-ocr page 1-

jir ^ 3

BIJDRAGE TOT DE KENNIS

van

CYANAZIJNZUUR EN MALONZUÜK.

-ocr page 2-

.7\'

r

«

I .

-ocr page 3-

BIJDRAGE ÏOT DE KENNIS

VAN

EEH

E.

ACADEMISCH PROEFSCHRIFT,

TER VERKRIJGING VAN DEN GRAAD VAN

Bürk in k tSis- m JMrarkróe,

AAN DE HOOG-BSCHOOL TE UTEEOHT,

NA MACHTIGING VAN DEN RECTOR MAGNIFICUS

Mr, H. F. G^. QU^A-OK:,

GEWOON UOOGLEERAAB IN BE KliCHTSGELEERDE TACVLTKIT ,

MET TOESTEMMING VAN DEN ACADEMISCHEN SENAAT

volgens besluit der faculteit der wis- en natuurkunde,
in het openbaar te verdedigen

op Dinsdag den 22 December i87é, ten 1 ure

door

JAGOBÜS HENRIOÜS VAN T HOFF. (M. A, G.)

geboren te Rotterdam.

UTRECHT,
P, W, YAN DE WEIJER.
Stoomdrukkerij.

-ocr page 4- -ocr page 5-

an m ij n e Ouders.

A

-ocr page 6-

m

.-«•^\'.-ï^i:

A ^

.• sti«! ts-\'t» aü J

-ocr page 7-

Bij het einde van mijn\' studentenloophaan "breng ik
een woord van dank aan mijne Ouders en aan allen, die

tot mijn vorming, zoowel door leiding als door omgang,

hebben medegewerkt.

Van deze gelegenkeid maak ik gebruik "IJ, koogge-

sckatte Promotor, e. muldee, in ket bijzonder, mijn

erkentelijkkeid te betuigen voor de welwillendheid,

waarmede gij mij steeds ter zijde hebt gestaan. ■

-ocr page 8- -ocr page 9-

INHOUD.

Bladï.

Inleiding................ . 1

HOOFDSTUK I.
Synthese vaa Eenhasische Zuiden......... 12

HOOFDSTUK IL
Synthese van Tweebasische Zuren.........45

HOOFDSTUK III.
Synthese van Malonzuur............57

HOOFDSTUK IV.
Bereiding, Eigenschappen en Derivaten van Oyanazijnzuur. 65

HOOFDSTUK V.
Bereiding, Eigenschappen en Derivaten van Malonznur . 80

Stellingen......................89

m

-ocr page 10-

f ■ \'

î.

iti

\' i

h- *

■ H •

" - vi

; H

A;*

■. ■ ■ "S---\'. ^ ■

.....

-ocr page 11-

IJ^LEIDING.

De merkwaardige afTbrekings-produkteii van het Uri-
nezuur zijn in hoofdzaak afgeleiden van de drie vol-
gende verbindingen:

Alloxan

Dialurzuur (O.O.N^HJ,
Barbiturzuur (C4 03N"2H4),

waarvan de samenstelling in een eenvoudige onderlinge
betrekking staat, n.1,:

Allosan Dialurzuur — ïï^,
Dialurzuur = Barbiturzuur O.

De eerste is de verhouding tusschen Aldehyd en Alcohol:
de

tweede die tusschen Zuur en Aldehyd:

C, H, O," C, H O O;

Werkelijk kan men ook door reductie van Alloxan tot

1

-ocr page 12-

Dialurzuixr en Barbiturzuur, daarentegen door oxydatie
in omgekeerde rickting komen.
Hun onderling verband is dus eenvoudig.
Wat bun betrekking aangaat tot minder saamgestelde
>verbindingen, daartoe liggen de twee volgende reacties
voor de hand:

Liebig en wöhlek, 1) vonden n.1., dat Alloxan, met
behulp van Barytwater, eerst in Alloxauzuur overgaat:

O, O4 m H, O = 0, O5 N, H^

welk laatste ziek door voortgezette inwerking in üream
en Mesoxalzuur splitst:

aO^N.H.-f-H^OzrCOKH.-f-Oa O5H,

zoodat de gekeele reactie kan worden voorgesteld door:

a 4- 2 H^ O = 0., O5 H, C O H,,

om die reden noemden gemelde onderzoekers ket Alloxan
reeds Mesoxalylureum.

In de tweede plaats vond b.^yee, dat Barbiturzuur
ondergelijke omstandigkeden , d.i. behandeling met Kali-
loog, uiteenvalt in Ureum en Malonzuur:

C4 O3 N^ H4 2 H^ O = O3 O, H4 -h C O Ns H,

zoodat hij genoemde verbinding als Malonylureum be-
schouwde.

1) Ann. der Pharm. 26. 298.

2) Ann. Ch. Pharm. 139. 291.

Hi

-ocr page 13-

Het tusschen Alloxan en Barbiturzuur inliggende Dialur-
zuur zal zich onder gelijke omstandigheden, hoewel zulks
nog niet experimenteel is bewezen, op analoge wijze
splitsen:

G, O, N, H, 2 Hs O 00 N, H, 4- C., O, H,

welke laatste verbinding tusschen Malonzuur en Mesoxal-
zuur inliggende:

Cs O4 H.i= Malonzuur O
C3 Og H4 = Mesoxalzuur — H2

een tweebasisch zuur van de constitutie :

CH. OH (CO, H)^

d.i. Tartronzuur, moet zijn, zoodat men Dialurzuur als
Tartronylureum mag opvatten.

Over de wijze, waarop nu werkelijk de drie oorspron-
kelijk genoemde verbindingen zijn geconstitueerd, heerscht
nog verschil van opinie, waarover de synthese beslissen
zal; genoeg zij het op te merken, dat men bij een po-
ging tot opbouw van een dezer drie lichamen een der af-
brekingsprodukten, d. i. Mesoxalzuur, Tartronzuur of
Malonzuur, als uitgangspunt zal moeten nemen.

Het is daarom van het hoogste belang de methoden te
leeren kennen, waardoor men tot deze zuren kan komen.
Ik wil deze kortelijk nagaan, en aanvangen met:

-ocr page 14-

Methoden ter verkrijging van Mesoxalzuur.

De eenige bronnen biervoor zijn :
Alloxan (liebig en wöhler) 1) dat, met behulp van
Barytwater, eerst in Allosanzuur, dan in Mesoxalzuur
en Ureum overgaat.

Bihrompyrodruivenzmir (wichelhaus) 2). Wordt dit
Zuur (C Bra H. 00. CO2 H) met vochtig Zilveroxyd behan-
deld , zoo vormt zich eerst het aldehyd van Mesoxalzuur;

C Br, H. CO. CO, H -f- Ag^ O = 2 Ag Br COH. CO: CO, H,

dat echter door een tweede molekuul Zilveroxyd tot het
verlangde zuur wordt geoxydeerd :

CO H. CO. GO, H Ag^ O = CO, H. CO. CO, H h- Ag.3

Amidomalonzuur (batbr, deichsel)3). Dit gaat door
een eenvoudige behandeling met Jodium in waterige op-
lossing in Mesoxalzuur over:

CO, H. CH (NH,). CO, H -i- J, H, O =
CO, H. CO. CO, H -h NH, J -f- HJ.

De pogingen tot direkte synthese van Mesoxalzuur zijn
tot nu toe zonder gevolg gebleven:
barbaglia^) wilde
uitgaan van Cyanoxalzuur:

1) Ann. der Pharm 26, 298.

2) Jahresbericht v, will. 1868. 531.

3) Ann, Ch. Pharm. 131, 298 en Zeitschr, Ch, 93, 193.

4) Berl. Eer. V. 667.

-ocr page 15-

CN. CO. COO2 H 2 H, O = CO, H. CO. CO^ H NH^

Met behulp van alkaliën splist zich echter dit cyanid,,
evenals
alle Cyaniden van negatieve radikalen!) in een
anderen zin, nl.:

CN. CO. COO, H H, O = CN H -h CO3 H. CO, H.

Wellicht zal hier de omzetting der groep CN in CO2 H
met behulp van zuren betere resultaten opleveren.

OssiKowsKY behandelde Chlorkoolzureether en Chlor-
oxalzureether met Natrium, evenwel zonder het ge-
wenschte gevolg, uitgedrukt door de vergelijking:

Cl. CO., C, E, Cl. CO. CO, C, H5 Na, =
2 Na Cl. CO3 O, Hg. CO. CO, C, H,

HENBY verhitte Ethyloxalzurekali, in de hoop van,
evenals bij de Ketonvorming, het volgende te zien ge-
beuren :

2 (CO3 C, Hg. CO, K) = CO3 CO2 C, Ho. CO. CO, C, H^;
de inwerking heeft evenwel ii) geheel anderen zin plaats, nl.
2 (CO,K. CO, C, Hg) — CO, K. CO^ K-j- CO, C, Hg. CO^ C, II,.

1) Henhy. Berl. Ber. V. 953.

2) Berl. Ber. V. 667.

3) Berl. Ber. V. 982.

-ocr page 16-

Waarschijnlijk is PETKiMri\' l) in zijn produkt van Bi-
brommalonzunr op wa,ter, dat hij Biozymalonzuur noemt:

CO.H.C (0H)2C0,H

zeer ver met de synthese op weg; dit zuur tock verkoudt
zich tot Mesoxalzuur:

CO2 H. CO. CO2 H

als Ckloralhydraat:

C CI3. C (OH),. H

tot Chloral:

C C],. CO. F.

Met dat al maakt de uiterst geringe stabiliteit van
Mesoxalzuur ket als uitgangspunt voor synthesen weinig
aantrekkelijk.

Mithoden ter verkrijtjing van Tartronziiur.

Ook hiervoor staan weinig wegen open; ze bepalen

zich tot de volgende:

Mesoxalzuur (deichsel) 2). Een eenvoudige reductie

met Natrium-amalgaam zou hier de omzetting bewerk-
stelligen :

1) üull. de la Soe. Chim. XXII, 293.

2) Jahresbericht v. will, 1864. 641.

-ocr page 17-

co, H. CO. CO, H H, = 00, H. CH (OH). CO, H.

Druivensuiker. (eeiciiaebt, claus) l). Hieruit werd Tar-
tronzuur verkregen door oxydatie met koperproefvockt;
inderdaad toch. kan men hij oxydatie van een lichaam
als Druivensuiker:

CO H (CH. 0H)4 CO, H

de volgende produkten verwachten:

I. CO, H (CH. OH)^ CO3 H

hetwelk ook op deze wijze werc verkregen (Slijm- en
Suikerzuur) ; verder:

II. CO, H (CH. OH) CO2 H
tot nu toe onbekend; daarenboven:

III. CO, H (CH. OH), CO, H

of wel Wijnsteenzuur, dat ook werkelijk door een der-
gelijke oxydatie werd verkregen; ten slotte:

IV. CO, H (CH. OH) CO, H

namelijk Tartronzuur. Zeer waarschijnlijk is dus demeening
van
claus , dat reichardt\'s Gomzuur niet anders is
dan genoemde verbinding; tevens volgt hieruit, dat Wijn-
steenzuur onder geschikte omstandigheden tot Tartronzuur

1) Jahresbericht v. will 1863. 575 en 1868. 759.

2) Wellicht in eenvoudige samenhang met het Levulinzuur.

3) Jahresbericht v. will 1868, 760.

-ocr page 18-

8

kan worden geoxydeerd, ketgeen werkelijk is uitgevoerd
langs indirekten weg, met bekulp van:

NUroiüijnsteenzuur^ (dessaisnes) 1), Deze verbinding ,
ontstaande uit Wijnsteenzuur en sterk Salpeterzuur, keeft
waarsckijnlijk tot constitutie:

CO, H. CH (ONO,) CH (ONO,) CO, H;

ze ontleedt ziek bij langzame verwarming in Tartronzuur
en nevenproducten:

CO, H.CH (ONO,) CH (ONO,) CO, H =
CO, H. CH (OH) CO, H -f- CO, NO, NO.

Deze laatste bereidingwijze is nog de beste, en toch zoo
zwaar in de uitvoering, dat slechts enkele sckeikundigen
daarin slaagden.

Methoden ter verkrijging van Malonzuur,

Gunstiger staat ket met dit zuur; koewei de bereiding
in enkele handen moeielijkkeid opleverde, kan men, na
eenige oefening, tot uiterst bevredigende resultaten komen.
De verbinding, waarvan men uitgaat (zie later), is in den
handel vrij zuiver, en tegen betrekkelijk lagen prijs te verkrij-
gen ; de omzetting is eenvoudig; de opbrengst laat weinig te
wenschen over. Yoeg kierbij, dat Tartronzuur en Mesoxal-

1) kekule\'s Lehrbuch. IL 174 en 206.

-ocr page 19-

9

zuur, die beiden tot Malonzuur in een hoogst eenvoudige
betrekking staan, waarschijnlijk spoedig uit dit laatste
door geschikte oxydatie zullen verkregen worden; en
dat dit wellicht de weg zal zijn, waarlangs men later
beide zuren in groote hoeveelheid zal verkrijgen, daar
Malonzuur waarschijnlijk binnen kort als fabrieksprodukt
zal voorkomen.

Daar ik in deze richting enkele onderzoekingen heb
gedaan, zij het mij vergund bij de bereiding van dit
lichaam iets langer stil te staan.

"Voor de verkrijging van een verbinding staan in \'t alge-
meen drie wegen open, nl.:

1. Ze komt als zoodanig in de Natuur voor, hetgeen
met Malonzuur niet het geval is;

2. Ze kan als afbrekingsprodukt van een zoodanig
voorkomende verbinding worden verkregen; wat dit aan-
gaat , heeft Malonzuur de volgende bronnen:

a. Appelzuur,

b. Vleeschmelkzuur en

c. Barbiturzuur;

Daargelaten dat genoemde verbindingen niet zeer gemak-
kelijk in groote hoeveelheid verkregen kunnen worden, is
de opbrengst aan het verlangde zuur daarenboven gering.

In het eerste geval (dessaignes) 1) toch moet men Appel-
zuur oxydeeren:

1) keküle\'s Lehrbuch. II.

-ocr page 20-

10

co, H. CH (OH) CH,. CO, H O, =
CO, H, O -h CO2 H. CH,. CO, H

en het gevormde Malonzuur oxydeert zich onder deze
omstandigheden gemakjjelijk verder.

In het tweede geval (dossios) 1) verkeert men in
geheel dezelfde omstandigheden, daar men de volgende
oxydatie moet uitvoeren:

CH, (OH) CH,. CO, H O, = H, O CO, H. CH,. CO, H

In het derde geval (bayer) 3), waar men sleckts een
behandeling met Kaliloog noodig keeft, is de schaduw-
zijde meer gelegen in de moeielijke bereiding van Bar-
biturzuur zelf in groote koeveelkeid; daartoe tock moet
men den volgenden weg gaan :

Urinezuur wordt tot Alloxan geoxydeerd, en daaruit
Dialurzuur verkregen, dat op zijn beurt in Hydurilzuur,
dit in Bibrombarbiturzunr, en dit eindelijk in Barbi-
turzuur zelf wordt omgezet.

Het is dus duidelijk, dat men voor de bereiding van
Malonzuur tot de derde algemeene bron ter verkrijging
van verbindingen, d. i. tot de synthese, zijn toevlucht
nemen moet. Daarom is het, dat in een Eerste Hoofdstuk de

1) Jahresbericht v. will 1866. 384.

2) Jahresbericht v. will (1864. 634 en 1866. 397.)

-ocr page 21-

11

methoden ter synthese van eenhasische zuren zullen worden
medegedeeld, om die in een volgend op tweebasische zuren
toe te passen, en van de zich aanbiedende gevallen in
een Derde Hoofdstuk voor Malonzuur een keus te doen,
om daarna van mijn experimenteele resultaten ten opzichte
van Cyanazijnzuur en Malonzuur een overzicht te geven.

-ocr page 22-

EERSTE HOOFDSTUK.

Synthese van Eenbasische Zuren.

De methoden ter synthese, d. i. ter ophouw van een-
basische zuren sluiten natuurlijk die vormiugswijzen uit,
waarbij men van een verbinding met zeker aantal kool-
stof-atomen in het radikaal komt tot een, die er daarin
minder bevat; zoodat ter behandeling overblijven die,
waarbij het aantal koolstof-atomen in het radikaal gelijk
blijft, en die, waar dat toeneemt; als van zelf is hier-
door een splitsing in tweeën aangegeven:

Eeestd sectie. Vorming van zuren uit koolstof-verbin-
dingen zonder toename van het aantal koolstof-atomen
in het radikaal.

Tweede sectie. Vorming van zuren uit koolstof-ver-
bindingen met toename van het aantal koolstof-atomen
in het radikaal.

-ocr page 23-

EERSTE SECTIE.

Vorming van Zuren uit verbindingen met gelijk aantal
koolstof-atomen.

Door een algemeene formule voorgesteld, heeft de vor-
mingwij ze dezer afdeeling tot grondgedachte :
Uit een verbinding

C„ Rm

te komen tot:

C(n~l) E(ni-p) (COsH)
5f, met andere woorden, de eenatomige groept

CRp

om te zetten in de eenatomige groep:
0=:C —OH
Het is hier voldoende enkele dier groepen

CEp

na te gaan, om te zien hoe in \'talgemeen die transfor-
matie plaats heeft:

a. Omzetting der groep CHg in CO, H. (Oxydatie van
koolwaterstoffen).

In enkele gevallen is direkte oxydatie van een verbin-

-ocr page 24-

14

ding, die een groep CH^ bevat, voldoende om tot het
correspondeerende zuur te komen, zoo b. v. bij Toluol
enz,; in \'t algemeen bij die verbindingen, welke door ket
oxydatie-middel, noodig voor de omzetting van CH3, niet
verder worden aangegrepen. Waar dit niet zoo is, dient
men een indirekte oxydatie nit te voeren, d. i. men
maakt gebruik van de eigensckap, dat een reeds gedeeltelijk
geoxydeerde koolstofgroep, gemakkelijk door verdere oxy-
datie-middelen wordt aangegrepen; en voert daartoe b,
v.
in CHg een Hydroxylgroep in, langs een der bekende
metboden, b. v. door Chloor ; zoo gekomen tot

CH, OH

onderwerpt men ket gekeel aan oxydatie, en ontgaat dan
ket bezwaar, waarop boven werd gewezen.

b. Omzetting der groep CH, OH en CO^ H (oxydatie
van primaire alcoholen). Reeds in
a werd op de eenvou-
digheid der uitvoering hiervan gewezen, direkte oxydatie,
veelal verwarming met alkaliën, is kier voldoende ;
mocht nog in enkele gevallen het radikaal, waaraan de
groep CHjOH hangt, zeer licht door oxydatie-middelen
worden aangetast, zoo moet men een kunstgreep aanwen-
den om dit te voorkomen; een enkel voorbeeld daarvan
zal kier voldoende zijn.
Allylalcohol:

CH, = CH.CH,OH

-ocr page 25-

15

direkt geoxydeerd, valt uiteen in Koolzuur en Oxalzuur ,
d. i. de koolstofbinding breekt door tusschen GHa en CH ;
om dit te voorkomen, en Allylalcohol tot Acrylzuur te
oxydeereu, maakt men eerst :

CH.Br. CH Br. CH, OH

d. i. Bibromallylacohol, welke men gemakkelijk kan
oxydeeren tot Bibrompropionzuur:

CH,Br.CHBr. CO2 H

en hieraan kan men dan Brom onttrekken, b. v, door
Zink in zure oplossing, en komen tot het verlangde
oxydatie-produkt, Acrylzuur:

CH5 = CH.C03H 1)

c. Omzetting der groep CO H in CO3 H (oxydatie van
Aldehyden). Nog gemakkelijker dan in h heeft deze
oxydatie plaats, zoodat er niet langer over gehandeld
behoeft te worden.

d. Omzetting der groepen CH3 Cl of CHa NHs in
CO2 H. Door eenvoudige methoden kan men, zoowel Cl
als NHa, in Hydroxyl omzetten, zoodat dit geval tot
b is teruggebracht.

1) Tollens, Berl. Ber. IV. 806,

-ocr page 26-

16

e. Om niet meer uitweiding dan noodig aan dit ge-
deelte te geven, noem ik nog de omzetting der groep
CNin-CO,!!, een geval, dat zich. herhaaldelijk voor-
doet, en verwijs in dit opzicht naar de later uitvoering
te behandelen omzetting van Oyanazynzuur in Malonzuur.

TWEEDE SECTIE.

Vorming van Zuren uit verbindingen met een geringer
aantal koqlslof-atomen.

Na opsomming van het groote aantal tot deze sectie
behoorende methoden ben ik tot het besluit gekomen,
dat zij zich in twee natuurlijke groepen laten verdeelen ,
verdeeling, te gelijk voor ons doel, Malonzuur, van
groot gewicht, daar alle synthesen waardoor men a priori
tot dit zuur zou kunnen komen, tot de eerste afdeeling
behooren, terwijl, zooals later blijken zal, de tweede
reeks van synthesen per se voor de opbouwing van dit
zuur geen waarde hebben kan.

Die twee groepen zijn de volgende:

§ 1. In een Koolwaterstof voert men de groep Carboxyl
(CO2 H) in.

§ 2. In het radikaal van een reeds voorhanden zuur
voert men nieuwe Koolwaterstof-groepen in.

-ocr page 27-

17

Om dit door een korte en algemeene formule duidelijk
te maken, zij het volgende genoeg:

In de methoden van de eerste reeks gaat men uit
van een verbinding:

R\' H.

(waarin R\' een willekeurig univalent radikaal is) en
tracht te komen tot:

R\' (CO, H).

Terwijl men in de tweede afdeeling uitgaat vau:

H. ïl" (COa H)

(waarin E" een willekeurig bivalent radikaal is) en tracht
te komen tot:

R\' R" (CO, H)

waarin R\' dezelfde beteekenis heeft als vroeger.

Om beide afzonderlijk te behandelen vang ik aan met:

§ 1. Methoden ter Invoering van de Carboxyl-groep.

Deze methoden laten zich gevoegelijk splitsen in die,
waar de invoering van de groep CO3H geschiedt door
substitutie, en die waar zulks door additie plaats heeft.
A. Invoering der Carboxyl-groep door Substitutie.
Hierbij vervangt men een Univalente groep of een
univalent atoom der oorspronkelijke verbinding direkt

2

-ocr page 28-

18

door de groep CO3 H zelf, of door een andere, die daarin
gemakkelijk kan omgezet worden.

Ik wil daarom de methoden verdeelen naar den aard
van de groep, die men invoert.

a. Diebkte Invoering dek groep:
O = C - OH.

I. Gelijktijdige oxydatie der Waterstof-verbinding met
Mierenzuur.

Algemeene uitdrukking:

K.H H. C0,H 0=:H3 0 R.CO^H

Uitgevoerd hij de volgende synthesen:

Vorming van Benzoëzuur by oxydatie van Benzol en
Mierenzuur 1):

C, H, H H. CO, H - - O H, O 4- C, H5. CO, H.

Vorming van Parachlorbenzoëzuur bij oxydatie van
Chlorhenzol en Mierenzuur 2).

Deze reactie geeft een verklaring van het ontstaan van
Benzoëzuur bij oxydatie van Benzol, door de geoorloofde
aanname, dat hierbij eerst een gedeelte der Benzol tot
mierenzuur wordt geoxydeerd.

1) Cabius, Jahresber. v. win. 1868. 547.

2) Cael Müiler, Jahresber. v. wmi,, 1869, 553.

-ocr page 29-

19

b. Invoebing der groep:
0 = C —OK(CO,Na).

I. Uitgaande van de Waterstof-verbinding.
1. Verhitting met een Mierenzuurzout, Deze methode,
het eerst door v.
von richter 1) onder de algemeene
uitdrukking gebracht:

R. H . H COo K = H, -I- ß. CO, K.

heeft een opvallende overeenkomst met de vorige; de
gekeel analoge uittreding van Waterstof wordt
hier door
verwarming,
daar door oxydatie bewerkstelligd.

Bekalve de syntkese van twee-basische zuren, door
von eichtbe, zelf uitgevoerd, en later te behandelen,
baseeren zich op deze metkode waarschijnlijk de volgende
zuurvormingen:

BAETH 2) verkreeg door eenvoudige smelting van
Phenolkalium met Kali een Oxybenzoëzuur ;

HUBNEE 3) verkreeg op gekeel analoge wijze door ver-
kitting van Pkenol, Kali en Koolzurekali Salycilzuur;

Terwijl ik bg verhitting van Natriumoxalaat met
Phenolkalium eveneens Oxybenzoëzuur verkreeg.

Hoogst waarsckijnlijk zijn bovenstaande reacties, hoewel

1) Berl. Ber. VI. 876.

2) Ann. Ch. Pharm. CLXIV. 144.

3) Ann. Ch. Pharm. CLXII. 71.

4) Scheik. Aant. v. mtodek. DI. III.

-ocr page 30-

20

HUBNBK van de zijne eene andere verklaring geeft, nl,
C, H, (OH) H CO3 K, = KOH O, H4 (OH) CO, K.

(inwerking, die, bij aanwezigheid van Kali, juist in
tegengestelde richting verloopt) toepassingen van
richtee\'s
synthese op Phenol:

G, H, (OK) H 4- H. CO, K = H C, H4 (OK) (CO, K)

het ontstaan toch van Mierenzuur is bij gemelde reacties
niet bevreemdend.

2. Verhitting met een Bicarbonaat,
Algemeene uitdrukking:

E. H (OH) CO, K =H, O E. CO, K.

Uitgevoerd:

Vorming van Salicylzuur uit Phenol en Bicarbonas-
kalicus: 1)

Cs H4 (OH) H (HO) CO, K = Ce H, (OH) CO, K H^ O

3. Gelijktijdige inwerking van Koolzuur en Natrium.
Algemeene uitdrukking:

E. H CO, Na = H E. CO, Na.

Uitgevoerd bij de volgende synthesen:
Vorming van Salicylzuur uit Phenol 2)

C, B, (OH) H CO,-}- Na = C« H^ (OH) CO.Na -h H.

1) DBECH8EI. Jahresber. v. WiLi 1865. 367,

2) koibe en lauteman. Ann. Ch. Pharm. 115. 201,

-ocr page 31-

21

merkwaardig is het, dat men, zoo hier Natrium door
Kalium vervangen wordt, Paraoxyhenzoëzuur, in plaats
van Salicylzuur, verkrijgt 1).

Geheel analoog is de vorming der Kresotinzuren uit de
Kresolen die van Thymotinzuur uit Thymol 3), die van
Eugetinzuur uit Eugenol 4), en eindelijk die van Alpha-
en Beta-Carhonaphtolzuur uit de beide Naphtolen 5).

Ik heb, op aanzoek van den Hr. wurtz, getracht uit
Resorcin langs denzelfden weg tot een Bioxybenzoëzuur
te komen; dit is in zooverre van gewicht, dat Resorcin,
de Parastelling hebbende, slechts tot één Monocarboxyl-
substituut zou kunnen leiden, nl. 1. 2. 4, waarin 2 de
carboxylgroep voorstelt; vergelijking hiervan met de
bekende bioxybenzoëzuren had waarschijnlijk tot ophel-
dering der relatieve ligging kunnen voeren.

Mijn resultaat was echter negatief. Het, volgens Op-
penheim
en vogt 6), uit Chlorbenzolsulfozuur verkregen
Resorcin werkte, na smelting, op Natrium in een Koolzuur-
atmosfeer wel in, doch ik slaagde er niet in een bepaald
produkt af te zonderen. De verklaring daarvan is wel-
licht niet zoo ver te zoeken:

1) Kolbe. Bull. d.i. Soc. Ch. XXI. 46S.

2) Kolbe. Loc. cit. engelhaedt en latschinoff. Jahrcsber. v.
WILL. 1869. 574.

3) Kolbe. Loc. cit.

4) Scheuch. Ann. Ch. Pharm. CXXV. 14.

5) Ellee. Zeitschr. f. Ch 1869.184. Scheaffee. Berl. Ber. IL 90.

6) Berl. Ber. I. 162.

-ocr page 32-

22

Bij inwerking toch van Natrium op Phenol en Koolzuur
hehhen twee reacties plaats.

In de eerste plaats verdringt het metaal de Waterstof
van de Hydroxylgroep, terwijl de ontstane verbinding op
Koolzuur als volgt inwerkt:

Ce H,. ONa CO, = 0« E, O. CO, Na.

In de tweede plaats vervangt het Natrium, met behulp
van Koolzuur, een der waterstof-atomen van den benzol-
kern door de groep

CO, Na.

In het geval van Phenol staan vijf Waterstof-atomeu
van den kern tegenover één van de Hydroxylgroep; bij
Eesorcin slechts vier tegenover twee, zoodat de kans, dat
de reactie in deu zin van het tweede geval verloopt, bij
het laatste kleiner is, en wel als:

= 5:2

Waar dus kolbe slechts een geringe produktie kreeg,
zou deze inwerkicg een nog veel kleinere moeten geven;
dit, gevoegd bij de moeielijkheid Eesorcin in groote hoe-
veelheid te verkrijgen, maken het vervolgen dezer reactie,
zoo niet het gevormde zuur zich zeer gemakkelijk laat
afscheiden, hoogst bezwaarlijk.

Hoewel ik mij met hetzelfde doel Phloroglucin, naar

-ocr page 33-

23

HLAsiwETz , bereid had, heb ik het onderzoek in deze
richting nagelaten, daar hier, op grond van dezelfde
redeneering, de kans het gewenschte znnr te verkrijgen,
slechts de helft is van dien bij Resorcin, resp. een vijfde
van dien bij Phenol.

Een dergelijke poging, uitgaande van Pyrogallol en
Biosynaphtalin mislukte, waarschijnlijk om dezelfde reden,
aan DAEMsiaDTEU en W
ichelhaus 1).

II. Uitgaande van de Natriumverbinding.
1. Door inwerking van Koolzuur.
Algemeene uitdrukking:

E.Na C02 = E.C02Na

Uitgevoerd bij de volgende synthesen:
Vorming van Azijnzuur uit Natrium-methyl: 3)

CH3Na COszzrCHa. GO, Na

vorming van Propionzuur uit Natrium-ethyl 3) j van Cam-
phocarbonzuur uit Natrium camfer van Phenylpropiol-
zuur uit Natriumacetenylbenzol 5) en van Capronzuur uit
Natriumamyl 6).

1) Berh Ber. II. 115.

2) Waneltn. Ann. Ch. en Pharm. CXI. 234.

3) "Wankltn. Ann. Ch. en Pharm. CVIII. 67.

4) Baubigny. Ann. de Chim. et de Phys. XIX. 221.

5) Glasee. Jahresber. v. Wiit. 1869. 424.

6) WANKLYN en SCHENK. Jahresber. v. wiLX.,

-ocr page 34-

24

Vergeefs heb ik getrackt uit ket produkt van Kalium
op Acetyleen, dat door
beethelot beschouwd wordt als
een mengsel van

CH=CK

en CK = CK

met behulp van koolzuur een der verbindingen :

of

te verkrijgen.

CH~C(CO, K)
0(00, K) = C(CO,K)

III. Uitgaande van de Halogeenverbinding.

1. Gelijktijdige inwerking van Natrium en Koolzuur.
Algemeene uitdrukking:

R. Cl 4- CO, Na, = Na Cl R. CO, Na

Uitgevoerd bij de volgende synthesen:
Vorming van Benzoëzuur uit Brombenzol: 1)

0« H^ Br Na^ CO, = Br Na G, H,. CO, Na

vorming van Toluylzuur uit Bromtoluol 2), van Xylyl-
zuur uit Bromxylol , van Ethylbenzoëzuui uit Brom-
ethylbenzol 4), van Kaneelzuur uit Bromstyrolen 5) en
van Phenylpropiolzuur uit Monobromstyrol 6).

1) 2) 3) Kekulé Ann. Ch. Pharm. LXI, 129.

4) Xekulb en thoepe Jahresber. v. will. 1869. 560.

5) SWABTZ Ann. Ch. Pharm. LXI. 229.

6) Glasbb. Zeitschr. f. Ch. 1868. 338.

-ocr page 35-

25

2. Verhitting met een Mierenzuurzout.
Algemeene uitdrukking :

RCI HCO2 Na = ClH R. CO, Na

deze reacte werd tot nu toe alleen gebezigd ter verkrijging
van het tweebasische Isophtalzuur uit Brombenzoëzuur:

C, H4 Br. CO, Na H CO^ Na = Br H a H4 (CO, Na)^

IV. Uitgaande van de Oxnatrium-verbinding.

1. Door inwerking van kooloxyde.
Algemeene uitdrukking:

\'R. O Na CO z= \'R. CO, Na

Uitgevoerd:

Vorming van Propionzuur (en Ethylraierenzuur!) uit
Natriumethylaat !■):

C, Hg. ONa -f- CO = C, H^. 00, Na

2. Door verhitting met Natrium-oxalaat.
Algemeene uitdrukking:

\'R. ONa 0 0, Na, CO3 Na., \'R. CO, Na

Uitgevoerd bij de volgende synthesen:
Vorming van Propionzuur uit Natriumethylaat: 3)

1) Berthelot. Buil, d. 1. soc. Ch, VI. ha&emann, Berl. Ber.
IV. 877,

3) Van \'tHoït, Berl, Ber. VI, 1077,

-ocr page 36-

26

C, Hs ONa Co O, Na, = CO3 Na, C, H^. CO, Na

en van Benzoëzuur uit Natriumplienylaat i).

In hoeverre deze methode zich aansluit aan de vorige,
doordien bij de verhitting van Oxalaat ook Kooloxyde
vrijkomt, dient nog te worden uitgemaakt, waartoe ik
mij voorstel Etkyloxalzure Natron met Natriumetkylaat
te verkitten; zoo kierbij Propionzure ether ontstaat is de
synthese onafhankelijk van de vorige; in dit geval tock
kan de reactie niet anders verloopen dan:

(CO, G, HO CO, Na Na OC, H, z=
C03Na, (C 0,a H3)C,H,

en, analoog daaraan, met Oxalzuren Natron:

(CO, Na) CO,Na-t-C, H^ O Na=C03 Na, (CO, Na)C, H^

In elk geval blijft de inwerking van Kooloxyd op deze
wijze geheel eigenaardig en voordeelig, daar ze als \'t
ware in statu nascenti ket Natriumetkylaat kan aangrij-
pen ; dat is de oorzaak, waardoor deze syntkese dan ook
in de aromatische reeks kan worden toegepast.

V. Uitgaande van de Sulfonverbinding.

1. Door verhitting met eén Mierenzuur-zout.

Algemeene uitdrukking:

R. SO3 K H. CO, K = E. CO, K SO3 KH.

1) van \'t hoit. Scheik, Aant. muldek UJ,

-ocr page 37-

27

Uitgevoerd bij de volgende synthesen:
Vorming van Benzoëzunr uit Benzolsulfonzuur: i)

C, Hs. SOs K H. CO2 K Ce Hg. CO^ K SO3 K H

en van Napbtoëcarbonzuur uit Napbtoësulfonzuur 3).

c. Invoering van de groep :

0 = C-0C,H3.

I. Gelijktijdige inwerking van Natrium en Chloorkool-
zure etber op de Waterstofverbinding,

Algemeene uitdrukking:

R H Cl. CO2 C2 H5 Na = Na CU- H R. CO, C, H,.
Uitgevoerd:

Vorming van Salicylzuur uit Phenol:

Ce H, (OH) H Cl. CO, C, H5 -h Na =
H Na Cl Ce H, (OH) CO^ C^ H5.

II. Gelijktijdige inwerking van Natrium en Cbloorkool-
zure etber op de Halogeen-verbinding*

Algemeene uitdrukking:

R. Cl Cl CO, Cs H5 Na, =: 2Na Cl R. CO, C^ H^.

Uitgevoerd bi] de volgende synthesen:
Vorming van Benzoëzuur uit Brombenzol :

1) V. MEiJEE. Berl. Ber. III. H2.

2) V. MEUBE. Berl. Ber. III. 363.

3) WiLM en WISCHIN. Ann. Ch. en Pharm. 147. 150,

4) Wdetz, Jahresber. v. will 1869. §38.

-ocr page 38-

28

Cs Hg Br Cl. CO, C, Hg Na, =
Na Br Na Cl C, H^. CO, C, H^

vorming van de beide Toluylzuren uit de beide Brom-
toluolen ; van Benzylbenzoëzuur uit Benzylbromid 2);
hierbij verloopen gelijktijdig twee reacties, n. 1.:

In de eerste plaats de later door zincke omschreven
en uitgebreide synthese 3):

2 (Ce H,. CH, Br) = Br H Ce H^ CH, C» H^ CH, Br.
In de tweede plaats de eigenlijke zuursynthese:

Ce Hg. CH,. Ce H^ CH^ Br Cl. CO, C, H, Na, =
Na Br Na Cl C, II,. CH,. Cs H,. CH, CO, C, H,.

Hiertoe behoort ook de analoge vorming van Naph-
toëcarboDzuur uit Bromnaphtalin 4) , en die van Brom-
benzoëzuur nit Dibrombenzol 5).

III. Inwerking van Chlorkoolzureether op de Natrium-
verbinding.

Algemeene uitdrukking:

R. Na -f Cl CO, C, Hg = Cl Na R. CO, C, Hg.

Deze reactie werd tot nu toe alleen ter verkrijging van
het twee-basische Acetmalonzuur gebezigd 6) :

1) WiTETZ, loc. cit.

2) WüEXz, loc. cit.

3) Berl. Ber. IV. 29].

4) E&lis, Jahresber. v. win 1869, 592.

5) wuestee. Berl. Ber. VI. 1478.

6) Ehklich. Berl. Ber. VU. 893.

-ocr page 39-

29

CH^. CO. CH Na. CO, C, H, Cl CO, C^ H^ =
CH3, CO. CH (CO, C, Na Cl.

IV. Wateronttrekking aan een mengsel van de Hy-
droxyl-verbinding en Mierenzureether.
Algemeene uitdrnkking :

R. OH -f H. CO, C2 H, — H3 O = R. CO2 C. H^.

Ook deze methode diende slechts ter verkrijging van
het twee-hasische Isoharnsteenzuur nit Ethylidenmelkzuur
met hehulp van Phosphorzuuranhydrid 1) :

CH3. CH (OH) CO2 C2 H, H CO2 a H, — H, O =
CH,. OH (COï C, H,),.

d. Invoeriitg der groep :

0 = 0. 01.

I. Door inwerking van kooloxychlorid op de Waterstof-
verbinding.

Algemeene uitdrukking:

R. H CO Cl., =: Cl H R. CO 01

Uitgevoerd bij de volgende synthesen:
Vorming van van Benzoëzuur uit Benzol

G, H, CO Cl., = Cl H O, H, CO Cl

1) Casstanjen. Berl. Ber. V. 808.

2) Haenitz-Harnitzky. Jahresber. v. Will. 1864. 342.

-ocr page 40-

30

van Azynzuur uit Methyl-waterstof l) en van Oapron-
zuur uit Amy 1 water stof 3).

Al deze resultaten werden later in twijfel getrokken, en
wel door
bbrthelot 3); in koeverre men de critiek van dezen
sckeikundige als afdoende mag aannemen, dienen latere proef-
nemingen te staven, vooral wat de inwerking betreft op
aromatische verbindingen;
gnäbe en liebeeman toch ver-
kregen op deze wijze het Antkraceencarbonzuur 4:); daarbij
beweert
berthelot op dezelfde plaats, dat Aethylen en
Kooloxychlorid zonder inwerking op elkaar zijn, terwijl
door LIPPMANN, zooals later blijken zal, ket tegendeel
werd gevonden.

e. Invoering der één-aïomige groep :
C^N.

I. Methoden berustende op de dubbele omwisseling met
Cyankalium.

Algemeene uitdrukking:

R, A KON = AK -h R. CN.

i. Inwerking van Cyankalium op de kalogeen-verbin-
ding.

Algemeene uitdrukking:

1) haenitz-habinITZky. Jahresber. v. wiLt, 1856, 298.

2) dito 1865, 322.

3) Jahresber. v. will. 1869, 302. Berl. Ber. III, 419.

4) Jahresber. v. wii,!,. 1869. 600.

-ocr page 41-

31

R/. Cl. KON = KCl R ON.

Uitgevoerd bij de volgende syntbesen:
Vorming van Propion zuur uit Jodetbyl: 1)

C, H5.7 KCN = C, Hg ON-f JK

van Isoboterzuur uit Jodisopropyl ; van Capronzuur uit
Chlor- of Jodamyl 3); van Isocapronzuur uit secundair
Jodamyl 4); van Heptylzuur uit Hexyljodid 5); van No-
nylzuur uit Ootyljodid 6); van Margarinezuur uit Jodce-
tyl ; van Cyanaceton uit Chloraceton 8); van Croton-
zuur uit Jodallyl 9); van Alpbatoluylzuur uit Benzyl-
cbloridlO); van Alpbaxylylzuur uit Xylylcblorid H); van
Hydrokaueelzuur uit Styrolylobloridl^); van Homocumin-
zuur uit CuminylcbloridlS); van Valeriaanzuur uit Iso-
butyljodid 14); van Trimetbyl-azijnzuur uit tertiair Jod-
butyllS).

1) Williamson. PMl. Mag. VI. 205.

2) Moekownikoff. Zeitscbr. f. Ch. I. 107.

3) WuETZ. Ann. de Ch. et de Phys. LI. 858.

4) Mobkownikopf. Jahresbericht v. will. 1866. 323.

5) Feanchimont, Berl. Ber. V. 786.

6) Feanchimont en zincke. Berl. Ber. V. 19.

7) Beckee. Ann. Ch. und Pharm. XXVI. 209.

8) Gltjtz. Berl. Ber. V. 964.

9) Claus. Ann. Ch. und Pharm. CXXXL 58.

10) Cannizzaeo. Ann. de Ch. et de Phys. XLV. 468.

11) Volleath. Zeitschr. f. Ch. 1866. 488.

12) f1tti&. Jahresher. 1869.

13) Eossi, Compt. rend. LIL 403.

14) Buttleeow. Berl. Ber, VI. 564.

15) Buttleeow. Loc. cit.

-ocr page 42-

32

In \'t voorbijgaan zij Mer nog opgemerkt, dat de Cya-
niden van negatieve radikalen voor deze Synthese on-
bruikbaar zijn 1).

2. Inwerking van Cyankalium op de Nitro-verbinding

Algemeene uitdrukking:

R NO2 4- KCN z= NO2 K -H R, CN.

Uitgevoerd bij de volgende synthesen:

Omzetting van de Ortho- en Meta-Brom- of Chlor-
nitrobenzolen in de correspondeerende Brom- of Chlor-
benzoëzuren 2) :

C, H. Cl (NO2) -f- KCN = Co H, Cl CN -i- KNO2

vorming van Jodbenzoëzuur uit Jodnitrobenzol 3) ; van
de correspondeerende Bromtoluylzuren uit de beide Brom-
nitrotoluolen 4); van Dibrombenzoëzuur uit Dibromnitro-
benzol 5).

3. Inwerking van Cyankalium op de Etherzwavel-
zure zouten.

Algemeene uitdrukking:

E. OSO3 K KCN == R. CN-{-SO, K,

Uitgevoerd bij de volgende synthesen:

1) Henet. Loc. cit.

2) von eichtee. Berl. Br. IV. 21 en 462.

3) von eichtee. Berl. Ber. IV. 553.

4) VON EICHTEE. Berl. Ber. V. 424 en VI. 210.

5) VON BICHTKE. Bull. d. 1. 8oc. Ch. XXII. 449.

-ocr page 43-

33

Vorming van Azijnzuur uit Methyzwavelzure kali 1) :
CH3
OSO3 K KON = CÏÏ3 CN SO, K,

vorming van propionzuur uit Etkylzwavelzure kali ;
van Capronzuur uit Amylzwavelzure kali

4. Inwerking van Cyankalium op de Zwavelzure ethers.
Algemeene uitdrukking:

SO4 (E.), 2 KGN = 2 E. CN SO, K,
Uitgevoerd:

Vorming van Azijnzuur uit Zwavelzuur methylether
SO, (CH3), 2 KON 2 CHa CN SO, K,

5. Inwerking van Cyankalium op Sulfozouten.
Algemeene uitdrukking :

E. SO3 K KCN = E. CN SO3 K,

Uitgevoerd hij de volgende synthesen:
Vorming van Benzoëzuur uit Benzolsulfonzuur 5):

Ce ÏÏ5 SO3 K KCN = C, Hs CN SO3 K2
Vorming van Naphtoë-carhonzuur uit Naphtoë-sulfon-

1) Gatjtiee. Buil. d. 1. Soe. Ch. VIII. 284.

2) Pblouse. Journ. d. Pham. XX. 339.

3) WuETZ. Ann. d. Ch. et d. Phys. L 1. 318.

4) Dümas, malaguttI, leblanc. Compt. rend. XXV 442 en 474.
■5) Mbez. -Jahresber. v. will. 1868. 641.

-ocr page 44-

34

zuur 1) ; van de Toluylzuren uit de Toluolsulfonzuren 2).
6. Inwerking van Cyankalium op Oxalzure ethers,
Algemeene uitdrukking :

C, O, (R), 2 KCN = C, O, K, 2 R. CN
Uitgevoerd:

Vorming van Propionzuur uit Oxalzure etkylether 3).

C, O, (C^ HO, 2 KCN = C, O, K, 2 C, H^ CN

II. Methoden berustende op den overgang derCarby-
laminen in hunne isomere Nitrilen.
Algemeene uitdrukking:

R.NC = R.CN

Het is dus kier te doen, de methoden op te sommen,
die ter vorming van Carbylaminen dienen, en wel:
1, Verhitting van Oxalzuur met Aminen.
Algemeene uitdrukking:

(i) ^ HCO. NH. R

(c) HCO. NH. R H^ O CN. R

1) WuKTZ, Buil. d. 1. Soc. Ch, IX. 33 v. X. 47.

2) Mebz. Jahresber. t. will. 1868. 641. Engelhaedt en lat-
schinoff.
dito 1869. 573.

3) i,öwig. Zie wüETZ. Dictionnaire. 1063. Ethers Cyanhydriqnes.

-ocr page 45-

36

Uitgevoerd bij de volgende synthesen:
Vorming van Benzoëzuur nit Aniline !■) :

(S) gg • = CO J H CO. NH Ce H,

(c) HCONH.CeH^^H^O CN. CgHg

Vorming van Naphtoëoarbonzuur uit Naphtylamin
Hieraan sluit zich de door
wallach 3) opgemerkte vor-
ming van Cyanphenyl bij inwerking van Aniline op
Chloral aan; daar toch vormt zich waarschijnlijk eerst
het Eormamid:

C CI3. C O H -I- Ce H^ NH2 = C CI3 H -1- Ce H, NH. CO H

dat zich dan in het cyanid omzet.
2. Ontzwaveling der Mosterd-oliën.
Algemeene uitdrukking:

R. N C S Cu = Cu S -f- R. N C

Uitgevoerd bij de volgende synthesen:

Vorming van Benzoëzuur uit Phenylmosterdolie :

C, H.,. NCS 4- Cu=: Cu S Cg H., N C

1) HoFFMAN2iir. Compt. Eend. LXIV. 388,

2) Hoffmann. Compt. Eend. LXIV. 387.

3) Berl. Ber. IV. 668 en V. 257.

4) Vi^ElTH. Berl. Ber. VI. 419 en 421.

3*

-ocr page 46-

36

vorming van Ortho- en Paratoluylzuur uit Toluylmos-
terdolie 1); en van Beta-Cj^annaphtalin uit Sulfocarb-
naphtalid 2), De ontzwaveling met behulp van Methyl-
phosphin 3) is een eenvoudige wijziging van deze
grondgedachte.

3. Inwerking van Chloroform en Kali op Aminen.

Algemeene uitdrukking:

R.NH2 CHC1,=R.NC 3CIH

Uitgevoerd hij de volgende synthesen:

Vorming van Propionzuur uit Aethylamin 4):

C, H^ NH^ CH Cl, = C2 H3. NC 4- 3 Cl H

vorming van Capronzuur uit Amylamin en van Ben-
zoëzuur uit Aniline

4. Behandeling der Haloidverbindingen met Cyanzilver.

Algemeene uitdrukking:

R\'. Cl -f Hg NC = Cl Hg R\'. NC.

Daar echter deze methode voor ons doel in alle deelen
per se omslachtiger is dan die onder e. I. 1. behandeld.

1) Weith. Loc. cit.

2) Weith. Berl. Ber. VI. 967,

3) Hofmann.

4) Hofmann. Jahresber. v. Will. 1867, 363,

5) nOFMANN, Loc. cit.

6) Hofmann. Loc. cit.

-ocr page 47-

37

d, i. de inwerking van Cyankalium op Halogeenver"bin-
dingen, kunnen we haar met stilzwijgen voorbijgaan.

f. Invoebing dee éénatomige geoepen CHg, C, Hj, enz.

en omzetting daarvan caeboxyii.

Daar de wijze van invoering dezer groepen geheel
ingrijpt in de algemeene methoden ter koolwaterstof-
synthese, en toch de omzetting er van in Carbosyl door
oxydatie middelen, om later te melden gronden, slechts
bij benzolderivaten, geen bezwaar heeft, behoeft deze
synthese, met het oog op Malonzuur, niet verder be-
sproken te worden.

Hiermee is te gelijk de eerste groote groep der methoden
van Carboxyl-invoering afgehandeld, n. 1. die door sub-
stitutie, zoodat nu aan de beurt liggen:

B. Methoden ter invoering van de Carboxylgroep door
Additie.

a. Additie van kooloxychlorid.

Algemeene uitdrukking:

(R) C (R) C Cl

| C0C1,=: I

(R)C.COCl

,C

h, C

hJ

(R)

Uitgevoerd bij de volgende synthesen:
Yorming van Etbylen-melkzuur uit Ethylen 1).

H, C. Cl

-l-COCl.z:- I

E^ C. CO Cl

1) Lippmann. Anu. de Cb. et de Phys, 1864, 485.

-ocr page 48-

38

vormiag van een homoloog melkzuur uit Amylen
h. Additie van mierenzuue.

Bij de methoden dezer groep wordt het Mierenzuur in
den vorm van Cyanwaterstof geaddeerd, volgens de alge-
meene uitdrukking:

R = C = -]- HCN = (H) R—O (CN)

terwijl veelal gelijktijdig de zoo ingevoerde Cyangroep
in Carhoxyl wordt omgezet:

(H) R—C (CN) 2H, O = (H) R—C (CO^ H) -f NH3.

Naar gelang van den aard van R vervallen deze methoden
in drie onderdeelen, n. 1.

I. Additie van Mierenzuur aan de groep CO.

Algemeene uitdrukking:

0 = C== HC02H = (HO)C(CO3 H)

Uitgevoerd:

Vorming van Ethyliden melkzuur uit Aldelhyd 2) :
CH3 COH H CO2 H = CHs CH (OH) CO3 H.

Het ligt buiten mijn doel dieper door te dringen in de
verschillende wijzen, waarop bovenstaande omzetting is
uitgevoerd, daar ze allen dezelfde gedachte tot grondslag
hebben; geheel analoog werd uit Amylaldehyd Leucin-

1) Steeckbb. Kehule\'s Lehrbuch I, 763

2) Lippmann. Leo. cit.

-ocr page 49-

39

zuur verkregen 1); Acetonzuur uit Aceton ; gesuDstitu-
ëerde Aoetonzuren uit gesubstitueerde Acetonen ; Pbe-
nylglycolzuur uit Beuzaldebyd ; gesubstitueerde Melk-
zuren uit de correspondeerende Aldehyden 5); Trickloran-
gelicazuur uit Crotonchloral, enz. enz. 6).

II. Additie van Mierenzuur aan de groep CN.
Algemeene uitdrukking:

N ™ C 4-H. CO2 H = (HN): C (CO2 H).

Sleckts in een paar gevallen is deze reactie verwezen-
lijkt, die eckter wegens kun groot tkeoretisck gewicht,
niet ongemeld mogen blijven:

wippEEMAKN 7) verkreeg n.1. uit Cyanwaterstof Ami-
domalonzuur, of liever deszelfs afbrekingsprodukten,
Glycocoll en Koolzuur; het verloop der synthese is
hierbij waarschijnlijk:

ö) N^CH H.C02Hr=HN:0H(C02H)
b) HN CH (CO2 H) 4- H. CO2 H Ha N. CH (CO^ H)^

in ket nauwste verband hiermee staat wellicht de

1) Limpeicht. Kehule\'s Lehrbuch I. 80L

2) STäDELEE Ann. Ch. Pham. CXI, 320.

3) Bischoff. Berl. Ber. V. 866 en e. müldee. Berl. Ber. V. 1010.

4) Naquet en longtjinine Jahresber. v. will 1866, 352.

5) Bischoff en pinnee Berl. Ber, V. 113; VI. 1500, hagemann,
Berl. Ber. V. 151. glinsky. Berl. Ber. VI. 1257.

6) Bischoff en pinhee. Berl. Ber, V-

7) Berl. Ber. VII 733.

-ocr page 50-

40

merkwaardige Mycomelinzuur-synthese van jacobsen en

emmeeling 1)

III. Additie van Mierenzuur aan de groep C = C.

Algemeene uitdrukking:

Ook deze synthese, die tot nu toe evenmin voor de
vorming van twee-basische zuren werd gebezigd, doch
daartoe a priori de geschiktheid niet mist, is slechts door
een paar gevallen vertegenwoordigd, n.1. de vorming van
Tricarballylzuur uit Chlorglycid 2), en die van Pyro-
wijnsteenzuur uit Jodallyl, 3) waarop ik later nog met
een enkel woord terugkomen zal.

Hiermeê beschouw ik de methoden ter zuursynthese
§ 1. m. a. w. de methoden ter invoering van de Car-
hosylgroep, afgehandeld; zoodat nu ter behandeling
blijven:

§ 2. Zuursynthesen door vergrooting van het radikaal
van een reeds gevormd zuur.

Schitterende voorheelden leveren hiervan de Synthesen
van Erankland, uitgaande van Oxalzure ether , en
die, waartoe hij Azijnzure ether 5) bezigt, enz. enz.

1) Berl. Ber. IV. 955.

2) CiAus. Berl. Ber. V. 612.

3) Claus. Berl. Ber, V^ 360.

4) Jahresbericht v, will, 1865. 578.

5) Jahresbericht t. will, 1865. 304.

-ocr page 51-

41

Voor mijn doel kan ik echter met de hehandeling dezer
synthesenreeks zeer kort zijn; Malonzuur toch heeft tot
radikaal:

derhalve de kleinst denkbare koolstof houdende groep;
een methode dus, die zuren vormt door vergrooting van
het radikaal in reeds voorhanden zuren, kan moeielijk
voor de synthese van Malonzuur waarde hebben.
^ Ik wil daarom hierover niet verder uitweiden, doch

dit Hoofdstuk sluiten met een schematisch overzicht der
opgesomde zuursynthesen, om zoo de transformatie dier
methoden voor de vorming van twee-basische zuren in
een volgend Hoofdstuk gemakkelijk te maken.

Schematisch Overzicht van de Methoden ter Synthese
van eenbasische Zuren.

EEBSTB SECTIE, (uitgaande van een verbinding met
gelijk aantal koolstof-atomen).

1. Transformatie der groep

2. Transformatie der groep

CH^ OH.
8, Transformatie der groep
0 = CH.

-ocr page 52-

42

4. Transformatie der groepen

CH^ClenCH^NU^-

5. Transformatie der groep

CN.

tweede sectie (uitgaande van de verbinding met ge-
ringer aantal koolstof-atomen).

§ 1. Invoering der Carboxyl-groep,
A, Door Substitutie.

a. Invoering der groep CO2H,

1. RH H.COj H-l-Or^Hj O-fR.CO, H.

b. Invoering der groep CO^Na.

I. Uitgaande van de Waterstofverbinding.

1. R.H H.C02Na=:H2-j-R.C02Na.

2. R H -f- (OH). COj Na = H^ O R. CO^ Na.
3. RH COj Na^H-f-R.COjNa.

II. Uitgaande van de Natriumverbinding.

i. RNa CG^-^R.COjNa.

III. Uitgaande van de Halogeen verbinding.

1. R Cl CO2 Na^ == Na Cl 4- R. CO2 Na.

2. RCl-f-H, CO^Na^HCl R.CO^Na

IV. Uitgaande van de Oxnatrium-verbinding.

1. R ONa CO = R. CO^ Na.
2. RONa C^O^Naj^COaNaj-t-R.CO^Na,

-ocr page 53-

43

V. Uitgaande van de Sulfonverblnding.

1. R, SO3 K -f- H, CO, K B. CO, K SO3 K H

c. Invoering der groep CO3 C, Hg.

I. R H 4- Cl CO2 Cj H5 -}- Na = H -f NaCl R. CO, C^ H^,
IL R. Cl Cl CO2 C2 Hg Na, = 2 NaCl R. CO, C, H^.

III. RNa Cl CO3 C, H, = NaCl R. CO, C, H^.

IV. R. OH HCO3 C, H^ — H, O = R. CO, C, H^.

d. Invoering der groep COCl.

1. R. H COCl 2 = HCl -f- R. COCl.

e. Invoering der groep CN.

L Dubbele omwisseling met Cyankalium.

1. R Cl KCN = KCl R. CN.

2. RN0,-fKCNr=3KN02 R.CN.
3. ROSOjK-fKCN^K, SO4-l-R.CN.

4 (R),.S04-f 2 KCN =K, 80^-1-2 R.CN.
5. RSOjK KCNr^SOjKj-f R.CN.
6. R, (C, O4) -f 2 KCN K, (C, O^) -j- 2 R. CN.

II. Vorming en omzetting der Carbylaminen.

1. RNH2 C,04H,=R.NC-|-C0,-f 2H2O.

2. RNCS-}-Cu = CuS4-R.NC.

-ocr page 54-

44

3. R.NH2 CHCl3==(ClH)3-f-R.NC.

4 R, Cl Ag. NC = R. NC AgCl.

f. Invoering der groepen CH3, C, Hj, enz.
B. Carboxyl-invoering door Additie.

(R\'0 C (R") C. Cl.

a I -f COCI, = I

(R") C (R") C. COCl.

b. 1. O = C == H CO2 H (HO). C (CO2 H)

II. N ™ C--h H CO2 H = (HN): C (CO, H)

IIL C = C = -j-HCO,H = (HC)C(CO,H)

§ 2. Zuursyntbese door vergrooting van het Radikaah

-ocr page 55-

TWEEDE HOOFDSTUK.

Synthese van Tweebasische Zuren.

Na de opsommiag der in het vorige Hoofdstuk behan-
delde methoden ter vorming van éénbasische zuren is
het betrekkelijk eenvoudig tot die der tweebasische over
te gaan; deze toch laten zich in een paar groepen ver-
deelen , waarvan de eerste geheel en al berust op trans-
formatie der methoden, in Hoofdstuk I behandeld, terwijl
de tweede de weinige gevallen bevat van geheel op zich
zelf staande synthesen.

Ik wil daarom ook dit gedeelte in twee Sectiën af-
handelen.

EERSTE SECTIE.

Methoden gegrond op de Synthese van éénbasische Zuren.

Hier zal ik kortelijk de versckillende wijzen bespreken,
waarop men de methoden, in Hoofdstuk I besproken, voor
de vorming van tweebasische zuren dienstig kan maken;
zé zijn drie in aantal:

-ocr page 56-

46

A. Men kan een der vroeger gemelde reacties te ge-
lijkertijd tweemaal doen plaats hebben.
Algemeene uitdrukking:

I. Vormiug van twee-basische zuren uit verbindingen
met gelijk aantal koolstof-atomen in bet Eadikaal.

Om de methoden, behandeld op pag. 13—16 voor het
doel hier te wijzigen zij het genoeg op te merken, dat
men in dit geval;
Van een verbinding:

Ca Rm

wil komen tot:

C(„_2) R(ra-3p) (COj Hj)
óf, met andere woorden, de beide eenatomige groepen:

CRp

wil vervangen door de eenatomige groep:

COjH.

Een enkel voorbeeld zal de zaak duidelijk maken :
Evenals men, volgens de behandelde methoden, van
Toluol, waarin :

CRp^CHj

komt tot het eenbasische Benzoëzuur 1), kan men uit Xylol,
dat tweemaal:

1) Jahresberieht 14. 432.

-ocr page 57-

47

CRp = CH3

bevat, door transformatie dier beide groepen in Carboxyl,
tot het twee-basische Terephtalzuur 1) komen.

II. Vorming van twee-basische zuren door invoering
der Carbosylgroep, met behulp van Substitutie.

Bij de methoden, behandeld onder Sectie II, A (pag.
17—37) gaat men in \'t algemeen uit van een verbinding:

R\'. X

om te komen tot:

R\'(CO,H)

waarin R\' een univalent radikaal is.

Voor de vorming van twee-basische zuren zal men
dus geheel analoog, uitgaande van:

komen tot:

R"(CO,H),

waarin E" een bivalent radikaal, dus algemeen S
R" == R\' — H

is; met andere woorden een atoom Waterstof uit R\' wordt
door de één-atomige groep of het univalente element X
vervangen.

Een enkel voorbeeld zal ook hier voldoende zijn:

1) Jahresbericht 17. 530.

-ocr page 58-

48

De synthese van het eenbasische Benzoëzuur kan ge-
schieden volgens de vergelijking 1):

Cß H, SO, K 4- KCN = C, H, CN -f SO3 K,

waarin:

R\'^CgH,, Xr^SOjKis.

Voor de hieruit afgeleide synthese van tweebasische
zuren moet men dus uitgaan van:

R"\'(X)2, waarin:

R" = R\' — H Cc H^ — H = Cß H4 en X = SO3 K is,

dat is van:

CeH,(S03K)2.

Werkelijk geeft ook gemelde reactie hier het tweebasische
Terephtalzunr, volgens de vergelijking 2:)

Ce H, (SO3 K), 2 KCN == Ce H, (CN), SO3 K,.

Er behoeft nauwelijks op gewezen te worden, dat, bij
de synthesen, waarin H het aangrijpingspunt der reactie
is, de verbinding, waarvan men uitgaat voor de vorming
van tweebasische zuren dezelfde blijft, b.v.

Ce H4 H H. CO, H O = Cé H., CO, H H, O

Waarin;

1) Meez. .Jahresbericht. 1868. 64i.

2) Ebunmjïk. Berl. Ber. IV. 984

-ocr page 59-

49

= X = His,

voor een tweebasisch zuur moet men dus uitgaan van
R"(X)2, waarin

= H is, dus van:

werkelijk ontstaan ook kij de Oxydatie van Benzol en
Mierenzuur naast het eenkasisoke Benzoëzuur gelijktijdig
ket tweehasiscke Pktal-1) en Terepktalzuur 3).

III. Vorming van twee-hasiscke zuren door invoering
der Carhoxylgroep, met bekulp van additie.

Bij de metkoden, bekandeld onder sectie II (pg. 37—
pg. 40) is ket aangrijpingspunt der reactie, evenals bij
alle addities , een dubbelbinding. Wil men ze dus bezigen
voor de vorming van twee-basische zuren, zoo dient een
dergelijke reactie tweemaal plaats te kebben, d. i. er moeten
in de verbinding, waarvan men uitgaat, twee dubbel-
bindingen voorkomen, die elk voor de bedoelde inwerking
vatbaar zijn.

Een enkel voorbeeld zal ook kier voldoende zijn:
Evenals
steeckbe zijn éénbasisck Melkzuur uit Alde-
kyd 3) verkreeg, d. i. uit een lickaam, waarin sleckts
éénmaal de groep 0 = 0 voorkomt, vormde kij ket twee-

1) Caeius. Jahresbericht v. Wir-i,. 1868. 547.

2) OüDEMANS. Jaresbericht von Will, 1869. 378.

3) Kekule\'s Lehrbuch. Loc. cit.

-ocr page 60-

50

basische Wijnsteenzuur 1), langs geheel denzelfden weg,
uit Grlyoxal, d. i. uit een verbinding waarin de groep
C rr O tweemaal aanwezig is. Het naast elkaar plaat-
sen der beide vergelijkingen geeft een juist denkbeeld
van de toepassing dezer eerste transformatie-methode in
dit geval:

(CHs) HC = O H. CO, H = (CH,) H C (OH) CO, H.

en

H. C = O H. C (OH) (CO, H)

-f-2(H.C0,H)= __ J/

O

H.C(OH)(CO,H)

IV. De Zuursynthesen door vergrooting van het radi-
kaal behoeven ook hier niet verder behandeld te worden,
om vroeger 2) vermelde redenen.

S. In de tweede plaats kan men twee der vroeger
gemelde reacties gelijktijdig doen plaats hebhen.

Door eenige voorbeelden wil ik de hier bedoelde trans-
formatie duidelijk maken.

I. Combinatie van twee verschillende Methoden, behan-
deld onder Sectie I (Hoofdstuk I), en wel van Methode
1 en 2.

Vorming van Terephtalzuur uit Tolylalcohol door
oxydatie; tegelijkertijd wordt hier elk der groepen CHg
(volgens 1) en CH, OH (volgens 2) in CO, H omgezet.

H

1) Jahresbericht 1868. 535.

2) Pg. 40—41.

-ocr page 61-

5l

II. Combinatie van een der Methoden onder Sectie ï
(Hoofdstuk I) met een der Methoden van Carboxyl-invoe-
ring door Substitutie.

Yorming van Terephtalzuur uit Toluolsulfonzuur; hierbij
vervangt men eerst de Sulfongroep door Carboxyl 1) vol-
gens de algemeene methode:

R. SO3 K -]- KCN = R. CN SO^ K^

om daarna het zoo ontstane Toluylzuur Cg H^ (CH,) COj H
volgens de Methode 1 der Eerste Sectie in Terephtalzuur
om te zetten.

III. Combinatie van tvsree Methoden ter invoering van
de Carboxylgroep door Substitutie.

Vorming van Terephtalzuur uit Brombenzolsulfonzuur 2);
de tv^\'-ee methoden, uitgedrukt door;

en

R. Br -f- KCN ^ R. CN -f BrK
R. SO3 K KCN = R. CN SO3 K^

zijn hier gecombineerd tot:

C, H, Br. SO3 K 2 KCN = C^ H, (CN)^ KBr SO, K,

iv. Combinatie van een Methode ter invoering van
de Carboxylgroep door Substitutie, met een die zulks
door Addititie bewerkstelligt.

1) Mkbz. Loc. cit. Engelhaedt en Lats :;mn0pf. -Fahresb. 1869.573.

2) Ieelan. Jahresbericht 1869, 617.

4*

-ocr page 62-

52

Als voorbeeld biervan diene de merkwaardige synthese
van Pyrowijnsteenzuur uit Jodallyl door
claus 1); uit-
gaande van:

CH,=:CH.CH,J

waarin bij door de twee volgende gelijktijdige reacties tot

CH3. CH (CO, H) CH^ (CO, H)
komt, n. 1. eerst de substitutie:

CH, : CH. CH, J -f KCN = CH, : CH. CH, (CN) -f KJ
en in de tweede plaats de additie:

CH, : CH. CH, (CN) -f HCN = CH,. CH (CN) CH, (CN)

V. Combinatie van twee Metboden ter invoering der
Carboxylgroep door Additie.

Hiervan is, voor zoover mij bekend, nog geen voor-
beeld aan te halen.

VI. Combinatie van een Methode onder Sectie I (Hoofd-
stuk I) met een wijze van Carboxylinvoering door Ad-
ditie.

Een uitstekend voorbeeld hiervan levert de synthese
van Malonzuur uit Ethylen, waarbij de twee volgende
reacties zijn gecombineerd:

Door een der Additie-methoden vormt men uit Ethylen
het Beta-Chlorpropionylchloride:

1) Bekl. Ber. V. 612.

-ocr page 63-

53

C, H4 -f CO CI2 = CH,. Cl. CH^. CO Cl 1)

terwijl men daarna door de Methode 4 (Sectie I) van
deze verbinding tot:

CH, (CO, H),

komt, door eerst het Chlorpropionzuur in Melkzuur 3),
en daarna deze verbinding in Malonzuur om te zetten 3).

C. In de derde plaats kan men de opgenoemde Syn-
thesen van éénbasische zuren toepassen op reeds gevormde
eenhasische zuren of hunne eenvoudige derivaten.

Hiertoe heeft men slechts in de algemeene formulenin
Hoofdstuk I, (E\') te vervangen door (E") Y, waarin Y
een atomige groep is, die gemakkelijk in Carbosyl kan
worden omgezet, b.v. 00^ C, H5, 00, Na, enz. al naar
gelang der omstandigheden , terwijl R" een tweeatomig
radikaal, in \'t algemeen:

R" = R\' —H

voorstelt.

Deze transformatie-methode is zoo eenvoudig, dat een
enkel voorbeeld er een duidelijk denkbeeld van kan geven:
Synthese van Isobarnsteenzuur, uitgaande van Alpha-
chlorpropionzuur 4).

1) Lippmann. Loc. cit.

2) Lippmann. Loc. cit.

3) Dossios. Loc. cit.

4) H. müllee. Ann. Ch. Phen. CXXXL 108. wichelhaüs,
Jahresber 1867. 461.

-ocr page 64-

54

In de synthese van eenbasische zuren, voorgesteld door :
R\'Cl KCN = R\'. CN KCl
heeft men R\' vervangen door R" (CO^ C^ Hs):

R" (CO, C, Hs) Cl-1- KCN = R" (CO, C^ H^) CN KCi.
Toegepast op gemeld geval:
R\' = C,H,

R" = C,H, —H = C, H4

verkrijgt men:

C, H^ Cl KCN = C, H3. CN -f KCl.
en C, H4 Cl (CO, C, HJ -f- KCN == C, H,. CN (CO, C, H,)

m. a. w. geheel zooals men uit Chlorethyl tot het eenba-
sische Proprionzuur komen kan, vormt zich het twee-
basische barnsteenzuur uit Ohlorpropionzure ether.

Hiermeê zijn de Methoden, gegrond op de synthesen
van eenbasische zuren afgehandeld.

TWEEDE SECTIE

Op zich zelf staande Methoden ter Synthese van twee-
hasische Zuren.

Hiertoe behooren enkele geheel alleen staande syn-
thesen, die ik, om even te wijzen op de mogelijkheid
ze algemeener te maken, kortelijk wil bespreken:

J. In de eerste plaats de Oxalzuur-Synthese vau

-ocr page 65-

55

deechsel 1). Hierbij worden waarschijnlijk door inwer-
king van het Kalium op Koolzuur de éénatomige groepen:

CO,K

gevormd, die zich, faute de mieux, aan elkaar leggen:
C02K.C0,K.

Mij op deze verklaring baseerende, heb ik gemeend, dat
de vorming van Barnsteenzuur bij gelijktijdige inwerking
van Ethylen en Koolzuur op Natrium niet onmogelijk
was; daar toch zouden de gevormde groepen:

CO, Na

zich dadelijk kunnen binden aan het onverzadigde Ethylen:

C, H, 2C0, Na, C, H, (CO, Na),.

De uitvoering hiervan heeft groote bezwaren; deechsbi.
toch verkreeg hoogstens 2°/o van het gebruikte Natrium
als Oxalaat; a priori kan men hier, waar zoowel Oxalaat
als Suocinaat zich kunnen vormen, van het laatste nauwe-
lijks Vla verwachten. Ik ben dan hierin ook nog niet
verder geslaagd dan tot het verkrijgen van een kleine
hoeveelheid gesublimeerd zuur, hetwelk de reactie met
IJzercbloride vertoonde; doch hoop later dit onderzoek op
grootere schaal voort te zetten, om het optreden van
Barnsteenzuur duidelijk aan te kunnen wijzen.

2. In de tweede plaats de Oxalzuur-Synthese bij een-

J) Ann. Ch, eu Phwm. 146. 140,

-ocr page 66-

56

voudige verhitting van een Mierenzuurzout 1), voorge-
steld door:

2(H C02K)2=H2 C, O.Kj.

Het is niet onmogelijk, dat zich hier, bij gelijktijdig ont-
staan van Ethylen, Barnsteenzuur vormt, evenals in het
vorig geval. Hiertoe zou men b, v. een mengsel van
Natriumethylaat en Eormiaat kunnen verhitten; de vol-
gende reacties kunnen dan naast elkaar verloopen:

C, Hg ONa = Na OH 3)
en C^Hj-l-SHCOjNa^rH^-f C^H^ (COjNa)^

3. In de derde plaats de Oxalzuur-Synthese door ver-
hitting van Cyanmetalen, b. v.:

NC. Hg. CN = Hg -f NC, CN
ook deze reactie zal wellicht op analoge wijze voor uit-
breiding vatbaar zijn.

Hiermee is het overzicht van de Methoden ter Synthese
van tweebasische zuren gegeven, zoodat de toepassing er
van op Malonzuur ter behandeling ligt.

1) Kbkule\'s Lehrbuch. II. 6.

2) Meez en Weith. Berl. Ber. TL 1517

-ocr page 67-

DERDE HOOFDSTUK.

Synthese van Malonzuur.

Om te zien in hoeverre de opgesomde methoden ter
bereiking van ons doel, n. 1. de vorming van Malonzuur,
dienstig kunnen zijn, wil ik eerst die zuursyntkesen af-
zonderen , welke, steunende op de eigen sckappen der
aromatische lichamen, voor genoemd zuur geen waarde
kebben. Daaronder komt ket kier in koofdzaak op vier
aan, n. 1.:

1. De Aromatische verbindingen zijn, wat de kern
betreft, zeer bestendig tegenover warmte.

Daarop baseeren ziek de Syntkesen, vermeld onder:

VII, E. H H. CO, Na = H, 4- E. CO, Na
VIII. E.H HO.CO,Na —H,0 E.C0,Na
XII. E.Cl H.CO,Na=:HCH-E.CO,Na
XV. E. SO3 K 4- H. CO, Na — E. CO, Na SO3 KH.

2. De Aromatische verbindingen zijn, wat de kern
betreft, zeer bestendig tegenover oxydatie-middelen.

Daarop baseeren zich de methoden, vermeld onder:

I, Zuurtynthese door Oxydatie van Koolwaterstoffen.

-ocr page 68-

58

Het heeft mij daarom ten zeerste bevreemd dat Bek-
thelot,
1} bij oxydatie van Allylen, Propylen en Amylen
Malonzuur verkreeg; als men toch de constitutie der eerste
twee verbindingen in aanmerking neemt:

CH = C. CH3 en
CH,=:CH.CH3,

kan men bij de oxydatie niet anders dan Koolzuur en
Azijnzuur wachten; terwijl men bij Amylen:

(CHa), CH. CH z=: CH,

Koolzuur en Isoboterzuur, resp. Aceton, eindelijk Azijn-
zuur, zou moeten krijgen. Wellicht heeft dan ook gemelde
scheikundige het gevormde Koolzuur en Azijnzuur als
ontledingsprodukten van het vermoede, doch afwezige
Malonzuur aangezien.

Om dezelfde reden zijn voor ons doel onbruikbaar de
Synthesen:

VI. K. H -h H. CO, H O = H, O E. CO, H

en XXXI, die eveneens op een oxydatie van Koolwater-
stoffen neêrkomt.

3. In de derde plaats zijn bij aromatisc/ie verbin-
dingen de waterstofatomen, gebonden aan de koolstof-
atomen van den kern, gemakkelijk los te maken, en
door andere groepen vervangbaar.

X) Jahresbericlit v. will 1867. 335.

-ocr page 69-

Kn

tj O

Daarop baseeren zicli de Synthesen :

IX. R. H CO3 Na = H R. CO^ Na
XVI. R. H Cl.
GO, C, H, Na =
Na Cl ïï R. COj C, E,
XX. R.H C0C], = R.C0CH-HC1

Uiterst bevreemdend is om die reden catton\'s Synthese
van het Malonzuur, 1) volgens de vergelijking:

CH3. CO, Na -H CO, Na = CH, (CO, Na), H

werkelijk is dan ook naquet 1) op proefondervindelijken
grondslag tegen de uitvoerbaarheid dezer synthese op-
gekomen.

4. Eindelijk sijn van de Aromatische verbindingen
enkele afgeleiden, met name de Nitro- en Sulfo-derivaten
gemakkelijk verkrijgbaar,, waardoor enkele synthesen al-
leen daarvoor waarde hebben, n. l.:

XXII. R. NO, K CN = NO, K -1- R. CN en
XXV. R. SO3 K K CN = SO3 K, R. CN.

Na op deze wijze meer bepaald te hebben afgezonderd
wat voor ons doel van belang is, zal het niet moeielijk
zijn uit de overblijvende gevallen voor de vorming van
Malonzuur een keuze te doen door het nagaan van de
verbindingen, die ons als uitgangspunt ten dienste staan.

1) Wtotz\' Dictionnaire. Acide Malonique,

-ocr page 70-

60

De slotsom van een zoodanig onderzoek brengt de
mogelijke bereidingswijzen van Malonzuur tot enkelen
terug.

Volgens de transformatie-metbode A gaat men bij de
synthesen:

XI. E. Cl CO3 Na^ = Na Cl E. CO, Na

XVII. E.Cl Cl.COäC,Hä Na,=
2 Na Cl E. CO, C, H,

XXI. E.Cl KCN = E.CN-f-KCl

van Methylenchlorid, Bromid of Jodid uit; de meeste kans
van slagen scheen in dit opzicht de laatste reactie te
hebben, waarbij men b. v. Methylenjodid in Methylen-
cyanid omzet, om van hier tot Malonzuur te komen.

Een in die richting door mij uitgevoerd onderzoek,
waarbij Methylenjodid in alcoholisch-etherische oplossing
met zuiver Cyankalium werd behandeld (tot 110°, in ge-
sloten glazen buizen) gaf echter een weinig bevredigend
resultaat; na behandeling met water liet zich uit het
produkt door ether een zeer geringe hoeveelheid van een
stikstofhoudend lichaam afzonderen, wellicht Methylen-
cyanid; na oplossing hiervan in sterk Zoutzuur ontstond
wel Chlorammonium, doch het wellicht tevens gevormde
Malonzuur kon met geen genoegzame zekerheid worden
aangetoond, om te besluiten, dat de reactie werkelijk
verloopt in den zin der vergelijkingen ;

-ocr page 71-

61

a. CH, J, 2 K CN = CH, (CN), 2 KJ

b, CH, (CN), 4 H, O 2 HOI =
2 NH^ Cl CH, (CO, H),.

Om die reden werd omtrent de twee soortgelijke vormings-
wijzen (pg. 60), die a priori nog minder beloven, geen
verder onderzoek gedaan, te meer daar
wuetz niet slaagde
in de vorming van Malonznre etker uit Cklorazijnzure-
en Cklorkoolzure ether met behulp van Natrium:

CH, Cl. CO, C, H5 Cl. CO, C, H5 H- Na, =
CH, (CO,C, H,),-f 2ClNa

dat toch de tweede phase der getransformeerde reactie
XVII zou zijn.

Bij de methoden, die zich voor dit doel, met behulp
van de transformatie-methode B, aanbieden, is het niet
noodig lang stil te staan; men zou voor de uitvoering
daarvan moeten uitgaan van enkele Methylen-, Ethylen-
of Propylenverbindingen, die zelf reeds niet zoo voor de
hand liggen. Een enkel geval, dat ziek kieronder a priori
bijzonder aanbeveelt, en waarbij men van Ethylen zelf
uitgaat, werd vroeger beschreven 1); en daar zelfs bleek
de uitvoering uiterst omslacktig.

Gunstiger staat ket met de Syntkesen, die de derde
transformatie-metkode C aanbiedt; dan toch wordt het
uitgangspunt in \'t algemeen :

1) pg. 52,

-ocr page 72-

CHjX. CO,H

d. i. een mono-substitutie-produkt van het Azijnzuur,
b.
v. Chloorazijnzuur voor de synthesen XI, XVII en
XXI, Glycolzuur voor de synthese XIX, Glycocoll voor
XXVII en XXIX, enz., enz.; waaronder zich a priori
de behandeling van het Monochlorazijnzuur volgens de
methode XXI bijzonder aanbeveelt, bestaande in de twee
volgende omzettingen:

(а) Cl. CH, CO, H KCN K Cl (CN) CH,. CO, H

(б) (CN) CH,. CO, H 2 H, O = CH, (CO, H), NH3

of in woorden:

Omzetting van Monochlorazijnzuur in Cyanazijnzuur,
en hiervan in Malonzuur.

Het is dan ook op die Methode, dat bijna gelijktijdig
drie scheikundigen de aandacht vestigden, om, meer dan
tien jaar geleden, voor een uitnemende bereidingswijze
van het Malonzuur den grondslag te leggen:

Hübnee, kolbe en htjgo muller kregen de eerste
afgeleiden van het Cyanazijnzuur in handen :

Hübnek maakte het Bromid uit Cyankalium en Bro-
macetylhromid in etherische oplossing naast het isomere
Bromacetylcyanid 1).

Kolbe kreeg het zuur zelf door behandeling van Chior-

1) Ann. Ch. Pharm. CXXXI. 66.

-ocr page 73-

63

azijnzure ether met een geconcentreerde waterige Cyan-
kaliumoplossing 1).

Hügo mulle® eindelijk maakte de ethylether door in-
werking van dezelfde stoffen in alcoholische oplossing 2).

De beide laatste onderzoekers gingen verder, en ver-
kregen uit het Cyanazijnzuur, met behulp vanKaliloog,
het door
dessaignes reeds ontdekte Malonzuur.

Sedert werd deze reactie door enkelen herhaald:

PiNKELSTEiir 3) bereidde uit het zoo verkregen zuur
eenige zouten en de ethylether;

Feanchimont 4) slaagde in de bereiding niet naar
wensch, en merkte de gelijktijdige vorming van Barn-
steenzuur op;

Petrieef 5) bereidde uit het verkregen produkt Bibrom-
en Bioxymalonzuur; terwijl
ostehland 6) zeer onlangs
Malonzuurmethylether, Malonamid en Malonaminzure Am-
moniak verkreeg, doch tevens opgeeft, dat de opbrengst
aan het verlangde zuur veel te wenschen overlaat.

Buitendien bewijst het weinige, dat slechts met Malon-
zuur is gedaan, in verband met het hooge belang van
deze verbinding, zooals vroeger werd aangetoond, dat

1) Ann. Ch. Pharm. CXXXI. 248.

2) Ann. Ch. Pharm. CXXXI. 250.

3) Ann. Ch. Pharm. CXXXIH. 338.

4) Berl. Ber. VII. 217.

5) Berl. Ber. Vn. 400,

6) Berl. Ber. VU. 1210,

-ocr page 74-

64

verscheiden chemici met de verkrijging moeielijkheid
hadden, en de zaak lieten liggen.

Het is om die reden, dat ik hij deze hereidingwijze
heb stilgestaan, en, daar ze in twee phasen verloopt,
zoowel de vorming van het Cyanazijnzuur als de omzet-
ting daarvan in Malonzuur heb nagegaan; om daarna te
trachten de kennis der beide zoo weinig onderzochte en
toch zoo belangrijke verbindingen een weinig uit te breiden.
Daar ik echter met genoemde zuren nog enkele reacties
op \'toog heb, zij het mij vergund een meer stipte aan-
gave van de gevolgde hereidingwijze tot later uit te
stellen.

-ocr page 75-

VIERDE HOOFDSTUK.

Bereiding, Eigenschappen en Derivaten van
Cyanazü nzuur.

Kortelijk wil ik kier eerst van hetgeen op dit gebied
reeds ten uitvoer is gebracht een overzicht geven, om
daarna de resultaten van eigen onderzoek er aan toe te
voegen.

Hübnee 1) verkreeg Cyanacetylbromid uit Gyanzilver
en Bromacetylbromid, opgelost in Chloroform; daar kij
eckter aan de analyse geen verder onderzoek omtrent de
eigenschappen toevoegde, is het niet te zeggen, of kij
met een derivaat van ket eigenlijke Cyanazijnzuur:

N : C.Cm.COsH

of wel met het isomere:

C : N. CH„. CO, H

1) Loc. cit.

-ocr page 76-

66

te doen had, iets, dat hij gebruik van Cyanzilver niet
onwaarschijnlijk is.

Kolbe 1) verkreeg uit Chlorazijnzure ether en Cyan-
kalium in waterige oplossing Cyanazijnzuur zelf, dat hij,
na behandeling der verkregen vloeistof met zwavelzuur
door ether uitschudde, om, na indamping hiervan, een
kristallijn zuur te verkrijgen, dat hg echter noch analy-
seerde, noch op verdere eigenschappen, behalve de om-
zetting in Malonzuur, onderzocht.

Hugo mtjllee. 2) verkreeg uit beide bovengemelde ver-
bindingen, door inwerking bij aanwezigheid van alcohol
Cyanazijnzure ether, die hij door destillatie afscheidde,
zonder evenwel hiervan eigenschappen of samenstelling
te bepalen.

Bij vergelijking dezer beide bereidingswijzen a priori
komt men tot het volgende besluit:

Bij kolbb\'s methode zijn naast elkaar Cyankalium,
Water en Chlorazijnzure ether; in de eerste plaats ver-
loopen dus de twee volgende reacties:

KCN CH, Cl. CO, C, H, = KCl CH^ (CN). CO, C, H,

en

H, O CH, Cl. CO2 C, R, = CH, Cl. CO2 H C^ H,. OH

1) Loc. cit.

2) Loc. cit.

-ocr page 77-

een daarop volgende inwerking bestaat in de ontleding
van Cyanazijnzure ether door water, terwyl de beide
vrijkomende zuren, n.1. Chlor- en Cyanazijnzuur op Cyan-
kalium inwerken onder vorming der kalizouten, resp.
Cyanwaterstof.

Neemt men nu in aanmerking, dat hugo muller 1)
Chlorazijnzure kali ongeschikt voor een verdere omzet-
ting met Cyankalium vond, dan heeft
kolbe\'s methode
twee nadeelen:

1. Zekere hoeveelheid Chlorazijnzuur onttrekt zich
als kali-zout aan de reactie.

2. De dubbele quantiteit Cyankalium, noodig voor
de omzetting in Cyanazijnzuur, wordt vereischt.

Bij muller\'s methode heeft men genoemde bezwaren
niet, die door de aanwezigheid van water ontstaan; doch
de afzondering van het Cyanazijnzuur als ether heeft
groote nadeelen, zoowel door de ontleding ten gevolge
van een kleine hoeveelheid water, die zeer moeielijk is
te ontgaan, als door het hooge kookpunt van de ge-
vormde ether.

Om beide bezwaren te ontgaan heb ik de methode van
muller gevolgd bij de bereiding, die van kolbe bij de
afzondering van het produkt, d. i. het Cyanazijnzuur
wordt uit het reactie-produkt verkregen door eerst de ge-
vormde ether met kali te verzeepen, om dan, na toevoe-

1) Loc. cit.

5*

-ocr page 78-

m

ging van Zwavelzuur en afscheiding van de ontstaüe
zouten, met ether uit te schudden.

Dit hleek my , na tal van vergelijkende proeven, de
beste methode, en geeft dan ook bijna de theoretische
hoeveelkeid Cyanazijnzuur.

Wat de bekende eigensckappen van ket besproken zuur
aangaat, deze bepalen zich tot ket volgende:

Mevés 1) bereidde eenige zouten, terwijl tusschen
butp 2) en wheeler 3) een onuitgemaakte questie over
de reductie-produkten door Waterstof in statu nascenti
ontstond.

Beide meenen daarbij tot verschillende produkten te
moeten komen, nl, tot Sa rkosin of tot Beta-amidopropion-
zuur; ket verschil in opvatting ligt in de denkbaarkeid
van twee isomeren, die de procentiscke samenstelling van
Cyanazijnzuur hebben, nl.:

C: N. CH,. CO, H en
N i C. CH, CO, H

bij waterstof-additie tock zou ket eerste ziek naar de
volgende vergelijking kunnen gedragen:

C : N. CH,. CO, H 2 H, = (H^ C) CH,. CO, H

1) Ann. Ch. Pharm. CXLIII. 201.

2) Zeitschr. f. Ch. 1867. 26.

3) Zeitschr. f. Ch. 1867. 69.

-ocr page 79-

69

of in woorden, Sarkosin kunnen vormen; terwijl het
tweede, volgens
mendius\' reactie, voorgesteld door:

JR. C i N 2 H, = R. CH,. NH,
dus in dit bepaald geval:

GO, H. CH,. C : N 2 H^ = 00, H. CH,. CH,. NH,

d. i. Beta-amidopropionzuur zou kunnen geven.

De omzetting van het Cyanazijnzuur in Malonzuur
wijst op de laatstgenoemde constitutie j werkelijk verkregen
dan ook
bupe en kempbr Beta-amidopropionzuur, terwijl
MEVES slechts tot de vorming van Azijnzuur en Mieren-
zuur besluit, volgens de vergelijking:

C3 H30,N-h2H,0 H, = NH3 0,H,0, C0,H,

Niet onwaarschijnlijk is het, dat, wegens de betrekke-
lijk zwakke onderlinge binding der koolstof-atomen van
Cyanazynzuur, die later duidelijk zal uitkomen, naast
MENDius\' reactie, een tweede verloopt, voorgesteld door;

N ; c.ch,.co,h-^h, —N : ch-h-ch3. co, h

welk Cyanwaterstof tot het door meves waargenomen
Mierenzuur zou kunnen leiden.

Hieraan voeg ik een enkel resultaat van eigen onder-
zoek toe:

De inwerking van zuiver Cyankalium op Monochlor-
azijnzure ether in alcoholische oplossing is heftig, glad

-ocr page 80-

70

en binnen korten tijd voleindigd; de zoo verkregen
Cyanazijnzure ether wordt door Kaliloog verzeept, om uit
de verkregen massa, na behandeling met Zwavelzuur,
door ether het verlangde zuur af te zonderen, dat, na
indamping, een kristallij ne ; ietwat gekleurde massa is,
die, zooals een stikstof bepaling aantoonde, de samen-
stelling van Cyanazijnzuur zeer nabij komt:
Gewicht der Stof: 0,154 gr.
Vol. Stikstof: 21 C. O. ■

Temperatuur: 17.5" C.

Barometerstand: 773,2 M"; waaruit voor het stikstof-
gehalte i5,9 7„ wordt gevonden, terwijl de formule:

(CN). CH,. CO, H

46,4% eischt.

I. Verhouding van Cyanazijnzuur tegenover Warmte.

Het bovenbeschreven kristallijne zuur smelt ongeveer
bij 55°, terwijl verdere verwarming in een oliehad hij
165° een ontleding veroorzaakt, waarvan koolzuur, dat
door Barytwater werd aangetoond, en een gelijktijdig
overdestilleerende vloeistof de hoofdprodukten zijn; door
fractionneeren zonderde ik hieruit het tusschen 70° en
90° kokende gedeelte af, dat de eigenschappen van Ace-
tonitril vertoonde; wel was het stikstofgehalte daarvoor
iets te laag:

Gewicht der Stof: 0,1301 gr.

-ocr page 81-

71

VoL Stikstof: 33,5 C. C.
Temperatuur: 13,5" O.
Barometerstand: 762 M"\';
waaruit voor het stikstof gehalte 32,87°/,, wordt gevondeii,
terwijl de formule:

CN. CH3

36,387o eischt.

De vorming van Azijnzuur en Ammoniak uit deze vloei-
stof door verwarming met Kali laten evenwel over den
aard van het verkregen lichaam geen twijfel achter;
daartoe werd het zilverzout van het zoo gevormde zuur
geanalyseerd; en gaf:
Gewicht Zilverzout: 0.1256 gr.
Gewicht Zilver: 0.0809 gr.;
waaruit voor het zilvergehalte 64,41"/« werd gevonden ,
terwijl de formule:

CH,. CO. Ag.

64,45\'\'/„ eischt.

Uit deze gegevens heb ik het besluit getrokken, dat
Cyanazijnzuur zich bij de opgegeven temperatuur in
hoofdzaak ontleedt volgens de vergelijking:

(CN) CH,. CO, H = CO, CH3 (CN)

geheel annaloog met de splitsing van het nauwverwante
Malonzuur en homologen in Azijnzuur en homologen, bv.:

-ocr page 82-

n

(CO, H) CH,. CO H = CO, CH3 (CO, H) l)

II. Verhouding van Cyanazijnzuur tegenover Brom.

Brengt men bij een waterige oplossing van Cyanazijn-
zuur Brom, zoo treedt weldra onder verwarming een
reactie in, waarbij zicb Koolzuur en Bromwaterstof ont-
wikkelen ; in de vloeistof zetten ziek na afkoeling kristallen
van Bromammonium af, terwijl een zware olie bezinkt,
die ziek dadelijk als Bromoform liet kerkennen, b. v. met
Kali tot een rijkelijke ontwikkeling van Kooloxyd aan-
leiding gaf. De reactie laat ziek dus gedeeltelijk voor-
stellen door de vergelijking:

(CN) CH,. CO, H -1- 2H, O 3 Br, =
CH Bra 4- 2C0, Br NH, 4- 2 Br H.

Om echter meer bepaald de phasen te leeren kennen,
welke deze reactie doorloopt, werd het Bromoform uit de
verkregen vloeistof door destillatie met waterdamp ver-
wijderd, en ket teruggeblevene met etker uitgesckud.
Deze liet, na verwijdering van ket oplossingsmiddel eeu
sterk zure vloeistof ackter, die, met weinig water be-
kandeld, tot de afsckeiding van een kristallijn lickaam
aanleiding gaf.

De nieuwe verbinding smelt bij 142° en heeft een
onaangenaam prikkelende reuk; de bepaling van haar
stikstofgekalte gaf:

1) Ann. Ch. Pharm. CVII. 251.

-ocr page 83-

73

Gewicht der Stof: 0.2996 gr.
VoL Stikstof: 18 C, C.
Temperatuur: 10.5° C.

Barometerstand: 766.2 M"; waaruit voor het stikstof-
gehalte 7.23% wordt gevonden.

Daar dit cijfer overeenkomt met den eisch voor het
onbekende
Bibromacetonitril (7.037«), waarvan de vor-
ming a priori niet onwaarschijnlijk was, werd het Brom-
gehalte bepaald:

Gewicht der Stof: 0.1335 gr.
Gewicht Bromzilver met Pilterasch: 0.2553 gr.
Gewicht Filterasch: 0.0043 gr., waaruit voor het gehalte
aan Brom 80.36% wordt gevonden, terwgl de formule:

CN. C Br, H

80.40V<, eischt.

De reactie verloopt dus minstens in twee phasen,
waarvan de eerste door de volgende vergelijking wordt
voorgesteld:

(CN) CH,. CO, H 2 Br, (CN) C Br, H CO, -j- 2 Br H.

Het ontbreekt in de organische scheikunde niet aan ana-
logen van deze inwerking van Brom; een uitnemend
voorbeeld daaronder is de onlangs door
boukgoin 1)
nagegane inwerking van Brom op Barnsteenzuur, voor-
gesteld door:

1) Buil. d. 1. Soc. Ch. 1874. 404.

-ocr page 84-

74

(CO, H) CH,. CH, (CO, H) 4 Br, =
C Br, H. C Br, H 200,-r 4 Br H

geheel als hij Cyanazijnzuur wordt hier de groep:

CH^.COsH

door Brom aangegrepen volgens de vergelijking:

CH,. CO, H 2Br, z= C Br, H CO, 2Br H

Om de reactie nog verder te volgen heb ik getracht
het Bibromcyanazijnzuur te verkrijgen, dat hoogst waar-
schijnlijk de vorming van Bibromacetonitril voorafgaat,
zooals voorgesteld is door:

(CN) CH,. CO, H 2 Br, = (CN) C Br,. CO, H 2 Br H

terwijl dit laatste analoog met Cyanazijnzuur ontleed
wordt:

(CN) C Br,. CO,H — CO, (CN) C Br, H.

Daartoe liet ik de vereischte hoeveelheid Brom op Cyan-
azijnzuur in etherische oplossing inwerken, destilleerde
na afloop der reactie de ether voorzichtig af, en verkreeg
zoo een zure vloeistof, die reeds bij 60" onder opbruising
Koolzuur afstond, terwijl het zeer karakteristieke Bibrom-
acetonitril terug bleef; buiten twijfel had ik dus met het
verlangde
Bibromcyanazijnzuur te doen. Het gemakkelijk
uiteenvallen dezer verbinding is zoo bevreemdend niet,
als men in aanmerking neemt, dat Cyanazijnzuur zelf

-ocr page 85-

75

bij 165® uiteenvalt, en dat in \'t algemeen invoering van
halogenen de koolstof binding verzwakt, waartoe men
b.v. slechts Aldehyd naast Bromal, Azijnzuur naast
Tribomazijnzuur behoeft te stellen.

Op nog een enkel hiermeê in verband staand punt wil
ik wijzen:
petribi\'ï\' 1) zag nl. bij de inwerking van Brom
op Malonzuur een
kleurloos gas ontstaan, wellicht Kool-
zuur, en zijn Bibrommalonzuur was gemengd met een
kleverig zuur, wellicht Bibromazijnzuur; terwijl hij ein-
delijk
een zware vloeistof zich zag afscheiden, ongetwij-
feld Bromoform;
petrieïp heeft dus hoogst waarschijnlijk
met geheel analoge reacties te doen gehad:

Malonzuur,

(a) (CO2 H) CH2. CO, H 2 Br^ =
(CO2 H) 0 Br,. CO2 H H- 2 Br H

(b) (GO2 H) C Br,. CO^ H = CO, H- (CO, H) C Br, H
Cyanazynzuur.

(a) (CN). CH». CO2 H 2 Br,=: (CN) 0 Br,. CO2 H 2 Br H

(b) (CN) C Br,. CO, H 00 (CN), C Br,H

Voeg hieraan toe, dat bij inwerking van Brom op
Appelzuur eveneens Bromoform ontstaat, 2) en dat hierbg

1) Berl. Ber. Vil. 400.

2) kekoie\'s Lehrbuch. II. 176.

-ocr page 86-

76

de voorafgaande vorming van Malonzuur zeer waar-
schgnlijk is : *

00, H. CH (OH) CH,. CO, H - 2 Br, H, O =
CO, 2 H Br CO, H. CH,. CO,H

dan heeft men een tweede argument voor de waarschijn-
lijkheid, dat PETEiE]?ï\'\'s
zvmre vloeistof Bromoform was.

Omtrent het verloop der tweede phase, d. i. de om-
zetting van Bihromacetonitril in Bromoform, neme men
eerst in aanmerking, dat hier water en Bromwaterstof
voorkanden waren , waardoor de reactie, voorgesteld door
de vergelijking:

C Br,H. CN 2 H,0 Br H = Br NH4 C Br,H. CO,H

zeer voor de kand ligt; een nieuw modekuul Brom zet
ket gevormde Bihromazij nzuur in Trihomazij nzuur om :

CBr,H. CO,H  00, H - - BrH

welk laatste ziek gemakkelijk splitst volgens de verge-
lijking :

C Br^. CO, H = CO, C Br, H.

Nog even wil ik wijzen op ket gekeel analoge verloop
der inwerking van Brom op Propionitril, waarhij EJ>fGLER, 1)

1) Ann. Ch. Piiarm. CXXKIII. 137.

-ocr page 87-

1175

iiaast Bromammonium een niet nader onderzochte olië-
achtige verhinding krijgt, hoogst waarschynlijk:

CH Br,. CH3

volgens de vergelijking :

CN. CH, (ch3) 2 H, O 2 Br, —
CO, Br NH, C Br^ H
(ch3) Br H

waarin men slechts (ch3) door H behoeft te vervangen
om de reactie geheel op ons geval toegepast te zien:

CN. 0H3 2H,0 3Br2=:
CO, Br NH4 C Br3 H 2 Br H

Nog een enkele opmerking tot slot; zoo men in Cyan-
azijnzuur de twee koolstofbindingen door (1) en (2)
aanduidt:

H

NC —(D —O —(2)—CO,H
H

ziet men dat Brom eerst (2) en daarna (1) doorbreekt,
om eerst Bibromacetonitril, daarna Bromoform te geven.

III. Cyamaijmure ethylether.

Deze verbinding, hoewel htjgo mullee, haar in handen
had, mist tot nu toe alle nadere omschryving.

Ik heb ze verkregen door Cyanazijnzuur in Alcohol

-ocr page 88-

78

met droog zoutzuur te verzadigen; reeds hierbij ontstaat
na korten tijd, onder afscheiding van Chlorammonium
Malonzure ether, dadelijk aan de reuk herkenbaar; men
moet dus ten spoedigste na verzadiging met Zoutzuur
de massa in water uitstorten, de geprecipiteerde ether
afscheiden, en de rest, na neutralisatie, b. v. met Natrium-
carbonaat, met ether uitschudden. Na indamping en droging
over Chlorcalcium destilleert de vloeistof in hoofdzaak
tusschen 105° en 109" over, welk produkt dan ook de
samenstelling van Cyanazijnzure ether heeft.

Gewicht der Stof: 0,3446 gr.

Vol. Stikstof: 33,5 C. C.

Temperatuur: 12,5° C.

Barometerstand: 762,7 M*".;
waaruit voor het stikstofgehalte ll,837o wordt gevonden,
terwijl de formule:

CN. CH,. CO, C, H5

12,38°/„ eischt.

IV. Cyanacetamid.

De boven beschreven ether lost zeer gemakkelijk in
waterigen Ammoniak op, terwijl bij indamping een vaste
massa terugblijft, die, na omkristallisatie uit alcohol,
bij 405° smelt. Buiten twijfel is dat de gezochte ver-
binding, Cyanacetamid, waartoe een bepaling van het
stikstofgehalte voldoende was:

-ocr page 89-

79

Gewicht der Stof: 0.2268 gr.
Voh Stikstof: 66 C. C.
Temperatuur : 14° C,
Barometerstand : 756,2
waaruit voor het stikstofgehalte 33,94°/o wordt gevonden,
terwijl de formule:

CN. CH,. CONH,

33.33°/, eischt.

De verbinding is gedeeltelijk onontleed vluchtig. Een
poging, om hieruit, met behulp van watervrij Phosphor-
zuur Methylen-dicyanid te verkrijgen:

CN. CH„. CONH, - H, O CN. CH,. CN

mislukte, terwijl, onder een stormachtige gasontwikke-
ling, de massa verkoolde.

Gelijkelijk negatief was het resultaat van een poging,
om met behulp van Phosphorpentachlorid uit Cyanazijn-
zuur Cyanacetylchlorid te maken, volgens de verge-
lijking:

CN. CH,. CO, H PCI5 = POCI3 CN. CH, COCl;

de reactie verliep glad, doch, na afdestilleeren van het
Phosphoroxychlorid werd de massa gekleurd, vast en
onhandelbaar.

Hiermeê is het overzicht van de resultaten omtrent
Cyanazijnzuur gegeven, en het laatste Hoofdstuk ligt ter
behandeling.

-ocr page 90-

VIJFDE HOOFDSTUK.

Bereiding, Eigenschappen en Derivaten
van Malonzuur.

Met een overziclit van de bekende feiten, met betrek-
king tot dit zuur, kan ik kort zijn, daar in den loop
der vorige hoofdstukken ket belangrijkste in dat opzickt
is behandeld of aangehaald.

Ik verwijs daarom naar de volgende bladzijden:

Ontdekking en eigensckappen: pg. 63 en 71.

Vormings- en bereidingswezen: pg. 52, 58, 59, 61 en 62.

Afgeleiden: pg. 63.

Dadelijk kan ik dus overgaan tot de resultaten van
eigen onderzoek.

Nadat ik in de bereiding van Cyanazijnzuur naar wensch
geslaagd was, heb ik de omzetting van dat lickaam in
Malonzuur nagegaan; al spoedig bleek, dat ket gebruik
van Kali voor dit doel, met inacktname van enkele voor-
waarden , uitnemend geschikt is; een verlies van ongeveer

-ocr page 91-

81

207o had ik evenwel altijd, hoogst waarschijnlijk door-
dien de overmaat van Kali op het gevormde Maionzuur
ontledend inwerkt:

CH, (CO, K), K OH = GO, K, GR,. CO, K.

Werkelijk bevatte het verkregen Malonzuur altijd dui-
delijk aanwijsbare hoeveelheden Azijnzuur. Om die reden
heb ik van de opmerking gebruik gemaakt (zie de be-
reiding van Cyanazijnzureether) , dat Zoutzuur eveneens
in staat is de transformatie van Cyanazijnzuur in Malon-
zuur te bewerkstelligen; in verband met de grootere om-
slachtigheid en längeren duur van deze operatie heb ik
echter aan de omzetting met behulp van Kali de voor-
keur gegeven.

Na op deze wijze Malonzuur in grootere hoeveelheid
te hebben verkregen, bereidde ik volgens de aanwijzin-
gen van i-iNKELSïEiN de Ethylether, waarbij ik echter
het door dezen scheikundige vermelde bezwaar, dat de
verbinding zich door water niet gemakkelijk afscheidt,
niet ontmoette; ik vermoed daarom, dat genoemde onder-
zoeker veel meer dan de vereischte hoeveelheid alcohol
bezigde, iets, dat overbodig, in dit opzicht zelfs schade-
lijk is.

1. Malonamid.

Ik vermeld deze verbinding hier, omdat ik ze gelijk-
tijdig met, en onafhankelijk van
osterland , op een

6

-ocr page 92-

82

andere wijze dan genoerade scheikundige, nk uit Malon-
znre etkyletker en waterigen Ammoniak, verkreeg; de
inwerking keeft eenigen tijd noodig, waar die bij Cyan-
azijnzure etker bijna oogenblikkelijk verloopt; na indam-
ping blijft ket Amid terug, dat ziek uit verdunden Alcohol
laat omkristalliseeren, en dan bij ongeveer 170" smelt.

Door een stikstof bepaling werd de identiteit bewezen:

Gewicht der Stof: 0,1895 gr.
Vok Stikstof: 44 C. C.

Temperatuur: 9" C.

Barometerstand: 761,7 M"" ; waaruit voor ket stikstof-
gehalte 28,237o berekend wordt, terwijl de formule:

27,457o eisokt.

De pogingen ter vorming van ket Imid bleven tot nog
toe vruchteloos; door inwerking van Cyanzuur zou men
daaruit wellickt Barbiturzuur kunnen verkrijgen;
men-
scHUTKiN voerde ten minste een analoge reactie met Suc-
cinimid uit 1).

IL Malomethan.

Even als Oxalzure etker met drogen ammoniak tot de
vorming van Oxaminzure ethylether, m. a. w. van Oxa-
methan, aanleiding geeft:

1) Loc. cit.

-ocr page 93-

co nh,. co, c, E, c, h, oh

vormen zich ook in Malonzure ether, op gelijke wijze
behandeld, na eenigen tijd kleine harde kristalletjes,
ongetwijfeld Malonaminzure ethylether:

(C0,C,H,),CH, NH3 =
co nh,. ch,. co, c,h, C, h5 oh ;

wegens het geringe belang dezer verbinding, werd zij
niet geanalyseerd.

III. Ethylmalonzure Kali.

Behandelt men Malonzure ethylether met \'Kalihy-
draat, beide in alcoholische oplossing en in molekulaire
houding, zoo stolt de geheele massa tot een kristalbrei,
die, door gelijktijdige verwarming, weer geheel oplost, en
zich dan met behulp van ether laat afscheiden; daarmeê
uitgespoeld en dan gedroogd verkrijgt men een witte
kristalmassa, vettig op het gevoel en uiterst hygroscopisch,
die de zamenstelling van Ethylmalonzure kali heeft:

ch, (c0,c,h,), k0h =

co, e:. ch,. co, c, h, c, h, oh.

Om dit uit te maken was een aschbepaling voldoende:
Gewicht der Stof: 0.218 gr.

Gewicht der Asch: 0.083 gr.; waaruit voor het aschge-

halte 38.077o berekend wordt, terwyl de formule:

6*

-ocr page 94-

84

CO, K. CH,. CO, C, H,

37.647,, eischt.

Bij droge overhaling van dit lichaam trad in den aan-
vang zeer duidelijk de reuk van Malonzure ether op,
zoodat men gerust mag aannemen, dat dit zout zich op
analoge wijze ontleedt als
henry 1) voor de correspon-
deerende Oxalzuur-verbinding vond; daar toch werd de
reactie uitgedrukt door:

2 (CO, C, H,. CO, K), = (CO, C, H,), (CO, K),

hier, volgens de gemaakte opmerking, door:

2(C0,K. CH,. 00,0, H,)=:
CH,(C0, K), CH, (C0,C,H,),.

IV. Chlormalomure ethylether, of liever, om hij
heney\'s 1) benaming van het analoge Oxalzuur-derivaat
te blijven:
Ethyloxy-Malonylchlorid.

Behandelt men de voorgaande verbinding met Phosphor-
pentachlorid, dan heeft de reactie plaats voorgesteld door
de vergelijking:

CO, K. CH,. CO, C ,H5 -f- PCI5
POCl, 4- CIK COCl. CH,. CO, C • H^;

werkelijk destilleert, na verwijdering van het Phos-

1) Loc. cit.

-ocr page 95-

85

phoroxyChlorid, tusschen 170° en 200° in het oliebad een
vloeistof over, geheel de eigenschappen hehhende, die men
bij genoemde combinatie zou wachten: ze ontleedt zich
met water na eenigen tijd onder vorming van zoutzuur;
de verkregen vloeistof, met eenige druppels Kaliloog be-
handeld, krijgt bij verwarming duidelijk den reuk van
alcohol, terwijl, na behandeling met zwavelzuur, weêr
Malonzuur kan worden uitgeschud, dat door het smelt-
punt werd geverifieerd.

Door inwerking van dit lichaam op Ureum hoop ik
tot de combinatie:

hj n. co. nh. co. cha. co, c, h,

te komen, om zoo langzamerhand tot Barbiturzuur, de
sleutel voor de synthese der Urinezuur-derivaten, te
naderen.

-ocr page 96-

V- \'

VÎ -

y-:-,;- ■ ^ ■ - , - - •-y;,\':^ ■ -^--.»S.- ■ ■

: \' . ■ \'-J V j- , -

S-

-ocr page 97-

STELLINGEN.

-ocr page 98-

m\'^smms^

Ij ,

« < - * , -

^ -f \\ M I ^ \'"•h-T ^^

X

-! a ^

«- A,

t— .

tikfcj\'^iïÂftafeE fê\'-\'-^ / .tl TOS"tv» t^-\'-r»«\' ^f.iÈfc ^

^ .. ff
w • ^ (jt t.

. ................. ......................

-.i^.-,----■ .. Vir-:-».?-..- - - . - . l\' -.-J...

^ . .iv* • Î- i.\'v.-V. \' ■

. . ...... ........ .■.;-■-• --V ■ -■r . . v.»^.. ^ï,.-

ïï

-ocr page 99-

STELLINGEN.

I.

De koolstof-binding wordt verzwakt door aanhangende
Zuurstof- of Hydroxyl-groepen.

II.

De Koolstof-binding wordt verzwakt door aanhangende
Stikstof- of Nitro-groepen.

IIL

De Koolstof-binding wordt verzwakt door aanhangende
Halogenen,

-ocr page 100-

90

IV.

De dubbelbindingen in kekule\'s Benzolkern zijn van
anderen aard dan die in de vetzuren-reeks.

V.

Voor de bepaling van Kook- en Smeltpunt is een
andere maatstaf noodig dan het gewone gebruik van den
Thermometer.

VI.

Het gewicht van negatieve resultaten wordt gewoonlijk
te laag geschat; ze verdienden evenzeer vermelding als
de positieve.

VIL

Er diende een comité te bestaan, waardoor questies
op chemisch gebied werden uitgemaakt.

VIII.

De onderzoekingen van anna wolkow leveren een
bewijs voor de bivalentie van de Zwavel in Sulfo-ver^
bindingen,

-ocr page 101-

91

IX.

De affiniteiten van Stikstof en Phosphorus, zoo men
die elementen vijf-atomig aanneemt, hebben geen gelyke
waarde; een feit, dat volkomen wordt opgehelderd door
de uitbreiding der Structuur-formules in de ruimte.

X

De Koolstof houdende zij ketens maken het additie-ver-
mogen van den Benzolkern grooter; dat geeft een middel
om uit de mogelijke Camferformules een keuze te doen.

XL

Er bestaat verband tusschen physische oplosbaarheid
en chemische constitutie.

XII.

Door het gedeeltelijk oxydeeren van een Koolstofgroep
neemt de neiging tot verdere oxydatie toe.

XIII.

Het scheikundig karakter van een Koolstof-groep neemt
af met de grootte van bet daaraan hangend atoom-agregaat.

-ocr page 102-

XXII.

92

De voorstelling der chemische constitutie in de ruimte
is noodig voor de verklaring vau verscheiden isomerie-
ge vallen.

XV.

Er bestaat verband tusschen het optisch actief vermo-
gen van een molecuul en zijn chemische constitutie.

XVI.

De invloed van een groep of element, hangende aan
een Koolstof-atoom, op een onmiddellijk aan het laatste
gebonden atoom is dezelfde als die op een daaraan
middellijk door anderen verhonden; dit feit sluit zich
ten naauwste aan het verband tusschen chemische affini-
teit en beweging aan.

XVII.

Er is niets bevreemdends in de twee-atomigheid der
Koolstof in Kooloxyd en Carhylaminen.

XVIII.

De prioriteit der Zincke\'sche reactie komt aan wurtz toe.

-ocr page 103-

XXII.

93

De prioriteit van te hebben aangetoond, dat bij oxy-
datie gewichtstoename plaats heeft, vergezeld van gelijk-
tijdige opname van een deel der dampkringslucht, komt
niet aan
lavoisibr toe.

De prioriteit der laatste onderzoekingen van boussin-
GAULT met betrekking tot de werking van kwikzilver
op planten komt aan de Amsterdamsche chemische socie-
teit toe.

XXI.

Alle reacties, waarbij geen verandering van valentie
plaats heeft, kunnen worden voorgesteld door de alge-
meene formule:

ß S E — (a) — S

III I

(p) (q) = (p-a) (c[-a)

i S\' R\'—(a) —S\'

of het omgekeerde daarvan.

E,E\', S enS\' stellen atoomgroepen of elementen voor,
gebonden door p, resp. q, enz. affiniteiten.

-ocr page 104-

XXII.

94

Een planten- en dierenwereld, waarin Koolstof door
Silicium is vervangen, is niet ondenkbaar.

XXIII.

De zwaartekracht dient te worden verklaard door de
beweging van een tusschen de aantrekkende lichamen
zich bevindend medium.

XXIV.

De bewering van ïhomson:

„There is a predominatang tendency to the conversion
of all the other forms of physical agency into heat,
and to the uniform diffusion of all heat throughout all
matter.\'\'

Wordt niet door kankIne\'s argument weêrlegd.

XXV.

De wet van erfelijkheid geldt gelijkelijk voor de zoo-
genaamde eigenschappen der ziel als voor die van het
lichaam.

-ocr page 105-

XXII.

95

Er diende in de philosophische faculteit een leerstoel
voor vergelijkende geschiedenis der natuurwetenschappen
te worden opengesteld.

XXVII.

Het studeeren aan verschillende Universiteiten is zeer
nuttig, en wordt in Nederland veel te weinig gedaan.

XXVIII.

MAUjMEisrE\'s theorie heeft een goede gedachte tot
grondslag.

XXIX.

Het door de bladen opgenomen Koolzuur is niet vol-
doende om de behoefte der planten van koolstof te
dekken,

XXX.

Terecht zegt auguste comte van de beschrijvende
meetkunde :

„Elle offre l\'avantage d\'exercer au plus haut degré et
de la manière la plus sûre et la plus précise cette impor-
tante faculté de l\'esprit humain, qu\'on appelle l\'imagina-
tion proprement dite,"

-ocr page 106-

XXII.

96

De omhulselen van liet ovulum zyn van bladachtigen,
de nucleus van stengelachtigen aard.

XXXII.

In de tegenwoordige maatschappij zijn tal van protec-
tiën en instellingen, die op den natuurlijken strijd om
het bestaan, en de overwinning van den meest geschikte
inbreuk maken, en zoo voor de menscheid hoogst na-
deelig zijn.

i
\\

ffl

f