-ocr page 1-

STELLINGEN

tee verkrijging van dèn graad van

aan de hoogeschool te utrecht

na magtiging van den rector magnificus

Dr. W. G. BRILL,

GEWOON HOOGLEER AAR IN DE FACULTEIT DER LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

met toestemming van den academischen senaat

VOLGENS BESLUIT DER REGTSGELEERDE FACULTEIT,

TE VERDEDIGEN

op Woensdag den Sisten Januarij 1872, des namiddags te 3 uren

DERK DUMBAI^

geboren te deventer.

UTRECHT - J. GREVEN.

-ocr page 2-

TA

-ocr page 3-

STELLINGEN.

i.

Hij die ter goeder trouw, onverschuldigde, ver-
vangbare zaken in betaling heeft ontvangen, behoeft
slechts zooveel, als hij er door rijker is geworden,
te vergoeden.

II.

De Querela-inofficiosi kan tegen erfgenamen,
die de erfenis niet bezitten, ingesteld worden.

-ocr page 4-

De eigendom van den grond, strekt zich uit,
op de lucht en den ondergrond.

-SK

IV.

L. 26 D. de praescr. verb. zoude veel duidelijker
zijn, wanneer men de woorden: rogastime, uttibi
scyphos commodarem, mogt plaatsen voor: si tibi
scyphos dedi, ut eosdem mihi redderes, commodati
actio est. Toch is geene aanvulling noodig.

V.

Het woord erfgenamen, in art. 969 B. W. is
alleen toepasselijk op hen, die tijdens de acte,
vermoedelijk erfgenamen waren.

VI.

De eischer tot echtscheiding, kan toegelaten
worden, tot het bewijs van een feit van denzelfden
aard, gedurende den loop van het geding gepleegd,
als op grond van hetwelk, de vordering is ingesteld.

-ocr page 5-

VIL

Bij vooroverlijden van den nieuwen echtgenoot,
ingeval van art. 236 B. W., krijgen zijne erfge-
namen de helft.

VIII.

De plaatsing der art. 418 en 419 B. \\V. in de
afdeeling van de voogdij, door den kantonregter
opgedragen, geeft geen regt, deze artikelen tot
deze soort van voogdij te beperken.

IX.

Bij het fideicommissum de residuo, wordt de
verwachter niet geacht, ook vulgariter aan den
bezwaarden erfgenaam, te zijn gesubstitueerd, zoo-
dat bij vooroverlijden van dezen, de fideicommis-
sair-gesubstitueerde, met uitsluiting van de erfge-
namen volgens de wet tot de geheele nalatenschap
van den testateur wordt geroepen.

X.

Het staat de regtbank vrij, op verzoek van den

-ocr page 6-

verweerder, toe te staan nog nadere getuigen bij
te brengen, na een op de teregtzitting gehouden,
getuigen-verhoor.

XI.

Het Staatstoezigt op de naamlooze-vennootschap-
pen is af te keuren.

XII.

Het faillissement der vennootschap onder eene
firma, brengt niet van regtswege, dat der ven-
nooten te weeg.

XIII.

Het gehomologeerd accoord van den gefailleerden
schuldenaar, ontslaat de borgen van dien schuld-
eischer, die er in heeft toegestemd.

XIV.

Bij den verkoop der goederen, na insolvent-
verklaring, worden de den failliet volgens art. 808
W. v. K. toegestane kleedingstukken, niet mede
verkocht.

-ocr page 7-

Het Duitscbe Wetboek van Koophandel verdient
de voorkeur, wat betreft de voorregten, den com-
missionair , op de hem toegezondene goederen
toegekend-

XVI.

Volgens art. 135 al. 1 W. v. K., kan de geën-
dosseerde, op eigen naam vorderen.

XVII.

De bepaling van ons regt, dat de acceptatie,

»

door den in het nood-adres aangewezene, de cautie-
regresactie van den houder niet afsnijdt, verdient
de voorkeur boven die van de Duitsche-Wisselwet.

XVIII.

De voerman, die het vervoer van vier kisten
had aangenomen, en eene er van heeft verloren,
volstaat met afgifte der behoudene, en schade-
vergoeding voor de verlorene, en kan niet met
art. 14\'26 B. W. gekeerd worden.

-ocr page 8-

Artikel 419 C. P. behoeft aanvulling.

XX.

Al is de valsche getuige vrijgesproken, toch kan
de omkooper gestraft worden. C. P. 365.

XXL

Het is bij art. 365 C. P. geen vereischte, dat
aan den valschen getuige, geld of geschenken be-
loofd of gegeven zijn.

XXII.

Men wordt lid der lste of 2ae Kamer der Staten-
Generaal, behoudens nadere deugdelijk bevinding-
van den geloofsbrief, door aanneming van het
mandaat, niet door toelating of eeds-aflegging.

XXIII.

Teregt had men in de Constitutie der Vereenigde-
Staten van Amerika, de uitvoerende magt slechts
aan eenen persoon opgedragen.

-ocr page 9-

Teregt — ook wat ons regt betreft, — zegt
Mi\',
gerhard dumbar: «De Constitutie is het
«berigtschrift der Regenten. Geene akte der wet-
«gevende magt kan derhalven van waarde zijn,
«indien zij tegen de Constitutie strijdt. Dit te
«ontkennen zoude hetzelfde zijn met te zeggen,
«dat de bediende meer is, dan degene die hem te
«werk stelt, dat de representanten des volks ver-
«heven zijn boven het volk zelf, en dat menschen
«die uit kragte van een berigtschrift handelen,
«geregtigd zijn, niet alleen om dat te doen, waar-
«toe zij niet uitdruklijk gemagtigd zijn, maar ook
«datgene, welk.hun in dat berigtschrift uitdruklijk
«wordt verboden.»

(De Oude en Nieuwe Constitutie der Vereenigde
Staten van Amerika, uit de beste schriften in hare
gronden ontvouwd. 1796, D. III, bl 249.)

XXV.

Ten onregte heeft men beweerd, dat een lage
stand van het dagloon voor de maatschappij, en
zelfs voor de arbeiders, onvoorwaardelijk voordeelig
moet geacht worden.

-ocr page 10-

Geenszins moet men het beklemregt en de erf-
pacht, hoe voordeelig ook langdurige pachten zijn,
als model van pachtstelsels, beschouwen.

XXVII.

De dubbele standaard is af te keuren.

XXVIII.

Progressive-belastingen zijn op het successie-regt
af te keuren.