tee verkrijging van den graad van
DOCTOR IS HET ROMEISCH EN HEDE1AAGSCB RECHT,
AAN DE HOOGESCHOOL TE UTRECHT,
na machtiging van
DEN RECTOR MAGNIFICUS
gewoon hoogiieeeaar in de wis- en natuurkunde,
MET TOESTEMMING YAN DEN ACADEMISCHEN SENAAT
en
VOLGENS BESLUIT DER RECHTSGELEERDE FACULTEIT,
te verdedigen
op Vrijdag 13 Mei 1870, des namiddags ten 3 ure,
door
JOHAN PAULUS BALTHAZAR YAN DER MANDERE,
geboren te s\'gravenfoiider.
O ■^gffi^Bttm"" Q-
UTRECHT,
J. BIJLEVELD.
18 70.
L
Ten onregte beweert Windscheid (Pand. § 154):
„bei der Sequestration einer streitigen Sache ist ohne
weiteres anzunehmen, dass die Absicht der Parteien
gewesen ist, dass auf ihn Besitz übergehen solle."
L. 52 § 9 D. en L. 65 § 9 D. pro socio (17. 2)
strijden niet.
Het is niet noodig met Huschke (Zeitschr. für
Civil Recht und Proces N. F. II. 138.) in 1. 4 § 7
Dig. de usurp. (41. 3) in plaats van non sußcit, te
lezen non officit.
Er is geene tegenstrijdigheid tnsschen L. 25 § 2
D. en L. 31 § 4 de heredit. pet. (5. 3).
Hij die venia aetatis gekregen heeft, heeft tot het
maken der huwelijksche voorwaarden de toestemming
zijner ouders niet noodig.
VI.
Het is niet noodig, dat de kooper van een on-
roerend goed, om zich van de overdragt te verze-
keren, een uitdrukkelijk beding daaromtrent make-
VII.
De schat op het land van den erfpachter gevon-
den, behoort voor de eene helft aan den vinder,
voor de andere helft aan den eigenaar van het land*
VIII.
Alleen de eerste door de wet geroepen erfgenamen
hebben eene legitieme.
De decisoire eed moet door alle leden der firma
afgelegd worden wanneer de eischer niet opgeeft met
wien hij gehandeld heeft.
X.
Te regt zegt Mr. J. E. Goudsmit (Pand. Syst. I,
pg. 93): „ter beoordeeling of eene zaak al of niet
aanhoorigheid zij, komt het alleen aan op de ver-
wezenlijkte bestemming en hieruit volgt als van zelf,
dat het aan een erf of gebouw aard- of nagelvast
zijn, niet kan wezen het onderscheidend kenmerk."
XI.
Wanneer een wisselbrief onder voorwaarde is ge-
accepteerd, heeft de houder bij het vervullen der
voorwaarde, eene wisselactie tegen den acceptant.
XII.
Ten onregte beweert Mr. Kist dat de woorden
„waarde te ontvangen" geene geldige waarde-clau-
sule bevatten.
De schipper heeft in het geval van art. 465 W. v.
K., het regt niet, om het contract van bevrachting
voor verbroken te houden.
XIV.
Indien in eene elders te betalen assignatie de ver-
melding van „genoten waarde" voorkomt, is zij niet-
temin voor eene assignatie te houden, zoo het stuk
maar den naam van assignatie inhoudt.
XV.
De meerderheid van stemmen in art. 320 W. v. K.
gevorderd, is die van alle reeders.
XVI.
Bij het vonnis van verklaring van regtsvermoeden
van overlijden, mag de afwezige niet in de kosten
veroordeeld worden.
XVII.
Art. 459 C. P. houdt twee wanbedrijven in.
-ocr page 7-Er bestaat geene poging tot diefstal, wanneer
iemand eenig voorwerp openbreekt, met het kenne-
lijk doel om de daarin aanwezige gelden arglistig
te ontvreemden en zich toeteeigenen, als zich in
dat voorwerp geen geld bevindt.
XIX.
Bij willekeurige arrestatie is dolus een vereischte.
XX.
Het beëedigen eener scheepsverklaring, is, wan-
neer deze blijkt in strijd te zijn met de waarheid,
volgens onze wet niet strafbaar.
Bij weigering van den gemeenteraad, uit de be-
hoorlijk gedane voordragt een hoofdonderwijzer te
benoemen, moet die benoeming door burgemeester
en wethouders geschieden.
De betaling der kosten van dagvaardingen en
-ocr page 8-schadeloosstellingen der getuigen namens den be-
schuldigde opgeroepen, moest bij vrijspraak nooit
ten diens laste komen.
XXIII.
Werkverschaffing op groote schaal is als middel
van armverzorging aftekeuren.
XXIV.
De boeren moeten geen patent betalen.
XXV.
Landverhuizing is niet aantebevelen als middel
tegen overbevolking.