na machtiging; van den rector magnificus
GETvOON HOOGLEERAAR IN DE GODGELEERDE FACULTEIT,
MET TOESTEMMING VAN DEN ACADEMISCHEN SENAAT
EU
VOLGENS BESLUIT DER GENEESKUNDIGE FACULTEIT,
ter verkrijging van den graad
TAN
AAN
DE HOOGESGHOOL TE UTRECHT ,
op Saturdag den 21sten Juni 1873, des namiddags ten 6 ure.
te verdedigen
\\ geboren te nieuwedorp (bij goes.)
UTRECHT, — P. VAN LOON.
1873.
-ocr page 2- -ocr page 3-AAN
MIJNE DIERBARE OUDERS,
-ocr page 4- -ocr page 5-Bij het verlaten der Utrechtsche Hoogeschool gevoel ik
mij verplicht mijnen dank te betuigen aan allen, die tot
mijne vorming hebben bijgedragen.
Aan U Hooggeachte Promotor, Hooggeleerde Loncq , in
de allereerste plaats mijn dank, zoowel voor het uitstekend
onderricht, dat ik van U heb mogen ontvangen, als ook
voor de bereidwilligheid, waarmede gij mij altijd uwen
wijzen raad verleendet, waar ik dien noodig had.
Hooggeleerde Heeren van Goudoever, Donders , Koster,
Halbertsma, Engelmann en van der Lith met een hart
dat U nimmer hoopt te vergeten, betuig ik U mijne diepe
erkentelijkheid.
Ontvang ook gij ZeerGeleerde Manikus de verzekering
van mijnen oprechten dank voor uwe welwillende hulp bij
het doen mijner proefnemingen.
En gij mijne vrienden: laat de vriendschapsband, die
ons aan de Academie verbond steeds sterker worden toe-
gehaald , wanneer wij later in de groote Maatschappij zijn
ingetreden. Dat is mijn oprechte wensch.
\\
Het onderzoek, waarvan de resultaten op de
volgende bladzijden te lezen staan, werd begonnen
in de hoop iets bij te dragen tot de kennis der
werking van het Nitris amyli in betrekking tot
sommige ziekten, voornamelijk tot Epilepsie,
Dat het genoemde preparaat geen specificum
is tegen eenige ziekte, maar wel een krachtig, ja
het krachtigste middel om van verscheidene ziek-
ten de meest gevreesde symptomen te bestrijden,
zal den lezer spoedig in het oog vallen.
Bovendien is het Nitris amyli een middel, dat
op den langen duur even sterk blijft werken; de
zelfde kleine dosis, die eens een epileptisch toeval
deed ophouden, doet het altijd. Aan het onderzoek
naar de therapeutische werking liet ik eene be-
schrijving van de chemische zamenstelling en een
1
-ocr page 8-historisch overzicht der proeven van anderen, be-
nevens eenige physiologische proeven, voorafgaan.
Wat deze laatste aangaat: ik weet dat ze zeer
onvolledig zijn en uitvoeriger hadden kunnen be-
handeld worden. Met het oog op de Physiologie
ware dit zeker wenschelijk geweest; voor ons doel
echter was het niet volstrekt noodzakelijk.
CHEMISCHE ZAMENSTELLING.
In 1844 ontdekte M. Balard (professeur de
Chimie à la faculté des Sciences de Paris) het
Nitris Amyli
Zijne beschrijving is deze:
«Parmi les agents d\'oxidation d\'alcool amylique,
il ne faut pas oublier l\'acide azotique lui-même.
A froid, cet acide ne parait pas agir sur l\'alcool
amylique, et ne se mêle point avec lui comme le
font l\'acide sulfuriqne et l\'acide chlorhydrique ;
mais si l\'on élève la température jusqu\'à ce que
quelques bulles de gaz commencent à se dégager,
l\'action dont ce dégagement gazeux est l\'indice se
\') Annales de Chimie et de physique, iroisiemp Serie, 12.
pg. 294. Premier Mémoire sur l\'alcool Amylique.
continue avec cette intensité qui accompagne la
production de l\'éther nitreux ordinaire, et qui
exige, pour être convenablement modérée, le
prompt retrait du feu, l\'affusion même de l\'eau
froide. On trouve dans la cornue, quand la réaction
s\'est apaisée, une liqueur jaunâtre qui doit sans
doute à l\'aldéhyde amylique la faculté de brunir
fortement par les alcalis et de laquelle j\'ai retiré
aussi de l\'acide valérianique. Dans le récipient,
qu\'il convient de refroidir, il se condense une li-
queur huileuse qui renferme de l\'éther et de l\'al-
déhyde valérianiques, de l\'acide cyanhydrique, et
enfin de l\'éther azoteux de l\'alcool amylique. En
traitant par la potasse les portions de ce liquide
qui distillent avant 100 degrés, on décompose
l\'acide cyanhydrique qu\'elles renferment. Je se
dégage de l\'ammoniaque, et le product qui dis-
tille à 96 degrés est l\'ether azoteux sur lequel la
potasse n\'exerce qu\'une action plus lente.
Cet éther, qui peut aussi s\'obtenir d\'une manière
directe en faisant arriver dans de l\'alcool amylique
un courant de vapeurs nitreuses, obtenues par
l\'acide azotique et l\'amidon, est un liquide légère-
ment coloré en jaune; sa couleur se fonce par l\'é-
lévation de température, et revient à sa teinte
première par le refroidissement; sa vapeur aussi
est légèrement rutilante. Soumis à l\'analyse, il à
fourni les résultats suivants:
Pour l\'analyse en centièmes
Calculé. Trouvé.
Carbone. . . . 51.2 . . . 50.3
Hydrogène. . . 9.4 .. . 9.5
Azote.....13.0 . . . 13.6
Oxygène . . . 26.4 . . . 26.6
100.0 100.0
Le calcul donnerait.
C10 ..... 8.432
H11.....1.514
Azs.....1.952
Q4.....4.410»
De beschrijving door Balard gegeven is zeker
zeer juist; echter zou het bezwaarlijk gelukken om,
volgens die beschrijving alléén, het Nitris amyli
zuiver te bereiden.
Het is dan ook meer ter wille van de historie,
dat wij zijne beschrijving hebben overgenomen.
De volgende bereidingswijs is meer volledig en
kan als zeer bruikbaar beschouwd worden:
In geheel zuiveren, bij 132° C. gerectificeerden Amyl
alcohol voert men een stroom ondersalpeter-zuur:
Men doet den amyl-alcohol in een kolf, die met
een Liebigsch koel apparaat verbonden en in een
waterbad (bij 90—100° C.) verwarmd wordt.
Het ondersalpeter-zuur wordt gretig geabsorbeerd,
en na eenige oogenblikken begint de vloeistof in
de kolf te koken en te distilleeren. In het distillaat
bevindt zich water, en een gele, niet onaangenaam
riekende vloeistof. Men laat nu nog gedurende eenige
uren het ondersalpeter-zuur op den Amyl-alcohol
inwerken, totdat roode dampen in de kolf zich be-
ginnen te ontwikkelen. Deze roode dampen wijzen
er op, dat het ondersalpeter-zuur niet meer van den
Amyl-alcohol geabsorbeerd wordt. Eindelijk houdt
de vloeistof in de kolf op te koken en wordt niets
meer gedistilleerd (tenzij bij sterkere verwarming
op het zandbad; bij deze sterkere verwarming ont-
staat salpeterzure (148° C.) en valeriaanzure Amyl
oxyde; misschien bevat dan het distillaat, behalve
beide stoffen, ook nog wat onveranderden Amyl
alcohol).
Heeft men nu bijv. 1000 deelen Amyl-alcohol
genomen bij het begin der proef, dan bevat het
verkregen distillaat:
850 deelen van de boven reeds genoemde gele
aetherische vloeistof en:
120 deelen water.
30 deelen blijven in de kolf en hebben voor ons
doel geen waarde.
Nu voert men het distillaat over Chloorcalcium,
waardoor de 120 deelen water geabsorbeerd wor-
den. De dus gedroogde vloeistof is het Nitris
amyli. In elk geval kan men zonder twijfel aan-
nemen, dat de aldus verkregen gele vloeistof bijna
uitsluitend uit salpeterzuur Amyl-oxyd bestaat
(Bunge) \').
Volgens Hofmann zal er dan eerst salpeterzuur
Amyloxyde bijgemengd zijn, als men boven de 100°
verwarmd heeft.
Men rectificeert ten slotte het distillaat over
kali. Mocht er zich blauwzuur ontwikkeld hebben,
wat zeer wel mogelijk is (Balard, Hofmann), dan
wordt dit blauwzuur ontleed tot blauwzuren am-
moniak.
Gr. Nadler 1) beveelt als de beste methode om
Nitris amyli vrij van amylalcohol te bereiden aan,
om gelijke equivalenten amylzwavelzure kali en
salpeterzure kali te distilleeren.
Eigenschappen: De salpetrigzure Amylalcohol
1 ) Ann. Chem. Pharm. 116 pg. 173.
-ocr page 14-heeft tot formule ^ ^ 0, \') is bleek geel, wordt
donkerder van kleur, zoo het herhaalde malen ver-
hit wordt, kookt bij 96° en levert een roodgelen
damp van 4.03 dichtheid.
De aether heeft een specifiek gewicht van 0.8773
en kookt bij 95° (Rieckher) Bij 90° begint hij reeds
te koken, stijgt onder ontwikkeling van roode dampen
langzaam op 110, dan sneller op 200°.
De aether wordt door loodhyperoxyd in de
warmte in amylalcohol, in salpeterzuur en sal-
petrigzuur loodoxyde omgezet (Rieckher).
Door kalihydraat wordt het slechts langzaam
ontleed (Balard).
Op smeltend kalihydraat gedroppeld ontvlamt de
aether en vormt zich valeriaanzure kali.
F. Guthrie 2) geeft het kookpunt van watervrij
Nitris amyli op 99° bij 756 m. m. barometerstand,
terwijl het waterhoudende 2—3° lager kookt. Bij
260 wordt de damp onder zwakke explosie ont-
leed met een bleeke vlam.
Ten slotte nog eenige opmerkingen:
—»-
») C—12. H—1. N—14. 0—16.
2) Chem. Soc. quart. Journ. II. pag. 245; Annal. Chero und
Pharm. III. pag. 82.
Volgens theoretische beschouwingen zijn er 8
amylalcoholen en even zoovele amylnitriten be-
staanbaar. Hiervan zijn er tot nog toe slechts
5 bekend, n.1. 2 primaire, 2 secundaire en éen
tertiaire.
Primaire. I. Normale amylalcohol CH3. CH2.
CH2. CH2. CH2. OH, geeft een
nitris amyli van de formule:
CHS. CH2. CH2. CH2. CH5. NO2.
II. Gristingsamyl CH3\\
b J (CH CH2 CH!OH
alcohol CH3j
geeft een Nitris amyli van de
formule:
GE3]
CH3^
CH CH2CH!N02
Dit is het door ons gebruikte Nitris
amyli.
Secundaire. III. Iso-amylalcohol.
CH3)
>CH.
OH.
CH3CH2
CH2^
geeft een Nitris amyli van de
formule :
CH3)
CH3 CH\' CH NOs
CH2i
CH3| CM. NO\'.
CH3
IV. Amyleenhydraat.
CH. ÜH. geeft een
Nitris amyli van de formule:
Tertiaire. Amylalcohol (pseudo amylalcohol,
aethyl dimethylcarbinol).
CH3j
CH3;C. OH. geeft een
CH3 CH2)
Nitris amyli van de formule:
Dat elk dezer Amylnitriten verschillende physio-
logische eigenschappen zal bezitten, is zeer waar-
schijnlijk. Wij voor ons \'zullen slechts dat Nitris
amyli behandelen, hetwelk verkregen wordt uit
normalen amylalcohol.
HISTORISCH OVERZICHT,
A. Physiologische werking.
Zooals reeds is gezegd, ontdekte M. Balard in
4844 het Nitris amyli.
T. Guthrie gaf er in 1859 meer bekendheid
aan. 1) Bij een chemisch onderzoek dezer stof be-
merkte hij, dat na inademing harer dampen het
gelaat zich levendig rood kleurde, de carotiden ge-
weldig begonnen te kloppen en de hartslag ver-
sneld werd.
Ondanks deze hoogst gewichtige mededeeling
van Guthrie , trok het Nitris amyli zeer weinig de
aandacht der physiologen en der medici. Eerst in
1863 deelde Dr. B. W. Richardson er iets over
mede in|eene vergadering van «the Britisch Asso-
\') Journal of the chemical Society vol XI, p. 245, 185. q.
-ocr page 18-ciation for the Advancement of Science», te New-
castle.
Hij diende hier een rapport in- over «The Phy-
siological Properties of the Nitrite of Amyl.»
Hij beschreef het als eene vloeistof, gekleurd als
barnsteen, met een reuk en smaak als die van rijpe
peren. Hij had opgemerkt, dat, na inademing van
het Nitris amyli, zijne werking zich onmiddellijk
aan het hart vertoonde, wiens contracties zoozeer
werden vermeerderd, als door niet één bekend
agens. Brengt men, zegt Richardson , eenige drop-
pels onder den neus, dan vermeerdert onmiddellijk
de hartswerking, de huid wordt rood, de adem-
halingen menigvuldiger. Anaesthetiseeren, zegt
hij verder, doet het niet \')•
In 1864 maakte Richardson een tweede onder-
zoek bekend 1) Door eene reeks van proeven had
hij gevonden, dat het Nitris amyli door het lichaam,
op welke wijze het ook werd ingevoerd, betzij door
de huid, de maag, de longen of door enting, altijd
werd opgenomen.
Hoe het op die verschillende wijzen werd toege-
diend, zegt Richardson niet.
1 ) Medic. Times and Gazette 1864.
-ocr page 19-Na de absorptie vertoonden zich de effecten on-
middellijk op het hart en de circulatie. Eerst
kwam er eene hevige hartswerking met uitzetting
der capillaria, gevolgd door eene zeer sterke ver-
mindering , echter niet door vernietiging der kracht
van het hart. Het Nitris amyli kon beschouwd
worden als een der sterkst werkende middelen op
de actie van den vaatwand.
Proeven bij verschillende ziekte vorm en had
Richardson niet genomen, maar, steunende op de
genoemde feiten, kon hij veronderstellen, dat het
Nitris amyli groote diensten zou kunnen bewijzen
bij plotselingen stilstand van het hart en dat het,
door zijne paralyseerende werking op de willekeu-
rige spiervezels, in staat zou zijn om een acuten
aanval van tetanus opteheffen.
Meer belangrijke onderzoekingen werden in 1869
door Dr. Brunton in het physiologisch laboratorium
van Ludwig gedaan. \')
Voor zijn proeven gebruikte dr. Brunton konijnen;
hij vond:
1. Dat de bloedsdrukking in de arteries door
Nitris amyli daalde.
2. Dat dit zoowel waar is bij dieren, waarbij de
vasomotorisch-e zenuwen geparalyseerd zijn
(door afsnijding van het ruggemerg onmiddel-
lijk onder den atlas) als bij die, waar dit
niet geschied is.
3 Dat het Nitris amyli den arbeid van het hart
in eene bepaalde tijdseenheid niet vermindert,
ofschoon de menigvuldigheid der contracties
toeneemt.
4. Dat het Nitris amyli geen invloed heeft op de
zenuwen, maar op de contractiele elementen
der bloedvaten, daar het den arterieëlen druk
vermindert door vermindering te brengen in
den weerstand.
A, Werking van het Nitris amyli bij verschillende
ziekten en ziektevormen.
a. Bij Angina Pectoris.
Geval 1. Door Brunton (denzelfden, die later
onder Lcjdwig over de physiologische werking van
het Nitris amyli experimenteerde) werd het eerst
bij deze ziekte Nitris amyli toegediend 1). In het
Lancet jaarg. \'67 beschrijft hij het volgende geval:
1 Lancet vol I p. 97. 1867. On the use of the Nitrite of
Amyl in Angina Pectoris
Voor 4 maanden werd een patiënt met een
vitium cordis na rheumatismus acutus op de kli-
niek van Prof. Bennett te Edinburg gebracht.
Gedurende den tijd dat patiënt op de kliniek was,
leed hij aan hevige aanvallen van praecordiaal
angst: de pijn straalde van de borst naar den nek,
van den nek naar den regter arm uit. Slechts
kleine bloedonttrekkingen gaven den patiënt eenige
verlichting, alle andere hulpmiddelen bleken ge-
heel zonder gevolg.
Na toediening van Nitris amyli (eenige droppels
werden op een katoentje onder den neus gebracht)
hield de vreeselijke pyn onmiddellijk op en
vertoonden zich de karakteristieke physiologische
verschijnselen. Bij dit geval toonden de sphyg-
mographische tracées van de art. radialis aan:
1. dat de art. zeer vernaauwd en de arterieële
spanning gedurende den aanval van Angina Pectoris
zeer is toegenomen;
2. dat onder den invloed van het Nitris amyli
de spanning der arterie verminderd is en de cur-
ven lager worden.
Brunton heeft meerdere dergelijke gevallen be-
handeld en zegt: «In bijna alle gevallen, waarin ik
het Nitris amyli toediende, zoowel als in die,
waarin het door mijne vrienden gedaan werd, ver-
dween de pijn plotseling.
Geval 2. Uit de verslagen der Clinical Society
te Londen, 11 Febr. 1870. \').
Patiënt was iemand over de 50 jaar, met ner-
veus temperament. Gedurende 20 jaar had hij aan
asthma bronchorum geleden en sedert 5 jaar aan
hevige paroxysmen van Angina pectoris. Men
besloot bij hem het Nitris amyli te beproeven. Bij
den eerst volgenden aanval nam hij een lange en
en krachtige inspiratie. Na weinige seconden werd
het gelaat rood, begonnen de carotiden hevig te
kloppen en uit den meeat benauwden toestand ging
de patiënt onmiddellijk in kalme rust over.
Hetzelfde resultaat werd bij alle volgende aan-
vallen verkregen, als de damp werd ingeademd.
Eindelijk verbeterde de toestand zoozeer, dat pa-
tiënt kon ophouden met het middel in te ademen.
De aanvallen herhaalden zich niet meer, ook werd
patiënt niet meer gekweld door Asthma, zijn slaap
werd natuurlijk en geregeld.
Geval 3. Medegedeeld door Dr. K. Thompson,
waargenomen in het Middlesex Hospital te Londen. 1)
1 Med. Times and Gazet. pg. 154 1870.
-ocr page 23-E. K., oud 28 jaar, wasch vrouw, gehuwd, werd op
1 Juni 1870 opgenomen, lijdende aan de gevolgen
van een aanval van Angina Pectoris, welke aanval
twee dagen te voren had plaats gehad.
Haar vader had eveneens aan Angina Pectoris
veel geleden. Patiente had in 1861 (dus 9 jaar
geleden) rheumatismus acutus gehad; sedert dien
tijd was ze kortademig en leed ze aan hartkloppin-
gen. Van tijd tot tijd braakte ze bloed. Gedurende
den tijd, dat ze in het hospitaal was, (2 maanden
ongeveer) had ze dikwijls aanvallen van Angina
Pectoris; in den beginne dagelijks, later om de week.
Tijdens den aanval waren telkens de typische ver-
schijnselen der ziekte zeer duidelijk, de pijn straalde
van de hartstreek naar de schouders, het hoofd en
de beide armen uit.
Aan de punt van het hart nam men een luid
praesystolisch geruisch waar, dat ook hoorbaar was
aan den rug; aan de basis een zeer zwak diastolisch
geruisch.
De behandeling gedurende den aanval was als
volgt:
Van den dag der opneming afaan (1 Juni) tot
19 Juni werden alle aanvallen behandeld met sub-
cutane injecties van morphine. Men begon met
0.01 en steeg langzaam tot 0.015. Het resultaat
2
-ocr page 24-dezer behandeling was, dat de aanval werd afge-
broken 5 minuten na de injectie. Daar braking
en hoofdpijn met de stijgende morphine dosis toe-
namen, besloot Dr. Thomson Nitris amyli te be-
proeven. De wijze van toediening bestond daarin,
dat het fleschje (met wijden hals) onder een neus-
gat werd gebracht en men zoo de patiente ge-
durende 10 sec. liet ademen. Dan werd het gezicht
rood, slaakte zij een diepen zucht en verklaarde
zich onmiddellijk vrij van alle pijn.
Dezelfde verschijnselen vertoonden zich telkens
als het Nitris amyli werd aangewend. Nooit faalde
zijn werking, nooit liet het na een aanval geheel
aftebreken. De nawerking was nimmer onaangenaam.
Het verloor zijne kracht niet op de patiente na her-
haald gebruik. Sedert Nitris amyli werd toegediend,
waren de aanvallen in het oogloopend verminderd.
Nog meer dergelijke gevallen zijn beschreven
door Dr. Leishmann \') en Dr. Huddon \') in het
Glasgower en Edinburger medische journaal.
B. Bij Hemicranie.
Eene dame van 24 jaar had gedurende vele jaren
\') Glasgow Medic. Journ. Aug. 1869.
\'2) Edinburg Med. Journ. Julij 1870. p, 45 et seq.
-ocr page 25-regelmatig tijdens de menses, soms ook in den
tusschentijd, hevige aanvallen van links-zijdige
Migraine, die van den morgen tot den middag
toenam en tot des avonds laat aanhield. Gedurende
den aanval zelf zag de* linker gezichtshelft bleek
en ingevallen; de arteria temporalis was duidelijk
zichtbaar, hard op het gevoel en klopte hevig,
zoooals de zieke het uitdrukte, op eene hoorbare
wijze. Dikwijls had ze koude rillingen over het
geheele lichaam. De zieke heeft waargenomen,
dat soms in pijnvrije oogenblikken zonder eenige
bewuste oorzaak, soms bij gemoedsaandoeningen,
de linker gezichtshelft en het linker oor plotseling
zeer rood worden.
Aan de patiente werden gedurende den aanval
5 druppels Nitris amyli om te inhaleeren voor-
geschreven. Telkens nadat ze geademd had, was
de pijn als het ware weggebannen. Na de in-
halatie voelde zij, hoe haar het bloed geweldig
naar het hoofd steeg. Gedurende den verderen
dag bevond ze zich in een onaangename stem-
ming, alsof ze in een roes was. Als eenige
minuten na de inhalatie de roode kleur van het
gezicht verdwenen was, zag zij er in het oog loo-
pend bleek uit.
Eenige kwade nawerking was niet te bespeuren 1).
Behalve Berger hebben Vogel en Holst de
werking van Nitris amyli bij Migraine nagegaan 2).
Holst nam proeven op zich zeiven en op 5 pa-
tienten, die aan aanvallen van Migraine leden.
Bij inhalatie van Nitris amyli werd onmiddellijk de
pijn opgeheven.
Bij Holst echter en ook bij een der patienten
keerde de pijn na eenige minuten bij beweging
even sterk terug; bij twee andere patienten, die
zich rustig hielden, kwam de pijn eerst na een
uur weerom; bij een andere patiente bleven de
paroxysmen veel langer uit.
C. Bij Trismus.
In het Lancet vind ik het volgende hoogst merk-
waard geval 3).
Een 52 jarig man had, tengevolge eener ver-
wonding aan de onderkaak, tetanus van zijne
kauwspieren gekregen. De pijn was van tijd tot
1 \') Dit geval is overgenomen uit het Berliner Klin. Wochen-
schrift 1872. N°. 2.
O. Berger, der Amylnitrit, ein neues Palliativmittel bij
Hemicranie.
2 ) Holst, über der Wezen der Hemicranie etc. Dorpater med.
Zeitschrift 1871. Bd. II. p. 261—288.
tijd allerhevigst. De aanvallen herhaalden zich
dikwijls.
Telkens wanneer een aanval kwam, liet men den
patiënt 5 droppels Nitris amyli inademen.
Bij eiken terugkeerenden aanval werd de inhalatie
herhaald en steeds werden de krampaanvallen voor-
komen.
Tot den negenden dag werd, steeds met onmid-
dellijk effect, de behandeling voortgezet; in den
tusschentijd gaf men patiënt tonica, stimulantia en
boven alles goede voeding. Na 4 weken was de
patiënt reconvalescent.
Mr. Fokster deelt aangaande dit geval mede,
dat hij gedurende eene praktijk van 30 jaar, 7 ge-
vallen van traumatischen tetanus had behandeld,
alle met doodelijken afloop, totdat hij het Nitris
amyli bij dit geval aanwendde.
D. Bij Melancholie.
Prof. Meijnert, die het wezen der Melancholie in
een verminderde prikkeling en prikkelbaarheid der
hersenen zoekt, in een verhoogde «Hemmung»
der levenskrachten, meende door het lezen van
eenige Engelsche tijdschriften in het Nitris amyli
een middel gevonden te hebben om die «Hemmung»
te verminderen, zoo niet op te heffen. Welke gronden
Prof. Meijnert voor deze meening heeft, laten we
geheel in het midden; het zij genoeg de resultaten \'
van eenige onder zijn opzicht gedane onderzoekingen
mede te deelen.
Dr. C. E. Hoestermann, adsistent van Prof. M.,
deelt deze resultaten mede in het Wiener Wochen-
schrift. \')
Het eerste geval, dat H. mededeelt, is dat van
een anaemisch, melancholisch handwerksman van
36 jaar. Gedurende 5 dagen liet men hem elk uur
Nitris amyli inademen, totdat roodheid van het
gezicht en de verdere verschijnselen waren opge-
treden. Op den eersten dier 5 dagen was patiënt
des avonds na 5 uur reeds vrij van alle angst en
zelfbeschuldiging, waarmee hij anders zoo gekweld
werd. Na die 5 dagen kon men volstaan met hem
4 maal te laten inademen, en toen dit drie dagen
was voortgezet verliet patiënt (ofschoon dit afgeraden
werd) het gesticht. Na eenige weken kwam hij
met veel ongunstiger prognose terug.
Een ander ziektegeval is dat van een anaemisch
werkman, die wegens melancholie met hevige
depressieverschijnselen op de Weener kliniek was
1) Wiener Med. Wochenschrift, No. 46 pg. 1150.
-ocr page 29-gekomen. Door zelfmoord had hij gepoogd een
einde te maken aan zijne diepe neerslachtigheid.
Het gedeprimeerd gevoel belette hem te werken
en genoegens van welken aard ooli, konden dat ge-
voel niet doen verdwijnen; de slaap was onrustig
en door beangstigende droomen gestoord.
Spoedig na zijne opneming begint hij 4 maal
daags te inhaleeren, daarna gevoelt hij zich on-
middellijk verlicht en na eenige dagen vertelt hij,
dat de slaap veel beter is.
Na nog geen twee maanden is patiënt onder de
voortgezette behandeling volkomen hersteld.
Nog een tal van dergelijke gevallen geeft Dr. H.
op. Uit die gevallen laat zich afleiden:
1. Dat het Nitris amyli bij Melancholici de
depressie of het angstgevoel voor eenige
oogenblikken onmiddellijk opheft;
2 dat, wanneer ze gedurende een dag of drie,
vier maal daags geinhaleerd hebben, zij zich
des avonds vrij en vroolijk bewegen, geheel
vrij zijn van angst en zelfbeschuldiging, en
des nachts goed slapen;
3. dat sommigen spoedig geheel hersteld zijn,
anderen weer na korteren of langeren tijd in
denzelfden apathischen toestand terugzinken.
E. Bij Epilepsie \').
ür. Weir Mitschill deelt het volgende geval
mede:
Een man van 23 jaar, die tot zijn 18de jaar zich
aan onanie schuldig maakte en na dien tijd énorme
excessus in Yenere beging, kreeg epileptische toe-
vallen, die zich door krampen in de linker bovenste
extremiteit aankondigden.
Na verschillende medicaties, die geen gevolg-
hadden, liet men den man, telkens wanneer de
krampen in den arm begonnen, drie tot vier drop-
pels Nitris amyli snel en diep inademen.
Bij het inhaleeren traden de bekende werkingen
van het Nitris amyli op: het gezicht werd rood,
de carotiden pulseerden hevig, daarbij hield echter
ook de kramp op en de aanval bleef uit.
Bovendien schijnen de aanvallen na herhaalde
aanwending veel verminderd te zijn.
\') Dr. S. Weih Mitschill, New York. Med. Joürn. Juli 1872.
-ocr page 31-E IQ EN W AA R N E MIN G E N.
A. Physiologische Proeven.
Aangaande de physiologische werking van het
Nitris amyli zijn de onderzoekingen nog schaarsch.
Behalve die van Brunton zijn ons geene bekend.
Daarom besloten wij , alvorens tot de therapeutische
waarnemingen over te gaan , ons eenigszins aan-
gaande de physiologische werking op de hoogte te
stellen.
Wij deden dit in het Physiologisch laboratorium
der Utrechtsche Hoogescnool, waar Prof. Engelmann
ons welwillend de behulpzame hand bood. Voor de
proeven werden hoofdzakelijk konijnen gebruikt.
Om echter den invloed van het middel op hart
en ademhaling nategaan, experimenteerde ik op
mij zelf. De hartsfrequentie toch van het konijn
is zoo groot, dat een versnelling bijna niet meer
mogelijk is, bovendien zouden de bijna constant
optredende krampen bij het dier eene zuivere regis-
treering onmogelijk hebben gemaakt.
a. Proeven op. mij zelf.
Zooals wij reeds zeiden, gelden deze de harts-
werking en ademhaling.
Nadat ik mij voor het kymographion geplaatst
had, liet ik mij een groot luchtkussen aanleggen
op de plaats, waar de hartstoot het duidelijkst was
te voelen. Dit luchtkussen had ongeveer de grootte
van een hand, het was dus uitstekend geschikt om
elke beweging van den thorax aan te geven. Een
tweede, veel kleiner luchtkussen (als een gulden
ongeveer), waaraan op het midden een dik staafje
was vastgemaakt, om zuiverder de arterie te kunnen
drukken, liet ik mij op de carotis aanbinden. De
kussens waren ieder met een cardiograaf verbonden.
De cilinder van het kymographion draaide met
een constante snelheid, welke snelheid door een
stemvork van 15 trillingen in de seconde gemeten
werd,
Fig. I. Doet de curven zien der normale adem-
haling en van de carotis;
Fig, II. de curven der ademhaling en van den
carotispols, nadat het Nitris amyli was
ingeademd en een maximum van wer-
king was verkregen;
Fig. III. den overgang van den normalen pols
tot dien, welke ontstaat na inademing
van Nitris amyli.
De curven uit fig. I. beantwoorden aan de nor-
male. Men ziet de inspiratie-lijn vrij snel stijgend,
de expiratie-lijn veel langzamer dalend, op het laatst
nagenoeg onmerkbaar, totdat weer plotseling de
inspiratie invalt. De inspiratie-lijn gaat met ronden
top in de expiratie-lijn over. In de ademgolven
is de hartstoot duidelijk zichtbaar. De carotispols
is op sommige plaatsen duidelijk tricrotisch.
Volgens de onderzoekingen van Wolff, in tegenstelling met
die van Mareij, Vierordt en anderen, is de normale pols
steeds tricrotisch.
De eerste verheffing is volgens hem afhankelijk van een ver=
lenging en uitzetting der arterie, de tweede (eerste secundaire)
ontstaat door de rest der propulsieve kracht van het hart, de
derde (tweede secundaire) door den terugstoot van het bloed
tegen de gesloten Aorta-kleppen.
Oordeelende naar de betrekkelijk vele tracées, die wij ge-
durende de bewerking van dit proefschrift namen, is het ons
onbegrijpelijk, hoe een tricrotisme van den normalen pols kan
geloochend worden.
Fig. 4 zij een van de vele duidelijke exemplaren van een
tricrotischen pols.
Vergelijken wij met fig. I de volgende (fig. II),
dan zien wij in de ademcurven een veel sneller
stijgende inspiratie-lijn, die met scherpen top in
de expiratie-lijn overgaat. Is in fig. I de exspira-
tie-Jijn langzaam dalend, op het eind zelfs onmerk-
baar weinig; hier is de geheele daling gelijkmatig,
en veel sneller treedt de inspiratie-lijn weer in.
De hartstoot is blijkbaar versterkt.
Het di- en tricrotisme is duidelijk geheel ver-
dwenen. De golf doet zien, dat de arterie overvuld
is met bloed. Er komt telkens maar een verheffing,
die lang haar maximum behoudt, blijkend uit den
ronden top der golf. De golf zelf daalt ook sneller
dan de normale polsgolf, maar ze daalt geleidelijk
tot haar minimum, blijft eenige oogenblikken op
dat minimum, totdat onder een bijna rechten hoek
de tweede golf intreedt.
De stemvork in fig. 1
geeft aan
4 aclemh. en 14 hart-
slagen in 10 seconden,
dat is:
24 ademhalingen en 84
hartslagen in de min.
De stemvork in fig. II
geeft aan
5 ademh. en 24 hart-
slagen in 10 seconden,
dat is:
30 ademhalingen en 144
hartsl. in de minuut.
Onder den invloed van het Nitris amyli werden
dus de ademhalingen met 6, de hartcontracties
met 00 in de minuut vermeerderd.
b Proeven op konijnen.
Houdt men een konijn gedurende eenige secon-
den een watje met Nitris amyli bevochtigd onder
den neus, dan ziet men weldra het dier krampen
krijgen, cle oorvaten oploopen, de conjunctiva zich
injicieeren en met tranen bedekt worden.
Hoe moet men deze verschijnselen verklaren?
Om deze vraag te beslissen, stelden we eenige
onderzoekingen in het werk. In de eerste plaats
over de uitzetting der oorvaten.
Proeven op de oorvaten.
— beteekent aanbrenging van Nitris amyli op een
stukje boomwol onde^ den neus.
» ophouden met het doen ruiken.
I. Een wit konijn ligt op een hondenbord ge-
bonden.
Het oor is zacht verticaal gespannen.
De vaten zijn gecontraheerd; geen periodieke ver-
anderingen waarneembaar.
Kamertemperatuur 12 C.
De boomwol is met weinig Nitris amyli bevochtigd.
-ocr page 36-Uiterst zwakke, maar duidelijke
werking.
Duidelijke werking.
Nog duidelijk.
Onzeker.
Niet meer zichtbaar.
II. Voorwaarden als bij I.
Na circa een halve minuut be-
gint een langzame uitzetting,
niet sterk, maar zeer duidelijk.
Het dier wordt een weinig onrus-
tig , heeft echter geen krampen.
Nog zichtbare uitzetting.
De vaten zijn gecontraheerd.
III. Voorwaarden als boven. De boomwol is
weinig bevochtigd.
Na 5—10 sec. komt langzame uit-
zetting; ligte krampen.
De uitzetting neemt langzaam af.
Niet meer zichtbare uitzetting.
Duidelijke contractie.
IV. Voorwaarden als boven. Het watje is echter
sterker bevochtigd.
Na 5 sec. krampen, onmiddellijk
daarna sterke uitzetting, die
binnen weinige secunden haar
maximum bereikt en vrij spoe-
dig verdwijnt.
De vaten zijn gecontraheerd.
De vaten zijn weer uitgezet, lang-
zaam toenemende; de uitzetting-
bereikt niet zulk een maximum
als de eerste maal.
Nog uitgezet.
Nog eenigzins uitgezet.
Mechanische prikkeling van het
dier aan neus, mond enz. ver-
anderen den toestand der oor-
vaten niet, of zeer weinig.
De vaten blijven gecontraheerd.
Tijd.
12.10\'
10\'5"
11\'
11\'15"
12\'30"
14\'
16\'
V. Voorwaarden als bij I; maar het watje is
zoo sterk mogelijk bevochtigd.
Tijd.
Sterke uitzetting, gevolgd door
krampen; na de krampen wordt
de uitzetting nog sterker.
De vaten zijn vernaauwd.
Sterke uitzetting.
De vaten zijn vernaauwd.
12.24\'30"
24\'40"
25\'30"
26\'30"
40"
50" |
i |
Uitgezet, |
27\' |
Weer vernaauwd. | |
27/15// |
Sterk uitgezet. | |
30" |
Vaten gecontraheerd. | |
40" |
Nog gecontraheerd. | |
55" |
Iets verwijd. | |
28\' |
Weer meer gecontraheerd. | |
10" |
Er schijnt weer ui tzetting te komen. | |
25" . |
De vaten zijn vernaauwd. |
Gedurende eenige seconden volgen nog zwakke
schommelingen.
Uit deze proeven mogen wij het volgende afleiden:
Dat, wanneer de boomwol met zeer weinig Nitris
amyli bevochtigd onder den neus van het konijn
gebracht wordt, en het dier maar korten tijd aan
den damp wordt blootgesteld, er toch een duidelijk
waarneembare uitzetting der oorvaten opvolgt, die
korten tijd aanhoudt. Langer houdt de uitzetting
aan en is ook sterker, wanneer het dier iets
langer onder den invloed van het Nitris amyli
wordt gehouden. Ook treden dan lichte krampen
op. Geheel anders zijn de verschijnselen, wanneer
de boomwol met meer Nitris amyli bevochtigd wordt
en het dier lang den damp inademt. Dan treden
krampen op, die des te heviger zijn, naarmate er
sterker is vergiftigd. Ook houdt de werking langer
aan: na 8 minuten is ze soms nog waarneembaar.
t
Gedurende dien tijd is echter de arterie niet con-
stant verwijd; men neemt integendeel periodieke
uitzetting en zamentrekking waar. De eerste ver-
wijding treedt bijna onmiddellijk, nadat het Nitris
amyli onder den neus gebracht is, op; deze ver-
wijding houdt korter of langer aan, dan contraheert
zich de arterie voor eenigen tijd, om na weinige
oogenblikken weer uit te zetten. Eenige regelmaat
in die schommelingen konden we, ook bij andere
niet vermelde proeven, niet opmerken.
Van het meeste belang was het verder na te
gaan, of ook de overige arteries van het lichaam
zich onder den invloed van het Nitris amyli dila-
teerden.
ïn het oog konden we met den oogspiegel een
duidelijke uitzetting der chorioideaalvaten waar-
nemen \'); zoo ook aan de vaten der pia mater,
nadat het dier getrepaneerd was.
Aan de achterste extremiteiten leent zich de art.
saphena bij uitstek om de periodieke veranderingen
te zien.
Om de buikvaten te onderzoeken werd eerst de
tracheotomie verricht en eene canule, met een caout-
choucbuis verbonden, in de trachea gebracht. Het
\') Dit feit constateerden wij ook bij den mensch.
-ocr page 40-dier werd daarna, stevig gebonden op een honden-
bord, in een grooten bak gedompeld, die gevuld
was met een chloornatriumoplossing van Va proc.
Door de caoutchoucbuis, die buiten den bak hing,
ademde het dier.
Nu werd voorzichtig de buik geopend.
Nadat Nitris amyli voor de buis gehouden was en
het dier genoeg van den damp had ingeademd,
zagen wij ook de buikvaten zich uitzetten en weer
vernauwen. Gedurende 2 uur bleef het dier in leven
en zagen wij in dien tijd herhaalde malen de be-
schreven werking.
De invloed van het Nitris amyli op de bloeds-
drukking is door ons niet nagegaan; we zouden
slechts een onderzoek hebben herhaald, aan welks
zuiverheid niet valt te twijfelen, te minder daar
Brunton (want zijn onderzoek bedoelen wij) onder
Ludwig experimenteerde. In ons historisch over-
zicht is van die onderzoekingen reeds melding ge-
maakt en daarvan een kort overzicht gegeven.
Zooals we daar zeiden, kwam Brunton tot het
besluit, dat het Nitris amyli den arterieëlen druk
deed verminderen, ook wanneer het ruggemerg
was doorgesneden.
Bbunton verklaart de daling der bloedsdrukking
uit een verminderden circulatieweerstand, afhanke
lijk van eene algemeene verwijding der arteries;
deze verwijding eindelijk zou berusten op het niet
meer werkzaam zijn der contractiele elementen in
den vaatwand.
De contractiele elementen der vaten, niet de
vasomotorische zenuwen, worden, volgens hem, door
het Nitris amyli aangetast.
De grond, waarop deze bewering steunt, n. 1.
dat na doorsnijding van het ruggemerg, onderden
atlas, al de vasomotorische zenuwen verlamd wor-
den, scheen ons toe niet zeer juist te zijn. Ook
doen de proeven, die wij aangaande dit punt
namen, duidelijk zien, dat niet alleen de contrac-
tiele elementen der vaten, maar ook de sympathicus
in de werking van het Nitris amyli betrokken is.
Wanneer wij bij konijnen den sympathicus aan
ééne zijde van den hals doorsneden, was het vol-
gende waarneembaar:
1. dat de oorvaten, aan dezelfde zijde waar de
symp. was doorgesneden, waren uitgezet
(Budge, Bernard) ;
2. dat door een inductiestroom van zekere
sterkte (het centrale stuk der zenuw werd
geprikkeld) de vaten zich contraheerden;
3. dat na toediening van Nitris amyli beide
ooren sterk waren uitgezet; het oor aan den
kant, waar de symp. was doorgesneden, echter
sterker dan dat van de andere zijde;
4. dat dezelfde prikkel, waardoor contractie der
vaten verkregen werd, als geen Nitris amyli
was aangebracht, ook na aanwending van het
Nitris amyli in staat was de oorvaten te doen
contraheeren;
5. dat, wanneer de sympathicus onder den
invloed van den zwaksten prikkel gehouden
werd, waarbij contractie der vaten verkregen
wras, het oor, na inhalatie van Nitris amyli,
aan de zijde van prikkeling, gecontraheerd
bleef, althans zeer weinig dilateerde, terwijl
het andere zich sterk uitzette.
Werkte de sympathicus gedurende den tijd, dat
het dier onder den invloed van het Nitris amyli
verkeert, evenzoo als buiten dien tijd, dan zou er
volgens 5 niet zulk een sterke uitzetting der oor-
vaten kunnen optreden.
De meerdere uitzetting der vaten van het oor
aan die zijde, waar de symp. was doorgesneden,
na inademing van Nitris amyli, zou er op kunnen
wijzen, dat de contractiele elementen der vaten
ook eenigszins wrorden aangetast.
Uit 4 en 5 blijkt ook ten duidelijkste, dat de
geleiding in den sympathicus niet opgeheven wordt
noch verminderd door het Nitris amyli; zoodat wij
de werking van het middel hieruit verklaren, dat het
vasomotorische centrum voor eenige seconden on-
werkzaam wordt.
B. Therapeutische proeven.
Geval I. Cornelis M., onderwijzer, oud 46 jaar,
werd den 14den Aug. 4872 wegens Melancholie in het
Geneeskundig Gesticht voor Krankzinnigen alhier
opgenomen.
De Melancholie blijkt uit zijne ongegronde angst
en ziekelijke opvatting van allerhande gewaarwor-
dingen en uit de hevige aanvallen van wanhoop,
gedurende welke hij zich zeiven en anderen dreigt
gevaarlijk te worden.
Sedert vele jaren (20 jaar ongeveer) was patiënt
overgegeven aan onanie; ofschoon later gehuwd,
het hij deze gewoonte niet na, zelfs nu nog mis-
bruikt hij te dien aanzien elk onbewaakt oogenblik.
Gedurende 6 maanden werd hij op verschillende
wijzen behandeld. Chloralhydraat, dat lang werd
toegediend, gaf soms een rustigen slaap, soms
scheen het zonder eenigen invloed. Morphine, bij
Melancholie zoo geroemd door E. Mendel in
Pankow, werd eenige weken achtereen subcutaan
geinjicieerd zonder eenig resultaat. Ook spiritus
vini rectificatus bleek onwerkzaam, zoodat men
besloot het Nitris amyli te beproeven. Daartoe
liet men 4—6 droppels, op een watje gedaan
en onder den neus gehouden, 4 maal daags inha-
leeren. Onder de inademing gevoelde patiënt zich
wel iets minder gedeprimeerd; maar even snel als
de zichtbare werking, verdween ook de onzichtbare.
Na eenige dagen moest men ook van deze behan-
deling afzien, aangezien de toestand van den lijder
hoegenaamd niets veranderde.
Geval 2. Jupiter v. d. M., oud 54 jaar, kleer-
maker, werd den llden Dec. 1872 wegens Melancholie
in het G. G. v. K. alhier opgenomen. Steeds is
patiënt angstig en zeer gejaagd, zoekt overal de
eenzaamheid op, daar hij meent, dat men hem
vervolgt. Zijn angst dreef hem meermalen zoover,
dat hij door verdrinken en ophangen een einde
aan zijn leven poogde te maken.
Onanie scheen hier niet in het spel te zijn,
evenmin erfelijkheid of excessus inBaccho autVenere.
Godsdienstige dweeperijen daarentegen moest men
als de naaste oorzaak voor het ontstaan zijner
melancholie aannemen.
Doordien patiënt zich na zijne opneming veel
veiliger gevoelde dan in de buitenwereld, verbeterde
zijn toestand in het begin aanmerkelijk. Die voor-
uitgang was echter van zeer korten duur; de toe-
stand scheen op een zekere hoogte stabiel te zullen
blijven. Men besloot ook hier het Nitris amyli
aan te wenden. Onder de inademing gevoelde
patiënt zich verlicht, zijn «Hemmung» scheen voor
een oogenblik opgeheven, en sprak hij vrij tot zijne
omgeving.
Meermalen daags liet men hem gedurende eenigen
tijd inademen, echter veranderde de toestand van
den lijder niets, zoodat van de verdere behandeling-
met Nitris amyli werd afgezien.
Geval 3. Jacobus G., 38 jaar, een forsch ge-
bouwd slagersknecht, werd den 18d Sept. 1872 in
het G. G. voor K. alhier wegens Melancholie op-
genomen.
Patiënt klaagt over zijn verloren toestand. Ieder
zal den hemel beërven, hij echter zal nimmer de
gouden straten, die men daar vindt, bewandelen.
Ook is hij die heerlijkheid onwaardig; hij is ge-
doemd om eeuwig vervolgd te worden en rond te
zwerven.
Over dat alles is de lijder diep bedroefd en
weent hij den ganschen dag.
Behalve deze zich steeds herhalende klacht zijn
-ocr page 46-de woorden van patiënt onzamenhangend, en een
ziekelijke angstige opvatting van alle toestanden
komt overal duidelijk uit.
Viermaal daags liet men ook hem Nitris amyli
inademen. Spoedig echter moest men de behande-
ling staken, want, zoodra de werking van het
Nitris amyli begon, werden zijne Melancholische
ideën zeer levendig en weerde hij het middel ten
sterkste af, daar hij meende een geneesmiddel on-
waardig te zijn.
Geval 4. Margtje V., 33 j., ongehuwd, anaemiscb,
werd den 13den April 1871 in het G. G. voor K. alhier
wegens Melancholie opgenomen. Hare zwaarmoe-
digheid is kenbaar uit hare ongegronde en zeer
hevige angsten, uit hare diep zetelende meening van
doemwaardig te zijn. Deze angsten gaan gepaard met
een verschrikkelijke neerslachtigheid in al haar
handelingen. Haar neiging tot afzondering is zeer
groot.
Hier scheen het Nitris amyli niet zonder gunstig
gevolg. Waarlijk scheen de toestand des lijderes,
ook volgens haar eigene meening, gedurende eenige
dagen aanmerkelijk verbeterd. Vooral des avonds
was patiente minder angstig dan gewoonlijk. Voortdu-
rende beterschap werd echter ook hier niet verkregen.
Geval 5. Hendrik D., 27 jaar, werd den 16den Nov.
1870 in het G. G. voor K. alhier opgenomen.
Patiënt was van 29 Dec. 1868—1 Juli 1870 alhier
verpleegd geworden wegens epilepsie, en verbeterd
vertrokken.
Toen patiënt voor de tweede maal opgenomen
werd, waren zijne toevallen heviger dan ooit en was
zijn gemoedsstemming zeer afwisselend.
Van zijn 10de levensjaar af leed hij aan epilep-
tische toevallen.
Voor den aanval wordt er een duidelijke aura
gevoeld; zelden kwam een aanval plotseling. De
aura komt onder ligte pijnen in den linker voorarm
op. Vroeger kon patiënt deze aura aan de pees
van den biceps afknijpen en dan kwam de aanval
zelden door; maar sedert deze plaats geheel onge-
voelig geworden was ]) door het voortdurend ge-
weldig knijpen, gelukte het niet meer den aanval
te voorkomen.
Brometum kalicum wTerd hier langen tijd toege-
diend. Soms bleven de aanvallen langen tijd uit,
maar, zooals het scheen, om met verdubbelde hevig-
heid terug te keeren.
*) We -vonden hier werkelijk de huid voor eiken prikkel on-
gevoelig.
Langer dan 6 weken waren de aanvallen nooit
weggebleven.
Door bet lezen van het ziektegeval, medegedeeld
in het New-York Med. Journ. en door ons overge-
nomen op bi. 24 werden wij er toe gebracht hier
het Nitris amyli te beproeven, temeer daar patiënt
tegenwoordig bijna eiken dag een aanval had.
Op 7 Maart, toen wij juist op de kliniek waren, ge-
voelde patiënt de aura wederom in den linkerarm
opkomen. Hij riep oogenblikkelijk om hulp. Toen
wij bij hem kwamen, was de gansche linkerarm stijf:
de spieren verkeerden in een tetanischen toestand.
Onmiddellijk lieten we hem Nitris amyli inade-
men. Vijf droppels werden op een stukje boomwol
onder den neus gebracht en, zoodra de werking
zichtbaar begon te worden, viel de arm verslapt
neer. Patiënt gevoelde ook de aura eerst stilstaan,
daarna geheel verdwijnen.
Eerst waren wij bevreesd, dat de aura zou terug
keeren, zoodra de werking van het Nitris amyli
voorbij zou zijn.
Dit geschiedde echter niet; evenzoo bleef de
aanval zelve uit, iets wat in den laatsten tijd nooit
gebeurde, wanneer eenmaal de aura werd gevoeld.
Den volgenden dag kwam er geen aanval, evenmin
op de twee daarop volgende dagen.
Op 10 Maart werd weder de aura gevoeld en
voorkwamen wij den aanval even als op 7 Maart.
Op 13 Maart liet patiënt ons voor de derde maal
waarschuwen. Toen wij echter bij hem kwamen,
was de aanval reeds daar. Door 4 bedienden
moest men de handen en het lichaam in bedwang
houden. Tonische en clonische krampen van de
extremiteiten en van den rug wisselden elkander elk
oogenblik af. Het gelaat was blauw, de mond
met schuim bedekt, de oogen wijd geopend.
Wij lieten op dit oogenblik (dus midden in den
aanval) het Nitris amyli inademen, waarvan het
onmiddellijk gevolg was, dat de aanval brak.
Vroeger was patiënt na eiken aanval dof, werd\'
daarna lastig gestemd, zelfs gevaarlijk voor zijne
omgeving. Nu echter was dit geheel anders. Hij
stond na eenige oogenblikken op en gevoelde\' zich
• den geheelen dag wel. Niets afwijkends was aan
hem te bespeuren.
Na dezen dag heeft patiënt geen aura meer ge-
voeld en tot nu toe (Mei) ook geen aanval meer
gehad.
Eindelijk moeten wij bij dit geval nog opmerken,
dat de lijder in de week vóór 7 Maart (dus vóór
den dag, waarop hij het eerst Nitris amyli inademde)
nog 6 geweldige toevallen had gehad.
Geval 6. Geertrüida B., oud 25 jaar, "dienst-
bode, werd 13 Febr. 1872 wegens epilepsie in het
Stedelijk Ziekenhuis alhier opgenomen.
Sedert drie jaar lijdt patiente aan epileptische toe-
vallen. Erfelijke aanleg schijnt hier niet te bestaan;
ook weet zij zich niets bizonders aangaande de naaste
oorzaken harer toevallen te herinneren.
Patiente is volbloedig, ziet er zeer welvarenduit
en gevoelt zich, als zij geen toevallen heeft, vol-
komen gezond. De aanval begint zonder duidelijke
prodromi; wel is ze eenige uren voor den aanval
zenuwachtig en heeft ze verschillende spiertrekkin-
gen; echter is dit laatste geen constant verschijnsel.
Na eiken aanval is patiente dof, geraakt in een
diepen slaap en klaagt bij het ontwaken over ge-
weldige hoofdpijn.
Zoodra zij in de kliniek opgenomen was, werd
haai- Brometum kalicum voorgeschreven.
Van 14 tot 26 Februari gebruikte zij dagelijks 10
gram.
Daar de toevallen niet wegbleven, vermeerderde
men de dosis Br. kal. met nog 2,5 gr. daags.
Op 3 Maart weder een hevig toeval, waarop
patiente tot 13 Maart geheel vrij bleef, op welken
dag zij drie aanvallen achter elkander doorstond.
Op mijn verzoek werd nu de groote dosis Brom.
-ocr page 51-kalic gestaakt en tot een veel geringere, n. 1. 1 gram
daags gereduceerd. Tevens stelde ik voor zeer
langzaam tot grootere giften te klimmen. Aan de
opzichteres werd ook last gegeven patiente 4
druppels Nitris amyli te laten inademen, zoo dik-
wijls zij zich zenuwachtig mocht gevoelen, of als
zij een aanval dacht te zullen krijgen, en ook als
zij een aanval had.
Van 14 Maart tot 28 Maart gebruikte zij 1 gram
Brom. kalic., en meende in dien tijd herhaalde
malen een aanval te zullen krijgen, men liet haar
dan telkenmale ruiken.
28 Maart tot 4 April gebruikte zij 1.5 gr. Brom. kal. daags.
4 April » 10 » » » 2 » » » »
10 April » 20 » » » 2.5 » » » »
20 April » 29 » » » 3 » » » »
In dien tijd gevoelde zij bijna dagelijks trekkin-
gen in sommige spieren en spiergroepen, welke
trekking na inademing van Nitris amyli altijd voor
eenigen tijd weer verdween.
Tot nu toe (1 Mei) heeft patiente geen aanval
gekregen.
Geval 7. Cornelis van M., 48 jaar, werd den
23ste» Nov. 1866 in het Geneesk. Gesticht voor Krank-
zinnigen alhier opgenomen. Patiënt is lijdende aan
epileptische toevallen, welke toevallen zijn ver-
standelijke ontwikkeling zeer hebben tegengehouden.
Zoolang hij in het gesticht geweest is, was pa-
tiënt nooit langer dan 8 weken vrij van een toeval.
Gewoonlijk ging het aldus met hem: Er kwamen
gedurende 10 dagen dagelijks 2 tot 3 toevallen,
vervolgens 1 tot 2 toevallen gedurende de 4 of 5
volgende dagen, en dan kwamen er 6 tot 8 weken,
waarin patiënt volkomen vrij was en geregeld
zijn werk kon verrichten; waren eindelijk deze
kalme weken voorbij, dan kwamen de gevreesde
14 dagen weer terug. \')
In het laatste jaar is het met patiënt juist zoo
gegaan: telkens twee weken lijdend, daarop 8 weken
vrij. In het begin van April 11. waren de 14 dagen,
waarin hij toevallen zou hebben, weer daar. Bij
het eerste toeval reeds liet ik hem Nitris amyli
inademen, ook werd het bij elk volgend zoo spoedig
mogelijk aangewend. Zoodra de waarneembare
werking van het Nitris amyli optrad, hield telken-
male ook de aanval op. Na eiken aanval gevoelde
patiënt zich vrij van hoofdpijn, iets wat vroeger
nooit gebeurde. Eindelijk duurde de periode maar
Bij toediening van Brometum kalicum en digitaline 9 milligram
dedie is dit gewone beloop een paar malen gunstig gewijzigd.
4 dagen, in plaats van 14, en was elk dier 4 dagen
volgens patiënt oneindig verschillend van de vroegere
dagen, waarop hij toevallen had, vooral omdat hij
geen hoofdpijn had gevoeld en niet comateus ge-
weest was.
Geval 8. Grietje B., oud 9 jaar, den 6den Juni
1872 in het Geneeskundig Gesticht voor Krank-
zinnigen hier opgenomen, was sedert haar vroegste
jeugd lijdende aan epileptische aanvallen Elke
aanval bestaat bij haar uit een reeks van kleinere
aanvallen, twintig, dertig, ja zelfs nog meer in
getal; de aanval duurt een kwartier of nog langer
voort, om te eindigen met een maniacalen toe-
stand. Dit laatste is echter moeielijk te beoor-
deelen. Na eenige \'uren komt er weer zulk een
reeks van toevallen, en zoo neemt men bij de
lijderes, soms wel 4 dagen achtereen, dagelijks 5,
6 tot 7 groepen van toevallen waar. Eene intermissie
van zes wteken, gedurende welken tijd patiente vroolijk
lachte en speelde, kwam vroeger meermalen, in het
laatste jaar slechts éénmaal voor. Zij is onnoozel in
al haar handelingen, spreekt niet, begrijpt ook niets
van alles wat men tot haar zegt. Tegen den tijd dat
de aanvallen weer zullen komen, is patiente bizonder
Hier werd ook het Nitris amyli aangewend, maar
onmiddellijk ook gestaakt; want dadelijk werden
de aanvallen heviger, hielden wel een half uur aan
en herhaalden zich dien dag tot 7 malen toe.
Geval 9. Hendrik August D., 14 jaar oud, werd 13
Aug. 1872 in het Gen. Gesticht voor Krankzinnigen
alhier opgenomen. Patiënt lijdt aan epileptiforme
toevallen, die gevolgd worden door opgewektheid,
een irritable stemming en verwarde redeneeringen.
De aanvallen duren zeer kort, komen soms wel
drie weken achtereen dagelijks 4 a 5 malen terug.
Zelden is patiënt een geheele week van toe-
vallen vrij.
Nergens op bedacht, met iemand sprekend of
rondwandelend in den tuin, valt de lijder plotseling
neêr, beroofd van gevoel en bewrustzijn. Zijn adem-
haling is snorkend, alsof hij in een diepen slaap
gevallen was, maar zijn ledematen zijn slap, nergens
is een spoor van tonische of clonische kramp waar-
neembaar. Na hoogstens 2 tot 3 minuten is de aan-
val voorbij, staat patiënt weer op, gaat met zijn bezig-
heid van voor den aanval door, begrijpt niet dat zijn
pijpje uit is, als hij bij toeval rookte, voor hij den
aanval kreeg. Comateus is hij niet, noch klaagt hij
over hoofdpijn; maar hij is verward en spoedig boos.
Gedurende een aanval lieten wij dezen patiënt
ook Nitris amyli inademen; herhaalde malen zelfs
deden wij het.
Het schoone resultaat bij anderen verkregen,
zagen wij ook hier niet. Niet dat de aanval hier
zoo bizonder erg werd als in ons vorig geval,
integendeel, op de hevigheid en op den duur van
den insultus had het middel hoegenaamd geen
invloed; echter meenen wij zeker te hebben gecon-
stateerd, dat na een aanval, gedurende welken
Nitris amyli was toegediend, patiënt niet zulk een
goede gemoedstemming had als anders, meer ver-
ward was in zijn handelen, en buitengewoon prik-
kelbaar.
Geval 10. Jacobus Wilhelmus Julien M., oud
18 jaar, werd 17 Maart 1872 in het G. G. voor K.
hier opgenomen. Patiënt was uit den militairen
dienst ontslagen wegens epileptische toevallen, die
met waanzinnige ideën gepaard gingen.
Bij onderzoek bleek ons dan ook weldra, dat we
te doen hadden met een epilepticus, bij wien het
toeval voorafgegaan en gevolgd werd door maniacale
verschijnselen.
Bij elk toeval van dezen patiënt hebben we drie
tijdperken te onderscheiden:
1. Het stadium van maniacale aanvallen, vóór
den aanval.
2. Het stadium, waarin zich tonische en clonische
krampen vertoonen.
3. Het stadium van maniacale aanvallen, na den
insultus.
Bij het begin der eerste periode is patiënt niet
geheel van het bewustzijn beroofd, hij gevoelt zeer
goed aan de langzamerhand optredende hoofdpijn,
dat een toeval op handen is. Zijn gezicht is rood
gekleurd, de conjunctiva is geinjicieerd, de carotiden
kloppen geweldig. Zijn eenmaal deze verschijnse-
len van hersenhyperaemie daar, dan schijnt, als
patiënt • zich rustig houdt, deze periode sneller te
verloopen; door in beweging te blijven en hard
rond te loopen, blijft soms het toeval uit; dit ge-
beurt echter hoogst zelden. Langzamerhand is hij
genoodzaakt, wegens de heviger wordende hoofdpijn
en de meer en meer optredende bewusteloosheid,
zich in een stoel te laten neerzetten of ook wel. ...
hij valt neer. Meer en meer beginnen nu de mania-
cale verschijnselen zich te vertoonen, en weldra
schijnt het bewustzijn geheel opgeheven.
Patiënt zingt, declameert verzen, bijbelteksten,
hij vloekt en raast en is eindelijk volkomen waanzinnig.
Deze eerste periode verloopt in den regel binnen
-ocr page 57-een half uur. Plotseling treden nu tonische en
clonische krampen van bijna het geheele spierstelsel
op. De ademhaling wordt snorkend, het schuim
komt op den mond. Deze krampen houden slechts
eenige seconden aan en maken weer dadelijk plaats
voor maniacale verschijnselen. Deze houden nu
ook maar korten tijd aan, om op hunne beurt on-
middellijk vervangen te worden door krampen; en
zóo kan men in dit tweede stadium wel 20 malen
afwisseling tusschen maniacale- en kramp-aanvallen
waarnemen. Eindelijk na 15 tot 30 minuten hou-
den de krampen op en krijgt patiënt zijn bewust-
zijn terug. Hij klaagt in den regel op dit oogenblik
over hevigen dorst en woedende hoofdpijn.
Na weinige seconden komt er echter weder een
verheffing en wordt de lijder weer opgewekt. Kort
nadat patiënt in het gesticht was opgenomen,
waren de maniacale verschijnselen na den aanval
zeer duidelijk en duurden wel drie uur en langer
nog voort; tegenwoordig echter blijkt van deze op-
gewektheid niets meer; integendeel, een diep co-
mateuse toestand van uren achtereen maakt zich
tegenwoordig na eiken aanval van hem meester.
Met tusschenpoozen van 1 tot 2 weken komen in
den regel gedurende 4 of 5 dagen de aanvallen
ongeveer om de 24 uur.
Het Nitris amyli werd ook hier door ons, vóór,
gedurende en na den aanval toegediend.
Was het vóór den aanval toegediend, dan verliep
onze eerste periode sneller en waren de maniacale
verschijnselen bizonder duidelijk. Gedurende den
aanval werden zoowel de maniacale als krampaan-
vallen heviger en na den aanval had het Nitris
amyli al zeer weinig invloed op den patiënt, noch
de maniacale; noch de depressie-verschijnselen
namen in hevigheid toe of af.
Aan de 4 gevallen van Melancholie door ons be-
schreven , hadden wij er nog menigeen kunnen
toevoegen; ons resultaat echter in elk der 4 ge-
vallen verkregen, verkregen wij ook in de overige.
De gunstige werking, waarvan Höstermannmel-
ding maakt, zagen wij nooit, daarentegen zagen
wij wel een ongunstige werking in alle gevallen
van opgewekte Melancholie (zie geval 3).
Höstermann schijnt steeds anaemische individu\'s
voor zijne proeven gebruikt te hebben en waarschijn-
lijk is hieraan zijn gunstig resultaat toe te schrijven.
Dat zijne patienten, vooral des avonds, veel op-
geruimder waren, als zij over dag Nitris amyli
hadden ingeademd, schijnt mij toe zeer goed on-
afhankelijk van het Nitris amyli te kunnen wezen,
daar Melancholici des avonds altijd opgeruimder zijn.
Evenzoo zouden wij nog veel gevallen van epilepsie
hebben kunnen mededeelen, waarin het Nitris
amyli den aanval voorkwam of deed ophouden.
Dit zou echter overbodig geweest zijn. We hebben
drie gevallen medegedeeld, waarin het Nitris amyli
een gunstigen, drie waarin het een ongunstigen
invloed uitoefende.
Voor wij onze gevallen verder analyseeren, zij
het ons vergund in korte trekken, de beschouwingen
over het tot stand komen van het epileptisch
toeval te vermelden. Op grond van de proeven van
Kussmaul, Tenner, Brown-Sequard en anderen, mag
men aannemen, dat van de grauwre substantie in
den Pons en in de Medulla oblongata de kramp-
achtige spierbewegingen gedurende den aanval uit-
gaan. Hiermede stemmen overeen de resultaten
van Deiters, dat in den Pons de eerste centrale
einden liggen der motorische vezels, die van de
peripherie komen, en die van Schroeder van der
Kolk , dat op den bodem der 4ae hersenholte en in
de medulla oblongata de grauwe kernen voor de
hersenzenuwen liggen, die bij een epileptisch toeval
in werkzaamheid komen: voor den Hypoglossus,
Accessorius, Vagus, G-lossopharyngeus, Facialis,
Trigeminus, Oculomotorius.
Verder spreken alle bekende feiten er voor, dat
bij menschen en de hoogere zoogdieren aan de
groote hersenhemisphaeren, uitsluitend de psychische
functies gebonden zijn. *)
Uit een voorbijgaande totale functie-stoornis dus
der groote hersenhemisphaeren laat zich volkomen
de bewusteloosheid verklaren.
Van den Pons en de Medulla oblong, eenerzijds
en de groote hersenen anderzijds, mag en moet
men aannemen, dat de wrezentlijke verschijnselen
van het epileptisch toeval uitgaan. Marshall-
Hall, Marowsky, Bernhardt, Kussmaul, Tenner,
Brown-Sequarid , Notïinagel en zooveel anderen
hebben verder aangetoond, dat anaemie der her-
senen, hetzij deze teweeg gebracht wordt door
verbloeding, door prikkeling der vasomotorische
zenuwen, door onderbinding der carotiden, bij onder-
binding der trachea, verschijnselen teweeg brengt,
over wier identiteit met de verschijnselen, die bij een
epileptisch toeval optreden, geen twijfel kan bestaan.
Ze hebben dus aangetoond, dat anaemie der
hersenen of arterieele vaatkramp de oorzaak kan
\') In de gyri der voorste hersenkwabben zijn bewegingscentra
aangetoond voor spieren, van gezicht en voorarm. Zie onderzoe-
kingen van de Zwitsersche Psychiatrische Vereeniging. Aange-
kondigde onderzoekingen zullen waarschijnlijk meerder aantoonen.
zijn van het epileptisch toeval. Dat dit echter wer-
kelijk zoo is, moge in vele gevallen hoogst waar-
schijnlijk zijn, — bewezen is het niet.
In drie der door ons medegedeelde gevallen nu
vindt men een vrij sterk bewijs voor een anaemie
der hersenen, tijdens het epileptisch toeval; im-
mers in geval 5, 6 en 7 hield de aanval na inade-
ming van Nitris amyli onmiddellijk op. Er moet
dus, op grond der physiologische werking van het
Nitris amyli, gedurende den aanvalhersenanaemie
aanwezig geweest zijn.
In de overige gevallen zien wij echter den aan-
val na inademing van Nitris amyli niet ophouden,
integendeel heviger worden. Maar deze gevallen
zijn blijkbaar ook zeer verschillend van de drie
eerst beschrevene. We zien hier het toeval voor-
afgegaan en gevolgd worden door maniacale ver-
schijnselen en, wat nog meer zegt, er door
gesubstitueerd worden (zie vooral geval 10).
Dat hier geen hersenanaemie aanwezig zal geweest
zijn tijdens den aanval, valt aanstonds in het oog.
De maniacale verschijnselen van den eenen kant
dus, maken het waarschijnlijk \') en de verschijnselen
«Waarschijnlijk» Omdat men zich een afwisselende vernau-
wing en verwijding der hersenarteries met Schroeder van der
Kolk en Meijnert zou kunnen denken.
tijdens den aanval door het Nitris amyli te weeg
gebracht, van den anderen kant, bewijzen, dat hier
het toeval gepaard ging met eene hyperaemie der
hersenen.
We mogen dus op grond van de door ons mede-
gedeelde feiten het volgende aanemen aangaande
de werking van het Nitris amyli bij Epilepsie.
1. Dat het een zeer gewiclitigen invloed uitoefent
in alle gevallen van epilepsie, waarbij de toe-
vallen gepaard gaan met, of veroorzaakt wor-
den door eene arterieële vaatcontractie.
a. aangezien het den aanval voorkomt, wan-
neer er prodromi aanwezig zijn;
b. aangezien het den aanval doet ophouden,
wanneer deze reeds aanwezig is;
c. aangezien het de verschijnselen eener
gestoorde innervatie na den aanval weg-
neemt ;
d. aangezien de aanvallen zich minder dik-
wijls schijnen te herhalen(?).
2. Dat het een schadelijken invloed uitoefent,
in alle gevallen van Epilepsie, waarbij het
toeval gepaard gaat met, of veroorzaakt wordt
door hyperaemie der hersenarteries.
a. aangezien de toevallen langer aanhouden
en veelvuldiger worden;
b. aangezien zoowel de maniacale- als de
kramp-aanvallen heviger worden.
Eindelijk meenen wij, op grond onzer physiolo-
gische proeven en op grond der onderzoekingen
van anderen het Nitris amyli te mogen aanbevelen
als een krachtig symptomaticum bij:
Tetanus traumaticus.
Angina Pectoris.
Hemicranie.
Zeeziekte.
Syncope.
Asthma.
Krampcolyk.
-ocr page 65- -ocr page 66-De stelling, dat de insultus epilepticus gepaard
gaat met of veroorzaakt wordt door eene op ar-
terieële vaatkramp berustende anaemie van het
verlengde merg en van den pons, moge voor zeer
vele gevallen juist zijn, voor alle is zij het niet.
Morbus Addisonii is een ziekte van den sym-
pathicus.
Terecht zegt Leisrink :
«Die Transfusion ist indicirt bei allen denjenigen
krankhaften Zustanden, wo das Blut, sei es quan-
titativ, sei es qualitativ so verändert ist, dass es
seine physiologischen Pflichten nicht mehr erfüllen
kann.»
Gelijk in het algemeen bij de behandeling van
ziekten de individualiteit der lijders in aanmerking
genomen moet worden, zoo ook bij de keuze van
een klimaat voor iemand, die aan longtering lijdt.
Maag- en darmbloedingen van stremming der
bloedsbeweging in het poortaderstelsel afhankelijk
mogen, evenals zoogenaamde vicarieerende bloe-
dingen, alleen dan worden tegengegaan, als de
indicatio vitalis zulks vereischt.
Het eigenaardig ontstekingsproces der lever, dat
tot cirrhose leidt, kan bij een eerste onderzoek als
zoodanig niet herkend worden.
Is toeneming van den omvang eener long niet
te constateeren, dan moge men het bestaan van
emphysema met grond kunnen vermoeden, her-
kennen kan men het niet.
Wanneer men bij epilepsie brometum kalicum
wil toedienen, dan moet men met kleine giften
beginnen en zeer langzaam tot grootere stijgen.
IX.
De goede diensten, die het acidum phenylicum
ook bij febres intermittentes schijnt te bewijzen,
maken een nauwkeurig onderzoek naar de indi-
catiën tot inwendig gebruik van dat middel, vooral
met het oog op de armenpraktijk, hoogst wenschelijk.
Van eene rationeele behandeling kan dan eerst
sprake zijn, wanneer men den aard van een ziekte-
proces volkomen kent.
Het gebruik van cognac bij phthisiei is zeer aan
te bevelen.
De aanwending van den constanten stroom op
-ocr page 69-den hals-sympathicus is bij sommige vormen van
epilepsie en andere centrale aandoeningen, waarbij
parese of paralyse van de vasomotorische zenuwen
bestaat, zeer aantebevelen.
Melancholie en manie zijn stadia van dezelfde
ziekte.
Meer dan men gewoonlijk aanneemt is syphilis
oorzaak van het ontstaan van psychosen.
XV.
Zoolang de pathogenie der meeste slepende huid-
ziekten niet beter bekend is dan thans, zullen de
resultaten harer behandeling veel te wenschen
overlaten.
Te recht beweert Hüter, dat alle scrophuleuse
kliergezwellen, zoo mogelijk, geëxstirpeerd moeten
worden.
Bij beginnende blennorrhoea urethrae is de zoo-
genaamde abortiefkuur de verkieselijkste.
Statistische opgaven over al dan niet welslagen
eener operatie hebben slechts eene betrekkelijke
waarde.
Waar eene operatie ook zonder chloroform kan
geschieden, mag de operateur er geen gebruik
van maken.
£
Het inbrengen van den vinger in het rectum,
met het doel om gedurende een wee achter de
kin van het foetus te komen, verdient, wanneer
bij eene barende het hoofd lang vóór den uitgang-
blijft staan, meer aangewend te worden.
Zwakke vrouwen moeten niet zogen.
-ocr page 71-Leisrink zegt terecht: die Einspritajmg des Blutes
ist das allerbeste Reisehmittel für den ^laffen Uterus.
Hoe wensehelijk het ook is, dat er van wege
den Staat geijkte medici zijn, behoorde hij niemand
de uitoefening der geneeskunde te kunnen beletten.