>
het
D
T n
L
F
C
! 1
1)0011
UTUFXMIT,
Uiriii.i L. K. mSCM kn ZOON.
187 8.
O t \' V \'
-ocr page 2-A. qu.
192
-ocr page 3-0
I ik^-t:
r ■ \'
■m.
i
, "•■10»*} A
\'v
-ocr page 4-m
m
i\'Mi
m
M
-ocr page 5-m
IETS OVER
PT
iClPfflilR löffllï ÖP BI iWRlSffl
IN NKDEHI.ANI).
..
■ IJ
• VJ
is^i \'.v ,
m..m
3
-ocr page 7-iT
Li..
1)
mm iini BP II m
TER VfeKKKUaiNU VAN UKN OKAAÜ
VAI»
AAN DE lUJKSUxXIVEllSlTElT TE UTRECHT,
na maciitioino van den rector MAONiriCUS
IKKXII.rKIIAAH IN DK rACVI.TKIT DKll IKIIKIKLKKKUIIKII),
MliT TOKSTKMMING YAN DEN SENAAT DER UNIVERSITEIT
VOLGENS IIESLUIT DER RECHTSGELEERDE FACULTEIT,
TE VEnDEDIOEN-
op DINSDAG 14 MEI 1878, dos namiddags to 3 uron,
Dooa
, (lEllOUKN Ti: »KXUIKUI\'M.
UTRECHT,
Kiriiin h E. HOSCII en ZOON.
1878.
ü^y"-*«--
-ocr page 8-\'m
l\'y/
r\'i?
<9 f
AAN MIJN MOEDER
OU
aiiii (lo iiagodacliliMiis van
vader
r^fAr
m
\' Î
^JW*
?5V
-ocr page 11-niadt.
ini.kidino................. 1
HoornsTfK I. Tocslaml vnn liet notnrinnt (in \'t byzondcr
mei licl ooj; op hel l(M\'ziclil op «Ie notii-
riRseii) vóór 1811.........
n II. Hoe liet to(«ioht voIutMis het Fninschc
recht perogeld wns........1(5
w III. Gronden ruur cn trgm de nfsohnning der
knniprs \'vnn nolnrissen, nis linhnnieii, hekhrd
niet het toeziohl op dezi» mnhteiinren. . . 27
" >V. Art. 50 der wel vnn dm 5). .Inli 18i2
{Slanhhlad »". 20)........5.\'J
A.\\NnANn.sKi.................fi2
hiji.acik A................76
-ocr page 12-Bladz.
.........................m
-ocr page 13-Tut roclit begrip van bodendnngscbc rccbtstocatnnilen
is hct noodig, eon blik to «laan op die van vroogoro
eeuwen, Jlet is daarom, dat ik in hct ocrato hoofdstuk
hob gotrncbt, con kort overzicht to govcn vnn bot notn-
rinnt, zooala dit volgons oud-vadorlandsob rccbt geregeld
was. Veel is er over dezo instelling geschreven, ook
door mannen, die baar geschiedenis tot oon bepaald on-
derwerp van studio hebben gemaakt, — toch is daarin
nog menig punt duister gebleven. Ik heb mij niot voor-
gesteld, eon of ander oidickcnd gedeelte uit dio gescbio-
dcnis aan hot licht to brengen; hiervoor ontbreken n\\ij
d(> noodige bronnen, en, al waren «leze onder mijn
bereik, mijn krachten — ik beken bot — zoudon to kort
achictcn, dio nnnr behooren to behandelen. AVat ik in
dit hoofdstuk venneld bob, i» nnn velen overbekend; ik
nieendo bet echter, omdat hct tot hetero beoordceling
van den tegenwoordigen toestand kan strekken, niot to
mogen weglaten.
1
-ocr page 14-Als uitgangspunt heb ik genomen bet begin der IC"
eeuw, een tijdstip, waarop het niet alleen zeker is, dat
bet notariaat in ons vaderland bestond, maar zelfs dat
er een groote menigte notarissen waren.
Officiëele stukken en citaten, die wetenswaardig zijn,
doch den geregelden gang van het betoog zouden .af-
breken, heb ik .als bijlagen opgenomen.
I)
j
Toestand van het notariaat (in \'t bijzonder met het
oog op het toezicht op de notarissen) vóór 1811.
In het begin der IG"\'\' eeuw waren er in ons land twee-
erlei notarissen, (feestelijke, en irereMijke. Geestelijke of
apostolische notarissen werden zij genoemd, die door den
paus of zijn bisschoppen, irercliUijke of keizerlijke, die,
welke door den keizer of degenen, die hij daartoe had
gemachtigd \'), waren aangesteld \'). Het groote aantal
notariBsen, cn do vele misHlagen, die herhaaldelijk door
bon worden begaan, noopten keizer Karei V, bljjkoiifl
den aanhef van zijn plakkaat van den 21 Jfaart 1524 \')
om het notarisambt te reorganiseeren. Do zakeljjke in-
houd van dit en do andere plakkaten, door dien vorst
uitgevaardigd\'), komt hierop neer:
\') 1)U wnren veelal tlo Comité» Pnlntlnl (I\'AUacrnven). Onk 7.lin
er voorbeelden van, <lnt\'il(. keizer iemand, dien liü tot den ndelHt.ind
verhief, tevenn de bevoeplheid toekende, notariasen te Itenoemen.
In oen werkje, trctiteld: „Ara Notarlatus," Lnffdiinl .npml .Io.inneni
Frellionem 1650, hel oud»le, dnt ik over dit onderwerp heb Kevoiuli\'ii,
1«m>h ik (pajr. 2): „Notnrli nutem Hlne tnbellloneH ereantur, niitorlLi-
nteinquo imbliel oflleii mü reeiplunt tantum a Papa vel Impen-xton».
„Hed et nb 1111«, quibuH Pnpa imperntorve eam poteslatem Kpeeiali
„priiiileKio Imparllfl Hunt, ut TnbellloneH crenre posHent."
\') nillrtUf A.
1». Er zou voortaan een bepaald aantal notarissen zijn,
en de akten, verleden voor andere personen, die
zich notaris noemden, zouden van nul en geenor
waarde wezen.
2". Alleen zij, dio van een goed zedelijk gedrag ble-
ken te zijn en wier kundigheden voldoende be-
vonden werden, mochten tot het notarisambt wor-
den toegelaten.
3". Al wie, zonder aan voornoemde vereischten te
hebben voldaan, de functie van notaris uitoefende,
zou noch dit, noch eenig ander ambt ooit mogen
bokleodon.
4". Dc notarissen moesten register en protokol houden
van bun akten.
5". Zij mochten geen akten verlijden voor bun onbe-
kende comparanten.
G". Zij moesten in hun akten do woonplaatsen der
hoofdpartijen vermelden.
Jn hoofdzaak hebben deze bepalingen gedurende hct
geheelo tijdperk der republiek gegolden. Slechts enkele
nieuwe zijn er bijgekomen. Zoo werd in Holland na do
afzwering van Filips 11 bepaald, dat geen notaris zjjn
ambt zou mogen uitoefenen, tenzij bij , behalve don ge-
wonen eed, trouw aan do Staten vnn Holland en
"West-Friosland bad gezworen\'); in 1008 *) werd den
notarissen verboden, hun ambt op eenige plaats uit te
oefenen zonder toestemming van de overheid dier plaats.
Verder vinden wjj een ordonnantie op hct overbrengen
van bet protokol, nl. dat dit na bot overlijden van eon
notaris tor socretario moest worden gedeponeerd s). De
\') niiiaRc n.
-) - (\'.
=") r i>.
meeste andere bepalingen loopen over bet klein zegel \').
Tbeoretisch Avas dus het notariaat op een vrij geregelden
voet gebracht"); maar in de praktijk liet do toestand
voel to wenschen over, blijkens het getuigenis van vele
schrijvers uit dien tijd.
Carpzovius over de notarissen in het algemeen
sprekende, zegt: „Sunt nempe ad instar cantorum, qui
„bene cantant per practicam, et nesciunt rationem sui
„cantus, et similes psittacis, qui atant in palatiis domi-
„norum, et nesciunt, quid loquantur." „Non soluni fratrcs
„ignorantiae, sed et malitiosi saepe sunt notarii."
En ook van Leeuwen^) klaagt over de onkunde der
notarissen bij ons. Eerst zegt hij : „Tabcllioues plorumque
„abusive loquuntur," en iets verder : „Et nunc infinitas
„lites ex Tabellionum imperitia quotidio oriri constat."
Eokeud is het ook, dat in Friesland de notarissen steeds
verzuimden protokol te houden\'); elders ontdook men nu
eoiiB het verbod viui akten to verlijden voor onbekende
comparanten, dan weer zondigde men tegen het gebod,
dat do woonpliiataen der hoofdpartijen in de akten moes-
ten worden vermeld. Deze en menigvuldige andere voor-
beelden van willekeur, die er hoorschte onder de notarissen,
doen de vraag oprijzen, of deze instelling dan van alle
\') UyiuKO E. Ik liel) lilcr alleen opiienomen do onlonnantie van don
13 AuKustuH IC-\'l, inlioudendu de «anlcldlnK tot do InstollinB van
liet aenel. Later zl)n cr noj; een nieniutu ordonnantiea uitgegeven ter
«litvoerlnir van liet inlddi.1 op liet klein zeRel.
•) In bUIagc F vindt men vermeld, wat vereisclit werd , eer men
bevoegd was tot liet uitoefenen van het notarisambt.
JurlHprudentia forenKin 10:18. Par» 1, eoimt. \'J, def. 15 en üü.
\') Cen8ur.i foren«!« 1(>02. Lib. li, eap. 5, § ,\'1.
\') l.li\'ireelitH, IJedpneerend vertoog, 4do dr. 1758, pag. 1\'J in nota,
wlirUit dit niet, gelUk llulter, toe aan een misbruik door de praktUk
Ingevocnl, maar geeft als reden voor dit ventulm op, d.lt het proto-
kol houden den notarissen niet werd betaald.
toeziclit verstoken was? En deze vraag moet, voor het
grootste gedeelte van ons tijdvak althans, toestemmend
beantwoord worden. Vóór 1733 toch (waarover straks
nader) vind ik in geen enkele dor ordonnantiën on reso-
lution, betrekkelijk hct notariaat uitgegeven, een spoor
van iets, dat naar toezicht zweemt.
Niet onwaarschijnlijk nochtans acht ik hot, dat van
oudsher de plaatselijke besturen de bevoegdheid hadden,
tegen genoemde ambtenaren to agooren, wanneer zij
zich aan eenig vergrijp hadden schuldig gemaakt, en wel
naar aanleiding van een uitdrukking, voorkomendo bij
van dor Schelling \'), Tengevolge namelijk van do plak-
katen van Karei V, hadden Burgemeesters eu Schepenen
van Amsterdam, in Augustus 1565, bij publicatie hct getal
der notarissen aldaar goreducccrd tot vijf. Tweo der aldus
afgedankte notarissen verzochten, bij request, van Filipa 11
vernietiging van deze publicatie. Op dit request kwam
een apostille vnn den Geheimen Raad to Brussel aan bur-
gemoesters en schepenen van Amsterdam, waarbij do
publicatie, voor zoover zij dc supplianten raakte, nietig
werd verklaard, cn deze hersteld en opnieuw tot dc exer-
citie van het notarisschap werden geadmitteerd; doch
„ingcvallo Burgemeesters cn Scbcponcn van Amsterdam
„pretendeerden, dat do gemelde supplicantcn, eenige misslag
„van ouds gepleegd hebbende, onbevoegd zouden zijn om \'t ge-
„inoldo Notarisschap tc bedienen , zij volokxs gkwoontk
„hunne actie tegen hen konden intenteren voor die van den
„Ilaade van Holland, of elders, daar zij\'t zouden goedvin-
„den." Aangezien ik echter nergens - iets naders dienaan-
gaande heb gevonden, durf ik dit voor niet anders dan
een gissing uitgeven.
Wol was bij hot concilie van Trcnte (1545) don bis-
1\'. V. tl. SclicllinK, ni«tori v.m hct Not.iriMmpt. Itottcnlnm,
1745, 120.
schop de macht verleend, om de notarissen, zoowel wereld-
lijke als geestelijke, tc examineeren, en dengene, dien
hij onkimdig of nalatig bevond, tijdelijk of voor altoos de
praktijk in kerkelijke zaken te verbieden, maar vooreerst
wordt het door sommigen in twijfel getrokken, of dit wel
ooit in onze noordelijke provinciën heeft gegolden, en ten
tweede doelde het alleen op kerkelijke zaken, zoodat de
notarissen, waar het wereldlijke aangelegenheden betrof,
buiten het bereik van den bisschop bleven. Bovendien
komt het mij zeer twijfelachtig voor, of dit toezicht gun-
stige resultaten kon opleveren in een land, waar de refor-
matie gestadig veld won.
De eenige waarborg voor do goede trouw en eerlijkheid
der notarissen zou bobben kunnen bestaan in den omvang-
rijken eed, dien zij bij den aanvang hunner ambtsbediening
moesten afleggen; dezo was in Holland \') van don vol-
genden inhoud:
Art. 1.
Ik bclovo cn zwere de Sfuton van Holland ende We.st-
Vriesland, als mijii II»go en Souvereine üverighcit, gehou
ende getrou te zullen wezen.
Art. 2.
Dat ik mij eerlijk zal dragen in hot oIHcie van \'t Notaris-
schap en dat getroulijk exerceren.
Art. 3.
m
Dat ik niet ataan en zal over eenigo Contracten, die
ik weet, ofte vehementelyk presumeer, fo wezen fraudu-
leua, simulaat, usurair, of anders na Kechten verboden.
\') In (lc ovorlKo iirovhu-iCn word v.m ilc not.nrUsou een byna
Kclllklniilenili! eed tfevonlerd.
Art. 4.
Dat ik niet cn zal staan over Testamenten, daar in
zoude geschieden cxhaeredatie, dan met expressie van
zaken, endo in presentie, ten minste van tweo schepenen
der plaatse, als getuigen.
Art. 5.
Dat ik niet zal staan over Testamenten, of andere
Contracten, daar in ccnigo onroerende Goederen, Erven
of onlesbare Renten getransportcert, ofto gemaakt zullen
worden eenige geestelijke Plaatsen, contrarie de Placaten
van den Lande.
Art. 6.
Dat ik mede niet zal staan over ccnigo Stipulaticn van
Transporten, llypotbccaticn van ccnigo Onroerende Goe-
deren (Erfpachten en Tienden onder do Onroerende Goe-
deren begrepen), noch van Schepen, Schuiten, noch Jachten,
noch over Stipulaticn van Transporten, van Schepenkennissen,
die recht van Speciaal verband hebben, noch van Gehypo-
thequeerdo Los- of Lijfrente-brieven, Kusting of Jaarlijksche
Rentebrieven, op Landen, ]luizen. Erven ofto Onroerendo
Goederen, noch van Bijl-briovon ofte Vorbandbrioven op
Schepen, Schuiten of Jachten , noch van iets dat, volgens
d\'Ordonnantio van don veortigstcn Ponning, zo op de
vaste Goederen, als op do Schepen als boven gccnnineort,
don Impost van don zeiven veertigsten Penning te betalen
schuldig is.
Art. 7.
Dat ik van alles, wat voor mjj geschied endo gopasHcert
zal worden, deugdelijk Register en l\'rotocol houden zal.
Dat ik in allo mijne Instrumenten stellen zal \'tjaar,
■
T
9
(le maand en den dag, op welke dezelve zullen worden
gepasseert.
Art. 9.
Dat ik niet zal ontfangen ofte passeren eenige Obliga-
tien, Geloften, Contracten, Aliënatiën, Testamenten ofte
laatste "Willen, van Personen, mij onbekend, tenzij dat de
getuigen, iu dezelve Instrumenten genoemd, als luiden
van eer ende waardig van gelove, mij Notaris bekend
zijn, en dat zij getuigen atlirmeren, dat de Personen zulks
2iju, uls zij bun baptiseren ende noemen; cn \'t zelve ver-
klaren in mijne Instrumenten, zeggende: In de tegen-
woordighcit van zulke of zulke getuigen, die mij geaflir-
incort bcbbcn, de Personen van do Testateurs ofte
Comparanten bun luiden wel bekend te zijn; volgens
\'t Placaat van den jaro 1540.
Art. 10.
Dat ik in alle iiiijno Instrumenten insereren zal do
woonstede van do Personen, die eenige Actens voor mij
passeren zullen.
Art. 11.
Dat ik de Contrabenten, Testanten, ofte eenige anderen
Acte passerende, ter presentie van do getuigen, klaarlijk
ende duidelijk de voorsz. Acten ende Instrumenten voor-
lezen zal ende dat in zulker Talen, dat de voorsz. Con-
Irabcnteii endo getuigen \'t zelve zullen mogen verstaan.
• Art. 12.
Dut ik do ClauHule etcaetera, in do Instrumenten
gesteld, den Contrabenten interpreteren ende beduiden
•zal, zulks dat zijluiden \'telFect van dien m(»gen verstaan,
en weten, waar in zijluiden verbonden zijn en \'t zelve in
do (Irosao mijner Instrumenten extenderen, en in \'t lang
uitdrukken, opdat er geene duisterlicit uit voortkome.
10
Art. 13.
Dat ik zal nakomen en onderhouden de respective Pla-
caten en Ordonnantiën, bij de Ed. Groot Mog. Heren
Staten van Holland en West-Vriesland, zo in den jare
1624 en 1664, alsmede spocialijk den 15. Augusti 1667,
op \'t boffen van het rccbt van \'t klein zegel, gedaan
emaneren.
Art. 14.
Ende voorts alles te doen, dat een gctrou endo legaal
Notaris schuldig is, endo behoort te doen.
Dc straffen (bestaande in geldboeten, afzetting, nulliteit,
arbitraire corroctic, vroeger ook in lijfstraffen \')) werden
op dc gewone wijze door don gewonen rccbtcr opgelegd.
Ten laatste begon men echter in to zien, dat de ordon-
nantiën en do eed niet toereikende waren, om do notarissen
binnen de perkeu van hun plicht te houden. Bij resolutie
van 22 Dccember 1733 werd door Hunne Ed. Gr. Mog.
Ifecrcn Staten van Holland cn West-Friesland geordon-
neerd, „dat aangesteld zouden worden Commissarissen
„over dc Notarissen, mot autborisatio om dcrzclvcr
„Comptoircn tc visiteren, zullende dc Notarissen gehouden
wezen zoodanige visitatie te gedogen, en zich op dc
„advertentie, ten dien einde ontfangen, gereed to bonden,
„cn zich voorts, zoo veel haar aangaat, tc gedragen na
„d\'Instructio voor dezelve Commissarissen gcarrcsteert."
De Instructie voor dezo Commissarissen luidde als
volgt: =)
\') Van Zurck, Codex Hatavus 17«4, pa». 391, n". l.J, verli.ialt, «lat
ccn Notaris wegens liet maken van een vaUch te8t.ninent ontlioofil Is.
«) Gr. l\'l. Vl, 181.
-ocr page 23-11
Art. 13.
Do Commissaris sal gooilc toosigt nccmeu op alle de
Notarissen, in de Stad daar liij aangesteld is, en onder
het District van dc verpagtingc van deselve stad, ten
einde die haare Bedieningen behoorlijk waarneemen volgens
haare Instructie, en ook volgens de Ordonnantie op \'t klein
Zcegel.
Art. 2.
De Commissaris sal een pertinent register houden van
alle de Notarissen, die reeds onder sijn District gead-
mittcert zijn, en zullen de aankomende aan den sol ven
van haare admissie of minstellinge moeten kennisse geven
alvoorens haare functie te aanvaarden, op de boete van
twee honderd guldens, to verbeuren op elke Acte, die te
vooren sal zijn gepasseert.
Art. 3.
De Commissaris zal aanstonds na het ontfangen van
zijne commissie, on voorts tweemaal des jaars, en «elfs
meermalen soo hij sulks noodig oordeeld, sig moeten ver-
voegen ten Comj)toire van de Notarissen onder sijn District
resideerende, cn aan hem doen exhibeeren allo de ^Minuten,
geeno uitgesondert, die bij haar zijn gepasseert, en voorts
t\'elken visitatie alle die na do laatste visitatie bij hem
gopiisscert zijn, sonder een agter te houden, hetwelk ilo
gemelde Notiu-issen op yder visitatie aan hem sullen moeten
verklaren op haren eed, en zal do Commissaris alsdan op
do laatste Acte moeten stollen een visaj bij hom getoekent,
en daarvan pertinente notitie houden.
Art. 4.
Kn ten eindo deze visitatien met goedo ordro en elTect
-ocr page 24-12
moogen gedaan werden, sullen de Notarissen gehouden
zijn alle haare Minuten, volgens den datum daarvan,
agter den anderen te liassoeren of te doen hinden, de
folien daarvan te quoteeren, cn aan malkanderen te doen
volgen van halQaar tot halQaar, of wel van de eene visi-
tatie tot de andere. En sullen de Notarissen moeten
maaken present en gereed te zijn om de vereischte visie
te geeven soo mccnigmaalen zij door de Commissaris drie
daagen to vooren sullen zijn geadverteert, op de hoete
van vjjftig guldens t\'elkens tc verbeuren, sullende dien
onvermindert tot het geeven van dc gemelde visie ge-
houden zijn.
Art. 5.
Dc Commissaris zal in dcese visitatie ook bysondcrhjk
letten of in margine van de ^Minuten gesteld is hetgeen
daar op, volgens de ordonnantie op het Middel van het
Klein Zeegel cn Ampliatie van dien moet werden
gesteld.
Art. (J.
Dog zal niet vermoogen, den inhoud van de Actens in
te sicn, anders dan met voorgaande expres en schriftelijk
Consent van haar Edele Groot !M(ig. Gecommitteerde Haaden
\'van het Quartier, waaronder die Notaris resideert, of, zoo
veel aangaat de stemmende steden, van lUirgemecsteren;
Bonder dat soodanig Consent sal worden verleent, dan op
seer swaare suspicie van geplcegdo fraude tegen het Middel
van het Klein Zeegel.
En zal voorts do Coinmissaris gehouden zijn te hccic-
tecren alle hetgeen hem in «ijno visitatie »al voorkooinen,
800 van de Peraoonen, do Acten» gepasHeert hebbende, of
daar inno gemeld zijnde, als van de substantie van dien
sonder ytwea dien aangaande to reveleercn.
13
Art. 7.
Dc Commissaris vindcudo ccnigo omissie of manquement
omtrent de Prothocollcn van dc Notarissen onder sijn
District residcercndo, dog niet behelzende fraudatio van
des gemeene Lands gcrcgtigheid of contraventie, zal deselvo
Notarissen serieusolijk moeten aanmanen dc abuisen te
redressccrcn. Sal ook daar van goede notitie houden, en
die abuisen desniettegenstaande gecontinucort wordende
daar van kcnnisse moeten gcevcn aan do Gecommitteerde
llaaden van het Quartier, waaronder die Notaris resideert.
I\'n wanneer hij eenigo fraude van \'s Lands gcrcgtigheid
of contraventie omtrent hct ^liddcl van Klein Zcegcl zal
koomcn to ontdekken, sal bevoegt en gehouden weescn,
^\'U» actie ter eerster instantie voor Scheepenen Commis-
sarissen van do Plaatse to instituccrcn. Sullende do bocto
hij do Officicr of bij do Commissaris die do enlangc tloen
\'•\'»1, cn, beido do calango doende, bij elk voor do helft,
worden genooten.
Art. 8.
De Commissaris sal geduurig con waakent oog moeten
boud(!n op hct geheele werk vau do Notarissen, en sorge
draagen, dat derselver Prothocollcn bij overlijden en afstand
werden overgebragt, volgens den inboude van het IMacnat
van don 22. April des jaars lü7t), cn verders omtrent bet
^«•tariaat, alsmede de Ordonnantie van bet Kleine Zegel,
\'Plu van aangelegentbeid (mtdckkendc, daarvan kcnnisso
uiocten geoven aan do llccren Gecimimittocrdo Kaaden
van hct (iuarticr eu daar hct vorder zal behooren.
Art. 9.
Alle botgccn in dceze Instructie is gesteld van de
Notarissen sal ook plaatse bobben ten aansicn van do
14
Secretarissen ten platten Lande, soo verre eenige Actens
passeeren, die niet gebragt worden in de publicqne
Registers, en waarvan Prothocol houden, sulks dat de
Commissaris bevoegt en gehouden sal sijn tot het selve
opsigt en visitatie der Comptoiren en de voorschreeve
Secretarissen ook het selve sullen onderworpen zijn.
Art. 10.
De Commissaris sal voor sijn emolument genieten twee
stuivers van yder Acte gepasseert na den dag van sijn
aanstelling, bij de gemelde Notarissen op elke visitatie te
betaalen.
Art. 11.
De Commissaris sal, alvoorens sijne Redieninge to aan-
vaarden, gchoudcu sijn, in handen van de Hoeren hem
aangcstelt hebbende, af tc leggen den eed op het For-
mulier hier na volgende:
„Ik boloovo ensweero, dat ik mijne Instructie in alles,
„sal nakoomen, cn dat ik sal socrotecron alle hetgeen mjj
„in het doen van de Visitation wegens cenigo Actcna soude
„mogen voorkomen, soo vnn de I\'erfloonen do Actens
„gepa.s8oert hebbende en van degeene die daarin gemeld
- „zjjn , alfl van do substantie van dien , en sulks nietwes
„ic gccncr tijd dienaangaande sal rclcvcorcn , verdors of
„anders dan in mijne Instructie is vermeld."
Ook deze bepalingen troffen echter geen doel. Immers
art. fi der instructie verbood don commissariBsen , anders
dan in cxceptioneclc gevallen inzage der akten te nemen.
Na de invoering van het Fransche recht zjjn er stukken
aan den dag gekomen, die hot onvoldoende der resolutie
vnn 1733 in het licht stellen.
15
Zoo verhaalt o. a, de lieer Mabé\'), dat het toen
gebleken is, dat vele notarissen hun akten verzuim-
den te teekenen, ja zelfs, dat er protokollen gevonden
zijn, grootendeels uit akten op ongezegeld papier bestaande,
waarvan zich natuurlijk de notarissen de zegelrechten
hadden toegeëigend.
Do inlijving van ons land bij Frankrijk maakte oen
einde aan dien trourigen staat van zaken. — Zij moge
in vele opzichten een groote ramp geweest zijn, voor den
rechtstoestand in het algemeen, en voor het notarisambt
in het bijzonder, is zij van onberekenbaar nut geweest.
llaiulbock voor NotariHwn 1843, 3do dr. 1, 18.
-ocr page 28-Hoe het toezicht op de notarissen volgens het
Fransche recht geregeld vsras.
Bij het keizerhjk decreet van den 8 November 1810
Averden, benevens andere wetten en verordeningen, ook
die op liet notarisambt bier te lande verbindend verklaard.
Art. 50 der organieke wet \') luidde: „Les chambres,
„qui seront établies pour la discipline intérieure des no-
„taires, seront organisées par des règlements". Do nota-
rissen stonden dus, van onze inlijving bij Frankrijk af,
onder het toezicht vnn kamers ran discipline. Het woord
discipline heeft een dubbele beteekenis. lii den ruimsten
zin omvat het zoowel hetgeen men noemen kan de ainbts-
regeling, of liet samenstel der regelen, waarnaar men
krachtens zijn ambt gehouden is, zich te gedragen, als
de ambtstucht, of de middelen waardoor men tot inaclil-
neming dier regelen kan wordon genoodzaakt Deze mid-
delen zijn dikwerf van tweeërlei aard. Zjj stnïkkon of
tot bestraffing van overtredingen der ambtswet, met be-
paalde strallon, door den rechter op te leggen, of tot
voorkoming en beteugeling van vergrijpen tegen de in-
wendige tucht. Dit laatste maakt de eigenlijk gezegde
V Loi dn 25 Ventôse an XI, Iliilhîtin des lois, n". 258.
-ocr page 29-17
discipline uit\'). Zij is het, die bedoeld wordt, wanneer
er in dit proefschrift gesprolcen wordt van discipline.
Het doel, waarmede deze instelling destijds in Frankrijk
was in het leven geroepen, laat zich \'t best kennen uit
do beraadslagingen, dienaangaande in het Corps législatif
gevoerd.
AVij vinden hot in krachtige trekken geschilderd door den
Staatsraad Ileal ■). „La troisième section du deuxième titre"
zegt hjj, „traite des chambres de discipline. Cette insti-
^tution ne se trouvait ni dans la loi de 1791 , ni dans
„les projets dont nous avons parlé. Cependant lorsqu\' il
«s\'agit de doiuier à une pareille institution toute sa splen-
„deur, il est dillicilc de ne pas lui rendre le moyen le
«plus siir, le seul etlicace peut-être, de maintenir ces
^fonctionnaires publics dan les règles de cette probité
„sévère et scrupuleuse , que leur fonction exige. Ce n\'est
«pas assez d\'avoir prévu les cas de destitution, do auspen-
„siou et d\'avoir exigé une cautionnement, qui garantit
„lo public contre la malversation ; la loi qui ne réprime
„quo les délits ne sullit pas h cette institution; il faut,
„pour ceux qui en exercent lo beau ministère, un code
„pénal plus sévère, un tribunal plus austère que pour le
„commun des honnnes. Dans le connnerce ordinaire de
flla vie, rhomme qui nmnque aux lois dc la délicatesse,
„celui même qui no hiit pas tout ce quo la probité com-
„mande sont pre.s(pie toujours hors des atteintes des lois;
„aucun tribumil ne peut leur infliger des peines ; nmis
„lorscpi\'il s\'agit d\'un notaire, un nmnque do délicatcHae
«est déjà un délit reprehensible, et le défaut de probité
flOat un crime qui doit être sévèrement puni. Co code
\') Mr. (1. A. Fokker. HydMKiï tot vorkhariiiR der wt>t op lietnotarls-
"Iiil\'t or art. 50 .lier wct loeB.\'Ilclit. Mitlilolbur« 1843 Itlatlz. i.
■> (-\'mlo Naiiolôon «uivl ,lo IVxpo.HA iiiotlf«, VU, Ï\'.M.
-ocr page 30-18
„pénal plus sévère, ce tribunal plus austère, nous les
„trouverons dans l\'institution des chambres de discipline.
„L\'expérience actuelle, réunie à l\'expérience\' du passé,
„proclame hautement la bonté , l\'efficacité dc cotte mesure.
„11 faut que le notaire que la loi ne pourrait atteindre,
„il faut que le notaire que les tribunaux ne pourraient
„intimider, voie sans cesse dans scs confrères des juges
„aussi éclairés, aussi infaillibles que sa conscioncc, aussi
„inévitables que ses remords."
In bot rapport van dcn tribun Pavard \') vinden wij de
kamcrs van notarissen met de volgende woorden aangc-
prczen : „L\'établissement des chambres de discipline est
„une des mesures les plus morales. Par elles les notaires
„seront maintenus dans les bornes des fonctions et devoirs
„qui leur sont imposés. La loi sera plus fidèlement oxé-
„cutée , les intérêts des particuliers moins compromis, la
„considération due aux notaires et à leur ministère plus
„affirniie. C\'est en quelque sorte un tribunal de famille
„créé on faveur de ces fonctionnaires. Los jugemens émanés
„de ce tribunal auront le précieux avantage de concentrer
„tout ce qui j ourrait les déconsidérer, on nu\'me temps
„qu\'il en éloignera les désordres et les malversations. Des
„réglemens organiseront ces chambres; olles seront obligées
„do se conformer aux dispositions qui leur seront prescrites
\' „pour prévenir toute espèce d\'arbitraire.
„Le projet défî-re aux tribunaux la connaissance des
„suspen.sions, destitutions^ et donunages-intérêts, auxquels
„les notaires se trouvent exposés dans les cas jn-évus j)ar
„la loi. 11 n\'était pas possible dO leur donner iine sauve-
„garde plus rassurante contre toute espèce d\'acte arbitraire."
Ook de tribun Jaubcrt \') heoft in welsprekende bewoor-
\') V. N. Hiiivi tic lY\'xpo8»! dos niotifH VM, .110.
-) C. N. Hnlvi de IVxpom! ft inotifH VU, .111.
19
(lingon hct zedelijk nut van gcnoemdo instelling betoogd.
„La loi qui no présume pas le mal, mais qui, d\'après
„rexpérience de la faiblesse humaine, est obligée de se
„tenir en garde contre les abus, devait aussi craindre et
„prévoir les contraventions.
„De là la surveillance des tribunaux.....
„Si la loi doit punir des contraventions, il est bien
„plus utile encore de les prévenir.
„Tontes les contraventions pourraient-elles d\'ailleurs
„être l\'objet de l\'animadversion do la loi ?
„La profession de notaire aura ses règles écrites, mais
„la promièro, la plus essentielle des qualités dont un
„notaire doit être décoré, c\'est la délicatesse.
„L\'observation stricte do la loi pourrait être remplie
„par un homme habile, et cependant cet homme qui n\'au-
„rait pas une probité sévère, pourrait être un fléau de la
„société, soit par des conseils perfides, soit par une con-
„descendanco criminelle.
„L\'abus possible d\'un ministère respectable en lui-même
„n\'empêche pas que la profession ne conserve tout son
„hoiuieur, nmis enfin l\'expérience du pas-sé doit être une
»levon pour l\'avenir; il importe que la surveillance légale,
n\'hmt les bornes sont connues, soit aidée d\'une surveil-
„lance d\'un autre genre, qui puis-se atteindre ce que trop
„sonvent la loi ne peut pas pénétrer.
„C\'oHt ce i\\m a fait conoovoir l\'idée des chambres de
„discipline: belle ot inappr.\'.ciablo institution, qui i)rocure
„à la loi des gardiens personneilenjont intéressés à main-
„tenir la profession dans toute sa pureté. Les temps
„anciens avaient prouvé combien cette censure était
„utile dans les professions où la première, la plus essen-
„tiello garantie de la société, est dans l\'honneur et dans
„une sévère délicatesse."
20
\' De reglementen , waarvan hierboven gesproken is, zijn
vervat in het arrêté van den 2 Nivôse jaar XII \'). Wij
zullen, naar den aard en het doel van dit schrijven,
; alleen de disciplinaire bepalingen nagaan, die het bevat,
j . 1". De kamers moeten de goede orde onder de no-
i; tarissen handhaven en, zoo noodig, berispingen
I : of andere soorten van correctie uitspreken (art.
2". Zij moeten alle geschillen tusschen notarissen
■) voorkomen of vereffenen, voornamelijk die , welke
i i \' betrekking hebben tot het medcdeelcn, overle-
f _ veren, in bewaring geven en terughouden van
i stukken, gelden en andere voorwerpen; verder de
geschillen over het aannemen en bewaren van minu-
ten,
over preferentie of concurrentie bij boedelbe-
schrijvingen, boedelscheidingen, verkoopingen of
eindehjke toewijzingen, en andere handelingen; in
geval cr geen vergelijk tot stand komt, moeten zij
hare meening bij eenvoudig advies uitbrengen,
(art. 2, 2").
Insgelijks moeten de kamers voorkomen of vereffenen
allo klachten en vorderingen, welke derden togen
notarissen bcbbcn, ter zake van bun ambtsbediening;
eenvoudig haar advies uitbrengen omtrent de schaden
en interessen, die daaruit zcmden kunnen voortsprui-
ten, en, hij wege van berisping en andere middelen
van correctie, allo inbreuken tegengaan, die daartoe
aanleiding zouden kunnen geven, onverminderd de
actie hij den rechter, zoo daartoe gronden zijn.
(art. 2, 3\').
4». Zij geven als derden haar advies over zwarigheden.
-ocr page 33-21
gerezen over het salaris en de vacatiC\'n dor nota-
rissen, alsmede over allo geschillen, die te dezen
opzichte aan do burgorlijko rechtbank onderworpen
zijn. (art. 2, 4").
Dc sub n"\'. 2, 3 cn 4 genoemde bepalingen behoeven
geen toelichting; maar hoo moot die van n". 1 verstaan
worden? Wat bctcokenen dc woorden: „Dc gocdo orde
„onder de notarissen handhaven (maintcnir la discipline
„intcricure cntrc los notaircs)"?
Als wij letten op bet dool, waarmede de kamers waren
opgeiicbt \'), zullen wij bet voor dc bedoeling dier woorden
kunnen boudon, dat dc kamers moesten waken tegen zoo-
danige misslagen, waartegen dc wet, uit haar aard, niet
had kunnen voorzien, als: hct inbreuk maken op de kicsch-
heid, het verwaarloozeu van dc waardigheid, dio het notaris-
ambt eigen is, en dergelijke.
Uittonuiken, welke handelingen van den notaris hier-
onder violen, stond gchcol aan bot arbitrium der ka-
mers
Of do competentie der kamers zich uitstrekte tot bet
bijzondere leven der notarissen, ziedaar eon vraag,
tlic ontkennend moet worden beantwoord, daar zoowel
art. 50 der wet van 25 Vent. als art. 2, T. van het
Arrêtó van Nivuso, bcpajildchjk spreken van discipline
intérienrc.
Do modus procedondi voor do kamers was do volgende :
13c syndic») bracht, hetzij ambtshalve, hetzij op aan-
gifte van helanghobboudo partijen of van oen dor leden
22
van de kamer, de feiten ter harer kennis\'). Het was
de taak van den rapporteur"), aangaande deze feiten
de noodige berichten in tc winnen. Dc aangeklaagde
notaris werd dan ten verzoeke van den syndic, bij een een-
voudigen brief, behelzende het onderwerp der aanklacht?
door dezen geteekend, en afgezonden door den secretaris,
die daarvan aanteekcning moest honden, op een termjjn
van minstens vijf dagen voor de kamer gedagvaard. Ver-
scheen hij op dezen termijn niet, dan moest hij andermaal
op gelijken termijn, door een deurwaarder gedagvaard
worden
WiiB er kwcatiü vuii een der feiten, genoemd iii noH.
2, 3 en 4, bladz. 20 cn 21 hierboven, dan was dc
dagvaarding geen vereischte: de notarissen konden zich
ook uit eigen beweging tot de kamers wenden om uit-
spraak
Dc beraadslagingen der kamers, betreffende particuliere
zaken, geschiedden niet, dan nadat de betrokkene personen
(particulieren konden zich daarbjj steeds door een notaris
doen vertegenwoordigen of bystaan) gehoord of ten minste
behoorlijk opgeroepen waren. Dc besluiten der kamer
moesten de namen der aanwezige leden bevatten en met
redenen omkleed zijn, cn dc minuten daarvan door den
president cn den secretaris in de zitting zelve, waarin zij
genomen waren, worden onderteekend. Zjj waren aan
geen registratierechten onderworpen\'). Wanneer het
noodig was, werden dc besluiten, evenals dagvaardingen
1 .
I ,
1
\') Art. 13.» Arn\'t«; 2 Nivóho .J.n.ir XII.
\'■) Art. 5, .3". il).
») Art. 13 l). en c. ib.
Art. 14 ib.
\') Volgens een cireiil.iire van den min. van just. van 28 Vent. Jaar
«
XIII moesten zy op zegel worden gcselircven, evenals de expedities.
-ocr page 35-23
geïnsinueerd; in dit geval moest door den secretaris hier-
van op den rand van de hesluiten worden mehling
gemaakt i)- Van rechtswege werden jaarljjks twee ver-
gaderingen gehouden; zoo dikwijls evenwel de omstandig-
heden zulks vorderden 1), had er een buitengewone ver-
gadering plaats
De bevoegdheid der kamers, ten aanzien der op tc
leggen straffen, was deze.
Do kamer ontbood den aangeklaagden notaris voor
zich cn sprak bij monde van den president, naarmate
het gewicht der beschuldiging, tegen hem uit: hetzij
rappel Vordre, liotzjj ccnsure simple (dio 02)gC8loton lag
in dc gcnomono bcalissing zelve), hetzij censiire uicc
>q>riiiuui(lc. Als straffen stonden hierop of onthouding
van stem in de algemeene vergadering of verbod om
gedurende zekeren tijd aldaar te verschijnen; dit tijdvak
mocht voor de eerste maal niet langer dan drio jaar
gesteld, doch bij herhaling tot zes jaar uitgebreid worden\').
Schcen de beschuldiging zoo zwaar, dat de notaris ver-
diende te worden geschorst, dan moest do kamer zich
door andere notarissen (door het lot aan te wijzen) doon
\'"jHtaan, om eon beslissing te nemen, n.1. die van Parijs
tien en de andere kamers door een getal, gelijk
aan dat barer leden plus één. Aldus samengesteld maakte
do kamer, bij geheime Hteinining uit, of de Hchorsing al
dun nivt plaat» zou hebben, en zoo ja, voor hoe langen
^ii\'l\'). Wa» de ineerjlerbeid vóór do scboröing, dan werd
24
het besluit ter griffie van de rechtbank gedeponeerd, en
een afschrift daarvan aan den keizerlijken procureur ter
hand gesteld \'), die volgens art. 53 wet van den 25 Vent.
jaar Xf dc schorsing uitsluitend mocht requireeren.
Uit de onmogelijkheid, om een grens te trekken tus-
schen zedelijkheid en recht, zien wij ook hier groote
moeieljjkheden verrijzen. Waar toch eindigde de compe-
tentie der kamers, en waar moest het openbaar ministerie
beginnen op te treden?
Van daar de vraag, of de rechtbank schorshifj of af-
zettimj mocht uitspreken tegen eenen notaris, zonder vooraf
het ïidvies der kamer te hebben ingewonnen?
Antwoord: Ja.
Geen wonder echtcr, dat velen zich in sommige gevallen
niet met deze uitspraak konden vercenigon.
Staan wij een oogenblik bij deze vraag stil. Artt. 6,
IG, 23, 2G en 336 der v.et van 25 Vent. jaar XI spreken
van suspensie en destitutic; art. 53 derzelfde wet luidt:
„Toutes suspensions, destitutions, condamnations d\'amende
„et dommages-intcrcts seront prononcées contre les notaires
„par lo tribunal civil de leur résidence, à la poursuite
„des parties intéressées, ou d\'office à la poursuite cl dili-
ijcnce du coininismire du youccrnemcnlin de gevallen,
.bij deze artikelen genoemd, is het dus duidelijk, dat het
praeadvies der kamers niet vereischt werd. !Maar die-
zelfde wet bevat artikelen, die een gebod of verbod in-
houden, zonder de straf of den verv(dgcr to noemen; b.v.
art. 3: „Ils (les notaires) sont tenus do prêter leur nii-
„nistère lorsqu\'ils en sont requis." Wio moest hier den
weigerachtigon notaris straffen?
Ten opzichte van laatstgenoemd artikel is do vraag
-ocr page 37-25
(ipgelost bjj circulaire van den minister van justitie, van
den 28 Ventôse jaar Xlll, gericbt aan de keizerlijke
procureurs (procureurs impérutnx of commissaires du gon-
reniement): „En refusant de délibérer lorsqu\'ils en sont
^requis, ils sont dans le cas d\'être punis d\'une interdic-
ntion ou d\'une suspension plus ou moins longue, suivant
.,1a gravité des circonstances. Ced à rons à la requérir
„îTtTf^-ès du tribumd, conformément à l\'art. 53 do la loi du
„25 Vent, an Xf. Je vous cn charge expressément."
Andere moeielijkbeden van gcljjkcn aard zjjn succcs-
sicvclijk daardoor uit den weg geruimd, dat de nnn. van
justitie bij ouderscbeideno instructiën beeft vastgesteld, dat
dc rccbtbanken, opzicbtcns overtredingen van notarissen ,
Pon discrétionnaire macbt bebben \').
Na- de afschudding van bet Franscbc juk bleef de toe-
stand voorloopig betzclfdc. De uiterst geringe disciplinaire
nuicbt, dio den kamers overgebleven was, werd eer nog
verminderd dan vergroot; bjj koninkljjk besluit tocb van
den 12 September 1822 \') werd aan dc jjrocunMirs-
gj\'ueraal en de oflicieren van justiti(ï opgedragen,
tegen de notarissen to actioimecren wegens overtreding
d(!r voorscbriften van g(ïmeld besluit, eii werden de rccbt-
banken en boven ten opzicbte van dio ambtenaren in
<lczclf(lo discretionnairo macbt bevestigd, die aan deze
collegiihi eertijds in Krankrjjk door den minister van jus-
titie w„s verzekerd. .
Niettemin zijn zij in stand gebleven tot do invoering
van de tegenwoordige wet op bet notarisandit, (>n niet
dan na een bcvigen strjjd bebben zjj toen baar bestaan
verloren. Tal van rcquesten zijn ingediend, ccn menigte
J .
l:
r\'
20
\' artikelen in dagbladen en tijdschriften zijn geschreven,
• om toch maar de kamers tc behouden. Ik zal trachten,
I in het volgende hoofdstuk een overzicht te geven van
; V hetgeen zoowel voor het behoud als voor de afschaffing
; I der kamers aangevoerd is (altijd voor zoover het betreft
; de kamers als lichamen, die een disciplinair gezag uit-
( oefenden) om daarna mijn eigene, bescheidene meening
I aangaande de afschaffing tc uiten.
f.\'
-ocr page 39-Gronden voor en tegen de afschaffing der kamers
van notarissen, als lichamen, bekleed met het
disciplinair toezicht op deze ambtenaren.
Don 17 Fcl)riuiri 1842 word bjj de Tweede Kamer dor
Stilten-Generaal ingediend een Ontweq) van wet betrekke-
lijk het notarisambt.
De Memorie van Toelichting, welke dit ontwerp ver-
gezelde, hield ter algemeene adstructie het volgendo in:
„De ondervinding heeft geleerd, dat, hoeveel goeds do
„wet van den 25 Ventôse XI. jaar ook in sonnnige op-
„zichten bevat, zij echter in andere opzichten veel to
„wenschen overlaat.
„Niet alleen toch komen in dezelve bepalingen voor, dio
„ondoehnatig, maar ook die zeer gebrekkig zijn, tengo-
„volge waarvan zij dan ook tot ondorscheideno verschillen
»heefl; aanleiding gegeven.
»\'bovendien is zij niet in overeenstemming mot de Neder-
»hindscho gewoonten en begrippen, en vooral niet met
nde nieuwe Nederlandsche Wetgeving, zoodat haar voort-
»tlurend bestaan niet langer kan plaats hebben.
»In den aanvang had men het voornomen opgevat, om
»de ^Vct van Ventôse alleen die wijzigingen to doen onder-
»SJI\'in, welko noodzakelijk of wenschelijk waren, doch
»bij nadere overweging, achtte men het vcrkieslijkor, van
28
„dit voornemen af te zien en eene oorspronkelijke "Wet
„betrekkelijk het Notaris-ambt te ontwerpen.
„I3ij het bewerken daarvan heeft men echter de Wet
„van Ventôse niet op zijde gesteld, maar in tegendeel
„datgene uit dezelve overgenomen , wat wezenljjk nuttig
,,en doelmatig werd geoordeeld.
„Eene onderlinge vergelijking dezer "Wet met bet aan-
„geboden ontwerp, zal dit dan ook nader bevestigen.
„Alvorens tot dc . ontwikkeling van elk artikel over te
„gaan, heeft men het niet ongepast geacht om de aan-
i „dacht op eenige Imfdpimfcn te vestigen, waarin het
^Ontwerp van de "Wet van Ventôse verschilt.
„Bij de voordragt daarvan, heeft men in eeno meer
i I »dan gewone breedvoerigheid moeten vervallen, zoowel
! „tot voorloopige beantwoording van mogelijke bedenkin-
\\ „gen omtrent vermeende mindere volledigheid van het
i, „Ontwerp in sommige opzichten , ala ter wogneinin^ van
„even mogelijke twijfelingen omtrent dc gegrondheid cn
I . „doelmatigheid der afwijkingen van ondersclicideno wette-
„Ijjko verordeningen, welke sedert dertig jaren, met he-
I „trekking tot het Notarisambt, hier te lande van kracht
„geweest zijn."
Onder de zes hoofdpunten \'), die in deze algenuHuie udatruc-
tic als veranderingen voorkomen, wordt in de tweede plaat.s
i. \'genoemd do afachafiing der kamers van notarissen. „Als
s ■
i \'
29
„eene tweede, belangrijke afwijking," zegt de Memorie van
Toelicbting, „van de Wet van 25 Ventôse, verdient op-
„merking de afscbaffing der tbans bestaande kamers van
„Notarissen.
„Volgens art. 50 van die Wet, moesten die Kamers
^worden georganiseerd bij afzondorljjke, daarvoor te ver-
»vaardigen Reglementen, en bjj een Arrêté van 2 Nivôse
njaar XII werd zoodanig Reglement vastgesteld.
„Zoo ook waren, bjj een vroeger Arrêté van den 18
„Frimairo, Jaar IX, bjj do Hoven on lîegtbanken Kamers
„van Procureurs ingesteld, cn eeno vcrgcljjking van die
„twoo Besluiten levert bot bcwjja op, dat aan die beide
„licbamon bjjna gelijke bevocgdbeid was toegekend.
„Soorigeliße instcllim/cii mimi vroeger hier te hnule onhc-
Jceml, en ihondervindiug hcejt hct nut daarvan niet beurzen.
„Hij dc invoeriiKj der Nederlandsche Wetgeving heeft
„men dan ook gemeend, dc Kamers vun Procureurs te
■nkuunen afschaffcn, en dc Procureurs (c moeien strUcu
nomler hct meer onmiddelijk toezigt en dc discipline der
D^^ollcgicn, waarvoor zij fungeeren.
-nDie afschaffing nu, gedurende een tijdvak van rnim
„drie jaren tot geene bezwaren of klagten aanleiding heb-
„brnde gegeven, heeft men geene zwarigheid gevonden, om
ndcnzclfdrn neg ten aanzien vnn dc Notarissen te volgen ,
»vooral dewijl bet afnemen der e.xamina, waarin tot beden
„de voornaamste, zoo niet do ccnigo werkzaambeid der
„Kamers van Nolarissen beeft bestaan, volgens dit ont-
„wcrp, aan do Provinciale Oeregtsboven wordt opgedragen,
„on de ondervinding van latcrcn tijd bet bewijs beeft op-
„gclcverd, dat de Kamers van Nolarissen geen behocdmid-
ndcl zijn tegen wanorde, ja, wat meer is, tegen verregaande
r>»iisbruiken , waartegen bij Koninklijk Jieslnit ran den 12
1.SJ2 (staatsblad u". -ia) hre/l nuutni worden
n\'oorzin,.
-ocr page 42-30
„Jioremlien hevaften de Nederlandsche Wetboeken geen
„enkel artikel, waarin het bestaan van zoodanige Kamers
„irordt verondersteld. De bepalingen, vervat in de artikelen
„867, 872 en 880 van het Fransche Code de Procedure
„Civil en van artikel G7 van liet Code de Conimerce zijn
„zakelijk overgenomen in de artikelen 807, 811 en 828
„van het Wetboek van Burgerlijke Regtsvordering on in
„artikel 207 van het Burgerlijk Wetboek, zonder dat
„daarbij echter van de Kamers der Xotarissen, evenmin
„als van die der Procureurs, eenige melding wordt ge-
„niaakt, en de mogelijkheid voor de afschaffing van beiden
„is dus op gelijke wijze verondersteld."
Bij de beraadslagingen hierover hcGÏtdc eerste Afdeeling
zich verklaard voor hot principe der Ilegeering.
Do leden der tireedc Afdeeling achtten evenwel geen
gering bezwaar gelegen te zijn i\'n de voorgestelde nfacbaf-
fing der kamers van notarissen. Volgons hun meening
konden zjj als raden van di.scipline een weldadige werking
uitoefenen in het tegengaan van ingeslopen iniabruiken
en geringe misslagen, welker beteugeling de tusschenkomst
vnn het openbaar miniHterie niet noodzakeljjk mankte.
De derde Afdeeling was, met uitzondering van éi\'n lid,
voor hot door de Ilegeering gedane voorstel, dnar de
kamera, zonder eenig wezenlijk nut te doen, dikwijls
tot misbruiken nanleiding gaven.
Ilet bedoelde lid getuigde tot do wegruiming dezer
instelling eerder to besluiten , omdat haar nut hem niet
was gebleken, dan om reden dat hem verkeerde en
schadelijke ellekten dier instelling zomlen z|jn hekend
geworden.
Ook de rierde Afdeeling achtte do afachafiing der ka-
niei-a wenschelijk, met uitzondering van écn lid, dat ge-
loofde, door de ondervinding genoegzaam te zien hewe-
Sï
31
zen, dat de instelling aan liaar doel had beantwoord , om
een behoorlijk toezicht over de onderscheidene notarissen
te houden.
Yan do rijfih Afdcelhg veroenigden zich vier leden
met het gevoelen der Jlegeering; een der overige leden
erkende, dat de kamers, zooals zij toen waren samenge-
steld, geenszins nan hare roeping haddon voldaan; haar
werkkring zou in ieder geval belangrijke wjjzigingon
moeten ondergaan, het opleggen van disciplinaire oorrec-
tiën behoorde niet langer aan deze kamers te worden
toevertrouwd, en de door bet Bestuur op dit stuk ge-
maakte verordeningen konden haar goede zijde hebbon.
Maar gebeol on al afgeschaft behoorden de kamers toch
niet te worden; mot vrucht, doch onder andere bepalin-
gen dan de thans bestaande, konden zij worden behou-
den. Dat lid namelijk wenschte, dat de kamers in voor-
komende gevallen den amblenaar van het openbaar
ministerie zouden inlichten en adviseeren, waardoor mon
minder gevaar zou loojien, dat de offioieren van Justitie
lu hnn ijver voor de goede zaak wellicht een weinig
to ver zouden kunnen gaan.
lïot Ontwerp bevatte deze disciplinaire bepalingen:
•jHe nolarisson «taan, in de uifoofoning luunu\'r aujbts-
„V(!rrigfingon, onder bot ojuniddelijk toozigt van hot
vOpenbaar nnnlHtorio bij de rogtbajik van hot arrondisso-
„ment, waarin zjj zijn gevestigd.
„Indien een notaris de waanlighoid van zijn karakter
„of zjjne ambtsbezighoden mögt vorwaarloozon, of /.ioli aan
„inbioukon op de wolten on verordeningen of andoro
»misslagen mögt schuldig maken, wordt zulks door hot
»openbaar minisferie, hetzij ambtshalve, hetzij ten gevolge
»dor khigto van d<« belanghebbende partjjeii, ter kennisse
»van do vogtlmnk gobragt.
32
„Behalve in de gevallen, waarin bij deze Wet bepaalde
„straffen zijn vastgesteld, zijn de\'arrondissements-regtban-
„ken bevoegd tot het doen van enkele waarschuwing en
„berisping, na verboor van den belanghebbenden notaris,
,.of deze behoorlijk opgeroepen zijnde (art. 51).
„Wanneer een notaris bereids twee malen mocht zjjn
„berispt, en daartoe andermaal aanleiding mogt geven____
„zal de officier van de arrondissemcnts-regtbank daarvan,
„door tusschenkomst van den procureur-generaal bjj het
„provinciaal geregtshof, verslag doen aan den minister
„van justitie, en zal, op eene daartoe door dezen te doene
„voordragt, do benoeming van zoodanig notaris door den
„Koning kunnen worden ingetrokken" (art. 52).
Tor adstructie dezer bepalingen werd in do memorie
van toelichting gezegd:
„Bjj bet in den aanvang dezer [Memorie vermelde Arrêté
„van den 2 Nivose Jaar XH, was bot toezicht over de
„handelingen der Notarissen meer bepaaldchjk aan do
„kamers der Notarissen opgedragen, met bevoegdheid tot
„hot opleggen van zekere daarbjj opgenoemde disciplinaire
„oorrecticn.
„Bjj dc afscbaflfing dier kamers moest daarin op eeno
„andere wjjze worden voorzien, eu alzoo zjjn bjj deze
„artikelen de Notarissen, ten aanzien van do uitoefening
„hunner ambtsvcrrigtingen, gesteld onder bet onmiddelijk
„toezigt van hct Openbaar Ministerie bjj de Regtbank van
„bet Arrondis.sement, waarin zjj zijn gevestigd.
„Hoezeer bjj dit Ontwerp zooveel mogebjk tegen alle
„overtredingen, welko door de Notarissen als zoodanig
„kunnen worden begaan, straflen zjjn vastgesteld, welke
„in die gevallen door do Regtbanken zullen bebooren te
„wordon toegepast, blijven er nog altijd ondei-scheiden
„handelingen overig, die, ofschoon op haar zelve van
„geen groot belang, echter uit hoofde van de bijzondere
j l\'
! ■
3
i
i 1
I !
33
„nauwgezetheid, waarmede de notarissen hun ambt he-
„hooren waar te nemen, niet onopgemerkt moeten gelaten
„worden.
„De onmogelijkheid echter inziende, om tegen alle mis-
«hruiken of minder gepaste handelingen hij de Wet cor-
ijrectie of straffen voor te schrijven, heef>. men er geene
«zwarigheid in gevonden, om, op het voorbeeld van het-
ngeon deswege ten aanzien van de Procureurs bestaat,
«aan de Regtbanken eene discrétionnaire nmgt over de
„Notarissen toe te kennen, ten einde hen, door uaav-
ytschuuing en desnoods door heriaping, het onbehoorlijke
„buimor handelingen te doen inzien en hen aan te sporen,
«zich daarvan in het vervolg te onthouden.
«Mogten echter do berispingen, hij herhaling toegepast,
«liet gewenschto gevolg niet opleveren, zoo moot zoo-
«danig Notaris geacht worden, zich de koninklijke gunst,
«Welke hem hij zjjne benoeming is ten deel gevallen,
«onwaardig te hebben gemaakt, en niets behoort in zoo-
«danig geval den Koning van de intrekking derzelve te
«woêrhouden, zooals <lnn ook de bevoegdheid daartoe bij
?)"rt. r)2 dezer Wet aan don Koning wordt toegekend, als
«eene gedeeltelijke wijziging van het hij art. 2 aange-
«nomon beginsel, dat de Notarissen voor hun loven wor-
»«lon nnngesteld."
Ihj het onderzoek van deze artikelen werd door één
lid van de cevHlr AfMhig als algemeene aanmerking in
het midden gebracht, dat de afachafiing der kaïnerH van
notarissen zeker algemeene goedkeuring zoude vinden,
wanneer mon alloen denkt aan het weinige nut, door
dergelijke instellingen hier te lande gesticht. De vraag
zoiuh» (Hïhtor mind(>r wezen: wat do kamera van notaria-
\'»il ouh mm» , dan wol wat zij kmilvu en mof.sfoii
En dan meende dat lid, dat het zeker do waar-
3
-ocr page 46-I 34
m
digheîd van het notarisambt niet zou bevorderen, wanneer
het openbaar ministerie in het vervolg zoude verrichten,
en door rechterlijke tusschenkomst zoude geschieden,
hetgeen tot dusverre aan de meer inwendige tucht der
kamers van notarissen was opgedragen.
Men moest zich slechts herinneren hetgeen er tot aan-
prijzing van de instelling der kamers bij het voorstellen
der wet van Ventôse was gezegd \'); er was daarbij veel,
dat nog heden behartiging en overweging verdiende. In-
1 tusschen ware het bestaande voor verbetering vatbaar
geweest, althans de geheele afschaffing der kamers van
! ; notarissen kon dat lid niet zoo onvoorwaardelijk goed-
\'ïi keuren. De meerderheid der Afdeeling vereenigde zich
i | echter met de algemeene strekking dezer bepalingen.
Art. 51 tlcod alleen ilc vrnag ontstauii , of bet gciioo/ï-
zaam was, to zeggen, dat bet O. M. hi liet goviil «Ier
tweede alinea do overtreding ter kennisse bremjt van de
rechtbank ; geheel de Afdeeling, met uitzondering van twee
leden, vond de bei)aling van art. 52 niet van hardheid
y I
vrij te pleiten, nu die aan do herbaalde ftm.s;)»?»^ de moge-
lijkheid der intrekking van de benoeming verbond. Dez(ï
bardheid sprak te sterker, wanneer men in de M. v. T.
de berisping of waarschuwing zag gesteld op handelingen,
! die ntcn zcide op zich zelf van geen groot belang te zijn.
1 " Sommige leden twijfelden, of deze artikelen wel de
; noodige waarborgen aan den notaris gaven voor zjjn ver-
I; dediging bjj waarschuwing of beilsping.
De tiveede AfdecVmj was van gevoelen,, dat do woorden
behalve in van art. 51 c moesten\' worden vervangen door
bniten, ten einde hier geen dubbele straf zou kunnen
\\ . geacht worden aanwezig te zijn.
i
f ^ De bepaling van art. 52 werd ve(d t(? streng geoor-
I
Î : •) Illadz. 17 V. hicrbtiVLii.
f ■ ■
-ocr page 47-35
(leeld ; een tweemaal ondergane berisping scheen geen
voldoenden grond op te leveren, om vervolgens, bij een
nieuwe aanleiding daartoe, tot de introkking dor benoe-
ming ovor to gaan.
Do voorgestelde wijze, om tot het nomon van dien
niaatrcgol to komon, kon ook geenszins gozogd worden
voor den notaris ecnigon waarborg togen miskenning zijner
rechten .aan to bicdon, on mon zou tot dat einde do
tussoiienkomst dos rcchtcrs en het hooren van don notaris
verlangen.
In do derde AfdeeUmj was mon algomoon van opinio,
dat nvt. 51c aldus moest beginnen: Bulten do gevallen,
waarin cnz. _ verlangde tevens, hiorbij gevoegd te
zien, dat dio waarschuwing en berisping moest gegovon
wordon door do rechtbank in raadhtinei\' renjadrnl.
Art. .52 wildo mon aldus gpstoldhobben: Knt uoittri^ kau,
na tweemalen te zijn berisfid, in (ferai hij hiertoe urdrr
aanleidim/ yreft, door de reythanh voor ren lijdsrrrloop
"\'\'X maanden niet te. boven yaunde, worden r/eschorst, en zal
\'biarna dr hepalimj ran art. .\'>5 \') op hem toeyeixist kunnen
"forden.
rierde Afdeelimj stolde, ton oindo nll(»n twijfel wog
noinon, voor, om in art. 51 to bopalon, dat bot vor-
l\'ooren on borispcui van oon notaris iu raadkamer der
i\'ivirle l,inner van do rechtbank moost plaats bobben. Zij
achtte dit wiMiHcholijk, om <lo publicitrit dor borispingon
to voorkomen. Do Afdeeling wuh verder van gevoelen.
\') Dit art. hüddo:
»IiHlIfii dl! Htraf vnn »cliorninff, krnclitcnH dc iM-paiinucn dezer Wel,
«\'••••uiiaul tejien eenen Nntaris I« nitKe«itroken, zal, indien lit) ander-
">\'"m:iI Wordt Hcliuldi); »teoonleeld ann oene overtredinjï, welke 7.l|ne
r-Hi lornln« teii «evol^^e zon k)nnien lielilH\'n, deze «traf door zyno
.••«r/Hth,,. worde,, vervn„tfe„."
36
dat artikel 52 den notaris te zeer afhankelijk maakte van
het openbaar ministerie. Men oordeelde, dat het in lijn-
rechten strijd was met bet beginsel, bij art. 2 aangenomen,
en meende, dat hetzelve ten gevolge zou hebben, dat de
notaris, zonder geboord to zjjn, en zonder zich te kunnen
verdedigen, uit zijn betrekking zoude kunnen worden ont-
zet. De Afdeeling verlangde wel een streng toezicht op
de handelingen van notarissen, maar wilde dezelve niot
afhankelijk mokeii vnn do Avillekcur vnn bot publiek
iiiinisterie. Zij stelde om dio rodon voor, om don offieier
van justitie de verplichting op te leggen, de autorisatie
tot bet doen van verslag aan den koning (want de Afdee-
ling maakte bezwaar, om van den niinisfer ran jnsfifie
in een wet melding te maken) van de rechtbank te
vragen, die dezelve, na verhoor of behoorlijke oproeping
van don notaris, kon vcrloencn of weigeren, en om, na
het bekomen verlof, dat verslag niet aan den procureur-
generaal alleen, maar aan den president van hct bof cn
den procureur-generaal te doen toezenden, die verplicht
zouden zjjn, hetzelve met hunne bedenkingen op to zonden.
De vijfde Afdeelincj, toegevende dat, bij de oventucelo
opheffing der kamers van notarissen, dezo ambtenaren
aan eenig toezicht onderworpen zouden dienen te worden,
vond echter don aanhef van art. 51: De votariami staan
enz., zooal niet eenigszins bclcedigcnd, dan toch niet ge-
lukkig gekozen voor ambtenaren, dio in alle standen der
maatscbappjj, en in zoo tcedere zaken van rand en daad
dienden, cn in welke het algemeen vertrouwen moest
hebben. Uit dien hoofde zag men den indruk, dien deze
zinsnede zoiulc kunnen verwekken, alsof de notarissen
door hct openbaar ministerie zouden ninrten verv(dgd
worden, gaarne op do een of andere wjjze weggenomen.
Met betrekking tot art. 51r werd gevraagd, of hct de
bedoeling was, dat, bjj of na bet opleggen der geldboete.
37
dat naar luid van dit ontwerp zoo lichtelijk kon plaats
hebben, ter zake van, en boven en behalve deze geld-
boete, nog iciiarschuiriiKj en hcvhpUuj kon te pas komen;
als Avelke laatste, tweemalen hebbende plaats gehad,
naar luid van art. 52, de intrekking der benoeming ten
gevolge kon hebben, derwijze, dat een herhaalde geld-
boete, wegens een te goeder trouw begaan verzuim, het
verlies der betrekking zoude kunnen tc weeg brengen.
Ook verlangde mon in art. 51 c do invoeging der woor-
den : in raadkamer.
Ten aanzien van art. 52 was do Afdeeling van gcvoc-
dut, alvorens de intrekking der benoeming zoude
kunnen plaats hebben, do belanghebbende notaris moest
worden gehoord; men stelde voor, om achter het woord
gereijtshof to lezen : midat deze dm notaris in zijn bc-
lamj zal hebben (jchoord.
Een der leden luul zjjn gevoelen betreifende het onder-
havige artikel ontwikkeld in een nota van den volgen-
den iniioud :
„liet toozigt over de handelingen der Notarissen bij
„het tegenwoordig "Wetsontwerp aan het Publiek Minia-
„terie opgedragen wordeiulo, en aangezien de oiunoge-
„lijkheid om tegen alle misbruiken en minder gepaste
whandelingen, straflen tc bepalen, stemt men met do Memorie
„ran Toelichting in, dat do bevoegdheid tot bcrispimjcn
<,ook aan den llegter behoort opgedragen to worden;
nUiaar vermits het insgelijks onnmgebjk is, om de ge-
nvallen van bcrispinij to omscbrjjven, en do toepassing van
»dezelve alzoo insgeljjks aan do discretionnaire njagt van
»\'len Jlegter moot morden overgelaten, zoo spreekt bet
»van zelf, dat nuui te dien aanzien geheel en al vim do
»\'uoerdere of mindere naiuiwgezetheid van don Kegter
»afhankelijk wordt, en dat govolgelijk hetgeen door den
»Uegter A. a|y (»eu min- of nietsbeduidend iets zal wor-
38
„den beschouwd, door den Regter B. als eene reden tot
„berisping kan worden aangemerkt; — indien nu deze
„berispingen geene verdere gevolgen hadden, zoude men
„daarop niets aan te merken hebben; maar dewijl eene
„tweede berisping, volgens de bepaling van art. 52, de
„intrekking van de benoeming van den Notaris (die wel
„met een niet honorabel ontslag zal gelijk staan) ten
„gevolge heeft, zoo komt het voor, dat de wijze, waar-
„op die intrekking bij het artikel wordt voorgesteld,
„niet den noodigen waarborg tegen mogelijk onbillijke
„en onregtinatige toepassing van dezelve oplevert. AVan-
„neer toch dc tweede berisping eenmaal heeft plaats
„gehad, niet alleen ter zelfdcr zake, nmar ook voor
„redenen van zeer vcrschillcndfn aard, wordt do pi-ovooulïü
„der intrekking geheel cn al aan het Publiek Ministerie
„ovorgolatcn, zonder ecnigo verdere tuasclicnkoiiist vail
„den llegter, en hoezeer men ook in den ütlicier b|j de
„Regtbank cn den Procureur-Generaal bij het Geregtshof
„twee onderscheidene magistraatspersonen moet zien, valt
„het evenwel niet te ontkennen, dat in den regel de laatste
„op de rapporten van den eersten zal afgaan, en do
„Minister zich op dezelve moet verlaten, en dit wel, zooals
„het Ontwerp daar ligt, buiten verhoor van den bching-
„hcbbendcn Notaris. Stelt men zich nu hier de vecl-
„vnldigo verpligtingen voor den geest, die den Notaris
„zijn opgelegd; de zekerheid, die er bestaat, dat alle
„overtredingen ter kennis van liet Openbaar Ministerie
„zullen komen, onaangezien de onschuldige wjjzo, waarop
„zij ook met dc beste trouw mogen zijn begaan; dc hoogst
„nioeijehjke afscheiding der grens van hetgeen hij, geroepen,
„doen moet of laten kan (welke afscheiding men bij het
„Ontwerp zelf niet heeft aangewezen), en daarnaar afmeet
„de gelegenheden, welke tot berispingen aanleiding kunnen
„geven, alsdan komt het voor, dat dc Notaris evenmin
617
„van zijn middel van bestaan moet worden kunnen beroofd
„en in zijne eer evenmin moot kunnen worden aangetast,
„als ieder ander ingezeten, zonder prealable kennisneming
„van den Kegter. Heeft men bet noodig geacht, de
„berispingen aan do Kcgtbank op te dragen, dan voor-
„zekcr behoort dc ontzegging niet buiten tusschenkomst
„van dezelve tc kunnen geschieden; hct is op grond van
„dien, dat men voorstelt, om de redactie van art. 52
„volgendcrwijze to wijzigen: „Wanneer een Notaris bereids
„„twee malen mogt zijn berispt en daartoe andermaal aan-
„„leiding mogt geven, zal de OfHcicr van dc Arrondisse-
»nUicnts-llegtbauk daarvan verslag doen aan den Procureur-
«nGeneraiil bij het Provinciaal Geregtshof. J)c Procureur-
nnGcneraal brmyt {/c zank ter krunisse ran hel J\'rorittcituil
nr)ilof^ hetwelk den Notaris in zijn belang zal hooren en
„„ccn met redenen bekleed advies uitbrengen. Indien hel
»»Hof daartoe termen gevonden heeft, kan de benoeming van
„„den Notaris, op eene daartoe door den minister ran
„„Justitie gedane voordragt, door den Koning worden inge-
„ „trokken.^*
„Uaar de Kcgtbank do berispingen gedaan hoeft, schijnt
„men tot eenen hoogeren Kegter dc toevlugt te moeten
„nemen......
„Steller dezes veroorlooft zich alhier, opzigtens het aan-
ngcvoerdo in do Memorie can Toelichting\') nog aan to
^merken, dat er tusschen den Procureur en den Notaris,
flUiet opzigt tot do uitoefening van de rcspectivo bctrok-
«kingen, oen groot onderscheid bestaat; dc Procureur
fliiceft in den regel tijd van beraad, tijd van raadpleging,
fliiocft dagolijkscben omgang lUct zijno luede-ambtgcnootcn
"Cn, wnt meer ia, met do Advocaten, terwijl do Notaris
\') ^lo bl. \'J9.
-ocr page 52-40
„geroepen, veelal in de moeilijkste gevallen, bij voor-
„beeld het daarstellen van uiterste wilsbeschikkingen,
JUico zijn Ministerie moet verleenen, zelden raad kan of
„mag inwinnen, en door zjjn isolement (althans ten platten
„lande) op zich zeiven moet staan, om nog te zwijgen
„van de meerdere verpligtingen, welke aan laatstgenoemde
„zijn opgelegd".
Ten gevolge van de op dit wetsontwerp gemaakte aan-
iiiurkinguii ia iiiidcr asm dc Tweede Kamer der Staten
Genoraal ingezonden een ijcirijziyd onhrcrit run nel op
het notarisambt, met een memorie van heantaoordimj der
op het eerste ontwerp gemaakte bedenkingen. Dit alzoo
gewijzigd ontwerp nader in de Afdcelingen der Tweede
Kamer onderzocht zjjnde, zijn de daaarop genmakte be-
denkingen weder van wcge de Ilegeering beantwoord, en
hebben andermaal tot het voorstellen van cenigo veran-
deringen aanleiding gegeven, hetwelk ook nog later heeft
plaats gehad, ten gevolge van eenige bjj het verslag der
centrale Afdeeling medegedeelde bedenkingen, waarna
het daarbij behandehle onderwerp eindelijk is geregeld
en vsistgeateld bij de wet van den Î) Juli 1842 {iStaats-
blad n\\ 20).
In de memorie van beantwoording, die het gewijzigd
ontwerp vergezelde, werd ter algemeene toelichting van
dat ontwerp, mitsgaders ter nadere adstructie van de
bjj het eerste ontwerp aangenomene beginselen en ter
oplossing van do daartegen\' ilangcvoerdc bedenkingen
gezegd :
„De Jlegering heeft met gcnoe^gen uit do processen-
„verbaal der Afd(!elingcn mogen ontwaren, dat de op den
„voorgrond gestelde hoofdpunten, waarin dit Wetsontwerp
„van do Wet van Ventosc verschilt, voor zodveel dc bo-
41
„ginselen betreft, waarop dezelve berusten, de goedkeuring
„van ceno aanzionbjko niccrdorlieid van do leden der
„Tweede Kamer dor Statou-Generaal bobben mogen or-
«langon, on dat daar, waar dezelve door sommige Icdcn
rjzijn bestreden, dczolvo roods met nadruk door andoren
«zijn verdedigd.
„Om in goeno berbalingon te vervallen, meent do llc-
flgering zicb aan dio bereids tor verdediging aangevoerde
ngroudou to mogen rofororon, en zicli alzoo to kunnen
nbepalcu tot ocno wederlegging vnn ocnigo, togon dio
„rcs iKXtpIjtinifen iiiuigovocnlo eii nog niet t)pgoloHlü l»o-
«idonkingcn........
„Ook bet tweede punt, de ufi>chaffin(f der Kamers, beeft,
bijval ocnor aanzienlijke mccrderboid dor loden
»\'"ogen erlangen, terwijl dc daartegen door sommigo loden
„aangevoerde bcdonkingon, der Rogoring niet vau dat
„gewigt zijn voorgekomen, om dienaangaande conigo be-
„paliiigeu in dezo Wet op to iicnion."
I?ij do beraadslagingen over dit ffcwijziijd onturrp
werd in do eerste, tweede cn vierde Afdeeling do afschaf-
fing dor kamers met stilzwijgen voorbij gegaan.
In dc derde Afdeelimj was één lid, dat zicb gunstiger voor
die instelling goslemd gevoelde; bij geloofde, dat zij bij
oen moer doelmatige inrichting, oen gunstige strekking
zouden kumieii verkrijgen.
Insgolijk« verklaardo oen der loden van do rijfde Af-
deeling niet to kunnen goedkeuren , dat do kamers geheel
al zouden worden afgesebaft; bij verlangde, dat or eon
andere vorm aan zou worden gegeven; b. v. dat zij in \'t ver-
dolf? niet anders dan onder voorzitting van een der leden
van (lo urrondisscinentsroclitbank, daartoe uitdrukkelijk
l^cnoeind, zouden kunnen vergaderen. Op dio wijzo zou-
den zij goono onbelangrijke diensten kunnen bewijzen.
42
De disciplinaire bepalingen voorkomende in bet gewij-
zigd ontwerp waren deze:
„Indien een notaris de waardigheid van zijn karakter
„of zijne ambtsbediening mogt verwaarloozen of zich aan
„inbreuken op de wetten en verordeningen of andere
„misslagen mogt schuldig maken , wordt zulks door liet
„openbaar ministerie bij dc regtbank van het arrondissc-
„ment, waarin zijne standplaats is gevestigd, of door de
„belanghebbende partjj ter kennisse van de regtbank gebragt.
„lJuiten de gevallen, waarin bij deze wet bepaalde
„straffen zjjn vastgesteld, zjjn de arrondissement-regtbankcn,
„in raadkamer vergaderd, bevoegd tot het doen van
„enkele waarschuwing of van berisping, na verhoor van
„den belanghebbenden notaris, of deze behoorlijk ge-
„roepen zjjnde.
„Wanneer een notaris bereids twee malen mogt zijn
„berispt en daartoe ten derden male aanleiding mogt geven,
„zal hij door de regtbank voor ten minste drie, cn ten
„langste zes maanden, in zijne bediening worden ge-
schorst." (art. 51).
Ter adsti notie dezer voordragt was bij de memorie van
beantwoording gezegd:
„Do Itegooring heeft geeno zwarigheid gevonden in do
„weglating van het eerste lid van art. 51 , vermits het
„beginsel, hetwelk daarbjj was aangeduid , zoowel uit de
„behouden gedeelten van dat, als uit andore artikelen
„van het Wetsontwerp, op eene voldoende wijze voortvloeit."
Dij de beraadslagingen hierover verlangdon de tweede
en de vijfde Afdeeling, dat art. 51 c aldus zoude wordou
geredigeerd : „Wanneer een notaris enz. zal hij ... kannen
,worden geschorst," daar men do bepaling, zooals zij
daar stond , to hard vond.
Ten gevolge van dezo bedenkingen zijn bovengenoemde
n
\'ir
43
bepalingen vcnuuleid, cn aangenomen, zooals zij voor-
konion in art 50 dor wot van den O Juli 1842 {Staats-
blad H\\ 20).
In do zitting van don 2 .Tuli 1842 werd het lot der
kamers beslist.
Voordat cr tot oen stemming werd overgegaan, gaf
Z. E.xcollontio do minister van justitie gclogonhoid aan
do loden der Tweede Kamer, om mondeling hunno ge-
voelens aangaande bet gcn ijzigd onturrp to openbaren.
Do llccr Itonimo nam \'t ocrst hot woord. Uver do
afschaIHng dor kamers zeido dc goachtc spreker het
volgende: „Do aanmerking , dat dc kamers hare roeping
„niet hebben vervuld, levert geono afdoende reden
nVoor dcrzclvcr afschaIHng op. AVaro dit zoo, als dan
»zou men menige andere instelling kunnen aanwij-
„zcn , dio niot opleverde, wat men or van vcrwachtto.
„Ik vraag bovendien, of er geono uitzonderingen op
„den rogol waron, waardoor hot nut dor kamers vol-
„dingcnd werd bowozon ? Ik vraag wijders, of indien
„die kamers dan al in do vervulling liaror plichten to
„kort schoten, het Bestuur do noodige middelen niet ter
„hand had om dezelve tot dc orde to roepen P En welke
„zullen nu de gevolgen zijn dier ophefling, vooral bij do
„arrondissemontoolo indcelingl\' Verwijdering oiuler amb-
„tenaron, tusschcn wolko do eensgozindheid behoorde
„iicvorderd to worden; do vernietiging van derzelvor
„huiHhoudolijko tucht, en do opdracht daarvan aan do
„afwisselende ambtenaren van hot openbaar ministerie.
«Met eerste werkt nadeelig voor do ingezetenon, hot
«laatste is ontmoedigend voor de ambtenaren dier instol-
«ling. Bij do eerste ^fomorio van Toelichting heeft de
nUogooring, ton botoogo, dat de kamera konden worden
«gemist, verwezen op do afschafling der Procureuraka-
44
„raers. Het zij nijj veroorloofd , liiertegen aan te merken,
„dat deze redeneering a pari onjuist is. De Notiiris staat
„en werkt op zich zelf, heeft geene verplichting tot on-
„derling verkeer; de procureurs daarentegen bevinden
„zich in de uitoefening hunner function voor den rechter,
„staan aldaar tegen den anderen over, wonen gezamen-
„hjk in de hoofdplaats van het arrondissement; terwijl
„de uitoefening hunner betrekking het onderling verkeer
„van zelf noodzakeljjk maakt.
„Ik wil echter hier niet de gevolgtrekking uit hebben
„afgeleid, alsof ik het gevoelen aankleefde, dat de in-
„richting der kamers van discipline op den tegenwoor-
„digen voet zoude moeten blijven bestaan. Ik ben in-
„tcgendeel van oordeel, dat daarin nuttige veranderingen
„zijn aan te brengen; de opdracht bijvoorbeeld van het
„presidium over dezelve aan eenen rechter uit de arron-
„dissementsrechtbank zoude ik als eene hoogst wenscho-
„lijkc verbetering hebben aangemerkt.\'\'
Ook in den Heer van Goltstein vonden de kamers
van Xotarissen een verdediger. „De afschafiing der ka-
„iners\'\' dus sprak hij, „wordt bijzonder aangeprezen uit-
„hoofdc dat de inrichting van dezelve geene gunstige
„uitwerking opleverde; maar eene betere samenHtelling
„zou eene gelukkigere uitkomst verleend hebben, en als
„raden van discipline hebben zjj een onmiskenbaar nut.
„De notaris moet door do algemeene achting zijner niede-
„burgeren geruggesteund worden, zal hij aan zijne be-
„»temming kunnen voldoen; maar wanneer hij wegens
„elke nalatigheid, welke men met den naam eener ver-
„waarloozing van de waardigheid van zijn karakter be-
„»tempelcn wil, eene rechterlijke berisping kan ondergaan,
„zal hij in de algemeene aichting niet weinig dalen.
„Maar zulk eene onbestemde overtreding kan niet alleen
„tot berisping, maar bjj herhaling tot schoriiing en ont-
45
„zetting leiden; en de bestrnffing wordt ten gevolge van
„de onbepaaldheid der nalatigheid inderdaad willekeurig.
„Hier zou alleen eene terechtwijzing door zijne ambtge-
„uooten kunnen te pas komen, welke hem voor verdere
„misstappen zou hebben behoed, zonder hem in het oog
„zijner medeburgeren te vernederen, en uit dien hoofde
„zou de disciplinaire macht voor de kamers der Notarissen
„moeten zjjn behouden gebleven."
Doch ook tegen het behoud der kamers werd door een
paar leden een woord in het midden gebracht.
De Keer den Tex zeide hierover: „De opheffing der
«kamers moge al hier en daar betreurd worden, ziet
»men echter op de werkzaamheden, aan de kamers op-
»gedragen, zoo vindt men er nagenoeg geene. Yergade-
• ^"ugcn zonder bepaalde werkzaamheden zijn èn van
»Weinig nut, èn leggen somtijds eene strekking aan den dag
«tot bet aan zich trekken va») iiemoeiingen, die buiten hare
„l)cvoogdheid liggen."
Evcnocns do Hoor Scboonovold: „Do meosten aobton
„8uppro.ssio dor kamers wensoholijk. Hot daarslellen van
„zulke kauuM-s is fraai in theorie. Vele der kauuMs in
„Nederland zijn op do hoogte, waar zij moeton zijn,
„maar die goedwerkendo notaris-kamers ihaken toch de
„minderheid uit. De Notarissen geven het zelf eeniger-
„male toe, maar zjj willen, dat hunno kamers raden van
„discipline wordon. Vcdgons do ondervinding zouden de
„kauu\'rs ook als zoodanig veel gebrekkigs lioudon on
nC)nrog(!hualig werken. Ongelijkmatigheid nu werkt na-
ndeelig op al wat discipline betreft. Ibj de roobtorhjk«
»nmcht is die niet te vroozen.
»Do Notarissen hebbon naar de Kaden van discipline
»\'•«\'i- advocaten vorwozon ; mon boude ochlor in het oog:
eersten zijn and)tonaron, bui^ getal is beperkt; om
»luin oon bohoorlijk bestaan lo verzekeren, is bepaald,
624
„dat er slechts weinigen zonden zijn, maar daartegenover
„staat dan ook het recht van de maatschappij, om op hen
„een wakend oog te houden. Geheel anders is het met
„de advocaten gesteld; zij zjjn geene ambtenaren, hun
„getal is onbepaald, en zjj hebben daardoor met groote
„concurrentie te strijden. Ik zou meer geneigd zjjn, om
„de notarissen in de kategoric der procureurs te plaatsen.
„Ook deze zijn ambtenaren; ook bun getal is beperkt, on
„juist daarom zjjn de procureurs-kamers gesupprimeerd,
„en is de discipline over ben aan de Iloven-recbtbankeh
„opgedragen."
Nadat nog door eenige leden over andere punten gespro-
ken was, werd bet gewjjzigd ontwerp met 43 tegen 1)
stemmen aangenomen, en daarmede dus bet toezicht over
de notarissen aan do ofHcicrs van justitie opgedragen.
Deze verandering werd door bjjna alle notarissen even-
zeer betreurd. De vot)rnaaniste grieve bestond wel daarin,
dat zjj hot ondoelmatig, vernederend, in strjjd met do
Xcderlandscbe gewoonten en begrippen vonden, dat hun
handelingen in het vervolg niet meer door ambtsbroeders,
bun natuurlijke correctors, maar door ambtenaren, «lie minder
goe<l »>ver de zwarigbeden, aiiii bun ambt verbemdeii,
konde oordeelen, zouden worden beoordeeld, \'t Was toch
slechts één individu, zoo redeneerde men, nnn wien dit,
uit zijnen aard gewichtige, werk nu werd opgedragen,
dio persoon wns mcnscb; hij zou wel niet verbeven zijn
boven het errare humanum est, <>n ééne dwaling vnn hem
kon den besten mensch in bet verderf storten. Die één-
perHoonhjkheid van bet toezicht k»)n ook hoogst nadeelig
en schadelijk W(!rken door invloeiing vnn vóór- of tegen-
ingeiKmienheid, die den voor/ichtigsten en eerljjkstcn man
zoo licht kon verleiden. De verhouding turfschcn don
47
officier van justitie en den notaris, zooals zij thans gere-
geld was, kon voor geen van heiden aangenaam zijn, ja
voor den notaris soms grievend worden; men had zich
sleclits voor den geest te stellen een in de praktijk grijs
en wijs geworden notaris, die overal en van schier ieder
bewijzen van achting ontvangt en verdient, tegenover een
vijf-en-twintig jarigen officier, of nog erger bij ontstentenis
van dien, tegenover een drie-en-twintigjarigen substituut-
officier. Niet overal toch en niet steeds zag men het men-
schehjk geslacht even kiesch en met waardigheid handelen,
en als zulks niet in geest en hart zat, dan zou de toga
^vel niet de talisnmn zijn, die in dezen een buitengewone
^verkiiijT deed. Enkelen waren zóó zeer vooringenonu^i
t<\'gen het nieuwe toezicht, dat zij het vergeleken met een
Yoortdurend toezicht der hooge policie. Evenzeer achtte
nien het in het oog van het publiek een vernedering,
dat de rechtbank het recht van arbitraire berispingen zou
bobben. Door de vernictingeii der kanjers verviel de met
(H\'n aanprjj/.enwaardig doel daargentelde gelegenheid voor
de notarissen, om zonder aan de publiiiteit te zjjn over-
geleverd, de tegen hen ingebrachte klachten te vernenuMi,
zich voor deskundigen te verdedigen en het geschil zoo
niogehjk uit den weg te ruimen; het zou niet de waar-
\'ligbeid van den stand meer overeenkomen, zoo de kanjers
niet wrer doch hrlrr omschreven disciplinaire macht waren
behouden, «nn evenals mdieidHlieden in handelnzaken, von-
nissen in eersten aanleg te vellen; van welke partijen naar
de rechtbanken en hoven in appM kouden komen. Soin-
niigen wenschten in iedere provincie één kamer te zien,
Waarvan de leden door den Koning benoemd inoeHten
^Vörden, en voor haar te zien verelfend alle klaehten
^♦\'gen een notaris ingebracht, voor zoover zij zi(!h niet
UitHtrekten tot miHdrijven, waartegen lijf- of onteerende
"\'raffen zijn bedreigd.
48
Do motieven, door do regooring nangovoerd tot af-
schaffing der kamers, hebben ook velerlei bestrijding
uitgelokt.
Zoo is tegen bet eerste, dat soortgelijke instelVwgen
vroeger hier te lande onbekend irarcv, ingebracht, dat mon
dit op oen aantal andere instellingen kondo toepassen;
dat or vroeger vele instellingen hadden bestaan, dio
niemand zou terugwenscben, en thans vcrscbeidonc, dio
voor do orde der maatscbappjj onmisbaar geoordeeld
werden. In ieder geval vond men nergens zulke ver-
nederende bepalingen als thans; dat beroep op het ver-
leden was dus van weinig gewicht.
Do instelling der kamers was een invloeisel van de
Avijzigingen wolko het notarisnmbt onder do Franscho
wetgeving bad ondergaan; een gevolg van bet hooge
gewicht, dat dit ambt door die wijziging verkregen had.
Het ambt zelf werd in don goost der Fmnscho wetgeving
gehandhaafd; er bestond dus geen roden, om do kmnois,
die gedurende 30 jaren in ons midden hadden bestaan,
thans als vreemd te weren. Innners, er was niets iu dio
instelling, dat in strjjd was met onze zeden, begrippen,
wetten of gewoonten.
^!aar het nut der instelling vas uiet bewezen.
Vrij algemeen gaf men too , dat do kanu^rs niet overal
geweest waron, wat zjj hadden kunnen zijn , maar was
zulks niet moor toe te schrijven aan oorzaken daar buiten
dan wel aan de instelling zelve, vooral aan do hier on
daar doorblinkende zucht, om de macht en de bevoegd-
heid der kamers te fnuiken ? Indien do kamera het
vertrouwen der rogeoring hadden genoten , indien do werk-
zaamheden der kamers boter geregeld waren geweest,
dan zoudo er geen rodon bestaan om derzelvor mit lo
betwijfelen; eon toezicht met recht van waarsehuwing, op
min voorzichtige, min kiewdie en voegzam«!\' handelingen
li 1
40
van ambtsbroeders, met vermijding van het noodzakelijke
gevolg van rechterlijke aanklacht en rechtsvervolgin-
gen, mocht alles behalve overtollig genoemd worden. Tot
zoodanige terechtwijzing toch konden alleen zij in staat
zjjn, die praktisch de werkzaamheden van den notaris,
met al de daaraan verbondene, veelsoortige moeilijkheden
kenden. Maar door het behoud der kamers behoorde
het O. niet te zijn gebonden in deszelfs nmcht, om
den notaris, die tegen de mt handelde, hetzij ambtshalve,
hetzij op annklacht van partijen te vervolgen. Zoo zouden
alle overtredingen op de wet onmiddellijk gestraft, alle
misbruiken beter voorkomen, en het belang der niaat-
schnppij verzekerd worden , alles behoudens de waardig-
\'•cid van het notarisambt. Al ware het dus uitgemaakt,
,]c ondervinding het nut der instelling niet had
l>ewezon, dan zouden toch daarom bovengemelde bepalingen,
niet den aard van het iiotarisiunbt strjjdig, niet noodzakelijk
kunnen worden geacht. En ten slotte: het g<dd hier niet
de vraag, kamers op te richten, maar de bestaande kamers
af te schaffen, den notarissen de kroon der eere te ontnemen,
die hun in het oog vau het publiek tot sieraad strekte,
waarop zij zolvon trotsch waren, en die niemand verblindde.
Omtrent het derde motief, de afschaffing der kamers
^\'an procnrenrs, kwamen do bedenkingen daarop ne^\'r, dat
de vergelijking tusscdien notarissen en procureurs onjuist
was, daar eerstgenoemden èn minder in getal waren, èn
hunne werkzaamheden meer verrichtten onder het onmid-
dellijk toezicht van de collegiën, waarbij zij fungeerden,
zoodat de rechtbank aanhoudend in do gelegenheid was,
hunno handelingen gade te slaan en te beoordeelen, ter-
■^vijl de notarissen een lichaam op zich zelven uitmaakten,
•"u men van hen niet kon zoggen, dat zij bjj een zeker
^ollogio fungeerden, evenmin, dat zjj in onmiddellijke
\'"\'trokking stonden tot de rechtbank.
4
-ocr page 62-50
In de vierde plaats is als motief genoemd, dnt de nvder-
rinding ran laf eren tijd hef hen-ijst hnd geleverd, dat de
kamers ran notarissen geen behoedmiddel tegen n-anorde,jn,
irat meer is, tegen verregaande misbruiken iraren, ivaartegen
het koninklijk besluit ran den 12 September 1822 had
nu)elen worden voorzien.
ilaar vloeide dan uit de misbruiken, door de notarissen
bogaan, <lo oncloolmatighoid «lor kamorn voort P AVnron
er bjj do kamers wel ooit klacbten ingekomen over do
misbruiken, waartegen bij bovengenoemd besluit bad moe-
ten worden voorzien? Op dezen grond kon men wel allo
mogelijke instellingen verwerpen; geen strafrecht, geen
hoven of rechtbanken waren ooit een behoedmiddel geweest
tegen misdrijven.
Eindelijk nog zeido dc ^l. v. T., dat de Nederlandsche
wetboeken geen enkel artikel bevatten, waarin het bestaan
ran zoodanige kamers werd verondersteld.
Evenmin, zeide men, was er een artikel, dat de afsclmf-
fing der kamers veronderstelde. Dat in artt. 807, 811 en
828 Wetb. van Ihirg. Rechtsv. cn in art. 207 Ihirg. Wetb.
geen gewag gemaakt werd van do kamers, bewees alleen,
dat do Rcgeering het niet noodig had geoordeeld, de daar
bedoelde stukken aan do kamers over te leggen. Aller-
minst mocht mon er uit alloiden, dat do wetgever toon
reeds de mogelijkheid der afschaffing zoude hebben bedoeld.
Slechts eon enkele hand heeft de pen opgenomen, om
de door de Regecring voorgestelde verandering te verdedigen.
\'t Was te verwachten, werd van dezen kant aangevoerd,
dat do kamers, als belast met het toezicht, niet zeer werk-
zaam zouden zijn; men maakte zich, al gold het do open-
bare orde, hier te lande niet gaarne vijanden; men zag
elkander gaarne naar de oogcn; op grooten ijver en werk-
zaamheid viel bij ons zelden te roemen.
t
»ii.
-ocr page 63-51
Nog een andere karaktertrek van ons volk, namelijk
de jaloersclilieid, belette, dat zoodanig collegie werkelijk
de rol spoelde, die daaraan toevertrouwd was; mon wilde
zoodanig toezicht ovor anderen niet behoorlijk waarnemen,
dewijl men aan andoren dat recht over zich liefst zou
willen ontzeggen. Vandaar waron do kamers zoo weinig
werkzaam, hetgeen in de Afdeclingen zolfs die leden
baddon orkond, wolko Iiot bolioiul dor kaniors voorstomlon.
\'t "SVna to vnrwondoron, dut sommigen do door do Repee-
ring voorgestelde bepalingen vernedorend noemden. Ilot
oj)enbaar ministerie toch handhaafde do openbare orde,
bet zorgdo, dat iodor in zijn kring zich binnen de grenzen
zjjner bevoegdheid hield, do wot niot overtrad. De olHcior
^vns dus de man , nan Avien de wetgever het eerst behoorde
donken, zoodra hot aankwam op de handhaving eener
\'^vot, door strafbepalingen verzekerd. In dat toezicht
J\'ig niets Mmligeu\'is, want hot trof alleen hen, die bun
plicht niet behoorlijk vervulden. Do gansche mantsehap-
poljjkn ordo stond onder zjjn toezicht; wion was het ooit
in zjjn hoofd gekomen, daarin iota zoo al nirl hrlrnJignuh,
dan toch uihidrr grliiJd-if/ gekozeu!^ te vindon?
Ibj een vergehjking vnn de gronden, welke aangevoerd
zijn vóór de afschaIHng der kamers van discipline met do
bedenkingen, welke daarlogen zjjn aangebracht, merkt
mon terstond eenigo .argiimenton op, die men gerust
kan voorbijgaan. Dnt soorlgriijhr inntrUhujeu rrorgrr hier
te hnidc onhekeud irareti; dat de kament ran procnreura
u-aren nfye.fchap: dat nergens in de nieuwe Nedrrlaud-
sehe wrtgering het bestaan der l-auiers werd veromler-
Hteld, — ziedaar drio gronden, dio m. i. op de boven-
utaando bladzijden zoo goed ontzenuwd zijn, dat zij goen
verdere overweging verdienen. De groote vraag eelitor
52
blijft deze: Deed de instelling nut, iras zij een behoed-
middel tegen misbruiken?
Ik zal mij niet aanmatigen, een rechtstreeksch ant-
woord te geven, waar zoovele anderen, door de praktijk
onderwezen, deze kwestie niet voldoende hebben kunnen
oplossen, doch ik wil hier tegenover eene andere vraag
stellen, die ik ergens gelezen heb: Heeft men aan de
kamers wel gelegenheid gegeven nuttig te werken, of
heeft men haar werking ook tegengegaan, haar adviezen
in den wind geslagen?
Iloe het zij, indien de kamers nuttig gewerkt hadden,
dan ware het natuurlijk een dwaasheid geweest, haar
af te schaffen; indien werkelijk het tegendeel ware be-
wezen geweest, dan was nog de afschafiing niet noodza-
kelijk; men had verbeteringen kunnen aanbrengen. In
ieder geval stond men bij de nieuwe instelling ook voor
een gewichtig vraagstuk, dat eerst door de toekomst kon
worden opgelost, namelijk, of dit toezicht doelmatig en
nuttig zou werken? ï]n de ondervinding hoeft geleerd,
dat de resultaten, welke men zich destijda daarvan v«)or-
gesteld mag hebben, niet gunstig zijn.
( i
i
-ocr page 65-Art, 50 der wet van 9 Juli 1842 (Staatsblad n*. 20).
Dit artikel luidt aldus:
„Indien een notaris de waardigheid van zijn karakter
»«f zijne ambtsbezigheden mogt verwaarloozen of zich aan
»\'nbreuk op de wetten en verordeningen of aan andere
»nu\'sslagen mogt schuldig maken, wordt zulks door het
„openbaar ministerie bij de regtbank van het arrondissc-
„ment, waarin zijne standplaats is gevestigd, ter kennisse
„viin do regtbank gobragt.
„Buiten de gevallen, waarin bij deze Wet bepaalde
„straffen zijn vastgesteld, zijn de arrondisseinentsregt-
„banken, in raadkamer vergaderd, bevoegd tot hot doen
»van enkolü waarschuwing of van berisping, na verhoor
„vau den bolanghebbcndeu notaris, of dezo behoorlijk
„geroepen zijnde.
„Wanneer een notaris bereids tweemalen mogt zjjn be-
nrispt, en daartoü ton-derden male aanleiding mogt geven,
„zal hij door de regtbank voor ten minste drio, en ten
„langste zes maanden in zijno bediening kinnien worden
„geschorst, bij eeno vierde aanleiding tot berisping zal do
„schorsing moeten wordon uitgesproken."
Bij het lezen van dit artikel doen zich onderschoideno
vragen voor, on wel alloreenjt dezo: Van tcvlken aard
54
moeten de overtredbujen zijn, om te vallen onder het hereik
dezer bepalingen ?
Oppervlakkig beschouwd, schijnt deze vraag tamelijk
overbodig, daar, letterlijk genomen, die andere misslagen
alle verkeerde of minder gepaste handelingen omvatten,
welke niet kunnen geplaatst worden in de rubriek van
het vericaarloozen der waardigheid van het karakter, hct
vencaarloozcn der ambtsbezigheden cn het inbreuk maken
op wetten en verordeningen. Een notaris zou dus, volgens
de letter van dit artikel, hoegenaamd geen misstap, ook
buiten zijn ambtsbediening, kunnen begaan, zonder ccn
waarschuwing of berisping van de rechtbank te incur-
rccrcn \')
Gedachtig intusschon aan den regel: „Scire leges non
„est verba carum tcnere, sed vim ac potcstatem", willen
wij de bedoeling opsporen, wjuirmcdo de wetgever deze
woorden geschreven heeft; immers, eeno letterlijke opvat-
ting zou, zooals mr. Fokker door de in de noot aangelmuldo
voorbeelden aantoont, tot belachelijke resultaten leiden.
Uit hetgeen ter adstructie van artt. 51 en 52 van hct
eerste ontweq) was gezegd ,\') blijkt zonneklaar, dat het
toezicht op dc handolingcn dor notarissen, tot dusver be-
rustende bij do kamers van discipline, voortaan door do
ambtonarcn van hct openbaar ministcrio bij dc arrondis-
\') „W.innecr rI) verzuimt uwen Hchoorslpcn to doen wliooninnkcn,
.,overtrc(MU ffu eene wet; w.nnncer rU fej^en het verlKxl uwer Blad«-
„regeeriuK uwe «toep doet whrolilH\'n, in.-iakt «e* inlireuk «»p eene
„verordeninff; wanneer np een lirullortitreeHt u dronken drinkt,
„lK\'tja.it «e eenen iniHslaK? — in het kort, de reRthank van uw
„arrondinscinent zal met al uwe daden en handelingen wonlen hekend
„gemaakt, en zl) zal u kunnen vyaarrtchuwcn of iH-rlspen, nl waart
„go ook alH notari« de Ijckwaainste en de eerlDkste in het rl)k."
Mr. Kokker, t. a. p. bl, 19.
\') Bl. 32 V. hierboven.
-ocr page 67-55
senientsroclitbiinktMi zoiulc wonlen waargenomen. Kent
meii den aard dezer handelingen uit het Fransche recht,
dan is het niet moeielijk, hieruit af to leiden, welke
overtredingen in ons artikel worden hedoeld. Aangezien
nu, gelijk hierboven \') is aangetoond en in de praktijk
werd inachtgenomen, de competentie der kamers zich
niet tot het privaat leven der notarissen uitstrekte, moeten
wij wel aannemen, dat art. 50(J evenmin aan de ambte-
naren van het openbaar ministerie die bevoegdheid heeft
willen toekennen, m. a. w. dat de bepalingen daarin ver-
meld, uitsluitend zien op datgene, wat door den notaris
in dc uitoefenimj zijner ambtsbedieniny wordt verricht of
verzuimd.
Wenschelijk ware het zeer zeker, dat men dio onder-
scheiding van hetgeen in en hetgeen buiten de ambts-
bediening wordt verricht, niet had gemaakt, en men dus,
gelijk do Heer Lokehet wil, de correctie afhankelijk
kon «tellen van de vraag: welken invloed heeft do misslag
oj) liet algemeen vertrouwen ? — Zeer zeker kan de notaris
ook buiten zijn ambtsbediening handelingen verrichten,
waardoor hij <Io uaiirdiyhnid van zijn karakter reruaar-
loost ; doch èn do woorden „discipline intérieure" van art.
50 der wet van Ventôse, èn art. 2, 1". van het arrêté
van Nivôse, èn de nieinorio van toelichting, gevoegd hij
artt. 51 en 52 van hot eerste ontwerp spreken to duidelijk,
dan dat men do strekking van art. öOa zou mogen
miHkennen.
De vraag nlzoo opgelost hebbende, welke soort van
overtredingen hier bedoeld worden, zullen wij trachten,
do overtredingen zelve nader to definiëeren.
\') Ui. \'Jl.
llaiidlwok voor notarin8cn volgcii« «lo Ncderlaudsi-lio wolgcving.
Itrcda IS 10 lil. 20.
56
Niet alle misstappen, door den notaris in cn ter zake
van zijn ambtsbediening begaan, stellen hem bloot aan
een waarschuwing of berisping van de arrondissements-
rechtbank. Dit is van toepassing op:
1". De overtredingen, Avaartegen bij de wet op het
notariaat zelve bepaalde straffen zijn vastgesteld.\');
want, vooreerst: van de overtreding dezer wet
neemt, op vervolging van het openbaar ministerie,
de burgerlijke rechter kennis") en deze straft met
boete, schorsing of afzetting, en ten tweede: de
wetgever heeft, bbjkens hetgeen te dien opzichte
in de memorie van toelichting voorkomt\'), niet
gewild, dat de notaris, na de daarop gestelde straf
nog eene disciplinaire correctie zou ondergaan.
2". Alle inbreuken op wetten en verordeningen, welke
met crimineele straf of met corroctionncelc gevan-
genis zjjn bedreigd. Immers in bet arrest, bij
hetwelk een notaris tot eene crimineele straf wordt
veroordeeld, zal tevens deszelfs afzetting worden
uitgesproken, en elk notaris, die tot een correc-
tionneele gevangenisstraf mocht zijn veroordeeld, kan,
na in zjjn belangen te zijn gehoord, door de recht-
bank van zjjn bediening worden ontzet\'); in beide
deze gevallen nu zou waarschuwing of berisping
doelloos en overbodig zjjn.
3°. De nusdrjjven, genoemd in art. \' 22 "Wetb. van
Strafvordering ; want, als du beleedigde partij
\') Artt. 3 Juncto 7, l Jo. 5, 6, 8 Jo. 9, 18, 19, 10, 23 Jo. 26, 27,
28, 31 Jo. 32, .\'<8, 31 en 3.\'j Jo. 30, 27, 4(t, 41 Jo. 42, 43, 44, 48, 48
Gl, cr, Jo. r.0, 6\'.l en 7«.
Art. 54.
») Hl, 34 cn 37 hierboven.
•) Art. 51.
57
geen klacht indient, is het openbaar\'ministerie
niet bevoegd, zc to vervolgen, cn zoo er eon
klacht aanwezig is, zou hot, ovenals in de ge-
vallen hierboven sub n". 1 en 2 genoemd, in
lijnrechten strijd zijn met den regel: „Non bis in
idem", don notaris, behalve aan dc gewone straf,
nog aau een disciplinaire correctie te onderworpen.
Het zijn dus dc overtredingen, door con notaris in do
uitoefening zijner bediening begaan, verminderd mot dio,
welke hier als uitzonderingen zijn opgenoemd, dio hem
blootstellen aan con waarschuwing of berisping van do
arrondissomonts-rcchtbank. Als voorbeelden noemt de
Heer Loko \')• dat do notaris, in strjjd met art. 0 der
organieke wet, buiten gegronde redenen, weigert zijn
ministerie tc vcrlecnon; dat hij , iu de redactie zijner
akten , zonder zich aan eene eigenlijke overtreding scbul-
dig to maken, mot slordigheid to werk gaat; dat bij ,
Inj do berekening van bot honorarium, op den duur den
inaatHtuf, diuirvoor vastgosteld , to boven gaat, enz.
Een andere bolangrijko vriuig is deze : Kan de reclillHink
idt rhjcn hciiryimj iraarschitiren of benxpcn, of h hrt vmnl-
zokrlijk\', dat daaraan kennhijeciiuj ran wetje het ojHtdHtar
mumlerïe rooraftja \'t Antwoord : Zonder kennisgeving van
bet openbaar ministerie is do rechtbank niet bevoegd tot
correctie.
Dit bbjkt in do oersto plaata uit do gexebiodeniH van
het artikel ; do begiiiHelen dor FratiHclio wetgeving hier-
omtrent waren: het opsporen van misdrjjven door den
ayndio — dc konnisgeving daarvan door dozen aan do
kamers — do bovoegdheid dor kamera om do door don
ayndic godononcecrdo notariaaon do disciplimiiro straflTon
■) Ilnnill). 1)1. 26.
-ocr page 70-58
op te leggen; deze beginselen zijn in de onderhavige wet
behouden, met dien verstande , dat de officier van justitie
voor den syndic, en de rechtbank voor de kamers in do
plaats getreden zjjn.
In de tweede plaats hieruit, dat de rechter in den
regel Ijjdeljjk is, cn niet vermag te bandelen dan op vor-
dering , hetzjj van het openbaar ministerie, hetzij van
private personen. "Wel is waar zjjn er uitzonderingen op
dezen regel, doch die moeten bljjken uit eene speciale
opdracht, eu dio ontbreekt hier; cvyo.
Iloe moeten do woorden: behoorlijk geroepen (al. 2 in
(ine) wordeu verstaan Y
Hot iirrótu vuil Nivóec \') gaf iii urt. lU oon voldooud
antwoord op deze vraag; onzo wet bewaart dienaangaande
een volstrekt stilzwijgen.
Bjj analogie uit de gewone rechtspleging kun men voor
dit geval tot geen resultaat komen, daar het bier ccn
geheel bjjzondere soort geldt. De Heer Fokker wil dezen
weg ingeslagen hebbon: Do notaris , wiens waarschuwing
of berisping door hct openbaar ministerie is gcrequi-
reerd, behoort door een brief van den officicr van justi-
tie, op last van dc arrondissementsrechtbank, tc worden
opgeroepen, ten einde op ccn, door dc rechtbank bepaal-
den dag tc vcrscbijncn, moctendo in dezen brief eenvou-
dig melding worden gemaakt van hct aan den notaris
tc laste gelegde feit.
Indien bjj aan deze oproeping geen gehoor geeft, zal
dc rochtbank hct openbaar ministerie kunnen machtigen
om den achterwege gebleven notaris bjj dcurwiuirders-
exploit, vermeldende hct feit, wegens hetwelk bjj is aan-
geklaagd, to doen dagvaarden, terwijl voor beide geval-
\') Bü\'ng« G.
0
-ocr page 71-59
len een terinijn van aclit dagen \') tusschen de oproephig
en den dag van overschrijving behoort te worden gestehl.
Deze manier van oproeping strookt dan ook het meest
met het beginsel van do niet-publiciteit der disciplinaire
bestraffingen.
Wal, als de gedaagde, behoorlijk opgeroepen, notaris niet
verschijnt ?
Wanneer het aan den notaris te laste gelegde feit
enkel icaarschuwing ten gevolge heeft, dan zal het open-
baar ministerie, bij eenvoudig afschrift, den beklaagde van
de beslissing kennis geven. Geldt het echter een beris-
Itimj, dim moot, volgcMis Hommignn , do besÜHsing bjj «hnir-
waardcrs-exploit, op rcquiaitio van het openbaar ministerie,
aan den betrokken iiotariB worden bctcckendj volgena
anderen is ook voor dit geval eenvoudig afschrifl vol-
doende, alweer met het oog op het beginsel van niet-
publiciteit der disciplinaire corrcctiën.
h <lc beschikking eener rechtbank, waarbij ccn notaris
berispt wordt, roor howjer bcrorp vatbaar? Kan daartegen
in cassatie worden gekomen ?
Wat dc eerste vraag betreft, dezo moet ontkennend
worden beantwoord. De disciplinaire rechtsmacht der
rechtbanken is een buitengewone", indien hooger beroep
ontvankelijk ware, dan zou de rechter, aan wien in hoo-
ger beroep die buitengowouo rechtsmacht waa opgedragen.
\') 1)07,1! Icrinyn ontleent ilo sv-lirlivrr aan do Kranwlm ordonnantie
van 18-\'2, die den advocaal, welke van een vcrRrlin tcgi\'n ilodim-iplinc
Iwschuldigil wordt, een dvUn van ai-ht dagen vergunt oni zUini ver-
dediging voor te bereiden.
H. V. E. Do Wet op het notarisambt; met eene voorrede van
W. L. van .Meur«. Zwolle, 185;«, pag. 271.
.Mr. Fokker, bl. 38.
=•) Mr. J. J. Loke, Handb. piig. 28.
-ocr page 72-60
uitdrukkelijk moeten zijn aangewezen, zooals geschied is
bij artt. 11 en 28 van het reglement van orde cn disci-
pline voor de advocaten en procureurs. Aangezien echter
deze hoogere rechter nergens is aangewezen, kan er geen
sprake wezen van hooger beroep \').
Iets anders is de voorziening in cassatie. Art. 99 der
wet op de llechterlijke Organisatie draagt aan den hoo-
gen raad op de vernietiging van alle handelingen, ar-
resten cn vonnissen :
1". wegens het verzuim der vormen, voorgcscbrc-
veii op straffe van nietigheid. — Dit kan hier, waar
geen vormen hoegenaamd ziju voorgeschreven,
natuurlijk niet te pas komen;
2". wegens verkeerde toepassing of schending der wet; en
3". wegens overschrijding der rechtsmacht.
Verkeerde toepassing der wet zou bijvoorbeeld plaats
hebben, wanueer de rechtbank een notaris had berispt,
ter zake van eene daad, buiten de uitoefening zijner be-
diening begaan, of ook, wanneer z|j oen notaris, wegens
overtreding der wet op het notarisambt, ter zake waarvan
hij reeds door den burgerlijken rechter was gestraft, voor
zich zou hebben ontboden en berispt.
Schending der wet zou luuiwezig zijn, wanneer do
rechtbank de schorsing, in het derde lid van art. 50 ver-
meld, in de raadkamer zou hebben uitgesproken.
Overschrijding van rechtsmacht eindeljjk zou aiuiwezig
zijn, wanneer de rechtbank, uit eigen beweging en zonder
voorafgegane kennisgeving van het openbaar ministerie,
een disciplinaire correctie had opgelegd.
Dc wijzo van rechtspleging bij do uitoefening dezer
>) Ziü O. a. vonnis Gerechtshof N.-Ural)ant, 30 Nov. 186\'J.
-ocr page 73-Gl
buitengewone recbtsmacbt is nagenoeg geheel onbepaald
gelaten.
Hebben wij hierboven gezien, dat de rechtbank niet"
handelend mag optreden zonder voorafgegane kennisgeving
van bet openbaar ministerie — verder dan tot deze konnis-
geving strekt zich do bovnpgdbeid van dezen ambtenaar
niet uit; bij vermag geen requisitoir te nemon, en is
evenmin ontvankelijk in eonig verzot togon hot to wijzen
vonnis.
Insgelijks is do wijze, wnnrop do reolitbnnk do feittMi wil
onderzoeken, geheel aan haar eigen oordeel overgelaten.
Ton slotte zij hieraan nog eeno opmerking toegevoegd
aangaande den verjaringstermijn voor de overtredingen,
bedoeld in ons artikel.
De tormijn, gestold in art. 55\'), kan hier, volgons hot
algemeene gevoelen, niet .van toepassing zijn; hij isto kort.
Do lieer Loko is van meening, dat na verloop van den
gewonen verjaringstermijn van dertig jaren do bovoegdheid
vervalt, om ecu waarschuwing of berisping uit te sproken,
torwjjl do lieer S. v. E. zoowol uit do geschiedenis als
uit do woorden van art. 55 do gevolgtrekking maakt,
dat cr voor do tekortkomingen of verkeerde bandolingon,
waarop art. 50 doelt, geen verjaringstermijn bestaat, z|jndo
het aan don rechter, dio do discretionnairo rechtsmacht
uitoefent, overgelaten, om to booordeolon, ofhot feit, uit
hoofde van don tijd, dio sedert is voorbijgegaan, geen
aanleiding tot waarschuwing of boriHping meer geeft.
\') Art. 55:
Do rcKtHVonlcrlnR tot m\'horslnR v.m concn not-aris in dc uitoofcnlni?
7.yn(!r iMHlioninff, lot ansettlnff of tot vcroonleelinR iii RiddlKMitcn ter
zakü van ovnrtrcdlnKen dezer wet, en in do jfcvnllen, daarl)(J voorxien,
zal zU" vcrj.iard na vorloop van tweo Jaren, t<i rekenen van don
dn«, wnnrop do ovcrtnMllntr op do wDïo , by nrt. 59 dezer wot ver-
meld, liet\'lt kunnen worden K<\'(\'<>nHtnt«t(Td.
Een tijdvak van bijna zes-en-dertig jaren is verloopen
sedert de invoering van de tegenwoordige wet op bet
notariaat.
De ondervinding lieeft ons geleerd, dat baar bepalingen
geen beboedmiddel zjjn tegen misbruiken en wanorde-
Ijjkbedon.
Veel, verbazend veel is er gescbreven over die wet,
doch aangezien daaronder veel voorkomt, dat eigenljjk
gezegd op het toezicht geen betrekking heeft, en de
pen, die tegen de wet schreef, niet overal door oen
waardige band is bestuurd \'), acht ik het overbodig
daarover bier uit te weiden. Alleen wil ik gewag maken
van hetgeen van rogcoringswege tot verbetering van hot
bestaande toezicht is beproefd.
De eerste stap werd daartoe gedaan doorwjjlen don
minister vnn justitie, den Heer Borret.
Den 8. Februari 18G7 deed Zijne Excellentie ann den
Zoo kwam mll li[) liet opsporen vau lironneii voor ilit proefHclirlft
een broclinre In liantlen, waarin de Helir[|ver te velde toog tegen de
onkunde van vele notarlKm-n. In «li(\' liro<\'liure, groot .10 Itladz. (waar-
van fi iM\'Htaan uit eltaten) telde ik 40 ortliograplilHelie fouten; een
enkele iii.-ul zi-lfn had de wliryver aan nnderiu>- als een f«(Ut te
laste gelegd, wat in het geheel geen fout was.
63
koning liot voorstel om con stnatscommissio te benoemen
tot herziening van, onder andere, de wet op het notariaat,
liet zou, zeide Zijne Excellentie, bij een stelselmatige
herziening der bestaande wetgeving op het notariaat, oen
punt van overweging moeten uitmaken, of het rechterljjk
toezicht over de notarissen moest behouden worden, op
den voet der nog geldende wet, dan wel, of de waardig-
heid van het ambt beter zoude kunnen worden gewaar-
borgd door terug te keeren tot het Fransche stelsel der
kamers van notarissen, geljjk door velen werd beweerd.
liij koninkljjk besluit van den 9 Februari daaraan-
volgend , werd deze staatscommissie benoemd \').
Drie jaren daarna bood zjj haar ontwerp aan, waarin
zjj de wederinvoering der kamers van notarissen voor-
stelde ■).
De artikelen, aan hot toezicht gewijd, waren van den
volgenden inhoud:
„De notaris, die zijne ambispligten verwaarloost, of
„zich schuldig maakt aan handelingen, strjjdig mot de eer
„of do waardigheid van zjjn ambt, wordt disciplinair go-
„Htraft met waarschuwing of berisping, (art. 95).
„Do notaris, die, na twee keeren te zijn gewaarschuwd
„of berispt, zich op nieuw schuldig maakt nan eeno der
„inbreuken, bij het vorig artikel bedoeld, wordt voor
„e(»n tjjd van niet minder dan twee en niot langer dan
„zes maandon in zjjne betrokking geschorst.
„Voor gelijken tjld wordt in zjjne botrokking geschorst
n<le notaris, die zich schuldig maakt aan de overtreding
\') /(I iH\'Htnnd uil *1(< lin.: Mr. C. II. 11 Itoot, Mr. .1. A. MuKtrn«,
Mr. C. H. (Inckiiiga, Mr. 11. T. II. r..Ii. A v.-m Honcv.nl 1\'nun*,
Mr. .1. (J, Klnt, Mr. .1. I\'oU, Mr. A. do rinto, J. Kl.ani, II. M.in«.T
Munt/., n. Tidniian, Mr. 1». v.in Hmki-I, Mr. J. d.\' H.ns .«n , nU
H.rn\'larlK ,Mr. 11. vnn Ti.\'iiliov. n.
») Zi.\' lUllaK.« K.
-ocr page 76-64
„der bepalingen van de artt. 4, 5 en 7 al. 2 dezer
„wet. \') (art. 96).
„De vervolgingen voor de kamers van notarissen worden,
„al of niet naar aanleiding eener aanklagt, door die kamers
„ambtshalve ingesteld, (art. 102).
„De straffen van waarschuwing of berisping worden
„door de kamers van notarissen niet opgelegd, dan im
„verhoor of behoorlijke oproeping van den beklaagde.
„De straf wordt hem mondeling door den voorzitter der
„kamer aangezegd, of, indien hij, daartoe opgeroepen, niet
„ter vergadering verschijnt, wordt hem daarvan schriflte-
„lijke mededeeling gedaan door den secretaris. Van een
„en ander wordt melding gemaakt in de notulen der
„vergadering.
„De voordragt der k.imer van notarissen tot schorsing
„of ontzetting, overeenkomstig art. 31 n». 2 dezer AVet,
„geschiedt insgeljjks niet, dan na verhoor of behoorlijke
„oproeping van den beklaagde. Zij is met redenen om-
„kleed, en wordt ingezonden aan het Openbaar Ministerie
„bij de arrondissementsrechtbank, (art. lOIJ).
„De straffen van schorHing en ontzetting, bedreigd bij
\') ,1r/. 4, Do nntnrlH in vrrpliKt, In tlo licin anngcwfwn Mtaml-
plantH zijne woonplaat» (mi zl|n wcrkciyk vcrltlljf te liehbcu, zijn
kantoor t(! honden en zljnc! akten en registerH te U\'waren.
Het honden van hykantoren buiten zUno Ht.andpl.iatH en in eene
Kenieente, waar een or iiiver notariHHen ntandplaalH heb)N>n, i» verlxxlen.
6, De notari» oefent zljn<! ainbtxbnliening in den geheelen omtrek
van het arrondlHHement, waarin zUnc Htandplaat« gcveHlIgd Ih. liet is
hem verlHKlen, buiten dat arrondinwnient zlJne ambtMbi-dienlng te ver-
rlgten.
7. al. 2. Kuiten de gevallen, by de wel bepaald, geeH hy geene
mededeeling of inzage van den inhoud der akten noeh afHchriften of
iiittrekrtelM daarvan, dan aan de onmiddeliyk bolnnglic\'iïtendi ii, hunne
erfgenamen of regtverkrygenden.
G5
„ai tikcl 9G, worden, al of niet naar aanleiding eener
„vüordragt der kanier van notarissen, op requisitoir vau
„hot Openbaar Ministerie, uitgesproken door dc burgerlijke
„kamer der arrondissomontsrcgtbank, nadat de beklaagde
„in do raadkamer is geboord of behoorlijk opgeroepen,
„(art. 104).
„Tegen het vonnis, waarbij schorsing is uitgesproken,
„wordt geen hoogor beroep toegelaten.
„Het hoogor beroep van vonnissen, waarbij dc straf
„van ontzetting, ovoroonkomstig art. 104, is opgelegd,
„wordt behandeld bij dc burgerlijke kamer van bet pro-
„vinciaal geregtshof, mot inachtneming der slotbepaling
„van dat artikel.
„Van do ontzetting of schorsing wordt, nadat het
„vonnis in kracht vau gewijsde is gegaan, door liet Open-
„baar Ministerie kennis gegeven nan do kamer van
„notarissen, tot wier ressort do standplaats van den vor-
„oordeeldeu notaris behoort, en aankondiging gedaan in
„do Staatscourant en ,in een «lor dagbladen, binnen hot
„arrondissement vcrscbijnciulo, bij het vonnis aan to
„wijzen, (nrt. 105).
In de memorie vau loclichting, dio het ontwerp ver-
gezeldo, word over hot voorgestelde toezicht gezegd:
„Moge bij do beraadslaging over de wet van 1812 bet
„toezigt der kaïnors magteloos zjjn genoemd , om bohtaando
„misbruiken to wonMi, in niet mindere mate is men
„thans geregtigd tot do uitspraak,\' dat do ondervinding
„bet toon aangenomen toezigt van bot Openbaar Ministerie
„en do disciplinaire regtsmacht der arrondisseiiicntHregt-
„banken in zijno algemecnlioid in nog sterkere \'mate
„veroordeelt.
„De wederinvoering van kamers van notaris.sen vindo
„daarin hare rogtvaardiging.
5
-ocr page 78-GG
„Het toezigt, dat zich uitstrekt over handelwijzen, die,
„zoo zij ook al niet uit een misdadigen wil voortspruiten,
„of niet zoozeer de publieke orde of hot algemeen belang
„bedreigen, dat strafbepalingen daarop mogelijk of noodig
zijn, toch het notarisambt in minachting brengen en
„hct noodzakelijk vertrouwen daarop schokken, kan voor-
„ zeker aan niemand beter worden opgedragen dan aan
„ben, wier dagehjksche werkkring hen met die han-
„delwijzen in aanraking brengt. De disciplinaire regts-
„magt van uit notarissen zeiven zamengestoldo ligchamen
„(kamers van notarissen) zal waken tegen handelingen,
„die zooal niot het oog, dan toch den arm van den strafregter
„ontgaan. Uit dit oogpunt is de bevoegdheid der kamers
„tot beteugeling van misbruik niet verder uitgebreid dan
„tot toepassing van disciplinaire straffen. AVaar de wet
„overtreden wordt on dc disciplinaire rcgtsmagt dus te
„kort schiet, daar is de medewerking dor rcgtcrlijko mngt
„nevens en boven dat der kamers behouden.
„De inrigting der kamers, zooals dio thans wordt voor-
„gcstold, verschilt echter juinrncrkclijk van die van het
„decreet van 2 Nivoso au XH, dat bij ons vroeger dit
„onderwerp behecrschte en dat nog in België en Frank-
„njk, in laatstgenoemd land mot gcringo wijziging, gel-
„dciulo is.
„In liot voorzitterschap van eon regterlijk ambtenaar
„zjjn de noodige waarborgen gegeven voor onpartijdigheid,
„terwijl daardoor de hand met de regterljjke magt, waar-
„mcdo de werkkring der kamers [baar] gedurig in aan-
„raking brengt, blijft bestaan.
De regering vleit zich, dat dezo inrigting dor kamers,
in verband met do haar toegekende attributen, voor
„do toekomst do nadeelcn zal voorkomen, die in 1842
„op do afschafling der toen bestaande ^kamers deden
„aandringen.
»
■n
67
„Bij de beoordeeling dezer instelling moet niet, gelijk
„door een harer weinige voorstanders reeds destijds in
„onze wetgevende vergadering werd opgemerkt, worden
„uitgegaan van de vraag: Wat de l-amcrs ra» notarissen
„bij ons waren, maar van deze: Wat zij kunnen en
„moeten zijn.
Dit ontwerp is echter in de portefeuille gebleven,
totdat in het vorige jaar de heer minister van Lynden
van Sandenburg, naar aanleiding daarvan, eenigo wijzi-
gingen in de wet van den 9 Juli 1842 {Staatsbl. 71". 20)
voorstelde i).
Zjjne Excellentie stelde voor, art. 50 te lezen als volgt:
„Indien oen notaris zijne ambtspHgten verwaarloost of
„zich schuldig maakt aan handelingen, strijdig met de wet
„of liiet do oor ot waardigheid van zijn ambt, wordt zulks
„door hot openbaar ministerie bij de regtbank van bet
»arrondissement, waarin zijne stamdplaats is gevestigd, ter
„kennis van die regtbank gebragt.
„Buiten do gevallen, waarin bij dezo wet bepaalde straffen
«zijn vastgesteld, zjjn do arrondissements-regtbanken, in
„rjuulkamer vergaderd, bevoegd, den notaris, na verhoor of
„behoorlijke oproeping, te waarschuwen of te berispen.
„Wanneer een notaris, bereids eenmaal gewaarschuwd
„«)f berispt, daartoe andermaal aanleiding mogt geven, zal
„bjj door do regtbank voor een tijd van drie tot zes maan-
„den in zijne bediening kuinien worden geschorst.
„Bjj eeno derde aiuiloiding tot waarschuwing of berisping
„zal bjj uit zijne bediening kunnen worden ontzet."
\') Ont\\v«T|> v.nn wet liomlomU* wllRiKlngcn van «lc wet van \'.) .Iiili
lH4ii (.StaatHlilail n". 20) op liot notarlnaiiilit, aangolMMlon li[| konlnk-
lyko iMMxlHclinp van ilon t) .Maart 1877.
G8
Do minister kon zich, bhjkens de memorie van toe-
hcliting, die dit ontwerp vergezelde, niet vereenigen met
de door de staatscommissie van 1807 voorgestelde weder-
invoering der kamers van discipline. Z. Exc. meende,
dat, nu de gevallen, die aanleiding konden geven tot
waarschuwing en berisping, beter waren omschreven, dan
zulks bij de nog geldende wet het geval was, het dis-
ciplinaire toezicht voldoende verscherpt was.
In het voorloopig verslag der commissie van rappor-
teurs over bovengenoemd ontwerp van wet, vinden wij
opgemerkt, dat men vrij algemeen zich ingenomen ver-
klaarde met de ontworpen verscherping van het toezicht.
Verder achtte men in art. 50, al. 1, achter het woord
amh! deze toevoeging noodig: „of in staat van kennelijk
„onvermogen wordt verklaard."
Dit voorloopig verslag is eerst door den tegenwoordigen
min. van just., den lieer Smidt, beantwoord. Z. Exc. betuigde,
zich met zijn voorganger, aangaande do verscherping van
het toezicht, volkomen to vereenigen. Iljj achtte het echter
wenschelijk, nog een stap verder te gaan, en ook faillis-
somont en gijzeling onder de oorzaken te doen opnemen,
dio den rechter de bevoegdheid geven, om den notaris
te ontzetten. In het gewijzigd ontwerp, door Z. Exc. aan-
geboden , is voorgestold , art. 50 te lezen als volgt:
„Indien een notaris zijne ambtspligton verwaarloost, of
„zich schuldig maakt aan handelingen, strijdig met de
„wet of mot do eer of waardigheid van zijn ambt, wordt
„zulks door het openhaar ministerie bij de regtbank van
„het arrondissement, waarin zijne standplaatH is gevestigd,
„ter kennis van dio regtbank gebragt.
„Buiten de gevallen, waarin hij deze wet bepaalde
„straffen zjjn vastgesteld, is do arrondissem\'ontHregthank
„bevoogdden notaris, na verhoor of behoorjijke oproeping,
„te waarschuwen of te beriHpen.
Jl
647
„Wanneer een notaris, bereids eenmaal gewaarschuwd
„of berispt, daartoe andermaal aanleiding mogt geven,
„zal hij door do regtbank, op requisitoir van het open-
„baar ministerie, voor eon tijd van drie tot zes maanden
„in zijne bediening kunnen worden geschorst.
„Ilij eene derde aanleiding tot waarsciuiwing of boris-
„ping zal hij, insgelijks op requisitoir vau hot openbaar
„ministerie, door do regtbank in zjjno bediening voor oen
„tijd van vijf tot negen maanden kunnen wordon geschorst
„of daaruit kunnen worden ontzet."
Naar aanleiding van bot in een bijeenkomst mot do
commissie van rapporteurs vorliandoldo, lieeft de minister
nog voorgesteld, aan hot gewijzigde art. 50 der wet van
1812 too tc voegen een nieuw lid, luidende:
„Do oproeping van een notaris, bedoeld in dit artikel
„en iu dc verdere gevallen bij deze wet voorgeschreven,
„geschiedt, ton minste veertien dagen vóór bot verboor,
„door den ambtenaar van hot openbaar ministerie bjj bet
„rogtacollogio , waarvoor hot voriioor moot plaats hebbon,
„bij gesloten brief, wolko bjj dourwaardors-oxploit aan
„don notaris bezorgd wordt."
In do zitting van den 8 April 11., is het gewijzigde
art. 50 met dezo toevoeging nangenomon mot 62 togon 5
stommen.
Nadat ook ovor do andere artikelen beraadslaagd waa,
is hot gobcolo u\'ctsontuevp, homlcmic injziyingen in dc irct
rm O Jidij 1842 (StaahbUtd n". 20) op het noktrimmbt in
stemming gebracht, on mmgonomon mot 08 tegen één ateni.
Na eenigo diacuaaiön ia hetzelvo ook door do Eorato
Kamer, in do zitting vnn don 4 Mei 1.1., aangonomon,
en wol mot algomeeno Btommon.
Hot atelacl van 1842 is dus behouden.
Zal liet openbaar ministerie, na do wijziging die art.
-ocr page 82-70
50 heeft ondergaan, in staat zijn, de disciplinaire rechts-
macht over de notarissen naar hehooren uit to oefenen?
Ik waag het, daaraan te twijfelen. Immers, het eigen-
aardige der disciplinaire corrcctiën is hierin gelogen, dat
zij dienen, om hij dc wet genoemde overtredingen to
voorkomen. Zal er, in \'talgemeen, ooit sprake zijn van
correctie, dan moet een of ander feit, dat daartoe aan-
leiding geeft, den corrector ter oorc zijn gekomen; wan-
neer men nu hij ondervinding weet, dat dit laatste in den
regel niet plaats kan hehhon, dan ligt daarin het onvol-
doende van het stelsel reeds opgesloten; m. a. w. het
openbaar ministorio blijft van dc meeste berispelijke han-
delingen, dio een notaris plegen kan, onkundig; dus: dc
rechter zal maar zelden waarschuwing of berisping kunnen
uitspreken.
Sommige kamerleden hebben, bij do laatsto discussiën
over dit punt, in de invoering van het vrijo notariaat bet
ecnigo middel gezien tot wering der misslagen, die tot nu
too noch hot openbaar ministerie, noch do kamers van
discipline, noch do commissarissen over notarissen hebben
kunnen beteugelen. Anderen hebben do wederinvoering
van do kamera als het doohnatigato stelsel, aange-
prezen. En inderdaad, ala men do kamera in dien geest
kan formeercn, ala haar wezen door de vortegenwoordigorH
van het Fransche volk ia geschilderd, verdient dit stelsel
do voorkeur. Intusschen, welk principe,\' men ook moge
aannemen, er zullen altijd min voegzame handelingen
worden verricht, dio aan hot. oog dos rochterH ontanappen;
goon toezicht, hoo scherp ook, vermag alle beriapelijkc daden
togen to gaan. Een zeker aantal handelingen komt dus
gehool op rekening van hot standpunt, dat do notarisaen
op zedelijk gebied innemen. Hoo hooger men dit
peil stolt, des te geringer zal het getal .dier handelin-
gen zijn.
71
Zoo kom ik tot do conclusie, dat het wenschelijk ware,
ook do aspirant-notarissen onder voortdurend toezicht te
stellen, ten einde bij het doen eener benoeming dc vraag
tc kunnen beantwoorden, wie onder de sollicitanten de
presumtie voor zich hebben, van een nauwgezet notaris tc
zullen zijn. Immers, het bij ieder sollicitatie over tc
leggen certificaat vau zedelijk gedrag, cn dc inforniaticn,
welke bij die gelegenheid aangaande do sollicitanten wor-
den ingewonnen, kunnen toch bezwaarlijk worden geacht,
het zedelijk peil der aanst;iandc ambtenaren aan tc
geven.
» .v -
«^t ■ij^^:\' - îî^i «ï-itiHv
. A
\'
-
> • •• -1
\' \\ »
-ocr page 85-B IJ L A G E N
-ocr page 86- -ocr page 87-l\'kicad, roerende de Notarissen. In date dcn2\\ Macrt
1524. (Gr. PI. IL 1382).
Kacrie bij do gratio Godts, ghcboorcn Iloonisch Kcijsor
etc. onsen lieven endo ghetronwen die Stadthonder, Presi-
dent endo Luyden van onsen Kade in lloUant, Saluyt
endo dilectio.
Alöoo tot onser kennisso ghekomon is, dat binnen onsen
Lande cn Graafscliappo van Ilollandt, grooto moniclito
van Notarissen zijn, die hem onderwinden, allo manieren
van Contracten, Teatamonton, Legaten endo andore t\'ont-
fangen: Endo , dat overmita do simpolheyt en do onahel-
heyt van don vooraz. Notarissen, of fraude dio ecnigo
van hen daer inno gobruicken, ook dat aommigo geen
Uegiateren, Noten endo Protliocollen en houden on te
duchten ia, dat zij in beuren Inatrumonten Ghetuygon
ghoateld aoude mogen hebben, die tot dien tijde doot
waren, waeruyt diverache abuyaen dagelijc.x geacbiedon,
endo velo twisten en Processen tuaachen onsen onderaaten
gebeuren, tot beurder grooton vordrieto, achado endo
achtcrdeclo;
Soo ist, dat Wij bogoerondo hiorinno to vooraion tot
ontlaatinge van onaon Onderaaten, endo aeeckerhoyt van
76
den partijen Contrahen ten, hebben bij goede ende rijpe
dehberatio van Rade gheordonneertendo ordonneeren
bij dosen: Dat van nu voortaen binnen onsen vooi-sz.
Landen van Hollant, een seecker getal van Notarissen
wesen sal. To weten, in olcke stede van dien alsoo vcelo
als de Burgemeesters endo Schepenen aldaer adviseren,
noemen, ende deselve u presenteren sullen, ommo bij
u of uwo gecommitteerden geëxamineert, endo go-eodt,
ende in de griffie van onsen Rade gcregistreert te wor-
den. Willende endo ordonnerende voorts allen AVotboudors
ons voorsz. Lants van Ilollant, dat sij gheen regnard en
hebben noch Wot cn Justitie en doen opton Instrumenten
of Contracten, ontfaiigon ende gcpasscert nuo dato vtiii
dc publicatie van deson, voor andere Notarissen , van
wion dio gecrcöort mogen wcscn , dowclcko bij de voorsz.
"Wethouders u niotgheprcscntcort, ghcadmitteort, go-ocdt
endo geregistreert sullen wesen in do manieren voorsz.
Des te doen gheven wij u endo denselvon AVethouders
volkomen macht, bevel, ende u luyden endo hen, mits
gadors allen anderen onso Justicicrcn, Officieren endo
Ondorsaten wion dit aangaet, do onso ordonnantie onver-
brceckehjk te onderhouden, endo achtervolgen, endo deselve
to condigon alommo dacr \'t van noodo wert, want ons
alsoo belieft.
Gegeven in onso stede vau Mechelen, den eon en
twintigstcn dach vnn Meerte iu \'tjaar ons Hoeren duyst
vijf hondert eiido vier en twintich.
Placact racckcndc dc Pulicie dezer Landen ende ypedalijck
de notarmcn. In date den 7 Octohcr 1531. {Cr. PL II
1387).
Kaerlo etc.
Ende om tc voorsien op do ghebreecken,-faulten endo
abuyson, die in onsen voorsz. Landen gecommitteert
(<
worden bij do Notarissen of Tabellyonen bij eenigo
nyt simpellioyt endo ignorantie, endo bij d\'andere met
propoosto endo opsetten wille, ten groote intereste van
onsen Ondorsaten endo vander gemeender welvaert,
bobben wij gestatueert endo statueren. Dat van nu
voortaen niemand totten voorsz. State geadmitteert en sal
wordon, dan vermaerde endo wel gofamoordo Luyden,
oude degene dio bij oxaminatio endo ondorsoeck van don
Hooft endo Luyden van onsen Raeden, endo Provincialen
Rechteren in elck Laut besondere bevonden sullen worden
daartoe export, bequaom endo sufficiënt endo voor sulcko
goappi-übccrt, ciulo tliiornr blijcko bij Acto vnn don vooraz.
ItailtMi ondo Provincialen Kccbtoron, ondo ■\\volcko Acto
de voorsz. Notarissen, aleer sij baer Officie sullen mogen
oxcrceren, sullen gehouden wesen uit de Greflien van den
voorsz. Raeden te lichtene; mits betalende voor olcke Acte
tbien grooten Ylaeins, alleeidjjk op do poyno van arbitrale
boete, bij dengenen endo olckcn van hen dio betalen of
nemon sonde moor dan tien grootcii voor olcke Acto. Endo
verbieden allen anderen niet gheoxaminecrt endo totton
voorsz. stact van Notaris of Tabollioen indor manieren,
voorsz. niot ghcadmitteort, endo geen Acte hebbende uit
do Grenien van onso Raden endo Rechteren Provincialen,
d\'exorcitio van den voorsz. Officie op de peyno van arbitrale
boete, endo van inbabilitcijt, do voorsz. oflicie, noch
andere nimiuermeor to mogen e.\\orccren. Gegovon in
oiiser Stndt van llruHsel, den seveudon daeb van October
in \'tjaer ons Heeren duysent vijf hondert endo een en
dertich.
Knitriij Kdicf vau Kri/m\' Kaïrl lu dntr deu 1. OrlduT
1510. [(),\', J\'i. ƒ, 311.)
Kaerle, bij der gratie Godts etc.
-ocr page 90-Art. 13.
78
Dat alle Notarisen geadmitteert ende gheapprobeert,
sullen ghehouden wesen te maecken goet ende recbtveer-
dicb Register ende Protbocolle van alle Contracten, Testa-
menten ende andere Acten die sij passeren ende ontfangen
sullen ende deselve registreren bij ordene dat sij die ont-
fangen ende gepasseert sullen bebben. Ende t\' eijndc van
elcke Contract, Testament oft andere Acte teekenen
\'t voorsz. Register endo \'t solve wel bewaren, om daertoo
recours te bebben wanneer dat van noodo wescn sal, opte
pcyne gbepriveert te wescn van den voorsz. stact, endo
verklaert inbabil, nimmermeer te mogen exereren officie,
ende bovendien arbitralick gecorrigcert.
Art. 14.
Ende verbieden den voorsz. Notarissen te ontfangen
olt passeren eenige Obligatiën, Gbeloften oft Contracten,
Alienation, Testamenten oft lesten wille van Pcrsoonen
ben onbekent, tenzij dat de getuygen, gestelt in de voor-
scbreve Obligation oft andere Acten voorsz., ljuijdcn van
ceren, wecrdicli van gbcloovo, bekent zijn den voorsz.
Notiirisson, endo dat sij aflirmeron dat de l\'ersooncn sulck
sijn als sij ben baptiscron endo noemen, endo tot descn
eyndc sullen de voorgenoemde Notarissen gebonden wescn,
\'t solve te verklaren in beur instrument, seggende inde
tegenwoordicheyt van sulcke getuygen die \'t gcaflirmeert
bebben, etc.
Art. 15.
Wij willen ook, dat do voorsz. Notarissen in bun
instruujent inscbrijven sullen do plaatse van.de domicilie
olte woonstede van de Pcrsoonen, dio eenige« Acte voor
79
lien passeren sullen, alles op te peyne van arbitralijcken
gecorrigeert te worden.
Missire, hij den Heeren Staten geschreren aan den Jforc
.Frovinciael, noopende de examinatie ende eedt ran Nota-
rissen. In dato den ü September 1592. {Gr. PI. Vi 1439).
Edele, Erentfeste, Itoogli-geleerde, wijse, seer voorsie-
nige, discrete liccrcn.
Alsoo AVjj oinnio sccckere goede Consideratien tot dienste
van don Lande gcordonneert hebben. Dat egeene Nota-
tarisscn binnen nochte buyten den Steden in den Lande
vnn llollant en West-Vrieslandt haerluyder ainpt van
Notarisschap sullen exercercn nochte bedienen, tenzij hij
diezelve d\'abjuratie van den Coninck van Spangicn, ende
den behoorlycken Eedt sal sijn gedaen. Ende ten einde
voortaen do voorscbrcvo Ordre binnen den voornoenulen
Ijande van Ilollandt endo West-Vrieslandt eenpaarlijck
ten moesten dienste van den Ijande mach worden onder-
houden, Sullen uwe E. gelieven voortaan egeene Nota-
risHon op onso Ih\'ieven van Creatie t\'admtteeren tot d\'ex-
corcitie van dien, tenzij deselvo nae goede examinatie op
de Acte van admissie, do voorsg. abjuratio oude eedt
Hullen beblx\'u gedaen, ende deselfde in de Acte van
admiH.sio sal wezen- gementioncert, dat siilcks hij hen 8al
zijn gedaan.
Hiermodo
Edolo, Erntfesto, 1 foogh-geleordo, wijze, voorsienige,
discrete Heeren, onser (lodt zy mot uwe E.
(ïescbreven in den llaagoden sesten Septembris anno 1592.
Resolutie van de Heeren Staten van Hollandtende West-
Vrieslandt hehelsende seeekere clausule in de lirieren van
creatie van de l^otarissen te stellen. In dato den 27 No-
vember 1G08. (Gr. PI. II 1458).
Is gheresolveert ende goet gevonden, dat voortaen bjj
provisie in allo do Brieven van Creatie ofte Connnissie
van Notarissen sal gbestelt wordon doso clausule :
Boboudelick dat bij d\'exorcitio van \'t voorsz. Notaris-
ampt, niet en sal mogen doen in eenige Steden, lleer-
lickbeden of Ambaclits-IIeerlickbeden, van den Landen
van llollandt cn West-Vrioslandt, dan met consent van
do Magistraten van do Steden, ofte Heeren, ofte Am-
baobt»-l leeren van do Plaotso, endo daervan bebbo Acte.
Gedaan in den Ifage don soven en twintigbsten No-
vendiris anno 1G08.
Placact run dc Staten van Holland ende ]Vc.\'<t-Vriesland,
u-acrbij (jeordonneert wert dat de ProthocoUen van Nota-
rissen nae hun overlijden moeten werden (jebracht ter
Secretarye van de Stadt of Plaetsc ran hare residentie
In date den 22 April 1G70 {Gr. PI. III 48G).
De Staten van llollandt endo "West-Yrieslandt, Allen
dengenen die deson sullen sien ofte booren lesen, saluyt.
Doen te weten, Also "\\V|j in seeckcre ervaringo komon,
door verscbeyden klachten ons successivclijck aongbobracbt;
dat bjj afsterven van eenigo Notarissou, do ProthocoUen
endo Minuten van do Actes voor deselve verleden endo
gbepassecrt, werden vervoert, vorstroyt, endo t\'onbruyck
gonmeckt, soodanigb dat de goede Luyden, Onso Inge-
zetenen en Onderdanen, niet können werden ghedient
81
van Copijcn of Extracten, dewclcke sij tot voorstant van
liaer Recht nodigh hebben, ende nadcmael snlcks bij Ons
gcoordeolt wert te wescn van swarcn nadruck voor do
voorghcmclte onse Ingezetenen en Onderdanen, so ten
opzichtc dat niet alleen door soodanigbe inanicre van
doen do waerheyt van do saecke vceltijdts sonde kunnen
werden verduystert, maer oock \'t geno secreet behoorde
to blijven, ontijdchjck gcrclevccrt, als omdat in allen
gevalle diegene, dewclcke daerbij zijn ghcintercssccrt,
door hct transporteren van do voorsz. rapieren werden
genooddruckt dcselve met kosten en moeyte op te soeckcn:
S()0 in V, dat "NVij, daer jegens willende voorsien, endo
om ccn goede ordre daeromtrent ten meesten gerieve en
dienst van dc voorsz. Onse goede Ingezetenen en Onder-
danen te stabilieren, goetgevonden, geordonneert en ge-
statueert hebben, vinden goet, ordoiineeren en statuercn
mits descn, dat t\'elckens soo wanneer een Notaris binnen
onsen Lande sal komen to overlijden, allo desselfs Pro-
thocollcn, ^finutcn, Acton cn Papieren, voor hem als
Notaris gepasscrt, of tot desselfs zijne functie s|KH\'tcrcnde,
egene van dien uitghesondert ghebracht sullen moeten
werden tor Secretarie van de Stadt, Dorp, Plaetse of
\'t(3eregt, daer denselven Notaris sijne Kesidcntie gehadt
hoeft, Olli aldaer ten behoeve van een yedcr, die daeraen
Hoinlc mogen wescn gbelegen gcconscrveert en bewaert
to werden, daer voor do Erfgenamen, mccrdcrjarigb wo-
sende, ende de Voogbden over do minderjarige Kinderen,
of andere Erfgenamen die den overleden Notaris soudo
mogen komen naor te laten, sullende hebben te dragen
do vcrcyschto sorge, sonder van des ccnigbsints tc blijven
in gebrcecke; op poene dat degene die bet overbrengen
van de voorsoyde Prothocollcn, ^Minuten, Acten ende
Papieren, sullen komen naor to laten of versuymen, ghe-
duyrende dcii tijdt van scs wcci\'.ken, te recckenen van
(J
-ocr page 94-82
den dagh af op welcken den Notaris sal wesen over-
leden , daer door sullen vervallen in eene boete van bondert
Caroli guldens, ende binnen drie Maenden naer den voorsz.
dagb in een boete van twee bondert guldens, ende binnen
ses Maenden, te rekenen na den sterfdagb als vooren,
do overlevering niet doende, in een boete van duysent
guldens, alle t\'appliceren ten behoeve van den Officier
van de Stadt of Plaetse daer de saecke sal voorvallen.
Ende ten eyndo, niemandt daer van ignorantie praetendoro,
nemaer alle en een yegelijck weten moge, waer naer
hij hem hobbe te reguleren, ordonneren en lasten "Wij ,
dat descn sal werden ghepublicoert cn geaffigeort alomme
daer \'t behoort, ende in golijcko voorvallen en saockon tc
geschieden gcbruickelijck is. Want Wij hetselve voor
den dienst van den Lande, cn het beste van onso gocdo
Inghezetenen en Onderdanen alsoo bevinden to behooren.
Gedaen in den Ilage onder Onsen grootcn Zegele op
den 22 Aprilis in \'t Jaer Onzes Hoeren en Salighmacckers
Jesu Christi IG70.
Ter ordonnantie van do Staten.
(geteokond) Hkuht. van Ukaumont.
VerhJarimjc, dc Protliocollen der Notarissen die op rer-
srhei/de Plaetxen fjhewoont hehhen te hrenyen ter Seeretarye
darr hij orerleden is. In dato den eersten Autjnsti 1(570.
......Waorop godelihoreort zjjnde, hehhen haer Edele
Gr. Mog. verstaen en vorklaert, verstaen ende vorklaren
midts dosen, dat do voorsic. Protliocollen alle, sonder
eenige distinctie of onderHcheyt, Hullen moeten werden
gebracht en overgelovert tor Plaetse daer don voornoem-
den Notaris komt te ovorljjden, schoon hjj bij zijn loven
in verscheyde Plaetsen Houde mogen hehhon gowoont.
(goteekend) SiMOX va.t JIkaumünt.
M
Vi
i\\
83
Placaef, van de Edele Groot Mogende Heeren Staten
van HoUandt ende West-Vrieslandt, daerop binnen den
selren Landen geheren sal n-orden het middel ran V klet/ne
Zegel. In date den 12 Augusti 1G24.
{Gr. PI. I 1994.)
Do Ridderscliai), Edelen endo Steden vnn IFolliindt
endo "Wcst-Vrieslandt, llepresenterendo de Staten van
denaclvcn Lande. Doen te treten :
Dat nlsoo tot woeringe van do geweldige invasie, die
de Spaignairden met lienrc Adlieronten op deze Landen
voorliebbens zijn te doen, endo daertoo machtige Legers
bij der bant hebben alomme op de Frontieren, omme
deselvo onder hunne slavernye endo geweit te drucken :
Wjj oock genootsaeckt zijn geweest meerder krjjghs-volck
te lichten, derwelcker betalinge mede gevonden moet
worden ende daor ommo do oogcn bebben nu)eten slacn
op \'t vimlen van nieuwe iliddelcn , daor uyt motte min-
ste schade van do Ocmccnto, penningen souden kön-
nen ghevonden werden, oude voornamcntbjck op sulcke^
dio dan noch do goede Ingesetenen ccnigo vrucht somlen
bijbrengen: Endo gelet hebbende op do onsceckerbeyt, die
uit vele Oeschriften, soo Notariael als anderen, dagclijcks
voorvalt, daerdoor deselvo goede Ingesetenen oock in
vele, endo dickwjjls secr (pielligo rroccssen vervallen,
onuno welcko to outgaen, oock eenige Nubiiyr-Koningen
ende l\'otcnlntcn, van over lange ingbevoert bebben een
ordre, dat geono Acten Notariacl ofte tludicielo, en soudo
wescn van waerd(>, ofto dat daer op recht gbedacn soude
mogen werden, ten waro desolvo waren met een Zegel
bevestigbt: Ordonnerende da(»rtoo socckerc Zegelen, endo
stellende betpuime Ordre op \'t bevestigen voorsz. Welcke
voetstap])en volgende, Wij mede gercsolveort bebben in
84
treyn te setten \'t selve Middel van \'t Zegel op seeckere
Ordonnantie bij ons daorop gemaect, endo genaemt \'t Middel
van \'t Klein Segel. Soo is\'t, dat wij gbelast, geordonneert
endo gestatueert hebben, lasten, ordonneeren en statueren
mits deson, dat geono Griffiers van Hoven van Justitie,
geene Secretarissen van Steden, Collegien of eenige andere
Gercchtsbancken, geono Griffiers ofte Secretarissen van
Leenen, zoowel immediato als van ons to Leone gehou-
den , als van onso Vasallen ofte anderen, geene Notarisen
ofte andere, die eenigo pubbjcko, ofte wcttchjcko, ofte
oock Notariate acten ofte Instrumenten deposchoren, Kc-
quosten instellen, ofte die apostilleren naer den eersten
Octobris toekomende, geeno Acten, Instrumenten , Sen-
tentiën , Vonnissen, Vcrbjon, Testamenten, Codicillen,
Huwoljjcxo voorwaarden. Contracten, Cbarto-Parttbijcn,
Iluyrcedulllen, Cognossementen, I\'rocuratiën, Attesta-
ticn, CertiHcatiën, Autliorisatiën , Ilocolcmenton, Ex-
tracten uit Boecken, ofte Kegisters, ofte eenige andere,
hoo die oock ghenaamt souden mogen werden: Ofte ook
Rcqucsten, Octroyen, endo andere gratieuse Concessiën
(alleen uytgesondert Protesten in materie van AYissel, of
non-acccptatio van dien) uyt to govon, dan op Franclnjn
ofte Papier mottet voornoemde Klcyn Zogol besegelt, ende
ghetcyckont bij eenigo Secretarissen ofto andoren, bij ons
daortoo ghccommitteerd, op do poijnen, begrepen in de
voorsz. Ordonnantie op \'t selve Kleyn Zegel gennieckt endo
uytgegoven. Verbieden mede wel expressehjek alle Hoven
van Justitie, alle Collegien, .die Recht of.lusticio admini-
streeren, alle Schepenen endo allo andoro Rochtoren cn<lo
Justicioron van dcse Landen, hoo dio oock genoemt
mogen wesen , geen recht te doon op eenigo dor voorsz.
Acten , Sententiën oflo Instrumenten hiervooren ghenoemt,
endo dio mottot voorsz. Klcjjne Zegel niet bevestight en
zijn. Oock niet too te laten dat deselve in Rechten wer-
85
den gcproducocrt, ende op de peijnen in de voorsz. onse
Ordonnantie begrepen. Lasten endo bevolen mede alle
Hoven van Justicie, alle Collogion endo Goroclits-Bancken,
mitsgaders allo Magistraten van Steden, Vloeken, Plaetsen
ende Dorpen, dat se lieure Secretarissen , Notarissen,
endo alle anderen, die dosen aangaen macb, doen Eeden
op \'t Onderhoud van dien: Ende dat in \'t Formulier van
den Eedt van de Notarissen, een speciaal Artijckcl van
\'tonderhoudt van descn, endo onse voorsz. Ordonnantie
op \'t Kloin Zegel gemaeckt, gestelt ende goinsercort sal
werden. Lasten ende bevolen dacrenboven aan de Hoven
van Justicie, de Recckenkamer en de Leenkamer van de
OraclTlijckhcyt, de Hoogo ende Lage Uechts-bancken,
ende den Heeren endo Anibachts-Heoron , midtsgadera aan
allo andere Collogiön, hoodanigo die souden mogen wcson,
geen Rcqucstcn, daar hot Zegel niot op cn staet, aan
to nomen , ofte daerop to disponeren, ten zjj daerop ge-
steld ware pro Deo , endo dat bij het Collegie aeii \'t wclcke
do selve geprcHcntccrt is, geoordeclt werde, deselvo
om Oodts-willo imngenomen to mogen werden. Ende op-
dat niemandt daarvan ignorantie on pretendere, hebben
wij mede gelaat ende ghcordonneert, lasten endo ordonneren
mita descn, dat dit Placaet endo do voorsz. onao Ordonnan-
tie van \'t Kleyn Zegel, alommo daar men gewoon is Publi-
catie to doon, openbaerlijck voor den Volcko afgekondicht
ende gepublicecrt aal werden endo eenen yedcrcn gholaat hem
daer naer to reguleren : Want wij \'t aelvo alaoo ten meeaten
dienato van do Landen, bevonden hebben te behooren.
Gegeven in \'a Graven-Hago, onder onsen Segel, «len der-
thienden Auguati, in \'t Jaer ons lleylamltaondoSalickmaec-
kera Jesu Christi Sosthien-hondort vier en twiutich.
Ter ordonnantie van do Staten van Ilollandt en do West-
Vriealandt.
(geteekend) C. v.^n dkii Woi.kf.
-ocr page 98-86
Jacob Schoolhouder, Oeffenschoole voor de Notarissen.
Amsterdam 1745. bldz. 1 en vlgg.
üe konst vun Notaris mag alliier te lande van nie-
mand anders bedient worden, dan vun die geeno, dio na
voorafgaande Recommandatie van de Acbtbaro Overbeden,
van do Steden en do Dorpen, ton platten lande, aan de
Ed: Gr: Mog: Heeren, of de Gecommitteerde Raadon,
van dezelve Heeren Staaten van Hollandt cn AVcst-Vrics-
landt, van haar Ed: Grootmog: daartoegecrccert, en ver-
volgens door den Hove 1\'rovintiaal gccxamineert zijn:
na dat zc alvorens don Eed in banden van eene der
Raadshccrcn, van hct gcmoldo Hof van Hollandt, afgc-
leijt hebben. "Wanneer bot gcmoldo llof na bckwaam-
vinding, brieven van Admissie verleent; dcrbalvcn, zo
iemand daartoe genegen, zig bekwaam kent, en in Staat
is om hct examen uyt te staan, is voor zo eenen noodig,
dat bjj aan de Overigheyt van zijne woonstede, dusda-
nigcii Requcst presenteert, op een drio stuivers zegel,
geschrevcu zjjnde.
Aan do Ed: Agtbaro, enz.
Geeft met eerbied tc kennen N. N. uwer Agtbaarbcden
ïnwoonder; hoo dat bjj zig eene geruyme tijd necr-
stig gcoeirent heeft, in do KonstoefTening van do
Notarissen, en zig zelven, zonder roem gesproken,
bekwaam kent, om hetzelve Anipt ten nutte van
het gemeen te bedienen. Dog hem Suppliant be-
wust zijnde, dat hij hot gcmoldo Ampt niet kan
nog mag bedienen, zonder alvorens gunstige lette-
ren van voorschrijvinge, cn reconunnndatie aan de
Ed: Gr: Mog: Heeren Staten van Hollandt cn
I\' AVcst-Vrieslandt, of dcszclfa Gecommitteerde Hiui-
r
c\'
-ocr page 99-87
den iu \'t Zuidcrgedeelte van Holland, verkregen
te hebben , om na behoorlijke Examinatio van den
Ed: Hove van Holland, tot het voornoemde Ampt
geadmitteert cn aangestelt to worden. Derhalven
18 des Suppliants ootmoedig verzoek, dat UE. E.
Agtbaarbeden, hem to dien oyndo favorablo re-
coinmandatio aan welgomoldo neoren gelieven to
vergunnen; opdat hij Suppliant alzo zjjn voorno-
men mag bereiken, en het gcmccne best behulp-
zaam zijn.
\'t "Welk doende enz.
Indien hot IMaatsehjk bestuur op dit request gunstig •
beschikte, gaf bet bjj wjjzo van recommandatie aan do I
Staten een apostillo, van ongeveer dezen inhoud: f
Ed. Müg. Hoeren
AVij N. N. getuigen, dat (.), alhier woonaglig, zig ge-
negen vind, om hom tot Notaris to laten crcceren;
heeft ons ten dien oyndo te kennen gegeeven,
dat liij zig zelven eenigen tjjd neerstig geoellcnt
beeft in \'t zelvo Ampt. Voorts getuigen wij N. N.
dat do voornoomdo O. alhier gebooron is, cn
zig zelven altijd eerlijk en wel, voor zo veel ons
bekent is, gcdraagon heeft; verzoeken derhalven,
dat den gemoldon U. na bohoorlijke oxaminatio,
en bokwaamvinding daar too vau UEd. Mog. mag
worden Gcadmitteort. Tor Ordonnantie, on uit
last vau enz.
In konnissc van mij
Secretaris tot enz.
Met dezo aanbovoling moest zich do adspirant vervoe-
gen ter vergadering vau do Gecommittcerdo Kaden der
88
Staten van Holland en West-Vriesland (in \'t Zniderge-
deelte tc Gravenhage), die op naam van Ueeren Staten
voornoemd, dc volgende akte, op een zegel van 8 guldens,
uitreikten :
Dc Staaten van Holland cn West-Vrieslandt, doen te
weetcn, dat wjj ontfangen hebben, de Supplicatie
ons gepresenteert, van wegen O., tenderende ten
eynde, om tot Notaris gecrcëert en tot de exercitie
van Notaris binnen den voorschrceven onzen lande
geadmittcert te mogen werden, ende willende daarin
voorzien, als naar behooren, om \'t goed aanbren-
gen, ons gedaan van den bovengenoemde O., ende
van zijne nutheit en hekwaainheit; ons ten vollen
betrouwende zijner naarstigheit en getrouwigheit;
gezien ook de schriftelijke Nominatie en recom-
nnindatie van N. N. tot O. hebben wij den voor-
noemde O. naar voorgaande Examinatie gecreëerd,
en gcordonneert; nmaken, stellen en ordonnecrcn
denzelven mits dezen, om tc wezen Notaris Publicq,
en om \'t zelve Ampt in allen Steden en Plaatzen
van den voorscbreeven lande van Holland en Weat-
Vrieslandt, te mogen exerceeren, en bedienen.
Allen Libellen , Codicillen , Instrumenten , Prépara-
toire Informatiën, Contracten van Koopmanschap-
pen, van Huwelijken, Testamenten, en andere
Acten cn Stipulatiëu, ten oorbaar van de gemeente,
te passeeren, en expedieeren; on voorts alles to
doen, dat oen goet o;i getrouw Notaris toestaet,
en behoort te doen. Dehoudelijk, dat hij do exer-
citie van hot voorscbreeven Ampt, niet en zal
mogen doon, over, nog in ecnigo Steden, Heerlijk-
heden of AmbagtHhcerlijkhedon van den voorschroo-
ven onzen lande, dan mot consent, van do over-
heden van Steden, ofte de Heeren of Magistnuiton
89
van dezelve lieerljjkheden, tenzij hij daarvan liebbe
schriftelijke Acte van dezelve; diuirtoc den voor-
noemde O. gehouden zal zijn, don behoorlijken Eed
tc doon, agtcrvolgendo do Articulen daar van zijnde,
in banden van den President eu Kaden van onze
IIovo, en voorts behoorlijke Acte van Admissie van
denzolven Hove to vei-zookcn, om \'t voorschrccven
Ampt, binnen den voornoemden onzen Lande to
mogen oxorcooron cn bedienen; Ordonncoroiulc en
beveolondo allo onze Officieren, Justicicrcn en
andere onze ondorzaaton on ingezetenen, dien bot
aangimn mag, hom daariuno geen belet of wedcr-
zeggen to doen.
Gegeeven in den Ilago onder onzen grooten Zegele bier
aan doen hangen, den XV van llooynuiand in
\'t Jaar onzes Heeren en Zaligmaakors lOOU.
Tor ordonnantsio van do Staaten,
simox van Beaumont.
Nadat hjj dit geschrift verkregen had, meldde zich do
adspirant aan bij het Provinciale Hof, ten einde ter bo-
paiddcr tijd door don Grillier van dat Hof te worden
geëxamineerd. Word hjj bekwaam bevonden , dan moest
hij in handen van oon dor Kaadshcoron den eed \') afleg-
gen, OU verkroeg daarna van gemeld Hof eon Acto vau
Admissie, evenals do vorige, gcschrovcn op oen zegel
van 8 gulden, van dezen inhoud:
Alzo N. van do Staaten van Holland on West-Vrieslandt
vorkregen iiebbendo brieven van Creatie, nopendo
het Oflicio van \'t Notarisschap; aan den Hove van
\') Zki boviMi p.-««. 7.
-ocr page 102-90
Holland, verzogt heeft Admissie, om \'t zelve
Notarisschap te mogen exerceeren; Zo is H dat
hct voorschrecven Hof gezien, cn gevisitcert heb-
bende , do voorschrecven brieven van Creatie, en
den voornoemden N. alvoorens afgenomen hebbende ,
den Eed van getronwighcit, mitsgaders den Eed
tot hetzelve Officie van outs gestaan hebbende, die
hij gedaan heeft, aan banden van den Heere endo
Mr. N. N. llaad in den voorsclireeven Hove als
Commissaris, daartoe geordonneert, denzclven N. N.
geadmitteert heeft, en admitteert, mits dezen, om
hct voorschreeveu Notiirisschap tc mogen exerceeren,
cn bedienen, naarvolgondo zijne brieven van
Creatie. "NVel verstaande dat hij volgens het pro-
visioneele besluit, van do llooggcmcldo Hoeren
Staaten van den XXVII. van November 1G08 \')
het voorschrecven Notarisschap niet cn zal mogen
exerceeren, in eenige steden, heerlijkheden, ofte
Ambagtöheerhjkheden van de voorschreven lando^
dan met Consent van dc Magistraat van do Steden,
ofto van do llcorcn, ofto Ambagtsbeercn van do
plaatsen; en dut hij daar af hebbo ecu Acte van
Consent.
Gcdiuin den Hago, den
In kcnnisse van mjj,
N. N. =)
\') Zi(j UUIap\' C.
\') Xa clc 8t.iati»oimvfnlclin« van 1795 werden de brieven van
Creatie verleend door do Departi-nientale llenturen, cn later, volgenn
de wet v.in 1.\'» April 1H07, liondende de venleelin« van het Klik, na
voorafjfaand examen b|) het I)epartementa.nl Gcrcehtiihof, door den
Land-Drost cn Assessoren in het Departement, \\Vaar dc aidspirant
woonachtig Is.
91
Hierop Iaat de schrijver volgen een request aan een
Baljuw van een zeker gehied, om dusdanige acte van
consent tc verkrijgen:
Aan N. X.
Geeft met schuldige eerbiedigheyt tc kennen, N. woon-
achtig enz., hoe dat hij Suppliant geimpetreert
hehhende brieven van Creatie en Admis-sie van
haar Ed: Groot Mug: en van den Ed:Hove van
1 lollant, om het Notarisschap te bedienen; dog
hij Suppliant , wetende , zulks in de Jurisdictie
van enz. niet te mogen geschieden, zonder alvoorens
van UEd : to hebben verkrecgen Acte van Cimsont;
derhalve keert hij Suppliant hem aan U Edelheit
dezelve ootmoedig verzoekende, om \'t gemelde No-
tarisschap onverhindert in zijn Eds: Jurisdictie te
mogen exerceeren.
\'t Welk doende enz.
Up zoodanig eon rcipiest volgde gewoonlijk een soort-
gelijk apoatille als volgt:
Gelet hcbhendo op \'t nevenstaande verzoek, en gezien
do brieven van creatie ; zoo is \'t, dat ik ondergo-
schrcveno enz. vorgunno on toesta, gelijk ik accor-
«leere en toestu bij dozen, aan N. N. woonachtig
enz. het Notarisschap in de Jurisdictio van enz.
alommo te mogen exerceeren , in oorkonde bij mij
ondertekent.
N. N.
Eerst nadat aan al dezo formaliteiten was voldaan,
kon dc aHpirant beginnen, praktijk uit to oefenen.
92
Arrête du Gouvernement, relatif à l\'établissement et à
Vorganisation des Chambres des notaires, du 3 Nivôse an
XII (24 Décembre 1803). Bulletin des lois n". 332.
Le gouvernement do la république, sur le rapport du
grand-juge, ministre de la justice ;
Le conseil d\'état entendu.
Arrête co qui suit :
Chambres des Notaires et ses attributions.
Art. 1. Il sera établi auprès do chaque tribunal civil
do première instance, et dans son chef-lieu, uno chambre
des notaires do son ressort, pour leur discipline intcriouro.
2. Les attributions do la chambre seront :
1". Ue maintenir la discipline intérieure entre les no-
tiiires ; et de prononcer l\'application de toutes les cen-
bures et autres dispositions de discipline.
2". De prévenir ou concilier tous difierends entre no-
taires , et notamment ceux sur des conununications,
remises, dépôts et rétentions do pièces, fonds et autres
objets quelconques ; sur des questions soit do réception
et garde des minutes, soit do prcférenco ou concurrence
dans les inventaires, partages, ventes ou adjudications et
autres actes; et, eu cas de non-conciliation, d\'émettre son
opinion par simple avis.
3*. Do prévenir ou concilier également toutes plaintes
et réclamations de la part do tiers contre des notaires, à
raison de leurs fonctions ; donner simplenjcnt son avis
sur les donunages-intérêts qui cn résulteraient, et
reprimer, par voie dc censure et autres dispositions do
discipline, toutes infractions, qui en seraient l\'objet; sans
préjudice de l\'action devant les tribunaux s\'il y a lieu;
93
-t". De donner , comme tiers , son avis sur les diflicnltés
concernant le règlement des honoraires et vacations des
notaires, ainsi que sur tous difiërends soumis à cet
égard au tribunal civil.
f\'". De délivrer ou refuser s\'il y a lieu, tous certificats
de bonnes moeurs et capacité ù elle demandés par les
asjiirans qui se présenteront pour être admis aux fonc-
tions de notaires ; prendre à ce sujet toutes délibérations,
ou donner tous avis motivés, les adresser ou conununi-
(pies à qui de droit;
fi". De recevoir en dépôt les états de minutes dépen-
dantes do places de notaires supprimés;
Kt enfin, de représenter tous les notaires, de l\'arron-
dissement collectivement, sous les rapports de heurs droits
et intérêts comnnins.
Oryanisalion dc la (Viamhre.
3. Chaque chambre de notaires sera composée de mem-
bres dcHignca par eux parmi les notaires de l\'arrondissement.
Leur nombre eat fi.xé i\\ dix-neuf, pour la chambre des
notaires de Paria, ii neuf loraque celui dea notairea du
reaaort de la chambre sera au-desana de cinquante, et
sept lorsqu\'il aéra au desaous.
■1. Lea membres de la cluunhre ne pourront délibérer
valablenuMit qu\'autant (pie ceux prcaena et votana aeront
au moins, au nombre de dou/.e pour Paria, de H(>pt pour
les chambrea C0mp0Hé(»a de neuf nieinbrea , et de cimi pour
lea autres cluunbrea.
5. Lea mcmbrea de la chambre choiairont entre eux:
1«. Un préaident, (jui aura voix prép(mdérante, en
caa de partag(! d opiniona; il conv()(piera la chambre exfra-
ordinairement, quand il jugera h ju\'opoa, ou sur la ré- 5
quiaition motivée de deux autrea mcmbrea; il aura la
police d\'ordre dans la chambre;
94
2". Un syndic, qui sera partie poursuivante contre les
notaires inculpés ; il sera entendu préalablement à toutes
délibérations de la chambre, qui sera tenue de délibérer
sur tous ses réquisitoires ; il aura, comme le président,
le droit de la convoquer ; il poursuivra l\'exécution de scs
délibérations, dans la forme ci-aprcs déterminée, et agira
pour la chambre dans tous les cas et conformément à ce
qu\'elle aura délibéré;
3°. Un rapporteur, qui rcceuillera les renseigneniens
sur les affaires contre les notaires inculpés, et en fora
rapport à la chambre ;
4®. Un sécrétairo, qui rédigera les délibérations de la
chambre, qui sera le gardien des archives, ct délivrera
toutes les expeditious;
fi". Un trésorier, qui tiendra la bourse commune
ci-aprcs établie, fera les recettes ct dépenses autori-
sées par la chambre ; il en rendra compte, à la
fin de chaque trimestre, ii la chambre assemblée, qui
les arrêtera ainsi que do droit, et lui en donnera sa
décharge.
G. Le nombre des membres, qui doivent composer les
chambres des notaires, d\'après l\'art. 3 , celui qui, d\'après
l\'art. 4, est nécessaire ii la validité des délibérations de
la chambre, pourront être, suivant les localités, réduits
ou augmentes par le gouvernement.
Le nombre des syndics pourra être porté l\'i trois pour
l\'aris, et i\\ deux pour les chambres dont le ressort com-
prendra plus de cinquante notaires.
7. Indépendamment des attributions particulières d(m-
nées aux membres designés dans l\'art. 5 , chacun d\'eux
aura voix délibérativo, ainsi que les autres membres,
dans toutes les assemblées dc la chambrc; ct néanmoins,
lorsqu\'il s\'agira d\'affaires où le syndic sera partie contre
un notaire inculpé , le syndic n\'aura quo voix cou-
95
sultntivc, et ne sera point compté parmi les votans à
moins que son opinion ne soit à décharge.
8. Les fonctions spéciales attribuées par l\'art. 5 à chacun
des membres dont il ordonne la création pourront être
cunuilées lorsque le nombre des membres composant la
chambre sera au-dessous de sept; et néanmoins les fonc-
tions de président, de syndic et de rapporteur, seront tou-
jours exercées par trois personnes différentes.
Quel que soit le nombre des membres composant la
chambre, la même cunuilation de fonctions pourra avoir
lieu momentanément, cn cas d\'absence ou empêchement
de quelqu\'un des membres désignés dans l\'art. 5, les-
quels, pour ce cas, se suppléeront entre eux, ou pour-
ront même être suppléés par tel autre membre de la
chauïbre.
Les suppléans momentanés seront nonunés par le prési-
dent do la chambre, ou, s\'il est absent, par la majorité
des membres présens, en nombre sullisant pour délibérer.
Ponroir de la chambre dans les moijens dc discipline.
{). La chambre prononcera par voie de décision pour
les cas de p(dice et discipline intérieure.
10. I.a chambre ujandera les notaires nos séances,
prononcera contre eux, par fornu» de discipline, et sui-
vant la gravité des cas, soit lo ra]ipoI iV l\'ordre, soit
la censure simj)la. par la <lé(M«ion mêuïo ; soit la cen-
sure avec réprimande, par lo président, aux m)tairos
on personne, dans la chambre assemblée, soit la privation
do voix deliberative dans l\'assemblée générale; soit l\'in-
terdiction do rentrée do la chambre pendant un espace
de temps (]ui n(» pourra excéder trois ans pom- la pre-
mière f(»iH, ot «pii pourra s\'étendre six ans on cas de
récidive.
96 .
11. Si l\'inculpation portée à la chambre contre un
notaire parait assez grave pour mériter la suspension du
notaire inculpé, la chambre s\'adjoindra, par la voie du
sort, d\'autres notaires do son ressort, savoir celle dc
Paris, dix notaires; et les autres chambres, un nombre
égal, plus un, à celui do leui\'s membres.
La chambre ainsi composée, omettra par forme de
simple avis, et à la majorité absolute des voix, son
opinion sur la suspension et sa durée.
Les voix seront rocuillies, en ce cas, au scTutin .secret,
par oui ou par non ; mais l\'avis ne pourra être formé si
les deux tiers au moins de tous les membres apjielés à
l\'assemblée n\'y sont présons.
12. Quand l\'avis émis par la majorité dos nuMubros
de la chnmbro sera pour la suspension, il sera dé]>osé
au greffe du tribunal; expédition en sera remise au co\\n-
niissairc du gouvcnwwont, qui on fera l\'u-siigo préacrit
par la loi.
^fodr dr. procéder en la rlunuhre.
13. Lo syndic déférera à la chambre les faits relatifs
à la discipline; et il sera tenu do les lui dénoncer, soit
d\'office, quand il on aura eu eonnaissanee, soit sur la
pr(»v«»c.nti(m des parties intéressées, soit sur celle tl\'un
dos membres do ia eliambro.
TiOs not lires inculpés Renmt cité.« à la chambre, avec
dél.ii suffisant, (|ui no pourra être au dessous <1o rinij
jours, îi la diligence d\\i syndic, par une simple lettre
indicative do l\'objet, signée do lui, et envoyée par lo
secrétoire, qui en tiendra note.
Si le notaire ne conqiaraît point sur la lettre du syn(h\'o,
il sera cité uno sec-ondo fois dans lo uu\'me délai, à la
m
meme diligence, par nûnistère d\'huissier.
-ocr page 109-97
14. Quant aux différends entre notaires, et aux diffi-
cultés sur lesquelles la chambre est chargée d\'émettre
son avis, les notaires pourront se présenter contradictoire-
ment, et sans citation préalable, aux séances de la chambre;
ils pourront également y être cités, soit par simples lettres
indicatives des objets, signées des notaires pfovoquans, et
renvoyées par le secrétaire, auquel ils eu laisseront dos
doubles, soit par des citations ordinaires, dont ils dépose-
ront les originaux an secrétariat. Ces citations officielles,
ou par lettres, seront données avec les mêmes délais quo
celles du syndic, après avoir été préalablement soumises
au visa du président dc la chambrc.
15. La chambre prendra ses délibérations, dans les
affaires particulières, après avoir entendu ou dûment
a])])elé, dans la forme ci-dessus présente, les notaires in-
culpés ou intéressés, enaomblc les tierces parties tjui vou-
«Iront être entendues, et qui, (îans tous les cas, pourront
80 faire représenter ou assister par un notaire.
Les délibérations <Io In cljambro seront motivées ot
signcea sur la minute, par lo président et le secrétaire,
i\\ la séance mémo où elles seront prises.
Chaque deliberation contiendra les noms des membres
prcsons.
Ces délibérations, n\'étant que do simples actes d\'admi-
nistration, d\'ordre ou de discipline intérieure, ou de a\\m- .
pIcs uvi«, no seront, dans aucun cas, Hufetten nu droit ■
d\'eurégistremcnt, non plus quo les piècoa y relatives. t
Les délibérations de la chnntbre seront notifiée», quand l
W y aura lieu, dans \\a mémo forme que les citations et ^
il en uern fait mention, pur le secretaire, en marge desdites ?
l(î. Les assemblées do la chambre so tiendront en un r
local ù co destiné dans la ville cm elle sera établie. ;
(!ba(iue année il y aura de droit «Icux assemblées f
7 1
-ocr page 110-98
générales, et il pourra y en avoir d\'autres extraordinaires,
toutes les fois que les circonstances l\'exigeront et que la
chambre le jugera convenable.
Les assemblées générales ou extraordinaires seront con-
voquées conformément aux dispositions rappelées en l\'art. 5.
Tous les notaires du ressort de la chambre seront invités
à s\'y rendre, soit pour les nominations dont parle l\'art. 18
ci-après, soit pour se concerter sur ce qui intéressera
l\'exercise de leurs fonctions.
17. Il ne pourra être pris de délibération en assemblée
générale qu\'autant que le nombre des notaires présens
sera au moins du tiers de tous ceux du ressort de la
chambre, non compris dans ce tiers les membres de la
chambre.
Nomination des membres de la rhamhrr et durée
de leurs fonctions.
18. Les membres de la chambre seront nommés par
l\'assemblée générale des notaires de son ressort, convoqués
à cet effet.
La moitié desdits membres sera choisie dans les plus
anciens en exercise, formant lo tiers do tous les notaires
du ressort.
La nomination aura lion i\\ la majorité absolue dos voix,
au scrutin secret, et par bulletin do liste contenant un
nombre dc noms qui ne pourra excéder celui «les membres
à nommer.
19. Les membres do la chambre seront renouvelé»
chaque année, et par tiers, |)our le» membre» qui com-
portent cette divi8i(m, et par portion» approchant le plu»
du tier» pour le» autre» nombre», en fai»ant alt(>rner,
chaque année, le» portion» inférieures et »upérieure» au
tier», nnii» en commentant par le» inférieure», et de
99
manière que, clans tous les cas, aucun membre ne puisse
rester en fonctions plus de trois ans consécutifs.
Les deux premiers renouvellemens seront indiqués par
le sort, les autres par l\'ancienneté de nomination.
20. Les membres désignés pour composer la cbambre
nommeront entre eux, et suivant le mode de l\'art. 18,
le président et autres officiers dont parle l\'art. 5. Le
président sera toujoui-s pris parmi les plus anciens désignés
dans l\'art. 18. Cette nomination particulière se renouvel-
lera chaque année, les mêmes pourront être réélus; à
égalité de voix, le plus ancien d\'âge obtiendra la préférence.
21. La nomination des membres de la chambre se fera
de droit le 13 brumaire de chaque année.
Us entreront en fonctions le l^r frimaire suivant, et,
lo même jour, nommeront le président et autres oHiciors,
^ui, de suite, entreront aussi .en fonctions.
La première nomination aura lieu, au plus tard, le 15
pluviôse prochain; et les membres entreront en fonctions
la huitaine qui suivra leur nomination.
l\'onth j)OHr les drpenses de la chambre.
22. 11 y am-j^ boui-se conununo pour les dépenses
»lo la chambre.
l^Ho sera établie de manière qu\'elle n\'excède pas les
tlépensos nécessaires.
Elle sera conscntio par l\'assemblée générale, répartie
sur les divers niembres do l\'arrondissenumt, ot le rôle
rendu exécutoire\'par lo président du tribunal d\'appel dti
ressort, sur lo rapport et d\'après l\'avis du conunissairo
établi près le même tribunal.
L\'arrêté qui aura ainsi établi la bourse conununo sera
adressé «m grand-juge, qui prononcera sur les réchunations.
23. Il sera pourvu, lors du règlement général iV faire
pour l\'cxécufion de la loi du 25 Ventôse an XI, sur le
100
notariat, à toutes autres dispositions qui pourraient con-
cerner les chambres de discipline.
24. Le grand-juge, ministre de la justice, est chargé
de l\'exécution du présent arrêté, qui sera inséré au Bul-
letin des lois.
23 Février 1810. Lettre du groml-jufje, ministre de la
justice, au procureur impérial d\'Alba.
Vous m\'informez, monsieur, que le notaire Tariccbi a
été condanmé à six mois d\'emprisonnement pour délit en
matière do conscription, et vous me demandez la con-
duite que vous avez i\\ tenir en cette circonstance, soit à
l\'égard du notaire, soit relativement ù la conservation
do ses minutes. Vous devez d\'abord requérir l\'appo-
sition des scellés sur les minutes de ce notaire, et
déférer on suite sa conduite au tribunal, qui pourra, en
vertu de l\'art. 53 de la loi du 25 Vent, an XI, pro-
noncer sa destitution. Vous ferez observer au tribunal
qu\'il est investi d\'un pouvoir discrétionnaire pour pro-
noncer telle peine do discipline que les circonstances peuvent
exiger. Vous aurez soin do n>e rendre conqito du résul-
tat do vos diligences h cet égard.
10 Novembre 1810. Lettre du même au même.
Lorsque je vous ai\'chargé, monsieur, do requérir la des-
titution du notaire Tariccbi, je vous ni fait connaitro que
lo tribunal était investi d\'un pouvoir discrétionnaire ù cet
elfet. Vous aviez, d\'un autre côté, tous les moyens
nécessaires pour intenter cette action, sans qu\'il fut be-
soin d\'un avis préalable de la chambre de discipline, puisque
co notaire avait été condamné à des jK\'ines correction-
nelles pour fait d\'escroquerie en matière do conscription.
101
Quiuit aux considérations personnelles dont vous me
parlez, elles ne sauraient prévaloir à l\'égard d\'un fonction-
naire qui a manqué aussi essentiellement aux lois de
l\'honneur. Vous voudrez hien donc satisfaire sans délai
à mes ordres et me rendre compte de vos diligences à
ce sujet.
18 Janvier 1811. Lettre du graml-juge, ministre dc la
justice an procurcur-gencral de Turin.
J\'avais chargé, monsieur, le procureur impérial près
le tribunal de première instance d\'Alba dc requérir la
destitution du notaire Taricchi comhunné à dea peines
correctionnelles pour faits d\'escroquerie en nnitière de
conscription militaire; nmis ce tribunal, s\'appuyant sur
l\'arrêt rendu dans uno espèce semblable par votre cour
en faveur du notaire Oaudi, a cru devoir se conformer
il cette jurispudence. Je viens d\'enjoindre au procureur
impérial d\'interjeter appel do co jugement ; voua voudrez
bien en requérir l\'annulation.
Jh.lluit ran den V2. Septcnécr 1822, n\\ (KJ, tot nering
misbruiken bij sommige notarissen phtats hebbende.
(Stb. 11". .13).
Wij Willem, enz. enz.
In ervaring gekomen zjjnde, dat vele notnrisaen zich
niet ontzien om af to wijken van de stellige voorachritten
der wet van den 12. Junjj 181(5 (Staatsblad n*. 2(5),
rakende do formaliteiten , welke moeten worden in acht
genomen , zoo bij den verkoop van vaste goederen, waarhij
minderjarigen, gcYnterdiceerdon of boneficiaire erfgenamen
zijn gcïntereaacerd, of welke hehooren tot vacante of go-
102
failleerde boedels, als bij de scbeiding en verdeeling van
boedels, waarbij minderjarigen of geïnterdiceerden als
deelgenooten belang hebben; mitsgaders dat eenige Nota-
rissen van zich hebben kunnen verkrijgen, om de hand
te leenen tot het bezigen van middelen en praktijken, welke
geene andere strekking hebben, dan om de heilzame be-
palingen dier wet Wet tc ontduiken;
Gelet op do berichten welke Ons zijn toegekomen om-
trent de willekeurigheid, waarmede vele notarissen in de
berekening van hun salaris te werk gaan;
Gezien het Decreet van den 16 Februarij 1807, hou-
dende, onder anderen, hct tarief, waarnaar de notarissen
zich in hct berekenen van hun salaris moeten gedragen;
Gezien art. 171 van hct Wetboek van Strafregt;
Gezien art. 53 der Wet van den 25 Ventoso, XI jaar;
en in aanmerking genomen bobbondo omtrent bot verstand
van dat artikel, de bjj onderscheidene gewijsden, zoowel als
bjj opzettelijke instructiën gevestigde jurisprudentie, vol-
RoiiH welko <lo Rofçtbanknn bekleed zijn met de disfrc-
tionnairo magt, om do notarissen, onder anderen, en in
gevalle coner ambtsbalvo aangelegde vervolging, zonder
voorafgaand advies der kamer van discipline, tot suspcnsio
of destitutie to verwijzen ;
Op dc voordragt van Onzen Minister van Justitie;
Den llaad van State gehoord;
Gezien het nader rapport van Onzen Minister van Justitie;
Hebben besloten en besluiten;
Art. 1. Wjj verbieden ten. ernstigste aan allo Nota-
rissen om, onder ccnig voorwendsel, boe ook genaamd,
hun ministerie te leenen tot liot passeren van akten, welko
strijdig zijn met eenigo bestaande wettelijke bepalingen;
cn inzonderheid dezulke, wmirbij de voorschriften der Wet
van den 12 Junij 1816 (Staatsblad n®. 20) zouden worden
uit hct oog verloren of verijdeld.
103
In de berekening van luin salaris, zullen de Notarissen
yich stiptelijk moeten gedragen naar het voor hen vast-
gestelde tarief van den 16. Febrnarjj 1807, en zjj zullen
inzonderheid, voor de verkooping van roerende en onroe-
rende goederen, behoorende tot boedels, waarbjj minder-
jarigen, geïnterdiceerden, beneficiaire of afwezende erfge-
namen belang hebben, ofte wel tot vacante of gefailleerde
boedels, mitsgaders voor do scheiding en verdeeling van
boedels, wiuirbij minderjarigen, geïntordiccerdon of afwe-
zenden zijn geïnteresseerd, en voor al hunne overige
verrigtingen in dergelijke boedels, geene andere of hoogere
salarissen mogen in rekening brengen, dan bij het gemeld
tarief zijn bepaald.
2. Het is den notarissen niet geoorloofd, om bjj do
conditiën of bjj de memorie vau lasten, wegens den ver-
koop van onroerende goederen, behoorendo tot zoodanige
boedels, als bjj hot vorigo artikel zijn vermeld, eenigo
togen het voorschreven tarief aanloopendo bodingen
onitrent hun salaris te nuikon, of om daaromtrent met
do voogden, curators cn andero bewindvoerders in do
hocdch, ofte mot wio het ook zoudo mogen xijn, ovoroen-
komston to treffen, noch om eenig salaris of eenigo per-
centsgewijze belooning te berekenen voor don ontvang van
golden, of voor andoro bjjzondoro werkzaamheden en ver-
rigtingen, waarvoor bjj hot gemoldo tarief geeno belooning
is toegelegd.
3. Dc dcclaruticn der notarissen wegons hun salaris
voor do werkzaamheden, dio zij in do voorsclirovon boedels
zullen hebben verrigt, zullen overeenkomstig hot bepaalde
bij art. 173 van het Decroot vnn don 16 Februarij 1807,
door den rresident der Regtbank van Eersten Aanleg
moeten worden getaxeerd, en zal bjj do koopconditicu of
do memorie van lasten worden uitgedrukt, dat do koepor,
voor zoo verre tlo kosten van don verkoop voor zijno
104
rekening komen, de betaling op eene alzoo getaxeerde
declaratie zal doen.
4. De Regtbanken van Eersten Aanleg en do Regters-
Comniissarisson in gefailleerde boedels, zullen kunnen
vorderen dat by do verzoeken om autorisatie tot verkoop,
in do gevallen bij de Wet van den 11 Junij 1810 (Staats-
blad n°. 26) vermeld, worden overgelegd dc conditiën of
memoriën van lasten, waarop do verkoop zal gcscliicdcn,
en zullen in dat geval en voor zooverre daarin iets strijdigs
met do Wet, met ons tegenwoordig Besluit, of met de
belangen der geïntordicecrden mogt gevonden worden, do
verzochte autorisatie niot anders verloonen, dan onder
zoodanige bjjgevoegdo bepalingen, als dienstig zouden
kunnen zijn tot verzekering van do stipsto naleving der
Wetten en Verordeningen en tot wering van allo nadeel
voor de belanghebbenden.
5. Do Notarissen zullen in allen gevalle verpligt zijn
om ann de Vrederegtors, ten minste tien dagen vóór het
houden der eerste zitting voor den verkoop bepaald,
medeeling on opening to geven van do conditiën of me-
moriën van lasten, waarop zullon plaats hebben do ver-
koopingon , mitsgaders van den voet, waarop zulleii worden
gedaan do boedolscboidingon dio ton bunnen overstaan
nujoton gcscliicdcn, en om den tot bot bondon van zulke
verkoopingon cn tot het doen dier boedelscheidingen to
bepalen tijd, met do Vrederegtors te overleggen.
De Vrederegtors zullen do stukken examineren cn na-
giuin of dezelve iets bevatten, hetwelk met do Wet, met
ons tegenwoordig Besluit, of met do belangen der geïn-
teresseerden zoudo strijdig zjjn, en znllen in zcMidanig
geval zorgen, dat de noodige veranderingen of verbeteringen
phuits bobben.
Ingeval viui verschil tusschen de Notarissen \'en Vrede-
regtors, zal do ziuik, bij wogo van referé, gebragt worden
105
ter beslissing van den President der Eegtbank van Eersteji
Aanleg,
6, Onze Procureurs-Generaal en verdere officieren van
Justitie zullen de band houden aan de stipte naleving der
Wet van den 12 Junij 1816 (Stratsblad n\'. 26) en de
voorschriften van ons tegenwoordig Besluit, en zullen
toezien dat de Yrederegtcrs zich mot do uiterato naauw-
gezethcid kwijten vnn de zorg die hun is opgedragen.
Zij zullen zorgen dat dadelijk gestuit worde do voort-
gang der verkooping en der boedelscheidingen, waarom-
trent van de voorschriften der gedachte AVet en van dit
ons Besluit mogt wordon afgeweken, en dat in zoodanig
goval van de zaak worde verslag gedaan nnn de Kcgt-
bank of aan don Kegtcr-Commissaris dion hct aangaat,
ton einde naar bevind van zaken te worden gedisponeerd.
7. Gemolde Onze Procureurs-Generaal on verdere Offi-
cieren van Justitie, zullen tegen do Notarissen wolko de
voorscbriften van hct tegenwoordig Besluit mogten Over-
treden , do toepassing vorderen dor bjj do AVet bepaalde
straf bepalingen, cn naarmate van do omstandigheden,
dorzclvcr suspensie of destitutie bjj den Uegter provo-
ceren, vcrlangondo Wjj dat Onzo Hoven en Uegtbankcn
\'do hun, ton opzigte van de Notarissen toogekendo discre-
tionnairo nntgt, waarmede Wij willen dat zij bij voort-
during bekleed blijven, doen strekken ter waarborg voor
do rigtigo waarneming der verordeningen van wolko door
do Notarissen niet stroffeloos kan of behoort to worden
afgeweken.
Onzo Minister van Justitie is belast mot de uitvoering
van bet tegenwoordig Besluit, hetwelk in het Staatsblad
zal worden geplaatst.
Gegeven op hct Loo, den 12 September 1822 on vnn
Onzo liogccring hct negende.
106
K.
TITEL I. Van de ambtsbediening der Notarissen.
Afdeeling IV. Van de Kamers van Notarissen.
Art. 30. De kamers van notarissen worden gevestigd
in de hoofdplaatsen der door Ons bij algemeenen maatregel
van inwendig bestuur aan te wijzen arrondissementen.
Daarbij wordt tevens bepaald, of liet ressort dier ka-
mers zich zal uitstrekken over één of meer arrondisse-
menten.
Het voorzitterschap van elke kamer wordt waargenomen
door den president der arrondissements-regtbank, zitting
houdende in de gemeente, waar do kamer is gevestigd,
of door een lid dier regtbank, door den president aau to
wijzen. De overige leden der kamer worden voor den
tijd van 3 jaren gekozen door en uit de notarissen tot
haar ressort behoorende.
Tot bestrijding der kosten, aan do instelling cn wer-
king der kamers verbonden, wordt eeno jaarlijksche toe-
lage uit \'s Kijks schatkist verleend.
31. Do kamer is belast mot:
2\'. bet toezigt over bet gedrag en do handelingen
der notarissen, het weeren en beteugelen van in-
breuken en misslagen , en tot dnt einde het opleg-
gen der disciplinaire straflen van waarschuwing on
berisping, en het doen\' vau voordragt aau do
arrondissementsrcgtbank tot schorsing cn ontzetting,
voor zoover tot dc gemelde straffen overeenkom-
stig deze Wet termen bestaan; alles onverminderd
do magt, bij deze Wet aan het openbaar ministerie
opgedragen;
107
3\'. het handhaven van de inwendige orde, het voor-
komen en zooveel mogelijk bijleggen van alle ge-
• schillen, welke tusschen de notarissen betreffende
de uitoefening hunner ambtsbediening mogten ont-
staan, en de beslissing dier geschillen, voor zoover
hare uitspraak door beide partijen mögt ingeroepen
worden;
het voorkomen, en zoo mogelijk bijleggen van de
geschillen, welke tusschen bijzondere personen en
de notarissen bctrcfFcnde de uitoefening hunner
ambtsbediening en de berekening van hun hono-
rarium en hunne verschotten mögt ontstaan.
STE LLl NGKN.
-ocr page 122-1
. \'A TiT t^ Î. 1 .1 \'Jï T
mmm
Dc liedcndaagschc notarissen hebben meer overeenkomst
met de tabnhirii en tabelliones dan met de notarii der
Romeinen.
IL
Jure Romano kan gehl, tot «pelen geleend, niet wor-
den teruggevorderd.
IIL
Onjuist is de bewering van Hechmann (Zur Lehre
von dem KigenthumHerwerb\' «lurch Accession »md den
SachgesammtheitiMi, bladz. 23), dat door avulsio alleen
dan eigendom wordt verkregen , wanneer op het aange-
worpeno stuk boomen stonden , dio wortels hebben go-
schoten.
Ten onrechte zegt Schütze (vom KigenthumHerwerb\' am
Wildergut, Jahrb. des gem. «leuts. Rechts, V^I pag. 75 not.
-\'(>): „Dio fidgcndcn Schlussworte [L. 55 1). de acq. rcr.
112
„(lom. (44.1)]: „veluti responsum est, qiium quidam po-
„„culum alterius ex nave eiecisset" enthalten denn freilich
„eine recht traurige Analogie, da dio „naturalis laxitas"
„durchaus nicht passen will, und das Eigenthum am
„Gegenstand eben nicht aufgehoben wird. Solitc es daher
„ein zu kühner Vorschlag sein, statt „pocu^um\'\' zu lesen
^.porculum\'^ (Meerschweinchen, ein Fisch), und diesen
„porculus lebendig sein zu lassen ?"
Do actio tot nietigverklaring der overeenkomst van art.
470 B. W. verjaart in vijf jaren, dio mct den dag van
hct sluiten dor overeenkomst aanvangen.
Het huis , waar, ingevolge art. 132 B. W., een huwelijk
wordt voltrokken, is niet voor ieder toegankelijk.
De vraag, of dc huwelijksafkondigingen mogen plaats
hebben, voordat do bij art. 01 B. "W. bepaalde 300
dagen verstreken zijn , wordt ten onrccbto door do Gc-
mccntc-stcm van den IG. April 1877 (n". 1333) ontkennend
beantwoord.
De zin vnn art. 125^» AV. is deze: Wanneer bet huwe-
lijk mocht zijn voltrokken, voordat do sluiting is opgchovcn,
cal hct geding ter zake dier stuiting kunnen uordcn voort-
gezet, en zal het huwelijk uvrden nietig verklaard, bijal-
dien dc eisch aan den opposant is toegewezen.
113
IX.
Dc verkoopor van oen erf, dio vernietiging van den
verkoop wegens wanbetaling van den koopprijs vraagt,
kan de vruchten, door den kooper genoten , of de renten
van den koopprijs eischen.
De borgtocht voor hetgeen do naaniloozo vennootschap,
niet inbegrip van renten verschuldigd zal zijn, strekt zich
uit ook tot de na het faillissement der vennootschap
verschenen renten.
XI.
Ten onrechte is door de rechtbank to Amsterdam (30
Dcc. 1870) het cognoscement, afgegeven door een binnen-
vaarder , als een eenvoudige vrachtbrief aangemerkt.
Een photograaf van beroep is koopman.
XIII.
D(» woorden van art. 1 W. v. II. Uv.: „Elke regtsin-
„gang vangt aan met eene dagvaarding" zijn te algemeen.
De vreemdeling knn hier te lande van den vreemde-
ling de cautio judicatnm »olvi vorderen.
XV.
Decreten betrekkelijk het beheer van polders, door .
Na))ole(m 1 voor ons land uitgevaardigd, kunnen door
provinciah» verordeningen W(n«len opgeheven.
"f
114
XYI.
Het opzettelijk vernielen van glasruiten in vaststaande
ramen (b. v. eener kerk), moet worden gestraft volgens
art. 437 C. P.
XVII.
Art. 328 C. P. behoorde ook van toepassing te zijn
op gewelddadige schennis der ecrbaarbeid.
XVIII.
Wanneer bij de dagvaarding de termijn van art. 225
W. V. Strafv. niet is in acht genomen, is de rechter
bevoegd , bet gevraagde verstek te weigeren.
XIX.
Het heffen vnn een recht vnn successie cn van overgang
bij overlijden in de rechte linie, zooals dit voorgesteld
wordt in art. 8, 1" cn art. O van hct Gewijzigd ontwerp
van wet op dit stuk, verdient aanbeveling.
XX.
Bescbcrming van den wildstand van Staatswege in
Nederland is af te keuren.
XXI.
Te recht is do doctorale titel niet onder de voreischteu
voor dc bcnoembuarbcid tot notaris opgenomen.
RX-
« ïf*
.......
RS
\'«Ms
ti-
1 ■ \' ja
-ocr page 130-.Ü
tt
Sh.- ff-.
zm
ÏSIÏ.--1
i-.\'ia»;
!
»