GEBROEDERS BELINFA.NTE
1872
tee veekeijging van hek geaad
TAN
AAN DE HOOGESCIIOOL TE UTRECHT
XA MACTxaiKO TAN
DEN RECTOR MAGNIFICUS
GEWOON HOOGLEERAAR IN DE FACULTEIT DER GENEESKUNDE
het toestemming van den academische» senaat en volgens
besluit i)ee geneeskundige faculteit
IN H!ET OPENBAAB TIE ~VEÏÏI3Er3ICa-EISr
op Donderdag, den 25. April, 1872, ten 2 ure namiddag
DOOR
JEAN MARINE CHARLES EDOUARD LE RüTTE
Oud-Officier Tan Gezondheid Tan het N. 0. I. Leger, Eidder der M. W. 0. en?„
-ocr page 2- -ocr page 3-ft a n
MIJNE GELIEFDE ZEVENTIGJARIGE MOEDEK
ek
MIJNEN ÏÏOOGGEACHTEN ZEVENTIG JARIGEN VADER
-ocr page 4-Da veniam scriptis, quorum -non gloria nobis
Causa, sed utilitas officiumque fuit.
Ovidius.
-ocr page 5-Gij allen, die w ij, tot het. bereiken van het doel mijner
geneeskundige Promotie, vriendelijk ter hulpe geweest zijl,
ontvangt, daarvoor mijnen opregten dank!
April. 1872. j. m. c. e. le rütte."
-ocr page 6-INHOUD.
Blz.
inleiding..............................1
i. bepaling der ziekte en beschrijving der verschijnselen . 4
ii. toelichting dek oorzaken van hkt zoo ybki.yi ldh. voorko-
men dezer ziekte................3
III. herkenning en onderzoek.............10
IV. voorzegging ..................12
V. aanwijzing , hoe men het best kan trachten, um deze ziekte
V
te voorkomen.................12
. VI. geneeskundige behandeling............14
VII. opgave van eenige ziektegevallen.........19
-ocr page 7-Tot onderwerp mijner Dissertatie heb ik gekozen
de acute catarrhale ontsteking der luchtpijpstaklcen,
Bronchitis catarrhalis, bij jonge kinderen, beneden de
vijf jaren oud.
Oogenschijnlijk is dit eene eenvoudige ziekte :
maar, wanneer men de statistiek nagaat, die ons
leert, dat de sterfte aan deze ziekte en aan hare
gevolgen, bij jonge kinderen, een belangrijk cijfer
oplevert; dat er bijna geen kind is, dat, in zijne
eerste levens-periode, niet eene Bronchitis gehad
heeft; dat er gevallen zijn , waarbij eene niet juist
in het daartoe aangewezen tijdperk aanvangen van
eene doelmatige behandeling, of het onvoorzigtig
toedienen van braak- en laxeermiddelen, of bloed-
onttrekking, in plaats van eene gunstige verandering
te weeg te brengen, oorzaken zijn geweest van
verslimmering der verschijnselen, ja, van den dood,
dan is dit onderwerp mij van genoegzaam gewigt
voorgekomen, om daaraan eenige bladzijden te wijden.
ACUTE CATARRHALB ONTSTEKING DER LÜOHTPIJPSTAKKEN
BIJ JONGE KINDEREN.
Ik zal deze Verhandeling verdeelen in:
I. eene bepaling der ziekte, en de beschrijving der verschijnselen ;
II. eene toelichting der oorzaken van het zoo veelvuldig voor-
komen dezer ziekte;
III. de herkenning en het onderzoek;
IY. de voorzegging;
Y. de aanwijzing, hoe men het best kan trachten , om deze
ziekte te voorkomen;
YI, de geneeskundige behandeling;
VII. de opgave van eenige ziektegevallen.
Door vele Schrijvers, zelfs uit den laatsten tijd, o. a. door
Br. CaelHennig, Geneesheer-Directeur van het Kinder-ziekenhuis,
te Leipzig, 1865, wordt een onderscheid gemaakt tussclien
bronchialen Catarrh en Bronchitis, en ieder als een afzonderlijke
ziektevorm beschreven. Intusschen erkennen zij, dat van den bron-
chialen Catarrh tot de Bronchitis slechts de afstand van maar
ééne schrede bestaat. Een onderscheid hier als ziektevorm te
maken, komt mij echter minder doelmatig voor, daar de bron-
chiale Catarrh meer te beschouwen is als het eerste tijdperk van
de Bronchitis , en dergelijke verdeelingen tot begripsverwarring
kunnen leiden.
i. bepaling der ziekte en beschrijving
der verschijnselen.
Ontsteking der luclitpijpstakken, Bronchitis\', is een ziekte-proces,
dat zijn zetel heeft in het slijmvlies der kanalen, die zich. dichoto-
misch vertakken in de longen, en in de infundibula of longcellen
eindigen. Deze dienen tot doorstrooming der lucht, dat is, de
ademhaling heeft er langs plaats: zijn die kanalen gesloten, dan
is het leven onmogelijk.
De wanden dezer kanalen bestaan uit:
a. een vezelachtig vlies;
ft. eene laag ringvormige spiervezelen, van kraak-
been hier en daar voorzien:
Y. een slijmvlies.
Dit slijmvlies is steeds vochtig, en levert in den normalen toestand
eene zekere hoeveelheid slijm op, die voldoende is, om de ver-
drooging er van tegen te gaan. Deze slijm wordt afgescheiden
door de trosvormige klieren, en voortbewogen door den luchtstroom
en het trilharig epithelium. Zoodra nu, ten gevolge van deze of
gene oorzaak, de afscheiding der slijm vermeerdert, dan volgt er
ophooping in de luclitpijpstakken, en men krijgt eene Bronchitis.
Daar ik uitsluitend den catarrhalen vorm hier behandel, zoo
onderscheid ik:
1. Bronchitis catarrhalis, bij pasgeboren kinderen.
2. Bronchitis catarrhalis, bij oudere kinderen.
Doze ziekte bij oudere kinderen verschilt veel, naarmate
zij in de groote of kleine luchtpijpstakken voorkomt, en door vele
schrijvers wordt de aandoening der kleine luclitpijpstakken
afzonderlijk beschreven, als:
3. Bronchitis catarrhalis capillaris, bij oudere kinderen.
-ocr page 11-1. Bronchitis catarrhalis, bij \'pasgéboren hinderen, is eene ziekte,
die meer voorkomt, dan men wel weet. Menig kindje, slechts één
of twee dagen oud, werd vroeger aangegeven, als gestorven te
zijn door een aangeboren hartgebrek, en werden de ouders tevreden
gesteld met de troostende gedachte, dat het wichtje, met dit
hartgebrek, toch maar een zwak individu zou zijn gebleven, en
weldra gestorven zou wezen, terwijl de dood alleen het gevolg was
van verstopping der luchtpijpstakken door afgescheiden slijm,
ontoeganklijkheid voor de dampkringslucht, terughouding van
koolzuur in het bloed , en koolzure vergiftiging.
2. Bronchitis catarrhalis, bij ouclere hinderen, is eene ziekte,
die zich kenmerkt door overvloedige, dunne, slijmige afscheiding,
langs de grootere luchtpijpstakken, gepaard met hoest en koorts.
3. Bronchitis capillaris is hetzelfde ziekte-proces, als hier-
boven vermeld, doch dat de fijnste luchtpijpstakken aandoet, en
zich door bijzondere gevaarlijkheid kenmerkt.
ziekte-verschijnselen.
1. De Bronchitis catarrhalis, bij pasgeboren kinderen.
G-ewoonlijk wordt de Arts bij een pasgeboren kind geroepen,
wanneer het er bleek en vaal begint uit te zien, de ledematen
slap nederhangen, de temperatuur verminderd is, en de ouders zich
dus angstig maken. Bij eene oppervlakkige beschouwing en be-
oordeeling, dacht men vroeger veelmalen aan eene onvolkomen
circulatie van het bloed, liet aan het kind eens een warm bacl geven,
en vermeende, dat er verder niets tegen te doen was. De ziekte-
verschijnselen vermeerderden intusschen, en, onder eenige convulsies,
ging het leven verloren.
In den tegenwoordige« tijd zal de naauwkeurige waarnemer
terstond met een streng onderzoek der borst aanvangen. Van de
omgeving verneemt hij, door ondervraging, of het kind een
weinig gehoest of geniesd heeft; of het schreeuwen niet zwak
en onduidelijk geweest is. Soms geeft liet stethoscopisch onderzoek
hein eenige zwakke reutelingen te liooren, maar meestal niet,
daar de bij een kind zoo fijne luchtpijpstakken nagenoeg geheel
verstopt zijn, en liet de kracht mist, om te hoesten.
De percussie levert hem overal een negatief resultaat.
Op dit alles lettende, zal de Arts zijne aandacht vestigen op
dezen vorm van ontsteking der luchtpijpstakken.
2. De acute catarrahle ontsteking der luchtpijpstakken,
bij oudere kinderen.
Deze ziekte-vorm is gemaklijk te herkennen. Bepaalt zich de ziekte
tot de groote luchtpijpstakken, clan is het uiterlijk voorkomen
van zulke kinderen niet bijzonder veranderd: zij hoesten veel,
zijn, vooral des nachts, zeer onrustig en lastig; de hoestbuijen
duren van V2 tot één minuut; bij kinderen beneden de twee
jaren hoort men dikwijls, dat zij slijm uit de luchtpijpstakken
kwijt raken en inslikken, daar zij in dezen leeftijd de flui-
men niet kunnen uitwerpen. Ouderen kinderen gelukt hot, de
sputa te expectoreren. Dikwijls schreijen de kinderen na de hoest-
bui, voortspruitende uit de trekkende pijn, welke zij langs het
borstbeen naar de aanhechting van het middenrif gevoelen.
Oudere kinderen kunnen de pijn zeer juist aanwijzen. Intusschen
hoesten zij flink door, en is de hoest niet afgebroken en onder-
drukt. Dit is een belangrijk teeken, dat men met eene eenvoudige
Bronchitis te doen heeft. In hun slaap is de ligging op den rug
of op de zijde hetzelfde.
Het physisch onderzoek geeft voor de percussie negatieve resul-
taten, terwijl de auscultatie een groot aantal reutelingen doet
waarnemen, naar gelang van de omschreven of meer uitgebreide
aandoening der luchtpijpstakken; wordt er knettergereutel waar-
genomen , dan heeft men complicatie met longontsteking. Gewoonlijk
gaat deze Bronchitis gepaard met vermeerderde afscheiding van
het neusslij m vlies, dat voortdurend afscheidt; soms deelt ook de
conjunctiva in de aandoening, of wel de tuba eustachiana, hetgeen
echter zeldzamer voorkomt. Koorts is ook meestal voorhanden; de
temperatuur is verhoogd : zij bedraagt 38° tot 39° C. De adem-
haling is versneld, doch er bestaat geen dyspnce, en aan de
neusvleugels neemt men geene beweging waar.
De versnelling\' van cle ademhaling komt ook voor een groot
gedeelte op rekening van de koorts.
De voeten zijn dikwijls steenkoud en moeilijk te verwarmen.
De gebroken nachtrust en de gestoorde voeding veroorzaken, dat,
vooral kleine kinderen, beneden de 2 jaren, bleek en afgemat er
uit gaan zien. De urine van deze kinderen bevat meestal veel
uraten (uras sodse), die zich als een geel bezinksel afzetten.
3. De capillaire ontsteking der luchtpijpstakken,
lij oudere hinderen.
De reden, waarom deze ontsteking der luchtpijpstakken eene
afzonderlijke vermelding verdient , en als een op zich-zelf staande
ziekte-vorm beschreven wordt, is alleen te zoeken in het groote
levensgevaar, wat deze ziekte oplevert: het zijn de kleine en fijnste
luchtpijpstakken, die in de longcellen overgaan, waar de gas-wis-
seling moet plaats hebben, die voor het leven onontbeerlijk is:
wordt de toegang tot die longcellen afgesloten, dan houdt het leven
op : in aanmerking nu genomen het kleine linnen van die fijnere
luchtpijpstakken bij jonge kinderen, zoo ligt het gevaar voor de hand.
De herkenning van dezen vorm van Bronchitis vereischt een
zeer naauwkeurig letten op den hoest; het is geen zoogenaamde
losse hoest, waarna men de slijm zich hoort voortbewegen en
het slikken volgt; zeer kleine kinderen doen dit allen; maar het
zijn aanvallen van hoest, hoestbuijen, die allerhevigst kunnen
wezen, en waarbij het kind alle krachten inspant, om de lucht-
pijpstakken te ledigen, terwijl zijne pogingen grootendeels mis -
lukken. daar slechts eene "zeer kleine hoeveelheid loslaat.
Ten gevolge van de lievige inspanning, wordt het aangezigt
-ocr page 14-rood, blaauw, violetachtig gekleurd. Het kind is zeer onrustig,
de ademhaling bijzonder versneld: 50—60 tot 70 in de minuut,
en gaat met veel moeite gepaard; er bestaat luchthonger. In
plaats van grove reutelgeluiden, hoort men reeds op eenigen
afstand piepende en fluitende geluiden. Het kind is bij het
betasten warm. De pols is nog vol, maar versnelt, en wordt
spoedig klein en sneller tot 200 slagen in de minuut. Het
gelaat wordt bleek en vaal, de huid klam en kil, en, onder
stuipen, gaat het leven verloren: het kind is door koolzuur ver-
giftigd. Zijn de capillaire bronchi onmiddellijk aangedaan over
eene groote uitgebreidheid, dan heeft men spoedig dit beeld voor
zich; de betrekkingen zeggen: het kind heeft plotseling eene
bezetting op de borst gekregen. Zijn zij secundair aangetast,
zoo begint, langzamerhand, de hoest heviger en langduriger te
worden, en treden cle levensgevaarlijke verschijnselen langzaam
meer en meer te voorschijn.
De oorzaak van den dood is de koolzure vergiftiging. Hoe
dikwerf hoort men in het daaglijksch leven, dat kinderen aan
stuipen zijn overleden, na kinkhoest of Bronchitis gehad te hebben.
De betrekkingen beschouwen die stuipen als eene afzonderlijke
ziekte, en zeggen menigmaal : er kwamen stuipen bij , niet
denkende, dat deze stuipen enkel verschijnselen zijn van de
noodlottige gevolgen, welke eene verwaarloosde Bronchitis dikwijls
na zich sleept.
Dat dergelijke kleine lijders bepaald pijn gevoelen, ziet men
uit de handjes, welke zij vuistvormig bij de hoestbui veelal op
de borst houden, en bemerkt men door hun onderdrukt smartlijk
geschrei, dat zonder tranen meestal volgt.
II. toelichting- der oorzaken van het zoo veel-
vuldig voorkomen dezer ziekte.
De structuur van deze voor het leven dringend noodzakelijke
organen, in verband met luiane eigenaardige functie, als waardoor
het innerlijke van het ligchaam gestadig met de buitenwereld
in aanraking is, zijn wel de twee hoofdmomenten, waardoor zoo
dikwijls afwijkingen van hunne normale verrigting ontstaan.
Vooral in onze noordelijke streken komt deze ziekte zeer veel-
vuldig voor.
De voortdurende temperatuur-veranderingen, niet alleen bij de
wisseling der jaargetijden en bij het heerschen der verschillende
winden, maar ook de daaglijksche temperatuurs-veranderingen
oefenen op de slijmvliesvlakten invloed uit.
Epidemisch zelfs ziet men de aandoening der luchtpijpstakken
zich voordoen onder den vorm van Influenza of Griep. Voorts
kan ingeademde lucht drager zijn van stoffen of gassen , die
prikkelend op de hronchi werken.
Vervolgens zien wij slappe, teêre kinderen, die of slecht
gevoed, of kunstmatig opgebragt en dien ten gevolge slecht
ontwikkeld zijn, of deze erfenis van hunne ouders hebben
medegebragt, meer vatbaar voor deze aandoeningen, dan flinke,
krachtig gevoede kinderen.
Gedurende de eerste dentitie, zien wij deze ziektevormen zich
menigvuldig voordoen. Men hoort de moeders zeggen: de tandjes
zitten op de borst. Vele geneesheeren meenen, dat er geen
oorzakelijk verhand bestaat tusschen het tanden krijgen en de
Bronchitis, dewijl de dentitie op een leeftijd plaats heeft,
waarin de gevoeligheid der kinderen het grootst is, en alsdan
de Bronchitis liet meest voorkomt. Intusschen ligt in het
tandenkrijgen wel degelijk eene oorzaak, al is zij ook eene
verwijderde, tot grondslag. In dit tijdperk toch vinden wij het tand-
vleesch in een geprikkelden toestand; het slijmvlies zien wij
rozenrood; het speeksel vloeit in eene groote hoeveelheid uit
den mond; het maakt de kleederen, die de borst bedekken,
nat: dit geeft verdamping en onttrekking van warmte op de
horst en aanleiding tot Bronchitis; per continuitatem membra-
narnm, kan mede het slijmvlies der keelholte en der luchtwegen
in geprikkelden toestand geraken; terwijl men deze ziekte ook
ziet ontstaan bij kinderen, die, in het dentitie-tijdperk, steeds
droog op de borst worden gehouden, door het dragen van eene
voor vocht ondoordringbare borst- of kwijllap. Het speeksel-
zelf zou ook prikkelende eigenschappen verkrijgen in het
dentitie-tijdperk , volgens Dr. Böhr , das Zahnen der Kinder
als Krankheit.
Eene groote oorzaak is ook het gewone koude-vatten; plotse-
linge afkoeling bij kinderen, die, bezweet zijnde, door hun spelen,
op hoeken van straten, zich aan togt of win 1 blootstellen, of
door dienstboden, die op togtige plaatsen, met een kind op den
arm, staan praten, of op eene rustbank haar gemak nemen.
Voorts besmetting door middel van kussen, van mond tot mond.
Is in een huisgezin, waar meerdere kinderen zijn, één, door
catarrliale Bronchitis aangetast, dan worden gewoonlijk allen ziek.
Herhaalde malen heb ik dit ondervonden.
In de steden komt deze ziekte veel menigvuldiger voor dan op
het land. Vandaar dat voor Bronchitis gevoeligen kinderen het
landelijk leven, zoo mogelijk , zeer is aan te bevelen.
Organische gebreken van het hart kunnen, wegens gestoorden
bloedstroom, oorzaak tot bloedsophooping in de bronchi zijn;
zoo als b. v. stenose van het linker ostium venosum. Voorts ver-
gezelt deze Bronchitis vele andere ziekten, zoo als mazelen, typhus
en pokken. Derhalve is er een groot aantal oorzaken voor het
doen ontstaan van deze ziekte bij kinderen.
III. herkenning en onderzoek.
Niet iedere Arts, hoe kundig ook, is een kinderarts. ,, Om goed
kinderdoctor te zijn, — zeide wijle de Hoogleeraar C. Pruys van
Hoeven, met regt, — moet men een vaderhart hebben, en een
eigen gezin is de beste leerschool voor kinderpraktijk." Er is
groot geduld, een scherpzinnige blik, een eigenaardige tact, om
met kinderen om te gaan, noodig, om een goed kinderdoctor te
wezen; men moet vele patiëntjes, met dergelijke ziekten , onder
behandeling hebben gehad, om oogenbliklijk te bepalen, of de
toestand ernstig is of niet, of er ingegrepen moet worden, of dat
men het ziekte-proces stil moet laten verloopen, en alleen schadelijke
invloeden afweren.
Pols en ademhaling geven alleen in den slaap bij kinderen
den Arts zekerheid. Is hij in de gelegenheid, het lijdertje slapende
te zien, dan moet hij , in ernstige gevallen, dit nimmer verzuimen.
Stil en voorzigtig nadert hij het kind en telt de ademhalingen
in de minuut, daarbij steeds bedenkende, wat hij op rekening
der koorts moet stellen. Met een zeer behoedzamen en zachten
vingerdruk betast hij den pols, hetgeen veelal gemaklijker aan
het hoofd, aan de slaapslagader, dan aan den arm kan plaats
vinden. Hij luistert aandachtig naar den hoest en de reutelingen,
die zich in de borst doen hooren ; door betasting met de hand,
bepaalt hij, bij benadering, de temperatuur; is de toestand
ernstig en eene naauwkeurige temperatuurs-bepaling noodig, dan
kan deze het best in den anus waargenomen worden met den
thermometer, hetgeen bij kleine kinderen zeer gemaklijk gaat.
Intusschen verneemt men van de belanghebbenden, wat er vooraf
is gegaan, en welke schadelijke oorzaken er hebben ingewerkt.
Percussie en auscultatie is bij kleine kinderen niet gemaklijk;
de auscultatie geschiedt het best door het oor tegen de borst
of den rug te houden, terwijl het kind door de moeder of een
anderen, door hem geliefden persoon gedragen wordt. Yoorts betast
men de borst met de hand: bij den bronchialen Catarrh voelt
men een duidelijk gesnor en gereutel aan de geheele borstkas.
Dr. Alfred Vogel, privaat-docent, te München, wijst, in zijn
Leerboek over Kinderziekten, met nadruk op deze wijze van
onderzoek.
Yan belang is het, om ook de buik-ademhaling gade te slaan
en de sputa te zien, dat in sommige gevallen wel eens gelukt,
door ze uit het mondje met een fijn linnen lapje te verwijderen.
Op de darm-afscheiding moet de geneesheer zeer zijne aandacht
vestigen, en zich niet vergenoegen met de berigten., die hem
daarover worden gegeven, maar deze zelf nagaan. Ik ken geene
ziekte, waar eene bijkomende diarrhoea het levensgevaar meer
verhoogt, dan in dit geval.
IY. voorzegging.
Hiermede zij men hoogst voorzigtig: de eenvoudigste catarrhale
Bronchitis mag de arts niet ligt beschouwen, en, zonder angst-
vallig aan de ouders vrees in te boezemen, moet hij wijzen op
de mogelijke gevolgen, en de omgeving tot voorzigtiglreid aan-
sporen. Hij-zelf moet steeds in de verte de longontsteking in het
oog houden, en zal zoodoende gelukkige resultaten verkrijgen.
De voorzegging van Bronchitis bij pasgeboren kinderen moet
hij in den regel ongunstig stellen. Bij oudere kinderen, daaren-
tegen, is de voorzegging in den regel steeds gunstig te nemen.
De omstandigheden, waarin zulke kinderen zich bevinden, wijzigen
intusschen de voorzegging.
Bij goede verpleging en oppassing, maar vooral onder toezigt
van verstandige ouders, zal de Arts meestal de natuur ter hulpe
kunnen komen, en de Bronchitis tot genezing mogen leiden. Heeft
hij eene capillaire Bronchitis voor zich, clan dient hij ten minste
tweemaal daags den zieke te zien, en de ouders op het gevaar-
lijke van den toestand te wijzen.
v. aanwijzing, hoe men het best kan trachten,
om deze ziekte te voorkomen.
In ons noordelijk klimaat is eene voorzigtige harding van het
ligchaam, zeker, het beste middel, om de jeugd ongevoelig te
maken voor weersinvloeden en temperatuur-verandering. Ik wil
hier niet spreken over de moederlijke pligten en het gestrenge
toezigt, dat op bedienden moet worden uitgeoefend: elke moeder
kenne haren pligt. — Jonge kinderen ongevoelig te maken voor
weêrs-invloeden, wil eigenlijk zeggen, hen ongevoelig maken voor
temper at uur-verandering. Dit doel bereikt men door de huid-
zenuwen te versterken.
In de eerste plaats behoort daartoe het cultiveren van de huid
door baden en koude wasschingen. Ik vereenig mij volkomen met
de woorden van Dr. G. A. N. Allebé, Be ontwikkeling van het
Kind enz., Amsterdam, 1865, wanneer hij zegt: »Iedere moeder
stelle het zich ten pligt, haren zuigeling ten minste tweemaal
\'sweeks laauw te baden, en op de overige dagen met water,
dat allengs koeler genomen wordt, over het geheele ligchaam te
wasschen."
Grootere kinderen, van 2 tot 5 jaren en verder, moeten, eiken
morgen, hals, borst en rug met frisch koud water wasschen, en ze
daarna goed afdroogen, of daarbij geholpen worden, en des Zaturdags,
als zijnde de algemeene hollandsche verschoondag, een geheel bad
krijgen van 90° F.
De kleeding moet geëvenredigd zijn aan het klimaat en jaar-
getijde. Op de huid een katoenen hemd en geen flanel; dit is
alleen goed voor zwakke, teêre kinderen, of voor die uit de
tropische gewesten komen.
Genot van vrije lucht, daaglijks, als het weder het maar
eenigzins toelaat, is de\'grootste hefboom voor de gezondheid ,
zoowel van kinderen, als van volwassenen. Men kan tot regel
stellen, dat, wanneer er geen scherpe winden, vooral hier N. en
NO., in de koude jaargetijden, en geen regen of.zware mist
heerschen, kinderen de lucht in mogen en moeten gaan, om gezond
te blijven. Moeten zij binnenshuis vertoeven, dan behooren de
betrekkingen te zorgen, dat de temperatuur des winters op 60° F.
blijft: een hoogere warmtegraad \'in kinderkamers is schadelijk,
door den te grooten overgang hij het veriaten van het huis, en de
huid wordt bovendien anders te gevoelig. Des nachts moet in
kinderkamers tot regel gesteld worden, dat stoken ongezond is.
VI. geneeskundige behandeling.
A. Bronchitis catarrhalis, bij pasgeboren kinderen.
Een snel handelen is hier van toepassing: in de longen moet
lucht komen, en wel zoo spoedig mogelijk. Men trachte het kind
aan het schreeuwen te brengen, door de voeten te prikkelen met
een borstel, het eenige slagen op de billen te geven, een weinig-
koud water op het aangezigt te sprenkelen, den neus te kittelen.
de kunstmatige ademhaling aan te wenden door afwisselende
drukking op borst en buikwand, of door electriciteit, en het
te laten braken, hetzij door een braakmiddel per os in te geven,
en de keel te prikkelen, met een veertje of wat anders; hetzij door
een dunne catheter, door den neus in den slokdarm te brengen.
waarbij de stethoscoop ons doet hooren of het ingespoten braak-
middel in den maag komt. Door een warm bad, warme inwikkeling ,
warme pappen, liet aanleggen van kruiken met warm water, kan
men de circulatie trachten te bevorderen, en door al deze middelen
is het somtijds mogelijk, het bloeclvocht van het vergiftigende
koolzuur te ontlasten, en oxygenium te doen opnemen , om daardoor
het leven te behouden.
Als braakmiddel is een infusum radicis ipecacnauhae van dr.
op unc. i gepast.
B. Bronchitis catarrhalis, bij oudere kinderen.
Onder de woorden oudere kinderen wil ik hier verstaan hebben
kinderen beneden de twee jaren; dit neemt echter niet weg, dat
beneden de vijf jaren elke Bronchitis eene gevaarlijke ziekte is,
daar zij , op dien leeftijd, het meest in lobulairo longontsteking
overgaat.
De geneeskundige behandeling regelt zich hier geheel naar
gelang der hevigheid en uitbreiding van het ziekte-proces, en der
constitutie van het kind.
Als hoofdvoorwaarde voor de genezing moet men stellen. zoo
veel mogelijk, de krachten te behouden: gelukt dit, dan doet de
natuur méér dan de Arts, met al zijne geneesmiddelen. Bene ruime
ondervinding heeft mij dit geleerd, en wanhopige gevallen heb
ik zien genezen alléén door deze hoofdstelling in het oog te
houden. Waar kan men méér van de natuur verwachten dan bij het
kind, waar de reproductie zoo snel en gemaklijk gaat? Des te
eerder behoort dit tot rigtsnoer onzer behandeling te strekken, daar
wij moeten erkennen, geen geneesmiddel te bezitten, dat bij een kind
regtstreeks op de zieke luchtpijpstakken inwerken kan. De inhalatie-
methode , vooral door Dr. Emil Siegle , te Stuttgart, op groote
schaal, in toepassing gebragt, is bij kleine kinderen niet aan te
wenden.
Langs zijwegen moeten wij tot de genezing komen, door
middelen en handelingen, die den bloedstroom van de luchtpijps-
takken afleiden, en daardoor de Bronchitis doen ophouden. Welke
afleiding zal nu de beste zijn, die tevens de minst verzwakkende
is? Dit. is ontegenzeglijk de afleiding op de huid, door opwek-
king der diaphorese. Wil men door laxeermiddelen afleiding nraken
op het darmkanaal, hoe spoedig roept men dan eene diarrhcea in het
leven , die 1° de spijsvertering stoort; 2° het ligchaampje zeer
verzwakt, en 3° dikwijls niet meer te stillen is.
Tracht men door bloedonttrekkende middelen de hypertemie
van de bronchi af te leiden, dan verslapt men het kind zoo-
danig, dat het soms na die bloedontlasting de kracht mist, om
de luchtpijpstakken van slijm te ledigen, en spoedig stikt het.
Ook het braken moet niet dan in de grootste noodzakelijkheid
worden toegepast.
Behalve den prikkel op het slijmvlies van de maag, gaat het
braken-zelf met krachtinspanning\' gepaard, en ik herinner mij
een geval, waar, door het onvoorzigtig laten braken van een
zwak voorwerp, aan het kind de kracht benomen werd, om te expec-
toreren, en het, zonder noemenswaardig hoesten, één uur na het
braken, dood was.
De diaphorese op te wekken, geschiedt het best door het patiëntje
in het bed te houden, matig warm te dekken, kruiken met warm
water ter zijde het ligchaam en tegen de koude voetjes te leggen ?
en het kind veel te laten drinken. Het beste en onschuldigste is
veel koud water; vooral wanneer er geen diarrhoea bestaat, laat ik
het b.v. elk T/2 uur een paplepel koud water nemen.
Suikerwater, gomwater, slijmerige dranken, dropwater, ulevellen
en bonbons baten niets, en hebben nog het nadeel van de spijs-
vertering te storen.
Als geneesmiddel een slap infusum radicis ipecacuanhse, gr. i
a gr. ij op één ons gedistilleerd water, met 1 drachma suiker-
stroop. Bij zwakke kinderen, die een stimulans noodig hebben,
neme men vinum ipecacuanhae, of zelfs een weinig maderawijn,
met suikerwater. Tegen den hoest ken ik geen beter middel dan
de terpentijn-olie, waarvan de hoeveelheid van 1/2 theelepeltje,
door middel van een flanellen lapje op den rug tusschen de
schouderbladen ingewreven, vóór het invallen van den nacht, de
hoestbuien zigtbaar kalmeert. Is de hoest, vooral des nachts, zeer
lievig, dan zijn inwendig kleine giften opium van 1j& of 1/12
grein dikwijls onontbeerlijk, vooral in den vorm van pulvis
doveri. Dezer dagen gaf ik ze met buitengewoon succes in dosis
van 1 grein, des avonds, bij een kindje van 16 maanden. De borst
laat ik met watten bedekken. Bestaat er constipatio alvi, dan tracht
ik deze nimmer door laxeermiddelen te overwinnen, maar wend, een-
voudig, kleine lavementen aan, met koud water, om de 2 uren
herhaald, totdat er ontlasting volgt; dit blijft nimmer zonder
baat, en is hoegenaamd niet nadeelig. Worden de verschijnselen
zóó hevig , dat de luchtpijpstakken moeten geledigd worden, dan
is een braakmiddel, van een drachma pulv. rad. ipecacuanhae,
op 1 ons gedistilleerd water, passend. Tartarus kalico-stibi-
cus, vinum stibiatum, of zoogenaamde antimonium-droppeltjes
enz. hebben het nadeel, dat zij op het darmkanaal werken
en diarrhoea kunnen te voorschijn roepen. De tijd, wanneer een
braakmiddel moet aangewend worden, is zoodra het kind eene
eenigzins blaauwachtige tint krijgt, hetgeen wijst op beginnende
koolzuur-vergiftiging. Zoolang een kind er rood uitziet, al is ook
de Bronchitis nog zoo hevig, dan bestaat er geen levensgevaar. Het
aanwenden van spaansche vliegen, mostaardpappen, inwrijvingen
van kaarsvet, of verschillende andere dierenyetten, hebben een twijfel-
achtig nut, en maken de kinderen dikwijls nog onrustiger. Zeer dik-
wijls ziet men tegen den avond temperatuurs-stij gingen, waar wij
zelfs 40° C. aantreffen, zoo als nog onlangs bij een lijdertje van 15
maanden het geval was. Men moet dan bedacht zijn op koortsaanval-
len, die geregeld terugkomen en de Bronchitis vergezellen. De chinine
is hier onmisbaar , van 6 tot 8 grein daags, liefst als tannus uhi-
nicus, dat weinig bitteren smaak bezit, en vooral door kinderen
gemaklijk genomen wordt. Bestaat er nu tegelijkertijd diarrhoea,
dan zij men, met de r. ipecacuanhffi zeer voorzigtig: zelfs 1
grein op 1 ons zal, bij sommige kinderen, zoogenaamd doorslaan
en de ontlastingen vermeerderen; in die gevallen vestige men al
zijne aandacht op de diarrhoea, en willen dikwijls kleine giften
van murias protoxydi-hydrargyri, of eene solutio saleb of gum-
mosa, met een weinig opium, aangewezen zijn; baat dit niet
spoedig, en moet op de darmen krachtig gewerkt worden, dan
zijn nitras argenti of extr. corticis cascarillse voortreflijke
middelen, om de energie van het spijsverteringskanaal en van het
zenuwstelsel op te wekken, en de diarrhoea tot staan te brengen.
Ik herinner mij een geval, dat het gebruik van infusum radicis
ipecacuanhse gedurende een zestal dagen, zonder de Bronchitis
te verbeteren, eene uitputtende diarrhoea te weeg bragt, die het
leven bedreigde. Toen het extr. cort. cascarillse, afgewisseld met
nitras argenti, werd toegediend, hielden plotseling alle ontlas-
tingen gedurende zes dagen op, en genas de Bronchitis
van-zelf.
De voeding vereischt ook eene bijzondere aandacht. Zuigende
kinderen gebruiken uitsluitend de moederhorst; bij anderen zijn
melk, brood, eiwit, geen eijerdojer, — die wegens zijn gehalte aan
vet minder goed verdragen wordt, — aangewezen. Eene soep,
gekookt van rijst, rundvleesch zonder vet, water en zout, is mede een
goed voedsel ; ook bij zwakke kinderen raauw vleesch, dat uit
het binnenste gedeelte van een stuk biefstuk afgeschrapt, en zoo
in uiterst fijn verdeelden toestand gegeven wordt.
Is er diarrhœa, dan geen koemelk, daar kinderen alsdan zeer
zelden melk verdragen.
De kamer, waarin zulke kinderen verpleegd worden, moeteene
temperatuur van 60° P hebben, en, zooveel mogelijk, op denzelfden
temperatuursgraad gehouden worden. Over het algemeen moeten
kinderkamers naar het zuiden gekeerd zijn. Ook de lucht moet
vochtig blijven, door het plaatsen van kommen met heet water,
doch niet kokend op eene theestoof, met uitgebrande turf, of
met zoogenaamde doof kolen, zooals ik dit eens aantrof, en
waar de lucht door kooloxyde gas vergiftigd was.
Willen de ouders een verzachtend stroopje hebben, dan moet
men denken aan E. Bouchüt, Professeur et Médecin de l\'hôpital
Sainte-Eugénie, à Paris, 1855, wanneer hij zegt: » Néanmoins il
faut les prescrire, ne serait ce que pour obéir à certains préjugés
du monde, qu\'il faut toujours savoir respecter, s\'ils ne sont pas
nuisibles, en raison du bien être moral, qu\'ils procurent à ceux
qui les suivent.»
Door deze zorg en geneeskundige behandeling moet elke Bron-
chitis catarrhalis wel tot genezing geleid worden, en zal men slechts
bij uitzondering een ongunstigen afloop, door overgang in long-
ontsteking of koolzure vergiftiging, zien ontstaan.
0. Bronchitis capülaris, bij oudere hinderen.
Uit al hetgeen, bij de beschrijving van dien vorm van Bron-
chitis is gezegd, blijkt genoegzaam, hoe naauwkeurig dit ziekte-
proces moet waargenomen worden.
Tussehen deze Bronchitis en de zoo hoogst-gevaarlijke long-
ontsteking is slechts eene kleine schrede.
Wanneer men Artsen, zooals Dr. Alfred Vogel , te München.
-ocr page 25-hoort zeggen, dat men zich gewennen moet, elke Bronchitis van
een kind, dat tanden krijgt, — en in dit tijdperk komt de ziekte
het meest voor — te beschouwen als het begin van long-
ontsteking, dan zal men, helaas, deze opvatting al te vaak ge-
regtvaardigd zien.
Al hetgeen bij de catarrhale Bronchitis werd gezegd, is ook
hier van toepassing. Bij dreigende koolzuurvergifting is een
braakmiddel dringend noodzakelijk, en is het voorzigtig, dat men
het, in dezen ziektevorm, bij hetlijdertje gereed late staan. Yoorts
vindt de murias protoxydi-hydrargyri hier zijn gebied, en vooral
zooals dit middel door de Engelsche Artsen wordt gegeven, o. a. door
Charles West, physican to the hospital for sick children; London;
1859, in verbinding met radix ipecacuanhse, als het zooge-
naamde Jame\'s powder. — Op de borst wend ik hier steeds, in ernstige
gevallen, den natten gordel aan: een digt gevouwen zakdoek,
bij wijze van een breed longet, wordt in laauw water gedoopt,
uitgewrongen en om de borst geslagen, zoodat rug en borst er
mede bedekt zijn, en daarover een breede flanellen band gelegd ,
die den natten gordel geheel overdekt: men verkrijgt nu eene
langzame verdamping, en ziet meestal eene sterk merkbare
wijking der benaauwdheid plaats grijpen. Dezen gordel laat men
3 a 4 dagen liggen, totdat alle ernstige verschijnselen verdwenen
zijn. Voor wat de hygiëne betreft, hierbij komt alles te pas, wat
onder B. vermeld is.
VIL opgave van eenige ziektegevallen.
A. Bronchitis, bij pasgeboren hinderen.
1. Geval.
In September, 1869, werd mijne hulp ingeroepen bij een
kindje van 3 dagen, dat plotseling stuipen zou hebben ge-
kregen. Ik vond een flink voldragen kind, dat reeds goed de
moederborst nam, en waar alle af- en uitscheidingen zich behoorlijk
hadden ingesteld. Het kind had eene vale kleur, deed nog eenige
pogingen , om adem te halen; de pols was niet meer te voelen,. en
een paar minuten na mijne komst was het een lijk. Uit wat
de ouders mij mededeelden, was het duidelijk: dit wichtje
overleed aan Bronchitis. Den 2. dag na de geboorte, had de baker
het kindje verschoond, voor een open venster, dat, door het val-
gordijn, aan hare aandacht was ontsnapt. Des nacht had het
kind eenige malen geniesd en veel gekucht. De door mij nog
aangewende kunstmatige ademhaling baatte niets. De hulp kwam
te laat!
2. Geval.
In November, 1870, kreeg ik een kindje onder behandeling,
zeven dagen oud, waar de navelstreng behoorlijk was afgevallen,
en dat goed gevormd was. Het hoestte dikwijls, en was des
nachts zeer onrustig geweest. De stoelgang en urine-secretie waren
verminderd. Het stetlioscopisch onderzoek gaf mij over de geheele
borst reutelingen te hooren, terwijl de ademhaling zeer versneld
was, en de temperatuur 39° C. bedroeg. Ik liet het onmid-
delijk een warm bad geven, en inmiddels een braakmiddel gereed
maken van 1 dr. pulv. rad. ipec. op 1 ons aqua destillata. Een
kwart-uur daarna braakte het kindje, na de eerste l]2 paplepel van
het infusum gebruikt te hebben, de geheele maagcontenta, met veel
maagslijm en doorgeslikt bronchiaalslijm, uit, en onder deze actus
volgde ook eene ruime ontlasting. Het werd nu warm gedekt,
en ik tiet er ter zijde kruiken met warm water gevuld bij aan-
leggen , en voor den nacht raadde ik aan, het kind om de 2 uren
de moederborst te geven, teneinde veel vocht in het ligchaam te
brengen, en de huiduitwaseming te bevorderen. Den volgenden dag
was de temp. 38° C., de hoest iets losser en het kind rustiger
geweest; de urine-secretie had zich hersteld. Gedurende 4 dagen
gebruikte het lijdertje een inf. rad. ipecac. gr. 1. op 1 ons aq.
dest., alle 3 uren 1 theelepeltje. De temp. daalde tot de normale,
en binnen 12 dagen was het laatste spoor van hoest verdwenen.
De oorzaak van deze Bronchitis lag in het duister.
3. Geval.
In Maart, 1871, kreeg ik onder behandeling een zwak kindje,
slechts twee dagen oud, dat nog niet éénmaal de moederborst
had kunnen nemen, en met suikerwater gevoed werd. Het meco-
nium was nog niet geheel uitgescheiden. Urine-secretie had plaats
gegrepen. Dit kindje lag, na de geboorte, een geruimen tijd,
zonder hulp naast de moeder, die in levensgevaar verkeerde,
ten gevolge van hevige metrorrhagia. Het kindje haalde moei-
lijk adem en was slap, de hartslag versneld, maar duidelijk
te hooren, het schreeuwen onduidelijk en onderdrukt. Het
had enkele malen gehoest. Ook hier had ik met eene Bronchitis
te doen. Onmiddellijk liet ik dit kind elk */2 uur een paplepel
uitgeperst zog in het mondje gieten, en warme pappen ter weers-
zijde der borst leggen, met warme bedekking in het bedje. Des
avonds was het kindje weêr bijgekomen; de ademhaling was
gemaklijker. Yan tijd tot tijd hoorde men een zwakken hoest,
die den 5. dag verdwenen was. Het had geen geneesmiddel
gebruikt.
B. Bronchitis, bij oudere kinderen.
1. Geval.
Het kindje van den Heer v. K,, oud 13 maanden, nog zuigeling,
werd in den avond van den 11. Maart, 1870, huiverig koud
en kuchte een weinig. Des nachts was het zeer onrustig en
droomde veel hard op. Den 12. Maart vond ik des morgens eene
acute catarrhale Bronchitis, zich in de beide longen uitstrekkende;
eene temp. van 38,5° C. steeg des avonds ten 8 uur tot 39,5°.
Uitsluitend werd moedermelk toegestaan, en een inf. radicis ipeca-
euanhas gegeven van ij grein op i ons aqua dest. Des nacht hoestte
het kindje veel, sliep onrustig, en vertoonde op den 13. Maart
dezelfde temp.-schommelingen: des avonds zelfs 39,8° C. Met het
oog op de stijgende temperatuur, werd het den 14. Maart 8 grein
tannas chinicus toegediend, in 4 poeders verdeeld, om de 2 uren
te nemen. Des avonds was de temp. 38° C.
De 15-16-17 Maart, werd alleen het infusum rad. ipec. gebruikt;
de temp. verminderde langzamerhand, en was den 17. Maart
normaal.
Bij de moedermelk gebruikte het kind in die dagen beschuitpap.
Van den 17. tot den 28. Maart, bleef een drooge hoest bestaan, die
onder het gebruik van terpentijn-inwrijvingen verdween.
2. Geval.
Een jongentje van 2 jaren was, op een mistigen, kouden dag,
uitgeweest, en werd op den 9. April, 1871, door eene hevige
acute Bronchitis aangetast. Het kind sliep geen \'/4 uur achter
een, en werd door geweldige hoestbuijen geplaagd. Het onder-
zoek der borst leverde overal rhonchi. Den 10. April werd het
een inf. rad. ipec. voorgeschreven van gr. ij op onc. i, en, des
avonds ten 8 ure, eene terpentijn-inwrijving op den rug gedaan:
het kind sliep hierop 2 uren achter elkander. De lozing van met
uras sodse zeer verzadigde urine en de défaecatie had normaal
plaats. Als voedsel gebruikte het kindje brood, met melk en rijst-
soep, terwijl het gestadig kleine hoeveelheden koud water kreeg.
Gedurende 4 dagen werd deze behandeling voortgezet, en was de
ziekte in zooverre bedaard , dat zonder verdere geneesmiddelen ,
den 21. April, het jongsken volkomen hersteld was.
3. Geval.
In de maand Mei, 1872, kwam onder mijne behandeling een
-ocr page 29-kindje van l1/^ jaar, dat oogtanden kreeg en sterk gekwijld had,
toen zich plotseling eene Bronchitis ontwikkelde, tot grooten angst
der hoogst bezorgde ouders. Eene oorzaak was niet op te sporen,
doch men meende, die te moeten zoeken in het dentitie-proces.
Het kindje hoestte veel, was zeer lastig , en sliep weinig. Geheel
dezelfde behandeling werd ingesteld als onder B. vermeld is , en
binnen 14 dagen was het kind hersteld.
C. Bronchitis capillaris.
1. Geval.
Het kindje van Mevrouw R., 13 maanden oud, zuigeling, werd
den 18. November, 1871, door eene Bronchitis capillaris aangetast.
De ademhaling bedroeg 64 in de minuut, met een pols van 190
slagen, terwijl hoestbuijen het lijdertje zeer uitputten en benaauw-
den. Onmiddellijk werd dit kind de natte gordel aangelegd, daar
eene temperatuur van 40° C. mij zeer deed vreezen voor eene long-
ontsteking. 12 poeders van x/6 gr. calomel werden voorgeschreven,
en die elk uur toegediend. Uitsluitend werd de moederborst toe-
gestaan , met warme bedekking. Den volgenden dag was de tempe-
ratuur 39° C. Dezelfde poeders werden herhaald, thans om de
2 uren; de natte gordel bleef aangewend. Het aantal ademhalin-
gen verminderde tot 52, en de pols tot 160 slagen in de minuut,
Eenige groenachtige, slijmige ontlastingen hadden plaats, die op het
calomel-gebruik volgden. De hoestbuijen verminderden in hevigheid,
en de slaap werd rustiger. Het kind werd steeds in het bedje
gehouden. Den derden dag werd de temperatuur 38° C., en het kind
was veel kalmer; er werden geene geneesmiddelen toegediend, alleen
bleef de natte gordel liggen tot den 23. November, toen alle
gevaarlijke verschijnselen geweken waren, en watten den gordel ver-
vingen. Den 4. dag werden de calomel-poeders vervangen door een
inf. rad. ipec gr. ij, op 1 ons aq. d., en daalde de temp. meer en
meer, terwijl het ziekte-proces gunstig verliep, zoodat het kindje
den 12. dag herstelde.
2. Geval.
Een goed gevoed kindje van 7 maanden werd, na aan eene
koele avondlucht blootgesteld te zijn geweest, in November, 1871,
ongesteld. Het wilde den volgenden dag steeds rusten en zag er
bleek uit. Tegen den avond begon het te hoesten en wel met
hoestbuijen, die het eigenaardige karakter der Bronchitis capillaris
vertoonden. De ademhaling had 55 maal in de minuut plaats, en
de pols deed 172 slagen; diarrhcea stelde zich in: dunne, geele, tot
10 malen in de 24 uur zich herhalende ontlastingen. Onmiddellijk
werd de natte gordel aangelegd, en aan het kindje eene solutio
gummi arabici gegeven van dr. i op unc. i aqua destillata, met
1 druppel laudanum liq. syd., a. u. i lepeltje, terwijl uitsluitend
de moedermelk werd toegediend, en aan de moeder het gebruik
van vruchten en groenten verboden. Het kind bleef in het bedje
warm gedekt, en met kruiken warm water ter zijde Tan het lig-
chaampje gelegd. Den volgenden dag, was de ontlasting vermin-
derd , en had slechts 6 maal in de 24 uur plaats; het kindje was
rustiger geweest; de hoestbuijen verminderden. Groote opmerk-
zaamheid werd aan de diarrhcea gewijd; het mixtuurtje werd
herhaald, en de natte gordel bleef aangewend. Den 3. dag was
de ademhaling veel rustiger: 36 malen in de minuut; men hoorde
nog rhonchi; de ontlasting had 3 maal plaats gegrepen; den
4. dag geen geneesmiddelen; de natte gordel werd door watten
vervangen; den 8. dag was het lijdertje hersteld.
3. Geval.
Een kindje van 4 maanden was, in het laatst van 1871, onder
mijne behandeling, met eene Bronchitis capillaris. Het ziekte-proces
had een gunstig verloop; de ademhaling was van 66 tot 48, en
de pols van 160 tot 142 slagen, den 3. dag, gekomen, toen,
buiten mijn weten, een braakmiddel werd toegediend, het kindje
hevig braakte, en eenige uren later een lijk was!
---
-ocr page 31-De subcutane injectie van ergotine, bij baarmoeder-
vloeijingen, verdienen de bijzondere aandacht der
Artsen.
II.
De bloedstelping, na extractie van een tand, door
permanente drukking te bevorderen, bij middel
van een klamp, volgens Dr. Tanzer , moet dan eerst
aangewend worden, als het cauteriseren met nitras
argenti in substantie niet baat.
Bij beklemde breuken is de subcutane injectie van
murias-morphine van groot nut, en dikwijls boven de
chloroform-narcose te stellen.
IV.
De calomel-behandeling, bij dyssenterie , verdient
geen onvoorwaardelijke afkeuring.
Het is af te keuren, kinderen vóór den zevenden
dag, na de geboorte, te vaccineren.
VI.
Het kan noodzakelijk zijn, kinderen onmiddellijk
na de geboorte te vaccineren.
VII.
Zijn in een huisgezin de pokken uitgebroken, dan
ben ik er zeer voor, alle aanwezige personen, onver-
schillig hoelang het geleden is, dat zij ingeënt zijn,
dadelijk met gehumaniseerde vaccine te revaccineren.
VIII.
De aanwending van koude baden bij pokken, even
als .bij typhus, verdient ten hoogste onze aandacht.
IX.
De geneeskundige behandeling van oude menschen
en kinderen levert vele punten van overeenkomst op.
De calomel is een geneesmiddel, waarvan de aan-
wending bijzondere omzigtigheid vereischt.
De meerdere toepassing der thermometrie heeft
de aanwijzingen voor het gebruik der chinine-pra3-
paraten meer omschreven.
Aan Sanctorius en later aan Boerhaave komt de
eer toe van den grondslag tot de thermometrie bij
ziekten gelegd te hebben.
Het objective moet den Arts leiden tot beoordeeling
van het subjective bij het ziekbed.
Volgens het tegenwoordige standpunt der weten-
schap, moeten congestie-abcessen geopend worden.
XV.
Bij traumatische tetanus is de intermusculaire
injectie van morphine zeer aan te bevelen.
■
\'■ . ..i.e."\'
-
.!- \' . J i . ... .\'.. ■:\' ■ - ■ , . . \'