-ocr page 1-

STELLINGEN

TER VERKRIJGING VAN DEN GRAAD

vai.n

jnrldt in h ütdktutb,

AAN DE HOOGESOHOOL TE UTRECHT,

NA MACHTIGING VAN DEN RECTOR MAGNIFICUS

mr. GL BRILL,

gewoon hoogleeraah in de faculteit der letteren en wijsbegeerte,

MET TOESTEMMING VAN DEN ACADEMISCHEN SENAAT

EK

volgens besluit van de GENEESKUNDIGE FACULTEIT ,

TE VERDEDIGEN

op Woensdag den 12" Juli 1871, des namiddags te 7\'/a uu1"j

DOOR

ETHELRID DES SÉ,

med. doctor.

Geboren te Nickerie {Suriname).

UTRECHT.
Stoomdrukkerij van

P. W. YAN DE WE IJ ER.
18 7 1.

-ocr page 2-
-ocr page 3-

stellingen;

i.

Er zijn geene gronden, die pleiten voor de meening,
dat de vermeerdering van witte bloedlichaampjes in het
bloed van pyaemici, een gevolg is van het intreden van
van ettercellen in het bloed.

II.

Bij gecompliceerde fracturen der ledematen, zonder
beleedigïng van groote vaten of zenuwen, is de antisep-
tische methode van behandeling een hoog te waardeeren
middel.

-ocr page 4-

Het gevoel van koude rillingen, dat bij den aanvang
van koorts wordt ondervonden, kan zoowel van de hooge
lichaamstemperatuur, die de huid voor de omgevende
temperatuur gevoeliger maakt, als van eene, door tijde-
lijke irritatie der vasomotorische zenuwen veroorzaakte,
vermindering der huidcirculatie afhangen.

IY.

De aanvallen van koude rillingen bij suppuratieve
koortsen gaan niet aan de werkelijke vorming van etter
vooraf, maar volgen daarop.

V.

Hyperinose bij inflammatie ontstaat niet ten gevolge
van algemeene, maar van een locale fibrinevorming in
het ontstoken weefsel.

VI.

In geen geval van ontsteking\' met suppuratie kan men
bewijzen dat de geheele massa van ettercellen, in het
zieke deel aanwezig, uitgetreden witte bloedligchaampjes
zijn.

-ocr page 5-

Gesneden wonden genezen somtijds door zoogenaamde
»onmiddellijke vereeniging".

VIII.

Bij de eerste operatie van een psoas-absces mag niet
de geheele hoeveelheid etter verwijderd worden.

IX.

Bij geschoten wonden in de long mag men niet on-
middelijk tot paracenthesis thoracis overgaan.

X.

Bij fracturen met dislocatie, moet deze eerst gerepo-
neerd worden, alvorens eenige poging tot behandeling-
der fractuur zelve aan te wenden.

XI.

Indien, in gevallen van haemorrhagia cerebrie, na trauma,
coma intreedt en men heeft besloten tot trepanatie, heeft men
de meeste kans van verlichting aan te brengen, wan-
neer men de operatie aan de niet gewonde zijde verricht.

-ocr page 6-

Wanneer de darm, na operatie van hernia incarce-
rata, gangraeneus wordt bevonden, mag hij niet in den
buik worden teruggebracht.

XIII.

Bij scirrhus van de borst met induratie en vergrooting
der glandulae axillares van dezelfde zijde, gepaard gaande,
is het twijfelachtig of operatief ingrijpen noodig is.

XIV.

Bij gangraen van eenig deel, bijv. van den voet,
mag men niet tot de operatie overgaan, alvorens de
natuur door suppuratie een poging heeft gedaan tot af-
stooting van het gangraeneuse deel.

XV.

Het is gevaarlijk een patiënt te opereeren, die aan albu-
minurie lijdt.

-ocr page 7-

In een vroeg stadium van gonorrhoë is het gebruik
van adstringeerende injecties niet noodzakelijk om gene-
zing te bewerken, en blijkt dikwijls nadeelig.

XVII,

Syphilisalie is niet zulk een voldoende waarborg tegen
besmetting, om haar als een algemeen prophylacticum
te doen aannemen.

-ocr page 8-