-ocr page 1-

DER Brug

A\' j

VAN

- \' >S

OVER DEN INVLOED

ft.;-:

VAX

MAGISTERTUM-BÏSMUTTII

01\' HET

SLIJMVLIES VAN DE MAAG.

UTRKcirr,
.). N IKK U K.
1S87.

-ocr page 2-

\' ■ ; u \'W v ï ^

\'■. \'^•\'t V-■ \' ■ ■ . . . . •

y ,

Hvr\'

ö

..

I -va-; -Â-âtA-H^

/ v»"

\'\'fh :
« . ■x.t\';

• . y » 1 ,

,. * ■ • ! • • ■ i \' • S r • ^

. f i «I

• (,/-

-ocr page 3-

OVER DEN INVLOED

VAX

lagisterium-bis

01\' IIKT

SLIJMVLIES VAN DE MAAO.

-ocr page 4-

SS

r- \'

oaoa\'^ Mflf ar/O •

T

-ocr page 5-

OVER DEN INVLOED

VAN-

MAGISTERIUM-BISMUTHI

OP IIKT

SLIJMVLIES VAN DE MAAG.

PROEFSCHRIFT

TER VEUKRIJOIXO VAN DEX GRAAD
VAN

§fiii0ï hl ïle

AAN DE RIJKS-UNIYERSITEIT TE UTRECHT,

XA MACIITIOIXO VAN DKN RKCTOU MAOXIFICUS

ür. G. VAN OVERBEEK DE MEIJER,

IIoof?U\'i;raar iu dc Facultcit iIit Geneeskunde,
VOLGENS MESLUIT VA.V DKN .SKXAAT J)KR LWIVEIISITEIT

TKOKN I)K ltni»KXKIX(lKN VAN

DE FACULTEIT DER GENEESKUNDE,

TE VERDEDIGEN

OJ) Dondcrduf) den 7. Jtdi 1SS7, des middags ten S ure,

1>OOR

ATE riEBE VAN DEll «RUG, Arts,

geboren tc Workum {FricslitHif.)

UTKKCHT,

J. NIKE li K.
1887.

-ocr page 6-

tï": ï-l\'
^C\'v

•1

lï .

Tij.«

i^i ^ V J 1 •WO. .X C l i^i j

J\'? j:

i *jMi - • ■ • ■

• fiHiijiv^o^Av 1 .-iti

; - , • ■ .-..\' ■\'■i.\'r\'b^^\'\' . _ ■ ;

, ;iïïTeji

■v ■ ■ : i-f ^\'\'«r.-jT^.i-/" \' \'.

fti;«rr ;

-ocr page 7-

IIlEll|lEl<B

-ocr page 8-

-tg,

—i\' at

m

-■■vi

.V\'

-ocr page 9-

■ Vóór mijn vertrok van dezo Academie, is hot mij ceno
aangename taak, om U, Professoren on Lcctorcn van
dc medische faculteit, dank te zeggen voor hot onderwijs,
dat ik van U genoten hch.

Ontvang, hooggeachte Promotor, hooggolcordc Talma
mijnen hesten dank voor Uwe hulp cn vricndclijkon rnnd
hij dc vervaardiging van dit proefschrift.

Qjj, mjjne vrienden, weost verzekerd, dnt ik mot hot
grootst genoegen steeds zal torug donkon ann don ge-
lukkigen acndoniiotjjd, dien ik in Uw midden hobt mogen
doorleven.

Ynart allen wel!

-ocr page 10-

■ :• Ait

\'^ra i\'fii .Mpï\'thmk unv i^irîiinf ofi^tJ -\'^i\'/

l\'.M^^, uv -iiîânî awU jmx -JtfyJ,- jtnnftm i^^r

■ ------- «.i, ■

■ ■ ■.

jf

-ocr page 11-

I.

Ilct stro ven van (Inn toifonwoordigon modieus, om
uaar eeu uauwkeuri"^ jT;csteldo dia^\'noso do therai)ie
in to ricliteu , heeft er als vau zelf toe geleid , dat
tid van onderzoekers met liuuue beste kraeht<!u deu
aard eu de werkiug der geiiec^smiddeleu lueer iu het
bizouder besludeerden.

Y(ilc middehui, vroeger door deu practicus voor-
geschreven , werden verworp(Mi , veel van wat eer-
tijds door den g<Mioeshoer als krachtig werkend erkend
werd, kan thans óf den pnxd\' niet doorstaan , óf
wordt zonder meer aan knnt gezift. liet is, mijns
inziens , der moeite waard , om do geneesmiddelen ,
die tot de laatste rubriek behooren , op nieuw tot
een voorwerp van onderzoek te nuiken.

verzek(»ring vau (h; in de praktijk grijs gewor-
d(m nu\'diei , dat er oiuler de zoogenoenule v<»rouderde
niet werkende medicament<Mi zich wel degelijk stot-

-ocr page 12-

fen bevinden, die niet niet zoo geheel werkeloos
mogen genoemd worden , is, dunkt mij, voor de
jongere practici eene aanwijzing tot een goed onder-
zoek naar de werking dier stoffen.

Onder de geneesmiddelen, die vroeger zeer gehul-
digd worden en thans door velen als geheel werke-
loos bescliouwd , door weinige medici op voldoende
indicaties aangewend worden, trok mijn aandacht het
magislerium Bismuthi.

Mijn vriend J. G. ten Noever de Brauw, bezig
met een onderzoek naar den invloed van verschillende
stoffen op de beweging van maag cn darmen ,
bezigde ook het magisterium Bismutlii voor zijne
proeven on vond herliaaldelijk, dat door deze stof
de pcristaltiek vun de maag zeer toenam. Dit nu
is alleen mogelijk , als liet beroemde middel op den
wand der maag werkt, zelf van zamenstelling ver-
andert en chemische veranderingen opwekt. Vaiulaar
werd bij mij do lust geboren een begin to maken
met do reactie van de mueosa , zich openbarende in
haren bouw cn hare functie.

In dc litteratuur vond ik versehillendo werken
over Bismuth en l^ismutliverbindingen.

Bintz deelt in zijne voordrachten over i)harmaeo-
logie mede , dat zekero
N. Lemery (ion chemicus
uit het laatst van den zeventienden eeuw , voor de
eerste maal het magisterium bismuthi bereidde, en dit
praeparaat in den handel bracht als oon geheinnnid-
del tegen maagkramp en migraine.

Tal van jaren daarna schijnt het gekonuiu
te zijn in Jiamlen van medici, na eeiu; verhandeling

-ocr page 13-

a

van L. Odier in Genève Sodert dien tijd is liet
in de praktijk altijd veelvuldig gebruikt en wel
voornamelijk tegen gastralgie en hardnekkige diarrhc?.

Langen tijd geleden werd subnitras bismuthi, in
Avater gesuspendeerd, als inspuiting bij catarrh van de
urethra geroemd , en
Demarquay wendde het met
succes bij vuile zwoeren aan.

Bismuth behoort tot dezelfde chemisclie groej) als
jdiosphorus en arsenicum. Het magisterium bismutjii is
een wit mikrokristallijn zuur reageerend poeder, dat
bij gloeiing geelroode dampen afgeeft en 80"/,, bis-
muthoxyde terug laat, is onoplosbaar in water,
oplosbaar in salpeterzuur en verdund zoutzuur, en
bestaat uit een mengsel van twee basiselie nitraten.
(l^iONO;, TL O) (Hi ON 03 Bi O. O II).

Tal van personen hebbtui gotraelit dc werking van
het zout op de vor.schilleude organen nategaan. Om
aan te duiden op welk standpunt men in den tegen-
woordigen tijd staat omtrent do Bismuth-praoi)ara-
ten , is het niet van belang ontbloot eenige jiroeven
Ixivindingen en zienswijzen van versehillendo pcrsoiuMi
hier medehMleelen.

OiiFlLAdeelt me(le, dat na toediening van 8 en
10 gram M. H. het meiaal lator wercl aangetoond in
verschillende organen , als: lever, milt en maag-
wand , etc.

\') li\'Oiiir.ii, Ohsorvalions sur los rllVls dii nmiïislèn! de His-
muth donné inli\'rienronicnt conunc anlispnsmodiiine ; 178().
ï) ()i<rn,\\, Traite do (orixologic; 1843.

-ocr page 14-

Boürdach , Monneret en anrleren verzekerden ,
dat na tal van proeven door hen hoegenaamd geen
veranderingen konden worden aangetoond, cn dat
het
M. B. in de maag gebracht geheel en al onscha-
delijk is.

Orfila toonde eene algemeene vergiftiging aan
bij endermatische toediening.

Fedia Meyer nam vele proeven met citroenzure
bismuth-ammonium. Hij spoot dagelijks lÓ—12
milligram van dit zout onder de huid. Dc proef-
dieren (konijnen van circa 1 kgr. gewicht) gingen
na 10 dagen te gronde Do dieren vermagerden
sterk; in de urine werd eiwit aangetoond. Bij de
obductie bleken milt, lever en nieren sterk anaemisch
en geatrophieerd te zijn.

ITet maagslijmvlies was donker gepigmenteerd nn
dikwerf werden uleeraties aan de kleine curvatuur
van de maag en aan den pylorus, pigmcntvlekken
in hot duodenum cn in do dikke darmen gevonden ;
het slijmvlies der dunne darmen was hyperaemisch,
hersenen cn rugmerg waren blóedledig. Genoemde
onderzoeker vond eene vetdegcneratie van do musculi
papilläres van liet hart en van de lever. De zwarte
afzettingen in het slijmvlies van do maag en van
do darmen werden voor veranderde hloedkleurstof
gehouden.

Morys nam proeven met hetzelfde zout, en kr(;eg
hij den kikvorsch het volgende:

TTet motoris(!h zenuwajiparaat is sterk geprikkeld
en doet fihrillaire trekkingen in de spieren ontstaan.
Jlij vond , dat hjj warmbloedige dieren de dood

-ocr page 15-

na subcutane injecties vail groote doses in liorten
tijd volgt tengevolge verlammingen van het hart.

Kocher en Petersen vonden na toediening van
magisterium bismuthi de volgende vergiftigings-ver-
schijnselen: acute stomatitis, zwelling van het tand-
vleescli en van de tong, darmcatarrh, diarrhé en
eiwit in de urine.

Bij zoogdieren zou de eerste werking van M. B.
die op het centrale zenuwstelsel zijn , hoofdzakelijk
op zekere deelen van do medulla oblongata en het
ruggemerg. Aanvankelijk neemt de prikkelbaarheid to(^
(periodisclie krampen , braken etc), later volgt ver-
lamming , eerst van do respiratieorganen, cn daalt de
bloedsdrukking. Dc tweede Avorking is die op liet
hart, waarvan do motorische gangliën meer of minder
verlamd zouden worden. Gaan dezo dieren niet aau
dezo stoorniss(;n in eenige uren te grondo, dan gaat
het bismuthzout langzamerhand inwerken oj) andere
organen en wel op do nieren , den mond en het slijm-
vlies der dikko darmen (necrose en zweervonning).

Wlaüimir Steinfeli) \') bracht bij een hond 12
gram M. B. in, waarop ontsteking in do maag en
longen volgde.

D(!ze onderzoeker zegt: „Omdat na inwendig
gebruik van ^l. B. algemeene vergiftigings-symp-
ttmien nooit zijn gezien , zal de opname van bismuth
door maag en darmkanaal zeor beperkt zijn."

i) \\\\. Stkinkkli), Untcrsucliungcii über die loxischcn uiid
llicrnpcutischcn Wirkungen des Wismutbs; 1881.

-ocr page 16-

6

Riedel roemt het M. B. als een middel dat
de verrotting tegengaat. Hij toont aan , dat bloed ,
met 17
(1 M. B. gemengd , verscheidene dagen aan de
lucht kan blootgesteld zijn, zonder teekenen van
verrotting te vertoonen.

Dit bloed, in een kniegewriclit van een konijn
ingespoten , wekt geen belangrijke veranderingen op.
Yolgens
Riedel zouden de bloedlicliaampjes, als het
bloed met M. B. geschud is, beroofd worden van
hun kleurstof, zouden de stromata terugblijven en
zou de kleurstof vermengd worden met allerlei gestolde
eiwitstoffen.

Bismuth in een pleuraholte gebracht zoude adhaesies
tusschen long en pleura pariëtalis doen ontstaan.
"Werd M. B. in de buikholte ingespoten dan vond hij
verkleuring van dc darmen; de serosa en de inus-
cularis der darmen waren hier en daar aangevreten,
do binnenvlakte der darmen was zwart gekleurd
(vorming van zwavelhismuth) , somtijds werd perfo-
ratie gevonden. Bismuth zou dus in de huikholte
ontsteking opwekken evenals naphtaline. 31.13. werd
hier en daar aangewend als specificum tegen carcinoma
van de lip: de zweercnde bodem werd cr mede
bestrooid.

Bij noma pudendi, waar ontsteking zich met gangreen
verbindt, zou een bestrooiing van M. B. goed eÜect
hebben.

Notiina(sel en Rosshacii deelen het volgende

\') IliEUEL, Arcliiv fiir Kliiiiscbü cliirurgic; 188J-.

■\'l Notii.nagal cti Kossuacu, Ilaiulbucii (Ier Arziiciniitleilciirc.

-ocr page 17-

mede „Die lösliclieii Wismütliverbiiidingen (das essig-
saure , das citronensaure ammoniak-Wismuth) haben
nach mehreren Beobachtern (LebedefF, Stefanowitsch)
eine stark giftige, dem Arsen und Antimon an die
Seite zu setzende Wirkung, indem sie eine fettige
Degeneration der inneren Organe, verschwinden des
Glycogens aus der Leber, bewirken.

Physiologische Wirhiny :

Das in Wasser unlösliche basische Wismutnitrat
verlässt, weil unresorbirbar, den Darm olnio Einbiisse
mit deu Kothmassen ; seine einzigen sicher consta-
tirten Wirkungen sind die scliwarz-fiirbungen der
Kothmassen durch im Darm gebildetes Schwefclwis-
mut, und vielleicht leichte Obstipation in Folge der
trockenen Fäces (T r o u s s e a u). Entgogongotzto ältere
Angaben, nach denen es wio ein heftiges Gift
wirken soll, siiul mit grösstor Warscheinliehkeit
entweder auf die Inconstanz oder die Veruntrei-
nigung der alten Präparate mit Arsen und l^lei
zurückzuführen."

Het is niet to verwonderen, datNoïUNAOEL en lloss-
HACH na bovengenoemde bewering ook in het geheel
geen heil verwachten van dit bisnuith-praeparaat
in ziekto-toestanden. Immers — stelt hij de physio-
logjsche werking van M. B. gelijk nul , zoo is het
toch zeker overbodig dit middel den paticnten voor te
schrijven. Zij hadden gerust het volgende kunnen weg-
laten. „Wir selbst haben seit mehreren dahren weder
bei Cardialgiën der verschiedensten ätiologischen Na-
tur, noch bei Ulcus Ventrieuli, m)ch bei nmgen-
catarrh das Mittel gegeben, und wir glauben auch

-ocr page 18-

8

nicht ein Procent schlechtere therapeutische Erfolge
dabei gehabt zu haben."

Vreemd is het to noemen , hoe Nothnagel en
Rgsshach in een noot van hunne vroegere meeningen
omtrent de werking van M. B. teruggekomen, en ik
kan mij sleclit voorstellen lioe zij , vooropstellende ,
dat M. B. onmogelijk kan werken, wel van een
groote dosis resultaten kunnen verwachten. In deze
noot drukken zij zich uit als volgt: „Wir haben uns
früher nicht von einer Wirksamkeit überzeugen kön-
nen, so lange wir nämhch kleine Dosen gaben. Seit-
dem wir grosse Gaben reicliten, täghcli mindestens
3—5 Gram, sind wir zu der Ucbcrzeugunggelangt,
das subnitras Wismutlii unter bestimmten Ycrliält-
nissen ein nützliches Mittel sei; und wir stellen nicht
an, unsere frühere Meinung auf Grund dieser erwei-
terten Erfahrungen zu widerrufen.

M, B. wirkt in der That besser als andere Nüttel,
fast eigenartig bei denjenigen Durchfallen, welche von
katarrlialisclien und folliculärcn und zuweilen auch von
chroniscli dysenterischen Yerscliwärungcn abhängen;
nur. muss man es in grossen mengen geben, mit min-
destens 1 Gram, mehrmal täglich gereicht, beginnen."

In den laatsten tijd is M. 15. levendig aanbevolen
bij diarrlicëii, n.1. bij die, welke gepaard gingen met
ulccratiove processen. Naar Traube\' z(m dc werking
zoo op to vatten zijn, dat M. B. ccno bcschuttcnde
laag levert ovor dc ulccrecrcnde vlakte, alzoo de
prikkeling der blootgelegde zenuweindigingcn ver-
mindert cn dus dc rcHcctorisch vermeerderde peristal-
tick tegengaat.

-ocr page 19-

9

Luciisinger , die zoowel op koud- als op warm-
bloedige dieren tal van proeven nam, constateerde
bij subcutaue toediening van M. B. eerst eene prik-
keling, dan eene verlamming der dwarsgcstrcepte
spieren cn hunne zenuweindigingen. Bij warmbloedige
dieren kreeg hij een dalen van de bloedsdrukking,
voor een deel afhankelijk van hyperaemie der darmen.

liet M. B. is oplosbaar in zoutzuur. Hieruit zou
worden verkhiard , dat
Lewall, 24 uur na do toe-
diening van een gram M. B., het metaal in de melk
kon aantoonen.

Evenals Rossijacii neemt Luciisinuer alleen eene
werking aan van grootere doses, als van 1—5 gram
pro die. „Es scheint, dass stets das meiste uiu\'csor-
hirt durch den Darmkanaal hindurchgeht. Das mag
auch der Grund sein, weshalb dio zu einer guten
Tiierapcutischen Wirkung nötige Gabe relativ gross
sein muss." Nu kort geleden schroef
Bokai \') over
^I. B., en zegt, dat het plaatselijk onwerkzaam is,
en dat er zoo goed als niets van dit zout geahsor-
hcerd wordt.

liet gaat niet aan , na het bestudecrcn van de
litteratuur over B., zich een juist denkbeeld te
vormen van do werking van dit pracparaat. Afge-
zien van de inwerking op het centrale zenuwstelsel
en van de meer algemeene verschijnselen , die door
verschillende personen verschillend worden opgegeven ,
mag men den invloed van dit zout op den maagwand
volivoinen onbekend noemen.

\') Bokai, Archief fiir Exp.: l\'nth. u. Pliarmoc: 23 .luni 1887.

-ocr page 20-

10

Daarom verdienen de resultaten van mijn onder-
zoek de vermelding. Om de werking van M. B.
op de secretie van liet maagsap en den algemeenen
toestand van den mensch na te vorschen, scheen het
mij noodzakelijk toe én bij den gezonden én bij den
zieken mensch mijne proeven te nemen, om mij zoo-
doende te vergewissen onder welke omstandigheden
er eene wijziging in de secretie van maagsap, een
stoornis in den algemeenen toestand optreedt.

Na dit onderzoek ben ik tot experimenten op dieren
overgegaan, om dc wijziging van de secretie cn de ver-
anderingen van de mueosa der maag to leeren kennen.

Gunstig was mij het toeval bij het begin van mijn
onderzoek. In dc kliniek alhier bevonden zieli eenige
personen met maagziekten, die dagelijks met de
maagsondo behandeld werden. Schoon was dus deze
gelegenheid om door middel van dit instrument de
door mij tc onderzoeken stof in tc brengen, daarna
het maagsap te verwijderen en de verandering daar-
van na te gaan.

II.

Eigen onderzoek.

Om de werking van het ^I. B. in grootere dosis
op de secretie van het maagsap bij den mensch na
te gaan, ging ik over tot het volgend onderzoek.
Vóór liet onderzoek, dat \'s morgens zoo vroeg moge-
lijk werd verricht , gebruikten do menschen\' geen
voedsel. Do maag werd dan door middel van lauw

-ocr page 21-

11

water zoo schoon gespoeld als maar mogelijk was.
De eigenschappen van dit spoelsel werden nagegaan,
de reactie daarvan bepaald. Daarna bracht ik een
liter Vio °lo keukenzoiri in. Een uur hierna werd
daarvan zooveel als mogelijk was per sonde uitge-
drukt en onderzocht. Een gram M. B., fijn verdeeld
in een liter lauw water werd daarna ingegoten, weer
na een uur een gedeelte daarvan uitgedrukt. Om de
uitkomsten van dezen arbeid mede te deelen acht
ik het noodig hier afzonderlijk do bevinding hij
iederen patient neer te schrijven, om dan later uit
de verschillende gevallen zoo mogelijk een besluit
to trekken.

Patient , een man oud 34 jaren, reeds vroeger
tweemalen verpleegd in dc kliniek wegens maaglijden,
gevoelde zich wederom gedrongen in het ziekenhuis te
worden opgenomen. J)(5 man leed aan carcinoma
})ylori et pancreatis.

Mijn eerste (mderzoek, gedaan den 30\'"" Dec. 188(),
was het volgende: door middel van de nuiagsondo werd
do maag herhaalde malen doorgespoeld met lauw
water. Het eten, 17 uren geleden door patient ge-
nuttigd , kwam hijkans in denzelfden toestand weêr
voor den dag. De uitgehaalde vloeibare massa
reageerde neutraal; noch zoutzuur nog eenig ander
zuur was aan te tooncn. Een liter lauw water werd
in de maag gebracht, en na een uur was de reactie
daarvan eveneens neutraal. Een gram B. in
een liter lauw water lijn verdeeld wekte ccnc ver-
andering van de secretie op. Ik kreeg na een uur
een draadtrekkende zeer slijinigo massa, waarvan de

-ocr page 22-

12

reactie zuur -was, afhankelijk, zooals het bleek,
van vrij zoutzuur.

Een paar dagen later herhaalde ik deze proef bij
denzelfden man en verkreeg hetzelfde resultaat, slechts
was de hoeveelheid slijm sterk vermeerderd.

Nog viermalen later geschiedde bij A. hetzelfde,
steeds werd veel slijm in den maaginlioud gevonden,
sleclits twee malen, en wel de laatste twee keeren,
toen patient zich na do toediening van M. B. onwel
gevoelde, last kreeg van braakbewegingcn cn van
rommelen in zijn buik, kon ik geen zoutzuur aan-
tooncn. Ik vond het raadzaam patient niet meer
aan deze proef te onderwerpen. Het scheen, dat de
toestand der maag door de proeven veel ongunstiger
was geworden.

Bij ccn tweeden patient B, oud G4 jaren, met de
diagnose carcinoma vcntriculi (later bevestigd bij de
sectio cadaveris), vond ik het volgende: liet si)oeIsel,
waarin overblijfselen van den vorigen dag genuttigde
spijzen duidelijk te herkennen waren, reageerde
sterk zuur door melkzuur. De maag werd zooveel
rtiogelijk schoon gespoeld. Het lauw water, dat een
uur in do mjuig had vertoefd , reageerde neutraal,
liet water, waarin B. werd gesuspendeerd, was
na ccji uur in do maag geweest tc zijn nog vrij van
zuur en van slijm.

Nog negen maal later werd deze procjt\' herhaald,
van deze 9 keeren kreeg ik als uitkomsten, dat
twccmatil het slijmgchaltc was toegenomen cn een-
maal het zoutzuur was aan tc toonen na dc toe-
diening van M ]].

-ocr page 23-

13

Als eigenaardigheid verder viel hier op te merken,
dat de toestand van patiënt B. tijdens dit onderzoek,
wat 2 malen per week geschiedde, duidelijk ver-
beterde, dat zijn eetlust vermeerderde, de subjectieve
abnormale gewaarwordingen minder kwellend waren
on de vertering der spijzen minder to wenschen
overliet.

Bij con meisje C., oud 22 jaren, lijdende aan
ehloroso en daarvan afhankelijk sleohto secretie van
zoutzuur, reageerde hot spoolsel zwak zuur door
melkzuur.

Tiet lauwe water hraciit geene verandering teweeg.

B. gaf eon sterk zure reactie door duideljjk aan
to toonon zoutzuur. Bij oon volgende proef word
hetzelfde resultaat verkregen. Bij geen van beide
was het slijmgehalto van liet maagsaj) vermeerderd.
Patiënte gevoelde zich lui do tweede gift ellendig,
zij klaagde over rommeling in den buik, over bra-
king, hoofdpijn otc., (Ui ik vond hot raadzaam om
reeds na deze tweedo proef mijn onderzoek bij haar
to staken.

Nu ik deze ))rooven had genomen op zieke magen,
kwam hot mij gewonseht voor-na to gaan, of in de
gezonde maag door het B. ook verandering
teweeg gebracht wordt.

Aan een man D. lijdende aan oystitis (reeds
reconvaloaoont) word oj) dezelfde wijze als boven het
Magisterium Bismuthi toegediend. Na alloop vau (h;
eerste proef was het slijmgehalto niet toegenomen.
Van liet ingevoerde vocht kon slechts eon vierde
gedeelte teruggehaald worden, er werd geen veran-

-ocr page 24-

14

dering in reactie van den maaginhoud geconstateerd.
Acht volgende proeven leverden hetzelfde resultaat
op, slechts was eenmaal het slijmgehalte zeer toe-
genomen , en slechts een enkele maal had ])atient
last van rommelen in den buik.

Een mijner kennissen, die belang stelde in dit
myn onderzoek, was zoo goed zich zeiven aan te
bieden, om in den ochtend een gram M. B. te
slikken en een paar uren te vasten, om dan zijne be-
vindingen mede te deelen. Drie keeren deed hij die
proef, en verzekerde mij, dat hij na iedere gift vrij
sterke bewegingen van zijn darmen en frequente
ontlasting van dunne faeces bemerkt had.

Bleek alzoo uit een en ander, dat M. B., in deze
dosis toegediend, niet als onwerkzaam meer te be-
schouwen is, zoo kwam het mij goed voor met
bovengenoemde proeven te eindigen, en met expe-
rimenten O]) het konijn voort te gaan.

Fn den beginne had ik met moeilijkiieden te kam-
pen, het was n.1. moeilijk om dit proefdier het
middel zóó voor te zetten, dat het goed naar binnen
gewerkt werd. Tal van pogingen, om met de soiuh?
het nismnth in te brengen, mislukten; ik ging er
toe over om het Bismuth in brood gekneed toe te
dienen. Na vier weken werd in dc maag van die
dieren geen verandering gevonden. Hot was ook
eigeidijk wel te verwachten geweest; het brood
moet het ^I. B. belet hebben om in aanzienlijke
hoeveelheid de mucosa dor maag te bereiken.

Don 23"" Januari onderwierp ik vier konijnen
aau de volgende proef. Gedurende vele uren

-ocr page 25-

werd aan de beesten .alle voedsel ontbonden,
en dan, als ik kon rekenenen, dat de behoefte
aan voedsel groot was, word ^f. B. fijn verdeeld in
melk voorgezet. Allengs gewenden de dieren er aan,
en al spoedig kregen zij geregeld \'s morgens een gnim
>M. op dozo manier naar binnen. Twee dezer
konijnen stierven twee weken later; de sectio cada-
vernm werd gedaan cn ik vond, dat de maag sterk
gecontraheerd was, dat dc maagmncosa met zeer
vele bruin-zwarte vlekjes bezet was. Do twee an-
dere werden kort na elkaar door onthalzing gedood ,
het oen den lO*"" Februari, het andere daags daarna,
nadat dus weken lang ju\'o die een gram j\\r. wns
tocgediciul. Gedurende do laatste dagen hadden de
dieren alle voedsel geweigerd. Onmiddellijk na den dood
werden secties gedasin, cn constateerde ik het volg(>ude:

Bij konijn J:

Mager cadaver , verder uitwendig niets bizond(»r.s
op to merken. Maag zeer klein , weinig voedsel
b(;vattendc ; geen vloeistof aanwezig. JMaagmucosa ,
zoowel aan don pylorus als aan den fuiulus, to rood
gekleurd cn bedekt met zoor veel sljjm. Het ge-
plooide ints donkerder gedeelte van de maag, voond
dat wat den iundus vormt, vertoont volo bruin-
zwarte vlekjes, duidelijk in do mucosa zittende. Dc
groot(; vlekken zittern op do plooi(Mi, kleinere daar-
tusschon. Do grootste vlek heeft ± 2 mM. als
diameter. De mucosa is vrij weck. Duodenuuj b(?-
vat veel slijm. Dc darnuMi zijn over eon lengte van
118 cM. rood en veel slijm bevattende; nuicosa ge-
leiachtig, wand byp(U\'acim\'s(\'li.

-ocr page 26-

IG

Sectie konijn . II.

Het (lier is sterk vermagerd. De maag gr()oter
dan bij het voorgaand konijn is aan den pylorus sterk
verdikt en hard door contractie der muscnlaris. De
mueosa van de maag is bedekt met zeer veel taai
slijm. In de mueosa zijn tal van bruin-zwarte vlekjes,
waarvan eenige grooter dan bij de voorgaande sectie.
Do wand om die vlekjes is dun. Eigenaardig ver-
toont de serosa , juist tegenover die met vlekjes be-
zaaide gedeelten , sterk verwijde bloedvaten; do mu-
eosa is over het geheel te rood gekleurd. Duodenum
en darmen bevatten veel slijm ; do wanden van de
laatste zijn hyperaemisch.

Den 12°" Februari begon ik vier konijnen op de-
zelfde wijze te behandelen , tegelijk het voornomen
opvattende met den microscoop do macrosco|)isch
waargenomen veranderingen toe te lichten. .

Don J"" Maart dooddo ik hot eerste konijn on vond
geon veranderingen.

Den blaart dooddo ik hot tweedo; het diei-
was in de laatste dagen sterk vermagerd , had toen
niet gegeten en voortdurend veel vloeistof (waar-
schijnlijk speeksel) uit zijn mond laten vloeien. Do
maag bevat weinig spijsresten en is niet gecontra-
heerd , dc mueosa is rood gekleurd. Hot duodenum
bevat veel slijm , ovenals het eorst(» gedeelte (hu\' dunne
darmen ongeveer ter lengte van 85 o. M.; lager is
het sijjmvlies droog. Reactie van don maagwanrl is
zuur, dio van liet darmslijmvli(^s is alcaliseh. Nier
liart en lever zijn bleek.

-ocr page 27-

17

;Mftt den grootsten spoed worden stukjes van de
mucosa alleen of van den geheelen maagwand (het
bleek mij , dat de eene manier geen betere resultaten
geeft dan de andere) in eene aanzienlijke hoeveelheid
absoluten alcohol geworpen. Yolgens het voorschrift
van
TIeideniiain werden na voldoende harding kleine
stukjes gebracht in eene oplossing van f deelen hae-
matoxyline in 100 dln. water. Na 24 uren werden
die stukjes uit de kleurstof in r/„ bichromas-kalicus
gelegd , om weer na 24 uur zoolang in water uit-
getrokken te worden , dat dit kleurloos bleef. Daarna
werd aan de stukjes op nieuw het water onttrokken in
absoluten alcohol. Zij werden achtereenvolgens in
nagelolie, in een mengsel van nagelolio en jinralline,
en in zuivere paraffine gebracht

De doorsneden, met den mierotoom gemaakt, wor-
den op de gewone wijze behandeld , en meeslal in
(^anadabalsuni, somtijds in glycerine onderzocht.

Sachh zegt hiervan :

„Diese Färbung leistete Vorzügliches. Ich habe
noch mit anderen Methoden Versuche gemacht, aber
keiiu; gab so discrete Karbentihu; für die verschiiMlene
Ei(imente wie sie. Sie färbte — völlig normale Ver-
hältnisse vorausgesetzt — die llelegzellen fast schwarz,
währ<Mul si(ï die Ilauptzellen als helh» riebilde mit
intensivem dunklem Kern hervortn^ten liesa."

Aaii kernen, protoplasma en slijmlaag van het opjxM*-
vlakkig liggend ej)ithelium g(*eft dez(» kleiirnudhode

\') S.KCiis; 7.iir Kcnntnias ih r Maj^ciischlciinhniil in knuikhnfleii
ZusIüikIcii; Arcli. f. rxp. i\'atii ii. Tlier. ,\\.\\II, 3.

2

-ocr page 28-

18

verschillende kleurnuancen. De kernen namelijk
worden zwart, de slijmlaag wordt grijs en liet proto-
plasma houdt het midden."

Microscopie: stukken van dc mucosa, afkomstig
van de sectie gedaan
op den Maart., behandeld
op genoemde wijze, vertoonen het volgende:

Hoofdcellen onduidelijk, weinig gekleurd, dc kernen
zijn op dc meeste plaatsen verdwenen. Op enkele
gedeelten wordt tusschen de lebcellen ecn onontwar-
bare massa gezien, Avaarscliijnlijk oen overblijfsel
van de hoofdcellen. De Lebcellcn hebben een grof kor-
relig protoplasma met vrij sterke affiniteit tot hae-
matoxjdine. Ze zijn op vele plaatsen langwerpig
uitgerekt in dc richting van de klicrbuisjes, do kernen
zijn klein cn hoekig van vorm , de grenzen der leb-
cellen zijn te zien, doch veel minder duidelijk dan
die der normale. De lumina der klicrbuisjes zijn hior
en daar verwijd. De kernen van do oppervlakkige
epithcliumccllen zijn klein en hoekig. Eene abnor-
male slijmmctamorphosc van dc oppervlakkige cellen
is niet tc miskennen , maar zij was toch niet zoo sterk
als ik haar later vond en beneden bcschi\'ijf. ITet
ihtcrstiticclc bindweefsel dicht bij do oppervlakte is
verdikt, do cellen der ingesloten klicrbuisjes zijn
inccngcschrompold.

Sectie van het derde konijn den HJ"" Maart:

ITet dier wilde in den laatsten tjjd niet eten ver-
magerde sterk , was blijkbaar ziek.

ITet blo(Kl, dat na onthalzing uitvlooit, is eigenaar-
dig brninaclitig-rood cndun; het stolt na ecnig\'cn tijd.

-ocr page 29-

19

Dn maag bovat eenig voedsel; dc mueosa is met
slijm bedekt. Het bovenste gedeelte der dunne dar-
men , over eeno lengte van 120 eJl. bovat abnor-
maal veel slijm cn is bleek; lager is de mueosa
droog en normaal. Do nieren zijn bleek , het pyra-
midengedeelte is wit, de eorticaalsubstantie geel-wit,
de grenslaag licht bruin gekleurd. liet hart is
zeldzaam bleek en slap, de longen zijn bleek.

Microscopie: Op het opithelium aan de oppervlaktcj
ligt een dikke mucuslaag, zich voortzettemle in de
kliermondingen. In de cellen der oppervlakte on der
kliermondingen is ccn sterke slijmdegoneratio , waar-
door op verreweg do meeste plaatsen geen kernen te
zien zijn , terwijl op enkele gedeelten nog kernen
voor don dag komen , zeer flauw gekleurd met weinig
scherpe contouren , haast zonder kernlichaanii)jes en
t(^gen do bases der cellen aanliggende. D(i komen der
lebcellen zijn in do diepere gedeelten van do nnicosa
duideijjker dan in de meer oppervlakkige». De leb-
cellen , die togen de slijmachtig veranderde epiihel-
iumcellen aanliggen zijn sterk gezwollen, en d(» ju\'o-
toplasnuikorrels liggen ver uiteen (zooals gezegd is
zijn de kernen der lobcellen hier onduidelijk.) Dc;
hooldeellen in dc diepte liebben een nonnaal uiterlijk.

lumina d(M- dieper liggende klierbuisjes zijn sterk
V(U\'wijd. De hoofdcellen zijn or duidelijk van kernen
voorzien , de lebcellen vertoonen meestal vaeuolen ,
sommige lebeellen grenzen direct aan do klierlumina.

Sectie van het vierde konijn den April.

Het konijn is zeer mager, geeft W(unig teekenen

-ocr page 30-

20

van leven en wordt onthalsd. Het bloed is\'bruinach-
tig van kleur en dun. De maag, weinig spijzen be-
vattende , is zoowel op de plooien als daartusschen
met tal van bruin-zwarte vlekjes voorzien, waarom-
heen de mucosa dun is.

Het bovenste gedeelte van den dunnen darm over
eene lengte van 40 c.M bevat zeer veel slijm; lager
is de mucosa meer droog. Do lever is dun en bleek,
hier en daar een weinig hyperaemisch. De nier is
zeer bleek , de corticaalsubstantie geel-wit. Het hart
is zeer bleek en slap. De longen zijn bleek.

Microscopie. Op vele plaatsen, waarschijnlijk die
der bruine pigmentvlekken en hunne omgeving,
worden de bekende verschijnselen van necrose
gezien.

Op de oppervlakte van de mucosa ligt een dikke
laag mueus, zich in de kliermondingen voort-
zettende. De intercellulaire stof is daar tot o]) de
muscularis veranderd; in de op])ervlakkige gedeel-
ten is de fihrillaire structuur oiuluidelijk en wor-
den geene kernen gezien ; in de diepte is de (ibril-
•laire structuur gebleven , is de massa toegenomen ,
en vindt men duidelijk vele kernen, wier lengte;
evenwijdig is aan die der fibrillen. Een zeer Ixdang-
rjjke verandering is er in de klierepithelia. In de al-
lerdiepste lagen zijn nog omtrekken van de oorspron-
kelijke cellen te zien , in het middcji der mucosa zijn
de cellen met elkaar tot (door haematoxyline ge-
kleurde ?) zwarte klompjes vereenigd. GeluMd aan de
oppervlakte vindt men in de sterk veranderde inter-
stitieele stof vele fijne en gelijkmatig verspreide

-ocr page 31-

21

zwarte korreltjes, die hier wat grooter daar wat
kleiner en van regelmatigen vorm zijn.

De wijze van het te gronde gaan der cellen blijkt
uit de omgeving. Eerst verandert liet protoplasma,
dat een nagenoeg onveranderde kern omgeeft. De
veranderingen van het protoplasma zijn dc volgende:
Er ontwikkelen zich grootere on kleinere vacuolen ,
waartusschcn het gerctraheerde protoplasma ligt,
dat eene groote affiniteit vertoont tot dc kleurstof.
Dc rangschikking van dat protoplasma in de
cellcn kan verschillen. _ Het ligt als ccn zwart
laagje togen dc membraan der cellen aan cn is door
eene onduidclijko massa gesclieidcn van do ccntraal-
liggendc kern. Somtijds is liet zwarte protoj)lasma
aan cén kant van dc col opgclioopt, terwijl aan den
anderen kant ccn zwart netwerk ligt.

Tal van preparaten afkomstig van dc sectie, ge-
daan den 8®" April , vertoonden alle bovcngeiioenulc
veranderingen.

Coupes van hart, lever, long cn nier vertoonen
langs microscopischen weg gecno afwijkingen van de
normale.

Ik was evenwel minder gelukkig bij het gebruik
dezer kleurmethode dan
IIeidkniiain , dio haar oor-
spronkelijk aangaf, cn S\\ciis cn anderen, die haar
zoo sterk prezen. Na ccno geringe wijziging ver-
kreeg ik conc (luidclijkoro diHercnticcring van dc
cellen cn hare bestanddeelen. Dc gewijzigde kleuring
met hacmatoxylinc, die volgens mijne ondervinding
tc verkiezen blijft boven iedere andere kleurstof,
komt ongeveer hierop neer.

-ocr page 32-

22

De van de mueosa afgepraepareerde, geliardde en in
paraflfine gesmolten stukjes worden gesneden ; de cou-
pes , na op de gewone wijze met chloroform, alcohol
etc. behandeld te ziju, worden gelegd iu water of
eene oplossing van 1 dl. aluin en 300 diu water,
waarin eenige druppels van eene verzadigde oplossing
van haematoxyline in absoluten alcohol. Na een
half uur worden zij in water afgespoeld, daarna in
eene uiterst slappe oplossing van garbonas lithii ge-
bracht, waarin zij eene eigenaardige blauwe kleur
aannemen. Dan worden zij weer in alcohol gebracht
en voorts op de gewone wijze verder behandeld.

Ik kleurde mijne praeparaten ook met saffranine
op de volgende wijze:

In eene verzadigde oplossing van aniline-olie en
water wordt een weinig van eene verzadigde oplos-
sing van saffranine gedatui. Hierin blijven dc coupes
eenige minuten liggen en worden daarna voldoende
ontkleurd in absoluten alcohol, waaraan een zeer
klein quantum acidum aecticum glaciale is toegevoegd.

Ofschoon ik door welwillende; bemiddeling van
Professor
Engelmann saffranine had, zooals ze door
Flemming gebruikt wordt, en ofschoon ik daarmede
wel eene kleuring dei\' lioofdcellen verkreeg, die zich
vrij duidelijk onderscheidden van de ongekleurd ge-
bleven lebcellen, meen ik toch-, dat de haematoxy-
linekleuring op dc bovengenoemde manier, voor mijn
doel althans, de voorkeur verdient.

Do cellcn cn hare bestanddeelen vind ik door
saffranine minder duidelijk van elkaar to onderscheiden
dan door haematoxyline.

i i

-ocr page 33-

23

Den Ö"\'"" Mei werd een konijn gedood dat ruim
4 weken M. B. had genomen, in den huitsten tijd
haast geen voedsel meer genomen had. en sterk ver-
magerd was. Macroscopisch vertoonde de maagwand
geene veranderingen. Ook bij microscopiscli onderzoek
schijnt de mucosa normaal tc zijn. De lebcellcn zijn
niet duidelijk van dc normale tc onderscheiden ; in de
hootdccllcn wordt het protoplasma tegen dc basis der
cellcn gevonden , de kernen omgevende, terwijl een
netwerk het gedeelte der cellen vult dat aan de
lumina grenst. Het is evenwel duidelijk, dat de
hoeveelheid protoplasma om dc kernen gering is.

Dc veranderingen, die ik mocht constatecren,
waren gekomen , nadat ^lagisterium Bismuthi gedu-
rende ccnigc weken aan het proefdier was toegediend.
Om na tc sporen welke veranderingen in korten tijd
worden opgewekt, sloeg ik den volgenden weg in.
Ik bracht ccnigc wijzigingen in dc hoogst interessante
proeven, die
F. .1. MuLLEK ccnigc jaren geleden
hier vorrichtto. Ecu konijn wt)rdt, na oen dag gevast
tc hebben, genarcotiseerd door injecties van paralde-
hyde. Hot dier wordt vastgeboiulen on geopend iu ccn
indillercnto solutie van Nacl op dczeltde wijze als door
^luLLEU bcschrcvcn is. Het duodcuuim wordt zoo
dicht mogelijk bij do nuuig dicht gebonden. Twee
glazen buisjes worden oj) ecnigcn afstand van elkaar
door den fundus in do maagholte gebracht, dc
mucosa dc muscularis cn dc serosa worden er om

1) 1\'. J. .Mullku , ovtr de» invloed van ci-iiigc zuren cn
alcnlicn op dc spieren van dc miuig ISS-t.

-ocr page 34-

24

heen vastgebonden. Aan het eene buisje wordt een
caoutchouc-slang met trechtertje bevestigd, aan liet
andere een •caoutchouc-slang, die over den rand
van den zinken bak uitloopt in een op den grond
staanden emmer.

■ Door he vel werking wordt de maag zoolang door-
gespoeld met physiologisch Avater, totdat alles wat
doorloopt er helder uitziet. Nu wordt een gram
Magisterium-Bismutlii in do maag gebracht, gesus-
pendeerd in eene keukenzout-solutie \'\'/lo 7o- Na twee
en oen half uur wordt do oesophagus door middel
van een pincet gevat on onderbonden. Hot konijn
wordt gedood en nu wordt de maag uitgepre-
pareerd.

Langs do groote ourvatuur wordt de maag open-
geknipt , met eene keukenzoutsolutio afgespoeld; na
inspectie van den binnenwand wordt een stuk mueosa
afgepraopareerd on direct in absoluten alcohol
worpen.

Ik lierhaalde deze proef zes maal.

De eerste maal, den 6®" Mei, vond ik, nadat
•B. op bovengenoemde manier 27^ uur in dc maag
had vertoefd, de mueosa bedekt met slijm; lietzelfde
vond ik ook den 10\'"\' ]\\Ici.

Hij de derde proef, den 4®" Juni, was veel slijm
met den inhoud vermongd , de\' maagwand groot(Mi-
deels hyperaemisch , het pylorusgcdeelto sterk ge-
contraheerd en bleek van khuir.

De vierde maal, den 7"" Juni, vond ik hyp(!raemie
van do maagmucosa die sterk gecontraheerd .was aan
den pylorus.

H

-ocr page 35-

25

Den 9®" Juni verriclitte ik dit experiment ten
vijfden male. Toen was de maaginhoud slijmig, en
de maagwand hyperaemisch.

Den 10°" Juni was er weder slijm aanwezig. Een
paar malen deed ik in plaats van M. B. eenig keu-
kenzout , "/lo 7ü iu de maag en vond na afloop gee-
nerlei verandering. In al deze gevallen constateerde
ik in den maaginhoud tevens een gering zoutzuur-
gehalte.

De stukjes van do inaagmucosa worden voor eeu
deel gekleurd volgens de methode van llEiin:NiiAiN,
voor een deel met haematoxyline en carbonas Lithii
(zie pagina 21).

^licroscopisch onderzoek van de mucosa datee-
rende van :

Den 7\'" Mei De oppervlakte van den maagwand
vertoont op vele plaatsen een laag bestaande uit
afgestooten epitheliumcellen met zeer onduidelijke
kernen. De ondcrzittende cellen zijn hoog, nuiar
vertoonen verder geene duidelijke afwijkingen. In de
diejiere gedeelten zijn over \'t algemeen deluminader
klieren wijd (uitzetting van de mcmbrana propria).
Dc hooidccllen zijn laag, hot protoplasma is gelijk-
nuitig door de cellen verdeeld. In de allerdiepste
lagen zijn do lumina nauwer dan in de iets hooger
gelogen gedeelten.

In dc verwijde lumina worden gevonden : Massa\'s
<lie gelijkmatig door haematoxyline blauw gekleurd
zijn, en op andere plaatsen korreligeopeenhoopingen
(weinig alHniteit tot haematoxyline vertoonemh;). Op
sommige jdaatsen is \'t alsof de inhoud der hoofd-

-ocr page 36-

26

cellen onmiddellijk in deze korrelige massa\'s overgaat.

In liet pyloriisgedeelte zit op de cellen een onont-
warbaar laagje, sterk blauw gekleurd. De lumina
der klieren in de diepte bevatten op vele plaatsen
blauw gekleurde korrels, die niet streng van de
lichamen der omgevende cellen te scheiden zijn.

In verband met de sterke verwijding der klier-
lumina, verbonden met de uitzettingen van de geheele
klierbuizen, moet men wel aannemen, dat dc blauw
gekleurde massa\'s secreta zijn. De korrelige massa\'s,
die direct in de lichamen der cellen overgaan, maken
den indruk, niets anders te wezen dan gedegenereerd
celprotoplasma. Evenwel — om het bestaand verschil
van meeningen omtrent den aard vau dc secreta der
verschillende cellen — onthoud ik mij vau een nader
specificceren dier sccrcta.

Den 10\'\'" Mei: Op de mueosa ligt ccn dun laagje
(mucus?), sterk gekleurd door haematoxyline. De
lumina der buisjes van f\'undus cu pylorus zijn ver-
wijd. De cpithelium-ccllcn aau dc oppervlakte cn
in do kliermondingcn vertoonen geen afwijkingen.
. Do hoofdcellen in dc klicrbuisjes van den fundus
zijn laag. Het protoplasma is gelijkmatig door dc
cellen verdeeld cn sluit in iedere cel dc kern in
zijn midden in.

Den Juni: De oppervlakkige slijni-cpithelia
zijn zeer vergroot, dc kernen ook.

De Icbcollcu vertoonen gccnc sprekende verande-
ringen. Dc hoofdcellen zijn laag, het protoplasma,
gelijkmatig door het lichaam verdeeld, omvat iu
zijn midden dc kern.

-ocr page 37-

27

De beschreven toestanden der hoofdcellen kunnen
eerst waarde verkrijgen door vergelijking met die
elementen in normalen toestand. Maar wat is nor-
maal? Het is algemeen bekend, vooral sedert de
voortreffelijke onderzoekingen van
Heidenhain, dat
de cellen van den maagwand en voornamelijk de
hoofdcellen een verschillenden bouw vertoonen na de
verschillendo stadia der digestie. — Eene normale
mucosa is alzoo slechts eene abstractie.

Bij konijnen (honden stonden mij niet ten dienste)
is de maag nooit ledig. Mag men van zulk een
dier, als het bijvoorbeeld in eenige dagen geen voed-
sel genomen heeft, zeggen, dat het slijmvlies der
maag in rust is en gedurende eenige uren werkeloos
geweest is? Wie zou liet a priori durven bevestigen
of ontkennen!

Ik sloeg dus den volgenden weg in, dio boven-
dien ook nog het voordeel opleverde, dat nu alle
omstandigheden zoo veel mogelijk gelijk waren aan
die waaronder in vele mijner jiroeven M. B. had
ingewerkt.

In de indillerente oplossing van keukenzout werd
de maag van gezonde konijnen geopend en schoon
gespoeld en daarna gevuld mot dezelfde indiflerente
Kacl. oplossing. Het duodenum w(ïrd van tc voren
gesloten. Het dier word daarna in loven gelaten,
zoolang geeiio verschijnselen van een naderenden
dood gezien werden. Zoodra dezo zich vertoonden,
werd de aorta abdoniinalis opengeknipt, do maag uit
het lichaam genomen en dc mucosa voorts op de
beschreven manier behandeld.

-ocr page 38-

28

Tk mocht aannemen, dat op deze wijze eene maag-
mucosa werd verkregen, die gedurende eenigen tijd
(2 a 3 uur) werkeloos was geweest. Ik aarzel des
te minder om deze uitspraak te doen, omdat het mij
bleek, dat ook volgens dc gevoeligste methode van
onderzoek, geen spoor van zoutzuur in den maag-
inhoud aantetoonen was, en ik mij- voorts kon
overtuigen, dat de geringste irritatie van den maag-
wand dc afscheiding van dit zuur veroorzaakt.

Het resultaat was bevredigend.

Vóór ik tot de beschrijving hiervan overga, wil
ik er nog even dc aandacht op vestigen, dat slechts
mijne eigen modificatie der haematoxyline-kleuring mij,
voor mijn doel altluins, bevredigende resultaten op-
leverde.

De kleuring met haematoxylino volgens IIeiden-
hain
was ontoereikend.

In de mueosa dan, die van 2 tot 3 uur werkeloos
geweest was, vond ik driemaal liet volgende:

De hoofdcollen van de buisjes, waar zij naast
elkander liggen en dus niot ovonals in do halzen
. der klieren van alle kanten tusschen lebcellen liggen
ingesh)ten, zijn hoog. Gemiddeld zijn zij
VI..—2
maal zoo hoog als dc hoofdcellen van do magen,
waarop gedurende een i)aar uur Ji. luul ingewerkt.

Niet minder constant is do. verdeeling van het
protaplasma, beter gezegd van de stof, die tot hae-
matoxylino eene grooto afliniteit vertoont. Dit pro-
taplasma is opgehoopt in de bases der cellen, d. i.
in dat gedeelte, hetwelk tegen de meinbrana propria
aanligt Dezo donker gekleurde protoi)lasmahoüp houdt

-ocr page 39-

29

de kern ingesloten. Gewoonlijk is het protoplasma
in zulk eene groote hoeveelheid aanwezig on zijn de
betrouwbare praeparaten zóó intensief gekleurd, dat
de grootte on verdere morpliologischo oigcnschapj)on
der kernen moeielijk beoordeeld kunnen wordon.

ITet overige gedeelte der iioofdcellen, dat grenst
aan het lumen der klier, is weinig gekleurd, maar
vertoont oen eigenaardig blauw netwerk, dat sterk
sprekend is cn daarom den bescliouwer terstond treft.
Dit eigenaardig netwerk kostte mjj in het laigin
moeilijkheden bij de explicatie: ik bcgreeii het niet
terstond.

Nu horken ik het oogcnblikkelijk. Ik herhaal
evenwel nog ocns: slechts volgens mijne eigen wijze
van kleuring kon ik het zichtbiuir maken.

Van drie konijnen werden de nmgcn onderzocht,
nadat zij in 24 uur geen voedsel hadden g(Mio-
mcn. In dc maag word steeds ccno vrij aanzien-
lijke hoevoclhcid spijs gevonden. Toch mocht ik aan-
nemen , dat ook hier dc mucosa in den laatsten tijd
niet, of althans niet sterk gewerkt had.

Dc hoofdcellen vertoomlcn in dozo nuigcn vornnm,
die ik na de waarneming van het voorafgaandi;, haast
a priori had kunnen verwachten. Ik schreef daarvan
hot volgcmlc op:

De hoofdcellen zijn vrij hoog, hoogcr dan in
dc mucosa, waarop gedurende ccnigc uren ^1. Jl.
hc(^ft ingewerkt, lager dan dc ovcrccnkomsligc cel-
len der magen, die gedurende ecn paar uur gevuld
zijn geweest nu;t dc indiHcrcntc keukenzout oplossing.

Het. protojdasma is in dc basc^s dci- cellen opge-

-ocr page 40-

30

hoopt, maar mmder sterk dan in de magen die
onderworpen zijn geweest aan de inwerking van
keukenzout. Dc kernen, van dit protoplasma om-
geven , liggen minder dicht bij de membranac i)ropriae
dan in de magen, die oen paar uur volkomen rust
genoten hadden , en zijn duidelijk begrensd.

Voorts blijkt het netwerk in dc topgedcelten der
hoofdcellen , welke grenzen aan de lumina der buisjes,
aanwezig te zijn , maar in iedere cel oen veel minder
groote plaats tc beslaan dan in de magen, dio eenige
uren werkeloos waren geweest.

Omtrent de veranderingen van lebcellen cn van de
oppervlakkige cpithcliumccllcn b(m ik nog niet tot
eene stellige uitspraak gekomen.

Om ook bij honden voor zoover zulke dieren tot
mijn dienst waren, do werking van M. na te
gaan, gaf ik aan een exemplaar van af
den O\'" Maart
dagelijks 2 gram, en van af den 10"" April dage-
lijks 3 gram , gesuspendeerd in bonilhm on zooveel
mogelijk in dc ledige maag. Het dier is in don laat-
sten tijd mager geworden, maar schijnt overigens
volkomen gezond tc zijn, ook de eetlust is bevredigend.

-ocr page 41-

31

IIL

Besluit.

Gaarne liad ik meer bizonderlieden medegedeeld
van de veranderingen , welke hismntlipreparaten in
de maagmucosa doen ontstaan , maar dc tijd ontbrak
mij daartoe: dedi quae potui. Niemand kan meer
dan ik overtuigd zijn van hot onvolkomene van mijn
werk en het onvolledige van mijn onderzoek. Toch
aarzel ik niet het geschrevene aan de bcoordeeling
te onderweriien, aangezien ik overtuigd ben, dat
deskundigen begriji)en welke hinderpalen ik had t(»
overwinnen. Om niet te spreken van de moeilijk-
heden aan eeno langdurige toedicming van M.H. aan
konijnen verbonden cn van het groot aantal dieren ,
dat zonder resultaat opg(»olferd werd , omdat mijne
methode van onderzoek nog niet de gewenschü; vol-
komenheid bereikt had , wijs ik slechts op do tal-
loozo uren, dio ik aan mijne studie heb moeten
wijden , vóór ik tot eeno bevredig(;nde wjjze van
khnu\'ing van de maagmucosa gekomen was.

Ik meen evenwel als niet geheel onbelangrijke
resultaten van mijn werk het volg(»nd(; te moeten
mededeelen.

-ocr page 42-

82

A Maf/if(ten\'um Bismuthi werht krachtig op den
maagwand in.

De bewijzen van deze stelling zijn de volgende :

1". Bet bevordert de secretie der mueosa.

Sterk was in sommige mijner proeven de slijm-
secretie bij mensclien wier ledige magen één uur dit
zout hadden bevat.

Sterk was de secretie van slijm in de konijnen-
magen , welke korten tijd aan de inwerking van dit
zout hadden blootgestaan. Bij konijnen, die gedu-
rende langen tijd M. B. hadden genomen, vond ik
dikweif de mueosa bedekt met veel slijm, mierosco-
])isch een vrij dikke slijmlaag oj) dc oppcu\'vlakkigo
cellen cn in do kliermondingen.

Zoutzuursecretie was in vele gevallen onmiskenbaar
waartenemen; ik vond liaar enkele malen in d(!
maag van monschcn; ik vond haar constanf in de
maag van konijnen, als liet z(mt gedurende; een
l»aar uren daarop had ingewerkt.

2\\ liet verandert, overeenkomstig de bevordering
der secretie^ den houw der cellen van den maag-
u-and., aUhatiS van de hoofdcellen.

Als het kort heeft ingewerkt zijn do hoofdcellen,
vergeleken met dio elementen als zij gedurende eenige?
ur«>n werkeloos zijn geweest, lager gcïworden , is
haar proloplasma gelijkmatig door do cellen vinvleeld
en hebb(m zieli hare kernen van de mombraiui
propria verwijderd.

Als het M. B. langen tijd hee^ft ingewerkt en

-ocr page 43-

33

geen necrose heeft doen ontstaan, zijn ook de ver-
anderingen der cellen niet onbelangrijk.

Do lebcellcn zijn dan kleiner ovenals hare lioekig
geworden kernen. Dc hoofdcellen hebben hare scherpe
grenzen verloren, zijn zeer laag geworden en hebben
kleine hoekige kernen. Do cellen aan dc oppervlakte
zijn nu eens laag on van kleine liockigc kernen
voorzien, die eene zeer geringe affiniteit tothaemato-
xylinc vertoonen ; dan weer zijn zij , voornamelijk
als de secretie van mucus sterk was, rijk aan mucus
geworden , terwijl dc kernen dan zeer klein zijn en
vele zelfs in het gcliccl niet zijn aantctooncn.

3°. Tiet kan necrose van den maagwand doen ontdaan.

Ik verwijs hiervoor naar dc kleinere (mi ook groo-
tere , somtjjds in aanzicidijk getal aanwezige diep-
gaande pigmcntvlckkcn , wclko ik verscheidene malen
bij konijnen , die langen tijd genomen hadtbui,

vond, cn welke ik boven bcschrccf. Ik wil hier
nog slechts herinneren , dat het miscroscopiscb ondcr-
zo(>k l(»crdc , dat , op vclc plaatsen althans, zulke
pigmcntvlckkcn wanui t(! bcschouw(!n als wigvormige
necrotischc gedeelten der gchccdo miu\'osa, waar-
scbijnlijk gekleurd door vorandcnbï bbuulkleurstof.
De bases dezer wiggen lagen aan dc! oppervlakte
d(M\' nuicosa , bani topp(ïn aan de grens van mucosa
en nuiscularis. Ik beschrc(d\', hoe dc grootste dezer
necrotischc jdaatscn lagen oj) de toppen dor )>l()()i(*n,
de kleinere daartusi-chcii: (icncï verhouding, die
gevonden jdcogt to worden, zoo dikwerf scherpe
stollen van den mc(»st vcr.schillendcn aard in de nnmg
worden gebracht en <lic natuurlijk daaruit tc ver-

3

-ocr page 44-

34

klaren is, dat de toppen en plooien langer aan de
inwerking van den schadelijken invloed zijn bloot-
gesteld geweest.

Als ik 4" de stei\'ke peristaltische bewegingen., welke
M.
B. volgens onderzoekingen van mijn vriend ten
Noever de Brauw
in den maaagwand opwekt, daar-
mee verbindt, dan is dunkt mij , bovengenoemde
stelling voldoende bewezen en toegelicht.

B. Magisterium Bismuthi, op de gewone wijze
gebruikt, kan algemeene vergifliging.tverschijnselen
doen onUiaan.

Schoon ik het bewijs van deze stelling niet kan
leveren, valt er toch zeer veel voor te zeggen.
Mogelijk zoude het wezen, dat do lusteloosheid , de
vermagering\'etc. do gevolgen waren van uitputting,
die op haar beurt weer zouden opgewekt zijn door
gebrek aan eetlust afhankelijk van hot maaglijden ,
"maar de geringe veranderingen die ik niet zelden in
do maag vond en die ten slotte eenvoudig schcncn
, neer to komen op verkleining der cellen zonder sterke
degeneratie, doen mij denken , dat hier ook vergiftiging
van het geheele lichiuim in \'t spel is; toch vcrgcte
men jian den andoren kant weer niet, dat bij dozo
dieren zeker dc algemeene gevolgen van het nemen
van t(5 weinig voedsel aanwezig waren: getuige
eenvoudig het feit, dat hun eetlust in dc laatste
levensdagen buitengewoon gering was.

Nu rijst do vraag: hoe werkt M. B. ?

Uit het mulerzoek van ten Noever de Brauw
blcük, dat carbonas bismuthi dc pcïristaltisehe be-

-ocr page 45-

35

wegingen van de maag versterkt evenals M. B.,
dat dus de werking niet mag worden toegeschreven
aan het vrij wordend salpeterzuur.

Als men dit feit verbindt met de oplosbaarheid
van M. B. ook iu sterk verdund zoutzuur, dan
wordt men als van zelf gedwongen tot de voorstel-
ling, dat eerst na dc vorming van bismuthchloride
of \'t oplosbaar nitraat onder den invloed van het
zoutzuur van den maagwand ol van den maaginhoud,
de eigenlijke werking van bismuth begint, cn dat deze
oplosbare verbinding in dc mucosa dringt en de
bekende verschijnselen doet ontstaan.

Ik heb moeite gedaan met behulp vun zwavel-
natrium en zoutzuur microscopisch te bepalen , hoe-
ver bismuth in dc mucosa indringt, maar ik heb
mij van de aanwezigheid van dit metaal in de mucosa
in liet geheel niet kunnen overtuigen, nog veel
minder do gestelde vragen kunnen oplossen.

Directe besluiten kan de therapeut niet uit mijne
resultaten trekken , toch meen ik, dat dc door mij
gevonden feiten vermeerderd met anderen langs den-
zelfden weg verkregen, onmisbaar zijn voor de
uitbreiding van onzo kennis omirent de werking van
M. B. op de maag van den zieken mensch en op de
8cher})ere fornuileoring van do indicaties tot de aan-
wending van dit goneesmiddel.

In geen geval toch zal iemand de kennis willen
roemen , die wij door het werk der oude jialhologen
omtrent- de werking van M. H., zijne aanwending en
de indicaties daartoe hebben verkregen.

-ocr page 46-

36

Ik meen ook te mogen aannemen, dat de genees-
kundige voortaan wel bedenke , dat de werking van
M. B. in de ledige maag, bijv. \'s morgens vroeg,
wanneer dit in een dikke laag de mucosa kan
bedekken , misschien eene geheel andere is dan wan-
neer het in ccn gevulde maag gegeven cn dus met
de spijzen vermengd wordt.

Wenschelijk ware het, dat dit punt spoedig een
voorwerp van opzettelijk onderzoek vormde.

-ocr page 47-

STELLINGEN.

-ocr page 48-

O:«!\' V! "-

V

-ocr page 49-

STELLINGEN.

i.

Bij plithisici voorkome iiieii met de uiterste zorg
diarrliee, zij evenwel . met hare bestrijding zeer
voorzichtig.

ir.

liet is verkeerd om in plaats van plantaardige
geneesmiddelen de daaruit afgezonderde alcaloïden
of glycosiden te geven.

IIL

Het moet het streven van den geneesheer zijn ,
zooveel mogelijk slechts zuiver chemische lichamen
voor te schrijven.

-ocr page 50-

40

lY.

Bij diphtheria faucium is de applicatie vau ijs
slechts zeer zelden geïndiceerd; in verreweg de
meeste gevallen zijn warme pappen of
Priessniiz
omslagen veel meer aantebevelen.

Y.

De verliüoging van temperatuur na epilepsie is
waarschijnlijk niet afhankelijk van vermeerderden
spierarbeid.

YI.

Bij de berekening van den arbeid , dien het hart
verricht, vergete men niet ^ ook die hoeveelheid in
aanmerking te nemen , benoodigd tot het intrekken
van den thoraxwand en tot het ophefTen van het
diaphragma.

YII.

Dc circumcisie van het ])racputium verdient alge-
meen bijval te vinden.

YJII.

Hij ulccra cruris die, ondanks eene •doelmatige
therapie, toch blijven voortbestaan, is do huid-
transplantatie aantebevelen.

-ocr page 51-

41

IX.

Bij osteo-sarcom aan eene extremiteit, wordt door
wegneming van dien tumor het gevaar voor recidief
vermeerderd.

X.

Bij etterige panophthahnitis is de exenteratio bulbi
geïndiceerd.

XL

Eenig operatief ingrijpen (punctie van de sklora
of retina, irideetomie) met het doel do solutio
retinae tot genezing te brengen, kan geen succes
opleveren; het bevordert eerder het ontstaan van
, phthisis bulbi.

XII

Bij ecclampsio tijdens den partus is de aderlating
niet geïndiceerd.

Xlll.

Na liet verwijderen van uterustumoren is de
extraperitoneale behandeling van den steel, zoo
mogelijk , de gewenschte.

-ocr page 52-

42
XIV.

Een filter van nieuwere constructie, dat ook
schizomyceten tegenhoudt; zal geen algemeene toe-
passing kunnen vinden.

XV.

De gezondheidsleer dient ons in de eerste plaats
maatregelen aau de hand te doen, waardoor het
organisme beschermd worde tegen allerlei schadelijke
stoffen.

XVI.

In verband met het feit, dat ook de stofwisse-
lingsproducten der schizomyceten een zeer nadeeligen
invloed kunnen uitoefenen, dienen, meer dan tot
nu toe geschied is, die producten bestudeerd te worden.

-ocr page 53-

m

w

\'O-

F

-ocr page 54-
-ocr page 55-
-ocr page 56-

r-

i vteSî*

KMYï\'

Lie^.