-J
JE]
EENIGE OPMERKINGEN
HU
WHS
in
UUM
— — J.---- B---■ ■ ■ ■ ■„ViiiS\' rMTT^^\'-\'TiW^Jiaaiv ---- ■ l .......
V-ï\'
i
___X- \'.ï \'
. , .^Tö.SV -MCL^ ...
■ "{\'
\'j-:.\'. U\'.\'
-ocr page 3-1 • f. \' ■ \' \'
" i ,-a
. -/-À ■
-ocr page 4--
i-- «j-
■ ■ ■• t."- v
t.
.y
VÎT, >
» s
t.- .1 ^ .
■r
-I.Ó\' ^
■juuwiiin imi w". n \'iji
711
..i-V\'. -
; ■-j ■
;v -f^ »
a
"fT-\'-
■V
, \' A\' ■ - .
-\'Is-
m
•• j \' v \'
WL
*..
-■) -v..
\'m
: SrjjTii
■
\' ...
V
.•V
ï- •••
. \' t;
•r "
•
\' -M
tik«. -
m\'f
f
; ^
i ■ .K-,
\' \'o
t « • ■
f i
i\'t
■ te
p-
§m,v: :
!■ ■ A i
—• •1- ■■
Pif «rf* :•
Vr
EENIGE OPMERKINGEN
over de
BEHANDELING VAN ÜLCEUA CKÜIUS.
-ocr page 8-■jïtmf^jj ^ -..re -.r j.
ife
- \'•■•\'•A -, : Jt,-
t»
; r :
xs;"-
Pi-: \' • "\'v-l ■ .. . •
■At.- ■ . ■. ,
f:-
tv-
iv.
.......
i ^ . ■ ■ ■ ■ ■ " \'
-ocr page 9-over de
TER VERKRIJGING VAN DEN GRAAD
VAN
AAN DE RIJKS-UNIVERSITEIÏ TE UTKEGHT,
na machtiging van den rector magnificus
IDr^ B. li^XjrjIDBIl,,
IIOOOLKERAAR IN I)K rACULTKIT DRR WIS- EN NATUURKUNDE,
VOLGENS BESLUIT VAN DEN SENAAT DER ÜNIVERSITBIT.
01\' VüOKDKACllT DKR GENEESKUNDIGE FACULTEIT,
TE •VBR.DBODia-BISr
n|i OINNIIAG :iO MKI\'TKMKKK 1H71>, IICN II n iii I d d n K S t« ? uur.
ACOBUS j^UBERTUS jjERARDS,
geboren te BociloLlz.
.-^QXQ
ut rkc u t,
P. W. VAN DE WEIJER.
Stoomdrukkerij.
ü
-ocr page 10-py-y......^ Ht^iHi: fiÄ! r,:
ïh
V-I
3» •
il;
>•■• ..y, .
\' V \' -»
it .... ... ;rr <>4. i.- .
.\'-r \'\'v \'ï i "Ä.:-tM
Ji,.
.4!\' \'\' \'-«\'. -v
■
t .T" ■
■ ; " vU
-ocr page 11-■ ■
m
■■ \' ■ .
1
s
%
•ïi-\'.. "
- \' . /
y* -
i ■ \' ■ \'r \' .
\'y*\':\'^"\'
A -
■ > \'S- \'.tt
. #ll
1 tA
- -f. • \'1 ;
-ocr page 12-\'i \'
pm-:.
....... ( ■ . . ■
.. .
it-5 ■ . •• \' \' -fU\'nï*
"J
I,,;,,.:
/ - -V:
\' V."-\'^\' ,
r-
g iîi- \'
\'a
. {
.•■A l^t
À ,
\' : n
t.
■I
$
,î • V
i \'fi ■
iir-\'\'
\' ■ r- . < va
t -,,
»
-I.
----J - I lÉ^liiMMliiiMMim
Toen in liet begin van Juli dezes jaars de afdeeling
»Verband" aan het Buiten-Gasthuis te Amsterdam aan
mijne zorg werd toevertrouwd, kreeg ik onder behan-
deling een aantal lijders aan ulcera cruris. Gedurende
de laatste maanden waren de beenzweren, waarvan de
chirurgische zalen ahijd ruim voorzien zijn,grootendeels
met acidum carbolicum of met aqua chlorata behandeld.
De verkregen resultaten schenen mij, vooral met het
oog op de echt chronische gevallen, minder gunstig toe,
en ik nam om die reden het besluit, een ander verband-
middel, voor dusdanige aandoeningen nieuw, in toe-
passing te brengen. Mijn voornemen droeg de goedkeuring
weg van den Eersten Geneesheer, den heer 1. van
Deventer, die mij bovendien bij mijne waarnemingen
welwillend ter zijde stond, en onder wiens toezicht van
het verloop mijner proefnemingen aanteekeningen werden
s
2
gehouden. Er is namehjk in het Buiten-Gasthuis de
regel ingevoerd, dat de Eerste Geneesheer éénmaal in
de week in gezelschap van den hehandelenden medicus
de zalen bezoekt. Bij die gelegenheid worden de thera-
peutische maatregelen met gemeen overleg vastgesteld,
en tevens worden de historiae morbi aangevuld.
Het door mij gebezigde geneesmiddel is de Balsamum
Peruvianum.
Dat de Peru-balsem ook in vroegere jaren als verband-
middel bekend stond, blijkt uit de samenstelling van
verschillende zalven, met name het Unguentum nigrum
en de Balsamum LocateUi. Bij dit laatste onder den naam
van Unguentum terebinthinaceum ook in de Pharma-
copoea neerlandica opgenomen, is hij door zijne geringe
hoeveelheid van luttele beteekenis, terwijl hij in de
vroeger in Duitschland officineele »zwarte zalf" verbonden
is met nitras argenti en oxydum zincicum, twee zeer
sterk werkende artsenijmiddelen. De voorhefde der oudere
heelmeesters voor mixta composita kan wellicht als de
reden beschouwd worden, waarom niet reeds vroeger
de zuivere Peru-balsem bij ulcera gebruikt werd, want,
zoo ver mij bekend is, zijn er geen waarnemingen daar-
omtrent openbaar gemaakt.
Eene vergelijking tusschen de uitkomsten mijner proef-
nemingen en eenige vroeger hier toegepaste methoden
van behandeling scheen mij geschikt, om als onderwerp
tc dienen voor een academisch proefschrift; tot dit doel
3
heb ik een twintigtal gevallen hijeen verzameld, om
daaruit eenige conclusiën af te leiden.
Bij eenige der met Balsam. peruv. behandelde gevallen
heb ik tot myn leedwezen het definitieve resultaat niet
kunnen afwachten wegens gebrek aan tijd: de nieuwe
wet op het II. 0. toch legt mij de verphchting op om
voor 1°. October dezes jaars te promoveeren.
Onder de veelvuldig voorkomende chirurgische zieklen
bekleeden de zweren »ulcera" eene voorname plaats ; dat
ze ook in vroegere jaren den heelmeester veel onder het
oog zijn gekomen, behoeft wel geen betoog. Toch hebben
de oude heelkundigen het begrip ulcus nooit juist weten
te bepalen: zelfs de door Boyer gegevene definitie
»une solution de continuité de parties molles, plus ou
moins ancienne, accompagnée d\'un écoulement de matière
purulente et entretenue par un vice local ou par une
cause interne" is niet streng toepasselijk. De groole
Fransche heelkundige maakt hier geen onderscheid tus-
schen ulceratie, etterende wonde, en ulcus. De omschrij-
ving, door Delpech een tiental jaren vroeger gegeven:
»une solution de continuité de parlies molles avec perle
de substance" wijst terecht met nadruk er op, dat de
verbreking van den samenhang moet gepaard gaan met
verlies van zelfstandigheid.
Volgens de opvatting van den nieuweren tijd kan men
\') Boyer. Traité des maladies chirurgicales. Tome I. Bruxelles 1828.
Delpech. Précis élémentaire des maladies réputées chirurgi-
cales. Paris 1816. Tome III.
het ulcus met weinige woorden aldus omschrijven: «schei-
ding in den samenhang van de zachte deelcn, met verlies
van weefselzelfstandigheid, en weinig neiging tol genezing."
Op het voetspoor van Rust heeft men de ulcera
verdeeld in plaatselijke en algemeene of hever in ulcera
tengevolge van plaatselijke of van algemeene oorzaken.
Dc Duilsche helkoloog nam daarbij het aeliologisch
moment tol grondslag.
Van een pathogenetisch standpunt beschouwd kan de
groep der plaatselijke zweren gelijk gesteld worden met
de idiopathische, en die der algemeene met de dyscra-
sische of symptomatische. Deze aetiologisch-palhogene-
lische indeeUng is niet alleen pathologisch en klinisch
zeer bruikbaar, maar vooral van groot belang voor de
therapie: immers bij de op eene dyscrasie berustende
ulcera zal de inwendige medicatie de hoofdrol spelen,
terwijl bij de idiopathische de plaatselijke behandeling
op den voorgrond treedt.
Mijne waarnemingen hebben uitsluitend betrekking op
de klasse der zoogenaamde plaatselijke zweren, en meer
bepaaldelijk op de ulcera idiopathica van het onderbeen.
Ilct is dus op deze afdeeling, dat ik meer bijzonder
de aandacht wil vestigen.
•) Rust. Hclkologic. Wien 1811.
-ocr page 18-O
Ilct valt niet te betwijfelen, dat hel onderbeen de
zitplaats bij uitnemendheid voor ulcera moet genoemd
worden. De reden dezer praedilectie kan gevoegelijk
gezocht worden in de anatomische en physikahsche ver-
houdingen van het aderenslelsel van dit deel,in verband
met beroepsbezigheden en leefwijze.
De oppervlakkige venae van het onderbeen zijn niet
rijk aan kleppen: bij vertikalen stand van het hchaam
is de bloedsdrukking in de aderen der onderste extremi-
teiten aanmerkelijk grooter dan bij eene horizontale hou-
ding; deze overmaat is ongeveer gelijk aan de hoogte
der bloedkolom, gemeten tot aan de sluitende kleppen.
Wordt de bloedsbeweging niet door spierwerking vol-
doende bevorderd, dan zullen ten gevolge van die ver-
hoogde bloedsdrukking de venae zich langzamerhand gaan
uitzetten. Omdat evenwel met de verwijdering van het
lumen der aderen de vergrooting der klepvliezen geen
gelijken tred houdt, zal onvoldoende sluiting van deze
laatsten als onmiddellijk gevolg moeten optreden. Hierin
irgt de oorzaak opgesloten voor de stoornissen in de cir-
culatie van het bloed in het onderbeen: vencuse hype-
raemie, sereuse transsudatie en belemmerde resorptie
van exsudaten in de huid en in het subcutane bindweefsel.
Die ongunstige verhouding ziet men veelal ontstaan
bij menschen, wier beroep medebrengt, hunne bezigheden
in staande houding te verrichten, zooals bakkers, kasten-
makers, smeden en anderen.
Op een zoo gunstig voorbereid terrein lian de meest
onbeduidende oorzaak aanleiding geven tot langdurige
ontsteking. Nu eens is het eene onbelangrijke verwon-
ding, dan weder een hebt eczema of eene ekthyma-puist,
of eindelijk eene spontane phiegmone, welke als uitgangs-
punt van het chronische lijden moet aangegemerkt
worden. Gaat hiermede hand aan hand eene onvoldoende
of zelfs ongezonde voeding, gebrek aan zindelijkheid of
ondoelmatige behandeUng en verpleging, dan is de
grondslag gelegd tol de hardnekkigste ulceraties.
De ontbinding van het inlerstitieele exsudaal geeft tot
snelle verwoesting aanleiding; de weefsel-elementen, door
de drukking van het exsudaal van de noodige voedings-
stof beroofd, zijn eveneens aan verniehng blootgesteld:
cn in dier voege duurt het etleringsproces korleren of
längeren tijd voort.
Eindelijk wordt het evenwicht tusschen vernietiging en
nieuwvorming van weefsel hersteld; onder voortdurende
eltervorming komen steeds nieuwe granulatiën te voor-
schijn: ziedaar hel ulcus cruris in optima forma.
Eenvoudige of zoogenaamde goedaardige zweren van
het onderbeen zijn zeldzaam, want er treden meestal zeer
spoedig complicaties op den voorgrond. Deze voor het
slepend verloop zoo kenmerkende voorwaarden berusten
wel eens op vermeerderde of verminderde levensvatbaar-
heid der weefsels; de zweer wordt erelhisch, atonisch
of gangraeneus; ten gevolge van cicalrisatie aan den
8
cenen kant en verdere uitbreiding aan den anderen kant
neemt ze in andere gevallen een serpigineus karakter aan.
Menigvuldiger ecbter hangt de complicatie af van ge-
breken in de bewerktuiging; de zweer wordt oedematens
calleus of sponsachtig; haar omtrek vertoont de uitwerk-
selen der chronische ontsteking: sclerose van de huid en
van het bindweefsel, vergroeiing der cutis met de fascia
of met het periosteum; bij grootere uitbreiding en längeren
duur van het proces eene op elephantiasis gelijkende
ontaarding der huid; en last not least de varices; deze
zijn dikwerf reeds in het begin aanwezig; in de latere
stadiën zoekt men ze bijna nooit te vergeefs.
Eindelijk kan de complicatie eene afwijking in dc
uitwendige gedaante van het ulcus tot grondslag hebben:
bij veretlering van het onderhuidsche bindweefsel in de
omgeving der zweer zijn de huidranden ondermijnd, en
er kunnen zich pijpzweren vormen.
Deze verschillende complicaties, in verband met de
boven besprokene ongunstige verhouding van den bloeds-
omloop geven eene voldoende verklaring voor het slepend
verloop der ulcera cruris. f
De zoo vaak, na met veel moeite verkregen herstelling,
voorkomende recidieven moeten grootendeels aan dezelfde
oorzaken worden toegeschreven; de hoofdoorzaak echter
van de recidieven moet gezocht worden in den aard van
het nieuwgevormde weefsel zelve: de cicatrix is een
locus minoris resistentiae.
9
Het litteeken namelijk bestaat uit een vezelachtig weefsel,
hetwelk bij vergelijking met het normale onderhuidsche
bindweefsel eenige afwijking vertoont. De vezels van
het Utteekenweefsel zijn vast en weinig veêrkrachtig,
ten gevolge van de verschrompeling der cellen is hare
levenswerkdadigheid tot een minimum gedaald.
Bovendien bezit het Utteekenweefsel de eigenaardigheid,
van zich in alle afmetingen te verkorten. Die vermindering
in omvang der vezels berust geenszins op eene vitale
contractie; ze moet veeleer als een physisch verschijnsel
beschouwd vvorden, waarbij het verUes van water eene
niet onbelangrijke rol speelt: het volledige Htteeken
namelijk is droog en hard, en de afschilfering is hier
overvloediger dan op de normale huid.
De retractie of induratie van het litteekenweefsel moet,
vooral aan het onderbeen, als eene hoogst nadeelige
eigenschap aangemerkt worden; zij belemmert niet alleen
den bloedtoevoer naar het nieuwgevormde weefsel, maar
ze kan ook, b. v. door verhoogde spanning ten gevolge
van spierwerking bij het gaan, tot scheuring aanleiding
geven.
Wanneer in de omgeving van eene genezen zweer
eene nieuwe ontsteking optreedt, dan kenmerkt zich het
cicatricieele weefsel door zijn gering weêrstand biedend
vermogen; in de sterk verminderde levensvatbaarheid
der cellen ligt de grond voor eene snelle verwoesting
door moleculair verval. Bij deze het vcclvuldigst voor-
10
komende vormen van recidieven is hel dan ook regel,
dat de zweervlakle eene grootere ruimte inneemt.
De behandehng der gewone, eenvoudige ulcera cruris
gaat in het algemeen niet met moeilijkheden gepaard.
Eene doelmatige ligging der extremiteit, verbonden met
eene prikkelend-adstringeerende therapie brengt weldra
genezing tot stand.
De zeer chronische en gecompliceerde gevallen echter —
cn deze maken ongetwijfeld de groole meerderheid uit —
stellen veelal zelfs de meest bescheidene verwachting te
leur. Naar mijne meening is er geene enkele der ver-
schillende aangeprezen geneeswijzen, welke op het »cito
Cl tulo curare\'\' van llippokrales kan aanspraak maken.
Zulke hardnekkige gevallen blijven vaak weken en maan-
den, zelfs jaren onder behandeling, en nadat men alle
>
moeite en zorg er aan ten koste heeft gelegd, kan
men den uilslag dier pogingen slechts bij uitzondering
bevredigend noemen.
Gedurende mijn verblijf als geneesheer in hel Buiten-
Gasthuis alhier heb ik gelegenheid gehad, om een aantal
gevallen waar tc nemen, die aan alle hulpmiddelen,
welke de heelkunde ons aan de hand geeft, den hard-
nekkigslen weerstand boden. Trouwens de grootste helft
der hier onder behandeling komende gevallen mag gerust
tot de meest verwaarloosde gerekend worden. Dit is
zeer licht te begrijpen, wanneer men den hier ter slede
heerschenden afkeer voor de ziekenhuizen in aanmerking
11
neemt. Ofschoon onze lijders voor ruim twee derde tot
de klasse der proletariërs behooren, zoo maken deze
lieden toch slechts met weerzin van het gasthuis gebruik.
Dit is het ultimum refugium, waartoe zij eerst dan hunne
toevlucht nemen, wanneer zij door de hevigheid van
het lijden, of door nood en gebrek er toe gedwongen
worden. Onder zoodanige omstandigheden zal het, dunkt
mij, niemand verwonderen, dat de eenvoudige ulcera
cruris hier tot de hooge uitzonderingen behooren.
Om het overzicht te vergemakkelijken, zal ik dc be-
handelingswijzen, welke in hel Buiten-Gasthuis gedurende
het laatste jaar toegepast zijn, in hel kort aanstippen,
om vervolgens over te gaan tot de beschrijving van eene
reeks van gevallen, waarvan vrij nauwkeurige aanteekc-
ningen zijn gehouden. Ten slotte zal ik door verge-
lijking van de verkregene uitkomsten trachten aan te
Iconen, welke methode van behandeling mij voorkomt
het doelmatigste te zijn.
Tot de methoden, welke slechts bij uitzondering in
aanmerking zijn gekomen, behooren:
1". de behandehng met adstringentia, als solulio sul-
falis zincici 1 tol 2%, en solulio nilratis argenli ^U tot
1 7o, beide in omslagen;
2". het antiseptisch verband volgens het voorschrift
van Lister;
hel drukverband van Baynton met klcefpleisler-
slrooken.
12
4». de transplantalie van stukjes huid volgens de regels
van Ueverdin.
De geneesmiddelen, waarmede in den laatsten lijd de
meeste proeven werden genomen, zijn:
5°. de zuiverende behandeling met aqua chlorata of
met solutio acidi carbolici 1 tot 2,5 Vo;
6". de behandeling met Balsamum Peruvianum.
liet laatste geneesmiddel is door mij in toepassing
gebracht naar aanleiding van een referaat in de Genees-
kundige Courant. Hierin wordt medegedeeld, dal Dr.
Gaspari, badarts te Meeuberg, zeer gunstige resultaten
heeft verkregen door hal verbinden van vele soorten van
wonden met balsamum peruvianum.
Er komt daar ter plaatse de zinsnede voor:
»Bij wonden met verlies van substantie wordt dit defect
spoedig door rijkelijke plastische, vast adhaerente massa
aangevuld, en van de wondranden af in betrekkelijk
korten lijd met huid bedekt." i) Deze bewering wettigt
de veronderstelling, dat door dit middel ook bij ulcera
de granulalievorming bevorderd, en spoedig cicalrisatie
bewerksteUigd wordt. Beslaat er niet veel overeen-
komst tusschen eene zweer en \'eene citerende wonde?
Inderdaad Rust beschouwt de laatste als de type van
ulcus simplex.
Een tiental proeven, welke later opgegeven worden
1) Geneeskundige Courant. Jg. XXXIII. M". 15..
-ocr page 25-iâ
zullen aantoonen, in hoever bovenstaande onderstelling
gerechtvaardigd was.
De wijze van gebruik is zeer eenvoudig; de peru-
balsem wordt door middel van een zacht penseel over
de zweervlakte verdeeld; deze wordt bedekt met gaas
en eene strook gutta-percha-papier,\'dat door een windsel
bevestigd wordt. Het verband wordt eens in de 24 uren
vernieuwd.
Voor dat ik tot de beschrijving der gevallen overga,
moet ik als algemeene opmerking voorop stellen, dat
het voorschrift: rust in horizontale houding met eenigszins
hoogere ligging der zieke extremiteit, streng gehand-
haafd, en het diëet naar de behoeften van den patient
geregeld werd.
.1. E. G. Dreijer, zonder beroep, oud 40 jaar, wordt
den 14.\'^\'"\' Mei 1878 in het Buiten-Gasthuis opgenomen.
Het eerste ontstaan van het ulcus, dat nu een groot
gedeelte van het linkcronderbeen inneemt, dagteekent
van v66v 15 jaar. Bij de opname der patiënte zijn dc
afmetingen van het ulcus 15 bij 17 centimeter; \') de
bodem van het ulcus is gangraeneus; bij de wegname
1) Deze afmetingen werden in den regel genomen in de sagittale
cn horizontale richting, en geven dus slechts bij benadering een
denkbeeld van de oppervlakte der zweer.
u
van de gangraeneuse massa, door middel van hel culler
treedt vrij hevige parenchymatcuse bloeding op. >
Therapie: solutio chlorii.
In den beginne ging de genezing vrij voorspoedig,
later werd het ulcus afwisselend grooter en kleiner.
12 Mei 1879. Dè afmetingen van het ulcus zijn nu
5 bij 6 cenlimeter; vóór den malleolus internus is de
omgevende huid met het been vergroeid. Sedert dien
dag is geen vooruitgang merkbaar.
P. verlaat den l?*"®" Juni ongenczen het ziekenhuis.
L. van Eisen, van beroep schippersknecht, oud 56
jaar, wordt den 25^\'°" November 1878 in het Buiten-
Gasthuis opgenomen; een gezond en krachtig individu.
Ulcus cruris sinistri. De eerste aandoening aan zijn
been is ontstaan vóór 10 jaar; Iransplantatio; na tien
weken genezen.
Ten gevolge van een sloot kreeg hij vóór 7 maanden
recidief, dat door veronachtzaming zeer in omvang toenam
en hem eindelijk noodzaakte, zich ter verpleging in het
ziekenhuis te doen opnemen.
Op de onderste helft van hel scheenbeen, eene handbreed
boven het voetgewricht, had P. een ulcus, 10bij 3cenli-
meter. (In hel midden van hel ulcus zijn een drietal eiland-
jes , die aan vroeger toegepaste transplantalie herinneren).
15
Therapie: soluLio acidi phenyci 1%; en vervolgens
solut. arg. nitr. 1%; transplantalie; later lotio c. infiis.
chamom.; gedurende de maand Mei 1870 soluiio acidi
phenyci 2,57.i.
P. wordt ongenezen ontslagen den Mei.
J. Drenthe, van beroep timmerman, oud 59 jaar,
wordt in het ziekenhuis opgenomen den 17\'\'"" Maart
1879; patient was vroeger altijd gezond. Op 21jarigen
leeftijd ontstond bij patient aan het rechterbeen in het
onderste derde gedeelte eene ulceratie ten gevolge van
eenen slag van een paard; deze ulceratie genas na drie
weken, eene sterk gepigmenteerde cicatrix achterlatende ;
in , het voorjaar van 1874 ontstonden aan beide beenen
ten gevolge van een val verwondingen, die na twee
maanden genezen waren onder behandeling met vochtige
compressen; een jaar later recidief, waartoe een trauma
had aanleiding gegeven, aan het Hnkerbeen; weêr spoe-
dige genezing, maar even snel recidief.
Dit ulcus bleef tot het begin van den winter van 1878
stationair; in dien tijd, op een kouden dag thuis komende,
vond P. de compressen op zijn been hard bevroren;
hel ulcus was vochtig, en werd langzamerhand
zwart.
Bij zijne opname in het ziekenhuis bevindt zich aan
-ocr page 28-46
de voorvlakte van het crus sinislrum een gangraeneus
ulcus, metende 10 bij 5 centimeter.
Therapie: solut. acidi phenyci 2,5%; later solut. arg.
nitr. IVo; daarna Baynton\'s kleefpleisterstrookverband;
deze behandelingen bleven zonder merkbaar gevolg.
Den Mei 1879 werd weder phenylwassching aan-
gewend, thans snelle vooruitgang.
Den Mei zijn de afmetingen 5,5 bij\'7,5.
Den IO*"" Mei verlaat de patient het ziekenhuis, terwijl
de afmetingen van hel ulcus nog bedragen 1,75 bij ^■,5
centimeter.
A. Bresser, van beroep schildersknecht, oud 55 jaar,
wordt den April 1879 in het Buiten-Gasthuis
opgenomen. Deze persoon is gedurende 5 jaar in West-
Indië in militaire dienst geweest. Te Paramaribo werd
hij in hel hospitaal opgenomen met gezwollen onder-
beenen; vier dagen later vertoonden zich ulcera, welke
daar met „chloor en kamillen" behandeld werden; P.
werd voor den dienst ongeschikt Verklaard wegens varices.
Vóor drie jaar ontstond na stekende pijn in de varices
eene bloeding, waarna grootcre en kleinere ulcera met
verhoogde wondranden optraden.
Bij de opname zijn verschillende ulcera met gladden
beadem voorhanden.
7
Therapie: solulio acidi phenyci.
Den 26\'\'"" Mei zijn nog enkele etterende punten
aanwezig, welke den Juni geheel gesloten zijn. De
varices zijn niet verbeterd; de aanwending van een
drukverband wordt niet verdragen door de jeukte, die
het opwekt, ook niet na de applicatie van glycerine.
P. verlaat het ziekenhuis den Juli.
G. Lech, van beroep molenaarsknecht, oud 50 jaar,
wordt den April 1879 in het Buiten-Gasthuis
opgenomen; een vrij gezond individu. Ulcus cruris
sinistri, aan de binnenvlakte van het been; varices.
liet eerste begin der ulceratie is volgens het beweren
van den patiënt ontstaan uit eene »steenpuist;" en lang-
zamerhand grooter geworden.
Bij de opname zijn de afmetingen van het ulcus 8 bij
4 centimeter. De bodem is rood, vochtig, glinsterend,
met grof- en fijnkorrelige granulaties voorzien; en de
rand is twee milhmeter boven den bodem verheven en
scherp afgesneden; de huid in de omgeving van het ulcus
is wankleurig; in de onderste helft van het ulcus bevin-
den zich twee witte eilandjes.
Therapie: solutio acidi phenyci 2,57«; later Priess-
nitz\'sche omslagen.
Den IS*^®"» Mei blijven nog slechts eenige opene plekjes
18
over; en den 29®\'"" Mei wordl do paliiïnl geheel genezen
nit de behandeling ontslagen.
.1. van Deeren, van beroep werkman, oud 49 jaar,
wordt den IS*"®" Mei 1879 als patiënt opgenomen; een
\' persoon met een gezond gestel.
Vóór 4 jaar is P. lijdende geweest aan eene phlegmone
van het rechter onderbeen; anderhalf jaar geleden ont-
stond ten gevolge van een stool eene kleine ulceratie
op dezelfde plek; door het loopen op klompen kreeg P.
vèrschillende ulceraties aan den malleolus internus van
het rechterbeen, later vertoonden zich ook ulcera aan de
kuit van het been; varices.
Therapie: solutio acid phenyc. 2,5%.
Patiënt wordt den l?""®" .luni genezen ontslagen.
,T. W. Boomgaard, van beroep werkster, oud M
jaar, wordt den Mei 1879 -in het Buiten-Gasthuis
opgenomen.
Zeven weken vóór hare opname kreeg de patiënte pijn
in het linkerbeen; dit been werd rood, en.er ontwik-
kelde zicli eene ulceratie.
Thans vindt men een ulcus cruris sinistri, 5 cenli-
-ocr page 31-19
meier boven den mail, ext.; van onregelmatig circnlairen
vorm; de bodem is verdiept, hobbelig, weinig grannlair,
naar den rand toe grauwrood. Onder hel ulcus bevinden
zich rood gekleurde excoriaties; er zijn varices in ge-
ringen graad aanwezig.
Therapie: aqua chlorata.
12 .bmi. De genezing van het ulcus vordert zeer goed.
Den 20"\'®" .luni wordt patiënte genezen uit hel zieken-
huis ontslagen.
VII l-
.1. Land, van beroep bakkersknecht, oud 57 jaar,
wordt den Mei 1879 ter behandehng opgenomen:
een gezond individu.
Vdór 2 jaar ontstond ten gevolge van een val eene
verwonding aan het rechterbeen, welke snel genas, maar
ook telkens op dezelfde plaats of in de onmiddellijke
nabijheid weder openging; aan het linkerbeen heeft de
lijder ook ulcera gehad.
Aan beide onderste extremiteiten zijn varices in lichten
graad aanwezig.
Bij de opname heeft de patiënt aan de onderste helft
van het rechlerbeen twee, aan den mail. int. één, en op
den rug van den voet één ulcus.
Therapie: solutio acidi phenyci 2,5°/o.
Den 17\'^" Juni wordt P. genezen ontslagen.
-ocr page 32-20
IX.
II. J. Simmer, van beroep werkman, oud 56 jaar,
wordt den Mei 4879 in liet Buiten-Gasthuis op-
genomen.
Vóór 1-4 jaar begon bij dezen patiënt de aandoening,
en hij werd toen voor vier groole ulceraties aan het
rechter onderbeen behandeld; een der ulcera recidiveert
telkens sedert jaren.
Het geheele onderbeen der rechterzijde is sterk gepig-
menteerd en schilfert af.
Bij de opname vindt men aan den mali. ext. van het
rechterbeen een eenigszins verdiept ulcus, metende 2,5
bij 3 centimeter.
Therapie: solut, acid. phen. 2,57o.
Den Juni is de onderste helft van hel ulcus ge-
nezen; de bovenste helft vertoont eenen breeden epithe-
liaalrand, welke niet adhaereert.
- Den 30®\'\'° Juni zijn de afmetingen van het ulcus 4 bij
0,5 centimeter.
Den Juli wordt de patiënt op eigen verlangen
ontslagen, vóór dat nog de genezing geheel tot stand
is gekomen.
D. Albers, van beroep stoker op eene stoomboot, oud
56 jaar, wordt den 27=\'"" Mei 4879 ter verpleging opge-
21
nomen. Vóór eenige jaren ontstond bij P. aan het lin-
kerbeen door de vereeniging van verschillende puistjes
eene verzwering, welke genas door bedekking metcom-
presseii, gedrenkt met brak water.
Vóór vijf maanden recidiveerde de ulceratie ten gevolge
van een stoot, en bleef nu stationair; terwijl in de naaste
omgeving onder hevige pijnen kleinere ulcera optraden.
P. heeft sedert zijne jeugd varices.
Bij de opname vindt men boven den mail. int. van het
linkerbeen een ulcus van 6,5 bij 4,75 centimeter; en een
kleiner ulcus boven den mail. ext, van hetzelfde been.
Beide zijn vrij diep; het grootste is pijnlijk, en vertoont
insulae; het kleinste is bezet met grofkorrelige granula-
tion; behalve deze beide heeft P. nog kleinere ulcera in
de nabijheid.
Therapie: solut. acid. phen. 2,5\'\'/o.
De kleinere ulcera genezen snel; op het grootste ver-
heffen zich allengs helderroode granulatiën, waardoor de
bodem met de randen in hetzelfde niveau komt, en er
vormen zich nieuwe eilandjes.
Den Juni zijn de afmetingen van het grootste
ulcus 5 bij 4 centimeter, terwijl zich daarbij een witte
rand heeft gevormd.
Den Juli verlaat de patient nagenoeg genezen het
ziekenhuis.
T. Zonderland, van beroep dienstbode, oud 19 jaar,
wordt den Mei J879 in het Buiten-Gasthuis opge-
nomen; een geheel gezond meisje.
Voor een half jaar ontstonden ulcera aan beide onderste
extremiteiten, voorafgegaan door kleine pustulac; aan
het rechterbeen zijn ze spoedig in genezing overgegaan,
waarvan de cicatrices nog zichtbaar zijn.
Het ulcus aan het linkerbeen is allengs grooter ge-
worden, en heeft thans tot afmetingen 3,5 bij 4 centi-
meter, het is gelegen drie vingerbreed boven den malleolus
internus, ter zijde van de crista tibiae; de bodem is met
granulatiën bedekt.
Therapie: solutio chlorii.
12 Juni. De afmetingen van hel ulcus zijn 2,5 bij 3,5
centimeter, de bodem is met pus bedekt.
18 Juni. Het ulcus heeft nog één centimeter in dia-
meier, en is met een witten rand omgeven.
Den Juli wordt de patiënte genezen uil de behan-
deling ontslagen.
L. II. Bosch, van beroep zadelmaker, oud 58 jaar,
wordt den Juni 1870 Ier verpleging opgenomen,
liet eerste ontslaan van het ulcus, aan hel rechtcrbccn,
dagleekent van een slag van een paard: genezing na
zeven weken.
In het najaar van 4878 recidiveerde het ulcus ten ge-
volge van eene schram.
Bij de opname vertoont het rechterbeen eene hand-
breed boven den buiten-enkel een ulcus, met fijngranu-
lairen bodem, scherpen, witten rand, langs de basis
omgeven door eenen rooden zoom, het rechterbeen is
dikker dan hel linker.
De afmetingen van dit grootste ulcus zijn 7 bij 8,5
cenlimeter.
Iets hooger zit een kleiner ulcus van 4,75 bij 2 cen-
timeter.
Therapie: solut. acid. phen. 2,5o/^.
Den Juni meet het grootste ulcus 8 bij 7 centi-
meter; het kleine 0,5 bij 4,5 centimeter.
Den 30"°" Juni zijn de afmetingen van het groote ulcus
5 en 6,75 centimeter, terwijl hel kleine nagenoeg dicht is.
Den 7\'^\'\'° Juli is het kleine ulcus geheel genezen; ter-
wijl het grootste weinig in genezing is vooruitgegaan.
Dc patiënt verlaat nu hel ziekenhuis, echter zonder
locstemming, omdat de -genezing nog niel tot stand is
gekomen.
Xlll.
G. Eijkclboom, van beroep werkman, oud 55 jaar,
-ocr page 36-24
(
wordt den 20\'\'-" Juni 1879 in het Buiten-Gasthuis ter
behandehng opgenomen. Sedert 20 jaar is deze man
lijdende aan ulcera van het rechterbeen, welke zonder
hem bekende oorzaak optreden; de onderste helft van
het crus is sterk gepigmenteerd.
Bij de opname vertoont het rechter onderbeen twee
ulcera; het eene bevindt zich midden op de crista tibiae,
is oppervlakkig, en heeft eenen roodgrijzen, eenigszins
hobbeligen bodem; de afmetingen zijn 3,5 bij 4 centimeter.
Het andere heeft zijne zitplaats vlak boven den buiten-
enkel; de randen van dit ulcus zijn dik en ondermijnd;
cn de bodem is met een . okergelen etter bedekt; dc
afmetingen zijn 2 bij 3,5 centimeter.
Beide ulcera zien licht gangraeneus uit.
Therapie: solutio acidi phenylici 2,5%.
Den 2\'^\'" Juli zijn de afmetingen van het groote ulcus
3 bij 5 centimeter; van het kleine 2,5 bij 4 centimeter.
Den Juh meet het groote ulcus 2,5 bij 5, en het
kleine 1,5 bij 3 centimeter.
Den 28\'\'®° Juli is het groote ulcus 0,75 bij 1 centi-
meter; terwijl het kleine geheel genezen is.
Den Augustus wordt P. geriezen ontslagen.
XIV.
II. W. Raedecker, van beroep kastenmaker, oud 68 jaar,
word^den 27°\'®" November 1878 ter verpleging opgenomen.
25
Varices hebben zich bij dezen persoon reeds in dc
jeugd ontwikkeld.
Sedert jaren lijdt P. aan ulcera cruris; voor die aan
het rechterbeen, wordt een sloot, voor die aan het
linkerbeen worden excorialies na krabben als aanleidende
oorzaak voor de ulcera opgegeven; deze man is reeds
driemaal in hel Buiten-Gasthuis gedurende korleren ol\'
längeren tijd behandeld.
Bij de opname is er een ulcus gelegen boven den mail.
ext. cruris dextri, ter diepte van één centimeter, en
metende 2 bij 4 centimeter, en met eenen grauw-vviiten
bodem.
Boven den mail. int. cruris sin. bevindt zich een tweede
grooter ulcus, metende G bij 10 centimeter.
Therapie: solut. acid. phen. 2,5"/o, onder welke behan-
deling de genezing geen merkbaren vooruitgang vertoont.
Na verwissehng van phenylzuur met argentum nitricum
sluit zich het ulcus aan het rechterbeen, den 26®\'®\'\'
Mei 1879.
Het ulcus aan het linkerbeen gaat langzaam vooruit;
den Juni meet het 2 bij 4 centimeter.
Dc ulcera zijn steeds met droge, zwarte, adhaereerende
korsten aan de genezende randen bedekt.
Den 23®*®° Juni zijn de afmetingen 2,5 en 4,5 cenli-
meter; thans wordt Lister\'s antiseptisch verband aan-
gewend.
30 Juni; de zwarte rand aan het ulcus, afkomstig van
-ocr page 38-%
dc behandeling met argentum nitricum, is verdwenen;
afmetingen 2,5 bij 5 centimeter.
7 Juli: het ulcus breidt zich uit, cn wordt stinkend;
thans wordt weder carbolzuur toegepast.
14 JuU: de afmetingen van het ulcus zijn nu 3
en 6,5 centimeter; het is met een vuilwitten rand
omgeven.
liet ulcus aan den mail. ext. cruris dextri, dal scheen
genezen te zijn, bleek na het afvallen van de zwarte
korst nog tc suppureeren; de afmetingen zijn 0,5 bij 1,5
centimeter.
Op dien dag wordt behandeling der zweer met Bal-
samum Peruvianum geïnstitueerd.
19 Juh. Het ulcus cruris sinistri meet 3 bij 6 centi-
meter; de bodem is bezet met bleekroode granulaties,
door eene gele etterlaag bedekt, het ulcus cruris dextri
is genezen.
. 24\' Juh. De afmetingen van het ulcus zijn heden 2
bij 5 centimeter.
\' Den 26»\'\'=" Juli overleed de patiënt aan eene endocar-
ditis ulcerosa.
XV.
J. Jilles, van beroep stecnbikker, oud 76 jaar,\' wordt
den 8»*"" Mei 1879 in het Buiten-Gasthuis opgenomen.
27
In het begin van het vorige jaar iireeg P. ten gevolge
van een stoot eene ulceratie aan het linker onderbeen,
welke onder de aanwending van vochtige compressen
genas; in den zomer trad een recidief op.
P. werd sedert October 1878 gedurende acht weken in
het Binnen-Gaslhuis behandeld, en genezen ontslagen.
Bij de opname alhier is P. weer ten gevolge van een
trauma gedurende twee maanden lijdende aan een ulcus
cruris sinistri: afmetingen 6,5 bij 7 centimcler; het hgt
eene handbreed boven den malleolus internus; de rand
van het ulcus is wil en glad, de bodem grofkorrelig en
met pus bedekt.
Therapie: solut. acid. phen. 2,5°/o.
26 Mei. Afmetingen 5,5 bij 6 centimeter.
7 Juni. Afmetingen 5,5 bij 5,5 cenlimelcr; de epilhe-
halc zoom is niet scherp afgescheiden, maar gaat gelei-
delijk op den bodem van hel ulcus over, aan den
bovenrand zijn de hoogroode, fijnkorrehge granulaties
gelijk met de omgevende huid.
16 Juni. Afmetingen 5 en 5,5 centimeter.
23 Juni. Afmetingen 3,75 bij 5 centimeter.
14 Juli. Afmetingen 3,5 bij 4 centimeter; de roode
breede rand gaat schuin op de basis over.
21 Juli, De zweer is stationair gebleven.
^Nu wordl begonnen met de behandeling van het ulcus
met Balsam. Peruv.
28 Juli. De afmetingen zijn 3 bij 3 ccntimcler.
-ocr page 40-4 Augustus. Eene zeer sterke, sereusc afscheiding is
opgetreden, het ulcus geneest voorspoedig.
Den Augustus verlaat P. het ziekenhuis.
XVI.
P. G. Jansz, van beroep gaswerker, oud 51 jaar,
wordt den Mei 1879 alhier ter verpleging opge-
nomen, hij is vroeger altijd gezond geweest.
Voor 12 jaar gaf eene verwonding aanleiding tot eene
ulceratie aan het rechterbeen, die in November 1877
voor de eerste maal geheel, dicht was; in het najaar van
1878 recidief.
Bij zijne opname bestaat aan de achtervlakte van het
rechter-onderbeen, ongeveer eene handbreed boven den
mail. ext., eene langwerpige zweer, welke in het onderste
gedeelte door eene huidbrug in tweeën verdeeld is: dc
afmetingen zijn 1,75 bij 6,5 centimeter voor het groote,
en 1 bij 2 centimeter voor het kleine gedeelte.
De bodem is hoogrood, een weinig korrelig, en vochtig
door sereuse afscheiding, de rand is hard, scherp afge-
sneden, en de omringende huid\'is geïnfdtreerd, oede-
mateus.
Therapie: Lister\'s antiseptisch verband.
26 Mei. Geen vooruitgang aan het ulcus te bespeuren,
ten gevolge van de drukking van het verband hchte
excoriaties in den omtrek van het ulcus. De basis is
glad, donkerbruin-rood met grauwe strengen, in bet
midden verdiept, een weinig granulair, de verdikte,
witte rand is eenigszins opgeworpen.
7 Juni. Het kleine ulcus is in omvang afgenomen ^ bet
groote is aan zijne uiteinden smaller geworden; de huid-
rand is nog scherp. De boven vermelde huidbrug heeft
zich verbreed, en is aan beide zijden door een grijs-
witten zoom begrensd, welke niet aan de roodbruine,
min of meer glinsterende basis van het ulcus adhaereert.
Rondom het groote ulcus blijft de huid hard, de om-
geving van het kleine is zachter geworden.
16 Juni. De afmetingen van het grootste ulcus zijn
1 bij 6 centimeter, het is aan zijne bovenzijde gootvormig
verdiept, het kleine ulcus is volkomen glad.
23 Juni. De huidbrug is iets grooter geworden, het
groote ulcus blijft stationair; aan het kleine is eenige
vooruitgang merkbaar.
7 Juli. Aan het groote ulcus geen vooruitgang, het
kleine is bijna dicht.
14 Juli. De randen van het grootste ulcus zijn dikker
geworden; het kleine is gecicatriseerd.
21. Juh. Therapie: Balsam. peruvianum, het ulcus
was de laatste week stationair gebleven.
De aanwending van balsam. peruv. gedurende drie
weken bleef zonder gevolg; er wordt daarna eene proef
genomen met het drukverband van Baynton.
Het ulcus wordt na 8 dagen grooter en dieper, en de
-ocr page 42-30
afscheirling is verminderd; thans wordt Unguent, terebinth,
aangewend.
25 Aug. Er liebben zich vrij broze granulaties ont-
wikkeld, onder sereuse en foetide afscheiding; de afme-
*
tingen zijn 1 bij 8 centimeter.
Sedert 25 Augustus word het ulcus met unguent,
elemi behandeld.
Den September heeft zich de bodem van het ulcus
met hoog roode granulaties bedekt, en is op gelijke
hoogte met de randen gekomen; de randen zijn zachter
en eenigszins rood geworden.
Den 40\'\'®» September wordt weder een aanvang genomen
met de applicatie van balsam, peruv.
15 Sept. Er heeft zich een epitheliale zoom aap de
randen van het ulcus gevormd; de granulaties zijn vaster,
minder rood, en met eene dunne, gele etterlaagbedekt.
20 Sept. De randen en de bodem zijn thans geheel
tot gelijke hoogte; aan dc onderste zijde is het ulcus
\'smaller geworden; dc afmetingen zijn nu 0,75 centimeter
bij G aan den boven-, en 0,5 aan den onderkant.
XYII. • ,
G, Nagel, een gezonde arbeider, oud 48 jaai\\ wordt
den 20\'\'®" .Inni 1879 in het Buiten Gasthuis opgenomen.
Sedert ruim een jaar is Patiënt lijdende aan eene zweer
van hel linker onderbeen, deze is ontslaan door een
749
sloot, breidde zich allengs uit, terwijl zich in het midden
een knobbel ontwikkelde.
Bij het onderzoek vindl men onmiddellijk boven den
mail. ext. van het linkerbeen eene onregelmatig ovale
zweer, metende 5 bij 44 centimeter, de bodem is aan
den onderkant met gele, slinkende detritusmassabedekt;
aan den bovenkant is de vlakte granuleerende, naar het
midden toe opgehoogd; omgeven door een rooden rand.
Therapie: solut. acid. phen. 2,5 °L
3 Juli. De detritusmassa heeft zich grootendeels afge-
slooten; alleen de onderste hoek van hel ulcus is nog
licht gangraeneus; de bodem is fijn granulair.
44 Juli. De rand aan den onderkant is ondermijnd,
bij drukking ontlast zich eene aanzienlijke hoeveelheid
pus; de bovenkant is woekerend.
24 Juli. De huidrand op de ondermijnde plek heeft
zich vastgehecht en is niet pijnlijk; er heeft zich een
gladde, dunne, roode epilheliaalrand gevormd.
28 Juli. De afmetingen zijn 6,5 bij 9 centimeter; de
cpitheliale rand blijft dun en vertoont eenen rooden zoom.
44 Aug. Afmetingen: 5 bij 9,25 centimeter.
48 Aug. Het ulcus meet 5 bij 9,25 cenlimeter; naar
het schijnt, ontwikkelt zich een fijn, geleiachtig randje
langs den rooden zoom, zonder geleidelijken overgang
van het epithelium, de granulaties zijn fijnkorrelig
en hoogrood.
Therapie: Balsamum peruvianura.
-ocr page 44-Si
■ 25 Aug. Er heeft zich een breede, witte zoom met een
tljn, rood randje gevormd, afmetingen 5 bij 8 centimeter.
1 September. De rand is soliede, wit, glad, geleideUjk
overgaande op de grofkorrelige, bleekroode vlakte, welke
zich aan den onderkant verkleind heeft.
17 Sept. De afmetingen zijn A bij G centimeter; de
sterk opgehoogde bodem steekt scherp af bij den witten,
stevigen rand.
XVIII.
W. 13, Greeve, zonder beroep, oud 68 jaar, wordt den
lo*"®" Juli 1870 ter verpleging opgenomen.
Deze persoon heeft sedert 9 maanden ten gevolge van
een stoot een ulcus aan het rechter onderbeen, drie
vingerbreed boven de mail. ext., metende 2,5 bij 3,25
centimeter; en een ulcus boven den mail. int., waarvan
de afmetingen zijn 4 bij 1,5 centimeter.
De bodem der ulcera is granuleerende, geelachtig rood;
de omgevende huid is rood en gezwollen; P. heeft op
en om de ulcera veel last van jeuken.
Therapie: Balsam peruv.
30 Juli, Eene sterke etterige afscheiding is opgetreden;
de afmetingen zijn nu van het eerstgenoemde ulcus 2 bij
3, en van het andere 1 bij 3 centimeter.
6 Augustus. Er hebben zich bleekroode, hoogstaande
granulaties ontwikkeld.
33
13 Äug. De bodem is gelijk met de omringende huid
geworden; de ulcera zijn levens kleiner.
20 Aug. De afmetingen van de ulcera zijn nu gewor-
den 1 bij 2, en 0,5 bij 2 centimeter.
10 Sept. De beide ulcera zijn geheel genezen.
XIX.
F. G. Joachim, van beroep bakkersgezel, oud 58jaar,
wordt den 22^\'«" Juli 1879 in het Buiten-Gasthuis op-
genomen.
Ulcus cruris sinistri: recidief voor de vierde maal.
De aandoening is het eerst opgetreden vóór 4 jaar ten
gevolge van een trauma; thans vertoont het onderbeen
12 centimeter boven den mail. inl. eene ovale zweer,
metende 4 bij 6,25 centimeter, de randen zijn scherp,
iets verheven, loodrecht opstijgende uit de roode, weinig
granuleerende, vrij etterige basis; de huid in den om-
trek is boven en zijdelings desquameerende, beneden
glad, glinsterend rood, die roodheid blijft bij drukking
bestaan.
Therapie: Balsamum peruvianum.
28 Juli. De afmetingen van het ulcus zijn 3,5 bij
5,5 centimeter; de bodem is met fraaie, bleekroode gra-
nulaties bedekt, en vertoont min of meer verdiepte plekken.
4 Angustus. Afmetingen 3 en 5,5 centimeter, sterke
elter-afscheiding, wille, soliede epilheliale rand.
3
-ocr page 46-3//.
41 Aug. Afmelingen 2,5 bij 4 cenlimeter.
48 Aug. Afmelingen 2 en 3 cenlimeter, fraaie, aan
den onderrand sterk opgehoogde granulaties ; er heeft
zich een regelmatige, witte rand gevormd.
25 Aug. De afmelingen zijn 4 bij 4,5 centimeter; de
soliedc wille rand is alleen aan den bovenkant scherp
afgesneden; de vleeschheuveltjes zijn met geel, etter-
achtig beslag overdekt.
4 Sept. Eene kleine, bloedende plek, 0,75 bij 4, ver-
toont zich als overblijfsel van hel ulcus.
45 Sept. In hel midden van hel gladde, vaste ht-
teeken bestaat nog een bloedig puistje; maar reeds den
47^"" Sept. is P. geheel hersteld.
XX.
J. van Wijk, van beroep naaister, oud 73 jaar, wordt
den 30\'*\'" Juli 4879 ter verpleging opgenomen. P. heeft
vroeger veel aan koortsen geleden. Ten gevolge van
een stoot heeft zich vóór drie jaar eene zweer aan
het linker-onderbeen ontwikkeld; voor de derde maal
als recidief komt ze thans onder behandeling.
Er zijn twee ulcera aanwezig, hel eene op de crista
tibiae vier vingerbreed boven het voetgewricht, met
gangraeneusen bodem, en roode pijnlijke randen; de
afmelingen zijn 7,75 bij 8 centimeter. Op den mail. inl.
bevindt zich een tweede ulcus, van 4,5 bij 6 centimeter.
35
Er worden eerst cataplasmata semin. lini aangewend;
en nadat de bodem van het ulcus zich gezuiverd heeft,
Balsamum peruvianum.
13 Augustus. Afmetingen van het groote ulcus 7,5
bij 7 centimeter; van het kleine 3 bij 5 centimeter.
19 Aug. Er hebben zich bleekroode, grofkorrelige
granulaties ontwikkeld, en een breede, witte, soliede
epitheliaalrand; het kleine ulcus meet 3 bij 4 centimeter ;
het groote is aan den onderrand bijna\'vergroeid, en
geheel van vorm veranderd.
21 September. Het kleine ulcus is gesloten; de cicatrix
is met eene ruwe korst bedekt. Het groote ulcus heeft
zich in tweeën verdeeld, het bovenste gedeelte meet
0,5 bij 1 en hel onderste 1 bij 2 centimeter.
XXI.
,1. Bakker, van beroep bakker oud 08 jaar, wordt
den 30\'""\' Juh 1879 in het Buiten-Gasthuis opgenomen.
P. is met uilzondering van verschillende koortsaan-
vallen steeds gezond geweest. Twintig jaar geleden
kreeg hij voor het eerst een ulcus aan het linkerbeen,
dat onderscheidene malen recidiveerde.
Bij de opname vindt men aan het onderbeen een
zestal ulcera van verschillende grootte, en ontstaan na
een koortsaanval. Sedert vier jaar hebben zich varices
ontwikkeld, en patiënt klaagt over vermoeidheid in het
754
been. De ulcera zijn vrij diep, met roeden rand en
grijzen bodem; en hebben de volgende afmetingen: het
grootste, gelegen midden op de crista tibiae meet 3,5 bij
12 centimeter; twee andere, gelegen aan de binnenvlakte
der kuit, het eene 3 bij 6, hel andere 2 bij 6 centi-
meter; twee kleine aan de buitenvlakte der kuil, het
eene 2,5 bij 3, het andere 1,5 bij 3 centimeter; eindelijk
een, onmiddellijk boven den mail. int., 3 bij 4,5 centimeter.
Therapie: Balsamum peruvianum.
4 Augustus. Er is eene vrij sterke purulenle afschei-
ding aan de ulcera opgetreden.
11 Aug. De basis der ulcera heeft zich onder sterke
ettervorming met stevige granulaties bedekt; de randen
zijn meer glad.
18 Aug. De kleinere ulcera zijn genezen; de overige
verloonen soliede, grofkorrelige, doch licht bloedende
granulaties.
25 Aug. De bleekroode, op kleine champignons gelij-
kende granulaties zijn 2 milhmeter boven de gladde,
met roode puntjes bezette randen verheven.
1 September. Van het ulcus op de tibia en dat boven
den mail. int, zijn nog enkele gedeelten over.
15 Sept. De ulcera zijn tot onbeduidende plekjes
verminderd; de cicatrices zijn glad, rood en niet
37
XXII.
W. ten Gate, van beroep werkman, oud 56 jaar, een
potator, komt den Augustus 1879 onder behandeling.
Vóór 22 jaar zijn varices aan het rechterbeen te voor-
schijn getreden, en sedert dien tijd is patiënt lijdende
aan beenzweren, welke telkens recidiveeren; hij is dan
ook reeds vier maal in de gasthuizen behandeld.
Aan het rechterbeen bevinden zich sterk uitgedrukte
varices, vooral aan de knie, minder duidelijk aan het
crus. Op de binnenvlakte van het onderbeen breidt zich
een groot ulcus uit, beginnende op den enkel, en de
crista tibiae vier vingerbreed overschrijdende. De afme-
metingen zijn 17 bij 19 centimeter, de randen zijn
onregelmatig, rood en gezwollen, op den hobbeligen
bodem wisselen bruine granulaties af met grijsgroene
gangraeneuse plekken; in het bovengedeelte verheffen
zich twee insulae.
Therapie: ünguent. terebinth, om de zuivering der
wondvlakte te bevorderen.
18 Augustus. De sterk roode bodem van het ulcus
scheidt eene ruime hoeveelheid pus bonum et laudabile
af. Vijf centimeter van den onderrand verwijderd, ver-
toont zich een met oedemateuse granulaties voorzien
plekje, dat door den patiënt als het uitgangspunt van de
zweer beschouwd wordt.
19 Aug. Therapie: Balsam. peruv.
-ocr page 50-38
25 Aug. Op den bodem verheffen zich grofkorrelige,
lichlbloedende granulaties, bedekt met ruime purulente
afscheiding. Aan den bovenrand heeft zich een soliede,
trapsgewijze opstijgende, epitheliale zoom gevormd. De
afmelingen zijn 15 bij 16 centimeter. Een der eilandjes
is de helfl grooter geworden.
1 September. De soliede randen gaan trapsgewijze op
de stevige, met eene fijne elterlaag bedekte granulaties
over; een der eilandjes is met den rand vereenigd. Het
oedemateuse plekje wordt met lapis infernaUs aangestipt.
13 Sept. De etter-afscheiding is nog altijd belangrijk,
afmetingen 12 en 14 centimeter,
19 Sept. Thans is ook hel tweede eilandje met den
rand in verbinding getreden; de afmetingen zijn 10 bij 12
centimeter.
Patiënt blijft onder behandeling, cn de toestand der
zweervlakte wettigt het vermoeden, dat de genezing
weldra lot stand zal komen.
XXIII.
J. ter Brugge, gepensioneerd marinier, oud 46 jaar,
wordt den 12\'^®" Augustus 1879 in hel Buiten-Gasthuis
ter verpleging opgenomen.
De gezondheidstoestand van patient is vroeger steeds
gunstig geweest, sedert twee jaar echter lijdt hij aan
. 39
chronische beenzweren, om welke reden hij in 1874 voor
den dienst ongeschikt werd verklaard.
Slatus praesens. Op het rechter onderbeen vertoont
zich een ulcus, vlak boven den mail. int., metende 5
bij 9 centimeter. Op het linkerbeen bevinden zich twee
ulcera: het eene op den mail. ext., metende 4 bij 4,25
centimeter, het andere ,een handbreed hooger, ter grootte
van 3,75 bij 5 centimeter; aan de achtervlakte der kuit
ligt nog een derde ulcus, ter grootte van 2 bij 4 centimeter.
De bodem dezer ulcera heeft een licht gangraeneus,
torpied aanzien, de randen zijn vrij dik en geïnjicieerd,
de huid in den omtrek is rood, deels met schilfers bezet,
deels ontveld. Er zijn geen varices aanwezig. De lymph-
klieren onder het lig. Poupartii zijn opgezet.
Therapie: Balsamum peruvianum.
17 Aug. De granulaties hebben een gunstig voorkomen,
van den rand uit ontstaat een solied epitheliaal be-
kleedsel, op een der ulcera is een eilandje opgetreden.
25 Aug. De granulaties zijn sterk opgehoogd, grofkor-
rehg, met gelen etter bedekt; de soliede epitheliale
zoom gaat geleideUjk op den gcvulden bodem over.
1 September. De genezing der ulcera vordert voor-
spoedig.
15 Sept. De afmetingen van het ulcus cruri dextri zijn
2 bij 3 centimeter; de bodem vertoont thans een heuvel-
vormig aanzien, het ulcus op den mail. ext. crur. sin. is
met een stevig Hiteeken gesloten.
40
20 Sept. Dc oppervlakte der nog overgebleven ulcera
is glad, de afmetingen van het ulcus cruris dextri zijn
4 en 2 centimeter. Op het crur. sin. hebben de ulcera
een cirkelvormigen omtrek, het eene met een diamet
van 0,5, het andere van i centim.
XXIV.
H. Baars, van beroep sjouwerman, oud 45jaar, wordt
den 18\'\'\'" Augustus 1879 als patiënt opgenomen, een
gezond en zeer krachtig individu.
Deze man is reeds sedert 25 jaar lijdende aan ulcera
cruris, waarvan hij het eerste ontstaan toeschrijft aan
eene contusie ten gevolge van een val. Bij het eerste
optreden was de voorzijde der tibia eene handbreed
boven het voetgewricht de zitplaats der ulceratie; deze
was spoedig genezen. Onmiddellijk daarna verscheen een
ulcus aan den linker malleolus internus; in de omge-
ving van den enkel ontstonden telkens ulcera, nu sedert
een jaar dicht. Korten tijd daarna kwamen aan hetzelfde
been twee nieuwe ulcera te voorschijn, waarmede hij
thans onder behandeling komt.
Bij het onderzoek blijkt, dat de linker voet aanmer-
kelijk dikker is dan de rechter; de huid van den linker
voet en van hel onderste gedeelte van het been is rood
en gezwollen, vooral aan de voorzijde en ter hoogte van
den enkel Vlak vóór den mail. ext. bevindt zich een
41
ulcus mei dikke, verschuifbare randen, en eenigszins
verdiepten, rooden, grofkorreligen bodem; dc afmetingen
zijn 4 bij 4 centimeter.
Aan den mail. int. van hetzelfde been bevindt zich
een ulcus, dat dieper is dan het zooeven vermelde, en
welks afmetingen zijn 2 bij 4 centimeter.
Therapie: Balsam, peruv.
Onder deze behandehng neemt dc zwelhng van den
voet spoedig af, en de ulcera genezen voorspoedig; zoodat
P. reeds den September geheel hersteld is, enden
het ziekenhuis verlaat.
XXV.
J. E. Til, zonder beroep, oud 64 jaar, wordt den
4\'\'\'=" September 1879 in het Buiten-Gasthuis opgenomen
P. heeft vroeger nooit over zijn gezondheidstoestand
te klagen gehad; voor eenige jaren kreeg hij eene ver-
zwering aan het linker onderbeen, waarvan de overblijf-
selen in den vorm van een uitgebreid, donker gepig-
menteerd litteeken zichtbaar zijn.
Verleden jaar verschenen even boven de knie een drietal
knobbels, welke allengs dikker werden, en in verettering
overgingen. Eenigen tijd later ontstonden een drietal
ulceraties aan den linker voet, welke hij te huis zonder
gunstig gevolg liet behandelen, en die hem eindelijk
dwongen, in het ziekenhuis hulp te zoeken.
42
■SB!
Bij dc opname vertoont de linker onderste extremiteit
zeer sterke varices; boven de knie ligt een ulcus, ter
grootte van 3 bij 2 centimeter, met onregelmatige, sterk
geïnfiltreerde, eenigszins ondermijnde randen; de bodem is
rood, niet gegranuleerd, met eene laag dunnen etter bedekt.
De hiel van den linker voet is de zitplaats van drie
ulcera, met scherp afgesnedene randen, en een diepen,
drogen bodem zonder granulaties; de huid is geïnfiltreerd,
rood en zeer pijnlijk. De afmetingen der ulcera variëeren
tusschen 2 en 3 centimeter.
Therapie. Nadat gedurende een vijftal dagen de ulcera
met unguent elemi verbonden waren, hebben zich op
den bodem granulaties ontwikkeld; thans wordt Balsam,
peruv. geappliceerd.
45 September. De ulcera zijn met bleekroode granu-
laties opgevuld; aan de randen treedt eene fijne, witte,
epithehale zoom le voorschijn.
20 Sept. Het ulcus boven de knie is met een sle-
►
vigen, witten, epilhelialen rand omgeven, en meet thans
i bij 1,5 centimeter. Van de ulcera aan den voet zijn
er twee genezen; het derde is tot eene kleine, ovale
plek samengekrompen.
43
Bij dc beschouwing van de Iherapeulische waarde der
geneeswijzen, welke in «de beschreven gevallen zijn aan-
gewend, meen iii mij te moeten bepalen bij de behan-
deling met solutio acidi phenylici, met solutie chlorii
en met balsamnm peruvianum.
De overige opgegevene methoden komen hierbij minder
in aanmerking: eensdeels omdat ze niet van algemeene
toepassing zijn geweest, waartoe ze trouwens uil haren
aard ook minder geschikt zijn; anderdeels omdat uit
de gevallen, waarin ze beproefd werden, blijkt, dat de
uitslag slechts in enkele gevallen gunstig was.
Van de doorloopende behandeling met solutie nitratis
argenti zou men zelfs kunnen beweren, dat ze nadeelig
werkt.; omdat ten gevolge van de incrustatie van het
granulatie-weefsel de cicatrisatie belemmerd wordt. Het
gebruik van nitras argenti in substantie kan te pas
komen bij woekerende of bij oedemateuse granulaties;
en in soortgelijke gevallen is de werking dan ook eene
uitstekende.
De solutio chlorii en de solutio acidi phenylici als
verbandmiddel bij beenzweren schijnen in werking onder-
ling niet te verschillen; immers de gevallen, welke met
aqua chlorata behandeld zijn, vertoonen in hun verloop
geen noemenswaardige afwijkingen van diegene, bij
welke de solutio acidi phenyci is aangewend.
Deze beide geneesmiddelen zijn zeer geschikt voor de
-ocr page 56-behandeling van ulcera gangraenosa, daar zc uilmunlcn
door hunne vernietigende werking op organische weefsels
en lagere organismen. Nadat de opgenoemde middelen
korteren of längeren tijd zijn aangewend, komt onder
de zich afstootende detritusmassa een zuivere, met
granulaties bedekte bodem te voorschijn. De gangraeneuse .
zweer kan nu met eene gewone, niet gecompliceerde
gelijk gesteld worden.
Gedurende het stadium suppurationis der zweren in
het algemeen is de gunstige werking dezer krachtige
agentia niet te miskennen; indien de oppervlakte der
zweer niet uitgebreid is, en onder de beschuttende
etterlaag zich levensvatbare granulaties ontwikkeld hebben,
dan komt wel eens snelle genezing tot stand.
Vordert echter de litteekenvorming ten gevolge van ,
het groote verhes van weefselzelfstandigheid of uil hoofde
van den belangrijken omvang der zweer eene langere
tijdruimte, dan treedt vaak de vernietigende invloed dezer
anliseptica in nadeeligen zin op den voorgrond: de zweer
vertoont een slap aanzien; de ellerproduclie vermindert
sterk, en de granulatie-vorming ^blijft op dezelfde hoogte;
met andere woorden, de zweer is torpiede geworden.
Met het oog op deze gevallen meen ik te mogen
aannemen, dal .de anliseptica onder zulke omstandig-
heden tegen-aangewezen zijn: eene andere contra-indicatie
«
zou men kunnen afleiden uit het gevaar van intoxicatie
tem gevolge van de resorptie van carbolzuur.
45
Gedurende de behandeling met Balsamum peruvianum
vertoont de zweer een eenigszins afwijkend beeld: nadat
het stadium mundificationis afgeloopen is, treedt eene
ruime afscheiding van etter op, welke zonder twijfel
den naam van pus bonum et laudabile verdient.
Op de eerst fijnkorrelige zweervlakte verheffen zich
allengs weelderige granulaties; en terwijl zich van den
rand een fijne, witte, epithehale zoom ontwikkelt, heeft
de bodem zich met nieuw gevormd weefsel gevuld;
de groei der meer en meer grofkorrehge granulaties
neemt soms verbazende afmelingen aan; zoo zelfs, dat
den waarnemer onwillekeurig hel beeld van caro luxurians
voor den geest treedt. In weerwil van hun grool bloed-
gehalte hebben de vleeschheuveltjes eene bleekroode kleur,
welke m. i. afhankelijk is van het dunne ellerlaagje, dat
hunne oppervlakte steeds bedekt.
Onder hel voortgroeien der epitheliale bekleeding trekt
hel nieuwgevormde bindweefsel zich samen, en na de
volledige sluiting heeft eene gladde, vaste cicalrix hel
vroegere weefselverlies vervangen.
Ziedaar in korte Irekken het verloop geschetst bij die
gevallen, welke mij gelegenheid verschaft hebben, hel
eindresultaat waar te nemen.
Hel geval XVI, een ulcus callosum, verdient eene.
meer bijzondere vermelding, als zijnde een der eerste
gevallen, waarbij proeven met Peru-balsem genomen zijn.
Eene eerste aanwending gedurende drie weken liet
-ocr page 58-4G
mmmmmm
geen vooruitgang bespeuren; dal verwonderde mij trouwens
niet: zulke droge, harde, geïnfiltreerde zweren zonder
granulaties bieden in den regel aan de meest beleidvolle
behandeling weêrsland; er ontbreekt hier de hoofd-
voorwaarde tot herstel, de reactieve ontsteking.
Na de applicatie eener prikkelende zalf zien wij fijn-
korrelige granulaties te voorschijn treden, en onder het
gebruik van Balsam, peruv., tijdens zijne aanwending voor
de tweede maal, vormt zich om den rand een epithe-
liale zoom.
Dit geval heeft mij doen inzien, dat de Peru-balsem
vooral aangewezen is bij zweren met een goed granu-
leerenden bodem; om die reden werden dan ook bij
ulcera met putrieden of licht gangraeneusen bodem gedu-
rende verscheidene dagen cataplasmata of unguent. tere-
binth. aangewend.
\'Ook bij de na langdurige aanwending van phenylwassching
^stationair geworden gevallen heeft de Peru-balsem zijn
dienst niet geweigerd; ofschoon hier de voorwaarden
niet tot de gunstigste behooren, toch ontwikkelde zich
spoedig een epitheliale zoom, welke gestadig, alhoewel
uiterst langzaam, voortschreed.
De vraag, welke behandelingswijze voor ulcera cruris
de beste moet geacht worden, is niet met korte woorden
te be.slissen: eene algemeen toepasselijke melhode is
vooralsnog niet gevonden. De therapie moet zich voegen
naar\' de complicaties, want deze geven ons meestal de
hl
indicaties aan de hand; men vestige hierbij vooral zijne
aandacht op den toestand van den bodem, den rand en
de omgeving der zweer.
Of algemeene ziekte-toestanden bij deze locale aandoe-
ningen op de genezing invloed hebben, meen ik te moeten
betwijfelen; er zijn mij gevallen bekend, welke voorspoedig
verliepen, bij kanker-dyscrasie, booggradige anaemie en
typbus.
Aangezien mijne proefnemingen niet talrijk genoeg
zijn, en mijne waarnemingen zich over een te kort tijds-
bestek uitstrekken, acht ik mij niet gerechtigd, om nu
reeds eene afdoende conclusie te trekken. De in den
beginne gekoesterde verwachting, dat de Peru-balsem bij
chronische beenzweren tot eene spoedige genezing zou
leiden, heeft zich niet bevestigd: toch meen ik dit middel
te kunnen aanbevelen ter bevordering van de Htteeken-
vorming, een bij de behandeling der chronische ulcera
zoo moeilijk te bereiken doel.
Ik vlei mij met de hoop, dat uitgebreide onderzoe-
kingen mij later in staat zullen stellen, dit verbandmiddel
naar waarde te leeren schatten.
Ii
I(
!l
W •
BHw
■ r-\'i.
■ I -,
STELLINGEN.
-ocr page 62-iio--.,
■ c ■
. ?
s
\' ■ -. i\'
•Y
\'■V ..\'T.
v\'
■ ■ ■ \' ! \'
I\' ■■ \'
\'r- \' -
A -
ivv
-.i ■
-ocr page 63-Ten onrechte beweert Niemeijer, dat de Chronische
Bronchiaalcalarrh, Emphyseern en Bronchiectasie, die
zoo veelvuldig den morbus Brightii compliceeren, hunnen
oorsprong vinden in eene veranderde bloedsmenging.
By comphcatie van typhus exanthematicus met crou-
peuse pneumonie is de prognose infaustissima.
De bewering van Cornil et Banvier: »Ie mot de
giyome vient de ce que les tumeurs cérébrales appelées
ainsi possèdent la consistance de la glue" is onjuist.
52
IV.
De stelling van Finkelnburg, dat het gebruik van
koper in kleine doses door accumulatie in het organisme
chronische intoxicatie kan teweegbrengen, is onjuist.
Compte rendu du Congr. int. d\' Hyg. 1878.
De ligging der nier kan door percussie niet aange-
toond worden.
VI.
Wate epilepsie is ongeneeslijk.
VII.
Wanneer bij hoogen stand van het hoofd het termi-
neeren van den partus vereischt wordt, moet altijd
keering op dc knie worden toegepast.
VIII.
«
Als weeënbevorderend middel gedurende den partus
verdient Murias pilocarpini dc voorkeur boven Ergotine.
53
IX.
Vernauwingen van liet collum uteri moeten door incisie
behandeld worden.
X.
Elke verhooging der hchaainstemperatuur in het puer-
perium is pathologisch.
XI.
liet verband van Lister kan gemist worden.
»Das Genu valgum Halberwachsener ist eine Ver-
krümmung, welche in den benachbarten Enden der
Diaphyse des Femur und der Tibia ihren Sitz hat, und
theils in einem ungleichen Wachsthum an der Epiphy-
sengrenze, theils in einer abnormen Krümmung des
ganzen Diaphysenendes seinen Grund hat. Die Epiphysen
sind nicht wesentlich betheihgt.
Mikuliez. Langenbeck\'s Archiv.
-ocr page 66-54
XIIT.
Bij traumatisclie aandoeningen der m.m. ciliares is
spoedige enucleatio bulbi geïndiceerd.
XIV.
Kennis der psychiatrie is voor eiken medicus on-
misbaar.
Het ware wenschclijk, dat onder de vakken van on-
derwijs voor den aanstaanden medicus de toxicologie
werd opgenomen.
- - ƒ>■ ;
\'Ci
IX
■ \'f.\'
r
t». i-
K
1, .
■ ■\'. < ■■
ss5p5
■■ vi."
-ocr page 68-;
-ocr page 69-O \' ^
: \'t ^
i
i ••
; : ■ ■ ■ r\'\'* - \'J■ . ï\' \'• ■■
. "iu.-
VV"
■iVVv ^ , ■■ - "\'v
VVV-rV^v.^.
r:"
.\'V
: v; ■ v.-\'-;. ; V/; ^ .\'- ..A \'.
■. \\,
■ ■ \' ■ ^, ■
■V - "
r-v^- 3
Î ■
•. : -4
-ocr page 71-. y ■
■ ■ j ■.
ï
/ -o,.\'.; .
/■( Jr-
:-4 /
• m i \'
w\'
-ocr page 72-Ü«