STELLINGEN
TER VERKRIJGING VAN DEN GRAAD
van
doctor, in het romeimh ei hedemawh recht
AAN DE H00GESCH00L TE UTRECHT,
wa machtiging van
DEN RECTOR MAGNIFICUS
gewoon hoogleeraar in de fagulteit oer bespiegelende wijsbegeerte en letteren]
IET TOESTEMMING VAN DEN ACADEMISCHEN SENAAT
en
volgens besluit der rechtsgeleerde faculteit,
TE VERDEDIGEN
op Woensdag den lsten November 1871, te 3 uren,
dook
UTRECHT,
J. DE KRUYEF.
1871.
Ex lege 2 Dig. de prob. (XXII. 3) non sequitur
negativa non esse probanda.
Non assentior Clar. Windscheid (Lerhb. d. Pand.
I. § 123), Goudsmit (Pand. Syst. I. § 85), aliisque
existimantibus vindictam privatam apud Romanos
ob earn causam prohibitam fuisse, quod illa reipu-
blicae indoli et fini adversari crederetur quo sensu
apud recentiores haec doctrina inva luit.
Lex 40 Dig. de div. reg. jur. (L. 17.) Conjun-
genda videtur cum lege 6 Dig. de verb. obl.
(XLY. 1.)
IV.
Bepaalde en afgeronde stelsels zijn niet zelden
op ieder gebied der maatschappelijke weten-
schappen een hinderpaal voor den vooruitgang
en eene aanleiding tot vruchteloos redetwisten.
Juist is daarom de stelling ook door IIugo de
Groot als leidend beginsel erkend »nullam esse
sectam quae omne verum viderit et nullam quae
non aliquid ex vero" (Prol. J. B. ac. P.)
De rechter mag niet onderzoeken of eene wet
in strijd is met de Grondwet.
De buiten het Rijk gevestigde vreemdeling be-
hoorde van de voogdij over Nederlanders uitge-
sloten te zijn.
De bepaling van art. 500, al. 2, B. W. belet
het maken van testament in een lucidum inter-
vallum.
VIII.
Art. 83 B. W. is overbodig.
IX.
Het is geoorloofd door overeenkomst af te
wijken van de bepalingen van art 1143 B. W.
X.
Eene onmogelijke voorwaarde vernietigt de
uiterste wilsbeschikking, die van hare vervulling
afhankelijk gemaakt is niet, maar moet als niet
geschreven beschouwd worden.
XI.
De expediteur is verantwoordelijk voor de
schuld en nalatigheid der werklieden door hem
afgesteld.
Curators in eenen failliten boedel zijn onder
gerechtelijke machtiging bevoegd, een geschil aan
de uitspraak van scheidsmannen te onderwerpen.
V reemde naamlooze vennootschappen hebben
\'s konings bewilliging noodig om hier te lande
te kunnen in rechten optreden.
XIV.
Te recht drongen bij de laatste herziening van
het Wetb, van Burg. Regtsv. eenige leden der
kamer er op aan, om de slotwoorden van art,
237, »hetwelk aan de wederpartij moet worden
beteekend," te doen wegvallen.
XV.
De valschheid van eenen beslissenden eed voor
den strafrechter bewezen zijnde, levert dit echter
geen grond op om het vonnis, dat op dien eed
rust, aan te vallen.
Nederlaag of verwonding in tweegevecht is niet
strafbaar volgens de Nederlandsche wetgeving.
XVII.
De zamenstelling der krijgsraden hier te lande
levert geen genoegzame waarborg op voor eene
deugdelijke rechtspraak.
XVIII.
De leer die de strafrechtelijke toerekenbaarheid
aan de beoordeeling des rechters overlaat verdient
de voorkeur boven die welke in de wet bepaalde
en gebiedende voorschriften wil hebben aange-
nomen.
XIX.
Wij beamen de stelling van de Lolme »The
freedom of the Constitution is no more than an
equilibrium between the ruling powers of the
state." (Const. of\' Engl. II, 1.)
XX.
Een »voorstel van wet houdende algemeene
dienstplichtigheid vereischt voorafgaande herziening
der Grondwet.
XXI.
De onvereenigbaarheid van betrekkingen met
het lidmaatschap der Staten-Generaal, kan in
bijzondere wetten nog verder uitgestrekt worden
dan geschied is in art. 91 der Grondwet.
XXII.
De non-interventie tot een algemeen en onvoor-
waardelijk beginsel van buitenlandsche staat-
kunde te verheffen is onzedelijk en voert tot het
verbreken van alle banden in het staten-stelsel
van Europa.
XXIII.
Eene matige belasting op de erfenissen in de
rechte linie verdient goedkeuring.
De staat, die ter beteugeling van het paupe-
risme het sluiten van huwelijken bemoeijelijkt,
treedt buiten de grenzen zijner bevoegdheid en
bezigt een middel, dat nooit tot het beoogde
doel kan leiden,
XXV.
De oprichting van een departement voor open-
bare werken in Nederland is wenschelijk.