-ocr page 1-

B IJ D R A G E

tot de

casuïstiek der rüggewervel-

fracturen.

ACADEMISCH PROEFSCHRIFT

-ocr page 2-

_ ...... ....

rT:\'

pi-\'y;!- - \'

va-

■V\'Ar,:\' -T;

t\'. \'i^ï.

■v\' \'f ,

-ocr page 3-

A...... . ■„. .

fr-i.-ti..

^ -v.vj

- " \' "î\'i.â

i , V 1

■4

■.\'■vy-

II.HJL !.| \'lHWWWW.UIlHlillllilU.J.

-ocr page 4-

jf*/

ï

/

■f-wÇ-r^-îy/,..:.,-

-

-ocr page 5-

: \'\'riv^

m-.

m

m

\' -Ai

-ocr page 6-

\'ALu-A-uJuimiaumi

-ocr page 7-

BIJDRAGE TOT DE CASUÏSTIEK DER
RU6GEWERVEL-FRACTMEN.

-ocr page 8-

FFF^-^r Utu^r I ilMTWWI

• . : I

. . \' ü

■ -f

ï^t-

-ocr page 9-

bijdeage tot de casuïstiek der
ruggewervel-eracturen.

ter vericnijoing van den graad
van

iiifii m ii iiiiiisiiiii,

AAN DE RIJKS-UNIVERSITEIT TE UTRECHT,

na machtiging van den rector magnificus

Dr. E. MULDER,

Hoogleeraar in de Wis- en Natuurkundige Faculteit,

VOLGENS BESLUIT VAN DEN SENAAT DER UNIVERSITEIT

en

OP VOORDRACHT DER GENEESKUNDIGE FACULTEIT,
TE VERDEDIGEN
op Zatiirdag, den 27 September 1879, des namiddags 7 nur,

door

PHILIP KOOPERBERG,

. Geboren te Oosterhout,
arts te oostertiout.

BREDA,

P. B. NIEUWKNHÜIJS.
4879.

-ocr page 10-

Snelpersdruk van H. G. A. Thieme te Nymeffcn.

\'i

-ocr page 11- -ocr page 12-

tr

. ■■ ■ > " ■ \'

.fi

1

■ [ ■

■ •

1

Im.

mi

in-

rt^.r,
lïé-i-

•r-t

II

: .. s

-ocr page 13-

Een drietal jaren ging voorbij sedert mij, na afgelegd
doctoraal-examen, het voorrecht te beurt viel van tot
de promotie .toegelaten te worden. Tijdgemis, het gewone
euvel van hen, die zich dagelijks in eene genees-, heel-
en verloskundige praktijk ten platten lande te bewegen
hebben, maar meer nog de verre afstand, welke mij
scheidde van die brandpunten van wetenschap en kennis,
van wier gloed een straaltje zoo onmisbaar is bij het
schrijven van een Academisch proefschrift, ziedaar de
redenen, welke tot zulk lang wachten de gereede aan-
leiding gaven. Begrijpende echter, dat, wilde ik den
doctor-titel vermeesteren, er aan de formaliteit der wet
voldaan, dus een besluit genomen moest worden, greep
ik ten laatste gretig de gelegenheid aan om een onder-
werp aan de praktijk ontleend, voor mijn doel te bezigen.

-ocr page 14-

Bij het schrijven dezer regelen , gevoel ik mij verplicht
een woord van dankbare herinnering te wijden aan U,
Flooggeleerde Heeren Professoren en Lectoren in de Na-
tuur- en Geneeskundige faculteit aan de Hoogeschool te
Amsterdam, die mij indertijd door uw hooggeschat onder-
richt liefde voor de wetenschap wisten in te boezemen.
In \'t bizonder wil ik ter dezer gelegenheid dankbaar ge-
denken de door U, Hooggeleerde Heeren Professoren
c. 13. tilanus en j. w. r. tilanus , mij bij voortduur
bewezen welwillende toegenegenheid.

Mijn welgemeende dank aan U, Hooggeleerde Hee-
ren Professoren in de Natuur- en Geneeskundige Facul-
teit der Utrechtsche Hoogeschool voor de welwillend-
heid mij steeds betoond zoowel bij mijne academische ,
als bij mijne Staats-examina, bij welke laatste ik reeds
de eer had met velen Uwer nader bekend te wor-
den. Vooral U Hooggeleerde Heer Professor
van goud-
oever
betuig ik mijn erkentelijkheid voor de goede
diensten, mij bewezen bij het bewerken van dit proef-
schrift.

Ook aan U Zeergeleerde Heeren Doctoren van der

hoeven en vroesom de haan te Rotterdam, wijd ik

mijn dank voor hetgeen door U, evenals door den

helaas 1 te vroeg ontslapen rienderhoff bijgedragen

is om mijn Genees-, Heel- en Verloskundige opleiding

te voltooien,
f

I \'

-ocr page 15-

Aan mijn oude studiegenooten , gij die thans allen ,
hetzij over het vaderland verspreid, hetzij aan gene zijde
van den evenaar verblijf houdend, U wijdt aan de be-
langen der lijdende menschheid, een hartelijk: vaartwel 1 —
Aan mijn tegenwoordige vrienden en ambtgenooten:
heil!

1

-ocr page 16-

»

Ém-:

4r

-ocr page 17-

In den nacht tusschen 14 en 15 Juli 1879 werd
de aandacht der buren van den herbergier v, G.
te D. getrokken door een gedruisch als van een
zwaar, vallend lichaam en door een opvolgend
hulpgeroep in diens woning. Toegesneld, vonden
zij hem liggende op den grond, met bloed be-
dekt en pijnlijk klagende. Moeielijk sprekend, ver-
haalde hij aan de omstanders, dat hij door drie zijner
herbergbezoekers van den zolder, langs eene on-
geveer drie meter hooge, zeer steile en in een eng
portaal eindigende trap, naar beneden geworpen
was, waarop een geweldige mishandeling, bestaande
in het werpen met harde, breekbare voorwerpen,
trappen op de borst, enz., volgde.

Dit was het verkort relaas van hetgeen mij, die
ter behandeling des lijders ontboden was, bij het

-ocr page 18-

binnentreden door de aanwezigen medegedeeld
werd.

Ik vond den lijder, een 51-jarig, zeer zwaar-
en vetlijvig, overigens mij als gezond bekend
man, in halfzittende houding in een armstoel ge-
plaatst met een bleek, ontsteld gelaat, in nage-
noeg bewusteloozen, schijnbaar haast levenloozen,
toestand, met kleinen, frequenten pols. Stralen bloed
gudsten langs het aangezicht en de slapen en
eene deels vloeibare, deels gestolde bloedmassa
kleefde aan de kleederen. Klagende, kermende
geluiden beantwoordden de gedane vragen.

Nadat onder het gebruik van opwekkende mid-
delen het volle bewustzijn allengs was wederge-
keerd en mij door den lijder een nagenoeg ge-
lijkluidend verhaal als het bovenstaande was ge-
daan, begon hij over hevige pijn in den rug te
klagen, welke bij de minste beweging des lichaams
buitengemeen toenam. Hij had een gevoel van
doofheid in de beenen en den buik, en uitte de
klacht dat hij niet in staat was op te staan of
zich om te keeren.

^ De zieke werd voorzichtig ontkleed, gereinigd

-ocr page 19-

en ter nader en nauwkeurig onderzoek op eene
matras op den vloer neergelegd.

Boven op het hoofd ter hoogte van den pijlnaad,
ongeveer 2 cm. achter den kroonnaad, bevindt zich
eene sikkelvormige wond (lang 7 cm. en diep
Va cm.), wier beide uiteinden rechts en links tot
over den kroonnaad reiken ; de galea aponeurotica
is niet doorboord, dus ook de schedel niet ont-
bloot. Eene profuse, capillaire en veneuse bloe-
ding, gemakkelijk door aanwending van koude te
stelpen, is het eenige, wat de wond te aanschou-
wen biedt. Eveneens een zich in de slaapstreek
bevindend, duidelijk tot in de slaapspier dringend
wondje van slechts
1V2 cm. lengte.

Bij het onderzoek der borstkas en borstholte
springt dadelijk de oppervlakkige, frequente ademha-
ling in het oog. De lijder klaagt over drukkende,
beklemmende pijn bij in- zoowel als bij uitade-
ming en over onvermogen om te hoesten.

Bij percussie en auscultatie aan de voorvlakte

-ocr page 20-

van den thorax wordt, behalve verzwakking van het
ademhalingsgeruisch, geenerlei afwijking gevonden.
De percussie van de achtervlakte der borstkas ter
rechterzijde der wervelkolom geeft een gedempten
toon van ongeveer de vijfde tot de achtste rib en
de auscultatie ter dier zelfde plaatse zeer verwij-
derd, bijna onhoorbaar vesiculair ademen.

De rug, even als het gansche lichaam, met eene
zeer dikke, vetrijke huid- en spiermassa bedekt, is
rechts, ter hoogte van den zevenden ribbenhoek, bij
drukking op een bepaald punt, zeer gevoelig. Bui-
tengewoon heftige pijn _ echter, doet zich ter hoog-
te van den zesden en zevenden borstwervel gevoelen;
zoowel door den minsten druk als bij iedere poging
tot beweging wordt de intensiteit dier pijn groo-
ter. Om deze reden wellicht behoort het consta-
teeren van difformiteit op het meest pijnlijke punt
tot de moeielijkheden. Bovendien maakt de meer-
gemelde vetlijvigheid het waarnemen van kleinere
misvormingen onmogelijk. Ook het onderzoek
naar meerdere bewegelijkheid en andere, overigens
gewoonlijk in dergelijke gevallen voorkomende ver -
schijnselen levert negatieve resultaten.

-ocr page 21-

De buikbekleedselen zijn geheel en al onge-
voelig tot ongeveer 3 cm. boven de onderste
apertuur der borstholte en van achter tot de rug-
gegraat ter hoogte van den tienden borstwervel.

Terwijl de bovenste extremiteiten in voorkomen
zoowel als in functie geheel normaal zijn, is aan
de onderste eene volkomene anaesthesie en vol-
ledige paralyse waar te nemen. Even als aan den
buik, veroorzaakt drukken, knijpen, steken of
branden , aan de beenen nergens de minste ge-
waarwording. Bij de grootste wilsaanwending is
hoegenaamd geene beweging in eenige spier of
spiergroep te voorschijn, te roepen. De reflex-
prikkelbaarheid blijkt ook verdwenen te zijn.

De huid-temperatuur van de verschillende
lichaamsdeelen verschilt op het gevoel niet.

De pols, intusscl^en bijgekomen, telt ofschoon
hij nog klein is, 80 slagen per minuut.

De lichaamstemperatuur bedraagt 37.6 Cels.

De zintuigsfunctien en het bewustzijn zijn nor-
maal. De spraak is, hoewel duidelijk, zeer zwak
en overeenkomstig de kortademigheid afgebroken,
kort. De pogingen om te urineeren falen.

-ocr page 22-

15 Juli.

P, heeft wegens de pijn en den steeds toene-
menden beklemmingsdruk op de borst en in de re-
gio epigastrica, eenen onrustigen, slapeloozen nacht
doorgebracht. Dezelfde klachten gelden ook nu.

De buik is zeer in omvang toegenomen; im-
mers terwijl deze, om den navel gemeten, den
vorigen dag 105 cm. mat, bedraagt de omvang
nu 143 cm. Het percussiegeluid is vol tympani-
tisch tot aan het manubrium sterni, welk laatste

door de hooge welving van den buik, als in een

«

diepte gelegen is.

De ademhaling is zeer oppervlakkig en ver-
sneld (het aantal ademhalingen is gestegen van
50 tot 70 per minuut). De percussie der borstkas
is over de gansche voorvlakte eenigszins mat en
de auscultatie doet zwak vesiculair ademen kennen.

Pols 94. Temperatuur 38.5.

Urine en faeces kunnen niet geloosd worden en
moeten door behulp resp. van catheter en clysma
uit het lichaam verwijderd worden; welke beide

-ocr page 23-

7

pogingen gemakkelijk tot resultaat leiden. De
urine is helder en heeft eene zure reactie.

De eetlust is goed, ofschoon kleine hoeveelhe-
den voedsel reeds een gevoel van verzadiging
doen ontstaan. Het sensorium is bij voortduring
in goeden toestand.

Het onderzoek naar electrische prikkelbaarheid
der verlamde deelen door middel van een sterken
inductie-toestel, leert dat dezelve geheel verdwenen is.

16 Juli \'s morgens.

P. heeft weder slecht geslapen. Thans over-
treffen de respiratie-klachten die over de pijnen
van den rug. Getal ademhalingen 96. Omvang
van den buik 162 cm.

Aangezicht en lichaam met ruim zweet bedekt;
de verlamde extremiteiten zijn koel en droog.

De urine, door middel van den katheter ontlast,
is van zure reactie en troebel van voorkomen.

Aan het sacrum en in de lendenstreek is, voor
zooverre zulks wegens de onveranderde ruggelig-
ging zichtbaar is, beginnende decubitus te be-

-ocr page 24-

speuren. De wonden van het hoofd zijn droog
en pijnloos. Pols loo; temperatuur 38.5.

\'s Avonds.

De ademhaling is tot eene ware dyspnoe over-
gegaan. P. dringt er op aan om hem te ontlas-
ten van het ontzettende gewicht, dat als \'t ware
zijn borst beklemt; hij heeft een gevoel van te
moeten stikken.

Het sensorium is helder.

De pols is zeer klein, frequent, haast draad-
vormig. Temperatuur 39.

In den nacht, ten ruim i ure, is P. asphyctisch
gestorven.

De verschijnselen, welké bij het waarnemen
van dit geval reeds in de eerste oogenblikken
in het oog springen, namelijk de stoornis van
motiliteit en sensibiliteit, wijzen al dadelijk op het
bestaan eener centrale en wegens het gemis van

-ocr page 25-

9

eigenlijke hersenverschijnselen, meer bepaald op
eene ruggemergs-beleediging. De eerst later waar-
genomen verlamming van blaas en rectum, zoo
mede van de buikspieren en darmwanden (zich
openbarende door toenemende tympanitis) kunnen
deze meening slechts bevestigen. De zetel dier
ruggemergs-aandoening zal wel gevonden moeten
worden beneden de plaats, waar de plexus bra-
chialis het kanaal verlaat, daar men anders ook
allicht verlammings-verschijnselen in het bovendeel
des lichaams of de bovenste extremiteiten zoude
hebben moeten waarnemen, en terwijl de lijder
dadelijk na den val over hevige pijn begint te
klagen ter hoogte van de zesde en zevende rug-
gewervels, welke pijn bij de geringste drukking
of beweging in intensiteit toeneemt, mag men ook
veilig aannemen, dat ter dier plaatse de oorzaak
der stoornissen in de ruggemerg-functien te vinden
zal zijn.

Gaan we thans na, welke die oorzaken zijn
kunnen, m. a. w. trachten we door middel eener
diagnose den aard van het lijden vast te stellen,
dan kunnen met het oog op het aetiologisch mo-

-ocr page 26-

lO

ment de volgende toestanden in aanmerking ko-
men.

i^. Eenvoudige distorsie d. w. z. zoodanige ge-
steldheid, waarbij door het hevige geweld ban-
den, pezen en spieren bovenmatig gerekt,
zelfs gescheurd en waarbij misschien eenige
intervertebrale schijven zamengedrukt zijn.
2e, Door de sterke buiging, welke echter nog niet
toereikend was om eene fractuur te voorschij n
te roepen, laat het zich denken dat er eene ver-
scheuring der, het wervelkanaal aanvullende,
aderplexus plaats heeft gevonden, gevolgd door
bloeduitstorting, welke uitstorting drukkingsvpr-
schijnselen doet ontstaan, gewoonlijk betiteld
met den naam van
commotio medullae spinalis.,
doch welke zooals Gurlt *) terecht opmerkt,
veeleer den naam van
compressio medullae spi-
nalis
moesten dragen,
3e,
Ontwrichting der ruggewervelgewrichten, met
gedeeltelijke verplaatsing der wervelen onder-
ling, kan allicht aanleiding geven tot vernau-
wing van het lumen des kanaals,, waardoor

^ . *) Dr, E. Gurlt. Handbuch der Lehre von den Knochenbrüchen s. 66.

-ocr page 27-

11

compressie of uitrekking van het ruggemerg
veroorzaakt kan worden.
4e. Te sterke buiging van de ruggegraat, waar-
door op een gegeven oogenblik de buiggrens
overschreden wordt, doet
beenbreuk ontstaan.
Het ruggemerg kan hierbij verschillende gra-
den van kwetsing doorloopen, van af de een-
voudige compressie tot de meest uitgebreide
verwondingen en verwoestingen.

Al deze toestanden, de een meer de ander min-
der, brengen verschijnselen te weeg min of meer
overeenstemmende in voorkomen, uitgebreidheid,
gevolgen, enz.; doch meestal wijzende op rugge-
mergslijden. Trachten we nu tot klaarheid in deze
te komen, dan kunnen we al aanstonds beginnen
met

I de distorsie buiten te sluiten; hier toch zal de
ruggemergs-stoornis immer te gering zijn om
ooit verschijnselen van eenige beteekenis te
voorschijn te roepen. Als begeleidend ver-
schijnsel bij grovere beleedigingen zal zij eene
ondergeschikte rol spélen.
2«. Compressio (commotio) medullae spinalis roept

-ocr page 28-

12

verschijnselen, te voorschijn in de meeste ge-
vallen sterke overeenkomst vertoonende met
die van fractuur. Wel komt het bij zuivere
compressie dikwerf voor, dat b.v. de paralyse
slechts partieel is, of dat aan een en dezelfde
extremiteit slechts eenige spieren of spier-
groepen aangedaan zijn, of dat sensibiliteit zon-
der beweging en omgekeerd voorhanden is;
doch ook bij fracturen kunnen modificaties
in het verschijnselengebied zich voordoen, die
hiermede overeenkomen.
3^. Wat betreft de ontwrichting der ruggewerve-
len, deze komen niet alleen zeer zeldzaam
voor, »maar zij kunnen ook niet tot stand
komen zonder gelijktijdig bestaande breuk van
den wervel, vooral van de gewrichtsuitsteek-
sels" 1), zij zullen dus altijd eene secundaire
beteekenis hebben en kunnen dus bij de be-
schouwing van ons onderwerp verder achter-
wege gelaten worden.
4e. Ruggewervelfractuur gaat in den regel gepaard

1  Lorinser in v. Pitha en Billroth\'s Handbpek der Alg, en
bijzondere Heelkunde Ned. Vert. Pag. 22, 3e deel.

-ocr page 29-

13

met de navolgende plaatselijke verschijnselen.
a. Tengevolge der dislocatie ontstaat er mis-
vorming der ruggegraat.
b. De gebroken dee-
len vertoonen eene groote bewegelijkheid on-
derling.
c. Crepitatie ter plaatse van de breuk,
hetzij subjectief of objectief waar te nemen ,
ontbreekt zeldzaam. De overige om zoo te
zeggen algemeene verschijnselen heeft zij, zoo-
als boven reeds aangestipt werd, met de com-
pressie gemeen. In ons geval nu, waar de
genoemde drie plaatselijke verschijnselen, hetzij
wegens de moeilijkheid en pijnlijkheid der be-
wegingen, hetzij wegens de dikte der bedek-
kende massa, niet te constateeren zijn, moet
dus de vaststelling der diagnose tusschen frac-
tuur en eenvoudige compressie zeer bemoeie-
lijkt worden. En toch kan fractuur met groote
waarschijnlijkheid aangenomen worden en wel
op de volgende gronden.

Het gewelddadig moment, d. i. de val van eene
vrij aanmerkelijke hoogte, vermeerderd met de groote
massa des lichaams, en gesteund door den aard van
dien val, waardoor het lichaam in sterk ineenge-

-ocr page 30-

14

drongen houding, de ruggegraat dus overmatigge-
bogen, neerkwam, kan zooals we zagen (p. 11)
zeer gemakkelijk fractuur veroorzaakt hebben.

De hevige pijn op een bepaald punt, nl. den zesden
en zevenden borstwervel, neemt bij den geringsten
druk zoowel, als bij iedere beweging uitermate in in-
tensiteit toe, hetgeen bij commotie niet aan te ne-
men is, daar de verwonding hier eene minder ge-
voelige plaats inneemt.

Het directe, plotselinge ontstaan van de verlam-
ming in haren ganschen omvang, alsof een heftige
ruk het ruggemerg in twee had gescheurd, pleit meer
voor fractuur, daar in andere gevallen de verlam-
ming, zoo zij al volkomen is, gewoonlijk langza-
merhand ontstaat, resp. toeneemt.

Toetsen we thans ook de overige ziekteverschijn-
selen aan de tot dusverre met vrij groote waarschijn-
lijkheid vastgestelde diagnose van fractuur van
den zesden en zevenden borstwervel met
consecutieve zamendrukking, rekking, kneuzing of
zware verwonding van het ruggemerg, dan ziet men
dat zij allen zonder onderscheid volkomen in het
ziektebeeld passen. De verlamming der bewegingen

-ocr page 31-

15

en het verloren gaan van het gevoel aan den buik
en de onderste extremiteiten, zoodat het gaan, staan
en bewegen geheel onmogelijk is en iedere nog
zoo hevige mechanische en thermische prikkel onge-
voeld blijft; het verlies van reflex- en electrische
prikkelbaarheid in de verlamde deelen; de retentie
van urine en faeces en de meteorismus, (wijzende
op verlamming der spieren van blaas, buikwand
en darmen); paralyse der intercostaalspieren, welke
in verbinding met den door de meteorismus ver-
oorzaakten hoogen stand van het diaphragma de
uitgedrukte bezwaren der ademhaling doet ont-
staan, kenbaar tevens door de physieke verschijn-
selen bij het onderzoek der borstholte. Vroegtij-
dig intredende decubitus, zoomede de op decom-
positie wijzende troebele urine moeten ook als
symptomen van hevige ruggemergsaandoeningen
worden opgevat.

Een paar verschijnselen dienen nog gereleveerd te
worden. Bij het onderzoek van de achtervlakte van
den thorax, werd geconstateerd ter hoogte van de
vijfde tot de achtste rib ter rechterzijde eene matte
percussie en bijna onhoorbaar ademen, geene andere

-ocr page 32-

i6

verklaring is hier\\\'\'oor te vinden dan het aanwezig
zijn van eenextravasaat, ten gevolge der verwonding
zeer goed bestaanbaar te achten. Het andere ver-
schijnsel, namelijk eene bij druk toenemende vrij he-
vige pijn op een klein punt, ter hoogte van den recht-
schen zevenden ribbenhoek, moet wellicht toege-
schreven worden aan het aanwezig zijn eener
«

ribbenbreuk, hier in ieder geval van ondergeschikt
belang, daar het niet blijkt dat er verwonding van
pleura of long mede gepaard gaat.

I

[i!

i-.

Ofschoon Gurlt 1) op grond eener rijke, on-
geëvenaarde casuistieke verzameling zijne uitspraken
op ondervinding doet berusten en aanneemt dat
breuken der borstwervels niet zoo ongunstig ge-
noemd kunnen worden als die der halswervels
(onder 145 gevallen trad min of meer volkomen
genezing der ruggewervels in bij 39, der halswer-
vels op 96 gevallen bij 8, der lendewervels op 10

1  Gurlt 1, c, s. 56.

-ocr page 33-

17

gevallen bij 6), en hij tevens meent dat het leven
niet zoozeer door de onmiddelijke verwonding van
het ruggemerg, als wel door andere, secundaire,
aandoeningen bedreigd wordt, is het niet moeielijk
om tot het besluit te komen, dat de grove belee-
digingen van een zoo gewichtig orgaan, als het
ruggemerg is, van te grooten invloed kunnen en
moeten zijn op verloop en uitgang, dan dat we in
deze de prognose in alle gevallen anders dan zeer
ongunstig, minstens zeer twijfelachtig moeten stel-
len, te meer daar we apriori niet bekend kunnen
zijn met de extensiteit en de intensiteit van eene
eventueele ruggemergslaesie.

In het onderhavige geval werd dus de pro-
gnose, wat betreft den afloop, dienovereenkomstig
als zeer ongunstig gesteld. Omtrent den duur van de
genezing of het tijdstip van den dood kon niets met ze-
kerheid bepaald worden, daar de aard der inwendige
kneuzing niet met zekerheid bekend was en boven-
dien vele bijkomende omstandigheden hierin hunnen
invloed konden doen gelden. Bekend toch is het, hoe
bij eenigszins langen duur, reeds vroegtijdig cystitis
met hare gevolgen, en heftige decubitus met uit-

2

-ocr page 34-

gebreid verwoestingsproces (om nu geene andere
aandoeningen te noemen), kunnen optreden en het
einde verhaasten of veroorzaken ingevallen, waarin
overigens genezing niet onmogelijk ware geweest.
Kort en kernachtig zegt
Leijüen van den duur van
het verloop : »sie wechselt vom plötzlichen Tode
durch Shok oder Erstickung bis zur monatlanger
Krankenlager." *)

Het verloop van ons ziektegeval deed blijkbaar
langzamerhand herkennen, dat de verschijnselen van
de zijde der ademhalings-werktuigen het meest ge-
vaardreigend waren. Het voortdurend toenemen der

tympanitis, gevoegd aan de verlamming der in-

tercostaal-spieren had eene compressie en veneuse
bloeds-overvulling der long ten gevolge, die nood-
zakelijk den dood door stikking of oedema pulmo-
num moest na zich slepen, — De lichte koortsver-
schijnselen konden misschien tot de zoogenaamde
reactie gerekend worden te \'behooren, doch niets
belet (met het oog op de misschien hevige rug-
gemergs-verwonding) om tevens aan te nemen, dat

-ocr page 35-

19

er ruggemergsontsteking bestond en de toestand bij
langen duur slechts verslimmeren kon.

Even als bij andere beenbreuken na repositie
der beeneinden, rust en onbewegelijkheid de hoofd-
indicatien zijn, welke bij de behandeling ter spraké
komen, evenzoo is zulks het geval met rugge-
wervelbreuken en in zekeren zin met nog meer
nadruk, omdat behalve met de coaptatie en
aaneenheeling der beenstukken, we hier nog te
doen hebben met de genezing eener, misschien zeer
uitgebreide ruggemergsbeleediging, welke bovendien
door de gèringste beweging in uitgebreidheid zoude
kunnen toenemen. — Die onbewegelijkheid door
middel van toestellen, als : vaste verbanden, spal-
ken, enz., aan te brengen, behoort wel tot de na-
genoeg onuitvoerbare zaken, en bovendien zijn de-
zelve bij hare toepassing aan de romp meerendeels
als weinig doeltreffend te beschouwen.

De nieuwe, door rationaliteit uitmuntende, behan-
delingswijze door Sayre in 1878 ingevoerd ter gene-

-ocr page 36-

20

zing van ruggegraatsziekten, nl. de aanwending van
»het piaster of Paris Jacket" zal in de toekomst wel-
licht als het eenig doeltreffend, en goed uit te
voeren hulpmiddel, in dergelijke gevallen van groot
nut kunnen zijn.

Deze methode, in beginsel bestaande uit eene
uitrekking der wervelkolom door het lichaamsge-
wicht van den lijder zelf en bevestiging van het
uitgerekte in de daardoor verkregen houding door
middel van een vast, hard wordend verband, zoude
even goed bij breuken der wervelkolom kunnen
aangewend worden, als zulks tot heden gebruike-
lijk was bij verschillende ziektetoestanden der rug-
gewervels en bij luxatien aan het halsgedeelte der
wervelkolom.

Daar onze lijder in rustige ruggeligging de minst
hevige gewaarwordingen van pijn heeft, kan daar-
uit gevoegelijk geconcludeerd worden, dat de been-
einden in die houding geplaatst zijn, die hun het
geschiktst maakt voor verdere heeling. Door te
gehoorzamen aan het streng verbod om eenige
beweging des lichaams te maken, alsmede door
den zieke de noodige hulp zoo voorzichtig moge-

-ocr page 37-

21

lijk toe te dienen, zoude deze houding, geholpen
door de buitengewone lichaamszwaarte goed te be-
houden zijn, hetgeen althans in den eersten tijd
toereikend genoemd kon worden.

Van eene zoogenaamde antiphlogistische behan-
deling kon, afgezien nog van het geringe nut dat zij
in dit geval stichten^zoude, hier wegens de moeielijk
te bereiken plaats van verwonding, van zelf geen
sprake zijn. \'

Met het oog op den in den regel voorkomenden
decubitus werd voor gelijkmatig, harde, gladde
ligging gezorgd en om de gewoonlijk reeds vroeg-
tijdig intredende cystitis zooveel mogelijk te voor-
komen, de urine herhaaldelijk per katheter ontlast.

De overige opgaven der therapie zullen in
dergelijke gevallen meestal slechts symptomatisch
kunnen zijn.

Van trepanatie (voor het eerst in 1814 door
Cline verricht), welke in enkele gevallen van rugge-
wervel-fractuur toegepast is, behoeft hier wegens niet
te constateeren beenverplaatsing zelfs geen mel-
ding gemaakt te worden; bovendien daar haar
nut zeer twijfelachtig is, kan eigenlijk hare aan-

-ocr page 38-

22

wending niet aanbevolen worden. Gurlt 1) levert
in een statistiek het niet zeer bevredigende re-
sultaat dat van de 21 bekend geworden geval-
len van trepanatie er 17 doodelijk verliepen, ter-
wijl bij 4 het leven behouden bleef, maar in geen
der gevallen volledige genezing als gevolg genoemd
kan worden. En ofschoon
Brown-sequard 2) in een
vijftal stellingen, de trepanatie der ruggewervels
in theorie zoekt te verdedigen en aan te prijzen,
spreken toch de feiten, aan de praktijk ondeend,
te sterk tegen haar, om met het nemen van proe-
ven voort te gaan.

Omtrent de obductie, welke 18 Juli, op last der
Justitie en met medewerking van den officier van
gezondheid
klasse, den Heer Wirtz, plaats had,
valt het volgende op te merken.

De vermelding der normale bevindingen, zoo-

1  Gurlt 1. c. s. 184.

2  Trephining in cases of fractures of the Spine Lancet 1868 no. 17.

t

-ocr page 39-

23

mede de opsomming van geringe pathologisch-
anatomisclie afwijkingen, die met het hierboven be-
handelde in geenerlei verband staan, blijven ter
dezer plaatse achterwege.

Het feit, dat de wonden aan het hoofd weinig
beteekenis hebben ook wat hunne diepte betreft,
valt gemakkelijk te constateeren.

Bij de opening der borstkas springt de zeer ge-
ringe ruimte , welke de holte aanbiedt, dadelijk
in het oog als gevolg van den bizonder hoogen
stand van het diaphragma.

Tusschen de pleura costalis en pulmonalis, voor-
al in de rechter borstholte, bevindt zich donker
rood bloed. Het longweefsel is met bloed over-
vuld.

De gereinigde borstholte, van binnen gezien, ver-
toont ter rechterzijde van de ruggegraat een zak-
vormig extravasaat onder de pleura costalis , dat
zich van de vierde tot de negende rib uitstrekt en
in het midden ongeveer eene grootste breedte heeft
van 7 cm.

Aan de linkerzijde is de zesde rib gebroken ter
hoogte van den ribbenhoek, de zevende ter hoogte van

-ocr page 40-

24

het ribbenhoofdje en de achtste afgescheurd van haar
steunpunt. Rechts is de zesde rib 3 a 4 cm. van
het dwarse werveluitsteeksel schuin doorgebroken,
d. i. de breuk loopt horizontaal. In den omtrek
der ribbenbreuken, zoowel daarboven als beneden,
worden omschreven en diffuse sugillaties van meer-
dere of mindere grootte, waargenomen.

De zevende ruggewervelboog is links achter den
processus transversus en rechts vóór dat uitsteeksel

I

afgebroken. De linker processus transversus is met
een gedeelte van den achtersten omtrek van het ze-
vende wérvellichaam van het overige gedeelte van
dat lichaam afgebroken, en wordt slechts door de

I

verbinding met de gebroken zevende rib en door
die van de schuine uitsteeksels van den zevenden
en achtsten wervel op zijne plaats gehouden.

Het uiteinde van het doornvormig uitsteeksel
van den zevenden borstwervel is geknikt, maar niet
gebroken en wordt door het-ligamentum apicum
op zijne plaats gehouden.

Door een en ander is de zamenhang zoodanig
verbroken, dat van voren gezien, eene spleetbreuk
der wervelkolom te zien is, schuin door de licha-

-ocr page 41-

25

men van den zesden en zevenden borstwervel en wèl
van rechts boven naar links beneden, zoodat bij
de minste beweging van den tronk het bovenste
gedeelte der kolom naar links uitwijkt en zoo-
doende tusschen de breukstukken eene holte ont-
staat, die naar boven en beneden in de rugge-
mergsholte overgaat en naar voren communiceert
met het boven bedoelde zakvormige subpleurale
extravasaat.

Ter plaatse der ruggegraatsbreuk is het rug-
gemerg zeer zwaar gekneusd, als \'t ware verbrij-
zeld; men kan zeggen dat de continuïteit is ver-
broken, zoowel met de voorste en achterste wor-
tels als met de vliezen en de adersinussen. Lager
naar beneden en ook naar boven is het rugge-
merg zeer week, welke weekheid eerst ter hoog-
te der halswervelen minder wordt. Over eene
groote uitgestrektheid ter weerszijde der verwon-
ding is het ruggemerg met zijne vliezen hyperae-
misch gekleurd en zijn reeds hier en daar sporen
van gele verweeking te vinden.

-ocr page 42-

26

Wanneer wij de lijkbevinding in verband bren
gen met de ziekteverschijnselen en het vroeger
besprokene, dan kunnen de volgende punten
opgemerkt worden:

Ten gevolge van eenen val heeft het lichaam
zoodanige buiging aangenomen, dat door te
hevige flexie der ruggegraat, deze gebroken
is in haren zesden en zevenden borstwervel.
2e, Er heeft geen verplaatsing der gebroken dee-
len kunnen plaats hebben, wegens de vaste
,, punten, die de gebroken stukken nog samen-
hielden; er heeft dus ook tijdens het leven
geene constateering van difformiteit kunnen
geschieden.

3e, De gecomprimeerde long, die zich in de ziekte
te kennen gaf door de matte percussie en het
verzwakte vesiculair ademen eenerzijds en voor
een ander gedeelte door de kortademigheid,
waarvan een deel aan deze zamendrukking een
ander deel aan de verlamming der intercostaal-
spieren moet geweten worden, gaf aanleiding tot
stoornissen in de longfunctie, welke als de naaste
oorzaak van den dood moeten worden opgevat.

-ocr page 43-

27

4®. Noch de door den lijder medegedeelde mis-
handeling, noch de uitwendige verwonding
van het hoofd kunnen eenigen invloed op het
ziekteproces of het uiteinde gehad hebben.

5«. De ruggewervels gebroken zijnde hebben door
middel van kneuzing met hunne beenfrag-
menten het ruggemerg eene intensieve ver-
wonding bezorgd, bestaande in verbrijzeling
der zelfstandigheid en gevolgd door hyper-
aemie en beginnende ontsteking van het
ruggemerg. De direct na den val ontstane
volledige verlamming is uit het eerste feit vol-
komen te verklaren, uit het laatste voor een
groot deel misschien de koortsverschijnsels.

6e. De breuk der zevende rib rechts is tijdens het
leven te constateeren geweest en is zulks ook
(blijkens pag. 4) gedaan. De breuken van de
zesde en zevende rib links, zoomede het af-
gescheurde deel der achtste rib waren, èn
om hare eigenaardige plaats èn om de
moeielijkheid van een langdurig onderzoek
niet waargenomen.

7e. Het blijkt, dat de rustige ruggeligging voor

-ocr page 44-

28

dén lijder de beste behandeling is geweest,
daar de beeneinden der gespleten wervellicha-
men daardoor goed tegen elkaar zijn blijven
liggen.

-ocr page 45-

STELLINGEN.^

I.

De dyspnoe bij pneumonie hangt niet af van
het aanwezige exsudaat.

IL

De spruwschimmel (oïdium albicans) laat zich
bij dieren overplanten.

III.

Morbus Basedowi wordt door Niemeijer ten
onrechte onder de hartziekten gerangschikt.

IV.

Es giebt keine specifischen, Fieber erregenden
Körper, sondern die Zahl der pyrogenen Stoffen
ist unendlich gross

Billroth\'s A//g. Chir-Patk und Ther.

-ocr page 46-

30
V.

Het bijna algemeen erkende nut van Lister\'s
antiseptische wondbehandeling, wordt vergroot door
de gemakkelijkheid, waarmede zij zich naar om-
standigheden laat modificeeren.

VI.

Iedere arts behoort zich toe te leggen op eene
ruime en nauwkeurige toepassing der antisep-
tische wondbehandeling; want accidenteele wond-
ziekten komen overal voor.

VII.

Carbolzuur-intoxicatie komt het meest bij kin-
\' deren voor ; voor het overige is zij uiterst zeld-
zaam,

VIII.

De meeste chronische beenzweren, kunnen, on-
der overigens gunstige omstandigheden, het best
genezen onder het Baynton-verband.

-ocr page 47-

31

IX.

Ter voorkoming en bestrijding van granuleuse
conjunctivitis is de eerste en voornaamste indica-
tie de hygienische voorwaarden te regelen.

X.

Van al de middelen, die tegen het hardnekkig
braken bij zwangeren worden aangewend, verdient
de verwijding van het collum uteri de meeste
aanbeveling.

XI.

Bij elke kunstmatige verlossing is de aanwending
van chloroform geïndiceerd.

XII.

Lijkenverbranding is uit een gerechtelijk genees-
kundig oogpunt alleszins af te keuren.

-ocr page 48-

VIII.

32

Voor de uitoefening der medicina forensis moes-
ten speciale ambtenaren worden aangesteld.

XIV.

Geneeskundigen, belast met de waarneming der
gemeente-praktijk, behoorden door de Regeering
te worden benoemd.

XV,

Het is noodzakelijk dat de Wet van 4\' Dec.
1872 (S.
134), houdende voorziening tegen be-
smettelijke ziekten, aan eene totale herziening on-
derworpen worde.

XVI.

Wat zich in den omgang met de Natuur en
hare aanschouwing ontwikkelt, heeft meer waarde,
dan al wat gedacht en geleerd is.

Hufeland\'S Encheiridion mediaim.

-ocr page 49-

nr^^^fflff ..........

■ • \'•r.-À*;\'^,-^\'

. ■■ .

■ -1.1

-^"^-\'^i^iiiiÉiiiigaiir^\'-......i^niiü

-ocr page 50-

4i

;

-ocr page 51-

.........

mm.

■û-r
■\'iï

;,-y\' . M - : ; - ;

- : •• ^-i \'C V • -v ■■ ■ J.-v:.:,. ■

-ocr page 52-

O