-ocr page 1-

ïiliaiifl

ill!

M"\'-- ■

B

-ocr page 2-

/

>. ; ; -,

î-i.V\'*" À

, , v

.1

■ i\'

. >v\' •

»

- ...

-ocr page 3-

wmm

■ .v\'■
■\'
■-• V a!:\' . \' " \'

\'

mm " .....,

-ocr page 4-

wmm

m

c - -

\'JCr: .

;

. /\' .■■ - \' \' . ■ \' • * 1

m

\' \'* \' \' ^ , *, v ■ \' , *

; V

\'M.

m

i

vi\'- ■
-p

mi.:-

. . >• \' • . . ■■ \' • .V\' ifrï

ê? :

-ocr page 5-

Asphyxia Neonatoriim

EN HARE BEHANDELING.

y^cademisch ^Proefschrift

TEE VEBKRIJÜINQ VAN DEN GRAAD

VAN

DOCTOR IN DE GENEESKimDE

AAN DK

HOOGESCHOOL TE UTKECHT,

NA MACHTIGING VAN DEN RECTOR MAGNIFICUS

D^ T". \\V. E N G E L M A N N,

IIoogleera«r In J» FitcuUcIt dor Gcncpiknnd«».
MET TOESTEMMING VAN DEN ACADEMISCIIEN SENAAT

KM

VOLGENS lihSLUlT DEU GENEESKUNDIGE FACULTEIT,

TE VERDEDIGEN
op Zaterdag 14 April 1877, dos namiddags ton O uro.

ADOLF JOOST ROUX,

geboren lo 1\'aramaribo.

AMSTERDAM,
J. C. SCHRÖDER.

1877.

-ocr page 6-

5 v^

wp « \' mm ■. m\'\'

rfc. ♦ j ^ *

V

\' X \'

, ... i\'-\'.

■m

■ .-To\'- .
-f

t

>

-ocr page 7-

AAN MIJNE OUDERS.

-ocr page 8-

m

ia-

-ocr page 9-

INLEIDING.

De geboorte eu de diinrmede gepaard gaaude ver-
anderingen in het vegetatieve leven, kunnen oorzaken
worden van eene belangrjjke sterfte onder de pasgeborenen.
Behalve deze physiologische oorzaken komen diuirbü nog
in aanmerking pathologische toestanden van zeer ver-
schillenden juird.

Doch reeds lüer zü opgemerkt dat het niet mijn plan
is, in do volgendo bladzjjden te spreken over vroegtijdig
geborene, levenszwakko of misvormdo kinderen, maar
alleen van voldragenen en normaal ontwikkelden.

Onder de pathologische toesbmden, woordoor het leven
bijzonder in gevaar gebracht wordt, bekleeden die,
welko tot jusphyxia neonatorum leiden, zoowel uit een
progno-stisch, als uit een
theraiHiutisch oogpunt eene
eerste phuit^», waarom ik be.sloot dit tot onderwerp myner
di.ssertAtie tc nemen.

-ocr page 10-

. ■■ ■■•\'•vi

h . -, \' • ...

■ "
■■diß

M

■f \'

-ocr page 11-

Om tot eene juiste definitie van asphyxia neonatorum
te geraken, is het, naar mijne meening, het beste de
opvatting van verschillende schrijvers over dit onderwerp
na te gaan en met elkander te vergelijken.

Siebold zegt van dezen toestand : »Somtijds heeft de
eerste zorg die de verloskundige aan den pasgeborenen
moet besteden, de strekking het tot een krachtig leven
op te wekken, of de ontbrekende levensuitingen als het
ademen, het schreeuwen, liet bewegen der le<lematen enz.
by hem te doen ontstjuin. Elk kind namelijk dat levens-
vatbaar, nuiar zonder de genoemde teekens van het leven
geboren wordt, maar wajvrbij do auscultatie de harttoonen,
nog laat Iiooren moet als schyndood beschouwd worden."
In directe tegenspriwk hiermede hwt hjj onmiddelyk
volgen: >I)o schyndowl heeft slechts de verschijnselen
van het loven, maar geenzins do levensvatbaarlieid opge-
heven." Behooren dan niet bij do teekens vjui het leven,
de harttonen, als uiting van de liartswerkzajvmheid, welke
hij eerst als voorwaarde stelt?

Joulin »Ou n désigné sous le nom do mort apparente,
l\'état morbide des nouveau-nés, qui out souffert dans
la dernière période du travail, et dont rexistence est

\') E. C. J. voa Siobold. Handboek dor Vcrloskundo. Onder mede-
werking van A. E. Simon Thomas vrü gevolgd door C. P. ter Kuilo.
*) M. Joulin. Traité complot d\'Accouch. 18G7.

-ocr page 12-

plus ou moins compromise. Cette dénomination que
Naegele a snbsistnée à celle avant lui adoptée d\'apoplexie
ou d\'aspbyxie des nouveau-nés manque d\'exactitude. Il
fant laisser les gens du monde se contenter des appa-
rences, pour le médecin l\'enfant est mort ou vivant, les
battements du coeur indiquent qu\'il existe encore, en
conséquence la dénomination de mort apparente ne peut
lui être appliquée." En verder: »Je crois qu\'il serait
plus exact de caractériser cette situation du nouveau-né
de mort imminente." Terecht beweert hij dat de meening
van Naegele niet juist is, zooals wij verder zullen zien;
niet juist is ook de bewering dat deze toestand in
de laatste periode van den arbeid zoude tot st^ind
komen, daar de kinderen reeds in het ontsluitiugstijdperk
asphyctisch kunnen worden, wat wij later zullen aan-
toonen. Een grooter bezwaar is gelegen in de verandering
van naam. Om welke redenen hij dit ^vil, wordt niet
vermeld. Eenmaal jiangenomen namen voor bepaalde
toestanden, te verwisselen met eenen anderen Ls niet
wenschelijk on geeft aanleiding tot verwarring. liovendien
verklaart Joulin niet, wat men dan onder dezo »mort
imminente," te verstaan heeft.

»Pour nous, zegt Cazeaux^), la mort apparente est un
état dans lequel, malgré l\'abolition .des actes de la vio
animale, il reste au moins qnelques-unas des fonctions
de la vie organique, et nécessairement les battements du
coeur." Bjj dezo definitie merken wjj oj) dat lijj do
contractieën van het hart niet als uiting van het dierlijk,
maar van het organisch leven opvat. Eenigzins verder 2)

\') P. Cazcaux, Traité d\'Accouch, O«»» Ed. Revuo ct annotéo par
S. Tarnicr.

\' \') Op pag 409 zegt lijj. >La vio du foetus est purement vege-
tative ou organique, quoique déjà il possède des organes do la

-ocr page 13-

noemt hij het geUede foetale leven, een organisch leven ;
hij wil (laaronder .verstaan hebben, dat hersenen en rugge-
merg niet noodzakelijk zijn voor de vrucht. Maar hun
invloed te ontkennen, is, na de later te behandelen
mededeelingen van Poppel niet meer mogelijk.

Martel \') gaat nog verder: »J\'appelle mort apparente
cet état dans lequel on constate l\'arrêt des manifestations
de la vie animale, ainsi que l\'apnée soit avec affaiblisse-
ment soit quelquefois avec cessation même des batte-
ments du coeur." Deze definitie is niet aan te nemen.
Wimt de toestandeu van schijndood en apnoe staan lijn-
recht tegenover elkander. Verder zou volgens deze definitie
het criterium van leven eu dood wegvallen, men zou een
leven kunnen aannemen met stilsbuul van liet hart ! En
bovendien wanneer men »arrêt des manifestations de la
vie animale" constateert, constateert men den dood vim
liet individu.

Schröder : »Der Ausdruck Asjdiyxie oder Scheintodt,
den man für dio h^olgen des Iwhinderten Cbvsaustjiusches
oder des intrauterinen Athmens gebraucht bezeichnet
olleubar uur die höchsten Grade dieses Zustandes, wenn
das Kind ausser dem Henwclilag kein Lebenszeichen

vio animalo. Ainsi s\'expliquent In vio et lo dévoloppcmcnl des
acéphales^ car li\\ où I\'organo manque, manquent aussi les fonc-
tions; et pourtant ces monstres sont doués d\'irritabilité, ils exercent
des mouvements et leur vio iso maintient intacte jusqu\'au termo
do la grossesse.

Puisque lo cerveau et la moôllo no sont pas niccssaires àTae-
complisscmcnt des fonctions du foetus, on prévoit sans cosse, quo
les lésions dont ils peuvent Ctro lo siègo pendant la grossesso ou
lo travail, no doivent on rien troubler l\'iiarmonio dc ces fonctions
et n\'exercer ancuno influoneo sur la vio intrauterine.

\') J. Martel. Do la mort apparonto chez lo nouveau-nc. 1874.

Karl Schröder. Lehrb. der Ueburtsh. 4«« Aufl. 1874.

-ocr page 14-

wmm

darbietet. Und doch sind die Vorstadien dieses Zustandes,
für die ein allgemein recipirter Ausdruck fehlt, von der
grössten Wichtigheit; ja selbst die ganz leichten Fälle,
in denen das Kind vielleicht nur einen intrauterinen
Athemzug gemacht hat und lebensfrisch geboren wird,
erfordern sorgsame Beachtung von Seiten des Arztes,
da mit der ersten Inspiration differente fremde Körper,
die eine tödtliche Entzünding hervorrufen können, in die
Lunge gedrungen sind. Man bezeichnet deswegen am
besten die sämmtlichen Uebergänge vom lebensfrischen
Kind, bei dem nur Kasselgeräusche die Gegenwart fremder
Körper in den Luftwegen anzeigen, bis zu den höchsten
Graden des Scheintodes als vorzeitige Athmung." Hier-
tegen valt op te merken, hetgeen trouwens deze schrijver
zelf erkent, dat asphyxie zonder vroegtijdige ademhaling
kan ontstaan, en omgekeerd vroegtijdige ademhaling kan
optreden, zonder dat asphyxie teweeg gebracht wordt.

Grenser^) geeft volgende definitie: »Unter Scheintodt
der Neugeborenen, asphyxia neonatorum, versteht man
den Zustjmd, wenn Neugeborene unmittelbar nach ihrem
Austritt aus dem Mutterschoosse keine oder nur sehr
schwache Lebensäusserungen zeigen, während doch noch
LebeiLsthätigkeit in ihnen Ijesteht," Het is duideljjk dat
in deze definitie de geringere graden van a-sphyxie niet
gebracht kunnen worden.

Hohlbegint het hoofdstuk over dit gedeelte met de
opmerking: »Das Kind kann während
seiner Geburt von
ZuflLlleu getroffen werden, die es iu einen Zustjind ver-
setzen, durch welche die Aeusseruugen seines Lebens
nach der Geburt erloschen scheinen. Da nun dieser

\') Nacgele. Lohrb. der Gcburtsh, 8to Aufl. bearbeitet von
Dr. W. L. Grenser 1872.
») Hohl. Lehrb. der Gcburtsh.

-ocr page 15-

Zustand dem Tode nicht nur ähnlich ist, sondern auch
leicht in ihn übergeht, so bezeichnet man ihn als Schein-
todt." Ook hier vinden wij eene definitie welke volkomen
past voor de zwaardere vormen vau asphyxie, maarniet
voor de lichteren.

Poppet): Nach Allem glauhe ich, sollte man unter
dem (^ollectivnamen Scheintodt alle die Zustände eines
neugeborenen lebensfähigen Kindes zusammenfassen,
wo ausser Herzcontractionen entweder keine oder nur
verringerte und seltener sich kundgebende Lebensäusse-
rungen vorhanden sind." Deze definitie geeft volkomen
het uiterlijk beeld der asphyxie. Onder den collectiefnaam
schijndood verstaat hjj de suffocatieve en apoplectische
schijndood, hetgeen niet juist is.

Ten slotto geeft Schnitzeals zijne definitie: iScheintod
des Neugeborenen ist also intrauterin acquirirte lOrstickung
des lebend geborenen Kindes, Erstickung als Process,
der noch unterbrochen werden kann, nicht als tödtlicher
Ausgang aufgefasst." Ofschoon onder schijndood van pas-
geborenen, ook dio suflTocatie-toestjuiden gebracht zouden
kunnen worden, die afhankelijk zijn van foetale ziekten
of van ontwikkelingsgebreken, en wiuir do schijndood
eerst het
tjchoven kind treft, dus extrauterin ontstaat,
sluit hij deze buiten, en beschouwt de asphyxia neona-
tonun slechts als een stikkings-proces. De dood door
verbloeding en door verlamming der zenuwcentra, is
volgens Schnitze ook eene stikking. Eeido toestanden
veroorzaken, door vermindering der prikkelbjuirheid van
de Medulla oblongata en vermindering der hartswerk-
ziuuidieid, stikking.

\') Poppcl. Monatschr. f. Gcburtsb. IJd. 25 Siippl. Ilea.
*) Schultzo. Dor Scheintod Neugeborener.

-ocr page 16-

wmm

De vroeger aangenomen soorten van anaemischen en
apopleetiselien schijndood brengt hij beide terngtotden
éénen vorm: die door stikking.

Slaan wij een blik op de voorafgegane definities dan,
dunkt mij, kan het niet twijfelachtig zijn, die van Schnitze
als de beste te erkennen, en haar tot grondslag te nemen
by onze volgende beschouwingen.

-ocr page 17-

Gedurende de weeën ondergaan do vaten, welke in
den wand van den uterus vorloopon, eone coniproasie,
waardoor do bloedstroom in dit orgaan verlangzaamd
wordt. Door deze verlangzaming wonlt hot bloed in de
sinus minder snel vernieuwd, zoodat hierdoor de gas-
wisseling eone stoornis oudorgmit.

Eene tweede hindernis voor do gas^visseling ontstaat
vorder door do compressie van de insortiophmts der
placenta, tengevolge dor uterus-contractieën. Dc capil-
lairon toch die in de vlokken vorloopon, wolko in de
sinus dringen, ondergaiui eeno verkleining van hun
lumon 1).

Vorder hoort men bij do normale baring geregeld,
dat gedurende do wee eone vorlangzjuuiug dor foetale
harts-contractieën optreo<lt, zoodat ook hierin eeno reden
voor het tot sbrnd komen van eeno grootere voueusiteit
van hot kiiulerlijko bloed moet gezocht worden.

\\V«uirom nu, niottegonstaando dezo ongunstige omstAU-
dighodon tydons do wee, geene ujulooligo gevolgen voor
hot kind geboren wordon, verklaart Schultzo ") op do
volgende wjjze: Iedere contractie van den uterus gwit
gepaard met eeno vormoordordo hartsfroquontio der
moedor, wjuvrdoor het bloed krachtiger in do vaten vau

\') Schwarz. Dio vorzeitigen Athcnibowcgungcn.

5) Schultzo. Scheintod der Neugeb.

-ocr page 18-

wmm

den uterus gedreven wordt, en de sinus aldus eene grootere
hoeveelheid arterieel bloed bevatten, waardoor de veneu-
siteit van het foetale bloed niet dien graad kan bereiken,
dat eene inspiratie ontstaat. Na het ophouden der wee
keert, wanneer deze niet te sterk was en niet snel door
een tweede wordt opgevolgd, de foetale hartsfrequentie
weder tot den norm terug. Deze verlangzaming tracht
hij te verklaren uit eene prikkeling van den Nervus
Vagus door de grootere veneusiteit van het bloed.
Schwarz^) geeft dit slechts toe voor die gevallen, in
welke de vermindering der harts-contracties langer duurt
dan de wee, en de kinderen geboren worden met de
symptomen van te vroegtijdige inspiraties. Of deze ver-
langzaming ontstaat door den invloed van de algemeene
drukking in den uterus op de ganglieën van het hart,
dan wel^ deze drukking reeds voldoende is om door
hersendrukking en vagusprikkeling te werken, laat hij
üi het midden. Uit zijne proeven bleek liem, namelijk,
dat eene geringe hersendrukking reeds voldoende wius om
eene verlangzaming der contractieën van het liart te
veroorzaken. Wanneer men evenwel nagaat dat de harts-
contractieën gedurende de wee langzivmer worden, maar
na dien tijd spoedig tot den norm terugkeeren, dan,
dunkt mij, st^iat niets in den weg om eene lichte prikke-
ling van den Nervus Vagus door liet meer veneuse bloed
aan te nemen. j\\Iogelijk bHjft liet dat eene compressie
deze verlangzaming ook kan veroor/aken, dmir de naden
bij de vrucht niet gesloten zjjn, en de beenderen dus tot
elkander kunnen gebracht worden.

Is het kind geboren dan houdt ook de gaswisseling
tusschen moeder en vrucht op, of de placenta van den

\') Schwarz. Arch. f. Gyn. Bd. I. llautrcizo und Hirndruck.

-ocr page 19-

wmm

uteruswnnd verwijderd is of niet. In het eerste geval
is het duidelijk; in het tweede geval ontstaat, zelfs
wanneer de placenta nog geheel samenhangt met den
uterus, de onmogelijkheid eener gaswsseling door de
sterke contractie van dit orgaan, en de daardoor veroor-
zaakte compressie der vaten in de vlokken.

Kort na de geboorte maakt het kind eene uispiratie,
welke spoedig gevolgd wordt door schreeuwen en be-
Avegen der extremiteiten.

De oorzaken voor deze eerste inspiratie worden ver-
schillend opgegeven. Door sommigen wordt beweerd dat
alleen de circulatiestoornis in de placenta diuirtoe aan-
leiding geeft, terAvijl anderen nevens deze ook lum de
koudere atmospherische lucht, en juin de verdamjiing
van het vnichtwater, waardoor een intensieve huidprikkel
zou ontstaan, eene rol toekennen. Verder maakt Schultzo
er opmerkzaam op, dat men bij het juudeggon, sluiten
vun of extruheeren met de forceps, somtjjds bewegingen
vun het kinderlijke hoofd waarneemt, welke eene onmis-
kenbare overeenkomst hebben met strekbewegingen, dio
eene diepe inspirntie plegen to begeleiden. Schwurz dio
geen invloed van huidprikkels mvnneemt, steunt zich op
zijne proeven met jonge konijnen, welke bü upnoeisch
maakte en uan verschillende huidprikkels onderwierp.
Deze veroorziuikten nooit eene inspiratie.

Naar mijne meening verwerpt Schwarz den invloed
van huidprikkels ten onrechte, hnmers, hoo dikwijls zien
wij uiet dat asjdiyctisch geborenen in een koud biul ge-
dompeld, korten tjjd daarna tot hot leven worden terug-
gebnicht.

In liet laatste gedeelte van het uitdrijvingstijdperk kan
het gebeuren dat de frequentie der hurtscontructieën in
de weeënpunzo niet meer tot den norm terugkeert, door-

-ocr page 20-

wmm

dat de uterus te sterk gecontraheerd hlijft. Het moederlijk
bloed kan dus niet gemakkelijk naar de sinus stroomen;
en het foetale bloed wordt nu hoe langer hoe veneuser.
Het gevolg hiervan zou eene inspiratie in de geboorte-
wegen zijn, wanneer het kind niet, zooals gewoonlijk,
snel werd uitgedreven. Zóó is het verklaarbaar, dat
somtijds kinderen geboren worden, die een weinig langer
dan normaal zonder beweging of respiratie blijven. Deze
kinderen bevinden zich in een lichten graad van asphyxie.
Anderen beschouwen dezen toestand niet als asphyxie,
maar als apnoe, naar mijne meening ten onrechte. Onder
apnoe verstaat men immers dien toestand waarbij niet
geademd wordt, omdat het bloed rijk aan zuurstof is,
ter\\vijl asphyxie juist het tegenovergestelde is.

Zijn de weeën nu om de een of andere reden bjjzonder
krachtig, dan moet een noodzakelijk gevolg hiervan eeno
sterkere veneusiteit van het foetale bloed zijn. Hetadem-
halings-centrum kan hierdoor gejinkkeld worden, en aldus
eene inspiratie ontstaan. Daar het kind zich evenwel niet in
een medium bevindt, dat zuurstof bevat,; neemt de prik-
kelbaarheid van de medulla oblongata af. Ten gevolge
van het uitzetten der longen bij deze intrauterine insj)!-
ratie, wordt, zooals wij later zullen zien, de i)laeentair-
circulatie verzwakt, hetgeen een nieuw moment is voor
de verminderde prikkelbaarheid van het verlengde merg.
Het kind wordt dus asphyctisch en\' kan, zoo het niet
spoedig uitgedreven of geextrahecrd wordt, te grondo gjuin.

Somtijds gebeurt het evenwel dat kinderen met onmis-
kenbare symptomen van vroegtijdige mlemhaling geboren
worden, zonder jvsphyctisch te zijn.

Schultze\'sverklaring hiervan luidt aldus: De\'ver-

\') Virchow\'s Arch. Dd. 37. Zur Kcuatnies von der Einwirkung
des Gcburtsactcs u. s. vr.

-ocr page 21-

wmm

mindering der placentair-circulatie bij eene inspiratie van
liet kind, veroorzivakt eene afneming van de zuurstof,
waardoor de prikkelbaarheid van het zenuwstelsel afneemt
eu de respiratie ophoudt. Houdt de respiratie op, dau
zal de placentair-circulatie iu kracht toenemen, zoodat
weder eene grootere hoeveelheid zuurstofryk bloed iu de
hersenen van het kind kan circuleeren. De prikkelbaar-
heid van het zenuwstelsel wordt nu zóó hersteld, dat\'ua
de geboorte eeue extrauterine inspiratie mogelijk is.

Omgekeerd is eene intrauterine asphyxie zonder vroeg-
tijdige inspiratie mogelijk. Zooals ik vroeger uiteengezet
heb veroorzaakt elke wee eeüe grootere veneusiteit van
het foetale bloed, welke iu de weeënpauzo weder afneemt.
Bij snel op elkander volgende weeën, zal, zooals duide-
lijk is, het foetale bloed hoe langer hoe veneuser worden.
De prikkelbiuirheid van het ademhalings centrum noemt
hierdoor laugziuuorhmul af, eu zoo kan hot kind asphyc-
ti.sch worden zonder eeno intrauterine inspiratie gemajikt
te hebben.

Schwarz\') die ook dergelijke gevallen heeft waarge-
nomen geeft eeue «uulere verklaring. Dat een iutriui-
teriiic inspiratie zonder asphyxie kan oi)tredou geeft hjj
toe, het omgekeerde echter niet. In dezo hmtsto geval-
len zou men, volgons hom, moeten donken aau eeno
sluiting dor resj)iratio-openingon, of aan een indringen
van ccno kleine hoeveelheid vruchtwater, welko zich ge-
lijknnitig iu de longen verdoold zou hebbeu, zoodat bjj
do intrcdoiulo extnuitorino rospimtio geene rocholondo
geluiden gehoord worden. Vindt men bjj do swtio gc»ouo
peripherischo ccchymoson in do borstorganon, noch
vloeistoffen in do luchtwegen, dan houdt hy het bjj dezo

\') Schwarz, Arch. f. Gynaok. 13d. 1.

-ocr page 22-

wmm

zeldzame gevallen ook niet voor noodzakelijk dat een
stikkingsdood zonder voorafgegane inspiratie ontstaan is.
»Möglicher Weise," zegt hij i), »bheben die vorzeitigen
Inspirationen wenn nicht an sich zu schwach, doch des-
halb ohne die gewöhnlichen Folgen, weil es dem Thorax
an der nöthigen Ventilationsfahigkeit fehlte; auch kön-
nen denkbarer Weise die Gefdsse der Br-ustorgane eine
ausnahmsweise Resistenz l^sessen haben, sodass es bei
den verfrühten Athemversuchen wohl zu Stärkerer Fül-
lung, aber nicht zu Berstungen kam." Deze laatste ver-
klaring komt mij zeer gezocht voor; want waaraan moet
men het ontbreken van de noodige »Ventilationsfilhigkeit"
van den thorax toeschrijven, en moest dan niet door den
negatieven druk in den thorax bij de eerste inspiratie
vruchtwater, slijm of dergelijken ingezogen worden? Is
het verder niet eenigszins willekeurig eene meerdere
resistentie der vaten aan te nemen? Op deze vragen
geeft Sclnvarz geen antwoord.

Een laatste oor/aak van Asphyxie kan in herseudruk
gelegen zijn. Schwarz^) be.streed vroeger deze meening:
,hij ontkende den invloed der hersenen van de vrucht
tijdens het intrauterine leven, daar toch de ondervinding
leerde dat bij Hydrocephalie en Ilydrorrhachis de cerebro-
spinale organen vernietigd kimnen zijn, ja, zelfs l)ij
perforatie een goed ontwikkeld en Ipvend kind ter wereld
kwam. Hij verloor dmvrbij uit het oog, lietgeen Cazeaux
nog doet, dat het centnun vau de hartswerking in de
hersenen gelegen is. Het oj)treden van asjibyxie bij
beleediging vau den schedel, trachtte hjj eveneens uit
circulatiestoornis.sen tc verklaren.

\')*Arch. f. Gynaok. Bd. I. pff. 874.

\') Dr. II. Schwarz. Die vorzeitigen Athembeweg.

-ocr page 23-

wmm

Toen Poppel eeliter optrad met zijne eectieverslageu
en experimenten was Schwarz gedwongen toe te geven.
Poppel vond namelijk bij een aantal asphyctisch geboren
kinderen, veranderingen in schedel of schedelinhoud,
maar — trachea en bronchi ledig.

Om nu den invloed van hersendrukking op de respi-
ratie na te gaim nam hij volgende proeven. Bij jonge
konijnen werd een opening gemaakt in een os parietale,
de dura mater voorzichtig doorgestooten en dan met
meerdere of mindere kracht bloed of water in dearach-
noideaal zak ingesjioten. Hij observeerde dat eeno plotse-
linge intensieve drukkiug de ademhaliiigsfrequentie snel
deed toenemen, maar spoedig volgde de dood. Spoot hij
echter de vloeistof langzaam in, dan verminderden de
adendmlings-bewegingen om na eenigen tjjd weder tot
den norm terug to keeren

Laitere experimenten van Schwarz hebben dit beve.stigil,
en tevens nam hij daarbij waar dat ook do hartsbewegingen
door hersendrukking in aanhd afnamen. ^ Nooit evenwel
zag hij hierbij inspiratie optreden.

Labs heeft eindelijk, eeno theorie gegeven voor het
onLstaiui van do eersto inspiratie welke geheel afwijkt
van de vroeger beschrovene. Volgeiu? hem zou dio eerste
inspiratie ontstaan door eeno plotselinge of sterke nit-
persing van de bloedbanen der placenta, door de navel-
vaten naar hot hart van het kind.

Bij eeno nonnale geboorte bestaat er, najir zijne meening,
geene mogelijkheid dat de placenta gedurende eene weo
uitgeperst wordt voor dat het hoofd doorgesne(Uui is,
tenzij wanneer do insertieplaata der j)laccnta verkleind

\') 1\'oppol. Monatsschr. f. (Jeburlsli. Bil. 25. Suppl. Hofl. Uebor
don Scheintod Neugeborener.

-ocr page 24-

wmm

wordt. Nu zou echter de insertieplaats der placenta vau
groote en talrijke openingen voorzien zijn, en de som
der contractiele vezelen aanzienlijk verminderd. Het
resultaat hiervan is dat gedurende de wee het eerst eene
rekking van deze plaats optreeden zou. Dit komt echter
in werkelijkheid niet voor of misschien hij uiterst krachtige
weeën. Verhinderd wordt dit door de verbindLug van
deze plaats met de placenta, verder door eene sterkere
kromming van de insertieplaats der placenta, Avaardoor
deze evenwicht kan houden met eenen grooteren druk
van den inhoud. Eene noemenswaardige verkleining van
de insertieplaats der placenta heeft dus niet plaats, ten
min.ste niet tot aan het gevolgde doorsnijden van het
hoofd. Maar snijdt het hoofd met zijnen grootsten omtrek
door, dan neemt de algemeene druk op den inhoud
(allgemeine Inhaltsdruck) in den regel plotseling af. Hier-
door kan zich de insertieplaats der phicenta contraheeren,
en eene compressie van de placenta optreden.

Om de apnoe te verklaren van kinderen die in intacte
vliezen geboren worden, moet men er op letten, dat de
algemeene druk op den inhoud eene éénzijdige uitpershig
vau het bloed der placenta naar liet foetale hart ver-
hindert. Al zijn hier de weeën zeer krachtig, het hoofd
in verhouding tot het overige lichaam nog zoo omvangrijk,
dan zal toch geene nitpersing van de jdacenbi kunnen
plaats hebben, daar allo deelen zich onder dezelfde druk-
king bevinden. Dat kinderen die door Sectio caesarea
geboren worden, somtijds apiuxiisch zijn, meent hjj te
moeten toeschrijven aan de onmogelijkheid dat do jdacentn
kan uitgeperst worden, door de snel opvolgende onder-
binding van den navelstreng.

* Eindelijk laat Lahs eenige proeven met apnoeisch ge-
maakte honden volgen, welke hij zwakke keukenzout-

-ocr page 25-

wmm

oplossingen in de Vena jugularis inspoot. De apnoe duurde
altijd korter

Uit het aangehaalde van Lahs is het my niet duidelyk
geworden, op welke wijze de eerste inspiratie door de
uitpersing van het placentairbloed naar het foetale hart
ontstaan zou. Evenmin is mij duidelijk geworden hoe
deze compressie tot stand kan komen. Wy zien immers
niet zelden dat, bij normaal verloopende partus, de pla-
centa onmiddelijk na het kind- wordt uitgedreven.

\') Lahs. Zur Frage nach der Ursache des ersten Athomzuges
des Neugeborenen. Arch. f. üynaek. Bd. 4. pg. 311.

-ocr page 26-

Ten einde de groote veranderingen, welke door de
eerste inspiratie in de circulatie van het kind ontstaan,
goed te begrijpen, is het noodig een bhk te slaan op de
foetale bloedsomloop.

Het bloed, dat uit de Arteria umbilicalis in de pla-
centa stroomt, en daar geoxydeerd wordt, komt door de
Vena umbilicalis naar de lever, in welk orgaan een ge-
deelte indringt, terwijl een ander deel door den Ductus
Venosus Arantii onmiddelijk in do Vena Cava inferior
overgaat.

Het bloed, dat de circulatie door do lever heefb vol-
bracht, stort zich door do Venae hepaticao in do Vena
Cava inferior, en beide hoeveelheden stroomen naiir hot
rechter atrium, wjuir het, uit do bovensto oxtremiteiton
en het hoofd komende, bloed zich er bij voegt. Eon go-
deelte hiervan stroomt door het Foramen ovalo in het
linker atrium, terwijl een ander kleiner deol door den
rechter ventrikel ui de Arteria pnlmonalis ovorgiuit,
waaruit zich een gedeelte door don Ductus Botalli in do
Aorhi uitstort.

Het bloed dat uit het rechter atrium in het linker
stroomt, ontmoet hier die hoeveelheid welko uit do lon-
gen, door do Venao pulmonales, wordt aangevoerd en
• beido komen dan door den linker ventrikel in do Aorta.

De Aorta wordt dus op drio verschillendo wyzcn

-ocr page 27-

19 •

van bloed voorzien, en het rechter hart heeft in het
foetale leven het grootste aandeel in de voortbeweging
van het bloed, dus ook van de placentair-circulatie.

Treedt nu de eerste inspiratie op, dan stroomt het
bloed, door het ontstaan der negatieve druk in den
thorax in grootere hoeveelheid daarin. De geheele hoe-
veelheid welke zich in het rechter atrium bevindt, gaat
thans door den rechter ventrikel in de Arteria pulmo-
nalis, zoodat door den Ductus Botalli geen bloed meer
in de Aorta gestort wordt, en zijn lumen oblitereert.
De drukking in de Aorbi neemt daardoor af; het bloed
stroomt langzjimer door de placenta, en eindelyk houdt
deze strooming geheel oj). Hiermede is dus do intrau-
terine circulatie van het kind geëindigd, on de extra-
uterine opgetreden.

-ocr page 28-

SaSBB

De toestanden, welke aanleiding kunnen geven tot
het optreden van asphyxie, willen wij thans nader be-
schouwen.

Een der meest gewone oorzaken is:
Het uitzakken van den navelstreng. Hierbij ontstaat
de nadeelige invloed voor het kind \'door de drukking
van den zich contraheereuden uterus, waardoor het lumen
der vaten vap den funiculus vernauwd of gesloten wordt.
Miuir ook door het indalen van het hoofd in het kleine
bekken kan de navelstreng aan eene compressie blootge-
steld worden tu.sschen dit deel en de beenige bekken-
wand. De gevolgen hiervan zijn dus belemmerde circu-
\'latie. Geschiedt dit plotseling, dan treden, zoo ak w|j
reeds gezien hebbeu, inspiratie-bewegingen op.

Velerlei omstjiudigheden geven jwnleiding tot het op-
treden van prolapsus funiculi. Onder deze staan bekken-
vernauwingen boven mui. Het is duidelijk dat wanneer
bij eene zoodanige anomalie het hoofd niet in den bek-
ken-ingang gefixeerd wordt, tenvijl hot ostium uteri ex-
ternum et internum zich ver^vijdt, on de vliezen zjjn
gebroken, eene ruimte ontstaat, door welke de navel-
streng gemakkelijk kan uitvallen.

Hetzelfde kan phmts hebben bij tweelingen, wjumeer de
vliezen gebroken zjjn eu het eeno kind het andere ver-
hindert eene goede plaatsing vau hot hoofd iu to nomen.

I !

-ocr page 29-

wmm

Stroomt verder bij eene groote boeveelheid vruchtwa-
ter, dit plotsehng af, dan ziet men in vele gevallen een
uitdrijven van eene grootere of kleinere lis van den
navelstreng.

Ook te vroegtijdig afvloeien van het vruchtwater heeft,
zooals Naegele.\') terecht opmerkt, hetzelfde gevolg.

Volgens dezen schrijver zou ook eene lage insertie-
plaats der placenta, met gelijktijdige insertio lateralis
van den navelstreng eene oorzaak voor prolapsus kunnen
worden. Dit is duidelijk, vooral wamieer do imvtlstreng
niet om de een of andere extremiteit is ge.slagen, of
door omstrengeling verhinderd wordt uit te vallen.

Op verschillende wijzen heeft men getracht dezo ge-
vaarlijke anomaho op te heffen. Hiertoe behooren manu-
eele en instrumenteele repositie, versie en extractie.

De manueelo repositie verdient verreweg de voorkeur
boven do instrumenteelo, omdat men bjj de eerste, de
fnniculus met meerdere verschooning kan terugbrengen.

Is eene kleine lis uitgezakt, dan brengt men deze,
nadat de vrouw in chloroform-narcosu is gebracht, voor-
zichtig op duim en wijsvinger over den uterusrand in
do holte en legt luuir op do een of andere extremiteit,
miuvr zóó dat zj) niet weder uitvalt.

Is de lis daarentegen grooter dan brengt men dezo
op do drio middelvingers weder terug. Dit is evenwol
niot altijd gemakkelijk, diuir het dikAvjjls gebeurt, dat
wanneer men eone lis heeft ingebnvcht, er op eeno andere
I)limts op nieuw een prolap.sus ontstiuit, zoodat men dan
tot de extnictie vau het kind moet overgaan.

Bij het reponeeren moet men steeds met zachtheid to
werk gaan, opdat niet door een plotseling afsnijden viui

\') Nnogclc, Lchrl). der Geb. boarb. von (Jrenser.

-ocr page 30-

wmm

den bloedstoevoer eene inspiratie plaats grijpt, zooals
proeven met dieren veelvuldig hebben bewezen. Daarom
is de raad van Fritsch\') te verwerpen wanneer hij zegt:
»Hierbei darf man sich nicht scheuen Kraft an zuwen-
den, sondern halte als Princip fest, dass es besser ist
die Nabelschnur schnell, wenn auch gewaltsam in den
Uterus zu bringen, als langsam, und schonend."

Gelukt de manueele repositie niet, dan zoude men
tot de instrumenteele kunnen overgaan, maar het is dan
zeer twijfelachtig of men tot zijn doel zal geraken. Wil
men het evenwel beproeven, dan is ook hier voorzich-
tigheid noodzakehjk, daar men den uitgevallen navel-
streng steeds in eene lus moet leggen, en in den uterus
brengen. Mislukt ook deze repositie dan ga men over
hetzij tot de extractie forcipalis, hetzij tot do versie met
daarop volgende extractie.

Om den uitgezakten navelstreng te beschermen tegen
druk van den ondersten uterusrand, raadt Simpson aan,
twee vingers zoodanig in te voeren, dat hij tusschen
beide komt te leggen.

Zeldzamer dan bij prolapsus ontstaan nmleeh\'ge ge-
volgen door het voorliggen van den navelstreng. Meestal
geschiedt dit wanneer het hoofd in liet kleine bekken
dajdt, en de navelstreng niet uitwijkt. In deze gevallen
zal eene snelle extractie alleen liet kind kunnen redden.

Diagnosticeert men deze anomalie bjj nog stiUinde
vliezen, dan tracht« men door eeue gaschikte ligging der
vrouw deze op te heffen.

Omstrengelingen vau den navelstreng geven zeer dik-

\') Fritsch Klinih der alltägl. geburth. Opérât. 1875.
\') Simpson. Clinique obstet, et Gyn. Trad. pt ann. par G.
Cbantreuil.

-ocr page 31-

wmm

wijls aanleiding tot asphjrxie. Om Avelk gedeelte van het
kinderhjk lichaam dit plaats heeft, altijd is deze compli-
catie gevaarlijk, daar zij slechts bij uitzondering kan
gediagnosticeerd worden\'). Het meest komen deze om-
strengelingen voor om den hals, wat vooral bij aange-
zichtsliggingen wanneer de kin zich onder den arcus pu-
bis vastzet hoogst gevaarlijk kan worden, wanneer het
kind niet spoedig uitgedreven wordt. Älaar ook wan-
neer do navelstreng, na het afvloeien van het vruchtAvater,
eeno compressie ondergaat door den vast om de vrucht
zich sluitenden uterus, of tijdens do contracties, kan het
leven van het kind bedreigd worden.

Een te korto navelstreng kiui aanleiding geven tot
asphyxio. Men maakt hierbjj het onderscheid tusschen
absolute en occidenteelo te kortheid. Bjj do accidentcelo
is de normjuil lange navelstreng door omstrengeling to
kort geworden; bij do absohito Ls do lengte van den
funiculus geringer dan normmil, somt[jds tot 10 Cm. en

\') Somtijds hoort men bji do omstrengeling het zoogonaamdo
»navolstrong-geniiseh". Frankenhauaer vermeld dat in drio vierde
zjiner gevallen, waarby dit werd waargenomen, omstrengoling,
viermaal ware knoopcn, en tweemaal knoopon met omstrengeling
geconstateerd werden. Ilct optreden van dit goruisch wordt ver-
klaard door eeno lichto drukking op don navelstreng. Somtyda
evenwel komt het niet voor, niettegenstaande omstrengeling voor-
handen is, dit zou dan daaraan moeten worden toogoschreven,
dut dezo niet zoo vast is, dat daardoor eono drukking op den
navelstreng ontstaat. — Ook zonder dat omstrengoling voorhan-
den is, wordt hot goruisch somtijds gehoord, en moot uit nvoneens
uit eeuo lichto drukking worden verklaard. Do moerdere of min-
dere hoeveelheid Whartonscho gelei schijnt daarop eenigen in-
vloed to hebben.

Do waordo van hot geruisch bestaat nu daarin, dat hot ons
opmerkzaam moet maken op een druk van den navelstreng, wolko
onder omstandigheden gevaarlijk kau worden voor het kind.

-ocr page 32-

wmm

=

minder afgenomen. In enkele geyallen zelfs is het kind
bijna onmiddelijk met de placenta verbonden.

De symptomen van deze anomalie zouden zijn: terug-
wijken van het hoofd tijdens de weeënpauze, circum-
scripte pijnen in den buik van de moeder en afvloeien
van bloed. Deze symptomen hebben niets karakteristieks
voor dezen toestand en kunnen bij elke normale verlos-
sing worden waargenomen. Het terugwijken van het
hoofd is een gewoon verschijnsel; het afvloeien van
bloed wordt verklaard door lichte scheurtjes vau den
ondersten rand van den uterus, eu door partieelo losla-
ting van de placenta, de pijn door de contracties van
den uterus.

Alleen het voelen van eenen strak gespannen navel-
streng kan tot eene juiste diagnose leiden.

Ontstaat nu bij de baring eeue rekking der placenta,
terwijl hare insertieplaats door de weeën wordt verkleind
dau kunnen de gevolgen diuirvau nadeelig worden voor
het kind. Door de rekking van den funiculus wordt
.eeue verkleining vau het lumen der dmiriu verloopendo
vaten to weeg gebracht, waardoor de gaiswisseling zoor
gestoord kan wordon. Laat do placeuta vroegtijdig los dau
uemen de nadeelige gevolgen toe, zooalswij later zullen zien.

Volgons Scanzoni maakt Hoeker .opmerkzaam op oen
ander gev«mr bij omstrengeling van den navelstreng.
Bezit dezo namelijk eone geringe hoeveelheid Wharton-
Bcho geloi, en ondtirgjuit hot naar don navel vcrlooj)ondü
gedeelte eeno ongewone spanning, dau kunnen dauvruit
doodeljjko circulaticstoornissen voor hot kind ontstuan.

Men vindt bij eenige schrijvers opgogoven, dat bjj om-
strengeling om den hals circulaticstoornissen kunnen
optreden, ten gevolge van de drukking op do halsvaton.
Dit is niet juist, daar het lumen dor navelvatou eerder

-ocr page 33-

wmm

gecomprimeerd en gesloten zal worden, voor dat zij een
zoo nadeeligen invloed op de halsvaten van liet kind
kunnen uitoefenen.

Eene verscheuring van deu te korten navelstreng komt
zelden voor, eerder zal de placenta loslaten, wanneer
geene sterke adhaesies met den uteruswand aanwezig zijn.

Daar deze anomalie slechts zelden kunnen gediagno.s-
ticeerd worden, kan er van eeno therapie nauwelijks
sprake zijn. Is de navelstreng gedeeltelijk geboren, dan
moet men hem doorknippen, comprimeeren of onder-
binden en het kind snel extraheeren.

Ware knoopen kunnen dan gevaarlijk worden voor het
kind, wanneer zij dichtgetrokken zijn, en zoo eene hinder-
nis veroorüiken voor den doorgang van hot bloed. Het
is echter onmogelijk deze gevallen met juistheid to dia-
gnosticeeren.

Een even zeldzjmm geval is ruptuur van den navel-
streng, cn diuvrmede gepiuird gaande verbloeding van do
vrucht. Zij komt het meest voor bij insertio velamen-
tosa. Breken do vliezen en wordt gelijktijdig een groot
vat ge.scheurd, dau kan de bloeding een dreigenden
graad bereiken, waardoor het leven van het kind in
groot gevaar goriuikt. Ook bjj partus praocipitatus of
bjj heimelijke bevallingen, kan het kind op den grond
vallen en do navelstreng verscheurd worden, zoo niet
do phicenta met het kind wordt uitge<lreven.

Heeft het bloe<lve<\'lies langzaam i)huit8 dan kan het
kind door toenemende veriuindoring van de prikkelbmir-
heid der medulla oblongatji »isidiyctisch to grondo gaan.

Drukt hot kind bij insertio velanientosa op do in do
vliezen verloopende vaten, dan kan volgens Scanzoni
oveneeiLs eeno hindernis voor do circulatie ontstjuin.

Vroegtijdig loslaten van do normmvl gezetelde plancenUi.

-ocr page 34-

wmm

De centrale loslating kan asphyxie veroorzaken, door dat
een groot gedeelte aan de gaswisseling wordt onttrokken.

Een te vroegtydige partieele loslating kan veroorzaakt
worden door plotselinge contractie von den uterus zoo-
als dit bij ruptuur niet zelden kan worden waargenomen.
Verder kan dit plaats hebben bij de geboorte van twee-
lingen wanneer daarbij het eerste kind is uitgedreven.
Hierdoor kan eveneens eene verkleining van den uterus
ontstaan.

Placenta praevia. De asphyxie bij deze anomalie wordt
door sommige toegeschreven aan de anaemie welke in
het moederlijke lichaam, ten gevolge van het bloedverlies
ontstaat, en die zich dan ook in den uterus zou doen
gevoelen. Anderen beweeren dat het kind asphyctisch
wordt, wanneer het nog niet losgelaten gedeelte der
placenta ontoereikend is voor de respimtie. Bovendien
zou volgens Scanzoni de oorzaak hiervan moeten gezocht
worden in het dikwijls voorkomen van weeën-anomalien
en afwijkingen van de normale ligging van het kind.

Wordt bij den partus, de placenta vóór het kind uit-
gedreven, dan is het duidelijk dat het reeds hierdoor
asphyctisch kan worden, en dat eene snelle geboorte
alleen in staat is het to redden.

Hetzelfde geldt van do methode van Simpson, die de
placenta somtijds vóór het kind ver^vijderdt. Tot deze
methode is hy gekomen, door do wjmrneming dat zeer
dilovyls de bloeding ophield, wanneer de placenta door
de natuur was uitgedreveu.

Ook weeën-auomalieën kunnen eenen geviuirlyken in-
vloed uitoefenen op het leven vau het kind. Hierbij moet
men onderscheid maken tussclien tc sterke en to zwakke
weeën.

Do to sterke weeën veroorzaken, door de sterke con-

w

I

I ^

I ■

-ocr page 35-

wmm

tractie van den uternswand, eene circulatiestoornis, -waar-
mede dikwerf eene partieele loslating van de placenta
gepaard kan gaan. Voor primiparen is dit gevaar grooter
dan voor multiparen, daar bare geboortewegen nog niet
dien graad van rekbaarheid verkregen hebben, als de
laatste.

Ook wat de bekkens aangaat is hierin onderscheid te
maken; bij normale bekkens en normaio geboorte wegen,
bereiken de weeën nooit dien graad als bij vernauwde
bekkens, daar de kracht der weeën toeneemt, naarmate
de weerstand grooter wordt.

Bij do hoogste graden van sterko weeën, waar de
uterus gedurende de pauze zich niet meer uitzet, maar
gecontraheerd blijft, bij den tetanus uteri, bereikt het go-
vaar zijn toppunt. Hier houdt de circulatie in de uterus-
vaten geheel op, cn do placenta kan zelfs geheel van den
uteniswand verwjjderd worden. Hierbij kan, als een ver-
der gevaar, compressie van den navelstreng optreden.

To zwakke weeën veroorzaken door den langen duur
der geboorte gevaar. Do givswisseling tusschen moe-
der en kind kan hier zeer Ijjden, door do stoornis der
circulatie in den uterus. Verder kan eveneens, door het
nauw luuisluiten van de baarmoeder om do vrucht,
eeno compressio uitgeoefend worden op den navelstreng.
Wecën-anonniliën kunnen door verschillende oorzaken
to weeg gebracht worden, waarom men zich in do gegeveno
gevallen naar do vereischte indicaties zal moeten richten.
De gemakkelijkst weg te nemen oorzjiken zjjn: te sterke
vulling van de blaas, en de opvulling van het rectum
met faeces. Een van dc treurigste oorzaken is carcinoma
uteri, dat ook »uxnleiding kan geven tot eenen doodelijken
afloop voor het kind, door do hierbij optredondo zware
metrorrhagieën.

-ocr page 36-

wmm

Het vernauwde bekken is eene zeer veelvuldige oorzaak
voor het optreden van asphyxie. Want om het voor-
liggende hoofd door de vernauwde plaats te drijven, zyn
krachtige weeen noodig, die, zooals wij gezien hebben,
een zeer nadeeligen invloed kunnen hebben op de gas-
wisseling tusschen moeder en kind, vooral bij langen
duur der geboorte. Verder kan de schedel aan eeue
aanzienlijke compressie worden blootgesteld, welke haren
invloed op de hersenen zal doen gelden en bloeduitstor-
tingen kan veroorzaken. Verschuivingen der schedelbeen-
deren over en onder elkander, met verscheuring der daar-
onder gelegen sinus ziet men somtijds hierbij optreden.

Ook bij aangezichtsliggingen, zelfs zonder verdere com-
plicatie, spelen de krachtige weeëu eene groote rol, ter-
wijl bovendien de duur der geboorte hierbij langer is
dan bij normale ligging. Niet zelden gaat hiermede een
prolapsus funiculi gepajird, zoodat hier reeds genoeg
gegevens zijn ter verklaring der asphyxie. Of de rekking
der halsvaten, zooals .Toulin wil, wanneer de kin zich
vastzet onder den arcus pubis, aanleiding geeft tot gevaar,
mag betwyfeld worden. Deze rekking is toch niet zoo
aanzienlijk, dat de tameljjk diep gelegene deelen daardoor
getroffen zouden worden.

Bij billiggingen outstjuit het gevaar voornamelijk bij
de uitdrijving van het hoofd, waardoor de uterus zich
sterk moet contraheeren, dus aanleiding kan geven tot
losmaking der placenta, met alle hare gevolgen. Ook
hierbij neemt men niet zelden prolapsus funiculi waar,
en de daardoor tewecggebraclite 8toomi8.<?en.

Een andere oorzaak van asphyxie kan ontstaan ten ge-
volge van het scheuren der vliezen in een hooger gele-
gen gedeelte van den uterus, wjuirdoor het vnichtwater
langzaam afloopt, cn de uterus zich even langzaam cou-

-ocr page 37-

wmm

traheert. De gevolgen hiervan zijn duidelijk. Doch ook
het snelle afloopen van het vruchtwater, wanneer dit in
groote hoeveelheid aanwezig is, bedreigt het leven van
het kind. De daardoor veroorzaakte snelle contractie
van den uterus, verklaart dit gevaar volkomen.

Dat eclampsia parturientium aanleiding kan geven tot
asphyxie, is algemeen erkend. Doch de verklaring hiervan
loopt uiteen. Zoo meent Lange dat het kind niet alleen
door het optreden vau spastische contracties van deji
uterus die door aanhoudende compressie van de placenta,
en mogelijkerwijze gok vau den navelstreng, de foetalo
circulatie zou kunnen doen ophouden, maar ook, bij
normaal blyvendo weeen-werkzaamheid in gevaar wordt
gebracht door het vergiftigd zijn van het moederljjko
bloed, ^bideren zoeken het gevaar voor het kind in de
koolzuur-intoxicatie, daar, door de ophooping van het
moederlijke bloed hiermede, de foetalo respiratie aan-
merkelijk moet lijden. Volgens Cazeaux kan het kind
in utero door eonvulsies aangetast worden. Scairzoni
zoekt de oor/aak van het gevaar voor het kind in com-
pressie van den navelstreng en vau het kind zelve

\') Lange. Ijohrh. dor Qcburtsh. 18C8.

Cnzcaux. Trnitó d\'Aco. pg. 83-1. Iiy vcrliaalt hierbij het vol-
gendo geval: J\'ai vu uiio femme primipare trcs-infiltrco, et chez
la<iuollo l\'ontièro dilatation du col ot do vivos contractions cxpul-
sivcs devaient malgré un loger retrccisscmont du baaaiii (0,085),
faire espérer une prompte délivrance, ôtro prise tout k coup d\'un
premier accès éclampticjue. .Tnppliquai immédiatement le forcops,
ot l\'enfant, dont le coeur battait encore quehpios instants avant
fut extrait sans diflicultó. Il était mort, et les membres supérieurs
ot inférieurs, mais surtout du côté droit, étaient violemment con-
tractures. Les muscles biaceps otTraieut une dureté excesaivo.

\') Scanzoni. Ud. 2. pg. 889 cu 391.

-ocr page 38-

wmm

Verder zegt hij, dat waimeer de aanvallen in het ont-
sluitingstijdperk optreden, de geboorte eene aanzienlijke
verlangzaming ondergaat, tengevolge van de, in de ge-
noemde periode, dan zelden afwezige weeënzwakte. Vol-
gens Hohl wordt het gevaar door de hevigheid der
aanvallen veroorzaakt, welke toeneemt, wanneer de uterus
zelve door de krampen wordt aangetast. Zijn de vliezen
gebroken en contraheert zich de uterus zoodat de uit-
drijving van het kind verlangzaamd wordt, dan geraakt
dit in groot gevaar.

Moge al in die gevallen, waar de eclampsie gepaard
gaat met albuminurie, er aan eene uraemische intoxi-
catie, of volgens anderen aan eene vergiftiging van het
bloed met\'koolzure ammonia gedacht worden, hiermede
is echter geene verklaring gegeven van die gevallen
van eclampsie, waarbij do albuminurie ontbreekt. In die
gevallen acht ik het waarschijnlijk, dat do intoxicatie
met koolzuur, tengevolge der tonische krampen, het go-
vaar voor het kind doet ontstaan.

Bij den dood der moeder werken hoofdzakelijk twee
oorzaken mede tot het optreden vau asphyxio van het
kind. Deze oorzaken zijn: het ophouden van den bloeds-
toevoer en de voortgaande productie van koolzuur in het
lichaam van het kind zelve.

Eene laatste oorzaak van asphyxio zij hier nog ver-
meld. Volgens Schultzönamelijk veroorzaken huid-
prikkels, terwjl het kind zich nog in do geboortewegeu
bevindt, eene inspiratie. Deze kunnen bestaan in aanraking
met instrumenten en ook met de hand. Hy vermeldt toch,
zooals wy vroeger zagen, dat het niet zelden voorkomt,

\') Hohl. pg. 221.

*} Scbultzo Scheintod. Neugeb. pg. lOG.

-ocr page 39-

(lat men bij bet aanleggen van de forceps, bewegingen
van het hoofd waarneemt, welke eene onmiskenbare
overeenkomst hebben met de strekbewegingen bij eene
diepe inspiratie. Üit eene waarneming van Kristeller
blijkt dit ten volle. Telkenmale wanneer deze, in het
aangehaalde geval, de forceps beproefde te sluiten, werd
schreeuwen van het kind gehoord.

-ocr page 40-

Wil men een ondersclieid maken tusschen de ver-
schillende graden van asphyxie, dan is het uit een prac-
tisch oogpunt eene eerste voorwaarde, dat men snel die
graden kan diagnosticeeren.

Vroeger nam men een apoplectischen of hyperaemi-
schen, eu een anaemischen schyndood aau, als tegen-
overgestelde vormen. Doch later werd er op gewezen,
dat deze beide vormen niet als zoodanig waren te be-
schouwen, maar als verschillende graden vau één en
denzelfden toestand. Het verschil in de kleur der huid
bij schijndood geboren kinderen wordt door Jacquemier
aldus verklaard; dat wanneer de stoornis plotseling heeft
ingewerkt, eene anaemische huidskleur ontstaat, terwyl
eeue hyperaemische kleur dau optreedt wanneer do
stoornis langoren tjjd geduurd hoeft. Venlor maakt hij
er opmerkzaam op, dat men hetzelfde bij volwassenen
kan waarnemen: worden namohjk monscliou plotseling
gedood door do instorting van een gebouw of dergolijkon,
dan hebben zij eone blocke huidskleur, terwjjl bjj don
dood door vergiftiging mot kookuur do huid eeno don-
kerroodo kleur luumoemt, wanneer deze langzaam heeft
plaats gehad.

Guzoaux wijst er evenwel op dat het togonovergo-
* stelde somtijds voorkomt.

\') Joulin. Tr. d\'Acc. pg. G74.

-ocr page 41-

33

Behalve deze twee verschillende vormen nam men
nog een derden aan^ namelijk de schyndood uit zwakte,
die alleen bij levenszwakke kinderen zou voorkomen,
welke wij echter, zooals wy gezegd hebben, uit onze
beschouwingen sluiten.

Hilter geeft eene andere verdeeling, welke, uit een prac-
tisch oogpunt, van gewigt zou zijn, wanneer alle gevallen
onder één dezer rubrieken gebracht konden worden.

Hij neemt drie gnulen van asphyxie aan.

Bij den eersten graad heeft de stoornis in de functie der
placenta korten tijd geduurd en slechts een geringen graad
bereikt. Do frequentie der hartspulsatieën is afgenomen,
de respiratie ^ heeft langzaam, ouder rochelen plaats,
en kan begeleid zyn van licht hoesten en niezen. By
do kinderen die in dezen toestand geboren worden
is een therapeutisch ingrypen niet noodzakelyk. Spoedig
bereiken do raspiratiebowegingen toch, na nog eenigen
tyd rochelend to hebben plaats gehad, haro nonnalo
frequentie; ovenzoo keert do hartswerkzaamheid tot den
normalen toestand terug. Blyven do respiratiebewegingen
en de hartspulsatics evenwel zeldzaam, dan wende men
huidprikkels aan, welko middelen hier gewoonlyk vol-
doendo zyn.

Bjj den tweeden graad heeft do stoornis in do functie
van do placentji langoren tijd geduurd on eeno grootere
intensiteit bereikt. De pulsatieën van het hart hebben
zeldzamer plaats en zyn verzwakt. Do respiratiebowo-
gingen treden in langere pauzen op, aanvankelijk zonder
rochelgeluiden; dezo worden eerst gehoord wiuineer do
respiratiebewegingen in luuital toeneinen. Aan zichzelf
overgelaten, gaan dezo kinderen te grondo.

Bij don derden graad ontbreken do re.spiratiobewo-
gingen in de eerste minuten na do geboorte; do zeld-

3

-ocr page 42-

34

zame hartspulsatiën zijn de eenigste uitingen van het leven.\')

Zooals men ziet, zijn deze verschillende graden niet
scherp begrensd, maar loopen zij in elkander. Ook
voor de behandelmg heeft zij geen waarde, daar men
reeds in den eersten graad, wanneer het kind groote
hoeveelheden vloeistof heeft geaspireerd, tot de kathete-
risatie zal moeten overgaan, welk middel hij voor de
zwaardere gevallen aangeeft.

Evenmin als deze yerdeoling, kan die van Löwenhardt,
aanspraak maken op practische waarde wegens het groot
aantal hoofdsoorten en ondersoorten.

\') V. Hüter. Die Katheterisation der Luftröhre bei asphyctisch
geborenen Kindern. Monatsschr. für Geb. Bd. 21.

Löwenhardt neemt do volgende verdeeling aan.

l«te Hoofdsoort. De levensuitingen zjjn primair door eene hy-
pervenositeit van hot bloed onderdrukt.

lite Ondersoort: waarby hot toetreden van lucht tot do rospi-
ratio openingen verhinderd is.

Ondersoort. Do asphyctische toestand veroorzaakt door
Buffocatie (volgens het gowono spraakgebruik.)

3<ï« Ondersoort. Asphyxio veroorzaakt door conglutinatio van
hot longweefsel.

2<>B Hoofdsoort. Asphyxio veroorzaakt door apoplexie.

3<i« Hoofdsoort. Schijndood veroorzaakt door zwakte en inanitio.

lito Ondersoort. Veroorzaakt door commotie van hersenen cn
ruggemerg.

2\'!» Ondersoort. Voroorzaokt door gobrek aan vochten (Süfto-
mangel) na verbloeding.

4\'i» Hoofdsoort. Asphyxio veroorzaakt door plotselinge over-
prikkoling.

l«ie Ondersoort. Schijndood veroorzaakt door plaatseiyko ver-
lamming van het longweefsel.

2\'ie Ondersoort. Asphyxio voroorzarkt door long-apoploxio
(Lungenichlag).

Als Hoofdsoort noemt hü do toestand, woarin het kind
onmiddelijk na do geboorte door verwaarloozing geraakt. Mo-
natsschr. fur. Geb. Bd. SO.

J

-ocr page 43-

35

Ofschoon Cftzeaux geene bepaalde rerdeeling maakt,
blykt toch uit zijne beschouwingen dat hy evenals Schultze
onderscheid maakt tusschen den schijndood welke met
de verschijnselen van hyperaemie eu die, welke onder de
symptomen van anaemie optreedt.

Schultze namelijk neemt twee stadieën van schyndood
aan, welke gemakkelyk te erkennen zyn.

Het eerste stadium is gekarakteriseerd door voorhan-
den zijn van tonus der spieren. De ledematen en de
onderkaalc hangen niet slap naar beneden, actieve be-
wegingen ontbreken meestal. De h arts werkzaamheid is
gewoonlijk krachtig maar verlangzaamd, somtyds zelfs
aanzienlyk verlangzjiamd, evenzoo de de pulsatieëu van
deu navelstreng, welke dan sterk met bloetl gevuld is.
Uespiraties ontbreken in den beginne meestal; wanneer
zy optreden neemt het imugeziclit eene pynlyke uittlruk-
king aan. Aanvankelyk zyn zy oppervlakkig, later
krachtiger, met luide rochelgeluideu. De huid is rooil,
tot blaauwrood, do conjuuctiva dikwjjls geinjiciëerd.

Het tweede stadium karakteriseert zich door verlies
van spiertonus; de ledematen en do onderkaak hangen
slap naar beneden, de aims staat open. Deze kindereu
hebben eene bleeke kleur. De luiid wordt snel koel, do
conjuuctiva is zonder glans en bleek. De hartswerkzaam-
heid is altyd zeer zwak, dikwyls frequenter dan in het vorige
stadium, somtyds echter zeer traag. Do pulsatie in don
navelstreng ontbreekt meestal volkomen, en is zy mui-
wezig, dan is zy nauwelyks te voelen. Do res[)iratiebe-
weging ontbreekt dikwyls geheel, nuuir niet zelden nuiken
deze kinderen eenige schijnbaar diepe inspiraties. Treden
inspiratiebewegingen in dit stiulium op, dan geschieilt
dit zonder medewerking der aangeziehtsspieren, en nieestal
blijft ook do onderkaak diuirbjj werkeloos, liochelgelui-

-ocr page 44-

36

den neemt men hierbg niet waar, ofschoon de lucht-
wegen gevuld zijn met geaspireerde massas.

Als grens tusschen beide stadieën neemt hij den tijd
aan, waarin de spieren hunnen tonus verliezen.

Schultze geeft hier het beeld van den apoplectischen
en anaemischen schijndood zoo getrouw, dat men geen
onderscheid daarin vindt van de beschrijving van Siebold
en andereu. Hij geeft dan ook toe dat men beide sta-
dieën met die namen kan bestempelen, mits men, om
verwarring te voorkomen, in het oog houde, dat er nog
een stadium van schijndood voorkomt, waarin de kiu-
deren uiet livide uitzien.

Eenige klappen op de billen zijn voldoende om deze
kinderen te doen schreeuwen.

Daar deze twee stadieën niet alleeu gemakkelijker vau
elkander te onderscheiden zijn, dau de drie graden van
Hüter, maar ook invloed hebben op de behandeling, zjju
zij, naar mijne meening, te verkiezen boven de lajvtsten.

Na hetgeen wjj reeds over de asphyxie gezegd hebbeu
is de diagnose, wanneer het kind geboren is, niet moeilyk.
Om na te gaan of hot in don uterus aau dit govjuir is
blootgesteld, is eone vljjtige auscultatie hot oenigsto mid-
del. Hoort men dat de harttoonon regelmatig afnemen,
dan moet men aan dezen toestand donken.

-ocr page 45-

Bij ile sectie van jispbyctiscli gestorven kinderen,
vindt men al naar de oorzaken, verschillende veninde-
ringen. Zijn de kinderen door hersendruk bij vernanwdo
bekkens asphyctisch te gronde gegwm, dan vindt men èf
alleen beledigingen van den schedel, terwijl de hersenen
intact zjjn (zooals in het achtste geval van Poppel), öf
men vindt nevens deze beledigingen, in meenlere of
mindere nmte, aanzienljjke veranderingen der hersen-
massa, uitstorting van bloetl in do ventrikels, op do
oppervlakte der hersenen on van de kleine hersenen,
of ook aan do basis. Somtijds wordt ook bloedig serum
in de hersenholten gevonden.

Het ruggemerg is somtijds hyperaemisch.

Ook do kleine hersenen kunnen aanzienljjk beleo»
digd zijn.

De vliezen van hersenen en ruggemerg zijn dik>vijls
sterk met l)lood gevuld. Hot hart, de lever, do milt en
de nieren zijn öf normaal of zjj worden hyperaemisch
gevonden. De darmen zjjn geinjiciëenl, normaal of
anaemisch terwjjl somtijds bloedig serum in de buikholte
wordt gevonden. \')

Heeft het kind inspiratiebowegingon geumakt, terwijl
de vliezen nog stonden, dan ia het duidelijk, dat men

\') Of do longou met bloed ovorvuld waren by den asphycti-
Bclion dood veroorzaakt door lierseudruk, kon ik niet nagaan,
daar eoue kunstmatigo respiratie was voorafgegaan.

-ocr page 46-

38

bij de sectie in zijne luchtwegen vruchtwater, meconium,
vernix caseosa enz. zal vinden.

Waren de vliezen echter gebroken, dan vindt men
taai slijm, vermengd met bloed en meconium in de
trachea en de bronchi. De longen zijn ten gevolge van
de vmchtelooze inspiratie hyperaemisch en behalve dit
verschijnsel, treft men verschillend groote ecchymosen
onder de pleura costalis et pulmonalis, zoowel als onder
het pericardium aan. In deze gevallen is het hart met
donker bloed gevuld evenals de groote vaten en de lever.

In de mjiag vindt men eveneens meconium, vemix
caseosa en slijm.

De huid is al naar den graad van asphyxie donker-
gekleurd of anaemisch.

Het spreekt wel van zelve, dat men, wanneer de kinderen
respiratie-bewegingen bij gesloten respiratie-openingen
gemaakt hebben geene vreemde stoffen m hunne lucht-
wegen zal aantreffen, maar eene ajvnzienlijko hyperaemie.

De prognose richt zich naar don graad van asphyxie.

Daar wij, om reeds vermelde redenen, do verdeeling
van Schultzo aannemen, stellen ook wij met hem de
prognose bij schijndood met behoud van spiertonus beter
dan bij die waar deze niet meer aanwezig is.

Schroedcr\') houdt de prognose van do vroegtydige
ademhaling voor het kind altijd bedenkelijk; daar do
geaspireerde stoffen, zelfs wanneer het kind goed ademend
ter wereld komt, na eenigen tijd eene doodelyko lobu-
lairo pneumonie kunnen veroor/aken; of zij kunnen de
luchtwegen sluiten, en aldus mechanisch do toetreding

\') Schroedcr. Lchrb. pg. 673.

-ocr page 47-

39

van lucht tot de alveolen verhinderen. Volgens Fritsch
echter vindt men behalve -bronchitis, slechts atelectase
eu ecchymosen, maar een werkelijk pneumonisch iufiltraat
kan niet aangetoond worden. Mij dunkt dat beide mee-
uingen overdreven zijn, daar het even goed mogelijk is
dat eene pneumonie ontstaat, of dat de geaspireerde
stoffeu geresorbeerd worden.

Het zal echter niet altijd gemakkelijk zijn eeue juiste
prognose te stellen; daar men a priori niet kan weten,
welke veranderingen in de hersenen hebbeu plaats ge-
lnul, eu in hoeverre de prikkelbiuirheid van de medulla
oblongata is afgenomen. Dit alles zal moeten blijken
uit het gevolg der aangewende middelen.

Nemen de hartscoutractieën toe, en treedt de respi-
ratie op, terwijl deze langzamerhand regelmatig wordt,
dan is de prognose als gunstig te stellen. In het tegen-
overgestelde geval echter zal men weinig hoop kunneu
koesteren, het kind in het leven te houden

-ocr page 48-

De behandeling der asphyxie heeft ten doel, het kind
zoo snel mogelijk in een medium te brengen waar het
de noodige zuurstof voor zijne respiratie vindt; verder
te zorgen voor den toevoer van lucht, wanneer het kind
niet meer zelfstandig respireert, en eindehjk de prikkel-
baarheid van de medulla oblongata tot den norm te doen
terugkeeren wanneer deze verminderd is.

Wat het eerste vereischte aangaat, hebben wij reeds
bij de toestanden, welke aanleiding tot asphyxie konden
geven, gezien, wat men doen moest om deze indicatie
te vervullen. Dus zullen wij alleen de twee andere eischen
verder moeten nagaan.

Komt het kind met een blauwachtig roode kleur, op-
.! gezet gezicht enz. ter wereld, dus in dieu toestand, dien

\'j!j men vroeger den apoplectLschen schijndood noemde, of in

i; het eerste stadium van Schultze, dan wordt door ver-

li schillende schrijvers aangeraden, den navelstreng niet

fj dadelijk te onderbinden, maar na doorsnijding eenige

\'i! eetlepels (1—2 volgens sommigen, volgens anderen

; !
»\'1

iKl

20—30 of 25—50 gram) bloed te ontlasten. Vloeit geen
bloed uit den doorgesneden navelstreng, ten gevolge van
dc verzwakte circulatie, dan brengt men het kiud met
den niet onderbonden navelstreng in een warm bad.
Deze bloedontlasting geschiedt om verschillende redeneu.
1". wegens overvulling der longen met bloed.
2°. wegens hyperaemie der hersenen.

IIUTII i"li imBHWWHUI

-ocr page 49-

41

3®. ter vermindering van de boeveelheid bloed in het
overvulde hart.

Eene hyperaemie der longen maakt deze indicatie voor
het opwekken der inspiraties niet noodzakelijk, daar zij
geen beletsel is voor de ademhaling, en dezo overvul-
ling door een der later te vermelden middelen gemak-
kelijk verwijderd kan worden.

Eene hersenhyperaemie ia evenmin een beletsel, daar zij
de prikkelbaarheid van de medulla oblongata niet doet
afnemen zooals bloeduitstortingen. Zijn deze hmtsten
aanwezig, dan worden zjj niet door bloedsonthvstingen,
zelfs niet door rijkeljjko verwijderd.

Iets anders is het met do overvidliug van het hart
met bloed; wordt deze niet opgeheven, dan kan paralyse
van dit orgaan optreden.

Het goetle gevolg van deze bloedontlasting is zichtbaar
door het verdwijnen der donkerblauwe kleur, welke,
volgens Cazeaux, eerst aan de lii)pen, daarna op do wan-
gen en eindelijk over het geheele lichaam afneemt. Treden
nu nog geene inspiraties op, dan ga men over tot een
van de hier te vermelden middelen.

Bjj den zoogenaamden anaemischon schijndood (2\'\'1
sbvdium van Schultzo) onderbinilo men dadelijk den
navelstreng, en ga tot krachtige middelen over om hot
kind to doen herleven.

Het is duidelijk dat men eerst do slijnnnjvs.sas die zich
in do mond, in do pharynx en in do larynx bevinden
moet verwijderen, om te voorkomen dat dezo bjj do in-
spiraties de rima glottidis sluiten.

Men kan deze nntósas met den vinger of door middel
van eeno veder venvijderen.

Bevinden zjj zich in do trachea, dan neme men zijn
toevlucht tot den katheter. Hiertoe brengt men den

-ocr page 50-

42

wijsvinger van. de eene hand, tot aan den ingang van
den oesophagus, sluite dezen, en voert met de andere
hand den als een schrijfpen gevatten katheter, met het
einde waaraan zich de twee zijdelingsche openingen be-
vinden tot aan de glottis. Hierna late men den katheter
op geleide van den wijsvinger door de rima glottidis
in de trachea dringen, tot dat men weerstand voelt. Nu
wordt de wijsvinger verwijderd, en de ingedrongene
massas door aspiratie opgezogen. De katheter wordt
nu uit de trachea genomen, uitgeblazen, en weder inge-
voerd. Dit wordt zoolang herhaald tot dat de vreemde
stoffen geheel zijn verwijderd. Gewoonlijk gebruikt
men hiervoor een katheter met zijdelingsche openingen.

Stempelmann\') raadt aan een katheter te gebniiken
met centrale opening en voorzien van afgeronde randen.
Hjj meent namelijk dat wanneer de geaspireerde vloei-
stoffen veel meconium bevatten de zijdelingsche openingen
gemakkelijk kunnen verstopt worden. Een verder voor-
deel van eene centrale opening zou zijn dat, wanneer do
katheter verstopt is, men niet gedwongen is hem telken-
male uit de trachea te nemen en weder in to voeren.

Men zou hem in dit geval gemakkelijk viabel kimnen
maken met een stilet.

Een werkelijk nadeel van zijdelingsche openingen is
dat een daarvan door dc wand der triichea kun gesloten
worden en daarom alleen zou reeds een katheter met
centrale opening to verkiezen zjjn.

Met het instrument van Löwenhardt zon men ook

-ocr page 51-

43

de geaspireerde vloeistoffen kunnen verwijderen, maar
daar men een zoodanig instrument niet altijd by de liand
heeft en een gewoneu katheter veel gemakkelijker te
behandelen is, dau dit\'gecompliceerde werktuig, zal het
iu de praktijk geene toepassing vinden.

Het invoeren van den katheter veroorzaakt volgens
sommigen geene moeite; anderen beweren evenwel dat
het met eenige zwarigheid gepaard gaat, daar men do
epiglottis moet oplichten om hem in de trachea te voeren.
Do epiglottis nu bedekt volgens Hütcr\'), (die ook de
uitspraak van Elsiisser en Marchant verhaalt) nooit do
glottis. Volgons Cazeaux zou men de buis tot aau den
ingang van deu larijnx invoeren, naar do linker commis-
suur dor lippen brengen, eu door lichte bewegingen do
epiglottis trachten op te heffen, waarnaar meu do buis
naar de metliaanliju brengt, opdat zjj door de glottis ga.

Deze meening vau Cazeaux on andoren, alsof de epiglot-
tis de glottis bedekken zou, is in strjjd met de waarneming
dio wy dagelijks bij laryngoscopisch onderzoek en in
avdovero kunnen doen. In beido gevallen toch vinden
wij dat do epiglottis do glottis volkomen vrjj laat.

Zjjn do vreemde stoffen uit de trivchea verwijderd, dau
blazo men lucht in, wanneer hot kind nog niot respi-
reert.

I{ee<ls dadelijk stuit men op eeno tegenwerping togen

flosch is voorzien vnn oen kman, on wordt in verbinding gebracht
met een geolkoperen zuigpomp. Ter verwijdering der goaspireerdo
stofTen wordt do zuiger langzaam opgetrokken, terwyl nicn om ook
do slijmmassas uit den larj-nx tc verwijderen, het geheelo instrument
een weinig oplicht.

\') IH\\tor. Dio Kathoterisat. der Luftröhre. Monatsschr, f. Geb,
■ Bd. 21.

Cazeaux gobruikt do canulo van Chaussier.

-ocr page 52-

44

deze methode, namelijk, welke lucht moet men inblazen?
Blaast de verloskundige lucht in, die hij normaler wijze
zou expireeren, dan bevat deze te veel koolzuur en te
weinig zuurstof, zoodat dit voor het kind schadehjk zou
werken. Om dit te vermijden, blaze men de lucht in,
welke men, na eenige oppervlakkige respiraties en een
rfiepe inspiratie, in de luchtwegen heeft.

Verschillende instrumenten zijn, tot het doel om atmo-
spheerische lucht in de longen te blazen, geconstrueerd,
welke alle evenwel te gecompliceerd zijn, om steeds bij
zich te hebben.

De eerste inblazing van lucht, moet met eene zekere
kracht geschieden, welke evenwel niet te groot mag zijn.
Het best leert men de aan te wenden kracht door oefe-
ning beoordeelen. Mislukt het opblazen van beide
longen tegelijk dan blaze men, volgens Spiegelberg,
iedere long afzonderlijk op, door den katheter over
de bifurcatie van do trachea to schuiven. Hiertegen
waarschuAvt Stempelmann, die beweert, dat men
voorzichtig moet zijn, opdat de katheter niet in een
bronchus kome, waardoor de long met dubbele kracht
wordt uitgezet, zoodat emphyseem en verscheuringen van
het longweefsel zouden kunnen ontstaan. Dit argument
is niet steekhoudend, daar men, door opzettelijk den ka-
theter in den bronchus to brengen, even goed do kracht,
waarmede men inblaast, zal kunnen beoordeelen, als
wanneer hij in de trachea zelve ligt.

Volgens Seydel\') komt ouiphyseem zelfs constant voor
bij de sectie, even als atelectasen op andere plaatsen.
Het voorkomen van atelectasen kan geeno bevreemding
ver^vekken, daar door het inblazen van lucht, kleine stuk-

\') Seydel, Beitrag zur Behandlung des Scheintodes der Neuge-
borenen. Monatsscbr. f. Geb, Bd. 2G.

-ocr page 53-

45

jes meconium zeer gemakkelijk in fijnere bronehi kun-
nen geraken en deze volkomen sluiten. Dat men boven-
dien de slijuimassas met of zonder meconium verder
blaast is duidelijk, daar zij niet altijd alleen in de tra-
chea en groote bronehi maar ook in de fijnere zich
kunnen bevinden.

Een ander nadeel van deze methode is, dat een gedeelte
van de lucht uit de trachea langs den katheter ontwijkt.

Op iedere kunstmatige inspiratie moet eene kunst-
matige expiratie volgen, welke door zijdelingsche com-
pressie van den thorax en druk op den maagkuil (om het
diaphragma muir boven te bewegen) tot stand komt. Deze
kunstmatige respiratie doet men 10-12 maal iu de minuut-

Gedurende deze kunstbewerking moet men zorg
dragen dat het kind niet koud wordt, waarom men
het herhaalkelijk in een warm bad brengt, of gedurende
het inblazen in warme lakens of doeken gemkkeld houdt

De kunstmatige respiratie k»m men ook in het bivd
uitvoeren, terwyl een helper het küid vasthoudt.

Treden de adenihalingeu zelfstandig op, dan kan men
deze ondersteunen door het kind een oogenblid in een
koud bad te dompelen en daarna in liet warme bad to
brengen, of door het, in het warme bad op do borst of
den nek, met koud water te bespuiten.

Met de kunstmatige respiratie gaat men zoolang voort
tot de ademlialingen regelmatig eu krachtig plnats heb-
beu, het kind goed schreeuwt en do extremiteiten goed
beweegt.

Eeue verdere tegenwerping tegen deze methode is, dat
gedurende de kunstmatige inspiratie do druk in den
thorax niet vermindenl maar vermeerderd wordt. Hier-
door wonlt het tot stand komen vau do extrauterino
circulatie door do longen tegengewerkt, eu de oxydatie

-ocr page 54-

46

van het veneuse bloed, dat door asph-atie naar het hart
zou moeten stroomen, kan niet plaats hebben.

Dit nadeel doet zich het sterkst gevoelen bij kinderen
die in den derden graad van schijndood (volgens de ver-
deeling van Hüter) verheeren, daar bij hen het hart met
bloed overvuld is, dus eene ontlasting zeer wenschelijk
zou zijn.

Niettegenstaande alle deze bezwaren worden toch vele
gevallen geciteerd, waarbij kinderen, door het inbla-
zen van lucht, weder in het leven werden geroepen, en
zonder nadeelige gevolgen bleven leven. Mogen al deze
waarnemingen juist zijn, dan is het toch dunkt mij waar-
schijnlijk dat óf geene vreemde stoffen door het kiiul
geaspireerd waren, of althans niet tot in de fijnere
bronchi waren doorgedrongen.

Eene andere methode van luchtinMazen is dio van
mond tot mond. Men bedekt het aangezicht van het
kind met een doek, drukt zijne lippen tegen die van het
kind en houdt met zijnen .wang de neusgaten gesloten.
Het hoofd wordt door de eene hand gesteund, terwijl
de andere hand een Hebten druk uitoefent op do trachea
om den Oesophagus tegen den wervelkolom to dringen
en zoo to slniten.

Ook hierbij moet men de in do trachea gelegene
slijmmassas door uitzuigen verwjjderen, wat op deze
wijze slechts hoogst onvolledig kan geschieden.

Een zeer groot nadeel van deze methode, is dat de
lucht in den oesaphagus dringt in plwits van in de lon-
gen. Dit wordt spoedig gemerkt door de ojizetting van
de maag.

Dezelfde nadeelen als bij dezo metbode, komen voor
bij die, waar men de lucht door middel van een bliuis-
balg invoert.

-ocr page 55-

47

Ontegeuzeggelijd verdient de methode van Schultze
de voorkeur boven de genoemde kunstbe-vverkingen.

Nadat de navelstreng onderbonden en doorgeknipt is,
wordt het kind zoodanig aan de schouders gevat, dat de
duimen aan de voorvlakte vau deu thorax, de wijsvin-
gers in de okselholte, en de overige vingers aau de ach-
tervlakte van den thorax komen te liggen. Het hoofd
wordt door de ulnaarrand vau beide handen gesteund.
De operateur staat wydbeens, eenigszins voorovergebogen
en houdt, met gestrekte armen, het slap uajvr beneden
hangende kind aldus vjist. Nu zwaait hy, met gestrekte
armen, het kind naar boven, en zoodra zij horizontaal
zijn, worden zjj langzaam gebogen, zóó, dat het kind
niet met geweld voorover valt. Hierdoor oefent hot ge-
wicht van het bekkeueinde een druk uit op den buik.
Het geheelo gewicht van het kind moet op dit oogen-
blik op do aan den thorax liggende duimen vallen.

liy hot aanvatten vau hot kiiul mag geene compressie
op zijnon thorax uitgeoefend worden

Door hot voorovervallen van hot bekkeneindo wordt
eon aanzienlijken druk uitgeoefend op don inhoud vau
den thorax, zoowol door zjjne wanden, als door het muir
boven gjuui van hot diaphragma.

Monignuial vloeion, volgons Schultzo nu roods do go-
aspireerdo stollen rijkelijk uit do ro.spiratieopeningon.

Nadat hot voorovervallen langzjuvm hooft plaats gehad,
wordt het kiud door oou krachtigon zwaai iu zijn
oorspronkelijkou staiul gebracht. Thans daalt hot dia-
phragma, en kan do thorax zich door zjjne elasticiteit
uitzetten. — De duimen van den operateur moeten op
dit oogenblik los aan don voorwan<l van den thorax
liggen. Na eeno pauze van eenige seconden horvat meu
do slingeringen. Nu komen stecnls do geaspireerde stof-

-ocr page 56-

48

fen uit neus en mond te voorselign, en meestal gaat
ook meconium per anum af. Men herhaalt deze slinge-
ringen acht tot tienmaal achter elkander. Treden spon-
tane respiraties op, dan kunnen zij door deze methode
ondersteund worden, of de kunstmatige respiratie wordt
afgebroken, en het kind in een warm had gebracht.

Bij deze inspiratiebewegingen hoort men de lucht met
geruisch door de glottis dringen.

Het is duidelijk dat men deze kunstbewerking met
eene expiratiebeweging moet beginnen, ten einde de ge-
aspireerde stoffen uit de trachea en de bronehi te verwij-
deren, daar zij anders dieper zouden dalen en later
I schadelijke gevolgen zouden kunnen hebben. Treedt

j eene groote hoeveelheid der geaspireerde stoffen uitueus

1 en mond dan moet de expiratie verlengd worden, om

i deze zoo volkomen mogelijk te venvijderen.

Deze methode biedt naar mijn inzien, de meeste kan-
sen aan, om een schündood kind volkomen weder te doen
i herleven.

i • De respiratiebewegingen worden liierby zoo getrouw

I mogelijk nagebootst; het nadeel van luchtinblazen heeft

I zjj niet, en door de bewegingen van het geheele lichaam

! van het kind kan de circulatie veel genmkkelijker regel-

! matig tot staud komen. Bovendien belioeft men geen

tijd to verliezen met het invoeren van een katheter, ter
, verwijdering van do geaspireerde massas, wat vooral iu

i de zware gevallen van asphyxie (3do graad vau Hilter,

2<lo stadium van Schultze) niet wenschelijk is, wegens
i het voortschrijdeud afnemen van de prikkelbanrlieid der

i medulla oblongata.

j * Eindelijk heeft zy bet groote voordeel van zoo een-

; voudig to zijn, dat ieder, zelfs met geringe oefening,

\' hiiar kan uitvoeren. Hoe liet mogelijk is, dat bij deze

-ocr page 57-

49

methode »die Medulla oblongata gedehnt oder verletzt
wurde"\') is mij niet duidelijk.

Bevindt men zich in eene ruimte, welke niet de noodige
hoogte bezitten om de slingeringen uit te voeren, dan
doet men deze iu de vrije lucht.

Eeno andere methode, welke in Spiegelberg en Seydel
beschermers gevonden heeft is die van Marshall-Hall.
Het kind wordt hierbij op den buik gelegd, de borst
mot een doek* ondersteund en hot hoofd door de onderge-
legdo hand van het kind gesteund. Het kind wordt daarna
op zyde en eenigzins meer naar achteren gewenteld,
waarna het weder in de oorspronkelijke ligging wordt
gebracht. Nu draait men hot op dezelfde Avjjzo naar
don andoren kant en terug. Deze wentelingen moeten
ongeveer vijftien maal in do minuut herhaald worden.
Gedurende de ligging op den buik oefent men een
zachten druk uit op do wervelkolom en lichto\' wryvin-
gen daarop.

Volgeus Spiegelberg begint men dezo methode hot
best, door het kind eerst iu een warm bad to brengen,
waarna men de wentelingen doet en hot kind wederom
in het warmo bad brengt. In de buikligging valt do
tong naar voren, do epiglottis wordt opgeheven, en do
vreemde stoffen kunnen gemakkelyk met den vinger uit
mond- en keelholte worden verwyderd.

Dezo methodo l>emst op hetzelfde prificipo als dio vau
van Schultzo, do expirjitio wonlt veroorzaakt door druk-
king van den thorax door zyn eigen gewicht, de inspi-

\') Fritsch 1. c. p. 877, Zoor juist laat do7.o scbrüvor onmiddo-
lyk volgen: »Freilich kfimo man immer im Gefahr don Vorwurf
auf sich EU laden dass man in solchen Fällen dio Schwingungen
nicht vorsichtig genug ausgeführt hätte.

\') Seydel. Beitrag ti. s. w. Monatsschr. f. Geb. Bd. 26.

4

-ocr page 58-

50

ratie door het ophouden daarvan. Bij deze methode kan
men echter, zooala duidelijk is, niet die kracht aanwen-
den, als bij die van Schnitze.

Eindelijk heeft Pemico de faradisatie der Nervi
phrenici aangeraden. Hij brengt het schijndoodo kind
eerst in een warm bad, en wikkelt het daarna in warme
doeken, maar zóó dat armen en borst vrij bhjven ; hierna
wordt het op den rug gelegd en de hals van vernix
caseosa gereinigd. Het hoofd van het kind moet zoover
naar achteren gebogen worden, dat het appliceeren der
polen gemakkelijk kan ge.schieden. Te ver naar achteren
mag het hoofd niet gebogen worden, daar eene sterke
spanning der halsspieren hinderlijk zou worden voor de
operatie. De armen worden verder door een helper ge-
fixeerd, opdat de plexus brachialis niet geprikkeld wordt,
waardoor stoorende bewegingen zouden ontstaan. Do
polen worden buitenwaarts van den Musculus sterno-
cleido-mastoideus geplaatst, en zoo diep mogeljjk naar
binnen gedrukt, om in do onmiddelijko nabijheid van
de Nervi phrenici te komen. De stroom niag niet te
zwak zyn, daar de prikkelbaarheid zeer veriuindord kan
zijn, en hij door do vetlaag vau den hals moet gaan.
Ontstaat eeno contractie vun het diaphragma, dun prik-
kelt men ha één tot tweo miimtén do Nervi phrenici
weder, tot zes of acht malen na elkander. \'

Het kind moot ook hier warm gehouden, en afwisse-
lend in een warm bad gebracht worden.

Afgezien van het tijdverlies dat met dezo methode
gepaard gaat, waardoor zij in zwaro gevallen van «is-
phyxie niet aangewend kan worden, is er nog het groote
bezwaar aan verbonden, dat men zulk een instrument,
in do privaat praktyk nooit bij do hand heeft.
"ï^PemicëT Monatsschr. f. Geb. Ud. 23.

-ocr page 59-

51

Beneke raadt de trausfusio sanguinis aan, op grond
van het goede gevolg hiervan, waargenomen bij een
asphyctisch kind van acht maanden. De groote bezwa-
ren die zich onvermijdelgk bij deze kunstbewerking voor-
doen, en het aanzienlijk verlies van tijd, staan echter tegen
de practische aanwending dezer methode.

Komt het kind slechts in lichte graden van schyndood
ter wereld, en heeft het geene vreemde stoffen geaspi-
reerd, dan wende men huidprikkels aau. Eenige flinke
klappen op do billen, zijn iu vele gevallen roods vol-
doende om eene krachtige inspiratie te veroorzaken. Zoo
ook hot beurtelings indompelen van hot kind in oen
warm en in eon koud bad, het bespuiten vim do borst
eu den nek mot koud water, terwijl hot zich in oen warm
bad bevindt. Verder kan men nog aothor, oau-de-cologno
on andere vluchtige stoffen, op do borst laten droppolen.
Dezo middelen zyn ochtor, evenals do riekmiddelon over-
bodig, djvjir men, wanneer het kiud niot reageert op
huidprikkels, tot eon dor bovongenoomde nu\'ddelon zyn
toevlucht moot nemen.

\') Bonoko. Ein Fall von orfolgrcichor Bohandhing des schoin-
todos dor Nougob. durch Transfusion. Monatsschr. für. Geb. Bd. 30.

-ocr page 60-

m

. Ir- .■"

-\':v ■

- iff-«-

. \' • , - \' ^ v" - ^

-ocr page 61-

STELLINGEN.

-ocr page 62-

J

i

\'M

\'V!

M

: \'

ii

(I ^

-ocr page 63-

STELLINGEN.

I.

Dc niethodo vivii Scliultzc, bij aspbyxia noonafcoruui,
is to verkiezen boven het inblazen van lucht.

II.

Wanneer de toe-shind der moeder het veroorlooft oxtra-
heere men, bjj tweelings-zwangerschap, het tweede kind
snel.

III.

Men wende chloroform aan in de verlo.skundige praktijk,
zoo er geene contraindicjitio tegen het middel zelf bestjuxt.

-ocr page 64-

56

IV.

De raad van Scanzoni, om bij insertio velamentosa, de
vliezen te breken op een plaats, waar geene vaten zijn,
is te verwerpen.

V.

Bij placenta praevia is het verwijderen der placenta
vóór het kind niet aan te raden.

VI.

Er bestaat slechts één vorm van schijndood: do
snffocatieve.

VII.

Hersenai)oplexie onistaat slechts bij zieke vaatwanden.

VIII.

Transfusio sanguinis is bij koolzuur-intoxicatie gein-
diceerd.

IX.

Cholera nostras is een abertiefvorra van Cholera asiatica.
♦ X.

Alkohol is bij de behandeling van phthisis pulmonum
te verwerpen.

rnÊÊÊmm

-ocr page 65-

57

IV.

Bij ulcera cruris is verbetering der constitutie en rust
van meer belang dan de plaatselijke behandeling.

xn.

Bij ovariotomio draineero men steeds do buikholte.

xni.

Do rednction on masso bij hernia incarcerata is niot
aan to bevelea.

XIV.

Bjj resectio behoudo men hot periosteum.

XV.

Do methode van FrankeiihiLusor, tor bepaling van hot
geslacht van het kind, in utoro, heeft geono waarde.

XVI.

Alleen do ontwikkolingsgoschiedonis kan opheldering
goven over het ontstaan van verschil in geslacht.

xvn.

Do gymnastiek dient op do scholen strenger toegepast
to worden.

-ocr page 66-

58

xvm.

De inToering eener internationale phannacopoea is
dringend noodzakelijk.

XIX.

Zoolang statistieken niet beredeneerd worden opgegeven,
mag men geene conclusies daaruit trekken.

-ocr page 67-

ERRATA.

L

Blz. 1 reg. 6 v. o. staat >woordoor" lees: waardoor.

1

7

>

5 V. b.

>

»Ucbtoron" > lichtero.

>

18

>

5 V. b.

1

»Arteria umbilicalis" kes: Arteriae

umbilicales.

»

25

>

7 V. b.

»

»anomalie" lees: anomalieën.

1

25

>

1 V. 0.

>

»plancenta" > placenta.

1

32

I

2 V. 0.

»

»Cuzoaux" » Cazcaux.

>

35

>

13 V. b.

«

»do do pulsatiecn" lees: do pulsatiëon

I

43

1

15 V. b.

1

»waarnaar" lees: waarna.

>

43

>

G V. 0.

1

•cadovcro" » cadavere.

>

45

1

13 V. 0.

>

loogenblid" » oogenblik.

49

1

4 V. b.

1

»bezitten" » bezit

1

49

1

2 (Noot)

1

»Vorwurf" » Vorwurf.

I

66 Stolling IX

>

»abortiefvorm" lees: abortiefvorni.

-ocr page 68-

gjgjj

y,-

.• • \'.Zi-^ « wi\'Ä: •.« « V 7 . \' »
\'-\'.V- . « •-«.■■ . , .0-c» ^ . t

■. V.

.\'Vi-H - ^

- Sr.

m\'

-ocr page 69-

ft: \' w^F-sta

m

mm^

mM

Hf"

jt\'t\'

..ïiC

mi\'

m

jsfc-w:.-!]

mi

-ocr page 70-

.r
If^

■ v\' •

\' -

•V

■,

\'r

;

■■■\'A\'i-

-

ti

-ocr page 71-

, - ■■ , ... . , \' . J., V ■ . • V ■ , V- , . . , X

■ .

■ , ,

yf »

; ■V»\'

W ^

c ,

\'d,

. i.

J t

i

\' /

^ -\'ts:

: )

\' .. Iftfi\'iiiÉii Éii\' \'lil\' iiiiil-iMtH\'\'"-—_

Mr

-ocr page 72-

;

... -i^ -.

, >s\' .

r. i:\' : ■ ■

t

r 1 ,

. .0
" «. ; •

V-A;

i v,

1

t.

I

-ocr page 73-

m

-ocr page 74-

.______ - - ...........- - . . . . . ^

i