-ocr page 1-

w. 0. THOjAIAS.

iiKT mmn stiiafheoiiteluk iiesciiouwd.

vu X v

V

-ocr page 2-

if-

\' Y

-ocr page 3-

w.:]

Él

- n

m

m

m

■ jp

\'•tl

-ocr page 4- -ocr page 5-

"■\'v -

IIKT OVRHSPKL STRAFRECIITRLfJK BI<]SCIIOUWI).

-.Jfi

ï\'

■! "ï

I

-ocr page 6-

1

UNIVERSITEITSBIBUOTHE

EK UTRECHT

3912 2084

-ocr page 7-

HET OÏEUSPEi, STMFHECnTELIJK IIESCUOIÏÏ«.

ACADEMISCH PROEFSCHRIFT

TER VEBKIII/OINO VAN DEN GRAAD

BOIl lli iï 1111 EU llliilBll lil

NA MACHTIOINO VAN DEN RECTOR MAONIFICUS

Dr. Th. W. ENGELMANiY,

IIOOal.KKRAAK IN DC rACULTElT IIKH QKNEKSKUMDK ,

MET TOESTEMWINO VAN DUN \\CAl)KillSCllUN SENAAT

VOLOKNS IIKSLUIT DEU nECIlTSOELKKUDK KACULTEIT,
AAN UK

HOOGESCHOOL TE UTRECHT,

TU VERDaniQBN
op DINSDAG ZB MEI 1877, doa namlldiiSa to 1 uur.

HOOI

WIIjLKM CllUlNTIAAN TIIOMAN,

. QKUOUEN TË KDE.

UTIIKCIIT
J. UE KRUYFF
1877.

-ocr page 8-

liU IJgislalion est vcritablcmcnt rhistoirc
morale des pcuplcs.
{Legraverend, Tniltc
(le la Legislation criminelle cn France).

J

!

-ocr page 9-

^AN MIJNE Ouders.

-ocr page 10-

-■Ail

\'mm

v^miï

i-r^

-ocr page 11-

INLEIDING.

Onder do vergrijpen tegen de zoden bekleedt het over-
spel voorzeker cono eerste plnnts; niet nlleon omdnt het
do heiligheid vnn het huwelijk sehcndt cn do mantsehnppij
in hnrc grondslngcn anntnst, maar het verwoest tevens
den huisclijken vrodo, verbreekt don fnmilicbnnd, bederft
dc zodon, doet haat cn tweedracht ontvlnninien, wekt
do wraakzucht cn geeft inanr nl to dikwijls nnniciding
tot do vcrschrikkclijkstc misdaden. — ]^Iocht nicn do echt-
breuk dus nlloon bcoordcclcn nnnr do noodlottige gevolgen,
dio zij na zich sloopt, dnn voorzokor zou zij gomngtiehikt
niüoton wordon ondor dio ouvcldndon dio «lo zwnnrato
strafiim vordienon; maar mot liaro govolgen ning men niot
nlloon to rndo gnnn; mon moot bij het vnatstollon dor
Htrnf in hot oog houden do hoogte waarop hot poil
dor zcdolijklioid in oon Innd goutogonis, don hoogoron of
higoron trnp vnn boachnving, dion hot volk boroikt hooft; do
wotgovor ning niot nlloon lotton op hot onlioil door do
oclitbrouk to woog gobrneht, mnnr luj moot bjj zijnó bo-
rokoning wol dogolijk nis fnetor opnoinon do zodolijko
ontwikkeling dor gêhoolo nntio, do moordoro of mindoro
ninto wnnrin hot govool van hot volk door zulk oono dnnd
gokwotat wonlt \').

ïn liot Exjm^ dru MaUfmln C. I\\ vindt mon hionimtnuit
liot volgondo: ,11 oat uno infrnction nux mooura moina pu-

0 Vety. I.ArKR«ii*K. Iliit. ilr« iirinripm, dpi inililnliont i>i dfi loii
«>• U r^rolulion fmnv«!««, l»»rU 1850.

-ocr page 12-

VIII

blique que la prostitution érigée en métier, mais presque
aussi coupable: si elle ne suppose pas des habitudes aussi
dépravées, elle présente la violation de plus do devoirs :
c\'est l\'adultère. Placé dans tous les Codes au nombre
des plus graves attentats aux moeurs, à la honte de la
morale, l\'opinion semble excuser ce que la loi doit punir ;
une espèce d\'intérêt accompagne le coupable ; les railleries
poursuivent la victime. Cotte contradiction entre l\'opinion
et la loi a forcé le législateur à faire descendre dans la
classe des délits ce qu\'il n\'était pas en sa puissance de
mettre au rang dos crimes."

Ecu niet vreemd verschijnsel is dus do grootc vor-
sehoidonhoid van meoningon in do ondcrsclioideno landon
en plaatsen gedurende do versehillcndo eeuwen; op do
ecnc
plaats moet do bokhiagdo zijn vergrijp niet den dood
booten, terwijl hij elders met eeno korte gevangenisstraf,
ja zelfs met eene geringe geldboete vrij komt.

Uitgelokt door do straffeloosheid van hot overspel in hot
onlangs vorschcnon wctcnschappolijk Ontwerp van Strafrecht,
stellen wij ons voor do strafwetgeving omtrent dit ver-
grijp na to gaan ; m. a. w. ocnigo opmerkingen to maken
omtrent art. 330—3ïJ9 van den nog stocd» bij ons vigoo-
rondon Codo Pénal, na vooraf in korte trokken con over-
zicht van do rijke goseliiodonis van dit onderworp gogovon
.to bobben.

Dat dit overzicht zoor lieknopt moot zijn sprookt vnn
zolf, want zoo ik eenigzins nauwkeurig of volledig do go-
schiedcnis van dit onderworp in do vorseliillondo landen
had willen nagiuin, zou dit alloon moor dnn voldooiido
stof oploveron voor oen work vnn grooton omvnng.

-ocr page 13-

HOOFDSTUK I.

ETYMOLOOIE VAX ADULTERIUM, EN DK TOT HET BEQUIP
DAAUVAN OXGNTHEERLIJKE VEREISCIITE.V.

Adultcrium of ovorapnl is cono van dio Imndolingon
waaraan zich sloclits personen vnn vorselnllond goslncht
kunnon schuhlig ninken, on wanrvnn één of holdon ge-
huwd nuiot zijn.

Onulnt do gohuw<lo persoon dio or zich nan schuldig
ninakt, nis hot wnro hot uitslnitond oigondnni
Ih vnn don
oehtgonoot \'), wordt nduUoriiun wol oon« nis oon Boort
vnn diofstnl (hiroin) hoschuuwd. Vnn daar (M)k do nnnin:
AtluUn\'iiim i. o. ad altrnim llioniin rel utennn acccKsia

-ocr page 14-

Zoo zegt Festüs \') Adulter et nduHera dicuntur quia
ille ad alteram, haec ad alterum .ie confenint,
cn Pnpi-

itianus in 1. O g 1 nel logoni Jiilinni <lo ndiilforiitf

coöreondÏB: adullprium in nupfa commUfltur, proptcr par-
tiim ex altero coiiceptum composito nomine.

Anderen willen do afleiding zoeken in: quod adidter
uterum alterius terat.

Do C, P. hooft goon definitie van adultèro gogovon;
maar het woord zelf goofl duidohjk do botoekonis or vnn
to kennen; het is do ontooring vnn hot huwelijksbed,
do sehonding der Imwohjkstrouw door vloosehelijko ge-
meenschap mot oen ander:
alinii thori violatio

In hot oncworp van Doxkkr Cürtius on Elout vnn
1804 ■\'), word overspel aldus godofinioord: „Ovorspol
„is do vloosehelijko gomoonschnp tusschen oen gehuwd
„persoon, \'t zjj mnn of vrouw, mot con nndor dnn dos-
„zolfs oehtgonoot," Art. 4 voogdo or hij: „oen ongoluiwd
„persoon, \'tzij man of vrouw, dio mot oon nndor, wolko
„hij wist gehuwd to zjjn, vlooseholijko gonioonsclinp ploogt,
„bognnt modo Ovorspol."

Tot hot plegen dor strafbare dnnd zijn drio znkon
noodig: hot
huirelijk vnn oon <lor pnrtijon, do volhrarhte
bijslaap
on do dolu.s of do mindadigo wil nan do zijdo vnii

-ocr page 15-

den gelmwdcn persoon. Ontbreekt er ook maar één dezer
drie omstandigheden, dan is cr in rechtskundigen zin geon

ovorHpf»!; or !m il/iti of HltHjIit« poffitiff hiortoo, on <7iih op
grond vnn nrt. 3 C. P. niet strnfbanr, of wel ccne onzc-
dehjkc daad dic buiten liet bereik van don strafrechtor valt.

Laat ons iedor der\'drie hier bovengonoeimlo vereischten
oen weinig nader be.scliouwen.

In do eorsto plaats, hebben wij dus ccn reeds (fcsloten
huircUjk.
Er bestaat goon echtbreuk wanneer dc onge-
oorloofde handeling lieeft plaats gehad vóór hot Hhiiteu
vnn het Iniwelijk (zolfs niot nl openbaarden do gevolgen er
van zich gedurende dat huwelijk) of na ontbinding van het-
zelve. Tegen bruid of bruidegom kun nooit eeno vervol-
ging wegens overspel worden ingesteld. In dit opzicht
is do Codo Pénal afgeweken vnn do bepalingen vnn hot
Koinoinsoho recht, dat tegen de bruid eene hesoliuldiging
wegens overspc\'l toeliet, onulat
ncqm malriinoiiiiim qi(a-
trnniqHe, ure sjwm vuürimonii riolare jnrmHtllKr,
\') eeno
hepaling overeenkoniendo met do oude .loodsche wet, die
do «trnf op echtbreuk genteld, ook op do bruid en haren
medeplichtige toepaste. ») liet huwelijk moot vorder
wettig zijn. Hij eoli onwettig huwelijk is de misdnad van
echthreiik niet denkbaar.
Ih het huwelijk door scheiding
onthouden, dnn kun er nntuurlijk geen overspel moor
plaatH hebben. De schoiding van tafel en hod echter heelt

-ocr page 16-

er geen invloed op, daar deze alleen geen ontbinding van
het huwelijk ten gevolge heeft.

Het Saksisehe wetboek, van hot jaar 1838, stelde in
art. 213, voor dit geval de helft van dc gewone straf vast,
liet tweede, het overspel kenmerkende vercischto is,
de volbrachte bijslaap, Vunion conaommée. liet feit moet
werkelijk Jiebben plaats gehad, de eoitus moet uitgeoefend
zijn, alle andere wellustige handelingen kunuen geen
aanleiding geven tot het instellen eener vervolging wegens
overspel. Fournel p. 5 zegt: „Touto liabitude ou famili-
arité qui ne tiendrait pas A, la satisfaction des sens
serait incapable dc produire un Adultèro. Los privautés
obscènes no constituent pas même l\'Adultère, qui o.xigo
osscntiollcmont la consommation do l\'oouvro,
ita ut dcinmn
sit et scse commisceant.\'\'^

Bla.nciie \') zogt: les privautés les plus obscènes, qui
n\'iraient pa.s jusqu\'à la conjonction dos so.vos, n\'en pren-
draient pas le caractère."

Hot bewijs hiervan to leveren is cchtor dikwijls zoor
niooiolyk, ja in volo gevallen onmogelijk; liet oonigo
wettige bewijs zou eigenlijk slechts kunnon golovord wor-
don bij liotrapping ou ttagriint délit, vnn daar dnu ook
dat or volo voroordoeliiigon wegens ovorspol plaats liohhon,
waar men sloclita hooft
vermoed ovorspol, maar waarbij do
omstandigheden zoo sterk pleiten togen do bosohuldigdou,

-ocr page 17-

dat men gerust eclitbrcuk kan constateeren, bv. si repevi-
untur solus ct sola, uudus ct utida in eodem lecto.
\'). In
Art. 49—50. Titel tan aanwijzingen in Misdaden. Ontw.
1804, AYorden dio omstandigheden op naïvo \\Yijze oni-
scbroven. «)

Zedoloozo handelingen waaraan oono vrouw alleen zich
schuldig maakt, of do ontucht geploegd tusschoii personen
vau dezelfde soxo, kunnen natuurlijk nooit aanleiding
geven tot veroordooling wegoua echtbreuk. \')

liet dorde element vnn dit misdrijf is de ddus, de mis-

1) Verg. uver cIc inoeiclijkhcid van het bewijt Mkijkk, Ktpril, origine
et prvgrct dct Intt. Judic. Kd. I\'arii 1823, waar in deel III pAg. 301 ccn
procci «regent oTcripcl vourkontt voor het gcrecht to Weetp, wk&rduor
Mn cenc dame, die wegen« echtbreuk aangeklaagd wat gedurende ecu
ondertoek van vcrtchcidcne ntaanden, niccr dan honderd cn vijftig vragen
waren voorgelegd. Toen men mocndo dat ccnigo van do door haar gege-
ven antwoorden elkander legentprakcn. werd ig gevangen geict totdat ly
6r de taak opgehelderd ui bekend had.

2) l>o llebreeuwcD giogcu xcir« luo ver dat ig vermueden van overtpoi
aannamen, wanneer ccn man cn ccne «rouw toovecl lijd in het geheim
tamen watcn gewcctl, aft or noodig it om een oi to koken cu lo clou.

Van een iegenurergrttvld gevncleu i» )Ir. M. C v. IhLi, in ign
optici in do N. Uijdr. voor rechUgcl. an* IU, pg. HU.
lAtt crime»

Mf/am/mm mU voldoentU grond lol tciltcMJiiig Lftchotited, Üchrgver
Ecgt dat hel crimen nefandum uok lot ovcrtpel behoort t thct It daaren-
•boven dan niet alleen adnlUrium, wanneer incu tich venuengt met cou
•andere dan igne eigene echtgenoot, maar ook dan wanneer men lich
daaraau overgccll
e*m omni, quoH non k»M jtoUiUUm ctn^uyH."

-ocr page 18-

6

dadige wil; siiie dolo aduUermm non commiUUur. \') Er
bestaat dus geen misdrijf wanneer de
atouw voor do ovcr-
maclit heeft moeten zwichten, of wanneer zij ten op-
zichte van don persoon gedwaald heeft. Hetzelfde heeft
plaats wanneer de man niet weet dat de vrouw, bij wie

hij dc bijslaap uitoefent, Rchuwd is. — Zoo vinden wji hji
Fkukuuacii \') hieromtrent het volgende geloerd: „Endlich
erfordert der Thatbcstnnd den
rechtsicidr\'njen Vorsatz,
mithin nicht blos A. wissentliche Vollziehung des Bei-
schlafs, sondern auch B. das Bewusstsein des Schuldigen,
dass er mit dem anderen Theilc ehelich nicht verbunden,
und C. dass er selbst oder der andere Theil in einer
gültigen, noch fortdauernden Ehe lebe. Jeder, den rechts-
widrigen Vorsatz ausschliessendo Irrthum hebt die Natur
des Vcrbrcclicna auf."

1) F«rin. q. Ul. n". 100.

2) Lchrbuch tle» I\'cinlichcn Ucchli. § »77.

-ocr page 19-

HOOFDSTUK 11.

UISTOlilSCH OVEUZICIIT.

§ 1.

Orcrs})cl rolyens Jid Jiomcinschc irdiL

Nu do Jlozaischc wottcn is do oudsto wet, dio ovor
ovorspol bostiint iiiisscliion wol dio van do C^riokon in do
wotgoving vun
Soi.ox. Do Attischo rodonaar Lysias \')
liaalt do volgondo wot van Solün aan: Hy t;« (lotxhv
cTt M OVV ^ouXviTxt XP^vHxu \'Vuu do7.(»Ifdo wot go-
wnngt I\'i.UTAKCllUH ï):
 ins dedisse odHUvnm

drprchvndcnii cum occidrmli" Uit do/.o plautson maakt
Phatkjuk \') op: „cuiliM adidfcnna dcprehciidcnli ius
fuisse rum occidnuli.^^
"Waarsclnjnlijk ochtor Ih dit nooit do
bodooling dor wot gowoost, maar hooft
JSüi.ün don oehtgonoot

1) In Orationo do cKcdo Krelotthoni», vol. V. pag, -48.

2) In Solonn c. 23, d. I.

3) Juritprndenlia Yelu», Icx Soloni* 80, in Theuuro. Ki>. OnoNia, d. IV,
p. 431.

-ocr page 20-

8

alleen dan \' het recht gegeven den overspeler te dooden,
wanneer hij hem op hceterdaad,
in ipm turpitndinc bij
zijne vrouw betrapte, zooals uitvoerig cn op goede gronden
is aangetoond door
PetitüS \'). Wij lezen niet dat de
man hetzelfde recht had tegenover zijne hem ontrouw ge-
worden vrouw, wel dat hij op straffe van Infamie van
haar moest scheiden; cn dat hij haren medeplichtige, dien
hij zelf iiiut wildu Btraircn, iii verzekerde bewaring kon
nemen
en aan den rechter overleveren; óok kon hij zelf
hom ccno bepaalde bocto opleggen als zoengeld of hem
een of anderen smaad aandoen, (oontumclia afïiccro).

Evenals bij de Grieken, mnar in nog veel grooter
mate, had bij do Romeinen de boiccdigdo oclitgcnoot
het recht van eigcnricliting; hij was vooral in dc eersto
lijden, geheel en al
judex domcslicus. Voordat hij echter
eene of andere straf toepaste, moest Iiij den raad inwinnen
van dc voornaamste zijnor bloedverwanten.
Dionysius
IIamcaun\'A88EN8I8 \' zogt lucrvan o. a. hot volgende:
Uxor si qua auicm pcccasscly ipsum qni iniun\'as jHtssus erat
iudiccm habcbaf, qui pocnae magnitudinis erat arbiter; dc
huinsmodi criminibm cwjnati cum ipso coynosccbanl.
Uit do
door ÜKLLius\') aangohiwildc woorden van M. C
ato uit
zjjnc oratio „do doto": m
adullcrio uxorem tuam xi drprvhai\'
disses, sine iudicio impunc iieccares; illa te, ai adulterares,

1) Comuicut. iu legci Allicu 1. VI l. -i.

2) 1. 2. C. 4. AntiquiUt. Kum.

3)*Noct. Alt. I. 10 c. 2.1.

-ocr page 21-

9

iliijUo non audevel confingcrc, neque lus esf, blijkt, dat dc
Romein zijne overspelige vrouw mocht dooden, maar dat
de vrouw haren man, die ten haren opzichte zijne plichten als
echtgenoot vergat, zelfs niet mot don vinger mocht aanra-
ken; eene leer hoe onbillijk zij ook moge schijnen in onze
tijden, nu do vrouw ecnc haror waardige plaats in do

maatschappij heeft ingenomen, toen geheel en al overeen-
niendo niet de zeden cn liet karakter van het Itonieinsche
volk, dat den man, don heer der schepping cenc l)ijna
onbeperkte mncht gaf over vrouw en kroost. Ken gelijk
recht had do man nis do vrouw wijn dronk;
„si rinum
bibit, si cum <dicno viro probri quid ferit, condvrnmtur \'),
onulat onmatigheid in drank als do eerste aanleiding bo-
Hchouwd werd tot ongeoorloofde hiindelingeii of buiten-
Hporighodon op zedeljjk gebied.

Do eerste belangrijke wet dio wij op het overspel aan-
trctlen is de beroemde
lex Julia dc Jdidferiis.

Tegen hot eindo der Republiek had het zedenbederf
in liomo eene tot nu too ongekendo hoogte bereikt; de
miinnen , maar in dc ecrsto plaats do vrouwen uit allo stan-
den gaven zich ovei\' nan een ongebonden, zedeloos loven;
dc vrouwen lieten zich vnn hare echtgenooten scheiden
om haren lusten dea to oiigCBloorder den vrijen teugel
to vieren. Zeer gewenBcht was dua de wet vnn Auguatus
van het jaar 17 v. Uhr.

l) Otu.»ci I. c.

-ocr page 22-

10

Sommigen sclirijven deze wet toe aan Julius Caesar;
doeb ten onreehte; de Romeinen hebben haar te danken nan
OcTAVius
Augustus, dio tevens den naam van Julius
droeg als aangenomen zoon van Julius Caesar. Hot bewijs
hiervoor vinden wjj in do eerste plaats in do wet zelve 1. 1.
Dig. h. t.; verder bij
Suetoxius in zijne Vita Augusti,
waar hij zegt: Leges rctractacit ct quasdam de infegro
sanxit, tU sumtuariain et de udtdteriis et dc pudicitia.
IIoHATius wenscht or Augustus geluk modo:
Nullis jwlluitur casta domus stupris,
Mos et lex maculosum edomuit nefas \').
Hot mag echter wel eenigzins onze verwondering wok-
ken, dnt
Augustus, dio wegens zijn losbandig loven in
Kome,
maritus omnium mulicrum et midier omnium mari\'
forum
genoemd word, znik oono wot kon govon Hij
toch keurde in andoren ton sterkste datgono nf wnarnnn
hij zich zolf misschien moor dnn oonig nndor Hchuldig
mnnkto. Toon hij ochtor op hot gelukkige denkbeeld kwnm
om door oono hoilznmo rogooring hot door don burgerkrijg
nis nndor/ins uitgoputto volk in zijno vroogoro grootheid
to horstollon, wna zijn oorsto zorg oin hot door do vordnr-
vonhoid dor zodon stoods nfnonion dor bevolking to dooii
ophouden on do vrouwon nun hnro mnnr nl to zoor vor-
goton plichten to horinnoron; om dit dool to boroikon, gnf
hij
dc lex Julia dc adulteriis cocrcendis.

1) l. 4 carm. 5.
i) Fovinki. bl. 283 I. c.

-ocr page 23-

11

De tcxt van deze wet is nooit in haar geheel tot ons ge-
komen, wij kennen cr slechts datgene van, hetgeen verza-
meld is uit dc fragmenten der Romeinsche Jurisconsulten.

Laat ons do hoofdbepahngon dezer wet in \'t kort nagaan.

In dc eerste plaats moeten wij wijzen op het grooto
vei-schil, dat cr bestaat tusschen
siupnnn en aduUcrium,
hoewel beido woorden ook hier, nu eu dan zonder on-\'
dorsclieid, voor elkander gebruikt wordon.
AduUcrium
wordt uitsluitend begaan met eeno gehuwde vrouw, terwijl
een eerste vereischte bjj stuprum juist dit is, dat do hier-
bij betrokkene vrouw ongehuwd zjj. Zie Dig. h. 1.1. (5. § 1.
]lior maakt
Paimmanu« op dit onderscheid opmerkzaam:
nduUcrium in nupta commUlUur, propkr purtum cx (dicro
cnncrptum cornjnisito mm ine: stuprum rero in vir</incm
t\'iduamve ammittiiur; quod Grucci (fSopxv, id est, cor-
nipfioncm ap/x\'Uant \'}.

Kveninin als op do ongehuwde vrouw of weduwe zijn
do bopulingen dezer wet van toepnsRing op eone shivin,
dio natuurhjk nooit eon wettig Romeinsch huwelijk kon
aangaan. I. (J pr. 1). h. t , 1. 23 C. L. IX t. t). Men had
voor dit geval ufzoiulerhjko wetten als
dc h.e Aquilia ^ de
«eno corrupio
enz. »).

1) Zio Torder .MonmiNua I. 34.

2) Juro cxtnoei, niel iuro mtriU («tnt m(tritui ii hij niet) kan de man
cenc aanklacht wegen* ovenpel Inatellcn, wanneer hot concubinaat aan
do tijde der concubina grtchonden it, miU de »tand der vrouw lutk eene
lamcnltving van concubinaat toeliet; byv. wanneer ocno vrijgelatene, con-
cubina van haren pttroon it. I. IS pr. 1). h. l.

-ocr page 24-

12

Uit 1. 13 § 1. D. h. t. zien wij dat het onverschillig
is of de uxor
iusfa of wiusta is, d. i, of dc echtgenootcn
in een
inatrimonUun iustum of imustiim leven. Plane sice
lusta uxor fuit sice imiusta, accusationem instiiuere rir
iwtcrit; nam et Sextiis Caecilius ait, haec lex ud omuia
matrimonia pcrtinet.

ij {Aivvot cpi}Jcu7\' ahix^^i (ifpOTTxv aiuUpxTruv \\\\Tpitixt ;
(Hom. 11. IX v. 340).

Zeer verschillend zijn de gevoelens over die iniusta uxor.
M
attuaéus de crimin. ad. I. 48 t. 3 C. 1 n*. 7 zegt, dut do wet
ook betrekking hccfl op ccno vrouw die oen
nietig huwelijk
gesloten heeft, zoo ook
Bocer \'): maai- dc woonlcn: haec
lox ad
omnia matrimonia pcrtinet, sluiten dezo bewering
uit. Zoo ook is dc uitlegging van
Brissonius\') niot houd-
baar, die onder uxor iniusta de echtgenoot verstaat
qmc
in manum uiariti non convenit.
Pirmez \') tracht nan te too-
nen dat men hieronder veratiuin moot, dc vrouw dio wegens
dc
diffcrcntia tomlitionin geen co;i;ir(6mm aangaan kan,
nl. ccno vreemde of slavin met con UomninHch burger.

Trkkei.i, heeft het eerst aangetoond en later Ki.kin-
8ciiroi)
*), dat ttxor iusta beduidt ccno echtgenoot die in

1) Corotncnl. do «dnlterio et adnlterii cap. I n*. fti.

2) ad leg. Juliam do «duit. hb. ling. pg. 202.

3) dfl roirito tbori vioUti viDdice. pg. 50 tq.

4) »d UriMon. p 177 »<j.

5) lieilrij;e xnr I.chre vom Rhebrnche, in i. Abhandl. «ai d. peinl. K.
Th\'eil II. S. 273—328.

-ocr page 25-

13

een volgens het ius civile, uxor iniiista een echtgenoot
die in een volgens het
ins gentium geldig huwelijk leeft. \')
Uit de 1. 13 § 4 bhjkt dat zelfs dio vrouw ochtbrouk
kan begaan,
cum qua inccstwn commissum est, of wolko
tixoi\' esse non potest d. i., dio in oon verboden, volgons
hot ius gentium niot oonmoal goldigen echt leeft.

Do bruid dio zich mot oon ander dan haron bruidogom
vermengt, on daardoor dozen ontrouw wordt, valt niet
ondor do strafbepalingen der lex Julia.
Sbvkuus on Antü-
.Nixua bepaalden hot eerst, dat do ontrouw dor bruid als
adultorium boschouwd on bestraft inoost wordon. 1. 7. Ood.
h. t., 1. 13 § 3. 8. D. h. t.

Kan or overspel bodrovon wordon mot cono gohuwdo
vrouw, dio openlijk als publioko vrouw looft?

liot nntw(M)rd op dozo vraag waa niot uUjjd hotzolfdo,
wogons do beide volgondo nu»t olkundor strijdondo plualHon:
scil et in ra lurorc jx)frst nutritus atlullerium rindicitre,
quae vuigaris fuerit: quamris si ridua rsset, impune in
ra sluprum commitlcrrlur
\') en 1. 22. C. Ii. t.: si ea quae
slupro tibi iognita est, et fHtssim venaltw formant exhihuit,
af prostilutam merelt\'icio more ruhjo se praebuil, ndulterii
crimen in
w cessai. Do «iplossing van do/.on strijd is
wanrMchijnlijk dozo:
Ui.im.vnuh voratnat in do oorato nan-
gohnaldo plimta onder
vulgaris, cono vrouw, dio wol ia

1) TerJer hierover lUiN, ilu Criminalrerht der Horner. L. III Itte
Ablh.C. 2. WâciirKft. Lerhbuch dei llömiteh-TeuUchen SlnfreehU § 21).

2) I. 13 { 2. 1). h. U

-ocr page 26-

14

waar een losbandigen levenswandel voert, maar niet
(zooals "WiiciiTER het noemt \') „eine von der Polizey-
behorde zum Huren priviligirte Ehefrau ist", of wol
iemand die vóór haar huwelijk als publieke vrouw leefde;
terwijl de Keizers
Diocletianüs en Maxim., do vrouw
op het oog hebben, dio van de politie de toestemming
verkregen heeft tot hot uitoefenon van zulk oen bedrijf.
Deze oplossing is het eerst gegeven door
Axtonius Mat-
thaeus
2) en door de meeste latere schrijvers aange-
nomen. — Eene andere uitlegging dio
Matthaeus er ann
geefl is deze: Zij die liaren echtgenoot
rerlaaf en zich
zonder onderscheid aan een ieder prjjs geeft, begnnt geen
overspel en op hanr is dus do boven nnngelmnido 1. 22
vnn toepassing, terwijl zij dio bjj haren nmn
hlijp, maar
hem tevens ontrouw wordt, wel ovei-s|)ol bedrjjfl en dus
valt onder 1. 13. Onder do verdere oplossingen van
dozen strijd komt vooral dio vnn
I\'ikmkz *i in aanmerking.
Hij zoekt do beide plaatsen met elkander in nvereenstem-
niing te brengen, door to zoggen dat Ur.i
\'ianuh in I. 13
§ 2 onder uxor vulgnris geen publieke vrouw verslont,
maar eone
]X\'rsona rills, IntmHioi\', non honrsta.

Om de Htrnf door de lox .Iui,ia hepanhl te ontgaan,
gaven vnmwon uit do hoogere Hlandoii zich dikwijs op(Mi-

1) 1. c. i. 419.

£) De Criminibni ad Jul. de aduU. c. 1 N\'. R.
8) Zie nitToeriK hierover WiciiTKt I. o. f 211.
t) I c. pg C5—C7.

-ocr page 27-

15

lijk voor publieke >touw uit en namen dan do toga virilis
aan; om dit to beletten is door een Sen. C. onder
Tiberius
bepaald, dat dezulken tocb wegens overspel zouden gestraft
worden \').

Do gehuwde man die zich vermengt met eeno onge-
huwde vrouw, begaat volgens de lex
Jui.lv geen adul-
terium, maar slechts stuprum; behalve de stratFon op dit
laatste misdrijf gesteld, trofTon bem ondor bepaalde om-
standigheden nog zokcro Privaatstmlfen. Novelle 117
cap. 9 § 5.

Do lox Jui-iA stcldo het behulpzaam zjjn, of het in de
liaml werken van overspel ook strafbaar (bijv 1. 12 D.
h. t.
Hua.sH.)

ro/v» vau procc.s. D(? man is verplicht zjjne bom on-
trouw geworden echtgenoot dadelijk wog to zondon, wan-
neer liij haar (MI tiagrant délit betrapt hooft. Verdacht
Inj haar slcchtH, zoo behooldo hij Inuir niot weg te ztui-
don, ja, liij kon haar zelfs torugnemon, zoo zij roods
vertrokken was, mits hij zjjno aanklacht introk \').

lieidon, do man on do vador haddon hot roolit ccno
nanklacht in to stollon. IvwanuMi boidon to gelijk, dan
word doorgaans aan don man do voorrang gogoviMi nis
L» , belialvo wanneor do vader bowoos:
iiuirltum auf iufamm — aut ilocrtit collmlrre umjh cum

1) Tncilni «nnal. II 83. SiteUtn. in Tibrr. C. 85.

2) I. 13 f g. H. h. l.

3) I. 2 f 8. I. U { i. 1. 15 |ir.

-ocr page 28-

16

Hxore qiMin ex animo accusare (m. a. w. zoo hij slechts
voor den schijn aanklaagde) 1. 3 D. h. t. Hadden noch
echtgenoot noch vader eene aanklaclit ingesteld na verloop
van 60 dagen \'), dan kon een ander
{extraneus) liet in
hunne plaats doen. Slechts wanneer do man door buiton-
gewonc omstandigheden vorhinderd was, kon Inj zijn
recht nog doen gelden nadat do extraneus zijne acto al
had ingesteld. De extraneus moest zich binnen de 4 maan-
den (na de eerste 60 dagen) molden Treden moor dezer
extranei geljjktijdig als aanklagers op, zoo kiest do roclitor
één van hen Stierf do man of Hot hij do aanklacht
varen, zoo trad oen extraneus als aanklager op.

De adulter cn do adultora konden niet gelijktijdig in
rocliten geroopon worden, hot stond aan do keuzo van
den aanklager togen wien hij het oorst zijne aanklaclit
wilde instellen. Word de adulter vrijgosprokon, zoo was
do vrouw vrij van iodero aanklaclit, zij kon dan niet moer
in rochtcn betrokken wor<h;n.

Ij. 38 § 10 I). h. t. bopaaldo dat wanneer oon magi-
straatspersoon wogons adultorium word aangeklaagd , hot
proces uitgesteld moost wordon, tot zoolang hij zijn ambt
nodorgelogd had. Ook mag degene, dio
sine (Irlrarlalione

1) 1)40 00 (Ugon «rerJen i<erckcnd ran af den dag der echUchclding,
Zie behalve Tacit. Ann. 11 85. I. :10 p. 1. 11 < 2. 1. 29 J 5. 1. l
{ 1 I), h. t.

2) 1. 1 } l I). h. t.

3) I. 2 f 9.

-ocr page 29-

17

(d. i, bona fido) rei publicae causa afwezig is, niet in
rechten betrokken worden vóór zijne terugkomst.

Eon groot onderscheid tusschen den echtgenoot of vader
en don vreemden aanklager bestond hierin, dat de beido
eerste niet wegens laster en dus ook niot volgons hot
Son. C. Turpillianuni to strafTon waron, wol dc vroonulo
aanklager \').

Tegen don overspeler was eon tormjjn van vjjf jaar,
tot het instellen eener nanklacht toegestaan, vnn den dag
af, waarop het misdrjjf had pkmt.s gehad. Na verloop
vnn dien termijn was do znnk verjaard

Terecht bepaalde 1. 13 § 5 dat de rechter hij het
voeren van het geding, het zedeloos, ongebonden gedrag
vnn den man, nis verznchtende omstandigheid voor de
vrouw in ivanmerking moet nomen.

In hot eerste tjjdperk van de stichting dor stad tot
aan AuouaTUH, bestond zooals vvjj gezien hebben, <lo leer
der eigenrichting.
Homim.us bepaalde geene straf, hij
gaf de schuldigo vrouw geheel over aan do genade of
ongenade vnn haren echtgenoot. — Toon was eeno
wet tegon overspel noch noodig, onulat do nu)raliteit van
lu\'t volk zulk eeno misdaad verafschuwde (men denke

1) Coll. IV. 4.

2) 1. 11 M- 1- 29 » 5. 0. 7. I. SI I). h. t. I. 28, I. 6 O. lit. IX 1.1.\\.
Dete termijn voor verjaring golil voor allo in de lex Julia ilrafbaar ge*
■lelde mitdrijven. Stnpnim, luceitu*, Lenocinium, ncfanda Venii«, enx be-
halve wanneer Inreil«« en AdnlUrinm verbonden waren. I. 39 f 5 I). h, l.

-ocr page 30-

18

slechts aan den Cultus der Pudicitia, en aan de, zelfs bij
eene wet bevolene achting voor de vrouwen \'), noch moge-
lijk, daar do wetgever het niet waagde, zich in do
familie-aangelegenheden to mengen. De heiligheid van
den echt stond onder do bescherming van den huisvader
en do familiegerichton, welke door de wet erkend waren on
waarbij eerst lator do Censuur, oon toezicht door de over-
heid , kwam ï).

Men moot in dit tijdperk twoo gevallen ondorsclioidcn,
nl. de al of niet betrapping op boeter daad. (fV l/jyw of
in ij)sa turpUudine.) In hot eersto goval kondon do vador
of echtgenoot do schuldigon zonder ruggespraak met hunno
bloedverwanten, dooden, mits zij
heiden om hot loven
brachten cn dat wol
(jcUjklijdiy In hot twoodo geval,
bjj niet betrapping op hoctor daad, moest do boiccdigdo
oclitgcnoot of do vador dor vrouw con familieraad bijccn-
roopon; ook kon do man zijne vrouw dadelyk vorstooton
(repudiaro).

Do straffen door bomiddoling van dion familioraad opge-
legd, waren zoor vcrschillond, moostai echter oonvoudigo

1) liet il (lui niet te verwonderen dut hel verbod der echtbreuk eene
lex iempiterna genoemd werd. Cic. do leg. 11. 4.

2) Lir. I\\. 31. Cic. de Uep. IV. 0.

:{) Deze bij eeno wet raitgeiteldo bepitling vermeld Qainclilianui V. 10,
101
lex prohibet adnltfraM tiiw atfuliiro oceUfff, VII. 1. C iq. aitulUniM
eum aduUna oreidfre Heel.
•V) Zie biiven.

-ocr page 31-

19

eclitschoiding on geldbooten, doeh soms ook bardere
straffen \').

Ovor do straf door do lex Julia op het overspel ge-
stold zijn do goloordon hot niot oons. Op grond van
§ 4 t. XVIII 1. lY Inst.:
ifem lex Julia de aduUcviis
coercendis quae mn solum tcnieraiores alienarum nujitiarum
gladio punif, cet.,
moonon velen dat do lex Julia do
doodstraf togon do ovorspelors vaststoldo. Do hior vormoldo
straf oelitor, dio, oven nis latoro vornndoringon,
door
Tribonianus aan do oude lox wordt toogoschrovon,
is naderhand ingevoerd

Do oonigo plaats uit do tot ons gokomono frngmonlon van
hot Romoinscho rocht, dio hopaald on ox profosso van do
strafTon door do lex Jui
.ia vustgostold spreokt is Paulus Sont.
rooopt. II. 20 § 14:
AduUerii ronrictaa mulieint diniidia
junii\' dólia, rl lertia }Ht\\i( bonorum ac rrkgalionc in in.su-
lam plaruil corrcrri; adulirris rrro riris juiri in insulam
rrlrgüionf dimidiam jMtrlem bonorum aufrrri dummodo in
dirrntan rrlegnitur.

Do lox Julia strafto dus do adultora mot hot vorlios
vnn do linlvo «los, hot dortlo dool van hot vormogon on
niot do rologntio in inmdnm; don ndultor mot hot vorlio«

l) Li«. XXXI.\\. 18.

S) O. X. CAHi-toTiwii qu. Ö2 nr. SU. Venlcr O. F. .Sciiubkbt probl.
•>i»l. jnrlJ. in
et 1. Juli» Auguiti, poen» adnilorii fncril marii«.

3) Lm hierovrrt Mattiuküs 1. c. pg. 410 *q. IUimoN. lib. Hingul. ilc
ttJoU p-
102. WE<«iititk I. c. I 213 n* f.O.

-ocr page 32-

20

van zijn half vermogen en de relegatio in insulnm.
Hier wordt van geene doodstraf molding gemaakt.

Behalve het bovenvermelde, bewijzen de volgende
plaatbcn ten duidelijkste, dut
Augustus adultcriuin niot
met den dood strafte:
1. 29 § 1 D. h. t. verbiedt eene
vrouw te huwen die ■svegons overspel veroordeeld is, zoo
ook de 1. 9 C. h. t. \'). De veroordeelden mochten verder
geen getuigen zijn De adulter, mocht als hij soldaat
was, niet langer dienen \'). Zou het nu niet, op zijn
zachtst genomen geheel overbodig zijn, dergelijke veror-
deningen te maken betreffende personen, over wie do
doodstraf is uitgesproken. Behoefl men eeno tor dood
veroordeelde vrouw wol to verbieden weder to hertrouwen ?

Relegatio was ook de straf die Augustus op zjjne
dochter en kleindochter toepaste, toen bewezen was dat
zij zich ann overspel hadden schuldig gemaakt.

Tacitus het ovorspol van Vistilia echtgenoot van
TjABKO, vormoldondo voegt or hij, dat zij tot straf naar
• hot eiland Seriphos verbannen word.

Het recht van eigenrichting bleef onder do lex .IuIjIa
bestaan, maar niot in dio ruiino mato als vroeger. Do

1) Zij kon wel ali concnbinn gaan Ieren. I. I. { 2. I). ile ennciib. Zij
droeg niet meer do itola der matronen, maar de toga der minder geachte
Koraeintche vrouwen.

2) l. U, 18. 1). de Teatib.

3) t. i. ( 7. I). de re milit.

4) Annal. Lib. 2 ra|). 85.

-ocr page 33-

21

I. 20 D. h. t. beperkt het recht, vóórdien tijd aan iedoren
vader toegestaan, tot hem, dio zijne docliter in potos-
tato heofl; dc natuurhjko vador, do vader dio zijno dochter
gccinancipccrd of uiin ecMi iiiidcr in adoptie gegeven liccft,
mug zijne overspelige dochter en haren medeplichtige
dus niot mcor doodon; evenmin hooft do vador, dio zolf
filius familias is dit recht; want hij die zelf niot suao
potostatis is, kan niet oon ander in postostato hebben, cn
op dio vaderlijke macht berust van nu af het recht van
oigonrichting \'). Dc vader heeft dit recht ochtor alloon
bij betrapping op licotor daad:
in ipsis rebus ccncreis deprc-
haisKin occidi
Vorder moot liij zo beiden dooden en
dat wol
in continentiof zooals Um\'. zogt projw. uno ictn
ct uno imi>ctu
Een laatfto voroischtc eindelijk is, dat
liij do ovorspcligon dio Inj doodt, in zijn oigon huis of in
dat van zijn\' schoonzoon botrappo, niet wanneer Inj hen
crgons anders ontdokt; omdat
nuiiorcin iiiiuriam puturit
legislator quod in\' doniuui jHitris aut mariti ausu fucrit
filia tt\'iuUcrum iuduccrc
*). Ilior bctcokont domus, do-
micilie
(w»)onpIaat8). Do vader kan zijne doclilor dus niet
doodon, wannoor liij^ haar in zijn oigcn huis betrapt,
wanneer zij in oon ander huis woont").

1) I. 21.

S) hoe eit qiioil Solon ct I)r»co dicnnt iw tQrf.
8) 1. 2d i 4. 1). h. t.

4) Qninct. 111. 11. 7.

5) I. 23 t S.

«) I. 23. i 8. I. 22. i 2.

-ocr page 34-

90

Dc Icx Julia geeft den echtgenoot niet dezelfde macht
als den vader, en terecht: hij dezen zal dikwijls het gevoel
van liefde voor zijn kind zegevieren over zijnen toorn, cn
hem doen afzien van eene daad waartoe de echtgenoot in
woede en drift ontstoken, cn blind voor de gevolgen,
overgaat als de eenige voldoening, om den hem aangedanen
smaad te wreken en zijne drift tc bekoelen. Hij dus
mag zijne dochter nooit dooden; haren medeplichtige
slechts in het geval hij hem in zijn huis op lieeter daad be-
trapt, en zoo die schuldige tevens tot die personen behoorde
die, liotzij door hunne geboorte, hetzij door hunnen rang
of betrekking in do maatschappij tot de min geachte Ko-
mcinon gerekend wordon; zoo bijv. als hij libertus vnn
don bolcodigdon echtgenoot was, zoo hij tooneols^iolor of
gladiator wns, kortom wnnnocr hij zich onledig hield mot
ééne dor in 1. 24 gonocnido zaken, dio in hot Homo vnn
dion lijd, nllo ton zoorste voraeht wnron. Hooft do
echtgenoot in do hom toogostnno govnllon vnn zjjn rocht
om to dooden gebruik gemnnkt, dnn moot hij zijne vrouw
terstond wegzenden
{dimitlcrc) \').

Onder do Keizers hleof do lox Julia mot goringo
wijzigingen golden; wol kondigden zij nu on dnn be-
palingen dier wet, dio in onbruik dreigden to gornkon
weder op nieuw nf*).
Domitianus verniouwdo do lox
Julia, diuir haro bopalingen wogons do vorrogiuuido zodo-

n 1. 21 { 1.

2^ Conilit. 1—28 Cod. h. t.

-ocr page 35-

23

loosheid dor moeste Kcizors bijna niot mcor in aclit genomen
of toegepast werden \'),

Grooto veranderingen werden higovoerd door Cox-
8TANTIJX. In dc eerste plaats beperkte hij het recht
van eene aanklacht wegens overspel, tot do naaste
mannelijke bloedverwanten (vader, broeder, oom)
prox-
imis necessariisquc personis qim cents dolor ad acciisa-
tioncin impellit
»). Hij sloot vreemdelingen ton strengste
uit,
cxtrancos autcm procul arccri ah accusatione ccnscmus^))
cn terecht, immers wanneer dc naaste bloedverwanten,
dio het meest door do misdadige handeling lijden cn er
hot sterkst do onnangenainc gevolgen van ondervinden,
geen aanklacht wenschen in te stellen, meestal om aan
do znnk zoo min niogelijk ruchtbaarheid to geven on oin
dc treurige gevolgen daaraan verbonden to voorkomen,
dan moot hot geen vrooindeling vrijstaan, om willekeurig,
soms wegens porsoonhjko vcote, door zulk eeno aanklacht
do rust der huisgezinnen to veratoren en oudera en kin-
deren aan de openbare verachting prijs te geven;
nonnulU
protcrrc id faciunt et fahis ctndumeliis matrimonia de-
formant

Kon tweede wijziging thmr (\\).\\htantijn ingev«»erd
is dezo: hij »telde voor den adulter (voor do adultenv

1) Jur. II. SU. •<).

2) I. SO C. I. c.
i) C. 1. c. 1. 80.
4) C. 1. c. l. 30.

-ocr page 36-

24

bleef dc oude straf bestaan) den dood door hot zwaard in
{sacrilegos atdem nuptiarum glaiUo puniri oportet \'), dowijl
bij de tot nu toe bestaande straf voor to gering liiold Hij
behield echter do oude bepaling dat alleen dc vrouw echt-
brouk kan begaan.

. In Novelle 134, cap. 10 bovostigdo Justixiaxus dc voor
den adultcr door
Coxstaxtijx ingcstoldo straf. Wat do
vrouw betreft, voor dozo stolt hij dc gooscling in cn do
opsluiting in een klooster \'), waaruit dc echtgenoot hiuir

i> L. 30. i 1. c. h. t.

2) Dat do doodstraf op adulterium het eerit door Constantun xoq
ingevoerd tijn, ia door tommigcn bcttrodent o.a. Cuiaciui Übi. VI. IKiof.
liet meest algemeen aangeoomca gevoelen echter ia, wat uuk Ju»t. in
Novell. 134 c. 10 verklaart, dat Const, haar heeft ingesteld cu dat men
plaatsen als
excrjjto adulterio lib. 2. t. 4. C. 1. Itt cn ti quocumque modo,
eet. I. U. C. b. t., all inichuivingcn vau Tribomiakub moet beschouwen. Zio
verder WaciiTEK I. c. p. 213 n*. 61.
Ciuuvkau cl Uélik Theorie du Code
l\'c\'iial. Cbnp. L. ) G. cd. liruxcllcs. nn*. Iä44.

3) Vrij algemeen wordt aangenomen, dal door Conhtantijn uuk voordo
aduUcra de dooditraf wai vastgesteld, cn dat Just, in zijn Novell. ISU.
e. 10 eene veel zachlero tlraf vuur dc vrouw zuu ingovoerd hebben. Ver-
icbilicnd zijn de gevoelens, orotrcnl de rideuen waardoor J. tot zulk een
zachtheid jegens do uvcrspeligo vrouw bewogen aou xijn geworden. Velen
(b,
v. STKriiAMi ad art. 120 n*. 3) meenen dal hij hiertoe zou xijn gebracht,
door de zwakheid van het vrouwelijk geiUcht op den voorgrond to stellen.
Anderen zeggen, dat hij hierom eeno lichtere ilraf voor do vrouw vast-
iteldo,
quia vir projirie dicalur ager*, foemuta vero pati. (Carpxov. quaest. 63
n". 21 f.). De meeilen echter willen bet ilechti ali een bewgi bcichouwen,
hoe J. zich ook hierin wetr geheel en al had latcu leiden door tijnc vrouw,

-ocr page 37-

25

binnen deu tijd van twee jaren weder weg mag halen om
haar weêr tot zich to nomen. Deed de man dit echter
niet, dan word het hnwebjk na verloop van die twee jaar
als ontbonden beschouwd, en de vrouw bleef, nadat haar
het hoofdhaar was afgeschoren, levenslang in het klooster.
Haar vermogen verviel, zoo zij geen bloedverwanten in
do op- of nedergaando linie had, aan het klooster; do man
behield echter do dos, plus een gedoolto van haar ver-
mogen, dat zoo groot was, als hot dorde gedeelte van

Tiikodora. OViciirrR über Khetcheidtingen bei den Kütnern. Foubnu.
1. c. pg. SUS).

Zoer juUt evrnwdl iiiaaLl tiiiaciiAaiii (Arehir. ile* Critti. II. VIII bl«. 991)
cr up apmerktuin ilat Jiisl. voUlrekt niol ilo iluodstraf vour iln ovenpelige
vruuw hcori >fgc«chnfl, en wel uin do ecnigo reden, dal dete niet voor
haar bcttond. CuNST. in xgne hierboven vernicldo wet, aleldc deie atraf
alleen voor drn adiiller in;
Sacrilsgot aniem mwjttUriim gtatlio pnnlri
oportet
pail alleen vuur den eehlbreker niet voor de tcktbrtfkiltr, loodat
de in Nov.
138. c. 10 door J. vailgciteldo ittar voUlrekt geene lachtero
bepaling trn upiichle van do vrouw invoert. Trouwens J. beroemt «ieh
hier voUlrekt niet op lulk eene bijtondero sachtheid.

/.ou ook Nurm (Aanteekeningen op Ciuuv. en IIki.ik pag. 380 .
«Hcmarquoni d\'ailleurt i|ue cello pcino n\'^tail pat applicable il la femme
adullère, mait aeulemenl au complice, & qui teul convienl la d^norainalion
dt hmerttorti »li nMnim unjitUrum ou cellc dc taeriUgo* wif;>/MrMM, dont
pario la loi 30, C., h. lit. (I.\\. ü). (^uant la frmmo adultcrc, ello n\'n
jamaii etc patiiblo do la peino do mort, ni aout la loi Julia, ui aoui Ici
conitilutioDi poil<iricurci."

Zie verder KkiN Crint. K. der Itömer. H. III. Afd. I. Cap, 3. KoaitiiUT
Gcichichte und S>itcm dca DcuUchcn SlrafrechU. V. Hoek. { 177.

-ocr page 38-

26

de dos bedroog \'). "Waren er slechts bloedvor^Yanton in
do opgaande linie, dan kregen dozo J, hot klooster | van
haar vermogen; waren er bloedverwanten in do nederda-
lende linie, dan kregen dozo |, het klooster

De Geestelijken waren cr echter moestal niot sterk medo
ingenomen, dat die zodoloozo on losbandige vrouwon in
con zelfde klooster opgesloten werden met do kuischo,
ongerepte vrouwon, dio juist in zulk een klooster waren
gegaan om oono schuilplaats to vindon voor haro onschuld
cn maagdehjken schroom.
j,Atqui(l dccirgimta cum virgini-
bun, poUitIa ciim jutris, cornipia cum intcgris, AdnUcra
cum caistis et Deo dicalis ?

liet gebeurde dus niot zelden dat do kloosters woigordon
zulke vrouwen op to nomen, hetgeen
Jüstiniaan noodzaakte
oon huis to houwen, uitsluitend bestonul om dozen con
verblijf tc vorschaficn. Ilij noomdo dit huis Mctmmi

JusT. hief dc in hoslagnominff dor goederen vnn don
ndultor door d(>n (iscuB op, in hot goval do voroordooldo
lul- «f dcHccndcnten binnen den derdon graad iinliet.

Wns do ndultor gohuwd, dnn kroog do vrouw hnro
dos cn do donntionos proptor nuptins tonig, of | vnn hot
vermogen vnn baron echtgenoot.

"Als een ovorblijfsol vnn do vroogoro eigenrichting, zio
mon Nov.
117. c. 15. pr., wnnr Just. den echtgenoot

1) Not. \\U c. 10. Nov, 117 c, 8. J 2,

2) Foubhki, 1. c, pg. 297.
pROcorius (lo nedificüt Ju*(ini>ni.

-ocr page 39-

27

toestaat den verleider zijner vrouw dadelijk to doodon,
wanneer hij, na driemaal schriftelijk tc zjjn gewaarschuwd,
niet nalaat samenkomsten met die vrouw to houden cn
pogingen aan to wenden om door liefkozingen hare plich-
ten van getrouwde vrouw to doen vergoten.

Keizer Leo liot don ovorspcligon don nous afsnijden,
om hun daardoor voor \'t vervolg allo nantrckkohjklieid
voor anderen te ontnemen. \').

§

Orrrfiicl t\'i)lyrns het Canonieke recht cn de Carolina.

Wanneer wij, om het niot goliool cn al mot stilzwijgen
voorliij to gaan, ovon oon hlik worpen op hot Canonioko
recht on dc Carolina, dan springen ons al dadelijk twoo
groolo goscliilpunton in \'t oog luHsclicn dit rcclit on hot
Itoinoinsclu^; in do oorslo plaats, dat volgcn« do Car. on
liot Cnn. r. do gehuwde man ook adulterium bcgnat,
wanneer Inj zich vormongt mot oono andoro ongoliuwdo
vrouw on ten twrodo, dat do eigenrioliting dio in het
Ilrun. r., vooral in hot hogin zulk oono grooto rol »poolt,
hier terecht gohcol on al ophoudt.

Ihj allo volken waar dor vrouw oono onaanzicnljjko

I) NuvolU I.eonii ü.
i) C«p. 1. de kdull.

-ocr page 40-

28

plaats is aangewezen, kan te haren opzichte door den
man geen overspel gepleegd worden. Daarom wordt in
den regel bjj alle polygamistische volken echtbreuk slechts
bjj do vrouw gestraft \').

Eduard Kexke zegt hot volgende: „Uoborall, wo durch
„Duldung oder Billigung der Vielweiberei, oder durcli
„gänzliche Unterwerfung der Ehefrau unter die Gewalt dos
„Mannes, Geringschätzung der Weibes ausgesprochen ist,
„wird freilich das Verbrochen dos Ehebruches nicht vom
„Manne an seiner Gattin, sondern nur von dieser an dem
„Manne, ihrem Gebieter, begangen. In der christlichen
„"Welt aber, wo eine würdigere Ansicht der Ehe herrscht,
„ist 08 nie bezweifelt wordon, dasz beide Gatten sich
„dieses Verbrechens schuldig machen können. Auch dio
„mit einem Gatten concumbirondo Person, Mann oder
„Weib, vorhoirathot oder unvorhoirathot, musz als Thoil-
„nohmorin an <Ioni Verbrochen botrachtot wordon, wenn
„sie auch nicht in donisolbon Giado strafbar ist, wio der
„andere Theil, der eine porsönlicho VorpHichtung gogon
„seinen Gatten übertritt."

Ilij do H(mieinon hörnst zoonia wjj gozion liohhon, liot
gchoclo begrip van adultorium op do
ciolalio thori tilicniy

1) Zoo in hcl MotaUche rcchl cn in lUl vsn den Kornn. Vergelijk
M
iciuclis Mü»i«ch Rcchl { 2&u vlg. — Fkukkbacii, Criminaljuriiprudeni
dei Koran. (Bibliothek dci peinl. KechU Hd. II. St. ) S. I8i flg.)

2) Kii. IIkhkk. Handbuch des Criminairccht« und der Criminalpolilik.
Bd.
II. J 132.

-ocr page 41-

29

op den conciibitus cttm aUernis uxore; de ninn alleen had
het
ius thori.

Door den invloed vnn de Christelijke godsdienst, waar-
mede de wetten on gewoonten van allo Christonvolkon ten
nauwste samenhangen, drong eene meer ware en billijke
beschouwing omtrent hot huwelijk allengs door. liet
Canonieke recht ging in zijne bepalingen hieromtrent,
uit van dc oorspronkelijke natuurlijke gelijkheid van
rechten tussclien man cn vrouw \') en vnn het gezichtspunt
der godsdienstige heiligheid vnn het huwelijk, gegrond op
verschillende phuitson van het Nieuwe Test.lïet beschouwt
hot huwelijk als eeno societas, hij welker tot standkoining
de man luin de vrouw oven zoor
trouir verschuldigd ia als om-
gekeerd dezo aan genen, en do verbreking dier trouwbelofte
ia dua voor heiden evenzeer atrafbimr; adulteriuin ia hier
dua
(Ie (lolosa violatio fidei roniiujalis. j}fr roiiridtilinn ciiiii
iwrmia extranea
*). Kn dit heginael, hoovelo hozwaren het

1) (Jcno UnUnchciJung iwitchen Hechten und Pflichten dri Mannei
und du Weihet mnttte fallen, gleiche Keutchheit wurde nach chrittlichen
Orundiätten von dem Manne gefordert, wie ate dic Germanen von den
Weihern verlangten, und Khcbruch wnrde tuwuhl vom Manu hrgattgen, der
Hefriedi|cung der fleitchlichen Lmt autterhalb leinet Khebetlct tuchle, wie
aurh von dem Weib, weichet, wenn gleich unverheirathet, tich einem frem*
den Khemann prtitgebend, ein änderet Kbebett befleckte. .Mann oder Weib
macbtcn aieh sowohl dct Itnichet der eignen alt der fremden Khe tchuldig."
OV11.1
.A, I)at Slrafrecht der Germanen. Halle 1342 C. XU. K. bU. 822).

2) Matth. lOi 9. I Corintb. 7. 2.

3) C*n. 15. Camt. 33. q. 6.

-ocr page 42-

30

ook moge opleveren, wanneer men er zich in de praktijk
van het Strafrecht altijd aan -svildo houden, heofl voorzeker
meer recht van bestaan dan dat hetwelk in hot Romeinsch
Recht gehuldigd werd. Of heofl do man bij hot sluiten van
zijn huwelijk aan zijne vrouw niet evengoed trouw beloofd
als zjj aan hom? En verbreekt hij dien ood van trouw
niet, wanneer hij zich afgeefl met oono andere vrouw
als dio aan welke hij zich vrijwillig, wettig vorbondon
hoeft ? Zoo ook
JoussE : „L\'adultère, zogt hij, est aussi
un crime dans le mari qui le commet, quoique avec une
personne libre; parcequ\'il manque par là à la fidélité qu\'il
a promise i\\ sa fomnio à la faco dc l\'Eglise, ct on pré-
sence de sa famille; ce qui le rond on quoique sorte
parjure". \'). Niots is onrodolijkor dan dat do man van
zijne vrouw kuischhoid oischt, dio hij zolf niot botraclit »).
De kerkvader
ITieuonymus drukt zich aldus uit: Aliae,
zegt hij, simt leges Cuemnm, nliue Christi. Aliud Papi-
iiiatius, (diud Paulus nnhis praeeipif. Apud illns viris

1) Tr»il^ de U Justice Criminelle do France. Pari« 1771. Partie IV.
1. III. tit. III.

2) Pi.atitus toont hel onrechtmaligo hiervan reed* nan, aU hij in xijn
ilneator, aan Syra de volgende woarden in\' den mond legl:

Keatlnr! lege dmra vivuitt mulieret,
ifulloçue intjtiiarf mUerae, quam viri,
Nam ti vir tcorlum durit rturn urorrm tunm,
ld ti rrteitil uxor, imptrne ett vira-,
Uxor ti
cUm egretta ett fotm,
l\'iro Jil f/ttmt, exigilmr malrimonia.

-ocr page 43-

31

impiuJicitiae frena laxanfur, et solo sfitpro et aduUerio
condemnato • passim per lupanaria et ancHhdas libido per-
mitiitur, quad culpam diijnitas faciat, mn voluntas. Apud
nos, quod non Heet foeminis, aeque non Heet riris, et
eaedem servilus jHtri conditione censetur \').

Volgens het Can. recht onderscheidt mon adultcrium
duplex
(oberliurerei) on adultcrium simplex, al naar mate
boido of slechts één van hoido personen gohuwd zjjn.
Do oorsto soort word nis oen objectief grootere rocht-
schonnis beschouwd.

liet qunsi-ndnlterium vnn hot II r. kont hot Cnn. r.
niot, ovonmin nis do Cnrolinn. Hjj do verloving bestnnt
or nog goono
societas, nuinr onkel oono bolofto tot hot
niuignnn hicrvnn.

Do strnffon door hot Korkohjk rocht bodroigd togon
do HchondorH dor huwohjkstrouw, wnron strong; do Bchnl-
digon mooston zich in hot o])onbanr nnn Inngdnrigo on
zwnro hootodooning onderworpen. Hjj rócidivo wonion
zij door do goostoljjkhoid vorhnnnon «).

„Nulla grnvior indignntio in primitiva ecclesia, qunni
„contra crimino hoe mnculatos ot fornientoros. Onuiis
„oonuniuüo hi» donogntn: dilHcilior oorum roooptio, quinl
„por totum vitno tempus ]K)cnitontino subiocti OHHont"
Mnnkto oon goosloljjko zich nnn ovorspol Rchuldig, dnn

1) Vergelijk verJer IUkiiktrac, Tr»iló ile U mortle Jp« jtJrc» ile l\'KglUc.

2) C«n. 23. qiuett. I. c. 22, 28. C. 32, q. 7.

3) lloKiiMKit IntliUilionr* iari* Oanonici I. V. t XVI. f 3.

-ocr page 44-

32

werd hij afgezet en moest levenslang in een klooster
zijne overtreding boeten.

Voor de overspelige vrouw behield het C. recht de
straffen door
Jüstiniaxus vastgesteld, geeseling en op-
sluiting in een klooster, waar zij gedurende al hare
overige levensjaren kon nadenken, zoo liaar echtgenoot
zich niet over haar ontfermde \').

Carel V heefl in art. 120 van zijne Gonst. Crim. geene
nieuwe straf tegen adultorium v.istgestold, maar naar de
op dit punt reeds bestaande wetten verwezen.

Art. 120. Item so ein Ehemann einen nndern, umb
desz Ehebruchs Willen den er mit seinem Eheweib vor-
bracht hat, peinlich beklagt und desso überwindet, dersel-
big Ehebrecher sambt der Ehebrochorin sollen nach Sago
unserer Vorfahrer und unser Kays-Uechten gestrafft werden.

Item dasz es auch gleicher Weisz in dein Fall, so ein
Eheweib ihren Mann oder dio I\'ersolin, damit es den Kho-
hruch vollbracht hatt, beklagen will, gehalten wenlon soll.

Wat men onder die S<i<je uiiaerer Vor/alnrr en Kmjmer-
lichen Jicchic
to verstaan hooft is tegenwoordig niet twijfel-
achtig : bijna algemeen wordt aangonoinon, dat hier h(»t Ho-
meinscho recht bedoeld wordt, terwijl do meening van Kocii
en eenige andere, dat men hier oud DuitMcho gowoonton «ip
hot oog heeft, hoogoniuund geen bijval govondon hoeft

1) IlKNAZZt, KlemenU jurii Oriminalii l\'an II. Cap. III. { 2 an 8.

2) In»t. Jur. crim. f 310.

3) IIe.SKK, llanilburlt dci CriminaIrerliU und der Criminalpulilik. {133
Ilde Jecl. Fr.UKRnicil, I.chrburh dei p. U. { 37U.

-ocr page 45-

33

Jlct huwelijk tussfliLMi ilea overspeler en zijue mede-
plichtige was lure Koniimo steeds uietig \'). lu het Can.
recht gold deze regel niet; hier toch werd het overspel
na behoorlijk gedane boete, slechts dau als een blijvende
hinderpaal tot huwen beschouwd, wanneer hot onder
bizonder vcrawareude oinstundighcden had plaats gehad.
Gkatiaax uoemt de beide volgende gevallen i), wuuneer
de overspelige vrouw huren onschuldigen echtgenoot had
trachten te verinoorden om met haren medeplichtige tc
kunnen trouwen, of wuuneer zij beloofd hadden elkander
te zullen huwen, wanneer de beleedigde echtgenoot stierf.
Aan een huwelijk toch, dal onder zulke onistandigluHlen
gesloten werd, wu» alle heiligheid ontnomen, hierop wus
geen zegen to wachten

,Adulter," zegt JIokhmkk, (Institutione» iuris cauonici
1. IV. t. Vll ^ 1), „4U0(pie inatriuionium cuni illa iniru
nei|uit, quam vivente marito, udulterio polluit, lurc
civili
quidem et antiquu rcclemn»th} Mimplicitor; hoiI rmMitiori
!*cain(tum tjiiid, hI adultei-a vituu mariti innocentlH insi-
diuH Htru.xit, matrimonii cum adultoro inoundi cnurta:
vel adultorio promiHHlonem futini matnmouii iun.xit."

1) Navelle m C. 12.
i) nR&TUN. ad. 3. c. .\\XXI q. l.

») Waltm. l.«hrbuch .Ift KirchnuwrhU. 1«. 7. C. i 308.

-ocr page 46-

34

§ 3

Overs/H\'l rohjenti hef Oud-St-tlei\'hnuhch recht.

Krachtens het Oud-Nederlandsch Hecht begaat de man
overspel door don bijslaap mot eono vreemde vrouw, on-
verscliillig of dezo gehuwd of ongehuwd, maagd, woduwo
of publioko vrouw zij. „Het wcsontlijke vau de misdnod
van Echtbreuk of Overspel bcstaot," zegt
Moorman \'),
„sekerhjk in het schenden van dc ingegane trouw, on is
dus die daod, wacrdoor iomnnt met con ander vloossolijk
verkeert, on daordoor dc trouw verbreekt." „on huiden
ton dage," zoo gaat hij iets vorder voort, „stelt mon
doorgacns in het gonoraol ochtbrouk to zijn doschondingo
van do trouw on hot huwelijksbod, hotzjj door- cn mot
getrouwde of ongetrouwde personen godaon ondo onder-
nomen, doch mot dat onderscheid, dat de oono daod
/

Hwaordor word gestraft, als do andoro; goljjk dan (m)k
do Rclitbrouk gomoonolijk vordcold woni in oon dubbohlo
on in oon onkoldo Echtbrouk, on is alsdan do «hibbohh«
Eclitlironk, wanneer getrouwden mot malkandoron
vIooh-
solijk vorkoort hobbon, on do cnkclde, wannoor con go-
trouwt manspersoon met oon ongotrouwt vrouwMj)or«oon
of con gotrouwt vronwsporsoon mot oon ongotrouwt nmns-

1) Mr. J. Moohmak, Verbanilrlingeti over de .Mi»dmden eu detehrr
Stnifl-en lle Boek, MII. hoofdit.

Vergel. »erdcr S. van I.kkuwrn, Cciiiur» forenii». C«|i. .\\XVI lib. V.
#

-ocr page 47-

85

persoon to doen hooft gehad; zijnde \'er dus driederhande
soorten van Eclitbreuk, als de eerste, die van oen gerrouwt
niau niet een getrouwde vrouw; de tweede, dio van een
ougetrouwt nninspersoon met een getrouwde vrouw, en
do dorde, dic van oen getrouwde man met een ongetrouwf
Vrouwspei-Hoon, dewelke ook luiro onderscheidene straffen
hebben." Wjj zien dus dat de bepalingen van hot Oud-
Nederlnndsch rccht geheel en al overeonstonnnen met
het zou zeer bilhjko beginsel van het Canonieke recht
en dc Cnrolina, en niet, zooals in het Uonieinsch recht den
nuui volkomen vrijheiil laten datgene te doen, wat aan de
vrouw ten htrongsto verboden is.

Laten wij nagaan wolko de veiëchillcnde hier hedoehle
stroffen zijn.

Jr/. 15, Po/. On/. Jloll. van 1 April 1580 en arI. 5»)
van de
Ortioini. voor Zee/um/ van t/en 8. Frhr. 15811, stel-
den, zoo beide jMirsonon gehuwd waren, voor iinler een
ImnniHsement van vijftig jaar vast.

Art. 7fl. J\'^/t-Iirg/riiienf verandenle deze vijftigjarige
ballingschap in eene eeuwigdurende \').

WoH de vrouw» ongehuwd, dan kreeg ile man voor do
eerste maal eene boete van honderd gulden, bjj róeidivo
twee honderd gulden boete on vijftig jaar ballingschap.

WiiH de man ongeliuwd, dan kreeg lijj voor de eerKto
inaul, hohalvo de honderd gulden boete, govangeninHfraf

1) Hgt.rrglrinenl 18 Mrv lOSfl, nvtr J« .Stcilea fii trn |iliitten I.kOilr, in
*«nirm»UK« OrufriiliUil. nrt. 7«—81.

-ocr page 48-

en gedurende veertien dagen geen ander voedsel dan
water eu brood; voor de tweede maal werd hij voor vijftig
jaar verbannen. Zoo ook de ongehuwde vrouw.

De getrouwde vrouw overspel bedrijvende met een on-
getrouwden man, werd dadelijk voor vijftig jnnr verbannen.

Wij zien dus dat de wet hier de vrouw strenger straft
dan den man.

Behalve deze straffen, werd hij die zich nan echt-
breuk had schuldig gemaakt, verklaard te zjjn meineedig,
eerloos en onbekwaam om eenige betrekking of ambt iu
Holland tc bekleeden, of zoo hij n^eds eene of andere
waardigheid bekleedde, dadelijk daarvan (mtzet \'). flOpcn-
bare oversjMjelders is sciierpclijk vorl>o<len tc nomineren
of kiezen tot leden in de Weth. of bewind van gemeene
zaken, en daer in zynde moeten daervan gepriveert wor-
den." J>Iact
4. Oct. 1540. art. 18.

v. ZuiiCK in zjjn Codex Jtalavim omlcr het w(M»rd OvrrxiKh
II, n". l zegt: ^lïaer Kd. dr. .1/w/. hobben wol doinlHtrafop
oveiHpel willen «tollen, zoo
uIh do 1. 0. (!. Ii. t. on aniloro
Volken Htellen; maor in oen land, daor
ho voel zoovaerond
volk
Ih, on zo voelo vrouwen, lijj lange« almontio van
huiino man«, andere gebruiken, i« \'t niot practinibol
gevonden."

l) Zie liieM»er uitvoerig l\'olHicke Onlonknntia vau ttuilauJ t«ii l Ajiril
ISSÜ ArI. 13—18.
\\Ah Zu
«lk in v.

-ocr page 49-

37

Bjj riacnat van II September 1677 werd de in art.
16 en 17 van de Polit. Ord. van Holland vastgestelde
bootc van
honderd gulden voor do eerste reis cn tiree hon-
derd fjtdden
dc tircede reis, getjuadrij)licecrd cn boven do
in art. 15 van diezelfde Ordonn. vastgestelde straf, voor hot
goval van dubbele ochtbrouk, nog
duizend gulden gosta-
tueord. Voorts word hierbij
(die comjmitie streng verboden.
Doch toon mm II. Ed. Groot Mog. block dat or nu bijna
goon vorvolgingon wogons ovoi-spol njoor plaats vondon,
on do schuldigen geheel straffeloos bleven, daar do Olü-
ciorcn or van afzagen zich moor op deze misdnnd to in-
forinoorcn, liohbon zjj hjj
lies. van 20 Jul. H57!) bosloton
dut hun Placaat, «lo (Himpositio in motorio van ovorspol
vorbiodondc, tot nador ordor zou blijven hulton oflcct on
oxocutio \').

OvcrsjMjl mot oon «lood wordt zwaar gestraft. Zoo is
Sonn.v
XoouTWiJK, mot oon getrouwden Jood ovorspol
bodrovon hobbondo, gooondomnoord in lO.OOO guldon hoolo,
do Moedor himr geprostitueerd hobbondo, in twoo maal
3a.()()() guldon.
lie.s. lioll. \\) Dw. 1700.

Bjj Ordonnantie ran I I Februari 1601, word do in
l\'ricsland op ovorapol gontoldo straf vorawaard: „Dowjjlo
do amondo van Khobrouoko hjj do (.Irdonnantio van

1) Groot rUctnllraek 7 deel, bU. OCU. — Kn Terg. in htl .Ncderl. Kijk*.
Archief de verhandeling »an Mr.
I.. I»ii, C. v/m i»cx IImoii, uf iuljntre»,
hl. 250.

-ocr page 50-

38

Saxen gestelt. gantsch tc gering wort bevonden, zal
voortaen daor of noch eens soo veel, te weten vijtigh
Golde Gulden, voor do eerste rcyse, d\'andennaol 75
Golde Gulden, ende wacrt dat hom yeniant ton dordo
malo hicrinnc verliep, 100 gcbjcko Golt-Gulden gehouden
woson te betalen, ondo niot tc min inhabijl verklaort wer-
den conigo Staten endo Ampton in dose Lantschappon to
))odionou." — Over die verordening leest men dit on-
gunstig oordcel bij
Ulric Hubeu „dat die Reformatie
van 25 op 50 guldens, niet zonder schrik endo schan-
dacl mag golcoscn worden. En dat de Wetgevers daer-
van rcckoningo sullen goovon aan don Allmaogtigcn
Godt, die soo straffen wrooker is van deze misdaodt" \')
oiiz. Do straf word bij
Placaet van den 18" Heptemh.
101 {) weder aanmerkelijk verzwaard; voor do dcrdo innal
beliep de boete nu 1000 goud gulden «).

In dc provincie Utrecht werd hot oYcrsiwl voor do
coi-sto maal bodrovon, slccbt« mot tien Uarolus guldon
Itooto gostnift, voor do twoodo maal word do bocto
verdubbeld; dio or zich voor do dordo man! aan
bcIiuI-
«lig maakte, word vorbannon. — D(! Ordonnantie van
ti Od. 158-1 verzwaarde dezo straf zoor. Art. 2-1 stoldo,
ziH» beidc\'ii golmwd waron vuor don man don diHMl door
hot zwaanl, voor do vrouw eouwigduroiido vorbunniiig

I) HedcndMgicbe HechUgclecrlbeyt. VI bock, XI K»|i. n*. II.
i) Verg. den Codex A\',/r»i lUlmmt. Awilerd. 1803. iMc Deel bl«. 3r,9.
IIuHtH. I. c. n*. 18.

-ocr page 51-

39

vai»t. Werd cr slechts enkele echtbreuk begaan, dan
bestond - de straf in eene boete van 100 Carolus gulden
en tijdelijko of levenslange verbanning, al noarmate het
vergrijp voor do eerste of tweede nianl plaats had \').

Ken piacaet i<tn de Staten ra;i Zeeland, van 18 Maart
1G66, art. 8, bepaalde dat wanneer een getrouwt man
met verscheidene personen. ovei-spol had gepleegd, hem
dc Rechterhand moest wonlen afgekapt, beholve de ge-
wone straf van publieke schnvottecring cn bannissemcnt

In Haarlem waa voorheen onder dc grafelijke Kegering,
vooral dit merkwaaitlig, dat do straf verschilde al nnnr-
inatc het overapel bedreven was, door aanzienlijke of niet
aanzienlijke, rijke of niet rijke lieden.

Art. 454 van de Iniftrnctie, voor dc stad Haarlem out-
irorften door
Pini.ii\'h Wiki.axt (uitgogovoii en toegelicht
door Mr. .1. A. F
kui.v, Amat. 1874, hlz. 141) luidt aldus:
Sn irat gehuuale vivuirc, die van yoedc vrienden w, haer
i>/>rnbarrllc misdracchl, verkerende met anderen mans^ nal
int lieymrlic ycsleijc» zijn mei rneden\\ rnde yvKtekrn in ren
<l<>o.^lfr ^ ende dacr bliven tnee iaer, cnde rist daf.oe hnrr
man ihemh Itvrc iarrn uirt vnllialat moch ivairr hrltltcn
eu uHlr, of dat dr zrlvr hner man sterft binnen drn zelvrn

I) Verg, S. YAN I.RRUwr.N, I. c. n*. 10.

^V. T, I». .MvKUkN, AnnoUticn over do Cotlninrii en Uunticn der S(«d
ftrechl. 17V0. aSite llobri.|nr.
S) Cod. N
otu» lUt. I. c. hU. 888,

-ocr page 52-

40

(nee turen, zo sal zij enicelic in dat cloostcr bliven , hij
tonnesse van scepenen, mits redelike porcie rati Jiueren
yofi-de, die men huer geven sal om up te leveue"

Deze straf komt dus geheel overeen met dc in Novell.
184 c. 10 vermeldde. Was de overspelige vrouw
aerme
emh van cleeneii vrienden,
dan werd zij ook gegeeseld
maar in plaats van dc opsluiting in het klooster, moest
zjj,
geteekent guen vooren cndc achter met eenen feykcne
van blau of gein laken, ter diserecie vander irct, bij den
icchken dat men kennen maeh, dat zij vnn den goeden nide
rcrlniren vraniren verscheeden es.

Een man werd wegenB overspel gestelt vp de kaeckf,
en was hjj rijk dan moest hjj XXX\' betalen, was hij niet
rijk, dan werd hij voor tien jaar gebannen, art. 450.

In het Dagverhaal der Handelingen van hel Vertegen-
iroordigcnd L ehaam des liataafsehen Volks
(derde deel
n". 356) komt een merkwaardig request voor van zekeren
Jan Ukmmkrs, zich beklagende over een tegen hem uit-
gesproken vonnis van den zich noemenden
lo/felijken Efstoel
van Drenthe, Februari ann" 179Ü. Uequestrant toch wan
bij voormeld vonnis veroordeeld streiigelijk to woi-don ge-
geeseld en ton eeuwigen dage te worden gebannen, ter
zake dat hij «mo(»rdronkon zijnde, zich zou iiebben schuldig
gemaakt aan dubbel üVoi-8|)el met eene vrouw welke liij
niet wist getrouwd te zijn en welke vrouw met hom de-
zelfde straf ondergaan heelt, alloH hijjkons authontiok af-
schrift vnn ln!t daaruevoiiM gaand vonni«, liij\'liotwclk hjj
t\'»t don «
IoimI voroonloeld is geworden, doch welko straf

-ocr page 53-

41

door gcinelden Etatoci, uit hoofde zijucr smoordronkenheid
zoodanig gemitigeerd is, als zoo oven is gemeld.

Terecht hornstto Jan Remmeks niot in dit hoogst on-
rechtvaardig vonnis. In de oei-sto plaats kende hij de
betrekking vnn zijne zoogennnmde complice nis getrouwde
vrouw niet, cn daaronboven was hij smoordronken. Do
vereischte dolus ontbrnk hier dus geheel en nl. De Loden
vnn het Vertegenwoordigend Lichaam waron dnn ook
ton hoogste verontwaardigd ovor deze uitspraak, te moor
danr hot vonnis voor don roquostrant verborgen was ge-
houden tot op tweo dagen voor do oxocutio van hotzclve,
on dnnr luj, toon luj zich deswegen tot hot Vcrtogonwoor-
digoiid Lichnnm had willen wenden, dnnrin door don
Ktatocl verhinderd wns. 1)« strnf der goosoling hnd hij
dus roods ondorgnan, on verzocht nu nnn de Vorgn-
doring ophotling vnn <lo straf vnn vorbnnning. — Dozo
verleent don roquestrnnt surchonnoo vnn hot twoodo go-
doolto van hot vonnis, on verwijst het Hoqucst nnnr
\'t Uitvoerend llowind \').

Hij militniron word Echtbreuk zwnnrdor goHtrnft dnn
bij burgers, on voornnmoijjk wnnnoer die misdnad wna
goploog»! mot do wnordinno, wnnrhjj mon in huia Ing; in
dnt govnl wns de dood de gowono atrnf \').

1) l)il geml wai Jc liuurdttulciding lul de u|»bctllni; «nu Jen KlilurI
CU Lullingo in Drenthe in hcl jiir lbOO. Verg. den Oodei .Vuvui IUU«ut.

c. bil. 870.

2) Arliculbrief van drn Jare i&vo. art. 8. en aldaar kicuman in jtijne
•»nmerkingen; *
an Dai,»* Irggtbeioignr«. Til. Offripcl.

-ocr page 54-

42

In het Ontwerp van strafrecht van 1804, dat meest den
naam draagt van
Elout cn Doxker Cürtius, werd zoowel
het overspel van den man als dat van de vrouw strafbaar ge-
stold, cn werd cr ondei-schcid gemaakt in de zwaarte der
straf, al naar mate cr enkele of dubbele echtbreuk begaan
was. Dc daarin voorgestelde straften waron: Eorloosvcr-
klaring, Gevangenisstraf on Verbanning voor oen bepaalden
tijd. Dc tot nu toe bij ons bestaande boeten worden hier-
in dus niet meer opgenomen cn tc reciit, daar dezo straf
))chalvo do groote bezwaren aan iedere boete verbonden,
bier doorgaands nog dozo onbillijkheid heeft, dat de on-
schuldige, vcrongcbjkto partij do gevolgen dier straf cvon
goed ondervindt als do delinquent zolvc.

Ook in hot (-Viminocl Wetboek voor hot Koningrjjk
I rolland zijn de geldboeten weggelaten; in art. :J40—-84 I
komen dezelfde straffen voor als in bot ontwerp van 1801.
Do hoogste straf is hier gevangenis of bunnissoment, (tc
samen of afzonderlijk) don tijd van acht jaar niet to boven
gaande, voor hot geval het overspel door een gehuwd
man cn oono gohuwdo vrouw begaan is. (art. .\'140).

Dc Iaagst(> straf is bannisHomont don tjjd van con jaar
niot to l)ovon gaando, in het goval nl., dat oone onge-
huwde vrouw overspel bedrijft met oon man dien zjj wi;«t
gehuwd te zijn. (art. 344).

-ocr page 55-

•13
§ 4.

Iht OccrsjKl in Frankrijk lóór 1810.

TiuUcd wij nog ton «lotto oen blik slaan op hot mis-
drijf vnn ovorsjKïl in Frankrjjk vóór dc invoering vnn
<len Co<le Pónnl, dan zien wij dat «Ie rechtspraak op dit
punt zeer onzeker was. Toen de Franken in Gallië kwa-
men, werden zij niet beheerscht door do wetten, dic zij
•»ij de Galliërs vonden, manr door die welke zij zelve,
van «lo boorden vnn Elbe en Wcser komende, mot zich
hrnchtcn. Door deze wetten, bekend onder den naam
van Salischc, werd overspel met eene eenvoudige geld-
boete gestruft. Ten tydc vnn Ci.ovis ecliter, zien wij
liet itomeinsohe recht hier meer veld winnen. Wij treffen
eone verordening van
K.vuki. dkn (Ïkootk aan, die de
doodstraf voor do overspeligen vaststelde:
snb imna copitall
ailullcria in rcyna nostru a «jnUntscntnqne /icri prohi-
iHniinn, \') Dezo Htrenge bepaling Hchjjnt ook niet lang
i» Frankrijk van kracht goweonf 1«; zijn, want weldra
zien wij by de groote. verdeeldheid vnn lii\'t rijk, verBohil-
leiide verordeningen te vooiHchijn treden, wier oorsprong
niet met zekerheid ia nu te gaan. /oo lezen wij dut de
Nchuldigcn vertwnleeM werden
soil « conrir lont ni(8 dans
Un crrlain rsjMce dv la ^citjnrnricy un drjnds une innie dr
la viUe Jumjur «i Vautre, xoU à ixnjrr cent i<ols au ^teignrur.

I) B*i.u»k lib. 6, cip. 885.

-ocr page 56-

44

soif d\'être fustigés pitr In rille. .Vit. 5 van eene onde cou-
tume van Agen zegt dat:
t^hommc ef ki femme pris en
Adultère doivent courir fyir In Ville leurs mains liiles toutes
deux avec une corde, et le Seigneur doit avoir
5 sols. «)
ifen treft vonnissen aan, waarbij de schuldige tot zweep-
slagen veroordeeld werd of tot verbanning. — Togen het
begin der zestiende eeuw, ontstaat bij de rechtspraak meer
gelijkvormigheid, cn ziet men deze zich hoe langer hoe
meer richten naar de verordeningen vervat in de 11on
I.\'i4"\'" Novelle van Justinianus; behoudens eenige klei-
nere wijzigingen door do zeden on gewoonten van het
volk to voorschijn ««roopcn. „Aujnurcrhui,
/.o^t .Toussk *),
la jurisprudence qui s\'observe on Franco oat, qu\'à T\'ognid
de la femme
adultère, on suit dans toute sa rigueur In
novelle 184, cap. 10, ot rauthontique sed hodie du Cod.
nd leg. .Jul. de adulteriis. On a soulomont retranché
la peine du fouet. Ainsi on condamne la femme à être
authentiquée, c\'o8t-à-<lire ù être ronforméo dans un rou-
vent pendant un temps durant lequel »on mari pout la
revoir ot la reprendre; sinon, le dit temps passé, elle
est condamnée à être rasée et voilée sa vie durant".

Voor de gehuwde mannen .die zich aan dit misdryi
Hchuldig maakten was geene bizondere straf vastgesteld,
het word aan het oonleel van den rechter overgelaten,
eeno meer of minder zwnre straf op te loggen, al naar

^ 1) KoftxiLi.. 1. c. Seconde Partie, cbap. III.
2) D. ä. blx. 67.

-ocr page 57-

45

gelang van de omstandigheden waaronder dit vergrijp had
idaats gehad. Uit do door
Pai\'OX , la ItocHK Flavix en
Hiullox Yor/ameldo arresten, zien wij dan ook dat zij
zeer verschillend gestraft werden; maar ovor het geheel
minder streng dun de vrouwen \').

Voor de ongehuwde personen waron do stratfen veel
minder zwaar, ja somtijds kwamen zij met oono verma-
ning, of oono goringo geldboete vrij: zij waron ochtor
verplicht voor do
ulimetifa van de uit hun ongoloorloofd
vorkoor gesproton kiiidoreii to zorgen. -)

Mot uitsluiting zelfs van het Openbaar Ministerie, mag
do echtgenoot alloon zijne hom ontrouw geworden vrouw
vervolgen. Hot O. .M. mocht alleen dun handelend op-
ti-edon, wanneer do publieke ordo zulks drin^^eud eisohte,
bijv. wanneer do on/,edohjkh
«5id in het oponhnnr bodrovon
word, on do man liiorvun kennis dragende, niets dood
om hot togon te gaan. — Heeft de miiu zelf zich aan
overspel schuldig gemaakt, of het bij zijne vnuiw oog-
luikend geduld, dan was hom het rocht van oono aim-
klacht in to dienen, ontzegd.

Kven als in do /.. 1 ad h\'<j. Jul. de Adtdf., Z(tu
was ook hier aan do vr«iuw vorbodon oono actio wogons
ovorspol togon haron man in to stollon; zolfs in het ge-

)) lUpoii, Lib. t. U. Li Koche FUrjii l.ib. 1. lit, 7 r. V. Ilrillou
»crbo: mlnllrr«.

2) Nuci (le Ailulterio non e>( «iun riilpa <|u! nMciliir, •«■<1 iliiiit qnl
Konvnil. (\'mi. .*i. Jiit.

-ocr page 58-

4G

val, (lat de/x\' ceiie bijzit in do gcnieenschappolijko
woning onderhield. Zeer tegon den zin van den heiligen
CtRLGORIUS van Nazianzo; nou lamlo, zogt hij, mm proito
haue legem, eam ma res tuleruiit, idett foemiuas tantum
sequitur et incessit.

Do Geestobjkhoid had zich in do eerste tijden het recht
aangematigd om, mot uitsluiting van ioderon wcreld-
bjkcn rcclitor, te oordooien in zako vau Overspel, cn dat
wel omdat liet hier naar zij zeide, gold hot seilenden
van de heiligheid van bot sacrament, en hot vorbrekcn
van don eed.
Ëpi^copos sinyularum urbium lilteram ])Otcs-
tatem habere (levcrnimni*, Adultcria imjuirere, judicarr
el ulcisci svcundum Canoncs
\'). Wegens het groote misbruik
oehter dat de gcostelijkGn biervan miuikton (zij trachton
don bcschuldigdon steeds zoo voel mogelijk gold af to por-
hon, on zich daar mede to verrijken) word hun het recht
om hierover to oordeelen door IMin.ll
\'h van Vai.OIS ont-
nomen, on bij Ordonnantie van 10 .luli 1330 word dio
rechtspraak opgcdragon aan do woroldlijko roehtcrs »). Om
do Htipto nakoming liiorvan to vorzokoron diondo oono
latoro Ordonnantie van 3 Maart 13SS \').

]) Cr|). I de olTer. ord.

2) Kuntaaon. part. IV. pag.

3) Verg. JuiiME. I. c. pari. IV lib. III. t. III. MurAxr dk Vot ni.ANa.,
l.et loix Criminelle« de Franc». Tari». 1771. L III. t. IV, r. V. FouaKW .
I. c. part. I. chap III, — Ka ovet de (>pe»(etijke Juriadictie in Nederland
(overspel cnx.)
vax dk SrirciKi., Ili*t. der Statiafaetie van (turn, bl 33!).

-ocr page 59-

HOOFDSTUK IIL

ovkusl\'el voloens i>k iiedexdaaqscjik wetoeyixo.

Hij het lezen vnn artikel 830—335) vnn den Code 1\'énal,
trekt het al dadelijk onze opmerkzaamheid, dat do Wet-
gever van zijnen gewonen regel afwijkt, en hier hehun-
dclt, wat eigenlijk t\'huis hoort in hot Wetboek van Straf-
vordering. Terwijl hij de bepaling van wat wy onder
overapel te verstaan hebben geheel on al weglaat, bo|)aaU
llij zieh niet tot het vermelden der stralVon, tegen dit
miHdrijf bedreigd, neen hij doet meer, hij geell boimnldo
«egels «Ie rechtspleging en het bewijs bot rolronde; regels
ochtor, »lio al« zoovolo uitzondoringon zijn to
iK\'scluaiwon
do nlgomoono bepalingen in hot Wotbook van Strafvor-
dering vervat; uitzomlorlngon in hot loven goroopon door
ln«t oigonanrdigo van dit misdrijf.

Maar omdat hot bizondere i-ogol« zijn, afwykingen van
do algomoono, blijven «tood« deze laat«to van kracht, iu
\'dlo govallon, waarin zij niot uitdrukkoljjk gowijzig»! zijn.

Kvenzoor al« hot ovoi-HjMd van «lo vniuw i« dat vau
don man uit eon «Migpunt van ziMlolijkliei«! boxcliouwd,

-ocr page 60-

48 •

af te keuren; maar de luideelen, die de niuatüchappij
ondervindt door het wangedrag van de vrouw zijn onte-
genzoggehjk veel grooter eu van meer ingnjpenden aard,
dan die welke het ongebonden leven van den man haar
berokkent. Wanneer du.s de ontrouw vnn de vrouw
alleen, of ten minste veel zwaarder gestraft wordt dan
die van haren echtgenoot, dan moet de redou niet hierin
gezocht worden, dat de wetten door de mannen zijn ge-
nuiakt en niet door do vrouwen, maar veeleer in het
tastbaar belang dat de staat heeft in het beteugelen der
zedeloosheid van de gehuwde vrouw.

Zij toch, dic zich met een ander afgeeft, dan met hent
aan wien zij door het huwelijk wettig verbonden i», kun
kinderen in de familie hrongeii die haren echtgenoot ge>
heel vreemd zijn, en dio aan de wettige kinderen het
noodig onderhoud ontroovon. J)e overspelige vrouw be-
hoeft niet» to doen dan Hlecht» de gelioorte vnn het kind
voor haren man niet te verbergen, en tieze kan de wet-
tigheid er van niet meer ontkennen, art. 308 M. W. De
geboorteakte wor<h in de registorH vnn den Ihirgerlijken
Htnnd ingesclirovoii, en het kind bezit eenen staat van
wettigheid dien het niet toekomt, nrt. 3H] H. \\V.\')

1) Om »ich tr iiverlui|{rn ran il« IrcuriKe K\'*®\')?«" i di« «1« rerbreking
der huwelijkitroim <»p rrdelgk en m»at«chap|ielijk gebied na lich »Irrpt,
behoea men ilei-bt« dr (cbandolijke xaak te leten ran dub)>rl orerapel en
railing van vrouwen, waarorer bet I\'rovinciaal nerecbtihnf van Holland
iKn SS\'i Der. 183U nitipraak Jeed..(W. 73, 7S rn 7A). Op gmnd vau

-ocr page 61-

40

In liet Oofitenrijksche Wetboek werd hot overspel
zwaiarder gestrnft dan gewoonlijk, wanneer daardoor twijfel
ontstond ovor do wettige geboorte van oen kind.

Niets dus is nntuurlijkor dan dat ook dc Strafwotgover
ondorsoheid inaakt tusschen hot overspel vnn den man on
dnt vnn do vrouw. Wnar of wanneer dozo do huwehjkH-
trouw goselu)ndon hebbe door de vornionging niet een nndor
dnn linron echtgenoot is onverachillig, »toeds is zij strnf-
baar in het oog van do wet. Hoe goheol anders (en
opzichte vnn don innn! sloehtH dnn, wnnnoer dozo zijne
zedeloosheid zoo ver drijft, dnt hij eene bijzit onderhoudt
in het huis door hein mot zjjne vrouw bewoond, mnnr
\'>ok nlloen dnn, wordt hij door de wet strafbaar goatoM

8 1.

yenvlffhiff Oj) kinrhir,

Ilrt orerfj>rl ivti th rmuc :al nirl iniiit/rbrnrlil kinnirii
ufmlen tUm ihtor ihn
ih/ih, zogt art. .IJUI Strafr. — Wnt
do vervolging botroft, hooft do Wetgever dit mladrjjf diia
gelijk gestold en in éénen mug gophmtjtt met de nuiMirjjvon
^■»«1 hoon, Inator on aohonnia vnn hownnrgoving\'). In

•len r«Ke|| fiaUr it »tl futm tmplUr dtmomfrittit, werJ wik hier »»n Iwfi»
hinderen eenen M
mI r»n wtlligheid (orgikcnd, dir wMr»chljoHjk nirl
«"uden gehad hebben,
i«>o hft «odaMoek ni»r hrl vadonrhap wm tnegrUlfu.
l) Art. a.-»»
V,. I».
«) Art. 32 .S|r«fï.

4

-ocr page 62-

50

liet belang der ze<lebjkheid cn dikwijls in het belang van
de beleedigde partij zelve, wil de wet bier geen zuivere
publieke actie.

Zwijgt de echtgenoot, betzij omdat bij zjjncr vrouw
vergiffenis hooft geschonken, hetzij dat hij don smaad
hom aangedaan liovor in stilte wil verkroppen of verduren
dan door ruclitbaarhoid aan de zaak te gevon zich on zjjno
kinderen bloot to stollen aan de spotternij on kwinkslagen
van hot publick, zoo moet hot niemand anders vrijstaan
to openbaren, hetgoon do man in liet belang van zich on
do zijnon mocnt to moeten vorzwijgon; te mcor daar
dozo door oono ontijdige vervolging bonadoold zouden
kunnen worden.
La rie pvicée doH rtrc mun\'e, is
hier het beginsel. Niet toch gobjk bij andoro mis-
daden hot govad is, wekt do vorongoljjkto partij medo-
Ijjdon op, neon veelal beschouwt men haar mot oono soort
van minachting, on niot zelden staat zij bloot nan don
bittersten smaad. „Togon do oore van ons ovon-naoslon
zogt lIuuKH, „wordt ovorspol of ochtbrouk bogaon; ik
zogge togons do ooro van do man, niot alleen omdat
hij daorom veracht, on schimpoljjk foogcsprookon ploegt
t<! worden ntot do naom van
.Ifitorni-draijvi\', «»n diorgo-
bjk«?, ntaor omdat hot oon daotlt is, waordoor yomanl - »
ton h(K)g8ton boloo«ligt on bodrocfl wordt, in hot dior-
baersto cn heiligste, dat ondor do monscliolijko dingon
govondon wordt; on daorom wordt hot ook ton aonzion ^
van do vrouwen voor sohondingo van coro gohondon;
alhoowol dio schimp voor haor zo<» gnntt niot is,
wowmuIo ^

i

-ocr page 63-

51

geen namen bekent, waerdoor aen liaer dit ongebjk
verweeten \\Yordt, als aen de mannen; umdat oen man
verstaen wordt te moeten beletten, dat hem geen overspel
woixio gespeeh, lietwelke soo in de macht van de vrouwe
niet en is" \').

Vergeeft de nuin dus de ontrouw zijner vrouw, dnn
nuig nienuind het schuldig over haar uitspreken. De
wetgever heefl het persoonlijk belang der beleedigde partjj
hier zoo zeer op den voorgrond doen treilen, dat hjj hij
uitzondering, alle bevoegdheid tot nasporing en vervolging
luni don o|)eubnren aanklager heeft ontzegd, zoolang niet
de beleedigde echtgenoot door aangifte of aanklacht dio
vervolging uitgelokt heeft

Eeno van do grootste moeielijkheden die zich in de
praktijk hjj artikel 3311 voor kan doen, is de beaiit-

1) Ilunui. lieden«!. Kechttgol. L. VI. cap. .XI.

2) C;u.aKiiT (S3 Janr. 1734, Nouv. Denliart t. I p. SG8) bepleit de taak
aldui; ,1*. Kon aeulemenl Ie mar! a un int^rft principal cl dominant

la conduite de ta femme, maii ro?me il a intérêt il ce qu\'elle ne
puiate ^tre accut^a tan* ton aveut une tell* accutalion rejaillit tur lui
un tentt c\'etl un «candale qui alUquo l\'honneur de »on mariage ;
admettre de pareille« pourtail«*, inde\'pendammenl du mari, co «erail
«poter la Iranquillitc d\'aa mariage eoncordanl it det troublet ct de*
\'\'rage* d\'une eont/qnence funetle; ouvrir k la malignild uno
voie trop facile
^y temer la dittention, de porter dant l\'Ame du wari dct ombragct que
•\'»l»»olm|on mjme de u femme ne dittiperail peul-êlre p»« »Me* pleinement.

Il y a plu», l\'adullèr* iUnl le crime de deus penonnct, quoique
l\'mtrc coupable »oit »i«jet ik d\'autre» peinet que la femme, et qu\'il

A*

-ocr page 64-

r»2

woording der volgende vraag: Stel de man heeft eene
aanklacht wegens ovei-spel tegen zijne vrouw ingediend,
maar zich daarna, terwijl dc zaak «lus in handen vnn
hot O. M. is, mot zijne echtgenoot verzoend, hooft nu
die verzoening de kracht om dc strafvervolging te stuiten?
Deze vraag is zoowel hier tc lande als in Frankrijk, door
do rechtsgeleerden zoor verschillend beantwoord.

Mijns inziens is de ontkennende beantwoording de oonig
juiste. Jladdon wc hier mot oen gewoon misdrijf te
doen, dan kon cr natuurlijk geen sprake van zjjn, dat
de verzoening dor ochtgonooton do strafvervolging door
hot O. M. aangevangen, zou stuiten; maar zooals wo zoo
even reeds gezion hebhon, behoort overspel, wat do vor-
volginR betreft, niot tot dio gewone misdrijven. Wij
moeten do oplossing dor quaestin dus zookon in dio arti-
kelen die bizondere bopalingon hiervoor vastfltollon, nl.
in art. 22 al. 2 vnn hot Wetboek van Strnfv. on in art.
.\'UlO on 337 al. 2 van don (\'ode IVnal. .Vangozion dezo
artikelen uitzonderingen bevatten op do nlgomoono bogin-
Holon on op do grondrogols vnn hot recht, zjjn zjj van

-ocr page 65-

53

cngf iutcrprctatio: uitbrculing is den rechter niet ge-
oorloofd. En welke zijn nu die uitzonderingen? Ton
eersto dat ovorepol slechts vervolgbaar is op klachto dor
bcloodigdo partij, art. 22 al. 2 Strafv., art. 336 C. P.,
on ton tweede, dat de man door zijne vrouw vrijwillig
terug te nemen, moester zal zijn om do
irerkiuy der rcr-
oordcelhuj (1\'effet de cette condamnation) te doen op-
bonden. 2c al. van art. 337 C. P.

Hot ilior gostoldo goval is dus in dozo artt. niet opge-
nomen. Wol staat or, dat do man meester zal zijn om
do
irrrkiiKj <lozor voroordeoling te doen opbonden, maar
goonzins dat hij de
reroordceliiuj zelve nog kan voor-
komen. Do wetgever had liet
kinnieii zoggon, maar bij
beoft hot niot godaan, org«i: do gowono rogol moot bior
goldon. Do actio van hot O. M. bohondt haro kracht,
onafhankobjk van hetgoon tusschen do ocbtgenooten go-
schiodt. Willen zij ovor do burgcriijko bolangon, dio uit hot
misdrijf ontstaan eono dading liolfon, hot staal hun vrij, maar
do/.o dading bolot goonziiiK do v<!rvolging van hot O. M. \')•

Ilotzolftlo govoolon wordt vordeiiigd in do IfccfitKijr-
Irevdr Advirzni 11« Dool pag. 20i).

Ook Kavahi) dk Lanoi.adk is voor do ontkonnondo

beai)(\\viMir«linK dor vrmik: »QuuikI Pim\'Ii\'uii <iii iiiSiiintt>r<<
public,** doxv nrhrjjvur, „ii ótti inïno on
inoiivoiiiitiit

par hl plainto du innri, ollo como d\'ótro oncliainci«,

-ocr page 66-

54

elle ne peut être subordonnée h la volonté, au caprice
du mari. Dès que la plainte a été portée devant le
magistrat, la société doit être satisfaite, et elle ne peut
l\'ctrc que par le jugement définitif do la plainte cn
adultère. Le mari pourra ensuite pardonner à sa cou-
pable épouse \')."

Ilot ïlof van Z.-Holland was van een ander gevoelen toen
hot bij Arrest van 14 September 1844 \') een vonnis vernio-
tigdo van do Kcchtb. to Rotterdam van 2 Juli 1844, wolko
Rechtbank dc vraag in ontkonnondon zin beantwoord had

-ocr page 67-

55

Van liet gevoelen van het Ilof zijn Ciia.uyea.u en Faustik
IIÉME (Théorie du Code Pénal. III doel, cap. L. § 2),
alwaar aangehaald wordt een arrest van het Hof van

-ocr page 68-

56

Cassatie van 7 Aug. 1823, (Dalloz I 367, Smtóv 23,
382). Verder Rauter (Traité théorique ct pratiquc du
Droit Crimiuel, u^
472). Blaxcue (Etudes pratiques sur
Ie Code Pénal. V^ Etude. n".
178).

Het verschil of de door ons gestelde vraag in een
ontkennenden dan wel bevestigenden zin moet beantwoord
worden, betreft iu de eerste plaats den medeplichtige.
Voor de vrouw toch is het van weinig belang, of de man
zijne aanklacht weder kan introkken of dc veroordecling
door eene later plaats gehad hebbende verzoening kan
voorkomen; want is de verzoening ernstig gemeend zoo
kan hij al de gevolgen van hot vonnis voor haar op-
heffen, door haar vrijwillig terug te nemen \'). Niet zoo
wat betreft haren medeplichtige. Al schenkt do boleodigdo
echtgenoot hem ook nog zoo oprecht vergiffenis, aan de
hem eenmaal opgelegde straf kan hij hem niet meer ont-
trekken. Ilct belang der familie schonk don man het
recht voor zijne vrouw de straf te vernietigen, maar dit
belang eisclite niet dat Iiij hetzelfde recht zou hebben ton
opzichte van een vreemde *). Doch zoo do echtgenoot zijne
eonnmal ingestelde klacht weder kon intrekken of door
zich to ver/oenen, de veroordecling kon voorkomen, zouden
beiden hierdoor evenzeer gebaat zijn, ook de medeplich-
tige zou in dit geval geheel bulten vervolging gesteld

-ocr page 69-

0<

zijn. Dc intrekking vóór het uitspreken van het eindvonnis
zou evengoed hem gelden als haar.

Heeft de dood vau de beleedigde partij ton gevolge, dat
de vervolging van het O. M. van rechtswege vervalt?

Ook hierop meen ik in ontkennenden zin to mooton
antwoorden. Om die vervolging van hot O. M. to kunnen
doon plaats hebben was do klacht der beleedigde partij
noodig. Dit is geschied, do zaak is dus uit haro handen.
Evenmin als van het vervallen dor actie door introkken
of door vcr/.ocning, staat cr iets in dc wet, dat eene stuiting
ton gevolge van bet ovorljjden van tien aanklager zonde
wettigen; het kan dus in geen opzicbt de voortzetting
van dc rechtsvervolging beletten. Wel is wwu\', kan men
hiortegen aanvoeren dat do vronw nu beroofd is van <lo
kans haar in art. 337 al.
\'J gogoven, (dat de man de
werking dor veroordooling kan doen ophouden); zeer waar,
nnuir is dat oen afdoende reden oin eene vervolging to
Htuiton, dio niet minder in hot belang der maatschappij,
dan in dat van den echtgenoot plaats hoeft? Do Hinaad
die op do nagedachtenis van den man klooft, wordt tiit-
gewischt door do voroordeoling on hot rocht van gratie,
<n liet bolang van hot huweljjk ingevoerd, heeft wannoor
dat
huwoiyk ontbonden is, goon recht van bostnun moor.
Ho dütHl van don man mag voor dc vrouw do deuren dor
gevangenis niet openon.

Hit govoolon wordt o. «. verdedigd door HIiAXCHK »),

1. c. n». 1S8.

-ocr page 70-

58

Chauveau cn Faüstix Hélie i). Cakxot , die meent
dat de man dc ingediende klacht, weder kan intrekken,
is ook hier van een tcgenovei^eöteld gevoelen: „S\'il est
vrai que Tadultèro soit moins un délit contre la société
que contre lo mari, il cn résulte que les poursuites com-
mencées doivent cesser u la mort du mari. On dt)it
supposer, dans l\'intérêt des moeui-s, que «i le mari avait
vécu, il se serait départi d\'une plainte qu\'il aurait incon-
sidérément portée. Los héritiers du mari pourraient avoir
intérêt sans doute à faire condanuier la fenuno connue
adultèro en ce qu\'elle
se trouverait privée par reffot dc
la condamnation, do ses avantages matrimoniaux; nntis cet
intérêt no peut être mis en balance avec lo déshonneur
qu\'elle fait rejaillir siu- la mémoire du mari, ot d\'ailleurs
la foMUue «0 trouve privée, pur lo fait môme do la mort
do son mari, du béneficiî éventuel de l\'articlo }}J{7" \'j.

Do arresten vun het Hof van Ca«iMJtio in Frankrijk /ijn
niet altijd eonsluidond op dit punt. Nu oons oiudooldo
het Hof dat de actie ton bohoovo van boido boklangden
gestuit was, dan weder oordeeld«» hot in «ïon geln\'ol togoii-
ovorgc«tolden zin. Den \'iT«"» Soptomhor IH.\'Mï hoHlisto het
Hof van Montpellier, dat
Auuuhti.nk Dumont on .Ika.n
Hai\'TISTK Mühkau, haar mo<lopliihtigo, vrij waren van
allo vervolging, op grond dat do »lood van den oehtgonoot

1) I. c. i H.

2) Conment. ilu C. rén. t. S p. 200.

-ocr page 71-

59

de actie had doen vervallen \'). Ook den 29"« Aiig. 1840
was het Hof vnn dit gevoelen.

Don 25cn Aug. 1848 werd door het Hof van Cjissatie
een arrest gewezen in tegenovorgcstelden zin. De weduwe
Dauvet cn haar mwleplichtigc eischton vernietiging van
een vonnis waarbij zij wegens begaan overspel tot gevan-
genisstraf veroordeeld waren, en wol op grond dat
Dauvet overleden was in dc dagen hun voor het hooger
beroep toogostaiui. Het Hof echter verklaarde hunnen
oisch ongegrond, on bevestigde het vonnis

1) Uct Ilof orcmoog dwrby:

«Attendu..... que raRliou du ininiitcre public, n I\'cgard do l\'adultère

de la feniroc, ne peut ftre intentée que aur la dcnonriation du mari; que
par une cont^quence néceauire, celle action ceue, lortque le mari le
dtfiiite de la plainte, qu\'il avait d\'abord portée, ou lonqu\'il exitle de*
foil* dc réconciliation équivalent« K un détiilcment ; que le mari Mt nitme
le matire de faire ccMor let efTct« de la coodaronalion , en rontcnUnt k
reprendre aa femme; qu\'ainii i toute« let ifpoqur« dc la procédure, l\'ac»
tioQ du roinittère public a beaoin du concoura toit eiprit «oit pr/ium^
^u iQu-i, puisqu\'elle e«t cnniUmmeni tubordonnée it «a vnlontc i qne lo
dtfcèi du mari, en faitanf ditpamllre ce concourt, élère contre l\'action
publique une Un de nun-|;ocevoir inturmontablc; attendu que l\'action rontro
le complice doit tuirre le lort de l\'action oontre la femme".
i) Het llof bad hierbij o. a. de volgendt ovcrwegingent
«AUendu qu\'on ne peut induire du (etU ni de l\'etprit de* articlet
préeit;« (S86, »S7) que, apri* avoir port^ aa dénonciation, le mari «oit
\'onu do te coiuUluor partie civilo au proc^t, que le miniilfrc public,
»•iti de l\'affaire, doit intenter contre la femme Inculpée; qu\' aucune
<)i*po(iliou de la loi n\'impote au mari, qni a d^nonctf lo délit, l\'obligation

-ocr page 72-

60
§ 2.

lid overspel van den nuin.

Evenmin als in het Komeinsche recht, was het in
Frankrijk, vóór de invoering van den Code Pénal, ooit
geoorloofd, dat de vrouw eene aanklacht wegens ovei-spel
tegen hnren man instelde. „La femme, zegt
Jousse, ne
peut intenter dans aucun cas l\'action d\'adultère contro
son mari, quand même il aurait chez lui nue concubine
ct les lois civiles en laissent la vengeance à Dieu" \').
De Cotle Pénal is in één geval van deze bepaling afge-
weken, in het geval nl., dat de man eene bijzit onder-
Iioudt in het huis door hom met zijne vrouw bewoond ;
als de man zjjne onbescluuimdheid zoo ver drijft, dat hjj
zich niet ontziet oni de gemeenschappelijke woning door
zijne uitspattingen to ontwijden, dan moet aan de vrouw

lie prêlcr au uiinittcre \'public, durant lo court det poumuilet, toil eu
première intUoce, toit cn appel, un concourt ou uno adhction quelconque,"
«Attendu que le détitlemcnl, autorité par l\'art 337 du Code pénal, ne
peut contitler que dant le rapprochement dct éi>oux, puitque tet elfcU
tout tuborduunr* à la condition imperative que le mail contentira k
reprendre la femmes qu\'il ctl «frident que la voloulc du légitlaleur u\'a pat
tli dc créer, en faveur du mari outragé, un droit illimitr ot abtolu de
grice on dr. pardon, pnitqu\'il n\'a prononcé l\'extinction de la pourtuite et
l\'abolition dc la condamnation qu\'il la condition ct eu vue de la réconci-
liation det r|K>ux, qui ramène la concorde dant la famille-, met fin
k un
tcandale public et donne ainti une talitfacUon aux bonnet mocnrt offentcet".

♦1) l. 3, p. MO,

-ocr page 73-

Gl

gelcgonhcid gegeven worden zieli liiorovor to Iiekingon;
Irnnr ook in dit geval do hulp van hot O, to ont-
zeggen , zou te haren opzichte oono hardheid van don
AVotgevor gowoost zijn. Tiet ia niot moor dan hillijk dan
dat hot don man niet straffeloos wordo toegestaan,
zijno macht, hom als hoofd van hot huisgezin tooko-
mondo, zoo zeer to misbruikon, dat bjj vóór de oogon
zijner vrouw haro heiligste rochton schendt, door hot
buwolijksbod te bozoodolon.

^lon morko ochtor wol op dat art. .3.15) alloon aan do
vrouw hot recht van vervolging toekent, on uit.sluitond
in hot daar gonoomdo goval. Al is do vrouw (K»k nog
zoozeer boloodigd, haro oor duldt niot, dat oon andor
zich ongcrooi)on mongo in oono zaak van zulk oon
kiosclion aard.

Do oorsto woorden van art. ,335) I\\ hobbon tot vor-
«»•billondo mooiolijkhodon aanleiding gogovon.
y.Lr inari
\'/ui auni riilrrtanf ttiir votwuhUtr danK Ut lualmni nmjtit/tilr
{\'Ir inrni dir in liH lm in door lm» uirt :ijiip rrnuir Itr-
iroond, rrnr IfijzH ondrrlnnidt.)

Do aangohaaldo wounlon goviMi ons do volgondo vragon

beantwoording.
\'I, Wat hooft mon to vorstann ondor nniimi tmjmjtdrY
IMjjft na w^hoiding van tafol on
IkhI jIo maiKon
«\'«»njugalo boHtaany

Wat vorshuitj nu»n ondor do woordon mlrrlmu vnr
f^mruhinr\'f

Miiistin riin/iii/nlr. ZimhiU wij Imjvou rood» gozion

-ocr page 74-

G2

hebben, mocht iu het Hom. recht, krachtens dc lox Julia,
de vader alleen dan de ovei-spcligen dooden, wanneer hij
hen in zijn eigen huis of in dat van zijn schoonzoon be-
trapte:
(ïomi Kuae f/euerhe. De L 22 i? 2 D. h. t. voegde
er bij:
sed domus, pro domicilio nccipkmla esf.

Wat do Romeinen ondor domus verstonden, moeten wij
hier onder
maisoii eovjug(de verstaan: het Iniis waar do
man, (cn dus ook de vrouw), zijn domicilie lieoft; het
liuis wnar de eohtgonooten to samen wonen; dat waar de
man zijne vrouw kan noodzaken to wonen on wnnr zij

roclit hooft hnron introk to nomen \'). — Do (y\'odo Pónnl
gcufli gt\'LMiu (loiinitiu van «luniicilic. Ken icdor wonlt jj«\'-
uclit /.ijnc woonpliint» to liobbon alwaar liij zijn lioofilvor-

bhjf hooft gevestigd, (nrt. 74 li. W., art. 102 Codo
Civil).

ïleno getrouwde vrouw echter hooft goono nndere woon-
plnnts dnn dio van haron man (nrt. 78 Ik W., nrt. 108
Codo Civil). Do woonpInntH vnn <len mnn is dus do
wettige zetel vnn het liuwohjkslovon. Dnt loert ons het
R. W. Hot Wetboek vnn Strnfrocht gooft goono nndero
bopniing, dus moeten we nnnnomen dnt do Wetgever
ook hier bedoeld hooft do woning wiuu* de boido ocht-
gcnooton, volgens do burgolijko wot hunno woonplnntn
Iiobben.

In nrt. J124 (\'. P. wordt do doodslng door don mnn,

\'l) Art. ICl en IW 11. W.

-ocr page 75-

G3

ann zijne vrouw, zoo nis «>ok nan linrcn inedepliehtige
bogaan, vei-sclioonbanr gestold, wnnnoer hij hen in geval
van overspel, to zamen op de daad (//»
jUujvauti) betrapt
in
het hiiUi zijner :umcniro»i)uj mot zijne vrouw, ^faison
conjugido is hier dus ander« vertaald als in art. 331)
{het huis door hem met zijne rronw Imroond). ScHOOXE-
VKF.i) \') acht do vertaling van art. 324 boter; die van
art. 331) vindt hij niot boven bedenking. Hij geeft
echter de voorkeur luin do uitdrukking: de
erhtrlijke UO\'
nimj *). In beide artt. zijn de aangeliaaldo woorden vor-
talingeii van hot l\'Vanscho
muisoii coujuijule\\ aan beide

artt. lijtt ln»tie«ir<l«\' l>o/;iiiM(>] ton (ji-diitlwliiff. Hu \\V«tt^t<vt>r
liiul «lus boter j^edaiiii
iii beide gtnalloii, «lo/.olfdt* wixtrdoii
voor Zijne vertaling te bezigen; wij moeten echter, nu
hij dit niet gedaan hooft, er in beide gevallen dezelfde
boteokonis aan hechten. — Keno quaestie, dio zich vooral-
in l\'Vankrijk voel voor kan doen is dezo: Vorschillondo
familiëii wonen in één huis, kan nu <lo man vervolgd
worden wegens overspel, dat hjj bedrijlt mot eone bjjzit,
door hom in dat huis gelnwlit, zoo hij zorgt dat die
ontucht niet goschiode in dat gedeelte vau hot huis waar
llij mot zijne vrouw woont? of om do quaestie anders te
stollen: moot hot gohoele huis als maison conjugale bo-

i; 1. c. art. <1.

2) Ook Mr. J. A. KiciNt (De Nederl. Wetboeken, looal* xij tot up
1 J«n. 187» xlJn
gewijiigil en Anngcvulil enit., nd art. Strefr.) arht
«lo wo«iriIru
ffklfl\\jkt trtmimf verkie*iyk. \'

-ocr page 76-

04

schouwd worden of sleclit» dat gedeelte, dat door de
eolitgenooten wordt bewoond? Ik geloof het laatste; alleen
de vertrekken, die man en vrouw samen bewonen, is
hun maison conjugale; met het overige gedeelte vnn het
huis hebben zij niets te maken. Wat was de bedoeling
van den Wetgever toen hij in art. 3B9 het overspel vnn
den man strafbaar stelde? De onboschaamdheid van den
man niet zoo ver te laten gaan, dat hij voor de oogen
zijner vrouw hare heiligste rechten schond, en haar op
de moest vernederende wijze krenkte. Manr de vrouw
mag, of behoeft ten minste volstrekt niet in de ver-
trekken te komen door de overige huurders bewoond;
de man is in geen geval strafbaar zoo hij in een
dorp bijv. in gemeensrhnp leeft met zijn bnurmoinje,
het huis vnn den buunnan wordt niet door de echt-
genooten bewoond, mnar evenmin de naburige vertrek-
ken in het groot hôtel te l\'nrijs. Wnt men oj» het
platteland, wegens do groote tiitgehreidheid vnn het bouw-
terrein
uaasf elkander plantat, bouwt men in de groote
hte<len, waar men doorgaans mol het terrein nuiet woe-
keren, Ifomi elkander, nnmr <\'ven goed moet men die door
vei-Hchillende fnmiliên bewoonde verdiepingen, als zoovele
afzonderlijke woningen boHchouwen. Niet zelden gelieurt
het, dat zjj <lie do vcrHchillende doelen van het huis be-
wonen, elkander minder kennen en minder met elkander
omgaan, dnn cle buren van eene kleinere gemeente. Die
vorwhillende bewonorx zjjn niet nln n\'n huisgezin te lie-

t

Hchouwen ; dat gedeelte van het huis, dut de nnin met

-ocr page 77-

05

vrouw on kindoren bewoont, is zijn liuis, afgosclioidon van
hotgoon boven of lienodon niet do beschikbare ruimte
geschiedt; do vrouw dio volgons art. 101 al. 2 H. W.
verplicht is met haren mnn samen to wonen, knn op don
eisch vnn dezen hiertoe, niet volstnnn mot te zoggen, »lat
zij met hem in do mnison conjugnlo wotmt, wnnnoer zjj
in oen geheel nndor godeolto vnn hot iinis hnren intrek
gonomon hoeft; evenmin voldoet de mnn nnn ilo verplich-
ting hem door nrt. 162 nl. 2 H. W. opgelegd, wnnneor
hjj zjjne vrouw wel in hotzolfdo huis, mnnr niet in dozolfilo
vjTtrekken opneemt \')•

IJjj hot Hof vnn (\'nnsatio to 1\'nrjj« kwnm don 2:{«n Mnnrf
18031 oon Hoortgeljjko qiineittio voor. Zekere H
ouhahskt
hnil twoo knmorM, do oono voor zich on zjjno vrouw; tlo
tweede, dio nnn do oorsto grtuiwlo, v«)or ilo weduwe
Madamkt, niedoplioliligo vnn Hoiïhahrkt; or wns tUHSi\'lion
heide vortrt»kken oono ooniinunirntio-dour gomnnkt. Hel
Hof vnn Pnrijti veroordoohlo hom om roden, «Int hij oono
\'■jj/it cindorlioiidon lind in het huix door hom mot zjjne
vn»uw bewoond. De veroordeelde vnM*g onHttntio vnn lu»t
^\'•»nnlH, mnnr dozo word verworpen.

ilot Hof vnn Cnnnntio overwoog hh»rhjj o. n.:
«.Vttondu quo
h\'ïI nvnit ótó pn\'tondu nu pnu\'OH qu\'il
«\'xiMtnit dou.\\ nppnrtomontH, l\'un porwmnol n
ihuutashkt,

>) Zie birrmrr itiUiieriitt K. U. *. Whi.hmik« UnxiitM, ii» rgne iliMirtalir.
»aMllcrio •rrnn.liim liiri« n«lliri i.rinrijii».
I, II. IHÏ4, (\'«{». I. t l.

-ocr page 78-

r.fi

l\'autre, contigu, exclusivement destiné à celle qui n été
punie comme complice, l\'arrêt attaqué, par une appréciation
de fait, qui échappe au contrôle do la Cour, déclare, à
cct égard, que les deux appartements ont été loués par
Bourasset seul; que par son ordre et comme condition
de bail, une porte de comnmnication a été ouverte entre
les deux, et que, par suite, ils no forment, on réalité,
qu\'un môme et unique appartement; attendu quo cette
demeure était bien, dans ces conditions, le domicile ot
l\'habitation principale de
Bourasset" \')•

Uit do motieven van dit arrest blijkt genoegzaam, dat
Bourasset niet voroordoold is omdat hij in gomeonschap
loefde met
Madamet, dio in hetzelfde huis woonde als
hij, mnar alleen omdat do bijkomendo omstandigheden
klaarblijkelijk bewozon, dat zij feitelijk dozolfdo kamers be-
woonden.
Boussaret had l)oide gehuurd, bjj had bij hot
aangaan van do huur bedongen, dat do boido kamers
door eeno deur gomeenscimp zouden liobbon, onz.

Js hot voor do strafliaarhoid van hot overspel door don
man geploegd, oon vereischte dat het in do ochtoljjko
woning goschiodo; niot noodzakobjk is hot, dat do vrouw
op bot oogenblik waarop hot .vergrijp plaats vond, in <io
woning aanwozig was. Ifot ligt goonzins in don goost dor
wet om do foiteljjko saujonwoning van do vrouw mot
haren man to vordoron, voor hot recht haar in art. îiî{î)

1) Tr »in.lrn bij Hi.ANc nK I. c. n\'. 2()Ü.

-ocr page 79-

07

van Sfrafr. toegestaan. „Par maimn conjiKjale on entend
lo domicile du m.Tri. La plainte de la femme serait
donc admissible, lors môme qu\'elle n\'habiterait pas ac-
tuellement cette maison" \'). De eer van het lunvehjk
te beschermen is het doel dezer bepaling, en die
eer wordt gekrenkt, dc smaad bestaat al bevindt de
vrouw zich tijdelijk niet in het huis waar de bjjzit is
opgenomen. Deze leer is gehuldigd door de jurispru-
dentie van het Fransche Hof van Cassatie (o. n. arresten
van 21 Dec. 1818»), 27 Jan. 1810, t) Moi 1821 en 12
Dec. 1857).

In strjjd met deze leer, is die van het arrest van het
Hof vnn Gelderland vnn 15 Oct. 1801 \'). Hjj dit arrest
werd nangejiomen, dat \'als
crhfrlijh ironhif/ niet kan
worden beschouwd het huis, wnarin een nuin met eeue
andere vrouw tijdelijk verblijf houdt, dat hij (nlthnns uit
eigen beweging) nan het gemeenteboHtuur heefl nnngc-
geven als zijn domicilie, en waar zijne vrouw niet g««-
Ijjktijdig uu\'t de bijzit heeft ingewoond, terwjjl zij de
toHating tot dit verblijf zelfs niet heoff gevraagd, en ouk

I) nf.KARi». Cotln tVnnl ri|)lii|iiF. nrt. .180. Uriurllri. 1807.
Van hrtieirJa gfivorirn ign vcnlpr I\'
iiai vkau rn Uii.lK, I. v. { III.
SciiooNKVRM» I. r. ftrl. 3.11» r.
Vrrgelgk. Hrglugrl. A.Wirrrn. VII. laO.
i) .SiRKT. lU. l. IA3.

.1) W. 9.117.

-ocr page 80-

8

tot (Ie inwoning aldaar door haren man zelfs niet is op-
gevorderd \').

h. Blijft mt arheidiuff ran fafrl en hed de inai.tnn
conjnyrde. Itenfaan ?

Zooals wij in het eerste IToofdst. reeds gezien hehhen,
is een onontbeerlijk vereischte bjj overspel, het huwelijk
van eene der partijen.

Tiet spreekt echter van zelf, dat ook na de scheiding
van tafel en bed de verplichting tot hot bowaron dor
o<!htelijke trouw blijft bestaan, on do man ook dan do

I) Ilct Ilof overwoog (laarbij:

O..... «dat zoowel donr de bekcntcnii van den aangeklaagde aU door

de ten (iroceuc overgelegde «takken, wettig en overtuigend i« bcwer.ru,
dat do hckl. in 1825 i* gehuwd inct 0. E. S. W. tc M. in Zwitarrlnnd,
rn dit huwelijk noch door den dood, noch door cchttcheiding i* ontbonden.

O..... «dat de aangeklaagde, «edert den jare, xyne vrouw hrcft

verlaten en xondcr bekende vaile woonplaat« hetzij in Nederland, hrlxij
in hel Kuitcnland heeft vertoerd, en eertl in den nawiner van 1800 cn
in het begin van 1801 blgkent de brredigde verklaringen der in ecretrn
aanleg gehoorde getuigen, met zekere A. J. L. welke bij voorgaf zijne
trouw te zijn, en waarmede de aaugelcl. in gemerntchap leefde, eer«t tr
Dieren f bij den getuige W. gedurende drie maanden op kamen cn daarna
te Voorat bij den getuige K. V. D. in ern gedeelte van dirni woning
heeft prwoond.

O..... «dat dit tijdelijk verblijf zoowel te l). al« te V., hrtwelk aan

hrl hoofd der gemeente niel al« domicilie door deu aangekl. ia opgegeven,
^r.n wa:>r de aangekl., eent op hrt laaltt \\an zijn verblijf Ie V. aan drn
bnrgrnimlcr, op dien» vmork, hreft aangifte gedaan, gcrniin» grarhl

-ocr page 81-

6n

bevoegdheid hooft eono iiankhielit wegens bot overspel
zijner vrouw in te stellen, zoo goed als vóór do scheiding

van t. on b. Ilot huwelijk blijft bestaan, de ocbtgonooton
Morden alleen ontheven van dc verplichting tot snnien-
wonen. De kinderen na do schciding geboren, hebben den
man tot vader, cn wanneer dezo do wettigheid cr vam
wil ontkennen op grond van art. 309 13. "NV., blijft dc
vrouw bevoogd om <lio vordering tegen to sproken. Do
thoi\'Ks uuptralis blijft bestaan. Zoo do vrouw dus in gomeon-
schap loeft mot een anderen man, begaat zij eclitbrcuk \').

Dit wat betreft do door don man in Ie stellen klacht,
ifuar hoe nu, wat de vervolging door do vrouw betreft}\'
kan zij nog op grond van art. 339 Straft*, eeno aanklacht

kan wonlcn Ic *ijn gcwcwt il« mniiun i<onjngale (gr.mcGnscli«|t|H-lgke
«roniug) or (lurinode (c kunnen wonlrn gelijk gnlelil.

()..... tdal niet ten procetto U gebleken, dat de ccbtgenoot viti don

«angekl. do tooUting in een dcxer beide tüüelüke verblijven van den aan>
gokl. bi^efl gevraagd, veel minder gelijktijdig mei de b^jdl van drn aan*
gekl., bcUij lo l)., heUij tc V., in betielfde buit heetl ingewoond ut
daartoe door den bekl. It Mpgovorderd."

O,,.,, «dal altoo de eenle rechter jnitt heefl geoonleeld dal de Ic
samenwoning van den bekl. mei jnrvronw L. niel beeft |)toai« gehad in de
gemeeniehappeluko woning der ecblolieden S. cn alioo deir »amennoninit
niet valt undcr het bereik der alrtfbaarheid van arL S3U Slrarr., welke
uildrukkel^k afhankelijk gemaakt U van hel wonen van de byall in dc
ecblelgkr woning (dam It maiion oonjogale.)"

1) Zie het arrwt van den 11. H. van 17 Jan. 1871. W. BiUS. v. »
"o)»r.«r 1871. n\\ 11.

-ocr page 82-

70

indienen tegen haren man? m. a. w. Bhjft na scheiding
van tafel cn bed de maison conjugale bestaan?

Zonder twijfel moet deze vraag ontkennend beantwoord
worden. Na die scheiding heefl ieder dor ochtgonooton
een afzonderlijk domicilio. Aan het voor de aanklacht
van do vrouw gestolde veroischtc: „hot onderhouden eener
bijzit
in het hnin door hem met zijne rrouic beiroond,^^ kan
niot moor voldaan worden. Hot oude huis dor ochtgo-
nooton, waarin do man blijft wonen, l)choudt.niet langer
hot karakter van mnison conjugale. Do vrouw knn niot
langer door don man gedwongen wordon bjj hom hnren
introk tc nomen, deze behoeft hnnr niot to ontvnngen.

Hot Hof vnn Cjwsntio in Frnnkrijk hoeft in overeen-
stemnuiiR liiurmedc den \'27\'" April 1H3J8, een nrrcHt ver-
nietigd vnn hot Ilnf vnn Lyon dnt zekeren
Axtoixk
.Maumin
, nn scheiding vnn tnfol on bed, wegens overspel
veroordeeld hnd. Hot Hof hnd danrbij het volgende over-
wogen: nQu\'il n\'y n plus dc doniicilo conjugnl, dniis lo
H0II8 do Tnit. des (pio, pnr Huito du jugoincnt do
eépnintion do corps, il n\'y n plu« d\'hnbitation coiiimuno" \').

-ocr page 83-

71

c. Entretenn u»c concubine.

In ouzo mantscliappij verstaat men onder concuhiue iedere
vrouw, gehuwd of ongehuwd, die buiten wettig huwelijk
in gemeenschap leeft met een gehuwden of onge-
huwden man.

liet is ook deze uitgebreide zin, die men in art. 230
Code Civil aan het woord concubine moet hechten \').

Geheel anders is dit volgens het Kom. r. Zij alleen,
die volgens dc Kom. wetten geen
uxores konden worden,
konden als concubinae leven; zij, bij wie men zich aan
geen stuprum kon schuldig maken:
sofm «w in concubinalu
luibere jmse dnc metu criininis^ in quan slupruni non
coinmittUur \').

Wnt heeft men te verstaan onder rntrrtcnu (onderhoudt) P

VeronderBtelt art. 339 »teeds, dut tle vrouw aln bijzit
in do cchtolijku woning opgouonion zij, of la Iict voldouiido,
zoo zij uit anderen hoofde dnar reeds zijnde, dit geworden
is? Dit laatuto moeten wij aannemen; art. 331) is dus ook
van toepassing, wanneer een mnn met eene inwonende
dienHtbode in overspel leeft. De wet ondeiucheidt niet of
zooilnnigc vrouw al» bijzit in «lo gomeenachappelijke woning
is gekomen, of wel zich daar uit anderen hoofde hovindt.
De verachting welke de mnn aan zijne vrouw betoont is
dezelfde, of zoodanige vrouw tegen loon in het huis ver-

-ocr page 84-

72

keert, dim wel zonder geld te ontvangen er-zich ophoudt.
Coiiciihina fst, quae cum uxor mn sit, cum uVkiho tamcn
vioit, et sine nuptiis in domo est ).

„Si Ton veut" — zegt Merlin \') — „connaître au juste
ct le (=cns des expressions de l\'art. 339 du Code Pénal,
ct le sens dc celles qu\'emploie l\'art. 230 du Code Civil,
il faut remonter ii leur source commune; il faut recourir
au chapitre 9 de la novelle 117, et l\'on y verra le législateur
s\'exprimer cn termes qui conviennent à toute femme vivant
cn concubinage avec le mari dans la maison conjugale,
à quelque titre qu\'elle y ait été introduite, ot sur quelque
pied qu\'elle y réside : .5/
fjuis in ea domo in qua cum sua
coniugc commanct eotiffmnens eum, cum (dia invenietur in
ea dimio nMwni<.
Voilà le type do notre législation nouvelle,
ot il n\'y a là ni distinction, ni exception, ni é(piivoquo

In dezen geest oordeelde ook de Hooge Raad, die liij
oen iirrest van 21 Nov. ISGd, overwoog

«dat in casu niet is gepleegd een geïsoleerd feit vau
overspel door den maii in do gemeenschappelijke woning

I) cr. i. 1 tl. II. do vcrb. Signif.
i) liJp. add. yt. .Vdiill., i 8 bi«.

H) Vergelijk Terdcr umtrent dit «rt. do oajit. v«ii CnxiiVKAU c» Ilf.i.iK
I. c. ^ III.
ni.i!«ciiE I. c. 200 . «La loi drtigno par concubine, non
seulement la femme que Ie mari a «mence cl intUllée clioz lui, dans Ic
hut honteux d\'aroir avcc die dei rclaliuni illicite«, maii (ncure celle qui,
J étant pour un tout autre motif, »\'««»ocic % «on libertinage."
\' 4) V. D. II. IfiOO. 2217 pg. 380. W. 286V.

-ocr page 85-

73

bedreven, maar eene reeks van dergebjkc feiten, begaan
met dezelfde vrouw, dio als dienstbode in dio gomeonschap-
pciyko woning was opgenomen on aldaar ondorboudt^i

„dat do wet geen onderscheid maakt, of zoodanige vrouw
als bijzit in do woning is gekomen, dan uit andoren hoofde
zich aldaar bevond, on dat mitsdien bij hot bestreden art.,
in don zin van art. 339 Strafr., terecht als bijzit is beschouwd
do loonbediende, mot wie dc man gewoon was in do go-
mccnscbappcbjko woning overspel to plogon, cn die hij
als moostorcsso in huis bohandoldo."

Uit do overwegingen van don II. H. hierbij zien wij,
dat een onkel geïsoleerd feit van overspel door don man
in dc ochtclijko woning geploegd, voor de vmuw niot vol-
doondo is om eeno aanklacht intestellon, of de togen haar
ingestelde vervolging to doen vorvallon; cr moot oono
reeks van dorgebjko foiton, mot dezelfde vrouw bobben
plaats gehad. JIct ondorhoudon dor concubine is bior
hot strafbare; om haar tot bijzit to maken, is oon
coiilhiuuiii
noodig. Do Icor dor (Mida cnntiitua geldt hier dorhalvo.
Wonscholijk zotulo hot zijn, zt>o wij niot gcdwongon waron
dozon zin aan »lo woordon van art. 3351 to hochton. Sloods
valt hot ovcrspol van don man buiton hot boroik dor straf-
wet, zoo hjj slechts hot huis, waarin hij mot zjjno vrouw
woont, ontziet, maar ontwijdt bij dat, dan moot hot dor
vrouw vrystaan hieraan oen oindo to maken, zelfs al go-
schioilt hot maar óóno onkolo maal.

Hot critorium van hot misdrjjf bjj art. 330 onisrhn!von ,
is niot zoozeer hot onrocht dat de man zijnor ochtgonoot

-ocr page 86-

74

aandoet, door zich in de armen van eene andere vrouw
to werpen, dan wel dc groote minachting die hij haar
betoont, door do ochtehjke woning tot den zetel zijner
onzedohjko handelingen to kiezen. De man wordt go-
straft om do vrouw te wreken wegens do grove beleediging,
die dc tegenwoordigheid van de schuldige vrouw haar
aandoet. En is die beleediging niet roods voldoende,
wanneer de man, jegens wien do wetgever roods zooveel
toogovondljoid in dit opzicht betoond hoeft \')j zoo weinig
fijn gevoel cn kioschhoid toont, dat hij zelfs do gomeon-
schappelijko woning niet ontziet? Is het niot meer dan
billijk, dat hij, zoo dc vrouw zulks verkiest, reeds do
eerste maal strafbaar worde gesteld? Of, hoe dikwijls
moot dit feit dan wol hebben plaats gehad? Hoeveel tijd
mag tusschen «lio verschillende feiten verloopen? Jloet do
beantwoording hiervan overgolnten wordon aan do M-illo-
kenr van don rechter? Ware hot niet beter, wanneer wij
art. 3JJ!» Strafr. aldus konden lo/.on: „do man , tlio overspel
„bedrijft in do eclitehjko woning cn op do klacht zijner
„vrouw overtuigd wordt, zal enz." a)

1) Verg.: llcl plciduui van N. 1\'. Kki.uht |iour MarclmU, «ccuac irmlul-
(crc avec Ia rcinmo ile »uu uiailro. pag. U53 vlg. Oouvrci do
IIku..(Iit. deel I.

2) Hcl wclljock van Sardinië, bedreigt in art. .S23 legen den man »leed«
deielfdc tlrafTon al» de (\'odo IVnal, maar mei ecuo gcvangonitilrar van
3 maanden (ul 3 jaar, wanneer hij eene bijiil in do echlclijke wuniiij;
\'inderbuudl.

-ocr page 87-

§ 3.

lO

Oier hel bcirîjs van OvcrsjwI.

Het overspel vnii de vrouw, zoowel ala dat van den
nmn, wordt evenals alle andere misdrijven bewezen vol-
gens de algemeene voorschriften van den 22»\'«=" titel van
het wetboek van Strafvordering. Alle in art. 428 vlg.
opgenoemde wettige bewijsmiddelen gelden ook hier. De
wet maakt geene uitzondering.

Anders echter wat betreft het bewjja van jnedeplichtig-
heid in overspel. De tweede alinea van art. 338
Straft-echt bevat eene uitzondering ten opzichte van zoo-
danigen beklaagde.

Art. 338 al.\' 2 luidt :

Jjca aeulea preuves ipii
pournint être admiaea contre
lo prévenu de complicité
seront, outro le flagrant
délit, cellea réaultant de
Icttrea ou autrea pièce» écri-
tes par le piévenu.

De eenige Itowijzen, dio
fegon tien hoklnagde van
medeplichtigheid (in over-
Hjwl) toegelaten mogen
worden, zjjn buiten het
betriippen op heeter daad,
zoodanige nl» uit brieven
of nndere stukken door
tien bekliiagde geaehreveii,
voortvloeien.

Iklrajipiiaf up herin\' (laa<l t;n hrievrn of andere i^lnkkm
dmn\' drn beklaatjde yvxchrrvni^
zie hier de eenigo wettige
midilelen van bewjja.

Het bowija dus, dat vtildtM\'ude ia tun «Ie vrouw te ver-

-ocr page 88-

76

oordeelen, omdat zij mot N. in ongeoorloofde gemeenschap
leefde 5 is niet voldoende om N. zclvcn to voroordcelon,
tcnzjj ook haar misdrijf door oono van de bovengenoemde
middelen bewezen zij.

„II importait", zeide de orateur du corps législatif, „do
fixer la nature dos prouves qui pourront être admises pour
établir une complicité que la malignité se plaît trop sou-
vent à chercher dans des indices frivoles, dos conjocturos
hasardées, ou dos rapprochements fortuits. Après les
prouves de flagrant délit, de toutes les moins équiv(Kiuo8,
les tribunaux ne pourront admettre que celles qui résulto-
raiont des lettres ou autres pièces écrites par le prévenu;
c\'est dans ces lettres, on oflfet, quo lo séducteur dévoile sa
passion, et laisse échapper son secret" \').

Do WDordfüi van art. II.\'iR al. 2, lioo convoiidiff im>^<<ii-
ncli|jnl{jk ook, holil>cMi tot vc>rH(.>hillnn(lo niooioljjkhcdcn
aanleiding gogovon.

Niots dunkt mjj is duidcljjkor dan dczc woordon: hricrcn
of andere xtnkkcn door den bvlchuujdc gexehrtren
(lettres ou
pièces écrites par le prévenu), maar toch zijn do rochts-
golccrdcn hot ovor hunno beteekenis niet cons, zjj vor-
Hchillcn voornamelijk ovor don moor of minder lottorl|jken
zin waarin z|j mooton wordon opgovat.

-ocr page 89-

((

J)e iiirc constitKendo zou ik mij zeer goed kunnen ver-
eenigen met de zienswijze van
Ant. lilancue, die de
vraag: „Ces
autres pikfs quelks md-eUcK^^? beantwoordt
met de woorden: „Cc
md toides celles qii\'il a sigiues oiiqiie,
saus les nroir signées, il a écrites^^
\'); maar niet alzoo de iure
romtituto;
zooals wij het artikel nu voor ons hebben, mogen
wjj
pikes siynées cn pièees éerites niet op céno Ijjn plaatsen.

Wel zegt de bekende regel: scire let/es mn hoe est,
rerln earnm tenere, sed rim ac potestatem,
maar wij
mogen evenmin de woorden :
leges eriminnles strietissimae
esse itderpretationis
uit hot oog verliezen. Wjj mogen niot
slaafs aan de lettor van do wet blijven hangen, maar nog
voel minder aan eone wetsbepaling oono verklaring govoj»,
dio volstrekt niot in do bodooHng van don wetgever

^(«logl\'tl liooft.

Wjj niooteii oiiH iIuh Iiior hjj «lio Ktukkeii of briovoj«
eerst alvragen: voUloon zij aan do voorwaarde, liuu iu

art. J)Ji8 gestold, m. a. w. zijn zjj door don beklaagde
gesehrovon? Doen wij dat, dan zien wij al dadelijk dat
hiertoe niot behoort, een
arte ra» gelnmie opgemaakt »loor
don and)tenaar van den llurgorhjken Stand, houdende
aangifte van de geboorte van eoji kind en door den be-
klaagde als vader
omlerteekend, Ik stom gaarne toe — zulk
eone erkenning vnn hot kind, waarvan do wegens ovoi-xpcd
voroordooldo vrouw ntoodor is, is oono vrij zekere aau-
wjjziug dat do omlorteokonaar haar modojilichtige is; nnuir

1) I. <• ll". me.

-ocr page 90-

TS

op grond van ons artikel mag de rechter, al is hij voor
zich ook nog zoo overtuigd, dit niet als bewijs van schuld
aannemen; immers een stuk
onderteckenen, is toch geheel
iets andei\'s dan een stuk
sclirijren.

Die geboorte-acte, kan evenmin als autentieko acte
tot bewijs dienen, daar zij niet in art. 338 C. P. is
opgenomen. Do vermolding van don persoon door wien
de stukken of brieven moeten geschreven worden, sluit
al het niet door dien persoon geschrovon geschrift uit.
Waartoe anders die uitdrukkelijke vermelding}\'

Do boklaagdo zelf moot dus het stuk hebben ge-
schrovon; was de ondortoekening nlloon voldoende geweest,
dnn hnd er moeten stnnn brieven of stukken door don
beklangdo
(jefchrnen of otuïcr!eckend \')

Nn do beantwoording dor door ons hier boven vormoldo
vrnng, gnnt
IU.xnciik, zonder eenig nrguiuont voor zjjne
zienswijze nnn te voeren, nldu« voort: „Ln jurispriidenco
n donnó, nveo rniscm, ec cnrnctore nux intorrogntoiroH,
Huhis pnr rinculpó devnnt les olHciors do
|k)lico Judiciniro,
ot signóes do lui. 13 Dócombre 1824, n". 524."

Wnnroni, nvec rnison? Do bekentenis, voordon rechter
vnn instructio door den beklnngdc on<lerteekend, knn mon
toch mooioljjk nis een door dozen geschrovon stuk bosolimiwony
In do Uochtsgoleerde Adviezen II, 211 komt oen uit-
voerig betoog voor tor verdediging vnn do «trikto intor-
protntio dor betwiste woorden. Schrjjver zogt dnnr o. n.:

4 I) Vpr^. htit f.rotf» »»n Dr. Ki.iikrs, Ir llAnrleiii. W. .1221.

-ocr page 91-

1377

„men sclnjnt uit liet oog te verliezen, dat het geUlt oene
materie, voor welke
bij iiitzonfJeriug regels van bewijs
zijn voorgeschreven, die restrictive et limitative daarge-
steld, meer dan immer de toepassing vorderen van het
voorschrift :
iti cninhialibus non est extendendmn.^\'\'

Carnot i) zegt: Ton ne peut faire résulter la com-
plicité en cette matière, hors Ie cas de flagrant délit,
que de lettres ou autres écrits émané»
de la main même
du prévenu."

Van een tegenovergesteld gevoelen is SciiOOXKVKi.n;
lijj zegt, dat de bedoeling vnn de tweede alinea van art.
838 niet i», dat zootlanige geschriften geheel en eigen-
handig door den beklaagde moeten zijn geschreven en
geteekend, maar alleen dnt do »tukken van hem
a/komstitj
zijn *). Ilij rekent du» de boven vermelde acte van ge-
boorte en de geregteljjke bokentonia te behooren tot de
in on» nrtikel genoemde »tukken. Hij haalt tot »taving
hiervan nan, een arrest vnn den H. Uand van M .Mei
1844 \') en een nrreat vnn het Hof van No(U-»l-Holland
van O Mnart 18(13 *).

De H. Raad bealiate hier, dnt de gehoorte-nete van
een kind, door tien ret|uirnnt nia
rader ontlerteekeiul,
tnider de »tukken bohtunf, wtdke volgen» art. 338 C. 1\'.,

1) I. c. III. ld >H. m.
S) I. P. art. 3.1A. Aanicrkrning 4.
.1)
V. II. lloKKiir. XII. 7.tO. 280.
4) WrfUI. 8303.

-ocr page 92-

80

tegen hem een wettig\'bewijsmiddel van medeplicbtigbeid
aan overspel kunnen daarstelien.

Verder, dat hier «mder die brieven of stukken niets
anders bedoeld is, dan dat die brieven of stukken wezenlijk
van hem zelvon
afkomstig zijn \'}.

„La preure écrite no peut résultor quo do piècos ómanóos
du provenu
el «jcrites jmr lid même" zoggon OitAi\'VKAr
on Helik 1,.

Geheel in ovoroensteinming mot dezo woordon vorklaron
zij zieli voor do loer van bot Hof van Parijs, dat don
18Jeu Maart 1820 aannam, dat oone door don beklaagde
voor don Ilocbtor van Histruotio afgelegde cn door bom
onderteokonde bokontonis, niot als
pllre rerite kon beschouwd
worden In donzolfdon goost bosHsto hetzolfdo Hof bjj
arrost van den 13c" Maart 1820, toon bot oordcoldo,
dat brieven of stukkon afkomstig van don boklaagdo van
modoplichtighoid in ovorspol, maar niot door dozon

1) Dft II. K. nrerwoog daarbij:

«O.....*dat «ranneer dn brdocling van dat artikrl ware gewpeat, dat xnn.

danige grurbririrn geheel nn eigenhandig door drn beklaagde hadden mnelen
zijn geichreven en getrekend, xnlki leer xekrrlijk daarbij «on xijn Itepaald;

O..... idat er wel geen gearhrin nf «tuk kan beilaan, hotgern meer

overtuigend bewijit, dat hetzelve van den beklaagde afknmtlig i«, dan
eene anlhentifkr alle, afgelegtl vo<ir den ambtenaar van drn burgprlijkm
«tand, in tegenwoordigheid van grtuigi>n, m na vcMirlrzing, door hem mei
zijn eigen naam onderleekend."

2) I. f. S t.

») .Sirry 20—2—138.

*

-ocr page 93-

81

geöchi\'eveu of oaderteckend, niet als bewijs konden
dienen \').

Geheel in tegenspraak nu, met hunne hier boven aan-
gehaalde woorden kennen zij aan de door den beklaagde,
als vader onderteekende akte van geboorte do kracht van
wettig bowjjs toe: „Cette déclaration authentique fournit
évidemment la
preuve écrite, qu\'il s\'est rendu complice du
délit d\'adultère." Zeer zeker is de bewuste acte oono
preuve écrite, maar volstrekt geene preuve écrite par lui
même.
Tot staving van hun gevoelen beroepen zij zich
op oen arrest van hot llof te Parijs van den 11«» Febr. 1820

Flagrant Délit. Do wetgever heeft in ons artikel vol-
strekt geene omschrijving gegeven van hetgeen lijj onder
flagraitl délit (Itelrappiug op heet er daad) bjj oversjiol ver-
staat. Zijne be<Ioeling daarmede moot dus wonlen opge-
maakt uit do bepaling van art. 38 van hot \\V. v. Straf-
vordering, geheel en al ovoroenstemmondo met art. 41
van «Ion (\'ode d\'Instruction Oiminollo. Voor zoover
zulks iu ons bizonder geval mogelijk is, mooton wij do

-ocr page 94-

82

bepaling in deze artt., van ontdekking op boeter daad
gegeven, als de onze beschouwen \')•

Art. 38 van het W. van Srafv. luidt aldus: „Ontdekking
op hoeter daad heeft plaats, wanneer het misdrijf, terwijl
hetzelve gepleegd wordt, of terstond nadat hetzelve ge-
pleegd is, ontdekt wordt, of wanneer iemand terstond
daarna als dader door het openbaar gerucht wordt ver-
volgd, of bij hem goederen, wapenen, werktuigen of
papieren wordon gevonden, welke aanduiden dnt hij dader
of niedephgtig is."

Do beide laatste gevallen kunnen uit don aard der
znak hier nooit vnn toepassing zjjn; mnnr uit het eerste
gedeelte vnn dit nrt. zien wij, dnt or ontdekking op boeter
dnnd bestnnt, niet nlleon wanneer het misdrijf wordt ont-
dekt,
tcnrijl het irordt gepleegd, mnnr ook ierstond nadat
het is gepleegd.

Ontdekking op heeter dnnd is een feit dnt zelf eerst
moet bewezen worden. Voor dit bewijs is het ochtor
volstrekt niot noodig, dnt do getuigen, dio dnnromtront
hebben vorklnnrd, hot feit dnt het overspel vormt d. i. den
coïtus hebben zien plegen, (dit zou bjjnn een onmogelijk
to vervullen voorwnnrdo zjjn), do ontdekking op hoeter
dnnd knn oven goed uit behoorlijk gebleken nnnwjjzingon

-ocr page 95-

83

worden opgemaakt. — De wet lieeft dit nergens ver-
boden. — De Hooge Raad lieeft herhaaldelijk overeen-
komstig deze leer beshst. Den 15" April 1851 beshste
hij, dat het bewijs van betrapping op heeter daad, tot
staving van compliciteit van overspel benoodigd, getrokken
mag worden uit aanwijzingen \'), die door getuigen ge-
stflafd zijn Zoo ook den 13" Maart 1866. De H. Raad
maakte hierbij tevens uit, dat, waar de ontdekking op
heeter daad op grond van aanwijzingen aangenomen
wordt, de rechter moet verklaren, dat hij uit de
aanwijzingen het besluit getrokken heeft, dat de

-ocr page 96-

84

beklaagde geacht moet worden op heeter daad betrapt
tc zijn i).

Zie verder het arrest van don II. Raad van den 2\'"
April 1850 ^). Bij dit arrest werden als bewijs door aan-
wijzingen aangenomen de feiten, dat een man, mcor dan
eens door getiugen is bevonden met eene gehuwde vrouw
op eene en dezelfde bedstede liggende, beiden alleen,
ontkleed en dicht aan elkander.

„Quant au complice, zegt Giïrakd il est a remar-
quer quo la preuve du flagrant délit peut être faite par
témoins, même à une époque éloignée du moment où le
délit a été commis. Cette preuve ne doit pas nécessai-
rement résulter d\'une constatation faite par lo procureur
du Roi, ou par tout autre ofTicior do police judiciaro".
(Cass. de Fr. 23 Sept. 1837 et 6 Jfai 1853; cour d\'appel
do Brux. 31 Mai 1851) *).

BoNXiEit sprekende over leu imlices mmiifcaieH (Traité
théorique et pratique des prouves. Paris 1843 p. (ill),
noemt, hiervan oon voorbeeld willende gevon, hot
goval, dat het overspel als volkomen bewozon wordt bo-

-ocr page 97-

85

schouwd, wanneer beklaagden sdus cum sola, iiudus cum
nuda in eodem lecto
gevonden worden. Dit govnl wordt
gelijk gesteld aan betrapping en
flagrant délit, want, zegt
hij: „l\'accusé aurait mauvaise grace à soutenir que, nou-
veau Robert d\'Abrissel, il ne s\'exposait à la tentation que
pour avoir le mérite d\'y résister."

§ 4.

Over Compliciteit bij Orcrs2>cl.

Alleen do medeplichtige van de vrouw is in art.
338 C. P. strafbaar gesteld; over het al of niet straf-
liare van de medeplichtige van don man, van de lujzit,
wordt niot gesproken. Mag men nu uit het stilzwijgen
van do wet hierover, afleiden, dat de vrouw, die de man,
in hot huis door hom met zijne echtgenoot bewoond, als
bijzit onderhoudt niet als medeplichtigo aan het wanbedrjjf
van ovorsiiol mag vervolgd worden P Do oorroctionolo Hegt-
bank to Parijs beantwoordde bij vonnis van don 18«" Febr.
1842 deze vraag bovcstigond. \')

-ocr page 98-

86

E. vax Hoorebeke kan zich op grond van de wet
zeer goed met dit vonnis vereenigen, maar vindt het
onrechtvaardig en onhilhjk dat do rechter genoodzaakt is
zulk eeno uitspraak tc doen. „Nous admettrons volontiers,
zegt hij, avec le tribunal correctionnel de Paris, quo la loi n\'a
pas entendu comprendre dans son incrimination la concubine
qui vient impudemment s\'installer dans la maison conjugale,
mais cela est-il juste, cela cst-il moral? n\'ost-il pas inoui quo
lo législateur ait toléré l\'impunité dc l\'auteur direct du scan-
dale?" Zoer zeker zou dit onrechtvaardig en onzedelijk
zijn, maar ik geloof niet dat die beslissing van het trib.
correct, juist is. Zooals wij boven roods zagen, zijn de
bepalingen van art. 336 en vlg. C. P. uitzonderingen, on
als zoodanig strictao interprctationis: do algemeeno regel
geldt, zoodra hij niot uitdrukkelijk door bizondore bopa-
lingen gewijzigd is.

Ovor do modoplichtigo van den mnn in overspel wordt
niets gezegd, ergo, golden hier do gewone bopalingen,
betreiïende do complicitoit: art. 50 en 60 C. P.

Do Wetgever was gonoodzookt don modoplichtigo vnn
do vrouw bizonder to vermelden, niet omdat hij anders

-ocr page 99-

87

straffeloos zoude zijn, maar omdat cr hier iets bizonders
moest gezegd worden betreffende liet bewijs en do straf.
Dit deed de Wetgever niet bij de concubine, haar noemdo
hij niet, maar mag men hieruit nu afleiden dat deze
geheel buiten het bereik van de strafwet valt P Neen, had
do wetgever dit gewild, dan had hij zulks, als eene nieuwe
uitzondering uitdrukkelijk moeten bepalen. — Overeen-
komstig dit beginsel besliste het llof van Cassatie in
Frankrijk bij arrest van den 16" November 1855. Hot
Hof overwoog daarbij het volgende:

„Attendu, d\'ailleurs, que, si les art. 336, 337, 338, con-
tiennent divei-ses dispositions spéciales, néanmoins ce« articles
80 réfèrent implicitement et néccfisairemcnt au droit com-
mun, pour les points sur lesquels ils gardent lo silence,
notamment, pour le modo do preuve du délit contre la
femme prévenue d\'adultère; qu\'il en est dc même do l\'nrt.
330 notamment pour la complicité dont il n\'a ni rejeté ni
modifié les caractère« ou les effets."

In denzelfden geest beeliste hetzelfde Hof vnn Cassatie
bij arrest van den 28®" Febr. 1868. Ihj dit arrest werd
toveuH nnngemunen, dat wanneer de concubine ook gehuwd
is, men luinr toch als medeplichtige kan vervolgen, nl
«telt haar echtgenoot geene aanklacht wegens overspel
tegen haar in, ja, zelfs al verklaart hij, dat hij niet wil
dnt men eeno vervolging tegen haar zal instellen.

Uit een on ander volgt: dat de bjjzit, vermeld in
nrt. 330 C. J\\, met dezelfde straf zal gestraft worden als
do hoofddader zelve, hier du» de overspelige mnn. art. 50 C. 1\\

-ocr page 100-

88

En in de tweede plaats, dat, behalve de in artt. 338 en
339 genoemde medeplichtigen (Co-auteurs), gestraft zullen
worden als medeplichtig aan overspel, al diegenen die oen
zoodanig aandeel aan dit wanbedrijf genomen hebben, dat
valt onder de in art. 60 C. P. gestelde eischen voor
medeplichtigheid \').

Deze leer, do complicitoit bij ovorspol bctrofFondo, gold
eveneens in het Rom. recht en in het Oud-Franscbe recht.

„Sed etsi in domum aliquam solitus fuerit conveniro ad
tractandum de adulterio etai eo loco nihil fuerit admissum,
verumtamen videtur is domum suam ut stuprum adulte-
riumvo committeretur praebuisse, quia sino colloquio
adulterium non committitur

Julius Clauus plaatst hem, dio het ovorspol in do
hand werkt, op ócno bjn mot don dolinquént zclvon :
„Mandans adultorari dobct puniri do ordino et consilio
cadcm poona qua punitur adultor" \').

JoussB eindelijk, zogt: „L«!s complices du rrinio d\'adul-
tèro, doivent être punis comnio ceux qui sont coupables
d\'adultère. Tels sont ceux qui favorisent ces sortes d\'ontro-
vucs, qui les ménagent par leurs intrigues, ou qui prctont
leur maison à cet efFot" *).

1) VergL uver dil nllc« IIuanciik I. c. n*. 2U, 2I&, Ciuuvkav rn
ll^.ur.. I. c. i V. bcncvcni <lo nldair ainycliiilde ichrijTcri.

2) L 0. Ü. h. t.

.1) Adullcriuin, iupjil., n", 73.
, 4) Uccl 3. bl*. 228.

«

-ocr page 101-

89

Yan een ander gevoelen is Rautek \') gedachtig vermoede-
lijk aan het
qui dicit de nno, negat de altero: ^11 n\'y a
de complicité, zegt hij, que dans la pcrsonno^aveclaquelle
l\'épouse adultère a commis de délit (art. 838); ainsi la
concubine, complice du mari adultère reste impunie, et,
d\'un autre côté, ceux qui devraient, d\'après les principes
communs sur la complicité, être regardés comme com-
plices de lepoux adultère, ne le peuvent point et sont
à l\'aliri do la peino" \').

§ r>.

Over bet atraff\'en ran Overapel.

Do door don Code 1\'énnl op hot overspel gostoldo
strallon vindon wij in artt. 337 al. 1, 338 al. 1 ou in
art. 339.

Wij zien hier dat de straf voor do vrouw on haar
medeplichtige veiHcliilt. Do oornto moet eeno govangon-
zotting voor ten luinsto drie maniidon en ton hoogste twoo
jaren ondergaan; do tweede wordt, behalve met eeno ge-
vangenzetting voor goljjken tijd, met oono goldbooto vnn
honderd tot tweeduizend franken gestraft. Volgons dit
Strafwetboek wordt dus do man hetzij gehuwd, hetzij
ongehuwd, die mot oono gehuwde vrouw overspel begaat,
zwaarder gestraft dan deze laatste; don grond voor deze

1) 1. C. n«. 473.

2) Zoo ouk eon vonnii ran ila.Corr. Kecblbank ran Parijt, ran drn 21\'"
l\'ebr. 1842 (GaieUe de* Tribunaux, 26 Kérrier 1842). OkKXRn I. c. art. 380.

-ocr page 102-

90

zwaardere straf zal men wel hierin moeten zoeken, dat
in don regel de vrouw door den man wordt verleid, en
in allo gevallen de man oorzaak kan wezen dat door
zijne daad, een vreemd kind in een huisgezin worde
verwekt.

De in den C. P. bedreigde straffen bestaan in genui-
genisstraf
en geldboete.

Reeds vroeger wezen wij op het ongescliikte van deze
laatste straf. Wanneer de echtgenooten in gemeenschap
van goederen gehuwd zijn, is de geldboete, die den man
wordt opgelegd, evenzeer eene straf voor de vrouw. Slaar
behalve dat, wat kan den rijken rentenier eene boete van
tweeduizend franken maken! En die boete, die hem ge-
heel onverschillig is, is niet zelden oorzaak, dat de
niet gegoede burger zich jaren Inng moet bezuinigen.

Door die boete wordt weder de gedachte bij ons
opgewekt, dnt men deze daad door gold zou kunnen af-
koopen, gelijk dit vroeger hier to lande en elders plaats
vond.
Roszhirt zegt: „Und wenn die Strafe weder
tröstet noch versöhnt, so soll mnn doch eine Strnfe nicht
80 aufstellen, als wenn das verlorne Out um ein pnar
Oulden wieder zu erwerben wiiro" \').

W. L. F. C. VAN ItAri\'AUD in zijne: Auuiiierkinyrii oj>
het Oiitirerj) ran een nin Slrafrecht ran
1827,

vindt het vreemd daarin de straf van bannissemenl

niet opgenomen tc zien: „lloezocr wij tc meermalen onu

#

t I) Geichicbtc und Syitem dei DeuUcheu StrafrecbU Th. III. IVO.

-ocr page 103-

91

gevoelen tegen dc straf van bannissement hebben kenbaar
gemaakt, schijnt het ons toe, dat hot niot aan gronden
ontbreekt, om in enkele gevallen dozo straf op het oifr-
spel to bepalen, zoodat het ons zonderling voorkomt hier
deze straf niet opgenomen tc zien" \').

Do man, die niet dan in buitengewoon vorzwarondo
omstandigheden gestraft wordt, had eene zwaardere straf
verdiend dan hem door nrt. 339 wordt opgelegd. Do
gevangenzetting vnn ton minste drie mnnndon cn ten
hoogste twee jaren, wns voor hom in dnt govnl niet tc
veel geweest.

Op grond vnn do strikte interpretatie vnn do door on«
behnndeldo artikelen, kunnon do dnnr vormoldo strnfTen
krachtens nrt. 463 C. P. door den rechter verminderd
wordon, wnnnoer <le omstnndighedon het wnnbodrijfschijnen
to verkleinon. Omgekeerd znl ook in govnl vnn rócidivo,
nrt. 58 C. P- op do boklnngdon vnn toepassing zijn «).

1) lloofdiluk V. DccI VII. xegt dc ichrijveri dodien een ongthtneH
m*n met eeno ongehH*,d4 tronto, of eeno ofgrkmwJf vro«« mot eenen gt\'
kmted^ man
overipel bodrgft, il het nirt ongeichikt dion ongehuwden m»n
of dio ongehuwde vrouw voor eenigen tijd uit xguo of haro woonpluli te
b&unen; hettolfde geldt ten Mntieu vtu gehuwden, wannerr de beitratling
wegen*
overtptl door erhticheiding ii voorifgegaan of gevolgd, wanneer
bIioo toch do eehtgenootcn van elkander afgain; door toodanig bamuiut\'
mnt
woidl do wegen* owrrtftl gralrafla gewoonigk buiten de gelegenheid
goiteld, lijn miidrijf to herhalen, lerwgl de verwijdering gedurende eenigen
lijd, lomi do ongeoorloofde liefdo kan doen verkoelen, ofgoheci vervallen."

S) Ciuuvkar en H£uk. I. c. { V.

-ocr page 104-

92

Ongeveer dezelfde straffen die wij in don C. P. aan-
treffen, vinden wij in do verschillendo nieuwere wetge-
vingen terug.

Het Pruissischo Strafwetboek van 14 April 1851 stelt
(Tit. XII § 140) echtbreuk alleen dan strafbaar, wan-
neer er ten gevolge daarvan echtscheiding heeft plaats
gehad. De schuldige echtgenoot en zijn medeplichtige
krijgen in dat geval eene gevangenisstraf van ten minste
twee wecken en ten hoogste zes maanden.

Deze voorwaarde voor de strafbaarheid vindt men in
nog andere Duitsche Strafwetboeken, o. a. in dat van
Hrunswijk on in dat van Boijercn van 1861.

Art. 483 al. 3 van het Italiaanscbo Strafwetboek van 20
November 1859, straft den man mot eene gevangenzetting
van drie maanden tot twee jaar. Tegen zijne bijzit is
dezelfde straf bepaald.

Hot Strafwotb. voor liet (Jrootlierlogdom Daden, nuuikto
geen ondorsclieid tusschen het overspel van don man on
dat van dc vrouw, beide ondergingen dezelfde straf;
dozo word verlioogd indien bet overspel eenen eisch tot
ocbtschoiding ten gevolge bad, daar in dat goval do
rechtscliennis dos to grooter was \').

1) § 348. Tit. XXIIl. (Der Khcbritcli winl an ilcm cbelirccheriichcn
Khcgaltcu mit GefiiDgDiM nicht unter einem Monate bi« xu »echs Moniten,
und wenn deixhaib auf Kheicheidung geklagt mird, mit KreiigeHingni» nicht
unter drei Monaten bii zu lechi Monaten; an dem unverheiratheten Theil
»tier mit Gerangniit nicht unter vicriehn Tagen bii xu drei .Monaten beitraft."

-ocr page 105-

1391

Het Strafgesetzbuch für das Deutsche Reich van 15
Mei 1871, maakt slechts in ééne paragraaf van overspel
melding: § 172.

Deze § luidt: „Der Ehebruch wird, wenn wegen des-
selben die Ehe geschieden ist, nn dem schuldigen Ehe-
gatten, sowie dessen Mitschiddigeu mit Gefängnisz bis
zu sechs Monaten bestraft.

Dio Verfolgung tritt nur auf Antrag ein."

Voor allen dus dezelfde straf, maar ook hier onder
voorwaarde, dat eene echtscheiding hot gevolg is geweest
van het overspel.

De nieuwe Belgische Code Pénal van 9 October 18G7,
komt, wat do vervolging vnn het Overspel betreft, in
hoofdzaak overeen met do bepalingen van den Code van
1810. — Hot grootste onderscheid bestaat wol hierin, dat
do nmn niot zooals bij ons vrij komt mot het lietalon
eener geldboete, maar ovongoed als do vrouw voor zijn
vergrijp mot govangonisstraf moet boeten, llij krjjgt
eoueii tijd vau één tot twaalf maanden om in tien kerker
over zijn iniHstnp na te denkon \').

l) Art, 380. C. 1\'. Hplgf.

■ I.o iiuri ronvkincii il\'nvoir cutrclcnii line rniicubitin lUnt la maiion
conjugalo sera condaiiina & un rm|iri*onuemrut il\'un luuit ik nn an.

l.a fcnutifl ponrra artiMer IVffrl ilc cpII« rtimlainnatiou, cn tlcmanilaiil
lVtar|(it*enicnl ilc »nu mari."

-ocr page 106-

HOOFDSTUK IV.

BESLUIT.

Do meeningen over Kclitbrenk zjjn voorzeker zeer
verschillend nnarmnte vnn do beschaving van een volk,
doch dit is gewis dat slechts dio volken of stammen die
op den laagsten trap van ontwikkeling stnan, haar volstrekt
niet als misdrijf beschonwen. Zoo bjjv. de Laplander,
die gewoonlijk de eerste znl zijn, om zjjno eigene vrouw-
tot onkuischen omgang met oenen vreemde nan te zetten,
en het zich tot eene groote eer rekent wanneer do vreem-
deling, dio bij hem zijnen intrek neemt, verliefdeblikken
wei-pt op vrouw of dochter. Ontwankt echter eenmaal het
gevoel der familierechten, dnn wordt hot uitsluitend bezit
der vrouw eene eerezaak; de vrouwen worden opgesloten
en bewnakt, on de ontrouw met de zwaarste stratlen gestraft\').

De bewering echter, dnt de meerdere of mindere ge-
strengheid van de strafwetten van een volk gelijken tred

\'l) nutter der IWreenhalle, 1835, n». 1045.

-ocr page 107-

95

houdt met den hoogeren of lageren trap van beschaving,
die zulk een volk bereikt heeft, gaat, bij dit misdrijf ten
minste, niet altijd op.

Zoo bestraft do kleine, waarschijnlijk Germaanscho
volkstam dor Kubaschanen op den Kaukasus, do over-
speligen slechts met eeno geldboete van GO roebels. —
De Kaffers, die er slechts zeer weinig strafwetten op na
houden, hebben toch eeno straf op do echtbreuk vastge-
steld, mnnr eeno strnf, die zich bepanlt tot de bootc vnn
minstons eeno koe, doch dio knn opklimmen tot nl do bezit-
tingen vnn den delinquent \'). Het ruwe volk der liirmnnon
zelfs strnft ovorspol sloclits met gevnngonisstrnf.

Dit stnnt echter vast, dnt zoodrn hjj con volk het zedelijk
govool slechts oenigermnto ontwikkeld is, en hot morgen-
rood dor boHcliHving ook mnnr oven doorgebroken is, oon
zoor billjjk gevoel vnn recht hot ovei-spel nis eeno vnn do
moest onheil iwnbrongondo misdrijven beschouwt.

Zoo word in don Jloofstnnt Algiers, nog vóór do inbe-
zitneming door do Frnnsohen, ovoixpel voor eeno der
grootste mlHdndon gehouden , on zoo wortlt nog heden bij
do T8cherkoHS(!n dozo verbroking dor huwelijkstrouw voor
erger dnn moord gehouden cn dion overeenkomstig gestrnfr.
Do Hchuldigo verliest hot rocht der gnstvrjjheid; do bo-

1) Tmeli and Hciearrhca in CalTrania, by STr.nia» Kat.

2) Kevue étrangiVe par Koclix, Jnin I83i n*. 511 I.a Irgitlalioii rl
adminiitration do la juitico dant la régcnce d\'Algen anUrieurcmenl t\\ la
rnnqnfle fran^aiiB p. <401.

-ocr page 108-

96

leedigde echtgenoot heeft het recht zich overal op hem te
wreken, en den vervolgde blijft niets anders over dan de
vlucht te nemen naar een naburig volk om zoodoende do
gevolgen der wraakzucht te ontgaan.

Bij de Hindoes wordt de overspelige vrouw in het open-
baar door houden verscheurd, haar medeplichtige wordt, na
op een gloeiend ijzeren bed gebonden te zijn, levend verbrand.

De grootste wreedheid hieromtrent heerscht naar men
beweert, bij do door hunne bloeddorst bekende Nieuw-
Zeelandors i). Zij toch, zegt mon, stoenigon de overspelige
vrouw, on binden den maii aan een boom. Hierna snjjdt
eerst de beleedigde echtgenoot, daarna diens boste vrienden
beurtelings eon stukje vleesch uit zijn Ijjf, een ieder dat
godeolto, wat hjj hot smakelijkst vindt (do ooren, do hand-
palmen en vootzoolon zjjn voor hen délicate.\'isen), oton dat
op voor de oogon vnn het ongelukkige «lachtolTor, dat
daarna gedood en den volgendon dag gebraden, opgo-
goten wordt.

Uit Kxodus zien wij, dat de Joden do heide «chuldigon
buiten de stad voordon, om daar door hot volk gostoenigd
te worden.

Do oude SnkseiH verbrandden de vrouw eu boven hare
asch richtten zij oono galg op om haren medeplichtige
up to hangen.

1) Oeiellichaflcr 1835. Hl. 101 S. «04.

2) Verg. .Mgeraeine Knryclnpcdie tuq Rhich und OiiunKR o|i li«t woord
tkfbruck.

-ocr page 109-

1)7

In Engeland sneed men voorheen ttp do wjjzo dor ondo
tJonnanon \') de haren der vrouw af, voordo haar geheel
naakt, of ton minste tot do houpon toe ontbloot uit hot
liuis van baron ochtgonoot, in togonwoordighoid van al
bare bloodvorwanton, daarna droofnion baar ondor zwoop-
slagon zoolang van do oono plaats naar do andoro. tot
dat zij er ondor bezweek.

Bij do Turkon begraaft inon do vrouw half, on in dion
toestand wordt zjj gostoonig»!.

Do Spartanen haddon zulk oono afschuw van ovor.sj)ol,
dar zij, wannoor zij al hunno vorwonRchingon togen do
vjjandon haddon uitgebraakt, oindigdon mot hun toe
to wonsclion dat hunno vrouwen zich aan ochtbrouk
inoohten schuldig inakon

Bjj bjjna allo volkon dus hooft van do oudste tijdon nf
oon afkoor bestaan togon hot ovorspol, on to rocht,
dit misdrjjf toch strijdt gohool on al mot do wotton
van gixlsdiouHt on zodokundo, maar tov«\'n« (on «lat moot
bior op (Ion voorgrond tro<lon) mot do groiulslagon van don
Staat. Do Strafwotgovor nmct bij hot booordoolon dor
ïnonscliolijko dadon niot alloon op do losson der zodokundo
hot
<m)g govostigd houdon, maar iu do ooi*h|o plaats to

1) TfcUia, (Ir inorili. (icriiiiiniiruiii rtp, XIX.

lAccUU eriitiiitt nudtljiin rormii pnipinquit riprlllt domo iniirilUR, «r
prr imittcm vicum vcrbrre igit."

2) Zie verder over do vrrtchridcnheid der «IraiTrn op )irl overspel gr.
•tcld bij de vrrtrhillende volkrn, Tirtqunnt. Ug. (\\>nmib. L. l.H ii*. 1. «dd. 87.

-ocr page 110-

98

rade gaan met de meer of minder nadeelige gevolgen,
welke uit die daden voor den Staat en de ingezetenen
kunnen volgen. Het overspel schendt de heiligste rechten
van echtgenooten en kinderen, maar verbreekt tevens
eene verbindtenis, die door den Staat bevestigd is. De
Staat schrijft de regelen voor waarop die verbindtenis tot
stand komt, en moet dan ook voor hare instandhouding
blijven zorgen \').

" Het is dus eene gemengde staats- en privaatmisdand;
dit laatste voor zoover alleen de rechten vnn den helee-
digden echtgenoot gekrenkt worden.

"Wanneer wij de wetgevingen op dit gebied van de
laatste tijden nagaan, zullen wjj ongeveer bij allen eene
trapswijze vermindering van straffen kimnen opmerken.
Die geringheid dor straffen, zoowel in den C. P. als in
de overige moderne wetgevingen, is het beat uit die
gemengde natuur vnn bet misdrjjf te verklaren. — Niet
alleen door hot bedreigen van straffen, manr vooral door
do beteugeling van het zedenbederf moot men trnchten
dit vergrjjp tegen do zeden te doen ophouden.

1) In titci .\\V1, Neue« Archiv <le» Criminalrecht«, hcrauigegebcn von
den Prof.
Abeho, IIirnbaum u. ». w. (ücbcr tlcn Kinflnsz dci Gckichti-
pnnkts auf dic Beurtheilung verbrecherischer Handlungen von Prof. llitpp)
$ 7 Iczcn wij: »Allerdings is dies ein privatrechtlichrs VerhäUni«)!, aber
sie ist auch ein
öffenlUrhtn, den Staat unmittelbar intereMirendcs Tnititut.

, Daher sind das Wesen und die Wirkung der Khe durch die Oesctxe
bestimmt."

-ocr page 111-

99

„Quid leges sine moribus
„A\'^nnne proficiiuit?" \').
liECCARiA ziet een middel tot hot doen bewnron dor
huwohjkstromv, in bet groot aantal buwolijken en in do
vrijo keuzo der ecbtgonooten: „La fidélitó conjugale est
toujours plus assuréo
i\\ proportion quo les mariages sont
plus nombroux et plus libros."

Maar bjj hot nagaan van die verschillondo wetgovingoji
zal het ons tevens opvallen, dat er niet ééne is die hot
nusdrijf van overspel geheel ongestraft laat. Dit is echter
zoo natuurljjk, dnt wjj or misschien volstrekt niet bjj stil
gestaan hadden, zoo niot in hot laatste
Ovliverp roor
Sirnfircht
voor ons land vnn hot janr 1875, hot ovorapol
niot meer onder do misdrjjvon ware opgenomen.

Titel XIV vnn dit Ontwerp (Misdrjjvon togon do zodon)
begint met oon woord, om roden to govon vnn dio bovroom-
dingwekkondo nieuwigheid op hot gebied dor Oodificntio.

Als oorsto nrgumont hiervoor wordt nangovoord, hot
botrokkolijk gering nnntnl wegens ovorspol ingediende

1) lIoRATira ni. Odo XXIV.

2) Dm Délit» ot de» IVinM. (Trnduct. dr Coi.i.iu dk I\'i.anct. Pari» 1823)
cbap. XXXVI. — Vcrg. verdor MonleigNifu K«nrit dc» l,oix. T. I. pag. 8».
(Ed. Amtterdam 1758) waar hij zogt: nKien ne maintient plu» Ir» moeur»
qu\'une extri^mc »ubordination de» jeunr» gcn» cnvrr» le» vieill.\'xrd». L"»
un» et le» anlrr» »cront contenu», cenx-U pnr le rc»pect qu\'il» auront
pour Ir» vieillard», et ccux\'ci par le rr^pect qu\'il» auront pour cux-
mêror»."

-ocr page 112-

100

strafvervolgingen "). lu hot twintigjarig tijdvak 1850—1869
werden 155 vervolgingen ingesteld, hiervan worden 113
veroordeelingon uitgesproken. Hieronder hovinden zieh
50 mannelijke beklaagden en 25 mnuneljjko veroordeel-
den Uit hot grooter aantal echtscheidingen en schei-
dingen van tafel en bed wegens overspel gedurende dien
tijd uitgesproken, zou nu bhjken, dat de wapenen die do
strafwet aanbiedt naar hot algemoon gevoelen, ongeschikt
zijn om het kwaad to bostrjjden. Ik kan dezo conclusie
niet toegeven. In do eerste plaats vind ik 155 vervol-
gingen wegens overspel, gedurende 10 jaar tjjds voor (ms
land niet zoo weinig, maar toch, ai zjjn or personen die
in de scheiding van don hun ontrouw geworden echt-
genoot voldoening genoeg vindon, en do strafvervolging
acihtorwego laten, is dat reden genoog om den overigen
het rocht to ontnomen, do schuldigen bij don strafrechter
aan to klagen?

1) illel aanzienlijk aanUl cchUchoidingen" (zeggen ile Ontwerper») «en
•clieidingen van tafel en bed, jaarlijka ter zake van overapel nitgciproken,
bewljtt dat dit zedelijk kwaad, al lel men nlleen op de gevallen naarin
het gerechtelijk wordt geconitaleerd, in Nederland niet zeldzaam i*. Kii
toch, hoe betrekkelijk gering i* het aaiital der wegen* overtprl ingcitcldc
atrafvervolgingen I Hieruit blijkt dat dc wapenen die de .Straftvet aanbiedt,
n-iar het algemeen gevoelen — immeia overapel i* »Icchl» op klachte ver-
volgbaar — ongeachikt zijn om het kwaad te brilrijdcn. 1« dit algemeen
beicf niet jui*t? \\Vel i» waar i* het overapel niet »lecht« ceii groot
udfïijL kwaad maar ook ccn onreehl, doch dat onrecht ia uiet op doeltref-

♦ fende wyze tc bclengelen door middel van dc »trafwct."

2) Zie bijlage H. van dc gerechtelijke «UtiHick over IhCü.

-ocr page 113-

IUI

En veronderstel, dut de togonwoordigc wapenen niot go-
schikt zijn tot bestrijding vau het kwaad, dan is dat volstrekt
geen reden oni zich geheel en al van wapenen te ontdoen,
maar wol eeno aansporing om naar betere uit te zien.

Ambtshalve vervolging is zooals wij boven reeds zagen,
bij ons terecht weggelaton.

Maar nu wat betreft do vervolging op klachto. Tiösüt
hierover sprokondo zegt: „C\'est bien là reconnaître (luo
la société ost boaucotip moins intéressée ii la punition do
ce maïupiemont si grave (pi\'il soit, que lo mari ou la fournie
outragé par son conjoint. C\'est rcconnaitre qu\'il s\'agit là
d\'une affairo toute d\'intérieur." .... onz. \')

Ilot eersto geef ik gaarne toe, maar al hobbon <lo

I

ocbtgonooton or mcor belang bij, voor don Staat kan hot
daarom toch van niet weinig gewicht zyn. Maar juist
ook daarom do kous aan do ochtgonooton ; roepen dio nu
do hulp van den Strafrorlitor in, dan is dc hinderpaal,
«lio aan oono vervolging door bot O. M. in don wog
stond, woggcnomon.

\'t*

Nu kan do MaatHchappij ook baro bolangon doon golden,
on hot nadoel haar in haro Inirgors aangedaan, stralfoii
ovongood als iodoro andoro daad, dio togon haro bolangon
strijdt. Er is niot ééne roden meer, waarom nu, «Is do
luMifdboloodigdo <lo voldoening oischt, dezo hom gowoigoni
zoude wordon.

t
i\'.

t

1) Ttmor. Intrmhictiuu |ihilu>ii|ihii|iir I\'cIuJp «iu ilruil pt\'nkl. (I\'iiri*
187*) p. ns.

-ocr page 114-

102

iEaar dat men, door het beperken van de vervolging
tot op aiinklachte van den beleedigden echtgenoot, zou
erkennen to doen te hebben met
une affaire toute (Tintc-
rieur,
kan ik niet toegeven. Neen, overspel is zeer zeker
eene zaak die de geheele Maatschappij betreft, maar onulat
de vervolging door het Openb. M. het belang en de rust
der huisgezinnen meer zou bonadeclen dan het belang van
den Staat bevorderen, daarom, maar ook daarom alleen,
die beperking.

De Oostenrijksche wetgeving (Code vnn 18.5.S) gaat nog
verder; zij laat dc vervolging door het 0. M. toe, bij
gebreke van den man, of wanneer deze het overspel zijner
vrouw oogluikend hnd toegestaan.

Ook in het Projet discuté au conseil d\'état (Chauv. et
Hélie, Ed. Helge par Nypels, an". ISOM pag. 2:il), wildo
mon in het laatste geval vervolging door het O. M. hebben.
Dat art. ia echter niet iu den Code Pénal opgenomen \').

Ter bevestiging van hun gevoelen halen de Ontwerpera
de volgende woorden vnn (\'
ii.vuvkau en Ihh.ik nan: „Le
législateur n environné la répression modérée qu\'il pour-
auivnit, de formea multipliées qui In rendent presque inac-
ceaaible.
Il semble qu^iprvn acoir formubf le. tUmt, Hen

1) Art. i\'Jh (Projet discuté au couicil d\'état.) «Le mari signalé par la

notoriété publique comme ayant connivé & l\'adultère, le complice ou les

complices, seront condamnés chacun h uno amende de 100 franc* au
moins ct de 100Ü0 franc* au plus."

D*n* ce ca*. le* coupablr* pourront être pouniuirii, même d\'office,
\'par le procureur général.

-ocr page 115-

103

ait redouté la poursuite^\' \') eu zcggcii dan, dat nict alleen
ton opzichte van do hoogst gebrekkige regeling van don
C. P., maar in het algenieen deze woorden gelden.

Maar al is dit zoo, dan is dit mijns inziens juist een
bewijs dat do wetgever de hooge noodzakelijkheid van het
straffen hoeft ingezien.
II cn ait redouté la jmtrsuitc,
maar niettegenstaande dat stolt hij er straffen voor vast.
Dc wetgever ziet tegen do vervolging op, hij hooft logen
mocielijkhedcn van verschillenden aard tc kampen, maar
hjj is zoo zocr doordrongen van de noodzakelijkheid van eeno
straf, dat luj, niettogonstnandc dit alles besluit het onder
de misdrijven op to nomen. Kono daad dio zooveel nood-
lottige gevolgen na zich sloopt, dio de heiligste roeiden
van Staat en Burger Hchendt, mag niet ongestraft bljjven »).

OvorsjKïl is de bron van volo andere misdaden. Uoeds
CiCKHO zeide: „Nulla adultéra nisi ot venofica quia nulla
faciliuH ad id maloficium caussa,
quam turpin amor, et
intemperans libido commovoro potuil." (Verg. Uhetorioorum
ad Ilorenniuin liib. lY e. Hl).

„Lo dérèglement doa moeurs ai pen rotonu oat la kouito
d\'autrea crimoa ot délita également trèa-fréquonta. Loa tribu-
naux oorrectionnela ont vu «\'uaaooir aur loura bancs, on 1852,
42« préveiiua d\'adultère," lezon wjj hij B
ékknoku ■— Iota
vorder zegt hjj: „Coat oneoro lo désordre doa moeura qui

1) ClIAUVKAU cn UÙ.IK I. c. { l.

2) Verg. hel reodi vroeger ■«ngrhkalJo «rrcit v»n hcl Hof van llolUnJ
v«n 28 Dec, 1880. W. 76.

3) De U répreuiou pénale. II. Deel. Tarii 1855. Cap. II. f t, I.

-ocr page 116-

104

donne souvent naissance à un autre crime, l\'empoisonne-
ment. Sur 29 individus qui en ont été accusés en 1852,
plusieurs n\'ont pas eu d\'autre impulsion. Dix personnes
mariées ont été ainsi mises à mort par leurs conjoints qui
ont préludé si l\'emploi du poison par l\'adultère." Van deze
29 veroordeelden waren 17, vrouwen, dus drie vijfden,
terwijl in het algemeen de verhouding van de misdaden
door de vrouw gepleegd staat tot die van do misdaden
der mannen als één tot zes \'). De vrouwen, die de ontrouw
van hare mannen willen wreken nemen alligt de toevlucht
tot vergift. Vergift is het wapen der zwakken. En zouden
zjj niet nog meer hiertoe overgaan, indien de wet haar
geene voldoening gaf? Zouden zij zich die niet door
eigenrichting verschaffen? Laat Nederland niet de eerste
zijn, die, door Overspel niet meer onder de misdrjjven op
te nemen, door stilzwijgen den schijn op zich laadt van
eeue verslapping der banden van moraliteit, en eene daad
goed te keuren, die in allo opzichten zooveel onheil berok-
kent. — De straf moet den overtreder het bittere doen
gevoelen dnt in deze daad gelegen is

„Immer niusz er (der Khebruch) bestraft werden. Dein
Stant ist sehr viel darnii gelegen, dasz die Ehen nis dn»
»icheiHfe .Mittel zu einer «)r(hiuiig»nillHzigen ForlpHnnzung
•Ie» iiu\'iiKchlichen (iorti-hleeht», heilig gehalten werden" \').

1) Hk«i..\\«kk. I. c. iiag. U):i. .

«

\'J) Verg. Codex novn» lUtavu*. I. c. tilx. 301 vlg. \'

Owri.iN. CruiuUHItc der Gcutxgcbuug über Verbrechen und Strifcu.f 1311.

-ocr page 117-

105

AVhCIITE« zegt: „Der Ehebruch ist aber allerdings ein
Rechtsvcrbrcchcn, bei dessen Bestrafung aber freylich nicht
die Erhaltiing der ehelichen
Liehe Zweck seyn kann. Es
werden durch ihn nicht nur die wichtigsten Hechte der
Gatte verletzt, und das Glück derselben, so wie oft das
der ganzen Familie durch eiue an sich widerrechtliche
Handlung zerstört, sondern auch eine Verbindung gebro-
chen, welche durch Kirche und Staat unmittelbar .sanc-
tionirt ist und durch deren A\'erlctzung die wichtigsten
Interessen des Staats nnt verletzt werden" \').

Ik wil van dit onderwerp niet afstappen alvorens gewezen
te hebben op de onbillijkheid vau het reeds boven even
aangehaalde art. .\'J24 van den (\'. P. en op de groote ver-
anderingen die de nieuwe Belgische strafwetgeving van
5) Oct. 1807 hierin gebracht heeft.

De tweede alinea van art. 321 C. P. luidt:

Xeanmoins, «lans le cas
<radultere prevu par I\'art.
:{!J0, le meurtre commis
|iar ^ep<m^ sur son epouse
ainsi que sur le complice,
riustaut ou il le.s sur-
|)rend cn flagrant delit dans

Echter is in het geval
van overspel, bij art. .\'{.\'{tJ
vermehl, de doodslag door
deu man aaii zijue vrouw
zoo als ook aan liaien lue*
deplichtige begaan, \\ei-
Hchoonbaar, geschied zijnde

1) 1. c. < 211 »5.

Verg. venter IlkCCAitu I. c. ^ chap. .V.XXVt,

-ocr page 118-

106

la maison conjugale est ex- ! in het oogenbhk, dat hij
cusablc. ; in het huis zijner samen-

woning met zijne vrouw,
\' hen te zamen op de daad
i {in flagranti) betrapt.

De grootste onrechtvaardigheid is hierin gelegen, dat
wanneer dc man zijne vrouw in geval van betrapping
op de daad bij overspel doodt, hij verschoonbaar is, maar
niot omgekeerd. Waarom dio ouhilhjklieid? Omdat hot
overspel van dc vrouw in zijne gevolgen noodlottiger kan
zijn dan dat van den man (vindt men als roden in roxjiosé
dos Motifs) \'). Dit is waar; maar al moot hot over-
spel
vuil (lo vrouw Kwiinrdor gestraft wonlen ilan dat
van don man, beeft dit niets to maken mot hot al
of niet vorschoonbnar stellen van den doodslag door don

ociion echtgenoot op don ander gepleegd. De excuso
légale von art. 324 C. P. vindt haren grond in don rccht-
matigon toorn en verontwaardiging, die ons belet ouzo
driften to beheerschen. En kan dat niet oven goed het
geval zjjn bij do vrouw \')• Het togondoel zou inderdaad

1) Oktoi.an zegt; »Nom croyon» qno le code, dati« cclle di«poiiiiion,
a cédé à la tradition et au préjugé do longue date qui exiito sur ce point
dans les moeurs." (Klem. du droit pénal, n". 469.)

i) M. Tesoi, minister van Justitie, zeide in dc Ilclgischc Kamer
fVous supportez uu fail qui froisse la femme dans toui ses sentimcnis,
qui est de nature k jeter dant sa vie la plus grande perturbation, cl vous
^exigez qu\'elle n\'en éprouve aucune émotion: au moment otl sou rosri

-ocr page 119-

107

nog meer tc hilljjkou zijn, wanneer do doodslag door de
vrouw onder die omstandigheden gepleegd, verschoonbaar
ware gestold en niet als do man dit godaan had. Dc
vrouw is van nature zwakker dan do man; do man als
hooftl van hot buisgezin, de man als do sterkste moet
verondersteld worden z|jnc driften meer moester to zijn.
„S\'il l\'im est plus faible, il ost plus excusable; si l\'autre
ost plus fort, il est aussi plus coupable \')".

Do Bolgiscbo wotgovor hoeft dit zoor goed ingezien.
Art. 113, dat art. 324 van don C. W van 1810 ver-
vangt, luidt aldus:

„L\'homicido, los blessures, et les coups sont excusables,

loi\'sqiiu lo oriino i»u lo «U^lit out coiiniiiH jmr l\'un do» «5im>iix
Hur l\'autre ópou.\\ ot non coinplioo, h l\'instunt on il Ie«
surprend en thigrant délit."

Dus geen ondorscheid tusschen man on vrouw. Voor

mcconnsit fci dcroir» vii-h-vis d\'elle, vous exigez qu\'elle ^cngo aux deroirs
que lui impose le code civil; qu\'elle »c appelle l\'obéi»ii<ancc, la »oumission
que lui commando In loi! Mai» pourquoi n\'avex-rous pas 1rs mêmes
exigences vis-il-vis du mari? Pourquoi u\'exigex vous pas qu\'il reste parfai-
temeut calme quand il surprend sa femme en tiagraut délit do conversation
criminello, et qu\'il se »onvioune qu\'il est interdit dc se faire justice A
soi-même ct quo la loi diîfend do tuer? Les couiidcratious qui sont
tirées du coeur humain eu faveur d\'une des dispoiitions do l\'articlc, de
celle qui concerno lo mari, sont applicables à collo qui concerne la
femme; vous devex les placer tons les deux snr la même ligne," (
Ntfku.
le Code Pénal Dclge interprété, ed Hrux. 1877. Livraison Vlll. pag. .lOO).

1) Tissot. 1. c. pag. 70.

-ocr page 120-

108

beiden dezelfde straf! En welk een verschil van straf
naar het Fransche Regt!

Terwijl volgens den C. P., de vrouw die onder die
onistandigheden haren man doodt, tot eeiiwigen dwang-
arbeid moet veroordeeld worden (art. 463 0. P. is niet
van toepassing op misdaden waartegen zulke straffen
bedreigd worden), krijgt de man hoogstens vijf jaar ge-
vangenisstraf, hoewel hjj meestal met eenige nuianden
vrij komt.

In art. 324 is de excuse legale afhankelijk gesteld
van de voorwaarde, dat de man zijne vrouw in de
maimi
conjiKjah
betrapi)e; de IJelgische Code eischt deze voor-
waarde uict meer \').

Een derde verschil tusHchen art, 413 (.!. P. Beige en
oiih art. ih ilit:

I lut liialHto art. Hjireukt Hloclita van itieKi trv oii zwjjgt
over hlessitres on coiipn. Doodslag is dus verschoonbanr,
singen on verwondingen niet. Art. 413 stelt alles vor-
scliooubaar, en te recht; tot welk zonderling gevolg toch
brengt ons art. 324? Dnt volpens de eerste alinea van
dat art. ile kwetsuren en slagen door den eenen echt-
genoot aan <lon ander toegebracht (zonder bedoeling vnn
doodslag) versclnxmbnar zjjn, zoo zjj door zware singen
of door gew(;ldda<ligheden verwekt zijn geworden , maar.

1) Zie liet rapport Iiicrovcr van hetScuaataiid I\'ükiikuk, .voorna-im ailvo-
«•aal te Luik. (
Nypels. i. c. pag. 3U1.)
\' 3) Art. 321. C. 1\'.

-ocr page 121-

1407

dat volgens de tweede alinea van art. 324 diezelfde daden
niet verschoonbaar zijn, in geval de ninn /e tegen
zijne vrouw en haar medeplichtige bedrijft, die hij op
de daad zelve van Overspel betrapt.

Terecht merkt Nvpels op: „Si le législateur avait
voulu engager l\'époux trompé à être inexorable envers
son épouse, il n\'aurait pu s\'expliquer plus clairement" \').

1) Nypei.s 1. c. n.l. arl. ti:». n".

-ocr page 122- -ocr page 123-

STELLllSTGEN.

-ocr page 124-

■M-

I

ÜtL^C. ]

* \'

-ocr page 125-

S ï K L L I N Q N

I.

Jlet liuiueiuHchü recht kende geen luluUerium culjtositm.

II.

C0N8TANTIJN Htelde do doodHtrnf nlleen in voor den
ndulter, niet voor do ndnltern.

III.

li. lif) 1). de tideiu««. (1(5.1) i« niet in «tnjd met den
regol, dnt do borg niet gehouden ia waar geen hoofd-
aohuld beatjuit.

-ocr page 126-

114

rv.

Dc borg kan bot beneficiuin »livisionis inroepen, nl beeft
de scbuldeiscber met den mcdeborg een pactnm dc non
petondo aangegaan.

V.

ITot kind, dat in ons land is verwekt door bier ge-
vestigde ouders, buitenslands geboren is, nadat dio ouders
hadden opgeboudon bior gevestigd to zjjn , is geen Neder-
lander.

VI.

Do vrouw, wier man in bot buitonland gona<uralisoord
is on daar ocbtHcboiding boofl vorkrogon, kan iiier een
nieuw liuwoijjk aangaan.

VII.

Do curator van o«»n gehuwd man kan voor dozon oono
roohlsvordoring instellen tor betwisting der wotliglioid vau
oon kind.

VIII.

Ilij, dio (mbovoogd op oon vreemd orf jaagt of in oon
vreontd water viscbt, wordt oigonaar van bot wild of van
do vissclion.

IX.

Ondor do wo(«don van art. 1188 H. W. „of op oono
andoro wijze vorbon<lcn", is (Mik
revrrenmiUuj bogropon.

i

r

-ocr page 127-

115

.X.

Do uitgoYcr van boekwerken is koopninn.

XI.

De eene vennoot onder eene firma kan zich tegenover
den ander niet beroepen op liet ontbreken der acte.

XII.

De op don wissel geplaatste clauHule: „zonder onkosten"
of
„Zunder protest" is vnn kracht tegen ieder.

XIII.

fieverifieerde schuldvorderingen kunnen d«)or geene
lechtHuiiddelen meer betwist worden.

XIV.

Ten onrechte bowoert i)i: Pinto (Thoinis 3. 381), dnt
de kosten niot kunnen gereserveerd worden, wnuneer het
interlocutoire voiinis op legensprank is gewezen, (nrt
50 nl. 2. W. v. Uegtsv.).

XV.

De verzoening der ecIilgeiii>oten, nn het indienen der
aankinoht wegens overspel, sluit de vervtdgiiig door het
O. M. niet.

-ocr page 128-

116

XVI.

Het hooren der, volgens art. 190 AV. v. Strafv., on-
bevoegde getuigen brengt geene nietigheid mede.

XVII.

Te recht zwijgt onze Strafwetgever over de ahsnliitio ab
insiantia.

xvni.

Art. 321 C. P. golilt ook tog<3n Iiom, <lio oon niidcr
zwaar mishandelt.

XIX.

Art. 7 van do Wet van 5 Juni 1875, Sthh 110 (Be-
palingen bij het voorkomen van hondHdollioi«!) is te allen
tijde vnn kracht.

XX

Hot is nf te keuren, dnt do kiezer, die op do lijst\'in
eene gonioento gebracht is, bij vorliuizing naar eeno
andere vnn gelijken of lageren census, niet daar zijne
stein kan uitbrengen.

XXI.

Om misbruiken bjj verkiezingen te voorkomen, moet
art. 118 C. P. ook do poging strnfbnnr stellen.

-ocr page 129-

117

XXII.

Te recht is eene j)ortio kgUiina vastgestokl.

XXIII.

Do bewering van J. Stu.mit Mill: „what supports and
oniph)y8 procbictive hibour is tho capital expended in
setting it to work, and not the demand of purchasers for
tho produce of tho work when completed", is onjuist.

xxiv.

Ten onrechte bowoort .). Stuakt iMill: „now rent,
when paid for tho land itself, and not for improvements
mado in it by labour, is not a productive o.\\pondituro."

XXV.

Do vrijstelling van den krijgsdionst, voor sliulonlon in
do godgoloordhoid, is af to kouron.

-ocr page 130-

■\'m

-ocr page 131-

•»»»\'vî

-ocr page 132-

■ My

-ocr page 133-

m

\'^•»Vï,

-ocr page 134-

-V - - c- V-, Y..

\' " ) \' -Ur -tJà..\', ¥ /-a;-^ \'
•I ï^v. \'Îît\'^ ■■ . V yfc ■ .V .

^ * . «W « . - . I a

^ % V Vi-.-, .g

; . -\'M

..............7 _ ■ -W^.^säÄSV