-ocr page 1-

STELLINGEN

TER VERKRIJGING VAN DEN GRAAD

VAN

DOCTOR IN HET ROMEINSd EN HEMNDAA«H REGT

AAN DE H00GESCE00L TE UTRECHT,

KA MAGTIGINS VAN

DEN RECTOR MAGNIFICUS

D\\ J. I. DOEDES,

gewoon hoogleeraar in de godgeleerde faculteit,

MET TOESTEMMING YAN DEN ACADEMISCIEN SENAAT

EN

VOLGENS BESLUIT DER REGTSGELEERDE ÏACULTEIT ,
te verdedigen

op Y r ij cl a g den 23sten Mei 1873, te 2 uren,

DOOR

OWEN MAURITS BLANCKENHAGEN,

U l XX.JLOX1 Ij

J. DE KEUÏÏf,
1873.

-ocr page 2-

f

-ocr page 3-

STELLINGEN.

I.

L. 9, § 4 D. de Public, in rem actione is te
verstaan van de actio Publiciana tusschen de be-
zitters ter goeder trouw onderling; 1. 31 § 2 D.
de act. empti. van de Publiciana actio tegenover
derden.

II.

Wanneer de pand-schuldeischer ter benadeeling
des schuldenaars het pand beneden de waarde

-ocr page 4-

heeft verkocht, is de koop geldig en de kooper,
die zamenspande, in geval de schuldeischer insol-
vent is, tot schadevergoeding gehouden,

III.

De kooper onder wien het pand is uitgewonnen,
is niet gehouden de prijs aan den schuldeischer
te voldoen.

IV.

Het zoogenaamde Statutum personale van den
in Nederland huwenden vreemdeling, wordt door
den Nederlandsche regter in aanmerking genomen.

V.

Het maken van schulden, verkwisten enz. (zie
Regtsgeleerd Bijblad, deel XI, bladz. 111—112,
W. 793) zijn geene buitensporigheden, wegens
welke scheiding van tafel en bed kan geëischt
worden.

VI.

1.

Ten onregte beweert Mr. de Vos van Steen-
wijk
in Themis 1873 pag. 40 en vlg., dat de
voogd die, zonder magtiging van Art. 463 B. W.
boedelscheiding vraagt, niet kan verklaard worden
niet ontvankelijk in dien eisch»

-ocr page 5-

Het regt van tienden en grondrenten kan door
verjaring worden verkregen.

VIII.

De vennoot is gehouden tot de zorg van een
goed huisvader.

IX.

De winsten en verliezen worden, wanneer bij
een beding alle te bepalen voordeelen aan één
der vennooten toegezegd zijn, pro rata gedragen.

X.

De onderteekenaar van een gedomicilieerd order-
briefje kan bij verzuim van protest zich bevrijden
door een afstand van zijne vordering op het fonds
bij den gefailleerde.

XI.

Het getrokken orderbriefje is, zoo de nemer
niet wist, dat de betrokkene dezelfde persoon,
met den trekker is, als een wissel aan te merken.

-ocr page 6-

De wijzigingen in den vrachtbrief der bij de
wet bepaalde aansprakelijkheid, zijn ook voor den
geadresseerde, die \'t goed aanneemt, verbindende.

XIII.

De commissiegever kan de goederen die de
commissionnair vóór zijn faillissement verkocht
en nog niet geleverd heeft, slechts tegen zeker-
heidstelling voor indemniteit tegen den kooper,
terugnemen.

XIV.

Ten onregte besliste de Hooge Raad (Arr. 5
Jan. 1872) dat het niet in het openbaar uitspre-
ken van het vonnis van echtscheiding geene nie-
tigheid medebrengt.

XV.

De als getuige gedagvaarde, die de vereischten
in art. 160 Strv. bezit, moet door den beschul-
digde gekozen, als verdediger worden toegelaten.

XVI.

Het vernietigen van circulaires, gedrukte stuk-

-ocr page 7-

ken en prospectussen, onder kruisband per post
verzonden, is niet strafbaar volgens art. 187 G.P.

XVII.

Wegens verzachtende omstandigheden (Art. 20
Wet 29 Junij 1854) kunnen enkele politiestraffen
niet onder het bij art. 463 G. P aangewezen be-
paald minimum gereduceerd worden.

XVIII.

De cumulatie van straf in art. 220 en 245
G. P. is afgeschaft door art. 207 al. 2 Strv.

XIX.

De Koning kan dispensatie verleenen van alge-
meene maatregelen van inwendig bestuur.

XX.

De invoering der jury is bij ons niet wenschelijk.

XXI.

Ten onregte verwachtte Lasalle dat het alge-
meen stemregt veel bijdragen zoude tot de ver-
betering van de toestand der arbeiders.

-ocr page 8-

XXII.

Te regt zijn de bepalingen van Art. 414 en 415
G. P. afgeschaft.

XXIII.

De heffing van eene belasting op de goederen
in de doode hand, als surrogaat van successie-
regt is wenschelijk.