-ocr page 1-

Ji-h/y^

AJL

C. VOUTE,

■ ■ ■ ■

IETS

.\'ï- \'-\'r ,

ÏOT TOELICriTING VAN DEN REGEL:

BODEMERIJ DRAAGT GEEN AVARIJ.

r

^ i

-ocr page 2-

1046

■ • .vVs

■ V- ■ ■ ■ ! . V.i\'

V/ .. •

^ -V.

E:

f\'. •\' "

••jt ; " iS

: (•ï; \':

-ocr page 3-

IETS TOT TOELICHTING VAN DEN REGEL:

BOBEMEEIJ DRAA&T GrlITS AYARIJ.

-ocr page 4-

BIBLIOTHEEK UNIVERSITEIT UTRECHT

I

3145 824 7

-ocr page 5-

i il

■ii

M

jliL

IETS

TOT TOELICHTING VAN DEN REGEL:

PROEFSCHRIFT,

TER VERKRIJGING VAN 1)EN GRAAD
VAN

Poctor in be itccptöwetcttöcljap,

AAN DE UNIVERSITEIT TE UTRECHT,

NA MACHTIGING VAN DEN RECTOR MAGNIFICUS

Mr. J. A. FRUII,

HOOGLEERAAR IN DE FACULTEIT DER RECHTSGELEERDHEID,

VOLGENS BESLUIT VAN DEN SENAAT DER UNIVERSITEIT,

or VOORDRACHT DER
RECHTSGELEERDE FACULTEIT,

TE VERDEDIGEN

op Zaterdag, den Januari 1879, des namiddags te 2 uren,

DOOR

n CAESAR VOUTE.

GEBOREN TE AMSTERDAM.

UTRECHT — KEMINK 8{ ZOON - 1879.

-ocr page 6-

-, ■ • :,. ; U «-
: -.r

-ocr page 7-

.9 ■■

MIJNE yVloEDER,

-ocr page 8-

■ : ■

: »-rr".

*

X- r

-ocr page 9-

VOORWOORD.

Het is alleen ter voldoening aan de bepaling van
art.
14, h, van het Kon. Besluit van 27 April 1877
(Staatsblad n° 87), dat ik dit geschrift in het
licht geef. Ik meen dus, met alle vrijmoedigheid, om
een toegevend oordeel te mogen vragen. Mijn werkje
is niet meer dan een excerpt uit de geschriften van
anderen, en voor de gebreken daarvan ben ik niet
blind. Scripsi ut potui — non ut volui.

Bij het verlaten der Universiteit, is het mij eene
behoefte, een woord van dank te richten, in de eerste
plaats tot mijn hooggeachten Promotor, Professor
Fruin, voor de welwillende wijze waarop hij mij

-ocr page 10-

steeds met raad en daad ter zijde stond, en voorts
tot al de Hoogleer aren der Rechtsgeleerde Faculteit,
voor het vele dat ik van hen mocht leeren, en voor
de mij zoo bereidvaardig door hen geschonken ge-
legenheid om dat vele nog meer te doen zijn.

Ook een woord van dank tot U, die ik gedurende
mijnen studietijd mijne vrienden mocht noemen. Aan
U heb ik het te danken, dat mijne Akademiejaren
mij onvergetelijk zullen zijn.

Aan U allen. Hoogleeraren en Vrienden, roep ik
een hartelijk Vaartwel! toe. Moge het later blijken
slechts een „tot wederziens" geweest te zijn!

Utrecht, 18 Jan. 1879. V.

-ocr page 11-

INLEIDING.

Ik stel mij niet voor in de volgende bladzijden
over den ouden rechtsregel: „bodemerij draagt
geen avarij" veel nieuws te zeggen, noch over zijn
al- of niet-juistheid en gepastheid een oordeel te
vellen — iets waartoe ik mij onbevoegd reken —
ik bepaal mij er toe, om, met behulp van andere
schrijvers, na te gaan, hoe hij ontstaan is, waar
hij gold, en, eindelijk en vooral, in hoeverre hij
nu nog geldt.

Alvorens echter tot mijn eigenlijk onderwerp
over te gaan, wil ik een oogenblik stilstaan bij de
vraag wat bodemerij is, waar en wanneer zij het
eerst voorkomt (zij het dan ook onder anderen
naam en in eenigszins anderen vorm, dan tegen-
woordig) en, ten laatste, welk verschil er tusschen

-ocr page 12-

bodemerij eu assurantie bestaat, en waarom de bode-
merij-premie hooger is dan de assurantie-premie.

§ 1-
Wat is bodemerij?

Bij de Groot vinden wij de volgende korte
definitie. „Bodemerije is geldleening, waervan den
uitleener het gevaer loopt van de zee:" eene om-
schrijving, die, hoe kernachtig ook, minder volle-
dig is, dan die ons gegeven wordt door van der
Keessel in Th, DLII: „Bodemeria proprie est
contractus, quo pecunia creditur sub pignore
navis, ea lege, ut, interitus pignoris, casu fortuito
in navigatione contingens, liberet debitorem," en
vooral dan die, welke wij aantreffen bij van Bijn-
kershoek^): „Bodemery est coritractus quo pecunia
creditur magistris navium in exteris regionibus,
sive dominis navium et mercium in his regionibus,

1) H. de Groot, Inleidingo tot de Holl. Rechtsgoleertheit.
Ill, 11 § 2.

2) Dionysii Godefredi van dor Keessel, Theses selectae juris
Hollandici ct Zelandici.

3) C. van Bijnkershoek, Quaestiones juris privati, pag. 506.

mm

-ocr page 13- -ocr page 14- -ocr page 15- -ocr page 16- -ocr page 17- -ocr page 18- -ocr page 19- -ocr page 20- -ocr page 21- -ocr page 22- -ocr page 23- -ocr page 24- -ocr page 25- -ocr page 26- -ocr page 27- -ocr page 28- -ocr page 29- -ocr page 30- -ocr page 31- -ocr page 32- -ocr page 33- -ocr page 34- -ocr page 35- -ocr page 36- -ocr page 37- -ocr page 38- -ocr page 39- -ocr page 40- -ocr page 41- -ocr page 42- -ocr page 43- -ocr page 44- -ocr page 45- -ocr page 46- -ocr page 47- -ocr page 48- -ocr page 49- -ocr page 50- -ocr page 51- -ocr page 52- -ocr page 53- -ocr page 54- -ocr page 55- -ocr page 56- -ocr page 57- -ocr page 58- -ocr page 59- -ocr page 60- -ocr page 61- -ocr page 62- -ocr page 63- -ocr page 64- -ocr page 65- -ocr page 66- -ocr page 67- -ocr page 68-