Na de oorfpronckelijcke waerheydc over-gefet inde Neder-
duytfche ende Maleytfche Taie.

Cnbe i0 bit mût J&oecfc Mofîs intie Maleitfche taie oUer -gjefet îjûoi
BANIEL BROUWERIUS,tjoo?öefen2S5eöienaecfccg<0oï>öel0c6eii
ffloo}t$/ inöe Omtcpnte Jefu Chriftiop Hellevoet-Siuys, cnDe baec
na in Ooft-india, onöer t gabier ütt 3£cï)tfoarc 3£eceemßfjöe
$et>er!a»tfeïje <®oft-3|nbifc&e Compagnie.

DANIEL BROUWERIUS, daulou Pandita de Negri
Helievoet-Sluys _fde Negri tiollanda, commedïèn de Negri Banda,
daan Ambon de dalâm India nang ca Timor.

C ^Erfsenamen vanwylen Hillebrandtlacobfz vanWoow, Ordinaris Druckers rande Ed«
M₀g. Heeren Staren van Hollandt ende Weft-Vrieflandt. Door ordre vande E,E₀«eeren Bewinthebberen der Ooft-Indifche Compagnie. Tot uytbreydinge van
Godts Woort, ende \'tConinghrijcke lefo Chrifti onder de
Ooft-Indifche Volckeren. Anno i 6 6 2,

aerdtfche Schepfelen is de Menfch, des felvi-
gcn de ziele, der ziele de kennifle, ende \'tgene
aen alle kennifle, aen alle wijfheyt de vol-
maecktheyt toebrenght,is de kennifle Godté; *»
want fonderdefe, is alle kenniff\' maerduyfte- Epheff?.
re dwalinge, alle wijfheyt maer enkele d vvaef- i
heyt; maer defe is eenrechtveerdigmaecken- ^x* ^Coude, heyl-gevende, jae falighmaeckende kenniff\': Want dit is de Talig- _Iohtheyt .dit is het eeuwige leven , dat de Menfchen kennen den eenigen
^aerachtigen Godt, endejefum Chriftumdien hy ghefondenheeft;
^Cnt*e vande kennifle van defen Jcfus, heeft de Heere felve eens ghe-

E&ï. y 3* tayght, feggende; Door fyhe kenniflè fa! mijn knecht de rechtveer*
\' xil dige veele rechtveerdigh maeckcn. Endedaer \'tonsongeoorloft en
verboden is in eenige faecke te roemen, daer is \'t ons toegeftaen, jae
gelijckals gheboden, ons te beroemen ende inde kenniflè Godts, te
fegepraeien: *t Zijn de woorden Godts felve, Godts eygen woorden
zijn \'t, Jerem. 9. 23 , 24. De wyfe en beroeme fich niet in fyne wijf-
heyt, ende de ftercke en beroeme fich niet in fyne fterekheyt: een
rijeke en beroeme fich niet in fy nen rijckdom,maer die fieh beroemt,
beroeme fich hier in, dat hy verftaet ende my kent, dat ick de Heere
ben. Jae maer wie fal ons water tedrincken geven uyt Bethlehems
born-put die inde poorte is ? jae veel meer, wie fal ons doen kennen,
denoneyndigen, den onfienlicken Godt die inden derden hemel is ?
P fal. 139. Defekenniseis ons te wonderbaer, fy is hooge, wy kunnen daer niet
ï b i\' ^hy- J^ae %^{is a}*^s ^er hemelen, wat kunt ghy verftaen ? fy

i?Cor.*2* is dieper als de Helle, wat kunt ghy weten} De natuerlijcke Menfche
14! en begrijpt niet die dingen diedes Geeftes Godts zijn , ghelijck de
Schriftgetuyght. Maer begrijpt hy niet de dingen, de daden, de werc-
kingen, veel min de Natuere, \'t Weefen, de Setfïïandigheyt Godts,
de Godtheyt felve ? Neen,de(è kennifTe is hem buytens reyeks: vleefch
Matt. 16. _en bloedt en kan onsfulcks niet openbaren, \'t begrip van ons vernuft
^I7* en kan foo fleyl niet fteygeren ; want wie kan de onderloeckingcn
lob 11,7. Godts vinden ? wie kan rotte volmaecktheyt toe den Almachtigen
vinden > Wil de Menfch hier opftar-oogen,\'tgeficht van fijn verftant
i»Tim, ff. wordt fteecke blindt, want Godt bewoont een ontoeganckelijck, een
1ff. ondoordringelijcklicht,endeniemantheeftoytGodtgeficn, hykan
oock door geen menfchelijck begrip, noch vernuft foo gefien worden,
dathy daer door totte falighmaeckende kennifle Godts fou gheraec-
ken: Neen, hier wordt een ander openbaringe vereyfcht, hier is een
Watt. i ff. hoogerbekent-makingc vannooden; Dit, dit alles moet komen van
*^7< boven, vanden Vader der lichten, Dit, dit alles moet ons geopenbaert
worden van onfen Vader die inde Hemelen is: ende die heeft onsoock
1. Cor.2. \'t geene de ooge niet en heeft ghefien, \'t geene de oore niet en heeft
¹⁰\' gehoort, ende \'t geene in \'t herte des Menfchen niet en is opgeklom-
men,doen openbaren ende bekent maecken door fynen Sone, ende
Iohan.5j. door fynen Geeft, doen openbaren ende bekent maecken in fijn Wet
Gai.i.ii. eb in fijn Woort: Want dit moeten wy weten, dat noch de Prophe-
»♦Pctr.i,⁴ tien, noch het Euangeliurn, voortijts niet voortgebracht en zijn, door
20,21. de wille eenes Menlchen, maer de Heylige menfchen Godts hebben-

fe, door een krachtige beweginge ,door een onfeylbare leydinge, ende ^löh&° J J*
dooreen onwederftandelijckedrifcdesH. Geeftes, engefproocken en Ier. 20.9*
gefchreven. ^2,Tiai\'

Om dan tot defalige kennifle Godts, om totte kennifle der falig- ¹ *
hey t te geraecken, is ten hooghften, is enckel van nooden de kenniffe
van Godts Woort, de kenniffe der Schriften, want die zijn \'t die ons
wijs moeten maecken ter faligheyt, door het geloove aen Jefum Chri- ¹ftum, de weicke ons daerom oock felfs in eygencr perfoon, de felvige
fèer hoogh gherecommandeert heeft Johan. 39. feggende: Onder-
foeckt defchrifcen, want diezijn \'tdie van my getuygen, ende ghy
kondt inde felvige het eeuwige leven vinden. En noch eens ftaeter ge-
fchreven : Saligh is hy die leeft, ende zijn fy die hooren de woorden ⁰«
defer Prophetie, ende die bewaren \'t gecne daer in gefchreven is.

Maer ach ende wêê over het Landt Zabulon ende Nephtalim, over
^st Galilea der Heydenen! wie fal dat maecken tot een Canaander
Heyligen ? Ach ende wee over \'t Volck \'t welck daer fit inde duy fter-
niflè inden Lande ende fchaduwe des doodts! Wie fal haer het Licht,
Wie fal haer het Heyl des Heeren doen fien ? wie fal haer doen ryfen
den opganck uytter hooghten, die luchtige Morgen-fterre, die Sterre
uyt Jacob ? wie fal over haer doen fehynen de ftralen vande Sonne der
gerechtighey t ? wie fal haer doorhelderen met dien gians, met dat Af-
fchijnfel van Godts heerlickheyt, \'twelck de Heere gheftelt heeft, om Efa.4^.^
te zijn fijn heyl onder de Heydenen, ende fijn licht tottc eynden der
Aerde ?

Zijt Ghy dat niet o mijn Godt! Sultghy dat niet doen O Heere
der. Heyrfcharen, Ghy Koningh der Heyligen, ghy Koningh ja Saligh
maecker der Heydenen > Jae hebt ghy fulcks niet aireede voor lange
gedaen.zijt ghy fulcks als noch tegenwoordigh niet doende? Doende
door uwe gefegende, de Bewinthebberen ende Regenten der Neder-
landtfche Vereenighde Ooft-Indifche Compagnie >

Jae door defe Heeren ghefchiet fulcks: Defe hebben al van over
veelc Jaren geen koften gefpaert, in \'tfenden ende onderhouden van
Predicanten in Ooft-Indien, om die van Godt vervreemde, ende Ephef. 4:
in \'tverftant verduyfterde Volckeren, door haer levendige ftemme,
woorden endeden wille Godts bekent te maecken. Defe Heeren
Rebben al van over lange geen koften ghefpaert ,in\'t laten overfetten
ke^ri ^^ruc^^en van Godts Woordt, in foodanigeTalen, door wclc-
^Ä blinde Heydenen, ende Mahumethaenfche Mooren onder

haere A. A. Regieringe , tot verftant ende kenniflè des felvigen
können geraecken.

In\'teene ende in\'t andere volhardt als noch, Mijne Heeren, uwe
prijflelijcke getrouwigheyt: Gelijck onder duyfent andere blijcken
en bewyfen, de heeie Wereldtgenoegfa bekent, Dit tegenwoordige
Eerfte Boeck Mofis, door my uwen geringen Dienaer, inde Maleyt-
fcheTaie over ghefet, ende door ordre, ende tot koften van U Ed:
Achtb. ten nutte ende dicnfte dier Volckeren,gedruckt, oock getuy-
gen kan.

Mijn Heeren, A&or. 17.11. ftaet gefchreven, ende het wort getuygt
van die van Bereën; Datfe edelder waren als die van Theflalonica,
ende daer wort oock by ghefet de reden ende de waerom, te weten :
Om datfe het Woordtdes Heeren ontfingen met alle toegenegent-
heyt, ende om datfe dagelijeks de Schriften onderfochten. Mijn
Heeren, ick fegge, niet flatterende, maer met gefondeerde waerbeyt:
Ghyliedenzijt Edelder, niet alleen als die van Theflalonica, maer
ghy lieden zijt oock felfs Edelder als die van Bereën. Reden waerom:
Want ghy , myne Heeren, ontfanghthet Woordtderpredikinge

God es , niet alleen met grootctoegenegentheyt voor ufelven , ghy-
lieden onderfoeckr de Heylige Schriften niet alleen voor u felven,
maer Ghy draecht oock forge, jae maeckt oock, dattet Woortdes
Heeren kan ontfangen , datte Heylige Schriften können onderfocht,
ende oock efFedive en in der daet onderfocht ende ontfangen worden,
vanduyfendenen thien duyfenden,uyttewelcke dagelijeks veele de
A&or«26. oogen geopent worden vandeduyfternifle tot het licht, veele bekeert
18. worden vande macht des Satans tot Godt, ende alfoo verkrijgen ver-
gevinge det fonden, ende een erfdeel onder de Hey ligen, door \'t ghe-
loove in Jefum Chriftum ;foo dattet u lieden,naeft Godt, moet danck
A&or. z. gheweten worden, datterdagelijeks totte Gemeynte toe gedaen wor-
47« den die faligh worden.*

Deut. 35. Mofes feydeecns totte oude Gemeynte Godts : Welgeluckfaligh
^z9• zijt ghy O IfraëlI wie is u gbeüjck? ghy zijt een Volckverloftdoor
₄ den Heere, den Schilt uvver hulpe, ende die een S weert is uwer hoog-
heyt: daerom füllen fich uwe Vyanden u gheveynfdelijckonderwer-
pen, ende ghy fult op hare hooghten treden. Dit moet ick tegenwoor-
digh,en mach ick ook tegenwoordig op U Ed:Achtb. appliceren, want

dit alles heeft in u fyne waerheyt, daerom fegge ick dan op onweder-
fpreëckelijckegronden; Welgeluckfaligh zijtghy O myne Heeren i
ende wie is u gelijck > want de Heere heeft u niet alleen verloft, maer
het heeft den Heere daer en boven bcbaeght ,U Ed: Achtb. te verkie-
fen en te gebruycken, als iyne heylige ende gefegende Inftrumenten,
om \'t Coninckrijcke fynes Spons totte eynden der Aerde, ende ghc-
ïijck als in een ander Werelt uyt te breyden; Ghy zij t niet alleen ver-
loft door den Heere, maer ghy maeckt ende bevordert oock, datter
dagelijcks menichte van Zielen ghetrocken worden uytte macht der Coloff. i,
duyfternifle, datter menichte van Menfchen verloft worden uytte a.TimÜ!
ftricken des Duyvels onder welcke fy ghevangen lagen nae fynen ad»
Wille.

Noch een woort.Mijn Heeren, Hetzijn de woorden des H.Geeftes:
Indien yemandtonder u vande waerheyt is afgedvvaelt, ende hem ye- lacob. ?.
mant bekeert: Die wete dat de gene die een Sondaer vande dwalinge ^ZOa%ies weegs bekeert, fal een ziele vande doot behouden, en menichte
Van fonden bedecken: Ende de Schrift feght: Dat ten jonghften dage Dan. \\%_ade Leeraers fullen blincken als de glans des Uy tfpanfels, ende dieder 3*
veele ter gerechtigheyt leyden,alsde Sterren altoos ende eeuwighlick.

Wel daerommedan O Myne Heeren, daeromme, Welgeluckfa-
ligh zijtghy! ende wie is u in defen gelijck ? U,\'die. de Heere fofe gent,
fulcken occafie o£fereert,fulcken ghelegentheyt ende ghenegenthey t
geeft om fijn Rijck te bouwen, fijn Schapen te vergaderen, fijn Ge-
meynte te vermeerderen, foo veele Sondaren van de dwalinge haerer
wegen te bekeeren, foo vele zielen vande doot te behouden ,foo vele
Godtloofen ter gerechtigheyt,jae ter faligheyt, ja ten eeuwigen leven
teleyden! Want alles watin defen,door de Herders en Leeraers van
^•U.A.A. daergefonden en onderhouden,gefchiet,dat mach en moet
met recht ten meerendeele U Ed: Achtb. toegcreeckent, ende danck
geweten werden. Jae waerlijckde Heerede Almachtige, de eenige
waerachtige Godt, fal U Ed: Achtb. daeromme ende daer over als
goede en getrouwe Vaders ende Voefter-heeren van fijn Kercke ende
Gemeynte erkennen, fegenen en beloonen. Wel dan,de Heere ende
jyne goedertierentheyt in Chrifto Jefu zy foo met u , gelijck ghy op

hoopt ende vertrouwt: De Heere ghedencke uwer ten goede, Nehem.
^de vergelde u, hier in genade, ende hier naemacls in heerlijckhey t, ^19t, ^e *Ues wat ghy aen dien Volcke wel gedacn hebt, ende doe daer en
Doven U Edele Achtbare in dit goede Werck, in fyne liefde, inde ge-
nade

nade Jefu Chrifti, ende in \'tgeIoove,ftaen en volduyren totren eyndë
toe, ende foo fait ghy volgens lyne beloften faligh worden. Dat
wenfcht van herten, ende bidt inde name onfes Heeren Jefu Chrifö,
hy, de weleke is, en altijdt Uly ven fal

Cap, L

H £ T

ccrfte Boeck

M O s I s,

Genaemt

GENESIS.

Godt fchept dê hemel ende de aerde,ver$ r,2.
ende het licht, op den eerften dach, 3. Op
den tweeden het uytfpanfel, met fcheydin-

fe der onderfte ende bovenfte wateren, 6.
)p den derden fcheyt hy het drooge ende
de Wateren, 9, Schept gras ende vrucht-
bare Boomen, 11, op den vierden,de Son-
ne, Mane ende Sterren,i4. op den vijfden,
kleyne endegroote Viffchen, midtfgaders
gevogelte,metfegeninge,2o, opdenfe-
ften, het gedierte der aerde, 24, ende opft<
laetfte, den Menfche,Man ende Wijf,na fijn
beelt, gevende hen heerfchappye, ende fy-
Ben fegen, 26. Oock onderfcheydende de
lpyfe des Menfchen, ende het gedierte,29,
kende alle fyne fchepfelen voor goet, 31.

tooeft enö& leDuij / tnut Dtrpfter*
mnte tijaö op Den afg?onDt; mtn
öe <&ttü <£oDtg ftoeefDe op öe
dateren*

Da!a m nam hari tuan Deos fouda jadia-
can langit loumi laout dengan Ifftnjs
fomoa,dengan orang manufta /agi. Decs
fouda miara jang trang pada hari nang
1er moula, pada hari nangcadua tarn-
pat louwas hari nang ca tiga dta tfjerey
darat daen oyer, dden miara rompot
daen pohon. hari nang ca ampat mat ta
hari,boulandenganlintang bintangca
lima, ican befar kitfjil dengan bourong.
ca nam hay wan de loumi dengan ma-
nufta.

Terapi bou-
rn iadda am pa
lagi belom adda roupa, lag! atascada-
lamnja adda galap lagi Deos pounja
» Spiriro adda tcrbang atas ayer.

y €nöe OoDt noemöe (jet Uttïjt
& adj/enöe öe ^npftermffe noemöe
: <Poe \'t aöonöt ge^
ïseea/ enöe t toas morgen getoeeft/
öe eeröe «Bagö*

é entse <doöt fepöe: <Baer 3P
ten üptfpanfei in ijct mtööen öec
dateren / enöe Dat rnafce fcïjepöm«
ge tnfiTcjjen ï©ateren/enöe UÊ>aterf ♦

7 <£nöe £*oöt maec&te öae lipt*
fpanfeï/ enöe maecfcte fcljepömöe
tuCCcljen öc Udateren / öie onder t
liptfpanfel sijn / enöe tuCTc^en öe
dateren tne ftoüen t nptfpanfel
5ijn: enöe {jet toas aïfoo*

8 <£nöe <6oöt noemöe Set lipt*
fpanfeï kernei: öoe toaö t aöonöt
gïjctiiceft / enöe t ttms mo?gen gijt-
uaeeff/öettoeeöe öagïj*

₉ enöe <öööt fepöe: «Dat öe
iBateren üan onöer öen #emeï m
eene plaetfeüergaöert m jöen/enöe
öat liet öjooge geften : enöe
fjetumeaSfoo*

10 <£nöe <6oöt noemöe Set
tjjooge/ $eröe/ enöe öe öergaöerm*
m öer dateren noemöe lyp /Xttn:
inöe <0oöt fa öat i)et goet luas.

11 enöe<0oöt fepöe; t^atöe
^eröenptfcötete g!a£fd)cutlun£/
fcrupt / 5aet-3aepenöe / tyucötbaer
geboomte/ ö*agenöeö?ncf)t naefp*
nen aert/tuelc&eg $aet öaer m $p op
öer Sletöe; enöe \\)tt ttiatf alfoo*

<5 Lagi trang itou Alla fouda ber-
namma féang, tetapi jang galap dia
bernamma malam : *ficarang fouda
adda petanghari fouda adda lagi pagi
hari deri hari nan g bermoula.

6 Lagi Alla fouda catta; jadifatou
tampat louas de tenga tenga ayer,
agar itou boat tfjerey ayer fatoù deri
ayer layn.

7 Lagi Alla fouda boat tampat loup-
as itou, daan boat tfjerey ayer nang
addade bava tampat louas itou, deri
ayer nang adda deatas tampat louas
itou begitou pon fouda jadi.

8 Lagi tampat louas itou Deos
fouda bernamma Jangit : facarang
fouda adda petang hari, fouda adda
lagi pagi bari deri hari nang ca dua.

9 Alla lagi fouda catta: ( Acou mau)
agar ayer ayer nang de bava langit, ja-
di bacampon dalam tampat fatou lagi
agar * darat caliatang fouda lagi jadi
bagitou.

10 Lagi darat Alla fouda bernam-
maTanna,daan Campon ayer dia ber-
namma Laout Laout ; lagi Alia fouda
liât itou adda baie.

i i^AHalagi fouda catta deri tanna
mefter timboul rompot rompot,
fayor, nang bri boa bidji, pohon jang
baboa jang baboa ⁶ tfjara dia pounja
faël de dalam nang appa adda dia
pounja bidji atas boumi; lagi fouda
jadi begitou.

x4 <£nöe <6oöt fepöe: Gatter
%itjten 3t$n in ijtt uptfpanfd
Remels / om fcljepötnge te maec&en
tuffcjjen Den Daci) / ende tuffcöen öe
flacht: ende öatfe 31m tot teecftenen
entie tot gefette tpDen / enöe tot fca*
gen/enöe jäten*

¹ y €nde öat fp 31)11 totHtcljtcn
in ijet uptfpanfel m i?emeiö / om
Utgt te geUen opöer aetöe: enöe 0et
toasalfoo*

16 <0_Oöt Dan maec&te öie ttoee
geteiltsten: fcatgjoote%it\\}t
tot öeerfcöapppe öaegös / enöe
öat ftlepne Hiclit tot Ijecrfcljapppe
tieg nacljtSuOOcUöe

17 <gnöe <öoöt ftelöefe in Ijet
ftptrpanfel öcö l^emefö/ omUd)t te
seücn op der aetöc*

¹ s Cnöe om te Jjeerfcften in den
fcagl)/ ende in öenacöt/ enöeom
rdjepöinge te maUcn tnMjtn Ijet
Xitlß l ende tuttcijen öe öupfterniffe:
ende <ü>odt facti öat tyt soct

<£nde «poötfeptie: <®atöe
Rateten oüertoloedigfjlicfc tooojt-
wengen een getoemel toan lebendige
Stelen; tm_t ijet ggetoogelte Wiege

bidji tfjara diapounjafael daan pohon
jang baboa fjappa pounja bidji adda
de dalam dia feperti patout pada dia
pounja faèl : Deos pon fouda liât itou
lagi baie,

13 Sacarang fouda adda petang
hari fouda adda lagi pagi hari deri hari
nang catiga.

14 Commcdiën Deos fouda cartas
(Acou mau) agar jadi (dua) trang de
dalam Jangit babintang nang tfjerey
feang deri malam,nang lagi jadi f tan-
da pada britau wa&ou wadou⁸ gnap,
dengan hari hari , dengan tawon
tawon.

15 Lagi agar dia orang jadi trang
trang daiam langit babintang pada
bertfjaya atas boumi ; itou lagi fouda
jadi begitou.

16 Deos pon fouda boat dua trang
nang befar itou : trang itou befar pada
pegang hari,dengan trang itou (lebe)
kitfil pada pegang malam; bintang
bintang lagi.

17 Lagi Alia fouda tarou dia orang
de dalam langit babintang pada bri »
trang atas boumi.

18 Lagi agar (dia orang) ¹⁰ pegang
feang dengan malam lagi boat tfjerey
trang deri galap : Deos pon liât itou
adda baic.

. 19 Sacarang deri petang hari lagi
deri pagi hari fouda jadi hari nang ca
am pat.

2,0 Commediën Deos fouda catta:
(Acou mau) agar deri ayer jadi djivva
banjac banjac, nang idop lagi¹¹ begra,
lagi agar bourong bourong terbang
$ 2 atas

11 cnöe <0oöt fcïjîep öe ßioote
3^aitjx0:cöen : enöe aile leüenöe
to>?emelenöe 3tele/toelcfee öettJateren
otterttloeötgl}li?cft ttoü^t-lwacftten/
iiae Ijaren aerö : enöe alle gettlengelt
Söettogelte nae fpnen aeröt : enöe
<£oöt fagj öat Set goet taasu

Cnöe <®oöt fegenöefe/ feg*
gettöe: Eut ttjwcjjtöaer/enöetier*
ntmtcfjtttilöiget/ enöe tterttnllet öe
taateren m öe Eeen : enöe Ijtt getto*
Seite ttenttemcljttulötge op öct

23 TBot toagtattonöt geüieeft/
tnöe ttoatf morsen gjetoeeft/ öe
ihjfftc öaglj,

24 Cnöe <£>oöt fepöe: ö\'SCeröe
fcjengelettettrige fielen tooon/ nae
pareil aeröt/ Bee enöefcruppenöe/
ende ttnlöt <£eöt*rte Der aeröe nae
fpnen aeröt : enöe Ißt aifoo.

<£\\\\U <6ûîk maeclue !)et Unit
geöierte der aeröe / naefpnen aeröt/
enöeftettttenafpnen aeröt/ enöe al
ijet ftruppenö* geöierte öe£ aeröt*
faoöemg naefpnen aert : enöe€>oöt
fagl) öat Ißt goettoasu

z 6 <£nöe <23oöt ftptjt x Itaet ong
iBenfdjen maften / na onfen tteelöe/
naeonregiidncUemCTe: enöe öat fp
fteerfcljapppe Ijeööen otter öe
fr&en öer / enöe otter öet getto
gelte öeg ^emelg/möe otter tytt ttee/
enöt otter öegejeele aeröe/enöe otter

zi Lagi Deos jadiakan ican paus
paus befar, daan fegalla djiwa idop
nang begra, nang banjac banjac fonda
jadi deri ayer, tljara dia orang pounja
faël, dengan fegalla bourong bourong
berfayap, tfjara diaorang pounja faël;
lagi Deos liât itou adda baie.

zz Lagi Deos Palihara diaorang,
cattanja : berannac lagi jadi banja lagi
poonou-acan ayer de dalam laout,
bourong lagi (mefter) jadi banja banja
atas tanna.

nang ^ra merancan dengan binatang
outang, deri tanna tfjara dia orang
pounja faël : fouda lagi jadi begitou.

25 Deos pon jadiacan binatang
outang atas tanna feperti patout pada
dia orang pounja faël, lagi hay wan fe-
perti patout pada dia orang pounja
faël,lagi fegallaboumipounja Oular
daan tfjatfing feperti patout pada dia
orang pounja faël : Deos fouda liât
itou lagi adda baie.

x6 Commediën Alla fouda catta :
beër cami jadiacan orang manufia fe-
perti touladang cami, feperti roupa
cami, agar dia orang jadi capalladeri
ican de laout,lagi deri bourong de lan-
git, lagi deri hay wan, lagi deci fegalla
tanna, lagi deri tfjatfjing fumoa, nang

28 <£nöc <£>oöt fegcnöcfe ; enDe
eoöt fepDe tot Jen : ïtëeeft tyncjjt*
öaer/ enöe DermenictjtmlDiget/ enöe
tîertmllet De aerDe/ en onöerUiei\'pt^
fe/enDefteDfcet Jeerfcjjapppe ober De
WtJenDer %tti enDe otiet Jet ge*
beseite Dttf jjeiaetë/enDe ofccr ai Jet
Sedierte Dat op Der aerDe kruppt*

29 <gnDe<0oDtfepDe: J>iet/icfc
ftefcöe u lieDen al Set 3aet-3aepenDe
fcrupt gegetien / Dat op De gantfcje
aerDe i# / enDe alle gefcoomte in Jet
Uieïcfeeîaet 3aepenDe Doom

3 o lEaer allen getriefte Der aer*
De/ enDe allen geDogelte Desf ïjemetë/
*nDe allen KruppenDen geDierte op
Der aerDe/Daer een leöenDige 3tele in
jtf/ [bebb* ick] al t gjoen krupt tot
îppfe[gcgevcnj: enöeöetfcraSalfoot

3¹ ^»De <5oDt fagïj aï fcöat Jp
gemaemt fjaDîiç/ enDe riet/ ftet toatf
feer gaet ; öoe t auotmt
Uîeeft / enDe t laag morgen getoeeß/
De fette DacJ*

27 Lagi Alia foudajadiacaii manu
fiafeperti roupanja,feperti Alla poun-
jaroupa fouda jadiacan dia, Dia fouda
jadiacan dia orang fatou lacki lacki
dengan parampuan.

28 Commediën Deos fouda pali
hara dia orang, lagi Dcos fouda carta
pada dia orang: berannacjadi banja
banja daan ponuouacanboumi,daan
pegang itou, peganglagi ican ican de
laout, daan bourong bourong de lan-
git , daan fegalla binatang nang bed-
jalan atas tanna.

29 Dcos lagi fouda catta : lratla
Acou fouda caflie pada pacanira
orang fegalla fayor nang bri boa \'bidji,
nang adda atas fegalla tanna, lagi fe-
galla pohon nang adda boa kayou,
nang bri bidji : itoa adda pacanira
orang pounja pada maccan.

3 o Hanja pada fegalla binatang de
boumi, lagi pada fegalla bourong de
langit lagi pada fegalla ¹⁹ binatang
nangbedjalande tanna ¹⁵ nang adda
djiwa idop (pada dia orang Acou fou-
da caflie) fegalla rompot idjou pada
maccan : fouda lagi jadi begitou.

31 Commediën Alia fouda menan-
tang famoa itoa nang dia fouda jadia-
can , daan liatla adda baic facali cali °
facarang fouda adda pagi hari fouda
adda lagi petang hari deri hari nang
canam.

ƒ t^fttau jadiacan. 2 Attau langit, 3 Attau Arhoah. 4 Atta»,begitou deri petang hari
lagt dsri pagi Ijariyfoudajadi hari nang bermoula. Attau, facarang fouda lalott petang hari den-
gan pagi hart deri hari rntng bermoula: begitou lagt de bava. jr Attau jang enng. 6 Artinja
fipsrhpatQHt pada dia pcttnjafa\'l, 7 At tan Almau ^s Aftmfcmor, 9 Attatttßaya*

■ -- - • -- 10 Attm

Godt ruft op den fevenften dach,vers i,au Se-
gentende heylightdien,3 Verordent na-
tuerlijcke middelen totvruchtbaerheytdes
aerdtrijcks,f ♦ Nader verhael vande fchep-

ginge des menfehen nae lichaem en ziele,/.
^:odt ftelt den menfehein\'t Paradijs,8. het
welcke befchreven wort roet de rivierê van
dien,9. verbodt,nopende dé boom der ken-
nte des góets ende quaets, 17. Adam geeft
de gedierten hare namen, 19. breeder ver-
hael vande fcheppinge der vrouwe, 21. die
van Adam ghekent, ende met fonderlingh
genoegen aengenomen worr,23. de echte-
Üaet,24. naecktheyt der menlchen, 2$.

Dag!} tiolö^acöt fjaöDe fijn muW
Datfjp gfjemaeekt öaDDe/ geeft j)p
getuft op Den feöenften Dagtj Uan al
fijn ttjert H/Dat ïjp gemaee&t DaDDe*

3 <£nöe <&oi)t Ijttït öenfefcenDen
Daglï gefegÊöt/enDe Dien geïjepligt/
om Dat !)p op Den felüen getuft
Jjeeft uan al fijn Wtvth! ttucïck
eoDtgefcöapen jjaDDe/omte üoï;
maken.

4 <®it 3i?n De geboeiden Des lie*
\\ml$ enDe Der aerDe/ als fp gfiefefja*
pen UJerDen: ten Dage al£ De

7*uan Deos brenti pada bari nang ca toud-
joudaen berfaftiken hart it ou. Jadiacan
Adam deri tanna, Eva deri Adampoun-
ja roujfoc. Adam bernammapada[égal-
la h ay wan. Deos Baicki cawin. défini
jadi bilang betul bagimanna Alia fouda
jadiacan orang manufia pounja badang
/agi bagtmanna Alia fouda cajfie djiwa
idop pada manufia. Alia tarou manufia
de coubong paraifo.

2 Mannacalla pon Deos pada hari
nang cacoudjou fouda Jancap dia
pounja berboatan , nang dia Ibuda
boat, dia fouda brenti pada hari nang
ca toudjou deri fegalla dia pounja ber
boatan, nang dia foudajadiacan.

3 Deos lagi fouda palihara hari
nang ca toudjou, daan berfa&i itou,
carna pada hari itou, dia fouda brenti,
deri fegalla dia pounja bacardjahan,
nang Deos fouda miara daan jadiacan.

4 Itou la adda moulanja deri furga
daan boumi mannacalla dia orang
fouda² jadi pada hari itou mannacalla
Alia Thalia Deos foudajadiacan bou-
mi dengan³ langit.

GENE-SI S.

to At tau jadi capalU deri feang lagt derimalam. 11 Artinja nangbernang. 12 Artin\\a,
nan <r bedjalang at as pour out. 13 Iangan fihtr bole jadi touladang deri Deos tetapi itoufcrip-
turacatta tfjara manufia agar cami dert it on bole mengarti lebe bate: carna touladangdefini men-
garti roupa dj\'ouga lain tida. 15 Attau tfiatfing nang merancan. 16 Hebr, dalamjang/jappa

eer ftp inöer aetöe toag / enDe alle
*tfcrupt feelDtg / eet i)tt upt*
fp^oot:^ntöe «aoDt

6 itëaereenDamptoatfop glje*
gamuptDeraerDe: enDeöeöoclj*
ttgljöe Den gantfcïjen aerbbobem*

7 <£noe De C eobt
JaDDe Denmenfcje gefojmeert upt
Jet ftof Der aeroen / enDe in fpne
neufgaten geblafen Den aDem Deg
leUenö: alfoo toert De menfclje tot
eeneleüenDigesiele»

s <©ocMjaööe De
<öoöt eenen geplant tn Cben/
tegen t <©often; enöeftpllelöeal*
Daer Den mcnfclje/ Dten l)p gljefo^
weert Ijaööe*

9 Cnöe De <$oDt
&aDDe alle geboomte upt ïjet aerb*
tijcU boen fpjtipten/ begeerltcfc
ttoo? t geficftte/enöe goet ter fppfe:
enöe Den 25oom öcs leöenö in i)ct
miööen Dan Den l?of: enDe Den
2$oom bet luntuffc öeggoeté enDe
De£ quaet&

10 Cnöeeme*ÉUtj!erefcjaöDü0?t*
gaenDenpt€Den / om beren i^of
tebetoateren/ enDe toerDtöan Daer
tterDeelt / en toert tot Dier IjoofDen*

5 Denganfegaliadjenispohon de
boumi, nang daulou belom adda de
tanna, dengan fegalla djenis fayor de
boumi, nang daulou belom facali tim
boul, carna Alla Thalla Deosbelom
bri ondjang djarou atas tanna, lagi
belom fatou manufia adda pada galï
tanna.

7 Lagi Alla Thalla louda jadiacan
manufia deri abou tanna, lagi dia fou-
da tiop nafas idop de dalam dia pou nja
idong, begitou manufia fouda djadi
djiwaidop.

8 Alla Thalla Deos lagi louda, tan-
nam barang coubon de dalam Eden
catimor, de dalam itou dia fouda ta-
rou manufia nang dia fouda jadiacan»

9 Alla Thalla Deos lagi fouda boat
timboul deri tanna, fegalla djenis pó-
hon bagous pada liât, daan baic pada
mackan, pohon teridop lagi de antara
coubon itou, pohon pada kenai baic
daan djahat lagi.

10 Lagi deri Eden adda maliïle fa-
tou fbungey pada boat bafîà coubon
ini nang deri fannajadi bagi, lagijadi
ampat capalla (foungey).

11 (Soungey)nangbermoula poun-
janammaadda Pifon, ini adda nang
maiille coulilling fegalla negri Havila
demannaaddamas.

13 <£nde denaemder tföeeder
&tüïcvctö <0tfjon: defeig\'tdie Jet
gantfclje landt €usf omloopt.

14 Cnde de naem der derdet HU
tere tö i)iödel«l : defe té gaende na
get oolïen üan OTttr: ende de Uierde
$ünereiö#l)jatfï*

i* Jboo nam de
€»odt den menfcjje / ende fetteden
ïjemtit den tof Cöen / om dien te
ttottttmt / ende dien tebetoarem

gïîeïîoodt den metifclje/ feggende/
13an allen boom defeg fult gï)p
s^peltcfceten:

17 jBaerUandenfioomdecfcen*
mCte des goetjs ende öcö quaetö/
fraer fean en fult gijp niet eternmant
ten dage/ atë gijp daet fcan eet/ fult
gijp dendootaerUen.

«Doöt gef^oocften : i)et en té niet
goetdatde menfcfie alleen $p: tcU
falljem eene Ijulpc maUen [die] até
tegen l)emoöec3p.

#ûdt/ upt der aerden alle \'t gedier^
te dc0 fceldtg/ ende al \'tgeüogelte
degljetneté gljemaedit fjadde/ foo
bmln lïpfc tot^dam/om tefietv
ïjoe Ijpfenoemen fonde: ende foo até
21 dam alle leüendtge 3tele noemen
foude/dat foudeftjnnaem 31311*

13 Hanjanamma deri foungey nang
cadua adda Gihon, ini adda nang ma-
lille coulilling fegalla negri Cus.

14 Laginammaderifoungeynang
catiga adda Hiddekel, ini malille ca
timor capada Afiiir. Hanja foungey
nang ca ampac adda Frath.

15 Alla Thalla Deos pon fouda
ambil manufia, lagi tarou dia dalatn
coubon Eden, pada fadouli itou daait
pada toungou itou.

16 Lagi Alla Thalla Deos fouda
fouro pada manufia daancatta: deri
fegalla coubon inipounjapohon mac-
candjouga.

17 Tetapi deri pohonnangbritau
baie daan djahat aeri itou djangan
maccan carna pada hari appa pacani-
ra maccan deri itou, pacanira adda

18 Alla Thalla Deos lagi fouda
catta : Tida adda baie manufia adda
kendiri (djouga), akou mau baicki
padanja barang toulongan nang adda

19 Carna mannacalla Alla Thalla
Deos, deri tanna fouda jadiacan bou-
mi pounja binatang famoa, dengan
langit pounja bourong bourong fa-
moa dia fouda antar dia orang.capada
Adam, pada liât bagimanna dia mau
bernamma dia orang, carna begitou
feperti Adam, adda bernamma fegalla
djivva idop, begitou djouga adda dia
pounja namma.

eenen Diepen daepop 2$Dam
ttallen/enDe ftp atep: enDe (jp nam
eene ttan fpne rïötten/enDe aoot Der
Celtter plaetfe toe [met] ttieeftf?*

22 CnDeDï ^oDt
fcon&eDe De riötte/Dte £p ttan $öam
SÖenomen öaööe/ tot eene tt?oxMt :
enDe jjp ttjacütfe tot $Dam*

23 ^oefepDe$Dam:^efetéDit*
mael Deen ttan mpne fceenen / enDe
ttleefclj ttan ntpnen ttieefcïje : men
falfe 3&anninne ïjeeten: om Datfe
ttptûen man genomen

24 ^aerom fal De man fpnen
ttaDer enDe fpne moeDer tterïaten/
enDe fpnen ttiptte aenUletten/enûe fp

m CnDefpttjarenôepDenaec&t/
2Höaiii enDe fijn taijf ; enDe fp en
ftöaemöenöaerntet.

git pounja bourong, lagi padabouml
pounja binatang famoa, tetapi pada
manufia dia tida bertamou tamanja,
nang adda adapan dia.

21 Tagal itou Alia Thalia Deos
fouda bri antoc befar djatou atas
Adam, macca dia fouda tidor, lagi dia
fouda ambil diapounjarouflbe fatou
lagi fouda toutop combali (roulToc)
pounja tampat dengan daging.

22 Alia Thalia Deos lagi fouda
baicki parampouan deri rounöc itou
nang dia fouda ambil deri Adam, lagi
antar dia pada Adam.

zy Waftou itou Adam catta: inila
facarang adda toulang deri beta poun«
ja toulang,lagi daging deri beta poun-
ja daging, diamefterjadi bernamma
amper amper begitou feperti lacki,
carna dia fouda jadi deri lacki.

24 Tagal ibou lacki mefter tingala*
can dia pounja bappa dengan dia
pounja ibou lagilecat pada dia pounja
binilagi dia ocang mefterdjadifamma
daging fatou djouga.

25 Lagi dia orang caduanja adda
talandjang.. Adam dengan bininja
hanja dia orang tida adda malou.

domx adda mtang baic daan bagous dia pounja barg-i befar. 6 Hebr. matti maont attan mat*
tl matti, 7 Attan de fa bela dut : art m ja nang jaddî diapounja taman.

ge7^vel verfoe& de Vrouwç door de fian-
ovèrt^rs ** de Vrouwe wort verleyt, end«
fy _ter^^e<lt, als oock de Man, 6. waer van
fpreeckr^e^öeleniicbben, 7. Godc

Settang tfjoba daan bentfjana pada ma-
nujiajia djatou dalam dof a, Deos djandji
Upas at an manufia deripadaparampuan
23 pounja

fententie, over de flange, de Vrouwe, ende
den Man, met ingevoechde belofte des Sa-
lighmakers,8. Adam noemtfijnwijf Heva,
2o. Sy worden beydevaa Godt gekleet,
befpott, van den boom des levens verftoo-
ten, ende uyt den Paradyfe gebannen, 21.

get toelefe öe ^ <£<£&<£ <£oöt
gemaeefct gaööe: enöe fp fepöe tot
öeb?outoe: * oocfc öat <5oöt
gefept geeft/ Oljplteöen en fult niet
eten ban allen boom öeftggofstf

2 €nöe öe bjoutoe fepöe tot öe
flange: Ban öeb?uegt öer boomen
Mt$ gof£ Tullen UJp eten;

4 Mm ban öe b?uegt öeg
boomö/öiein \'t mtööen öeö gofö i$/
geeft <0oöt gefept: <6gp en fultUan
bit niet eten/ nocl) tne aenroeren/ op
Dat glip ntttenfteröet*

4 ^oe fepöe öe flange tot öe
tooutiie : <£M)pïieöen en fult öen
öootnietfterbem

s Mm <öot>t toeet/öat ten öage
alg ggp öaer Uan etet/ fo f uilen utiie
oogenggeopenttoojöen: enöe gijp
fult até eoöt toefen / hennenöe Jet
go et enöe getquaet*

6 <tf*nDeöeb?ouUjefacg/öatöte
boom goet tot fptjfe/ enöeöat
gp een luft to ag üooj öe oogen / jae
ten boom öte begeerltek toa£ om
fceeftanöicg te mafcen / enöe fp nam
fcanfpnetmicgt/enöeat: enöefyi
gaf ooefcgatemuan met gaet/ enöe
gp at.

pounja hkljUArtinia deri padajaidwanï
camijefu chriflo. Adam lernamma li-
ninja Eva. Beo s laiki packean pad a
diorang dua orang -, diorangjadioujfir
deri Paraifo.

tang famoa, nang Alia Thalia Deos
fouda jadiacan : dia pon catta pada pa-
rampouan bagimanna Deos fouda
catta pacanira orang djangan maccan
deri coubon inï pounja pohon famoa.

2 Parampuan fouda catta pada ou-
lar , deri coubon ini pounja pohon
pounja boa cayou kita orang bole
mackan djouga.

3 Tetapi deri pohon itou pounja
boa cajou, nang adda de tenga tenga
coubon ini, Deos fouda catta deri itou
pacanira orang djangan maccan , jan-
gan kena lagi, agar djangan matti.

4 Commediën oular catta pada pa-
rampuan, tuan orang tjadda ¹ mattl
fongo fongo.

. $ Tetapi Deos tau pada hari appa
tuan orang maccan deri itou tuan
orang pounja mattaaddajadi bouca,
lagi tuan orang adda jadi feperti Deos,
lagi tau baicdengan djahat.

6 Mannacalla parampouan liât po-
hon itou adda baic pada maccan > lagi
dia ² bagous banja pada màttamat-
tanja, adda pohon nang appa pounja
boa cajou orang bole inging pada tri-
ma acal boudi dia fouda ambil deri dia
pounja boa, lagi maccan : dia Jagi fou-
da bri pada dia pounja lacki famma
fàmma, dia lagi fouda maccan.

luaetv öat fp naecUttoarcn/ enöe fp
gecgttenbpstfwom blaöeren te fa*
nten/enwmaecltten Cut) ftgojten*

⁸ <£nbe Cp goojöen öe öemme
öe$ €>00t$/t0an*
betenöein öengof/ aen Den ïoinöt
öeö öaeggö : ïme berbetggöe ficjj
^öam/ enöe fijn unjf/booiget aen«
8eftcgt m ^ <e ft c & <®oDt£
ui t miööen ban\'tggeboomte öe£
gof&

I o «enöe fjp fepöe : 3cfc goojöe
umeÖernmemöen gof/ enöe tek
bjeeföe/toant tck bm naeeftt / öaet*
omtïgtbttggöe ick mp>

12- ^oe fepöe 2fiöam: <®e Ujott*
toe/öteggpbpmp gegebengebt/öie
geeft mp ban öienboomggegeben/
enöe tcfc gebbe gegeten.

fepöe tot öe bjoutae: Wnt té öït
Wat] gn geöaen gebté enöe öe tyou*
^e fepöe: <©ie flange geeft mp be*
enöe icK gebbe gegeten*

pounja matra foudajadi bouca , lagt
dia orang fouda liât dia orang adda ta»
landjang, lagi dia orang fouda ¹ men-
djahit dauwon ara famma famma,la«
gi baicki farong pada dia orang.

8 Commediën Alia Thalia Deos
fouda bedjalan dalam coubon,lagi dia
orang fouda dengar, dia pounja fuara,
deri hari pounja angin, lagi Adam
fouda fembouni fendirinja, dia poun-
ja bini lagi, deri Alia Thalia Deos
pounja moucka, de tenga tenga cou-
bon pounja pohon.

10 Dia catta: beta fouda dengar
vofle pounja fuara de dalam coubon,
lagi fouda tacot, carna beta adda ta-
landjang tagal itou beta fouda fem-
bouni beta.

11 Deos pon catta : fiappa fouda
bri tau pada pacanira , pacanira adda
talandjang , boucan pacanira fouda
maccan deri pohon itou deri appa ac-
kou fouda fouroc, jangan maccan deri
itou.

11 Adam menjaout : parampouan
ini nang tuan fouda bri capada beta,
dia fouda bri pada betaderi pohon itou,
lagi beta fouda maccan.

13 Alia Thalia Deos lagi fouda
catta pada parampouan appa itou, pa-
canira fouda boat begitou? param-
pouan dia catta: oular irou fouda boat
boudi pada beta , lagi beta fouda
maccan.

öit gjeöaen Jeftt / foo $x\\t gïjp Uer*
öloecftt öoüen aï Jet ttee/enöe öoUen
altgjeöierteöcgüelötg: op utoen
ïiupc k fult gjp gaen / enöe ftof fult
gjp eren alle öeöagennmeg le&eng*

15 Cnfce ic& faï üpantfejap fet<
ten tufiTcJen u / enöe tutfejen öefe
tyoutoe/ enöe tnlfc Jen tittmi satte/
ende ttiCfcljm Jaren 3aöe: öat feltte
fal n öén hop öermöjfclen/enöe gjn
fult Jet öiöerfeneaöermoifelen*

16 Cot öe Inoutoe fepöe Jp:
jjfefc fal feer toermcnicjfculöigen
uttje fnr^te/nameUclVu »Jöer ö?ac Jt:
wet fmette fult gijp funöeren ba*
ren: enöe tot utuen man fal ufcue bc-
geerte $tjn/ enöe Jp fal ofcec u Jeer*
fcjapppejeööen,

17 <£nöe tot ^öant fepöe f p:
^efcnjlegjp gelupfter tje&t naeöe
öemme ulucs uujfg/ enöe Dan öien
Ijoom gjegeten/ öaer iels tt fean gje®
tiGOöt / feggenöe: <25 Jp en fult öaer
tmn niet eten: foo 3p Jet aerötrijck
om ntoent ftnlle öeröloecftt / enöe
»net fmette fult gjp öaer fcan eten
alle öe öagm utoeé ieP*n&

18 <©ocK fal u Jet öoo^nen enöe
HMm teoo?t frzengen : enöe gjp
fult Jet ftrupötöeg Mt0 eten;

19 3fn\'t füjeet utoes aenfcjijn£
fult gjp n InooDt eten / tot öat g Jp
cot ö aecöe ö3eöer&eert/öetmjle gjp
öaer upt g Jettomen $ijt: U>ant gjp

fouda boat itou, tagal itou tobat pada
pacanira lebe deri pada fegalla hay-
wan, daan fegalla binatang de boumi,
pacanira mefter bedjalan atas pouruc-
mou lagi maccan abou fa hari hari fe-
lamma pacanira idop.

15 Akou lagi mau bri fatrounja
de tenga pacanira daan de tenga pa-
rampouan ini, lagi de tenga pacanira
pounja bidji daan de tenga dia pounja
bidji, itou adda antf/or pacanira poun-
ja cappalla, lagi pacanira adda antfjor
dia pounja toumir.

16 Pada parampouan dia catta :
Akou mau bri faniàra banjac banjac
pada pacanira , mannacalia pacanira,
jadi bounting dengan fanfara pacanira
adda berannack annac annac-mou,
lagi pacanira pounja candati mefter
adda de bava pacanira pounja lacki dia
lagi addajadi pacanira pounja cappalla

17 Pada Adam dia catta : Carna
pacanira fouda ⁵ tourot bimimou
pounja fuara lagi maccan deri pohon
itou deri appa Akou fouda fouro pada
pacanira, daan catta, jangan maccan
pacanira deri itou, febab itou⁶ boumi
adda bertobat tagal pacanira, pacanira
lagi mefter maccan deri itou dengan
fanfara, fa hari hari felamma pacanira
idop.

18 Deri itou lagi mefter tombo
douri douri dengan 7rompotbadouri
pada pacanira, lagi pacanira mefter
maccan fayorderi tanna.

19 De dalam mouca pounja pelo
pacanira ⁸ mefter maccan roti, fam-
pey pacanira jadi combali tanna, fc-
dang pacanira fouda jadi deri itou,

^v 20 noemöe 2$öam öen
uamefi^ttmfëiNba: omöatfp
ten goeder aller leuenöigen

€nöeöe $$$$$ €>oöt
maetfue ftöam enöe fijnen Unitte
rotfcen ban bellen / enöe toogljfe
Sen aen.

22 ^oe fepöe öe €H€
<8oöt: £>\\tt/ öe mcufcljcxö getoo^
ben até onfer een / Uennenöe t goet
enöe\' t qnaet: &u ban / öat Ijp fpne
ganöt niet npt en fte&e / enöe néme
oock ban öen 25som öegüebeng/
enöe ete/enöe lebe in eeutinggept-

üe «aoöt npt öen gof ban <£öen/
om öen ae^öboöem teboutoen/öae?
Spwpt genomen

24 €nöe öp ö^eef öen menfefte
npt: enöe &elöe / Cfjetubim tegen t
boften öeg ïjofg Cöen / enöe een
blammigg lemmer eeneö Smtxt$ \'
öat ftcljomfecerös: om te bedaren
öen Uï ecg banöen boom öe£ leben&

t Ilebr. matti matti, attatt matti tnaout. i Hebr. addafoucapada matta, $ Attatt fant-
bat,attaHtfioHtJjoft, 4 At tan pohon Cafemapomja dauon. j Attaudengar. 6 Attatt
tobat attau baramlapada boumï tagalpacanïra. 7 Attatt bantji. 8 Att-a» adda maccan.
9 Attatt oundjec tangan. 10 Artwjamellaif&t. tl Attatt begra.

carna pacan ira adaabou pacaniralagî
méfier jadi combali abou.

20 Commediën Adam fouda ber-
namma bininja pouaja namma Eva
carna dia adda ibou deri (manufia)
idop famoa.

21 Alla Thalla Deos lagi fouda
baicki farong deri coulit pada Adam
dacn pada dia pounja bini, dia lagi fou-
da bri packèi itou pada dia orang.

22 Commediën Alla Thalla DeoS
fouda catta: Liatla manufia foudajadi
iammafatou dericami ,diakenal baie
daen djahat : baie la agar dia jangart
9 callouwar tangan lagi ambil deri po-
hon teridop lagi maccam , lagi idop
fampey cakal.

23 Tagal itou Alla Thalla Deos.
fouda fouro dia callouwar deri couboîi
Eden, pada gaii tanna, deri appa dia
foudajadi.

24 Mannacalla dia fouda ouffir
manufia delouardia tarou ¹⁰ Cheru-
bim catimor deri coubon Eden lagi
fatoupedang (feperti) njalaapi nang
"babalickderi fendiri; pada toogou
djalan deri pohon teridop.

Eva leramac Kain dengan Habel, Kant
lounou pada Habel, Kain pounja pou >
pou : Seth pounja poupou, hormat paâa
tuan Deos, Kam daen Habel let fornix

fijn vonnis, 9. gaet dooien van Godts aen-
geficht, bouwt, ende gewint kinderen, \\6.
Lamech neemt twee wyven, ende gewint
kinderen , 19. fpreeckt trots ende verme-
ten, 23. Seth ende Enos worden geboren,
ende de openbare Godtfdienft worc her-
fielt , 25.

toert ftoanger / enöe baeröe Hain/
enöefenöe: 3ek gebbe eenen man
toanöeu i^eeiiC* Herkregen.

2 <£nöe boer boon te baret*
fijnen bioeöer Isabel: enöe Isabel
toert een ^tgaepgeröer/ enöe $$atn
toert een ^anöt-boutoer.

3 €nöe get gefcgteööe ten epnöe
[eeniger] öagen/ öat ten ban öe
tyucgtöesianötgöen

4 €nöe ^abel öie b?aegt ooek
fcan öe eecïtgebozene fijner fcgapen/\'
enöe ban fjaer bet; enöe öe ü
liefacg l^abel/enöe ftjn offer asa;

6 <£nöe öe fepöe
tot ïtatn: ï^aerom3tit gijn omfte*
ken * enöe toaerom u aengefttgt
herballen*

7 SÖTer niet / inöien gijp toeï
öoet/fiergoogmge* enöefo gijp niet
toelenöoet / öe fonöe liegt aen öe
öeure: fpne begeerte téöocg tot u/
enöeggp fult ouer gern geerfegen.

pada Alla. Atta fouca Habel pounja
fomhafhan lebe deri Kainpounja. Kain
tagalitou fouda bagoujjar daan bounou
Habel\\ tagal itou Alla bri tau diapourtja
houcom,

1 /"^Ommcdien Adam fouda ba-
^kcnal dia pounja bini Eva la-
gi dia fouda¹ mengidang lagi beran-
nack Kain , daen catta: Beta fouda
bole Jacki laeki deri Alla Thalia.

a Commedien dia lagi fouda he-
ran nack dia pounja ade lacki lacki
Habel, lagi Habel fouda jadicombala
domba tetapi Kain fouda jadi * orang
douflon.

3 Commedien Iepasbarang banja
hari fouda jadi, mannacalla Kain fou-
da bava fombahan pada Alla Thalia
deri boumi pounjaboa.

moula♦ lagidc;; .t-ia ovang poufjale-
m ac A11 a 1 n;! .,¹,;ab üd a; n c n a(1 tang
Habe! den sau\' " ~ * \'

5 i tiapi Kain dengan dia pounja
fombahan dia rida mciiatitang, tagal
itou Kain fouda bagouflar banjac, lagi
dia pounja mouca³ fouda djatou.

6 Alla Thalla pon catta pada Kain:.
carnappa pacanira pounja hati fackir,
lagicarnappa pacanira pounja mouca
fouda djatou ?

7 Boucan begitou, calou pacanira
boatbaic, bolenaic? tetapi calou tida
boat baie, dofa adda doudock de pi n-
tou, ade fouca capada vofte, lagi paca-
nira adda atas dia.

iïwbttlï&tl* cntjcöecgcfcöiebbc
fp in\'tüM toaten/ öat Mm w
gems fpnm öjoeöer I^abel oplïont/
$nöe0*tfSM öoot*

₉ <£nöe öe fepöe
tot ftain: ïtëaer is �el uto\' bjoe*
öet* enöelip fepöe: gjcfcentoeet
[het] niet: benicfc mpneg bjoeöerg
joeöer *

¹⁰ €nöe fip fepöe: t^at öebt
filjp geöaen * öaer tö een ftemme öe£
bloeötg utoeg b^oeöerg öat tot mp
toept toanöenaetöboöem*

11 €nöe nu/sijt gïjp berbloecfct:
laan öen aeröboöem/öie fpnen mont
Öceft op geöaen om utoeS bjoeöerg
bloetbanutoeöant teontfangen*

" m$ gïjp öen aerötboöem
boutoen fult/ljp en fal u fijn bermo*
gen nietmeer geöen: öSpfult ftoet*
öenöe enöe öoolenöe 3ijn op aeröen*

- -r gyp ueot mp tieoen uet^
öjetjmfcanöen aeröboöem/ enöe ich
fal boo* u aentjlieftcljt berbojgen
3tjn: enöe ick fai ftoetbenöe/ enöe
öoolenöe 3ijn op öet aetöe/ enöefjet
fal geftfjtcöen / öat / al öi e mp amöt/
mpfalööotüaen.
m 3M&öe fepöe

i)tm: ^aerom al tote üain
?°°taaet/ralfeöenbouöi0lj gcto?o*
E^><nöen: <£nöe öe
ßtlöeemteeclienaen^am/ op öat
gern ntet en Ueraoestl altote ftem

famma dia pounja ade Habel,lagi jadi
fedang dia orang adda de louwan,agar
Kain backaley dengan dia pounja ade
Habel, lagi bounou dia.

9 Tagal itou AllaThalla catta pada
Kain: Manna pacanira pounja ade
Habel? dia catta; beta ida tau, bagi-
manna, beta adda combala deribeta
pounja ade ?

10 Diapon catta: Appa pacanira
louda boat? adda fuaraaeri ademau
pounjadara, nangbataria deri boumi
capada Acou.

11 Tagal itou haramla pacanira
facarang atas tanna, nang fouda bou-
ca dia pounja moulout, pada trima
ademou pounja dara deri pacanira
pounja tangan.

iz Mannacalla pacanira maugali
tanna,dia tida melier bri lagi dia poun-
ja cawafla, pada pacanira, pacanira
mefter Iari fini fanna dengan hati
goyang atas tanna.

13 Kain pon fouda catta pada Alla
Thalia: beta pounja fallaaddabeflar
begitou agar tida bole jadi ampon.

14 Liatla tuan hari ini ouflirbeta
deri boumi, lagi beta mefter fembouni
beta, lagi mefter lari ca fanna ca mari
atas tanna, lagi adda jadi, agar nang
fiappa bertoumo djouga pada beta,dia
adda bounou pada beta.

15 Tetapi Alla Thalia fouda catta
padanja : tagal itou nang fiappa bou-
nou Kain, pada dia mefter jadi bailas
toudjou cali,tagal itou AllaThalla pon
fouda tarou tanda atas Kain ,agar jan-
gan bounou dia, nang fiappa bertou-
mo u

Cnöe Hain gtwft upt Dan
ißt aengefteöte ist$ $<&<&&<£&:
enöe tili iaoonöe in Jet lanöt $00/
tenooSmban

17 <£nöe Harn beende fpne
Ijupfbioutoc/en fp uiert öctimcöt/
enDebae*öe ^anoc|):enöe Jp boiim*
De eene j^taöt/ enöe noemöe Den
naem Der fclüer ftaöt nae Den naem
ftjngfoonjölNnoflj*

18 CnDe aen fanoej temliU
raö gebooren / enöe #traö gje&an
jBecJuiael/enöe l&ecfjtüaei getuan
IHetljufacl/enöe iBetljufael gclxian
Hamcdi.

19 CnDclamerf) ttam fiel) ttoce
töpben: DenaembanDe eerltetoaä/
&Da / enöe öc naem Dan De anDere/
^illa*

20 <&nDe ftöa baeröe Sabal:
Defetö getoeeß een Daöer Der genee
Die tenten betiJöonöen / enDe bee

22 <£nöe Zitta Die baeröe ooefc
Cubal&am/eenen Heermeefter Dan
alle toerefeen inftooper enDepfer:
enöt De Cutter bau Cubal&ain Uiaö
.jüaettra»

* 3 <£nöe Eanterl) fepöe tot fpne
topben siöa enöc Etlla: 3|oo?t
nujne fiemtne / gjp topben
mecl)£/neemt ter ooren mim reDen:
böö2töaer iik ßoegeiael eenen man

16 Lagi Kain fouda callouwar deri
Alla Thalia pounja mouca , lagi dia
fouda doudoede negeriNod,eatimoor
dcri Eden.

17 Commediën Kain fouda bake-
nal bininja, lagi dia fouda mengidang,
lagi dia berannac Hanoch , dia lagi
fouda menboat fatou negri, lagi dia
bernamma negri itou pounja namma
feperti annaclacki lacki pounja nam-
ma, Hanoch.

18 Lagi de blackan Hanoch fouda
jadi berannac Hirad , lagi deri Hirad
fouda jadi Mechuiaël, lagi deri Me-
ehuiaëï foudajadi Methufaël, lagi deri
Methufaël foudajadi Lemech.

19 Lagi Lamech fouda ambil bini
dua, nangbermoula pounja namma
adda, Ada, tetapi lain pounja namma
adda, Zilla.

20 Lagi ada fouda berannac Jabal,
inija fouda adda bappa, deri orang itou
nang fouda doudoc dalam barong ba-

%i Lagi dia pounja ade jadi ber-
namma jubaï, inilafouda adda bappa
deri orang famoa nang fouda ber-
mayen atas gytara daen banxi banxi.

22 Zilla pon lagi berannac Tubal-
kain, nang pangadjarderi pande tam-
bagga daen belli famoa,lagi Tubal-
kain pounja ade parampouan adda
Naëma.

23 Commediën Lamech fouda car-
ta pada dia pounja bini Ada dengan
Zilla : dengar beta pounja fouara tuan
orang Lamech pounja bini,trima den-
gan teiinga beta pounja bacattahan :

fongo beta brani bounou barang lackt
lacki tagal beta pounja louca, lagi ba-
rang orang mouda tagal beta pounja
ifi bancka.

24 Carna Kain adda jadi ballas
toudjou cali hanja Lamcch toudjou
poulo cali toudjou cali.

25 Commedien Adam combali
fouda bakenal dia pounja bini, lagi dia
fouda berannac annac lacki lacki, lagt
dia bernamma dia pounja namma
Seth, carna Deos (dia catta) fouda
cafïïe pada beta bidji lain ganti Habe^
carna Kain fouda bounou dia.

Cap.v*

fcooöt ommpneiaönöe / enöe eenen
jongelmcfe/om tupne buple;

*©ant lUxn faï feöenbonöieg
ggeiajofcen tooien; maet Hamecg
tfebcntigg mael feöen mael>

<£nöe$öambefcenöetoeöer*
om fpm gttpftyotttoe/enöe fp baer*
kt eenen fone/ enöe fp noemde fpnen
ttatm J>etg: taant <®oöt geeft mp
[fprack fy] een anöer jaet gefet fcoo?
#abeï: UJant&aingemöootgeaa;
gen geeft.

zó enöe öen felbett J>etg toert
aotft een foon ggebooren / enöe gp
noemde fpnen naem <£nog: öoeöe-
go« men öen Jfcaem öe£
&&& aen te roepen.

t Attatt jadi bonnting. 2 ^r*« Alfottron.
* Attatt carna appa pacanira fouda bagoufau

zó Pada Seth ini lagi fouda jadi
berannac annac lacki lacki fatou, lagi
dia bernamma dia pounja namma
Enos: pada wa&ouitou orang fouda
moulai menjomba pada namma Alla
Thalia.

Wederhael van \'s menfehen fcheppinge, verf.
1,2. Adams naekomelingen worden nae
fijn evenbeelc gebooren,g. regifter van
dien, door Seths linie, tot op Noach : ende
haren ouderdom,5. Henoch wandelt met
Godt, ende wordt wech ghenomen, 22.
Noachs geboorte, ende fonen, 28.

^ öantë ggeQacgte: ten öage
als eoöt öen menfege fcgiep/
*gattfctegp gem naeöe gelijcHentGTe

enöe Wijf fcgiep gpfe/
„^!^nöefe/ enöe noemöe garen
naem ^enccgc/ ten öage até fp ge-

Tfierita pende bagimanna Deosfouda ja*
diacan manufta. bilangan deri Seth
pounja annac annac[ampet Noach, den-
gan diorangpounja ourner. Henoch bed-
jalandengan Deos Jagijadi ambil bawa.

2 Dia fouda jadiacan diorang fktou
lacki lacki dengan parampouan, daen
palihara diorang, daen bernamma

3 CnDe leefde ïjonfetrt
tnöe Dertigö jaren / enDe göe&an
[eenen foon] nat fpne gelijcfceniffe/
«aefijneDeuDeelt: enDenoemDe fp-
nenname/J>etf>

4 CnueStDamg Dagen/ naeDat
SP ^etfj geronnen ftaDDe/ $im ge?
tueeft actjt fjonöert jaer: enDe öp
getoan fönen enDe Dociteren.

s J>oo toaten alle De Dagen Dan
$Dam/ Die \\}p leefDe/ negen JjonDert
jaer/enDe Decticïj) aer; enDe ï)p fter f*

7 CnDe J>etö leefDe / nae Dat l)u
Cnoö gewonnen fiaDDe / acljt Ijon*
Dert enDe feDen jaren: enDe §p
taait fonenenDe Dociteren*

s^oo toaren alle De Dagen Dan
jhttfyi negen IjonDert enDe tVuaelf
jaer: enDefjp fterf.

10 Cnöe^nog leefde/na Dat ï$p
isenan gewonnen ïjaööc acf)t ijen*
Dert enDe Dijftfjten jaer: enDefjp ge*
ttan fonenenDe Dokteren*

n ^oo tuaren alle De Dagen Dan
Cnoö/mgen IjonDert enOeüijfja?
ren: enDe Ijp tef*

3 Macca Adam fouda betidop fk-=
tattous tigapoulou tauon, dacn bole
[annaclacki lacki] feperti roupànja,
feperti touladangnja : daen bernam-
ma nammanja, Seth.

4 Macca Adam pounja hari hari,
de blackan waâou fedang dia bole
Seth, fouda adda de lappan rattous
tauon : macca dia bole annac annac
lelacki daen parampouan.

5 Bagitou Adam pounja hari fa-
moa, nang dia fouda idop, adda fàm-
bilang rattous tauon,daen tiga poulou
tauon, macca dia matti.

7 Macca Seth, de blaCcan waâou
fedang dia bole Enos, fouda idop de-
lappan rattous toudjoutauon ,macca
dia bole annac annac lelacki daen pa-
rampouan.

8 Bagitou Seth pounja hari famoa
adda fambilang rattous duablas tau-
on : macca dia matti.

IQ Macca Enos,de blackan wadou
fedang diabole Kenan , fouda idop dc-
lappan,rattous limablas tauon:macca
diabole annac annac lelacki daen pa-
rampouan.

li Bagitou Enos pounja hari fa-
moa adda fambilang rattous lima
tauon : macca dia matti.

13 enbe ftenan ïeefbe / nae bat
Jp S&ajalaieel g Jebjonnen Jabbe/
aejt Jonaert enbe beerticj jaer:
cnöe bP S&etoan fenen enbe bocj*
teren»

¹4 <&oo toaren alle be bagen ban
öenan / negen Jonbert enbe tjien
jaren :enbejp öerf*

i é enbe «Bajalaleeïleefbe/ nae
bat Jp gereb gjeusonnen Jabbe/
actjt Jonbert enbe öertic J jaer: enbe
Jp getnan tonen enbe Dociteren*

17 ^00 fciaren alle be bagen ban
Ifèajalaleel aejt Jonöert enbe bijf
en tnegentiej jaer: enbe Jp fterf*

19 Cnbe gereb leefbe/na bat Jp
^enocj geronnen Jabbe/ac Jt Jon*
bert jaer: enbe Jp gttoan fonen enbe
öorjteren.

²⁰ Jboötoarenallebebagenban
üereb/ negen Jonbert enbe ttaee en
tfeftigjjaer: enöe Jp (tut

21 €nbe #enocJ ïeeföe tajf enöe
tfeftigj i\'acr: enbe Jp gjetoan Mt*
töufalaj*

<enbe #enocJ toanbelbemet
taA* \'bat Jp mtJufalaJ ge*
Sⁿï!ⁿ Öabbe/ bnc Jonbert jaer:

13 Macca Kenan fouda idop, de-
blackan wa&ou fedang dia bole Ma-
halaleel delappan rattous ampat poa-
lou tauon: macca dia bole annac an-
nac Ielacki daen parampouan.

14 Bagitou Enos pounja hari fa-
in oa adda fambilang rattous fapou-
lou tauon: macca dia matti.

16 Macca Mahalaleel, de blackaa
wadou fedang dia bole Jered, fouda
idop, delappan rattous tiga pouloti
tauon: macca dia bole annac annac
Ielacki daen parampouan.

17 Bagitou Mahalaleel pounja bars
famoa adda delappan rattous fambi-
lang poulou lima tauon: macca dia
matti.

19 Maccajered.de blackan wa&ou
fedang dia bole Henoch, fouda idop
delappan rattous tauon: macca dia
bole annac annac Ielacki daen pa-
rampouan.

zo Bagitoujered pounja hari famoa
adda fambilang rattous nam poulou
dua tauon : macca dia matti.

zz Macca Henoch fouda bedjalan
dengan Deos tiga rattous tauon, dc
blackan wa&ou fedang dia bole Me-
thufalah : macca dia bole annac annac
Ielacki daen parampouan.

23 ^ootoaren alle öeöagen ban
genoeg / ö?ie gonöett enöebijf en
tfefttgg jaer*

24 #enocg öatt toanöelöe met
Ooöt: enöe gp en toag niet [meer]:
mant o3oDt nam gemtoecg*

enöe iBetgnfalag leefde
gonöertfeben en tac&tentijgrö jaer:
enöe gp getoan Hamecg*

26 enöelfèetgufalagleeföe/nae
öat gp HameclT geronnen gaööe/
fefcen gonöett enöe ttoee en tacg*
tenttcg jaer: enöe gp gettjanfonen
enöeöoegterem

27 ^00 maren alle öe öagen ban
jtëetgnfalag/ negen Ijonöert enöe
negen en tfeSieft jaer: enöe gp fterf*

2 8 €nöe Aanteeg leeföe Ijonöert
enöe ttuee en taegtenttcg jaer: enöe
gp getoaneenenfone*

29 <£nöegpnoemöefpnenname
ffloacg/ feggenöe: <Defe fal om
trooöen ober ons mertU/ enöeober
öe fmerte onfer ganöen / Dan toegen
get aerötrïjch öat öe ^ & € ft €
berbloeckt geeft*

3 o <^nöe llamed) leeföe / na öat
|)p $oacg gge&onnen gaööe/bijf
Ijonöert enöe bisf en tnegentïgg
jaer: enöe gp ggetoan fonen enöe
öocgteren*"

31 ^oomarenalleöeöagenöan
Maraecg/ feben gonöertenöe feben
en tfebenttgg) aer: enöe gp ftetf*

32 Cntse ifloacg toagbnf gon^
öert jaer otiöt: enDC i!)oacg ge&san
J$zm\' Cgara/ enöe 3apget>

24 Henoch pon fouda bedjallan
dengan Deos : macca dia tidadda lagi
carnaDeos fouda¹ ambil dia.

25 Methufalah pon fouda idop fa
rattous delappan poulou toudjou
tauon ; macca dia bole Lamech.

26 Macca Methufalah, de blackan
wa&ou fedang dia bole Lamech, fou-
da idop toudjou rattous delappan pou-
lou dua tauon macca dia bole annac
annac lelacki daen parampouan.

27 BagitouMethufalah pounja hari fa-
moa adda fambilang rattous nam pou-
lou fambilang tauon: macca dia matt».

28 Lamech pon fouda idop fa ra-
tous delappan poulou dua tauommac-
ca dia bole annac lacki lackifatou.

29 Mackadiabernammanammanja
Noach; cattanja: inila adda iborken
cami deri bacardjàhan cami daen deri
tangan cami pounja fanfara, deri bou«.
mi nang Alia Thalia fouda bertobat.

30 Macca Lamech, de blackan wa-
&ou mannacalla dia bole Noach, fou-
da idop lima rattous fambilang poulou
lima tauon : macca dia bole annac an-
nac lelacki daen parampouan.

31 Bagitou Lamech pounja hari fa-
moa adda toudjou rattous toudjou
poulou toudjou tauon : macca dia
matti.

32 Noach pon fouda touwa lima
rattous tauon : Macca Noach bole
Seal, Cham, dengan Japhet.

Gemeyne wclluft, ende groote boofheyt des
menfeben, veroorfaken, nae een refpijt van
_I20jaren , den Sundtvloet, vers z♦ Reu-
fen, 4. Noach vindt genade by Godt, ende
ontfanght bevel, ende voorfchrift van hec
wiakenderArke, 8,14, Godts verbondc
met Noach,ï 8» bevel van allerley gedier-
te , ende voorraet van fpyfe te nemen in de
Arke, ip.

Miin Oecft en fal niet in eeutoig*
Öeptttoißen met oenmenfelje/ De*
topu ï)p ootfc bïeefcfj té: Dotl) fp ne
Dagen auïen $ijn IjonDert enDe
ttointigïj jaren*

4 Sn Die Dagen toarenDer &ett*
ren op öe? aetDe/enDe oorfe Dae? nae/
m €>ou$ fonen tot De Dociteren
Dei* menfeben ingegaen toaren/ enDe
ftcö [kinderen] gfjetoonwn fjaDDen:

Tagal manufia pounja naffou djahat daen
nacallan bef ar Alia Thalia bri tan daen
arrham manufia pounja daen fegalla
dounja pounja binajfahan: adda orang
gigant\'t. Noach bertamou cajfian deri
Alia , lagt Alia fouro diacardjaAtka»
Alia baiki cauwoul dengan Noach.

i \\zfacca fouda jadi,fedang orang
*-^v-*manufia jadi banja de bou»
mi, lagi annac annac parampouan ja-
di berannac padanja;

z Agar annac annac Deos menän-
tang, orang manufia pounja annac
annac parampouan,diorang adda rou«
pa baic , lagi diorang ambil iftri iftri
pada fendirinja, deri orang famoa jang
aiorang fouda pi li,

3 Tatcaila Alia Thalia carta: Akou
pounja Spirito tidadda hari birou den-
gan orang manufia lampei la oumor,
febab dia lagi adda dagin : tetapi di»
pounja hari hari adda jaddi fa rattous
aua poulou tauon,

4 Pada hari hari irou adda orang
giganti de bourni, commedien pon
lagi, mannacalla annac annac Deos
foudabatfjampordengan, orang ma-
nufia pounja annac annac parampou-
an, lagi fouda bole annac: iniia orang
tcrcawafla itoii. jang deri lamma lam-
manja fouda packei nSma facki lacki.

<5 Macca Alia Thalia liar orang
manufia pounja nacallan de bourni,
adda banja warna, lagi fegalla kira ki™
rahan deri hatinja pounja angan angan

/ öat gp öen menfege op Der
aeröe ggemaec&t gaööe; enDe get
fmetteDe gem aen firn gerte*

7 Cnöe De fepöe:
3cU fal ben menfege/ Dten te& gge*
frgapen gebbe/ berDelgen Dan Den
aetotboöem/ ban Detunenfege tot
get Dee/tot get fcruppenDe geDierte/
enöetot get gebogelte öe$ gemetë
toe:tPant get beroubJt mp Dat icftfe
gemaedu gebbe.

9 <snt 5ïjn De geboorten ban
$oacg : $oacg b*a$ eenrecgtbeer*
ötgg optecgt man in fpnegelîacg*
ten : l&oacg toanöelDe met <*3oDt»

, 11 itëaer De aerDe fcuag berDo^
ben boo? <©oDt£ aengeficgt: enDe
öaetöe ttiag betbuit met b)?ebeU

12 ^oefacg «£3oöt De aetDe/enDe
ftrt/fn beröoïben:ï©ant al get
bleefeggaööe fijnen Uïegg betöo^
ben op öeraerDe*

13 <£>aerom fepDe €>oDt tot
$oacg: 2Cïïe£ bleefcges epnöetó
boo? mijn aengeftegte ggefcomen/
bmt De aetöe t0 Doo? lien betbuit
metb)?ebel: enDe ftet/ickfalfemet
De aetöe betöerben*

m- iBaeelu u eme ban
<0op&etgoiit / met luimeren fuit
ögp Defe^rUe maeefcen : enDe ggp

6 Tatcalla AIlaThalla fouda men«
jaflal, febab dia foudajadiacan manu-
üa de boumi: itoula Iagi fouda jaddi
pedis pa^la hatinja.

7 MatcaAllaTballa catta: Akou
maubinaflà deri boumi manufiajang
akou fouda jadiacan , deri manufia
fampei binatang , fampci tfjatfjing
merancan, iagi fampei bourong de
langit : carna beta tfjinta, febab beta
fouaa jadiacan diarang.

9 Inila affal Noach : Noach adda
Iacki lacki adihdaan betul deantara
diapounja aiïal : Noach fouda bedjal-
landengan Deos.

i o Noach pon fouda bole annac
Iacki lacki tiga orang, Sem, Cham,
dengan Japhet.

11 Tetapi boumi fouda berbinafla
de mouca Deos : macca boumi fouda
pounou dengan nacallan.

iz Tatcalla Deos fouda liât boumi,
Iagi liatla [boumi] fouda bcrbinafTa:
carna fegalIa daging fouda binaflacan
djallanjade boumi.

13 Tagal itou Deos catta pada No-
ach : fegalla daging pounja foudahan
fouda datan adapan moukako, karna
deri diorang tanna fouda jaddi pounou
dengan nacallan: Iagi liatla akoumau
rouiïakan diorang dengan tanna.

14 Baiki ¹ Arka fàtou padadjouw
dericayou Gopher,dengan bilikbilik
voft mefter baiki Arka ini : voüe Iagi

tot eene elle ban boben/ enbe be beu*
re bcr %xfee fult gijp tn bare 3pbe
fetten: glip fultfemet bonberfte/
ttoeebe/ en be berbe [verdiepingen]
maliën»

17 H&mticft/fiet/icfcbjengeee*
nen toaterbloetoberbe aerbe/ om
alle bleefcJ/baer een geeft öeS lebenS
in is / toan onUer öen Jemel te ber-
betben: al mat op be aerbe is fal
ben geeft geben*

18 iBaermetufalic&mijnBer*
bonbt oprit Jten: enbe gjp fult in
be %xht gaen/gjp/enbe utoe fon en/
enbeubje Jttpfb?oubje/enbeöebrij-
ben utoer fonenmet u»

^j9 €nbe gijp fult ban al toat
leeft / ban allen bleefcje/ tvoee ban
elrfes boen in be %xht komen / om
met u in^J t leben te bejouben: man*
nehen enbe bnjf ken fiiüenfe siin.

zo Jet gebogeltenaé fijnen
aect/enbe ban Jet bee na fijnen aect/
*anal Jetkruppenbe gebiertebeS
*^CïbtbobemS nae fijnen aert / ttoee
ÏW elcks fullen tot u komen/ om

²¹ ^.ï—
mefler gooflok itou dengan galia gaila
de dalam pon lagi,de louvvar pon lagi.

15 Macca bagini djouw mefler
baiki itou : Arka pounja pandjangnja
adda jaddi tiga rattousafla, lebarnja
lima poulou afla, tinginja.pon tiga
poulouafla.

16 Janella fatou vofle adda baiki
dedalam Arka macca vofle adda Ian-
cap itou fampei fatou afta deri atas,
macca Arka pounja pintou vofle adda
taroude fabelanja: vofle adda cardja
itou dengan [baleeuw papan] tiga
lapis.

17 Carna akou, liatla akou adda
boatayer malille de atas tanna, padâ
binafTa deri bawa furga fegalla daging
nangfbudatrimafpiritoberidop: ba-
rang appa famoa nangadda de boumi
adda poutous njauwa.

18 Hanja dengan vofle akou mau
bacauwoul: macca vofle adda maflok
de dalam Arka, vofle, dengan vofle
pounja annac dengan vofle pounja
iflri, dengan annac mou pounja iflri
famma vofle.

19 Macca vofle adda boat mafîbc
de dalam Arka deri fegalla daging deri
fegalla djenis dua orang, pada rongou
idop dengan vofle : diorang adda jaddi
djantan dengan betina.

zo Deri faël bourong,daan derifaël
binatang, daan deri faël tfjatljing nang
merankan de boumi, dua orang deri
fegalla djenis adda datan pada vofle,
agar diorang tingal idop.

can, daan bacompol pada vofte, agar
itoci jaddi maccanan pada vofte poa
lagi, pada diorang pon iagi.

,22 Macca Noach fouda boat: ia-
moa feperti Deos fouda fouro padanja,
bagitou dia boat.

Godt beveelt Noach, met fijn huyfgefin te
gaen in de Arke, vers i. van allerley reyne
ende onrey ne gedierten feker getal cot fich
te nemen,2. Noach verricht alles na Godts
bevel, f. De Sundtvloet begint, mee op-
berftingc van de Fonteynen des grooten
afgrondts van onderen, ende eenen gedu-
ngen plas-regen van bovenen, io. De
wateren waflfén 150 dagen, bedecken de
bergen,ende ai, wat leven heeft op aerden,
dat vergaet, 17.

^ tot $oacl): <£aet gijp/ en*
öe ti gantfeije gupjef in be SOrke:
mant u öeöbeuft geftett recgtbeer^
btglj boo? mijn aengeftcljte in befen
geflachte*

2 Ban alle repn bee fult ggp tot
ti nemen feben [cn] feben / Ijet man*
neken enbe filnUnjf ken: maerban
Ijet bet bat niet ttpn eniö/ tbjee/ get
mannegen ettbe fijn üïijfken*

3 <©ockban t gebogdte be$ fje*
ntetë feben [en] feben /1 manneken
enöe \'tbnifken/ omjaetlebenbiglj
te fjonben/op be gantfeije aeröe.

4 iBant ober noclj feben öagen/
fal ick boen regenen op be aerbe
beerti gl) bagen/ enbe bierticïj nacö
ten: enbe ick fal ban ben aerbbobem
berbefgenal fcuat beftaet/bat uk ge*

Alia fouro pada Noach agar dia dengan dia
pounja orang de rouma maffoc dedalam
Arka. lagt agar dia ambil dalam Arka,
deri fegalla djenis ha)wan daen lina-
tang deri binatang tfjoutfjipon la vi deri
nang tida tfioutfji pon lagt. Noach haic-
kifamonja famma Alia fouro. ayer be-
far datan.

vofte dengan vofte pounja [orang de]
rouma famoa de dalam Arka: Carna
akou fouda liat vofte adil adapan mou-
cakou de dalam aflal ini.

2 Deri fegalla hay wan tfjoutfji vo-
fte adda ambil toudjou dengan toud-
jou, nang djantan dengan bctinanja,
hanjaderi hay wan nang tida tfjoutfji,
dua nang djantan dengan betinanja.

3 Deri langit pounja bourong lagi
toudjou dengan toudjou , nang djan-
tan dengan betina, padatongou bidji
idop de atas fegalla boumi.

4 Carna de blackan toudjou hari
lagi, akou mau bri oudjangde boumi
ampat poulou hari dengan ampat
poulou malam: lagi akou mau binafla
deri boumi byang appa famoa nang

6 jüoatJi nu toa* f«s ftonDert
jaerouDt/até De üloeöt Der toateren
op Der aerbetoa&

7 £oogincfc$oac!j/enDeCijn*
fonen/ enDe ftjnc i)upfb?outoe/ enöe
De toijben fijner fonen met öem in De
%tkt/ ban totgen De toateren Deö
bloeté*

s i^an \'t repne bee/enbe ban\'tbee
bat niet repn entoaö/enDeban\'t ge*
bogeite/enDealtoatopDen aerDbo*
Demhruppt:

9 <&uamenDerttoee[ende] ttoee
tot Boaeö mDe2CrUe/ t manneken
enDe \'ttoijfken/göelücftatë <6oöt
jföoacïj geboDen babDe»

10 enDe fjet gefcïjieDDe nae Die
ftben Dagen/ Dat De toateren De$
bloetö op Der aerDe toaren»

¹¹ 3(n bet fe$ bonDerlt e jaer öejeê
Ubtns pan $oacl| / inDe ttoeeDe
maenDt/op Den febentienDenDacft
Der maent: op fcefen felbenDadj ^m
aue fontepnen Deg gzooten
S^ontö opgebjoken/enbeDe aupfen
Degïjemetö geopent*

12 €nDe een pla£-regentoa$ op
Der aerDe beerticlj Dagen/ enDe beet-
heb nacfjten*

6 Noach pon adda touwa nam rat-
tous tauon , fedang ayer itou maiille
de atas tanna.

7 Bagitou Noach,dengan annanja,
dengan bininja,dengan annanja poun-
jabini famma dia, fouda malfok de
dalam Arka, fèbab ayer nang adda
maiille.

8 Derihaywan nang tljoutfji,daan
deri haywan, nang tida tfjoutfji ,daari
deri bourong,daan barang appafamoa
nang merancan de boumi ;

9 Souda datan capada Noach de
dalam Arka, dua dua nang djantan
dengan betina, bagimanna Deos fou-
da fouro pada Noach.

xo Macca foudajaddi de blackan
toudjou hari itou, agar ayer itou maiil-
le de atas tanna.

11 Pada tauon nang ca nam rat-
tous deri Noach pounja idoppan, pada
boulangnangcadua, pada hari nang
ca toudjoublas deri boulang itou : pa-
da hari itou djouga cadallamnja befar
pounja matta ayer famoa fouda bcla,
daan langit pounja janella fouda
bouca.

iz Macca oudjang befar adda de
atas tanna ampat poulou hari den-
gan ampat poulou malam.

13 Bctul pada hari irou Noach,den-
gan Sem, dengan Cham, dengan Ja-
phet, Noachpounjaannac , famma
Noach pounja iflri , daan annanja
pounja ifoi t\'gaorang, fouda mafïbc

14 enbe al t gebierte nafij*
tien aert/enbe al \' t bee na fijnen aert/
tnbe al \'t Urnppenbe g Jebterte / bat
op ber aerbe hrnppt/na fijnen aert/
tnîsi: alle t gebogelte na fijnen aert/
allebogel&mban allerlep blengeL

i y enbe ban alle bleefcj / baer
een geeft bes lebenS in fcïas/ qua*
inenöer tbïee [en] ttoee tot $oacJ
in öe

16 enbe bie baer quanten / bie
tysâmen manneken enbe torijfken/
ban allen bleefcje/ gjelijck als Jem
€»obt bebolen Jaöbe : enbe be

18 enbe be toateren namen be
fiberjanbt/enbebenneerberben feer
op ber aerbe: enbe be SCrhe gtnck
op öeüjateren.

19 enöe öe toateren namen
gantfcj feerb\'oberjantopberaer*
be: foo bat alle Jooge bergen/ bie
mtber ben gantfcjen Jemel $tjn/ bt*
öecfct töerben*

20 BijftJienellenomJóogena^
tiîenbetoaterenb\'oberjanbt : enbe
be bergen toerben bebec&t*

21 enbe alle bleefcJ/ öat ficj op
b\'aerberoerbe/ gaf ben geeft/ban \'t
gebogelte/enbe ban \'t bee/ enbe ban
ttailbt gjebierte/ enbe ban al Jet
lirttppenbegebierte/ batopbaerbe
Kroop/mbe alle menfc Je*

14 Diorang, dengan binantang fe-
galla faël, dengan hay wan fegalla faël,
dengan tfjatfjing, nang meranean de
tanna, fegalla faël, dengan bourong fe-
galla faël, fegalla bourong deri fayap
fegalla warna.

if Daan deri fegalla daging , jang
addafpiritoberidop, fbudadatan, dua
dua pada Noach de dalam Arka.

16 Macca diorang nang datan,dua
orang daran dj an tan dengan betina,
deri fegalla dagin, bagimanna Deos
fouda fouro padanja : macca Alla
Thalia fouda toutop de blackan dia.

17 Macca ¹ oudjang itou adda de
boumi ampatpoulou hari, daan ayer
fouda jaddi banjac, daanankat Arka,
bagltou agar dia naicdeatas tanna.

18 Macca ayer fouda jaddi eras,
daan jaddi banjac facali de tanna:daan
Arka fouda anjotde ayer.

19 Macca ayer jaddi eras fa cali de
tanna: bagitou agar gounoutingi fa-
moa, nang adda de bawa fegalla lan-
git, jaddi toutop.

21 Macca fegalla daging, nang be-
gra fendirinja de boumi fouda poutous
njauwa, deri bourong, daan deri hay-
wan ,daan deri binatangoutang, daan
deri fegalla tJQatfjing, nang merankan
de tâna,dengan manufia fegalla orang.

zz Barang appa lamoa jang adda
nafas deri fpirito beridop de dalam dia
pounja idong, deri famoa nang adda
de cring, fouda matti.

23 Bagitoujaddiberbinaflâbarang
appa famoa nang foudajaddi, nang
adda de boumi, deri manùfia lampei
haywan »fampci tljatfjing, daan Kam-
pei bourong de iangit, macca diorang
jaddiberbinafla deri boumi: Tetapi
Noach kendiri tingal idop, daan Arka
pounja ifi dengan dia.

zz afcem öes gee-

fteg öe0 ïebeng ia fpne nenfgaten
ftaöDe/ ban allerlaat op \\ytt D?ooge
biaö/tfStftoJbeiL

23 Stlfoobjeuberbelggtal toat
fceftont/Datop DenaettboDembiag/
ban Den menfrfje aen tot get bee/ tot
Jet ktuppenDegjjeDierte/enDe tot
ijet gebogelte m gemeld/ enöe fp
bjecöen berbeigöt battDer aeröe:
<&oclj Boaeg alleen Weef ober / en*
DeöiatmetgeminDe airfcetoatf*

24 <£nöe DetoaterenjjaDDenDe
oberïjanbt boben D\'aetDe/ JjonDett
enDebitftigg Dagen.

l Heb. pmiiUehoau

Dc Fonteyne des afgronts, ende de woleken
worden gheftopt, waer door de wateren
ftille worden, ende allencxkens verloopen,
vers I. De Arke fett haer neder op \'t ghe-
berghte van Ararat,4. Noach laet een Rave
vliegen, ende daer na eene Duyve, die met
een OH_lf-tacxken weder komt, 7. Het
aerdtrijck i_s weder droog, 13» Noach gaet
met al, dat by hem was, op Godts bevel,
uyt de Arke, 16. Bouwt eenen Altaer, en-
de offert, 20. Godt belooft de Aerde niet
meer alfoo om \'smenfehen wille te ver-
derven, Zl.

snert tl entie aen al Ijet bee / Dat met
Sent inDe $tfceb>ag ; enbeôobt De«
^ eenen brinbt ober D\'aeröe Doö^
³*nvenDeöe toaterenbJie^DenfttU^

Cadallânjapounja mat ta ayer daen awang
jadi tout op, bagitou ayer ayer fouda jadi
todo, lagipalabanpalahan jaJi kitfjiL
Ar ka badiri de gounong Ararat. Noach
Iri lapas bourong gogga fatou, comme-
dien msrepatti jatou nang combali den-
gan pohon minjapounja dauon. boumi
fouda bacring. Noach dengan ifi Arka
famoafouda c allo uw ar deri Arka.

i T^Eos pon fouda ingat pada
J^Noacb, daan pada fcgalia bi-
nantang, daan pada fegaljahay wan,
nang adda dengan dia de dalam Arka :
macca Deos fouda boat bcdjallan an-
gindc atas tanna, daan ayer fouda
jaddi todo.

3 Baer toe Keerben be toateren
iaeberbanbobenbet aerbe / genen
enbebjeberbioepenbe: enbebe ma*
teven namen af ten epn$e ban gon*
bert enbebijftigg bagen*

4 <£nbe brärhe rtiftebe in be fe*
benbe maent/ op benfebentgtenben
öagg ber maenbt/ op be bergen ban
Ararat*

$ Cnbe beUjaterentoaren gaen*
be/ enbe afnemenbetot be tgienbe
maent: in be tgienbe [maent] op ben
eerften ber maent/merbenbetoppen
ber bergen gefien*

6 Cnbegetgefcgiebbetenepnbe
banbeertigg bagen/bat jfïoacgbe
benfter ber ftrfce/ bie gp ggemaeckt
gabbe/openbebe*

7 <£nbegp liet eenen Habt tipt:
bie btc&fóilg genen enbe useber
gsnek: tot bat be toatcren ban bo*
ben be aerbe berb?ooggt maren,

8 nae liet gp eene^upbe
ban ficg npt/ om te ften of be brnte*
ren ggelicgt mven ban boben ben
aerbtbobem*

9 jBaer be <^npbe en bonbt
geene\' ruße booj get gol gareg
ttottë: fookeerbefnüieber tot gem
m be Hr&e: toant be materen üjarett
opbe gantfege aerbe: enbe gp ftack
ifneganbttipt/enbe namfe/ enbe
fnargtfe tot firg in be flirfce.

ïo Cnbe gp berbepbbe nocg
feben anbere bagen: boe liet gp be
wmpbetueberom upt be $rlte.

3 Ayer nang adda de atas tanna
lagi fouda poulang daan rnalille ca
fannacamarre: daan lepas fa rattous
lima poulou hari ayer fouda jaddi
kitfjïl.

4 Pada boulang pon nang ca toud-
jou pada hari nang ca toudjou bias,
Arka fouda brenti de atas gounong
Ararat.

5 Macca ayer adda bedjallan djallan
daan jaddi kitljil fampei boulang nang
ca fa poulou: pada boulang nang cala
poulou pada hari nang bermoula deri
boulang , gounong pounja oudjong
fouda caliatan.

6 Macca de blackan ampat poulou
hari fouda jadi, agar Noach bouka
Arka pounjajanella, nang dia fouda
baiki.

7 Daan diabri callouwar bourong
goggafatou: nang banjaccali fouda
oulang datan, fampei ayer nang adda
de atas tanna fouda bacring.

8 Commediën dia fouda bri callou-
war deri dia merepatti fatou , pada liât
calou calou ayer fouda lalou deri tan-
na pounja mouca.

9 Tetapi merepatti tida bertamou
tampat brenti pada kackinja : febab
itou dia combali pada dia de dalam
Arka 3 carna ayer adda de atas fegalla
tanna : macca dia callouwar tanganja,
daan ambil dia daan bawa dia capada
dia de dalam Arka.

ïo Macca dia nanti lagi toudjou
hari lain : tatcalla dia combali bri cal-
louwar merepatti deri Arka.

11 enbe be ®>mt quam tot
Jjem tegen abonbt-tijöt / euöe
ftet/ een afgebroken olijf blabt toaö
invaren betfc: foo mercftte 4i>oarij
bat oe toateren banboben be aerbe
gelicht toaren*

12 <©oebertoefbeljpnocl)feben
anber e bagen; enbe l)p liet be <Bup*
be upt / maet fp en heer be niet meet
toebertot ftem*

13 enbe l)etgïjefcl)iebbe in bet
fes Ijonöertfte enbe eerfte jaer / in be
terfte [maent] op ben eerften ber fel*
ber maent/ bat be toateren b^oogty*
benbanboben beraerbe/ boe bebe
Hoacb bet becfcfel ber Sfirfce af/enbe
facb toe/ enbe fiet benaerbtbobem
toaggetooogbt*

14 ^nbe in be ttoeebe maent/
op ben feben en ttoimicjltenbaglj
ber maent/ toasbe aerbe op-ge*
bjoocfït*

16 <eaetuptbe$rfce:sÖP/*nbe
ntoejupfb^outoe/ enbe utoefonen/
enbe betopben utoer fonen met tu

17 SClfjetgebiertebat met nis/
ban allen bleefcbe / aen gbebogelte/
enbe aen bee /enbe aen al ijetïmip*
penbe gljebierte/ bat op ber aerbe
fctttppt/boet met u uptgaen: enbe

fp obrtbloebelicK boojt teelen
JJ^ec aerbe/enbebmcbtbaer 31111/
aerbe^toecm^igpulbigen op ber

11 Daan mcrepatti fouda datan
capada dia ampir waâou petanghari,
lagi Jiatla, pohon-minja pounja dau-
won berpongou adda daiam mou-
lontnja : daan Noach fouda mcngarti
ayer, nang adda de atas tanna, fouda
bacring.

12 Macca dia nanti lagi toudjou
hari lain, daan dia bri callou war mcre-
patti, tetapi dia tidacombali lagi ca-
pada dia.

13 Macca pada tauon nang ca nam
rattous fatou, pada boulang nangber-
mou!a,pada hari nangbermouladeri
bou lan g itou,fouda jadi agar ayer nan g
adda de atas tanna jadi cring : daan
Noach fouda callouwar Arka pounja
toudong, daan dia liât,lagi liatla tanna
pounja mouca fouda cring.

14 Macca pada boulang nang ca
dua, pada hari nang ca dua poulou
toudjou , tanna fouda bacring.

16 Callouwar deri Arka: vofïe daan
vofte pounja iftri, daan vofte pounja
annac , daan annac-mou pounja iftrâ

17 Binantang famoa nang adda
dengan voüe, deri fegalla dagin, da-
lam bourong, dalam foaywan; daan
dalam fegalla tfjatfjing, nang meran-
kan de ran na, antar de louwar dengan
vofte : daan beer diorang merankan
atas tanna, daan tombo daan jaddi
banjac banjacdcatas tanna.

19 $ü)et gebierte / al Jet fcrup*
penöfc/enbealljet gebogelte/ albmt
fielt op ber aerbe roert: nae Ijate ge*
flachten/gingen upt bedürfte*

sensn2ütaet:enbeöp
nam ban al Jet repnbee/ enbe ban
al Jet repn gljebogelte/ enbe off er be
b*anb-o£eren op bien ältaet.

bien lieffelicfcen rettcfe / enbe be
fepbe in fijn fjerte:
Sek en fal boojtaen ben aerbtbo*
bem niet meer berüloeckctt orn bes
menfcijentuille/ toant Jet geötcljtfel
bau Smenfcljen Jerte is booS üan
fiiner iengltt aen: enbe ich en fal
boottaen niet meer al Jet lebenbe
Claen / geüjch als ick gebaen Ijebbe*

" Booztaen alle be bagen ber
aeröe/en füllen $aepinge/en oogjft/
enbefconbe/ enbe Jitte/ enbe fomer/
enbe brinter/ enbe baclj/enbe naejt/
nietopljouben*

Godt vernieuwt fynen fegen nae denSundt-
vloet over de menfehen, vers 1. vergant,
ende verbiedt haerfekere fpyfe , 3. veror-
dent ftraffe op den dootflach, f. fielt den
Regenboge tot een teyeken fijns verbonts,
dat geen\'algemeyne Sundtvloet meer op
aerde n kornen fal, 9. Noach plant den
Wijnftock, 2e. ende wort inden flaepdes
dronckenfchaps van wegen fijner naeckt-
heyc van Cham befehimpt, 22» die daer

19 Segalla binatang, fegalla nang
mcrankan, daan fegalla bourong, ba-
rang appa famoa nangbegra fendirin-
ja de tanna:dengan aflal aflalnja fou-
da callou war deri Arka.

20 Macca Noach fouda baiki tam-
pat fombahan fatou pada Alla Thalia:
daan dia ambil deri fegalla haywan
tfjoutfji, daan deri fegalla bourong
tfjoutfji,daan dia berfömba fombahan
terapi atas rampac fombahan icou.

21 Macca Alla Thalia fouda tfjong
babauw fèdap itou : daan Alla Thalia
cattadedalam hatinja : Akou tida ad-
da tobat combali pada tanna febab
manufia: carna kira kira\'nan deri ma-
nufia pounja hati adda djahat deri
djaman mouda : Akou lagi tida adda
poukol combali fegalla nang idop, fe-
perti akou fouda boat.

22 Deri pada lacarang tanna poun-
ja hari famoa, mouiïim pada ambor
ben êê daan pada iris, daan dingin daan
pan nas,daan cri ng,daan fïudjang,daan

De hlackan ayer befar, jtou. Alla ihrken
manufia comlali dengan djandjihan
deri diapounja paliharahan. bri tau
maccanan appa dia meßer maccan, lagt
appa tida. adjar bagimanna pat out hou •
com orang nang bounou manufia. bri
benang radja pada tanda deri dia poun-
ja

2 €nbe nïtcöerbjeefe/enbe nïte<
ber berfcgïicUinge 3p ober al get
gebterte beraerbe/ enbe ober al get
ggebogeltebeg gemetë : in al uiat
ftclj op ben aerbbobem roert/enbe in
allebiffcgen bet ^ee: fp $gn in uu>e
gant obergegebem

3 toat fieg roert/ bat leben«
fcigg t$/3p latotfpijfe: icft geb get u
algegebé/gelijckget groene Untpt.

s €nbe boo^aer tcfc fal nbïoet
[het bioet] tttoer sielen epfcgen / ban
öe gant aller gebterte fal icH get ep *
fcgen: oocU ban be ganbt öeö men*
fcgen/ ban be gant eeneg pegelicften
fpnejö bjoeberg fal icU be 3iele be$
menftgen epfcgen»

.« t©iebe$menfcgengloebtber*
JJ^/fiinbloetfal boo i ben menfcge
jJ^ecôoten bjotfjen; toant <5obt geeft

Jtf cauwoul, omo* tida datait comhaît
ayer befarbagït»u de tanna. Noach tan-
nam pobonanghor.

i jV/TAcca Deos fouda palihara
Noach dengan annac annan-
ja: daan catta pada aiorang: Tombo
daan jaddi banjac daan pounouakati
tanna.

2, Daan jouworang pounja tacot-
tan, daan djouworang pounjatercoud-
jottan adda jaddi de atas fegalla binan-
tang deri tanna, daan de atas fegalJa
bourongderi langit, de dalam barang
appa famoa nang merancan de boumi,
daandedalam iegaliaican derilaout :
diorang famoa adda de dalam tangan-
mou pounja cawafîà.

3 Barang appa famoa nang begra
fendirinja^ nang adda idop, adda jaddi
pada djouworang pounja maccanan:
famoa itou akou fouda caffie pada
djouworang feperti fàyor idjou.

5 Carnafongo fongo akou mau
minta daramou, djiwamou pounja
[dara] : deri fegalla binatang pounja
tangan akou mau minta itou;dcri ma-
nufia pounja tangan lagi, deri fegalla
orang pounja foudara pounja tangan
akou mau minta manufia pounja
djiwa.

6 Sjappa tompa manufia pounja
dara, dia pounja dara adda jaddi tom-
pa deri manufia: carna Deos fouda ja-
diacan manufia feperti touladangnja.

feaer/enöebermemdjbulöieïjt : teelt
oberblûeôtgljlicUboostûp öet aer*
öe/ enöebermenigljbulöïgïït op öe
felbe*

8 i^oojöer fenöe <23oöt tot
acl) / eiiDc tot fpne fonen met ï)em/
feggenöe :

9 fBaet icïi/ tiet / telt riekte mm
^erbonöt op met u/ enöe met ubïen
jaöe naetn

10 €nönttetalïeïebenöige5teïe/
bit met u té/ban t geüogekc/ ban t
bee/enöeban alle geöiette Der aetöe
met u : ban alleöie upt öe flitfcege*
gaen 3tm / tot al lytt göeötette öet
aetöe toe*

11 <£nbe telt ttcljtc mun Bet*
foonöt op met u / öat niet meet alle
bleefct) ban öebaaterenöegBloetg
fal bao ïöcn uptgeroept: enöe öattec
geen ©loeöt meet $m en fal / om öe
aeröetebetöerben*

12 <ï£nöe <©oöt fepöe: t©it té ïjet
teetUen öc£ betbonöttf/ öat tcU gebe
tuCTtgen mp/enöe tuffifjen x\\ Iteöen/
tnöe tttffcljen alle lebenöige 3iele/
öiemet u i# :tot eeuüJigegeGacöte*

13 ffètjnen 25oge Jeöbe ic& ge<
geben in öe bjolefeen: öte fal $tm tot
een t eeefcen öeg besbonötg/ tuffel) en
mp/eni^e tuffdjen öe aetöe»

14 ^nöegetfalggtrelpeöen alg
ieh toof riten ober ö\'aeröe fytenge/
öat öefeöogefal geCienbJO^öentnöe

8 Deos lagi fouda catta pada No-
ach, daan pada annac annanja dengan
dia, cattanja:

9 Akou pon,liatla,akou baiki akou
poynjacauwoul dengan djouworang,
daan dengan djouworang pounja bidji
de biackan djouworang.

10 Lagi dengan njawa idop famoa,
nang adda dengan pacanira orang,deri
bourong, deri hay wan, lagi deri tanna
pounjabinatangfamoa, dengan paca-
nira orang : deri fegalla djenis nang
fouda calluor deri Arka, nen courang
fatou deri tanna pounja binatang
famoa.

11 Lagi Akou menboat Akou
pounja cauwoul dengan pacanira
orang , agar fegalla daging jangan
combali jadi biaaffa, deri ayer ayer
itou befar agar jangan combali malille
ayer pada binafla tanna.

12, Lagi Deos catta : iniJa adda cau-
woul pounja tanda,nang Akou bri de
tenga Akou daan de tenga djouw
orang daan de tenga ¹ Êjawa idop fa-
moa , nang adda dengan djouw orang
¹ felamma adda affal aflàl djouga.

13 Akou pounja» pana Akou fou-
da tarou de dalam auwang auwang,
inila adda djaddi pada tanda deri cau-
woul de tenga Akou lagi de tenga
tanna.

14 Lagi adda jadi fèdang Akou bri
auwang auwang atas tanna, ³pana
itou addacaliatan de dalam anwang

i > «Dan ral tcu gebeneften aen
miinber&^0lït/ tVDticK istuflxfjen
mp / *^lïDe tuflxljcnu / cnöc tufiTcJfen
alle icnenöige 31de ban allen blee*
ttljt: enöe De toateren fullenniet
meer toefen tot eenen bloet / om alle
bleefd)teber0etben

x6 ftilsDefen bogeinbetoolc&en
fal 5tjtv foo fal icU l)cm aenften/ om
tegeöenckenaen liet eeutoigb ber*
bonDt tuflxljen «SoDt/ enöe tuffeljen
àlleleuenûtge3tele/ ban allen blee*
fclje/ Dat op Der aerDen iS*

17 ^00 fepDe Dan <0oDt tot
jfôoaclj : 3Dtt is bet teeefcen Des Der«
DonDtS / Dat icfc opgericht bebbe
tu(Tci)en mp / enöe tuCfelien alle
bleefcb/Dat op Der aerDen is*

18 enöe öe fonen $oacöS Die
uptoe^rfcegingen/ toaren £em/
enDe €i)am / enDe Sapjet: enDe
Cl)am Die iS De baber Dan Canaan*

19 <®efeb:ie toaren De fonen Dan
&oaci): enDe DanDefe iS De gant*
fcôe aerDe oDerfpjept.

^io Cnöe Boacl) begon eenSCc*
fcerman te sijit ; enDe f)p plantte ee*
nentoijngaeit»

21 <£nöe bn ö^omït Dan Dien
toijn/enDetoert D?onc&en ; enöebp
ontblootte ficl) in \'tmiDOen fpner
teute.

^ CnöeCftam/ Canaansba*
7*/ facb fijnsbabers naecfetljept/
tuöc^p gaf Jet fpnenbepDen bjoe*
oerettöa_tr jj_{Upten tt} feennen*

I ƒ Lagi Akou mau ingat pada
Akou pounja cauwoul, nang adda dc
tenga Akou daan dc tenga djou orang,
daan de tenga njauwa idop famoa deri
fegalla daging, lagi ayer ayer tida me-
fier malille combali begitou, pada bi-
nafïà fegalla daging.

16 Mannacalla panaitou adda jadi
de dalam au wang au wang Akou mau
menantang itou, pada ingat pada cau-
woul itou terkakal, de tenga Deos
daan de tenga fegalla njauwa idop,deri
fegalla daging, nang adda atas tanna.

17 Begitou pon Deos catta pada
Noach : Inila adda cauwoul pounja
tanda nang Akou fouda menboat, de
tenga Akou daan de tenga fegalla da-
ging nang adda de tanna.

18 Lagi Noach pounja annac an-
nac lelacki, nang fouda callouwar deri
Arka, adda Sem, dengan Cham ^den-
gan Japhcth, lagi Cham adda Canaam
pounja bappa.

19 Tiga ini adda Noach pounja an-
nac lacki lacki deri dia orang pon fe-
galla tanna fouda jadi pounou.

20 Lagi Noach fouda Moulai jadi
orang douflon , lagi dia fouda tannam
coubon anghor.

ai Lagi dia fouda Minom deri coa
anghor itou, lagi dia jadi mabock ; lagi
dia talandjang acan * fendirinja dalam
dia pounja barong barong.

22 Lagi Cham Canaan pounja bap-
pa fouda liât bappanja pounja talan-
djangnja, lagi dia britau pada dia
pounja duabafoudara de louwar.

pjetj eenkïeet/ enbe fp lepben\'t tap
jjjier beuDer fc Jouberen / enbe gm^
gen acjtertbaertg / enbebebeckten
De nawfctJept {>arcs baberg : enbe
Jaer aengefiejten maten aejter*
ujacvt ô [gekeert] ,fo bat fp benaeckt*
Jept Jareö babetS met en fagen*

»4 Cnbe^oacjonttoaeckteban
fpnentutjn: en&ejp merrfuebmt
ftjn klepnfte foon Jem gjebaen
Jabbe*

m- <£nbejpfepbe: Berblo ecftt
3P Canaan ; een knee Jt bee knecj*
ten 3P Jp fpnen b^oeöeren*

2 6 ©oûjber fepbe Jp : <£efegent
3P be ^ € € a e be <0obt ^em^;
enbe Canaan sp Jent een knee Jt*

27 <©ûôt bzepbe Jet J upt/
tnbe Jp tooone in ^>ent$ tenten:
inbe Canaan 5p Jem een fcnecjt*

29 J>ûû maren alle be bagen
ban $oacJ / negen Jmtbert enbe
bîïftîgj jaer : enbe Jp tof*
fouda ambil barangkayn, lagi taroii
itou atas dia orang dua orang pounja
bahou, lagi oundor ca blackan lagi
toutop bappanja pounja talandjang-
nja,lagi dia orang fouda bali\'c dia orang
pounja mouca,begitou agar dia orang
tida liât bappanja pounja talan-
djangnja.

24 Lagi Noach fouda ban gon deri
dia pounja anghor, lagi dia fouda tau,
appa dia pounjaannac bongfou fouda
boat pada dia.

2f Lagi dia fouda catta: Tobat pa-
da Canaan, dia mcfter jadi hamba
pounja hamba de antara dia pounja
ioudara.

26 Dia lagi fouda catta : Alia Thal-
ia Sem pounja Deosjadi « poudji, lagi
Canaan jadi dia pounja hamba.

27 Dcos palihira pada Japheth,
lagi dia mefter doudoc dedalam Sem
pounja barong barong, lagi Canaan ja-
di dia pounja hamba.

28 Lagi Noach fouda idop de
blackan, ayer itou befar, tiga ratous li-
ma poulou tauon.

29 Begitou Noach pounja hari hari
famoa fouda fambilang rattous lima
poulou tauon commediën dia fouda
matti.

7 Hebr. djivta ; b a git ou barang cali \\ita tarou njaxva_}agar iteuganti djiwa mannacalU jadi catta
deri haywanybinatangj/ourong. 2 Hebr. fampei affal ajfal tercacal attaufampei CACal pomja
ajfal ajfal. 3 Artmja pana oudjan g attau benang radja, 4 zArtinja dta pounja tamp at
m aha, j Hebr.pali-bara. -

Uytbreydinge des menfchelijcken gheflachts
door de drie fonen van Noach, welcker na-
komelingen met baere woonplaetfen ver-

roe?/enöeifèagog/enöe iBaöai/enöe
SabatV enöe Cnbai/ enöe $iefecl)/
*nöeCita&

T Ban öe&3tjnberöepttöe€p*
ïanöenöer bolefcenm ijateHanöt*
fcljappen/ elcfc nae fune fpjahe: nae
Öaere ïjupgefmnen/ onöer ijaere
boleken*

7 <£nöe be fonen ban Cuö 3tjtti/
dt>eba / enöe l?abtla / enöe J>abta/
enöe &aema/"enöe Jbabttclja: enöe
öe fonen ban $aema 3tjn/J*eïjeba/
tnöe^eöan*

. 9 lip bja£ een getoelötgl) jager
aengeficïjt öe$ ee*
J? f ^ : öaerom too?t gefept:
«JtH^itutoöeenaöetoelötgö lager

i | Nila adda aflal deri Noach
^pounja annac annac lacki lacki
Sem, Cham dengan Japheth, lagi de
blackan ayer itou befar deri dia orang
fouda jadi annacannac lacki lacki.

^ Japheth pounja annac lacki lac-
ki adda Gomer dengan Magog den-
gan Madai, dengan Jawan, dengan
Toubal,dengan Melech.denganTiras.

3 Lagi Gomer pounja annac lacki
lacki adda Afkenas, dengan Riphath*
dengan Togarma.

4 Lagi Jawan pounja annac lacki
lacki adda Elifa,dengan »Tharfis.Chit-
tim,dengan Dodanim.

5 Dia orang fouda men bagi orang
orang pounja poulou poulou dalam
dia orang pounja negri negri feperti
adda dia orang pounja bafla feperti ad-
da dia orang pounja orang de rouma
de antara dia orang pou nja aflal.

6 Lagi Cham pounja annac lacki
lacki adda Cus, dengan ^itfraim,
dengan Put,dengan Canaan.

7 Lagi Cus pounja annac lacki
lacki addaSeba, den ganHavila, dengan
Sabta,dengan Raema, dengan Sabthe-
cha: lagi Raema pounja annac lacki
lacki adda Schcba dengan Dedan.

8 Deri Cus lagi fouda jadi Nimrod
inila fouda moulay jadi orang terca-
wafla atas tanna*

10 enbe get beginfel fpnejS
rijckg b*a£ 2$abel/enbe etetg/enbe
%ttati / enbe Calne tnben lanbe
linear*

11 ttpt bit felbe lanbtigftfTm:
uptgegaen/ tmt geeft ggeboutot
Jlinebe / enbe£egobotg / gt / enDe
Calag/

14 enbe patgnifim / enbe Caf*
Ingim/ban baet be pgilifteenenupt
gekomen $tjn/enbe Capgtotinu

18 Cnbe ben Sitbabt / enbe ben
Fenian/enbe ben fama#i: enbe
baer nae be gupfgeftnnen be?
Canaaniteri berfp^epbet*

19 €nbe be lantpale ber Canaa*
niten teas ^an %mx\\ / baev ggp
gaetnae<£*erar tot <^a$a toe: baet
ggpgaetna J>obom enbe^omo?^
ra / enbe ftbama / enbe ^eboint/ tot
lafatoe,

2 o tDit 31m € gam£ fonen / nae
garegnprgefmnen/ nae gate fp?a*
ken: in garelanbtfcgaypen/in gate

10 Lagi Babel fouda adda moulan»
ja deri dia pounja alam dengan Erecb,
dengan Accad, dengan Caine de da-
lam negri Sinear.

11 Deri negri kou djouga Aiïur
fouda calouwar Iagi fouda memboat
Nineve, dengan Rehobath, Ir, dengan
Calah. ..

ix Dengan Refen,de tenga Ninive
daan de tenga Calah : itou laadda ne-
gri itqübefar,

13 Lagi deri Mitfraim fouda jadi
Loudim, dengan Anamim, dengan
Lebabim, dengan Naphtuhim.

14 Dengan Pathrufim, dengan
Cafluhim ,derifiappa orang Philiftim
fouda djadi dengan Caphtorim.

15 Lagi deri Canaan fouda djadi
Zidon dia pounja annac *nang dou-
lou dengan Heth.

18 Arvadi, den ganSemari, dengan
Hamathi : lagi commediën Canaan
pounja allai löuda doudoc djau fini
fan na.

19 Oudjangtanna pon deri annac
annac Canaan fouda adda deri Zidon.,
de manna orang pegi de Gerar fampei
Gaza : de manna orang pegi de So-
dom daan Gomorra , daan Adama,
daan Seboim fampei Lafa.

irO Inila adda Cham pounja annac
lackï lacki dalarn dia orang pounja
nègri negri dalam dia orang pouor
-f - ja

7.1 BöD^SW^tm [fönen] ge^
boren/be fdüe iö codi bebaöer aller
fonenDan ^eber / bjoeber bau 3a»

2 ? enbe lieber toerben ttuee fo*
nen geboren; bes eenen naem toas
#eleg: toant in fpne bagen ts be
aerbefcerbeelt: enbe fpne$ b^oeberS
Viaemtuas joktan*

enbe gofctan gftetoan KU
mobab / enbe <&eleplj / enbe
wabet/ enbe garaft*
27 enbe Laborant/enbe Ct3al/

30 enbe bäte teooninge b*a£
bau iMtfjaaf/ baer gbp gaet nae
^epjar / \'t göebergljte ban t <©0*
ften,

zi Dcri Sem lagi fouda jadi ännae
annac lacki lacki, ini addabappaderi
Heber pounja annac famoa, ade dcri
Japheth nang^J kaka.

zz Sem pounja annac annac lelac-
ki fouda adda Eiam, dengan Aflur,
dengan Arphaxad,dengan Lut, den-
gan Aram. -

23 Lagi Aram pounja annac annac
fouda adda Uz .dengan Hui » dengan
Gether, dengan Mas.

2$ Lagi deri Heber fouda jadi an-
nac lacki lacki duaorangfatou pounja
namma addaPelcg,carna de dalam diu
pounja oumor tanna fouda jadi bagi
bagi: lagi fodaranja pounja namma
adda Joktan.

26 Lagi Joktan fbuda boIeAimo-
dad,dengan Seleph, dengan Hazar-
mavet, dengan Jarab.

29 Ophir, dengan Havüa, dengan
Jobab, lagt ini famoa fouda adda Jok-
tan pounja annac.

3a Lagi dia orang pounja tampat
doudoc fouda adda den Mefcba de
manna orang bedjalan de Sephar,

31 Inila adda Sem pounja annac an-
nac de dalam dia orang pounja afTaf
de dalam dia orang pounja bafla baffe
de dalam dia orang pounja negri neg«V

3 % Inila adda aflal deri Noach poun-
ja annac annac Iacki lacki, begitou fe-
pertfdia orang fouda jadi de dalarn dia
orang pounja potipou, lagt deri orang
ini orang orang fouda jadi nang de
blackan ayer ayer itou befar fouda
doudoc fini fanna atas tanna.

; Utarps dt a fouda adda bappa deri orang dt negrt Cilicien, daan negri radja at tan negri ntmg
cappalla deri tanna Cilicien jadi bernamma Tbarfs : de negrt itou Apoßclo Paulo fouda djadt
her annac : liât berboatang deri Apoftol C<tp₄ 22. j/. 2 Dia adda bappa deri »rang Mitfraim
nang fouda doudoc de negri mifri attau Egypten. 3 Orang alim daan pandita fyra fyra dia fouda.
adda orang er as orang tercoat pada oußtr hajrwan lagi btnatang daan manu fa lagt. 4 Attau fou-
long attau pertama. ; Attau foulong attau pertamma₎ bermoula. Hebr. nang lebe befar.

Alle menfehen hadden tot defer tijde toeee-
nerley fpraecke, versi. De kinderen der
menfehen beftaen eene Stadt, met eenen
feer hoogenTooren uyt enckele trotfheyt
te bouwen, 3. Godt belet haerwerck door
vérdeylinge der fpraken , ende verftroytfe
van malkanderen door de werelt, 6. Babel
bekomt daer van den name, 9, Sems nae-
komelingen rot op Abraham, 10. die met
fijnen vader, Sarai, ende Loth, treckt uyt
Ur der Chaldecn nae Haran, 29.

2 i&aer Jet gefcjtebbe/al£ fp tt*
gen\'trollen togen/ bat fp eene
leegte bonben tnben lanbe linear/
enbe fp bjoonben albaer*

3 €nDc fp fepben een peber tot
fpnennaeften: feom aen/ laet ong
ttcjelen ftrifeftett / enbe toel booj-
bjanben : enbe be ticjel baag Jen
boo^fteen/ en t itjm bJa$ Jen boo?
leenv

Orang card) a tjandi ait au nang latou
nang tingi itou de negti Babel Alla
batf jarrtpor orang pounja baffa daan H-
da, berambor manufia fini fanna defe-
galla boumi\\poupou deri Sémfampeipa\'
da Abraham. Dia dengan bappanja,
daan Sarai, daan Loth, pegi deri Ur
Cha Idea de Haran.

1 r Agi fegalla tanna fonda adda
-■^baJEîa fatou djouga lagi bacat-
tahan fatou djenis djouga.

i Tcrapi fouda djadi mannacalla
dia orang fouda pègi ca timor dia
orang fouda .bartamou barang tanna
ratta dedalam tanna Si near, lagi dia
orang fouda doudoc de fanna.

3 Lagi dia orang fouda catta iâtou
pada lain bayela becr : kitta orang
baicki batou lagi backar baie baie, lagi
batou tabackar dia orang fouda boat
ganti batou fongo lagi tanna poulout
dia orang fouda boat ganti capor.

Mtuuui mie tenetiep rpjaue/enöe Dit
irt/öat fp beginnen te maUentmaei
tw / en fouöe ften niet afgefneöen
bjojöen altoat fp beöaejt Rebben te
maften*

« 6 ban öaet ober öe gantfclje
aeröe: enöe fp ijielöen op öe fitaötte
öowbjen.

9 ^aerom noemöe men {laren
nante 25abel : taant alöaer bettoer*
teöeöe $ <£<£&<£ be fp:afte öer
3anttó)tr aeröe/ enöe ban öaet bet*
ftropöefe öc ^ <e € ft <6 ober öe
öantfclje aeröe.

Gap. xj\\ Het eerfte Boeck Mofis. Fol: %o

4 <£nöefp repöcn: Hom aen /
laetonssboojonjseene Jbtaöt bon*
toen/ enöe eenen <€oren/öien£ o$k
pcjftemöen tremel 3p/enöeiaetong
tenen name booionömaeefcen: op

Dat top niet miCftïjten ober öe sant?
fcfje aeröeberftropt en toojöen*

4 Lagi dia orang catta: marela beer
kitta orang menboat pada kitta
orang fatou negridengan fatou tjandi
nang fiappa pounja capalla jadifam-
pei furga : lagi beer kita orang bole
namma befar pada kita orang agar
kita orang jangan jadi tfjercy merey
atasfegalla boumi.

5 Tatcalla Alia Thalia fouda ton-
rong ca bava pada liât negri itou den-
gan tjandi nang orang manufia poun*
ja annac annae menboar.

6 Lagi Alia Thalia eatta : liatla dia
orang adda orang aflal fatou djouga,
lagi dia orang adda bafla fatou djouga,
lagi inila adda nang dia orang fouda
moulay menboat : ja pon facarang dia
orang tida mau tingal akan itou famoa
nang dia orang fouda bitfjara pada
boar.

7 Marela beer cami tourong de ba-
wa.lagi beër cami de fanna¹ tÇercy dia
orang pounja bafla : agar fatou jangan
mengarti lain pounja bafla.

8 Begitou Alia Thalia fouda am-
bor dia orang dcri fanna atas fegalla
boumidagi diorang tingalfeaiki Negri.

9 Tagal itou orang orang bernarn-
ma dia pounja namma Babel, carna
de fanna Alia Thalia fouda batfjam-
por fègalla boumi pounja bafla, lagi
deri fanna Alia Thalia fouda ambor
dia otang atas fegalla boumi.

10 Inila adda Sem pounja aflal,Sem
fouda adda touwa farattous tauon
lagi deri dia foudajadi Arphaxad , dua
tauon de bJackan aycr ayer itou bcfar.

Svpliaclaö ggebiönnen gaöbe bijf
lionöert jaer: enöeljp gettmn fonen
ënöcöoeijtetm

13 Cnöe 2£rpïjacfaö leeföe / nae
bat Ijp J>claö gljeujonnen gaböe/
bter öonöett enöe ö£ie jaren; enöe

i f Citöe ^>elag leeföe/ nae bat
|jp lieber ggeiuonnen Ijaööe / bier
fjonbert enöe ö?ie jareinenöe gp ge^
tornt fonen enöe Dociteren»

17 Cnbc3|cbetlecföe/naöatljp
peleg gljeuionncn Ijabbe/bier Ijon*
bert enöe öcrtigl) iaën enöe l)p glje*
tojan fonen enöe öocljteren*

19 CnöeJMeg leeföe/na bat öp
ftegu gétoomten Ijaböe / ttiuee goit»
bert enöe negen jaren; enöe l)p göe*
*aan fonen enöe öocgteren.

Arphaxad,dia commediën fouda idop
lima rattous tauon: lagi diafouda bolc
annac annac lacki lacki dengan annac
annac parampouan.

13 Lagi m annacalla Arphaxad fou-
da bole Selah, dia commediën fouda
idop ampat rattous tiga tauon: lagi
dia fouda bole annac annac lacki lacki
dengan annac annac parampouan.

1$ Lagi mannacalla Selah fouda
boleHeber,dia commediën fouda idop
ampat rattous tiga tauon: lagi dia fou-
da bole annac annac lacki lacki den-
gan annac annac parampouan.

17 Lagi mannacalla Heber fouda
bole Peleg,dia commediën fouda idop
ampat rattous tiga poulou tauon: lagi
dia fouda bole annac annac lacki lacki
dengan annac annac parampouan.

19 Lagi mannacalla Peleg fouda
bole Rehu,dia commediën fouda idop
dua rattous fambilang tauon : lagi dia
fouda bole annac annac lelacki den-
gan annac annac parampouan.

Cnöejberng leeföe /nae bat
ftp iftalm gfteroonnen ftaööe/ ttoee
fconöert iaer: enöe ftp getoan Conen
enöeöocijttren,

enöe Bafto? leeföe/nae öat
ftp Ceraft gfteuionnenftaööe/ fton^
bert enöe negentftien jaer; enöe ftp
getuan fönen enöe öoeftteren*

z₁ enöe öit 3ijn öe gfteboo^ten
banCeraft;Ceraft gebmn flib?am/
^afto%/ enöe ^aran: enöe ^aran

amgefteftte fpnejS baöerS Ceraft/
5¹ ftetHanöt fpner geboomte/ in m
betCftalöeen.

z9 enöe 2lb*am enöe $aftoj
namen ften topPen: öe n^em ban
^biamSftupfb^oubJebJas „4>atat:
eivae öe naem ban $aftojg ftupg-
fctoutee i^ilea / een öoeftter
^aran/ baber ban j&ilca/ enbe
Verban gifca*

dua rattous tondjou tauon : lagi dia
fouda bole annac annac lacki lacki
dengan annac annac parampouan.

23 Lagi mannacalla Scrug fouda
boleNahor,dia commedien fouda idop
dua rattous tauon: lagi dia fouda bole
annac annac lacki lacki dengan annac
annac parampouan.

24 Lagi Nahor fouda idop dua
poulou fambilang tauon: lagi dia fou-
da boleTerah.

25 Lagi mannacalla Nahor fouda
boleTerah,dia commedien fouda idop
fa rattous fambilang blas tauon: lagi
dia fouda bole annac annac lacki lacki
dengan annac annac parampouan.

26 Lagi Terah fouda idop toudjou
poulou tauon : lagi dia fouda bole
Abram, Nahor, dengan Haran.

27 Lagi inila adda Terah pounja
affal 3 Terah fouda bole Abram , Na-
hor, dengan Haran: lagi Haran fouda
bole Lotn.

28 Lagi Haran fouda matti adapan
bappanja Terah pounja mouca, de da-
lam negri bappanja, de dalam negri
Ur, de dalam Chaldea.

29 Lagi Abram dengan Nahor fou-
da ambil bini bini pada dia orang,nam»
ma deri Abram pounja bini adda Sa-
rai 5 lagi Nahor pounja bini fouda ber-
namma Milca, nang annac parampou-
an deri Haran,nang Milca pounja bap-
pa, lagi Jifka pounja bappa.

fpnen föne/enöe Eût parang font/
Cpneg foong fone/ ent$ £vatat fpne
ftfjoon öocfttet / fpni$ foonö
ïtëamjsi jjupfbjoutoe/ tnDc fp togen
met ijaerïieöen npt toi öer Cfjal*
been/omtegaen naejetianöt
«aan / enöe ip cjuamen tot Ratait/
entje tooonöen alöaet\\

3± en De öe öagen ban Ceraft
toaren tmee fjonDcrt ejiöe bijf jaren:
snöe Ceral) Öerf te ï>atam
pounja annac Abram dengan Loth,
Haran pounja annac, dia pounja
tfjoutfjou, dengan Sarai dia pounja
menantou parampouan, annanja
Abram pounja bini,Iagi dia orang fam-
ma famma fouda poulang deri Ur,deri
tanna Chaldea,paaa pegi de tanna Ca-
naan: lagi dia orang fouda datan de
Haran, lagi dia orang fouda doUdoc de
fanna.

3z Lagi Terah pounja hari hari fa-
moa fouda adda duarattous lima tau-
on : lagi Terah fouda matti de Haran

Abram treckt, op Godts bevel ende beloften,
met Sarai, Loth, ende alles wat hy tot Ha-
ran geworven hadde, van daernae ^Jt landt
Canaan, vers I. komt by Sichern ende Be-
thel ende ftelt aldaer, nae Godts verfchij-
ninge, den openbaren Godts \'dienft aen, 6.
Treckt, vermidts dieren rijde, in Egypten,
ende begeert, dat Sarai legge, datle fyne
fuller zy: waer door Sarai hem ontnomen,
iHaer door Godts wonderlicke ende gena-
dige befchickinge weder gegeven wort, 14,.

gfyp tipt 11 ianöt/ enöe upt tiuse
maccjftfcfjap/enöe mit utiJegbaöerg
gup$/ nae Jet Ianöt tiatick u top*
fen faL

2 €nöe itk fal u tot een gzoot
bo klK malten/ enöe u fegene« / ende
tauen name gjoot maw&en: enöe
ftseeft een fegen*

Aham caUouwar deri negri Haran, den-
gan Sarai, Loth, lagi dengan barangap-
pa famoa nangdiafauda hole de fanna,
macca dia pegi de negri Canaan, feperti
Alla fouda [ouropadanja. dia datan de
negri Sichern àaan Bethel ; macca Alla
defanna caliatanpadanja : diafaßoura
pada Alla: Tagal lappar befar dia pegt
de negri Mizri,

canira pounja tan na lagi deri pacanira
pounja aiîal , lagi deri bappa-mou
pounja rouma de tanna itou nang beta
mau oundjo pada pacanira.

2 Lagi akou mau menboat pacani-
ra, bappa deri orang banjabanja, lagi
palihara pacanira , lagi bri namma be-
far pada pacanira-.lagi jadi paliharahan.

btoafet: enbe in u fnllen aile gje*
Ôacfjten bc£ aetbrijtfe* gjefegent
toojben*

fp^ofcen Jab&e/enbe toogj met
Jem: enoe &b?am toag bijf en tfe*
bçntigjiaeronbt/ boe Jpnpt ^a*
tan gmck*

5" €nbe2fb?amnamj»ataifpne
Jupf b joutoe/enne lot fpneg b?oe*
ber£ fone/enbe aile Jar e Jabe/bie fp
getoomen Jabbetv enbe be ytltn bit
Cp bec&regen Jabben in l^aran:
enûefp togenupt omte gaenna Jet
lanbt Canaan: entie fp qnamen in
Jet lanot Canaan*

6 enbe $b?am té booj-getogen
m bat lanot/ tôt aen tue plaetfe
JncJem / tôt aen Jet eptfeen bofcj
a^ore: enbebeCanaanitenbaaren
boe ter tijbt in bat lanût*

7 ^ûûberfcjeen be
Abmvenbefepbe/ tibîen5abe fal
tek bit lanbtgeben:boeboubabe Jp
aibaer eenen altaerben
bîejemberfcjenentoa^

8 €nbe Jp bîatk op loan baer
nae t gtbergjte tegen\'t ootten 23e*
tjel/ enbe Jp Goegj fpne tente op :
|jmbe 25etjel tegen ttoeften / enbe
?} tegen \'t ooften : enbe Jp bontobe
oaertien |)€€iW eenen mtmf

I gi tobat pada dia orang jang robat
pada pacani«a, lagi de dalam djouw
boumi pounja aflal afTal famoa adda
jadi palihara.

4 Lagi Abram fbuda pegi, begitoa
feperti Alla Thalla fouda catta padan-
ja lagi Loth fouda pegi dengan dia,
lagi Abram add-atouwatoudjou pou-
Ioulima tauon mannacalla dia fouda
calouwar dèri Haran.

5 Lagi Abram fouda ambil Sarai,
dia pounja bini,dengan Loth dia poun-
ja ade lacki lacki pounja annac,dengaa
artanja famoa , nang dia orang fouda
bole , dengan djiwa djiwa nang dia
orang fouda bole de dalam Haran; lagt
dia orang fouda calouwar pada pegi de
tanna Canaan : lagi dia orang fouda
datan de tanna Canaan.

6 Lagi Abram fouda mafîoc dalam
tannaitou fampei negri Sichem, fam-
pei tanna r&tta More : lagi orang Ca-
naan pada wadou itou adda de dalam
tanna itou.

7 Comroediën Alla Thalla fouda
caliatan pada Abram, lagi dia catta :
Akou mau bri tanna ini pada djouw
pounja bidji : commediën Abram de
fanna fbuda menboar fatou ¹ Altââr
pada Alla Thalla, nang fouda caliatan
pada dia.

8 Commediën dia fbuda bapinda
deri fanna,fampei Bethel pounja gou-
nong gounong ca timordagi dia baicki
dia pounja barong barong; Bethel fou-
da adda ca barat lagi Ai ka timor lagi dia
de fanna fouda menboat fatou Altââr
pada AilaThalla; lagi dia menjoumba
pada Alla Thalla pounja namma.

10 enöe baer {jonger tn
bat lanbt : foo toogg 2Cb*am af nae
Cgppten/ om baet ató een b?eem*
belincfcteberfteeren/betDplebegon*
ger f toaer tuaö in bat lanbt*

11 enbe |fet ggefegiebbe al£ gp
naeberbe ominegppten te komen/
bat gp fepbe tot ^arai fpne gnpg-
b mmt : rff>iet boeg / ieft tueet bat
ggp eene bzouVuc $gt fegooa ban
aenfitgt:

12 enbeget fal gefegieben al$ tl
beCgpptenaertf fallen fien/foo ftii=
len fp feggen: <Dat iö fpne gnpjefc
bzcuicue/enbe fp fnllen mp booben/
enbe n in get lebén begottben.

13 ^eggtboeg: ggp 3iJt miin
fuffer:op bat get mptoelgae om tt/
enbe mijne 3i*Ie om tirent taille
lebe.

14 enbe get ggefegiebbe/ al£
SCtoam in egppten qnarn / bat be
egpptenaertf befe b^onbje fagen/
bat fp feet fcgoon tua&

I s fagen gaer pgaraojï
Bojöen/ enötp?efenfe bp pgarao;
enbe bic tooutue toert to egg ggeno*
men nae pgaraos gnp&

gp gaöbe Jbcgapm / enbe ïiunöe*
ren / enbe e$eïcn / enbe Hsnecgten/
mbr.lBae^gben / enbe esdinnen/

10 Macca adda lappar de dalaito
tanna itou, tagal itou Abram fouda
pegi tourongde [tanna]Egypten,pada
doudocdefannaieperti oranghorgai,
carna lappar adda brat de dalam tan-
na itou.

11 Lagi fouda djadi mannacalla dia
fouda datan ampir pada maffbc dalam
Egypten, agar dia catta pada bininja
Sarai : liatla beta tau pacanira adda
parampouan nang adda roupa paras.

iz Lagi adda djadi , mannacalla
orang Egypten adda liât pada pacani-
ra, dia orang adda catta : Inik adda dia
pounja bini, lagi dia orang addabou-
nou pada bcta,tetapi padadjouw dia
orang beër tingal idop.

I 3 Catta djouga djouw adda beta
pounja foudara, agar djadi baic pada
beta tagal djouw,lagi agar beta poun-
ja , djiwa tin cal idop tagal djouw.

14 Lagi föuda djadi, mannacalla
Abram fouda datan dalam Egypten,
orang Egypten fouda liât parampouan
ini adda paras baic fa cali cali.

3 5 Pharo pounja oulou balang lagi
fouda liât pada dia, lagi dia orang
poudji dia adapan Pharo; lagi ©rang
ambil parampouan ini,lagi antar bawa
dalam Pharo pounja rouma.

16 Lagi dia fadouli baic pada Abram
tagal dia : begitou agar dia adda dom-
ba domba, dengan fapi fapi, dengan
calledcy calledey , dengan hamba
hamba Iclacki, dengan hamba hamba

öe pijarao met g* oote plagen/oocfc
fijn impg/ tec oojfafce Pan ^arm
#&*am$l)upfmouuje*

enöe fepoe: BDat öit / [dat] gijp
mp geoaenöebt* timerom en ijiebt
glip mp niette kennen gegetoen/öat
fp ntoe ftupffcjonmeté *

19 U^aecom fteöt gijp gïjefept:
£>p 10 mijn fuaer/ foo Dat icfcfe mp
tot eene tncmtae fouöe gijenomen
fjeftben; enden«/ fietöaec téutoe
fmpfbjout»e/neemt[fe],enöe gaet
ftenen.

20 Cnïse pftatao gefcoo&t [fy-
ften] wannen Pan voegen ftem / enöe
fp geïepööen ftem / enöe fijne ftupjeu
tyontoe/enöe alles* toat ijp

Abram trecke met Sarai, Loth, ende grooten
IMckdom uyt Egypten weder nae *t lande
Kanaan, ende flaet fich neder by Bethel,
vers i. Abram ende Lot, vermits veelbeyt
van haer beyder have ende vee„ mitfgaders
harer Herderen twift, fcheyden van mal-
kanderen , 5. Loth treckt nae de fchoone
lantftreke va» Sodom, 10. Godt verfchijnt
Abram, ende wederhaeltfyne beloften, 14..
Abram reyft,opGcdts bevel, om \'tlandt
Canaan te befien, ende flaet iich neder by
Hebron, ende bouwt de^Heere eenen Al-

17 Tetapi AllaThalla fouda houcom
eras pada Pharo,pada dia pounja orang
de rouma lagi, tagal Sarai Abram
pounja bini.

18 Tagal itou Pharo pangil Abram,
daancatta: Appaitounang pacanira
fouda boat pada beta, earnappa tida
bri tau pada beta, dia adda pacanira

19 Carnappa fouda catta: dia adda
beta pounja foudara, tagal itoukita
fouda mau cau win dengan dia; baie la
facarang, liat de fini djouw pounja
bini ambil dia macca pegi.

io Lagi Pharo fouda fouro pada d/a
pounja orang lacki lacki deri dia, lagi
aia orang fouda antar pada dia, daan
padabininja, daan pada barang appa
famoa nang dia pounja,

Abram dengan Sarai, Loth, daan ana bin-
dar a banjac callouwar combali deri ne-
gri Mizri de tanna Canaan, daan tingaî
de Bethel. Abram dengan Loth jadi
tfjerei febab diorang pounja haywan
adda banjac facali, daan diorangpounja
combala csmbala hay wan batfjidera.
Lothpegi de Sode mpounja tanna bagous.
Alla caliatan pada Abram daan boat
toggo dia pounja djandjrhan,

3 Cmt Jp gincït bolgeng fijne
repfen/ Pan \'t jlmpDcntot Bethel
toe/tôt aen beplaetfe baer fpneten*
teinöen beginne gJeUïeeftmag/tnf*
fejen S5etJel/ enbe tnïfe Jen \'MM

4 Cot be pïaetfe m $ltaerg/
bien Jp in teerïleöaec gjemaeefct
Jaböe: enbe aibjam Jeeft alöaet
öennaemöe£ aea*
geroepen.

s €nbe Hot/ bie met $bjam
toogj/ JaöbeoockfeJapen/ enbe
tnnberen/ enbe tenten*

6 Cnbe bat ïant en bjoecjfe niet
om t\'famen tebaoonen : mant Jatt
Jabetoagbeïe/ foobat fp t\'famen
niet en kanben bjoonen*

7 €nbe baer tnCfcJen
be herberg banftbiamSbee/ enbe
tuffejen be ^erber£ ban %ot$ bee :
<©oc& tooonbeit boe be Canaaniten
enbe # Jeristten in bat ïanbt*

8 €nbe $b?am fepbe tot Hot/
en laet bocj geene tbriftinge $ijn
tnCTcJen mp / enbe tnfifc Jen n / enbe
tnffejen miine berberis / enbe tnU
fejen mt # erbeitf / mant top $jn
mannenb?oeber&

dengan dia pounja binf, dengan ba-
rang appa famoa nang dia pounja,
dengan Lot famma famma.

% Lagi Abram fouda adda orang
cay» befar, carna dia adda hay wan,
daan perac,daan mas banja.

3 Lagi dia fouda bedjalan,daan ifcot
dia pounja djallan deri falatan fampei
Bethel, fampei tampat itou,de manna
daulou fouda adda dia pounja barong
barong, de tenga Berhel daan de ten-
ga Ai,

4 Sampei Altaar pounja tampat,
jang dia daulou fouda baicld de fan-
na , lagi Abram de fanna fouda men-
jomba pada Alia Thalia.

<j Macca Lot nang fouda pegi fam-
ma Abram , dia lagi fouda adda dom-
ba domba,dengan fapi fapi,dengan ba-
rong barong. \\

6 Tagal itou tanna itou tida bole
tahandia orang famma fam ma don-
doc (de fanna) carna dia orang pounja
hay wan adda banjabanja,begitou agar
dia orang tida bole daudoc lamma
famma.

7 Lagi Abram pounja combala
combala binatang,dengan Lot poun-
ja combala combala binatang, fouda¹hari birou famma famma,pada waâou
irou orang Canaan dengan orang Phe-
reziti lagi doudocdalam tanna itou.

8 Tagal itou Abram catra pada Lot:
jangan beër jadi barang ²babanta de
tenga beta daan de tenga djouw, de
tenga beta pounja combala combala
daan de tenga djouw pounja combala
combala, carna kita orang adda orang
ba foudara* 9 Bou-

9 ggnietî>etgantfcï)elantbôûj
« aengeficlP^ feötpöt u öoclj ban
mp :foo s$p fltw&etfjant [kieftj
foo fal ük ^tcl\' tedjterljanöt gaen :
enae roo gïjpöc recfjtetfjam/foo faï
«fcter flinc&etöaut gaen*

10 enöe lot öief fijne oogen
óp/enöejpfaejïöegantfcöeblaefcte
atv go&ane/ öatfeöïegjjeüeelbe*
tooejttgtjöe : eer öe

«&oöom/ enöe€>omo?ra betöo?ben
ftaööe/ toasÈ fp alg öen tjof m
% e <£ ft e €gpptenlanöt/
atë gï>p fcomt tot ^oar.

î i ^oo koog Hot booj öem öe
gantftfte blacUte öet 3o?öane/enöe
^ot ttoefe tegen t <©oöen / enöe fp
tottöen gïjefctjepöen/ ö eenban öen
anöeren*

12 $b2am [dan] bjoottöe tn öen
lanöeCanaan/enöe lot tooonöe m
öe fteöen öet blaeftte / enöe floegö
tenten tot aen ^oöomtoe«.

M Cnöe öe ^«eise fepöe
totSlbiam/ nae öatHotban öem
gcfc!)epï3cniuaö: ï^eftnu ubjêoo^
gen op/ enöe fiet ban öe plaetfe öaet
gijp $ijt/ noóïöt&aerts/ enöe fupö*
biaettg / enöe oofttoaertg / enöe

9 Boucan fegalla tanna adda ada-
pan djouvv pounja mouca * poulang
djouga deri beta : calou pacanira piii
ca tangan kiri, beca mau pegi ca tan-
gan Canam, calou pacanira pegi ca
tangan canam, beta mau pegi ca tan-
gan kiri.

10 Tagal itou Lot fouda ankat mat-
tanja,lagi dia liât fegalla ratta deri Jor-
daen adda bafia baie baic, carna dau-
lou deri Alla Thalla fouda binafla So-
dom dengan Gomorra, itou fouda ad-
da feperti AllaThalIa pounja coubong,
feperti tannaEgypten de manna orang
datande Zoar.

11 Tagal itou Lot fouda piïi pada
dia fegalla ratta deri Jordaen, lagi Lot
ibuda pegi ca timor, lagi dia orang
djadi tfjerey fatou deri laïn.

12 Abram pon fouda doudoc da-
lam tanna Canaan,lagi Lot foudadou-
docde dalam ratta itou pounja negri
negri; lagi dia menboatbarong baron g
fampei Sodom.

14 Lagi commediën mannacaîfci
Lot fouda poulang deri Abram, Alla
Thailacattapada Abram: Ancatmat-
tamou, daan liât deri tampatitoude
manna pacanira adda, ca outara, lagi
ca falatan, lagi ca timor, lagi ca barar,
carna fegalla tanna itou nang pacanira
liât, akou mau cafïàe pada pacanira,

16 <gi\\bt telt fal u $aet (tellen até
fret ftof bet aerbe: foo Dat / inbien
pemanbt getftof bet aetbe fal feon«
nen tellen/ fal oocfc u jaet ggetelt
Ujo^betn

17 Jföaecftt u op / toanbelt booi
bit lant in fijne lengljte/enbe in fijne
ïueebte : toant icfe fal \'t tt geben.

18 <enbe $b?am üoegft tenten
op/ enbe çuam/ enbebjoonbe aen be
epcfcenboCTrijenban iBamte/btebp
ï^ebjotnijn: enbe W boutobe al*
öaetben eenen&ltaer.

16 Lagi Akou mau tarou pacanira
pounja aflal feperti tanna pounja
abou, begitou agar djicalou barang
orang bole bilang tanna pounja abou,
aflalmou lagi bole jadi bilang.

17 Pegi bedjalan dalam tanna ini,
dalam pandjangnja, lagi dalam lebar-
nja, carna akou maucafïieitou pada
pacanira.

18 Lagi Abram foudabaicki barong
barong,lagi datan daan doudoc dalam
Mamre pounja* ratta, nang adda am-
pir Hebron : lagi dia de fanna fouda
baicki fatou Altâar pada Alla Thalia.

De Koningen van Sodom, ende d\'anderevier
fteden vallen af vanKedor Laonser, ende
worden daer over van hem, met hulpe van
drie Koningen, bekrijght ende overwon-
nen, vers t. Sodom wort geplündert, ende
Lot nefFens andere gevanckelick wech ge-
voert, ii. Abram dit hoorende, treckt met
fijn volck ende bondtgenooten op, vervolgt
defe Coningen, overvaltfe ende flactfe, en-
de verloft Lot met d\'andere gevangene,i4.
wort nae de viófcorie ververfcht ende gefe-
gentvanden Koningh ende Priefter Mel-
chizedek, dien hy thienden van den buyt
geeft, X 8. ende iweert, dat hy van al, wat
den Coningh van Sodom toe quam, voor
fich niets en begeerde, Zi.

nmgljsban £meat/ Stvioeljg öe£
ßontng^ban^llafat/lieboj
omcrö ïïcö ftorangp ban «Mant/
enbe Ctèeaig / be£ fóomngljs? ber
Boleketen:

Radja radja deri Sodom, daan deriampat
negrilaïn boang Kedor-Laomer, dia ta-
gal itou, dengan tiga radja pounja tou-
longan, baprang dengan diorang, daan
roujfa diorang, Lot dengan orang la\'in
jadi tavang. Abram dengan dia pounja
orang daan fobatfobat ovfiir radja radja
itou.dia backelei daan roujfa diorang^
dia lepafakan Lot dengan orang cata-
vang laïn \'Cdmediën radja daan Imam
Melchized-ek bawa de fomo daan f alt-
har a pada Abram, &c.

I OOmmcdiën foudadjadi, da-
^-\'lam Amraphel Kadja Sinear,
dalam Arioch Radja Ellafar, dalam
Kedor Laomcr, Radja Elam , Jagi Ti-
deal Radja Goym pounja¹ wa&ou.

25cra ï&oningb ban <g>oöom / enöe
met öoninglj ban <&mop
ra: ^inaböomttgftban^ibama:
enöe jèemeber ftonuiglj ban ^e*
bomt: enbe ben &oningbban
&efei£2oar*

4 Cbjaelf iaer ftaööen fp hm
iiebojllaomer geöient:maet inöen
bertienöen jare bielen fp af.

s ^éoo quam fceboj laomer in
Ïïetbeertienöejaer/ enbe be ftomn*
gen öie met gem üJaten/enöe floegen
be ßepöamm&ßerotli ftantaim/
enbe öe Xityim in ^am / enbe be
Cnimin J>cöabefciriatöaim:

6 €nbebe#oritenop|jaregïje*
bergljte &eir/tot aen liet effenbelöt
ban Patan / ïjet toJelcH aen öe moe*
ftijneis*

Ha öetf/ en öe floegen al fjetlanöt
ber 2lmalektten; enöe oock ben
Cmoriter/öie tot l?a$e$on Camar
tooonöe*

8 <®oe toogb öe moningb ban
«êobomupt/ enbe be itonmgi) ban
«fcomojra/ enöe be Äoningö ban
^öarna/ enbe be fóomnglj ban 2e*
^tm/ enbe be ^oningl) ban 25ela/
J^eis ^oar: enöefpftelöentegen^
9«* öacb-ojöeninftet öal ^>iööim;

dengan Bera Radja Sodom, lagi den-
gan Birza Radja Gomorra, dengan Si-
nab Radja Adama,lagi dengan Seme-
ber Radja Zeboim,. lagi dengan Radia
Bela, inilaadda Zoar.

3 Dia orang famoa fouda hacam-
pon de dalam ratta Siddim, itou (fa-
carang) adda laout Garam.

4 Dua bias tauon dia orang fouda
^z fervyr pada Radja Laomer, tecapi da-
lam tauon nangca tiga bias dia orang
löuda tingalacan pada dia.

5 Tagal itou Kedor Laomer fouda
datan,pada tauon nangca ampat bias,
dengan Radja Radja nang fouda adda
dengan dia,lagi dia orang roufla orang
Rephaimde dalam Afteroth Karnaim,
daan Suzim de dalam Ham,lagi orang
Enim dc dalam Schave Kiriathaim.

6 Lagi orang Cherei, de atas dia
orang pounja gounong gounong Seir,
fampei ratta deri Paran,nang adda am-
pir rimba.

7 Commediën dia orang fouda ba-
lie combali, lagi datan fampei En-
Mifpat,inila adda Kadcs.lagi dia orang
rouiïafegalla tanna deri orang Ama-
leki, dengan orang Emorei lagi, nang
fiappadoudoc de Hazezon Tamar.

8 Commediën Radja Sodom fou-
da calouar, dengan Radj a Gomorra,
dengan Radja Adama, dengan Radja
Zeboim, dengan Radja Bela, inila ad-
da Soar: lagi dia orang fouda³ backa-
lei dengan dia orang, de dalam ratta
Siddim:

öenfioninglj bet BoUftereu/ enöe
nm&pljtl ben fóoningl) ban g>i<
near/enöe^riocö Den ïtoning J Dan
%Ilafat:biet Comngen tegen bnbe*

10 Betbalnnban^ibbimtimé
bo! %im putten: enöe be Coningij
Dan j&obom enöe <0omo?ra blurt)*
teben/ enbe bielen alöaet*: enöe De
obetgebïebene blncïjteben na \'t ge*
bergje*

11 <£nbe fp namen alle bejabe
ban JSoöom / enöe ^omo^ra/ enöe
al!e jate fpijfe/enöe troeKen toeelj*

i z. #ocfenamenfp &ot/2Cbjam$
fyoeüet0 fone/enöe fpne Ijabe/enöe
troefcen Uiecj: baant tjp moonöe in

13 <^oe quant baer een öie ont*
tornen uaa# / enöe bootfejapte\'t
SS b:am ben ^efeeer / bie bioonacj*
tig mag aen be epthen botfeijen ban
Üfèanwe öen <gmoriter/b?oeöer taan
Cfco!/ enöe bjoeöee taan 2ïner/ öe
toselefce StfcamjGf bontgenoten toaa*
vm*

14 »jam Joojbe bat fijn
^oeber gehangen foo \'mapen*
beljpfpne onberbaeiene/ bingebo-
ïeneban fijn ïjnpg/ b?ie Jonbert en-
be acjtien/enbejpjaegöbefe na tot
«Dan toe*

15" €nöe lip beröeelöefidj tegen
fiaer becsnacj)tö/!ip/en fpnefcnedj*
ten / enöe floegbfc; enöe Jp jacgï^
befenae tot ^obatoe/mdeftetéter

dengan Amraphel Radja Sinear, den-
gan Arioch Radja Ellafar, lagi ampat
Radja fouda bacalei dengan li ma.

ïo De dalam ratta Siddim pon fou-
da adda tanna poulut pounja talagga
banja,lagi Radja Sodom,denman Radja
Gemorra, dia orang fouda lari, lagi
djatou de fanna, fouda lagi tingal ba-
rang: fifa dia orang fouda lari capada
gounong gounong.

11 Lagi dia orang fouda rampas
Sodom daan Gomorra pounja arta,
daan hay wan, daan maccanan famoa,
daanpoulang.

I z Dia orang lagi fouda rampas pa-
da Loc, annac deri Abram pounja ade,
dengan dia pounja arta, daan hay wan
famoa , commediën dia orang fouda
poulang, carna dia doudoc de Sodom.

13 Commediën barang orang nang
fouda lari, fouda daran, lagi britau itou
pada Abram, nang Hebrei itou, rtang
adda doudoc dalam Mamre , nang
Emorei ito» pounja ratta,nang fouda-
ralacki lacki deri Lfcol, Jag* deri Aner,
nang fiappa fouda bacauwol dengan
Abram.

14 Mannacalla Abram foudaden-
gar, dia pounja foudara fouc^Ja djadi ta-
vang, dia fouda bri packei finjatxpada
dia pounja hamba tigarattous de lap-
pan blaa, nang fouda djadi de dalam
dia pounja rouma, lagi dia fouda ouf-
fir dia orang fampei ca Dan.

1 y Lagi dia bagi bagi dia pounja
orang pada malam , pada rouffa dia
orang , dia dengan dia pounja htomba,
lagi dia fouda roufla dia orang, lagi dia

16 <£nDefjp&acötaïleI}a&eim*
Der / enDe ood* Hot fpnen D^oeDer:
enDeftm Ijafce bmln W mcfcetva&
oocii De topben/enoe fytt fcolcfc*

17 enDe fce Öomngï) toan
öom toogf) upt / Jjem te gljemoete/
(naeöat tjp ïaeDer gefeeert toagfcan
èetaaen$*eDo?&aomer$/enDe Der
Comngen/Dtemet !|em fcraren) tot
Öet öal ^cljafce/Dat tt/ ïjet Dal W
Comngi|&

is <£nDeiMrïnseöefcComnglj
ban &alem toacfjt tooojt fcjooDt/
enötfcnjiuenbèïjptoias een Refter
öeö 2£löerï)oogi)Cien <0oDtö-

cnöe gtjefegent 5P öe MU
&et?Joog|)fte€>oDt / Die utoe top*
anöenututoeöant gljeleüert jjeeft:

** CnöeDe ComngljDan
Dom fepbe tot flïnam; <0eeft mp De
3teleit/niaer De ftabe neemt üoo?u.
^ocïj$&£am TepDetotDen

Comnglj &an &oDom: tjeüfce
mijne IjanDt opgeljeDen tot Den
% <8 € & € / öen 2flDetfjoogl$en
^fct/Die ftemel enDe aerbe beftt.

*³ &oo tcft toan eenm Djaet aen
toteenecrijae-ncmetoe/ jaefooufc
öan mt$ Dat utoeté [yet] nemeop

lagi,dia pounja area daan hay wan lagi,
dia bawa combali dengan param puan
parampuan , dengan orang famma
famma.

17 Lagi mannacalladia fouda rouOa
KcdorLaomer» dengan Radja Radja,
nang fouda adda famma dia, lagi da-
tan combali, Radja Sodom fouda pe~
gidjompot pada Abram, fampei de
tatta Schave, inila ratta Radja*

i3 Lagi Melchizedck Radja Salem
fouda ba wa roti dengan anghor, lagi
dia adda ⁴ Imam deri Deos terlebe
tingi.

19 Lagi dia palihara dia, daan catt*
falammat pada Abram adapan Deos
tcrlebe tingi,nang pegang fourga den-
gan boumi.

zo Lagi Deos terlebe tingi djadi
poudji, nang föuda bri vofte pounja
moufTode dalamtanganmou, Abram
pon bri pada dia bagean nang ca fa-
poulou deri arta famoa.

zi Lagi Radja Sodom catta pada
Abram:bri pada beta nangdjiwa djiwa
hanjaarta ambil pada pacanira.

zz Tetapi Abram catta pada radja
Sodom: kita fouda ancat beta pounja
tangan eapada Alia Thalia,nang Deos
terlebe tingi jang pegang fourga den-
gan boumi.

2.3 Djika beta deri fatou benang,"
fampei fatou tali caous, ija calou kita
deri fegalla nang yofle pounja ambil
& z appa

[Het zy] bnpten nip: alleen
toat be jongelingen berteert Ijtb-
ben/enbe get beel Defer mamten / bte
met mp getogen 3tin / 2tner / <£fcol/
enbe lEamre: laet bte Ijaer beel
nemen.

Abram, kleynmoedigh zijnde, worr van G®dt
door een gelichte, ende feer heerlicke, foo
geeftelicke , als lichamelicke beloften ghe-
fterckt, ende door \'t geloove gerechtveer-
dight, vers 1. Godt beveftight fijn\'ver-
bondt op eene byfondere wvfe met Abram,
hem voorfeggende ende afbeeldende wat
fijnen zade loude wedervaren, 9.

& € 0 tot Jtam nt een geficgte/
feggenbe: €n bjeeft niet flibjanV
ben u een £>tijüt /u loon feer
gjoot*

mat fnlt ggp ntp ge*
ben/baer telt fonber htnöeren genen
gae^ en be befo?ger ban ratjn gnp£
ttfbefe^amafcener eite5er*

3 Boojber fepbe ^Ibzarn: J>tet/
mp en gebt ggp geen 3aet gegeben/
enbe ftet / be foon ban mtjn gupgfal

24 Itou la djau deri kita, itou djou-
ga nang appa orang orang mouda ini
fouda balandja , lagi lacki lacki ini
pounja bagian,nang louda pegifamma
kita, Aner, Efcol dengan Mamre, beer
dia orang ambil dia orang pounja
bagian.

Sedang Abram hatikitfjil, dia hole ibor>
rhan daan djandjihan befar deri Alia
dedalam batang caliatahan : dia trima
adtllan deripetfjayahan. Alia boat eras
dia pounja cauwoul dengan Abram
tfjara tingi, daan bri tau appa addajadi
pada diapounja ajfal

I P\\E blackan berboatan itou \\
•*^AUa Thalia poanja bacatta-
han fouda jadi pada Abram de dalam
barang caliatahan, lagi dia catta: djan-
gan tacot Abram, akou adda vofte
pounja falouakou, vofte pounja oupa
befar facali cali.

1 Tetapi Abram catta: Tuan Alia
Thalia, appa tuan mau cafiie pada ki-
ta, carna kita tjadda annac annac, lagi
kita pounja hamba, nang pegang kita
pounja rouma, adda orang Damalco
ini ElielCr.

3 Abram lagi catta: liatla pada beta
tuan tida bri bidji, lagi liat annac lacki
lacki deri beta pounja rouma, dia adda
jadi beta pounja pouflaka.

s ^oe lepbbe Up 8em tipt nae
bnpten/enbe fepöe: Jnet nu op nae
ben kernei/ enöe telt öeftejren / m
öien gbpfe tellen fconöt: enöe Ijp
fepöe tot Jenv J>oo fal u 3aet3ijm

6 enöe l?p gljelooföe in ben
l^eö^J enöefjprefcenöeIjet
jjem [tot} gerecjjtigljept.

7 Boojöer fepöe Jp tot ftem:
5icfc ben öe ^ € <£ $ €/ öie u upt*
gelept bebbeupt ïtt ber Cbalöeen/
om u öit lant te geben / om bat erfs
ïieKte befitten*

8 €nöeljp fepöe: $eete ft
ia C/\\»aer bp fal uk Voeten/ öat tcU
terüickbefittenfaU

9 »enöei)pfepbetotlïem:$eemt
mp eene ö?ie- jarige beerfe/ enöe eene
bjte-jarige gepte/ enöe eenen öne-
langen ram/ enöe eene tottelbupbe/
enöe eene jonge öupbe.

10 €nöe fjp bjacïjt fjem alle
befe / enöebp öeelöefe mtööen 0002/
enöe Sft> ier öe elckë beel tegen bet
anöer ober: maer t gljebogelte en

bacattahan fouda jadi pada dia,cattan-
ja: Inila tida adda jadi vofle pounja
poufïàka,hanja dia nang adda jadi deri
badangmou,ini djouga adda jadi vofte
pounja poufîàka.

5 Commediën Deos lbuda antar
diacalouwar, daan catta: Liât fàca-
rang ca atas,cafourga, lagi bilang bin-
tangbintang, djikalou pacanira bolc
bilang itou, lagi dia catta pada dia : be-
gitou vofte pounja¹ aflàl addadjadi.
* 6 Lagi dia petfjaija capada Alla
Thalla, lagi dia fouda kira kiraitou
¹ padanja pada adillan.

7 Dia lagi catta pada dia: Akou ad-
da Alla Thalla, nang fouda anrar paca-
nira delouwar deri Ur, deri Chaidea,
pada caffie pada pacanira tanna ini,
³agar pacanira pegang itou tfjara

8 Dia pon catta: Tuan AllaThalIa,
deri appa beta bo!e tau, beta adda pe«
gang itou tfjara pouflaka ?

9 Lagi dia catta pada diat Ambil
pada akou fatou fapibetina deri tiga
tauon , dengan fatou cambingbetina
deririga tauon, dengan domba djan-
tan deri tiga tauon, dengan fatou bou-
rong tacoucour, dengan fatou mere-

i o Lagi dia bawa itou làimoa pada
dia, lagi dia bagi bagi dia orang betui
de tenga tenga, lagi dia tarou fatou
bagian de fabla fini, lain bagian de
fabla fanna, hanja bourong bourong

11 Lagi bourong bourong outang
fouda tourong ca bawa de atas nang
♦ banckei banckei,tetapi Abram fouda
oufir dia orang. ix Lagi

a Cube Jet gjcfcjtebbe / até be
J>onne aen t onbergaen / Too
unci een Diepe fîaep op #b?am : enbe
fiet/ een CcJ?icfc/ [ende] gjoote bup*
iemiffebieiop Jein.

13 &oe fepbe Jn tot ftbjam:
Wm booîfefter / bat u $aet b^eemt
faljtininèenïanbt/ bat Jaerlieöer
niet en fat/ enbe fp tullen Jen bienen/
enbe fp fnllenfe berbmcfeen bier
Jonisert jaer.

14 ^oej ich fa! Jet bolefc ooek
titjten ttoeïcfc fn füllen bienen:
enöe öaernae füllen fp upttrecUen
met gioote Jabel

ry <?nbe gjn fuit tot utoebaöe*
ten gaen met titebe:gjp fuit in goe*
öen oufcerbom begraben Voosen.

ï 6 ^nbe Jet bier be geflac Jte fal
Jertoaertg toeber keeren: mant be
ongetecjtigjept öer $!moriten en
en i$ tot not J toe niet bolfcomen»

17 cnbe jetgjefcjiebbe/batbe
^onne onbetgiwft/enbe Jet bnp*
öer tuerbt : enbe fiet / baer ma£ een
roocfeenbeoben/ enbe bperigefac*
feel/ bie tuftcjen bie ftucftenboo?*
ginelu

&&?am/ feggenbe: utoen^abejeb
ic^ bit lant gegeben/ banberibiere
(^gnpti af/tot aen bre gîoote r tbie^
re/beribierepj?atj.

iz Lagi fouda djadi fedangmatta
hari adda tourong, fatou antocbefat
fouda djatou atas Abram, lagi liatla,
barang tacottan dengan galajr befar
fouda djatou atas dia.

13 Sedang itou dia catta pack
Abram : Itou pacanira meftcr taisw
foungho foungho , affalmou mefter
jadi horgay de dalam barang tanna,
nang boucan dia orang pounjajagidia
orang mefter fervyr pada diorang daan
orang itou , adda ⁵ anjaija pada dû
orang,ampat rattous tauou.

14 Tctapi akou lagimauhoucom
orang itou,pada nang fiappa dia orahg
addafervyr,iagi commediën dia orang
adda calou war deri fanna dengan arta
banja,

I y Lagi pacanira ⁶ adda pegi capa-
da nene moyang, dengan falammat :
pacanira adda jadi tannam, manna-
calla pacanira adda ? oumorpandjang
baie baic.

16 Lagi poupou nang ca ampat
adda daran combali camarre, carna
orang Amorei pounja "berboaUn dja-
hatboulom pounou gnap.

17 Lagi fouda djadi agar mattahari
tourong, lagi djadi galap, lagi liatla,
adda fatou fournc beraflap.dengan fa-
tou dammar deri api nang pegi de ten-
ga tenga pangal pangal itou.

18 Pada hari itou djouga Aila Thal-
ia fouda bacauwoul dengan Abram,
cattanja : pada pacanira pounja bidji
akou fouda caffie ranna ini,deri Egyp-
ten pounja foungei, fampei foungei
befar itou, foungei Phrath.

21 Dengan orang Amorêêi, den-
Canaamter / enöcöm<5ivgaruer/ I gan orang Canaanêêi, dengan Girga-
ttibt örn ^ebufltcr* fêêi, dengan orang Jebufêêi.

» Hebr. b>dji_t 2 Art inj<t AlU fouda trima Ahr am pounja petfjaija feperti dia pounja adiU
la»i Attau Abram pounja petfjaija fouda ganti Abram pounja adtlUn. 3 Ai tan agar pa-
contrajadi ptufaca deri nou. 4 Hebr.ompa. f Attau tindis _y attau boat eras pada did
orang. 6 Artinja vofte adda mAtti dengan faiammat. 7 Hebr. tnannacalla pacanira adda
fotttt bats bate. S Attau berboatang nang tida add.

Sarai, onvruehtbaer zijnde, geeft Abram hare
dienft-maecht Hagar tot een by wijf,vers 1.
Hagar bevrucht zijnde begint Sarai te ver-
achten,die fulex haren man klaeght, ende
bekomt oorlof,om Hagar te verootmoedi-
gen, dewelcke voor Sarai vlucht in de woe-
ftyne,4₄ alwaer Godt haer aenfpreeckr,
ende weder nae Sarai ftiert, met tijdlicke
beloften.noopende haren fone Ifmael.dien
fy Abram,als hy 8 <5 jatcn oufwas,bacrde,7.

* D^ocf> ^arai Mimö Ijupf;
- r*. ütomt en fcaetöe i)cm niet:
Mi *P ÖaDDe een <£gpptifct}e Dienß*
roaegSt/ujticfeet naem ^agav;

mp toegeöoten/Dat ick niet enbare:
saet Dot!) in tot wime ötenflraaegt/
^fCcïnen fal icH upt haer gebonkt
; enöe $fcam&oo?De na De

Carrta Sarai tida berannac, dia caßiepada
Aham diapounja hamha Hagar pada
dia pounja gondik. Hagar jadi hunting
daan bantji Sarai, dia mengadou pada
lackinja dia bri licenfa agar dia baiki
kit fiilpada hamba: dia lari deri Sarai,
Alia catta catta dengan Hagar, daan
fouro dia combalipada Sar ai,daan dj an-
dji palihara diapounja annac JfmaëL

bini boulom berannac pada
dia, lagi dia adda hamba parampouan
deri tanna Egypten, dia pounja nam-
ma Hagar.

2 Tagal itou Sarai fouda catta pada
Abram: Liatla AUa Thalia fouda rou-
top beta agar beta tida berannac, ba-
tfjampor djouga dengan beta pounja
hamba parampouan fiappa tau beta
adda bole annac annac deri dia, lagi
Abram fouda mendengar Sarai poun-
ja fuara.

gupWonbîe/ be 3£gpptifcge
gar / gare bienßmaeggt / teil epnbe
ban ti en jaren/bat $b*am in t laut
Canaan ggebjoont gabbe / ende fp
gaffe aen ftbjam garen man / gern
toteenebjontoe*

4 €nbe gp gtntk in tot l^agar/
enbe fp ontfincU : a 10 fp nn facg bat
fp ontfangen gabbe/foo fcmrt gare
bjoume beracgt in garen oogen*

ï x®û.z fepbe J>arai tot Stbiam :
Miin ongeltick iö op uf ick gebbe
miine öienftmacggt in nmen fcgoot
ggegeben/ nnfpfiet bat fp ontfan*
gen geeft/ foo betx ick beracgt in
garmoogen : öe tiegte

6 ^nbe^ömtftpöttot^arai:
Jbiet / ntoe bienömaeggt i0 in utoe
gant : boet gaer bat goet i0 in ubîen
oogen : enbe J>arat berncberbefe/
enbe fp blncgtebe ban gaer aettge*
ficgt

? Anhebe €ngel be£
B bonbtfe aen eett üiaterfon^
tepne in bebjoeßijne/ aenbe fontep*
ne op ben toegg ban

s ^nbegp fepbe: ^agar/ggp
bienftmaegtban ^>arai/ bantöaer
komtgg)j/ enbetpaer fnlt ggp ge*
nengaen* enbe fpfepbe: flckben
Ulncgtenbeban get aengtficgte mp?
nerb?ottfcbeJ»aran

bini fouda ambil Hagar orang Egyp*
ten, diapounja hambaparampouan
mannacalla Abram facarang fa poulou
tauon fouda doudoc de dalam tanna
Canaan, lagi Sarai bridia padalackin-
ja, pada Abram, agar dia djadi dia
pounjabini.

4 Lagi dia fouda batfjampor den-
gan Hagar, lagi dia fouda mengidang,
mannacalla dia facarang liât dia fouda
mengidang, commediën diapounja
tuan parampouan¹ jadi aringan dalam
diapounjamatta.

$ Tagal itou Sarai fouda catta pada
Abram djou tida boat betul pada beta,
beta fouda bribeta pounja hamba pa-
rampouan de dalam djouw pounja
panko,facarang dia liât dia adda boun-
ting,tagal itou kita jadi aringan dalam
dia pounja matta, Alla Thalia adda
houcom de tenga kita daan de tenga
pacanira.

6 Lagi Abram fouda catta pada
Sarai : liatla hambamou parampouan
adda de dalam tangan-mou, boat pada
dia begitou feperti * djoüw pounja
candati, tagal itou Sarai fouda cafti-
gââr pada dia, lagi dia fouda lari deri
dia pounja moucka.

7 Lagi Alla Thalia pounja mellaï-
cat fouda bertamou dia ampirbarang
^mattaayer, de dalam rimba,ampir
matta ayer, nang de djalan deri Sur.

8 Lagi dia catta:Hagar Sarai poun-
ja hamba, pacanira datan derimanna
lagi pacanira mau pegi de manna ? lagi
dia catta beta adda lari deri beta poun-
ja tuan parampouan deri Sarai.

9 fepb* be «Engel bes
fè c & e tot Ijaer; Umt
betom tot urne bjontoe/enbe tmm*
bert h onber gare ftanben*

tot Ijaer; grkfal
«3Aet giooteitjcr bermeratlibttlbt*
gen/ foo oat jjet ban liegen beme*
nieste niet en fal getelt tooien.

<£ngel tot baer: Jbvtt-i göp 3W
fanget / enbefult eenen fone ba<
ten: enöe göp fultfpnenname gif*
mael noemen/ombat be
ufcoe berbjncfcmge aen glooit
geeft,

n €nöe Jjp fal een t»out-e5el
[van een] menfcge 51 jn: fijn bant fal
tegen alle jijn/enbe öegantban alle
tegenstem: enbe bp fal tooonen
öooj Jet aengeficljt aller fpner
bjoeberen*

fpjack/ <öi)p (j5ot)t bes aenftens:
toant fp fepöe / &cbb tcfc ooch gier
Srftennae öien/bïe mp aenfiet *

14 ^aerom noernbe men öicn
put/ ben put Hacbai^ot; ftet / Ijp
is tnlTcgen labeg/ en&e tuflxfjen

15- <bnöe ï^agar baerbe Mtm
^en fone: enbe 2tbzam noembe
^De5^amefpne0foons/ bïefagar

9 Lagi Alla Thalia pounja Mellaï-
cat fouda carta padanja :Pegi combali
pada pacanira pounja tuan param-
pouan, lagi toundo capalla pada dia.

10 Alla Thalia pounja Mellaïcat
lagi fouda carta pada dia: Akou ma«
bri agar aflal-moujadi banja banja, be-
gitou banja, agar tidabolejadi bilang,

i i Alla Thalia pounja Mellaïcat
lagi fouda catta padanja, liatla pacani-
ra addabounting, lagi addaberannac
fatou annac lacki lacki, lagi pacanira
mefter bernamma dia pounja namma
Ifmaël carna AllaThalla fouda dengac
fixamou.

11 Lagi dia adda jadi orang brani,
dia pounja tangan adda backalei den-
gan fègaila orang , lagi fegalla orang
pounja tangan adda backalei dengan
dia , lagi dia adda doudoc adapan
moucka deridia pounja foudara lacki
lacki famoa.

13 Lagi dia ibuda bernamma Alla
Thalia pounja namma, nangbacatta
catta dengan dia: djouw Deos nang
menantang , carna dia catta foungo
foungo beta defmi fouda liat pada dia₉nang fouda menentang pada beta.

14 Tagal itou prigi itou djadi ber-
namma prigi Lachairoi, liatla , itou
adda dc tenga Kades daan de tenga
Bered.

15 Lagi Hagar fouda berannac
fatou annac lacki lacki pada Abram,
lagi Abram fouda bernamma dia
pounja annac iacki lacki pounja näma
nang Hagar fouda bcrannac, lfmaël.

Godt verfchijnt Abram, ende vernieuwt fyne
beloften ende \'t verbondt, vers 1. veran-
dert fynen naem Abram in Abraham ,5. ftelt
•tot een teecken des verbonts de Befnijdin-
gein,5>. verandert den naem van Sarai in
Sarah, met beloften van eenen fone , ende
groot zaet uyr haer , i j. waer over Abra-
ham feer verheughc is: maer bidt voor If-
mael, ende verkrijght eenen tijdtlicken
fegen, 17. Abraham, ende alles wat man-
lick was in fijn huys, wort befneden, 23,

i A nu 3(b?am negen en tne*
gtntigl) jaren out laai?/ foo
betfefjeenbe i#<e<ea<£ 2tö?am:
niïxt fepöe tot Jent: 3c;-* ben <5obt
Be Mmacjttge / manbelt boo? mijn

4 Mp aengaenbe/ ftet/ mtin ber*
bonbtlernet u: tmt gf)p fuit tot
tmm babet ban ntemtljte ber bolc-
Keren b)02ben.

Alla caliatan pada Abram daan lerbarou-
akan diapounja djanàjihan daan eau-
woul : Abram bole namma Abraham.
Sounùttan jadi tanda deri cauwoul.
Sarai jadi her namma Sarah , dengan
djandihan dia adda berannac annaç
lackt lackt daan biàji banjac deri diä t
Abrahamfoudafouca itottfa cali califêc

- i X/ff Annacalla pon Abram adda
-*touwa fambilang poulou
fambilang tauon, Alla Thalia fouda
caliatan pada Abram , daan catta pa-
dania:Akou adda Dees nangeabefa-
ran bedjallan adapan akou pounjâ
mouca, daan jadi adil.

a Lagi akou mau rarou akou pourr-
jacawoul de tenga akou daan de ten-
ga pacanira , lagi akou mau bri agar
pacanira pouoja aflàl jadi banja facaü
cali.

3 Tagal itou Abram fouda ¹ dja-
tou atas moucanja lagi Deoscaita cat-
ta dengan dia catranja :

4 Akou djandi liatla ; akou baeau-
woul dengan pacanira, lagi pacanira
adda djadi bappa deri orang banja.

5 î-agi pacanira poanja namma ti-
da mefter lagi jadi bernanima Abram,
hanja nammimou adda jadi Abra-
ham,

6 Cnbe ick fal u gantfeg feet
bjucgtbae? makea/enbeick fal u tot
bokken (tellen : enbe Höningen (uU
ïen upt u boo £t komem

7 €nbe ick fal mijn berbonbt
oprkgten tulfcgen mp I enbe tufs»
fegen u/enbe twffegen urnen 3abe na
u in gare ggeQacgten / tot een een*
toigg berbonbt : omu te tatet*
nen <0obt/enbe uturn 3abe nae tu

s <£nbe ick falu/enbe «toen 3abe
nae u / get lanbt utiser bzembelmck*
fcgappen geben/1 gegeele lant Ca*
naantat eeumige befittinge : enbe
*ck fal gen tot eenen «aobtsgn*

9 Boo?btrfepbe<0obttot2Cb?a*
yam : <0gp nu / fuit mijn berbonbt
gouben : ggp / enbe u >aet nae n/ in
gare geaacgten.

ia ^»it tö mgn berbonbt/ bat
ggpneben gouben fult tuiïcgenmp
enbe tnCCcgenu/enbetuïTcgenutuen
$abe nae u : bat al mat manïwk imi
befnebenWbe*

6 Lagi akou mau bri agar deri djouw
jadi orang banja facali cali, lagi deri
djouw mefter jadi orang orang, lagi
radja radja adda calou war deri djouw.

7 Lagi akou mau bacauwoul den-
gae pacanira, iagi dengan pacanïra
pounja aflai¹ de blackan pacanira, de
dalam dia orang pounja poupou pou-
pou, agar itou jadi cauwoul tercakal ?
begitou agar akou adda pacanira
pounja Deos, daan afTalmou pounja
de blackan pacanira.

8 Lagi akou mau bri pada pacanira,
lagi pada pacanira pounja aflai dc
blackan pacanira, tannaitou, de man-
na pacanira doudoc feperti orang hor-
gay , fegalla tanna Canaan * agar itou
jadi pacanira orang pounja, fampei fa
ou mor, lagi akou mau adda dia orang
pounja Deos.

9 Deos lagi fouda catta pada Abra-
ham : pacanira pon mefter «touroue
akou pounja cauwoul, pacanira den-
gan , pacanira pounja allai de blackan
pacanira, de dalam dia orang pounja
poupou poupou.

10 Inilaaddaakou pounja eauwouf,
nang pacanira orang mefter tarou de
tenga akou daan de tenga pacanira,
daan de tenga alTalmou de blackan
pacanira, agar fegalla orang lacki lacks
de tenga djouw orang jadi founot.

ï i Lagi pacanira orang mefter fou-
not coulopmou pounja daging, lagi
itou adda jadi pada tanda deri cau-
woul , de tenga akou daan de tenga

i z Ctn foonfcen ban ban acgt
Dagen fal n befnebentoo^benfal tuat
manlick té m uttïe geflacjten: b in*
geborene besgnpfes/ enbebegje*
ftotljtemet geloe ban allen b?eem*
ben/be bjelcke niet en té ban ubjen
3aöe*

13 b\'Ongeborene utoesbupfes/
enbe gtjefcocljte met nbjen gelbe fal
fekerlick befneben UJoiben: enbe
mijn berbonbt fa! 3ijn in u lieber
bleefcj/ten eentoigenberbonbe*

14 <£nbe biat ntanlttft té / be
boo^nptöebbenbe/ puenö booj*
JjttptS bleefeb niet en fal befneben
ttmöen/ be felbe 3tele falupt bare
bole&en uptgeroept bJo?ben : öp
peeftratin berbonbt gebzofcen*

i r 0otl) fepbe «0obt tot Mw*
Sant: <&typ «n fafc wteier tyupfc
b^outöe j&arai name ntet Jbarai
noemen / maer baer naem fal 3tjn
^arall*

16 Wmt tcfc faïfe fegenen / enbe
n ööfft itpt Ijaer eenen fone gïjeben:
jae uk lalfe fegenen / foo bat fp tot
bolefcentooien fal; koningen ber
bolckeren fuiien uptljaer too?ben>

17 biel Sïbjaljam op fijn
atngeficöte/ enbe typ loeglj: enbe öp
fepöe in fijn fjerte: J>al eenen bie
Ijonbert laeroubt té [een kint] g!)e^
boren bmben * enbe fal J>am/bit
tmgentigf? jaer oubtté/baren}

ix Annac lacki lacki pon deri de-
lappan hari mefter jadi bcrfounot, de
tenga pacanira orang, fegalla orang le-
lacki de dalam aflai affalmou nang
fiappa jadi de dalam roumamou, den-
gan orang nangjadi bli dengan pera,
deri fegalla orang horgay, nang tiadda
deri pacanira pounja * bidjh

13 Nang fiappa jadi de dalam rou?
mamou, dengan orang nang pacanira
orang bli dengan pacanira orang
pounja pera, dia orang foungo foungo
mefter jadi founot, lagiakou pounja
cauvvoul mefter adda de dalam paca-
nira orang pounja daging, padacau-
woul fa oumor.

14 Lagi fa orang orang nang laeki
lacki djouga,nang adda coulop, fiappa
pounja coulop pounja daging tida jadi
founot djiuwa itou mefter jadi roufla
deri dia pounja affal, diafouda pctfja
akou pounja cauwoul.

15 Lebe deri itou Deos lagi fouda
catta pada Abraham : jangan febout
binimou Sarai pounja nammaSarai,
hanja dia pounja namma adda jadi
Sarah.

16 Carna Akou mau palihara dia
daan caftie lagi pada pacanira fatou
annac lacki lacki,deri dia,ija akou mau
palihara dia begitou, agar deri dia jadi
orang orang banja, Radja Radjaatas
orang banja adda jadi deri dia.

17 Tagal i tou Abraham fouda dj atou
atas moucanja,daati tatauwa,daan dia
catta de dalam hatinja:begimana,adda
jadi annac deri orang nang adda touwa
fa rattous tauon , lagi Sara nang adda
touwa fambilang poulou tauon adda
\' bcrannac? 18 Lagi

is Cntie $fe?aï>am fepDe tût
eoDt / fat 31fmael nxùtytt
leben boo? « aengeftcljte -

19 <£nDe<0oDt fepDe: ^oû^toaet
jÉ>ata/ubîe ljupfb?c>ubje/ fal u ee*
tien fone fcaren/enDe gljp fuit fpnen
name noemen 3faac: enDe tek fal
mtitt betbonbt met fjem opricljten/
tôt een eeutoîgl) bev&onbt fpnen
3aDenae gem*

2.0 <£nDe aengaenbe gfmael/
ïjebbe itk u betljûôlt / ftet / tcfe
jjebbe&emgljefegent/ en&e fal l)em
bmt&tfiaermaecken/ enDe gantfcl)
feet becmcmcjjbulmgen : ttoaelf
Boaft en failli gljcUnnnen/enîie \\cl% !
fal l)cm tôt een gjaot bolc& ftel!en

21 JBaet mtin betfeonbt fal icft
met gfaat opricljten : Dien u J>ara
op Defeh gfjefetten tijDt in |>et anDer
îaerfcatenfaï*

²3 ^oe narn SCbjaftam fpnen
fone 3ffmael/ enbe aile De îngebote*
ne fpnejei ïjupfeg/ enDe aile geUocI)te
met fpnen gclDe / al toat raanlicft
bîa0 onDet De IteDen Des ïnipfeg

enDe Dp befneebt {jet
Weefci fjarer boo$upt / ebenten
^rtfbenbage / gfteltjcfc alg OoDtmet
^lJemgefp>ûfcen Ijati&e*

19 Lagi Deos catta : foungo foun-
go bini mou Saradia adda berannac
fatou annac lacki lacki pada pacanira,
lagi pacanira mefler bernamma dia
pounja namma Ifaac, lagi akou mau
bacauwoul dengan dia ,agar jadi eau-
woul terkakal pada dia pounja afîal de
blackan dia.

20 Deri Ifmaël akou lagi fouda den-
gar pada djouw, liatla; Akou Ibuda pa-
lihara dia, lagi akou mau bri annac
banja pada dia, daan aflal banja facali
cali, doua blas oulou-balang adda jadi
deri dia, lagi akou mau briagarderi
dia jadi orang orang banja.

21 Hanja akou mau baicki akou
pounjacauwouldengan Ifaac, nang
nappa Sara adda berannac pada paca-
nira, pada tauon lain, gnap pada wac-
tpu inidjouga.

22 Lagi dia fouda poutos dia poun-
ja bacattahan dengan dia, lagi Deos
fouda naic ca atas deri Abraham.

23 Pada waâou itou Abraham fon-
da ambil dia pounja annac lacki lacki
Ifmaël, dengan orang fàmoa nangfou-
dadjadidedalam dia pounja rouma,
dengan orang famoa nang dia fouda
bli dengan dia pounja pera, orang fa-
moa nang adda lacki lacki djouga, de
tenga orang deri Abraham pounja
rouma, lagi diafounot dagingderi dia
orang pounja coulop , padahari itou
djouga, begitou feperti Deos fouda
catta dengan dia.

bilang poulou fambüang tau®n, man-
nacalla coulopnja pounja daging djadi
founot pada dia.

2f Lagi Ifmaël dia pounja annac
lelacki fouda touwa tiga bias tauon,
mannacalla coulopnja pounja daging
djadi founot pada aia.

26 Betul pada hari itou djouga A-
braham fouda djadi founot, dengan
dia pounja annac lelacki Ifrnael.

27 Lagi dia pounja orang lelacki de
rouma famoa, nang fouda djadi dc
rouma, lagi nang fouda djadi bli den-
gan pera dcri orang horgai, dia orang
fouda djadi founot famma dia.

1 Artinja dia fouda fomba pada Alia , attau fcdjont jampei dia pounja mouca fyrta tanna_m2 lArtmja nang ganti pacanira. J Attatt ag^r pacanira orangpegang itonfampei fa cum or.
4 Attatipegang,artinja janganpetjja. 5 Artinja affal.

Cap. xviij.

ntQtn en tmgentigb iaet / aï£ Jem
pet bleefcfj fpneu üoojïjupt befne*

ben bJett/

. Cube 3fm$eSfi|n foottttmjS
bettien iaet out/ite geraijet bleefclj
fpnec booifjnpt befneben iuert*

xö cpm op befen felben baglj
Uöert&b^afiam befneben/enbe
ntaelfiinfoon*

27 enbe alle mannen fpnes öup-
fe£/bemg£bötenebegfpipfe£/ enbe
be gfjekodjte met ge!t/ ban ben
b?eemben af/bJetben met fjem be<
fneben*

Twee Engelen, ende de Heere felfs, verfchij-
nen Abraham in de gedaente van drie man-
nen, die hy vriendelick noodight ende ont-
haelt, vers 1 ontfanght de belofte van ee -
nenfoneuyt Sara in\'tander jaer, 10. Dies
Sara lachc,ende dacr over beftraft wort,12,
De twee Engelen gaen voort nae Sodom,
maerde Hcere blijft fprekende met Abra-
ham, dien hy fijn voornemen openbaert van
Sodom . Gomorra, See. uyt re roeyen, 16.
Abraham bidt vierighlick voor die van So-
dom, ende Godt antwoort, ende vernoeght
hem, 2

aenbeepefeen
boftdjenban iBatnte: a!£|?p in be
betire bet tente fatt / boe be bagfs
fject uictt.

Dl/a mellaicat Jengan Alia Thalia fendiri,
caliatanpada Abraham feperti tiga lac-
ki lacki, Abraham caßiemaccanpada
diorang. Alia djandjt pada tauon lain
annac lacki lacki deri Sarah. Sarah ta-
galitou tatawa, Alia tagal itou batogor
pada Sarah, dua mellaicat pegi de So-
dom. Alia tingal catta catta dengan
Abraham, daan hi tau appa adda jadi
pada Sodom daan Gomorra,

mannen tegen ober §em : aïö gpfe
fatj)/foo ïitp fyp öm te gemotte ban
be beute bet tente/ enbe bóogg ficft
teraerae*

3 €nbegpfepbe: &eere/f)ebbe
icknu ggenabe gdebonben in urne
oogen/foo gaet botg niet ban urnen
feneeïjtboo?&p;

4 3?at boel) eenmepnicïï materö
gebiegt mosöe\' enbe maCTcget urne
boeten / enbe ienet onbet befen
boom»

s enbe ich faï eene bete tooobt*
langen/ bat gijp uljemltercket;
baet nae fuît glip boo^tgam / baer*
om om bat ggp tot urnen knecgt
obergekomen3üt: enbefpfëpben:

i$ V^feptwn fy tot Sem: UDacr
gupfb^ontbe t enbe
^»iet/in be tente.
¹⁰ ijp fepbe: fal

îacki adda badiri ¹ adapan dia pounja
mouca: mannacalladia liât dia orang,
dia fouda lari deri rouma pounja pin-
tou,pada djompot padadia orang lagi
rondo capallafampei tanna.

3 Lagi dia catta TuanTuan-cou :
Djika Tuan mau caffian pada beta,
djangan lalou deri hambamou»

4 Beèrorang bawa ayerfidikit, lagî
baflo djouw orang pounja kacki, lagi
¹ bafandar de bawa pohon mi.

«5 Lagi beta mau ambil Roti fàpan-
gal, pada bri coat fidikit pada djouw
orang pounjahati; commediën bole
pegi djouga, tagal itou carna djouw
orang fonda darang capada hambà-
mou; lagi dia orang catta: boat begitou
feperti voûe fouda catta.

6 Lagi Abraham fouda pegi îecas
de dalam rouma pada Sara ; daan car-
ra: Lacas , ramas tiga oucor tepong
baie baie, lagi baicki³ roti roti fedap.

7 Lagi Abraham lari pada fapi fa pi,
lagi ambil fatou fapi goummoc daan
baie, lagi dia bri itou pada hamba _? dia
fouda hadir itou lecas.

8 Lagi dia fouda ambil «mantega,
dengan ayer foufou, dengan annac
fapi nang dia fouda hadir, lagi dia tarou
itou adapan dia orang pounja mouca,
lagi badiri decat dia orang de bawa po-
hon itou,lagi dia orang fouda rnaccan.

f> Commediën« dia orang catta pa-
danja : Manna adda binimou Sara?
lagi dia catta : liatla dedaîam rouma.

boojfeee&er bieöer tut u fcomen/
omtrent öefen tijöt beg lebend: enOe
ftet / J>ara Mae i)uprb?outee Cal
tenen foneljeöbm/enDe J>ata
öe t ara öe Deure bet tente/ öe tueïc*
fceadjtee ïjembJag*

ii ^afiamnuenöe^aratöa»
ten oiïOt [ende] ba el beöaegöt: öet
Ijabbe Jbata opgfjeljouben te gaen
ha bnjfe öet mtjben*

^oo loeglj J>ara öpüaet
felben/ feggenbe; ji>al ich toeüuft
fjeböen / nae bat ttk oubt gehoben
ben/enöe mijnfjeete ouöt i

13 cnöeöe <e fepbe
tot ^fcajam: #aerom fjeeft «^a*
tageiaccöen/feggenbe: foube icfc
oocH teaetitck baten / nu icfcoubt
gebK^öenben*

14 ^ouöepetboo? ben^e<e*
me teb30ttöerite& 3ïjj\'rté tet gefettet
tijöt fal tcfc tot u tueöer komen/om?
ttent öefen tijöt öe# lebeng/ enöe
^>ata fal eenen fone Rebben.

i f €nht J>ata looc^enbe \' t/feg*
gcnöe; 3rit en lieöfce met gljclac^
cljm tuamfpbzceföe: enbeljnfep*
öe: jDeen/maet gijp fietst geiaccöem

16 ^oe Gonöen bie mannen op
ban öaet / enbe Tagen nae Mohorn
toe:enöe 2lb*al)am gtncfc met öaet/
om öaet te gelepben»

foungo mau datan combali pada paci-
11 ira, ampir tauon pounja ⁵ wa&ou ini,
lagi liatla 5 binimou Sara adda bole fa-
tou annac leîackUagi Sara fouda dea-
gar itou de rouma.

11 Abraham pon dengan Sara fou-
da touwa, lagi dia orang pounja hari
hari adda banja, daan tida jadi lagi pa-
da Sara begitou feperti parampouan
parampouan pounja adat.

12 Tagal itou Sara fouda tatauwa
dalam ⁶ hati.daan catta: beta bole ra£là
afkijt, fedang beta iouda djadi touwa
lagi beta pounja tuan fouda touwa ?

13 Lagi Alla Thalla catta pada A-
braham: carna appa Sara fouda tatau-
wa, cattanja; beta foungo bole beran-
nac fedang beta fouda djadi touwa?

14 Adda , appa appa terheraan
amat pada Alla Thalla, padawa&ou
gnap akou mau datan combali pada
pacanira, pada tauon pounja moufiîm
ini djouga , lagi Sara adda bole fatou
annac lacki lacki.

15 Lagi Sara fouda bafancal itou,
cattanja : beta tida tatauwa, carna dia
takotjagi ? dia catta: boucan begitou,
hanja pacanira fouda tatauwa.

16 Commediën lacki lacki itou
fouda badiri, lagi liât deri fanna capa-
da Sodom 5 lagi Abraham fouda pegi
famma dia orang,pada antar dia orang.

17 Lagi Alla Thalla catta (bagi-
manna) Akou bole itou fembounji
pada Abraham nang akou boat 5

feoltk tooien fól/ enbe alle bolcke*
renöer aerDe in Jem geïegent füllen
tooien\'

19 fl^ant icU Jebbe Jemgefcent/
op nat Jp fpnm kmöerenenöe üu
nen Jupft nae Jem fouöe bebclen/
enbe fp ben megj bes

20 ^oo^tgfepbebe ty&e&ei
^emijïe Jet gjeroep ban ^obonv
enbe «öomojra gjoot i£/enöe bebnj*
Ie Jare fonbe feer f coaer 10 /

* i £>al ick nu afgaen/ enbe bc#
tien of fp nae Jaer gjeroep / öat tot
mp gekomen té/\'t upteröegjeöaen
Jebben/ enbe fooniet/ uk fal \'t
toeten.

* 2 3£>öe keerben bie mannen Jet
aengefïcjte banöaer/ enöe gingen
nae &obom: maer flib^ajam öie
bleef noc J ftaenbe / booj Jet aenge-
wtjtebes

€nbe ftbjajam trabt toe/
enbe fepoe: ^mlt gjp ootk ben
recjtbeecbigenmet öen gobtloofen
ombrengen i

24 jBitfeJien 3ijnber bijfttgj
ree Jtbetrbige in be ßabt: fuit g Jpfe
*ock ombrengen / enbe be plaetfe
£iet fparen/ om be bijftigJ recjt*
*^ee*bige bie binnen Jaer syn t

betragen niet öen gobtloofen: öat
tercoat, lagi fegalla orang de boumi
adda djadi palihara de dalam dia.

19 Carna akou fouda kenal dia,
agar dia fouro pada dia pounja annac
annac, daan dia pounja aflal de blac-
kandia, agar dia orang bedjallan de
dalam Alia Thalia pounja djalian, pa-
da boatadillan daan betul, agar Alia
Thalia bri pada Abraham itou nang
dia fouda catta padanja.

20 Alia Thalia lagi fouda csatta:
carna Sodom daan Gomorra pounja
geger adda befar, lagi carna dia orang
pounja dofa adda brat banja.

21 Akou facarang mau tourongde
bawa, daan liar calou dia orang pounja
berboatan adda facali ca li bcgirou, fe-
perti dia orang pounia geger, nang
fouda datan pada akou ca tida, akou
mautau.

22 Commediën lacki lacki itois
fouda balick moucanjaderifanna.lagï
pegï de Sodom; hanja Abraham dia
lagi tingal badiri adapan Alia Thalia
pounja mouka.

23 Lagi Abraham datan ampïr,
daan catta: Tuan lagi mau binafla
orang adil dengan orang berdofa i

24 Siappa tau adda lima poulou
orang adil de dalam ncgri itou, Tuan
lagi mau binafladia orang,daan tida
ampon pada dia orang,tagal limapoa-
lou orang adil, nang adda de dalam
ncgri itou ?

25 itou jadi dj au deri djouw, boat
berboatan bcgirou, bounou orang adil
dengan orang djahat; agar pada orang

loofè : b#re« $p iytt ban u : foube be
ssicöter Der gaiufcfjes aetbe geen
rec&t boen t

26 fepbe be
Jboo ick te J>oöom binnen be ßabt
bijfticö recôtfJecrDsge falbtnben/ fo
fal ick be gantfcjje plaetfefparen om

27 cnbe &bja!?am anttooo^De/
rnbe fepbe : ^fnetborfî/ tdUjebbs
inn onberttîonDen te fpjeken tot
ben #eere/ ö^e biel ick ftof enbe af*
fcljeben:

28 Ä^cljien füllen ben bijfticj)
tecjtbeerbigen biibe ont^eeeken /
fulî gljp ban om btjbe be gantfclje
ßabt berbetben I enbe fepbe :
*lck falfcmet berbetben/ foo tek
baer bijf enbeetticö faï bmben*

2 9 cnbe Jp boer boojt noclj tot
gem te fp^eken/enbe fepbe: MxU
fctiien füllen alöaer beetttcö gebon*
ben bîoiben: enbe lop fepbe: Hck en
\'t niet boen om bet beerttgen

3 0 ©oo^er fepDe ftp : «Dat bo eft
be #eere met en ontfteke/ bat ick
fpiekeilBiCfcftien füllen albaer bets
ttgî> gl)ebonbenbîôîôen: enbe i?p
fepbe/Siek enfant niet Doen/fooick
albaer bertigl) fal binben*

33 €nbefjpfepDe: Jrtct Dodj/
ick fiebbemp onbetbîonben te fp>e*
ken tot ben #eett : Äffcfpen füllen
Ciaer tbnntigfj gebonben bîojben:
mm $p fepbe: 5Jjck en falfe niet
berbertien omberttointigtnbJtlle*

adil djadi begitou, feperti pada orang
djahat, itou jadi djau deri djouw, be-
gimanna joure -houcom deri fegalla
boumi > bole boat appa appa nang ti-
da haros >

26 Alla Thalla pon fouda catta:
Djika akou de dalam negriSodom ber-
tamou lima poulou orang adil , akou
mau bri ampon pada fegalla negri itou
tagal dia orang.

27 Lagi Abraham fouda menjaout
daan catta: Liatla beta adda abou daan
tanna djouga, lagibera fouda jadi bra-
ni begitou,pada catta catta padaTuan,

28 Siappa tau deri lima poulou itou
adda courang lima, Tuan tagal îima
itou mau binatfa fegalla negri itou ?
lagi dia catta : Akou tida mau binafTa,
djika akou de fanna bertamou ampat
poulou lima.

29 Dia pon lagi fouda catta catta
padanja daan catta : frappa tau Tuan
de fanna bole bertemou ampat pou-
lou , lagi dia catta akou tida mau boat
tagal ampat poulou itou.

30 Dia lagi cattar-Tuan djangan
gouflar, febab beta catta catta : fiappa
tau Tuan de fanna bole bertamou ti-
ga poulou: lagi dia catta : Akou tida
mau boat, djika akou de fanna berta-
mou tiga poulou.

31 Lagi dia catta : Liatla beta fou-
da jadi brani begitou pada catra catta
pada Tuan : fiappa tau Tuan de fanna
bole bertamou dua poulou-lagi dia cat-
ta: Akou tida mau binafla dia orang
tagal dua poulou itou.

32 Dia lagi catta: Tuandjangan
gouflâr, beër beta catta catta lagi faca-
li djouga ; Sjappa tau Tuan bolc ber^
tamou de fan na fa poulou; lagi dia
catta: Akou tida mau binafia dia orang
tagal fa poulou itou.

3 3 Commediën Alla Thalia fouda
poulang, mannacalla dia fouda abis
catta catta pada Abraham: lagi Abra-
ham fouda babalick combaii pada dia
pounja tampat.

I. AttaudefabeUdia, 2 Artinja brenti ßdicfyt. At fa» eer abt ₃ attau bebinc\\a. 4 At-
tau minjacfapi. J Attau moujfim. 6 Hebr. de dalam dia ptunja tenga tenga. Artittj*
de dalam fendirinja. 7 Artmja Alla, S Hebr. bef ar. 9 Attau tida boat haros >bettuU
at ta tt adillan.

32 $ott)fepbeljp:^atbocl)be
ï^eere met en ontfteetfee/ öatüfc al*

leenUcfcöitinaeifpjefce: ÄOelpen

füllen oaer tiene gebonbenmo^ben :
tnüc fepbe: fjch en falfe met
ueeöetben om ber tiene Urille*

3i 3E>oe gineft be
bîecj / até bp geepnbigjt öabbe tot
&bja&am te fpjefcen ; enbe
Jam Heetbe tebewae fpne pïaetfe*

De twee Engelen komen in mansghedaente
tot Sodom , ende worden van Lot gheher-
berght ende getra&eert, vers». De Sodo-
miten omringen het huysby nachte, ende
willen defe gaften groawelicken overlaft
aendoen, 4. Lot poocht hen fuleks af te
uden, maer te vergeefs, ende met fijn ey-
genperijckel, 6. Dies de Engelen Lot in-
trecken, ende de Sodomiten met bhntheyt
flaen, f_ui_Ck_{s dat} f_y h_ct h_Uy_{S mo}eften verla-
ten, 10. Let won met fijn wijf ende twee
dochteren (alfoo de fwagers daer mede
fpoueden) \'s morgens vroegh uyt Sodom
geïeyt, met laft om ficb te behouden op het
geberghte, 17. Maer Lot bidt ende ver-
krijght, dat hyfich mach bergen rot Zoar,
18« De vier fteden ende gantfebe Landr-
ftreke, met Inwoonders e»de gewas, wor-
den met vyer ende fwevelvan den hemel
verteert, 24« De Heere ftraft Lots huys-
vrouwe,2ö. Abraham lett op den onder-
&anck defer fteden, 27. Lot treckt uyt Zoar
^11ae gebergte,ahvaer hy door den dronck
rVfK^{tende van} fy^ne beyde dochteren wort
ji, Daer van komen Moab

Dua Melidicat datan de Sodom de dalam
roupa lacki Iacki. Lot antar diorang de
tourna daan bri mate an. Malam orang
Sodom bacoulillingacan tourna , daan.
mau an jay a banjac pada dua Iacki Iacki
itou. Lot mint a agar diorang jangan
boat djahat bagitou,diorang mau anjaya
pada Lot. Melidicat hela Lot de dalam
rouma , daan boat matta bouta pada
orang Sodom : Mella\'icat antar Lot den-
gan lininja dengan annanja param-
pouan dua orang de louwàr Sodom, (gV.
ampat negri daan jegalla tanna itou,
dengan manufta daen tombohanfamou*
jadt roujfa dengan apt daen blirang deri
fourga. Alia houcom pada Lot pounja
bini. Abraham ingat negri negri itou
pounjah\'tnaffahan. Lot maboc tidor den-
gan diapounja dua annacparampouart.
morang beratmacMoah dengan Ammon,
3 2 i Lagi

\'me te J>obommben abmtt :
énbe Sot fact in ht pooit? tot ^éo*
bom : enbe alg Hot gen facg / ftonbt
ftp op gen te sgemoete/ enbe boogg
Cicg met get aengefitgte tet aerbe*

2 Cnbegpfepbe^ietnu/mifne
geeten/heetet bocg in ten gupfeban
«men fcaetgt/enbebetnacgtet/ enbe
madcget iwt boeten: enbe ggp fult
fc^oecg op^aen / enbe gaen utoe£
Hieegljg/enbefp Cepben: ^een/maet
b?p fuUen op be ftratc betnacgten*

3 enbe gp gielt bp gen feet aen/
foo bat fp tot gem in fceerben/ enbe
qnamen in fini gupg ; enbe gp
macclite gen eene maeltijbt / enbe
bietk ongefucrbe&oecjtkeng/ enbe
fp atetv

4 eezfpgaett\'flapenlepben/foo
gefcben be mannen Diet fiabt / be
rnannen ban^obmn/banben i ottg*
ften tot ben oubtften toe / bat gup£
omtingeft : get gantfrge boïck/ ban
get uptevfteepnbeaf*

s enbe fp tiepen Hot toe / enbe
fepben tot gem: lîDaer 3i/n bieman-
iien./ bie befe nacgt tot « ggefcomen
$ijn * b.ienggtfe upt tot on£/ op bat
mpfebeftennem

i T Agi dua Mellaïcat itou fonda
^datan de dalam Sodom , pada
petang hari, lagi Lot fouda doudoc de
dalam Sodom pounja pintou, lagi
mannacalla Lot: liât dia orang, dia ba-
diri, lagi pcgidjompot padanja, lagi
dia tondo dia pounja mouca fampei
decat tanna.

x Lagi dia fouda catta : Liatla faca-
rang tuan tuancou, mafloc djouga de
dalam hambamou pounja rouma,lagi
djouw otang bole bangon pagi pagi,
lagi bedjallan djallan-mou, lagi dia o-
rang fouda catta: tida.tetapi kita orang
malam ini mau tidor de djallan.

3 Lagi dia fouda coutali banja pada
dia orang, begitou agar dia orang fou-
da datan pada dia, lagi mafloc de da-
lam dia pounja rouma -, lagi dia fouda
bri mackanan, padadia orang, lagi af-
far roti roti kitfjil nang tida beralfam,
lagi dia orang fouda maccan.

4 Daulou deri dia orang pegi tidor,
lacki lackideri negri itou, lacki lacki
deri Sodom, orang mouda lagi orang
touwa lagi, fouda coulilling-akan rou-
ma itou, fegalla orang deri tandjong
teroudjong.

5 Lagi dia orang fouda pangil pada
Lot, daan catta padanja : Manna adda
lacki lacki itou, jangmalam ini fouda
datan pada vofte ? Antar dia orang de
louwar pada cami, agar cami bakenal
dia orang,

6 Lot calouwar capada dia orang
pada pintou, lagi dia toutoppintou de
blackan dia.

a £>tet îjôcS / itk ï)ebbe ttoee
botjjteren / aiegeenen man bekent
en l)cbbctt/ tcU faifenutotu apt*
bjengen/enbe boet Ijaer alfoo t goet
té intime oogen: alleenlick en Doet
îicfc mannen nietg / uiant baerom
3Mn fp onber be fc^abtmje mpneg
backs ingegaen*

¹¹ Cnbefp floegen be mannen/
bie aen be iscur e Ue0 |)upfe0 toaten/
met berbUutïiepben/banben&lepn*
«en tûtaenbeng^ootfteni foobat
fp moeùebîerben/ om be benre te
bmbern

12 fepben die mannen tot
mot : BDien tjebt gljp bier noefi
meer* eeneivfcijoon-fone/ofteubje
fonen/ofte ntt>ebocbteren/enbe aUe/
^ugbpljebtin befer ftabt/bjengt
^u^bcfepiaetfe.

8 Liatla,beta adda dua annac pa-
rampouan, nang belomkenal lacki,
beta mau antar dia orang de louwar
pada tuan orang, daan boat dengan
dia orang begitou, feperti tuan orang
fouckaj pada lacki lacki ini djouga
djangan boat appa appa : carna tagal
itou dia orang fouda datan balindong
de bawa betapounja atap.

9 Commediën dia orang eatta: Ma-
re fini ampir, commediën dia orang
catta: fatou ini fouda datan agar dia
doudoc fini feperti horgai begimanna
dia de manna manna adda djadi joure
houcom? facarang cami mau boat lebe
djahat pada pacanira, deci pada dia
orang : daan dia orang ^a fourong cras
fatou pada fatou capada lacki Jacki,
capada Lot, daan dia orang datan agar
dia orang petfja pintou.

10 Hanja lacki lacki itou fouda
calouwar tangannja, daan hela Lot de
dalam rouma capada dia orang, daan
toutop pintou.

11 Daan boat matta bouta pada
lacki lackijang adda de pintou rouma,
jang kitfjil lagi, jangbefar lagi, begi-
tou agar dia orang jadi lelaïagitida
bole bertamou pintou.

12 Pada waûou itou lacki lacki itou
fouda catta pada Lot : f jappa yofte
pounja lagi adda de fini, fatou mena 11-
tou lacki lacki, attau vofte pounja an-
nac annac lacki lacki , attau vofte
pounja annac annacparampouan, lagi
famoa nang f jappa vofte pounja de
dalam negri ini,fouro dia orang calou-
war deri tampat ini.

13 lOant Uip gaen öefe plaetfe
üeröeiïïea : am öat gaet ggetoep
g^oo»; getuoiöen isüooj get aenge*

14 ^0? gintk Hot upt/ enöe
ïjp^aek tot fijnen fcgoon-fonen/ öte
fgne öo egt eren nemen fouöen/ enöe
fepöe : jfeaetkt u op/gaet upt öefe
plaetfe/iuantöe gaet
öefe ttaötöetöeröen; maergpuiatf
in De ocgen fijner fcgoon-fonen al$
otkenöe*

if €nöe afó öe öageraet op-
gtnck/ gangen öe Cngeïen Hot
aen/feggenöe: l&aetkt u op/ neemt
titoegur fö^oume / enöe nmz tuiee
öoegteren/ öie üooz ganöen $tn/ op
öat gguinöe ongeretgtiggept öefej
(ïaöt niet om en komt*

16 jBatr gp tiertoeföe: foo gre*
pen öan öte mannen fijne gant/enöe
öe gant fijner ü?oume/ enöe öe gant
fijner rmee öocgteten/ om öetoer*
fdjoonmge öe£ ï)€€i\\e& otiet
gem: enöe fp öjatgten gemupt/enöe
fteiösn gem öuuten öe ftaöt»

17 énöegetggefcgieööe/alöfp
gen Uiïtgebïaegt gaööen nae bnp-
ten/foo fepöe ^gotiötuom
ttiaeg lebcirê UnÜe/en fiet niet atgtej
u om / enöe en ffaet niet op öefe
gantfcgeüïarkte: Öegouötu nae\'t
ggeöerggte genen / op öat ggp niet
om en komt

tampat ini, carna dia orang pounjt
^cgeger fouda djadi befar adapan Alk
Thalia, lagi Alia Thalia fouda fouro
betorang pada binafla¹ dia orang.

14 ¹ Tagal itou Lot fouda pegi de
louwar , daan catta catta pada dia
pounjamenantou lacki lacki, jang ad-
da mau cauwin dengan dia pounja an-
nac annac parampouan daan catta :
3 badiri, calouwar deri tampat ini, car-
na Alla Thalia fabantar ma« binaflâ
negri ini, hanja dia pounja menantou
lacki lacki kira kira dia ⁴pourapoura
djouga.

15 Daan mannacalla fadjar naic,
Mellaïcat fouda fouro pada Lot cat-
tanja: .» Pegiambilvofte pounja bini,
dengan voue pounja annac param-
pouan dua orang jang adda de fini,
agar vofte djangan djadi binafla dalam
negri ini pounja nacallan.

16 Hanja dia nanti, tagal itou lacki
lacki itou pegang dia pounja tangan,
daan dia pounja dua annac parampuan
pounja tangan tagal AllaThalla poun-
ja caffian pada dia : daan dia orang an-
tar dia de leuwar, daantarou dia de
louwar negri.

17 Daan fouda djadi, mannacalla
dia orang fouda antar dia orang de
louwar,⁶ dia catta : toungou volle ta-
gal 7idopmou djangan liar de blackan,
lagi jangan badiri dalam fegalla tam-
pat ratta ini, lalou de gounong itou
agar vofte djangan matti.

gjootgDemaeckt/ bie gijp aenmp
gtjcöaen Ijebt / om mijne 3ielete be?
pube« bp öet leben: maerick en Cal
niet können beljonben bioiöen nae
\'t gïjebergfjte jjenen/op bat mp met
miCïcljienbar quaet aen en klebe/
enbeitkßetbe-

20 ^)tet botl) / befettabttónae
bp/om betb3aert£ te blucl)tcn/ enbe
ïp i$ klepne: laet mp boel) bet*
toaertöbeljonben tooien: (téfp
niet klepne^) op bat mijne 3iele lebe»

ooek in befe fake: batiekbefeßabt
niet om en keete / baer ban göp gt>
f&oken fjebt*

ipae(ï/öc!)oubt u bertoaett£:
^antiek fal nietg können boen/tot
bat gjjp baer Ij enen tn gïjekomen
3tit; baerom noembe men ben naem

*4 ^oe bebe be
fbjebel/ enbe bper ober J>obonV
enbe ober «*>omomi regenen/ ban
fceu # e upt ben #emeU

2 y €nöe ÖP keerbe be felbe ße?
om I enbe öie gantfclje blatkte:
alle tntooonberg befer ßeben/
°ötk ött getoaS beglanbt&

19 Liatla^s tuan pounjahambafou-
da bertamou cafliS dalam ⁹ tuan poiin-
ja matta, daan tuan fouda boat befar
baic-boudinja,nang tuan fouda ^I<? oun~
djo pada toungou djuwakou ber-
idop, tctapi betatida bole¹¹ lalou de
gounong itou, agar djahat itou djan-
gan lecat pada beta »daan beta matti.

20 Liatla negri ini adda ampirpada
laride fanna, daan adda kitfjil ,bear
beta lalou de fanna, boucan kitfjil?
agar beta pounja djiuwa idop.

21 Dia pon catta : ¹² Liatla voftc
pounja mintahandoa ini akou lagi
fouda den gar : agar akou djangan
¹³ balic negri itou deri appa voile fou-
da catta.

22 Lacas,lalou de fanna,carna akou
rida boie boar appa appa daulou deri
vofte fouda maflbcdefanna,tagal itou
negri itou packei nammaZoar.

24 Wadou itou Alia Thalia fouda
boat djatou oudjang deri blirang,daan
deri api de atas Sodoma, daan de atas
Gomorra,deriAl!aThaIla ^dcri lburga.

2 5 Daan dia fouda balic negri itou,
nangde bawa ca atasjfegalla itou ram-
pat ratta, lagi fcgalia orang nang dou-
aoc dalam negri negri itou.daantanna
pounja¹⁶ boa lagi.

28 enbe ijp fagl) nae &obom
enöe <$omo*ra toe / enöe nae lytt
gantfcSje lant Dan bie Plachte : enöe
!?p fagïj / enöe riet / öacc gineft een
toocH pan Den lanöe op / geltsck be
moût ttnt& oben&

29 €nöe bet gbeftfmöbe/ boe
^5oöt be Öeben befec Plachte Per*
berf / bat €>obt aen 2tb?aljam gbe*
bacbte/enbeöplepbbelot upt ïjet
nuööen Defer omlueringe / in \'t om*
&eeren bier fteben / in be ajelcHe Hot
getpoont Ijaööe*

30 cnbe Hot toogb op «pt
^oar / enöe txioonöe op öen bergl)/
enöe fime ttuee Dot^tertfnietfjem:
toant ÖP bjeef be binnen Eoat te
bjoonen : enbe bp moonbe m een
fpeloncfte / i)P / enöe ftjne ttaee
DoclJterSu

Boe fepbe be eerft geborene
totbe longfj&e: <8nfe baber out/
enbe öaer en i$ geen man in befen
lanöe om tot on£ in te g aen/ nae De
Uitjfe Der gantfcöer aeröe»

32 lom / laet onö onfen baber
tetjn te öïmcken gtben/enöe bp öem
liggen/ op bat ttm ban onfen baber
3aet in tiebenbe^onbcn»

27 Pada hari itou pon Abraham
fouda bangon pagi pagi, (daanpegi)
de tampat itou, de manna dia fouda
badiri de mouca Alla Thaila.

28 Daan dia liât pada Sodoma,
daan Gomorra. daan pada fegalla tan-
na rarta itou , daan dia menantang,
daan liatla, foöda naic aflàp deci tanna
itou , feperti fourno (cappor) pounja
a(Tap.

2.9 Souda djadi lagi, fedang Deos
rouffa ncgri negri deri tanna ratta itou,
agar Deos ingat pada Abraham .daan
dia fouda antar pada Lot deri antara
balickan itou, mannacalladia balie
negri negri itou, de manna Lot fouda
doudoc.

3.0 Macca Lot calouvvar deri Zoar,
daan dia doudoc de atas, gounong
itou, daan dia pounjaannac pararn-
pounn dua orar g famma dia.carna dia
takot douduc dalam Zoar, tagal itou
dia doudoc dalam barang loubdng ba-
tou, dialamma dia pounja duaaonac
parampouan.

touwa, fatou lacki lacki lagi tida adda
dalam tanna ini, nang kcnal pada ca-
mi, tfjara fegalla dounja.

32 Marela, beër cami bri minom
coa anghor pada bcta orang pounja
bappa, daan tidor famma dia, agar ca-
mi toungou idop bidji deri beta orang
pounja bappa.

be eerft-gjeborene <iuam/ enbe ïagj
bp Jaren baaer/enbejp en toert Jet
niet gjemaertn Jaer neberiiggen/
noej in Jaeropftaetn

34 <£«be Jet gefejieöbebe^an*
öeren baegjg/öat öe eerft-geborene
f epbetot be jonsjae : <£>iet/irk Jeb*
be gißer nacjt bp mijnenbaber ge-
legen : iaet ons oocfc befen nacjt
Jem toijn te önntUen geben : gaet
ban in/ligjt bp Jem/op bat top ban
önfenbaöejiaet in* leben bejonöé*

3 ? <£nbe fp gaben Jaren baber
ooefc bien nacjt toijn tebnncften:
enbe be jongjfte ftont op/enbe lagj
bp Jem: enbejpentoerbtjetniet
g Jetoaer in Jaer neberliggen / not J
in Jaer opftaen*

37 Cnbebeeerßgeborenebaerbe
tenen fone/enbe noembe fijnen name
ïfèoab : ^efeig öe toaöer ber Ifèoa*
feiten/tot op beten bac J.

3⁸ Cnöe be jongjfte bie baerbe
ûocUeenen fone/ enbe noembe fijnen
tjame ^en ^mmt: <£>efe t£ beba*
ber ber fctnberenSdmmonS/tot op
befen baej. ¹ peihanini.

bappanja, daan kaka datan daan tidoe
famma bappanja ¹¹ dia pon tida tan»
fedang dia tidor pon rida , fedang dia
bangon pon tida.

34 " Effbnja pon fouda djadi agar
kaka catta pada ade ; liatla calamariw
malam beta fouda tider famma bap-
pacou, beer cami malam ini lagi bri
minom eoa anghor, padanja,comme-
diën pacanirama(ibc,daan tidorfam-
ma dia, agar cami toungouidop bidjâ
deri beta orang pounja bappa.

35 Macca pada malam itou dia
orang lagi bri minom coa anghor pada
bappanja, daan²³ ade fouda pegi, daan
tidor famma dia, dia pon tida tau, fe-
dang dia tidor pon tida, fedang dij.
bangon pon tida.

36 Begitou Lot pounja annac pa-
rampouan cadouanja²⁴ fouda mengi-
dang deri bappanja.

37 Daan kaka fouda berannac fa-
tou annac lacki lacki, daan bernamma
nammanja Moab, IniJa adda bappa
deri (orang) Moab fampei hari ini.

38 Daan ade dia lagi berannac an-
nac lacki lacki, daan bernamma dia
pounja namma Ben-Ammi. Inila
adda bappa deri¹³ orang Ammon fam-

a tAttau dia orang lari eras pad* Urtj latB. b Attaubri,aitan omdjo tangannja. c Attau
inger hangar. l Attan tampat ini. 2 <±Attan Vfattouitou. 3 attan pegt. 4 attan ta-
*auvoa. ƒ attan badiri, 6 tArtwja Alla Thalia\'. 7 Hebr. djwwamon. S attan tuan
ßuda caßianpada hambanja. 9 attmvofiepomja. 10 attau caßie. it attatt lari dengan
^hercat de goitnongitoH, 12 attau Hat la den itou akou lagi foudatrma mouc*n*^sti- 13 Attau
^rJ^H(T«* 14 Artinja fyfjil-, dalou dia pounja nammaBela. liât Çenef. yJ S Atta*
^üen Aufm. j 6 Motißim attan barang appa famoa nang tombo de tanna. 17 Artinja Lot
pottnja b_1Hi, _{ï s} attanfeperti Hang.,, kttaitoHladangderigaram. \' 9 Hw. annac nang ber-
moula. ₂ o _{maH km}J_0fft 2, Artinja bappa Lot. 22 attan hart laijn nang comme
\' ^aK*""\' (oh, z* Attan fonda djadi hunting. 2 s Alt ah annac Ammon.

Abraham vertréckt nae Gerar, ende feyt, dat
Sara fyne fufter zy, vers i. Dies de Koning
Abimelecfo Sara laet haIen,om haer te trou-
wen, 2. Maer Godt belett hem door pla-
gen ende aenfpraecke in eenen droom,
Daerom hy Abraham fijn wijf weder geeft
met fonderlinge beJeeftheyt ende ghe-
fchencken, 9, Abimelech ende de fync
■worden door Abrahams voor-bede gene-
fen, 17,

ben/ enbe tuooiiSc tuffeben i\\aöe£
enbetuGxjjen £>ttv; enbe i)p vi er?
fceerbe al$ b?embelinefc te <&erar*

2 m$ nu $b?ajjam Dan ^ara
Hine fjupftoouUie gtjefept fjabbe/
M>P i0 mijne fufter; foo fanbt MU
meiecö/beöoningbban <®erar/ en*
benam J>arab)eclj*

3 $®aer€*obt quam tot $bime*
leefj in eenen b?oom Des? nacjtg:
ende Jipfepbe tot fjem: J>iet/gj)p
3i?t boot om ber bzoutoen toxlle/ Die
®ljp meel? -genomen bebt: tuant fp
i& met eenen man getroubJt*

4 <®öcI$ ftbinulccïj en tot
Ilaer nietgfjenaöert: baerom fejibe
pp: i^eere/ fultgïjpban oock een
recfitbeerbtgj polcfe booben é

9 feeft bp felbe mp niet gefept:
j&P ig mijne fu&er f enöe fn ooefc
ïjeeft gefept: i$ mijn 6?oeber; in
opredjtigbept mijnen öerten/ enbe
inrepnigbeyt mijner Janben j&ebbe
idtbitgeöaen.
6 <£nbe <0obt fepbe tot Jem in

Abraham pegi de Gerar, daan catta Sarah
adda diapfoudara. tagal itou Radja a-
btmelech[euro antar Sarafada dia agar
dia camn dengan dia. Alia tagal itou
houcom dia daan larang itou pada dia
dalam mimpihan. tagal itou dia Iri
combali pada Abraham bininja Sara,
daan caffie pada dia caffiebanjac. Ali-
melech dengan diap,

--*deri (anna fcapada tanna
nang falatan, daan doudoc de tenga
tenga Kades daan Sun daan dia dou-
doc de Gerar feperti dagang.

2 Mannacalla pon Abraham deri
Sara bininja fouda catta di adda beta
poonja lbudara 5 Abimelech Radja
Gerar, fouda fouroambil pada Sara.

3 Hanja Decs fouda datan pada
Abimelech , pada malam ¹ dalara
mimpihan : daan dia catta padanja,
liatla, pacanira * adda matti tagal pa-
rampouan ini, nang pacanira jfbuda
ambil bawa, carna dia fouda caw in
dengan lacki lacki fatou.

4 Tetapi Abimelech boulom ke-
nal pada dia: tagal itou dia catta:Tuan
vofte lagi mau bounou orang orang
nangadil?

f Boukan dia fendiri fouda catta
pada beta, diaddabeta pounjafoudara
parampouan? daan dia lagi, fouda cat-
ta, diadda beta pounja fbudara lacki
lacki, dengan hati adil, daan dengan
tangan tfjoutfjibetafouda boat itou.
6 Deos pon catta padanja dalam

öen bjoora: S^e oot& geteem
ten/ Dat ggp bit in optecgtïggepbt
wmeggecten gebaen gebt/ enbe ic&
Öetj ii ooeK belett ban tegen mp te
fonbigen: baetom en gebbe itft u
niet toegelaten/ gaet aen te toeten*
7 £oo geeft ban tm befe$ mam*
gupfbjoume toebetom/toant gp i&
eenï^opgeet/ enbe gp fal boo? u
btbben / op bat ggp lebet: maet foo
ggpfenietteeberom en geeft/ meet
bat ggpboo? feet&et ftetben fult/
ggp/ enae al inat ubje

s ^oedont SSbimelecg \'£mo?*
gensfytoeggop/ enbe tiep alle fpne
fenecgti/enbe fpjacfc allebefe&oo?*
ben boo? gaten ooten:enbe bie man*

9 €nbe Stbimelecg tiep
gam/enbe fenbe tot gem: Wat gebt
ggpongggébaen* enbe Umt gebbe
iek aen u gefonbiggt / bat ggp obet
*np / enbe obet mgn SonmcferijeUe
**ne gzoote fonbe ggebjacgt gebt 4
SÖP gebt baben met mp gebaen/ bie
ntet en fouben gebaen üso^ben*

i o Boojbe? fepbe SCbimeletg tot
Slb^agam; iBat gebt ggp ggefien/
bat ggp befe fafee gcöaen gebt *

11 ^nbe 2£b?agam fepöe;ï©ant
itkbacgte / Alleen en igbe b?eefe
^obe^in befe plaetfe niet / foo bat
ommpnergnpfb^ontoê bnl*
^Ie ^Uenbooben*

„A^noocluöfp toaetliek mp-
ne rnnet / r_{p m}vnt& babets boeg*
xm m$et nüMnpnet ntoebetbocgs

mimpihan, Akou lagi fouda taa voft«
fouda boatitou dengan hati adil,Akou
lagi fouda ¹ taggaken pada vofte, agar
vofte jangan berdofa adapan Akou
tagal itou Akou fouda bri, agar voile
jangan kenal pada dia.

7 Tagal itou facarang bri combali
lacki ini pounja bini, carna djaddat
Nabbi, beër pon dia menjomba tagal
vofte, agar vofte tingal idop : tetapi
djicalou vofte tida bri dia combali,
foungo foungo vofte mefter matti „
vofte denganfamoanangfjappa vofte
pounja, tau ?

8 Tagal itou Abimelcch fouda ban-
gon pagi pagi, daan pangil dia pounja
bamba famoa, daan catta catta fegalla
bacattahan itou adapan diorang poun*
jatelinga: macca diorang fouda tacot
banjac.

9 Commediën Abimelech pangil
pada Abraham, daan cattapadanja:
Appa vofte fouda boat pada cami? at-
tau dofa appa beta fouda boat pada
vofte,carnappa vofte fouda ⁵bawadofa
befaratasbeta, lagi atas beta pounja
⁶Radjat? vofte fouda boat berboatan
pada beta, nang tida patout boar.

10 Abimelech lagi catta pada Abra-
ham: vofte fouda liat appa,carna vofte
fouda boat berboatan itou ?

11 Abraham catta: carna beta i fan-
ca foungho foungho de tampat ini
[orang] tida tacot pada Deos, tagal
itou diorang adda bounou pada beta
tagal beta pounja bini.

ix Dia foungho foungho adda beta
pounja foudara, dia adda Bappakou
pounja annac tetapi beta pounja ibou
& i pounja

M Uljoalm/ foo fp?ack tek tôt ftaet:
<Btt yp tiUîe UîeïDaDtgftept/ îsie gftp
bp mp boen fuît : aen aile plaetfe
baet mp komen fuit en / fegljt ban
mp/^p 10 ntijn bjoeDet*

14 ^oenam&bimelccft fcftapen
entse tunberen/ ooek Dienftknecft*
tm/mtit Dîenïîmaecftben/enbe gaffe
2tlnaftam : enbe ftp gaf ftem ^ata
Cpne ItupDmubJe tueber*

if C\'nbe Sfïnmelecft fepfrerjnet/
ttttjn ïanbt të boni u aengeftcftte;
tDûontDacrtgoet is in utiie oogen*

enbe tôt J^ata fepbeftp:
J>wt/ tek ftebbe nuien bioeber bup*
fent filiîetlîngengegeben/fiet/ftp 3P
® een beckfel ber oogen/ alïen bte
rnetu snn ; jae ftp allen/enDe toeeft

17 €ntse Sffcaftam ïiabt tût
SoUt enDe <00btgftena£2lbune*
îecft / enbeftjne ftupfb^ûMjoe/ enbe
Cîjne btenSmaicftDett / foo bat fp
fiaerbetv

1 s îBarnbti3<£€\'l\\<g ftabbe
aile be &aermoebet£ban ftet ftupg
ffbimeletft# gantfeftelick toegeflo*
ten/ ut oo^faeeke timi J>ata

13 Commediën fouda jadi manna-
calla Deos fouro beta poulang deri
Bappakou pounja rouma, beta catta
pada dia : inila jadi baie boudimoa,
nang voile meiler⁸ oundjo pada beta:
de fegalla tampat, manna cami adda
datan catta deri beta dia adda beta
pounja foudara.

14 Wadou itou Abimelech fouda
ambil domba domba daan lembou
lembou, lafear lafear laeki laeki, daan
lafear lafear parampuan Jagi, daan caf-
fie diorang pada Abraham: dia lagi bri
combali pada dia diapounja bini Sara»

15 Abimelech lagi catta : Iiatla,
beta pounja ⁹ tanna ^r®adda bouca pa-
da voile : doudoc de manna voile
pounja hati fouca.

16 Pada Sara pon dia catta : Iiatla,
pada voile pounja foudara beta fouda
caffie faribous [pangal] pera , Iiatla,
[beër] dia adda pada voile pada fatou
toudong matta, pada [orang] famoa
nang adda dengan voile r ija pada fa-
moa,lagi ingatitou.

37 Abraham dia pon fouda fom ba
capada Deos:daan Deos fouda fombo
pada Abimelech, daan pada bininja,
daan pada dia pounja hamba hamba
parampouan, agar diorangberannac.

18 Carna Alla Thalla fouda toutop
facalicali fegalla ¹¹ tampat annac da-
lam Abimelech pounja rouma , tagal
Sara Abraham pounja bini.

Ifaac wort nae Godts belofte gebooren, ende
befneden,vers r. Abraham houdt een groot

faftmael tertijdtvan Ifaacs fpeeninge, 8.
fmael fport daer mede, ende wordt met
fijne moeder Hagar, op verfoeck van Sa-
ra, ende Godts woordt, uytgedreven, 9.
Hagar dwaelt inde woeftijne, ende Ifmael
is in perijckel van re verfmachten, 1 f» maer
Godt verfiet het, ende trooftHagar, 17;
Ifmaels optreckinge , ende houwelick, 20.
Abimelechmaeckteenverbondtmet Abra-
ham te Berfeba ,22. Abraham dientende
danekt den Heere ,33.

1 P$bebei^<£<£ß<£ öefocgt
- ^ <&ara/ geïtjcïv alö gp gefept
gatibe; enbe bt ï^eeüf bebe
^ara/ggelïjtfc atë gp gcfpzoockcn
Ij abbe>

² €nöc J>ara bjerbt btüimljtf
*ttbebaerbe Sföjagam tmtn fone in
«men oubcröom ter ggefetter ttjbt/
w§tm <6obtgefeptgabbe*

ifaac jadi berannac feperti Alla fouda.
djandji-,Abraham baikifeflobefàâr man~
nacalla lfaac jadi lepas deri fou/ou. ]f
maël tagal itou boat fedo: dia dengan
ilounja Hagar tagal itou jadi oujfirderï
Abraham pounja rouma, carna Sarah
fonda mau daan Alla four 0 hagit ou. Ha-
gar leroutang djallan de rimb a, lagi if-
ma\'èl ampir ampir fouda maîti deri
nous; Hanja Deos toulong dia daan ibor-
ken pada Hagar, (3c.

1 /^Ommcdiên Alla Thalla fou-
ingat pada Sara, feperti dia
foudacatta : Alla Thalla fouda boat
lagi pada Sara feperti dia fouda cafta*
catta.

£ Saraponjadibounting,daan ber-
annac fatou annaclacki lacki pada A-
braham fedafig dia toua, pada waâou
itou djouga, nang Deos iouda catta
padadia.

3 Macca Abraham ibuda bri narn-
ma pada dia pounja annac Jaeki lacks
nang fouda jadi berannac pada dia,
nang Sara fouda berannac pada dia,
lfaac.

4 Abraham lagi fonda berfounot
padadia pounja annac lacki lacki Ifa-
ac, ¹ pada hari nang ca de lappan feper-
ti Deos fouda fouro padanja.

5 Abraham pounja oumor pon ad-
da fa rattous tauon , mannacaHa Ifaac
dia pounja annne lacki lafki fouda jadi
berannac padadia. 6 Sara

6 cnbe^ara fepbe: <£»obtï$eeft
mp een laccfien gljemaeeUt ( al ûie t
IjoQit fa!met mp laccljen*

7 Woaxt& fepbe fp : Wit foube
SSb^aliam gbeftpt Ijebben t ^ata
ïjeeft fonen gt)efcûgf)t : tuant uk
ïjcbbe eenen fone gïjebaert in fpnen
ouberbom*

s 45nbebetfcinttoertg£ûût/en*
îjemert gljefpeent: Doemaec&te$*
bzaïjam eene gioote maelttjbt op
benbaclja!£ 3\'faac gefpeent pjert*

9 Cube ^ara fagb benfone
eetjSîïet* Cgnptîfrl)eDienfp
ftamgebaert ïjabbe/ fpottenbe*

10 Cnbefp fepbe tût ^Eb?a!ïam:
3Djiîft befebienSmaeebt/ en&eba*
ren fone npt: toant be foon tiefec
bienftmaecbt/ en fal met mtjnenfo*
ne/met gfaacnieterben.

n Cnbe bit ftoo^t toaS feer
<iuaet in SHjtabamg oogett/tet oo^
faec&e ban fijnen fone.

n jBaet<0ûbt fepbe tôt W^a*
ïjam: laet fjet met fluaet m m
utuenoogen/ oberbenjongen/enbe
obetr ntoe bienftmaeeljt : al toat
^ata tôt u fal feggen / Ijoojt nae
bate flemme / mant in 3!faac fal u
3aet genoemtbm&en*

*3 ^ocft if& fal oocfc ben fone
befet* bienftmaegfît tôt een bolcft
ftelïen/ om bat îjp u 3aet

6 Sara pon catta, Deos fbuda boat
tatawahan pada beta, fa orang orang
nang dengar itou, dia adda tatawa
dengan beta.

7 Dia lagi catta :Sjappa fouda bole
catta pada Abraham ? Sara fouda bri
foufou pada annac annac : Carna beta
fouda berannac fatou annac lacki lac-
ki fedang dia toua.

8 Annac ini ponjadibefar, daan ja-
di lepas deri foufou : tagal itou Abra-
ham fouda baîki Feflo befar pada hari
itou , mannacalla Ifaac jadi lepas deri
foufou.

9 Sara pon liât Hagar orang mifri
pounja annac lacki lacki, nang dia fou-
da berannac pada Abraham¹ aia baiki
giia.

10 Tagal itou dia catta pada Abra-
ham, boa n g hamba parampouan itou
dengan dia pounja annac: carna ham-
ba itou pounja annac tiadda jadi pou-
faca dengan beta pounja annac den-
gan Ifaac.

11 Tetapi bacattahan itou » adda
djahat banjac dalam Abraham pounja
matta, tagal dia pounja annac.

iz Hanja Deos catta pada Abra-
ham: jangangoufartagal itou, deri
bouda ini daan deri vofte pounja ham-
ba parampouan : ßimoa itou nang Sa-
ra adda catta pada pacanira dengar dia
pounja fuara, carna dalam Hâac vofte
pounja bidji mefter jadi bernamma.

13 Terapi hamba parampouan ini
pounja annac akou lagi maujadiakan
bappa deri orang [banjac] carna dia
adda pacanira pounja\'» bidji.

genötyoeglr op/ enbe namDiooDt/
enDe eenefleffclJttoaterg/ enöe gaffe
aen ^agar / Die leggenDe op ftaten

ftljOUber:öÜtfe[gaf hy haerjjjet feint/
enDe fonDt (jaer Ujeelj : enûefp ginefe
i3oo?t / enDe Dtoaeioe inDe too eftijne
^etfeba.

i ₅ nu fjet toatet UanDe flef*
feljeupt toaö/foo toierp fp ijtt feint
onDer een DanDeörupefeen*

16 CnDefp ginefe/ enDe fetteDe
Ja er tegen ofcer/afgaenDe foo tiejre/
alö Die met Den Doge feftieten : toant
fp fepDe; ^at tefe jjet fetnöt niet en
ßeftetöen; enDe fatt tegen oDer/en*
De Sief \\ym Hemme op/ en toeenöe*

17 «£nbe <©oDt goojDeDe ftem*
we Deg jongend: enDe De engel
De$ riep #agar toe upt Den ijemel/
enDefepDetotfjaet: Ws&i&nit&

vuv^Mi »»Ki/ uuiut «spoot peett
nae De£ jongend ftemme gDeftoojt/
terpiaetfeDaerftpi^

¹⁸ <&taet op / öeft Deniongen
öp / enDe tjoubtliemtiaft metutoe
ftant/toant iefe fal hem tot een gjoo t
fcolefe Gellen.

¹9 enDe <5oDt openDe (jare oo*
gen/ Dat fp eenen Water put fagft :
tnDe fp ginefe/ enDe fculbe De ficfixlje
mettoater/ enDe gaf Den jongen te
^inefeen.

io enDe^Dtbja^metDenion«
S!^n/enDeftpW^ct tsmtx enDeftp
inDe ttoeßmr \' — —
ogfï fetjutter.

^ttöeöp töoonöei« Öe tooe
gon pagi pagi harijagi ambil roti,daan
frefco dengan ayer, daan bri itou pada
Hagar, daan tarou itou atas dia pounja
bahou ; dia lagi bri bouda itou pada dia
daan fouro dia pegi : dia pon pegi»
daan dia bedjallan fini Tanna dalam
rimba [bernammanja] Berfeba.

Tetapi mannacalla frefco poun-
ja ayer ,foudabis, dia boangbouda de
bawa fhtou pohon.

16 Dia pon fouda pegi doudoc de
fabela, daan poulang djau begito u fc-
perti orang nang paflang dengan pana:
Carna dia catta, agar betajangan liac
bouda matti: daan dia doudoc de fa-
bela, daan ankat dia pounja fuara,
daan menarçgis.

17 Dcç>5 pon fouda dengar bouda
pounja fuara: daan Deos pounja Mel-
laïcat fouda pangil pada Hagar deri
furga, daan catta padanja: Appa tfjin-
taHagar? jangantacot, carna Deos
fouda dengar pada bouda pounja fua-
ra, de tampat manna dia adda.

18 Badiri, ankat bouda itou daan
pegang dia dengan tanganmou carna
akou mau jadiakan dia bappa deri

19 Commediën Deos fouda bou-
ka dia pounja matta, agar dia liât prigi
ayer : dia pon pegi,daan pounou-akan
bouli dengan ayer, daan bri minom
pada bouda.

20 Commediën Deos adda dengan
bouda itou,begitou agar dia jadi befar:
dia pon fouda doudoc dalam rimba,
daan dia jadi jure pafTang nang paffang
dengan pana.

^ooiggefcïjieöbettenfelben
tifbe/batStbimeleel)/ miötfgaöertf
$u$ol fijn itrijgljgÈ-öberfte/ tot flk
bzaïjam fpjaciv feggenöe: 45oöt tg
niet ii in aileg Ujat gijp Doet.

a₃ ^oo fmeert nip nu ïjicr Sip
<£oöt/ ^oo gjpmp/ofte mijnen
fone/ ofte mijnen nebe/ liegen fttlt!
na öe bjetoaöigbept öteüte bp n ge«
öaen Ijebbe/ fuït gijp Doen bp rnp/
enbe öp bet ianöt öaer in gbp atë
taeemöeïmcft berfreeru

26 <g>oe fepbe $bintelecïj: Sclt
en bebbe niet getoeten/prie bit Ctucft
geöaen beeft/enöe ooek en bebt gbp
ïjetmpnietaengefept/ enöe tchen
Jeöber oock niet ban geïjoo^t/ ban
fieben*

27 enbe Mi&fym nam fcljapen
enbe runberen / enöe gaffe Stbime*
ïerfj: enöe öie bepbe maecftteneen
berbonöt*

22 Pada wadou itou djouga lagi
fouda jadi , agar Abimelech dengan
Pichol capalla deri dia pounja orang
baprang, catta catta pada Abraham
cattanja ; Deos adda dengan vofte da-
lam famoa nang vofte boat.

z3 Tagal itou bafompa facarang
pada beta de fini adapan Deos,«djjca-
lou vofte adda doufta pada kita ka kita
pounja annac, ka kita pounja tfjou-
tfjou > feperti kita foudaboat baie pa-
da vofte,begitou vofte lagi mefter boat
pada kita daan pada negri ini dc man-
na vofte adda doudoc feperti dagang.

25 Tetapi Abraham batogor pada
Abimelech, tagal barang prigi ayejr,
nang Abimelech pou nj a hamba fouda
ambil 7 par forfa,

26 Abimelech dia menjaout ; kita
boulom tau.fjappa fouda boat berbo-
atan itou, vofte lagi boulom bri tau pa-
pa kita, fampei hari ini kita lagt bou-
lom dengar appa appa deri itou.

27 Commediën Abraham fouda
ambil dombadombadengan lembou
lembou, daan eaiïiediorang pada A-
bimelech : daan diorang duorang fou-
da bacauwoul.

30 enbegpfepbe: ^atggpbe
feben óp - lammeren ban mijner
gant nemen fait : op bat get mp tot
«enggetupgenitfesp/ batieftbefen
put gegraben gebbe.

31 saaetom noembe men bie
plactfe berfeba/ om bat bie bepbe
baet gefbïooren gabben*

32 mCûù maec&tenfp een ber*
fcortbt te 25erfeba : ^aer nae ftonbt
SUbimelecg op / enbe $icgol firn
ftriigg£obetße : enbefp Keetben
toeberomnaberpgiliftgnenlanbt*

3 ? <S?nbe gp plantte een bofeg in
25erfeba: enbe riep albaer ben naem
öe$ ^ e <a ft e 0 be$ eentotgen
<dobtsaen<

* -Art\'m]4 mannacalla dûtpounja oumor adda delappanbari. 2 Attauboatfedo. ß Artinja,
•Abraham ticUfouca. be git oh , dia bagoufar tagal ttou. 4 Arttnja ajfal. ƒ Attau negn
Egypten. 6 Arttnja, adoy ca houcom ca haramla pada voïle\', djicalou vofte doufta pada,
beta, ore. 7 nsZttau dengananjaya. 2 Attau bendiri. 9 attau fahittan. 10 Artwjœ
Abraham.

fouda tarou defabela, toudjou itou
annac domba betina >

30 Diamenjaout: toudjou annac
domba betina ini, vofte mefter trims
deri kita pounja tangan : agar itou jadi
⁹faxi pada beta kita fouda gali prigi ini.

31 Tagal itou tarn pat itou jadi ber-
namma Berfeba , carna diorang du«
orang fouda balompa de fanna.

3% Begirou diorang fouda bacau-
woul de Berfeba: commediën Abirne-
Iech dengan Pichol, cadpalia deri dia-
pounja orang baprang fouda badiri :
daan pegi combali capada orang Phi-
liftini pounja negri.

33 Tctapi ^lPdia fouda tannam fa-
tou outang de Berfeba,lagi menjomba
de fanna pada Alia Thalia Deos nang
terkakal pounja Namma.

34 Carna Abrahambanjahari fou-
da doudocfeperti dagang dalam orang
Philiftini pounja negri.

Godt verioeckt Abraham, hem bevelende fy-
nen fone Ifaac te offeren, vers i. Abraham
ïs eehoorfaem, ende ten uyterften gereet
otn Ifaac te flachten,maer wort van Godt
viyc den Hemel belett, hooghlick geroemt,
^e"de vereert tnet vernieuwinge der belof-
l^en,endeGodeseedt, 11. Abraham ont-
xjⁿ?ht goede tydinge van fijns broeders
^ahorsi welvaert, ende Nakomelingen, 20.

Alia tfjoba pada Abraham, daan four 0 dia
herfombakan annanja lacki lacki. Abra-
ham mendengar Aliapounjafuarajaan
pegipada berfombakan lfaac •• Alia deri
fourga fouda combali larangpada Abra-
ham, agar diajangan boat itou, daan
poudji Abraham carna dia tout out,
1 \\yjAcca commedien pada ber-
^boatan ini fouda jadi, agar

Uxîotiyt : cube fepbe tôt Stem :
®?a!iam: enbe ijp fepbe: Jnet/
[hier] ben tek*

2 <^nbe ^pfepbe: $eemt nu
uUîett foiie / ubjen eenigen bien glip
ïtef ftebt/ gfaat/ enbe gaet Ijenen «a
jetlanbt iBorija : enbe offert tjem
aibaer tot een b?anbt-offer / op een
ban be bergen/bienick u feggen fal*

geng bjoeglj op / enbe fabelbe fijnen
e$el / enbe nam tbjeeban fijne jon?
gerg met ||em\'enbe ^faaefiinen fo*
ne/enbe Up kloof Ijout tot pet bjant*
offer/ enbemaeckteficljop/ enbe
ginck nae beplaetfebieïjem <0obt
gefept Ijabbe.

4 ftien ben berben baeft boe ftief
$b?a#am fijne oogetiop/ enbe fatjj
bteplaetfeüan be?re»

? «ßnbe2lö?al)am fepbe tot fijne
jongerg: 25lpbet gftp liter met ben
e3cl / enbetek/ enbe be jongen füllen
tienen gaen tot baer: als top aenge*
ïieben füllen Ijeböen / ban füllen top
totttbcieberkeerem

e €nbe$b*aljamnamïjetljout
be£&anbt-offer£/ enbe lepbe \'top
3faac fijnen fone; enbe lip nam ïjet
bper enbe Ö et mesm fijne Ijant/enbe
fp bepbe gingen te famen*

Deos tfjoba pada Abraham : daan cat-
ta pada dia, Abraham : dia¹ menjaout;
Liatlabeta adda [fini].

2 ¹ Deos pon catta : ambilla faca-
rang pacanira pounja annac lacki lac-
ki, pacanira pounja nangfatou djouga,
nang pacanira caffie, Ifaac, daan pegi
de tanna Morija : lagi berfomba dia de
fannapadafombahan terapi, atas fa-
tou deri gounong itou , nang Akou
adda catta pada pacanira.

3 Tagal itou Abraham fouda ban-
gon pagi pagi hari, daan dia rarou
» tampat douaoc atas dia pounja calle-
dey , lagi ambil dua deri dia pounja
bouda bouda dengan dia, dia pounja
annac Ifaac lagi : dia lagi bela cayou
pada fombahan terapi, daan dia pegi
lagi bedjallan de tampat itou, nang
Deos fouda bri tau pada dia.

4 Pada hari nang catiga Abraham
fonda ancat dia pounja matta daan
liât tampat itou deri djau.

f Tagal itou Abraham catta pada
bouda boudanja : pacanira orang tin-
; galjde fini dengan calledey, tetapikita
dengan bouda ini ma« pegi fampei
fanna, mannacalla cami fouda abis
menjomba, cami mau datan combali
pada pacanira orang.

6 Abraham pon fouda ambil fom-
bahan terapi pounja cayou, lagi tatou
itou atas Ifaac dia pounja annac, te-
rapi dia fouda ambil api dengan Pi-
fou dalam dia pounja tangan, lagi
diorang duorang fouda pegi famma
famma.

i^atier: enbe ¹ £>^ict C^hicr]
hiïxxtk mijn Toon ; möe Ijp fepöe:
£>itt Jet uptrAenöelïet Sant / maer
tuacr té ij** tew tot l|et bmt- oïïtU

8 ènöe$bjaljam fepbe: <£>oöt
fal fteffl felben een lam tenb:anbt-
offcrberftetvimjn foon; foo gingen
fpbepbetefanm

9 <£nbefp quanten ter plaetfe/bie
Bem €>obt gefept jjaböe/enöe ?a«
Öam boubJöe aloaer eenenftltaer:
enbe ï)p feijie&te öet Jjout/enöe bont
fijnen fone gfaac/ enöelepöeljem
op benStltaerbobenop öet Jout.

i o enbe Stbjaljam ftredue fpne
Öattt upt/enbe nam Jjet we&om fij*
nenfoncteflaebten.

Itëaet be engel bejtf
riep tot ftem ban ben Ijemel/
enbe fepbe : ^b:abam/2CbMÖam:
tnbeljp fepbe: &iet [hier] ben tel*.

i2 ^oe fepbe ftp: en ftrecktuttje
bant niet upt aeit ben jongen / enbe
en boet pem niet: taant nu mete icïv
bat- gbp <&oötmeerenöe 51 jt/ enbe
atoen fone / utnen eenigen / ban mp
met en öebt ontjjouben*

13 ^oe bief 2Cb?abam fijne oo-
Senop/tnbe facb om: enöe fiet/aeb«
tet ujaS tm tam in be berbjeröe
fttupefcenbaft met fijne Ijoomen:
^bjaljam gintfc/ enbe nam
?^letl tam/ enbe offetbe bern ten
b?am₀{f_enn fijueö foon* (leöc.

dia pan catta, liât beta adda [fini] bet*
pounja annac : dia catta lagi, liatla,api
dengan cayou, hanja manna adda an-
nac domba pada fombahan terapi ?

8 Abraham menjaout : Deos fen-
diri adda liât annac domba pada dia
pounja fombahan terapi, beta pounja
annac : begitoif diorang duorang bed-
jallan famma famma.

9 Lagi diorang datang de tampac
itou nang Deos fouda catta pada dia,
lagi Abraham baiki de fanna fatou
* Altaar : lagi ator cayou, lagi icat dia
pounja annac lacki lacki Ifaac lagi ta-
rou dia atas Altaar de atas cayou.

I o Abraham lagi calouwar tangan-
ja, lagi ambil pifou,pada⁵ fombeie dia
pounja annac lacki lacki Ifaac.

II HanjaAllaThalla pounjaMel-
laïcat fouda pangil pada dia deri four-
ga, lagi catta : Abraham, Abraham î
dia menjaout : Liatla beta adda [fini].

iz Tempo itou dia catta: Jangan
kena bouda ini dengan tangan-mou,
lagi jangan boat appa appa pada dia:
carna facarang Akou tau pacanira ad-
da tacot pada Deos, carna tagal Akou
pacanira tida caflian pada pacanira
pounja annac lacki -lacki , pacanira
pounja fa orang fadja.

13 Tempo itou Abraham fouda
ankat mattanja , Jagi iiatca blackan ;
lagi liatla: de blackan adda gantong
fatou domba lacki lacki dengan dia
pounja tandoc dalam rompot rompot
tapoutar, tagal itou Abraham fouda
pegi lagi ambildomba-djantan itou,la-
gi louda berfomba dia pada fombahan
terapi ganti dia pounja annac Ifaac.

15: <^oe tiep be Cngel be£
§ C € iä e m tot $b?a!jam ten
tmeeöen male ban benjemel:

16 Glitte fepöc; %tk ftnecrc ön
mp felben/fp?eeclu öe fy € € & €:
^aerom Dat gljb öefe faecfte gebaen
fieöt / enöe tttoen fone / nmen €mi*
gen/met ontfjonöen en liebt;

17 Boo^fe&er Tal ufc 11 gjootc*
licliö fegenen/ enbe ttsaetfeer ber*
menid|bttlöigen/al£be Herren beg
ljemel£/ enöeal^öet^ant/öataeu
&en oebet ber 3eei£: enöe ti saet fal
öe poojte fpner bpanöen erffeltefc
befitten»

18 €nbeinntoen3abefnllenge«
fegent bso^ben alle üolcfceren ber
acvöe: nae öien gjpmijneftemme
geljoo?raem ge\'meeft wt.

19 ^oe&eeröe2fb2af|ambieöer
tot Tpne jonger^/ enöe fp maecftten
Ilaer op/ enöe fp gingen te tarnen na
berfeba: enbe Sb^aljam bjoonöe
te berfeba*

2 o Cnbe Jet gefcljieöbe nae bete
tstngen/ öatmenSibjafjamboobt*
fd)apte/feggtnbe: J>iet«leabie
feeft oock $aljo2 trtuen b?oeöer fo*
nengebaert»

14 Tagal itou Abraham fouda bec-
n am m a tampat itou pounja namma
Alla Thalia ?bole toulone : tagalitou
hari ini orang lagi catta : de atas Alla
Thalia pounja gounong « orang berte«
mou toulongan.

15 Wa&ou itou Alla Thalia poun-
ja Mellaïcat lagi fa caü fouda pangit
pada Abraham deri furga.

16 Lagi catta: Akou bafompa pada
Akou fendiri, Alla Thalia catta : car-
na paeanira fouda boat berboatan ini,
lagi paeanira tida caflian pada paeanira
pounja annac paeanira pounja fa-
orang fadja.

17 SoungÎTo foungho Akou mau
palihara paeanira dengan paliharahan,
lagi boat paeanira pounja⁹ bidji banja
banja feperti bintang bintang delan-
git, lagi feperti pafiir, nang adda de
^I0pante:pacanira pounja bidji lagi adda
doudoc dalam pintou deri dia pounja
moufojtfjara poufaca.

18 Dalam vofte pounja bidji bouml
pounja orang famoa lagi adda trima
daulat : carna vofte fouda menden gar
Akou pounja fuara.

19 Commediën Abraham fouda
pegi combali pada dia pounja bouda
bouda, lagidiorang badiri, lagi pegi
famma famma de Berfeba : lagi Abra-
ham doudoc de Berfeba.

20 Lagi de blackan berboatan ini
fouda jadi agar orang bri tau pada A-
braham,cattanja : Liatla,Milca dia lagi
fouda berannac annac annac pada
foudaramou padaNahor.

23 €nbc 25etïiueï gljetoaH
beeca : £>efe acbte baerbe Jütlta ben
$>af)û?/bcnb?oeDer 2Cfóafjam&

*4 Cnöeftjn bp-toijf/ toien^
name baatf $euma/Die Celtic baerbe
o och Ccbab / enbe€>aljam/ enbe
Caïjaö/ enbe Hüaacöa*
lacki lacki,dengan Kemuël nang bap"
pa deri Aram.

zz Dengan Chefed,dengan Hazo,\'
dengan Pildas,dengan Jidlaph, den-
gan Bethuël.

zt, Deri Bethuël pon foudajadi Re-
becea: de lappan ini Milcafouda ber-
annac pada Nahor Abraham pounja
foudara.

Dia pounja canda , bernam-
manja Reuma, dia lagi fouda ber-
annac Tebah, dengan Gaham,dengari
Tahas, dengan Maacha.

1 H tbr. catta. 2 Hebr.dia. s -Attan bantal, at tau calledey pounja facfyan. 4 Ar tin ja
tampatfombahanƒ Attau bant s, bounou. , 6 At tau dj an tang. 7 Hebr. adda liât„
S Hebr.jadiliat, ç Artinja a[fal, poupou. ïq Attau tepi laut. 11 Art inj a annac nang
daulou, nang toua lebe deri lain famoa.

Sara fterft, ende wort van Abraham beweent,
vers i. Abraham koopt folemnelick den
acker Ephrons des Hethiters, met defpe-
loncke Machpela, tot eene erf-begraeffe-
niffe, Ende begraeft aldaerfyne hays-
viouvreSara, 15».

¹ vrnt ïjet lefcenban J^ara
. ^biag flonkert enöe feben en
tBJmtiel) jazx_: ö_it toaren De jaren

4 CnDe ßtetf te ïüriatl)
/ Defe i& Cebion / m bet lanDt
Canaan: enDe $b?aljam quam om
&ara te fceklagen / enbe fiaer te bt-<
^eenen.

S ar ah matti, Ahaham tagal itou mar at a,
Abraham bli Ephron pounja bendang
dengan loubangbatou Maghpela, pada
tarnpat couhour terpoujjacq. macca tan-
nam defanna diapounja bini Sar ah.

i T Agi Sara pounja oumoi adda
*—\'fa rattous dua poulou toudjou
tauon ; inila adda tauon deri Sara
pounja idoppan.

z Commediën Sara fouda matti
de^r Kiriath Arba, inila adda Hebron de
tanna Canaan ; lagi Abraham fouda
datan pada tfjinta tagal Sara, lagi pa-
da marata tagal dia,

3 Commediën Abraham fouda ba-
diri [daan pegi] deri dia pounja orang
matti pounja mouka : lagi dia catta
catta pada Heth pounjaannac annac,
cattanjar 4 Kitst

4 gcfc beneenb?eembelinc& enbe
intooonber bp n : geeft nip eene erf-
beg?aef emife bp u : op bat icfc mij*
nen booben ban boo; mijn aenge*
ftcjjte begîabe*

6 l^ûo^t ongf/ itrijtt Sfccre : <®bP
3îjt een <&oötg in t miööen
canons: beg?aeftnmenboobenin
be Henre onfor graben : memanbt
ban ùi\\# fal ftjn g*af boo? u bieeren/
batgbp nbïenbooben met en fonbt
begraben»

7 ^oeftonbtSïbjaöamop/enbe
boogb ficö neber boo£betbolcft beg
lanbtg/boo? be fönen l^etsf»

8 €nbeljpfp?acfcmetl)en/feg*
genbe: , 3$ \'t niet «toen briUe/ bat
ich mifften booben begebe ban
boo? ntyn aengeficjjte * foo Ijooret
mp/ ettoe fp?eeckt üooz mp bp
sjFpljjon ben fone <Ztx\\y&x&t

9 ^at Jp mp gebe be fpeloncfce
iBacöpela / Die ön öeeft / bie in Jet
epttöebanlpnen äefter i$t bat ï)Pfe
nip om jet bolle gelt gljebe/tot eene
etf-beg?aeeeemcre in pet mibben
bann»

10 Cpö^onnn fatt in t mibben
ber fönen ïj)et£: enbe €pö?on be
^etftiter anttuoojbbe $b?al)am/
boo?beoorenöerfonen#etj6f/ aller
ber gener bie ter poojtefpnerßabt

4 Kita adda Horgay daan dagang
³ detengatenga tuan orang brila fatou
coubour-poufaka ampirtuan orang:
agar kita tannam kita pounja orang
matti de mouka kita.

6 Dengarla pada cami tuankou :
volle adda Deos pounja * Radja fatou
de tenga tenga cami t tannam volle
pounja orang matti de dalam cami
pounja coubour coubour nang tetlebe
baic : fatou orang tidadda de antara
cami, nang adda toutop dia pounja
coubour agar voile jangan tannam
voile pounja orang me matti.

7 Tagal itou Abraham fouda badiri,
lagi ^stondo njawanja adapan orang
deri negri itou, adapan Heth pounja
annac annac.

8 Lagi catta carta Ikmma dïorang,
cattanja : [ calou ] adda tuan orang
pounja candhati, agar kita tannam ki-
ta pounja orang mématti deri adapan
kita pounja mouca : dengarla pada
kita, lagi catta carta tagal kita pada
Ephron annac Zoar.

9 Agar dia bri pada kita loubang ba-
tou Machpela, nang dia pounja nang
adda de oudjong deri dia pounja⁶ cou-
bong, agar dia bri itoula pada kita pa-
da harganj a nang betul, pada coubour
pouflàka de antara tuan orang.

i o Ephron pon adda doudoc de an-
tara Heth pounja annac : lagi Ephron
annac Heth menjaout padaAbraham,
adapan annac annac Heth pounja tc-
linga, adapan fegallaorang nang maf-

11 Tida tuankou/dengar padabe-
ta: coubongitoubeta caffie pada vofte
loubang batou itou nang adda deda-
lamitou, betalagi caffie pada vofte :
adapan rnatta deri annac annac deri
beta pounja orang,beta caffie itou pada
vofte,tannam vofte ponnja orang mati
djouga.

13 Lagi dia catta pada Ephron ada-
pan orang negri itou pounja telinga,
cattanja: Eyo,Tuanaddainila? kita
minta dengar pada kita : kita adda bri
coubong pounja harga, trima itou deri
kita: commedièn kita mau tannam
fanna kita pounjaorang mematti.

15 Tuankou, dengarla pada beta s
coubong deri ampatrattous »foucou
pera : appa itou de tenga beta daan de
tenga vofte , tannam djouga vofte
pounja orang matti.

16 Tagal itou Abraham fouda den-
gar pada Ephron : lagi Abraham tim-
bang pada Ephron pera itou deri appa
dia fouda catta adapan annac annac
Hethpounja telinga, ampatrattous
foucou pera , nang lacou de antara
orang dagang.

17 Begitou Ephron pounja cou-
bong , nang adda de Machpela, nang
adda de fabela Mamre, coubong den-
gan loubang batou nang adda dalarn
itou, dengan fegallapohon nang [ba-
din]

iz ^0e boo0fi Ciclî SCb^aftam
neber boo? fjet aengefic Bte Uati Det
bolcfebesrtanbtSu

13 <s?nbe l)p fpjacfc tôt

booj De ooten ban fjet bolek Dt$
lanbtô/feggenbe: € tournent 3ijt
3bP t* Hiebeïjoûjtmp: fal
bet seït be$ aclurs geben / neemf et
ban mp / foo fal tek mijnen booben
aïbaet beg?aben,

14 «Fnbe epf^on anttooojbbe
2$b?alîam/feggenbetotf)emî

15 jBijn fjeere / boo?t tnp / een
lanbt banhier^onbect fiftelenfil*

/ tuât \\0 bat tuffeften rnp / enbe
Wcften u 1 beg/aeft &tz\\)t0 ntoen

¹⁶ <enbe^bîa5amIupGerbena
tfplnon: enbe m^am mm

<BpSj?ott ijet gelt baevljpbanglje«
fpjoocfcenijabbeboo? be ooten bec
fonen i?ets/btet bonbert fifeelen î\\U
onbet bm fcoopman gangt)⁵

baet.

_w m(tù Vjuert <epb:on^acUer/

^^ln^acbi)elab)aâ/bietesenobe?

pamten^h] beatkerenbebefpe*
ionme bie baet in ma^/enbe al t ge*
boomte bat op tien acftev [fto^nt3 oat

tontom

is £enÄbiagam tot«ne öefst;
finge / boo2 be oogen bet fönen
§et£ / bp alle Die tot fpnet ßabt-

19 <£nöebaetnaebegjoef
Iiam fpne ünpfbjoutae ^avaf) in
b t fpelomfte bes aeftetg ban iBacïj-

20 OToobjerbt Dien ac&et/ enbe
be fnelonc&e bie baet in biag / aem
^biagam ggebeftiggt tot eene etf-
begiaeffemlTe banbe fönen
diri] dalam coubong > nang adda cou«
lilling dalam fegalla dia pounja fipat,
jadi bri.

18 Pada Abraham pada dia pounja
ampounja,adapan annac annac Heth
pounjamatta, adapan[orang]famoa
nang mafToc Negrinja pounja pintou.

19 Lagicommediën Abraham fou-
da tan nam bininja Sarah dalam cou.
bong Machpela pounja loubang ba-
tou , de fabia Mamre, inilaadda He-
bron de tanna Canaan.

20 Begitou coubong itou , dengan
loubang barou nang, adda dalam itou,
jadi bri pada Abraham pada coubong
pouflaca,deriHeth pounja annac anac.

lang, 4 Attaude antara cami. ƒ Attaufomba.
tondo njawanja cabavaa. S Hebr.ßc\\el.

Abraham oudt ende rijck zijnde, neemt fynen
oudtften knechteenen eedt af, ende fchickt
hem na Mefopotamien tot fijn maeghfehap,
om voor fynen fone Ifaac eene vrouwe te
halen, vers i. De knecht van alles verfien
zijnde, treckt henen, ende verricht de fake
getrouwelick endegodtvruchtighlick, 10.
ende door eene wonderlicke regeringe des
Heeren, feér gheluckighlick, bekomende
terftont Rebecca, met volle toeftemminge
harer vrienden, y o. Treckt met Rebecca
van daer, ende brengtfe tot Ifaac, 6 r. diefe
ontfanght, trouwt, ende bemint, 66.

Sei ab Abraham touw a daan orang cay a
bef aar, fouro dia pounja hamba Elïèfer
bofompabafompahan agar dia pegi am-
bil bint pada annanja ifaac deri Mefo-
potamia deri Abraham pounja affal,deri
aßal lain tida. Hamba ambil, de fomo,
arta daan caßie caßie warna warna
macca pegi daan boat bagïtou dengan
ontong bakpaan lacas dia combali den-
ganRebecca,nang)adilfaacpounja bint.

¹ dia pounja harihari ban-
jac ï lagt Alia Thalia fouda palihara pa-
da Abraham deri coulilüng.

Uemefë/ enbe ben <^oöt Der aerDe/
bat gjp mijnen fone geenebjoutue
nemen enfultbanDe Docjteren Der
Canaaniten / in\' t mifcöen Der Uoclc-
fteric&bjoone:

4 JlaerDatgJp naemijnlant/
enDe nae mijne maec Jle Jap trec&en/
cnbe mpnen fone 3faac eene bjou*
toe nemen fult*

$■ enbe Die fcnecjt fepbe tot
Jem: itBiÊfcJtenfa!btetyouttiemp
niet PrilUn bolgen in Dit ïanDt: fal
ic& Dan «toen fone moeten meöer
brengen in Jet lanDt Daer gjp upt*
getogen $tjt*

6 €nDe$)bjaJamfepbe tot Jent:
Sföacjt u/bat gjp mijnen fone niet
toeöer Daer Jen en en tongjt*

7 De<0öDtDeg
Jemcig/ DiempnptmpneS baDerS
Jupsj / enDe upt Jet lanDt mijner
maegjfcjapgijenomen Jeeft/ enDe
bie totmp gefpjofcen Jeeft/ enDe Die
mp Sljefmoorcn beeft/ feggenoe/
ïltöensaDe fal ieUDit lanDt geben:
Die Ctitie fal fpnen Cngel boo? u
aengeftcjte fenDen/ Dat gjp mpnen
tone ban Daer eenebioubje neemt,

_u * H&aerinbienbebjoubjeu niet
en toil / foo fult gjp repn
fi? ^befen mpnen eebe: alleen*

manja, nang fadouli barang appa fi-
moa nang dia pounja :tarou tangao-
mou de bawa kitapouaja pongon.

3 Agar kira boat pacanira bafompa
pada Alla Thalla, nang Deosdcrifur-
ga, Jagi nan-g Deosderi boumi, agat
pacanira jangan ambil pada kita
pounja annac binideri orang Canaan
pounja annac annac, de manna kita
aoudoc de antara diorang.

4 Hanja pacanira adda pegi de kita
pounja tanna, lagi pada kita pounja
¹ a(fa!, lagi addaambil bini pada kita
pounja annac Ifaac.

5 Hamba itou pon catta pada dia t
Bagimanna ? calou calou parampuan
itou tida mau icot pada beta dalam
tanna ini: beta metier antar combalï
tuan pounja annac dalam tanna itou
deri manna tuan fouda caîlouwar >

6 Abraham pon catta pada dia:ingat
pacanira, agar pacanira jangan antar
combali kita pounja annac ca fànna.

7 Alla Thalla nang Dcos deri fur-
ga, nan g fouda ambil beta deri bappa-
kou pounja rouma , lagi deri beta
pounjaaiïalpounja Negri, nang lagi
îbuda catta catta pada beta, nang lagi
fouda bafbumpa pada beta, cattanja,
pada³ aflalmou Akou mau caffie tan-
na inirdia djouga adda fouro dia poun-
ja Mellaïcat de mouca pacanira, agat
pacanira deri fanna ambil bini pada
beta pounja annac.

10 €nbe Die knectyt «am tljisn
Nemden bau fpnegljeeren kcmeieti/
enöctooclj&enen/ enbe al öet goet
fpne£ Ijecten toaö in fpne jjanbt:
enbe !)p maetkte fiep op/ enbctooclj
pentn nae Äfopotamten/ nae be
ftabt JM)o^>

11 Cnöe pp öebe öe kemelen ne*
bejknielen hupten öeßabt/bp eenen
mater-put/ beö abonbtg ttjbt$/ ten
tpbt alö beputftetg upt quamen*

<öobt mtjne£ beeren ftbiapamtf/
Doet[fe] mp ödcI) lieben ontmoeten/
mbe boet toelbabigljept bp
|iam mimen i)eere.

13 &\\tt/ ick itae bp öe toater-
fontepne / enbe öe öocfjteren der
mannen befet ftabt3ijtttiptgaenbe
ombaatet te pntten:

14 Jboo geftpiebbe/bat be fange
öodjter / tot be bieleke ick fal feg*
gen/^eptöt öod) ntue ktnpcke bat
ick öjtncke / enbe fp fal feggen/
^rinckt / enbe tck fal oock utoe ke*
meien tyencken : Die felbe [zy] bie
g$ip utoen knecfjt Slfaac toege&e*
fen jjefet/ enbe bat ick baetaenbe*
kenne / Dat gl)p toelbabigtjept bp
mimen $eere gebaen fjebt*

i ? €nbe Ijet gjjefcjiiebbe eer jjp
gjt eonbitfit ftabbe te fpjeken / ftet/
foo quam Rebecca unt/ bebseleke
2$et§ttel gljebooren / öenfone

9 Tagal itouhambaiôuda tarou dis
pounja tangan de bawa dia pounja
tuan Abraham pounja pongon: Iagî
dia bafompa pada dia deri itou.

i o Lagi hamba itou fouda ambil fa
poulou sont» deri dia pounja tuan
pounja onta onta, lagi pegi, lagi dia
pounja tuan pounja arta^fi famoa adda
dalam dia pounja tangan : lagi dia ba-
diri, lagi pegi de ? Mefopotamia, eapa-
da Nahor pounja Negri.

11 Lagi dia boat * bateloc pada onta
onta de louwar negri ,ampir fatou pri-
gi ayer, » pada petang hari, pada wac-
tou itou mannaealla orang param-
pouan nang timba ayer calouwar.

i z Lagi dia eatta: Alla Thalla,Deôs
deri tuankou Abraham, bri agar beta
hari ini bertamou [dia], lagi boat baie
pada tuankou Abraham.

13 Liatla, betadda badiri decat mat-
ta ayer, lagi lacki lacki deri negri ini
pounja annaeannae parampouan ad-
da calouwar pada timba ayer :

14 Tagal itou [bri] jadi, agar annac
dara itou, pada fjappa beta adda catta:
Bri tourong; vofte pounja tapayang
agar beta minom, lagi dia catta : mi-
nom , beta lagi mau bri minom pada
pacanira pounja onta onta; dia [adda]
dia djouga nang tuan fouda ^,0 pili
pada hambamou Ifaac, lagi agar beta
tau deri itou, Tuan fouda boat baie
pada beta pounja tuan.

if Lagi fouda jadi daulou deri dia
foudabis catta catta, liatla, Rebecca
nang adda annac parampouan deri
Bethuël, nang adda annac lacki lacki

i ó Cnbe bie jonge boegter
feec fcljoon ban aengeficfjt / een
maeggt/ cnöegljecn manen fjabbe
Ijaer bekent: enbe fp gmcfc af nae be
fontepne/enbe bulöeljareHtupeUe/
cnbegincfc op. j

17 <Boe liep beftnecfjt ïjact* te ge*
moete/enöejp fepöe: Haermp öoeg
een mepnidj matera upt ume
tapcUe bnnefcen» \\

is Cnbefpfepber^indttmijn
Öeec: enbe fp IjaeKebe / enbe liet Ija*
tehrupcheneber op gare gant/enbe
safDemteöjtnc&en»

19 fp nubolepnt gabbeban
fjern bnncfeen te gijeben/ fepbe fp:
3lch fal oothboo? tiUie hemelen
putten/ tot bat fp bolepnbt jjebben
tebjinefcen»

20 ^nbefpftaettebe/ enbe goot
gareUtupcHe upt in ben b^incU-
bach/enöe ttepmeber naetynput/
om te putten / enbe fp puttebe boo?
alle fijne hemelen»

²¹ <Enbe be man cmtfettebeficö
ober öaer/ ftilfmijgenbe / om te
merchen of öe ^ <e fijnen
toccljboozfpoebiglj gemaecfcttjab*
be/oftentet»

\' deriMilca, nang adda bini deri Abra-
ham pounja ade Nahor, fouda caloii-
vvarlagidia adda dia pounja capayang
de atas dia pounja bahou.

16 Lagi annac dara itou pounja rou-
pa adda baic facali cali, annac dara
ojouga, lagi lacki lacki boulom kenal
padadia: lagidiatourongdebawa de
mattaaycr, lagi pounouakan diapoun-
ja tapayang, lagi dia naic.

17 Tagal itou hamba itou fouda
pegi « demoucadia, lagi dia catta:
Beër beta minnom ayer üdikic deri
vofte pounja tapayang.

18 Lagi dia catta: Minom tuan-
kou: lagi dia lecas bri tourong dia
pounja tapayang atas tanganja,lagi bri
minom padanja.

19 Mannacalladiafacarang fouda-
bis bri minom pada dia, dia catta:
Beta lagi mau timba pada vofte poun-
ja onta onta,fampei diorang fouda abis
minnom.

20 Lagi dia lecas, lagitouangdia
pounja tapayang dalam baccas min-
nom, lagi lari combali pada prigi,pada
timba, lagi dia fouda timba pada dia
pounja onta famoa.

21 Lagi lacki lacki itou fouda he-
raan banjac tagal dia [tetapi] dia
diëm, pada ingat djica Alla ïhalla
fouda bridaulat padadia de djalannja,
ca tida.

£2 Commediën fouda jadi, man-
nacalla onta onta foudaabis minom,
agar lacki lacki itou ambil fatou ba-
pyllis deri mas, dia pounja byrat ad\'
da fatenga foucou, dengan galang fa
paris pada dia pounja tangan,diapoun-

23 Wmt gp gabbe ggefepbt/
ffêieng bocgter $ift ggp * geeft get
«tp boeg te fcennen: tffer ootk ten
fjnpfe babetg plaetfe booj
tmg/om tebetnacgten i

24 <£nbe fp gabbe tot gem gge*
fept/3ick ben be botgtet ^etgueté/
öeg foong ban Ifèüea/bie fp |lago£
gebaett geeft*

af Boojbet gabbe fp tot gent
Sgefept/ <èocki(Tet£ïroö/enbebeel
boebetg bp ons / oocK piactfe om te

Iicecen2tb2agamö / bie fgnebjelba*
Diggept/ertbebjaetgeptniet nage*
laten en geeft ban mijnen geete:
aengaenbe mp/öe $ e $ & 6 geeft
ntp op befen bjegg gelept/ten gupfe
ijan mijns geetett bjoebetem

28 Cnbe bie jonge boegtet liep/
*nbe gaf ten gttpfegarer moebet te
Kennen / geltjcft befe fafcen toaten*

a₉ <£nbe ïiebecea gabbe eenen
ïjjoebet / urienö name bmö Haban:
tnbe Haban bep tot bienman ttae
ïmpten tot befontepne.

3 o Cnbe gtt ggefegiebbe/aï$ gp
bat boo jgooft • netfd gefien gabbe/
enbe be arm-ringen aen fijnen hu
tttï$ ganben: enbe atë DP ggegoojt
gabbe öetoooiben fijner fnfter ^

23 Catna dia fouda catta: Sjappa
pounja annac vofte ? Bri tau itoula
pada bcta : dalam bappamou pounja
rouma adda tampat pada brenti ma-
lam [ini]?

24 Dia iagi fouda catta pada dia:Beta
adda Bethuël pounja annac, nang
adda annac lacki lacki deri Mitca,
nang dia fouda berannac pada Nahor.

25 Dia lagi fouda catta pada dia,
Cami lagi adda «rompot kring den-
gan maccananbanjac,dcngan tampat
brenti pada malam.

26 Tagal itou lacki lacki itou fouda
toundo cappalla lagi fomba pada Alla
Thalla.

27 Lagi dia catta: Poudjila pada
Alla Thalla tuankou Abraham poun^
ja Deos , nang tida tingalakan dia
pounja baie boudihan pon tida , dia
pounja benarnja pon tida deri bcta
pounja tuan : carna Alla Thalla fouda
antarpadabetade djalan ini, capada
rouma deri tuankou pounja foudara
foudara.

28 Lagi annac dara itou fouda tari,
lagi bri tau dalam ibounja pounja rou-
ma, begitou feperti berboatanini fou-
dajadi.

29 Lagi Rebeccaadda fatou fouda-
ra lacki lacki, dia pounja namma La-
bandagi Laban fouda larj de louwar ca-
pada lacki lacki itou pada mattaayer.

30 Lagi fouda jadi mannacaîla dia
fouda liât itou bapyllMengan galang
de foudaranja pounja tangan : lagi
mannacaîla dia fouda dengar fouda*
ranja Rebecca pounja bacattahan, cat-

tot mp gefp?o&^m; ^oo quam pp
tot bien ma«/ tnbe Tiet pp ßonbt bp
befeemeien/öpöe fontepne*

om foubt gpp bupten ßaen} taant
itfcpebbe pet pupg betepbt/ enbe be
plaetfeboojbeftemeïen*

₃z <©oe quam bte man nae pet
pupg toe / enbe men ontgojbbe be
feemden/ enbe men gaf ben Hemelen
ßtoo / enbe boeber / enbe toatet om
fijn boeten tebjaffcpen/ enbe be boe*
ten bet mannen bie bp pem toaren*

3 3 ^aet nae toetbt pem te eten
boojgcfet: niaet pp fepbe:
fal niet eten tot bat ic&mpne toooj*
ben gefpjo&en pebbe: enbe pp fep«
be:^p?eecht.

mpnenpeete feet gefegent/fo bat pp
pootgijebjojbeni^/ enbe pp peeft
pem gegeben ftpapen/ enbesunbe*
jen/ enbe filber/ enbe gom/ enbe
unecpten/ enbemaetpben/ enbe Su*
melen/enbe ejeïen.

3 6 €nbe J>ara mijns peer en
ftupfbjontoe peeft mijnen peere ee-
^nrone gpebaert / nae bat Cp oubt
^oiöetma^: enbeppljecftpem
^ebeit alle£ töat pP peeft.

tanja : Begitou lacki lacki itou fonda
cattapada beta, dia datan pada lacki
lacki itou, lagi liatla dia adda badiri
ampir onta onta, decat matta-ayer.

31 Lagi dia catta : Maffoc , vofte
nang berpalihara deri Alla Thalla.
carnappa voile adda badiri de louwarî
carna beta fouda hadirrouma, dengan
tampat pada onta onta.

3 z Tagal itou lacki lacki itou fon-
da datan capada rouma itou,lagi orang
bri Jepas coudali deri onta onta, lagi
bri pada onta onta rompot cring den-
gan maccanan, lagi ayer pada baiïo dia
pounja kacki, dengan lacki lacki itou
pounja kacki nang adda famma dia.

33 Commediën maccanan jadi tarou
adapan dia pounja mouca : Tetapi dia
catta: Beta tida mau maccanfampei
beta fouda catta catta beta pounja ba-
cattahan,lagi dia catta} catta[djouga],

35 Lagi Alla Thaila fouda paîihara
banjac pada beta pounja tuan,begitou
agar dia fouda jadi [orang] befââr: Dia
lagi fouda bri pada dia domba domba,
dengan lembou lembou, dengan pera,
dengan mââs, dengan liamba hamba
lacki lacki daan parampouan, dengan
onta onta, dengan kalledey kalledey.

3 6 Lagi Sara tuankou pounja iflrï
fonda berannac padabeta pounja tuan
fatou annac lacki lacki mannacalla dia
fouda jadi touwa: lagi dia fouda bri
pada dia barang appa femoa nang dia
pounja.

fuit mimen fone geene UîoîiVoc ne-
men üm öeöocl)terenöer Catiaa*
niten/ m ïuelcher lanöt irfc tooone.

38 iBaergïïp fuît trecKenttae
nmnë öaöeïiö Jupg / enöe nae mijn
ge&acljte/ enöe fuit mtjnen fone eene
moutue nemen :

39 iDoefepöetclUötmijnenïïees
te : HiiHcincn en fal mp Die tyoutue
met ttoïgen*

DôôîÛJien^aengeficJte
ith getoanöelt JebUe/ fal fijnen <£tt*
ge! met u fenöen/ enöe l)p fal utoen
tuecî) uoojfpoeöiclj mafcen/öat gijp
mijnen foneeenetyouüje neemt tipt
mijn geQacJte/ enöe upt rnijng fca*
berg öup&

41 ^>an fult göp üan mijnen
eeöt repn 31 jn / Vuanneer gfïp tot
mijn geflacjtefult gegaen $iin:enöc
inöien fpfe u niet en gljeDen/foo fuît
gî)p repn jijn Pan mimen eeöt*

42 fenöe ieïi tpiam ïjeöen aett öe
fontepne/enöeukfèpöe/ <&
me/ <£>oöt mijnen fteeren Mw*
ïjmw ^00 gijp nu mijnen rneglj
booïfpoeöigfi maeeken fult / op öen
UJelchcntck g;ae :

43 g>nxi uk ftae fcp öe mater-
fontepne: j&oo gljefclpeööe/öatöe
maegljt öie tiptfeamen fal om te
putten / enöe tot öe useïc&e ith feg*
gen fal / eeeftmp öocï) een mep*
nidj ttmterg te öjmcfcw upt m»e
fcruprfce:

mefter ambii bini pada beta pounja
annac deri orang Canaan pounja an-
nac annac, dalam nang fjappa orang
pounja tanna kitadoudoc.

38 Hanja pacanira mefter pegi pa-
da bappakou pounja rouma, lagi pada
beta pounja alTal, lagi ambii iitrfpada
beta pounja annac.

3 9 Tagal itou beta catta pada beta
pounja tuan: fjappa tauparampouan
itou tida mau icot pada beta.

40 Lagi dia catta pada beta : Alla
Thalla de mouca nang fjappa beta
Ibuda bedjallan : Dia adda louro dia
pounjo Mellaïcatfamma pacanira, la-
gi dia adda bri daulac pada pacanira de
djallanmou, agar pacanira ambii iftri
pada beta pounja annac , deri kita
pounja aflal, lagi deri kita pounja bap-
pa pounja rouma.

4¹ Commediën pacanira jadi » ie-
pas deri kita pounja bafompahan,
mannacalla pacanira fouda pegi pada
beta pounja aialî lagi calou diorang ti-
da bri dia pada pacanira, pacanira adda
tfjoutfji deri kita pounja bafompahan.

4x Lagi hari ini beta fouda datan
pada matta ayer : iagi bera catta : Q
AllaThalla,Deos deri beta pounja tuan
Abraham,djicalouTuan facarang mau
bri ontong pada beta de beta pounja
djallan, de manna beta bedjallan :

43 Liatla beta badiri ampir matta
ayer : Tagal itou bri jadi, agar annac
dara nang adda calouwar pada timba
[ayer] lagi pada fjappa beta adda cat-
ta : Bri pada beta fidikit ayer minom
deri vofte pounja tapayang :

44 <enöe fp tot nip fal feggen:
^jincht ggp ooch/enbeich fa! oorh
utoe hempen patten: bat befebie
b^outtiesP/öteöe $e<e*eraij«
geeten fone fieeft toegetoefen*

4 * €et ich gecimbigljt Jabbe te
fp^ehen in mijn jjerte / J>iet foo
quam Rebecca upt / ende Ijabbe Ija*
re hrupche op gare fcfionber / enbe
fp tpiam af tot öe fontepne / enbe
putteöe: enöe ich fepöe tot gaer:
<5eeftmp öocg te önnchetv

46 j>oo gaefteöefp/enbelietgare
fcrnpchrbangaer neber/enbe fepbe/
^inefct ggp/ enöe ich falo och trtne
kemelcn ö jenchen: enöe ich D?onch/
enöe fp ö?enthte oochbe hemelen.

47 Boe b^aedjbetchgaet/ enbe
fepbe/ÖDieng öocgter 3tjt ggp* enbe
fp fepöe/ ^eboegter "3ctguel£öe£
foons^aöo^/melche«lea gern
Sgebaert geeft: foo lepöe ich Ijet
boo^jooft-ctcrfd op gaer aengge*
pw^nbe Ärmlingen aen gaere

4⁸ ^nbeithnepcgöemijngüoft/
tnbe aenbabt ben ^ <£ <& & e/enbe
ich iooföe ben den
<5obt ntJjwg beeren 2fb?agamg/
^ nip op ben retgtentoegg gelept
S^böe; orn be bocgter ban tnimtf
^«n bjoebet boo* fijnenfonete

44 Lagi dia adda catta pada beta,
minom pacanira lagi, daan beta lagi
mau timba pada pacanira pounja onta
onta: agar dia adda parampouan itou,
nang Alia Thalia fouda¹⁴ pili pada be-
ta pounja tuan pounja annac.

45 Daulou deri beta fouda abis car-
ta dalam beta pounja hati, liatia, Re-
becca fouda callouwarjagi dia pounja
tapayang addaatas dia pounja bahou,
lagi dia tourong pada matta ayer lagi
timba: lagi beta catta pada dia, Eyo
bri minom pada beta.

£ 46 Lagi aialecas fouda bri tourong
dia pounja tapayang deri dia pounja
[bahou], lagi catta, vofte minom,beta
lagi mau bri minom pada vofte pounja
onta onta : lagi beta fouda minom
daan dia lagi fouda bri minom pada
onta onta.

47 Commedien beta fouda tanja
pada dia, lagi catta; Sjappa pounja an-
nac vofte aada ? lagi dia fouda catta*
annac Bethuel, nang annac Nahor,
nang Milca fouda berannac pada dia;
tagal itou beta fouda tarou bapyllis
itou de atas dia pounja mouca,dengan
galang galang pada dia pounja tangan,

48 Lagi beta fouda rondo beta
pounja cappalla, lagi fomba pada Alia
Thalia, lagi beta fouda poudji Alia
Thalia nang Deos deri tuankou Abra-
ham, nang fouda an tar pada beta atas
djallan nang ^betul.padaambil annac
parampouan deri ruankou pounja
¹⁶ foudara\', pada dia pounja annac lac-
ki lacki,

geere boas fuït/geViet mp te fèenmn/
enbefoo mct/gebet mp[oock]ttfem*
tien / op bat ûk mp tec recgter of ter
fltncfcet-ganbt Uaenbe»

îo <^oe antbooftîbbe HabatV
enbe SetgtteS/enbe fepben;^an ben
^ e € a € të befc fake booitge*
komen/tojjj en ïtonnenqnaet notg
goet tot u fp?cUcn*

s * Jnet JSebecea in booi u aen*
geficgte/ neenttfe enbe tteefet Jienen/
fp 3)2 ntoeg geeren fomiS biou&e/
" \' U tie $<£<£*>£ gefpjohen

î2 mM get ggeftgiebbe / atë
SCfca&amg ïmeegt gate moo*ben
goo;îbe/ foo boogg gp ftcg teraerbe

y 3 Cnbebeiweegtlanggbebootf
ritbeve Mepnobiett / enbe gotiben
Itlepnobien/enbe kleebetett/ enbegp
gaffe ûebecra ; gp gaf oock gaten
bsoeber/enbe gatemoeber hofteltcU*
gebetn

54 spoe aten enbe bjoncïten fp/
gp/ enbe be niannen bte gp gem tua*
ten/ enbe fpbernacgteben: enbefn
ftonben be£ moîgens op / enbe gp
fepbe : Hatet mp ttecften tot nujnen
geere*

3 s î^oefepbegaerbjoeber/enbe
gatemoeber : Haet bejongebotgte?
[ecnige] bagen/ oftettene/ bnons
bïpben/ baer nae fnfr ggp gaen»

tuan, bri tau pada beta, djicalou rida,
itou [lagi] bri tau pada beta, agar beta
balic catangancanam, attau ca tan-

50 Commediën Laban dengan Be-
thuël fouda menjaout daan catta: inila
adda AllaThalla pounja bacardjalian,
betaorang tidabole catca pada voftè
nenbaic nen djahat.

51 Liatla Rebecca adda adapan vo-
ile pounja rnouca, ambil dia lagipegi
djouga; dia adda bini derituanmou
pounja annac.feperti Alia Thalla fou-
da catta.

<yi Lagi fouda jadimannacalla A-
braham pounja hamba fouda dengat
diorang pounjabacattahan, dia fouda
tondo njawanja adapan Alla Thalla
fampei [decat] tanna.

53 Lagi hamba itou fouda calouwar
¹⁷ talang talang deri pera dengan ta-
lang talang deri mââs, dengan packe-
an packean 5 lagi dia fouda caflîe itou
pada Rebecca : dia lagi caflîe pada dia
pounja foudara, lagi pada dia pounja
ibou area aita nang lacou,

54 Commediën diorang,dia,dengan
lacki lacki itou nang adda famma dia,
fouda maccan daan minom, lagi di-
orang fouda tingal de fanna malam
itou : lagi diorang fouda bangon pagi
hari, lagi dia catta : Beer beta pegi pa-
da beta pounja tuan.

55 Tetapi dia pounja foudara den-
gan dia pounja ibou catta: Beër ^ïSan-
nac dara mouda [barang] hari ca fr
poulo tingal pada kita orang, comme^-dié\'n pacanira bole poulang.

js <£nDe fp riepen &eöecca/enDe
fepDen tot paer; ibultgppmetöc;
fen man treeken* enDe fp antuiooaD*
De; gek fal rocken*

toelieten fp f&ekecca pare
fuder/ eniw pare boefter treeften;
uutfgaDerjs ftfyapamöknecpt/en?
öe fijne mannen*

60 Cnbe fp fegenben öebecca/
enDe fepoen tot paer: <© onfe fufter/
tao^Det gpptot DupfenDenmillioe*
nen/enDe u 5aet fcefitte De poone ftj*
net patere

^ i €nDe ftebecta maeckte paer
Jp/met pare jonge Docpteren/ enDe
fp reöm opstelen / enDe boïcpDen
pnman; enDe Die kneept nam £\\t*
öecea/taDe tooep penen.

^6z 3ifaacmtquambanDaermen
itontt tot Den put llacpai roi; enDe
ppbjoötiDeurt ^upDetlanDt.
6 3 €nbe 3faae toas uptgegaen

jangan boat nanti pada beta, fèbab
AllaThaliafoudabriontong pada beta
de atas beta pounja djalang beër beta
poulang agar beta pegi pada beta
pounja tuan.

57 Tagal itou diorang catta: Beër
cami pangil annac dara mouda , lag»
tanja pada dia pounja moulout.

58 Lagi diorangfouda pangil pada
Rebecca,lagi catta pada dia: voue m au
poulang dengan Iacki lacki ini? lagi dis
menjaout : Rica mau poulang.

Tagal itou diorang fouda beër
poulang pada Rebecca foudaranja
dengan dia pounja ^I?pcngaflo", famma
Abraham pounja hamba dengan dia
pounja orang.

60 Lagi diorang fouda palihara pada
Rebecca, lagi catta pada dia : O kita
orang pounja foudara, voftejadi fam-
pei ribous ribous Iaxa,lagi vofte pounja
bidji pegang dia pounja fatrou pounja
pinrou.

61 Lagi Rebecca fouda badiri den-
gan dia pounja annac annac-dara, lagi
diorang fouda naic onta onta, lagi icot
lacki lacki itou: lagi hamba itou fouda
ambil pada Rebecca lagi poulang.

6z Ifaac pon datan deri mannaçrang
datan pada prigi²⁰ Lachai-roi; lagi dia
addadoudoc de tanna ca falatan.

6} Lagi Ifàac fouda pegi de lou war
pada menjomba de¹¹ outang, ampir
petangharii lagi diaankat mattanja,
lagi meliat> Iagiïiatla, onta onta adda
datan.

64 Rebecca lagi fouda ancat dia
pounja matta, lagi dia fouda liât pada
Ifaac, lagi dia " balortipa deri onra.

6 ? €riüt fp teiM tot Den knecjt:
Witiö Dieman/öie ongmtUelDttc
gjemoete toanöcit} enoe De Rnecjt
feptse/ ^at ig nnjn Ijeere: Doe nam
fp DenflnpeiVenDcöeDecfcte fjaet\\

67 <6nöe Sifaac PjacJtfc inDe
tentefijnetmoeöer^ara/enDe Jp
nam ße&ecca / enDe fp uiett Jjern ter
tnoitUse/ enDe Jp JaDöefe lief: aifoo
tocit 3ifaac getrooß naefijng moe*

1 Hebr. dfo* bedjaltan dalam hart hart* .2 ^Attau bacauwum aßal, foudara_}parent\'t parenti,
3 Hebr. bidjimou. 4 ^Artinjapacaniratidaaddajalla. 5 Onta adda bmatanglebe befar
dericouda. 6 Artinjajamoa warna ,fegalla djenis. 7 Hebr. DttaJongey pounja Syrien:
fouda pal^ey namma itou, carna douafouget. Tigris dcngan Euphrates , coulillwg-a\\an tanna
itou. 8 Artinja baring baring, bremi, attau, ttdor. g <tsittau ampir malam. je Attau
payot* , onndjo , hadtr. 1 i Attau de adapan dia de djallan, attati , bertemou dia de djallan.
iz Attau batangpadi cring. 13 Hebr.tfjoutsji. 74 Attaupayou, oundjo,hadir. isHebr_tbenar. 16 ^Artinja ajfal, carna Bethuel, fouda adda annac den Abraham vom ja ade Nahor«
Tj Attau manco, baccas, tfjawan. 1S attau njonja, attau injora mouda, 19 attau Amma.
Aya, artinja nang peara, fadottli, brifoufou pada annac annac fytfji-hftfail. 2 0 Artinja Tngi
deri nang Tendop , nang menantang pada beta. 21 Atta» de bendang_} de ratta, 22 Hebr₃dia djatou. 23 Hebr. dia. 24 Hebr. barong barang.

6$ Lagi dia catta pada hamba itou_;Sjâppa orang lackî iaeki itou, nang
bedjallan de fabela cami de ratta ? lagt
hamba catta : Inila adda beta pounja
tuan: tagal itou dia ambil falendang
lagi toutopmouca.

66 Macca hamba fouda bilang pa-
da Ifaac fegalla berboatan nang dia
fouda boat.

67 Lagi Ifaac fouda antar dia dalam
dia pounja ibou Sarâ pounjatourna,
lagi dia fouda trima Rcbecca, lagi dia
jadi dia pounja bini,lagi dia caffie pada
dia : begitou Ifaac fouda trima ibor de
blackan maïnja pounja [maout].

Na dè doot van Sara neemt Abraham Ketura,
ende bekomt uyt haer kinderen, ende kints
kinderen , vers i, &c. Hy maeckt Ifaac
Erfgenaem van al fijn goet, ende fendt de
kinderen der bywijven metghefchencken
wech, na Ooftlandc, 4. Abrahams ouder-
dom, doodt ende begraeffenifle, 6. Ifaac
\'worr na fijns vaders doot gefegent, 10. If-
maels geflachte, ouderdom ende doot, T2»
Ifaac bidt Godt voor fijne hnyfvrouwe , die
fwangerwort, ende baert hem Ëfauende
lacob , weIckcr beyder conditie verhaelt
worr, 21. Efau verkoopt fijn eerftgeboorte
aenkcob, 2|>,

Mannacalla Sara fouda matti Abraham
cawin dengan Ketura daan bole deri dia
annac annac daan tÇjoutfjou. dia boat
Jfaac poujjaka deri dia pounja arta fa-
rnoa, macca padagondic gojiàicpounja
annac annac dia bri caffie caßie daan
föitro diorang ca tanna timor. Abraham
pounja ölt mor, maout, couhour. de blac\'
kan Abraham pounja maout Ifaac jad*
palihara. ifmael pounja poupou, ou-
mor, maout_t

ï D $be $b?agam boer boojt/
•E»enbe nam eenebjoubje/toelc*
her name toatf&etura.

2 Cnöe fp baeröe l)ctn Zimant
enöe SoUfan/ enbe iBeöan/ tmt
$moian/enbe gtfbafc/enöe ß>na%

3 €nöe gofcfangeteatt J>eba/
enbe «Peöan: enbe be fonen <ëeöang
haaren ftHunm/enbc Eetuftm/enbe

4 <E?nöe öe fonen Hfètöianö toa*
ten/ €pfya/ enöe €p ger/ enöe la*
notö/enöe 2S!btba/enöe Ciöaa: ^efe
alle waren fonen Pan fóetura*

6 jBaer öen fonen Der bptotj*
ben/öie jaljam Ijabbe/gaf 2ib?a*
gam gefcljencfcen: enbe fontfe toeeft
banftmtnfonegfaac/ temijle Ijn
nocl) leeföe/ ooßmaertö nae t lanöt
ban Woltem

f <£«be»?aljamgaf öen geeft/
enöe Kerf m goeöen ouöeröom/out/
enöe [cles levens] fat: enöe ïjp mert
tot fijne bolchen Uecfamelt*

_f 9 Cnbegfaacenbegfmaelfsjne
^nbegzoeben lm\\ / mbefpelonc*
S^an s^acljp^a / tn öen acfcer
SJfh\'^/ foonö Hagars / öe£
wijttetg/ _öe reiche tegen ober

X Lagi dia bcrannac pada dia Zirrv
ram, dcngan Jokfan , dengan Medan,
dengan Midian , dengan Jifbak, den-
gan Suah.

3 Lagi deri Jokfan fouda jadiSeba,
dengan Dedan : lagi Dedan pounja
annac lackilacki fouda adda Affurim,
dengan Letufim , dengan Leummim.

4 Lagi Midian pounja annac iacki
Iacii adda, Epha, dengan Epher, den-
gan Hanoch, dengan Abida, dengan
Eldaä : diorang famoa adda annac Iac-
ki lacki deri Kerura.

6 Hanja pada canda pounja annac
lacki lacki nang Abraham pounja, A-
braham fouda bri ¹ caflie caflie : lagi
fouro diorang pou lang deri dia pounja
annac Ilaac, fèdang dia lagi idop, ca
timor, capada ranna deri timor.

7 Inila adda hari deri tauon deri A-
braham pounjaoumor, nang dia fou-
da idop,faractous toudjou poulou lima
tauon.

8 Lagi Abraham fouda poutous
njawa, lagi matti, dengan [rambot]
¹ pouti baic baic, touwa, lagi kinjang
[deri idop] : lagi dia fouda jadi bacam-
pon pada dia pounja orang.

9 Lagi lfaac dengan Ifmaël dia
pounja annac annac fouda tannam
pada dia , dalam loubang batou deri
Machpela, dalam Ephron, annac So-
har,nang annac Hedi pounja coubong

io [in] benac&et/bien Sfljjagam
ban fonen ggekocgt gabbe:
^aer is $bjagam beg:aben / enbe
JÊ»ara fijne gupfb:outire*

i r €nbe get ggefcgiebbe nae$*
feagamSboobt/bat #obt 3faac/
fijnen fone/ fegenbe: enbe 3^aac
töoonbe hp ben put Hacgai roü

12 <Pit m stjn be geboorten 3S\'
ntaeïS / bes foonsftbïagamSbien
#agar/ J>araS Cgpptiffgebienft*
maeggt teagamgebaert geeft.

13 €r\\be bit 3ijn be namen bet
fonen 3fmaeIS/met gare namen/na
gare ggeboojten: be eerSgebooten
Sfmaetë / $ebajotg / baer nae
&ar/ enbeSfbbeeï/ enbejlfèibfam/

ié ^it jtjn be fonen 3ffmaeïS/
«nbe bit gare namen tn gaete
ioipen/enbe Palmfen/tmaeif Bo?*
imnaegarebotómm

17 €sibe bit ^tjn be jaren bes le*
bens 5f fmaelS / gonber t enbe feben
ftiberttgg i ar en: enbe gp gaf ben
geeü/enbefterf/enbe gp Wttt berfa^
itidt tot fimebolefceren*

38 enbe fp moonben ban Ipa*
tïila tot J>ur toe / t tudcH tegen
trber Cgnpten tSDarr ggp ga et na
tfibr: #p geeft gem neber ggeöa*

10 De coubong nang Abraham
fouda b!i deri Heth pounja annac an-
nac: de fan na Abraham fouda jadi
tannam dengan Sara dia pounja bini.

i ï Commediën fouda jadi manna-
calla Abraham fouda matti,agar Deos
palihara pada Ifaac dia pounja annac :
lagi Ifaac fouda doudoc ampir prigï
Lachai roi.

ï 2 Ini pon adda poupou deri Ifmaël
Abraham pounja annac lacki lacki,
nang Hagar, Sara pounja hamba deri
Ncgri ¹ Mizri fouda berannac pada
Abraham.

13 Inila pon adda narnrna namma
deri Ifmaël pounja annac annac den-
gan namanja deri diorang pounja pou-
pou : Ifmaè\'l pounja annac *foulong
Nebajotb, commediën Kedar, dengan
Adbeël, dengan Mibfam,

ï6 Inila adda annac annac deri If-
maël » lagi ini adda diorang pounja
namma, dalarm diorang pounja Ncgri*
Negri daan aftan naaftan na Radja du.
ab las Rad ja deri diorang pounja orang.

17 Lagi ini adda tauon deri Ifmaëi
pounja oumour, farattous tiga poulou
toudjou canon $ lagi dia fouda poutous
njawa, lagi marri, macca dia jadi ba-
campon pada dia pounja orang.

18 Macca diorang fouda doudoc deri
Havila fampei Sur,nang adda de mou-
ca Negri Mizri, de manna orang pegi
deAflur r Dia fouda doudoc adapan

19 33itrtu 598-fee gpefeootfen
Sfaacg/ foonö$teapam£ : ai»
foapamgetoangfaar.

20 enbe gifaac bmö tscevtigl)
jaet out/ als tjp ftebecca/öe Doepter
^et puetè/ De$ ^prierg / upt Pat^
Dan 2tram/be futo ban Haban Den
Jypner/ftfîî ter bjoutoe nam*

ft € feer/ inDe tegenbJoo^Digpept
ban fijne pupfbjoubïe / toant fp
teajs onb^utptbaer/enbebe

^{z 2} Cnbe be kinberen (lieten ficg
te famenin paren lijbe: <Dae fepbe
fp / ürtfo** iBaetom ben uk
enbe fp ginck om ben ^ ^
te blagen,

tot paer: Ctbeebolekerenstjn in
ïïtojm / _enoe ttoee natiën uil*
upt «tngetoant ban een
/ enbc pet een Uolck fal
- 3iftt ban pet anber bolck/
aioe be meerber fal ben minheren
Dienen*

24 Sfê nu pare Dagen toerbult
%aren om te karen / fiet/fob toartn
^telingen m-paren bupek*

19 Ini pon adda poupou deri Ifaac,
Abraham pounja annac : deri Abra-
ham jad-i Ifaac

zo Lagi Ifaac pounja oumour adda
ampac poulou tauon, mannacalia dia
fouda ambil Rebecca, Bethueî deri Si-
rien, deri Paddan Ararn pounja annac,
Laban deri Siriën, pounja foudara pa-
da dia pounja bini.

zi Lagi Ifaac fouda menjomba
banjac pada Alla Thalla,de moucadia
pounja bini, carnadiatidaberannac»
lagi Alla Thalla fouda dengar pada dia
pounja menjombahan, begitou agar
dia pounja bini Rebecca fouda jadi
bounting.

zz Lagi annac annac tola fatou
pada fatoudalam dia pounjra pourut r
tagal itou dia catta : adda begitou? car-
nappa kita begitou i lagi dia pegi tanja
pada Alla Thalla.

2>j Lagi Alla Thalla fouda catta pa-
da dia: orang orang dua adda dalam
pacanira pounja pourut, lagi dua pois⁵-
pou, deri pacanira pounja ifi pourut,
adda [callouwar lagi] jadi tfjerei fatou
deri fatou, lagi orang fatou adda jadi
lebe eras deri orang Jaïn : lagi nang
lebe befar adda ⁵ fervyr pada nang lebe
kitfjil.

24 Mannacalia dia pounja; hari hari
pon fouda gnappada berannac, liatla».
dua< annae adda dalam d/a pounja
pour a t.

2f Lagi nang pertama fouda caloo-
war, rnera ; dia adda facali caîi fepertl
packean deri rambot: tagal îîou dû
orang fouda bernamma dia
namma¹

2 6 <et\\üt baer nae gîtant fijtt
biùtntt upt/ totem? ganbt €fan2
berfenen giclt/ baetom noemtse men
ftmen name/ Sacob: enbe 3faae
mas tfelïtgg jaer onbt / als gpfe
gebjan*

27 2110 nu bsfe jangat gtoot
merben/ merbt €fan een man nes
(tanbigg op De jacgt/een belDtman :
maee §acob mtt een oprecgt man/
moonenbe in tenten.

28 €nDe gtaac gabbe <£fatt lief/
tuaitt get müDt bjaet mas na fijnen
mont; maer^ebeccagaböe 3atob
lief.

29 Cnbe 3acob gaöbe een
fcootfcfel ggefcooc&t : enbe €fatt
quant nnt get belt/en mas moebe.

3 o <Cnbe Cfan fepDetot 3Iacob:
%att mp öocg flojpenûanbattoû*
De/ bat tooöeöaer/ mant ici* ben
moebe; baerom geeft men fijnen «a*
megenoemt/€bom>

32 <enbc€fau fepbe: <f>iet itk
gaelîerben/ enbe ma et toe mp Dan
be€erftgebôone^

33 ^oe fepbe^atob: ^toeett
mp op Defen tsacXj / enbe gp fUîocr
gern : enbe gp ber&ocgt 3jacob fijne
Cecit geboomte.

34 €nbcg[acobgaf€fanbjûût/
enbe get linfen ïtoockfeï/enbe gp at/
enbe mattcft / mbe gp fêont op/ enbe

26 Comrnediën dia pounja ade ca-
louwar, dia pounja tangan fouda pe-
gang Efau pounja toumit, tagal itou
orang bernamma dia pQunja namma
7jacob: lagi Ifaac pounja oumor adda
nam pouiou tauon mannacalla * dia
berannac diorang.

27 Mannacalla diorang facarang
jadi befar Efaujadi lacki lacki nang tau
pcgang binatang outang , orang douf-
loti : tetapi Jacob jadi orang adil, daan
doudoc dalam * barong barong.

28 Lagi Ifaac fouda caffie pada
Efau : carna dia fouca maccan nang
dia pegang de outang ; tetapi Rebecca
fouda caffie pada Jacob.

29 Lagi Jacob fouda maflac ba-
rang maccanan, dengan coa : lagi Efau
datan deri¹⁰ outang, lagi adda lela.

30 Lagi Efau catta pada Jacob:
Beër beta irop deri niera itou , mera
itou de fanna: carna beta adda lela:
tagal itou orang fouda bernamma
nammanja¹¹ Edom.

31 Wa&ou itou Jacob catta :
Djouvval pada beta hari ini [ontong]
vofte pounja jaddihan partama.

32 Efau pon catta: Liatla, beta pegi
matti, lagi¹¹ appa beta comrnediën
Fadouli pada ontong deri annac par-
tama ?

33 Comrnediën Jacob catta : Ba-
fompa hari ini pada beta, lagi dia fou-
da bafoumpa pada dia: lagi dia djou-
wal pada Jacob [ontong deri] dia
pounja jaddihan partama.

34 Lagi Jacob fouda bri roti den-
gan maccanan itou deri katfjang pada
Efau,begitou dia fouda maccan a^aan

minom: Jagi dia badiri, lagi poulang:
begitou Efau fouda bantji [ontong
derijjaddihan partama,

1 zsittaft harattnja harounja. s Artinja dia ponnja rambot pouti banjac tagal dia pounja
oamorpandjang, 3 ArtmjaSgypten. 4. ^Artinja nang pertama. j Atta» lalayani,
attaubatmn_% 6 Artinja nangfouda lancap, 7 Artinja nang pegangtoumit, 8 Artinja.
Rebecca, Ifaacpounja bini. y Artinja rouma roumakjtfji-\'kitfjiL 10 At tan bending den
fouwar.. it Artinja Mera. 12 Artinja mannacalla beta matti, appa to along pad* beta maf.
tj beta annac pertama, maf kj tidaappa beta Fado ah pada ontong itou.

Ifaac vertreckt hongers halven naGerar, vers
i ,8cc. alwaer hem Godt beveelt te blyven,
ende niet nae Egypten te trecken, vernieu-
wende hem de beloften aen Abraham ghe-
daen, 2. Ifaac feyt, dat Rebecca fyne fufter
2y,7. de Coninck Abimelech,het contrarie
merckende, beftraft hem, ende verbiedt
fynen onderdanen defe echte lieden ee-
nichfins te befchadigen, 8. Ifaac wort feer
van Gode gefegent: daerom hem de Pbili-
ftijnen benijden, ende fyne water-putten
ftoppen, 12, op Abimelechs aenfeggen ver-
treckt hy van daer na de leeghte van Gerar,
ende heeft moeyte om levendigh water,dat
hy ten laetften bekomt, 18.19,32,See. ver-
deckt nae ßerfeba, ende wortaldaer door
eeneverfehyninge van Godt getrooft, dien
hy met openbaren Godtfdienft danckt, 23.
Abimelech maeckteenverbondc met hem,
20. £fau trouwt tot fyner ouderen ver-
^Kt» 34.

i pnöeöaertoag ïjonger in öat
lanöt / bcljalu cn Den eeröten
Öonger / irie in öe öagen
öamö rjstuceft ttiaö: öaerom tooefj
3lfaac tot Ibtmelecl) ïïzï ^IßMip
^u*nComndv nae <&tmx
_r * Cntse e€0<8 fett*
»epesn i_Jcm / enöe fepbe: €n treckt
€m$tmi tooontin\'t
_{ith u aen}feggeft fai:

Ifaac [ebah lappar pegi de Gerar, Alia fouro
diatingal de fanna daan la rang dia pe-
gi de JEgypten. Alia berbarou-nkan
djandjihan nang daulou fouda djandi
pada Abraham. Ifaac catta Rebecca
adda diapounjafoudara. Radja Abime-
lech liât dia doufla tagal itou dia bato-
gor pada dia, daan fouropada dia poun-
ja bala agar diorang jangan boat djahat
appa appa pada diorang. lfaac tri ma
paliharahan banjac deri Alia, tagal itou
orang Phlliflinijadi iriati pada dia jou-
top dia pounja pryggt. Abimelech foute
dia poulang deri [anna, diapegi de pa-
dang Gerar,

i IV/fAccaadda lappar dalam nc-
gri itou lebe deri lappar ber-
moula,nang fouda jadi dalam Abra-
cam pounja hari hari : tagal itou I/hac
fouda pegi pada Abimelech Radja
deri orang Philiftlni, capada Gcrar.

z Lagi Alia Thalia fouda caiiatan
pada dia,daan carra = Jangan pegi too-
rong de Egyptcn : doudoc dalam tan-
na nang Akou adda catta pada paca-

3 Wùùnt aïs bjeembelincft in
bit lant/enbe ith fal met u 31111/ enbe
Tal ti fegenen : tuant w enbe urnen
5 abe fal ith alle ötfe lanben ggeben/
etibe ül\\ fa! Den eebt behelligen/ bien
tth Stfaagam urnen b aber gefUïoo;
tengebbe»

4 <2£nbeicft faï u 3aetbetmenicg*
bttlDtgen/ ais be ttezten beS gemelS/
tmt faf utóensaDe alleöefe landen
gebrn: enbc mum en 3aöe fnllen ge*
fegent tooiben alle bolcfcm bev
aerbe;

s ^aerom bat $bjagam mijne
fïemme gegoojfaem getoeeft iS/enDe
geeft onbetgoubenmijn bebel/ mii*
negeboben/ mijne infettingen/ enDe
mijne toetten.

7 <£nbe als be ntamten ban bie
plaetfe gern b?aeggben ban fime
Impfbjoume/fepbegp/ £>p ts mim
fuften toant gp b?eef be tefeggen/
mint gupfb^ontae/op batmp \\mv
fcgten [fcyde hy] be mannen befet
plaetfe niet en booben/om 0ebecca/
bsantfp maSfcgoonbaaengefitgt.

s enbegetgefcgiebbe/alSgpee^
nen langen tii\'öt baet gebjeett tuas/
bat 2tbmte!eeg be ContncKbez pg U
Itfttmen ter benfternnt&eetli: enbe
gp facg / Dat / ftct / Sfaac toaSJot*
Iteabe met &ebecm fijne gups>
bjoub^*

3 Doudoc feperti dagang dal^m
tanna ini, îagi Akou mau addaden-
gan pacanîra, Jagi paliharapada paca-
nira, carna pada pacanira, daan pada
pacanira pounja bidjiAkou mau caffie
negri negri ini famoa, lagi Akou mau
boat toggo bafompahan itou, nang
akou fouda bafompa pada bappamou
Abraham.

4 Lagi bidjimou Akou mau boat
banjac feperti langit pounja bintang
bintang, Jagi pada bidjimou Akou
mau bri negri negri ini famoa : lagi da-
lara bidjimou boumi pounja orang
orang famoa addajadi palihara.

5 Tagal itou carnaAbraham fouda
mendengar Akou pounja fuara lagi
fouda tourot akou pounja menjouro-
an, Akou pounjapenjouroan Akou
pounja Agamma,dengan Akou poun-
ja fabda.

7 Lagi mannacalla orang deri tam-
pat itou tanja pada dia deri dia pounja
bini, dia catta : Dia adda beta pounja
foudara, carna dia tacot catta, beta
pounja bini, agar fjappatau lacki lac-
ki défi tampat ini, dia catta, tida bou-
nou pada beta, tagal Rebecca : carna
dia pounja mouca adda paras baie.

8 Lagi fouda jadi, mannacalla dia
fouda doudoc de fanna, hari hari ban-
jac, agar Abimelech Radja deri orang
Philiftini , fouda liât de louwar deri
pada djanella, lagi fedang dia fouda
liat,liatla,Ifaac adda poura poura den-
gan bininja Rebecca.

enDefepDe: motmtt fiet / fp tg
ufcue pupmoatoe/ poe pebt gpp
Dan gefept/^p mijne fii&er * en*
De3faaeTepbetotpem; ïSDant itk
fepDe/oaf xth niet miGTepren om pa*
rent toüle 8erbe-

10 <enDe$öimeIetpfepbe/ Wat
i& Ut £dat] gpp on0 gpeDaen pcbt $
licpteiteft paDDe eenbanDefenboic*
fceDp utoe pupfujontoe gpelegen/
foo Dat gijp cene fcpiilt ober on&
foutJt gedept pebbtp,

11 cnDeSCöimeïecpge&ooDtDen
gantfcljen boïc&e/ feggenDe; ^oo
toie oefen man of fijne pupfbjoutoe
aenroert/fal tooojfeeckergpeDooDt
toojDen*

ia enöe ^fifaac saepDe in Dat
urn lant/enDe pp bonDt in Dat feïbe
laet ponbett maten/ toant De
fegenbe penn

i3 ^nbebiemantoertgjoot/jae
Pp toert Doo jgaeng g?ooter/tot Dat
öpfeer gjoot getoozöen toa&

?^{lïe öe} öte fijng
baDer^_;|netpten m De Dagen fiin*
babersi ftbtapams gpegjaben pab*
^en/bte (topten De Ppiïtöijnen/enDe
^ü^DenfemetaerDe»
gil pada Ifaac, daan catta $ Soungh©
foungho liât dia adda vofte pounja
bini, begimanna vofte fonda catta, dia
adda beta pounja foudara > Jagi Ifaac
catta pada dia : carna beta catta, agar
beta ijappa tau tida matti tagaldia.

10 Lagi Abimelech catta: Appa
itou nang vofte fouda boat pada kita
orang ? fouda bole jadi agarlatou deri
orang fini fouda tidor famma vofte
pounja bini, begitou vofte fouda bole
bawa fallade atas kita orang.

11 Lagi Abimelech fouda four©
pada fegalla orang, cattanja, calon
calou barang orang kena lacki lacki inl
attau dia pounja bini, dia foungho
foungho addajadi bounou.

12 Lagi Ifaac fouda ambor benec
dalam negri itou, lagi dia berramou
dalam tauon itou »benêê farattous
[lapis] , carna Alia Thalia fouda pali-
hara pada dia.

13 Lagi lacki lacki itou jadi befar»
ija dia djadi mackin lamma mackin be-
far, fampei dia fouda jadi befar banjac.

14 Lagi dia adda domba domba,
dengan fapifapi nang dia pounja,den-
gan orang de rouma banjac : begitou
agar orang Philiftini iriati pada dia.

15 Lagi prigi prigi famoa nang bap-
panja pounja liambafouda gali dalam
bappanja Abraham pounja hari hari,
itou orang Philiftini fouda toutop lagi
pounou-akan dengan² tanna.

16 Abimelech lagi catta pada Ifaac>
Poulang deri beta orang, carna vofte
fouda jadi bercawafia banjalebederx
beta orang.

18 $&nu ^faac&eber-ge&eett
Ujas/gjocf gts me mater-putten op/
ïue fp ten titoe SCbjagamS fijns ba*
bers geg?aben/enöe bie be ^gihftt j*
tten nae 2tb?agam$ Doot toegeftopt
Ijaööen : enöe gp noernöe gare na*
mennae De namen/ öacr meöe fijn
öaöer öie genoemt gaööe*

19 ^e fcnecgten 3faacS öan
fpoeben in Dien öale/enöe fp uonöen
aïöaer eenen put öan ieuenötgg
mater.

20 <£nöe be gerberS ban<6erar
tmifteöenrnet gfaacs gerDerS/feg*
genöe: <Dit mater % ton ons toe:
öaerom noembe gp öen name öan
ïêteiiput<£fe&/ om öatfnmet gern

■21 g^oeben fp eenen anöe*
ren pnt/tnöeöaer tmifteöen fp oocU
mtv/ öaerom noemöe gp fijnen
mt ^ttna.

22 ettnt gp bjatft op Pan öaer/
inöe g^oef eenen anöeren pttt/ enöe
fp m tmifteöen obet Dien niet: baer*
amnoemDe gp fijnen name
feotg/enöefepöe/iBantnn geeft ons
% € <fl? M <£ rupmte gemaec&t/
enöe mp 3ïjn getuaEfen m Dit ïanöu

deri fanna,lagi baiki dia pounja barong
barong dalam ratta Gerar,!agi doudoe
de fan na.

18 Mannacalla Ifaac facarang fou-
da combali, dia fouda gali daan bouca
prigi ayer itou, nang diorang pada
bappanja Abraham pounja wa&ou
fouda gali,lagi nangorang Philiftini de
blackan Abraham pounja maout fou-
da toutop; lagi dia fouda bemamma
namma nammanja begimanna bap-
panja Abraham fouda bernamma itou.

19 Ifaac pounja hamba pon fouda
gali dalam ratta itou, lagi diorang ber-
temou de fanna fatou prigi deri ayer
idop.

20 Lagi combala combaladeri Ge-
rar fouda haribirou dcngan Ifaac poun-
ja combala combala , cattanja : Ayer
ini, adda beta orang pounja ayer : ta-
gal itou dia bernamma namma derk
prigi itou ^J Efek, carna diorang fouda
haribirou dengan dia.

21 Commcdiën diorang fouda gali\'
prigi laïn, daan deri itou diorang lagi
fouda hari-birou , tagal itou dia ber-
namma nammanja «Sitna.

22 Lagi dia fouda poulang deri fan-
na , lagi fouda gali prigi laïn, deri itou
pon diorang tida hari-birou : tagal itou
dia bernamma nammanja \'Rehobothy
daan catta : carna facarang AIlaThalIa
fouda baiki tampaï tam pat Iouwas
pada beta orang, daan beta orang fou\'
da jadi banjac dalam tanna ini.

3K& hen bc «öobtSCbjaljamS «toes
baberS: e«b?ee(ï niet/ bsantitfcben
_mt u/enbc itU M ti regenen; enbe u
-_aet bewterócljMbigen / omftitta*

25 ^oe bou&be gp baer eenen
%\\tm 1 enbe riep ben name bes
fteeüejft aen/enbegpfloeglj
albaetfijnetenteop; enbe SifaacS
fenetgten gjoeben baer eenen put»

Cnbe ftbiittetafi trocU tot
gemban <öetat: met ftijU5$atl) ïiU
nen bjtent / enbe ^tcljol / fijnen
&rijggS-ober8;en*

Cnbe 2Ëfaatfepbe totgaer:
3©aerora sijt gijp tot mp gehomê /
baer ggp mp gatet / enbe Sjebt mp

2-8 CnbefpfepbentlBpljebben
^ercMicfegefien bat be ^eeac
u is/ba^om Rebben top gefept/
tenen eebttuCfrtjeft ons
j2JJ/ twCCclien ons/enbe ttifftfjenu:

daan catca: Akouadda Deos deri bap-
pamou Abraham jangan tacot, carna
Akou adda dengan pacanira: daan
Akou mau palihara pada pacanira, lagï
pacanira pounjabidji Akou mauboat
banjac, tagal Abraham, akou pounja
hamba.

15 Tempo itou diafouda baiki dc
fanna fatou Altaar, lagi menjomba
pada namma Alla Thalla,lagi baiki de
fanna dia pounja barong barong: lagï
Ifaac pounja hamba fouda gali de fan-

36 Lagi Abimelech fouda pegica
pada dia deri Gerar:dengan Ahuzzath
dia pounja fobat, daan Pichol dia
pounja "jourebaprang.

zy Daan Ifaac catta pada diorang,
Carn\'appa djou orang fouda datang
pada kita, fedang djou orang bintfji
padakita, lagi fouda fouro kita lalou
deri djou orang ?

- zS Lagi diorang catta: beta orang
fouda liat foungho foungho AIlaThai-
la adda dengan djou, tagal itou beta
orang fouda catta: Beer facarang jadi
fatou fompahan de tenga tenga beta
orang, de tenga tenga beta orang daan
de tenga tenga djouw: daan\' beer beta
orang facarang bacauwoul dengan

2.9 Djicalou vofte boat djahat pada
beta orang, feperti beta orang boulom
fouda kena pada vofte, lagi feperti beta

fte, lagi fouda beer voi«. v»»™* .
ganfalammar! vofte fouda jadi pali-
hara djou ga deri Alla Thalla.

31 <ênbt fp ftonbé be£ mojgetté
t^oegp op/ enbe fmoecen been ben
anberen: baer na lütfe 3faac gaen/
snbefp togen ban pemmbjebe*

.52 enbeftet gpefdjtebbe ten ttb
ben bage/ bat gfaacg knecpten.
quanten enbe boootfeljaptcn pem
ban be fake be£ put£/bien Tp geg?a*
benpabben: enbe fp fepben pem/
Vfrp pebben toater gebanben*

3 3 <£nbe pp noembe ben Celben
^eba/baerom 10 be name bier dabt
^er^ebatot opbefen feïbenbacp*
34 M10 nti €fatt beertigp iaer
tttbt bja£ / nam pp tot eeneb?oub)e
%ibitp/bebocpterban 25eert ben
%etpiter/enbe&afmatp/bebocpter

Feefla pada diorang, lagi diorang fom-
da mackan daan minom.

31 Lagt diorang fouda bangon pagi
pagi hari, lagi diorang bafompa fatau
pada laïn : commediën IfaacBeër di-
orang pegi, lagi diorang poulang deri
dia dengan falammat.

3% Lagi foudajadi pada hari itoiî
djouga,agar Ifaac pounjahamba datan
daan bilang pada dia deri prigi itou,
nang diorang fouda gali : lagi diorang
catta pada dia : Beta orang fouda ber-
tamou ayer.

3 3 Lagi dia fouda bernamma itou
ïSeba: tagal itounammanja deri negri
itou adda⁸ BerSeba, lampei hari ini.

34 Mannaealla pon Efau fouda tou-
wa ampat poulou tauon , dia fouda
ambil pada bininja Judithmang annac
parampouan deri Beëri orang Hethei f
dengan Bafmath, annac parampouan
deri Elon nang orang Hethëi.

35 Lagi diorang pada Ifaac daan
pada Rebecca fouda ©aiki \'hati fackir
djouga.

Bfaac, ©tidt ende doncker van geficHt zijnde
■wil E&u ,.alse€rftgeboren , fegenen, maei

worr door \'t kloeck beleyt van Rebecca
focdroogen , fulcks dat hylacob voor Efara
fegent, vers I, &c. Efau komende vande
jachtend« dit vernemende,, is daer over
jeer ontftekj.als oock Ifaac felve, die even-
weJEfitU\', Op fijn groot jammeren ende bid-
ifin^ocheenentiiddickeafegen geeft, go.

maupaliharapada Efau carna dia an*
nac panama, te tapi Reheccafouda boat
hudi pada dia, bagitou agar dm päfc
har a padaJacobganti Efaux Efau daar?
Ifaac tagal iîQU ffmta banjac. Efau

^Hl£rr" edooden^y>4i. Rebecca,dat ver-
voor netn tc_{dt lacob te vemecken na haren}

ï VïMt ï)tt s&efcljiebbe / als
^Jjfaac onbt geftmben maS/
tnbe fijne oogen boncto getoojben
toaren / bat Ijp niet tien en Uonbe:
boe tiep öp Clan fijnen g^ootften
fone/enbe fepbetot gem/l&ijn fone:

2 enöe&pfepbt: ^net nu/uk
ben oubt gfjemojbeu: itft en meet
ben bagg mijnes boots niet.

₃ müban/neemtbótgttmtgfte*
«etfcljap / ubaen pijl - fcoftev / enbe
timen boge/enbe gaet upt in t belt/
enbe jaegljt mp een vmlbt-ï^aeu

4 €nbmaetMmp ftusecMdu
tyiifen/alfoo ie&fe geeut gebbe/ enbe
bzengijtfemp : bat iefcete/ opöat
mi)nt3üu u regent/ m fotbe.

6 fpjam tlebtcta tot gfa*
^Ijarenfom/feggenbe: &iet/icfe
umen baött tot Cfan urnen
jdoteu W^W feggenbe/

t/itf menangis terp ait hole[at ou pali-
harahan dalam dounja. Efau tagal it on
Bintfji daan mau bounou pada Jacob-
fedang Rebecca dengar it ou, &c,

I T Agi fonda jadi mannacalla
•^-Ifaac louda jadi touwa daan
dia pounja matra fouda jadi galap,
agar dia tidabole liât î dia pangil Efao
dia pounja annac nang lebe befar, lagi
catta pada dia 1 Annackou: lagi dia
catta pada dia : liât beta adda [fini].

% Lagi dia catta :- liât iàcarang, beta?
fouda jadi touwa : beta tida tau hari^sderi beta pounja rnaout.

3 Tagal itou, arnbil djouga pacaru⁴-
ra pounja pangaaey, pacanira pounja-
farong annac pana, dengan pacanira
pounja pana, lagi pegi delouwar de
outang, daan¹ paflang pada beta ba-
rang binatang omtang.

4 Lagi baiki pada beta rnaceanan
fedap,begimannabeta ibucajagi bawa
pada beta: agar beta maccan,agar beta
pounja djiwa palihara pada pacanira

5. Rebecca pon fouda dengar man-
nacalla ifaae catta carta pada ananj®
Efau -.daan Efau Ibuda pegi de outang
padapaflang barang binatang.outang,
agar dia bawa de dalam.

6 Tempo itou Rebeeea fouda catta¹-
catta dengan ananja Jacob catranja ?
Liât _r beta fouda dengar bappamou
catta catta dengan foudasamou Efau,,

toe/oatickete: en&e ick fa! u fege*
neu Kooi l)tt aengfjefüöte iseö
$/&oo£ipijnenööoïit.

9 <6aet nu ïjenen tot öe kuDöe/
enUe öaeït mp öan öaer tmee goeöe
gepte« boiekcn!ö:enöe iek faife utuen
i3>aoer maken totfmaeckïtckefpij*
fen/gelück ai£ ï)p geerne lyttïu

i o CnDe göp fultfeutoen fcaöer
ïnengen/enöe l}p faï eten: op öat ïjp
ii feg ene V500: fijnen öoot*

11 £>oe fepöe 3acoö tot USeöec*
ca fune moeöer: ^iet/mijn bjoeoer
Cfau eenljapricö man / enöeick
öeneenglatman*

i z $BiCfd)ien faï mp mijn Patser
öetaflen / enöe ick fal in fijne oogen
3im ais een öeDmgei*: foo fouöe tck
mun uloerk oüer mp galen/ enöe
niet eenen fegen*

13 €nfce fpne moeöer fepöe tot
ftem: tnpeniJïoeck3popmp/mijn
fone: fjoo^talfeene naernijneßem*
me/ enöe gaet/ljaeltfe mp*

14 ^oegmckïjp/enöeÖPÖael^
öefe/enöeöjacïjtfe fmte moeöet:enöe
fijne moeöer maeckte fmaeckïicke
fpiifen/ gcïij cft aï£ fijn fcaöer geerne
fjaööe*

i s 3>act na nam $efeecca €fat$
g*ootften foon£ kofteïicke
kleeöeren/ Die fp pp fjaer in fjup£

nan maccanan fedap ♦ agar beta mac-
can , lagi beta mau palihara pada paca-
nira de mouca Alia Thalia daulou deri
beta maui.

8 Tagai itou, annackou, dengar
beta pounja fuara, dalam itou, nang
beta fouro pada pacanira.

9 Pegi facarang pada² hay wan, lagi
ambil deri fanna dua annac cambing
baie baic : lagi beta deri diorang adda
baiki mackanan mackaaan fedap pa-
da bappamou, begimanna dia fouca.

10 Lagi pacanira adda bawa itou
pad|\' bappamou , lagi dia adda mac-
kan l . agar dia palihara pada pacanira
daulou deri dia matti.

11 Jacob pon catta pada mai nja
Rebecca : liât » beta pounja foudara
Efau adda lacki lacki baramboc, tetapi
beta adda, lacki lacki litfjing.

12, Sjappa tau beta pounja bappa
adda rabbarabba pada beta, lagi beta
adda jadi dalam dia pounja matta fc-
perti ©rang^} hifmou: begitou beta tida
adda bawa de atas beta paliharahan
tetapi coutoc.

13 Maïnja pon catta pada dià:[beër]
coutoc-mou datan atas beta beta
pounja annac: dengar djouga beta
pounja fuara,daan pegi ambil[diorang]
pada beta. •

14 Tagal itou dia fouda pegi lagi
ambil diorang lagi bawa pada maïfija:
lagi maïnja baiki maccanan macca-
nan fedap begimanna bappanja fouca.

15 Commedien Rebecca fouda
ambil annanja bermoula Efau pouwja
packeian baic baic, nang dia adda da-

nen gaï& ^^^öiggept uan fp* tingco, dengan annacannac cambing
17 _{ft% N} _ pounja coulitcoulit.

I" Lagi dia bti maccanan macca-
nan fedap, dengan roti, nang dia fouda
baiki, dalam annanja Jacob pounja
tangan.

18 Lagi dia datang pada bappanja,
daan catta: Beta pounja bappa: daan
dia catta: liat beta adda [fini]; fjappa
vofle, beta pounja annac >

19 Lagi Jacob catta pada bappanjaj
Beta adda Efau vofle pounja aranac
bermoula: beta fouda boat, feperti
vofte fouda carta catta pada beta: ban-
gon djouga, doudoc lagi maccan deri
beta pounja binatangoutang; agar vo-
fte pounja djiwa paliharapada beta.

10 Ifaac pon catta pada annanja
Begimanna itou , begimanna vofte
fouda bertamou itou lacka lackas be-
gitou, beta pounja annac? daan dia
catta: carna Alia Thalia vofte pounja
Deos fouda. boat , agar [itou] datang
de moaca beta.

xi Lagi Ifaac catta pada Jacob?
Marre arnpir djouga agar beta rabba
rabba pada vofte, beta pounja annac :
calou calou vofte adda beta pounja
annac Efau fendiri ca tida >

1% Tagal itou Jacob fouda^ datan
ampir, pada bappanja Ifaac, nang fou-
da rabba rabba pada dia-Jagi d^a catra t
fuara adda Jacob pounja fuara, tetapi
tangan tangan adda Efau pounja tan-
gan tangan,

. - ^».nuvvvw iJtlUOi

cobs gares foons*

is Cube gp nttaitt tot fijnen ba*
bet/ enbe fepbë / m m baber : enbe
Spfepbe/^ïet[hier]beniek:
3iïtögp/mijnCone^

1₉ <£nbe ^atob fepbe tût fijnen

baber ; gek ben Cfauuto\' eetftge-

borene: tck gebbe gebaen / ggchitk
als ggp tot mu

* 3 ^OCÏJ 5p en kenöe jjem met :
mn öat ftjne jianöen jjaprigö töa*
ren/gljelijcfe finies fojoeöetg €fau£
Janöen : enöeljpfegenfc* öenu

M €nöe îjp fepöe : gïjp
mi\\n Cone €fau fetoe * enöe ïjp fep*
Èse: gekftent*

25 ^oefepöeftp: ^telt\'etnaöp
Btp/öat tek Pan Ijet unlötö?aet mtj*
ncö foonô ete/op öatmtjne stcieu
fegene : enöe jjp ßelöe \'t na öp Ijem/
enöe Ijp at: jjp öjacjt öem oock
isnjn/enöeljpöjünek*

enöeftjnüaöer 3faacfepöe
tot öern : &omt öoc& fcp / enöe kuft
mpmtm ferne.

27 <£nöe f)p Quam fcp / enöe ïïp
kutte gern : öoe roock öp öen reuck
fijner kleeöecen / enöe fegenöe gern :
enöeftp fepöe: ^iet/öereuckmtj*
ne« foonö té ate öe teuck öeö üelttf/
ttoelck öe gefegent
Ijeeft.

28 gebe u öan «^oötöan
öen öaum öe£ öemel£ / enöe öe tiet*
ttgöeöenöeraetöe: enöememgjte
Uantattoe/en&emoft*

Bolcken füllen u ötenen/ enöe
natien füllen ïjaet poo? u neöet
öupgen: tueea l)ccre oPer utoe &;toe*
htnn / enöe utoeg moeöerö fönen
Cuüen Jen fcoo? u neöet* öupgen:
fcerPïoecktmoetïjpstjn/ foo tute u
üertolotdtt/ enöe te nfegent/
3P gefegent*

Z) Tetapi dia tida kenal pada diaj
carna dia pounja tangantangan adda
barambot, feperti loudaranja Efau
pounja tangantangan; lagi dia palî-
hara pada dia.

24 Lagi dia catta vofte adda beta
pounja annac Efau fendiri ? dia pon
catta; Beta adda.

25 Tempo itou dia catta; tarou itou
ampir beta ,agar beta maccan deri be-
ta pounja annac pounja binatang ou-
tang, agar beta pounja djiwa palihara
pada vofte: lagi dia tarou itou ampir
dia, lagi dia fouda maccan ; dia lagi
bawa vinjo pada dia, lagi dia fouda
minom.

z6 Lagi bappanja Ifaac catta pa~
danja:marre djouga ampir daan tfj um
pada beta, beta pounja annac.

2,7 Lagi diadatan ampir,lagi tfjum
pada dia: wa&ouitou diafouda tfjiong
babau deri dia pounja packeian, lagi
palihara pada dia daan catta ; liât, ba-
bauw deri beta pounja annac adda fe-
perti babauw deri tanna nang Alla
Thalia fouda palihara.

zS Tagal itou Deos bri pada vofte
deri langit pounja ombon , lagi deri
tanna pounja goumoenja, daan gen\'
dom dengan coa anghor banjac banjac.

29 Orang orang adda fervyr pada
vofte, daan afTal afTal adda fomba pada
vofte : vofte jadi tuan atas foudar^
foudara-mou, lagi vofte pounja ibo^upounja annac annac lelacki adda foi*¹\'
ba pada vofte : tobat pada dia
fjappa tobat pada vofte: lagi na^g
f jappa palihara vofte dia jadi paliba*³\'

fouda abis paliharapada Jacob, ija fotr
dajadi mannacalla Jacob barou fouda
callouwar deri bappanja Ifaac pounja
mouca, agar dia pounja foudara Efau
datan deri dia pounja ouffirnia.

31 Dia pon lagi fouda baiki macka-
nan mackanan fedap, daan bawa itou
pada dia pounja bappa : daan catta
pada dia pounja bappa: Beta pounja
bappa bangon, lagi maccan deri an-
nanja pounja binatang outang, agar
volle pounja djiwa palihara pada beta.

32 Dia pounja bappa Ifaac pon catta
padanja : Sjappa volle ? lagi ciia catta ;
Beta adda volle pounja annac lacki
lacki, vofte pounja annac bermoula,
Efau.

33 .Tempo itou Ifaac fouda tercoa-
djot fangat dengan coudjottan befar
facali cali, daan catta : Sjappa itou lagi
nang fouda ouffir binatang outang la-
gi bawa pada beta ? Beta lagi fouda
maccan deri famoanja, daulou deri
vofte datan, beta lagi fouda palihara
pada dia : dia lagi adda jadi palihara.

34 Mannacalla Efau dengar bap-
panja pounja bacättahan, dia fouda
*bateria fangat facali cali dengan ba-
teriahan befar daan paît : lagi dia catta
pada bappanja : Palihara pada beta,
pada beta lagi, beta pounja bappa.

35 Dia pon catta: vofte pounja
foudara fouda datan dengan moffele-
hat,lagi fouda ambil bawa vofte poun-
ja paliharahan.

Tagal itou dia catta: Boucan
carna dia pounjanammajadi bernam-
ma Jacob, dia facarang dua cali fouda
B boat

beogen I mijne Cerftgcbooue peeft
i)P gpenömen/ enbe fiet/nu lyttït pp
mijnen Tegen gijenomen: boojber
fepbepp: i|)ebtgppbatt geenenfe*
gen boos mp upt bepouben}

37 ^oeanttooojbbegfaae/en*
be fepbetot £fati: J§>iet/ ieH pebbe
ft em eenen peer e ober u gpefet / enbe
alle ßjne b?oeber^ pebbe ieft pem tot
ftnecpten gpegeben; enbe ich pebbe
pem piet fcoojn enbe molt onber*
Kennt: bjatfalüktibannn boen/
mijnfone*

38 <£nbe ^fati fepbe tot ftjtten
baber: 3|ebt gpp [maer] befen eenen
fegen/mijn baber* fegent mp / oock
tnp/mijn baber: enbe €fan pteffij^
weftemme op/enbe bjeenbe,

39 ^>oe antbïoojDDe fijn baber
gfaac/enbefepbe tot pem: Jnet/be
bettigpeben ber aerbe füllen ittoe
bjooningen ^tjn/enbeban ben bantti
öeö pentelö ban boben af [fult ghy

40 <£nbe op u ftoeert fnlt gpp
leben / enbe fnltnbjenbjoeber bie*
nen: bocppetfalgpefcpieben/até
gijp peejfepen fnlt/ban fnlt gpp fijn
foeKbanutuen palfe af wehen*

41 <ü?nbe Cfan patebe 3arob/
ombien fegen/ baer rnebe fijn baber
Ijem gefegent pabbe: enbe€faw fep*
be in fijn per te: bagen ber ton*
toeimwcö babertf näheren: enbe ich
fa! mijnenb^oeber Slacob booben»

boatboudi pada beta? beta pounja oïï-
tong deri jaddihan partama dia fouda
ambii, lagi liatfacarang dia fouda am-
bil beta pounja paliharahan: dia catta
lagi; volle tida fimpangfatou paliha-
rahan pada beta?

37 Tatcalla lfaae menjaout, daan
catta pada Efau 5 liatlaakou fouda ta-
rou dia pada tuan de atas volle, daan
dia pounja foudara famoa kita fouda
bri pada dia pada j adi dia pounja ham-
ba :daan kita fouda * palinara pada dia
dengan gendumdaananghor barou.

38 Macca Efau catta pada bappan-
ja: volle adda paliharahan fatou ini
djouga, beta pounja bappa ? palihara
pada kita, pada kita lagi, beta pounja
bappa: macca Efau ankat fuaranja,
daan menangis.

39 Bappanja Ifaac pon menjaout
daan catta pada diat Gommocnja deri
tannaadda jadi vofle pounja tampat
doudoc lagi deri langit pounja omboß
deri atas [volle adda jadi palihara],

40 Lagi deri volle pounja pedang
volle adda idop,daan volle adda fervyf
pada foudara-mou: tetapi adda jadi
agar volle lagi adda jadi⁶ orang befäafr
lagi tfjaric aia pounja baragga deV
volle pounja leher.

41 Lagi Efau fouda bintfji pa^
Jacob tagal paliharahan itou, deng^3f*
appa dia pounja bappa fouda palih^
pada dia:lagi Efau catta dalam hati^
hari hari deri bappakou pounja
datan ampir; carna beta mau boo»⁰pada beta pounja ade pada Jacob.

41 Mannacalla pada Rebecca jadi
bilang Efau, annanjabermoula,poun-
ja bacattahan itou _; dia fouda fouro
7 pangil pada Jacob dia pounjaannac
bongfou,daan catta padanja ; liât vofte
pounja kaka Efau, iborken lendirinja
deri vofte, carna dia mau bo unou pada
vofte.

43 Tagal irou,beta pounja annac,
dengar facarang pada beta pounja fua-
ra daan badiri, lari vofte de Haran,pada,
beta pounja fbudara lacki lacki pada
Laban.

44 Lagi « doudoc dengan dia ba-
rang hari, fampei cakamou pounja
amara pannas babalic.

4f Sampei cakamou pounja amara
lalou deri vofte, lagi dia loupa itou,
nang vofte fouda boat pada dia : com-
mediën beta adda fouro, lagi ambil
vofte deri fanna: Carna appa beta adda
ilang djou-orang doua-orang pada

Beta pounja hati fackit idop lagi dc
mouca Heth pounja annac annac pa-
rampouan: caloucalou Jacob ambil
bini deri Heth pounjaannac annac pa-
rampouan feperti orang ini.deri annac
dara annac dara negri ini, beta fadouli

zstttau. CanT^Hg °^H^^,rn3*> attau, bottroupada beta barangbourounja, attan bo ft
an. 3 —u_a*thoudi. 4 Attaumarata. $ Hebr

4% öebecca befe tbootben

<Êfaus gares gjootften foong gge>

bootfcgapt merben/foo Confer fp ge

•Mom »une ûntnoûhf ç® <**•««»¥» it««^

43 ban/mijn font/ goo jtnae
mijne ftemme/ enbe maecfct u op/
Wiet gijp nae ^aran/ tot Haban
mijnen bjoeber*

44 enöe blijft bp gem temge
bagen/tot bat be güüge giamftljap
ubjesbjoebersfeeere;

4* Cot bat be too^n utoeS
lnoebers ban u af fceere / enbe gp
bergcten gcbbet gene ggp gem ge?
baengebt: banfalicfcfenben/ enbe
wbanbaer nemen: IBaerom foube
iclt oocH wmtx bepber berooft tao^
ben op eenen bacg*

46 enbe ftebectafepbetot
ück gebbeberbjiet aenmgnle*
bau \\»egm be botgteren l|ets s
3atob ten? tyotrtöe neemt

» Hebr. ot,

■" « *"\'&^,"*jjtrn]a, attatl, POtiroHyw —-o ,

*oh an. 2 vin** Candan. _B lArùma nan* boat houdt. 4 Attaumarata. 5 Hebr.
*«c a. 6 Attm>Tuan. 7 Attau fouda pafing. * Attau tïngdl.

Ifaae o ^xxljUJ\' ^CaP^itt^
trecken ^{dt Iacob}> ^{cnde beveelt} hetn te
docWr ^e ^efopotanuen, om van Labans
^EereMe^Wi[fte ncme&; wenfcfaende

Brentihan nang ca duapoulou deluppan.
Ifiacpangil Jacob daan fpuro dia pegi de
Mefoporamia ,pada ambil bini dertig

hemgeluck op de reyfe, metvemieuwinge
ende beveftiginge des fegens, dien hy hem
te voren onwetende gegeven hadde»vers i.
&c. Efau, merckende dat fijn voornemen
belett was, ende dat fyne Canaanitifche
wyven fynen vader niet aengenaem waren,
neemt daer en boven noch een vrouwe van
Ifmaels geflachte, 6. Iacob neemt de reyfe
aen,ende fietonderweeghsineenen droom
dat feer aenmerckelick ghefichte van een
leeder, ontfangende daer by feer heerlicke
beloften van Godt, 12. waer doorhyghe-
ftercktende ghetrooftzijnde, richt aldaer
een gedenck-teecken op, ende doet Gode
eene gelofte van danckbaerheyt, 16,

2 Ulaeclttuöp/gaetnai^aööan
Sfram/ ten fjupCe ban 25et(jneï/
ume£ mocöcrö baöer: enöe neemt tt
ban öaer eene moiitpe ban Deüocl)*
teren Haban£ ntiie£ moeöerg bjoe*
öet *

3 €nöe^oöt$ïmacï)ttgfjfege*
tien/ enöemake u b^ucljtöaer/ enöe
Petmentg^bulöige u: öat g!)p tot
een-en ijoop bolc&eren bmöeu

4 €nöe lp gebe« öen3egett$*
ïïjaöams/ is/ enöe nbien 3aöe met u:
op öat 0öp erf eltck befittet tjet lant
*rt»et b^emödmckfcöappen / ijct
ntltlx «5oöt $b?aljam gjegeben
ieeft.

5 OToo fonöt 3faac üacob
ttiul)! öat I)p toogï) nae f aööan
$ram / tot Haban/ 23etf|ueïö fone/

ban pounja annacannac: dia mint a la-
cob pounja onton^ de djallan, dia lerba*
rou-akan daan batoggoken dia pounja
paliharahan. Sedang tfau bat dia
pounja bitsjara fouda Hang, lagi lappa
tida fouca dia pounja bini Cananei, dia
ambil lagi fatou binideriaffal ifmael.
Jacob pegi de Haran, de djallan dia Hat
caliatan itou befaar, tangha fatou dia
pounja oundjong fatou kenafurgha lain
tanna_t &c.

i T Agi Ifaac fouda pangil pada
Jacob, lagi palihara pada dia,
lagi fouro pada dia , daan catta pada
dia: Jangan ambil bini deri annac an-
nac dara Canaan.

x Badiri peghi de Paddan Aram,de
Bethuel nang bappa deri pacanira
pounja ibou pounja touma: lagi ambil
fatou bini pada pacanira deri fan na deri
Laban foudara deri pacanira pounja
ibou pounja annac annac.

3 Lagi Deos Nang ca befaran pali-
hara pada pacanira, iagibri pacanira
bole annac annac , lagi boat pacanira
jadi banjac banjac agar pacanira jadi
padacampon eampon orang.

4 Lagi dia bri pada pacanira Abra-
ham pounja paliharahan, pada paca-
nira, lagi pada pacanira pounja bidji
famma pacanira: agar pacanira pfi\'
gang tfjara pouflaca tanna itou de
manna pacanira adda horgay , nang
Alia fouda caffie pada Abraham.

5 Begitou Ifaac fouda fouro peg¹pada Jacob, agar dia pegi de Padda¹*
Aram , pada Laban, Bethuel pounj*
annac Jack) lacki nang orang Syri£ⁿ\'

/ smw oat 3lacob fijnen babet
tnbeftjne moeber gegoozfaem
toeea mag/enbenae #abban $tam
gctcocucn ma «/

s enbe bat cfaufaeft/ bat be
bocïjtCKcn Canaang tpiaet maten
in be oogen *l!Caacö fijneg batierg :
9 ^oo gtneU efau tot ^Smael/
enbe namftcfj tot eene bjonmebo.
ben fijne mijben / HEaHaW»* ^

I z €nbegp bjaombe : enbe fiet/
tenleeber toag geftelt op bet aer be/
vaeicto opperde asn ben kernel
*&tckte:enbefiet/beCngelen<5obtg
ktommenbaet enbeneber*

6 Mannacalla Efau facarang îiat
Ifaac fouda palihara pada Jacob, lag
fouro dia pegi de Paddan Aram, pada
ambil deri fanna fatou bini pada dia :
lagi fedang dia palihara pada dia, dia
fouda fouro pada dia, cattanja: Jan-
gan ambil bini deri annac dara annac
dara Canaan ;

7 Lagi Jacob fouda mendengar pa-
da bappanja daan maïnja, lagi fouda
pegi de Paddan Aram.

8 Lagi mannacalla Efau liât annac
dara annac dara Canaan adda djahat
dalam bappanja Ifaac pounja matta ;

9 Efau pegi pada Ifmaël, lagi ambil
paaa bininja lebe deri bini bininja,Ma-
halathnang Ifmaël, Abraham pounja
annac lacki lacki,pounja annac Nçba-
joth pounja foudara.

li Lagi diadatan de tam pat fatou,
de manna dia tingal fatou ma!am,car-
na matta hati fouda tourong : lagi dia
ambil deri tampat itou pounja baton
batou lagi tarou de bawa dia pounja
capalia, lagi i>egitou dia fouda tidor
detampatitou,

it Lagi dia fouda mimpi : lagiliat-
la, fàtou tanga badiri de tanna, dia
pounja eappala fouda lampei de fur-
ga: lagi liât,Alla pounja Meilaïcatfou-
da tourong daan naicdeatasitou.

13 Lagi liatla, Alla Thalia adda ba-
diri de atas kou, daan catta, Akou ad-
da Alla Thalia, Deos deribappamou

111 «tuen saöe fnüen alle gpeflacpten
beg aerbbobemss gefegentb)o*betn
i) €i\\brütet/ 3ch bettmet ti:
enbe ich fal n bepoeben ober al/biaer
gpp penen trecken fult/ enbe ich fal
tt bseber beengen in bit felbe lanbt:
bjant ich en fal u niet berlaten/ tot
bat ich fal gebaen fjebben t gene ich
tot n geflohen pebbe*

16 «©oe nu Slacob ban fijnen
tiaep ont&iaechte/fepbepp;<£ett)if
feltch 10 De aen befe
plaetfe: enbe ich en pebbet metgpe<
toeten.

18 ^oe Honbt 3acoö be^mo^
geng bjoegp op / enöe pp nam bien
fteen/bien pp tot fijn pooft-peulue
gpelept pabbe/ enbe fettebe pem tot
een opgerecht teeehen / enbe goot
baerolie boben op*

19 Cnöe pp noembe be nameber
felber plaetfe SSetpel / öaer bocp be
name bier dabt te boren biaS/Eus*

baber£$bjaljam£/ enbebe<0obt
gifaacg : Dit lant/baer gpp op ligpt
te aapen/fal ich « geben/ enbe utoen

saöe,

14 €nbe u $aet fal toefen aïö Jet
{lof Der aerbe/enbegpp fnltuptbje*
hen [in menichte] 3©eftbiaertg/enbe

1y Lagi liât, Akou adda dengan pa-
canira, lagi Akou mautoungou pada
pacanira coulilling, de manna manna
pacanira adda pegi, lagi Akou mau an-
tar vofte combali dalam tanna ini
djouga : carna Akon tida adda tingal
akan vofte, fampei Akoufouda boat
abis itou nang Akou fouda catta catta
pada vofte.

16 Mannacalla pon Jacob fouda
bangonderi dia pounja antock dia cat-
ta : Soungho foungho Alla Thalla ad-
da de tampat ini : tetapi beta [daulou]
tida tau.

17 Lagi dia tacot, daan catta : begi-
mannafaâi adda tampat ini? ini tida
adda appa appa laïn deri Rouma Deos
fatou, lagi inila pintou furga.^T

18 Tempo itou Jacob fouda ban-
gon pagi pagi, lagi dia ambil batou
itou, nang dia fouda tarou de bawa ca-
palla, lagi boatbadiri itou pada tanda,
lagi dia bobo minjac de atas itou.

19 Lagi dia fouda bernamma tam-;
pat itou pounja nammaBethehmafk¹daulou negri itou pounja namma LuZ-

Abraham, tagi DeoS deri Ifaac*. tanna
ini, de manna pacanira adda tidor, A-
kou mau caffie pada pacanira, daan
pada pacanira pounjabidji.

14 Lagi pacanira pounjabidji adda
jadi feperti tan na pounja abou.lagi pa-
canira adda calouwar ca barat, lagi ca
#üßtoaertg/enöe$üü?öttoaett0/ I timor, lagi caOutara, lagi ca falatan:
enöe^npötbaert;^: enöein n/enbe lagi dalam pacanira daan dalampaca

metmp gemeeftfal3tpt/enöemp be *
ftoeöt fjebben op öefen bJtcl)/
öien ick tepfe/enöemp gegeben fal
Rebben bjooöt om te eten/enöe Wee*
Deren om aen te trecken/

22 cmöeöefe tteen / öienick tot
een opgerecht teecken gftefet Ijebbe/
fal een Dupg €>oötg toefen / enöe ai*
leg toat g^p mp geben fuit / öe£ fal
ick u bootfeker öe tienöen geben»

Het xxix. Capittel.
lacob nae by Haran zijnde, komt dooT eene
•Wonderlicke fchickinge Godes in kenniffe
met Rachel, Labansdochter ,vers i, 8cc,
die het haren vader loopt feggen, 10. La-
ban loopt lacob te gemoete , ende brenght
kem inhuys , hoort alles wat hem bejegent
was , ende houdt hem by fich ,15. Sy ver-
dragen t\'fame n, dat lacob om Rachel feven
jaren dienen fal, 15« >^als Rachel

roeynt te trouwen , wort hem Vea, Rachels
oudtfte fufter,bygeleyt, 21. bekomt noch-
tans oock Rachel, voor den dienft van noch
leven andere jaren, 2.7. Rachel is lief, maer
onvruchtbaes: Lea daer en tegen baert Ru-
ben, tumeoia, Levi ende.luda, 31.

a Cnöe ftp Cacö toe / enöe fiet/
^w toaö eenpntmtndt/w^-
han fatou, cattanja: calou calou Deos
fouda tingal dengan beta, Jagi fouda
toungou pada beta de djallan ini, de
manna beta bedjallan, lagi fouda bn
pada beta roti pada maccan, daan pao
keian pada packei,

2,1 Lagi beta fouda combali den-
gan falam mat dalambappako pounja
rouma: foungho Alia Thalia adda jadi
beta pounja Deos,

Z2 Lagi batou ini nang beta fouda
boatbadiri pada tanda, adda jadi Rou-
ma Deos fatou, lagiappa appa Tuan
adda caffie pada beta, deri itoubeta
foungho foungho adda caffie pada
tuan bagian nang ca fa poulou.

Mannacalla lac oh fouda dat an ampir Ha-
ran, diabertamou de djallan Rachel La-
lan pounja annac. diapegi hr) tau itou
pada lappa. Lalnnpegi berzamoupada
Jacob, ant ar dia de rouma, dia dengar
barang appa famoa nang foudajadi pa-
da dia. dia orang hadjandji famma
fa mm a , agar Jacob lalaijani toudjou
tauon tagal Rachel, ret apt Laban com-
mediën hi Lea ganti Rachel, &c,

2 Lagi dia Hat, lagi Itatïa, de fènna
adda prigi dalam barang rata; lagi liar
de fanna adda dombatiga ¹ campon
nang tidor ampir de fanna: carna deri
prigi itou orang bri minom pada bï-
natang; lagt adda batou befMr atas

3 €nbe bertoaerts toetben alle
be cubbmber&melt/ enbe fp toen^
telöen ben fteen banben mont bt$
putsi/ enbe brückten befcpapen:
enbe iepben Den fteen toeber op ben
mont ban bien put/ op fijne piaetfe*

4 ^oe fepbe gacob tot öen/
iBnne b?oeöer£/ban toaer $iit g!)p£
enbe fp fepben; 10p $tjn bau
^aran*

■6 Boo:bet fepbe3&p tot pen/ggt
toel rnet ijem i enöe fp fepben/\'t gg
toel/enbe fiet ßacljel ftjne boeptei*
bie körnt met be fepapen.

? Cnbe fjp fepbe / i>tet/ ftrttt
nocö öobcfj batp/t en iggeen tijbt
bat Jet bee beifamelt too^be /
bjenekt be fepapen/ enbe gaet Jenen
toepöt[fe].

8 &oe fepben fp:1$penkönnen
mttl tot bat aUebecubbentefamen
füllen beiTameit Jim/ enöe batmen
ben fteen ban ben tnonbt bejsputtf
af toemele / op bat top be fefiapen
b^encken*

9 fjp noelj met Jen fpsatk/
foo quam Clacljei met be fcljapen ^!bie liacen baber toe-bepooiben:
toantfptoa^ eene#etberfelje>

prigi itou pounja mouîuf.

3 Lagi domba famoa jadi feacam-
pon de fauna,lagi orang gouling baton
itou deri prigi pounja moulut > lagi bri
minom pada domba domba: lagi tarou
batou itou combali atas prigi itou
pounja moulut, dalam dia pounja
tampat.

4 Tempo itou Jacob catta pada di-
orang:foudarafoudarakou,djouorang
adda deri manna? lagi diorang catta $
beta orang adda deri Haran.

5 Lagi dia catta pada diorang; dj ou
orang kenal pada Laban nang annac
annac Nahor ? lagi diorang catta; beta
orang kenal.

6 Dia lagi catta pada diorang : Dia
adda baic ? lagi diorang catta : Adda
baie, lagi liât Rachel dia pounja annac
parampouan, dia addaaatan dengan
domba domba.

7 Lagi dia catta: liât matta hari
adda lagi tingi, blom wa&ou pada ba-
campon hay wan , bri minom pada
domba domba daan pegt^eënJlorapg
maccan.

8 Diorangpon catta; Beta orang
tidabole, fampei domba domba famoa
fouda bacampon , lagi orang gouling
batou deri prigi pounja moulut; agar
beta orang bri minom pada domba
domba.

9 Sedang dia lagi catta catta den-
I gan diorang; Rachel fouda datan dei>-

gan domba domba nang dia pounj^abappa pounja carna dia adda combala
[domba].

10 Lagi fouda jadi mannacalla P\'
cob liât pada Rachel , nang annac pa-

l,abanfijne£niöebc^lnöebc£/tnbe
be fcliapen Dan Habanfijneg moe*
betg ï»oeöet: Dat 3acöb toe ttabt/
entje mentelbe ben (teen ban ben
niont öeö puts / enöe taeir&te be
fdjapen ban Hafrau ft jneg moebets
bjotbtu

ii enbe gatob luiftt &acftel:
enbe öp Ötef fijne fiemme op / enbe
toeenbe*

li enbe gacöb gaf fiatöel te

fcennen / battjp fjategbabetg bjoe*
bet xeas / enbe bat l)p be fone ban
&ebetca\\Ba$: boe liep fp öenen/enbe
gaf \'t Ijarenbaber te hennen.

ban ibounja pounja foudara pounja
domba domba, agar Jacob datan lag«
gouling batou deri prigi pounja mou-
lut, lagi bri minom pada Laban maïnja
pounja foudara pounja domba domba.

ix Lagi Jacob fouda bri tau pada
Rachel,dia adda bappanja pounja fou-
dara , daan dia adda Rebecca pounja
annac : tempo itou dia fouda lari, lagi

—_ö......

roumanja : lagi dia fouda bilang pada
Laban bcrboatan itou famoa.

14 Tempo itou Laban catta pa-
danja;foungho vofte adda beta pounja
toulang,daan beta pounja dagingdagi
dia tingal dengan dia gnap fatou bou-
lang.

15 Commediën Laban catra pada

ⁿ---l->aM nrrtinia

14 tDoe Cepbe§emHaban:Boo^
toatt 5ut mijn gljebéente / enbe
nuinuicefc^ / tnbe Ijp bleef bp §em
eene bolle maent*

M ^atr nae fepbe Haban tot ¹ V sTbTo voftc adda beta pounja
gacob: €>mijatgljpn\\imtooebet Jacob-, beoap _itoU addalervyc

16 Lagi Laban adda dua annac pa*
rampouan ; nang befââr pounja nam-
ma, Lea, lagi nang kitfjil pounja nam-

18 €nöe Sfacob gabbe £acgel
lief; enbegpfepbe/JjckfaUtfeben
jaren ötcncn / om ftartjel \\mt
Mepnae bocgtet\\

19 ^oe fepbe Eabatt: fytt is
betet bat icUfe u gebe/ ban bat iefefe
tenen andeten manne gebe : blijft
bp mp*

20 stlfoo bienbe Satobomfta*
egel feben jaten : enbe bie toaren tn
fijne oogeit als eenige bagen/om bat
gpfe lief gabbe*

21 <©oe fepbe gaeob tot Haban/
«3\'eeft mijne gupfbjouttïe/ tuant
mijne bagen 5ijn betbnlt/ bat teft
totgaetingae*

22 ^oobetfamelbeEabanalïe
be mannen biet plaetfe/enöe rnaecfc*
teeenemaelttjbt*

23 Cnbe get ggefegiebbe bes
abonbts / bat fjp ftlne bocijter lea
nam/enbebjatgtfe tot gem: enbegp
gtntfttot gaetim

a4 <enbeHaban gafgaer ^ilpa
fi/ne bienftmaeggt / aen Hea fijne
\'mtljttv [tot] eene bienümaeggt*

2 y cnbegetgefcgiebbebesmo^
gens/ enbe fier/ get tuaS 1 ea : baet*
om fepbe gp tot Eaban/ Isatis bit
[dat] gijp mp gebaen gebt é gfcb ick
niet bp n gebtent om ïlatgel^ töaet*
om gebt ggp mp ban belogen *

<enbeEabattfenbe/f^en boet
#00 niet te belet onfet pfaetfe / bat
men be fciepnöe uptgebe boo^ be
eetftgeborene.

18 Lagi Jacob adda caiïie pada Ra-
chel : daan carta ; Beta mau fervyr pa-
da vofte toudjou tauon, tagal Rachel
vofte pounja annac bongfou.

19 Tagal itou Laban catta ; Adda
lebe baic beta bri dia pada vofte, carna
appa beta bri dia pada lacki lain : tin-
gal dengan beta.

20 Begitou Jacob toudjou tauon
fouda fervyr tagal Rachel lagi itou ad-
da dalam dia pounja matta leperti ba-
ranghari, febab dia caffie pada dia.

zi Tempo itou Jacob catta pada
Laban ; Bri beta pounja bini, carna
beta pounja hari hari fouda pöunou,
agar beta² cauwin dengan dia.

22 Tagal itou Laban fouda boat
bacampon tampat itou pounja lacki
lacki famoajagi baicki Fecfta.

23 Lagi fouda jadi pada pctang hari,
agar dia ambil annanja parampouan
Lea, lagiantar diapadanja; lagi dia
fouda batfjampordengan dia.

24 Lagi Laban fouda caffie pada dia
Silpa dia pounja bamba parampouan*
pada annanja Lea padahambanja.

2<$ Lagi fouda jadi pada pagi hari»
lagi liât;dia adda Lea: febab itoud^
catta pada LabanjAppaini nang voft^efouda boat pada beta? boucan bct^
fouda fervyr pada vofte, tagal Rachel »
Carnappa vofte fouda boat boudi pa^³beta.

26 Lagi Laban fouda catta ; orang
tida boat begitou de beta orang pounj^
ramparini., agar nang kitfjil \'caw¹¹¹daùiou dcri annac\'oCrmoula.

27 Berbnlt be toefce ban bete/
ban füllen mp w oocU bie geben/
boo jöenötena bie g^p nocl) anbere
feben laren bp mp btenen fuit.

as Cnbt gacob bebealfoo/ enbe
^pberbulbebetoc&ebanbefe: boe
gaf 13p i}t\\\\\\ fcacgel fijne boeter/
ÖemtoteenebjontBe.

29 «enbe Haban gaf fijne bo$*
tcrftacljel fijne bienlïmaegt 2$iUja/
Öaer tot eene btenftmaegUt*

30 enbe l)p gincU oocft in t^ötfcacfceVenbe §abbe oock ftacJel ue*
toer ban Hea: enbe ijp bienbebp
Öem notl$ anbcre febemaren;

31 ^oennbe factj
bat Uta gljeljact toa$ / openbe IJp
gare baer-moeber: maer Ctacljel
toagonbjucljtbaer*

32 enbe Hea totrbt bcbjucïït/
tnbe baerbe eenen fone / enbe fp
noembeftjnenname/ fUibtn : toant
fpftpïjti <©mbatbe
wünebtco?uckingeöeeftaengefien/

33 enbefptoerttocberbebntcljt/
enbe baerbe eenen fone / enbe fepbe/
betoijle be gljeboojt
fteeft/batick geïjaettoas / foo ijeeft
bp mp oock befen gegeben: enbe fp
^embefijttcnname/ Simeon*

27 Pounou-akan domingo deri ini;
commediën beta orang lagi addabri
itou pada vofte, febab fervice nang vo-
fte adda baiki pada beta lagi facal!

28 Lagi Jacob fouda boat begitou;
agi fouda pounou-akan domingo deri
ini : commediën dia loudabri annanja
Rachel pada dia, pada dia pounja bini,

29 Lagi Laban fouda caffie dia poun-
ja hamba parampouan Bilha pada an-
nanja Rachel; pada dia pounja hambak

30 Daan dia batfjampor lagi den?
gan Rachel $ daan dia lagi caffie pada
Rachel lebe deri pada Lea : daan dia
fouda fervyr pada dia lagi facali tou*

lalbudaliat, diabintfji padaLea,dia
bouca dia pounja tampat annac: te-
tapi Rachel tida berannac.

32 Lagi Lea fouda jadi bounting,
lagi berannac fatou annac lackt lacki,
lagi bernamma dia pounja namma
Ruben : carna dia catta ; Sebab Alla
Thalia fouda menantang beta pounja
fixa, tagal itou beta pounja lacki faca-

3 3 Lagi dia combali jadi bounting,
lagi dia berannac fatou annac lacki
lacki,daan catta: carna Alla Thalia
fouda dengar , dia bintfji pada beta,
tagal itou dia ini lagi fouda caffie pada
beta: lagi dia bernammanammanja
Simeon.

3 5 Cnbe fp toett fcoeber bftyucljt/
cn^e baerbeeenen ferne/ enbe fepbe/
^itmaelfal ick be« ii? <£ c is e
loben: baerom noemöe fp ftinen
warne/ gjuba: enbefp Ipclöt op bau
fcaren*

j Attrn Candan. 2 Hehr, agar Beta bat/jampor, attau, tidor dengan dia_t 3 Hebr.agar
Ifta orang bri fyfjil datdott deri annac bermouU. 4 Attaupapedjou»

febab beta fouda berannac pada dia
tiga annac lacki Jacki: tagal itou dia
bernamma dia pounja namma Levi.

35 Lagi dia combali jadi bounting,
daan berannac fatou annac lacki lacki,
daan catta: fahat ini beta mau poudji
pada Alla Thalla: tagal itou dia ber-
namma nammanja, Juda: daan dia
tida berannac lagi.

Rachel, onverduldigh zijnde over hare on-
vruchtbaerheydt, geeft Iacob haere dienft-
jnaeght Bilha, die hem baert Dan ende
Maphrali, vers 1, Scc. Van ghelijcken Lea,
ftilltaende van baren, geeft Iacob hare
dienftmaeght Zilpa, die hem baert Gad en-
de Afer, 9, Scc. Ruben vindt Dudaim,cnde
Leafelve wort weder bevrucht, ende baert
ïfifafchar.Zebulon.ende eene dochter Dina,
14. ten laetfien baert oock Rachel Iofeph,.
2.2. als nu Iacob begeerde met fijn huyfge-
fin nae fijn landt te trecken, houdt hem La-
ban met een nieuw verdingh van loon, 25.
waer door Iacob tegen Labans vermoeden,
feer rijckelick van Godt wort gefegent, 37.

SeHijbbe$arijel fjare fuöer; enbe fp
fepbe tot gacob/ €>eeft mp ftin*
beren/ oftelnbienmet/ foo ben ich
boobi»

2 «Boe ontftaefc 5acob£ toean
tegen Hlacljel: enbe Ijp fepbe/ &en
itU ban urplaetfeban <&obt/btebeg
bupekö b?ucj)t ba n gebaeert jjeeft *

Rachel tida hole tahan dia tida1erannac *
tagal itou dia caßie padaJacob dia poun-
ja hamha Bilha, dia berannac Dan den-
gan Naphtali. carna Lea tida berannac
lagi, dia lagi caffie pada Jacob dia poun-
ja hamha Zilpa, dia berannac Gad den-
gan Afer. Ruben bèrtamou Dudaim,
Lea combali mengidang daan berannac
Jffafchat, Zebulon daan annac param-
pouan fatou Dina. pada achirnia Ra-
chel lagt berannac Jojéph,

-Miat, dia tida berannac pada
Jacob, Racheliriati pada foudaranja:
lagi dia catta pada Jacob: bri annac
annac pada betaatraucalou calou ti-
da, beta matti.

2 Tempo itou Jacob fouda goufîàr
pada Rachel : lagi dia catta: Begiman-
rta beta ganti Dcos, nang tida mau bri
boa pourut pada pacanira ?

4 J>oo gaffp lient ïjate bienft<
maegpt 3ill)a tôt eene ujotîme:
enûe Éatob ginefc tôt tjaet iru

e ^>oefep&eftatî)eï/<0ûtitfteeft
mp getic Ijt/enbe ooeïî mm flemme
toetl)oo?t/ enoe ticeft mp eenen Cône
gegeben: baetom noembefe ftjnen
name«©an*

7 €nbe SMlja ftacftetë bicnft-
maegijt toert mebet bePnit&t / enbe
baeeùe 3lacob fcen tmeeben fone*

.«v gtpwiwmi / oom tjebbe tek be
obérant gljeljabt: enbefpnoem&e
ûjnenname ^apfttalu

9 ^Doc nu Sea faglj / bat fp op*
ÏJteltbanbaten?nam fp oock Ijare
bienftmaegljt ^iîpa/ enbegafbie
3jacob tôt eene tourne*

dia,agar dia berannac aras beta pounj^aIoutoùt, daan bera Jagi bole annac
deri dia.

4 Lagi dia bri padanja dia pounja
hamba Bilha padabininja : lagi Jacob
fouda batfjampor dengan dia.

6 Tempo itou Rachel catta : Dcos
foudahoucom pada bera, daan fouda
dengar beta pounja fuara Jagi, daan
fouda bri fatou annac lacki lacki pada
beta: tagal itou dia bernamma dia
pounja namma Dan.

7 Lagi Bilha Rachel pounja hamba,
cornbalifouda mengidang lagi beran-
nac pada Jacob annac lacki lacki nang
ca dua.

8 Waélou itou Rachel catta : Beta
fouda bagoummoul Deos pounja
goummoulnja dengan beta pounja
foudara parampouah , beta lagi fouda
mcnang-.lagi dia bernamma diapoun-
ja namma Naphtali.

9 Mannaeaila Lea facarang liât,dia
tida berannac lagi,dia fouda ambil dia
pounja hamba parampouan Zilpa.lagi
bri dia pada Jacob pada bininja.

ïo Lagi Zilpa, Lea pounja hamba
fouda berannac pada Jacob fàtou an-
nac lacki lacki.

1Ï Tempo itou Lea catta : de fan-
nadatan fatou campon: lagi dia ber-
namma dia pounja namma Gad.

12 Commediën Zilpa Leapaunja
hamba, fouda berannac pada Jacob
annac lacki lacki nang ca d ua.

14 Cnbe ftuben gimftittbe ba«
gen bes tartben-oogftes / enbe öp
bonbt ^uöatm in \'t beïbt / enbe jjp
biacljtfe tot fijne moeber Hea : boe
fepbe fôacgel tot Sea / <£eeft mp
boeg ban uUïeS foons «©ubaim*

bJepnigö bat göp mijnen man göe*
nomen gebt / bat gijp ootfe mtjnes
foons «Pubaim nemen fnït i boe
fepbe ftacgel / ^aetom fal fjp befen
nac_l)t boo? ttfueS foonS ^ubaim
bpu liggen*

16 m& nu gacob bes abonbts
upt ïjetbelbt guam/gincfe Heanpt
öemtegöemoete/ enbe fepbe/<&ljp
fuît tot mp in fcomen/fcuant ick tjeb *
be n om ïoon feftetlicft geguert boo:
mtjnes foons ^ubatm: enbe j)p
lacö be felbenacljt bp fjaet>

17 <^nbe <5obt betljoo^be Hea :
enbe fp UDerbtbeb^urgt/enbebaetbe
gacob ben bijf ben fone*

18 <soe fepbe Eea/ Oobt Ijeeft
mimen ïoon gïjegeben naebat ick
mijne bienCtmaegljt mijnen man ge*
gebün fjeööe : enbe Cu noembe fijnen
naï^e/3jEafegai%

beta pounja ontong; éarna annac an-
nac parampouan adda kira kira beta
pounja ontong baic lagi dia betnam-
ma dia pounja namma Afer.

14 Lagi Ruben fouda pegi dalam
hari hari deri mouffim iris gendom, la-
gi dia fouda bertamou ¹ Dudaim dc
ratta, daan bawa pada ibounja pada
Lea : tempo itou Rachel catta pada
Lea : caffie djouga pada beta deri an-
nacmou pounja Dudaim.

15 Lagi dia catta padanja: itou
mengappa fidickit pacanira fouda
arnbil beta pounja lacki, facarang lagi
mauambilbeta pounja annac pounja
Dudaim? Rachel pon catta: tagal itou
dia malam ini adda tidor famma vofte
febah an nacmou pounja Dudaim.

16 Mannacallajacobfacarang ampir
malam fouda daran deri outang, Lea
fouda pegi de Iouar de adapan dia,daan
catta: vofte adda tidor famma betajcar-
na beta founghofounghofoudafêêwa
pada vofte dengan oupa, dengan beta
pounja annac pounja Dudaim : lagi
malam itou dia fouda tidor famma dia.

17 Lagi Deos fouda dengar pada
Lea: lagi dia fouda mengidang lagi
berannac pada Jacob annac lacki lacki
nangcalima.

18 Tempo itou Lea catta: Deos
fouda bri beta pounja oupa;deblackan
wadou itou mannacalla beta louda
bri beta pounja hamba parampouan
pada beta pounja lacki lagi dia ber-
namma nammanja Ifiafchar.

19 Lagi Lea combali fouda mengi-
dang, lagi dia fouda berannac pada Ja-
cob annac lacki lacki nang canam.

20 enbe£eafepbe/<6obtf|eeft
mp/ mp [heeft hy] öegtftet met eetie
goebe gifte/ bitmatl fal mijn man
mp fip moonen/toant tcU fjebbe öem
fe£ fonen gïjebaert; enbe fa noemöe
fijnen name /^ebnïon*

22 (öoDt bacïjte ooeftaen&a*
tfteh enbe ^obtberïjoo^befe/enbe
openbe bare öaermoeber*

2 3 <£nöe fp toert bebntcïjt / enbe
baerbe eenen fone: enbe fp fepbe/
<0obt tjeeft mijne fmaetftept toetfj
genomen.

2 r €nbe !jet gefrtpebbe afó
rjjel fofepb göebaertijaböe/ bat
3fatob tot Saban fepbe / Haet mp
bettrccfeen / bat icfc gae tot mijne
plaetfe/ enbenae mijnlanöt*

^eeftmijnebnjben/mbemü*
pe Hinberen/ om bebjeïc&e icfc n ge*
bient ïjebbe/bat ich bertrec&e: töant
glip meet mijnen bientt / bien ulx u
gebient ijcöbe*

2,7 <^oe fepbe Haban tot ïjem/
g^o icfc nu genabe gebonben Jeb*
oogen: ttk fiebbe Urnerge
be ïpeetie mp om
«^entp)tiu_öefcgentfieeft

20 Lagi Lea catta: Deos pad a be-
ta, pada beta dia fouda caffic fatou caf-
fie nang baic, facarang djouga beta
pounja lacki adda doudoc famma be-
ta ; carna beta fouda berannac pada dia
nam annac lacki lacki: lagi dia"ber-
namma dia pounja namma Zebulon.

21 Lagi commedien dia fouda beran-
nac fatou annac parampouan: lagi dia
bernammadia pounja namma Dina.

22 Deos lagi fouda ingat pada Ra-
chel: lagi Deos fouda dengar pada dia
daanbouca dia pounja papodjou.

23 Lagi dia fouda mengidang lagi
berannac fatou annac lacki lacki: lagi
dia catta: Deos fouda ambil bawa be-
ta pounja malou.

24 Lagi dia fouda bcrnamma dia
pounja namma jofeph,cattanja: Deos
tamba pada beta fatou annac lacki
lacki lain.

25 Lagi fouda jadi : mannacalla
Rachel fouda bcrannac Jofeph, agar
Jacob catta pada Laban: Beer beta
poulang, agar beta pegi pada beta
pounja tampat,daan pada beta pounja
negri.

26 Bri beta pounja bini binidengan
beta pounja annac annac, ragal fjappa
orang beta fouda fcrvyr pada vofle,agai
beta poulang: carna vofte tau beta
pounja fervice : nang beta foudafervyr
pada vofte.

27 Tempo itou Laban carta pada
dia: calou beta facarang fouda bert^
mou caffian dalam matta mattamou;
beta fouda in gat Alia Thalia fouda pa-
lihara pada beta tagal voile.

29 fepbe öp tot 8em:<0f)p
tbeet Ijoc iek « gjjcDtent Ij ebbe/ enbe
ftoeubee bp mpgebjee(ii&

30 Want fytt bjepmge bat gijp
boomp gehabt Ijcbtöat 10 tot eene
menieljte upt-gebjoken / enbe be

jjeeft 11 gefegent bp
mijnen boet: nu ban/ttianneerfal
itk ooek bjercken booj mijnen
gtipfe*

31 Cnbe ïjp fepbe: ï$at Tal ick u
geben £ boe fepbe giaeob: <£öp tn
fult mp niet nvt allen geben / inbien
göpmp befefake boen fult / tck fal
bjeberom ubjetubbeujepben/[ende]
öebjaten*

32 gek fal Seben boo? utoe
gantfel)c tnbbe gaen/baerban ah
fonbemtbealfjetgljefpickelöe/ enbe
gljeplecktebee/ enbealljet bntpne
bee onber be lammeren/ enbe öet ge»
pleckte/ enbe gbefpickelöe onber be
gepten: enbe fuïcr fal mijn Soon 3ijn.

33 J>oo fal mijne gerecöttgïjem:
op ben bacil ban morgen met nip
betnpgen/ a\\& glip konten fuït ober
mijnenloon/boo?uaengefieljt: al
bsat niet getpiekelt/cnbe gepleckt i&
onber be gepten / enbe bnipn onber
be lammeren/bat 5p bp mp ge&olen*

29 Dia pon catta padanja: vofte tau
bagimanna beta fouda fervyr pada vo-
fte , lagi bagimanna vofte pounja hay-
wan fouda addadengan beta.

30 Carna fidickit itou nang voftc
adda daulou deri beta fouda datan,
fouda jadi banjacfacalidagi Alla Thal-
ia fouda palihara vofte deri beta poun-
ja kacki: baicla, wa&ou appa bera lagi
meftcr cardja pada beta pounja rou-
ma?

31 Lagi dia carta: Appa beta meftcr
bri pada vofte? Tempo itou Jacob cat-
ta : vofte tida adda bri appa appa pada
beta ,djicaiou voftc mau boat berbóa-
tan ini pada beta, beta combali mau
¹ Fadouli daan tongou vofte pounja
domba.

32 Hari ini beta mau bedjallan de
tenga tenga voftc pounja ³ haywan
famoa , lagi tfjerey deri itou haywan
famoa nang ♦ berlouckis lagi nang ad-
da panou, lagi haywan iram famoa de
antara annac annac domba, lagi nang
adda panou dengan nang berlouckis
dc antara cambing cambing betina:
itou adda jadi beta pounja oupa.

33 Begitou beta pounja adiilan ef-
foc loufla adda berfaxi dengan beta
adapan vofte pounja m°^uca,manna-
calla vofte adda datan [liatj beta poun-
ja oupa : app\' appa tida adda panou
daan berloukis de antara cambing
cambin gbetina, daan itam de antara
annac annac domba, itou jadi feperti
nang beta fouda mentfjouri.

3 y Lagi pada hari itou djouga
dîa fonda tfjerey cambing câmbing
lacki lacki nang adda panou daan
berloukis, dcngan cambipg cambing
becina nang adda panou daan berlou-
kis , app* appa nang adda barang tan-
da pouti djouga dengan app\' appa
nang itam de antara annac annac
domba : lagi dia bri diorang dalam dia
pounja annac annac lacki lacki pounja
tangan.

36 Lagi dia tarou tiga hari pounja
djallan de tenga dia daan de tenga Ja-
cob ; daan Jacob fouda fadouli Liban
pounja hay wan nang fiÉt.

37 Tempo itou Jacob fouda ambil
tfjabang tfjabang idjou deri pohon
tiga warna : lagi dia fouda coupas da-
lam itou tanda tanda pouti, daanhoat
talandjang nang pouti, nang adda da-
lam tfjabang tfjabang itou.

38 Lagi dia f®uda tarou tfjabang
tfjabang itou, nang dia fouda coupas
dalam pentjourang pentjourang,daan
dalam baccas baccas-^minnom ,de fa-
belahaywan; lagi diorang *jadipan-
nas, fedang diorang datan pada min#
nom.

39 Mannacalla haywan jadipannas
de adapan tfjabang tfjabang, haywan
berannac nang adda panou dcngan
nang berloukis daan bertoulis djouga»

40 Commediën Jacob fouda tfje-
rey annac annac domba, lagi dia balic
haywan pounja matta matta de atas
nang adda berloukis,daan femoa nang

36 enbe gp ftelbe eenen bîegg
ban bjte bagcn tufixgen gem/ enbe
tufregen gacob; enbe gatob toepb*
be beobettge rnbbe Habantf.

37 ^ot namfteg gaeoôroeben
toangmnpopelier-Jjcmt/enbe ban
ftafeiaet / enbe ban taSanten : enbe
gp fdjeïbt baet in tait te Ûtrepen/
ontôtootenbeljettiritte tujelck aen
frietûeben toas*

38 Cnbe Ijp lepbe befe roeben/
gijefctjeïtgabbe inbe goten/

[ende] mbe bnnckbacften ban\' t toa*
ter / baer be cnbbe qnam bjmtfun/
tegen ober be tubbe : enbe fp teeeben
Derjittet / até fp qttamen ont te
bjincften.

39 ban be tnbbe bergitt
taert ôp be roeben/foa lammerbe be
ctmbe ggefpjentfcelbe 1 gefpululbe/

gepleckte*

40 ^_oefcgepî^t3atobbeïam^
j*¹**«*/ cime |p tëenbbe h et geficgte

lagidia tarou dia ffóunja haywan fèn-
diri, lagidia tida tarou diorang famma
Laban pounja haywan.

41 Lagi fouda jadi brappacali hay-
wan nang fjapp\' orang pouuja badang
crasjadi pannasjacob tarou tfjabang
tfjabang adapan haywan pounja
matta matta dalam pentjourang;
agar diorang jadi pan nas ampir tfja-
bang tfjabang»

42 Tetapi mannacalla haywan
lambat jadi pan nas,dia tida tarou itou,
begitou agar nang lambat lambat jadi
Laban pounja daan nangadda badang
cras Jacob pounja;

43 Lagi lacki lacki irou fbuda ca-
louwarbanjac facali [dalam baijjanjaJ
lagi dia adda candan candan haywan
banjac der.gan hamba hamba param-
pouan.daan hambahamba lacki lacM,
dengan onta onta, dengan callcdcy

■ j Da daim mtngarti barang bahonga, attau baboa fidap pa da matta, pada maccan ₃ lagifedap
tagal babaunja. 2 Hebr, Tjangla, batjangU, attau, bn maccan, 3 jfua*£andan, 4 At-
ia»bertoalis, attau bertitic tittf. 5 tsirtmja diorang batfjampor.

Gap.xxxj.

fàbe W en fettcfe nietbp Habang

CUböe*

r\' - \' - - •.

41 Cnbeïjetgefdjiebbe/feïckenjs
be tubbe ber bjoegelmgen toer*

ïptt toetöt/foó MM Sacob be roe*
üenbooj be oogen bet tubbe in bé
goten : op bat fp öitttcl) toerben bp
ïse roeben.

42 fBaer be tutfot fpabe litt«
tietj toert/foo en ftelbe Ijnfe niet: foo
öatbefpabeUncenHaban/enise be
öjoegelingen Slacob toenamen*

43 Anhebte manb^MtganfMj
feet npt [in men ich ce], enDe Sjp
öebele cnbben/enbe tttnfttmécfj ben/
enbe menftknecï)ten / enö: kemelen/
tnbe e$eien*

lacob, merekende Labans afgunft, treckt met
al wat hy hadde, op Godts bevel, ende met
toeftemminge fyner wyven, buyten Labans
•weten, nae het landt Canaan, ende Rachel
fteelt hares vaders Afgoden, vers i_r &c.
Laban dit hoorende,jaeght Iacob na, ende
achterhaek hem ophetgeberghteGilcad,
itiaer wort van Godt gewaerfchouwt, hem
Biet als vriendelick te bejegenen : befchul-
ëight hem nochtans fcherpelick over dit
Jheymelick vertreck, ende het ftelen fyner
Afgoden,22. Jacob ontfchuldigt fich, ende
als Laban fyne Afgoden nergens vondt»
fchelt hem lacob heïtelick, met verwijt van
alte onbeleeftheyt» die fcy by hem hadde

Brentihan nangeatiga poulou fatou,
Jacob liât Laban iriatipadadia, taoal itou
dia poulang dengan dia pounja naywàn
daan art a famoa de tanna Canaan, te-
tapi dia tida bri tan pada Laban, hanja
dia daulott fôuda bitsjara dengan bini
bininja.Alla lagifoudafouro dia poulang.
Rachel mentfmrt happa pounja 1er alla.
Jerta Laban dengar itou ,dïa ouffirpada
Jacob daan bertamou dia de gounong
gounong Gilead, tetapi Alla fouro dt#
tida catta catta djahat appa appa paJ#

geleden, $ u maeeken doch eyndelick een
verkonde, ende fcheyde» in vrede y*n awl-
ianderen, 44.

■^Der tonen Habawï/feggen^
be/ gatobftgefi; genomen alïe^Uïat
anfegbabettf tnaé; enbeban\'t gene
batonfejs uabettf m$ Ijeeft Ijp alle
befeljeeritchljept gemaeeïuy

2. gatob faeïj oocfc ïjet aenglje*
ftcljte ÏLabans aen: enbefiet/ Dat en
toaë tegen l)em niet aU gifteen
£endc3eergi(leren»

3acob/ fileert toebet tot Jjet ianbt
«m^baöeren/énöe tot ubiemaecljs
:enöeickfalnietU3t|n.

r <£nbeljp fepbetot Ijaer: irUfie
tttoejö Uaöerg aengeftcljte / öat ijet
tegeng mp niet en i£/ al£ gifteten
Cende} cergifteren : boctj be «©obt
mpnesbaticiötö bp mp geiaecft.

⁶ <fnbe geliehen taetet/battefc
met alle mijne maeljt ubjen baöet
gebtent öebbe*

7 lEaer u baber Ijeeftbtbneg^
litHmetmp gljeljattbelt/ enbeljeeft
mitnen loon tienmalen betanbert :
Joel) <öoöt en Ijeeft Ijctn niet toe ge?

►en om aen fflP Qtmet te boen*
, Wanneer ÖP albusfepbe/<Be
ipicUciue fullm «toen loon $tjn/
loo lammetben alle be cubben gïje*
"" " : tube wanneer ïjp aïfoo

1 *T~Empo itou dia fonda dengae
bacattahan deri Laban poun-
ja annac annac lelacki, cattanja Jacob
fouda ambil famoa nang appa bappà
pounja lagi deri itou nangbetaorang
pounja bappa pounja dia fouda bole
fegalla berbefaran itou.

% Jacob lagi fouda menantangLa^
ban pounja mouca : îagi Hat, itou tida
adda pada dia féperti calamarin daait
caUmarin dauloù.

3 Lagi Alla Thatta catta pada Ja.
cob : pegi combali de negri bappa bap-
pamou , daan pada foudara foudara-
mou fa afîàl: lagi akou mau adda den-
gan vofte.

4 Tagal itou Jacob fouda fouro »
lagi pangilpada Rachel dengan Lea,
de tanna rata pada dia pounja hay wan.

$ Lagi dia catta pada diorang: Beta
liât bappamou pounja roupa tidaadda
pada beta feperti calamarin, daan ca~
larin daulou : Tetapi Deos deri beta
pounja bappa fouda¹ datan pada beta₀

6 Lagi djou-orang tau beta fouda
fèrvyr pada djou-orang pounja bappa
dengan fcgalla beta pounja cawaflà.

7 Hanja djou-orang pounja bappa
fouda boat boudi pada beta, lagijdiafa-
poulou cali fotjda falin beta pounja
oupa : tetapi Deos tida tahan dia boac
djahat pada beta.

8 Calou calou dia catta begini :
nangbaloukis loukis addadjadi vofte
pounja oupa , haywan famoa fouda
berannac baloukis loukis djouga:

fepöe/ tBt gfjefpjettcMöefullöu n*
toen loon $ijti/ foo lammerben alle
öe cubben gcfpunckclöe*

10 Cnbe ïjet geCcöiebbe ten tijbe/
alö öe cnböe l)ttugt| xoert/îïat ick
nujne oogen op!jief/enöe ick faglj in

bjoom/ enbe fiet/be bocken bie
ue cuöbe beklommen/ toatengöe*
fpjenckelbe/gefpickelöe/enbe Ijagel-
teleckige*

11 enbebe<£ngcltöoöeöfepöe
tot mp tnben bjoom / gacob : enDe
tik fepbe/^iet/[hier]benick»

n Cnöe bp fepöe/ ï^eft bodj
«toe oogen op/ enbe ftet/ alle bocken
iûie be ciiööe beklimmen / 5tjn
fpzenckelöe/gcfpickribc/cnöc öagel-
irteckige 5 toant ick Ijebbe geften al=

13 gck te bie<3ûôt ban
€1/ alfeaer göp fjet opgmrfjt tm*
ken gfjefaift bebt/baer gfjp mp eene
gelofte belooft ïjebt : #u/ maeckt u
ap/ bertreckt wpt befen lanbe/ enbe
lieert toebcr in Jet ianbc titoer
ntacffjfcfjsp*

24 <aoe anttooo?bbe ftacbelen*
feeïea / enbe fepöen tot Item ; gffer
nod) boo?on0 een öeel/ofte erffenif*
fern onfeg babet£ l

lagt calou calot! clia catta begîtoi?»
nang adda panou panou adda jadi vo-
ile peu nj a oupa,haywan famoafouda
berannac nang adda panou panou

9 Begitou Deos fosida rampas hay-
wan deri djou-orang pounja bappa,
lagifoudabri pada beta.

10 Lagi fouda jadi tempo itou man-
nacalla haywan jadi pannas, agar beta
ankar betapounja matta,Iagi beta liât
dalam mimpihan, lagi liac cambing
cambing djantan nangnaicatas hay-
wan»adda baloukisloukis, adda den-
gan panou panou daan batfjampo?
pouii itam.

11 LagiDeospotmjaMellaîcatcatta
pada betadalam mimpihan Jacob: lagi
beta catta $ liât beta adda [fini}.

12 Lagi diacatta, Ankat djouga
mattamcm, lagi liât cambing cambing
djantan famoa nang badjantan den-
ganhaywan, adda baleukis - îoukis,
adda dengan panou panou daan ba-
tfjampor pouti itam : carna akou fou^
da liât famoa nang appa Labaa boat
pada vofle,

13 Akou adda Deos itou deri Be-
thel, de manna vofte fouda bobo min~
jacatas tanda nang badiri, de manna
vofte fouda djandji fatou djandjihan
pada Akou : facarang, badiri, poulang
deri negriini, lagi pegi combali daîam
negyi deri vofte pounja aflàL

14 Tempo itou Rachel dengan Lca
fonda menjaout, lagi catta pada dia :
Beta ©rang tida adda lagi dalam beta
orang pounja bappa pounja rouma*
barang bagian pon rida, artapoufTaka
pon tida. 1$

if %\\\\\\\\ top met bjeembebmt
Sem geaegtet i toantgp geeft ons
berkocl)t:enöegp geeftoock fteçbts
ons seit betteert*

i « WùXit al be rtjekbom bie <&obt
onfen baber geeft ontruckt ƒ bie is
onfe/enöe onfet fönen: ban/boet
alles ttiat €>obt tot u gefept geeft.

mo?bengabbe: get bee bat gp be*
fat/ ttoeicU gpte $abba«SCram
getuo?ben gabbe : om te komen tot
gfaat fijnenbabet/ nae get lanöt
Canaan.

19 &aban nntoaS ggegaen mn
fime feg apen teCcgeeten: Coo ßal
fcaegei be^Terapgnnöie gaet babej
gabbe,

* I Cnbe gp feloobt / enbealtoat
(Hjneb3as/enbeg?î maetkte gem op/
tube boet ebet be Gibiere : enbegp
fettebr fön aengtûcgt* nae \'tgge*

15 Dia fouda Iura kira beta orang
fepertl orang horgay djouga earna dia
fouda djouwal pada beta orang : dia
iagi fa hari hari fouda maccan besa
orang pounja coupan.

16 Carna arta famoa nang Deos
fouda rampas deri beta orang pounja
bappa, adda beta orang pounja daan
beta orang pounja annae annac poun-
ja tagal itou» boat djouga famoa itou
sang Deos fouda carta pada vofte.

17 Tagal itou Jacob fouda badin,
lagi moat dia pounja annac annac den-
gan dia pounja bini bini atas onta onta;

18 Lagi dia fouda antar bawa dia
pounja hay wan famoa , dengan dia
pounja arta famoa,nang dia fouda ber-
tamou$ hay wan nang dia pounja,nang
dia fouda bole de PaddanAram: pada
datan capada bappanja capada Ifaac,
dalam tanna Canaan.

19 Laban pon fouda pegi pada gon-
ting dia pounja domba doniba : lagi
Rachel fouda mentfjouri ⁴ beralia
beralia nang bappanja pounja.

20 Lagi Jacob fouda ³ mentfjouri
fendirinja deri Laban nang ©rang Sy-
rien pounja hati r carna dia tida britau
pada dia, dia fori.

ii Lagi dia fouda lad , dengan fa»
moa sang dia pounja lagi dia pegi_rdaan fabrang 4 de foungei: lag! dia ba-
balic dia pounja mouca pada gounçng
gounongderiGilead.

nae eenen toert* ban feben Dagen;
tube öP fcreegl) U«** &P t gebercfjte
<£ileab&

24 ^oclj ^obt quam tót ^aban
tittn spriet in eenen bjoom beö
nacljtö: enbe t>p fepbe tot bem:
UMtljtubat gjjp met 3acobmet
en fpnecUt nocl) goet/nocb <paet*

25- €nbe Eaban acbterljaelbe
Sacob: gacob nu fjaböe fijne tente
gfjelïagen opbatg§eberg?jte/öoc&
üoegïï Haban niet fijne b^oeberen
[de fyne] op\' t geberg Ijte <*mleaö&

26 ^oefepbeUaftantot3acob:
iaat Sjebt gijp gïjeöaen/ bat gtyv u
ban mijn öerte ontftolen liebt / enbe
mijne Dociteren ontboert lytH! al0
gehangene met ben f meerbe i

27 lOaerom snt gfjp Ijepmclicïi
gjebloben/ enbeljebt [u] mpontöo*
len^ enbe en Ijebt fjet mp niet aenge*
tm l bat ich u gfjeïepbt {jabbe met
ü?etuböe / enbe met gfjeiangen/ met
trommel/ enöe wet fjarpe i

28 m l)tbt gÖP ntp niet
toegelaten mime fonen / enbe mijne
bocljteren te feulfen :ßnt glip Ijebt
bmaenicfc gebaen [foo] boenbe*

29 ïf et mare ut be madjt mijner
ftanbt aen u lieben nuaet te boen:
inaer u lieber baöerjë <6obt beeft
tot nm gjftecen nacljt gljefpjoïten/
frggenbe/ Watfyt u ban met fïaccb
te ïpïtlnn ofte goet/öfteqttaet*

24 Tetapi Deos fouda datan pada
Laban orang Syrien pada malam da-
lam mimpihan; lagi Dia catta pada
diapacanira ingat, jangan catta catta
dengan Jacob nen baic nen djahat.

25 Lagi Labafouda⁶bertamou pada
Iacob:Iacob pon fouda baiki dia pounja
barong barong atas gounong gounong
irou,Laban dengan dia pounja foudara
foudara lagi fouda baiki [diapounja ]
atas gounong gounong deri Gilead*

26 Waftouitou Laban catta pada
Jacob; vofte fouda boat appa, earn ap-
pa vofte foudo mentsjouri vofte deri
beta pounja hati, lagi antar bawa beta
pounja annac annac parampouan ,fe>-
pertiorangcaravang dengan findjata.

27 Carn\'appa voile fouda lari da-
lam fembounji, lagi fouda menrfjouri
vofte deri beta ? lagi tida bri tau pada
beta, agar beta fouda bole antar vofte
dengan afkijt, lagi dengan njanjiban
njanjihan dengan tifa lagi dengan
gytara ?

28 Vofte lagi tida bri cawafla beta
tfjium beta pounja annac annac lacki
lacki dengan beta pounjaannac annac
parampouan: facarang, vofte fouda
boat berboatan tfjara gila.

29 Beta pounja tangan adda coaila
djouga pada boat djahat pada tuan
orang hanja Deos deri vofte orang
pounja bappa ealamarin malam fou-
da catta catta dengan beta, cattanja,
pacanira ingat, jangan catta catta den-
gan Jacob, nen baic, nen djahat.

30 enbcnn/gÖPÖebt immers
totlïen bertrecken / om bat g£p foo
ïcti begeengl) mam naeuu>e£ ba=
ber£ jjnpg^; bJaeromjjebt g&p mij*
ttè<öobcngcaolen*

31 ^oc anttooo?bbe giacob/en^
öe fepöe tot maban / <®m bat tck
tyeefbe/ mam ick fepbe/ <£>pbat
Sfei niet m*irc;jieii urne bocljteten
mp onttoeloig^bet,

32 25 p ben toelrken gijp titoe
«Soben binben Mi Im ïjem niet
leben/ onberkent gijp booj onfe
bjoeberen/ mat bp mp W en neemt
ftet tot xi: toant ffaeob en mift niet
batte ftaeöel geSolen ftabbe*

3 3 ^Doegtiuk Haban in 3acob£
tente/enbeinHeas tente/enbe inbetr
bepbet bienftmaegljben tente/enbe
öp enbpnbt niet: enbealg ijp upt
tente gegaentoag/ Quam ijp

34, Mzrn *3acï?el öabbe be Ce*
tapljtm ogenomen/ enbe fp jjabbefe
meenet kemels fabeltnpgï? gelekt/
enbe fn fat op be feïbe: enbe maban
fcetaöe bi? gantfcfje tente / tribe Jp
enponbtniet»
3 T enbe fp repbe tot öaren ba*
rde toom] niet en ontSeke
ïHü?¹^ öeeren oogen/ om bat tck

30 Baic pon, vofte par forfa fouda
mau poulang, carna vofte fouda in-
ging banja pada bappamou pounja
rouma catn\'appa vofte fouda men-
tfjouti beta pounja Deos Deos \\

31 Waâou itou Jacob fouda mcn-
jaout daan catta pada Laban, carna
beta fouda tacot; carna beta fouda
catta, agar vofte fjappa tau tida ram-
pas deri beta vofte pounja annac an*
nac param pouan, par forfa.

3 % Pada fjappa vofte adda berta-
mou vofte pounja Deos Deosjarigati
beer dia idobj vofte tfjari demouca
beta orang pounja foudara fouckra,
appa adda pada beta, lagi vofte ambii
itou pada vofte ; carna Jacob tida tau
Rachel fouda mcntfjouri diorang.

33 Tempo itou Laban fouda maf-
foc dalam Jacob pounja barong ba-
rong, daan da lam Lea pounja barong
barong, lagi dalam barong barong deri
bamba hamba\'param pouan cadouanja
pounja barong barong,lagi dia tida ber-
tamouapp\' appa: lagi mannacalladia
fouda callouwar deri Lea pounja ba-
rong barong, dia datan dalam Rachel
pounja barong barong.

34 Tctapi Rachel fouda ambil bcr-
alla beralla, lagi dia fouda tarou dalam
bantal doudoc deri fa to u onta_vIagi dia
doudoc de atas itou : lagi Laban fouda
rabba rabba fegaïla barong barong itou_ylagi dia tida bertamou app\' appa.

Lagi dia catta pada bappauja,
jangan tuankou pounja matta m at ta
jadi goufar, fcbab beta tida bole badiri
adapan vofte pounja mouka carnajadi
pada beta tfjara param pouan param-

«©oeontftatk gacob/ enöe
tbuftebe met Haban : enbe giacoö
autbïoozöe/enbefepbe tot
Wax tg mijne obertrebinge ^ "mat
t& mijne fonbei bat gjjpmp [foo]
Ïjittigïjlic&ïebt nagejaegjt £

37 gijp al mijnen fjupfraet
betatï ïjebt/biat fjebt gijp gebonben
ban al ben jjtipfraet ub?e£ fjupfeg î
legtet ffierboo? mijtte bjorberm/
enbe u\\m bjoeberen : eitb* laetfe
ricïjten tuffcfjenon£b£pben.

3 s Befe tbnntiglj jaren ben tcft
bp u gbetoeeö/ «me open enbeutoe
gepten en l)ebben nietmifbiagm:
enbe be rammen ubïer cubbeenfjebs
beiek niet gegeten.

39 t ^erfcïjeurbe en Ijebb\' ick
tût u niet gebjaeltt / ie& öebbet glje*
boet/ g^p £ebt Ijet ban mijne fjanbt
geepfcljt: Ijetbjarebegbaegfjjïge*
(ïolen/ ofte be£ nacjt^ geftblen*

40 gflcfc ben gïjebjeeft/bat mp bp
bage be Ijitte berteerbe/ enbe bp
nac&tebe bo?ö : enbe bat mijn flaej*
ban mijne oogen toeeeft*

41 Scfe ben nu tbmtttglj jaren
in uteen fjupfe gebïeeft / icfe jjebbe u
betrttcn jaren gebient om ubje bep?
be bocljtemv mbt tjaren omutoe
euöbe: tnbe p fjebt mijnen loon

36 Tempo itou Jacob fouda gouf.
far, daan babanta dengan Laban lagi
Jacob fouda menjaoutdaan catta pa-
da Laban: Beta pounja fall a appa*
Beta pounja dofaappa > carn\'appa vo-
fte fouda ouffir pada beta eras begitou?

37 Mannacalla vofte ibuda rabba
rabba beta pounja arta arta famoa vo-
lle fouda bertamou appa , den rou-
mamou pou »ja arta arta famoa? tarou
fini de mouca beta pounja foudara
foudara , daan volle pounja foudara
foudara: daan beer diorang houcom
de tenga tenga betaorang dou\'orang.

38 Dua poulou tauon ini beta fou-
da 7 doudoc dengan vofte, vofte poun-
ja domba dombabetina dengan vofte
pounja cambing cambing betina tida
boang annac : lagi beta tida maccam
domba domba djantan deri vofte
pounja hay wan.

39 App\'appa nang foudajaditfja-
tic beta tida bawa pada vofte beta fou-
da baijar, vofte fouda mintaitoa deri
beta pounja tangan ; mafki fouda jadi
mentfjouri pada feang,mafki fouda
jadi mentfjouri pada malam.

40 Barang calipada feang pannas
fouda maccan pada beta barang cali
pada malam , dingin g lagi antoc
fouda lalou deri beta pounja matta
matta.

41 Sacarang beta fonda doudoc da-
lam vofte pounja rouma dua poulou
tauon : ampat blas tauon beta fouda
fervyr pada vofte, tagal vofte pounja
dua annac parampouan, daan nam

41 Calou calou Deos dcri beta
pounja bappa , Deos dcri Abraham
daan Tacottan deri Ifaac tida adda
dengan beta, foungho volte fouda
mau fouro beta pegi ampa : Deos fou-
da menantangbeta pounja fixa, daan
baeardjahan dcri beta pounja tangan
lagi caïamarin malam dia fouda bato-
gor pad a vofte.

43 Waftou itou Laban fouda men-
jaout daan catta pada Jacob, annac
annac parampuan ini adda beta poun-
ja annac parampuan lagi annac annac
lacki lacki adda beta pounja annac lac-
ki lacki, lagi hay wan ini adda beta
pounja hay wan, ija famoa nang vofte
liât itou adda beta pounja djouga: lagi
appa beta hari ini bole boat pada beta
pounja annac annac parampouan >
attau pada diorang pounja annac an-
nac nang diorang fouda berannac ?

44 Baic djouga, marrc, beer beta
orang baiki fatou cauwoul kita dengan
djouw : agar itou jadi pada faxi de ten-
ga kita, daan de renga djouw.

45 Tempo itou Jacob fouda ambil
fatou batou, lagi dia tarou itou bertin-
gi, pada tanda nang badiri.

46 Lagi Jacob fouda catta pada
foudarafoudaranja: Bacompol batou
batou ; lagi diorang fouda ambil baton
batou, lagi baiki fatou compoldagi di-
orang maccan de fannade atascom-
poi itou.\'

42. Centoarebatöe<0ööt mij*
nes babetS / öe <0oöt stbjagams/

Ujeeït Uiate/ feuecïic^ ggp foubt rnp
nu leöigg medj ggefonben gebften:
<dobt geeft mijne elenöe/ enbe den
arbepbt mijner ganben aengefien/
enöe geeft u gifteten natgt beftraft»

43 3?>oe antujoojböe Haban/enöe
fepöe tot 3acob/^)efe bocgterS jti
mijne bocgterS/ enöe befe ronen $tjn
mime fonen/enbe öefe cuööeis mime
cuööe/fa al mat ggp fiet bat is mijn:
enöe mat fouöe uH öefe mijne boeg*
teren geöen boen* ofte gare fonen/
öiefpgebaettgebben*

44 ban / ftom / ïaet ons een
berbonbt maken / 3ick enöe <£gp :
öat get tot een getupgeni&e 3? tuf*
ftgenmp/enöetuCfegen u*

4 5 <Doe nam % aeob eenen fteen :
enöe gp bergooggbe gem [tot] een
opgetecgtteetkem

46 <£nbe gacoô fepöe tot fijne
toebeten/ <0abert fteenen: enöe fp
*^men aeenen/enöemaetkten eenen

goop^{: £nöe}^^aten

47 <^nbe naban noembe gem
Jegat^agabutga: maetSacob

noembe

48 ^oefepbeliaban/^efelïóöp
3P fjeben een getupge tnlfcöen rap/
rnbe tullen «^: baerom noembe
men fijnen name<&ileab:

49 <£nï>ei»3pa/omtiatftpfep*
De/ «Dat be opftcljt
neme tnfTeöen mp / enbe tuffrijen u:
toanneet mp b een ban D\'anDetfuk
Ienberbo?gen 31511*

yo ^oogöpmtjtteïscrcïïterenbe^
IeeDigftt/enDe foo gijp mijPen neemt
boben mijne borijteren/niemanbt
bp on£: fiet toe/<0oDt fal gljetupge
3ijn tuffcöen mp/ enbe tulftljenu*

y 1 Saban fepbeboo^ber tot ga*
tob: J»iet baer wöcfc felbe Ijoop/
«nbe fiet / baer ië bit opgerecht teec*
fcen/t meïcfeeick opgeUio?penï)eb*
U tnM)tn mn enbe tulfdjen u*

s 2 <Defe felbe fjoop fp gljetupge/
enbe bit opgerecht teecfcen 5p glje*
tnpge/ bat ieU tot n boo?bp befen
ïjoop niet Komen en fal/ enöe Dat
g|)p tot mpboo?bp befen Ijoop/ en*
De bit opgecetöt teec&m niet ftomen
en (uit tenqttabe*

S3 ^Bt<5oöt2fb;tal?amS/enbeDe
<0oDt iMrns / De <èobt l)m$ ba*
ber£ ritijte tu&cöen on£: enDe ga*
tob f tuoer bp beb^eefe fijnen baberg

*4 <$oe llacfjtebe gacob eene
flatljtinge on bat gebergte/ en jjp
itoobicljbc ftine b?oeberen/om b^oot
te eten: enöe fpatenïtëoobt/ enbe
bernacfiteöen op bat gebergte.

48 Wa&ou itou Laban fouda catta;
Compol itou hari ini jadifaxi.de tenga
kita daan de tenga djouw: Tagal itou
orang bernamma nammanja Gilead.

49 Daan ¹⁰ Mizpa; earna dia fouda
catca: agar Alia Thallamenantang de
tenga beta daan de tenga vofte: man-
nacalla betorangadda jadi fembounji
fatou deri lain.

50 Djicalou vofte tindis beta po un-
ja annac annac parampouan, lagi dji-
calou volte ambil iftri iftri lebe deri
bèta pounja annac annac, fatou orang
tid\' adda de ngan bet\'orang: liat, Deos
adda jadi faxi de tenga kita daan de
tenga djouw.

$ i Laban lagi catta padaJacob: liat
de fanna adda ini compol fèndiri, lagi
liat ,de fanna adda ini tanda nang ba-
diri, nang beta fouda tarou de tenga
beta daan de tenga vofte:

fz Compol ini djouga jadi faxi, lagi
tanda ini nang badiri jadi faxi; agar be-
ta tid\' adda datan pada vofte lalou
compol ini, lagi agar vofte tida datan
pada beta lalou compol ini daan
tanda ini nang badiri, pada [boat]
djahat.

5) Abraham pounja Deos daan
Nahor pounja Deos,Deos deri diorang
pounja bappa houcom de tenga beta
orang: lagi Jacobiöuda bafompa pada
Tacottan deri dia pounja bappa Ifaac.

$4 Wa&ou itou Jacob fouda ban te
hay wan de gounong itou, lagi dia pan-
gil dia pounja foudara foudara pada
maccan roti:lagi diorang fouda maccan
roti, daan tirigal malarn itou de gou-
nong itou. p

pagi hari, lagi tfjium pada dia pounja
annac annac lacki lacki, daan pada dia
pounja annac annac parampouan; lagi
dia palihara diorang : lagi Laban fouda
poulang daan balie combali pada dia
pounja tampat.

t Hebr.fiuda adda, z Hehr.Tetaphim, s Artinja fouda pegi. 4 Artinja fottgei Fbratk_sattau Euphrates, nang adda de tenga tenga tanna (jhald\'ci daan Canaan. $ Attau ouffiv*
6 tAttau pegang. 7 Hebr. beta fouda adda denganvofte. S <t/îmnjafatvu compolderi fa-
hittan, attau câmpoiberfaxi. 9 Artinja tfjara Hebrea _t fat ou compol berfaxi. 10 Artinj*
tampat msmtntang.

lacob, door de ontmoetinge van de heyran
der H. Engelen gefterekt zijnde, fendt bo-
den vooruyttot fynen broeder Efau, vers
I, &c. tnaer vernemende, dat hy met veel
Yolcx cot hem afquam,deylt fijn volck ende
vee, uyt vreefe, in twee hoopen, ende bidt
Godtfeer vierigïilick ende oottnoedigliek
omhulpeendeverloffinge, 6. Sendtdoor
fyne knechten gtaefcheucken voor uyt aen
Efau,met order ende laft, ende fchickt fyne
wy ven ende kinderen by nachte over het
veyr, maer blijft felver alleen aen defe 2y-
5*^e > alwaer Godt met hem worftelt, geeft
hem den naem van lfrael, fegent hem, ende
raeckt fyne heupe, dat hy hiackt, 24.

* 12fcob toogft ood$ ft?ne£
Ujeegöö: enöe ist Engelen
«poöeg ontmoeteöen l)em>

2 €nöe 3acoöfepöe/ met öat
Spfe fartji^it 10 een jje^leger <ao>
J ^: enöe noemöe öen name öei\'
^l^ecpiaetfc/lKaljanatm,

Jacob bertamou de djallan balatantra den
Mellaicat, tagal it on hatijadi todo, dia
four 0 fouroangde mouca dia. capada dia
pounja caka Efau. mannacalla dia den -
gar, Efaudatan dengan orangbanjac,
dia bagi bagi dia pounja orang daan
hay wan pada dua cauwan, carna dia
tacot pada Efau. Dia menjomba pada
Alia agar toulong daan tepa fken dia„
dia fouro caffie caffie pada Efau, daan
fouro dia pounja hamba catta begitou.
baginipada Efau, &c.

2 Lagi Jacob, ferta dia liat diorang,
fouda catta: ini adda Deos pounja ba-
latantra fatou : lagi dia fouda bernam-
ma tampat itou pounja namma¹ Ma-
hanaim.

4 <£nbe tip geboobtgen/feggen*
öe: ^oo fuït gijp Jeggen tot msjnen
!jeere/tot€fau: J>oofept3lacob
\'um ktojrt/gck gebbe als b^eem*
belinck gge&oont bp toban / enöe
Ijebbet tot niitöeUettoeft^

5: «fönbetck ijtbbt offen/enbeeje*
im/ fcljapen / enöe, knechten / enöe
tmeggbem enöe ick Ijebbegefonben
0m mijnen gcere aen te feggen/ op
öatickgenabe bmöe mume oogen.

é ^nbebeboöenciuamenbjcöcr
tot 3atoö/feggenöe: Ö3p $ijngge*
komen tot uuien bjoeöer/ tot
fan/enöe oock trecktjjpu te gfje*
moete / enöe bier tjonöert mannen
met gent*

7 bieefbe^acobfeer/enbe
ïjem fcoas bange; enöe lip betöeelöe
bat bofck bat met gent rnaö enöe öe
fcbapm/ enöe öe tunöetea / enöe öe
femels/in mee gepren*

.8 ï©antöp fepöe: 3nbien€fau
op t eene pep? komt/ enör flaet Ij et/
foo fal |jet obergebïebene öep* out*
komen.

9 Boo^bct fëpöe 3aeob/o <23obt
mijns MöetS ^ibjaöams / enöe
<^obt mim0 babers gjfaarS: <&
ï^eeae/bie tot mp gefept öebt/
.Beert töebet tot uïanöt/ enbetot
umemaeggfcgap/ enönckfaimel
bn ti boen*

4 Lagi dia fouro diorang, cattan ja:
Begitou pacanhra orang adda catta pa-
da tuankou pada Efau: Begitou vofte
pounja bamba Jacob catta, beta fouda
doudoc dengan Laban feperti orang
horgay,lagi beta fouda tingal de Tanna
fampei facarang.

$ Lagi beta adda fapi fapi dengan
calledey calledey,domba domba daan
hamba hamba lacki lacki dengan
hamba hamba parampouan: lagi beta
fouda fouro pada paflan pada tuankou»
agar beta bertamou caffian dalam
mattamattamou. •

6 Lagi fouroang fouorang fouda
datan combali pada Jacob, cattanja s
Beta orang fouda datan pada vofte
pounja foudara pada Efau: dia pon la-
gi daran de moucavofte, daan ampac
rattous lacki lacki dengan dia.

7 Tagal itou Jacob fouda tacot fan-
gat , lagi dia pounja hati jadi fafa: lagi
dia fouda bagi orang itou nang adda
dengan dia, daan domba domba, daan
fapi fapi, daan ontä onta, dalam dua
* campon.

8 Carna dia catta calou calou Efau
daran de atas fatou campon lagi pou-
coi itou, campon nang fifa bole lari.

9 Jacob lagi catta; O Deosderi be-
ta pounja bappa Abraham, daan Deos
deri beta pounja bappa Ifaac: O Alia
Thalia nang fouda catta padabeta;Ba-
lic combali dalam vofte pounja Negri
daan pada vofte pounja parenti haren-
tijlagi Akou man boat baic pada vofte.

10 gek hm geringer ban alle
befe toelbabigljeben/ enbeban aUe
befe troume/ bie gijp aen uUien
knecht gljebaen l)cbt: taant uk ben
met mijnen ftaf ober befe 3Io?bane
gjegaen / enbe nu ben iek tot tmee
§eprengemo?ben*

11 &nckt mp boeft tipt rnifnes
bïocöer^ l)anbt/upt Cfaujö ftanbt :
mant uk bjeefe öem/ bat öp met
miCTcJien konie/ enbe mpflae/be
moebermetbefonen*

12 ïjebt immers gftefept/
gek fal geUriffelick bp u mei boen/
enbe itk fal u saet (lellen als Jet
3ant ber ^ee / bat ban toegen be me?
nieste niét geteit kanto>o?bcn»

13 Cnbe öp bernacgte albaer
bien felben natftt : enbe l)p namban
t gene bat |)em in fijne |ant auarn/
«en gj)efeljmc& boo? Cfau fijnen
bloeder r

H Cmeeïjonbert gepten/enöe
t&intigf) boeken/ ttoee ïjonbert
open/ enbe ttüintigft rammen/

¹T ^ertigfj foogenbe kerneïin*
nen met ïjare bctilens / beertiglj
koepeh/enbe tfpenba?reivtu>inuc!j
esdinmn/enbe tien jonge03010.

<£nbeftp gaffe in be ïjanbt
ftmet knechten / elcke cnbbe befon«
ber ; entse hp fepbe tot fime knecfj*
ten/eaet ghniiebenboo^/boo? mijn

io Beta adda lebe kitsjil deri famöa
berboatan ini baic , lagi deri fegalla
* adillan ini, nang Tuan fouda boat
pada hambanja: carna dengan beta
pounja batang beta fouda fabrangjor-
daen ini, facarang pon beta fouda jadi
lampei duacampon.

tl Rampas djouga beta deri beta
pounja caca pounja tangan, deri Efau
pounja tangan : carna beta tacot pada
aia, agar fjappa tau dia jangan da tan,
lagi bounoubeta, ibou dengan annac
annac.

12 Boucan voflefouda carta? foun-
gho foungho Akou mau boat baic pa*
da vofte, lagi Akou mau tarou vofic
pounja bidji feperti paflir de laour-,
nang tagal banjanja tida bole jadi
bilang,

13 Lagi diafouda bamalam de fan-
na famalam itou : lagi dia fouda am-
bil deri itou nang datan dalam dia
pounja ran ga n, eafïie fatou pada dia
pounja kafea Efau t

14 Dua rattous cambing betina
dengan dua poulou cambing djantan,
duarattous domba betina,dengan dua
poulou domba djantan.

15 Tiga poulou onra betina den-
gan annac annanja nang menouiïbu,
fapi betina am pat poulou, dengan fapi
djanran fa poulou : calledey betina
dua poulou dengan annac calledey fa
poulou.

*~7 £?nbe gp geboobt ben eerften/
fcggenöc / Wanneer u € fatum jn
ö^oeöcr gljemoeten fal / enöe u
öen/ftffsenöe/ 3ijt söp * en*
be / rnaer Jieaen gaet gijp enbe
mieng sun Defe boo? u aengeficjjte}

is ^oofuîtgïjpfeggen/^atis
een gljefcljencfc ume$ fenecïjté ga*
tobtf/gefonben tot mijnen Ij eere/ tot
<6fau / enDe fiet / tjp felfé oocfc
achter on&

19 Cnbel)pgljeboobtooc& Dm
tmeeben / oock Den berben / oocfc al*
len Die De cuDDen naegingen / feg*
genDe: $ae Dtt felbemoojt fuît gijp
fpjehett tot €fau/al£ gijp Ijem bin*
Den Cult,

20 <£nDe gljpfultoot&feggen/
«gnet/umefcnecljt gacob acljter
on0 : mant Ijp fepbe / gcfc fal 31111
aengeftdjte berfoenen met bit glje*
ftïjencft / bat boo 1 mijn aengcftcljte
gaet / enbe baer nae fal icft fijn aen<
gefieljte ften / miffcljien fal {ïp mijn
aengeficljte aennemen*

21 2$ifoo giwft bat gljeftfjencfc
benen boo? firn aengefitljte : boel)
Ijp fdf0 bernacbtte bien felben
ttadjtin \'t leger»

22 <£Rbe fjp ftont op in bien fel-
ben naefjt / enbe jjp nam fijne t&ee
mitbcn/ enbe fime tmee bienftmaeg*
ben/ enbe fijne elf fcinberen/ enbe lm

17 Lagi diafouda fouro pada nang
bermouia : Mannaealla beta pounja
kaka Efau adda datan de mouea paca-
nira, daan tanja, cattanja: Sjappa
pounja pacanira? daan pacanira peghi
de manna? daan fjappa pounja ini mi
nang de mouca pacanira ?

18 Pacanira tempo itou mcftcr car-
ta : itou adda caflie fatou deri voile
pounja hamba Jacob, nang dia fouro
pada tuanko, pada Efau : lagi liât, dia
fendiri lagi adda de blackan bet\'orane,

19 Dia pon lagi fouda fouro pada
nang ca dua,lagi pada nang ca tiga.lagi
pada famoanja nang icot campon
campon hay wan,cattanja: feperti bac-
cattuhan ini djouga pacanira orang
mefter carta padaElau,mannaealla pa-
canira orang adda bertamou padanja.

20 Pacanira orang lagi mefter cat-
ta: Liât, voftepounja hamba Jacob
adda de blackan beta orang : carna dia
carta; Beta adda boat dia pounja mou-
ca fedap dengan caflie ini,nang bedjal-
lan adapanbeta pounja mouca, lagi
commediën beta adda liât dia pounja
mouca, fjappa tau dia adda trimabeta
pounja mouca.

z i Begitou caflie itou fouda pegi
de mouca dia : tetapi dia fendiri fouda
tingal malam itou dalam balatantra.

22 Lagi dia ibuda bangon pada
malam itou djouga, lagi dia ambil dia
pounja bini d«a , dengan dia pounja
hamba hamba patampouan dua, den-
gan

23 Cnöegpnamfe/ enöe Deöefs
otoer Die öeke trecken / enöe gp DeDe
oöer trecken t gene gp gaööe*

24 «Doeg Sacoö kleef alleenoUer;
enöe een man moaftelde met gern tot
Dat De Dageraet op ginck*

2? cnDeDoegpfatgDatgpgern
niet en oDecmocgt/roerDe gp get ge*
txmcgte fijner genpe aen/foo öat get
gëmjicgtefcan 3facok$ geupefcer*
tojongen uoeröt/ até gp met gern
mojftelöe*

€n jjp fepöe; Haetrnpgaen/
tent De Dageraet is opgegaen:mae?
gp fepöe; Sek en fal ti niet laten
gaen/ten $p Dat ggp mp fegent*

_ 28 ^oefepDegp/Btoennaemen
faï Doojtaen niet ^atoö geeten/
maet 3:rrael: toant ggp gJbt u t>o>
jteitck geö?agen met^oDt/ en met
De menfegen/enöe ge&t oUermocgt.

29 CnDe^acoDbjaeggDe/enDe
fepöe: <£>etft Doeg «men name te
kennemenDegp fepöe/iBaerom ürt
Dat gflP na mpnen name ü?aeggt $
tnöe gp fegenöegem aïöaer*

30 €nöe3iacoönoanDeDenna^
^Dier pïaetfe pmel:töant [feyde
ÏÏH^Öeköe #ööt gefien[van]aen^
?,i^{tc tot} aengtficgte/ enöe mijn
jïeie 10jetéöt getoet

z3 Lagi dia fouda ambil diorang,
daan boat diorang fabrang fongcy
itou : daan dia boat fabrang nang appa
dia pounja.

24 Tctapi Jacob fendiri tingal de
fabela :^!tlagi fatou lacki lacki bagoum-
moul dengan diafampei fadjar naic.

25 Lagi mannacalla dia liat dia tida
bole alacan dia, dia fouda kena dia
pounja * toubou paha begitou agar
toubou deri Jacob pounja paha jadi
poutar fedangdia bagoummoul den-
gan dia.

z6 Lagi dia catta bti Icpas pada be-
ta, carna fadjar fouda naic: Tetapi dia
catta; Beta tida bri lepas pada Tuan,
fampeiTuan fouda palihara pada beta,

27 Lagi dia catta padanja: Begi-
manna vofte pounja namma ? daan
dia catta, Jacob.

a8 Tatcalla Dia catta: vofte poun-
ja namma tida jadi lagi bernamma Ja-
cob , tetapi Ifraël: carna vofte fouda
boat tfjara Radja dengan Deos daan
dengan manufiamanufia, lagi vofte

2.9 Lagi Jacob fouda ranja daan
catta : Bri tau djouga vofte pounja
namma; lagi Dia catta: Carn\'appa
vofte tanja Akou pounja namma> lagi
Dia defanna fouda palihara pada dia.

30 Lagi Jacob fouda bernamma
namma dcri tampat itou * Fniëljcarna
dia catta, beta fouda liat Deos deri
mouea fampei mouca,lagi beta poun-
ja djiwa⁶ fouda tingal idop.

31 ^aerom en eten be Omberen
gfraeïg be bejrurfue fenntoe niet/
bie op Ijet gïjetojicïite bet öeupe t^
tot op befen bacfj/ombat fjp iytt ge*
fcmcöte ban gacobS l&enpeaenge*
roert jjabbe aé bebeirwcUte femiuje*

i Artwja dtia baiatantra attau baiatantra dtta lapis, 2 aAttan baiatantra. 3 Attau
benam] O,. 4 At tan toubou p ingang, attau pongon, attau pont ar pongen attau pingang, atta»
loubang pongon, attaupmgang, attaupaha, 5 Artwja mouca Deos. 6 Attaftfouda jadi
lcpas,fmdajadi tonlang, fouda jadi fombo.

mannacalla dia fouda pegi Ialouderi
Pniël, lagi dia bedjallan timpang den-
gan dia pounja paha.

3 iTagal itou orang Ifraël tidarnac-
can ourat nangter poutar nang adda
de toubou paha fampei hari ini, febab
Dia fouda kena toubou deri Jacob
pounja paha pada ourat nang tec
poutar.

Jacob, order geftelt hebbende op\'c trecken fy-
ner wyven ende kinderen,gaet fy nen broe-
der te gemoete, vers 1, öcc. die hem.mitf-
gaders fyne wyven ende kinderen feer wel
bejegent, 4. ende neemt nae vriendtlicke
reden ende wederreden Iacobs gefchenc-
feen aen, fcheyden alfoo vredelick van mal-
kanderen, 8. Iacob komt te Succoth, ende
van daer tot Sichern , alwaer hy fyne ten-
jen opflaet, ende den Heere eenen Altaer
bouwt, 17.

ï pnbe 3acob^ief fpneoogen
^op/enbefaclj/enbeftet/Cfatt
(\\mmf enöe bier ïjonbert mannen
met Sem: boe beröepïbe pp be Hin*
berf onöer Hea/enbe onber ftartjeï/
enbeonber öetttieebienftmaegöen*

ben enbe Ijare ïtinbcrenboojaen;
enöe ilea enöe Ijare kinberen acjj*
terfcuaerber / maer Üatïjtl enbeggo*
TïpljÖ\'acïjterSte*

Jacob fouro bagimanna dia pounja ißri
dengan annac meßer bedjallan, diapegi
bertamou dia pounja caka de djallan,
dia bri moulout manis pada Jacob daan
pada dia pounja bint daan annac. dia
tarima Jacob pounjacaßie, diorang pou-
lang fatou deri fatoa dengan hati manis,
Jacob dat an de Succoth, deri Janna de
Sichern, &c.

ï r Agi Jacob fouda anckat dia
-■-\'pounja matta, lagi liat, daan
liat, Efau datan, daanampat rattous
lacki lacki dengan dia: Tempo itou
dia bagi bagi annac annac pada Lea,
lagi pada Rachel, lagi pada dua hamba
parampouan.

z Lagi pada hamba hamba param-
pouan dengan diorang pounja annac
annac dia fouda tarou de mouca: daan
Lea dengan annac annanja lebe de
blackan: hanja Rachel dengan Jofeph
de blackan facali,

3 <£nbeftpgi«c&boo?-bp gaer
aengefitöte ijenen: enbe jjp booglj
ficf) feben malen ter aerbe / tot bat
|>p bp fijnen bioeber quam*

4 ^oe itep <£fau $em te gemoe*
te / ende nam fjem in Den arm / enbe
biel jiem aen Den Ijaté / enDe fcufte
JjetntenDefpUjeenbem

j ^aer nae jjief jjp fpne oogen
op/ enbefaeb Die mpben / enDe Die
kmöeren/enDcfepöe/ Wit 3ijnDefe
bp n i enDeJjjHepDe; ^e htnöeten/
Die €»oDt umen fcnecïjt gJenaDelitfc
berleent Ijeeft*

6 XBat traben De DienffntaegDen
toe/ fp / enDe Ijare kinbeten/enbe fp
feagmljaer neber,

7 CnbeSeatrabtootktoe/met
Öate fcinbeten/ enDe fp boogen |jaer
fleöer: enDe baer nae trabt gofeplj
j^enbeftatljel/enDe boogen Jaer

8 €nDegpfepDe:[Voor]mieniiö
^u al Dit öep? Dat telt ontmoet Ijebbe*
enDe^pfept»e/<©mgenaDetebinDen
in De oogen mijnes beeren*

^oefepDe3acob/<©cjjneen/
moten tcknugetiabein ume oogen
genonDen ötbbe/foonecmt mijn ge^
uyencU ban uujnctbanDt: baerom/

3 Lagi diafouda pegi lalou diorang
pounja mouca: lagi diafouda tondo-
njawanja ca tanna toudjou cali, farn-
pei dia datan padadia pounja kaka.

4 Wa&ou itou Efau fouda lari de
adapan dia lagi coulilling - akan dia
dengan tangan tanganja, lagi polo pa-
da dia, lagi tfjium pada dia : lagi di-
orang fouda menangis.

5 Commediën dia fouda ancat dia
pounja matta, lagi liât parampouaa
parampouan itou,dengan annac an-
nac itou,lagi catta:Sjappa orang orang
ini dengan vofte? lagi dia eatta: Annac
annaenang Deos tfjaracaflian fouda
caffie pada vofte pounja hamba.

6 Tempo itou hamba hamba pa-
rampouan fouda datan, diorang den-
gan diorang pounja annac annac, lagi
diorang tondo njawa njawanja.

7 Lea pon lagi fouda datan dengan
annac annanja,lagi diorang fouda ton-
do njawa njawanja: lagi commediën,
Jofèph fouda datan dengan Rachel,
lagi diorang fouda tonda njawa nja-
wanja.

8 Lagi dia catta pada fjappa adda
fègalla vofte pounja campon[hay wan]
itou nang beta fouda bertamou de
djallan ? lagi dia catta: pada bertamou
caffian dalam tuankou pounja matta
matta.

9 Hanja Efau catta : kita adda ban-
jac begitou: beta pounja) ade, beëc
tingal vofte pounja nang vofte adda.

10 Waâou itou Jacob fouda catta:
Eyo tida, djica beta facarang fouda
bertamou caflian dalam djouw poun-
ja matta matta, trima beta pounja caf-

óm Dat ick n aengeficjte gefien ijcli^
fce/aUJ liaöbeick<0ö&e0aengeftcj)te
öbtßtn/ enbe gijp öebt meigeballen
sen mp genomen»

11 $eemt öod) mijnen fegen/
Die u toegebracht té/bemijle t<0obt
mp gljenabelick berleent ijeeft/ enbe
öemijle tcK alleg Ijebbe: enbe Ijp
giclöt bp Dem aen / foo bat l)p \'t
nam.

12 €nbc ïjp fepbe/Haet onö rep*
fen/ enbe boo^t trecken: enbe ick Cal
boor u trecken.

13 iBaeröpfepbetotöem:IEtjn
ïjeere meet / bat befe kinberen teeber
5ijn/ enbe bat ick foogenbefcljapen
enbe koepen bp mp Ijebbe: inbien*
menfemaer eenen bacö af brijft/foo
fal be getjeele cubbe (terben:

14 iMnljeere trecke boel) boo^
bp / boo? Jet aengefwöte fijnen
knecïjttf: enbe ick fal nip op mijn
gemackaté lepbtfman boegen /nae
öen ganck ban t toerek/ ïjet melcke
feöö?mijnacngeficf)te tó/ enbe nae
ben ganck befer kinberen / tot bat
tek bp mijnen Ijeere te J>eir kome*

15 €nbe<£faufepbe/ Eaetmp
isocb ban btt bolck/bat met mp té/u
Mp Hellen: enbe Ijp fepbe/ HDaer toe
bat * ïaet mp genabe binben in mij*
«ejsïjeerenoogen.

fie dcri beta pounja tangan:febab itou,
carna beta fouda liât djou pounja
mouca feperti calou beta fouda liât
Deos pounja mouca begitou fedap vo-
fte fouda ttima pada beta.

11 Trima djouga beta pounja pali-
harahan, nang fouda jadi bawa pada
voftc, febab Deos deri caffian fouda
caflie pada beta, Iagi febab beta adda
deri famoanja : lagi dia louda cotali
pada dia,begitou agar dia fouda tarima.

12 Lagi dia catta beer beta orang
bedjallan daan pegi de mouca; daan
beta adda bedjallan de mouca vofte.

13 Hanja dia catta padanja ; Tuan-
kou tau annac annac ini adda lombot,
lagi beta adda dengan beta domba
domba daan lapi fapi betina nang bon-
ting : calou calou orang ouflir padanja
fatou hari djouga, fegalla [campon]
hay wan adda matti djouga.

14 Tuankou pegi lalou djouga, de
mouca hambanja : lagi beta adda icot
palahan palahan, daan antar barang
barang itou, nang adda de mouca be-
ta , feperti diorang bole bedjallan, lagi
feperti annac annac ini bole bedjallan,
fampei bera datan pada tuankou de
Seïr.

i f Lagi Efau catta:Beer beta djou-
ga deri orang ini, nang adda dengan
beta,tarou dengan vofte: lagi dia catta;
carn\'appa itou ? beer beta bole caffian
dalam tuankou pounja matta matta,

16 Begitou Efau pada hari itou fou-
da bedjallan combali dia pounja djal-
lan capada Seïr.

SettI : enbe maetfcte Sutten boo? fijn
bee/ baerom noembe gp be name
biet plaetfe/^ntcotg*

18 <£nbe 3acob #uambegonben
[cot]beÛabt ^icgem/ttseïtfceiSin t
ianbt Canaan: als gp quamban
Pabban 2ttam: enbe gp legerbt
fug in t geftcgte bet dabt*

19 €nbe gp feocgt ccn beel bes
belts baet op gp fijne tente gefpan^
nen gabbe/ ban be ganbt bet fonen
lfmm$ / bes babets ban ^>ifgem/
boo?gonöettftucftcn gelts*

20 <£ttöe gp ticgtebe albaet eenen
»ae top: enbe noembe gem/ ^e
^ûbt 3fraeïs[is] eobt*
dirinja:daan baikibarong barong pada
dia pounja haywan: tagal itou dia ber-
namma namma deri tampat itou
* Succoth.

18 Lagi Jacob dengan falammae
fouda datan fampei negri Siehcm»
nang adda de tanna Canaan : manna-
calla dia fouda datan deri Paddan.
Aram : lagi dia fouda baiki dia pounja
barong barong de mouca negri.

19 Lagi dia fouda bli barangbagian
deri tanna rata itou.de manna dia fou-
da baiki dia pounja barong barong,deri
Hemor pounja annac annac pounja
tangan,nang bappaderi Sichcm,pada
farattous pangal pera.

40 Lagi dia de fànna fouda ankac
fatou Altââr : lagi fouda bernamma
itou ; Ifraël pounja Deos adda Deos.

ina ,uytgeg_aen lijnde om de dochrercn des
Jants te fien, wort van Sichern, des Landts-
fieeren Hemors fone, gefchaeckt ende ge-
lchendt, vers i, 8cc. die haer bemint ende
ten houwelicke begeert: waer over fijn va-
der met Iacob, ende fyne fonen fprekende,
fekomtvan Iacobs fonen eenebedrieghlic-
ice belofte _: met bedingh van alles, wat on-
der de iichemnen manlick was, te befnij-
den, 6\' Sulcks van Hemor, Sichern, ende
de onderdanen ingewillight ende ghedaen
zijnde_fWorden fy,liggende inde finerte der
befuijdinge, van Simeon ende Levi over-
een ende vermoort, voort van Iacobs fo-
geplündert 1 vrouw ende kint gevangen
gevoert ,18. bier over is Iacob feer
°ntftelt ende bevreeft, 29.

Dina,pegi de louwar pada Hat annac dar a
deri tanna itou.Hemor radja deri tanno,
itou, pounja annac lackt lacki Sichern,
fouda anjaija daan binaffa pada dia s
dia cape pada Dina,daan mint a camn
dengan dia ; tagal itou dia pounja happa,
catta catta dengan Jacob daan dengan
dia pounja annac annac lelacki, Jacob
pounja annac djandji bri cawin dia

pounja foudara padaSichem,calou orang
lacki lacki deri Negri Sichern[amoa jadi
berfounotydiorang tourut itou,

2 J>icf)em nu ferno^ beg
bttetg/beg lanb-Boiftcn fone/facö*
fe enbe ïjp namfe/enbe iacö bp jaet/
enbeberkracljtefe*

3 Cube fpne stele ItfeefDe aen
«Dina gacote borfjter/en f)p Ijabbe
be jonge bootet* iief/enbe fprackna
Jet IjertebanbejongebocJjtet*

4 ^ieljem fpjacfc ooefc tot Tp*
tien 5£aber emor/feggenbe/ neemt
mp tiefe botster tot eene bjoutoe.

f <©oe gacob ijoo?be/bat Ijpfp*
ne bocljter ;<®tnai berontrepnicljt
ïjabbe foo maren fijne fonen met Ijet
Pee in t belt: enbe Sacob fmeeglj
tot bat fp quamen.

7 Cube be fonen gacotos t&ua*
twen ban (jet belt / atëfp bitfjooj*
ben / enbe &et fmertebe befen man*
nen/ enbe fp ontftafcen feer: om bat
fjpbtoaeffjenbt in 3frael gljebaen
Ijabbe/ 3?acob£ bocljter beflapenbe/
\' t melck alfa* niet en foube göebaen
Horben.

8 ^oe fpiacfc fernoj met Ijen/
feggenbe/ mijne* foong Jbicöenté
$iele i$ berlieft op tt lieber both*
ter: geeftfe Ijem bocfj tot eene
da berannac pada Jacob, fouda pegi
de louwar pada liat annac dara anaac
dara deri tannaitou.

z Sichern pon nang annac lacki lac-
ki deri Hemor nang orang Hivvei,
nang Radja deri tanna itbu, fouda liat
pada diadagi dia rampas pada dia,daan
tidor dengan dia, ija tidor dengan dia
par forfa.

3 Daan dia pounja djiwa fouda Ie-
cat pada Din a, annac parampuan deri
Jacob: lagi dia fouda caflïe pada annac
dara, lagi dia catta catta¹ feperti an-
nac dara pounja hati fouca.

5 Mannacalla Jacob fouda dengar,
dia pounja annac parampouan fouda
jadi binaffa, fedang dia pounja annac
annac lacki lacki dengan haywan ad-
da de louwar , Jacob fouda diëm fam-
peidiorang datan.

6 Daan Hemor bappa deri Sichern
fouda pegi de louwar pada Jacob pada
catta catta dengan dia.

7 Lagi Jacob pounja annac annac
lelacki louda datan deri louwar man-
nacalla diorang fouda dengar itou,
fouda boat fackit pada lacki lacki itou,
lagi diorang fouda goufar fangat: fe-
bab dia fouda boat berboatan gila da-
lam Ifraël, daan tidor dengan annac
parampouan deri Jacob: carna tida
patout jadi begitou.

8 Tempo itou Hemor fouda catta
catta dengan diorang,cattanja:Sichem
annackou pounja djiwa fouca pada
djouorang pounja annac parampuan:

9 Cnbe berfmagert u met ong/
Seeft on£ ume botljteren / en neemt
boo?u onfebocljteren*

10 <d?nbe moont met ong: enbe
Set lant fal üoont aengeftcljte 3ijn /
tooont / enbe ganbelt baer m / enbe
ftelt h tot befitterjö baer in*

11 Cnbe ^ief)emfepbetotï>a>
renbaber/enoetot ïjare b.joeöercn/
laet mp genabe binbenin utoe 00*
gen: enbe mat gijp tot mp feggen
fult/falicfc geben*

** Bergrot feer ober mp ben
fyuptfcljat/enbe tgijefcljencft/enbe
stft fal geben gelijek até g&p-tot mp
fult feggen/geeft nm aeclitg be jon*
ge botftter tot eene bjoutoe*

13 ^oc antmoojbben 3jatob£
fatten aen ^icljem/ enöe ï^emo? ftj*
nenbaöerbebjiegPcfe/ enbe fp?a*
Hen: (ober mibtjs? bat 0p ^ma&are
ftiftet t>erontrepnigf?t liabbe>

¹ ^ «Bnbe tp fepben tot pen / Wp
en ftiUen btfe fafte niet fconnen
boen / bat lup onfe fuöer aen eenen
man geben fouben/ bie tseboortmpt
fteeft: ttiant bat mate ons eene
^öaube*

Boel) ÏJier in Tullen mpu te
ïï ^e / foo gijp toomt gljeliiffc
t ^öat onberubefneöen mo*be

9 Daan bacawin cawin dengan beta
orang, bri djou orang pounja annac
annac parampouan pada beta orang_slagi ambil beta orang pounja annac
annac parampouan pada djouorang.

10 Lagi doudoc dengan ber\'orang:
daan tanna adda jadi boucapada djou-
orang 5 doudoc daanvinjagga dalam
itou, daan tingal dalam itou.

11 Lagi Sichern catta pada dia
pounja bappa daan pada dia pounja
loudara foudara lacki lacki 5 beer beta
bertamou caflian dalam djou-orang
pounja matta matta : lagi app\' appa
djouorang adda catta catta pada beta,
beta adda bri.

12 Mintadjouga deri beta ijfci ca-
win banja, daan caflîe befar, lagi beta
adda bri, feperti djouorang adda catta
pada beta, bri djouga pada beta annac
daraitou pada [jadi beta pounja] bini.

13 Tempo itou Jacob pounja annac
annac fouaa menjaoutpada Sichern,
daan pada bappanja Hemor tfjara ba-
boudi, daan catta catta: (febab dia
fouda boat tfjammar pada Dina di-
orang pounja ade parampouan).

14 Lagi diorang catta pada diorang,
bet\' orang tida bole boat berboatan
itou , agar bet\' orang bri bet\' orang
pounja foudara pada barang lacki lac-
ki nang addacoulop : carna itou jadi
malou pada bet\' orang.

15 Tetapi begitou bet\'orang mau
boat djou-orang pounja candati, dji-
calou tuan orang jadi feperci beta
orang, agar de antara tuan orang jadi
founot lacki lackifamoa ;

16 «Dan füllen tap uonfe bod)*
teren gljeben/ cnDc nuie bo toteren
füllen top onönemen / enbe tup fuU
I en met n tooonen / enbe tup fnllen
tot eenbolc&$ijn*

17 IBaer too gljp na om niet en
fttlt ijoorcn / om bef neben teU)o:*
ben/ foo füllen uop onfe boater ne*
taen/enbe tucctj trecken.

18 Cnöe Ijare bjoojben biaren
goet inbe oogen l^entotg / enbe inöe
oogen ban Jwfjein #emo fone*

i? Cnbe öe fongeltncfc en ber*
tooclj met befe fake te boe/ bjant f|p
ijaDbe lull in Jacobs* boater: enbe
|)P b)a$ ge-eert bobeit al ftjneö ba*
berg !>up&

20 (|tiam l^emo? enbe
cftem fi?n fone tot fjater ftabs* poo?»
te/ enbe fp fpjaecfcen tot be mannen
IjareHiabt/feggenbe:

»i ^>cfc mannen 31m b^eebfaent
met on$ / baeroin laetfe in bit lanbt
moonen/enbe baer in Ijanbelen/enbe
It ct lanbt / (Ciet/ljetigmtjbtban be*
gnjp) boo? Ijaer aengeficljte $i)n:
top füllen on£ Ijare botljteren tot
bnjben nemen / enbe top füllen onfe
bocljteren Ijen geben*

^ocööter in füllen befe mam
nen on£ tetoiiie 311 n/ batfe met ong
bjoonen on? tot een bolcfc te $tjn;al£

16 Commedien beta orang mau
bri bet\'orang poun ja annac annac dara
pada tuan orang daan tuan orang
pounja annac annac dara bet¹ orang
mau ambil pada bet\' orang, lagi bet\'-
orang mau doudoc dengan tuan
orang, lagi bet\'orang adda jadipada
orang fatou.

17 Hanja calou tuan prang tida
mau dengar pada bet\' orang, pada dja-
di founot; bet\' orang mau ambil bet\'-
orang pounja anac dara,daan poulang.

18 Lagi diorang pounja bacactahan
foudabaicdalam Hemor pounja mat-
ta matta, lagi dalam matta matta deri
Sichern, Hemor pounja annac.

19 Lagi lacki mouda tida nanti pada
boat berboatan itou.carna dia fouca pa-
da Jacob pounja annac: lagi dia fouda
packei hormat lebe deri orang lain fa-
moa dalam bappanja pounja rouma.

zo Hemor pon dengan annanja Si-
chern fouda datan dalam pintou Ne-
grinja: lagi diorang catta catta pada
lacki lacki deri Negrinja, cattanja:

2i Lacki lacki ini fouca dammei
dengan beta orang, tagal itoubeer di-
orang doudoc dalam tanna ini, lagi
vinjagga dalamitou,lagi [beer] tanna,
(liat coulillingnjaadda louwas)¹ adda
bouca pada diorang: beta orang adda
ambil diorang pounja annac dara an-
nac dara pada [jadi] beta orang pounja
iftri iftri, lagi beta orang adda bri beta
orang pounja annac dara annac dara
pada diorang.

23 i^aerbee/ enbe hare befitttn*
ge/ enbe alle hare beeren füllen bie
niet onfe 3tjn * alleen laet ong hen
te taille $ijn/ enbe fp füllen met ong
töoonen.

H <£nbefphoorbenna^emor/
enbe na £>ichem fijnen fone/alle bie
te fijner ftabtgpoorte ttptgingen:
enbe fp merben befnebeti/ al ttJat
manlick toag/allebie te fijner ftabtg
poojteuptgingen.

25 Cnbehetgefchiebbe ten ber*
benbage/boe fp möefmerte maren/
foo namen be tmee fonen gacobg/
<§>imcon enbeHebi / bjoebergban
<Bina/ecn pegelick fijtrCbjeett/enbe
cmamenöoutelick m beftabt / enbe
boobben/ al mat manlick mag.

I⁶ £>p aoegen oock Mentor/en*
be fijnen fone ^ichemboot metbe
fcherpte beg ftieertg:enbe fp namen
^>ma upt cjjemg hupg l en gin*
genbaer ban.

27 ^e fonen 3acobg quamen
ober beberflagene/enbeplunberben
^eftabt: ombat fp hare fuöer bet*
^m^ttep_nigijthabben.

pada jadi orang fatou:calou lacki lackt
famoa dc antara bct\'orang jadi fbunot,
feperti diorang fouda jadi founot.

23 Diorang pounja hay wan,diorang
pounja arta arta , dengan diorang
pounja binatangboucan diorang adda
jadi bet\' orang pounja ? beër bet\'orang
boat diorang pounja candati djouga,
lagi diorang addadoudoc dengan beta
orang.

24 Lagi diorang fouda dengar pada
Hemor, daan pada Sichern dia pounja
annac, orang famoa nangcallouwar
deripintou Negrinja: lagi diorang jadi
berfounot, orang lacki lacki famoa,
orang famoa nang callouwar deri pin-
tou Negrinja.

25 Lagi fouda jadi pada hari nang
catiga, mannacalla diorang adda da-
lam fanfara, Jacob pounja annac lacki
lacki dua Simeon, dengan Levi, fou-
darafoudara deri Dina,fa orang fouda
ambil pedangnja.lagi dengan hari bra-
ni fouda mafloc dalam negri, lagi fou-
da bounou orang lacki lacki famoa.

26 Diorang lagi fouda bounou pada
Hemor daan pada Sichern dia pounja
annac dengan pedang pounja ou-
djong : lagi diorang fouda ambil pada
Dinaderi Sichern pounja rouma, lagi
poulang.

27 Jacob pounja annac annac fou-
da datan atas orang matti, lagi fouda
rampas negri pounja arta arta: febab
diorang fouda binaffa diorang poun-
ja foüdara parampouan.

28 Diorang pounja domba domba,
dengan diorang pounjafapifapi,den-
gan diorang pounja caliedey calledey,

29 enbealfjaerbetmogen/en*
be alle pâte klepne fcinberen enbe
fjaremijben boerben fp gebancfce*
ItcUmeclj/enbeplunberöenfe/enbeaï
mat binnenö ljupjï mag*

3 0 ^oe feube 3acob tot
on enbe tot Heb!/ <0ï)p öebt mp be*
roertnnt£ mp fttnckenöe te maken
onbet be inmoonöerg öefeg lanDtö/
onbet be Canaaniten/enbe onbet be
Pjetrefiten: enöcïck ben mepnigïj
boicUjS in getale/ foofpfjentegeng
mp bevfamelen / foo fnllen fp mp
flam / enbe ick fal berbelgljt mo^
ben/ ith/ enbe mijn Ijup^
dengan itou nang adda de itegri, dcn°
gan itou nang adda de louwar, itou di-
orang fouda rampas.

2.9 Lagi fegalia diorang pounja co-
aflà,dengan diorang pounja annac an-
nac kitfjil famoa dengan diorang
pounja iftri iftri diorang fouda pegang
daan rampas bawa lagi merbout di-
orang dengan barang appa famoa nang
addaderouma.

30 Tempo itou Jacob fouda catta
pada Simeon, daan pada Levi; paca-
nira orang fouda begra bcta [pounja
hati] lagi fouda boat beta babauw
bouflbe dè antara orang nang doudoc
de tan na ini, de antara orang Canancï
daan de antara orang Pherifeï : lagi
bcta adda orang tida banjac, calou di-
orang bacampon pada backcley den-
gan beta, diorang adda pouckol pada
beta, lagi beta adda jadi rouflà, beta,
dengan beta pounja rouma.

31 Lagi diorang eatta:[begimanna]
dia adda boat dengan bet\'orang poun-
ja foudarafeperti dengan founaal >

lacob, fijn huys gefuyvert ende tot den Gods •
dienft voorbereyt hebbende, vertreckt op
Godts bevel na Bethel, vers 1, Src. alwaer
hy onbefchadight gbekomen zijnde eenen
Altaer bouwt, 6. doot ende begraefnifle
vanDebora, voeder van Rebecca,8. Godc
yerfchijntlacob,hem andermael gevende
den naem van Ifrael, met vernieuwinge fy-
«er beloften, 9. des lacob een ghedenck-
teecken opricht, ende de plaetfe vernoemt,
ï4, van daervertreckende, fterfRaehelin
den arbeyt van Benjamin, eqde wort aldaer

Jacob tfjoutfji daanhadir roumanjapada
fervyrpada Alla, pegide Bethel feperti
Alla fouro. Jerta dia datan de datan de
farwa dia haiki Altaar fatou. Debora
Rebecca pounja pengajjo matti. Alla ca-
liatan pada Jacob, lagi nangca dua cali
bri padanj&namma Jfraël, daan berba-
rouakan dia pounja djandihan. Tagal
itou Jacob tarou tanda beringat fato^

begraven, 16• Ruben bedrijft bloetfchaa-
ée in fijns vaders huys,2I. Regifter van
Iacobsfonen.aj. Iacobkorateyndlick tot
lijnen vader Ifaac, de welcke fterft, ende
wort van hem en Efau begraven, 27*

treckt op na mtty <£ll enbe tooont
alöaer: enbe maecktbaereenen 211*
tart bien «^obt/bieuberfcfjeen/boe
söpUlticljteöetboo^li« aengeficji*
tt tttbe£bzoeöerö efatwu

2 ^oê fepbe 3acoö tot fijn
ftupj* gefin/ enbe tot alle Die fep öem
icarent^oetüjecl) bebjeembe&o*
fcen/biein \'t mibbenban u sijn/ enöe
«pnigïjt u/ enbe becanbert utoe
Jtfeebetem

3 €nöelaeton$on£ op maken/
enöe op trecken na 25etïj-€l: enöe
ick fal öaer eenen Mtm maken
öten <®obt öie mp antteoojbt ten
öage mijner benautljept/ enbe met
mn gebiceft té/op benbjeelj/bien ick
Setoanueltöeböe.

4 ^oe gaben fp Sacoïj alle öie
tyeemöe <5oöen/ öie in fjare Ijanöt
ïbaren/ enöe öie ooj-cierfelen/ öie
aenjareoorenmareny enöe 3acoö
berbergljbefe onöer öen <£pcken-
tioom/öieöp Siegern

flteöen / tiie tonötomftentoaren/ foo
öat fti be fonen niet acijter
nae en iaegtnjen
6 ftifoo quam 3acöb tejuy

daan bri nantma lain pada tampat itou.
Dia poulanr den fanna , Rachel matte
fedang dialerannacBenjamin , Ruben
tidor dengan bappanjapounja gondicjSc.
i ^Ommediën Deos foudacatta
^pada Jacob; Badiri pegi de
Bethel, daan doudoc de fan na: daan
baiki de fanna fatou Altaar pada Dcos
itou, nang fouda caiiatan pada paca-
nira, fedang pacanira lari deri foudara-
mou Efau pounja mouca.

x Tempo itou Jacob fouda catta
pada dia pounja orang de rouma, iagi
pada orang famoa nang adda dengan
dia; boang¹ Deos Deos nang horgay,
nang adda de antara pacanira orang,
daan tfjoutfji pacanira orang, daan
ialin packeyan packeyan-mou.

3 Lagi bèër bet\' orang badiri, daan
pegi de Bethel: lagi beta de fanna man
baiki Altaar fatou de fanna pada Deos
itou nang menjaout pada beta pada
hari calou beta adda fixa: lagi fouda
adda dengan beta, dedjallande man-
na beta fouda bedjallan.

4 Tagal itou diorang fouda bri pada
Jacob Deos Deos itou horgay famoa,
nang adda dalam diorang pounja tan-
gan,dengan crabou crabou nang adda
aalam diorang pounja telinga,lagi Ja-
cob fouda fembounji itou de bawa
pohon Allon itou nang adda ampir
Sichem.

5 Diorang pon pegi: lagi Deos
pounja tercoudjottan adda atas Negri
Negri nang adda coulilling diorang,
begitou agar diorang tida ouffirpada
Jacob pounja annac annac.

melck t£ m \' t lanbt €anaan/(öat té i
H&t&\'Gl) gp/enbe ai get bokk bat |
bpgemtoaö.

7 Cnbe gp boutobe albaer eenen
SUtaetv enbe noemde Die pïaetfe / Cl
2£etg-<£I: toant<0obt gern albaer
maS ggeopenbaert getoceft / als gp
booj ftjneS bjoebetS aengefitgte
blntgtte.

s <*j*nbe Debora be boettet ban
Rebecca ftetf / enbe fp toerbt begja*
benonberaen25etg-€l/ oitber bir
epcke / laelcker name gp noembe/

9 <£nbe<0obt betfcgeen Sacob
toeberom/ até gp ban gabban
«tam gekomen uiaS; enbe gp fe*
genbe gem.

10 enbe <£>obt fepbe tot gem:
ïitoenaem té 3acob: ubjenaem fal
tooojtaen met Slaeob genoemtmo^
ben / rnaer gfrael fal urne naem
3tm / enbe gp noimbe fpnen naem
*3fraeL

11 Borbet fepbe <0obt tot gem:
3eHben<^obt be3Clma*gtige/ 3ijt
bjntgtbaer/ enbe bermenigbnïbigt/
*enbolck/ia eengoop bet bofeketen
falnpt tl b)o?ben / enbe Coningen
tollen upt «toe lenbenen boonko*
men.

12 enbebit lanbt/bat itk $bja*
gam enbe ^faac gegeben gebbe/bat
fal ick n geben: enbe utoen 3abe na
»fal itk bit lant geben.

Luz.nangadda de tanna Canaan,(ini-
la Bethel ) dia, dengan orang famoa
nang adda dengan dia.

7 Lagi dia baiki de fanna Altââr fa-
tou, daan bernamma tampat itou¹ El-
Beth-El : carna de fanna Deos fouda
caliatan pada dia, fedangdia lari deri
foudaranja pounja mouca.

8 Debora pon nang pcngaflb deri
Rebecca fouda matti,lagi dia jadi tan-
nam de bawa Beth-EI, de bawa pohon
Allon itou jang pounja namma dia
fouda bernamma, ■» Allon-Bachuth.

9 Lagi Deos combali fouda caliatau
pada Jacob , mannacalla dia fouda
combali deri Paddan Aram : lagi dia
palihara padanja.

10 Lagi Deos catta pada nja : nam-
mamou addajacob: nammamou deri
padafacarang tida mefter jadi bernam-
ma Jacob, hanja nammamou adda
jadi Ifraël: lagi Dia fouda bernamma
nammanja Ifraël.

11 Deos lagi catta padanja : Akou
adda Deos nang cabefarang berannac
lagi jadi banjac : Orang ija facampon
deri orang orang adda jadi deri vofte,
lagi Radja Radja adda callouwar deri
vofte pounja pin gang.

ï 2 Lagi tanna ini nang Akou fouda
caffie pada Abraham daan Ifaac, itou
Akou mau caffie pada pacanira : lagi
padapacanira pounja bidji de blackan
pacanira Akou mau caflie tanna ini.

13 Scdang itou Deos fouda Naic
deri dia, dalam tampat itou,de manna
Dia fouda catta catta dengan dia.

14 4*tti» 3acob ttelbeeen opge*
recht teeeken op / in bie plaetfe baer
hnmet hem gef&oocken haöbe/ een
ftccnen opgerecht teeeken; enbe hn
ftojtte baer op branck-oflfer/enöe
goot olte baer ober.

i ? €nDe Sfacob noemöe ben na*
me tuec plaetfe / aiuiaet #oötmet
hemgefproken haööe/-3eth-€l.

enöe fp repfoea ban leth-
ei / enöe baer mag oock een fclepne
ftreeckelanbtg/ om tot ©phrath te
komen: enöe fcachtï baeröe/cnöe fp
Ijaööe t hart in haer baren.

17 enöe Jet gefchiebbe atë fp \'t
hart habbein haer baren/ foo fepbe
be toroebbroutoe tot haer: Cnbreeft
piet/ mant befen fone fnït gijp oock
hebben.

18 €nbe het gefchiebbe alö hare
jieletiptgtnck (toant fp fterfj bat fp
fijnen name ttoemöe/ &en-#ni:
maer fijn baber noembe hem/ 25en*

^T 9 «ifoo derf kachel / enbefp
taerbt begzaben aen ben toeghnae
^Phratij/öat ig/^ethïehem.

²⁰ <£nbe 3iacob richtte een ghe*
benck-teeeken opbobenhaer graf:
bat i0 het gebenck-teecken ban

21 ^oebe*repföc3lfrael: enbe
hpfpanbeftjnetente op geene3i)öe
*aniBigbaI<£ber.

€nöehrtStfthtebbealggf<
m öat ïant tooonbe/bat fiuben
sinck/ enöe lach bp ^üpa
ning babets b^mitf: wte 3fraeï
hoorbe t: e_{m öe} fonen f acoba

14 Lagi Jacob fouda tarou tandt
fatou nangbadiri.dalam tampat itou
de manna dia fouda catta catta dengi
dia, tanda batou nang badiri : lagi dia
rompa atas itou fumbahan termin-
nom,lagi touangminjacde atas itou.

15 Lagi Jacob bernamma namma
deti tampat itou, de manna Deos fou-
da catta catta dengan dia, Beth-El

16 Lagi diorang fouda pegi deti
Beth-El, iagi adda fifa djallan kitfjil
pada datan de Ephrath : lagi Rachel
fouda berannac, lagi dia bcrannac den-
gan foucar.

17 Lagi fouda jadifedang dia ber-
annac dengan foucar ; agar biang cat-
ta padanja : Jangan tacot,carna annac
lacki lacki ini volle lagi adda bole.

18 Lagi foudajadi fedangdia poun-
ja djiwa callouwar (carna dia fouda
matti) agar dia bernamma nammanja
«■ Bcn-Oni: hanja bappanja bernamma
pada dia» Benjamin.

19 Begitou Rachel fouda matti,lagt
dia jadi tannam ampir djallan deri
Ephrath, inila, Bethlehem.

20 Lagi Jacob fouda tarou tanda
beringat fatou de atas dia pounja cou-
bour:itoula tanda beringat deri Rachel
pou nja coubour lampei hari ini.

21 Commcdiën Ifraël fouda pou-
lang, lagi dia baiki dia pounja barong
barong de fabela Migdal Eder.

22 Lagi fouda jadi fedang Ifraël
doudoc de tanna itou, agar Ruben
pegi, daantidordengan Bilha bappa-
nja pounja canda : lagi Ifraël fouda
dengar itou : lagi Jacob pounja annac

23 Lea pounja annac annac adda
Ruben, annac bermoula deri Jacob,
commediën Simeon, dengan Levi,
dengan Juda, daan liïafchar, daan Ze-
bulon.

26 Lagi annac anna« deri Zilpa»
Lea pounja hamba, Gad,dengaa Afer:
inila Jacob pounja annac annac lacki
lacki, nang fouda jadi berannac pa-
danja de Paddaa Aram.

27 Lagi Jacob» fouda datan pada
bappanja pada Ifaac de Mamre de Ki-
riath Arba, itou la Hebron, de manna
Abraham fouda doudoc ièperti horgay
daan Ifaac.

28 Lagi Ifaac pounja hari bari föuda
adda faratcous tauon, daan de lappan
poulou tauon.

29 Lagi Ifaac fouda poutous njawa,
lagi matti,lagi jadi bacampon pada dia
pounja orang orang, touwa daan kin-
jangderi hari hari: lagi dia pounja an-
nac annac Efau dengan Jacob fouda
tannam pada dia.

maren tU)acif>

2.3 fonen ban Hea toaren/
&uben/gacob$ eerftgebooren/bae?
nae Jnmeon / enbe Eebi / enöe
Da/ mt gifafcïjar/ enöe Eebulon :

24 Oefenen Hacljefó/ 3iofepïj
enbe&enjamtn:

2 y Cnbe be fonen ban 2&itfja/
&aeljetë öienftmaegljt / «Dan / enöe
j©apjtalt

enöe be fonen ban J>ilpa/
Eeaöötenffmaegöt/ <^ab/ enbeSlU
fer : öat 51m Sacob£ fonen / öie fjem
gebooren5ijn in JpabbanSlranu

27 €nöe3acoïï quam tot gfa^
ac fnnen baber mïBamre te üiriatlj
2l!rba/meïch tg ^ebjon/baer Sïbja*
fjam até bjeembelintfc fjabbe ber*
lieert/enöe gfaae*

28 enbe be öagen gfaatgtoa*
ren ïjonöert jm / enbe tacfjtentigfj
faer*

29 <£nöe 3faac gaf ben geeft/
enbeftetf/ enöe mert toerfamelt tot
fijne boïckeren / ottbt / enöe fat fcan
Dagen: enöe fijne fonen €fau enbe

I lArt\'mja, Btralla ponnja tonladang touladang. 2 Artinja Deos adda de Bethel. 3 Ar-
\' - \' — "\'Ion menangis. 4 tArtinja annac deri betapomja fanfara* s Artinja annac

Efaus wij ven,en de kinderen, gebooren in Ca-
naan,verf. 1,2,&c. Sijn vertrecknaSeir,6.
fijne Nakomelingen,als oock Seirs, des
Moriters, 20. onder defe is Ana, die de

Brentihan nang ca tiga poulou nam.
Efau pounja hini hini dengan annac annac
nang fouda jadi de Canaan. diapoulai\'è
de Seïp dia pounja ponpou daan

Dokteren Dan Canaan; De
Docgt er etonS Des ^etgiterS / enDe
&tjoUDamaDeDorf)tetDan 2fna/De
Doeljter Dan^ibeon Den ^itiiter:

s €nöe SlfjoliDamabaerbe
Öus/en De gaelam/enöe ftoraïj:<Btc
$ijn <£fans fonen/ Die fjem geboren
3i]n in f)et lant Canaam

6 Cfauuu gaDöe genomen fti\'ne
topben/ enDe fpne fonen / enDe fpne
DocgterS / enDe alle bestelen fpneS
l^pfes / enDe fijn bee/ enDe alle fpne
^eeöen/enDe alle fijne befittinge/bie
|P in Den lanDe Canaan getoojben
gaDDe/ enDe toaS bettrotfeen nae een
[ander] ïanöt / Dan tjct aengeftcïne

7 l^antgareljabebjastebele/
om t\'famen te rnoonen: enDe Ijet
*anbt Ijarer bjeentbelmcMcljappen
^ konöefe niet bjagenban bjegen

2, Efàu fouda ambil bini bininja deri
annacdara annac dara Canaan : Ada
annac deri Elon nang orang Hitêêi,
daan Aholibama Ana pounja annac,
annac deri Zibeon nan g orang Hivêêi.

4 Ada pon fouda berannac pada
Efau Eliphas, daan Bafmath fouda
berannac Rehuëi.

5 Lagi Aholibama fouda beran nac
Jehus, dengan Jaëlam, daan Korah ;
Iniîa Efau pounja annac annac lacki
lacki, nang fonda jadi berannac pa-
danja de tanna Canaan.

6 Efau pen fouda ambil iftri iftrinja
dengan dia pounja annac annac lacki
lacki,dengan dia pounja annac annac
parampouan, dengan fegalla djiwa
djiwaderiroumanja_sdengan dia poun-
ja hay vvan,dengan dia pounja binatang
famoa, dengan dia pounja arta famoa
nang dia fouda bole de tanna Canaan;
lagi fonda poulang de tanna laïn, deri
foudaranja Jacob pounja mouca.

7 Carna diorang pounja haywan
adda banjac amat, pada doudoc fam-
mafamma : lagi tanna de mannadi-
orang doudoc feperti horgay rida bole
tahan diorang tagal diorang pounja
binatang.

10 tDit ^tin öenamen öer fontn
€fau& €lipöa5 öe fone ban »da/
Cfan£ JnipO^ouUie/ &efmetöefo»
ne ban 25afmatj) / Cfaug Ijupf*
b^ontoe.

11 <6nöe öe fönen bat* €1
teaten: CemaiV^mar/^e^öo/ en*
De <0aetani/enöeöena3^

12 enöe Cirana toag <£Itp&a3/
öeg foonjö <£fan£ fepbnjf/ enöt fp
baeröe <6lipöa3 aen airaalefe: öit
Stinöe fönen ban fliöa/Cfatijtf Jupf«
bjomaoe,

r 3 €nbe öit 5ün öe fönen ßefju*
elö/Maljatfj/enöc Ecratj/^amma/
enbe Jföi33a: öat 31m gljebjeeft öe
fönen Dan 23afmatfj/<£:faug (jnpf*
bjottbjc*

14 Cnöeöit 3nngl)etoee(töe fo^
nett ban 2tj)oItbama/ boc&ter ban
2lna/bocf}terban^tbeon/ <£fan£
bunfüioutuc: enöe fn baecbe aen
Cfatt iJeljuS/ enöe 3faelara/enöe
ftorali*

ir ^tt3i?nbe Booßen öer fönen
€fatt£: öe fönen €bpöa3/be£ eerft-
0lieöooren€fatvö tomten/ öe
Cematv öe BojS <£>mar / öe Bo^ft
^cpöo/öeBo^öena5/

16 3De föora?)/ öe^otö
<&aetfjam / öe Bont Stmaleh: öat
5Sittöe Botften ban^ltplja^inöen
ianöß Cöonr/ öat 51)11 öe fönen Dan

9 Inila pon affal aflal deri Efau,
nang bappa deri orang Edom: de gou-
nong gounong Seir.

10 In la namma namma den Efau
pounja annacannac lacki iacki Elipha«
annac deri Ada, Efau pounja bini, Re-
huel annac deri Bafmath, Efau poun-
ja bini. ^v

11 Annac annac lacki lacki ppa
deri Eliphas adda_; Tcman , Omar,
Zepho, dengan Gaetam.daan Kcnaz.

Ii Timnapon adda Eliphas, nang
annac deri Efau, pounja gondic, lagi
dia berannac Amalek pada Eliphas :
inila annac annac lacki lacki deri Ada,
nang Efau pounja iftri.

13 Inila pon annac annac deri Re-
huel,Nahath, dengan Zerah, Samma,
dengan Mizza: Ini adda annaeannac
deri Bafmath, nang iftri deri Eiau.

14 Inila adda annacannac deri A«
holibama, nang annac parampouan
deri Ana, nang annac parampouaiv
deri Zibeon, nang iftri deri Efau: dia
pon fouda berannac pada Efau, Jchus,
daan Jaelam, dengan Korah.

if Inila orangcaya orangcaya deri
Efau pounja annac annac: annac an-
nac deri Eliphas, nang annac bermou-
la deri Efau, adda: orang caya Teman,
orang caya Omar, orang caya Zepho,
orang caya Kenaz.

16 Orang caya Korah, orang caya
Gaetham, orang caya Amalek: inila
orang caya orang caya deri Eliphaz,dc
tannaEdom, inila annac annac deri
Ada.

be f^o?8en ftefmetë in l)et lanbt
<gbom£/bat 3ijn be fonen ban
watö/be httpfb?o«ü3e Cfan&

18 Cnbe Dit 3im be fonen ban
ftfjoïtbania be ïjnpfb;tonb)c€fatrê/
be^ojft 3eöuö/be Bojtt 3aelam/
öe ^ozft itoraf):bat 511« be Booßen
ban 21 holibama/ be Dochter ban
na/bej)upfb?o«töe €fau&

ao ^it3ünbe fonen ,&eirgbeg
^oriterg/ intooonberen ban bien
lanbe: 3totf)an/enbe^obal/ enbe
^tbcon/ enöefttia/

ai «enbe«©ifon/enbe€3er/enbe
<&ifian:bat 31m be Booßenber ^o*
riten/ fonen ban &tïx in ftct ianbt
ban Cbom.

* 1 Cnbe be fonen Hotljang taa*
ren/ ^₀ti enbe hernam / enbe Ho*
tpans runter mag Cimna*

€nbe bit 3ün be fonen
balg/ 3tiban/ enbe üfèanaï)att)/enbe
^baï/enbe J>epöo/enbe<0nam*

² 4 Cnbe bit 3im be fonen ^ibe*
ong/3lia/enbeSna ifyp igbieSlna/
bie be Ätplen in be tooeßpne gïje*
bonben Jeeft/ boeljpfpnegbaöerg
^ibeongefetëtoepbbe*

Rehuël, nang annac Efau, orangcaya
Nahath, orang caya Zerah, orang caya
Samma, orangcaya Mizzah: inila
orang caya deri Rehuël de tanna E-
dom, inila annac annac lacki lacki deri
Bafmath nang iftri deri Efau.

18 Inila pon annac an nac deri Aho-
libama nang iftri deri Efau, orang caya
Jehus, orang caya Jaëlam, orang caya
Korah : inila orang caya deri Aholiba-
ma,nang annac parampouan deri Ana,
nang iftri deri Elau.

19 Itou la annac annac Elau , itou
la lagi diorang pounja orang caya
orang caya : dia adda Edom.

2,0 Inila annac annac deri Seïr nang
orang Horirhêêi, nang doudoc de tan-
na itou, Lothan, dengan Sobal, den-
gan Zibeon, daan Ana.

il Dengan Difon , dengan Ezer,
dengan Difan : inila orang caya deri
orang Horithêêi,annac annac deri Seïr
de tanna Edom.

22 Annac annac Lothan pon adda,
Hori, dengan Hernam : lagi foudara
parampouan adda Timna.

23 Inila pon annac annacderi So-
bal, Al van, dengan Manahath,dengan
Ebal,dengan Sepho,daan Onam.

24 Inila pon annac annac Zibeon,
Aia,dengan Ana : inila Ana itou,nang
fouda bertamou couda-calledey de
rimba , mannacalla dia adda com-
baladeri bappanja Zibeon pounja cal-
ledey calledey.

25 Inila pon annac anna deri Ana,
Difon : Aholibama pon adda annac
parampouan deri Ana.

29 <Btt 3tjn öe Boetten ntt
riten/ öe Botü Hotljan/ öeBo?ö
^obal/öe Bo?ft^tbeon/ öeBo?a
&na/

3er/öeBo$^ifatt:öit3ijn öe^o?*
öen öet ponten nae ïjare Golften
tnöenlanbe

31 Cnöe öit 3tjn öe koningen/
öie gljcrcgecrt l)ebben möenlanöe
<^öom/ eer een ïtoninek regeeröe
mtv öe kinöeren 3jfrael£.

32 &eïa Dan öe fone &eo?0re*
geeröein Cöom/enöe öe name fijne;
ftaöttoag «©inïjaba*

3 3 Cnöe 23ela ftetf: enöe fjobab
öe fone Zevdj Dan 23o3ta regeeröe
in fijne plaetfe*

34 ^nöe Slobabfterf: enbe
fam tipt öer Cemaniten lanöt / re*
geeröe in fijne plaetfe*

3ï <£nöe fnfam iïcrf: enöe in
fijne plaetfe regeeröe l|aöaö öe fone
^eöaöö/öie Ifêiöian Derlloegï) in
öenDelöe jBoab£/ enöeöe nameft>
nerftaöttoasstbitl).

3 6 Cnöe i^aöaö fterf: enöe
J>amla Dan iÉafrefca regeeröe in
fijne plaetfe.

29 Inila orang caya deri orang Ho-
rithêci, orang caya Lothan,orang caya
Sobal, orang caya Sibeon, orang caya
Ana.

30 Orang caya Difon, orang caya
Ezer, orang caya Difan,inila orang
caya orang caya deri orang Horithêêi,
feperti diorang pounja orang caya
orang caya de tanna Seïr.

31 Inila pon adda Radja radja nang
fouda pegang Negri Negri de tanna
Edom, daulou deri barang Radja fou-
da pegang negri de antara orang Ifraël.

32 Bela pon nang annac deri Beor
fouda pegang Negri de Edom, lagi ne-
grinja pounja namma adda Dinhaba.

3 3 Bela pon fouda matti,lagi Jobab
nang annac Zerah deri Bozra fouda
pegang negri ganti dia.

34 Jobab pon fouda matti, lagi
Hufam deri tanna Temam fouda pe-
gang Negri ganti dia.

35 Huiam pon fouda matti: lagi
Hadad nang annac deri Bedad nang
fouda bounou Midian de tanna Moab,
fouda pegang Negri ganti dia,lagi Ne
grinja pounja namma adda Avirb.

36 Hadad pon ibuda matti : lag
Samla deri Mafreka fouda pegang Nc
gri ganti dia.

37 Samla pon fouda matti , lag
Saul deri Rehoboth deampir fongci
fouda pegang Negri ganti dia.

38 <£nöe J>aul fterf: enöe *Baal-
^anan/ De fone $cl|&o?g / regeerbe
in fijne piaecfe.

3 9 <£nbe ^aal-^anan / De Cone
$eïïbO£g ftetf; enDe l^aöae regeerDe
infijneplaetfe/enDe De name fijner
Gabt mag/ #aiju : enöe De name fi j*
nerjjupf trouble mag fBe&etabeel/
eene Doc&ter ban ü^atreD / be Do®*

4° Cnbe Dit jijn De namen Der
Booßen <£fattg/na Sare geflachten/
nae tjareplaetfen met Jare namen :
be ^0 ïtt Cimna/ be Bojft $lba/ be
^ojft get^et^

43 <&eBo#l&agbiel/beBojft
Stam : bit 3tjn be Booßen <£bontg
Jtae Dare mooningen / in Den lanOe
garer befittinge: {jp ig efau De
baber <£?Dom$;

Iofe£>h, boven gj_ne broederen van Iacob be-
mmt zijnde ,wort defhalven van henghe-
haet,vers i,5cc. voornemeliek door\'t ver-
qael fyner droomen, 5-, waeromme fy t\'la-
«ien fpannen om hem (als hy door fijns va-
£^ers laft tot ben te Dothan quam) om te
£^rengen, 12. maerwerpen hem, door Ru-

°^ensvoorfpreken,»neenenkuyl _j2I. ver-
hopen hem daer nae, door raec van Iuda,
aen voorby reyfende Ifmaeliten, die hem
voeren in Eg_yp_ten fyne broeders be-
keken haer f_{eyt m}\'_ec bedrogh by Iacob.3 r.

38 Saul pon fouda matti: lagi Baal-
Hanan: nang annac Achbor fouda pc~
gang Negri ganti dia.

39 Baal-Hanan nang annac Achboc
pon jfouda matti : lagi Hadar fouda pe-
gang Negri ganti dia, lagi Negrinja
pounja namma Pahu : lagi Iftrinja
pounja namma adda Mehetabeël, an-
nac parampouan deri Matred nang
annac parampouan deri Mefahab.

40 Inilapon namma namma derî
orang caya, orang caya, deri Efau, da-
lam diorang pounja afTalaflai , dalam
diorang pounja tampat tampat, den-
gan diorang pounja namma namma :
orang caya Timna, orang caya Alva,
orang cayajetheth.

43 Orang caya Magdiël,orang caya
Iram : inila orang caya orang caya deri
Edom, dalam diorang pounja tampat
tampat doudoc, dalam tanna nang di-
orang pounja: Dia adda Efau nang
bappaderi Edom.

Jacob caße dia pounja anac Jojeph lebe deri
dia pounja annac lain, tagal it ou diorang
bintsji pada dia : ija lebe lagt tagal dia
pounja mimpihan. tagal itou diorang
bitfjara [amma [amma pada bounou
dia, tetapi carna Ruben toulongpada
dia,diorang boang dia de dalam loubang
[atou : commediën diorang djouwal dia
pada orang deri ajfal Ifmaël, diorang
£ bawa

die groot niifbaer maeckt over *t verlies
van lofeph, 3 3. .die ondertuflchen verkoch?
wortaenPotipbar, 35.

2 3Mt$tm Jacobs geftgiebentf*
feit: 3ofeplj$tjnï)eeen fooitbanfe*
bentgien jaer / mepbe De cuDDe met
fijne bjoebers/enbe gp maö een jon^
gelinciv met De fonenban 25ilga/
enbe De fonen Dan ^ilpa fimSba*
betSUnjben: enbe 3ofepg b?acgte
gaet quaet ggetuegte tot gaten
babet.

3 €nbe Sïfrael gabbe Sofepg
lief bonen alle fijne fonen/toantgp
mas gem een fone bes oubetbontS:
enbe gp ntaec&te gent eenen beel-
becbngen roek.

4 tttt fijne fcoebets fagen/
bat gaten babet gem boben aUe
fijne b?oebeten lief gabbe/ gateben
fp gtm: enbe en feonben gem niet
U?ebeltcft toefp*efcen.

* <0otftb?oombe3Iofepg eenen
Dtoom/biengp finten b^oeöetenbe^
telbe: biesgateben fp gem nocg te
meet.

ginbenbe üt t nubben Des beibts/
enbe fiet / mtm fcgoof llont op/enbe
bleef 00C& daenbe: enbe (iet / time
- - ftgo»

bawa dia de Negri Mizrî. dia pounj a
foudara fembounji berboatanja djahaz
adapan bappanjaJacob dengâfemouf£c

2 Inila Jacob pounja aflal aflal : Jo-
feph fouda touwa fapoulou toudjou
tauon mannacalla dia jadi combala bi-
natang dengan foudara foudaranjàj
dia pon addaorang mouda dengan an-
nacannacderi Bilhajagi dengan an-
nac annac deri Zilpa,bappanja pounja
iftri iftri : lagi Jofeph fouda bri tau pâr
da bappanja diorang pounja tfjerita
dj ahat.

3 Ifraël pon fouda caffie pada Jo-
feph lebe deri pada dia pounja annac
annac famoajfebab dia adda annannja
nang dia fouda bole fedang dia touwa:
lagi dia fouda baicki pada dia fatou ba-
djou tertoulis warna banjac.

4 Mannacalla pon dia pounja fou-
dara foudara liât, diorang pounja bap-
pa caflïe pada dia lebe deri pada dia
pounja foudara foudara famoa,diorang

5 Jofèph lagi fouda mimpi mim-
pihan fatou, nang dia fouda bilang pa-
da foudara foudaranja": tagal itou di-
orang fouda bintfjUebe pada dia.

6 Carna dia fouda catta pada di-
orang ; dengar facali mimpihan ini,
nang beta fouda mimpi.

7 Liatla, bet orang adda ieat barcas
barcas geiidum de bendang : lagi liât
beta pounja barcas fouda badiri, fouda
tingal badin lagi: lagi liât pacanira

s ^oefepöen fpnebjoeberg tot
hem: JNlt ghp ban gantfcheïick
ober ong regeerm i f«it ghp ban
gantfchelick ober om ïjmkljm t
foo jjateoen fp hem noch te meet om
fijne öioomen enöe om fijne bioo?*
ben*

9 CnöehP öjoomöe noch eenen
anberenb?oom/enbeberhaelöe öien
fijnen b?oeöeren: enöe h£ fepöe:
^iet /ic& hcbbe noch eenen b*oom
gebjoomt: enöefiet/öe J>onne/enöe
öei^ane/enöe elf ftejten bogen haer
booj mp neber*

10 Cnöeatëhp \'taen fijnen ba*
ber/ enöe aen fijne b?oeberen bet?
ftaeïbe/ beftrafte hem fijn ba bet/ en*
öe fepbe tot hem: Wat té bit boo?
eenen bjoom/bienghp ghebjoomt
hebt l fnlien top ban gantfthelicft
komen/giek/ enbe ntoe ifêoeber/en*
öe urne b^oeberg/om ong boo? u ter

f^mi liomt/battckntot hen
;•• * i4 <£nbe
orang pounja barcas barcas fouda da-
tan coulilling, lagi fouda fombapadi
beta pounja barcas.

8 Wadou itou dia pounja foudara
foudara fouda catta pada dia; oui, pa-
canira adda jadi bet\'orangpounja cap-
palla facali cali ? tagal itou diorang
ibuda bintfji lebe pada dia, febab dia
pounja mimpihan mimpihan, daan
lebab dia pounja bacattahan bacat-
tahan.

9 Dia pon fouda mimpi lagi fatou
mimpihan laïn, lagi bilang itou pada
dia pounja foudara foudara: lagi dia
catta: liat beta fouda mimpi lagi mim-
pihan fatou, lagi liat, matta hari daan
boujang dengan fa blas bintang bin«
tang fouda fomba pada beta.

10 Lagi mannacalla dia bilang itou
pada bappanja , daan pada foudara
foudaranja, dia pounja bappa fouda
batogor pada dia, daan catta pada dia:
inila mimpihan appa ? nang pacanira
fouda mimpi? Oui, bet\'orang adda
datan founghofoungho, beta dengan
pacanira pounja ibou, dengan paca-
nira pounja foudara foudara,pada fom-
ba pada pacanira?

ix Dia pounja foudara foudara pon
fouda pegi pada toungou bappanja
pounja hay wan ampir de Sichern.

13 Tempo itou Ifraèl fouda catta
padajofeph: Boucan foudara foudara-
mou fadouli hay wan de ampir Sichern?
mare agar beta fouro pacanira pada di-
orang : lagi dia cattapadanja liat beta
addade fini. 14 Lagi

14 <£nbe ijp fepöe tot öem:<©aet
I30C& Ijencn: Jnet nabentoelftant
ban utm b?oeberen / moe nae ben
iselftantbanbecubbe/ enbe b^engljt
mp eenb3ö02tbjeberom:J*oo fonbt
I)pljemuptbenbaleI|eb£on/ enbe
ïjp quant te Jncljenn

iy Cnbe een man bonbt Ijem/
(toant fiet Ijp toaö btoalenbe in t
belt) foo b^aegljbe Ijernbefe man/
feggenbe: ii^at foecftt gijp *

16 enbeljp fepbe: 3fcfcfoecfte
mijne b?oeberen/ geeft mp boel) te
ftennen/toaer fp toepben*

17 &00 fepbe bie man: vin
ban Ijier gereplt / toant ick jioojbefe
fcggen: Haet ong nae «Botljan
gaen: 3^;ofepli ban ginck fijnen
b^oebecen nae / enbe bonötfe te
^otljan.

18 enbe fp fagen fjemban be^re:
enbe eer l)p tot Ijen naberbe/öoegen
fp tegenS bent eenen ïifttgen raebt/
omfjemtebooben.

19 €nbe fp fepben b\'een tot ben
anberen: g>itt/ baet komt befe
iBeeftetbjoomeraen.

20 $_u komt ban / enbe laet on£
ftemboobtaaen/ enbe ïjcm in eene
befer knnïen toerpen / enbe top fwl*
!en feggen/€en boos bier Ijeeft ïjem
opgegeten: foo fnllentopfien / toat
ban fijne bjoomén tobben faL

14 Lagi dia catta padanj a: liât bagi-
manna foudara foudar-amou pounja
ontong, lagi bagimanna candan [bina-
tang] pounja ontong lagi bawa corn-
balibarangbacattahan padabeta: be-
gitou dia fouda fouro dia deri padang
Hebron, lagi dia datan de Sichem.

15 Lagi barang lacki lacki fouda
bertamou pada dia,(carna liât dia adda
badjallan falla de outang) tagal itou
lacki lacki itou fouda tanja pada dia,
cattanja : pacanira tfjari appa ?

16 Lagi dia catta: beta tfjaribeta
pounja foudara foudara, eyô bri tau
padabeta, diorangtoungou haywan
de manna?

17 Lacki lacki itou pon fouda cat-
ta , diorang fouda poulang deri fini,
carna beta fouda dengar diorang cat-
ta: Beër bet\'orang pegide Dothan :
Jofeph pon fouda icot dia pounja fou-
dara foudara : lagi bertamou diorang
de Dothan.

18 Diorang pon fouda liât pada dia
deridjau: Jagidaulou deri dia datan
decat diorang, diorang fouda bitfjara
deri dia fatou bitfjarahan tfjeredic,
padabounou pada dia.

19 Carna diorang catta fatou pada
fatou : Liât joure-mimpi itou adda da-
tan de fanna.

20 Mare facarang, lagi beër beta
orang bounou pada dia, lagi boang dia
dalam fatou deri loubang loubang ini:
lagi bet\'orang adda catta: barang bi-
natang djahat fouda maccan pada dia:
begitou bet\'orang bole liât, addajadi
appa deri dia pounja mimpihan mim*
pihan.-

21 Mubtn ïjoo?be b at / enbe bet?
lofte {jem tipt jjare jjattt: enbe öp
fepöe: Eaet ong Jjem niet aen t ie?
ben flaen*

^ergietet geen bioeöt / merpet tjem
in befen fcnpï/ öiein be moeftijne ig/
enbe en legget be Ijanöt niet aen
gein: op bat |)p ïjemupt Jjaret jjant
uerioffe / ont ijem tot fijnen baber
toeber te brengen.

23 enbeijetgefctjiebbe/algSlo*
fepïj tot fijne toebeten gnam / foo
togen fp 3ofepï) fijnen rocfc upt/
ben üeel-becUiigen rorfc/bienjp aen
jjabbe*

² 4 €nbe fp namen Sent / enbe
ftnetpen Ijem inben ïutpl: bocö be
fcnpï mag iebigö/ baer en mag geen
mater in*

*? ^aernaefatenfp nebsr om
bioobt te eten/ enbeïpebenbareoo*
gen op/enbe fagen/enöe fiet/een rep*
gïjefelftfjap ban Sfmaeüten
auamnpt <&iieab: enbejare fceme*
ïen joegen fpetetpen enbe batfem/
cnöe mmlje / repfenöe / om öat af te
brengen nae Cgppten*

26 ^oe fepöe 3nba tot fpne
biotUttn : IBat gïjemin fa! t $im
bat Utp ottfen bjoeber boobt öaen/
^be d\\n bloet berbetgen è

_t ²⁷ &omt/enbe laet ong ïjembe^
^m 33fmaeïtten berHoopen / enöe
onre fiant en ₅p niet aen Ijem / mant
PP të onfebjoebet/ ong Weeftfj: en*

21 Ruben fouda dengar itou, iagi
diafouda lepas akan dia, deri diorang
pounja tangan : lagi dia catta : Jangan
bet\'orang poucol mattipada dia.

2z Ruben lagi catta pada diorang,
jangan tompadara, boang dia dalam
loubang ini, nang adda de rimba, lagi
jangan poucol matti pada dia: agar dia
lepas-akan dia deri diorang pounja
tangan, pada antar dia combali pada
bappanja.

23 Lagi fouda jadi mannacalla Jo-
feph addadatan pada dia pounja fou-
dara foudara, diorang fouda callou-
war-akan deri Jofeph dia pounja bad-
jou, badjou itou nang tertoulis warna
warna, nang dia fouda packey.

24 Lagi diorang ambil pada dia daan
boang pada dia dalam loubang itou :
tetapi loubang itou adda ampa , tida
adda ayer de dalam.

25 Commediën diorang fouda dou-
doc pada maccan¹ roti, iagi ancatmac-
ta mattanja daan liât, lagi liât, orang
fa campon deri orang Ifmaël fouda da-
tan bedjallan deri Gilead: lagi diorang
pounja¹ enta onta, adda picol rampa
rampa , dengan oubat oubat, dengan
3 moor, bedjallan djallan pada bawa
itou de Negri Mizri.

26 Tatcalla Juda fouda catta pada
dia pounja foudara foudara, ontong
appa calou calou bet\'orang bounou
pada bet\'orang pounja foudara, lagi
fembounji dia pounja dara ?

27 Mare, beër bet\'orang djotiwal
dia pada orang Ifmaël ini, lagi bera
orang pounja tangan jangan kena pa-
da dia, carna dia adda bet\'orang poun-
ja

$fs nu de i&tdiamttfcge
kooplieden boo?bp togen/foo troc-
ken enbegieben Cp 3ofepgopupt
den knpl/enöe betkocgten 3jofepg
tiefen gemachten boo2 tbnnttcg fil*
Hetlingen ; die bjaegten 3ofepgna
Cgpptem

29 2US nu toben tot den kttpl
wederkeerde/fiet/ foo en ttias go*
fepg niet in den kupl : doe fegenrbe
gpfpnekleedttcn*

30 €nbe gp keerde toeder tot
fpne goederen / ende fepde: <®e
jottggelinck en tCfer niet / ende ick/
tpaer fal ick genen gaen*

31 t^oenamê fp gofepgSrock/
en fp flaegteben eenen gepten-bock/
ende fp dopten den rock in t kloet.

3 * Cnöe fp fonden benbeel-ber^
totgen rock/ ende deden gem tot ga*
ren Hader feengen / ende fepden:
<©efen gebben Um gebonden/bekent
docg / of defe utoeS foong rock 3 p /
ofte niet.

3 3 €nbe gp bekenbe gern / enbe
fepde: t3ISmijns foonS rock : een
boos dier geeft gem op - ggegeten :
booîfeker is 3ofepg berfegeurt* ;

34 ^oe fegenrbe 3acob fpne
kleederen / ende lepbe eenen fack om
fpne lendenen: endegn bedreef ton*

jaioudara, bet\'orang pounja daging s
lagi dia pounja foudara foudara fcuda
dengar pada dia.

28 Mannacalla facarang dagang
dagang deri orang Midian adda bedjal-
lan lalou, diorang fouda hela daan an»
cat pada Jofeph deri loubang.itou,lagi
djouwal Jofeph pada orang orang Mi-
dian itou pada dua poulou foucou
pera : diorang fouda bawa pada Jo-
feph de Negri Mizri.

29 Mannacalla Ruben facarang
fouda datan combali pada Ioubang
itou, liât, Jofeph tida addadalam Iou-
bang tagal itou dia fouda tfjaric dia
pounja packeyan packeyan.

30 Lagi dia pegi combali pada dia
pounja foudara foudara, lagi catta:
bouda itou tida adda, beta pon, beta
pegi de manna >

31 Tempo itou diorang fouda am-
bil Jofeph pounja badjou, lagi diorang
fouda bante cambing fatou, lagi di-
orang fouda bobo badjou itou dalam
dara itou,

3 2 Lagi diorang fouda kirim badjou
itou nang tertoulis warna warna, lagi
fouro bawa itou pada bappanja : daan
catta : bet\'orang fouda bertamou ini :
liât, calou calouini adda annac-mou
pounja badjou ca tida.

33 Lagi dia fouda kenal itou, lagi
catta : adda beta pounja annac pounja
badjou: binatangdjahat fouda mac-
can pada dia: founghofoungho Jofeph
fouda jadi tfjaric.

34 Tempo itou Jacob fouda tfjaric
dia pounja packeyan packeyan , lagi
dia fouda tarou barang farong couHl-

3S Cnfcc alïefpnefonen/enbe alle
fpne öoctïtecm maecktenfich op om
gern te trooften: maer hP mepgerbe
Sern te laten trooßen / enbe fepbe:
ï©ant ick fal ronto öebipüenöc tot
mpnen fone in \'t g:af neberbaïen:
airoo betueenöehem fijn baber.

3 ? Lagi dia .pounja annac antiac
lacki lacki famoa, dengan dia pounja
annac annac parampouan famoa fou-
da pegi padabri ibor pada dia : tetapi
diatidamau tarirna ibor, lagicatta:
carnabeta bcrtfjinta tfjinta adda tou-
rong de bawa pada beta pounja an na©
de coubour; bcgitou dia pounja bappa
fouda menangis ragal dia.

36 Orang Midian pon fouda* djou-
wal dia de Negri Mizri, pada Poti-
phar , Pharao pounjaouloubalang fa-
tou, ïa cappalla deri dia pounja oulou-
balang ouloubalang.

cntre be fBctuamten Per5
kochten hem in <£gppten/aenPo*
tiphar#hatao$ ïNbeUnck/ober*
fteberCraubiantem

ïuda trouwt eene Canaanitifche vrouwe, dïe
hem 4rie fonenbaert, vers x , 8ec. hy geeft
den eprften ^ën Thamar, als oock (nae dat
de eerde van Godtgedoot was) den twee-
den: welckfe mede van Godt gedoodt zijn-
de , belooft hy haerden derden, <5. maer
fyne belofte niet houdende, fobegaet Tha-
mar door cene archliftige pradtijeke,bloet-
fcbande ibet Inda, 13. ende de ftraffe daer
vanom fynent _wille ontgaende, 24. baert
hem tweefonen, Peres en Serah^ter eender
dracht, 27.

* pnbehttsefchiebbetenfeïben
» ^tpbe / bat gjuöa ban fpne
in ï^bete» aftoo0h enbe Ijp keerbe
!ÜJ°! ecnen man ban SbuHam:

Juda cawin dengan parampouan Cananêi,
dia berannac pada dia tiga annac lacki
lacki. nangpartamadiabricamn pa-
da Thamar, nang ca dua lagi, manna-
cal la Al la fouda bounou nangpertama »-
nang ca dua lagijadi bounou deri Alla_yJuda djandjipada dia nang ca tiga ; te~
tapi carnajuda tida pounou akctn dia
pounja djandjihan, &c.

¹ W\'^itou P^on jadi
** agar Juda fouda poulang deri
dia pounja foudara foudara: lagi dia
fouda pegi doudoc dengan lacki lacki
fatou deri Aduliam: dia pounja nam-
ma Hira.

2 enbe guba facl) alöaet be
boefjte^ ban een Canaamtifcfj man/
toientf nacm biatf Jma ; etibe fjp
namfe/enbe ginck tot baet in.

3 enbe fp teert beb wljt / enbe
baetbe eeneri föne; enbe f)p noerobe
fpnen name/ Cr.

4 <Daer nae toetöt fp toebet be*
bliebt/ enbe baetbe eenen föne; enöe
fp noembe fpnen name/ #nam

s enbe fpboetnocöboon/enbe
baetbe eenen fone: enbenoembe fps
nenname/ £>ela: boefj ijpbrng te
CJeji b/ boe fp tjem baetbe.

6 gubannnameebjoubjebooj
Cr/fpnen eetft gebotenen: enbejja*
tename ina^ Cljamat.

7 it^aer et be eetftgeboten ban
3«ba toag qnaebt in be£ i) e e*
ttC^oogen: baerombooöbefjem
be^eeae.

s tDoefepbe 3uba tot €>nan:
<5aet in tot utoeö b?oebet£ fjnpf*
bJontoe / enbe trouiaatfe in «bieg
bzoebcfsname/ enbe bermetktubJi
bioebet $aet.

9 <©orb €>nan toetenbe bat feit
3aet boo* [jemniet fouöe $i?ny foo
gfjefcfpebbet/ a!0 öp tot fpneg b?oe*
bet£ f)npfb?ouü3e inginck/batöp t
beebo^f tegen be aetoe/ om fpnen
bioeöet geen^aet te geben.

tu Lagi Juda de fànna fouda Hat an-
nac parampouan deri orang Canaan
fatou, dia pounja namma, Sua : lagi
dia ambil dia lagi tidqr dengan dia.

3 Lagi dia fouda mengidang, lagi
berannac an nac lacki lacki fatou : lagi
[Juda] betnamma dia pounja nam-
ma Er.

4 Commcdiën dia combali fouda
mengidang, lagi berannac annac lacki
lacki fatou : lagi dia bernamma nam-
ma nj a , Onai*.

5 Commediën dia lagi facali fouda
berannac, annac lacki lacki fatou : lagi
bernamma dia pounja namma, Sela,
tetapi [Juda] adda d\'e Chezib, manna-
calla dia berannac dia.

6 Juda pon fouda ambil bini pada
Er, dia pounja annac bermoula : lagi
dia pounja namma Thamar.

7 Tetapi Er nang annac bermoula
deri Juda adda djahat dalam Alla
Thalla pounja matta: tagalitou Alla
Thaï la fouda bounou dia.

8 Tempo itou Juda catta pada O-
nan:Tidor dengan foudaramou poun-
ja bini, lagi cawin dengan dia dalam
foudaramou pounja nammadagi ban-
gon akan ¹ bidji padafoudaramou.

9 Tetapi febab On an tau bidji itou
adda jadi boucan dia pounja, fouda
jadi, mannacalla dia tidor,dengan fou-
daranja pounja bini agar dia binalîa
[daan boang] itou de tanna, agar dia
jangan bri bidji pada foudaranja.

10 Lagi itou adda djahat dalam
Alla Thalla pounja matta matta,nang
appa dia fouda boat : tagal itou [Alla]
lagi fouda bounou pada dia.

11 ^>oefepbe3labatötCamar
fpue fcjjoon - Decktet : mijït me*
bnme in nmeg babetg jjupg/tot bat
nnjH foon Jbtln gjoot mo^öetmant
ïip fcpbe : met mtffcijim îsefe

ootft Serbe/ QtUick fpne bjocberg:
foo gtncU Camar Jenen / enbe Meef
tnjîaregôaOerggupg*

12 $ig m bele bagen berloopen
tuaren / fterf öe öoefiter öan &tia /
fjupfb^onme ban 3fuba/ baer nae
trooße ficö gnba/enbe ginefc op tot
fpne fcöaep-fcbeerbetg na Crama
toe/ öp/ enbe tpra fijn baient be n*
bnltamtter»

13 €nbe nten gaf Camar te
fcennen/feggenbet&iet nme fcöoon-
teaber gaet op nae Cimna/ om fpne
fcjjapen te fclîcnm

14 ^oe ïepbe fp beIdeeberen fja*
«tmebnmfcbapbanöaeraf/ enbe
fp bcöcctuc Ijaec met eenen flnper/
enbebemonb yaet/enbe fettebe jaer
aen beningantkbet ttoee jpontep*
«en/öie op ben megb na Cimna ig ;
toant fp facïj / &at ^eïagjoot g£e*
mo?ben mag / enbe fp ôem niet tu
bjontoe mag gegeben*

iy 2t!g 3Inba ijaet facj / fo jjteït
|pfe booj eene Ijoere : obetmitg fp
mtt aengefitftt bebecfct ijabbe*

€nbe f)P bjeeek tot ïjaer nae
rf^nV3JtQt|/ enbcfepbe ;&omt ïrnfy
jact mp_totu ingaftt / mant fin en
Z^mS ⁿ*e*/ bat fn fpne fcljoonbocl).
tertoag; enbe fp fepbe : fuit

11 Tempo itou Juda catra pada
dia pounja menantou parampouan
Tamar : tingal boudjang dalam bap-
pamou pounja rouma, fampei betâ
pounja annac Scia jadi befar: carnat
aia catra : Agar ini fjappatau lagi rida
matti lêperti dia pounja foudara foa-
dara begitou Tamar fouda pegi, lagi
tingal dalam bappanja pounja rouma.

ix Mannacalla facarang hari hari
banjac fouda lalou, Sua pounja annac
parampouan nang iftri deri Juda fou-
da matti : commediën Juda fouda
iborken fendirinja, lagi pegi naic pada
dia pounja joure joure tfjouckor dom-
bade Timna, diadenganHira nang
orang Adullam dia pounja fobat.

13 Lagi orang fouda bri tau pada
Tamar, cattanja : liât vofte pounja
mintouwa lacki lacki pegi naic de
Timna,pada rfjoukor dia pounja dom-
ba domba.

14 Tempo itou dia fouda callou-
war packeyanja nang balou param-
pouan packei, lagi dia toutop fendirin-
ja dengan falendang, lagi boncos akan
fendirinja, lagi pegi doudoc de djallan
^AEnaim, nang adda de djallan deri
Timna : carna dia liât Sela fouda jadi
befar: lagi dia boulom fouda jadi bri
padanja pada jadi dia pounja bini.

15 Mannacalla Juda liât pada dia,
dia kira kira dia adda fondai: Sebab dia
fouda toutop moucanja.

16 Lagi dia pegi pada dia de djal-
lan , daan catta : Mare eyo, beër beta
tidor famma vofte : carna dia tida tau
dia adda dia pounja menantou param-
pouan : dia pon catta: appa yofte mau

17 <^nbe Ijp fepbe * Cal u ee*
nen gepten- bock ban Der kubbe
fenben : enbe fn fepbe / ^ao göp
pant fuit geben/tot batgftp tCent.

is ~<®ùt fepbeöp : Wat panbt
i0 t / bat tck u geben faï 1 en be fp
fepbe : fttoen fegel-rinck/enbe nteen
fnoer / enbe utoen ûaf / bie in utee
fiant tö ;t teelcke pp Ijaer gaf/en*
be ginck tot (jaer in / enöe fp ont#
finch bp f)em.

19 enbe fp maeckte Jaer op/
enbe ginck [jenen cuDe iepbe baren
Aitper ban liaer af ; enbe fp trock
aen be kleeberen ban bare teebute*
fcbap.

ten bock boo^ funs tments öc£
bnUannter^ bant / oni bet pant upt
ber b^ontoen ïjant te nemen ; maer
fjp enbonbtfeniet.

21 enbe bp bjaegbbe be lieben
ban bareplaetfe/ feggenbe: IBaer
t£ be Joere Die bp befe ttoee jfon*
tepnenaen ben toegï) teas * enbe fp
fepben; ^ter en t0 geene |)oere ge*
teeeft.

22 enbe Jp keerbe teeber tot
guba/ enbe fepbe : gck en jjebfe
niet gebonben: enbe cock fepben be
lieben ban bier plaetfe/ fier tni0
geene boere geteeeft.

2.3 ^oefepbe 3nba: J>oneme
Jet boo? baer/ op bat tep miJTdjien
niet tot berarijtinge en teojbemfiet/
ick ïjebbe Defen bock gefonben/mae?

17 Dia pon catta: beta mau fouro
pada vofte fatou carabin g deri candan:
dia pon catta ; djicalou vofte mau bri
gade, farnpei vofte fouro itou.

18 Tatcalla dia catta, gade appa
nang beta meftcr bri pada vofte ? lagi
dia catta : vofte pounja tfjap, vofte
pounja ³ lenfou , dengan vofte pounja
rottang, nang adda dalam vofte poun-
ja tangan : dia fouda bri itou paaanja,
lagitidor famma dia, lagi dia fouda
mengidang deri dia.

19f Dia pon badiri lecas, lagi pou-
lang, lagi caliouwar dia pounja falen-
dangj lagi dia packcipackianjanang
patout balou param poaan packet

20 Lagi Juda fouda fouro cambing
itou deri fobatnja orang Adullam
pounja tangan , pada ambil gade itou
deri parampouan itou pounja tangan:
tetapi dia tida bertemou pada dia.

21 Lagi dia tanja pada orang deri
dia pounja tampat, cattanja : Manna
foundalitou nang [tadQadda de djal-
lan ampirdua matta ayerini ? lagi di-
orang catta, de fini tida fouda adda
fondai.

22 Lagi dia pegicombali pada Juda,
lagi catta ; Beta tida bertamou dia :
orang deri tampat itou lagi fouda cat-
ca, de fini tida adda fondai tida.

24 enbe get gefcgiebbeonttent
m b?ie maenben / bat men gttba te
kennen gaf/ feggenbe/ Camarutuc
fegocn-bocgter geeft ggegoeteert /
enöeoock ftet/ fp iS fmangcr ban
goeretpe:boe fepbe guba: 2$jengt*
feger-boojbat fp bemant fcwbe*

a y m$ fp boott-geb?acgt toert/
fcgickte fp tot garen ftueer / om te
feggen/ ben man / unens befe
bingen 3ijn / ben ick Oöanger; enbe
fp fepbe; bekent boeg/ imeuö be^
fe fegel-rmck / enbe befe fnomn/
enbe befe (laf 3gm

a 6 €»öe 3nba kenbefe / en fep#
be 1 ^p ts recgtbeerbiget ban ick /
baerom/ om bat ick gaeraen mp*
tien <$one ^»ela niet ggegeben en
gebbe/enbegp enbekenbefeboojt-
aen niet meer,

*7 Cnbegetgefcgiebbe tentpbe
als fp baren fotibe / ftet / foo maren
tbjeeitngen in garen bttpek*

Cnbe get gftefegiebbe atë fp
oaerbe/ bat [een] be gant tipt gaf:
enbe be B joeb - b?otttoe namfe /
enbe fp bonbt eenen fcgarïaecken
[draet] om fptte ganbt/ feggenbe/
^efekomt eetft upt*

2 9 iBaer get geftgiebbe / als gp
^ftme ganbt bjeber in toogg / ftet/ fo
^amftjn b^oeberupt: enbefp fep«
l?_{oe 5l}j_t ggp booj-gebroken *
op u tö be bjeucke: enbe men noent^

24 Lalou ampir tigaboulang pon
fouda jadi ; agar orang bri tau pada
Juda, cattanja: Tamar vofle pounja
menantou parampouan fouda berfon-
dal ; daan liatlagi, diaaddabounting
dcribafondal ; tempo irou juda catta:
Bawa fini pada dia,agar dia jadi baccar.

25 Sedangdiajadibawa, dia fouda
fouto pada dia pounja mintou lacki
Jacki, pada catta; Deri lacki lacki itou,
nang fjappa pounja barang barang
itou , beta îouda mengidang, lagi dia
catta : Eyo ingat, tfjap itou, dengaa
lenfou itou, dengan rotang itou, fjap-
pa pounja >

26 Lagi Jhda fouda kenal itou,
daan catta : Dia adda lebe adil dcrr
beta, tagal itou carna beta tida bri dia
pada beta pounja annac Sela : lagi
commediën dia tida batfjampor lagi
dengan dia.

27 Lagi fouda jadi pada wa&oti
itou mannacalla dia adda berannac;
liât *dua annac addadalam dia pounja
pourut.

28 Lagi fouda jadi fedang dia ber-
annac , agar fatou callouwartangan :
lagi biang fouda ambil, lagi icat be-
nang caflomba fatou coulilling tan-
ganja, cattanja, ini adda callouwac
daulou.

29 Tctapi fouda jadi, mannacalla
dia combali Hela tanganja de dalam,
liât, dia pounja foudara fouda callou-
war: lagi dia catta; Bagimanna paca-
nira fouda callouwar? petfjahan fouda
jadi atas pacanira : lagi orang bernam-
manammanja* Peres.

30 <£n baentattuattt ftïnfezoe- [ 30 Lagi commediên dia pounja
iiertipt / Ollt UJienS» hattt ÖCfCiR^ foudara fouda callouwar , couliMing
ïa&en[draet] tüaö: entJtmen 110 em^ fjappa pounja tangan adda benang

2 Attatt de djallan deri dua mat fa ayer. 5 Attau tali■
5 Artinja Petf jahan callonwarraH, tfjaricfyn.

lofeph worr in fynen dienft by Potiphar alfoo
vsn Godt gefegen.t,dat hetn fijn heer over \'c
gantfche huys ftelt,.vers 2 , &c. de vrouwe
fijns heeren wort,vermits fyne fehoonheyt,
«op hem verlieft, ende verfoeckt hem tot
©nkuyfheydc: \'t welck hy beftandighlick
■wegerende, worr van haer valfchelick ver-
klaeght, eerlt by \'t huyfgefin, daer nae by
fynen heere, die hem daer over in ghevane-
keniffe leydt, 13. alwaer Godt oock met
ïofeph is., fulcks dat hy over de Gevangens
gefteltwort, 20,

Pharaos #obeïinck / een oberfte
Het Crauteanten / een Cspptifcïj
man/ kocht hem upt beljanbt Der
gifmaeUten öie tjernbermaertö af-
geboert ijabben*

2 Ctïht be ftmg met
Sofepfj/ foo bat bP een boo?fpoe>
ïsigh man ma£: enbe hp m fp*

3= m$ nu fijn öeere fach / bat be
methemmag/enbe.bat
be. ^eeme aï mt l)p mt/ boo?

Aïla palihara Jofephpounja herloatan da-
lam Potiphar pounja rouma hagitou,
agar Potiphar haiki diamarynjo de at as
fegalla dia pounja rouma. Tuanja poun-
ja iflri inging tidorfammaJofeph, carna
dia roupa paras, diatida mau. Tuan
parampouan mengadou deri Jofeph daan
rnoatdouftahan at as dia .• tuanja Poti-
phar tagal itou hangdia depafong, (Sc.

Pharao pounja oulobalan fatou [ija]
capalladeri oulobalang, nang orang
Mizri, fouda bli dia deri orang Ifmaël
pounja tangan , jang fouda fouroba-
wadia ca fan na.

2 Lagi A I la Thalla ad da dengan
Jofeph 5 begitou agar dia jadi lacki lac-
ki nang berontong baic: lagi dia adda
dalani tuanja , nang orang mizri,
pounja rouma.

3 Mannacallapon dia pounja tuan
liac, Al-la Thalla adda dengan dia, lagi
AllaThalla, barang appa famoa nang
dia boat, boat berontong.baicderi dia
pounja tangan.

in fijne oogen / enbe bienbe jjem:
cnbeöp &^em ftm ïïnpg /
*nbe aimatJjptjabbegaföP m fp^

j €nöe ïjet gefcljiebe Pan boe af/
bat j)p ftem ober fijn fjnpg / eft ober
ai mat fijne maö/ geöeït fjabbe/ Dat
De ï?<£€8e be£ <£gpptenaet#
fptpgfegenDe/ om 3Jofepf)gmtïïe:
jabefegenbe* magtn

t €nijplietaUe£toatfm Sabbe
in^ofepSjg |jant/fo Dat DP met ïjern
ban geen bincKUennitfe en Ijabbe/
beljalbenbant b?ootbatljp at; en*
be gofepö baag fc&oonban gebaen*
te/enbefcöoonban aengefitijt.

7 €nbeöetgljefcöiebbe naebefe
Dingen/bat fpne£ lieer en ïmpfWott*
tot Öare oogen op Sofepj) mietp;
mbe fp fepbe / Itgijt bp mp*

8 Haet öp mepgerbe\'t / enbe
fepbe tot fnneg beeren ïjttpfljjonme/
^iet / mijn Jeete en öeeft geen fcen*
mïït met mp matter in ben Ijttpfe
3p/ enbe aï mat ftp l)eeft/bat &eeft
|p in mijnt fjattbt gegeben*

9 $iemanbtmtég?ooterin bit
Sup^aïg ttfc: enbeöp enfjeeft boo?
^tuetgontfjonben/banu/ baerin
°^atgöpfiine|upib?onm^$i|t ;tjoe
^oube icu Dan bit tzn fo g?oot Quaet
boeivenöefanbigeirt?gen<^obt t

mou caflian dalam dia pounja matta
matta, lagifervyr pada dia ; lagi dia
baiki dia marynjo deri dia pounja roil-
ma, lagi dia bri dalam dia pounj a tan-
gan barang appa famoa nang dia
pounja.

5 Lagi fouda jadi deri fahat itoo
mannacalla dia fouda baiki dia ma-
rynjo deri roumanj a, lagi deri baran g
appa famoa nang dia pounja,agar Alia
Tnalla palihara orang mizri itou
pounja rouma earna Jofeph: ijaAlla
Thalla pounja palitiarahan adda da-
lam barang appa famoa nang dia poun-
ja, dc rouma pon lagi de louwar pon
lagi.

6 Lagi dia beer famoa nang appa
dia pounja dalam Jofeph pounja tan-
gan,begitou agar dia tida kira kira derr-
dan dia deri appa appa, tetapicou-
tfjouali deri roti nang dia maecandagi
Jofeph addaroupa paras mouea paras.

7 Lagi commediën fouda jadi,agar
tuanja pounja iftri boang matta atas
Jofeph; lagi diacatta j Tidor famma
beta.

8 Hanja dia tida mau, fagi catta
pada tuanja pounja iftri : liac beta
pounja tuan tida kira kira dengan beta
deri appa appa nang adda de rouma:
lagi appa appa nang dia pounja dia
lóuda bri dalam beta pounja tangan.

fembouny appa appa pada beta, tetapi
voftedjouga, febab vofïe dia pounja
\'iftri:bagimannaberafaearang bole bo-
at inifalla befar,begitou, lagi berdofa
adapan Deos?

i o enöe Ij et gefcjieööe / alg fp
gofep J bat J op bat J aenfp?ack/ en*
öc Jp na Ijaer niet en Joojöe/ om bp
ïjatr te liggen / [ende] bp Jacr te
5tjn:

x i ^00 gebeurde \'t op fulck ee*
nen öac J / öat Jp in t Jup£ quam /
om fijn toerck te öoen : enöe nies
mant ban De lieben öe^f Jupfeg en
Uoa3 öaet binneng Jup£:

ix enöe fp g?eep Jem bp fijn
kleeöt / feggenbe / Higlit bp mp:
enöe Jp liet fijn Uïeebt in bate
Jam/ cnöeblticjtte/ enbe ginek upt
nae bunten.

13 ènbe Jet gjefcjieööe alö fp
facfj/öat ijp fijn kleeöt in Jare bant
gelaten JaDöe/ enbe na bupten gje*
blucjt toas/

14 ^00 riep fp be lieben ban
Jaren Jupftl enbe fpjacktot Jen /
fcggenöe: &itt/ Jp Jeeft ons ben
^ctaceuftjenmanin gebjacjt/ om
met ond te fpotten: Jp ig tot mp
gekomen om bp mp te liggen/ enöe
ick Jebbe gjeroepen met lupber
ßerame:

i f enöe Jet g Jefcïpcööe alg Jp
Joo:öe bat ick mijne Hemme bet*
jief/ enöe riep : foo berliet Jp fijn
kleeöt bp mp / enbe blucjtte/ enöe
gtnek tipt na bupten.

10 Lagi fouda jadi, fedangdia fa
hari hari catta catta pada Jofeph, lagi
dia tida dengar pada dia pada tidor
dengan dia, lagi tingal dengan dia. „

11 Souda jadi pada hari bagini là-
tou , agar dia malToc de rouma pada
cardja dia pounja bacardjahan : lagi
fatouderi orangde rouma tida adda
de rouma.

12 Lagi dia pegang dia pounja pac-
key an, catta nj a ; Tidor famma beta :
lagi dia beer packeyaaja dalam dia
pounja tangan, daan lari, lagi callou-
warde louwar.

13 Lagi fouda jadi, mannacalladia
liât, dia fouda beer packeyanja dalam
dia pounja tangan, lagi laride louwar,

14 Dia fouda pangil orang deri dia
pounja rouma, lagi catta catta dengan
diorang cattanja: liât dia fouda boat
mafïoc orang Hebrêêi itou dalam beta
orang pounja rouma agar dia boat fe-
do pada bet\'orang: dia fouda dataa
pada bera agar dia tidor famma beta,
lagi beta fouda bateria dengan fuara
eras.

15 Lagi fouda jadi, mannacalladia
dengar beta ancat beta pounja fuara,
lagi bateria : dia beër tingal dia pounja
packeyan pada beta, lagi lari, lagi pegi
de louwar.

16 Lagi dia tarou dia pounja pac-
keyan decat dia, fampei dia pçunja
tuan maflbc dalam roumanja.

i s €nöe l)et is gefe&iet / als itfc
mijne ftemme Dcröief / enDe riep:
Datljp ftjnkleeût Dp mp liet/ enöe
tolucgttenaimptem

19 enöe öetsefcgieööe/als fii\'n
jeereDetooojDen fijner öupfDHm*
me öoojbe Die fp tot Jent fp^ack/
feggenDe/ $ac Defe feïbe tooojDen
{leeft mp utoen Kneedt geöaen/ foo
ontftatfc fijn too?n*

20 €nöe ^ofcpïjs Seere nam
gent / enöe leDerDe gern in \'t <@eban»
gen hups / ter plaetfe Daer Des
ntnefcs gehangene ggeDangen toa*
ren : alfoo toas öpDaet in ljtt<&t*
Dangen-öups.

^sotftDe ^ <£€&<£ tuas
met Sofcpfj/ enDe toenDDe [fyne]
SöeDertierentöept tût fjern : enoe
saf gein genaDe in De oogen Des
^erften Dan t <$eDangen-ljupS*

Dangen tjups gaf aile De geöange*
ne/öte int <0eDangen intps maten/
3n3iöfepïïsijanöt/ enDtfaltoatfp
DaerDeDen/DeDe ïjp*

23 3>e <0Derfte Dan t «öeDan*
gen-fttmSen fagf) gantftfj op geen
DingJ/Dat in fiine IjanDt toas/ôber*
«s Dat De metïiem

voflc fouda bawa dalam rouma,fouda
datan pada beta, agar dia boat fedo
pada beta.

18 Lagi fouda jadi fedangbeta, an-
catbeta pounjafouara, lagi bateria:
agar dia beer packeyanja tingal pada
beta, Jagi làri de louwar.

19 Lagi fouda jadi mannacalla dia
pounja tuan fouda dengar bininja
pounja b«cattahan, nan g dia catta car-
ta padanja, cattanja: begitou feperti
bacattahan ini jouga vofte pounja
hamba fouda boat pada beta : tagal
itou dia fouda bagouflàr.

20 Lagi Jofeph pounja tuan f@uda
ambil pada dia, lagi tarou dia dalarn
paflong de tampat ieou manna Radja
pounja orang cattavangjadi tarou:be-
gitou diadefannaaddadalâ paflong.

21 Tetapi Alia Thalia addadengan
Jofeph, lagi balic baic-boudinja pada
dia : lagi bri dia fbertamou] caflian da-
lam :capalla deri paflong pounjamatta.

22 Lagi capalla deri paflong, bri
orang caravan g famoa, nan g adda da-
lam paflong itou, dalam Jofeph poun-
ja tangan, lagi appa appa diorang boat
dc fanna, itou dia boat.

23 Capalla deri paflong tida liât
appa appa pon tida, nang adda dalam
dia pounja tangan : Sebab Alia Thalia
addadengan dia: lagi appa appa dia
boat, itou Alia Tljalla fouda boat bei*
on ton g baie.

i\'Opperftfi Schencker, ende Bäcker van Pha-
rao, worden itidegevanckeniflè geftelc, en-
de loieph bevolen,vers l,8tc. Sy droomen
ckkeenen droom, die Iofeph haerlieden
uytleydt, met begeerte aenden Schencker,
dat hy in fijn ampt, volgens fynen droom,
herftelt zijnde, fy ner ten beften wilde ghe-
dencken, f. Iofephs uytlegginge wort aen
beyde gbevarsgens metter daet beveftight:
ttiaer de Schencker vergeet Iofeph, zo♦

! c^beJetgefcjiicDDe naebrfe
•^Dingen/ Dat De ^ctjencker
be$ Conimjt ban egppten/ enDebe
hacker/ fonbigïjben tegen Ijaten
leere / tegen Den Corancfe ban
egppten*

2 00 Dat Pfjarao teer toomirij
toerbt op fijne tbjee ïjobeiingen / op
ben oberften ber ^cjenckeren/ enbe
op Den oberïlen Der Gackeren.

3 enöejpteberbefe inbebjarin^
ge / ten Jnpfe öe0 oberßen ber
Craubjanten/in t gebangenfjuptf:
ter plactfe baer gofepfi gïjebangen
bias.

4 Cnibe be <®betfïe ber Crau*
bjanten beftelDe 3ofcpi) bp Jen/bat
Jpfe Dienbe: enöe fp Umren [fommi-
gc] bagenin bebjartnge.

s ^p bjoomben nu bepöe eenen
bjoom/ elck fijnen b?oom / in eener
nacjt/eïrk na be uptïeggiuge fijnen
bioorné: be ibtjencker/ enbe be
Sacker / Die be£ <£onmck£ ban <£*
gpptetitöaren/bie gebangen Umren
tn t behangen I)up£*

Pharao pounja joure-ijfci minom daan
joure-affar roti ,}adi tarou depajïongh.
diorang mimpi fa orang mimpihan fa-
tou , Jofepb boucacan mimpihan poun ja
artinja pada diorang. Jofeph minta pa-
da joure-ijfci minom agar dia ingatpa-
da dia calou dia combali fouaa jadi
ankat, &c.

fbuda jadi, agar Radja Mizri
pounja joure-ijfci minom dengart
joure-affar-roti berdofo pada tuanja
pada Radja Mizri.

2 Begitou agar Pharao bagouflar
fan gat pada dia pounja dua ouloba-
lan,pada capalla deri joure-ijfci anghor
lagi pada capalla deri joure-afiar roti.

3 Lagi dia foudaantar diorang pada
jaditongon, deroumaderi oulobalan
pounja cappalla dalam pafïöng: de
tampat manna Jofeph adda catavang.

4 Lagi oulobalan oulobalan poun-
ja capalla fouro Jofeph pada diorang
agar dia fervyr pada diorang: lagi di-
orang barang banjac hari fbuda tingal
depaflong.

5 Diorang du-örang pon fbuda
mimpi mimpihan fatou fa orang fa
orang dia pounja mimpihan , pada
malam fatou, fa orang leperd artinja
deri dia pounja mimpihan: Joure-ijfci
anghor dengan jourc-aflar-roti nang
adda Radja Mizri pounja, nang adda
catavang dalam pafibng.

7 ^oe bjaegjbe bp be gobelin*
gen ban gjarao öte bp fjeitt maren
wöecötemffe t>an Jet Jnpg ftjneg
ïjeeren/feggenbe/ïtëaetom jijnubie
aengefteljten Jeben quaürU geftelt*
s enbe fp fepben tot jjem/ Wp
fjebben eenen bjoom gebjoomt / en*
bebaeren ig niemanbt Dtzfytmupu
!egge: enDe ^ofepö fepbe tot Jen;

9 «Soe bertelbe be oberflte ber
fejenckereti ^jofepïj fijnen b?oom/
enbe fepbe tot Jent: 3\'n mijnen
bjoom / ftet / foo mag een mijnöocft
boo i mijn aengeftcjte:

i o Cnbe aen ben toijnftotK toa*
ïenbneraneken: enbe Jp mag aïg
bottenbe/ fi jn bïoepfel gmtk op/ ft)*
trocren bsacjten rijpe bmpben

¹¹ ^nbepjaraogbekecbjagin
mime bant / enöe ieH nam Die ömp*
Uen/enöe öjme&tefe nrt tnpjaraog
beker / etme icK gaf ben beker op
gjaraog Janbt*

%>\\_mm nocl) bïie bagenfal
j^parao u jooft betreffen/ enbefal
« m utoen ftaet ßerßeilen/ enbe gjp

padadiorang, lagi dia mcnantang di~
orang : lagi liât, diorang : lagi liât di-
orangaddatfjinta.

7 Tempo itou dia tanja pada Pha-
rao pounjaoulobaian nang jadi tongoii
dengan dia dalam tuanja pounja rou-
ma, catranja: carnappa tuan orang
pounja mouca hari ini adda tfjinta ?

8 Lagi diorang catta pada dia, beta
orang fouda mimpi mimpihan fatou :
lagi rida adda fatou orang pon tida
nangbri tauarrinja: lagi Jofephcatta
pada diorang : boukan Tuan Deos
pounja bri tauartioja ? Eyobilangitou
pada beta.

9 Tagal itou capalla deri joure-ijfet
minom fouda bilang dia pounja mim-
pihan pada Jofeph lagi catta padanja :
dalam beta pounja mimpihan , liât,
adda pohon anghor fatou de mouca
beta :

10 Lagi pada pohon anghor itou ad-
da tiga tfjabang : lagi dia adda fèperti
batounas tounas, lagi dia pounja bon-
ga bonga fouda timboul, dia pounja
rankei rankei louda jadi maffac.

11 Lagi Pharao pounja tfjauwan
minom aada dalam beta pounja tan-
gan legi beta ambil boa-anghor boa-
anghor itou lagi bapra coanja dalam
Pharao pounja tfjauwan minom, lagi
beta bri tfjauwan minom itou dalam
Pharao pounja tangan.

1i Tempo itou Jofeph fouda catta
padanja : itou la dia pounja artinja ;
Tfjabang tiga itou, itou la tiga hari.

13 Dc dalam tiga hari lagi, Pharao
adda ancat capalla-mou, lagi dia adda
tarou pada yofte combali dalam vofte
% pounja

Mt Pharaos beker infijne hanbt
geben/ na be bootige mijfe/boeghp
rijn^thenekermaett*

14 3T>och gfitbencktmijper bp n
reiben / manneer Ijet u ml gaen fai/
enbeboetboch meibabighepbt aen
mp / enbeboetmijnermelbmgcbp
Pharao/ enbemaeckt.battcUupt
öit hup0 körne*

1 f m>ant icU ben biefltck ontöo*
len upt ber t ebjeen lant: enbe oock
tn hebbe ick hier ntetä ghebaen/ bat
fpmp tn beten kiml gefet Ijcbben.

16 xoot öe oberße ber Gackeren
fagh/bat hP eene go ebe uptleggtnge
gebaen habbe: foo fepbe Ijp tot 3io*
feph: 3ck mas oock in rnijnen
0200m/ enbe ftet/b^e getralpbe ko?*
ben bjaren op mt m hooft /

17 €nbe in ben opperöen kotf
rnaöban alle fpiifeban Pharao/bie
Sackerg merck ts: enbe bet ghebo?
gelte at be felbeupt ben ko?f ban
boben mijnhooft*

19 binnen noch bjie bagen / fal
Pharao uhooft berheffenbati bo
ben u / enbe hP fat u aen eenhont
hangen / enbe het gfjebogelte fal u
bteefch ban hoben u eten*

20 enbe het gefcfpeböe ten ber*
ben bage/ ten basre ban Pharaos
geboomte/ bat hn allen ßjnen knech*

pounja bagiau, lagi voftc adda bri Pha~
rao pounja tfjauwan minom dalam dia
pounja tangan , tfjara daulou fedang
vofte adda dia p. joute-ijfci minom.

14 -Tetapi ingat pada beta dalam
hatimou, mannacalla vofte adda ber-
ontong baie, ey ô boat lagi berboatan
baic pada beta, lagi bri tau deri beta
pada Pharao,lagi boat agar beta eallou-
war deri rouma ini.

15 Carna mentfjouri tfjouri beta
fouda jadi mentfjouri deri orang He-
brêêi pounja tanna: de fini beta lagi
tida boat app\' appa febab appa diorang
fouda tarou beta dalam loubang ini.

16 Mannacalla capalla deri joure-
affar-roti liât dia fouda bri tau artinja
baie baic : dia carta pada Jofeph beta
lagi adda dalam beta pounja mimpi-
han lagi liât tiga bacol djarang adda
atas beta pounja capalla ï

17 Lagi dalam bacol nan g de atas
lain famoa adda deri fegalla Pharao
pounja inaccanan nang adda joure-
a(Tar-roti pounjacardjahan : lagi bou-
rong bourong fouda maccan itou deri
bacol nang adda atas beta p. capalla.

18 Tempo itoujofeph fouda men-
jaout daân catta: Itou la dia pounja ar-
tinja : bacol tiga itou, itou la tiga hari.

19 Dalam tiga hari lagi, Pharao ad-
da ancat pacanira pounja capalla deri
atas pacanira lagi dia adda gantong.
pada pacanira de cayoufatou lagi bou-
rong bourong adda maccan pacanira
pounja daging deri atas pacanira,

20 Lagi ibuda jadi pada hart nang
ca tiga,pada hari irou mannacalla Pha-
rao fouda jadi berannae, agar dia baiki

ten eene maeltg\'Dt maetkte/ enDegp
Dergief get gooft DeS oberflten Der
^cljmckeren/ enDe get gooft Des
oDerften Der Gackeren / in get miD*
Den fijner knetgten-

ai CnDe gp DeDe Den oberften
bet Regenereren toeDetkeeren tot
fijn Rcgenck-ampt/foo Dat gp Den
beker op ©garaos ganDt gat

22 Haer Den oberften Der 25ac*
keren ginekgp op; seUjck^ofepg
gennptseleptgaDDe»

2 3 ^otg De oDerfte Der Regent*
fteten en ggebacgt aen 3ofepg niet/
roaerbergat genu

Pharao gedroomt hebbende twee droomen,
ende onder fijn volck niemahdt vindende,
diefekonde uydeggen, foo ghedenckt de
opperfte Schencker aen Iofeph, vers I, &c.
dien Pharao uyt de gevanckeniflTe doet voor
fich brengen,ende verhaelt hem fyne droo -
*»en, die Iofeph uytleyt, ende geeft Pharao
ttret eenen goeden raedt tegens den toeko-
menden dieren tijt, 14. Daerom ftelthem
Pharao tot een Regent naeft fich over fijn
gantfche Rijck, vereert hem hooghlijck,
vernoemt hetn, ende geeft hem eene vrou-
we» 3 7» Iofeph nu dertich jaren out zijnde,
reyft door gantfeh Egypten, ende beftelt
voorraet in defeven goede jaren , 46. Ge-
wint twee fonen,ManafTe endeEphraim.fo.
De quade jaren komen aen , waer in Iofeph
van den voorraet des koorns aen den volc-
ke verkoopt, 54.

¹ c Mt get sefcgteDDe ten epn*
~ ^bebatittoeeboUe jaren/bat
s^yarao b^oonibe/enbe fiet/gp aont

fatou feefta pada hamba hambanja :
lagi dia fouda ancat capalla deri joure-
ijfci minom pounja capalla, dengan
capalla deri joure-afTar roti pounja ca-
palla, de antara hamba hambanja.

z 1 Lagi dia fouda boat maflbc com-
bali pada capalla deri joure-ijfci mi-
nom dalam dia pounja bagian, pada
ijfci minom, begitou agar dia britljau«
wan minom dalam Pharao p. tangan.

22 Hanja pada capalla deri jourcaflar-
roti dia fouda gantong ; feperti Jofeph
fouda bri tau artinja pada diorang,

23 Tetapi capalla itou derijoure-ijfcî
minom tida ingat pada Jofeph, hanja
dia fouda loupa padanja.

Pharao mimpi dua mimpthan, tetapi nda
adda nen fatou de antara dia pounja
orang nang hole bouca daan bri tau ar-
tinja tatcalla joure ijfci minom befaàr
itou, fouda ingat pada Jofeph. Pharao
jour 0Jofeph callouwar^deripaßong daan
datan de moucadia, macca dia bilang
pada dia mimpihanja , Jofeph bouca
mimpihan itoujagi dia bri bitfjara baie
pada Pharao daan bri tau appa patout
boat. Tagal itou Pharao anckat dia de
atas orang befâârfamoa, agar diape-
gang int er ou dia pounja alam, dia caßie
pada dia caßie caßie banjac, dia bri nam-
ma la\'in, dia lagi bri binipada dia, (§V„

biesibiete feben Uocpen/fe Joon Dan
aenften / enbe bet ban bleefe Je / enbe
fp toepbbenmben gzafc.

3 Cnbe/fiet/febenanbetekoepen
quamen naeöie op / upt De ribiere/
leeltcfc ban aenften/ enDe Dunne ban
bleefcje: enbe fp ftonbenbp [d\'ande-
re] Uoepen / aen ben oebet ban be tu
bicre»

4 Cnbebiefcoepen/ leeïitfcban
aenften/ enbe Dunne ban bleefcje/
aten op / bie feben Hoepen / fc Joon
ban aenften/ enbe bet: boe out*
teaecfctepjarao.

s <0aernaeaiepJp/enDeD?oom\'
be anöermael/ enbf fiet/feben aren
reefen op / in eenen ijaltn / bet / enbe
goet.

6 enbe/ fiet / feben bunne / enbe
banben ooft en teint berfengbeacen/
fcjooten nae be felbe upt.

7 enbe be Dunne aren berüon-
ben De feben bette / enbe bolle aren:
boe ontteaeckte pjatao/ enbe/ fiet/
Jet teaö een bïoom.

8 enbe Jet gjefcjiebbe inben
tno?genftonbt / bat firn geeft berfla*
gen teas enbe Jp fonbt Jenen/ enöe
riep alïebe toberaeré ban €gppte/
enbe alïebe teijfe/bie baer intearen;
enbe PJarao bertelöe Jen fimen
b^oom /niaet baer entnas ntemant/
biefe^Jarao uptlepbe.

9 <Doe fpzaeït De obetfte ber
ibcljencteen tot pjarao / feggm-
be/ gek gebende Jeöen aen mnne

itou toudjou fapi betina, roupa roupa
pada liât, daan gommoc deri daging,
lagi diorang pegi maccan dalam rom-
pot.

3 Lagi liat.de blackan diorang tou-
djou fapi betina laïn fouda naic, deri
fongei itou djahat pada liât,lagi crous:
lagi diorang badiri decat fapi fapi beti-
na laïn ampir tepi fongei.

4 Lagi fapi fapi betina itou nang
djahat pada liât daan crous, fouda
maccan abis toudjou fapi betina itou,
nang roupa roupa pada liât daan gom-
moc-.tempo itouPharao fouda bangon.

5 Commediën dia tidor daan dia
mimpi lagi facali, lagi, liât, toudjou
rankei fouda timboul, dalam fatou
tankei gommoc daan baic.

6 Lagi, liât -, toudjou rankei, nang
nipis, lagi berangos deri angin timor,
fouda timboul de blackan itou.

7 Lagi rankei nipis itou fouda talang
toudjou rankei gommoc daan pounou
itou : Tempo itou Pharao fouda ban-
gon, lagi liât, adda mimpihan.

_t8 Lagi fouda jadi pada pagi hari,
agar dia pounja fpirito jadi tacou-
djôôt, lagi dia fouda pafang, lagi pan-
gil orang fwangi deri negri Mizri fa-
moa,lagi orang alimboudi famoa nang
adda dalam [negri] itou : lagi Pharao
fouda bilang dia pounja mimpihan pa-
da diorang, hanja tida adda fatou pon
tida, nang bri tau pada Pharaô dia
pounja artinja.

9 Tempo itou capalla deri joure-
ijfci minom fouda catta catta pacla
Pharao, cattanj a : hari ini beta adda

10 pharao matteer bertoomt
op fijne bienaeriö/enbe leb erbe nip in
bemaringe ten hupfe ban ben ober*
ften ber Craubaanten/mp/enbe ben
oberöen bet gackeren*

ben mp eenen bjoom / tcfc enbe ftp ;
top boomden/ eick nae öeuntto
Singe fijnen tyoom*.

enbe aibaet bjagbp onö een
ï?cb?eeufch jongelmch/een fenecïjt
ban ben oberften bet CtauUï anten/
enbe top bertelbenfe hem/ enbehP

13 <z»mt geiti\'t&hP onäupt lep*
be/aJfooiö\'tgefchiet: mpheeft hP
hetftelt inmijnen öaet/ enbe t>em
0ehanget|>

*4 <®oefonbtPharao/enberiep
3ofept) / enbc fp beben bem hacftc*
!ick npt benknnl honten: enbe men
feiltet hem / enbe men beranberbe
fijne kleebeten/ enbe ftp quam tot
Pharao.

15- eü Pharao fpjacU tot ^o*
fepij/ g$hebbe eenen bjoom gh
bjoomt / enbe baer i$ niemant bie
hemuptlegge: niaet ich hebbeban
uljooren fearren / [als] ghp eenen

10 Pharao fouda gouflar banjac pa-
da hamba hambanja, lagi fouda antar
beta pada jadi tongou dalam rouma
deri oulobalan oulobalan pounja ca-
palla, beta, dengan capalla derijoure-
aflar-roti.

11 Lagi pada malam fatou , beta
orang fouda mimpi mimpihan fatou
beta dengan dia:bet\'orang fouda mim-
pi fa orang fa orang feperti artinja deri
mimpihanja.

1 z Lagi de fanna adda dengan beta
orang fatou orang Hebrêêi orang
mouda, nang hamba deri oulobalan
oulobalan pounja capalla : lagi beta
orang fouda bilang itou pada dia, lagi
dia fouda bouca pada bet\' orang, beta
orang pounja mimpihan mimpihan-.
dia fouda bouca pada fa orang fa orang
feperti mimpihanja.

13 Lagi bagimanna dia fouda bou-
ca pada bet\'orang, begitou fouda jadi,
pada beta dia fouda tarou combali da-
lam beta pounja bagian, lagi pada dia,
dia fouda gantong.

14 Tempo itou Pharao fouda fouro,
lagi pangil padaJofeph,lagi diorang
lakas fouda boat, dia caliouwar deri
loubang itou: lagi orang tfjoueorpa
da dia, lagi falin dia pounja packeyan,
lagi dia fouda datan pada Pharao.

15 Lagi Pharao fouda carta pada
Jofeph : kita fouda mimpi mimpihan
fatou, lagi fatou orang tida adda nang
bri tau dia pounja artinjja, Tetapi kita
fouda dengar orang catta deri voile,
mannacalla voile dengar barang mim-
pihan vofte bri tau dia pounja artinja
djouga. I-agi

ié enbe Sofeplj antbioöjbbe
P Jarao / feggenDe / #et ig bttpten
ntp: Col gjataag melöant
acnfeggen*

17 ^oefp?ack#öaraotot3!o*
fepj/^>iet/ in mijnen Djoomftont
it k aen Den oeber Der ribtere;

18 £nöe fiet / Daer guamen op
npt De riüicre feben fcoepen/bet Dan
bleefcje/ enbefejoonban gebaente/
eiiDt fp mepDDentn Jetg^ag*

19 €nöe fiet/ fePen anbere koep*
en quanten opnae Defe/ mager enbe
feer leelttkban gebaente/ranck Pan
bleefcfje; ick en ijebbe biergelijcke
ban leeluWjepDt niet gefien tttben
gantfejen Cgppten lanbe*

2 o CttDe Die ratttke enbe leeïicke
hoepen aten bie eeröe feben bette
koepen op/

21 «DebJelcUe in Jaren; buptïun
tjttamen / ntaer men nterekte niet
batfe in baren bttpek tn gjekonten
maren/ mant Jaer aenftenmag lee*
ïtekgeliick aig inbenbeginne; Doe
ontmaeckteick*

22 3Daei⁴ naefacj itk in mijnen
Dzoont/enDefiet/feben arenrefen op
in eenen Jalm/ bol enbe goet*

2 3 enbe fiet/feben bo^re/ bunne
[ende] battben ooften mint berfeng*
De aren feïjoten na De felbe upt:

24 enbe be feben bunne aren
berilonben bte feben goebearen/en*
De ick fjebbe t ben tooberaerg gje*

16 Lagi Jofeph menjaout pada
Pharao, cattanja : Itou boucan dalam
beta, Deos addabritau Pharao pounja
falammat.

17 Tempo itou Pharao fouda catta
pada Jofeph : liât, dalam beta pounja
mimpihan beta adda badiri de tepi
fongei.

18 Lagi, liât fouda naic deri fongei
itou toudjoufapi betina gommoc deri
daging, lagi roupa baie, lagi diorang
adda maccan rompor rompot.

19 Lagi liât de blackan ini fbuda
naic toudjou fapi betina laïn, nang
crous daan roupadjahatfacali [daanj
nipis deri daging kita boulom liât da-
lam fegalla tanna Mizri pon tida, rou-
pa djanat famma itou.

20 Lagi fapi fapi betina nang nipis
daan roupadjahat itou, fouda maccan
abis toudjou fapi betina gommoc
nang daulou itou :

21 Diorang fouda mafloc dalam
diorang pounja pourut, hanjaorang
tida bole liât diorang fouda mafloc da-
lam diorang pounja pourut carna di-
orang pounja roupa adda djahat begi-
tou feperti pada moulanja : comme-
diën beta fouda bangon.

22 Commediën beta fouda liât da-
lam beta pounja mimpihan, lagi liât
toudjou rankei fouda timboul deri fa-
tou tankei, nang pounoudaan baie.

23 Lagi, liât de blackan itou fouda
timboul toudjou \'rankei nang cring
nipis lagi berangos deri angin timor.

24 Lagi toudjou rankei nang nipis
itou fouda talang toudjou rankei nang
baie itou: lagi kita fouda catta itou pa-
da

a _s <soe fepbc Sûfeplj tot Pöa^
rao / Pöataos bioont bie t# een:
\'t gene <0obt té boenbe / jjeeft ïjp
pijarao te Kennen gegebetu

26 wefeben fcljoone koepen 3ijn
feben jaten / bte feben fcïjoone aren
3Un oock feben jaten ; bebjoombte

2-7 Cttbebie feben ranc&e/ enbe
ïeelicfce Koepen/bie na gene op cpta-
nien/5t jn feben jaren / enbe bie feben
tanche banben ootten ujinbt ber*
fengïjbearen/Cnïlen feben jaren beS
Jonger^ toefen*

28 mtIjet toootf/\'t toelcfcick
tot pSjarao gefp^often gebbe: t ge*
ne bat <25obt ie boenbe/ ôeeft ï?p
Pôarao bertoont*
. ²⁹ Mttl be feben aenfcomenbr
?aren/faiîîet groten oberbloet in t
gantfcîje ïant ban &gnpten $tjtu

^aer naebe felbe fulienber
opttaen feben jaten Des liongers/
ban fal tn tlanbtban €gppten aï
bien oberbloet bergeten toojben / en
ben Jonger fal ftet ïant berteeretn

31 #oeken fal be oberbloet in
g* ïant niet gemercfct too?ben/ban
bien fdDen bouger/ bie baer
nae tà_{eten faî: to}attt bp fal feer
ftaetsîm,

da orang fwangi, tetapi tida adda nen
fatou fatou nang bri tau artinja pada
kita.

25 Tempo itou Jofeph fouda catta
pada Pharao : Pharao pounja mimpi-
han adda fatou djouga: nang appa
Deos addaboat, itou fouda bri tau pa^
da Pharao.

26 Toudjou fapi betina itou nang
rouparoupa adda toudjou tauon: tou-
djou rankei itou nang roupa roupa
adda Jagi toudjou tauon ; mimpihan
adda fatou djouga.

27 Lagi toudjou fapi betina itou
nangnipis daan roupa djahat, nang
fouda naie de blaekan laïn itou, adda
toudjou tauon : lagi toudjou rankei
itou nang nipislagi deri angin timoc
berangos _? adda jadi toudjou tauon
lappar.

28 lnilabacattaha>n,nang beta fou-
da catta catta pada Pharao : Deos fou-
da oundjo pada Pharao, itou, nang dia
adda boar.

29 Liât pada toudjou tauon nang
de mouca, adda jadi kinjangnja banja
banja de dalam fegalla tanna Mizri.

30 Banja de blaekan itou adda da-
ran toudjou tauon lappar tempo itou
orang de tanna Mizri adda loupa fe-
galla kinjangnja itou, lagi lappar itou
addabinaffa tanna ini.

31 Kinjangnja itou orang lagi tida
adda ingatdalam tanna ini febab lap-
par itou,nangcommed!ën adda datan:
carna [lappar] irou adda jadi brar
banjac.

igberjaelt/ ig omöatöefaeckeban
«pod t baft beöoten i^/cnDe Dat <6ob
Jaeftet/om befelbete Doen.

3 3 ^>oo fie nu pJarao na eenen
berftanbigm enbe teufen man: ende
fette Jem ober tlant ban ^gppten.

3 4 p Jarao boe [foo],enbe beftelle
€>pfienber£ ober Jet ianbt: enbe
neme Jet bufbebeelbeg lanbtiSban
«Bgppten mbe feben jaren be£ ober-
bloetsL

3? €nbe Dat fp alle fpijfe ban
befe aenkomenbe goeDe jaren berfa*
melen enbe&oo^n opleggen/onber
öe Jantban pjarao/ tot fptjfeinbe
fteben/enbebetearen\'t.

36 J>oo fal De fpijfe 3ijn tot
boojraet boo? t lanbt / boo? feben
laren be 0 Jongerg/biein <£gnpten-
lant teefen füllen: op bat Jet lanbt
ban Jonger met en fcergae.

37 <£nbe bit teoo^t tea£ goet in
be oogen ban $Jatao / enbe in be
oogen aller fimer hnecjten.

38 J>oo fepöe I^Jarao tot fijne
liUetJten: ^ouben ten teel eenen
mati btnDen afö Defen / in ben teelc*
ften<$oDt£ geeft 515^

39 <£>aet nae fepbe PJarao tot
Sïofepj: Labien <öottu bitalle£
Jeeft konbt gebaen / foo en tffer nie*
mant [foo] berftanbigj enbe teijö/
alsS gjn.

4° €>Jp fwlt ober mijn Jupg
3U\'n/enbe op u bebeï fal al mijn bolck
[de bant] imiren/allecnDcfentJjoon
fal ieft giooter 3ijnai0 gjp*

caduacali: fouda jadi, camâ Deo^
fouda facat boat boatan itou fongho
fongho lagi lacas.

33 Ta gai itou Pharao facarang tfjarî
lacki lacki fatou nang alim boudi daan
acalboudi:lagi tarou diaatas tanaMizri

3 4 Pharao boat begitou, lagi tarou
joure-tongou atas tanna itou: lagiam-
bil bagian nang ca lima deri tanna
gypten dalam toudjou tauon deri kin-
jangnja itou.

galla maccanan deri tauon tauon nang
baie ini nang adda datan, lagi fimpang
gendom gendom de bawa Pharao
pounja tangan,pada maccanan dalam
negri negrijagi tarou itou.

36 Begitou maccanan itou adda
jadi pada balanja dalam tanna pada
toudjou tauon lappar nang adda datan
dalam tanna ./Egypten agar tanna jan-
gan binafla deri lappar.

37 Bacattahan ini pon adda baie da-
lam Pharao pounja matta, lagi dalam
matta deri hamba hambanja famoa.

38 Tagal itou Pharao louda catta
pada hamba hambanja: bole kit\'orang
bertamou barang lacki lacki feperti ini,
dalam fjappa adda Deos p. fpirito ?

39 Commediën Pharao fouda catta
padajofeph: fedang Deos fouda bri
tau itou famoa pada vofte, tagal itou
tida adda nen fatou fatou nang acal-
boudidaan alimboudi famma vofte.

40 Volte adda jadi joure-tongou
deri kita pounja rouma, lagi fegalla
kira pounja orang adda mendengar
vofte pounja penjouroan ; maligci ini
djouga kita mau adda lebe befaarderi
vofte. 41 J*be

41 i^oo?&erfp?acU JMjarao tot
3ofepp - Mn / «fc fïe&be u ober
gantrrfj Cgpptentantgeftelt*

42 CnDe Pijatao nam Cpnen
tinckban fijnetjjanDt af / enDebeDe
liem aen gofepManbt/enbe liet
jjem fpne fpnen kleeDeren aentree*
Ken / enDe lepDe een gouDen keten
aen fijnen jjalg»

43 €nDe ijp DeDepemrpben op
ben ttoeeben magen Dien fjp öaDDe/
enDe fp riepen üoo? fijn aengefieb*
te / Staieïf: aifoo ft eiDe i)p Jem obe?
gantfcfj <£giipten-lant*

44 ^nDeptjafcaofepDetotgo*
fcp|)/3cköen #jjarao:Döcij fonDe?
u en fal niemant fpne Ijant ofte fp*
nen Doet opïjeffen in gantftf* Cgp*
ptenlanDt*

4f <enDe Pöarao noembe 3o#
fepljg nams Eapönat paancal)/etu
De gafijem 2tfiiatf>/ De Dochter Pan
$ottppera / <0berfteban <®n/tot
bjoume: enDe üofepfj tooeö
tipt Doo ? ïjet iauDt Pan egpptem

4⁶ giofepïjnu magbertiflj jaer
otit ató Ijp (lont Doo? t aengefirijte
Pan Pïjatao / ftomngfj Dan egp*
pten: enoe giofepi) gintk uptban
gfjaraos aengeficpte / en öp toot!)
Doo? gantfcb vegppten-ianDt»

. 47 Cnbeöetiant b?acfjteboo:t
*^ttbe fepen jaren Des oberbïoetg/bp
Öant bonen.

48 pergaDerDe aïïe fppfe
per feben jaren / bie in Cgppten-
lanbtbjag/ enbebebebe fpijfeinDe

41 Lebe deri itou Pharao fouda cac
ta pada Jofcph : liât, kita fouda tarois
vofte atas fegalla tanna Egypten.

42 Lagi Pharao fouda caiiouwar
tfjintfjingnja deri tanganja lagi bri
packei itou pada Jofepn pounja tan-
gan, lagi bri dia packei packeyan cayia
alous, lagi tarou rantc maâs de le-
hernja.

43 Lagi dia fouro dia doudoc atas
pedati nang ca dua nangdia pounja
lagi dia orang batcria de mouca dia s
Bateioc: begitoudia fouda tarou dia
atas fegalla tanna Egypten.

44 Lagi Pharao fouda catta pada
Jofeph : kita adda Pharao : tetapi nen
iatou fatou adda ancat tanganja attau
cackinja dalam fegalla tanna ^Egypte,
calou tida adda volle pounja candati.

45 Lagi Pharao fouda bernamma
Jofeph pounja namma ¹ Zaphnath
Paaneah, lagi bri padanja Afnath, an-
nac parampouan deri Potiphera, nang
capalladeri On,padabininja : lagi Jo-
feph fouda pegi bedjallan couliiling
dalam tanna Egypten.

46 Jofeph pon fouda touwa tiga
poulou tauon, mannacalla dia adda
badiri adapan Pharao pounja mouca,
nang Radjaderi Egypten : lagi Jofeph
fouda caiiouwar deri Pharao pounja
mouca, lagi dia pegi couliiling dalam
fegalla tanna Egypten.

47 Lagi dalam toudjou tauon kin-
jangnja deri tanna fouda rombo tan-
gan tangan pounou.

48 Lagi dia fouda bacompol fegalla
maccanan, deri toudjou tauon itoü,
nang adda dalam tanna Egypten,lagt

fteben: oe fpijfe ban het belt eïcUcr
Sabt/htt ïuelcke rontomhaer mag/
öebehpbaerbmnen*

49 $lfo bzacljte gofephbp een/
feerbeel fcoonis / aïg h*t 3ant bet
^ee: tot batmen ophielbt te tellen/
mant beg en mag geen getal.

Cnbe Sofeph merben tuiee
tonen gebooren / eerber een jaet beg
fjongerg aenquam/ bte Hfnath / be
öocljte? ban #otiphera/obe$i ban
#n/hembaerbe.

V ^n gofepljnoeinbebenaem
beg eerö geboren/ iBanaffe: mant
[feyde hy] <ö5obt öecft mp boen bet*
getenal mijne moepte/enhet gant*
fche ijupg miing baberg*

Cnöe ben naern öeö tmeeben
noembe hP\' eph?atm: mant [feyde
hy] <&obt fteeft mp boen maden in
\'tlanbt mpner berb^uchtnge.

f4 Cnbebefcbenjarenbeghon*
gerjö begonnen aen te komen / ghe-
ïiiek alg gofephghefepbthabbe:
enbe baer mag Jonger in alle be
ïanben/maer in gantfeh Cgppten-
Ianbt ma£b?oot*

^ &10 nu gantfeh Cgppten-
lanbt hongerbe/ riep het bolck tot
piiarao om b?oobt: enbe Pharao
fepöe tot alle <£gpptenaren: «6aet
tot 3ofepö/boet mat l)pn fept*

fimpang, maccanan dalam negri ne-
gri:maccanan deri fa negri negri poun-
jatanna, nangadda coulilling [negri]
itou, dia fimpang de dalarr» itou»

49 Begitou Jofeph fouda bacom-
pol gendombanjacfacali,bagimanna
paffir deri laout : fampei orang tida bi-
lang lagi, carna orang tida bole bilang
lagi.

50 Lagi daulou deri fàtou tauon
lappar fouda datan , dua annae lacki
lacki fouda jadi berannac padajofeph,
nang Afnath, annac parampouan derî
Potiphera, nang capalla deri On,fouda
berannac padanja.

51 Lagi Jofeph fouda bernamma
annac bermoula pounja namma¹ Ma-
naflb: carna diacatta, Deos fouda boas
beta loupa beta pounja foufa famoa,
lagi fegalla rouma deri beta p. bappa.

5 % Lagi namma deri [annac] nang
ca dua dia fouda bernamma* Ephraim:
carna dia catta, Deos fouda boat beta
baboa dalam tanna deri beta p. fixa,

53 Tempo itou roudjou tauon itou
derikinjangnja, nangaddadalam jE-
gypten fouda poutous.

54 Lagi toudjou tauon lappar itou
moulai daan daran: bagimannajofeph
fouda catta : lagi adda lappar dalam
negri negri famoa : hanja dalam negri
Egypten adda rotî.

55 Mannacalla facarang fegalla
tanna ^Egypten adda lappar,orang fou-
da bateria pada Pharao febabroti : lagi
Pharao catta pada orang ^Egypten fa-
moa: pegi pada Jofeph,boat app\'appa
dia catta pada c^ou-orang.

16 m& ban gonget ober get
gantfcgelant m&/ foo openbe
fepg alles toaer tn [yet] maö / enöe
fcerkotgt aen De <£gpptenaten :
tuant De gonger in cgppten-îanDt
fterek toert

S7 €nöe aUcïanöen quanten in
Cgppten tot gofepg om te koo*
pen : mant De gonger m alle landen
8ercktoa&

56 Sedangppn fouda Iappar dalam
fegalla tanna Jofeph fouda bouca tam-
pat gendom famoa, de manna adda
barang appa, lagi jouwal padaorang
i£gypten : carna dalam tanna j£gyp-
ten foudajadi lappar cras.,

57 Lagi negri negri famoa fouda
datan dalam JLgypten pada Jofeph
pada bli: carna adda lappàr cras dalam
tanna tanna famoa.

* -Artinja nang tan boucafetnboHnyhan^ attau, nangbole bri tau nangadda femboitny,
tinja nang hat lonpa. $ Ephraim jnengarti : boa dtta lapis.

lacob hoorende , dat in Egypten koorn te be-
komen was, fchickt derwaerts alle fyne lo-
nen , behalven Benjamin, ve r s i, &c. Sy
buygen fich voorlofeph, dien fy niet en
kennen, tnaer hy kentfe, fpreecktfe hart aé,
ende fetfe als verfpieders ghevangen, 6.
doch ten laetften bedingende Benjamin tot
hem te brengen, ende houdende Simeon in
bewaringe, laethyfe met koorn ende haer
Seit wederom trecken : ondertuflchen
^roecht hen de fonde aen Iofeph begaen,
} 8. onderwegen wort een fijn geit gewaer
in den fack,z₇„ >_t huys komende, vertellen
fy lacob haer wedervaren, ende vinden alle
haer geit, 2$>. fy poogen ]acob te overre-
den , dat hy Benjamin met hen foude laten
gaen nae Egypten , tnaer hyklaeght feer,
ende en kan daer toe niet verftaen, 36«

i rv€>e 3acoö facg/ Dattet
koom tn Cgppten toas/
Coo fepDe 3aeob tot fgne fonen/
^Bae?omftttggp op malkanDeren*
T l ^oojtö fepbe gp/ Riet/ ick
ythhe gegooUDatter koojn tn <e*
öppten 10_: trecket Daer genen af/
enöe knopet ott£ [koom]Dan Daer/
op Dat top icvicn/ en ntet enßcrbem

Brentihan nang ca ampat pouloa dua»
Jacob fouda dengar adda gendom de tanno.
jEgypten, tagal itou dia fouro diapounja
annac lacki lackt famoa de fanna, tetapi
Benjamin kendirt tingal iengan hap-
panja. diorang tondo njauwanja ada-
pan Jofeph nang diorang tida kenaljian-
ja dia kenal diorang, dia catta catta
pedis pada diorang daan tarou diorang
depaffongfepertï orang hifmou. tetapi
pada achirnia, dia bri lepas diorang
daan fouropegi dengan gendom, tetapi
Simeon meßer tingal catavang fampei
diorang combali daan antar Benjamin
famma Jamma, &c.
i \\/f Annacalla Jacob fouda liat,
*-*"*adda gendom denegriMizri,
dia catta pada annac annanja: carna
appa fatou liat pada Iaïn.

z Dia lagi catta:liat,beta fouda den-
gar adda gendom de tanna ^Egypten:
pegi tourongcafannajagi bli(balanja)
pada betaorang deri fanna, agar beta
orang idop, lagi jangan matti.

4 ^ocj benjamin/ 3fofepj£
Sloeber / en fonb 3acob met met
fpne bioeberen: teiant Jp fepbe/op
bat Jem nietmiScJien Jetbetberf
¹ ontmoete ♦

s Sllïfoo quanten gfraetë fonen
om te koopé/ onbet be gene bie baej
quanten: tttantbe Jonger bjaswt
lant Canaan*

6 gofepj? nu Regent ober
bat ïanbt / Jp betkoejte aen allen
bolcke m lanbt£ : enbe 3ofepJg
btoeberen quanten / enbe boogen
ftcjboo? Jem / [met] be aengeficj*
ten ter aerbe.

7 m$ gofepj fijne bjoebeten
facj/foo kenbe Jpfe: maer Jp Jtelt
ficjbjeemt tegen Jen / enbe fp?aek
Jarbe niet Jen / enbe fepbe tot Jen/
Bantoaer komt gijp * enöefp fep*
ben/unt Jet lant Canaan/ om fpjfe
te koopen*

9 3&oegljebaiEjte3lofepJaenbe
ö joomen / bie Jp ban Jen gebjoomt
Jabbe: enbe Jp fepbe tot Jen: Jp
$ijt berfpieberjö / gjp 5tjt gekomen/
om te öeficjtigen/ toaer Jet lanbt
Moot

10 enbe fp fepben tot Jent/
Mun mijn Jeer: maer nïoe knecjtê
3ijn gekomen om fpijfete koopen.

3 Tempo itou Jofeph pounja fou-
dara fa poulou fouda pegi tourong pa-
da bli balanja deri Ägypten.

4 Tetapi Jofeph pounja foudara
Benjamin, Jacob tida fouro dengan
foudara foudaranja : carna dia catta»
agar fjappa tau barangbinaflähanjan-
gan bertamou pada dia de djallan.

5 Begitou Ifraël pounja annac an-
nac fouda datan pada bli, de antata
orang nang datan de fan na : Carna
adda lappar de tanna Canaan.

6 Jofeph pon adda joure pegang-
negti de tanna itou : dia djouwal pada
tanna pounja orang famoa. lagi Jofeph
pounja foudara foudara fouda datan,
lagi fomba pada dia dengan mouca
mouca ca tanna.

7 Mannacalla Jofèphfouda liat dia
pounja foudara foudara, dia fouda ke-
nal diorang: tetapidia poura poura fe-
perti diahorgai pada diorang, lagi cat«
ta catta eras dengan diorang, daan cat-
ta pada diorang: pacanira orang adda
daran deri manna ? lagi diorang catta*
deri tanna Canaan pada bli maccanan.

8 Jofeph pan adda kenal pada dia
pounja foudara foudara*. hanjadiorang
tida kenal pada dia.

9 Tempo itou Jofeph fouda ingat
pada, mimpihan mimpihan, nang dia
fouda mimpi deri diorang: lagi dia
catta pada diorang: pacanira orang
adda orang hifmou, pacanira orang
fouda datan pada liat,manna tanna inj
adda talandjang.

11 Wp alle $t)it eeng mang fo*
nw top 5t?n bjoom/ ume fenetfjten
m $m Btw betfpieberg*

Cnbejjp fepbe tot ijemjjieen/
tnaer gijp 3i)t gbefcomen / om te be*
ficöttgen maer \'t lant bloot ig*

13 <enöe fp fepben/ Wp ttbje
fcnecbtenmarenttoaelfgeb?oeberg/
«en&ntang fonen in\'t iant Cattaan;
tnbe tiet be klepnfte tg tteöen bp on*
fen baber: boeg be een Dte en tg niet

14 ^oe fepbe gofepfi tot Jen:
^atig\'t/ baticfetotugpefpjofeen
fjebfce/ feggenbe/ «pöp 3Üt berfpie*
berg*

leeft: inbiengjjpbanïjierfultupt*
gaen/ ten 3p ban manneer urne
fclepnöe bjoeber ïjer&aert fal gefco*

<f>enbeteenenuptubieutoen
woeber öaie: tnaer bjeeft gïjplieben
gebangen/enbe «me moojben fuilen

*s inbeten berben bage fepbe
2[^of*Pïj tot Ijcn/ ^oet btt/ foo fuït
09P Iepen: icfc bjetfc <0obt*

11 Beta orang famoa adda annac
deri lacki fatou djouga, bet\' orang adda
adii : hamba hambamou tida adda
orang hifmoutida.

12 Lagi dia catta pada diorang:tida,
tetapi pacanira orang fouda datan pa-
da liât, manna tanna ini talandjang.

13 Diorang poncatta: Bet\'orang
tuan pounja hamba hamba fouda adda
duabias ba foudara lacki Iacki, annac
annac deri lacki lacki fatou djouga de
tanna Canaan: lagi liât annac bonglbu
hari ini adda dengan bct\'orang p. bap-
pa tetapi nang fatou dia tida adda lagi.

14 Tempo itou Jofeph catta pada
diorang : Itou la,nang kita fouda catta
pada pacanira orang, cattanja : Paca-
nira orang adda orang hifmou.

15 Dalam itou kita mautfjoba pa-
canira orang:[bagitou fongho famma]
Pharaoaddaidop,calou pacanira orang
adda callouwar deri fini daulou deri
pacanira orang pounja foudara nang
bongfou fouda datan.

16 Souro barang fatou deri pacani-
ra orang nang antar pacanira orang
p. foudara:hanja pacanira orang tingai
catavang lagi bacattahan-mou adda
jaditfjoba, calou fa benarnja adda den*
gan pacanira orangjlagi caloutida fon-
gou bagitou famma Pharao adda idop,
pacanira orang adda orang hifmou.

18 Lagi pada hari nang ca tiga Jo -
feph catta pada diorang; boat begitou,
lagi pacanira orang bole idop : beta
tacot pada Deos.

een «toet b^oebetflt gljebonben in \'t
ijupg utoet betoatinge: enbe gaet
gijp tjenen/bjengetljetkooittboo?
ben Ijonget utoet ljupfen,

20 enbe bienget utoen klepn*
(ïen b^oeüet tot mp / foo fttflen utoe
tooojben toaet gljemaeckt toojben/
enbe gijp en Tuit niet Herben: enbe
fpbebenaïfoo.

2ï ^oe fepbenTp b een;tot ben
anberen / ^ooïtoaer top $tjn fdjul*
bigïjaen onfen bjoeber: mieng be*
naeutïjept bet 3teletopfagen/ boe
l)p ong om gljmabebabt/maer top
en Joo^ben niet: baetom komt befe
öenaeutfjeptoberon&

€n ftuben anttooojbbe{ïen/
feggettbe: ^ebbe tck {jet tot u niet
gefept/ boeiek fepbe/ Cn fonöigljt
niet aen befen jongeiiwk/maer gijp
en öoozbet niet:enbe oock fijn bloet/
ftet/l$ettoo?tgefocl)t*

23 «Snbe fp en toiften niet bat
Ijet Sofeplj i)oo:fcetuant öaet toatf
eentaelman tuücbcnljen-

24 <©oe mettbbe ÖP fafi omme
ban fjen af / enbe toeenbe/ baet nae
keerbe Ijp toebet tot pen / en fpiack
tot Ijen/enbe nam ^>imcon ban öen/
enbe bonbt Ijem boo? ïjaren oogen*

^nbegjofeptjgïjeboobt/bat
menljarefacken met koo^n bullen
fonbe/ enbebatmenljaer geltmeber
keetbe / een pegelick in fijnen faek /
enbebatmen öen teerko&#abc tot

daadil, beer fatou deri foüdara fouda-
ramou tingalicatdalampaflbngmou:
pacanira orang pon pegibawagendom
tagal rouma roumamou p.Iappar.

20 Lagi antar pada beta pacanira
orang pounja foudara nang bongfou,
begitou bacattahan bacattahanmou
adda jadibcnar, lagi pacanira orang ti-
da adda matti: lagi diorang foudaboat
begitou.

21 Tempo itou diorang catta fatou
pada fatou : fonghofonghobet\' orang
adda iâlla tagal bet\' orang pounja fou-
dara, fjappa pounja foucar-hati beta
prang fouda liat,mannacalla dia minta
ampon pada bet\'orang, tetapi beta
orang tida dengar; tagal itpu foucar
itoudatan atas cami. j

zz Lagi Ruben menjao^t pada di-
orang , cattanja : Boucan beta fouda
catta itou pada pacanira orang, man-
nacalla,beta catta: jangan boat falla
pada orang mouda ini, tetapi pacanira
orang tida dengar: tagal itou foucar ini
datanatas bet\'orang.

z3 Diorang pon tida tau, Jofeph
mengarti itou, cama addajoure bafla
de tenga tenga diorang.

24 Tempo itou dia babalic fèndi-
rinja deri diorang, lagi menangis,com-
mediën dia balie combali pada diorang
lagi catta catta pada diorang,lagi ram-
pas Simeon deri diorang,lagi icat pada
dia adapan diorang pou nja matta.

25 Lagi Jofeph fouda fouro, agar
orang ijfci pounou diorang pounja ca-
dout dengan gendom , lagi agar orang
boat diorang pounja pera combali pa-
da faorang orang dalam cadoutnja.lag¹

27 <Ooe eener fijnen fack op bebe/
om fijnen <£fel boeber te geben inbe
Jierberge/foo facj JpfJn gelt/teant
fiet/ Jet mm inde mout Pan fijnen
faek*

2 8 Cnde Jp fepbe tot fpne bjoe*
deren / itèijn geit tö toeöcr gekeert/
baer toe oockftet/ Jet té in mijnen
fack: boe ontgintk Jaerliedett Jet
Jerte/ enbe fp berfcjjiekten / been
tot öen anderen feggenbe: il>at té
bit [dat] om <0obt gebaen Jeeft *

29 «enbefp quanten in Jet lant
Canaan / tot gaeob Jaren baber:
enbefp gaben Jemte kennen al Jaec
toederbaren/feggenbe:

32 <Snferbjatentb)aelfgeb?oe^
berg/ onfeg baberg fonen / be een bie
en té niet [meer] enbebe klepnde té
Jebenöp onfen baber in Jet lanbt
banaan.

oat fanbt / fep be tot on£ / ^ier aen
jat tck bekennen bat gjp lieben
ö?öom $tjt; eenen tïtper toebeten

x6 Lagi diorang fouda moat diorang
pounja gendom atas calledeynja : lagi
poulang deri fanna.

xy Mannacalla fatou fouda bouca
cadoutnja, pada bri maccan pada cal-
ledeinja dalam barang tampat brenti,
dia liatdia pounja pera carna liât adda
dalam cadoutnja pounja moulout.

2.8 Lagi dia catta pada foudara fou-
daranja : Beta pounja pera fouda com-^!bali, lebe deri itou liât lagsadda dalam
beta pounja cadout; tagal itou diorang
fouda ilanghati, lagi diorang ta cou-
djôot, fatou cattanja padafatou, appa
itou nang Deosfouda boat pada cami^

Z9 Lagi diorang datan dalam tanna
Canaan, pada Jacob diorang p. bappas
lagi diorang bri tau pada dia fegaila
diorang pounja ontong, cattanja :

30 Lacki lackiitou, nang tuan deri
tanna itou, fouda catra cattacras den-
gan bet\' orang : lagi dia fouda kirakira
bet\'oràng feperti orang berhifmou deri
tanna.

31 Tetapî bet\' orang fouda catta
padanja ; Bet orang adda adil: Beta
orang tida adda orang berhifmou tida.

xx Bet\'orang [daulou] fouda dua
blas foudara lacki lacki : annac annac
deri bet\'oràng, pounja bappa: fatou ti-
da adda lagi,lagi nangbongfou hari ini
adda dengan bet\'oràng pounja bappa
de tanna Canaan.

33 Lagi lacki lackiitou, tuan deri
tanna itou, catra padacami deri itou
kita adda tau calou calou pacanira
orang adda adil : bcër fatou derifouda-

34 €nbe ö^enget urnen fclepn*
ten b?oeber tot mu/ foo fal ick me*
ten / bat gÖP geen betfpieberg en
3i jt/maer bat gijp bjoom 3t)t: ume
bjoeber Cal irk u meber geben/ enbe
gÖpfuitm bit lanbt fjanbelen*

3 j- <s?nbe Ijet gljefdjtebbe / aï£ fp
fjare facken leöïcfjbcn / ftet fo Ijaööe
een pegelick benbnnbelfpneg geltg
in fijnen fack/enDe fp fagen De bun*
beïen Ijareg geltjö / fp/ enbe Ijaer ba*
m/ enbe fp maren beb jeeft.

36 ^oefepbe^Jacoböaerbaber
tot Ijen / <&Sjp berooft mp ban kin*
beren: 3ofepö bie en iSer niet/enbe
^imeonDie eniffer niet / nu fitlt
gÈjp benjamin mecp nemen / alle
Defe Dingen $ijn tegeng mp.

37 ^oefpjackftuben tot fijnen
baber / feggenDe: «©ooDttmee miU
ner fonen / foo tck bent tot tt niet
UieDer en b?enge: geeft pent in mime
ïjanbt/ müzkh fal l)tm toebet tot u
bjcttgen*

3 3 jBaer l)p fepDe/tBitn foon en
fal met u ïieben ntet aftteckcmtoattt
fijn bmeber té DooDt / enbe öp té al*
leen ober gebïfben/foo ïjem eenbetv
berf ontmoettebe/op Den toegl) bten
gfip fult gaen/foo foubet glm mijtte
gjatttoe ïjapren ntet bjoeffenifiTe ten
grabeboen neberbalen.

ra foudaramou tin gal dengan beta, Ia-
gi ambil tagal rouma rouma-mou
pounja lappar lagi poulang.

34 Lagi antar pacanira orang poun-
ja loudara nang bongfou pada beta.be-
gitou kita bole tau pacanira orang tida
adda oranghifmou, hanja orang adil :
kita adda bri combali foudara-rnou
pada pacanira orang lagi pacanira
orang bole vinjagga dalam tannaini.

35 Lagi fouda jadi fedangdiorang
boat ampa cadoutnja : Liât fa orang
orang adda dia pounja boncos pera da-
lam cadoutnja,lagi diorang liatdiorang
pounja boncos boncos pera, diorang
p. bappa lagi,lagi diorang adda tacot.

36 Tempo itou bappanja Jacob
catta pada diorang; pacanira orang
merroubout beta deri annac annac :
Jofeph tida adda, lagi Simeon tida ad.
da, facarang pacanira orang mau am-
bil bawa pada Be njamin, boatan itou
famoa bri foucar pada beta.

37 Tempo itou Ruben fbuda catta
catta pada bappanja, cattanja,bounou
djouga dua deri beta pounja annac
lacki lacki calou beta tida bawa dia
combali padavofle: brila dia dalam
beta pounja tangan ,lagi beta adda ba-
wa dia combali pada vofle.

38 Hanja dia catta : beta p. annac
tida adda pegi tourong dengan paca-
nira orang: carna dia p.foudara fouda
matti, lagi dia kendiri adda fifa, calou
barang binafîâhan adda bertamou pa-
da dia, de djallan nang pacanira orang
mefter bedjallan, pacanira orang adda
boat tourong beta pounja rambot pou-
ti ca dalam coubour dengan douca.

Iacobvermits hongers noot,ende fyner fonen
onwilligheyt, mitfgaders de hooge verkla-
ringen van luda, Iaet eyndelick Benjamin
met ben trecken na £gypten,mec gefchenc-
ken voor den Regent, ende dobbel gek,
vers i , &c. lofeph, Benjamin onder hen
fiende,laetfe in fijn huys brengen:\\vaer over
fy bevreeft zijnde, dat het om haer gevon-
den geit mochte zijn, ontfchuldigen fich by
Iofephs Hofmeefter, die haer goeden moer
geeft, 16. Sy bereyden, ende brengen lo-
feph de ghefchencken, die vriendelick mee
hen fpreeckt, infonderheyt met Benjamin,
waer ower hy bewogen zijnde, moetwee-
nens halven wat vertrecken,ende tradleert-
fe daer na met eene feer heerlicke maeltijt,
infonderheyt Benjamin, 2f.

-^tit Dat ïanöt:
* <&oog£fcöiebbet/atéfpbeIeef*
toefjt/biefn u]3t Cgppten getaacfjt
fjabben / op gljegeten tjabben / bat
I\\m babet tot [jen fepbe/ Heett me*
berom/ koopt ong een mepnigö
fptjfe*

3 ^oe fpiack gitba tot ïjern/
jeggmtic; ^te man l)esft ontf op het
Öoogöaebetupgöt/fegoenöe/ <0!JP

4 Unbien 0ÖP onCen öjocöcr met
ong fenöt/ top fuïlen aftrecken/enbe
ufpijfekoopen*

_r r iaaennöieng$p[hcm]meten
lenot / vuil en fuüen niet afttetken:
mant bü_mau||gefttótonggerept/
enrwit mijn aengefidjte niet
^mn/ * tu 3P bat utoe fcoeber rnet

Jacob febab tapper bejââr, lagi febab dia
pounja annac annac tida m au combali
pegide negri Mizri,calou Benjamin tida
pegi fammadiorang, dia b\'èet Benjamin
pegi famma diorang de negri Mizri_tdengan caffie caffie pada orang befââr.
Mannacalla Jofeph liât Benjamin de
antara diorang, dia four o diorangjadi
antar dalam roumanja. tagal itou di-
orang tacot daan kir a kir a itoujadi ta-
gal per a nang fouda combali de dalam
cadout cadoutnja, diorang hadir daan
bawapada Jofeph cape cape itou, féV.

2 Tagal itou fouda jadi,mannacalla
diorang fouda maccan abis bacal itou,
nang diorang fouda bawa deri^gyp-
ten, agar bappanja catta pada dioran g;
pegi combali bli maccanan fidikit pa-
da bet\'orang.

3 Tempo itou Juda catta pada dia,
cattanja: lacki lacki itou fouda berfaxi
pada cami eras fa cali, cattanja: paca-
nira orang tida adda liât kita pounja
mouca, calou foudara-mou tida adda
dengan pacanira orang.

4 Calou vofte bet\'orang pounja
foudara fouro famma bet\'orang, beta
orang adda pegi tourong, lagi bli mac-
canan pada vofte.

5 Tetapi calou vofte tida fouro pa-
da dia, bet\'orang tida adda pegi tou-
rong carna lacki lacki itou fouda catta
pada bet\'orang 3 pacanira orang tida
bole liât kita p. mouca, calou foudara-

6 <£nbegfraeï fepbe/ l©aetom
gebt ggp foo ttuaück aentnp gge*
baen: Dat ggu Dim man te Hennen
gaeft/ of ggp nocg eenen bjoeber
gabbet£

7 €nbe fp fepbett; «Die man
bjaeggbe feet naeutoe nae onöenöe
nae onfe maeggfcgap / feggenbe/
Seeft uto babetnotg i gebt ggp
ttocg eenen D?oeÖer * foo gaben top
get gent te kennen bolgensmefelbe
toooaDen: gebbentop jupft ggetoe*
ten/ bat gp feggen fottö: / 25:enget
utoen bioebet af i

s ^Doe fepbe gnba tot gftael
fimen babet: J5>enbt ben jongeiinck
met mp/fo fuüen top onö opmaken/
enbe repfett: op bat top leben / enbe
niet en fterben/ notg top/ notg ggp/
lio cg onfe kmberhettSu

9 3!ck fal bojgebooj gem 5tjn/
ban mijner ganbt fait ggp gem ep*
fcgen: inbien ick gem tot uniet en
bienge/enöe gent boo? u aengeficgte
fielle / foo fal ick alïe bagen tegen tt
gefonbiggtgebbem

10 mint gabben top niet
fuiimt/boojtoaet top toaren alreebe
ttoeemae! toeber gekomen.

11 fepbe gfrael gaer baber
tot gaer/gs t nu aïfoo/ fo boet bit/
iDemet ban get lofltckffe Dcfcs ïantö
in tttoe baten / enbe bjenget Dien
man een ggefcgenck genen af/ een
toennigg öaïfem / enbe een toeimigg
gonicg/fpecernen/entie mmvge/ ter?
pentt|ii-noten/enbe amanbeïern

6 Lagi lfracl catta : carnappa paca-
nira orang fouda boat djahat begitou
pada beta: agar pacanira orang fouda
bri tau pada lacki itou, calou pacanira
orang adda lagi fatou foudara >

7 Lagi diorangcatta lacki itou fou-
da tanja banjac banjac deri bet\'orang,
lagideri bet\'orang pounja aflal, cattan-
|a , pacanira orang pounja bappa adda
idop lagi > pacanira orang adda fatou
foudara lagi? tagal itou camifouda bri
tau padanja, fepertibacattahan kou
djouga: Bagimannacamibole tau,dia
adda catta,bawa tourong foudara mou>

8 Tempo itou Juda catta pada bap-
panja Iftaël : fouro orang mouda den-
gan beta, lagi cami maubadiri, daan
pegi: agar bet\'orang idop, lagi jangan
matti bet\'orang pon tida, vofte pon ti-
da.cami pounja annac annac pon tida.

I minta dia: calou beta tida antar dia
pada vofte, lagi tarou dia adapan vofte
pounja mouca, fa hari hari adda tingal
bera pounja falla.

10 Carna calou bet\'orang tida a lepa,
fongho bet orangfaearanginidua cali
fouda combali.

11 Tempo itou bappanja Ifraël cat-
ta pada diorang : calou adda begitou
baicboatbagini; Ambil deri tannai ni
pounja boa nang baie lebe deri lain fa-
moa daJam pipapipa-mou, lagi bawa
tourong fatou caflie pada lacki itou,
oubat fidikit, dengan ayer madou ftdi-
kit, rampa rampa, daan myrrhe, boa
terpentijn ¹ daan canari,

tz <£nbs nemet bobbel geit in
tttoe Jant: enbe Jet geit / ttoelektn
ben ntont utoer fatken toeber gije*
htetti*/ tuengetbjeberommubje
Jant/ miffcjten \'t eenfepL

13 $emet 00ck uteen b^oeber
mebe: enbe maecUt u 0p / keert
betont tot Dien man»

14 enbe <6obt be $lmacjtige
gebe u batmjertigjept boo^ Jet
aengeftc Jte bies mans/bat Jp utoen
anbeten b?oebet/ enbe benjamin
niet u late gaen: enbe mp aengaett*
be: aló ich ban hinbeeen berooft
ben/ foo bemek berooft.

if €nöe Die mannen namen bat
felbegeftjenck/ enbe namen bobbel
geit in Jare janbt/enbe25enjamm;
enbe fp maeckten Jenop/enbe togen
öf nae Cgppten/ enbe fp ftonben
büo? 3tofepJ$ aengeficjte*

16 M0 gofepj benjamin met
JenfacJ/foo fepbe Jp tot ben genen
fcie ober fijn Jup£ bjasf / 23?enget
öefe mannen nae t Jupg toe / enbe
flat Jt flaejt-bee / enbe maetkt [her]
gereet / toant befe mannen Cullen te
mibDagemet mp eten*

17 33c man nn bebe geltjek gio*
ftpj gefegt jabbe: enbe be man
tyacjt DèCe mannen ten Jupfe go*
fepjö. \\

18 «Doe beefden befe mannen/
J»m bat fp ten Jupfe lofepjé gje*
«ttacjt bierDen / enöe fepben / Cer
bo^faHebanbat gelt/bat int begtn
jn öufe fachen toeber gjekeert iw
roojben top t_n gebijt: op bat Jp

11 Lagi ambil pera dua lapis dalam
tanganmou: lagi pera itou nang fouda
combali dalam moulut cadout ca-
dout-mou, bawa combali dalam tan-
ganmou , fjappa tau adda barang falla.

14 Lagi Deos nang Cabefaran bri
caffian pada pacanira orang de mouca
lacki itou, agar dia beer poulangfam-
ma pacanira orang foudara-mou Jaïn
itou daan Benjamin: tetapi beta, calou
beta jadi merroubout deri annac an-
nac, beta jadi merroubout.

I $ Lagi lacki lacki itou ibuda ambil
caffic itou, lagi ambil pera dua lapis
dalam tanganja, dengan Benjamin :
lagi diorang fouda badiri daan pegi
tourong de Egypten : lagi diorang ba-
diri de mouca Jofeph.

16 Mannacalla Jofeph fouda liât
Benjamin dengan diorang: dia catta
pada dia nang joure-tongou deri rou-
manja,Antar lacki lacki inidalam rou-
ma lagi, bante haywan terbante , lagi
hadir itou ; carna lacki lacki ini tenga
hari adda maccan dengan beta.

\'17 Lacki itou pon fouda boat feper-
ti Jofeph foüdacatta: lagi lacki itou
fouda antar lacki lacki ini dalam Jo-
feph pounja rouma.

18 Tagal itou lacki lacki ini fouda
tacot febab diorang jadi antar dalam
Jofeph pounja rouma, lagi catta : fe-
bab p\'cra itou, nang pada mouianja
fouda combali dalam bet\'oràng poun-
jö cadout cadout, bet\'oràng jadi antar
de dalam : agar dia fa fingay pada
b 2. cami,

19 Patrom naberDen fp tot trien
man/ Die ober JJIofeppg pupg mag:
enbe fp fp^aken tot pent aenbe Deute
Pan ïjetpupg*

20 <gnbe fp fepDen/ <f>cpmiin
Ijeere: mp maren in t begin gemif*
felrck afgekomen / om fptjfe te
Hoopen.

21 ^ettgnugïjefcöiet/algujpin
De fterberge gfjekomen maren/ enDe
mp onfe facken op DeDen / fiet / foo
mag peDer ntang gelt in Den mont
Pan fijnen fack/ong geit in fijn glje?
mtcpte: enDe mp pebben \'t felbeme*
Der gebjacljt in onfe pant*

2 2 Wp pebben oock anDer gelDt
in onfe fianDt af gebjadjt/ om fptjfe
tekoopen:mp en metot niet brie ong
geit in onfe facken gelept peeft.

23 <£nbel[)pfepbe/ t^ebe$pn
lieDcn/en P tttü niet/ubs\' <0oDt/enDe
«meg paDerg <föobt geeft u eenen
fcpat in ume facken gegeben/ u geit
tg tot ntp gekomen ; enDe öp b?acfït
Simeon tot penttpt*

24 ^aernaeb?acptDemanDefe
tttannentn f$ofepf)g Jupg/ enDe \\yp
gafbïatec/ enDe fu mieffcpen bare
boeten : öp gaf oock Jaren efelen
boeber*

camtjagi amoc pada cami, lag! boat
cami laîbar dengan cami pounja calle-
dey calledey.

19 Tagal itou diorang fouda datan
ampirpaaa lacki itou, nangaddajou-
re-tongou deri Jofeph pounja rouma :
lagi diorang catta famma dia de ampir
pintou rouma.

20 Lagi diorang catta:Eyo tuanko:
bet\'orang pada moulanja foungho
foungho fouda datan bli maccanan.

xi Tetapi fouda jadi, mannacalla
bet* orang fouda malToc de rouma
brenti lagi bouca bet\'orang pounja ca-
dout cadout liât,fa orang orang poun-
ja pera addadalamcadoutnja pounja
moulout bet\'orang pounja perabagi-
manna biratdja: lagi bet\'orang fouda
bawa itou combali dalam bet\'orang
pounja tangan.

2iz Bet\'orang lagi fouda bawatou-
rong pera lain dalam bet\'orang poun-
ja tangan, pada bli maccanan , beta
orang tida tau f jappa fouda tarou beta
orang pounja pera dalam bet\'orang
pounja cadout.

23 Dia pon catta : falammat pada
djouorang, jangan tacot : djouorang
pounja Deos daan bappamou pounja
Deos fouda bri barang pera dalam ca-
dout cadout-mou : djouorang p. pera
fouda datan pada beta: lagi dia antar
Simeon calouwar pada diorang.

24 Commedien lacki itou fouda
antar lacki lacki ini dalam Jofeph p.
rouma lagi dia bri ayer, lagi diorang
fouda baffo kacki kackinja dia lagi brî
maccanan pada calledey calledeynj^a;

<£nbefp berepbbenfjet glje*
fcljenck / tot Dat gofepj) quant op
ben mibbaclj: mant fp ijabben gjje*
jjoo^t / bat fp albaer bjoobt eten
fouDen*

26 nti gofeph te Ijupg glje*
komen toag/ foo bjacljtenfp ijem
\'t gefclienek /1 melck in Ijare öanbt
mag/ in fjetfjupg: enbefpboogen
fietjboojljemteraerbe*

27 <£nbe ÖP b?aee|jbefe nae [ha-
ren] meiöant / enDe fep De/ \'t mei
met urnen baber Den ouDen / Daw
0ÖP ban fepDet * leeft Ijp noch i

28 Cnbefpfepben/ tetigmel
met umen knecljt onfen baber / fjp
leeft noefj: enDe fp nepefjben jjet
ïjooft/enbe bogen ficö neber*

29 €nbe fjp Ijief fijne oogen op/
enDe Cacf) benjamin fijnen b^oeber/
fijner moeber fone/ enbe fepbe: 9$
bit ume klepnfte b?oeber / baer gijp
tot mp pan fepbet * baer nae fepbe
&p:«)n fane/<^0bt $p u genabtcl)*

30 <£nbe 3ofeplj fjaeftebe \\ytw\\i
toant ftin mgemant ontliack tegen
fijnen b^oeber/enbeljp focfttte mee*
pen; enDe fjpgiwkineenekamer/
rnbebJtenbe albaer*

31 3Daet nae miefclj fjp fijn aen*
öeficfjte/ enbeqnamupt: enbeljp
fcjbbiong!)!Kmfelben/ enbe fepbe/
<S>ettstbjöotop*

^nbe fp rit^tebenbooz ïjetn
aenm tïjrfonber/ enbe booj Ijaer
*n t bplonoec / enbeboo?be cgpp*

25 Lagi diorang fouda hadir cafîie
itou fampei Jofeph datan pada tenga
hari : carna diorang fouda dengar di-
orang de fannaadda maccan roti.

26 Mannacalla Jofeph pon fouda
datan de rouma, diorang fouda bawa
pada dia caffie itou nang adda dalam
tanganja, dalam rouma itou : lagi di-
orang fouda fomba pada dia.

27 Lagi dia fouda tanja diorang
deri diorang pounja ontong, daan cat-
ta: Adda baie dengan bappamou, nang
touwa itou, deri fjappajouw-orang
fouda catta catta? dia adda idop lagi :

28 Lagi diorang catta : Adda baie
dengan hambamou bet\'orang pounja
bappa, dia adda idop lagi : lagi diorang
fouda tondo capallalagi tondo fendi-
rinjaca bawa.

29 Lagi dia ancat mattanja lagi liât
foudaranja Benjamin nang annaederî
ibounja, lagi catta : IniJa foudaramou
nangbongfou deri fjappa jouworang
fouda catta padakita? commedien dia
catta : Annacko , Deos cafïian pada
djouw.

30 Lagi Jofeph fouda laças, carna
dia p. ijfci pourut fouda jadi pailàng
pada foudaranja,lagi dia fouca menan-
gis : lagi dia fouda mafîoc dalam bilick
fatou, lagi menangis de fanna.

| 31 Commedien dia fonda baflô
moucanja, lagi callouwar, lagi fealTac
fendirinja,daan catta^tarou maccanan.

32 Lagi diorang fouda tarou mac-
canan pada dia kendiri, lagi pada di-
orang kendiri, lagi pada orang^gyp-

ttmtm/ Diemet gem aten/ in \'tbp*
fonDet: toant De <£gpptenaerg en
mogen geen biooDt eten met De
&een / Detuijie fulc? Den ^gpptena*
ren eengmwtoeli^

33 €nDe fp faten boojftjn aen=
geftcgte/ De cerft-geboren nae ftjne
eerft-ggcboojte/enbe De jongere nae
fijne jonchgtpt: tneö bettoonbetben
gen De mannen onDet maikanbetem

34 <£nbegp*anggbegenbanbe
gericgten/bieboojgembjatenmtaej
&entamm# gericgte toaö bijfmael
gjooter/ban De ggecicgten ban gen
alle: enDe fp bjonckén/ enDe fp toer*
ben b?o«tken met genu

Iofephlaet fyne broeders trecken, hebbende
ineensyederenkoorn-fack het gelt,macr
in Benjamins fack fijnen beker daer by doen
fteken,vers i,&c. laetfe najagen,ende die-
veryeaentyen; waer over fy feer ontftelt
zijnde , hen felven ende den fchuldigen on-
wetende ter ftraflfe verplichten,4. de beker
wort in Benjamins fack gevonden; waerom
fyalle, feer verbaeftzijnde, totlofephwe-
der keeren , fich fyne ftraffe onderwerpen-
de : Doch luda fpreeckt veel ende (terck
voor Benjamin,verfoeckende in fyne plaet-
fe te mogen blyven, 12.

i P$Degpgeboobt Dengenen/
^cbte ober fijn gups mag/feg*
genöe/Buit De fachen befet mannen
inet fpiift/ nae bat fp fuüen kunnen
blagen/ enbe leggt peber mans gelt
in Den mont ban ftmen fack»

ten, nangmaccan famma dia, kendici :
carna orang Egypten tida bolemac-
can roti dengan orang Hebrêêi, fe-
dang itou jadi haram pada orang
Egypten.

33 Lagi diorang foudadoudoe de
moucadia, nang annacbermoula fe-
perti patout pada annac bermoula,lagi
nang lebe moudafeperti patout pada
nang lebe rnouda-.tagal itou lacki lacki
itou fouda hesäen farnmafamma.

34 Lagi dia fouda bri pada diorang
deri maccanan, nang addade mouca
dia: terapi Benjamin pounja bagian
jadi lima cali lebe befâât deri bagi^n
bagian deri diorang famoa : lag» di-
orang fouda minom, lagi diosang jadi
maboc famma dia»

jofeph beer poulang dia p. fouda r a foudara,
datant Benjamin p. cadout dia fouda
fouro tarou dia p. tfjauwan minom deri
pera : dia fouro icot daan oußir diorang,,
daan catta carnappa diorang fouda men-
tfjouri tuan pounja tfjdu won minom.
diorangpounja hati goyang, daan djan-
dji famoa jadi tuan im pounja la fear
calou fat ou deri diorang fouda boat itou.
Tfauwan jadi bertamou dalam, &c.

i T" Agi dia fouda fouro pada dia
-■"^nang adda joure-tongourou-»
manja,cattanja;ijfci lacki lacki inip.
cadout cadoutdengan maccanan ,ba-
gimanna diorang adda bole pieol, lagi
tarou fa orang orang p, pera dalam ca-
doutnja p. moulut : x Lagi

re n beker / fuii: gjp legge« in den
mont ban beSklepnftenfack/ met
jet gelt uan fijn koojn : enöe Jp
bebe naSofepJiS rnoon/t mcick jp
geflohen JnöDe.

3 ^egmo^msaté\'tlicjt toert/
foo liet men tiefe mannen trecken/
Jaer/endejareefelen.

4 3nn ter ftabt uptgegaen/
fp ujaren niet bejte gjekomen / até
^ofepjtot den genen/ die oder fijn
Ju ps toag/ fepde/ iBaeckt ti open*
de jaec Jt die mannen acjter na:ende
aljï gjpfe fufc acjter Jaelt JebbetV
Too fult gjp tot Jen feggen / I0acr*
om Jebtgjp quact booj goet ber*
golden £

s t befe niet baer n\\iix\\ Jeer
uptdnnckt* enbedaer bpjp[yct]
fekerlick toaetttemen fal i g Jp Jebt
^aiick gjedaen / bat g Jp g Jebaen

? Cnbe fn fepbentot brn/Wm*
bm rpeerht mijn Jeere fulckctooo^
ben ? Jet 3p be^rc ban titoeknecj*
ten/bat fp foobanicj een bmek boen
tonden»

« - J>iet Jet gelt / bat top inden
J^fbt onfer facken bonden / Jebfcen
22** « «pt den lande Canaan
ö^aejt; Joefoubentap ban
SS^I^ffcofte

2 Lagi kita pounja tfjauwan mi-
nom, tfjauwan minom itou deri pera,
pacanira ada tarou dalam moulut deri
nang kitfjil lebe deri famoa pounja
cadout, dengan pera deri dia pounja
gendom: lagi dia tourut jofeph pounja
bacattahan, nang dia fouda catta.

3 Pada pagi hari fedang jadi trang
diorang fouda beer lacki lacki ini pou-
lang, diorang, dengan caltedey cal le-
deynja.

4 Diorang fouda callouwar deri
negri, diorang boulom pegi djouw,
mannacalla jofeph fouda catta pada
dia nang adda joure-tongou roumanja;
pegi lagi ouïîir lacki lacki itou , lagi
mannacalla pacanira fouda pegang
diorang, pacanira adda catta: carnappa
pacanira orang fouda ballas baic den«
gan djahat >

5 Boucan ini djouga deri appabera
pounja tuan adda minom? lagi den-
gan appadiafounghofounghobolein-
gatbarang appaïpacanira orang fouda
boat djahat febab fouda boat itou.

6 Lagi dia fouda pegang diorang,
lagi catta catta pada diorang bacatta-
han itou djouga.

7 Lagi diorang catta padanja ? Car-
nappa tuanko cacta catta bacattahan
begitou > itou djauw deri hambaham-
bamou , agar diorang adda boat bes-
boatan begitou.

8 Liât pera nang bet\'oràng fonda
bertamou dalam molilur deri bctcrang
pounja cadout cadout, bet\'oràng deri
tanna Canaan fouda bawa combali
pada voftc: bagiman na bet\'oràng adda
mentfjouri mââs attau pera deri ruan-
moupounjaiourna ? 9 Den-

9 t&p ben toelc&en ban utoe
Hnecîjten lyp gebonbsn fal toojben/
bat ÖP Serbe : enbe oock rullen top
mijnen Ijeere tot Oaben $ijn*

10 enbe lyp fepbe/ <©tt $p uu
oock aifoo / naeutoe tooo?ben:bp
mekken lm gebonben mo?bt/ Die 5p
mijn Qabe / nraer gljpkebcn fnlton-
fcjulbicij

11 &nt>t fp fjae^eben / enbe een
pegeltck fettebe fijnen fatk af op
baerbe / enbe een pegeltck openbe
fijnen fatk*

12. Cube Ijp boo?focpt / begin«
nenbe niet ben g?ootften enbe bok
epnbenbe met ben kiepnftm ; enbe
bie beker toert gpebonben in 23en*
laming fatk*

13 ^oe fcljeurben fp bare klee?
beren: enbe peber man loebtop fij*
nen etc! / enbe fp keerben meber nae
beiïabt*

I s Cube gofeplj fepbe tot Jem/
Wat bact tg bit Die gijp gpeaaen
iKbt * Wttt gîjp niet/ bat ftdek een
man a!g ick/[dat] fekerlitk maer ne^
men fonb^

16 fepbe Suba / tl^atfuï*
len top tot mijnen Ijecre feggé* mat
fiillen top fp?eken^ enbe toat fnlien
top ong recijtbeerbigen î <&oöt
fjeeft be ongececlîtigfjepbt utoer

9 Dengan fjappa deri hambà ham-
bamou itou jadi bertamou beër dia
matti ï daan bet\'orang lagi addajadi
tuankopounja lafcar.

10 Lagi dia catta : Itoula facarang
lagi jadi bagitou ,bagimanna bacatta-
han bacattahan-mou : dengan fjappa
itou jadi bertamou dia djouga jadi be-
ta pounja lafcar, Hanja pacaniraorang
pounja fa! la tida.

11 Lagi diorang fouda lacas, lagi
faorang orang bri tourong cadoutnja
de tanna lagi fa orang orang fouda
bouca eàdoutnja :

ix Lagi dia fouda tfjari daan baiki
moulanja dengan nangbelar lebederi
famoa lagi baiki foudahan dengan
nang kitfjil lebederi famoa: lagi tfjau-
wan itou jadi bertamou dalam Benja-
min pounja cadout.

13 Tempo itou diorang fouda tfja-
rik packeyanja : lagi fa orang orang
fouda moat deatascalledeynja, lagi
diorang ondor combali pada negri itou.

14 Lagi Juda dengan foudara fou-
daranja fouda mafloc dalam Jofeph
pounja rouma carna dia fendiri lagi
adda defanna,lagi diorang foudadja-
tou de tanna, de mouca dia.

i $ Lagi Jofeph catta pada diorang :
Berboatan ini appa nang pacanira
orang fouda boat ? Tita tau, lacki lacki
feperti kita, foungho foungho adda in-
gat pada itou.

16 Tempo itou Juda catta: Beta
orang pada tuanko bole catta appa ?
Bet\' orang bole catta catta appa ? lagi
bet orang bole adilacan cami dengan
appa? carna Deos fouda bertamou

fcnecöten gfjebonöen / fiet top $ijn
nu/n^ beeren aaUen/foo top/atë ijp/
tnmierws öanöt Deöeker gljeUonDen

17 l&aerïjpfepöe/fet^ppejre
ban mp füitk& te Doen: Die man in
toienö fiant Die beker gebonben ig/
öie ral mijn ïlabe $ijn; docïj tteekt
slipiieDen op in bjebe / tot urnen
baber*

is ^oenabetbe gubatotïjem/
enbefepbe/ <&tJ mijn fjeere / laet
öoclj urnen knetjjt eentooo^t fpje*
ftenboormijng Ijeeren ooren/ enDe
en laet urnen too?n tegen nmen
knecht niet omfteken / mant gijp
jijt eben gelijck$ljarao*

19 Ifètjn ïjeere bjaecpe fijne
fcnecljten/ feggenDe/^eöt gïjplieben
eenenbaber/oftebjoeDer *

20 J^oo fepDen top tot mijnen
tjeere/ H>plj£bben eenenonbenba*
vtt / citDe eenen jongelinck Deö ou*
oerboms/ öen klepnften : miens
jnoeberboobtio/ enbeljp té alleen
yan fijne moeDer obergebleben/enbe
fpnbabet Ijeeftljemïief*

JDoe fepDet gijp tot utoe
knerpen/ Menget Ijem af tot mp;
öatimnujn oogeopljem 3ae:

** mp fepDen tot mijnen
!!!2^e/ l\'ongelinck en fal fijnen
gaset niet kunnen beriaten: tnbien

hamba hambamou pounja falla : liât
bet\'orang adda tuanko pounja lafcat
bet\'orang lagi,dia, dalam fjappa poun-
ja tangan tfjawan minom fouda jadi
bertamou, lagi.

17 Tetapi dia catta : Itou la djau
deri kita boat bagitoudacki itou dalam
fjappa pounja tangan tfjawan minom
itou fouda jadi bertamou, dia jouga
adda jadi kita pounja lafear: tetapi pe~
gi naic pacanira orang dengan faîam-
mat, pada bappamou.

18 Tempo itou Juda\' fouda peg\'t
ampir pada dia, daan catta : eyô tuan-
ko beër la hambamou catta bacatta-
han fetou adapan tuanko pounja te-
linga, lagijangan goulàr pada hamba-
mou : carna vofte adda bagitou fam-
ma Pharao djougâ :

19 Tuanko fouda tanja pada ham-
ba hambanja.cattanja: pacanira orang
adda bappa ca foudara fatou ?

zo Tagal itou bet\'orang fouda cat-
ta pada tuanko : bet\'orang adda bappa
fatou nangtouwa, lagi bouda fatou
(nang fouda jadi fedang) dia touw3,
nangbongfou : fjappa pounja foudara
fouda matti, lagi dia fendirijouga fou-
da bafifa deri maïnja, lagi bappanja
adda cafîie pada dia.

zi Tempo itou vofte fouda catta
pada hambamou ; antar tourong dia
pada kita : agar kita boan g kita pounja
matta atas dia :

zz Lagi bet\'orang foudacattapada
tuanko : bouda itou rida addabole tin-
gal-akan bappanja: calou dia tingal-
akan bappanja, dia adda matti.

23 ^oe fepbet ggp tot utoe
ïmecgten / gnbien u Hlepnfte bjoe*
bet met u met af en komt / foo fuît
ggp mijn aengeficgte met meet ftem

24 €nbegetiSggeftgiet/alStop
tot utoen Hnetgt mijnen babet op?
getrûcUen^tjn/enbeUjp gem mtjneS
geeren moo?ben bergaeït gebben;

2 s €nbebatonfebaber ggefept
geeft/ ifteett toeber / Hoopet ons een
toepnicg fpiife:

2 6 ^oo gebben top gefept / Wp
en fuïïèn met mogen afttetHen : in*
bien onfe Wepnfte b^oeber bp onS
is/ foo fullen top aftrecRen/ toant
top en fuïïen biens mans aengcftcg-
te niet mogen fien/ foo befe onfe
Hïepnfte bjoeber niet bp onsetitS*

27 <Boefepbe utoe ftnetgt/mijn
babet/ tot ons/ Ogpliebêntoetet/
batter mp mijne gupfbjoutoe ttoee
gcbam geeft:

<^nbebretttisbanmptip^
gegaen/ enbe tcH gebbe ggefept/
a£oo?toaer gnts ggetoiCfehcH ber*
fcgeurt getoojben ; enbe itfc en geb*
be gem niet gefien tot nu toe :

29 3nbien ggp nu befen oocH
ban mijn aengefitgte toecg nemet/
enbe gem een beröerf ontmoetebe :
foo fouöe ggp mime giautoegap^
ren met iarnmer ten grabe boen ne^
bethalen*

2,3 Tempo itou vofte fouda catta
padahamba hamba mon : calou paca-
nira orang pounjafoudara nangbong-
fou tida datan tourong dengan paca-
nira orang, pacanira orang tida bole
liât lagi kita pounja mouca.

24 Lagi fouda jadi , mannacalla
bet\'orang fouda peginaic pada hanv
bamou nang bet\'orang pounja bappa,
lagi bet\' orang bilang padanja tuanko
pounja bacattahan :

25 Lagi bet\'orang pounja bappa
catta: pegi combali bli maccanan fi-
dikit pada bet\'orang.

26 Bet\'orang fouda catta.bet\'orang
tida addabole pegi tourong:calou beta
orang pounja foudara nang bongibu
adda dengan bet\'orang,bet orang mau
pegi tourong, carna bet\'orang tid\'adda
bole liât lacki itou pounja mouca, ca-
lou bet\'orang p. foudara nangbongfou
ini tida adda dengan bet\'orang.

27 Tagal itou vofte pounja hamba,
bera pounja bappa fouda catra pada
bet\'orang; pacanira orang adda tau,
beta pounja iftri fouda berannac dua
pada beta.

28 Lagi latou fouda callouwar deri
beta, lagi beta fouda catta : foungho
foungho dia fouda jadi batfjaric tÇaric:
lagi beta tida liât pada dia iàmpeifa-
carang :

2.9 Calou pacanira orang facarang
lagi ambil bawa pada dia deri beta
pounja mouca, lagi barang binaffahan
kena pada dia pacanira orang adda
boat beta pounja rambot pouti tou-
rong de coubour dengan douca.

knecjt mijnen baDer komc / enbe De
jongelinck niet bpong enig /(alfoo
fijne 3ieïe aen befeg 3tele gjjebonben

31 £öö fal Jet s pefcöieben / alg
Jp fiet / Dat De jongejinek Daec niet
enig/Dat pp KerPenfal: enDeutue
kneejtenfullfn De granUie Japren
umeg knetptg / onfeg baberg / met
bjoeffeniffe ten graüe Doen nebet^
balen*

₃z X0ant wme knertjt ig Pooi
befen jongljelmck bo?ge Pp mijnen
babetvfegpnbe/ £>00 uk Jjem tot u
niet toeber en bjènge/ foo fal itk te*
fien mijnen toabet rallen basegje*
fonbirjt Jjebben.

33 ban / Iaet bocj nmen
knetpt boo? befen jongelinck mij*
mgpeeren flabeblijben: enbelaet
ben jongelinck met fijne bjoeberen
opttecfeen*

.34 èant Joe foube itk optrek
«tn tot mimen babet/ inbien be jon*
gelintk met met mp entoare* op
bat ick ben jammet nieten fie/ be
töeleke mijnen baDer oDetkome
fonbe*
beta datan pada hamba-mou beta
pounja bappa: lagicaiou calou orang
mouda ini tida adda famma bet\'orang
( fedang dia pounja djiwa fouda ou-
bong dengan ini pounja djiwa).

31 Adda jadi, calou dia liât, orang
moudaini tida adda, agar dia rnatti :
lagi hamba hamba-mou adda boat,
rambot pouti, deri hamba mou, beta
orang pounja bappa, tourong de cou-
bour dengan douca.

32 Carna vofte pounja hamba fou-
da jadi orang mouda ini pounja fec^u-
ta pada beta pounja bappa, cattanja
djicabeta tida antardia combali pada
vofte beta fa hari hari adda picol faila
de mouca beta pounja bappa,

3 3 Tagal itou, beër la vofte pou nja
hamba facarang tingal tuanko pounja
lafcarganti orang mouda ini:lagi beet
orang mouda ini poulang dengan fou-
darafoudaranja.

34 Carna bagimanna beta adda
bole pegi naic pâda beta pounjabap-
pa, calou bouda ini tida adda dengan
beta? agar beta tida liât fixa itou,
nangaddabartamou pada beta poun-
ja bappa.

Jofeph loucakan fendirinja pada foudara.
foudaranja _ydia ihorken diorang dengan
Alia Thalia pounja candati ; dia fouro
diorang hri tau itou famoa pada happan-
ja daan antar haw a dia de negri Mizri.
Pharao lagi fouro bagit ou. jofeph fiuro
diorang pada bappanja dengan pedati
C C 2 pedati,

haren vader, die\'t ten laetften gheloofr,
ende bereytfich met groote blijdtfchap op
de reyfe „ 25,

1 T^#ekonbeficJ3iöfepJntet
^bebbungenbooj alle bie öp
Jemftonben/enbe Jp riep/^oet alle
man Pan mp uptgaen: enbe baer en
(tont niemanbt bp Jem/ als 3jofep J
ficl) aen fijne b?oebercn bekent
waeekte* / /

a enbe Jp bet Jief fijne Semme
mettoeenen/foo bat Jet beegnpte*
naertf Joo jben / enbe bat Jet ptja*
raoö Jupg Joojbe*

3 enbe 3ofepJ fepbe tot fijne
toebeten/ 3tkben SofepJ/leeft
mijnbaber noej* enbe fijne b?oe*
berg en konben Jem niet anttooo^
ben/ mant fp ttiaren berfcj^ickt
bo fün aengefiejte*

4 <£nbe 3ofepJ fepbe tot fijne
toebeten: $aebert botj tot mp/
tnbsfp naeberben: <Doe fepbe Jp/
3!ck ben gofep J ub)e b?oeber / bien
gjp nae Cgpptenberkocjt Jebt*

f Haer nu / toeeH niet öekotb*
mert/ enbe [de toorne] en ontöeke
met in ttbjen oogen/om bat gjp mp
Jier Jenen berkotjt Jebt; fcuant
<0obt Jeeft mnboo? u aengefscjte
gjefonöen / tot bejoubeniffe be#
Sebensi*

6 IDant Jet 3»jn nu meeaten
Jongerg in t miDDen lams/
enöebaet$ijn nocj bijf jaren m be
teel eke geeneploeginge/ nocj ooga
SjnenfaU

pedati, dengan bac al daart dengan cajjk
cafte _ydia bti adjarran baie pada diorang,.
diorang bilang itou famoa pada bap-
panja,

i ""TEmpo itou Jofeph tida bole
tahan lagi, de mouca orang
famoa nang badiri coulillingdia: lagi
diabateria boat orang famoa callouwar
derikita, lagi fatou orang tidabadirï
dengan dia, fedang Jofeph bri kenal
fendirinja pada foudara foudaranja.

x Lagi dia fjuda ancat fuaranja
daan menangis : begitou agar orang
Mizri dengar, lagi agar Pharao pounja
rouma dengar,

3 Lagi Jofeph catta pada foudara-
nja; kita adda Jofeph: beta pounja
bappa adda idop lagi ? foudara fouda-
ranja pon tida bole menjaout pada
dia, carna diorang fouda tacoudjôôr,
adapan dia pounja mouca.

4 Jofeph catta pada foudara
foudaranja : marre ampir djouga pada
kita: lagi diorang fouda datan ampir,
tempo itou dia catta: kita adda Jofeph
djouorang pounja foudara,pada (jappa
jouorang fouda jouwal ca negri Mizri.

5 Tetapi facarang jangan tacot,
lagi jangan jouworang pounja matta
tfjintafebabjouworang fouda jouwal
pada kita ca fini : carna Deos fouda
fouro pada kita de mouca jouworang,
pada jadi tongou dalam idop.

6 Carna facarang fouda d ua tauon
lapparde an tara tanna daan adda lagi
lima tauon, dalam appa tida adda jadi
gali tanna pon tida mouffim pada iris
gendom pon tida,

7 ^ocft <&obt ôeeft rap booj n
lieber aengefieöte fjenen göefonben/
om u een oberblijffel te Hellen op be
serbe/enbe om tt bp Jet leben te be*
jjonben boo? eene g?oote berlof*
finge.

s $tt öan / gÖP tn Jjebt rap öer*
maertgnietgefonben/ Ifôaer 45obt
felbe/biemp tot gfjaraoöbaber ge=
ftelt Ijeefc / enbe tot eenen Ijeete ober
fijn gantfcljebupiö/enöeftegeerber
in t gantfelje lanbt ban egppten.

9 ^aeftetu/enbe trecket op tot
mijnen baber / enbe fegget tot öem/
»oo fept uto\' fone gofepö : <^obt
Seeftmn tot eenen Ijeerè ben gant»»
feilen Cgpptenîanbegeftelt: komt
af tot mp/en bertoeft niet.

10 <£tibe göp fult inben lanbe
<^ofen moonen/enbe nae bp nip toe*
fen/gljp/enbeutoe fonen/enbenmer
fonen fonen/enbe ntoe fcljapen/enbe
«toe nsnberen/ enbe aï mat gijp
Sebt,

11 €nbeickfalualbaeronber*
Donben : mant baer füllen nod) bijf
laren fjongerg 3ijn / op bat gl)p
met en berarmt/ gïjp/enben{jttpjS/

3 2 €nbc fiet/ urne oogen fien \'tf
enbe be oogen mijnen bjoeberg
^«Naming / bat mijn mont tot u

7 Tetapi Deos fouda fouro pada
kita de mouca jouworang agar dia ta-
rou jouworang pada fifa deatas bou-
mi; lagi agar dia tongou jouworang
idop deri pada lepaffan befââr fa caii.

8 Baicla facarang,boucan jouorang
fouda foiiro pada kita cafini hanja
Deos fendiri, nang fouda tarou pada
kita agar (y ta jadi Pharao pounja bap-
pa, lagi tuan deri dia pounja rouma,
lagijoure pegang negri dalam fegalla
tanna ^Egypten.

9 Laca - lacas lagi pegi naic pada
beta pounja bappa, lagi catta padanja
begitou vofle pounja annacjofeph cat-
ta : Deos fouda baiki pada kita Tuan
atas fegalla tanna ^Egypten : marre
tourong capada kita, jangan nanti :

10 Volle adda doudoc de tanna Go-
fen, lagi, adda decat beta vofle dengan
annac annac-mou ,denganannacan-
nac-mou pounja annac dengan vofle
pounja domba domba, dengan vofle
pounja fapi fapi, lagi dengan barang
appa famoa nang vofle pounja.

11 Lagi kita mau peara volle de
fanna : carna adda jadi îagi lima tauora
lappar : agar vofle tida jadi mifkyn,
vofle pon tida, daan vofle pounja rou-
ma pon tida,daan barangappa famoa
nang vofle pounja pon tida.

iz Lagi liât jouw-orang pounja
matta adda liât itou , dengan matta
deri beta pounja foudara Benjamin ^
kita pounja moulut adda catta catta
pada jouw-orang.

gpptctt rttbe alles teat ggp ggefren
gebt: enbe gaeftettt/enbe beenget
twijnen babêr ger&aerts af»

14 Ctibe Ijp bid aen benjamins
fijnes ktoebetS gais / enbe bjeettbe:
eitbe Benjamin bjeettbe aen fijnen
gaté.

i s €nbe gp kufte alle fijne bw*
beien/ enbe gptoeenbe ober gen; en*
be baer nae fpjaecken fijne bjoebers
met gent.

16 mi bit genügte in get gupS
f gataoSggegoojttoerbt/ batraen
fep De/ gofepgS b?oebetS3ijngekOf
men: vuaS get goet in be oogé pga*/
taoS/in in be oogen fijner knecgtet..

17 C-nbepgaraofepbetot
fepg / ^>eggt tot utoe bioebeten/
«Doet bit / labet urne beeilen/ enbe
trecket genen/ gaet na get lant Ca*
naan:

13 <£nbe nernet titoen baber/ en*
be ttbje gupfgefimten / enbe kornet
tot mn / enbe telt fal ti get befte ban
€gpptett-lam geben/enbeggp fttit
get bette DefeSïantS eten.

19 511t boeg gelaft/boet bit/
nemetnupt €gppten-lanbt toage*
nen booi time kmberkenS/ ett boo?
urne mijben/ enbe boeret tiïuenba*
bet/ enbe kornet.

20 <£nbe titue ooge enbetfcgoo*
ne nUJen gnnfraet niet: toant get
befte ban gantfeg <£gj)pten-lattbt /
batfalntue^jn.

dalam Egypten, lagi appaaßpa famoa
nang jouworang fouda liât : lagi lacas,
lagi bawa tourong pada kita pounja
bappa ca fini.

14 Lagi dia fouda djatou ca pada
loudaranja Benjamin pounja leher la-
gi menangis:,Benjamin lagi menangis
ca pada dia pounja leher.

15 Lagi dia fouda tfjum pada dia
pounja foudara famoa,lagi dia menan-
gis atas diorang: lagi commedièn dia
pounja foudara foudara fouda catta
catta dengan dia.

16 Mannacalla brita inijadidengar
dalam Pharao pounja rouma agar
orang catta: Jofeph p. foudara foudara
fouda datan : itou louda baie dalam
Pharao pounja matta,lagi dalam ham-
ba hambanja pounja matta.

17 Lagi Pharao fouda catta pada
Jofeph : catta pada foudaramou ; boat
bagitou.moac pada jouworang pounja
binantang lagi poulang , pegi pada
tanna Canaan.

18 Lagi ambil pada bappamou,den-
gan orang de rouma-rnou, lagi datan
capada kita : lagi kita mau caflie pada
jouworang nang baicdetanna Egyp-
ten , lagi jouworang adda maccan tan-
na ini pounja gommoc.

19 Vofte adda cawafla,boat bagini,
ambilla deri tanna Egypten pedati pe-
dati pada annac annacmou kitfjil, lagi
padabinibinimou, lagi bawa bappa-
mou dengan pedati, lagi datan.

20 Lagi jangan beer m^tta-mou
tfjintatagal rouma pounja arta carna
nang baic, lebe deri laïn famoa deri fe-
galla tanna Egypten, adda jadi jou w-
orang pounja, 21 Lag¹"

21 <£nbt be fonen gftaelg be*
ben alfoo : £00 gaf gofeplj Jen
tomgenen/ na PJataog bebel/ ootfc
gaf Jp Jen teet- hod op ben bjecJ*

zi ^p gaf Jen alien / pber een/
toilTel-fcleebeten^maer benjamin
gaf Jp b?ie Jonbett filbetlmgen /
enbe btjf teittei-kleebeim

23 Cnbefti\'nen babet befgeltjcr
fonbt Jp tien efelen / bjagenbe ban
Jet belle ban Cgppten / enbe t Jten
efeltnnen/ b?agende feoo^n/ enbe
bzûût/ enbefpjfe boo? fjnen babet
opbenbjecJ*

24 Cnbejpfonbt fijne&?oeber£
Jenen/enbe fp betttoefcen : enbe Jp
repbe tot Jen / Cn betftoojt tt niet
opbenbjecj,

€nbe fp ttûcken op npt
snpten : enbe fp rçuamen in Jet lant
Canaan tot Jaten babet gacob»

²⁶ ^Doe bootfcjapten fp Jern/
feggenbe/gofep J leeft noc J/ja oock
te ÔP ftegeetbet in gantfcj €gpp*
ten-ianbt : 3t»oe befmeeek fijn Jet*
te/bîant jp en getoofbefe met

17 JBaeraWp tot Jemgefpjo*
fcen Jabben aile be bjoojben go*
fcpj£ / bit Jp tot jeu gefptoocken
5a*fce/ ende bat Jn be bmgenss facj/
™ 3ocep J gefonben Jabbe om Jem
te boeteiv fco bîet&t Jacobs Jâre£
babetsigeeftïebmBi^^

2.1 Lagi Ifraël pounja annac fouda
boat bagitou : Tagal itoujofeph fouda
bri pedati pcdati pada diorang bagi-
manna Pharao fouda fouro: dia lagi bri
pada diorang bacal de djallan.

2z Dia fouda bri pada famoanja,
pada faorangorang packeian packeian
berfalin,tetapi pada Benjamin dia fou-
da caflie tiga rattous foucou pera dcn-
gan lima packeian berfalin.

2.3 Pada bappanja pon dia fouda
fouro bagini fa poulou calledcy nang
picol deri nang lebe baicderi lain ià-
moa deri £gy pten, lagi fa poulou cal-
ledey betîna nang picol gcmiom den-
gan roti, dengan maccanan pada bap-
panja de djallan.

24 Lagi dia fouda fouro foudaranja
pegi, lagi diorang fouda poulang : lagi
dia catta padanja : jangan babanta de
djallan.

x5 Lagi diorang fouda pcgi naïc deri
^gypten : lagi diorang fouda datan de
tanna Canaan pada bappanja Jacob,

26 Tempo itou diorang fouda bi-
lang pada dia, cattanja j Jofeph adda
idop lagi,ijadia lagi adda joure-pegang
negri dalam fegalla tanna iEgypten :
tempo itou hatinja fouda calangarangj
carna dia tida petfjiaya pada diorang.

xj Hanjamannacalladiorang fou-
da catta catta padanja Jofeph pounja
bacattahan famoa, nang dia fouda cat-
ta catta pada diorang, lagi mannacalla
dia liât pcdati pedati, nang Jofeph fou-
da fouro pada bawa padanja; bappanja
Jacob pounja fpirito foudajadi idop.

Iacob, met fijn gantfehe huys ende have.af-
treckende nae Egypten , worr tot BerSeba
van Godt doorvernieuwinge van beloften
gefterckt, vers i, 8cc. komt in Egypten
met alle de fyne, die by namen worden op-
gheteit, 6. hy fchickt Iudavoor uytaen
ïofeph.die hem na Gofen te gemoet treckt*
alwaer fy malkanderen feer beweeghlick
ontfangen, 28. lofeph verfpreeckt metfijn
broederen, wathy Pharao fal aendienen,
ende fy voor hem komende, lallen hebben
tefeggen, 31.

2 €nbt bt fpjatk tot gjfrael
in gefüllten begnaeptg/ enbefepöe/
^acob/3|acoö; enbe öp fepbe/ J>iet
[hier] ben ick*

niet ban af te trecken na Cgppten/
mant ick fal tt albaer tot cengacot
bolck fetten.

4 Stk faï met u aftrecken nae
<^gppten/ enbe ick fal u boen [we-
der] optrecken/ mebe optreckenbe:
enbe gofepf? fal fijne panbt op nme
oogen leggen*

5 e maerkte fjem 3atob op
ban ^er^tba: enbe be fonen
raelg boerben Satobjjjarenbaber/

. ." enbe
adda id op lagi : beta mau pegiliat pa-
da dia, daulou deri beta matti.

Jacob dengan dia pounja orang de rouma
daan haywan famoapegi de negri Mizv
ri, Alla Horken dia de Berjeba daan ber-
barouakan dia pounja di an dj ik an, dia
dat an de negri Mizri dengan dia pounja
orang famoa, diafour ojuda demouca
agar bilang pada Jofephbappa dat an,
jojeph pegi bertamoii de adapan hap-
panja de negri Gofen,

I T" Agi Ifraëi fouda p wîangden-
app\' appa famoa nang dia
pounja, lagidia data« fampei de Ber-
Seba, lagi dia fouda berfombafomba-
han fombahan pada bappanja Ifaac
pounja Deos itou.

x Lagi Deos fouda catta catta pada
Ifraëi dalamfatou caliatan pada ma-
lam, daan catta : Jacob,Jacob: lagi
dia catta ; liât beta adda fini.

3 Dia pon catta: AkouaddaDeos
itou, bappamou pounja Deos : jangan
tacot pegi tourong de negri Mizri car-
na Akou mau tarou pacanira de fanna
pada orang orang befàâr.

4 Akou mau pegi tourong famma
pacanira de tanna Mizri, lagi Akou
mau boat pacanira pegi naic combali,
daan Akou mau pegi naic famma
famma, lagi Jofeph adda tarou tanga-
nja atas mattamou.

enbe gare ktnbet&eng / enfce gare
kipben/ op öe toageng Die pgarao
gefonDengaDDe/ em gern te boeren*
6 €nbe fp namen gaer Dee / enDe
gare gäbe / biefo inbenïanbe Ca*
«aanggcbmberigabben / enDe rp
$uamen in ègppten: gacob/ enDe
alßjn jaet met gern:

7 rfêpne fönen/ enDe De fönen fp*
titt fönen met gem/ fijne öocgtecen/
tnbe fgner fonen bocgteren/enbeal

s €nbe Dit 3ijn De namen Der fo*
nen gftaelö/bie m Cgpptenqna*
i?«n/ 3atoD/enDefimefonen: *De
Cetft-geboren gacoDS/ ßuben*

€nbe Simeons fonen/ %t*
mueï/enbe gamin/ enDe €>gab/ en®
De 3atgen/enDe ^ogar:enbe J>anl
De fonen eener Canaamtifcger
b^oubie»

iï €nbebe fonen ban 3uba/er/
tmt #nan/ enbe ^ela/ enbe#ere3/
enbe ztta|J : Doeg €r / enbe <©nan
^mçeao^ben int lant Canaan:
enbe ï^etes fonen toaten ^ejron/
enbe ijamuu

annac annanja kitfji!,dengâ iftri iftrin-
jade atas pedati pedati irou,nangPha-
rao fouda fouro pada bavva padanja.

6 Lagi diorang fouda ambil hay-
wanjadengan artanja, nang diorang
fouda bolc de tanna Canaan, lagi di-
orang fouda daran dalam ^Egypten,
Jacob dengan bidjinja famoa famma
dia:

7 Diapounja annac annac Ielacki,
daan annac annanja ielacki pounja an-
nac annac Ielacki famma dia : dia

gan annac annanja lelacki pounja an-
nac annac parampouan, dengan dia
pounja bidji famoa dia fouda bawa
famma dia dc dalam ^Egypten.

8 Iuila pon namma namma deri
annac annac Ifraël nang fouda datan
dalam jEgypten Jacob dengan annac
annanja: Jacob pounja annac nang
bcrmoula, Ruben.

9 Dengan Ruben pounja annac
annac: Hanoch, dengan Pallu,dengan
Hezron ,daan Carmi.

10 Dengan Simeon pounja annac
annac: Jemuël, denganjamin.dengan
Ohad, daan Jachen, daan Zohar: den-
gan Saul nang annac lacki lacki deri
fetou parampouanorang Canaan.

li Dengan J uda pounja annac an-
nac : Er, dengan O nan, dengan Sela,
daan Perez,daan Zerah:tctapi Er,den-
gan Onan fouda matri de tanna Ca-
naan: lagi Perez pounja annac adda
Hezron? dengan Hamul.

i j *®it $ün Head town / Die fp
gacob gjjebaert tyttft in pabban
ftlram/ tnet <Dinafijne bocljter: alle
be $ielen fijner fönen / ende fiinet
Dociteren toaren b*ie enbertiglj«.

16 cnbe €>ab£ Conen/Eipljion/
enbeCljaggi/ ^eljuni / enbe€$*
Son/ €xi/ enDe 2l!roDi/enDc SHrety

17 CnDe Mti$ fonen / gmna/
enDe gfcpa/enDe gfcl)bi/enbe23e*
ria/ enDe J&cca Ijaerliebet fuftet:
enDe be fonen Sena/ I?eber/enbe
l&alcljieL

"t 8 %it 3iin ^ilpag fonen/ Die
Haban fijne bocljter Hea gljegeben
fiabbe: enbefpbaerbegacobbefe
fcftlpen jielen*

20 CnDe gofeplj toerDengebo^
ten in Cgppten-JanDe/ UBanaffe/
enDe €p&amvDieljem$fnatfj
tipl*eras bocfjter / €>berften te
<®n/baerbe*

21 Cnbe Senjaming fonen/
&ela/Secjer/enbe ftfbel/<£>era/
enbe $aaman / <£riji/ enDe 8o£/
H^uppim/enbe f uppim/enDe $rb.

15 Inila Lea pounja annac annac
lelacki, nang dia fouda berannac pada
Jacob de Paadan Aram, dengan Dina
annanja parampouan: annanja lacki
lackt pounja daan annanja parampou-
an pounja djiwa djivva famoa fouda
tiga poulou tiga.

16 Dengan Gad pounja annac* ZI-
phion,dengan Chaggi,Scbuni,dengan
Ezbon, Eri, dengan Arodi,der;gä Areli.

17 Dengan Afcr pounja annac an-
nac 5 Imna daan, Ifchva, daan Ifchvi,
daan Beria, dengan foudaranja param-
pouan Sera: lagi Beria pounja annac
annac;Heber,dengan Malchiel.

18 Inila annac annac lelacki deri
Zilpa nang Laban fouda caffie pada
annanja parampouan Lea: lagi dia
fouda berannac pada Jacob namblas
djiwa ini.

20 Lagi pada Jofeph de tanna E-
gypten fouda jadi berannac, Manafle,
dengafl Ephraim, nang fjappa Afnath
annac deri Potiphcra,nang capallade-
ri On, fouda berannac pada dia.

21 Dengan Benjamin pounja annac
annac; Bela , Becher,dengan AfbeJ»
Gera, dengan Naaman, Echi, dengan
Ros, Muppim, dengan Huppim,<&n-
gan Ard.

Slacofe gjebooren 3Ü« / al te famen
tJecrtienjielen.
x3 <£nbe^ang fönen/ C Jufint
24 Cttbebefonenban Hapjtalt/
3acj3eel / enbe^mm/ enbe gejer/
enbe Etilem.

2 s 3ttn de fönen ban Stlja/
ttte&abanfpnebocluet: ßacjel ge>
geben Jabbe: enbe fp öaetbe be fei«
öe gacob / fp biaten alle feben

26 Sßiie be3telenbiemetgaco&
in egppten quamen/upt fpne Jeu*
pe gjefptoten/ nptgenomen bebnj*
öen ber fönen gacobg/bjaren al fe£
entfeßigj $telen.

Cnöegofep&gfonenbiefjem
tnCgnpten gjebooren 3ijn/fcöat:en
ttoee 3ielen: allebe 5ielen bejö JupfeS
gacobg bie in egppten quaraen/
toatentfebentiglj*

a« €nbe Jp fonbt gttba boo?
»m aengeficjte Jenen tot gofepj/
ombooj fijtiaengeftcjteaenbrijfm*

^öi!5Ä^rael u mmottt na €>ofen:
mm als Jp ftcj aen Jetn bertoonbe/
foo btel f)p Jentaen fpnen Jal£/enbe
^eenbe lange aen fpnen Jal&

. * 31 t^aet
nac ; nang fouda jadi berannac pada
Jacob, famoanja ampat blas djiwa.

24 Dengan Napntali pounja annac
annac Jachzeël,dengan G uni, dengan
Jezer, daan Sillem.

25 Inila annac annac deri Bilha,
nang Laban fouda caffie padaannanja
parampouan Rachel , lagi dia fouda
berannac diorang pada Jacob, diorang
famoanja fouda toudjou djiwa.

26 Djiwa famoa nang dengan Ja-
cob fouda mafïbc daiam Egypten,
nang fouda jadi deri dia pounja¹ ping-
hang, jangan bilang iflri iftri deri Ja-
cob pounja annac annac laeki lacki »
lamoa adda djiwa nam poulou nam.

27 Lagi Jofeph pounja annac an-
nac,nang fouda jadi berannac pada dia
dalam Egypten,fouda dua djiwa:djiwa
djiwa famoa deri Jacob pounja rouma
nang fouda datan dalam Egyptens
fouda toudjou poulou.

28 Lagi dia fouda fouro Juda de
moucanja pada Jofeph; Padaoundjo
de mouca dia[djallan] capada Gofen:
lagi diorang fouda datan de tanna
Gofen.

29 Tempo itoujofeph fouda ambil
dia p. pedati, lagi pcgi naiede Gofen
pada djompot pada bappunja Ifraël :
iagi mannacalla dia oundjo fendirinja
pada dia, dia fouda djatou capada dia
pounjaIeher,daan menangislamma
capada dia pounja leher.

30 Lagi Ifraël fouda catta pada Jo-
feph: Beer berafacarangmatti,fcdang
beta fouda Hat voftc pounja mouca,
volle adda idop lagi.

31 ^aer nae fepDe 20ofepîr tût
fpnePjoeDeten/ enDetotftînegba*
Derg pupg/ 3c&fal optrccken cube
pfjataû Dootfcljappen / en De tût
fj em feggen/ ilBijne PjoeDerg/ enDe
iraj\'ne* PaDerg t>upg/ Die in pet lant
Canaan maren / $tjn tôt rnp gpc*
fcornen:

32 <£nDe Die mannen 3p\'n fcpacp-
fjerDerg / mant pet jijn mannen Die
met toee omgaen/enDe fp peDPen pa^
xt ftpapen/enDe f)are mnDeren/enDe
al mat fp pebben/meDe geb?atpt*

3 3 îlDatmeer pet m gfjeftpieDen
fal/ Dat ppatao u IteDen fal roepen/
enbe feggen/ îfèatignme pante*
ringe *

34 ^oofnltgljp feggen/ Ittoe
ftnecpten $ijnmannen/DtePanonfe?
jenept op tôt nn toemet bee om ge*
gaen pebben / foo mp / alg onfeba*
ber$ : op Dat gljp in pet lant <£ofen
moget moonen / mant aile fcjaep-
ijerbet Den €gpptenaren een
gîoumeU

Jofeph dient Pharao fyns vaders komfte aen,
ende brengt vijf fvner broederen voor hem,
vers i, &c. diefe ondervraeght, ende het
lant Gofen ingeefr, Ioieph brenght oock
fynen vader voor Pharao, die hem vraeght
nae fynen ouderdom, ende wort van Iacob
gefegent, 7. Iofephonderhoutfynen vader
met het gantfche huys in Gofen, n. De
Egyptenaers hebbende al haer geit voor
koorn uytgegeyen, vexkoopen door hon-

31 Commediën Jofeph fouda catta
pad a foudara foudaranja, lagi pada
bappanja pounja roumarkita mau pegi
lagi bri tau pada Pharao, lagi catta pa-
danja: kita pounja foudara foudara»
dengan bappakou pounja rouma nang
fouda adda de tanna Canaan, fouda
datan pada kita:

32 Lagi lacki lacki itou adda com-
bala domba, carna diorang adda lacki
lacki nang fadouli hay wan, lagi di-
orang fouda bawa domba dombanja
dengan fapi fapinja, dengan famoanja
nang diorang pounja.

5 3 Calou calou facarang addajadi,
agar Pharao pangil pada jouw-orang,
lagi catta : pacanira orang pounja ba-
cardjâhan appa ?

34 Jouworang adda catta : Vofte
pounja hambaadda lacki lacki, nang
deri mouda fampei facarang fouda fo-
douli hay wan : bet\' orang lagi, bet\'o-
rang pounja nenemoyarïg lagi : agar
jouworang bole doudoc de tanna Go-
fen : carna combala domba famoajacli
haram pada orang Mizri,

Jofeph bri tau pada\'Pharao bappanja fouda
datan, daan antar lima deri foudaranja
adapan Pharao, dia tanjapada diorang
bagitou bagini dia caßie pada diorang
tanna Gofen. Jofeph lagi antar bappan-
ja adapan Pharao, dia tanja Jacob poun\'
ja Qumor _K)de obpalihara pada dia; J⁰\'

gers noot het vee, ende daer nae lijf ende
lant, aen Pharao, voor koorn, 13. (uytge-
nomen de Priefters,22,2ö.) \'t lant wort hen
gelaten om te bouwen, mits gevende Pha-
rao \'t vijfde deel vande vruchten, 23. Ia -
cobs leven in Egypten, ende gantfche ou-
derdom , 27. hy neemt Iofeph genen eedt
af, aengaende fyne begraeffeniffe, 29,

i rvl^e quam 3!ofepl)/ enbe
A^bootfcjapte pi)arao/enbe
fcpbe/jBtjnbaber/ enbe mijne bjoe*
berg/ enbejate feljapen/ enbeljare
runbeten/met allee mat fp fjebben/
5tjn gijekomen uptben lanbe Ca«
itaan: enbe fiet / fp 3tjn in t ianbt
<5ofett»

toebeten/ [te weten] bijf mannen /
enbe f)p öelbefe boo % pijaraog aen*
gefleste*

3 ^oe fepbe Pöarao tot fpne
bjoeberen t ï©at té «me ftanteritv
ge* enbe fp fepben tot Pöarao/ume
knerfjten sim fdjaep-öerbertf / foo
fcp/atö onfebaöer^

4 Boo^tiö fepben fp tot Pjarao/
^P3ijn gekomen om alöb^eembe*
Jrngen in befen lanbe te moonen/
bïant baer en i$s geenmepbeboo? be
Wapen / die «me knechten Rebben/
öebmlebett jonger fmaer tS in Set
lanbt Canaan; enbe nu / laet boel)
fctue knechten in ben lanbe Ctofen

, 5. ^oe fpjatk $üatao tot go*
^rcPwfeggenbe: W babet/enbe urne
Webers 3ijntotu gekomen;

feph pear a daan fadculi happanja den-
gan fegalla dia pounja rouma de Go/en*
fedangorang Mizri fouda balanja cou•
pan famoa pada hli gendom, diorang
djouwal haywanja commediën ben-
dangnja dengan badangnja lagi p_ada
Pharao agar diabri gendom, &c.
I vrrA&ou itou Jofeph fouda da-
" tan, lagi bilang pada Pharao,
daan catta: Beta pounja bappa daan
beta pounja foudara foudara, dengan
domba dombanja,dengan fapi fapinja,
dengan famoanjanang diorang poun-
ja, fouda datan deri tanna Canaan:
lagi,liât,diorang adda de tanna Gofen.

X Lagi dia fouda ambil deri fouda-
ranja pounja oudjong , catauwi, lima
orang, lagi dia taiou diorang de mou-
ca Pharao.

3 Tempo itou Pharao fouda catta
pada foudara foudaranja : pacanira
orang pounja bacardjahan appa ? lagi
diorang catta pada Pharao : vofle
pounja hamba adda combala domba,
bet\'orang lagi bet\' orang pounja nene
moijanglagi.

4 Diorang lagi fouda catta pada
Pharao : bet\' orang fouda datan pada
doudoc de tanna ini feperti orang hor-
gay$ carna tid\' adda maccananpada
domba domba,nang hambamou poun-
ja, carna lappar de tanna Canaan adda
brat : tagal itou, Eyo beer tuan poun-
ja hamba hamba doudoc de tanna
Gofen.

5 Tempo itou Pharao fouda catra
pada Jofeph, cattanja : vofle pounja
bappa dengan vofle pounja foudara
foudara fouda datan capada vofle.

6 €gppten-lanbt bat té boojti
aengefitgte/ doet utoen baöer enöe
«toe teoeöers in get belle ban\' t lam
tooonen: ïaetfe in \'t lanbt <J5ofen
tooonen/ enbe fooggptoeet batter
onbet gen M oecfce mannen $gn / foo
fetfe tot bee-raeefters / obet\'t geene
baticKgebbe*

7 Cnbe Slofepg b?acgt fpnen
babet 3acob mebe/enbe ftelbe gern
boo? $garao$aenggeficgte: enbe
^acob fegenbepgatao*

belinchfcgappen $im gonbett enbe
bettigg iaten: toepnigg enbe qnaet
$ijn be bagen bet iaten mijneS le*
ggetoeeft / enbe en gebben niet
berepcht bebagen banbe jaren bes
lebeng mimet babetett inbe bagen
garet bjcembelintkftgappem

ix €nbe 3ofepg beftelbe
tob / enbe fpnen bjoeberen tooonin*
gen/enbe gp gaf gen eene befittinge
in «Pgppten-lanbt / in \'t befte ban \'t
ïanbt/ in \'t lanbt föamefes/ ggelijcfc
als pgarao gehoben gabbe:

i 2 Cnbefjofepgonbergtelbtfp*
nenba W enbe fpne gjoebers/ enbe
get gantftge gups fpneS babers/

6 Tanna Egypten adda de mouca
vofte, boat vofte pounja bappa daan
voftepoufljafoudara foudara doudoc
dalam tanna nang lebe baic deri fa-
moa: beer diorang doudoc de tanna
Gofen, lagi djica vofte tau, calou de
antara diorang adda iacki lacki nang
adda \'radjing baiki diorang joure ton-
ghou hay wan, deri itou nang akou p.

7 Jofeph pon lagi fouda antar bap-
panja Jacob, lagi tarou dia <le mouca
Pharao : lagi Jacob fouda palihara pa-
da Pharao.

8 Lagi Pharao catta pad a Jacob $
hari hari deri idop-mou pounja tauen
tauon brappa?

9 Lagi Jacob catta pad a Pharao i
hari hari deri tau on tauon fedang beta
horgay [de boumi] fouda fa rattous
tiga poulou tauon 5 hari hari deri beta
pounja idoppan pounja tauon tauon
fouda fidikitdaan djahat,lagi tida lanv-
pei pada hari hari deri nenemoyang
pounja idop pounja tauon tauon fe-
dang diorang horgay [de bojimi].

i o Lagi Jacob fouda paljihara pada
Pharao : lagi pegi de lou wat deri Pha-
rao pounja mouca.

11 Lagi Jofeph fouda fburo baiki
tampat tampat doudoc pada Jacob
daan pada foudara foudaranja, lagi dia
fouda caflie pada diorang barang ran-
na nang diorang pounja dalam tanna
Egypten, dalam tanna nang lebe baic
deri laïn famoa, de tanna Kamefes ;
bagimanna Pharao fouda fouro.

12 Lagi Jofeph fouda peara pada
bappanja,daan foudaranja daan fegal Ja
bappanja pounja rouma dengan rot«

I. j Cnbebaerentoaggeenb:oot
in get gantftlje lanDt/ mant De pon*
get mag feet f maet/ foo Dat pet lant
ban Cgppten/ enDe pet lanDt Ca*
naan r aef Den Dan tuegen Dien pon-
get*

14 ^>oe betfamelbe 3ofepl) al
Set gelt Dat in Cgppten-lant / enDe
tu Jet lanDt Canaan gpeDonDen
toett / Doo? pet hoorn Dat fp hoep«
ten: enDe älofeplj b?ac|)t Dat gelt in
ppataog pnpg.

i * $lg nu öet gelt tipt <£gpp-
ten-lanDt/ enDe uptpet lanDt Ca*
naan becDaen mag / qnanten alle
De Cgpptenaetg tot 3ofepp / feg*
gen De/ geeft ong b^oot/ mant mae^
om fonDen mp in ume tegenmoo^
Dtgjept ftetbenftoantpet geltont*
brecht*

x6 enDe tJofepp fepDe/ <£>eeft
u Dee/foo fal ich l)ct u geben booz u
Dee/ inDient gelt ontbjeeeftt*

³ 7 ^oe foaepten fp paec toee tot
3ofepp/enDe gofepp gaf penbjoot
boo? peerben / enDe boo: pet bee Dec
fcljapen/ enbeboo? pet bee Dec rnn^
Deren/enDe boo? efelg: enDe pn Doe-
bbefemet&jootbatfelbejaer/ boo?
albaerbee*

¹⁸ ^oe bat felbe jaet bolepnbt
toag/ foo ouamenfn tot pent in pet
tmeebe fatr / enbe fepben tot pent/
en falten t mimen peere
niet becbecgen/ alfoo W

13 Lagi rid- adda roti de farina da-
lam fegalla tanna pon tida, carna lap-
par fouda brat banjac : bagicou agar
tanna ^Egypten daan tanna Canaart
ingarbangar ragal lappar itou.

14 Waâou itou Jofeph fouda ba-
compol pcra famoa, nang jadi berta-
mou dalam tanna^Egypten, daan da-
lam tanna Canaan tagal gendom
nang orang fouda bli : lagi Jofeph fou\'
da bawa pera itou dalam Pharao
pounja rouma.

15 Mannacalla facarang pera deri
tanna Egypten, lagi deri tanna Ca-
naan foudabis, orang Egypten famoa
fouda daran pada Jofeph cattanja : Bri
roti pada bet\'orang, carna tagal appa
bet\'orang adda mattidemouca vote
carna pera foudabis.

16 Lagi Jofeph fouda catta: Bri
hay wan mou, bagitou kita mau bri
(roti) tagal haywan-mou, calou calou
pcra adda courang :

17 Tagal itou diorang p.fouda bawa
diorang hay wan pada Jofeph : lagi Jo-
feph fouda bri pada diorang roti tagal
couda, lagi tagal hay wan domba, lagi
tagal hay wan fapi, lagi tagal calledey :
lagi dia peara diorang tauon itou g nap
dengan roti tagal hay wanja famoa.

18 Mannacalla tauon itou fouda
pourous, diorang datan pada dia pada
tauon nang ca dua, lagi carta padanja :
Bet\'orang tida mau fembounji itou
adapan tuanko, febab pera foudabi»,

bacttté/ enöeöe befittinge Her bet*
Gen [gekomen] acn mijnen Jeere/foo
eniffer niet anöergober gljebleben
boojljetaengeficjte nujng Jeeren/
aï0 otrè lic Jaem/enbe on£ lanu

19 tt^aerom fullê ton booi utoe
oogen fterben/ fo top/ afe ons lant*
koopt om/ en on# lant boot b?oot:
foo fullen top/enbe on£ lanöt gja*
rao ötenftbaet 3ijn/ enbe geeft saet/
op bat ton leben/ enbe niet en Serbe/
enbe Jet iattt niet tooeft en too?be.

xo SSlfookoeJtgofepJJetge*
Jeelelant ban Cgpptenbooigja*
cao /toant be Cgpptenaerg ber*
kocjten een peber fpnen acker / be-
toplebeJongetfterek ober Jenge*
toojben toaö: foo toerbt Jet lanbt
PJaraoö epgen*

21 €nbe Jet bolck aengaenbe/
bat fettebe Jp ober inbe fteben / ban
t een npterfte ber palen ban cgpp*
tetv tot t anber upterfte öeö felben.

* 2 Alleen Jet lant ber ^netteren
et! kot Jt Jp niet: toant be p?iefter0
Jabben een befcjepben Deel ban
PJarao/enbefpaten Jaer öefcjep*
bettbeel/t toelek Jen pijarao gege*
ben Jabbe/ baeromenberköcjten
fp Jaer lanbt niet.

² 3 taoe fepbe gofepj tot Jet
bolek/ ^iet ick Jebbe beben ti/enöc
u lanbt gekocjtboo?#jarao: fiet
baer %0 3aet boo?«/ op bat g Jp Jet
lanbt be$aept.

lagt binatang binatang (buda jadi
tuankou pounja, tagal itoutid\'adda
bafifa app\' appa lain de moaca ruan-
kou,deri bet\'orang pounja badangden-
gan bet\'orang pounja tanna djouga.

19 Carnappa bet\'orang mefter mat-
ti adapä vofte pounja matta bet\'orang
lagi bet\'orang pounja tanna _t lagi ? Bli
bet\'orang dengan bet\'orang pounja
tanna tagal roti: bagitou bet\'orang
dengan bet\'orang pounja tanna adda
jadi Pharao pounja hamba lagi bri
bidji, agar bet\'orang idop daan tida
matti, lagi tanna tida jadi rimba.

20 Bagitoujofcph fouda bli fegalla
tanna Egypten pada Pharao _r carna
orang ./Egypten fouda jouwal là orang
orang dia pounja ¹ bendang, fedang
lappar fouda jadi eras de atas diorang,
bagitou tanna fouda jadi Pharao
pounja.

11 Lagi pada orang orang dia fouda
boat maffoc daiam negri negri, deri
Egypten pounja fipat teroundjong
fatou,fampei dia pounja oundjong lain.

ii Orang lebbêê pounja tanna
djouga dia tida bli:eatna lebbêê lebbêê
fouda bole fatou bagiän gnap deri
Pharao, lagi diorang fouda maccan di-
orang pounja bagian gnap,nang Pha-
rao fouda caflie pada diorang tagal
itou diorang tida jouwal diorang
pounja tanna.

23 Tempo itou Jofeph fouda catta
pada orang itou: liât hari ini kita fouda
bli padaPnarao paeanira orang dengan
paeanira orang pounja tanna: liât fini
adda³ bidji pada paeanira orang, agar
paeanira orang ambor bidji de tanna.

24 inet De tnliomßen falt
gge&fjieben/ bat gijp pgarao Ijet
irijfbe Deel fnlt geben: enbe De biet
Deelen füllen booju $ijn / tot^aet
Des belbts/ enDe tot tmc fptjfc/ enbe
Der geemr Die in utue gnplen 3im/
enDe om te eten boo? utoe fein-
Derlens*

€nbe fp fepDen / gebt
OnS leben begouben: laet onS gena*
De binDen in raijns Ijeeten oogen /
enbetop füllen J^araoS knetljten

vauCgppten/ m t lanot^ofen:
enDe fp Selben gen tot befttters Daer
^n/cnöe fp tuerben bntcgtbaet/ enDe

*uo oat be bagen äaeobs / be jaren
fpnes lebens/göelueeft 3Ün Ijonbert
enbe feben en beertigö jaet*

29 2üSnubebagen3fraelSna*
betuen/bat Ijp ftetben fo übe/ fo rtep
fatten fone Sofeplj/ enbe fepbe

24 Tetapi pada moufim moufitn
bacompol adda jadi , agar pacanira
orang adda bri bagian nang ca lima
pada Pharao: lagi nang ampatbagian
adda jadi pacanira orang pounja, pada
berambor tanna, lagi pada maccanan-
mou,lagi pada orang nang adda dalam
rouma-mou, lagi pada annac annac-
mou kitfjil pounja maccanan.

25 Lagi diorang catta ; vofte fouda
tounghou bet\'orang pounja idoppan:
Beer bet\'orang bertamou caffian da-
Jam tuanko pounja matta, lagi bet\'o-
rang adda jadi Pharao pounja harnba.

26 Jofeph pon fouda tarou itou
pada efteadat, atas tanna ^Egypten
îàmpci hari ini, agar bagian nangca
lima adda jadi Pharao pounja tetapi
orang lebbêê pounja tanna, tida jaai
Pharao pounja tida.

27 Bagitou Ifrael fouda doudoc de
tanna Egypten de tanna Gofen : lagi
itou foudajadi diorang pounja, lagi di-
orang fouda berannac, lagi foudajadi
banjac facali cali.

28 Lagi Jacob de tanna ^Egypten
fouda idop toudjou blas tauon : bagi-
tou agar Jacob pounja hari hari, tauon
tauon deri dia pounja idoppan fouda
jadi fa rattous ampat poulou toudjou
tauon.

19 Mannacalla fàcarang Ifraël
pounja hari hari fouda datan ampir
agar dia matti,dia fouda pangil annan-
jajofeph, lagi catra padanja calou beta
facarang fouda bertamou caflian da-
lam vofte pounja matta, tarou jouga
tangan-mou de bawa beta pounja
♦ pingang : lagi boat baie boudi daan
Ce adiJ-

3 o ifêaer bat tck bp mtjnebabe*
renltgge/ Iperomfultgljp mpupt
<£gppten boeten/ enbemp inljaet
gtaf begjaben; enbefjp fepbe / 3cH
Cal boen naumoo^t*
adillan pada beta: lagi jangan tannam
jouga pada beta dalam ^Egypten.

30 Tetapi beer beta barmgdengan
betapounjanenemoyang: tagal itou
vofteadda bawa pada beta de louwar
£gypten, lagi tannam pada beta da-
lam aiorang pounja coubour: lagi dia
fouda catta ; kita adda tourut voile
pounja bacattahan.

31 Lagi dia catta: Bafbmpa pada
beta, lagi dia fouda bafompa padanja
lagi lfraël fouda tondo fendirinja de
tampat capalladeri * tampat tidor.

31 <£nöe l)p fepbe/ ^toeert mp/
ende Ijp f too et* Ijem / enbe gftael
booclj ftcl) ten öoofbe ban get

bebbe.

x aAttau, alttnboudi. 2 Attau, coubong doufon.
S Attau, de caßor ca de eattjor, ca de mitti tidor.

lacobkranck zijnde,wort van Iofeph befocht,
vers i, Sec. dien hy Godts beloften voor
houdt, ende neemt Jyne twee fonen, Ma-
naffe ende Ephraim aen, voor fijn eygen, als
vaders van twee byfondere flammen in lf-
rael, 3« in \'t opleggen der handen, ende fe-
genen treckt lacob wetens denjonghften,
te weten, Ephraim, voor den oudtften, te
weten, Manafle, 13. onaengefienlofephs
vermaninge, 17. Segentfe alfoo, midtfga-
Óers haren vader Iofeph , ende propheteert
hare wederkomfte in Canaan_v2i. geeft
Iofeph een ftuck lants voor uy t, 22.

fepbe/ g>itt umebaber i& kranck:
boe nam l)P fijne tmee fonen met
ficlj/lBanaGfe enbe <£plj?aim,

2 <ü*nbe men boobtfeïjapte ga*
tob/enbe men fcpöc/ ^tet ume foon
gofepö Homt tot vi; foo bedtcreïue

Jacobjadi fackitjojeph datanüatpada dia,
Jacob bri ingat padaJofeph Alia Thalia
pounja ijandjihan, dia tarima dia poun-
ja dua annac lackt lacki Manaße den-
gan Ephraim pada dia pounja annac
agar Jiorangjadi Bappa Bappet den dua
affal de dalam lfraci SedangJacobpa-
lihara dua annac itou,dia ankat Ephra-
im nang bongjou atas Manaffe nang
annac foulong. dia palihara bagitou
pada diorangpadaJofeph lagi, &c.

pada Jofeph, liat vofle pounja bappa
adda fackit: tagal itou dia fouda ambil
dia pounja dua annac lacki lacki: Ma-
nsie dengan Ephraim fammadia.

2 Lagi orang fouda bilang pada Ja-
cob daan catta: liat volle pounja an*
nac J ofeph adda datan pada yoile: ta-

3 ^aec na fepbe gacob tot go*
fepj / <öobt be llmacjtige i£ mp
berfcjenen te Hus tn ben lanbe €a<
naan/cnbe Jp Jeeft mp gefegent;

4 ^nbejpjeefttot mp gefept/
£iet / ick faWi bjw Jtbaet malten/
enbenbermenigjbuldigcn/ enbeu
tot eenen Joop ban bolcketen Ütb
len/enbe ick fal utoen 3a be nae u bat
lanbt tot eene ceubnge bcfittmge
geben*

s ban/utoe ttoee fonen/öie u
in <£gpptenlanbtgebooren Vuaren/
eet ick in €gppten tot u gekomen
öen/ 3im nujne: €plj^ami ende
j&anaCTe füllen mime sijn / al£ Ru-
hm! enbe Simeon.

7 *Doe ick nu ban Pabban
qnam/Coo tss öaejd bp mp gjefto^
Den in t lant Canaan/op ben toecj/
al£ t noej een klepne ftteke lanbtjö

/ orn tot Cpb^atJ tekomen:
tnbe tik begzoefCe albaec aen ben
ban ^pJjatlj / bitoelcke i£
^tHeJem*

3 Commediën Jacob fouda catta
pada Jofeph : Deos nang Cabefaran
louda caliatan pada beta de Luz de
tanna Canaan \\ lagi dia fouda paiihara
pada beta :

4 Lagi dia fbuda catta pada beta,
liât Akou mau boat paeanira baboa,
lagi boat paeanira jadi banjac banjac,
lagi tarou paeanira pada fatou campon
orang orang, lagi Akou mau calfie tan-
na itou pada bidjimou de blackan vo-
lle , agar itou jadi diorang pounja lam-
pei fa oumor.

$ Baie la facarang volle pounja dua
annac, nang louda jadi berannac pada
volle de tanna Ägypten, daulou deri
beta fouda datan pada volle dalatn
Ägypten, addabeta pounja Ephraim,
denganManalTe addajadi beta pounja,
feperti Ruben dengan Simeon.

6 Tetapi volle pounja aflàl nang
volle adda bole de blackan diorang,
itou adda jadi volle pounja : diorang
addajadi bernamm a feperti foudara-
nja pounja namma dalam diorang
pounja arra poulaka.

7 Mannacalla beta fouda datan deri
Paddan, Rachel fouda matti decat be-
ta, de tanna Canaan de djallan, man-
nacalla adda fifa lagi djallan kitfjil
pada datan de Ephrath : lagi beta fou-
da tannam pada dia de fanna decat
djallan deri Ephrath: itou la Beth-
lehem .

9 €mt Slofepftfepbe tot fijnen
baber/ $ijn mime fonen/ me mp
<0obt Ijicr gpegebenpeeft: enDeljp
fepbe / 25?engptfe botp tot mp/ Dat
itftfe fegene.

10 ?®otlj gfraeïgoogen maren
f temer Pan ouberDom / pp en fconDe
tttet fien: enDe pp DeDefe naerDeren
tot f)*m / Doe ftufte &pfc/ enDe om*
IjelfDefe*

11 CnDe gftael fepDe tot So*
fepp / en paDDe niet gemepnt tt
aengefitjjte te fien: maer fict / <ÖoDt
fjeeft mp ootft u 5aet Doen ften*

12 ^oe DeDefe ^ofepp uptgaen
Pan fijne Hupen / enDe pp boogp
gern Poo? fijn aengeficïjte tteDer ter
aerbe*

1₃ CnDe3ofepp nam Die PenD^/
Cpljjaim met fijne recpterpanbt/
tegen ober Sfraeïg flintherpanbt/
enDe Hanaffe met fijne flintfcet*
Janbt/tegen ober Ifraeïg reepten
lanDt / enDe pp DeDefe naeberen tot
fjera*

Cppjaimg fjooft / Joekel ffp De
nwnffemag/ enDe fijne ainefcerpant
op lEanaffeg pooft: pp beftierbe
fpne panben berftanbeïicfc / mant
iteanaffemag be eerft-gtboorem

i ? CnDe ÖP fegenbe 3ofepp/ en^
be fer De: ^e <èoDt boo? mienö aen»
geftepte mijne Daberg Slbjapam/
enDe 3&faac gpemanDelt pebben / Die
<5oDt Die mp geboeDt peeft/ban Dat
ith mag/ tot op Defen Dat\\)1

9 Lagi Jofeph catta pada bappanja?
Diorang adda kita pounja annac, nang
Deosföuda caflie padakitade fini:lagi
dia catta; Antar diorang jouga pada
beta, agar beta palihara diorang.

10 Tctapi lfraël pounja matta fou-
da brat febabdiatouwa, dia tida bole
liât : lagi dia boat diorang datan ampic
padanja, lagi dia tfjuïn diorang lagi
polo diorang.

11 Lagi lfraël catta pada Jofepb ;
(daulou) beta tida fanca liât vofte p.
mouca : tctapi liat,Deos lagi fouda bri
beta liât vofte pounja bidji.

ii Tempo itou Jofeph fouda boat
diorang callouwar deri diap. lontout,
lagi dia fouda tondo fêndirinja adapan
dia pounja mouca ca am pir tanna.

13 Lagi Jolèph ambil diorang dua-
orang, Ephraim dengan tanganja ca»
nam betul adapan Ifrael pounja tan-
gan kiri,daan Manafledengan tangan*
ja kiri betul adapan Ifrael pounja tan-
gan canam,lagi dia boat diorang datan
ampir pada dia :

14 Tetapi lfraël fouda callouwar
tanganja canam,lagi tarou itou de atas
Ephraim pounja capalla, mafki dia
lebe kitfjil, lagi tanganja kiri de atas
Manaße pounja capalla: dia fouda ta»
dia tarou tanganjabagitou ; carna Ma-
nafle adda annac bermoula.

15 Lagi dia fouda palihara pada
Jofeph daan catta : Deos itou adapan
ïjappa pounja mouca beta pounja
nene bappa Abraham, daan Ifaac fou-
da bedjallan , Deos itou nang fouda
peara pada beta deri waâou fedang
kita jadi, fampei pada hari ini.

16 mt engel l bte mn tmloß
ïjeeft fcan aile qnaet/fegene befe ion*
gci\'ö / enbe bat in Jen mijn naem
gJenoemtUietDe/enbemijner baDe>
tenflibjabamS/ enbc 3ufaacs naem/
enöe bat fp bermeniclpîuioigen alss
blieben in memcjte/ in t mibben
tse0 lanbt&

17 ^oe 3ofepö faclj / bat fijn
baber fpne rechter Jant op <£pb?a*
imiö#oofe lepöe/foobmg fjetquaet
in fijne oogen / enbe tjp cmberbat*
tebe ftjneSbaberg Ijant/omöie Dan
épî^autrô Sooft / öf i®anaCfe0
Jooftaf te beengen.

is Cnbe gofepj fepbe tot fp*
neu baber / $iet alfoo/ mijn baber:
teant befe ig De eerß - gbebooren/
legt ntoc recfjterljant op fijn Ijooft*

19 Hacr fön babet toepgetbe t/
enbe feobe : 3}ektoeetl)et / mijn fo*
ⁿ*t Scfttaeetjet/ ftpfal ooektot
een boicfctoojben/ enbe Jp fal oocfc
0200t bîoîben: maer nocl)tanö fal
«in fclepnäe bjoèber gjooter bîo?*
otn ban ï)p/ m fim 3aet fal eenbolle
nienicljtebanbôïcherentooîben.

Woo fegenbe Ijpfe te bien
bage/ feggenbe rjnu fal Ifrael fe*
genen / feggenbe / <&ott fette u alö
<£pl)?aim / enbe als aianalfe : enbe
Sp fettebe €p!j?aim booj Uàanaffe*

t^aet ttae fepbe gftael tot
Slofepj/ ^tet/ icfcßerbe: maer
<0obt fal met u lieben bjefen / enbe
5p falttbîeber bîtngen in t lanbt

16 Mellaïcatitou nangfouda (epas
akan pada beta deri fegalladjahat, pa-
lihara bouda bouda inî, Iagi agar beta
p. namma jadi bernamma dalam di-
orang, daan beta pounja nene bappa
Abtaham daan Ifaac pounja namma,
lagt agar diorang jadi banjac banjac fc~
perti ican pounja banjanja, de antara
boumi.

17 Mannacalla Jofeph liât bappan*
ja rarou tanganja canam atas Ephra-
im pounja capalla, itou jadi djahat da-
lam mattanja, lagi dia pegang bap-
panja pounja tangan, pada bavva tou-
rongitou deri Ephraim pounja capal-
la, atas ManafTe pounja capalla.

18 Lagi Jofeph catta pada bappan-
ja : jangan bagitou beta pounja bappa
carna ini adda annacbermoula; taroii
volle pounja tangan canam de atas
dia pounja capalla,

j annac beta tau, dia lagi addajadi pada
orang fatou, dia lagi addajadi beftr:
Tetapi wellakin dia pounja ade adda
jadi, lebe befar deri dia, lagi dia pounja
bidji adda jadi banjanja farou nang
pounou deri orang orang.

20 Bagitou dia fouda palihara di-
orang pada hari itou, cattanja : dalam
jouw-orang îfraël adda palihara, cat-
tanja; Deos taroujouw-feperti Ephra-
im , daan leperii Manaflc : lagi dia ta-
rou Ephraim de mouca Manaffe.

21 Cômediën Ifraël catta pada Jo-
feph; liât,beta matti: tetapiDeos adda
jadi dengan jouw-orang, lagi dia adda
antar combali pada jouw-orang dalam

22 enbe tck gebbe u ten ftwtft
lanbtg gegeben boben ubjc bjoebe*
ren /t tuelcfe itfc ntetmimen ftoeer*
be/enbe niet mijnen boge upt bet
moriten ganbt genomen ïjebbe*

Iacob roept fyne fonen, om die voor fynen
doot te fegenen, vers i, Sec. Beftraft voor
eerft de lchandelijcke feyten van Ruben,
Simeon ende Levi, 3. roemt daer nae feer
hooge de heerückheyt vanluda, prophete-
rende van den tijt der geboorte lefu Chrifti
(nae den vleefche) uyt hem, mitfgaders fijn
Coninckrijcke, endC de beroepinge der
Heydenen,8. VanZebulon, 13. lifefchar,
14. Dan, id, Gad, 19. Afer, 20. Naph-
tal»,2i. ]ofephs byfonderen Tegen,22.
Van Benjamin, 27. eyndehek geeft lacob
bevel vande piaetfe fyner begraeffenifle,2^.
ende fterft,

famelt u/enbetcU fal n berfconbigen
\'t geene bat u in tst nabaigenbe ba*
gentoeberbarenfal

2 Hornet te famen/enbe ftooret/
gl)P fonen 3atob0: enbe ïjooret na
26fraelubjenbaber*

3 ïhtben/ ggpjiitmimCerÖ-
geboren/ mijne fcracljt/enbe fjet be*
gin mimer matgt: be boojtreffe*
Itcfefteingoogljept/ enbe be boo?*
treffeltcfcfte mftercfcte*

22 Lagi beta fouda caflie pada vofte
tanna fa pangal, lebe deri pada fouda«
ra foudara-mou : nang beta dengan
beta pounja pedang daan dengan beta
pounja pana fouda rampas deri orang
Amorêêi pounja tangan.

Jacobpangil dia p. annac lacki lacki agar
dia pahhara diorang daulou deri dia
matti : dia daulou baisgor berboatan
djabat deri Ruben, Simon daan Levi*
Commediën dia poudji berbefaran de»
ri Juda. dia bernabbi deri J efu Chriflo
p.jaddihan daan waftou appa dia adda
majfoc de do uni a, dia adjat deri dia p.
Radjat lagibagimanna orang caffir ad-
da ja ii Alia p. orang. Jacob palihara dia
pounja annac lacki lackifamoa, Jatou
fatou kendiri,

gil annanja : lagi diacatta ; ba-
campon, lagi beta mau biiang pada
pacanira orang, itou nang adda jadi
pada pacanira orang dalam bari hati
nangcommedien.

2 Bacampon , daan dengar tuan
orangannac annac Jacob : lagi den-
gar pada Ifraël, nang tuan orang poun-
ja bappa.

3 Ruben vofte adda beta pounja
¹ annac bcrmoula, beta pounja coat,
daan moulanja deri beta pounja ca-
vvaftà ; vofte nang lacou dalam tingin-
ja, daan nang lacou dalam coat.

gljp en fau De boo?tref£ehckfte tuet
Stirn mantgöpljebtumegbaberg
leger beklommen: Doe ftebt gljp
[het] gefcljent; i)p ijeeft mijn bebbe
beklommen*

$ Simeon enbe Hebt $tjn g|)e*
bjoeberg: Ijare &anbelmgen 3tjn
merck-tupgenban gemelt*

6 lEi^ieleenkomeniettnfja*
ren berbo jgenen raeDt / mijn eere en
töo^Demet toereemct)t met ftareber#
gaberinge: mant in Jaren toojne
fjebbenfp bemannen boot geflagen/
enbe in fjaten moetmüle Ijebben fp
De offen toecl) geruckt.

7 Berbloeckt 3p garen toojn/
mant Öp ig öefttsö/enöe Ijare ber-
bolgentjept/mantfp ig fjart: ick
faife berbeelen onber gacob/ enbe
falfeberftropen onber gfraeL

⁸ 3uDa/ gllP3ijt bet/ tt füllen
ttb)e b joeberg loben / ume IjanDt fal
3i|n op Den necke Ubier bpanöen;
boo^ u füllen öaet urneg toaberg fo*
nenneberbupgen»

9 3uDa ig een Heeutoen toelp/
gSP3«it ban Den roof op göeklom*
men/mtm fone: bp kromt fiel) / öp
leg!): f«Ö neber aig een Heeum/cnDe
als een embe Heeum: mie fal ftern
fcoen opfoaen *

.¹⁰ ^e ^tepter en fal ban guba
met tön_c^_en / noel) be «£>et gebet
bantuffciiiettmiine boeten/ tot bat
£>ilo komt/enbe ben felben füllen be
bolckeren ge|)oo?faem $*}«♦

ayer, vofte tida adda jadi nang lacou
lebc deri laïn famoa : carna vofte fou-
da naic de atas bappa - mou pounja
tampat tidor: tempo itou vofte fouda
binaftà itou : dia fouda naic de atas
beta pounja carna.

5 Simeon dengan Levi fouda ba-
foudara : diorang pounja cardjahaa
adda pangawei deri forfa.

6 Beta pounja djiwa jangan maftbc
dalam diorang pounja bitfjara fern-
bouni,beta pounja berbefiran jangan
jadi baoubong dengan diorang pounja
campon : carna dalam amaranja dio-
rang fouda bounou lacki lacki, lagi da*
lam nacallanja diorang fouda rampas
&pi fapi cannbiri.

7 Tobat pada diorang pounja ama-
ra, carna dia adda bingis lagi diorang
pounja amoc carna dia adda eras: beta
mau bagi bagi diorang de antara Ja-
cob, lagi beta mau ambour diorang de
antara Ifraël.

8 Juda, vofte jouga itou la,pada vo-
fte foudara foudara-mou adda poudji,
vofte pounja tangan adda jadi de atas
moufomou pounja tingco:pada vofte
bappamou p.annacannacaddafomba,

9 Juda adda annacfinga, vofte fou-
da naic deri bonjaco beta pounja an-
nac : dia irotakan fendirinja,dia baring
baring feperti finga, lagi feperti finga
touwa : fjappa adda boat bangon
pada dia.

10 Aflal tida adda lalou deri Juda,
nen joure-baiki fabda deri antara kac-
kinja; fampei nang Saluwani daran,
lagi pada dia orang adda mendengar.

11 ^p binbt fpnen jottgen $sel
am ben mipiftoch/enDe t beulen Cp?
mt eseltnnc aen Den ebelften mpn-
(loeli: pn tuafcpt fipihleet tn Den
tmfti/ enDe fijnen mantel in mijn-
D^tipDcn DloeDt,

12 Ipp tg rootacptitp Dan oogen
D001 Den mpn/ enDe mit Dan tanDen
Dom Den melch*

13 ^ebnlonfalaenbeftabenbec
jeen moonen/ enDe Jp fal aen De pa*
ben be? fdjepen mefen/enDe ftjn 3pDe
falsijnnae

^oejp berufte fat J/ batfc
goet mag/ enDe Jet IanDt/Dattet lu*
fitgÖ &ag: fco bootp f)p fpnen
ftpotiDec / ont te D^agen/ enDe mag
DienenDe onDec tcibnpt*

17 fal een flange 3ijn
aen Denmegp / een StDDer flange ne*
bnig Jet paDt/ bptenDe öes* peettg
becfenen/ Dat fijn cijDec acljter obec
batle*

19 2fengaenDe<0aD/ eenebenDfc
fal pern aenPallen: rnaec pp fa![fe}
aenballenin\'tepnDe*

20 BanSCfer/fiinbjoobtfalbet
jijn: enDe pp fal ftoninchliche lec>
hempen leberen*

11 Dia icat dia pounja calledey
mouda de pohon anghor, daan annae
deri dia pounja calledey betina de po-
hon anghor nanglacou diabaflbpac-
keianja dalam coa anghor, daan dia p.
cappa dalam boa anghor pounja dara.

12 Dia pounja matta adda fidikit
mera tagal coa anghor, lagi dia pounja
gigit pouti tagal aycr foufou.

13 Zebulon adda doudocde ampir
teloc laout, lagi dia adda tingal de am-
pir teloc cappal ,lagi dia pounja fabcla
addajadi de fabela Zidon.

14 Iflafchar adda calledey eras deri
toulang babaring baring de tenga ten-
ga dua picolan.

15 Mannacalla dia liât nang bren*
tihan adda baic,daan tanna adda ma-
djelis : dia tondo dia pounja bahou
pada picol,lagi dia adda ièrvyr de bawa
oupati.

17 Dan addajadi oular de ampir
djallan , daan oular nagga de fabela
djailan \\ bagigit gigit couda pounja
toumit, agar dia pounja orang bacouda
djatou berondor de atas blackan.

19 Tetapi Gad , fatou campon
orang baprang adda pegi mengamoc
pada dia: tetapi dia adda pegi men-
gamoc pada diorang deri blackan.

zo Deri Afcr, dia pounja macca-
nan adda jadi gommoc, lagi dia adda
bawa maccanan Radja nang fedap.

Cap. xlix. Het eerfte Boeefc Mofis. Fol: 113
jinbe/jpgeeftfcjooneibôo^ben. | nang fouda Icpas : dia bribacattahan

22 Jofeph adda tfj abang nang ba-
boa , tfjabang nang baboa de ampir
matta ayer : Sa tf jabang tfjabang ma-
Jata deatas paggar batou.

23 Benar joure-pana fouda boat
paït padanja, lagi ba-pana lagi bintfji
padanja.

24 Hanja dia pounja pana fouda
tingai crasjagi lingan lingan deri tan-
ganja fouda bole coat deri tanganja
deri nang bercawafla deri Jacob ; deri
itou dia adda Ifraël pounja combala

25 Deri bappamou pounja Deos,
nang adda toulong pada vofte lagi
deri nang Cabefaran, nang adda paii-
hara pada vofte, dengan furga pounja
paliharahanderiatas, dengan paliha-
rahan deri cadallamnja nang adda de
bawa itou, dengan paliharahan deri
foufou, daan deri papodjou.

26 Bappa-mou pounja palihara-
han adda lebe befar deri beta pounja
nene-moyang pounja paliharahan,
fampei de tandjoung deri boukit
boukit terkakal : itou adda jadi de
atas capalla Jofeph, lagi de atas ten-
cora deri nang batfjerei de antara fou-
daranja.

27 Benjamin adda bertfjaric feper-
ti harimau ; pada pagi hari dia adda
maccan rampaiïan, lagi pada petang
hari dia adda bagi bagi bonjaco.

28 Segalla ini aflal Ifraël adda dua
bias : iniia pon nang appa bappanja
fouda catta catta pada diorang, fedang
dia paiihara diorang : dia fouda pali-

x2. gsfepj té een bjwjtbaer
tack/ een bjucjtbaer taclv aen eene
fontepne: eickeen Der tacken loopt
ober Den muer*

23 tbz fcjutterg Jebben Jem
toel bitter Jept aengeöaen/ enöebe?
fcjoten/ enbe Jem gejaet:

*4 IBaer fjnboge tém öijbig*
gept gebleben/ enbebe armen Xpner
Janben sungjcfterckt gjetoojben
0002 be Janben beg iBaclmgen
3acob£/ baer ban té Jp een Jeröer/
een £tcengjfraeS0*

an utoeg babers <6obt / bie
u Tal Jelpen/ enbeban ben&lmacjs
tigen/bieufal fegenen/met fegenin*
gen bejEf Jemetéban boben/met fege*
ningen beg afg jonts/bïe baer onbe?
iigjt/met fegcningen ber bo$en/
enbe Der baer-moébcr*

tDe fegemngen titaeg babct£
öaen tetioben be fegemngen mijner
tooo^baberen/totaen Jet epnbeban
be eenbjige Jeubeien: bie fnUett$ijn
op Jet Jooft 3ofep JjS f enbe op Den
Jooft fejebeï öeg afgefonberben fp*
nerbjoeberen*

27 benjamin fal [als] een vuolf
toerfcjttiren/ bes mo?gen£ fal Jp
*oof eten / enbe bes abonbtg fal Jp
»«Pt uptbeeïen*

.ftile beft Kammen gfraeté
3jn tbjaelbe: enbe bit té t gene bat
Jaer baöer tot Jen fjttack/ als Jpfe
fegenbe/ Jp fegenbefe pegelick nae

fpnen

29 &aer naeggcboobt gp gtu/
enbe fepbe tot gen/ 3d* too^beber*
fomtlt tot mimen boirUc begraeft
nip bp mijne baberS/ inbe fpeïontfee
biebaet té in ben atUet
öe£ #etgiter£:

30 ^nbefpeïonc&e/betoeltfteté
op ben ac&er ban iBaegpeia/ bie te-
gen ober IBamre té in Den Hanbe
Canaan/ bie &bjagam ntet trien
acfcerggeftotgt geeft ban€pg:on
ben f etgiter/tot eene erf-begraeffe*
niflfe*

31 2Clbaer/gebbenfp2ib?agam
fcegjaben/ enbe ^araftjne gup£-
tyontoe: baer gebben fp 3Jfaat be*
gjaben/ enbe ftebeeea Time gupg-
bioutoe: enbe baer gebbe itk %ta
feeg^aben i

32 *&t acfcer / enbe be fpeloncfte/
bie baer in té / té gefeot gt ban be fo*
nenïfrctgs.

33 nu 3acob boïepnbt gaöbe
fijnefonen bebelen te geben/foo ïep
öe gp fijne boeten te famen op Jet
bebbe/enbe jjp gaf bengeeft/enbe gp
toert berfamelt tot fijne bolcfcerem

Het L. Capittel
Ibfeph beweent fynen vader, ende doet hem
balfemen, vers 1, &c. Nae dat de Egypte-
naershe:^ beweent hadden, voert hem lo-

^9 Commediën dia fouda fouro
pada diorang,daan carta pada diorang
beta jadi bacampon dengan beta
pounja orangorang tannam pada be-
ta dengan beta pounja nene bappa₉dalam loubang batou itou, nang adds
dalam Ephron nang annac Heth
pounja bendang :

50 Dalam loubang batou , nang
adda de dalam bendang Machpela,
nang addabetul de adapan Mamre de
tanna Canaan, nang Abraham fouda
bli deri Ephron,nang annac Heth den-
gan bendang itou, pada jadi coubour
terpouffaca.

41 De fanna orang fouda tannam
pada Abraham, daan pada Sara iftri-
nja, de fanna orang fouda tannam pa-
da Ifaac, daan pada Rebecca iftrinja :
lagi de fanna beta fouda tannam pada
Lea.

32 Bendang itou, daan loubang
batou, nang adda dalam itou (Abra-
ham) fouda bli deri Heth pounja an-
nac annac. p;

33 Mannacalla Jacob foud\'abis bri
fabda pada annatfannanja, dia fouda
tarou kackinja fammafammade atas
cama, lagi dia fouda poutous njawa-
nja, lagi dia jadi bacampon dengan
dia pounja orangorang.

Jofeph maratafebab happa fouda mattijiâ
fouro- hadangnja jadi beroubat, manna\'

feph met Pharaos oorlof, ende ftatelick ge-
felfcHap, na Canaan, 4. alwaer hy, na ghe-
jjoudenegroote rouwe, begraven worein
Abrahams graf ftede, 10. Iofeph, in Egyp-
ten weder-gekomenzijnde, wort vanfyne
broeders denioedichlick verfocht om ver-
gevinge, 14, fijn ouderdom, ende Naeko-
melingen, in \'t derde ende vierde lit , 22»
fterckt, ende be-eedight fyne broeders»
aengaende het wech-Vjberen fyner gebeen-
te ; fterft, ende wort gebalfemt, 24,

2 €nöe 3oCepï) geboobt fijnen
feneeftten/ Den jBeDtctm-meefterö/
öatfe in ne baDet balfemen fouDen;
enöe De lEeDicijn-meeHerg baifenu
Den^ftaeU

, 3 CnDebeertigl) Dagen metben
aenljem betbuit: mant alfoo met®
Den betbuit De Dagen öcr genet / Die
Gebalfemt metben: enDe beCgpp*
tenaecöpetoeenDen Ijtm tfebentigö
Dagen.

4 nu De Dagen fpngbetoee*
neus ober maren/fo fp?aeU gofepö
tot Den öupfe £>l)arao$ / feggenDe;
gnbien uluui gijenaöcgljeüonöen
Ijebbe in urne oogen / fpzeecftt Doel)
poo? be oogen pgataog/fcggenbe:

? ©m babet beeft mp Doen
ftaeerftt/feggenDe/ jfeiet/ icU fterbe/
in mim _gjaf/bat icfcin tlanbt Ca-
waan gegeben ftebbe/baet fult gl)p
mp begiapen: rui Danlaetmp bocï)
opttecken/battck mijnenbaDer be*

calla orang Mizri fouda mar at a [el ab
Jacob , Jofeph haw a dia dengan orang
banjac de tanna Canaan, de fanna di-
orang baiki douca befââr daan marata
pedis, commediën dt a jadi tannam de
dalam Abraham p. coubor. ferta jofeph
fwda combali de negri Mizri diap. fou-
darafoudara fouda mint a ampon den-
gan tondo hati. Jofeph pounja djaman
daanpoupou fampei ajfalnang ca tiga

tou deatas bappanja pounja
mouca lagi dia fouda menangis atas
dia, daan tfjum pada dia.

2 Lagi Jofeph fouda fburo pada
hamba hambanja , nang tabib tabib
beroubat, agar diorang beroubat-akan
pada bappanja : lagi tabib tabib berou-
bat fouda beroubat-akan pada Ifràël.

3 Lagi ampat poulou hari fouda
poutous pada dia, carnabagitou hari
hari jadi poutous pada orang , nang
jadi beroubat : lagi orang Egypten
fouda menangis tagal dia touajou
poulou hari.

4 Mannacalla facarang hari hari
menangis tagal dia fouda abis, Joleph
fouda catta catta pada rouma Pharao,
cattanja : djica kita facarang fouda
bertamou caffian dalam matta matta-
mou, catta catta djouga adapan Pha-
rao pounja telinga cattanja:

5 Kita pounja bappa fouda boat
kita bafompa, cattanja ; liât beta mat-
ti, dalam beta pounja coubour, nang
beta fouda gali pada beta de tanna
Canaan, de fanna vofte adda ran nam
pada beta , baicla beër kita facarang

6 <£nöe$öaraofepbe/ Crecfct
op/ enbe begeeft urnen bader/ glje*
ïijcfc alg Jp u ijeeftboen fmeerern

7 €nbe 3ofepJ toogj op / om
fijnen Paber te begjaben / enöe met
Jemtogen op alle pparaog kneep\'
ten/be <®nbtfte ban fijn Jupg / enbe
aüebe <0ubtfte be£ lanbtg ban •€*
gppten.

8 ^>aer toe Jet gantfeje Jupg
3ofeppg/enbeftjneb?oeberiö / enbe
Jet JupgfuneSbaberg: alleen pare
fclepne funberen/enbe pare fc Japen/
enbe pare runberen lieten fp in ben
lanbe <&ofen,

9 «£nbe met Jent togen op / foo
laagenen/ aiörup teren: enbe Jet
maöeenfeerfmaer Jepn

10 ^oe fp nu aenbe plepne ban
ben ^oom-bofep quanten / bie aen
geene 5110e Der ^omane ia/ ptelben
fp baer eene gjoote/ enbe feer f mare
roum -fclage: enbe Jp maec&te fij*
nen baber eeneroume ban feben
Dagen.

11 be gnmoonberg beg
lauDtjSf/be Cauaaniten/ Dien routue
fagentnDe plepnebanben ^oojn-
feofcj/ foofepDenfp: <®ittéeene
fmare mtpje Der <£gpptenaren:
Dacrom noernDe men paren naern/
ftbel ifêtjramvbie aen Jet bep? Der
pegi naic, agar kita tannam kitapoun*
ja bappa, commediè\'n kita adda datan
combali.

6 Lagi Pharao catta : pegi naic, lagi
tannam vofle pounja bappa , bagi-
manna dia fouda boat bafompa paaa
vofte.

7 Lagi Jofeph fouda pegi naic pada
tannam bappanja, lagi Pharao pounja
hamba famoa fouda pegi famma dia,
orang touwa touwa deri roumanja,
lagi orang touwa touwa deri tanna
Egypten famoa.

8 Lebe deri itou, fegalla Jofeph
pounja rouma, dengan foudara fou-
daranja dengan bappanja pounja rou-
ma: coutfjoaliannacannanja kitfjil,
daan domba dombanja, daan fapifapi-
nja, diorang fouda beer tingal de tan-
na Gofen.

9 Lagi dengan dia fouda pegi, pe-
dati pedati pon lagi, joure-toacouda
joute-bacouda pon lagi: lagi fouda
jadi fatou balatantra brat banjac.

10 Mannacalla diorang pon fouda
datan fampei de ratta deri outang
douri nang adda de fabela fanna deri
Jordaan, diorang de fanna fouda baiki
maratahan bertfjinta fatou befar daan
brat fangat : lagi dia baiki pada bap-
panja tfjintahan fatou deri toudjou
naii.

11 Mannacalla orang nang doudoc
de tanna itou, orang Canaan , fouda
liât tfjintahan itou de rata derfoutang
douri, diorang catta ; inila orang JE-
gypten pounja tfjintahan brat fatou,
tagal itou orang bernamma namma-
nja,¹ Abel Mizraim nang adda de tam-

13 ï^ant fiine fönen boerben
Jem in Jet lanbt Canaan / enbe be*
gjoeben Jem tnbe fpelonc&e bes ac*
fcetSI&atJpela: be toelcfce
Jam met ben acHer g Je&oc Jt Jabbe
tot eene erf - begzaeffemfle / ban
CpJ?onben #et Jiter / tegen ober
IBamre. _w ^ „ _

14 t©aernaefceerbe31ofepJtoe*
ber tn €gppten/Jp/enbe fijne bjo e*
bets/enbe alle bie met Jemopgeto*
gen tsaren/ om fijnen baber te be«
graben / nae bat Jp fijnen baber be-
graben Jabbe.

ij <Doe3!ofep JSbjoebetSfagen
bat Jaer baber boot bias/ fo fepöen
fp/ fBiffcJien fal ons 9ofepJ Ja*
ten: enbe Jp fal ons gJebnffeltcfc
betgelben al Jet <*naet / bat top Jem
aengebaen Jebben*

16 Patrom ontboben fp aen
SofepJ/feggenbe/ mt baber Jeeft
bebolenbooj fijn boobt/feggenbe/

*7 <§>00 fult gjp tot gofepj
feggen/ <£p / hergeeft bot J be ober*
trebingewtaer bmberen/ enbe Jare
fonbe / tuant fp n quaec aengebaen
Jebben/ maer mi hergeeft bocjbe
ûbentebtngc öei bienavé bes <dobts
wb>es\\j_aK0t0: enbe^ofepjbjeen*
be/alsfp tot Jem fpjafeen*

ix Lagi dia pounja annac annac
fouda boat pada dia, feperti dia fouda
fouro pada diorang.

13 Carna dia pounja annac annac
fouda bavva pada dia de tanna Canaan,
lagi tannam padanja dalam loubang
batou deri bendang Machpela, nang
Abraham fouda bli dengan bendang
deri Ephron annac Heth pada jadi
coubour poulTaca betul adapan
Mamre.

14 Commediën Jofeph fouda balie
combali dalam Egypten, dia dengan
foudara foudaranja, dengan orang fa-
moa nang fouda pegi famma dia, pada
tannam bappanja$mannacalla dia fou-
da tannam bappanja.

15 Mannacalla Jofeph pounja fou-
dara foudara liat, diorang pounja bap-
pa fouda matti, diorang catta fjappa
tau Jofeph adda bintlji pada beta
orang: lagi dia foungho foungho adda
ballas pada bet\'orang fegalla djahat,
nang bet\'orang fouda boat pada dia.

16 Tagal itou diorang fouda pafang
pada Jofeph , cattanja: vofte pounja
bappa fouda fouro daulou d\'eri dia
matti, cattanja:

17 Bagitou pacanira orang adda
catta pada Jofeph, Eyó ampon jouga
foudara foudara-mou pounja fallahan
daan dofanja , carna diorang fouda
boat djahat pada vofte, terapi eyó am-
pon facarang fallahan deri hamba
hambaderi bappamou pounja Deos:
lagijofeph fouda menangis fedang di-
orang fouda catta catta pada dia,

20 <0pplieben bîel / gjp pebt
qnaet tegen mp gpebacpt : [doch]
<5oDt geeft Dat ten goebe gebadjt/
op Dat ïjp DeDe/ geltick pet te Delen
Dage té / om een g?oot boltk in \'t le*
bentebcljouben.

21 $n ban / enb?eefet niet / ick
falnenDe nuieklepnekinbcten om
öerponben:£>oo troofteDenpp pen/
enDe fp^ack na paec perte.

22 3!ofepp DanmoonDe in
gppten/ pp/ enDe fijneg Daberg
pnpg: enDe 3ofepp leefDe ponDert
enDe tien jaren.

23 €nDe 3ofepï| facl) Pan
ppzatm kinDeren/Deg DerDen gelitg/
oock merDen De fonen Ifêacïjicg/Deg
foong fBanaCfeg/op3jofepl)g knien
gePooren.

24 <£nbe fofepj fepDetotfpne
bmebecen/ gickßecbe: maer <6oDt
fal u geUriïfelick befoecken / enDe pp
falu Dom optrecken utit Defen lan^
be/inpetlanDt/ttoelck f)u
ïjatn/lfaac/enbe 3acob gpefmoo*
ren peeft.

2^ €nbe 3ofep!) bebe De fonen
:$fraeïg fmeeren/feggeuDe: <0oDt
fal n gemitfcück befoecken/ foo fult
gijp mijne beenberen ban fper op

Iagi fouda datan, daan djatoude tan-
na adapan dia, daan catta: liât,bçta
orang adda vofte pounja hamba.

19 Lagi Jofeph fouda catta pada
diorang: jangan tacot.carna bagiman-
na kita ganti pada Deos ?

20 Pacanita orang betul, pacanira
orang fouda kira kira djahat pada kita:
tetapi Deos fouda kira kira itou pada
baic; agardiaboat, fepertijadi pada
hari ini,pada tongou idop orang oran g
banjac.

21 Baicla facarang jangan tacot :
kita mau peara tuan orang dengan
tuari orang pounja annacannac kitf-
jil : bagitoudia fouda ikorken pada di-
orang, lagi catta feperti diorang poun-
ja hatifouca.

22 Jofeph pon fouda doudoc da-
lam £gypten, dia, dengan bappanja
pounja rouma : lagi Jofeph fouda idop
farattous fa poulou tauon.

23 Lagi Jofeph fouda liât annac
annac dcri Ephraim fampei ca tiga
poupouannac annac dcri Machir.nang
annac deriManalTe.lagi foudajadi ber-
annac atas Jofeph pounja loutout.

24 Lagi Jofeph catra pada foudara
foudaranja : kita matti : Hanja Deos
foungho foungho adda ingat pada
jouw-orang, lagi dia addaboat jouvv-
orang callouwarderi tanna ini, de tan-
na itou,nang dia fouda djandji dengan\'
fompahan pada Abraham, pada Ifaac,
daan pada Jacob. -

25 Lagi Jofeph fouda boat Ifraël
pounja annac annac bafompa catanja:
Deos foungho foungho adda ingat
pada jouw-orang, tagal itou jouw-

■*6 €nbe Sofepö derf / gonbert
enbe tten jaren ont 3tjnbe : enbe fp
balfemben tjem/enbe men lepbe Jem
m eene biftem ^gppten,

26 Lagi Jofeph fouda matti touwa
farattous fapoulou tauon : lagi orang
fouda beroubat padanja. lagi tarou pa-
danja de dalam fatou pitti de dalam
iEgypten.

Parampuan of parampouan. Rata ofratia*
dua of doua. blom ofbelom of boulom,
Jouwal ofdjouwal. jouga ofdjouga.
Jouw of djouw, is even veel.
Annac fbuloug, de Eerftgebooren,
Bongfou, \'t jonghfte kint.
Jouw en djonw, is ghy, en is in Ambon en
Ternaten feer ghebruyckelijck, infondet-
heydt omtrent zijn meerder ende aeo-
fienlijckc Feifoonen.