STELLINGEN.

TER VERKRIJGING VAN DEN GRAAD
VAN

Inrtnr ra jjef %mnm rjj n ïeto titogsrji %t$_T

AAN DE

HOOGESCHCOL TE UTRECHT,

na magtiging van den prorector magnificus

Mr. B. J. L. DE G-EEE,

Gewoon Hoogleeraar in de Regtsgeleerde faculteit.

MET TOESTEMMING VAN DEN ACADEMISCIIEN SENAAT

EN

VOLGENS BESLUIT DER REGTSGELEERDE FACULTEIT,
TE VBRDBDIGrBN"

Op Zaterdag den 25^stM Maart \'1871, des namiddags ten 5 ure,

DOOK

HENDRIK VREEDE,

Geboren te Mgladjoe (eiland Java).

Boek- en Muziekdrnkkerij van A. van der Veen Oomkens, te Wageniiigen.

STELLINGEN.

i.

Hij, die zijn deel in het vruchtgebruik heeft verlo-
ren, kan later dit gedeelte door het regt van aanwas
niet herkrijgen.

II.

Ook in het Justiniaansche regt moeten de peremtoire
exceptiën voor de litis contestatio voorgesteld worden.

Ieder erfgenaam van hem, die een werk aangenomen
heeft (opns fieri), kan voor de geheele schadevergoe-
ding worden aangesproken.

IV.

Hij, die een schuld betaald heeft, welke cloor com-
pensatie vernietigd was, kan de\' condictio indebiti in-
stellen.

V.

Verkoop van bovenveen ter verveening is verkoop van
roerend goed.

VI.

Ten onregte zegt de Pinto (handleiding tot het
B. W. 2^e deel § 729) dat onder de »soortgelijke akten"
van art. 1274 B. W. ook een brief moet gerekend
worden.

Koopmansboeken leveren tegen niet-kooplieden alleen
bewijs op omtrent de hoedanigheid en hoeveelheid der
leverantiën, niet omtrent de leverantiën zelve.

VIIL

De acceptant van een wisselbrief den dag na den
vervaldag betalende aan den protesterenden ambtenaar
is gehouden de reeds gemaakte kosten te voldoen.

IX.

■j

Een niet onderteekend scheepsjournaal heeft als zoo-
danig geen bewijskracht.

X.

De schuldeischer eener vennootschap onder een firma
mag elk der vennooten aanspreken alvorens een vonnis
tegen de vennootschap zelve verkregen te hebben.

Ten onregte zegt Holtius (Ned. faillitenregt p. 40)
dat een niet door den regter uitgesproken staat van
faillissement strafregtelijke gevolgen kan hebben.

XII.

Compensatie kan niet plaats hebben met een schuld,
die door faillissement opeischbaar wordt.

XIII.

De gedaagde vreemdeling eisch doende in reconventie
is verpligt tot het stellen van zekerheid.

XIV.

Een procureur mag zijn ministerie weigeren.

XV.

Laster, hoon of beleediging aan overledenen valt niet

onder het bereik der strafwet en er schijnt geen ge-
noegzame grond te zijn die met den Belgischen en den
Noordduitschen wetgever met straf te bedreigen.

XVI.

Volgens art. 59 C. P. moet de medepligtige gestraft
worden alsof hij zelf de dader was geweest.

XVII.

Art. 301 C. P. had nog strafbaar moeten stellen het
toedienen van »substances nuisibles a la santé ou a la
raison."

XVIII.

Poging tot opligting is ook zonder afgifte van goe-
deren strafbaar.

XIX.

Wanneer in correctionele zaken, waartegen gevange-

nisstraf is bedreigd, de beklaagde ter teregtzitting niet
verschijnt, maar door zijn verdediger gegronde redenen
van verschooning laat aanvoeren, moet er toch tegen
hem verstek worden verleend.

XX.

Het niet opvolgen van art. 178 Gemeentewet brengt,
niet het vervallen der gemeenteverordeningen te weeg.

XXI.

Bij het berekenen van den census tot verkrijging van
kiesbevoegdheid mag niet worden medegerekend de
aanslag in de belasting van een bepaald »persoon met
anderen."

XXII.

Vreemde gezanten kunnen alhier voor den regter
enkel geroepen worden voor zakelijke regtsvorderingen
wegens onroerende goederen in Nederland gelegen.

De invoering van een ligt successieregt in de regte
nederdalende linie is goed te keuren.

XXIV.

Levensverzekering-maatschappijen behoorden door den
Staat gecontroleerd te worden.

XXV.

De oprigting van postspaarbanken hier te lande is
wenschelijk.

......... ^{111111111 1}

-