-ocr page 1-

Bijdrage tot de

/i\\

" y

^ i
i

M/-

Quantitatieoe bepalinâ
Dan morpMne in Det

ÛpiUtQe

® a. oosterbaan.

■ t
1

A--

-ocr page 2-
-ocr page 3- -ocr page 4-

lis»

mS O

-ocr page 5-

B IJ D R A G E

tot 1)k

iiniTAIlIfE IIIPAIIIG !Ai iORPili

in iii:t

OPIUM,

-ocr page 6-

HUKSUNIVERSITEiT UTRECHT

0401 6782

-ocr page 7-

Bijdrage tot de quantitatieve bepaling
van Morphine in het Onium.

PROEFSCHRIFT

tkil vkhkhijgixg van den guaad

VAN-

Doctor in de Artseniibereidkunde

aan de ^lljks-pnlversitelt te ptrecht ,

N.V MACHTIGING VAN DKN lllCCïOn-MAONIKICUS

JD^. ."W". K: A. F T E IJ- IST,

n<X)(}|.KKR.VAn i:< UK F.\\riU.TKIT IIKH Wn»« K> N.\\Trri(KI\'?(l)R,

volukns bksluit van dkn senaat dkll unl vejisiteit

IKr.KN IIK IIKDKNMNaiCN VAN l>K

FACULTEIT 1)K1{ WJS- EN NATUUliKUNDE

TK VKUDKDIGKN

op Maandag 25 Februari 1901, des voormiddags te 10 uren,

DOOK

ALLARD OOSTERBAAN,

Militair Apotheker 2c klasso 0. 1. L., geboren to GIETHÜÜR

UT Uli O 11 T,
.1. VAN BOKIvIlOVEN,
1901.

-ocr page 8-

.................VP»

\'4".

\'

\'J\'

fv y-.

-l\'IA..^

-ocr page 9-

j/fan mijne JVfoedcr

KN

yian de nagedachtenis van mijnen Vader.

-ocr page 10-

"\'•«■h\'•»..■if j -r««. -» t-v j .-r r,.- ,,

rii

-ocr page 11-

VOORWOORD.

Bij de verschijning van dit proefschrift, breng Ui
mijnen dank aan ü hoogleeraren en leeraren van de
faculteit der TF/«- en Natuurkunde aan de Rijks
Universiteit te Utrecht, voor het onderricht, dat ik
van U heb mogen genieten.

Iu \'t bijzonder dank ik U mijnen hooggeachten
promotor hooggeleerde
wefeus br/i\'tink, voor de be-
langstelling en de raadgevingen die ik hij mijnen
arbeid van U mocht ondervinden, en aa)i wien het
niet gelegen heeft dat zij niet uitvoeriger geworden in.

-ocr page 12-

la-rt -, . • ■■ . . .»V «>.-\'.-Kv\'i- ?■■• • - \'i.\' ... . • ï-

• ■ ■ T \'\' ■•

■ -

■ ; ^

y *.

y

r yr"!«\' "■.\'■Kr

iè^,.:\'

ï-

l\'-v^r---\'

telilSSiii

\'Ù\'â\'"

■tU.

tnm A

-ocr page 13-

INLEIDING.

De Organische Chemie geeft in \'t algemeen niet die qnanti-
tatieve resultaten die we kennen bij de Anorganische Chemie.
Een praecipiteeren en weer oplossen (scheiding vast van vloei-
baar) resp. een overvoeren in gasvormige verbinding en daai uit

%

weer terugwinnen der stoffen (scheiding gasvormig van vloei-
baar en van vast) \') laat zich daar niet zoo gemakkelijk uitvoeren
als hier. We zijn daarom bij plantenanalyses en in \'t algemeen
analyses van mengsels van organische stoffen, gedwongen een
anderen Aveg in tc slaan dan bij de anorganische analyse,
namelijk dien van achtereenvolgens slechts een klein aantal
der aanwezige stoften in oplossing te brengen in plaats van in
eens zooveel mogelijk. Dit principe is vooral door
Draqendorff
uitgewerkt en hij vindt dan dat dc organische analyse dit
voor heeft bij de anorganische, dat we een grooter aantal
indifferente oplosmiddelen hebben. Als zoodanig kunnen we
namelijk noemen petroleumaether, benzol, toluol, chloroform,
tetrachloorkoolstof, zwavelkoolstof, aether, aethylalkohol en

\') Over deze ondorschoidiiig zio: Ostwald, Dio wlsscnscbaftlicbon
Grundlagen dor Analytischen Chemie. Engolmann, Leipzig, 1897.

-) G. DiiAOKNDOUFr, Die qualitatievo und quantitatiovo Analyse von
Pflanzüii und Pflanzentheilon, van den Hoeck und Ruprecht, Göttingon, 1872.

-ocr page 14-

andere alkoholen, azijnzuur, water, aetliylacetciat, aceton,
aniline enz. Ten slotte verschillen de meeste van deze echter
onderling niet veel, en houden we slechts enkele over met
werkelijk verschillend oplossend vermogen. ÜRAaENDORFF be-
paalt zich dan ook tot vier of vijf namelijk petroleumaether,
aether, alkohol, chloroform, water; met deze zijn we echter
tegenover het groot aantal voorhanden stoffen zeer spoedig
uitgeput.

We zijn dus gehouden (voor zoover we niet met vluchtige
stoffen te maken hebben) tot kristalliseeren, dialyseeren,
fractionneeren, uitschudden, methoden die alle wel goed zijn
als bereidingswijze, maar meestal niet geschikt ter quanti-
tatievo bepaling. Willen we hiertoe naderen dan zullen we
toch moeten omzien naar eenvoudige chemische omzettingen.

Eene schrede op dezen weg is o. a. reeds gedaan door
Freseotus waar hij aan het einde van zijne analyse der
«lementen ook de alkaloïden behandelt. In het reeds genoemde
werk van
Dbagendorff is zij niet veel vervolgd; elders zijn
wel enkele goede (luantitatieve bepalingen bekend geworden
bv. suiker als aldehyde, onverzadigde vetzuren door I additie,
ureumbepalingen enz. We zullen zoo in \'t algemeen scherpe
groepen moeten opstellen, tiaarbij gebruik makende van de in de
lichamen aanwezige radicalen. Om een voorbeeld to noemen
heeft de OJ/-groep steeds neiging om zijne waterstof togen
metalen (of organische alkylen) te verwisselen. De zuren doen
<lit reeds door Na^CO^, do phenolen in \'t algemeen eerst door

t

\') Fresexius Anleitung zur qualitatiovon Cheniisclicn Analyse.

-ocr page 15-

KaOH, de alkoholen eerst door metallisch Na. De basische N
verraadt zich steeds door hare eigenaardige verbindingen met
Hg-zouten (en enkele andere metaaloxyden), waarvan het kwik-
zilveramidochloride, het omzettingsprodukt van ammoniak met
kwikchloride het algemeene type is. Daarbij zijn de pyridine-
basen zwakke basen, de amine-, zoowel als de gereduceerde
pyridinebasen sterke basen. Terecht zegt
Vortmann in zijne
Organische Analyse \') „Das Verhalten der organischen Stolfe
zu Reagentiën, insbesondere chemisch verwandter Körper zu
demselben Reagens, ist leider noch sehr unvollständig bekannt"
en hij merkt tevens op, dat aan de aantooning en quantitatieve
bepaling der atoomgroepen, eerst in de laatste jaren de noodige
aandacht geschonken is.

Van een aantal organische stoffen heeft de quantitatieve
bepaling een praktisch belang, namelijk van die welke voorkomen
ais gebruiksartikel of geneesmiddel, zoodat in \'t bijzonder met
deze zich eon groot aantal onderzoekers hebben beziggehouden.
Dit geldt vooral van de alkaloïden, stoffen dio zich onder-
scheiden door hare sterke physiologische werking. Ondanks do
vele onderzoekingen op dat gebied, is men er ochter tot nu too
slechts zelden in geslaagd goschikto verbindingen to vinden,
waarin men de alkaloïden kan afscheiden en wegen zooals de
1 verbinding (
Hhi?apatiiikt) bij chinino (de Vrt.i). Nu is dat
ook niet noodig als men ze in vrijen staat kan afscheiden zooals
cocaïne, hydrnstine, caffeïne of kan titreeren als coniïno, nico-

\') G. VoHTMANK, „Anloltung zur Cheniisclie Analyse organischer Stoff»)
Franz. Donticko. Jz-ipzig und Wien. 1891.

-ocr page 16-

tine, aconitine, atropine, strychnine. Laat de scherpte der
bepaling in den regel bij deze meer of min te wenschen over,
bijzondere moeilijkheden biedt de quantitatieve bepaUng van
Morphine in het opium; vooral hier gevoelt men de behoefte
aan een goed praecipiteermiddel of ander reactief. Tot in de
laatste jaren verschijnen telkens nieuwe methoden. Met het
volgend onderzoek nu was het mijn doel de waai\'de der be-
kendste methoden ter bepaUng van dit alkaloïde na te gaan
en er zoo mogelijk eene betere aan toe te voegen.

-ocr page 17-

HISTORISCH OVERZICHT.

Hot alkaloïde Morphine is in het opium ontdekt door Sertürner
apotheker te Einbeck in 1800, \') waarmee men tevens het eerste alka-
loïde leerde kennen.

Hot komt in het opium voor, gebonden aan zwavelzuur en nieconzuur 2)
tot een bedrag van 3-23 % al naar de plaats van herkomst en de soort
van het opium, to zamen met andere bestanddeelen van het melksap
van Papaver Somniferum, naijielyk andere alkaloïden en alkaloïdezouton,
waaronder Narcotino 0.75—9 "/o, Ca en Mg zouten, hars, vet, caoutscliouk,
kleurstoffen en andere stoffen door het planteneiwit afgesplitst.

Het alkaloïde is, wat züno formulo betreft, waarschijnlijk af te leiden
van do zoogenaamde Morpholine-ring; met deze is namelijk in hot
molecule eeno phenanthrcenrest verbonden

Hg CH3
C N
CH/

OH

\\aA

CH

\'V.

\') Trommsdobks Journ. d. Plmrmacio, i3, 1, 234; i-f, 1, 47; 20, 99.

Tho Chomist a. Drugg. 1888 p. 508.
») Knoru, Ber. d. D. Cliem. Ges. 32, p. 7-17.

-ocr page 18-

Het is dioxyphenantliranmethylmorpholine.

Dit althans volgens Knoee; Vis \') leidt het af van eene gereduceerde
isochlnoline rest. Voor de opvatting van
Knorr is echter wel liet meeste
te zeggen. Morpholine is te beschouwen als eene gereduceerde pyridine-
ring, waarin een der CHj\'s vervangen is door O, en is een sterke base.
Morphine is eveneens eene sterke base.

Het molecule bevat verder twee OH\'s waarvan het eene een pbenolhy-
droxyl is, terwyl het andere alkoholkarakter toont. Verder moeten
we opmerken dat meerdere asymmetrische C atomen aanwezig zijn. Het
molecule neemt eindelijk zeer licht
O op, zonder dat men nog precies
weet welke stoffen daarbij gevormd worden (oxydimorphine).

Morphine lost op, volgens verspreide opgaven, in water moeilijk,
alkohol 1:166, aether 1:1250, aethylacetaat 1:1666, benzol 1:5000,
officin. chloroform (een weinig alkohol bevattend) 1: 400, volkomen zuivere
chloroform 1:15000.

Op de opgenoemde chemische en physischo eigenschapi)en van het
alkaloïde nu berusten do volgende gronddenkbeelden, die men onder het
groot aantal bestaande methodes ter quantitatieve bepaling in het opium
kan onderscheiden.

I. Uittrekking van het in \'t Opium voorkomende sulfaat en mecenaat
van Morphine met water, al of niet onder toevoeging van een zuur
of van spiritus.

a. Gravimetrische bepaling: Praecipitatio met NHj;
l). Colorimetrische bepaling:

1. door loodzuur too to voegen en de kleuring van chloroform
of zwavelkoolstof door het afgescheiden I waar to nemen;

2. door Ferrichloride -f Forricyaankalium toe to voegen en de
kleuring door het afgescheiden Berlünsch blauw na to gaan;
beide methodes berustend op het reduceerend vermogen van
Morphine.

r. Polarimetrisclie bepaling.

II. Maceratie mot kalk- (baryt-) water, waarbü Morphine door zUn phe-
nolhydroxyl als calcium- (baryum-) verbinding in oplossing gaat.

III. Invrijheidstelling van het alkaloïde door carbonas natricus of ammo-
nia, uittrokking van het vrye alkaloïde met een geschikt oplosmid\'del.

*

>) Vis; .Tourn. f. Prakt. Chem. 47 p. 584.

-ocr page 19-

De nioeiiykheid van de analyse is de Morphine af te zonderen van
1 de overige alkaloïden, 2 de Ca en Mg zouten, 3 de kleui-stoffen en hars-
achtige stoffen.

I« is do oudste en ooi-spronkelijke methode, volgens welko ook door
ÖEBTüRNEB en vóór hem in onzuiveren staat, het alkaloïde werd verkregen.
De ouden gebruikten bij de extractie liefst spiritus. Op deze manier eene
quantitatieve bepaling tc maken, is onder de eersten beproefd door
Hageb
in 1863 en -04 i). De vóór hem, o. a. door Schacht , gedane pogingen kunnen
WO voorbijgaan, daar de zoo verkregen Morphine nog te onzuiver was.
De bedoelde methode van
Hager was als volgt:

100 G. goed gedroogd opiumpoeder wordt met eene verzadigde oplossing-
van ammoniumoxalaat tot een dunne brij samengewreven, en deze
vervolgens met eono geringe overmaat ammonia vermengd. Na een
uur staan roert men er alkohol van 90onder tot gezamenlgk gewicht
van 1500 G., waarna men liltreert en do massiv op het lilter met alkohol
nawascht. Het Altraat wordt met oxaalzuur geneutraliseerd, tor
verdrijving van den alkohol uitgedampt tot stroop, on deze weer opge-
nomen met 1000 G. water, waarhij hixrs, vet en caoutscliouk terugblijven.
By het filtraat, met waschwater c» 1300 G., voegt men 120 G. natrium-
carbonaivt in water opgelost, roort vlug door en filtreert van het ontstane
volumineuse praecipitaat af. Dit praecipitiuit is namelijk do Narcotine -4-
de kleine hoeveelheden aanwezige Thebaïne, Codeïne enz., terwyl do
Morphine aanvankolyk opgelost blijft. Men wascht na tot oen Altraat
van 2000 G., mengt dit mot 40 Gr. aether on roert krachtig door. Na
verloop van 15 — 20 uur heeft zich nu do Morphine in kristjillen afgezet.

Hager merkt hierbi,) op, dat de Morphine aanvankelijk in oplossing
hlyft tengevolge van de aanwezigheid van een eigenaardige stof. Welko
stof lüi daarmee op \'toog heeft blijkt niot, maar hy zal er wel iu
\'t algemeen de overige extractiefstof mee bedoelen.

Na do kriötivllisatio blyft nog Morphine opgelost, want door uiUlampeu
van do moederloog on laten stiuvn, kon
Hager nog eene nieuwe afscheiding
van
>/i G. Morphine verkrygen. Hager laat ovenwel deze bewerking
niet verrichten, maar voegt eenvoudig \'/i G. als oorreotio toe.

Door C. Schacht wordt in 18(S0 deze methode do beste genoemd dio

\') Pharm. (Jontralhalle. V. j). 180.

-ocr page 20-

bestaat i). Ze was echter zeer omslachtig, -we zullen zien, dat men
langzamerhand al dien omslag zooveel mogelijk heeft laten varen.

Xa Häger is de ontwikkeling van de methode Iet vooral verbonden
aan do namen
Tlückigeb en Dieterich. Flückiger vraagt in 1868:
„Wat is opium?" en als antwoord daarop geeft hy do volgende analyse \'):

Benzol lost op 10,85 "lo waarvan 4,5 o/o Narcotine, verder vet en caoutschouk.

Abs.-Alkohol vervolgens 57,65 »/o waaronder alle alkaloïden.

Water 9,61 % plantenslym.
. Azijnzuur 1,73"/o zouten, pectinezuur en kleurstof.

Ammonia 7,32 "/o pectinezuur.

Do rest 10,38 "/o bevatte nog 2,39 «/o (van hot opium) aan ascbbestand-
deelen, terwijl het opium zelf 5,37 % bevatte.

Terwijl nu Procter reeds in 1871 de nuttigheid betoogt van eerst
vet, caoutschouk en narcotino met benzol to verwijderen en eerst daarna
de Morphine uit te trekken, doet
Flückiger zelf dit in eene methode,
die hü in 1879 geeft, niot, echter wel eenige jaren later ter gelegenheid
van de verschyning der Duitscho Pharmacopee Ed. 111, waar hij in
plaats van benzol evenwel aether gebruikt. Inmiddels was de overtui-
ging doorgedrongen dat eenvoudig water, zonder spiritus, het beste
middel is ter uittrekking van do Morphine, om zo later zuiver te kunnen
praecipiteeren, aangezien dit wel do Morphinezouten oplost maar niet
do harsachtige en kleurende bestanddoolen. De bedoelde methode van
FIückiger in 1879 was als volgt 3):

8 G. opium in poedervorm wordt met 80 G. water flink geschud, en
na 12 uur wordt het mengsel op een lllter gegoten. Van het Altraat
wordt 42,5 G. in eeno flesch met 12 G. alkohol van 93»/o, 10 G. aether
en 1,5 G. ammonia van 10 % gemengd en goed geschud. Do aother
scheidt zich weer als eeno laag bovenop af, en na 1 ä 2 dagen heeft zich
de Morphine in witte kristallen op don bodom afgezet. Doze worden op
een filter verzameld, mot eon mengsel van O G. alkohol en 5 G. aether
en vervolgens nog met 10 G. aether afgespoeld, en bU 100" gedroogd en
gewogen.

Het eigenaardige van dezo methodo tegenover dio van Haoer is dus.

•) Archiv der Pharm. GLXXV p. 50-72.

2) Pharm Jourh. and Transact. 2 Ser X p. 208.

3) Pharm. Zeitung 24 Jg. N°. 57 u. 59.

-ocr page 21-

9

dat om de Morphine zuiver te verkrijgen bij de praecipitatie een weinig
alkohol wordt toegevoegd om de harsachtige en kleurende stoffen in
oplossing te houden, 2» een aanzienlijke hoeveelheid aether om de overige
alkaloïden op te lossen. In
1885 voegt Flückigeb er dan nog aan toe
een voorloopigo afwassching van het opium mot aether om vet, caout-
scheuk en Narcotine te verwijderen. Op de Ca en Mg. zouten wordt niet
gelet; daar echter slechts met een kleine hoeveelheid water wordt uit-
getrokken, komt hiervan minder in oplossing.

Mylixjs maakte nu spoedig bi,j deze methode de opmerking, dat in de
spiritueuso moederloog ten minste 88 mG. Morphine opgelost biyft\'), die
hij verkreeg door uitschudden met amylalkohol;
Van der Burg toonde
desgelijks aan dat by de afspoeling met aetheralkohol, ter verwijdering
van nog aanhangende Narcotine en kleurstof, tot
10 mG. Morphine
meegaat 2). Beide opmerkingen liet
Pi-ückigeb door Müller onderzoeken
die zo juist bevond, waarom
Flückigeu nu voorschrijft by de ten slotte
gewogen Morphine eenvoudige nog
100 niG. op te tellen.

Eene nauwkeurige methode is dit dus ook al weer geenszins. Bij do
verschijning der Duitsche Ph. Ed III, waarin zyne methode opgenomen
wordt merkt
Flückiger echter op:») „Eon volkomen quantitatieve
methode ter bepaling der Morphine kan er nog niet bestaan, omdat wo
geen in water of eenige andere vloeistof volkomen onoplosbare verbinding
van Morphine kennen". Hij acht \'t dan echter eon groot voordeel dat
de volgons zyno methode ten slotto verkregen Morphine zuiver is.

Torwyl nu do methode van Flückiger in Amerika door Squiiib, Still-
WELL "•) en andoren zóó werd gowyzigd, dat met een grooto hoeveelheid
water geheol Avordt uitgeloogd en deze vervolgens uitgedampt, werd zi,i
in Duitschland door
Sciilickum 3) en Dietebicii aan kritiek onder-
worpen, in de eorsto plaats hierop neerkomende dat zy het gebruik van
spiritus by do praecipitatio afkeuren, aangezien dit to veel Morphine
in oplossing houdt. De methode geeft vorder zeer wisselende resultaten

\') Archiv, f. Pharm. 8 Beihe Btl. XII. Hft. -1. p. 810.
1) Pharm. Woekbl. 1879. N». 20.

Archiv, f. Pharm. 8 Reihe Bd. XIIL pp. 254-209, 289-299.
») Amor. Chom. Journ. 1880. p. 295.
5) Pharm. Zeitung. 188G. N\'. 78 p. 594.
«) Pharm. Zeitung. 1880. N°. 87 p. 070.

-ocr page 22-

10

ook bij hetzelfde opium, zoodiit men voor de te weinig gevonden
Morphine niet eens eene vaste correctie kan aannemen. Verder verwerpt
Dieteuich de voorloopige extractie met aether, voor zoover deze moet
dienen ter verwijdering van de Narcotine, aangezien deze voor \'t grootste
deel als daarin onoplosbaar zout voorkomt.
Dieterich verricht vervolgens
vele proefnemingen waardoor een aantal nieuwe gegevens aan \'t licht
komen. •)

1". Merkt hy op dat sterk schudden een gunstigen invloed heeft op de
afscheiding der Morphine, zóó dat 10 min. krachtig schuddeu evenveel
geeft als uren lang stil staan.

2°. Waarschuwt hy voor het gebruik van to veel NH3 bij de praecipi-
tatie, aangezien de eerst afgescheiden M. door overmaat
NH3 als phenol
weer oplost.

3». Acht hij \'t beter Narcotine en Morphine niet te zamen te praeci-
piteeren, maar de berekende hoeveelheid
NH3 in twee keeren toe te
voegen (eerst 2 G., later nog 4 G. ammonia van 1,7 o/«) om door het
eerst-e het grootste deel der Narcotine benevens de kleine hoeveelheden
andere basen te praecipiteeren, en nu na liltratie eerst de Morphine.

40. Gebruikt hy. om de rest der andere basen oj) te lossen, aethj\'lace-
taat in plaats van aether, aangezien Narcotino daarin boter, Morphine
echter minder oplost dan in aether.

De tegenwoordige Duitsche Pharmacopee, die overigens Dietericii
navolgt, laat de fractionnaire praecipitatio weer na en gebruikt in plaats
van aethylacetaat weer aether, wiuvrschijnlijk alleen omdat de laatste
beter zuiver en vry van zuur te verkrijgen is dan \'t eerste.

Jx»0FFï) uierkt in 1890 bij de methode Dieterich nog op, dat niet
gedacht wordt aan do kalkzouten, en hy voegt, om deze te verwijderen,
onder het macereeren met water weer oxalas ammon. toe.
Dietericii
antwoordt ochter dat zonder deze toevoeging zijne Morphine toch vrü
van kalk is. Deze handelwijze is dan ook door géfin Pharmacopee over-
genomen.

In 1890 slaat Looff ») voor om zondor spiritustoovoeging als by Flückioek,

1) Pharm. Centralhalle, 1880. N». 41 p. 508. 1887. N". 14. p. 171. N®. 15,
p. 188. N». 18, p. 219. N«. 21, p. 261.
--) Apoth. Zeit. 1890.
V. p. 271.

Pharm. Centralh. 1890. p. 591.
1) Apoth. Zeit.\' 1896. p. 192.

-ocr page 23-

11

toch zuivere en kleurlooze Morphine te verkrijgen onder het macereereu.
met water salicylas natricus toe te voegen, dat harsachtige en kleurende
stoffen terughoudt. Dit voorstel is gewijzigd overgenomen door de laatste
Duitsche Pharmacopee. Natrium Salicylaat zal wel Thebaïne praecipiteeren
(Plugge); verder is niet to verklaren welken invloed het zou hebben.

De methode I b, (blz. 6) is in 1869 door Stein beproefd mot chloroform \')
en in 1881 door
Myliüs met zwavelkoolstof ï). Schlickum verwerpt in
1885 echter hot principe, 3) omdat het opium stoffen bevat, die het afge-
scheiden I binden. Naderhand heeft do methode ook geono navolgin,ur
gevonden.

I b is in 1873 als benaderingsmethode voorgesteld door Kalbbuner
nadat de reactie reeds door Kieffeu bokend geworden was. In 1888 is-
zij beproefd door
Hinsdale on Lister Ermitage =). Do laatste zegt
dat niet het Ferricyiuinkalium, miiar het Ferrichlorido gereduceerd
wordt en dus Turnbull\'s blauw gevormd wordt. Mouu en
Schacht
hadden echter reeds vroeger opgemerkt dat do mothodo geen zuiver
quantitatiovo "iviuirdo kan bezitten, diiar do bedooldo reductiovorschünselon
niet alleen door do Morphine, maar ook door andere aanwezige stollbii
tot stand komen.

I c is door Yvon in 1879«) on door Lamhkrt in 1891 •) beproefd.

I) Polytechn. Contralblatt 1809. p. 1251.

ï) rharni. Centralhallo 1881. p. 105.

3) Pharm. Zeitung. 1835. N". 49. p. 404.

») Zeitschr. dos allgem. Oesterr. Apoth.-Veroins. XL p. 470.

Journ. do pharm, et do chim. Ser. IV. T. \'29. p. 332-330 , 440 - 450,
«) Pharm. Centralhallo 1879. p. 405.
■) Journ. do pharm, et do chim. Ser. XXIII. p. 593.

-ocr page 24-

12

Methode II (zie blz. 6). De door Thibouméry in 1860 ontdekte verbin-
ding van Morphine met Calciumhydroxyde, is \'t eerst door
Hager in
1868 1), tot grondslag gelegd van eene methode ter quantitatieve bepaling
nadat hij zyn oudere methode onvoldoende had bevonden. Eerstbedoelde
methode is naderhand door verscheidene onderzoekers beproefd en er zijn
slechts weinige wyzigingen in gebracht. Het schijnt dus wel vreemd dat
toch niet alle Pharmacopeeön haar als de beste erkend hebben.

De methode van Hager was als vojgt:

Wryf 5 G. poedervormig opium met 2,6 G. versch bereid Calcium-
hydroxyde innig te zamen, overgiet het mengsel in een kolfje mot .öO G.
Avater, en verwarm het kolfje gedurende 1 uur in een waterbad onder
herhaald omschudden. Breng nu den inhoud op een vochtig filter en
spoel kolfje en filter met heet water na tot het Altraat 80 G. bedraagt.
Damp dit filtraat uit tot 50 G. Vermeng het in een cylindervorniig
glas met 1,5 G. aether en 6 druppels benzol, en voeg verder 3,5 G. salmiak
toe. AVacht tot de salmiak langzaam opgelost is, schud nu krachtig en
laat alles 3 uur op een koele plaats staan, waarna do Morphine zich als
een grysachtig poeder heeft afgezet. Men verzamelt ze op een filter,
wascht met koud water de moederloog af, droogt bij 50° en weegt.

Hagek sfemt hierby toe dat de zoo verkregen Morphine nog niot vol-
komen zuiver is, en trekt eenvoudig 10 ®/o af voor onzuiverheden, namelyk
kalkzouten, andere opiumbason en een zwartbruine massa in water
moeilyk, in alkohol gemakkelyk oplosbaar.
Jacobson dio do methode in
hetzelfde jaar 1868 beproefdevoegde er aan too eeno afwassching dor
Morphinekristollen met 6 G. chloroform en trok dan niets meer af. Hy
houdt dus alleen rekening met de aanwezigheid van harsstoffen, die door
chloroform verwijderd worden. Intusschen zal dezo afwassching tevens
eenig verlies van Morphine tengevolge hebben, althans wanneer men

1) Pharm. Centralhalle IX, 1.

ï) Nieuw Tydfechrift voor de Pharmacio in Nederland 1808, p. 301.

-ocr page 25-

13

officineele chloroform gebruikt. In 1879 toonde v. d. Burg aan dat
Morphine in officineele, steeds een weinig spiritus bevattende, chloroform
oplost als 1:400; in volkomen zuivere chloroform echter als 1:15000 \').
Na het verschijnen van
Plückiger\'s methode, in 1879, wijzigde men ook
de
hager\'sche zóó, dat de praecipitatie verricht werd onder toevoeging
van veel aether, waarvoor nu weer de afwassching met chloroform nage-
laten werd. Zoo doet do Parijscho Société de Pharmacie in 1882Do
Nederl. Pharmacopee Ed.
III echter die ook praecipitatie onder toevoeging
van veel aother voorschrijft, acht toch nog eene afwassching der morphine
noodig. Zy neemt echter in plaats van O G. chloroform, 5 cc, spiritus
van 40 ®/o.

Na de proeven van Dietebich over den invloed van het schudden,
stelde
van Itallie in 1891 ook by do methode Hagek voor, speciaal
bij do Nederl. Pharmacopee, om
10 min. sterk to schudden in plaats
van 24 uur te laten staan, s)

\') Pharm. "Weekblad 1879 N». 20.

ï) L\'union pharmacoutiquo Paris 1881-1882 (3) XX p. 139.
•") Nederl. Tijdschrift voor Pharm. on Tox. 1891. p. 297.

-ocr page 26-

u

Methode III. Van eene methode volgens principe III (blz. 6) is door
ScHACHTRurp in 18G7 eene proeve gegeven volgens welke echter wel
geen nauwkeurige resultaten verkregen zullen zijn >):

Het klein gesneden opium wordt met eene oplossing van c^irbonas natric-
cus vermengd en op het waterbad geroerd totdat eene bry ontstaan is. Ver-
volgens wordt deze tot droog uitgedampt. De droge en gepulveriseerde
massa wordt nu in een kolf uitgekookt, eerst eenige malen met benzol
• die de Narcotine oplost, vervolgens 3 maal met amylalkohol, waarin
men de Morphine opgelost krygt.

Do oplossing in amylalkohol wordt tot uitgedampt en uitgeschud
met door zoutzuur zuur gemaakt water, en uit de waterige oplossing
wordt de Morphine na concentratie gepraecipiteerd met ammonia en na
24 uur staan verzameld en gewogen.

Na langen tijd vergeten te zyn duikt deze methodo in 1899 weer op.
Gordin en Prescott verklaren thans namelijk dat allo bestaande methoden
onnauwkeurig zyn om vier redenen: -)

1. er wordt niet bewezen dat do Morphine volkomen uit het opium
uitgetrokken is;

2. er wordt geon bewijs gegeven dat onder de Morphine, die ter weging
komt, nog geen andere alkaloïden gemengd zjjn;

3. de temperatuur van het Avaterbad kan voor do licht oxydeerhare
Morphine nadeelig zyn;

4. hot is niot bekend hoeveel Morphine bi,j het praecipiteeren met
ammonia in do moederloog opgelost blijft.

Dit achten zy fouten van alle methoden. Zy geven vervolgens zelf
eene methodo berustend op het laatst behandelde principe, en dio ik
hierachter vermeld. Zy bepalen echter ton slotte de Morphine door titratie.

\') Archiv der Pharmacie. CLXXXI. p. 10.
ï) Archiv dor\'Pharmacie. CCXXXVI. p. 380.

-ocr page 27-

15

Dit titreeren is ook by de andere methoden reeds voor en na toe-
gepast. Morphine laat zich (evengoed als bijv. strychnine) als base
titreeren wanneer men slechts een tamelyk sterk zuren (sterk gedisso-
deerden) indicator gebruikt. •) Wanneer dus de andere, gewichtsanaly-
tische methoden niet afdoende blyken, is inderdaad eene poging om op
deze wijze de morphine in het opium te bepalen met vreugde te begroeten,
al wordt ook de morphine niet als zoodanig afgescheiden.

In plaats van acidimetrische titratie heeft Fricker in 1874 titratie be-
proefd met eene oplossing van kwikjodide (
Mayers reactief) ï), Kiiten-
berger
in 189G met jodiumoplossing (Wagners reactief). •"\') Deze beide
methoden ook voor alkaloïden in \'t algemeen.

KiprENBEKOEB neemt daarbij aan dat Morphine met II K in zure
oplossing het loodwaterstofzure zout van een di-I. additieprodukt vormt,
Prescott in 1898 zegt dat 8 I. geaddeerd worden.») Dit laatste schynt
vreemd, aangezien additie aan een benzolkern steeds paarsgewijze
plaats vindt.

\') Over het gedrag der indicatoren by alkaloïdetitratie; zie:
OsTWALD, Die wissenschaftlichen Grundlagen der analytischen Chemie
lo dr. 1894. 2" dr. 1897.

Boorsma, Ovor oonigo indicatoren in vorl)and met hydrolytische disso-
ciatie. Diss. Utrecht, 1894.

Salomonson, Nedorl. Tydschrift voor Pharm, on Tox. 1895, p. 195, p.
225, 1896, p. 3, 9.

2) Diss. Dorpat. 1874.

3) Zeitschr. f. analyt. chemie v. Fresenius. N®. 4—5.
^) Archiv, der Pharmacio COXXXVI p.

-ocr page 28-

ONDERZOEK.

Ik gebruikte bij mijn onderzoek opium (Guévé) dat in den
handel voorkwam als 10 % Morphine bevattend. Dit werd
gedroogd boven kalk, fijn gemaakt en verzameld door zeef
B 30 (Ned. Ph.).

Door drogen in een luchtbad bij 100° verloor het poeder
nog 4.5 7o ^lan gewicht. (Voorschrift Britsche Ph.).

Het opium leverde 10,07 °/u asch, voor een groot deel be-
staande uit calcium (sulfaat en oxyde). Dus zeer veel asch.

De reactie van het opium was tegenover lakmoes zuur
tegenover methyloranje neutraal. Het kan zijn dat de eerste,
zure reactie alleen veroorzaakt wordt door de aanwezige alka-
loïde-zouten; plantendeelen reageeren overigens meest zuur.

Benzol onttrok (driemaal uitkoken met een 3 a 4-voudige
hoeveelheid) 13,1 7o van eene caoutschoukachtige massa, waarin
zich bij staan een groote menigte kristallen vormden zijnde
tot rosetten vereenigde naalden (Narkotine).

Daar het mij toescheen dat water een .ten deele uit caout-
scliouk bestaand mengsel, als opium blijkt te zijn, zeer moeilijk
zal doordringen, kwam het uitloogen met eeno groote hoeveel-
heid daarvan, ten einde de Morphine-zouten in oplossing te
brengen, mij niet overbodig voor. Dit wordt gedaan .volgens
de methode ^
Flückiger-Stillwell (zie blz. 9) welke methode
is opgenomen in de tegenwoordige Amerikaansche Pharmacopee.

-ocr page 29-

17

Methode Flückiger-Stillwell.

Opium in geschikte vorm 10 G.

Ammonia liq. 10 proc.ïs 3,5 G.

Alkohol 94 proc.\'s.

Aother ^^^ voldoende hoeveelheid.

Water

Doe het opium (als het versch is in kleine stukjes
gesneden, als het droog is in den vorm van fijn poeder)
in eene flesch van ongeveer 300 cc. voeg 100 cc. water
toe, sluit goed met eene kurk en schud herhaaldelijk
gedurende 12 uur

Breng den goheelen fleschinhoud (zoo goed mogelijk)
op een vochtig filter van 12 c.M. diam., wasch, nadat
do vloeistof is doorgeloopen, met water na, dat men
op de hoeken van het filter laat loopen, tot een filtraat
van 150 cc.

Breng do vochtige opium terug in do flesch door
middel van een spatel voeg 50 cc. water toe, schud
herhaaldelijk krachtig gedurende 15 min. en breng alles
weer op het filter.

Nadat do vloeistof is doorgeloopen wordt ook nu
weor afgowasschen tot eon filtraat van 150 cc., on
ton slotto wordt nog oon dorde filtraat van 20 cc.
verzameld.

Verdamp in eon gewogen schaaltje eorst hot tweede
filtraat tot een klein volumo, voeg het eerste filtraat
too, terwijl men do flesch naspoelt mot hot dorde en
verdamp tot 14 G.

Zwenk hot schaaltje mot de goconcontroerdo op-
lossing om totdat do ringen extract weor opgelost zyn.
breng do vloeistof in eon gewogen Erlonmeyerscho kolf
van ongeveer 100 cc. on reinig hot schaaltje mot
enkele droppols water togelyk tot do gelioolo vloeistof
weegt 20 G.

Voeg nu 10 G. (of 12.2 cc) alcohol too, schud goed,
voeg 25 cc. aother too en schud nogmaals. Voeg dan
Ammonia too uit eon verdeelde buret of pipet, sluit
do kolf mot eon goedo kurk, schud zo krachtig go-
durondo 10 min. on zot zo terzydo op eon tamelijk koole
plaats godurondo ton minste O uur of godurondo don
nacht.

Noom do stop mot zorg af en als daar eenige kristallen
asmklovon, strijk zo dan af in do kolf. Noem twoo

-ocr page 30-

18

goed filtreerende filters van 7 cM. diam. en van \'t zelfde
gewicht, plaats ze in een trechter zóó dat de drie-
dubbele plooi van het eene op den enkelen wand van het
andere komt en bevochtig ze met aether. Breng nu
eerst de aetherlaag in de kolf zoo volledig mogelijk op
het filter door middel van een pipet, schud den kolf-
inhoud nogmaals met 10 cc. aether, breng ook dezen
aether op het filter, en herhaal dit nogmaals met 10
cc. aether. Breng daarna den geheelen kolfinhoud op
het filter, bij gedeelten, zorgende dat het grootste deel
der kristallen meegaat, eindelijk ook de overige kristallen
en door eenige porties water, waarvan men te zamen
niet meer dan 10 cc. gebruikt.

Laat het dubbelfilter af druppelen, giet druppels-
gewijze water op de kristallen, tot dat deze behoorlijk
vrij zijn van moederloog, en wasch zo daarna ook
druppelsgewijze uit een pipet na met alkohol, welke
alkohol verzadigd is met Morphine. Deplaceer daarna
den alkohol door aether, 10 cc. of meer, zoo noodig.
Laat het filter drogen op een tamelyk warme plaats,
bij niet hooger dan 00° 0., tot constant gewicht, breng
daarna de kristallen zorgvuldig op een gewogen hor-
logeglas en weeg.

Het gevonden gewicht met 10 vermenigvuldigd, geeft
het gehalte aan gekristalliseerde Morphine uit het opium
te verkrygen.

Ik ging dus \'t eerst volgens deze methode to werk.

De 10 .Gr. opium stonden (bij eon 1®\'" bepaling) aan water
af 61,3 7„, van de 10,07 "/„ asch waren 2,6 "/„ (op het opium
berekend) in oplossing gegaan.

Toen ik nu de verkregen oplossing uitdampte, bleek dat zich
spoedig iets afscheidde, namelijk witte vlokken, die ik dadelijk
voor calciummeconaat hield, wat het ook bleek te zijn. (Do stof
loste in verdund zoutzuur op en leverde nu met Ferrichloride een
bloedroode verkleuring, met oxaalzuur -t- NH, een wit prae-
cipitaat onoplosbaar in azijnzuur). Do Americ. Pharmacopee
laat nu direct doorwerken, zoodat al dit calciummeconaat in

-ocr page 31-

19

<le Morphine zou komen, in plaats daarvan filtreerde ik na de
toevoeging van spiritus van de nu 30 G. wegende vloeistof
== 24 G. af, en voegde naar evenredigheid aether en am-
monia toe. namelijk 20 cc. aether en 2,8 cc. ammonia van
10 °/o- slotte gewogen Morphine moet dan weer met

vermenigvuldigd worden.

Ik woog verder de Morphine niet na ze van het filter op
•een horlogeglas overgebracht te hebben, daar het mij toe-
scheen dat dit verlies tengevolge moest hebben, maar, zooals
de Britsche Pharm. voorschrijft, door de beide filters tegen
•elkaar te wegen.

- Bij alle proeven wiesch ik verder af met 25 cc. water,
dat ik op den rand van het filter liet loopen. Het filtraat
was daarna kleurloos. Volgens
Sciimidt \') is de oplosbaarheid
van Morphine in water als 1 : 5000, volgens
Dietkrioh als
1 : 1250, volgens mijn oigen bepaling, waarvoor ik volkomen
zuivere, eenige malen uit alkohol omgekristnlliseerdo Morphine
nam, als 1 : 2183, dus rond 1 :\'2200. Door do 25 cc. wasch-
water zal dus ten minste 11 ni.G. Morphine opgelost zijn.
Eigenlijk ware het dan ook beter om, zooals de Britsche Ph.
•doot, steeds voor to schrijven afwassching mot door Morphine
verzadigd water.

Drie bepalingen op dezo manier gedaan, gaven nis uit-
komst :

\') E. Schmidt, Lehrbuch der Pharm. Chemie. Braunschweig. Vioweg
•& Z. 1895.

Helfexbehger Annalen 1888. p. 45.

-ocr page 32-

20

I. 0,968 G. MorpMne = 9,68 pet.
n. 0,948 „ = 9,43 „
III. 1,007 „ = 10,07
Deze getallen verschillen aanzienlijk, tot 0.5 pet. Hetzelfde-
hebben ook
Schligkum en Dieterich bij de methode van
Flückiger opgemerkt, waarom zij de methode eenvoudig ver-
wierpen. De verklaring van dit verschijnsel echter hgt, naar
mijne ervaring, eenvoudig in de temperatuur van kristallisatie.
Ik heb namelijk verdere proeven verricht met inachtneming
van de temperatuur van kristallisatie, waarbij de kolfjes
namelijk na 10 min. schudden gedurende den nacht werden
weggezet resp. bij 0° (smeltend ijs) en bij 15°. Dit leverde
het volgende:

I bij O\'\' 9,47 pet.

II „ 15° 10,09 „

III „ 0° 9,42 „

IV „ 15° 10,00 „

De uitkomst wordt dus nu constant, verlaging van tempe-
ratuur heeft.dezen invloed, dat zij de afscheiding der Morphine
vertraagt, en de temperatuur is dus bij de der eerste drie
proeven gedurende den nacht sterk gedaald. Men zou eon
tegengestelden invloed verwachten, intusschen is door
Dieterich
bij zijne methode, waar zonder toevoeging van spiritus geprac-
cipiteerd wordt, een invloed in denzelfdon zin waargenomen.
Giessler =•) beweerde in 1883 het tegendeel.

1) Archiv, f. Pharmacio. XXV p. p. 13—32.
i) Pharm. Centralhalle. 1895 , 21.
3) Archiv, f. Pharmacio, XXV p. 23—32.

-ocr page 33-

21

De zoo afgescheiden stof wordt nu dus beschouwd als Mor-
phine. Is het echter werkelijk zuivere Morphine? Dit moet
lilijken uit de verhouding tot oplosmiddelen, alsmede uit de
tian of afwezigheid van aschbestanddeelen. In kalkwater (C*
lOÜ-voudig gewicht = 1 aeq. Ca(OH), op 1 aeq. Morphine)
moet Morphine geheel oplossen als calciummorphinaat. Dit
bleek nu hier echter niet het geval te zijn. 1 G. van de
afgescheiden Morphine met 100 G. kalkwater behandeld liet
-eene rest na, deze rest woog 0,016 G.

Van verschillende kanten is opgemerkt dat de volgens
Flückiger afgescheiden Morphine Narcotine bevat, \') ofschoon
\'t\'iuiders wel vreemd schijnt, dat juist in de bij aanwezigheid
van spiritus afgescheiden Morphine zich Narcotine zou bevinden.
Dit bleek dan ook hier niet het geval te zijn; de bij kalkwater
achterblijvende stof stond {lan kokenden alkohol van 95 niets
af, en mag dus wel uitsluitend beschouwd worden als nog
wat calciummeconaat. Bij verbranding loverdo de stof 2 niG.
asch. Bij verbranding van 500 mG. Morphine zelf vond ik
1 mG. asch. Deze als CaO berekend, geeft 5,1 niG. calciuni-
moconaat C.HjCaO. H,0 in 500 mG. der afgescheiden Mor-
phine. Heel erg is de verontreiniging dus toch niot, Ca 1,6 7„. Bij
«lo bovengenoemde 16 niG. komt dan namelijk naast calcium-
moconaat nog een geringe hoovoelheid andere verontreiniging voor.

Nog moet ik opmerken, dat als men de uitgedampte vloei-
stof (zie beschrijving der methode op blz. 18) zonder spiritus
•on alleen mot aether en NH, praeci pi teert, men oen bi-uine

\') O.a. Schlickum Pharm. Contralh. 1895 p. 23.

-ocr page 34-

22

afscheiding verkrijgt die niets heeft van zuivere Morphine. Dit
is jammer omdat de spiritus tevens Morphine in oplossing houdt..

Naar aanleiding van het voorschrift der Britsche Pharmacopee
om de Morphine te verzamelen op twee in elkaar gestoken,
filters die men later tegen elkaar weegt, heb ik eens nagegaan
of een filter, waardoor men eene oplossing van opiumbestand-
deelen giet en dat daarna uitgewasschen wordt, werkelijk een-
blijvende gewichtsvermeerdering kan ondergaan. Ik droogde-
daartoe een filter van 8 cM. diam. bij 100 °, woog, het er de
eerst nog eens gefiltreerde moederloog der boven beschreven
bepalingen doorgaan, wiesch uit met water, droogde weer
bij 100° en woog.

Het bleek nu dat zoo\'n filter de volgende gewichtsvermeer-
dering onderging, namelijk bij uitwassching met:
25 cc water, gewichtstoename 0.028 ü.
50 „ „ „ 0.013 G.

Tenzij men dus met eene groote hoeveelheid water (in plaats
waarvan dan met Morphine verzadigd water te nemen is zoo-
als de Britsche Pharm. voorschrijft) uitwascht, is men wel ver-
plicht hier op de beschreven manier twee filters te gebruiken. \')-

\') Zio Over deze zoogonaamdo adsorptie-verschyns(jlen ook Sciiönbein,
Ann. d. Phys. u. Cham. 114 p. 375, Kunz Krause, Ph. Centralhalle^
1897, p. 697.

-ocr page 35-

2:J

n. De kalkmethode (Hager), (zie blz. 12).

Yan deze vindt men een voorschrift in de Ned. Pharma-
copee Ed. III, dat ik hier laat volgen.

Meng 1 G. calciumhydroxyde met 10 G. water en 3
G. opiumpoeder (verkregen door do opium bij niet
liooger dan 50" to drogen en door zeef B 30 te zeven);
voeg aan dit mengsel zoo veel water too dat het ge-
wicht 32,5 G. bedrage; macereer het onder herhaald
schudden ten minste 12 uur en ftltreer. Schud 20 G.
van het Altraat met 10 cc. aether en 5 droppels
benzol en los er zacht schuddend 250 mG. ammonium-
chloride in op, schud het mengsel nogmaals herhaaldelijk,
neem na 24 uur de aetherlaag weg; herhaal de uit-
schudding met 5 cc. aether, neem ook dezen weg en
verzamel de afgescheiden kristallen. Wasch deze eerst
met water zoolang af tot dat dit kleurloos afloopt, daarna
met 5 cc. spiritus van 40 pet. en droog zo by 100\'.

Do afgescheiden M. wege 200 niG., hetgeen over-
eenkomt met een gehalte van 10"/„ in het opium.

Dit is een nog weer gewijzigde methode Haueh-Jacobson.
In plaats van afwasschen met chloroform zooals Jacouson
doet, geschiedt hier namelijk do afwassching der Morphine-
kristallen door 5 cc. spiritus van 40°, ter verwijdering van
meegepraecipiteerdo harsachtige stollen on misschien nog een
weinig Narcotine. Daar nu Morphine zelf hierin geenszins on-
oplosbcUir is, (volgens niijno bepaling als 1 : 112) is het altijd
weer eon eenigszins ruwe bepaling. Ik verrichtte volgens dezo
methode ten eerste tweo bepalingen met het volgendo resul-
taat :

I krist. temp. 0°. (iewogen Morphine 0.192 (!.

II „ 15°. „ „ 0.194 Li.

-ocr page 36-

24

Ik wiesch hierbij eerst weer af met 25 cc water als bij de
vorige methode, daarna nog met de 5 cc, spriritus van 40°,

Aan de berekening om van deze hoeveelheid gewogen Mor-
phine te komen tot het procentisch gehalte in het opium,
wordt nu bij deze methode ten grondslag gelegd de aanname
dat de kalk -j- het opium samen aan het water 1,5 G. afstaan,
zoodat de geheele waterige oplossing bedraagt 30 G. Dit zal
nu niet altijd precies zoo zijn, het hangt af van de soort van
het opium, maceratieduur enz. en dat geeft aan de methode
een gevoel van onzekerheid, dat men bij de vorige van
Flückiger—Stillwell, waar geheel met water wordt uitge-
loogd, niet heeft. Intusschen zal de hierdoor ontstane fout
toch ook nauwelijks waarneembaar zijn, en er worden toch
meer fouten gemaakt. Bij de hierna volgende methode van
Dieterich wordt evenzoo als vast aangenomen, dat het opium
aan water 60° afstaat.

Bij vermenigvuldiging nu van de gevonden getallen met

50 ,-T7r——^ vindt men voor het procentisch gehalte

t ï^)

I bij O" 9,6 7„
II bij 15° 9,7 %
Hierl)ij is dus de kristaUisatie geschied door 24 uur staan.
In plaats daarvan, zegt v.
Itallie , in navolging van Dieterich ,
(zie blz. 10) is het voldoende om 20 min. lang sterk te schudden.
Twee nieuwe bepalingen op deze manier gedaan gaven:

I 0,188 G. Morphine = 9,4 «/„

II 0,187 G. „ = 0,4 7o

Verder stelt van Itallie voor om ook de maceratie slechts

-ocr page 37-

25

gedurende een kwartier te doen, onder voortdurend schudden.
Dit gaf:

I 0.179 G. Morphine = 8,9 ,
110,180, „ =9,0 7«,
III 0,174 „ „ = 8,8 7„.

De eerste wijziging kan men dus overnemen, de tweede
-echter lieeft een onwenschelijke verlaging in de uitkomst ten-
gevolge. Na een kwartier is nog geen evenwichts-toestand
ingetreden tusschen opgelost en onopgelost.

Dat sterk schudden een gunstigen Invloed heeft op de
afscheiding der Morphine, kan men verklaren door het wrijven
<ler deeltjes tegen elkaar en tegen het glas, evenals soms ook
■eerst het wrijven met een glasstaaf langs een glaswand het
verschijnen van een praecipitaat tengevolge heeft.

De uitkomsten die men hier verkrijgt zijn dus zeer constiint,
hetgeen als een hoofddeugd van eene methode moet gelden.
Ook de temperatuur van kristallisatie heeft maar weinig invloed.
Als men echter tot het uitkristalliseeren slechts 20 min. sterk
schudt, valt deze temperatuur or praktisch geheel buiten,
4laar men dit schudden toch altijd bij kamertemperatuur doet.

Dat de temperatuur wel van invloed is bij de eerst behandelde
methode (
Flückiger), is waarschijnlijk alleen toe te schrijven
4ian de aanwezigheid van den nlkohol, die oen vertragenden
invloed heeft op de afscheiding der Morphine.

De verkregen Morphine loste in 100 deelen kalkwater nage-
noeg helder, maar met veel bruiner kleur op, dan die bij de
<3erst behandelde methode (FLücKiGER-STn.LWELL). Op den duur
l)ezonken alleen eenige bruine vlokken. Bij verbranding leverde

-ocr page 38-

26

ze slechts een onbeteekenende hoeveelheid asch. Dat hier
weinig of geen calciummeconaat meegepraecipiteerd wordt, is-
hieraan toe te schrijven dat slechts de omzetting, [(Cj-Hjo NO^)^
Ca 2 NH, Cl = 2 Ca Cl, 2 C,, H, - NO3 2
NH,] plaats vindt,
waarbij slechts een geringe hoeveelheid NIL geboren wordt.
Hager kreeg oorspronkelijk wel asch in zijne Morphine, omdat hij
onnoodig veel kalk en onnoodig veel ammoniumchloride gebruikte.

Er worden echter wel wat harsachtige stoffen meegeprae-
cipiteerd, waarvoor eene afwassching, hetzij met chloroform,,
hetzij met verdunden spiritus, noodig is. Dit is jammer, want
het maakt de methode wat onzeker.

III. De methode Dieterich.

Ook van deze methode moet gezegd worden dat de uit-
komsten vrij constant zijn. De afgescheiden Morphine is echter
nog onzuiverder dan bij de eerste methode van
Flückiger,
en dat wel omdat de vermenging met spiritus wegvalt, waar-
door bij de laatste althans een deel van het calciummeconaat
zal verwijderd worden.
Uietericii trekt uit met een kleina
hoeveelheid water, en wil verder de afscheiding van calcium-
meconaat voorkomen door een zeer juist berekende hoeveel-
heid NH3 toe te voegen, maar dit heeft niet het gewenschte-
resultaat.

In het voorschrift van de Duitsche Pharmacopee, Ed. III,
is de methode in haar laatste vorm weergegeven.

O G. middelmatig lijn opiumpoedcr (gemaakt ^door
het opium van do rumexvruchten to bevryden, tot dunno
schüven to snijden en bU niet hooger dan W to drogon>
met O G. water aangeroerd, met •\\vater in een go-

-ocr page 39-

27

wogen kolfje gespoeld en de inhoud door verdere-
watertoevoeging op
54 Gr. gebracht.

Nadat het mengsel, onder herhaald omschudden 1 uur
gestaan heeft, perst men de massa door een droog stuk
linnen, filtreert van de afgeperste vloeistof 42 G. door-
een droog plooifilter van 10 cM. diam. in een droog
kolfje voegt hierbij 2 G. Natrium-salicylaat oplossing
(1 = 2) en schudt krachtig om.

Daarna filtreert men 36 G. van de helder geworden
vloeistof door een droog plooifilter van 10 cM. diam.
in een kolfje, mengt dit filtraat door omzwenken met
10 G. aether en voegt nog 5 G. van een mengsel vani
17 G. Amm. liq. en 83 G. water toe. Dan sluit men
de kolf, schudt den inhoud 10 min. lang krachtig eU\'
laat 24 uur lang rustig staan.

Daarna brengt men eerst do aetherlaag zoo vol-
komen mogelijk op een glad filter van 8 cM. diam., doot
bij de in het kolQe gebleven vloeistof nogmaals 10 G.
aether, beweegt het mengsel eenigo oogenblikken zacht
heen en weer, en brengt nu ook deze aetherlaag op-
het filter.

Na \'t doorloopen van den aether giet men de waterigd-
oplossing, zonder op de aan den wand van het kol(je
zittende kristallen to letten, op hetfilttn-.on spoelt dit
en het kolfje driemaal telkens mot 5 G. door aether
verzadigd water na.

Nadat het kolQo goed uitgelekt en het lilter geheel
afgedroppeld is, lost men do Alorphinekristallen, na
droging op in 25 cc. \'/lo Norm. H.Cl., giet de op-
lossing in een kolQo van 100, wascht filter en kolfjo
zorgvuldig met water na on verdunt do oplossing ten
slotU» tot op 100 cc.

Van deze oplossing meet men daarna 50 cc. in een
flesch van wit glas van ongeveer 200 cc. en voegt
ongeveer 50 cc. water en zooveel aether too, dat de
laag van do laatste ongeveer 1 cM. hoog is.

Na toevoeging van 5 dr. joodeosineoplossing, laat
men zooveel \'/lo Norm. kaliloog, terwijl men na iedere
toevoeging hot mengsel krachtig schudt, bijvloeion tot
do onderste waterige laag een bleekroode kleur aan-
genomen heeft.

Tot het bereiken van dezo kleuring moeten niet
meer dan 5,4 cc. on niet minder dan 4,1 cc. loog
noodig zijn, hetgeen overeenkomt met 10-12 7u Mor-
phine in hot pocHler.

-ocr page 40-

28

Van vier bepalingen op deze wijze gedaan, waarbij ik voor-
loopig het titreeren naüet, waren de uitkomsten:

I. Bij 15° gekristaUiseerde Morphine 0,880 G.
IL „ 0° „ „ 0,376 „

III. „ 0° „ „ 0,375 „

IV „ 15° , „ 0,382

Om nu uit deze gewichten het procentisch gehalte te berekenen,
■wordt door
Dieterich aangenomen, dat het opium 60 % aan
■oplosbare bestanddeelen aan het water afstaat. Ik heb echter
50 7o gerekend evenals bij de methode Hager, wat althans
als men slechts een uur macereert, zooals hier, meer overeen-
komstig de waarheid is.
(20,7 G. der verkregen oplossing
leverde bij verdamping
1,05 rest, d.i. 19,65 water hebben 1,05
of de geheele hoeveelheid water van 48 G. 2,9 G. opgenomen.)

De gewogen hoeveelheden Morphine worden dus vermenig-
vuldigd met den factor
yt—- = waardoor we

i i i . , OO /-,

51- X 4-4 "
voor de procenten vinden

I. Bij 15° 9.5 7„.

II, ,, O\'\' 9.4 7„.

ni. „ 9,37 7o.
IV. „ 15° 9.55 7o.

De temperatuur heeft (ius weinig invloed.

1 G. der afgescheiden Morphine echter met 100 cc. kalk-
water behandeld, liet eene rest na van 52 mG. en deze leverde
8 mG. asch. Als
Dieterich dus beweert, dat hij geen asch in
zijne Morphine krijgt, kan dit alleen daarvan komen, dat hij
•tamelijk aschvrij ■opium gebruikt heeft.

-ocr page 41-

29

Trouwens het voorschrift der Uuitsche Pharmacopee erkent
dat de Morphine onzuiver is, door ten slotte niet te wegen
maar te titreeren. (Exacte methode van DiETEmcH).

Dit geschiedt volgens de Partheilsche methode met eene-
aetherische oplossing van loodeosine als indicator. Nu heeft
Salomonson reeds opgemerkt, dat deze methode van titreeren
wel omslachtig is, echter volstrekt niet nauwkeuriger dan met
methyloranje als indicator, \') Ik kan dit slechts toestemmen,
Morphine laat zich met methyloranje volkomen nauwkeurig
titreeren. Nog scherper omslag geeft echter eene oplossing van
eenigszins geoxydeerde haematoxyline, bereid door Campèche
hout, dat eenigen tijd aan de lucht gelegen heeft, met ver-
dunden spiritus uit te trekken (
Rusting).

Ik vond bij titratie met dezen indicator en daarbij de methode
van terugtitreeren volgend, als ook in het voorschrift der Duitsche
Pharm, aangegeven:

I. 11.9 cc\'/joN.H,SO,, = 0.181 m, 2 = Ü.3G2 G.

II, 11,5 cc „ = 0.175 m. 2 = 0.850 G.

III. ll.-l cc „ = 0.174 m. 2 = 0.848 G.

IV, 11.8 cc ,, = 0.180 m. 2 = 0.;}Ü0 G.

liet procentisch gehalte wordt dus nu:

I. 9,05%

II. 8,75 7„

III. 8,50 "/„

IV. 9,00 7o.

1) Nod. Tijdschrift v. Ph. en Tox. 1800 p. 9.

-ocr page 42-

Opmerkingen.

Jk was wel verplicht deze drie bekendste methoden nog
•eens na te gaan om te zien wat zij geven. En dan blijkt
wel dat de
Hager-jacobson\'sche, in de hier gegeven modificatie
(Ned. Pharm.) in zooverre de beste moet genoemd worden,
als zij tenminste zuivere Morphine levert. Dat zij echter niet
4\\lle Morphine levert, blijkt wel als men hare uitkomst ver-
gelijkt met die van de eerst behandelde van
Flückiger-
■Stillwell
. Het is zeker dat bij deze Morphine opgelost blijft,
•aangezien men uit eene spiritueuse oplossing (spir. van 40°)
praecipiteert, waarvan 30 cc. ongeveer 200 mGr. in oplossing
houden, welk feit ook door
FlückIger zelf wordt toegegeven.
Dat nu bij de methode
Häger eveneens Morphine opgelost
blijft, is eenvoudig te verklaren door de aanwezigheid van de
hoeveelheden colloïde stof in de oplossing. Immers we zien
overal, dat deze de vorming van praecipitaten tegengaan
bijv. dikwijls bij toxicologisch onderzoek de praecipitntio van
metaalsulfiden.

De bij de hager\'sche methode in oplossing blijvende Mor-
phine, laat zich dan ook inderdaad aantoonen door uitschud-

•ding met amylalkohol. Schudde ik de moederloog van eenige

0

bepalingen uit met amylalkohol, schudde ik deze weer uit met
:zwavelzuurhoud^d water, verdampte dit na neutralisatie

-ocr page 43-

31

tot een kleine rest, dan liet zich hierin een nieuwe kristalli-
satie te voorschijn roepen, namelijk uit 5 hepahngen ongeveer
-50 ma.

De DiETERicH\'sche methode in de Duitsche Pharmacopee geeft
nog minder Morphine dan de
hager\'sche kalkmethode en dus
in ieder geval te weinig.

Als men deze omstandigheden in aanmerking neemt, is het
in ieder geval onlogisch ten slotte zoo\'n nauwkeurige bepaling
lüt te voeren als de Duitsche Pharmacopee laat doen, door
namelijk ten slotte de afgescheiden Morphine te titreeren.

Morphine laat zich overigens zoo mooi door titratie bepalen,
<lat eene poging om dit meer direkt te doen, inderdaad voor-
loopig de eenige ware weg. schijnt. Dit is nu gedaan in eene
methode van
Gordin en Prescott, de allerlaatste die ver-
schenen is, en die ik vroeger reeds noemde (zie blz. 14). Zij
volgt hier in haar geheel.

\') Do Morphinezouton laton zich door koud water wel good uit het opium
oplossen, te oordeelen naar de coustantheid der getallen. Toch zou eene
voorafgaande uittrekking met benzol volgens
Flückiger (zie blz. 9) ter
verwijdering van de caoutschoukstoffen, aanbeveling verdienen, als ze
niet zoo omslachtig was. Door koudon benzol toch wordon dezo moeiiyk
geheel verwijderd, en bij uitkoking mot benzol ondergaan do aanwezige
koolhydraten (plantenslym) misschien ook het poctinezuur (zio blz. 8)
oono verandering, althans wanneer men daarna met water macereert,
wordt eene siyinorigo oplossing verkregen. Aether on chloroform zijn
nog minder geschikt daar zo het caoutscliouk nog mindor oplossen.

-ocr page 44-

Methode Gordin en Prescott.

Reeds is in 1883 door Geissler \') opgemerkt, dat bij de be-
pahng van Morphine, van ammonia misschien een nuttiger
gebruik dan tot dusver te maken zou zijn, waarbij partij ge-
trokken werd van zijne groote vluchtigheid. Dit is nu inder-
daad gedaan door
Gordin en Prescott.

3 G. gepulveriseerd opium wordt in een wyd glas
van ongeveer 150 cc. inhoud, met behulp van oen
kleinen stamper vermengd met eenige cc van oen
mengsel bestaande uit 5 volumina geconc. Ammonia,
5 vol. alcohol, 10 vol. chloroform en 20 vol. aether. Na
de verdere toevoeging van eenige cc van dezelfde
vloeistof om het opium geheel te bedekken, wordt
het glas, met den stamper er in. met een stop ge-
sloten en ter zyde gesteld. Na 5 of O urigo maceratio,
mengt men met de dik bryachtige massa 10-12 G.
gepulveriseerd keukenzout, en plaatst het glas onder
herhaald omroeren, om de vorming van klompen te
voorkomen, in een flinken luchtstroom tot do vloeistof
verdwenen is. Na verloop van een uur ia gewoon-
lijk het poeder byna geheel droog. Het glas wordt
daarop in eenen exsiccator geplaatst, die behalve zwavel-
zuur nog een glas mot paraffine bevat, en gedurende
den nacht daarin in vacuo gelaten. Men drukt daarna
de mogelijke gevonnde klompen mot don stamper voor-
zichtig fijn, schudt het poeder eerst op oen stuk glans.
\' papier en vandaar in een kleinen nauwon porcolator,
dio mot eon glazen kraan voorzien is, en op welks
bodem zich een propje watten bovindt. Hot glas
wordt dan eenige koeren mot eon kleine hooveolhoid
keukenzout uitgewreven, dit wordt oveneens in den
percolator gebracht, en nadat het poeder met eon j)rop
watten en een glasscherf bedekt is, percoleert men

1) AJChiv. d. Pharmacie. Ifc83 p. 001.

-ocr page 45-

33

zeer langzaam met benzol, tot 2 ä 3 droppels van het
"Wagneb\'s reactief in de zwak zuur gemaakte rest van
10 droppels percolaat geen troebeling meer te voorschijn
roepen.

Nadat op deze manier al de andere opiumbasen be-
halve Morphine verwijderd zi,jn, neemt men liet vat
met het benzolpercolaat weg en plaatst onder den
percolator een vlakke uitdampschaal. De percolatie
wordt nu langzaam met een mengsel van 5 volumina
chloroform en 1 vol. abs. alkohol voortgezet zoolang tot
geen alkaloïde moer in het percolaat aan te toonen
is, wat weer met behulp van
Wagner\'s reactief op
boven beschreven manier geschiedt.

Daarna wordt de uitdampschaal zoolang in eon flinken
luchtstroom geplaatst tot het oplosmiddel geheel ver-
dwenen is. Do gebleven rost wrijft men nu samen
mot 50 cc. Vïo Norm. zwavelzuur, totdat zich alles
van den bodem van do schaal lioeft losgemaakt on giet
hot mengsel in oen hoog smal maatglas. Mon wascht
do schaal eenigo keeren met eon kleine lioeveolheid
water na, giet dit in hot maatglas en vult hot laatste
aan tot op 90 cc. Na omschudden en oen poosje
laten staan opdat de vaste deeltjes bezinken, liltreert men
75 cc. (=
2\'li G. opium) in oen bekerglas voegt 80 of
Hó cc. \'/jii Norm. kaliloog too on titreort de overmaat van do
laatste mot \'/jo Nonn, zuur torug, daarhU neutraal methyl-
(U-anjopapior, dat mon van ti^jd tot tud c. 10 sec. in do
vloeistof houdt, als indicator gohruikond. Ofschoon do
vloeistof geel gekleurd is, zoodat mon ook goen indicator
er direkt aan toevoegen kan, is hot vorschynen van de
roodo klour op hot lichtgele papier scliorp en duidelijk.

• Zuur on kaliloog moeten natuurlijk onder dezelfde
omstivndighedon ingesteld worden als wanrondcr do
titratie plaats vindt. Hot aantal cc \'/lo Norm. zuur
dat door do 2\'/j G. opium verbruikt wordt, geeft met

0,568 (= 0,0142 vermenigvuldigd liet Morphine-

gehalte van hot opium aan.

Gokdin on Prescott vinden nu volgens deze Methode nog

3 "/„ meer dan volgens do methode Flüokiger—Stillwell,

namelijk volgens beide methoden resp. 17 en 14 "/„.

Prescott zeil\' twijfelt nu nog aan de waarde van zijne hooge

a

-ocr page 46-

34

uitkomst. Eene eerste vraag bij de methode is wel of de
ammonia weer volkomen verwijderd wordt. Het bleek mij, dat
dikwijls wanneer de massa een nacht in den exsiccator gestaan
had en daarna fijngewreven werd, door een er boven gehangen
vochtig rood lakmoespapier nog ammonia aan te toonen was.
Bleef ze daarna nog een dag in den exsiccator, dan niet meer.

De ammonia door verwarming uitdrijven kan niet, daar dan
de ontstane ammoniakzouten der zuren gedeeltelijk weer ont-
leed , en weer alkaloïde-zouten gevormd zouden worden. Overi-
gens , blijft er een weinig vrije NH^ achter, dan zal deze toch
bij de extractie met benzol ter verwijdering van de overige
alkaloïden mede verwijderd worden en dus de Morphinebepnling
niet hinderen. Bij mijne proeven liet ik echter de massa steeds
twee dagen in den exsicator, den tweeden dag na fijnwrijving.

Bij een voorloopige proef bleek mij, dat men met methyl-
oranje papier nagenoeg even nauwkeurig kan titreeren als met
een paar druppels methyloranjeoplossing of Campèchetinctuur
toegevoegd aan de vloeistof, namelijk gemiddeld met 2 a 3
(h\'uppels N/jo oplossing verschil.

Twee bepalingen vervolgens naar dezo methode gedaan gaven mij:
I 21- ccM N/jn H,SO, X f),ö68 = 11.928 7«,
1120,7 „ „ X 0,508 = 11,882 "/,.

Om dit cijfer lui als het ware gehalt(! aan Morphine te kunnen
beschouwen, moet men echter in ieder geval in de moederloog
resp. de opiumresten bij do andere methode, de bij deze over
\'t hoofd geziene Morphine kunnen aantoonen. Vóór ik dit deed ,
heb ik getracht de met veel omslag gepaard gaande en lang-
durige methode wat to bekorten.

-ocr page 47-

Nieuwe Methode.

1. Om te zien of de extractie der Morpliine niet in een
circulatieapparant zou kunnen gescliieden, helj ik eene oplos-
sing van
100 niCI. Morphine in alkohol-chlorofonn gedurende
6 uur aan een terugvloeiende afkoeler, met wattenprop gesloten,
gekookt. Na afdestillatie der alkohol-chloroform eischte de rest
nu, getitreerd volgons
Prkscott, nog 0,5 cc. N\'^,, zwavelzuur
ter neutralisatie = 98 mtJ. Morphine. Op deze manier buiten
toetreding van de lucht gekookt, verandert dus do Morphine niet.

We kuinien dus dezo extractie in eon circulatieapparaat
beproeven. Daarbij is (»chtoi- oen mengsel van aethylalkohol
en chloroform niet zeor geschikt, atingezion do kookpunten der
beide stoffen to vor uit elkaar liggen, zoodat voornamelijk
chloroform overgaat ook al verhit men wat sterker. Boter
dan aethyl- is methylalkohol, waarvan het kookpunt slechts
l graden hooger is dan dat van chloroform. Doet men in het
kookkolfje vnn ()en Tollons\' (extractie a])))araiit oen mengsel
van 1 (11. methylalkohol on ö dln. chloroform , on verwarmt
het waterbad op (jf)° tot 70°, <lan gaat dit mengsel bijna onver-
anderd over en Morphine lost daarin op ongeveer als 1 :100 \').

\') Ik naiii vorder de buis vnn liet extriictieapparüut tamelijk Avijd
(Pkescott HciirUft een oimoddig nauwe buis voor) zoodat de massa van
keukenzout met opium niet lioogt-r komt te staan dan iï a ü cc. eu

-ocr page 48-

36

Op deze manier kan de extractie in 1 ä 2 uur zoover ge-
bracht worden, dat na verdamping van 10 droppels op een
horlogeglas. hierop geene reactie meer met
Wagner\'s reactief werd.
verkregen, terwijl het volgens de manier van
Prescott soms
twee dagen duurde, waarbij dan gemiddeld 1 Liter chlorofomi-
alkohol doorgeloopen was. De extractie met benzol ter ver-
wijdering van de andere alkaloïden, kan natuurlijk in hetzelfde
apparaat geschieden. Deze duurde 9 ä 10 uur.

2. Bij het opweeken der met alkohol-chloroform uitgetrok-
ken massa met verdund (
N/^q) zwavelzuur, is men niet zeker
dat dit tot alle Morphine doordringt, daar tevens in water
onoplosbare bestanddeelen (harsachtige stoffen) voorkomen. In
ieder geval moet deze opweeking weer gedurende geruimen
tijd geschieden Spoediger gaat het wanneer men de massa
opneemt in wat alkohol en hierbij het zwavelzuur voegt. Dan
heeft men echter het bezwaar dat men niet duidelijk titreeren
kan, aangezien alkohol de dissociatie dei stoffen en dus ook
van de indicatoren in sterke mate vermindert. Zo laat zich
ook niet \' geheel verdrijven. Ook hier biedt methylalkohol
een welkome uitkomst, daar zij veel sterker dissocieerond werkt
dan aethylalkohol. Neemt men op in eeno voldoende hooveol-
heid methylalkohol en voegt hierbij het N/^,, zwavelzuur, dan
is men dadelijk klaar en kan zeer goed titreeren.

spreidde over do wattenprop eerst een l:\\ag zand en daarop eerst de
met benzol bevochtigde massa.

Keukenzout is in dit geval zeer geschikt en beter dan zjind, djiar dit
bij hot inpakken der massa in het oxtractietoestel uitzakt. Of
Pkescott
er nog eeno bijzondere bedoeling mee hooft biykt niet. NaCl. maakt
Narkotino en andere zwakke basen vrij uit huinio zouten (
Petkkmann
Archiv d. Pharm. XLXXVII p. 209; dat is echter hier niet meer noodig.

-ocr page 49-

37

Een bepaling op deze manier gedaan levei\'de

20,5 cc N/,„ H,SO, X 0,568 = 11,6 %.

Ik heb nog gedacht aan de mogelijkheid dat Morphine door
zijn hydroxyl NH„ kan vasthouden, die vervolgens mee ge-
titreerd wordt. Hiervoor behoeft echter toch ook niet veel
vrees te bestaan, vooral niet na verwarming.

Ik kon echter wegens mijn vertrek naar Indië deze onder-
zoekingen tot mijn spijt niet verder voortzetten. Ik had ge-
hoopt, dat er bij de bekendste gravimetrische methoden eene
zou zijn die werkelijk alle Morphine levert. Dit blijkt niet het
geval te zijn, zij moeten dus alle verworpen worden, hoogstens
zijn het goede bereidingswijzen. Het beste is nog de
Hager-
sche (kalk) methode in haar laatsten vorm (Ned. Pharm. Ed.
lil) (laar zij do Morphine zonder aschbestanddcelen levert; zij
levert echter ook niot allo Morphine.

Francesco Zanardi heeft in 1896 de stearaten van ver-
schillende alkaloïden gemaakt, waarvan een eigenschap is dat
zij onoplosbaar in water zijn. Ik had nog gedacht dat dozo
misschien van nut konden zijn voor de bei)a]ing der Morphine,
namelijk op dezo manier dat men uit een meer verdun«! waterig
opiumextract eerst alle alkaloïden praecipiteert als stearaten,
uit welk praecipitaat ze gemakkelijk terug te verkrijgen zijn,
waarna men de Morphine nog slechts van do andere alkaloïden
behoeft af te zonderen. Ik verkreeg echter door stearas natricus
bij de oplossing van opiumbostanddeolen te voegen ook niet
meer dan eon zeer onvolledig praecipitaat, en soms bleef het

\') Bollkttin\'o cliiiii. farm. 181)0, 4.

-ocr page 50-

88

geheel uit. Ook hier vormen Avaarschijnlijk de colloïde stoffen
het beletsel.

Conclusie.

Al heb ik nu geen tijd gehad om de waarde der uitkomsten
volkomen te bevestigen, zoo verdient toch de door mij het
laatst aangegeven methode daarom des te meer vertrouwen,
omdat we weten, dat volgens do gravimetrische methoden niet
alle Morphine verkregen wordt. \')

Wil men de lÏAGfjR\'sche kalkmethodo gebruiken, dan zal
men in ieder geval eene correctie moeten aanbrengen van
c\'\'
2 7o, maar op die manier is zc toch nauwelijks eene quanti-
tatieve methode te noemen. De andere methoden zijn nog
minder dan de HAOKR\'sche, die van FLücKiaER-STiLLWKLL is
daai\'bij van de temperatuur van kristallisatie afhankelijk.

1) Ik heb ook nog n;igeg;üin of do Morphine zich uit do alkohol-
chloroformoplossing niet als hydrochloraat laat afscheiden (dat daarin
onoplosbaar is) door inleiding van HCl. in gasvorm. Eerst verkreeg ik
liierbü geen 4)raecipitaat, na toevoeging van eenigo droppels water (het
benoodigde kristalwater) kristallisoordo echter een deel uit. Ik slaagde
er evenwel niet in alle Morphine als hydrochloraat terug to verkrggen
(uitgaande van 50 mG. Morphine niot meer dan SI mCr. hydrochloraat).

-ocr page 51-

INGEN.

S T E

-ocr page 52-

t •

\'rm

/ • -.1

t1

■ ^ ^ ■ \'i

■ Vkl

\' y

\' mf^Ti

i

- (

1  -ÏC . . : ■ I

-ocr page 53-

STELLINGEN.

1.

Adliaesio en cohaesie zijn de werking der allinifceiten van
de samenstellende atomen, buiten het molecule.

II.

Do zoogenaamde „moleculair-aggregaten" zoowol als de bin-
ding van kristalwater of kristalalkohol, zijn onder de gewone
cohaesie- of adhaesieverschijnsolen to rekenen.

III.

liet opstellen van eeno rij acetylenen, waarin stoffen met
twee dubbelo bindingen voorkomen, naast zulko mot één drie-
(lubbole binding, zooals in do meeste leerboeken geschiedt, is
onlogisch.

IV.

De bepaling van glucose in do urine door midije) vaii den
Polarimeter verdient te worden afgekeurd.

-ocr page 54-

42

V.

Do iodometrisc^he methoden van Kjppenbkrgkr ter quantita-
tieve bepaling van alkaloïden, verdienen voorloopig nog geen
vertrouwen. (Zeitschr. f. Anal. Chem. 1899 p. 230).

VI.

Men zal waarschijnlijk nooit eene scherpe onderscheiding
kunnen maken tusschen alkaloïden en ptomaïnen.

Vil.

Kaukasische petroleum heeft, in tegenstelling met Pennsyl-
vanische, haar ontstaan te danken aan plantaardige stoffen.

VIII.

Du ontkleurende werking van dierlijke kool te verklaren
door oxydatiewerking, zooals
Caseveuve doet (Zeitschr. f. Anal.
Chem. 1892 p. 671) is onlogisch.

IX.

De uittreding der CO, groep uit organische verbindingen,
onder invloed van den electrischen stroom, is analoog mot de
uittreding dezer groep onder invloed der warmte.

X.

Voor het koolmonoxyde moet eene andere fornuilo geschreven
worden dan CO.

-ocr page 55-

43
XL

In de fermentatie zien we een overgang van de gewone
(doode) organisclie reacties, tot de levensvei-scliijnselen (assimilatie).

XIL

Do moleculen van zekere colloïde koolstofverbindingen met
hoog C gehalte, als kaoutschouk, albumino, glutine, zijn,
althans in oplossing, geene scherp begrensdo.

XIIL

Do omziïttiug van alkohol in azijnzuur door den Microeoccus
aceti, is geen gewoon oxydatieverschijnsol zooals
Likiug wil.

XIV.

Bij do vorming der (moeilijk oplosbare) verbindingen van
albumineii met de halog(Mion, reageert do aromatische kei-n
in do albuminen.

XV.

De osmotische drnk hangt wol, evenals do ga.sdruk, af van
ilo (lichtheid der stof, maar verder zijn beide niet to vergelijken.

XVI.

Hij het opstellen der soorten liehoort mon don invlo(Ml van
menschelijke cultuur liiiiten rekening to laten.

-ocr page 56-

XVII.

44

De zoogenaamde chemotaktische werking van Pfeffer, eene
rol spelende hij het hevruchtigingsproces van Fn-icEs en Musci,
is een nog niet voldoende onderzocht verschijnsel.

XVIII.

»

Er bestaat geen verband tusschen vluchtigheid en oplos-
baarheid van stoffen.

XIX.

Het ontbreken van eene lichaamsholte bij de Plathelminthen
is nog geen I)ewijs, dat zij verwant zijn met de Coelenteraten.

-ocr page 57-

t > ■! . h.tA 1-:

-ocr page 58- -ocr page 59-

»T-

-ocr page 60-

l

tf\'

5

t

\\

"W

ft

pi

H-»\',--f^i.