TER VERKRIJGING VAN DEN GRAAD VAN
AAÏÏ DE HOOGESCHOOL TE UTRECHT,
NA MACHTIGING VAN DEN RECTOR MAGNIFICUS
g!?\\v00n hoog X, k era ar in de faculteit dkr geneeskunde,
MET TOESTEMMING VAN DEN ACADEMISCHEN SENAAT
VOLGENS BESLUIT DER RECHTSGELEERDE FACULTEIT
TE VERDEDIGEN
op Woensdag den 4 December 1872, des namiddags ten 2 ure,
DOOR
JAN WILLEM CLAUDE DE JONGE VAN ELLEMEET,
geboren te Oostkapelle.
UTRECHT - J. L. BEIJERS - 1872
-ocr page 2- -ocr page 3-Volgens Romeinsch recht behoefde het onderwerp der
verbindtenis geene geldswaarde te hebben.
II-
De strafgelden die bij de populares actiones gevorderd
werden, kwamen niet aan den staat, maar aan den
eischer,
De actio in factum dc mortuo inferendo kwam den
erfgenaam toe.
IV.
Terecht besliste de Arr.-Rechtbank te Deventer (d.d. 16
April 1872, Gem. Stem N°. 1077) dat de naam „Oranje"
als voornaam in de registers van den burgerlijken stand
kan worden opgenomen.
V.
Bij botsing van ouderlijke macht en voogdij praeva-
leert de eerste.
VI
Art. 1292 B. W. moet niet beperkt worden tot e\'e\'n-
zijdige overeenkomsten.
VII
De verkooper van onroerend goed is ook tot bezits-
overdracht gehouden.
De bepaling van art, 1638 B. W. verdient afkeuring.
IX.
Na de verjaring blijft de verbindtenis als natuurlijke
bestaan
X
Verkoop is geene daad van koophandel dan in het
geval van art 4 35 W. v. K.
XI.
Wanneer de kooper binnen dertig dagen, nadat de
waren bij hem zijn opgeslagen, deze verkocht en geleverd
heeft en van den tweeden kooper heeft teruggekocht,
kan de tweede en niet de eerste verkooper tegen hem
met de reclame optreden, behoudens het geval, dat art,
1377 B. W. van toepassing is.
XII.
Hij, die, nadat hij opgehouden heeft koopman te
zijn, ophoudt zijne handelsschulden te voldoen, kan fail-
liet worden verklaard,
Compensatie is mogelijk van door faillissement opeisch-
baar geworden inschulden.
XIV.
Het ware wenschelijk dat de bevoegdheid van den
kantonrechter werd uitgebreid tot rechtspraak in alle civiele
zaken in eerste instantie.
XV.
Ontslag onder borgtocht is wenschelijk
XVI.
Het vervalschen van spoorwegkaartjes is strafbaar vol-
gens art 150 C. P.
XVII.
De daad van iemand, die liefdegiften inzamelende voor
het gesticht waarin hij verpleegd wordt, zich uit de
gesloten bus een gedeelte der verkregen gelden toeeigent,
kan niet als diefstal worden gequalificeerd.
Het gaan over eens anders gronds door een wild-
drager die een jager vergezelt, is geene overtreding.
XIX.
Ten onrechte werd door het Koninklijk Besluit van
2 September 1870 Sbl. No, 158 vernietigd artikel 19 van
het daarbedoelde reglement van politie, luidende : „Het
„wordt ten strengste verboden over hofsteden, buiten-
plaatsen en bijzondere voetpaden te gaan zonder uit-
drukkelijk verlof der eigenaars of bewoners."
XX.
De gemeente behoorde zelve de jaarwedden van hare
ambtenaren te kunnen vaststellen.
XXI.
Tot intrekking vaii plaatselijke verordeningen tegen
wier overtreding straf is bedreigd, wordt eene verklaring
overeenkomstig art. 178 Gemeentewet vereischt.
Als algemeene regel is leerplichtigheid aantebevelen,
XXIII.
Tegen exploitatie van spoorwegen door den Staat
bestaan geen overwegende bezwaren.
XXIV,
Kosteloos onderwijs moet slechts bij uitzondering ge-
gund worden.
XXV.
Staats-beschermingvan den wildstand is niet van algemeen
belang.