-ocr page 1-

van de

" > ^

uiiKorasten aer Kunstiptige vroeggeDqorte..;:fi

f j

4 ïJ d

• \' •.\' » l

A. BEYERMAN.\' ■

g:.

Tvi\'. .1. VAN IIOKKIKU T.N. — rriiECüT.

■ 1

liV ^^

Ir i

I"«!

-ocr page 2-

■ , ■ X

• • : .-Âsèf" "V- J

-ocr page 3-

J

é

rt Sr.

r.-

1 ^

1

li\'

\\

3iidraee tot eene luistere kennis
j (j

van de

uitkomsten der kunstmatige vroeggeboorte

-ocr page 4-
-ocr page 5-

Bijdrage tot eene juistere kennis van de nitiionisten der
iiunstmatige vroeggelioopte.

PROEFSCHRIFT

TEIl VlillKIUJGlNG VAN DEN ÜUAAD VAN

DOCTOR IN DE GENEESKUND

aan DE flloks-yNlYERSITElT TE [JtRECHT,

NA MACHTIGING VAN DEN UECTOU-JIAGNIKICUS

D^ H. WEFERS BETTINK,

Ilooglccraat in ilo Faculteit der Wis- cii Natuurkunde,

■i

VOLGENS BESLUIT VAN DEN SENAAT DER UNWEHSITEIT

TEGEN DE UEUENlilXGEN VAN

DE FACULTEIT DER GENEESKUNDE

TE VEUÜEDIGEN

op Dinsdag 10 Juli 1900, des namiddags te 4 uren,

DOOK

ADOLF BEYERMAN,

goboron to Amslorcinm.

Utueciit,
J. VAN BOKKIIOVEN,
1900.

-ocr page 6-
-ocr page 7-

y^AN MIJNE OUDERS

I

I

EN .

J^AK MIJNE VERLOOFDE.

-ocr page 8-

W

-

W\'

c" ■

i

-ocr page 9-

Het verschijnen van dit proefschrift is mij eene welkome gelegenheid
Heeren Professoren en Lectoren mijnen dank te betuigen voor Uw onderwijs.

U, Hooggeleerde Koüwer, ben ik zeer erkentelijk voor Uwe bereid-
willigheid mij, in weerivil van Uii:e drukke bezigheden, steeds ter xoille te
zijn, als ik Uwe hidp inriep bij het samenstellen van dit j^roefschrift.

* *
*

Ik ben veel dank verschddigd aan allen, die mij behulpzaam waren
bij mijn onderzoek.

Mag ik het aan de introducties van mijnen hooggeachten Promotor
wijten, dat ik de verslagen der Academische Klinieken kon nagaan, zoo ben
ik U, Hooggeleerde Heeren
Nijiioff, Treuü en Veit zeer erkentelijk voor
Uwe loehoillende ontvangst.

Mijn hartelijken dank aan Heeren Medici, die mij hunne gevallen wel
wilden mededeelen, of mij andere inlichtingen verstrekten.

Mocht ik soms niet van al het medegedeelde gebruik hebben gemaakt,
dan ligt de reden danrvan in de grenzen waarbinnen mijn onderzoek zich
beweegt.

Zeer verplicht ben ik ook de hoofden der bevolkingsbureau\'s te Amsterdam,
Leiden en Utrecht, voor hunne vriendelijke hulp; zoomede aan vele Secretarieën,
waar men zoo bereidwillig aan mijne verzoeken om inlichting gevolg gaf.

-ocr page 10-

- ■ . . ■ iiUL^

.v: -.y \'iV-A^\'-O-!"^ VVAm- : •; i

f

-ocr page 11-

N L E I DIN G.

Yoor de behandeling der baring bij vernauwd bekken is reeds zeer
dikwijls gestreden over de vraag, welke plaats de Partus arte praema-
turus moet innemen tegenover zijne mededingsters: de Sectio Caesarea,
de Symphyseotomie en de diëetkuur van Prochownick.

Grootere en kleinere statistieken zijn gepubliceerd, die nu eens voor,
dan weer tegen eene van deze operaties pleitten.

Zij dienden ter berekening van de levenskansen voor moeder en
kind; ter overweging, welke de beste methode mocht heeten om het leven
der vrucht te redden, wanneer de verlossing zonder een der bovengenoemde
kunstmiddelen naar alle waarschijnlijkheid niet zou kunnen plaats hebben.

Een volkomen zuiver beeld van de verhouding dezer operaties onder-
ling geven deze statistieken echter niet. Immers het is reeds van te voren
duidelijk, dat het kind, geboren na eene diëetkuur van Prochownick kleiner
zal zijn dan dat door middel van de sectio caesarea ter wereld gekomen;
het na partus arte praematurus geboren kind dikwijls kleiner dan dat bij
de diëetkuur.

Behalve andere momenten, waarover later, mag één voornaam ding
niet over het hoofd worden gezien. Het is hier nl. niet alleen de vraag, of de
ouders een levend kind znllen krijgen, maar vooral ook, of zij hot zullen
behouden; of ook de maatschappij gebaat zal zijn met deze kunstmatig
verworven aanwinst. Mot andere woorden : hoe staat het met do kansen
van het jonggeboren kind bij al deze operaties om volwassen te worden?

Professor Kouwer maakte mij opmerkzaam op hot feit, dat de statis-
tieken omtrent kunstmatige vroeggeboorte deze overweging niet in aanmer-
king nemen. Daarin tellen als lovend die kinderen, die als zoodanig uit do
behandeling, d. i. meestal den 9\'\'®" dag p. p. ontslagen zijn. Al mag men een
enkele maal iets vinden omtrent het latere lot van den zuigeling, misschien
zelfs van het grootere kind, in het algemeen wordt daarvan geen melding
gemaakt.

De verklaring daarvan is gemakkelijk te vinden: do grootere getallen
zijn afkomstig van klinieken; hierheen komen echter patienten van heinde

1

-ocr page 12-

en ver, en het wordt ondoenUjk, uit de groote omgeving, waaruit die
klinieken haar materiaal betrekken, betrouwbare gegevens omtrent het lot
van de ontslagen kinderen te bekomen.

Zoodanig onderzoek kan echter wel mogelijk zijn in een klein land
als het onze. Hier toch is, zij het dan soms ook na veel nasporen, meestal
wel het oog te houden op behandelde patienten, die, al verhuizen zij ook,
toch meestal binnen de landsgrenzen blijven.

Op raad van Professor Kouwer besloot ik daarom een zoo groot mogelijk
aantal gevallen van partus arte praematurus na te gaan en te onderzoeken
wat er van de daarbij geboren kinderen geworden was.

Ik heb de kunstmatige vroeggeboorten gedurende een tijdvak van twintig
jaren genomen^ die in ons vaderlayid zißn verricht. Daarnaast heb ik de resultaten
der keizersnede gestéld.

Ook van Sectio caesarea staan ons talrijke statistieken ten dienste.
Toch heb ik gemeend zelf eene verzameling van gevallen te moeten bijeen-
brengen, om daaruit eene conclusie te kunnen trekken. Te zijner plaatse
zal ik de reden daarvan uiteenzetten; hier zij vermeld, dat ik mij voor de
Sectio caesarea niet aan onze landsgrenzen gehouden heb.

Ten einde hiervan een groot aantal gevallen bijeen te krijgen, moest
ik my wel tot de buitenlandsche publicaties wenden; bovendien behoefde
in dit geval het verdere levenslot van het kind niet nagegaan te worden.

Ook de diëetkuur van Prochownick heeft in ons land toepassing
gevonden. Eene statistiek van die gevallen is echter klein, ook als
wij ons tot het buitenland wenden, en reeds daardoor ongeschikt ter
vergelijking. Bovendien zijn hare resultaten dikwijls vaag aangegeven,
zoodat het nog niet uitgemaakt is, of zij als eene zelfstandige methode
genoemd mag worden.

Ook de symphyseotomie is niet in mijn onderzoek opgenomen. Do
reden hiervan is deze: Na omstreeks het midden dezer eeuw, toen deze
operatie hier te lande nog al eens toegepast werd, heeft zij hier geen
aanwending meer gevontlen, een enkel geval uit den laatsten tijd uit-
gezonderd.

Een oordeel over het hernieuwd in gebruik komen van dezo operatie
is in het algemeen nog niet gevestigd.

De waarnemingen in \'t buitenland betreffen slechts eeli aantal gevallen,
die gedaan zijn experimenti causa. De reeksen van waarnemingen, uit
Frankrijk afkomstig, bevatten een altijd nog klein aantal gevallen, die geen
conclusies mogelijk maken. Ik meen dus, dat deze operatie nog niet rijp is,
vergeleken te worden met kunstmatige vroeggeboorte en keizersnede, die
beide van vele zijden beschouwd en in zeer vele gevallen toegepast zijn.

i

-ocr page 13-

HOOFDSTUK L

Partus arte praematurus.

Deze operatie, het kunstmatig opweklven der baring op een tijdstip,
waarop men aanneemt, dat het kind, hoewel niet voldragen, in staat is,
buiten het lichaam der moeder verder te leven, heeft eene geschiedenis
van anderhalve eeuw achter zich.

Het is mijn doel niet, hare historie mede te deelen; ik kan daarvoor
verwijzen naar de dissertatie van Dr. Tii. ü.
den Houter, in 1890 te Leiden
verschenen, die daarin uitvoerig haar verleden behandelt.

Hoewel ik mijne conclusies alléén zal trekken uit de gevallen in ons
land van de laatste twintig jaren, scheen het mij toe, dat eene verzameling
van die uit de eerste helft onzer eeuw uit een historisch en vergelijkend
oogpunt hare waarde zou hebben.

A. Kunstmatige vroeggeboorte van 1807—1860.

De publicaties dier kunstmatige vroeggeboorten zijn zeer verspreid in
verschillende in die dagen verschijnende tijdschriften.

De eerste vermelding van dien aard is van J. Themmen, die in 1825
als beantwoording eener prijsvraag zeven gevallen openbaar maakte. Twee
daarvan zouden als accouchement forcé o]) te vatten zyn, doch de schrijver
gaf daaraan duidelijk de beteekenis van kunstmatige vroeggeboorte.

Allerlei gevallen uit de i)rivaat i)ractijk volgden nu, tot in IS-iS
Prof.
Lehman te Amsterdam voor het eerst eene grootere reeks van
gevallen publiceerde.

In 1851, \'59 en Y)0 maakten dissertaties nieuwe gevallen bekend,
terwijl Prof.
Simon Thomas in 18(55 eene statistiek van veertig partus arte
praematuri publiceerde.

Afzonderlijke gevallen gaven mi niet meer aanleiding tot openbaarmaking
zooals vroeger, toen de kunstmatige vroeggeboorte als eene nieuwe operatie
met tegenzin bejegend en slechts toegestaan werd met het lijden van eene
te voren doorgestane verlossing ii terme voor oogen.

Het oordeel van do obstetrici over de kunstbewerking was dan ook
over het algemeen gunstig geworden, al bestond er soms verschil van meening
over de indicatie in een bepaald geval. Een voorbeehl hiervan was het verschij-

-ocr page 14-

nen van de werkjes van den vroedmeester Riohelle , \') die hierin de indicatie
tot partus arte praematurus, door Prof.
Simon Thomas gesteld, critiseerde.

In aanmerking nemende, dat de partus arte praematurus nu eene
meermalen toegepaste operatie geworden was, en dus niet meer elk geval
afzonderlijk gepubhceerd werd, heb ik mij bij mijne verzameling bepaald
tot de gevallen, die vóór 1860 voorgekomen zijn; daar ik natuurlijk slechts
de mij bekend geworden publicaties heb geraadpleegd, is het waarschijnlijk
dat nog eenige, niet door mij opgemerkte gevallen openbaar gemaakt zijn.

Ik heb, terwille van een gemakkelijk overzicht, eene tabel samen-
gesteld, waarin zooveel mogelijk in chronologische volgorde der publicaties,
de waarnemingen opgenomen zijn.

Voor de methode van samenstelling., voor zooverre hier niet vermeld,
venoijs ik naar pag. 20.

Hier zij vermeld, dat ik ook hier den leeftijd van het kind, zoo
mogelijk, naar de laatste menstruatie der moeder berekend heb, door bij
den datum der laatste menstruatie 9 maanden en 7 dagen te tellen.

Wat de beschrijving van het bekken en van het kind betreft, heb ik
de aangegeven maten en gewichten, als duimen van verschillende landen en
allerlei ponden etc., herleid tot centimeters en kilogrammen.

Door deze berekening ontstaan bekkenmaten, die tot op tiende deelen
nauwkeurig schijnen, wat natuurlijk op die herleiding terug te brengen is.

De gevallen, voorkomende in de dissertaties van Dr. E. J. van der
Kellen
en Dr. van Praag Heijmans, resp. in 1851 en 1860 verschenen, heb
ik niet vermeld, daar zij waarnemingen betreffen, die in de statistiek van
Prof.
Simon Thomas -) opgenomen zijn.

Hier zij nog opgemerkt, dat de wasbougie door Prof. Lehman gebruikt,
niet zooals de bougie van
Krause , in den uterus gelaten werd, doch slechts
rondbewogen rondom het ostium internum, zoodat de vliezen op die plaats
van den uteruswand losgemaakt werden. De bougie werd daarop weer
teruggehaald. Alléén deze methode, naar
Lehman genoemd, komt in dezo
statistiek voor; de aanduiding „bougie" wijst dus niet, zooals in de latere
statistiek, op de methode
Krause, doch op die van Lkhman.

Gepraepareerde spons- of drukspons had hoofdzakelijk ten doel het
ostium te verwijden; soms waren prikkelende stoffen daaraan toegevoegd.

De in de tabellen voorkomende namen wijzen op de operateurs.

Voor de ligging van het kind heb ik evenals in de tabel der nieuwere
gevallen. zoo mogelijk gebruikt de door Prof.
Treur hier ingevoerde verkorte
schrijfwijze (zie pag, 20). Onder de rubriek „verloop van den partus en
complicaties" heeft tevens plaats gevonden wat voorkwam na de poging
tot opwekken der geboorte.

\') 10 Verloskundige bedrage. Leiden 1802. Do Verloskundige büdrago door hem zólf
verdedigd. Leiden 18G1. 2" Verloskundige bijdrage. Leiden ISOn.
Ned. Tydschrift voor Geneeskunde 1865 pag. 50.

-ocr page 15-

ü

Gevallen van kunstmatige vroeggeboorte van 1807—1860.

J. THEMMEN.

u

a?

Aan-

Bekkenvorm

Ligging

Verloop van

bc

s
3

wjjzing

of andere

Methode.

van

den partus.

Ti

O

Js!
«

O

w

Lot van het kind.

3

Indicaties.

het kind

Complicaties.

6.1

Q)
O

®
O

d

Nieuwe verhandelingeu vaa het genootschap „Ter bovordering der heelkunde."
Amsterdam. 1825. IV. Ie stuk. pag. 142.

Rechte Conj.
7,7.

Sterk vernauwd,
Vernauwd.

Plat rachit.
scheef C.v.
< 7,7.

Vernauwd.
Exostosen.

1807.
E.B.

Dezelfde!
1811.

1810.
J. V.

1813.

j. ir.

1814.
A. V.

1810.
A. 15.

Dezelfde!
181G.

Dilat. ost.
uteri; manueel.

Dilat. ost.
uteri; manueel.

Dilat. ost.
uteri; manueel.

Dilat. ost. ut.
Vliesbreuk.

Aa.

Dilat. ost. ut.
Losmaken der
vliezen om het ost.

Dilat. ost. ut.

Versie.
Extractie.

Spontaan.

Sch.
Vt.

Afgewek.
hoofdligg.

lAa; hand
ligt voor.

Dadelijk
versie, extractie.

Dadelijk
versie, extractie.

Spontaan.
Spontaan.

Versie.
Extractie.

30

1 Dood geboren.

30

1

Leefde na 12 jaar.

! 2 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. 1 kind doodgeboren.
! 1 kind leefde na 12 jaar.

34

-

Dood geboren.

30

Lovend geboren.

33

Loefde na 11 jaar.

±33

Leefde na 11 jaar.

31

1

Leefde na 9 jaar.

2 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. 2 kinderen leefden
na 9 jaar.

Nieuwe verliandclingen van het genootschap „Ter bevordering der hcolkundo."
Amsterdam. 1825. IV. Ie stuk. pag. 108.

G. VROLIK.

1825.
A. II. T.
1 para,

Vliessteek.

Ongelijkmatig
vernauwd.
C.v. 8,4.

Hoüfdligg.

Dood geboren.

Fehris.
Spontaan.

2,25

32

G. SALOMON. Gonocskundige Eijdrageu van Tiiuis v. n, IIokvkn e. s. 1« deel. pag. 1. 1820.

10

1825.
T.

Plat rachit.
e.v. < 7,7.

Vliesstoek.

Vt.

Collaps.
Febris.
Extractie.

32

1825.
0.

Ing. vernauwd.
e.v. < 7.7.

Vliessteek.

Iloofdligg.

Spontaan.

34

2,0()

44

Dood \'/» uur p. p.
Dood 17 dagen p. p.

SALOMON. Gcneeskundigo bijdragen van Thuis v. «. IIobvkn. 11. lo stuk. pag. 91.

Plat rachit.
e.v. < 7,7.

11

1825.
K. M.

Föbris.
Spontaan.

31

KivliüHsteok;
herhaald.

Extractie.

Eivliüssteek.

13

Vt.

1,0

34

1820. O. Ingang vorn.
ZienMO.I <

Dood geboren.

(Moeder dood 1 dag p.p.;
perlt.)

Dood 23 dagen p. p,

2 maal p. a. p. bij ééne vrouw.
2 kinderen dood kort na
den partus.

12

-ocr page 16-

16 GEVALLEN VAN KUNSTMATIGE VROEGGEBOORTE VAN 1807—"1800.

Bekkenvorm
of andere
Indicaties.

Ligging

van
het kind.

Aan-
wijzing.

S

s
p

Methode.

Verloop van
den partus.
Complicaties.

Lot van het kind.

O

G. HOLLANDERS. Verloskundige verliandelingen van van Eldik. Ie stuk. pag. 236.

Dood 20 uur p. p.

2,5

49

35

1826.
C.

Spontaan.

13

Plat rachit.
e.V. > 8.4.

Eivliessteek.

VAN DER KIEBOOM. Hippocrates. Magazijn toegewijd etc. Deel III. pag. 338.

Dood geboren.

Gepraepareerde
spons in utero.

32

47

2,5

1826.
C. v. D.

St.

14

Ingang vern.
e.v. 7,15.

J. B. L. VONK. Verloskundige verhandelingen van van Eldik. Ille stuk. pag. 580-

Dood Vï nur p. p.

32-36

15

Febris.

1828.
A. M. B.
I para.

Plat rachit.
Scheef G.v. 7,7.

Eivliessteek.

St.

VAN WAGENINGEN. Algemeene Konst- en Letterbode. 1832. pag. 211.

Drukspons
met Extr. Bellad.
Sec. Corn.
Eivliessteek.

47 Dood geboren.

Intoxicatie.

Febris.
Spontaan.

1828.
S.v. d.M.

Kachit.
Conj. recta
sup. = 16. (?).

St.

2,37

16

33

LUDEKING. Tijdschrift voor Genees-, heel- etc. van \'t genootschap „Vis unita fortior". III. 2« stuk. pag. 201.

In- en uitgang Eivliessteek.
recht vern.
e.v. 7,1.

48 i Dood V» uur p. p.

Febris.
Extractie.

34 2,25

St.

17

1830.
v. S.

H. HARSTEEN. Boerhaave. Tijdschrift etc. Ie jaargang. Nieuwe serie. 1812. pag. 1.

Ingang vern.
Conj. recta 9,1.

1840.
do G—E.

18

Gepraep. spons Hoofdligg.
in ost. uteri.

Lovend geboren.

46

Versie.
Extractie.

2,5

36

ZUIJDHOEK. Medegedeeld door Lehman in Ncd. Tijdschrift voor Geneeskunde. 1851. 2c jaargang.

Zie n". 42.

G. SPRUIJT. Ned. Tijdschrift voor Verloskunde. 1851. pag. 277. Ie «n 2e jaargang.

18è|

Conj. 8,4. I Drukspons in
ost. ut. herhaald.

32

2,25 45 I Dood binnen 1 jaiir.

Extractie.

Vt. uit-
zakking
funic,
umb.

1844.
P.

19

VAN DE WATER. Ned. Tijdschrift voor Verloskunde. 1851. pag. 301. Ic en 2° jaargang.

18-14. j Plat vernauwd.
B. —v.Il. C.v. >8,1.

Sch.

Blaastampon;
herhaald.

20

Versie. 133 (?)
Extractie.

Dood geboren.

54

3,75

-ocr page 17-

gevallen van kunstmatige vroeggeboorte van \'1807—1860.

Bekkenvorm
of andere
Indicaties.

Ligging

van
het kind

Aan-
wijzing

s

a
p

Methode.

Verloop van
den partus.
Complicaties.

J.S

tJO
.2 W

O —

il

Lot van het kind.

VAN WAGENINGEN. Pract. Tijdschrift van van Eldik, Sl-c jaargang. 1845. 5® stuk.

Pillen met pulv. j St.
sec. corn. en
i

osmazom.
spermoed. rt)

Leefde na 7 maanden.

Partus na G dagen
pillen.

38

47

21

1844.

Vernauwd.

VAN V^AGENINGEN. Pract. Tijdschrift van van Eldik. 25e jaargang. 1846,

Pillen met pulv.
sec. corn, en

osmazom.
spermoed. a)

Lovend geboren.

Hoofdligg.

22

Schuin vern.
Coni. reet. sup,
8,5.

4(?)

47

Spontaan.

37

1846.

a) Osmazom spcrmocdiae is hot z. g. extractum haemostaticum van Bonjban of extract, sec. corn. (Wiggers;)
volgens van Wageningkn tcu ourechte identiek gesteld met ergotine.

BROERS EN LAMIE. Nod. Tijdsdirift voor Verloskunde. 1851, pag. 293. Ie en 2e jaargang.

Dood geboren.

Dood geboren.

3 maal p, a, p. bij éène
vrouw. 3 kinderen dood bij
of kort na de geboorte.

23

1847.
K.

Ingang vern.
G.v. < 7,8.

Drukspons;
herhaald.

Vt.

Extractie.

30—34

24

Dezelfde
1848.

V

3 dagen alle uur
65 mgr. sulph.
chin. Drukspons.

Dwars-

ligging.

Versie.
Extractie.

30

25

Dezelfde
1849.

B

Drukspons.

Dwars-
•\'gging.

Versie.
Extractie.

30

Dood dadelijk na do
geboorte.

J. VAN J)EN BERG cn G. I3R0]\\I. Ncd. Tijdschrift voor Ycrloskuude. 18B1. pag, 210, leen 2o jaargang.

1848.
B.

Injecties met
lauw water.

2()

Hoofdligg.

O.v. 8,5.
Exostosen.

Forceps.

Leefde nog na 3 jaar

VON BAUiMIIAUER. Ncd. Tijdschrift voor Verloskunde, 1849, pag, 111, 3« jaargang.

27

1848.
C. C.
1 para.

Plat. rachit.
C.d.8,l.C.v.7,8.

Druksponzen.
Lauwo irrigat.
Sec. cornut.

Hoofdligg.

36

Dood 3 dagen p. p.

Spontaan.

43

VAN WAGENINGEN. Ncd. Tijdschrift voor Verloskunde, 8o jaarg, 1857. Nieuwe serie. deel.

1848.
S.

3G

Hoofdligg

Forceps.

44

Levend geboren.

C. ext. 16,2
C.d. !),4.

rillen met pulv,
aecal. corn, on
osmaz. spermoed.
Inject.

VAN WAGENINGEN. (Jcnccsk. Courant van l>ct Koninkrijk dor Ncdcrl. 2« juarg, N», 18,

1848. 1 Conj. 9,1.
A. K.

29

Levend geboren.

Warme inject.

Spontaan.

38

-ocr page 18-

18 GEVALLEN VAN KUNSTMATIGE VROEGGEBOORTE VAN 1807—"1800.

it

, !t
\' ;

ë
s

s

Aan-
wijzing.

Bekkenvorm
of andere
Indicaties.

Methode.

Ligging

van
het kind.

Verloop van
den partus.
Complicaties.

^ g
Cd O)

s ^

\'S ^
^
-

cc a
O

O •

ü _

Lot van het kind.

L. LEIIMAN. Beschouwingen over de door Kunst verwekte baring.

Amsterdam. 1848.

ï \'

30

1845.
A. B.

C. incl. 8,1.

Wasspons in
Collum uteri.

Febris
Forceps.

32

46

Dood geboren.
Moeder stierf.

;

31

1845.
J. S.

Rachit vern.
C. incL < 8,1.

"Wasspons in
Collum uteri.

32

43

Stierf even na den partus.

i

1

32

Dezelfde
1848.

V

Extract, sec. corn.
extr. aloes.
"Wasbougie
Lehman.

Febris.

±35

2,25

43

Levend geboren.

j

33

1845.
J. T.

Rachit vern.
C. incl. 8,1.

Wasspons.

Febris.

32

< 3

Levend geboren.

34

1847.
C. S.

Scheef; in uit-
en ingang recht
vernauwd.
C. incl. 9,4.

"Wasspons.

It\'ebris.

32

2,5

45

Stierf na den partus.
Moeder stierf.

1

35

Y

1840.
C. P.

Rachit.
C. incl. 8,7.

1

Wasbougie.

Leefde in \'48.

1 36

Dezelfde
1842.

»

n

TT

37

38

i
1

Dezelfde

1843.

Dezelfde

1844.

n

TT

- —

«
11

39

Dezelfde
1846.

11

Dilat. ost. ut.

38

Dood geboren.

! 40

Dezelfde
1848.

«

Dilat. ost. ut.
See. cornut.
extr. aloes.
Wasbougie.

34

2,5

43

Lovend geboren.

\\

Dezelfde
zie n®. 41.

n

7 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. 6 kinderen levend
geboren.

LEHMAN. Verdient de warmo uterus douclio etc. Ned. ïijdsolir. voor Genecsk. 1851, jaar«.

41

1850.
C. P.

Plat rachit.
C. incl. 8,7.

Wasbougie.

Febris.

34

2,5

45

Levend geboren.

42

1841.
J. B. K.

Plat vernauwd.
C. incl. 8.

Vingerdilatatie
Wasbougie.

Febris.
Versie. Extractie.

32

Stierf 14 dagen p.p.

43

Dezelfde
1850.

TT

1

Vingerdilatatio.

Febris.
Versio.
Extractie.

30

2,25

42

Stierf 24 uur p. p.
2 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. 2 kinderen dood
kort na de geboorte.

44

1849.
A. B. W.

Scheef.
Alg. vernauwd.

Rachit.
C. incl. 7\'A ii 8.

Wasbougie.
Pillen mot
Sec. cornut
4" extr. aloes.

t

Febris.

33

2,5

4G

Stierf na \'/, jaar.

-ocr page 19-

GEVALLEN VAN KUNSTMATIGE VROEGGEBOORTE VAN 1807-1860.

9

Ligging I Verloop van
van I den partus,
het kind Complicaties.

Bekkenvorm
of andere
Indicaties.

Aan-
wijzing.

B

n

3

Lot van het kind.

Metliode.

Scheef.
Alg. vernauwd.

Rachit.
C. incl. 7\'/i h 8.

Dezelfde
1851.

45

46

47

Ingang vern.
C. incl. 8
\'A.

18—.
N. F.

1851.
J. ILv.M

Ingang vern.
C. incl. 8.

"Wasbougie.

Vingerdilatatie.
AVasbougie.

Wasbougie.

Febris.

Febris.
Febris.

•33
36

34

2.5

1.6
2,25

45

42

42

Stierf na 15 dagen.

2 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. 2 kinderen dood
binnen »/i jaar.

Stierf kort p..p.
Stierf 9 uur p. p.

KAPPELHOFF. Ned. Tijdschrift voor VerJoskunde 1851. 4e jaarg. pag. 128.

Prikkeling
van hot ostium
met den vinger.
Bougie. Lehman.

Scheef
vernauwd.
C. incl. 8,1.

A.

Levend geboren.

45

48

Febris.
Spontaan.

1850.
P. B.

34

KONING. Ncd. Tijdschrift voor Verloskundige. 1851. dejaarg. pag. 136.

Versie.
Extractie.

49

35

Stierf 2 dogen p. p.

Sch.

Druksponzen.

1850.
B.

Promontorium
te bereiken.

J. P. SNOEP. Ned. Tijdschrift voor \'Verloskundo 1852. Be jaarg. pag. 1.

Stierf 30 dogen p p.

42

Vernauwd

32

Injectie
mot warm water
en infus sec. corn.
Pulv. sec. corn.

Versie.
Extractie.

Sch.

50 1851.

LEHMAN. Over do vroegtijdige baring etc. Ncd. Tijdschrift voor Geneeskunde. 1855.

Inject, met
lauw water.

A.

34

Spontaan.

47

Stierf 24 uur p. p.

2,5

Alg. vernauwd.
Plat rachit.
C. ext. 16.

1855.
J. E.
I para.

51

VAN GOUDOEVER. Ned. Tijdschr. voor Verloskunde. IQc jaarg. 18G0. Nieuwe sorie. 5e doel.

Stierf 4 uur p. p.

1 5

40

A.

34

Rachit. ])lat.

C.d. 9,7;
e.v. < 8.1.

Bougie Lehman.
Inject, lauw water,

1859.
v. K.

J. L. IDEN13URG vermeldt. (Dissertatie. Jiciden. 1860.)

53

1853.
J. T.

Rachit. plat
alg. vernauwd.

Bougie Lehman.

-

36

54

Dezelfde
1856.

n

-

-

36

Lovend geboren.

-ocr page 20-

10 GEVALLEN VAN KUNSTMATIGE VROEGGEBOORTE VAN 1807—"1800.

S3

a
n

a

Aan-
wijzing.

Bekkenvorm
of .andere
Indicaties.

Methode.

Ligging

van
het kind

Verloop van
den partus.
Complicaties.

-ö c

™ a>
èS ^

o >
© ?

tb
05 13

O

-2 a\'

Lot van het kind.

55

Dezelfde

Rachit plat.\'

Bougie Lehman.

36

23

48

Stierf 2 dagen p. p.

1859.

Alg. vernauwd.

zien». 33.

4 maal p. a p. bij ééne

vrouw. 4 kinderen levend

geboren, waarvan 1 binnen

2 dagen stierf

50

1859.

Plat rachit.

A.

Spontaan.

38

3,07

53

Stierf 1 uur p. p. ■

E.t.H.

C. ext. 16\'A.

J. P. SNOEP. Nieuwe Bocrhaave. 1851. Deel I. pag. 65.

Injectie lauw
water 12 maal;

Injectie lauw
water V» wijn
6 maal.

Injectie lauw
water 4 maal;
water \'A wijn
3 maal; water
-f- Va brandewijn
3 maal.
Sulf. chin, per os.

Drukspons.
Sec. Corn, per os.

Sch.

1848.
B.—P. S.

57

Eachit.
e.v. 9,2.

Versie.
Extractie.

34

2,44

45 I Dood geboren.

41 ! Dood geboren.

Dezelfde

1849.
zien». 50.

58

Febris.
Extractie.

St.

32

1,75

3 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. 2 kinderen dood
geboren. 1 kind dood 30
uur p. p.

Gaan wij na, welke wetenswaardigheden wij in deze tabel kunnen
vinden, dan schijnt het mij het gemakkelijkst voor het overzicht, achter-
eenvolgens eenige punten daarvan te behandelen.

I. In d ica t i 6.

Steeds was bekkenvernauwing do aanleiding tot het opwekken der
vroegtijdige baring. Slechts van 50 bekkens vond ik echter maten vermeld,
terwijl de overigen eenvoudig als vernauwd opgegeven zijn.

-ocr page 21-

11

Deze 50 bekkens zijn aldus te verdeelen:

a. 29 platte of in den ingang vernauwde bekkens;

hiervan hadden 6 eene Conj. vera van 6 — 7 cM.

20 „ „ „ „ 7—8 „
^ » !> )} » S 9 „

b. 10 algemeen of scheef vernauwde bekkens;

hiervan hadden 6 eene Conj. vera van 6—7 cM.

c. Van 11 bekkens vond ik geene duidelijke aanwijzing, die hen
onder eene der vorige groepen zouden kunnen brengen;

hiervan hadden 1 eene Conj. vera van 6-7 cM.

^ » » )) » ^ »
5 „ „ „ „ 8-9 „ (of 9.2).

Wij zien hieruit, dat geringe graden van vernauwing niet in de tabel
voorkomen. Daarmede komt overeen, dat ook niet tot de kunstmatige
vroeggeboorte werd overgegaan, wanneer niet voorgaande verlossingen doode
kinderen hadden opgeleverd.

Eene uitzondering hierop maken 4 gevallen, waar do operatie plaats
vond bij 1 gravidae. Hier was 2 maal algemeen vernauwd bokken mot een
Conj. vera van 7.1 en 8.4 cM. de indicatie; 2 maal plat bekken met eene
Conj. vera van 7 en 7,8 cM.

Ik moet opmerken dat van de 13 bekkens met Conj. vera van 6-7
cM., er 8 betrekking hebben op gevallen van Prof.
Lehman; hier is steeds
do conjugata inclinata aangegeven, waaruit de vera door mij geschat is
door er 1.8 cM. af te trokken.

Laten wij do kinderen buiten rekening, wier lot niet bekend geworden
is, dan zien we dat de verhouding van do kindersterfte tegenover hot
bokken aldus is:

Plat bekken.

C.v. 6-7 6 kinderen; doodgeboren 2 — 38"/,,, ouder dan 1 jaar 1 = 16.67,,.

C.v. 7-8 20 „ , „ 10:=50°/„, „ 1 „5 = 27 "/„.

C.v. 8-9 3 „ • „ 0= 0»/„, „ „ 1 „0=0 "/„.

Aly. vermmod bekken.

C.v. 6-7 6 kinderen; doodgeboren 0= O"/,,, „ „ 1 „ 0 = 07,,
C.v. 7-8 4 „ „ 2 =
ö07o, „ „ 1 „ 0 = 07„.

Wij zien hieruit dat, daargelaten do kleine getallen, do cijfers goono
groote wtiarde kunnen hebben; dat toch bij plat bokken mot C.v. 6 — 7
slechts 337o en bij alg. vernauwd bekken met C.v. 6—7 van de <> kinderen
geen gestorven zou zijn bij de geboorte, is niet wol aan te nemen; het is

-ocr page 22-

12

slechts eeiie aanwijzing te meer op de onbetrouwbaarheid van het meeren-
deel der bekkenmaten.

Bij het meten der bekkens is over het algemeen weinig gebruik
gemaakt van een\' bekkenmeter; soms werd met den- vinger de conj.
diagonalis gemeten, doch meestal werden uit de indruksels op het kinderhoofd
bij vroegere geboorten de maten afgeleid; soms zelfs grofweg geschat, zoodat
eene groote waarde aan bovenstaande opgaven niet mag worden toegekend.

II. Methode.

Hierin valt eene groote verscheidenheid te bemerken, vooral door de
combinaties die gebruikt worden. Niet alleen uitwendig werd de uterus
aangegrepen, ook inwendig werden stoffen gebruikt, die naar verwachting
uterus contracties zouden opwekken.

Ik wil de hoofdmethodes in volgorde aangeven:

a. De bougies, gebruikt volgens de methode Lehman (zie pag. 4)
werden aangewend 17 maal met in 94 voldoende resultaat.

Hiervan 1 maal voorafgegaan door prikkeling van het ostium
externum met den vinger, dat driemaal herhaald werd; telkens
gevolgd door koude rillingen; 1 maal gevolgd door injecties van
lauw water in uterum.

h. Ei vliessteek werd 10 maal verricht met steeds voldoend resultaat.

c. Manueele dilatatie van het ostium uteri werd 12 maal toegepast;
hiervan werd zij 1 maal gevolgd door vliessteek;

1 maal door losmaken der vliezen rondom het

ostium internum;

2 maal door de wasbougie van Lehman;

d. Druksponsen, geprepareerd met was, die in het ostium internum
gebracht werden en in verschillende dikten gebruikt werden,
vonden aanwending in 14 gevallen;

hiervan 1 maal gecombineerd met lauwe irrigaties der vagina;

1 maal gevolgd door injecties in uterum;

1 maal was de spons geprepareerd met Extract-Bella-

donnae, waarop eene intoxicatie volgde.

e. Blaastampon, gemaakt uit eene varkensblaas en opgespoten met
tragacanth-gom vond ik eenmaal vermeld;

f. Injectie tusschen uterus wand en eivliezen wordt 8 maal aangegeven;
steeds werd lauw water gebruikt;

hiervan in één geval lauw water -1- infus, secal. corn.; in één
geval 12 inject, lauw water gevolgd door 6 inject, lauw water -f \'/,-
deel wijn;

in één geval 4 injectt lauw water; daarna 8 injecties van lauw

-ocr page 23-

13

Ba

water deel wijn; daarop 3 injecties lauw water -j- % deel
brandewijn; alles ondersteund door sec. corn. en sulph. chin. per os.

g. Ondersteunend worden aangewend secale cornut. 10 maal.

sulph. chinin. 2 maal.

Extract-aloës 8 maal.

Wij zien uit dit overzicht van de methoden, dat de varkensblaas van
Hüter, door hem aangewend in 1842, die volgens Dr. den Houter in zijne
dissertatie (Leiden
1890) alléén nagevolgd is door Buscii en Credé, ook
toegepast is door
van de Water in ons land in 1844. Hij vermeed het
nadeel, dat de blaas door osmose spoedig ledig werd, door in plaats van
water, tragacanth-gom te gebruiken om de blaas op te spuiten.

Sulfas chinini om de baring op te wekken werd, zij het dan ook
ondersteunend, aangewend door
Persant Snoep en door Broers en Lamie,
in 1848 hier te lande. Bij den Houter vond ik daarvan de eerste aanbe-
veling vermeld in
1878 door Lewis. Dat aan de sulfas chinini eene uterus
contracties opwekkende kracht toegekend werd, blijkt nog uit het gebruik,
dat in Indië gemaakt wordt van dit medicament om abortus op te wekken.

Ook ten onzent werd in één geval door het besmeren van do drukspons
met Extract-Belladonnae eene intoxicatie veroorzaakt.

III. Ligging van het kind is bekend in 38 gevallen, aldus verdeeld:

a. Hoofdligging 15;

h. Stuitligging of voetligging 11;

c. Dwarsligging 7.

IV. Het resultaat, dat uit de tabel is op te maken, is als volgt:
op 58 p. a. p. stierven 3 moedors . . . . mortaliteit = 5.17 7„

= 50 %

doodgeboren 21 = 80.27,,
binnen 9 dagen p. p. 8
7 kinderen stierven binnen het jaar;
aangegeven is, dat 9 kinderen na 1 jaar in loven waren;
aangegeven is van 13 kinderen slechts, dat zij levend geboren zijn;
van 45 kinderen, wier lot ons bekend is werd dus slechts 20 "/o ouder
dan 1 jaar.

Vergelijken wij. met deze resultaten, die welke Prof. Simon Thomas
publiceerde in 1805 \'):

op 40 p. a. I). stierven 5 moeders.........= 12.5 %

binnen 9 dagen p. }>. 9
doodgeboren. . . . i)

18 kinderen

= 45 7.,

29 kinderen

I) Nod. Tüdschrift voor Qoneosktmde 18G5, Twoedo afdooling, pg- 50.

-ocr page 24-

14

Hoe is nu dit verschil in mortaliteit der moeders te verklaren, terwijl
de statistieken loopen over tijdvakken, waarin de kans op infectie ongeveer
gelijk was ?

Dit is ten deele te wijten daaraan, dat het hoofd eener groote kliniek
niet schroomt alles bekend te maken, gunstig zoowel als ongunstig. Als wij
bovendien bedenken hoe groot de infectiekans wel moest zijn in dien tijd op
eene academische kliniek bij \'t vele exploreeren, dan wordt de grootere
sterfte aan moeders daardoor reeds verklaard.

Dat de directe kindersterfte bij den Leidschen hoogleeraar zooveel
geringer is, (van de 40 kinderen slechts 9 doodgeboren) is gedeeltelijk
daardoor te verklaren dat de indicatie nauwkeuriger gesteld was, zoodat bij
zeer nauwe bekkens de operatie niet toegepast werd

Bovendien heeft zeker ook de invloed van de persoon van den
hoogleeraar haar aandeel in den gunstigen afloop van menige verlossing, die
in minder bekwame handen met den dood van het kind geëindigd zou zijn.

Recapituleeren wij nog de resultaten bij die vrouwen, die meermalen
de operatie ondergingen, dan vinden wij:

N®. 1 2 maal p. a. p. ; C.v. 7.7 cM. 1 kind doodgeboren, 1 kind in leven

gebleven.

„ 6 2 „ „ Exostosen, beide kinderen in leven gebleven.

„12 2 „ „ In ing. vern. bekken C.v. 7.7 cM. beide kinderen

dood kort na den partus..

„ 23 3 „ „ In ing. vern. bekken C.v. 7.8 alle kinderen

dood bij of na de geboorte.

„ 35 7 „ „ Plat C. incl. 8.7 (C.v. 0.9). Een kind dood-
geboren, 4 kinderen in leven gebleven, 2
onbekend.

„ 42 2 „ „ Plat bekken C. incl. 8 (C.v. 6.2 cM) beide kinderen

dood kort na de geboorte.

„ 44 2 „ „ -Scheer en alg. vern. bekken C. incl. 7 a 8

(C.v. 5.7 — 6.2 ciM.) beide kinderen dood binnen
\'A jaar.

„ 53 4 „ „ Alg. vern. plat bekken. 4 kinderen levend

geboren, 1 stierf binnen.2 dagen\'.

„ 57 3 „ „ e.v. 9.2; 2 kinderen dood geboren, 1 kind dood

30 uur p. p.

Vier vrouwen hadden dus door negen verlossingen geen levend kind
gekregen (1 kind stierf 30 uur na den partus),

In het geheel hadden negen moeders, bij wie 27 keer vroeggeboorte
opgewekt was, te zamen 16 levend geboren kinderen gekregen.

-ocr page 25-

15

Wy zien hier dus een over \'t algemeen ongunstig resultaat voor de
kinderen; wat nog betrekkelijk gunstig is, als men in aanmerking neemt
de sterke vernauwing, bij welke de baring vroegtijdig werd opgewekt.

Vergelijken wij deze resultaten met die uit onzen tijd dan vinden
wij voor de algemeene uitkomst het volgende:

Kinderen. Statistiek (1807—1860). Statistiek (1880—heden).

Sterfte bij en direct na de
geboorte ......... = 36.2 32.4 (zie pag. 52).

Sterfte bij de geboorte en
binnen 9 dagen...... = 50 7,, 42.8 (zie pag. 52).

Na aftrek van die gevallen, waar verder niets van vermeld is, vond
ik op 45 gevallen 9 kinderen ouder dan 1 jaar = 20 7o tegenover 59.4 7„
uit onzen tijd. In het geheel is de sterfte dus ongunstiger; het grootere
directe sterftecijfer wordt verklaard door de nauwe bekkens waar de p. a p.
opgewekt werd.

Bij vergelijking van de sterfte berekend naar den graad der bekken-
vernauwing (zie pag. 11 en 47) treft het, dat ook bij de tabel 1807-1800
voor eene C.v. 6—7 de sterfte bij het algemeen vernauwde bekken kleiner
is. Doch bij dit geringe aantal gevallen en bij, zooals reeds gezegd, meestal
zeer onnauwkeurige bekkenmetingen, is hier geen waarde aan te hechten.

Merkwaardig is het, dat in de loop van eene eeuw ongeveer, de
resultaten voor de kinderen door partus arte praematurus ter wereld
gebracht zoo weinig verbeterd zijn. Het is alsof de verloskunde hier geene
vorderingen gemaakt heeft.

De vergelijking der moedersterfte geeft te zien, wat a priori te
verwachten was; nl. eene sterke vermindering. Was zij in het tijdvak
1807-1860 (op 58 gevallen 3 moeders dood) 5.17 7,,, i» li^t tijdperk van
1880—heden is zij gedaald tot ruim 1 7o.

B. Kunstmatige vroeggeboorte van 1880 — heden.

(Jaan wij thans over tot de gi-ootere statistieken van onzen tijtl,
dan moeten wij, om een eenigzins groot juintal gevallen te krijgen, ons
wenden tot het buitenland.

Letten wij nog op do resultaten, die men tot omstreeks 1870 verkregen,
had, zoo vinden wij een zeer ongunstig oordeel over de operatie in de
statistiek, die
Spikoklurho \') publiceerde in 1870.

Hij wekte bij 14 vernauwde bekkens vroeggeboorte op; 4 moeders
en 11 kinderen stierven, dus oen mortaliteit respect, van 28.67„ en 71.47,,•

■) Arcliiv. für Gynaok. Bnd. 1. 1870.

-ocr page 26-

16

Daarnaast vond hij als resultaat van de verlossing a terme bij 293 nauwe bekkens
eene mortaliteit respect, van 5.6 "/o en 35.2 (16 moeders en 103 kinderen).

Dit bracht hem er toe in \'t algemeen de verlossing bij vernauwd
bekken na te gaan en daarvoor nam hij de resultaten van eenige auteurs.

Baring bij 1224 vernauwde bekkens (onverschillig welke wijze van vèrlossen.)

Moeder, Kinderen,

mortaliteit , . . 81 = 6.6 X; 355 = 28.7 7«;

Baring bij 587 vernauwde bekkens
(spontane baring) mortaliteit.....38 = 6.4 ^ ; 207 = 35,2 7„;

Baring bij 219 vernauwde bekkens
(vroegtijdig opgewekt) mortaliteit . . . 33 = 15 7„; 148 = 66.9 7«.

Daar nu a priori te verwachten is, dat de spontane geboorten bij
wijdere, de vroegtijdige daarentegen bij nauwere bekkens zouden plaats
hebben en de genoemde ongunstige statistiek voor den p a, p. dus niet
verwonderlijk was, stelde hij er naast het volgende lijstje:

Baring bij 239 sterk vernauwde bekkens (met allerlei kunsthulp).

Moeders, Kinderen.

mortaliteit . 34= 14,2 7o; 141 = 58.9 7„;
Zooeven vonden wij voor p. a. p. „ . 15 7o; 66.9 7,,.

De p. a p. blijft dus ook hier nog hare grootere sterfte behouden.

Eene vergelijking als deze, bij zoo geheel verschillende bekkens, kon
niet juist zijn. Dit bleek ook uit de latere statistieken. Natuurlijk was,
met de optredende anti- en asepsis de sterfte der moeders aanmerkelijk
verminderd. Doch ook de kinder-mortaliteit bleek niet zoo groot te zijn
als
Spiegelberg berekend had.

AHI.FELD \') kreeg de volgende resultaten.

111 nauwe bekkens met kunstmatige Moeder. Kinderen,

vroeggeboorte, sterfte........l = 0.9 "/o;

99 dier nauwe bekkens met dezelfde
hulp, die 101 kinderen gaven, sterfte . . . 39 = 38.6 7,,.

Bijna gelijke, voor de\'kinderen zelfs iets gunstiger uitkomsten kroeg
L
eopold in 1888. Hij vond:

Op 45 p. a. p. bij bekken vernauwing stierf 1 moeder . , = 2,2 7„;

stierven 15 kinderen . . = 33.3"/,,.

Koos hij daarvan uit 38 bekkens met Conj. vera > 7.5.\'
dan stierven daarvan 8 kinderen, dus werd de sterfte . . , 21.5"/,,.

De resultaten van Braun von Fernwalu en Herzfeldt •\'\') in 1888
verschilden ook niet veel.

») Centralblatt für Gynaek. 1890.

s) Der Kaiserschnitt und seine Stellung etc. Stuttgart 1888.
„ „ « « \' „ „ Wien 1888.

-ocr page 27-

17

s

Op 55 p. a. p. bij vernauwd bekken stierven O moeders . . = O ;

stierven 18 kinderen . . = 37.5 "/o-
Vreemd genoeg is die mortaliteit berekend uit 48 kinderen, daar in 7
gevallen bij reeds dood kind in de 20° week vroeggeboorte opgewekt werd.

Doiirn \') vergeleek evenals Spiegelberq opgewekte baringen en ver-
lossingen a terme, doch met het groote onderscheid, dat hij die naging
bij dezelfde vrouwen.

Op 18 p. a. p. bij vernauwd bekken waren 7 moeders in het

kraambed ziek................. = 38.8 "/o;

stierf 1 moeder. . . . ~ 5.5 "/„;
stierven 8 kinderen . . = 44.4 7n-
26 verlossingen a terme bij diezelfde vrouwen hadden gegeven:

18 moeders ziek in het kraambed . . = 44.8 7„;

gestorven 26 kinderen......= 89.6

Strekte Dohrn dit onderzoek uit tot andere auteurs, zoo vond hij:
Op 64 p. a. p. bij vernauwde bekkens waren 18 moeders ziek in
het kraambed..................= 28

= 9.3

O \'

= 45.3 7„.

6 moeders stierven .
29 kinderen stierven . .
93 verlossingen a terme dierzelfde vrouwen hadden gegeven:

26 moeders ziek in het kraambeil . . == 27.9 7„;

81 kinderen gestorven......= 87 7„.

Nemen wij nu nog eeno statistiek uit den laatsten tijd, die van
Ahlfeld in 1898 gepubliceerd, dan vinden wij daarin eene verzameling
van eenige auteurs, ik neem dit staatje over, hoewel het niet genoemd
zijn van het aantal gevallen, eenigszins de waarde vermindert.

Auteurs.

Gomiddold

Levend ontslagen
kinderen.

Conjug. vera.

Gewicht.

Lengte.

Ahlfeld. . . .
Braun ....
Kehrer....
Pinard ....
Leopold . . .
V. Müllor . . .
Wyder. . . .

7.96 cM.
7.84 „
7.54 „
7.63 „
7.87 „
9.13 „
9.— „

2.674 Kg.
2.035 „
2.224 „
2.676 „
2.()87 „
2.359 „
2.547 „

47.3 cM.

42.8 „
45.2 „

n

47.6 „
466 „

46.9 „

(50.4 7„
62 „
öO „
G7

66.6 „
68.4
56.4 „

Totaal . .

8.14 cM.

2.457 Kg.

46.05 cM.

61.74 7o

1

\') Sammlung Ivlinisclior Vortriigó von v. VoLCKMANN, N". 94 (Oynrtok. N". JU).
») Lehrbuch der Geburtshilfe.

2

-ocr page 28-

18

B9 al deze getallen is het sterftecijfer altijd zoo berekend, dat de in
de inrichting vóór het vertrek der moeder overleden kinderen daarbij geteld zijn.

Spreekt dus zulk eene statistiek van „levend kind", dan bedoelt men
daarmede een levend ontslagen kind, wat gemiddeld 9 dagen na de geboorte
gerekend kan worden.

Recapituleeren wij de zooeven genoemde resultaten:

Mortaliteit.

Spiegelberg ....

Ahlfeld 1890. ...

Leopold......

Braun von Fernwald.

Dohm......

Ahlfeld 1898. . . .
dan zien wij, dat ten opzichte van de\' kindersterfte de cijfers van
Spiegel-
berg
vrij hoog zijn, hoewel zij gesteund worden door het latere onderzoek
van
Ahlfeld. Beneden de 33 % daalt de sterfte echter niet.

De moedersterfte mag in onzen tijd als zeer gering beschouwd worden;
geheel te verwaarloozen is zij niet.

Zooals in mijne inleiding reeds gezegd is, wil ik trachten eene nieuwe
statistiek te geven, waarin het begrip „levend kind" zóó opgevat is, dat
het minstens één jaar oud geworden is.

Vooraf wil ik duidelijk maken, hoe ik de gevallen uit ons land, die
mij ter kennis gekomen zijn, behandeld heb.

Ik heb reeds vroeger gezegd, dat ik mij bepaald heb tot een tijdvak
van de laatste 20 jaren. Ik heb onderzocht hoeveel kinderen daarvan
minstens een jaar oud zijn geworden.

Deze beide getallen zijn geheel willekeurig en moeten nader verklaard
worden.

De laatste twintig jaren heb ik gekozen, om mot eenige kans op
succes de navorschingen omtrent de kinderen te kunnen verrichten. Het
is moeilijk te verwachten, dat\' voldoende inlichtingen te verkrijgen zouden
zijn omtrent personen, die voor meer dan 20 jaren de operatie ondergaan
hebben.

13ovendien komen wij daar in den vóór-antiseptischen tijd en zou ik
eene omstandigheid in rekening moeten brengen, die om hierna te vermelden
redenen vermeden moet worden.

Ik heb den termijn van mijn onderzoek naar het verdere lot van het
kind gesteld op één jaar om de volgende reden: in do kliniek of kraam-
inrichting worden de kinderen met buitengewone zorg verpleegd. Na hun
vertrek uit de inrichting zullen er dus al spoedig velen te gronde gaan door
gemis van die goede zorg en bovendien moet de sterftekans, in het eerste

Moeders.

Kinderen.

15 «/o

66.9 %

0.9 „

38.6 „

2.2 „

33.3 „

0 „

37.5 „

9.3 „

45.3 „

61.7 „

-ocr page 29-

19

jaar toch al zoo schrikbarend groot, voor den praematuren zuigeling nog
grooter zijn.

Wel blijft hij vermoedelijk ook later door een gering weerstandsver-
mogen onderhevig aan grootere morbiditeits- en mortaliteitskansen dan het
voldragen kind, maar reeds de vergelijking, alléén voor het eerste levensjaar
uitgedrukt, moet bruikbare gegevens kunnen verschaffen. Bereikt het kind
het einde van het eerste levensjaar, dit is het jaar, waarin de schadelijke
invloeden, die het kind treffen de meeste uitwerking hebben, dan mag ver-
ondersteld worden, dat zijne levensvatbaarheid eene zoodanige is, dat het
de minderwaardigheid voor een groot gedeelte ingehaald heeft.

Een juiste beoordeeling zou zeker slechts die zijn, waarbij de geheele
levensduur van den praematuur geborene vergeleken werd met dien van
den voldragen ter wereld gekomene. Zoodanig onderzoek kan echter moeilijk
geschieden, door het lange tijdsverloop dat dan tusschen geboorte en
onderzoek zou liggen. Uit het straks gezegde spruit dadelijk voort, dat de
verzorging in het eerste levensjaar in aanmerking genomen moet worden.

Ik lieb dit gedaan door twee groepen te onderscheiden; kinderen van
onvermogende en van eenigszins gegoede moeders.

Tot de eerste groep heb ik gebracht de klinische patienten en die
gevallen uit de particuliere praktijk, waarvan de armoede duidelijk bleek;
tot de andere de overige gevallen uit de privaat praxis.

Daar ik nu wil vergelijken do levenskans van het voldragen eii van het
door kunst te vroeg geboren kind, heb ik gemeend, die gevallen te moeten
uitsluiten, waar wegens ziekte der moeder de baring vroegtijdig werd opgewekt.

Hier toch zijn factoren aanwezig, die het kinderlijk leven bedreigen
buiten de bekken vernauwing om; en het is alléén deze laatste, die ik bij
het onderzoek op het oog heb.

Daarom worden ook alle gevallen uitgesloten, waar placenta praevia,
habitueel afsterven der vruclit en dergelijke de indiciatio tot kunstmatige
vroeggeboorte gaven.

De kinderen bij vernauwd bokken door p. a. p. ter wereld gekomen,
kunnen evengoed hunne hereditaire disposities, hunne aangeboren infecties
hebben als die, welke hot normale eindo der zwangerschap bereikten. Als
ik dus later hunne sterfte boneden hot jaar vergelijk mot die dor voldragen
kindoren, kunnen wij een indruk krijgen van huimo groot(ire mortaliteit,
voor zoover die alléén uit vroeggeboorte voortspruit.

Met vernauwd bokken heb ik gelijk gesteld eenige gevallen, waarin
geregeld zeer groote kinderen ter wereld kwamen. Hier bestond immers
dezelfde wanverhouding tusschen bekken en vrucht, terwijl ook hier de
kinderen onvoldragen ter wereld kwamen. Ook heb ik eenige gevallen van
vroeggeboorte opgenomen, experimenti causa opgewekt. Die gevallen toch

-ocr page 30-

20

mag. ik gelijk stellen met andere, waar eene matige bekken vernauwing op de
praemature vrucht geen nadeeligen invloed uitoefende.

Ook de wijze van samenstelling van de tabel der gevallen dient ver-
klaard te worden. Ik heb in de eerste kolom aangegeven of de moeder
primapara was. Bij de multiparae onderling heb ik geene scheiding gemaakt
naar het aantal der vooraf gegane baringen. De bekkenvorm is niet altijd
volledig bekend; ik heb alléén die afwijkingen genoteerd, die duidelijk aange-
geven zijn;\'hetzij als zoodanig, hetzij voor zoover zij uit de maten bleken.

In de rubriek „methode" vindt men aangegeven, welke kunstmiddelen
achtereenvolgens worden aangewend bij dezelfde verlossing.

Werden zij gelijktijdig toegepast, d. i. in dezelfde séance, dan heb ik
dit aangewezen door het teeken

Met „bougie" is hier steeds bedoeld de bougie d demewe., gebruikt
volgens de methode
Krause. Zooals op pag. 4 reeds vermeld was, komt
in deze tabel niet meer de bougie voor volgens de methode
Lehman gebruikt,
die daarentegen in het historisch overzicht herhaaldelijk wordt aangetroffen.

Voor de ligging van het kind heb ik zooveel mogelijk de verkorte
schrijfwijze gebruikt, die in het leerboek van Prof.
Treub aangegeven is.
Zij wordt het eerst vermeld in de dissertatie van Dr.
Metzlar \') en was
toen gebruikelijk in de Leidsche kliniek. Ook in de Utrechtsche en de
Groningsche kliniek (als ik mij niet vergis) wordt deze schrijfwijze tegen-
woordig gevolgd.

Onder beloop van den partus is ook vermeld, wat na het opwekken
der baring als pathologiscli verschijnsel voorgekomen is.

Bij de beschrijving van het kind is de leeftijd zooveel mogelijk met
eenige waarsch^nlijkheid opgegeven; anders bij benadering.

Ik heb hem berekend uit den datum der laatste menstruatie, voor
zooverre die bekend was, door daarbij 9 maanden en 7 dagen op te tellen.

Was de intra-uterine leeftijd echter duidelijk vermeld, dan heb ik die
opgave gebruikt, zonder correctie, waartoe ik meende geen recht te hebben.

Soms werd slechts het tijdstip aangegeven, waarop de baring opgewekt
werd. In dat geval heb ik den tijd, die nog verliep, vóór do geboorte
plaats had, mede in rekening gebracht. Dikwijls bleef echter de leeftijd
moeilijk te bepalen, daar de opgaven slechts in maanden gedaan waren.

Ik heb onder „het lot van het kind" steeds vermeld, wat mij daar-
omtrent bekend is geworden.

Om dat te weten te komen, handelde ik verschillend, naarmate ik met
eene groote of kleine gemeente te doen had als woonplaats der moeder.

\') Verslag van do verloskundige klfniek en Polikliniek 1887—88 leiden 1889.

-ocr page 31-

Bi

21

In Amsterdam waren 29 kinderen levend uit de behandeling ontslagen,
waarvan ik uit de klinische verslagen verder niets kon vernemen. Een
onderzoek aan het bevolkingsregister leerde mij de data van overlijden van
5 kinderen kennen.

Twee moeders woonden in eene andere gemeente, van deze en van
de andere ouders verschafte men mij de adressen.

Ik heb mij daarop persoonlijk aan al deze adressen vervoegd en vond
ze tot mijne groote verwondering alle juist, wat in eene stad als Amsterdam
zeker mag pleiten voor de nauwkeurige inrichting van het bevolkingsregister.
De moeders heb ik alle gesproken, de meeste der kinderen gezien.

In Leiden, Utrecht en Groningen handelde ik evenzoo; in beide
eerstgenoemde plaatsen evenzeer met vriendelijke hulp van de bevolking-
bureaux; in de laatstgenoemde stad scheen men op dat bureau mijn onderzoek
niet de moeite waard te achten om mij daarvoor te helpen. Hier kon ik
van de weinige gevallen, die daar na te gaan waren, inlichting krijgen van
de vroedvrouw, die bedoelde patienten kende.

In deze laatste drie plaatsen echter werd het grootste contingent der
gevallen geleverd door de kleine omliggende gemeenten.

Hier verzocht ik, als de verlossing nog niet lang geleden was, den
medicus aldaar om inlichting; was op die plaats geen medicus of betrof het
gevallen, die in \'t begin van het behandelde tijdvak vielen, dan wendde ik
mij tot den Secretaris der gemeente. Dit hing ook af van den aard der
gemeente; hoe ik ook handelde, ik kreeg bijna altijd resultaat, zij het dan
ook na veel nasporen soms, waarbij ik steeds de meeste hulp ontving van
medici zoowel als van de gemeentebesturen.

Ik zette mijn onderzoek niet voort in gevallen, waarin mij mot
zekerheid bleek, dat het bedoelde kind minstens één jaar oud was, bijv. als
eene ongehuwde moeder na minstens een jaar huwde, waarbij het kind
erkend werd; of als het gezin, waarvan het kind deel uitmaakte, na een
jaar naar eene andere gemeente vertrok, waarbij dit kind met name genoemd
werd; of wanneer een of ander feit, dat minstens een jaar na de geboorte
van hot kind voorviel, mij duidelijk deed kennen, dat het nog leefde.

Ten slotte eenige verklaringen, die in do tabel gebruikte woorden
betroffen:

Injectie beteokcnt: injectie tusschen den uteruswand en de oivliezen.

Irrigatie „ irrigatie van do vagina.

Bougie met jódof.-glyc. bctcekont: eene bougie, omwonden mot in
glyceiine gedrenkt jodoform-gaas.

-ocr page 32-

Kunstmatige vroeggeboorten in Nederland. (1880—lieden). (Onvermogend.)

Kliniek Utrecht.

Prof. HALBERTSMA, tot en met 1898; Prof. KOUWER, van af 1899.

O

a
a

Kliniek-
nummer
of aan-
wijzing.

Bekkenvorm
of andere
Indicaties.

Methode.

Ligging

van
het kind.

Verloop van
den partus.
Complicaties.

a

ii

SM ®

a>

1

O —

Lot van het kind.

1

10—1881

Plat rachit.
C.d. 9, C.v. 7.

Bougies.
Irrigatie.
Eivliesbreuk.

Versie.
Extractie.

33—34

1,3

37

Dood geboren.

2

71—\'84

Plat rachit.
C.d. 10, C.v. 8\'A

Bougies.

A.

Spontaan.

32—36

2,25

47

Stierf 29 dagen p.p.

3

Dezelfde
12—\'89

)i

Bougie.
Eivliessteek.

A.

Perforatie.

32—35

> 2,1

44

Dood geboren

4

Dezelfde
14 \'91

n

Bougies.
Eivliessteek.

Vt.

Spontaan.

> 32

Dood geboren.

3 maal p.a. p. bij ééne vrouw.
2 kinderen doodgeboren.
! kind dood na 29 dagen.

5

26—\'8.5

Plat rachit.
C.d. 9, C.v. 7\'A

Sch.

Versie.
Extractie.

34—35

2,6

48

Dood geboren.

6

Dezelfde
55—\'86

»

Bougies.

Sch.

Versie.
Extractie.

34

Asphyct; bijgebracht.
Levenloos aangegeven.
2 maal p.a.p. bij ééne
vrouw. 2 kinderen dood.

7

108-\'87

Plat rachit.
C.d. lOV»

Bougie.
Inject. l°/„ carbol.

A.

Sopor; braken.

bjjna
vol-
dragen

3

47

Levenloos aangegeven.

8

j 18-\'88

Alg. vernauwd.
C.d. 11.

Bougies
-j- tamp. corv.
Vliesbreuk.

Sell.

Versie.
Extractie.
Forceps op
nakomend hoofd.

38

3,5

52,5

Dood geboren.

9

Dezelfde
33—\'89

C.d. 10%, C.v. 9.

Eivliessteek.

A.

Spontaan.

29—30

2

40

Stierf ()\'/j week p. p.

10

Dezelfde
9—\'90

5?

Eivliessteek.

A.

Influenza.

32—36

Dood geboren.

11

Dezelfde
1—\'91

T)

Bougie.

A.

Spontaan.

32—34

2

41

Stierf 8 dagen p. p.

12

Dezelfde
4—\'92

n

Tamp. cerv.
Bougie.

Vt.

Extractie
moeilijk.

32-36

< 3

46

Dood geboren.

13

Dezelfde
105—\'92

n

Bougie -}-
Tamp. cerv.

Vt.

Extractie
hoofd.

< 32

2

Stierf 8 dagen p. p.

136

Dezelfde
70-\'93

7)

Bougie.

32

Stierf na V. jaar.

14

Dezelfde
74—\'94

C.d. 10.

Bougie
ïamp. corv.

vt.

Extractie.

34

-

Dood geboren

15

Dezelfde
127—\'95

V

Inject. 30 gram
Na Cl.; Bougie.

Versie.

32

- ,

Dood geboren.

*

16

Dezelfde
49—\'97

V

Bougie met
jodof-glycorine
-j- tamp. cerv.

Vt.

Extractie bij
ónvolkomen ont-
sluiting.

1

± 30

Dood geboren.

10 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. 6 kinderen dood-
geboren. 4 kinderen dood
binnen Vi ja^r.

-ocr page 33-

23 KUNSTJIATIGE VROEGGEBOORTEN IN NEDERLAND. (\'1880—HEDEN). (ONVERMOGEND).

Kliniek Utrecht.

s
s

a
^

Kliniek-
nummer
of aan-
wijzing.

Bekkenvorm
of andere
Indicaties.

Methode.

Ligging

van
het kind.

Verloop van
den partus.
Complicaties.

i §

0)

05 te
a>
1-5

O

■2a

c °

- 1

<

!

Lot van het kind.

i

17

82—\'88

Alg. gelijkm.
vern.plat rachit.
C.d. lO\'AC.v.BV.

Bougie.

Afge-
weken
hoofdligg.

Versie.
Extractie.
Smellie-Veit

±36(?)

3

50

Sterft dadelijk p. p.

18

Dezelfde
61—\'89

Alg. vernauwd

plat rachit.
C.d.lO\'AC.v.8\'/.

Bougie
na haemorrli.
tamp. vag.

Yt.

Extractie.
Smellie-Veit.

33

2

46

Stierf 2 dagen p. p.

19

Dezelfde
94—\'90

C.d." 10.

Bougie
na haemorrh.
tamp.

Sch.

Versie.
Extractie..

33

Stierf 5 dagen p. p.

3 maal p. a. p. bij ééne
vrouw.
3 kinderen dood
kort na geboorte.

20

10—\'90
I para.
21 jaar.

Recht vern.
iets scheef
C.d.lO\'AC.v.8\'A

Bougio.

A.

Febris.

± 32

2,75

47

Dood geboren.

21

Dezelfde
09—92

1)

Bougies
-f tamp. cerv.

A.

Spontaan.

33

2,1

40

Stierf \'A jaar p. p. i

22

Dezelfde
101—\'96

»

Bougio met
jodof-glycerino.

St.

Extractie.
Smellio-Voit.

± 32

2,2

10,5

Stierf kort na don partus.

23

Dezelfde
31- \'98

r

Bougie\'s met
jodof-glycerino.

Afgewok.
hoofdligg.

Spontaan.

30—34

Leoft nog (2 jaar).

21

Dezelfde
34—190«

n

Bougies.

A.

Vorsio.
Extractie.
Smellie-Veit.

36

2,74

50

Leeft nog (2\'A maand). \'

5 maal p.a.p. bij ééne
vrouw. 1 kind doodgeboren.
2 kinderen dood binnen
\'li jaar. 2 kinderen leven.

25

91—\'90
1 para.

C.d. lOV,

Bougies.

A.

Spontaan.

30

3

45

Lecfdo in \'9().

2()

()7—\'92
I para.

Alg. sclioef-
vcrn.-coxalg.
C.d. > lO\'A
C.v >
8\'A

Bougio
-j- tamp. cerv.

Hoofdligg.

Vorsio.
Extractie.

:i:>

<2,5

47

Leeft nog (8 jaar).

27

21—\'92
I para.

Alg. vornauwd.
plat C.d. 9\'A

Bougios.

Dwnrs-

Extractie.

30

< 3

49

Stierf 1 dagon p. p.

28

5;)—\'93

C.d. 9\'A

Tamp. corv.
Bougio
tniiip. cerv.

St.

Extractie
vaii het lioofd.

± 36

2,5

18

Stierf na l jaar on 11
maanden.

29

11-\'94

Reoiit vern.
C.d. 10 C.v. 8\'A

Bougio met
gaas met \'A %
Lysol,
tamp. vag.

Hoofdligg.

Versio.
Extractie.

1- 3(5

2,5

50,5

Stierf dadelijk p. p.

30

2J-".).|

IMat.

C.d. 11

Bougio mot
jodof-glycorino.

A.

Spontaan.

< 36

Stiorf na ruim 2 jaar.

m

Dezelfde

25-\'08

C.d. 9\'/,

Bougio mot
jod(>f-glycorino.

Hoofdligg.

Qocomb.
Versio.
1\'iXtrnotio.

37

1
i

3,15

Stierf kort na don partus.

, 2 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. 1 kind dood na den
partus. 1 kind werd ruim
2 jaar.

-ocr page 34-

24 KUNSTJIATIGE VROEGGEBOORTEN IN NEDERLAND. (\'1880—HEDEN). (ONVERMOGEND).

Kliniek Utreclit.

3

a
a

Kliniek-
nummer
of aan-
wijzing.

Bekkenvorm
of andere
Indicaties.

Methode.

Ligging

van
het kind

Verloop van
den partus.
Complicaties.

a

il

8 t
^


S h
o -

is

Lot van het kind.

31

85—\'94

Alg. vernauwd.
C.d 10\'A.

Bougie
tamp. cerv.

St.

Extractie.

35

Stierf 12 uur p. p.

32

9—\'95

C.d. 9\'A.

en vag.
Dilatatie cerv.

Dwars-
ligging.

Extractie.

36—37

2,65

49

Dood geboren.

33

45—\'95

Alg. vernauwd.
Cd. 10\'A.

Bougie.
Dilatatie cerv.

Sch.

Versie.

32

1,5

Stierf 18 uur p. p.

34

Dezelfde
16—96

Alg. vernauwd
rachit. C.d. 11\'A.

Bougies.
Dilat. cerv.

Hoofdligg.

Spontaan.

35

2,5

i 45

Leeft nog (4 jaar).

2 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. 1 kind dood kort
na den partus. 1 kind leeft.
(4 jaar oud.)

35

94 \'95

Plat, C.d. 10.

Bougies
-I- tamp. cerv.

Extractie.

34

Stierf kort na den partus.

36

112—\'95

Alg. vernauwd.
C.d. 10% C.v. 9.

Bougie.

Hoofdligg.

Spontaan.

32—35

2,2

47

Stierf kort na den partus

31

52—\'96

Plat, scheef
vern. C.d. 11\'A.

Bougies.

St.

Extractie.

32-{36

2,6

37

Leeft nog (4 jaar.)

38

53—\'96

Plat rachit.
C.d.lO,5;C.v.8,5.

Bougie met
jodof-glycerine.

Sch.

Versie.
Extractie.

35

2,7

49

Stierf na 2 jaar.

39

Dezelfde
107—\'98

V

Bougie met
jodof-glycerine
tamp. cerv.

Dwars-

ligging-

Langdurige
partus.

±36

-

Dood geboren.

40

Dezelfde
8—1900

V

Bougies
■ - tamp. cerv.
-j- colpeur. vag.

Afge-
weken
St.

Spontaan.

> 36

2,86

51

Leeft nog (4Yi maand.)

3 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. 1 kind dood geboren
1 kind werd 2 jaar oud.
1 kind leeft nog (4 mnd. oud).

41

68-\'96

1

Alg. vernauwd.
C.d. 11; C.v. H\'A.

Bougies met
jodof-glycerine.

Hoofdligg.

Versie.

34

2,8

47

Leeft nog (4 jaar.)

42

Dezelfde
72—\'97

\' n

Bougies met
jodof-glycerine.

Vt.

Extractie.

36

2,5

46

Stierf na 1 jaar en 5
maanden.

2 maal p. a. p. bIJ ééne
vrouw. 1 kind leeft nog.
(4 jaar oud). 1 kind dood
na 1 jaar 5 maanden.

43

131—\'96

Alg. vernauwd

plat rachit.
C.d. lO\'A C.v. 9.

Bougie mot
jodof-glycerine
tamp. cerv.

Hoofdligg.

Forceps.

3()

2,75

47

Leeft nog (3\'A jaar).

44

152—\'96

Plat rachit.
C.d. 97, C
.v. 8.

Bougie mot
jodof-glycerine
tamp. cerv.

Hoofdligg.

Spontaan.

32

Stierf 2 weken p. p.

45

170—\'96

Alg. onge-
lijkmatig vern.

plat rachit.
C.d.lO\'AC.v.8\'A.

Bougies met
jodof-glycerine.

A.

Forceps.

t

2,7

■17

]

Dood geboren.

-ocr page 35-

kunstäfatige vroeggeboorten in NEDERLAND. (\'1880—iieden). (onverjiogend). 25

Kliniek Utrecht.

2
S

a

Kliniek-
nummer
of aan-
wjjzing.

Bekkenvorm
of andere
Indicaties.

Methode.

Ligging

van
het kind

Verloop van
den partus.
Complicaties.

i i

5 5 —

Lot van het kind.

46

121—\'97

C.d. 9\'A.

Bougie
tamp. cerv.

Hoofdligg.

Versie.
Extractie.

3

44

Dood geboren.
Moeder stierf (septi-
chaemie).

47

145—\'97

Plat C.d. 9.

Bougie met
jodof-glycorine
tamp. cerv.

Hoofdligg.

Forceps.

38

•—"

51

Leeft nog (2Vi jaar).

48

127—\'97

Alg. vernauwd

plat C.d. 9\'A
C.v. 8.

Bougies met
jodof-glycerine
tamp. cerv.

Vt.

Extractie.

Dood geboren.

4<J

10—\'98

Alg. vernauwd
rachit C.d. 10
C.v. 87,-9.

Bougie met
jodof-glycerine.

St.

Spontaan.

Leeft nog (2 jaar).

50

Dezelfde
24—\'99

)i

Bougie.

A.

Gecomb.
Versie.

36

2,15

46,5

Stierf na 1 maand.

51

Dezelfde
35—1900

n

Bougie
-f- tamp. vag.

A.

Spontaan.

34

2,25

45

Stierf 2 dagen p. p.

3 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. 1 kind leeft (2 jaar
oud). 2 kinderen dood kort
na den partus.

52

29—\'98

Plat rachit.
C.d. 10—9: C.v.
8\'A-7\'A.

Bougio met
jodof-glycerine.

St.

Extractie.

33

3

■16

\\

Stierf 2\'/i uur p. p.

53

70—\'1)8

Alg. iets scheef
vern. U.d. 10;
C.v.
8\'A.

Bougio met
jodof-glycerine
tamp. cerv.

Hoofdligg.

Forceps.

34

42

Dood geboren.

54

90—\'99

Alg. vern.
C.d. lO; C.v.8,5.

Bougio 4" timp-
vag.
Tiimp. corv.

St.—Vt.

Extractie.

32—36

2,15

41

Leeft nog (11 maanden).

55

12—1900

Alg.vorn.rachit.
C.d. 11; C.v. 9.

Bougies
tamp. vag.
Tamp. corv.

colpeur. vag.
Heoto irrigat.

A.

Spontaan.

37

1.75

42

Leeft nog (4 maanden).

moeders dood......I = 1,75 «/o-

kinderen dood binnen 9 dagen: 34 = 59,65 «Zo-

kinderen ouder dan t jaar geworden. 13 = 25%. ji.a.p. nog gem jaar geUclcn).

Kliniek Amsterdam.

Prof. van DER MELI, tot en met 1895; PrOf. TREUB van af 1890.

Totaal 57 p. a. p. OnmiddeiIJk resultaat:

5(5

66—\'80

Plat.
C.d. 10, C.v. 8\'/..

Bougies.

A.

Spontaan.

36

3

50

Stierf na 1 jaar on
maanden.

57

l40-\'80

Plat rachit.
C.d. 9—9\'A.

Bougies.

A.

Spontaan.

3(>

2,5

43

Stierf 9 dagen p. p.

58

47—\'82

Vernauwd.

Bougio.

A.

Funic,
umb.
uitgezakt.

1,75

Dood goboren.

-ocr page 36-

26 KUNSTJIATIGE VROEGGEBOORTEN IN NEDERLAND. (\'1880—HEDEN). (ONVERMOGEND).

Kliniek Amsterdam.

Bekkenvorm
of andere
Indicaties.

Kliniek-
nummer
of aan-
wijzing.

Ligging

van
het kind

Methode.

B

Verloop van
den partus.
Complicaties.

§
®

f °

Lot van het kind.

Ä S

Vernauwd.

Plat rachit.

Plat. Stenose
van de vagina.

Vernauwd.

59

60

61

62

63

64

65

66

79—\'82
142-\'83

147—\'83

63—\'84
237—\'85

Plat rachit.
C. ext. = ll\'L

Dezelfde
123—\'87

178—\'87

Dezelfde
348—\'94

67

68

69

70

71

72
12b

222-\'88

55-\'89

Vernauwd.
Plat rachit.

Plat rachit.
iets scheef.
C.d. 9—8\'A.

Rachit.

288—\'89

Dezelfde
34—\'95

Dezelfde
348-96

Dezelfde
425—\'97.

Dezelfde
14 Febr.
\'85.

I

I

126—\'90. Plat niet rachit.

73

74

360—\'90.

Alg. ongelijkm
vern.plat rachit,
C.d. 10, e
.v. 8\'A,

Alg. gehjkm.
vern.plat rachit,
C.d. 9; e
.v. 8\'A,

Bougie,
lieinigings-
irrigatie.

Bougies.

Bougies.

Bougies.
Tamp. cerv.
et vag.

Bougie.

Bougie
tamp. vag.

Scheden.

Sch.
Scheden.

A.

Scheden.

Bougie.
Reinigende
lauwe irrig.

Bougie.

Bougie.

Bougies.
Bougie.

St.
Sch.

Scheden,

Scheden,
St.

A.

Scheden.
A.

Eivliessteek.
Bougie.

St.

Voor-
hoofds-
I\'gging.

Bougie.
Bougie.

Spontaan.

Versie.
Extractie
moeilijk.

Forceps.

32

38
52

50

45
42

28(?,
45
45

45

42

43

38

36

36

2.4
1,9
2,7

2.5
2,25

2,3

32

35

35
34 a 35

3()

32

Extractie.

Febris.
Spontaan.

Forceps.
Spontaan.

Versie.
Extractie
moeilijk.

Versie.
Extractie
moeilijk.

Spontaan.

Versie.
Extractie.

Versie.
Extractie.

35
33

2,8
3

46
46

Spontaan.

Febris.
Versie mislukt.

■35

39

1,9
2,8

2,3

1,7

2.7

2.8

2,8
1,5

36

49

Stierf 19 dagen p.p.

Dood geboren.

Stierf kort na den partus.

Leefde na 2 jaar.

Dood geboren.

Dood geboren.

2 maal p.a.p. bij eene
vrouw. 2 kinderen dood
geboren.

Leeft (13 jaar oud).

Stierf 1 dag p.p.

2 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. I kind dood kort
na den partus. I kind leeft
(13 jaar oud).

Stierf dadelijk.

Stierf dadelijk.

Leeft nog (11 jaar oud).

Stierf 24 uur p. p.

Leeft nog (bijna 4 jaar).

Leeft nog (ruim 2 jaar).

Leeft nog (15 jaar).

5 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. I kind dood kort na
den partus. 4 kinderen
ouder dan 1 jaar.

Stierf 2 maanden p. p.

Dood geboren.

-ocr page 37-

27 KUNSTJIATIGE VROEGGEBOORTEN IN NEDERLAND. (\'1880—HEDEN). (ONVERMOGEND).

Kliniek Amsterdam.

Bekkenvorm
of andere
Indicaties.

Kliniek-
nummer
of aan-
wijzing.

Ligging

van
het kind

Methode.

ö

Verloop van
den partus.
Complicaties.

Ä ti
I W

Lot van het kind.

O a

.5 h5.2

Alg. gelijkm.
vern.plat rachit
C.d. 9; e
.v. 8V.

Plat rachit.
C.d.9\'A;C.v.7V.,

Plat rachit.
C.d.10; C.v.S\'A,

Alg. vern.
plat rachit.
C.d. 9,5; e
.v. 8

Vernauwd.

Plat rachit.

1\'lat.
C.d. 10; C.v. 8,5.

1\'lat raeliit.
C.d. 9; C.v. 7.

Vernauwd.

Dezelfde
301—\'92,

76

77

78

79

80

81

Dezelfde
293—\'93

Dezelfde
243—\'96

494—\'90,

Dezelfde
191—\'93

Dezelfde
297—\'97

315-\'91.

82 Dezelfde
552 -\'92

333—\'91

83

84

85

86

87

88

89

90

Dezelfde
243—\'95

Dezelfde
243-\'97

72—\'92

H7-\'92
201—\'92

385-\'92

433—\'92

I
i

Bougie.

Condom-catheter.

Condom-eatheter.
Eivliessteek.

Bougie.
Bougies

Condom-catheter.
Eivliessteek.

Bougie.

Bougie
tamj). vag.

Bougie.

Bougie.

Bougies.
Eivliessteek.

Bougies.

Bougie.
Bougie.

Versie.
Extractie.

Scheden.

A.
A.

Scheden.
A.

2,25

45

44

48

42,5

45

44

50
\'18

49

45
48

46

46

51

39

Perforatie.
Extractie.

Perforatie.
Extractie.

34

> 2

bijna
vol-
dragen

2

2,25
2,75

2,85
2,25

3,25

1,9
3

2,65

1,9
2,25

3

Spontaan.
Forceps.
.\'Spontaan.

Extractie.

35

36

36

34

35

Vt.

(onvolk.

St.

Scheden,

Spontaan.

Schcdell,

Versio.
E.ftractie.

Febris.
Forcej)».

36

Versie.
Extractie.

Schedoll,

St.
Dwars-

Sch.

Versie.
Extractie.

Versie.
Extractie.

Forceps.

32
36

Bougies.

Schedel!.

Bougie.
Colpeurynt.
Eivliessteek.

Dood geboren.

Dood geboren.

Dood geboren.

4 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. 4 kinderen dood
geboren.

Leeft nog (ruim 9 jaar).

Leeft nog (7 jaar).

Stierf na ruim 1 maand.

3 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. I kind dood na 1
maand. 2 kinderen ouder
dan i jaar.

Dood geboren.

Sterft dadelijk na don
partus.

2 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. 2 kinderen dood.

Leeft nog (ruim 9 jaar).

Dood geboren.

Leeft nog (bijna 3 jaar).

3 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. I kind dood. 2 kin-
deren ouder dan I jaar.

Ijooft nog (8 jaar).

Dood geboren.
Dood geboren.

Stierf 8 dagen p. p.

Leeft nog (ruim 7 jaar).

-ocr page 38-

28 KUNSTJIATIGE VROEGGEBOORTEN IN NEDERLAND. (\'1880—HEDEN). (ONVERMOGEND).

Kliniek Amsterdam.

c

(D

s

B
a

Kliniek-
nummer
of aan-
wijzing.

Bekkenvorm
of andere
Indicaties.

Methode.

Ligging

van
het kind.

Verloop van
den partus.
Complicaties.

i §

c aj
§ ^

^ tb

O a
O -

Lot van het kind.

91

544-\'92
I para.

Plat rachit.
C.d.lO"A;C.v.8\'A.

Bougie.

Schedell.

Spontaan.

34

2,75

47

Leeft nog (ruim 7j\'aar).

92

Dezelfde
220—\'94

rt

Bougie.

A.

Spontaan.

2,8

48

Leeft nog (6 jaar).

93

Dezelfde
141—\'96

Plat rachit.
C.d.lO\'A;C.v.8\'A.

Zie n». 138.

Bougies.

A.

Spontaan.

35

2,5

48

Leeft nog (4 jaar.)

4 maal p. a. p. b|j ééne
zelfde vrouw. 4 kinderen
ouder dan 1 jaar.

94

160—93

Plat, niet rach.
C.d. 9\'A.

Bougies.

Schedell.

Perforatie.

38

51

Dood geboren.

95

250—\'93

Alg. vern. plat
rachit. C.d. 10.
e
.v. 8\'A.

Bougies
-j- tamp. vag.

A.

Langdurig.

33

2,15

45

Dood geboren.

96

353—\'93

Plat.

Injectie van
glycerine.

Schedell.

Febris.
Versie.
Extractie.

38

3,6

52

Levenloos aangegeven.
Moeder stierf (Febris
puerp.)

431—\'93

Plat rachit.
C.d. 10\'A e
.v.

± 9-

Bougies.

Vt.

Extractie.

33

2,6

46

Leeft nog (ruim G jaar.)

98

12—\'94

Plat rachit.
C.d. 11 e
.v. 9.

Bougies.

St.

Extractie.

35

2,4

48

Leeft nog (6 jaar).

99

440—\'!?4

Alg. vernauwd
plat rachit.
e
.v. 8,5.

Bougie.

A.

Versie.
Extractie.

2,75

47,5

Stierf na ruim 2 jaar.

100

Dezelfde
177—\'97

n

Zie n». 105.

Bougies.

St.

Extractie.

37

2,75

47

Loeft nog (4 jaar oud).

3 maal p. a. p. bij ééne
vrouw 3 kinderen ouder
dan 1 jaar.

101

93—\'95
I para.

Scheef vern.

3 maal injectie
van glycerine.
Bougie\'s.

Afge-
weken
schedell.

Ilaomaturio.
Accouchement
forcü; (3 oM.
ontsluiting.

Versie.
Extractie.)

2.4

50

Dood geboren.

102
103

375—\'95
439—\'95

Plat niet rachit.
C.d. 12.

C.d. 11\'A.

Bougios.
Bougie.

A.
St.

Spontaan.
Extractie.

l)ijiia
vol-
dragen
34

3

47

48

licefdo na 2\'A jaar.
Leoft nog (ruim 4 jaar).

104

233—\'96

Ongelijkmatig
vernauwd plat
rachit. C.d. lO\'A.
e
.v. 8 a 8\'A.

Bougios.

A.

Febris.
Perforatie.

>3

50

Dood geboren.

105

179—\'98

Alg. vernauwd
plat rachit.
e
.v. 8,5.

Eivliessteok.

A.

Spontaan.

37

3,05

47

Loeft nog (2 jaar ou(i).

#

106

58—\'99

Alg. vern. plat
rachit. C.v. 9\'A.

Eivliossteek.

A.

Spontaan.

*

36

44

Leoft nog (ruim 1 jaar).

moeders dood: .....

. I == 1,92 o/o.
25 48,07 »/„.
24 = 46,1 %.

Totaal 52 p. a. p. Onmiddelijk resultaat

kinderen binnen 9 dagen dood

kinderen ouder dan I jaar geworden

-ocr page 39-

29 KUNSTJIATIGE VROEGGEBOORTEN IN NEDERLAND. (\'1880—HEDEN). (ONVERMOGEND).

Kliniek Groningen.

Prof. SÄNGER, t/m 1896; Prof. DüDERLEIN t/m 1897; Prof. NIJHOFF, van af 1898.

Bekkenvorm
of andere
Indicaties.

Kliniek-
nummer
of aan-
wijzing.

Ligging

van
het kind.

Methode.

Verloop van
den partus.
Complicaties.

B ! \'S do
c5 —

Lot van het kind.

J.2

O

Plat.
C.d. 8. 5; e
.v. 7.

C.v 9%.

Alg. ongelijkm
vern. plat.
C.d. 10-«\'/.;
C.v. 8,5-0,7.

lOü

110
111
112

113

114

115
11(5

117

118

llü
120
121

122
123

27—\'84.

Dezelfde
25—\'8G.

Dezelfde
32—\'87.

Dezelfde
12—\'88.

2—\'85.

Dezelfde
25—\'87.

Dezelfde
5—\'8\'.).

Dezelfde
16—\'5)0.

—\'80

Dezelfde
23-\'88

25—".)8
I para.

17—\'\'.»8
35—".)a

Plat.
(^.d. 8,75; e
.v. 7

Plat rachit.
C.d. 8,
e.v. (5,5,

Alg. vernauwd.
C.d. 9V,,
e.v. 8,

Plat rachit.
C.d. 10,
e.v. 8, .5.

Alg. vorn. i)lat,
C.d. 9, C.v. 7, 5,

59-\'1)9
1 para.

72—\'99

Plat rachit.
C.d. 10, Cv. 8,5,

Alg. vernauwd,

]ilat rachit.
C.d. 9, e
.v. 7, 5,

107

7—\'80

10830—\'80.

Bougie.

Bougies.
Injecties van
warme carbolso-
lutie.

Bougie.

Afgewek.

Vt.
A.

Gemelli.
St. 1-kind

A.
A.

Hoofdligg.
Sch.

St.
Sch.

A.
Knie.
Schodell.

St.
A.

Bougie.
Bougio.

Bougie.

Bougie.
Bougie.

Bougie.

Bougies.
Bougies.
Bougies.

Bougies.
Bougie.

A.

A.

Sch.

Versie.
Extractie.

Febris.

3,55
2.(5

Versie.
Extractie.

33

48

43

Extractie.
Smellie-Veit.

Versie.

32

1,9

43

32
28

34

Extractie
1" kind.

Forceps.
Versie.

Versie.
Extractie.

Versie.
Extractie.

2,2
2

Extractie.
Smellio-Veit.

Versie.
Extractie.

;n—38
30
;)5-36

30
37

3,3
2,05

3,35
2,7.\'j

Forceps.
Extractie.

Versie.
(Siegesmund.)
Kxtractio
moeilijk.

Extractie.

48,5

S])ontaan.
Langdurige
partus.

Stierf na den partus.

Stierf 3 dagen p. p.
Dood geboren.

Dood geboren.
Sterft na den partus.

Sterven eenige uren p. p.

4 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. 5 kinderen (I ge-
melli) dood.

Lcseft nog (15 jaar).
Stierf eenige minuten p. p.
Dood geboren.

Stierf kort na don jiartus.

4 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. 3 kinderen dood.
I kind ouder dan I jaar.

Dood goboron.

Dood geboren.

2 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. 2 kinderen dood.

Leeft nog (2 jaar).

Leeft nog (2 jaar).
Stierf na den partus.

Leeft (ruim l jaar).
Loeft nog (ruim I jaar).

-ocr page 40-

30 KUNSTJIATIGE VROEGGEBOORTEN IN NEDERLAND. (\'1880—HEDEN). (ONVERMOGEND).

Kliniek Groningen.

Bekkenvorm
of andere
Indicaties.

Kliniek-
nummer
of aan-
wijzing.

Ligging

van
het kind.

a
a

s

Methode.

Verloop van
den partus.
Complicaties.

Lot van het kind.

c4-t o
o} b.

0) P

O —

Plat rachit.
e.v. <8, C.d. 9%.

Plat rachit. (?)

C.d. >9, C.v. <8.

Alg. vernauwd,
plat rachit.
C.d. 87..

VI—

1900

XVI—
1900

Plat rachit.

C.d. 87..
Exostos-\'aan
de symph.

Rachit.
C.d. < 10.

83-\'99

81-\'99
90—\'99

124

125

126

127

128

l{ougie.
(Haemorrhagie).
ïamp. cerr.

Vt.

A.
A.

Bougies.
Bougies.

Dwars-
ligging-

Dwars-
ligging.

Bougies.
Colpeurynt.

Bougies.
Vruchtwater loopt
6 uur lang af.

Extractie.

38—39

37
36-37

32
32

3,04

2.45
3

2.46
1,97

Forceps.
Forceps.

I

Versie.
Extractie.

Gecomb.
versie,
part. duurt 54 uur.

50,5 Leeft nog (11 maanden).

49 Stierf na 8 maanden.

50 Stierf 8 dagen p p,

48,5 Stierf na den partus.

45,5 Dood geboren.

Alg. gelijkm.
vern. C.d. 10\'A.

Totaal 22 p. a. p. 23 kinderen. Onmiddelijk resultaat

14 Sept.
\'93.

Dezelfde
6Apr.\'95.

Dezelfde
18—\'97.

129

130

131

1.32

133

134

11 Febr.
\'96.

Dezelfde
20—\'97.

—\'92.

Alg vernauwd,
plat Cd. 10\'/.;
C.v. 8%.

Alg. gelijkm.
vern. C.d. 11 ;
C.v. 9\'A.

Bougies.
Bougies.

kinderen ouder dan I jaar geworden 5.— = 26,3 ®/o. p.a.p. nog geen jaar geleden).
Rijks-Kweekschool voor vroedvrouwen te Amsterdam.
Dr. NIJHOFF, tot en met 1897; Dr. MEURER , van af 1898.

Looft nog (Ci\'/i jaar).

A.

37
37

45

2,8

Versio.
Extractie.

Bougies.
Irrigatie met
Lysol 17o.
Colpeurynt.

Bougie.

46

■32

2,8

Spontaan.

Voorste
wand-
beonligg.

37

Bougie.
tamp. vag.

Leoft nog (4\'A jaar).

Leoft nog (2\'A jaar).
3 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. 3 kinderen ouder
dan I jaar.

Stierf eonigo urou p. p.

Leoft (ruim 2 jaar.)

2 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. I kind dood. I kind
ouder dan I jaar.

Leofdo in \'97.

geen moeders dood,
kinderen dood binnen 9 dagen 16 = 69,5 »/g.

135 Dezelfde
—\'95.

136 Dezelfde
103—\'97

137 Dezelfde
102—\'99.

Bougies.
- tamp. cerv.

Condom-cathetcr.

Versie.
Extractie.

Versie.
Extractie.

♦ Spontaan.

Dwars-
ligging-

Hoofdligg.
Schedell.

37

>37 I 2,6 48

I

2,8 48

37

Leofdo in \'97.
Looft (l)ijna 3 jaaf)

Ijoeft (ll\'A maanden).

4 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. 4 kinderen van I
jaar en ouder.

-ocr page 41-

KUNSTMATIGE VROEGGEBOORTEN IN NEDERLAND. (\'1880—IIEDEN). (ONVERMOGEND). 31

Rijks-Kweekschool voor vroedvrouwen te Amsterdam.

Verloop van ^

den partus. .S

Complicaties.

Kliniek-
S nummer
i \' of aan-

Bekkenvorm
of andere
Indicaties.

Ligging

van
het kind.

® bj

\'S ID

Methode.

Lot van hot kind.

I wijzing.

Plat rachit.
C.d 10. C.v. 8\'A.

138

139

140

141

9-98
31-\'98

Plat.
C.d. 10\'A.
e.v. 8\'A.

Dezelfde
76—1900

4.5—\'99

Trechtervorni.
vernauwd.
Dist. tub. ischii
TA; C.d. 13
e.v. 9,5.

Bougies
tamp. vag.

2,7 ! 4ß

Spontaan. | 37

Scheden.
Hoofdlig-

ging.
Scheden.

I

Condom catheter,
Bougie.
Eivliessteek.

Versie.
Extractie.

36 3,3

49

Spontaan. 37

2,6 48

Afgewek.
hoofdligg

Uitwendige
versie op
het hoofd.

2,75

38

47

Eivliessteek.

Bougie

Leeft (l\'A jaar oud
Leeft (l\'A jaar).

Leeft (3 maanden).

2 maal p. a. p. bij ééne
vrouw, I kind ouder dan I
jaar, I kind 3 mnd. oud.

Leeft (5 maanden .

moeders geen dood.
kinderen binnen 9 dagen dood I = 7,15 »/o.

Totaal 13 p a. p. Onmiddelijk resultaat

kinderen ouder dan 1 jaar geworden . . . .9 — 900/0. p.a.p.nog^iicnjdati/elfden).

142

Zie 13/>

*

j

143

„ SOb

i

1

144

„ 726

i

1
1

1 1

Kliniek Leiden.

I\'rok. SIMON THOMAS, t/m 1880; Pmw. TllEUB, 1887 t/m 1895; I^rof. VEIT, van af 189G.

1\'lat rachit.
C. incl. 10,8.
C. v. 9.

Bougies,
llougies.
Bougie.
Bougie.

i4r

p.

IM—\'f^O

Vt.

146

Dezelfde
I\'.

117—\'81

Dezelfde

I».
11—\'82

Dezelfde
p.

t24—\'86

Dezelfde

K.
28—\'87

Iloofd-
liggiiig.

iioofa-

I\'ggiiiJ,\'-
St.

147

148

149

Bougio. Schedoll.,
Ilaemorrhagie. j Door I
Vliessteek.
I geconib. i
versie Vt.!

Extractie.
Mooilijk.

35

45

3r,

47

Versie.
Extractie.
Smellie-Veit.

Versie.
Extractie.

48

3(!

38

48

2.48

35

48

Extractie.

Extractie.

Stierf 1 uiir p. p.
Stierf na 10 niiianden.
Stierf 28 uur p. j).
Stierf 12 uur p. p.

Stierf 28 uur p. j).

5 maai p. a. p. bij ééne
vrouw. 4 kinderen dood
binnen 2 dagen. I kind dood
binnen I jaar.

-ocr page 42-

32 KUNSTJIATIGE VROEGGEBOORTEN IN NEDERLAND. (\'1880—HEDEN). (ONVERMOGEND).

Kliniek Leiden.

O)

Kliniek-

Bekkenvorm

Ligging

Verloop van

c

a

g

nummer
of aan-
wijzing.

of andere
Indicaties.

Methode.

van
het kind

den partus.
Complicaties.

Ti (U

^ s

.S w

{ 5 —

Lot van het kind

150

P.

158—\'80

Plat rachit.
G. incl. 10,5,
Cv. 8, 6.

Bougie.

Schedel!.

Versie.
Extractie
moeilijk.

36

49

Leefde in \'84.

151

Dezelfde
P.

46—\'84

n

Vruchtwater

loopt af.
Colpeurynt.

Versie.
Extractie.

32

43

1
i

Stierf na 14 dagen.

2 maal p.a.p. bij ééne
vrouw. 1 kind dood binnen
14 dagen. 1 kind ouder dan
1 jaar.

152

P.

92—\'8ö

Ingang ver-
nauwd.
C. incl 11.

Bougie.

Hoofd-

ligging-

Forceps.

37

49

Leefde na 13 maanden
Moeder stierf (FoJjr.
puerp.)

153

P.

120—\'81

Alg.\' vernauwd.
C. incl. 10.5.

Bougies

Hoofd-
l\'gging

Spontaan.

36

-

44

Leeft nog (18 jaar).

154

Dezelfde

P.
135—\'83

»

Bougie.

Hoofd-
ligging.

Versie.
Extractie.

36

50

Stierf na 8 maanden.
2 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. 1 kind dood beneden
1 jaar. 1 kind leeft ouder
dan 1 jaar.

155

K.

62—\'81

Alg. te klein
plat. C. incl. 10.

Bougie.
Vliesbreuk.

Iloofd-

ligging.

36

1,91

44

Stierf na 2 maanden.

156

K.

92—\'82

Alg. vernauwd
plat. C. incl. 9,5.

Bougie.

Sch.

Versie.
Extractie.
Smellie-Veit.

37

2,15

46,5

Stierf, na 3 weken.

157

Dezelfde
K.

59—\'83

C. incl. 10,5.

Bougie.

St.

Extractie.

37

48

Leefde na 23 maanden.

158

Dezelfde

K.
64-\'84

Alg. ongelijkm.
vern. plat rachit.
C.d. 10,5.

Bougies.

Hoofdligg.

Versie.
Extractie.

37

2,72

46

Stierf na \'2 maanden.

159

Dezelfde

K.
109—\'86

C. incl. 9,5.

Bougie.

Vt.

Extractie.

37

2,8

49,5

Stierf na öVi maand.

160

Dezelfde

K.
80-\'88

i>

Bougie.

Gecomb.
Versie.Na ontslui-
ting extractie.

36—37

"

Stierf 4 uur p. p.

161

Dezelfde

K.
99—91

C. incl. 10.

Condom-catheter.
Treub.

Hoofdligg.

Versie.
Extractie.

bijna
voli
dragen

1,62

40

i

Stierf 2 dagen p. p.

6 maal p. a. p. bij ééne
vrouw, 5 kinderen dood
binnen 1 jaar, 1 kind ouder
dan 1 jaar.

162

K.

35—\'83

1

Plat rachit.
C. incl. 9,5.

Bougie.
Colpeurynt.
dilat-cerv.

St.

Extractie.

36

2,()6

46

Stierf na den ]>artus.

163

\' K.
100-\'87

Alg. vern.
C. incl.
9,25—9,5.

Bougie.
Irrig. met lauwe
salicylsolutie.

Handje
en fun.
umbilic.
vóórligg.

Gecomb.
Versie.
Extractie.
Smellie-Veit.

3()

2,9

47,5

Leefde in \'93.

164

K.

;i27-\'87

Plat.
C. incL 10,5.

Bougie.

A.

Versio.
Extractie.
Sniollie-Veit.

36

3.05

49

i

Leefde in \'95.

i

-ocr page 43-

33 KUNSTJIATIGE VROEGGEBOORTEN IN NEDERLAND. (\'1880—HEDEN). (ONVERMOGEND).

Kliniek Leiden.

O
p

s

3

Kliniek-
nummer
of aan-
wijzing.

Bekkenvorm
of andere
Indicaties.

Methode.

Ligging

van
het kind.

Verloop van
den partus.
Complicaties.

a

H c

O ?

-U»

P
® Ö
C5

« «

Lot van het kind.

165

K.

138—\'87
I para.

Ingang iets
vernauwd.
C. incl. 12,5.

Bougie.

A.

Funic, umb.
prolabeert.

49

Dood geboren.

166

K.

90—\'88

Alg. ongelijkm.
vern. plat racli.
C. incl. 10.

Bougie.

Afgew.
hoofdligg.

Gecomb.

versie.
Extractie.

52

3,44

52

Leefde in \'91.

16-7

Dezelfde

K.
70—\'89.

n

Condom-catheter.

Sch.

Versie.
Extractie.

38

Leefde in \'94.

168

Dezelfde

K.
37—\'91.

4

Condom-catheter.

A.

Versie.
Extractie.

3,60

52

Leefde in \'94.

169

Dezelfde

K.
21—\'93.

C.v.\'\'9\'A.

2 maal
Condom-catheter.

Vt.

Extractie.

34

< 2

Dood geboren.

Moeder stierf 4 dagen
p. p. (peritonitis, na door-
boring onderste uterusseg-
ment door cathet.)

4 maal p. a. p. bij ééne
vrouw, moeder dood. 1 kind
dood geboren. 3 kinderen
ouder dan 1 jaar.

170

K.
123—\'88.

Alg. ongelijkm.
vern. 0. incl.
9,5; C.v. 8.

Bougie.

A.

Prolaps van den
funiculus umb.

38

2,27

48

Dood geboren.

171

K.
•17—\'88.

Alg. ongelijkm.
vern. plat rachit.
Vernauwde

uitgang.
C. incl. 12,2
Dist.tub ischiiS.

Bougie.

A.

Spontaan.

38

Stierf na eenige weken.

172

K.
48—\'88

Plat rachit.
C incl. 10.

Bougies.

St.

Extractie.
Mauricoau.

38

2.94

50

Stierf 16 dagen p. j).

173

Dezelfde

K.
48—\'90.

C.v.\'\'8\'A.

Condom-cathctcr.
Eivliessteek.

Schedell.

Vorsie.
Extractie.

2,24

47

Stierf binnen 1 jaar.
2 maal p, a. p. bij ééne
vrouw. 2 kinderen dood
binnen 1 jaar.

17-1

K.
99—\'88.

IMat rachit.
C. incl. 12.

Bougies.

St.

Febris.
Extractie.
Mauriceau.

±37

Dood geboren.

175

K.

119—\'88.

Licht alg.
vern.C. incl. 12.

Injectie van
01. Terebinth.

A.

Spontaan.

0

45

Stierf iia 11 mannden.

176

K.

40-\'89

Experiment.

Condom-cathetor.

Hoofdligg.

Spontaan.

37—38

2,85

48

Stierf na 3 maanden.

177

K.

48—\'89

Experiment.

Condom-cathofor.

Vt.

Fxtraetie.

38-39

1,96

41

Stierf kort na don partus.

178

K.

59—\'89

Experiment.

Coiidom-catiieter.

A.

Spontaan.

38—39

3,25

•18

Stierf na 3 maanden.

179

K.
60—\'89

Experiment.

Condom-catheter.

A.

Spontaan.

88—89

Leeft na 1 jaar en 3
maanden.

-ocr page 44-

34 KUNSTJIATIGE VROEGGEBOORTEN IN NEDERLAND. (\'1880—HEDEN). (ONVERMOGEND).

Kliniek Leiden.

c

O

a
a

Kliniek-
nummer
of aan-
wijzing.

Bekkenvorm
of andere
Indicaties.

Methode.

ligging

van
het kind

Verloop van
den partus
Complicaties

a

\'Z i

ï; S

O

-»j

e c
O -

is

Lot van het kind.

180

K.

C4-\'89

Licht plat rach.
C. incL 11,25.

Condom-catheter.
Haemorrhagie.

Gecomb.
versie.
Accouch. forcé.

bijna
vol-
dragen

2,75

47

Stierf na 4 maanden.

181

K.

65—\'89

Experiment.

Condom-catheter.

A.

Spontaan.

38

3,36

49

Stierf na 7\'A maand.

182

K.

84—\'90

Alg. vernauwd.
C. incl. 11,5.

Condom-catheter.

A.

Spontaan.

38

3,07

48,5

Stierf na 1 maand.

183

K.

90-\'90

Plat rachit.
C.incLlOC.v.8.

Condom-catheter.

Hoofdligg.

Versie.
Extractie.
Mauriceau.

37

2,65

46

Leeft nog (10 jaar).

1

184

Dezelfde
K.

42—\'92

»

Condom-catheter.

Sch.

Versie.
Extractie.
Mauriceau.

2,4

48

Loeft nog (7 jaar).

j

185

Dezelfde

K.
78—\'99

C. incl. 9.

Colpeurynt.
herhaald.

Schedell.

Febris.
Accouch. forcé.
Versie.
Perforatie.
Extractie.

29

Dood geboren.

3 maal p. a. p. bij ééne
vrouw, 1 kind dood geboren,
2 kinderen ouder dan 1
jaar.

186

K.
109—\'90

Experiment.
C. incL 11\'A.

Condom-catheter.

A.

Spontaan.

38

3,1

49

Leeft nog.

187

K.

69—\'89.
I para.

Experiment.

ïamp. ccrv.

A.

Spontaan.

2,65

"

Lecfdo in \'97 (7\'A jaar).

188

K.
83—\'90.
I para.

Alg. vernauwd.
C. incl. 12.

Tamp. cerv.
Condom-catheter.

A.

Spontaan.

37

2,35

45

Stierf 8 dagen p. p.

189

K.

10—\'90.

Alg. vernauwd
plat. rachit.
C. incl. 9, 8;
C.v. 8.

Condom-catheter.

Hoofdligg.

Spontaan.

36-37

2,45

46

Leefde in \'95. (5 jaar).

190

Dezelfde

K.
140—\'91.

»

Condom-catheter.

A.

Spontaan.

37

2,8

49

Loofde in \'95 (4 jaar).

191

Dezelfde

K.
81—\'93.

B

Condom-catheter.

A.

2,62

49

Leefde in \'95 (2\'A jaar).

3 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. 3 kinderen ouder
dan 1 jaar.

192

K.

87—\'90.

Alg. vernauwd
plat. rachit.
C. incl. 11.

Condom-catheter.

A.

Perforatie.
Extractie.

32(?)

2,52

50

Dood geboren.

193

K.
79—\'92.
1 para.

Alg. vernauwd

rachit.
C. incl. 10\'A;
C.v. 8\'A.

Condom-catheter.

A.

Febris.
Forceps.

Dood geboren.\'

194

K.

97—\'92.

Alg. vernauwd.
C. incl. 10\'A;
C.v. 9, 8.

Condom-catiieter.
haemorrhagie.

Vt.

Extractie.

3.75

50

Stierf 1 dag p. p.

-ocr page 45-

35 KUNSTJIATIGE VROEGGEBOORTEN IN NEDERLAND. (\'1880—HEDEN). (ONVERMOGEND).

TV"

Kliniek Leiden.

Kliniek-
nummer
of aan-
wijzing.

Bekkenvorm
of andere
Indicaties

Ligging

van
het kind.

Verloop van
den partus.
Complicaties.

O
v

^ g

s
a

Lot van het kind.

Metliode.

I «

CS

Alg. vernauwd.
C. incL 10\'A;
e.V. 9,8.

Alg vernauwd.
C. incl. 10%;
e.v. 9.

Plat. rachit.
e. incL 11.
e.v. 9\'A.

Alg. vernauwd
plat. rachit.
C. incl. 9\'A.
e.v. 8,1.

Plat.
Exostosen aan
de symph. en
linker artic.
sacro-iliaca.

Plat.
e. incl. 10\'A.
e.v. 9.

Al/?, ongelijkm.

vernauwd,
e. ext. 16,5.

195

Dezelfde

K.
6—\'93.

196

K.
80—\'93.
I para.

K.
25—\'93.

197

198

K.
61—\'94.
I para.

K.

59—\'95
zien».202

199

200

K.

51—\'95

K.

69—\'97

K.

ll-\'97
zien».199

201

202

Zie No. 199.

203

K.
102-\'98

201

K.

94—1900

Alg. vernauwd,
e. incl. 8,8

Alg. vernauwd
plat rachit.
e. incl. 9,8.

Condom-catheter.

Condom-catheter.

Condom-catheter.

Condom-catheter.

Cond. cath.
herhaald.

Vliessteek.
Partus bijna
1 maand later.

Eivliessteek.

I

46

Vt.

A.

Versio.
Extractie.
Smellie-Veit.

Spontaan.

37—38

48

2,61

38

A.

2,91

49

3 laminaria
stiften in cerv.
Tamp. vag.

Laminaria

stiften.
Tamp. cerv.
Vliessteek.

Metalen bougie.
Vliesbreuk.

Versie.
Extractie.
Mauriceau.

34 a 35

2,20

48

A.

Forceps.

3,1

50

A.

2,40

K.

48

Scheden.

1,6

41

Versie.
Extractie.
Mauriceau.

Versie.
Extractie.
Smellie-Veit.

Sch.

48

32

3,1

Spontaan.

2,75

A.

49

25

36

Extractie.
Smellie-Veit.

Extractie
moeilijk.

St.

Stierf 5 uren p. p.

2 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. 2 kinderen dood
binnen I dag.

Leefde \'98 (5 jaar oud).

Leefde in \'95 (l\'A jaar).
Stierf 2 dagen p. p.

Leefde in \'99 (4 jaar).

Dood geboren.
Stierf eenige uren p. p.

Stierf 14 uur p. p.

2 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. I kind ouder dan
I jaar. 1 kind dood kort
na den partus.

Stierf 1 dag p. p.
Looft nog (2 maanden).

• Totaal 60 p.a.p. Onnlddeliik res.lta,.|^ „= Ifc

kinderen ouder dan I jaar geworden . . . . ÜO = 33,9 % {1 p.a.p. noffffectijaarffeleden).

Dr. de VLIEGEII. (Almelo).

Stierf korten tjjd p. p.
Stierf korten tjjd p. p.
Stierf korten tijd p. p.
Dood geboren.

Leeft nog (3 jaar ruim).

205

206

207

208

209

Vernauwd
rachit.

Vernauwd
rachit.

Vernauwd
raohit.

Vernauwd
rachit.

e.v. 4 t\\ 5.

V<!rnauwd
rachit.

Bougie.
Bougie.
Bougie.
Bougie.

K.

Bougie.
Laatste maand
voor part. dieet.

-ocr page 46-

36 kunstmatige vroeggeboorten in nederland. (1880—hedex). (onvermogend).

Kliniek-

Bekkenvorm

Ligging

Verloop van

a

à

ù>

s

nummer
of aan-

of andere

Methode.

van

den partus.

TS 0

a

M
ü

^ a

Lot van het kind.

wijzing.

Indicaties.

het kind.

Complicaties.

0 S

C5

1—1

Dr. simon thomas. {Alkmaar)

Bougie.

210
211

S.

Alg. vernauwd
C. incl. 9.

Dezelfde
212:Dezelfde
213\'Dezelfde

Dood geboren.

Stierf binnen I jaar.

Is ouder dan 2 jaar.

Is ouder dan 1 jaar.

4 maal p. a. p. bij eene
vrouw, 2 kinderen dood
beneden I jaar, 2 kinderen
ouder dan I jaar.

Dr. mees ten OEVER. {Groningen).

Stierf eenige dagen p. p.

Stierf 4 dagen j). p.
Leefde na 12 jaar.

Plat rachit.
C.v. 8\'A.
C.v. 8
\'A.
C.v. 8\'A.

21-4

215

216

Schedell.
Dwarslig.

Versie.
Versie.

Dr. PANTEKOEK. {Velp).

Dood geboren.

Eivliessteek
met instrument
vanDr.U.S.Parvé,

X.

Scheef vern.

Versie.
Extractie.

217

Leeft nog (ouder dan
3 jaar).

Loeft nog (ouder dan
a jaar).

.Leeft nog ouder dan
1 jaar.

4 maal p. a. p. bij ééne
vrouw, 1 kind dood ge-
boren, 3 kinderen ouder
dan I jaar.

218 Dezelfde

Dezelfde

219

220 Dezelfde

1)r. FABIUS. {Velp).

Plat vern. Eivliessteek

met instrument
vanDr.U.S.Parvé.

221 —

Stierf 3 iV 4 maanden p. p.

-ocr page 47-

Kunstmatige vroeggeboorten in Nederlandi (1880—heden)i (Eenigszlns- of meergegoed).

Aan-

Bekkenvorm

Ligging

Verloop van

1 tc

a »

wijzing.

of andere

Methode.

van

den partus.

O

M

|M

Indicaties.

het kind-

eomplicatios.

P

O s

O

cS-S

Dr. RIENDES de LEON. {Amsterdam).

Lot Tan het kind.

3

Alg. vern.rachit.
e.V. 8.

Bougies.
Irrigaties.

St.
Afge-
weken.

Extractie van
het hoofd.

32

3,5

48

Stierf 8 uur p. p.

Bougies.
Vliesbreuk.

;
1
i

Spontaan.

2,9

45

Dood geboren.

Bougies.

A.

Forceps.

34

Leeft nog.

Bougies.
Vliesbreuk.

Sch.

Versie.
Extractie.

32

Leefde na 1 maand.
Niet verder na to gaan

Bougies.
Irrigat.

Forceps.

Schijnt

vol-
dragen

3,45

Lovend geboren.

Dr. NIEMEIJER. (Hilversum).

K.—1886

D.—-93
X.—"85
Z.—\'88
IJ.—90

Vernauwd.

riat rachit.
D. Baud. 19.

Plat rachit.
e.d. 8\'/2.

Alg. te klein.

Plat rachit.
C.d. 9,5 à 10.
e.V. 8.

e.d. 10

e.V. 8\'/,.

L.-\'86

Bougie.

Bougie.
Bougio.

A..

Dwarslig.
A.

Dezelfde
\'90.

Dezelfde
\'92.

Versie.
Kxtractio.

Bougie.

Bougios.

Bougio.

Bougio.

N.-\'93

Dezelfde
\'9L

Dczelfdo
Dezelfde

St.
Afgo-
weken.

Sch.

10
11
12

Versie.

Voot afsrchaald.

35

Loefde in \'96.

35

Stierf na don partus.

35

Loofdo in \'96.

3 maai p. a. p. bij ééne
vrouw, 2 kinderen ouder
dan. 1 jaar, 1 kind dood
kort na den partus.

35

1 Loofde in \'OG.

35

Stierf 1 uur p. p.

Leeft nog (ouder dan
1 jaar).

Leoft nog (ouder dan
1 jaar).

4 maal p. a. p. bij ééno
vrouw, 3 kinderen ouder
.dan 1 jaar, I kind dood
kort na den partus.

1

-ocr page 48-

38 KUNSTMATIGE VROEGGEBOORTEN IN NEDERLAND. (\'1880—HEDEN). EENIGSZ\'INS- OF MEERGEGOED.

Bekkenvorm
of andere
Indicaties.

Ligging

van
het kind

Aan-
wijzing.

®

a
a

Methode.

Verloop van
den partus.
Complicaties.

If

O -

c "

SI

o f

i-J

Lot van het kind.

Dr. MEURER. {Amsterdam).

3,2 -18 ! Leeft nog (7 maanden).

38

Alg. gelijkm.
vern. C.v. 8\'A.

2\'A maand
dieetkuur.

Bougie.
Eivliessteek.

Spontaan.

13

30 Juli
\'99.

Dr. METZLAR. {Ned. Tijdschrift voor Geneesk. 1885.)

14 i M.—\'83. j Spondylolisth.

D. Baud. 19,3
Asymmetrie.

Stierf na den partus.

Forceps. 30

Hoofdl.

Dk. FRERICHS. Çs Hertogenbosch).

Leeft nog.

Leeft nog.

Leeft nog.

3 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. 3 kinderen ouder
dan I jaar.

Getermineerd in
narcose.

X. Alg. vernauwd,
vóór \'95 Altijd groote

15

16
17

kinderen.

te

Brussel.

Dezelfde
\'95.

Dezelfde
\'96.

Bougie.
Bougie.

Dr. AALBERTSBERG. {\'s Gravenhage).

Leeft nog.

(Moeder stierf 3 weken
P- p.; sepsis).

Bougie.

Vernauwd.

18 iX. \'82.

Dr. SIMON THOMAS. (Alkmaar).

Levend geboren.

Levend geboren.

Levend geboren.

3 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. 3 kinderen levend
geboren.

Levend geboren.

Levend geboren.

2 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. 2 kinderen levend
geboren.

Leeft nog.

Vernauwd.

Bougie
Colpeur.

Bougio.

Bougie.

19 X.

Dezelfde

20
21

22

23

24

Y.
Dezelfde

Z. \'89

Alg. vernauwd
plat C.d. 11.

-ocr page 49-

39 KUNSTMATIGE VROEGGEBOORTEN IN NEDERLAND. (\'1880—HEDEN). EENIGSZ\'INS- OF MEERGEGOED.

3

a
s

s
^

Aan-
wijzing.

Bekkenvorm
of andere
Indicaties.

Methode.

Ligging

van
het kind.

Verloop van
den partus.
Complicaties.

a
^ g

3: p

O s

OJ

o —

R =

Lot van het kind.

-

Dr. BARNOUW. (Amsterdam).

25

G.—\'81.

Stenosis
vaginae door
litteeken.

Bougie.

St.
1

Moeilijke
extractie.

±34

45

Dood geboren.

26

V.—\'81.

Alg. te klein.
C. incL 8\'A.

Bougie.

Schedell.

Forceps moeilijk.

38

Dood geboren.

27

Dezelfde
\'82.

n

Bougies.

Schedell.

Spontaan.

±35

2,6
%

Leeft nog.

2 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. 1 dood geboren. 1
kind ouder dan 1 jaar.

28

B.—\'81.

Vorige kinderen
groot.
5,9 KG.
Nu geschat 5KG.

Bougie.

A.

Spontaan.

±35

4,9

51

Iiceft nog.

29

R—\'82.

Alg. vernauwd,
rachit. C. incl.

> 8.

Bougies.

A.

Spontaan.

36—37

2,6

46

Leeft nog.

ao

L.—\'81.
I i)ara.

Plat rachit.
C. incl. < 8.

Bougies.

Schedell.

Spontaan.

±35

2,7

Stierf na 4 jaar.

31

R.—\'85.

Alg. vernauwd.
C. incl. < 9.

Bougie.

A.

Spontaan.

36

2,8

45

Leefde na 1 jaar.

Dr. KRUSEMAN. (Amsterdam).

32

F. I

1

e.v. 7\'A i\\ 8.

Bougie.

Leeft ouder dan 1 jaar.

33 1

B.

i

C.v. 9.

Bougie.

Leefde na 3 jaar.

34

B.

e.v. 8\'A.

Bougie.

Leefde na 1 jaar.

35

II.

e.v. 8.

Eivliesfitoek
met instrument
van Dr.U.S. Parvó.

Leefde na 1 jaar.

36

D.

e.v. 7 ruim.

n

. —

-

Lovend geboren.

37

S.

Alg. gelijkm.
vernauwd C. v.9.

Leefdo na \'A jaar.

Dr.

BECKING.

(Rotterdam),

38

w.—\'92.

Plat rachit.
e
.v. 9\'/,.

Bougie.

(

St.

1

±30

Stierf 21 dagen p. p.

39

Dezclfdo
\'93.

11

Bougie.

St.

±.30

Dood geboren.

-ocr page 50-

KUNSTMATIGE VROEGGEBOORTEN IN NEDERLAND. (\'1880—IIEDEN). EENIGSZINS- OF MEERGEGOED. 40

®

Aan-

Belclcenvorui

Ligging

Verloop van

a
a

wijzing.

of andere
Indicaties.

Methode.

van
het icind

don partus.
Complicaties.

c_ O

O t-
®

® a

® —

Lot van het kind.

40

Dezelfde
\'96.

Plat rachit.
C.v. 9\'A.

Bougie.

Dwars-
ligging-

Versie.
Extractie

± 30

Leeft nog.

41

42

43

44

45

46

Dezelfde
\'97.

)i

Bougie.

Dwars-
ligging.

Vroeg afgeloopen
vruchtwater.

30

-

Dood geboren.

1 Dezelfde

|vóur\'92

??

_

± 30

_

_

Dood geboren. (5 kinderen)

9 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. 7 kinderen dood
geboren, 1 kind dood kort
na den partus, 1 kind ouder
dan 1 jaar.

47

V.—91.
I para.

Plat rachit.
C.d. 10.

Condom-catheter
Treub.

Dwars-

ligging-

± 30

Dood geboren.

48

Dezelfde
\'93.

11

Condom-catheter.

Dwars-

ligging-

± 30

Stierf 4 maanden p.p.

49

Dezelfde
\'94.

55

Condom-catheter.

Hoofd-
ligging.

± 30

Stierf na den partus.

3 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. 3 kinderen dood
binnen 4 maanden.

50

L.—\'91.

Plat rachit.
C.d. 10 (ruim).

Condom-catheter.

Hoofd-

ligging-

Leeft nog.

51

Dezelfde
\'93.

y>

Condom-catheter.
Bougie.

Dwars-

ligging-

Versie.
Extractie.

. —

Dood geboren.

52

Dezelfde
\'95.

n

Bougie.

iDwars-
ligging.

Versie.
Extractie.

Stierf na den partus.

53

Dezelfde
\'96.

n

Bougie.

Dwars-
ligging

Versie.
Extractie.

Stierf 5 maanden p.p.

54

Dezelfde
na \'96.

Niet door
Dr. li.

11

-

1

j

Dood geboren.

5 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. 2 kinderen dood
geboren, 1 kind dood binnen
3 jaar, 2 kinderen ouder
dan 1 jaar.

55

Y.B.—\'99

Alg. vernauwd.
C.d. 10\'A.

Bougio.

Dwars-
ligging.

Versio.
Extractie.

-

Stierf kort na den partus.

56

V.P.—\'91

Plat rachit.
C.d. 10.

Bougie,
(haemorrh. bij
het plaatsen).

Hoofd-
ligging.

—■

Ijcofdo na 1 jaar.

57

Dezelfde

V

Bougie.

St.

Lcofdo na 1 jaar.

2 maal p.a.p. bij ééne
vrouw. 2 kinderen ouder
dan 1 jaar.

58

P.—\'95

Tumor
uitgaande van
het sacrum.

Bougie.

St.

*

Dood geboren.

-ocr page 51-

KUNSTMATIGE VROEGGEBOORTEN IN NEDERLAND. (\'1880—IIEDEN). EENIGSZINS- OF MEERGEGOED. 41

Bekkenvorm
of andere
Indicaties.

Ligging

van
liet kind

Verloop van
den partus.
Complicaties.

Aan-

^ ti Sm
.2 W W-S

u a ? ä

Lot van het kind.

Methode.

wijzing.

Tumor
uitgaande van
het sacrum.

32

Dezelfde

Tóór
dien tyd

32

Iloofd-
ligging.

Z—\'I

Dezelfde
\'89

Dezelfde
\'91

Dezelfde
\'92

Dezelfde
\'93

Dezelfde
\'94

Dezelfde
\'96

Cond.-cath.
Bougie.
Bougie.
Bougie.
Bougio.

30
30
30
30
30

Versie.
Extractie.

Dwars-

l\'gging-

Versie.
Extractie.

Dwars-

\'igging-

Plat rachit.
C.d. 9\'A.

Dood geboren.

Stierf 6 weken p. p.

3 maal p.a.p. bij ééne
vrouw. 2 kinderen dood
geboren. I kind dood binnen
het jaar.

Dood geboren.

Dood geboren.

Leefde in \'97.

Dood geboren.

Stierf 3 maanden p. p.

Stierf enkelo dagen p. p.

Stierf 9 maanden p. p.

7 maal p.a.p. bij ééne
vrouw. 3 kinderen dood
geboren. 3 kinderen dood
binnen 1 jaar. 1 kind ouder
dan 1 jaar.

I)R. KOl.FF. (Nijmegen).

Dood geboren.

Stierf 5 dagen p. p.

2 maal p.a.p. bij ééne
vrouw. 2 kinderen dood
binnen 5 dagen.

Leeft ouder dan 1
jaar.

Loeft ouder dnn 1
jaar.

Leeft ouder dan 1
jnnr.

Stierf 4 mnnndon
p. p.

Dood geboren.

5 maal p. a. p. bij ééne
vrouw, 1 kind dood ge-
boren, I kind dood na 4
maanden, 3 kinderen ouder
dan I jaar.

V. —

Dezelfde

W.

Dezelfde
Dezelfde
Dezelfde
Dezelfde

Iloofd-
liggi\'ig-

Forceps.

Alg. vernauwd
plat.

31

29

Plat rachit.

33-34

33--34

33-.34

33-34

Placenta vóór het 33—34
kind uitgedreven.

-ocr page 52-

42 KUNSTMATIGE VROEGGEBOORTEN IN NEDERLAND. (\'1880—HEDEN). EENIGSZ\'INS- OF MEERGEGOED.

Bekkenvorm
of andere
Indicaties.

Ligging

van
het kind.

Aan-
wijzing.

Methode.

s

Verloop van
den partus.
Complicaties.

\'S

® ö
O

®

Lot van het kind.

Leeft ouder dan 1
jaar.

Leeft ouder dan 1
jaar.

Leeft ouder dan 1
jaar.

\\ Stierf 2 dagen p. p.

4 maal p. a. p. bij ééne
vrouw, 1 kind dood 2
dagen p. p., 3 kinderen
ouder dan 1 jaar.

Dood geboren.

Stierf 4 weken p. p.

Leeft ouder dan 1 j aar.
3 maal p. a. p. bij ééne
vrouw, 1 kind ouder dan
1 jaar, I kind dood binnen
4 weken.
I kind dood geboren.

Plat rachit.

ß.

Dezelfde
Dezelfde
Dezelfde

36
36
36
36

79

80
81

Extractie.

Plat niet rachit

J.

Dezelfde
Dezelfde

34—36
34-36
34—36

Dr. UNIA STEYN PARVÉ. (s Gravenhagé). Eivliessteek is hier steeds: hooge eivliessteek met
het instrument van Dr. XJ. S. P.
Levend geboren is hier: leefde na eenigen tijd, doch niet verder bekend.

82

v.d.Z.-P.

Alg. te klein.
Litteeken peri-
neum.

Eivliessteek
met ganzenpen.

Scheden.

Forceps.

33

<3,5

Lovend geboren.

83

S.-

Plat. C. v. 9.
Steeds groote
kinderen.

Eivliessteek.

Hoofd-

ligginff-

Versio.
Extractie.

33

—.

Lovend geboren.

84

Dezelfde

Plat.

Eivliessteek.

St.

Extractie moeilijk.

33

1 Lovend geboren.

1 2 maal p. a. p. bij ééne
; vrouw. 2 kinderen levend
geboren.

85

C.—

Plat.

Eivliessteek.

Hoofd-

ligging-

Versie.
Extractie.

33

Levend geboren.

86

R.

Alg. te klein.

Eivliessteek.

Hoofd-
ligging.

Versio.
Extractie.

:M

Stierf 8 maanden p. p.

87

Alg. te klein.

Bougie.

St.

Spontaan.

33

— •

Sterft 26 uur p.p.

88

Kach. vern.

Eivliessteek.

Spontaan.

34

Lovend geboren.

89

—\'95.

Alg. te klein.

Eivliessteek.
Bougie.

32—33

1,95

Leeft. 5 jaar oud.

-ocr page 53-

KUNSTMATIGE VROEGGEBOORTEN IN NEDERLAND. (\'1880—IIEDEN). EENIGSZINS- OF MEERGEGOED. 43

u

O

s
a

3

Aan-
wijzing.

Beklcenvorm
of andere
Indicaties.

Metliode.

I^iigging

van
het kind

Verloop van
den partus.
Complicaties.

Jl

^ O
§ tï

ij

Ü3 —

3.S

Lot van het kind.

90

91

92

Dezelfde
3vorige
partus.
Dr.v.P.H.

Alg. te klein.

Bougie.

Leefden in \'95 (3 kinderen).

4 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. 4 kinderen ouder
dan 1 jaar.

93

Plat.

Eivliossteek.

!

Spontaan.

34

Levend geboren.

9\'1

Alg. te klein.

Eivliessteok.

Spontaan.

33

■ 1

!

Sterft 2 dagen p.p.

95

Alg. te klein.

Bougie.

St.

Voet afgehaald.

35

Levend geboren.

96

Eachit.

Eivliossteek.

Schcdoll.

Versie.
Extractie.

34

Levend goboron.

9-?

Alg. te klein.

Eivliessteok.

Spontaan.

34

Levend geboron.

98

Vernauwing
der vagina na
prolapsoperatie.

Eivliesstoek.

Stierf 2 dagen p. p.

99

Dezelfde

i

1

j

Eivliessteok.

Levend geboren.

2 maal p. a. p. bij ééne
vrouw. 1 kind sterft kort
na de geboorte. 1 kind blijft
in leven.

100

Alg. to klein.

Eivliessteek.

35

Levend goboron.

101

Plat. rachit.

Eivliossteek.

Spontaan.

Lovend goboron.

102

Plat.

Eivliofisteok.

Lovend geboren.

103

Vorig kind
woog 5 K.G.
Dood goboron.

Eivliossteek.

Vorsio.
moeilijke
Extractie.

36

Dooil geboren.

101

Vorigo partus
forcipaal.
Dood kind.

Eivliessteek.

liovend goboron.

105

Vroogoro
baringen
moeilijk.

Eivliessteek.

Levond geboren.

106

Alg. to klein.

Eivliossteek.

Hoofdligg.

Forceps.

Lovend geboren.

107

I. para.

Plat racliit.

Eivliessteok.

Hoofdligg.

Forceps.

31

Lovend goboron.

108

Plat rachit.
C.v. 8,7.

Eivliossteek.

Levend geboren.

-ocr page 54-

KUNSTMATIGE VROEGGEBOORTEN IN NEDERLAND. (\'1880—IIEDEN). EENIGSZINS- OF MEERGEGOED. 44

2
S
S

3

Aan-
wijzing.

Bekkenvorm
of andere
Indicaties.

Methode.

Ligging

van
het kind.

Verloop van
den partus.
Complicaties.

ii

iJ O

O fe
O

1 .
ÜJ -

-S J
a °

Lot van het kind.

109

_

Alg. te klein.

Eivliessteek.

_

_

_

_

Levend geboren.

110

Door operatie
hersteld peri-
neum.

Eivliessteek.

Levend geboren.

111

Plat rachit.

Eivliessteek.

33

Leefde na 1 jaar.

112

Dezelfde

Eivliessteek.

34

Levend geboren.
2 maal p. a. p. bij ééne
vrouw, 2 kinderen levend
geboren, (l kind ouder dan
1 jaar.)

113

Steeds groote
kinderen.

Eivliessteek.

Hoofdligg.

Forceps.

35

4,5

Levend geboren.

114

Alg. te klein.

Eivliessteek.

34

Stierf 5 dagen p. p.

115

Plat rachit.

Eivliessteek.

Lovend geboren.

116

Alg. te klein.

Eivliessteek.

Hoofdligg.

Forceps.

31

Levend geboren.

in

Plat.

Eivliessteek.

Leeft ( 5 maanden).

118

Eachit.

Eivliessteek.

Ijeeft ( 3 maanden).

-ocr page 55-

BESCHOUWINGEN

OVER DE

bijeengebrachte gevallen van partus arte praematurus.

Uit de gevallen van kunstmatige vroeggeboorte, die voorkomen in
de voorgaande tabellen, kunnen wij eenige gevolgtrekkingen maken, die ik
hier wil behandelen.

Niet slechts de resultaten dier operatie, doch ook de indicatie, methode,
aard der baring vragen onze aandacht.

Ik meen, dat het meest doeltreffend overzicht dat zal zijn, hetwelk
met elkander in verband staande punten in eene groep te zamen brengt. Ik
stel mij daarom voor achtereenvolgens eenige gegevens, die in de tabellen
voorkomen, afzonderlijk en gecombineerd te bespreken.

Ik heb dan de volgende indeeling gemaakt:

I. Indicatie; verband tusschen bekkenvorm en direct resultaat.

II. Methode.

III. Resultaten voor de kinderen :
1 a. directe;

b. tot aan het 2« levensjaar;

c. bij vrouwen die meermalen de operatie ondergaan hebben;

d. bij primiparae.

IV. Resultaten voor do moeders.

Ik zal daarbij soms de groepen, die in do tabel zijn gegeven: klinieken,
gevallen uit do privaat praktijk, naast elkander plaatsen.

Verder moeten natuurlijk do gevallen i)ij on- en meervermogenden
afzonderlijk besproken worden.

-ocr page 56-

1. INDICATIE,

In de 339 gevallen van p. a. p. was de indicatie:

a. Bekkenvernauwing. Kliniek Utrecht.....57 maal.

52
22
13

53
17

109

„ Amsterdam. . .
„ Groningen . . .
Kweekschool Amsterdam.

Kliniek Leiden.....

Onvermogende priv. prax.
Gegoede „ „ .

323 maal.
3 maal.
3 „
1 „
2

7

h.
c.

(1.
e.
f-

Stenose der vagina. Gegoede priv. praxis .
Te sterke ontwikkehng der kinderen id. . .
Door operatie hersteld perineum id. ...
Moeilijke vroegere partus (zonder meer) id. .

Experiment (kliniek Leiden)......

(4 andere experim. causa opgewekte geboorten hadden plaats
bij vernauwde bekkens, die dus elders reeds genoemd zijn).

Beschouwen wij de bekkenvernauwing nader, dan moeten wij eene
scheiding maken tusschen de platte en de algemeen vernauwde bekkens,
terwijl de niet duidelijk aangegeven vormen afzonderlijk geplaatst moeten
worden. — Die groepen zijn elk weer te verdeelen naar den graad der ver-
nauwing, waarvan de conjugata vera een denkbeeld geeft.

Ik heb haar dan ook als maatstaf genomen; waar zij niet aangegeven
was, is zij berekend door van de conj. diag. of inclinata 1.8 cM.; van de D.
Baudelocque 9 cM. af te trekken.

Ik heb dan voor elke categorie aangegeven het directe mortaliteits-
cijfer — d, w. z. de sterfte bij en direct na de geboorte.

-ocr page 57-

47

Platte bekken.

Conj lig.
vera.

Kliniek. \'

Kweekschool
Amsterdam.

Privaat

praxis.

1

Totaal.

Doodgeboren.

Utrecht.

Amst.

Groniüg.

Leiden,

Ouvermog.

Gegoed.

6—7

l(lt)

2(lf)

8(7 )

_

_

2

13

9 = 69.2 %

7-8

5(3t)

5(1-1-)

4(2f)

10 (4 f)

=

24

10 = 41.7 7„

8—9

16 (9 f)

11 (5 f)

3

11 (2 f)

3

3

13 (51)

=

60

21 = 35 7„

9—10

1

3

10 (7 f)

=

14

7 = 50 7o

10—11

1

3(2t)

idt)

5

3 = 60 7o

116 50 = 43.1%

Algemeen vernauwde bekkens.

6-7

1

1

3(1 )

5

1 =20 7„

7-8

3(1 f)

3(li)

8(6t)

7(2t)

4(lf)

1

26

11 = 42.3 7,,

8-9

14 (41)

14 (6 f)

16 (2 t)

5(lt)

4

=

53

13 = 24.5 7„

9-10

14 (6 f)

1

—•

-idt)

4

1

=

24

7 = 29.2 7,

10-11

2

=

2

— =

110 32 = 29.1

Vernauwd bekken. (Niet nader aangegeven.)

4—5

1 (1 )

1

1

1

7 8

3(2 )

3

=

6

O
u

8^9

1

1 (11)

6

8

1

9—10

1

1

1

=

3

10—11

18 4

Trechtervormig bekken.

9.5

Dist.
lub.
iscbii.

1 —

-ocr page 58-

48

Vergelijken wij nu de uitkomsten der platte bekkens met die der
algemeen vernauwde, dan zien wij, dat bij de eerste categorie het sterfte-
cijfer, nl. 43.1 7o voor de kinderen grooter is dan bij de tweede, nl. 29.1 % ,
terwijl het aantal der gevallen, waarover beiden beschikken, niet veel
verschilt.

Men zou juist het tegengestelde verwachten. Immers, in de leerboeken
en overal waar de indicatie voor p. a. p. besproken wordt, wordt de grens
bij alg. vernauwd bekken hooger gesteld dan bij het platte, zoodat eene
sterke vernauwing, die voor het platte bekken nog p. a. p. toelaat, die
operatie reeds verbiedt bij het alg. vernauwde. Verder leert men, dat
het platte zoowel als het algemeen vernauwde bekken allerlei ongunstige
omstandigheden te voorschijn roepen, (asynclytismus; vroegtijdig breken
der vliezen; prolaps van den funic. umb. e.a.) doch bovendien het alg.
vern. bekken als zoodanig een grootere hinderpaal voor de geboorte is.

Niet alleen is het mortaliteits cijfer bij het alg. vern, bekken in toto
kleiner dan bij het platte, maar ook bijna voor iedere groep afzonderlijk
vindt men dit verschil.

Geeft eene vergelijking der beide bekkensoorten voor de C.v. 6—7
wegens het kleine getal der alg. vern. bekkens geen juist beeld, te duidelijker
spreekt het zoo straks genoemde verschil bij de C.v. van 8—9, waar de
mortaliteit bij het platte bekken 35 "/o, die bij \'t alg. vern, 24.5 % is, over
een aantal kinderen respect, van 60 en 53,

Ook eene C,v. van 9—10 geeft bij het alg. vern, bekken met eene
sterfte van 29,2 X een gunstiger resultaat te zien dan bij het platte, waar
50 7o kinderen stierven.

Meer in overeenstemming met de algemeene opvatting daaromtrent,
zijn de resultaten bij eene C.v. van 7—8, waar het platte bekken eene
sterfte van 41.7 "/o, liet alg. vernauwde van 42.3 "/o ^oe^ zien, terwijl het
aantal gevallen ongeveer gelijk is.

Eene vergelijking tusschen de bekkengroepen met eene C.v. 10—11 is,
wegens het geringe aantal gevallen niet mogelijk.

Bovendien komt het weinig voor, dat bij plat bekken van die maat
vroeggeboorte opgewekt wordt.

Hoe is nu de tegenstrijdigheid in die resultaten to verklaren, speciaal
voor de groepen met Conjugatae verae 8—9 en 9—10? Imrjiers om de
schrikbarend groote sterfte bij eene Conj. vera van 6—7 bij het platte
bekken, mogen we die maat, als voor den p.a.p. onbruikbaar, ter zijde
laten; bij \'talg. vern. evenzoo, al heeft hier het kleine aantal gevallen een
schijnbaar gunstig resultaat opgeleverd.

Voor die twee genoemde maten dan zou het mogelijk zijn, dat de
verklaring in twee richtingen gezocht moest worden, en wel in:

-ocr page 59-

49

cl. de bekkendiagnose;

b. toevallige omstandigheden, die hier als regel zouden deraonstreeren,
wat uitzondering is.

Wat de bekkendiagnose aangaat, is het mogelijk dat hier de oorzaak ligt.

Met eenige zekerheid mogen toch. juiste diagnoses verwacht worden
in de academische klinieken; hier worden door altijd aanwezige hulp dikwijls
na herhaalde metingen door verschillende personen, zoodat dus critiek niet
ontbreekt, de maten dadelijk genoteerd.

Dit kan niet altijd het geval zijn in de privaat praxis.

Niemand leze hierin eene beschuldiging tegen de niet doceerende
obstetrici; zoovele omstandigheden, die in die practijk haren invloed doen
gelden, drukke bezigheden, gebrek aan hulp, vermoeidheid zijn de oorzaak, dat
de bekkenmaten dikwijls eerst later, soms in \'t geheel niet genoteerd worden.

Zijn zij opgeteekend, dan kan het niet anders, of die omstandigheden
moeten dikwijls te kort doen aan de volledige en juiste diagnose van den
bekkenvorm.

Nemen wij, om deze wellicht minder juiste diagnose uit te sluiten,
alléén de resultaten van de acad. klinieken bij elkander, dan zouden wij
voor het geheele aantal gevallen, evenals straks met uitsluiting van die
C.v. 6—7, komen tot eene mortaliteit:

voor het platte bekken van (op 63 kinderen 24 doodgeboren) = 38 »/„;
„ alg. vern. „ „ („ 86 „ 29 „ ) = 33.7 "/„.

Het verschil is dus al belangrijk gereduceerd, doch bestaat nog.

Verder blijkt uit de voorafgaande tabel de volgende veriiouding:
Plat bekken. Alg. vern. bekken.

op 41 kinderen 16 doodgeb. = 39"/„
4- O — O"\'

)) ^ n ^ » — /O

C.v. 8— 9
C.v. 9—10

op 44 kinderen 12 doodgeb. = 27 "/„;
„ 19 „ 7 „ =36.8"/,,.

Voor de C.v. 5)—10 is, al is het aantal gevallen ;uin do eene zijde
klein, de sterfte bij het alg. vern. bekken zoo duidelijk grooter, dat wij
hier de tegenstrijdigheid wel als opgeheven mogen beschouwen.

Doch voor de C.v. van 8—9 blijft zij bestaan, voor haar behoeft dus
de roden niet alleen in eene minder juiste bekkendiagnose gezocht te worden.

Konden wij dus eene verklaring vinden van de grootore mortaliteit
bij plat bekken bij eene C.v. 8—9, dan hadden wij do grootere sterfte der
golieole groep duidelijk gemaakt.

Laat ons dus nagaan of ook toevallige omstandigheden den meestal aan-
genomen regel van een liooger sterftecijfer bij eene C.v. van 8—9 bij alg.
vern. dan bij plat bekken, in ons geval in het omgekeerde hebben doen
veranderen.

Dan kan allereerst in een aantal gevallen kunsthulp zijn aangewend,
die met den dood van hot kind gepaard ging, bij zeer ongunstige liggingen.

4

-ocr page 60-

50

Wij zien dat van de baring bij C.v. 8—9 plat bekken hét volgende
aangegeven is omtrent de
doodgeboren kinderen.

Hoofdligging 7 maal.

Spont. geboren .... 3 maal; gewicht 2.75; 2.8; 2.75.
Versie extractie .... 2 „ „ 2.5; 3.15.

Perforatie......1 „ „ >2.1.

onbekend......1 « 3.

Voet- of stuithgging 7 maal.

Spont. geboren .... 1 maal;

Extractie......5 „ gewicht 2.2; 2.7; 2.85.

onbekend......1 „ „ 2.2

Dwarsligging 2 maal.

onbekend .... 1 maal;

V. E......1 „ gewicht 2.25.

Trekken wij hier van af de gevallen, waar de wijze van verlossing
niet aangegeven was, dan vinden we dus op 13 dood geboren kinderen 9
maal kunsthulp, terwijl de 4 spont. geboren kinderen een gemiddeld gewicht
hadden van 2.77 KG. Het gemiddeld gewicht der dood geboren kinderen
was 2.54 KG.

Bij \'t algemeen vernauwde bekken was de toestand aldus:

Doodgeboren. Hoofdligging 11 maal.

Spont..........2 maal; gewicht 2.25.

Versie en extractie .... 2 „ „ 3; 2.25.

Forceps.......3 „ „ 2.7.

Perforatie........3 „ „ > 2.; > 3.

Versie mislukt......1 „ ^^ 3.

Voet- of stuitligging 1 maal. Extr. . 1 „ „ >2.

Voor de baringen, wier verloop aangegeven was, vonden we op 11 dood-
geboren kinderen dus 9 maal kunsthulp, terwijl de 2 spont. geborenen een
gemiddeld gewicht hadden van 2.25 KG. Het gemiddeld gewicht der dood
geboren kinderen was 2.55 KG.

Vergelijken wij de kunsthulp, aangewend bij de levend geboren kinderen
in acad. klinieken, bij de bekkens waar eene Conj. vera was genoteerd, zio
(pag. 47), dan vinden we het volgende.

Flat bekken. Alg. vernauwd.

Hoofdligging.

Forceps ...... 5 maal. 5 maal.,

Versie en extractie . . 7 „ «

Dwarsligging.

Versie en extractie . . 3 „ ^ »

St. of Vt. ligging.

Extractie......8 „ ^^ „

Op 74 kinderen 23 maal = 31 Op 88 kinderen 34 maal = 38.0 "/„.

*

-ocr page 61-

51

Bus is ook op dit aantal levende kinderen bij het alg. Vern. bekken
meer kunsthulp verleend dan bij het platte bekken.

Zien wij nu of er verschil bestaat in het gewicht der kinderen. Immers
het is mogelijk daar hun aantal betrekkelijk klein is, dat toevallig de levend
geboren kinderen bij alg. vern. bekken, geringer gewicht hadden dan die
bij plat bekken en daardoor levend konden geboren worden.
Daarin is wel een verschil te bespeuren.

Bij het platte bekken was het gewicht in 31 gevallen; gemidd. = 2.605
„ „alg. vern. „ „ „ „ „32 „ „ =2.43.

Dus een verschil van 0.2 KG. doch deze verklaring is slechts schijnbaar,
daar van de levend geboren kinderen alleen het gemiddeld gewicht was resp.
op 19 en 21 kinderen
2.6 en 2.64.

Dit brengt er toe, na te gaan hoe het is gesteld met de kunsthulp,
die bij de levend geboren kinderen verleend werd bij die beide groepen,
dus bij conj. vera van 8—9.

Hier is ook bij \'talg. vern. bekken meer.kunsthulp verleend dan bij
het platte, n. 1. bij:

Plat bekken op 25 levend geboren kinderen werd 15 maal hulp verleend.
Alg. vern. bekken op 27 levend geboren kinderen (bij 5 was geen
verloop van den partus aangegeven) werd 21 maal kunsthulp verleend.
Deze hulp was aldus verdeeld:

Plat bekken. Alg. vernauxcd bekken.

Hoofdligging.

Forceps.......1 maal. 2 maal.

Versie, extract. . . . 6 „ »

Dwarsligging.

Versie, extract. . . . 1 „ „

St. of Vt. ligging.

Extractie......7 „ - - 6 „

Wij kunnen dus het verschil, dat bij do platte en alg. vern. bekkens
bestond voor do sterfte bij C.v. 8—9, alleen nog hierdoor gedeeltelijk
verklaren, dat bij het platte in 60 "/o ^Icr levend geboren kinderen kunsthulp
aangewend word, bij het alg. vorn, in 77.7 "/o, zoodat daardoor bij het alg.
vern. meer kinderen gered konden worden.

Geheel is de tegenstelling, die zoo vreemd schijnt, door dit alles niet
verklaard. Vergeten wij echter niet, dat deze statistiek over betrekkelijk
geringe cijfers loopt. Eenige diagnoses zullen zelfs in do klinieken door de
eene of andere omstandigheid, wellicht onjuist gesteld zijn.

Nemen wij nu nog in aanmerking, dat men bij het platte bekken hot
kind gemiddeld wat grooter durft to laten worden dan bij het algemeen
vernauwde, met do wetenschap dat het, eenmaal door de vernauwing heen,

-ocr page 62-

52

gered is, dan zal hier juist misschien het tijdstip te laat gekozen zijn met
\'t gevolg, dat het kind dood ter wereld kwam.

Laat ons nu vergelijken de mortaliteit, die mijne statistiek geeft, tegen-
over andere van den laatsten tijd, altijd bij vernauwd bekken.

Daar evenwel ook wij dan voor hef oogenblik als levend moeten
beschouwen, wat levend ontslagen werd, moeten wij hier dan al reeds in
aanmerking nemen de kinderen, die binnen 9 dagen na de verlossing stierven.
Hier ook tellen de bekkens zonder aangegeven maat mede, die ik in het
staatje (zie pag. 59) niet genoemd had.
Partus arte praematurus gaf vólgens
Spiegelberg (vernauwd bekken). Mortaliteit

Ahlfeld. 1890.

Leopold „

Braun v. Fernwald „

Dohm „

Ahlfeld 1898 „

TVij vonden voor vernauwd hekken op
824 kinderen, hij de geboorte en binnen 9
dagen er na eene sterfte van 189 kinderen
zoodat ons resultaat ongeveer zich binnen de grenzen van de getallen der
andere statistieken beweegt.

Bij vernauwd bekken in het algemeen werden 324 kinderen geboren.
Van die
324 kinderen stierven tijdens of dadelijk na de geboorte
105 — 32.4 "/„. Volgens Dr. Hüizinga \') bedraagt in het algemeen het
aantal levenloos aangegeven kinderen
5.02 "/„ van het aantal der geboorten.

66.9 7„

38.6 „
33.3 „
37.5 „
45.3 „

61.7 „

42.8

Kunstmatige vroeggeboorte geeft dus ruim G maal zooveel levenlooze
kinderen als alle geboorten te zamen.

1) Handolingon van het 0« Ncd. Natuur- on Geneeskundig Congres pag. 33G cn 337.

-ocr page 63-

IL METHODE.

Ik wil hier de methoden rangschikken naar hare resultaten,
genomen worden die, welke alléén reeds voldeden, daarnaast
methode gecombineerd met anderen.

Bougies alléén waren voldoende in 135 gevallen ....
„ gecombineerd met tamp. van cerv. of vagina . .
„ . gevolgd door irrigaties (Lysol; water; acid salicyl.)
„ omwikkeld met in glycerine gedrenkt jod. gaas .
„ bovendien gecombineerd met tamp. van de cervix
omwikkeld met in 7o Lysol gedrenkt gaas, gecomb

met tamp. van de vagina.........

„ gevolgd door eivliessteek.........

Bij een-
dezelfde

= 135
= 27
= 7
= 10
= 7

=-- 2
= 12
— 3

= 8
2ïr

gevallen

„ gevolgd door injecties (Na Cl.; 1 carbol) . . .
„ voorafgegaan door tamp. cerv. eivliessteek, condom
cath., inject. van glycerine.........

Eivliessteek alléén was voldoende in. . . . .
Hiervan zijn 8 niet nader aangegeven;

1 is hooge eivliessteek mot ganzopen;

38 zijn „

= 47

instrument van

Dr. St. Pauvk; voorafgegaan door bougie, dilatatie van den

cervix.; condom. catheter............

Gevolgd door bougie............

Injecties in ulenim alléén waren voldoende in . . .
(01. Terebinth.; glycerine); voorafgegaan door bougie,
(carljol sol. 1 V„).

Gevolgd door bougie............

(Na Cl. 1 "/„; glycerine).

17
1

05

O

geval
gevallen

gevallen

n

0 gevallen

-ocr page 64-

■ 54

Condom, catheter alléén was voldoende in..........33 gevallen

Gevolgd door eivliessteek (3) en bougie (1) . . . . = 4 „

Voorafgegaan door tamp, cerv.........= 1 „

38 gevallen

Dilatatie van den cervix alléén was voldoende in . . 3 gevallen
Ondersteunend werd zij aangewend in...... 27 „

30 gevallen

Tamp. van de vagina werd ondersteunend aangewend in 19 gevallen

Colpeurijnter alléén was voldoende in...... 1 geval

Irrigaties werden ondersteunend aangewend in . . . 8 gevallen

Niet aangegeven was de methode in...... 40 gevallen

Wij zien hieruit dat de interne middelen in onze gevallen niet aan-
gewend zijn, noch secale, noch chinine.

Het meest is gebruikt de bougie volgens Krause. In de Utrechtsche
kliniek alleen is daarbij jodof glycerine als prikkel toegevoegd.

De gevaarlijke gevolgen der glycerine (haematurie, koorts) werden ook
hierbij waargenomen, zoodat deze methode weer verlaten werd.

Veel aanwending vond ook de eivliessteek. Vooral de hooge eivliessteek
is hierbij bedoeld, die de nadoelen van de methode, naar
Scheel meestal
genoemd, nl. het volledig afloopen van het vruchtwater, mist.

Wij zien dus dat in de laatste 20 jaar onder de methoden van partus
arto praematurus niet meer voorkomen de manueele dilatatie van het ostium;
de herhaalde injecties van water met bijvoeging van wijn of brandewijn,
wat ongetwijfeld van invloed is op het belangrijk dalen van het sterftecijfer
der moedors nl. van 5.17 destijds tot ruim 1 % tegenwoordig.

Doelmatiger methoden en vooral do antisoptiek geven daarvan natuurlijk
de verklaring. Op do kindersterfte evenwel is nagenoeg geen invloed van
die verbeterde methoden to bespeuren.

-ocr page 65-

III. RESULTATEN voor de KINDEREN.

A. Directe resultaten.

Rij 339 p. a. p. werden 340 kinderen geboren.

Hiervan werden dood geboren of stierven direct na den partus:

Kliniek Utrecht op 57 verlossingen

26 kinderen

45.4

/()

„ Amsterdam „ 52

V

21

40.4

jj

„ Groningen „ 22

„ (23 kind.) 14

-

60.9

Kweekschool Amst. „ 13

n

1

)5

7.7

ij

Kliniek Leiden „ 60

))

12

)> ^^

20

>>

Onverm. priv. praxis „ 17

))

6

)) ^^

35.3

»

Gegoede „ „ „118

)5

28

!> ^^

23.7

Totaal: Op 339 verlossingen (340 kind.) stierven 108 kinderen =

31.7

V

Do zoo uiteenloopende resultaten in verschillende bovenvermelde groepen,
vinden hunne verklaring hoofdzakelijk in de indicaties tot p. a. p. die lang
niet altijd dezelfde waren.

Wij zagen nl. op pag. 59 dat do kliniek Groningen do sterkst ver-
nauwde bekkens bevat cn daardoor hot grootere sterftecijfer levert.

Het geringere cijfer van do kweekschool voor vroedvrouwen in Amster-
dam , doet verwachten dat daar do indicatie bij geringere vernauwing gesteld
is, wat ook uit de tabel blijkt. Kvenwel is hier het kleine aantal gevallen
ook weer minder geschikt ter vergelijking.

Het geringere sterftecijfer in de Leidsche kliniek wordt slechts ten
deelo verklaard uit do gevallen, oxperim. causa verricht, die bij niet of
zeer gering vernauwde bekkens plaats hadden. Trekken wij S daarvan
van hot getal dor kinderen af, mot één dood geboren kind, dan blijft
do sterfte nog 21.5 "/„.

Hij do 40 overige lovend geboren kinderen, word in 27 govallen kunst-
hulp verleend, waarbij 14 maal versie en extractie bij hoofdligging.

-ocr page 66-

56

Een groot aandeel in die gunstige sterftecijfers schijnt dus toe te
schrijven aan de veel toegepaste versie en extractie bij hoofdligging.

Het lagere cijfer der privaat praxis is moeilijk te verklaren, daar in de
tabel weinig bekkenmaten zijn aangegeven.

Het groote aantal „onbekend" en het kleine sterftecijfer daarachter
mag geringe graden van vernauwing doen veronderstellen, doch .... het
blijft een vermoeden.

Behalve dus de gunstige sterfteverhouding in de Leidsche kliniek,
zijn de mortahteitsverschillen wel te verklaren uit het verschil in
indicatie grens.

B. Latere resultaten.

Allereerst gaan wij de kinderen na gedurende de 9 eerste dagen van
hun extra uterine leven. Dit toch is de gemiddelde termijn van het verblijf
der moeder in de inrichting na de bevalling.

Hier behoeven we geen scheiding te maken tusschen khnieken etc.
en de lijst der meergegoeden; de verzorging in de kliniek toch, couveuse
en voeding, zijn hier, zoo niet beter, minstens gelijk aan die der kinderen
van de gegoede privaat praxis.

Alléén de totaal onvermogende privaat praxis moeten we hier afzon-
derlijk plaatsen, doch daar het aantal gevallen daarvan klein is, is de
vergelijking tusschen deze twee groepen niet zuiver. AVij vinden nu dat
op de 323 kinderen, in ziekenhuizen of meergegoede privaat praxis geboren,
102 bij de geboorte stierven; in de eerstvolgende 9 dagen nog 33. Van de
221 levend geboren kinderen stierf dus nog 14.9 7o; van het geheele aantal
(323) bezweek binnen 9 dagen 41.8

Bij de kleine groep van onvermogende privaatpatienten is dat op 17
kinderen, waarvan 6 dood, dus 11 levend geboren, 2 = 18 7o, of op het
geheele aantal (17) eene totaal sterfte van 47

Veel verschil geeft dit dus niet, doch zooals reeds gezegd, het aantal
gevallen van de laatste groep is te klein voor eene juiste vergelijking.

Komen wij thans tot het gedeelte der kinderen, die het eindo van
het eerste levensjaar bereikten, dan moeten wij scheiding maken tusschen
de groepen, die de beide lijsten omvatten; onvermogenden en eenigszins of
meer gegoeden.

Dit is respect, een getal van 222 en 118 kinderen. Hier moeten
echter afgetrokken worden, behalve de doodgeborene, die kinderen, wier
geboorte nog geen jaar geleden plaats had, benevens die gevallen, waarvan
niets bekend is geworden.

-ocr page 67-

ot

Wij vinden nu deze resultaten:

Onvermogend 222 ............ . . . ^. . ^ 222

dood geboren............... 80

geboorte nog geen jaar geleden (13, doch 2 reeds
genoemd onder de dood geborenen).........

131

Van die 131 kinderen bereikten 78 of 59.5 7o het einde van het eerste
levensjaar.

Van deze vroeggeboren kinderen van onvermogende ouders stierven
dus in het\'eerste levensjaar nog 40.5 70.
Eenigzins of meer gegoed:

118 gevallen..................=118

dood geboren............28

geen verder bericht van ontvangen .... 33

nog geen jaar geleden.........3

--64

54

Van de 54 kinderen, die levend geboren worden en wier lot mij bekend
is geworden, bereikten
37 het einde van het eerste levensjaar (dus 68 \'/a 7ü)
stierven dus nog in het eerste jaar 31.5 7o-

Wij vinden dus bevestigd, hetgeen men a priori verwachten kon,
n.1. eene geringere sterfte in de gegoede privaat praxis.

Vergelijken wij nu die sterfte cijfers met de gemiddokie kindersterfte
in het eerste levensjaar in ons land.

Ik heb mij daarvoor gewond tot Dr. Menno IIuizinoa, die do cijfers
van zijne statistiek omtrent dit punt welwillend te mijner beschikking
stolde.

Dat cijfer is ])erckend per 1000 wettig geborenen over een tijdvak van
1840—1895, telkens over 10 jaar, van welke 10 uitkomsten het gemiddelde
genomen is.

Dat hier do onwettig geborenen niet in aanmerking genomen zijn, is
voor ons doel eer voordeelig dan omgekeerd. Innnors bij het toch reeds
kleine aantal ongehuwden, dat p. a-p. onderging, gold hot meestal moedors,
dio eenigen tijd later met den vader van het kind huwden, waarbij bijna
altijd het kind erkend werd. Eenige gevallen, n.1. waar do baring experi-
menti causa opgewekt werd bij ongehuwden, cn waar hot uitbesteedo kind
binnen korten tijd succonibeerdo, zijn to weinig in aantal, dan dat wij don
invloed daarvan niet zouden mogen verwaarloozen.

Do gemiddelde kindei-sterfte in hot eerste levensjaar wordt dan door
Dr.
liuiziNGA berekend op 22%

-ocr page 68-

58

Ik vind voor mijne kunstmatig te vroeg geboren zuigelingen bij gegoede
moeders 31.5 % » l^Ü onvermogende 40.5 7».

Er waren onvermogend . . . 222 kinderen;
nog geen jaar geleden ... 11 „

Blijft dus 211 kinderen; daarvan leefden na

1 jaar nog 78.

Eenigzins gegoede moeders baarden.....118 kinderen;

geen bericht van het verdere lot . . . 33

nog geen jaar geleden....... 3

- 36 „

Blijft 82 kinderen; daar-
van waren na 1 jaar nog in leven 37;

dus van 293 kinderen waren na 1 jaar nog in leven 115.
Ware de sterfte gelijk geweest aan den norm door Dr.
Huizin ga
berekend, dan hadden na 1 jaar nog 228.54 in leven moeten zijn.

Het kind door p.a.p. geboren, komt dus in 31.7 "/o gevallen dood
ter wereld.

Eet levend géborene kind heeft dan verder slechts de helft van de kans,
die een voldragen kind bezit, om het levensjaar te bereiken.

Naar den graad van bekkenvernauwing gerangschikt, heeft mijn
onderzoek het volgende geleerd:

Onvermogend.

Plat hekken.

C.v. 6—7 op 14 verlossingen 1 kind(eren) na 1 jaar in leven = 7.15

7-8 „ 21 „ 4 „ „ „ „ „ = 10"/,,

8-9 „ 33 „ 14 „ „ „ ,, „ = 42.4 7„

9-10 „ 3 „ 2 „ „ „ „ „ = 66.6 7,,
10-11 „ 4 „ 1 „ „ „ „ ,, = 25 7,,

Alg. vernauiod bekken.

C.v. 6—7 op 1 verlossingen O „ „ „ „ „ = O 7o

7-8 „ 22 „(23kinder.)ll • „ „ „ „ = 47.8 7,,

8 — 9 „ 46 verlossingen 19 „ « ,, „ .= 41.3 7o

9-10 „ 22 „ 8 „ „ „ „ = 36.3 7„

0/
/ii

10-11 „ 2 „ O „ „ „ „ „ = O

Eenigszins- of meergegoed (I)uitengcsloten zijn gevallen, die nog
geen jaar geleden zijn of waarvan het lot mij niet bekend werd).

-ocr page 69-

59

Flaé bekken.

e.v. 6—7 op 1 geval(len) 1

kind(eren)

na

1 jaar

in

leven

= 100

7-8 „ 10 „

3

»

»

»

«

- 30 "/o

8-9 „ 10

3

IJ

«

= 30 0/«

9-10 „ 10 „

2

»

)!

= 20\'\'/„

Alg. vernaimcl bekken.

e.v. 6—7 op 3geval(len)

2

»

))

«

== 66.6 %

7-8 „ 1

1

!!

)?

»

«

))

- 100 %

8-9 „ 2 „

0

!)

«

»

;?

= 0 "/„

9-10 „ 1 „

1

»

»

!)

= 100 %

Ook hier wordt hot duidelijk, dat mijne cijfers veel te klein zijn, om
eene dergelijke onderverdeeling toe te staan; de uitkomsten worden dan
klaarblijkelijk onbruikbaar.

C> Resultaten voor vrouwen, bij wie meermalen p.a.p. werd opgewekt.

Geen levende kinderen kregen:

5 vrouwen: 1 na 4 maal (Alg. vern. bekken C.v. 7.6),

en 4 „. elk 2 maal (Platte bekkens C.v. 7 -7,; (5.5; 8 \'/.,; 8 V^)
de operatie ondergaan te hebben.

Geen kinderen ouder dan 1 jaar behielden, behalve de vorigen:

a. (onvermogend.) 2 vrouw(en) bij wie 2 maal

^ ;) » » " !)
1
n » » j)

^ » » j) »
^
n » n \' 9 „

do partus werd opgewekt;

b. (eenigzins- of meer gegoed.):

1 vrouw bij wio 2 maal

2 vrouwon „ „ 3 „

de partus werd opgewekt.

Kinderen ouder dan 1 jaar hadden:
rt. onvermogend.

Oudor dan 1 jaar.

8 maal had eeno vrouw bij wio 2 maal p.a.p. opgewekt werd 1 kind.

5 „ j, „ „ 2 kinderen.

3 „ „ „1 kind.

„ ,, „ „ 2 kinderen.

3

1
2
3
3

n \'J ;) »

)j ;) )? » »

)j !J r >! » »

-ocr page 70-

60

Ouder dan 1 jaar.

maal had eene vrouw bij wie 4 maal p. a. p. opgewekt werd 1 kind.

4
4

4

5

maal had eene vrouw bij

O
6

h. eenigszins- of meergegoed:

vie 2 maal p.a.p. opgewekt werd 1 kind. (1 onbekend).

2 „ „ „ „ 2 kinderen.

3 » ,5 „ „ 1 kind.
3 „ „ „ 21iinderen.
^ "
n » 3 „
^...... „ 3 „

2

j) n

7 „ „ \' „ „ Ikind. ■

^ ;? !J )) 1 -V

Hieruit is het volgende af te leiden:

15 vrouwen hadden na 49 p. a. p. O kinderen boven het jaar

2 kinderen.

3
i
2

1 kind.

n
j)
H

n

V

127
176

71
71

52

d.i. 52 vrouwen ondergingen de operatie 105 maal zonder en 71 maal met
het gewenschte gevolg, n.1. een kind, dat het 2® levensjaar bereikte.

Wij zien hier dat bij do vrouwen, bij wie de partus 6, 7, 9 of 10
maal werd opgewekt het resultaat zeer slecht was.

Bij de vrouw met 10 maal p.a.p. werden 6 kinderen dood geboren,

2 kinderen binnen 9 dagen dood, 2 kinderen binnen V, jaar dood.

Bij deze vrouw (alg. vern. bekken C.d. 11), die gaarne een kind had
gehad, was eene sectio caesarea op hare plaats geweest.

Bij haar sluit zich aan de Vrouw, bij wie de baring 9 maal is opgewekt.
Zij had een plat rach. bekken met C.v. 9V2; 7 kinderen werden doodgeboren;
1 stierf binnen het jaar en 1 kind voleindigde het
levensjaar.

Evenzoo zij, die de operatie 7 maal onderging. Plat bekken C.d. 9 ;

3 kinderen werden dood geboren; 3 stierven binnen het jaar; 1 werd ouder
dan 1 jaar.

De vrouw, die 6 maal door p. a. p. verlost werd, met een alg. ver-
nauwd bekken, met C. incl. 9,5, kreeg 2 kinderen dood, verloor er 3 binnen
een jaar en behield er één boven het jaar.

-ocr page 71-

61

D. Resultaten bij primiparae.

Hier is bedoeld het directe gevolg der baring:
In 17 gevallen werd p. a. p. opgewekt bij I gravidae.
5 kinderen kwamen dood ter wereld in de volgende gevallen.
Recht vern. rachit. bekken C.v. S\'/o-

Hoofdligg. kind woog 2,75 KG.
Ingang iets vernauwd. C. incl. 12,5.

Hoofdligg. Prolaps funic umb.
Alg. vernauwd C.v. Hoofdligg. Forceps.

Scheef vernauwd. Afgeweken hoofdligg. Accouch. forcé.

Kind woog 2,4 KG.
Plat rachit C.d. 10. Dwarsligg.

Die 17 p.a.p. gaven dus eene sterfte van 29,4 °/o-

IV. RESULTAAT voor de MOEDERS.

In het geheel stierven 4 moeders. Hieruit volgt, dat de gevaren van
den p. a. p. voor de moeder niet zoo licht geteld mogen worden, als meestal
gedacht wordt. Wel is de sterfte gering, n.1. op 339 moeders slechts ruim
1 "/„, doch mag het gevaar dat de moeder loopt bij het aanraden van den
p. a. p. niet verzwegen worden. Het is toch mogelijk, zooals blijkt uit één
der gevallen, dat het onderste uterus segment doorboord wordt; eene infectie
is niet onmogelijk, zooals uit eenigo andere gevallen te zien is.

Bovendien is hier de dood eener moeder van groote beteekenis. Den
p.a.p. toch wekt men op, om do moeder niet to schaden; daarvoor wordt
zelfs eene geringe levenskans van het kind toegelaten.

-ocr page 72-

HOOFDSTUK II,

Sectio Caesarea.

Zooals ik in mijne inleiding reeds aangegeven heb, wil ik in dit
hoofdstuk tegenover de uitkomsten van den partus arte praematurus die
der Sectio Caesarea stellen.

Terwijl er zoovele statistieken in de laatste jaren verschenen zijn,
schijnt het vreemd, dat ik in de volgende bladzijden zelf getracht heb nog
weer eene nieuwe te geven.

De redenen hiervoor zijn de volgende:

De grootere statistieken, die gepubliceerd zijn, geven wel een begrip
van de resultaten der S. C, in het algemeen, doch ik kan, voor mijn doel,
met kunstmatige vroeggeboorte natuurlijk alléén die gevallen van keizersnede
vergelijken, waarbij moeder en kind enkel aan de gevaren eener S. C. zonder
eenige andere complicatie dan bekkenvernauwing, worden blootgesteld.

Dit nu is het geval met bekkenvernauwing, goedaardige tumoren in
het kleine bekken, rekking\' van het onderste uterus segment bij eene
ongunstige ligging.

Ik heb gemeend aan de bovengenoemde voorwaarden het best te
voldoen, door op de volgende wijze te werk te gaan.

Ik heb nl. genomen de gedurende vijf jaar voorgekomen en gepubliceerde
gevallen van Sectio Caesarea, zooals die genoteerd staan in de lijst,
die jaarlijks verschijnt in
da Jahresberichte va7i Frommel ; in eene
publicatie van
Leopold en verder de gevallen in Nederland, die mij bekend
zijn geworden.

Ik heb dus maar een greep gedaan, en tamelijk willekeurig, dat is zeker.

Voor mij kwam het er op aan eene ilinke groep van gévallen van
keizersnede te hebben, waaruit ik de vermoedelijke sterftekans voor moeders
en kinderen zou kunnen berekenen.

Die groep mocht niet klein zijn, om de bekende nadoelen van kleine
statistieken te vermijden, die ik hier niet behoef op to sommen.

-ocr page 73-

m

2ij nioesb verzameld worden uit een tijdvak, waarin de techniek voor
alle gevallen ongeveer als gelijk beschouwd mag worden, en ... . mijne
lijst moest een begin en een einde hebben. Daarom koos ik de jaren
1894—\'98 en verzamelde daaruit al wat ik vinden kon.

Weggelaten heb ik alle gevallen, die niet voldeden aan de eischen,
die ik meende te moeten stellen, gelijk boven betoogd is.

Daar van de „Jahresberichte" de genoemde vijf jaren l)eschouwd zijn,
heb ik mij ook voor de vaderlandsche gevallen tot dat tijdvak beperkt.

Ik heb mijne aldus bijeengebrachte gevallen van keizersnede in het
volgende staatje gerangschikli; in eene afzonderlijke tabel heb ik de gevallen
gebracht, dié ik meende te moeten uitsluiten, met vermelding van de
reden daarvoor.

Onder den naam Sectio Caesarea heb ik begrepen zoowel de conser-
vatieve keizersnede, als de modificatie naar
Poero genoemd. Immers,
dikwijls geschiedt of geschiedde deze operatie alleen om eene verdere
graviditeit te voorkomen en in dat geval behoort zij, naar mijne meening
thuis in eene statistiek der Sectio Caesarea.

Maar wanneer eene infectie de aanleiding tot de amputatie van den
uterus was, dan heb ik haar niet in mijne lijst opgenomen.

Voor de weggelaten gevallen uit de lijsten van Frommel; Leopold en
Nederl. gevallen verwijs ik naar de daarover handelende tabel pag. 67 en
volgende.

Op bovenstaande wijze te werk gaande heb ik dus gevonden dat voor
mijn onderzoek waarde had een aantal van 407 gevallen van Conservatieve
Sectio Caesarea en PoRuo-operatie.

Daarvan stierven 40 moeders.....= 9.8 "/„

36 kinderen.....=8.8 %

(lot van het kind onbekend in 5 gevallen).

Daar ik mijn best gedaan heb al die gevallen zorgvuldig uit to sluiten,
waar het leven der moeder nog door andere oorzaken Ijcdreigd werd dan de
operatie als zoodanig en die waarljij hot kind geen ander doodsgevaar liej),
dan dat wat met do operatie samenhing, meen ik op grond van boven-
genoemde cijfers, het recht te hobl)on tot deze uitspraak; in do laatste vijf
jaren is gebleken dat aan de S. C. eeno sterftekans voor do moeders van
9.8 , voor do kinderen eene van 8.8 7« verbonden is.

-ocr page 74-

G4

CONSERVATIEVE SECTIO CAESAREA.
Frommels Jahresbericht.

Gestorven

Onbekende
kinderen.

Jaar.

Aantal.

Moeders. Kinderen.

a) 1 achtinaandskind.

b) 1 kind was dood ante

operat.

c) 1 tweelingskind, •
1 anencephalus.

d) 1 achtmaandskind;

1 kind was dood ante

operat.
1 kind stierf binnen
24 uren.

39
29
41

58

61

1894

1895

1896

1897

1898

3

2 a)
5&)

4 c)
öd)

Leopold \')

• Nederl.
gevallen.

Totaal. .

26
39

O
2f)

30

293

21

f) 1 kind stierf 11 uren
post operat.

PORRO-OPERATIE,
Frommels Jahresbericht.

1894

21

1

1

2

1895

14

1

6r7)

1896

29

4

4/\')

1897

i

17

3

2

1898

13

0

Ij)

Leopold \')

17

1

. 0

Nederl. ^

gevallen,

3

0

0

Totaal. .

i

114

10

1
1

\' 15

1) Arcliiv, für Gynaok, Bnd. LVI. Heft 1.

2) Zie tabel Ned. gevallen.

g) 1 tweelingskind;

1 achtmaandskind.

h) 1 vijfmaandskind.

j) stierf na 1 dag.

-ocr page 75-

Tabel van gevallen van Sectio-Caesarea in Nederland

van 1894—\'98, nog niet gepubliceerd.

AHoop;

Aanwijzing.

Jaarnummer.

Indicatie.

bloeder.

Kind.

Kliniek Utrecht.

■70—\'Ü4. •

Algem. vernauwd plat rachit.
bekken C.v. < 8.

Genezen.

Goed.

n

142-\'95.

Algem. vernauwd bekken.
C.v. 8.

Genezen.

Goed.

V

82—\'9G.

riatbekken.
C.v. 7.

Gestorven.

Goed.

n

15—\'98.

Scheef ongelijkm. vern. bekken.
C.d. 11.

Genezen.

Goed.

n

G2—\'98.

Tumor in het kleine bokken.

Genezen.

Goed.

. n

70-98.

Scheef vernauwd bokken.
C.v. 7\'A.

Genezen.

Goed.

Kliniek Groningen.

18-\'95.

Vernauwd bekken.
C.v. G\'A.

Genezen.

Goed.

n

22-\'97.

Vernauwd bekken.
C.v. 87,.

Genezen.

Goed.

n

33—\'97.

Vernauwd bekken.
C.v. 8\'A.

Genezen.

Goed.

Tl

38—\'97.

Vernauwd bekken.
C.v. 8\'A.

Genezen.

Goed.

Kliniek Leiden.

GO-\'97.

Vernauwd rachit incl. bekken.
C.v. O\'A.

Gestorven.

Goed.

n

41—\'9G.

Vernauwd bokken.
C. incl. 8\'A.

Genezen.

Goed.

V

2G-\'98.

Vernauwd bekken.
C. incl. 8,4.

! Genezen.

i

Goed.

1>

4 —\'98.

Vernauwd bokken.
C.v. G\'A—7.

1 Gestorven.

Goed.

Dr. do Vlieger.

1897.

Vernauwd rachit.
C.v. 4 5.

Genezen.

Goed.

Dr. van Kleef.

;}0-5-\'95.

Plat vernauwd.
C.v. 7\'A.

Genezen.

Goed.

n

23—5—\'98.

Dezelfde als No. IG. Porro.

! Genezen.

Goed.

n

, 30—12—\'90.

i
i

IMat, algem. vernauwd.
C.v. 8,5.
Porro.

Genczpu.

Goed.

r.

-ocr page 76-

Tabel (zie vorige bladzijde) Gepubliceerc.

Dood van

Aantal
ffcvallen.

Moeder. Kind.

Xcd. Tijdschrift voor Verloskunde llo jaargang Ie deel. . .

„ „ n 8e en 10e jaargang . . .

„ „ B „ 11e jaargang Ie deel. Verslag

der Gynaec. vereeniging. Vergadering van 14 Januari 1900.

I —

Ncd. Tijdschrift voor Verloskunde 9e jaargang......

Ned. Tijdschrift voor Geneeskunde. 1897. Deel I.....

1898. Deel I.....

1895. Deel II ... ■

„ « « . 189Ö- üeel I.....

1. (II
uur p p.)

Prof. Xijl
Prof. Trcub.

Dr. Beckiiig.

Dr. Kcijenga
Dr. Doorinan.
Dr. Selhorst.
Prof.
v. d. Meij.

idem.

Ned Tijdschrift voor Verloskunde. Ce jaargang pag. 304 .
Verslag der Gynaecol. Vereeniging. Vergadering van 14—3—\'94
Ned. Tijdschrift voor Verloskunde. 6o jaargang, pag. 321 . .
Verslag der Gynaecol. Vereeniging. Vergadering van 20 Oot. \'95
Centrallblatt für Gynaekol. 1896. N°. 21. pag. 554 ... .

Dr. v. d. Poll.
(Porro).

Dr. Ten Cate

Iloedeniakcr.

moeders dood 4.
kinderen dood 2.
moedors dood 0.
kindereu dood 0.

Ned. Tijdschrift voor Verloskunde 8o jaargang.^ pag. 2G0

Totaal: Conservatieve S. G. 39 gevallen
l\'orro-opcratic 3 gevallen

-ocr page 77-

Uitgesloten gevallen van Conservatieve Sectio Caesarea en Porro-operatie

I. conseryatteye sectio caesarea.
Frommels .lalireshcrichf.

Placenta praevia.
Carcinoma cervicis.
]\\[aligno proces.
Ruptura uteri.

Resultaat onvolledig mcdogedopld.

Geen indicatie vernield.

Geen indicatie vermeld.

Carcinoma cervicis.

Geen indicatie vermeld.

Geen indicatie vermeld.

Geen indicatie vermeld.

S. C. post mortem.

Geen indicatie vermeld.

Geen indicatie vermeld.

Zware dyspnoe.

X".
8

14

15
•25—30

33

34

37

38
43
48

50-51

52

53

54

50
57

59
00
83

1897.

1894. X«.

3

n
8
i)
11
12
15
17
22
29
31

37

38

39
41

19—50

Geen indicatie vermeld.

17 gevallen

moeders dood 3.
kinderen dood 1.

Carcinoma uteri.
Geen indicatie vermeld.
S. C. post mortem.
Elders vermeld.
Geen indicatie vermeld.
Ecclampsic.
S. C. port mortem.
Elders vermeld.
Carcinoma vaginae.
Ruptura uteri.
Elders vermeld.
Maligne tumor.
Placenta praevia.
Laparotomie.

Graviditeit in do rudimentaire hoorn.
Carcinoma uteri.

Laparotomie; graviditeit in de rudi-
mentaire hoorn,
llysterectomio.
Carcinoma cervicis.
Carcinoma recti.

1805.

! K".

i ^

Placenta praevia.

0

1 Ecclnmpsie.

8

1 Carcinoma recti.

9

Ecclanipsio.

14

Ecclampsic.

19

Carcinoma.

32

Geen indicatie vermeid.

33

Carcinoma colli.

34

1 Carcinoma colli.

moeders dood 2.
kinderen dood 2.

N".
5
10
11

1898.

12
15
17
22
20

37
35

38
41
45
40
48
51
58

9 gevallen

1806.

N".

4

Ecclampsic.

()

Ecclampsio.

8—9

Elders vermeld.

14

Ecclumpsie.

15

llystereclomie.

20

llysterectoinie.

29—30

In 1880-\'88

50

Ecclampsio.

moedors dood 4.
kinderen dood (5.

Ilystercctomio.
Ecclampsio.

S. C. na vcrgcofscho poging tot ci-a-
nioclasie.

Vrouw sterft direct p. o.
Geen indicatie vermeld.
Carcinoma colli,
lleods geinfecteerd ante operat.
Sepsis ante part.
Ecclampsio.

Resultaat onvolledig vermeld.

llysterectomie.

Geen indicatio vermeld.

S. C. wegens inwendige bloeding.

Resultaat onvolledig vermeld.

Carcinoma colli.

Cai\'cinoma colli.

Carcinoma colli.

Schotwond in abdomen.

25 gevallen

moeders dood 3.
kinderen dood 3.

moeders dood 5.
kinderen dood 8.

17 gevallen

10 gevallen

-ocr page 78-

08 UITGESLOTEN GEVALLEN VAX CONSERVATIEVE SECTIO CAES.VREA EN POliRO-OPElïATIE.

II. p o r r o - o p e r a t i e.
Frommels Jahresberichl.

Carcinoma cervicis.
Carcinoma recti.
Geen indicatie vermeld.
Ruptura uteri.
Geen indicatie vermeld.
Carcinoma cervicis.
Geen indicatie vermeld.
Carcinoma uteri.
Geen indicatie vermeld.

N». ;

7 I

12 ;

14 \'

15 !

I

19 \'
24—27
29-31;

34
35—36

1894.

17 gevallen

X».
6
8
11

13

14

15

16
18
21

24

25

1895.

moeders dood 6.
kinderen dood 5.

Carcinoma uteri.
Ruptura uteri.
Ruptura uteri.
Ruptura uteri.
Ruptura uteri.
Infectie ante operat.
Carcinoma colli.
3Iyo8arcoma ovarii.
Ecclampsie.
Ecclampsie.
Elders vermeld.

1896.

Ruptura uterL

Carcinoma cervicis.

Resultaat onvolledig vermeld.

Ruptura uteri.

Ruptura uteri.

Elders vermeld.

Carcinoma vagin. inoperab.

Indicatio vitalis wegens bloeding.

Ilysterectomie.

Resultaat onvolledig vermeld.

Ilysterectomie.

Carcinoma uteri.

N".
1
4
10
12

19

20
26
27

30

31
36—3\';

42

moeders dood 1.

13 gevallen

kinderen dood 3.

1897.

: N".

i 2

Ilysterectomie.

5

Carcinoma uteri.

t;

Carcinoma cervicis.

10

Veretterde dermoïdcyste.

14

Gebarste veretterde cvste.

22(?)

Porro,

1 6 weken post partum. :

24

Resultaat onvolledig vermeld.

26

Resultaat onvolledig vermeld.

27

Ecclampsie.

28-29

Ilysterectomie.

12 gevallen

moeders dood 2.
kinderen dood 3.

1898.

N".

1

Ilysterectomie.

4

Ilysterectomie.

.j

Ilysterectomie.

13

Ruptura uteri.

14

Carcinoma uteri.

16—17

Ilysterectomie.

moeders dood .5.
kinderen dood 6.

11 gevallen

moeders dood 1.
kinderen dood 1.

7 gevallen

Leopold. Conservât. S. C. N». 43—45 (voor \'94).

Porro-oporatio X». 20. Medullair ovariaal sarcoom.

X®. 22. Placenta prnevia.

N". 26. Moribunda. Complete rupt. utcri.

N°. 29. Moribunda. Puls. mollis en frcquens.
Mitralis. Cyanose en Dyspnoê.

Insuir. cn Stenose van den

moeders dood 1.
kinderen dood 1.

4 gevallen

-ocr page 79-

Uitgesloten gevallen van Cons. S. C. in Neclerlanc

van 1894—\'98.

Loslating placenta luiemorrhugio pag. 275.

Moeder.

Kind.

Kliniek Utrecht.

3—1—\'9(5.

Tumor ovarii sinistrii.

Gestorven 1 dag p. o.

Goed.

» n

20—9—\'99.

Extirpatie uteri.

Genezen.

Goed.

Dr. Selhorst.

1898.

Infectie ante operat.

Stierf.

1

Dood.

Dr. Ton Catc Ilocdcmaker. Ned. Tijdsclirift van Verloskunde 80 jaargang. Geval N". 7.
Moedor genezen.
Kind dood.

Geval N". 8.

3Ioeder cn kind dood. Infectie ante opcrat. Pulsus irregularis cn inacqualis pag. 279.

Waarom stierf in dien tijd eeno van de 10 vrouwen die sectio caesarea
ondergingen. Ligt dit aan de tcclmiek der operatie als zoodanig? Neen;
Immers zij is eeno laparatoniie die zelden langer dan \'/
ï ^^ur duurt; zij is
eene volkomen typische operatie; zij laat geene stomp achter in do buikholte;
zij stelt liet Peritoneum niet bloot aan bezoedeling met infectieus materiaal;
zij wordt verricht bij vrouwen in de bloei van het loven.

Zij mag dus op eene lijn gesteld worden met eene eenvoudige ongecom-
pliceerdo ovariotomie, waar het sterftecijfer belangrijk veel kleiner is. Hot
hoogo mortalitoitscijfer moet dus van andere omstandigheden afhankelijk
zijn. Die zijn hierin gelegen dat zoo dikwijls do groote wenschelijkheid to
laat wordt erkend, do noodzakelijkheid der operatie te laat wordt ingezien,
en zij dan ondernomen wordt bij eene uitgeputte, bij eeno gekwetste of ))ij
eene geinfecteerdo pationte.

Zoodra men het weinig gevaarlijke der operatie als zoodanig zal inzien,
do indicatie dus vroeger zal stellen, alle maatregelen daarvoor benoodigd
eerder zal treilen, (tijdig vervoer naar een ziekenhuis!) moot cn zal een
belangrijk grooter aantal moeders door dezo operatie gered worden.

Is het sterftecijfer der kinderen door dezellUo oorzaken to hoog?
Volgens Dr.
Huizinga komt l)ij een groot aantal verlossingen 5.02 "/„ der
kinderen dood tor wereld. Do doodsoorzaak is in vele gevallen die wij
zelf met eigen oogen waarnemen niet te gissen en dus ook niet te vermijden.

-ocr page 80-

70

Stellen wij dus de onvermijdbare sterftekans tijdens de baring voor
een kind op 5 dan blijkt het cijfer dat wij voor de sectie caesarea vonden
n. 1. 8.8. 7o slechts weinig hooger en vindt zeer zeker voor een deel zijne
verklaring in de ongunstige omstandigheden waaronder nog heden ten dage
de operatie verricht wordt; voor een deel misschien in factoren die nu nog

niet bekend, later wellicht als vermijdbaar ontdekt zullen worden.^

*

* *

Aan het eindo van mijn\' arbeid gekomen, dringt zich de vraag op:
„wat heeft mijn onderzoek geleerd omtrent de waarde van den partus
praematurus arteflcialis; welke uitkomst heeft deze statistiek, samengesteld
op de, in mijne inleiding aangegeven wijze, opgeleverd?

Mijn onderzoek heeft aangetoond, dat de waarde van den partus arte
praematurus niet bepaald wordt door het aantal kinderen, dat levend ge-
boren wordt, doch door het aantal, dat in leven blijft en dus alléén met de
verlossing ä terme vergeleken mag worden, wanneer men dit in het oog houdt.

Het is gebleken, dat de kans, door eene kunstmatig vervroegde baring
een levend kind te bekomen en te behouden, aan eene vrouw met een
vernauwd bekken voorgesteld, tot nu toe te hoog is geacht.

Immers, die moeder denkt zich de levenskans van haar kind gelijk
aan die van eene voldragen vrucht, terwijl dit in werkelijkheid niet zoo is.

Uit mijne statistiek, die over een aantal gevallen loopt, dat in zijn
geheel eene waarborg geeft voor betrouwbaarheid, volgt dat het door p, a, p,
ter wereld gekomene kind slechts op zijn hoogst de helft van de levenskans
bezit, die een voldragen kind heeft. Dit beduidt, dat, ongerekend de moge-
lijkheid dat het kind ook bij de vroegtijdige baring succombeert, de levend
geboren zuigeling slechts eene zeer geringe kans heeft het einde van het eerste
levensjaar te bereiken; hoevelen van hen zullen volwassen worden?

Heeft men bij Sectio caesarea aan de moeder een levend kind beloofd,
dan staat haar kind gelijk met een ander, dat op natuurlijke wijze aan het
normale einde der zwangerschap ter wereld komt.

Do twee concurreerende operaties doen dus niet gelijkwaardige individuen
ter wereld komen. Het kind dat door kunstmatige vroeggeboorte ter wereld
komt sterft in het algemeen in 31,7 7„ der gevallen tijdens do geboorte; bij
de Sectio Caesarea in 8.8 7o- Het eerstgenoemde heeft in zijn 1° levensjaar
nog een sterftekans van 40 ä 50 7^, het laatste van 22 7„. .

Daartegenover staat echter, dat do levenskansen der moeder voor
beide operaties ook verschillend zijn.

Uit mijne statistiek volgt:

Bij sectio caesarea sterft van do tien moeders ééne.

-ocr page 81-

71

Bij p. a. p. is die sterfte ééne van de lionderd.

Ik weet te goed, dat mijne resultaten slechts cijfers zijn, die bij operateurs
met een gevestigd oordeel geene verandering in hunne indicaties zullen brengen.

Het eindoordeel zal wel is waar aan de belanghebbenden worden over-
gelaten , doch hoofdzakelijk onderworpen zijn aan den invloed van den medicus.

Al naarmate de medicus in een gegeven geval de sterfte kans der
moeder hooger of lager, de levensvatbaarheid van het kind lager of hooger
stelt, zal hij op een besluit in de eene of andere richting aandringen.

Dan moeten de kansen echter ook in aanmerking genomen worden,
zooals zij in waarheid zijn.

Tot die waarheid heb ik getracht door mijn onderzoek bij te dragen.

Dat bij eene vernauwing in de rechte afmeting beneden 7 cM. eene
kunstmatige vroeggeboorte nutteloos is ten opzichte van het kind, mag als
zeker worden aangenomen. Op een eenigszins groot aantal bereikte slechts
7 7o het tweede levensjaar. Hier mag met recht de vraag gesteld worden:
„hoevelen zouden volwassen worden?"

Wil men bij eene zoodanige vernauwing geene sectio caesarea aan-
raden, of verzetten zich patienten of omstandigheden daartegen, dan wete
men, dat eene kunstmatige vroeggeboorte misschien een levend kind doet
geboren worden, doch dat het, hier in waarheid „tien tegen een", sterft
binnen korten tijd. Het is te begrijpen; bij zoodanige vernauwing moet do
geboorte zeer vroegtijdig worden opgewekt, om eenige zekerheid te hebben
op een levend geboren kind.

Het khnkt zeker hard, den p. a. p. in dit geval gelijk to stellen met
eene bedekte poging tot embryotomie. Toch is, wat hot resultaat betreft,
tusschen beiden weinig verschil.

Bij geringere graden van vernauwing komt dan die keuzo in aanmer-
king, die ik zoo oven genoemd heb; kunstmatige vroeggeboorte en sectio
caesarea. De onderlinge verhouding der beido operaties wat moeder on kind
betreft, heb ik in hot vorige getracht uit een to zetten (vergelijk ook blz. 08).
l^jiiten de reeds genoemde overwogingen, rijst hier de vraag: „Mag bij
eene primipara do operatie toegepast worden"?

Mijn onderzoek beantwoordt die vraag ontkennend. Terwijl toch bij
do zeventien priniii)arae vijf kinderen bij de geboorte stierven on daarbij
niet eens allen tengovolgo van de bekkenvernauwing, is hot zokor niet onmo-
gelijk dat in die gevallen nog een voldragen kind had kunnen geboren worden.

Bij eene Primigravida is toch reeds de kans op oono verlossing a teiune
mogelijk door do gewoonlijk krachtige weeën, het niet to groote kind; daar-
gelaten \'nog dat men bij een vornauwd bokken, waarvan eene vroegere
verlossing niet bekend is, geen zekere voorspelling omtrent oenen eventueolon
slechten alloop kan doen.

-ocr page 82-

72

Wat leert de statistiek omtrent die vrouwen, die meermalen de operatie
ondergingen. Do resultaten zijn als volgt: 52 vrouwen, bij wie de geboorte
176 maal opgewekt werd kregen te zamen 71 kinderen, levend in den door
ons bedoelden zin. In verband met de gemiddelde kindersterfte, zouden
van 176 voldragen kinderen ruim 137 kinderen ouder dan 1 jaar zijn geworden,
nu bedroeg dit aantal 71 kinderen.

Ook hier dus weer die ongunstige gevolgen bij kunstmatige vroeggeboorte.

En dat niettegenstaande een slecht resultaat, de pogingen toch werden
voortgezet bewijzen de moeders met tien, negen, acht en zeven opgewekte
verlossingen.

De eerste behield geen, de anderen elk één kind ouder dan een jaar.
Waarschijnlijk zullen hier wel omstandigheden geweest zijn, die eene sectio
caesarea niet toelieten. Als resultaat spreken deze cijfers al zeer treurig
over de aanwending van den p. a. p. in deze gevallen.

Voor vele beschouwingen, bijv. ter onderlinge vergelijking van den
invloed der bekkenmaten, bij welke de vroeggeboorte opgewekt werd, is
het aantal gevallen te klein. Veel grooter materiaal zal hiei\'voor verzameld
moeten worden, om betrouwbare gegevens to kunnen verschaffen. Dit
betrekkelijk geringe aantal gevallen, was echter groot genoeg om in het
algemeen de waarde der kunstmatige vroeggeboorte te beoordeelen.

Mijn onderzoek wijst er op, die waarde geringer te schatten, dan tot
nu toe over het algemeen gedaan werd. Of do kunstmatige vroeggeboorte
zich staande zal kunnen houden tegenover de sectio caesarea, zal echter
eerst de toekomst kunnen leeren.

In beide richtingen zijn verbeteringen mogelijk, die de sterfte kunnen
verminderen.

Bij den p. a. p. zullen een middel dat snol weeën opwekt, eene methode,
die spoedig eene volkomen ontsluiting teweeg brengt, eone behandeling,
waarbij de vrucht in utero klein gehouden kan worden, zoovele omstandig-
heden kunnen zijn, die de waarde der kunstmatige vroeggeboorte zullen
doen stijgen. Daarnaast zullen ook de cijfers van de sect, caesarea gunstiger
worden; wanneer zij niet, zooals zoo dikwijls nu nog geschiedt, als laatste
redmiddel, doch als do meest in aanmerking komende therapie wordt
beschouwd; wanneer de toekomst nog grooteron invloed van aseptiek
en techniek mogelijk maakt.

De vraag, welke van beide operaties do voorkeur verdient, is zeker
nog niet opgelost. Eene beantwoording zal al\'hangen van do toekomstige
verbeteringen, dio wij tot eene sterftevermindering bij beidon zouden
wenschen.

-ocr page 83-

INGEN.

ST

-ocr page 84-

r

Ki"

to.

H

-If«..!

-

m

\'tl\' y/iv\'\' 1

M

-ocr page 85-

.INGEN.

I.

Partus arte praeniaturus voor bekkenvernauwing in de redite afmeting
beneden 7 cM. is volstrekt verwerpelijk.

II.

In tegenstelling met Pinard e. a. meen ik dat partus preamaturus bij
bekkenvernauwing boven 7 cM. eeno volkomen gewettigde operatie is.

III.

De groote kindersterfte na kunstmatige vroeggeboorte, wijst op do
noodzakelijkheid eener uitbreiding van de grenzen der indicatie tot sectio
caesarea.

IV.

Bij do baring bij vernauwd bekken is ile prophylactische keering op
den voet de beste therapie.

V.

ST

De perforatie van het levende kind vordient bij onmogelijkheid der
baring of bij indicatie tot snello verlossing, in hot algemeen de voorkeur
boven symphysootomio.

VI.

Het deciduoina malignum is een carcinoma, uitgaande van het syn-
cytiiim on van het opitheel van ilo chorionvlokken.

-ocr page 86-

76

VIL

Peritonitis afhankelijk van eene gonorrhoische infectie geeft eene
gunstige prognose.

. VIII.

De ziekte van Bablow is eene complicatie van rachitis.

IX.

Het begrip „nephritis" eischt de aanwezigheid van interstitieele ver-
anderingen in de nier.

X.

Do afwezigheid van eiwit en cylinders in de urine ook bij herhaald
onderzoek, sluit bij de z.g. idiopathische, anasarca, nephritis als oorzaak
daarvan niet uit.

XI.

Bij hartlijden verdient de mechanotherapie de voorkeur boven eene
medicamenteuse.

XII.

Alle chirurgische behandeling van de ziekte van Basedow is af te
keuren.

XIII.

Bij vermoeden op hydrops van het Antrum Highmori, wijst eene
proefpunctie, die weinig vocht geeft, op eene multiloculaire cysto.

XIV.

Bij enteroptose (beter ware coloptose) is eene mestkuur te verkiezen
boven colopexie.

XV.

Ten onrechte verwaarloost de oogheelkunde de mechanotherapie.

-ocr page 87-

1

XVI.

77

De medicus worde wettelijk verplicht aan den inspecteur van den
arbeid er kennis van te geven, zoodra hij in werkplaatsen toestanden ver-
moedt, die in strijd zijn met de veiligheidswet.

XVII.

Theorie en ervaring leeren dat tuberculose met vrucht door tuberculine
behandeld kan worden.

XVIII.

Het voorkomen van zenuwvezels in de dentine is zeer waarschijnlijk.

XIX.

Do scheiding van de embryonale cloaca bij den mensch in urogenitaal-
en darmmonding, geschiedt slechts voor een gedeelte door het voortgroeien
van het septum recto-vaginale.

-ocr page 88-

■ ■ i.V.
.... •

■■-ül

V \'

:

1

. •

■üJt

-ocr page 89-

.Jr. ,

-ocr page 90-

r\'-^Ê\':\' V"\'\'\'" \'ZA\'- ,

\'m:

sur-.

m

M

r Vi . .

m

-ocr page 91-

.1

■ist-"

-^«^âSSàk-à»\'

i jT

y a

lé\'i
■y-:

it .

-ocr page 92-

Ik.

. -rjl

f \'A; f-r-.\'

\'>., . . ^^^^^^ ■

r

■ .........

\'\\j -ji

\'r

■ T. ■

m

Âfî

i rt.