/r
ter verkkijgtlfg van den graad
VAN
DOCTöi^ e HET ummm m hedeïdaaosch reoht
AAN DE ÏÏOOGESCHOOL TE UTRECHT,
HA MACHTIGING VAN-
DEN RECTOR MAGNIFICUS
GEWOON HOOGLEEEAAK [N DE EECHTSeELEERDE FACULTEIT
MET TOESTEMIING YAN DEN ACADEMISCHEN SENAAT
HN
volgens besluit der rechtsgeleerde faculteit,
te verdediqen
OP ZATERDAG den IQden DECEMBER 1874, te 3 uren,
DOOK
FRANCOIS NICOLAAS YAN DER BILT,
GEBOEEN TE KAPELLE (ZUID BEVELAND).
----------
UïïlECllf,
I DE K Rü YF F.
1874.
................... .
^ Na ^
SâÂiS
i»
-ocr page 3-É
I.
Ten onrechte leiden sommigen uit L. 24. D.
»Deposit! vel contra" (16.3) af, dat depositum
irreguläre geen depositum, maar mutuum is.
II.
Ten onrechte beweren Schöman (Lehre vom
Schadensersätze II Th.) e. a., dat het begrip van
mora geene culpa omvat.
III.
Te recht zegt windschero (Lehrbuch des Pan-
dekten-rechts I bl. 719): »Das den Rang der
»Pfandrechte bestimmende, zeitverhältnisz ist
)>nicht nothwendig das ihrer Entstehung"
IV.
Art. 20 B. W. wordt door art. 28 C. P. aan-
gevuld.
V.
Voor de nietigheid van art. 270 al. 2 B, W. is
dolus aan de zijde van den man alleen niet
voldoende, maar er moet ook dolus zijn aan de
zijde van den persoon, met wien de man gehan-
deld heeft.
VI.
Het ware beter geweest, als de wet alleen het
woord »domicilie" en niet het woord »woonplaats"
had gebruikt.
VII.
De eed, bedoeld in art. 1638 B. W. is de ge-
wone decisoire.
VIII.
De kooper eener erfenis heeft niet de »rechts-
»vordering tot verkrijging der erfenis."
1
-ocr page 5-XIX.
Hij, die op het oogenblik van het openvallen
der nalatenschap geen erfgenaam is, maar dit
eerst later door toevallige omstandigheden is ge-
worden , heeft geen aanspraak op een wettig
erfdeel.
X.
De curator betaalt patent als koopman. wanneer
de failliet zijn bedrijf voortzet ten voordeele van
den boedel,
XL
Een gehomologeerd accoord is een vonnis en
geene overeenkomst.
XIL
Ten onrechte beweren Asser c. s., dat dading
in handelszaken door getuigen kan worden be-
wezen.
XIII.
Het is beter in een faillissement rechtsgeleerden,
dan kooplieden tot curators te kiezen,
XIV.
Ook zij, die tot het sluiten van dadingen on-
bekwaam zijn, kunnen eene minnelijke schikking
aangaan.
XIX.
Art 475 n". 2 G. P. moet alzoo verstaan wor-
den , dat den logementhouder of herbergier een
bekwame termijn tot inschrijving gelaten worde
XVI.
De straf van deportatie is af te keuren.
XVII.
Ten onrechte heeft de H. R. bij arrest van 21
Julij 1874 beshst dat art. 66 G. P. van toepassing
is, alvorens de strafbaarheid van een feit uit-
gemaakt is.
XVII [.
Een expediteur, die buskruit per spoortrein
verzendt, is niet strafbaar, (artt. 91 en 92 Kon.
besluit 12 Mei 1863, art. 1 wet 6 Maart 1818,
S. b. 12).
:xix
Te recht zegt de Bosch Kemper (V/etboek van
Strafv. dl. III ad art. 223) dat het beginsel van
art. 94 Burg. Hechtsv. ook in zake van dagvaar-
dingen in correctionele zaken moet aangenomen
worden.
XIX.
De bepaling van art. 198 der Grondw, »Geene
»veranderiDg mag gedurende een Regentschap
»worden gemaakt" verdient afkeuring.
XXL
Het verleenen van pensioenen is als algemeene
regel af te keuren.
XXII.
De verdeeling van den grond in weinig groote
grondeigendommen is te verkiezen boven die in
vele kleine-
XXIIL
Belastingen op de weelde zijn als ondoeltreffend
af te keuren.
â: