TER VERKRIJGING VAN DEN GRAAD
DOCTOR IIHIT ROMEINSCHII IlMffl ET,
AAK
OS HOOGESCHOOL TE UTRECHT,
na magtiging van den rector magnificus
GEWOON HOOGLEERAAR BIJ BE GODGELEERDE FACULTEIT,
IET TOESTEMMING VAN DEN ACADEMISCHER SENAAT
EN
VOLGENS BESLUIT VAN DE REGTSGELEERDE FACULTEIT,
te verdedigen
op Vrijdag 24 October 1873, dés namiddags ten 3 ure
DOOK
geboren te beek bij nijmegen.
ÜTRECHT. —
GEBR. VAN DER POST.
" 1878.
Druk van J. van Boekhoven, Utrecht.
-ocr page 3-Een emtio venditio onder de voorwaarde si plaeuerit,
is een verbindtenis onder een opschortende voorwaarde,
waarvan de vervulling geheel afhangt van den wil of
willekeur des koopers.
De jure Romano is het ongeoorloofd een regt alleen
uit te oefenen met het doel om een ander schade
toe te brengen, zonder zelf daarbij eenig voordeel te
hebben.
Bij het jus jurandum in litem komt het pretium
affectionis niet in aanmerking.
Koninklijke besluiten, ook die voor 26 April 1852
genomen, hebben, indien zij niet in het Staatsblad zijn
geplaatst, geen verbindende kracht.
V.
De man kan, na ontbinding door echtscheiding van
het huwelijk en van de gemeenschap, waarin hij gehuwd
was, niet verpligt worden rekening en verantwoording-
te doen van zijn beheer.
VI
De ouderlijke magt gaat te niet door den dood van
een der ouders.
VIL
Regenten van gestichten van weldadigheid voor min-
derjarigen , hebben geen regt de uitlevering te weigeren
der aan" hunne zorgen toevertrouwde kinderen, indien
de langstlevende der ouders, de testamentaire voogd,
of de voogd door den kantonregter benoemd zulks
eischt.
Bij de berekening der legitieme portie tellen ook de
onwaardige kinderen mede.
Handligting in artikel 1053 B. W. behoort opgevat
te worden in den zin van emancipatie.
X.
Art. 1292 B. W. heeft alleen betrekking op eenzijdige
verbindtenissen.
XI.
Buitenlandsche naamlooze maatschappijen, behoeven
geen koninklijke bewilliging, om in Nederland te kunnen
werken en in regten op te treden.
XII.
Faillietverklaring van een ontbonden vennootschap
onder een firma is in strijd met de wet.
XIII.
De derde houdef eener assignatie heeft geen actie
tegen den acceptant.
XIV.
Uit art. 398 Wetboek van Koophandel volgt een
burgerregtelijke actie, welke kan worden ingesteld door
den eigenaar of reederij van het schip.
De eed opgelegd aan een firma, behoort desgevorderd
door al de firmanten te worden afgelegd.
Elk ingezetene kan, namens de gemeente, in hooger
beroep komen van een tegen haar gewezen vonnis, in-
dien het geding in eersten aanleg is gevoerd voor de
gemeente, ten name der gemeente.
XVII.
Feitelijk verzet tegen de ambtenaren, die de grenzen
van hun bevoegdheid hebben overschreden, stelt geen
rebellie daar.
Het woord minderjarigheid in den Code Penal moet
opgevat worden in den zin, die ons burgerlijk regt er
aan geeft.
Hoon en laster jegens overledenen valt niet in de
termen der strafwet.
Het vinden en naderhand verkoopen van een verloren
of vermist voorwerp stelt geen diefstal daar.
XXI.
Prinsen en prinsessen van het koninklijk huis zijn
in Nederland aan de strafwet en gewone wijze van
strafvord ering onderworpen.
XXII.
De verpligting door onze Grondwet aan de inwoners
van den Staat opgelegd, om ook in vredestijd in de
huisvesting en het onderhoud van krijgslieden te voor-
zien, is af te keuren.
XXIII.
Het ware wenschelijk dat van Staatswege gelegenheid
gegeven werd tot assurantie tegen brandschade.
XXIV.
Het aangaan van geldleeningen door den Staat is in
beginsel af te keuren.
XXV.
De verhouding tusschen vraag en aanbod mag niet
tot maatstaf strekken bij de bepaling van de tracte-
menten der Staatsambtenaren.