geflachten der Raedts-heeren gefproten, diemen
pafritii noemt, welcke alle jaer vier Burgermeefters ftellen:
dertien Schepenen die recht doen, niet uyt de gefchreven
Roomfche wetten,maer nae Lands-rechten en koftuymen :

A a a de an-

-ocr page 288-

-T---i

T \'T

ZZZ

Septentrio

iisiil Hiir m \' \'

E-^chenha

w\\

20 \\

U>t

20

(^^fmlciclj

i>hms

Çr^MWerie

\'^Zfuendûrf\'

o

Ji^TscheJftU
o

0

pach

Jfûln^e\'^

.n. \\

p \'J\\!èlVsletle

Tarîtaw

M

Taj\'fenlrety

^^eUen

\'^orchàtm

"Z^aufsn Ct

^ n^ -^ch o

<Baier/â(nf "jle^ens^er^ ^^^^ ° \'BenvfeL

o

o Schachfoftz

"Jlo.

^\'^eâerm

\'Jkchenhch
o

l \'Trucî^

^önn^U

(^^^\'^ernba-ch

eunkirchen
O

Stirhur^
o

Shckl

jEtlanû

\'"Ti^eiQnaw
" a

U^ernh

. \'^^lelenstein

<erj

6 X^f j

0

Schluchen

\'^raiéenftain

ichmiw

nShendrus ^

y<lffeHciSLin

fo&hacîi

\'^unâfthweier

,C)

Schtatten
o

u-wenstam

\'T^enn^erch

/o /

\'chenjeh
Jimatrat^j

SulM 1

urj

y ü\'i^\'

^ o

^ucl^ersj^f

I i

leteitbaâ

\'TFurbach _
rlalheint

H

^nmej^er^ S. O\'^

O ^ TatteMuen

oj ^Ç ^Imanjnet

•iieterfhrchn O)

^emrîek Cc^etz/eUt °rKrumhach

& A

\'-^^oreT^tich

■j^tmt^irehn

Sck

Tn^fl^j oMtmmsJil^ g^aoim

■f^-oUrnlîam ,
Steaen

Casîel

^^Imttaimn

Lteâthûf

gjbach O

y

° >Vo O

o \'XAerfiiet

0 p\'etdorf

O o o»

Sâhwahtuh JÊÈl

Cammer^ain

o

Schwei

O

.-Ci^ ^Qmtt^i^ o ^crqersi. l^-^JÎÎlTCuntvu Hittivach

tf^/finA oji

Qminât

(3

o

Smiîtc\'h

o o.

\'Tirchelfee
" \' ti. O

o O ^jnaclf o 7/ ^oCmfî/Bm^ , n .

. Sinâerjlû- f^-^üch

r)

.,„ , ëref£tic \\ n _ƒ Çrienstian i p t^^JS, O ^ ,, O ^ ^uJiU

,1 f \\£i4ûb
\' sdinastat

",0 \'

Sri^ach

fB-ieiimacb r J»?
fSato^f^tf , -q) ^ j

P

--i^d\'era
O

r- ■ O ri\'-^^iciltrs- oit o stalefletn. ^

rOiumtaStauJ

rWÎUi

, Schwavikçjn o , ,

\'TSitlsfdm
\'shum

\\ Çmttiz^tA^^

,- --Mclmms

pj O / , . o \'

. O-JfantM^ ,0 j^fmmdûrf ^ „ -,

^.•Serhtty %

-ms^f ^^ ^^KS JrU - ,, , ^^ _

. oX"^ °

^ ■ _ fpt

S.HiotSin

\'enhaim

^Ufftfh

eütf^,

■erf-

(j\'M^n

J ZatynMtaâ

o 31

o<i

Strauhinj

Schamlach

inferior. JT"^^\'\'

PALAT m ATV s

bavaritë.

Bauaria

^^uheL àimham a Mhi ^^jttptn ^ y o jv-j^^ff ^

^jMlmj

y

ferrruntcd conuruLran.
—m
2

Otzj^

\'AJlèe

Irt^ùy

........

VÛC,

We^enierj

Tehrach

^iertSi -

-u\'ehlnher^ Jofnéirj aÛ!^
O ° , o^^W

HDaltenÀ)^ S bî
Zochhaim

TerMaim

\'^M^ercUmStin^ O
"
 al

. îPw«

V O f! IIIHIII //^ —\'^^fufuh Mùi^er

Gratênch o Schufem^eunt

C2X

. Amfterdami

Excudvt GmljeUis^U

^rienaw

5^1

iM

[ Dmaaweriz \\

euw.

^^MdrSclic^eldt Jlu,
r iMiii "

_J|PIII_1)1]U«|-"-«M-UBillILl

to

-ocr page 289-

Septentrio

^arck0ain

E^chenhach

Jk,

^r^enwerde

pach

■J^antl

[(o ZA/eWsietle

^cJiaw
/

Pl^eUe

Up

m

^olherj

Sluck

^leienf^in ^

bcr£

E

W

CBohendrus

fO&niaS

De

Schrwler^

^It Schwhey O ° jTiltersrlet

\' O o \'J^emffM

Suirylae

emit

iLah

(f^^enr^it w4mhttri; A

O J Tattawhueit

~:Mitrach

^utfnvcra , ^ , ^

mra I ^alt JiQ^y

Qerhera
•JCefering
q

I

^v^euckj

sfit^ Bflhaim

^elensv

-^nstm

Sim-tz,

s er J -A

O .

O Xemant O ^

^ OMRiechern. Qft^^^
^uUfPe o . ^ m\'Than

o

^J/liiclie^

J>mjartetLJ> Tentkj O O,

Schi/mdorJ^

j gran/tetfen a)arhder

.. o

» lerckhaim

cjg^a^

.•si- T^\'^J , O ^ --(^"\'Rimpach

rJuf^)

\'.yer Ssfcji^ff^^lfo

hamhsM * fc \' ^ ^mcrn

•c^enhach Mch

J O TfrM^h-f ^h^y««\' \'Firnsnit . ^XewUh-ch

O ■

O / o "(Ui\'inih.fn Tfo , 0

O «IT r^.M^\'fZrJ.Xa-^ii-

.Trich^nch
fSaiajv™ , ~0.
O

-Wet^y^irj Oj
, iSchmsTain

anrmansirn-f ^

-r\'lirjir.tef»

<sfd

fMatdmg
tmsrC-

m

-j-CmimAw Sdatt^\'

oMAkkM

VaSfei&s

"^^erVvng

PALATIKATYS

BAVARIiE.

J \'Ssmtn ^
•KeiMtir/

\'SrMt

Luefilt I

fm-ck^imt V

^Itniuy

Schamhach

Cmin^

Bauaria

^hei^er^

inferior.

•ustat

Atnfterdami

GuiljelmtLs.
□iiriiipiici^

JVierid\'ies ^

3o\\

mraA

Cherts, - Or
\'Welchnhr^ JojfeiAerj Oiic^

p ° . o^.i*^

X-Wakendiitf |b
_ vS.
Zfchhaim

Jrrlhacf

ferrmntciv comrwivrVia^.

IHfHi

Z

\'erj

^ateml
\'erc^jam

^cfcUng Vl)

(fjMhy

Otxj^

30

-ocr page 290-

O

de andere acht-en-reftich zijn gemeene burgeren. Van den
Raedt defer ftadc machmen alleen appelleren aen den Ko-
ning van Bohemen.Hier zijn fchuuren vol koren en andere
vruchten, als boonen, erteii, S£c. oock een wapen-huys van
alles wel voorfien, twee molens, twee gaft-huyfen, vier ge-
meen#badt-ftoven, vier groote poorten, en foo veel kleyne,
die men niet opent,als om de Burgeïmeefters \'s nachts in te
laten, alffe om ftadts faken uyt gev/eeft zijn : de groote wor-
den extraordinaris voor niemandt open gedaen. De brugge
hecht de ftadt met een luftige voor-ftadt, waer in een fon-
teyn is, wiens fuur water, in de fomer gedroncken, de hitte
koelt. In defe voor-ftadr woonen meeft leertouwers, wiens
waren in Bohemen, boven en neder Hongaren,en de naeft-
liggende landen met wagens gevoert en verkocht worden.
Op \'t flot woont de Burgh-grave in de naem des Konings,
tot bewaringe der ftadt. Hier ftaen eenige torens naer de zy-
de van de ftadt, twee Capellen, een van S. Marten, d\'ander
van S. Urfel. De burgers van Eger brouwen fekeren dranck
van water en honig,die van de Duytfche en Beemfche feer
begeert wordt, om den fmaeck van wijn en fpeceryen daer
hy mede gemaeckt is.Onder \'t gebiedt van Eger zijn twaelf
floten, veel dorpen, ende ftadt Raduwitz by de riviere
Coffen. -

Defe provincie begrijpt, behalven de voorgaende, noch-
veel meer andere fteden , kloofters en dorpen, als Auwer-
bach, Sultzbach, daer het Hof is van de Pfaltz -graven, het
kloofter Kaftel, alwaer eertijts de Nortgoufche Vorften hof
gehouden hebben; Beyerut, Eyftet, Neuburg, Neuwen-
ftadt, Ruwenhelm, Kemnat, Krufen, Greuwerweert ,het
kafteelGaynum,\'t welck van \'t huylen én weenen den naem
heeft} om dat aldaer een feer gevaerlijcke wegh is langs de
Donauw,naulijcks fonder weenen te paffeeren,welcke men
oock den Strudel noemt van \'t ruyflchen des waters, daer
alle de pafTagiers, die de Donauw af varen, voorby moeten.
Item , Efchenbach, Weyden,Pernaw,Reift:^n,Herfpruch,
Rurbach, Neumarckt, Turfenrut, Elbogen, Cham, Schoon-
fee , Kunfpergh, Stauff, en meer andere, meeft alle toebe-
hoorende de Pfaltz-gfaven.Nortgou begrijpt oock een van
de vier Landt-graeffchappen, by de Keyfers wel eer inge-
ftelt ; te weten, het Landt-graeflchap van Luchtenbergh,
foo geheeten van \'t kafteel Luchtenbergh, hoewel de felve
Princen haer refidentie houden in de ftadt Pfreimbt, en
fomwijlen tot Grunsfeldt. Dit Landt-graeffchap is tot fulc-
ke macht en ftaet niet gekomen,als de andere drie,die met-
ter tijdt haer feer vermeerdert hebben,infonderheyt Heffen.

De rivieren defes Landts zijn, Egra, Nab, Vils, Regen,
Regnitz ofte Rednits, Pegnitz, Schwartzach,Sultz,Altmul,
Laber, Lauterach, en fommige andere. Van de Regnitz,
Rednitz ofte Rego,verhalen de Hiftorien,dat terwiji Caro-
lus Magnus hem te Regenfpurgh hield, hem eenige aen-
gegeven hebben, dat men foude mogen uyt de Donauw in
den Rhijn varen met fchepen, foo men een gracht maeckte
door het landt, dat tulfchen die twee rivieren Regnitz en

R

E

jindere
fiedcn»

j^ivieren»

F A L T Z.

Altmul (waer van de eene in den Donauw, de ander in den
Rhijn
valt) gelegen is. Dit felve is by Carolo Magno in het
wcrck geleydt, en wierd een groote menighte gravers daer
toe beftelt, die den gantfchen herfft daer mede deurbrach-
ten. Defe gracht was afgefteken, lanck twee duyfent fchre-
den, en drie hondert voeten breedt; maer \'t bleef fteken,
overmits den geftadigen regen,en de moraflTen daer ontrent»;
want \'t gene by daegh uytgedolven was, viel des nachts we-
derom in. By de ftadt Weiflenburgh worden noch eenige
overbHjffelen van dit verloren werck gefien. Hier en ftaet
oock niet te verfwijgen , dat bynae alle de rivieren en wate-
ren van \'t Nortgou beladen zijn met meulens, daer het yfer,
en ander metael gefmeedt wordt,dry vende feer groote blaes-
balcken en hamers, foo dat de fmeden alleen het yfer op
\'t aenbeeldt behoeven te leggen.

In dit landt is de Eichtelbergh, begrijpende in zijn om- Bergen,
loop ontrent fes mylen: uyt den felven vlieten vier feer tref-
felijcke rivieren, de Mayn, Nab, Sala en Egra, welcke haer
kruys-wijs van malkanderen fcheyden,en naer de vier hoec-
ken der Wereldt loopen. Die felve bergh brengt voort
verfcheyden foorten van Metalen , als oock \'t befte hemels-
blaeuw koleur, welck men azur noemt: op\'t hooghfte de-
fes berghs vint men oock tin, en veel kuylen, uyt welcke
men eertijdts veel metalen gegraven heeft.

Dit landt is hier en daer bynae als oft het befaeyt waer Boflchen,
met boflchagien oft deelen van \'t Schwartzwalt, van welcke
de voornaemfte geheeten worden, der Weiffen-burgerwalt,
en Bohemer-walt. Als defe landen het Chriftelijcke geloo-
ve aennamen, heeft men hun voorgefchreven eenige wet- fVetten»
ten en maniere van leven: als van den vrydom der Kercken,
van brandtftichters der Kercken, van die tot de Kercken
haren toevlucht nanjen, van de gene die eenige Geeftelijc-
ken ombrachten, van tienden, van de ftraffe der oproerders,
leger-wetten, van vrygelatene, van houwelij eken, van vrou-
wen faken, dieverye, veldt-wetten oft bouw-rechten, van
borgen en leenen, van erffenifTe, koopen en verkoopen. -
Defe wetten hebben de Beyerfche eenige hondert jaren on-
\'derhouden, gelijck noch fommige die felve volgen. Tot een
overvloedt fal ick alhier eenige der felver ftellen , namelijc-
ken, op dat een Rechter recht oordeele, foo is \'t, dat hy het
Wet-boeck by hem moet hebben, waer uyt alle faken ge-
flecht mogen worden. Een Rechter fal geen perfoon aen^
fien, ofte eenige giften ontfangen; maer als hy recht gewe-
fen heeft, mach hy yan de compofitie het negende part ne-
men : foo hy ter contrarie qualijck wijft, fal hy dubbelt beta-
len , \'t gene hy nae gefprokene fententie fal genomen heb-
ben, en daer-en-bo^en noch in veertigh fehellingen breuck
vallen. Die iets verkoft heeft, fal,als hy betaelt is,de verkoo-
pinge met brieven, oft met twee, drie,oft meer getuygen ra-
tificeeren. Koop, die niet vrywilligh gefchiedt, en fy van
geener waerden,en diergelijcke. Die meer hier van begeert
te weten, lefe loannem Bohemum Aubanum, in zijn bocks»
ken van de zeden aller volckeren.

-ocr page 291-

I

: ; I

t G E B I E D T VAN

N E U M A R C K;

IN DOPPER-PALTS.

h

Et Gebiedt van \'Neu-
\'mank , een gedeelte
van d\'Opper-Palts ,
heeft defe naem van
de hooftftadt ,
Neu-
marckt
genaemt. Het
ftreckt ten noorden
tot aen \'t gebiedt der
ftadt Neurenberg, ten
weften en zuyden paelt
het aen de Marck Brandenburgh, en \'t Bifdom
Aichftat; ten ooften heeft het aen d\'een fijde
de gemelde Marck , en aen d\'ander verfcheyden
Vooghdyen van d\'Opper-Palts.

Dit lant erkent nu tot fijn Overheer den Her-
togh van Beyeren, aen welcke Keyfer Ferdi-
nand de Tweede de hooge waerdigheyt van
Keurvorft overgaf, na dat hy de Paltsgraven
aen den Rhijn , die te Heydelbergh woonden ,
daer van ontbloot had : federt die tijdt is den
geheelen Opper-Palts door de wapenen onder
de heerfchappy van den gemelden Hertogh ge-
bracht.

\'t Aertrijck is hier vruchtbaer, en heeft groo-
te en aengename velden , overvloedigh van
graen, vruchten, en allerley gewas, noodigh tot
voedfèl der inwoonders. Hier gebreken geen
boffchen , \'t fy tot de jaght, oft tot branthout;
de weyden en ftaende wateren waren oock niet
te verachten. Doch \'t gelaet van \'t aengeficht
defès lants is foodanigh verandert door de ge-
durige verwoeftingen van de laetfte langdurige
oorlogen , dat het meefte deel der ackerlieden
\'t felve in die tijdt verlaten hebben , om elders
meerder ruft te foecken diefe nu oock hier,
foo wel als in d\'andere geweften van \'t Rijck,
door de vrede konnen genieten. Men brouwt
in dit lant feer goet bier: en men kan \'er de tafe-
len op\'t heerlijckfte metwiltbraet, gevogelte,
en viffchen, vercieren.

De lucht is helder en gefönt j doch eenigh-
fïns ftraf en fchadelijck aen de wijngaerden i en
dit is d\'oorfaeck , dat de wijn hier uyt Eifas, en
andere plaetfen, gebracht wort. Vele groote en
kleyne rivieren bevochtigen dit landt, op welc-
ke men verfcheyde molens opgerecht heeft, foo
om \'t graen te malen , als \'t yfer te ftaen: want
d\'Opper-Palts is niet alleen rijck van vruchten,
maer oock in yfermijnen, infonderheytontrent
Ambergh en Sultzbach ; foo dat men, om het
fèlve te fmelten, fuyveren, flaen en fnijden, niet
alleen wercklieden, maer oock groote water-
molens, met fware en ftercke raderen, van noo-
den heeft.

De riviere krijght haer oor-

Duytsiandt,

Noem1

r

Opper\'
Heer,

Vracht-

Lucht.

Molens.

Rivkr.

fprong uyt het ftaende water oft binnen-meiir
van
Neumarcky en vereenight fich beneden Bam-
bergh met de
Redui^e, en daer na gefamentlijck
metdeMeyn.

Den Bergh yan Genade, in \'t Hooghduyts Bergh vm
ÏJCttber^^/(en, volgens eenige, was

eertijts een Abdye en feer vermaert kloofter,
niet wijt van de gemelde riviere
Het befat te voren fèer groote goederen en in-
komften , die aen al de Monicken en Nonnen,
yder even veel, uytgedeelt wierden : welcke ,
hoewel fy in een fèlve Convent leefden, elck
hun afgefonderde plaetfen hadden. In \'t mid-
den van dit gebouw was door de Fuggers van
Neurembergh een fèer fchoone kerck opge-
richt, met 3dautaren verciert,in welcke de Mo-
nicken en Nonnen hare loffangen en andere
geeftelijcke plichten moeften waernemen. In
\'t inkomen der felve fiet men een feer groote
marmer, onder welcke loan Paltsgraef, en Her-
togh van Pomeren, en fijn gemalin Catharina,
begraven leggen , welcke te famen in \'t jaer
142Ó, andere feggen 143(5,dit kloofter (\'t welck
met fèer konftigegaleryen , die weynigh haers
gelijck hadden, is verciert,) gefticht hebben.

Een halve mijl van daer fiet men 2(((orjf/waer Aïmf,
den Raet der ftadt Neurembergh , in \'t jaer
I , een Academie heeft gefticht , welcke
Keyfer Ferdinand de Tweede in \'t jaer
i6xz
met vele vryheden befchonck , op voorwaerde
nochtans, dat men in de felve geen Dodroren
in de Theologie mocht maken.

Een halve mijl verder leght ^lir^e^amt / een Burgthmn,
der vier voornaemfte Vooghdyen van \'t Burgh-
graeffchap van Neurenbergh, welcke de Burgh-
graven weleer van een Edelman , tcv ï^aunet?
genaemt, kochten: het was eertijts een leen dat
men van de Paltsgraven hiel , en tot
Aitorff
behoorde.

De Labre heeft een van fijne oorfprongen te
S. Helene, en wort de Neder-Labre genaemt,
en d\'andere te Botenhofen , de Opper-Labre
geheeten , welcke t\'famen vereenight tuftchen
Kelnheym en Regensburgh , loopen deur de
Nabe en Siftmu^l / en ontlaften fich in de Do-
nau. De
Sultxe ontfpringt uyt het meir van Mos- Saitzg.
mkhef, dicht by Neumarck, en vloeyt oock in
deSlKmU^f/ komende van en ftorten

fich t\'famen ontrent Kelnheym in de Donau.

Neumarck, de hooftftadt van dit landt, leght mummh
op het meir oft ftaende water Mosyoekher, in een
vermakelijcke en aengename vlackte. Sy is met
een kafteel, de woonplaets der Princen , ge-
fterckt } maer meer beroemt door een door-
luchte Schole, die onder de Keurvorften Palts-

Aa a z graven,

. f!
f\'

I s

.

I 1
i-\'.

\' 1

1  I

-ocr page 292-

Septentrio .

^ it«::

o ^tets laden,

G-aux muit

, , Altdorf

^Wetietbaus

i^/^^A .......

Ut^eltr

^furntiu\'g^

Terri

O B. I M B E U

^rmtiranL

Tffatte»

Jtetaen, iojen.

\\ JÏerietta hofiti

-^JlûpÀ.

{

- AA. \'

etc^enerƒor^

^^^^ .4 ... .. a

\'"ouf^eUt-

./Hayitch

J£f

^------------

ùymatutâ

O)es "

Urs Zandt: ■

G B N S E..

2 0

jti

^ielckelflo/^

^aienfiair

____\\ oiemnet

t ScitaJ? J}ein.\\ t : —^ - ■

AUiejrÏ^

\\Urj "

1 rar^y?^^--.^

r

JSMtxdorfëriet^

iad

Orti isü ^arff^ - \'

Orti isü -

^^ \'üM. iXCemJ/AcJi M

ÎÏV

Ottmie^

-Xvt^tus

\'■etv

O

<lCoÏti$runer mtiM

Cacùut ^

^^etsiaci

-iâo^r^l, ^ Al â-

WöirsTEiw

^ ......

muit

I

* r\'

^Ret^art^^ „

^ aeckelstuci

t... Aa

I J. , .

.....

\'^etxeyietn-

^.........a .vM

tdi

^^ muit -ifi"\'

. . ,,.....Aâa

Getier muit

Huc-verhM

10

Jteniojat-

-dit, ........JL-j

S* ^Mourais

\'3raufi4 mutit Â

-rKUmiacliiau/èfv. ^
__^ iau/ètt

XA . _ . ______t-vO»».\'«^ ■/il^.\'Jtiij

^-^ten/le^ / ^Éi

yfeiJ^^d^if ......

.........../ ■

^en.

- .. Mtnei\'sdoif Zurtt^.e-r^

ü X Iirt ^fchlerj sXi-.

Vifeiv
jSSSi^ ^isnf"

JSoMandeip

fâê:

G-nïi

..A-.......

.....

\\

S TM^IN Ja»^

Jem,fcit^

^ Schttz^endot^

^ercfmy

-ocr page 293-

graven,om de verfcheydenheyt der wetenfchap-
pen die daer geleert wierden, bloeyde : doch
delen roem is byna verdwenen, federt datfe on-
der de Hertogen van Beyeren geftaen heeft.
Hoewel defe ftadt niet onder de Rijcks-fteden
is geftelt, en geen fitplaets heeft op de Rijcks-
dagen j foo vint men evenwel in de Archiven
en regifters van \'t Rijck, datJfe van Keyfers en
Koningen met heerlijcke privilegiën en vryhe-
den is befchoncken, en infonderheyt van Key-
fer Karei de Vijfde, in het jaer 1511, op den
TZ\'j ^^ Worms I en derhalven heeftfe

geenen dubbelen , maer alleen een enckelen
arent in haer wapen. De droeve werckiugen
van den oorlogh hebben defe plaets ( eertijdts
foo aenmerckelijck om fijn gelegenheyt, koop-
handel , en jaermarckten ,) byna tot een mols-
hoop gemaeckt; want fy heeft verfcheyden be-
legeringen uytgeftaen : d\'eerfte was door den
Hertogh van Beyeren , als hy de gantfche Op-
per-Palts vermeefterde ,• de tweede door de
Sweden, diehetmet accoort innamen in\'t jaer
1(532, en behielden tot in\'tjaer 1(534, wanneer
fy, na\'t verlies van den Slagh van Nortlingen,
het wederom verlieten j foo dat het den Her-
togh van Beyeren weder innam, en noch befit,

Defe ftadt leght ontrent een mijl en een hal-
ve van d\'Abdye ©itaDeilbcrg^ ,• en is op den
grooten wegh, die van Wurtzburgh en Neuren-
bergh naer Regensburgh ftreckt, gebouwt. Men
rekent drie mijlen van Neurembergh naer AI-
torf, en van hier een half mijl tot aen ©nat^cn»^
berg^ / en van daer anderhalf mijl tot aen Neu-
marck, als gefèyt is ,• foo dat Neurembergh niet
meer dan vijf mijlen van Neumarck is gelegen.
Kaß^l. D\'Abdye van Kaftellwas eertijdts een der
prachtighfte gebouwen van \'t gantfche landt,
in \'t jaer 1098 gefticht,van welcke de treffelijck-
heyt en befonderheden in \'t breede fijn befchre-
ven door Lazius in fijn fevende boeck van de
Reyfen oft Verplaetfingen der Duytfchen; en
door Bruchius in fijn Chronologia oft Tijdt-
béfchrijving. De kerck, nu niet dan een droe-
vigh gedenckteeken van de rafernyen des oor-
looghs, was foo heeriijck van gebouw, als rijck
in cieraden. Met fiet hier noch het graf en
beelt van @dfn£) @(^ft)eppermail/ een dapper
helt, met dit graffchrift:

yt>mmn tin ci) /

©em frommcn ©cpitJeppcrman it^ct);

waer van de fin is: men geef aen yder fbldaet
van\'t leger een ey; maer twee aen den dappe-
ren @cf;lt)cppermait. Sijn treffelijcke helden-
daden fijn wijtloopigh befchreven door Mi-
chael HebreruSjin fijn béfchrijving der ftaverny
van Egypten. Niet wijt van hier fiet men een
fonteyn van fout water , oft die na fout en fal-
peterfmaeckt, welcke fich verfeit met de riviere
Lauternach,en loopen foo te famen in de Wilze.

Aen de weftfijde vertoont fich aen \'tgeficht
^u^ßu het ftedeken gret)fi4t(em / op de rivieren de
ï^ïn. ©etmalen gelegen , \'twelck dick-

mael door den oorlogh is befchadight, infon-
derheyt in\'t jaer 1(532 , wanneer Tupadel, een
Sweeds Overfte, dat innam , en met vuur en
fwaert,rooven en plondeien^ elendig verwoefte.

: I

I ■ :

;. 1 j

\'i i! ■ i i

i\'. ; ■

1 :M :

■ \'i ; ■

\' !\' :: ■! ■

1

:: s
■ \'

I

: I !

Een mijl van Neumarck leght het dorp Dd- Demmgy
ning^o^ de wegh die van Neurembergh naer Re-
gensburgh ftreckt. Daer na fiet men het dorp
Tes-9Pang3 de
{\\adtHclmayf, en \'t kafteelen dorp
Crc^^aufctt / welcke met een gelijcke tuftchen-
wijdte van twee mijlen van eickander fijn ge-
fcheyden.

Een half mijl van daer fiet men Regensburg,
waer men bequamelijck met fchepen en wagens
kan aenkomen : men rekent van Neurembergh
tot Neumarck vijf mijlen , en van hier naer Re-
gensburgh acht
foo dat Regensburgh niet
meer dan dertien mijlen van Neurembergh is
gelegen.

Dit geweft,de geheele Opper-Palts, met fijne Oudevolc
aengelegen landen, fijn eertijts door de Swaben hren.
en Narifciers bewoont j daer na quamen de No-
riciers, welcke, na \'t gevoelen van Pirckheyme-
rus, door de Romeynen van daer fijn gejaeght:
maer,volgens onfe befte Hiftoryfchrijvers,\'t wa-
ren de Hunnen, die het met gewelt innamen, en
gaven het de naem van Noricien oft Nordgow
; Nordgow,
\'t welck verfcheyde fraye fteden in fich begrijpt,
waer onder Neurembergh de voornaemfte is;
en Amberg, Neumarck, en Chamb, in fchoon-
heyt en rijckdom volgen. Dit lant heeft oock in
fijn omring de Jurisdictiën oft Vooghdyfchap-
pen van Eger, Elenboge, Parenth, Creuften, en
al \'t gene dat onder \'t Marckgraeffchap van C«-
kmhach, d\'Abdye van Akhflat, \'t gebiedt van Stat-
•^eydeySultT^ach, Hippolfleyn
, en\'t Lantgraeffchap
van
Leuchtenbergh behoort. De Pijnbergh, die fes
mijlen in fijn omring heeft, (anders de
bctg^ in
Voigtlandt genaemt,) is feer beroemt in
dit landt, om dat hy in- fijne ingewanden den
oorfprong van vier rivieren begrijpt, welcke,
ontfangen hebbende een groot getal andere
beeken en kleyne rivieren in haren loop , ontla-
ften fich eyndelijck, te weten, de Nabe in den
Donau, deMeynin den Rhijn, endeSaleen
d\'Eger in andere die grooter fijn. Dit geheele
lant, \'t welck eertijts ftont onder \'t gebiedt vaa
den Keurvorft Paltsgraef, en nu in de macht
van den Hertogh van Beyeren, en al \'t gene is
begrepen tuffchen Neurembergh en de riviere
Eger, wort d\'Opper-Palts, oft Oudt Beyeren,
genaemt. Doch Marquardus Freherus, in fijn
tweede deel van den oorfprong van de Palts, ia
\'t vierde capittel, ftelt dit lant liever onder Swa-
ben ; dan onder Beyeren , als hy feght, dat defè
landen aen de Paltsgraven fijn gekomen door
gifte van Conradijn, laetfte Hertogh van Swa-
ben, gefproten uyt de fufter van Lodewijck ea
Henrick Paltsgraven 3 welcke gift door Keyfer
Rudolf d\'Eerfte, met raet en toeftemming der
Keurvorften , wierd beveftight. Men kan oock
uyt de gemelde Freherus, in fijn tweede brief
gefchreven aen D.Gewold, befpeuren, dat Key-
ler Lodewijck de Vierde,Hertogh van Beyeren,
fijnen neve de Paltsgraef begunftighde met de
Heerlijckheden van Amberg,Sultzbach en Hip-
polfteyn , en al de landen en plaetfèn die daer
toe behoorden welck Andreas Ratisbonen-
fis oock getuyght: maer de voorfeyde Freherus
befchrijft defe deeling en verkering veel wijt-
loopiger.

Het

m

I

-ocr page 294-

Nor kt, ^ oft Nortgouwérs

—hebben eertijts gewoont aen

de rechter zijde vande Do-
nau, gefcheyden van de Vin-
delicis door de rivier Lycus
oft Lech, \'tisonfeker wan-
neerfe over de Donau geko-
men zijn, en, haren ouden
naem verlatende, fich Gecn-
fijdts - Donaufche genoemt
hebben ; maer feker , dat
Neurenbergh en de geheele
contreye rontom den naem van haer heeft, niet van Nero.
Want {y niet wel in de oude Wereldt-befchrijvingen ofte
hiftorien ervaren zijn, die meenen, dat Drufus oft Tiberius
in defe plaetfen de Nortgouwérs verwonnen heeft, en een
kafteel gebouwt. De Nortgouwérs dan hier komende, heb- ,
ben in
\'t Swartswalt haer wooninge genomen, om vry te we-
fen van der Hunnen ftrooperyen,en bequaemheyt der rivie-
ren Pegnitz en Regnitz, en hebben daer op een heuvel een
kafteel gebout, en aen den oever van de rivier werkhuyfen
geftelt, om yfer te fmelten en te bereyden, (wantfe hier in
meefters waren boven alle natienj) hebben oock water-mo-
lens gefet tot gebruyck van hare konft. Daer nae vermeert
door voort-teelinge, door de herderen van \'t Swartswalt,en
door andere, die voor de wreetheyt der vyanden in Duyts-
landt vluchten, oft om de winfte gelockt wierden,hebbenfe
een ftadt met grachten gemaeckt. Uyt defe liepen fommige
de wegen van \'t Swartzwalt onvry maken, en in Duytslandt
ftroopen. Welck oorfaeck was dat defe burght, met \'et flot,
Verfcheyde reyfen van de Keyfers Conraden en Henriken
gewonnen en berooft is. Doch hebben de ftroperyen niet
opgehouden, eer dat de KeyfermeÉeenkrijghs-heyr den
heuvel belegert, \'t kafteel ingenomen,en daer een goet deel
huysgefinnen van oude foldaten gebracht heeft, die over dc
ftadt en \'t kafteel,door hem verfterckt,fouden gebieden, en
het nacftliggende bofch van de ftroopers fuyveren, neerfte-
lijck forgh dragende door den Burgh-grave , dat de Nort-
gouwérs van niemant befchadight fouden worden, oft nie-
manden befchadigen. Noch hedensdaeghs houdt de ftadt
op haer koften voet-volk en ruyteren,die het bofch neerfte-
lijck doorfoecken, en de baen voor de kooplieden klaer ma-
kenjen worden daer van het Geleydt
genoemt.\'t Is feker dat
hier een kafteel geweeft is ten tijde van
Carolus Magnus.
Want de hiftorien getuygen,dat, als Karei Tcftilonem Her-
togh in Beyeren foude beftrijden,fijn leger in drien gedeelt
heeft,en den eenen hoop geleyt neffens Neurenbergh,den
anderen by den Donau , en den derden by de Alpes van
Trenten.

. De regeeringe der ftadt was in\'t beginfel by deCemeente.
e^iring. D^gj. nae,ten tijden van Karei de I VjifTe, om eenen oproer
der burgeren, verandert in Arißocratiamyd\'3itiSid.e regeerin-
ge van de voornaemfte geflachten,die men
Patricios noemt,
die tot noch toe foo wijffelijck en rechtveerdelijck de Ge-
meente geregeert hebben.

In defe ftadt zijn drie foorten van burgeren, der Raedts-
heeren oft
Patridh Koop-luyden, en Ambachts-luyden.

Daer zijn acht-en-twintigh oude en treffelijcke geflach-
ten, daer mgn der^Raedt uyt maeckt: welcke beftaet in fes-
en-twintigh perfoonen. Hier zijn dertien Burgermeefters,
die de ftadt-faken beneerftigen, en dertien Schepenen, die
met drie byfitters oft afliftenten in de Rechten geleert (die
men
oock Penfionariifen en Syndicosnoemt)onder de bur-
geren recht doen. Daer mach niemant Raedsheer worden,
dan die de Rechten leert, oft tijtel van Doólor heeft. Uyt
den Raedt, foo in tween gedeelt, worden van beyde zijden
elcke maent de Burgermeefters vernieuwt, op dat uyt elck
deel een iegelijk eens in \'tjaer vier weken \'t hooghfte ampt
foude bedienen. In den Raedt zijn vijf,die de principaelfte
, faken en quaetdoenders onderfoecken, vonniftcn, en ftraf-
fen. Daer is een Land-bailiou, die recht doet aen de huys-
Dupßandt,

HAtrkiu

luyden die onder des ftadts gebiedt hooren. Alle jaer wer-
dender twee bedaeghde, getrouwe , en deughtfame Rent-
meefter; gemaeckt,die de tollen, renten, en inkomften der
ftadt oritfangen en uytgeven. Alle de voorgenoemde Ma-
giftraten,en die eenigh bevel oft dienft hebben,worden uyt
den Raedt en Patricien geftelt. Daer worden van de heele
Gemeente alle jaer twee hondert gekofen, uyt de drie bo-
vengenoemde foorten , om eens in \'tjaer, foo verre den
noot vereyfcht, met de Magiftraet van gewichtige faken
te handelen.

De Koopmans,hoewel daer menighte is, zijn vry van alle Koofluy
laften,en hebben vele privilegiën,waer door fy hare particu-
liere rijckdommen, door den koop-handel niet alleen uyt
Europa, maer oock alle landea des werelts, hier als in een
rijcke fchuur vergaderen.

Onder de Ambachts-luyden worden geen publijckeoft Machtf
particuhere vergaderingen toegelaten,oft oock geen groote lnydm,
gaft-malen,\'t en ware in bruylohen,begraefFenifren,en dier-
gelijcke. Want fy meenen fulcks fchadelijck te wefen voor
de gemeene ruft, om dat men bevint dat uyt foodanige t\'fi-
menkomften der ambachts-luyden dickmael oproer en
tweedracht ontftaen is. Als de gemeene man eenigh gefchil
met den anderen heeft,dat wort niet ter kenniffe der Over-
luyden van de gilden gebraght; maer van twee goede man-
nen, die de Magiftraet terftont daer toe kieft, om ten beften
te fpreken, en den vrede te maken. Soo verre \'t niet geluc-
ken wil, komt de faeck voor Schepenen, die recht doen, en
bevelen de partyen op groote boete malkanderen niet te
quellen. Sy ftraffen fcherpelijcken, om de gemeene ruft te
houden, de vechters, krackeelders, en die iemant gewelt
doen: door welcke ftrafheyt fy \'t volck in ontfagh houden.
Men feydt dat de Keyfer Frederick de 111, uyt Italien tc
Neurenbergh komende,en verwondert zijnde van foo groo-
ten menighte volcks die hem tegen quam, gevraeght heeft
aen een van de Magiftraet,die naeft hem reed,met wat kon-
fte oft pradijck fy,in fulcken menigte,oproer en tweedracht
konden beletten?Die kluchtigh
zrif^oordCimetgoede woor-
den enßagen
} tc kennen gevende, dat men de goede burge-
ren lichtelijk met woorden en redenen konde leyden,maer
dat de quade met ftrafheyt en boeten moeften gedwongen
worden. De felve verwondert van de menighte der kinde-
ren , beval datfe alle, die jonger waren als tien jaren, by de
gracht van \'t Kafteel fouden komen: welcke, als hy lang be-
fien hadde , heeft hyfe pafteyen en taerten gegeven, en be-
looft elck eenen gouden penning te geven, als fy weder ge-
roepen fouden worden. Men feydt dat \'er over de vier duy-
fent kinderen van defen ouderdom waren.

De ftadt Neurenbergh heeft allengskens foo toe-geno- Neursyt\'
men,datfe nu in den omloop 8000 treden begnjpr,en is ge- bergh,
floten met drie wallen en een graft. Binnen
fiet men noch
de muuren en graften van d\'oude ftadt, met de overblijffe-
len van dc gebouwen. Naer \'t zuyden,daerfe \'t verfte van de
rivier leght,is fy breeder,naer \'t noorden enger, en niet heel
rondt,maer met hoeken, om niet licht beftormt te worden.
De ftadts-graft is twintigh cubiten breedt, en bynae foo
hoogh, tuffchen twee muuren recht opgebouwt,daer een ri-
vierken doorloopt,op wiens groene boordt de harten en hin-
den weyden. In den omloop van de binnenfte muur,die dc
hooghfte is,zijn twee hondert vierkante toorens,
even verre
van malkanderen,in welcke de wachters op fekere uren den
tijdt des nachts en des daegs te kennen geven.Op den buy-
tenften muur fïjn bynae oock foo veel toorens, maer kleyn-
der, en daer \'t de kromte der muuren vereyfcht, alle mee
grof gefchut en ammunitie wel verfien. De wallen zijn met
vleugelen bewaert en bricken gedeckt. Daer zijn fes groote
poorten, alle met hooge toorens en bolwercken verfterckt.
De rivier loopt in de ftadt door gewelfde bruggen, van bey-
de zijden met bolwercken verfien, en maeckt terftont twee
eylandekens, waer van\'t een fmal is, \'t ander gerieflijck om
linnen te bleycken en te waffchen met \'et vooiby-loopende
water. Hier ontrent zijn gefonde badftoven. Als de rivier

B b b dooc

|ii

! in.

; 1

5o

Het Gebiedt van

N E V R E N B, E R G H.

-ocr page 295-

Alto^,aauletma

X F R

., _ flCrotenj^acli

/✓o

O

^ I Schttfi^Uty
^ Y ^ ƒ .

O Crerustntil
Laehaß\' O ■ \\ " 7

Hcrtenpach Sinterhnhd q . ^ i rC^i^f^f\' Schtupfenreut

m

4

Vp Ohet^^chMi (^mtemule

ca

d

■MtVtarermti

O Rnnuls^^m ,

Me^febh^ \\ J

^enrzetih^\'^f^^

--^einhojf O j//-

Sterulinß^-

Schi

Al f

/ l\' ^ Steh els chwMul
\'

\' /i

^ S^penhnch
Otettisos \\ j \'^trj^rnck

èherHaxuUj^ich
ó -

Enjeltral
O

■Itn^

O

-^e\'^sehninn

Creroltzper^
O

£.iitf.nher0

j B ^aiarai .

JmlAodamtff,xc\\gudidm. BLlM^.

Oriïïns

Sec

30\\

-ocr page 296-

|n

II

It

„11

li Hl

R

H,

N

G

N

E

B

R

E

E

.

door twaelf bruggen uyt de ftadt loopt, befpoeltfe een pu-
blijcke plaets, daer de jonckheyt met worftelen, fpringen,
loopen, fchieten , en ander eerlijck vermaeck haer oenent,
na \'t exempel van de Spartanen. Langs de rivier fijn menigh-
te van werck-huyfen oft fmiffen , met kooren-papier-yfer-
en koper-mèulens, daer men fweerden, panfieren, helmen,
meffen, vliemen, tangen, ketels, be ekens en braet-pannen
fmeet, en yfer en koperdraet met molens getrocken wordt.
De ftraten zijn breet,reyn,en luchtigh, en met harden fteen
beleydt. Daer zijn hondert en twintigh gemeene born-put-
ten,twintigh canalen oft water-loopen,twee fonteynen kon-
ftigh gewrocht: oock vele marckten, als de oflen-warmoes-
Marckten. vifch-verckens-wijn-kooren-marckt, en andere. De aller-
grootfte is, daer de koop-luyden dagelijcks vergaderen, en,
gelijck men feyt, te beurfe gaen, daer een fonteyn is van ge-
houwen fteen, ver9iert met gout gefneden werck,en groote
uyrgehouwen beelden van kloecke helden. By defe marckt
ftaet de Kercke van de heylige Maget Maria, van Karei de
Geboumn. jy gebout. De huyfen der burgeren zijn groot en wijt.Daer
leght een berghsken bezijden af, verkiert met fchoone woo-
ningen der Patricien, koopmans, en rijckfte burgeren, met
herbergen tuffchen beyden, daer men oock met eeren het
Keyfers hof-gefm mach logeeren. In het opperfte van dit
bergsken zijn twee floten, \'t grootfte heeft Koninglijcke fa-
len en
lange overwelfde kamers, en is de woonplaetfe der
Roomfche Koningen alsfe te Neurenbergh zijn j men gaet
daer van de ftadt op met eenen wegh uyt fteen gehouwen.
Keyfer Frederick heeft hier hangende hoven gemaeckt,nae
het exempel van Semiramis. Het ander flot was de woonin-
ge des Burgh-graefs , nu is \'t een gemeyne fchuure oft koo-
ren-huys van de ftadt. Op dit bergsken zijn drie Kercken,
waer van d\'eene is in \'t Keyfers flot, daer de K eyfers plach-
ten haren Godsdienft te hoorenrd\'andere twee zijn gemeen,
d\'eene van S. Margriet,d\'andere van S.Walburgh. De Raed
heeft in \'t jaer 15 31 de muuren van dit flot vermaeckt, en
met ftercke bolwercken verfien. Neurenbergh is niet alleen
in \'t midden van Duytslandt, maer oock van gantfch Euro-
pa. Want fy met gelijcke diftantie leght van den Codaen-
fchen en Adriatifchen inwijck, en Atlantifche zee, en den
oever van de riviere Tanais. De burgers gebruycken , ddor
den handel met de vier nabuurige landen, oock vier talen,
de Swaeffche,Franfche, Beyerfche, en die van \'t Geberght.
De heerlijckfie Kercken der ftadt zijn die van S. Pieter en
S. Laurens. Daer zijn vier Gaft-huyfen en Godts-huyfcn;
oock een wapen-huys oft wel voorfien Arfenael.

De nacftliggende heuvelen en velden geven fteen,om de
veften,kercken en huyfen te bouwen. Eer defe fteen uytgc-
graven is, kan men hem in fijn weeckheyt lichtelijck hou-
wen ; maer in de Son en windt wordt hy hardt als marmor.
Van defe ftadt fpreeckt Eabritius in defer maniere:

!!l

■ [\'

!!: i \' \'\'

! I

i M\'

ill!

ii;

^a non Germmis efi ulU celehrior oris.
Seu legesfieSies dr fanöïijura Senatus,
Bt ßc unanimi viventes fee dere cives,
Sive tot artifices daros, aquandaque prifds
Ingemay ^ varios luvenumque Senumc^ue Ubores.

En ïulius Scaliger aldus: v
Hunc fibi, cor ruf tas terras Aflraa relinquens,

Fatalißatuitfede tenere locum,
^msyutet horrificofodatas Marte Camoenas ?

Sacra tarnen duplex tempora laurus ohit.
Mart is habe, ^ Phcebifelida tempora lanre,
Sanöiaquefit valido Jcederejunäa ßdes.

Van welcke gedichten de fin is:
Ick ben derßeden roem, waer Duytslandt magh op brallen.
Mijn wetten gaen inßvang, onwinbaer zijn mijn
vpallen,
Omcingelt uan Godt Mars, met toorens, wapens ,fchans i
Altorf verkiert mijn leught met Phcebi lauwer-krans.
Door MagiHraets befiier in ruß mijn burgers leven,
Seer handigh en •vernuft, in konßigh werck bedreven.
Hier heeft Vulcaenßjnßnits, vuur, yfer, koper ^ßael ,
Mercuur met goedt gewin vertiert het altemael.

Het fchijnt dat het Ncurenberghfche gebiedt naer het;
noorden, ooften en zuyden niet is als een bofch, \'t welck be-
vochtigen de rivieren en wateren, die uyt dc riviere Rednitz
loopen, als, Swartzpach, Regnitlz, die door de ftadt loopt j
Grindlach, en Swabach.

De ftadt Altorf leght in \'t Ncurenberghfche gebiedt, al- Altwf,
waer de Raedt een Academie oft hooge Schole opgericht
heeft, in \'t jaer 15 7 5 , den Z5> lunii, gelijck het opfchrift tc
kennen geeft, welck aldus luyd:

Tot leeringe en onderwijfinge der jeught in dè Chrißelijcke
Religie, en in de Latijnfche en Grieckßhe tale, en oliegoede
konßen en wetenfchappen, heeft de Raed van Neurenbergh deß
edele Schole gefondeert ^ enmet folemniteyt ingevoert, in het
jaer onfes Heeren 1575", den 25» lunii , op S. Pieters en Paulus
dagh, als Curateurs en Scholarchen der felver waren Georgius
Walkamfrus, Philippus Geuderus, Hieronymus ßaumgartnerus ,
enfiadts\'vo\'oght Balthazar Baumgartnerus.

Hier van is d\'eerfte Reélor geweeft Valentinus Ery thrxus.
Daer is komen Woonen de geleertfte jonckheyt van Neu-
renbergh,om perfe6ter onderweefen te worden. Want te vo-
ren was te Neurenbergh een Schole redelij ck vermaert,waet
toe veel geholpen hadde Philippus Melanchthon,Bilibaldus
Pirchaimerus, Vitus Theodorus, en Eobanus Hefliis. In het
jaer 1588 is van de Magiftraet van Neurenbergh tot Altorf
beroepen de Rechts-geleerde Hugo Donéllus, en nae hem
Obcrtus Giphanius , Scipio.Gentilis, Conradus Rittershu-
flus s mannen door de heele wereldc vermaert.

ih ■

Hl ii

jM

l\'i \' \' \'

\' ,1\' . ^

\'i: ;

ij-i

i

■f..

-ocr page 297-

\'tGRAEFSCHAP

WER T H E I M.

It Graeffchap, het be-
fte van alle de gene die
Franckenlant begrijpt,
leght als op de gren-
fen , en in een hoeck
van \'t felve , naer de
Wetteraw: ten ooften
paelt het aen Wurtz-
burg ; ten zuyden aen
\'t Graeffchap van Ho-
henloe , en de Neder-Palts 5 ten weften aen \'t
bofch datfe noemen ,• en ten noor-

den aen \'t groot bofch, dat met bergen omringt
is, en van d\'inwoonders wordt

geheeten.

De lucht in defè geweften is fèer gefbnt: het
landt fèlf is overvloedigh van koorn en wijn j
en fèer vruchtbaer in al \'t gene dat de Nature
tot onderhoudt van \'t menfchelijck leven heeft
verordent. De rivieren de Meyn en Tauber, en
eenige andere mindere , bevochtigen dit landt.
Het heeft oock geen boffchen nocht hout ge-
breck.

De hooftftadt van dit Graeffchap is
^dttl / gelegen op de t\'famenloop der rivieren
Meyn en Tauber , en met een fraey kafteel ver-
ciert. Sy behoort nu aen de Graef van Leeu-
wenftein: doch te voren ftontfe onder de Gra-
ven van Stolbergh want Lodewijck, Graef van
Leeuwenfteyn , voeghde dit Graeffchap aen
fijne andere heerlijckheden,hebbende een Gra-
vinne van Stolbergh, erfgenaeme van dit Graef-
fchap, tot fijn gemalin genomen. Defucceffie

Hoedanig\'
heyt.

Wertheyvi,

der oude Graven van Wertheim eyndighde met Grm.
de doot van Michiel, de laetfte Graef van die
hnie , die in de vorige eeuw is overleden. De
ftadt felf leght feer bequamelijck aen de gemel-
de rivieren en is door de koophandel in rede-
lijck goeden ftaet, infonderheyt fèdert dat d\'in-
woonders in\'t jaer ló^i door de mildadigheyt
der Graven van allerley hofdienft fijn ontflagen
en bevrijt.

De ftedelingen volgen de meeningen van Lu- Religk.
therus , hoewel dat Graef loan Diederick, den
Ouden, in \'tjaer i644gefturven , de Catholijc-
ke ofc Roomfche Godsdienft had aengenomen:
defè liet na fijne fonen Ferdinand Karei, en
Joan Diederick , de longe , Graven van Leeu-
wenfteyn, Wertheim, Rochefort, Montagu, Ba-
ronnen van ChafTe-pierre, Heeren van Scharp-
feneck, Breuberg , Herbemont, en Neuf-cha-
fteau.

De plaetfen, die men onder dit Graeffchap
ftelt, fij n de kloofteren ?defenf?em/^oI6ftrc^eti/
en ^rwmbac^ / van welck laetfte , indien d\'Abt
komt t\'overhjden, foo geeft men de fleutel, en
alles wat den Abt toebehoort, den Grave in be-
waring , tot dat \'er weder een nieuwen Abt is
verordent , om in des afgeftorven ampt te
treden.

De voornaemfte dorpen fijn , / Verpen,

^ait^cté^anfm/ mc^elvm/ 2cmfdtf / mu

tm^ofm / en andere. De BifTchop van Wurtz-
burg befit de Ampten van ©c^n^anbcr^ /

imbcw en Sawtcnbac^t

i\'

fl
i:

•i: i
:il I

/

Vußslandt,

Ebb

Het

!

-ocr page 298-

Is

\'35

L. \'JJetxhaci

^%andetjâckef

!> atóis- HiscUetm-

Zellit^eti.

.Ji^etiiaci

-B

^irrèiici

c&Ut&ch^

Cafliwf^

j Jiat\'^^schJietftt\'

^e^aür

\'T^u&rletmtc^

ik

MU

.......

.......

.....

Oletliemaci

k --"r—.....\'\'m^imi?^\'^

IL

C OMITATVS

.WERTHEIM

own tu^ficméîS^/j^.

yt*attvun

.........

I tfert%eiß> «« A X^etiitu« JL ^^

n ........... „ .......

S±eufetdf^\\ ......

Ji^au/hl\' .......

Sac\'keniaci

rRt^rjiH^

ZeU

Tt

OCeUßM

jKtlmria^ ûemuvmaa^ convfmmtoy -

Ijolrr

Jt^J^al

1 i 4 " ....... Scheftetß^cor,

(^eHrrMi\'

// yfthiûS^che.

\' ^Ut<IrMl7etdec1i

ar

Ximtttei-en.

^é^rlach

Stetulach

Ȏt..

ït

\' TColtxlûnJi häufen-

\'JijfêntaJtr

Zitttmem

\'UU

IL

äleul^lem.

...........

...............

, .iL-.

........

Itet^ßlde

C........ , // Xemtlmut\'

....... ..... äL,. ........

é^^efjTtetttt.

Z.Oi^eUt:\'

OJei-iunffen-

r^i^eldir

f\'^.en^aah

..Marckeißetm-

Ige^etn

TjjnJethctch

Smiiß\'ß^

Sfelia

aitdenJ"*

\'WacUaci "

■éÂâ

Xt.-JM^-^attacfi

Jienßfünerl\'d^ Oifér^aalt ^

\'JCach-tel

M.

//

^ ........^

■WinTHJSBM:

I WaltenJtM^

M

/ .k

SchsUfrun

Crsnumf CIi ■

»i- ^^^ ^eßelhrtm.

Œ^etéach

Oßng^eS

^t^ßfonid\'

4\'

ill«\'\' ■

.....c".........

_ ii-îlO^.........

_____ _ C^lUtiier^ -

...... \\

, A

^jjyèller^

i.......

h .
XT éhentîc

a A .........

..iâJ^V......._

U^e^trim-
................./

i .....,

-^emig^e^ \' 4.8" QhrSeh^

......«

l.

\'Tl^lclmß\'

Sch^irnOßair

■ien-

Ct^erifhhitufitu

\'^à\'cket^eU\'.

Ä èchwa^xexl^ li;,-\'""-

4

S(mJerrttJtr...... //P.\'vy-

......... ^■^ÙC" \\ ^cUe^i\'^\'^

^ ^^^ I .........

Z.ß-.^a/iait

ßerßettef!^

Lià^Jendal^

......

......

; :jürßh1aiJeft

ix.T^aréieini

Sriiitig

\'iMh

a:

d\'rlinla

"V-

M

\'ZBnmacJier

I II ..........

^Xemchettihat

/ ^euckv^ Ö-leli^etft

(BoJtttffe.

•clm^e

Ouriçf

a

. \'^w^ckhetm-

5

\'Tifalttintm

, Ju...

ôetx.P\'ge

\'Rewhaf^^^atßti\'

\'^ûier\'t^a.

ZvldeifeUetv

Oher\'^ePen.

rBucheiu

\'\'VitäenKeßach
Xeileißa^

....\'a a r. ..

TSHÓK.Xefttu\'h

\'JCediffenheiireTu

{ thaï.

CL.^

\'^ÈiUn^enier^^

"Heck,

£rîettiaJi

-ocr page 299-

S""

1 .

■m:

. vrV-\'

" .y . ■

-ocr page 300-

Het Hertoghdom

bergh.

t: V\'

W I

T E

Et Hertoghdom Wir-
tembergh , ofte Wur-
tembergerlandt, heeft
fijnen naem van het
oude flot Wirtemberg,
dat bynae in het mid-
den des fêlvigenLands,
op eenen hoogen berg,
niet wijt van de Rijcks-
fladt Eslingen,gelegen
is; hoewel fommige elders defen naem ontlee-
nen.

Dit Landt beflaet byna den heelen flreeck van
Swaben, ontrent den Neccar gelegen; grenfen-
de in \'t Ooflen aen \'t overige deel van Swaben-
landt, Algouw , en Beyeren ; in het VVeflen aen
de Pfaltz, en het Marck-graeffchap Baden, be-
fluyt oock de hooghfte bergen van het Swartz-
waldt; in \'t Zuyden paelt het aen het geberghte
van Mona en de Swabifche Alpen, ( want alfoo
noemen de inwoonderen des felven Landts de
hooghfte bergen ;) in het Noorden light Franc-
kenlandt , en niet verre van daer \'t Ottenwaldt.

De Locht defes Landts is gefont, des fomers
feer
bequaem,endes winters wel getempert:be-
langende de vruchtbaerhey dt, magh dit Landt
wel met de befte gedeelten van Duy tslandt ge-
leecken
worden j want het van koorn,wijn en al-
lerley
andere fruyten feer vruchtbaer is; doch en
heeft niet over al een gedaente , en is deurgaens
niet even vruchtbaer : want het gewefte daer de
Neccar ontfpringt, en \'t welcke grenft aen
■ \'t Swartzwalt, als oock ontrent de Swabifche Al-
pes (tuffchen den Donau en den Neccar) is feer
rou, fonder wijnftocken , maer om beeften te
voeden genoeghfaem bequaem. Het landt tuf-
fchen de Alpen is wat fteenachtigh , doch tame-
lijck kooren-rijck; en hoewel op de hoogfte ber-
gen des
Swartzwalts de grondt feer root en fand-
achtigh is, nochtans
is hy matelijcken goet en
vruchtbaer; maer daer de Neccar fich uytbreyt
over het vlacke veldt, is het feer geluckigh, wel
(xefegent,en overal totvruchtbaerheytgeneygt,
en geciert met fchoone wijnftocken,groene wey-
den, koorn-rijcke ackers en boomgaerden.

In dit Hertoghdom zijn oock filver-mijnen ,
niet wijdt van Wiltbergh j en men wil feggen,dat
de geheele ftad Bulach gebouwt is op koper-mij-
nen. Yfer en koper brengt dit Landt oock over-
vloedigh voort, insgelijcks veel fchoone ge-
fteenten van verfcheyde koleuren, infonderheyt
van hemels-blaeuw j alfoo dat het fchijnt dat de
natuur fich onderftaet alhier edele gefteenten
voort te brengen. In dit Landt worden oock ver-
fcheyden foorten van beeften gevonden , infon-
derheyt veel wilde dieren in de boffchen.

In Wirtemberger-landt fijn oock veel genoeg-
lijcke meiren en rivieren, van welcken de Brentz
de voornaemfte is, die nimmermeer en bevrieit,
oock in het hardfte van de winter. De Neccar
Ijuytskndt.

Naem.

Crenfen,

Locht.

Vrucht"
baerheydt.

Mijnen.

Dieren.

Eivieren.

Neccar.

loopt midden door dit Landt, en fleept veel an-
dere rivieren met fich tot in den Rhijn,te weten,
de Nagolt, Entz, Remfz, Kocher, lagft en Filtz;
de Brentz vermengt fich met den Donaw. De Bergm,
bergen defes Lants worden, van wegen hare wit-
ticheyt,Alpes genaemt
Want de witte keyen en
fteenen, die daer op groeyen , feer verre konnen
gefien worden: fy bekomen hier en daer fom-
wijlen nieuwe namen, als de Schera, Albuchus ,
Hanekamp , Hertfeit, &c. De Swartzwalt ofte Bechert,
Sylva Hercynia en Martiana verfpreyt haer het
gantfche landt door,en krijght oock na de plaet-
fen ofte fituatie , verfcheyden namen
, a s der
Aibucherwalt,der Stubenthalerwalt,der Swartz-
walt, Odenwalt, &c. De inwoonders defes Her- Inwoorédc\'
togdoms fijn, van wegen hare dapperheyt in den
oorlogh, vriendlijckheyt, ftantvaftigheydt, en
yver tot haren Godsdienft, feer beroemt.

Dit Landtis in\'t jaer I4P5 tot eenHertogh-
dom gemaeckt, als Keyfer Maximiliaen, op\'den
Rijcks-dagh te Worms,den Grave Eberhard van
Wirtemberghmet den tijtel en digniteyt van
Hertogh verheerlijckte. Eberhard de tweede
Hertogh, bleef nauwlijcks twee jaer in\'t Herto.g-
dom, maer vlood met al fijngoudt.filvergefchir,
en kleynodien, eerft naer Ulm, daer nae tot den
Paltz-grave, en ftierf uytlandigh fonder kinde-
ren. Als toen wierde Ulrick, neve van Eber-
hardt, tot Hertogh gekoren van Keyfèr Maxi-
miliaen defe wierd in \'t jaer i j ip van de Swa-
bifche bontgenoten uyt fijn Landt gejaeght, en
verdreven, om dat hy dé Rijcks-ftadt Reutlin-
gen, die in \'t felve verbondt begrepen was, inge-
nomen hadde. Nae Ulrick fuccedeerde Chrifto-
phorus , en na Chriftophorus volghde fijn Soon
Lodewijckdie tot erfgenaem en fuccefTeur na-
liet Frederick, Sone van Georgius Grave van
Montpelgart.

ïndefe contreye hebben eertijdts de Intuergi Oude
gewoont, (welcke volckeren Tfchudus en Rhe- ^"""deren.
nanus
Withmgos heeten ,) en de Teciofages.

Dit Hertoghdom is by-na circkel-ront, en be-
grijpt veel fteden, waer van Tubingen en Stut-
gard de voornaemfte zijn. Tubingen is een Tübingen.
^:hoone ftadt, gelegen aen den Neccar, heeft
rondtom een vruchtbare landouwe en een over-
vloedigh koorn en wijn-gewas, daer mede oock
de na-buuren gerieft worden: aldaer is een ftee-
ne brugge over de Neccar , en oock een flot, en
een vermaerde Univerfiteyt, in de welcke eer- ^c^emie.
tijdts gefloreert hebben loannes Stofflerus, Leo-
nardus Fuchfius, en Martinus Crufius: alwaer te
defer tijdt fich onthoudt, en in de Orientaelfche
talen Profeffor is, dien feer geleerden Mathe-
maticus Wilhelmus Schickardus. Defe Univer^
fitey t is opgericht van Eberhard Grave van Wir-
tembergh, in \'t jaer 1477. loannes Heroldus in
fijn tradaetjen van de antiquiteyt van oudt
Duytslandt, wil bewijfen uyt een feeckere oude
infcriptie aldaer gevonden, dat de Keyfer Cara-

C c c calla

t r

\'i: • ii\'.\'\'\'

i^ïiri
H\'lil!\'

f iif ï:

rNii

\'i . ;i

= i

I ^

^ I

I

-ocr page 301-

m

a^fih^im

^jt^chhmul

TIN A T V S

m

A/

Utiex-efL

Pal A

^^^-■GtntmA

OÄ\'i?/\'^

o

^ S^tui^^ O Q Ley

3"

Loh^rf-U

P A R S

^\'"^^axthaufiit-

I Jlg^irU^nhe.

Hchytatt

MilfiUA,

i Spter

I ^OjTj\'lt

. "lOttii^ti.

o

O nlffA^k

WIRTENBERG

D V C A T V S .

A /

o

^ Surixsn.

Limburg

Germerjcn-

Catxe

\' ft^^-i-\'L-U ff^rra-\'

S toomterger
Vorfl

I

;L 1MB VR G
t

•fchaft

Her:

.....cr^

0/0 .......-fV^/

o

J^lillutrtit Crermamcd cmmntinia.

anfillj

\'Rhein Zah^rtL-:^

O GranhacU

C:: O V^ Ö o iy lu^thardt-

Stain..

\\ . .0 .

O n fli } - Vrmdibj.^h

Batfilu^\'h enßß^;^ O rj; -

Humkingun t.^\'S- , R^ch^i^l,

■ceti^""^
.rtf\'f"\'

CUini

\'ei^cnbur^h

Relc W^J^Vox-Ä \'^\'"J^\'-\'l^Mafl^

■r—^ llTAl^rhach / >-

S T lw A N G

\'Mwrhar\'^

%

CA^uUfftv t

\\ o lOehxacl

^aull-r.

EUi-^\'an^

-Plo/bk

H-a^enhiich

ICUima Q

O Zici^i.

^ I ^ r I

Zuiet\'huty

tn^cn

ffartzhetm t ^^^^^^ Tlctxtn^^

^ tnu\'U

I UF E R I O

Seltz

I OiM-^

......_

A D ) Comit

PARS

I/eo>i

"\'(^munnjt-

■ - ^ O Remm, ^^\'\'«tt .„0 „ ■,, ^^ Z.

DtUtnaj

JTaicleiili aimer VorA

o

ZcU

« > O

p Sclioriiiiori&r

^Sclmehxlult Ojfaita

Xuicn

¥

-U^WaJL li

l^ri^nhsirrL-

i ...... 2

JlaiJrtliamJ

........

. ViM^\'^-vZ

Mißnl^l ^ xMt

Z^ui^iiia

^harßa.\'.

XaT-M^

ft ^ _ Ti I I" n Ce

GunJ^ljin^

V "W^iA Vttr.

.0 ; i ^ ......Q

\\

I Tleulcnlach

k \'Renege

Schanenhcr,

nJe\'d" X ^ 1. >

- Q GfUlhiM ƒ

O

O y

G^Uß

Sen-

^ """"Ho. ^ <_

O^ V.\'if o \\ ......

\'^abuT\'^

k

o d

Q BunJm-f

O

JCn^rin^cn.

mm-"

\'f ® J^/ , ^lO.-U. a \' S ■MJ,\'^\' ■ ^ O^lifnlui-^ ). " A ■ " I " ƒ M^^uttinjtam^ a

_______--TVi-—kUcnUH: JVJxii^^ V /o ..ij "C," ƒ * „a ff^

TlW.-«.

hlaßn

JZtrt^tthur\'^

<jhauß:n

ßu/yaj^

^

\'{•vu

Zatmn^

®Die Raucli o Alt,

M .v^/

lOiUlm^

^ A^Jchlst- -44

o A

O

BokA^rfl

—o

H E LFFEN S TAIN Comit

O Vhrf^rm^ctt-

I^lchtn^cr" j

Ä J

a.,.,

1 ..»X . HercßetterL

A

■ %J

Stzhurj

I RacLatSsJiiir^

-iriaci

^yjentie

Jnk

{^rauenccU

Schuanri-alL- I

\'T-\'"^ C„

Suk*

Dtfchutü ^

\' Schr^ztnhc

ßl^\'ci /I

^K.\'ttcrfla

Schtrnk^

!

ak

Rcßnfia I s**""® O

a^^ßm^O Oßctß lOK Schattit"V

l}tit£rcn. O -d^srnmcf^\' / -

haufit O Crtx^ f

Q XOallUA

Jlaienmnßgr- ^^^ ^CmU -- ® -

zWfaltcr

JUrchJL

\'/ o

Rcrt

o

Ehm^

2.0

ruß,

\'Densnha^h

ƒ J Heppacl,

B.ilixhatm
O

o

CuitctixA

fir"

^ ......

?, Uetnn^

atl^d

■Jja

Latihacl^riai. ^^

; X^fiihracl

^ Otisnii\'eilcr

o

i ICclmmtz

nJuTturlm^

J Ratt^alL

Wcßer-lami ^

I-

o

"l) tnincnAcr^

\'^\'tmat^ßveiUr

SauUea.

Kcrn.-

\\ \'V Henheum

O

\'Sftrh/tw

Y I ^ ^J^^^VUyl

l-l\'X

LIfÄ»- - K

S V E

J"t^mertn^en.

—^tcmmin^cn

It intAil.-f _

o ScU^ßfinlft^ jy^ O

^.ßL. nB A A Comit, p

-^JiSijl, V V ScyO^

„4 oVs. V\'^.A^aVo^\'a\'

iCmtlhitr^

V A I R .s

o

Ohcrßiic:}>

O

»AtetldiJr^

) vu-uh

.....

,4luten

JJuttlt\'na

jVeL LETS! BV Ji C Cow.

Beunit.

A_.oC

401

-ocr page 302-

, W I R T E M

calia te Tubingen zijn wooninge gehadt heeft ;
\'t welcke ons oock Petrus Appianus in fijn boeck
der oude fchriften , aldus vertoont:

MAX. IN
AVG. EM. GER. MAX.

DAC. MAX. ARM.

MAX. TRIB. P.

COS. ET.

De felve Heroldus heeft defe infcriptie in haer
geheel gelefen, foo die te Romen ter eeren des
felven Keyfèrs geftelt ïs, op dusdaniger wijfè :

IMP. C^s. DIVL L. SEPT. SEVER. P. PERT.
AVG PARTH. TARAB. ADIAB. F. M. AV-
REL. ANTONIN. AVG. SARMAT. MAX. GER.
MAX. DAC. MAX. ARMEN. MAX. BRITAN.
MAX. ARAB. MAX. ALEMAN. MAX. PARTH.
MAX. P.E. PONT. MAX. T RIB. POTE. Vl. COS.
PROCOS. PERPET. LEG. VIII. A N T. AVG. P.
E. EIVS. NVM. DEVOT. PRIN. OPT. FORTIS.

Stutgard is de hooft-fladt, en de Vorftelijcke
refidentie, niet wijdt van den Neccar gelegen.
Van defe ftadt heeft oock het Graeffchap Stut-
gard fijn naem : fy is eerftmael gebouwt van de
Wenden, daer nae wederom gereftaureert van
Marck-grave lohan de eerfle, Keurvorft van
Brandenburgh,enOtto de derde. In\'tjaer 1290
heeft Albertus de IV, Marckgraef van Branden-
burgh en Vorft van Anhalt, een fone van Otto
de vierde, defe ftadt ten houwelijck gegeven
aen fijn dochter Beatrix, de welcke trouwde met
Hertogh Henrick Leo. Defè ftadt light in een
feer vruchtbare landouwe ; en \'t is naulijcks met
woorden uyt te fpreecken, wat groote menighte
wijns jaerlijcks daer ontrent waft. Defe plaetfè
heeft loannes Capnio , gemeenlijck Reuchlinus
geheeten, (een treffelijck lurift, en in de drie
Spraken ervaren, de welck oock de eerfte is ge-
weeft , die de Hebreeufche tale in Chriftenrijck
geleert heeft) feer vermaert gemaeckt.

De ftadt Reutlingen light oock in dit Her-
toghdom aen de Neccar, en is in \'tjaer 1240,
andere feggen 1282, van Keyfer Frederick de 11
tot een ftadt gemaeckt: en is nu van wegen de
papier-meulens fèer beroemt.

De andere fteden defes Landts fijn oock ta-
melijck playfierigh , fbmmige der felver oock
met floten en kaffeelen gegiert, te weten, Vrach
aen de riviere Amer, Nirting , Kirchena, Heil-
bron , LaufFen , Pinicheym het flot Aspergh,
Greiningen, Marbach , Gantftadt, Wayblingh,
SchorendorfF, Geppingen, FiefTen,eertijdts
Alud-
tacum, Heydenheym , Wiltbergh , aen de riviere
Nagolt gelegen, \'t vaderlandt des voortreffelijc-
ken Werelt-befchrijversDanielis Cellariij Her-
renbergh, Rotenburgh, Hechingen, een vrye
ftadt voor de loden en ballingen: en veel meer
andere, welcker namen en fituatie men in defè
Kaerte befchreven vint.

Statgard.

ReutUfigen.

ändere
pedsn.

Dit Hertoghdom is het voornaemfte deel des
Keyferlijcken Swabifchen Kreytz j en om dat
het alleen onder andere fèer net en curieus van
Georgio Gadnero en David Seltzlin befchreven
is j foo fal ick hier den Swabifchen Kreytz ge-
heel en al, in fijne Standen afgedeelt, voor
oogen ftellen.

De Swabifche Kreytz vervat driederley ftan- Swabi-
den , waer van de eerfte is de Geeftelijcke ftant, ^^^^
ts.
de tweede der Vorften , en de derde de vrye fte^
ften.

In de eerfte fijn begrepen de Biffchoppen van
Chur, Coftentz, Augfpurg j de Abten van Kem-
pten , Reychenaw, S. Gal in Switzerlandt, Sal-
mansweiler, Weyngarten, Weiffenouw, van
S. Blafius, S. Peter, Maulbrun , Schafhaufen,
Steyn am Rheyn , Kreutzlingen, Petershufen,
(\'t welck light ontrent Conftantz en aen de
noordfijde van den Rhijn) Einfideln Pfeffers ofte
Pfefiicon, S. lohan im Thurthal, Schuffenriet,
Rockenburgh, Ochfenhaufèn , Koninghsbrun,
Marchtal, Elchingen , Yfne, Munchrod, Aurs-
bergh, Yrfee, Gengenbach, Schuttern, Difidi-
feni deAbdiffenvanLindaw,Rottenmunfter,
Buchauw, Guttenzel, Beund , Heppach, der
Teutfch-Ordens-meefterinElfazenBurgundien.

In de tweede, ofte de Vorften ftandt, fijn de
Hertogh van Wirtembergh, de Marek-Grave
van Baden, de Graven van HelfFenftayn,Wyfen-
ftang, Oettingen, Lauffen , Montfort, Furften-
bergh en Eberftain, Zollern, Bultz,Lowenfteyn,
Tubingen, Kirchbergh , Tengen ofte Dungen;
de Vryheeren van Gundelfingen,Waltburg,Ge-
roltzeck,Ober Helwenjde Heeren van Stutgard,
Tuflen, Sonnebergh, Falckenftain, Kunfeck
en Kunfeczerbergh.

In de derde ftandt hooren de Steden Augs-
purgh , K aufbeurn, Ulm, Memmingen, Kem-
pten, Bibrach,Leukirch, Yfne,Wangen,Lindow,
Ravenfpergh, Buchorn, Vberlingen, Coftentz ,
Pfullendorf, S. Gal, Schaf häufen, Reutlingen,
Eflingen, Gemünd, Weil, Heylbron, Wimphen,
Hai in Swaben, Dinckelfpuel, Bopfingen , Gen-
gen , Alen , Nordlingen , Donawerd , Buchaw ,
Offenburgh, Gengenbach , Zel in Hamerfpach ,
en ~

ifl ! ■

\'5

-ocr page 303-

t:

illli •

i!

fi

SWABENLAN D T.

beyde zijden van de Donauw, tot onder toe leggen, en hcb^
ben alle overvloedt van koren, haver, viffchen , vogelen,
wild-braed, ooft, weyden, velden, vee en boomen, maer
geen wijngaerd; doch krijgen wijn genoegh uyt andere lan^
den voor hare waren.

Hier zijn noch de Graeffchappen Zollern, Nellenburgh
en Baar.

^______^ , ^ Aen dees zijde van de Donaw leggen het ftift EIwang,hct Ej^yavff,

gantfche landt vorfcheyden Graeffchap Helfenftain, en meer andere, die wy om kort-//^z/c^^\'
Heeren toebehoort. Een heydt voorby gaen. fiam.

deel befit het huys van Oo- De Boden- zee, die tegen het weften light, wordt in het Boden-zee,
ftenrijck in erfdom. Het Latijn Lacus Acronius, Lacus Brigaminus, ofte Bodamtcus ge-
meefte deel heeft de Hertogh van Wirtenbergh. Hier fijn heeten; is een groot meir, welck Swabenlandt van Switfer-
veel vrye Rijcks-fteden. En een deel ftaet onder de Herto- landt fcheyt, en is lang tuffchen de fes en feven mijlen, cn
een van Beyeren. omtrent twee mijlen breedt. Tuffchen Rofchach en Buc-

Van dit oudt en wijdt-beroemde volck vermanen alle de horn, drie mijlen breet, en by Menbung, foo men feydt, by
Italiaenfche Hiftori-fchrijvers. Sy hebben eertijdts (gelijck d^ 590 vadem diep. Sy wort gedeelt in de opper en neder:
Ptolemseus, Strabo,en andere feggen) aen de rivieren de El- De Opper-Boden-zee begmt van Lindaw af,en ftreckt haer
ve, en de Suevo gewoont. Nu ter tijdt is haer landt veel tot het flot Podmen,van welck fy den naem Ptf^^w/V«/heeft,
kleynder, en het opperfte deel van Duytflandt. als oft men wilde feggen, der Podmen-zee, welcken naem

In \'t noorden grenft het aen den Opper-Pfaltz, in \'t 00- verandert is in Boden-zee. Andere feggen, dat hy van zijne
ften aen het Hertoghdom Beyeren, in \'t zuyden aen Swit- grondeloofe diepte alfoo genoemt is. De Onder-Boden-zee
Celkr-üs,
ferlandt, en in \'t weften aen Elfas. begint van Coftnicz af, en is gantfch kleyn; wordt oock van

Dit landtfchap is (gelijck lohannes Aubanus, in lijn Cell, een ftedeken daer aen gelegen, de Celler-zee gehee-
fchoon traaaetjen van de manieren en feden der volckeren, ten. De Rhijn loopt midden door beyde defe zeen, waer in
fraey fchrijft) ten deele eflen, ten deele berghachtigh. Het noch vele andere wateren vloeyen, als de Bregentz, welcke
- aerdtrijck is foo vruchtbaer, dat
\'er geen plaets is die niet be- uyt het Bregentzer bofch komt^ de Arg,Libach,Schus,Ro-
woont en wort, behalven daer meiren, bergen ofte boffchen fchach, Steinach, en andere verfcheyde kleyne waterkens,
zijn. Het is vruchtbaer van koorn, en vee, heeft oock vele van welcke defe zee in de fomer omtrent twee vadem hoo-
boffchen, \'t welck daer menighvuldige jaght en vogelvang
ger wordt. Sy blijft fchoon, helder en klaer, en is om haer
veroorfaeckt. \'t Is een gefondt landt, vol fchoone fteden, diepte niet troubel. Het gantfche landt rontom de Boden-
dorpen en floten. De kafteelen zijn
hoogh, en door de na- zee is uytermaten vruchtbaer, en overal met fchoone floten,
ture en menfchen vernuft en arbeyt fterck. Uyt de bergen dorpen,en fteden befet,waer onder fijn vier Rijcksfteden,ais
haelt men yfer, filver , en andere metalen. De inwoonders Conftants, Uberlingen, Lindaw, en Buchorn: als oock de
zijn
koen, fterck, en ftrijdtbaer ^ welcke Plutarchus daerom ftadt en Graefichap Bregentz, daer van defe zee Lacus Bri-
de voornaemfte der Duytfchen noemt. Wiens lof men feyt gantinus genaemt wordt. Oock zijnder noch de Eeder-zee,
foo hoogh geklommen te zijn, datfe, door vroomheydt en Alb-zee, Weiffen-zee, en andere.

wapenen, de regeringe der weereldt verdient hebben. Het Hier zijn vele en groote rivieren,waer van de Donauw de Rivkren.
is de vierde Kreytz des Rijcks. grootfte en fchoonfte in Europa is, welcke fijnen oorfprong

Opper-Swaben, dat men AllemmnU heet,nae het lac Le- in dit landt heelt, by een fonteyn op den bergh Abnauw :
mano, foo fommige meenen, begrijpt meeftendeel alle het wiens befchrijvinge in het lang ftaet by de Kaerte van de
gene , dat de Rhetiers en Vindelici in haer poffeffie gehadt Donauw-ftroom, by ons uytgegeven, en hier voor geftelt.
■ hebben, en wort in \'t noorden met de Donauw, in \'t ooften De tweede naeft defen is de Iler-ftroom, die zijn beginfel ji
met de riviere Lech befloten ; aen \'t zuyden ftoot het aen de neemt in de Alpes, en afkomende door het Ilerdal, pafleert
fnee-bergen, en tegen \'t weften aen de Boden-zee. voorby Kempten, Buxheim, Keimuts, en valt een weynigh

Het landfchap Algow grenft in \'t ooften aen Gelach, in boven Ulm in den Donauw.
\'t noorden aen den Donauw, in\'t weften aen de Boden- De Lech, mede een fchoone rivier > heeft zijnen
oor-Lech,
zee, en in\'t zuyden aen de fneeu-bergen. Het is een rouw fprongin de Alpes, by een dorpEIpele, ennederkomende
en koudt landt, maer heeft fchoone en ftercke luyden,vrou- uyt het Lech-dal, pafleert Reure,Fuffen,Sconga,Augsburg,
wen en mannen, die alle wel fpinnen konnen i en wordt het en ftort een weynigh beneden Donawert in den Donauw.
fpinhen, op de dorpen, den mannen voor geen fchande ge- De mindere rivieren zijn de Bregentz , Ober en Onder
Mindere
acht. Daer is oock overvloet van vee,als koeyen en paerden, Arg, Schus, Ablach, Rifz, Rott, Efchbach, Gantz, Mindel, »\'^wrf«.,
infonderheydt van fchoone jonge veulens. Draeght oock Smutter, Wertach, Sinckel; en aen dees zijde van de Do-
fchoone tarwe cn gcrftc,en is met veel dennen boflchen be- nauv/, Luchart, Blaur, Lon, Brentz, Egweid, Kochern , en
fet; en van vele beeken, rivierkens, meiren, en diergelijcke ontallijcke veel beecken, en mindere waterkens. De Nee- ,

doorwatert. kar neemt oock fijn beginfel in Swabenlandt, en ontfpringt \'

Aen de fijde van de Donauw zijn noch ettelijcke landt- een mijle boven Rotweil,loopt door \'t Wirtenberger-lant,en

fchappen, gelijck men in de kaerte fien kan, als de Alb, een valt in de Neder-Pfaltz,benedenHeydelbergh,in den Rhijn.
berghachtigh, fteenigh en rouw landt, welckers grondt en Swaben heeft oock zijne bergen,infonderheydt tegen het Bergen,

velden foo hardt zijn , dat men fomtijdts twaelf oft veertien zuyden,daer haer de hooge Alpes opdoen, die,foo wel in de

offen , neffens twee paerden, in de ploegh moet fpannen. fomer als in de winter,boven met fnee bedeckt zijn, foo dat-

Hier groeyt veel koorn,haver, en garfte j heeft oock allerley fe oock de fneeu-bergen genoemt worden: noch zijnder de

vee, als offen, koeyen, fchapen, en verfcheyden wild-braedt. bergen Rukfteig, Thenheim in Loch, derGrenten, de

Aen defe contreye grenft oock het landeken Albuch,het Gach,der Pijler, &c.Aen defe fijde van de Donauw in \'t\'ftift
welck berghachtigh en rouw is, en veel heyde en boffchen Elwang, is het mede berghachtigh, als oock in het Swartz-

heeft, als oock veel fchapen, vogelen, wildt-braedt, maer waldt.

weynigh koren ofte haver. De rivier Brants fcheydt het fel- Dit landt is boven maten vol dorpen, vlecken, floten, en c j

ve van Herdveldt, \'t welck van eener natuur is als het voor- fteden, waer van de principaelfte Augsburgh is, welcke fom- ^^mUi

feyde. , Augttfia Vtndelicoruht.^n fomwijl ^ugujla Rh^torum tre-

Het Donauwer dal ftreckt hem van de Donauwer oor- noemt wordt,aengefien Rhastia in fich begrijpt Rh mam

fprong af, tot beneden aen de Lech toe, en is wel bebouwt guUrem , en VindelicUm, welcke de Lech van malkander

met fteden, dorpen, en floten, welcke nae malkanderen aen fcheyd.Tacitus noemt Augsburgh de treffelijcke Colonie in

VupiUtdt. D d d dg

dat

E Hiflodcn
Swabenlandt
Koninckrijck was ^ welck nu
maer een Hertoghdom is ,
hoewel geen Vorft in het
Roomfche Rijck den tijtel
des Hertoghs van Swaben
gebruyckt , aengefien dat

getuygen
eertijdts

E^nip f*»
Rtjck:

een

1!

l ■

O

Onder ver\'

fcheyden
Beeren.

Gre»fèn.

Landts

Mïdt,

VrtichthacY
hip»

ii\'.i

Oppet-
Su^aben»

Talen,

Algow,

De Alh.

Aihneh.

!

JJeïdvelt.

Donamver
dal.

J ï!

f V

! \'i.

i

\'1 i\'M;i;i

! ii

1 ^ <

-ocr page 304-

. ^ S-ETTJilfTRJO , ................... ......... .

Tuchart C \'7rmveil\\«L.

\'aeity ■

SmJe-rmj

. laxtha

Zo,

fO

iiiiiii__

^rattchtiab

Chei\'bach

. T I \\N ^ TVS

aSTotarum explicatie

lUrhs in^ertaiis .
t\'Vrhs .

Jjk

iMcna/ierutnty.
O J\'/^i/j\' .
^^ IBalueiutu^_

Inrtt^

O^erjhitmy

i-E

Saltx,,

Ml

\'haf

^f^^J\'^sOt/aatzertaw

\'■.xt

CrCfJt

bur?

^ Int\'^S O

Sittt

mj -O

M

I

M

eurn «-» K

\'■mci^a^
^ufJarf

„en.\'

^etlerfu

xhavM

iß*

J.iefinf\'rf\'"\'-\'\'

Saej^ach

vnveft

"We&efriftttL

l^efitriet—,

iXtnäi"""

y O

r

w

ff lEI

■n^en

JHk ^s^W^\'^f

if"

^"^^^-^Taeh^ J^SdîùrS

O

"lomf.

I/eutla\'t

O II. \'S

ir/i?»^-

O

OJ^ar

S

\'i^ha

laraniji

éfd-

^^^\'ijC a^\' O » O

rn^

XirehßuchL

w

tUnh

f^orttaeL

an/di

Vtlivk-tt^

! I \' tf,

^^re^cnix

\\XaryiiTz

\'svFvm

I^OVA

TABVLA.

^ \\ J.^ùrjret

^jRieJen

O

f7

. ^ J^mhttra o^---.?^-\'

^ JijHieiwjrL

"^^v ^ - > ;; w -
^
o uM R \'^\'\'\'/ï V
so^y

■Kotl

Qiycft.

Miliaria Genimnicoi\' conimtinicL.

^

\'\'i^ Will.

\' amstelodami.

[ ^\'Vtznaelj.

O

^SBettJenc. w I /•

-, f......................icgaair^l-^-^^^^ ^ ^^^^_^ ^ ,, --

vVv V r^v V V V V V VV^S^V \'V V V

-ocr page 305-

w

N

D

N

Ti

B

E

dc Rhctirdie Provincie: want om dat het waerfchijnlijck is,
dat de Vindelici oock aen gene zijde des riviers een deel
iants ingehadt hebben^ is \'t geen wonder, datfe
Augußa Vin-
//ffgenoemt wordt, hoewel fy eygentlijck onder de
Provincie der Rhxten hoort, gemerkt de Vindelici,die aen
de ander iijde van de rivier woonen,van dit deel haren naem
oock hebben. Want de rivier Vindus ftort lich in de Lech,in
de provincie der RhiEten; en aengefien de t\'famenloop van
defe twee rivieren by Augsburgh gefchied,wordt defe ftadt
Augußa Vindelicortm genoemt. Sy is feer oudt,en voor \'t be-
gin van \'t Roomfche Rijck onder de Rha^ten enDuytfchen
beroemt. Den naem Augufta heeft zy van Keyfer Auguftus,
die een Colonie daer henen gefchickt heeft,gelijk oock ve-
le andere fteden haren naem van de felve Keyfer hebben :
a\\s Augnßa AcilU aen den Donauw, Augußa Aufciorurn in
Vranckrijck,
Augußa Bracarum in Spanjen, Augußa Emerita
in Portugal, Augußa Euphrateßa in Comagena, Augußa Raw
racornm
aen den Rhijn, &cc. En het fchijnt, dat men volck
heeft gefonden, om in dc fladt te woonen, tot hulpe tegen
de rebellen , en om de bont-genooten de Roomfche wetten
en manier van leven te leeren,korts na dat Tiberius en Dru-
fus Rha^tien en Vindelicien verwonnen hadden. Van
Augu-
ßa,
en het Duytfche woort purg/ is de naem Augspurgh ge-
maeckt ; welck beduydt, Trvpyov, burght, oft ftadt van Augu-
ftus. Sy wordt nu onder Swabenlant gereeckent, federt dat
de manhaftige Swaben haer over den Donauw begeven, en
defe plaetfen befeten hebben. Nae de groote fchade door
Attila gedaen,heeft de ftadt weder begonnen op te komen,
onder de regeeringcTheodorici derOftrogotenKoning.Als
de Swaben de Romeynen verdreven, haer over den Donauw
binnen de Roomfche palen begeven,heel Rheden bemach-
tight, en met de Alemannen beraetftaeght hadden om. de
Francen te verjagen,zijn fy by Tolbiack verwonnen: van die
tijdt is Augsburgh onder \'t gebiet geweeft der Koningen van
Auftrafien,totKarel Martellustoe.In\'tjaer 105 i,den eerften
Februarii,heeft Keyfer Henrick de Swarte in defe ftadt een
Rijcksdagh gehouden. In \'tjaer 1077, beeft Rudolph Her-
togh van Swaben hier oock een Rijcksdagh gehouden, met
de Legaet vanRomen,als hy van den Paus Alexander de III,
Keyfer gekoren was, tegen Henrick de IV. Onder Keyfer
Sigifmundo heeftfe groote vryheden en privilegiën verkre-
gen. In\'tjaer 1490\'heeft Maximilianus van Ooftenrijck,
met zijn fone Philips Aertzhertoge, Izijne feeftdagen in defe
ftadt gehouden , en op verfcheyde tijden oock veel Rijcks-
dagen. In\'tjaer 1518 heeft Lutherus, op den Rijcksdagh
geroepen zijnde,hier zijn geloof beleden.En in \'tjaer 1530,
onderKeyferKarel deV,hebben de Proteftanten van Duyts-
land, op den Rijcksdagh alhier de belijdenifle haers geloofs
overgeievert, die men daerom de Confeflie van Augsburgh
noemt. Vijftien jaren daer nae is in defe ftadt een religions
verdragh gemaeckt, door lulius Pflug, Michael Heidt, en
loan Ifleben, dat men
Interim heet. Twee jaren daer nae
heeft Keyfer Karei hier \'t Concilie van Trenten beneer-
ftight. Onder de regeeringe van Ferdinandus de eerfte is de
Augsburghfche vrede beveftight.

En op dat wy de oude kerckelijcke gefchiedeniflen niet
vergeten,foo feydt men, dat eenen Lucius,omtrent het jaer
Chrifti 190, het Euangelium tot Augsburgh gepredickt
heeft,cn den Voocht van Kempten tot het Chriftelijcke ge-
loove bekeert; welck nochtans uyt geen geloofweerdigh Hi-
ftori-fchrijver bewefen kan worden. Maer isfekerder, dat
onder den Keyfer Diocletiano,NarciflusGerundenfis aldaer
heeft geleert, en Dionyfium Cretenfem Biffchop geftelt,
welcke met Afra,Digna,Eunomia, Euprepia,en andere hey-
ligen van Cajo , \'s Keyfers Diocletiani Overfte, gedoodt is ;
wiens Martelaren gedachtenifle gehouden wordt op de vijf-
de en twaelfde dagh vanOoftmaent.In \'tjaer 400 heeft Am-
bro (ms, Biflchop van Milanen, Albanumen Theomneftum
naer Augsburgh gefchickt,om de kercke van deiVrriaenfche
ketterye te fuyveren. In \'t jaer <5i 8 is Sozimus hier Biflchop
gefteltjdie men meent dat de eerfte van defe ftadt geweeft is.

Hier zijn twee Arcenalen oft wapenhuyfen wel verfien ,
heerlijcke paleyfen van de Fuggers
; een gemeyn canaeloft
waterloop; een Raedt-huys, welck^ foo men feyt, de kerck
van de godin Cybele geweeft is;een v/elgeftofFeerde Biblio-
theeck ; veel oude en fchoone kercken. Defe ftadt light in
een vruchtbare en luftige valleye aen de Lech,is volckrijck ,
cvervlocdigh van alle nootdruft, en vermaert door de me-
nighte der Rijcksdagen, die men hier gehouden heeft. Nü
onlangs zijn door den Koning Guftavus van Sweden j
hare wallen uytgeleyt, byna de helft vergroot, cn uyterma-
ten fterck gefortificeert; foo datfe een van de fterckfte fte-
den van gantfch Duytflandt is.

etfdif
Swaben.

lp I

Kauf Beyeren, een Keyferlijcke Rijcksftadt,is foo gefcyt > Kauf
als gekochte dorp;want,ten tijden van Keyfer Conrad de II, Beyeren,
heeft het met vijftigh goude guldens hare vryheydt verkre-
gen, daerfe te vooren de Baroenen van ^tdorp en van \'t Hof
onderdanigh was.

Ulm is geen minder Keyferlijcke Rijcksftadt,gelegen aen Vim.
den Donauw,daer de twee rivieren,de Her in Algouw,en de
Blaur in \'t Wirtenbergerlant, ontlpringende,in den Donauw
vlieten.Sy heeft den naem van de Ulm-boomen, die aldaer
in groote menighte waflen; en was in voortijden maer een
dorp,tot op het jaer 1500, wanneerfe een ftadt is geworden,
en met muuren en gralten omringt. Tegenwoordigh is het
een machtige, vafte, en rijcke ftadt,met allerley lijfs noodt-
druft rijckelijcken verfien, heeft veie fchoone kercken,maer
infonderheyt eene,welke , ten aenfien van fijne fchoone pi-
laren,konftrijck gebouw, en heerlijck werck, geen kerck in
Duytflandt ( die van Straesburgh uytgefondert) in \'t alder-
minfte hoeft te wijcken. De Kerck-toorn is feer hoogh, op
den welcken in voor tijden, eer hy noch met een fpits was
op-getrocken , Keyfer Maximilianus is opgeklommen, om
de luftige omliggende plaetfen te befien. Men feght dathy
met den eenen halven voet op den alderuyterften fteen heefc
geftaen,en den anderen voet in de locht gelicht hadde;ge-
lijck men dan de plaets , met zijnen naem daer by gefchre-
noch hedensdaeghs fien kan. Noch zijn daer twéé

ven

groote marckten,en boven maten groote en welverfiene A-
munitie-huyfen te fien.De Donauw loopt daer voorby,welc-
ke by de ftadt begint vaerbaer te worden. Rondtom de ftadt
zijn geen bergen, als Michaelis bergh tegen \'t noorden.
Haer regeeringe is Ariftocratifch,en wordt van de befte en
aenfienlijckfte burgeren bewaert. Sy hebben twee-en-tfe-
ventigh Raedsheeren, welcke uyt de Patriciis, en gemeyne
burgeren gekoren worden , en alles , foo wel in de ftadt als
buyten, door hare voorficht regeeren, en heeft een yder fijn
ampt te verfien. De voornaemfte ofte hooftkercke, diens
fondament in \'tjaer 14(^4 geleyt is, en eerft in \'tjaer 1488
opgebouwt, is de Maget Maria toegeeygent. Men houd het
daer voor, dat geen grooter , hooger, noch wijder kerck in
gantfch Duy tflandt is.

Memmingen , mede een Rijcksftadt, is fchoon en vaft,
heeftin voortijden ^um 0ricmttn?aD geheeten , word van Memmm-
wei-hebbende burgers cn kooplieden bewoont, en loopt
door de felve een klaer en helder beecksken, \'t welck nim-
mermeer bevrieft. Sy is gelegen tufTch en Augsburgh en
Kempten,is feer oudt,foo dat men meent datfe geftaen heeft
van den jare ChrifH 550. De ftadt is met fchoone luftige
wandel-plaetfen omringt,en aen d\'eene fïjde door een moras
feer gefterckt. Hier wordt grooten handel met lijnwaet en
hennep gedreven. Rontom de ftadt, op een mijl weéghs oft
twee, leggen veel floten en kloofters; als Ottenbeuren,
Munchrott, Ochfenhaufen, Wyblingen, Buchsheim. Item,
de floten Ilerthal, als Kroonburgh, Malftetten, Lautzack,E-
roltzheim, Kelmuntz, Dietenheim, Bellenbergh, Worrin-
gen, Zelb, Kirchdorf aen de Her, &c,

Kempten, een oude Keyferlijcke Rijcksftadt, cn die te
voren
Campidunumis genaemt geweeft, leydt aen de ooftfij-
de van de Her, daerfe een brugge over heeft, met Ifne cn
Memmingen in een triangehSy light in een luftige ländou-
we,en heeft een rijcke Abdye, van Hildegardis Keyfers Ca-
roH Magni gemalinne gefticht, en met het Graeffchap Hil\'
larmond begift: defes Keyferins fufter Adelinde,welk Graef
Otto van Keflfelbergh in Blanckenthall, by Biberach, ter
echt genomen hadde, heeft nae fijn doot het jonckvrouwen
kloofter Buchauw, aen de Buchauwer oft Feder-zee , een
mijl boven Biberach, gefticht.

Biberach wordt voor een feer vermaert jonckvrouwen Biler4cï:.
kloofter gehouden, van Adelheida, Hildebrandi des Herto-
gen van Swaben dochter,gefticht, welcke nae de doodt van
haer man en fbnen, alle haer middelen daer in gebracht, en
eerfte AbdiflTe daer van is geweeft.

Ifne heeft fijnen naem van de riviere Ifne,oft van het yfer,
\'t welck men in\'t Hooghduyts ^fen noemt,oft van de Egyp-
tifcbe Ifide,die eertijts in Swaben ge-eert wiert. Sy was vo\'or-

maels

t

-ocr page 306-

i

il ^\'

^ " I •

SWABENLANDT. 53

maels den Scliiltknaep van Waklpurgh onder- de voorverliaelde Adelheyda haren man en drie
worpen , van de welcke fy, haer vry gekoft heb- lonen, die ongekickeHjck tegen de Hunnen ge-
bende , tot een Rijcksftadt geworden is. Haren ftreden hadden ^ begraven.
OfFenburgh in Bris-
meeften handel beftaet in Hjnwaet, alhoewel het gow , is foo veel te leggen, als Oftonis burght,
landt daer rontom feer rou is. Hendrick Gurtel, van wien het oock gebouwt is ^ en Gienbach, van
een barvoeter-Monick, en Bilfchop van Bafel, Paraminio, in \'t jaer 724. Rotweil is niet wijt van RotwfiL
naderhandt oock Biflchop van Mentz , was van den oorfprong des Neccars gelegen. Conradus
daer geboortigh. de III heeft hier een Keyferlijcke rechtplaetle

Lindaw leydt om hoogh aen de kant van de geordonneert, alwaer twee Raetsheeren uyt den
Boden-zee , op een eylandt, en is alleen met een edeldom lijn.

gemuurde brugh van 290 fchreden aen het vafte Coftnitz , oft Conftantz , leyt tuffchen de Bo- CoßmK,
landt gehecht : ly Ichijnt haren naem gekregen den en Celler-zeen^daer de Rhijn in ftort,en niet
te hebben van de Hndeboomen , die daer veel wijdt van defe ftadt weder fijn uytloop neemt ^ de
klachten te welen. Het is een luftige plaetfe^ heb- naem geeft hare oudtheydt genoegh te kennen ,
jende een gefonde locht, waer door alles feer hoewel van haer in de oude hiftorien niet geleydt
goede koop is. Het lant daer omtrent brengt vele wordt: het landt rontom is feer vruchtbaer. De
wijnen voort. De Boden-zee geeft defe ftadt een eerfte Biflchop is geweeft Maximinus : defe ftadt
Troote nuttiglieydt, want ly daer op te Icheep is oock beroemt wegen het Concilie , dat onder
^ lare waren voeren, en te koop brengen , en al- Keylèr Sigifmundo gehouden is , te welcker tijdt
lenthalven met de omleggende fteden en dorpen Otto de 111 aldaer Biflchop was.
grooten handel drijven, met de grootfte gele- Buchorn, aen de Boden-zee, is niet feer groot,
gentheyt die ly wenfchen mochten j lbo dat alle maer een welhebbende ftadt, heeft verlcheyde
Saterdagen tot Lindaw , de inwoonderen van andere ftedekens en dorpen onder fleh de naem
meer als acht-en-twintigh fteden, ten deele te komt van Buchwaldt,dat hem voor defen tot aen
fcheep , ten deele te wagen aenkomen, en hare de zee ftreckte; daer tegen over leydt Arbon,oft ^rbe»,
koopmanfchap veylen, en allerley goederen daer
Arhorfelis van de Latijnfche geheeten, alwaer de
brengen. Uyt Swaben en Beyeren komt een Romeynen hare leger-plaets hadden,
groote menichte van allerley granen, koper,fout, Ravenlpurgh ofte Gravenlpuigh ^ dicht hier^-^fm-
yfer , \'t welck van hier wederom in Switferlandt by leydt een oudt flot, dat een Hartogh van Swa-
met wagens vervoert wordt. Uyt de Onder-zee, ben gebouwt heeft. De Burghftal, niet wijt daer Burghßai,
Turgou, en Hegow,wordt alle weecken te water, van, in Haflbch , is des Keyfers Fredericks Bar-
(fonder de haver en koorn) een merckelijcke barolfaegeboort-plaets.

quantiteyt wijnen daer gebracht, en wederom in Weingarten is van de Guelphen , die Graven weingoi-^
het Algow, Swaben, en Beyeren gefchickt. Uyt van Altorf fljn geweeft, gefticht.. Wangen is me- ^^
het Bergentferwoud , Murenfull , Appenzel, de een Rijcksftadt, op de Ober-Argh gelegen :
Thurthal, en Overland , komt fèer vele kaes en hier wordt een grooten handel in lijnwaet ge-
boter : de naburige plaetfèn brengen vele boom- dreven.

vruchten , en gefponnen goet te koop, neffens Mundelheim, aen den Mindel, en daer en bo- MmdtU
veelderley andere koopmanfchap ; waer door ly ven een flot, den Heeren van Frunsbergh toebe.»
niet te onrecht van fommige het Duytfche ofte hoerende. Burgow , boven welcke de Mindel
Swabifche Venetien genaemt wordt. haer in den Donauw ftort, heeft het gantfche

rycdingm, UberHngen , mede aen de Boden-zee gele- Marck-graeffchapdennaem gegeven, hoort nu
gen, is oock een Keyferlijcke ftadt geworden in aen de Aertzhertogen van Ooftenrijck. In dit
\'t jaer 1267; heeft vele wijngaerden, goede nee- Marck-graeflchap leggen veel vlecken en kloo-
ringe, en een fchoon landtfchap onder zijn juris- fters, als Wetenhuyfen, Knoringen, leringe, Rei-
diótie. fènlpurgh, Frielach, Ziemathaufen,Zufmarthau-

Gemundt leydt in Raemferdal, hier plachten fen, Zeiferfpergh, Wallerhaufen, Thierdorf, Ge-
de Swaben in oude tijden haer tournoylpelen te fterhaufen, Kautenbach, Schonfeit, Ofterbach,
houden. Aurbach, &c.

rji

Lindiiif.

■f

\' ■ ü

: I\'

\' j \'

i

Cemmit*

Hall, op de riviere Cocchetz tuflchen de hoo- Simringen is een ftedeken , den Graven van

HaU,

Dmchi\'
fpuL

T^ordltft
gm

; I\'

Bttchw.

ge bergen en fteen-klippenleggende,is foo fterck Hohenzollern toebehoorende. Sekers, een flot
van natuure, dat men daer rontom nergens ge- en ftedeken, en Mengen een ftedeken, beyde
fchut kan planten , om haer te befchieten. Men den Vryheeren van Waltpurgh toekomende,
feght datfe over de hondert en twintigh fout- Ehingen, een ftadt en flot, alwaer oock een
.winckels heeft, daer men fout maeckt. vrouwen kloofter is. Laugingen, een ftadt en
Dunckelfpul, op het rivierken Wernitz, heeft flot, hoort den Hertogh van Beyeren toe; hier
fijn naem van Dunckell en Buhell, \'t welck een is Albertus Magnus geboortigh.
berghsken beduyt. Bopfingen light aen den Iger. Gundelfingen, een ftadt met een flot. Dillin«
Nprdlingenisin\'tjaer I2JI vanConraddelV, gen, een ftadt met een flot, den Biflchop van
Frid. des II fone,onder de Rijxfteden geftelt .Do- Auglburgh toebehoorende. Hooghftraten, een
Vommrd. nawerdt,gelegen op den Donauw,daer de Bernitz ftedeken met een flot, komt mede den Beyer-
oft Wernitz in den Donauw loopt, daer van het Vorft toe,
den naem heeft : defe ftadt is, nae dat de Ko-
ning van Sweden die nu laetft ingenomen hadt, De vierde kreyts des R. Rijcks is de Swabifche, mi
feer verfterckt. onder welcke de volgende ftanden begrepen
Buchaw leydt aen de Feder-zee j alhier heeft zijn. De eerfte is de Geeftelijckheydt, te weten :
Duytjiandt, E e e De

1\' M

til
■f : (\' 4)tr\'

i M

;! li

-ocr page 307-

"JHHTZ

t^i

If^\'d

""Xtà\'v/irr^

■Mart

- a^mr

É ^ûr^len-

£

^rufncn.

engelfit, ^

\'ALE M ANNIA

SVE VrA SVPERIOR

A. Chrißojihoro \'\'ThCwicro.

\'\'■Mmi^il

■Jii^ét-.

Tßl.v

^iUähinßcn-:^

•^\'^chufei

W I R

L ■

Ji

Jlaitfif.^trt«- .

JSjfaUt^

, ^^rSa^ff-

anitAUinaiuéx ^^•itm tz mà^rajm rej^cnileitt.

T

J^JUltarta. Gei-mamca. ccmimunia.

J 1

ß^eMatJ^ K- tl\'

un. . ^ J^ ( ■

y

ufiSff"^ I

Fedejr 5ei

P V C A

r 5.

^ Hijßick

S&ektrch

if:

\'■^tti^cntck

\'li^ra

Ä Tb.

t-^-J!«,

it&rm

K

£miig<

ijm

alo^.

M:

X.

g^Sjinfidtei\'

Stainektrci}

jxst

J^iouateim i

^aUéiad^

Ti»-. Ä«^
KSmtrtM!^\'

\'Sch\'^\'

^Steittettiai

CrAülgl\'^

jSk^Z\'.Vreers

» »■«

•ieitJrets

petiot

H

_______

•^Imünt^

pUtterfr. A.Md\'\' »

\'l\'imUcm

CfHttifWeWenhorn.

3 -let\'k- j! RifJ^n. -^»m/eit

Mtft ^ 1

i Varier:

M

- -/f/iVMC

Sei«

lit»«««

•\'^^trett^ta

Cchalfrtut.

^ïnuUfniiKh

S^nt^t^rUi. U^f\'^ .(A

Berkheim\'

.flttyen-

yr«"«\'« \'fjrcl\'-^\'^

.A.

A»«

JÖl XI».

H

n .

wyeutul

^Fivatie\'tm

T A T V 5 T Y R

IfeUu,-

^ra^ht

, ClMt i

m

^SrUcßofii^i

- -

EXP 05ITI0 NO TAltT73I.

\'Vrls Ini£ei-talis jhj^ \'Reicfißat
Oj^iAtuiicum.Jr\'ca iil. S tuttvn Schieß
^rx cumJJynaßia. Schhßimlherßh^

J^Jfituißerlum Chßer

\'Fci-unt i^. ^Jai-hßcck

. \'Piy^\'Pavcchudis ifa». Tfavz^vßF
\'VicahtsfctLVÜU ^ i^i. iCeiler
\'R,üiiue ^rcts . .

.J5a.j

tej

Jha^M^en^

^»/»^i . a, - ,--— -T

L i .toiv-

A A

•lil«\'\'-

M\'tierwur ^

.Ufi^

Suit"

JitHytn yL
___
BL^imierg sf ^L.Tejfi"^^\'\'^^

B

im

H

Sihmthm

ILit\'u^

ja.

Aiîhml

♦5*^wahhoM^fù^^^

A It

\' A

- ^fiL.\'a\'Afo»

J"!

^ i/

-ocr page 308-

jirii!
^ \' 1!

Gccfleiijcks De Biffchoppen van Chur, Coftnitz, Augfpurgh:
Je AbtenKempten^Reichenaw, S.Gall, Salmans-
weiler, Weingarten,Weiffenaw,S.Blafius, S. Pie-
ter , Maulbrun, Schaffhaufen , Stain am Rhein,
KreutzHngen, Petershaufen, Einfidel, PfefTers,
S. lohan im Thurthall, Schuffenridt, Rockem-
burgh, Ochfenhaufen , Koningbrun, Marchtal,
Elchhngen, Yfne, Munchrod, Aurfper , Yrfee,
Gengenbach,Schuttern,Defidifèn. De Abdiffen,
Lindaw, Rottenmunfter, Buchaw , Guttenfeel,
Beund, Heppach : en de Duyts-ordens-Meefter
over Eifas en Burgondien.

Den tweeden ftandt maken de Vorften en
Vryheeren; als de Hertogh van Wirtenbergh, de
Markgrave van Baden, de Graef van Helfenftain,
de Graef van Weiffenftein,de Graef van Otingen,
de Graef van Lauffen , de Graef van Montfért ^
de Graef van Forftenbergh, de Marckgraef van

i!

P\'orßeti
ßar/dt.

Eberftain,de Graef van Zollern,de Graef van Bu-
htz , de Graef van Lobenftein, de Graef van Tu-
bingen , de Graef van Aichbergh, de Graef van
Rengen, de Vry heer van Gundelfingen, de Heer
vanStutgart, de Heer van Ruffen, de Vryheer
van Waldtpurgh, de Heer van Tonnenbergh, de
Vryheer van Stoffen , de Heer van Falkenftain,
de Heer van Kunfeckerbergh, de Vryheer van
Geroltzeck, de Vryheer van Oberhelwen.

D e derde ftänt is van de vrye fteden, Augfpurg, p\'rje nijx-
Kauf beuren , Ulm, Memmingen, Kempten, Bi- M«
brach, Leukirch , Yfne , Wangen, Lindaw, Ra-
vensbergh, Buchorn, Uberlingen, Coftnitz,Pfu-
lendorff, S. Gall,Schaffhaufen, Reutlingen,Eftin-
gen, Gemünd, Weil, Hailbrun, Wimpfen, Hall in
Swaben, Dunckelfpul, Bopfingen, Gengen, Alen,
Nordlingen, Donawerd, Buchaw, Offenburgh,
Gengenbach, Zell im Hamerfpach, en RottweiL

SWABENLAN DT.

l! i

:

!l .1

! Ii

um

I I

IM

5

-ocr page 309-
-ocr page 310-

/

-ocr page 311-
-ocr page 312-

iilfi-\'H^

H

DE R H Y N-S T R O O M.

E Rhijn is een van de voor-
naemfte rivieren van Duyts-
landc, foo om fijn vermaert-
heydc by de oude Schrijvers,
als om fijn groote, en ook de
menighte der fchoone fte-
den,die daer op liggen. He-
rodianus feyt, dat het een
groote rivier is, vloeyende
voorby Duytflandt, en die in

_______ —_____de fomer fchepen draeght,in

de winter bevrieft, en foo breedt en diep is, dat men daer op
qualijck te rugh kan varen.Claudianus maeckt\'er dickmael
mentie afin de oorloge der Gothen.Csefar,in \'t eerfte boeck
\' der Franfche oorlogen, noemt hem diep en breedt: Plutar-
chus,in \'t leven van Cïefatjfnel en breedt. Pomponius Mela
fchrijft in \'t derde boeck, dat hy dicht by fijnen oorfprong
twee meiren maeckt. Hy vloeyt eerft van het ooften met
een kleyn waterken, en nu naer \'t weft, nu naer \'t noorden
draeyende, breeckt hy met groot gedruys by Schaf-huyfen
uyt. Picus in Staurafticho fchrijft aldus van fijnen ftroom:
Rhenm tenui Rh^tis ex Alpibus orßt
FunditUTi majorßtppoßis inßuit arvü
^uiq^ite lam immiffm leni fahmurmurat unda,
Mox allumprfifertque lacum-, (^uo denique fußts,
Inde hiimilü timidufque vorax devolvitur-, inde
flenm cjr exigum, reciu-s^fmuofm in urhem [

Jiabitur,htc/umtü Baßleamfontibm urbem •

Dividit, ér \'^^ßo deferturgurgite, ^ alti
fortiäbm mägnis contingit te6ia Brifacht.

Suidas, in \'t woordt n^f^civiKog, feydt dat de Rhijn twee
armen heefc. Ammianus Marcellinus in \'t vijftiende boeck
fchrijft, dat \'er tuffchen de hooge bergen van Rhaiitien, oft
van de Grifons, \'t lac Brigants is, daer de Rhijn invalt, en,
fchuymende en dravende recht midden als met een fnoer ,
door het ftil water loopt,hem daer niet mede mengende,ge-
lijck of het twee verfcheyde elementen waren, fo dat hy fijn
water niet vermeerdert oft vermindert, en houd fijn naem
tot dat hy in de zee valt. Dracontius, die den heelen Rhijn
befchreven heeft, (gelij.ck mede Philefius op Ptolemeus)
fevtjdat de rivier rijcker van goudt,vifch, en andere (aken is,
als de Ganges, Tagus,Iberus, oft eenige andere rivier. Cel-
tes,in \'t derde boek van fijn gedichten/chrijft mede van fijn
ftroom,rivieren, daer mede hy vermeerdert wort, en fijn ey-
gendom. Voorts loopt de Rhijn door veel plaetfen,en verla-
tende fijnen gewoonlijcken loop], maeckt veel omwegen.
Tacitus feyt in \'t tweede boeck van fijne Hiftorien, dat de
Rhijn naer Vranckrijck breeder en fachter vloeyt, en Vaha-
lis heet, eer hy met de Maes vermengt wordt.

Daer zijn verfcheyden opinien van den oorfprong des
Rhijns; de waerachtighfte is die van Caefar, die feydt, dat de
Rhijn ontlpringt in de Lepontifche Alpen.Het welck oock
getuygen, die defe plaetfen en de beginfelen des Rhijns felfs
gefien hebben, en noch dagelijcks fien. Hy ontfpringt dan
uyt twee fonteynen , een daghreyfe van malkanderén gele-
gen,om de omwegen der bergenj waer van d\'een meer weft-
lijcker en noordlijcker is, en wordt van de inwoonders de
Voor-Rhijn genoemt, d\'ander meer ooftlijckeren zuyde-
liicker,de Achter-Rhijn geheeten. Defc loopen ten laetften
in een, en maken eenen Rhijn, die niet verre van fijn begin
twee meiren maeckt,die van Conftants oftAcronien,en van
Cel oft Venedifchen. Van hier loopt hy naer \'t weften,voor-
by de ftadt Rhijnfelden, en midden door de luftige ftadt Ba-
fel , diefe in tween deelt, waer van het deel aen de Franfche
fijde gelegen,Groot-Bafel heet,en dat op de Duytfche-kant,
Kleyn-Bafel. Groot-Bafel was eertijdts onder den Biffchop
van Befancon, Kleyn-Bafel onder den Bifithop van Con-
ftants. Daer Hght een brugh over den Rhijn, diefe acn mal-
kanderen hecht. Hier komt oock de rivier Byrfa, die uyt
de berg Iura door de valleyen loopt,en veel houts te Groot-
Bafel brengt. De rivier Wiefa komt aen d ander zijde uyt
, het Swartz-walt in Kleyn-Bafel,en is feer bequaem om hout
tc fagen, koren te malen, en gcrcetfchap van fmeden, tim-
Dnytflandt,
merluyden, en diergelijcke te fcherpen. De Wiefa is vifch"
rijcker als de Byrfa, maer de Byrfa bequamer tot de papier-
meulens, van welcke hier een groote menighte is, niet verre
van S.Albaens Kloofter. Sy ftorten beyde in denRhijn, d\'een
boven, d\'ander onder Bafel. Van hier loe^pt de Rhijn mid-
den door \'t landt Bri%ou naer de Hooft-ftad Brifach.die op
een bergh des felven naems leydt,en heeft den Rhijn in hec
weft. Het is een fchoone ftadc,fterck,en wel bewoont, heeft
een oudt Kafteel, doch is lang vervallen geweeft,en ten laet-
ften weder opgebout. Daer is oock een fonteyn, daer over
eenen toren gemaeckt is, daer men met de voeten een rade
omdraeyt, welck diep uytcer aerden \'t water op-haelt, waer
voor de burgers jaerlijks eenigen cbijns betalen. Daer komt
dagelijcks veel volcks uyt de ftad beneden aen den Rhijn en
de vlackte, daer men lichtelijck water kan krijgen, maer
fwaerlijck boven op den bergh dragen. Van Bnfach neemt
hy bynae recht fijnen wegh naer Straesburgh, welcke ftadt
een toren heeft, wiens gelijck in Europa enAfien niet te vin-
den is, \'t zy in hooghte, vaftigheydt oft konft. Sy leydt een
weynigh van den Rhijnaende Franfche fijde. Derivieren
El en Brufch loopen \'er door, die daer nae, buyten de ftadt
met de Cins vermengt,in den Rhijn vallen. Van hier loopt
hy naer Spier,welcke ftadt grootelijcks verheerlijckt en ver-
betert is door \'t Kamer-gerecht, dat eertijdts den Keyfer
placht te volgen,en van KeyferMaximiliaen de I te Franck-
fort geftek was i ten laetften van hier te Worms gebracht ;
doch van Keyfer Karei de V te Spier gefet, in \'tjaer 1530,
daer \'t noch ter tijdt gehouden wordt, met groet gerief van
Duytflandt,en profijt der Burgeren. De rivier Luther loopc
hier in den Rhijn, waer van David Segemundus fchrijft:
J S^a 2{emctum Rhetw rnïfcetur Lutarus urhe,
Imperiifurgit nohile Spira forum.
% Van hier loopt hy, niet wijt van de Keurvorftelijcke ftadt
Heydelbergh, naer Manheym, daer de Neccar in hem valt j
voorts loopt hy naer Worms
,en daer door: welck Ligurinus
in fijn eerfte boeck aldus befchrijft, daer hy van Fredericus
BarbarofTa fpreeckt:

a

Ij
{

Wormatiampetiit^ medio Oju&gurgiu Rheni
Gallica Germmis ofponit rura colonis.

Otto Frifingenfis befchrijft defen ftreeck aldus: De Key-
fer heeft kersmilfe te Worms gehouden. Want defe plaets
is vruchtbaer van koren en wijn,oockbequaem om te jagen
en te vifl^chen. Sy wordt doorfneden met den Rhijn, een
van de drie voornaemfte rivieren ven Europa, aen d\'een
fijde de pael van Vranckrijck, aen d\'ander van Duytflandt,
Van hier zijnen loop nemende voorby Oppenheym, en
pafl:erende aen bey de zijden vele fchoone wijnbergen,loopc
naer Mentz , een Keurvorftelijcke en AertsbiflTchoplijcke
ftadt, gelegen op de Franfche zijde, en, foo men meent,
van Drufus gebouwt. Hier wordt de Meyn met den Rhijn
gemengt, die qualijck van Ligurinus Mogus genoemt wort,
daer hy feyt in fijn eerfte boeck :

HicMogm tumido mifcetfuaflumina Rhem,

licet ipfe fuum per dat cnmgurgite nemen,
Dat tarnen egregiaprimordia mminis urbi,
ilUque:, majori cum fitpopularior amni,
Hegligit, érfltivio dignatur ah hofpite dicL
2{amquepremens Rhenum, (f credimus omniafawd)
Nomen ah infufo recipit Moguntia Mogo.
Bdc urbs Tramorum mediis infimbusy agris,
Vitihm, arhufïisypopulogenerofafrequentiy
Hincflatione fuaRhenum contingit-, dt inde
Extendit rapidamfines proculujque MofeUam.

Dat hier van Mogo gefeyt wordt, is verfiert van de laetfte
eeuwen.
Want Plinius, Mela, en Ammianus noemen dc
rivier Moenus; niemandt van de oude Schrijvers Mogus.
Mentz lagh oock eertijdts niet op den oever, gelijck \'t nu
doet,maer wat verder,daer nu ter tijd deLafarie is,gelijck de
vervallen overblyffelen noch te kennen
geven.Van hier kee-
rendenaer \'tweft, en weder naer \'c
noorden,komt de Rhijn
voorby Coblents, gelegen op de Franfche kant tufl^cherx
Mentz en Keulen in \'t Bifdom Trier, daer de Moefel in den
Rhijn valt.GuntherusLigurinusfchryftvan dcMoefel aldus:

Fff Viii

i

tl \'f

!

!

-ocr page 313-

Vîx Rhem mnsr hie, pUóidos dum ferment agros,

A Jrugihm, (^pomisy^âulct fcrtilü uva,
Honmt aquaf^uefuas propriofub jure retentans,
Fluminü exgemini conßuxu nomen habentem
Ser^fat adufque locum : viäor mox Rhenus utrumque
Erifit, c^ mixtü dominâtur fortior mdis.

Van Coblents ioopt hy voorby de fteden Andernach,
Lîncz, en Bon. Dcfe is met graften en muuren omringt,en
fchoone huyfen verçiert, leydt op een effen plaets, daer de
bergen,die van Bing af tot hier toe den Rhijn befetten,haer
in een open vlackte fpreyen. Sy is ten tijde van Keyfer Au^
guftus van Drufus gebouwt, die tot befcherminge van de
Rhijn oock vijftigh Kafteelen of Schanlfen gemaeckt heeft,
en een brugh over den Rhijn leggende,Bon enGenofieaen
een gevoeght,gelijck Florus klaerlijck getuyght in fijn vier-
de boeck. Daer nae looptfe voorby de Keurvorftelijcke en
Aertz-biffchoplijcke ftadt Keulen, die luftigh, gefont, en
door de rivier bequaem tot de koopmanfchap is. Hier recht
tegen over leyt de vryheyt Theutfch, daer eertijdts een Ka-
fteel met een brugh over den Rhijn gemaeckt was, van Fla-
vius Conftandnus Maximus,foon van Conftantinus, om de
foldaten daer te leggen tot befcherminge van Vranckrijck :
dit Kafteel is van Bruno Biftchop van Keulen met de brugh
afgebroken,en van dç fteenen eenAbdye van de Orden van
S.Benedidus gebouwt. Daer is veel van verfcheyde Geleer-
de mannen ter eeren van Keulen gefchreven: Scaliger heeft
hec met weynigh woorden al gefeyt :

Maxima, cognâti regina Colonia. Rheni,

Hoc te etiam titulo Muß fuperha canit.
RommißAtumt : habitat Germania : terra eß
Belgica, ter felix : nil tibi diva deeß.

Dat is:

O Rhijn-ßrooms Koningin^ o Keulen hoogh verheven,

Mufa heeft iuwer eer dit lof u oock gegeven ;

Oud Room\' u flicht^ de Duyts bewoont, in Nederlandt
Ghy leght. Godin l \'t geluk vloeyt u van aüe kant.

Ses mijlen onder Keulen , op de Franfche zijde, is Nuys
aen de Erp.Men kan met een kromme graft uyt de Rhijn in
die ftadt varen. De rivier Erp is ontrent een half mijl van de
Rhijn, door de felve rivier Erp vaert men met veel moeyte
allengskens opwaerts naer de ftadt,die op een hooghte leyt.
Maer daer komt een acm uyt den Rhijn, daer de Erp by de
ftadt invalt, die t\'famen een rivier maken,foo dat \'cr groote
geladen fchepen aen de ftadt konnen varen. By de ftadt
Roeroort, wélck het eynde van de Roer beduyt, wordt hy
met dc Roer vermeerdert: daermen een merckelijck on-
derfcheyt kan fien van defe twee rivieren, die t\'famen loo-
pen ; want het water van de Rhijn is groen, en van de Roer
bleeck. Van hier loopt hy voorby de ftadt Berck, aen den
Ftanfchen kant gelegen; van de Staten der Vereenighde
Nederlanden in \'tjaer 13 belegert, en nae weynigh we-
ken gewonnen. Daernae paffeert hy Wefel, welck op dc
rechte oft Duytfche zijde leght, daer de Lip in den Rhijn
loopt, en in\'tjaer i6zp van de Staten der Vereenighde
Nederlanden met verraflinge denSpaenfchen ontrocken is.
Ten laetften ftroomende voorby Rees en Emmerick, leg-
gende op de rechte zijde, ftoot hy, by \'t beginfel van de Be-
tuwe, tegen \'t eylandt daer nu Schencke-fchans op leyt, en
deelt hem daer in tween, waer van hy by de Poëten twee-
hoornigh genoemt wordt. Met den eenen arm,die de naem
van deRhijn behoud,loopt hy recht naer Arnhem,de hooft-
ftadt van Gelderlandt; van hier naer Wageningen j en van
daer met een bocht naer Rhenen, dat Tacitus
Rinnes heet.
Neemt voorts fijnen loop naer Wijck te Duurftede, daer
hy de Leek genoemt wordt; om dat de mondt daer verftopt
is, waer door hy naer Utrecht en Leyden plagh te loopen,
en fich by Katwijck in zee te ftorten. Dc Leek was eertijdts
een beecksken,foo genoemt, om dat het met een kleyn wa-
terken in den Rhijn als leekte ^ maer nu is \'t een groote ri-
vier , en neemt fijnen wegh voorby Kulenburgh, Vianen,
Schoonhoven, cn valt in de Merwe, eerfe de Maes genoemc
wordt. De andere arm heet de Wael, en loopt aen de flinc-
ker-zijde voorby d\'oude ftadt Nimmegen, en haer fcheeps-
werf j en voorts met een lange ftreeck naer Tiel: van daer
met kromme bochten naer Bommel, welck hy aen de flinc-
ker-zijde laet. Daernae, niet verre van Worcum, wordt hy
met de Mafe vermengt, by Gorcum met de Ling vermeer-
dert, en wordt de Merwe geheeten nae het flot Merwe,daei:
hy voorby loopt, en voorts voorby d\'oude en vermaerde
ftadt Dordrecht, en vergroot met de Leek en Yfl^el, armen
des Rhijns, neemt fijnen wegh voorby Yflelmond,en krijgt
ontrent Rotterdam den naem van dc Maes, daer hy hem
wijdt uytftreckt, en met een breeden uytgang Schiedam ea
Vlaerdingen aen de rechte zijde laet, daernae de fteden
Geervliet en den Briel aen de flincker-zijde, en ftort fich in
den Oceaen. Van dc Rhijn heeft de vermaerde Poëet looft
van den Vondel defe naevolgende veerfen gefchreven aen
Johan Wolphard van Brederode, Heer cc Brederode, Vry-
heer te Vianen, &c.

B E

RHYN-STROOM.

-ocr page 314-

Oorluchte Khijn, myn

z^oete droom,
Van zuaer ïck u
lof toe zwingen ?
Q^ijn treckende ge-
hoorteßroom,
Ghy koomt uit Z\'ujit-
z^erfche o/^lpes
leringen ,
Als hooftaêr der hegaefde Euroop,
De Donau, uw afkeerigh broeder,

^N^am ooflwaert op z^ijn Jhellen loop,
Ghy noordwaert\'^ toen een z^ehe moeder,
3egort "van regen ys en fneeuw ,
Ubaerde iwor
ZjOO menige eeuw,

Germanen lagh noch wild begroeit
Van z^ijn Hircynfche wilde wouden ,
\'Tot dat het namaels werd befnoeit,
8n door de tucht in toom gehouden.

Ten leße dorflghy, flrijdbre Rhijn ,
Den Tiber op z^tjnfeefi befloocken ;

Dte "voor u neegh, toen Konßantijn
Van uwen oever opgebroken
(jingßrijcken met den ouden roof\'
Van Rome en
V Heidenfih bygeloof

Cjhy naemt het juck van Chrißu^ aen,
%Men hoorde uw vrolijcke oevers fchatren y

En fcheent de heilige lordaen
Te tarten met gedoopte watren,

Uet Chrißen kruis en viel uw rugh
Zoo zjwaer niet, als wel eer te dragen

T)en laß van Cefars legerbrugh
Sn T>rufii^, die u dede klagen

Om vijftighßoten zjwaer vanßeen ,
Gebouwt lanis uwe kanten heen,

c>

Maer uw geloovigh (hrißendom
Beproeft werd, als het goud in d\'oven ,

Toen Attilaes verwoede trom
V Geruifch uws waters quam verdooven ,

6n verwde met onnoz^el bloed,
En damde uw kil met kuißhe dooden ,

En trapte met een droncken voet
Op woeßeßeden uitgevloden ,

Of brande uw hair af met zJijn toorts ,
Beklad en druipend van veel moords,

Ghy fchreide met een heefche keel
T>en hemel aen, om trooß verlegen ;

T>ie z^ond u Karei \'t Rijx juweel,
T)ees kon donveilige oevers veegen

Van onduitfch en baldaedigh fchuim >
Gelijck uw Konflantijn voorheenen.

Toen kreeght ghy uwe randen ruim ,
£n Zjamelde uw verßroide ßeenen,

Sn z^aeght dien held vol Godesvrucht
Zijn lußhof planten in uw lucht,

O onvermoeide molenaer >
Oßedebouwer, fchepedrager,

O RijxgrenSjßhermheer in gevaer,
pVij^fchencker, veerman, oeverknager,

Papieremaecker,Jchafpapier,
Daer ick uw glori op magh fchrijven.

Uw water dat ontvonckt mijn vier.
Mijn zJinnen in uw wedde drijven ;
Sn Ipelen als een dartle zjwaen,
Verleckert op uw wijngerdblaên.

Ghy fchijnt een aerdfche regenboogh
Gekleed met levendige kleuren,

En tart den hemelfchen om hoogh,
Die hierom nijdigh fchijnt te treuren.

De blaeuwe en purpre en witte druif
Verciert uwßedekroon en locken ,

Sn mufcadehe wijngerdkuif.
T)e vlietenßaen met wijngerdßocken
Rondom u, met de pruicken nat,
En offren elck hun watervat,

Daer ü de <sMain, een pijnberghs
De Moe fel met haer appelvlechten ,

De dMaes, die met een myterkroon
Om deer met onz^en Rhijn wil vechten,

De Roer die V hair met riet vertuit,
De iSlecker, met een riem van troffen ,

De Lip, gedoß met moßh en kruid
Van overhangende eicke boßchen ,
En duiZiCnd, die ick niet en noem
Bekranß met loof en korenbloem.

Ghy ßreckt de voeten aen \'t geberght,
Daerßch de Zwitz^ers in befcharmen ;

JVanneer men hen om oorlogh verght.
Ghy grijpt de !Nioordz,ee met uw armen,

Waer in het Beldeneiland leit,
Daer\'Bato z^ich ter neder zoette ,

En dat z^oo fchuw van dienßbaerheid
Duitheemfche beckeneelen plette,
En deê gevoelen, dat de Rhijn
Gefchapen was om vry te Zjijn*

Ghy ßingert, als Apollos fang,
Uw blaeuwe krullen om de flruicken ,

En groene bergen breed en lang,
En ZjWeüight in z^oo veele kruicken

Vanßroomen, dat uw lichaem zjwelt
Van waterz^ucht, enparß de planten,

En fchuurt ZjOo menigh vruchtbaer veldt,
En kabbelt aen de ruige kanten ,
Nu tußchen bergh en krommen bult ^
Nu door een dal met wijn gevult.

Alis

1

■ i

i

11

i;\'

1 I

Mr

! I

i ;

I

-ocr page 315-

Ali^ UW eene keel ^erz^and »
T>ie\'t huis te "Britten plagh te fchae^en
Dat nu verdroncken leit op ßrand;
J)e Leek en d\'ljfel doorgegrae^en

Vergelden dubbel defe ßha ,
En leiden u met hooge doeken
In z^ee, op dat uw ongenê
De \'ülacke beemden niet koorn firijcken
aMet maght njan regen ^ en geweld
Van pieeuWi dat in de z^onne ßnelt.

IDe heldre en ßarrelichte ^üet,
Die door den hemel \'vloeit hy duißer ,

Is dltatiaenfche Padm niet y
J^och oock de Nijk Egyptens luifter •
J^sQeenx^eker, V is de rijcke Rhijn ,
Wiens \'Viffchen
y met een wuft gewemel 3

In V onhevleckte krißalijn
Van eenen onhetrocken hemel,

Met z^ihre fchuhben z^iherklaer
, Qydlsßarren dooien hier en daer,

O ZMinjre en blanche Rhijnmeermin ,
Die my totßervens toe kunt kittlen ,

Gy helpt veel zweien aen gewin ,
En menigh Graef aen eeretittlen ,

En landen aen een hoogen naem.
JJoe menigh heeft u o^ertogen ,

En met uw rand bepaelt z^ijn faem.
Hoe dickwils z^aeght ghy met uw oogen
Het hooghgeboren HoUandfch bloed ,
En "Voelde in \'t water zwijnen gloed.

Het zjy ick dan mijn oogen ßa
Op uw BiJfchoppelijcke torens:

Of met een lent "v an n) aerden ga
Be\'vlechten uwe zJhre horens :

Of volgh uw wuften ommezjivaey:
Of Zjing op
V ruifchen van uw baren:
" Of huppel op mijn Keulfche kaey:
Of koom door Baz^el afgevaren ,
Daer ghy Erafmm grafßee kuß ,
En wenfcht het wijs gebeente ruß:

i \'

I,

11

I i.

I

\'il
li

! I

Het Zjy ghy V Keiz^ers vierfchaer fchaefi
Te Spier^ dat z/wart van pleiters grimmelt,

Daer Themü grijs en afgeßaefi
Q^oet brillen , en het pleit befchimmelt:
. Het zy ghy brult in
V Binger loch: .
Of Neerlandt drenckt met volle vaten >
En groejen doet van wijngertz^ogh ,
£n ydle en z^otte z^orgen haten:
Uw vocht beßelt mijn veder inckt,
Tot datz^e in z>ee met u verdrinckt.

<iMaer och, ick fchrey mijn oogen uit,
€n z^l noch in een vliet verheeren ,

Om dat \'er z^ulck een Hydra fpruix
Uit kerckverfchil en haet van heeren ;

Een helfche Hydra vol vergift,
Die 5 Rhijns getoonde en z,oete boorden

Vergiftight, en gants Duytßandt fchtft,
En groeit in onverz^oenbre moorden,
6en lang^ewenfcht verlojfer vaegh
Het Rijck van \'s Rijx vervloeckte plaegh,

Hoe moedigh z,al de Rhijnßhe Leck
Alßhuimend brmz>en langs Vianen,

IVen W O L F E R T wachter van ons heel
En d\'eere der Najfaufche vaenen ,
Een jongen z^oon geboren word >
In wiens gemoed de goude zieden
Der overoudren z,ijn geßort,
En \'s vaders ßrenge dapperheden ; ^
Een telgh die weder bloeyen doe
Den grijz^en ßam van Br ederoe,

T)e Rhijnßhe Leck die teere ranck
^Met Züchterßroom en tong z^al lecken ,

En vrolijck wiegen Zjonder dwanck ^
Om met haer fchaduw te bedecken

T>e Moeder, die nu met een fchaer
Van fchoone dochtren dez^en Ziegen

Verbeit, en wenfcht om \'t blijde jaer s
(felijck een rooz>engaerd om regen»
^e hemel bouw dien vruchtbren hof^
Enhellepmyaenwiegeßof

T« V. Vondel.

\' j

\'i:

1

-ocr page 316-

TijjËiiiJBiiiiifc

—t^iIB

j i.!

y4,

\'t Gebiedt van

W.

D

A

N

I

ge heerfchappy jfbude veranderen. De groote
kerck is aen S. Steven gewijdt. Het gafthuys is
feer rijck van landeryen,- en heeft vele lieden
die het ten dienft moeten ftaen.

D\'inwoonders fijn ftout en kloeckmoedigh, ^fde^»
onderhouden fich fèlf in goeden ftaet, en met
eerlijcke kleeding j doch voor \'t overige wor-.
den hen boerfche feden toegefchreven.

Defe ftadtis gelijck een itapel der koopman-
fchappen van de gantfche naburige enwijtge-
legene landen j want alle weecken fiet men
door de poort, die haer uytficht op \'t vafte
lant heeft, wel 1400 geladen wagenen en karren
inkomendewijl de kooplieden van acht oft
negen mijlen daer rontom , en byna dertigh
fteden, hier alle weecken ter marckt komen.
" Die van Swabenlandt en Beyeren koopen hier
veel tarwe , fout, yfèr en koper, datfe daer
na aen de Switfers en Grifbns verkoopen. Langs
het meir oft Bodenzee wort alle faterdagen hier *
veel wijn en koren van Hegow en Turgow inge-
bracht, dat wederom in Algow, Swaben ea
Beyeren vervoert en,verkocht wort. Van Bre-
gentz en \'t nabygelegen bofch van Montefundt,
van de geberghten der Switfers, van Appenzel
en der Grifons, brengt men hier een ongeloof-
lijcke menighte van boter enkaes; behalven
de vifch, en allerley vruchten, oock hout, als
plancken en bakken , die uyt de geburige
plaetfen komen , nevens de koopmanfchap-
pen uyt de noordfche landen , die men over
Neurenberg èn Augsburg naer Italien fendt,
langs welcke fteden de waren van italien oock
weder tot hen komen.

Dus is defe ftadt toegenomen in rijckdom en S/^r^f»;
kracht : want fy is nu een der fterckfte fteden,
en als onwinbaer door natuer en kunft fijnde
raet een kafteel,met het water,en met muren
en
torens die haer omringen, voorfien en gefterckt;
oock is \'er een wapenhuys, wel verforght mee
allerley flagh van wapenen.

Lindaw heeft ten noorden vele weyden, tuy- Hoedanii^
nen en bergen bekleet met wijngaerden; hier
is oock een gefonde lucht, die felden orjtfteeckt
oft bederft , veel fonteynen van goet water in
de ftadt felf, dat men van \'t vafte lant daer in
geleydt heeft : de winden in dit geweft verver-
fchen de lucht, en houden die fuy ver van alle

befmetting.

Vberlingen legt oock op \'ê felve meir van Con- ^^^^
ftants, oft Boden-zee, aen een der hoecken,
of dat deel dat men de Beneden-zee oft
Celler-^ee ceUgen*
noemt, en omtrent vijf mijlen van Lindaw. Sy
is vermaert door een heerlijck kloofter en Ab-
dye, @a(mon^-ït?e()(er genaemt: het omgelegen
lant is feer rijck en vruchtbaer , en befet met
veel vrucht-dragende boomen en wijngaerdeö.
De ftadt is op een feer hooge rots gebouwt, de
welcke veel fteenen, om de ftadt te verftercken,
verfchaft: want hoe men de rotfen ontrent de

E Keyferlijcke Rijcks-
Aadt Lmdaw legt in een
eylant van \'t lac oft
meir van Conftants,
in \'t gemeen
de Boden-
z^ee genaemt (welcks
omring begrijpt 4450
treden ,) niet wijt van
\'tlandt, waeraendat-
fe met een fteene brug,

i\' i

iem>\'

290 (chreden lang, is gehecht, foo dat men
haer het Swabifche Venetien magh noemen j
want fy legt op den uyterften hoeck van dat lant:
en heeft ten ooften Algow , ten weften Switfer-
lant, ten zuyden het lant der Grifbns, enten
noorden het overige deel van Swabenlant. Aen
de weft-fijde heeftfe een gróotvelt, datfè DtC
3ltfc(, ofhet eylant, noemen , met graften en
een muur van de ftadt af gefcheyden:dit eylandt
dient tot een wooning voor de viffchers; en is
onder anderen met vele wijngaerden beplant.

Defe ftadt heeft tot haer wapen een groenen
lindeboom in een wit velt ^\'\'waer van datfè , foo
fommige meenen, de naem heeft.

Hier is een vermaert Nonnen-kloofter oft
Abdy van Kanonikerifen , door Adelbertus
van Rorbach, bloetvrient van Keyfer Karei de
Groote , na dat hy een groot gevaer op zee ont-
komen was, in \'t jaer 810 gefticht. Alle defe
maeghden moeten uyt edele geflachten fijn ge-
fproten, en ftaen onder geen ordre, tïocht
dragen geen befondere geeftelijcke kleeding:
fy fijn nergens aen verplicht, dan alleen dage-
lijcks de getijden in\'t koor te fingen felf den
echtenftaet is hen geoorloft,indien haer eengoet
huwelijck voorkomt: haer Abdiffe Anna Chri-
ftina is Vorftin van \'t heyligh Rijck, de Catho-
lijcke Godtsdienft toegedaen j en heeft recht
om munt te flaen, en vele ande vryheden fijn-
de alleen den Keyfer, foo veel het leen aengaet,
onderworpen. In de feer treffelijcke kerck de-
fer Abdye fijn alle de \'pilaren uyt befondere
fteenen gemaeckt.

Sommige meenen dat het gemelde kloofter
een aenleyding tot het bouwen der ftadt heeft
gegeven: welcke eerft onder d\'Abdiffe, daer na
aen deSwaben, en van hen onder \'t Rijck quam.
Sy wierdt van Keyfer Rudolf d\'Eerfte met vele
voorrechten befchoncken 5 en tegen danck van
d\'Abdiffe gehanthaeft : foo datfe na haer
welgevallen jaerlijcks , op den dagh van S. Jan
den Dooper , nieuwe Overlieden kiefen , als
Burgermeefters, en een Stats Amptman , welc-
ke nevens den Raedt, vryelijck en fonderte-
genfeggen recht fpreken : doch in feer wichtige
voorvallen , als die de Religie, verbinteniffen en
oorlogh^-faken betreffen, mogen fy , fonder
toeftemming van \'t volck en acht Dekens der
Gilden , die iy ^«nftmciftcr^ noemen , niets be-.-
fluytenj op dat hare macht nietin een tyranni-
Duytslandt,

Crenfen,

Wapeti,

ï I

f^ermaerdc
Abdj.

Regeerwg\'

t
1

I 1 !
. li

Fff 1

muren

-ocr page 317-

fSTlrV-

in

-ocr page 318-

>

It\' "

\'t G E B ï E D T V A N LINDAW.

muren meer afhouwt, hoe de graften dieper door de Latiniften Af hor FÄ geheeten, Waer
worden foo dat de wallen als een toren uyt de de Romeynen fich eertijts tegen de Duytfchen
diepte der grafcen uytfteeken^en dus is defe ftadt legerden : en niet wijt van daer liet men de kley-
rontom gefterckt j en wort in drie deelen ge- ne ftadt /welcke fich indegedaen-

fcheyden, waer van\'t eene met wijngaerden is te van een hoorn in de Bodenzee uytftreckt.
beplant, en wort S. Gall g«naemt. Defe gele- Het vermaerde lac oft meir van Conftants Joden-
genheyt der ftadt heeft den Vorften van Swa- legt byna aen de^n uyterften hoeck van Swaben-
ben
foo feer behaeghtjdat vele van hen hier haer landt, en wierdt door d\'Ouden Afoww^ en ßn-
hof plachten te houden ,• doch na hare doot be-
gantinus genaemt j doch de naeuwkeurighfte La-
gaf fy fich in \'t jaer 1
167 onder de befcherming tiniften noemen het Podamkus van \'t kafteel Pod-
vaB\'c Rijck. In d\'omleggende geweften heeftfe men, dat op den oever legt; en andere het lac
onder fich de kafteelen J^O^eu^ODmatt/JKam^- van Conftants, na die beroemde ftadt; doch
pcr^ en 3ttenDorf/ welcke eertijts hun eygen by de Duytfchen wort het de ®ot>m-5CCgehee-
Heeren hadden. Het Gafthuys te Vberlingen is ten ,oock het hooge meir, om het t\'onderfchey-
een der rijckfte van geheel Swaben. D\'inkom- den van \'t Neder oft Kleyne, van d\'Ouden Vmc- ^
ften defer ftadt fijn, door de goede beftiering
tus, van fïjn blaeuwe verwe, en nu de Celler-^ee
der Overheden, foodanigh vermeerdert, dat genoemt , van de ftadt Cel! oft Ratolff Cell, die crmte.
het naulijcks is te gelooven. Alle weeken komt op den oever leght. Den omring is drie hon-
hier , dewijl men met gemack de ftadt kan be- dert ftadien groot, als Strabo fegt^maer de leng-
foecken, een groote menighte volcks, die daer te , volgens de nieuv/e Schrijvers, is omtrent
omtrent woonen , met hare waren en koop- feven Duytfche mijlen, de breette twee mijlen,
manfchappen; diedan wederom in andere plaet- en meer op fommige plaetfen, en ontrent de
fen,met groot gewin der inwoonders, verfonden ftadt Merspurg is dit meir 300 vademen diep.
en verkocht worden. In de laetfte Duytfche Dit lac begrijpt drie Eylanden j eenderlelve,
^Jf^^^dcfi.
oorlogen is fy verfcheyde mael aengetaft, infon- in \'t hooge meir gelegen, noemt men Meinow,
derheyt in \'t jaer 1^34 van Guftavus Horn, en in \'t Latijn MmörJz^i;/^^: hier fiet men een ka-
Sweedfchen Generael, die haer drie dagen na fteel der Duytfche Ridders van S. lan , wekkers
eickander met
groot gewelt bevocht ; doch Commandeur hier ontrent vele landeryen befit:
wierdt gedwongen, met verlies der fijnen, te het tweede legt in \'t Neder-meir beneden Con-
vertrecken. In \'t jaer
16^6 viel foo een fchric- ftants, Reicheno-^ geheeten, en in \'t Latijn M^jor
kelijcken en fwaren regen op defe ftadt, dat fy oft
dms Augia j \'t is een half mijl lang , en een
die byna overftelpte j want het benedenfte deel vierendeel van een mijl breet; en begrijpt een
foude door \'t water vernielt fijn geworden , in- rijcke Abdye, die aen \'t Bisdom van Conftants
dien niet de poort, die na de Boden-zee ftreckt, behoort: en het derde is de ftadt Lindaw felf
door de kracht van \'t felve water ware omge- De fteden, op den oever van dit meir aen
worpen, en alfoo d\'ongeftuymigheyt van dit de Swabifche fijde gelegen fijn ,
Bregent^, toe- Stede».
element een opening krijgende , fich in de fel- behoorende aen \'t huys van Ooftenrijck, op
ve zee ontlaft hadt. Evenwel moetmen fich ver- de grenfen van de Grifons gelegen :
Linda^f,
wonderen, dat de muur , byna pp ellen hoogh, Buchorn, en Vberlingen , Rijcksfteden, van wekke
tot de gront toe ter neder ftorte. wy hier voor
gef^voktnhehhen : Langen-Arg ^

De Keyferlijcke vrye Rijcksftadt Buchorn legt ftaende onder de Graven van Montfort\'.Mershurg,
aen \'t gemelde meir, oft lac van Conftants, daer fich de Biffchoppen van Conftants onthou-
tuflchen Uberlingen en Lindaw, en omtrent den,legtontrenttweemijlen beneden Buchorn ;
vier mijlen van de Rijcks-ftadt Ravenspurg : en eyndelijck het kafteel Boti/w^w, toebehooren-
fy heeft haer naem van \'t bofch de aen\'t geflacht van de felve naem. De fteden,

dat fich tot hier toe uytftreckt. Onder haer ten weften oft aen de Switfèrfche fijde gelegen,
ftaen eenige dorpen en andere jurisdidien. Sy fijn,M oft
RatolffCeli; en Conflants, beyde in \'t ge-
hadt eertijts haere eygene Graven tot heeren , biedt der Aertshartogen van Oofïenrijck:
Arbon^
daer na ftontfe onder de Gräven van Altendorff een ftadt van den BifTchop van Conftants j en
en Ravenspurg : doch als defe ftammen door de
Rheineck , ftaende onder de Canton van Appen-
doot uytgebluft waren , wierdt fy vry, en quam zei, hoewel in \'tlandt der Grifons gelegen,
onder \'t getal der Rijcksfteden. Dicht by defe Het kleyne oft Beneden lac, van de Duytfchen
ftadt legt een Vrouwen-kloofter eertijts \'StttJCHec engcKcr-jCC geheeten, is veel rijcker

t^aU/ daer na genaemt, \'t wejck van vifch dan \'t Hooge ; ja foodanigh, dat

feer groote inkomften heeft. In \'t jaer izpi daer fomtijts twintigh ja dertigh duyfent vif.
wierdt
Buchorn van den Biffchop van Conftants fchen op een tijdt gevangen worden, van die
en den Abt van S. Gall ingenomen doch niet foort diefe ©att^fifc^ noemen, wekke wit fijn
lang behouden. In \'t jaer 13(53 is fy byna ge- en kleynder als haringen, maer, gefouten en
heel door den brant, met alle de brieven van gerookt fijnde, feer aengenaem van fmaeck. Het
hare privilegiën, verflonden. Als fy in \'tjaer water van \'t groote meir is klaer, en bevrieft^

van de Sweden feer fterck was gemaeckt, felden. Het wort oock dagelijcks bevaren door
wierdt fy van hen,na datfe den flagh by Nortlin- groote fchepen met reyfende lieden en koop-
gen verloren hadden , verlaten, \'t Gebiedt der manfchappen geladen , föo van\'t landt der Gri-
ftadt is niet feer groot, doch beftaet evenwel in fons, als Switlerlandt en Italien , die naer Lin-
eenige dorpen : foo datfe niet en is onder de ge- daw en elders komen , daerfe tarwe , wijn , en
ringfte te ftellen. Tegen over haer legt
Arbon, velerley andere waeren brengen.

• \'t GRAEF-

Iii I

t il T
if il

!

I :::

Omgeval-
len.

! I

BllC-
HORN.\'

-ocr page 319-

I\'

II

fil

-■•In\'\'

im

< I

I !

M

M
1

il

II
li\'il

l\'i

I l: I-.

■ ■ \'I

■iJi

I
."iii:
ir

\' 11\'

iiil:

II-

-ocr page 320-

:

i î

s: :

\\

H;...

-ocr page 321-

A E F S C H A

t

Ir OL heeft fijn naem
van een out en fterck
\'Nmsn. kafteel van dit lant, en

wort oock gnnt^aï/
datiSjValeye van d\'Yn,
genaemt, van de rivie-
re die het befproeyt,en
door Ynspruck , de
hooftftadt van \'t lant,
loopt , hoewel datfè
oock verfcheyden andere valeyen bevochtight.
Dit geweft wort van fommige gehouden voor
een gedeelte van het
Tmede Rhetien der Ouden
en de Hooghduytfchen noemen in \'t gemeen
d\'inwoonders ©fc^efmïief / en \'t landt felf (iU
fc^efan^ / wegens de riviere
Etfch, eertijts Atheßs,
die dwars door een deel van defè Provintie
loopt, hoewel Etfchland eygentlijck fich van
Meran tot aen Trenten uytftreckt.

Dit landt ,\'t welck de heerfchappyen der Bif-
fchoppen van Brixen en Trenten in fich ver-
Crenfen. y^j. ^ {jggfj. Beyeren in \'t noorden \'t landt der
Grifbns in\'t weften ten zuyden de Marck van
Trevife ,• en in \'t ooften\'t Bisdom Saltzburg ,
Carinthien^enTrevifane. Maer foo men Trenten
daer af neemt, welck als een gedeelte van Italien
moet aengemerckt worden, om de Provintien
met beter onderfcheyt te toonen , foo heeft
Tirol ten noorden, ooften en weften de felve
grenfèn, en ten zuyden het landt van Trenten.
Tirol De ftercke plaets T/>ö/,die haer naem aen \'t ge-
heele lant geeft,is op d\'Etfch oft Adige gelegen,
hebbende beneden fich de ftadt
vanMeron oft
Merarij\'ym dltalianen Marano genaemt. Maer de
Yfispmk hooüi^iadtTnfprmk legt inde valeye Tw, diefy
gltt^at noemen, op den oever van de riviere Tn;
is waerdigh befien te worden om haer fchoone
\' huyfen, het heerlijck Paleys der Aertshartogen
van Ooftenrijck, met d\'aengenaemfte tuynen
verciert, daer men vele künftige waterwercken
fiet,en een fael vol wapenen, in welcke gewapen-
de mannen te paerde vertoont worden , als
Hooghduytfchen op de hedendaeghfche wij/è,
Hungaren,Turcken,Tartaren,Perfianen,Afnca-
nen; en de wapenen byna van allerley volcke-
ren , die men noch befonder kan befchouwen.
Men fiet in defe ftadt oock een treffeiijck Col-
legie der lefuyten , en een fchoon kloofter van
S. Francifcus met fijn kerck, verrijckt met het
graf van Keyfer Maximiliaen d\'Eerfte, van ver-
fcheyde ftagh van marmer, met vele verheven
beelden, gemaeckt j het
heeft rontom eenige
ftaende beelden van bronfe oft metael, tien
voeten hoogh, der oude Princen van\'tover-
heerlijck geflacht van Ooftenrijck, met haer
tij telen, kleederen en wapenen op d\'oude wijfè.
WapenhfijS\' Niet wijt van Xnspruck , in \'t eylant Yn, op de
plaetfè Mülbach , fiet men \'t wapenhuys der
Aertshartogen , met veel oorloghs-gereetfchap
en metale ftucken van wonderlijcke grootte;

Duytflandts

en water-meulens tot de hamers der finits-winc-
kelen , waer een groote menighte harnaffen,
ftormhoeden, fchilden, musketten, en allerley
flagh van wapenen gemaeckt worden.

Dicht by de gemelde plaets fiet men een Pa- ^^\'eyt»
leys oft lufthof van den Aertshartogh, ten mee-
ftendeel verguit, aenmerckelijckom fijn rijcke
huys-cieraden, verfcheyde fchilderyen , fijn Ar-
chitedure oft bouwkunft,fchoone gelegenheyt,
fijn graften , meyren en vyvers met uytgeleien
viflchen,fijn wijnplantingen, boomgaerden,bof-
fchen,en afgefchote pereken, tot de jaght van \'t
wilt gedierte, vogel-koyen vol van
verfcheyde
vogelen, aengename tuynen, doolhoven en fon-
teynen , kaetsbaen, en fijn ren-banen , om den
jongen Adel in \'t rijden te paert t\'oeffenen.

Dicht by \'t dorp C^erle / omtrent drie mijlen
van
Tnspruck , en niet wijt van een huys, dat de
Vorften van Ooftenrijck op een rots gebouwt
hebben, (van\'t welcke men bequamelijck uyt
een galerye de jaght der wilde geyten en boe-
ken, die hier veel fijn, kan befchouwen,) leggen
vele bergen , aenmerckelijck om feker voorval
van den Aertshartogh Maximiliaen , die on- mMijct^
voorfiens, in de hitte van \'t jagen, foo hoogh
op de fteylten der rotfen geklommen was,dat de
fijne hem niet konden volgen, nocht daer afha-
len , doch dooreen onbekent lantman daer af
gebracht wierd , welcke terftont verdween , en
voor een Engel wort gehouden : tot gedachte-
nis van defe faeck is \'er een houte kruys, veer-
tigh voeten hoogh, tegen de rots opgericht, het
welck, als men beneden ftaet, geen twee voeten
lang fchijnt te wefen.

D\'andere voornaemfte plaetfen van dit Graef- uinders \'
fchap fijn
Hal, een ftadt meteen kafteel ge-M«-
fterckt, ontrent drie mijlen van Inspruck, op
d\'Yn gelegen , en vermaert om \'t fout dat daer
gefoden , en \'t geit dat \'er geflagen wort.

oft @c^tt)ac^ä/gelegen op de gemelde
Yn, en om fijn mijnen vermaert:
Landeck, het
welck oock op de Yn legt: ^m^m^ / door
d\'Italiaenen
Cafanoipa genaemt, dat is, Nieuw
huys, op d\'Etfch oft Adige gelegen ,•
Ster^ingen
op d\'U/^^5 aen \'t begin van den bergh Brenner ,
bekent om fijn filvermijnen , en van andere me-
tallen , en om fijn goede meffen, degens en pla-
ten die men daer maeckt:
Gojjb, oock aen de
berg Brenner, met vele dorpen : noch fijn hier
de fteden
Rotenberg, JCuffflein, Lmnt^i, en Steinach,
met eenige anderen, onder welcke fijn
enWyleVi by de fteden geftelt, hoewel onbe-
muert. Oock acht men
Stams, een kloofter der
Ciftercienfen, vier mijlen van Infpruck afge-
fcheyden, om dat het d\'oude begraefplaets is
der Vorften van Ooftenrijck.

Wat het lant van de Biffchop van Brixen aen- Steden mn
gaet, de voornaemfte fteden fijn Brixen, te vo-
ren
Sublalpio, en van d\'Italianen Brißina geheeten,
een wooning der oude
Brixentcn, en Biflchop-

Fff 5 lijcke

-ocr page 322-

ryf^i-.

I

!
I î

-ocr page 323-

\'t GRAEFSCHAP TIROL.

lijcke iladt, op de kleyne riviere Riencz, die io onvruclitbaer, als op de bergen en\'t begin der
d\'Etfch loopt, gelegen j fy heeft een fraeye valeyen, waer dTn en d\'Etfch hun oorfprong
hoofckerck , en legt in een getemperde lacht, hebben j maer \'t overige is redelijck vrucht- rruck-
Bruneck, met fijn kafteel , op de grenfen van Ca- baer. Het brengt veel terwe voort, voorname- hmhqu
rinthien: enUatrano^ d\'Vikz. Üjck rontom Ynspruck, en oock uy tnemende

Vdejen, Dit lant vervat vele valleyen en geweften, wijnen j hoewel eenige Italianen gefegt hebben,
van welcke de voornaemfte
Tnthaly oft Valeye dat\'er om de groote koude , die van debergen
^van d\'Yn, te Finftermints begint, en ftreckt tot komt, geen wijn waft. Het landt van Brixen
aen Rotenberg, fijnde acht mijlen lang, en een geeft oock vele goede vruchten , en infbnder-
breet. Die van
Finflemint^i loopt tot acn Eng^- beyt van den beften rooden wijn. Indevaley
din van de Grifons tot aen
Tnthal, en aen Etfch- van Paßrtbalwai}: garft,wijn, noten,en appelen,-
landt, fijnde een mijllang, en niet breeder dan en in die
Y^nStan^erthal jgtSLCUy garft, haver, ap-
dat\'er een wagen kan rijden. ICunßerypegfpvcYt pelen, en diergelijcke.

fich uyt tot fes mijlen in de langte , van Pötzen Tirol is oock overvloedigh in velden en wey-
oft Bolfan , op de grenfen van Trenten tot Bri- den , in filver- koper- en yfèr-mijnen , in groot,
xen^ maer \'t is feer fmal. is drie mij- en kleyn vee, wilt gedierte, meyren oft ftaende

len lang, van Meran tot aen Ster^ingen i en waterenen rivieren met velerley viffchen ,• foo
heeft twee mijlen in de langte, dat Keyfer Maximiliaen met recht feyde, dat
In de valey van
Vinflgo-^, van dltalianen Val Veno- defe Provintie was als een boeren-rock , grof en
fla genaemt, heeft de Biffchop van Coire eenige vol vouwen, maer goet, warm, en gemackelijckj
volcken ,• maer de Vorften van Ooftenrijck fijn en datfe by een Hertoghdom, ja koningkrijck ,
daer Opperheeren, en hebben \'er eenige plaet- kon geleken worden.Men vint hier oock de ma-
fen.
Etjchland ftreckt van Meran tot aen Trenten, gneet,en feeker fteen, diefe Malachite noemen ,
\' is tien mijlen lang en een breet j en d\'inwoon- van geen minder deught dan de Turquoifen.
ders fijn ten deel onder d\'Aerts-Hartogen van Die van die landt fpreken alleen Hooghduytsj laeU
Ooftenrijck, Graven van Tirol jen ten deel on- maer die van Trenten, naburen van Italien,
der de Biffchop van Trenten, gelijck oock die fomtijts Hooghduyts, doch meeft Italiaens.
van
Nansberg. D\'Aerts-hartogen hebben in de ftadt Hal fè«

bergen, Over al in dit landt fijn veel bergen , als die kere meulens en yfere raders, die\'t water doet
van ptemtcr oft ^xmntv/ 3<^ujfcr/ ©c^ltccberg/ draeyen, waer door fy \'t yfer en andere metallen
en dicht by Meron de Venus-bergh , vermaert doen bearbeyden.

om feckere fpelonck, die men daer in\'t midden Dit landt kan ontrent twaelf duyfent voet- surckie»
fagh ; maer nu omringt van fteyle plaetfen. knechten ten oorlogh opbrengen. De Spaen-
Den bergh prctltieï wort van de Latiniften Py- fchen hebben oock,in d\'oorlogen van Piedmont
renemg^cctcn\'i defe is in\'t gemeen metys en en Montferrat, dickwils hulptroepen uyt defe
fneeu bedeckt, maer vervult met allerley flagh Provintie gekregen , als fy die van Tirol en
van metalen. De begint drie mijlen van Trenten t\'faemen brachten.

Trenten, en ftaet ten deel onder de Graven van D\'Aertshartogen hebben t\'Ynspruck haer Regeemg*
Tirol ,■ is lang elf, en breet drie mijlen en be- Hof van \'t Gerecht, daer onder hare landen ia
grijpt meer dan 350 dorpen oft Parochyen, en de Grifbns, Veldkirch en Swaben behooren.
31 kafteelen. \'t Landt van Trenten , en dat van Nansberg,

Rivierm. De voornaemfte rivieren fijn d\'Yn en d\'Etfch. gehoorfaemt ten deel aen den Aertshartogh,
D\'Tn , in \'t Latijn Oenus ^ komt uyt het landt van ten deel aen den Biftchop ,• en\'t landt van Bri-
Engadin, en het meir dicht by Syls, loopt door xen, hoewel \'t fijn Biftchop heeft, ftaet oock
Finftermintz, daer na door Ynspruck , en ont- eenighfins, \'t fy door recht oft lange gewoonte,
laft fich niet wijt van Paffaw in de Donaw. onderdeGraven van Tirol, die van de Keyfers
P\'E^/c/j, door d\'Ouden en van d\'Italianen de naem en \'t gebiedt van Advocaten en Be-

Adke óft Adige genaemt, heeft haer oorfprong fchermers defer twee landen , voor foo vele fy
dicht by Nuders, loopt door Vinftgow en door onder de Graven ftaen, verkregen hebbenjhoe-
Etfchlandt, Bötzen , Trenten, en Verone, en wel de Biftchoppen Vorften des Rijcks fijn, fit-
ftort fich in de Veneetfche golf. Wat de rivie- plaets op de Rijcksvergaderingen genieten , en
ren Riencz, Talz, Anagnie en Flems belangt, oock als andere, des Rijcks laften moeten hel-
fy ftroomen alle in d\'Etfchgelijck de Ciler en pen dragen. Petrus, Biftchop van Coire, gaf in
d\'Ultz in de riviere Yn loopen.- \'tjaer 1^66 aenRodolf, Alberten Leopoldt,

Lucht. De lucht is hier overal niet gefont, infbn- Hertogen van Ooftenrijck, deleenen die hy in
derheyt t\'Ynspruck ^ en \'t is \'er op vele plaetfen, Tirol befat, drie jaren te voren aen defë Vor-
waer de bergen meeft met fneeu en ys bedeckt ften gekomen, door Margarita , eenige erfge-
fijn, feer kout. Dit landt wordt befproeyt van naem
van dit geweft. Evenwel fijn\'er noch ka-
vele rivieren en beecken, oock fijn hier vele fteelen van \'t Bifdom Coire der Grifons in dit
Btttejwn. fonteynen van fout water, infonderheyt by Hal, Graeffchap, als ©c^roffcttfïcm/ ^CkpC^

daer d\'inwoonders door feekere pijpen dit wa- fiem/ en andere. Maer hoewel

ter van de bergen in groote ketels doen loopen, de Grifons hier Rechters en Bedienaers ftellen,
daer in fy \'t koken, om daer fout, dat feer wit is, evenwel de criminele jurisdidie en \'t opper-ge-
van te maken. Hier fijn oock warme wateren,en biedt behoort aen de Graven van Tirol,
baden by Brixen, en den bergh Brenner. D\'inwoonders van dit landt fijn alle Roomfch

\'t Geheele landt is aen alle fijden oneffen, Catholijck. De Biftchop van Brixen ftaet on-
doch met vele valeyen verciert: \'t is ten deel der den Aertsbiftchop van Saltsburgh.

-ocr page 324-

s W I T S E R L A N D T.

n

t ^

Et meefte deel des deren een verbont, met ftercke eedenbekradi-
landts, ^ het welck de tight,waer door fy hare vyanden en naburen nier.
Romeynen
Eehetiam alleen aen macht gelijck wierden,maer oock van
noemden, is hedens- defelve,wegen haremenighvuldige viétorien,en
daeghs
Sukia ofte Suitia vermeerderinge der Bontgenoten , ontfien.
geheeten, na de Vitis, Gantfch Zwitlèrlant wort in vier deelen af-ge- Vee^n.
Saxenfche volckeren, deelt, die fy @ou op \'t Duytfch noemen , welck
welcke Carolus Ma- beduydt een lantfchap oft dorp , als fijn Zurich-
gnus, van wegen hare gouw,Wipflisburgergouw, Argouw,en Turgow.
rebellye en meineedig- De Republijcke, oft Gemeynte der Switzers,be-
Eerjle dal
heyt, uyt hare wooningen tot in de Alpen ver- ftaet uyt drie deelen. In het eerfte fijn dertien
dreven heeft, gelijck oock ettelijcke duyfenden dorpen, die de Italianen
Cantons, en de Duytfchen
der Nordalbingiorum in Vlaenderen en Brabant ^rtm noemen,welke,voor alle andere Geconfe-
hare wooningen namen. Het kan oock fijn , dat dereerde, recht hebben, dat fy van alle faken, de
dit landt defen naem heeft van de
Suecis oft Swe- gantfche Gemeynte der Zwitfers betreffende, in
den,welcke, ten tijde des Konings Sigeberti, oft dealgemeyne byeenkomften en lant-dagen, be-
door hooge water-vloeden, ofte om de groote raetftagen, ftemmen, en van alle fchade en pro-
menichte der inwoonders,uyt hare woonplaetfèn fijt der gantfcher Gemeynte deelachtigh wor-
verdreven fijnde, fich alhier hebben nedergefla- den.De Vooghdyen^n Ampten,diefè gelijcker-
gen. hant verkregen hebben,bedienen fy oock gelijc-

Het is waerfchijnlijck,datSwitfêrlantgeheeten kelijck, de overige buyt deylen fy oock evenma-
is nae het dorp Switz: men noemt het oock het tigh onder malkanderenj als Zurich, welcke
Can-
Geconfedereerde oft Vereenighde landt, en op • ton fich in \'t jaer 13 j i tot het verbondt der drie
Duy tfchjdie ê^bt^ttOtfc^afTf/ van wegen het ver- dorpen begeven heeft j Bern,in het jaer 13 j 5,ea
bont, daer mede fy aen malkanderen verknocht Lucern in \'t jaer 13 31 .Zug en Glaris hebben iich
fijn, Eutropius noemt defè volckeren Dit in\'t jaer 1352 mede daer in begeven,- Bafel in

engrenfen, lant leyt tuffchen den bergh lura, het meir van \'t jaer 1501; Friburgh en Solothurn in \'t jaer
Geneven, Italien, enden Rhijn. In\'t ooft paelt 1481. Alfoo dat nu defè geheele Confederatie
het aen\'t Graeffchap van Tyrol^in\'t zuyden aen beftondt in tien Qwfö«^ ofte ^rtCttj tot dewelcke
\'deAlpesCottias ,Lombardien,\'t Hertoghdom fich,in\'tjaer 1501,oock Schafhufen,en in\'tjaer
Mylanen,en\'tPrinsfchapPiedmontjin\'t weft acn 150 zAppencel begeven hebben. Defès P^i;/ofte
Savoyen en Bourgundien j en in \'t noorden aen Oorts velden, worden in twaelf gedeelten oft or-
den Rhijn.De palen van Switferlandt ftrecken in densonderfcheyden , diefy Roi^»noemen, van
delengte , als C^efar in fijn eerfte boeck van de welcke fes,die naeft aen dat dorp gelegen fijn,de
Franfche oorlogen getuyght , 240 duyfent tre- binnenfte genoemt worden , de andere de buy-
den , \'t welck men hedensdaeghs noch foo be- tenfte. Uyt een ieder van defe gedeelten worden
vindt, in de breette maer 80000, hoewel C^efar twaelf Raedsheeren gekoren,die \'t gantfche lant
\'tfelve wat breeder feght te wefèn. \' regeeren^alfoo dat\'er in alles 144 Raedtsperfbo-

Het heele landtfchap heeft een gefonde locht, nen fijn. In het tweede deel fijn de Geconfede-r^W«
en hoewel het door hooge en onverbrokene ber- reerde oft verbondene, te weten, de Abt met de
genfeerrouwenfcherpis, nochtans is het door ftadt van S.Gal,die in\'tjaer 145-5 fich metde vier
den geftadigen arbeydt der inwoonders
foo be- Cantons verbonden hebben,ea fijn daer nae oock
bout,dat het nergens onvruchtbaer is, en niet al- van de fes
Cantons, Zurich, Bern, Lucern, Switz ,
leen noodigh voetfel voortbrengt,maer oock dat Zug en Glaris, in \'t eeuwige verbondt aengeno-
tot welluft dient.Het draeghtveel korens,hoewel men. De Grifbns,oft Graubunters,welke in
kaerhejdt. men Op fommige plaetfen de aerde eerft branden \'tjaer 1497 een eeuwigh verbont gemaekt heb-
moet,eer men daer faeyt.Op vele plaetfèndraegt ben metde fesoudfteCantons.En die van Chur,
het wijn, die den Rhijnfchen te boven gaet in welcker fbcieteyt ®OttCé ^aUè-^mt genoemt
reuk en kracht. Hier fijn vette weyden,in welcke wordt, in het jaer 1498. De derde focietey t, die
het vee met groote menighte gaet, waer van de men de ^C^Clt @cnc()tctt noemt, heeft met de
inwoonders goet gewin trecken.Hier is oock veel Switzers^eygentlijken geen verbont,maer met dc
wildt-vang,als beiren,herten,hinden,bockskens, andere twee,leven daerom met de felve in goede
wilde geyten oft gembfen, lyncen,wilde fwijnen, vrientfchap en vafte getrouwigheyt.Sion oft Sit-
en diergelijcke, met welcker jaght haer de in- ten met Valefia, hebben in \'t jaer 1475- een eeu-
woonders vermaken: aen gevogelte is daer oock wigh verbondt m^t die van Bern gemaeckt. Als
geen gebreck. Dit lant is gants
vry,geene Poten- daer na de religiohs-ftrijdt begon , hebben Ha-
taten onderworpen^want als daer eertijts fekeren drianus Biffchop van Sion, en de feven ^c^en^ctt
binnen-landfchen twift onder hun rees,en fy van der Valefiers, in het jaer i j 3 3 binnen Friburgh
haer Heeren en den Adel hardt getradeert wier- een alliantie gemaeckt met defè feven Cantons,
den , hebben fy t\'famen gefpannen , en haer met Lucern, Vri,Switz,Vnderwalden,Zug,Friburgh,
eede verbonden, het jock afgeworpen, en fich in en Solothurn,welke alle te famen de Catholijcke
vryheyt geftelt. Van dit verbont fijn die van Vri, religie toegedaen waren. Rothweil is in\'tjaer
Vnderwalden,en Switz de eerfte geweeft,in\'tjaer 1463 eerft in het verbont getreden metde Swit-
1308, welcker exempel de andere fteden gevolgt fers,op 15 jaren, het welck dickwils vernieuwt is,
hebben,makende onder hun felven,en met de an- en eyndelijcken in het jaer ij 19 ten eeuwigen
DuytJIandt. G g g dage

\' Jl

j

Naem.

11 r

.

: t

Locht.

\'i

Vrucht-

3\' ^

! hj i !j|;,\'

ril"\'

\\\\p

ir

-ocr page 325- -ocr page 326-

m

I. i)

SW I TSERLANDT.

dage beveftight. Mülhufen heeft fich in \'t jaer maeckt hy een ront en woeft meir/t welck de by-
1468 met de Switfers in alliantie begeven.Bienna woonders de Rhetiers, oft Grifbns, het Briganti-
oft Bief heeft fich in de jaren ï 303, 1306,1357, ner-meir noemen. De fchrick van de woefte en
en 1367 feer ftriót verbonden met die van Bern. dicke boftchen is oorfaeck,dat het felve eenfaem
Geneve heeft in\'t jaer 15 3Ó met die van Bern en onbefocht blijft, behalven daer de deught en
een gemeyne burgerfchap en naeuw verbont op- het matigh leven in Duytflant, defè plaetfe,voor
gericht: doch wordt onder de Switferfche Can- de Barbarifche menfchen heeft bebouwt, daer
Derdedeel, tous niet gerekent.In het derde deel fijn de plaet- nochtans de gelegenheyt en natuur der plaetfè ,
fen en Vooghdyen, welke de Switfers met de wa- en de ongetempertheyt des lochts tegen ftrijdt.
3enen verovert, oft die fich felfsgoetwilligh aen De inloopende riviere dan, metfchuymachtige
laer overgegeven hebben, als Turgow, in \'t jaer keeren, door dit meir en ftille wateren vlietende,
1460 onder de gehoorfaemheyt der fèven outfte , fnij t het felve als met een richtfnoer dwers door;
Cantons; Baden,inhet jaer 1415 verovert,is fub- en als een byfonder Element,doorgeduurigh te-
jeót de acht eerfte Cantons. Rhegufti, in\'t jaer gen-ftrijden, verfcheyden blijvende, fonder zijn
1491, wordt geregeert van de feven eerfte Can- water,dathetingebrachtheeft, te verminderen
tons, als oock van het dertiende. Sarunetumoft ofte te vermeerderen,volbrengt het fijnen tocht,
Sarungansisin\'t jaer 1483 van Grave Georg van fonder den naem oft kracht te veranderen.En dat
Werdenbergh aen de feven outfte Cantons ver- boven al te verwonderen is, dit meir wordt door
kocht, van welcke het oock geregeert wordt, den fnellen loop der wateren niet beroert, noch
De vrye Provinciën , in \'t jaer 1415 geconque- de voortjagende riviere , door de flijckachtige
fteert,erkennen het gebied der feven outfte Can- opwerplèlen opgehouden, als niet konncnde de
tons. De vier Vooghdyen, Lugano, Locarno , riviere en het meir confufelijck onder een ver-
Mendrefium, en Vallis Madia,fijn in\'tjaer 1513 mengt worden, \'t welck,\'t en ware fake men het
van Maximiliano Sfortia, Hertoge van Milanen, fèlfs fage, het onmogelijck foude fchijnen, fulcks
aen de Switfers gefchoncken , waer over alle de uyt malkanderen te konnen fcheyden en kennen.
Cantons,behalven Appencel,hetgefaghhebben. De rivieren defes lants fijn, de Rhijn,de Rhof^
Rmerett.
Bellizona is in\'tjaer 1513 in\'t geweldt der drie ne, Adua,Ticinis, Lymagus, Byrfa, Langarus ,
eerfter Cantons geraeckt. Valefia oft WalHffer- Sara, Taurus of Dur, .^nus oft In, Arola,en veel
lant, in defe kaerte oock begrepen, (welkers par- meer andere.

ticuliere befchrijvinge terftont nae defe volght) De principaelfte bergen fijn S. Gothard, die Bergen.
wort in drie volckeren en drie alliancien gedeelt; men
Summas Alpes eertijts noemde; nae de welcke
waer van de twee eerfte fijn , de
ViberienSeduni, volgen de ?entm Alpes -, by de Salajfos fijn deCottU
met eenen naem oock Liberi Valefii fuperiores ge- Alpes,en de bergh Silvius; daer na den grooten en
noemt, en fijn gedeelt in feven conventen, diefy kleynen bergh van S.Bernard ; enbydeLepon-
Vecumas oft Defenas noemen.De Veragri,anders tios,de Graj^ Alpes-,Adula^of de Vogel-berg,ftreckt
oock
Valefuni inferiores geheeten, ftaen onder het fich tot aen de Mifaucos. Omtrent het Engaddi-
gebiet der bovengemelde. Doch is over defè alle ner dal fijn de
Alpes lulu en de bergh Permurna;
de Bifl^chop van Sion oft Sitten een Prince en daer na ^^.Jfendenes,
dehexgen Valarmen.
hooft,hebbende het opperfte gebied en authori- Brantius-, u) ae RTiucantios,den bergh Rhetico: ea
teyt,foo in geeftelijcke als weereltlijcke faken,en omtrent de Genever-zee leydt den bergh
luraf.
wordt derhalven oock een Grave en ftadthouder fus-, op de limiten der Tulingorum,fijn de bergen
van Valefia genoemt.Alhier is oock gelegen het Abnobds.Vzn de Alpibus fullen wy breeder hande-
Graeffchap Werdenbergh, en de vrye Heerlijck- len in de befchrijvinge van Italien.
heyt van Sax. Daer fijn oock ontallijcke boffchen, alle ge- Bojfchen.

Nergens vint men grooter getal van meiren deelten van het Swartzwalt, die \'t hooft daer van
als in defè Provincie,onder welcke de voornaem- is , al is\'t dathy hier en daer verfcheyden namen
fte fijn, de Lucerner-zee, Zuricher-zee, Walen- krijght, als Brigantinerwalt, Rhijnwalt,Bonwalt,
zee,Nuwenburger-zeej maer de grootfte van al- en
meer andere.

len is Lacus Acronius,of de Boden-zee,welcke Soli- De Republijeke der Switfèrs beftaet meeften- Regeringe,
nus en Plinius
Brigantinum, en Ammianus Marcel- deel uyt de voornaemfte en \'tgemeyne volck on-
linus noemen, nae het fèer oude ftede- der eengemengt; fommige der fèlver fteden ea

ken Brigantium. Defes meirs lengte ftreckt fich gemeynten regeringe beftaet oock uyt een pure
op 24000 treden , en de breette, daer het alder- Democratie, alwaer alles geraedtftaeght en ge-
fmalfte is, op twaelf duyfènt. Wy hebben de daen wordt door \'t gemeyne volck , namelijck ia
woorden van Ammianus (om datfe de gelegen- de Cantons die geen fteden en hebben , als Vri,
heyt defes meirs,en de vallen des Rhijns eygent- Switz,Vnderwalden,GIaris, en Appencel; oock
lijck aenwijfèn) alhier willen ftellen,welcke aldus Zug, hoewel \'t felve een ftadt is. Andere laten
luyden: De Rhijn verfpreyt fich tuftchen de om- haer door de voornaemfte des volcks regeeren,
keeren van de hooge bergen,met een fnel voort- namelijck,alle de Switferfche fteden, als Zurich,
drijven,welcke by de Alepontios met afloopende Bern,Lucern,&c.Maer alfoo de hooghfte macht
goten oft vallen, gelijck deNilus, fich fneliijck al evenwel by het volck
beruft,van welck de Ma-
uytftort: in fijn eerfte beginfel wordt hy ftracks giftraten gekoren worden,foo is \'t,dat in der daet
een beecke,en valt met de menighte van fijn ey- defe Republijcken een gemengde regeeringe
gen wateren, met een eenvoudigen en flechten hebben , en eenige meer Ariftocratifcher wijfè,
loop j daer na geholpen en vermeerdert door de andere meer Democratice geregeert worden ,
gedooide en gefmolten fneeu,en de hooge boor- \'t welck foo veel te fèggen is , als door de voor-^
den van beyde fijden der oeveren af-fpoelende, naemfte^^ ofte door het gemeyne volck.

r!

-ocr page 327-

WALLISERLANDT.

Naem. An waer Vale/Ia ( het

welck de Duytfchen
gemeynlijcken Wallis
oft Walliferlandt noe-
men ) defen naem
heefc 5 is onfeker, ten
ware, datmen wilde
aennemen de opinie
van Munfterus , die
niet ongefundeert fchijnt te wefen , als hy
meynt dat het woordt Valefia van het Latijn-
fche woordt
Vallis komt, het welck een dal
beduyd, oft van
Vdleria, een Kafteel in de
ftadt
Sedunum ofte Sitcen.
P^/^^. Dit landt paelt in \'t noorden aen \'t gebiedt
van Bern en Lucern j in het zuyden aen de
Alpes Cottias en de Lepontias j in \'c ooften aen
de hooghfte Alpes en hoogh-Grifonners j int
weften aen de
Alpes Grajas, en de Genever-
meir. De lengte van \'c weften tot het ooften,
ftrekt fich vijf daghreyfen 5 maer in de breette
is het eng en naeuw, doch worde ontrent Mar-
tinach en Sitten wat ruymer. En hoewel
dit landt deurgaens vol is van fteyle en hoo-
ge bergen en klippen, ( die meeftendeel een
Duytfche mijle toi in de locht toe fich ver-
heften , en dat vele der felver geduurigh met
fneeu en ys , dat nimmer fmelr, bedeckt fijnj
foo heeft het nochtans geen gebreck van dat
tot\'s menfchen ouderhout van noode is j want
Vrucht- het feer vruchtbaer is aen koorn, wijn, en
katfheydt. ^jj^j-handc gewaflcn , infonderheydt tarwe,

rogge, garfte, haver, boonen, erten, hnfen , en
heerfe. De wijn-was begint in \'t gebied van
Briga, in het geberghte , en ftreckt fich langs
de Rhofne , tot aen S. Mauritz. By Sitten ofte
Sion wordt de roode wijn beter gehouden als
den witten, en is foo fwart en dick, datmender
mede foude konnen fchrijven. By Martinach
gaet de witte in goedheyt den rooden verre te
boven. Men foude naulijcx in geheel Duyts-
landt een plaets konnen vinden , daer edelder
en trefFelijcker wijn waft, als te Sitten, derhal-
ven hy in de omliggende landen wijd en zijd
vervoert wort. Alhier, gelijck oock in Syders
cn Gundes,waft de faffraen in groote menigte,
als oock de granaet-appelen , amandelen , en
vijgen \'y \\ geheele landt door waften allerley
foorten van peeren, appelen, noten, pruymen,
kerfleOj kaftanien, moerbezien, perfen, hafel-
noten en eornolien. De bergen dragen meni-
gerhande koftehjcke medicinale kruyden en
wortelen, infonderheyt Gentianam, Antrinam,
Sguillam,&:c.
Minerden. Hier fijn oock verfcheyde mineralen en
metalen : By Gums, niet wijdt van den oor-
Duytjlandt,

fprong der Rhofne, wordt fuyver en onfuyver
kriftal uytgegraven.

Van alderhande gedierte is in dit gewefte Ccdimit
groote menighte , infonderheydt vari ofifen ,
koeyen, paerden, efels, muylen, fchapen, vere-
kens , geyten , konijnen, ganfen , entvogels ,
hoenders, pauwen , en duyven. De byen fijn
daer in groote abundantie , daer van fy jaer-
lijcks geen kleyn gewin maken. IiVt geberghte
vintmen oock veel vreemde gedierten, als
fteen-bocken, daften , bergh-muyfen, een by-
fondere foorte van hafen , faifanten , wilde
hanen,fteenhoenders,vogelkens die fy Pernifas
noemeü, patrijfèn , waterhoentjens, gieren ,
houtduyven, reygers/nippen, duyckers, wach-
tels , ftaren , bcc. Daer fijn oock veel beeren ,
wolven, lynxen , voffen, marters, en valcken.
Doch worden daer geen herten, geyten, wilde
fwijnen, fcorpioenen, gevonden : maer
deurgaens is daer fulcke overvloet vanwilt-
braet, dat het in de vleyfch-hallen voor gerin-
geren prijs verkoft wordt, als rundt-vleyfch.

De Biffchop van Seduno ofte Sitten is een Macht
Prince en Heere van gantfch Valefia , foo in
het wereldtlijcke als in het Geeftelijcke; welck
Graeffchap , vooghdye, en macht , Karolus
Magnus gegeven heeft, ontrent het jaer Chri-
fti 805 , aen
S. Theodolo Bift\'chop van Sitten,
en alle fijne navolgers , die de fuccederende
Keyfers daer naer tot op defen huydigen dagh
beveftight hebben. Valefia wordt gedeylt in
hoogh en laegh : het Hooge begmt van de
bergh Furca, en ftreckt fich tot aen de Marck
van \'t landt, welcke is beneden Sitten , benef-
fens het water Morfus , en vervat feven gebie-
den ofte jurifdidien, die fy
Zehenden noemen,
te weten
Sedunum ofte Sitten, Syder, L.euck,
Raren, Vifp , Brig, en Gombs. In dit deel ge-
bruycktmen de Duytfche tale. Neder-Wal-
liferlandt begint van de beke Morfo,en ftreckt
fich tot aen de brugh van S. Mauritius, waer
van eertijts de inwoonders
Veragri genoemt ,
wierden. Dit quartier begrijpt in fich fes Com-
muniteyten, die fy Banners noemen, te weten,
Condes, Ardon , Sallien , Martinacht, Intre-
mont, en S. Mauritius. In dit deel
fpreeckt-
men de Savoyfche tale.

De hooftftadt is Sedunum, op Duytfch Hoofißadt
Skten , en in \'t Franfch Sion geheeten. Het
is, nae de wijfe van \'t landt, een fchoone ftadt,
die alle dage meer en meer in geboufelen toe-
neemt. Sy light in een vlackte , en heefc aen
de eene fijde twee berghskens, op elck van de
felve ftaet een kafteel, het eene genoemt
Vale-
ria, het
andere Torhillon, Dit Birdom,als oock
dat van Augufta / behoort onder het Aertsbif-

H h h dom

\' i II\'

Iii

iii:

-ocr page 328-

fr

r

nm

illMii

W A L L I S E R L A N D T.

dorn van Tarantayfe in Savoyen. Behalven
defe ftadt Sitten, is in geheel Walliferlandc
geen benciuurde ftadt, hoewel dat
Agamum
ofte S. Mauritius wel voor een ftadt moght
gerekent worden. De andere ftedekens fijn
Oäodurum ofte Martinacht, Gradetfch , en
Out Sider, beyde kafteelen 5 Sider, Leuc,
Raronia, Vefpia, Brig, Naters, en Moril.

De bergen, die WalUferlandt omringen,
hebben hedenfdaeghs andere namen, als wel
eertijdts; de bergh , uyt weicken de Rhofne
ontfpringt, was in vorigen tijden
Subecm, Coa-
tirns
en Vrfellus geheeten, hedenfdaeghs wordt
hy Furca genoemt 5 nae by is de bergh van
S. Gothardt; by Briga is de bergh
Semproniusy
nu ter tijt de Simpelbergh geheeten,dicht daer
by fijn de bergen van Safes eh Matter. Aen dc
andere fijde van de Rhofne liggen de bergen

jindere
ßede».

ä

Bergen.

i i

diemen noemt Loetfch en Gemmi. In het dal
Poenina is de ys-bergh Arola. Tegen over
Sider naer \'t noorden is
Mons Sjhms, diemen
nu Augftalbergh noemt, en van Martinacht
gaet men nae den bergh van S. Bernard.

Door defe contreye verfpreyden fich oock Bo[[chen,
eenige gedeelten van het Schwartzwaldt, die
allegader hare byfondere namen hebben; want
elders en ontrent Arnen wordt hy Milebacher-
waldt , en by Perigrat Perfimwaldt geheeten,
en op andere plaetfen anders.

De inwoonders defes landts fijn hedenf-/««w«-
daeghs tegens de vreemdelingen beleeft,vnent-
lijck , en goedt, maer onder haer felven fijnfe
de een tegens den anderen wat ftuurder en
onvriendelijcker, als goede vrienden en nae-
buuren betaemt.

rtn atn.

l\'

-ocr page 329-

57

De Vereenighde

s O

G R I

N

S.

Hat ia, dat is, het landt van
de Grifons, heeft fijn naem
van den Overften der Thu-
fciens, Rha^tiis genaemt,
door wiens beleydt ( van de
Frangoyfen, die in Italien
vielen, van haer landt, tui^
fchen dc Alpes en de Poo
gelegen,berooft)ry haer naer
de hooghfte bergen en de
Taurifcos, die in de Alpes
woonden, begeven hebben,
en daer na met de felve een verbondt gemaeckt; en aen het
dal Tumilie op een verheven plaets, by het kafteel Otten-
fteyn, een ftadt gebouwt, welcke fy nae den naem van haer
vaderlandt Tufl\'ane genoemt hebben: en drie kafteelen, die
fy den naem gaven van haren overften , noemende het eene
Hoogh-en \'t ander Laegh-Rh^tien, en het derde Rhse-
tien. De felve hebben oock daer omtrent meer fterckten
gebouwt. Maer hare naekomelingen, miftchien door de
harde lucht fterclcer en kloeckmoediger geworden, hebben
geen gelegentheyt, om haer landt-paien verder uyt te brey-
den, verfuymtj maer bemachtight hebbende de landen om-
trent den oorfprong van de rivieren Athefis en Addua, en
ftouter geworden door haer goede fortuyne, zijn voorts ge-
trocken tot de Boden-zee, en dc Walen-zee, en van de an-
dere zijde tot Como, Verona cn Trenten j hier van komt
het dat Trente de hoofcftadt van Rhsetia geweeft is , gelijck
Augsburgh in Vindelicien.De landen,die fy tuffchen de be-
ginfelen van de Rhijn ende Plave befaten, waren bynae
twee hondert Italiaenfche mijlen lang, en hondert twintigh
breet, tuflchen Verone en Schuaze. Daer nae zijnfe van
Keyfer Auguftus verwonnen, door \'t beleyt en legers van
fijne ftief-fonen Drufus en Tiberius. De Rhjeti oft Grifons,
die omtrent den oorfprong van den Rhijn, de In, en in de
Alpes woonden, zijn meer geftut als verwonnen. Maer als
het Roomfche Rijck begon te verfwacken, en de Gotten,
Long-barden en Hunnen Italien afliepen, hebben fy den
felven overlaft en invafien met de Italianen geleden : want
in \'tjaer als Childericus Koning van Vranckrijck was,
hebben de Hunnen,neffens andere landen, oock Rh^etiam,
tot het kloofter Difertin te vuur en te fwaert wredelijck be-
rooft en bedorven. \'

Gemerckt dat tuflchen verfcheyden landen en republijc-
ken veeltijdts verbonden gemaeckt worden, om by tijden
van oorloge en aenval, hare vyanden bequamelijcker te
wederftaen, en oock hare vryheydt, privilegien, en wetten
te hanthavenihebben de Grifons, om de felve oorfaeck,met
verfcheyde volckeren, verfcheyden verbonden gemaeckt.
In\'tjaer 1282 heeft Fredericus, gefproten uyt het geflacht
van de Graven van Montfort, Biflchop van Chur, met Pe-
trus Bifl"chop van Sion oft Sitten, een verbondt gemaeckt.
Het welcke oock gefchiet is in\'t jaer 1400 tuflTchen loan-
nes Abt van Difertin en het Capittel,en de Gemeenten van
de Abdye. UIdericus Brunus, Baron van Rhïetien,heeft een
verbont gemaeckt met fijne foonen loannes, Henricus en
Huldericus, en andere met andere. In het jaer 1402, is\'er
een vrede beftoten tuflchen den Biflchop van Chur, en
fijne Capittelen met die van Glarona, Suitz, Entlibouch en
Agrien. En alfoo de Staet van de Grifons, door de harde
wetten van veel ftrenge Heeren, deerlijck gequelt wierde,
hebben de oudtfte en voornaemfte van Adel, in het dorp
Tron een
eeuwigh verbont gemaeckt, welck fy het Grifon-
fche van die tijdt afhebben genaemtjdit is gefchiet in *t jaer
1424: de Capittels cn de Geeftelijckheyt hebben fich oock
onderling acn den anderen verbonden , en daer nae onder
het ver bont van de Grifons begeven. De felve bontgenoten
hebben met de ftadt Chur, en de VicrdorfFer oock een ver-
bont gemaeckt. Dc volckeren van de tien Jurisdiólien heb-
ben mede een verbont gemaeckt, cn fich korts daer na met
\'DupsUndt,

Begin vm
de verbän-
de}}.

J^erhondt
van de Grt\'
(ons.

de Capittelen, en ten laetften met de Grifons verbonden
in \'tjaer 1471. In welck jaer zijn defe drie vereenighde
volckeren tot Vazerolo, in de jurifdidie van Bellofort, by
den anderen gekomen, en hebben aldaer, tot befchermin-
ge van haer wetten, rechten, en privilegien, een onderling
verbont gemaeckt. Sommige jaren daer na zijn in dit ver-
bont getreden Valtelin , het Graeffchap Clavenne, en dc
Heerlijckheydt Bormio, overwonnen met de wapenen der
Rhïeten, die feyden, dat de felve haer toequamen. Als dan
de drie vereenighde volckeren van de Grifons in ruft wa-
ren, hebbenfe in \'t jaer 1530 op Sint Matth^eus dagh haer
verbont grooter begrepen, en klaerder gemaeckt, en daer
bygevoeght, dat het alle twalef jaren met eede foude ver-
nieuwt worden.

De grenfen van defe geünieerde In-alpinfche volckeren, (^renfefs,
zijn aen het ooften Val Venofta, alwaer tuflchen Munfter
en Täufers een kruys ftaet tot een landtpael. Doch de we-
reltlijcke jurifdidie van de Grifons loopt verder, want veel
der bontgenoten woonen buyten defe palen. Aen de felve
zijde hebben fy noch tot nabuuren de Inthalcrs, op welcke
plaetfe aen de flincker zijde, dit landt ftreckt tot de brugh
van S. Martin : en aen de rechter zijde tot de riviere Scher-
genbach, welcke de gemeene bepalinge maeckt. In\'t oo-
ften leght oock het dal Stilvie, en het dal van de Son,
Fai-
fole,
alwaer de opperfte toppen van de bergen de lant-fchey-
dingc maken. Aen het weften van het vereenighde Rhe-
tien grenft het Graeffchap Bellinzona, alwaer de beke
Dumino, ende hooghfte toppen van de bergh Adula , tuf-
fchen S. Maria en S. Barnabas, de bergen CrifpaltVepche
en Merchedelant-fcheydinge maken. Aen het zuyden zijn
naebuuren van de Grifons, eerft de volckeren by \'t lac de
Como. Op de vlackte naer de zijde van Val Telline. bene-
den het dorp Plantedo, is een plaets geheeten
ilSanchietto ,
die met een rechte linie de opperfte top des berghs van een
deelt : hier na volgt de Addua. In het Graeflchap Claven-
ne, op het vafte landt by de Clavenner-meir,
is U Porta ;In
de felve meir,
il Saffo d\'Olciafco. Behalven alle dcfe • ggea
daer noch de toppen der bergen van VaKSaxea , ondier het
Hertoghdom Milanen j de hooghten van de bergen ea da-
len Brembana, Seriana, Scalvien, zijnde onder Bergamo j
van het dal Camonica , in \'t gebiedt van Brefla, hoorende
onder de Venetianen. Aen de eene zijdein \'t noorden leg-
gen de hooge Rhsetifche bergen, en daer achter de Monte-
funians, die onder het huys van Ooftenrijck ftaen, en in de
vlackteloopen de palen van het vereenighde Rhietia ofte
het landt van de Grifons , door S. Catharinebrun, gelegen
aen de voet van S. Lucis-fteig. Aen de andere zijde paelt
het gemelde landt, aen een kïeyn rotsken, een weynigh be-
neden de brugh van den Rhijn die aen de Heere-wegh leyr,
en om hoog naer den top des bergs van S. Margriet ftreckt;
en beneden wordt het mee de Rhijn gefcheyden van hec
Graeffchap Sarunet. Defe grenfen hebben aen alle kanten
hare fekere teeckens en palen. De figure ofte gedaente van
dit landt is gelijck een zee-fchol, die de Hooghduytfchen
noemen. Daer is een bergh gelegen tuflchen
Amifie, Scheydie, en Umbilie, op wiens hooghfte top drie
verbonden, oft driederley bontgenoten grenien, waer van
wy in het befonder fullen fpreken.

\' Het verbondt van de G rifons , dat mcnhet4^kf-f)UnÏ)f
noemt, om de gelegenheydt der plaetfe, heeft acht groote ^Junöt.
Conventen. Eertijdts waren daer twee-en-twintigh kleyne
jurifdidien, maer nae dat Hohen-Trins van Tuminiege-
fcheyden is, zijnder drie-en-twintigh , en oock foo veel Mi-
niftralen. Wat aengaet de ordre die de drie Hooft-verbon-
den houden, in het voorfirten in hare vergaderingen,
is
defe : Eerft fit Difentin, daer nae die van de valley Longo-
netz, Fovea, (op de vergaderingen van Ilantz en Davois fit-
ten de Foveans voor deLongonetzen, maer te Trone en
Chur de Longonetzen voor de Foveans; Flems, Vurtium,
Rha^tium, Oberfax van \'t Grifons verbondt, Lax, Vallis

I i i Rheni,

-ocr page 330-
-ocr page 331-

Rheni, Sexamnium, Thtifcheyn, Montane, Schïovein,
Hohen-Tiins, ofte Trimontium, Damintz,VaI di S. Petro,
SculTavien, Cepina,Tenne, Mifaco, Rogoreta enGalauche.

Het Cathedrale verbont, datfy het
noemen, heeft elf groote Conventen , en een-en-twintigh
jurifdi<5tien. De ordre die fy houden op hare volle vergade-
ringe is defe : Eerft fit de ftadt Chur, daer de Prefident van
de ligue woont, de Valleye Pregallie, Furftenou, de juris-
dictie in Tomlefch, Soprafaflb , met het Teuften Kafteel,
Hoog-Engadina, Ottenfteyn, dejurifdiótieinTomlefck,
Neder-Engadina, Bergun , Ober-Vatz, de Vierdorfter oft
buerten,Pufchiavo,Remus, Bevio, Avers, ende valleye
Munfter.

Het verbont dat fy gcjctt-gcn\'f^fm-jjunbf noemen, wort
foo genaemt, om dat elck van de drie laetfte der feven groo-
te Conventen, in twee kleynder jurifdidien verdeelt wordt,
waer van Alvanovana hedensdaeghs noch in twee andere
gedeekis, foo dat\'er nu ter tijdt elf jurifdidien zijn. Inde
vergaderingen fit Davos de eerfte, alwaer de Prefident van
de unie is, daer nae het dal Rhsetigou, alwaer drie groote
Conventen in begrepen zijn, namentlijck Munfter, Cafter,
en Acer met Lucuprat. Volgt deSeigneurye van Majenfeld,
daer Malans en Meinfelt onder begrepen zijn : Alvanova,
dat verdeelt is in de jurifdidie van Latiane, en Alvanovane;
Churwalden: de valleye Scanavicane by S.Pieters kerck,en
Langewifen. Op de generale vergaer-dagen van de drie
\'liguen ofte verbonden, komen van de Grifons acht-en-
twintigh Orateuren, van de Ecclefiaftique vier-en-twintig,
en uyt de tien jurifdidien vijftien. Wat belangt de verover-
de plaetfen, ofte die noch fouden te veroveren ftaen, de fel-
ve worden met hare rechten, privilegien en immuniteyten
cenpaerlijck onder de drie verbonden verdeelt, na inhoudt
van de brieven des verbonts.

Onder defe drie verbonden hooren Vokurene ofte Val
Telline, Clavenne, Bormio. Volturene is foo een vrucht-
bare en genoeghlijcke plaetfe, als eenige valleye in Europa}
de felve wordt feer fraey en kort van Enodius Biffchop van
Pavia, een oudt Schrijver, in\'t leven van S. Antonius mo-
nick van Lirino, met defe woorden befchreven : Onfe An-
tonius wordt door de dienaers, en het geleyt onfes Heeren
Chrifti, naer Italien gebracht. Hy komt eerft in het voor-
naemfte dal Vakelline, den weicken, van bey de zijden der
bergen , verrijckt de luftigheyt met handen gemaeckt, en
vervult de herten des volcks met de vruchtbare toppen:
maer de vette aerde, die de gierige begeerten van de acker-
mans voldoet, is nochtans fbo vol niet van koren, begaeft
met weyden,verkiert met boomgaerden, genoeghlijck door
rivieren, ofte de aengenaemheydt van de perfoon, die daer
quam, was meerder, als de verfcheyde en menighvuldige
fchoonheyt des lants. Dit landt ftreckt in de langte neftens
de voet van de hooghfte bergen van Rhxtie, uyt welcke de
rivieren die naer Italien loopen haren oorfprong nemen,
onder welcke Addua de Seigneurye van Bovmio,en gantfch
Vakelline door-loopt, en in tweên deelt.

^aup -

I li

gcncf)r«t-

li..

VdfcUine.

\' lil\'^
fi;! (

DeSeigneurye van Bormio, gelegen op een hooghte, by EcmJc,
den oorfprong en fonteyne van de riviere Addua, wordt ge-
deelt in vijf buurten, ofte minder gemeynten.

In Valtelin zijn drie derde deelen, en de gemeente Tili,
onder geen derde deel begrepen. Het bovenfte derdendeel
heeft elf communiteyten oft gemeenten.

De gemeente wort in fes-en-dertigh deelen gefcheyden,
diefe Contratulas noemen.

Het middelfte derdendeel heeft achtien gemeenten ofte
communiteyten.

In het laegfte derdendeel leggen twee deelen,diefe Squa-
dras noemen, en door de Addua gefcheyden worden , defe
zijnMorbegno en Trahone. Morbegno is wederom ver-
deelt in twaelf gemeenten.

In Trahone zijn oock elf onderfcheydelijcke gemeenten
ofte communiteyten.

Het Graeffchap Clavenne, dat de riviere Majera door- ci^ma*
fnijt, is vijftien Italiaenfche mijlen, oft drie Duytfche lang,
dochdebreete op fommige plaetfen grooter, op andere
minder.

Het gantfche Graeffchap wordt verdeelt in vier deelen:
Het eerfte is de ftadt Clavenne: het tweede, de ftadt Pleurs,
die in \'tjaer 1618 met denaeftgelegen bergh overftolptis;
maer de nabueren daer toe hoorende zijn Villa en andere:
het derde, de valleye van S. lacob , die in twaelf vierde dee-
len verdeelt wort: het vierde deel zijnde vier communitey-
ten ofte gemeenten, die in vijven verdeelt worden. Rhartie
oft Grifbns hebben voor eenige jaren groote oorlogen
uyt geftaen, welcke door interceftie van Paus Urbanus
de VIII, en den Koning van Vranckrijck Ludovicus de
XIII, de Seigneurye van Venetien , en den Hertogh vau
Savoyen Carolus Emanuel nedergeleyt zijn. De Hiftorien.
daer van zijn befchreven van den wel-edelen, en hoogh-
geleerden Fortunatas Sprecher, Ridder,en Rechts-geleer-
de in die landen.

i i-i
i;

i

Mi\'

-ocr page 332-

jS

WIPFLISPVRGERCOW.

) . ■ :-

\' i

■ . 1

Naem. Agtis Aloentlcus, ofte Wip-

flispurgergow, heeft de-
fèn naem van de ftadt
Wipflisburg, welcke, ten
tijde van lulius Casfar,
het hooft van gantfch
Switferlandt, en
Ayenti-
cum
geheeten was. Dit
landt is begrepen tuf^
fchen de limiten van Sa-
voyen , hoewel het onderwurpen is \'t gebiedt van
Bern en Friburgh,gelijck oock het landt aen gene
fijde van de Bieler en Neuwburger meyren.

Aen wijn en koren is \'t vruchtbaer. In defe
kaerte worden bynae de geheele Berner en Fri-
Bern, burger Cantons begrepen, fijnde Bern de Hooft-
ftadt van het eerfte en hoe-wel fy niet feer oudt
is, nochtans, foo men wil aenfien de fituatie der
fèlver,als oock de nettigheydt,vriendelijckheydt
en goede manieren, ftatuyten en rechten der in-
woonderen j en infonderheydt hare macht en
dapperheydt, hoeftfe geen van alle d\'andere fte-
den te wij eken; van welcker gebpuw aldus ge-
fchreven wordt: Berchtoldus , dè vierde delès
naems, Hertogh van Zeringen, fondeerde in fij-
nen tijdt twee Fry burgen , oft twee vrye kaftee-
len, het eene in Brifgauw,het ander in Uchtlandtj
en, op dat fijne onderdanen een vafter en feecker-
der wooning in Uchtlandt mochten hebben,
nam hy voor een ander ftadt te bouwen, by fijn
flot Nideck geheeten, op een peninful, Sack ge-
naemt , \'t welcke toen meeftendeels met een eyc-
ken-bofch beftagen was. Als de voorfz Berchtol-
dus op een feecker tijdt op de jacht was, feyde hy
tot de fijne: De ftadt, die wy voorgenomen heb-
ben alhier aen dit bequaem geweft te bouwen,
willen wy heeten nae dat beeft \'t welck ons eerft
fal ontmoeten, en gevangen worden, welck een
beer oft ®em was: en
dewijl ter plaetfe, daer
men de ftadt bouwde, veel eyckenboomen wief-
fen, wierden de felve gebruyckt tot de timme-
ragie der huyfen j waer door de arbeyders en
werck-luyden, alsfy die afhieuwen, voor een
fpreeck-woordt feyden ;

®(e mufj ^ctjffert Scm.

De fituatie defer ftadt is foodanigh, datfe als in
een Peninfula gelegen is ; welck de fcheep-dra-
gende riviere Arola maeckt, die in \'t zuyden van
de ftadt, aen een laege plaets, vliet van \'t weften
tot in\'t ooften , en draeyt fichdaer nae om, om-
trent een fcheut-weegs naer \'t weften, foo ver als
fich de ftadt in de lengte ftreckt, en dient alfoo
defe ftadt in plaets van een watergraft, behalven
alleen naer\'t weften, omtrent een fcheut-weeghs,
daer de ftadt aen \'t vaft landt aen-gehecht is, als
een
Iftkmus of half-eylandt; foo dat doorgraven
wierd, foude Bern een eylandt fijn. Op de zuyd en
iioordt-fijde, fiet men van een groote hooghte in
\'t voorby loopende water; en in \'t ooften is een ge-
niackelijcken opgang tot in \'t bovenfte der ftadt.

Duftflanè.

Tdtn,

Het aerdtrijck rontom is vruchtbaer van aller- rr«ck-
hande nootwendicheden , behalven wijn , welc-
ken die van Bern daer omtrent uyt haer eygen
gebiedt heel goet krygen. Aen de eene fijde der
ftadt waft wel wijn, doch niet veel, en niet goedt.
Eer defe ftadts timmeragie voleynt was, ftorf ha-
ren fondateur Berchtoldus de IV, naelatende
fijnen fone Berchtoldus de V, en laetfte Hertogh
van Zeringen, die de felve voltoyde. Defe teelde
by fijn gemael, een dochter des Graven van Ki-
burgh, twee fonen, die de edelen defes landts met
fenijn deden ombrengen, om datfe haer heten
voorftaen, dat hy defen bouw der ftadt uyt nijdt,
en haer tot trots, voleynt hadde , om haer onder
\'t jock te houden. Sy heeft veele foo Duytfche
als Franfche vooghdyen , onder welcke oock is
Laufanna, een Biffchoplijcke ftadt, hchhendQ Laufima.
eenwonderbaerlijcke fituatie, want fy op twee
bergen leydt, met een dal in \'t midden. De
hooft-kercke, en de wooningen der Dom-hee-
ren, hggen op den heuvel of bergh naer \'t noor-
den ; van den anderen bergh, tegen over gele-
gen in\'t zuyden, gaet een groote breede ftrate af
tot aen de zee ; in de valeye , is de marckt. Nae
de doodt van Hertogh Karei van Burgundien, is
Laufanna van de Savoyfche Princen gekoft; on-
dertuffchen waren de inwoonders der felver met
fonderlinge vriendtfchap aen die van Bern ver-
bonden; tot in\'tjaer 1536, als Laufanna, met
haer gantfch omHggende gebiedt , onder de
heerfchappye van die van Bern gekomen is ;
doch genieten de burgers noch ten huydigen
dage alle hare vorige gerechtigheden en privile-
gien. De
andere Duytfche vooghdyen fijn een-
en-dertigh, waer van vier onder de voorfteden
van Bern begrepen fijn , over de welcke vier
Vaendrichs uyt de ftadt geftelt fijn: alfoo dat
een iegelijcke vooghdye onder haer eygen vaen-
del te velde treckt: de andere \'fij n , ^aê ^afcfcV-
ofte Hafti, de ftadt Vnderfche, o6er-
?§aJSimmia, l^aé Simmia; Frutin-

gen, Sana, Aelen, Thun, Loupen, Signaw,
Drachfelwald, Mê Emm^, Bran-

dis,Siconis Waldt, Burghdorf, Biereneck, Lands^
hut, Arbergh, Nidouw, Erlach, Bippium, Wan-
Qcn, Arwangen, Arburgh, Biberfteyn, Schenc-
kenbergh, Lentzburgh. De drie vrye fteden in
Pago Verbigeno erkennen oock \'t gebiedt van die
van Bern, Zofïingen, Araw en Bruck : als oock
de negen vooghdyen der Kloofters, van welcke
de fes oock wereldtHjcke jurifdiétie hebben. De
Franfche vooghdyen fijn acht, als
Ay>mtkum of
Wipflisburgh,
Minnidumm of Movilden, Yverdon,
Morges;
Noyidmum of Nyon , Oron, Zeilia met
Vibifco ofte Vivey: noch de drie vooghdyen der
Kloofteren.

Het tweede deel defer kaerte begrijpt de
vooghdyen, die de Friburgers met die van Bern
in \'t gemeen hebben , als Murten, Schwartzen-
burgh, Granfon, Chalon of Scherlin; over de-
fe ftellen die van Bern en Friburgh, alle vijf ja-
ren , met beurt hare vooghden; doch alfoo, dat
men van den eenen vooght, van de eene ftadt
Iv k k geftelt.

{fiï^

i \'lilsi

ii 11.:

Vi \' ■

i.

^ s

fcd»-..

-ocr page 333-

Schahiit- O

Lc
^ O

, Lin^Ach

o - -

^hi**^ 3uriM ZHom.

Stacy fti^sn.

o

^^irartun-

/

Im. ^lor\'tt.

o o

I o V

WIFLI5PVR-

GERGOW.

Gerarlo^/äercatoreAiLctoi^e.

-V. V J

JB,;\'

» I^oux

- Tri^ihrl\'

r-j

O _ --S

CyMt

Columhter q ,

I T^« »«a

^MiiaiiiiiJi
\'0

I\'reßns ^

y

etik

Znzenv^L

ahhjiy

ijalßa-^

-Vcrneii.?

O

\' -- IPrptieftce
\'KUaynnlfw ^.AavriJ o o"^

V o o —

ony/

t

.Millia,rtii- &ertn/tnicA, commuruA^

- J

-Z«,

ZRocha loan-

mr

SBxifi^)\':

ImOLnmierj

JT\' ^o^^J

.ALilliarc OJ^eh\'e.ticmn-\'

r (

Ch^aalx

^oÜtcre

i. I ^

^ SciUcch 1

Vit

9; ^jnianach

iü 1

Qihtcn/.

\'^\'eirtL.

o A«»^ .....

bjur^i

Oifau / O^ n

0 -\'o J^^iy ° .

^crtinu ---O Crcmva.

Jiirchu, ON. ^ J-ttccns

O Äfl^ Tiyr^af

o

■ V^V Tf\'^^ o

^ , "^f V o \'

ScUri^rus J Oalw S.Lyn-jc OlUrrai^

V fo . o

^......Srcjßn^

o ^ ®

• ^ Xt^nLjniai

O ^

■ifatAS

OVtJy

J V

O

\'VilLf mciulntJl

o

\'VnulJainct \'

■5—

\'^uUcnJ

o

efcuhu

UtJtrcngeS

o

ic^\'

K4Ufrc

.it\'*\'

^ant^^nii

UJB.U.C

-Z« rU^ctv^

arrack

Chaux Ic hUtic

O

Senoifcietus

o

:BaUeiu

0

^int
S-Am-linds

Ccrm» _ O-Cc

%

Tm

Chuux

00 J

o

1 Jii^X\'ant

Ls^&j?

G-oiJUn.

\' Gry/\\

L\'Orteßtmi/fiius

^rxtcr _

extern^
O ^cuLte^

, o

G^rhriuun^

Äff tens ®

^ Caüens

O

\'^cueraU.

Clarmant ^

O Öfcjtuancnj
Gr^^KduiU^r

Uo

^ Co^fiirens.

Irnik-

% °

XxiKth\',

^fiUiufimiiti.
^ O \'

il^cn. -

rG-^c

fen- O

ChiyhlS.Ucnis

^^ Schv^artztiuit

^s.aMvji

^ O O l^on^ero^ O Msrola-

aUns ^

Aaröhifiy O -Bmw O "

O .-^-v Ö

rarHjnyQ-

Qfo-ch J

o

■jZciSat /

S^vjshdbru

^duUronc.

O n-eläy

\'afnuutt^ -

o Lofxt

ai^,

^Mclmh!
XHtmckcniia-j\'

) :3ra

O X-i^mim

O^ch

■ / o

) O

[ Gteriiula |

^uUtrcttJ O O

^ \'pillarßJn\'eirou.

A Colomhhr

oSafJjorifi.

^^

iT

o

S.Tfcx

i^lcmait.

5 o CllJtel .B^rroys

W O C O O

"iV . „ VP zw

O o

^^^ ^ Cornhfcmonir
O ^^Äif

r

DumjiS J?anti/
stSul^jfwi

Vo

kj

•irncy

a/iljntiasnUa^

Xa-Scrra,

Curbltes

» w

o \'»^ith^n- o

0 ® U

o

^f -^

ChupcUcVimSM \\lAsuUin.

^ m . ,

r t^

-O

^ O ,

301

horrify

ViU>rrai"

Cffrncna

SaxctCfL\' oJ

3oUns Q

-vf^.

0 1 O

WA\' ¥

LACVÄ
Ivofanner oder Genffer Sgg

^ irratt- V.

O o

jBprr/ly ^^ — ^

o 1A A\' cti"\'^
1) ® ®

Camtn^ny O

C^feb ,
\\\\

("\'If,

o/azuui

Jt ^urma i,man \'

^ P A I ^ D"^

Gui^dJ^BliUiL excudit.

XEyfmj

o a^rii o

\'J^^nan.\'

\'"\'^ommA-

Geneve
Genf

JLa. Hdvsr\'t

^JTßrny\'

-ocr page 334-

geftelt, aen de ander ftadt appelleren mach, al-
waer des felvigen vooghts doen en laten geexa-
mineert wordt.

De ftadt Friburgh , gelegen by de Nidtones in
Uchtlandt, aen de riviere Sana , is van Berch-
toldo de I V 5 Hertogh van Zeringen, weynigh
jaren voor Bern gebouwt; want als in \'t jaer 1127
onder de regeringe des Keyfers Lotharii, Wil-
helm, Grave van Uchtlandt, aflijvigh wierde (ge-
lijck Nauclerus fchrijft) beleende Keyfer Lo-
tharius den Prince van Zeringen met Uchtlandt;
de welcke in \'t jaer 1153 ftierf, wien fucce-
deerde fijn foon Hertogh Berchtolt van Zerin-
gen, de vierde defes naems, die in\'tjaer iijz
de fondamenten van beyde Friburgen , ibo in
Brifgaw als Uchtlandt leyde; en begiftighde bey-
de dele plaetlèn met groote privilegien, gelijck
oock de naevolgende Keyferen beyde defè fte-
den niet weyniger gunftigh waren, als oftfe lede-
maten des Rijcks geweeft hadden. Als daer nae
in \'t jaer 1218 Berchtoldus de V , Hertogh van
Zeringen, oock ftierf, quam Friburgh in Ucht-
landt , behoudens alle haer privilegien, onder
\'t gebiedt der Graven van Kiburgh. En als in \'t
jaer 1260, Eberhard Grave van Habsburgh,
Heer over defè ftadt was, heeft hy in \'t jaer 1270,
voor een groote fomme gelts , alle fijne gerech-
tigheydt, die hy over de felvige hadde, aen Ko-
ning Rudolph van Habsburgh verkoft: hierom
is \'t dat ^neas Sylvius defe ftadt Friburgh een
edele wooning des Huys van Ooftenrijck noemt.
Als eyndelijcken de inwoonders een misnoegen
hadden over alle defe veranderingen, hebben fy
haer vry gekoft van \'t Huys Ooftenrijck met
groot geit; en gebruyckt defè ftadt nu tegen-
woordigh het Switferfche recht.
In de muuren
van Friburgh leeft men
dit Epitaphium, oft graf-^
fchrift;

bis fexcentis terfems jungitur annus,
In Friburg moritur Berchtoldus, dux Alemannus*

Dat is:

\'Ah \'t heyl twaelf hondert jäer en achtten \'y^er-^or\'^en^
Js Hertogh Bertholdt in de Frihurghs fladt geftorven.

Defe ftadt is wonderbaerlijck gelegen, ten
deele op hooge fteyle bergen , eensdeels in een
dal met hooge bergen beftoten, beneden welcke
vliet de riviere Sana , van middelbare grootte,
\'t Raedthuys leydt op een fteyle klippe, alwaer

I 1

I ;

I

eertijdts het flot geftaen heeft , van welck de
ftadt foo boven als beneden, haren aenwas ge-
kregen heeft. De bergen , daer tegen over gele-
gen, fijn in plaets van de muuren , hoewel op
den bergh van de ooft-fijde geen huyfen ftaen,
behalven de verfterckingen aldaer: foo men door
de ftadt begeert te gaen, moet men fteets, bergh
op bergh af, klimmen en dalen.

Het landt rondtom geeft allerhande nootwen- Vrucht^
digheden , behalven wijn , dien de inwoonders
van andere plaetfen halen.

De regeeringe defer fteden is foodanigh, als in Regeringe,
de andere Switferfche fteden , die in geen fekere
Gilden gedeelt fijn; uyt de welcke deRaets-per-
fbonen in gelijck getal gekoren worden. In defè
fteden noemt men den hooghften Magiftraet en
\'t hooft des gemeenen Raedts, m ©C^Uft^Ciffm j
welck Duytfch woort oock in de wetten der Ldn-
, ^obarden gebruyckt, en
Schuldahis geheeten wort:
iet fchijnt wel dat het felvige komt van fchult en
^eiffcrt ofte heeten , als fijnde het ampt eens
/ de fchuldenaers te dwingen of
heeten te betalen aen hare crediteuren. Defè
©C^Ulbt^et^ dan heeft in defe fteden de hooghfte
macht. Hier fijn oock twee onderfcheydene Ra-
den , namelijcken de groote en de kleyne. De
groote Raedt te Bern , als oock te Zurich, heeft
den naem als of hy beftonde uyt 200 perfoonen,
hoewel dat gemeenlijcken meer daer in fijn. En
de kleyne Raedt te Bern is van fes-en-twintigh
perfoonen; in welcke ftadt de Raedt op defe wijfè
gekoren wordt: De vier ftadts Vaendragers ne-
men by fich, uyt het getal der geheeler Gemeen-
te, fèftien perfbonen,dat redelijcke luyden fijn en
een goeden naem en faem hebben; defè twintigh
dan te gelijck met de Burgermeefters kieièn den
grooten Raedt, en daer nae oock den kleynen.
De Burgermeefters, het welck de hooghfte digni-
teyt is, worden met beyder Raden eendrachtige
ftemmen gekoren. Te Friburgh is de groote
Raedt oock van 200 perfoonen, en de kleyne van
vier-en-twintigh; en worden van de kleyne Raedt
de ftadts-faecken bedient, en de appellen der on-
derdanen verhoort, behalven uyt de Savoyfche
vooghdyen, in de laetfte oorlogh verovert. Maer
wat de gantfche gemeynte betreft, en andere ge-
wichtige faecken, worden aen den grooten Raedt
geremitteert. De Burgermeefter, die over beyde
Raden prefideert , wordt van de geheele Ge-
meente gekoren. De Graeffchappen defes landts,
fijn Neuwenburgh, Nudouw , Arbergh, en de
Vryheerlijckheydt Balm.

W IPFLISPVRGERCOW.

I

-ocr page 335-

^.if:,!»

ïW\'):,

59

R

A

G

O

W.

■ i J

ofte Argow was
eertijdts een ftuck
Regni
Transjurenßs
, \'t welck in
(ich begrijpt al \'tgene,
dat van den bergh Iura
af tot aen de Alpen toe
ftreckte; alsdeHelve-
tios, Rauracos , en een
deel van de Allobroges,
en hedensdaeghs het
Hertoghdom van Savoyen, Uchtlant, Brifgow ,
Suntgow, Cremerlant, en een gedeelte van Zu-
richgow. Doch worden in defe kaerte alleen,Lu-
cern,LIri,Switz,Underwald,enGlaris,befchreven.

Luarn. De Switferfche ftadt Lucerna is gelegen aen het
water Rufa,daer \'t uyt een ruym meyr vliet,door
welcke men aen drie dorpen varen kan , aen den
voet van een feer hoogen berg, die men gemee-
neiijcken gebroken,oftePilati bergh

noemt. Dit meyr is voor de ftadt feer gerieffe-
lijckjom dat daer door de pas is naer Italien,over
de Alpes Lepontias,welke men hedensdaegs Sint
Gothards-berg heet 3 want langs den felven wor-
den de koopmanfchappen gevoert tot aen deAl-
pes , en van daer met muylen en peerden tot in
Italien.Daer tegens dan de Italiaenfche waren we-
derom over defe meir in de riviere Rufa,van daer
in den Rhijn, en voorts tot in de groote zee ge-
voert en gefcheept worden. En hebben de Lu-
cerners meerder voordeels en nuttigheyt uyt dit
meyr, als van het omliggende lant, hoewel daer
oock fèer fchoone wey-landen fij n voor \'t vee.

Wat aengaet de ftadt Lucern,de felve is feer lu-
ftig en playfant,in weerdigheyt en rijkdom over-
vloeyende, fijnde een gemeene koop-ftadt van
die
van Switz,Uri,en Underwalden. Haren oor-
fpronck is onfeecker; men wil feggen,dat \'er aen
beyde fijden der riviere kafteelkens geftaen heb-
ben(welckenu tegenwoordigh in burgers huyfen
verandert fijn)die men meent dat de Alemanner
gebout hebben. Het fchijnt datfe den naem heeft
van een Lanteerne, welcke aldaer ge-

ftelt wierd by nacht, tot gerief der fcheep-va-
renden ; waer toe men meent dat gedient heeft
die feer oude tooren,die aen de hooghfte brugge
ftaet,en nu ter tijt na de wateren genoemt is,fbo-
danigh een oock te Zurich is,na de wellen van \'t
water,Wellenbergh geheeten. D\'Ouden hebben
foodanige foorten van toorens Pharos genoemt.
De oude Switfèrfche jaer-boecken geven te ken-
nen, dat de Lucerners Carolo Magno in de oor-
log tegens de Saracenen gedient hebben,
en toen
ter tijdt eenige privilegien, en het gebruyck der
hoornen, die fy als noch in plaetfe van trompet-
ten in den oorlogh gebruycken,van hem verkre-
gen. Het Collegie der Canonicken ofte Dom-
leeren heeft eertijts in defè ftadt groote macht
gehadt,het welck daer na gekomen is onder den
Abt van Murbach; doch heeft Keyfer Albertus
van Ooftenrijck,onlangs daer na,van den felven
Abt defe ftadt Lucern gekoft; en als de felve van
DuytßanäP.

de Ooftenrijckfche Regenten hart befwaert en
geparft wierd, heeft fy haer in\'tjaer 1331 mede
in \'t Switzerfche verbont ingelaten.

Lucern heeft twee Vooghdyen , als Wiken en
Sempach, in de welcke de Vooghden oock woo-
nen ; doch heeft de Vooght van Sempach over
de ftadt niet te feggen , en ftreckt fijn gebiet al-
leen over het meyr en de viftcherye. De andere
worden bedient van Raets-perfbonen in der ftadt
woonachtigh ; als , Willefow , ©IfUbuc^et- -
t>al/ Rotenburgh ofte Rot, Habsburgh, Berona,
met de naeft.gelegene contreye Chelamt, of
de Vooghdye Sint Michiel geheeten , Merifch-
wanden, Waggis, Ebicona, Horba, en Kriencz,
Hoewel de twee fteden Surfèy en Sempach on-
der Lucern ftaen, nochtans hebben fy haren
eygen en befbnderen Raet, die foo wel over cri-
minele als civile faecken oordeelt ; dies niet te-
genftaende moet te Surfey de eerfte van de Raet,
die men Schuithes noemt,aen die van Lucern den
eedt doen ; maer die van Sempachwordt van de
Raet van Lucern gekoren, doch uyt het getal
der burgers van Sempach.

De inwoonders der Vrlortm^Vraniorumj oft Vra- ü»/.
fïi<«,wierden ten tijde van lulius Csefar van de Ro-
meynen
Taurijd genoemt;en men prefumeertva-
ftelijck, dat de naem Hri, daer mede fy hedens-
daeghs genoemt worden,fij nen oorfprong heeft
van de Vtanisy welcke de Ouden
Tamifcos gehee-
ten hebben ; gelijck noch ten huydigen dage de
@tebettt^afcr^/deT^«röiofteoffen,Urosheeten,
nae de wijfe der oude Duytfchen. Hier by komt
noch , dat dit landt een fwarten ftiers-kop in een
gouden velt tot een wapen voert.

Defe Canton van üri wordt in tien deelen of Deek
communiteyten gedeelt,welcke fy Gnoftaminen
heeten, zijnde foo veel te leggen, als meds dee-
Ïingen;om dat alle de Raets-heeren,die men uyt
defè kieft, tot alle ampten en dienften, en op de
jaerlijckfche lantdagen, geroepen worden.

Suitia is van die volckeren eerft bewoont jwelc- Swhz,,
ke,foeckende nieuwe wooningen, uyt Suecia ofte
Sweden alhier aengelant zijn. Dit Canton is een
van de drie dorpen , die haer met malkanderen
eerft, tegen den over-laft der Edelen, verbonden
hebben; en heeft kloecke en ftercke krijgs-man-
nen, De inwoonderen leven meeft van de vruch-
ten des lants. Nae dit dorp worden alle die van
Helvetien Switfers by de uytlanders genoemt:oft
om dat de inwoonderen van Switz de eerfte zijn
van de drie dorpen , midts datfe de machtighfte
waren, die alderlangft tegen \'t huys van Ooften-
rijck geftreden hebben; oft om dat die van Ury,
Onder-walden , en Switz, hier haer verbont be-
gonnen hebben.

Het gebiedt van Switz wordtin fes deelen ge-
fcheyden,diefe gï^rfnoemen, na de oude dee-
linge , die in vieitn was , en 13nt>ermaft)ert. Dit u^tderwd^
vry dorp heeft hemin\'t jaer 1315 met die van
Ury en Switz verbonden. Het wort van de Al-
pen , als met een natuurlijcke wal, omringt, en

L 1 1 "heeft

\' .■•âf\'ti
: , . J.\'f\'^i. Ji

■ I \' ■ \'Id\'î

\' i •U rj:

:lliil|ï

:

iv

: ii «•Éfcj

-ocr page 336-

- ■ ■ ------ \'

-ocr page 337-

J \' i
! \'!

W.

O

G

A

R

heeft fchoone weyden voor het vee, waer van de
inwoonderen jaerlijcks goet profijt hebben. En
hoewel die van Ury, Switz , én Onderwalden
eertijdts onder de Abten ftonden op fèkere con-
ditiën, nochtans haddenfè de vryheyt datfè hare
overften van \'t Rijckhadden,diefè Voitos noem-
den. Defè hadden fulcke macht, alsdeBurch-
graven in anderelanden hebben: te weten van
alle burgerlijcke en hals faken te oordeelen. De
andere regeeringe fchijnt daer gebleven te zijn
van de oude maniere der Romeynen,van welcke
fy wetten en overften kregen.

Onderwaldens gebiet wort in twee conventen,
ofte by-een-koraiten gedeelt,te weten Opper en
Onder-kernwalt,dienochtansden naem van On-
derwalt hebben.

GiaroKa. Glaronaoft Glaris is oock een dal ofte contreye
van \'t Switfèrs verbont,gelegen aen de riviereLi-
magus, en is maer drie Duytfche mijlen groot,
van drie fijden befet metde Alpen, grenft in het
zuyden en ooften aen de Grifbns,in \'t weften aen
die van Ury en Switz , in \'t noorden aen \'t landt
Caßra Llhetica genoemt, daer de voorfchreven ri-
vier uyt het dal loopt. Hét gebiet van defè lan-
dou is in \'t jaer onfes Heeren jco, ten tijde van
den H. Fridolinus, van feker Grave gegeven aen
het kloofter Seckingen, als oock eenige inkom-
ften , onder de regeeringe van Glodovseus den
eerften Chriften Koning van Vranckrijck,onder
wiens gebiet waren de Grifbns, Alemannen , en
Switfers. Naderhant is \'t vry geworden,en heeft
hem in\'t jaer 1351 in\'t Switferfche verbont ge-
geven De inwoonderen eten kaes,melck,boter,
en vleefch : om dat \'er tuffchen de bergen wey-
nigh lants is, wort daer niet gefaeyt, oft geen
wijngaert geplant. Koren en wijn krijgen fe van
andere plaetfèn. Daer zijn fchoone weyden en
boomgaerden, oock vifchrijcke meyren,en bof^
fchagien op \'t geberght, vol vogelen en wildt-
braets. Hier zijn geboren de geleerde en ver-
maerde mannen Henricus Glareanus, en .^gi-
dius Tfcudus. Hier onder hooren oock \'t Graef-
fchap Hamburgh, de Baronien Humbergh , en
Ringen bergh, en \'t Graeffchap Werdenbergen,
datfè gekofthebbenin\'tjaer iji/- Glarona en
Switz ftellen by beurten Vooghden oft Ampt-
mans te Uzenach, Vifnach , en te Welbm in Ca-
ftris Rhetkis.Ghronz wort in vijf-en-twintigh dee-
len gefcheyden , die fy Tagwan noemen.

i \'i
ji

!i

I

I I

il fj
i\\

Niet verre van Lucern op \'t hooghfte van den
bergh
VraBus, dat is, gebroken, is dat wondere
meyr, datfè Pilatus meyr noemen , van alle kan-
ten met boffchen befet, om dat het van niemant
geroert foude worden. Die \'t verfocht hebben ,
getuygen als m\'er iet al willens in worpt, dat het
dan groot onweder maeckt,en de naeft-liggende
plaetfèn met water bedeckt: maer dat\'er geen
gevaer is als\'er by geval of fonder iemants toe-
doen wat in valt. Het is een vervaerlijcke plaetfe;
\'t water heeft geenen uy tgang, daer loopt oock
geen rivier in, het wordt met fneeuw oft regen
niet vermeerdert, oft doorwint beroert, maer
blijft altijdt in eenen ftaet, en behout fijn fwart
water; de vreemdelingen mogen daer niet by
komen, om datfe\'r niet in fouden werpen, en
\'t geheele landt in gevaer ftellen.

Onder de rivieren, daer dit deel van Switfèr- Ri^krm,
lant mede bewatert wort, is Limagus de princi-
paelfte ; defe ontfpringt by Glaris, en in \'t mid-
den van de felfde Canton komt de rivier Serni-
phius uyt een andere valeye in haer vallen. Daer
na beneden de twee dorpen Urnas,boven de ftee-^
nen brugh, wortfe vermeerdert met \'t water van
de Venefier-meyr,fcheyt de Marck(fbo genoemt
om dat het eertijdts de palen waren tuftchen de
Switfers, en de Grifons)
vanCaßfis Rhetorum , nu
Gaftrageheeteuivan hier loopende,ftort fy haer
in deZuricher-meyr , aen wiens uy tgang deeltfe
de ftadt Zurich in tween ; en ftroomt voorts nae
Baden , foo genoemt van de warme bad-ifoven
die daer zijn; niet verre van hier vermengt fy
haer met de Urfa en Arola. Urfa , gemeenlijck
Rufa genoemt, heeft haer begin op de hoogh-
fte bergen, die men nu S. Gothard noemt, en
loopt recht naer \'t noorden,daer in tegendeel de
Tkinus oft Tefin,die uyt het felfde geberght ont-
fpringt,naer \'t zuyden door de Leopontios fijnen
wech neemt,loopende eerft voorby Urfulam oft
Urfellam, een valeye der Grifons, daer na voor^-
by
Vriam Taurifcorum, daerfe haer vermengt met
het meyr, datdevierWaldftedenbefpoelt, te
weten, Ury, Switz, Underwalden, en Lucern.
Daer na vermeerdert met de wateren van Zugh,
loopt voorby de Switfèrfche fteden , Bremgar-
ten , en Mellingen, en vermengt fich beneden
Brugh met de Arola. By Confluent vallen de Li-
magus, Urfa, en Arola in den Rhijn.

■ ^

Bi

-ocr page 338-

Z V R I C H G O W,

en het Landt van

A S

B

L.

E Provincie Zutichgow
wordt van Czefar Tigurinm
Vagus
geheeten. Het aerdt-
rijck defes landts, in/bnder-
heyt omtrent de Hooftftadt
Zurich,is feer vruchtbaer,en
rijk van koorn en wijn, doch
is feer fuur, want hy van we-
gen de naeftgelegene Alpes
qualijck rijp kan worden;

_____ „ «laer hebbende eenige jaren

in dè kelder gelegen, krijght eenen beteren fmaeck.

De Hooftftadt defer Provincie wordt van de Latijnfche
Tigitrum, Thuregum, en op Duytfch gnyjc^ geheeten. Het
is een feer oude ftadt, gelegen aen het een eynde van de Zü-
richer-meyr, vi^aer uyt hier het rivierken Lindmagum oft
jLimmat loopt, en wederom daer in valt niet wijt van Gla-
ris, feparerende de ftadt in twee fteden oftgedeelten, de
groote en kleyne, welcke nochtans door drie groote fchoo-
ne bruggen wederom t\'famen gevoeght worden. Daer is
oock een fchoone ruyme koorn-marckt, alwaer alle weken
een groote meni|hte koorens verkoft wort. De Züricher-
meyr verfiet defj\'ftadt met overvloet van viffchen, en alle
andere noot\\5\'\'endigheyt. En alhoewel Zurich maer de vyf-
de canton in\'t Zwitferfche verbondt is, foo heeft menfe
nochtans van wegen haer heerlijckheyt en macht, met be-
willinge van alle de andere, de eerfte plaetfe gegunt, welck
fy noch hedensdaeghs ( zijnde\'t verbont vermeerdert) be-
houdt, foo op de gemeene landt-dagen, als in gefantfchap-
pen, en andere publijckeaèfen. Defe ftadt heeft vele ver-
maerde en geleerde mannen gehad, als, Conradum Pellica-
num, feer ervaren in de Hebreeufche, Chaldeeufche, en
Thalmudifchefprake; Theodorum Bibliandrum ,- Conra-
dum Gefnerum , die verwonderens-waerdige Hiftorie-
fchryver. Sy heeft rondom veel vooghdyen en ampten foo
groote als kleyne i de groote zijn negen, als het Graeffchap
Kyburgh , de vooghdye Groeningen, Andelfing, Griffen-
fee , Eglifouw, de vrye Provincie Regenspergh, Wadfch-
weil en Lauffen, by den val des Rhijns,de kleyne zijn twee-
en-twintigh. De fteden Winterthür enSteyn hooren on-
der \'t gebiedt van Zurich j hoewel fy haer eygen Magiftraet
hebben; en als \'t die van Zurich gebieden, moeten (y mede
in den
oorlogh trecken , doch gebruycken hare eygene
vaendels. Onder defe Provincie gehoort oock
Zugium of
Zug, een ftadt en canton of landtfchap des felvigen naems,
gelegen naer \'t noorden, en grenfende aen Switz, aen den
voet eens berghs,daer fchoone weyden en wijnftocken zijn,
en ftreckt tot acn een vifchrijckmeyr, het welck mende
Zuger-zee noemt; daer omtrent zijn oock koren-rijcke vel-
den. De inwoonders defes gebiets wierden eertijdts
Tugini,
en van Strabo in fijn fevende boek Toygeni geheeten,- en zijn
de felvige, die met de Tiguriners en Cimbriers eeh verbonc
tegens de Romeynen maeckten. Hier van kan men Plutar-
chum fien, in
\'t leven van Mario,en Eutropium in fijn vyfde
boeck. Defe plaetfe Zug heeft een tijdt lang geftaen onder
\'t gebiet des Edeldoms , en is daer na gekomen in \'t geweldt
van \'t huys Ooftenrijck,welck daer(geduurende de Zwitfer-
fche
oorlogh) altijdt garnifoen hield, daer mede het die van
Swits en de Zürichers dickwils plaeghde j derhalven deden
de Zürichers, met de andere vier cantons, in \'tjaer 13 ji
eenen tocht tegens die van Zug,het garnifoen fich niet ver-
trouwende op de fwackheyt der ftadt,verlieten de felve voor
de aenkomfte der Zwitfers maer de burgers, willende ge-
trouw blyven aen die van Ooftenrijck, hebben vijftien da-
gen lang de belegering uytgeftaen , doch eyndelijck aen de
Zwitfers moeten fweeren,dat foo verre de Hertogh van Oo-
Bujtskndt.

Zurich.

Geleerde
wannen.

Zfig.

ftenrijck haer binnen de beftemde tijdt met een heyr-Ieger
niet qiiam ontfetten, dat fy haer fouden overgeven ; maer
fiendedatfy te vergeefs hulpe verwachten, hebben fy haer
in\'t verbondt begeven met de Zwitfers. Defe canton van
Zug wort in twee deelen afgefondert, in de welcke zijn vier
conventus ofte t\'famenkomften, uyt een yder van welcke
negen Raets-perfoonen gekoren worden die \'t landt regee-
ren ; de ftadt felfs wordt voor twee conventen gerekent j de
naeft-gelegene contreye heeft drie conventen, den Bergh-
fchen, het deel Egeriam
oÏAquas Regias, en de Parochie
Baram. De ftadt Zug regeert door hare vooghden of ampt-
mannen, in de felve fladt woonende,over de naebefchreven
plaetfen , namentlijck over de ftadt Cham , over de vlecken
Andréas, Hunelbergh, Wachenhofen, Steinhaufen , en
S. Wolfgang.

DeBafeler Provincie is foo genoemt nae de treffelijcke "BâÇtUr
ftadt Bafel, fy wort oock Sungovia geheeten, welcken naem \'^vffvtnae.
men vermoedt gekomen te zijn vande Sequanis ofBour-
gundiers gelijck Beatus Rhenanus
{lih. 3 Rerum Germani-
carum)
oock gevoelt.

Het aerdtrijck alhier is vruchtbaer van koren en wijn, Vrpicht-
foo dat het oock de nabuuren, als \'t de noot vereyfcht, ge-
noeghfaem gerieft. Daer zijn oock fchoone weyden voor
het vee. Tfchudus getuyght, dat de
Raurici Ptolemai, of de
Rauraci Citfaris, dit landt eerftmaels bewoont hebben , van
welcke Casfar feyt, dat fy , op de maniere der Zwitfers, alle
hare fteden, dorpen en wooningen verbranden.

De Hooftftadt defes landts is hedensdaeghs de heerlijcke B^/S/.
ftadt Bafel, van welcke fommige verfieren , datfe defe naem
heeft van een Bafilifcus aldaer gevonden ^ andere, datfe nae
Bafilena, moeder des Keyfers juliani, genoemt is. Rhena-
nus meent datfe alfoo heet van wegen de overvaert, welck
men op Franfch een fas noemt, als of men feyde Paffilea.
Hy voeght \'er by , dat het wel waerfchijnlijck is, dat alhier
een overvaert en
pas geweeft is , oock toen Augujia noch in
fleur was, om dat alhier van wegen de valeye, door de welke
een beke, komende uyt Byrfa^ vliet, de oever laegh is, cn
bequaem tot een overvaert ; daer, ter contrarien by Augft »
\'t felvige hoogh en onbequaem is : Munfterus verworpt dit
gevoelen, met d\'-authoriteyt van Marcellinus, welcke de fel-
ve na\'t Griecks woordt BûKnAfiiw, dat is,
Regnum, of Ko-
ningrijck noemt, daer mede te kennen gevende,dat het een
koninglijcke ftadt is. Door defe ftadt loopt de Rhijn, die
haer in twee deelen fcheyt, en byna midden door-deelt, die
met een brugge aen malkanderen gehecht zijn. De Rhijn
is een groot voordeel voor defe ftadt, overmits daer een
groote fchip-vaert is, -en men daer met fware laften aenlan-
denkan. Vooromtrenttweehondert jaren heeft defe ftadt
vele en fware aertbevingen uytgeftaen, doch is wederom
herbouwt j en in \'tjaer 14^0 van Paus Pio met een Acade- -^cadtmit,
mie verçiert, en met foodanige privilegien, rechten en vry-
heden begift, als de Academien van Bononien, Keulen,
Heydelbergh, Erffort, Leypfich, en Weenen genieten.

De Bafelfche vooghdyen zijn defe: Het flotFarensberg;
Rhinfeld, gelegen op een hoogen bergh j de ftadt Wallen-
burgh, Homburgh, Munchenfteyn, Ramfteyn. Het Graef-
fchap Ragwyl hoort onder den Abt van S. Gal, hoewel de
uiwoonders burgers zijn van
Swits en Glaris ; als oock de
Graeffchappen Rapperfwyl en Straesbergh, met de vrye
Heerlijckheyt Kilchbergh. Het overige van het Zugher en
Zurichfche Canton, fal men in de kaerte van Argow be-
fchreven vinden. De Rijcks-Abdyen in defe kaerte, zijn
Reichenow, Schafhufen, Kreutzling, Pfefters of Pfeflicon.

Dit landt heeft veel rivieren, onder welcke de voornaem- Rii\'ieref}.
fte zijn,de Rhijn, Byrfa,en Wiefa: de Byrfa heeft haer oor-
fprong uyt de bergh Jura, en loopt door veel valeyen tot

M ra ra Bafel

1

h : -i\'ü
Si \'

I if

li II\' \'

11

lüï

1

vu I

lüi

i-,1-.\' ■

:, (! )\'itrf;\'\'/s

\' 1\' mWI \'

H;
i\'l)\' ii*.\'\',
I\' lïl\'»
( \'ïljf\'
VAl

-ocr page 339-

\\4o

O

cUckffft^

B ^idtit^c-iv

. . ............-

IT r - \' ffO O

^ Die Hardt ji^jj o^c Sulen

fSS Dstmll

^Llmmst^M

i. ianh^h

Hsllit^en.
o

Mr^ztv

^Alsat

SteifihnM\'

to

\'^lOtrituifM o

l^ellenburg
GrafTdiafit

o

\'^riAiiufirv

:VRIGHGOW
et

B afi-li e nlis px oviiicii^

Fkart.

CBffimzn

s •

\'^amti

SVPXRIORIS

Hegow.

o

Xm-e^CaJl

Tcyt^c.

XiuhUch

s ^

Aichetba^h 7/

O O

Ori^iUeM-

O

4a

Annchjl^^ ® f- o

J^uJieK,

.^r --

■\\K\\lW.irJc

SecktMzti

JU.

^M" \'S^tOK^ ......r ■/

5cliailkauien i^ij^S??—...........

N

Ji

Q\'WorHui^cn-

«ST

jUui\'n-.n. ffliUt.

KuSiJllefit

M o o

ƒ tt O Oj^crj

Clus \\ n C -V^crfmj

Jlu.

Ac\'tierlun\'

Kieclcgow.

■WM/hffU

Xik^ IK/\'

J!^- Xaufin • ^ o

licfn^f.\'

^uckefv O

CabUnj:^ ma I

O Si mr n

^urzo-ch

\' o

] ^^J^ril^\'" f ^
^a/fcrJUl \\

O o

(Ultcrir^cn. ^^^

/

o

rV A N C I

Bf\'afeMer. V^/^

-A

\'^itfiUtM.

. Jinatsen

Cifetv

R A^V

^ /die

f

O ^nltpjyt

i ^

^JSotzen. O

O -

...........

Jiiu-jLn

Ottdzrn^iri

Z-ufott^atu

.ti"

Jylffnunt

O

6 o

S^n&i/pt^en. ;

A -KM ■ „^«vl

o. -S. O-

ittathein^\'

Denmlckct

I. ^omIu:ke>

^ o \'/A

•P\' "T^, Ill Is^k

o

^JJmhart

Jlcpi^c«, O :Bru.ck

S^ij^slbethef^

O jyu^tnwcw

o o

O

\\ ^a-rxitiif

-Sdmntd

if

iri^-\'i ^cflriumen.

^^ V

AwJfvU.

^iilmc^n.

ChiMil^e

Tyu G 0

3rtaifrch

O

Kilauchur^

O ^Ifsni.

■Ji-j.

1 m

■ j^Ut"

£ndfcUcn

J^or

jwl*

, o

ChuUickci

.a. ^

> I

O X o

Jicchlmi^

Uuh,.

a CcryhxTj

\'4uheck

ijfufiihM.

XUcrXulm. O

AAV* ^

/M

_ . . ____fl

■9.

Jircn^arteny

PARS .

S^clUn. ° T MiuSkpn.
V«, o iff\'\'\' Gr ^^

O o

Ohirt^yll O

Jisrc^eft

\'hurj O

OSsIfi^Aimjett.

H-ichen

47;

JtL Calmis

WW- \\ ^

Ohcken. \'

I o

ro":

Ijie-h^

^frvjc.

XctiT^aeh

ZurlcK "

\\ , \':BUtcrfc!!v/yll

Znm O liA^W ^^ ^^

, o

j \\

(It-* O f

_ ^v Ji-nu/wvll

Ckoiijhrfir^ Vt^S® ^ ^^-^^SiX If ^ ,/ r\'i\'

PI

o

Jce

G

° O -f-
-riMer^

I ^//i rP\'

o «5i(\'

o

^Dchc^ck Q

rj/Ze
cOkirn \'

^^ O

Jhlc

X« V O

Lrertifit.

U

^ah^rVjk\'

o O

Jfj^tkffji
Txc^tcra

JiiiB^Ohtfsn o

o 5

T^ai^choyf ■

% \'iltrn.J^anitrv-

Alt^tnach i

^ o -

I Sai^e: ^

.^CAzhafc,

o -

o

■U.

sA «

StadjhaJin.

Ji»

^ P.l_____/i -Jf*^\'\'^s\'l /

^J-ifUel

T/cicnbtll ]

iurjisrf ,

naHj/Jruhz

o "J^eimifynyll

^ctn^iich

%

.\'\'\'■\'V^. 0 \\

rz"s

^ ShMcimcfu \\

B

JloIhScl

JltllLnre. iTfrm aiu.c.titn
fl

a . . ° :■■■■:■■■.........^^l.^^r.naft^\'-J *

\'^^rauctbU

SucJorf J

Tlfprtei^

-c/

Ober fee. % <4

iSJ.\'

6

■ M

^»»J^\' C.

^ — j^Jcrfiivr:^ JfiUUre. OJ\'dve.ttcum- q

J.,ucerna

JKfl ol

/

ohmtvyl-

-ocr page 340-

Bafel toe, met fich (leepende veel hout en vloten : de Wiefa
komt daer regen over uyt \'t Swartzwalt, gevende veel houts
en balckcn , bequaem tot timmeragien , welcke van die van
kleyn Bafel meeil; veibeefight worden. Door den dienfi; en
\'t gerief van defe ftroom worden de water-meulens omge-
dreven , die defè balcken ofte boomen tot plancken fagen;
daer wordt oock het kooren gemalen ^ alle fmits of timmer-
gereetfchap wordt daer gefcherpt de yfere ftaven worden
daer oock gefmeet, dienende tot veelderhande gebruyck j
behalven de treftViijcke vifch die daer gevangen wordt, in-
fonderheyt de voorens,en alhoewel dit rivierken veel kleen-
der is als de Byrfa, nochtans is \'t veel vifchrijcker, en heeft
meer meuleasiniaer de Byrfa is gerieflijcker voor de papier-
makers , die op dit waterken veel meulens hebben, ais oock
op het iaecfte canael, welck uyt het felve rivierken geleyt
wordt, en fich tot aen de muuren van groot-Bafel ftreckt.
Daer zijn meerandere rivierkens,als deTolder,Largus,&c.
Regeermg Soo wel te Zürich, als te Bafel, worden de Raets-perfoo-
van Zürich nen van gelijck getal uyt een vder gilde gekoren , in welcke
en Bafe--\' beyde fteden twee gemeene Conciliën en Raden in het
hooghfte aenfien en authoriteyt zijn: namentlijck de groote
Raedt, wanneer harer veel, in den naem des gemeenen
volcks, by een vergaderen , alleen in gewichtige faken, die
de gantfche gemeynte aengaen : ende kleyne Raedt, die
dagelijks het Gemeene beforght,en kennifte neemt van alle
burgerlijcke faken. De groote Raedt te Zürich beftaet uyt
twee hondert perfoonen , en te Bafel uyt twee hondert vier-
en-veert!ph. De kleyne beftaet tot Zürich in vyftigh per-
foonen , en te Bafel in vier-en-tfeftigh j want uyt yder gilde

I )

worden tvvaelf tot den grooten Raedt genomen, en te Zu-
rich achtien uyt den edeldom. In de kleyne Raedt té Zu-
rich worden uyt yder gilde of zunft drie perfoonen geko-
fen, en te Bafel vier. Hier by komen noch twee Burger-
meefters van yder ftadt, welcke als hoofden zijn des ge-
meenen Raedts. Te Bafel zijn oock twee Gilde-mee-
fters, die fy, te gelijck met de Burgermeefteren, Hoofden
noemen. Daer-en-boven ftellen de Edelen van Zurich fes
in den kleynen Raet, daer de andere gilden maer drie kie-
fen ƒ by defe komen noch fes andere, door vrye ftemmen
gekoren, uyt fulcke gilden als \'t de Magiftraet goet dunckt.
De kleyne Raedt wort wederom in den nieuwen en ouden
gedeelt j men noemt den ouden Raedt, die\'t felve ampc
een half jaer bedient hebben j defe worden oock geroepen
als de Raedt vergadert, doch niet altijt, als eenige laken van
den kleynen Raedt verricht worden. Op gelijcker wijfe
wordt de groote Raedt te Bafel verdeelt, cn uyt de twaelf
mannen, die uyt de gilden gekoren zijn, fes by den nieu-
wen, en fes by den ouden Kaedt gevoeght. De kleynen
Raedt vergadert ten minften driemael \'s weecks, fomtijdts
viermael. Over beyde defe Raden is geftelt een Burger-
meefter, die van den grooten Raedt gekoren wordt. Naeft
de BurgermeeftersTiebben de Gilden-meefters de hooghfte
macht, die de Zürichers Obermeefters, en de Bafelers
Zunftmeefters heeten ,• waer van drie te Zurich, en twee te
Bafel zijn, welcke met beyde Burgermeefteren , de vier op-
perfte hoofden genoemt worden. Die meer hier van be-
geert te weten, lefe Jofiam Simlerum, die wijdloopigh daer
van fchrijft.

\'El i\'i\'i

Élilfi

i im

; \'i.

■I I ■

-ocr page 341-

00} h

\'t Gebiedt der Stade

A

s

E

Et Landfchap van Ba-
lei wort ten ooften be-
paelt door de ftadt
Lauffenhurgh, Seihhengen,
en door een gedeelte
des dals
Brick ten zuy-
den door den bergh
Iura, die alhier feer
fteyl is j ten weften
ftet\'etuyt naer eenige
Vooghdyen van
Solothurn en des Bildoms van
Bafel; ten noorden na den Rhijn en na \'t Opper-
Marck-Gracffchap. Sijne lengte is van acht
uuren, fijne breete wort bepaelt door eene reyfe
van feven : het omhelft twee-en-veertigh dor-
den, en drie-en-twintigh parochiën. Balèl is de
looftftadt des Cantons. Dat defe uyt d\'aftchen
vmAugufla Rauracorum y eene rijcke en uytne-
mende Colonie of volck-plantinge der Romey-
nen, gelijck een nieuwe Phenix opgeweckt, uyt
der fèlver vervallingen opgebouwt,en allenxkens
door eene byfondere gunite der Goddelijcke
voorfienigheyt tot defen top van mogentheyt
en glorie opgeftegen fy, fulcks betuygen vele
Schrijveren en oude gedenckteeckenen. Ofiè
nu van de veelvoudige tochten der Gallen, en
andere volcken over den Rhijn by den toren ge-
noemt na \'t Sout, en noch ter fèlver plaetfè
ftaende, den naem ontfangen hebbe; dan of
Bafilena, de moeder van Keyfer luliaen, den ha-
ren de ftadt hebbe gegeven; dan offy endelij ck
naer een BafiÜfcus aldaer gevonden genoemt fy
geweeft, is onfeker. De ftadt van Balèl is gele-
gen van de verheffinge des pools 47 gr. 41
min. maer wort ten aenfien van de lengte ge-
houden af te liggen van den eerften meridiaen,
welcken de nieuwfte meeninge der Aerdbe-
fchrijveren afleydt van d\'Azores, 31 graden, en
I j min. Sy geniet eene gefonde en gem^dghde
lucht; en hoewelfe den noordenwint riet wey-
nigh onderworpen is, fy is nochtans omvangen
van eene landouwe , die in koren , wijn en gras
feer vruchtbaer is, als de welcke menighmael
gene fy te veel heeft den aenliggenden gewe-
ften,en den genen,die \'t van noode hebben,me-
dedeelt. De Rhijn, de vermaertfte riviere van
Duytflandt, deelt haer in twee deelen, van welc-
ke ^t grootfte op de fijde
van Vranckrijck naer
Eifas , het minder gelegen is op den Duyt-
fchen oever: doch eene uytftekende fteene
bruggeover den Rhijnftroom henen gebouwt,
hecht defe twee deelen t\'famen, welcke lang is
3 JO paffen. Wat profijten en nuttigheden de
Rhijn de ftede toebrengt door \'t af- en aenvoe-
reri van waren en andere dingen tot onderhoudt
der felve dienftigh, acht ick onnoodigh ver-
haelt , dewijl yder fulcks wel kan giffen. En al-
hoewelfè menighmael door ongeluck van brand
DuytslanP*

of door hooge watervloeden, of door \'t opfwel-
len van de riviere Birseck (die in de ftadt tre-
dende hare wateren aldaer aen den Rhijn over-
levert ) of wel door verlcheydene en fware aerd-
bevingen, voornaemlijck in\'t jaer 1356, ge-
fchut en gefchonden is geworden : fy is niet-te-
min foo wel weder geheelt, dat .^neas Sylvius,
als hy in\'t jaer 1431 en de volgende op \'t Conci- .
lie van Bafel als Prelaet verfchenen was, \'fiende
de grootsheydt van hare paleyfen, de breetheyt
van hare pleynen, den luy fter van hare gebou-
wen, en de netheydt van hare ftraten , haer niet
en fchroomde by Ferrare en Florence, d\'uytfte-
kenfte fteden van Italien, te vergeiijcken, ja
boven de felve te ftellen 5 en heeftfe daerna, tot
het Pausdom onder den verwiffelden name van
Pius den Tweeden verheven fijnde, fijne vorde-
re gunfte doen gevoelen, en aldaer eene hooge •^cademftt
Schole opgerecht, befchoncken met foo vele en
groote Privilegien, datfe die van Parijs, van Bo-
nonien, van Weenen. van Erford, en andere,
gants niet behoeft te wij eken.

De vordere fteden fijn, IValemhurgh gelegen ^^^deh,
aen de riviere Ergetz, en door een fraey kafteel
Alt Walemhurgh genoemt, aenfienlijck; de Bii^
fchop heeft dit, fijnde aen hem vervallen door
d\'aflijvigheydtder lefte Graven van Froburgh,
de Bafelers verkocht ;
Liechflal afgelegen drie
mijlen van Bafel, tuftchen den Rhijn en\'t dorp
Auguft, byna ten midden wege ; dit hebben de
Balelers den Biffchop oock afgekocht. De ftadt
Siffach, van welcke \'t ge^eike Sifgo^ genoemt,
den naem heeft verkregen ; fy is gelegen in een
dal tuftchen de bergen
Ober en unter Ha-^enftein :
daer-en-boven is \'t inkomen van \'t Graeffchap
Warnfpurg dit Canton toegewefen.

De Balelers fijn door den bant hoogh van
ftature , fchoon van gedaente , en van welge-
voeghde leden : hunne vrouwen fijn aerdigh ea
aengenaem. De mannen (feght men) munten
uyt in geeft, en beleeftheydt, en fijn openhar-
tigh en den vreemdelingen toegedaen : daer-
en-boven fijnfevrolijck, niet gemelijck, doch
evenwel fedigh en ftatigh;twiften,tweedrachtea
en kijvagien fijn nauwelijcks onder hen bekent,
maer fijn vreedfaem en minfaem , foo tegens
hunne medeburgeren als tegens d\'uytlanderen.
De jongelingen en andere rypere volgen in hun-
ne gewaden de Franfche wijfe: De vrouwen dra-
gen hooge hoeden bynaer als fuyckerbrooden,
omfet met koftelijck bontwerck; haer hair in
knoopen t\'famen-geborjden, latenfè over da
fchouderen henen Üingeren; vele kleeden fich
oock na de Franfe maniere. De mans gebruyc-
ken , na d\'oude Switferfche wijfe, heel breede
fwaerden, die fy op fijde gorden, fialcks dat ghy
waeriijck feggen foud, datde Bafelers aen den
degen gebonden fijn. Sy fpreken de Duytfche

Mmm z tale.

Ve ßadt
Bafel,

OorjfYong
■des naems.

■ ßefem-

hsyc^.

Hoedanig
hejdt.

-ocr page 342-

aett

\'Jfimttmffen-

^Tvitlg^

Setneh _

öreß^etv

î^.ar\'.»-\' .............._ ^

a. .a...»...s-.t..,».^i...... .£> .,

Vhdei-

y

fiel

Aug

k

âà

k OH^fuln;^\'
k I^isilti^

\'JJufneti^

^ ■ fliiechettlnil f ^St^ a i-i
05

\\

Itigen^

-A

Xtau^

rJlUl\'L

^clti

.ai:

en

SéàJieft^
Schlati^

1

^ersp

rBij/,

rtetfn^

Ke^erg

^ I ^DTttOf^

rpßiteffilnißi
Â

Gn-

2Aonc

Mtm-h"^

(h-iti*

öriie-fwaM^

ober

^/Wartetih^ff

^rufk-

•Jtke

1

-aie

éJrelumh

I \'JraiteUn. ä.

CUfter

.Jt

k

\'Jm-

"l

i

\'VeÙtarh

ijyu-mettMeJi

ttér

AtJgsi^

i&mack

Oier

.....

Schatienhaec/!
^gen^el^ A »■

A

\'.............

. St-\'.

\'Wiâm-

\'Srenxach

y<Rû£

^ ^ lOieiti^elÄen

rRseßi^

Sternen^
k

I yi^ntlteh

OherJj}^^

ratu

■Xê:

A

..... ......... -.....

. -^ei-tm.

iHierhi^-g

H14»

.-jCe,

A

I tfiiJei-
Steitetv

A

"•■Wï;

A

p-yriSiixgen
h.

rjiUm^en.

\':BMJerliitc}f

A

Oher

I f:BeitendatjgF

\'«s

Oher
itdmJer

Aiwßitclj .

......

Tükenlóiffe

l\'halte

Ißi^cmtlritcll

\'Kai^haci

Jlerck.

........

Si&nett.

^JßmJsl
\'WeUac],

- - - Y ä»

""ii«

(htmmerßoi^

teiv

\'^Jßhti^e

Oi^titha

SchiericuA

A

^^ ^SekallaJi

JLttHAettiarf \' 1 -^grtnffett-
1 ^ _^v—

OlfiäeHy

éif\'jr

KsmdcJ- ^

......^^ ....... ■ , 4

-.....^"ISl:""\'"C^\'eV^

A

...... ^

...........

...........

\'^ejitmatfi

A

JiaßenJ^

k

OJaUek^ i JL

\'it^ersJjT^

VnjJ^,

■Oitrah^

...........

Œtura, ibltnL

i-ntrfusf,

«

......... ^

Olrer

liooffentruck.

»Scton-àtal

u

"KjlcJi nimmer

M ,

OierCBtr-tefi^

\'■^g^etMal

M -^gether^

(Bewein.

(xhJer ^

) ^imvJufFeiulfl

^a-lle»

k

ma-tej^nx
À

X^ßerg

rplà^lt^

ûherJ^r^

St-Croux-

reur

i:

\'jfUerittrff^ ^OÏéteriett.

\'\'S.itmi^eniMiy

k ^

Utsensr -oC O^MjJgr \'^Ots^

ZKHitht^fff "Atchtefv-

\'\'Bi-ettenhiiélj

.k

/

Irvù

Xi^

lion^enler^

k

\'JCaîyisin.

\'per^

ZiOr^

ßroßgtCKemiß \' Si^.......

\'Staden.

Septentrio

-ocr page 343-

tale, hoewel de Franfche oock feer veel by hen
gebruyckt wort.

De rijckdommen en inkomften der Bafelfche
Republijcke beftaen in \'t rijck inkomen van ee-
nige Abdyen , en in \'t gene komt uyt het Graef-
fchap van Warnfpurg, en uyt andere voogdyen,-
daerenboven brengen de laften en tollen ge-
ftelt op de waren, die hier uyt Italien, Vranck-
rijck en Duy tfchlandt paffeeren, de ftede feer
groot profijt toe. De borgers ftaen na gewin en
rijckdom door den koophandel, die hier dapper
bloeyt.

Voorts, nadien defè ftadt eene gebuurinne
der Switfèren is, foo heeftfè vele jaren,cerfe met
hun in verbondt tradt, hunne vriendtfchap in
waerde gehadt dickmaels heeftfè met gemee-
nen raedt en krachten tegens d\'Ooftenrijckers
en Franfchen oorlogh gevoert dickmaels ifte
door de hulpe der Switfers tegens \'t geweldt der
aentreckende vyanden verdedight geworden.
Endelijck, als in den oorlogh, gevoert tuftchen
Keyfèr Maximiliaen en de Switferen, die van
Bafel fich tuftchen beyden gehouden , en geen
van\'beyden geholpen hadden; foo begonde den
Adel, die met eenen grooten haet ontfteken
was tegen de Switfers, hen byna voor vyanden
te houden; en niet alleen die gene, die den Oo-
ftenrijckers gehoorfaemden , maer oock vele
die tot die tijdt borgers waren geweeft , fijn uyt
de ftadt vertrocken , en gaen woonen in de
Franche Comté, in Elfas en Brifgaw : waer
door fy niet af en lieten d\'ingefetenen te fiiia-
den en te verongelijcken, tot dat de fèlve , be-
weeght door duldanige wederwaerdigheden, in
\'tjaer ijoi fich door een eeuwigh<verbondt
met de tien Cantons van Switferlant vereenigh-
den en op defe wijfè hebbenfè vrede en rufte
verworven door de vreefè van den byftandt der
Switfèren.

Bafel wordt gedeelt in vijftien Tribus of
Gilden, diefè
Zmfft noemen , onder welcke
vier fijn, die uytmunten en boven d\'andere ge-
acht werden, welcke fy Heeren-Gilden, oft
Her-
ren~Zmfff,
heeten. D\'eerfte is der kooplieden;
de tweede der goudfineden , filverfmeden en
tinnegieters; de derde der wijnkoopers^ waer
by oock de fchrijvers en rentmeefters der Con-
venten getelt worden ; de vierde is der kruyde-
niers, der fijdelakenkoopers, en der krameren
van alle foor ten, en defe is wel de volckrijckfte
van allen; de refterende elve beftaen uyt ge-
meene of uyt allerley handtwerckslieden, Som-
tijdts komen ambachtslieden van verfcheydene
oefteningen in een Gildt te famen , en heb-
ben hunne byfondere Collegien ; foodanige
fijn alhier de viftchers en ftierlieden,- de fchoen-
makers en ledertouwers ; de kleermakers en
peitiers. Maer in \'t gene dat tot de Republijke
gehoort, en in\'t kiefen van den Raedt, of in\'t
maken van Gilde-meefters, die in den Raedt
fitten , doenfè alles met gemeenen raedt en
ftemmen.

Uyt defè Gilden worden alle degene, die
waerdigh gekent worden in den Raedt te ko-
men, in gelijcken getale verkoren. Twee al-
gemeene Raedts-vergaderingen hebben alhier.

\'I !
I

Jte^ringe,

I; i

gelijck als by veel andere Switfèren, \'t voor-
naemfte gefagh , te weten, de Meerdere, welc-
ke beftaet van 244 mannen ; en de Mindere:
tot de mindere brenght yder Gildt vier man-
nen , hier by komen noch de Burgermeefteren
en Gilde-meefters.

Beyde defè Raedtsvergaderingen , Meerdere
en Mmdere, worden in tween verdeelt, te we-
ten, in oude en nieuwe. Den ouden Raedt
noemenfe de gene , die een half jaer lang van
hunne bedieninge ontlaft fijn geweeft ; en defe,
fchoonfè oock geroepen werden , als de Raedt
t\'famen komt, en worden nochtans niet altijdt
geroepen; want daer fijn faken die de Nieuwe .
Kaedt alleen afhandelt.

De Burgermeefteren fijn by de Bafelers
d\'eerfte of waerdighfte Overheden; na defe vol-
gen twee Gilde-meefters, gemeenlijck
Zunfimci-
flers
genoemt, die t\'famen met de twee Burger-
meefters Hoofden der ftadt genoemt worden.
Tot defè hoofden worden negen andere uyt
den Raedt bygevoeght; en defe Raedts-verga-
deringe heeft van \'t getal van dertien mannen
den name. Tot defè worden gebraght alle
fware faken, en fy raedtftaen eerft over de felve,
al eerfe den gantfchenRaedt die voorftellen.

Tot Bafel fijn twee Gerichten in de groote Gmchm,
ftadt ; het derde is in de kleene : het alge-
meen groot Gerichte , gemeenlijck genoemt
däs Stattgericht, beftaet van tien Rechteren, die
eenfdeels uyt den Raedt , eenfdeels uyt den
volcke tot de Rechter-orde werden genomen.
Dit Gerichte neemt kenniffe van alle civile en
criminele faken: in de civile faken, die tefta-
mentennamelijck, contracten, fchulden, ea
diergelijcke betreffen,
fit voor in \'t Gerichte de
Schout der ftadt,gemeenlijck genoemt
der Statte
yogt
: maer in de criminele, of faken van den lij-
ve, fpreekt de Vooghdt of Advocaet des Rijcks
\'t recht uyt, en de voornaemfte Drie mannen
van Raedsheerlijcke orde voeren, uyt name van
den gantfchen Raedt door den Uytroeper,
den
Oherflen-knecht
, \'t geding tegens den befchuldig-
den uyt. Het tweede Gerichte der groote ftadt
vonnift ftechs van gefchillen die licht fijn , en
van geringen belange, en die niet en gaen boven
de fomme van tien ponden. Het Gerichte der
kleene ftadt heeft fijnen ey genen Schout; en
neemt kenniffe van alle gedingen, uytgenomen
van alle criminele. Over de fchatkift der ftadt
hebben de fbrge de Drie-<mannen Rentmee-
fters,
Vrejerherren; behalven defe fijn daer noch
andere Driemannen, fy noemenfè
Ladenberren,
die de mindere tollen en jaerlijckfche inkom-
ften der Republijcke bedienen. Na defè vol-
den de gene die forge dragen over alle publijc-
ie gebouwen, wegen, en fonteynen; en worden
defè van den loon, dienfe aen ftadts-wercklie-
den betalen ,
Lohnherren genoemt. Daer fijn
oock Vijf mannen , diefe
die Fünferherren noe-
men ; defè beftechten de gefchillen ontftaen
over de palen, of de gene die in \'t bouwen tuf^
fchen gebuuren rijfen. Andere hebben defbrgc
over den lijftocht. Daer fijn oock befcherm-
heeren van weduwen en weefen ,
Witfenherren
genoemt, en andere mindere Overheden.

De

-ocr page 344-

STADT

De Vooghdyen van Bafel fijn Farnfperg, eene
fterckte gelegen boven Reinfeld op eenen hoo-
gen berg 3
iValenbergy een ftedeken aen den top
van den bergh Jura, die vande afgehouwene
rotfe
der Houvpenftein wordt geheeten ; Homburg,
Munchenflein
, en Ramflein. Alle de Bafelers vol-
gen de leere der Gereformeerde Religie.

\\ Gebiedt des BifTchops
VAN BASEL.

Steden.

Ebiedt des Bafelfchen Biftchops paelt
ten Noorden aen
\'t Graeffchap van
Montbelgart, Sungow,
en aen een ge-
deelte van Eifas j ten Welten aen \'t Graeffchap
van Bourgondien; ten Zuyden aen de Heerlijck-
heyt van Newdorff, en aen een deel van\'t landt
van Bern ; ten Ooften word het gehecht aen de
Canton van Bafel. Sijne lengte is ontrènt negen

uuren gaens.

De voornaemfte ftadt des gebiedts is Brun-
trutum,
in Duytfch Porentrut, hebbende een ka-
fteel fterck genoegh, en fchoon,beroemdt door
\'t verblijf des Biftchops ; hoewel \'t in \'t geefte-
lijck afhanght van den Aertsbiffchop van Be-
fançon. De vordere fteden des gebiedts fijn,
Bienna, welcker ick boven gedacht hebbe ; Bo-
nayilla, in Duytfch Neufla-, Telsberg, gemeenlijck
Velmont;, in Saltzgow gelegen aen de riviere
Hom, hebbende een feer fterck kafteel, alwaer
fich de Biffchop bywijlen plagh t\'onthouden j
hier by light het dal van Telsbergh, bevattende
de fteden
Vnderfch\'^eïler en Altdorff, mitsgaders
vele dorpen. Voorts volght de ftadt van S.
Vr-
fits
, meï^ ^^^ kafteel gelegen tufïchen de ge-
hackelde fteylten der rotfen oock
Hafenburg
in \'t midden der bergen, niet verre van d\'Abdye
van Lützel ; daer na
Lauffen aen de riviere de
Birs , die niet verre van de ftadt met een ge-
v/eldigh gedruyfch fich vande rotfen afftort,
en hare ftroomen by Bafel met den Rhijn ver-
menght. Defe twee laetfte fteden hadde Bif-
fchop Joannes van Vianen verkocht, maer in \'t
jaer 1433, heeftfe Joannes Fleckenfteyn,midts-
gaders de Voogdyen van Godenfels, Spiegels-
bergh, Freyembergh, Birseck, Yfteyn , en Rie-
hen , weder by fijn gebiedt gevoeght. In dit
gewefte is die paftagie onder d\'uytgehouwe rot-
iè, gemeenlijck genoemt
Pierreport of Picrre-per-

Fongâye,

Kelkie,

BASEL.

tuife. Homburg, Walenburg, en Liechflal, hebben de
Biiïchoppen aen die van Bafel,-
Olten,zm die van
Solothurn verkocht. R^z^o^^/w een kafteel , en
\'t hooft van eene feer vermaerde en groote
Baronye in Elfas, is een leen defes Biffchops.
. Het lant is feer vruchtbaer van terwe,brengt ^
oock wijnen voort in overvloedt, onder welcke heydtT^"
die meeft uytmunten, en hoogh geacht worden,
die in de Voogdye van Yfteyn ontrent Bienna
en
Bonayilla vallen uyt welcke d\'inwoonderen
geene kleene winft trecken. De feer vele en
dichte boftchagien verfchaffen die van Lauften
en Telmont overvloedelijck ftoffe tot bouwen.
De weyden en beemden des dals van S. Imme-
ry fijn feer goedt, en van eene vrolijcke groen-
te. Het dal van Tefchburgh en brenght noch
terwe noch vruchten voort ; d\'inwoonderen
houden\'t leven by\'tgene van hunne vee-kud-
den komt. Het lack van Bienne geeft vifch-
kens, diefè
heurling noemen defè gefouten en
hoogh geacht, fijnfe gewoon den nabuuren te
verkoopen.

\'t Volck felve fpreeckt deDuytfche tale, maer iaUl
feer verdorven. De borgeren van Porentrut en
gebruycken noch de Switfèrfche, noch de Bour-
gonfche, maer eene tale uyt beyden verbaftert.
Die van
BonaVilla of Newftat fpreken verdor-
ven Frans j die van Bienne, Switferfch.

De Biffchop van Bafel wordt getelt onder de Bischof,
Staten en Princen des H. Roomfchen Rijcks,
onder den opper ften Rhijnfche Kreyts: hy lieeft
eenen Raedt na de wijfè der Duytfche Vorften,
dienfè Cancelrye noemen,refiderende te Poren-
trut , die de landen onder den Biftchop gehoo-
rende regeert.

Die van Bienne, die van de dalen van Mun- Rdigie.
fter en van S.Immery, oock d\'inwoonderen van
\'t dorp Afwiler , doen belijdenifte van de Gere-
formeerde Religie : d\'andere volgen de Room-
fche. De Canonicken van Munfter-dal refi-
deren te Delmont; maer de Canonicken der Ca-
thedrale kercke van Bafel houden fich te Fry-
burgh in Brifgow. Porentrut is de gewoonlijcke
fitplaetfè des Biffchops , en het tij delijck ge-
biedt defer ftadt komt hem toe , hoewelfe ge-
legen is in \'t Aertsbifdom van Befan9on. De Bif-
fchop felve is Suffragaen van dien Aertsbif-
fchop. Tot Porentrut is oock een Collegie der
Theatijnen van feer fchoone timmeragie.

1..,

! ■■■ ■

aji

iillfiiï,^;:,

tl

; I:

r

; i ; : \'

i
i\'

1 ■

li I,

: t

M m m 3

Dujtsiant.

Het

-ocr page 345-

VîV-

■ y

-4

^ \' \' li

\\ . ;

j ■■
\'ij.

m

Al il

t.

• ; „i . ■■,,

t

. .f ü^v.«

.F ; : \' - : ■

- T-

y-

- r-\'\' y. ■

mi-\'

. 1

»

-^••■•i-i.
•• • «

t.

■ i i-? ■ •..•

. . 1 ■ r

\\

tu

. ; \' -i n . . • : ■

■ / y/uf. r.-

- ï i. X \' - ^ »

\' " -il.\'-

; .^J:

-- \'f
■}
{

i^iitj^i ■ • va. :

m

- i • •

y

r

m . \'

i\' • - .

Ir\'î

r

T

f

Vfe\'

, I

1  ß-

-ocr page 346-

Het Landt-GraeiTchap

LSAS

■ i n-; .j ;

E

Z.

■I i

Lfatia ofte Elfafz , wordt foo kleyne i alle met muuren befloten, gevonden worden; vijf-
geheeten, om dat het is een tigh kafl:eelen op de bergen en vlacke gelegen j de dor^
Edelfafzjofte edele fit-plaetfe pen, hoven ofte buurten fijn naulijckz te tellen,
en wooninge: doch andere Dit lant wort in Over-en Neder-Elfafz gedeelte en beyde \'OitUrt^»
willen, dat het van de riviere defe deelen hebben eertijdts van de Tribocis bewoont ge-
Illa genoemt is, als oft men weefl:. De hooftfl:adt van Neder-Elfafz is Straesburg, van Nedtf
feyde Ilfafz, niet Alfafz. Het de nieuwe Scribenten
Argentina, van MarcelUno, Sexto E\'/«/»-
is in der daedt een foo edel Aurelio en Ptolemaso geheeten; Regino, die

Landtfchap, dat\'er geen ge- ongevaerlijck voor vijf hondert jaren gefchreven heeft, ^ \'
luckiger ofte treffelijcker
noemxk, Strashurgum. Robertus Conftantinus meent defe
mach gevonden worden , ftadt de felve te zijn, die van Aurelio Victore en Diacono
langs den. heelen ftreeck van uyt Marcellino
Ar gent aria genoemt wort,alwaer hy fchrijft,
den Rhijn. dat
30000 Alemannen van den Keyfer Gratiano verflagen

Dit landt was eertijdts onder de Koningen van Vranck- zijn. Van wegen de veelheydt en breette der ftraten, wordt
rijck,als een gedeelte van \'t Koningrijck Auftrafiajen foo de defe ftadt hedensdaeghs Straesburg geheeten. Sy leght in
Hiftorien uytwijfen, heeft het y
00 jaren tevoren onder eene vruchtbare landouwe, en heeft grooten overvloet van
der Romeynen macht geweeft. In \'tjaer (^84 is \'t eerft een wijn en koorn. Munfterus fchrijft, dat in defe ftadt eenige
Hertoghdom gemaeckt, en van Koning Hilderick, met hondert hoveniers gevonden worden, die jaerlijcks groote
dien tijtel gegeven aen fijnen fwager Eticon, die het van te winft doen, en veel geks maken van de knollen, loock,
voren bedient had als Stadthouder. Na Eticon volghde fijn radijs, navetten, kooien , maenzaet, en meer diergelijcke,
foon Adelprecht; 4^fe is, met een pijl gefchoten zijnde, die daer overvloedigh voortkomen. In defe ftadt komt een
geftorven, nalatende twee fonen, Linfrid en Eberhard, die arm van de Rhijn, en noch drie andere rivieren: het water ,
over Élfafz geheerfcht hebben: daer nae is haer geflacht uyt met Canalen door de ftraten verdeelt, maeckt defe ftadt by-
Elfafz verdreven door Karei Martel , Palatijn en Groot- na Venetien gelijck. De regeering, hooge fchole, enheer-
Hof-meefter van Vranckrijck. Doch ten tijde van Keyfer lijcke kercke,makenfe hedensdaeghs feer beroemt.
Otto de I hebben de Graven van Kyburg, die van des fel- Naer het weften leggen de Sterckten, by Antonino feer
ven Keyfers geflacht waren, het befit van Elfafz verkregen, vermaert, die hy
tabernas noemt; Simlerus, gakrn ; en Zêern,
Sommige willen feggen, datfe toen Landtgraven gemaeckt Frodoardus, Zabrena ; Ortelius houdfe te zijn de tres Taber-
zijn; doch andere fuftineren, dat het van Keyfer Otto den nas Ammiani, Hier van maeckt oock Aufonius gewach, als
Derden eerft tot twee Landt-graeffchappen gemaeckt is j hy feyt:

en eyndlijcken het Overlandt-graeffchap, \'t welck de ftadt Riguaso[ueperennifonte Tabernas.

Einsheym met de omleggende plaetfen begrijpt, aen de Defe Taberna waren eertijdts een Romeynfche vefting,
Graven van Habsburg gekomen; het ander is van de Gra- gebouwt om te verhoeden de invallen en overloop der Ale-
ven van Oetingen ( op welcke het vervallen was, als Hen- mannen in Vranckrijck j aldaer is nu de refidentie en hof-
rick Landtgrave van Neder-Elfafz aflijvigh was geworden houdinge der Biflx:hoppen van Straesburg. Defe fortreffe i
fonder kinderen) aen den Biflchop van Straesburg verkoft, van de Alemannen vernielt zijnde, is van de Keyfer Juliano

daer \'t noch onder is.

Elfafz paelt in\'t ooften aen het Hertoghdom Wirten-
berg, en Switferlant, in \'t zuyden aen het Bafeler gebiedt,
in \'t weften aen Lothringen, in \'t noorden aen den Neder-
Pfaltz. Het is negen duytfche mijlen läng ^ van den Rhijn
tot aen de bergen, drie mijlen breet, uytgefondert dat by

opgebouwt, na\'t getuygeniffe AmmJani.
ijdt van Zabern leght een ftedeken met een kloo-^

i\';

Crenfeti»

Croote*

Vrucht\'
haerhej/t.

r " 1; ■

i . K:

I ■

t ■: \'

wederom oj
Niet wij(

fter,geheet en Maurs-munfter: en niet verre van Brocoma-
go, een ander kloofter, StefFans-felt oft Stech-felt geheeten.

Wat meerder naer \'t noorden vertoont haer de ftadt Ha- Hagemiv,
genauw, welcke in\'tjaer 11^4 van Frederico Barbarofla-
Hagenauw meerder vlackte is, daer de bergen allengskens met muuren omringt is; van te voren was \'t maer een dorp,
meer en meer van den Rhijn wijeken. met een burght daer by, alwaer de Landts-vorften logeer-

De vruchtbaerheyt (befonder van wijn en van koorn ) is den , als fy met de jaght befich waren. De gront omtrent
foo groot in defe kleyne hoeck landts, dat het niet alleen defe ftadt is fantachtighj doch de vruchtbare ackers wat vor-
genoegh is om de menighte der inwoonderen te voeden, der van daer gelegen, vergoeden defe onvruchtbaerheyt.
maer oock de naburen en verre gelegene landen van Duyts- Noch wat wijder leyt de ftadt Weiflrenburgh,als een witte WeißeH\'
lant; daerom noemt JacobusWimpbelingius dit landt, niet burght, een heerlijcke en nette ftadt, aen den voet des
fonder reden\', een fpijskamer en voedfter van Duytflandt. berghs Vogafi. Sy is luftigh, en met lage heuvelkens rondt-
Want de edele wijnen die daer waflTen, worden gedurigh- om befet, en in het weften met fchoone boflthen, en ver-
lij ck
met wagens ofte fchepen vanhier vervoert naer Swa- fcheyden foorten van boomen. Het aerdtrijck is hier
ben, Switferlandr, Beyeren, Lothringen, en Nederlandt,ja overal feer vruchtbaer; en de ftadt van natuure en door
fomwijl in Engelandt. In\'t Suntgouw waft een ongeloof- menfchen arbeyt feer fterck aen alle zijden: het water de
lijcke menighte korens j ja\'t gantfche vlacke lant van Elfafz Lutra loopt midden daer door, welcke riviere omtrent fe-
deur, tot by Straesburgh, is fulck een overvloet van koorn, ven duyfent treden boven de ftadt ontfpringt, en ftroomt
dat oock de gene die in de Lothringfche geberghten woo- feer fnel met een enge canael , twee duyfent treden lang,
nen, de Burgundiers, en een goet deel van Switferlant daer en ontlaft haer eyndelijck in den Rhijn; defe plaetfe is foo
mede gefpijft worden: op de bergen waft de koftelijckfte oudt, dat men by geen Schrijversliaren oorfprong vinden
wijn, en op het vlacke landt niet alleen koorn, maer oock kan.

allerhande boomvruchten. In \'t geberghte zijn oock heele Aen de riviere Breufch leght het ftedeken Hafla, het
boffchen van caftanien, oock rijcke filver- koper- en loot- welck Dagobertus Koning van Vranckrijck aen Florentio
mynen, voornamenrlijck in \'t Leberthal. De vette en wel- Scoto vereerde, mitsgaders de omleggende landeryen, om
fmakende kafen van het Munfterthal, getuygen genoegh dat hy des felven Konings dochter Rathilda , blindt en
van de goede weyden die aldaer zijn. Boven de groote me- doof, door fijn gebedt geholpen hadde; aen welcke plaetfe
nighte van oflTen en koeyen, vint men daer veel wilde paer- defe Florentius daer na een kloofter ftichte.
den, luchfen, beeren, marters, herten, rheen, en ontallijck De grootfte rivieren defes landts, beneffens den Rhijn, Rmerwk
ander wild-vang. zijn de Kintz, langs welcke een groote menighte vloten

Dit kleyn Lantfchap is tot \'s menfchen gebruyck foo be- houts afgefcheept wort; de 111, Breufch, Sorn, Mater en
quaem, dat in het felye fes-en-veertigh fteden, groote en Lauter j doch is de 111 de voornaemfte van\'c Elfafz, doot*
Duytslandt. N n n wande^

Nam*

n, t

fl-

I i

li; i

Hegeeringi,

\'ir i
-t

-ocr page 347-

-mwmrnr---IB-HrHSr\'----iinEM-.:-pMaiS!!!a!i:

Zo\\

-ZHTTwr immn

Lotha

fines .

a/lnaUy O

Ch.i\'SßrSc.
Jiintlracli

ringiae

Atrfivd.

S.DUv

\'l\'ottchUj\'otiX

P Senane aJfi^.

: K^cttsnlrr

/

Lr- SauUv

V

Od^r

^ \'S.

.....

• ■t-J\'ii ... Itantyn-

é

t"

Sirejf r S.Sauuuur

qC

11\' tf Scc.

^Ot^^uitt.

T a, £f jfi. ^

Hemc""
■cUa
O

, cT f/ \\3cfckt,y

4 ^^

Scanrus

... ü .. T ■f.k.

&

I JLsduci

SM

TtauUf

Anicreoj^

Tremh^ite

SV\'

JO

O

■4 O S^ _ ^ / r-j;^

XiO. fcjault!

Immeltnjen^

Lnl\'crpiUinri

Guérun

Citnhreman

Catjuti

I HfucU

Sa(ß[

M 5

éSent^enfracft

Sarech

L5ATIA

Xaiidgraviatu5,
cum

S T G OI A

et

\'Biti 5 aoiA //I

S. Putrtfi Cl

iSnv

t^etyert-

Strcndh^\'g O .

Y^BLil

/x

p Cjrfta.iV

Xefis

r.rß,-

\'Vntch\'^

menut /

-^\'Vjfsnha

\'\'V ( y

•Halfan

O ,

35/V-W 1

JCuthir

y

\'-vf

£i(fem-em <5 >

X,utsethus

\\ I O Switch

/

-W.L

f\'.Jtci»

Oiu

\\nicf

„^eii^tch

Ger.Jltrca.tord
^lucbjre.

Sakziac

i\'iwfeZi;^!---^

^I^itch

I 00

JKsnif^^n^

Ü/J^/I Siat:

J^^ ^ohen.

•.C^utz J

\'^oo

.KJ\'

4 }

^

Cßi

O

iß--

"Zié"\'\'

"^««v O
^ Grai V O ^

./(r I

.cll

>

f/ ^ O

■j

Jiitdy/A- p . ,

O 00^-

X ®

V

O

^liltzßlf

OUinjct

SeitcnthiL, O

ot

-7\' ,

L

^ei^V O GirhUen.

V ® \'

JhiiSirch
O o<

O %

On.Jr. sum.O

p\'.r^.f; 1 O
; O»"» o|

Gcish.

O ■\'fss»

V J o-

O

\\tzmj

^ ( . ï n -

u Aiy /

\'-Wimtiuar

<f ff\'

J -:X,3reiinMO O

• Sr-

Sliinfe^

■ßr^ii^n ■ O

/ V» -O

O O O

\' %

■Vtwilf

S.Zj^oft.

Oo

ißj-

O OJC^T ^ O

5- » / f^ >

1 . O TPt^a-L 1 .jr»\'

SchoUferj O

.0 ƒ O

cl,

Al.

O O J^cr]

O \\llkrlitj

jjcrf\'

L^Mira ) \\ i^ri\'C\'^\' O® ^ r/: ]

\'V _

Aibißlfltt:

O O

Lanicck Sumn^n.

äi:

Limtura

\'jL^MfchtUt

O

^Mtnnntt ■

%

ft

X \\ \\ ^

lejfinj,

O O 00 O ^-X^.lkß. ,

O O

\'^tzcnh.

"\'^O\'^t O X clum.

Hos/^it

-"ïf\'-\'.? \' JlOlfJlll\'i\'■ I wurien t \\ (I ^ »i^rJïca^. Jj^ 1 ^

£l,ßck O

O«\'

Pars epii^^^

Siemi^tin\'

.iA- .

ê. Z^erbn^en

JUuL

Ztnckan,

O

iSchtvefihut^

if

BnÈUk O V
O

Chryk..

. •\'Üjicheft.

G^itsh^ßi

ZuntzcK, ^ Q-ri^J

j, Ooi h ßfß^"

Gfimtt^Cï

^^ A^^ IA"-! -

Sren^iirt

O JKimir^
Xt^din

O

Irhy.

fajlarttcn.

•enf\'

O

iCM^ch^

Urbrlf\'

^ Schana-Tv if^icr ^S^ O ^oSfsheim

-ßade/wiUe

O " 1 " n „ ^S^^ f\'J^iircli!.

\'zUchßä.

Ba/ilien;

Jli^Uin

: Ä/iMJf C

Ohn

, j» -__ __

VM^ch ""y^Jirlhlc^ jo^^^

Jlxntsi)^ O \' Otüchß^rj

\' O l W\'

^iStnin
■^Qelhuch

Jtunjmtw

/

jC«\'

od Sinicn.

O

O ^^^^^

O

O

Jmdtl^r -tS ...

O,

O

■ ä t ^

tVt^*\' ^^ ^^ If a/t^en.

% OO

Switch

..... ïf\'r^-

fr ,

00 éSiJ"!"^

■^cl . \\

\'W^ßr^kui

00

IgUß^f O

O

B- > n

^ehbsuh

O j \\

^rcmiach ,

VfcUlhuT^

-Jjl^atr

\\ O

vr.-lhal

Sto-^n.

" \'in

m^rbvil

■Cff^ A

, . .. ^

fis.

l ^amaw

r^- vsf --li

^S.Vb-ich

\'jlM

■XimhaUX -^JC.,

Sc.

IScckdißl---v^o JlsU^ck

O \'jCochbag

O

^ O )€HenmunJicf a jp _

\\ ^ ^

rg^j

Ohcrit-

% XuttcrlnUt-

G

■^^nbk\'dcr

O

-....il.^ 1

I -ö^to

jyarlfiL

l

Gr^«.
ï^c^wartx Ach

M\'^/f\'X J O-^icifiUr
> ^

ir

lift\'

Mt

Scckit^i

Siet/to-c-h

O O

fc I ^

-JoTli«\'""^ / , r\\OrtctJ,urj O

\'G^.Kê

\'^ritU

Cl"

\\Ur •Sfiwii\'

O Oo

-V\'

pi?\'

\\

GtfOxcl

-.........

„O

Sr.hUui\'-

IchUm

JE^ccl^O
—j

^uch

Toemat .

X .....■

24,

\\Äillia.rta. Germanica, ctmmimta.
I /t 21

SchcUt

^\'ciwett. o)

„jir

O* .

rrrckfX

lllfllililllllIjlWIIIHiH\'l^^^

1

T

\'ia

^tiiljdm.. 3huü. cxcuilt .

Baden, march. 7

f^iiUcnl

t|l|lli|lliliHtililll

30

-ocr page 348-

E L S

"waiiciclendc byna \'r gehedè laiit; fy heeft haren eerften oor-
fprong in \'t Suntgouw boven de ftadt Altkirch , vliet neffens
sde fteden Munhaufen, Einsheym, Colmar, Schletftadt en
•Benfelden, van daerfe haren wegh regelrecht, byna fonder
-eenige kromten, neemt
naer Straesburg, alwaerfein den
Rhijn loopt, van te voren met haer nemende alle de rivier-
kens en beeckskens die uyt den bergh Vogafo komen.Defe
riviere brengt veel Salmen en andere viflchen voort, gelijck
oock den Rhijn.

Dit geheele lant is eensdeels effen, eensdeels berghach-
tigh,en hier en daer met veel boflchen bekleet,in de welcke
een groote menighte caftanien, amandelen en noten waft.
De inwoonders die dit landt bouwen en havenen, zijn mee-
ftendeel arme luyden, verquiften haer goed, en fpelen jaer-
lijcks effen op, en forgen niet voor den winter, ofte voor
eenige oorlogh; daerom als daer quade jaren komen van
mis-gewas ofte anders, fouden fy van honger vergaen, foo
men haer niet by en ftonde uyt de gemeene koorn-fchuu-
ren.

De hooftftadt van Over-Elfafz is Einsheym , alwaer den
hoogen Raedt fich houd, aen welcken men van alle andere
lage ban eken en recht-plaetfen, foo van het Suntgouw,
Brifgouw, als de vier andere fteden aen den Rhijn boven
Bafel gelegen, en onder \'t Huys van Ooftenrijck hoorende,
mach appelleren. Defe ftadt quam in \'tjaer 1200 onder
\'t gebiedt van Graef Albrecht van Habsburg, vader des Ko-
nings Rudolphi.

Ruheacum ofte Ruffacttm, gemeenlijck Rufïach gehee-
ten, is een
fccr oude ftadt, van de Romeynen gebouwt; men
wil feggen datfe defen naem heeft van een rivierken, dat
eertijts Rotbach wierd genoemt, van de roode koleur des
waters, maer nu Ombach, \'t welck in een valleye, niet wijt
van Sutzmath, fijnen oorfprong heeft, en door ackeren
en wijnbergen fijnen loop neemt tot in de ftadt, aldaer het
feer gerieflijck is. Eertijdts was defe ftadt met fchoone ge-
bouwen verfien, en met een dubbele voorftadt, alwaer, van
wegen de vruchtbaerheyt en overvloet aller dingen, langen
tijdt de Romeynfche Adel verkeerde, die aldaer feer goede
wetten gemaeckt hebben, infonderheyt tegens de dieven,
die fyfoo ftrengelijck ter executie geftelt hebben, dat\'er
het volgende fpreeckwoort af gekomen is: de oude galge
van Ruffach is van goet eycken-hout gemaeckt; welck
noch hedensdaeghs door Duytslandt feer gemeen is.

Colmar is gebouwt uyt de ruïnen der oude ftadt Argen-
tuariay
\'t is een fchoone Keyferlijcke ftadt, feer wel gele-
gen in een vruchtbaer pleyn, omtrent een ure gaens van de
bergen, in het midden van Elfafz, en wort met verfcheyden
rivierkens befproeyt, als van de Loufch, Dur, Fecht, 111, en
meerandere, waer van fommige door de weyden der bur-
geren loopen, en \'t landt feer vruchtbaer maken,

Selefladium oft Schletftadt is in \'tjaer i z i ^ (als oock Col-
mar ) l3emuurt, onder de regeeringe van Keyfer Frederick
de Tweede. Eenige jaren te voren, te weten in \'tjaer 1044,
onder Henrick de Vierde, heeft Hildegardis, Hertoginne
van Swaben , aldaer een tempel gebouwt, nae \'t fatfoen van

Aen van

Neder-El\'

Jafz,

OvtV\'B\'

faß:.

Eimhem.

Jkuffach,

Colmar»

Schletßadt.

A S

den tempel te lerufalem, welcken daer na haer foon Otto,
Biftchop van Straesburg i gewijt heeft, en genoemt, onfer
L. Vrouwen geloove, en den Monicken overgaf, om dien
te bewoonen, die in korten tijdt aen rijckdom en macht foo
toenamen, dat dit kloofter tot een Proofdye verheven wier-
de, ende Prooft oock langen tijdt de prerogative hadde
om de Magiftraet te verkiefen: hier van mach men lefen
Beatus Rhenanus, die alhier geboren is. Defe ftadt is feer
fterck, op de eene zijde aen den Rhijn met diepe moralfen
befet, en aen de ander zijde in het weften, tot aen \'t ge-
berghte van Lothringen , is een feer vruchtbare landousve;
in \'t geberghte is groote overvloet van wijn en caftanien, en
op het vlacke feer veel koorens.

Gebwijler, aen den voet van de bergen gelegen,wort ge- Cebivijler.
acht gebouwt te zijn in \'tjaer 1124. Daer is een fchoon
wijn-gewas. Defe ftadt gehoort onderden Abt vanMur-
bach, die fich daer veeltijdts onthoudt.

De ftadt Watweil, buyten de bergen , is oock onder de Watmih
heerfchappye van den felven Abt. In Over-Elfafz zijn de
Graeffchappen, Horburgh, een feer playfierigh landt, toe-
behoorende den Hertogh van Wirtembergh , waer onder
hoort de ftadt Reichenweyer, alwaer feer goede wijn waft;
het Graeffchap van Egisheym, waer van de fucceflie al voor
langen tijt verftorven is, en dat van Sultz. De Heeerlijckhe-
den fijn Bolweyler, Lantsberg , Hohen, Hatftadt, Hoehe-
nach, Rapoltftein, waer onder hooren Rapoltzwyl, Ge-
mer, Cellenbergh, een ftadt met een kafteel.

De Rhijnfche Rijcks-Kreytz beftaet uyt Geeftelijcken, rhynse
Princen, en vrye fteden. Tot den Geeftelijcken ftant hoo- Rycx-
ren de BifiTchoppen van Worms, Spier, Straesburgh, Bafel, ï\'^\'^^tz»
Befan^on in \'t Graeffchap van Burgundien,de WalliferPro-
vincie, alwaer Sitten de hooftftadt is; Geneven, Lofanna,
Metz ,Toul, Verdun; de Abten van Hirsfelt, Murbach en
S. Gregorius Munfter. In den tweeden ftant zijn de Vor-
ften , Graven, en wereltlijcke Heeren, te weten, de Herto-
gen van Lothringen, Savoyen , de Hertogh en Grave van
Spanheym, de Marckgrave van Baden, de Hertogh van
Zweybrucken, de Grave van Veldentz, de Landtgrave van
Heften, de Prince van Calim; de Grave van Naftau in Sar-
brück, de Rhijngraven; de Heere van Rapoltzkirchenby
Rapoltzftein; de Graven van Bitfch, Salm , Hanauw en
Lichtenbergh, Leiningen, en Falkenftein; de Heeren van
Morfpurgh, Rapoltzftein, Hohen Rechbergh, Blancken-
bergh , Blanmont in Lothringen ; de Graven van Weisba-
den en Itzfteyn, Kunigftein; de Heer van Eppenftain i de
Graven van Ifenburg in Ober-Elfafz; van Solms, Naflfauw
in Weilburg, Seiningen, Havare; de Heere van Muntzen-
bergh; de Graven van Wefterbergh, Witgenfteyn, Wal-
deck, Plefife. In den derden ftant zijn de fteden, Mulhufen
in \'t Suntgouw in Over-Elfafz ; Bafel, Colmar, Kayferburg,
Murkhaym,S.Gregorius Munfter, Ober-Ebenhaym,Straes-
burgh, Rofenhaym, Schletftadt, Hagenauw,Weiüenburgh,
Landauw, Spier, Worms, Franckfort,Fridbergh in de Wet-
teraw, Wetzlar, Metz, Toul, Verdun, Kaufmans Sarbruck,
Befanden, het flot Fridbergh, en het kafteel Gleighaufcn.

. I

SUND-

-ocr page 349-

VngovU ofte Sunggo^
ja
, gemeenlijck
©UnDgOft) genoemt ,
paelt in het noorden
aen Eifas, in \'t ooften
aen den Rhijn , in het
weften aen de uyterfte
deelen van Vranck-
rijck , en in het zuyden
aen Switzerlandc.

Dit landeken heeft hier en daer fchoone
"wijn-bergen, en is doorgaens feer koornrijck,
het welck rontom in de naeft-gelegene landen
vervoert wort, te weten, in Switzerlant,in den
Schwartzwaldc, Lothringen , en verder.

Sundgow vervat het Graeffchap Pfirt, waer
van de laetfte Grave genoemt Ulric, in \'t jaer
ioi4 tc Bafel geftorven is, nae-latende twee
dochters 3 van defe troude Albert Hertogh van
Ooftenrijck een, ïoanna genoemt, koopende
van de andere fufter Urfula voor 8000 marck
filvers haer vaderhjcke erve. De Heerlijckhe-
den Befort en Morfpurgh hooren oock onder
dit landt.In \'t voorfeyde Graeffchap liggen Alt-
kirch, Dattenriet, Befort, Rofenfels, Mafzmun-
fter,Thanu,Senheym, welcke plaetfen hedenf-
daeghs van de Ooftenrijckfche Princen in be-
fondere Ampten afgedeelt fijn.

In Befort is een Prochie-kerckc , welcke
met het lonck-vrouwen kloofter Veldpach,
alwaer derthien Graven en foo veel Gravin-
nen begraven liggen) van de Graven van Pfirt
gefticht is.

In Mafmunfter is een heeriijck lofferen kloo-
fter,
en\'oock een van Canonicken, het welck
men meent gefticht te fijn van Mafone Hertogh
der Allemanniers, nae wien de felve valleye ge-
heeten wordt ,
Vallis Mafonis y die men anders
Waft noemt.

Than is een cierlij cke ftadt, hoort oock on-
^der \'t Graeffchap Pfirt. Dicht aen de ftadt, op
een bergh, light het flot Engelburgh, en daer
by den bergh Rang, alwaer feer koftelijcken
wijn waft,diemen Rang-wijn noemt,by de Ba-
felers feer wel bekendtj aldaer fpringt uyt het ge-
berghte, de riviere Thurus, die\'t Sundgow
van \'c Eifas fcheyt.

Vrticht\'

Deelen,

3ff(ïït,

Majmun"
ßer.

Mi
Jldafinis,

tW.

t Kloofter Morfmunfter,in \'t Graeffchap van Morf-
Pfirt , is van de Graven van Pfirt gefticht.
S. Amarijn met het flot Fridbergh , een mijle rijn.
van Than gelegen , hoort toe den Abt van
Murbach : niet wijt van daer ontfpringt de
MofeL

De KeyferlijckeRijcxftadt Mulhaufen, light
oock in \'t Sundgow,van welcke(als oock van de
fteden Colmar en Keyfersbergh ) annó ii^i
de Biffchop van Straesburgh befcherm-heer
geweeft is: maer niet lange daernae, als Ru-
dolph Grave van Habsburgh, met confent eeni-

M

Hl

^\'i\'iï

î

i.î\'i:

i

\' SI

! ^
I 1

ger borgeren, de ftadt Colmar bemachtight
hadde, kreegh hy oock de ftadt Mulhaufen in
fijn ge weidt, verdeftruerende aldaer, door hulpe
der borgeren , het flot, en alle die daer in wa-
ren gevanckchjck nemende. Doch als daernae
defe Rudolph gekoren wierd tot Roomfch Ko-
ning, quamen defe fteden wederom onder het
Roomfche Rijck.

De inwoonders defer fteden bevlijtigen hun
meeftendeel met de plantinge der wijnftocken,
en \'t bouwen der ackeren; derhalven is de wijn
daer ontrent walfende feer vermaert.

In de ftadt Otmarfen is een vrouwen kloo- OmArfen.
fter , \'t welck , ten tijden van Keyfer Hendrick
de IV , van eenen Rudolph Grave van Habs-
burgh gefondeert is, wiens broeder Wernher
Biffchop te Straesburgh was, en ftorf te Con-
ftantinopolen op een feecker eylandt.

In t weften van Sundgow leyt het Graef-
fchap van Mumpelgardt, hebbende een heer-
lijcke ftadt, oock Mumpelgardt genoemt, met^""^
noch een Koninglijck flot daer byjen heeft dit
Graeffchap veel meer andere fteden en ka-
fteelen, te weten, de ftadt en\'t flot Grans Klar-
wang een ftadt met een flotjPaflewang een ftadt
met een flot; welcke alle toe-behooren de Her-
togen van Wirtemberghj en gebruycken de in-
woonders aldaer de Borgoenfche Sprake. Naeft
aen dit Graeffchap van Mumpelgardt leyt de
ftadt Bruntraut,alwaer de Biffchop van Bafel op Bmnmm,
een Koninglijck flot fijn wooninge heeft.

I

ii.l

Ji

Vujtßandf.

B R I S-

Oot

-ocr page 350-

Nam. .Rifgovia oft \'Brejgoja,

gemeenlijcken Brif-
gow genoemt, is op
Duytfch foo veel te
feggen, als een plaetfe
die prijfens waerdigh
is; ende in der daet is
dit landtfchap defen
naem waerdigh, van
wegen de groote vruchtbaerheydt ^ want het
foo goedt en vruchtbaer is, als Elfafz. Doch
foo men de oude fchriften wil doorfoecken ,
men fal lichtelijcken fpeuren > dat dit landt
den naem heeft van de hooftftad Brifach. De
lengte daer van is thien, en de breete twee
mijlen. Want het fijn begin neemt van Mort-
naw, en ftreckt hem langs den Rhijn op tot
byBafel.

nacht\' \'t Is een feer vruchtbaer landt van kooren

haer heydt. ^ ^^ j^gj^ ^ ^^^ ^^^ ^^^

menfchen behoef noodigh is, in groote over-
vloet. De Aertz-Hertogen van Ooftenrijck,
en de Marck-graven van Baden fijn Heeren
over dit landt.

Frifach. Eer tij dts was Brifacum de hooftftadt van Brif-
gow, waer van het landt den naem draeght. An-
toninus in
Itinerario gedenckt Montis "Bri-
faci,
alhoewel hy van geen andere fteden over
den Rhijn mentie maeckt, maer alleen van de
provinciale ftedeil ontrent den Rhijn gelegen.
Hierom wordt van fommige vermoed, dat de
Rhijn fijn loop alhier verandert heeft, die van
tevoren op de andere fijde neffens de ftadt liep,
te weten , als de felve ftadt noch aen de Fran-
fche fijde gebout ftondt.Luitprandus Ticinen-
fis, die onder de regeringe des Keyfers Otto de
eerfte geleeft heeft, eygent den
Montem Bn-
famm
het Elfafz toe, cn fchrijft dat het een
eylandt des Rhijns geweeft is. Defe ftadt light
op eenen ronden bergh als een kafteel, en de
Rhijn loopt nu aen de weft-fijdeder felver.
Het is een fchoone , ftercke cn volckrijckc
ftadt; doch heeft metter tijdt de ftadt Fry-
burgh haer beginnen te boven te gaen in glo-
rie en rijckdom, hoewel het maer een nieu-
we ftadt is, iffe nochtans van wegen de mij-
nen van metael feer aengewaffen , en op
den hooghften trap geklommen. Tc Brifach is

ïl

•jiil:
vir

]i iïir:

SJ!"

y

■if

liUi\'ti

lil \'i
ïil

ï|;ji

will

m

een out flot, \'t welck langen tijdt vervallen ge-
legen heeft, doch is namaels wederom her-
bout. Aldaer is een ftercke en vafte tooren,
gebout van Barthold de III, Hertogh van Za-
ringen, gelijck fulcks de naevolgende veers-
kens aldaer in fteen uytgehouwen, te kennen
geven:

Hanc T)ux Bartholdm portamßruxijfe nota-^
tur.

A quo pro fraude Burgundia gern popula^
tur,

Defe ftadt heeft maer eenen put, over welc-
ke een toorn gebout ftaet, in de welck is een
radt dat men met de voeten omdrayen moet,
ende wordt alfoo het water gefchept ende ge-
trocken uyt het diepfte des aerdtrijcks, ende
moeten de borgers jaerlij cks dit water om een
feker geit koopen; want al is \'t fake,datter over
al een groote afganck is na den Rhijn , en de
vlackten, alwaer men \'t water feer lichtehjcken
hebben magh , foo kan men \'t nochtans feer
fwaerlijcken op de hooghte defes berghs bren-
gen.

Een halve mijl beneden Friburgh, leydt op
eenen hoogen bergh een oudt vervallen ka-
fteel, genoemt Zaringen,van \'t welcke de Her- Zmngtn,
togen van Zaringen haren tytel en naem eer-
tijdts gehadt hebben.

Friburgh is een heerlijcke ftadt in Brifgow, mwsh*
en nu ter tijdt het hooft van \'t felve landt,
fijnde gefondeert van Hertogh Bartholdt de
IV 5 fone Conradi de I van Zaringen, onder
de regeeringe des Keyfers Henrici de V, als het
te voren maer een dorp was. Sy leydt feer ge-
noeglijcken tuffchen de bergen, cn is met
veel fchoone timmeragien , kercken en kloo-
fteren geciert; aldaer is oock in\'tjaer 14^0
eenUniverfiteyt opgericht, ontrent wekker
tijdt daer geleert heeft die voortreffelijcke
Rechtsgeleerde Udalricus Zafius. Een mijle
weeghs van defe ftadt, was eertijdts een rijcke
zilvermijne.

In Brifgouw leyt het gewefene Hertogh-
dom van Zaringen,\'t Graeffchap van Friburgh,
het Marck-graeffchap van Hoghbergh; en de
Heerlijckheden" Badenwyler , Stauffen
Burcken.

B R I S G O W.

\' ii

-ocr page 351-

Duytslandt, het welcke
Pa/atmatus Rheni,
datis
de Pfaltz aen den Rhijn
geheeten wordt, mee-
nen fommige dat den
naem heeft van een Pa-
leys des Rhijns, ofte
doorinfteliinge Karoli
Magni, ofte van \'t Pa-
leys te Trier. Beatus Rhenanus wil bewijfen uyt
Ammianus Marcellinus, dat die naem komt van
\'t Landtfchap Palas j daer hy Ammianus aldus
fchrijft : De brugge geleydt zijnde ontrent
Mentz, fijn de Romeynfche fcharen over den
Rhijn gemarcheert, fich legerende in het Landt
Capellatiana, het welck van Palas den naem heeft.
En op een andere plaetfe feght hy: Als men nu
gekomen was tot het Landt,het welck den naem
heeft van
Capellatia ofte Palas , alwaer de marck-
fteenen, de frontieren van de Romeynen en Bur-
gundiers onderfcheyden, foo heeft men fich
daer gelegert: waer by Rhenanus voeght Hier
uyt kan men fpeuren , dat de Paltz-grave fijnen
naem niet en heeft van een Keyfers Paleys, oft
van een gebouw, dat in den Rhijn getoont wort,
maer veel eerder van de oude benaminge des feU
ven Landts. Maer nademael in de Hiftorien vele
andere Paltz-graven verhaelt worden , oock in
andere geweften woonachtigh, van welcke noch
eenigeoverigh zijn, foo worden defeopinien
van den oorfprong des naems Pi^/^riw,meeft- ver-
worpen. Voeght hier by, dat de Paltz-graven
voor 400 jaren noch Kafteelen noch Steden, in
het Landt daer fy nu woonen, gehadt hebben j
maer watfe aen dit geweft van den Rhijn befit-
ten , hebbenfe naderhandt gekocht, ofte met
de wapenen verovert. Doch ftemmen de meefte
hier in over een, dat
Palatinus van Palatio den
naem draeght; welcke digniteyt, by-nae een
Raets-heeren ftaet gelijck, van langerhandt on-
der de Keyferen heeft beginnen in fwang te
gaen 5 daerom noemde men
Palatinos, die by den
Prince waren, en hem vergefellchapten in \'t Pa-
latio.

Tfahz.-gra- Palatini ofte Paltz-graven waren eertijdts
Palatiorum pufeBt, infbnderheydtin de Keyfer-
lijcke hoven,welcke officien ofte ftaten de Fran-
9oyfen
Majores domus, yelPaiatii noemden , het
welck lbo veel is als Maires en Stadthouders ofte
Groot-Hofmeefters : de eerfte waren maer fim-
pele Edelduyden tot opdetijden van Otto de
III, wanneer de Keur-vorften ingeftelt zijn
want toen zijniètot meerder digniteyt verhe-
ven. De eerfte Keur-vorftelijcke Paltz-graef is
geweeft Henricus, die met de andere Keur-
Vorften, in\'t jaer 1003 , Henricus tot eenen
Roomfchen Keyfer heeft helpen kiefèn.

ven.

Sommige meenen dat in defe geweften eertijts
buytjlandt.

il

gewoont hebben de Intuergi, l^emctestn Vangionesi Oudeirr-
want delntuergos ftelt Peucerus in het Palatinaet
ontrent Heydelbergh, welck landt oock (als bo-
ven uyt Marcellinus verhaelt
\\s)Capellatium en Pa-
las genoemtis geweeft.DeN^»/^?^j,van Ptolem^o
en andere alfoo geheeten, fijn volckeren aen
den Rhijn, en hebben gewoont ontrent Mentz,
Straesburgh, Worms en Spier, welcke ftadt der^
halven van j^thico
Augußa Nemetum geheeten is^
DeVangiones bj Ptolemseo zijn oock volckeren
ontrent den Rhijn gelegen, wekker wooninge
nu het Wormfer Bisdom genoemt wordt, als
Rhenanus en Lichtenavius feggen. Pirchayme-
rus fchrijft in tegendeel, dat de
Vangiones zijn
die van Spier , en
Nemetes die van Worms. Ireni-
cus voeght \'er dele reden by, dat Ptolemseus, na
fijn gewoonte , in de befchrijvinge des Rhijns,
van \'t zuyden tot in \'t noorden te loopen, eerft
mentie maeckt van de
Vangiones, daer nae van de
Nemetes, Dit niet tegenftaende , noemt Sigeber-
tus Gemblacenfis ( die ongevaerlijck voor joo
jaren gefchreven heeft) Worms een ftadt der Van^
gionum. Hier mede fchijnt over een te ftemmen
ïoannes Heroldus, bewijfende, uyt een oude in-
fcriptie aldaer gevonden, dat de ftadt Worms
eertijds genoemtis
Vangionum^ecw/^jWekkwoor-
deken Lazius Vaingen interpreteert.

Het Pfaltz-Graeffchap aen den Rhijn paelt in Crenfn.
\'t Weften aen \'t Hertoghdom Zweybruggen in
\'t Ooften aen Franckenlandt en
\'t Hertoghdom
Wirtembergh in \'t Noorden komt eensdeels de

Meyn en het Ottenwalt; in het Zuyden r.aeckc
het aen Eifas.

Dit Landt is luftigh, vruchtbaer en ovcrvloe- r^ck-
digh van alle dingen. De bergen dragen meeft
foo koftelijcken wijn, dat die oock in verre-ge-
legen plaetfen gefocht wordt in het noorden
dragenfè kaftanien. De ackers zijn over al vol
kooren, als tarwe, rogge en garfte. Hier en ge-
breecken oock geen boomgaerden van aller-
hande fruyten, en groote menighte fchoone lu-
ftige Hoven. Tuffchen Worms, Heydelbergh,
MieuwftadtjKreutznach en Oppenheym zijn de
allerkoftelijckfte wijnftocken, infonderheydt
ontrent Pfettersheym, alwaer de wijn foo uy t-
nemende en treflijck is, dat hy oock met der
Ouden
Setiis, Palernis en C^cuhis mach vergeleken
worden. In de bolTchen en bergen is veel wildt-^
vanck, voornamelijck van herten. De inwoon-
ders voeden oock in de boffchen veel boeken en
geyten, wantfe de landen met geftadigh trecken
en plocken bederven; derhalven befpreecktmen
in\'t huuren der ackeren , dat de pachter op de
felve geen geyten fal weyden.By Heydelbergh is
groote menighte van reygers, die daer in het
bofch neftelen.

In de Pfaltz zijn 4S fteden, waer van Heydel- Hooft-ßad
bergh de hooft-ftadt en der Paltz-graven woon- fj^fj\'
ftede is. Defe ftadt heeft haren naem ofte van de ^^ \'

P p p vokke^

1

I * -

! \' <

: i

! \' I li

i Wi
■ i f\'l i

I i

DE NEDER-PFALTZ

aen den Rhijn,

-ocr page 352-

; JL ^ ,..............J\'i^i^\'C^.\'dLr

\'Jijnitxtmùs

KißlUch „^
............O"\'

Trevirenßs
Diocceiis

iO\\

50 I

\'O
O

O

if

O

GuniL:Via.iirL-

, Jùrmc ^^ ^ ^

\'ifrutm.

aO

M

ƒ

\'S:/

A

O ^

Hiabufa

par 5. o^i^,
(fj LLL^clhUUTL.^

éLu.

^ ....

Stcittbach

M

pars

\'Ä-zfr\'

nifchr^^c,

-ocr page 353-

i

PFALTZ AEN DEN RHYN.

volckeren , die de Duytlchen Heyden noemen,
oftevande bos-befyen , diefe Heydelbeer noe-
men, om welcke oorfake Meliflus de felve noemt
MynilUtum. Pyramius wil toonen , uyt Abbate
Urfoergenfi , dat defe ftadt foude zijn Durlacum
ofte Duriach. loannes Herolt heetfe Capella-
tium , doch andere maecken van Capellatio het
geheele Palatinaet j Munfterus, de ßerghftraet.
Daer zijn oock eenige , die meenen, datPtole-
mxi
Budoris hier ontrent is gelegen j doch is dit
maer een raetfel. Sommige feggen dat men be-
hoorde te fchrijven Edelbergh , als eenen Ede-
len bergh 5 andereEydelbergh, dat is, enckel
bergen , om datfe rontom met bergen omringt
is. Sy light aen de riviere Neccar, aen de voet
van de bergen j is federt het jaer 1346 feer ver-
Academie. maert door eene uytnemende hooge Schole, die
toen van Ruperto den oudtften, Paltz-gräve, in-
geftelt is, de welcke oock , om de felve weite
verfien, fèeckeren Marfïlius , t\'Utrecht gebo-
ren , van Parijs ontboden heeft: en van die tijdt
afisfy altijdt heerlijck en beroemt geweeft door
menigh-vuldigheydt der geleerde mannen en
ftudenten.Onder de geleertfte Doótoren en Lee-
raren aldaer , zijn uytnemende geweeft Rodol-
phus Agricola,ïoannes Dalburgius, loannes Vir-
dqngus, Guilielmus Xylander, Thomas Eraftus,
Zacharias Urfinus, lanus Gruterus, en veel an-
dere.

De Pfaltz wordt in 4 Ampten gedeelt,te weten
Heydelbergh, Alzen, Newftadt en Mofzbach,
nae de fteden alfoo genoemt. Bretten is een ta-
melijck ftedeken , gelegen aen de riviere Saltza ,
het vaderlandt van Philippus Melanchthon. La-
denburgh , vmVQuctïwsCaftraLatinag^hQttQn,
isin\'t jaer 1371 voor de helft aen den ouden
Hertogh Ruprecht verpandt j de andere helft
viel den Biftchop van Worms ten deel. Aen den
voorfèyden Prince verkoft oock, in\'tjaer 1357,
Sigefridus van Stralnbergh het ftedeken Schrief.
fen , en het Kafteel Stralnbergh en in \'t jaer
1344 wierd het ftedeken Weinheym den voor-
feyden Prince, door fcheydts-lieden toegekent,
het welcke te voren den Biffchop van Mentz be-
fat. De andere fteden zij n,Caubf, Gelhufèn,
Sintzen, Luden aen de riviere de Tauber, Op-
penheym, Keyferslautern, ïngelheym, Lowen-
ftein, Bruffel in Brureinen, en andere.

De voornaemfte rivieren zijn, de Rhijn en
Neccar de Neccar bevochtight en klooft de

(\'.!: I

«■l.Jl

m

ill\'l
!

ik

; if\'

i p 4

ii

ii»

Andere
ßedcn.

l\' \'

• \'li

Rmcren.

Iielft van de Paltz midden deur,en verlieft (ich in
den Rhijn, beneden Ladenburgh, neffens Man-
heym, van Frederick de I V gebouwt, en ge-
fortificeert in\'tjaer onfes Heeren 1610: van de
öuden wordhy Nicer geheeten. Hy is feer vifch-
rijck, infonderheydt van Barben^ op defe riviere
drij ven dagelijcks naer beneden veel vlooten met
hout geladen, komende uyt het Ottenwaldt, en
worden alfbo uyt de Neccar in den Rhijn ge-
fcheept. De andere rivieren zij n, de Tauber,
Luther, laxt, &c. Dit Landt is deur-gaens vol Bergen,
bergen, die overvloedigh wijn dragen. Onder
de boffchen ( daer treffelijcke jachten vallen) is
Boffchen,
het Ottenwaldt de voornaemfte , zijnde een ge-
deelte van
Hercinia Syha , ofte het Swartz-waldt^
ftreckt fich van den Neccar aen den Meyn, en
van de Berghftras tot de Tauber.In de Pfaltz fijn
veel fchoone Kercken , en eertijdts zijn \'er oock
veel heerlijcke Kloofteren geweeft, onder welc-
ke het
Laurijfenfe Monaßerium , gemeenlijck
Lorfch geheeten, van Karolus Magnus, ofte, als
fommige meenen , van Pepinus gebouwt is j van
welckers Bibliotheca Munfterus in defer manie-
ren fpreeckt:

Daer is in geheel Duytflandt geen ouder Bibliotheca ofte
hoeck-kamevy dan in dit Kloofler. Ick heb daer gefien een
boeck j ipan Virgilii eygen handt gefchrei?en jfoo de tijtel te
kennen gaf. Aldaer is oock gelponden het laetfle boeck Am^
miani Marceüini, onlangs eerß in druck gekomeny gefchre^
Den met groote letteren j doch fijn de befle hoecken hier Dan
inde Bibliotheca te Ladenhufghgebracht,en-iperwrtdoor
den hoogh-geleerden loan Dalburgh , Bijfchop Dan Worms,
Onlangs toen de Pfaltz van de Keyferfche is
ingenomen, en Heydelbergh verovert, zijnde
befte boecken uyt die voortreffelijcke Bibliothe-
ke van de Pfaltz-graven te Heydelbergh,aen den
Paus gefchoncken, diefè in Bibliotheca Vatica-
na geftelt heeft.

De VI Circkel des Rijcks beftaet uyt vier v j circ-
Keurvorften,de Pfaltz-grave,de Aertzbifïchop- kel.
pen van Mentz, Trier en Keulen; met de fteden
Mentz, Keulen , Trier en Geelhaufèn; de Vor-
ften en Heeren , die daer oock onder gehooren,
zijn de Paltz-grave met fïjn gebiedt; de Graven
van Naffauw en Beilftain,- de Heeren van Riffel-
Ichey t en Rheineck , de Theutfche Ordens-hee-
ren in Coblentz j de Abt van S. Maximin by
Trier; de Prooft van Seltz, en de Heer van Nie-
der-Eifenburgh.

I

iii

-ocr page 354-

Het Graeffchap

«4

H.

R

P

C

E

A

Et Graeffchap Er-
pach behoort on-
der den Franc-
kifchen Rijcks-
kreytz ; is een van
de voornaemfte
deelen van Franc-
kenlandt , en heeft
fijnen naem van de hooftftadt Erpach.
Grenfen. Sijne nabuuren fijn het Paltzgraef-
fchap aen den Rhijn , het Graeffchap
Hohenloe , het Graeffchap Wertheim,
en, over de Mayn , het Graeffchap Ha-
nau. Sijn naem gaet op een
ach uyt,
gelijck veele plaetfen in Duytslandt,
welck water beteeckent, gelijck A A,
E E, waer van genoemt worden, Bred-
A A , Wijd-A A, Bryfach, Eberbach,
Mur-pach, Lan-bach, Anf-pach, Aberf-
pach , &c. Bach beteeckent by de
rivieren. Duytfchen een beeck ofte rivier. Het
wordt bewatert en befloten met de
Meyn en de Neccar.De Meyn loopt er
in t noorden voorby, en de Neccar in
\\ zuyden. Het leydt niet verre van de
fteden Franckfort aen den Meyn, Hei-
delbergh aen den Neccar, Worms en
Mentz aen den Rhijn.

De lucht is fuyver en gefondt, het ^
aerdrijck vruchtbaer van allerley ko- TZhê^t,
ren, en op veele heuvelen waft \'er Wijn.
Daer fijn overal feer luftige boomgaer-
den , en weyden, oock menighte van
vee en wildbraet.

De inwoonders fijn fterck en goede Inwoofp*
krijghs4ieden,en kloeck van verftandt,
fy arbeyden oock gaern : daer is feer
veel Adels.

Behalven de ftadt Erpach, üjndcïs/eden.
meer andere kleyne ftedekens , als
Hirfchhorn en Eberbach aen den Nec-
car, Beurfelden, Michelbach ; en , niet
verre van Erpach, Michelftadt, Furftc-
nau,en Miltenbergh aen de Meyn. Aen
de fijde van den Rhijn wordt het be-
paelt met de luftige Berghftraet, die
aen beyde fijden met boomen befet is.
Defe ftraet loopt van Darmftadt recht
naer Heydelbergh,voorby veele plaet-
fen , die in
heim uytg^ , het welck ia
Duyts een huys te feggen is.

Vuytslandt.

CLqq

-ocr page 355-

......- -----

\'V*

! ; J- \'

-ocr page 356-

M

r

i! n

IE*

I

I :.• ■

-ocr page 357-

iii\'

! i
I i I : i!

i 1 :
I: I

: i; I
i

O

Pper-HefTen vervat ,
voor
foo vele de ge-
legenheyt belangt ,
(doch behoudens de
rechten , hoogheden
en voordeden van y-
der heerfchappy,) het
opper- en neder-deel
van \'t Graeffchap Cat-
zenellebogen, \'t Graef-
ichap Dietz, Ringaw , Wetteraw , de Graef-
fchappen van Naffau , Solms, Königftein , Wit-
genfteyn, en Nidda 5 de heerlijckheyt Epfteyn ,
en \'t Prinsdom op de Lahn , dat men eygent-
lijck het opper-Vorftendom van Heften noemt.

Het Vbrflendom op de Lahn heeft defe naem om
dat het aen de beyde fijden van defe rivier is ge-
legen. Het heeft ten ooften d\'Abdye van Ful-
den , ten zuyden de Wetteraw, ten weften het
Graeffchap van Naffaw , en Neder-Heffen ten
noorden.

D\'eerfte ftadt, die ons voorkomt, is Marpürgh
van Tacitus Mattium, en van Ptolemeus Mattia-
cum
genoemt: een oude wooning der Gatten en
Mattiaciers, op de riviere Lahn gelegen, welc-
ke niet wijt van Wittgenfteyn ontfpringende,
na lange omkeeren ten weften, fich eyndelijck,
niet wijt van Lahnfteyn, in den Rhijn ontlaft.
Marpurg is de hooftftadt van geheel Heften,
aenmerckelijck om de menighte fijner oude
gebouwen,- en fijn Raetsheeren, begaeftmet
bylbndere wijsheyt en oprechtigheyt. Daer is
een fchoone marckt, op welcke men \'t Raet-
huys fiet. \'t Kafteel legt opeen heuvel, tuf-
fchen de welcke en de rivier fiet men een fraye
kerck, die toont dat\'er geen andere wegh is om
tot den tempel van d\'Eer te komen, dan door
die van de Deught. De rivier is overvloedigh in
allerley ftagh van goede viftchen , en vermaert
om fekere verborge genefènde kracht : want
men gelooft datfe de galfieckte verdrijft j (bo
dat fommige opentlijck bekennen , door haer
water, na datfè fich fommige reyfen daer inge-
waffchen hadden , van de fchurfcheyt te fijn ge-
nefen , \'t welck fy door geen ftooven , fontey-
nen , baden noch drancken , hadden konnen
verkrijgen, \'t Kafteel is waerdigh befien te wor-
den, omdefraeyheyt van\'t bouwen i want het
heeft weynigh weerga in defè geweften van
Duytftant. Van \'t fèlve kan men in de ftadt
fien ; en men ontdeckt\'er, met het grootfte
vermaeck, de bygelegen heuvelen , cn andere
verdere plaetfen, Lodewijck , Biftchop van
Munfter, foon van Henrick de Derde , Lant-
graef van Duringen , was de ftichter van dit ka-
fteel. Het heeft welbeplante tuynen, verciert
met wandelpaden , affchutfels , telgen en boo-
men ; maer boven al met de tegenwoordigheyt
van de Vorft , \'t welck dit gebouw de grootfte
glans geeft. Daer is een fteene brugh over de
Lahn , van welcke een fchoon uytficht is aen
Duytslandt.

V rorße»\'
dom op de
Lahn.

Marpurg.

alle fijden. In \'t ander deel vati de ftadt fiet
men de Commanderye van de Duytfche orden ,
heerlijck opgebouwt. De rontom-gelegen heu^
velen fijn met wijngaerden befet,- de velden fijn
overvloedigh in graen , de bèrgen hebben hout,
de weyden voeden heele kudden fchapen, often,
en geyten. De Academie te Marpurg , door de
befondere mildadigheyt der Lanrgraven van jcademe.
Heften opgerecht in\'t jaer lyzj, heeft nooit
gebreck gehadt van uytfteeckende mannen in
alle wetenfchappen ; waer uyt komt, datfe altijt
voor een der voornaemfte Academien van ge-
heel Duytfiant is geacht, en van allerley ftu-
denten, felf uyt fèer wij tgelegen landen , be-
focht. Defe Univerfiteyt heefc, onder veel an-
g^w«
dere Dodoren en Profefforen, gehad
Gerardus »\'^»»w.
Noi^iomagus, bekent en vermaert om dathy een
der lieffte vrienden was van den wijtberoemden
Erafmus, gelijck uyt fijn fchriften blijckt.
luflus
Vultejus
is hier Reétorofc Opper-befiierder der
Latijnfche fchole^eweeft. In onfè dagen is fy
noch verrijckt met treffelijcke mannen in aller-
ley talen en wetenfchappen , foo menfchelijcke
als Goddelijcke. Hier fijn twee fraeye Colle- CoUegiert.
gien, \'teen binnen de ftadt, en\'t ander op de
Lahn.De vermaertfte ftraten worden ten ©rtctl
en ^t){gm|ïem genaemt : de twee marckcen
fijn, de@tcmft)e9 enDe bur- -
gers fijn van jongs op tot fpaerfaemheyt gene-
gen , enfèer arbeydtfaem : fy worden oock ge-
prefèn om hare getrouwheyt tot hären Vorft :
de fterckte en kracht hunner lichamen komt
over-een met de hoedanigheyt van dit geweft :
\'t aertrijck is ruw en oneffen; hare lichamen fijn
groot, kloeck , fterck en becjuaem tot den ar-
beyt j foo dat Tacitus van de Gatten (d\'oude
inwoonders van dit landt) wel geoordeelt heeft,
feggende, datfe den Batavieren gelijck fijn, oft
miftchien noch moediger, om datfè in een ge-
weft leven dat hen daer toe aenprickelt.

Na Marpurg volgt de ftadt Gießen, fes mijlen Giejfen*
van Francfort gelegen : fy wierdt in \'tjaer i J30
met een wal en graften omringt door Philips
Lantgraefvan Heffen ; maer als die Vorft van
Keyfer Karei de Vijfde gevangen was, heeft
Reinhardt, Graef van Solms, door\'t bevel van
de gemelde Keyfer , alle de fterckten defer
ftadc afgeworpen: doch in\'t jaer 1^60 , ende
vier volgende, fijnfe weder opgebouwt. Daer na
heeft\'er Lodewijck d\'Oude een wapenhuys by
gevoeght , met allerley oorloghs-gereetfchap
voorfien. Lantgraef Georg maeckte de ftadt
noch ftercker op verfcheyde plaetfèn. Lode-
wijck de Jonge ftichte hier, in\'tjaer 1007, een
Academie en Collegie, en verworf van Keyfer Hoogé
Rodolfde Tweede daer toe allerley privilegiën
en vryheden voor de ftudenten. Met verwon-
dering fagh men defe nieuwe Academie in wey-.
nigh tijts aengroeyen j want de wetenfchap-lie-
vende jonckheyt quam hier als om ftrijt van alle
geweften van Duytflandt, Sweden, Denemarc-

(Xqc] 1 ken^

ih;,,

1 r.

1

\' i

I !

i-
i \'li

\'lï,
i: i
I ,i

-ocr page 358-

28
TT-

\'^urttenhtfff - ^

Gej^

Sep-tei ïittac

u\\

2-Û \\

to\\

-jL-tt^Jar

SA-.....

jUtlharza. ûermatvtcfv dormrwmn. .

U It iS T,

\'UrohTrtg^n.

)

Si^mhaalr

t ^ g t ^

^ukl^P^J^ (p ^ c ^ ^ y

Aromirerg

\'en.

- \'^Biat^chenierg

"^-Mvnchhitu/èn^

^--JÜejßnii.

O f/,,;« ^ Jtidädüijff-

w

\'ifrtv

, ^U^er

^er-^lerg

50

T H ^

.-lüfclie

-éf^irnst

5 AU, \' iiÇ

eolr

iScfmntt\'ty.milror^

-ÜÏaitenl

Ijentunde

n J ßteßen

hiM

tin.

S-tetnhad

^CR^Jeittct

[ ^Sc^reiken.

^^uteflxtclj

S T I T

TtenlacÏ!

O

a.nieller

Jtadmul

\'^erßetti

htuUr

A D Ü ïl^

^erchtngen^

liimienhtr^

^achstth-urg ^

ÄUenktrc^eiv

ï IT r C H

-^erlortty _ „
^
XDiJlemy

I\' / U Ij D

^^■CDwtei^ittt^^

O a ïi I, S

^\'Zl^ehnertrie ifli.

\'\'Sa\'berJia

Head
jCaefv
O

•^etmlaei

3 A^t cT

^ OJAUvi

\\%nder

yhtberff
JLarvtithintr

^ „ , .....-E-H:O tsr. Ji/^ç^T^^ ,

_ -Wefcalai- " ^ ÏfJ

^ SdÏtc/rter

J\'

\'leiyietn.

Sefwctrtxe^^h

S-bettM.

Colletvt*

\'ieitv

"ditftïhe^
CDtehi

(ßi^hetvasif-

\\

^ahmtt^i

(Snjt/^ett

\'-Jlfeclrte^aclf

fTf ^ J ^ ^

VCHeniiirg

l

SchmmJmrg

thimfl^

v-to^— - ^^ TffaiTaM^ ^ Catenelnhag^

res

--(Re^etiiL\'

— O

JiaïJet/t*

CocTietnt\'

_ El i lïTi o G ^ .

\'âîeit^eU
S, ûaar

Grlttnaw-

X (mgenfSraceh-en

i^û

B-S um

fß^deiilacli O

Cßaphivrcicli

Sik......

j£aJaiacJ\'

. Hanaw Ü-etfeWaüÏ}

O

Creut:xiû\\ach

K9

Hassia stteïiiou

ei:

ÛV^TITSTVS

AUCHIEPISC OPATVS.

It^qthetm-

Maupenrret

KO\'-Ingei

I CWTl^ ■

«

XBoa

^ ^ J Tf A r ^

\'X vltny

OB liït

OlKiäerßsdeft^

O -jtawiggip^jaicj

— - ^ . O

liiacKi^ EIÊ , O \' ■

r 0-enillietttt^

Die

I It\'^et^etny

\'Wivtzhur^

jieyiÜt^i^lit: ^

I JÊ.

^omerach

Itet^elt

T£<mäntrg

Üle^flaétr

"etn-

Oi/ihhacl
O

CEiettJtnffetL\'

\'pitmlitch

hetmy

OierfJje-i*»^ i

^■\'Pt\'oceltetL.s

\\&to.

i-wre

dtnxJjetm- O
O

(itmdef^yti*^

^•tettty

■AtneflmcJ]

I Gn^elt^^

L id^iu

aettl

\'eT^

Oßi^e

P A ÎL S .

emu

^ • J]A

O l

tl

\'^f^retchußtu

Zettn^É

r ^ A TT c O

f. oi\' O

B O G ÄTS^.V^ I

^ ƒ OieivJmi^g
^ VO

w

-elf

OïKnlef/tacli

(^ctrric*^^

^■uÂiuih

\'■\'Suahetp

zé-

M

te

zo\\

to\'

to

to\\

7JJ

y

.3"

-ocr page 359-

\'l,
li

E R • H E

S E

N.

O P P

ken , en andere deelen der weerelt. Maer in \'t
jaer 1625 verplaetfte Lantgraef Lodewijck van
Heffen defè Hooge Schole van hier naer Mar-
purg.

tranckenherg , een fladt op de grenfen van
Wefl-phalen enHefTen gelegen , is drie mijlen
van Marpurg. Sy wierdt in \'t jaer 520 door
Theodoricus, Koning der Francken, gebouwt,
en was wel 200 jaren onder Vranckrijck j daer
na flontfe byna foo lang onder Heffen. Sedert
cjuam fy,met de naburige landen,onder de heer-
fchappy van \'t Roomfche Rijck : en eyndelijck,
na datfè vervolgens aen verfcheyde geflachten
was gekomen , en dickwils van Heer verandert,
is fy ten laetflen weder gekeert aen\'t Huys van
Helfen , onder \'t welcke fy noch flaet. Ten tij-
den van Karei de Groote, die een befondere ge-
negentheyt tot defe plaets had , wierdfe aen de
fijde van de rivier Eder vergroot, met twee
poorten vermeerdert, en federt met vele voor-
rechten befchoncken : de oude kercke wierdt
afgebroken, en een nieuwe van de gront af op-
gebouwt , en aen de heylighfle Maeght van de
gemelde Keyfer gewijdt, die oock vele vryhe-
den van de Roomfche Paus voor haer verkreeg.
Hy gaf haer mede de vryheyt van juflitie te
doen in criminele faken; en geit te flaen: vercier-
de hen met nieuwe wapenen , waer in een goude
kafleel met een poort op een blaeuw velt flont.
Keyfèr Koenraed d\'Eerfte voeghde defè gunft
daer by , datfe met root was mochten fegelen.
ïn \'t jaer 128Ó begon men in defe ftadt een nieu-
we Parochy-kerck te bouwen, en d\'oude, door
Karei de Groote gefticht, af te breeken. In \'t
jaer 1509 wiert fy verciert met een nieuw Raet-
huysj en in \'t jaer ijpo met filver-en koper-
mijnen, die toen gevonden lijn, verrijckt. Niet
wijdt van daer, tegen over feker bofch, legt het
kafteel 5i5olcfer6\'l)orjf/ dat Everardt van Helfen-
bergh in \'t jaer 1310 van Lantgraef Otto te
leen ontfing: gelijck oock
Saxenhergh een

fterckte der Saxen tegen die van Heffen ; en Hef-
ßnßeyn y
een fèer out kafteel, en onfeylbaer be-
wijs van de dapperheyt der Lantgraven van dit
geweft.

Batiederg. Dicht by Franckenberg legt het kafteel en de
i{3idt Battenberg j datBatto, oft Bato, Koning
der Catten, (nu Heften,) \'134 jaer voor de
Menfchwording Chrifti heeft gebouwt , het
welck daer na fijn Graven hadt,en in \'tjaer 1277
Widekindt, geboren Grave te Wittgenfteyn;
van wiens nakomelingen defe plaets eerft aen
\'t Aertsbisdom Ments quam,en daer na, in \'tjaer
1464, aen Henrick, Lantgraef van Heffen.

iVetter legt tuftchen Franckenberg en Mar-
purg : voor eenige jaren was dit een
fDCtter genaemt,en wierdt in een ftadt,met rech-
ten en fterckten voorfien, en met muren om-
ringt, verandert. Sy heeft vele trefïelijcke per-
foonen, vermaert om haer groote wetenfchap,
voortgebracht, onder welcke uytmunten
Syl-
hurgius, Uylius, Crollius, Vultejus
, Kirchoyms, ?in-
cierlus, Léius,
en Breul. Bidencap is oock een ftadt,
doch niet feer out, met een kafteel, dat Lant-
graef Henrick , een ongehoorfaem foon van
Henrick van Brabant, afbrack , en in \'tjaer

Franck^ri\'
berg.

Wapen,

) i

h

jindere
flaetß».

1300 op den top van den bergh , die boven het
dorp is, herbouwde.
Staffenburg, een kleyne
plaets, met een kafteel, op een hoogen bergh
aen de Lahn gelegen : niet wijt van hier is een
groot bofch, K^CIliarcf geheeten, waer eertijts
een vermaerde oftemarckt is gehouden ; maer
die nu te niet is , om de rooveryen die daer ge-
pleegt wierden. Slï(mt>OtjT op de riviere dc
Lom , in een vlackte, gelegen , is een kleyn
dorp, \'twelck in\'t jaer 1479 van den blixem
geflagen fijnde , in drie uren tijts in affchen
raeckte; en weder in \'t jaer
lóoi door een droe-
vigen brant feer is befchadight,
Grunberg , een
ftadt en kafteel op een rotfe , een vermakelijcke
plaets, enmetfraeye voorfteden verciert, niet
wijt van\'t kafteel
Merle, kunftigh door Lantgraef
Lodewijckden Ouden in eenvaley gebouwt.Dit
geweft heeft vele boffchen dienftigh tot de jagt.
Xllrkhflein, een kleyne ftadt, legt op een hoogen
bergh , en heeft een fraey kafteel, dat Lant-
graef Henrick, om de roveryen , die daer uyt
gedaen wierden , in \'t jaer 1293 innam. Dicht
by defe plaets legt een
andere Schotten genoemt,
in een dal, \'t welck van een vruchtbare landou-
we omringt wort, en oock een kafteel heeft.
Bomburg fiet men by de riviere Ohme , op een
vermakelijcken bergh, heeft oock een kafteel,
doch wort niet bewoont: oock fijn \'er verfchey-
den andere daer ontrent, als /
/ 2iCbat^/ &c. Op d\'Ohme is oock
de ftad t Ktrc^am / die niet out is, maer feer aen-
genaem gelegen. Noch is hier de ftadt Sféfcfb /
op de riviere deSwalme, feer wel gebouwt, en
heeft groote voorfteden : fy wierdt eertijts, eer
Franckenberg gebouwt was , voor de hooftftadt
cn outfte van Heffen gehouden , en is d\'eerfte
van allen door de glans van \'t H. Evangelie ver-
licht. Niet wijdt van hier begint het bofch
2(p^tt)aït)t; daer dc riviere
S-^alme, vermeerdert
met de rivieren Yffe enBerffe, naer\'t Graef-
fchap van
Ziegenhain loopt. Romrod, een kafteel
en dorp dicht by \'t felve bofch, is door Lode-
wijck d\'Oude herbouwt, en met nieuwe timme-
ragien verciert.
Grebenau is een befonder Voogh-
dyfchap , was eertijts de wooning der Ridders
van S. Jan : fèdert hebben \'t de Lantgraven tot
een mannelijck leen aen de Heeren van Plefs
gefchoncken. Dicht hier by fïet men het kafteel
^^ert^er^/en het huys van ©öringer6er0.

Dit lant is overvloedigh in allerley flagh van Hoedanig^
granen en vruchten : het heeft vele fchoone bof-
fchen,jaght, engroeneveldenoock ftaende
wateren en rivieren, alle feer vifchrijck. De
lucht is over-al getempert: en de voornaemfte
rivieren, die dit landt bevochtigen, fijn de Lahny
Lom, Eder en Oom,

O P P E R.

CATZENELLEBOGEN.

Et Graeffchap Cat^ieneïlebogen hadt eertijts ^^^^^^
fijn befondere Graven 5 yan welcke de
laetfte , Philips genaemt, fbnder kinde-
ren geftorven fijnde, foo heeft Henrick Lant-
graef van Heften, die de fufter van de gemelde
Graef Philips getrouwt had , dit Graeffchap

voor

-ocr page 360-

R

voor hem , en Gjne nakomelingen, in befit ge-
nomen. Dus bleef het een tijdt lang onder Hef-
fen : maer als Wilhelm de longe, foon van Hen-
rick, in \'tjaer i jco van een fvvaer toeval fonder
kinderen fturf, pooghden de Graven van Naf-
lou dat onder hen te brengen, waer uyt gefchil
tuftchen hen en de Landtgraven ontftont, het
welck in\'t jaer 1557 wierd bevredight op defè
voorwaerden : dat Philips , Lantgraef van Hef-
fen , aen de Graven van Naffou de fbmme van
vier hondert en vijftigh duyfènt guldens fou-
de betalen j hen een deel van \'t Graeffchap
Dietz , en den tijtel van Graven van Dietz en
Catzenellebogen overgeven, oft liever met hen
gemeen hebben : en Too de mannelijcke linie
der Lantgraven van Heften quam t\'ontbreken,
dat dan het opper oft neder-deel van Catzenel-
lebogen weder aen de Graven van Naftau fou-
de keeren j oft, indienfè dat liever hadden,
d\'erfgenamen van\'t Huys van Heffen hen daer
voor drie hondert duyfent guldens fouden be-
talen.

Lecimg. Catzenellebogen wort in opper en neder ge-
deelt : het opperdeel ftreckt fich uyt van de
plaets daer de Meyn in den Rhijn loopt, tot aen
\'t landt van den Paltsgraef, en\'t bofch Otm^

Varmfim. genaemt; en begrijpt de vefting Darm-

flatt, daer de Graven van Catzenellebogen eer-
tijts een fterck kafteel hadden. In\'tjaer 1^46
belegerde de Graef van Buren , Velt-overfie
van \'t Keyfèrlijck. leger , tweemael defe ftadt,
maer hy wierd afgewefen, totdat hy eyndelijck,
terwijl men van overgeven begon te fpreken,
fonder gerucht naderde, en die met kracht ver-
overde , pionderde, en \'t kafteel geheel ver-
brandde ; hoewel hy de dapperheyt der bur-
gers van Darmftadt prees. Maer als Lantgraef
Philips dit Graeffchap by Teftament aen fijn
foon Georghad gemaeckt, liet de jonge Vorfl
\'toverblijffel van dit kafteel afbreken, en dee
een nieu van de gront af opbouwen , \'t welck
hy met fchoone tuynen vercierde , daer over-

O

H ESSÉN.

vloet van wijn , vruchten, en vreemde plan-
ten groeyen. Sedert defè tijdt hebben de navol-
gers van de gemelde Georg, de Lantgraven Lo-
dewijck , en Georg fijn foon , hun woonplaets
hier genomen, en de regeering aengeftek: waer
uyt komt, dat men hier de graffteden en ge-
denckteekenen defer Vorften , en van die van
haer geflacht, in de kerck van defe ftadt kan be-
fchouwen.

Zmngenherg is oock een ftadt in dit Graef- Zwingin-
fchap, niet wijdt gelegen van den bergh
Melihooy
oft Brockersbergh, welcke fijn naem heeft van een
woort, dat intoomen , temmen, oft bedwingen
beteeckent, om dat defe ftadt foodanigh met
graften, meiren, boftchen en bergen omringt
is, datfe een geheel leger foude konnen ophou-
den, afweeren, en dwingen te vertrecken. Graef
Everhard , in \'t jaer 1403 overleden, heeft de
kerck van defè ftadt doen bouwen.

Niet wijt van Zwingenbergh leght het won-
derlijck kafteel aen d\'ingang van

\'t bofch dat men in \'t Hooghduyts O^CtlttJalD
noemt; het is vierkant, en aen alle fijden met
boftchen en bergen omringt. De voornaemfte
dorpen fijn :
Gerau, in een vruchtbaer landt op
de riviere ©c^n^atgbac^ gelegen.
Trebur, eer-
tijts een heerlijcke ftadt, hebbende twee mijlen
in haer omgang, gelijck men aen hare vervallen
muren kan bef peuren, in welcke het CoEcilie
van Triburtine is gehouden. ÏKtlffcl^etm is een
aengenaem kafteel, voorfien met fortificaiieo
en bolwercken tegen \'t befpringen der vyan-
den. \'t Kloofter ^of^Ctttt is oock aenmercke-
lijck; want in een gafthuys verandert fijnde,
wort het nu onder de vier groote gafthuyfèa
van Heffen gerekent.

Dit landt is feer vruchtbaer in allerley graen,
wijn, amandelen, kaftanjen, en andere vruch- M
tenen aertgewaffen: de velden fijn rijck
gras de meiren oft ftaende wateren hebben
vele viffchen : oock is \'er een filver- en een ko-
per-mijne, De lucht is hier gefbnt en getempert.

\'£ AERTS.

Duvtslandt

-ocr page 361-

\'t AERTS-BISDOM

N

E

merdig^ AertsbifTchop van

heytvan de Mcnts is een van de

voornaenifte Vorften
van \'t heyligh Rijck,
foo ten aenfien van het
Geeftehjck, en de Bif-
fchoppen die onder
hem ftaen, als om fijne
hooge ampten en
waerdigheden ; want
hy is Keurvorft, en Groot Canceher van.Duyts-
landt ; hy heeft de macht om de Staten des
Rijcks te vergaderen en befit daer boven vele
landen by den Rhijn, in Franckenlant, in \'t lant
Eisfeld, in dat van Heften, en felfin Thüringen:
in voegen dat, indien fijne landen alle dicht by
elckander lagen , met het geweft de ^CVgfira^
genaemt, niét wijt van den Rhijn en als in het
landt van den Paltsgraef gelegen, hy jfbude een
van de machtighfte Vorften van geheel Duyts-
landt wefen.

tnßjnhooft\' Sijn voornaemfte ftadt is Ments, in Hoogh-
fiadt. jjuy £S oft SHdnß/ en door d\'Ouden Ma-

gmtiacum, en Moguntiacum, oft wel Magmtiacus en
Mocontiacum genaemt 3 maer door eenige van de
jongfte Grieckfche fchrij vers Magen\'^a, endoor
d\'Arabiers
Majantfah, Sy leght dicht by de t\'fa-
menvloeying van de Meyn en den Rhijn, die
ten ooften fijn, van welcke de laetfte een wey-
nigh beneden de voorftadt loopt.
Oockishierdebeeke^)m6ac^/ eertijtsC/^ ge-
heeten , die in de ftadt vloeyt, en fich met de
Rhijn, door een graft van \'t kafteel, vermengt;
ende beeck gofeac^ oft ©oit^obac^/ die dicht
by de ftadt het landt bevochtight, welcke heeft
tien poorten, waer van drie hun uytficht naer
\'t zuyden, noorden en weften hebben, en d\'an-
dere feven fiet men naer \'t ooften langs den
Rhijn. De hooftkerck wort nu S. Marten, maer
wierdt eertijdts S. Steven genaemt,- behalven
defe fijn hier noch de kercken van S. Albanus,
S. Pieter , S. Steven , S. lan, \'t heyligh Kruys,
S. Maria op de trappen, S. Maurits, en S. Gan-
golf. Hier fijn feven Parochy-kercken , tien
mannen-en acht vrouwe-kloofters, vijf gaft-
huyfen, feftien kapellen, en een Collegie van de
Societeyt lefii. Daer is geen ftadt in Duytslant,
in welcke men foo veele Antiquiteyten , oft
overblijffelen van d\'outheyt fiet, dan Ments.
D\'inwoonders beroemen fich oock , dat hier,
ontrent het jaer 1440, de heerlijcke kunft der
Druckery eerft is gevonden ; \'t welck die van
Haerlem hun felf oock toefchrijven.

D\'andere fteden van dit geweft , ftaende on-
der defen Aertsbiftchop , fijn Bingen, dicht by
de plaets waer de Nah in den Rhijn loopt, in
welcke Drufus, fchoonfbon van Auguftus, foo
men gelooft, is gefturven , gelijck een fonteyn,

jindere ße-
den.

niet wijt van daer , noch Dmfclhrun geheeten,
Ichijnt te getuygen. De Biftchop Willigifus,
eerfte Keurvorft, bouwde een brugh over de
gemelde riviere Nah, op welcke men oock de
ftadt Nah, oft Nahdt fiet, ftaende onder defen
Vorft. Dicht by Bingen fiet men, byna in\'t mid-
den van den Rhijn, een toren , den
genaemt, waer Hatto, Biftchop van Ments,door
een ftraf van den hemel, in\'t jaer 914van de
muyfen wierd gegeten, gelijck d\'inwoonders ge-
looven ; om dat hy, in een dieren tijdt, vele ar-
men te famen vergadert had in een fchuer, en
die met het volck liet verbranden, feggende,
dat het muyfen waren , alleen dienftigh om te
knagen en te vernielen. Defe Vorft befit noch
een mijl van Bingen de ftadt ©icf^aufctt / waer
ontrent goeden wijn ,waft 5 en ter plaetfe, daer
de Nidde en Meyn in een vloeyen , de ftadt
J^Ofï oft ^di^ft/ die een fterck kafteel heeft,
aenmerckelijckom den tol die d\'Aertsbiftchop-
pen daer genieten , gelijck hun Keyfer Karei de
Vierde in\'tjaer 1352 heeft vergunt. Sy befitten
oock Afcbenbmg y een fraye ftadt op de Meyn,
drie mijlen boven Francfort, met een brug door
den Biftchop Willigifus op de riviere gebouwt,
en een heerlijck kafteel van rooden fteen , door
den Aertsbiftchop Swicard van Kroonenbergh
begonnen , en in\'t jaer i<5ii voleyndt. In defe
Diaets nemen d\'Aertsbiftchoppen des fbmers
lun verblijf, foo om de gelegentheyt van de
jaghtjdie\'t naby-gelegen bofch
Speshart hen aen-
bied , als om een ontallijcke menighte water-
fprongen, die dit geweft feer aengenaem ma-
ken. Doch des winters fijn fy meeft in een ka-
fteel, niet wijt van Ments gelegen.

Gerlet^on legt eenige mijlen van Ments; dit Gerletx.on,
was eertijts een vleck, maer federt de laetfle
oorlogen is \'t met een aerde wal beftoten, en
met een arm des Rhijns, die het felve en \'t ka-
fteel omringt, verfterckt.

Defe Aertsbiffchoppen befitten oock het
lant, den
Rhingow genaemt, in \'t lant Heffen Rhingow,
gelegen , aen de rechter fijde des Rhijns,
welcks voornaemfte ftad is
Eltfeld : behalven de-
fe fijn hier noch vele plaetfen, die byna fteden
gelijcken, waer onder uytmunt rF/^W^« , ver-
maert om fijn warme baden, twee mijlen van
Ments gelegen, en dicht by \'t kloofter Erpach,
waer de graf-fleden fijn van eenige Aertsbif-
fchoppen.

Defè Vorften hebben oock op de grenfen van
Heften en Duringen, het geweft
Ekhsfeld oft Eichsfeld.
Eisfeld , dat hunne voorfäten eertijts van de Gra-
ven van ©fdc^enflcm kochten. De voornaem-
fte ftadt is ^tili^mftati/ waer de Vaders der
Societeyt een Collegie hebben.
Duderflad be-
hoort oock daer toe , datfe eertijts kochten
van Otto, loon van Henrick van Brunswijck.

In

-ocr page 362-

In Heffen befitten fy de bekende fladt gntj^
(ar / dicht by de riviere Eder: en eenige ande-
re plaetfen.

In Franckenlandt flaen onder het gebiedt
defer Aertsbiffchoppen de fleden
^dm/ ^tüp ©urn qft ï^uni/ en anders ®alÖ^
t^lint; oock plaetft men hier
AJchenburg , waer
van wy gefproken hebben; en in \'t bofch
tcnft?a(t>/ de fteden
Mudoch, Kruten, Buchen^ Amor-
bach,
en eenige andere plaetfen.

\'t GraeffchapK^m^f^^i«/ gelegen in\'t landt
Hefteen , wierdt hen door de Keyfer in \'t jaer
1581 gefchoncken, nae\'t overlijden der twee
gebroeders Graven van Stolberg, fbnder kinde-
ren geftorven: foo datfe toen de ftadt en \'t ka-
fteel %m0ün/ met alle d\'andere plaetfen, ver-
kregen. De voornaemfte ftadt van dit Graef-
fchap is Urfelj en dicht by\'t kafteel van ^ê^
liigflCirt fiet men dat van Kroonenburgh , eer-
tijts het kafteel van Trajanus genoemt.

\'t Graeffchap 5?dltecf / anders geheeten,
gelijck de voornaemfte ftadt , verkregen defe
Vorften in \'tjaer 1574 , door gebreck van erf-

\'t Graef-
fchap Lohr.

Eifnrd\'

Hoedanig-
heyt.

Oude gods-
dienß.

fche feden.

oenamen
t>

De ftadt Erfurd in Duringen ftaet eenighfins
onder haer, hoewel het een Rijcksftadt is want
defe Aertsbiffchoppen hebben hier de crimine-
le jurisdidie. Sy befitten
in\'t felve landt noch
vele andere plaetfen.

Te Whbaden fijn warme wateren, daer vele
fiecken hare gefontheyt
verkrijgen, \'t Aertrijck
rontom Ments, aen de
beyde fijden des Rhijns,
is feer vruchtbaer,en brengt goeden wijn voort,
infonderheyt in den Rhingo-Wi \'t landt Ekhs-^
feld waft koren in overvloet. De boftchen Spefs^
hart
en Ottens^ald verfchaffen veel hout om te
bouwen, en voeden een feer groot getal van wil-
de dieren : foo
dat de jagers van den Aerts-
biftchop fomtijts in een jaer meer dan duyfent
harten, en vier hondert wilde yerckens, vangen.

In\'t landt van Ekhsfeld was in oude tijden op
een hoogen bergh,
Stuffenbergh genaemt, een af-
godt,
Stuffo geheeten, die aen d\'inwoonders van
defe geweften antwoort gaf, gelijck d\'oude ora-
kelen maer S.
Bonifacius wierp dit beelt ter
neder.

D\'onderdanen van defen Aertsbiftchop , als
inwoonders van
verfcheyde landen, leven oock
yder op een befondere wij^e: w^^^t ^ie in \'t lant
en de boftchen van
Otten\'^pald en Spefshart woo-
nen, leven ruw en ftecht genoegh by de kudden
diefe weyden, en den arbeyt diefe doen met
hout in de boftchen te houwen. Die van Du-
ringen en Eichsfeld leven gemackelijcker , om
de groote menighte graen dat daer waft. Maer
d\'inwoQnders van de fteden omtrent den Rhijn

en de Meyn , in een vruchtbaer landt gefeten,
waer doorfe veel gelts van hare wijnen , en an-
dere gewaffen
ontfangen, leven heerlijcker, ge-
lijck hare huyfen
uytwijfen , die wei gebouwt
fijn , en , felf de wooningen der geringe lieden,
drie oft vier
verdiepingen hoogh ; doch fijn

in \'t gemeen van t\'faemgevoeght hout getim-
mert , en dat
kunftigh in en over elckander ge-
maeckt en wit, oft met verfcheyde verwen
gefchildert. Sy houden fich in \'t gemeen in

JEritzJ-^TiY in

Steden in

JFrancken-

(andt.

Oiunwdd,

■*/ Graef-
fchap Kö\'
mioBein.

hare ftoven , diefe evenwel des fomers niet be-
hoeven door\'t vuur ftoken te verwarmen. Sy
ftapen fachtelijck tuftchen twee pluymbedden ;
en felf \'t geringfte volck ftrijt tegen elckander,
om met tinne vaten , en ander huysraet, yder
\'t meefte uyt te munten.

De vrouwen hebben eenigfins macht nevens
hare mannen, uyt oorfaeck van de gewoonte
van \'t landt, welcke de goederen der gehuwde
gemeen maeckt: in voegen, dat foo iemant ee-
nige goederen , fonder toeftaen van fijn vrouw,
verkoopt , het wort geacht als niet gedaen.
Dit maeckt de vrouwen fbo ftout en trots, datfe
dickwils tegens hare mannen opftaen , en fware
twiften veroorfaecken. De dochters dragen op
de feeftdagen een hulfel van goutdraet, en op
hare hoofden kroonen van roofemarijn, tot een
teecken van haren maeghdelijcken ftaet ^ en dit
cieraet is anderen ongeoorlort.

Als het feeft van kerckmis in eenigh dorp
wort gehouden, komen die van de geburige
dorpen met trommelen en Mufijck-inflrumen-
ten,en kiefen na de middagh een ruyme plaets,
om t\'famen te danffen, en fomtijts dertigh oft
veertigh te gelijck; en foo iemant weygert te
volgen den genen die voor danft , oft hem
voorby gaet, komen fy dickwils van woorden
tot ftagen foo dat \'er veeltijts eenige doot blij-
ven, oft gequetft worden.

Men kan genoegh befpeuren , dat d\'inkom- i^fjckdom\'
ften van defèn Aertsbiffchop feer groot fijn,
om dat hy vele gronden uytgeeft, daer van de
befitters verplicht fijn fekere renten aen hem
te betalen. Hy heeft oock verfcheyde tollen op
den Rhijn en de Meyn, van welcke eenige van
yder vat wijns een goudtgulden doen betalen,
gelijck
OOCK d\'andere Keurvorften : foo dat
men acht, dat defe Vorft, behalven de buyten-
gewoone laften en impoften, en de leenen, die
leer groot fijn , ontrent negentigh duyfent da-
lers inkomften heeft.

De voornaemfte fterckte van defen Prins be- Stercke*
ftaet in \'t groot getal fijner onderdanen, die van
hem verfcheyde fteden , kafteelen en dorpen te
leen houden en derhalven verplicht fijn op
hare koften defe Vorft met feker getal van paer-
den, in tijden van oorlogh, te dienen.

Den Aertsbiftchop van Ments is d\'eerfte van H\'
de Keurvorften, en Groot Cancelier van Duyts-
landt.
Hy heeft fijn Marefchal, fijn Cancelier,
en de Raetsheeren van fijn ftaet, die meeft het
hof volgen, en niet alleen de ftadt Ments, maer
oock den geheelen Staet beftieren. ïn alle fijne
heerlijckheden heeft hy Gouverneurs, diefe in
hare tael Slmptm^miet noemen. De Graef-
fchappen en ^oniaftótt hebben yder eenen

Raet oft Gericht. . ,

De Suffraganen oft onderhoorige Bilichop- Religie:

L-

pen van den Aertsbiffchop van Ments fijn die
van Worms, Spier, Straetsburgh, Chur, Pader-
born, Halberftadt, Wirtzburgh, Eichftat, Wer-
de, Hildesheim, Conftants en Augsburgh.

S Crefcens wierdt tot eerften Biffchop van T^ervoig der
Ments in \'t jaer 80 verordent; en federt fijn
overlijden tot aen S. Bonifacius (die in\'tjaer
720 door Paus Gregorius de Sevende tot Bif-
fchop

■eertngo

\'c AERTS-BISDOM MENTS.

-ocr page 363-

yi. Vietherus van Ifemberg wierd wederom na
\'tafiterven van Adolf , door de Kanonicken
verkoren ; en verdorde door de doot in Bloey-
maent van\'t jaer 1482.

53. Albertus d\'EQïüe , oü Adelbertus de Derde,
fbon van Erneflus jHertogh van Saxen en Meyf^
fen , Kanonick te Ments, dede die van Erfurd
een groote boete betalen, om datfe , fonder fïjn
toeftaen, de Nonnen van\'tkloofter van S. Cy-
riacus in de ftadt hadden ontfangen: en betael-
deoock d\'onvermijdelijcke boete in Mey van
\'tjaer 1484.

54. Bertboldus, Graef van Hennenbergh, ver-
huyfde uyt dit leven in December van \'tjaer
IJ04.

j j. lacobus tJOtï Siebcnfïcüt is in Oólober 1508
geftorven.

5(5. Mrielipan Gemmingen verliet deweerelt in
Februarii van \'tjaer i J14.

57\' Albertus de Tweede , Marckgraef van
Brandenburgh , Cardinael met den tijtel van
S. Pieters banden , Aertsbiffchop van Ments en
van Maeghdenburgh , en Adminiftrator van
\'t B\'ifdom Halberftad , verreyfde uyt de tijdt in
d\'eeuwigheyt te Ments in September van \'tjaer
IJ4J-

58. Sehaßimus^m / Dodor in de

I >!i.

Rechten ,ging de gemeene wegh in\'t jaer ijjf.

5p. Daniel Brendel yan Homburgh kocht weder
een gedeelte van \'t lant Eisfeld,hechte de Graef-
fchappen Königfteinen Lohr aen fijnen Staet,
herbouwde\'t kafteel , en de kerck van S. Mar-
ten die de Brandenburgers verbrant hadden ; en
wierd van de doot in \'t leven gebracht in Mar-
tii 1582.

60, Wolffgangus Camerarius , toegenaemt van
Dalberg, overleed den vijfden April, 160r.

61. ïoannes Adam ®icfm herftelde de
Catholijcke Godtsdienft in verfcheyde plaet-
fen en verliet het aertrijck, om den hemel te
verwerven, den elfden Februarii, in \'tjaer 1604.

61. ïoannes Swkardus ^ uyt het edel gedacht
yan Kfoonenburg gefproten, befat defe ftoel 23 ja-
ren, en betaelde de fchult, die men niet uytftel-
len kan, in\'tjaer 162(5.

63. Georgius Fredericus V/2LS te vo-
ren Biffchop van Worms.

64, Anjelmus Cafimirus fcheyde uyt dit leven
in\'t jaer 1647.

(5j. ïoannes Philippus DOJt Keur-

vorfl des heyligen Rijcks, en Groot Cancelier
van Duytflant, is in \'t felve jaer 1647 gekoren;
en beftiert nu noch de kerck van Ments met een
befondere wijsheyt en Godtvruchtigheyt,

\'tAERTSBI SDOM MENTS.

D E

i\'

-ocr page 364-

\\

64^

E T T E

D E

A W.

E Wetteraw was eer- houden; en dat \'er een fèer ruyme plaets was,
tijdts een befonder dienftigh om de koopmanfchappen te bewaren |
Graeffchap, het welck tot dat Keyfer Lodewijck de Vierde die, in\'t
fïjn naem ontleende aer 1340 , te Francfort, ten beften van de
van de
Wcdreipim oft kooplieden ,verplaetfle 5 want het was hen feer
Wedreyen, een feer out ongemackelijck, datfe hare koopmanfchappen,
volck , dat hier ge~ na datfe die te water tot Francfort gebracht
woont heeft nae\'t feg- haddden, noch drie mijlen verder met de wa-
gen van fbmmige : gens moeften laten brengen. Evenwel verkreeg
maer andere meenen , defe ftadt daer na van de Keyfers vier andere
datfe afkomt van de rivier
Weder, die haeren jaermarckten , die daer noch gehouden, en veel
oorfprong by Laubach heeft, en by Aftenhem befocht worden. In de ftraet daer de Joden
fich met de Nidde vermengt. woonen, fiet men iets gedenckwaerdighs, te we-

Dit lant grenft ten ooften aen Francken- ten, een kunftigh gemaeckteput, en van be-
landt ; ten noorden aen Neder-Heffen ,• ten hoorlijcke grootte, hebbende de gedaente van
zuyden aen \'t Graeffchap Hanaw; en ten weften een böge, in welcke men vier-en-tachtigh ftee-
aen de Graeffchappen van Solms en Naffau. ne trappen tot aen \'t water afgaet; en onder het
De Wetteraw vervat oock eenige Rijcks-fte- felve is hy noch dertien oft veertien trappen
den, te weten. Francfort aen de Meyn, Fridberg diep^foo dat men langs degemelde trappen op en
en Wetzlar : fommige plaetfen van het Graef- afgaet: de Joden hebben defe put in huer, om
fchap Ifenhurgh, en van \'t gebiedt des Aerts- haer met \'et water, volgens hare wetten, te waf^
biftchops van Ments ,• de Heerlijckheyt van fchen en te reynigen. Defe ftadt quam in\'tjaer
Epfteyn, en de Graeffchappen van Königfteyn, i <^31 in de macht der Sweden , met het kafteel,
Naftow, Solms, en Hanaw. <lat op een rots gebouwt is i en in \'t jaer 1Ó40 ,

Dit geheel geweft is fèer overvloedigh in ko- in handen der Saxifche gevallen fijnde, is fy van
ren en wijn; en heeft een feer foete en gefbn- de Keyferfchen in\'t felve jaer ingenomen,
de lucht : waer uyt komt dat \'er uytnemende en Na Fridburg volgt
Stade, een ftadt, hoewel A«der»
treffelijcke wijn groeyt. Hier ontbreken oock niet feer groot, daer vele Adelijcke huysgefin-
geen fonteynen van minerale wateren , die fèer nen woonen. De wegh van de ftadt naer\'tka-
gefbnt, en, met wijn vermengt, aengenaem van fteel, na de fijde van Heffen, is met fes bruggen
fmaeck fijn, hoewelfè fijne krachten eenwey- verciert. Behalven de riviere Nidde, die haer
nigh breken, en de dronckenfchap beletten. groot gerief toebrengt, en door \'t midden der
Wetzlar, een vrye Rijcksftadt, gelegen in een ftadtloopt, fijn hier veel heylfame fonteynen,
vruchtbaer lant aen de t\'famenloop van de Dil- «^ie na de mijnen fmaken : oock fijn in \'t omge-
le en de Lahn , een mijl beneden Gieffen. Sy is legen landt vele wijngaerden.
Ortenburg is een
feer out; en met vele privilegien en vryheden , ftadt met fijn kafteel, gelegen dicht by de Glan^
door de Keyfers gegeven , verciert. In\'tjaer welcke een groote ftadt
was, die van hare

i<$43 heefteen fchielijcken brant meer dan fè- buren foo verwoeft wierd, dat\'er niets overigh
ventigh huyfen in d\'aftche geleyt, waer onder bleef dan een dorp van de fèlve naem , en flee-
dat \'er vele wel voorfien van vruchten,en andere nen om daer mede het kloofter goiira&éDorf te
goederen waren. bouwen. ^Jitltltjenber^ / op den bergh de

Fridburg, oock een vrye Rijcksftadt, is op een genaemt gelegen , hadt weleer een heerlijck ka-
berghachtige plaetfe gelegen , die daer van ha- fteel, waer van noch twee torens overigh fijn,
ren naem J^é^C, dat is, hoogh, lieeft gekregen, doch ten deel verwoeft. een mid-

ï 1-1

Crenßn.

Vracht\'
haerhejt.

Wetzlar.

Defe ftadt heeft verfcheyde privilegien, in \'t delbare ftadt, met een kafteel verciert,\'t welck
jaer iiii , van Keyfer Frederick de Tweede fi^er vermakelijcke tuynen heeft : fy legt ten
verworven ; en daer na in de volgende jaren halven wege tuffchen
BidburgenGieJfe^ ontrent
van vele andere Keyfersen Roomfche Konin- twee mijlen van d\'een en d\'ander. In \'t jaer
gen ,• welcke fy noch heden geniet. De hifto- 3> op S. lans dagh, fijn hier, door d\'onvoor-
rien verfekeren ons, dat fommige Keyfers defe fichtigheyt van een voerman, meer dan hon-
ft:adt tot hare woonplaets kofen, en met hunne <lert huyfen in d\'affche geleyt, meteengroot
tegenwoordigheyt vereerden , als onder ande- <ïeel van
\'t kafteel, dat de Lantgraef Lodewijck
re, Keyfer Frederick de Tweede, die haer met den Ouden in de volgende jaren weder dede
een kafteel vercierde , dathy, na fijn naem, opbouwen.
Fredericks-flot noemde, \'t Is oock feker, dat defe
ftadt lang voor \'t gebiedt vän defe Frederick
gebouwt is; maer datfe door verfcheyden on-

\'t GRAEFSCHAP

A N A W.

Ana\'^p fchijnt defè naem t\'ontleenen van Naem.

I J de Hunnen, een volck dat eertijts op de-
fe fijde des Rhijns woonde, vermaert om
Qjq J fija

H

gelucken van brant de helft is vermindert: want
de kerck, die eertijts in \'t midden der ftadt was,
ftaet nu een halve mijl buyten de felve. \'t Blijckt
mede, dat hier eertijts jaermarckten fijn ge-
Duytslandt,

-ocr page 365-

S epteatrio

m

äre^eißs

WXTTl^ïlAVIA

y

V

IM

\'\'Meinem

\'JB\'eUlerff

s

o

ZBißck.

.Vul

tlXiX (X:

"mi

Buse cter^-tliai f

rKettchelnt.

lîxl

CiieiTe

îki-U

■âTO

ScJnjffitther^

, i-L J

Grujilje:

.A,-

-Aa-ti\'n-

e:

Jueutiy

O G E L

Öi-ißenJinJen^

Xicli

iattt.adt -.....it.;»

us?-^.-

^rautßl

S"

ittr

li

^Ht^s^:........

.....

Vßiigeü

î:-;^», _____

ri-N-ai

o T^r^hfftettfi

Ll-i^âs

Ll-

irh^

ä:

\'SemJjißen.

O

^^3£uiit5cetil) erg
\'JßerStiMr^ ,
m^miiaclj O
O
Hh^vi\'A]! etnu

Scirtxel O

.........■ .

Ofauhetm

eiù^\'^-.......

^.......... ^

........;.........

...... Ä Wpi^a K

hetttt

i a

lâ^-

vo

Jißin

.â.1

S-taAeti

IBtiduas

ÄÖi\' ° iViiberg

„i.ä.H,,.

..........

______ f:BjiienlaJ> ^

■\'^fetrwlten^ ......

^Wertk«

^alil:.

VA

^otnljttifg\'

»

-Ayictit

é^r^htitr

J-L

-H O C

"ré

.....öeUswf^

i

OieraHr

^äUij......

rßalcketßlei.

a

r.i..

:0:Virle

.a...

O&chfb

„â^i-

û:0\'ch1>aJl

o

^ ■ ,.,a Œjttentera

"ï. jL^äS.. ,

.t.

.(^aurhach

Xhyiaib

G-: CarietV\'^ °
w ^ ^oumlnt^a

IB

^a -Butzlj acii

ra„

3 .iL,

ar.

beff

\' OletirechetP

.ïJLi,,

4

•a

Hj-

i, i iii

a

ab-BÊ-^i^

\'jLâr^:

.......

S.Iohattsberff a.r\'a T>

D I ïi

\'Jùtretrv

l Jir^ ILeiclett.

® \':BuÄes1ieiiiiy
........... (^^-jOarfebr ^^

\'CBetxkerdef»^ ä » --o ^ ^ 1 1

a: a ® ^ y WiadeCiteii

, ..«M-.;,

\' \'^ßMjtßhetnt

^ilé-ti^-. H A IL T

13. IL iitéas\'-

......»-■î-â&^î.â-\'^i^iLH^â.y-.b^t

-

Olfachetth^h^

o

o

^^Ihiurheii

Schwalhach

n\'ffen.

...... "

• Hhtrt

^lätxlach

■ -

Li;\'"
^......

o

^BmJihxilel

S^etJi,

Tl)^

l\'ranolîfiir-t

lifttL-

Seien.

SehnerUhach

O.IiteJerlach

Jl-A^\'â- .....

JCelèefO^

cliÜ

\'tfuh

Jlophßa

(Bßhißshem,

\'S

Cattu^^

4

KoßJ^;

o

é^Khen,

.gv::

^(ftut"^^

.JU.\'

0£elh

\\rti0etL

J,! -a- a

^hei-sfisiin^

•^rttnshem.

\'^PJramihe

\'Jih^ntghmn^

WA I. D

Hofli«

A

\'■"l^a...... \'

.....

0£ettdiach

teihheutL

rIttgF

.........l^âfca^\' ^

..........

ôf.ÂsJiEtni. """ à\'....,

t^Btiiyel

o

etm.

^^Aâa^S eaiatw e»

jjji^ltel^^ S-tstJieaiu
O.\'^temlieiMi ^

û-oi^ein-

a.-

ji<U:AvJ\'e.ifny

......\'AA-

A.,

. \'fUrghóttt

o OCalay

Jfmßn Mi iler fienn
, \'WeßJiM\'chen-

Oy^iatßeii,

Jkmertä

^tUtai^iä.

armwmut^

O \'^^lUnttln-u.ckefu
O^eatha^tL

Mei\'idies .

-ocr page 366-

A W.

R

W E

D E

fijn dapperheyt en kloeckmoedigheyt. Dit is legt de Keyferlijcke vrye Rijcksftadt ©dnfiail^
een gedeelte van de Wetteraw, overvloedigh in fm/ dicht by \'t bofch , dat men l)et ©pcffavt
w^ijn, tarwe, en wilt gedierte. noemt, het welck fich twintigh mijlen in de

jjooftßadt. De hooftftadt van\'t geheele Graeffchap is langte, en vier oft vijf in de breette uytftreckt.
Bana-^, op de riviereKzwf:^gelegen, welcke, een Defe ftadt is met wijnbergen, wel geladen met
weynigh beneden defe plaets, en omtrent twee wijnrancken,verrijcktjmet een fraye en feer rijc-
mijlen van Francfort, en fes van den Rhijn, in ke kerck verciert; en met een heerlijck kafteel,
de Meyn loopt. Sy wort onderfcheyden in ou- door Keyfer Frederick d\'Eerfte, verfterckt, het
de en nieuwe ftadt; van welcke d\'eerfte niet feer welck van de ftadt is afgefondert ; want die
fraey is , niets aenmerckelijcks hebbende dan ftaet alleen onder\'t Rijck, en heeft haer eygen
\'t kafteel ende wallen,- maer d\'andere is eerft jurisdictie ; dewijl de Burghgraef geen recht
in\'tjaer 1590 door de Hollantfche kooplieden, doet dan in\'t kafteel.
met believen van Philips-Lodewijck, Graef van
Hanaw , gebouwt : en vertoont in der daet
de Hollantfche nettigheytj want de ftraten en
huyfen fijn alle op \'t cierlijckfte en in goede or- K.
dre gefchickt : hier ontbreken oock geen bol-
wercken , noch wallen, waer in fy voor d\'oude
ftadt niet behoeft te wijeken : doch fyis veel
grooter, en heeft een kerck, waer in op een fel-
ve tijdt, en onder\'t felve dack, in de Franfche geeft wijn en terwe in overvloet; by\'t welck
en Nederduytfche talen wort gepredickt. Oock men voegen kan \'t genucht van de boftchen
is defe nieuwe ftadt met een fraey Raethuys , en \'t jagen.

dat voor haer befonder is , verciert. In \'t jaer \'t Kafteel van Kouiöfïdtt legt op een hoogen KSnMem
1631 kreeg Hubald , Overfte van \'t Sweedfch en grooten bergh, dicht by de ftadt, waer Ka-
leger,
defe ftadt met krijgslift , en fcheyde d\'ou- rel de Groote eertijdts een Rijcksdagh hiel.
de van de nieuwe ftadt : tot datfe, in \'tjaer Niet wijt van hier is\'t kafteel waer

1(538 , op de felve wijfe wierd ingenomenen men vele gedenckteeckenen der outheyt fiet;
aen haer eygen Heer , de Graef Philips-Mau- men noemde het weleer
Trajani Caflrum, dat is,
rits, wedergegeven; welcke overleden fijnde , \'t kafteel van Trajanus, die men fegt dat het ge-
fbo nam fijne weduwe Sibylle-Chriftine (een bouwt heeft, om d\'invallen der Catten (in die
fèer deughdelijcke Princes, uyt het Huys der tijdt d\'inwoonders van Heften) te beletten. Aen
Vorften van Anhalt,) de ftadt in haer befcher- d\'ander fijde van fiet men\'t kafteel

Illing voor haer foon Philips-Lodewijck, die Fakkenflein. Onlangs nae \'t jaer onfes Heeren
fijne mannelijcke jaren niet bereyckte , maer 1500 is dit Graeffchap in handen derAertsbif^
jong fturf in \'s Gravenhage : fijn oom loan- fchoppen van Ments gekomen, die het noch
Erneft, Graef van Schwartzenfels, volghde hem heden befitten.
in dit Graeffchap, die fèven maenden daer na

fbnder kinderen overleed : fbo dat dit lant, om- GRAEFSCHAP

trent het jaer 1641, door erfrecht quam aen

Fredrick-Cafimir , Graef van Hanaw Lichten- WITTGENSTEIN,
berg, die het noch befit.

Bohenhaufen is een kleyne ftadt, aen dit Graef-
fchap behoorende, op de wegh van Aftchaf-
fenburg, en met een kafteel verciert. In\'tjaer

1611 wierd fy met lift door de foldaten van Til- ontfpringen vier voorname rivieren,- de LaHn
ly ingenomen; maer de Sweedfchen kregenfe ten ooften , die met bochten naer Marpurg
daer nae in hunne handen, ©tdtt^dlll / dicht loopt; de Dille ten zuyden , paer Dillenburgh j
by Salmunfter,is oock in dit Graeffchap, hoewel de Sege ten weften, vloeyt naer Sigen en Keu-
het een leen is van \'t Hertoghdom Wurtsburgh. len; en d\'Eder ten noorden, ftroomt van daer
Het wort 2lttt)ClC gebynaemt, dat is, naerFranckenbergh en Caftel.

aendeypegh, om dat alle die van Francfort ko- Het kafteel felf is op een hooge rots gebouwt, KaßttU
men, en naer Leypfig reyfen, genootfaeckt fijn en de jaerboecken fpreken daer yan federt het
hun wegh door defe ftadt te nemen : en oock, jaer 800. De laetfte Graef overleed in \'t jaer
om het t onderfcheyden van een ander Steyn- i3<^o, nalatende een eenige dochter, die daer
heym , onder de jurisdidie van Ments, over de na aen de Graef van Sayn trouwde.
Meyn, en een vierde deel van een mijle van Ha- Dit Graeffchap heeft maer twee fteden,
Las^ Steden,
naw, gelegen, ©(^(öc^tcf/ van eenige \'^E^m-
phe cn Berleburg, \'t welck fijn naemontjeent van
faem kloofler geheeten, op de grenfen der Ab- de rivier die daer voorby loopt, en is in\'tjaer
dye van Fulden, met een kleyne ftadt, behoort 12 58 gebouwt. Dicht hier by is een dick bofch,
aen de Graven van Hanaw, die dit kloofter in daer eertijts velebeiren in waren, waer van de
een fchole verandert hebben,
^ivt^m^ditt en ftadt Berenbach genoemt wierd. Lasphe is d\'out-
gonraljétjorjf/ twee kloofters onder drie ver- fte ftadt van dit Graeffchap , op de Lahn, en
fcheyde Heeren, van welcke de Graef van Ha- beneden\'t kafteel van Wittgenftein , gelegen,
naweenis. De Graven hebben foodanigh een overvloede

Ceinhmßrt. Een Weynigh beneden Hanaw, op de Kintz, van allerley wilde beeften , viftchen, vogelen ,

terwe.

\'t GRAEFSCHAP

O N I G S T E I N.

It Graeffchap begrijpt de ftadt Vrfel, met
de ftadt en \'t kafteel ;Kom^ficnt, en eeni-
ge vermakelijcke dorpen. Het aertrijck

i.ii\'j
Ji

HEt Graeffchap Wittgenßein legt tuffchen Gete^
de bergen,van welcke een deel MéV\'io^U
genoemt wordt : uyt defèn bergh

Andere
fUctßn,

m*

-ocr page 367-

DE WET

terwe , en gedierte , dat haer niets ontbreeckt,
om hare tafelen wel te voorfien, dancabellau-
wen, haringen, en Ipeceryen.

D

D

I

N

\'t GRAEFSCHAP

A.

It Graeffchap ISJidda heeft tot geburen dat
van Ifemburgh , de Wetteraw, den Vo-
gelsberg, en \'t Vorftendom op de Lahn.
Dit geweft heeft vette en vruchtbare landen,
en een treffelijcke fout-kuyl; waer in het de na-

T \'E R A W. 64, f

burige te boven gaet, en in d\'overige dingen
voor geen ander behoeft te wijeken.

De hooftftadt van dit landt is de ftadt en het jj^^f^^
kafteel Nidda,
\'t welck eertijdts fijn befondere ßadt.
Graven had; doch nu ftaet het onder de Lant^
graef van HefiTen. Graef Lodewijck verkocht
in \'t jaer iiöS aen \'t Gafthuys te Nidda het
lant van
Brmges-rode , met al fijn toebehooren,
voor veertigh marck filvers. Ick fbude hier den
Rh\'mga-^ noch by voegen, als fijnde in Opper-
Heffen gelegen : maer dewijl men de befchry-
vingen van verfcheyde fijner fteden in die
van \'t Aertsbifdom Ments kan vinden, fbo is \'t
onnoodigh hier iets meer te feggen.

li.;

!l

n
>

1

J)uytßiWdt,

Het

-ocr page 368-

i)

1 \'
fi

:

s

m

■ >

"7\'

É

y

- \\r

r

•isSP^

r.\' T. \'

>

-ocr page 369-

Het Graeffchap

s

A

V.

A

Et woordt Naflau be-
duydt foo veel als Nas-
gow, dat is, natte ofte
vochtige aerde, aenge-
fien de ftadt, van welc-
ke dit landtfchap den
naem heeft, overal met
natte velden omringt
is. Want op de Hoogh-
duytfche jfprake is
foo veel als waterigh en vocht, ©aft) ofte %XW
een Landtfchap : gelijck Betaw beduydt \'t landt
der Betouwers ofte Batavieren : Durgaw , een
droogh landt: Rheingaw , \'t landt des Rhijns :
Brisgaw, een landt lovens en prijfen waerdt:
Argaw, een landt dat te eeren is : Ooftergaw,
een landt tegens \'t Ooften gelegen : Weftergaw,
een landt dat tegens\'t Weiten leydt.

Dit Graeffchap begrijpt noch andere Graef-
fchappen die daer onder hooren : ais Weilburg,
Beilftein, Wisbaden, Dietz, Catzenellebogen,
Solms, Dillenbergli, en Sigen.

De Graeffchappen Catzenellebogen en Wis-
baden leggen in het zuyden aen de Paltz en het
Mentzifclie gebiedt j Weilburgh en Solms in het
Ooften aen het Graeffchap Hanaw en deWette-
raw j Dillenburgh en Sigen in het Noorden aen
het Landtgraeffchap Heffen, enWeftplialen^
Naffaw in het weften aen de Graeffchappen Ifen-
burgli. Sein, en liet Aertz-Stift Trier.

Het Graeffchap Naffau heeft velerley Amp-
ten, ais Frendenbergh, Sigen, Niph, Ferndorff,
Hilchenbach, Hager, Ebersbach, Dillenburgh,
Dringenftein , Drydorff, Libenfchidern, Beil-
ftein , Longersheim, Kurichenheim, Burbach,
Maren-burgh, Rotfenhaim, Renneroden, Hee-
nen, Dernerzithaim, Holinftetten, Flachten,
Dietz, Frichonien, Zeutzheim,en meer andere.

Defe Graeffchappen worden onder de vrye
Graeffcliappen des Roomfchen Rijcks getelt ,
aengefien der felver Heeren niemandt als den
Keyfer alleen onderworpen zijn, en defelve re-
galien en prserogativen genieten,als andere Vor-
ften desRijcks. Syhebbenhetrecht van geldt te
flaen, foo wel van gout, filver, als koper: welcke
noch tegenwoordigh te fien is op de munte, daer
op de eene fïjde ftaet,
Moneta Sigen 5 op d\' ander,
Joannes Comes de Naffa-Sï> j die de voorgaende Graef
Johan van Naffaw hadde doen munten.

De Landt-Graef van Heften (die oock den ty-
tel des Graeffehaps Catzenellebogen voert) ge-
niet des felven Graeffchaps inkomen, federt dat
Landt-Graef PhiHps, den Grave van Naffaw,
in \'t jaer 1557 honder duyfent kroonen heeft
betaelt, en hem het Graeffchap Dietz over ge-
laten , en haer alfbo verdragen liebben, dat den
tijtel haer beyden foude gemeen blijven.

Het eene deel des Graeffchaps Naffaw is vol
bergen, waer door \'t feer woeft en wild t is, en met
Duytßandt*

Ndem»

Andere
Graef"
fchappen.

Crenßn.

\\Ampten

van Nap

Trivilegkn.

Frucht"

baerheydt.

veel boffchen bekleedt. Het ander deel ftreckt
hem in een fchoone effenheydt, waer in vele
wijnbergen zijn, gelijck oock in het Graeffchap
Dietz, en aen de riviere de Laen: daer-en-bo-
ven heeft het fchoone weyden, allerley moes-
kruyden, boonen, erweten, wortelen, rapen en
diergelijcke j oock vruchtbare ackers, daer koo-
ren en andere vrucliten in overvloet groeyen. j^ergh\'

De bergh-wercken maecken dit Graeffchap
mede beroemt. In het gewefte van Sigen wort
een fchoonen yfer-fteen gevonden, uyt welcke
yfer gefmolten wort, en allerley dingen daer van
Tegoten, als kacliel-ovens, aen-beelden, yfère
cogels, en meer andere. Binnen en buyten de
ftadt maecktmen allerliande yfere inftrumenten.
Tot Frendenberg!! wort een koftelijck ftael ge-
maeckt, dat men wij dt en breedt vervoert. Dier-
gelijcke bergh-wercken en werck-plaetfen van
yfer, ftjn oock te Dilienbergh, Hager, enBur-
bacli: in welcke quartieren men oock koper er.
bleek vindt, als oock tot Ebersbach, alwaer een
groote glafemaeckerye is.

Het voornaemfte bofch is \'t Wefterwaldt, een Sojfche»,
deel van
Silva Bircynia ofte Swartzwald:de kleene,
en gelijck de fpruy ten daer van , fijn Kalteych,
Heygerftruth, Schelderwaldt, de Horre, der
Kambergh j in welcke de menighte der wilde
dieren een goede jacht geeft.

De Rivieren zijn, de Daen , Sigen, en Dille, Rivieren.
van welcke een yeder voor-by verfclieyden
fclioone fteden loopt. Aen de Sigen leyt de ftadt
Sigen: aen de Dille, Hager, Dillenborgh, en
Herborn j aen de Laen, Weilburgh, Limpurgh,
Dietz, Naffaw, en Laenftein ofteLohnftein,
aen die plaetfe daer de Laen haer met den Rhijn
vermengt.

De Baden van Embsfijn den Graven van Naf^ Baden.
fau, Dilienbergh, en den Landtgrave van Heffen
gemeen , en worden om hare wonderbaerlijcke
verborgen krachten van verre befoclit.Tot Ko-
dingen en Kambergli is een Suurbron, wiens wa-
ter tegens den fteen gedroncl<en wort daer alle
jaren veel menfchen van alle geweften komen.

De ftad Herborn is met een hooge Schole ver- Academie,
^iert,waer alle jaren uyt Duytslandt, Polen Lijf-
landt, Denemarcken en andere landen, vele Stu-
denten komen woonen.

Defes Graeffchaps inwoonders fijn,van wegen inn>oonde^
haer deught, ftandtvaftigheydt, dapperheydt,
fpaerfaemheydt, gerechtigheyt, en billijcklieyt
over al bekent, en worden van yder hierom ge-
prefen. Van der jeught af worden fy in Godt-
vruchtiglieydt, en allerley eerlijcken arbeydt,
nootwendige en nuttelijcke oeffeningen opgeto-
gen. Liegen , en fij n woordt niet houden, acii-
tenfe groote fonde en fchande ^ foo dat men op
haer woorden macli vaft ftaen.

De Naftaufchen Adel fijn groote liefhebbers
en ftrenge voorftanders der vr yheytifo datfe fich^\'^\'"^*\'-

Rrr be-

-ocr page 370-

201 Septentrio

5o\\

J\'^l

We stphaliai:,

<Dfoïsh(^eiu

AS

;oviA

omitatus.

Croittbach

^rnwtheit;
hnickeiv

C

nx^iUher^

Ofr^^W

O M

u

y 5

\'etv

^itters-hMißn- oi

m

. Oy £\'bers\'hacf}~\\^ \\^0

\'T^o^ich.

hètitv

Crdm^eiv

Selhach

\\Siinmerstachy

°_\'^J\'^Ij^Steiniruckc^vJ^ \' m

-ft*-

\'igeir

\'oveiv

« V^J . t, JLmderUch .......Xlhdsf^:^- O ,

liJtndech

(5 C 0M:BlLL:ENy^ILG.O2ratitzeniarh

\'Xi^ermittfff^^^^^ ^ ........ Drmjenstem.

— ^\'l^\'^r^^isâp ..........--^ihrWiifels

Zunv \'Ra^itt

Scltelteiv

Trei^et^

Jlar^m^

O -ïS?

Jlï/h

Sie^djln ■

Iteniacïi

tatt

\\Jiit.o \\wiW ik

DernyAch

^Bicken^

O^hoiL/it

\'Zf^achenhoi^

Covei^i

eitv

"O il

Ol

Zumkarch O .......

^^^ f^Uenkirchetv î ^^^ Jlerenhorj ^

. j{erhorn-

\'Schönhach- ) SinJLf Ét^

(£mmei4c1ienha.in-

DAiv^ Com

Solms i
:

TJjeittu^^M^

ßiL. ^ . -J^ardcßlt
Dterâoi^

^rÉt

len-

\\tngett-

OV

O _ G-emunMe 1

....... O —

(Demnach

Catzei^rt-

^l^onysherj

ZurlUoch

^ ^ _ ChC^en. CocUuv

^vartéach Of- O °

Qy^ \'Buutyen^

Q,

., ^i^is\'Beifcheiât

:t

C Oj

ISEl^BERG

O

S^tt-

^M. , y

Q^eimhach

Strintz

° Oher Crlach
/O

Grentz

Zo-t^endor

\'Mt^ers

^■s^^^Di^renhrei^ettv

inv

Thaü

^onhorn.
»0........( -

# rö

..... O

. ^wneitAW -

Coddetthach

\\CMei

^jTetU^erad

Grimfet^ ^\'""""^i^lthhaclj . , ^^
\'t^B\'éerich^^ J ^ ^of
(Jlotba^ïi

^Montaifotui^ 1 j O

Zipjre^et^
ArsSlfdcl}

Stockhmfen. Ovei-hiel . i

Ljgv* , , O , « ?

flW"

15

\'Brmiißkz

Gr^emck

Qießi

iclein. "Rechte tthach

&roß "Rechtenljach

CTT ej< O Ji^ Q j

l^lee

erv

O S.Mas C O MIT ATV S^

\'HauhaciT^ V«^ |„ ^IhCvtzVei^

tdtch

idelM

^^ o\'Blumenrad ......... O ^ ■ \'

Hoûdt^

C

OMIT:

^ZSleveren-

Emmers hanfêiv

Setters

F-^tiv^^^«"^«- -....... A^inßy-*-

Trucht- ^aßaw

---\'Bechehfu.X J^^Jg^

efL ^

Com:

O O Schonbûrn\'

Alh

TrieÀhei^

tv

\'Keens

Cixziïf rï 1-EB O jàt\'^"^^ Schwnlha^h .Z

of ...a.. \'Bemerhach O

\'"Brauh^h " ..SciTkref^

Häm o v

Schireickers ^ \'

^eiliia.
\'Rndethach

?oppaertr

Ca-inherJ^

^etv

Donhach •
Ol lä:^

Stetn^yhi

^alckeißein

Oh.\'Dtefenhacï!\'

I "JSTotularitm

ich

l^onijjle

............Ca^iTj-TT^tS,/^,, Y"^\'^""\'■

ttv

âexplicatio.

I i Ca^nah.
\'h Sed.jtahil:
O Tacrtis

> O ti

.... Littßeil O,

^ oher Cn^

^Ût\'nJeck^

\'ett^ I

omra^rtK \' O If/^nsi,^ _

limpacl] O ........ \\ lâ^eut^

j&re^rode

etu

^^ohtßettu

\'\'Z^imerkirch

^tchenrodtr

p

.....J

Gr\'óetuiiv

^Lat^enSchmlhach]

\'ZMider \'Bacheinv

ffit Camp

^rDalfem:^ G-emeM

f^JlilIetP

Meiling

infêl^
O. G-ewar

Goafshaij^tv jjÄ.

Oher-W^el

en

Lo^i

...v Wl SBADJËN SIS^

w/t / ......... . /^atteham

i Sch\\onaw

ul/Z-im. Sy^Q/«),

/

jililiaria. Germanica

comfiitLitto-,
1\\

......... Sa^lcmcn.

\'\'Keridïei

Ùùne itineris
JiaC

m

J5Ô"

M

5o\\

jo\\

20\\

OV, oOickefcheid

Cauh

(Bachanüi

2A

-ocr page 371-

N

bemoeyen, niet alleen met haer eygen , maer
oock andere lieden vryheyt te befchermea.

Het Huys van Naffauw is een van de oudtfte
en edelfte van Duytslandt. \'t Welck blijckt, ten
eerften uyt de Commentarien van Julius Ca^far,
in
\'t eerfte Boeck van de Franfche Oorlogen,
daer hy fchrijft: dat die van \'t landt van Trier
hem quamen klagen, dat \'er hondert dorpen van
Swaven
vergadert gekomen warén op de kant
van den Rhijn, om over te komen, en in haer
landt te vallen , waer over bevelhebbers waren
Naffova en Liberius.

Voor duyfent jaren, leeft men van eenen ver-
maerden Grave,Walrave van Naffauwe, Sonnen-
bergh en Liborn , en fijn huysvrouwe Minerva.
Hondert jaren daer na verhalen de Hiftorien,dat
Gerold Graef van Naffau, door toedoen van
fijn gemalinne ïrmegarda, het Chriften geloo-
ve aennam, en van Keyfer Karei de Groote,
Graef genoemt wierdt. Van 200 jaren her-
waerts , bewijfen fy van vader tot kindt haer af-
komft en voorfaten, waer onder veel kloecke en
vidorieufe Veldt-o verften fij n. Dit geflachte is
geduerighlijck geallieert geweeft by houwe-
iijcken aen hooge Huyfen,als Koningen van En-
gelandt en Bohemen , Hertogen van Savoyen,
Saxen, Lotringen, Bourbon, Ooftenrijck,Beye-
ren, Swaven, Brabant, Gulick, Kleve, Vlaende-
ren, Hollandt, en andere Vorften: waer uyt ge-
lproten fijn feven groote huyfen,als dat van Gel-

A

Oftdtheyt
desHnys
vm Naf

fdH,

i

i

■ i

"ii ■

Ir

i

S A U.

re , welck landt fy meer dan 330 jaren befeten
hebben , tot het verftorven is op \'t Huys Gulick,-
en voorts die van Wisbaden, Dillenbergh, Wijl-
borgh , Sarbrugh, Beilftein, en dit van Breda
en Orangien, die al van het Naffaufche bloedt
komen.

Onder andere manhaftige van dit geflacht, is
geweeft Graef Adolph van Naftaw, die in \'t jaer u^orltKey-
ii^z Roomfch Keylèr gekoren is , maer in den ßr,
oorlogh gebleven. Waer tegens de Naftaufche
Helden van onfen tijdt foo veel te geluckiger fijn
te achten, welcke door hare manhafte daden en
kloeck beleydt, de Vereenighde Nederlanden
van de Spaenfche regeeringe ontrocken, en met
haer lof en groote roem de gantfche werelt ver-
vult hebben. Onder\'t gouvernement van den
voortreffelijkenHeldtWillielm van Naffau,Prin-
ce van Orangien, hebben de Nederlanders hare
vryheyt verkregen. Onder Prins Maurits, loffe-
lijcker gedachteniffe,PrinsWilhelms fone,groo-
te en veel vidorien gehat, en fteden gewonnen.
Hoe verre fy het onder de voorfichtige regeerin-
ge fijns broeders Frederick Hendrick van Oran-
jen gebracht hebben, getuygen de groote\'en
machtige overwonnen fteden, als \'s Hertogen-
Bofch, Maeftricht, Breda, Huift, en andere: op
welck, nae een oorlogh van tachtigh jaren, ge-
volgt is een eeuwigeVrede,tuftchen den Koning
van Spanjen en de Vereenigde Nederlanden^die
\'k wenfch dat niet, dan met de wereldt, eyndige.

"f (

■fl
r:f

i

-ocr page 372-

ee

Het Aertz-Sticht

E N.

E V

L

E Vhüy die ten tijden van
Julius Cseiar over Rhijn aen
den oever in Duytslandt
vvopnden, hebben , nae de
gelegentheydt van die tijdt,
een groote en fJorerende
ftadt befeten : welcke alsfe
van de Swaben niet konden
(na veel oorlogen) verdre-
ven worden, zijnfe nochtans
haer tributariflen gewor-
den j het welck de Ubii niet

langer willende verdragen, hebben gefanten engijfelaers
( hulpe tegen haren machcigen vyant verfoeckende, ) aen
C^far gefonden, die der Swaben geweldt toen wederftaen
heefc doch \'t fchijnt, datfe daer nae wederom van de Swa-
ben gequelc zijn, Op dat fy dan voortaen vry en geruft fou-
den leven, heeft Agrippa,des Keyfers Augufti fchoon-foon,
haer goetwillig over den Rhijn gebroeht,foo Strabo fchrijft,
en tot een woonplaetfe gegeven de contreye daer nu Upen
oft Üben leyt. Aldaer heeft Agrippina,de dochter van Ger-
manicus, de nicht van Agrippa, en gemalinne van Clau-
dius, een Colonie gebroeht, ten tijde van Tiberius,om datfe
daer geboren was, gelijck Tacitus raet defe woorden gc-
Euyght: Agrippina, op dat fy haer macht oock aen de nae-
buurige natiën foude toonen, gebood dat men in der Ubien
ftadt, alwaer fy geboren was, oock de oude afgedanckte fol-
daten foude voeren, en een colonie oprechten, die van haer
den naem heeft. Te meer, om dat haer groot-vader Agrip-
pa dat volck, welck den Rhijn gepafleert was, in fijn be-
fcherminge nam : Daerom willenfe geen Ubien genoemt
worden, maer Aguippinenfen, als of fy haer den Duytfchen
naem fchaemden. Tacitus feyt op een ander plaetfe : hoewel
de
Vhii verdient hebben den naem van een Roomfche Co-
lonie , en liever met den naem van haren ftichter Agrippi-
nenfes geheeten worden, en fich haren oorfprong fchamen,
nochtans zijnfe eertijdts, om haer getrouwigheyt, over den
Rhijn gefet, om datfe den vyant fouden keeren, en niet om
-- datfe afgeweert fouden worden. Hier van komen de namen,
Keti\'en. Colonia Agrippina^ Colonia Agrippina Vbiorum, Colonia,
~ dat is , Keulen. Defe ftadt, met een geluckigh beginfel ge-

bouwt, heeft foo toegenomen,datfe Zofimus de grootfte, en
Marcellinus de fterckfte van Duytslandt, en feer vermaert
noemt. Het is oock feker, datfe de hooftftadt geweeft is
van Neder-Duytslandt, en de refidentie van de Veldt-over-
ften der Romeynen, foo dat Vitellius den poenjaert, daer
Keyfer Otto hem felve mede gedoodt hadde, naer Keulen
gefonden heeft, foo Suetonius getuyght. Aldaer heeft oock
Trajanus des Rijcks gewaden en ornamenten verkregen,
die hem van Nerva toegefonden wierden. Defe ftadt is,
door haer afval tot de Romeynen , opkomft en rijckdom-
men , van de over-Rhijnfche volckeren foogehaet geweeft,
dat fy, ten tijden C svilis Tenderi, verfocht hebben, dat fy
haer muuren , die fy bolwercken van de Keulfche flavernye
noemden, fouden nederwerpen , alle de Romeynen binnen
haer palen dooden, en de goederen der omgebrachte voor
den dagh brengen^ maer Keulen is den Romeynen getrouw
gebleven, en voorfichtigh ditonwederontkomen. Maer
in\'tjaer 462, als haer macht fwack en vermindert was, heb-
ben de Françoyfen de ftadt met gewelt, onder het beleydt
van haren Velt-overften Childericus, ingenomen, en daer
tot de tijden van Otto de I geregeert. Defe heeftfe in \'t jaer
5>45i den Françoyfen weder ontnomen, onder het Room-
fche Rijck gebracht, en in haer oude vryheyt geftelt. Eer-
tijdts wasfe vierkant, gelijck men uyt de ruinen der oude
muuren noch heden kan fien. In \'t jaer 1180 isfe door
Verboot, ^^^ Biffchop Philippus Vergroot, en booghs-wijfe ge-
maeckt, en veel lants, met kloofteren en huyfen van werelt-
lijke perfoonen,binnen de ftadts-veften getrocken.Hedens-
daeghs heeftfe een muur met drie-en-tachtigh toorens, en
Dujïslandt.

VbiL

een dubbelde graft fonder water, die van buyten en van bin-
nen met boomen befet is, en veroorfaeckt een feer geneug-
lijckewandeling, om de groente, fchaduwe, en géfan<Tder
nachtegalen. Sy heeft veel dingen met de ftadt Romen ge-
meen : want in de Magiftraet zijn Confules ofte Burger-
meefters, Stadthouders, Schouten,Overluyden,Wachtmee-
fters j Fabrijcken ofteBouw-meefters, Verforgers van aller-
ley voorraet, en andere. Onder de gewijde gebouwen , zijn
Gehoumn.
veel fchoone kercken : onder de burgerlijcke, een groot
Raet-huys, Arfenael en kooren-huys, treffelijcke marckt,
en andere fchoone huyfen : foo dat Keulen, door playfante
gelegenheyt, eerbaren Raedt, hooge Schole, wijf heyt,
geleertheyt, groote rijckdommen en macht, heerÜjckheyt,
gebouwen , en konftige handtwerken, met recht Hoogh-
duyts Romen mach genaemt worden. Dat defe ftadt eer-
tijdts \'t Roomfch Recht gebruyckt heeft, blijckt uyt
f lpia"
nus Big. de Cenf.
Sy begrijpt in haer omganck acht-en-der-
tighftadien, en heeft vier-en-dertigh poorten, veel heer-
lijcke huyfen , negenhooft-kercken, tien Collegien, vijf-
tien mannen-kloofters, waer onder zijn twee
AWyen van
S. Ben edidus orden, de eene S. Pantaleons , en de ander
Groot S. Martens, tot onderfcheyt van een Ptochie-kerck
die men Kleyn S. Marten noemt: oock over de negen-en-
vijftigh maeghden- en vrouwen-kloofters , dertigh kapel-
len , twee gafthuyfen, twee fiecken-huyfen, acht oude man-
nen\'-huyfen. Onder alle de kercken is de hooft-kerck van
S. Pieters ftoel de voornaemfte, welcke, waerfe volmaeckt,
foude alle de kercken van gantfch Duytslandt in grootte,
heerlijckheyt en architeäure te boven gaen. In defe zijn
veelbegraeffeniflen van Biffchoppen en Vorften, met hare
beelteniffen, uyt koper, fteen, enalabafter. Hier ruften
oock, in filvere kaffen , de lichamen van de drie Koningen,
hier van Milanen gebroeht, en andere Heyligen. In defe
kercke mach niemant Canoniek zijn, als van Vorftelijck,
Graeffelijck, oft ten minften Barons geflacht, behalven die
men feven Priefters noemt, hoewel dat \'er acht zijn, alle Do-
doren oft Licentiaten, die den Godtsdienft moeten doen,
cn de Ampten van Suffragaen,
Vicarii in Spiritualihus , en
diergelijcke meeft bedienen. De Aertz-Biffchop wortvan
de Canoniken defer kercke, uyt het felve Capittel gekofen,
en van de Paus geconfirmeert: nu ter tijdt is \'t Hertogh Ma-
ximiliaen Henrick, uyt \'et Huys van Beyercn.De kercke der
Macchabeen, en die van S. Urfula, die men oock der elf
duyfent Maeghden noemt, zijn feer treffelijck en heerlijck.
Aen het Raedthuys ftaet een fchoone toorn, van vierkante
fteenen feer hoogh opgebouwt, met konftige beelden ver-
kiert. Daer tegen over ftaet een kapelleken, daer de Joden
voor defen haer Synagoge plegen te hebben, en nu lerufa-
lem heet, waer in een konftige fchilderye te fien is» De oude
marckt, welck de voornaemfte is, leght achter het Raedt-
huys, daer driemael in de weke alles te koop komt: rondom
de felve ftaen veel fchoone huyfen. Op dc nieuwe marckc
(die men oock de Keyfers markt noemt)en op andere plaet-
fen , hebben vele van de Gulickfchen en Berghfchen Adel
haer eygen huyfen om te logeeren, alsfe in de ftadt komen ,
en mede eenige Abten. De Rhijn loopt dicht voorby de
ftadt, is feer luftigh en gerieffelijck, om alle koopman^
fchappen op en af te voeren,waer in,onder andere viffchen,
oock goede Salm gevangen wort.

Recht tegen over Keulen,op de kant van den Rhijn, lagh Vupt,
eertijdts het
fort Duyts ofteDeutfchgenaemt, gemaeckt
met een brugge van Conftantinus Maximus, fone van Con-
ftantius, om daer foldaten in te leggen, èot befcherminge
van Vranckrijck. Dit kafteel met de brugge is daer nae van-
de Biffchop Bruno afgebroken, en de fteenen tot de opbou^
winge van een Abdye der Benedióliner orden gebruyckt.
Hier is in \'t jaer 1124 Abt geweeft Rupertus Tuifenfis,door
fijn geleerde fchriften in de heele werelt bekent.

De hooge Schole van Keulen is een der oudtfte in ge- Jcademi^
heel Duytslandt welck niet te verwonderen is, genierckt te Kealm.

S f f de

-ocr page 373-

ICOLöNIElsTSlS

i Arcliiepifcopatus

Hertog

enrait

1

ä Atiztor^ lolh Gymitz Med-ici) ^t Mathemutiao. ^

Tahndt
ifa.

Merode

(V

Cronenburï

^ i Waclitenaojick

Gelelcircliei

/ \\ Mjm

ï . ^ Stuken

A

Kerven donck
re // -

^ 1-1.. Zon/teecJc

»^el

Dal

en

Ran

Lgeraj

F A K S

\\ &rcßradt

/ Erlcelens a SU

"V Z J^ c £

rog

O anten ,,,

TCtmraii

Die

Oedt

Linnicli

WMtdehh ^■
Odéiikircliei^

\' / ï^

Aldenkoveia

iöt

ibk

J^irfirt

•an

Guliclc
Hamtack

J^Ttenkirclteit

/

3fedehaiit

Y L I ittal ji ^s^j/hm - .dl /

Luchèit

^IBE Rj W fc-li

C H E R ^ « jdsC"-»!-

^henv^i

Wefel

LiedUere; ^ iC^^T.^./^ _

Duren A ^ ^ > / A

Sleiden Camttatusê

Swidkeim

. _

HÜderskeim* ^ ^

Blanckenkel^H&Éi ^ | ^^
Kerpen

\\r.ußorff— Hillckradt

ibi

Xettkh\'cheiv

W.1PW .. - - - - • a .. M jShl

Sylor^etv j - ..■ .

" i, y^nger«! jid _ //

.rAf™»,,««»

Broek|lri7wut. H tr"
^ f ^ ^ Il J

/ JLtrckheUett i h

\\ 1 iN

\'Braheeck ^ 4 \\ II ^i^Öc hH n \'hJ

m

-MM^ f Ucrchen ^ Knechtstede

................Stirij.m\'k^ / , .. . M m k i

_ ................................./ ^qfhrvelt ^ J®»^ M Pu,

mj^^ ^ ••••......... 1./ Ö^^HJ

Stitft ^

1

Ratingen

Jitittenlfach

^ ...............I ^^ ^

flfi^ m - ..........l-\'-cioßer ^Cc^ ^ ^ ^

^^^^ - ê ALecheriick^ f A Conüsdorjf \\ \\ idl \\

Jiicfoduw. • .... ,—^ —^ 1 X : .^S laffi. -—-- \' jiö \\M-tr * j >

. jbt\'
Ktrmt^h

Jl 1 )) ê ^ # -T J 1 ^ j^j^l c/i iHc

erden ^ .. ^ 5 ^ \\ H

Zauhach

cn

^ Essen ^

Wolßrai

O

weiUm. - hl. ya^rt A 1 § U ^

- ^Udheeck I ^

jTmit^ jle C ^ WO

Hardetil

ht^ctv

I jidi £ 5
^ steel

\\ S E ÏJ-.C^

j^L J^der Vest.

Xiet-
i Jbt iffl

s\\iU s

Leete

Weftorp ^ Schuter

\' J^ohea-cht "

A

Xcmcts . -^^omhrg ^ Vufiorf- ^ Atßüer jg^

skenneim yjmiiHov^^j. . Barn.......

~ " \'Kadenliirche

.StameUn Ivptadew

frnenbor

CpmLtatus

1 Marnheim ^^ _.

JCessemch

Stoaeken rÄ^ O

a Sonher ~ TE — - i

^ EW.U M A R c K irJ^v

wettrmti^ jjj^^ Goßtfcnckct ^ ^crteiv

Hattingen ^ L

Vl,

r^Molkein. ( ^^^ ^ ^

iKerfei

Efck

it

\'\'Monreal

RTC H I fr^

\\ Meien

Ij^ Halter en i

MewetiL.
Com-,

rv. z/*^

Oirhdch

GtcUhach

IBil "

im« xwj cz-Aii« ■

"^tdfdenrad^

CFL

^ Jü),iitu Ufilw
itu)la\\rmnt

V fich

dommer

Crcnetèurg

r^^ - ^ ReckWkt^ren

^ ^^ ^ \'f| A Boeckiim

G- O ] rmmittck :ßtadenhpr^öher^^*aacker Mßn-U &

) jC O/31 I

Benskurg

iaiicw/

Mtinfter

Meienfe

^enricyborj J>Aiteletv ^ f, , \\ (l S

en berg

I ^.\'V/i

, , ^C^^ i iE.

. „ Stockum . -«41 j^wwÄ/Ä.u., BattCi

Steenhui ({ ^edeUwefyeJ

Lennei

Weui^eren

UI ^

*floltenkoiteit
Bienkorg^^ ifa, tdl ^
Scheivetme ^^
I Gevelskerg

Voerde

Sandvart,

^Batzler Ä
SeUem

^reiieithach

Wath-m, -L-^ •

......;. *

^ ^ \\ ^^^ BlanckTnturgl 5 cïT S

6edereiv Oh

■JLeriekharde

AUdMm jritbreninck Satiler

RT; . , ,

OUin\\ituten ^ Q

Alk

J -M^eS^ Srunutchu/ènX Pdrsti\'elr

yimnDo

Ma—

:^mj>ettdal
ji^Heerdeke

C 0 T V S , W^O^\'-^ "yy^éaeh

V^iterj\' j

Mreehtett.

^acjcn Xtvenhoff

i

Rae

Inyiei

Vorm Waliie /

^ v

\\ J^ewerhera

iaiHorde ^-^Mmjihst\'eii) \'/Jb: .vJ^ ^

-II^ Capelle

Coklentz

^ l óerenhreit^ein

ÄEh

C appenk erg ^
Ol Ca

T V^J^S

J^mkervelt

.»gers

U.1\'"!

en

Weißer Thtinty\'mm^ ittt^^i^r^\'Ä / T

\' \'^."Sk \\:t^artet{hac1i J^uickfwaaetv .

XrrnlU\'ch \\wüchereii \\ ^ ^

-^idl = _
^ ^edemelt ^ \'

^ideck

Drevenack

^ \' im ê

g Din jlaken

|Clivi^ "du c atu s | p ar s .

yjoa .......

Munich

^ Jè\\ Itelnö

Sem Comit-

a

bruter

Avalen i ^ m ?3

ƒ X««.« io| ■ X^Ztde ^^^ f tl

llfenk

itjrg

X ; 5 .

Mitrieiéeid

LWindeck<

loßach

vHom/fae

Dierdorflf

lll!l!lllll|

i5E5t Civitates

jA Taji

if^ -drces
if

Jterrien ^
hagen

J^illta.rÜL. Germanica, caimmmia.
JJ^rce itiiteris .

Ä ^atdhnUt

Qui/jeüniLs. \'Bfaeuw
^occudit.

Cover^eiiv
hajiiv

. ^ut/ledde

PARS

M

MAcitkirchetv

Orien S si

J0\\

-ocr page 374-

de Romeynen de Latijnfclie tale en geleertheyt hier eerft
gebracht hebben, en daer de Chriften religie, korts nae de
tijden Chrifti , van S. Maternus, difcipel van deApoftel
Petrus , foo men feyt, geplant is en na de tijden van Caro-
lus Magnus, door toedoen der Biflchoppen» meerder op-
gekomen, tot datfe eyndelijck in het jaer 1588 tot een Aca-
demie openbaerlijck is ingewijt, en van de Paus Urbanus
de VI met de felve privi legi enen vry heden begift, die de
hooge Schole van Parijs geniet.

Het Aerts-Sticht Keulen heeft den naem van de hooft-
ftadt j grenft in \'t noorden aen een deel van het Graeffchap
van der Marck, en \'t Hertoghdom Cleef j in \'t ooften aen
\'t lant van den Bergh ; in \'t zuyden aen \'t Bifdom Trier j in
\'t weften , aen \'t Hertoghdom Gulick, en een deel van Gel-
derlandt.

Onder het gebiedt van Keulen zijn verfcheyden Balju-
fchappen, als Arnsbergh , Fredeborgh , Bijlfteyn , Frede-
hardes-kiixhen, Hooveftad , Werle, Nehem, Baloe : De
Heerlijckheden Wildenborg, Hombercken, Hackenberg,
en Hardenberg.

In de grenfen der Ubien was eertijdts Tolhiacum^ als
Tacitus in \'t vierde boeck fijner Hiftorie fchrijft. Het is
gelooflijck, dat de oude
Vhii oock een deel van het Graef-
fchap van der Marck en \'t Hertoghdom van den Berge be-
woont hebben. Het Sticht Keulen is groot, en heeft, be-
halven de hooftftadt, noch twee andere voorname fteden,
Bon en Nuys.

Bon wort in de Romeynfche Hiftorien driemael verhaelt.
Tacitus noemtfe
Caßra Bonnenfia , dat is, de legerplaets te
Bon, van Drufus gebouwt, ten tijden Augufti, die, tot be-
waringe van den oever des Rhijns,meer dan vijftigh kaftee-
len gebouwt, en Bon aen Genofia, met een brugh over den
Rhijn vaft gemaeckt heeft j het welcke Florus in fijn boeck
klaerlijck betuygt met defe woorden: Langs den oever van
de Rhijn heeft hy meer dan vijftigh kafteelen gebouwt, cn
Bon aen Genofia,met een brugh en fchepen,vaft gemaeckt.
\'t Is een luftige ftadt, daer de Rhijn dicht voorby loopt,mec
een muur en gracht omsingelt, en van binnen met fchoone
huyfen verkiert, leyt in een vlacke plaets, aen de zijde daer
de bergen die van Bingen af ftrecken, den Rhijn fchijnen te
omvatten, en in een valleye re veranderen. Het lant is hier
rondom feer vruchtbaer, en brengt, behalven allerley gra-
nen, goede wijnen voort : dicht by de ftadt zijn eenige heu-
vels, die des fomers koftelijcke vruchten dragen, niet alleeri
tot behoef, maer oock tot vermaeck en delicateffe. Op defe
is veel wild en bequame gelegentheyt om te jagen. Daer
zijn oock luftige tuynen en boomgaerden, welcke met ri-
vierkens en fonteynen bewatert worden. Hier komen die
van Adel haer dickwils vermaken. De Biifchop van Keu-
len houdt hier gemeenlijck Hof.Daer is een groote marckt,
cn fchoone Collegiale-kerpk, daer fommige Keulfche Bif-
fchoppen in verheven tomben begraven leggen. Voor fom- /
mige jaren heeft Ferdinandus, Aertz-BifTchop van Keulen,
hier een Capucijner kloofter gefticht. By onter vaderen tij-
den heeft Karei Truchfes de ftadt ingenomen, en bewaert
voor fijn broeder Gebhard Biflchop van Keulen, tot datfe
het guarnifoen, met vier duyfent rijcxdaelders omgekocht,
gelevert heeft aen Erneft van Beyeren , die, met hulpe des
Konings van Spanjen, Gebhardum verdreven heeft.

4 Ii

ir

I I

f 1

Crenfen.

\'l J

Balju-
fchafpe».

i^p: !

Bofio

:; : i

l ,

(

h} : I l

VrHcht-
haerhejt.

Ses mijlen beneden Keulen leydt Nuys, aen de riviere de
Erpe, langs welcke men bequaemlijck door een kanael in
den Rhijn kan varen. In\'t noorden is defe ftadt breet, en
in \'t wefterlijcke deel langwerpigh, heeft twee muuren,
beyde met veel ftercke toorens verfien. Hier is een Colle-
giael-kerck van S. Quirin, die Graef Everhard heeft doen
timmeren. In \'tjaer 881 fijn Nuys, Bon, Keulen, enTol-
biack , van de Normannen verbrant. De burgerye van
Nuys heeft door haer vromigheyt groote vryheden vanKey-
fer Frederick verkregen, (wiens beelt midden op de marckt
ftaet) wantfe vry van tol zijn op de Rhijn mogen gele
flaen j voeren een gouden Arent in een fwart velt; en heb-
ben recht om publijcke brieven en befcheeden met root
was te zegelen. Keyfer Maximiliaen de I heeft binnen Nuys
fijn gemalinne Maria , eenige dochter en erfgenaem van
Karei de Stoute, Hertogh van Burgundien , moeder van
Philips de I, Koning van Spanjen, en grootmoeder van
Keyfer Karei de V, getrouwtj foo dat door dit huwelijck
bynae heel Nederlandt aen het huys van Ooftenrijck geko-
men is. Defe ftadt is in het jaer i j8 5, van wegen de Bif-
fchop Gebhard Truchfes, door verraflinge van de Grave
van Nieuwenaer ingenomen. Maer Alexander Farnefe,
Hertogh van Parma, heeftfe in \'tjaer i j86 wederom, nae
een korte belegeringe, ftormender-hant verovert, wanneer
het meefte deel der fl:adt in branc raeckte, gelijck de ruïnen
hedensdaeghs noch getuygen.

In \'t gemelde Bifdom is oock de ftadt Andprnach, waer AnAer*
van Ammianus fchrijft, die onder den Keyfer Julianus ge-
dient heeft. Sy leydt in een luftige contreye op den Rhijn,
tuffchen \'t geberghte en twee rivieren op de Franfche zijde,
twee mijlen van Coblents.

Drie mijlen beneden Keulen leght het ftedeken Sons aen
den Rhijn, dat over fommige jaren bynae heel verbrant is.
Hier hebben de Domheeren van Keulen eenen tol., .

Keyfers-weert leght dicht op den Rhijn, een mijIe bene- Keyfm*
den Duffeldorp, daer men aen den Keurvorft van Keulen
den tol moet betalen.

Een mijl beneden Orfoy is Rhijnberck, door de vcizmg-\'BhijnUrcki
vuldige belegeringen van de Spaenfche, en de Staten der
Geünieerde Provinciën, wel bekent. Nu is\'t onder dc
voorfz Staten. Hier heeft de Aertz-Biffchop van Keulen
oock fijnen tol.

V\'
f

\'I

-ocr page 375-

\'t Gebiedt der Stadt

V

Et geheele Aerts-bis-
dom Keulen , met
eenige aengren/ènde
landen , en een alge-
meene béfchrijving
van \'t felve, hebben
wy den Lefer terflont
vertoont :doch nade-
mael ons federt een
nieuwe kaert van het

Gebiedt der felve fladt is terhandt gekomen,
foo hebben wy die den Lefer oock willen mede-
deelen, op dat hy fijn genoegen en de vruch-
ten van onfen arbeyt foude genieten.

De fladt Keulen is een der vermaertfle en
treffelijckfte van geheel Duytflandt , en met
d\'Aerts-biffchoppelijcke waerdigheyt verciert ;
maer dewijl hier voor de heerlijckheyt der fel-
ve genoeghfaem in *t kort is befchreven , foo
füllen wy hier \'t vervolgh van alle hare Biffchop-
pen en Aerts-bifTchoppen, federt vele jaeren
mede Keurvorften van \'t heyligh Roomfche
Rijck, hier by voegen :

1 S, Maternus heeft d\'inwoonders van Keulen
eerft door
fijne predicatien tot Chriftus bekeert
ontrent het jaer der genaede p4, en wierdt al-
foo haren eerften Bißchopna dat hy 40 jaren
fijn ampt bedient had, is hy in\'tjaer 134 ge-
fturven.Eenige meenen,dat hy een der 72 Di/ci-
pelen van onfen Heylandt was, en d\'eenige fbon
van de weduwe die Chriftus van de doot op-
weckte , daer \'t Euangelium van fpreeckt. De
vervolgingen deden daer na dit volck weder tot
de heydenfche afgodery keeren , foo datfe 244
jaren fonder Biflchop bleven, totdatdeGot-
ten , die de ketteryen van Arrius volghden, uyt
hun lant door de Hunnen verdreven, en hier ge-
komen,fekeren Euphrates,ontrent het jaer 378,
tot Biflchop over fich ftelden : maer de Bif-
fchoppen van Gaule, door \'t bevel van Paus Ju-
lius d\'Eerfte te Keulen vergadert, hebben hem
in\'tjaer 35^8 afgefet en in fijn plaets verkoren

2 S. Seyerinus , die 40 jaren dit ampt bedien-
de , en de kercken van S. Cornelius, S. Cypria-
nus , en S. Columba heeft gewijdt, en in \'tjaer
438 het fterfelijcke heeft afgeleyt.

S, Euer0us van Tungeren geboren , is in \'t
jaer 4^3 , als hy des nachts na de kerck ging om
te bidden , van de moordenaers omgebracht.

S,Aquilinus leefde ten tijde van S. Urfel,
die raet d\'elf duyfènt \'maeghden uyt Engelant
verjaeght was, en alle ontrent Keulen in\'tjaer
466, door Attila, Koning der Hunnen, wree-
delijck gedoot , welcker overblijffelen defen
Biflchop neerftig vergadert en begraven heeft.

j Simoneus heeft ontrent het jaer 511 defe
waerdigheyt befeten.

6 Carentinm leefde ten tijde van Keyfer luftin.

7 Remigius leefde in \'tjaer en fturf on-
trent het jaer ózi,

Duytslandt*

S. Cunihertus, tiyt het geflacht der Konin-
gen van Auftragen gefproten, is in\'t Franfche
hof opgevoedt, en ter begeerte van haren Ko-
ning Dagobert in \'tjaer Chrifti
6ii tot Biffchop
geftelt. Hy heeft lang en wel dit ampt bedient ;
was d\'eerfte Aerts-biflchop , als eenige feggen j
en leyde de fterfelijckheyt af in \'t jaer j j.

9 Bocaldus fat vijfjaren, en fturfin \'tjaer 660.

10 Stephanus verliet de werelt in \'t jaer 690.

11 Abelmnus befat de ftoel vier jaren; en heeft
den tempel van Bacchus ontrent Nuys aen Chri-
ftus gewijdt : hy overleed in\'t jaer 694.

12 Gifo fcheyde uyt dit leven in \'tjaer 717.

13 Anno d\'Eerfle heeft fijn ampt wel bedient^
en ging op de gemeene wegh in \'t jaer 72^8.

14 Pharamundusy fijn navolger, heeft weynigh
tijdts defe waerdigheyt genoten.

I j S. AgilolphuSf uyt het geflacht van S. Boni-
facius, wort van anderen voor d\'eerfte Aerts-*
biflchop gehouden , en is in\'t jaer 747 gedoot.

16 Rangefridus , van eenigen Albericus ge^
noemt, fturfin\'tjaer 778.

17 S. Bildebertus was Cancellier van Vranck^
rijck, en wierdt in de Saxifche oorlogh van d\'on-
geloovigen als een martelaer omgebracht, na
dat hy
i6 jaren dit ampt hadt bedient.

18 Bartholinus was tien jaren Biflchop ten tij-^
de van Koning Pepijn.

lp Rudolphus f^it ontrent %1\'^d.xen ^ als Keyfer
Karei de Groote leefde.

20 HildeboJdus heeft Lodewijck d Godtvruch-
tige te Aken gekroont,- en is in de kerck van
S. Gereon in\'tjaer 819 begraven.

21 Hadebaldus was op \'t Concilie t\'Aken, eö
overleedt in\'tjaer 852.

22 Guntherus y een edelman uyt Franckenlant,
is in\'tjaer 8^4 afgefet.

23 S. Wïlibertus heeft een Synode te Keulen
gehouden, en is in \'t jaer 890 begraven.

24 Hemamus d\'Eerße, de Godtvruchtige ge-
naemt , verliet de fterfelijcken in \'t jaer 925.

2J Tfigfridus 29 jaren Biffchop, en fturf
in\'t jaer 954.

16 S. Bruno , loon van Keyfer Henrick d\'Eer*
fte, heeft het kafteel Deuts, en de brug over den
Rhijn afgebroken,hy befat de ftoel 12 jaren,en is
in \'t jaer 965 ia S.Panthaleons-kerck begraven*

27 Töto^mfat vier jaren, en betaelde de
fchuldt der Nature in \'t jaer 9(^9.

28 Gero, uyt het Huys van Saxen, was feven
jaren BifTchop, en is in\'tjaer 976 begraven.

29 WarinusMchte het Collegie van S. Marti-
nus, en fturf in\'t jaer 98 ƒ.

30 Euergerus genoot defe waerdigheyt 13 ja-
ren , en is in \'t jaer 998 ter aerde beftelt.

31 S. Berihertus was d\'eerfte Keurvorft onder Keum^^
defe Aerts-biflchoppen, en Graef van Roten-
burgh: hy heeft d\'Abdye te Deuts gefticht,daer

hy oock in\'t jaer 10 21 is begraven.

,2 Pelkgrinus heeft Keyfer Koenraedt te
S f f 2-

ï, i

-ocr page 376-
-ocr page 377-

\'t GEBIEDT V

Aken gekroont ^ cn is in \'tjaer 103Ó overleden.

33 Hermannus de Tweede, Paltsgraef, d\'Edele
gebynaemt, fturf in\'t jaer 105 j.

345. Anno deTsveede, Graef van Sonneberg ,
vooriêyde Keyfer Henrick de Derde fijnaen-
ftaende doot, falfde Henrick de Vierde, ftichte
vijf Collegien , en is te Sigeberg in \'tjaer lo/j
begraven.

3 5 Hildolphusw^s Kappellaen van de gemelde
Keyfer Henrik de Vierde,en fturf in\'t jaer lozp»

3(5 Sigemnus, te voren Deeken te Keulen , is
in S.Pieters kerck in\'tjaer loSpin d\'aerde gefet.

37 Hermannus de Derdeytoegcnaemt de Rijcke,
Graef van Northeim, overleed in \'t jaer 1099.

3 8 Fridericus d\'Eerfle, Marckgraef van Friul, is
in \'t jaer 1131 te Sigeberg begraven.

3p Bruno de Tvpeede, Graef van Altena, fturf in
\'tjaer 1137 in \'t Keyferlijck leger in Apulien.

40 Hugo , Graef van Spanheim, overleed
onlangs na fijn verkiefing.

41 Arnoldus d\'Eerfie, Graef van Gelderlandt,
is in\'t Concilie van Rheims afgefet.

4i Arnoldus de Tmede, Graef van Altena, was
Cancellier van Keyfer Koenraedt de Derde,
ftichte het Collegie in Rhijndorp , daer hy be-
graven is, na dat hy fes jaren Biftchop was ge-
weeft.

43 Fredericus de Tmede , Graef van Daftel,
volghde Keyfer Frederick d\'Eerfte in Italien, en
fturf te Pavien in\'t jaer II59.

44 Reinholdus was uyt het felve geflacht, en
Carïcellier van Keyfer Frederick j hy bracht
d\'overblijffelender Drie Koningen van Milanen
te Keulen in \'t jaer 11Ö4, en verliet dit leven
in\'tjaer 1187.

4j Philippus y Graef van Heinberg , verkreeg
van Keyfèr Frederick d\'Eerfte de Hertoghdom-
men van Weftphalen en Angrien: hy overleed in
Italien , doch wierdt te Keulen in\'tjaer ii9<5
begraven.

46 Bruno de Derde, Graef van Altena , gaf in\'t
jaer 1199 fijn ampt over aen fijn broeder

47 Adolphus y die door Paus Innocentius de
Derde afgefèt wierdt in\'t jaer 1205-.

48 Bruno de Vierde, Graef van Sein , wierdt
van Keyfèr Philippus gevangen, daer na verloft
fijnde,verliet fijn fiel de kercker van \'t lichaem in
\'tjaer 1209.

49 Theodoricus, Graef van den Berg, wierdt
in \'t jaer 1214 door de Paus afgefet.

50 S. EngelhertuSy oock Graef van den Berg, is
van Frederick, Graef van Ifenburg,1225 gedoot.

51 Henricus yan Mollenarck fturf in \'t jaer 1237.

j2 Conradus, Graef van Honftein, begon den

Dom te bouwen , en fturf in\'tjaer i2ór.

J3 EngeJbertus deT-^eede, van Falckenburgh,
verliet defe weerelt in \'t jaer 1272.

54 Siefridus yan Weflerhurg kroonde Keyfer
Adolf, en is te Bon in \'tjaer 1298 begraven.

J5 Wicholdus yan Holte falfde Keyfer Albert
d\'Eerfte, en is in\'t jaer 1305 te Soeft begraven.

56 Henricus deTwede, Graef van Wirnenberg,
fturf in\'t jaer 13 51.

ih

■ ■

^ !

I

li ■

!! ■

ï

I;

AN KEULEN.

57 Walramus, Graef van den Berg, kroonde
Keyfer Karei de IV, en overleed in \'t jaer 1349.

j8 Wilhelmus yanGennepvevlkt de weerelt in\'t
jaeri3<52.

59 loannes yan Wirnenberg wierdt door Paus
Vrbanus de Vijfde afgefet.

60 Adolphus de Tsaeede , Graef van Marck,
verliet het Bisdom, en trouwde in \'t jaer 1364.

61 Engelbertus de Derdey oock Graef van Marek,
te voren Biftchop van Luyck, fturf in \'tjaer
13(58.

6z Cono yanValckenfleyn was oock Keurvorfl
van Trier, en overleed in \'t jaer 1
370.

(53 Frederick de Derde, Graef van Sarwerden ,
falfde de Keyferen Wenceflaus, Rupert, en Si-
gismondtj en fturf in\'t jaeri4i4.

^4 Theodoricus yan MÖrfa betaelde d\'algemeenc
fchult in\'tjaer 14^3.

Rupertus, Hartogh van Beyeren, beleef-
de fware tijden en is te Bon in \'t jaer 1480 be-
graven.

66 Hermannus de Lantgraef van Heften,
kroonde Keyfer Maximiliaen d\'Eerfte, en ver-
wiffelde dit leven om een ander in \'tjaer 1508.

67 Philippus yan Thuyn, oft Dhijm, Graef van
Eberftein, fturfin\'tjaer 151 j.

<58 Hermannus de Vijfde,van Wieda,wierdt
in \'t jaer 1547, door Paus Paulus de Derde, af-
gefet.

<59 Adolphus de Derde, Graef van Schaumburg,
was op \'t Concilie te Trenten, en fturf in \'t jaer

70 Antonius, fijn broeder, overleed in \'tjaer
ijy8.

71 loannesGehhardus y Graef van Mansfeldt,
verhuyfde naer d\'eeuwjigheytin\'t jaer
1562.

72 Fridericus de Vierde, Graef van Wieda, ver-
liet het Bisdom om fijn fieckte in \'tjaer
1568.

73 Salentinusy Graef van Ifenberg , gaf defèn
ftaet vrywilligh over in \'t jaer 1577, om fich in
d\'Echt te begeven , en alfoo fijn geftachtboom
t\'onderftutten.

74 Gebhardus Truchfes, Baron van Walburgh ,
wierdt in \'tjaer 1583 verjaeght, om dathy de
leeringen van Luther aenhing.

7J Erneflus yan Beyeren, foon van Hertogh
Albert de Vijfde , herftelde de vrede in dit
landt, enverlietde fterfelijcken in\'t jaer i <5x2*

76 Ferdinandus yan Beyeren, fijn broeders foon,
was oock, als fijn oom, Biftchop van Luyck ,
Hildesheym , &c. en betaelde den tol der na-
ture den 13 September, in\'tjaer 1(5)0 : een
Vorft , \'die om fijn Godtvruchtigheyt, en vele
andere deughden, een eeuv/ige gedachtenis ver-
diende.

77 Maximilianus Henricus, foon van Hertogh
Albert van Beyeren , volghde fijn oom in defe
hooge waerdigheyt, en is den 2(5 van 0(äober,
in\'tjaer 1(5)0 , in \'t by fijn van vele Vorften en
Heeren, daer in beveftight: en beftiert nu noch,
met een befondere wackerheyt en wijsheyt, dit
Aerts-bisdom, en alle fijne andere Staten.

Het

M

-ocr page 378-

itîiff

66, c

Het Bifdom

K.

L

V

Y

C

Nam. Et Bifdom van Luyck

heeft den naem van Je
voornaemfte ftadt, alfo
genoemt (gelijck ge-
tuyght Hubertus Tho-
mas , een Luyckenaer)
van een Roomfch Le-
gioen oft regiment al-
daer verflagen. De in-
woonders noemen het
Liege,als of fy wilden leggen Leg/o. Andere zijn
van
opinie , datfè alfoo loude heeten nae een ri-
vierken Le^/a , het welck ontfjiringende ontrent
\'t dorp Anfijdrie mijlen van daer,binnen de ftadt
in de Mafe valt.

Dit land,gemeynlijck genoemt i\'JST^f/c^/^^^Li^?^
fe, paelt noord-waerts en weft-waerts aen Bra-
bant,ooftwaerts eensdeels aen de Mafe,eensdeels
aen \'t Hertoghdom Limburgh , en in \'t zuyden
aen\'t Hertoghdom Lutzenburgh, en het Graef-
fchap Namen : het is lang een-en-dertigh Luyc-
ker mijlen, en vijftien breedt.

Het heeft een goede en getemperde locht; het
landt is feer genoeghlijck en vruchtbaer,hebben-
de alles in
over vloedt,infonderheyt naer \'t noor-
den, aldernaeft aen Brabant, daer \'t feer rijck is
van koorn, en allerley ander gewas j het draeght
oock wijn; naer \'t zuyden,daer \'t grenft aen Lut-
zenburgh en Vranckrijck,is\'twat onvrujchtbaer-
der en rouwer van geberghten , oock van bof-
fchen , feer wildt, en vervaerlijck; waer men de
principale overblijffelen vindt van\'tArdenner
bofch,het welck C^efar fchrijft te zijn het groot-
fte van geheel Vranckrijck.Dit is foo veel de uy t-
wendige gedaente belangt: in \'t binnenfte van \'t
aerdtrijck is \'t begaeft met veele mijnen van yfer
en loot,oock van \'t befte gout, doch wat fchaers.
In \'t gebergte fijn fteen-kuylen,uyt welke fchoo-
ne witte marmor en albafter van allerhande ko-
leuren gegraven wordt. Daer-en-boven fijnder
veel kuylen en mijnen, feer diep onder de aerde ,
daer met wonderlijcken arbeydt,en perijckel der
arbeyders, tot onder den gront van de Mafe, die
hen boven \'t hooft loopt, gegraven worden de
fteenkolen om vuur te maken , die door de Ne-
derlanden vervoert worden,bcdragendede weer-
de daer van jaerlijcks meer dan hondert duyfent
ducaten. Defen fteen noemt men gemeynlijck
. Charhon de Liege, Luycker kolen,die ontfonckt en
\'van\'t
vuurontfteecken fijnde, geven een feer
krachtige hitte,die met water vermeerdert wort,
en met olye vermindert. De Luyckenaers feggen
daerom,dat haer land van drie dingen boven al-
le anderelanden verfien is, als broot beter dan
broot, yfer harder dan yfer, en vuur heeter dan
vuur. Men feyd,dat het gebruyck van defe kolen
eerft gevondèn is in \'t jaer 1189, van een vreem-
deling en reyfende man,diefe eenen fmit gewefen
heeft.Daer-en-bovenis dit landt begaeft met al-
lerley beftiael,en gedierten,de boffchen vol wilt-
" braets en vogelvancks. Men wil feggen, dat defe
T>uyrslandt.

Taletf.

Lucht.

yrtfcht\'

contreye eerftmaels van S.Maternus van Padua,
eerfte Biffchop van Tongren,in \'tjaeronfes Hee-
ren 100 , tot het Chriftelijcke geloove gekomen
is.Want de Biffchoppelijcke ftoel,die nu te Luyk
is , placht te Tongren te wefen , tot ontrent het
jaer498,in welcke tijdt(als deHunnen onder ha-
ren Overften Attila in Duytflant gevallen waren,
en defe ftadt met veel andere geruineert en ver-
woeft hadden) is de felve van S. Servaes naer
Maeftricht overgebracht, alwaer hy bleef tot dc
tijden van de Biffchop S. Huy bert, die dien in \'t
jaer 713 te Luyck ftelde, alwaer hy tegenwoor-
digh noch is. Van S. Maternus af,eerfte Biffchop
van Luyck , tot op onfen tegenwoordigen
tijdt,
worden ncgentigh Biffchoppen getelt.

En is de Prelaet van Luyck, niet alleen Bifl
fchop,maer oock een Vorft des Rijcks,Hertogh
van Bouillon, Marckgrave van Franchimont,
Grave van Los en Hasbania.

De oude inwoonderen defes Bifdoms fijn ge-
W^eft de EburoneSj Tungri, Centrone s en CereßL woonàere».

Het begrijpt nu ter tijdt in fich een groot deel
van out Lothringen, te weten, het Hertoghdom
van Bouillon, het Marquifaet van Franchimont,
het Graeffchap Hasbanie,oft Hafpengow,en van
Los, met noch veel Baronyen; foo dat in dit Bis-
dom,behalven Maeftricht,(waervan de helft on- ,
der \'t Hertoghdom Brabant ftaet) 24 bemuurde
fteden gevonden worden , en 1700 dorpen met
kloek-torens , veel Abdyen en Heerlijckheden ;
de namen der fteden fijn defe : Luyck,Bouillon, stederi,
Franchimont, Loots, Borckworm , Tongren,
Hoey,Haffeit,Dinant,Mafeyck,Stochem,Bilfem,
S.Truyen,Tuyn
,Vifet,Varem,Beringen,Herck,

Bree, Peer, Hamont, Siney, Foffe, en Covines.

De hooftftadt Luyck wordt van de Latiniften luyck.
Leodium,Yan fommige Augußa Eburonum^en van de
inwoonders
Liege genoemt, van de Nederlanders
Luyck en van de Hooghduytfchen Sutfïcf). Het
is een feer oude ftadt,en, nae het feggen van Hu-
bertus Thomas Leodius, is fy van de grootmoe-
dige Ambiorix,Koningder Eburonen,gebouwt,
door wiens beleydt de inwoonders, door lift be-
fjirongen en ombrachten Cottam en Sabinum ,
gantfch vernielende een Roomfch regimenten
vijfCompagnien , gelijck Casfar wijdtloopigh in
het vijfde boeck fijner Commentarien van de
Franfche oorlogen verhaelt.Andere fchrijven dat

het een nieuwe ftadt foude fijn, gefticht van
S. Hubert van Aquitanien; maer de overblijffelen
van hare oude vervallen veften , en andere heer-
lijcke merckteyckenen van hare oudtheydt, die
buy ten en binnen gefien worden,bewijfen oogen-
fchijnlijck,datfe langer gefticht is, als defe voor-
geven. Behalven de Mafe en Legia,loopen noch
drie andere waterkens door de ftadt, te weten ,
Vte, Vefe en Ambluarus, die haren oorfprong
hebben in \'t bofch van Ardennen. Noch loopen
in de ftadt veel andere feer klare levende wateren
en fonteynen, in fulcker menighte, dat fommige
huyjèn twee en drie fonteynen hebben.Sy is feer

S ff 3 groot

: Il

. i

1, i

ï ; \' 1
: s"

5 i

-ocr page 379-

9.

J&aJlcrsi

I feruL ( j:^ -^-r i^^zr^-^ißi^ß^m^

4

m pa .V^

»u,nt a.Mik ./ ° li

2)ïcn, O

Gloße.

...............

ofyur/rMVf

hsdle

X^^rW ^^^^ j k ^icn: \'^Sarittivtßh

/f „> ° ^ .éd^f y^ ° ^Beauredfc \'O , ,

JL

,0 O

5edain

........--v ^

.....-

zo\\

H A K X O IST I

Jlilliaria-

........J^â

PARS

Saatotir

iA Sr"

■to

îS -^ îS.;

- ....................• -^vm.^

r

ûrbrn.fUu\\i

D XJ C AT U S

L U T z E N B U R G

■■»a. M-Jiißw^ Ol

Vermrs cj-

Chafteleti

O Per WO) r
■ ■«jtV J,

•Aeö) "•Metat^"^

\\IattJreûut
O o

^UttL-

G l/mtre-]

uteL
O

w«" n/^^ßt. } XTa,

M

\' ^ffwtxtain.

° H.Jans t

l O - ^ Oc,«:^;^

Ctemmen.

^yrk.

l^r X) f O

Stolberg J^^^

Am Aerdaijii
^jjtui Gtiiydmum. z-tloatui^niTtla-m,

-•Ci.
O #

4f

I t - ^ Oepel

"^iff^er o

\'. K E F £

^eß""^ ° SatiuuL

TT A IST °

y GrmtH^ey

^ Suiten. TiTeer CrlaiheecL

L O E IST

joTTe^r / T L ATSTD ^ °

Oetersn. o weert

aDvKn.
Se

S^Wt^^^kT"^ oraep^rt Su^ZrtraecL

^EßefteretL.

Siltart "
.X

O O

O

Wfrtt, \'Nwleram.
P o^ °

lOtar

24

Gaixg^elt

■Rufe
HioJicte

-o o-^" HL

A - . o ^ Sf^^ G L jyi^R J^

L J ^

ta R- s

A

-ocr page 380-

L V

groot en wijdt,(bo datfe ettelijcke bergen en da-
len in haer begrijpt. Haren omvang is vier Ita-
liaenfche mijlen. Sy heeft groote fchoone huy-
fen en gebouwen, onder welcke uytmunt het ko-
ftelijck en magnifijck Paleys des Billchops, ge-
fondeert van den Cardinael Erard vander Mark,
Bilfchop van Luyck En men magh met waerheyt
feggen , dat Luyck overtreft alle de fteden , niet
alleen van Vranckrijck, maer oock van Hoogh-
en Neder-Duytflant, foo in menighte van kerc-
ken,als in frayighey t en rijckdom. Want hier fijn
acht feer rijcke en heerlijcke ftichten van Cano-
nikenjdoch boven al is feer treffelijck de Kercke
van S.Lambert,patroon defer ftadt, welcke is de
voornaemfte,den Dom genoemt,wiens Biffchóp
Prince en Heere is van \'t geheele landt, fijnde de
Canonicken fijne Raedts-heeren; doch kan hier
niemant Canonicus worden, dan een geboren
Edelman,Dodor,oft Licentiaet. In defe Kercke
is veel heylighdoms,koftelijcke gefchirren en va-
ten, veel cieraet van gout en filver, onder andere
een groote S. loris te pecrde van louter goudt,
welcken Hertogh Karei van Burgundien aldaer
vereert heeft. Hier fijn oock vier feer rijcke Ab-
dyen, alle metfchoone Libryen verfien. Binnen
de ftadt fijn 3 2 Parochye-kercken,met noch foo
veel andere kercken j deshalven de vermaerde
Petrarcha eertijts wel te recht van defe ftadt ge-
fchreven heeft: Ick hebbe Luyck gefien,een uyt-
nemende en heerlijcke plaetfe voorde Geefle-
lijckeyt. Defè ftadt is den Bilfchop onderdanigh,
foo in het geeftelijck als wereltlijk,nochtans met
fulcke
Privilegien en vryheden , dat haer regee-
ringe bykans een vrye Republijcke fchijnt te we-
fen i want fy haer eygen Burgermeefters, Sche-
penen en Magiftraet heeft.De ftudien en allerley
goede konften fijn hier eertijdts in grooter waer-
den en feer geoeffent geweeft j
foo dat men be-
vonden heeft,dat op een tijdt t\'feffens aldaer ftu-
deerden negen Konings fonen, vier-en-twintigh
Hertogen fonen , en negen-en-twintigh Graven
fbnen, behalven veel andere kinderen van Baen-
derheeren, welcke meeft alle Kanonicken wa-
ren van den Dom S. Lambert.

BomI/o». Bouillon is een Slot, gelegen vier mijlen van
Ivoy, en feftien van Luyck , wonderlijck op den
top eens berghs gebouwt,fijnde de woon-p aetfe
der Hertogen van Bouillon.Na dit Slot heeft Go-
defridus Hertoge vanLothringen fijnen toenaem
gevoert, de welcke in \'t Concilie van Clermont
in Auvergne , in \'t jaer i
op6 , d^eerfte is geweeft
met fijne broeders Euftachio en Balduino, die de
Kruys-vaert heeft aengenomen naer \'t Heyligh
lant tegens de ongeloovigen; en heeft derhalven
defe vrome Held, om beter middel te hebben tot
een foo verre reyfè,dit Hertoghdom verkoft aen
Spert, Bilfchop van Luyck, met meerder lof en
eere des verkoopers,dan des koopers.Door defes
vromigheyt en dapperheyt, hebben de Chrifte-
nen lerufalem gewonnen,om welke kloecke daet
en andere verdienften,als \'t gantfche krijgs-heyr
hem wilde kroonen tot een Koning van lerufa-
lem,heeft hy fulcks geweygert, feggende,dat fij-
nen zin oft wille geenfins en was met een gouden
kroone gekroont ^e worden,in die ftadt,daer on-

IJ

C K.

fen Heer en Salighmaker met doornen gekroont
was.

Franchimont was voortijts een befloten ftadt, Fra^cku
light nu fonder veften,aldaer heeft de Cardinael -
ErardusdeMarca een fterck flot gebout,leyt van
Luyck vier mijlen,en houd noch de waerdigheyt
van een Marc^raeffchap.By Franchimont light
een dprp Thovin genoemt, ontrent het welcke
Thovm,
gevonden worden verfcheyden mijnen van fèer
goedt loot, en in de naeft-gelegene bergen fiet
men veel fteen-kuylen van marmor.

Tongren light drie mijlen van Maeftricht, en Tongrsn.
drie van Luyck , aen\'t waterken lec. Defè ftadt
heeft den naem gekregen van de
Tungris , Duyt-
fche volckeren , die haer vaderlandt verlatende,
eerft herwaerts over den Rhijn fijn gekomen, en
defè woonplaetfe uytverkoren. Sy is de oudtfte
van al de Brabantfè fteden: van defe ftadt af tot
Parijs, ontrent 200Italiaenfche mijlen weeghs,is
een ftrate ofce wegh die eertijds geheel met ftee-
nen geplaveyt was, waer van men de overblijffe-
len noch oogenfchijnlijcken fien kan. Tot een
mérckteycken van een fèer groote oudtheydt,
wordt noch te Tongren gefien , een fèer oudt
kercxken, eertijdts Herculi toe-geeygent, wiens
beelt op de poorten ftaet, en noch hedensdaegs
gefien wordt.

Hoey wordt genoemt van het fterck-loopen- Hoey.
de rivierken, het welck in defe ftadt in de Mafe
valt; light van Luyck vi jf mijlen.

Het ftedeken Bilfen light aen denDemmer, Biifeo,
vier mijlen van Luyckj en buyten het felve light
het dorp Munfter-Billfen.

S.Truyén light drie mijlen van Tongren, eer- s. Trnjcn,
tijdts (als fommige meynen)een woonplaetfe der
Centronum , van welcke volcken Cxfar dickwils
mentie maeckt in fijne Commentarien.

Een mijle van Luyck is noch een dorp Ebure Ebmt,
genaemtjhet welcke eertijts was(foo men meynt)
de hooftftadt der
Eburonen.

Het halve deel der ftadt Maeftricht heeft (lbo
Placentius fchrijft)een Grave vanLoeven,Potus
genaemt, vereert aen het Bifdom Luyck. De an-
dere fteden gae ick kortheyts halven voorby.

Dit landt is over al vol rivieren , waer van het Riutreu,
meefte deel in de Mafe loopt,als Legia,Utes,Ve-
fes,Ambluarus,Ieckel,Hoy,Vefera,UI, Voer,Ut;
de andere loopen in den Demmer, en foo voorts
in de Schelde,te weten,Ratbeck,Stimmer,Herek,
Hefp,welck fijn feer klare wateren,en vifchrijck.

Te Tongren is eertijds een fonteyne geweeft, fomqnin
van welcke degeleerde noch een gefchil hebben, \'f dorp spa
Sommige meynen, dat die felve noch binnen der
ftadt foude zijn, doch andere (met welcke ftemt
Ludovicus Guicciardinus,een treffelijk Scribent,
en die felfs de waerheydt daer van heeft willea
vernemen) feggen,dat die buy ten de ftadt foude
zijn, anderhalf mijle van Limburgh, vijfmijlea^
van Luyck, en acht van Tongren, by \'t dorp Spa,
in een feer playfierlijck en luftigh bofch , zijnde
een gedeelte des bofchs van Ardennen. Defe
fonteyne heeft wonderlijcke krachten,om te ge-
nefen oock de aller-defperaetfte fieckten, als tec-
ringe, waterfucht, koortfen, en meer andere.

-ocr page 381-

L

E ftadt Gulick heeft
oockdie naemgegeven
aen het Hertoghdom ,
welck de Françoyfen
le
pays des Miers
noemen:

leght tuffchen de Rhijn

endeMafe,op fodanige
wijfe als Cleve, uyt-
gefondert dat Cleve
noordelijcker Ïeght.
Vrucht- ^^ lucht defes Lants is goet en gefont ; de ac-
haerheydt. keren vruchtbaer van allerhande kooren/t welck
daer volkomen en fwaer is;daer fijn oock fchoo-
ne weyden,maer geen wijn. Dit lant brengt oock
voort het kruyt Ifàtim, het welck gemeenlijcken
Waid genoemt wort,en van de verwers gebruykt,
waer van de inwoonders groote winft hebben.
Hier fijn oock veel tamme gedierten , infonder-
heydt treffelijcke paerden.

Men houdt dat de Vorften van Gulick haren
oorfprong hebben van Euftathio, broeder van
Godefrid van Bouillon. Eertijts was dit landt een
Graeffchap, maer wierde in het jaer 13 29 van
Keyfer Lodewijck tot een Marquifaetfchap ver-
heven,en dertigh jaren daer na van Keyfer Ka-
rei de IVjOp den RijcxdaghteMetZjtot een Her-
toghdom , \'t welck Cufpinianus, in het leven des
felven Keyfers,dus getuyght:D\'eerfte Marckgra-
ve, die daer nae oock Hertogh wierd , is geweeft
Wilhelm de IV, wien fijn fone Guilielmus fucce-
deerde in de Hertoghdommen Gulick en Gelder;
die iiorf fonder kinderen,en liet fijn broederRey-
nold tot erfgenaem;welcke oock overleed fonder
wettelijcke erve ; en fijn weduwe hertrouwde aen
fijnen fwager Adolf Hertogh van Bergh , waer
door hy geworden is Hertogh van Gulick en
Bergh Nadat defè oock fonder kinderen geftor-
ven was, is Guilielmus Hertogh van Gulick en
Bergh geworden, die hadde een foon Gerhard,
die hem in de regeeringe volgde : defè Gerhard
hadde een foonWilhelm,weIcke fijn eenige doch-
ter ten huwelijck gaf aen Joan,de eenige
foon des
Hertogen van Cleve,waer door defe drieHertog-
dommen Bergh,Gulick,en Cleve,onder een Heer
gekomen fijn. loannes haddeeen fbon Wilhelm,
die hetvierde Hertoghdom Gelder daer by ge-
voeght heeft;doch wierd in \'t jaer i J43 van Key-
jfèr Karei de V overwonnen , en van fijn landen
berooft, die hem de Keyfer daer nae op fèkere
conditiën wederom verleende,uy tgefondert Gel-
derlant, wanneer hy de dochter des Roomfchen
Konings Ferdinandi trouwde.

De hooftftadt defes lants is ïuliacum oft Gulich,
aen de Roer gelegen, waer van Antoninus in fijn
Itinerario gedenckt. Nu ter tijdt ilïe fterck ge-
fortificeert, en is een heerlijck kafteel daer nef-
fens. Buyten de ftadt hebben de Vorften van
Gulick een Cathuyfers klooftergebouwt, en met
goet inkomen verfien.

De andere fteden fijn Marco-durumofte Du-
ren , welcke van wegen de harde belegeringe des
DuytßarÄt,

V

G

Naem.

Vbrße»:

Steden*
Gulick:

Vuren.

K.

A

Keyfers Caroli Quinti vermaert is geworden,
waer op oock te dien tijde dit vaers gemaeckt is :
En tibi DVr^ laCet, DYra CerWlCe rebehlÄs,
(jS[o Cadlt KVgYßl Mensis dr ensls erat.

Welcke \'vaerfen aldus lubden :
slet doCh deßlWe neCk Yan nYeren Laegh geYelt
In de Maent AYgYß, door QareL AYgYß de heLt,

Munfter Eyffel is een fèer playfierlijcke ftadt,
gelegen in de valeyen tuffchen de bergen , niet Eyp,
wijt van de oorfprong der riviere Erpe. Euskir-
chen,Berchem,QJ??\'^<»? oft Cafter,van wegen het
fterck kafteel,fbo genoemt,Grevenbroeck,Glad-
beeck,Dalen,WalTenberg, Aldenhoven,Gelekir-
chen,Rangeraad,Hensberg, Gangelt,en Sittert.

In dit lant is een groot getal van floten, waer
van fommige Adelijcke en Ridderlijckegeflach-
ten den naem voeren, als Palant, Meroden,Reu-
fchenbergh, Neffelroden, Wachtendonck, de
Baronnye Wickrad. Hier is oock een fterck ka-
fteel, en woonplaetfe der Quaden.

De rivieren in defe landen fijn , de Roer, die, Riv\'mm,
midden door\'t landt loopende, het fèlve als in
tweên deelt, en ftort by Roermonde in de Maes.
De Erpe,niet wij t van Munfter Eyfel beginnende,
loopt een ftuck weeghs door Gulickerlant, en
valt byNuys in den Rhijn. De Niers heeft hier
in \'t lant fijn oorfprong.

In defe ftreeckleght Aken^Cmtm Aquenßsjofte^ ^^^
gelijck menfè nu ter tijd
noemtjAquisgranum^daex
dedertighfte Legio Vlpia haer quartier hadde j
Luitprandus noemt defè plaetfè
Grani Palatium;
en Kegino,Tbermas Granif en Aqtns Palatium ; fom-
mige Scribenten noemenfè oock fimpelijck Aqucs;
van de inwoonders en Nederlanders wordtfe
Aken geheeten , van de Duytfchen gtc^ , en van
de Françoyfen
Aix la Chapel\'e.

Het is een feer oude en treflijcke ftadt, heefc
een gefonde lucht, en leght in een fchoone lan-
douwe j maer de tegenwoordige gebouwen fijn
foo heerlijck niet, alffe eertijdts waren. Van de
tijden Karoli Magni tot Karei de V incluys,fi jn
hier de Roomfche Keyfers altijdt gekroont, niet
met eenyfere, foo vele meenen , maer met een
fuy vere goude kroone, die men noch in de kroo-
ninge der Keyferen gebruyckt , en hier bewaert
wort. Binnen en buyten de muuren defèr ftadt
fijn veel warme fonteynen en baderi,die tot vee-
lerley kranckheden dienftelijckfijn.\'ln defe ftadt
heeft Carolus Magnus hof gehouden, alwaer hy
oock geftorven en begraven is.

In\'t jaer 1598, den laetften lunii, is defe ftadt
van den Keyfèr in den ban des Rijcks gedaen,die
daer binnen gepubliceert is van een Officier ofc
Hérault den 2 8 lulii naeftvolgende. De oorfake
was, om dat de Raedt niet uyt de ftadt dede ver-
trecken die van de Lutherfche en de Gerefor-
meerde religie, die daer gevlucht waren, en vrye
exercitie van religie hadden, door dien de Magi-
ftraet pretendeerde dathet
een vrye Rijcks-ftad
was, en daerom de vryheden neffens andere fte-
den behoorden te genieten. Als de Magiftraet
merckte dat de ftadt geen geweldt kon weder-

T t t ftaenj

I

c

li

Het Hertoghdom

-ocr page 382-

r^jwiirTi

TUIO.

4^1

Zoiiihecclç

jCimuk^ilottck

o

\'XCVI\'Vl^P

Sm>crîicl~
O

O O

HoeJhct^e

C aoJt! cti

.....

A ÄKl > iQOl\'lVtncksl ^Krn^tcmeeti ^

V "\'V,

Ji /

JLhahl^m

\'jiotch
O

^^l^UIarU

"O"" 1 •Jtr^ß-ui O \'

■Vürß

O

aje
O

XCickerclu

Ki^-\'V\'fiJiïâS: ....._ ^ ^ " -i

é"\'! \'à L

XJniva

O

^roeclüit^tt-

Lattem-

M Ls.n.

r® -s

]

voß M

VelU

® Il

0

3

GfMei^y

r

■JljßeJtnlc.Q \'
O O

ii
\'iU-àLn

■nL\'rirU

«ci
SAaejßnßti

Qjiritich^a: -Eynßcr^^^

ep\'étuL

[tyliiiilcrh^fJ^J,

M-aïh "

Uh\'chcJ
O

Schule o
Jîfundmher^

BeikïheI

iJi^r^jai Oj

O Panthern.

16

M

ï-ic«\'

o

fjUj\'clrn

\'Ter \'Jtecf
O

».Roer - ooi-t
V

S tîxtlin.^mUr, ^^
^ j Êifeji

Sti\'eeH\'

Ci««.

. nJeßlii\'i\'e^

O

M

muß
H

u

St\'gjKlii\'g

lo

Ca^^jfeUirn

\'Jire^enn\' O

Ketwrj^ck

.k

(ihcJari

Lehnnk f^\'^\'K^r Ifej.J OXr

iC\'etimar

nmeL O

Vean^/tc:

\'Jiaeilc

ett^crett^

I Jierl\'ei\'jLtt.

Qvuicv

TitanÄctßej

c o

•Xintuv .^J^j-Jä

( S cimier ^^^

O

\\
\\

^Slorts atntii^reiz.
O

■XHitkrad Vt^eifeii^^

^ ° . - Ihtlken.. "

S.OTmts amnu^rc q

fclrkn. O O Jlava-tzraid.

1 oZuit-eUKfi\'fl

P uiTeltiot-p

l^^mß O

® Ojf Jctt-ßrufl

S^ßaen
6

Roej\'mxixn

iU\'

■Ihdlùh

O

Gruthn-

\'O

Marn.

^ ht J t \'^Crikerken.

miheniui^

A

fStetn
\'Mellùh

ïa Schileßnal
\'^^■imtatelilnßiv

\'fTii-c^.

tJ

é\'rlcrjùh

OJlvJc

Kütßtuch \'Jîut^en.

Gi\'ßimhireheii q tj Jljemehroeck q

rValhetm>.

. JLitufcJiut

\\ "WelTem

Oelent^ch

m. . 4 InJen\'hjfekcnhù^

R aetît vor -Mralat o

rcli

A

Daleji

tCineUrMi tQ*\'

Gh^erßO go.

■li^er Q V Oelaiherch -^i^^iJMawToecii

■ ^ /Ho®. ,

f O (raeratdt

\'Jîeii^h-ai-it

■^.»n.h\'^iß

5 Olli

u:hoiu

titras

yi"\'

GeLe

O,

■Meeck

S I

Vßci
daaf
o

0 Oi\'denlacli

o,„

IST ......

^ ....."»m^i ti.

üeißf":

S^cck

•JLÈ.

à.

I ^oulvr

&

A

I^SCJL Hemfchidt ^ ennep

O

Gryß.ci-ük J Q J
or\'----o---"Kßßf\'clas^

\'^"\'â OiikercU

■Jlschlàtj

O \'

^ccht V--w^tC*\' ^^^ rL 7 IndeJM-îL; . _______

O Grec\'U ^ /^Vä-cas
^ 1 L V

^l^y Q-nrvyitßx/ " * A^i O

y ç Tlickt À.

ï^^^k, Monlicii»

er vu erde

\'Ueveren- ^Ste O

- \'

jMotyv

ZencheL

\'Wipp

Gajig^elt O

Mîtart

^PcxeL

J> O

M^thwrt

Stciiibâcli

StDißnlfcrjh

° F ^ ZoiXS

■t ; s Lünort V ^ . ^rT^Vr"^-^ J^^-l\'h-lurch

o .....■

AoÄ

r P

J/fuJhnh\'eck

SI

Stociiéni^
O ^Ueßk^
O

cejd^ii.

^\'fritter

Stitmelen
O

Go^s\'ile,

Viüer

» ficetiiii-tiicn. O

o

Jtcmtfiniârci

Ccvûtjyin ff
PI

(Briàet » Vî

XßireMendt O SeÀerm-d

Grlieilro<rt \\

\'Irij^s.

(xA ctic die^iywA

tJLi^enft^iJe

i o

I

I

O ^^^tiharûn-
Gftmtm

e ■•i.fyridmißiL

iot

Q Scwt^jiît \\

O

^unwixhr

oY BedW

XitttlaH

MolllCilU

P

y

® Kirchß^-

^IdSuIti
P

Chierraidt

ttmuk .. w o I ^^ Xmd^vjg ^^f

fs\'Jleult 1 JJerrem,

O Ol^ßeUnunl q

f^ViÂ-rjhif

...........

\' ot sui»

V LWclx

^■rJenhe <> O

S^ç^ichisai-

P

X^aßimrk

TiMnwJtr P

.0 o ®

P a Schùimet^

O ® o\'Xi\\

Clumti^ O

—«

Sw\'Rsrdj

P

heyeti

^ oTr^eß»^ ^F,®«.^;«- \'Jiucjhrf ^Smter

■Eußert

P

O O

^JleerßtL

zjunncfi

^«.u\'ie Zindi
O

\\o *

. Uerxftcitt- J

I

StsrUerùît Skiaß-aße flfhrf
O^^V ^\'ùnihieh O

(> _ ItfÄ O -n^enlrer^

O p

.AMlcn-

Xlatnmerchit

SXSÎ^Îac^

VH^l

WeJenuA-

Srnß^in-

® " . - P. _ p

O

Ghai\'iel

^ri»

»SïV oVr^cheu.

Ife.

iWjcjk

ICerckratoj
SXciAiOn.

^ihen.

Trc.

JiraJ/i-itJ^Jiaje

|Q Schim

o

CMmtad

IBiueißsm

.OOl

Ydlc k-e u ^tVaL-L-n

O P -CiiA

nhtrtoyj \'FyLmf^
o/i OjiMra -K^-r ,, / .

P wm»-A y

o \'Vr\'ßnha^^
SrJiiyeii

P

Üiereh

P

I o Vu^ßnieh

o

Hoaî\\lierg

P \\ P

Jj-ummtrwk S^enkclinj

o

Zum.

GAßeim.

V

\'Rrull ß»-

HeijtickerDd

P^

P

tT)uj\'tMl y y, -JlM-d

\'Jiurifcnr ^ ^ irj<cn

P o^»^^^ • Q TvMDcnlmr^ °

O ^ O

Bellum.

P

Str^Iietn

SXmtrmtf

Q üißark

Alten

S-Im-i)

P

wMtirml

oMother/f
O

ifùtlbet^

O\'Unt\'ûLn\'

£ßt\'iler

Groïc

l-Jï cC^\'^ ItuhLr
fê P \\

o o- ®
o o

Kcifrshßl\' \'

iè^i.ècJiiu\'-J\'

O^lnttt.

t,

0 «

! « \'Btuyeirh
,
_ , \'Calclwv^n-

uuwvfepy \\

/ ® î! ÛA* Mceeken,

^rUnJitilffînv

^ o\'

^JûfP^ij.irtsn-
O

-Ti^aUh-uil ß"-

WinAech
O

^inierlBin

tß iVerßl ^»„ttv" ^ fcj/- ^^^^^^ 11.

M ____^^^

nUßln^

.Atrn\'iLf J

\'^\'\'J\' ^erchiruien

jlu-

\'S\'yfô

p <

Lcurßhid

^ert\'nrßach «

Oßiaißn

[V1.IACENSI5

ET

ONTENSI^
D V CfA T V 5 .

fW/f^-\'-mm

W

"Ftßcnich

I ~

»

O t \',>0 \'^■"nflorf
l^eßuch
^ 7(ÏW/Î -

O

Srcßmt

Gipch J^ P

^ « ® ?

\'Vclvußeii

Y—^^ on. \'V

I ^aîdertch

Al

tcjja

. fliîa

J-CaU^

Î0\\

M\'iUf.M ox
Xlithtfflct\'n

In-aclt ® P

o \\ o \'Horn.

A o

iCit^U

^VJ^ru ^ ioi

S.\'fmfis \\Cre-velt
O

O

0

JVèfes_

O

l\'clhft

\'JierctiÂcrj^

00

Sj\'f.-\'ckhufi\'d ^jf

o

\\Ohfervanizii,

\'^xh

T A

T ^

Xiiulfl-mJt

\\ /

:VucrJe

M. ileru\'aJe

f ^îtiert\'oîJi
O

aHßcheL

\'nrMil\' Q O

J^eerßn, ifj^ji Oiftcrraidt Jhcr o

O \' O \' O

I StvaLne

Suschtel

^Vuellenlci^ttin.

O

Sit\'eîttu

Bi\'akei-v^clt

Wêfi-dolc

jTulßeJe
" O

p .1"\'

S.Coj-mUs C\'\'
O __p o "

, Jj^hfchit

Jnmivnt q""

IP Cmbick

U

•Jia/

o o Giv/fSenich jr^\'

\' Ztllpiçl^»

ViicJciJ ,, ,

OSCalln-n

Lîiiiz

Cui^h^rtheim

TLrfr.l\'^-
w P

/t ■... . \\ \'o li/orma-dmj- ^^

>e Hei-toglïdomcii

Gvlick

en

Berghe.

\'^ßei\'ntcJi
Oii-i-mhen\'ft-

P

Gcijiiititt.

^zomW\'iîâ^

bcjj"

\'Rame.ßfMh
\' O * .

AtoJllOlL

JfartxiHL

Kall

m

X^C\'Rcidnßeyn

-MiC^\'7^\'"...... ~.......îâr^^M"

J/lilliaru û^rmamca^

BjmTicJi

Zuirvlenu

O sßMr y " ^ \\ TomLorg;

^ Aiacitaer \\ \\ à

ƒ <71

\'i-^\'tocckSn-t

Aihßiatu

vT ,1\'\'

M\'e ELI Ji I Ë

-ocr page 383-

GULICK EN BERGH.

ilaen ; cn dat een goede partye foldaten van de hebben terftont de Lutherfche en Gereformeer-

Cardinael Albertus"^, en van de Keyfer , om in de de Predikanten, die daer vele waren, afgefchaft,

oorloge van Hongaryen te gebruycken , daer en voorts de faken bevolen den Aertz^Biftchop

omtrent lagen , hebbenfe haer officie in handen van Keulen. Hier door is de Magiftraet veran-

van de Gaftels ofte Ambachten geftelt. Defe dert, en in alle oöicienCatholijcken geftelt.

Het Hertoghdom

E R G

H.

B

Et Hertoghdom Bergh, dat van alle die iets mifdaen hebben,fijn hier vry^ enon-
de ftadt Bergh den naem heeft, der\'t gebiet defer Abdye hooren eenige omleg-
neemt fijn begin by Neder-Wefel, gende dorpen: hier is een fchoone kercke, met
É en klimt langs den Rhijn meteen een konftigh tafereel, gemaeckt van Bruno van
groote ruymte en breete. Van des- Keulen. Het lant rondom dele ftadtis vrucht-
lëlfs Hertoghdoms begin en eer- baer, doch meeft van goede tarwe , waer door
fte opkomft fchrijft Munfterus aldus: In de tijden \'t wittebroot van Eften overal geprefen wort. De
van Henricus Auceps Roomfch Koning,in \'t jaer inwoonders drijven grooten koophandel, oock
p15,warender twee gebroeders,die om hare gro- in verre landen : fommige geneeren fich met we-
te dienften van Koning Henrick begift fijn met ven , andere met fmeden , foo dat\'er bynae ner-
een feker lantfchap in Weftphalen, in het welcke gens meer roers en musketten gemaeckt worden,
de oudfte Adolph geheeten,by\'t Graeffchap van Daer fijn veel fonteynen: de fwarte fteenkolen
Arenfpergh, het kafteel Wolveshegh gebouwt worden hier oock met menighte uytgegraven,in-
heeft.het felvelant rondom verbeterende,have- fonderheyt by het ftedeken Steltz aen de Roere.
nende^en met verfcheyden fteden en dorpen ver- Niet wijdt van daer leght Dufteldorp , na deri- Duifeidorp.
gierende. viere Duffel geheeten,is de hooftftadt van\'t Her-

De andere broeder Eberhard bouwde ook het toghdom Bergh, en leyt aen den Rhijn , alwaer
kafteel Aldenburg. Als defe broederen dagelijcks de Hertogen haer Hof houden,en alle koopman-
meer en meer toenamen in macht en rijckdom , fchappen, van boven en onder komende, tol
wierd Adolph van Koning Henrick verheerlijckt moeten betalen. Het Hof is aen d\'een fijde bin-
Graeffchap. m^t de tijtel van Grave van Altena. Eberhard! nen de ftadt, met een diepe en breede gracht
lant verhief hy oock tot het Graeffchap Bergh. verfterckt j aen de andere fijde met de Rhijn,op
Niet lang daer na wierd Eberhard monick, gaf de welcke het een luftigh uytfien heeft. Hier is
fijne landen aen fijnen broeder, en ftichte éetf oock de Cancelrye met de autentijcke befchee-
kloofterbyderiviereDune, waervanhy deeer- den van het lant. In de Collegiale oft Canonic-
fte Abt was. ken kercke is\' de begraefteniffe der Hertogen,ge-

Van Adolph en fijne naekomelingen fijn ge- lijck men fien kan aen de koftelijcke tomben en
fproten,Engelbert,Adolph;Engelprecht,Adolphj beelden uyt marmor gehouwen achter het hoog
defe Adolph ftervende fonder kinderen, quam choor. Daer is oock een kloofter van de Kruys-
\'t Graeffchap Bergh op fijns fufters foon Gerhard broeders. Eertijts was daer een vermaerde Scho-
Grave van Gulick5 na wien regeerde over beyde Ie, om de jonckheyt in de vrye konften en goede
de landen fijn foon Wilhelm,en na Wilhelm^Ge- manieren te onderwijfen,welck voor weynige ja-
rardj na Gerard fijn foon Wilhelmj defen fucce- ren weder begonnen hebben de Paters van de
deerde fijn fbne Wilhelm, de eerfte Hertogh van Societeyt Jefü^die daer een Collegie gebout heb-
Gulick,Bergh,en Gelder. Hem volghde in dere- ben. Onlangs is hier oock een kloofter voor de
geeringe defer Hertoghdommen fijn broeder Capucijnen gemaeckt.

Rainold, die geftorven is in\'tjaer 1423 , en van De voogdyen onder het Hertoghdom Bergh, Vooghdyen^
dier tijdt af is het Hertoghdom Bergh aen Gulick fijn twintigh, te weten, Blanckenbergh, Lewen-
annex gebleven. Eenige meenen,dat het Graef- bergh, Huykefwagen, Bornfelt, Salingen,Lants-
fchap Bergh opgericht is,als Henrick de hovaer- berg,Duffeldorp,Steinbach,Byenbach, Meyfen-
dige van Keyfèr Frederick de I was afgefetj doch lo,Medman,Windek,Syberg,Nuwenborg,Portz,
iskennelijck, datin\'tjaer 13 Keyfer Karei de Lulftorf, Monheym , Angermont, Elverfèlt,en
IV dit Graeffchap tot een Marck-graeffchap, en Borck.

fijn foon Wenceftaus het felve verheven heeft Dit lant is als een proviant-kamer van de ftadt
tot een Hertoghdom. Keulen,want van daer komen de huyslieden alle

Onder de befcherminge des Hertoghs van weke driemael te merkt, en brengen, na dat den
Bergh leght het Rijcks-ftedeken Effen , in het tijd des jaers vereyfcht, offen, kalveren,fchapen,
welcke Abfrid de IV, Biftchop van Hildesheym, verkens,hoenderen,eyeren,boter,vifch,appelen,
een fchoon vrouwenkloofter uyt fijn patrimony- peeren,karfen,en diergelijke fomer-vruchten,en
goed gefundeert heeft, in
\'t welcke twee-en-vijf- dagelijks menigte van beuken-hout om te bran-
tigh adelijke Jufferen,onder de gehoorfaemheyt den. Waer tegens die van Berghs-lant koren, tar-
van een Abdiffe, fouden onderhouden wórden: we,en andere waren teKeulen halen.Te Salingen
en maeckte daer oock een Capittel van twintigh worden veel klingen en meffen gemaeckt,die ge-
CanonickenmeteenChoor-deeken. De Abdye prefen,enin veel landen verkocht worden. Te
heeft een fonderlinge privilegie, voornamentlijk- Elverfelt wort veel garen gemaekt om tijeken te
op de plaetfe die men den Borght noemt j want weven,welck tot Antwerpen meeft gevoert wort.

t i;

Mareks

graeffchap.
Hertogh-
dom.
Steden.

1

-ocr page 384-

■J

6%

u .1

De Graeffchappen van

DER MARC

K

Ui

E N

RAVENSBERGH.

En meent dat de Vhii
eertijts be^^^oont heb-
ben \'c Graeffchap van
der Marck , met het
Hertoghdom Bergh.

De Graven van Al-
tena lieten fich mee
defen tijtel alleen ver-
genoegen, tot op A-
dolph, fone van Grave Frederik van Akena en
Bergh, de welcke, als hy oock der Marek tot
fich verkreegh, fich in die tijdt intituleerde
Grave van der Marck, voerende oock de wa-
penen daer van : en gefchiede fulcks in \'t jaer
1053, ten tijde van Wichmanus Graef van
Cleve.

Dit Graeffchap van der Marck is een feer
groot landt, ftreckende van de Lippe af naer
het weften , en veel heerlijcke fteden vervat-
tende , als Ham, Vnna, Soeft, Dortmundt,
Werden, en meer andere.

Dortmundt,ofte Tremonia, hght in \'t mid-
den van het Graeffchap Dortmunt, welck
een Rijcx Graeffchap is, en met de ftadt er-
kent den Keyfer alleen voor haeren Heere.
Defe ftadt wierd eertijds
Trotmamia gehee-
ten , van de
Trotmannis, volckeren der Swa-
ben,
dzsxmQ Tremonia y en nu gemeenlijck
Dortmundt. De oude jaerboecken en Chro-
nijcken melden , dat daer ter plaetfe , alwaer
naemaéls de ftadDoremundt gebouwt is, twee
dorpen lagen, een oudt en een nieu, de welc-
ke toebehoorden het Slot der
Trotmannen,
welck tuft\'chen beyden lagh : en datongeveer-
lijck om die tijdt, als Karolus Magnus alle de-
fe Saxenfche Provinciën onder fijn bedwang
bracht, defe plaetfe allenskens tot een ftadt is

feworden. Want de felve Karolus, aenmerc-
cnde de vruchtbaerheyt en goede gelegen-
heydt van defe fterckte, heeft met ter tijdt
Colonien alhier gebracht , en voor fich een
ftoel en Koninglijcke wooninge opgericht;
waer van het oock komt, dat de landeryen,
rondtom defe ftadt gelegen, ( welcker ey-
gendom de Graven eertijdts aen defe ftadt
overgedragen hebben) noch ten hedigen
dage
Konings Hoofslandt, en de nae-by-gele-
gene Meyeryen en buurten ,
Reychs-hofen
genoemt worden , de welcke gehouden wa-
J)ujtßandt\'

Dermmt.

ren haer jaerlijckfche koornpachten aen het
Koninglijcke hof te brengen en te leveren.

Sufatum, ofte Soeft, is nae Munfter de Soeß,
rijckfte en grootfte ftadt van NJJ^eftphalen , en
in tien volckrijcke Parochiën afgedeelt;
eerftmaels, foo men feyt, foude hier maer een
kafteel ofte vooghdye geftaen hebben , en is
met ter tijdt tot een foo groote ftadt gewor-
den j van daer men dan oock meent dat de
naem van Sufatum gekomen foude fijn , om
dat, van wegen de bequaemheydt der plaetfe,
dagelij cks meerder en meerder aenwas ofte
iUfa^ aldaer gefchiede. Onder\'t gebiedt defer
ftadt gehooren veel omliggende dorpen ofte
kleyne vooghdyen , die fy aldaer ?5utï>crt noe-
men. Defe ftadt is hedensdaeghs onder de
befcherminge der Hertogen van Cleve , Gu-
lick, en Bergh, fijnde van te voren fubjeót
geweeft aen den AertsbilTchop van Keulen.
Te Soeft is een feer treff^elijcke groote Kercke
met eenen hoogen tooren , gefticht ter eeren
van S. Patroclus, die oock als Patroon van
defe ftadt gehouden wordt.

De ftadt Werden light aen de riviere Roer :
de oorfaeck van de opbouwinge defer ftadt
is geweeft een kloofter, aldaer gefticht van
S. Lutgero , en is voorts in \'t jaer 1517 van de
twee-en-veertighfte Abt aldaer, Guilielmus
van Hardenbergh, de fonderinge defer ftadt
voltooit, en daerna van Engelberto Grave van
der Marck met ftadts privilegien en gerech-
tigheden begiftight, diefe oock noch geniet.
Het meeftendeel van de inwoonders geneeren
fich met het vee. Daer fijn feer vruchtbare
ackers en fchoone weyden , hooge en bofch-
achtigen bergen , alwaer ongeloonijcke en on-
tallijcke kudden verekens gevoedt werden j
uyt de welcke oock verfcheyden beecxkens
ontfpringen : de voorby loopende riviere Roer
brengt haer oock toe veel gerieflijckheden,
infonderheyt van feer welfmakende vette a en
en andere viftchen , die daer veel gevangen
worden.

In dit Graeffchap fijn vijftien Voogh-
dyen ofte Ampten, te weten Iferenloo , Wer-
dole, Akena, Boeken, Swartenbergh, Wetter,
Ham, Swerten, Lünen, Hunna,Nuftadt,Blanc-
kenftein, Raede, Werden, en Camen.

De rivieren in dit landt , behalven den ^\'^\'^rur,

V u u Rhijn,

-ocr page 385-

/

-ocr page 386-

MARCK E N RAVENSBERGH.

„„ijo, fijn de Roer ofte Rura, de welcke by
het ftedeken RGeroort.(welck woordeken foo
veel te kennen geeft, als het eynde van de
Roer) fich met den Rhijn vermengt, alwaer
men oogeofchijnlijck kan fien het onder-
fcheydt beyder defer by-een-loopende wate-
ren, fijnde het eene groen , en \'t ander wit van
verwe; de Roer maeckt foo veel kromten in
haren
loop, dat menfe by na voor den Masan-
der felfs foude mogen houden ; daer be-
nefFcns looptfe foo ras en fnel, datfe oock wel
fomwijlen door de velden doorbreeckt, en in
een geringen tijdt twee ofte drie bonden ofte
gemeten landts kan weghfpoelen aen de eene
plaetfe, en wederom aen een ander oort foo
veel doen aenwaifen ; en daerfe dan over-
vloeyt, vervultfe enbederftfe het landt met
fteenen : de andere rivieren fijn , de Lippe,
Anger, Wopper, en meer kleyne waterkens.

Het Graeffchap Ravensbergh paelc in het

I\'l

I

bergh»

noorden aen de Bifdommen Minden en Ofen-
brugge, in \'t ooften aen Lemgouw,in het zuy-
den aen het Stift Paderborn , de Graeffchap-
pen van der Lippe, Rheda en Retbergh 3 in
\'t weften aen het Bifdom van Munfter.

In oude tijden , eer \'t gefchut in gebruyck
was, placht men de fterckten op de bergen te
bouwen , en daer van oock gemeenlijck den
naem te geven, als Retbergh , Kloppenbergh,
Hertzbergh, Sparenbergh, Saernebergh, Swal-
lenbergh, gelijck oock Ravensbergh, dat een
voorneem fterck kafteel is boven op een berg,
van welck oock dit Graeffchap fijnen naem
bekomen heeft : de andere fteden alhier fijn
Bileveldt, Herwerde, Engeren, en Vlothowe.

Het landt is hier oock berghachtigh, en in
vruchtbaerheydt den naebuurigen gelijck.

Defe Graeffchappen befitten de Vorften
van Gulick en Cleve.

-ocr page 387-

I*

Het Hertoghdom

CLEVE,

En de Heerlijckheydt

R A V E S T E Y N.

; f

: i

Nam, Et Hertoghdom van

Cleve fchijnt defen
naem te hebben van de
diiDis oft heuvelkens ,
met welcke naem de
hooft-ftadt oock ge-
noemt wordt, gelegen
niet wijt van den Rhijn,
en op drie heuvelkens
gebouwt.

FaUif, Dit Hertogdom paelt in \'t ooften aen het Her-
toghdom van Bergh, het Graeffchap van der
Marck, en Weftphalen j in \'t noorden aen het
Graeffchap van Zutphen , de Heerlijckheydt
Over-Ylfel, en de Betuwe ,• in\'t weften aen Gel-
derlandt, en \'t landt van Luyck; en in \'t zuyden
aen \'t Sticht Keulen, en \'t gebiedt van Aken.

Dit landt is begaeft met een goede geibnde
locht, vruchtbare koren-landen , en fchoone
weyden; men vint daer alderhande gedierten,
onder anderen oock veel wilde, als, fwijnen, daf-
fen, voflen, halen, konijnen, herten, wilde
katten, en paerden. Daer is oock een fchoonen
vogel-vanck, als van hout-duyven , patrijfen,
lijfters, en wachtelen, en een ontallijcke me-
nighte van eenden i in\'t kort, daer en gebreeckt
bynae niet van alle \'t gene dat tot des menfchen
onderhoudt noodigh is. Men wil feggen, dat Pe-
pinus, en Carolus Martellus defen ftreeck van
Batavia, die men nu ter tijdt Cleve noemt, ge-
geven fouden hebben aen eenen i£lio Gracilo,
de welcke in die tijdt aen macht en rijckdom feer

OWf Ifee- floreerde in Gallia Belgica. Hem fljn in de order
en fucceflie
na-gevolght Theodoricus, Reynbal-
dus,
Rudolphus, ïoannes, Robertus, Balduinus,
en meer andere, tot op loannem, die de 27 is
geweeft, van u^lio af te reeckenen, in welcke
defe familie uytgeftorven is. Doch is naderhandt
in die felve familie
aen-genomen Adolphus, die
in\'t Concilie van Conftants, van Keyfer Sigif-
mundo, tot Hertogh van Cleve verklaert is ge-
worden, en van de inwoonders oock aengenomen
en gehuldight.

De fteden defes landts, na de Franfche frontie-
ren, fijn
Xanmm ofte Santen, gelegen op de flinc-
ker fijde des Rhijns , eertijts, als Pighius meent,
Trajana Cc/oma , oock Vetera genoemt, gelijck Py-
ramius en meer andere getuygen : het fchijnt
een fèer oude ftadt te fijn, \'t welck genoeghfaem
te kennen geeft de groote menighte van duyn-
fteen, die men aldaer dagelijcks graeft uyt de
oude ruïnen.

Bmkk\' Burick is een ftedeken tegen over Wefel gele-
gen, hebbende rondtom feer vruchtbare ackers,
Duytßandt.

Locht en

\'Vrucht^

haerhejdt.

nn.

Steden,
Santen,

en koftelijcke weyden is , nae het veroveren
van Wefel, van de Staten der Vereenighde landen
fterck gefortificeert.

CliiPia oftepeve, is het hooft van\'t Vorften-c/m.
dom, een feer oude en vermaerde ftadt, niet wijt
van den oever des Rhijns, daer hy fich in tween
deelt, en de Betuwe tot een Eylandt maeckt.
Het is eertijdts een groote ruyme ftadt geweeft,
gelijck noch uyt de overblijffelen en, vervallen
muuren gefpeurt wordt. Aen den Rhijn , op een
van de drie hooghfte heuvels, daer defe ftadt op
gebouwt Hght, ftaet een vierkanten hoogen en
dicken toren , met een fchoon flot, \'t welck men .
feer verre fien kan j en, gelijck men wil uytgeven,
foude \'t felve gebouwt fijn van C. lulius C^far, in
de oorloge der Galliërs, tot een fortreffe aen den
oever des Rhijns tegens de Duytfchenj gelijck
het-^opfchrift van de groote zael van dit paleys
fulcx genoeghfaem te verftaen geeft, luydende ia
defer voegen:
anno. ab. vrbe. dcxciix. c.

ivlivs dictator. his. partibvs. svb-
actis. arcem clivensem fvndavit.

Dit flot is een fit- en woonplaetfe derVorften van
Cleve, als oock van het kerckelijcke ofte geefte-
lijcke collegie, en leyt aen een feer be(]uame
plaets want van het felve heeft men rondtom
een feer luftigen uytficht over de naby-gelegene
plaetfen en fc^hoone vlacke velden, infonderheyt
uyt die feer hoogen toren, diemen denSwanen-
toren noemt.

De ftadt Calcar wierd van de Grave van Cleve Cakar,
tot dien eynde gebouwt, datfe foude fijn als een
toevlucht en befchuttinge tegens den overloop
der Keulfchen en naeft-gelegene Gelderfche,
met de welcke fy fteedts te oorlogen hadden.
Het feer oude flot Calcar heeft oock aen de ftadt
den naem gegeven, van\'t welck men , over het
eylandt, aen de overfijde des Rhijns te varen
plachte : defè ftadt heeft daer na allenskens feer
toegenomen aen rijckdom en welvarentheydt,
van wegen de wevers en bier-brouwers, wekkers
neeringen fich oock tot de naeftgelegene plaet-
fen uytftreckten. Boven Calcar, op die plaetfe,
die men hedensdaeghs 2iu(f
t)cn Sacrit noemt,
wort gelooft, dat Csefar Germanicus een brugge
over
den Rhijn foude geflagen hebben,als hy van
Veteribus Caftris, dat is van Santen, naer de Marfos
reyfde, welcke natie wy nu tegenwoordigh Twen-
tenaers noemen, hoewel dat het ftedeken Oot-
marfen noch fijnen ouden naem behoudt.

Griet light aen de flincker fijde des Rhijns, en Grùt.
volght voort op de felve fijde Griethuyfen aen
\'t begin van de Betuwe , by het oude kafteel
Lob-eck , welcke naem foo veel beduydt als den

X X X uyter-

i }

ï ?

5

1 !

? 1
1

- i?

;; i

t

; Vi

:

-ocr page 388- -ocr page 389-

. 9

ÏÜ\'i
i!( I

M

V

E.

uyterften hoeck oft eck des loops; want alhier
verdeelt fich de Rhijn in twee onderfcheyden
ftroomen.

Op d\'ander fijde van den Rhijn naer Duytftant
leyt Wefel, een feer trefi\'elijcke rijcke koopftadt,
en wel betimmert
; fy wort gemeenlijck Neder-
Wefel genoemt, tot een onderfcheyt van Opper-
Wefel, gelegen aen de flincker-fijde des Rhijns.
De voor-by-loopende riviere Lippe brengt haer
groot voordeel toe , welck water äen de ftincker-
fijde der ftadt langs heenen vhetende, fich haeft
daer nae vereenight met den Rhijn. Te Wefel
is een feer gedencxkwaerdigen Autaer der barm-
hertigheydt, aldaer geofl^ert, en gefticht van de
ouders des Heeren Henrici Oliverii Baers,
Cantfters van Cleve, fijnde een Oude-mannen-
huys, alwaer de oude luyden mildelijcken on-
derhouden worden, wekkers inkomften defes
Soon namaels vermeerdert heeft. In de tijdt van
trefves tuftchen de Aerts-Hertogen , en de Sta-
ten van de Vereenighde Nederlanden, heeft de
Marquis Spinola dele ftadt in den naem des Key-
fers ingenomen, van wegen fijne adie op \'t Her-
toghdom Cleve, en is naderhandt aen den Ko-
ning overgelevert, en met Spaenfch guarnifoen
befet. Daer nae in \'t jaer 1629, toen den Bofch
belegert was, en de Spanjaerden op de Veluwe
Amersfort bemachtight hadden, ifte van de voor-
fchreven Staten met een
ßratagema, dat is , een
behendigen aenftagh, verraft, die haer befetting
noch daer binnen hebben.

DuysbuYg. Duysburgh ofte Teutohurgum, een ftadt van oudt
Duytflandt, was eertijdts oock aen den oever des
Rhijns, nu leydts \'er een weynigh af, tuftchen de
wateren de Roer en de Angra. De groote gebou-
wen , en oude gelchiedeniften, geven genoegh-
faem te verftaen, dat het altijdt een feer treflijcke
ftadt geweeft is: van wegen de jaermarckten
placht daer grooten handel te gefchieden; hier
van getuygen de Vlaemlche Hiftori-fchrijvers.

Emmricks Emmerick, van Tacitus uytlegger Ajcihurgum
geheeten, doch wordt fulcks van Nuenario we-
derfproocken j is van inwoonderen en huyfen
feer vervult en rijck, en fterck gefortificeert van
de Staten der Vereenighde Nederlanden en
heeft een vermaerde Schole.

Rees. Rees is een kleyn ftedeken, vermaert door

fijne fortificatiën, in defe laetfte oorloge daer
gemaeckt.

Rivteren. Dc voomaemfte rivieren die \'t landt van Cleve
bevochtigen, fijn, de Rhijn, Niers, Roer,en Lip-
pe. De Rhijn loopt \'er dwars door: de Roer komt .
uyt het Graeffchap van der Marck, en ftort fich
in dit Vorftendom tuftchen Duysburgh en Roer-
oort inden Rhijn: de Lippe in Weftphalen fijnen
oorfprong hebbende, mengt fich by Wefel met
den Rhijn: de Niers, komende uyt het landt
van Gulick, en loopende voorby Gelre door Gel-
derlandt, valt by \'t huys Gennep in de Mafè.

WefcL

m.

Onder de boftchen defes landts is het Duys- Bcjfche».
burger-bofch, welck Tacitus Saltum Teutoburgenjm
noemt, wel\'t grootfte en voornaemfte , omrin-
gende meer als de helft der ftadt Duysburgh, en
aen fommige fijden maer vier ofte vijf boogh-
fchooten weeghs daer van liggende in het felve
worden ontallijcke wilde gedierten gevonden, en
begrijpt oock in fich veel klare en heldere wate-
ren en beecxkens. De bergen defes landts fijn Bergeti.
hoogh , en rondtom met feer hooge boomen
bekleedt.

Ravefteyn is een fchoone Heerlijckheydt , ge- Raveßejf»,
legen aen de Mafe , tuftchen Brabant en Gelder-
landt. Sy paelt in\'t noorden aen het rijck van
Nimmegen j in \'t ooften aen \'t landt van Kuyck j \'
in \'t zuyden en weften aen de Majeurye van
\'s Hertogen-bofch.

Na de doot van loannes Wilhelmus, die fon-
der kinderen geftorven is, in \'t jaer i dop, den 2 5 r
Meert,is \'er oorloge gerefen tuflchen Keyfer Ru-
dolphus de 11, die dit Hertogdom feyde aen het
Rijck vervallen te fijn, om dat het een mans leen
was ,• en den Marckgraef van Brandenburgh , en
den Hertogh van Nieuburghwaer van de eerfte
geboren was van Leonora de oudtfte fufter van
Hertogh Wilhelm, de andere van Anna jonger
fufter, maer die noch in \'t leven was. De Hertogh
van Saxen pretendeerde oock, dat het aen fijne
voor-ouderen en hem gegeven was van verfchey-
den Keyferen , foo verre de Hertogen daer van
fonder mannelijck oir quamen tefterven, blijc-
kende by de brieven daer van gemaeckt. Als door
hulpe van Hendrick de IV Koning van Vranck-
rijck, ende Staten der Vereenighde Nederlan-
den, de ftadt GuHck ingenomen was, en Hertogh
Leopoldus 3 van Keyfer Rudolphus hier gefbn-
den , naer huys vertrocken, hebben de Branden-
burger en de Nieuwenburger eenigen tijdt t\'fa-
men geregeert j daernae fijnfe weder oneenigh
geworden, en hebben tegen malkanderen geoor-
loght. Nieuburgh hulp verfoeckende aen den
Koning van Spanjen, Brandenburgh aen de Sta-
ten der Vereenighde Nederlanden. Ten laetften
hebbenfe , met confent van Keyferlijcke Maje-
fteyt, de landen Cleve, Gulick, Bergh, van der
Marck, en andere, gedeelt j foo nochtans, dat
de Koning van Spanjen,de fteden Gulick,Sittart,
en Orfoy, befet hield ; en de voorfchreven Sta-
ten, Wefel, Rees, en Emmerick.

-ocr page 390-

i

I
.i

Het Aertz-Bifdom

70

R.

T

R

I

E

Naem. Et Aerts - Bißom Trier

heeft fijnen naem van
de oude Hooft-ftadt
Trier. Dit landt, ge-
lijck men in Csefar en
Tacitus kan fien, was
eertijdts groot want
het had onder hem
een goet deel van het
Bifdom Mentz, Bingen,
en Sarbruck, en grenfde aen de Ubien, Medio-
matricen en Nemeten. Nu wort het bepaelt in

Talen, \'t noorden met het Graeffchap Naftbuw , het
Hertoghdom Berge, en het Bifdom Keulen in
\'tooften met Ringauw en Heften,- in\'t zuyden
met Wefterrijck en \'t Hertoghdom Sweybrug-
gen; en in\'t weften met het Hertoghdom Lut-
zenburgh.

Locht, locht is hier veeltijdts neveligh en regen-

achtigh, foo dat het van fommige het vuylnis-vat
der elementen genoemt is: doch andere fchrij-
ven dit een feecker dal toe, daer altijdt fwarte en
donckere woleken over hangen.

zWm- Het landt is feer oneffen, op fommige plaetfen,
van wegen de onvruchtbare bergen, fcherp en
rouw en brengt bynae anders niet dan haver
voortj doch op fommige plaetfen, naer den Rhijn
endenMoefêl, is\'t vruchtbaerder.

Boßchen* Hier fijn vele boftchen vol wildt-braedt en ge-
vogelt, bequaem tot de jaght: alle deelen van
Sylva Arduenna, waer van de voornaemfte fijn
Wefter-waldt, Eyderwaldt, en Eberswaldt.

Berge». De voomaemfte bergen fijn, de Meliboci en
Abnobi.

Meiren, In dit landt fijn twee diepe meiren, te weten, de
Ulmer-zee en de Laicher-zee ^ in welck allerley
groene , geele en roode fteenen fijn, die de fma-
ragden en hyacinthen gelijcken.

Rivieren. Hier fijn oock vele rivieren, onder welcke de
vermaertfte de Moefel is, welcke in den bergh
Vogefus in Lottringen ontfpringt, niet wijdt van
den oorfprong der riviere Saone, weynigh boven
het dorp Buffan. Sy loopt van\'t zuyd-ooft naer
het noord-weft door de fteden Leftrau, Remire-
mont, Efpinal, Charmes, en Baton, recht naer de
Biftchoppehjcke ftadt Toul, en van daer naer
Metz en Trier, tot datfe by Coblentz in den
Rhijn valt. By de oude Schrijvers wortfe Okm-
cm genoemt, hoewel fommige meenen dat die
de Nava is, die by Bingen in den Rhijn loopt, an-
dere de Meyn. Maer buyten twijfelis Obrincus
de Moefèl, hoewel Ptolema^us daer tegen fchijnt
te fijn, die Obrincus boven Mentz ftelt j doch \'t is
waerfchij nlijck dat hy,door \'t feggen van andere,
gedwaelt heeft, in Obrincus op fijn rechte plaets
te fetten. Dat mede de Nava de Moefel niet is,
blijckt hier uyt, dat Ptolem^us anders defe ver-
maerde rivier de Moefel foude vergeten hebben,
en het kleyn waterken de Nava in de plaets ge-
ftelt. Joannes Heroldi meent, dat Ptolema^us met
DuytßandP*

Obrincus niet eenige rivier oft loopendt water
verftaet , maer dat landeken, welck nu ter tijdt
heet. Maer ick kan niet bedenc-
ken waer mede hy dit wil bewijfen. Voorts is de
Moefel vifchrijck van karpers, barben, falmen,
baerfèn , fnoecken , kreeften , en diergelijcke.
Aufonius heeft een geleert gedicht van defè ri-
vier gefchreven, welck hy Mofella noemt. De
andere rivieren fijn de Kil, oock Gelbis genoemt,
Pruin, Uhr, Sara, en Sura.

Het heeft oock verfcheyden metael-mijnen,^/^«
als van filver, koper, yfer en loot.

Men leeft dat het altijt een eygen Hertogh ge- Onder den
hadt heeft; nu ter tijdt kent het voor fijnen Heere
den Aertz-biffchop en Keur-vor ft van Trier.

De inwoonders hebben altijdts machtigh en
kloeck ter wapenen geweeft; foo datfe, onder ha-
ren Overften Ambiorige , Cotta en Sabinus,
Colonellen van C^efar , met haer geheele macht,
by Luyck verftagen hebben, doch daernae fijn-
fe van Labienus overwonnen, Casfar bekentj dat
de ftadt ofte gemeente van Trier, door de nae-
heydt der Duytfchen, met geftadige oorlogen
geoeffentis, oock in maniere van leven en fier-
heydt de felve niet fèer ongelijck was; en datfe
noyt eenigh bevel achtervolghden, oft fy moe-
ften daer toe met gewelt gedwongen fijn: foo lief
hebben de Nederlanders van oudts de vryheydt
gehadt. Nu ter tijdt fijnfe kloecke arbeydts-lie-i
den , en worden door de hanteringe van andere
natiën dagelijcks beleefder, en van beter manie-
ren.

Het landtfchap de EifFel hoort eenfdeels onder ^iß^i -
het Bifdom Trier , maer meeftendeel onder Lut-
zenburgh. Hier is een rouwe gront, daer meeft
haver waft. De inwoonders geneeren haer met
beeften, honigh en was. Van dit fchrijft Richwi-
nus aen Munfterus aldus : Dit landt is van nature
oneffen, rou, met bergen en dalen, koudt en met
regen gequelt, maer luftigh van wegen de fon-
teynen en loopende wateren. De inwoonders fijn
kloeck in \'t arbeyden, hebben goet verftant, allfe
geoeffent worden. Hier fijn veel fchapen, geyten,,
en meerder vifch als wildtbraedt.

TotBortrich, anderhalve mijl van de Moefel,
is een gefondt badt. Omtrent Meyen fijn filvere
mijnen, maer worden verfuymt. In de Heerlijck-
heden Keyla, Kroonenbergh en Sleyda in Hel-
lenthal , worden goede aenbeelden en kachel-
ovens gemaeckt, die naer Swaben, Francken , en
vele andere plaetfèn vervoert en verkocht wor-
den. Manderfcheyt enGerardfteynmogenin den
fomer met fommige landen van Italien wel verge-
leken worden, van wegen de overvloet der vruch-
ten , alscomcommeren, meloenen, lattou,en
andere.

De hooftftadt is Angußa TreVirorum, gemeen- J^oofiß^dt
lijck Trier genoemt, een van de oudtfte fteden
van Europa; ^neas Sylvius deduceert haren ou--
derdom 1300 jaren voor de ftadt van Roomen.

Yyy Op

wen.

i

ren.

-ocr page 391-

JU:

2,H

HB|1 I.....Ill» MM»_lUMi—ma™—.J«™— \' .......... —^

C

3^1

2/Ox

\'Lintz

Ó

dS ^ C ^ \'X ^

Gemim^e

c ^^

LIMB o h a I>

CX

V

c

sie^a

W£j

^e "Roer

ifenbesrg

V^ .....%

u /t \\ \' -rf- ^^

\\

Ci-oneaiti

.If

- :fütt;zi.
\'J^erejlaih

Kerpoix

I-

m

Hyldeike

ft-

Meyen-
yi. Monreal

I l^ieiavei^"

^ferfiil:

AMhr

Stable

O

*Mefole

\'RittUr

icU»-

\'Xh^aeh

. . Tatttci

InMch JJ

\\ Schoin.:
itfj

" Q % -v—^ V \\ . Q fir

■ ° -Xk^lL 1

^Jrenilei-^
A

^ S) s A W

\'TS^et\'tuef

^he^-tn—m

\'-datiert

\\

•n^anJir

S.Vit

O O

rBoechet

/ ^ . O ^ rO^ cfwo C Oili:. \\

\\ V^ ^^W Toe.enaw

^tfi.

OUf.

XuJylorf

Ol

Arettbergk

Srtüi f.

........... oi

Erandrnnoxtt

■y&nisfilltr

OiiJeit IrrêiJt

Xirtm^i

...A.,.

Eïigt

. nacl

Bïaiiclcêlieim

Vjieraol

\' ALckerT

CBrauiach

Vlmeti. a

i » ^ f ^ I Q ^fW

V \'WaMett^^L .\'-T-^ Y^elfti-^clt ^Jdeni-aedt ^O\'^Oj^

^^Wifr \\&äte^eüt J O O

> O ..A^Jl ^mA

Seeitsi l ? / Uvetit t ij^

ßUt SkX -rf .. \'^x, i ^v , ^ tMm ri I i —............... j. o

it^"^^ ° oWT-^ .,... Cell /-

teoéi

/

Bitbw\'

/ S^ffcheidt

O ^iäciept ^

di^eltach

Swenthem.

f-Daum

h

TUetu
IPeJei-tuui ^

iet

\'./cl,.

Sckoirreclceii

^/ifUfteitAett Q

\':£aütfe1itilt

^U-jIS.

O jXuuenhiuli

Lichten,
ier^

Homlalt

Milten.

.ze

\'ZfCttehach

SatyHiJt

\\ OTeUtitiacI, V \':>/eii/e^tOirlt

\'lifatsweiief

iTaftde

Clerff

\' ^yMmernach

SleMtx

z

Grealerlch .

Mereü

>

Sttttmerea. «r\'-ÄWllf

Argeniiial ^ , ° ___

Duy

S.XMfterj. ^

"ViatitJe

Dïe-tkirclL

Oetweite

>

X^ JË n JË ^

lagellieim

Lentingen.

y r

j \'VilM—1 P

Ei-inck \\ ,

o

QndUßeinL

rRitettifi O

J -Ty^^iaci

D V C A T V S

Alontzingen

"VelcLeivtz

-^^/ïl-^v/ertT _ _

Geumimeai

Xaettcc]^

\\

CD ^

Waldenau.

-Cro

. \'^R.aMoeit-

£ef-t1L

^tffèrir

s

Xuéff

Trier

\'öté

1 O

-Xertch

Emt,

® Sehmnt^ ^

Ol

\'jToxett

^i\'otchufeiltf

E ctternack

f ^ \'-iU.

^aujvert ..

^zurßeltx

Beïbtirg«

KerrJi

Ci-eittztiack

te«-

■Jt^cieiit

Cents
-ftttz

Precfei oAexxL
lieim

Wfe

» O

OJ s

Arafkeim

..„JÊ«^..

1 Xutttfndt

t \'iCaenen.

Tettinje
O ifi

£

Rees

el

Gf even. ^MacherS

44

-Mderf
O O

O .

Tt^aUvei^
Ur

\'tmgeti.

rBennerto / jOoHde^e«.
Ó Anclßi

l

A >

Siß«.

Ztetaiß^

Jjitterj^,

Sttzenndt
Grimborg V ^ °

Rivt

\'eder
Ol Sothefn^

J40

O

wettel-

lutJärenbtirg-

\\

Sarbltrg jpjw yjWrife

C^CelL

fitfC

\\0 O

\'^ahewetUr

J

L (ometvLLS !B[£ieii jßcc.

\'faa.

"yütßn

\'^RremtL ol

iel

Smtüich

S.We»

\'^mteflaclt

^ByUn^e

\'^uift^

Pocheren.

K7 ^é^

o to\'

r.iu

; Sirick .

JjHurchk, ®

.....^

________________v/ ) ..aïfei^Sftii^i^^^

L .......

-...... V». ____ai. , »•v. it,-,. . -r ^

arc HIEPISC OPAT vs

TMVIRÏ^^SIS

t^---- ^ Ji

AilUar^ ^alUca\' commuma.

3ÖI

5^1

J"

-ocr page 392-

T

Op een oude munte van Keyfer Vefpafianus flaet
Col. Avg. Treviror. Mela noemtfe alleen
Augufla, daer hy feydt in het tweede capit. van
fijn derde boeck : De voornaemfte volckeren
van de Belgen fijn de
Treyiri, en de rijckfle fladt,
in het landt Trier , is
Augußa, en, in de EeduiSy
Jugußodimum. Tacitus vermaent dickmaels van
defe fladt in fijn hiflorie, die ten tijde als de Ro-
meynen tegens de Duytfchen oorloghden, de re-
fidentie van hare Keyfers en fladt-houders ge-
weefl is, daer fy oock hare foldaten betaelden.
Hier was oock het Arfenael oft wapen-huys der
Romeynen, daermen allerley wapenen maeckte
en bewaerde. Noch hedenfdaeghs fietmen daer
het paleys van Keyfer Conflantinus geflieht, met
meer andere oude gebouwen , en antiquiteyten,
die dagelijcks uyt de aerde gegraven worden. De
H. Athanafms , Bifïchop van Alexandrien , heeft
hier in ballingfchap geleeft. De H. Hieronymus,
lbo hy felfs fchrijft, heeft de commentarien van
S. Hilarius hier uytgefchreven. De Aertz-ketter
Prifcihanus is daer gedoodt, door het bevel van
Keyfer Maximus. Keyfer Valentinianus Augu-
flus heeft fijn winter-plaetfe hier gehouden. De
treffelijckfle gebouwen waren op de maniere van
de fabrijck der Romeynen gemaeckt, als het Pa-
leys ,
Camptis Martius, CaphoIiumjCnCircué. Hier is

Academie, oock de oudtfle Univerfiteyt van heel Duy tflant.
De Gotthen hebben defe fladt eertijdts gede-
flrueert, gelijk Salvianus, Biffchop van Marfilien,
getuyght in fijn fefle boeck van de oordeelen en
voorfichtigheydt Godts. De Moefel loopt mid-
den daer door. Simon Richwinus, fchrij vende aen
Munflerus , fpreeckt van defe fladt aldus: Defè
plaets is van nature lufligh, foo door de bergen,
dalen , als rivieren en bygelegen weyden. De ber-
gen fijn groen van wijngaerdt, de ackers vrucht-
baer van koorn, de boffchen daer omtrent vol
wildtbraedt, en derivieren vifch-rijck. Van de
inwoonderen fchrijft Aufonius aldus:

etiam moresj ^ Uturn fronte fircna
Ingenium natura fins conceßit alumnis.

Coble\'ntz., Coblcntz heeft defen naem van het Latijns
woort
Confluentia oft Confluentes, dat is een t\'famen-
loop, om dat de Rhijn en Moefel daer in een loo-
:)en. Want de Oude hebben gemeenlijck aen fulc-
,ce t\'famen-loopen haer fleden gebouwt j gelijck
men fiet aen Bafel, Mentz, Straesburgh, Ulm,
en meer andere. Sy is volck-rijck , heeft fchoo-
ne huyfen nevens den waterkant, lufligh pro-

R

E R.

fped, vruchtbare ackers en wijnbergen. Daer
tegen over leydt het kafleel Eerenbredfleyn, op
een hoogen bergh, welck de fladt en het omlig-
gende landt kan dwingen ; en wort onder de
flerckfle floten van Duytslandt gehouden. In de-
fe Duytfche oorlogh heeft de Koning van Swe-
den fijn garnifoenen daer in gehadt, die de Fran-
^oyfen daer in gelaten hebben, welcke van de
Keyferfche belegert fijnde, door hongers-noodt
daer uyt getrocken fijn.

Boppart en Over-Wefel waren eertijdts twee
Rijcks-fleden, maer fijn naederhandt van Keyfer Ovn-wc-
Hendrick de VII voor een fbmme gelts aen den
Aertz-Biffchop van Trier verfet.

Men feydt dat de eerfle Biffchop van Trier is
geweefl S. Eucharius uyt Grieckenlandt, een van
de 72 difcipulen Chrifti, hier gefonden van den
H. Apoflel Petrus, als oock de twee naeflvolgen-
de, te wetenS. Valeriusens. Maternus. De73
was Ludolfus Saxo, die de eerfle van de Aertz-
Biffchoppen van Trier Keur-vorfl gemaeckt
wierd. Soo dat, tot den tegenwoordigen, hier
hondert en elf Biffchoppen geweefl fijn.

De fleden die aen den Moefel leggen behalven Andereße^
Trier, fij n Nilpomagumy een vermaerde legerplaetfe
van Keyfer Conflantinus, Veldentz, Cella, Beyl- £„f"
flein , Coblentz, en meer andere. De naeflgele-
gene Graeffchappen by de Provincie van Trier
fijn Blanckenheym, Arnsbergh,Nuenar, Reifer-
fcheydt , Sleyden. Als oock de Heerlijckheden
van Kronenburgh en Smidheym. In deTrier-
fche Provincie worden getelt defè Abdyen , Pru-
men , S. Maximin by Trier, Metloch, Himmel-
rodt, en Toley. De Graeffchappen Mander-
fcheydt, Keihel, Weirnenborgh, Gerrefleyn, en
Veldentz. De Baronnyen Winnenburgh en Bil-
fleyn. De Heerlijckheden Paffenheym, Saffich,
zur Leyen, Eitz, Permont, Wildenborgh, Eeren-
borgh, Waldeck, Hertelfleyn, en Kerpen. De
Vooghdyen oft Ampten Schonbergh, Schoinec-
ken, Hildesheim, Daune , Over-Manderfcheydt,
Kilborgh , Ulmen , Cocheim , Kempenich,
Meyen, Monreal, Keyfers-Efch, Munfler Meyen-
felt, Over-Hammerflein, Welfch Billich, Broich,
Pfaltz, Withch, Sarbur\'gh, Grimburgh, S. Wen-
del , Bleienkaflel, Hunelfleen, Baldenauw, Bern-
kaflel, Cell, Baldeneck, Schoineck, Coblentz,
Boppart, Ober-Wefel, Eerenbredfleyn, Monta-
dour, Vilmar, Brechen , en Kaemborgh.

-ocr page 393-

Et is qualijck mogelijck den
ftaet van oudt Duytslandt tc
befchrijven, niet alleen om
de onachtfaemheyt der oude
Schrijvers] maer oock, om
dat het laet doorwandelt en
bekent is. En gemerckt de
oude Duytfchen meer den
oorlogh als de ftudien toe-
gedaen waren, is het niet te
verwonderen, dat hare heer-
lijcke daden onbekent zijn,
en van de uytlandtfche Schrijvers niet heel getrouwelijck
verhaelt. De Griecken hebben veel verzierde dingen van
de Duytfchen gefchreven. De Romeynen, die eergierigh
waren, hebben haer eygen kloecke daden foo feer niet ge-
prefen,als looflelijck verfwegen de fchade en ongemack die-
fe van de Duytfchen geleden hebben. Daerom is te vermoe-
den, dat de boecken van Plinius, Tacitus, en andere van de
Duytfche oorlogen, door haet en nijdt verdonckert zijn, op
dat de eer en lof der Duytfchen niet te groot foude wefen.
De Roomfche en Grieckfche fchrijvers hebben oock dick-
maels gemiftjom datfe de plaetfen niet wel en kendenjvoegt
hier by,dat de namen der volckeren, plaetfen, en fteden,by-
nae overal, verkeert en bedorven zijn, om de moeyelijck-
heyt van de pronunciatie, dat is, uytfprake. Ten\'laetften,
het algemeene verhuyfen der Duytfchen heeft alles onfeker
gemaecktrdaerom,hoewel de Schrijvers gemeenlijck Duyts-
landt van Vranckrijck fcheyden met den Rhijn, het blijckt
nochtans dat de Romeynen het landt, dat over den Rhijn
ïeyt, genoemt hebben, het Eerfte en Tweede Duytflandt.
Wy füllen dan beginnen van Duytslandts deel dat over de
Donauw leydt, en eertijdts van de Romeynen verwonnen
is: daer nae füllen wy tot den Rhijn en Neder-Duytflandt
komen, en ten laetften tot Groot-Duytfland.

De Romeynen hebben RhjEtia gedeelt in het eerfte en
tweede. Het eerfte Rh^etia begrijpt de Alpen, die me\'nnu
geberghte der Grifons noemt; de rivier Lycus fcheydt/è
yan het tweede, \'t welck hem van hier ftreckt tot de rivier
In} want de In fcheyt P».hxtia van Norico. VindeÜcia hoort
onder het tweede Rhaetia , daer de oorfprong van de Donau
ïn is,en het grenft aen Rh^etia, oft, om beter te fpreken,leyt
midden daer in. Het paelt in \'t ooft aen de In, in \'t zuyden
aen deAlpen,in \'t weft aen de Lech,in \'t noorden aen deDo-
nauw: nu ter tijdt wordt het meeft bewoont van de Opper-
en Neder-Beyerfchen,en omtrent de Lech van de Swaben.
Hier levt oock
Augußa Vindelüorum-^ dat is, Augsburgh.

Noricum oft Nortgou begint van de In, èn ftreckt in het
ooft tot hoogh Pannonien » in \'t zuyden wordt het bepaeit
met den bergh Carvanca, en de Norifche Alpen tot Italien
toej in \'moorden met de Donauw; nu ter tijdt woonen de
Beyerfche naer \'t weft,naer \'t ooft is \'t landt van der Ens,(foo
geheeten nae de rivier Anaffis; in het Duytfch de Ens ge-
noemt ) en een deel van Ooftenrijck j in \'t zuyden Styer-
marck. Op de Alpen woonen de Garnici en Croaten, Sla-
vonifche volcken. In Norico zijn geweeft de fteden
Oeni, dat is, Infpruck, daer nu oock zijn Altenhohenau, Bi-
dajo, luvavium, Saltzburgh, Aredata, en Lintz.

PtolemsEus deelt Pannonien in Opper en Neder.Ooften-
rijck, Styermarck, Carinthen, Carniolen leggen in Opper-
Pannonien; Hungeren in Neder.In Opper-Pannonien zijn
de fteden
luliohonaA^i is,Wem,en andere: in Neder,F/^ä»-
dria, dat is, Egra, en Salinum, dat is, Buda ofte Ofen, &c.

Laet ons nu over den Rhijn tot de Helvetien komen.
Onder
defe behoort alle \'tgene de SwitferfcheCantons ofte
het ^\'pDt-gnOtfc^aft befitten,rot de Rauracen en Bafel toe.
Heel Helvetien, feyt Cazfar, is in vier dorpen gedeelt, welc-
ke zijn de
tigurini ymcns hooft-ftadt nu ter tijdt Zürich is:
rugenh dat is, de Zuger; want Zugh het hooft is:
Vrbigeni,
foo genoeftit van de ftadt en rivier Orba, die Antoninus
Urba heet:
Amhrones, die de reft befèten hebben. In Swit-

ferlandtisBrigantinm, dat is, de Boden-zee,ofte
het lac Conftantz, de ïïQdQwSoiödHrHm ofte Soloturn,
Viso-

Dupjlandt,

durumokQ^im.Qid\\xtï,GannodurHmiSNÓck miffchien Con-^
ftant z is.

In de Sequams en Heduis,wdckc nu Burgundien en Loth-
ringen is, leggen de fteden
Vefintium, dat is, Befan§on, en
T^afium-, dat is, Nancy.

Langs den Rhijn nederwaerts volgen de Raurad , wiens
hooft was
Augußa Rauracorum oftAugft, Baßlea oft Bafel,die
uyt de overblijffelen van de vervallen ftadt Augft gebouwt
is. Sy is niet heel oudt.

De Mediomatrices hooren onder Gallia Belgica-Mtti was
eertijdts haer hooft-ftadt.

De Tribocchi hebben voortijds de landen beneden dc Me-
diomatrices
befeten, dat men nu Eifas noemt, tot Burgun-
dien toe,en de grenfen der Hunnen:want toen de Hunnen
regeerden, noemdenfe Ooftenreich, al datfe in \'t ooft, en
Weftenreich, al datfe in \'t weft befaten. Daer is noch in der
Eifas een dorp, welck den ouden naem behoudt |um DKpctl
^tiefen. Hier zijn de fteden
Mons Brißacus Bryfachjy^r^^-»-
toratmn Straesburgh, Taberna Zabern.

Na defe volgen de Vangiones, welck die van Worms zijn ,
gelijck genoeg te kennen geeft een oudt opfchrift,dat noch
te Worms is,daer duydelijck in
^tzci.VangionumJpecula. Bar-
hetomagus
is Worms.

Neffens defe waren de Nemeti, die haer ftreckten tot
Trier toe. Defer fteden waren
Neomagm» Oppenheym, oft,
om beter te feggen, Spier; hoewel fommige meenen dat
RußnianaS^iciiSi NeomagusWoims, en Oppen-

heym.

Naeft defe,naer \'t weft,woonden de Treviriy^it een groot
landt befaten; want fy ftreckten fich van den Rhijn tot de
Mediomatricen, en tot de Menapien , en de Mafe. Haer
fteden aen den Rhijn waren
CÄioguntiacum Mentz, Bingium
\'B\'mgQTiiVofavia 0\\Qi:-\'Wck\\,Conßuentes
Coblentz; en mid-
den in \'t landt,
Augußa Trevirorum Trier, Pontes Sarvi
Sarpruck.

Ripuarii wierden genoemt, die in \'t landt Trier aen den
oever van de Moefel hoonden, en tuflchen de Moefel,
Rhijn, en Maes. De Fran^oyfen noemden dit landt
Ripua-
ria, l^eußria,
en Außraßa.

Van Confluentia oft Coblentz begon \'t gebiedt der Vbio-
rum
, wiens palen van de Romeynen grootelijcks vermeer-
dert zijn, om haer uytnemende getrouwigheyt. Agrippa
heeftfe acn de andere zyde van den Rhijn gebracht,niet te-
gen haren danck, foo Strabo feydt. Hedensdaeghs wordt
noch de naem gevonden in de vervallen overblijfielen van
de oude ftadt Upen. Haer fteden waren aen den Rhijn
An-
tunnacum
Andernach,Bon, Colonia Agrippinenßs Keu-
len ; te landtwaerts in,
Marcodurum DmcriyDuromagus Dur-
megen,
luliacum Gulich; Gelduba, welck afgebroken en nu
maer een dorp is, Gelb genoemt, liggende neffens Linen,
\'t kafteel des Biflchops van Keulen.

In \'t weftgrenfden aen de Ubien de Menapii^wicm landt
eertijdts wijdt en breedt was : want fy quamen tot de ftadt
Keflèlop de Maes gelegen, welck afgebroken is. Onder
haer was Namen, \'t Hertoghdom Limburgh, en Falken-
burgh, en, over de Maes, een deel van Henegou tot Picar-
dien toe, en de Eburones; foo datfe aen beyde zyden van dc
Mafe gewoont hebben.

Omtrent de grenfen van Gelderlandt zijn oock de mo-
raflfchen der Menapien,in die contreye die men nu dcVoog-
dy van Geldren noemt,omtrent Venlo en Kempen. In Me-
napien zijn de fteden
Teruana Terwanen, Tnnacum Door-
nick. Naeft de Menapien waren de
Morini, wiens hooft-
ftadt was
Vortus Geßriacus, ofte Cales.

De Tungri hebben gewoont tuflthen de Mafe en Schel-
de. Haer fteden waren Tongren,
Namurcum Namur j Leo^
dium
Luttich ofte Luyck, K^tvatucumyi^ék.nóix:.

Hier nae vol^t Bata\'via, ofte het Eylandt welck de Bata-
vieren befaten, begrypende al dat tuflchen de Wael, Maes,
en de Rhijn gelegen is; waer in is
Vltrajecium de ftadt Ui-
trecht ,
Lugdunum Leyden, en andere.

Ptolemseus ftelt voorby de Bataviers en den Rhijn dc
kleyne Bufa^ereSiék fommigeBruiteros noemen.Sy hebben

Zz7, dc

1

OVDT DVYTSLANDT.

"TT:

-ocr page 394-

MTRIO 36

45

43\\

42

3JPI

3S

37

40

33

34

32

30

26

28

29

25

24

Vettódicus Smus ^
^uiet^^e- 1

lA

SVEVICVM MARE . Tacko ^uol
AMALGHIVM\'P/i^.

O.

\'M-

nus.

rHKILLI

% COBATSIi

R.VGI1.

SIGVLOJ

Lacilna^tumy

DANI.

SABALIN
GII,

CIMBRI .

gythones

a

LE^IOVII.

iJ/fu.

GAMBRIVIl

Ltrinttt\'hf . ,

^Jdarumis ^ ^ . ,

TEVTOKOARI. njirttmttv

CAVCimMt
noWres.

iAKCI.

•tcmdcv

tt^^GV^TAM \'Pi^hriueL.

G

AVARPI . \'

S\' L^hatuL

Wo

^tntmmv

^FRI
[STABp^
■NES..

^hahtt\'ortwTU

angrivarii

BVSACrxm^^ni Mtncres , jlaccobardi.

GERMANIAE

VETERIS,

m

S-e3amiiit

VEÏJEDI

m

VLMERVGI,

AEX,VAE OTSf E sfJutvt
HILLEVIONE S*

AGAZ2ARI

6

us

5IDENI.

r.ni

c

KVTICEII .

u

V

J^umtmnv
PHARODBlfl.

A

IKGAEVONEi; ,

. d

i

CAycirs
Mawi\'&s

- SII. ^

m

/ai..

L VIRVNI-

O

.SEMNO-SEZ-^S,

SAlXONES.

fr-^^HATJTES . KVXGVBINI, DVLGVMTsflI .

vsipeteNS .

52

lÖVÏil.

.„^ ,,, -«vTV^ BAl^TE S

campus. ANGlwr

HELV:& ÖAE .

M\'

BXRVCTEILI.

MJi Germania M

>TINGRI.

ARil .

\'Cati/K

.IK

lèticm\'tfhis
EvTi

»SecLinda-^

\'wö«)

\'ce

I\'

^U\'o^mcL-r.

CTvspjeiv
, Utmsi

MEKAPU.

htuum

eHERV^CIV"

\\0 mtttunteirbim^
•aVlwnmv

moLj
\' cöïöllüt

^^BII A\'

\'^•^^^.CATTIME

MORIÏTÏ.
\'\'B^moiviiv

\'TüR-lWïI-

^DOSE^m\'

\'^tttftttA

GRIPPIN»3
attimi

WBOCI,

^ - T^KïCEXI S (

^anJtnint^^

liTSTERTEïai

-AVAJIEN-I

cöG^r,

eum^

.GIQAm^

BEL

\'-tiii

iangioïjes . _ ______

Tesmagvs

vrvmcmsLx
némete s. 1 ^ dA^TN n

. , . mMi^^

Saletw ^ TECTO\'S
^ ^ « Jl SAGES.

rtii €

WBIAE

\'position\'!
[ws qvJÊ^j

DAM.

Lilva.

ft

lofor

^ermania
Superior vel
Prima.

^I^gru gvi,
jir^etttarabany oW -^eliattj^

Aeluri
Alc&tLer^es
Arms
Am^sani
AravijcL
AttiicLiy, ti^tJint
Atyuarij
Avioms
Balhnoti
Butones, nifi,
Jmt Gutones
Ca^doruv
CaraccLtes
Car ini
Cathilci
Caulci
Chauht
Cimsiiv
Cuhij, nifl
Jint Vb^
Fosti
Fosi \'
Guarnt
Hnt\'mi

laravacv
Landi

Luij, ntjt Jint

Li^ii
Morsig ni^ nift
Jint Maruijni
Mtu/dljties
JSfustjfi, nijljint

Vsi^eus
Faenimt ccy^tra.
Q^dribiuy W1V
Reuuï^iii\'
liihjca-
Scinthi
Sihtni
SolctftuuTv
Sua-rioms, ttjv
Jint Tharodeni
Stihcitij
Toeny
Vadomarüis
Varini

VetKtxamodurunv
Zumi

. IBótüÊ^^,.

m

oUito
BjtUa-

-\'iLijhttr
^éua.R m:\'

^ricsrtaiv

BERNEK; can^
SES. efttes

AI ^

"EL ^

TT» jtuiitnaqti^ "-\'JMES. fig^/"^
i— CAK, \'

^üMtc

Tsroui\'.^l^

JLIAE

JboïX;

vAVTsra

\'Ébe^urwn\'

Mrwam ja 1 I

m^m-ms

m

il-"C\'aiuïJ\' 1.
HBT^E 1" I .

HEL-gS , ,

PAIR

-AB T^TAT II

Amsterdami

^■.SfaeiP

Locorum vocahulo\' cirat Ca-roliMc^nC
tempora-^rimum- mvta., inter vetijin
non^ nuniero. ea- ita^ nee in. vj^scl
tahuU iteque hic feorjiinv miniinare •
\'vyimtjiivt-

HAUEIA.Ï\'ICI

snsrvs

-mimtpis -recepu.

^^eneiue

IS

par.

ia£

34\\ DIES 36\\

±7\\

35

24.

Itaii

25»

ref-

\'^Cibu,:
rumttv

^rrnavoita^

^ SVTER10R-. \'

TAE . \'

-IA ^arienitit

^Jjfci

ÏVRGII.;

_____Hl "^arvnaticvvmvtes

^.Nïfl.

Ni:

üAClAE^\'rfr^. -

\'ténainmv - -

C&cta^

CyT23-I Cartm^
- ASALI

, BïDitAïrl.

nmttmi

Tr^f^m A JTEIÏCVNIAXES

U7

\'wletSmnv

ijltis

"Jatofntttrv
" tPoetiMunv

\'Jzliulca.

COMTIATSrx.

\'\'UNawMUtuniy .

— ^ Tq-AitciA3srx- , M ^^^

ThHant^\'?

P\'^\'fW

- \'\' " ____

SLu^etti ^(um
HISTBLTA-.i

PARS ."

45

43

42

40\\

DN. lACÖBO MONAVIO SILE SIO
PATRICIO VRATISLAVIEN.SI, VI?
RO ET ERVDITIONE ET HVASA?
NITATE ORNATIS SIMQABRA\'
HAMV5 ORTELIVS HOC MVTVM
AMICITIAEMONVMENTVM LI^
DONABAT DEDICABATq^.

44

-ocr page 395-

dc plaetfen befeten, die nu de Weftphalen,Zutphenfe,Ben-
themers, Salanders, Twenten en Drenten hebben, ontrent
de Catten, Vriefen, en Ampfivaren. De oude riaem der
Bruderen kan men mercken in Bruck, Oldenbruck, Ofen-
bruck, Quakenbruck , &:c. Tuftchen de Bruderen en de
Vriefen loopt de rivier
Vidrus, en valt in de Zuyder-zec, nu
wort defe rivier het Swarte-water genoemt.

Boven defe, aen den Rhijn,woonden de Sicambri: wiens
ftadt was
K^fciburgium, nu Afpurgh, een vervallen plaets >
onder \'t Graeffchap Meurs.

Nae defe waren de Swaeffche Longobardi,oft Locobardi.
Het fchijnt dat dit eertijdts \'t landt was, daer nu een deel
van \'t Graeffchap van der Marck, en \'t Hertoghdom Bergh
ieggen.Door \'t landt van defe en der Sicambren loopen drie
rivieren in den Rhijn , te weten,
Lupa, Lip, Rura de Roer,
Angra de Anger, die by Angeroort in den Rhijn valt.

Die tuflchen den Rhijn en \'t landt van Bergh woonden,
daer nu een deel van Heflen aen den Rhijn komt, Hoch-
ruck geheeten, wierden
Tm^eri tn. Ingriones genoemt. Dit
lant ftaet nu onder de Graven van Naflbu, Koningftein, &c.
De Wedderauw en Wefterwalt, tot Franckfort toe.

Nae defe waren de Intuergii daer nu de Pfaltz is,Heydel-
bergh, en de Berghftraet.

Aen defe paelden de Vangiones ^Axt-t nu Ooft-Francken
oft Franckenlandt is, met \'et Sticht Wurtzburg.

Daer nae volgen de Charitini, daer nu \'t Hertoghdom
Wirtenberg is, met een deel van Swaben.

Hier nae woonden de Vcfpi, daer nu \'t Marck-graeffchap
Baden is, met het landt dat men Brilgou noemt. Tacitus
noemtfe
MJipetes.

Nae defe waren de woefte boflxhen der Switfers, nu het
Zwartzwalt met de nabuurige contreyen : het is een deel
van
Sylva Hercynia.

Naeft, den Oceaen, boven de Bruderen, woonden de
Weft- en Ooft-Vriefen,een volck dat fich nu verre ftreckt j
want fy komen niet alleen tot de rivier de Ems, gelijck Pto-
lemasus feyt, maer oock tot de Elve toe.

Boven defe woonden de chauciièio, men de kleyne noemt,
tot aen de rivier de Wefer. Daer nae de groote
Chauci tot
aen d\'Elve > welck nu een deel van Saxen is, en van \'t Her-
toghdom Luneburgh, de Stiften Bremen en Hildesheim.

Daer nae, in \'t beginfel van cherfbnefus Cimbrica, dat nu
lutlandt, Slefwijck en Holfteyn is, woonden de Saxen. Haer
fteden waren
Treva, Litimeris, en Leuphana. \'

Nae dc Saxen,van de rivier chalufo^mx. de Trave genoemt,
tot dc rivier
Suevus^xm de Spree geheeten,woonden dc ?ha~
rodeni.
Gemma Frifius meent dat\'et die van Meckelen-
bur-gh zijn.

De Sideni\'^oon.dcn aen de Oder, en befaten een deel
van \'t Hertoghdom Meckelenburgh en Stetin.

Nae defe woonden de Ruticlii aen de Weixel.

Telandwaert in waren de Suevi Angli, dc^QWooviêiQïi
meer naer \'t ooft, als de Suevi Longobardi.

Naeft defe w^oonden de Suevi Semnones, daer nu de
Marck-Brandenburgh is.

Daer nawaren de Burgunten,die naerVranckrijk trocken
en daer bleven woonen,waer van
Burgundia den naem heeft.

Tacitus fchrijft, dat de Angrivarii, en de chamavi, van
achter met de Dulgibinen, en Cafuarien befloten worden,
en van voren van de Vriefen. Nu befitten dat landt de Weft-
phalen, die van Munfter, en Paderborn.

De Bulgumnii woonden in die contreye, daer nu d\'oud e
Marck, en \'t Sticht Maeghdeburgh is.

Tuflchen de Saxen en Swaben waren de Teutomari en de
Virunii wiens fteden nu ter tijdt zijn Havelbergh en Wel-
fcna^i.

Nae defe woonden Ac Teutones en Avarpi, wiens fteden
nu zijn Berlin, en de ftadt Brandenburgh.

Tuflchen de Ruticleos en Burguntos woonden de Alvaonesy
wiens fteden men nu ter tijdt meent te zijn Grandnitz en
Toren.

Beneden de Semnones waren de Lingdt^ welck nu een deel
van Laufnitz is.

Nederwaerts de Burgunten woonden de Lutimani cn
Longididuni, daer nu Stargard in Pomeren is.

Beneden de Uinges, aen beyde zijden van d\'Elve, waren
de CaluconeSiêi2LQt nu Hertzberg is,en een deel van MeyflTen,
omtrent Zerbft.

OUD

De Cherufci woonden tuflchen de Elve en Oder,en befa-
ten een deel van Saxen en Düringen.

De chamavi hadden "t landt, welck nu MeyflTen is,tot aen
den bergh Meliboc.

Nae den oorfprong van de Elve waren de Bomchama by
Cottowitz en Drefen.

Boven defe woonden de J?4//W, daer nu \'t Hertoghdom
Saganis. i

Noch hoogcr waren de Cor conti ^A^ti nu Görlitz en Paut-
fen is, tot aen Polen.

Luti-Buri ftreckten fich tot aen de Weixel, daer nu
Sileflen is, en een deel van Polen.

Nae defe waren de Sidones, daer nu \'t Hertoghdom Op-
pelen is. ,

Defe volgen de Cogni^ daer nu het Hertoghdom Tcf-
fchen is.

De Visburgi woonden boven het Swartzwalt, wclck nu
ter tijdt een deel van Moravien is, omtrent Olmutz.

De CaufariylSlartereanes, en Danduti befaten \'t landt, daer
nu \'t Graeffchap Hennenbergh is, Smalcalden,en Egra,&c.

De Turoni en Marovingi waren ontrent Ambergh tot
aen \'t Bemerwalt.

De Catti woonden beneden de Chimavcn , daer nu Hef-
fen is.

Het gevoelen der Geleerden is,dat het landt der Tubantes
boven Heflen is, dat men nu Eichsfelt en \'t Hartzwalt heet.

Daer nae ftreckten haer de Teuriochem^ tot aen \'t ge-
bergt Sudet; men meent da t\'et nu Voygtlandt is.

Herwaerts dit gebergte waren de Variftiid^ti nu de ftadt
Bambergh leght.

Beneden de Martungis waren de Curiones, daer nac dc
Chatuorij daer nu Krems, Znaim, en Niklaespurgh is.

De Marcomanni zijn, die men nu Moraviers noemt.

Herwaerts \'t Swartzwalt woonden dQ c^adi, daer nu do
fteden Kam, Kalmuntz, en Grafenau zijn, tot aen
Syiva Lw
n£, dat is, Manenwalt.

Herwaerts Sylva Luna, oft, om beter te feggen, tuflTchen
dit bofch was veel volck der
BojohemorumA\'^Qï eertijdts over
regeerde Maroboduus, door d\'oorlogen der Romeynen ver-
maert. V

Alle defe volckeren worden verhaelt van Ptolemjeus.

Tacitus fchrijft van vele andere Duytfche volckeren, on-
der welcke hy de Marfen ftelt, die niet verre van den Rhijn
woonden. Eerft grenfende aen de Sicambren, daer nae heb-
ben fy haer neder-geflagen ontrent Teutoburgerwalt. Deiè
hadden de heerlijcke en vermaerde kerck van Taufana,Som-
mige meenen dat \'etde Otmarfen waren, endatdeDic-
marfen van haer gekomen zijn.

De Bru6ieri woïdcn van Ptolemsus niet genoemt, maer
de kleyne Brufaderen, die Drufus op de Eems te water over-
wonnen heeft.

De Mattiaci zijn die van Marpurg. Daer is niet aen te
twijfelen, oft
Mattiacum van Ptolemasus is Mattium van
Tacitus. Sy dwalen die meenen dat \'et de Zeeuwen zijn.

De Vfipii zijn die van Zutphen.

J^c Hermunduri woonen aen de Elve, in een deel van
Bemen.

De Agrii en Helvecones van Tacitus, zijn miflchien die
nu Hallandt bewoonen.

De Peucini en Baßarni ftelt Plinius aen de frontieren
van Dacien.

De Rugii zijn die van Pomeren, en die van \'t eylandt der
Rügen, tegen over de rivier Spree.

De Suiones van Tacitus, zijn mogelijck de Sweden en
Denen.

De Sitones zijn miflchien de Lijflanders.

Voorby de Weixel in \'t Europefche Sarmatien woonden
de Gothen, Alanen, Rügen, Scythen, Wenden, en andere
Gothifche volckeren. De Venedifche inham hoort onder
Pruyiren.

Samogithia paelt aen Lijflandt en PrUyften. Het fchijnt
dat Ptolem^Eus hier geftelt heeft de Galinden, Bodmcn,Su-
dinen, Sevinen, Hamaxoben en Carionen.

Eertijts hebben deMaflageten,Iafygen,RoxoIanen,en de
Chuniy RuflTen, Moldavien en Valachiam bewoont. En naer
het weft de Peucinen, Baftarnen, Arnodocen, Navarren,
Tyrangeten, Sauromaten, Gothonen, en andere natiën der
Gothen.

Dit

D U y T S L A N D T.

r"

-ocr page 396-

i

m

A N D T.

1\'

OUD

D U

71

noemt, in \'t Hertoghdom Brunfwijck hy het Hartz-waldt. -

Herodianus fchrijft, dat de Duytfchen weinigh fteene ge- ivonincen^
bouwen hadden, maer datfe in de boflchen tenten maeck-
ten van hout ofte boomen, in de aerde vaft gemaeckt en aen
malkanderen gehecht. Sy hadden geen huyfen, dan diefe
maeckten óm te ruften, alfle moede van de reyfe waren. Se-
neca fchrijft, datfe den regen weerden met ftroo ofte bla-
deren. Tacitus feydt, datfe in fpeloncken fchuylden, diefe
met meft vulden,- Strabo, datfe in hutten woonden, die maer
eenen dagh duurden, om datfe te beter fouden verhuyfen ,
en haren huysraet op wagenen fetten,en met haer vee voort-
trecken. Eufebius feydt, datfe geen landtmeterye oft konfte
van huyfen
te bouwen kenden: foo dat met reden Tacitus
fchrijft, dat de Duytfche in geen fteden woonden. Men
Steden.
vindt in alle de Grieckfche en Latijnfche Hiftorien, voor
Ptolemseus tijdt gefchreven , dat\'er maer van een ofte twee
fteden in Duytflandt mentie gemaeckt wordt. Strabo ver-
maent alleen van de ftadt Boviafmus, daer Maroboduus zijn
hof hield. Tacitus fchrijft van dc fteden Matium , Arena-
cum, Batavodurum, en een ofte twee kafteelen by den uyt-
gang van den Rhijn, die eer in Vranckrijck als Duytflandt
fchijnen te leggen.

Columella fchrijft, dat in Duytflandt groote en hooge Volckeren
mannen zijn. Plinius feydt, dathetvolckrijckis. Sidonius
noemtfeWTeet, Caffiodorus hoovaerdigh. Dionyfius feydt,
datfè wit zijn i Calpurnius Flaccus, rofch. Tacitus feydt,
datfe blaeuwe oogen hebben j luvenalis, geelhair, andere
rofch. Martialis en Seneca befchrijvenfe met gevlochten
hair; Tertullianus met gekrult ^ Appianus rou van manie-
ren i lofephus fterck; Hegefippus onverwinnelijck; Arria-
nus en Dionyfius, ftrijdtbaer. Tacitus fchrijft, datfe gaern
oorlogen, en datfe niet loos ofte argh zijn, maer openher-
tigh. De Keyfer lulianus feydt, dat het een natie is die nier
ftreelen kan , maer met iegelijck vry en recht uyt leeft, ge-
lijck hy fchrijft raet \'er daet bevonden te hebben.

Ariftoteles in \'t achtfte boeck Polit. en Galenus getuygen,
datfe de nieugeboren kinderen, gelijckfe warm van de moc-
. der komen, naer de riviere dragen, en als een heet yfer in het
water douwen, welck indienfè fonder letfel verdragen, foo
toonenfe de fterckte van haer natuur, en krijgen een nieuwe
kracht van \'t water. Defe manier is oock eertijdts by dc Ita-
lianen geweeft, gelijck Virgilius; by de Thracen, foo Sido-
nius j by de Scythen, als Valerius Flaccus j cn by die van La-
cedemonien, gelijck Suidas, getuygen.

Van joncks af, feyt Csefar, trachten fy, om haer in harde
en moeyelijcke faken teoéffenen. Waer hy in Duytflandt
geboren, feydt Seneca, hy foude noch in zijn kintsheyt een
kleyne fpietfc voeren. Tadrus getuygt, dat de jongmans
bloot tuflchen de rapieren en piecken loopen.

De mans-perfoonen trouwen niet voor datfe twintigh ja-
ren oudt zijn, foo C^far getuygt. Elck heeft maer een vrou-
we , behalven eenige, die om haren adel van meer vrouwen
begeert worden. De mannen geven hare vrouwen voor hou-
welijcks goedt, oflTen, een getoomt paert, fchilt, fwaert, en
pieck: daer mede fy vermaent wort, datfe in tijdt van vrede
en oorloge, gemack en ongemack, foet en fuut, dcelachtigh
moet zijn. De vrouwen vergeten haer niet dickmaels met
overfpel, waer van dit de ftrafFe is,- nae dat het hair af-ge-
fneden is, de kleederen uytgetrocken zijn, in de tegenwoor-
digheyt van de vrienden, jaeght de man de vrouwe uyt den
huys, en fmijtfe oft geeffeltfe door dc heele vlecke, foo Taci-
tus verhaelt.

Sy en zaeyen ofte maeyen niet, maer begeven haer heel
op de jaght. Nochtans fchrijft Plinius, datfe haver zaeyen,
en geenen anderen bry eten. In den winter fittenfe heele
dagen by\'t vier, nae\'t feggen van Tacitus. Sy eren meeft
melck, kaes, en vleefch, als C^efar fchrijft: en Appianus,
datfe met rouwe kruyden te vreden zijn in hare armoede:
en Mela, datfe raeu vleefch eten. Athen^eus feydt, datfe in
haer maeltijden gebraden vleefch eten, melck drincken, en
ongemengden wijn.

De rijcke gebruycken enge kleederen, daer men de leden
door kan fien ^ de andere kleeden haer met vellen van wilde
dieren. Plutarchus fchrijft, datfe de kleederen alleen tegen
de koude befigen Tacitus, datfe half naeckt gaen en Pom-
ponius\', in de kintsheyt gantfch naeckt, oock in dc meelde
koude.De vrouwen zijn gekleet gelijck de mannen,behalven
dat der vrouwen kleederen meefl van linnen zijn. De moe-

A a a a ders

Acrdt des
Undts.

Dit Duytflandt hebben de oude Schrijvers genoemt een
leelijck cn onaengcnacm aerdtrijck, rou van bergen, droe-
vighom te aenlchouwen, en heel vreeflèlijck door de bof-
fchen , vuyl door de moraflchen, en door beyde bynae fon-,
der wegen.

Van den naem der Duytfchen is verfcheyden gevoelen.
Sommige feggen, dat dit volck met haer eygen tale Theuti-
fche genoemt is, na den ouden naem van den waerachtigen
en eeuwigen Godt, Schepper van alle dingen, die van vele
volckeren Theuth geheeten wierde. Van defen en Man,dat
is 3 Adam den eerfl:en van alle menfchen, feggen fy haren
naem te hebben. Andere meenen. om dat Man in de Duyt-
fche tale een mans-perfoon beduydt, dat
GermamCoo veel te
feggen is, als Gaer-mannen, waer mede over een komt het
woordt
Alemanni, welck luyt, alle mannen.

Soo veel de palen van Duytflandt belangt,fy dwalen groo-
telijcks, die uyt de Wcrelt-befchrijvinge van Ftolem^eus feg-
gen , dat Duytflandt nu grooter is als \'t eertijdts was ^ en do-
len noch meerder die gene, die het eens foo groot maken.
Andere meenen , dat het dc helft kleynder
is j en dat er na-
derhandt bygevoegt zijn Elfafz, Lothringen, \'t Sticht Trier,
Luxenburgh, Brabant, Gulick, de helft van Gelderlandt,
Hollandt, heel Zeelandt, en Vlaenderen. Wy feggen, dat-
ter niet by-gekomen is, maer alles gebleven, foo bet was.
Want Plinius in fijnen tijdt fl:elde de palen van Duytflandt
tot aen de Schelde j de felve, als oock Tacitus, feydt dat de
Duytfchen den heelen oever aen defe zyde des Rhijns be-
woont hebben, van deSequanen, dat is, Burgundien a£
By C^far hebben die van Rheims , welcke Belgen waren ,
van felfs beleden, dat de Belgen meefl: uyt de Duytfchen
gefproten waren. Tacitus noemt de .^ftios Duytfche volc-
keren , die nochtans eertijdts heel Lijflandt en Pruyffen be-
faten. Plinius ftelt onder Duytflandt, Noorwegen, Sweden,
Finlandt, en al dat met de Noordtfche zee, en de grenfen
van Mofcovien omringt wordt. Eertijdts wierden de
Peucini
okBaJlarnd
oock Duytfchen genoemt, welcke verfpreydt
waren van \'t beginfel van de Weixel, tot aen de Swarte-zée,
cn den uytgang van de Donauw.

Soo zijn dan de oudtfte palen van Duytflandt geweeft, in
het weft de Rhijn en de Duytfche zee i in het noorden de
Noordt-zee in het ooft de Granwijckfchen en Finnifchen
inham, met dc Sweedfche-zee oft Codaenfchen inham, die
wy nu gemeenlijck de Ooft-zee noemen, de Weixel, en dc
rechte ftreeck van zijn begin tot deSarmatifche bergen j in
\'t zuyden de Donauw. Daernae zijnder eenige deelen by-ge-
komen , te weten, van Vranckrijck aen de flincker zyde van
den Rhijn, en uyt Sarmatien, aen den Codaenfchen inham,
en de rechte zyde van de Weixel,en boven den Donauw. De
meefte lengte is geweeft van de Caep Scritofin ofte Noord-
kaep, tot de Donauw, vier hondert Duytfche mylen. De
meefte breete was, van den Rhijn by Bafel tot de Amadock-
fche morafl^chen, die in de grenfen van RuflJen, Littauw en
Podolien leggen, twee hondert Duytfche mylen.

Uivkren. De voornaemfte en fcheep-rijcke rivieren van Duytfland
zijn de Rhijn, die door de Boden-zee loopt, en wordt ver-
meerdert met de Necker, Meyn, Moefel, en Lip. Dc Eems,
de Wefer, de Elve, daer dc Sala in valt. De Trava, Oder, en
Weixel ftorten haer in de Ooft-zee. De Donau, de groot-
fte rivier van heel Europa, neemt met fich aen de rechter
zyde uyt Vindalicien, de Lech, en de Ihn, aen de flincker
zyde de Nabe, en de March, en valt ten laetften in de
Swarte-zee.

De principaelfte bolTchen,daer de Romeynfche hiftorien
af vermanen, zijn
Hercjnia Sylva, welck eertijdts bynae heel
Duytflandthefloeg; en hadde eygentlijck defen naem ront-
om Bemen , en wordt nu \'t Bohemer-waldt genoemt. Bace-
nis
ofte Semana,in/t Hertoghdom Bruynfwijck,nu de Hartz
geheeten.
Gahreta, nu der Duringer-waldt. Luna, welck
beduydt de Godt van de maen, is tuffchen Moravien, Polen
cn Hongeren, nu het PafTauwer-waldt.
Martiana, miflthien
beter
Hartiana, hedensdaeghs der Swartz-waldt. Cafia, aen
de rechter zyde van de Lip, niet verre van Wefel.

De voornaemfte bergen zijn, deSuditfche, en oock de
JJircini/che by de Latijnfche Schrijvers genoemt,die Bemen
omringen. Abnoba in \'t Hertoghdom Wirtenbergh,ontrent
de fonteynen van de Donauw en de Necker.
Tmnm, nu der
Hayrich, tegen over Mentz.
ihxticus tegen over Bon, nu
(Sic&engebirgc.
Mchhocus, nu der Blocke-bergh ge-
Duytjlandt,

Naem.

Talen.

,1?

I

i

i

. :> ■
i f:

JSoßche».

t •
I ;

Ißer^en,

-ocr page 397-

1 r

OUD

ders zuygen haer kinderen niet, maer gevenfe aen minne-
■raoers. Sy leeren niet fingen , fchilderen, oft o,p het toon-
neel fpeelen, maer eenige veerfen, die haer voor een hiftorie
dienen. Al haer leven verflijtenfe in de krijgh : en het is by
haer geen fchande te rooven en fteelen. Als fy in haer landt
geen oorlogh hebben , gaenfe in de landen daer men krijgh
voert, en nemen haer moeders, kinderen,en vrouwen mede,
die de vidualie dragen, haer tot ftrijden verwecken, en haer
wonden zuygen. Sy beginnen den flagh met gefang, klanck
van wapenen , en danflen, en gebruycken groote lancien en
fpietfen. Het is by haer een groote faute en fchande den
fchilt achter te laten, foo dat vele haer van fchaemre verhan-
gen hebben. Dion en Herodotus fchrijven, datfe door de
jrivieren fwemmen^ want hare lichte wapenen en lange licha-
men heffenfe op, foo Tacitus getuyght. Plinius fchrijft, dat
de vrybuyters in uytgeholde boomen varen , waer van fom-
mige dertigh mannen konnen voeren j en datfe de manier
hadden, dat die verwonnen was, den overwinner, in teecken
van vidorie, kruyt moeften geven,

Appianus getuyght, datfe de doot niet achten, door dien
fy meenden datfe wederom fouden leven. Als de doode
lichamen verbrant worden, werpenfe in \'t vuur geen kleede-
ren , noch wel-rieckende kruyden : maer de wapenen van
iegelijck, en fomtijdts haer paert. Het graf wort met fooden
oft ruflchen verhooght.

De verraders en overloopers , foo Tacitus fchrijft, han-
genfe op: die luy en ledigh zijn, verfinoorenfe in \'t flijck en
moraflchen, en worpender een horde op.
OudeGods\' Sy doen geen offerhande, noch kennen geen goden, nae
diettß. het getuygeniflTe van Cïclar, dan diefe fien, gelijck de Son,
Maen, en \'t vuur. Daernae, gelijek uyt Tacitus blijckt, die

D U

T S L A N D T.

ten tijde van Keyfer Nerva leefde, hebbenfe noch andere
goden gehadt, te weten,Mcrcurius,Hercules,diefe Ogmioii
noemden, nae \'t feggen van Lucianus, Mars, Ifis, de moeder
der goden, en eenen Alcis. Tacitus voeght \'er Velleda en
Aurinia by,van welcke Suidas oock gewagh maeckt, die me-
de voor Velleda , Beleda leeft. Theodofius fchrijft uyt Dio,
dat de maeght Ganna daer oock propheteerde. Sy hadden
een kerck van Tanfanna. De Swaven vierden T
erram ma-
trem,
dat is, d\'aerde voor een moeder, diefe Aertham noem-
den. Maer fy hadden geen beelden.. Plutarchus fchrijft,
datfe fommige vrouwen hadden, diefe voor heyligh hielden,
die uyt het gedruys en draeyen der wateren propheteerden
ofte voorfeyden de toekomende dingen j \'t is waerfchijnlijck
dat\'et de felfde zijn die aen ArioviftusTeyden, foo Casfar
fchrijft, dat de Duytfchen geen vidorie konden bevech-
ten , foo verre fy voor de nieuwe maen den ftrijdt begonden.
iElianus getuyght in\'t 31 capittel van fijn tweede boeck,
datfe door de vogelen, en het ingewant, toekomende faken
voor-feyden. Tacitus feyt, datfe fulcks oock deden uyt het
gebriefch der paerden. Het blijckt oock uyt Suetonius, in
het leven van Domitianus, datfe waerfeggers hadden,- en uyt
Tacitus, dat defe waerfeggers, op fekeren tijdt, eenige men-
fchen doodden in de boflchen, die geheylight, en na eenige
goden genoemt waren. Dit zy genoegh van Oudt-Duyts-
landt, welck nu een andere gedaente, manieren, en religie
heeft. Met dit Duytslandt hebben de Romeynen geoor-
loght van \'t 040 jaer nae dat Romen gebouwt is, toen Cac-
cilius Metellus en Papirius Carbo Burgetmeefteren waren,
tot het 11 jaer, wanneer \'t van de Gothen, ten tijden van
dc Keyfer Honorius, bemachtight was.

..N

-ocr page 398-

&

REGISTER en ORDER

DER

m.-

. 1\' ■

LANDTKAERTE N

VAN HET

TWEEDE

w

E E L.

Uytslandc.
Pomeren.

Het eylandt Rügen,
Den Neder-Saxifchen

Kreyts.
Mecklenburg.
Brandenburg.

10

11

tiyh

I 2

13

14,^

14,r

15

15,(i
15, ^

li?

17

18

De Oude Marck.
De Middel Marck.

De Nieuwe Marek, en d\' Ucker-Marck.
\'t Graeffchap Ruppin, en de Heerlijckheyt

Prignitz.
Het Aerrsbifdom Maeghdeburgh.
Het Hertoghdom Bruns^»^ijck.
\'t Bisdom Halberftadt.
Het Stift Hildesheym.
Het Hertoghdom Luneburg.
De Hertogdommen Holfteyn en Sleswijck. 14, a
Het Hertoghdom Holfteyn.
Holfteyn, eygendijck lbo genoemt. 14, ƒ

Wagrien. ^h

Het Noorder-deel van "Wagrien. 14,/^

Het Zuyder-deel van \\S^agrien. 14 , /

Het Hertoghdom van Stormar.
De Vooghdyen van Steynhorft, Tremsbut-

tel, Trirtoxr, & Reinbeck.
Dc Vooghdye van Steinborgh,
\'t Graeffchap Pinnenberg.
De Elfftroom.
Dichmarfen.

Zuyder-deel van Dithmarfen.
Noorder-deel van Dithmarfen.
De Hartoghdommen Bremen en Verden.
Pe Weftpnaelfche Rijcks-kreyts.
Het Graeffchap Oldenburgh.
Het Graeffchap Ooft-Vrieflandt,
\'c Stift Munfter,
Lingen, en
Teklenburg.
Benthem, enSteinfurt.
\'c Stift Ofenbrug.
\'c Stift Paderborn.
\'t Hertoghdom W^eflphalen,
\'t Graeffchap W\'aldeck.
Franckenlandt.
\'c Graeffchap Hennenberg,
\'t GebiedtderftadtFrancfurtaenden Mein.
Het Stift Hirfchfeldt.
\'t Landtgraeffchap Heffen,
\'c Landtgraeffchap Thuringen.
\'c Graefïchap Mansfeld,

I

6

7

8
9

\'t Vorftendom Anhalt.
D\'Opper-Saxifche Rijcks-kreyts.
Opper-Lausnitz.
\'t Hartoghdom Saxen, en

\'t Bisdom Hall.
\'t Marckgraeffchap Meiffen.
Voigclandt.

\'t Koningrijck Bohemen,
\'t Hartoghdom Silefien.
Neder-Silefien.
\'t Hartoghdom Jauwer.
Glogo^.

Baronnye van Carolath.
\'t Hartoghdom Wola^*
\'t Hartoghdom Lignits.
\'t Hartoghdom Brefla\\V^
\'t Hartoghdom Schwidiiits.
\'tHartoghdom Grotkaw, en\'t landt van

Niffe.
\'t Graeffchap Glatz,
\'t Marckgraeffchap Moravien, eu

Oppaw.
Donawftroom.
\'t Koningrijck Hungaryen.
\'t Vorftendom Sevenbergen.
Karflieii 3

Carniole, ende
Windifche Marck.
Walachien,
Servien,
Bulgarien, eii
Romanien.
illyrien,

Sclavonien,
Croatien,
Bofnien, eü
Dalmatien.
\'c Hartoghdom Styermarck.
\'t Aerts-Hartoghdom Ooftenrijck.
Opper-Ooftenrijck, oft Landt over d\'Ens.
46, b
Hec Aercs-BifdomSakzburg, en
\'t Hartoghdom Carinthen.
\'t Hartoghdom Beyeren.
Opper-Pfalcz.
\'t Gebiedt van Neumarck.
\'t Gebiedt van Neurenbergh.
\'t Graeffchap "Wertheim.

Het Hartoghdom Wirtembergh.
Swabenlandt.

Alemannien oftOpper-S^abett.
Rhijnftroom.

30,^

31
32-

35

54

55

56:, c
d

Is

37
3S

^oor 39

40

41

41

4 3

44

45

-ocr page 399-

t Gebiedt van Lindaw.
\'t Graeffchap TiroL
Switfcrlandt, en

WalUfferlandt:
Grifonsen ValteUin.
Wipflispurgergow.
Argow.
Zurichgow-

\'t Gebiedt der Stadt Bafel.
\'t Lantgraeffchap Eifas,
Suntgow, cn
Brisgow.
Nederpfaltz aen den Rhijn»
\'t Graeffchap Erpach.

K

GISTER.

54,^ Opper-Heffen, en\'tAertsbisdomMents.

j4,c De Wetteraw.

\'t Graeffchap Naffau.

5 5 Het Aertz-Sticht Keulen^:

57 \'t Gebiedtderfèlve Stadt.

58 Het Bifdotn Luyck.
5 p De Hartoghdommen Gulick I en
60 Berge.

6o,h Marck, en

Ravensperg.
Cleve, en
6t Raveftein.

\'t Aerts-Bifdom Trier.
64 Oudt Duytslandt.

64, c

68
7Q

7\'

.fetA V . : A

O

-ocr page 400- -ocr page 401-

-Vi-

I ,

\' :

■ \'i.\'. ■■

; Vu--

■yv

1:

i

\'1

4 ^i-AT»^™

■â

\\

; I

-ocr page 402-

, Wig?:

u

O.

SPi^--—

A

r..

-

--L

-is\'^.:,

m

-■r

-ocr page 403-