TER VERKRIJGING VAN DEN GRAAD
VAN
DOCTOR IN HET RQMEINSCH EN HEDENDAAGSCH REGT,
AAN DE
HOOGESCHOOL TE UTRECHT,
OP GEZAG VAN DEN RECTOR MAGNIFICUS
Dr. F. A. W. MIQUEL,
Gewoon Hoogleeraar in de Wis- er, Natuurkundige Faculteit,
MET TOESTEMMING VAN DEN ACADEMISCHEN SENAAT
EN
VOLGENS BESLUIT DER REGTSGELEERDE FACULTEIT ,
TE VERDEDIGEN
DOOR
RIJNHARD DE BEAUFORT,
geboren te utrecht.
Op Vrijdag, den 144™ October 1870, des namiddags te 3 ure.
UTRECHT,
J. Gr. VAN TEBVEEN & ZOON.
1870.
gedeukt bij g. a. yam hoften , te utrecht.
-ocr page 3-Niet ieder verbod van vervreemding bevat een
beletsel voor verjaring in zich.
De in de formula opgenomen exceptie kan ook
tot vermindering der condemnatie strekken.
Door de verjaring wordt de verbindtenis niet ge-
heel en al opgeheven.
De verklaring van L. 69 D. pro socio door Teis-
terbant (Bulderdijk) Observ. et emend, c. IX. voor-
gesteld, verdient de voorkeur boven die van Prof
v^rouDSMiT (Themis 1869).
De medebezitter heeft de regtsvordering tot hand-
having in het bezit tegen den anderen medebe-
zitter.
Art. 668 § 2 B. W. is analogice toe te passeh
bij de overdragt van onligchamelijke onroerende
zaken.
Hij, die zonder bevoegdheid op een vreemd erf
jaagt, wordt eigenaar van het gevangene wild.
Ten onregte beweert Mr. Feith, N. Bijdr. X
433, dat tegenover derden de eigenaar van het
land, waaraan de aanwerping geschied is, //ter-
stond" eigenaar ook van het aangeworpen stuk
wordt.
Hij, jegens wien de schuldenaar uit eene weder-
keerige overeenkomst is in gebreke gebleven, kan
de uitvoering met schadevergoeding eischen.
X.
v/"
De dief, bij wien de zaak door toeval vergaan
is, wordt daardoor niet bevrijd, dat zij ook bij den
eigenaar zou vergaan zijn.
XI.
Ten onregte besliste de H. R. (24 Oct. 62) dat
de verkooper van niet bestaande aandeelen, niet
gehouden is.
Aan hem, die bij de bekentenis tevens beweert
bevrijd te zijn, kan de beslissende eed alleen over
die bevrijding aangeboden worden.
XIII.
Door onvolledig endossement kan de geëndosseerde
nooit eigenaar worden.
XIV.
De houder van een\' wisselbrief, die weigert de
betaling ter eere (art. 170 K.) aan te nemen, ver-
liest zijne actie niet.
XV.
Te regt besliste de Rtbk. ie Amsterdam, dat de
verificatie den regter bij de rangregeling niet bindt,
noch den failliet na homologatie van het akkoord,
(30 Jan. 68 en 28 Jan. 66).
Wanneer na de insolventieverklaring vóór de ver-
effening de failliet het bewijs overlegt, dat aan alle
geverifieerde schuldeischers is voldaan, kunnen de
curators, door den regter gemagtigd, aan den fail-
liet rekening doen en de onverkochte goederen af-
geven.
XVII.
Het ware wenschelijk, dat eene nieuwe failliet-
verklaring kon plaats hebben na de afrekening door
de curators gedaan (vlg. a. 885), al is het eerste
faillissement nog niet geëindigd.
J
XVIII.
Buitenlandsche vonnissen kunnen slechts in de
bij de wet voorziene gevallen uitvoerbaar verklaard
worden, in de overige is eene geheel nieuwe be-
handeling noodig.
XIX.
Poging tot misdrijf is niet strafbaar als het object
ontbreekt.
XX.
De daad van een\' loontrekkenden bediende, die
voorgevende op last van zijn meester schulden in
te vorderen, de opbrengst niet verantwoordt, maar
voor zich behoudt, is als opligting strafbaar.
XXI.
De invulling door den besteller in een\' door een\'
koopman geteekenden vrachtbrief van zekere som,
welke als vracht zou verschuldigd zijn en het dien
ten gevolge zich doen afgeven en toeëigenen dier
som is volgens art. 147 en 148 C. P. te straffen.
XXII.
De bewaarnemer, die uit eene geslotene hem toe-
vertrouwde kist zich goederen toeeigent, begaat geen
diefstal.
Art. 9, wet v. 10 Mei 1837 (Stbl. n°. 21) is niet
op hem van toepassing\', die zender met den bank-
breukige te hebben zamengespannen en alleen om
zich zeiven te verrijken , bij cle verificatie de deug-
delijkheid eener niet bestaande schuldvordering onder
eede heeft bevestigd.
XXIV.
Tegen den beklaagde, die op den dag, in de hem
gedane dagvaarding uitgedrukt, is verschenen ter
teregtzitting, doch op een lateren regtsdag, op wel-
ken de behandeling zijner zaak is bepaald, wegblijft,
kan geen verstek verleend worden.
Algemeene verklaringen der Kandidaten bij de
verkiezing van leden der Tweede Kamer der Staten
Generaal strijden niet met art. 82 der Grondwet en
zijn niet af te keuren.
Een aanslag van een bepaald t/persoon met ande-
ren" op de kohieren der grondbelasting kan voor
niemand in aanmerking komen ter verkrijging van
kiesbevoegdheid.
XXV! I.
De wijziging door den President der Ver. Staten
voorgesteld in het eerste artikel van de te Parijs op
den 16r,eQ April 1856 onderteekende declaratie, waarbij
hij den privaateigendom der onderdanen van de oor-
logvoerende mogendheden, mits geen contrabande ,
ter zee als onschendbaar wilde beveiligd hebben,
verdient goedkeuring.
XXVIII.
Vereenvoudiging op het gebied onzer diplomatie
alleen uit het oogmerk van bezuiniging is in strijd
met de nationale waardigheid.
XXIX.
Maatregelen van wege de overheid ter beperking
of tot aanmoediging van het aangaan van huwelijken
verdienen geen aanbeveling.
XXX.
Het houden van banken Van leening van wege de
-ocr page 11-gemeente is goed te keuren, mits slechts gezorgd
worde, dat van dezelve geen bron van inkomsten
gemaakt wordt.
De vrees door velen, naar aanleiding van de be-
volkingstheorie van Malthus geuit, is overdreven.
XXXII.
Het moet aan de bank vrijstaan te bepalen tot
welk klein geldbedrag zij de banknoot wil uitgeven.