na magtiging van den iiectob magnificus
gewoon hoogleebaae in de wis- en natuubkundige faculteit,
MET TOESTEMMING VAN DEN ACADEMISCHEN SENAAT
VOWENS BESLUIT DER BEGTSGELEERDE FACULTEIT,
tee vebkbijging fan den geaad van
©nrtnr in tjrt Enranwjr m lebiïïrimgntr \'$Ugt;
aan de
HOOGESCHOOL TB UTRECHT,
TE VERDEDIGEN
op zatuedag den 25. junij 1870, des namiddags ten 2 ube.
doob
geeoeen te elbueg.
rK \'
......
4iW
u t e e c h t ,
KEMINK EN ZOON.
18 7 0.
o^o
Bij cessie van eene schuldvordering kan de schul-
denaar aan den tweeden cessionaris betalen, zoolang
hem de eerste niet gedenuntieerd is.
Degene, van wiens land een stuk door het geweld
van den stroom losgescheurd en aan dat van een
ander is aangeworpen, kan, nadat het daaraan is
vastgegroeid, de waarde eischen.
Ook bij opvolgende verpandingen eener zaak, die
den schuldenaar nog niet behoort, wordt de rang
naar de volgorde des tijds geregeld.
Art. 28 en 34 C. P. blijven naast art. 20 B. W.
ten opzigte van getuigen bij acten van den burger-
lijken stand van kracht.
V.
Het verzuim van vormen moet bij een buitenslands
gesloten huwelijk naar de vreemde wet beoordeeld
worden.
VI.
Wanneer een huwelijk in een bijzonder huis wordt
voltrokken behoeft dit niet publiek te geschieden.
VII.
De erkenning van een natuurlijk kind bij open-
baar testament gedaan, vervalt met de herroeping
van dat testament.
VIII.
De actie tot vernietiging der overeenkomst, tus-
schen voogd en minderjarige aangegaan binnen 10
dagen na de rekening en verantwoording, is aan de
gewone verjaring van 5 jaren onderworpen.
De moeder voogdesse blijft, niettegenstaande haar
een raadsman is toegevoegd, voor alle daden der
voogdij aansprakelijk.
De opsteller wordt geen eigenaar der gebouwen.
XI.
Een hypotheekbewaarder heeft niet het regt, om,
wanneer hem de authentieke acte bedoeld bij art.
1240 B. W. wordt overgelegd, hare innerlijke waarde
of de bevoegdheid des verzoekers van de gevraagde
doorhaling van de hypotheek te beoordeelen.
De schuldenaar kan niet bij eenen eenvoudigen
brief in mora gesteld worden.
Bij de „negotiorum gestio" moet men den wil ge-
had hebben eens anders zaken waar te nemen.
XIV.
Onze wet bepaalt ten onregte dat bij de „indebiti
solutio" hij die ontvangt bezitter geen eigenaar wordt.
Na de verjaring blijft volgens onze wet eene na-
tuurlijke verbintenis bestaan.
XVI.
Het faillissement der vennootschap onder firma
sluit niet noodwendig dat der leden in zich.
XVII.
Gedurende het faillissement is geen compensatie
mogelijk.
XVIII.
Een gehomologeerd accoord is een wederkeerige
overeenkomst, zoodat wanneer de failliet niet aan
zijne verbindtenis voldoet, de crediteur hem tot na-
koming kan dwingen of ontbinding eischen met
schadevergoeding.
XIX.
De beklaagde of zijn advocaat heeft het regt om
bij het opstellen der memorie van suggestie (art.
124 W. v. Sv.) de gedingstukken in te zien.
Het is niet wenschelijk dat een minister tevens
lid der volksvertegenwoordiging zij.
XXI.
Het tweegevecht eischt eene bijzondere strafbe-
paling.
XXII.
Iedere gestelde voorwaarde, aan welker vervulling
het niet volvoeren van een bedreigden aanslag is
verbonden, stelt daar strafbare bedreiging, onver-
schillig of daarbij al dan niet geldelijk voordeel is
bedoeld.
XXIII.
Teregt beweert de Pinto (Handl. tot het W. v.
Sv. 2e gedeelte bi. 335) dat de volgens art. 196
W. v. Sv. benoemde tolk alles wat op de teregt-
zitting over de te behandelen zaak gezegd, gespro-
ken of gelezen wordt, moet vertalen.
XXIV.
Het is wenschelijk dat de regering de postkantoren
aanwijze tot het ontvangen der spaarpenningen van
minvermogenden.
XXV.
De regering moet aan de landverhuizing geene
belemmeringen in den weg leggen.
XXVI.
Het is wenschelijk dat de Staat de exploitatie
der spoorwegen overlate aan particulieren.