-ocr page 1-

HTELLINGEX.

-ocr page 2-

i
t

-ocr page 3-

STELLINGEN

TEE. VERKRIJGING VAN DEN GRAAD

VAN

DOCTOR II HET ROIEIMH EI HEDEDAA«H REGT

AAN DE HOOGESCÏÏOOL TE UTRECHT,

KA MAGTIGÏNG VAN

den rector magnificus

DR. T. HALBERTSMA,

GEWOON HOOGLEERftftR IN DB FAGULTE1T DER GENEESKUNDE,

MET TOESTEMMING YAN DEN ACADEMISCHEN SENAAT

EN

VOLGENS BESLUIT DER REGTSGELEERDE FACULTEIT,

TE VERDEDIGEN

op V r ij d a g den 19Jen April 1872, te 2 uren,

DOOK

THEODORE L M, H. BORRET,

GEBOREN TE MAASTRICHT,

UTRECHT,
J. DE KRÜYFF.
1872

-ocr page 4-

Stoom Snelpersdrukkeru van L. E. BOSCH & £003*, te TJtrec&t.

-ocr page 5-

STELLINGEN.

i.

Niettegenstaande de vrijspraak krachtens een
onjuist gewezen vonnis, blijft de schuldenaar toch
naturaliter geobligeerd, tot de voldoening van het
waarlijk verschuldigde.

-ocr page 6-

II.

De privilegia, door Justinianus in de Constit. uit.
Cod. VI. 23 aan de rustici toegekend, moeten
niet beperkt worden tot den eigenlijk gezegden
landbouwenden stand, maar gelden voor al de-
genen, qui extra civitates degunt.

III.

Om het voorregt van art. 5 n°. 3 B. W. te
genieten, is het voldoende in Nederland verwekt
te zijn, al mogt de geboorte ook elders hebben
plaats gehad.

IV.

Art. 77 B. W. mits behoorlijk geëmendeerd, is
niet overbodig.

V.

De opsomming van art. 126 B. W. is onvolledig.

VI.

De beteekenis der woorden van art. 156 B. W.
3>of ook dat de huwelijksakte daaraan ontbreekt",

-ocr page 7-

is niet alleen : »dat. er eene akte, schoon werkelijk
opgemaakt, door welk toeval dan ook, is wegge-
raakt , die de huwelijksakte zonde kunnen zijn",
(cf.
\'Mr. G. W. Opzoomer. Het Burgerl. Wetb.
verkl. I. blz. 145).

VII.

Ten onregte wordt beweerd, dat derden, die, bij
huwelijksche voorwaarden, schenkingen aan de
aanstaande echtgenooten gedaan hebben, bij even-
tuele verandering dier voorwaarden, daartoe hunne

toestemming moeten geven.

%

vin.

Bij nietigverklaring van het tweede huwelijk,
herleeft voor de hertrouwde moeder het vrucht-
genot van de goederen harer kinderen.

IX.

Nooit kan door een\' derde, wien daartoe door
den regthebbende niet uitdrukkelijk de bevoegd-
heid is verleend, door occupatie, de eigendom
verkregen worden van het wild, door hem op
eens anders grond gevangen.

-ocr page 8-

X.

In geval van avulsio is de eigenaar van het
afgescheurde stuk land verpligt, om, binnen de
drie jaren, de pars avulsa te doen wegnemen ,
indien hij zijn eigendomsregt daarop niet wil
verliezen.

XI.

Al neemt men ook het beroep van Prof. Op-
zoomer
op art. 1471 B. W. (Aant. op art. die nog
verkl. beh. ad artic.) niet aan, toch volgt uit
andere bepalingen van ons positief regt, dat de
wetgever, niettegenstaande de uitdrukkelijke ver-
klaring van art 1462 B. W., de compensatie niet
ipso jure laat werken.

XII.

Hij , die, na den opgedragen of teruggewezen
eed te hebben aangenomen, sterft vóórdat hij
dien heeft afgelegd , moet naar den geest onzer
wetgeving geacht worden den zei ven afgelegd te
hebben

-ocr page 9-

De clausule »zonder kosten" werkt niet alleen
ten voordeele, maar ook ten nadeele van trekker
en endossanten, zoodat zij het voorregt van art.
201 W, v. K. verliezen.

XIV.

In het geval van art. 163 W. v. K, heeft de
regthebbende uit den wissel, bij weigering van
betaling door den acceptant, geene regresactie
tegen trekker en endossanten.

XV.

Geheel zonder grond , wordt in art. 203 W. v. K,
aan den houder van een\' geprotesteerden en ver-
misten wisselbrief het regres tegen de endossan-
ten ontzegd.

XVI.

Ten onregte beweert Mr. J, G. Kist (Beginselen
van handelsregt, 1869 II, blz 297, 303) dat, in

-ocr page 10-

geval de valuta-clausule in de assignatie of het
endossement is uitgedrukt, de werkelijke betaling
der waarde door den houder moet worden be-
wezen.

XVII.

Ten onregte wordt door sommigen afgekeurd
de bepaling van art. 783 W. v. K., waarbij de
wijzen van beëindiging in de artt 780, 781 en
782 W. v. K. voorgeschreven, worden toepasselijk
verklaard voor het geval dat in den boedel des
gefailleerden zaken gevonden worden, die hem
slechts voorwaardelijk toebehooren,

XVIII.

De koopman , aan wien surseance van betaling
is verleend, kan niet als bankbreukig vervolgd
worden, maar wel kan aan den bankbreukige
surseance verleend worden.

XIX.

Het vereischte van den dubbelen regtsbijstand
is af te keuren.

-ocr page 11-

XX.

De mogelijkheid van wetsontduiking levert, bij
het zwijgen der wet, geen genoegzamen grond
op, om uithoofde daarvan, de uitspraak van het
vonnis van scheiding van goederen, bij verstek,
als ongeoorloofd te beschouwen.

XXI.

Ter vorming van een deugdelijk strafstelsel is
de vermenging der absolute en der relatieve the-
oriën een noodwendig vereischte.

XXII.

In onzen \'bestaanden regtstoestand is niet het
tweegevecht zelf, maar zijn alleen de gevolgen
daarvan strafbaar.

XXIII.

Art. 366 G. P. is ook toepasselijk op het val-
schelijk zweren van een\' suppletoiren eed.

-ocr page 12-

Het stelsel der indirecte verkiezingen levert de
beste waarborgen op voor de waarachtige uit-
drukking van den volksgeest

XXV.

Bij het bouwen van arbeiderswoningen is het
cottage-systeem te verkiezen boven het caserne-
systeem.

XXVI.

Door het te hoog opvoeren der regten voor de
registratie verschuldigd, waardoor deze in eene
belasting ontaardt, worden niet alleen de heilzame
gevolgen dezer instelling opgeheven, maar moet
hare werking zelfs als bepaaldelijk nadeelig wor-
den beschouwd.

XXVII.

In het algemeen moet aan het stelsel van in-
directe belastingen de voorkeur gegeven worden
boven dat der directe belastingen.