tek verkrijging van den graad van
Doctor in het Romeinsch en Hedendaagsch Recht,
•A.A.H" DE! HOOGESCHOOL TH UTRECHT,
NA MACHTIGING VAN DUN RECTOR MAGNIFICUS
gewoon hoogleeraar in de godgeleerde faculteit,
met toestemming van den academischen senaat
EN
volgens besluit der rechtsgeleerde faculteit,
TE VERDEDIGEN
op Dinsdag den 9den December 1873, des namiddags ten 2 uren
LEIDEN, E. J. BRILL,
1873.
■
3 ÖV1 I
■
r
-
K
*
■
■
K ;\' \' ■ . "
■
m
-ocr page 3-Ook bij verpanding eener zaak, die den schuldenaar
nog niet behoort, wordt de rang naar den tijd der ver-
panding geregeld.
De eigenaar van den grond is eigenaar van de helft
van den daarin gevonden schat.
Hij, die uit eene stof, welke hem toebehoort, en uit
eene, die het eigendom is van een ander, een voorwerp
van eene andere (nieuwe) soort maakt, wordt eigenaar
van dat voorwerp, al kan het in den vorigen toestand te-
ruggebracht worden.
Iemand, die met oogmerk, om van woonplaats te ver-
anderen , zijn woonplaats verlaat, en op reis naar de
nieuwe woning overlijdt, heeft zijn sterfhuis in het huis,
dat hij verlaten heeft.
De man kan geene schadevergoeding van de vrouw
eischen, die weigert hij hem in te wonen.
De vrouw kan de curatele van haren man slechts na
machtiging door den rechter vragen.
Een minderjarige, wiens vader wegens verkwisting on-
der curatele staat, heeft tot het aangaan van een huwe-
lijk, de toestemming van zijne moeder, of van den curator
des vaders noodig.
Wanneer tengevolge van het onvermogen van den laatst
begiftigde, de erfgenaam wiens legitime verkort is, niets
kan terugkrijgen, mag hij den voorafgaanden begiftigde
aanspreken.
Het is geen vereischte dat de notaris, bij het besloten
testament, de akte van superscriptie eigenhandig schrijve.
X.
Hij, die afzonderlijk aan verschillende personen dezelfde
zaak heeft verkocht, kan bij haar toevallig vergaan, den
prijs slechts van één persoon eischen.
XI.
Al is de dag van het pleidooi reeds bepaald, staat het
toch vrij, nog bewijsstukken over te leggen.
XII.
Het recht, om een derde in vrijwaring op te roepen,
komt alleen den verweerder toe.
XIII.
De verkooper heeft het recht van reclame verloren, als
de waren door den kooper verkocht en geleverd, maar
voor het faillissement weder in zijn bezit zijn terugge-
komen.
Art. 774 W. v. K. omvat ook de verbandbrieven op
schepen.
De wisselbrief van art. 111 W. v. K. moet de vermel-
ding van genoten waarde bevatten.
Het is af te keuren, dat art. 258a "W. v. K. geene uit-
zondering voor den eed gemaakt heeft.
Hij, die desbewust van een valsch geschrift gebruik ge-
maakt heeft, is strafbaar wegens oplichting, wanneer de
schrijver te goeder trouw verkeerde.
De oorspronkelijke redactie van art. 222 O. P. is te
verkiezen boven de wijziging in Frankrijk bij de wet van
13 Mei 1863 in dat artikel gebracht: „Lorsqu\'un ou plu-
sieurs magistrats de l\'ordre administratif ou judiciaire,
lorsqu\'un ou plusieurs jurés, auront reçu, dans l\'exercise
de leurs fonctions ou à l\'occasion de cet exercise, quel-
que outrage par paroles, par écrit ou dessin non rendus
publics, tendant à inculper leur honneur ou leur délica-
tesse, celui qui leur aura adressé cet outrage sera puni
d\'un emprisonnement de quinze jours à deux ans."
Art. .334 C. P. betreft slechts hen, die als tusschen-
personen handelen.
Art. 331 C. P. straft ook hem, die door list zijn doel
poogt te bereiken.
Art. 475 n". 12 O. P. is niet van toepassing op hem,
die intellectueelen bijstand weigert.
De beklaagde, wien het bevel des rechters, om in per-
soon te verschijnen beteekend is, en die dat niet nakomt,
verliest de bevoegdheid hem in art. 226 strafv. toegekend,
en kan bij verstek veroordeeld worden.
Een gemeentebestuur is bevoegd afstand te doen van
eene, naar art. 228 der Gemeentewet verkregen verjaring.
Ten onrechte wordt door velen aan het beter lager
onderwijs in Duitschland, voor een groot gedeelte, de over-
winningen der Duitschers in den laatsten oorlog toege-
schreven.
Het beleggen van zijne besparingen in courante beurs-
effecten , mits met beleid, doet geen nadeel aan de nijverheid.
De vrije verdeeling van den grond is voordeelig voor
de algemeene welvaart, en daarom door geene wettelijke
bepalingen tegen te gaan.
Proletariërs moeten geen deel uitmaken van de schutterij.
De voorgestelde herziening der jachtwet is goed te keuren.