-ocr page 1-

STELLINGEN

tee verkrijging van ben graad

VAN

Snrtor in Jjtt Enmmsrji m Itoïuntgnji fUrjit,

aan de hoogeschool te utrecht,
na machtiging van den rector magnificus

DR. F. A. W. MIQUEL,

GEWOON HOOGUSERftftR IN OE FACULTEIT OER WIS- EN NATUURKUNDE,

MET TOESTEMMING VAN DEN ACADEMISCHEN SENAAT

EN

VOLGENS BESLUIT DER RECHTSGELEERDE FACULTEIT,

DOOB

jjan y/lllem i^asonder,

geboben te geoenlo,
te verdedigen

op Vrijdag 20 Mei 1870, des namiddags ten 3 ure.

-ocr page 2-
-ocr page 3-

STELLINGEN.

i.

De schuldenaar uit eene alternatieve verbinte-
nis , verliest door zijne mora de keuze niet.

II.

Bij verpanding eener inschuld komt aan den
schuldeischer, die de verschuldigde zaak geïnd
heeft, niet slechts een retentierecht op deze zaak
toe, maar ook een pandrecht.

III.

Niettegenstaande de uitspraak van 1. 19 D. de
servitutibus (VIII, 1) en 1. 6 pr. D. communia
praediorum (VIII, 4) is aan te nemen, dat ook
bij de gereserveerde erfdienstbaarheid nabijheid
en nuttigheid gevorderd worden.

-ocr page 4-

Tegen het wettelijk vermoeden van art. 2 A. B.
is tegenbewijs niet toegelaten.

V.

De woonplaats van den minderjarige houdt van
rechtswege op bij zijne meerderjarigheid.

VI.

Ten onrechte heeft de H. R. beslist, dat ouders,
die bij de huwelijksacte toestemming geven tot
het huwelijk hunner kinderen, daarbij tevens als
getuigen kunnen optreden.

VII.

Het is at\' te keuren, dat volgens ons B. W.
elke veroordeeling tot eene onteerende straf, aan-
leiding kan geven tot scheiding van tafel en bed.

VIII.

De bewering, dat, op grond van art. 405, al. 1

-ocr page 5-

B. W., de toeziende voogd moet worden opge-
roepen, is onjuist.

IX.

Belediging, voor den kantonrechter, van den
inventaris, bedoeld bij art. 444 B. W., is alleen
dan noodig, wanneer de inventaris onderhands
is opgemaakt.

X.

Naar ons recht heeft de erfpachter geen recht
op den schat, in den in erfpacht bezeten grond
gevonden, dan voor zoo veel dit aan ieder vin-
der is toegekend.

XI.

Ook hij, die onwaardig is, om erfgenaam te
zijn, heeft naar ons recht de saisine.

XII.

Een notaris is niet verplicht, ja zelfs niet ge-
rechtigd , een Inspecteur der Registratie , op diens

-ocr page 6-

verlangen, inzage te geven van een bij hem, No-
taris , in bewaring gegeven verzegeld pakket.

xnr.

Een koopmansboek, dat enkele onbeschreven,
doch gebifeerde plaatsen bevat, moet evenwel als
een richtig gehouden koopmansboek beschouwd
worden.

XIV.

Een oorspronkelijk aan order getrokken wissel,
die zonder bijvoeging van order geëndosseerd is,
wordt hierdoor niet onvatbaar voor verdere over-
dracht door endossement.

XV.

Het recht van surseance vervalt door den dood
des schuldenaars.

XVI.

Bij procedure in kort geding is bijstand van een
procureur geen vereischte.

-ocr page 7-

Art. 270 C. P. is op minderjarigen niet toepas-
selijk.

XVIII.

De toepassing der tot de misdaad van valsch
getuigenis betrekkelijke artikelen, is uitgesloten,
zoo dikwijls enkel onbeëedigde verklaringen zijn
afgelegd, van welker valschheid blijkt.

XIX.

Het verduisteren van roerende goederen tot een
faillieten boedel behoorende, door de vrouw van
den gefailleerde, als bewaardster daarvan aange-
steld, valt in de termen van art. 408 G. P.

XX.

Art. 456 G. P. is niet van toepassing op het
inslaan van glasruiten.

XXI.

Invoering van leerplichtigheid in ons land is
wenschelijk.

-ocr page 8-

De Koning kan een veroordeelde gratie verlee-
nen, ook tegen diens wil.

XXIII.

Nog andere gevallen van wenschelijke herzie-
ning van gewijsden of vonnissen in strafzaken, zijn
denkbaar buiten de in a, 409 vv. Sv. vermelde.

XXIV.

Eene klacht, door een beleedigde gehuwde vrouw
zonder eenigen bijstand , gedaan, is voldoende om
het O. M. recht tot strafvordering te geven.

XXV.

Afschaffing van het evenredig registratierecht
bij overdracht van onroerend goed is wenschelijk.

XXVI.

De bepalingen der artikelen 414 en 415 C. P,
zijn af te keuren.

-ocr page 9-

Beperking van vrijen handel in sterken drank
is wenschelijk.

XXVÏÏI.

De accijns op het rundvleesch behoort afgeschaft
te worden.

XXIX.

Het stelsel van garfpacht is af te keuren.

XXX.

Het beginsel van art. 254 der gemeentewet moet
in \'t algemeen ook voor de brievenposterij gelden.

XXXI.

Met recht acht de Heer J. J. van Kerkwijk de
vereeniging van den Rijkstelegraaf met de poste-
rijen wenschelijk.

-ocr page 10-