-ocr page 1-

STELLINGEN

TER VERKRIJGING VAN DEN GRAAD

II1 iiicB i miËnm IGT

DE HOOGSSCHOOL TE UTRECHT,

NA MAGTIQING VAN DEN KECTOE MAGNIFICUS

MR E P. G. QÜACK,

QEWOOH HOOGLEEKAAK IN DE EEGTSGELEBRDE EACDLTEIT,

MET TOESTEMMING YAN DEN ACADEMISGPIEN SENAAT

YOLGEffS BESLUIT YAN DE REGTSGEIEERDE FAGÜLTEIT,

TE VERDEDIGEN

"^rr
j

op Woensdag den 17\'\'"" Maart 1875, des namiddags ten 3 ure,

ElIGI MiüRITS ffl ?1I ISGH VAU WIJCK,

GEBOREN TE UTRECHT.

UTRECHT — J. L. B ELTE RS — 1875

-ocr page 2-

Stoomdruk van j. van boekhoven, Utrecht.

-ocr page 3-

STELLINGEN.

1.

Het kenmerk der corporalis possessio is niet in
de mogelijkheid van op de zaak in te werken
gelegen, maar in de custodia over de zaak.

H.

Men verliest het bezit\', zoo min van roerende
als van onroerende zaken, door het enkel verlies
des corporalis possessio.

HL

Er bestaat geen strijd tusschen L 45 Dig. de
usuris (22 : 1) en L 48 pr. Dig. de acq. rer. dom.
(41 : 1) en de verklaring van Boeking is de juiste,

-ocr page 4-

IV.

Zonder uitdrukkelijke bepaling heeft de zooge-
naamd verklarende wet geene terugwerkende kracht.

V.

De verpligting tot het verstrekken van levens-
onderhoud is personeel.

VI.

Voor het instellen der actie tot handhaving in
het bezit wordt eenjarig bezit niet vereischt.

VII.

Het regt van grondrenten komt in zijne natuur
niet overeen met het karakter van een zakelijk regt.

VIIL

De actie tot nakoming eener wederkeerige over-
eenkomst kan met een eisch tot schadevergoeding
gepaard gaan.

-ocr page 5-

IX.

De geregtelijke bekentenis is geen gewoon bewijs-
middel.

X.

Makelaarstarieven door het Gemeentebestuur vast-
gesteld zijn geldig en verbindende.

XL

Het endossement, op den wissel geplaatst, na
failhssement van den betrokkene is geldig als
eigendomsoverdragt.

XII.

Volgens onze wet is de acceptant, zóo hij later
ontdekt dat de handteekening des trekkers valsch
is, niet tot betaling verpligt.

XIIL

De verbindtenis, uit cognosçement ontstaande^
is formeel.

-ocr page 6-

XIV.

Art. 50 W. V. B. R. is eene uitzondering op den
regel «l\'interlocutoire ne lie pas le juge.»

XV.

Volgens de C. P. is het duel niet strafbaar.

XVI.

De woorden: «seront punnis de la même peine
que les auteurs,» in Art. 59 C. P., beteekenen:
«que s\'ils en étaient les auteurs.»

XVII.

Ook na voltooide inbraak blijft Art 329 n°. 1 C. P.
toepasselijk.

XVIII.

Het is wenschelijk dat uitvoering gegeven worde
aan Art. 150 al. 2 der Grondwet.

-ocr page 7-

XIX.

Opdragt aan den Raad van State van een eigen
regterschap in administratieve geschillen is niet
wenschelijk.

XX.

Het regt van amendement is alleen ten aanzien
van het in behandeling zijnde onderwerp beperkt.

XXI.

Het regt van den Staat om de misdrijven te
straffen is niet zuiver territoriaal.

XXH.

Een progressief successieregt is af te keuren.

XXIII.

Het is wenschelijk de uitgifte van bankbiljetten
geheel vrij te laten, althans geene bepahng omtrent
de kleinste coupure vast te stellen.

-ocr page 8-

10
XXIV.

Art. 3 van het, door de Kamer der Staten
Generaal aangenomen, wetsontwerp op het gebruik
en de dienst der Spoorwegen, is af te keuren.

-ocr page 9- -ocr page 10-

II-"\'\'

I..\'-

I"

i .

■ \' 1

\'

i *

\' ■ ■ i-

h -m

-ocr page 11-

1-

. 1

■fv..

]

-

i
1

1

r

1

b

• \'

-ocr page 12-