beteeffende
van het
Tijdschrift voor Veeartsenijkunde en Yeeteelt
uitgegeven door
de Maatschappij ter bevordering der Veeartsenijkunde
in Nederland
bewerkt door D. F. VAN ESVELD.
UXEECHT,
J. L. BE IJ EES,
1911.
Ia de 37ste Algemeene vergadering der Maatschappij, gehouden op
25 September 1897, werd door ondergeteekende voorgesteld een bedrag
van f 200 uit te trekken voor een generaal-register op de verschenen
25 deelen van het tijdschrift. De lHte secretaris, dr. L. J. van dee Harst,
had zich bereid verklaard dit werk te verrichten, indien zijn gezond-
heidstoestand het veroorloofde.
Daar het voorstel niet op het programma had gestaan en dus niet in
de afdeelingsvergaderingen was besproken, kon geen besluit worden
genomen.
De lste secretaris zou echter aan het werk beginnen en in de volgende
vergadering zou het financiëel gedeelte worden geregeld.
Van beginnen kon helaas geen sprake zijn, want de gezondheids-
toestand van den heer van der Harst ging sterk achteruit en hij over-
leed reeds den 22sten November van dat zelfde jaar.
De zaak bleef rusten tot dat in de 48ste Algemeene vergadering, ge-
houden op 11/12 October 1907, de afdeeling Friesland voorstelde om
na het verschijnen van het 35ste deel een klapper op den inhoud van
het tijdschrift te doen verschijnen.
Nadat de heer Stempel voor dit werk was aangezocht, maar het niet
op zich kon nemen, verklaarde ondergeteekende zich daartoe bereid, mits
hem tijd werd gelaten.
Thans is het register gereed, maar sinds die belofte zijn. er 4 jaar
verloopen; het internationaal veeartsenijkundig congres en ongesteldheid
zijn oorzaken van deze vertraging.
Het was mijn streven om het zoeken gemakkelijk te maken, maar
daarvan was een groote uitbreiding het gevolg.
Fouten zullen in bet register veel voorkomen, daar niet geregeld kon
worden doorgewerkt.
Ik vlei mij echter dat de Nederlandsche veeartsen nu op een gemakke-
lijker wijze kennis zullen kunnen maken met hetgeen door hun oudere
collega\'s is gedaan en opgemerkt.
Een hartelijk woord van dank vinde hier een plaats aan collega
Schimmel, die mij bij de correctie zooveel hulp verleende.
Utrecht, 5 October 1911.
YAN ESVELD.
-ocr page 5-Register van behandelde onderwerpen.......1
Personenregister.
A. Personen en de door hen behandelde onderwerpen ... 59
B. Boekaankondiging\'..............153
C. Teekeningen, afbeeldingen, portretten, enz......167
Naamregister.
A. Namen van veeartsen en van andere personen in het
tijdschrift voorkomende............171
B. Promotie van Nederlandsche veeartsen.......242
C. Lijst van gepatenteerde veeartsen, die krachtens art. 10
der wet van 8 Juli 1874 (Staatsblad n°. 98), gewijzigd
bij de wet van 4 April 1875 (Staatsblad n°. 37), aan het
verlicht examen hebben voldaan.........244
D. Lijst van niet geëxamineerde veeartsen, aan welke krachtens
art. 15 der wet van 8 Juli 1874 (Staatsblad n°. 98) een
bewijs van toegang tot uitoefening der veeartsenijkunst is
uitgereikt.................247
E. Lijst van overleden veeartsen, gerangschikt naar de volgorde
in het tijdschrift...............257
P. Ljjst van hulpkeurmeesters van vee en vleesch .... 261
Register omtrent de „Maatschappy ter bevordering der
Veeartsenijkunde in Nederland" en omtrent andere zaken.
A. Maatschappij ter bevordering der Veeartsenijkunde in
Nederland.................263
B. Staatsbegrooting...............287
-ocr page 6-C. Provinciale veeartsen..........................2888
D. Yeeartsenijkundig Staatstoezicht.........2J388
E. Burgerlijke veeartsenijkundige dienst in Nederlandsch-
Indië..................21991
F. Militair-veterinaire dienst in Nederland.......21992
G. Militair-veterinaire dienst in Xederlandsch-Indië .... 21993
H. Rijks Veeartsenijschool.............21994
I Rijks Seruminrichting.............21997
-ocr page 7-I. Register van behandelde onderwerpen.
De Romeinsche cijfers verwijzen naar het deel; de Latijnsche cijfers naar
de bladzijden.
Aambeien, Zie Haemorrkoïdes.
Abattoir, IX 274; XXIII 201, 290; XXIV 229; XXV 1, 293; XXVII
179, 300, 341, 389; XXVIII 315, 376; XXIX 10, 495; XXXII
257; XXXIV 60 . XXXV 569; XXXVI 153.
Abortus. I 126; IX 60, 229; X 26: XV 70; XVII 72: XVIII 35;
XIX 88; XX 67, 179, 249; XXI 189; XXII 328; XXIII 47, 58,
203; XXVI 394; XXIX 306; XXXII 499.
Abrine. XIX 234.
Absces, II 5: Xlll 95, 226: XIV 126; XV 282; XIX 76, 247: XX
167; XXI 112: XXIII 119, 402: XXIV 285; XXVI 413.
Acarus foenarius, V 68.
— folliculorum. Zie Mjjten.
Acetas morphini, IV 50.
Aceton. XXXIV 689.
Acet-para-anisidine. Zie Metkacetine.
Acidum arsenicosum, XXXII 321.
— boricum en verbindingen, VIII 163: XII 10; XIX 162; XXXIV 563.
— carbolicum, s. phenylicum, III 124: V 92, 155; VI 229; X 50;
XII 54; XIII 40; XIV 284; XVI 89, 201; XVII 200: XX 179;
XXI 189; XXX 498. ...
— chrysophanicum, X 155.
— filicicum amorpkum, XIX 243,
Acne contagiosa, XIII 217.
Acoine-cocaïne, XXXI 57.
Acormus. V 73.
Actino-bacillose, XXX 319.
— mycoom, XXVIII 118.
-ocr page 8-Actinomycose, VIII 129; XI 83; XIII 214, 291: XIV 289; XVI 72
129; XIX 306; XX 332; XXI 16, 260; XXIII 200; XXY 133
XXVI 413; XXVII 263 ; XXVIII 118, 120, 214; XXX 96. 476
XXXI 97, 565; XXXII 393.
Actio redhibitoria, II 173, 180; III 100.
Actol, XXVI 400.
Adder. Zie Slangen.
Ademen door den mond bij het paard, XX 307.
Ademhaling (Physiologie der), XXIII 3.
Adenitis, XIII 40.
Adenoom. XVII 31; XXX 293; XXXII 181.
Aderlating, XXI 17.
Adrenaline, XXIX 552; XXX 541; XXXI 444; XXXII 420.
Aether bromatus, XIX 227.
Aether-injectie, XI 248; XIX 176.
Afmaken van honden, XXIII 17.
Afscheuren klauw, II 71.
Afstandsritten en lichaamsgewicht, XXXII 267.
Agaricinezuur, XIX 234.
Agglutinatie, XXIX 68.
Aglos8a canis acquisita, XXX 291.
Agrostemma Githago, XX 225 ; XXXI 537.
Agriostomum Vrijbukgi, XXXV 276.
Ak-paipak. Zie Zuid-Afrika.
Albinismus. Zie Corectopia.
Albuminurie, VII 142.
Alcohol als desinfectans, XXXV 568.
Alexine, XXV 175; XXVIII 352.
Allylum tribromatum, XIX 228.
Aluin, XIX 170.
Aluminiumsulfaat. XXIX 122.
Alveolitis, XXX 468.
Alypine, XXXIV 448.
Amanita muscaria? XIX 272.
Ametropie. XXXII 116.
Amputatio penis, XX 236; XXXIV 549.
Amyl-nitrit, VIII 235.
Amylenum hydratum, XIX 228.
Anaemie, XXII 53; XVIII 126.
Anaemia perniciosa, XII 241.
Anaesthetica, XXII 259; XXX 498; XXXI 57.
Analgeticum, XXXI 276.
Anemona nemorosa, XXV 30.
-ocr page 9-Aneurysma, III 32; V 246 ; XII1, 9 ; XIX ÏS05 ; XXI 256 ; XXXIII 302.
Angioom, IX 262; X 282; XVIII 27.
Anionen von Natriumsalzen, XXIX 188.
Ankylostomiasis bij paarden, XXIV 146.
Anthrax. Zie Miltvuur.
Antidiphtheritisch geneesserum, XXII 330.
Antifebrine, XXI 114, 197, 251; XXIV 336.
Antigalacticum, XIX 16.
Antiparasitica, VII 42.
Antiphlogose door verwijderde werking, XIX 275.
Antipyretica, XXIX 506.
Antipyretische behandeling, XXIII 23.
Antipyrine, XIX 175; XXX 543.
Antisepsine, XIX 159.
Antiseptica, XXV 398; XXVIII 301.
Antiseptische behandeling van interne ziekten, XIX 240.
Antistreptococcen-sérum,XXIII325; XXVI158; XXVIII121; XXIX 404.
Antitoxine der bacteriekoorts, XXI 348.
— in de gal bij lyssa, XXVI 57.
Anjjszuur, XIX 157.
Aorta. Verscheuring van de, XVII 36; XXXIII 302.
Aphthae. Zie Mond- en klauwzeer.
Apomorphine, VI 29, 145, 236; VII 134.
Apoplectische puerperaal-septicaemie, XXX 81.
Apoplexia autumnalis, XVIII 27.
-— medullae bij het rund, XXIX 121.
— cerebri, XXXII 352.
Area centralis, XXX 215.
Arecolinum hydrobromicum, XXIII 130, 308.
Argentum colloidale Credé, XXVI 398; XXVIII 212, 519 ; XXIX 1, 302;
XXXI 273.
— citricum, XXVI 400.
— lacticum. XXVI 400.
Aristol, XIX 155.
Arsenicum album, I 88; XXII 206; XXX 320.
Arteriosclerose. XXXIII 238.
Arthritis. II 17 ; XII 44; XXX 471.
Arytaenoidectomie, XX 186; XXIX 507.
Ascaris megalocephala, XXVI 393 : XXXI 218; XXXII 28; XXXIII 435.
Ascariasis, XXXII 214.
Aschistodactylus. Zie Syndactylus.
Ascites. XXX 31; XXXIII 716.
Asdraaiing van het ileum, III 62.
-ocr page 10-Aspirator Djeulafoy, VI 212: XX 232.
Aspirine. XXXIII 443.
Asthma nervosum, XY 231.
Atoxyl, XXXY 28, 338. \'
Atresia ani et recti. XXIII 126.
Atropine, IY 51: X 49, 155: XXIII 402.
Attesten door veeartsen afgegeven. Zie Veearts.
Aurum monobromatum. Zie Goudbromuur.
Auto-intoxicatie in bet algemeen, XXIV 144: XXVII 229.
— bij mestkalveren, XXI 250.
Automobielen, XXVI 236.
Auto-serotherapie, XXXVI 606.
Bacelli\'S, middel tegen mond- en klauwzeer. XXIX 126.
Bacillen. Resultaat van de verbindingen der, XXII 128.
Bacilli argenti colloidalis, XXVI 4\'00.
Bacillol-vaginaalkapsels, XXXV 622.
Bacillus bovis morbificans, XXIII 397.
— enteritidis, XXXI 574.
— necropliorus, XXIX 208: XXX 102.
— typhi murinum, XX 173.
Backsteinblattern. XIX 277; XXVII 305: XXXI 518.
Bacteriaemie. XXIII 356: XXIV 307.
Bactericide werking van leverglycogeen, XXVIII 353.
Bactericide, XXV 162: XXVIII 306, 353.
Bacteriën in het algemeen. VII 103, 199: VIII 113, 118, 127; X 81,
177, 253 ; XUI 211 : XXI 49; XXIX 372.
--gif, XXI 348.
— Invloed lage temperatuur op, XXIX 368.
— Lichtgevende, X 227; XXX 535.
— Pathogene, XIII 212.
— Weerstandsvermogen van, XXVIII 306; XXIX 368.
Bacteriologie. XXIII 206.
—, bacteriologisch onderzoek en bacteriologen, XXXII 514.
— Cursus in, XXVIII 160, 214 : XXIX 23.
Bacteriologisch laboratorium, XX 134: XXXIII 641.
Bacteriologische onderzoekingsmethoden, XVII 123; XXII 50.
Bacterio-therapeutiscb instituut te Utrecht, XXIII 333.
Bacterium coli, XXVIII 307.
Bacteriurie. XXIII 355.
Balsamum peruvianum. XXXI 403, 475.
Bandeloosheid. I 169.
Barbone-ziekte. Zie Zuid-Afrika.
Beenbreekziekte, VIII 16.
Beenbreuk, II 72; IV 138; VI 1; XIII 14; XV 174; XXI 183, 324;
XXII 94; XXIV 136; XXVI 452; XXVIII 4.06, 519; XXX 517;
XXXI 4 ; XXXII 61; XXXIII 162 ; XXXIV 215, 593 ; XXXVI 406, 519.
Beennieuwvorming in sereuse vliezen, XXXIII 629.
Beenschurft. Zie Spoelingmok.
Beklemming (breuk), II 154; III 57; IV 29.
Bekroningen op de wereldtentoonstelling te Parijs, XXVIII 211; te
St. Louis, XXXII 154.
Belladonna, IV 240.
Benzanilide, XIX 231.
Beri-Beri. Zie Zuid-Afrika.
Berljjnsche lichtstaaf, XXVIII 210.
Bersting van een bloedvat, I 86.
Beschuttende en genezende enting, XX 3.
Besmettelijke ziekten. Zie Prijsvraag.
Beta-naphtholum camphoratum, XIX 156.
Bevangenheid post partum, XXVII 170.
Bevestiging van groote huisdieren voor kleine operaties, XXV1I1 299.
Bewegingsstoornis. XXXV 278.
Bilirubin. XI 81.
Bilvuur. Zie Boutvuur.
Blaas (vesica urinaria), XIII 12, 226.
— catarrhus, XX 131.
—steek. XX 232.
—steen, I 197; IV 42; V 16, 70; VIII 203; XX 234; XXI 360;
XXII 272; XXIII 105.
— en lintwormen, IV 137; VII 135; XX 188: XXII 257; XXVI 176;
XXIX 124.
Blastomyceten, XXIII 239.
Blauwtong. Zie Zuid-Afrika.
Blauwworden der kaas, I 31.
Bloed-catalasen. XXXIII 440.
— conserf. Zie Verduurzaamd,
—culturen. XXVIII 211.
— Extrakt van^ XX 227.
—hoeveelheid bij verschillende slachtdieren en slachtmethoden. XXIV
295; XXV 345.
— van mensch en dier, VIII 173.
— onttrekken, VI 99; XXI 17.
— serum: Bloedserum-therapie, XX 169, 170, 171: XXII 27. 28, 111,
201: XXIII 129; XXIV 148, 288, 290; XXVIII 121; XXXU 113,
191, 362.
Bloedspuwen. I 80; V 144.
-stelpen, XXII 205; XXX 541.
—vaten onderbind*^, XXIII 380.
—verschil bij enkele diersoorten, XXXII 322.
— — moeder en vrucht, XXIX 139.
—vlekziekte. Zie Morbus maculosus.
-vloeiing, I 83; XX 303; XXII 249.
-wateren. I 82; IV 98, 144; XI 100, 241, 251; XIX 161; XXIII
335; XXV 299.
Bloeding uit de vulva. Zie Vulva.
Boeken, Nieuw uitgekomen, IV 123, 196; V 53, 124, 219: VI 54,
156, 245: VII 55. 155, 244: VIII 76, 186, 245; IX 121, 231, 2S5;
X 57, 239; XI 122: XII 56: XIII 118: XIX 191. 262, 325;
XX 196, 380: XXI 136, 279, 338; XXII 96, 174, 242, 356, 414;
XXIII 103. 166. 226, 351, 448; XXIV 105, 184, 305, 381: XXV
85, 147, 243, 305, 399; XXVI 121, 258, 430; XXVII 96, 216,
290, 358, 414, 472: XXVIII 95, 237, 382, 526: XXIX 141, 192,
289, 384, 433, 529; XXX 45, 87, 188, 286, 459, 558, 606: XXXI
185. 298, 410, 462, 601: XXXII 91, 201, 298, 340, 383. 435, 564;
XXXIII 44. 190, 321, 471, 591, 730; XXXIV 203, 349,518, 706;
XXXV 98, 222, 348, 505, 628, 753; XXXVI 106, 265, 455, 621.
694. 790, 837, 944.
Boerenwoningen, XXXII 330.
Boezemaandoening. XIII 40.
Boldina. XXIV 151.
Bollen der kaas, XV 71: XX 72.
Bolspat. XXXVI 233.
Boonensalade-vergiftiging, XXXI 586.
Boosaardige dekziekte. Zie Dekziekte.
Borstbuil. XIX 10: XX 131; XXII 384: XXX 341: XXXI 468.
—steek, XXXII 115.
—wond. Zie Wond.
—ziekte bij paarden, XIX 178: XX 170: XXI 202; XXII 201:
XXVIII 284: XXXII 114, 115: XXXV 651.
--bij varkens, XVIII 126; XXVII 441; XXXII 348: XXXIII 746.
Botryomycose, XX 174: XXI171: XXII 384: XXI1I402; XXVI 412;
XXX 294: XXXI 196; XXXIII 301; XXXIV 532 ;\' XXXV 532.
Botulismus, Worstvergiftiging, XV 63, 90; XXXII 376; XXXIV 727.
Boutvuur, XII 118, 189 ; XV 64 : XVI 11, 19, 89,106, 201; XVII 244;
XIX 297: XX 206: XXT 130, 161, 182, 259, 305; XXII 196:
XXVIII 157, 158: XXX 375, 529: XXXI 507: XXXIII 345:
XXXIV 89, 685.
Braakmiddel in het rectum. IX 229.
Bradsot der schapen. Zie Zuid-Afrika.
Braken. III 57 ; IV 21, 94; V 139 ; VII107 ; XIX 88, 90: XX 70 ; XXI 184.
— van wormen, IX 229.
Branden (naaldvormig ijzer). X 43: XI 104. 107; XII 46, 161, 236:
XXXIII 334.
Brandwond. Zie Wond.
Brem vlieg. III 145.
Brokkelhoef, VIII 72.
Brometum kalicum, IV 93; XI 88.
Bromoform, XIX 228.
Bronchitis. XIII 203.
— capillaris infectiosa, XXI 291.
Broomaether, XIX 227.
Broomaethyl, XIX 227.
Brulsheid. I 169.
Bubone-pest. Zie Zuid-Afrika.
Buffelziekte. Zie Zuid-Afrika.
Buigpezen, Verscheuring van, XXX 347; XXXIII 329.
Buikwand. Bersten van, XXXII 81.
—wond. Zie Wond.
Bulbairparalyse (Epizoötische), XXIX 438.
Bursitis intertubercularis, XXIII 377; XXIV 98.
— praecarpalis, XXXI 581.
— trochanterica, XXXIII 429.
Bijensteek, VII 185.
Cacodylas sodae, XXIX 177.
Cadeiras-ziekte. Zie Zuid-Afrika.
Calcium hydrosulfide, XXIV 335.
Camphernaphthol, XIX 156.
Canthariden. XXX 320.
C ar bol vergif tiging, XII 55; XVI 5; XVII 200.
—zuur. Zie Acidum carbolicum.
Carcinoma. XIII 10; XVII 156; XXIX 201; XXX 260 : XXXII 260,
451; XXXIV 382; XXXVI 493.
Carcinomatose. XVIII 25.
Caries achterkaak, XX 235.
Castratie, VII 127; XVII 197: XXII 266, XXVII 127. XXXIV 169:
XXXVI 234.
— door excisie van het vas deferens, XXXII 65: XXXIII 312.
— van visschen, X 236.
— van vrouwelijke honden, XXX 597.
Castreerders, XVI 16; XXXII 478.
Castreerders en verloskundigen, niet-veeartsen, XV 89.
Catarrhus malignus, II 148.
— vesicae, XX 181.
Celzouten, geneeszouten, XXXIV 57.
Cerebrospinal meningitis. XVII1 264: XXI 240, 320.
— infectieuse, XXXIV, 242.
Cervix duplex, XXXI 269.
Cetrarine, Cetrarinezuur, XIX 232.
Champignon-vergiftiging. Zie Amanita.
Champignons in liet scrotum. I 148.
Cheiloschisie, XXIII 317.
Chemisch pathologisch laboratorium aan \'s Kijks veeartsenijschool
XXVIII 277.
Chinolin, XII 162.
Chirurgische anatomie van den handwortel, XIII 261.
Chloorbarium, XXIII 25,. 310; XXIV 286.
—zink. XXI 188.
Chloral-ammonium, XIX 227.
—formamid; chloralum formamidatum; chloralamid, XIX 227.
—hydraat, V 68: VIII 234; XVIII 232.
—urethan. XIX 228.
Chloretum kalicum, V 106; XXXIII 578.
— natricum, XV 275: XVI 178; XIX 223; XXIX 176.
Chloroform, V 71; XIV 65; XXIII 203.
Cholera. XIII 43; XX 184.
— der kippen, XI 262; XXXII 113.
Cholesteatoom, XXX 223.
Chondroflbromelanosarcoom, XVI 79.
Chorea. XIII 181; XXIX 177.
Chorioptes ecaudatus, XII 164.
Chronic disease, XXVIII 211.
Cirrhosis parasitaria, XIV 266: XVI 195.
Claviceps. XV 70.
Clinieken in het buitenland, XXIX 30.
Clitoris (vergroot), XXV 101.
Cocaine. Zie Hydrochloras cocainum,
— adrenaline, XXXII 420.
Cocainum phenolicum, XIX 228.
Coccidiën, XIX 276.
Codeinum phosphoricum. XIX 229.
Coenurus cerebralis. Zie Draaiziekte.
Collargol, Intraveneuse injectie van, XXXI 273.
Commissie voor beroepsbelangen, XXXIV 207, 208, 320; XXXV 356;
XXXVI 570, 731. »
Kapport in zake „Unitas medicorum", XXXIV 760. *
Rapport particuliere praktijk van paardenartsen, XXXVI 218.
— „boutvuur", XV 66.
— „kalfziekte, XIV 158, 180; XV 68; XVI 132.
— onderzoek ontwerpwet op de keuring van vee en. vleesch. XXXV
284, 365.
— koop en verkoop, XXXIV 207, 331.
Rapport in zake koopvernietigende gebreken in den veehandel,
XXXIV 762; XXXV 381.
Kapport in zake de verborgen gebreken in den koophandel,
XXXVI 625, 735.
— reorganisatie van het veeartsenijkundig onderwijs, XXII 40, 382:
XXIII 30, 395; XXIV 343: XXV 122, 352; XXVI 470: XXVII 60:
XXVIII 370; XXIX 181. 230: XXX 279, 561; XXXI 288, 497;
XXXII 67, 123; XXXIV 181.
— in zake bestrijding der tuberculose onder het rundvee, XXVIII 397.
— „varkensziekte", XVII 175, 176, 227, 244.
— vleeschkeuring (export), XXX 452: XXXIV 207, 334; XXXV 356.
—lid: Verslag van het feestdiner, aangeboden aan prof. dr. D. A. de
Jong, XXXV 673.
Complementbinding (Sero-diagnostische reactie), XXXV 440.
Conchae. XXXI 199.
Concrement, XVIII 34.
Condyloom, XXXV 62.
Congenitale afwijkingen. II 129: V 73, 82: XI 260; XIV 297: XV
172; XVI 154; XX 185; XXII 59; XXIII 126, 317, 319; XXV
101, 109: XXVI 378: XXVII 169, 173; XXX 16, 224. 421:
XXXI 49, 209, 213, 269, 352; XXXII 32, 146; XXXIII 430;
XXXVI 682.
Congres. Voeding van het vee, XXXII 422.
Conjunctivitis. XXXIII 578.
Conjunctivo-keratitis, XXXI 516.
Conserfbrood met bloed, XIX 165.
Conserf vleesch-vergiftiging, XXXI 445.
Contractuur van de strekkers (congenitaal), XXX 16.
Convallamarine. XIV 288.
Coöperatie en oprichten van een ondersteuningsfonds, XXIII 151;
XXIV 57: XXXIII 112: XXXIV 627.
Corectopie, dyscoria, albinismus, nystagmus, XXIX 435.
Cornage; Hemiplegia laryngis, piepende en snuivende dampigheid.
IV 239: V 186; XIV 144, 216, 312; XVI 210; XVIII 124;
-ocr page 16-XX-186; XXI 116, 188: XXII 210, 265; XXIV 221. 296: XXV
203, 307; XXVI 170, 171; XXVII 455 ; XXVIII 3, 280, 281;
XXIX 186, 462, 217, 368, 507; XXX 498; XXXII 49, 64. 146;
XXXV 545.
Cornage (intermitteerende?), XXVII 455.
Cornea, XIII 1, 78: XXVII 441.
Cornfodder. Zie Zuid-Afrika.
Comstalk disease. Zie Zuid-Afrika.
. Costuum-wetten, 134, 62, 126, 175 ; II 38, 39, 40, 72, 74: III, 112. 125.
Creoline, XVII 18; XX 130; XXVII 267.
—vergiftiging, XXXVI 439.
Cresalol; cresolum salicylicum; salicylzure cresylaether, XIX 156.
Cricoidectomie, XXXII 190.
Cricotomie, XXIX 368; XXX 498.
Cryptorchiden, XIX 162; XXXIV 219.
Curare, X 233.
Cultures ter bestrijding van ratten zijn schadelijk voor honden, XXXVI823.
Cursus voor hoefsmeden, XXV 376; XXXVI 974.
— in de kennis der parasietische protozoën, XXXVI 715.
— in vee- en vleeschkeuring voor particulieren, XXX 604.
Cursussen in vee- en vleeschkeuring (voor hulpkeurmeesters). Koninklijk
besluit van 25 April 1905, n°. 110; reglement voor die cursussen,
XXXII441; uitvoeringsbepalingen, 445,446; te Rotterdam, XXXII567
te Amsterdam en Roermond, XXXI1I48; te Rotterdam en Groningen.
325, 426, 476; te Nijmegen en Maastricht, 529, 735 ; te Leiden,
Amsterdam en Roermond, XXXIV 405; te Nijmegen, Rotterdam.
Utrecht, Groningen, XXXV 306, 400, 453.
— Personalia, XXXII 439, 495, 567, 608; XXXIII 48, 197, 268, 325,
426, 476, 529, 615, 735, 784; XXXIV 405, 482, 586; XXXV 306.
400, 453, 522.
— in vee- en vleeschkeuring voor veeartsen, XXXIV 21, 179, 626,630.
— Reglement, leerplan en begrooting voor de cursussen, XXXV 225,
394; XXXVI 752.
Cureert? Hoe men, XXXII 221.
Cysten in het algemeen, XXXVI 325.
— entodermale epitheliumcyste in de longen, XXXVI 496.
— epiglottis, XVI 210.
— lucht in mesenterium, XXII 144.
— valsche neuszakken, XXXVI 325.
— ductus parotideus, XXX 163.
— tand, XIII 25, 174: XVI 94: XVIII 124.
— in den uier, XXIX 363.
Cystenvorming in den uteruswand, XXXVI 498.
-ocr page 17-Cysticercose. XIX 216. 279: XX 2: XXII 257; XXVIII 350: XXXVI 240.
Cysticercus fasciolaris, XXXII 462.
— inermis, XXIX 387; XXXII 306, 351; XXXV 488, 614.
— tenuicollis, XXXII 454.
Cysto-carcinoom, XXIX 113.
Dampigheid. III 53: IV 133: XIX 90; XXII 183.
— piepende. Zie Cornage.
— snuivende. Zie Cornage.
Dankbetuiging. XXI 331; XXXVI 986.
Darm-asdraaiing, III 02 ; XIX 237: XX 231. ,
—beklemming. II 154: III 57.
— concrement. XVIII 34.
—divertikel, XXVI 51.
—eventratie. XXI 94: XXIII 276.
— functie, XI 77.
— gassen, XII 171.
—hechting. XVII 165: XXIII 60.
—invaginatie, IV 142, 238; V 185; XIII 20: XXI 168.
—, Invoer vän water in den, VI 203.
—irrigatie. XXII 376.
— omslingering, XXIII 60.
— ontsteking, V 68; XXX 195.
— — haemorrhagiscb, XXI 206.
—perforatie door ascaris, XXVI 393.
—punctie, XII 43; XVIII 34; XX 232; XXI 44.
—resectie, XVII 167.
—ruptuur. XXXIII 435.
— Uitzakken van den, V 148.
— Verplaatsing van den, 1 65; XIII 85.
— Verscheuring van den, XXXIII 435.
— Vreemd voorwerp in den, XXV 416.
—kanaal. Waterinvoering in het, VI 203.
Decubitus. XXVII 437.
Degeneratie in den buikwand, XXV 328.
— GoLL\'sche strengen, XXI 321.
— spieren, IV 31.
— zenuwen, XVII 189.
Dekziekte (boosaardige), XII 9S; XXVIII 267: XXIX 260.
Demodex. Zie Mijten.
Departement van landbouw in Ned.-Indië (Jaarboek), XXXVI 713.
Deriveerende geneesmethode, VI 101; XXIX 127.
Dermatitis, XIII 38 ; XX 246; XXIV 54.
Dermatitis contagiosa canadensis pustulosa, XIII 38.
— gangraenosa, XIX 319.
— granulosa, XXXIII 314: XXXIV 171.
— papulosa, XIV 62.
— verminosa pruriens. Zie D. granulosa.
Dermatol, XIX 9.
Dermatomycosen, XXXVI 585, 771.
Dermoid, III 1, 289; XIII 287; XIV 294: XX 246, 301. 302;
XXXI 513: XXXII 343.
Desinfectie. Zie Ontsmetten.
Desinfectoren. XXV 365: XXVI 467.
Diabetes. XII 275.
Diaphragma. IV 129; XIV 274; XXIII 26.
Diarrhaea. IV 18, 137; XIV 79; XVI 155; XX 64, 188: XXI 205;
XXIII 49: XXVI 176; XXXI 535.\'
Dicrocoelium pancreaticum, XXXIV 754.
Dierlijke warmte in betrekking tot koorts, VII 99.
Difformiteit. Zie Vulva.
Digestiestoringen, XXXI 85.
Digitalis XII 11.
Dignathie. XI 260.
Dikke hakken, XXIX 216.
Dikkoppaardenziekte. Zie Zuid-Afrika.
Dionine, XXXIII 635.
Diphtherine. XX 131.
Diphtheritis. XI 196; XIV 160; XXI 253 ; XXII 27, 28, 132, 135,
204, 210, 330; XXVIII 212.
Diplococcus. XXVII 17.
Distomatose. XXIII 49; XXXII 394.
Distomutn campanulatum; D. truncatum, XIV 57, 223; XXIV 1.
— felineum, XIV 57; XXIV 1.
— hepaticum, XII 85 : XXVIII 350.
Districtsveearts en praktizeerend veearts, XVIII 287.
Dithiosalicylzuur, XIX 157.
Diuretine, XIX 162, 234.
Divertikel (MECKEL\'sche) XXVI 51.
Dood door den bliksem, XXII 49; XXIII 400.
— door verbranden. XXXIII 715: XXXV 153.
Doofheid door een schot, XXV 284: XXX 224.
Doorloop. Zie Diarrhaea.
Dopping (op de courses), XXXIII 239.
Dosimetrie, XI 287; XII 99.
Draaiziekte: blaaswormen: Coenurus cerebralis, Y 140: VIII 22;
XIII 215: XXXIV 375.
Dracht met kneveltjes, XXVIII 407.
Drachtigheid (langdurige), XXXI 348.
Drinken (gulzig). XIX 6.
Drinkwater, V 138: XX 229: XXX 170.
Druifpitten, XXXII 363.
Dschumur-Kurt. Zie Zuid-Afrika.
Duboisine. X 47. 48.
Dunpaardenziekte. Zie Zuid-Afrika.
Dijodosalicylzuur en dithiosalicylzuur, XIX 157.
Dyscoria. Zie Corectopie.
Dysenteria alba, de witte doorloop, XXVI 321: XXXI 53.
Dysenterie (experimenteel bij honden), XXIX 218.
Dysphagie. XIV 290.
Ecart, XIII 14.
Echinococcose, XXXII 304.
Eclampsia puerperalis. Zie Kalfziekte.
Eczeem, Vochtig, XXIII 16.
Eikel-vergiftiging. XX 103: XXIV 150.
Eiwit, Reagens op, XX 229.
—houdende lichamen, Differentiëering van, XXXIII 442,
— in urine, XXVII 176: XXX 170.
Elasticiteit van den hoorn, XXXII 323.
Elastische deelen van den hoef, XXXII 551.
Electriciteit (inductie), XII 25.
Emasculateur. XXIII 396.
Embrocation, XIV 72: XIX 167.
Embryotomie: Embryotoom, enz., I 150: XX 115: XXII 372: XXIX
214, 255.
Emphyseem (huid), XXI 110.
— long, XVIII 281.
Emphysema contagiosum. Zie Boutvuur.
Empirie. II 67, 84. 86,\'93, 101: XI 117: XIV 152; XXIV 54, 361.
Emplastrum acre anglicum, XXII 122.
Endeldarmwond. Zie Wond.
Endocarditis, XIX 236; XXVI 143, 263; XXVIII 278: XXXI 518;
XXXII 453: XXXIV 304.
Endometritis. Zie Uterus.
Engastrius, XXIII 55.
Enting (beschuttende en genezende), XX 3.
— (voorbehoedende), XXI 161.
-ocr page 20-Entropium bo venooglid, XXXVI 765.
Epidermis, Loslaten er van met het haar, XX 67.
Epilepsie, IV 89, 93; X 49.
Epitheliale gezwellen, Primaire, XXXI 49y.
Epithelioma, X 229.
Epitholgoud, XXXI 29.
—zilver, XXXI 29.
Equisetum-vergiftiging, XXI 325.
Equus Pkzewalski. Zie Wild paard.
Erfelijkheid, XXIII 323; XXV 111.
Ergotin, XVII 166.
Erysipelas, IV 97; XII 129; XIII 227; XXII 375.
Erysipelas-serum, XXII 203.
Eseridine. XIX 285; XXII 312, 313.
Eserine; Physostigmine: Eserinum sulfuricum, XIV 77; XX 180; XXII
312; XXV 370.
— pilocarpine, XIX 236.
Esmarch\'sche lis. Zie Verandering in de vaatwanden.
Etter. Zie Absces.
—cellen. XX 167; XXV 114.
—krop. Zie Absces.
—zak. Zie Absces.
Europhen. XIX 10.
Eustrongylus gigas, IV 240; V 189.
-Eventratie. Zie Darmeventratie,
Exalgine XIX 231.
Examens. XXVIII 455.
Exostose. XXX 349.
Export-vleeschhandel, XXVIII 512.
Extirpatio bulbi, XVII 32.
Extra-uterine zwangerschap. Zie Graviditeit.
Extract van ossenbloed, XX 227.
Extractum belladonnae, IV 240.
— bryoniae albae, XIX 233.
— fluidum syzygii jambolani, XIX 235.
— hamamelis virginianae fluidum, XIX 233.
— hydrastis fluidum, XXIII 49.
— pichi-pichi fluidum, XXI 116.
— viburoi prunifolii fluidum, XIX 233.
Exungulatie. Zie Ontschoenen en Neurotomie.
Parein de boeuf, XXXV 278.
Febris catarrhalis epizootica canina. Zie Hondenziekte.
-ocr page 21-Feestdiner, XXXIII 768.
Fibrine en fibrinogene stof, XXI 185.
Fibrolysine. XXXVI 595.
Fibroom in den straalschenkel, XX 244.
Fibro-sarcoom van den vleeschstraal. XX 201.
Filaria?, XXV 133.
— embrvonen in het bloed, XXXlI 255, 317.
— in het oog, XXIII 129.
— labiato-papillosa, XXXIV 755.
— papillosa, XXIII 402.
Filariose musculus interosseus, XXXII 117.
Finnen. Zie Blaas- en lintwormen.
Fissura tibiae, XXIII 150.
Fistel-behandeling, XX 242.
— drek, VIII 207.
—hoefkraakbeen, XII 168; XXX 343; XXXI 477; XXXIII 298.
—kaak, XXXII 186.
—lenden. XXXI 193.
—maag. I 96.
—nek, varent, molgezwel, I 99; XXVI 228.
—oor. XXVI 373.
—rib, XXIII 125.
—slokdarm. XXX 30O.
— »peekael, XIII 308.
—tand. XXX 251; XXXI 514; XXXÜ 186; XXXIV 103.
— uterus. XXII 110.
— zaadstreng, XI [I 214: XXII 93.
Foetus in foetu. Zie Engastrius.
Fokker«, VIII 69, 70, 75; XII 114.
— Aankoop fokmateriëel Soemba, XXX 112.
— Brandmerken, slecht materiëel in Frankrijk, XXXII 474.
— Paardenstapel Indië, XXXIV 247; XXXV 494.
Fonds de Bruin. XXXV 644, 701, 775: XXXVI 55, 122, 225, 306,
428, 489. 529.
Formaline; Formaldehyde, XX 341 ; XXV 104; XXVIII 120, 213, 352;
XXIX 361, 585; XXXI 585.
— -conserveeringsmethoden, XXVIII 120, 213.
Fractura. Zie Beenbreuk.
— comminuta, XXX 517.
— intracapsularis, XXIV 136.
Friesche Maatschappij van Landbouw, XXIX 373.
Functie. Zie Darmfunctie.
Fungus achterkaak, XX 235.
Fungus medullaris, I 103.
Puniculitis, XIII 214: XXI 339; XXX 339.
Furunculose na het verleenen van verloskundige hulp, XXXV 26.
Gal en rabies, XXVII 42.
Galactica, XX 188.
Gallen. X 132, 153; XI 112; XX 73 : XXIII 26; XXXIII 232.
Galopbeweging van het paard, XII 18.
Gangreneuse septicaemie. Zie Maligne-oedeem.
Gassen, XII 171.
Gasterolobium-vergiftiging. XXXII 324.
Gastrophiluslarven. XXIV 150; XXIX 356: XXX 298.
Geboorte, Meervoudige. VI 259: XXVII 173.
Gedenkteeken. XXXIII 320.
— de Bruin, XXXVI 122.
— Thomassen, XXXIV 590, 724, 792, 793; XXXV 56, 121, 403,
526, 581, 775; XXXVI 225, 849.
Geheimmiddelen. Verslagen der Commissie benoemd op de 16° alge-
meeno vergadering, X 55: XIII110: XV 258: XXVII468; XXXII284.
— IX 274: X 55 ; XIII 110; XV 25S; XXII 130: XXIV 339;
XXVII 468: XXXIV 466.
Gehemeltewond. Zie Wond.
Gelatine. XXX 543.
Gemeentelijke gezondheidsdienst te Amsterdam over: 1899 XXVIII 45;
1900 XXIX 136; 1901 XXX 119; 1902 XXXt 32.
Genootschap tot bevordering van melkkunde, XXXVI 223. 521.
Gerst, als voedsel voor het paard, XXIV 141.
— oorzaak van ziekteverschijnselen bij het varken, XXIII 4 5.
Geschiedenis van het Friesche rundveeslag. Zie Prijsvraag.
— van den militair veterinairen dienst in Nederland, XIV 39.
— — in Nederlandsch-lndië XXXVI 647.
— der veeartsenijkunde, XIV 1, 91. 191: XV 1, 124; XVI 161;
XXXVI 37.
— der veeartsenijschool. XVlil 60; XXX 564: XXXII 522: XXXIII
1, 199, 737; XXXVI 37.
— der vleeschkeuring in Nederland, XXXIV 1.
Geslachtsbepaling. XXIX 364.
— Tweede of derde sprong van den hengst, XXXI 538.
Gewrichtswond. Zie Wond.
Gezondheidsleer. V 21.
— Zie Prijsvraag.
Gezwellen in de buikholte, IV 132.
--hersenen, XIX 177.
Gezwellen in den nier, XV 282.
Glandula tbyreoidea, XX 308; XXVI 413; XXXIII 165
— — Nieuwvorming in, XXXV 409.
--Struma, XXVII 245.
— Harderi. Zie Adenoom.
— prostatica, XXII 266.
— 3e ooglid. Zie Ooglid.
Glasvocht. Zie Membranen.
Glaucoma, VIII 219; XII 43; XXVIII 41.
Glossitis. XXVIII 351-
Glycerine, VIII 72; XXI 19.
— (nitro), XXI 7.
Goedaardige-droes, I 125; III 52; VII 136; XI 243; XVIII 123,
153, 230; XXII 92: XXVIII 34, 193 ; XXIX 302, 404 ; XXXVI 309.
Goudbromuur, Aurum monobromatum, XIX 229.
Gouvernementsveearts. XVII 173.
— Een waarschuwing tegen deze betrekking, XXX 503.
Graan, XXVII 268.
Graegarinengezwel. XXXII 319.
Granaatbast, X 158.
Granuloma (vleeschstraal), XXX 243.
Grasvelden (Indiê), XXXV 548.
Gratis verstrekken van rjjksserum aan empiristen, XXXII 279.
Graveel. Zie Blaassteen.
Graviditeit, Extra-uterine, XVII147; XXIV 152; XXV 247; XXVII 36.
— Temperatuurs variatiën bjj, XXX 493.
— Langdurige drachtigheid, XXXI 348.
— Onderkennen van, XXXV 439.
Guarnieri. Lichaampjes van, XXXI 27.
Haarballen, XII 268.
— Kleuren van het, XXVIII 47.
— van paard of rund, XII 268; XIII 226.
— Periodiek verlies van, XXVII, 455.
— scheren bij dampigheid, XXVII 455.
— op slijmvliezen, III 1, 289.
— Studie van het, XXIX 72.
— Verven van wit, XXVIII 47.
— Witworden van het, XXXIV 59.
— -zak mijten, XI 252.
Habitueele luxatio patellae, XXXI 356.
Haematogenese. XII 165.
Haematoom, XIX 305; XXV 381; XXX 223.
Haematurie, IV 98; XXIV 65 ; XXVII 266.
Haemoglobine. Zie Bloedwateren.
Haemoglobinaemie, XXX 596.
Haemoglobinurie, X 1; XIII 255; XIX 161; XXIII 263, 264, 267,
335; XXV 299.
Haemophilie, XXVII 38; XXXII 189.
Haemorrhagie, XX 235.
Haemorrhoides, I 125, 145.
Haemostatica, XXX 541.
Halswond. Zie Wond.
Halster. Stelsel aangeven, waardoor drukking geen letsel veroorzaakt.
Zie Prijsvraag Brusselsche tentoonstelling.
— aan hygiënische en economische eischen voldoende. Zie Prijsvraag idem.
Handelbaarheid (paard), XXXVI 326.
Handen desinfectie, XXXV 568.
Handwortel en ondervoet, XIII 261.
Hanetred, XXIII 48, 171; XXIX 22, 66; XXXI 203, 355, 356.
Hartonderzoek, VIII 70; IX 116; XXX 214.
—verlamming, XIX 168.
—verscheuring, II 3 ; IV 19.
—ziekten, XIX 304; XX 208, 211.
Haverconserf, paardenkoek, XI 38.
Hazenhak, XIV 259.
Hechtband van den kroonbeenbuiger. Verscheuring, XXII 359.
Hechting. Zie Darmhechting.
Hemiplegia laryngis. Zie Cornage.
Hemiplegie, II 133.
Herkauwen. VIII 1; XIII 37; XXXIV 570.
Hernia in het algemeen, IX 271.
— diaphragmatica, XII 216; XXXII 61.
— scrotalis, XXX 477; XXXII 179, 181; XXXIII 326, 434; XXXIV
169, 308, 552.
— umbilicalis, XXI 309; XXX 295; XXXI 206; XXXII 569; XXXIII
327, 434.
— uteri inguinalis, XXIX 546; XXX 244, 247.
— vaginalis, XXXI 465.
— ventralis, XXI 309; XXXIV 429.
Herpes tonsurans, VIII 174; XXI 100; XXXII 264; XXXIV 61.
Hersen-absces, XXIV 285.
—anaemie, XXII 53.
—haemorrhagie, XX 235.
—hyperaemie, XIV 134.
—ontsteking, X 148; XII 135 ; XVIII 106.
-ocr page 25-Hersentumor, XIX 177.
—typhus, II 130.
—verschijnselen met blindheid, XX 67; XXIV 65.
-ziekten, XVIII 106.
Hik, XIX 169, 304; XXI 11.
Hinderwet, XXVIII 376, 465.
Hippos, XIX 256.
Hoefbeen, Afstooten van het, X 282.
Hoefbeslag in het algemeen, XV 83; XIX 71.
— van Barbe, X 233; XI 110.
— patent-kroon, XII 96.
— „ Yates, VIII 58.
— Vreemd, XXIV 143.
Hoefbevangenheid, XIII 304; XXIX 405.
—buffer, VIII 59.
-gebreken, XXXVI 318.
-kanker, II 71; III 145; VIII 157; IX 115; XII 44; XIII 47;
XX[ 75; XXV 130.
—klemhoef, X 234; XXXIV 365.
—kraakbeenfistel. Zie Fistel,
—kreupel, XIX 176.
—lederkit, XVIII 60.
-mechanisme, XII 169; XIV 302; XXXII 426.
—nagels, XVI 83.
-ontsteking, IV 37; V 244; XV 152, 187; XVIII 60; XXI 44.
-schoen, XXIV 298.
—smidscursus, XXV 376.
— —diploma, XXIII 51.
— —opleiding, XXV 300; XXXV 154, 566; XXXVI 974.
— -scholen, XVI 17; XX 354; XXI 35; XXXV 566, 692.
—wond. Zie Wond.
—zool. Zie Zool.
Hoefijzer, Keltisch, XIV 31.
—verband, XIII 27.
—, Verschillende vormen, XIII 30.
Hondenmelk, VIII 234.
Hondenpraktyk, XV 282.
Hondenziekte, VII 137; VIII 153; XXI 149, 347; XXII 264, 272;
XXIII 340.
— enten er tegen, XXVIII 454.
— Pectoralen vorm van, XXXI 9.
Hondsdolheid, rabies, lyssa, II 111; IV 201; VI 179, 184, 185;
VII 40; VIII 67; X 79, 233; XI 102, 147, 164, 255; XII 11, 95;
XIII 44, 205; XV 84; XVI 34, 197; XVIII 236; XIX 300; XX 307;
XXI 13, 41; XXV 117,; XXVI 56, 57, 177; XXVII 42; XXVIII 204,
228, 352; XXIX 260 ; XXXIII 716.
Hongertepels. Verstopping van, VI 257.
Honorarium voor tijdschriftartikelen, XXXIII 126.
Hooge Raad contra openbare slachthuizen, XXVIII 315.
Hooger-onderwijswet, XXXI 358,
Hooi, XXII 51.
Hoorn. Gebrekkige groei hoef-, IV 106.
— bijzondere wijziging, XXIV 30; XXX 321.
—scheur, XI 108; XXX 427.
— witte hoef-, XXXI 165.
—zuil. XXXIII 705.
Horse-pox, XI 243.
Hout gekyaniseerd, XIX 136, 150, 316.
—tong. Zie Actinomycose.
Houw, XIII 34; XX 105, 203; XXI 36.
Hufsalbe (normal), XV 258.
Huidaandoening en zweren. Warmte, XX 185.
—bloeding, XVI 157.
— emphyseem, XVIII 34; XXI 110.
-jeukte, XIX 248.
—plooien, XIX 247.
— worm, goedaardige, XXVIII 446.
— — bij het schaap. Zie Vlieglarfziekte.
—necrose, XIX 280.
—vorming. Onvoldoende, XXXII 32.
—ziekten in het algemeen, XXIII 15; XXXVI 324.
Huldiging van E. Abbe, XXXIII 320.
— C. Bourgelat, V 193; VII 177; XI 142.
— Prof. dr. H. J. Hamburger, XXVIII 558.
— Dr. L. J. van der Harst, XXIV 369.
F. C. Hekmeijer, VII 179.
— W. A. II. van Horsen, XXV 235.
— Prof. dr. D. A. de Jong, XXXV 450, 643.
— Dr. J. R. E. van Laer, VII 179.
— H. J. Lovink, XXXV 461.
— W. C. Schimmel, XXX 191.
— A. F. Verhaar, XVI 108.
Hulpkeurmeesters voor vleesch en leeken-verloskundigen in België,
XXXV 723.
Hybridisme, XXIV 297.
Hydracetine, acetylpkenylhydrazine, XIX 229.
Hydrallantoïs. Zie Vruchtvliezen.
Hydrargyrum oxycyanatum, XXVII 442.
— zincum cyanatum, XIX 154.
Hydrastine, XIX 233.
Hydrastinine. XIX 233.
Hydrocephalus hydatideus, V 146.
Hydrochloras cocaini, XIV 287; XVI 92; XVII 141; XIX 175;
XXIX 505 ; XXXII 64; XXXIII 314.
— pilocarpini. Zie Pilocarpine.
Hydrochlorosulfaschinini, XX 184.
Hydrometra. Zie Uterus.
Hydrops asthmaticus. Zie Zuid-Afrika.
Hydrothermoregulator, XXXII 423.
Hygiëne. Maatregelen, wetenschappelijke onderzoekingen, gangbare
meeningen en persoonlijke opvattingen op hygiënisch gebied, XXXII
455, 520.
— Tropen, XXXIII 636.
— en controle op worst- en vleeschconserf-fabrieken, XXXVI 123.
— (Vleesch- en melk-) in Nederlandsch-Indië, XXXVI 607.
Hygiënisch instituut te Berlijn, XXV 215.
Hygroom, Congenitaal. Zie Mouw.
—, XXXI 49, 209, 352.
Hyperaemie. XIV 134; XXXIII 748.
Hypho-mycosis destruens, XXIX 67.
Hypoderma. XXII 309.
— equi, XXXII 396.
— bovis, XXII 309; XXIV 22; XXV 401..
Hypospadie, XXV 101.
Hysterectomie. Zie Uterus.
Hysterie, VIII 74.
Hysterocele. Zie Uterus.
Ichthargan, Argentum thiohydrocarburosulfonicum, XXXI 28.
Ichthyol, XXIX 508.
Ictero-haematurie, XXIII 24.
Icterus, VIII 205; XIII 184; XXIV 151.
Ignipunctuur, XXXIII 334.
Immunisatie. immuniteit, XX 334; XXI 308; XXII12, 132 ; XXIV 148;
XXV 27; XXX 594; XXXI 503; XXXIII 746.
Immuniteit, Natuurlijke, XXV 149.
Indical, XXVII 385.
Indigestie, XXXII 190.
Indol in faeces, XXXV 725.
Inductie eleçtriciteit, XII 25; XIV 163.
Infectie van foetus door moeder, XXI 121.
—koorts, XXI 805.
—ziekten, Pathol. anatomie van, XV 14.
Influenza, Contagieuse pleuro-pneumonie, Pferdestaupe, II 70; IV 129;
V 140; VIII 142, 148; XII 26, 32, 144; XIX 178, 180;
XX 284; XXI 14, 201; XXII 91, 403; XXIV 93; XXVIII
122, 268, 283; XXIX 366; XXX 222, 433; XXXII 574;
XXXV 651.
Injectie-Intramusculaire, XIX 175.
--Intratracheaal, XVIII 66.
--Intraveneuse, XXIII 25.
— -Zoutzuur-solutie. Zie Zout.
Insecten, VII 40.
Instrumenten: Hauptner, XXIII 165, 351; XXIV 181; XXV 138;
XXVI 201; XXVII 413.
—kist voor paardenartsen, XX 233.
Insufflcientie, XVI 182; XIX 301, 304; XXII 47.
Internationaal Veeartsenijkundig Congres te \'s-Gravenhage, XXXIII 722.
— Règlement de la Commission permanente des Congres internationaux
de Médecine ve\'térinaire, XXXIV 359.
— XXXV 227, 402, 455, 458, 524, 579, 581, 644, 701, 776; XXXVI
54, 120, 218, 223, 305, 419, 427, 489, 529, 582, 640, 701.
759, 761fcis, 840, 843, 857, 985.
Interne secretie, XXVII 437.
Intoxicatie. Zie Vergiftiging.
Intoxicatie (Septische), XXXIII 257.
Intra-capsulaire fractura. Zie Fractura.
Intramusculaire, -tracheale, -veneuse injectie. Zie Injectie.
Invoer en uitvoer van vleesch. Zie Vleesch.
— en doorvoer van vee, IV 52.
— van slachtpaarden uit Engeland, XXVI 192.
— van vee naar België in 1907, XXXV 279.
Irido-choroiditis récidiva. Zie Maanblindheid.
Irrigatie (permanente), XII 227.
Itrol, XXVI 400.
Invaginatie. Zie Darm.
Jaborandibladen ; Pilicarpus pennatifolius, VIII 52.
Jahresbericht der K. Thierarzneischule Hannover, X 161.
Javart-operatie, XIX 175.
Jennerisatie tegen rundertuberkulose, XXX 265.
Jodetum-kalicum, XXII 271,384 ; XXIV 334; XXV 285, 296, 336, 416 ;
-ocr page 29-XXVI 172, 406, 411, 412; XXVII 171, 361; XXVIII 349; XXIX
176, 354; XXX 595; XXXI 217.
Jodismus, XXIV 334.
Jodium trichloride, XXII 126, 177, 272, 368; XXIII 108, 174.
Jodoform, VIII 221; XII 168, 199; XIX 74; XX 183; XXIV 336.
--tannine, XIX 74.
Joodvasogeen, XXIX 507.
Jubilaeum: L. Swart XVII 119; C. Mazure S>. XX 68; afdeeling
Groningen XX 191; XXI 36, 37; F. C. Hekmeijer en dr. J. R. E.
van Laer VII, 179; G. J. Hengeveld IX 295; B. J. Aalbers
XXIII 404; afdeeling Utrecht XXIV 366; dr. A. W. H. Wirtz
XXVII 205; dr. Willems te Hasselt XXVIII 82; K. Bosscher en
H. G. Werkman XXXIII 773; dr. M. H. J. P. Thomassen, D. F.
van Esveld en dr. J. D. van der Plaats XXXIV 24; J. J. P.
Dhont XXXV 228.
Kaas, XV 71; XX 72.
Kalfiziekte, moerziekte; kalverkoorts; melkziekte, II 8; IV 132; V 71,
244; VI 11; VII 80; XII 96, 189; XIII 103,310; XIV 154, 158,
180, 219, 228; XV 68, 82, 245; XVI 14, 28, 137; XVII29, 234;
XVIII 169, 227; XIX 171; XX 184; XXI 6, 22, 249; XXII 58;
XXIII 332; XXV 210, 285, 296, 336, 408, 416; XXVI 172,406;
XXVII 171, 361, 456; XXVIII 349, 372, 408; XXIX 354, 474,
492, 539; XXX 81, 111, 174, 256, 490; XXXI 167; XXXIII447;
XXXIV 310, 444.
Kalium aurocyanatum, XIX 158.
— hydrargyro-cyanatnm, XIX 158.
— -zouten in urine, XXXII 325.
Kalk. (oxaalznre) XII 23.
Kalkoenen. Pokziekte, VII 136.
— Koorts, VII 136.
Kalverziekte en kalversterfte, XX 55, 356; XXI 142; XXII 331:
XXVI 332.
Kankertong. Zie Actinomycose.
Katoenmeel-vergiftiging, XXIX 298.
Keelontsteking, II 33; IV 131.
Keratitis, VIII 218; XIII 309; XV 168; XX 67; XXI 1; XXX 353;
XXXVI 765.
Keratoom, XXVII 242; XXXII 59.
Keratosis, XXXIV 432.
Keuring van fokvee, XVI 31.
— van vee bij noodslachting, XXVII 99.
— van vee, vleesch en voedingsmiddelen, I 175, 176.
-ocr page 30-Keuring. Missive dato 12 Februari 1861, 1 35.
— Verordeningen in Overijsel, I 36.
-- Bepalingen te Amsterdam in 1713 en 1747, I 37.
— Verordening dato 11 Juli 1862 te Utrecht, I 37, 53.
— Bepalingen Amsterdam en Gouda, I 52.
--Groningen, I 53.
--Limburg, Maastricht, Londen, I 177, 178.
— Verordening, dato 3/4 September 1878 voor Amsterdam, X 252.
— Verzoek om wettelpe regeling, XVI 108, 131.
— Onderzoek naar den toestand der vleeschkeuring in Nederland, XVI
30, 108, 114, 131; XVIII 121, 128, 132, 233, 276; XIX 36, 72,
294, 297 ; XX 41, 133, 346; XXI 51, 331, 358 ; XXII 385.
— in het algemeen, XIX 320; XX 118, 139; XXI 209; XXII 144, 352,
408, 412; XXIII 20, 291; XXIV 230, 489; XXV 1; XXXIV 1.
— Jaarwedden der keurmeesters te Amsterdam, XXXII 387.
— Verzameling van gegevens door de regeering, XXXIII 530.
— Troonrede, XXXV 51. •
— Veearts of hulpkeurmeester in abattoirs, XXXV 157, 324, 434.
— van voor export bestemd vleesch, XI 212; XXVIII 387, 512 ; XXIX
407; XXX 452, 505; XXXI 495, 511.
— Kon. besluit van 21 November 1902, en uitvoerbepalingen, XXX 192,
289, 406; XXXI 95; XXXII 94.
— Ontwerp en gewijzigd ontwerp van wet: XXXIV 38, 407, 522, 540,
639, 716.
— Wet op de uitvoerkeuring van vleesch 1907: XXXIV 786; XXXV 757.
— Uitvoeringsbepalingen: XXXVI 52, 267, 378, 381, 575, 910, 984.
— Personalia: XXX 406, 463, 603; XXXI 96, 187, 223, 316, 559 ;
XXXII 94, 155, 341, 388, 438, 494; XXXIII 475; XXXVI 52,
373, 380, 488, 528, 574, 639, 644, 698, 757, 856, 984.
— in Nederlandsch-Indië, XXXVI 563, 607.
— in Duitschland, XXVI 187; XXVII 177.
— van toebereide vleeschwaron en in fabrieken, XXVII 354 ; XXXVI123.
— van worstdarmen (vuilheid), XXVIII 155.
— van vee en vleesch te Amsterdam, 1888 en 1889 XVII 203; 1890
XVIII 216; 1888—1892 XXI 230; 1893 en 1894 XXIII 183;
1897 XXVI 186; 1899 XXVII 450; 1900 XXIX 125; 1901
XXX 35; 1902 XXXI 58, 223; 1903 XXXII 15; 1904 XXXII
526; 1905 XXXIV 63; 1906 XXXV 83; 1907 XXXVI 196;
1908 XXXVI 886.
— van vee en vleesch te Alkmaar, 1908 XXXVI 784.
— van vee en vleesch te Arnhem, 1897 XXVI 58; 1898 XXVI
301; 1899 XXVII 346; 1900 XXVIII 415; 1901 XXIX 375;
1902 XXX 441; 1903 XXXI 408; 1904 XXXII 326; 1905
/
-ocr page 31-XXXriI 457; 1906 XXXIV 465; 1907 XXXV 497; 1908
XXXVI 517.
Keuring van vee en vleesch te Baarn, 1900 en 1901 XXX 34.
— \'— te Delft, inrichting, XXXI 450.
— — te D.eventer plan, XXXII 366.
--te Dordrecht, 1898 XXVI 454 ; 1899 XXVII 394 ; 1900 XXIX 77;
1903 XXXII 17; 1904 XXXII 588; 1905 XXXIV 173; 1906
XXXV 28; 1907 XXXVI 100; 1908 XXXVI 684.
--in Groningen, 1900 XXIX 79; 1901 XXX 32; 1902 XXX 599;
1903 XXXI 451; 1904 XXXII 553; 1905 XXXIII 724; 1906
XXXIV 694; 1907 XXXVI 35; 1908 XXXVI 831.
--te Haarlem, 1907 XXXV 731; 1908 XXXVI 829.
--te Hoorn, 1908 XXXVI 518.
--te Leiden, 1897 XXV 346; 1898 XXVI 409; 1899 XXVII 451;
1900 XXIX 75; 1901 XXIX 508; 1902 XXXI 59; 1903 XXXI
543, 585; 1904 XXXII 475; 1905 XXXIII 636; 1906 XXXIV
597; 1907 XXXV 728; 1908 XXXVI 708.
--te Maastricht, 1902 XXXI 31; 1903 XXXI 453; 1905 XXXIII
727; 1906 XXXIV 566; 1907 XXXV 667; 1908 XXXVI 603.
--te Nijmegen, 1900 XXIX 27; 1902 XXX 598; 1903 XXXI 586:
1904 XXXII 555; 1905 XXXIII 723; 1906 XXXIV 693; 1908
XXXVI 707.
--te Roermond, 1900 XXVIII 510 en XXIX 29; 1901 XXX 33;
1902 XXX 502; 1903 XXXI 542; 1904 XXXII 477; 1905
XXXIII 639; 1906 XXXIV 600; 1908 XXXVI 783.
--te Rotterdam, 1897 XXVI 57; 1898 XXVII 46; 1899 XXVIII
44; 1900 XXIX 74; 1901 XXX 85; 1902 XXXI 168; 1903 XXXII
14; 1904 XXXIII 39; 1905 XXXIII 765; 1906 XXXIV 691; 1907
XXXV 665; 1908 XXXVI 683.
--te Suriname, XXIV 269; XXVIII 404.
--te Utrecht, I 37; 1889 XXVII 151; 1890 XVIII110; 1894 XXIII
274; 1896 XXIV 228; 1897 XXV 291; 1898 XXVI 302; 1899
XXVII 345; 1900 XXVIII 344; 1901 XXIX 398, 553; 1902 XXX
442; 1903 XXXI 540; 1904 XXXII 368; 1905 XXXIII 586; 1906
XXXIV 696; 1907 XXXV 157, 726; 1908 XXXVI 711.
--te Vlaardingen, 1904 XXXII 589.
--te Zaandam, 1908 XXXVI 605.
— van voedingsmiddelen. Verordening, dato 3/4 September 1878, voor
de inspecteurs en keurmeesters van voedingsmiddelen te Amsterdam,
X 249.
Kippen, Ziekten van, I 125; XI 114, 262; XII 90; XXX 31.
Klapper op het tijdschrift, XXV 351: XXXV 363.
Klaverhooi, (schadelijk). XXI 116.
Klaverziekte bij paarden, X 146.
Klauw-bevangenheid, XV 166, 186.
— -ontsteking bij rund en schaap, XV 161, 188.
— — Tusschen, bij het schaap, XV 189.
— spleet, Gezwellen in de, XV 167.
—verwonding, XV 165.
—zak-ontsteking, XV 192.
—zeer (aphtheus), XV 195.
—ziekten bij schaap en rund. XV 152, 186.
Klimaatziekten. Zie Ziekten en gebreken.
Klophengst, XXIV 53.
Kloven in de kooten, VIII 233.
— in de handen, XXIX 259.
Kneuzingen, XII 207; XXXVI 321.
Koelinrichtingen in abattoirs, XXXVI 153.
Koemelk als Volksvoedsel. Zie Prjjsvraag.
Koliek, II 154; IV 21, 46, 94, 138; V 63, 68, 203; VII 107; VIII
40, 232; IX 228; XI 246; XVII 24; XX 130, 232; XXI 202,
256; XXII 312; XXIII 25, 310; XXXII 211; XXXVI 230, 311.
Koolmonoxyde-vergiftiging, XXX 499.
Koopvernietigende gebreken, III 256; XXI 349; XXIII 48, 401;
XXX 447; XXXII 363; XXXIII 639; XXXIV 330, 762; XXXV 381;
XXXVI 735.
Koorts door oplosbare producten van bacillus pyocyaneus, XX 168. •
Koper in voedsel, XII 249.
— Resorptie er van, XXIV 337.
— Werking op lever en nieren, XXV 30.
— in melk, XXIII 322.
--vergiftiging, XIII 85, 224: XXV 113.
Koppen. Zetten van. Zie Zuigbehandeling.
Kopschudden, XIII 298; XX 71; XXIII 60.
Kopziekte, Boosaardige. Zie Snotvuur.
Krachtvoeders. Koeken, XIII 147.
Krampigheid, XXII 50.
Kramptrekken, XXII 270.
Krankzinnigheid bij dieren. VII 105, 137; IX 1.
Kreupelheid, I 105; VIII 69; IX 272; XIII 90, 296; XV 43, 275;
XVI 178; XVII 22; XIX 176; XXI 43; XXIII 113, 303; XXV
299, 343; XXVIII 350; XXIX 176; XXXI 577; XXXII 64.
Kribbebijten. Zie Prijsvraag Brusselsche tentoonstelling.
Kroniek, XXXII 379, 436.
Kropoperatie, XVI 98; XVII 163.
Kruisen der voorbeenen, XXX 351.
Kruisverlamming, VIII 138, XII 275.
Kryolith, III 84.
Kummerfeld\'s wascbwater, XVIII 222.
Kunsthoorn, I 124; XIV 74.
Kwaadaardige catharrhale koorts. Catarrlins malignus, II 148; XXI 39.
Kwaadaardig klauwzeer bij schapen, XI 274.
Kwade-droes. Malleus, I 88, 153, 182; II 69, 111; III 239, 240; IV
41, 56, 139; VI 193; VII 61, 70, 215, 230; IX 262; XI 99, 238,
261; XII 10; XIV 277 ; XIX 11, 161, 273; XX 85, 132, 169,
227, 309; XXII 15, 17, 58, 260, 272, 301, 308, 833; XXIII 276,
327, 342; XXIV 290; XXV 150; XXVI 194, 363; XXVIII 415;
XXIX 307; XXXII 552; XXXIII 169; XXXIV 53, 244 ; XXXV
78, 149, 155, 278, 329, 421, 437, 552; XXXVI 556, 713.
Kwakzalverij, I 44, 182; II 86, 108; XXII 385 ; XXIV 54; XXIX 145.
Kwik-vergiftiging, XII 240; XIX 136, 149, 316; XX 260; XXVI182.
Laboratorium voor het opsporen van ziekteoorzaken, XIX 173; XX
134, 231, 233, 350; XXXIII 719.
— te Deli, XXXIII 641.
Lactosera (Onderzoeking-s-), XXXI 388.
Lagemann\'s Thuringerpillen, XXXIV 690.
Lagere organismen en ziekelijke producten, VII 14, 103.
— en infectieziekten, X 81; 177, 253.
Laminaria digitata, XI 90.
Landbouwschool en Veeartsenijschool, I 38.
Laparotomie, XI 256.
Leerlooierijen, Vergiftiging in, XXX 533; XXXI 187.
Lens. Zie Luxatie.
Leukaemie, XVI 1; XIX 219; XXI 259; XXIV 278; XXVIII 117;
— Myelogene vorm, XXXII 402.
— Pseudo leukaemie, XVI 185; XVII 158; XVIII 29.
Leuma. Zie Pferdestaupe.
Lever-Amyloide degeneratie, XXXII 99.
--botziekte, XII 85.
—glycogeen, XXVIII 353.
—tering, II 173.
—verscheuring, IV 140.
Lichaampjes van Güarnieri, XXXI 27.
Lichaamsgewicht. Zie Afstandsritten.
Lichtstaaf, XXVIII 210.
Ligamentum suspensorium Sesamoideum. Verscheuring van, XXXV 59.
Lipo-fibroom, XXVIII 117.
Lipoom, XXVIII 117; XXXII 208.
Liquor Faberi, XXXI 539.
Lithium salicylicum, XIX 231.
Lithotherion, XXVI 161.
Lobeline, XIX 229.
Longen. Ophooping van voedsel in de, IV 130.
— Grijze doorschijnende knobbeltjes in de, XXIII 327.
— Zwakke, III 100.
Long-emphyseem, XXIX 120.
—tering, II 173.
—versterf, XII 22.
—wormen, XII 211.
—ziekte. Bestrping der ziekte, I 215; VIII 81; IX 248, 290; X 170,
284, 285; XI 135; XII 12.
---Enquête, VIII 82, 91, 255; IX 125, 126, 128, 129, 133, 139,
140, 148, 150, 152, 153, 156, 240, 248, 290.
--Statistiek der, V 6, 7; VIII 102, 254; IX 163, 253, 294: X
78, 171, 248, 284; XI 140, 277; XII 80.
--- Pleuro-pneumonia contagiosa, I 124, 128, 193; II 72, 151; IV
1, 00, 240; V 244; VIII 181, 193, 257; IX 290; X 19, 170,221;
XI 250, 274; XII 12; XXV 321.
--Inenting tegen, I 93—95, 123, 124; II 70—73; III 124, 126,
145; IV 2, 60; V 245; VII 46, 144; VIII 81, 179; IX 153:
XII 33—36.
Loodvergiftiging, I 70; XIII 85; XXIII 48; XXVI 2li ; XXX 216,
356; XXXIV 728.
Loretine, meta-jood-ortho-oxychinoline-ana-sulfonzuur, XXI 190.
Losbandigheid, I 169.
Louterstal, XI 87.
Lovink, H. J„ XXXV 462.
Luchtinsufflatie, XXIX 367; XXXIII 712; XXXIV 444.
Luchtzakken, catarrh, III 32; XXXVI 439.
— Functie der, XI 76.
— Nieuwe operatie, XXXVI 926.
— Opvulling met voedsel, IV 131.
— Tympanitis, XXVI 389.
—\'Ulceratie, III 32.
Lucilia sericata. Zie Vlieglarfziekte.
Luizen, pediculi, XXII 407; XXIX 259.
Lumbago, XVI 206.
Lupinen, VIII 67; IX 46; XII 37.
Luteïneweefsel, Kalf, XXIX 219.
Luxatio. Zie Ontwrichten.
— en torsie milt, XXXV 337.
-ocr page 35-Luxatio lentis, XXIX 195: XXXV 527.
Lymphadenitis, XX 55.
Lymphangiom, XXVII 259; XXX 480.
Lymphangitis epizoötica, XXXVI 714.
Lymphdryvende bacteriën, XXI 360.
Lymphklieren, Verkaasd bij schapen, XXVIII 156 : XXIX 406.
— Hypertrophie, XlY 292.
Lympho-endothelioom, XXVII 454.
Lymphoglandulae. Hypertrophie van, XIV 292.
Lyssa. Zie Hondsdolheid.
Lijnmeel-pappen, XX 231.
Maag-bersting, III 55, 57; IV 23; XIII 20; XXXV 619.
— Bouw van de, XII 17; XXXI 85.
--darmontsteking, V 63, 68; XXI 184.
— Doordringen van vloeistoffen in de, XXXV 151.
—flstel, I 96.
—hechting, XVII 167.
—indigestie, rund, XXXII 190.
— Besorptie in de, XXXI 64.
—sonde, VIII 19.
—steek, XX 69.
—steenen, XI 248; XII 9.
— torsie, XXXV 619.
— Verlichting van de, XX 177.
— Vreemd voorwerp in de, XXVII 454.
Maanblindheid, VIII 217, 233; IX 207; XIII 274; XIX 114, 193,
313; XX 177; XXV III; XXVII 44, 219; XXVIII 46, 509;
XXIX 177; XXX 168, 595; XXXI 217; XXXII 474, 550;
XXXV 534.
Maatregelen in- en doorvoer van vee, IV 52.
Maïs, VIII 66; IX 181, 229.
Malaria bij runderen, XXVII 442.
Mal della ferula. Zie Zuid-Afrika.
Maligne oedeem, gangraeneuse septicaemie, XXII 196; XXVIII 158,
345; XXXII 391.
Malleïne, XIX 11, 272; XX 85, 132, 309; XXII 15, 17, 58, 260,
272, 308; XXIII 342; XXV 131; XXIX 307; XXXIII 169, 171.
Mania puerperalis, Eclampsia puerperalis (geen kalfziekte), XIX 97,166.
Margarine en boter, XXIV 336; XXV 115.
Mastitis, II 181; XXVI 446; XXVII 167, 256; XXVIII 310: XXIX
368; XXXIII 230.
— Streptococcen, XXXI 374.
-ocr page 36-Massage, XIII 54; XXII 47; XXIV 297.
Meel-vergiftiging, IV 43; XII 249; XXXIV 729.
Meervoudige geboorte, paard, VI 259.
--rund, XXVII 173.
Meetstok van Lydtin, XIV 160.
Melasse, molascuit, XXXII 362 ; XXXIV 67.
Melanoom, XVI 78; XXII 206; XXIX 265.
Melanosarcoom. XVI 78; XXII 206; XXXV 320.
Melk, in het algemeen, XXVI 273.
— is een antisepticum, XIX 6.
— aseptische, XXV 298.
— Bacteriën in melk na mastitis, XXVIII 310.
— Biest, XIX 164.
— Buddiseeren van, XXXIII 753.
— Bruisen der, III 127.
—buisjes, II 71.
— Coli-contrôle der gepasteuriseerde, XXXIV 152.
— Controle op, XXVII 352; XXVIII159, 378; XXX 305, 455 ; XXXVI 450.
— Zonder dracjitigheid, XXI 252.
— enzymen, XXXIII 617; XXXVI 29.
— Gasgehalte van, XXII 376.
— Geiten, XXV 116, 214.
— gekookt of niet, XXIV 148 ; XXXII 325 ; XXXIII 564 ; XXXV 567.
— Gaan geneesmiddelen over in, XX 176; XXIII 322; XXXI 479.
— gepasteuriseerd of niet, XXX 217.
— Gepasteuriseerde melk en ziektekiemen, XXXV 1.
--of niet, XXX 217.
— Gesteriliseerde, XXII 377,
— Gesteriliseerde tuberculeuse melk is toch toxische, XXVII 439.
—gift stg\'gt en daalt, XX 72.
— van honden als geneesmiddel, VIII 234.
— en melkhygiëne als leervak, XXVIII 379; XXXII 1.
— immuniteit verwekkend voor mond- en klauwzeer, XXVII 342,
--inrichtingen (Prijsvraag), XXXIII 232.
--keukens XXXVI 534.
— Koper in, XXIII 322.
— materniseeren van, XXIV 294.
— niet boteren, XII 174; XX 66.
— -onderzoek (systematisch), XXXVI 501.
--met toestel van Kriebel, XX 73.
— pasteuriseeren en colibacteriën, XXXVI 92.
— Reactie van Storch, XXXIII 553.
— secretie, XXV 340.
-ocr page 37-Melk secretie bevorderen, XX 188.
--spiegel, VIII 182.
— taaie, III 112, 115, 126; IV 52.
--teekens, XX 185.
— toxisch ondanks sterilisatie, XXVII 439.
— Tuberculeuse, XXVII 439.
— Verteerbaarheid van gesteriliseerde en niet gesteriliseerde, XXII 377.
— Verwarmd, gepasteuriseerd of gekookt, XXIX 49; XXX 217.
— Vuil in, XXV 26.
— als ziekteoorzaak, XIX 307; XXI 118.
— Zuur riekend, zoet smakend. XXVI 448.
—ziekte. Zie Kalfziekte.
— — bij schapen, onwennig, XXXII 308.
Membrana pupillaris perseverans, XXXII 209.
Membranen in het glasvocht, XXXIII 317.
Menie-vergiftiging, XIII 85.
Meningitis, XXVIII 211.
Mest om pompen, (verbod), XX 229.
— in worstdarmen, XXVIII 155.
Meteorismus, Oprispen van gassen, Tympanitis, I 92, 123; XX 129;
XVII 161, 213; XVIII 33, 290; XXIV 53; XXXIV 595.
Methacetine, acet-para-anisidine, XIX 230.
Methyl violet, XX 181.
Metritis. Zie Uterus.
Micrococcus ascoformans, XX 221.
Micromelie, XXIII 317.
Micro-organismen in het levend weefsel van gezonde dieren, XIII 211.
Microscopie, Een nieuwigheid, XXIX 260.
Middel tegen wonden. Zie Wond.
Middelrifsbreuk, XII 216.
-kramp, XXI 11.
Milksickness. Zie Zuid-Afrika.
Milthyperaemie, XIX 247.
—bypertrophie, XIII 184; XIV 79.
—luxatie en torsie, XXVIII 209; XXXV 337.
-ruptuur, XXX 496; XXXIV 319. ,
— zwelling, XVII 1.
—vuur, miltvuurkoorts, pepervuur, enz. enz., I 76, 78, 80; VII 22,
231; VIII 116, 182; IX 279; X 141; XI 16, 192; XII 58, 223,
256; XIII 109, 209, 213; XV 60, 90; XVII 149; XXI 41, 219;
XXII 203, 385; XXIII 55, 335; XXIV 153, 263; XXV 130,132:
XXVII 267, 268; XXVIII 154, 253, 306; XXIX 400; XXX 498;
XXXIV 109, 579; XXXVI 449; XXVII 268; XXXVI 714.
Min. koe als min voor een veulen, V 69.
Mischinfection, XIX 179; XXI 201.
Misvorming van veulens. Zie Veulens.
Modelhoeve te Trinidad, XXXIII 567.
— „Huis ter Aa", XXXV 489.
Moerziekte. Zie Kalfziekte.
Mok, VIII 43; X 150; XX 130, 231; XXXVI 764.
Molascuit. Zie Melasse.
Molgezwel. Zie Fistel.
Molluscum, XXXII 319.
Mond- en klauwzeer, Aphthae, tongblaar, I 22, 125, 129; II 70, 73,
249; IV 40: V 1; XI 114, 272; XII 10, 77; XIX 170; XX 241,
244, 248; XXII 128; XXIII 49; XXV 33, 212; XXVI 54, 180;
XXVII 45, 202, 309, 343; XXVIII 415; XXIX 126; XXXVI
713, 861.
Monobrachie, XXIII 317.
Monobromkampher, XII 48.
Monoplegia brachio-cruralis, XXXI 486.
Morbus maculosus, purpura, Petechiaaltyphus, bloedvlekziekte, XXII 322;
XXIII 326: XXVI 158, 300; XXyil 274; XXVIII 284; XXIX 404,
507; XXXI 28.
Morphinum hydrochloricum, VII 135; VIII 224; X 155; XIX 90;
XXI 250; XXVIII 508.
Morphologische wijziging van de soort en erfelijkheid van verkregen
eigenschappen, XXIII 323.
Mouw, Congenitaal hygroom van het patellair gewricht bij veulens,
XXXI 49, 209, 213, 352.
Muilkorven, VI 185; VII 141; XIX 300.
Mumiflcatie van de huid, XXVIII 195, 292.
— van een vrucht, XIV 162.
Musculus gastrocnemius, Ruptuur van, XXVII 34.
Mycoflbroom, XX 221.
Mydriatica, XXVI 235 ; XXXIII 316, 635.
Myoom, XIII 12, 226.
Myrtol. gerectificeerde myrtenolie (Myrtus communis), XIX 156.
Myten. Acarns foenarius. V 68; Ac. folliculorum, Demodex folliculorum,
XI 252; XXII 129, 144; XXVII 388; XXXIV 386, 756; XXXV
565: XXXVI 235, 564, 603.
Myxoedema, XX 308.
Myxoedeem. Zie Glandula thyreoidea.
Myxoflbroom. XVI 81, 83.
Myxoom, XXXII 184.
Naaldvormig brandijzer. Zie Branden.
Nageltred, IV 138; XX 231.
Naphtaline, XXVII 430.
Narcose in bet algemeen, XVI 101.
Narcotile, XXX 498.
Natrium benzoicnm, XI 115; XXII 204.
— -silicio-fluoratum, XIX 158.
Natron lacticum als hypnoticum, VIII 167.
Natrum subsulfurosum, VIII 236.
Natuur- en geneeskundig Congres, XXV 369.
—heelmethode, XIII 50.
Necrose, XII 22; XXIX 208; XXX 102.
Neder landsch rundveestamboek, V\'251; VIII 103; IX 254.
Nematoden, XXIII 327, XXXV 276.
Nephritis chronica. Zie Nierontsteking.
— fibroplastica. Zie Vleknier.
— haematogene vorm, XXIII 355.
Nerveuse damp, XIX 90.
Nervus opticus, Verscheuring van, XXXIV 593.
Net, Omentum, Verscheuring van het, II 154, III 57.
Netelkoorts, XIX 280.
Neuralgie bij een paard, XXIV 287.
Neuritis interstitialis prolifera, XXVIII 145, 241.
— multiples endemica. Zie Zuid-Afrika.
— peripherica, XXVIII 241; XXX 356.
Neurotomie, VII 113; IX 110; XIV 148; XVI 92; XIX 70, 176;
XX 243; XXIII 115, 202, 273; XXIV 96; XXV 129, 265; XXVI
152; XXVIII 113, 406; XXIX 176; XXX 147, 425, 497, 513;
XXXI 205, 215, 328, 417, 419, 499; XXXVI 232, 325.
Nier-ontsteking, XXIV 107; XXVII 25.
— steen. IX 278.
— Vlek-, XXXIII 451.
— ziekten, X 105, 200; XXIII 403.
— — BRiGHT\'sche, XI 1.
— Bij-nier en sympathicus, XXXVI 447.
Nitras-strychnini, XII 49.
Nitro-glycerine. Zie Glycerine.
Nobel-prijs, XXIX 179.
Nocard-monument, XXXI 189, 235; XXXII 192.
Normal-Hufsalbe, XV 258.
Nuchter kalfsvleesch, XIII 55; XXII 314.
Nux vomica, I 88.
Nymphomanie, XX 72.
Nystagmus. Zie Corectopia.
Obturatio aorta caudalis, XXXIV 301.
— arteriae brachialis, XXXII 345.
Occlusie van den darmwand, XVII 164, 167.
Oedem-maligna. Zie Maligne oedeem.
— der vruchtvliezen. Zie Vruchtvliezen.
Oefenings-operaties op het levende dier, XVI 7.
Oesophagismus, XXXII 56.
Oesophagus. Dilatatie van den, XXVI 412; XXIX 108; XXXI, 161, 321.
— Divertikel van den, XX 113; XXIII 61.
— fistel, XXX 300.
— Hypertrophie van den, XXVIII 119.
— snede, XXVII 275.
— Vernauwing van den, XIII 226; XXIX 108; XXX 298.
— Vreemde voorwerpen in den, XXII 370; XXIII 18; XXVII 453;
XXIX 356.
Oestruslarven, XXIV 150.
Oleum terebinthinae, XIII 203; XIV 161.
Omentopexie, XXXIII 716.
Omentum, II 154; III 57.
Omphalo-phlebitis, XXVI 181.
Omrekening temperatuursgraden, XXXIII 77.
Omslingering, XXIII 60.
Onderzoek van het oog bij militaire paarden, XXXV 475.
— veeziekten in Indië, XXV 118.
Onderzoekingslactosera, XXXI 388.
Ongeoorloofde uitoefening der veeartsenijkunde, XXI 364; XXIV 361.
Ontaarding. Zie Degeneratie.
Ontbinding van cadavers, XVI 213.
Ontschoenen, II 169; III 124.
Ontsmetten van handen, XXXV 568.
— snijdende instrumenten, XXX 376.
— wagons, III 134; VIII 237; XXI 188.
Ontsteking darm. Zie Darm.
— hersenen. Zie Hersenen.
— keel. Zie Keel.
— mondslijmvlies. Zie Stomatitis.
— neusschelpje. Zie Conchae.
— oog. Zie Oogontsteking.
— pees en peesscheede. Zie Peesontsteking.
— uier. Zie Mastitis.
Ontwrichten, Luxatie, II 170; XX 217; XXIII 171; XXIV 30, 231;
-ocr page 41-XXXI 356; XXXII 354; XXXIII 332; XXXIY 545; XXXV 530;
XXXVI 316, 763. /
Onwennig. Zie Melkziekte bij schapen.
Onychomycosis, V III 231.
Ooggebreken, XXV 184; XXXVI 320.
— Keuren van erfelijke, XXV 183.
Ooglidhechting, IV 140.
Ooglid, Klieren van het 3de, XXVII 39.
—wond. Zie Wond.
Oogontsteking, VIII 217, 220; XXVIII 154.
Oogspiegel, XII 39; XXIV 12; XXVI 1.
Oogziekten in het algemeen, VIII 71, 174.
Oostersche pest. Zie Zuid-Afrika.
Openbaar slachthuis. Zie Abattoir.
Operatie, Bevestigen van groote huisdieren voor kleine, XXVIII 299.
— van Bosi, XXVI 152; XXX 517; XXXVI 233.
— tegen cornage, XXI 188 ; XXII 210; XXIX 368.
Opereeren (staande), XXX 31.
-- (subcutaan), XXVI 205.
Opium-praeparaten, XXII 271.
Oprispen van gassen uit maag- en darmkanaal. Zie Meteorismus.
Opzettelijke verwonding. Zie Wond.
Orexine. Zie Zoutzuur.
Orgaan, Een nieuw menschelijk, XXIX 507.
Orgaan-therapie, XX 172, 305, 308.
Osteoflbroom, XXXV 63.
Osteum uteri. Zie Uterus.
Ostitis malleosa, XXXIV 53.
Otitis. XII 252; XIII 299; XXI 341.
Otorrhoe, XXIX 259.
Otterkrab. Zie Absces.
Ouderdomsbepaling. XX 304.
Ovariotomie, II 20; XXV 205; XXVII 127.
Overhoef, XXVI 413.
Overzicht der voornaamste gebeurtenissen op veeartsenijkundig gebied
in het maatschappelijk jaar 1898/99, XXVIII 332.
Oxychinaseptol. Zie Dlphtherine.
Paard. Het, XXII 235.
Paardenfokkerij. Wet 1901, XXVIII 313, 455, 522; XXIX 40, 193,
290, 481, 528; XXX 47, 557 ; XXXI 186, 598; XXXII 567 ; XXXIII
784; XXXIV 295, 716; XXXV 51, 82, 452, 699; XXXVI 757.
Paardenfokkerij. Populair beschreven. Zie Prijsvraag.
Paardenfokkerij in Nederlandsch-Indië, XXXI 590: XXXY 494.
— — Zie Prijsvraag,
—kennis, XIII 112.
—koek. Zie Verduurzaamd,
—serum. XXXII 362.
—urine. Zie Prijsvraag,
—verzekering. (Rps), XXVII 393.
—vleesch, I 37; VIII 72; XXIII 321.
--Opsporen er van. XIX 285; XXIV 152; XXVI 30, 125; XXVIII 266;
XXIX 258; XXXI 355.
—voedsel. Zie Verduurzaamd,
—pest. Zie Zuid-Afrika.
—ziekten in het algemeen. Zie Zuid-Afrika.
Palpitatio cordis, XII 11; XXVI 388.
Panaritium, XV 152; XXII 364.
Pancreas-abscessen, XIV 126, 162.
Pankreon, XXXI 53.
Papillomen, Multiple, XIV 294.
Paralysis, IV 48.
— alternans, XXI "320.
— ante partum, X 21; XI 145.
— van het achterstel door vreemd voorwerp, XXV 416.
— Multiple, XVI 188.
— nervi cruralis, XXVIII 249, 355.
--fascialis, XXIII 148, XXXI 198.
---obturatorius, XXI 139; XXVIII 337; XXIX 243.
--peroneus, XXIII 12; XXVIII 405.
— — radialis, XII 207; XVIII 231; XXV 131; XXVIII 442.
--scapularis XXVI 208; XXX 248, 250; XXXI 198.
— plexi brachealis, XXVIII 444,
Parametraan en para-vaginaal haematoom. Zie Haematoom.
Parametritis. Zie Uterus.
Paraplegia mephitica. Zie Zuid-Afrika.
Pare vaccinogène, V 196.
Parelziekte. Zie Tuberculose.
Pasteuriseeren van melk. Zie Melk.
Pathogene microben van moeder op vrucht en in de melk overgaande,
XIII 212.
Pediculi. Zie Luizen.
Peenberoerte, IV 227.
Peesontsteking. XXI 203, XXXI 421.
Peesscheedeontsteking, X 132; XXIX 367; XXXVI 316.
Pekelvergiftiging, XXXIV 729.
Pekelen, XXV 417; XXVI 185.
Pelletiérine, X 158.
Pelvimetrie, Pelvimensuratio, Pelycometresis, Pelyometresis, XXII 1.
Pensionneeren van veeartsen, XXVIII 161.
— van weduwen en wezen van veeartsen, XXX 600.
Pepervuur, I 76.
Pepsine als wondmiddel, XXVII 386.
Perforatie. Zie Darm- en Uterus.
Peribronchitis, XI 238.
—carditis, XIII 191; XIX 169.
— odische Ophthalmie. Zie Maanblindheid.
—Osteotomie, XXXVI 523, 913.
— tomie bij maculae corneae, XXV 31.
—toneaal-abscessen, XIII 95.
—tonitis, XXII 141; XXIII 124; XXXII 31, 362.
--(Septische perforatie-), XXVII 236.
Peromelie, XIV 297.
—somus elumbis, XXVII 169.
Peruguano-vergiftiging-, IV 25.
Pest. Zie Zuid-Afrika en Zwarte \'dood.
Pestis africana equorum. Zie Zuid-Afrika.
Petechiaal-koorts, XXIII 326; XXVI 158; XXXI 28.
— -typhus. Zie Morbus maculosus.
Petroleum, XXXIV 386.
Pezen, Coupes van, XXXV 153.
Pferdestaupe, Leuma, XIX 178; XXI 201; XXIX 366.
Phagocytose, XXV 150.
Pharmacopoea, Duitsche, XXXIV 60.
Phenol-injectie, XXIII 47.
Phenyl azjjnzuur, Acidum phenylo-aceticum, XIX 158.
— -propionzuur, acidum phenylo-propionicum, XIX 158.
— urethan, XIX 231.
Phlegmoon, XXX 465.
Physiologie van het herkauwen, XXXIV 570.
Physostigmine. Zie Eserine.
Phytotoxinen, XXX 539.
Pichi-Pichi (Fabiana imbricata), XXI 116.
Pigment, XIII 1, 79; XXII 144, 212, 409.
Pilicarpus pennatifolius. Zie Jaborandibladen.
Pillulae argenti colloidalis, XXVI 400.
Pilocarpine, hydrochloras pilocarpini, XIII 48; XVIII 32; XX 70;
XXV 295, 414; XXXII 63.
—eserine, XXV 414.
Piroplasmose. Zie Texaskoorts.
Placenta der herkauwers, XXVI11 373.
Placentophagie en placentotherapie, XXIX 404.
Plaies dété. Zie Dermatitis granulosa.
Plantaardige parasieten, XXI 15.
Plaques he\'patiques, XXVIII 289.
Plataan-vergiftiging, XXII 49.
Pleuro-pneumonia contagiosa. Zie Longziekte.
---bij het paard, XXXV 651.
— — Contagium van, XXV 321; XXXV 651.
Plotselinge genezingen, XXIII 334.
Pneumonie, XI 86; XIX 174; XXIII 325; XXVIII 229; XXXIII 298.
Pneumo-enteritis, Varkenspest, XXIX 147; XXX 63; XXXV 123,375.
Podewils-systeem, XXVIII 311.
Podophyllinum, III 67; IV 14.
Podotrochlitis chronica, XXX 515; XXXI 205, 320, 417, 419;
XXXIV 217.
Pokken, Genuine koepokstof, II 120; IV 190; XIX 75, 159.
— Horse-pox, XI 243.
— Pare vaccinogène, V 247; XIX 167.
— Pokstof geit, XIX 6.
— Schaapspokken, I 220; III 145; IV 41; V 197; XVII 182.
— Vaccinatie tegen vogeldiphtherie, XXXI 353.
— Vaccine uit variolae, XXI 14.
— Variola en vaccine, XX 169.
— Vaccinatie-inrichtingen in Nederland, XIX 167.
Pokziekte. Zie Tuberculose.
Polsfrequentie in normalen toestand, XXII 253.
Polyarthritis, XXVI 330; XXX 421.
Polydactilie, XXXIII 430.
Polymelie, II 129.
Polyurie, XXXIV 729.
Ponies, Australische, voor Nederlandsch-Indië, XXXIV 68.
Poudre utérine de Koux, XXV 417; XXVI 412; XXVII 202, 275.
Porcosan. XXV 297; XXVI 182, 237, 442.
Proefpuncties in \'t algemeen, XII 20.
Prolapsus, uitzakken, praeputii, XXXV 52S.
— penis, XX 236.
— straalkussen, XXXI 7.
— rectum, V 148.
— uteri. Zie Uterus.
Promoveren en bet jus promovendi in het buitenland, XXXIII 719,
720, 722.
Proteosis. Zie Zuid-Afrika.
Proteus-infectiö, XXVI 331.
Prothesis ocularis, XXV 21.
Protozoën, Cursus in de kennis van parasietische, XXXVI 715.
Prijsvraag. Het verwerken van paarden-urine, IET 111.
— Verhandeling over watervrees, X 79.
— Populaire handleiding over paardenfokkerij, XIX 92.
— Verpleging pasgeboren kalveren in de eerste dagen, XX 190.
— Omtrent uitsluiten van vleesch, afkomstig van dieren welke niet aan
bepaald aangegeven ziekten lijdende zijn, XXI 267.
— Landbouwkunde. Geschiedenis enz. van het Friesche rundveeslag,
XXIII 225.
— Tentoonstelling Brussel 1897, XXIV 154.
— Voor een leidraad voor paarden- en rundveeteelt, XXIV 339.
— Volledige Nederlandsch—Fransche en Fransch—Nederlandsche woorden-
lijst over de veeartsenijkunde, XXV 33.
— Gezondheidsleer, XXVII 178; XXXIII 268.
— Populaire handleiding voor inlandsche paardenfokkers (Ned.-Indië)
en een voor inlandsche veefokkers, XXVIII 217.
— Koemelk als volksvoedsel. „Het Witte Kruis", XXX 510.
— Melkinrichtingen, XXXIII 232.
*— Koninklijk besluit van 2 Maart 1908, no. 42, prijsvraag „Slacht-
huis", XXXV 452, 637; XXXVI 375, 488.
— Besmettelijke ziekten, XXXVI 226, 304.
— Populaire behandeling van het skelet en van de opvoeding van het
paard, XVI 115.
Pseudalius ovis pulmonalis, XII 211; XVIII 229; XIX 174.
Pseudarthrosen, VII 117.
Pseudo coli bacillosis, XXVI 324.
— -ephedrine, XIX 234.
--leukaemie, XVIII 29.
— -malleus, goedaardige huidworrn, XXVIII 446.
—polyp, XXV 270.
— triorchidisnius, XXV 32.
Ptomaïnen, XV 107; XXVII 293.
Ptyalismus, IX 47; XIX 176; XXIII 403; XXXII 63.
Pulpe, III 145; IV 62, 237.
Punctie. Zie Darm.
Puntenstelsel, XXVIII 231.
Pupil, XXIV 328.
Purgantia, XXV 370.
Purpura. Zie Morbus maculosus.
Pyaemie, XXII 144; XXVI 27.
-ocr page 46-Pyelonephritis, XXI 260.
Fyocyaneua-bacillose, XXVI 832.
Pyoktanine, XIX 151; XX 241, 242, 247; XXII 47.
Pyrocatechine, XXXIII 564.
Pyrogallol, XXIX 405.
Pyrosoma bigeminum. Zie Texaskoorts.
Raapkoek-vergiftiging, VII 3; XXVI 174.
Rabies. Zie Hondsdolheid.
Rachitis, XX 72; XXI 111.
Ranula bij het rund, XX 129.
Rassen, VIII 69, 75.
Rationeele voeding van het vee, XIX 86.
Ratten. Cultures ter bestrijding van, XXXVI 823.
Reactie sesam- en katoenolie in boter, XXX 500.
Recept-formules, XII 102; XIX 227.
— in ontbinding verkeerende lijken ter obductie geschikt te maken,
XVI 213.
Rechtsprincipe in de gerechtelijke veeartsenijkunde, XXII 269.
Rectum, Doorboring van het, VI 242.
— opblazen, IX 271.
— Pseudo-poliep in het, XXV 270.
— wond. Zie Wond.
Rede bij de promotie van M. H. J. P. Thomassen, XXXII 464, 490.
Redwater. Zie Zuid-Afrika.
Reform gestelde paarden in Frankrijk, XXXII 474.
Refractiebepaling, XXI 236; XXVII 268.
Reglement op den vleeschhandel in België, XVIII 245.
Reis- en verblijfkosten, XXIV 354.
Remonte-depöt te Milligen en verpleging der jonge paarden aldaar,
XX 284; XXXV 537, 651; XXXVI 309.
—commissie naar het eiland Soemba, XXXI 454.
Remonten in Pruisen, XXXII 218.
Ren fissus, XXV 257.
Reorganisatie van den veeartsenijkundigen dienstin België, XVIII 238.
Repositie. Zie Uterus.
Resectie van het klauwbeen, XVIII 116.
— van een rib, XXI 299; XXXIV 307.
— van het ary-kraakbeen, XXII 406.
— — Zie Darm.
Resorcine, XX 182.
Resultaten der wet van 1870, VII 141.
Retina. X 41; XII 16; XXVIII 43, 118; XXX 215; XXXV 527.
-ocr page 47-Retractie van liet flexie-apparaat, XXV 24.
Bhelie. Zie Hoefbevangenheid.
Rheumatisme, bevangenheid, Rehe, Rehkrankheit, IV 99 ; VIII 71 ;
IX 97; XII 8, 118, 141; XIII 191, 304: XIX 175; XXI 114;
XXV 343; XXIX 405.
Rhizoma veratri albi, XXVIII 305.
Rhododendron-vergiftiging, IV 61.
Ringelen. Zie Vulva.
Röntgen-stralen, XXVI 454; XXXII 216.
Rooiwater. Zie Zuid-Afrika.
Rotkreupel, XI 274; XII 74, 76, 79, 115, 266; XV 197; XVI 215;
XVII 103.
Rubidium-ammonium bromatum, XIX 229.
Ruggemerg-niercongestie. Haemoglobinurie, X 1 ; XIII 255.
Ruggemergsljjden, XXV 129.
Rumex-vergiftiging, XIII 197.
Runderpest, I 32, 209; II 193, 226, 250; III 38, 41, 48, 117, 123,
124, 125, 128, 134; IV 60, 65, 147, 180; V 72; X 172; XII
155; XXIII 323; XXIV 438; XXV 118; XXVII 445.
- in Nederl.-Indië, X 249, 286; XI 141, 278; XXIII 295; XXXIV 714.
Ruptuur. Zie Verscheuring.
Rijksserum, XXXII 279.
Rijkslandbouwschool (Reorganisatie), XXXII 20.
Saccharomyces farciminosus, XXIII 330.
-cellen, XXXIV 62.
Saccharomycose, XXXVI 714.
Salicyl-praeparaten. Salicylas natricus, XI 85, 86; XII 8.
---caffeine, XXIX 474.
—azijnzuur, XXXIII 443.
-zuur, VI 129; VII 129; XI 87; XII 8, 118, 141.
—zure cresylaether. Zie Cresalol.
Santonine, XXI 190.
Sapotoxine, XX 225; XXXI 537.
Saprol, XX 183.
Sarcoom, Alveolair, XXX 423.
—primair, XXIX 97.
Sarcomateuse infiltratie van een nier, XVI 71.
Sarcomatose, XI 83; XV 238; XXVI 234; XXXI 515.
Sarcosporidiön, XXIX 264.
Scalma, XXIX 367.
Schadelijke insecten, VII 40.
Schaduwproef van Cuignet, XXVI 1.
-ocr page 48-Schedelwond. Zie Wond.
Scheedewond. Zie Wond.
Scheren, XXVII 455.
Scherpbeslag. Zie Winterbeslag.
Schietmasker, XXX 206, 224.
Schimmel-vergiftiging, IV 3; V 12; VI 4; VII 9; XVII 166; XXI
210, 325; XXVII 229; XXXIV 730.
Schistosomie, XV 172; XXIII 317; XXVII 173.
Schizomyceten, VII 199.
Schotwond. Zie Wond.
Schurft, III 145; VII 41; VIII 232; XXI 228; XXIII 15, 275;
XXXIV 386; XXXVI 715.
Schweinsberger ziekte bij het paard, XX 178.
Schijndood. Zie Verlossing.
Sclerostomum armatum, XXIX 174.
Scopolaminum hydrochloricum, XX 340.
Scorbut, XXVI 300.
Scrotum, Wegnemen van het, XXXVI 234.
Sedativum, XXXI 276.
Septicaemie, XV 33; XXVIII 211.
— epizootiea, XXXV 495, 568; XXXVI 713.
— haemorrhagica, XXI 260; XXIII 127; XXVI 330; XXIX 263, 356.
— puerperalis, XXIII 398; XXVII 456; XXX 81; XXXIII 448, 712.
Septico-pyaemie, XXVI 452.
Septische ziekten, XXXI 273.
— intoxicatie, XXVII 257.
Serophthisis perniciosa endemica. Zie Zuid-Afrika.
Serum diagnose, XXIV 290; XXX 537.
— Steriel, XXIX 123.
— therapie, XXIV 288; XXV 28; XXVIII 121.
—wet in Italië, XXXII 191.
Sesambeenderen, Verscheuring der, X 45.
— en katoenolie-reactie in boter, XXX 500.
Simonia. Zie Acarus folliculorum.
Skelet en opvoeding van het paard. Zie Prijsvraag.
Skiaskopie, XXV 18.
Slachtdieren, Levend gewicht van, VIII 1J3.
—huis, Koeta-Kadja, XXXII 257.
—huizen, Openbare, Wijziging der hinderwet, XXVIlt 315, 376.
— Wijziging van de Hinderwet. Discussie in de Kamer der Staten-
Generaal, XXVIII 465.
— Zie Prijsvraag.
— Zie Abattoirs.
-ocr page 49-Slachthuizen. Koelinrichting aan, XXXVI 153.
—methoden, IX 230.
Slangen. Adders, XXXI 446.
— Adderbeet, XXII 127.
—beet, XIII 109.
—gif, XXII 267.
Slikken, II 107.
Smeerbrand. Zie Tilletia.
Smetstoffen, XIII 306.
Smetstofdragers, XXXVI 59, 521.
Smokkelen van vee, XI 116.
Snotvuur. Kopfkrankheit. Kopziekte. Boosaardige kopziekte, I 74;
XXVIII 216; XXXV 313.
Societas medicorum. Zie Unitas medicorum.
Solaninevergiftiging, X 281; XX 248.
Solutol, XIX 285.
Solveol, XIX 285.
Somnal, XIX 228. ♦
Spat, VIII 48; XII 238; XIV 110; XX 131, 187; XXVI 354, 433;
XXVII 258; XXXVI 523.
Speekselklieren, gangen, enz. VI 257; IX 67; XI 258.; XIII 42,
. 308; XIX 176; XXX 163; XXXII 63.
Spek, Amerikaansch, XVIII 122; XIX 88, 166, 266.
— Amerikaansch en Hollandsch, XIX 265.
— (gepigmenteerd) XVIII 228; XXII, 144, 409.
Spenenstekers, XXX 175.
Spermine, XIX 235; XX 305.
Spieren, atrophie, XXI 43.
— rheumatisme, XI 87.
— Scirrheuse ontaarding, IV 31.
Spirillose, XXXV 338.
Spiritus saponatus kalinus, XXX 376.
Splijtzwammen, XV 25.
Spoedeischende gevallen, XXI 41; XXII 52.
Spoelingmok; spoelinguitslag; beenscburft; enz., VIII 43; X 150.
Spoorwegziekte bij dieren, XXI 117.
Spronggewricht, II 17.
Staande opereeren van paarden, Toestel tot het, XXX 31.
Staart-eczeem, XXIII 330.
—jeukte, XIV 75.
— verkromming, XXIII 318.
— Wolf in de. Zie Wolf.
Stalkramp. Zie Strookramp.
Stalmiasma, IV 8; V 12; VI 4; VII 9.
Stamboek, Nederlandsch Rundvee-, V 251; VIII 103.
Staphylococcen, XX 168; XXX 594.
Steatoma, IV 143.
Steenbrand. Zie Tilletia.
Steltvoet, XXVI 341.
Stenographisch verslag der algemeene vergadering, XXXI 289.
Stenosis oesophagi, XIV 290.
Sterilisatie vleesch van tuberculeuse dieren, XXIX 416.
— en vernietiging van vleesch, XXVII 417.
Steriliseeren van melk, XXII 377; XXVII 439.
Stikkingsbezwaren, XII 275.
Stille-kolder, XII 39; XIII 220; XV 90, 267; XXII 406.
Stinkbrand. Zie Tilletia.
Stoeterijen, XIV 308; XXIV 439; XXV 117.
Stomatitis pustulosa contagiosa hij paarden, XI 91; XIV 161; XXX
495; XXXVI 311.
.— aphthosa, XIX 170.
— tuberculosa, XXVIII 351.
Stoppelziekte. Zie Zuid-Afrika.
Stovaine, XXXIII 315.
Straalkanker. Zie Hoefkanker.
—schimmel. Zie Actinomycose.
Strabismus, XIII 190.
Streptococcen-mastitis. Zie Mastitis.
Streptococcus peritonitidis equi, XXII 143 ; XXVI 293, 295, 297. 298.
Streptomycosis, XXVI 327.
Strictura urethrae, XIII 188.
Strongyloides bovis, XXXV 276.
Strongylus tetracanthus, XXV 133.
Stroohoed voor paarden, XXV 32.
Stroo- of stalkramp, XXX 474.
Strophantine, XXXI 538; XXXII 114.
Strophocephalus, V 82.
Struma. Zie Glandula-thyreoidea.
Strychnine, IX 228; XII 49; XIV 287.
Strijken bij paarden, XX 70; XXXIV 691.
Stuwingshyperaemie, XXXIII 748.
Subcutane injectie, II 77; III 125; IV 45, 62, 237; V 185: XII 49;
XV 275; XVI 178; XX 233.
Sublimaat, XXV 296.
Sulfas natricus, X 50.
Sulfocyanaten, XXIII, 328.
Sulfonal, XXIII 332.
Superfaecundatie, XXXII 115, 116.
Superfoetatie, XXVI 392.
Surra, XXXV 28, 191, 277, 378; XXXVI 714.
Sympathicectomie, XXX 319.
Syndactylus, XXII 59.
Syngamus laryngeus, XXXIV 754.
Tabak-vergiftiging, IV 141.
Tabes dorsalis, XVII 193.
Taeniasis, XXIX 124.
Taenia alba, XI 84.
— echinococcus, XII 175; XIII 66; XXVIII 118.
— expansa, XII 174.
— marginata, XII 175.
— mediocanellata, VIII 135; XVI 103.
Tandcyste. Zie Cyste.
Tanden en kiezen, Abnormale, XVII 144; XX 189; XXI 182; XXIII
126; XXVII 275; XXXI 251, 471, 514; XXXVI 786.
Tandfistel. Zie Fistel.
Tand wisseling en ouderdomsbepaling, VIII 70; XX 304; XXXV 439.
Tannalbine, XXVII 457.
Tannine, VIII 174.
Tarief voor entingen, XXXII 238, 269, 600; XXXIII 109.
Tartarus emeticus, XX 176; XXI 115.
— chinolini, XVIII 231.
Taxus baccata, III 95; XII 188, 234; XX 166; XXXIV 728.
Teer, XIII 40.
Temperatuur, XXI 253.
Temperatuurs-variatiën by hoogdrachtige dieren. Zie Graviditeit.
Temporaire ligatuur, VII 124.
Tendinitis chronica indurativa, XXXI 421; XXXIII 234.
Tenon\'sehe kapsel, XXII 264.
Tentjian. Zie Zuid-Afrika.
Tentoonstelling (Friesche Maatschappij van Landbouw), XXIX 373.
Testikel, Interne secretie van den, XXVII 437.
Tepel, XXIII 400; XXX 1, 175.
—gebreken, XXVII 275.
—operaties, XXX 1.
—uitslag, XXII 50.
Tetanus, enz., II 7; IV 45, 138; V 135; X 231; XI 97, 194;
XVIII 232; XXII 18, 186; XXIII 129, 275, 335; XXIV 149;
XXV 27, 28,343; XXVIII121; XXIX 175; XXX429; XXXIV 552.
Tetrahydronaphthylamine, XIX 234.
Texaskoorts, piroplasmose en pyrosoma bigeminum, XX 338 ; XXII
207, 315, 326; XXIII 229; XXIV 145; XXVI 177; XXVII 442;
XXVIII 450; XXIX 403, 531; XXX 259. 430; XXXI 64, 256;
XXXII 145; XXXIV 60; XXXV 277; XXXVI 714.
Theebladen-vergiftiging, XII 55.
Thermocautère, IX 176.
Thermometrie, IV 54, 129, 134; VI 81; XI 250; XXI 253.
Thioform, XXI 344.
Thioresorcine, XIX 159.
Thrombus, XIV 76.
Thymol, X 46; XII 49.
Thyreodectomie ; Thyreopriven, XXXII 207, 218.
Tilletia caries, XXI 187.
Tolypyrine, Tolysal, XX 340.
Tongblaar. Zie Mond- en klauwzeer.
Tonogen suprarenale, XXXIII 444.
Torsio uteri. Zie Uterus.
— ventriculi, XXXVI 1, 524, 531.
Torticollis, XIX 134; XXXVI 682.
Trachea-difformiteit, XXX 420.
Tracheaal-injectie, XIII 46, 203, 225; XIV 161, 163.
Tracheotomie, II 20; III 53; X 230; XV 70.
Transplantatie (embryonale), XXXIV 450.
Trichina spiralis, VII 40; XII 106, 189; XIII 44; XIX 225, 248, 312;
XXII 256; XXIV 147.
Trichosis bulbi, XIV 294.
Trigemine, XXXI 276.
Triorchidie, XIII 40.
Triorchidismus, Pseudo, XXV 32.
Trismus. Zie Tetanus.
Tristeza. La, Zie Texaskoorts.
Tropococaine, XX 182.
Trypanosomiasen, XXXV 153, 191.
Trypsine en Trypsine-zymogeen, XXXI 539.
Tuberculine. Zie Tuberculose.
Tuberculineeren door niet-deskundigen, XXIX 229, 269.
Tuberculose, parelziekte; pokziekte bij het rund; in het algemeen en
tuberculine: II 73; III 107, 112; IV 55, 56, 89; V 184, 246;
VI 106; VII 93; VIII 200; IX 167; X 138; XI 81; XII 243,
254, 284; XIII 307, 308; XIV 77, 160; XV 66, 70, 286;
XVI 19, 37; XVIII 73, 93, 126, 194,~206; XIX 55, 104, 166,
274, 275, 301, 320; XX 2, 129, 132, 213, 228, 230, 236, 248;
XXI 10, 18, 72, 167; XXII 46, 197, 200, 254, 256, 276, 354, 409;
XXIII 131, 132, 291, 324; XXIV 132, 214, 291, 292, 295, 3S3;
XXV 131, 365, 415, 416; XXVI 90, 181, 232; XXVII 5, 174,
439, 440, 456; XXVIII 156, 305, 350, 351, 375, 395, 414, 519,
547; XXIX 25, 68, 178, 182, 197, 257, 369, 370, 416; XXX 118, \'
178, 195. 218, 263, 265, 266, 497, 591, 592; XXXI 382, 443,
503, 583; XXXII 217, 268, 307, 328, 397, 455, 520, 549, 572,
574; XXXIII 271; XXXIV 371, 434, 580; XXXV 252, 278, 377;
XXXVI 237, 616, 618, 714.
Tuberculose bij foetus en congenitaal (rund), XXIII 54, 55, 194—197 ;
XXIV 291; XXVII 392;~^XVIII 157, 265, 351 ; XXIX 27, 260, 269;
XXXV 212.
— bij het kalf, XIX 301; XX 1; XXIII 197.
— bij de geit, XVIII 21; XXXVI 359.
— bij den hond, XV 241; XXVIII 519.
— bij het paard, XXVII 162, 395; XXVIII 97, 269, 484, 529; XXXII
302; XXXIII 238; XXXIV 437; XXXVI 229.
— bij varkens, XIII 107; XX 1; XXVI 232.
— bij vogels, XIV 160; XIX 318; XXIII 325; XXVII 54; XXXIII167.
— bij andere dieren, XI 82; XX 236; XXVII 456, 549; XXVIII 267;
XXIX 523.
— van dier op mensch, XXXVI 510.
— Verband tusschen zoogdier en vogeltuberculose, XXXV 377.
— Bestrijding der, XX 132, 228; XXIII 22, 130; XXIV 67, 242, 355,
400; XXV 121, 376; XXVI 181; XXVII 5; XXVIII 124, 162,
218, 213, 397, 409, 481 (aparte pagineering), 482, 570; XXIX
211, 267, 376; XXX 263, 265, 275; XXXI 50.3; XXXII 45, 97,
203, 253, 313; XXXIII 49, 81, 151, 227, 230, 234, 236, 253,
308, 340, 351, 464, 477, 496, 535, 549; XXXIV 320, 387, 755;
XXXV 27, 269, 333, 338, 443, 588; XXXVI 99, 429, 614, 643,
703, 813, 827.
Tuchtmiddelen, XXXIII 130.
Tumor. Zie Gezwellen.
— hersenen, XIX 177.
Turfstrooisel, XV 213, 279; XX 70.
Tympanitis, XI 248; XX 129.
Typhlitis, XXVII 454.
Typhoid, XI 114.
Typhus. Barm, II 69; IV 85; XI 237.
— Zie Hersenen.
— Typheuse koorts, XXIV 290.
— Lenden, II 69, 134; V 12, 199; XII 11; XX 66.
-ocr page 54-Ueberwurf, IV 29.
Uieraandoening, II 180; XIX 170.
—absces, XXXI 427.
—cyste, XXIX 363.
—necrose, XXXI 428.
— onkant of onklaar, II 74, 77; III 112.
—verharding, XXXI 430.
—ziekten bij het rund, XXXI 331, 369, 425.
--prophylaxis, XXXI 430.
Uithoudingsvermogen bij het paard, XXXIV 555.
Uitslag-Spoeling. Zie Spoelingmok.
Uitvoer van gezond rundvee. Koninklijk besluit van 12 September 1908,
no. 41, XXXVI 56, 976.
Uitzakken. Zie Darm.
Unguentum. Zie Zalven.
— Credé, XXVI 400.
— elemi, XXXI 403.
— mercuriale, XII 240.
Uniforme tarieven voor sommige diensten, XXVI 49.
Unitas medicorum en societas medicorum, XXXIV 758, 760;
XXXVI 611.
Universaal-instrument van Rueff, IV 43.
Universiteit en Veeartsenijschool, XXIX 510.
Urachus patens, XX 185; XXV 109.
Uraemie, XXVII 262.
Urethrotomie, XVI 202.
Urine. Aceton in,. XXXIV 689.
— Eiwit in, XXVII 176; XXX 170.
— Kaliumzouten in, XXXII 325.
—onderzoek, XXV 271; XXXI 582.
— paarden. Zie Prijsvraag.
— Samenstelling van, XII 23; XIV 225.
— Suikerbepaling in, XIV 225.
— Verzamelen van, VIII 111.
Urocystitis, Bacteriurie, XXIII 355.
Urolythiasis, XXI 84.
Urticaria bij rundvee, XXVI 385.
— bij het varken (Backsteinblattern), XXVII 305.
Uterus-Amputatie, IV 101, 106; V 69; XXII 53; XXVIII 298.
— Afscheuren of verscheuren van den, V 152; VII 142; XIX 207, 248;
XXII 248; XXXI 63; XXXII 144, 361.
— Antiversio et inflexio, XXV 290.
—beleediging, XIII 103.
Uterusbloeding, XXII, 249.
Uterus, Bouw van den, XL 235.
— met cervix duplex, XXXI 269.
— Contractie en werking van de buikpers, XXXI 501.
— Cysten in den wand, XXXVI 498.
— Endometritis, XXIX 291, 455; XXX 252.
— Hernia, XXVII 171; XXIX 546.
— Hydrometra, XXIX 389.
— Hysterotomie, XXVII 170; XXIX 546; XXX 520.
— Hysterocele, XXXI 473.
— Irrigatie, XXVII 168.
— Lithotherion, XXVI 161.
— Metritis, XXII 271; XXIX 25.
— Omdraaiing; Torsio; IV 33; VH 142; IX 71, 189; X 133;
XVII 165; XXIII 49; XXVI 450; XXVII 169, 172, 173;
XXVIII 439.
— Osteum (verscheuring), V 153; XVII 10; XIX 303; XXVIII 433.
— Parametritis, XX 342; XXVIII 433.
— Perforatie, VI 239.
— Prolapsus, XVI 3; XXX 439; XXXV 217.
--et inversio, XXII, 245.
— Repositie, V 18, 71; XVIII 60; XXXV 217.
— Sectio caesarea, XVI 208; XX 232; XXI 106, 120; XXII 55; XXIII
8, 403; XXX 20, 99.
— Urine in, XXIII 312.
— Vergroeien met vrucht, XXIV 64.
— Verwonding. Zie Wond.
— Vetgezwel in, XVIII 291.
— Zwakte van den, XVII 166.
Uveitis malleotica, XXXII 552.
Vaatverandering bjj en na gebruik der EsiiARCH\'sche lis, XXVII 41.
Vacante plaatsen, I 53; II 254; IV 266; XXIX 337, 386, 528, 582;
XXX 47, 98, 145, 192, 241, 289, 406, 511, 602 ; XXXI 235, 559,
599; XXXII 493, 607; XXXIII 784.
Vacantie-cursus, XXX 604; XXXIII 702, 734.
Vaccinatie. Zie Pokken.
Vagina hernia, XXXI 465.
— perforatie. Zie Wond.
— prolapsus, XIII 294; XX 71; XXIII 122; XXXII 312; XXXIII 708.
Vaginitis granulans infectiosa bovis, XXXII 159, 302, 499; XXXIV
89, 439; XXXV 622.
Varent. Zie Fistel.
Variola en Vaccine, XX 169; XXI 14; XXII 50.
Varkens-cholera, XI 118. _..
Varkens. Eenhoevige, XIX 163.
— Gerstemeel als ziekteoorzaak, XXIII 45.
-pest, XXIX 147; XXX 63; XXXV 123, 375.
—vleesch (Amerikaansch), XIX 166.
— Ziekten in het algemeen, XXXIII 377.
—ziekte, VII 41; IX 278; X 280; XV 280; XVI 150; XVII 1-75,
176, 227, 244; XVIII 1, 54; XIX 69; XX 225, 227; XXI 254.
Vasa deferentia, XI 80.
Vaseline, VIII 174; XI 115; XXVIII 284.
Vasthouden of vastleggen van paarden. Zie Prijsvraag Brusselsche
tentoonstelling.
Veehouding in Suriname, XXIV 273.
Vee. Korthoorn, V 107.
— Nederlandsch of Holsteinsch? V 38.
— Nummeren van, V 175.
— Ongehoornd, V 112, 210.
— Verzekering van, XIX 89; XX 71, 133; XXVII 393.
—voeding (Congres), XXXII 422.
Veearts en arts, XVI 64; XXXII 268.
— Aantal in Europa, XXIV 154.
— Afgeven persoonlijke adviezen aan vereenigingen en, XX 347.
— Afgeven attesten door, XXXIV 282.
— Abattoir, XXI 312.
— Voor Amerika gevraagd, XXXIV 450.
— Amtelijke, XXI 313.
— Begeerlijke positie, XXXIV 70.
— Correspondeerend lid van den geneeskundigen raad, III 278.
— Een vraag, XVI 64.
— Geneeskundige Eaad, I 41, 135.
— Gouvernements. Zie Gouvernement.
— Grens, XIII 53, 54, 323; XXI 312; XXVI 191; XXXIV 676.
— In keuringscommissie, XXXIII 773; XXXV 82; XXXVI 795.
— Politie, XXI 312; XXXIII 754.
— Promoveeren: XXVIII 161, 214; XXX 86, 175, 321, 570; XXXII
566; XXXIII 399, 475, 780; XXXIV 583; XXXV 107, 631, 694;
XXXVI 428, 459, 528, 755, 810.
— Provinciaal, I 53, 133; II 251; III 232; IV 257; XXVIII 161.
— Rector Universiteit te Bern, XXX 586.
— Stoeterij, XXI 312, 314.
— Uitoefening van het beroep buiten noodzaak, XXXVI 933.
— Veeconsulent, XXXIII 69; XXXV 246, 677.
-ocr page 57-Veearts. Verbetering van den toestand. Antwoord op het rekest
aan de Hooge Regeering, dato 25 Augustus 1860, I 37.
— — Brief van L. L. Anten, dato 26 Aug. 1863, om aan te dringen
op een wet ter uitoefening der veeartsenijkunde, I 183. Discussie
op de 2de algemeene vergadering over den wet op de uitoefening
der veeartsenijkunde. Het uitreiken van patenten, II 66, 74.
— — Adres in zake „Wet op de uitoefening der veeartsenijkunde en op
de veeartsenijkundige politie". (Dit adres is mei ingediend.) III, 123.
— — Aanneming der veeartsenijkundige wetten, V 191, 194.
— — Gemeente-toelagen aan veeartsen, XII 255.
— — Vrijstelling van het examen voor de natuurkundige wetenschappen
voor veeartsen, XIV 257.
— — Circulaire der afd. Noord-Holland, in zake tarief voor entingen
tegen vlekziekte, XXXII 601.
— Vervolgcursussen voor, XXXIV 632.
— Vrouwelijke, XXV 117.
— Vrijspraak na aanklacht wegens achteloosheid den dood te hebben
veroorzaakt, XXVIII 123.
— Zuivelconsulont, XXXVI 328.
Veeartsenijkunde, Gerechtelijke, I 153, 169, 175; II 33, 77, 173,
180; III 100, 107; XV 267; XXII 269; XXXVI 933.
— Geschiedenis der, I 223; II 41; IV 57; XIV 1, 39, 91, 191; XV
1, 124; XVI 161; XXXVI 243.
— Onbevoegd uitoefenen der, XXI 364; XXXV 190.
Veeartsenijkundige Bladen voor Ned.-Indië, XIX 95; XXVI 317.
— Congressen of Vergaderingen waar veeartsenij- of veeteeltkundige
onderwerpen worden behandeld.
I. Internationaal veeartsenijkundig congres te Hamburg, I 206.
II. „ „ „ Weenen, II118,119.
V. „ Parijs, XV 260; XVI
8, 37; XVII 75; XIX 55.
VI. Internationaal Veeartsenijkundig congres te Bern, XXI 217;
XXII 292; XXIII 68, 132, 277.
VII. Internationaal veeartsenijkundig congres te Baden-Baden,
XXV 436; XXVI 202, 337; XXVII 182.
VIII. Internationaal veeartsenijkundig congres te Budapest, XXIX
513; XXXI 190; XXXII 95, 205, 246, 389, 447, 449, 576;
XXXIII 31, 36, 49, 78, 353, 459, 510, 596, 642.
IX. Internationaal veeartsenijkundig congres te \'s-Gravenhage,
XXXIII 722; XXXIV 359; XXXV 227, 402, 455, 458, 524,
579, 581, 644, 701, 776; XXXVI 54, 120, 218, 223, 305,
419, 427, 489, 529, 582, 640, 701, 759, 761bis, 840, 843,
857, 985.
Hygiënisch congres te Budapest, Yeeartsenijkundige sectie, XXI 333.
Madrid „ „ XXV 245.
I. Congres ter bestudeering der tuberculose te Parijs, XVI 37.
II- » n » 71 » » » XIX 55.
IV. Idem idem XXV 397; XXVI 90.
Idem idem te Londen 1901, XXVIII 479, 547.
Idem idem te Parijs 1905, XXXIII 81.
Congrès vétérinaire français de 1900, XXVII 289.
Congres te Luik op de voeding van vee betrekking hebbend, XXXII 422.
Internationaal zuivelcon£res te \'s-Gravenhage, XXXIII 584; XXXIV
589, 681; XXXV 173.
Idem idem te Budapest, XXXV 622.
Internationaal congres voor afkoelings-industrieën, XXXV 733;
XXXVI 153.
Genootschap tot bevordering der melkkunde, XXXVI 223.
Veeartsenijkundig gebied. Langs de grenzen van het, XXXV 65.
— hospitaal, XXI 274.
— hygiënische vereeniging, XXX 458.
— onderwijs. Reorganisatie, XXVIII 276; XXX 279.
— politie, I 43, 44; V 118; XXXVI 195.
— praktijk. Inperking van, XXXVI 21.
— staatstoezicht in Pruissen, XXX 26.
— weekblad, XXVI 99; XXVIII 359; XXXV 356.
— tijdschriften, XIX 326 ; XXI 325.
— vereeniging tot bevordering der kennis omtrent de keuring van
voedingsmiddelen van dierlijken oorsprong, later: „Veterinair hygiëni-
sche Vereeniging" genaamd, XXI 70; XXII 352, 408; XXIII 163,
290; XXVII 351; XXVIII 377; XXX 305, 452, 458, 505: XXXI
511; XXXII 302, 372.
— weekblad, XXVI 99; XXVIII 359; XXXV 356.
Veeartsenijschool. Zie Universiteit.
Veefokkerij. Ondersteuning van rijkswege, XXXIV 103.
Veehouding, XXIV 273.
Veeopzichters, XXXV 333, 338.
Veepest. Zie Runderpest.
Veeteelt, 1 200; II 187; V 38, 107, 112, 175, 204, 210, 216; XX
237; XXI 204; XXXIII 641; XXXIV 103.
—consulent, XXXVI 110, 113, 460, 464.
—leeraar (Examen voor), XXXVI 565, 723.
— op Java, XXXIII 641.
— Leidraad voor paarden- en rundveeteelt. Zie Prijsvraag.
Veeverloskundigen. Niet veeartsen, XVI 16; XXIV 601, 708; XXXV
399, 485, 679, 684, 723; XXXVI 259.
-ocr page 59-Veevervoer, enz., IV 52; XVIII 236; XIX 93, 250; XXXIII 785;
XXXV 279; XXXVI 198.
Veeverzekering, XXIII 164; XXXVI 567, 569, 726.
Veeziekte in Banjoewangi, XXXV 495, 496, 568, 621.
— in Indië, XXV 118.
Veeziekten. Welke moeten, behalve enkele opgenoemde, aanleiding
geven tot uitsluiting van de openbare consumtie? Zie Prijsvraag.
Veneuse stuwing en ontsteking in den strijd tegen bacteriën, XXIV 419.
Ventilatie, V 21.
— Zie Prijsvraag Brusselsche tentoonstelling.
Verandering in de vaatwanden na verwijdering van de EsMAiccH\'sche
lis, XXVII 41.
Veratrum, Veratrine, enz., IV 51; V 185; XI 259; XIX 90; XXVIII 305.
Verband in het algemeen, XXV 207.
— Gips, VIII 236; XX 55.
—ijzer, XIII 27.
Verbeening vaatwand, XXXIII 302.
Verbetering, XVII 275; XVIII 151; XXIII 225; XXVI 487, XXVII
360, 384; XXVIII 213, 384 ; XXIX 530; XXX 505; XXXI 319;
XXXIII 736, 745; XXXIV 298, 362, 544, 792; XXXVI 490.
Verbloeding, I 84.
Verduurzaamd paardenvoedsel; paardenkoeken; haverconserf; bloed-
conserf, enz., XI 38; XIX 165.
Vereeniging tot bevordering van veeartsenijkunde in Nederlandsch-
Indië, XIII 235.
— — der kennis van voedingsmiddelen van dierlijken oorsprong. Zie
Veeartsenijkunde.
— van Friesche veeartsen, XXXVI 243.
— van directeuren van gemeentelijke slachthuizen in Nederland, XXXIV
792; XXXVI 224, 528.
— van keurmeesters-veeartsen, XX 318; XXI 210.
—• van Nederlandsche paardenartsen, XXXV 104.
— van den nervus recurrens met den nervus vagus, XXIV 296.
Vergelijkende ziektekunde, VII 30, 36, 38.
Vergiftiging, I 70; III 95; IV 3, 25, 43, 61, 141; V 12, 138; VI 4;
VII 3, 9; VIII 67; IX 46; X 281; XII 37, 55, 188, 234, 240,
249; XIII 85, 197, 224; XV 63, 90, 176; XVI 5; XVII166 200;
XVIII 88, 288; XIX 136, 149, 150, 270, 316, 317; XX 103, 166,
248, 265; XXI 187, 210, 260, 325; XXII 49; XXIV 150, 187;
XXV 30, 113; XXVI 174, 182, 350; XXVII 229, 257, 314, 372;
XXVIII 352; XXIX 105, 298; XXX 533, 499; XXXI 153, 187,
213, 445, 536, 537, 561, 574; XXXII 324, 376 ; XXXIV 727—730;
XXXVI 230, 439.
-ocr page 60-Verheffing van het wetenschappelijk en maatschappelijk peil van den
veearts, XV 246.
Verlamming. Zie Paralyse.
Verloskunde. Praktische, I 150; XX 280, 319; XXVI 344; XXXIII
75; XXXV 356.
Verloskundige instrumenten. Afwinder, IV 43.
— Extractor volgens Pflanz, XXXII 359.
— Scheedehouder van Blume, XXXII 312.
— Sikkelvormige ijzeren ring, XXXI 508.
— Tang, XIII 227; XVII 3.
— Zaag, II 27; IV 42; V 19; XXIX 255; XXX 167; XXXVI 682.
Verlossing. In het algemeen, XX 319; XXVI 344; XXVIII 295;
XXXIII 75.
— Antiseptische behandeling bij, XVIII 98.
— „Hundesitzlage", XXI 281; XXVII 387.
— Moeilijke, IV 35, 36, 44; XIX 303; XXIV 64; XXVIII 433.
— Schijndood bij, XXI 121.
— Stuitgeboorte, XXXVI 682.
— bij het varken, XXVIII 295.
— Weeën, XVIII 59; XXI 19.
Verpleging van pasgeboren kalveren in de eerste dagen. Zie Prijsvraag.
Verscheuring; ruptuur, II 3, 154; III 57; IV 19, 129, 140; X 45;
XV 274; XVII 36; XXII 359; XXIII 26; XXVII 34; XXX
347, 496; XXXIII 302, 329, 435; XXXIV 319, 593; XXXV 59.
Vertering, Waarom worden ingewandswormen niet verteerd ? XXX 591.
Vervalschingen. Zie Voeding.
Verven van witte haren. Zie Haar.
Vervoer van vee in Nederlandsch-Indië, XXXVI 198.
— van vleesch, ongeschikt voor consumtie. Zie Prijsvraag Brusselsche
tentoonstelling.
Vervolg-cursussen voor veeartsen, XXX 552; XXXII 137; XXXIII 85,
95, 96; XXXIV 20, 177, 632.
Verwantschapsteelt, XII 114.
Verwonding van den uterus. Zie Uterus.
— der vulva. Zie Vulva.
Verzorging van magere en slecht etende paarden, XXXVI 326.
Vesica urinaria. Zie Blaas.
Vesicantia bij pleuritis, XX 72.
Veterinaire afdeeling (technische) bij de cavalerie in Frankrijk, XXXIV 517.
— Almanak: 1887 XIV 318; 1888 XV 265; 1889 XVI 149; 1891
XVIII 145; 1892 XIX 258; 1893 XX 193; 1894 XXI 276;
1895 XXII- 240; 1896 XXIII 292; 1897 XXIV 258; 1898 XXV
235; 1899 XXVI 255; 1900 XXVI 280; 1901 XXVIII 417.
do
Veterinaire studenten-almanak: 1905 XXXII 288; 1906XX XIII 3S8;
1907 XXXIV 342; 1908 XXXV 446; 1909 XXXVI 365.
— dienst in Indië, XI 141.
— hygiënische vereeniging. Zie Vereeniging.
Veterinarian" „The, (Staken er van), XXX 321.
Veterinarius, XXXI 406.
Veulens. Misvorming van, XXX 224; XXXII 32.
Vierlingen bij een rund, XXVII 173.
Vildertf en cadaververnietiging, XVI119, XVIII 275; XXII 53; XXIII 50.
Vivisectie, XII 189, 266; XXXIV 481.
Vleesch met alcalische reactie, XXVII 262.
— Bedorven in den zin der vleeschkeuring, XXII 353.
— Bevroren, XX 188.
— Conserveeren met kooloxyde-gas, XXX 345.
— Conserven-fabrieken, XXXV 123.
— Geneeskrachtig, XXII 132.
— van gestorven dieren, XXII 258.
— Gewichtsverlies bij koken, XXX 590.
— handel. Zie Reglement,
— Houdbaarheid, vervoer, bewaren en conserveeren, XXXIV 731.
—• Invoer en uitvoer van, X 159, 173; XIV 158; XV 176; XIX 166;
XX 188.
— Lagere organismen in, XXIX 105.
— Lichten van, XXX 535.
— met naphthalinesm\'aak XXVII 430.
— Aantoonen van nuchter kalfsvleesch, XIII 55; XXII 314.
— Pekelen van, XXV 417.
— Schadelijkheid van, I 128, 129; X 227; XIII 61, 308.
— van tuberculeuse dieren, XXXII 397, 520, 572, 574.
— van vergiftigde dieren, XIX 3.
—vergiftiging, XV 176; XVIII 88, 288; XX 265; XXIV 187;
XXVI 350; XXVII 314, 372; XXVIII 352; XXIX 105; XXXI 153,
213, 561, 574.
--(Conserf), XXXI 445.
Vlekziekte, Beschuttende enting tegen, XXIII 19.
— Bestrijding der, XIX 302; XXVI184 ; XXIX 249, 339, 483; XXX 49;
XXXIV 65.
— Enting methode Lorentz, XXVI 184, 218, 237, 407; XXVIII 260.
— infectie bjj den mensch, genezen door vlekziekteserum, XXXV 26;
XXXVI 98, 828.
— Tarief enting tegen de, XXXII 601. *
Vliegen verwijderen van paarden op stal of op den weg. Zie Prijsvraag
Brusselsche tentoonstelling.
Vlieglarfziekte, Huidworm bij schapen, 1107; II 68; III 145; IV 54;
V 183; VII 42.
Voeding en voedsels, Kationeele voeding, XIX 86.
Voedingsmiddelscheikunde, Conferentie Nederlandsche Maatschappij
ter bevordering der pharmacie, XXXIV 681.
Voedsels. Vervalsching van, XI 143.
— Voederkennis, XXVIII 427.
— Voedingsleer, Een nieuwe, XXXIV 484.
— Voedsel in longen, IV 130.
Voertuig voor transport van zieke dieren. Zie Prijsvraag Brusselsche
tentoonstelling.
Vogelbescherming, XXIX 415.
Volksgezondheid. Zie Wetsontwerp.
Vreemde voorwerpen in den darm, XXV 416.
--ingeslikt, XIII 3; XVI 206; XVII 165, 167; XIX 169.
--in de maag, XXVII 454.
— — in de mondholte, VI 3.
--den slokdarm, XXII 370; XXIII 18; XXVII 453.
Vruchtbaarheid, VI 257; VII 142; IX 229; XXXI 538.
Vruchtvliezen, Hydrallantoïs, XXI 20; XXIII 314; XXVII 1.
— Oedeem der, XXI 21.
— Zie Placenta, Placentophagie en Placentotherapie.
— retentio, VII 137; VIII 232; XIII 100; XX 54, 66, 242: XXI 19;
XXII 375; XXIII 61; XXVI 202, 412; XXVII 202, 275 ; XXXV 566.
Vulva, Bloeding uit de, XX 303.
— Difformiteit der, XXX 343.
— Kingelen der, XVIII 119 ; XXIV 28.
— Verwonding, XX 247.
Waschmiddel van Thomas Bigo, XVIII 147.
— Dougall\'s, XXIII 16.
— Kummerfeld, XVIII 222.
Wasdom, VIII 69.
Warmte (lokale aanwending) XX 185.
— Bij huidaandoening. Zie Huid.
Waterinvoering in het darmkanaal, VI 203.
Waterkalf, XVI 154.
Waterstofsuperoxyde, XXXIII 445; XXXVI 29.
Watervrees. Zie Hondsdolheid.
Watten, Eten er van, XXXIV 449.
Weeën. Zie Verlossing.
Wetsontwerp tot regeling van het staatstoezicht op de volksgezond-
heid, XXVIII 373.
Wetsontwerp „tuberculose", XXIX 267.
Wild paard, XYII 215.
Winterbeslag, II 28, 186; VIII 63; XI 16; XIII 301; XIV 298;
XV 227; XVI 67, 152, 181; XVII 136; XVIII 261; XX 71;
XXI 164.
Witte doorloop. Zie Dysenteria alba.
Woekering valvulae mitrales, XXI 114; XXII 47.
Wolf in den staart, IV 239.
Wond in het algemeen, XXII 18; XXXI 403, 475; XXXIV 563;
XXXVI 321.
— Borst-, XXIV 98.
— Brand-, XXI 189.
— Buik- I 98; II 19; XXI 94; XXII 10; XXIII 16.
— Endeldarm-, V 149.
— Gehemelte-, XXIII 306.
— Gewrichts-, XXV 114.
— Hals-, II 158; X 216.
— Hoef-, XXIV 52.
—middel, X 46; XXVII 386.
— Ooglid, IV 140.
— Opzettelijk aangebracht, IV 27.
— Schedel, X 131.
— Scheede, VI 242; XXI £44; XXIII 276.
— Schot, XXIII 177.
— Uterus, VI 239; XXVII 173.
Woordenlijst, Nederlandsch-Fransch en Pransch-Nederlandsch over de
veeartsenijkunde. Zie Prijsvraag.
Wormflbroom, XXIX 266; XXXII 317.
-ziekte bij kalveren, XXXII 214.
Worstdarmen, XXVIII 155.
-fabrieken, XXXVI 123.
—vergiftiging. Zie Botulismus.
Wortelberoerte. Zie Zeeuwsche.
Wratten, III 124; XXX 320; XXXII 269; XXXVI 316.
Xanthium spinosum, VIII 67.
Yohimbinum hydrochloricum, XXXHI 526.
Zalf, pijnstillend, bloedstelpend en antiseptisch, XXXIII 316.
— verdeelende, XXII 20.
— tegen spat, borstbuil, enz., XX 131.
Zeeuwsche wortel- of peenberoerte, IV 227.
Zenuwen. Zie: Degeneratie.
Zenuwen. Verlamming. Zie Paralyse.
— Ziekten, Infectieuse, XXXII 329.
Ziekten en gebreken die eigen zijn aan het klimaat, I 127: II 73;
IV 44, 61.
Ziekteconstitutie, XIII 52.
Zincum sulfocarbolicum, IX 227.
Zool-caoutchouc, XIV 300.
— Downie en Harris, VIII 169.
— Kneuzing bij het rund, XV 163.
Zoönosen. Zie: Zuid-Afrika.
Zout-solutie-injectie, XV 43; XIX 223.
Zoutzuur-orexine, XIX 231.
Zuid-Afrika. Ak-paipak; Tentjian; Dschumur-Kurt, XXII 320.
— Beri-Beri; Neuritis multiplex endemica; Paraplegia mephitica; Hy-
drops asthmaticus; Serophthisis perniciosa endemica XXII 324.
— Blauwtong, XXI 195; XXII 251.
— Bradsot der schapen, XXII 321.
— Buffelziekte; Barboneziekte, XXII 323.
— Cadeiras-ziekte, XXII 318.
— Cornfodder; Cornstalkdisease; Stoppelziekte, XXII 318.
— Dikkoppaardenziekte, XXI 194.
— Dunpaardenziekte, XXI 191, 193.
— Milksickness, XXII 319.
— Paardenpest; Pestis africana equorum, XXII 318.
— Paardenziekten in het algemeen, XX 184; XXI 40, 191; XXVIII 266.
— Pest; Oostersche pest; Bubonenpest, XXII 324.
— Proteosis, Mal della ferula, XXII 320.
— Rooiwater, Redwater, XXII 252.
— Zoönosen, XXII 251.
Zuigbehandeling (koppen), XXXIII 751.
Zuigen. Onvermogen tot, XXI 35.
Zuivelfabrieken en verbreiding der besmettelijke veeziekten, XXV 191.
Zwaartepunt bij het paard, XII 18.
Zwarte dood (De), b{j dieren, XXIII 204.
Zwakte, Algemeene, XIX 304.
— uterus. Zie Uterus.
Zwammen. Vergiftiging door, XIX 234, 270, 317.
-ocr page 65-A. Personen en (le door hen behandelde onderwerpen. l)
A., Kreupelheid hij de lammeren, IX 272.
A. Z., Iets over de castratie van visschen, X 236.
Aalbers, B. J., Rekening en verantwoording der Maatschappij over
1873—1896 in de deelen Y—XXIV.
Akkerman, D., De houw op het oog, XIII 34.
— Anthrax of slangenbeet, — 109.
Alers, J. A.. Champignons in het scrotum van een ruiupaard, I 148.
— Verscheuring van het hart bij een paard, II 3.
— Etterzak in de borstholte, — 5.
— Waarneming omtrent de moerziekte bij het rund, — 8.
— Ontsteking van het spronggèwricht bij een paard, — 17.
— Vlieglarfziekte, typhus, — 68.
— Influenza bij paarden, VIII 148.
— Bijdrage tot de onderkenning der besmettelijke longziekte onder het
rundvee, — 193.
— Behandeling van een paard met vreemde concrementen in de urine-
blaas, — 203.
— Bijdrage tot de symptomatologie van de besmettelijke longziekte van
het rund, X 19.
— Uitvoer van versch vleesch uit Amerika naar Europa, — 159.
— Behandeling van peesscheede-gallen zonder beleediging der huid, XI112.
— Veroordeeling wegens smokkelen van vee, enz., — 116.
Altena, N. H. Mispelblom van, Intracapsulaire fractuur met band-
verscheuring van het eigenlijk kniegewricht (met afbeelding), XXIV 136.
— Het voorkomen van kalfziekte vdór den partus, XXV 408.
— Orer de werking van hydrochloras pilocarpini en over die van pilo-
carpine-eserine,— 414.
— Verslag van de voordracht van ür. J. Poels „Over varkensziekte in
Nederland", XXXIII 377.
!) Het —, dat geplaatst is voor het cijfer dat de bladzijde aangeeft, vervangt het
Romeinsche cijfer op het deel betrekking hebbende.
Amersfoordt, Vergiften tot het dooden van gekorven dieren, die op
schapen woekeren, VII 42.
— Het inenten der longziekte bij het vee, — 46.
Anker, H., Behandeling van chronische bronchitis met oleum terebinthi-
nae intratracheaal, XIII 208.
— Kalverkoorts, XIV 219.
— Behandeling van chronische schouderkreupelheid, XV 43.
— Septische perforatie-peritonitis, XXVII 236.
— Tepel-operaties, XXX 1.
— Verslag der enting tegen varkenspest (methode Dr. Poels) verricht
op de mesterij en fokkerij „Het Anker" te Oudewater, — 63.
— Het Koninklijk besluit van 2 September 1904, Staatsblad no. 219,
en de wijziging met ingang van 1 Juni 1909 daarin aangebracht,
XXXVI 703.
Anten, L. L., Costuumwetten. Waarborgtijd bij koop en verkoop van
vee, I 175.
— Over de keuring van vee en vleesch in Maastricht en omgeving, — 176.
— Brief, dato 26 Augustus 1863, om aan te dringen op een wet,
regelende de uitoefening der veeartsenijkunde, — 183.
Arloing, Dr. S., La tuberculine, XXXV 253.
Arntz, J. G. Th., Over fibrolysine, XXXVI 595.
Baerends, P., Rundvee-tuberculosewet, XXVIII 481.
Bakhoven, Dr. G. H. Leignes, Vleeschkeuring in Nederland. Een
volksbelang 1897, XXIV 457.
Bakker, Dr. D. L., Studiën über die Geschichte, den heutigen Zustand
und die Zukunft des Rindes und seiner Zucht in den Niederlanden
mit besonderer kritischer Berücksichtigung der Arbeitsweise des
Niederländischen RindviehstammbucheS. Inaugural-Dissertation 1909,
XXXVI 717.
Bakker, E., Staaltje van empirische kennis, XI 117.
Balen, R. A. Plemper van. Argentum colloidale (Ckedé), XXIX 1.
Ballangée, J. N., Een en ander over het gebruik van den oogspiegel
bij het paard, XXIV 12.
— Proeve tot verklaring van de beteekenis van de overdwarse spleet-
vormige pupil bij het paard (met afbeelding), — 328.
— De Skiaskopie bij het paard, XXV 18.
— Enkele beschouwingen in zake het keuren op erfelgke ooggebreken,
— 183.
— Iets over maanblindheid als koopvernietigend gebrek, XXVII 219.
Barendregt, A. A„ Een geval van leukaemie bij het paard, XXIV 278.
— Degeneratie-proces in den buikwand van een rund, XXV 328.
Basenau, Dr. F., Vleeschvergiftiging, haar oorzaak en haar bestrijding,
XXV 144.
-ocr page 67-Basenau, Dr. F., en Dr. Y. van der Sluis, Kan tuberculose der
dieren op den inensch overgaan? XXXVI 510.
Bauwens, J., Bijdrage tot de therapie der kalfziekte, XXI 6.
Beel T. A. L., Bijzonder geval van dyspbagie bij een rund, XIV 290.
— Trichosis bulbi bij een kalf, — 294.
— Abortus tengevolge van trauma, met complicaties, XVII 12.
— Bijdrage tot de kennis der werking van creoline, — 18.
— Bijdrage tot de diagnostiek der kreupelheden, — 22.
— Extra-uterine zwangerschap bij een varken (met afbeelding), — 147.
— Behandeling van miltvuur, — 149.
— Carbolvergiftiging bij het rund, — 200.
— Gasoprisping bij een paard, — 213.
— Torticollis bij een paard, XIX 134.
— Twee ziektegevallen bij runderen (muscarinevergiftiging ?), — 270.
— Een en ander over herpes tonsurans, XXI 100.
— Endeldarm-invaginatie met dislocatie bij een paard, — 168.
— Baarmoederfistel, XXIII 110.
— Periodieke kreupelheid bij het paard, — 113.
— Practische gids voor het samenstellen en de bediening der ijsmachine
systeem Pictet, XXVIII 430.
— Geëxamineerde castreerders, XXXII 478.
— Over beennieuwvormingen in sereuse vliezen (met afbeeldingen),
XXXIII 629.
— In memoriam
XXXIV 472.
L. Th. Janné,
— Hoe wordt men hulpkeurmeester van vee en vleesch? 1908, XXXV 669.
Behring, von, Mededeeling op het tuberculose-congres te Parijs, October
1905, XXXIII 81.
Bemelmans, Dr. E. O. H. A. M., Het openbaar slachthuis te Maastricht
(met afbeelding), XXIX 495.
— Beitrag zur Kenntniss der Veränderlichkeit der Niederländischen Butter-
konstanten und Bekämpfung der Butterverfälschung 1905, XXXII 484.
Berger, Dr. H. C. L. E., Vergleichende Untersuchungen über den
Bacillus pyogenes bovis (Künnemann) und den Bacillus pyogenes suis
(Grips) mit Beziehung derselben zu den chronischen Lungenentzün-
dungen des Rindes. Inaugural-Dissertation 1907, XXXV 47.
— Mededeelingen betreffende hygiëne en contrôle in worst- en vleesch-
conservenfabrieken, XXXVI 123.
Berghuis, G. J. W., en Dr. J. C. de Man, Twee misgeboorten bij
het rund (Acormus en Strophocephalus), met afbeeldingen, V 73.
Beta, Een begeerlijke positie voor een veearts, XXXIV 70.
Beunders, P. D., Het openbaar slachthuis te Groningen, XXVII, 389.
— Vee- en vleeschkeuring te Groningen over 1900—1908 in deel
XXIX—XXXV.
-ocr page 68-Bierman, B., Zuringvergiftiging bij het schaap, XIII 197.
Billroth, J. C., De onderkenning der longziekte, I 193.
— Iets over de hondsdolheid bij onze huisdieren, IV 201.
Billroth, J. M., Inenting tegen de varkensziekte (Rothlauf), XV 2S0.
— Kort verslag der 30ste algemeene vergadering, XVIII 48.
Blieck, Dr. L. de, Vleknieren (nephritis fibroplastica) der kalveren,
Inaugural-Dissertation 1906, XXXIII 451.
— Miltvuurdiagnostiek in de praktijk (met afbeeldingen), XXXIV 109.
— Boekaankondiging: Prof. B. P. van Calcak, Immuniteits-
reacties en eenige harer toepassingen voor kliniek en laboratorium
1908, XXXV 340.
— Vergelijkende onderzoekingen naar de onderkenningsmiddelen van
kwade-droes 1909, XXXVI 687.
Boer Hzn., R., Een en ander over de permanente irrigatie in de vee-
artsenijkundige praktijk, XII 227.
— Papuleuse dermatitis bij het paard, XIV 02.
— Chloroformum, — 65.
— Asthma nervosum bij het rund, XV 231.
Boscher R., en H. J. H. Stempel, Vergiftiging van vier runderen
(loodvergiftiging), XII 85.
Breedveld, I., Sectio caesarea bij een varken, XXIII 8.
— Twee gevallen van wonden in het zachte gehemelte van het rund,
— 306.
— Intraveneuse injectie van chloorbarium bij verstopping en koliek, — 310.
— Congenitale verkromming van den staart bij een hond (met afbeel-
ding), — 318.
— Het micro-organismus van hondenziekte, — 340.
Broeke, A. E. ten. Een paar gevallen van filaria-embryonen in het
bloed bij paard en rund, XXXII 255.
— Het abattoir te Koeta-Radja (met afbeelding) — 257.
Brouwer, P., Strictura urethrae bij een hond, XIII 188.
— Strabismus convergens bij een paard, — 190.
— Behandeling van chronische kreupelheden, — 296.
— Het kopschudden bij paarden, — 298.
— Therapie van otitis externa purulenta bij den hond, — 299.
— Het aanleggen van kunsthoorn, XIV 74.
— Urine-onderzoek, XXV 271.
Bruin, M. G. de, Neusdiphteritis bij schapen, XI 196.
— Anthrax, XII 223.
— Taxusvergiftiging, — 234.
— Bijdrage tot de diagnostiek der peritoneaal-abscessen, XIII 95.
— Retentio secundinarum bij de merrie, — 100.
Kalfziekte, XIV 228; XXI 22.
Bruin. M. G. de, Een en ander over de verlossing van de merrie en
haar antiseptische behandeling, XVIII 98.
— De afscheuring van het Collum uteri vóór of tijdens de verlossing van
de merrie, XIX 207.
— Retentio secundinarum, XXI 19.
— Glycerine tot opwekken van weeën, — 19.
— Hydrallantoïs, — 20.
— Oedeem der vruchtvliezen, — 21.
— Sectio caesarea bij het varken, — 120.
— Behandeling van schijndood na den partus — 121.
— Infectie van bet foetus door de moeder, — 121.
— De behandeling van de zoogenaamde „Hundesitzlage" van het veulen
bij de verlossing van de merrie, — 281.
— De Pelvimetrie en haar beteekenis voor de veeartsenijkundige praktijk,
XXII 1.
— Boekaankondiging. Simon, Grundriss der gesammten Fleisch-
beschau, 1894, — 94; XXVI 255.
(met portret), — 99.
In memoriam
G. J. Hengeveld
Emplastrum acre anglicum en diens aanwending in de chirurgie,
- 122.
Behandeling der hondenziekte, — 126, 177, 868.
Behandeling van het tusschenklauw-panaritium bij de koe, — 864.
Verwijdering van vreemde lichamen uit den slokdarm bjj het varken,
- 370.
Boekaankondiging. D. F. van Esveld, Keuring van vee en
vleesch, 1895, — 412.
Idem. H. M. Kroon, Het melken, 1897, XXIV 379.
Die Geburtshilfe beim Rind, 1897, - 454; 2te Auflage, 1902, XXIX 309.
Necrologie F. Th. Weitzel (met portret), XXV 97.
— Boekaankondiging. F. Fischoeder, Leitfaden der praktischen
Fleischbeschau, 1897, — 141; XXVI 254.
— Idem. Dr. R. Long en M. Preusze, Practische Anleitung zur Tri-
chinenschau. 2to Auflage, 1898, - 142; XXX 459; XXXII 335.
— Bijdrage tot de casuïstiek en de aetiologie der extra-uterine gravi-
diteit, — 247.
— De aetiologie en de diagnose van cornage, — 307.
— Een geval van pyaemie bij het rund, XXVI 27.
— Onderzoek op cornage. Repliek op een artikel van van Dulm, — 171.
— Heerschende omphalo-phlebitis bij jonge lammeren met den uitgang
in pyaemie en septicaemie, — 181.
— Kwikvergiftiging bij een koe, - 182.
-ocr page 70-Bruin, M. G. de, Boekaankondiging. C. Harms, Lehrbuch der
tierärztlichen Geburtshilfe. IIIte Auflage, XXVI 248.
— I d e m. Dr. D. A. de Jong Jzn. Untersuchungen über Botryomyces.
Inaugural-Dissertation, 1899, — 336.
— De uitoefening der practische verloskunde ten plattelande, — 344.
— Een geval van hydrallantoïs bij het rund (met afbeelding), XXVII1.
— Verscheuring van den musculus gastrocnemius na kalfziekte, — 34.
— Mastitis bij niet-melkgevende koeien, — 167.
— Is het noodig bij irrigatiën van den uterus steeds antiseptica te
gebruiken? — 168.
— Verlossing van een perosomus elumbus, — 169.
— Verscheuring van den uterus bij den partus als gevolg van torsio
uteri, — 169.
— Hysterectomie bij een hond, — 170.
— Bevangenheid na den partus bij het rund, — 170.
— Hernia uteri bij een koe, — 171.
— Bijdrage tot de statistiek der ScHMiDT\'sche joodkaliumbehandeling bij
kalfziekte, — 171.
— Chronische peritonitis, — 172.
— Vierlingen bij een koe, — 173.
— Doorgaande uteruswond bij prolapsus uteri, — 173.
— Schistosoma reflexum, — 173.
— Een geval van torsio uteri bij een merrie, — 173.
— Boekaankondiging. J. P. Warmenhuizen. Handboekje over
de Practische, Natuurlijke Veeverloskunde, — 284.
— De resultaten der behandeling van kalfziekte door inspuiting eener
oplossing van jodetum kalicum in don uier, — 361.
— Boekaankondiging. Dr. D. A. de Jong Jzn., Veterinaire
pathologie en hygiëne, 2do reeks, 1901, XXVIII 420.
— Bijdrage tot de casuistiek der abnormale, verlossing van de merrie,
inscheuring van de cervix uteri en parametritis, — 433.
— Clinieken te Berlijn, Dresden, Weenen en Leipzig, XXIX 30.
— Boekaankondiging. Dr. E. Joest, Grundziige der bacteriolo-
gischen Diagnostik der tierischen Infectionskrankheiten, 1901,
— 39.
— Idem. Dr. D. G. Ubbels, Vergleichende Untersuchungen vom müt-
terlichem Blute, fötalem Blute und Fruchtwasser, 1901. Inaugural-
Dissertation, — 139.
— De chronische endometritis onzer huisdieren, — 291, 455; XXX 252.
— Boekaankondiging. A. van Leeuwen, Het veeartsenijkundig
Staatstoezicht, — 562.
— I d e m. Dr. D. A. de Jong Jzn., De éénheid der zoogdiertuberculose,
XXX 39.
-ocr page 71-Bruin, M. G. de. De behandeling van kalfziekte door het in den uier
brengen van zuurstof, XXX 174.
— Boekaankondiging. Dr. H. Remmelts, Untersuchungen be-
treffend Bacterium Coli commune bei Säugetieren, Vögeln und
Fischen. Inaugural-Dissertation, 1902, — 182.
— Hulde aan den heer W. C. Schimmel, — 191.
— Boekaankondiging. A. van Leeuwen, Koopvernietigende ge-
breken in den veehandel, — 268.
— Idem. Dr. R. Osteetag, Leitfaden für Fleischbeschauer, 1903, — 825 ;
XXXI 410.
— Idem. Idem. Wandtafeln zur Fleischbeschau, — 326.
— Een kort incubatietijdperk van tetanus, — 429.
— Over het lichten van vleesch in het bgzonder van slachtvee, — 535.
— Boekaankondiging. Dr. W. Stuurman, Zur Identität der Men-
schen- und Rindertuberculose. Inaugural-Dissertation, 1903, — 555.
— Idem. M. J. Hengeveld GJzn. en J. A. Zaalberg, Verzameling van
wetten, koninklijke besluiten, ministeriëele beschikkingen en aan-
schrijvingen betreffende veeartsenijkunde, enz. enz., 1903, XXXI
183, 600.
— De uierziekten van het rund, — 331, 369, 425.
— Boekaankondiging. A. van Leeuwen, De Nederlandsche vee-
teelt, XXXII 90.
— Idem. Dr. Franz Friedberger und Dr. Eugen Fröhner, Lehrbuch
der speziellen Pathologie und Therapie der Haustiere, 1904, — 149.
— De infectieuse scheede- en baarmoeder-ontsteking bij runderen, zoo-
genaamde „Ansteckender Scheiden- und Gebärmutterkatarrh" (vagi-
nitis granularis infectiosa bovis, Raebiger), met afbeelding, —
159, 302.
— Boekaankondiging. Clausen, Grundriss der Trichinenschau,
1905, — 371.
— Idem. Dr. J. Poels, De varkensziekten in Nederland, 1905, — 429.
— De onvruchtbaarheid, het opbreken en de vroeggeboorte bij runderen,
als gevolgen van den besmettelijken scheede- en baarmoedercatarrh,
- 499.
— Boekaankondiging. Prof. Dr. Ostertag und Breidert, Kaest-
ner, Dr. Krautstrunck, Untersuchungen über die klinische und
bakteriologische Feststellung der Tuberculose des Rindes, 1905,
XXXIII 43.
— Practisch examen in vleeschkeuring voor candidaat-veeartsen, — 820.
— Boekaankondiging. Zeitschrift für Infektionskrankheiten,
parasitaire Krankheiten und Hygiene der Haustiere, 1905, — 383.
— Idem. Th. Kitt, Lehrbuch der pathologischen Anatomie der Haus-
tiere, 1905, — 385, 777.
-ocr page 72-Bruin, M. G. de, De kalfziekte, de puerperale septicaemie en het blijven
liggen na den partus, XXXIII 447.
— Boekaankondiging. Dr. L. van Itallie, Opwïrda\'s alge-
meene en bijzondere recepteerkunst ten dienste van apothekers,
artsen en veeartsen, 1906, — 470.
— Idem. Dr. A. ten Sande, Tuberkelbazillen und Typhusbazillen im
Kefir. Inaugural-Dissertation, 1906, — 699.
— Idem. J. ScHOONDERMAKK Jk., Een bacteriologische les aan leeken,
1906, — 730.
— Idem. Dr. M. H. J. C. Thomassen, Ueber den Einfluss des Druckes auf
die Resorption von Flüssigkeiten im Unterhautbindegewebe. Inau-
gural-Dissertation, 1906, XXXIV 346.
— Idem. Prof. Dr. A. Eber, Beiträge zur Kentniss der Magenerkran-
kungen des Rindes, 1906, — 347.
— Idem. Alois Koch, Veterinär-Kalender pro 1907, — 347.
— Idem. Prof. Dr. Rubelt, Die tierärztliche Lehranstalt zu Bern in
den ersten hundert Jahren ihres Bestehens, — 396.
— Idem. Dr. J. Y. Swierstra, Kommen in dem Fleische und in makro-
skopisch gesunden Lymphdrüsen von tuberkulösen Tieren Tuberkel-
bacillen vor? Inaugural-Dissertation, 1906, — 470.
— Bijdrage tot de physiologie van het herkauwen, — 570.
— Boekaankondiging. Dr. Robert Müller, Sexualbiologie, 1907,
— 702.
— Opleiding van veeverloskundigen (niet-veeartsen), — 708.
— Boekaankondiging. Dr. P. A. van V elzen, Das Vorkommen
pathogener Mikro-organismen bei gesunden Schweinen. Inaugural-
Dissertation, 1907, XXXV 95.
— Idem. A. van Leeuwen, Gezondheidsleer van het vee, 1907, — 220.
— Geburtshilfe bei den kleineren Haustieren, 1908, — 571.
Bruyn, A. J. de, Handwoordenboek der vervalschingen, naar Dr. H.
Klencke, XI 143.
Büchli, Dr. K., Kropoperatie bij duiven, XVII 163.
— Acarus bij het rund, XXXV 565.
— Retentio secundinarum, — 566.
Buiskool, H., Loodvergiftiging bij rundvee, I 70.
Burg, W. van der, Rib-resectie bij een veulen, XXI 299.
— Iets over de veeartsenijscholen en de positie der veeartsen in het
buitenland. Pruisen, Hoogescholen, — 310, 352; XXII 21.
— Iets over thioform, — 344.
— Wetsontwerp tot regeling van de uitoefening der veeartsenijkunde
in Frankrijk, XXII 25.
— Snuiven, XXIV 221.
— Een geval van ostitis malleosa (met afbeelding), XXXIV 53.
-ocr page 73-Burg, W. van der, Critiek over de tuberculinatie van het quarantaine-
vee, enz., in Duitschland, XXXIV 387.
— Tuberculosis myocardii bovis, — 434.
— Id. id. equi, — 437.
— Nieuwe voorschriften ter bestrijding van den malleus in Engeland,
XXXV 78.
— Bestrijding van malleus in Nederlandsch-Indië, — 149, 437, 552.
— Een koefsmidschool bij het leger in Nederlandsch-Indië, — 566.
— De ophthalmo- en cutireactie voor de onderkenning van tuberculose
bij het rund, — 588.
— Bestaan er goede gronden voor een nog langere handhaving van het
koninklijk besluit, waarbij het aan de militaire paardenartsen ver-
boden is particuliere praktijk bij het vee uit te oefenen? — 705.
— Veeartsenijkundige politie in Turkije, XXXVI 195.
— Vervoer van vee in Nederlandsch-Indië, — 198.
— Vereeniging van Friesche veeartsen, — 243.
— De militaire veterinaire dienst bij het Engelsche leger, — 360.
— Zijn de militaire paardenartsen vergeten? — 561.
— Keuring van vee en vleesch in Nederlandsch-Indië, — 563.
— Reglement voor den militairen geneeskundigen dienst in Nederlandsch-
Indië, — 607.
— Vleesch- en melkhygiëne in Nederlandsch-Indië, — 607.
— Verbetering van de traktementen der militaire paardenartsen in
Nederlandsch-Indië, — 608.
— Uniformen bij het leger in Nederlandsch-Indië, 610.
— De militair veterinaire dienst in Nederlandsch-Indië, — 647.
— Jaarboek van het departement van Nederlandsch-Indië, — 713.
— Cursus in de kennis der parasietische protozoën, — 715.
Carsten, Dr., Vleeschvergiftiging, XV 176.
Cayaux, J. L. G., Over turfstrooisel, XV 213.
— Iets over scherp beslag, — 227.
— Iets over hoefnagels, XVI 83.
— Narcose bjj operatiën, — 101.
— Runderfinnen, — 103.
— Winterbeslag (met afbeelding), XVII 136.
— Reorganisatie van den militairen veterinairen dienst in Engeland,
XIX 243.
— Iets over de neurectomie van den nervus medianus, — ulnaris, —
tibialis, — volaris en — plantaris, XXV 265.
— Een eigenaardig geval van „pseudo-poliep" van het rectum bij een
paard, — 270.
Clercx, A. G. A., Broinetum kalicum als specificum tegen epilepsie, IV 93.
— Chronisch rheumatisme als gevolg van acuut, — 99.
-ocr page 74-Copper DJzn., Dr. D. J., Der Uebergang bestimmter Stoffe von der Mutter
in das Fruchtwasser und in den Fötus. Inaugural-Dissertation,
XXXIII 136.
Cramer, J. H., Eenige gevallen van koliek door textuurverandering,
XVII 24.
— Slokdarmdivertikel bij het rund, XX 113.
— Bijdrage tot de behandeling van funiculitis chronica met champignon
en fistelvorming, XXI 339.
— Behandeling van acute primaire peritonitis bij het rund, XXIII 124.
— Ribfistel bij een rund, — 125.
— Tandgebreken, — 126.
— Operatieve behandeling van atresia ani et recti, — 126.
Cramer, S. A., Sarcomatose bg het paard, XV 238.
— Drie gevallen van tuberculose bij den hond, — 241.
Dam, J. van, Onkant zijn, II 39, 74.
Dekhuijzen, Dr. M. C., Boekaankondiging. Dr. G. A. van
Lieb, Die Durchlässigkeit der rothen Blutkörperchen für die Anionen
von Natriumsalzen. Inaugural-Dissertation; en
Dr. II. J. van der Schroeff, Ueber die Permeabilität von Leuko-
cyten und Lymphdrüsenzellen für die Anionen der Natriumsalzen.
Inaugural-Dissertation, XXIX 188.
Deyermans, P. A., Bloedwateren, veroorzaakt door het eten van ajuin,
I 82.
— Bersten van een bloedvat in den dam bij een koe, — 86.
— Gasontwikkeling door overvoedering met meelbeslag bij runderen,
— 92, 123.
— Inentingen tegen de longziekte, — 93.
— Lijst der inentingen gedurende Juli 1861—September 1862, — 94.
— Over den nekfistel, de varent of het molgezwel, — 99.
— Fungus medullaris in den bek eener geit, — 108.
— Bijzondere kreupelheid bij een paard, — 105.
— Kunsthoorn, — 124.
— Plaatselijke ziekten, — 128.
— Schadelijkheid van melk en vleescli van aan mond- en klauwzeer
lijdende dieren, — 129.
— Graveel en blaassteen, — 197.
— Taaie melk en slecht boteren er van, III 115.
— Erysipelas phlegmonosa, IV 97.
— Haematurie, — 98.
— Gebrekkige hoefhoorngroei, — 106.
— Vergiftiging door zwavelwaterstofhoudend drinkwater, V 138.
— Braking bij een paard, — 139.
— Influenza in 1872/73 op Goedereede en Overflakkee, — 140.
-ocr page 75-Deyermans, F. A., Bloedspuwing bij een paard, V 144.
— Bijdrage tot de aetiologie van liet miltvuur, XI 192.
— Trismus traumaticus, — 194.
— Het niet boteren der melk, XII 174.
— Taenia expansa bij een rund, — 174.
— Paralyse bij een hondje door taenia marginata en taenia echinococcus,
— 175.
— Het naaldvormig brandijzer, — 236.
— Operatieve behandeling van spat, — 238.
— Vergiftiging van een hond door unguentum mercuriale, — 240.
Dhont. J. J. F., Keuring van vleesch, XX 118, 139.
— en Dr. J. Poels, Vleeschvergiftiging (met platen), — 265; XXIV 187.
Directie van den Landbouw: De vlekziekte der varkens en hare be-
strijding, XXXIV 65.
Does, J. K. F. de, Krop-operatie bij duiven, XVI 98.
— Een carcinoom in de vena cava bij een hond, XVII 156.
— Pseudo-leukaemie bij een kat, — 158.
Dogterom, W., Pepervuur, I 76.
Dommerhold, E. J., De draaiziekte der schapen, XXXIV 375.
— De behandeling van acute tympanitis, — 595.
— Botulismus bij een hond, — 727.
— Acute lood-intoxicatie bij een koe, — 728.
— Vergiftiging door taxus baccata bij twee geiten, — 728.
— Toxische polyurie (lauterstal) bij een paard, — 729.
— Pekelvergiftiging bij varkens, — 729.
— Schimmelvergiftiging bij twee biggen, — 730.
Donath, G. D., Het abattoir-vraagstuk, XXVI 253.
— Overheidszorg met betrekking tot melkvervalsching, XXVII 470.
Dorssen, C. A. van, Iets over prolapsus vaginae en daarbij aan te
wenden hechtingen, XXXIII 708.
— Castratie van veulens met hernia scrotalis, in het Oldambt, provincie.
Groningen, XXXIV 169.
Dorssen, Dr. J. van, Ueber die Genese der Melanome in der Haut
bei Schimmelpferden. Inaugural-Dissertation 1903, XXXI 90.
Driel, L. van, Verwaarloosde en verouderde keelontsteking, II 33.
— Koop en verkoop. Onkant zijn, — 38.
— Goedaardige droes in de omstreken van Eindhoven, III 52.
Driessen, Dr. D. P. F., Ueber die Tierseuchen, besonders über die
Rinderpest in Niederlandisch-Ostindien, 1895. Inaugural-Dissertation,
XXIII 295.
Duim, F. W. van, Amputatio uteri, IV 106, 116.
— Pissteenen bij ossen, V 16.
— Iets over het kali-chloricum, — 106.
-ocr page 76-Duim, F. W. van, Traumatische tetanus, V 185.
— Turfstrooisel, XV 279.
— Kalfziekte, XVII 29.
— Darmhechting rund, — 165.
— Omdraaiing van den uterus bij het paard, — 165.
— Ergotine, — 166.
— Schimmelvergiftiging, — 166.
— Darmresectie, — 167.
— Maag-hechting, — 167.
— Desinfecteren. Inleiding ter algemeene vergadering, XXV 365.
— Onderzoek op cornage, XXVI 170.
— Kalfziekte, XXX III.
Dunnewold, A., Eunderpest met historische gegevens omtrent 1719 en
1745, I 32.
Dijkman, J. N., Iets over het zoogenaamde bloedwateren, IV 144.
Eggink Dzn., G. J., Brieven over schadelijkheid van raapkoek,
VII 6.
Ellerman Lzn., H. L., Een gouden jubilaeum als veearts (L. Swart),
XVII 119.
— Behandeling van hondenziekte met joodtri chloride, XXIII 174.
— 50-jarig Jubileum van B. J. Aaleers, — 404.
— Breuk van het "borstbeen met septico-pyaemische verschijnselen,
XXVI 452.
— Keuring van vee en vleesch bij noodslachting, XXVII 99.
— Gangreneuse mastitis bij het rund, — 256.
— Septische intoxicatie bij een ram, — 257.
— Luxatie en torsie van de milt, XXXV 337.
— Cysticercus inermis bij een kalf, — 438.
— Maagtorsie met bersting bij een hond, — 619.
— en H. Ch. de Waal, Tuberculosis foetalis bij een kalf, — 212.
Engelse, H. A. den. Prolapsus vaginae bij een niet drachtige koe,
XIII 294.
— Bloeding uit de genitaliën bij een drachtige merrie, XX 303.
Esveld, D. F. van. Maagbersting bij het paard, IV 23.
— Over schizomyceten (gewoonlijk bacteriën genaamd) en hun betrekking
tot ziekten, naar Orth, VII 199.
— Mededeeling over enkele krachtvoeders, XIII 147.
— Handwortel en ondervoet van het paard, chirurgisch-anatomisch be-
schreven, — 261.
— Peromelie bij een veulen, XIV 297.
— Statistisch overzicht der bij het leger hier te lande behandelde zieke
paarden over 1886—1907, in de deelen XV—XXXVI.
— Schistosoma reflexum bij een lam (met afbeelding), XV 172.
-ocr page 77-Esveld, D. P. van, Overzicht van het verslag omtrent het Veeartsenijkundig
staatstoezicht over de jaren 18S7—1907, in do deelen XVI—\'XXXVI.
— Boekaankondiging. P. Mégnin, De hond, bewerkt door A.
Nüvens, 1889, XVII 118.
— Het wilde paard, — 215.
— Begrooting der Maatschappij 1891-1910, XVIII-XXXVI.
— Openingsrede voor de 31ste Algemeene vergadering, XIX 30.
— Enquête vee- en vleeschkeuring, — 86 ; XX 41.
— Boekaankondiging. Veeartsenijkundige Bladen voor Ned.-Indië,
deel V afl. 3, — 95.
— Idem. Carl Dammann, Die Gesundheitspflege der Haussäugethiere.
Zweite Auflage, 1892, — 188.
— Verzoek om inlichting onderlinge veeverzekering, XX 133.
— Bibliotheek van Hollandsche veeartsenijkundige werken, 1893 — 1908,
XXI-XXXVI.
— Inenting tegen de vlekziekte der varkens, XXI 254.
— Staat der gevallen van besmettelijke veeziekten van 1 Januari 1894
tot 1 November 1909, in deelen XXI—XXXVI.
— Rekening en verantwoording der Maatschappij in verband met de
begrooting over 1892-1908, in deel XXI-XXXVI.
— . Dankbetuiging in zake „enquête naar den toestand der vleeschkeuring",
XXI 331.
— Boekaankondiging. Dr. H. Baum, Die Nasenhöhle und ihre
Nebenhöhler beim Pferde, 1894, — 334.
— Instructie „Militaire veterinaire dienst", XXII 233.
— Boekaankondiging. Dr. Reinold Schmaltz, Topographische
Anatomie des Rindes, 1895, — 410.
— Keuring van vee en vleesch, 1895, — 412.
— Verslag omtrent den toestand van de bibliotheek, 1895 — 1909,
XXIII—XXXVI.
— Boekaankondiging. Quadekker, Het paard, zijn lichaams-
bouw en zijne inwendige organen, 1895, XXIII 161; XXIV 379;
XXXI 92: XXXVI 788.
— Abattoirs in Nederland, XXIII 201; XXIV 229.
— Boekaankondiging. W. L. Ellenberger en C. Müller,
Handbuch der vergleichenden Anatomie der Hausthiere, 1S96, — 224.
— Idem. A. van Leeuwen, De ouderdomskenmerken bij het paard,
1896, — 299.
— Id em. Bericht ueber das Veterinäre-esen im Königreich Sachsen, van
1895-1908, in deel XXIV-XXXVI.
— Idem. R. Schmaltz, Veterinär-Kalender für das Jahr 1897, XXIV102.
— Vleeschkeuring in Duitschland, — 230.
— Staatsbegrooting van 1898—1910, deel XXV-XXXVI.
-ocr page 78-Esveld, D. P. van. Boekaankondiging. D. Schukink, Ge-
zondheidsleer en Geneeskunde der landbouwhuisdieren, 1897, XXIV
260.
— Idem. J. M. C. Mouton, De waarde van het tuberculinum, als
diagnosticum, 1897,— 304.
— Onderkennen van margarine en natuurboter, — 336.
— Een gouden feest op 15 Mei 1897 (afdeeling Utrecht), — 366.
— Hulde aan Dr. L. J. van der Harst, — 368.
— Boekaankondiging. Dr. G. H. Leignes Bakhoven, Vleesch-
keuring in Nederland. Een volksbelang, 1897, — 457.
— Idem. D. van der Sluis, De tuberculose bij het vee en hare be-
trekking tot die van den mensch, 1897, — 458.
— Vleeschkeuring en abattoirs, XXV 1.
— Mond- en klauwzeer op de algemeene vergadering der Friesche
maatschappij van landbouw, — 33.
— Boekaankondiging. Heinrich, Vieh-Versicherung, 1890, — 84.
— Runderpest in Zuid-Afrika, — 118.
— Idem. H. M. Kroon, De koe, haar lichaamsbouw en haar inwen-
dige organen, 1898, — 139; XXXII 372.
— Idem. Schmaltz, Anatomische Collegheftskizzen, 1898, — 139.
— Idem. Dr. J. H. F. Kohlbrugge, Der Atavismus, 1897, — 140.-
— Idem. Schmaltz, Ossa extremitatum equi et insertionum muscu-
lorum, 1898, — 148.
— Idem. Dr. F. Basenau, Vleeschvergiftiging, haar oorzaak en haar
bestrijding, 1898, — 144.
— Idem. G. W. S. Lingbeek, Hygiënische Bladen, 240.
— Idem. De Groningsche melkinrichting Vredewold, — 241.
— Abattoirs in Nederland, — 293.
— Opleiding van burger hoefsmeden, — 300.
— Rekening en verantwoording der Maatschappij voor Veeartsenijkunde,
deel XXV-XXXVI.
— Boekaankondiging. Leisering\'s, Atlas der Anatomie des
Pferdes und der übrigen Haustiere, 1898, XXV 396, 435; XXVI
120, 201, 252; XXVII 288.
— Militair veterinaire dienst in Nederlandsch-Indië, 1896, XXVI 59;
1899 XXVIII 272; 1900 XXIX 364.
— Boekaankondiging. Oscar Schwarz, Bau, Einrichtung und
Betrieb öffentlicher Slacht- und Viehöfe, 1898, XXVI 119.
— Porcosan-inenting tegen vlekziekte, — 182.
— Inenting methode Lorenz tegen vlekziekte, — 184, 407.
— Verslag omtrent de geldmiddelen der Maatschappij, 1897—1907,
XXVI-XXXV.
— Enting tegen vlekziekte, — 237.
-ocr page 79-Esveld, D. P. van. Boekaankondiging. Schmaltz, Präparir-
übangen am Pferd, Theil II, XXVI 252; Theil I, XXVIII 429.
— Idem. Donath, Het abattoir-vraagstuk, 1898, — 253.
— Prijsvraag gezondheidsleer, XXVII 178.
— Het abattoir te Roermond, — 179.
— Verslag omtrent een onderzoek naar miltvuurkiemen in buitenlandsch
graan, — 268.
— Abattoir te Nijmegen, — 341.
— Iets over steriliseeren en vernietigen van vleesch, — 417.
— Boekaankondiging. C. D. Donath, Overheidszorg met betrek-
king tot melkvervalsching, — 470.
— Idem. Gemeentelijke gezondheidsdienst te Amsterdam: 1S99 XXVIII
45; 1900 XXIX 136; 1901 XXX 119; 1902 XXXI 32.
— Idem. A. A. ter Haar, Ons vee, XXVIII 92.
— Idem. Dr. Paul Martin, Lehrbuch der Anatomie der Haustiere.
— 188, 286, 577; XXIX 23S, 430; XXX 42, 185,380 554; XXXI
184, 296.
— Prijsvraag Ned.-Indië, — 217.
— Boekaankondiging. Dr. R. Sciimaltz, Atlas der Anatomie
des Pferdes 1901, — 234; XXXII 434; XXXVI 835.
— Militaire veterinaire dienst in Nederlandsch-Indië, — 272.
— Het PoDEwiLs-systeem te Dresden, — 311.
— Boekaankondiging. Dr. S. A. Knopf, De tuberculose als
volksziekte en hoe zij kan worden bestreden, — 335.
— Idem. H. M. Kroon, Voederkennis. De voedermiddelen en hun ge-
bruik, 1901, — 427.
— Idem. Beel, Practische gids voor het samenstellen en de bediening
der ijsmachines systeem Raoul I\'ictet, 1901, — 430.
— Pseudo-malleus of goedaardige-huidworm, — 446.
— De exportvleeschhandel, — 512.
— Studie van het haar, uit een medisch gerechtelijk oogpunt, XXIX 72.
— Overzicht van het aantal leden, de inkomsten en uitgaven der Maat-
schappij ter bevordering der veeartsenijkunde in Nederland van
haar oprichting tot heden (1901), — 236.
— Boekaankondiging. Dr. A. G. Vorderman, Kaarten van de
geneeskundige hulp en vaccinekaart voor Java en Madoera, 1901,
— 238.
— Vacante plaatsen, — 337, 386, 528, 582; XXX 47, 98, 145, 192,
241, 289, 406, 511, 602.
— Nationale tentoonstelling der Friesche Maatschappij van landbouw
in 1902, — 373.
— De keuring van voor export bestemd vleesch, — 407.
— Vogelbescherming, — 415.
-ocr page 80-Esveld, D. F. van. Veeartsenij kundig Staatstoezicht in Pruisen, XXX 26.
— Drinkwatervoorziening ten plattelande, — 170.
— Boekaankondiging. Dr. R. Edelmann, Lehrbuch der Fleisch-
hygiene mit besonderer Berücksichtigung der Schlachtvieh- und Fleisch-
beschau, 1903, — 183; XXXV 163.
— Idem. Dr. C. J. Rab, Untersuchungen über die Muskulatur des träch-
tigen Rinderuterus, 1903. Inaugural-Dissertation, — 507.
— Aanvraag veeartsen voor de Argentijnsche republiek, — 602.
— Boekaankondiging. E. A. L. Quadekker, Het Paardenboek,
1904, XXXI 235; XXXII 292; XXXIII 193.
— Keuring van vee en vleesch te Delft, XXXI 450.
— Boekaankondiging. Dr. G. Pusch, Lehrbuch der allgemeinen
Tierzucht, 1904, — 511.
— Paardenfokkerij en aankoop van fokdieren in Nederlandsch-Indië, — 590.
— Reorganisatie der Rijkslandbouwschool, XXXII 20.
— Boekaankondiging. De bestrijding van de tuberculose onder
het rundvee. Verslagen van de afd. Landbouw, enz., 1904 en
A. van Leeuwen, De bestrijding van tuberculose onder het rundvee,
1904, — 35, 36.
— Idem. Dr. K. Over, Untersuchungen über die fötale Circulation.
Inaugural-Dissertation, 1904, — 39.
— Idem. D. Schurink, Uitwendige runderkennis, 1904, — 41.
— Idem. H. M. Kroon, De lichaamsbouw van het rund, 1904, — 86.
— Idem. E. Wolpf, Oordeelkundige voedering van het vee in verband
met de nieuwste physiologische onderzoekingen op het gebied der
dierkunde, bewerkt door A. A. ter Haar, — 152.
— Over de keuriDg van vee en vleesch te Deventer, — 366.
— Boekaankondiging. H. M. Kroon, Koemelk als voedingsmiddel,
1905, — 372.
— Idem. H. G. van Harrevelt, Handleiding voor de vleeschkeuring,
1905, - 487.
— Doctoraat honoris causa van M. H. J. P. Thomassen, — 490.
— Boekaankondiging. Froehner und Wittlinger, Der preus-
sische Kreistierarzt als Beamter, Praktiker und Sachverständiger,
1904/05, XXXIII 139.
— Idem. H. Veenstra en A. van Leeuwen, Handleiding ten dienste
van cursussen in paardenkennis, 1905, — 266.
— Een gedenkteeken voor Ernst Abbe, — 320.
— Derde internationaal Zuivelcongres, — 584.
— Boekaankondiging. Loverdo et Martel, Les abattoirs publics,
1906, — 698.
— Idem. Prof. Dr. W. Ellenberger, Handbuch der vergleichenden
mikroskopischen Anatomie der Haustiere. Band I, 1906, — 778.
-ocr page 81-Bsveid, D. P. van, B o e k a a n k o n d i g i n g. Dr. J. S. Nauta, Physisch-
chemische Untersuchungen des Fruchtwassers der Wiederkäuer in
den verschiedenen Perioden der Trächtigkeit. Inaugural-Dissertation,
1906, XXXIV 284.
— Idem. Kijksseruminrichting. Verslag van de werkzaamheden, 1904—
1905, — 286.
— Idem. Martel, Panisset et Césari, L\'Hygiène de la viande et du
lait, — 348.
— Idem. P. van Hoek, Hooger landbouwonderwijs, — 399.
— Idem. „Het Paard". Verzamelde opstellen, 1907, — 469.
— I d e m. Prof. Dr. O. Kellner, De voeding der landbouwhuisdieren.
Bewerkt door A. A. ter Haar, — 469.
— Idem. Bericht über die königliche tierärztliche Hochschule zu Dres-
den für das Jahr: 1906 XXXV 164; 1907 XXXVI 364; 1908
XXXVI 943.
— Jubileum J. J. F. Dhont, — 228.
— Boekaankondiging. A. W. Heidema, Paardenfokkerijl, 1907,
— 282.
— Idem. Prof. Dr. M. Klimmer, Veterinär-hygiene, 1908, — 448.
— Idem. Prof. Dr. Pusch, Kindermilchproduction 1908, — 504.
J. J. Hinze , — 519
Boekaankondiging. Dr. W. Zwick, Schema des Blutkreislaufs
beim Rind, und Schema des Blut- und Lymphstroms beim Rind,
1908. — 574.
Idem. Ellenberoer und Günther, Grundriss der vergleichenden
Histologie der Haussäugetiere, 1908, — 668.
Idem. T. A. L. Beel, Hoe wordt men hulp-keurmeester van vee en
vleosch, 1908, — 669.
Het 9de Internationaal Veeartsenijkundig congres te \'s-Gravenhage,
XXXVI 223, 419, 489, 529, 582, 640, 701, 857, 985.
Boekaankondiging. Dr. Reinhold Schmaltz, Anweisung zur
Exenteration der Bauchhöhle des Rindes, 1908, — 363.
Idem. Dr. Kunibert Müller, Bestimmungen des Gewichtes des
Magen und Darmes bei mageren, mittelfetten und fetten Tieren und
Gewichtsbestimmungen des Magen- und Darminhaltes, soweit die
letzte Fütterung bekannt ist, 1909, — 453.
Idem. Mededeelingen van de Rijks hoogere land-, tuin- en
boschbouwschool en van de daaraan verbonden instituten, 1909,
- 454.
Idem. Louis Geerts, De geitenbeweging in België, gevolgd van een
„kort overzicht der bijzonderste geitenrassen en eenige leiddraden
van rasverbetering", 1809, — 789.
Esveld. D. F. van, Boekaankondiging. J. 1\'aechtner, Respira-
torische Stoffwechselforschung und ihre Bedeutung für Nütztierhal-
tung und Tierheilkunde, 1909, — 889.
— Dankbetuiging, — 986.
— Zie Schimmel, Wirtz en van Esveld, Handleiding tot de paarden-
kennis, 1885, XIII 112.
— Zie Schimmel, van Esveld, Knel en Thomassen, Handleiding tot de
paardenkennis, 1896, II(le editie, XXIII 220.
— en K. Hoefnagel, Toezicht op melk, XXX 305.
— Korte levensbeschrijving van: I)r. Fr. Roloff, XIII 321; Ë. Bril-
man, XIV 256; C. A. W. van Hoorn, J. H. Bijbau XVIII 134,
234; H. Mos, XIX 249; C. H. M. Houba, XX 259; M. Luteyn
Mazure, J. L. vatf der Wurff, XXI 265, 327; A. J. de Bruijn,
XXII 282; P. Dobbelaere, C. G. Collin, C. Günther, XXIII 154,
406, 407; M. Verdenius, XXIV 249; A. H. Voetelink, XXV 231;
F. van de Vorst, I. Korteweö, XXVII 86, 347; P. G. Eland,
J. M. D. Westholz, H. Buijskool, A. F. Stickel Schoemaker, J.
M. Billroth, S. de Lange, XXVIII 64, 381, 478, 575; J. J. Noest,
W. F. Steygerwalt, E. H. H. Boudewijns, XXIX 95, 143, 335;
F. H. van Dommelen, J. C. D. Minlot, Dr. L. Mulder, J. H.
Nüss, B. Sikkema, XXX 143, 334, 335, 404; Ch. Siegen, L.
Hubenet, XXXI 366, 558; A. W. Mulder, J. Korteweg, II. A. den
Engelse, H. Mars, D. C. Valewink, XXXII, 202, 295, 296, 385,
489; II. C. Ittmann, A. A. G. Clercx, P. Brouwer, A. J. Vlamings,
A. O verbosch, G. C. Brinkhorst, G. J. C. van der St \\rp, J. H.
Houtzagers, XXXII 142, 195, 473, 474, 528, 701, 732; G. A.
Reimers, F. A. Deyermans, C. A. Rotscheid, II. C. Poll, B. J.
Vermande, XXXIV 209, 351, 352, 403, 520; C. G. A. A. Rouijer,
S. W. YViersma, J. H. G. Hanckx, XXXV 227, 452, 575; J. H.
Cramer, A. de Boer, Dr. H. H, Rörik, N. B. Kielstra, G. J. Mos,
J. E. C. Schook, XXXVI 50, 372, 458, 527, 697, 752.
— Keuring van vee en vleesch te Utrecht, 1895 XXIII 274; 1896
XXIV 228; 1897 XXV 291; 1898 XXVI 302; 1899 XXVII 345;
1900 XXVIII 34^; 1901 XXIX 398 en 553; 1902 XXX 442;
1903 XXXI 540; 1904 XXXII 368; 1905 XXXIII 586; 1906
XXXIV 696; 1907 XXXV 726; 1908 XXXVI 711.
— Abattoir te Amsterdam, 1897 XXVI 186; 1899 XXVII 450; 1900
XXIX 125; 1901 XXX 35; 1902 XXXI 58; 1903 XXXII 15;
1904 XXXII 586; 1905 XXXIV 63; 1906 XXXV 83 ; 1907 XXXVI
196; 1908 XXXVI 886.
— Keuring van vee en vleesch te Arnhem, 1897 XXVI 58 ; 1898 XXVI
301; 1899 XXVII 346; 1900 XXVIII 415; 1901 XXIX 375; 1902
-ocr page 83-XXX 441 ; 1903 XXXI 408; 1904 XXXII 326: 1905 XXXIII 457;
1906 XXXIY 465; 1907 XXXY 497; 1908 XXXYI 517.
Esveld, D. F. van, Keuring van vee en vleesch te Leiden, 1897 XXV
346; 1898 XXVI 409; 1899 XXVII 451; 1900 XXIX 75; 1901
XXIX 508; 1902 XXXI 59: 1903 XXXI 543 en 585: 1904
XXXII 475; 1905 XXXIII 636; 1906 XXXIV 597; 1907 XXXY
728; 1908 XXXVI 708.
— Abattoir te Rotterdam, 1897 XXVI 57; 1898 XXVII 46; 1899
XXVIII 44; 1900 XXIX 74; 1901 XXX 85; 1902 XXXI 168;
1903 XXXII 13; 1904 XXXIII 39; 1905 XXXIII 765; 1906 XXXIV
691; 1907 XXXV 665; 1908 XXXVI 683.
— Keuring van vee en vleesch te Dordrecht, 1898 XXVI 454; 1899
XXVII 394; 1900 XXIX 77; 1903 XXXII 17; 1904 XXXII 588;
1905 XXXIV 173; 1906 XXXV 28; 1907 XXXVI 100; 1908
XXXVI 684.
— Abattoir te Groningen, 1900 XXIX 79; 1901 XXX 32; 1902 XXX
599; 1903 XXXI 451; 1904 XXXII 553: 1905 XXXIII 724; 1906
XXXIV\'694; 1907 XXXVI 35; 1908 XXXVI 831.
— Het abattoir te Roermond, 1900 XXVIII 510 en XXIX 29; 1901
XXX 33; 1902 XXX 502; 1903 XXXI 542; 1904 XXXII 477;
1905 XXXIII 639; 1906 XXXIV 600; 1908 XXXVI 783.
— Verslag omtrent de exploitatie van het slachthuis te Nijmegen over
1900 XXIX 27; 1902 XXX 598 ; 1903 XXXI586 : 1904 XXXII 555 ;
1905 XXXIII 723; 1906 XXXIV 693; 1907 XXXVI 707.
— Keuring van vee en vleesch te Baarn, 1900, 1901 XXX 34.
— Abattoir te Maastricht, 1902 XXXI 31; 1903 XXXI 453; 1905
XXXIII 727; 1906 XXXIV 566; 1907 XXXV 667; 1908 XXXVI
603.
— Keuring van vee en vleesch te Vlaardingen over 1.904 XXXII 589.
— Keuring van vee en vleesch (abattoir) te Haarlem, 1907 XXXV 731:
1908 XXXVI 829.
— Gemeente-slachthuis en de vee- en vleeschkeuring te Alkmaar over
1908 XXXVI 784.
— Verslag van den keuringsdienst in Zaandam .over 1908, — 605.
Faber, F.„ Middelrifsbreuk bij een paard, XII 216.
Ferwerda, S. R., Een geval van splinterfractuur der ulna bij een rund,
XXXIII 162.
— Acute puerperaal-septicaemie en lucht-insufflatie, — 712.
— Enkele opmerkingen over de therapie der kalfziekte, XXXIV 444.
Fillekes, J. M., Verlamming van den nervus peroneus, XXIII 12.
Flohil, J., Septicaemie veroorzaakt door larven van gastrophilus equi in
den oesophagus, XXIX 356.
— Monoplegia brachio-cruralis bij een paard, XXXI 486.
-ocr page 84-Flohil, J„ Nieuwvormingen in de schildklier bij paarden (met afbeel-
ding), XXXV 409.
— Primair carcinoom van de lever (met afbeelding), XXXVI 493.
— Entodermale epitheliumcyste van de longen (met afbeelding),
— 496.
— Cystenvorming in den uteruswand (met afbeelding), — 498.
Flohil, M., Een geval van beentuberculose aan den zevenden halswervel
bij het rund, XXIV 214.
Frederikse, A., Otitis, XII 252.
— Aanwending van teer bij etterophooping in de boezems, XIII 40.
— Behandeling van adenitis met acidum phenylicum, — 40.
— Iets over smetstoffen, — 306.
— Een eigenaardige therapie voor tuberculose, — 307.
— Speekselfistel, — 308.
— Vleesch van dieren lijdende aan tuberculose, — 308.
— Behandeling van keratitis, — 309.
— Kalfziekte, — 310.
— Staartjeukte, XIV 75.
— Witte thrombus, — 76.
— Physostigmine en vleesch, — 77.
— De wording van den tuberkel, — 77.
— Miltve\'rgrooting, — 79.
— Diarrhae bij jonge kalveren, — 79.
— Iets over de quantitatieve bepaling van suiker in urine, — 225.
— Refractiebepaling, XXI 236.
— Opmerkingen op „malleïne-injecties te Wamel", XXIII 342.
— Reorganisatie van den veterinairen dienst in Rusland, XXXI 222.
Geluk, A. H., Mumificatie van de ongepigmenteerde huid bij runde-
ren, XXVIII 292.
Gillavry, Dr. Th. H. Mac, Pare vaccinogène, V 197, 247.
— en Wirtz, Uitvoerkeuring van vee, XI 212.
Goethals, A. L. J., en J. Mazure Czn., Castratie, XVII 197.
Gooren, G. L. J„ Zie Schimmel-Gooben, XXXIV 217.
Goosens, G., Over het uitwendig gebruik van jodoform, XII 199..
— Kreupelheid bij een paard, tengevolge van een kneuzing van den
nervus radialis, — 207.
— Over vreemde voorwerpen met het voedsel opgenomen, XIII 3.
— Nieuw wintergzer (met afbeelding), XXI 164.
Goossen, D. H., Abscesvorming in het neusschelpje bij het paard (met
afbeelding), XXIII 119.
Graaff. J. A. de, Hydrometra bij de merrie, XXIX 389.
Graaff, W. C. de, De quantitatieve bepaling van indol in faeces vol-
gens Herter en Foster, XXXV 725.
Graaff, W. C. de, Zie D. A. de Jong Jzn. en W. C. de Graaff,
XXXIII 553, 564, XXXIV 152; XXXVI 29.
Gravenhorst, E. H. Berch, Wond in de vagina met eventratie van
het omentum majus, XXI 244.
— Prolapsus et inversio uteri completa met placentitis bij een merrie,
XXII 245.
— Vreemde voorwerpen in den slokdarm van het varken, XXIII 18.
— Schurft, overgegaan van hond op mensch, — 275.
— Tetanus, — 275.
— Eventratie van het omentum majus, — 276.
— Micromelie, schistosomie, monobrachie en cheiloschisie bij een kalf,
— 317.
— Luxatio lateralis completa patellae bij het paard, XXIV 30, 231.
— Urachus patens, XXV 109.
— Tuberkels in den mond van een koe, — 415.
— Vreemd voorwerp in den darm als oorzaak van verlamming van het
achterstel, — 416.
— Jodkalium-therapie bij kalfziekte, — 416.
— Secundaire extra-uterine zwangerschap bij eene merrie, XXVII 36.
— Haemophilie (?) bij varken en koe, — 38.
— Primaire actinomycose der huid van den uier, XXVIII 214.
— Boosaardige kopziekte, — 216.
— Bijdrage tot de differentiaal-diagnostiek van kalfziekte en apoplectische
puerperaal-septicaemie, XXX 81.
— Vergiftiging van varkens in een leerlooierij, — 533.
— Eenzijdige fascialisparalyse bij een rund, XXXI 401.
— Boutvuur en „Geburtsrauschbrand", XXXIV 685.
Haan. Dr. J. de. De bloedserumtherapie, XXII 111.
— Over immunisatie tegen diphtheritis, — 132.
— Bijdrage tot het spoedig maken der diagnose van kwade-droes door
de methode Straus, — 333.
— Bacteriologie, XXIII 206.
— De diagnose van kwade-droes, — 276.
— Onderzoekingen over porkosan, XXV 297.
— en Dr. M. Straub, Voordrachten over bacteriologie voor prakti-
zeerende medici en veeartsen, XXII 236.
Haar, A. A. ter, Ons vee, XXVIII 92.
Hagen, Dr. J. C. I. van der, en Dr. C. H. van Herwerden,
Rapport over de inspuiting van tuberculine bij het rundvee, met 2
bijlagen, 1897, XXIV 383.
Hamburger. Dr. H. J., Sarcomateuse infiltratie van een varkensnier,
XVI 71.
— Actinomyces in het beenstelsel van een paard, — 72.
-ocr page 86-Hamburger, Dr. H. J., Een tumor aan de pleura diaphragmatica van
een koe benevens een opmerking over liet pigment van melanosar-
comen. XVI 78.
— Een eigenaardige verandering in het neusmiddenschot van een paard
(mvxofibroom), — 81.
— Bijdrage tot de aetiologie der mitralis-insufficientie, — 182.
— Pseudoleukaemie bij een paard, — 185.
— Over ontaarding van periphere zenuwen bij dieren, XVII 189.
— Tabes dorsalis bij een hond, — 193.
— Over intraveneuse injectie van zoutoplossingen bij paarden, XIX 223.
— Het onderwijs in practische bacteriologie aan \'s Rjjks veeartsenij-
school, — 244.
— Een vitium cordis; naschrift op het stuk van H. Veenstra, XX 211.
— Boekaankondiging. J. Buch, Practicum der pathologischen
Anatomie 1893, XXI 133 ; XXVI 24G.
— Idem. I). A. de Jong Jzn., Miltvuur, 1894, — 336.
— Een nieuwe factor in de beteekenis der ademhaling, XXIII 3.
— Boekaankondiging. Dr. Ed. Seligson, Een jongen of een
meisje, 1895, - 161.
— Over den heilzamen invloed van veneuse stuwing en ontsteking in
den strijd van het lichaam tegen bacteriën, XXIV 419.
— Het tegenwoordig standpunt van de leer der natuurlijke immuniteit,
XXV 149.
— Boekaankondiging. Van Haeften, Bacteriologische memo-
randa, 1899, XXVI 247; XXVII 94.
— Steptococcus peritonitidis equi. Repliek en dupliek. — 295, 298.
— Boekaankondiging. Ellenberger und Günther, Grundriss der
vergleichenden Histiologie der Haussiiugethiere, 1901, XXVIII 426.
— Rede, gehouden bij de promotie van M. H. J. P. Thomassen op
21 Juni 1905 te Groningen, XXXII 464.
— Zie Thomassen en Hamburger, Multiple verlammingen bij een
paard (met afbeeldingen), XVI 188.
Harrevelt, H. G. van, Een accident bij rachitis, XXI 111.
— Absces bij een rund, — 112.
— Antifebrine bij rheumatismus, — 114.
— Cerebrospinaal-meningitis bij een paard, — 240.
— Een ziekte onder de mestkalveren, •— 250.
— I)e antiseptische werking van antifebrine, — 251.
— Melkgeving zonder voorafgegane drachtigheid, — 252.
— Behandeling van huidziekten, XXIII 15.
— Penetreerende • buikwond met eventratie van een stuk mesenterium
bij een koe, — 16.
— Iets over het afmaken van honden, — 17.
-ocr page 87-Harrevelt, H. G. van, De antipyretische behandeling, XXIII 23.
— Over parasitaire ictero-haematurie bij schapen, — 24.
— Intraveneuse injectie van chloorbaryum bij verstoppingskoliek, — 25.
— Ruptuur van het diaphragma, — 26.
— Behandeling van gallen, — 26.
— Neurectomie aan den staart, — 115.
— Bijdrage tot de pathogenese en de therapie van haemoglobinurie bij
het paard, — 335.
— Bursitis intertubercularis, — 377.
— Iets over formaline, XXV 104.
— Bijdrage tot de studie van het wezen der melksecretie, — 340.
— Op zich zelf staande tuberculosis mamraae bij een varken, XXVI 232.
— Sarcomatose van de buiksingewanden van een varken, — 234.
— Streptococcus peritonitidis equi met repliek en antwoord op de repliek
van Dr. H. J. Hamburger, benevens dupliek van den laatste, — 293.
— Morbus maculosus of scorbut bij een varken, — 300.
— Een diplococcus, gevonden bjj bacteriologisch vleeschonderzoek,
XXVII 17.
— Cystenvormige lymphangiomen aan het omentum majus van een rund,
— 259.
— Alcalisclie reactie van vleesch van eer. dier dat aan uraemie heeft
geleden, — 262.
— Algemeene metastatische actinoinycose, — 263; XXVIII 120.
— Over vleeschvergiftiging en bacteriologisch vleeschonderzoek (met af-
beelding), — 314, 372; XXIX 105.
— Lipofibroom aan het mesenterium van een rund, XXVIII 117.
— Lipoom aan colon en uterus van een rund, — 117.
— Leukaemie, — 117.
— Actinomycoom aan het harde gehemelte van een rund, — 118.
— Solutio retinae bij het rund, — 118.
— Taenia echinococcus bij een hond, — 118.
— Hypertrophie van den oesophagus bij een paard, — 119.
— Vergelijkend onderzoek van formaline-conserveeringsmethoden, — 120,
213.
— Is tot het diagnostiseeren van miltvuur de sectie onvermijdelijk? — 154.
— Bijdrage tot de aetiologie van enzoötisch optredende oogontstekingen,
— 154.
— Overblijfsels van mest in worstdarmen, — 155.
— Du traitement de la tuberculose expérimentale par la viande crue et
le jus de viande, — 156.
— Verkaasde lymphklieren bij schapen, — 156.
— Twoe gevallen van tuberculose bij runder-foetus, — 157.
— Onderzoekingen over boutvuur, — 157.
-ocr page 88-Harrevelt, H. G. van, Vergelijkende studie over bacillus oedematis
maligni (vibrion septique) en bacillus sarcophysematos (charbon
symptomatique, boutvuur), XXVIII 158.
— Iets over luxatie en torsie der varkensmilt, — 209.
— Berlijnsche lichtstaaf, een nieuwe lamp voor onderzoek van vleesch,
— 210.
— Bekroningen op de wereldtentoonstelling te Parijs, — 211.
— Bloed-culturen bij septicaemie, pneumonie, meningitis en „chronic
disease", — 211.
— Diphtherie bij het paard, — 212.
— Over het oplosbaar zilver en zijn therapeutische waarde, — 212.
— Maatregelen ter bestrijding der tuberculose in Noorwegen, — 213.
— Een geval van foetale tuberculose, — 265.
— Aantoonen van paardenvleesch in worst, — 266.
— De oorzaak van de „paardeziekte", — 266.
■— De aetiologie der dekziekte, — 267.
— Experimenteele tuberculose bij den ezel, — 267.
— Over een nieuwe vermeerderingsmethode bij het onderzoek op tuberkel-
bacillen, — 305.
— Het weerstandsvermogen van bacteriën tegen koude, — 306.
— Bac-tericidie en miltvuurinfectie, — 306.
— Bacterium coli als oorzaak van een enzoötische paardenziekte in West-
Pruisen, — 307.
— Distomatose van den buikwand eener koe, — 350.
— Een kreupelheid door cysticerken veroorzaakt, — 350.
— Kleuring van tuberkelbacillen, — 350.
— Aangeboren tuberculose bij twee kalveren, —• 351.
— Stomatitis et glossitis tuberculosa bij een koe, — 351.
— Vleeschvergiftiging te Sirault, — 352.
— Bijdrage tot de studie over den oorsprong der alexine in normale
sera, — 352.
— Werking van formaline-dampen op het centraal zenuwstelsel van
konijnen, welke aan experimenteele dolheid zijn gestorven, — 352.
— Over de bactericide werking van het leverglycogeen, — 353.
— Bijdrage tot de casuïstiek van het voorkomen van lagere organis-
men in het vleesch van gestorven of uit nood geslachte dieren,
XXIX 105.
— Bijdrage tot de kennis van de aetiologie van longemphyseem, — 120.
— Apoplexia medullae bij het rund, — 121.
— Bederfwerende werking van aluminiumsulfaat op bloed, — 122.
— Onderzoekingen over den bouw en de levensgeschiedenis van scle-
rostomum armatum, — 174.
— Behandeling van tetanus bij het paard, — 175.
-ocr page 89-Harrevelt, H. G. van, Boekaankondiging. Kompendium der
Bacteriologie von Dr. Paul Jess, XXIX 257.
— Uiertuberculose, — 257.
— Onderkennen van paardenvleesch, — 258.
— Een geval van foetale tuberculose, — 260.
— Een nieuwigheid op het gebied van microscopie, — 260.
— De histologische afwijkingen bij rabies van menschen en dieren,
— 260.
— Invloed van zeer lage temperatuur op bacteriën, — 368.
— Overdragen van tuberculose van dier op mensch, — 369.
— Congenitale tuberculose bij tweelingkalveren, — 369.
— De Engelscbe tuberculose-commissie, — 370.
— Het wezen, de oorzaak en de economische beteekenis der kazige
lymphadenitis bij schapen, — 406.
— Handleiding voor de vleeschkeuring, 1905, XXXII 487.
— Moeten veeartsen of gediplomeerde keurmeesters met\'de vleeschkeuring
worden belast? XXXV 434.
Harst, Dr. L. J. van der, Raapkoek als oorzaak van ziekte en
sterfte bij schapen, VII 3.
— Lijst der boekwerken van de Maatschappij,— 50.
— Lagere organismen en infectie-ziekten, X 81, 177, 253.
— Studies over hondsdolheid, XI 102.
— Veeartsenijkundige voorschriften uit vroeger dagen, XII 102.
— Proeven ter bestrijding der veepest, naar Dr. W. van der Heijden,
— 155.
— De darmgassen bij planteneters, naar Tappeiner, — 171.
— Onderzoek van geheimmiddelen, XIII 110.
— Inentingen tegen hondsdolheid, — 205.
— Clark\'s embrocation, XIV 72.
— Ptoma\'inen, XV 107.
— Norinal-Hufsalbe, — 258.
— Veterinaire Almanak: 1887 XIV 318; 1888 XV 265; 1889 XVI
149; 1891 XVIII 145; 1892 XIX 258; 1893 XX 193; 1894 XXI
276; 1895 XXII 240; 1896 XXIII 292; 1897 XXIV 258.
— Vloeistof om reeds in ontbinding verkeerende lijken ter obductie ge-
schikt te maken, XVI 213.
— Boekaankondiging. Dr. Winkler en Dr. H. Hartogh Heys
van Zouteveen, Darwin\'s biologische meesterwerken, 1890, XVII184.
— Waschmiddel van Thomas Bigg, XVIII 147.
— Reorganisatie van den veeartsenijkundigen dienst in België, dato 10
December 1890 en Reglement op den vleeschhandel, dato 9 Febr. 1891,
met voorwaarden waaraan personen moeten voldoen, die geen veearts
zijn om als expert-inspecteur te kunnen optreden, XVIII 238, 252.
Harst, Dr. L. J. van der. Bijschrift hij een artikel over kwikver-
giftiging, XIX 149.
— Acidum filicieum amorphum, XIX 243.
— Het vergiftig bestanddeel van de zaden van Agrostemma Githago, XX 225.
XXIV 247.
C. Mazure
— Antifebrine in de plaats van jodoform, XXIV 336.
— Programma der algemeene vergadering. Ivort verslag der vergadering.
Notulen der vergadering. Verslag van den toestand der Maatschappij:
VII 138; VIII 176, 238; IX 273; X 52, 277; XI 118; XII 4,
113, 184, 265; XIII 59, 223; XIV 80, 150; XV 53; XVI 10,
104; XVII 38, 170, 218; XVIII 42; XIX 17, 288; XX 23. 342;
XXI 22, 325, 357; XXII 29, 378; XXIII 27.
— Circulaire aan de veeartsen om toe te treden als lid, XIV 178.
Have, M. B. ten, Genezing eener vlekziekte-infectie door vlekziekte-
serum, XXXVI 828.
Heidema, A. W., Boekaankondiging. Handleiding tot de paarden-
kennis voor de cadetten der Cavalerie en Artillerie, door W. C.
Schimmel, 1). P. van Esveld, J. H. Knel en M. H. J. P. Thomassen,
1895, XXIII 220.
— Diarrliee door lintwormen, XXVI 176.
— Rapport in zake „Onderzoek op cornage", XXVIII 313.
— Paardenfokkerij I, 1907, XXXV 282.
Heimans en Muyzert, Ovariotomie bij een merrie, XXV 205.
Hekmeijer, F. C., Handleiding tot de stelselmatig beschrijvende ont-
leedkunde der huis-zoogdieren, I 184.
— Uitnoodiging tot het inzonden van costuumwetten, — 62, 126.
— Abortus bij het rund door afzien, — 126.
— Is melk en vleesch van aan mond- en klauwzeer lijdende dieren
schadelijk voor den mensch ? — 129.
— Gedurende hoe langen tijd kunnén de kiemen van besmettelijke»
kwaden droes bestaan, zonder zich door uiterlijke teekenen te open-
baren? — 153.
— Staatsbegrooting 1864, — 179; 1865 II 115.
— Onderwijsverslag Rijksveeartsenijschool 1861/62, — 180.
— — school inlandsche veeartsen in Indië 1862/63, — 181.
— Bijdragen tot de geschiedenis der veeartsenijkunde, vooral in Neder-
land, — 222; II 40.
— Een nieuwe wijze van scherp of winterbeslag, uitgevonden door A. J.
Janné te Roermond en over eenige andere soorten van winterbeslag
(met plaat), II 28, 186.
— Uitoefening veeartsenijkunde; patentwet; vlieglarfziekte; straalkauker;
costuumwetten; onkant zijn, — 66.
-ocr page 91-Hekmeijer, F. C., Een kieken met vier beenen, II 129.
Hekmeijer, W. J. E. Actio redhibitoria (zwakke longen), III 100.
— Voorwoord als redacteur, VII 1.
— Iets over de ontwikkeling van lagere wezens en ziekelpe producten
in ziekten, — 14.
— Miltvuur-bacteriën, — 22.
— Vergelijkende ziektekunde, — 30.
— Heusinger, met literatuur over vergelijkende pathologie, — 36.
— Hondsdolheid bij een das. Insecten. Trichinen. Schurft bij paarden.
Varkensziekte, — 41.
— De dierlijke warmte in baar betrekking tot de koorts, — 99.
— Bacteriën, — 103; VIII 113, 118, 127.
— Krankzinnigheid bij dieren, — 105.
— Bijensteek. Lintworm. Pokziekte der kalkoenen. Koorts bij kalkoenen.
Droesziekte der paarden. Teruggehouden nageboorte. Hondenziekte.
Krankzinnigheid bij een aap, — 135.
— De anthrax-bacterie als oorzaak van het miltvuur, — 231.
— 1. Veredeling van het paardenras. 2. Groei of wasdom der paarden.
3. Kreupelheid. 4. Voortteling. 5. Het hart der paarden. 6. Tand-
wisseling. 7. Oogziekten. 8. De bevangenheid in de voorbeenen,
Die Rehe, Rehkrankheit. 9. Droge brokkelige hoeven, hoornspleet.
Lichte gevallen van bevangenheid in den hoef. 10. Paardenvleesch
als voedsel voor den mensch. 11. Hysterie bij paarden. 12. Engelsche
paarden, VIII 69.
— Miltvuur en bacteriën, — 116.
— De actinomycose of stralen-schimmelziekte bij het rund, de geit en
het varken, naar Bollinger, met naschrift, — 129.
— Over de ontwikkeling van den blaasworm der taenia mediocanellata
(K.) in het vleesch van kalveren, — 135.
— Invloed van het hongerlijden op het levend gewicht der slachtdieren,
- 173.
— De krankzinnigheid bij de dieren, in verband beschouwd met de
aanverwante ziekten en gebreken en met de zielkunde, IX 1.
— Over de veranderingen in de hersenen en het ruggemerg bij lyssa,
naar Weller, XI 147.
— Nieuwe bijdragen tot de kennis der hondsdolheid, naar Weller, — 164.
Hengeveld, G. J„ Verslag der lste en 2de algemeene vergadering, 1115;
II 60.
— Longziekte, — 123, 124.
— Goedaardige droes, — 125.
— Plaatselijke ziekten, — 127.
— 13 vleesch in het lste tijdperk der longziekte voor den mensch on-
schadelp? — 128.
-ocr page 92-Hengeveld, G. J., Eenige veeteeltkundige regelen der Grieken en
Romeinen, I 200; II 187.
— Uittreksel uit het verslag van het Iste Internationaal veeartsenijkundig
congres te Hamburg in 1863, — 206.
— Uitoefening der veeartsenijkunde; patentwet; typhus; longziekte;
hielbeensbreuk; plaatselijke ziekten: verbreiding tongblaar; onkant
uier, II 66.
— Necrologie T. BOS, — 114.
— Internationaal veeartsenijkundig congres te Weenen, — 118.
— Vergaderingen in Nederland alwaar veeartsenij- en veeteeltkundige
onderwerpen worden behandeld, — 119.
— Bijschrift bij „Halsverwonding, door Köhler", — 168.
— Verslag der 7de algemeene vergadering, IV 38.\'
— Maatregelen bij in- en doorvoer van vee, - 53.
— Verslag der 8ste algemeene vergadering, — 58.
— Boekaankondiging. J. J. Hinze, Het Hoefbeslag 1872, — 126.
— Rijksveeartsenijschool, naamlijst der kweekelingen, eindexamens, — 248.
— Veeartsenijkundige dienst in Noord-Brabant, — 257.
— Is het Nederlandsche rundvee afkomstig van het Holsteinsche of om-
gekeerd? V 38.
— Statistiek der longziekte, — 67.
— Verkooping van korthoornvee in New-York, — 107.
— Ongehoornd vee, — 112.
— Aanneming der veeartsenijkundige wetten, — 191, 198.
— Onderlinge rasvermenging van vier rundveerassen tot een bepaald
doel, — 204
— Een praatje over het exterieur van ongehoornd rundvee, — 210.
— Boekaankondiging. E. J. Gérard, Etude zoötechnique, enz., 1867,
— 216.
— Het Nederlandsch rundveestamboek, — 251.
Hengeveld GJzn., M. J., Mededeeling betreffende de in 1893 in de
provincie Noord-Holland verrichte inentingen tegen miltvuur, XXI 219.
— VIIde Internationaal veeartsenijkundig congres te Baden-Baden in
1899, XXVII 182.
— Mededeeling over inenting tegen miltvuur in Noord-Holland. XXVIII
253.
— en J. A. Zaalberg. Verzameling van wetten, koninklijke besluiten,
ministeriëele beschikkingen en aanschrijvingen betreffende het vee-
artsenijkundig staatstoezicht, de veeartsengkundige politie, het vee-
artsenijkundig onderwijs en de paardenfokkerij, 1903 XXXI 183, 600;
1908 XXXVI 103.
Hennepe, Dr. B. J. C. te, Die Immunisierung von Rindern gegen Tuber-
culose. lnaugural-Dissertation 1909, XXXVI 614.
Hermkes, L., Tabaksvergiftiging bij het rund, IV 141.
— Inschuiving en omstulping van den blinden darm bij een paard,
— 142.
— Steatoma bij een paard, — 148.
Herwerden, Dr. C. H. van. Zie van dek Hagen en Herwerden,
XXIV 388.
Heusden, A. van, Iets over tetanus, XXII 186.
— Zuid-Afrikaansche zoönosen, — 251.
— Texaskoorts, — 315.
— Afrikaansche paardenpest, — 318.
— Cadeiras-ziekte, — 318.
— Corn fodder (Corn stalk disease; stoppelziekte), — 318.
— Milk-sickness, — 319.
— Ak-paipak. Tentjian. Dschuniur-Kurt, — 320.
— Bradsot der schapen, — 321.
— Morbus maculosus Wermiofii (Purpura), — 322.
— Buffelziekte; Barbone-ziekte der buffels (Barbone dei bufali), — 323.
— Pest; Oostersche pest; Bubonen-pest, — 324.
— Beri-beri (Neuritis multiplex endemica; Paraplegia mephitica; Hydrops
asthmaticus; Serophthisis perniciosa endemica), — 324.
— De aetiologie der Texas-koorts, — 326.
— Opmerkingen over epizoötisch verwerpen, — 328.
— Prolapsus vaginae bij een veulen, XXVIII 122.
Hilwig, W. F., Abortus in de eerste weken van de drachtigheid bij
een paard, XXVI 894.
Hinsbergh, V. J. J. van, Aciduin carbolicum crudum als prophylacticum
bjj Rauschbrand, XVI 89.
— Hydrochloras cocaini in de veterinaire chirurgie toegepast, XVII141.
Hlnze, J. A., Inenting tegen longziekte, I 124; II 71.
— Genezing der mondklem bij eene koe, II 7.
— Genezing van een buikwond met doorzakking van het net, — 19.
— Tracheotomie, — 20.
— Een zaag in gebruik bij moeiljjke verlossingen, — 27; III 125.
— Hersentyphus, — 130.
— Hemiplegie, — 133.
— Repositie van den uitgezakten draagzak, V 18.
— Mededeelingen omtrent het gebruik van de verloskundige zaag,
— 19.
Hinze, J. J., Werking van podophylline bij liet paard, IV 14.
— Runderpest, oorsprong, uitbreiding en maatregelen ter bestrijding in
Duitschland in 1870/71, etc. — 65.
— Koliek met braking en genezing bij het paard, — 94.
— Het Hoefbeslag 1872, — 126.
-ocr page 94-Hinze. J. J., Overzicht van de nieuwste uitgaven over veeartsenijkunde
en aanverwante vakken, IV 123, 196; V 53, 124, 219; VI 54,
156, 245; VII 55, 155, 244; VIII 76, 186, 245; IX 121, 231,
285; X 57, 239; XI 122; XII 56.
— Handelingen van de internationale conferentie, ten doel hebbende het
nemen van gelijke maatregelen tot wering der runderpest, — 147.
— Grondstellingen voor een internationale regeling tot bestrijding der
runderpest, — 180.
— Boekaankondiging. Dr. Max Markee. Recherches sur la
ventilation naturelle et la ventilation artificielle, principalement dans
les étables ainsi que la porosité de quelques matériaux de construc-
tions, V 21.
— Eenige beschouwingen over de kalverziekte (febris puerperalis),
VI 11.
— Apomorphine, - 29, 145, 236; VII 134.
— Over de thermometrie bij onze huisdieren, — 81.
— Over den invloed van bloedsonttrekkingen op het dierlijk lichaam, — 99.
— Over de waarde der deriveerende geneesmethode, — 101.
— Over de tuberculose in het algemeen en de parelziekte van het rund
in het bijzonder, - 106; VII 93.
— Proeven genomen met het invoeren van groote hoeveelheden water in
het darmkanaal der huisdieren, naar D natura, VI 203.
— Bijdrage tot de experimenteele en vergelijkende pathologie van den
kwade-droes, VII 70, 230.
— Over het wezen van de kalverziekte, — 80.
— Casuïstiek en behandoling der pseudarthrosen bij liet paard, — 117.
— Over de temporaire ligatuur (tijdelijke onderbinding) der slagaderen,
— 124.
— De castraties der koeien, — 127.
— Over het salicylzuur, — 129.
— Middel om morphine-oplossingen voor subcutane injecties beter te
kunnen bewaren, — 135.
— Over de scheikundige samenstelling der beenderen bij zoogenaamde
beenbreekziekte, naar Begemann, VIII 16.
— Een proef met de maagsonde bij het paard, naar Dammann, — 19.
— Over het koliek der paarden, — 40.
— Aetiologische mededeeling omtrent den bij het rund voorkomenden mok
(Schlämpemauke) of spoeling-uitslag, — 43.
— Boekaankondiging. W. Dieckerhoff, Die Pathologie und
Therapie des Spat der Pferde, 1875, — 48.
— Over de werking der jaborandi-bladen, — 52.
— Hoornen hoefijzers. Hoefbeslag van Yates, — 58.
— Hoefbuffers van Haetmann, — 59.
-ocr page 95-Hinze, J. J., Scherp beslag, — 63.
— Maïs als paardenvoeder, VIII 66.
— Xanthium spinosum, als voorbehoedmiddel tegen hondsdolheid, — 67.
— Over de vergiftige werking van lupinezaden, — 67.
— Het boorzuur (acidum boracicum), — 163.
— Natron lacticum als hypnoticum, — 167.
— Omtrent het herkennen van menschelijk en dierlijk bloed, — 173.
— Tannine bij conjunctivitis, — 174.
— Tannine bij herpes tonsurans, — 174.
— Een nieuw excipiens voor zalven. Vaseline, — 174.
— Over de tuberculosis van het rund, — 200.
— Over den icterus van de honden, — 205.
— Over oogziekten van het rund. — 217.
— Bijzondere vorm van oogontsteking bij het paard, — 220.
— Een Pilz als oorzaak van hoefziekte, — 231.
— Behandeling van teruggebleven nageboorte, — 232.
— Behandeling van rheumatisch koliek, — 232.
— Wasschingen tegen de schurft der schapen, — 232.
— Behandeling van maanblindheid, — 233.
— Middel tegen kloven in de kooten der paarden, — 233.
— Werking van chloralhydraat, • — 234.
— Hondenmelk als geneesmiddel, — 234.
— Werking van amyl-nitrit, — 235.
— Therapeutisch gebruik van natrum subsulfurosum, — 236.
— Gipsverband, — 236.
— Desinfectie van wagens, enz., — 237.
— Veeartsenijkundig staatstoezicht over: 1876 — 248; 1877 X 64;
1878 XI 55; 1879 XI 199.
— Over het enzoötisch voorkomen van abortus, IX 60.
— De hartslag van den foetus bg de huisdieren, — 116.
— Mededeelingen omtrent de infectie-theorie van de tuberculosis in het
algemeen, — 167.
— Een nieuw instrument om te branden. Thermocautère, — 176.
— Over het gebruik van zincum sulfocarbolicum in de veterinaire
chirurgie, — 227.
— Aanwending van strychnine bij windkoliek, — 228.
— Braakmiddel in het rectum aangewend, — 229.
— Aborteerende werking van de Mafe-Pilz, — 229.
— Buitengewone vruchtbaarheid van een varken, — 229.
— Een nieuwe slachtmethode, — 230.
— Over loslating van het netvlies bij paarden, X 41.
— Over het branden met fijne doordringende punten, — 43.
— Verscheuring der sesambeenderen, — 45.
-ocr page 96-Hinze, J. J., Over het thymol en zijne aanwending bij de behandeling
van wonden, X 46.
— Nog iets over duboisine, — 47, 48.
— Statistiek van en opmerkingen omtrent de tuberculosis van het rund
in het koningrijk Beieren, — 138.
— Over de oorzaken van den mok bij het rund (spoeling-uitslag, been-
schurft, enz.), — 150.
— Operatieve behandeling van peesscheedegallen, — 153.
— Over het acidum chrysophanicum, — 155.
— Over het antagonismus tusschen atropine en morphine, — 155.
— Pelletiérine, alcaloid van den granaatbast, 158.
— Boekaankondiging. Jahresbericht der Küniglichen Thier-
arzneischule zu Hannover 1876/77, — 161.
— Kort overzicht van de nieuwste mededeelingen betreffende het milt-
vuur, XI 16.
— Over verduurzaamd paardenvoedsel, ook wel paardenkoeken of haver-
conserf genaamd, — 38.
— Iets over scherpbeslag, XI 46.
— Staat van de indeeling der veeartsenijkundige ambtenaren aan het
einde van het jaar 1878, — 74.
— Physiologie van de luchtzakken van. het paard, — 76.
— Over de physiologische beteekenis van den blinden darm bij het
paard, — 77.
— Over de structuur van de ampullen der vasa deferentia, — 80.
— Bilirubin een normaal bestanddeel van het bloedserum bij paarden, — 81.
— Experimenteele onderzoekingen met het voederen van tuberculeuse
stoffen, — 81.
— Over de actinomyces bovis en de sarcomen van het rund, — 83.
— Een nieuwe lintworm, — 84.
— Proeven betrekkelijk de antiseptische en antipyretische werking van
het salicylzuur natrium, — 85.
— Salicylzuur natrium bij pneumonie van het paard, — S6.
— Salicylzuur bij gewrichts- en spierrheumatismen, — 87.
— Salicylzuur tegen louterstal, - 87.
— Over het broomkalium, — 88.
— Over het gebruik van „laminaria digitata", — 90.
— Stomatitis pustulosa contagiosa bij paarden, — 91.
— Over de behandeling van tetanus, — 97.
— Proefnemingen met het hoefbeslag van Barbe, — 110.
— Over een bijzonder voorkomenden vorm van mond-en klauwzeer, — 114.
— Over het epizoötisch typhoïd der hoenders, — 114.
— Boekaankondiging. A. J. de Bruijn, Handwoordenboek der
vervalschingen, naar Dr. H. Klencke, — 143.
-ocr page 97-Hinze, J. J., B oekaankondiging. P. F. Vermast, Qualitatieve en
quantitatieve analyse der urine onzer huisdieren, XI 144.
— Vergelijkende anatomische onderzoekingen omtrent den bouw van
den uterus der dieren, — 234.
— Over het voorkomen van abdominaal-typhus bjj de huisdieren, — 237.
— De multiple chronische peribronchitis der paarden, vooral in hare be-
teekenis tegenover kwade-droes, — 238.
— Bijdrage tot de nadere kennis van het wezen der haemoglobinurie
der paarden, — 241.
— Over de therapie van koliek der paarden, — 246
— Over het voorkomen van maagsteenen bij paarden, — 249.
— Over de thermometrie bjj de longziekte van het rund, — 250.
— Onderzoek der urine bij de haematurie der koeien, — 251.
— Een nieuw ontdekte haarzakmijt bij het varken, — 252.
— De pathologisch-anatomische veranderingen van de hersenen en het
ruggemerg bij hondsdolheid, — 255.
— Over de buik- of flankensnede, — 256.
— Extractie van speekselsteenen uit de buis van Stenon, door een incisie
in de mondholte, — 258.
— Over subcutane injecties van veratrinum sulphuricum, — 259.
— Bijdrage tot de kennis der misvorming, bekend onder den naam van
dignathie, — 260.
— Vergelijkende anatomische onderzoekingen over de bloedvaten in het
netvlies van het oog, XII 16.
— Bijdrage tot de nadere kennis van de anatomie en physiologie van
de 3de maag der herkauwende dieren, — 17.
— De mechanische verhoudingen bij de beweging van het paard, — 18.
— Bijdrage tot de leer der galopbeweging van het paard, — 18.
— Over de proefpuncties, — 20.
— Over het ontstaan van longversterf bij paarden, — 22.
— Over het voorkomen van oxalzure kalk in de urine, — 23.
— Over de toepassing van de inductie electriciteit in de veeartsenij-
kunde, — 25.
— Korte mededeelingen betreffende influenza der paarden, — 26.
— Nieuwe onderzoekingen omtrent de longziekte en de inenting als
voorbehoedmiddel daartegen, — 33.
— Over de oorzaken en het voorkomen van de lupinenziekte (lupinose)
der schapen, — 37.
— Over de diagnostische beteekenis van het onderzoek met den oogspiegel
bij stille kolder der paarden, - 39.
— Darmpunctie per rectum, — 43.
— Over het voorkomen van „glaucoma simplex" bij onze huisdieren,
— 43.
-ocr page 98-Hinze, J. J., Behandeling van chronische arthritis, XII 44.
— Over de therapie van den straalkanker van het paard, — 44.
— Nog eens over de werking van het naaldvormig brandijzer, — 46.
— Proeven met monobromkampher, — 48.
— Over het tkymol, — 49.
— Bijdrage tot het vaststellen van de dosis van ^(jiitras stryclinini",
zoowel voor subcutane injecties als voor het inwendig gebruik,.— 49.
— Vergiftiging van een paard door carbolzuur, — 54.
— Vergiftiging van een paard door theebladen, — 55.
— Het VIde Internationaal veeartsenijkundig congres te Bern, XXIII 68,
132, 277.
— Hoefnagel, K., Leukaemie bij het varken, XVI 1.
— Verslag der keuring van vee en vleesch te Utrecht over: 1889 XVII
\' 151; 1890 XVIII 110.
— Leukaemie bij een os, XIX 219.
— Trichinen in Amerikaansch varkensvleesch, — 225.
— Amerikaansch en Hollandsch spek, — 265.
— Tuberculose bij een vet kalf, circa drie maanden oud, XX 1.
— Tuberculeuse peri-arthritis bij een varken, — 1.
— Cysticercose bij een varken, — 2.
— Tuberculine-injecties, — 2.
— Tuberculine als diagnosticum, — 213.
— Boekaankondiging. Het Paard, Maandblad, enz., 1895,
XXII 235.
— Grijze, doorschijnende knobbeltjes in de longen van paarden, XXIII327.
— De werking van sulfocyanaten op het verloop van eenige infectie-
ziekten, — 329.
— Over pathogene blastomyceten, — 329.
— Over de aetiologie van het staarteczeem bij paaarden, — 330.
— Kalfziekte, — 332.
— Sulfonal, — 332. x
— Bacterio-therapeutisch instituut te Utrecht, — 333.
— Plotselinge genezingen, — 334.
— Miltvuur bij varkens, — 335.
— Therapie van tetanus, — 335.
— Loodvergiftiging bij runderen, XXVI 211.
— Boekaankondiging. Veterinaire Almanak: 1899 XXVI 255;
1900 XXVII 280; 1901 XXVIII 417.
— Automobielen, XXVI 326.
— De keerzijde van de medaille, —-311.
— Vleeschvergiftiging in één gezin, — 350.
— Boekaankondiging: D. A. de Jong Jzn., De beoordeeling
van het vleesch van tuberculeuse runderen, 1900, XXVII 356.
-ocr page 99-Hoefnagel. K., Vleesch met naphtalinesmaak, XXVII 430.
— De veterinaire faculteit te Bern, XXVIII 72.
— De serumtherapie in het Fransche leger, — 121. •
— De antitoxine-behandeling der influenza bij paarden, — 122.
— Vrijspraak van een veearts, aangeklaagd wegens achteloosheid, den
dood ten gevolge hebbende, 123.
— Tuberculose bij het paard, — 269.
— De serumtherapie bij gangraeneuse septicaemie (maligne oedeem),
— 345.
— Behandeling van eclampsia puerperalis door intramammaire of sub-
cutane injecties met jodetum kalicum, — 349.
— Maatregelen tegen tuberculose, — 409.
— Onderzoekingen omtrent de waarde van tuberculine, — 414.
— Mond- en klauwzeer van dieren op menschen overgebracht, — 415.
— Een geval van primairen malleus der conjunctiva, — 415.
— La Tristeza, — 450.
— De gemeente-slachtplaats te Utrecht (met afbeeldingen), XXIX 10.
— Primair niercarcinoom bij het paard, metastasen in lever en long,
— 2f01.
— Sterilisatie van vleesch, afkomstig van tuberculeuse dieren aan het
abattoir te Roubaix, — 416.
— Boekaankondiging. H. van Heumen, Een en ander over de koel-
huizen bij slachthuizen, 1892, — 431.
— Het gebruik van het schietmasker bij slachtvee, XXX 206.
— Vleeschvergiftiging te Nieuweroord (Westerbork), provincie Drente,
XXXI 153.
--te Uden, — 213.
— — te Utrecht, — 561.
— — door bacillus enteritidis, — 574.
— Boekaankondiging. Dr. M. Westenhoeffer. Ueber die Grenzen
der Uebertragbarkeit der Tuberculose durch Fleisch tuberculöser Rin-
der auf dem Menschen, XXXII 199.
— — Bericht über den städtischen Vieh- und Schlachthof sowie über die
städtische Fleischbeschau der Stadt Berlin, 1903, — 222.
— Over het al of niet voorkomen van tuberkelbacillen in het vleesch
van aan tuberculose lijdende runderen en varkens, — 397.
— De beoordeeling van het vleesch, afkomstig van tuberculeus slachtvee,
— 520.
— Het VIIIste internationale veeartsenijkundig congres te Budapest,
— 576; XXXIII 31.
— Programma der algemeene vergadering, verslag, notulen enz., XXXIII
668; XXXIV 17, 175, 251, 320, 567, 775; XXXV 351, 672, 734 ;
XXXVI 202, 246, 521.
Hoefnagel, K., Ziekten en gebreken van het rnndvee, 1907, XXXIV 605.
— Keuring van slachtvee uitsluitend door veeartsen, XXXV 157.
Moeten veeartsen of gediplomeerde hulpkeurmeesters met de vleesch-
keuring aan abattoirs worden belast? — 324.
—- Zie D. F. van Es veld en K. Hoefnagel : Toezicht op melk, XXX 305.
— Zie Knipscheer en Hoefnagel : Een geval van miltvuur bij het paard,
XXIV 263.
— en Dr. H. E. Reeser, Longtuberculose bij het paard, XXXII 303.
— Iets over den echinococcus polymorphus unilocularis bij rund, paard
en varken, — 304.
— Cysticercus inermis, — 306, 351.
— Besmettelijke borstziekte (Schweineseuche), — 348.
— Apoplexia cerebri bij het paard, — 352.
— Maligne oedeem bij het paard, — 390.
— Longactinomycose bij het rund, — 393.
— Een eigenaardig geval van distomatose bij het schaap, — 394.
— Hypoderma equi, — 396.
— Carcinoma hepatis bij het rund, — 451.
— Verruceuse endocarditis bij het varken, — 453.
— Cysticercus tenuicollis in de lever, — 454.
Hoen, Dr. H. C. \'t, Die Pseudotuberculose bei der Katze. Inaugural-
Dissertation 1902, XXIX 523.
Hoffmann, L., Opmerkingen ove$ de aankondiging van zijn Chirurgie,
door \\V. C. Schimmel, XVIII 296, met antwoord van W. C. Schimmel,
XVIII 254, 299.
Hooft, P. J. \'t, Een geval van sectio caesarea bij een varken, XXX 20.
Hoogkamer, L. J., De paardenarts van het O.-I. leger, XII 177.
— Is de periodische ophthalmie van het paard een zelfstandige en speci-
fieke ziekte? XIX 114, 193.
— Grasvelden ten behoeve der legerpaarden in Nederlandsch-Indië,
XXXV 548.
Hoopen, W. ten, Melkziekte bjj het schaap, XXXII 308.
Huet, Dr. R H. Gallandat, The University of Liverpool. School of
Veterinary medicine and Surgery, XXXII 118.
— Algemeene tuberculose bij een paard, XXXVI 229.
— Een geval van koliek door vergiftiging, — 230.
— Ontschoening na neurectomie, — 232.
— Operatie van Bosi bij bolspat, — 233.
— Wegneming van het scrotum bij een hond, — 234.
— Behandeling van acarusschurft bj} honden, — 235.
Huffnagel, J., Actio redhibitoria (zwakke longen), III 100.
— Kort verslag van den loop der longziekte in het gedeelte van
Zuid-Holland, waarop het Koninklijk besluit van 17 Aug. 1878
-ocr page 101-(St.bl. ii°. 128) is toegepast, en der maatregelen ter beteugeling
dier ziekte aldaar genomen van 1 Februari 1878 tot 17 Mei 1879,
X 221.
Huizinga, J. R, Het gebruik van den scheedehouder van Blume bij
prolapsus vaginae, XXXII 812.
Hulst. D. van, Costuum-wetten. Voor het gemis van elk kwartier bij
een melkdier, I 34.
— "Welke zijn de oorzaken van het blaauw worden der kaas, enz., — 31.
— Onkant of onklaar zijn van den uier, II 75; III 112.
— Onderkenning der pokziekte, III 112.
— Taaie melk en slecht boteren er van, — 112.
— Tijd voor inenting van longziekte, — 113.
Itallie, Dr. L. van, De overgang van geneesmiddelen in de melk,
XXXI 479.
— B o e k a a n k o n d i g i n g. Dr. E. C. H. A. M. Bemelmans; Beitrag
zur Kentniss der Veränderlichkeit der Niederländischen Butterkon-
stanten und Bekämpfung der Butterverfälschung 1905, XXXII 484.
— Opwyrda\'s algemeene en bijzondere recepteerkunst 1906, XXXIII 470.
— Zie Reudler en van Itallie, — 523.
— Quantitatieve bepaling van aceton in urine, XXXIV 689.
Jager, Dr. S. de, Pigment vorming in de Cornea, XIII 79.
Janné, A J., Parelziekte is koopvernietigend, II 40.
— Nog iets tot de nadere kennis der „empirici" in de veeartsenijkunde,
- 93.
— Taaie melk en het niet boteren er van, IV 52.
— Maatregelen bij in- en doorvoer van vee, — 52.
— Besmettelijkheid en erfelijkheid van parelziekte, — 55.
— Miliair-tuberkels en kwade-droes, — 56.
— Sprokkelingen: Scheur in het middelrif. Thermometrie bij influenza.
Ophooping van voederstoffen in de long. Keelontsteking met opvulling
der luchtzakken. Een gezwel van 236 pond in de buikholte van
een paard. Kalverziekte. Dampigheid. Bepaling der temperatuur bij
onze huisdieren, — 129.
Het een en ander over het mond- en klauwzeer en de overbrenging
dezer ziekte op den mensch, V 1.
— Veepest, — 72.
— Boekaankondiging. Reynal, Traite de la police sanitaire des
animaux domestiques 1873, — 118.
— en Wirtz, Circulaire in zake het oprichten van een standbeeld voor
Claude Bourgelat, met inteekenlijst, — 193; VII 177.
— Rapport omtrent de inenting tegen miltvuur in Limburg, XII 256.
— Stille-kolder. Memorie ter raadpleging, XV 267.
Janné, L. Th., Necrologie. L. van Driel , XV 261.
-ocr page 102-Jennes, J., Pepervuur en miltvuurkoorts is hetzelfde; geen anthrax,
maar een erysipelasvorm, I 80.
— en Dr. J. R. E. van Laer. Over de vlieg-larvenziekte der schapen,
I 107.
Jeronimus, C. S., Het verband uit een phvsisch oogpunt, XXV 207.
— Studiën en experimenten betreffende de oorzaak en de\' behandeling
der kalfziekte, XXV 210.
Jong, B. de, Auto-intoxicatie of schimmel-vergiftiging, XXVII 229.
— Een gelukte hanetred-operatie, XXIX 22.
— Behandeling van kalfziekte, — 474.
— Torticollis bij stuitgeboorte, XXXVI 682.
— Aanwending van de kettingzaag bij gebogen spronggewricht, — 682.
Jong, Dr. D. A. de, Icterus veroorzaakt door milthypertrophie, XIII184.
— Actinomykoom in den slokdarm van een rund, — 291.
— Distomum campanulatum en distomum felineum bij den hond, XIV 57.
— Distomum campanulatum bij de kat, — 223.
— De aanwending van hydrochloras cocaïni bij zenuwsnede, XVI 92.
— Iets over varkensziekte en hare bestrijding, XVIII 1.
— Epizoötische abortus bij koeien, — 35.
— Het internaat aan \'s Rijksveeartsenijschool, XX 249.
— Bronchitis capillaris infectiosa van het paard, XXI 291.
— Miltvuur, 1894, — 336.
— Pigment in het spek, XXII 212.
— Art. 19, alin. 2, van het door de commissie tot herziening voorge-
stelde reglement, — 388.
— Texaskoorts en aanverwante ziekten (met afbeeldingen), XXIII 229.
— Leverdistomen bij hond en kat (met afbeelding), XXIV 1.
— Een geval van ren fissus, XXV 257.
— Het aantoonen van paardenvleesch langs chemischen weg, XXVI
30, 125,
— Untersuchungen über Botryomycosen, Inaugural-Disscrtation, XXVI336.
— De cultuur der bacillen van zoogenaamde urticaria (Backsteinbliitter)
bg het varken, XVII 305.
— Veterinaire pathologie en hygiëne: Reeks I, XXVII 354; reeks II,
XXVIII 420; reeks III, XXXII 479; reeks IV, XXXV 750.
— De beoordeeling van het vleesch van tuberculeuse dieren, XXVII 356.
— Boekaankondiging. Dr. Oskar Schwarz, Maschinenkunde
für den Schlachthofbetrieb, 1901, XXVIII 285.
— De uitvoering der tuberculosewet, naar aanleiding van een circulaire
van den heer H. Anker. Zie begin 11e afl., deel XXVIII, aparte
pagineering, en bl. 570.
— Piroplasmosis (Texaskoorts) bij runderen in Nederland (met platen),
XXIX, 531; XXX 430; XXXI 256.
-ocr page 103-Jong, Dr. D. A. de. De eenheid der zoogdiertuberculose, 1902, XXX 89.
— Over maatregelen, wetenschappelijke onderzoekingen, gangbare meenin-
gen en persoonlijke opvattingen op hygiënisch gebied, XXXII 455.
— Over bacteriologie, bacteriologisch onderzoek en bacteriologen, — 514.
— De keuring van het vleesch van tuberculeuse dieren, — 572.
— Bekämpfung der Tuberculose der Haustiere. XXXIII 49.
— Rapports entre la tuberculose de l\'homme, du gros bétail, de la
volaille et d\'autres animaux domestiques, notamment du chien, — 27].
— Onderzoek van se- en excreta op tuberkelbacillen, — 308.
— Het 8ste Internationaal veeartsenijkundig congres in Budapest, — 353,
459, 510, 596, 642.
— Bestrijding van de tuberculose, — 464.
— Houdbaarheid, vervoer, bewaren en conserveeren van vleesch, XXXIV 731.
— Gepasteuriseerde melk en ziektekiemen, XXXV 1.
— Landbouwvoordrachten over tuberculose 1907, — 502.
— Het verband tusschen geneeskunde van den mensch en van de dieren,
1908, — 623.
— Het 9de Internationaal veeartsenjjkundig congres te \'s-Gravenhage,
XXXIV 359, Règlement de la commission permanente des Congrès
internationaux de médecine vétérinaire, XXXV 402, 455.
— De koelinrichtingen aan Nederlandsche slachthuizen, XXXVI 153.
— en W. C. de Graaff, De reactie van Storch, XXXIII 553.
— — Pyrocatechine als reagens op verwarmde melk, — 564.
— — De coli-contróle der gepasteuriseerde melk, XXXIV 152.
— — De invloed van waterstofperoxyde op de melkenzymen, XXXVI 29.
— — Pasteuriseeren van melk en colibacteriën, — 92.
Jong. H. de, De veeteelt in : De maatschappij ter bevordering der
veeartsenijkunde, XX 237.
Jongh. J. de, Leverbotziekte bij een olifant, XII 85.
Kattenwinkel, R, Besmettelijke diarrhee met complicaties bjj paarden.
XVI 155.
— Spontane huidbloeding bij een kalf, — 157.
— De houw, XX 105.
Kegelaer, J. C., Bloedvloeiing uit de baarmoeder bij een paard, I 83
— Meteorismus, — 124.
— Goedaardige-droes, — 125.
— Mond- en klauwzeer, — 125.
— Abortus, — 126.
— Schadelijkheid van melk en vleesch van aan mond- en klauwzeer
lijdende dieren, — 129.
— Aambeijen (haemorrhoïdes) bij een paard, — 145.
— Over het uitreiken van patent als veearts, II 84.
— Schadelijke gevolgen van empirie, — 86.
-ocr page 104-Kegelaer. J. C., Uitoefening der veeartsenijkunde; patentwet; typhus;
longziekte; onkant uier, II 66.
— Bijdrage over den lendentyphus (Typhus spinalis der paarden), — 134.
— Kwaadaardige catarrhale koorts van het rund (Catarrhus malignus),
- 148.
— Kleine bijdrage tot de diagnostiek der longziekte, — 151.
— Koliek door verscheuring van het net met darmbeklemming bij een
paard, — 154.
— Afscheuring van den buitensten hoornigen schoen van het rechter
achterbeen bij een koe, — 169.
— Volkomen schouderontwrichting, met verrekking en verscheuring van
borst- en schouderspieren, — 170.
— Sporadische rundvee-typhus, III 48.
— Taaije melk en slecht boteren er van, — 113.
— Verstoppingskoliek met braken bij het paard, IV 21.
— Vergiftiging van een kalf door Peru-guano, — 25.
— Typhus bij paarden, — 85.
— Adhaesieve maag-darmonsteking onder verschijnselen van koliek, V 62.
— en Th. J. P. Kegelaer, Korte bijdrage omtrent den z g.n. lenden-
typhus bij paarden, — 199.
Kegelaer, Th. J. F., Koliek bij een veulen, V 203.
— Vergiftiging door tweejarig snoeisel van taxus baccata, XX 166.
— Urine in de baarmoeder, XXIII 312.
— Zie J. C. Kegelaer.
Kempen, L. van, Actinomycoom in het strottenhoofd eener koe, XX 332.
— Fractuur van het pijpbeen bij een veulen, XXI 183.
— Braken en zijn gevolgen bij een paard, — 184.
Keijser, Dr. F. P., Diagnose van malleus aan het cadaver door middel
der complementsbinding, XXXVI 556.
Kielstra, I. B., Bijdrage tot de praktische verloskunde, I 150.
Kingma, S., Zoogenaamd „witte hoeven" bij zwarte paarden (met af-
beelding), XXXI 165.
Klauwers, J. A., Worden bij longtuberculose van het rund zelden
bacillen opgehoest? XXXIII 227, 351.
Klaveren, I. van, Tandcyste bij een veulen, XVI 94.
Klinkenberg, R. L., Uterus-ruptuur bij een koe, XXII 248.
— Uterus-bloeding, — 249.
Knel, J. H., Schimmel, van Esveld, Knel, Thomassen, Handleiding tot
de paardenkennis 1896, XXIII 220.
Knipscheer, J. M., Spattheorieën en spatbehandeling, XXVI 354, 433.
— Een geval van algemeene tuberculose bij het paard, XXVII, 162
— Kortstondige verlamming van den nervus peroneus bij het paard,
XXVIII 405.
-ocr page 105-Knipscheer, J. M,, Breuk van het hoef been en ontschoening na
zetiuwsnede, XXVIII 406.
— Een genezen hanetred, XXIX 66.
— Influenza in het remonte-depot te Miliigen, XXX 433; XXXII 574.
— Stomatitis pustulosa contagiosa, — 495.
— Miltruptuur, — 496.
— Exungulatie na zenuwsnede, — 497.
— Miltruptuur bij het paard, XXXIV 319.
— Uit de praktijk van het remonte-dep öt te Miliigen, XXXV, 537, 651;
XXXVI 309.
— en Hoefnagel, Een geval van miltvuur bij het paard, XXIV 263.
Knol, J., Kalfziekte, XXI 249.
— Iets over de werking van morphine, XXI 250.
Kohlbrugge, Dr. J. H. F., Der Atavismus, 1897, XXV 140.
Köhler, P. J., Belangrijke verwonding en bloeding uit de halsader en
de halsslagader van een paard, II 158.
Koning, C. J., Melk-enzymen, XXXIII 617.
Koorevaar, P., Actinomycose in het ruggemerg bij een rund,
XXIII 200.
— De larvetoestand van hypoderma bovis, XXIV 22.
— Hypoderma bovis en haar jongste larven, XXV 401.
— Boekaankondiging. Dr. H. Markus, Beitrag zur pathologischen
Anatomie der Leber und der Niere bei den Haustieren, 1902. Inau-
gura.l-Dissertation, XXX 229.
— Zie van der Sluijs— Koorevaar, XVIII 21 — 29.
Kooyman, J., De pensionneering der provinciale veeartsen in Zeeland,
XXVIII 161; XXX 600.
— Een geval van kalfziekte vóór den partus, XXX 490,
Kortman, E. F. L„ Kalfziekte, XXIX 492.
Koster, A. J., Tandcyste, waargenomen bij een 2^-jarig ruinpaard van
Oostfriesch ras, XIII 25.
Krebs, R, Over de therapie van den straalkanker, IX 115.
Kroes, H. A., Proefentingen tegen varkensziekte (Rothlauf), XVT 150.
— Over juistheid der notulen, XXXII 382.
— Veeartsen, veeconsulenten, landhuishoudkundig congres, enz., XXXIII69.
— Enkele aanteekeningen uit de verloskundige praktijk (met afbeelding),
— 75.
— (als secretaris der afd. Groningen—Drente), Verplaatsing der Rijks-
seruminrichting van Rotterdam naar Utrecht, in aansluiting bij de
veeartsenijschool, XXXIV 635.
Kroon, H. M., Enzoötische cerebrospinaal-meningitis bij het rund,
XVIII 264,
— Otitis externa bij het paard, XXI 341.
-ocr page 106-Kroon, H. M., Eigenaardige krampen bij hondenziekte, XXI 347.
— Iets over embryotomie, XXII 372.
— Erysipelas bij paard en mensch, — 375.
-- Een oorzaak van retentio der secundinae, — 375.
— De koe, haar lichaamsbouw en haar inwendige organen, 1895, XXIII
100; 1897 XXV 139.
— Het melken, 1897, XXIV 379.
— De zuivelfabrieken en de verbreiding der besmettelijke veeziekten,
XXV 191.
— Urticaria bij het rund, XXVI 385.
— Palpitatio cordis tengevolge van schrik, — 388.
— Een geval van luchtzaktympanitis bij een veulen, 389.
— Een geval van superfoetatie bij een geit, — 392.
— Behandeling van purulente mastitis, — 446.
— Zuur ruikende en zoet smakende melk, 448.
— Torsio uteri bij een merrie, - 450; XXVIII 439.
— Keuring van voor export bestemd vleesch, XXVIII, 387.
— Voederkennis. De voedermiddelen en hun gebruik, 1901, XXVIII 427.
— Hoe onderzoekt men of melk niet verwarmd, gepasteuriseerd of gekookt
is? XXIX 49.
— Over onderzoekingslactosera, XXXI 388.
— De kennis \\an melk en melkhygiëne worde als leervak aan de Rijks-
veeartsenijschool ingevoerd, XXXII 1.
— De lichaamsbouw van het rund, 1904, — 86.
— Openingsrede der 45ste algemeene vergadering, — 120.
— Koemelk als voedingsmiddel. De behandeling op do boerderij, bij den
melkhandelaar en bij den consument, 1905, - 372.
— Vervolgcursussen voor veeartsen. Openingsrede voor de 46ste alge-
meene vergadering, XXXIII 85.
— De geschiedenis der vleeschkeuring in Nederland, XXXIV 1.
— Boekaankondiging. K. Hoefnagel, Ziekten en gebreken van
het rundvee 1907, — 605.
— Langs de grenzen van het veeartsenijkundig gebied, XXXV 65.
— Het tuberculineeren door veeopzichters, — 333.
— De inperking der veeartsenijkundige praktijken, XXXVI 21.
— Boekaankondiging. Hengeveld en Zaalberg, Veterinaire politie.
2de Uitgave. — 103.
— Boekaankondiging. Dr. Robert Müller, Das Problem der Secun-
dären Geslechtsmerkmale und die Tierzucht, 1908, XXXVI 519.
— Idem. G. Suckow, Rentable Pferdezucht. Aktuelle Fragen der Landes-
pYerdezucht 1909, — 689.
— Idem. Rechtvaardiging van het bestaan der rennen en harddraverijen
door de Nederlandsche Harddraverij- en Renvereeniging, 1909, — 690.
-ocr page 107-Kruijt, D.. Sectio caesarea bij een hond met behoud van het moeder-
dier, XYI 208.
— Vergroeiing van het osteum externum bij een vaars, XVII 10.
— De kalverkoorts, XVIII 169.
— De verloskunde in de praktijk (met platen), XX 320.
Kuipers, K. R., Cystocarcinoom van de lever, XXIX 113.
— Actinomycosis bij het rund, XXXI 565,
— Boutvuur en de inenting daartegen, XXXIII 345.
— Kopziekte, XXXV 313.
Laer, Dr. J. R. E. van. Zie Jennes en van Laer, I 107.
Laméris, F., Perforatie van den darmwand bij het paard door ascaris
megalocephala, XXVI 393.
— Het hoefbeslag in woord en beeld, 1904, XXXII 198.
— Het onderzoek van het paard vo\'ór het beslag, 1905, — 286.
De methode Tiiary (met afbeelding), XXXIV 365.
— Iets over de beoordeeling van het paard op uithoudingsvermogen,
— 555.
— Oogonderzoek bij militaire paarden, XXXV 475.
Laméris, J. F., Koliek en braking bij paarden, VII 107.
Ruggemerg-niercongestie, X 1.
— Mania puerperalis? Eclampsia puerperalis? XIX 97.
— Sarcoptes- en dermatocoptes-schurft bij het schaap, XXI 228.
— De melk als voedsel voor den mensch, XXVI 273.
Tuberculinatie van runderen op een hoeve in de provincie Zuid-
Holland, XXVII 5
— Ptomaine-vergiftiging bij het rundvee, — 293.
— Rapport in zake „bestrijding der tuberculose", XXVIII 397.
Laméris, K. J., Stalmiasma? bij paarden, IV 3.
— Schimmelvergiftiging of stalmiasme? bij paarden, VI 4.
— Iets over het onderzoek op cornage, XXV 203.
Lange, S. de, De keuring van vee en vleesch in Suriname, XXIV 269.
— De veehouding in Suriname, — 273.
— Abattoirs in kleine plaatsen (met afbeelding), XXVII 300.
— La malaria des bovidés, par Nicolle et Ai»il Bey, — 442.
— Etudes sur la peste bovine, par id. id. — 445.
— Keuring van vee en vleesch in het abattoir te Paramaribo in 1900,
XXVIII 404.
Leeuwen, A van, Carbolvergiftiging bij het rund, XVI 5.
— Resectie van het klauwbeen met behoud van den hoorn, XVIII 116.
— Gewijzigde methode van „ringelen", — 119.
— Eenige proeven met Koch\'s middel tegen tuberculose, — 194.
— Vermoedelijke su\'olimaat-(kwik-)vergiftiging bij runderen door gebruik
van gekyaniseerd hout in den stal, XIX 136.
-ocr page 108-Leeuwen, A.van, De ouderdomskenmerken bij het paard, 1896, XXIII299.
-- Uniforme tarieven (afdeeling Groningen —Drente), XXVI 49.
— Porcosan, — 442.
— Complicaties van goedaardige-droes, XXVIII 34, 193.
— Onderzoek op longtuberculose bij het rund, — 395.
— Een dracht met kneveltjes, — 407.
— Kwakzalver-advertenties, XXIX 145.
— Is tuberculose niet erfelijk? — 197.
— De tuberculose-wet, — 211.
— Bestrijding van besmettelijke varkensziekten, — 249.
— Boekaankondiging. A. Houwink Lz., Wetten en besluiten
tot regeling van het veeartsenijkundig staatstoezicht en de veeartsenij-
kundige politie, voor zoover die nog van kracht zgn, 1902, — 477.
— Bestrijding van vlekziekte, — 483.
— Het veeartsenijkundig staatstoezicht, 1902, — 562.
— Boekaankondiging Mr. Ed. Philips en H. G. de Jonoh,
Geneeskundige, veeartsenijkundige, artsenijberoidkundige, tandheel-
kundige wetten en besluiten, enz., 1902, — XXX 186.
— Koopvernietigende gebreken in den veehandel, 1902, — 268, 447.
— De bestrijding van tuberculose onder het rundvee, 1904, XXXII 35
en 97.
— De Nederlandsche veeteelt, 1905, — 90.
— Onderzoek op longtuberculose bij het rund, — 307.
— Zie M. Veenstka en A. van Leeuwen, XXXIII 266.
— Bestrijding van de tuberculose der huisdieren, — 340, 549.
— Gezondheidsleer van het vee, 1907, XXXV 220.
— Is het inspuiten van tuberculine door veeopzichters geoorloofd? — 269.
Lemmens, H. J., „Hoe men cureert"? XXXII 221.
Lent, H. J. C. van, Indical, XXVII 385.
— Recidieve van kalfziekte, XXXI 167.
— Opheffing van het verbod dat de paardenartsen particuliere praktijk
bij het vee uitoefenen, XXXVI 218.
— Verslag van den toestand der Maatschappij over 1908/09, — 889.
— Programma van de 50ste algemeene vergadering, — 722.
Leur, F. M. de, Verslag betreffende de in het jaar 1908 gehouden
keuring van slachtvee en vleesch in de gemeente Hoorn, XXXVI 518.
Leurink, Dr. G„ Ueber aktive Immunisation gegen Schweinepest durch
Bazillen der Hogcholeragruppe. Inaugural-Dissertation, XXXVI 198.
Lier, Dr. G. A. van. Mededeeling omtrent den histologischen bouw
der „plaques hépatiques" (met afbeelding), XXVIII 289.
— Die Durchlässigkeit der rothen Blutkörperchen für die Anionen von
Natriumsalzen. Inaugural-Dissertation, XXIX 188.
— Splinterbreuk van het elleboogbeen bij een paard, XXXI 4.
-ocr page 109-Lier, Dr. G. A. van, Prolapsus van het straalkussen met daarop
volgende granulaire woekering, XXXI 7.
— Pectorale vorm van hondenziekte met verschijnselen van hondsdol-
heid, XXXI 9.
Linden, Hs. van der, Ziektegeval bij een paard (Erysipelas ?),
XII 129.
— Een verloskundige tang, XVII 3.
— Nog een bedrage tot de joodkalium-therapie bij kalfziekte, XXVI172.
— Het inspuiten van tuberculine door veeopzichters is niet geoorloofd,
XXXV 338.
Lingbeek, Dr. G. W. S., Hygiënische Bladen, XXV 240.
Lohuizen, J. Th., Periodieke kreupelheid bij het paard, XXIII 303.
— De extractor volgens Pelanz, XXXII 359.
— Uterusruptuur intra gravidatem, — 361.
Lourens. Dr. L. F. D. E., Behandeling van tetanus met tetanus-
antitoxine bij het paard en den mensch, XXIV 149.
— Enzoötische gastro-enteritis door voedering van eikels, — 150.
— Een geval van extra-uterine zwangerschap bij de koe, — 152.
— De oorzaak van de varkenspest, XXXV 123.
— Untersuchungen über die Eiltrierbarkeit der Schweinepest-bacillen
(Bacillus sui pestifer). Inaugural-Dissertation, 1907, — 219.
Louter, L., Het zware paard, 1905, XXXII 287.
Lovink, H. J., Bestrijding van het mond- en klauwzeer, XXXVI 861.
Lubberink, G., Operatie tegen piependen damp, XIV 144, 312.
— Neurectomie van den nervus medianus, — 148.
— Hondenpraktijk, XV 282.
— Prolapsus uteri bij een tochtige koe, XVI 3.
M. Het opblazen van het rectum om de reductie der herniën te be-
werkstelligen, IX 271.
Man, A. A. de, De aspirator van Dieulafoy, ten doel hebbende de
subcutane ontlasting van ziekelijk opgehoopte vochten, zoowel uit
.oppervlakkige als diepgelegen holten, VI 212.
— Handleiding tot de paardenkennis enz., 1890, XVIII 148.
Man, Dr. J. C. de. Zie G. J. W. Berghuis, V 73.
Marcus, A., Ter opwekking, XXIX 23.
— Nieuwe methode ter bereiding van steriel serum, — 123.
— Melkkeukens, XXXVI 534.
Markus, Dr. H., Resultaten vaii de onderzoekingen door de commissie
tot bestudeering van het mond- en klauwzeer aan het instituut voor
infectieziekten in Berlijn, XXV 212.
— Vloeibaar tetanus-antitoxine, — 343.
— Een geval van Meokel\'scIio divertikel bij het paard, XXVI 51.
— De bestrijding van het mond- en klauwzeer, — 54, 180.
-ocr page 110-Markus. Dr. H., De behandeling van dolheid door inspuiting van nor-
maal zenuwweefsel, XXVI 56.
— Antitoxinen in de gal bij rabies, — 57.
— Onderzoekingen over Texaskoorts, — 177.
— Gecompliceerde nekfistel bij het paard, — 228.
— Congenitale oorfistel bij het paard (met afbeelding), — 373.
— Over de beteekenis der ScuMiuT\'sche joodkalium behandeling van kalf-
ziekte, — 406.
— Een geval van nephritis chronica bij het paard, XXVII 25.
Virulentie der melk van tuberculeuse koeien en bet nut der tuber-
culine-injectie, — 174.
— Een geval van struma bij het paard, — 245.
— Tuberculose bij het paard, XXVIII 97, 484, 529.
— Primair sarcoom van het jejunum bij het paard, XXIX 97.
— Experimenteele dysenterie bij honden, — 218.
- Een uit luteïneweefsel bestaande nieuwvorming in het ovarium van
een kalf, — 219.
— Het tuberculose\'-vraagstuk, — 370.
— Het bestaan van pathogene bacteriën reeds in de achttiende eeuw
vermoed, — 372.
— Een specifieke darmontsteking bij het rund, waarschijnlijk van tuber-
culeusen aard, XXX 195.
— Beitrag zur pathologischen Anatomie der Leber und der Niere bei
den Haustieren. Inaugural-Dissertation 1902, — 229.
— Spiritus sapouatus kaünus als desinficiens, in het bijzonder voor
snijdende instrumenten, — 376.
— Multiple lymphangioom van de pleura bij het paard (met af beelding),
— 480.
— In memoriam
P. Koorevaar
met portret, XXXI 1.
Experimenteele endocarditis bij het varken door de bacillen dei-
zoogenaamde urticaria (Backsteinblattern) (met afbeelding), — 518.
— Over amyloïde degeneratie van de lever bij het paard (met afbeel-
dingen), XXXII 99.
— Darmruptuur bij het paard tengevolge van ascaris megalocephala
(met afbeelding), XXX1I1 435.
Dr. M. H. J. P. Thomassen
In memoriam
XXXIV 476.
(met portret), XXXV 511.
In memoriam
M. G. be Bruin
— B o e k a a li k o n d i g i n g. Dr. D. A. de Jong, Pathologie en hygiëne,
1908, - 750.
— Bijdrage tot de kennis der torsio ventriculi bij den hond, XXXVI 1.
— Gedenkteeken Thomassen, — 225, 849.
-ocr page 111-Markus, Dr. H., Een eigenaardige vorm van miltvuur bij het varken,
XXXVI 440.
— Ontvangst van het IXe Internat, veeartsenijk. congres te Utrecht, — 840.
— Over verleden, heden en toekomst, — 876.
Mars, H.. Het carbolzuur, V 92, 155.
Mars. J., Verplaatsing van het colon, I 65.
Mazure. Sr. C., Verwonding van vier koeien, IV 27.
— Scirrheuse ontaarding der arm-wervel-tepelspier, — 81.
— Typhus lumbalis en het stalmiasma? van den heer Laméris, V 12.
— Antikritiek. Schimmelvergiftiging of stalmiasma? VII 9.
Mazure. Cz. J„ Zeeuwsche wortel- of peenberoerte, IV 227.
— Het overbrengen van kwade-droes en ^ worm van paarden op andere
dieren en den mensch, naar Hertwig, VI 193; VII 61, 215.
— Resultaten van het microscopisch onderzoek van varkensvleesch, XII106.
— en A. L. Goethals, Castratie, XVII 197.
Mazure, M. Luteijn, Welke middelen zijn er aangewezen tegen het
insleepen van besmettelijke veeziekten, door middel van spoorwegen:
en ter voorbehoeding tegen besmetting van gezonde dieren die in
de wagens vervoerd worden? III 134.
— Meelvergiftiging, IV 43.
— Moeilijke verlossing, — 44.
— Besmettelijkheid en erfelijkheid der parelziekte, — 55.
Mervennée, E. L. van. Draaiziekte onder de schapen. Hydrocephalus
hydatideus, V 146.
— Omstulping van den endeldarm met overgang in versterf, — 14S.
Verwonding van den endeldarm bij een paard, — 149.
— Kraakbeenachtige verharding van het osteum uteri bij een koe, — 153.
— Tellingen nummering van het rundvee in den Wilhelminapolder, — 175.
— Doorboring van den bovensten scheedewand en den endeldarm en
inscheuring van den dam bij een paard, VI 242.
Metz, M. L., Een geval van keizersnede bij een varken, XXX 99.
Meulen, G. van der, Huidemphyseem, XXI 110.
Michels, P. F., Inenting der longziekte, IV 2.
Mogendorff. Dr. S. J. M.. De veearts in practijk als zuivelconsulent,
XXXVI 328.
— Die Milchuntersuchung vom tierärztlichen Standpunkte aus betrachtet.
Inaugural-Dissertation 1909. Auto-referaat, — 933.
Montens, A. J., Proeven met arsenicum album en pulvis nucis vomicae
tegen kwade- droes en worm, I 88.
— Maagfistel bij een kalf, I 96.
— Eenvoudige methode van ovariotomie, II 20.
— Subcutane injectie, IV 45.
Montens, W. H,, De veeartsenijkundige wetsontwerpen, III 243.
-ocr page 112-Moubis, J. B. H., Practisehe bijdragen: 1. Diarrhee bi) een kameel
en cysten in long en lever. 2. Schenkelbreuk bij een lama.
3. Koudwaterlavementen bij windkoliek. 4. Tetanus na nageltred.
5. Kan men in de veeartsenijkunde gedeelten van een gezonde huid
op zieke plaatsen overbrengen? 6. Over de aanwezigheid van
miliair-tuberkels in de longen zonder kwade-droes. 7. Bersten van
de lever met verbloeding. 8. Ooglidhechting, IV 137.
— Een beschouwing over de neurotomie bij het paard, VII 113.
— De ruminatie, naar Hakms, VIII 1.
— Over de draaiziekte der schapen, naar Muller, — 22.
— Over de oorzaken der acute kruisverlamming, — 138.
— Beschrijving van een bijzonderen vorm van influenza, — 142.
— Over de hondenziekte, naar Zippelius, — 153.
— Over de behandeling van straalkanker, — 157.
— Over de guttapercha-zolen van Downie en Harris, — 169.
— Over drekfistels bij dieren, naar Dammann, — 207.
— Proeven met jodoform, — 221.
— Onaangename gevolgen eener morphine-injectie bij een^paard, naar
Friedberoer, — 224.
— Staatsbegrooting over 1878 — 1884, VIII—XIII.
— Ziekten van schapen, veroorzaakt door het voederen van lupinen, IX 46.
— Opmerkingen omtrent de rheumatische hoefontsteking (bevangenheid)
en omtrent de genezing van de difformiteiten van den hoef, door
die ziekte ontstaan, — 97.
— Eenige waarnemingen omtrent de neurotomie, — 110.
— Maïs als paardenvoeder, — 181.
— Over de diagnose der maanblindheid, naar Vogel, — 207.
— De kwade-droes der paarden en het angioom op het neusmiddelschot,
— 262.
— Over het verwerpen (abortus) der koeien, naar Stockfleth, X 26.
— Werking van duboisine, — 47, 48.
— Atropine tegen epilepsie, — 49.
— Antidoot van het carbolzuur, — 50.
— Over de aetiologie van het miltvuur, — 141.
— Ziekten van paarden na uitsluitende klavervoedering, — 146.
— Therapie der subacute hersenontsteking van de paarden, — 148.
— Boekaankondiging. Landrin et Morice, Manuel de thérapeu-
tique dosimétrique ve\'térinaire, — 165.
— Practische bijdrage. Verwonding aan den hals, — 216.
— Lichtgevende bacteriën op het versche vleesch, — 227.
— Epithelioma van de achterkaak, — 229.
— Tracheotomie sous-cricoidienne, — 230.
— Over de behandeling van tetanus, — 231.
-ocr page 113-Moubis, J. B. H,. Een geval Van bydrophobie genezen door onder-
buidsche injectie van curare, X 233.
— Barbe\'s hoefbeslag zonder nieten, — 233.
— De behandeling van den klemvoet naar Coi.lin, — 234.
— Uitsnijden der achterkaaksklieren om „kwade-droes" te onderkennen,
XI 99.
— Over het chronisch bloedpissen, naar Dessart, — 100.
— Over het branden met fijne en indringende punten en het naald-
vormig brandjjzer, — 104.
— Over het branden der longen met het naaldvormig brandijzer, — 107.
— Over het gebruik van expansieve pantoffelijzers bij hoornscheuren, — 108.
— Over het natrium benzoicum, — 115.
— Nog iets over vaseline, — 115.
— Droes en horse-pox, — 243.
— Injectie van aether bij tympanitis, — 248,
— Over de geneesbaarheid van kwade-droes, — 261.
— Cholera der kippen, — 262.
— Boekaankondiging. J. Morice, Mémorial de médecine dosi-
métrique vétérinaire, - 287.
— Uit de kippenwereld, XII 90.
— Middelen tegen hondsdolheid, — 95.
— Paralytische kalverkoorts, — 96.
— Patent-kroonbeslag, — 96.
— Over de oorzaken der dekziekte, — 98.
— Eenige opmerkingen aangaande de dosimétrie, — 99.
— De influenza der paarden, — 144.
— Het naaldvormig brandijzer, — 161.
— Chinoline, — 162.
— Een eigenaardige ziekte bij honden (chorioptes ecaudatus), — 164.
— Haematogenese, — 165.
— Jodoform bij hoefkraakbeenfistels, — 168.
— Hoefmechanismus, — 169.
— Pernicieuse anaemie, — 241.
— Tuberculose en parelziekte, — 243.
— De aanwezigheid van koper in granen, meel, brood en andere voedende
zelfstandigheden, — 249.
— Varia (tuberculose), — 254.
— Toelagen aan veeartsen van gemeentewege, — 255.
— Hoefbeslag, XIII 30.
— Dermatitis contagiosa canadensis pustulosa, — 38.
— Triorchidie, — 40.
—■ Speekselsteenen, — 42.
— Cholera, — 43.
-ocr page 114-Moubis, J. B. H., Trichinose, XIII £4.
— Hondsdolheid, — 44.
— Tracheaalinjectie, — 46.
— Therapie van hoef kanker, — 47.
— Pilocarpine, — 48.
— Boekaankondiging. Spohb, Die Bein- und Hufleiden der Pferde,
ihre Entstehung, Verhütung und arzneilose Heilung, Berlin 1888, - 51.
— Oorzaak van anaemie, — 52.
— Uitoefening van geneeskunde en veeartsenijkunde aan de grenzen
tusschen het Duitsche rijk en Oostenrijk en tusschen Nederland en
België, — 53.
— Boekaankondiging. N. E. Vogel, Die Massage, ihre Theorie
und practische Verwerthung, 1883, — 54.
— Vleesch van nuchtere kalveren, — 55.
— Bijdrage tot de kennis der ruggemergs-nifrcorigestie, — 255.
— Winterbeslag, — 301.
— Hoefbevangenheid, — 304.
— Winterbeslag „Lepinte", XIV 298.
— Caoutchouc-zolen, — 300.
— Hoefmechanisme, — 302.
Het hoefbeslag. Amersfoort, A. M. Slothouwer : 1889 XVII 115;
1893 XX 312; 1896 XXIII 297; 1905 XXXII 481.
— Winterbeslag, XVIII 261.
— De bewegingsorganen van het paard. Amersfoort, A. M. Slothouwer
1894, XXI 391.
Mulder, Dr L., Kort verslag der 3de algemeene vergadering, II 241.
— Idem, llae algemeene vergadering, IV 187.
— Idem, 13<le idem, V 241.
Muller, A. F., De waarde van tuberculinum als diagnosticum, XXXIII 496.
— I)e castratie van klophengsten (met afbeelding), XXXIV 219.
Muyzert, P. C., Influenza der- paarden, het remonte-depót te Miliigen
(met afbeelding) en de verpleging der jonge legerpaarden aldaar, XX 284.
Zie Heimans en Muyzert, Ovariotomie bij een merrie, XXV 205.
N. N„ Salicylzuur en zijn voornaamste therapeutische eigenschappen,
naar Feser, VI 129.
— De parenchvmateuse injectie van carbolzuur in ontstoken weefsels,
naar Hueter, VI 229.
Nauta, Dr. J. S., Physisch-chemische Untersuchungen der Fruchtwassers
der Wiederkäuer in den verschiedenen Perioden der Trächtigkeit.
Inaugural-Dissertation 1906, XXXIV 284.
Nes. J. M. A. van, Bijdrage tot de therapie van kalfziekte, XV 245.
Nieuwenhuyzen, J. M.. Chronische cornage ten gevolge van een
cyste vóór de epiglottis, XVI 210.
Oppenheim, Mr. J., De Hooge Eaad contra de openbare slachthuizen.
XXVIII 315.
Oppenraay, W. J. P. van, Boekaankondiging. Veterinaire
Almanak voor het jaar 1898, XXV 235.
Over. Dr. K., Untersuchungen über die fötale Circulation. Inaugural-
Dissertation 1904-, XXXII 35.
Zie W. C. Schimmel en K. Over, XXX 242, 291, 339, 421, 465,
513; XXXI 193, 251, 321, 417, 465, 513.
Overbeek, Dr. A. A., Hydrochloras pilocarpini, XXVT 295.
— Antiseptische werking van sublimaat, — 296.
— Joodkalium bij kalfziekte, — 296.
— Neurectomie bij spronggewrichts-kreupelheden, XXVIII 113.
— Verwijding en vernauwing van den oesophagus bij het rund, XXIX 108.
— Het verzamelen van sputum door middel van tracheotomie voor de
diagnostiek van open longtuberculose, XXXIV 371.
— Die Aetiologie und die Bekämpfung des Schweinerotlaufes. Inaugural-
Dissertation 1907, XXXV 280.
— De enquête omtrent de veeverloskundige hulp ten plattelande, — 485
— Cliniek en bestrijding der tuberculose, XXXVI 429.
— Een en ander over de Nederlandsche bestrijding der tuberculose, — 813.
— Verzameling van longsecreta ten behoeve van het tuberculose-onderzoek
bij runderen, — 827.
Overbosch, Wzn., E., Het snotvuur of de zoogenaamde „Kopfkrankheit
des lïindviehs" van de Duitsche veeartsen, I 74.
Overbosch, H. W., Hvsterectomie bij een hond, lijdende aau hernia
uteri inguinalis, XXIX 546.
Paimans, W. J., Enting tegen bil- of houtvuur, XX 206.
— Clonische krampen van het middelrif, XXI 11.
— Voorbehoedende enting tegen het bil- of houtvuur, — 161, 305.
— Arecolinum hydrobromicum, XXIII 308.
— Tijdelijke doofheid door een geweerschot, XXV 284.
— Een mislukte spatoperatie, XXVII 258.
— Embrvotomie, XXIX 214.
— Nog iets over embryotornie met de kettingzaag, — 255.
— Hygroom van het patellair-gewricht het gevolg van congenitale laterale
luxatie der patella? XXXI 209, 352.
— Het IXde Internationaal veeartsenijkundig congres in den Haag.
XXXVI 843.
Pas, L. G. H G. van der, Parametraan- en perivaginaal-haematoom
bij een merrie, XXV 331.
— Ribfractuur met consecutieve hernia diaphragmatica, XXXII 61.
Penning, O. A., Surra onder den veestapel in Nederlandsch-Indië en
andere trypanosomosen, XXXV 191.
-ocr page 116-Penning, C. A., Bestrijding van raalleus in Nederlandsch-Indie, XXXV 421.
Picard, Dr. J. H., Ueber den Wert der biologischen Reaktion als Erken-
nungsmittel von Fleischarten. Inaugural-Dissertation 1904, XXXII332.
Plaats, Dr. J. D. van der,
Dr. J R. E. van Laer
XVIII 77.
— Boekaankondiging. Tijdschrift voor toegepaste scheikunde en
hygiëne 1897, XXIV 378.
— Over den oogspiegel en de schaduwproef van Cüignet, XXVI 1.
— Over de inrichting van het onderwijs en de examens aan \'s Rijks
veeartsenijschool, XXX 561.
— Bijdragen tot de geschiedenis van \'s Rijks veeartsenijschool (met
afbeeldingen). Uitgaven en inkomsten, XXXII 522; Over de ter-
reinen en gebouwen, XXXIII 1, 199; Manege, kleine stallen, elec-
trische installatie, — 737.
Poels, Dr. J., Inenting tegen houtvuur, XVII 244.
— De oorzaak van den goedaardige-droes der paarden, XVIII 153.
— Rapport over de kalverziékten in Nederland, XXVI 319.
-- l)e varkensziekten in Nederland, 1905, XXXII 429.
— Id. id. Verslag voordracht, XXXIII 377.
— De bestrijding der tuberculose van het rundvee, — 477, 535.
— Smetstofdragers (met afbeelding), XXXVI 59.
— en J. J. F. Dhont, Vleeschvergiftiging (met platen), XX 265;
XXIV 187.
Post, G. Ch., Temperatuursvariatiën bij hoogdrachtige runderen, XXX 493.
— Hysterectomie bij den hond, — 520.
Prakke, H. J., Costuumwetten. Niet dragtig zijn van een koe voor
dragtig verkocht. Schadevergoeding voor elke niet melkgevende speen,
I 35.
— Gedurende hoe langon tijd kunnen de kiemen van besmettelijken kwade-
droes bestaan, zonder zich door uiterlijke teekenen te openbaren, 1153.
— Bijdrage tot de jongste runderpest-invasie in Friesland, III 41.
Quadekker, E. A. L., Het paard, zijn lichaamsbouw en zijne inwendige
organen, XXIII 161; XXIV 379; XXXI 92; XXXVI 788.
— De paardenrassen, I, 1896 XXIV 100; II, XXV 238.
— De hoef en zijn beslag, 1896, XXIV 103.
— Het paardenboek, 1904, XXXI 235; XXXII 292.
— Het systematisch melkonderzoek, XXXVI 501.
— en J. Stapenséa, Metastatische purulente pneumonie tengevolge van
een hoefkraakbeenfistel bij een paard, XXXIII 298.
— Botryomycose in den uier van het varken, — 301.
— Aneurysma aortae met verbeening van den wand; spontane ver-
scheuring bij een paard (met afbeelding), — 302.
Rab, Dr. C. J., Lithotherion, XXVI 161.
Rab, Dr. C. J., Untersuchungen über die Muskulatur des trächtigen
Rinderuterus. Inaugural-Dissertation, 1903. XXX 507.
A. J. de Bruin
XXII 295.
, XXV 1.
Redactie,
Dr. L. J. van der Harst
— Een veeartsenijkundig weekblad, XXVI 99.
— Aansporing tot het lezen der Veeartsenijkundige Bladen voor Neder-
landsch Indië, — 317.
— Inleiding op deel XXVIII; uitbreiding van het tijdschrift, — 1.
— Prof. Dr. H. J. Hamburger, — 558.
— Bekroning der firma Hauptner te Berlijn, XXXII 154.
XXXIV 214.
L. Th. Janné
I)r. M. II. J. P. Thomassen
Het afgeven van attesten door veeartsen, — 282.
XXXV 313.
M. G. de Bruin
— Prof. Dr. D. A. de Jong, - 450.
— H. J. Lovink (met portret), overgenomen uit den „Veterinaire Studenten-
Almanak" 1908, — 461.
— Een laatste uitnoodiging, 9de Internationaal veeartsenijkundig congres,
XXXVI 761«?.
Reeeer, Dr. H. E., Over den Cysticercus fasciolaris, XXXII 462.
— Das Tuberkulin. Inaugural-Dissertation 1908, XXXV 499.
— Zie K. Hoefnagel en H. E. Reeser, XXXII 303, 348, 391, 451.
Reeser, J. G. A., Onderzoekingen naar de afstammelingen van thyreopri-
ven, — 218.
— Een carcinoom in de orbita bij een hond (met afbeelding), — 260.
— Herpes tonsurans, een microsporie bij Australische paarden, — 264.
— De bestrijding der rundertuberculose, — 313.
— Wormfibromen en fflaria-embryonen in het bloed, — 317.
— Een molluscum of gregarinengezwel bij het paard, — 319.
— Acidum arsenicosum als desinficiens, — 321.
— Zur Differenzierung des Blutes (Eiweiss) biologisch verwandter Tier-
■ species, 322.
— Ervaringen over adrenaline en de cocaine-adrenaline-anaestliesie, — 420.
— Zie W. C. Schimmel en J. G. A. Reeser, — 179, 207, 343.
Reichman, A. F., Prolapsus uteri bij een paard, XXX 439.
Reimers, H. C., Een uitwendig aneuysma als oorzaak van verbloeding,
XII 1.
— Bijdrage tot de diagnostiek der pancreas-abscessen, XIV 126.
Remmelts, Dr. H, Untersuchungen betreffend Bacterium coli commune
bei Säugetieren, Vögeln und Fischen. Inaugural-Dissertation, XXX 182.
Rempt, J., Voorkomen van decubitus, XXVII 437.
Reudler, Dr. R. T. F., en Dr. L. van Itallie, Latijnsch-Nederlandsch
woordenboek op de Pharmacopoea Nederlandica (Editio IV) met
beknopte omschrijving van kunstwoorden en eigennamen, XXXIII 523.
Rhijn, L J. van. Proeven genomen met enkele vergiften, XIV 284.
— Een geval van actiuomycose bij het rund, — 289.
Roodzant, C., Een geval van petechiaalkoorts, behandeld met anti-
streptococcen-serum, XXVI 158.
Rörik, Dr. H. H., Berechnung der Oberfläche der Uteruskarunkeln
(Semiplacenta materna) beim Kind. Inaugural-Dissertation 1907,
XXXV 345.
Rijnenberg, L. J. M., Leerboek over paardenkennis, ten dienste van
het militaironderwijs, 1902, XXX 42.
— Handleiding tot de paardenkennis ten behoeve van onderofficieren
en korporaals, XXXIII 728.
Rijssel, Th. G. van, De stier en het epizoötisch verwerpen, XXIX 306.
Sande Jr., Dr. A. ten, Tuberkelbazillen und Typhusbazillen im Kefir.
Inaugural-Dissertation 1906, XXXIII 699.
Sandkuyl, C. J., Valsche doorloop, IV 18.
— - Scheur in den rechter hartwand, waargenomen bij een paard lijdende
aan verstoppingskoliek, IV 19.
Schat, Dr. P., De positie van de ambtenaren bij den civiel-veterinairen
dienst in Nederlandsch-Indië 1904, XXXI 357.
Scheele, J., De tuberculose onder \'t rundvee, XXXII 483.
Scheepens, J. N. A. C., Adderbeet, XXII 127.
Schimmel, W. C., Maagbersting bij een paard, 111 55.
— Volkomen asdraaiing van het ileum om het mesenterium b|j een
paard, — 62.
— Pigmentvorming in de cornea, XIII 1.
— Het ontstaan van miltvuur langs de digestie-organen, —■ 209.
— Het voorkomen van micro-organismen in het levende weefsel van
gezonde dieren, — 211.
— Overgang der pathogene microben van de moeder op den foetus en in
de melk, — 212.
— Invloed van het zonnelicht op miltvuurbacillen, — 213.
—• Puniculitis actinomycotica, — 214.
F. C. H. Hekmeijer
met portret, — 243.
Maanblindheid, — 274.
Het dermoïd van het oog, — 287.
Een te Maastricht gevonden hoefijzer (met plaat), XIV 31.
Korte geschiedenis van den militairen veterinairen dienst in Nederland.
— 39.
Iets omtrent de theorieën overspatkreupelheid en hare behandeling, —110.
-ocr page 119-Schimmel, W. O., Operatie tegen piepende dampigheid, XIV 216.
— De hazenhak, — 259.
— De organisatie der veeartsenijscholen in Frankrijk, — 803.
— De verheffing der veeartsenijscholen te Berlijn en te Hannover tot
hoogescholen, XY 47.
W. H. Montens , — 91.
De klauwziekten hij het rund, — 152.
Keratitis solaris, — 168.
De klauwziekten hij het schaap, — 187.
Teekenen des tijds, — 246.
De reorganisatie van het veeartsenijkundig onderwijs in België, — 284.
Winterbeslag van W. A. H. van Horsen (met plaat), XYI 67.
Nieuw systeem winterbeslag, door W. A.H. van Horsen (met plaat), — 152.
Keukenzout-injecties bij kreupelheid, — 178.
Winterbeslag van J. F. A. Otte, — 181.
De derde veeartsenijkundige hoogeschool in Duitschland, — 213.
Adenoom der glandula Harderi, XYII 31,
Extirpatio bulbi, — 32.
Het aantal veeartsenijkundige studenten in Duitschland, — 34.
Boekaankondiging. J. B. H. Moubis, Het hoefbeslag 1889,
— 115; 1893 XX 312; 1896 XXIII 297; 1905 XXXII 481.
Kummerfeld\'s waschwater bij honden aangewend, XVIII 222.
Boekaankondiging. L. Hoffmann, Tierärztliche Chirurgie.
Stuttgart 1891, — 254, 296, 299.
Idem. Dr. Jos. Bayer, Bildliche Darstellung des gesunden und
kranken Auges unserer Hausthiere 1891, — 258; 1892 XIX 254.
Antwoord op een schrijven van prof. L. Hoffmann, — 299.
Biographie: Ludewig Philipp Wüppermann, XIX 1.
Over bruikbaarheid van het vleesch van vergiftigde dieren, — 3.
Pokstof van de geit, •— 6.
Het gulzig drinken der kalveren, — 6.
Melk is een antisepticum, — 6.
Lysol, — 7, 8.
Dermatol, — 9.
Europhen. — 10.
Behandeling van borstbnilen bij het paard, — 10.
Proeven met kwade-droes-lymphe (malleïne), — 11.
Antigalacticum, — 16.
Boekaankondiging. Hering\'s Operationslehre für Thierärzte.
5\'° Auflage 1891, — 94.
De nieuwste geneesmiddelen der jaren 1888—1890, door Dr. Fröhner,
— 151, 227.
-ocr page 120-Schimmel, W. O., Onderzoekingen omtrent de pok-entstof, XIX 159.
— Behandeling van kwade-droes, — 161.
— Haemoglobinurie, — 161.
— De castratie der cryptorchiden, — 162.
— Boorzure borax-verbinding, — 162.
— Diuretin^ — 162.
— Eenhoevige varkens, — 163.
— De gevaren der koemelk onmiddellijk na het kalven, — 164.
— Conserfbrood met bloed, — 165.
— Uitvoer van bevroren vleesch uit Nieuw-Zeeland, — 166.
— Twee gevallen van pseudo-rabies of van eclampsie bij het rund,
— 166.
— Genezing van tuberculose, — 166.
— Amerikaansch varkensvleesch, — 166.
— Elliman\'s embrocation, — 167.
— Brand der veeartsenijschool te Bern, — 167.
— Veeartsenijkundig onderwijs in Mlinchen, — 167.
— Vaccinatie-inrichtingen in Nederland, — 167.
— Nieuw uitgekomen boeken: — 191, 262, 325; XX 196, 380; XXI
136, 279, 338; XXII 96, 174, 242, 356, 414 : XXIII 103, 166, 226,
351, 448; XXIV 105, 184, 305, 381; XXV 85, 147,243,305,399;
XXVI 121, 258, 430; XXVII 96, 216, 290, 358, 414, 472; XXVIII
95, 237, 382, 526; XXIX 141, 192, 289, 384, 433, 529; XXX 45,
87, 188, 286, 459, 558, 606; XXXI 185, 298, 410, 462, 601;
XXXII 91, 201, 298, 340, 383, 435, 564; XXXIII 44, 190, 321,
471, 591, 730; XXXIV 203, 349, 518, 706; XXXV 98, 222, 348,
505, 628, 753; XXXVI 106, 265, 455, 621, 694, 790, 837, 944.
— Vlekziekte-endocarditis bij varkens, — 236,
— De asdraaiing der linker colon-lagen bij het paard, — 237.
— De antiseptische behandeling van inwendige ziekten, — 240.
— Boekaankondiging. Hippos, maandblad gewijd aan de belan-
gen van de paardenfokkerij en de paardenkennis 1892, — 256.
— Idem, D. Schürink, De uier 1892, — 257.
— Tuberculine. Tuberculinuni Kochii als diagnosticum bij runderen..
Tuberculose, — 274.
— Antiphlogose door verwijderde werking, — 275.
— Over den aard der coccidiën, — 276.
— De micro-organismen van „Backsteinblattern" en aanverwante ziekten
bij het varken, — 277.
— Finnen in het spek, — 279.
— Aetiologie der netelkoorts en der diffuse huidnecrose hij het varken,
— 280.
— Het opsporen van paardenvleesch in vleeschwaren, — 285.
-ocr page 121-Schimmel, W. C., Solveol en solutol als desinfectiemiddelen, XIX 285.
— Receptformules, — 287.
— Nieuwe onderzoekingen op het gebied van beschuttende en genezende
enting, XX 3.
— Symptomatische tympanitis bij het rund, — 129.
— Ranula bij het rund, — 129.
— Creoline bij koliek, — 130.
— Aetiologie der mok bij het paard, — 130.
— Zalf tegen spat, borstbuil, enz., — 131.
— Diphtherine, 131.
— Therapie bij catarrhus vesicae, — 131,
— Bestrijding der tuberculose, — 132.
— Oorsprong der ettercellen en haar werkzaamheid in de ontstoken
weefsels, — 167.
— Ontstaan van koorts door de oplosbare producten van den bacillus
pyocyaneus, — 168.
— Invloed der producten van staphylococcen-culturen op het vaso-
dilatatodsch zenuwstelsel en der ettervorming, — 168.
— Variola en vaccine, — 169.
— Bloedserum van een kwaaddroezig paard als reagens op kwade-
droes, —■ 169.
— Immuniseering tegen de besmettelijke borstziekte der paarden door
de bloedserum-therapie, — 170.
—r Bloedserum-injecties als genees- en beschuttend middel tegen de
besmettelijke borstziekte der paarden, — 170.
—. De bacillus typhi murinum (Löffleb), — 171.
— Tuberculine, — 172.
— Over geneeswerking der bestanddeelen van normaal lichaamsweefsel,
- 172.
— Over botryomycose, — 174.
— Gaat tartarus stibiatus in de melk over? — 176.
— Verlichting van de maag, — 177.
— Over aetiologie van oogziekten, vooral van maanblindheid bij het
paard, — 177.
— De Schweinsbeegek ziekte, — 178.
— Epizoötisch verwerpen der koeien, — 179.
— Behandeling van abortus infectiosus bij koeien met carbolinjecties,
— 179.
— Gevaren bij aanwending van eserinum sulfuricum, — 180.
— De aanwending van methylviolet bij boosaardige gezwellen, — 181.
— Tropococaïne, — 182.
— Resorcine, — 182.
— Saprol, — 183.
-ocr page 122-Schimmel, W. C., Over surrogaten van jodoform, XX 183.
— Hydrochlorosulfaschinini, — 184.
— Paardenziekte in Zuid-Afrika, — 184.
— Cholera hg een hond, — 184.
— Behandeling van kalfziekte, — 184.
— Melkteeken, — 185.
— Abnorm openblijven van den urachus, — 185.
— Aanwending van locale warmte bij zweren, — 185.
— De behandeling van het snuiven door arytaenoïdectomie, — 186.
— Behandeling van spat, — 187.
— Behandeling van infectieuse diarrhee der kalveren, — 188.
— Lintwormmiddel, — 188.
— Melksecretie bevorderende middelen, — 188.
— Eenvoudig middel om bevroren vleesch te onderkennen, — 188.
— Lezenswaardige artikelen, — 189.
— Fibro-sarcoom in den vleeschstraal van het paard, — 201.
— De bacillen der vlekziekte bij het varken, — 225.
— Immuniseering van varkens tegen de vlekziekte door middel van
serum, — 227.
— De werking van het extract van ossenbloed op dieren, door kwade-
droes aangetast, — 227.
— De tuberculose in Japan, — 228.
— Tuberculosis, — 228.
— lleagens op eiwit, — 229.
— Mest om pompen, — 229.
— Behaard dermoïd op de membrana nictitans van een kalf, — 301.
— Idem bij een kat, — 301.
— Iets omtrent de bepaling van den leeftijd bij het paard boven de
10 jaar, — 304.
— Het aantoonen van spermine in verschillende klieren van het dierlijk
organismus en de chemische samenstelling van het BROWN-SÉQUARD\'sche
geneesmiddel, — 305.
— Het ademhalen door den mond bij het paard, — 307.
— Genezing van rabies, — 307.
— Myxoedema, — 308.
— Proeven met malleïne te Montoire, — 309.
— Malleïne als geneesmiddel van kwade-droes, — 309.
— Boekaankondiging. D. Schurink, Het houtvuur en zijn voor-
behoeding 1893, — 317,
— Over immuniteit, — 334.
— Pyrosoma bigeminum, — 338.
— Lysol, — 339.
— Scopolaminum hydrochloricum, — 340.
-ocr page 123-Schimmel, W. C., Tolypyrine of Tolysal, XX 340.
— Formaline, — 341.
— Keratitis acuta infectiosa, XXI 1.
— Het overerven van immuniteit van rabies van den vader, — 13.
— Vaccine, — 14.
— Experimenteele immuniteit tegen influenza, — 14.
— Plantaardige parasieten, welke van bet dier op den mensch of omge-
keerd overgaan, — 15.
— De aderlating uit een therapeutisch oogpunt, — 17.
— Schadeloosstelling bij tuberculose in België, — 18.
— Het onderwijs aan de veeartsenijkundige hoogeschool te Berlijn, — 19.
— Iets omtrent de therapie van straalkanker, — 75.
— De doseering en de werking van braakwijnsteen, — 115.
— Pichi-Pichi (Fabiana imbricata), een middel tegen ziekten der pis-
organen, — 116.
— Snuiven na voedering met klaverhooi, — 116.
— Spoorwegziekte der runderen, — 117.
— De gevaren verbonden aan het gebruik der melk van zieke dieren, — 118.
— Paralysis van den nervus obturatorius bij een paard, — 139.
— Desinfectie van afval, — 188.
— Nieuwe operatie tegen snuiven, — 188,
— Carbolinjecties tegen abortus, — 189.
— Brandwonden, — 189.
— Loretine, — 190.
— Toxicologische onderzoekingen omtrent santonine, — 190.
— Krijgen wij diphtheritis door de koemelk? — 253.
— Veranderlijkheid der temperatuur bij paarden, — 253.
— Veeartsenijkundig hospitaal, — 274.
— Onderzoekingen omtrent de infectiekoorts. Het koortsgif der bacteriën,
— 305.
— Immuniteit bij de pest van het gevogelte, — 308.
— Nieuwe operatieve behandeling van navel- en buikbreuken, — 309.
— Het veeartsenijkundig onderwijs in Japan, — 310.
— Boekaankondiging. Dr. P. R. Brüciier, Die suboutane
Myotomie des Schweifes bei Pferden 1894, — 335.
— Onderzoekingen omtrent het bacteriegif. De antitoxine der bacterie-
koorts, — 348. ,
— Wet omtrent koopvernietigende gebreken, — 349.
— De veeartsenijkunde in Engeland, — 349.
— De uitoefening der veeartsenijkunde in Zweden, — 351.
— De uitoefening der veeartsenijkunde in de Vereenigde Staten, — 351.
— Boekaankondiging. J. B. II. Mocbis, De bewegingsorganen
van het paard 1894, — 391.
-ocr page 124-Schimmel, W. C., Nieuwe gezichtspunten omtrent de immuniteits-
vraag, XXII 12.
— Malleïne en haar beteekenis voor de veeartsenijkundige politie,
— 15.
— Malleïne-inentingen bij den mensch, — 17.
— Tetanus-antitoxine, — 18.
— Experimenteele studiën over de wondbehandeling bij geïnfecteerde
wonden, — 18.
■— Verdeelende zalf, — 20.
— Openingsrede bij den aanvang van den nieuwen cursus aan de vee-
artsenijschool te Londen, — 20.
— De serum-therapie bij diphtheritis, — 27, 28.
— Nieuwe onderzoekingen omtrent het resultaat van de verbinding dei-
bacillen. Vermeerdering der virulentie van sommige microben. Ver-
hooging der receptiviteit, — 128.
— Aetiologie van aphthae, — 128.
— Acarus-schurft bij den hond, — 129.
— Geheimmiddelen, — 130.
— Geneeskrachtig vleesch, — 132.
— Experimenteele studie over houtvuur en diens betrekking tot majigne
oedeem, — 196.
— Ueber den Werth des Tuberkulins in der Rindviehpraxis, — 197.
— Het voorkomen van tuberkelbacillen in de boter, — 200.
— Beschuttende entingen met bloedserum hij de besmettelijke borst-
ziekte bij het paard, — 201.
— De besmettelijke borstziekte onder de paarden van het Oldenburgsche
dragonder-regiment no. 19 en haar behandeling met bloedserum in
het jaar 1893/94, - 201.
— De genezing van miltvuur door erysipelas-serum, — 203.
— Natrium benzoïcum bij diphtherie der oogen, — 204.
— Een geval van echte diphtherie bij den hond, — 204.
— Stoom als bloedstelpend middel, — 205.
— Verdwijnen van een melanotisch gezwel, — 206.
— Texas-koorts, — 207.
— Autopsie van een paard, dat de operatie van Smith tegen snuiven
heeft ondergaan, — 210.
— Vergelijkend physiologische onderzoekingen omtrent de normale
polsfrequentie der huiszoogdieren, — 253.
— Prophylaxis der tuberculose door het voedsel, — 254.
— Tuberculose, finnen en trichinen in de Pruisische abattoirs van
April 1893 tot April 1894, — 256.
— Onderkenning van het vleesch van gestorven dieren, — 258.
— Het gebruik van anaesthetica bij onze huisdieren, — 259.
-ocr page 125-Schimmel. W. C., De werking van malleïne op het bloed en haar
diagnostische waarde. XXII 260.
— Verband tusschen de ontsteking van de Tenonsche kapsel bij den
mensch en de hondenziekte, — 264.
— Eenige korte mededeelingen omtrent waarnemingen bij het snuiven
van paarden, — 265.
— Castratie tegen hypertrophie van de glandula prostatica, — 266.
— Slangengif, - 267.
— Eenige proeven over de werking van mallëine tegenover andere
bacteriën-proteïnen, 808.
— De aanwezigheid van oestruslarven (hypoderma bovis) in het rugge-
mergkanaal van het rund, — 309.
— Koliek, physostigmine, eseridine, — 312.
— Eseridine in de bujatrische praxis, — 313.^
— Het aantoonen van nuchter kalfsvleesch in worst, — 314.
— Verscheuring van den binnen-hechtband van den kroonbeenbuiger
bij het paard, — 359.
— De antiseptische en totale irrigatie van den darmtractus, — 376.
— Experimenteel onderzoek omtrent het gasgehalte der melk en van
enkele producten van deze, — 376.
— Verteerbaarheid van gesteriliseerde en niet gesteriliseerde melk, — 377.
— Boekaankondiging. Eugen Bass, Therapeutisches Jahrbuch
der Thierheilkunde für das Jahr 1894, - 411, XXIII 298.
XXIII 1.
L. Pasteur
— Beschuttende enting tegen de vlekziekte der varkens, — 19.
— Keuring van vee en vleesch, — 20.
— Wetsontwerp tegen de tuberculose van het rundvee in Frankrijk, — 22.
— Boekaankondiging. H. M. Kroon, De koe, haar lichaamsbouw
en hare inwendige organen 1895, — 100.
— Idem. Bericht ueber das Veteriniirwesen im Königreiche Sachsen
für 1894, - 101.
— Blaassteen bij een ezelin, ■— 105.
— Septicaemia haemorrhagica, — 127.
— Serotherapie bjj tetanus, — 129.
— Filaria in het oog van een hond, — 129.
— Arecoline, een nieuw middel tegen acute hoefbevangenheid, — 130.
— Wet tegen de tuberculose van het rund in België van 30 October
1895, - 130.
— Steriliseeren van tuberculeus vleesch, — 131.
— Levering van tuberculine, — 132.
— Boekaankondiging. J. B. Arnous, Die Krankheiten des
Hundes und deren Behandlung 1895, — 160.
-ocr page 126-Schimmel, W. O., Habitueele luxatie der patella als oorzaak van
hanetred, XXIII 171.
— Neurectomie van den nervus ulnaris, — 202.
— Het gebruik der chloroform Pictet in de veterinaire chirurgie, — 203.
— Epizoötisch verwerpen, — 203.
— De zwarte dood bij dieren, — 264.
—, Van Esveld, Knel, Thomassen. Handleiding tot de paardenkennis
1896, — 220.
— Neurectomie van den nervus ulnaris, — 273.
— Boekaankondiging. Dr. D. P. F. Driessen, Ueber die Tier-
seuchen besonders ueber die Rinderpest in Niederländisch Ostindien
1895, - 295.
— Idem. Militair-Geneeskundig Tijdschrift 1896, — 300, 447.
— Paardenvleesch als voedingsmiddel, — 321.
— Wordt opgenomen koper ook met de melk uitgescheiden en kan zulke
melk een schadelijke werking uitoefenen? — 322.
— Morphologische wijziging van de soort en erfelijkheid van verkregen
eigenschappen, — 323.
— Bijdrage tot de aetiologie der runderpest, — 323.
— Verbreiding van de runder-tuberculose door de faecale stoffen, — 324.
— Inenting van de tuberculose der kippen bij de zoogdieren, — 325.
— Werking van het antistreptococcen-serum bjj pneumonie van het paard,
- 325.
— Aetiologie en serotherapie van petechiaalkoorts, — 326.
— Hoe ver mag men gaan met het onderbinden van bloedvaten ? — 380.
— Boekaankondiging. K. Günther, Studien ueber das Kehlkopf-
pfeifen der Pferde 1896, - 446.
— Idem. Verslag van de gezondheidscommissie te Roermond over 1895,
- 447; 1896 XXV 82; 1898 XXVI 423.
— Idem. E. A. L. Quadekker, De paardenrassen I, 1896 XXIV 100.
— Idem. E. A. L. Quadekker, De hoef en zijn beslag 1896, — 103.
— Het gebruik van gerst als paardenvoedsel, — 141.
— Vreemde wijzen van hoefbeslag, — 143.
— De auto-intoxicaties van het lichaam, — 144.
— De benaming van den parasiet der Texas-koorts, — 145.
— Ankylostomiasis van het paard, — 146.
— De keuze der spieren voor het onderzoek op trichinen, — 147.
— Onderscheiding van gekookte en niet gekookte melk, — 148.
— Immuniteit voor varkenscholera door bloedserum van immune dieren.
Antitoxine-serum tegen varkenscholera en varkensziekte, — 148.
— Het verwijderen der oestrus-larven bij het paard, — 150.
— Boldina bij icterus der honden, — 151.
— Onderkenning van paardenvleesch, — 152.
-ocr page 127-Schimmel, W. C., Besmetting met miltvuur door huiden en leder,
XXIV 153.
— Aantal veeartsen in de verschillende staten van Europa, — 154.
— Prijsvragen bij gelegenheid van de tentoonstelling in Brussel 1897,
— 154.
— B o e k a a n k o n d i g i n g. H. C. M. E. H. van Soetermeer Vos,
De voormalige Rijksstoeterij te Borculo 1869, — 182.
— De bevordering der paardenartsen van het Nederlandsche leger, — 232.
— Experimenteele studiën omtrent de schadelijke bijwerkingen der serum-
therapie, — 288.
— Sero-diagnosis van typheuse koorts en kwade-droes, — 290.
— Aangeboren tuberculose bij het rund, — 291.
— Bijdrage tot de diagnostiek van tuberculose door tuberculine, — 292.
— Materniseering van de koemelk, — 294.
— Het gebruik van tuberculeus vleesch, 295.
— De hoeveelheid bloed en vleesch bij de slachtdieren, — 295.
— Vereeniging van den doorgesneden nervus recurrens met den nervus
vagus tegen snuiven, — 296.
— Een bijzonder geval van hybridisme, — 297.
—- Massage van de beenen der paarden, — 297.
— Hoefschoen voor paarden, — 298.
— Boekaankondiging. Prof. dr. W. Dieckerhoff, Das Koppen
des Pferdes 1897, — 303.
— Staat de hoeveelheid van het geresorbeerde koper in evenredige ver-
houding tot de massa der per os verstrekte koperzouten? — 337.
— Veeartsenijkunde in Italië, — 338.
— Verbod tot openbare aankondiging van geheimmiddelen tegen ziekten
van dieren, 339.
— Prijsvraag voor een leidraad voor paarden- en rundveeteelt, — 339.
— Boekaankondiging. W. S. Stüven, De hond, zijn lichaams-
bouw en zijn inwendige organen 1897, — 380.
— Idem. Schmaltz, Deutscher Veterinär-Kalender für 1898 XXIV 459;
1899 XXVI 117; 1900 XXVII 94 ; 1901 XXVII 471 : 1902.XX1X 38 ;
1903 XXX 38; 1904 XXXI 89; 1904/05 XXXI 599; 1905/06
XXXIII 41; 1906/07 XXXIV 94; 1907/08 XXXV 97; 1908/09 en
1909/10 XXXVI 38 en 833.
— Prothesis ocularis (met afbeeldingen), XXV 21.
— Retractie van het flexie-apparaat na hoefgewrichtsontsteking, — 24.
— Hygiëne der melk, — 26.
— Iets omtrent immuniteit tegen tetanus en enkele andere infectie-
ziekten, — 27.
— De sero-therapie van tetanus, — 28.
— De werking van koper op lever en nieren, — 30.
-ocr page 128-Schimmel, W. C., De giftige werking van anemone nemorosa, XXV 30.
— Peritomie bij maculae cornea, — 31.
— Pseudo-triorchidismus bij een paard. — 32.
— Stroohoed voor paarden, — 32.
— Prijsvraag, volledige Nederlandsch-Fransche en Fransch-Nederlandsclie
woordenlijst over de veeartsenijkunde, — 33.
— Boekaankondiging. Pfeiffer, Operations-Cursus: 1897 XXV 82;
1907 XXXIV 468.
— Necrologie. Dr. L. J. van der Harst , (met afbeelding), — 89.
Vergroote clitoris en hypospadie (met afbeeldingen), — 101.
Erfelijkheid als oorzaak van maanblindheid, — 111.
De verschillende vergiftigheid van eenige koperpraeparaten, — 113.
Een nieuw eenvoudig onderscheidingsmiddel tusschen boter en mar-
garine, — 115.
De voordeelen van ongekookte geitenmelk als voedsel voor kinderen,
— 116, 214.
Ongeluk aan de veeartsenijschool te Zurich, — 117.
Boekaankondiging. Haottner, Zum 40-jahrigen Bestehen der
Instrumenten-Fabrik 1897, — 138.
Idem. J. Guittard, Le manuel opératoire pour l\'espèce bovine 1898,
— 145.
Hygiënisch instituut aan de veeartsenijkundige hoogeschool te Berlijn,
— 215.
Boekaankondiging. Quadekker, II, Russische paarden, — 238.
Idem. A. Nuijens. Genezing en voorkoming van het mond- en
klauwzeer volgens het middel van Dr. L. Morandi, — 238.
Aseptische melk, — 298.
Behandeling van chronische schouderkreupelheid, — 299.
Behandeling van haemoglobinurie, — 299.
Behandeling van schouderrheumatismus, — 343.
De hoeveelheden bloed, verkregen bij verschillende slachtmethoden, — 345.
Het conserveeren van vleesch door middel van kooloxyde-gas, — 345.
Genezing van tuberculose bij het rundvee, — 416.
Een nieuwe methode van pekelen, — 417.
La poudre utérine de Roux, — 417.
De paardenartsen in Frankrijk, — 418.
Boekaankondiging. Fröhner, Compendium der speciellen Chir-
urgie fiir Tieriirzte 1898, XXVI 114.
De operatie van Bosi, — 152.
Het inenten als diagnosticum van rabies, — 177.
Bestrijding van ui er-tuberculose in Denemarken, — 181.
Een nieuwe methode van pekelen, — 185.
Schimmel, W. O., Wetten omtrent het keuren van vleesch in Duitsch-
land, XXVI 137.
— Nieuwe leerstoel aan de veeartsenijschool te Brussel, — 187.
— Boekaankondiging. Hauptnek, Neuheiten—Catalog: 1898 —
201; 1900 XXVII 413; 1902 XXIX 312; 1903 XXX 506; 1904
XXXII 153; 1905 XXXIII 398, 524, 590; 1857-1907 XXXV 48.
— Het suhcutaan opereeren niet meer van onzen tijd, — 205.
— Iets over de prognose en de therapie van paralysis van den nervus
suprascapularis, — 208.
— Een nieuw mydriaticum, — 235.
— Hygiënisch instituut aan de veeartsenijschool te Berlijn, — 235.
— Verbouwing der cliniek aan de veeartsenijschool te Stuttgart, — 236.
— Boekaankondiging. Malkmus, Grundriss der klinischen Diagnos-
tik der inneren Krankheiten der Hausthiere, — 247, XXX 267,
XXXIII 589.
— Idem. Misset, Kalender voor 1899, — 258, 423.
— Vooruitgang van de veeartsenijkunde in Hongarije, — 303.
— Vereeniging der veeartsenijschool te Bern met de universiteit, —
305; XXVII 176.
— Iets omtrent de oorzaak van den verkregen steltvoet bij veulens, — 341.
— Levensbeschrijving. J. J. H. Smits , — 410.
— Bijdrage tot de kennis der klieren van het derde ooglid, XXVII 39.
— De physiologische verklaring der vaatveranderingen gedurende en
na het gebruik der EsMARCH\'sche lis, — 41.
— De neutraliseerende eigenschappen der gal ten opzichte van het
rabies-virus, — 42.
— De oorzaak der irido-choroiditis recidiva der paarden, — 44.
— De paardenartsen in België, — 44.
— Ontsmetting mond- en klauwzeer in Frankrijk, — 45.
— Het aantoonen van eiwit, — 176.
— Vereeniging van veeartsenijscholen met de universiteit, — 177.
— Invoering der wet op de keuring van vee en vleesch in Saksen, — 177.
— Diploma eindexamen gymnasium als eisch voor toelating tot de studie
der veeartsenijkunde in Duitschland, — 177.
— De oorzaak der heerschende haematurie bij het rund, — 266.
— De gunstige werking van creoline bij miltvuur, — 267.
— Refractie-anomalieën bij onze huisdieren, 268.
— Anatomisch instituut te Berlijn, — 270.
— Hygiënisch instituut te Hannover, — 270.
— Boekaankondiging. De Plumgraaf, — 283.
— Immuniteit legen mond- en klauwzeer door het gebruik van gekookte
melk, afkomstig van koeien welke aan deze ziekte lijden, — 343.
-ocr page 130-Schimmel, W. C., Hygiënische instituten aan veeartsenijkundige hooge-
scholen, XXVII 344.
— Veeartsenijkundige hoogeschool te Dresden, — 344.
— De hygiëne in het nieuwe onderwijsplan van de veterinair-medici-
nische faculteit te Bern, — 344.
— Boekaankondiging. Bibliographia Medica (Index Medicus)
1900, - 358.
— Twee gevallen van tuberculose bij runderfoetus, — 392.
— Rijks-paardenverzekering in Beieren, — 393.
— De interne secretie van den testikel, — 437.
— De toxiciteit van tuberculeuse melk ondanks sterilisatie, — 439.
— De overgang van den tuberkelbacil bij de voortteling, — 440.
— Experimenten omtrent de infectiositeit van den bacillus der borstziekte
van de varkens, — 441.
— Nieuwere antiseptica bij wonden der cornea, — 441.
— Secundair glaucoom bij het paard, XXVIII 41.
— Solutio retinae bij het paard, — 43.
— Aetiologie van maanblindheid, — 46.
— Het verven van witte haren bij onze huisdieren, — 47.
— Aantal veeartsenijkundige studenten in Duitschland, — 49.
— Nieuwe veeartsenijschool in Ierland, — 49.
— Hygiënisch instituut te Toulouse, — 49.
— „ „ „ Berlijn, - 49.
— Uitbreiding der veeartsengschool te Dresden, — 50.
— Nieuw veterinair-instituut te Leipzig, — 50.
— Boekaankondiging. Prof. dr. Jos. Bauer, Tierärztliche
Augenheilkunde, - 90; XXXIII 192.
— De melkhygiëne, — 159.
— Bacteriologische cursus voor veeartsen in Baden, — 160.
— Promoties te Bern, — 161, 214, 312.
— Boekaankondiging. Dr. Paul Jess, Kompendium der Bacte-
riologie und Blutserumtherapie 1901, - 187; XXX 181.
— Idem. Prof. F. GuTENäCKER, Die Hufkrankheiten des Pferdes, ihre
Erkennung, Verhütung und Heilung 1901, — 188.
— Bacteriologische cursus voor veeartsen, — 214.
— Boekaankondiging. Prof. dr. W. Pfeiffer, Operations-Cursus
für Tierärzte und Studierende 1900, — 234; XXXI 44; XXXIV 468.
— Enting tegen influenza (contagieuse pleuro-pneumonie) der paarden,
— Voorkomen van bacteriën in de melk, na genezen mastitis bij het
rund, — 310.
— Het »abituriëntenesamen* in den Rijksdag, — 311.
— De veterinair-medische faculteit te Bern, ■— 312.
-ocr page 131-Schimmel, W. C., Rapport in zake „onderzoek op cornage", XXVIII 313.
— Behandeling van kaifziekte bij het rund, — 408.
— Aansluiting der veeartsenijschool te Zurich bij de universiteit, — 416.
— Practische vorming der veeartsen in Hongarije, — 417.
— Boekaankondiging. Geneeskundig tijdschrift voor Nederlandsch-
Indië 1901, — 425.
— Beschuttende enting tegen hondenziekte, — 454.
— Lister over examens, — 455.
— De nieuwe onderwijslokalen aan \'s Rijksveeartsenijschool, — 501.
— Onderzoekingen omtrent de werking van morphinum hydrochloricum
bij herkauwers, — 508.
— Pathogenie en prophvlaxis van maanblindheid, — 509.
— Verheffing der veeartsenijschool te Zurich tot veterinair-medische
faculteit, — 516.
— Metritis tuberculosa van het rund en congenitale tuberculose van
het kalf, XXIX 25.
— Hypho-mycosis destruens, — 67.
— Het „abiturientenexamen" in Hongarije, — 80.
— Behandeling van taeniasis bij den hond, — 124.
— Bacelli\'s geneesmiddel voor mond- en klauwzeer, — 126.
— Een nieuw derivans, — 127.
— Hervorming van het Russisch veterinairwezen, — 127.
— Ondersteuning.van wetenschappelijk onderzoek, — 127.
— Gewijzigde neurotomie, — 176.
— Behandeling van periodische oogontsteking door inwendige toediening
van joodkalium, — 176.
— Subcutane keukenzoutinjecties bij rheumatische schouderkreupelheden
bij paarden, — 176.
— Cacodylas sodae tegen chorea minor, — 177.
— Tuberculose van rund op mensch, — 178.
— Inrichting onderzoek van veeziekten te Munchen, — 178.
— Nieuw hygiënisch instituut te Freiburg i. B., — 179.
— De NoBEL-prijs aan een oud-assistent der Rijks-veeartsenijschool (Prof.
dr. van VHoff), — 179.
— Luxatio lentis bij het paard, — 195.
— Genezing van dikke hakken, — 216.
— Gewijzigde operatie tegen cornage, — 217.
— \'Boekaankondiging. Veterinaire Almanak 1902, — 239;
1903 XXX 269; 1904 XXXI 290; 1905 XXXII 288; 1906 XXXIII
388; 1907 XXXIV 342; 1908 XXXV 446; 1909 XXXVI 365.
— Paralysis van den nervus obturatorius bij paard en hond, — 243.
— Behandeling van otorrhoe, — 2-59.
— Tegen kloven in de handen, — 259.
-ocr page 132-Schimmel, W. C., Middel tegen pediculi, XXIX 259.
— Boekaankondiging. Prof. dr. E. Fröhner, Chirurgische Dia-
gnostiek der Krankheiten des Pferdes 1902, — 287.
— De ziekten van het paard welke tot influenza worden gerekend, — 366.
— Behandeling van peesscheede-ontsteking door het inblazen van lucht,
- 367.
— Cricotomie tegen snuiven, — 368.
— Diagnose van miltvuur, — 400.
— Piroplasmose bij den hond, — 403.
— Antistreptococcen-serum bij behandeling van goedaardige-droes en
morbus maculosus, — 404.
— Placentophagie en placentotherapie, — 404.
— Pyrogallol, — 405.
— Behandeling van chronische hoefbevangenheid door onderbinding van
een koot-arterie, — 405.
— De veterinair-medische faculteit der universiteit te Zurich, — 412.
— Het anatomisch instituut der veeartsenijkundige hoogeschool te Berlijn,
- 413.
— Reorganisatie van het korps paardenartsen in Frankrjjk, — 414.
— Corectopia, dyscoria, albinismus en nystagmus bij een hond, met af-
beelding, — 435.
— De nieuwe gebouwen der veeartsenijkundige hoogeschool te Munchen,
- 475.
— Diagnostische cocaïne-injeeties, — 505.
— Invloed der antipyretica op het beloop van infectieziekte, — 506.
— Gewijzigde arytaenoïdectomie, — 507.
— Een nieuw menschelijk orgaan, — 507.
— Inwendige behandeling van bloedvlekziekte met 10 percent jood-
vasogeen, — 507.
— Ichthyol, — 508.
— Universiteit en Veeartsenijschool, — 510.
— Het abituriënten-examen in Duitschland, — 511.
— De paardenartsen in Servië, — 512.
— Nieuwe leerstoel a/d. veeartsenijkundige hoogeschool te Dresden,— 512.
— Aantal studenten a/d. Duitsche veeartsenijkundige hoogescholen, — 512.
— Privaatdocent bij de veterinair-medische faculteit te Bern, — 513.
— Voorbereiding voor het internationaal veeartsenijkundig congres te
Budapest in 1905, — 513,
— Adrenaline, een belangrijk geneesmiddel der toekomst, — 552.
— Toestel tot het staande opereeren van paarden te Stuttgart, XXX 31.
— Een kwakzalversmiddel tegen kippenziekte, — 31.
— Boekaankondiging. TV. E. A. Wijman, Tibio-Peroneal Neurec-
tomy for the relief of Spavin Lameness 1902, — 37.
-ocr page 133-t
Schimmel. W. C., Boekaankondiging. L. J. M. Rijnenberg,
Leerboek over paardenkennis ten dienste van het militair onderwijs
1902, XXX 42.
— Het promoveeren in Zwitserland^ — 86.
— Overgang op den inensch van rundertuberculose door toevallige inen-
ting en experimenteele terug-enting op het kalf, — 118.
— Voorbereidende studie voor den veearts. Rede van prins Bodewijk
van Beieren, — 120.
— Maanblindheid bij het paard, — 168.
— Eenvoudige en zeer gevoelige methode om eiwit in urine op te
sporen, — 170.
— Promotie te Giessen, — 175.
— Spenenstekers, — 175.
— Physisch onderzoek van het hart, — 214.
— Vergelijkende histologische onderzoekingen van de retina en de area
eentralis retinae der huiszoogdieren, — 215.
— Bijdrage tot de studie der piroplasmose van den hond, — 259.
— Therapie van kanker, — 260.
— Aanwijzing -voor de beschuttende entingen van runderen tegen tuber-
culose, — 263.
— De Jennerisatie als middel ter bestrijding van de runder-tuberculose, — 265.
— Tuberkelbacillen in de melk van reageerende dieren, — 266.
— Boekaankondiging. Revue général de médecine vétérinaire,
par Leclajnche, — 272.
— Physiologisch onderzoek omtrent de gevolgen der cervicale sympa-
thicectomie, — 319.
— Actinobacillose van de tong bij het rund, — 319.
— Genezing van wratten door een arsenik en canthariden bevattende
zalf, - 321.
— Beweeglijke hoornen bij een koe, — 321.
— Staking van het tijdschrift ,The veterinarian", — 321.
— Het promoveeren der veeartsen. — 321.
— Boekaankondiging. P. J. Cadiot en J. Almy, A Treatise on
Surgical Therapeutic of domestic Animals 1902, — 324; XXXV 161.
— Een nieuwe beschuttende enting tegen boutvuur, — 375.
— Het veterinair-onderwijs en de veeartsenijkundige dienst in Hongarije,
— 378.
— Reorganisatie van het veeartsenijkundig onderwijs in Oostenrijk, — 444.
— Het veterinair doctoraat in Oostenrijk-Hongarije, — 447.
— De eerste geheime veterinairraad, — 447.
— Immuniseering tegen tuberculose, — 497.
— Behandeling van miltvuur met acidum carbolicum, — 498.
— Een nieuw algemeen anaestheticum, — 498.
-ocr page 134-Schimmel, W. O., Cricotomie, XXX 498.
— Vergiftiging met koolmonoxyde, — 499.
— Sesam- en katoenolie-reactie in boter na voedering met sesam- en
katoenkoeken, — 500.
— Aantal veterinaire studenten in Italië, — 502.
— Invoering van bet rectoraat aan de veterinaire boogeschool te Dres-
den, — 502.
— Een veearts-rector van de universiteit te Bern, — 536.
— De serumdiagnose bij het onderzoek van voedingsmiddelen, — 537.
— Wijziging van het veeartsenijkundig onderzoek in Italië, — 539.
— Phytotoxinen, — 539.
— Nieuwe haemostatica, — 541.
— Onderzoeking omtrent het verlies bij het koken van vleesch, — 590.
— Waarom worden ingewandswormen niet verteerd? — 591.
— Enttuberculose bij den mensch, — 591.
— Over het voorkomen eener specifieke stof in het bloedserum van
tuberculeuse dieren, — 592.
— De huidige stand der immunisatie tegen staphylococcus, — 594.
— Behandeling van maanblindheid met joodkalium, — 595.
— Therapie van haemoglobinaemie bij het paard, — 596.
— Het castreeren van vrouwelijke honden, — 597.
— Aanvraag van veterinaire professoren voor de Argentrjnsche republiek,
— 601.
— Over den aard der lichaampjes van Guarnieki, XXXI 27.
— Behandeling \'van petechiaalkoorts met ichthargan, — 28.
— Epitholgoud en epitholzilver in de chirurgie en dermatologie, — 29.
— Oprichting eener veeartsenijschool als 5lle faculteit aan de universiteit
te Innsbruck, — 32.
— Congenitaal hygroom van het patellair-gewricht bij veulens, zooge-
naamde „mouw", — 49, 213.
— Het gebruik van acoine-cocaine voor locale anesthesie, — 57.
— Verbetering in de positie der Pruisische paardenartsen, — 61.
— Reorganisatie van het veterinair onderwijs in Italië, — 169.
— Resultaten der neurectomie, — 215.
— Joodkalium bij maanblindheid, .— 217.
— Bedrage tot de biologie en physiologische chemie van ascaris mega-
locephala, — 218.
— Een leerstoel voor biologie en pathologie der visschen aan de vete-
rinaire boogeschool te Weenen, — 220.
— Jus promovendi aan de veterinaire hoogeschool te Dresden, — 220.
— Privaatdocenten aan de veterinaire hoogeschool te Dresden, — 220.
— Invloed van de „Universitatsreife" op het aantal studenten aan de
veterinaire hoogescholen, — 220.
-ocr page 135-Schimmel, W. C., Mr. C. J. Sickesz. , XXXI 219,
— De behandeling van septische ziekten met intraveneuse collargol-
injecties, — 273.
— Een nieuw analgeticum en Sedativum (trigemine), — 276.
— Veterinaire graad in de Engelsche universiteiten, — 276.
— Reorganisatie van den militairen veterinairen dienst in Engeland,
— 276.
— Boekaankondiging. Reglement voor den militair veterinairen
dienst in Nederlandsch-Indië 1900, — 294.
— Vaccinatie tegen de vogel-diphtherie, — 353.
— De onderscheidene aanbevolen methoden ter onderkenning van paarden-
vleesch, — 355.
Hanetred van alle vier beenen bij een veulen, — 355.
— Het doorsnijden van den inwendigen rechten band der knieschijf
tegen habitueele luxatie der pattella naar boven en hanetred, — 356.
— Boekaankondiging. P. Schat, De positie van de ambtenaren
bfl den civiel veterinairen dienst in\'Nederlandsch-Indië 1904, — 357.
— Behandeling van wonden en gecompliceerde fracturen met unguentum
elemi en balsamum peruvianum, — 403.
— De afleiding van het woord .„Veterinarius", — 406.
— Vergelijkende agglutinatie van de homogene culturen der humane
en bovine tuberculose, — 443.
— Adrenaline, — 444,
— Vergiftiging door vleeschconserven, haar oorzaken en de middelen
om ze te voorkomen, — 445.
— Adders in Nederland, — 446.
— De veeartsenijschool te Brussel, — 449.
— Verhuizing eener veeartsenijschool, — 450.
— Boekaankondiging. Prof. dr. Th. Kitt, Lehrbuch der allge-
meinen Pathologie 1904, — 458; 1908 XXXV 444.
— Idem. Boterproductie en botercontróle 1904, — 460.
— Rijkskeuringsdienst voor vleesch voor export bestemd, — 495.
— Bijdrage tot de praeventieve behandeling van den infectieusen pers-
loop bij kalveren, — 535.
— Vergiftiging door boonen-salade, — 536.
— Vergiftige eigenschappen van bolderik (Agrostemma Githago), — 537.
— Aanwending van strophantine, — 538.
— De tweede of derde sprong van den hengst, — 538.
— Liquor Eabeki, — 539.
— Reorganisatie der veterinaire hoogeschool te Weenen, — 547.
— Het jus promovendi en de toelating van privaatdocenten aan de
veterinaire hoogescholen te Dresden en München, — 548.
-ocr page 136-Schimmel, W. C., Clinisch onderzoek van kreupelheid, XXXI 577.
— Bursitis praecarpalis bij het rund, — 581.
— Chemisch-diagnostisch onderzoek van urine voor de veterinaire prak-
tijk, - 582.
— Experimenteele tuberculose en ras-immuniteit, — 583,
— Nadeel van formaldehyde in melk, — 585.
— Het veterinair onderwijs in Japan, XXXII 23.
— Keratoma diffusum van den hoornwand bij een paard, — 59.
— Genezing van ptyalismus bij het paard door subcutane injectie van
pilocarpine, — 63.
— Cocaine-injecties als diagnosticum voor de zitplaats der kreupel-
heden, — 64.
— Yereeniging van den nervus recurrens met den nervus vagus ter
opheffing van cornage, — 64.
— Castratie van het paard door excisie van het vas deferens, — 65.
— VIIIste Internationaal veeartsenijkundig congres te Budapest in 1905,
- 95; XXXIII 36, 78.
— De serumenting tegen de cholera van het gevogelte, — 113.
— Subcutane injectie van strophantine bij „Brustseuche" der paarden,
— 114.
— De beteekenis van de borststeek voor de prognose en de therapie
der ,,Brustseuche", — 115.
— Een geval van superfoecundatio bij een merrie, — 115.
— Superfoecundatio bij een hond, — 116.
— Ametropie der paarden, — 116.
— Filariose van den bovensten band der sesambeenderen, — 117.
— Boekaankondiging. Dr. P. Vermaat, Untersuchungen über das
Oberflächen-Epithel des Magens. Inaugural-Dissertation, — 147.
— Haemophilie bij een paard, — 189,
— Therapie van indigestie bij het rund, — 190.
— Cricoidectomie, — 190.
— Verplaatsing der veeartsenijkundige hoogeschool te Stuttgart naar
Tubingen in aansluiting bij de universiteit aldaar, — 191; XXXIV 698.
— De nieuwe serumwet in Italië, — 191.
— Nieuwe veeartsenijschool te Buenos-Aires, — 192.
— Monument voor Nocard, — 192.
— Boekaankondiging. F. Laméris, Het hoefbeslag in woord
en beeld 1904, — 19S.
— De differentiëel-diagnose der vormen van koliek bij het paard, — 211.
— Wormziekte onder de kalveren in Opper-Beieren, — 214.
— De toepassing der RöNTGEN-photographie in de praktijk, — 216.
— Beschuttende enting tegen tuberculose, — 217.
— Reorganisatie van het veterinair onderwijs in België, — 217.
-ocr page 137-Schimmel, W. C., Remonten in Pruisen, XXXII 218.
— De invloed der afstandsritten op het lichaamsgewicht der paarden,
— 267.
— De verhouding der inheemsche Japansche runderen tegen de tuber-
culose, — 268.
— Arts en veearts, — 268.
— Behandeling van wratten bij den mensch, — 269.
— Boekaankondiging. F. Laméris, Het onderzoek van het paard
vóór het beslag 1904, — 286.
— Idem. L. Louter, Het zware paard 1905, — 287.
— De elasticiteit van den hoefhoorn bij het paard, — 323.
— Vergiftige Australische planten, — 324.
— Kaliumzouten in urine, — 325.
— Rauwe of gekookte melk, — 325.
— Boekaankondiging. A. J. van Schermbeek, Gedachten over
landbouwonderwijs 1905, — 331.
— Behandeling van acute peritonitis met paardenserum, — 362.
— De verschillende melasse-soorten in haar beteekenis als voedingsmiddel
in plaats van haver voor het troepenpaard, — 362.
— De druifpitten bij onze huisdieren, — 363.
— Wet van 16 Februari 1905, betreffende koopvernietigende gebreken
in Frankrijk, — 363.
— Boekaankondiging. E. Mieckley, Geschichte des Königlichen
Ilauptgestiits Beberbeck und seiner Zucht 1905, — 370.
— De hydrothermoregulator, — 423.
— Nieuwe onderzoekingen omtrent het hoefmechanismus, — 426.
— Boekaankondiging. Prof. dr. A. von Poehl, prof. dr. Fürst
J. von Tarchanoff und dr. P. Wachs, Rationnelle Organotherapie
mit Berücksichtigung der Urosemiologie 1905, — 434.
— Behandeling van maanblindheid, — 474, 550.
— Wet omtrent den verkoop van op reform gestelde merriën in Frank-
rijk, — 474.
— Boekaankondiging, Dr. D. A. de Jong, Vétérinaire Patho-
logie en Hygiëne. 3e reeks 1903, — 479.
— Idem. Dr, J. Voorhoeve, Homoeopathie in de Praktijk 1905,— 480.
— Idem. J. Scheele, De Tuberculose onder \'t Rundvee 1905, — 483.
— Het overbrengen van tuberculose van den aap op het rund en de
geit, met waarnemingen betreffende de reacties van experimenteel
geïnfecteerde dieren op tuberculine, — 549.
— Immuniseering tegen tuberculose, — 549.
— De zoogenaamde elastische deelen van den hoef, — 551.
— Uveitis malleotica bij een paard, — 552.
— Universiteit en veterinaire hoogeschool, — 584.
-ocr page 138-Schimmel, W. C., Aspirant voor gouvernementsveearts in Neder-
landsch-Indië, XXXII 586 ; XXXIII 446.
— Boekaankondiging. Prof. dr. Franz Hutyra und Prof.
dr. Joseph Marek, Spezielle Pathologie und Therapie der Haustiere,
XXXIII 42, 396, 588; XXXVI 452.
— Eenvoudige omrekening van graden Fahrenheit in graden Celsius,
— 77.\'
— Boekaankondiging. Dr. D. J. Copper DJzn., Der Uebergang
bestimmter Stoffe von der Mutter in das Fruchtwasser und in den
Fötus. Inaugüral-Dissertation 1905, — 136.
— Een en ander over de glandula thyreoidea, — 165.
— Bijdrage tot de kennis van de darmtuberculose bij de kip, — 167.
— Bijdrage tot de kennis van de malle\'ine als diagnosticnm voor kwade-
droes, door L. J. Hoogkamer en J. de Haan, — 169.
— Tauruman, - 230.
— Behandeling van mastitis bij het rund, — 230.
— Behandeling van gallen, — 232.
— Castratie van het paard door excisie van het vas deferens, — 312.
— Plaies d\'été, dermatitis granulosa s. dermatitis verminosa pruriens,
— 314.
— Cocaïne, — 314.
— De stovaïne en haar toepassing in de veterinaire chirurgie, — 315.
— Pijnstillende, bloedstelpende en antiseptische zalf, — 316.
— Vergelijkende proeven met eenige pupilverwijdende middelen, —
316, 635.
— Vaste en drijvende membranen in het glasvocht bij het paard, — 317.
— Rede van prins Lodewijk van Beieren over vereeniging van de vee-
artsenijkundige hoogeschool met de faculteit, — 318.
— Boekaankondiging. C. Sleeswijk, Onvereenigbaarheid van
geneesmiddelen 1906, — 392.
— Idem. Prof. dr. R. Ostertag, Das Veterinärwesen der Vereinigten
Staaten van Nord-Amerika 1906, — 393.
— Over bloedkatalasen, — 440.
— De differentiëering van eiwithoudende lichamen, — 442.
— Aspirine, tonogen en waterstofsuperoxyde, — 443.
— Boekaankondiging. Dr. R. T. F. Reudler en dr. L. van
Itallie, Latijuscli-Nederlandsch woordenboek op de Pharmacopoea
Nederlandica (Editio IV) jjet beknopte omschrijving van kunstwoorden
en eigennamen 1906, — 523.
— Idem. Paul Eaestner, Die tierpathogenen Protozoen 1906, — 525.
— Yohimbinum hydrochloricum ad usum veterinarium, — 526.
— Behandeling van Conjunctivitis met chloras kalicus, — 578.
— Reorganisatie van het veeartsenijkundig onderwijs in België, — 579.
-ocr page 139-Schimmel, W. O., Dionine in de oogheelkunde, XXXIII 635.
— Veterinaire cropen-hygiëne, — 636.
— Boekaankondiging. Prof. dr. Ernst Joest, Schweineseuche
und Schweinepest 1906, — 696.
— Experimenteele onderzoekingen omtrent den dood door verbranding,
- 715.
— De beteekenis der lichaampjes van Negri voor de diagnose van honds-
dolheid, - 716.
— Omentopexie bij ascites van den hond, — 716.
— Inrichtingen voor onderzoek, — 719.
— Promotie van Duitsche veeartsen te Rostock tot philosophiae doctor,
- 719.
— Het jus promovendi in den Duitschen veterinairraad te Breslau,
- 719.
— Het jus promovendi der veterinaire hoogeschool te Budapest, — 720.
— De titel van doctor voor de Oostenrgksche veeartsen, — 722.
— De permanente commissie van het internationaal veeartsenijkundig
congres, — 722.
— Het 9de internationaal veeartsenijkundig congres te \'s-Gravenhage
XXXIII 722; XXXV 455, 458, 524, 579, 581, 644, 701, 776;
XXXVI 54, 120, 223, 419, 489, 582.
— Boekaankondiging. L. J. M. Rijnenberg, Handleiding tot
de paardenkennis ten behoeve van onderofficieren en korporaals
1906, - 728.
— De immuniseering tegen borstziekte der varkens door extracten van
bacteriën, — 746.
— Stuwings-hyperaemie als geneesmiddel, — 748.
— De zuigbehandeling, — 751.
— Het buddiseeren van melk, — 753.
— Politie-veeartsen, — 754.
— Rede van prof. Geiger over de veterinaire hoogeschool te München,
- 755.
— De Directeur-Generaal van den Landbouw, eerelid van de Maatschappij
ter bevordering der veeartsenijkunde in Nederland, XXXIV 23.
— Het 25-jarig jubileum der leeraren aan \'s Rijks veeartsenijschool,
dr. M. H. J. P. Thomassen, D. F. van Esveld en dr. J. D. van
der Plaats, — 24.
— De genezing der ziekten door celzouten, — 57.
— Nieuwe onderzoekingen omtrent het wit worden van het haar, — 59.
— De nieuwe Duitsche pharmacopoea, — 60.
— Slachthuizen, — 60.
— Boekaankondiging. Prof. dr. Jos. Baijer, Operationslehre,
3te Auflage 1906, - 93.
-ocr page 140-Schimmel, W. O., I d e m. Prof. L. Hoffmann, Die chirurgische Klinik
an" der Tierärztlichen Hochschule in Stuttgart 1906, XXXIV 201, 298.
— Onderzoekingen omtrent de Pathogenese van kwade-droes, -- 244.
— Verbetering, - 298, 362, 544.
— Vaccinatie tegen tuberculose, — 320.
— Petroleum als geneesmiddel van acarus-schurft bij den hond, — 386.
— Boekaankondiging. Prof. H. Frick, Tierärztliche Operations-
lehre 1906, — 397.
— Het onderwijs aan \'s Rijks veeartsenijschool, — 402.
— De werking van het locale anaestheticum alypine bij het paard.
— 448.
— Eten van watten ter voorkoming van nadeelige gevolgen door het
inslikken van scherpe voorwerpen, — 449.
— Noord-Amerika zoekt veeartsen, — 450.
— Onderzoek van veterinaire geheimmiddelen, — 466.
— Nieuwe behandelingswijze van wonden, ook van gewrichts- en pees-
scheedeverwondingen, door middel van gekristalliseerd boorzuur,
— 563.
— Veeartsenijkundig onderwijs in België, — 565.
— Lagemann\'s Thuringerpillen, — 690.
— Eenvoudig middel tegen strijken, 691.
— Veeartsenijkunde en hygiëne, — 699.
— Jus promovendi der veeartsenijkundige hoogeschool te Dresden,
— 699.
— Boekaankondiging. Prof. dr. M. Schlegel, Die infectiöse
Rückenmarksentzündung oder Schwarze Harnwinde 1907, — 703.
— Een nieuw hulpmiddel voor het onderkennen van tuberculose, — 755.
— Behandeling van demodex-schurft, — 756.
— Hygiënisch instituut, — 757.
— Universiteit en vakschool, — 757.
— Genezing eener vlekziekte-infectie door vlekziekte-serum, XXXV 26.
— Furunculose aan de armen na het verleenen van verloskundige hulp,
— 26.
— De bevordering der Fransche paardenartsen, — 27.
— Boekaankondiging. Dr. H. C. L. E. Berger, Vergleichende
Untersuchungen über den Bacillus pyogenes bovis (Künneman) und
den Bacillus pyogenes suis (GRirs) mit Beziehung derselben zu den
chronischen Lungenentzündungen des Rindes. Inaugural-Dissertation
1907, - 47.
— Protest tegen de veeartsen in de provinciale keuringscommissiën, — 82.
— Het dringen van vloeistoffen in de maag der runderen, — 151.
— De dood door verbranding, — 153.
— Nieuwe behandeling van trypanosomiasen, — 153.
-ocr page 141-Schimmel, W. O., Het maken van coupes van pezen, — 153.
— Het hoefbeslag-onderwijs in België, — 154.
— Leerstoel voor melkhygiëne, — 155.
— Boekaankondiging. Prof. dr. Ostertag, Die Milchwirtschaft
und die Bekämpfung der Rindertuberkulose 1907, — 161.
— Een nieuwe leerstoel aan de veeartsenijkundige hoogeschool te Dresden,
— 217.
— Boekaankondiging. Dr. L. P. D. E. Lourens, Untersuchungen
über die Filtrierbarkeit der Schweinepestbacillen (Bac. suipestifen.
Inaugural-Dissertation 1907, — 219.
— Wederom nieuwe leervakken aan de veeartsenijkundige hoogeschool
te Dresden, — 279.
— Boekaankondiging. Dr. A. A. Overbeek, Die Aetiologie und die
Bekämpfung des Schweinerotlaufes. Inaugural-Dissertation 1907,
— 280.
— De werking van atoxyl op de spirillose der kippen, — 338.
— Boekaankondiging. Dr. H. H. Rörik, Berechnung der Ober-
fläche der Uterus-karunkeln (Semiplacenta materna) beim Rind. In-
augural-Dissertation 1907, — 345.
— Idem. Dr. J. C, van der Slooten, Bakteriologische Wurstuntersu-
chung. Inaugural-Dissertation 1907, — 346.
— Middel ter onderkenning van drachtigheid bij de koe, - 439.
— Doctoraat aan de veeartsenijkundige hoogeschool te Weenen, — 439.
— Boekaankondiging. Dr. C. Pomayer, Das Zurückhalten der
Nachgeburt beim Rind 1908, — 445.
— I d e m. Friedberger und Fröhner, Lehrbuch der Speziellen Patho-
logie und Therapie der Haustiere 1908, — 498.
— Idem. Dr. H. E. Reeser, Das Tuberkulin. Inaugural-Dissertation
1908, — 499.
— Idem. Dr. D. A. de Jong, Landbouwvoordrachten over Tuberculose
1907, - 502.
— Idem. Bulletin de médecine vétérinaire par la societé de médecine
vétérinaire de la Province d\'Anvers, — 503.
— Een eenvoudige reactie ter onderscheiding van gekookte en onge-
kookte melk, — 567.
— Desinfecteeren der handen met alcohol, — 568.
— Boekaankondiging. M. G. de Bruin, Geburtshilfe bei den
kleineren Haustieren 1908, — 571.
— Idem. Prof. dr. Uhlenhuth, dr. Xylander, dr. Hübener und
dr. Bohtz, Untersuchungen über das Wesen und die Bekämpfung
der Schweinepest 1908, — 572.
— Therapeutische waarde der bacillol-vaginaal-kapsels, — 622.
— Vierde internationaal zuivelcongres in Juni 1909 te Budapest, — 622.
-ocr page 142-Schimmel, W. C., B o e k a a n k o n d i g i n g. Dr. D. A. de Jon«, Het
verband tusscben geneeskunde van den mensch en van de dieren
1908, XXXV 623.
— Beoordeeling der hulpkeurmeesters voor vleesch en van leeken-ver-
loskundigen in België, — 723.
— Eerste internationaal congres voor afkoelingsindustrieën in de Sor-
bonne te Parijs van 5—10 October 1908, — 733.
— Bijdrage tot de geschiedenis van \'s Rijks veeartsenijschool, XXXVI 37.
— Beschuttende enting van het rund tegen tuberculose met behulp van
niet-infectieuse stoffen, — 99.
— Veeartsenijkundig doctoraat in Pruisen, — 101.
— Promotierecht der Oostenrijksche veeartsenijkundige hoogescholen,
— 102.
— Boekaankondiging. J. Bongert, Bakteriologische Diagnostik
mit besonderer Berücksichtigung der Immunitätslehre der Serodiag-
nostik und der Schutz-impfungen 1908, — 104.
— Idem. Gedenkteeken M. G. de Brüin, — 122.
— Idem. Dr. G. Leukine, Ueber aktive Immunisation gegen Schweine-
pest durch Bazillen der Hogcholeragruppe. Inaugural-Disserta-
tion 1907, — 198.
— Idem. Möller und Prick, Lehrbuch der Chirurgie ffir Tierärzte
1908, — 199.
— Idem. Sven Wall, Die Euterentzündungen der Kuh 1908, — 201.
— Idem. Verzamelde opstellen uit „Het Paard" 1908, — 362.
— Idem. Prof. dr. Kurt Kübnbach, Die Neubildungen der Nasenhöhle
und der Nasennebenhöhlen des Pferdes 1909, — 451.
— De acarusschurft der dieren, - 564, 603.
— Autoserotherapie, — 606.
— Boekaankondiging. Dr. K. van der Veen, Beiträge zur Frage
der Virusträger im Besonderen bei Schweinerotlauf. Inaugural-
Dissertation 1909, — 614.
— Idem. Dr. B. J. C. te Hennepe Jzn., Die Immunisierung von Rin-
dern gegen Tuberculose. Inaugural-Dissertation 1909, — 614.
— Idem. Dr. H. J. Smit, Ueber das Vorkommen von Tuberkelbacillen
in der Milch und den Lymphdrüsen des Rindes. Inaugural-Dissertation
1909, — 616.
— Idem. J. Bongert, Untersuchungen über den Tuberkelbazillen tuber-
kulöser Schlachttiere 1909, — 616.
— Idem. Felix Henschel, Ueber die Beteiligung der verschiedenen
Organe des Tierkörpers an der Generalisation der Tuberkulose beim
Rind, Schaf und Schwein 1909, - 618.
— Idem. Dr. C. Thomassen, Over den veterinairen dienst te velde 1909,
- 620.
-ocr page 143-Schimmel, W. C., Boekaankondiging. Dr. L, de Blieck,
Vergelijkende onderzoekingen naar de onderkenningsmiddeleii van
kwade-droes 1909, XXXVI 687.
— Idem. Prof. Dr. August Eber, Bericht über das Veterinär-Institut
mit Klinik und Poliklinik bei der Universität Leipzig für die Jahre
1907 und 1908 nebst Uebersicht, 1899, 1909, - 716.
— I d e m. Br. B. L. Bakker, Studiën über die Geschichte, den heutigen
Zustand und die Zukunft des Rindes und seiner Zucht in den Nie-
derlanden mit besonderer kritischer Berücksichtigung der Arbeits-
weise des Niederländischen Rindviehstammbuches. Inaugural-Disser-
tation 1909, — 717.
— Idem. Dr. Y. van der Sluis, Ueber die Abtotung der Tuberkel-bacillen
in natürlich infizierter Milch und über die Pasteurisierung der Milch.
Inaugural-Dissertation 1909, — 719.
— Idem. Quadekker, Het Paard, Lichaamsbouw en inwendige organen,
4a» druk, — 788.
— Idem. Jacq. Timmermans, Nederlandsclie rundveeteelt, — 884.
— I d e m. Antwoord van de afdeeling Nijmegen en Omstreken der
Nederlandsche Vereeniging tot bescherming van dieren op den open
brief van de firma D. J. Hinrichs & Zonen in zake het ritueels
slachten 1909, — 888.
— I d e m. W. L. van Warmelo, Opstellen over africhting van paard
en ruiter 1909, — 943.
— Dankbetuiging, — 986.
— en Wirtz, van Esveld, Handleiding tot de paardenkennis 1885,
XIII 112.
— en Van Esveld, Knel en Thomassen, Handleiding tot de paardenkennis
1895, XXIII 220.
— en dr. K. Over, Granuloma van den vleeschstraal, XXX 242.
--Hernia inguinalis chronica bij een teef, - 244, 247.
--Paralysis van den nervus suprascapularis bij een paard, — 248.
--Korte duur eener paralysis van den nervus suprascapularis, — 250.
--Tandfistel bij een hond, — 251.
--Aglossa canis acquisita, — 291.
--Adenoom der glandula Harderi bij twee honden, — 293.
----Multiple botryomycomen bij een hit, — 294.
--Drie gevallen van navelbreuk bij het paard, — 295.
--Strictuur van den Oesophagus bij een veulen door gastrophilus
haemorrhoidalis, — 298.
--Slokdarmfistel bij een paard, — 300.
--Twee gevallen van funiculitis na castratie zonder fistel bij het
paard, - 339.
----Borstbuil bij een veulen, — 341.
Schimmel, W. C., en Dr. K. Over, Difformiteit der vulva na verwon-
ding, XXX 343.
--Twee ongunstig verloopen gevallen van hoef kraakbeenfistel, — 343.
--Chronische verscheuring kroonbeenbuiger en chronische sesam-
beenkreupelheid b|j een rijpaard, — 347.
--Exostose rechter voorpijp bij een veulen, — 349.
--Sterk kruisen der voorbeenen, — 351.
--Keratitis parenchymatosa diffusa bilateralis bij een paard, — 353.
--Difformiteit der trachea bij een paard, — 421.
--Polyarthritis rheumatica bij een veulenmerrie, — 421.
--Alveolair sarcoom in het rectum bij een hond, — 423.
--Herstel der zenuwgeleiding na neurectomie, — 425.
--Etterende hoornscheur bij een paard, — 427.
--Purulente phlegmone van het straalkussen en van de cellige ballen
bij een paard, — 465.
--Alveolitis 4de bovenkies beiderzijds met gevolgelijke purulente ont-
steking van den rechter kaakboezem, — 468.
--Purulente arthritis van het rechter spronggewricht bij een paard,— 471.
--Stroo- of stalkramp bij een paard, — 474.
--Glossitis actinomycotica bij een koe, — 476.
--Hernia scrotalis chronica bij een paard, — 477.
--Neurectomie bij overhoef, — 512.
--Podotrochlitis chronica rechts vóór bij een paard, — 515.
--Practura comminuta van beide sesambeenderen na de operatie van
Bosi, — 517.
--Lendenfistel bij een paard, XXXI 193.
--Botryomycoom in de linker boegstreek bij een paard, — 196.
--Paralysis nervi suprascapularis bij een paard, — 198.
--Purulente ontsteking en woekering van het linker neusschelpje
bij een paard, — 199.
--Genezing van hanetred door de operatie van Boccar, — 203.
--Simultane neurectomie der vier nervi volares bij bilaterale podo-
trochlitis, — 205.
--Drie gevallen van navelbreuk bij veulens, — 206.
--Dens quadrigeminus ter plaatse van de 2<lc rechter boven-molaris
bij een paard (met afbeeldingen), — 251.
--Uitgebreide spoelvormige verwijding en buitengewone lengte van
den slokdarm bij een paard, — 321.
--Podotrochlitis chronica bij een paard, — 326.
--Neurectomie van den nervus medianus bij chronische arthritis van
het vóór-kootgewricht bij een paard, — 328.
--Neurectomie der achterste kootzenuwen onvoldoende bij podotro-
chlitis chronica; in een ander geval wel voldoende, — 417,419.
Schimmel W. O., en Dr. K. Over, Tendinitis chronica indurativa in
beide voorbeenen, XXXI 421.
--- Hernia vaginalis bij een paard, — 465.
--Genezing van een borstbuil na partiëele exstirpatie, — 468.
--Schaargebit met consecutief pblegmoon en abscesvorming in de
wang bij een paard, — 471.
--Operatie van hysterocele bij een hond, — 473.
---Gunstige werking van balsamum peruvianum bij een diepe geïn-
fecteerde wond op het kruis van een paard, — 475.
--Hoefkraakbeenfistel aan beide achterbeenen van een paard na
verwonding, — 477.
--Multiple dermoïden op do membrana nictitans, de conjunctiva en
de cornea van beide oogen bij een kalf, — 513.
--Eigenaardige splijting der kiezen en echte tandfistel aan de onder-
kaak bij een veulen, — 514.
--Sarcomatose bij een paard, — 515.
---Conjunctivo-keratitis gravior bilateralis bij een paard, — 516.
— en Reeser, J. G. A., Hernia scrotalis bij een ruin, XXXII179, 181.
--A denoom in den wand van het rectum, gepaard met hypertrophie
van de muscularis bij een hond, — 181.
--Myxoom in den neus van een hond, — 184.
--Fistel aan de bovenkaak bij een paard, — 186.
--Thyreodectomie bij een geit, — 207.
--Lipoma conjunctivae bij een paard, — 208.
--Membrana pupillaris perseverans bij paard en hond (met afbeel-
dingen), - 209.
---Een dermoidcyste aan hot manubrium sterni bij het paard, — 343.
--Obturatio arteriae brachialis dextrae bij een paard, — 345.
— en van der Slooten, J. P., Hernia scrotalis congenita bij een
hond; genezing met behoud van den testikel; crypto\'rchidismus
dexter, — 569.
— en Gooren, G. L. J., Hernia scrotalis bij een ruin, XXXIII 327, 434.
--Gekneusde wond linker achterkogel met volkomen ruptuur van de
pees van den hoef beenbuiger en gedeeltelijke ruptuur van de pees
van den kroonbeenbuiger bij een paard, — 329.
--Twee gevallen van luxatie van de pees van den kroonbeenbuiger
aan den tuber calcanei bij paarden, — 332.
---Behandeling van chronische tendinitis door middel van ignipunctuur,
— 334.
--Bursitis trochanterica sinistra subacuta bij een paard, — 429.
--Polydactylie bij een paard (met afbeelding), — 430.
--Hoornzuil, simuleerend een hoefkraakbeenfistel, — 705.
--Partiëele kaakfractuur met complicaties, XXXIV 215.
-ocr page 146-Schimmel, W. O., en Dr. J. van der Veen, Podotrochlitis chronica
aan beide voorbeenen, simuleerend myositis rheumatica cbronica
bij een paard, XXXIV 217.
--Obturatie van de achterste aorta bij een paard, — 301.
--Tandfistel in de rechter bovenkaak bij een hond, — 303.
--Endocarditis valvularis met metastatische pneumonie en metastatische
polytendovaginitis, — 304.
--Ribkraakbeenfractuur met partiëele ribresectie bijeenhoud, — 307.
--De behandeling van een hernia scrotalis bij een ruin, — 308.
--Genezing van een hernia ventralis bij een paard door afklemmen,
- 429.
--Keratosis boven den kroonrand van een achterhoef, uitgaande van
een gedisloqueerd gedeelte der keratogene membraan (met af-
beelding), — 432.
--Mechanische behandeling eener distensie-luxatie van het achter-
kootgewricht bij een paard van Belgisch ras, — 545.
--Amputatie van den penis bij een ruin, — 549.
--Operatie van een scrotaal-netbreuk met botryomycomen bij een
ruin; dood door tetanus, — 552.
--Fractura comminuta van den rechter oogboog met verscheuring
van den nervus opticus bij een paard, - 593.
--Ruptuur van den ophangband der sesambeenderen van beide
achterbeenen bij een koetspaard, XXXV 59.
--Condyloom aan den penis en diffuse papillomateuse woekering
op het binnenste praeputiaalblad bij een paard, — 62.
--Osteofibroom aan het lichaam der onderkaak bij een zuigveulen, — 63.
— — Beiderzijdsche solutio retinae en luxatio lentis bij een paard,
- 527.
--Prolapsus van de voorhuidplooien, simuleerend een paralysis penis
bij* een paard, — 528.
--Genezing van habitueele luxatie der patella naar boven bij een
paard na doorsnijden van den medialen rechten knieschijfband,
- 530.
--Botrvomycose van het peritoneum bij een paard, uitgaande van
de zaadstreng, — 532.
--Herediteit van maanblindheid, — 534.
•— en J. C. van Veen, Fractuur van het rechter os incisivum bij een
paard, XXXVI 761.
--Habitueele luxatie van de patella, genezen door de operatie vol-
gens Bassi, — 763.
— — Operatieve behandeling van condylomateuse mok, — 764.
--Entropium der bovenoogleden met diffuse bilaterale keratitis bij
eên paard, — 765.
-ocr page 147-Schimmel, W. 0., en J. C. van Veen, Gecompliceerde fractuur der
ïieusbeenderen bij een paard, XXXVI 768.
Schmidt, J. (Kolding), Verbesserung in der Behandlung des Kalbe-
fiebers (met afbeelding), XXIX 354.
Schoepp, L. J. R., Vergiftiging van varkens in een leerlooierij,
XXXI 187.
Schouten, Dr. J., Actinomycosis, XXX 96.
— Bijdrage tot de kennis van het voorkomen en de verspreiding der
actinomycosis bij de huisdieren in Nederland (met kaart), XXXI97.
Schroeff, Dr. H J. van der, Ueber die Permeabilität von Leuko-
cyten und Lymphdrüsen für die Anionen der Natriumsalzen. Inau-
gural-Dissertation 1901, XXIX 188.
— Een geval van necrose ten gevolge van bacillus necrophorus bij het
paard, - 208.
— Boosaardige dekziekte in het Soemedangsche, - 260.
— Septichaemia haemorrhagica in Tjibaroesa, — 263.
— Sarcosporidiën, melanoom, wormflbroom, — 265.
— Malleïne-injecties \' in de afdeeling Bandjar —Negara (Banjoemas),
- 307.
— Boekaankondiging. Proceedings of the American Veterinary
medical Association 1901, — 514.
— Verslag omtrent de modelhoeve van het eiland Trinidad, XXXIII 567.
— Infectieuse cerebro-spinaal meningitis, XXXIV 242.
Schurink, D. Beleediging van den uterus, als oorzaak van het vast-
liggen na de baring, XIII 103.
— Rhehe. Traumatische pericarditis, — 191.
— Hersenhyperaemie, XIV 134.
— Verscheuring van het diaphragma, — 274.
— Breuk van het hielbeen, XV 174.
— Waterkalf, XVI 154.
— Acidum carbolicum purum als prophylacticum bij emphysema con-
tagiosum, — 201.
— Hydrochloras pilocarpini, XVIII 32.
— Kort verslag van het verhandelde in de zomervergadering 1900 der
afdl. Gelderland, — 60.
— De uijer 1892, XIX 257.
— Eikelvergiftiging, XX 103.
— Embryotoom van Th. Dopheide (met teekening), — 115.
— De houw, — 203.
— Het houtvuur en zijn voorbehoeding 1893, — 317.
— Woekering van de valvulae mitrales bij het varken, XXI 114.
— Het ringelen (met afbeelding), XXIV 28.
— Bijzondere hoorngroei (met afbeelding), — 30.
-ocr page 148-Schurink, D., Gezondheidsleer en geneeskunde der landbouwhuisdieren,
XXIV 260.
— Raapkoekvergiftiging, XXVI 174.
— Inenting als voorbehoedmiddel tegen houtvuur (emphysema contagio-
sum) naar de methode van O. Thomas, XXX 529.
— Uitwendige runderkennis 1904, XXXII 41.
Sjollema, Dr. B., Aangaande melkhygiëne, XXXVI 450.
Slooten, Dr. J. C. van der, Casuïstische bijdrage tot de differentieel
diagnostiek van lumbago, XVI 206.
— Cysticerken in de hersenen van een hond, XIX 216.
— Hondenziekte (Febris catarrhalis epizoötica canina), XXI 149.
— Bakteriologische Wurstuntersuchung. Inaugural-Dissertation 1907,
XXXV 346.
— Torsio ventriculi bij den hond, XXXVI 531.
Slooten, J. P. van der, Over embryonale transplantatie, XXXIV 450.
— en E. Tenhaeff, Tuberculose van het os ischii bij een rund, XXX VI 237.
--Een geval van cysticercosis bij een rund, — 240.
— Zie Schimmel en van der Slooten, XXXII, — 569.
Sluis, Dr. IJ. van der, Melanosarcoom bij een rund, XXXV 320.
— Ueber die Abtötung der Tuberkel-bacillen in natürlich infizierter
Milch und über die Pasteurisierung der Milch. Inaugural-Disser-
tation 1909, XXXVI 719.
— Zie dr. F. Basenau en dr. IJ. van der Sluis, — 510.
Sluys, D. van der, Mijten als oorzaak van darmontsteking. Chloral-
hydraat bij koliek. Een koe als min voor een veulen. Amputatie der
baarmoeder bij een hond. Ontlasting van een grooten blaassteen bjj
een merrie. Chloroform bij uitzakking der baarmoeder. Een symptoom
van kalfkoorts, V 68.
— Baarmoederomwenteling bij een merrie, X 133.
— Tuberculose, XII 284.
— Tuberculose bij varkens, XIII 107.
— Boekaankondiging. Schimmel, Wirtz, van Esveld, Handleiding
tot de paardenkennis 1885, — 112.
— Literatuuroverzicht, — 118.
— Genezing van draaiziekte door middel van koud water, — 215.
— Acne contagiosa bij paarden, — 217.
— Therapie van stille-kolder, — 220.
— Rapport der Commissie in zake kalfziekte, XIV 180.
— Verslagen omtrent de keuring van vee en vleesch te Amsterdam over
1888 en 1889, XVII 203; 1890 XVIII 216.
— Onderzoek naar verbreiding der tuberculose, XVIII 73.
— Statistisch overzicht der gevallen van tuberculose te Amsterdam:
1888-1892 XXI 10; 1888—1893, XXI 167.
-ocr page 149-Sluys, D. van der, Tuberculose, XXI 72.
— Staat der afkeuringen aan bet abattoir te Amsterdam over 1888
—1892, — 230.
— Huidworm en kwade-droes, XXII 301.
— Verslag omtrent keuring van vee en vleesch te Amsterdam in 1893
en 1894, XXIII 183.
— De tuberculose bij het vee en hare betrekking tot die van den
mensch 1897, XXIV 458.
— Nieuwe bijdragen voor de deugdelijkheid van tuberculine als onder-
kenningsmiddel der tuberculose, XXVI 19.
— Veertigjarig jubileum van dr. A. W. H. Wirtz, XXVII 205.
— Agglutinatie van tuberkelbacillen ter herkenning van tuberculose,
XXIX 68.
— Boekaankondiging. Dr. H. C. \'t Hoen, Die Pseudotuberculose
bei der Katze, lnaugural-Dissertation, — 523.
— Idem. Dr. J. van Dorssen, Ueber die Genese der Melanome in der
Haut bei Schimmelpferde. lnaugural-Dissertation 1903, XXXI 90.
— I d e m. Dr. J. H. Picard, Ueber den Wert der biologischen Reaktion
als Erkeniiungsmittel von Fleischarten. lnaugural-Dissertation 1904,
XXXII 332.
— Programma, verslagen, notulen, enz. der 35ste tot 46ste algemeene
vergadering, deel XXIII tot XXXIII.
— en P. Koorevaer, Tuberculose bij een geit, XVIII 21.
— — Algemeene carcinomatose met cachexie bij een paard, — 25.
--Angioma cavernosum in do lever bij runderen, — 27.
--Pseudoleukaemie bij een kalf, — 29.
Smit, Dr. H. J., Ueber das Vorkommen van Tuberkelbacillen in der
Milch und den Lymphdrüsen des Kindes. lnaugural-Dissertation 1909,
XXXVI 616.
Snellen, J. B*, Verslag van den toestand der Maatschappij over
1862/63 1 116; 1863/64 II 61.
— Meteorismus, — 124.
— Mond- en klauwzeer, — 125.
—■ Schadelijkheid melk en vleesch van aan mond- en klauwzeer lijdende
runderen, — 129.
— Onkant zijn, II 40.
— Uitoefening der veeartsenijkunde en patentwet, — 67.
— Vlieglarfziekte. Typhus. Longziekte, — 68, 69, 70.
— Uitbreiding van tongblaar, — 73.
— Onkant of onklaar uier, — 74.
Solkes, J. B. F,, Zijn de cultures ter bestrijding van ratten, door de
rijksseruminrichcing te Rotterdam verstrekt, niet schadelijk voor
honden? XXXVI 823.
Spronck, Dr. C. H. H. en Wirtz, Dr. A. W. H., Bereiding en
kostelooze verschaffing van Behking\'s middel tot voorkoming en
genezing van diphtherie, XXII 135.
--Circulaire aan burgemeesters over anti-diphtheritisch geneesserum,
- 330.
Staa, W. van, De draadzaag (met afbeelding), XXX 167.
Stapenséa, J., Stationnaire luxatie van de patella naar boven bij het
paard (met afbeeldingen), XXXII 354.
— De myelogene vorm van leucaemie bij een paard in de stationnaire
cliniek van den leeraar Thomassen, — 402.
— Zie Quadekker en Stapenséa, XXXIII 298.
Starp, G. J. O. van der, Een proces over dampigheid, XXII 183.
Stempel, H. J. H., Meteorismus, I 124.
— Pokziekte bij het rund, II 73.
— Dampigheid, genezen door tracheotomie, III 53.
— Bijdrage tot de herkenning der longziekte, IV 1.
— Twee gevallen van omdraaiing der baarmoeder bij het rund of de
zoogenaamde streng in het lijf, — 33.
— Onregelmatige verlossing door vergrooting der lever en buikwater-
zucht van het -kalf, — 35.
— Onregelmatige verlossing door met water gevulde holten aan den
hals van het kalf, — 36.
— Amputatie van den uterus, — 101.
— Perforatie van den uterus en verscheuring van den rechter baarmoeder-
band, VI 239.
— Verstopping van den ductus glandulae sub-maxillaris, — 257.
— Abortus van drie veulens, waarvan 2 halfwassen en 1 in de vliezen,
- 258.
— Dood door verbloeding uit de arteria carotis interna, XI 189.
— Acute miltzwelling, XVII 1.
— Verscheuring der aorta bij een varken, — 36.
— Vleeschvergiftiging te Oene, XVIII 88.
— Losse kiezen, XXI 182.
— Boutvuur (emphysema infectiosum), — 182.
— E. Bosscher, Vergiftiging van vier runderen (loodvergiftiging),
XIII 85.
Steygerwalt, W., Miltvuurkoorts, I 78.
— Inenting tegen de longziekte, — 95
— Spoedige en gemakkelijke genezing eener doordringende buikwond
bij een melkkoe, — 98.
Straub, M., De beteekenis der bacteriologische onderzoekings methoden
voor de praktijk der geneeskunst en veeartsenijkunst, XVII 123.
— Zie de Haan en Stratjb, XXII 236.
-ocr page 151-Stuurman, dr. W., Cysticercus inermis bij het rund (met afbeelding;,
XXIX 387.
-- Zur Identität der Menschen- und Eindertuberculose. Inaugur&l-Dis-
sertation 1903, XXX 555.
— Verslag van het verhandelde in de onderafdeeling „Veeartsenijkundige
Vraagstukken" van het 8do Internationaal Zuivelcongres, XXXV173.
— Onbevoegd uitoefenen der veeartsenijkunde, — 190.
Stüven, W. S., Korte mededeelingen omtrent een paar Duitsche stoe-
terijen, XIV 308.
— Urethrotomie, XVI 202.
-- Bijdrage tot de diagnostiek van abnormale kiezen en de verwijdering
van de 6de kies bij het paard (met afbeelding), XVII 144.
— Oprispen van gassen, XVIII 33.
— Verbloeding na darmpunctie, — 34.
— Darmconcrement bij een paard, — 34j
— Huidemphyseem, — 34.
— I)e hond, zijn lichaamsbouw en zijn inwendige organen 1897,
XXIV 380.
Swart, L., Afscheuring der baarmoeder bij een koe, V 152.
Swierstra, dr. J., Carcinoom bij een paard, XXXIV 382.
— Kommen in dem Fleische und in makroskopisch gesunden Lymph-
drüsen von t.uberculösen Tieren Tuberkelbazillen vor? Inaugural-
Dissertation 1906, — 470.
Tenhaeff, C., Cysticercus inermis bij het rund, XXXV 614.
— Een geval van tuberculose bij de geit, XXXVI 359.
— Zie J. P. van dkr Slooten en C. Tenhaeff, — 237, 240.
Thomassen, dr. M, H. J. C., Over de verandering van het trvpsine-
zymogeen in trypsine, XXXI 539.
— Wat een Deensch veearts van \'s Eijks veeartsenijschool zegt, XXXII18.
— lieber den Einfluss des Druckes auf die Eesorption von Flüssigkeiten
im Unterhautbindegewebe. Inaugural-Dissertation, XXXIV 346.
— Technische veterinaire afdeeling in Frankrijk, - 517.
— De militaire veterinaire dienst in Zweden, XXXV 567.
— Over den veterinairen dienst te velde 1909, XXXVI 620.
— Internationale militair-veterinaire vereeniging-, — 851.
Thomassen, dr. M. H. J. P., Hoefontsteking bij merriën, IV 37.
— Henri Bouley, XIII 318.
— Aanteekeningen met betrekking tot de geschiedenis der veeartsenij-
kunde, XIV 1, 92, 191; XV 1, 124; XVI 161.
XIV 184.
A. J. Janné
— Necrologie
Verslag van het congres voor tuberculose, gehouden 1888 te Parijs,
XVI 37.
Thomassen, dr. M. H. J. P., Het Vde Internationaal veeartsenijkun-
dig congres, XVII 75.
— Hervorming van het veeartsenijkundig onderwijs in België, — 186.
— Koch\'s ontdekking en haar diagnostische waarde voor de veeartsenij-
kunde, XVIII 93, 206; XIX 104.
— Verslag van het 2de congres voor tuberculose, gehouden 1891 te Parijs,
XIX 55.
— De malleïne als diagnosticum, XX 84.
— Verkrijgbaarstelling van tuberculine en malleïne, — 132.
— Natuurlijke en experimenteele urolithiasis en haar chirurgische behan-
deling bij dieren, XXI 84.
— Boekaankondiging. Gr. Muller, Lehrbuch der Pharmakologie
für Tierärzte, XXII 172.
— Idem. dr. J. de Haan en dr. M. Straub, Voordrachten over bacte-
riologie voor praktizeerende medici en veeartsen 1895, — 236.
— Idem. Nocard et Leclainche, Les maladies microbiennes des animaux
1896, XXIII 102; XXX 226.
— Bacteriaemie met haematogene nephritis, urocystitis (bacteriurie) der
kalveren, - 355; XXIV 307.
— Nephritis chronica bij het paard, XXIV 107.
— Boekaankondiging. M. G. de Bruin, Die Geburtshilfe beim
Rind 1897, - 454; XXIX 309.
— Het contagium der pleuro-pneumonia contagiosa van het rund, XXV 321.
— Eserine en nieuwere cathartica, — 370.
— Verslag over het 4de tuberculose-congres, XXVI 90.
— Aetiologie en pathogenesis van endocarditis acuta, — 143, 263.
— Boekaankondiging. Dr. J. Poels, Rapport over de kalver-
ziekte in Nederland 1899, — 319.
— Idem. Dr. D. A. de Jong Jzn., Veterinaire pathologie en hygiëne
1900, XXVII 354.
— Hemiplegia laryngis bij het paard (met afbeelding), XXVIII 3 ;XXIX 462.
— Het 50-jarig jubilaeuin van dr. Willems te Hasselt, — 82.
— Neuritis interstitialis prolifera van den plexus sacralis bij het paard,
- 145.
— Opstijgende ruggemerg-degeneratie als gevolg van neuritis peripherica,
- 241.
— Verlamming der knieschijfstrekkers (nervus cruralis-paralyse), — 249.
— Rapport in zake „onderzoek op cornage", — 313.
— Paralysis van den nervus obturatorius, — 337.
— Rapport over het ontwerp van wet „bestrijding der tuberculose-\',
- 397.
— Over de identiteit der tuberculose bij mensch en rund, — 547.
— Een enzoötische bulbairparalyse bij het paard (met afbeeldingen),
XXIX 438.
-ocr page 153-Thomassen, dr. M. H. J. P., Neuritis peripherica hij chronisch
saturnisinus van het paard, met af beeldingen, XXX 356.
— De veeartsenijschool als 6d8 faculteit der Utrechtsche Universiteit,
XXXI 11.
— Professor E. Nocard, — 46.
— Boekaankondiging. J. Bongert, Bakteriologische Diagnostik
1904, — 293.
— Vaccination contre la tuberculose, XXXIII 151.
— en Hamburger, dr. H. J., Multiple verlammingen bij een paard,
XVI 188.
— Zie Schimmel, van Esveld, Knel, Thomassen, Handleiding tot de
paardenkennis 1S96, XXIII 220.
Tright, J. van, Een bijzondere worm in de schapenlong, XII 211.
— De strongylus micrurus bij het rund, — 231.
— Poortadercarcinoom bij het rund, XIII 10.
— Myoom der blaas, — 12.
— Bijdrage tot de theorie van het herkauwen, — 37.
Ubbels, dr. D. G., Vergleichende Untersuchungen von mütterlichem
Blute, fötalem Blute und Fruchtwasser. Inaugural-Dissertation 1901,
XXIX 139.
— Aanwending yan argentum colloidale Credk bij goedaardige-droes,
— 302.
Veen, J. C. van, Bijnier en sympathicus, XXXVI 447.
— Boekaankondiging. Dr. A. Vrijburg, Versuche über die Bedeu-
tung der Opsoninlehre in der Therapie der Agalactia catarrhalis
contagiosa. Inaugural-Dissertation 1908, — 612.
— Zie Schimmel en J. C. van Veen, — 761.
Veen. dr. J. van der, Piroplasmata in Nederlandsch-Indië, XXXIV 60.
— Herpes tonsurans (een geval van trichophytie bij een sandelhout-
paard), — 61.
-- Saccharomycescellen in de longen van paarden, — 62.
Dermatitis granulosa, plaies d\'été, dermatitis verminosa pruriens,
— 171.
— Beschrijving van eenige dierlijke parasieten, — 754.
— Immunisatie tegen tuberculose, XXXV 27.
— Bijdrage tot de kennis van de malleïne als diagnosticum bij kwade-
droes, — 155.
— Twee nieuwe nematoden in het darmkanaal van het rund in Deli,
— 276.
— Uit de praktijk in Deli, — 277.
— De methode der complementsbinding, — 440.
— Ein Fall von Zahnanomalie beim Pferde. Inaugural-Dissertation 1901,
Auto-referaat, XXXVI 786.
-ocr page 154-Veen, dr. J. van der, Zie Schimmel en van der Veen, XXXIV
301, 429, 545, 593 ; XXXV 59, 527.
Veen, dr. K. van der, Bestrijding van malleus in Nederlandsch-Indië,
XXXV 329.
— Beiträge zur Frage der Virusträger im Besonderen bei Schweinerotlauf.
Inaugural-Dissertation 1909, XXXVI 614.
Veenstra, H., Bijdrage tot de diagnostiek van hersenziekten, XVIII106.
— Een Vitium cordis, XX 208.
— Penetreerende buikwond met eventratie van darmen bij een paard,
XXI 94; XXII 10.
— Iets over de ziekten der jonge fokkalveren in Friesland, XXI 142.
— Rapport in zake „bestrijding der tuberculose", XXVIII 397.
— Aantal snijtanden bij de geboorte, XXXV 439.
— en Leeuwen, A. van, Handleiding ten dienste van cursussen in
paardenkennis 1905, XXXIII 266.
Veeze, P. S. J., Wormbraken bij een paard, XX 111.
Velde, J. van der, Hersenontsteking bij een paard, XII 135.
— Salicylzuur bij een paar gevallen van rheumatisme, — 141.
— Fractuur van den uitwendigen spierknobbel van den opperarm met
„e\'cart", als gevolg bij het paard, XIII 14.
— Invaginatie van het ileum en maagbersting bij het paard, — 20.
— Herhaalde kreupelheid zonder kennelijke oorzaak en ontsteking van
eenige watervatsklieren, — 90.
— Bijdrage tot de differentiëel-diagnose van kwade-droes, XIV 277.
— Onderhuidsche inspuitingen van chloornatrium-oplossing bij kreupel-
heid, XV 275.
— Zes schotwonden, XXIII 177.
Velzen, dr. P. A. van, Das Vorkommen pathogener Mikro-Organismen
bij gesunden Schweinen. Inaugural-Dissertation 1907, XXXV 95.
Venema, F. B., Coöperatie, XXIII 151.
Vermaat, dr. P„ Untersuchungen über das Oberflächen-Epithel des
Magens. Inaugural-Dissertation, XXXII 147.
Vermast, A. M., Bijdrage tot de differentiëel diagnostiek van rabies,
XVI 197.
— Commissie tot aankoop van fokmateriaal op het eiland Soemba, XXX
112.
— Remonte-commissie naar het eiland Soemba, met instructie voor den
paardenarts, XXXI 454.
Vermast, dr. P. F., Fractuur van het pijpbeen van het rechter voorbeen
bij een kalf, VI 1.
— Een vreemd voorwerp in den mond bij een paard, — 3.
— Ptyalismus bij een paard, IX 67.
— De omdraaiing der baarmoeder om haar as. Contorsio uteri, — 71,189.
-ocr page 155-Vermast, dr. P. F., Paralyse van het achterstel bij een kalfdragende
koe ante partum, X 21.
— Algemeene symptomatologie der nierziekten, — 105, 200.
— BRiGHT\'sche nierziekte, XI 1.
— Qualitatieve en quantitatieve analyse der urine onzer huisdieren,
- 144.
— Over een nieuw verbandijzer, XIII 27.
— Behandeling van hondenziekte, XXIII 108.
— De dermatomycosen, XXXVI 585, 771.
Vermeulen, dr. H. A., Sectio caesarea bij een hond, XXI 106.
— Congenitale contractuur van de strekkers bij het paard, XXX 16.
— Necrose ten gevolge van bacillus necrophorus, — 102.
— Bilaterale chronische luchtzakcatarrh; exitus letalis door creoline-
vergiftiging, XXXVI 439.
— Een nieuwe luchtzak-operatie, — 926.
Verwey, G. C., Duval, Anteversio et inflexio uteri, XXV 290.
Verweij, W., Tandcyste bij een hond, XIII 174.
— Chorea sancti-viti bij varkens, — 181.
Vieter, H. M. de la, Een toepassing van röntgen-stralen, XXVI 454.
Vink, K. de, De toepassing der joodkalium-therapie bij een geval van
kalfziekte, XXV 336.
— Het pankreon ter bestrijding van de dysenteria alba der jonge
kalveren, XXXI 53.
Vlamings, A. J., Levensbericht van P. F. Michels , XXVI 477.
Vlaskamp, J., Verlossingen bij het varken, XXVIII 295.
— Amputatio uteri bjj het varken, — 298.
-— Het bevestigen van groote huisdieren voor kleine operaties, — 299.
— Het voordeel van droge antiseptica, — 301.
— De dosis van rhizoma veratri albi bij het rund, — 305.
— Infusie of injectie bij kalfziekte? XXIX 539.
— De behandeling der besmettelijke scheede-ontsteking, XXXIV 439.
Vliet, M. van der, Uitgebreide slokdarm-verwijding bij een veulen,
XXXI 161.
— Cervix duplex bij een koe, — 269.
Vries, J. de, Bijdrage tot de aetiologie der kalfziekte, XXXIV 310.
Vrijburg, dr. A., Versuche ftber die Bedeutnng der opsoninlehre in der
Therapie der Agalactia catarrhalis contagiosa. Inaugural-Dissertation
1908, XXXVI 612.
Waal, H. Chr. de, Zie H. L. Ellerman Lzn. en H. Ch. de Waal,
XXXV 212.
Wagenaar, D. B., Pepsine bij slecht granuleerende wonden, XXVII 386.
— Hundesitzige Lage met teruggeslagen hoofd, — 387.
-ocr page 156-Wagenaar, D. B., Acarusschurft en genezing, XXVII 388.
— Eenige nieuwere onderzoekingen over rabies, XXVIII 204.
— Formaline in de wondbebandeling, XXIX 361.
— Cyste in den uier, — 363.
— Over de oorzaken welke bet geslacht bepalen, — 364.
Wal, W. G. van der, Indringende schedelwond bij een paard, X 131.
— Operatieve behandeling eener peesscheedegal, — 132.
Weitzel, P. Th., Longziekte, I 123.
— Kunsthoorn, — 124.
— Haemorrhoides, — 125.
— Kippenziekten, — 125.
— Abortus, — 126.
— Schadelijkheid van vleesch en melk bij mond- en klauwzeer, — 129.
— Gedurende hoe langen tijd kunnen de kiemen van besmettelijken
kwade-droes bestaan, zonder zich door uiterlijke teekenen te open-
baren, — 153.
— Wet op de uitoefening en uitreiken van patenten, II 66.
— Kwade-droes, inenting longziekte, — 69.
— Melkbuisjes, — 71.
— Verslag der 4a° algemeene vergadering III 121.
— |
id. |
5a" |
id. |
— 141. |
— |
id. |
9de |
id. |
IV 233. |
— |
id. |
10de |
id. |
— 243. |
Westbroek, J. J., Een nieuwe voedingsleer en haar toepassing in de
veeartsenijkunde, XXXIV 485.
Wester, J. J., Zijdelingsche knieschijfluxatie bij den hond, XX 217.
— Mycofibroom,— 221.
— Long-botryomycose, XXI 171.
— Over enkele vraagpunten betreffende fibrine en fibrinogene stof, — 185.
— Voederingsproeven met Tilletia Caries, steenbrand der tarwe, stinkbrand,
smeerbrand, — 187.
— De „paardenziekten" in Zuid-Afrika, — 191.
— Toxicologische onderzoekingen omtrent den graad der vergiftigheid
van de antifebrine bij de huisdieren, — 197.
— De uitbreiding der tuberculose bij het rundvee, XXIV 132.
— Hersenabscessen, — 285.
— Chloorbarium-therapie, — 286.
— Acuut jodismus bij het rund, — 334.
— Calcium hydrosulfide, — 335.
— Entingen volgens de methode Lorenz tegen vlekziekte, XXVI 218.
— Castratie van koeien, XXVII 127.
— Een echt hoorngezwel (keratoom), — 242.
— Zenuwverschijnselen bij mond- en klauwzeer, — 309.
-ocr page 157-W ester, J. J„ Mnmificatie van de ongepigmenteerde huid bij runderen,
XXVIII 195.
— Entingen tegen vlekziekte, — 260.
— Rapport in zake „bestrijding der tuberculose", — 397.
— Paralyse van den nervus radialis en van den plexus hrachialis bij
het rund, — 442.
— Pneumo-enteritis bij het varken (varkenspest), XXIX 147.
— Bestrijding van vlekziekte, — 339; XXX 49.
— De gevolgen van neurectomie, XXX 147.
— De diagnose van cornage, XXXII 49.
— Periosteotomie bij spat, XXXVI 913.
Westholz, J. M. D., Parelziekte onder verschijnselen van epilepsie, IV 89.
Winkel, A. J., Cyste van de uitvoerbuis der parotisklier (met afbeelding),
XXX 163.
— Recidieve van kalfziekte, — 256.
— Oesopbagismus bij een paard, XXXII 56.
Wirtz. dr. A. W. H., Bloedspuwing bij een paard, I 80.
— Inwendige verbloeding, — 84.
— Boekaankondiging. F. C. Hekmeijer, Handleiding tot de
stelselmatig beschrijvende ontleedkunde der huiszoogdieren, — 184.
— Mond- en klauwzeer, influenza, straalkanker, II 70.
— Naschrift over „empirisme", — 101.
— De werkzaamheid van den slokdarm bij het slikken, volgens Chauveau,
— 107.
— Een schrikbarend staaltje van kwakzalverij, — 108.
— Necrologie van P. J. S. Verheijen en J. Mars |, — 112.
— Bijvoegsel bij: „Hersentyphus", door J. A. Hinze, — 131.
— De runderpest in Engeland, — 193.
— De symptomatologie en pathologische anatomie van de runderpest in
Nederland en Engeland. (Uit het verslag van dr. Fürstenberg),
— 226.
— Buitenlandsche berichten: Necrologie E. Renault en Prince, —244, 246.
— The Albert veterinary College, — 247.
— Runderpest in de diergaarde te Rotterdam, — 250.
— Ranglijst der paardenartsen in Nederland en in Oost-Indië, — 256.
— Behaard dermoïd van het oog (trichosis of trichiasis bulbi, III 1
en 289.
— Chronische catarrh en ulceratie der luchtzakken met aneurysma, — 32.
— Pathologische histologie van het darmkanaal bij z.g.n. veepest, — 38.
— Verscheuring van het omentum, insnoering van het duodenum, maag-
bersting en braken bij een paard, — 57.
— De afkomst en bereiding van podophyllinum, zijn therapeutisch ge-
-ocr page 158-bruik bij den mensch en zijn werking op de huisdieren, vooral den
hond, III 67.
Wirtz, dr. A. W. H., Proeven aangaande de werking van kryolith op
den hond, — 84.
— Taxus-vergiftiging bij een kalf, — 95.
— Actio redhibitoria (zwakke longen), — 100.
— Openingsrede 6a° algemeene vergadering, — 149.
— id. 7de id. — 161.
— Verslag van den toestand der Maatschappij en van haar geldmiddelen,
— 164.
— Mededeelingen omtrent Rijks veeartsenijschool tusschen 1862—68,
- 174,
— Staatsbegrooting over 1866—1870, — 196.
— Bijschrift bij „De onteigening van kwaaddroezige paarden en het
bedrag der schadeloosstelling, — 240.
— Een stem in de Tweede Kamer voor een wet op de koopvernietigende
gebreken van huisdieren, — 256.
— Mededeelingen en personalia uit het buitenland, — 258.
— Openingsrede 9de algemeene vergadering, IV 108.
— Brief dato 19 Augustus 1873, aan den lste Secretaris der Maatschappij,
V 176.
— Voorbehoeding der schapen tegen huidworm, — 183.
— Erfelijkheid en besmettelijkheid van parelziekte, — 184.
— Subcutane injectie van veratrine, — 185.
— Darminvaginatie bij het rund, — 185.
— Cornage, — 186.
— Standbeeld van Claude Bourqelat, — 193, VII 177.
— Rede tot prof. dr. Mac. Gillavrï bij do eerste steenlegging stal en
kliniek Rijks-veeartsenijschool, VI 172.
— Mededeeling naar aanleiding der circulaire Claude Bourqelat, VII 177.
— Necrologie A. Th. Verhaar , XV 180.
— Zie Mac. Gillavrï, Uitvoerkeuring van vee, XI 212.
— Zie Janné en Wirtz, V 193; VII 177.
— Zie Schimmel, Wirtz, van Es veld, XIII 112.
— Zie Spronck, Wirtz, XXII 135, 330.
— Zie D. van der Sluijs, XXVII 205.
Wolters, H., Oprispen van gassen uit maag en darmkanaal bij het paard,
XVII 161.
Ymker, Rzn, H., Hydrallantois bij een koe, XXIII 314.
— Neuralgie bij een paard, XXIV 287.
— Therapie bij kalfziekte, XXV 285.
— Katoenmeelvergiftiging, XXIX 298.
-ocr page 159-Ymker, Rzn, H., Langdurige drachtigheid bij een koe, XXXI 348.
Zaalberg, J. A„ Zie M, J. Hengevelp G.Jzn., — 183, 600 ;
XXXVI 103. r
Zwaardemaker, dr. H., Cirrhosis parasitaria, XIV 266.
— Pathologische anatomie der infectieziekten, XV 14.
— Cirrhosis hepatis, XVI 195.
Zijp, J. H., Infectie van den mensch door vlekziekte-bacillen en genezing
daarvan door vlekziekteserum, XXXVI 98.
Zijp, P., Repositie van een prolapsus uteri, XXXV 217.
Zij ver den, J. van, (paardenarts), Behandeling van gewrichtswonden
met droesetter, XXV 114.
— De Ist8 vrouwelijke veearts, XXV 117.
— Kwade-droes bij de Utrechtsche trammaatschappij, XXVI 363.
— Zilver als uitwendig en inwendig antisepticum, XXVI 398.
Ii. BOEKAANKONDIGING.
F. O. Hekmeijer, Handleiding tot de stelselmatig beschrijvende ont-
leedkunde der huiszoogdieren, door A. W. H. Wirtz, I 184.
J. J. Hinze, Het hoefbeslag 1872, door G. J. Hengeveld, IV 126.
Dr. Max Marker, Recherches sur la ventilation naturelle et la venti-
lation artificielle, etc. 1873, door J. J. Hinze; V 21.
J. Rejjnal, Traité de la police sanitaire des animaux domestiques 1873,
•door A. J. Janné, V 118.
F. J. Gérard, Etude zootechnique, appliquée spécialement à la multi-
plication, à l\'amélioration de nos troupeaux de bêtes bovines ainsi
qu\'à l\'introduction, la naturalisation, l\'élève et l\'emploi économique
de la race de Durham en Belgique 1867, door G. J. Hengeveld, V 216.
W. Dieckerhoff, Die Pathologie und Therapie des Spat der Pferde
1875, door J. J. Hinze, VIII 48.
Jahresbericht der Königlichen Thierarzneischule zu Hannover
1876/77, door idem, X 161.
Landrin et Morice, Manuel de thérapeutique dosimétrique vétérinaire,
door J. B. H. Moubis, met naschrift van J. J. Hinze, X 165.
A. J. de Bruijn, Handwoordenboek der vervalschingen, enz, naar
dr. H. Klencke 1880, door J. J. Hinze, XI 143.
P. F. Vermast, Qualitatieve en quantitatieve analyse der urine onzer
huisdieren 1880, door idem, XI 144.
J. Morice, Mémorial de médecine dosimétrique vétérinaire, door J. B. H.
Moubis, XI 287.
Spohr, Die Bein- und Hufleiden der Pferde etc., 1883, door idem, XIII 51.
N. E. Vogel, Die Massage, ihre Theorie und practische Verwerthung
1883, door idem, XIII 54.
Schimmel, Wirtz, van Esveld, Handleiding tot de paardenkennis
voor de cadetten der cavalerie en artillerie 1885, door D. van dek
Slüys, XIII 112.
Veterinaire Almanak, door dr. L. J. van dek Harst: 1887
XIV 318; 1888 XV 265; 1889 XVI 149; 1891 XVIII 145; 1892
XIX 258; 1893 XX 193; 1894 XXI 276; 1895 XXlI 240; 1896
XXfH 292; 1897 XXIV 258; door W. J. P. van Oppenraat: 1898
XXV 235: door K. Hoefnagel: 1899 XXVI255; 1900 XX VII 280;
1901 XXVIII 417; door W. C. Schimmel: 1902 XXIX 239; 1903
XXX 269; 1904 XXXI 290; 1905 XXXII 288; 1906 XXXIII 388;
1907 XXXIV 342; 1908 XXXV 446; 1909 XXXVI 365.
J. B. H. Moubis, Het hoefbeslag, door W. C. Schimmel, XVII 115;
XX 312; XXIII 297; XXXII 481.
P. Mégnin, De hond, door D. P. van Esveld, XVII118.
Dr. Winkler en dr. Hartogh Heys van Zouteveen, Darwin\'s
biologische meesterwerken 1890, door dr. L. J. van der Harst,
XVII 184.
A. A. de Man, Handleiding tot de paardenkennis enz. 1890, door D.
F. van Esveld, XVIII 148
L. Hoffmann, Thierärztliche Chirurgie, Stuttgart 1891, door W. C\'.
Schimmel, XVIII 254, 296, 299.
Dr. Jos. Bayer, Bildliche Darstellung des gesunden und kranken Auges
unserer Hausthiere, Ophthalmoscopisclie Bilder, Wien 1891, door
idem, XVIII 258; XIX 254.
Hering\'s Operationslehre für Tierärzte, 5de Auflage 1891, door idem,
XIX 94.
Veeartsenijkundige Bladen voor Ned. Indië, deel V, afl. 3, door
D. P. van Esveld, XIX 95.
Dr. Carl. Dammann, Die Gesundheitspflege der landwirtschaftlichen
Haussäugetiere. Zweite Auflage 1892, door idem, XIX 188.
„Hippos*, Maandblad gewijd aan de belangen van de paardenfokkerij
en de paardenkennis 1892, door W. C. Schimmel, XIX 256.
D. Schurink, De uier 1892, door idem, XIX 257.
— Het houtvuur en zijn voorbehoeding 1893, door idem, XX 317.
J. Buch, Prakticum der pathologischen Anatomie für Thierärzte und
Studierende 1893, door dr. H. J. Hamburger, XXI133; XXVI 246.
Dr. H. Baum, Die Nasenhöhle und ihre Nebenhöhlen beim Pferde 1894,
door D. F. van Esveld, XXI 334.
Dr. P. R. Brücher. Die subcutane Myotomie des Schweifes bei Pferden
1894, door W. C. Schimmel, XXI 335.
D. A. de Jong Jzn., Miltvuur 1894, door dr. II. J. Hamburger, XXI 336.
J. B. H. Moubis, De bewegingsorganen van het paard 1894, door W.
C. Schimmel, XXI 391.
Simon, Grundriss der gesammten Fleischbeschau 1894, door M. G.
de Bruin, XXII 94; XXVI 255.
Dr. G. Müller, Lehrbuch der Pharmakologie für Tierärzte 1894, door
M. H. J. P. Thomassen, XXII 172.
Het Paard, Maandblad enz. 1895, door K. Hoefnagel, XXII 235.
J. de Haan en Dr. M. Straub, Voordrachten over bacteriologie voor
praktizeerende medici en veeartsen 1895, door M. H. J. P. Thomassen,
XXII 236,
Dr. R. Schmaltz, Topographische Anatomie des Rindes 1895, door D. F.
van Esveld, XXII 410.
Eugen Bass, Therapeutisches Jahrbuch der Thierheilkunde 1894, door
W. C. Schimmel, XXII 411 f1895 XXIII 298.
D. F. van Esveld, Keuring van vee en vleesch 1S95, door M. G.
de Bruin, XXII 412.
H. M. Kroon, De koe, haar lichaamsbouw en hare inwendige organen
1895, door W. C. Schimmel, XXIII 100; XXV 139; door D. F.
van Esveld, XXXII 372.
Bericht ueber das Veterinärwesen im Königreiche Sachsen
für 1894, door W. C. Schimmel, XXIII 101.
Nocard et Leclainche, Les maladies microbiennes des animaux 1896,
door M. H. J. P. Thomassen, XXIII 102; XXX 226.
J. B. Arnous, Die Krankheiten des Hundes und deren Behandlung,
door W. C. Schimmel, XXIII 160.
E. A. L. Quadekker, Het paard, zijn lichaamsbouw en zijn inwendige
organen 1895, door D. F. van Esveld, XXIII 161; XXIV 379;
XXXI 92, door W. C. Schimmel XXXVI 788.
Dr. Ed. Seligson, Een jongen of een meisje 1895, door dr. II. J.
Hamburger, XXIII 161.
W. C. Schimmel, D. F. van Esveld, J. H. Knel en M. H. J. P.
Thomassen, Handleiding tot de paardenkennis voor de cadetten der
cavalerie en artillerie, Breda 1895, door A. W. Heidema, XXIII 220.
W. Ellenberger en C. Müller, Handbuch der vergleichenden Anatomie
der Hausthiere, Berlin 1896, door D. F. van Esveld, XXIII 224.
Dr. D. P. F. Driessen, Ueber die Tierseuchen besonders über die
Rinderpest in Niederländisch Ostindien. Inaugural-Dissertation 1895,
door W. C. Schimmel XXIII 295. "
A. van Leeuwen, De ouderdomskenmerken bij het paard 1896, door
D. F. van Esveld, XXIII 299.
Militair geneeskundig tijdschrift 1896, door W. C. Schimmel,
XXIII 300, 447.
-ocr page 162-C. Carsten Harms, Lehrbuch der tierärztlichen Geburtshilfe 1896, door
M. G. de Bküin, XXIII 445.
K. Günther, Studien über das Kehlkopfpfeifen der Pferde 1896, door
W. C. Schimmel, XXIII 446.
Verslag van de gezondheids-commissie te Roermond over 1895,
door idem, XXIII 447; 1896 XXV 82; 1898 XXVI 423.
E. A. L. Quadekker, De paardenrassen I 1896, door idem, XXIV
100; II 1898 XXV 238.
— De hoef en zijn beslag 1896, door idem, XXIV 103.
R. Schmaltz, Veterinär-kalender für 1897, door D. F. van Esveld,
XXIV 102.
Bericht über das Veterinärwesen im Königreiche Sachsen,
door D. F. van Esveld: 1895 XXIV 101; 1896 XXV 84; 1897
XXVI 118; 1898 XXVII 95; 1899 XXVIII 91; 1900 XXIX 39;
1901 XXX 86; 1902 XXXI 296; 1903 XXXII 88; 1904 XXXIII
138; 1905 XXXIV 95.
H. C. M. E. H van Soetermeer Vos, De voormalige Rijksstoeterij
te Borculo 1896, door W. C. Schimmel, XXIV 182.
D. Schurink, Gezondheidsleer en geneeskunde der landbouwhuisdieren
1897, door D. F. van Esveld, XXIV 260.
Prof. dr. W. Dieckerhoff, Das Koppen des Pferdes 1897, door W.
/ C. Schimmel, XXIV 303.
J. M. C. Mouton, De waarde van het tuberculinum als diagnosticum
1897, door D. F. van Esveld, XXIV 304.
Dr. Bonno van Dijken en dr. W. P. Jorissen, Tijdschrift voor
toegepaste scheikunde en hygiëne 1897, door dr. J. D. van der
Plaats, XXIV 378.
H. M. Kroon, Het melken, door M. G. de Bruin, XXIV 379.
W. S. Stüven, De hond, zijn lichaamsbouw en zijn inwendige organen
1897, door W. C. Schimmel, XXIV 380.
M. G de Bruin, Die Geburtshilfe beim Rind 1897, door M. II. J. P.
Thomassen, XXIV 454; XXIX 309.
Dr. G. H. Leignes Bakhoven, Vleeschkeuring in Nederland. Een
volksbelang 1897, door D. F. van Esveld, XXIV 457.
D. van der Sluijs, De tuberculose bij het vee en hare betrekking tot
die van den mensch 1897, door idem, — 458.
Dr. R. Schmaltz, Deutscher Veterinär-kalender 1898, door W. C. Schim-
mel : XXIV 459, 1899 XXVI 117; 1900 XXVII 94; 1901 XXVII
471; 1902 XXIX 38; 1903 XXX 38 ; 1904 XXXI 89; 1904/05 XXXI
599: 1905/1906 XXXIII 41; 1906/1907 XXXIV 94; 1907/1908
XXXV 97; 1908/1909 XXXVI 38; 1909/1910 XXXVI 833.
W. Pfeiffer, Operations-Cursus für Tierärzte und Studierende 1897, door
idem, XXV 82 ; XXVIII 234; XXXI 44; XXXIV 468.
J. Heinrichs, lieber Vieh-Versicherung mit besonderer Bezugnahme
auf den Central-Viehversicherungs-Verein in Berlin 1890, door
B. P. van Esyeld, XXV 84.
Hauptner, Zum 40-jährigen Bestehen der Instrumenten-Fabrik für
Tiermedicin und Landwirtschaft 1897, door W. C. Schimmel,
XXV 138.
Schmaltz, Anatomische Collegsheftskizzen 1898, door D. F. van Esveld,
XXV 139.
Dr. J. H. F. Kohlbrugge, Der Atavismus 1897, door idem, XXV 140.
Schmaltz, Ossa extremitatum equi et insertiones museulorum 1898,
door idem, XXV 143.
Dr. Fr. Basenau, Vleoschvergiftiging, haar oorzaak en haar bestrijding,
door idem, XXV 144.
F. Fischoeder. Leitfaden der praktischen Fleischbeschau 1898, door
M. G. de Bkuin, XXV 141; XXVI 254.
Dr. R. Long und M. Preusze, Practische Anleitung zur Trichenensehau
1898, door idem, XXV 142; XXX 459; XXXII 335.
J. Guittard, Le manuel opératoire pour 1\'espèce bovine 1898, door
W. C. Schimmel, XXV 145.
A. Nuijens, Genezing en voorkoming van het mond- en klauwzeer,
volgens het geneesmiddel van dr. L. Mokandi 1898, door idem,
XXV 238.
G. W. S. Lingbeek, Hygiënische Bladen 1898, door B. F. van Esveld,
XXV 240.
De Groningsche melkinrichting Vredewold, door idem, XXV 241.
Leisering s Atlas der Anatomie des Pferdes und der übrigen Haustiere
1898, door idem, XXV 396, 435; XXVI 120, 201, 252; XXVII 288.
Fröhner, Compendium der speciellen Chirurgie 1898, door W. C. Schimmel,
XXVI 114.
S. Schwarz, Bau, Einrichtung und Betrieb Öffentlicher Schlacht- und
Viehöfe 1898, door D. F. van Esveld, XXVI 119.
H. Hauptner, Neuheiten für Tiermedicin und Landwirtschaft, door
■\\V. C. Schimmel: 1898 XXVI 201; 1900 XXVII 413; 1902 XXIX
312; 1903 XXX 506; 1904 XXXII 153; 1906 XXXIII 398, 524,
590; 1857—1907 XXXV 48.
F. W. van Haeften, Bacteriologische memoranda 1899, door dr. H. J.
Hamburger, XXVI 247; XXVII 94.
Malkmus, Gmndriss der klinischen Diagnostik der inneren Krankheiten
der Hausthiere 1889, 1902, 1906, door W. C. Schimmel XXVI 247;
XXX 267; XXXIII 589.
Misset, Kalender voor 1899, door idem, XXVI 258, 423.
C. Harms, Lehrbuch der tierärztlichen Geburtshilfe. Teil I. Das Ge-
schlechtsleben von B. Schmaltz, door M. G. de Bruin, XXVI 248.
Schmaltz, Präparirübungen arn Pferd, door D. F. van Esveld, XXVI
252, XXVIII 429.
Donath, Het abattoir-vraagstuk, door idem, XXVI 253.
Dr. J. Poels, Rapport over de kalverziekte in Nederland 1899, door
M. H. J. P. Thomassen, XXVI 319.
Dr. D. A. de Jong Jzn., Untersuchungen über Botryomyces, door >1.
G. de Bruin. Inaugural-Dissertation, XXVI 336.
De Pluimgraaf, door W. C. Schimmel, XXVII 283.
J. P. Warmenhuizen, Handboekje over de Practische Natuurlijke Vee-
verloskunde, door M. G. de Bruin, — 284.
Dr. D. A. de Jong Jzn., Veterinaire pathologie en hygiëne 1900, door
M. H. J. P. Thomassen, XXVII 354; door M. G. de Bruin
XXVIII 420; door W. C. Schimmel XXXII 479; door dr. H. Markus
XXXV 750.
— De beoordeeling van het vleesch van tuberculeuse dieren, door K.
Hoefnagel, XXVII 356.
Bibliographia medica (Index Medicus) 1900, door W. C. Schimmel,
XXVII 358.
C. D. Donath, Overheidszorg met betrekking tot melkvervalsching, door
ü. F. van Esveld, XXVII 470.
Prof. dr. Jos. Bayer, Tierärztliche Augenheilkunde 1900, door W. G.
Schimmel, XXVIII 90; XXXIII 192.
A. A. ter Haar, Ons vee 1900, door D. F. van Esveld, XXVIII 92.
Dr. Paul Jess, Kompendium der Bacteriologie und Blutserum-therapie
19Ö1, door W. C. Schimmel XXVIII187 ; door H. G. van Harrevelt
XXIX 257.
Dr. Paul Martin, Lehrbuch der Anatomie der Haustiere 1901, door
D. F. van Esveld, XXVIII 188, 286, 577; XXIX 238, 430; XXX
42, 185, 380, 554; XXXI 184, 296.
Prof. F. Gutenäcker, Die Hufkrankheiten des Pferdes 1901, door
W. C. Schimmel, XXVIII 188.
Dr. R. Schmaltz, Atlas der Anatomie der Pferdes 1901, door D. F.
van Esveld, XXVIII 234; XXXVI 835.
Dr. Oskar Schwarz, Machinenkunde für den Schlachthof-Betrieb
1901, door dr. D. J. de Jong Jzn., XXVIII 285.
Dr. S. &. Knopf, De tuberculose als volksziekte en hoe zij kan worden
bestreden, door D. F. van Esveld, XXVIII 335.
Geneeskundig tijdschrift voor Nederlandsch-Indië 1901, door W. C.
Schimmel, XXVIII 425.
Ellenberger und Günther, Grundriss der vergleichenden Histiologie
der Haussäugetiere 1901, door Dr. H. J. Hamburger, XXVIII 426.
H. M. Kroon, Voederkennis. De voedermiddelen en hun gebruik 1901,
door D. F. van Esveld, XXVIII 427.
Beel, Practische gids voor het samenstellen en de bediening der ijsmachine,
systeem Kaoul Picïet 1901, door idem, XXVIII 430.
Dr. E. Joest, Grundzüge der bacteriologischen Diagnostik der thierischen
Infectionskrankheiten 1901, door M. G. de Bruin, XXIX 39.
Dr. D. G. Ubbels, Vergleichende Untersuchungen von mütterlichem Blute,
fötalem Blute und Fruchtwasser. Inaugural-Dissertation 1901, door
idem, XXIX 139.
Dr. G. A. van Lier, Die Durchlässigkeit der rothen Blutkörperchen für
die Anionen von Natriumsalzen. Inaugural-Dissertation 1901, en
Dr. H. J. van der Schroeff, Ueber die Permeabilität von Leukocyten
und Lymphdrüsen für die Anionen der Natriumsalzen. Inaugural-
Dissertation 1901, durch dr. M. 0. Dekhuizen, XXIX 188.
Dr. A. G. Vorderman, Kaarten van de geneeskundige hulp en vaccine-
kaart voor Java en Madoera 1901, door D. F. van Esveld, XXIX 238.
Prof. Dr. E Fröhner, Chirurgische Diagnostik der Krankheiten des
Pferdes 1902, door W. C. Schimmel, XXIX 287.
H. van Heumen Hzn., Een en ander over de koelhuizen bij slacht-
huizen 1892, door K. Hoefnagel, XXIX 431.
A. Houwink Lzn., Wetten en besluiten tot regeling van het veeartsenij-
kundig staatstoezicht en de veeartsenijkundige politie, voor zoover
die nog van kracht zijn 1902, door A. van Leeuwen, XXIX 433, 477;
XXXII 153.
Proceedings of the American veterinary medical Association
1901, door dr. H. J. van der Schroeff, XXIX 514.
Dr. H. C. \'t Hoen, Die Pseudotuberculose bei der Katze. Inaugural-
Dissertation 1902, door D. van der Sluijs, XXIX 523.
A. van Leeuwen, Het veeartsenijkundig Staatstoezicht 1902, door
M. G. de Bruin, XXIX 562.
Dr. W. E. A. Wyman, Tibio-Peroneal Neurectomy for the relief of
Spavin Lameness 1902, door W. C. Schimmel, XXX 37.
L. J. M. Rijnenberg, Leerboek over paardenkennis ten dienste van
het militair onderwijs 1902, door idem, XXX 42.
Dr. D. A. de Jong Jzn., De eenheid der zoogdiertuberculose 1902,
door M. G. de Bruin, XXX 39.
Dr. H. Remmelts, Untersuchungen betreffend Bacterium coli commune
bei Säugetieren, Vögeln und Fischen. Inaugural-Dissertation, door
idem, XXX 182.
Dr. R. Edelmann, Lehrbuch der Fleischhygiene met besonderer Be-
rücksichtigung der Schlachtvieh- und Fleischbeschau 1903, door D.
F. van Esveld, XXX 183; XXXV 163.
Mr. Ed. Philips en H. O. de Jongh, Geneeskundige, veeartsenijkundige,
artsenijbereidkundige, tandheelkundige wetten en besluiten, enz. 1902,
door A. van Leeuwen, XXX 187.
Dr. H. Markus, Beitrag zur pathologischen Anatomie der Leber und der
Niere bei den Haustieren. Inaugural-Dissertation 1902, durch P.
Koobevaar, XXX 229.
A. van Leeuwen, Koopvernietigende gebreken in den koophandel 1902,
door M. G. de Bruin, XXX 268, 447.
Leclainehe, Revue général de médecine vétérinaire, door W. C. Schimmel,
XXX 272.
P. J. Cadiot and J. Almy, A Treatise 011 Surgical Therapeutics of
Domestic Animals 1902, door idem, XXX 324.
Dr. R. Ostertag, Leitfaden für Fleischbeschauer 1903, door M. G.
de Bruin, XXX 325; XXXI 410.
— Wandtafeln zur Fleischbeschau, door idem, XXX 326.
Dr. C. J. Rab, Untersuchungen über die Muskulatur des trächtigen
Rinderuterus. Inaugural-Dissertation 1903, door D. F. van Esveld,
XXX 507.
Dr. W. Stuurman, Zur Identität der Menschen-und Rinder-tuberculose.
Inaugural-Dissertation 1903, door M. G. de Bruin, XXX 555.
Dr. J. van Dorssen, Ueber die Genese der Melanome in der Haut bei
Schimmelpferden. Inaugural-Dissertation 1903, door D. van der Sluijs,
XXXI 90.
M. J. Hengeveld GJzn. en J. A. Zaalberg, Verzameling van wetten,
koninklijke besluiten, ministeriëele beschikkingen en aanschrijvingen
betreffende het veeartsenijkundig staatstoezicht, de veeartsenijkundige
politie, het veeartsenijkundig onderwijs eu de paardenfokkerij, door
M. G de Bruin, XXXI 183, 600; door H. M. Kroon, XXXVI
103.
E. A. L. Quadekker, Het Paardenboek 1904, door 1). F. van Esveld.
XXXI 235 ; XXXII 292 ; XXXIII 193.
J. Bongert, Bakteriologische Diagnostik 1904, door M. H. J, P.
Thomassen, XXXI 293.
Reglement van den Militairen-Veterinairen dienst in Neder-
landsch-Indië 1900, door W. C. Schimmel, XXXI 294.
P. Schat, De positie van de Ambtenaren bij den Civielveterinairen
dienst in Nederlandsch-Indiö 1904, door idem, XXXI 357.
Prof. dr. Th. Kitt, Lehrbuch der Allgemeinen Pathologie für Tierärzte
und Studierende 1904, door idem XXXI 458; XXXV 444.
Boterproductie en botercontróle 1904, door idem, XXXI 460.
Dr. G. Pusch, Lehrbuch der allgemeinen Tierzucht 1904, door D. F.
van Esveld, XXXI 511.
De bestrijding van de tuberculose onder het rundvee. Verslag
afdeeling Landbouw enz, en
A. van Leeuwen, De bestrijding van tuberculose onder het rundvee
1904, door idem, XXXII 35.
Dr. K. Over, Untersuchungen über die fötale Circulation. Inaugural-
Dissertation 1904, door D. F. van Esveld, XXXII 39.
D. Schurink. Uitwendige runderkennis 1904, door idem, — 41.
H. M. Kroon, De lichaamsbouw van het rund 1904, door idem,—86.
A. van Leeuwen, De Nederlandsche veeteelt 1905, door M. G. de
Bruin, — 90.
Dr. P. Vermaat, Untersuchungen über das Oberflächen-Epithel des
Magens. Inaugural-Dissertation 1904, door W. C. Schimmel — 147.
Dr. Franz Friedberger und dr. Eugen Fröhner, Lehrbuch der
speziellen Pathologie und Therapie der Haustiere 1904, door M. G.
de Bruin, — 149.
Emil Wolff, Oordeelkundige voedering van het vee in verband met de
nieuwste physiologische onderzoekingen op het gebied der dierkunde,
bewerkt door A. A. ter Haar, door D. F. van Esveld, — 152.
F. Laméris, Het hoefbeslag in woord en beeld 1904, door W. C.
Schimmel, — 198.
Dr. M. Westenhoeffer, Uober die Grenzen der Uebertragbarkeit der
Tuberculose durch Fleisch tuberculöser Rinder auf den Menschen,
door K. Hoefnagel, — 199.
Bericht Berlin 1903 städtische Vieh- und Schlachthof und die Fleisch-
beschau, door idem, — 222.
F. Laméris, Het onderzoek van het paard vóór het beslag 1905, door
W. C. Schimmel, — 286.
L. Louter, Het zware paard 1905, door idem, — 287.
A. J. van Schermbeek, Gedachten over Landbouw-onderwijs 1905,
door idem, — 331.
Dr. J. H. Picard, Ueber den "Wert der biologischen Reaktion als Erken-
nungsmittel von Fleischarten. Inaugural-Dissertation 1904, door
I). VAN DER SLUIJS, — 332.
G. Mieckley, Geschichte des Königlichen Ilauptgestiits Beberbeck und
seiner Zucht 1905, door W. C. Schimmel, — 370.
Clausen, Grundriss der Trichinenschau 1905, door M. G. de Bruin,
— 371.
H. M. Kroon, Koemelk als voedingsmiddel, door D, F. van Esveld, — 372.
Dr. J. Poels, De varkensziekten in Nederland 1905, door M. G. de Bruin,
- 429.
Dr. R. Schmaltz, Atlas der Anatomie des Pferdes. Zweite Auflage 1905,
door D. F. van Esveld, — 434; XXXVI 835.
Dr. von Poehl, Dr. Tarchanoff und Dr. Wachs, Rationnelle Organo-
therapie mit Berücksichtigung der Urose-miologie 1905, door W. C.
Schimmel, — 434.
Dr. J. Voorhoeve, Homoeopathie in de praktijk 1905, door W. C.
Schimmel, XXXII 4S0.
J. Scheele, De tuberculose onder het rundvee 1905, door idem, — 483.
D?. E. C. H. A M. Bemelmans, Beitrag zur Kenntniss der Veränder-
lichkeit der Niederländischen Butterkonstanten und Bekämpfung der
Butterverfälschung 1905, door Dr. L. van Itallie, — 484.
H. G. van Harre velt, Handleiding voor de vleeschkeuring 1905, door
D. F. van Esveld, — 487.
Prof. Dr. Franz Hutyra und Prof. Dr. Joseph Marek, Spezielle
Pathologie und Therapie der Haustiere, door "W. C. Schimmel,
XXXIII 42, 396, 58S; XXXVI 452.
Prof. Dr. Ostertag und Breidert. Kaestner, Dr. Krautstrunk,
Untersuchungen über die klinische und bakteriologische Feststellung
der Tuberkulose des Eindes, door M. G. de Beuin, — 43.
Dr. D. J. Copper D.Jzn., Der Uebergang bestimmter Stoffe von der
Mutter in das Fruchtwasser und in den Fötus. Inaugural-Dissertation
1905, door W. C. Schimmel, — 136.
Froehner und Wittlinger, Der preussische Kreistierarzt als Beamter,
Praktiker und Sachverständiger 1904, door D. F. van Esveld, — 139.
H. Veenstra en A. van Leeuwen, Handleiding ten dienste van
cursussen in paardenkennis 1905, door idem, — 266.
Zeitschrift für Infektionskrankheiten, parasitaire Krankheiten und Hygiene
der Haustiere 1905, door M. G de Beuin, — 383.
Th. Kitt, Lehrbuch der pathologischen Anatomie der Haustiere 1905,
door idem, — 335, 777.
C. Sleeswijk, Onvereenigbaarheid van geneesmiddelen 1906, door W. C.
Schimmel, — 392.
Prof. dr. B. Ostertag, Das Veterinärwesen der Vereinigte Staaten von
Nord-Amerika 1906, door idem, — 393.
Dr. L. van Itallie, Ofwyrda\'s algemeene en bijzondere recepteerkunst
ten dienste van apothekers, artsen en veeartsen 1906, door M. G.
de Beuin, — 470.
Dr. R. T. F. Reudler en dr. L. van Itallie, Latijnsch-Nederlandsch
woordenboek op de Pharmacopaea Nederlandica (Editio IV) met be-
knopte beschrijving van kunstwoorden en eigennamen 1906, door
W. C. Schimmel, — 523.
Paul Kaestner, Die tierpathogenen Protozoen 1906, door idem, — 525.
Prof. dr. Ernst Joest, Schweineseuche und Schweinepest 1906, door
idem, — 696.
Loverdo et Martel, Les abattoirs publics 1906, door D. F. van Esveld,
— 698.
Dr. A. teD Sande, Tuberkelbazillen und Typhusbazillen im Kefir.
Inaugural-Dissertation 1906, door M. G. de Bruin, — 699.
L. J. M. Rijnenberg, Handleiding tot de paardenkennis ten behoeve
van onderolficieren en korporaals 1906, door W. C. Schimmel, — 728.
J. Schoondermark Jr., Een bacteriologische les aan leeken 1906, door
M. G. de Bruin, XXXIII 730.
Prof. dr. W. Ellenberger, Handbuch der vergleichenden mikroskopi-
schen Anatomie der Haustiere, Band I 1906, door D. F. van
Esveld, — 778.
Prof. dr. Jos. Baijer, Operationslehre 3te xiuflage 1906, door W. C.
Schimmel, XXXIV 93.
Prof. L. Hoffmann, Die chirurgische Klinik an der Tierärztlichen Hoch-
schule in Stuttgart 1906, door idem, — 201, 298.
Dr. J. S. Nauta, Physisch-chemische Untersuchungen des Fruchtwassers der
Wiederkäuer in den verschiedenen Perioden der Trächtigkeit. Inau-
gural-Dissertation 1906, door D. F. van Esveld, — 284.
Verslag der Rijksseruminrichting voor 1904—1905, door idem,—286.
Dr. M. H. J. C. Thomassen, Ueber den Einfluss des Druckes auf die
Resorption von Flüssigkeiten im Unterhautbindegewebe. Inaugural-
Dissertation 1906, door M. G. de Bruin, — 346.
Prof. dr. A. Eber, Beiträge zur Kenntnis der Magenerkrankungen des
Rindes 1906, door idem, — 347.
Alois Koch, Veterinair-Kalender pro 1907, door idem, — 347.
Martel, Panisset et Césari, L\'Hygièno de la viande et du lait, door
D. F. van Esveld, — 348.
Prof. dr. Rubeli, Die tierärztliche Lehranstalt zu Bern in den ersten
hundert Jahren ihres Bestehens, door M. G. de Bruin, — 396.
Prof. H. Frick, Tierärztliche Operationslehre 1906, door W. C. Schimmel,
- 397.
P. van Hoek, Hooger Landbouwonderwijs 1906, door D. F. van Esveld,
— 399.
Verzamelde opstellen uit „Het Paard" 1907, door idem,— 469;
1908, door W. C. Schimmel, XXXVI 362.
Prof. dr. O. Kellner, De voeding der landbouwhuisdieren, bewerkt
door A. A. ter Haar 1907, door D. F. van Esveld, — 469.
Dr. J. Y. Swierstra, Kommen in dem Fleische und im makroskopisch
gesunden Lymphdrüsen von tuberkulösen Tieren Tuberkelbacillen
vor? Inaugural-Dissertation 1906, door M. G. de Bruin, — 470.
K. Hoefnagel, Ziekten en gebreken van het rundvee 1907, door H. M.
Kroon, — 605.
Dr. Robert Muller, Sexualbiologie 1907, door M. G. de Bruin, — 702.
Prof. Dr. M Schlegel, Die infektiöse Rückenmarksentzündung oder
schwarze Harnwinde 1907, door W. C. Schimmel, — 703.
Dr. H. C. L. E. Berger, Vergleichende Untersuchungen über den Bacillus
pyogenes bovis (Künneman) und den Bacillus pyogenes suis (Grips)
mit Beziehung derselben zu den chronischen Lungenentzündungen
des Rindes. Inaugural-Dissertation 1907, door idem, XXXV 47.
Dr. P. A. van Velzen, Das Vorkommen pathogener Mikro-Organismen bei
gesunden Schweinen. Inaugural-Dissertation 1907, door M. G-. de
Bruin, XXXV 95.
Prof. P. J. Cadiot and J. Almy, A treatise on surgical therapeutics
of domestic animals 1906, door W. C. Schimmel, — 161.
Prof. Dr. Ostertag, Die Milchwirtschaft und die Bekämpfung der
Kindertuberkulose 1907, door idem, — 161.
Bericht über die Königliche tierärztliche Hochschule zu Dresden 1906,
door D. P. van Esveld, — 164; 1907 XXXVI B64; 1908 — 943.
Dr. L. F. D. E. LoureDs, Untersuchungen über die Filtrierbarkeit der
Schweinepest-bacillen (Bac. suipestifer). Inaugural-Dissertation 1907,
door W. C. Schimmel, — 219.
A. van Leeuwen, Gezondheidsleer van het vee 1907, door M. G. de
Bruin, — 220.
Dr. A. A. Overtoeek, Die Aetiologie und die Bekämpfung des Schweine-
rotlaufes. Inaugural-Dissertation 1907, door W. C. Schimmel, — 280.
A. W. Heidema, Paardenfokkerij 1,1907, door D. F. van Esveld, — 282.
Prof. R. P. van Oalcar, Immuniteitsreacties en eenige harer toepassin-
gen voor kliniek en laboratorium 1908, door Dr. L. de Blieck, — 340.
Dr. H. H. Rörik, Berechnung der Oberfläche der Uterus-karunkeln (Semi-
placenta materna) beim Kind. Inaugural-Dissertation 1907, door
W. C. Schimmel, — 345.
Dr. J. C. van der Slooten. Bakteriologische Wurstuntersuchung. Inau-
gural-Dissertation 1907, door idem, — 346.
Dr. C. Pomayer, Das Zurückhalten der Nachgeburt beim Kind 1908,
door idem, — 445.
Prof. Dr. Martin Klimmer, Veterinärhygiene 1908, door D. F. van
Esveld, — 448.
Friedberger und Fröhner, Lehrbuch der speziellen Pathologie und
Therapie der Haustiere, 7te Auflage 1908, door W. C. Schimmel, — 498.
Dr. H. E. Reeser, Das Tuberkulin. Inaugural-Dissertation 1908, door
idem, — 499.
Dr. D. A. de Jong, Landbouwvoordrachten over tuberculose 1907,
door idem, — 502.
Bulletin de médecine ve\'térinaire, par la Socie\'té de médecine vétérinaire
de la Province d\'Anvers 1908, door idem, — 503.
Prof. dr. Pusch, Die Kindermilchproduction 1908, door D. F. van Esveld,
— 504.
M. G. de Bruin, Geburtshilfe bei den kleineren Haustieren 1908, door
W. C. Schimmel, — 571.
Prof. dr. Uhlenhuth, dr. Xylander, dr. Hübener und dr. Bohtz,
Untersuchungen über das Wesen und die Bekämpfung der Schweine-
pest 1908, door idem, — 572.
Dr. W. Zwick, Schema des Blutkreislaufs beim Bind und Schema des
Blut- und Lymphstroms beim Bind 1908, door I). F. van Esveld,
XXXV 574.
Prof. dr. D. A. de Jong, Het verband tusschen geneeskunde van den
mensch en van de dieren 1908, door W. C. Schimmel, — 623.
Ellenberger und Günther, Grundriss der vergleichenden Histiologie
der Haussäugetiere. Dritte Auflage 1908, door D. F. van Esveld,
— 668.
T. A. L. Beel, Hoe wordt men hulp-keurmeester van vee en vleesch?
1908, door idem, — 669.
J. Bongert, Bakteriologische Diagnostik mit besonderer Berücksichti-
gung der Immunitätslehre, der Serodiagnostik und der Schutzimp-
fungen 1908, door W. C. Schimmel, XXXVI 104.
Dr. G. Leurink, Ueber aktive Immunisation gegen Schweinepest durch
Bazillen der Hogcholeragruppe. Inaugural-Dissertation, door idem,
— 198.
Möller-Prick, Lehrbuch der Chirurgie für Tierärzte. 4le Auflage, door
idem, — 199.
Sven Wall, Die Euterentzündüngen der Kuh 1908, door idem, — 201.
Dr, R. Schmaltz, Anweisung zur Exenteration der Bauchhöhlo des
Eindes 1908, door D. F. van Esveld, — 363.
Prof. dr. Kurt Kärnbach, Die Neubildungen der Nasenhöhle und der
Nasennebenhöhlen des Pferdes 1909, door W. C. Schimmel, — 451.
Dr. Kunibert Müller, Bestimmungen des Gewichtes des Magen und
Darmes bij mageren, mittelfetten und fetten Tieren und Gewichts-
bestimmungen des Magen- und Darminhaltes soweit die letzte Fütte-
rung bekannt ist 1909, door D. F. van Esveld, — 453.
Mededeelingen van de Rijks hoogere land-, tuin- en boschbouwschool
en van de daaraan verbonden instituten 1909, door idem, — 454.
Dr. Robert Muller, Das Problem der secundären Geslechtsmerkmale
und die Tierzucht 1909, door H. M. Kkoon, — 519.
Dr. A. Vrijburg, Versuche über die Bedeutung der Opsoninlehre in der
Therapie der Agalactia catarrhalis contagiosa. Inaugural-Dissertation
1908, door J. C. van Veen, — 612.
Dr. K. van der Veen, Beiträge zur Frage der Virusträger im Be-
sonderen bei Schweinerotlauf. Inaugural-Dissertation 1909, door W.
C. Schimmel, —• 614.
Dr. B. J. C. te Hennepe Jzn., Die Immunisierung von Bindern gegen
Tuberculose. Inaugural-Dissertation 1909, door idem, — 614.
Dr. H. J. Smit, Leber das Vorkommen von Tuberkelbazillen in der
Milch und den Lymphdrüsen des Eindes. Inaugural-Dissertation 1909,
door idem, - 616.
J. Bongert, Untersuchungen über den Tuberkelbazillengehalt des Blutes,
-ocr page 172-des Fleisches und der Lymphdrüsen tuberkulöser Schlachttiere 1909,
door W. C. Schimmel, XXXVI 616.
Felix Henschel, Ueber die Beteiligung der verschiedenen Organe des
Tierkörpers und der Généralisation der Tuberkulose beim Eind, Schaf
und Schwein 1909, door idem, — 618.
Dr. C. Thomassen, Over den veterinairen dienst te velde 1909, door
idem, — 620.
Dr. L. de Blieck, Vergelijkende onderzoekingen naar de onderkennings-
middelen van kwade-droes 1909, door idem, — 687.
G. Suckow, Eentable Pferdezucht. Aktuelle Fragen der Landes-pferde-
zucht 1909, door H. M. Kroon, — 689.
Rechtvaardiging van het bestaan der rennen en harddraverijen in
Nederland door de Nederlandsche Harddraverij- en Eenvereeniging
1909, door idem, — 690.
Dr. August Eber, Bericht über das Veterinär-Institut mit Klinik und
Poliklinik bei der Universität Leipzig für die Jahre 1907 und 1908,
door W. C. Schimmel, — 716.
Dr. D. L. Bakker, Studiën über die Geschichte, den heutigen Zustand und
die Zukunft des Rindes und seiner Zucht in den Niederlanden mit
besonderer kritischen Berücksichtigung der Arbeitsweise des Nieder-
ländischen Kindviehstambuches. Inaugural-Dissertation 1909, door
idem, — 717.
Dr. Y. van der Sluis, Ueber die Abtötung der Tuberkelbacillen in
natürlich infizierter Milch und über die Pasteurisierung der Milch.
Inaugural-Dissertation 1909, door idem, — 719.
Dr. J. van der Veen, Ein Fall von Zahnanomalie beim Pferde.
Inaugural-Dissertation. Auto-referaat, — 786.
Louis Geerts, De geitenbeweging in België, gevolgd van een „kort
overzicht der bijzonderste geitenrassen en eenige leiddraden van
rasverbetering" 1909, door D. F. van Esveld, — 789.
Jacq. Timmermans, Nederlandsche rund veeteelt, door W. C. Schimmel,
— 834.
Antwoord van de afdeeling Nijmegen en Omstreken der Nederlandsche
vereeniging tot bescherming van dieren op den open brief van de
firma D. J. Hinrichs en Zonen in zake het ritueele slachten 1909,
door idem, — 888.
Dr. J. Paechtner, Bespiratorische Stoffwechselforschung und ihre Be-
deutung für Nütztierhaltung und Tierheilkunde 1909, door D. F.
van Esveld, — 889.
Dr. S. I. M Mogendorff, Die Milchuntersuchung vom tierärztlichen Stand-
punkte aus betrachtet. Inaugural-Dissertation. Auto-referaat, — 933.
W. L. van Warmelo, Opstellen over africhting van paard en ruiter
1909, door W. C. Schimmel, — 943.
C. TEEKENINGEN, AFBEELDINGEN, PORTRETTEN, ENZ.
Scherpbeslag van A. J. Janné, II 28.
Acormus, door 6. J. W. Berghuijs en J. C. dè Man, V 73.
Strophocepkalus id. id. — 82.
Ongehoornd vee, door G. J. IIengeveld, — 112.
Contorsio uteri, door P. F. Vermast, IX 93, 195, 196.
Lagere organismen en infectieziekten, door dr. L. J. van der Harst, X 81.
Algemeene symptomatologie der nierziekten, door P. J. Vermast, — 105.
Jodoformstrooier (insufflator), door G. Goosens, XII 204.
Pseudalius ovis pulmonalis, door J. van Tricht, — 215.
Strongylus micrurus bij het rund, door idem, — 231.
Verbandijzer, door P. F. Vermast, XIII 27.
F. C. Hekmeijer
met portret, door W. C. Schimmel, — 243.
Keltische hoefijzers, door idem, XIV 31.
Operatie tegen piependen damp, door G. Lubberink, — 144.
A. Th. Verhaar , (met portret), door A. W. H. Wirtz, XV 180.
Schistosoma reflexum bij een lam, door D. F. van Esveld, — 172.
Winterbeslag van W. A. H. van Horsen, door W. C. Schimmel, XVI
67, 152.
Mitralis-insufficientie, door I)r. Hamburger, — 182.
Multiple verlammingen bij een paard, door Thomassen en Hamburger,
— 188.
Een verloskundige tang, door H. van der Linden, XVII 3.
Winterbeslag, door J. L. G. Cayaux, — 136.
Bijdrage tot de diagnostiek van abnormale kiezen en de verwijdering
van de zesde kies bij het paard, door W. S. Stüven, — 144.
Extra-uterine zwangerschap bij een varken, door T. A. L. Beel, — 147.
Curve van de merkwaardige temperatuurs-schommeling bij koe n°. 2, na
de 4e injectie (tuberculose), door A. v. Leeuwen, XVIII 194.
Embryotoom van Th. Dopheide, door D. Schurink, XX 115.
Vleeschvergiftiging, door J. Poels en J. J. F. Dhont, — 265.
Influenza der paarden, het remonte-depöt te Miliigen en de verpleging
der jonge legerpaarden aldaar, door P. C. Müijzert, — 284.
I)e verloskunde in de- prakrijk, door D. Kruijt, — 319.
Nieuw winterijzer, door G. Goosens, XXI 164.
G. J. Hengeveld
, door M. G. de Bruin, XXII 99.
Abscesvorming in het neusschelpje bij het paard, door D. H. Goossen,
XXIII 109.
Texaskoorts en aanverwante ziekten, door D. A. de Jong Jzn., XX 229.
Congenitale verkromming van den staart bij een hond, door I. Breedveld,
- 318.
Leverdistomen bij hond en kat, door D. A. de Jong Jzn., XXIV 1.
Het ringelen, door D. Schurink, — 29.
Bijzondere hoorngroei bij een geit, door idem, — 30.
Intracapsulaire fractuur met bandverscheuring van het eigenlijk knie-
gewricht, door N. H. M. van Altena, — 136.
Proeve tot verklaring van de beteekenis van de overdwarse spleetvormige
pupil bij het paard, door J. N. Ballangée, — 328.
Veneuse stuwing en ontsteking in den strijd van het lichaam tegen
bacteriën, door dr. H. J. Hamburger, — 425.
Prothesis ocularis, door W. C. Schimmel, XXV 21.
, door idem, — 89.
Ur. L. J. van der Harst
, door M. 6. de Bruin, — 97.
Vergroote clitoris en hypospadie, door W. C. Schimmel, — 101.
Een fissus, door D. A. de Jong Jzn., — 257.
Over den oogspiegel en de schaduwproef van Cuignet, door dr. J. D.
van der Plaats, XXVI 1.
Gecompliceerde nekfistel bij het paard, door H. Markus, — 228.
Congenitale oorfistel bij het paard, door idem, — 373.
Verscheuring van den musculus gastrocnemius na kalfziekte, door M. G.
de Bruin, XXVII 34.
Abattoir te Paramaribo, door S. de Lange, — 300.
De resultaten der behandeling van kalfziekte door inspuiting eener op-
lossing van jodetum kalicum in den uier, door M. G. de Bruin,
— 361.
Over vleeschvergiftiging en bacteriologisch vleeschonderzoek, door H. G.
van Harrevelt, — 372.
Hemiplegia laryngis bij het paard, door M. H. J. P. Thomassen, XXVIII 3.
Histologisclie bouw der „Plaques hépatiques, door G. A. van Lier, — 289.
De gemeente-slachtplaats te Utrecht, door K. Hoefnagel, XXIX 10.
Een nieuwe methode ter bereiding van steriel serum, door A. Marcus, — 123.
Verbesserung in der Behandlung des Kalbeliebers, von J. Schmidt
(Kolding), — 354.
Cysticercus inermis bij het rund, door W. Stuurman, — 387.
Corectopia, dyscoria, albinismus en nystagmus bij een hond, door W. C.
Schimmel, — 435.
Enzoötische bulbairparalyse bij het paard, door M. H. J. P. Thomassen,
— 438.
Het openbaar slachthuis te Maastricht, door E. C. H. A. M. Bemelmans,
— 495.
F. Th. Weitzel
-ocr page 175-Piroplasmosis (Texaskoorts) bij runderen in Nederland, door dr. D. A.
de Jong Jzn., XXIX 581.
Cyste van de uitvoerbuis der parotisklier, door A. J. Winkel, XXX 163.
De draadzaag, door W. van Staa, — 167.
Neuritis peripherica bij chronisch saturnismus van het paard, door M.
H. J. P. Thomassen, XXX 356.
Multiple lymphangioom van de pleura bij het paard, door dr. H. Markus,
— 480.
door dr. H. Markus, XXXI 1.
Actinomycosis in Nederland (met kaart), door dr. J. Schouten, — 97.
Zoogenaamde „witte hoeven" bij zwarte paarden, door S. Kingma,
- 165.
Dens quadrigemina ter plaatse van de 2de rechter bovenmolaris bij een
paard, door W. C. Schimmel en K. Over, — 250.
Over piroplasmosis in Nederland, door dr. D. A. de Jong Jzn., — 256.
Experimenteele endocarditis bij het varken door de bacillen der zooge-
naamde urticaria (Backsteinblattern), door dr. H. Markus, — 518.
Over amyloide degeneratie van de lover bij het paard, door dr. H. Markus,
XXXII 99.
Vaginitis granulans infectiosa bovis, door M. G. de Bruin, — 159.
Membrana pupillaris perseverans bij een paard en een hond, door W. C.
Schimmel en J. G. A. Reesee, — 209.
Het abattoir te Koetaradja, door A. E. ten Broeke, — 257.
Een carcinoom in de orbita bij een hond, door J. G. A. Eeeser, — 260.
Stationnaire luxatie van de patella naar boven bij het paard, door J.
Stapenséa, — 354.
Bijdragen tot de geschiedenis van \'s Rijks veeartsenijschool, door dr. J. D.
van der Plaats, XXXIII 1.
Enkele aanteekeningen uit de verloskundige praktijk, door H. A. Kroes, — 75.
Aneurysma aortae met verbeening van den wand; spontane verscheuring,
door Quadekker en Stapenséa, — 302.
Polydactylie bij een paard, door Schimmel en Gooren, — 430.
Darmruptuur door ascaris megalocephala, door dr. H. Markus, — 435.
Over beennieuwvormingen in sereuse vliezen, door T. A. L. Beel, — 629.
Een geval van ostitis malleosa, door W. van der Burg, XXXIV 53.
Miltvuurdiagnostiek in de praktijk, door dr. L. de Blieck, — 109.
De castratie van klophengsten, door A. P. Muller, — 219.
De methode *Thary, door P. Laméris, — 365.
Keratosis boven den kroonrand van een achterhoef, uitgaande van een
gedisloqueerd gedeelte der keratogene membraan, door W. C Schimmel
en J. van der Veen, — 429.
Nieuwvormingen in de schildklier bij paarden, door J. Fi.ohil, XXXV 409.
P. Kooreva ar
-ocr page 176-H. J. Lovink (met portret), door de redactie van den Yet. Studenten-
Almanak 1908, — 461.
In memoriam M. G. de Bruin (met portret), door dr. H. Markus, XXXIV 511.
Smetstofdragers, door dr. J. Poels, XXXVI 59.
Primair carcinoom van de lever, door J. Flohil, — 493.
Entodermale epitheliumcyste van de longen, door J. Flohil, — 496.
Cystenvorining in den uteruswand, door J. Flohil, — 498.
Entropium der boven-oogleden met diffuse bilaterale keratitis bij een
paard, door W. C. Schimmel en J. C. van Veen, — 765.
A. Namen van veeartsen en van andere personen
in het tijdschrift voorkomende.
Aalbers, A. III 283; IX 160.
Aalbers, B. J. I 54, 131; II 121, 143; III 170, 171: IV 58 233,
236; V 243; VII 141, 154; VIII 242; IX 273,284; X 281, 283;
XII 15, 113, 124, 184, 265, 277; XIII 58, 69, 137, 231, 316,
317; XIV 150; XV 53 ; XVI 104, 121; XVII 173, 221, 258;
XVIII 58, 273; XX 366; XXI 48, 358; XXIII 381, 383, 404;
XXIV 33, 241, 340, 341; XXV 36, 54, 55, 426, 444; XXVII 54;
XXVIII 228 ; XXIX 322 ; XXX 220 ; XXXI 39 ; XXXIV 183, 188,
261 ; XXXVI 956.
Zie Maatschappij: Rekening en verantwoording (Deel V—XXIV).
Abma, B. XV 105 ; XVII 183.
Abspoel, A. J. XXVI 110, 419; XXVII 401; XXVIII 524; XXIX 334,
581 ; XXX 46, 462, 602 : XXXII 27 ; XXXIII 785 ; XXXV 50 ;
XXXVI 962.
Aelst, P. H. A. van XXXIV 108, 677; XXXV 648; XXXVI 700, 968.
Aerde, F. van I 56; II 123, 250; III 173, 280: IV 116, 121;
XIII 140 ; XV 264 ; XVI 48.
Aken, H. van VII 182, 252; VIII 268; IX 259, 297; X 294; XI 284;
XIII 137; XVI 214; XVII 184, 258; XX 262, 366; XXIII 280,
290; XXV 444; XXVI 238; XXVIII 228; XXIX 322, 430;
XXXII 29; XXXV 745 ; XXXVI 956.
Akker, W. van den XXXII 44, 493 ; XXXIII 734 ; XXXIV 678 ;
XXXV 702, 757 ; XXXVI 50, 203, 583, 643, 811, 953.
Akkerman, D. VI 257 ; VII 251 ; VIII 109, 267 ; IX 296 ; X 293;
XI 285; XII 80 ; XIII 34, 109, 135 ; XVI 215 ; XVII 255 ;
XIX 170, 250; XX 70, 364; XXI 40; XXII 55 ; XXIII 51 ;
XXV 441 ; XXVI 412; XXVII 202, XXIX 319; XXX 454;
XXXVI 952.
-ocr page 178-Albers, D. III 281.
Alers, J. A. I 14, 55, 131, 148 ; II 3, 5, 8, 17, 68, 121 ; III 171,
284; IV 243; V 253; VIII 148, 180, 193, 203, 255; IX 164;
X 19, 159; XI 74, 112, 116; XII 113, 297; XIII 136; XV 265;
XVI 54 ; XVII 258 ; XX 74.
Almy, J. XXX 324; XXXV 161.
Alphen, dr. A. J. S. van XXVI 110, 419: XXVII 40; XXVIII 524;
XXIX 334, 581; XXX 46, 335; XXXI 356; XXXIII 46, 266;
XXXV 395, 450, 521, 634 ; XXXVI 639, 800, 956.
Altena, N. H. Mispelblom van XVI 64 ; XX 359 ; XXIII 444 ;
XXIV 80, 91, 136, 155, 367, 442, 453 ; XXV 300, 408, 414,
441; XXVI 412, 413; XXVIII 578; XXIX 319; XXXI 280,
287, 288, 602 ; XXXII 228, 234, 269, 284 ; XXXIII 377 ; XXXIV 92,
177, 182, 189, 260, 324, 327; XXXV 691, 693; XXXVI 202,
208, 250, 251, 255, 371, 457, 575, 639, 956.
Altevogt, A. XIII 130 ; XV 105 ; XVII 258.
Altevogt, W. P. X 295; XII 299; XIII 137; XVII 180, 181, 218;
XIX 248; XX 191, 348,366; XXIII 57, 382; XXV 444; XXIX 222,
323, 481; XXX 220; XXXI 39, 509; XXXII 30, 567, 603; XXXV
699; XXXVI 51, 956.
Amersfoordt, VII 42, 46.
Amstel, J. N. J. van XXXII 43.
Andriesse, M. H. J. L. ten Brummeier XX 76.
Anker, H. IX 298; X 295; XIII 74, 137, 203; XIV 161, 219; XV
43, 71; XVI 133; XVII 258; XVIII 60; XlX 89; XX 71, 137,
241, 246, 366; XXI 256; XXII 56, 270; XXIII 148, 400; XXV
444 ; XXVI 238 ; XXVII 236, 453, 454, 455 ; XXIX 32, 323 ;
XXXI 35, 63 ; XXXII 27, 28, 599 ; XXXIII 237 ; XXXV 42 ;
XXXVI 703, 799, 956.
Anten, L. L. I 138, 175, 176, 183; III 286.
Arloing, dr. S. XXXV 174, 180, 187, 189, 253, 524.
Arnous, J. B. XXIil \'lOO.
Arntz, G. J. S. I 55, 251; II 122, 125, 256 ; III 173, 280, 288;
VII 183; XII 196.
Arntz, G. W. V. II 124, 258; III 172, 211, 212,214,217,281,284;
IV 116; XIII 135, 316; XIV 161; XVI 214.
Arntz, J. G. Th. XXXII 44, 493 ; XXXIV 715 ; XXXV 633 ; XXXVI
54, 595, 756, 793, 811, 952.
Arntz, S.W. VII 182, 252; VIII 268; IX 259, 297; X 294 J
XII 128; XIII 135; XVII 255; XX 364; XXV 441; XXIX 319;
XXXVI 952.
Arntz, Th. H. L. IV 253; V 249, 250; VI 174; XIII 135; XVII 97,
255; XVIII 51; XIX 324; XX 70, 364; XXII 284, 340,355,379;
XXIII 50, 290; XXV 441; XXVII 274, 275; XXVIII 377, 567;
XXIX 319; XXXVI 952.
Atmoredjo, XXXVI 754.
Attema, J. XIII 130; XIV 90, 189; XVI 63, 147; XVII 97, 254;
XX 362; XXII 49, 69, 379; XXIII 47; XXIV 56, 250, 443; XXV
50, 420, 440; XXVII 50; XXIX 318; XXX 191; XXXII 146;
XXXIII 238; XXXIV 107; XXXVI 950.
Avis, J. A. A. XVIII 294; XXI 378; XXVI 455, 481; XXVII 86,
203; XXIX 322; XXXV 106, 756; XXXVI 50, 52, 374, 573, 962.
Baak, O. van XXXIII 47, 703 ; XXXIV 715; XXXV 634; XXXVI 968.
Baedts, H. de XXI 129.
Baerends, P. XVII 275; XIX 324; XXII 394, 401; XXIII 50, 94;
XXIV 250; XXV 441; XXVI 239; XXVII 275; XXVIII481, 568;
XXIX 319; XXX 337; XXXII 873; XXXIII 266, 476; XXXIV 90;
XXXVI 952.
Bajetto, L. A. XXX 558; XXXIIT 703; XXXV 51.
Bakhoven, dr. G. H. Leignes XXIV 457.
Bakker, dr. D. L. XXII 401; XXIV 377; XXV 389; XXVI 419;
XXVII 453, 466, 469; XXVIII 273, 287, 567; XXIX 319; XXXII
25; XXXIII 103, 785; XXXIV 91; XXXV 351, 359, 361, 365,
368, 872, 390, 691; XXXVI 372, 459, 717, 951.
Bakker, E. XI 117.
Balen, R. A. Plemper van VIII 268; IX 297; X 295; XI 282;
XII 196, 198; XIII 140; XV 95, 264; XVI 148,215; XVII 262;
XVIII 235 ; XX 242, 312, 371 ; XXI 368 ; XXIII 94, 155, 344 ;
XXIV 81 ; XXV 129, 134, 448; XXIX 1, 327; XXX 96, 335 ;
XXXI 589, 597 ; XXXII 27 ; XXXIII 143 ; XXXVI 953.
Balink, Th. J. B. XXXVI 856, 969.
Ballangée, J. N. IV 253, 254, 255 ; V 198, 248, 253; VII 184;
X 79 ; XII 197 ; XIII 139, 227, 323 ; XlV 187 ; XVII 260, 311 ;
XX 370 ; XXII 145 ; XXIV 328 ; XXV 18, 183, 448 ; XXVII 51,
219 ; XXIX 326 ; XXX 96, 288 ; XXXII 94, 234, 235 ; XXXIII
107 ; XXXVI 572, 947, 961.
Barendregt, A. A. XX 859; XXII 401 ; XXIV 278, 354, 441, 442,
454 ; XXV 71, 328, 443 ; XXVI 414 ; XXVII 276 ; XXVIII 520 ;
XXIX 323; XXXV 351, 364, 366, 368, 371; XXXVI 202—205,
207, 213, 247, 956.
Bary, W. H. Th. XXXV 51, 633; XXXVI 969.
Basenau, dr. P. XXV 144; XXXVI 510.
Bass, Eug. XXII 411; XXIII 298.
Bastide, J. R. G. de la XXXVI 52, 700, 969.
Baudet, E. A. R. P. XXX 558 ; XXXI 510; XXXII 566 ; XXXIII 702;
XXXIV 726, 784; XXXV 165, 228, 681; XXXVI 373, 843, 962.
-ocr page 180-BaudraD, XXXV 188.
Baum. dr. H. XXI 334.
Baumer, XXXV 177.
Bauwens, XXXV 178.
Bauwens, J. XII 81; XIII 141, 239, 322; XV 259; XVII 263 ;
XX 369 ; XXI 6 ; XXIII 407 ; XXIV 33, 64.
Bayer, dr. Jos. XVIII 258 ; XIX 254 ; XXVIII 90 ; XXXIII 192 ;
XXXIV 93.
Beckers, J. (te Kempen) XXXIV 676.
Beckers, J. M. R. F. XXVIII 524 ; XXIX 335 ; XXXI 510; XXXIV 715;
XXXV 633; XXXVI 968.
Beek, H. ter, XXXII 566; XXXIII 703; XXXIV 715; XXXV 633;
XXXVI 756, S10, 854, 955.
Beekman, G. J. M. III 215, 216.
Beel, T. A. L. XIII 74; XIV 188, 189, 290, 294, 317; XV 105;
XVII 12, 18, 22,\'147, 149, 200, 2lè, 260; XVIII 51; XIX 83,
134, 270 ; XX 369 ; XXI 52, 100, 168 ; XXII 60 ; XXIII 64, 110,
113; XXLV 66, 82, 340, 344; XXV 447; XXVI 239,415; XXVII
203; XXVIII 59, 183, 281, 430; XXIX 35,325; XXX 224 ; XXXI
42; XXXII 34, 478, 574 ; XXXIII 197, 266, 629; XXXIV 405,
472, 482, 714; XXXV 641, 669, 692; XXXVI 51, 267, 573,960.
Behring, von XXXIII 81.
Beina, A. III 283; IV 116; XI 74, 142.
Beisswanger, H. von (Stuttgart) XXXV 581.
Bellinck. J. F. I 62.
Bemelmans, dr. E. O. H. A. M. XXV 79, 389; XXVI 419; XXVII
401; XXVIII 566, 577; XXIX 37, 193, 325, 429, 481, 495; XXX
336, 462; XXXI 186; XXXII 155, 4S4, 605; XXXIII 87, 94 ;
XXXIV 212; XXXV 522; XXXVI 754, 843, 961.
Bentinck, M. E. baron XIII 74; XIV 188, 257, 316, 318; XVI 48;
XVII 97, 261; XVIII 134, 136, 225, 234; XIX 173, 179, 323;
XX 190, 311, 370; XXIV 156, 368; XXV 448; XXIX 327, 480;
XXX 192, 462; XXXV 522; XXXVI 574, 896, 961.
Berends, E. XXX 558; XXXI 510; XXXII 566; XXXIII 702;
XXXIV 482.
Berg, H. van den XXXVI 856, 969.
Berg, H. van den (Utrecht) XXXIV 522; XXXV 451; XXXVI 574.
Berg, J. van den II 259; III 211.
Berg, P. van den XXXVI 856, 969.
Berg, W. K. B. van den XX 191 ; XXI 217; XXII 172, XXVII 87,
Bergema, R. XXXV 51, 633; XXXVI 701, 968.
Bergen, L. van XXXIV 28, 677; XXXV 648; XXXVI 700, 968.
Berger, dr. H. C. L. E. XXIII 444 ; XXV 389; XXVII 401; XXVI1I524;
XXIX 334; XXX 602, 604; XXXI 45, 67, 94, 222, 415; XXXII
388, 565 ; XXXIII 46, 780 ; XXXIV 568 : XXXV 47, 776 ; XXXVI
51, 123, 575, 956.
Bergh, J. D. van den XV 105; XVII 274; XX 75, 133, 190, 311,
364; XXI 46, 368; XXII 145, 283; XXIII 53; XXV 134, 232,
449 ; XXIX 327; XXXI 224, 590; XXXIII 614; XXXIV 396, 583;
XXXV 49, 106; XXXVI 639, 962.
Berghege, H. I 61.
Berghuijs, G. J. III 283.
Berghuijs, G. J. W. III 285; V 73; VIII 256; XI 74, 75; XII125,
297, 298.
Berghuijs, H. J. M. XIV 190; XVI 216; XVIII 293; XIX 67, 91;
XX 65, 368; XXIII 387; XXIV 65, 299, 369; XXV 231, 428;
XXVI 457.
Bergsma, K. IX 298; X 295; XI 282 ; XII 299; XIII 134; XVI133;
XVII 254; XX 362; XXI 59 ; XXII 68; XXV 440; XXVII 466;
XXVIII 523; XXIX 287, 318; XXXIV 177, 1S9, 190, 191, 323,
327, 330, 332, 335, 336, 340, 341; XXXV 106; XXXVI 950.
Bergsma, R. S. XXXIV 28, 677; XXXV 648; XXXVI 700, 968.
Bertram, F. (te Straelen) XXXIV 677.
Beta, XXXIV 70.
Beunders, A. XI 286.
Beunders, P. D. XIV 90; XVI 216; XVII 115, 180, 183, 257, 275;
XX 365; XXV 443; XXVII 86, 276, 467; XXVIII 377, 516,518;
XXIX 317; XXXI 48; XXXII 574, 595; XXXIII 98, 615, 700,
774; XXXIV 207, 328, 626, 627, 630; XXXV 307, 308, 687;
XXXVI 378, 380, 488, 796, 896, 949.
Beyers, J. A. XXXII 44, 493 ; XXXIII 734 ; XXXIV 677, 756, 793,
811 ; XXXVI 953.
Beijl, W. de XIII 130; XV 104, 185; XVI 148; XVII 180, 255;
XIX 168 ; XX 364 ; XXIV 360 ; XXV 441 ; XXIX 96, 142, 318 ;
XXX 177; XXXVI 572, 951.
Bierma, I. XIII 237 ; XV 104, 263.
Bierman, B. X 296; XII 299; XIII 135, 197, 322; XVI133; XVII180,
259 ; XX 368 ; XXIV 66 ; XXV 446 ; XXVII 467 ; XXIX 325 ;
XXX 558 ; XXXII 33 ; XXXVI 959.
Billekens, H. III 286 ; XI 74, 75 ; XIII 139, 323 ; XVII 260 ; XVIII 51 ;
XIX 83 ; XX 62, 369 ; XXIII 64 ; XXIV 66 ; XXV 447 ; XXIX 325 I
XXXV 748 ; XXXVI 960.
Billekens. J. I 56 ; II 123, 250, 253 ; III 173, 286 ; IV 243 ; XI 75 ;
XIII 139; XVII 260; XIX 83; XX 369; XXII 60; XXIII 63;
XXIV 66 ; XXV 447 ; XXIX 325 ; XXXVI 960.
Billekens, T. I 62.
Billroth, J. C. I 193; III 279, 282; IV 40, 201; VII 182, 185,193.
Billroth, J. M. XI 286; XII 12S; XIII 74, 133; XIV 81; XV 186,
259, 280 ; XVI 19, 104,120,133; XVII 173, 175, 220, 257 ; XVIII
43, 57, 58, 136, 273 ; XIX 292, 323 ; XX 365 ; XXII 211, 378, 408 ;
XXIII 55, 290 ; XXV 443 ; XXVIII 478 ; XXIX 128 ; XXX 180.
Bilt, J. H. van de XXXV 396 ; XXXVI 375.
Binder, A. (te Weenen) XXXV 524.
Blaauw Azn, Jb. III 284; XIII 136; XVII 257 ; XX 365: XXV 231.
Blanken. H. H. XVII 182.
Blieck, dr. L. de XXII 401; XXIV 377; XXV 388; XXVI 4S5, 481;
XXVII 348, 351; XXVIII 522; XXIX 193, 320; XXX 190, 192;
XXXII 203, 373, 438 ; XXXIII 87, 94, 98, 266, 451, 703 ; XXXIV
109, 579, 580; XXXV 340, 376, 450, 521, 522, 574; XXXVI
374, 687, 962.
Blindenbach, G. A. III 213, 215, 216 ; IV 252, 253, 257, 265;
XII 297, 298 ; XIII 138 ; XV 259 ; XVII 259 ; XX 67, 368;
XXIV 65; XXV 445; XXVII 204; XXVIII 50.
Bloemen, L. J. H. XIII 130 ; XV 104, 185 ; XVII 97, 259 ; XIX 83;
XX 358, 368; XXIII 63, 408; XXV 446 ; XXIX 325 ; XXXIV 520;
XXXV 52 ; XXXVI 960.
Bloemendal, J. B. XXXVI 52, 969.
Bloemkolk, J. W. F. XXXIII 47; XXXIV 677; XXXV 648; XXXVI
700, 968.
Blommestein, J. A. van XXX 605 ; XXXI 510 ; XXXII 566 ; XXXIII
476 ; XXXIV 28; XXXVI 700, 968.
Boddaert, Jhr. R. J. XXXII 341.
Boekhoven, W. van XIII 237; XIV 187.
Boelen, C. P. A. III 211.
Boelen, dr. H. W. XXX 283.
Boer, J. XXIX 527; XXX 511; XXXI 559; XXXII 4ï>3; XXXIII 735,
780; XXXIV 20, 581; XXXVI 954.
Boer Hzn., R. VI 257; VII 251; VIII 109, 267; IX 296; X 292;
XII 227; XIII 134; XIV 62, 65; XV 231; XVI 104; XVII 254;
XX 362; XXII 49, 352; XXIII 47; XXIV 300; XXV 420, 440;
XXVII 349; XXVIII 567; XXIX 221, 318; XXX 177, 191;XXXI
34, 550; XXXVI 950.
Boer, A. de XXX 96, 511; XXXI 559; XXXII 493; XXXIV 726;
XXXV 31, 50, 451, 634; XXXVI 222, 372.
Boer, A. de (Gorredïjk) XXXV 51, 633; XXXVI 969.
Boer, H. de I 56 ; II 123, 258; III 210, 217, 237, 282 ; IX 296.
Boer, J. H. de VII 182, 252; VIII 268; IX 297; X 289, 294; XII
197; XIII 134; XVI 133; XVII 254; XVIII 273; XX 862; XXV
440 ; XXIX 31S ; XXXVI 381, 950.
Boer, K. T. de XXXV 51, 633: XXXVI 701, 968.
Boerhave, P. XIII 130; XVI 63; XVII 97, 254; XX 362; XXI128;
XXIV 299, 339; XXV 418, 441; XXIX 142, 319; XXXV 286;
XXXVI 951.
Bohtz, dr. XXXV 572.
Bokkelkamp, G. H. I 60.
Boland, J. G. XXI 379; XXIII 444; XXIV 377, 455, 481; XXVII 204,
276; XXVIII 566, 567; XXIX 319; XXX 288; XXXI 356; XXXII 25;
XXXIV 212 ; XXXVI 951.
Bon, C.A. XXVIII 524; XXIX 335; XXX 511; XXXI 293; XXXIII 734;
XXXV 634 ; XXXVI 968.
Bongert, J. XXXVI 104, 616.
Boogaard, dr. J. A. III 280.
Boogaert, L. XIV 190; XVIII 294; XXII 401; XXIII 94, 95, 408;
XXIV 64, 82 ; XXV 445; XXVII 87 ; XXIX 324 ; XXXVI 958.
Boom, H. G. O. XXVI110, 419; XXVII 401; XXVIII 524; XXIX 334,
581; XXX 46,462,557; XXXI 223; XXXII 269, 331; XXXIII 774;
XXXIV 626, 630 ; XXXV 687 ; XXXVI 758, 896, 949.
Boonstra. P. XXVII 401 : XXVIII 523; XXIX 334; XXX 557;
XXXI 510; XXXIII 735, 767; XXXIV 582, 719; XXXV 690;
XXXVI 380, 951.
Boots. J. O. I 60; III 2S6 ; IV 263; XI 74; XIII 138; XVII
259 ; XX 368 ; XXV 446 ; XXIX 325 ; XXXVI 959.
Boots, P. A. F. H. III 215, 216; IV 252, 256, 257, 263, 265 ;
XIII 138, 239; XVI 133; XVII 259; XX 368 ; XXV 446 ; XXVI 237 ;
XXVII 63 ; XXVIII 231.
Boots, P. J. M. M. XXXVI 856, 969.
Booy. M. D. XXXV 51, 633: XXXVI 701, 969.
Borger, Rinkes XXTI 352.
Bos, J. VIII 268.
Bos, T. II 114.
Bosch, A. A. XIV 90; XVI 63, 148, 149; XVII 255; XX 357, 364;
XXV 376, 441 ; XXIX 319: XXXII 495; XXXV 700; XXXVI 951.
Bosch, W. S, XXXII 44: XXXIII 47.
Bosch. D. H. van den XXXIII 47, 703; XXXV 648 ; XXXVI 700, 968.
Bosch, E. J. van den I 61.
Bosch, Iman van den XXIX 270, 271, 272.
Bosma, K. IX 297 ; X 295; XII 299; XIII 140: XV 264; XVII 262;
XVIII 65, 135.; XX 75, 371; XXI 328; XXIII 344; XXIV 80,
250; XXV 134, 449; XXVI 102; XXVIII 479, 522; XXIX 129,
327; XXXI 224, 590; XXXII 438; XXXIII 268, 701, 785: XXXIV
351; XXXVI 959.
Bosma, Th. XIII 130: XV 104, 185: XVII 254 : XX 362: XXI 367;
-ocr page 184-XXIII 95 ; XXIV 55 ; XXV 440 ; XXVII 50, 347 : XXIX 318 ;
XXX 176; XXXIII 530; XXXVI 582, 950.
Bosman, G. W. O. F. IV 253, 254, 256.
Bosmans, H. A. F. II 126.
Bosscher, R. I 56; II 123, 250; III 172, 282 ; V 131; XI 75;
XIII 133, 316 ; XVII 253 ; XIX 69 ; XX 361 ; XXII 46 : XXIV 80 ;
XXV 439; XXIX 317; XXXI 356 : XXXIII 773 ; XXXV 105,
694; XXXVI 855, 949.
Boswijk, W. A. XXVII 401, 469.
Boudewijns, E. H. A. H. II 125, 126, 256, 257: III 231, 288;
X 176 ; XI 142 : XII 196 ; XIII 139 : XIV 187 ; XVII 255 ;
XX 363 ; XXI 368; XXV 441 ; XXIX 335.
Bouley, H. XIII 318.
Bourgelat, Claude V 130, 193, 196; VII 177: XI 142.
Bouwman, J. XXXIV 28, 677 ; XXXV 648 ; XXXVI 700, 968.
Brandeler, Jhr. W. C. S. van den XXXI 598.
Brandenburg, N. XXXV 51, 633; XXXVI 969.
Brands. C. XXXVI 856, 969.
Breebaart Jzn., K. XXXI 598.
Breedveld, I. XVIH 294 ; XX 359 ; XXII 394, 401 ; XXIII 94,
100 ; XXIV 81 ; XXV 449 ; XXVII 86, 204, 277 ; XXVIII 142,
236; XXIX 328; XXX 192; XXXI 590; XXXV 631; XXXVI
267, 962.
Breidert, XXXIII 43.
Bremer, dr. G. J. W. VIII 266 ; IX 164.
Brilman, E. V 250; VI 256; VII 251; VIII 106; XI 278; XIII
140; XIV 256.
Brink, G. W. XXIII 444 ; XXIV 377; XXV 389 ; XXVI 419 ;
XXVII 453, 469 ; XXVIII 382 ; XXIX 142. 191, 319 ; XXX 216,
454 ; XXXVI 951.
Brink, W. F. XXXII 44, 493; XXXIII 734; XXXIV 677; XXXV
702; XXXVI 108, 372, 951.
Brink, F. W. J. van den XIV 190.
Brinkhorst, G. C. XV 104; XVIII 293; XX 74, 229, 364; XXIV
300; XXV 441; XXVII 277; XXIX 320; XXXIII 528; XXXIV
17, 568.
Broek, M. ten XXX 605; XXXI 94: XXXII 493; XXXIII 734;
XXXIV 677; XXXV 702, 755; XXXVI 50, 459, 952.
Broeke, A. E. ten XVI 64 ; XVIII 294: XXI 368, 378: XXII 65,
69, 137; XXIII 95, 148; XXIV 157, 242, 250, 367; XXV 134,
449 ; XXVI 239; XXVIII 336; XXIX 95, 327 ; XXXI 589 ; XXXIV
27, 677; XXXV 50, 755; XXXVI 222, 947. 959, 962.
Broers, dr. C. W. XXX 383; XXXII 93.
Broers, dr. H. J. Correspondeerend lid: I 54, 123; II 121; III 170;
VII 152.
Bronsdjjk, G. T„ XIV 189; XVI 216: XXI 378; XXII 67, 211;
XXIV 52; XXV 440; XXVII 467 ; XXIX 319 ; XXX 336; XXXI
48; XXXVI 222, 951.
Brouwer, J. ,W. XXVI 419; XXVII 204 ; XXVIII 523; XXIX 334,
527; XXXI 510; XXXII 595, 607; XXXIII 47, 94; XXXIV 27,
206 : XXXVI 95S.
Brouwer, P. X 296: XII 128; XIII 131, 237; XIV 189, 256,\' 257,
316; XV 186; XVI 48; XVII 261; XVIII 57,64,134,135,224;
XIX 174, 249; XX 137, 189, 370; XXI 256, 319; XXII 56, 68,
145; XXIII 155, 280; XXIV SI; XXV 448; XXVIII 285, 522;
XXIX 327, 480; XXX 192; XXXI 598 ; XXXII 605 ; XXXIII
473 : XXXIV 17, 568.
Brücher, dr. P. R. XXI 335.
Bruggeman, J. P. I. XXXVI 856, 969.
Brugma. C. III 211, 213.
Bruin, A. de IV 254, 255; V 249, 250; VI 174; XIII 137, 236.
Bruin, D. de X 295; XII 128; XIII 74, 137; XVII 258; XlX 288;
XX 366 ; XXII 69 ; XXIV 443 ; XXV 444 ; XXIX 323 ; XXX 220;
XXXI 39; XXXII 603; XXXVI 956.
Bruin, M. G. de VI 257 ; VII 251; VIII 109, 267; IX 296; X 292;
XI 196 : XII 223, 234, 297 ; XIII 95, 100, 135, 227 ; XIV 153,
228; XV 69; XVI II, 104, 128, 131, 133; XVII 173, 255;
XVIII 59, 98, 121, 276 ; XIX 86, 89, 207, 292, 303, 312 ; XX
71, 242, 247, 248, 262, 365: XXI 19, 20, 21, 22, 120, 121, 256,
281, 319, 359; XXII 1. 56, 94. 99, 122, 126, 143, 144, 177,269,
347, 353, 361, 368, 370, 378, 412 ; XXIII 52, 148, 280, 290, 381,
400, 445; XXIV 340, 379, 454: XXV 71, 97, 127, 131 — 133,
141. 142, 216, 247, 307, 348, 372, 422, 423,442; XXVI 27, 171,
181, 182, 238, 248, 254, 336, 344, 456, 463; XXVII 1, 34, 51,
65, 67, 167-173, 284. 361, 453, 455, 456; XXVIII 59, 235, 356,
372, 373, 420, 433 ; XXIX 30-32, 39, 139, 222, 228, 267^ 270,
291, 309, 321, 378, 430, 455 ; XXX 39, 174, 177, 178, 182,191,
252, 268, 325, 326, 429, 535, 556, 562, 604 ; XXXI 35, 85, 183,
285, 351, 369, 410, 425, 501, 502, 549, 600 ; XXXII 27, 28, 90,
135, 142, 144, 145, 149, 159, 302, 335, 371, 373, 429, 439, 440,
499, 599: XXXIII 43, 97, 98, 320, 383, 385, 447, 470, 609,702,
730, 777: XXXIV 207, 328, 331 — 333, 346, 347, 396, 403, 470,
570, 578, 579, 632, 702, 708, 763; XXXV 95, 174, 176, 177,
220, 313 (extra blad), 381, 390, 393, 451, 511, 571, 793, 799;
XXXVI 122.
Vacantie-cursus door M. G. de Bruin XXXIII 702, 734.
-ocr page 186-180
Gedenkteeken „de Bkuin" XXXV 644, 701. 775; XXXVI 55, 122,
225, 306, 428, 489, 529.
Bruins Wzn., Br. XXX 558 ; XXXI 510 ; XXXII 566 ; XXXIII 702 ;
XXXIV 726, 784 ; XXXV 106, 574, 688 ; XXXYI 949.
Brunt, H. A. P. IV 256; V 249, 250; VI 256; VII 250; VIII 267;
IX 261; XIII 138; XYI 133; XVII 180, 259; XX 311.
Brusse. J. E. Asbeek XXXI 559; XXXII 493; XXXIII 734; XXXIV
677; XXXV 702, 754: XXXVI 52, 108, 374, 573, 755, 962.
Bruijel, J. XXVIII 524: XXIX 335, 526; XXX 557; XXXI 510;
XXXII 595, 607; XXXIII 94, 143. 196; XXXIV 108, 581, 628;
XXXV 165, 631, 641 ; XXXVI 949.
Brujjn, A. J. de I 60, 251; II 256; III 173, 280, 287; V 191;
VI 258; VII 250; 1X 256: X 176: XIII 137; XVII 258; XX 336;
XXII 282, 295.
Bubberman. C. XXXIV 28, 677: XXXV 649; XXXVI 700, 968.
Buch, J. XXI 133; XXVI 246.
Büchli. dr. K. XIV 189; XVI 62; XVII 274; XVIII 63, 64; XIX 70,
188; XX 361; XXIV 53, 340, 361, 442; XXV 432, 439; XXVI
456, 462, 463, 465, 469; XXVII 48; XXIX 46, 317, 481;
XXXI 356; XXXII 24, 133, 135, 136, 567, 595; XXXIII 238, 773,
774; XXXIV 177, 181, 185, 189, 191, 257—259, 263, 267, 273,
277, 320, 323, 326—326, 340 — 342, 345, 627; XXXV 107, 688,
699; XXXVI 223, 428, 582, 752, 796, 843, 856, 956.
Bücker, E. J. XVI 149; XVII 183.
Buekers, F. J. XXXIII 47, 703; XXXIV 715; XXXVI 700, 968.
Buerschgens, P. te Herzogenrath, XXXIV 676.
Buiskool, H. I 70; III 282; VIII 256: XI 75; XIII133; XVII 253 ;
XTX 323; XX 361; XXr 35; XXV 439; XXVII 466 ; XXVIIT 381.
Buitenhuis, J. XXXIII 47. 703 : XXXIV 715 : XXXV 633 ; XXXVI 968.
Buijterse, P. C. I 56; II 123, 258; III 210. 212, 217, 281,284; IV
243, 265; V 191 : XI 75 ; XII 297. 298; X[II 134; XVII 254;
XX 362; XXII 49. 51; XXIII 95; XXIV 55; XXV 49, 440;
XXVI 456, 463; XXVII 49; XXIX 318; XXXI 280, 281, 285;
XXXVI 949.
Bulk, G. XV 105; XVII 274; XX 53, 74, 75, 189, 260, 363; XXIII
50, 59, 95; XXV 441: XXVI 102; XXIX 144, 319; XXXI 186;
XXXVI 951.
Bult, W. P. J. XIII 237; XVII 115.
Bultman, H. F. XIX 92; XXV 376; XXXII 43.
Burg, W. van der XVI 216: XVIII 294; XX 357, 359, 362; XXI
59, 127, 256, 299. 310, 344, 352, 368, 378; XXII 21, 25, 56;
XXIV 81, 221, 242; XXV 130, 376, 431, 448, 449; XXVI 101,
239, 319, 414; XXVII 276; XXVTII 59, 190, 520; XXIX 327;
XXX 192; XXXI 45, 224, 589; XXXII 12; XXXIII 196, 780;
XXXIV 53, 108, 212, 325, 387, 434, 437, 583, 590; XXXY 50,
78, 149, 165, 366, 378, 437, 552, 566, 581, 588, 705; XXXVI
195, 198, 223, 243, 251, 360, 525, 561, 503, 607, 608, 610, 647,
699, 713, 715, 962, 972.
Burggraaf. J. XIV 190; XVI 62; XVII 274; XVIII 64, 134, 224;
XX 366; XXI 205; XXV 444; XXVII 397; XXIX 323; XXXVI
528, 956.
Busing, B. H. IX 297; X 295; XI 282; XII 197; XIII 136; XV
259 ; XVI 104; XVII 257; XVIII 121; XIX 80, 89; XX 58, 366 ;
XXI 58; XXII 59, 68 ; XXIII 54; XXIV 443; XXV 53, 424, 443 ;
XXVII 52; XXVIII 226, 227, 519; XXIX 322, 430; XXX 180,
604; XXXI 37, 415, 551; XXXII 375, 440; XXXIII 196, 734,
776; XXXIV 207, 629; XXXV 576; XXXVI 51, 205, 520, 572, 955.
Buuren, M. C. van XIII 130; XV 104, 105; XVI 148; XVII 180,
258; XX 366; XXII 69; XXIV 443; XXV 444; XXVI 456, 465;
XXIX 323; XXX 144, 192; XXXII 567; XXXIV 107, 590, 716!
XXXV 581; XXXVI 956.
Bybau, J. H. XIII 238; XVII 259; XVIII 234.
Bijlevelt, M. W. V. van XIX 92.
Cadiot, P. J. XXX 324; XXXV 161.
Calcar, dr. R. P. van XXXV 340.
Capelle, P. J. van XXXIII 47, 708; XXXIV 715; XXXV 633;
XXXVI 756, 793, 854, 962.
Capelle, dr. H. van II 253; III 278, 280; V 62 ; IX 125; XI 233;
XIV 317.
Carsten, dr. XV 176.
Cayaux, J. L. G. IV 254, 255; V 249, 250; VI 174, 259; XI 142;
Xni 139; XV 213, 227; XVI 83, 101, 103; XVII 136, 261;
XIX 243; XX 261, 370; XXI 266; XXII 137; XXIII 50, 95, 382;
XXV 265, 270, 448; XXVI 412; XXVIII 567; XXIX 326; XXX
462; XXXI 222; XXXII 25, 93; XXXIII 196; XXXVI 896, 961.
Chambre, P. C. de la XXXII 566; XXXIII 703; XXXIV 715;
XXXV 633 ; XXXVI 756, 810, 896, 955.
Charldorp, A. van IV 253, 254, 255; V 198, 248.
Clausen. XXXII 371.
Claux, J. du XIV 189; XVI 216; XVIII 293.
Clercx, A. G. A. I 56; II 123, 258; III 172, 210, 212, 217, 286;
XIII 139; XIV 82; XVII 260; XX 369; XXIV 66; XXV 447;
XXIX 325; XXXELI 195; XXXIV 17, 568.
Cloot. J. H. IV 256; V 250, 251; VI 257.
Cock. Ad. ter XXXIV 760; XXXV 745.
Cohen, mr. Actio redhibitoria. II 173.
Colder. J. C. XXVII 401: XXVIII 523; XXIX 334, 527; XXX 511;
XXXI 597, 598; XXXII 42, 66, 226, 602; XXXIII 48, 701, 734;
XXXV 576, 700, 745; XXXVI 956.
Colin, C. G. XXIII 406.
Collins, J. G. Ill 283.
Colsen. L. J. XXIV 377; XXVII 401; XXVIII 525; XXIX 334,526;
XXX 604; XXXI 45, 67, 94: XXXIV 206; XXXVI 958.
Comte, C. Th. le III 284: V 191.
Copper D.Jzn., dr. D. J. XXVI 110; XXVII 401; XXVIII 525;
XXIX 334, 526; XXXI 597, 598; XXXII 43, 66, 246, 566;
XXXIII 46, 87, 94, 136, 195; XXXVI 956.
Costermans Azn., H. XXXII 567.
Couvée, dr. J. J. XXIV 91.
Cramer, J. H. XIII 237; XV 104; XVI 216; XVII 24, 97, 255;
XX 53, 113, 358, 363; XXI 339; XXIII 124—126, 290; XXV
441; XXVI 102; XXIX 319; XXXVI 50, 51.
Cramer, S. A. XIII 130; XV 104, 105, 238, 241; XVI 48, 63, 149;
XVII 256, 272; XVIII 73, 234; XX 365; XXV 442; XXIX 144,
321, 3S4; XXX 124, P44; XXXIV 108; XXXVI 954.
Crans. J. XIII 130; XV 104, 185, 287; XVII 97, 256, 272; XVIII
135, 234; XX 366; XXIII 281 ; XXV 441 ; XXIX 320; XXXVI 952.
Cransberg, J. I 8, 58; IU 237, 283; IV 265.
Crevecoeur, IV 251.
Crezée, B. XXXVI 856, 969.
Crietée, P. L. I 62.
Crommelin, H. H. Wickevoort XIX 92.
Cruyff. H J. XXI 379.
Daal. H. J. van XXXIII 47 ; XXXIV 677 ; XXXVI 701, 968.
Daams. G. XVI 63: XVIII 294; XX 359, 364: XXI 58, 59, 127,
319; XXII 68; XXIV 443; XXV 442; XXIX 321; XXXII 28;
XXXVI 954.
Daas. H. den XXX 558; XXXII 493; XXXIV 715; XXXV 634;
XXXVI 756, 842, 952, 972.
Dammann, dr. Carl XIX 188.
Dam, J. van I 8, 41, 55, 57; II 39, 74, 121, 254: III 123.
Davidse. C. XXXIV 28, 677; XXXV 649; XXXVI 700, 968.
Degens, A. S. XIX 324.
Degive, dr. A. XVII 1Î9; XXXV 524.
Dehne, F. H. S. I 55, 61; II 122.
Dekhujjzen. dr. M. C. XXVIII 577; XXIX 142, 1S8, 333, 481 ; XXX
124; XXXII 27, 492; XXXIV 185; XXXV 458; XXXVI 967.
Detmers. H. XXXVI 856, 969.
Deijer. L. A. J. XIII 74: XIV 188, 256; XV 186, 259; XVI 48;
-ocr page 189-XYII 97, 256; XVIII 234, 293; XIX 188, 323; XX 74,311,368;
XXIV 299, 367; XXV 445; XXIX 325; XXXV 449; XXXVI 958.
Deijermans, P. A. I 54, 63, 82, 86, 92, 93, 94, 99, 103, 105, 115,
123, 124, 128, 129, 131, 197; II 121; III 115, 171, 284; IV 97,
98, 106, 116; V 138, 139, 140, 144; XI 192, 194; XII 174, 175,
236, 238, 240; XIII 61, 137, 317; XVI 133; XVII 258; XX 367;
XXII 395; XXV 444; XXIX 323; XXX 557; XXXI 415; XXXIII
87; XXXIV 351, 784; XXXV 374, 745.
Deynoot, Jhr. mr. D. R. Gevers (Eerelid). I 54, 123; II 121; III
123, 170.
Dhont, J. J. F. IV 254, 255; V 249, 250; VI 174, 259; VII 184;
XI 142 ; XII 83, 197; XIII 139; XIV 82, 187; XV 63; XVI104;
XVII 258; XVIII 134, 224, 228; XIX 173, 320; XX 118, 139,
230, 318, 344, 367; XXI 71, 200, 205; XXII 353, 355, 408;
XXIII 290; XXIV 187, 340, 356; XXV 352, 444; XXVI 456,
458, 465, 468; XXVIII 59, 356, 377, 379, 520; XXIX 222, 224,
225, 323; XXX 221, 274, 282, 453, 454, 456; XXXI 40, 223,
281; XXXII 133, 135, 373, 439, 574; XXXIV 207, 328, 344,
357, 482, 792; XXXV 228, 284, 307, 308, 452; XXXVI 575,
793, 956.
Dieckerhoff, W. VIII 48; XXIV 303.
Diemont, A. XXXVI 52, 700, 969.
Diermen. F. A. A. van XXXIV 28, 677; XXXV 649; XXXVI
700, 968.
Dingemans J.Wz., H. A. XXXVI 856, 969.
Dis, J. van XIII 237; XV 105.
Dixhoorn, L. F. XXIX 527; XXX 511; XXXII 566; XXXIV 678;
XXXVI 756, 793, 949, 972.
Dobbelaere. P XX 312, 368; XXIII 154.
Dobbelsteen, E. J. H. I. XXXIII 784.
Does, J. K. F. de XIII 237; XV 104; XVI 98, 216; XVII 115, 156,
158, 180, 183, 262; XVIII 64, 235; XX 371, XXIV 157^; XXV
449; XXVI 319; XXIX 328; XXXI 590; XXXIII 732; XXXIV
785; XXXVI 956, 962, 974.
Doessehate, F. W. ten XXX 558; XXXIII 734.
Doeve, W. C. A. XXXV 228, 633; XXXVI 701, 969.
Dogterom, W. I 54, 131; II 121; III 123, 171, 284; IV 58, 233;
V 245; XII 268.
Dolder, J. H van den XVII 182.
Dommelen. F. H. van XV 264; XVII 262; XX 358, 364; XXV
442; XXIX 320; XXX 143.
Dommelen, dr. G. P. van III 280.
Dommerhold, E. J. XXVI 110; XXVII 401; XXVIII 525; XXIX
-ocr page 190-334, 526; XXXI 597, 598; XXXII 66, 154; XXXIII 195, 785;
XXXIV 375, 584, 595, 727, 730; XXXVI 754, 951.
Dompselaar. P. van XV 105.
Donath, G. D. XXVI 253; XXVII 470.
Donckerman, J. W. E. III 171, 284; IV 40, 58, 116, 266.
Donders, dr. P. C. I 52, 60.
Donkersloot, J. XVII 115.
Doorn, W. van XXXIII 47, 703; XXXIV 715; XXXV 633; XXXVI
756, 793, 854, 954.
Doornbos. J. XIII 74; XV 95, 104; XVII 253; XVIII 234; XIX
69, 70; XX 361; XXI 36; XXV 439; XXVII 467; XXVIII 184;
XXIX 317; XXXIII 198, 235; XXXIV 630; XXXV 641, 688;
XXXVI 949.
Doornum, H. T. D. P. van III 225.
Dorssen, C. A. van XIII 237; XVII 274; XXIV 340, 441,442,454;
XXV 441; XXVI 238; XXVIII 479; XXIX 31, 46, 317; XXX
175, 216; XXXII 94; XXXIII 196, 708; XXXIV 169, 630;
XXXVI 381, 644, 949.
Dorssen, dr. J. van XIV 189; XVI 62; XVII 274; XVHI 63, 64;
XIX 91, 323; XX 75, 370, 371; XXII 68; XXIII 96, 344; XXIV
250; XXV 71, 133, 134, 232, 448; XXVI 414; XXVII 348;
XXIX 37, 327; XXX 336, 462, 511; XXXI 68, 90; XXXIV 20,
25, 578, 716, 843; XXXVI 961.
Douma, S. XXXII 44, 493; XXXIII 734; XXXIV 677; XXXV 702,
754; XXXVI 222, 372, 856, 897, 956.
Driel, H. S. H. van I 56; II 123, 258; III 210, 212.
Driel. L. van I 8, 55, 142; II 33, 38, 122; 111 52, 123, 172, 278,
279, 285; IV 40, 187, 233, 263; VI 191; VII 193; IX 272;
XIII 138, 317; XV 261.
Driessen. A. Th. H. IV 256; V 249, 250; VI 256; VII 181; IX
164; XIII 140; XV 264; XVII 262; XVIII 65; XIX 323.
Driessen. dr. D. P. P. IV 254, 255; V 249, 250; VI 256; VII181 ;
Vin 105, 106; IX 164; XIII 140; XIV 188; XV 264; XVII
262; XVIII 65, 136; XX 371; XXI 266; XXIII 155, 295; XXIV;
81, 157; XXV 449; XXVI 101; XXVII 86, 276; XXIX 328
XXX 463: XXXI 590; XXXIII 268, 475, 780; XXXVI 952.
Driest. P. A. van XXX 558; XXXII 493; XXXIII 734; XXXIV
678; XXXVI 756, 793, 952.
Dronkers, J. P. J. I 62.
Dulm. P. W. van II 124, 258; III 172, 211, 212, 217, 284; IV 42, 106,
116, 233; V 16, 106, 135; VII 139. 142, 193; VIII 180; XIII
63, 135, 224; XIV 153; XV 54, 279; XVI 11, 114, 133: XVII
2Ü, 84, 165—167, 229, 255; XVIII 60, 63, 269; XIX 91, 170,
247, 288; XX 70, 262, 364; XXI 41; XXII 53, 69, 211, 347,
352, 353, 355, 382; XXIII 50, 382; XXIV 57, 357, 358, 360.
362, 443; XXV 364, 365, 372, 441, 456; XXVI 170, 171, 238,
462, 467, 471, 474; XXVIII 59; XXIX 45, 193, 320, 430; XXX
46, 111, 462, 604; XXXI 84; XXXII 26, 373, 440, 599; XXXIV
91, 92, 207, 333, 590, 763; XXXV 354, 381, 449, 581,691,692;
XXXVI 203, 204, 264, 624, 745, 952.
Duim, J. van XXVI 419; XXVII 401; XXVIII 525; XXIX 334, 526;
XXXI 598; XXXII 154, 269, 386, 490, 605; XXXIII 94, 614;
XXXIV 351; XXXVI 962.
Dunnewold, A. I 32; II 122.
Dutilh, J. P. II 124, 258; III 212.
Duursma, P. XIV 189; XVI 62; XVIII 293; XIX 91, 168; XX 363 ;
XXI 266; XXII 47; XXIII 44; XXV 450; XXIX 328; XXXVI 964.
Duijsens. dr. J. M. J. E. XXVIII 524; XXIX 335; XXXI 510; XXXII
566: XXXIV 678; XXXVI 756, 793, 810, 960.
Duijseng, M. J. H. V 250, 251; VI 257; VII 251; VIII 267; IX
296; X 293; XI 278; XIII 139; XVII 260; XIX 83; XX 75,
369; XXIII 64, 96; XXIV 66; XXV 447; XXIX 325; XXXIV
676; XXXVI 960.
Dyen, P. van XXXIII 784.
Dijkman, J. N. I 8, 55, 59; II 122, 126; III 172, 283; IV
116, 144; XI 74; XIII 135; XVII 255; XX 364; XXII 282;
XXIII 50.
Eb els, J. H. XIX 92.
Ebens, J. III 282; XI 75.
Eber. dr. A. XXXIV 347; XXXVI 716.
Eek. J. L. van XXIX 38, 335, 526; XXX 557; XXXI 510; XXXIII
735, 767; XXXIV 107, 212, 582; XXXV 521; XXXVI 573, 962.
Eckhardt, J. III 283.
Edel, K. XXXII 44, 493; XXXIIT 734; XXXVI 700, 968.
Edema. P. Wigéri van IV 256; V 250.
Edens, T. XXXI 559; XXXII 493; XXXIIT 734; XXXIV 677; XXXV
702, 754; XXXVI 573, 949
Effen, J. C. van IV 251; VIII 106; XXIV 91.
Egberts, J. W. B. IV 265; XII 81, 297, 298; XIII 134; XVII 255;
XX 363; XXI 58; XXIII 50; XXV 441; XXVIII 51, 567; XXIX
319; XXXV 225, 690; XXXVI 951.
Egeling, dr. L. J. I 141, 251; II 253; V 198.
Eggink. B XXXIII 47, 703; XXXIV 715; XXXV 633; XXXVI 756,
854, 950, 972.
Eggink, C. A. XXXVI 52, 700, 969.
Eggink Dz„ G. J. II 123, 258; III 210, 212, 217, 284; IV 265;
-ocr page 192-VII 6; XIII 135; XVII 256; XX .364: XXI 41; XXV 442;
XXIX 320; XXXIV 719, XXXVI 952.
Eggink. H. F., IV 254, 256; V 249, 250; VI 174; XIII 134; XVI
215; XVII 254; XX 362; XXIII 48: XXV 440; XXVII 49, 85;
XXIX 318; XXX 145; XXXIV 582; XXXV 689; XXXVI 381, 950.
Eggink. J. XXXII 44, 493; XXXIII 734; XXXIV 677; XXXV 633,
702, 757; XXXVI 50, 203, 459, 754, 896, 962.
Ekenstein Jhr. W. Alberda van XXXIV 28, 677; XXXV 648;
XXXVI 700, 968.
Eland, P. G. IV 254, 255; V 249, 250; VI 256; VII 181; IX 295 :
XI 74; XIII 58, 137; XVII 258; XVIII 134, 224; XX 231,367;
XXI 205; XXV 444; XXVIII 50, 64, 520.
Ellenberger, dr. W. XXIII 224; XXVIII 426.
Ellerman Lzn.. H. L. V 251; VI 257; VII 251; VIII 267; IX 297;
X 294; XI 286; XIII 137; XIV 153; XVI 11; XVII 119, 258;
XVIII 228; XIX 81; XX 61, 367 : XXI 49; XXII 353, 379,408;
XXIII 58, 174, 404; XXIV 62, 156, 343; XXV 54, 55,348,426,
432, 444; XXVII 54, 99, 256, 257; XXVIII 59, 229, 333, 356,
377, 379; XXIX 33, 144, 226, 323; XXX 220, 273, 275, 285,
406, ,455; XXXI 39, 280, 281, 283; XXXII 30, 133, 228, 234,
283, 373, 603; XXXIII 103; XXXIV 196, 267, 712; XXXV 212,
337, 351, 359, 364, 458, 488, 619, 745: XXXVI 380, 956.
Eisen. W. F. XIV 190; XVI 216; XX 53, 74, 75, 229, 394; XXI
367; XXII 69; XXIV 442; XXV 442; XXIX 320; XXXVI 952.
Engelmann. dr. VIII 106.
Engelse, A. den XIV 190.
Engelse, H. A. den V 250, 251; VI 257; VII 251; VIII 267: IX
296; X 293; XIII 138, 294; XVI 133; XVII 259; XX 303, 368;
XXV 446; XXIX 325; XXXII 296: XXXIII 86, 94.
Erades, L. XXVIII 236; XXIX 235, 527.
Ermeling. F. J. XIV 190, 316; XV 266.
Es. L. van I 54; II 121; III 171.
Eshuis, J. XXXII 44: XXXIII 703; XXXIV 715; XXXV 634;
XXXVI 968.
Esselaar, T. F. XIII 237.
Esser, dr. H. J. (te Göttingen) XXXV 581.
Esser, W. J. XI 286; XII 128; XIII 74, 140; XIV 188; XV 264;
XVII 262; XVIII 65; XX 371; XXI 266; XXIII 148, 155, 344,
408; XXIV 250, 367; XXV 134, 431, 449: XXVII 277; XXIX
328; XXXI 590, 597, 598; XXXIV 28. 582; XXXVI 223, 573,
843, 956.
Esveld, D. F. van II 250, 259; III 173, 211, 212, 214, 217, 280,
288; IV 23, 233, 243, 246; VII 140, 183, 199; VIII 110; XII
127, 188, 265; XIII 58, 112, 136, 147, 223, 239, 261, 316,317;
XIV 82, 150, 297; XV 50, 53, 97, 172; XVI 11, 48,55,65,104,
113, 132; XVII 98, 105, 118, 173, 175, 215, 218, 256: XVIII
65, 121, 137, 269; XIX 36, 86, 95, 181, 188, 250, 288, 307; XX
41, 71, 76, 133, 192, 342, 365; XXI 37, 63, 130, 254, 256, 319,
331, 334, 358, 372; XXII 56, 90, 137, 233, 341, 380, 410, 412;
XXIII 148, 161, 201, 220, 224, 286, 299, 383, 399, 400; XXIV
34, 92, 102, 229, 230, 241, 260, 304, 336, 341, 348, 365, 366,
368, 373, 379, 446, 457, 458; XXV 1, 33, 36, 84, 118,127,130,
139, 140, 143, 144, 240, 241, 293, 300, 348, 350, 351, 361, 362,
364, 367, 384, 389, 422, 423, 443, 456; XXVI 119, 120, 182,
184, 201, 237, 252, 253, 407, 420, 456, 458, 460—463,470,482;
XXVII 67, 178, 179, 268, 288, 341, 402, 417, 455, 470; XXVIII
45, 59, 60, 66, 92, 188, 217, 234, 272, 311, 332, 335, 357, 365,
369, 377, 427, 429, 430, 446. 512; XXIX 72, 131,133,136,222,
226, 227, 229, 230, 236, 238, 321, 336, 337, 364, 373, 386, 407,
415, 419, 430, 528, 582; XXX 26, 34, 42, 47, 98, 119,126,144,
145, 170, 183, 185, 192, 241, 274, 280, 285, 289, 380, 381,406,
452, 458, 507, 511, 544, 554, 602; XXXI 32, 72, 92, 184, 235,
281, 283, 288, 296, 450, 510, 511, 553, 590; XXXII 20, 35, 36,
39, 41, 86, 134, 140, 141, 152, 231, 235, 238, 284, 292, 336,
366, 372, 412, 434, 439, 487, 490, 492, 589; XXXIII 106, 108, -
124, 126, 128—130, 139, 193, 239, 240, 266, 320, 584, 592, 698,
768, 778; XXXIV 19, 24, 35, 182, 197, 279, 284, 286, 348,399,
402, 469, 482, 568, 569, 590, 613, 676, 795; XXXV 44, 101, 157,
163, 228, 282, 308, 354, 355, 360, 363, 364, 370, 448, 458, 504,
519, 574, 576, 581, 631, 668—670, 738, 740, 742, 755; XXXVI
206—210, 213, 223, 264, 363, 364, 368, 453, 454, 520, 605, 698,
720, 788, 789, 835, 889, 943, 954, 986.
Zie Maatschappij: Rekening en verantwoording.
Zie id. : id. id. in*terband met de begrooting.
Zie id. : Verslag omtrent de geldmiddelen.
Zie id. : id. id. den toestand der bibliotheek.
Eykel, W. van den XIV 190; XVI 217.
Eykelboom, H. J. XXXIV 28; XXXV 50, 51, 575.
Ejjkman, C. XXIX 527; XXX 511; XXXII 566; XXXIII 702; XXXIV
726; XXXV 31, 49, 106, 165, 225, 449, 450, 453; XXXVI 488,
528, 754, 954.
Eijsenburger, B. XXXIII 47, 703; XXXIV 715; XXXV633; XXXVI968.
Faber, E. VIII 268; IX 297; X 294; XI 282; XII 197, 198, 216;
XIII 75, 136; XIV 256; XVII 180, 255, 367; XXIII 281; XXV
441; XXIX 319; XXXVI 372, 639, 951.
Fauël, O. VIII 268; IX 297; X 295; XI 282; XII 197, 296, 297;
XIII 137; XVI 15; XVII 258; XIX 81, 248; XX 367; XXI 48;
XXV 54, 444; XXVII 466; XXVIII 522 ; XXIX 323; XXX
557 ; XXXI 39; XXXII 603; XXXIII 784; XXXIV 320, 328;
XXXVI 58, 757, 956.
Feberwee, A. XXXIV 108, 677 ; XXXV 649 ; XXXVI 700, 968.
Feddema. R. XVII 275 ; XX 359 ; XXIV 441, 442, 454 ; XXV 122,
440; XXIX 318; XXXVI 950.
Feiksma, G. XXXV 51, 633 ; XXXVI 701, 968.
Ferwerda, S. R. XXIV 377: XXVI 419; XXVII 401; XXVIII524;
XXIX 334, 581; XXX 47, 144, 406; XXXII 565; XXXIII 162,
196, 475, 712; XXXIV 444, 581; XXXV 49, 170; XXXVI 644,
758, 952.
Feun, J. C. XVII 183; XVIII 145; XX 138.
Fillekes, J. M. XVI 216; XIX 324 ; XXI 378; XXII 67, 211;
XXIII 12; XXV 444; XXVIII 520; XXIX 323 ; XXX 557;
XXXII 388; XXXV 453, XXXVI 956.
Fischer, D. J. XIII 74; XV 104, 185, 286; XVII 181, 262, 272;
XVIII 65; XX 312, 357, 358, 366, 371; XXI 266, 328; XXII
58; XXIII 53; XXIV 442; XXV 134, 449; XXVIII 225, 335;
XXIX 129, 328; XXXI 590; XXXII 43, 147, 192, 340, 489;
XXXIII 94, 781; XXXIV 582 ; XXXV 521 ; XXXVI 962.
Fischer, R. H. P. XXXV 51, 633; XXXVI 701, 968.
Fischoeder, F. XXV 141 ; XXVI 254.
Flohil, J. XXIII 444; XXV 389; XXVI 419 ; XXVII 453, 469;
XXVIII 142, 183; XXIX 142, 325, 356; XXXI 486; XXXII 29,
565; XXXIV 520; XXXV 225, 409, 744; XXXVI 493, 496,
498, 955.
Flohil. M. V 250; VI 256; VII 251; VIII 267; IX 261 ; XIII 137;
XVI 54; XVII 258; XVIII 134, 228 ; XIX 93; XX 231, 367;
XXI 205, 266 ; XXIV 214 ; XXV 444 : XXVII 395 ; XXVIII 64;
XXIX 323 ; XXXVI 956.
Fluiter, D. de XV 104; XX 359, 364 ; XXI 58, 59 ; XXII 47, 339 ;
XXIII 96; XXV 439; XXVII 48, 467; XXIX 317; XXXIII 198:
XXXIV 481, 521 ; XXXV 641 ; XXXVI 949.
Folmer, O. J. XXXV 51, 633 : XXXVI 701, 968.
Folmer, T. Ill 216; IV 253, 255; V 62, 131; XII 185; XIII 186;
XV 259; XVII 257; XX 366; XXV 443; XXIX 322; XXXV
106; XXXVI 955:
Folmer, W. XIX 324 : XXI 378 ; XXIII 399, 444 ; XXIV 81, 441 ;
XXV 134, 418, 439; XXVI 415; XXVIII 382; XXIX 286, 327,
337, 480, 525; XXX 336, 462, 602; XXXVI 267, 572, 698,961.
Fonville, F. XXXVI 756.
Franken, W. B. Ill 211.
Frankenhuis, M. XV 105; XVI 216; XVIII 294; XIX 91, 323;
XX 137, 364; XXI 58, 59; XXIV 81; XXV 444: XXIX 328:
XXXVI 956.
Frederiks, J. G. XIV 190; XVII 115.
Frederikse, A. VI 257; VII 251; VIII 268; IX 259, 297 ; X 294 ;
XI 278, 285; XII 127, 184, 197; XIII 40, 140, 306—310;
XIV 75—77, 79, 1S8, 225; XV 95; XVII 261; XVIII 121, 136;
XIX 312; XX 311, 370: XXI 127, 236; XXII 137, 211; XXIII
342; XXIV 156, 353; XXV 448; XXVI 100, 461; XXVII 65, 85,
276; XXVIII 52, 356; XXIX 95, 327; XXXI 222, 289; XXXII
135; XXXIII 101; XXXV 228, 648, 701; XXXVI 56, 122, 225,
306, 428, 490, 529, 574, 896, 961.
Frenkel, M. XXXArI 856, 969.
Frick, dr. H. XXXIV 397; XXXVI 199.
Friedberger, dr. Fr. XXXII 149; XXXV 498.
Fröhner, dr. E. XXVI 114; XXIX 287; XXXIT 149; XXXV 498.
Fros, G. J. XXXIII 47, 703; XXXIV 715; XXXVI 52, 756, 842,
855, 957.
Frylink, E. M. VIII 268; IX 297; X 294.
Fürst, dr. XXXII 434.
Furtuna, dr. XXXV 179.
Fuijt, W. J. Ch. XVI 64; XX 76.
Gallée, dr. J. H. XXXII 830.
Gantvoort, W. F. A. XIV 190; XVI 216; XX 357, 359, 364; XXI
128, 214; XXV 442; XXIX 320; XXXVI 952.
Gasille, P. H. J. XXI 379; XXIII 444: XXIV 377 ; XXVII 453, 469 ;
XXVIII 63, 64; XXIX 324; XXXIII 48; XXXV 576; XXXVI
810, 843, 963. v
Gazan, S. X 295.
Geerlings, J. H. W. XV 104 ; XVIII 294 ; XIX 91, 188, 323 ; XX
361; XXI 35, 58, 59, 266; XXII 58; XXIV 251; XXV 53, 443;
XXIX 322 ; XXXI 37, 776 ; XXXVI 528, 955.
Geluk, A. H. VIII 268 ; IX 297 ; X 295 ; XIII 131, 236 ; XV 259 ;
XVII 97, 259; XX 74, 368; XXV 300, 301, 428, 440; XXVI
239; XXVII 276; XXVIII 185, 292; XXIX 320; XXXVI 952.
Gerard, F. J. V 216.
Gerritsen, H. J. 359 ; XXI 60.
Gerth, A. F. van I 55, 57, 60; II 122, 256; HI 172, 280, 281;
XIII 137; XV 185.
Geuns, dr. J. van I 251.
Giese, J. J. I 61 ; III 284 ; IX 261.
Gillavry. dr. Th. H Mac IV 190, 250, 251; V 197, 246, 247 ; VI
170, 172: VII 140, 179; VIII 105, 109. Ill, 112, 255, 265;
IX 256, 276; XI 212; XII 127; XIII 146, 816; XIV 318; XVII
271 ; XX 379 ; XXIV 351 ; XXV 232, 455 ; XXIX 333 ; XXXIII
95 ; XXXIV 27, 568 ; XXXV 353 ; XXXVI 203, 968.
Gitzeis, W. L. XI 286 : XII 128 ; XIV 187, 188, 256 ; XVII 256 ;
XX 364 ; XXV 442 ; XXIX 320 ; XXXVI 952.
Goedhart, D. XXXV 51 ; XXXVI 700, 969.
Goedhart. J. XXVIII 524 ; XXIX 335, 526; XXXII 566; XXXIV
678; XXXV 702; XXXVI 51, 372, 758, 796, 949.
Goedhart, P. A. VII 182, 252: VIII 268; IX 297; X 2S9, 294;
XII 128 ; XIII 137 ; XVII 258 ; XX 367 ; XXIV 82, 442 ; XXV
377, 444 ; XXIX 323 ; XXXII 144 : XXXVI 957.
Goemans, J. P. L. XIX 324 ; XXII 401 ; XXV 428, 430, 431, 432,
435, 445; XXVII 204, 348, 467 ; XXIX 324 ; XXX 558 ; XXXVI 958.
Goester, L. E. XVI 216 : XVII 115.
Goethals, A. L. J. VIII 268 ; IX 297 ; X 295 ; XI 282 ; XII 299 ;
XIII 136; XV 259 : XVII 103, 197, 257 ; XVIII 57; XX 366;
XXI 47; XXII 59, 137, 393 ; XXIII 54, 290; XXIV 60; XXV
53, 424, 425, 443; XXVIII 519: XXIX 322; XXX 180; XXXI
37; XXXIII 776; XXXV 935; XXXVI 955.
Goor, B. van XX 359: XXII 401; XXIV 441, 442, 454; XXV 71,
442 ; XXIX 320 ; XXX 512 ; XXXIII 703, 734 ; XXXVI 381, 644,
856, 952.
Gooren, G. L. J. XXIX 38, 335, 526; XXX 557; XXXI 510; XXXII
595, 607; XXXIII 47, 94, 614, 703; XXXIV 217, 676 ; XXXVI 955.
Goosens, G. VIII 268; IX 297; X 294; XI 282 ; XII 197—199, 207;
XIII 3, 130, 136; XIV 161; XVI 121, 131; XVII 230, 256;
XVIII 282; XIX 89, 296; XX 71, 243, 347, 365; XXI 164,256;
XXII 68, 269, 384 ; XXIII 400 ; XXIV 443 ; XXV 443 ; XXVII
455; XXIX 321; XXX 192; XXXVI 954.
Goossens, D. H. XIV 190; XVI 62; XVIII 294; XIX 67, 77, 91,
168, 169, 188; XX 261; XXI 59, 200, 368; XXIII 95, 119,155;
XXIV 156; XXV 301, 448; XXVI 189; XXVII 86; XXIX 193,
327; XXX 336, 462; XXXI 40, 280; XXXII 566; XXXIII 784;
XXXIV 590, 716 ; XXXV 581 ; XXXVI 574.
Goossens, G. B. IX 298; X 295; XI 282; XII 197; XIII 139;
XIV 82; XX 369; XXII 393; XXIII 64; XXIV 66; XXV 447;
XXVII 204; XXIX 35, 326; XXXIV 298, 421, 582; XXXVI 960.
Goubaux, A. V 130; XVIII 64.
Graaf, C. de XXVI 110; XXVII 401; XXIX 334, 527; XXXI 510;
XXXII 595, 607 ; XXXIII 94, 142, 195 ; XXXVI 957.
Graaff, J. A. de XVI 216: XVIII 294: XX 357, 359, 368; XXI 58,
59; XXIII 60; XXIV 299, 369: XXV 446; .XXVII 397; XXIX
222, 324, 3§9; XXX 222; XXXII 31; XXXVI 51, 958.
Graaff, W. C. de XXXIII 553; JXXV 725.
Gradus, J. P. R. XV 105; XVII 183.
Gravenhorst, E. H. Berch XV 105: XIX 324 ; XXI 244; XXII 245,
394, 401; XXIII 18, 148, 275, 276, 317, 399: XXV 109, 134,
415, 416, 441; XXVII 36, 38, 277, 453; XXVIII 214, 216, 225;
XXIX 32, 320 : XXX 83, 290, 533: XXXT 401; XXXII 373;
XXXIV 685; XXXV 42; XXXVI 108, 267, 459, 491, 957.
Greuve, J. K. de I 55 ; II 126.
Groen, D. XVI 216.
Gruting, D. van XV 105; XVIII 294; XXII 394, 401; XXIII 100,
148, 341, 344, 350, 400; XXIV 367; XXV 71, 444; XXVII209;
XXVIII 59, 142 ; XXIX 323; XXX 145, 190; XXXI 40, 41, 558 ;
XXXVI 754, 957.
Gubbels, L. P. J. H. XVII 182.
Guerxn, M. C. XXXV 181.
Guittard, J. XXV 145.
Gunst, J. A. XXX 96, 511: XXXI 559 ; XXX1I1 702; XXXIV 726,
7S4 ; XXXV 105, 286, 521; XXXVI 373, 962.
Gunther, K. XXIII 446.
Günther, dr. 0. XXIII 407.
Günther, dr. G. XXVIII 426.
Gurck. J. C. M. XXXVI 856, 969.
Gutenäcker, P. XXVIII 188.
Gijsbers, A. I 8, 55; II 122; III 171; IV 58, 236, 244; IX 261.
Haan, D. XXXII 44, 493; XXXIII 734; XXXIV 678; XXXV 702 ;
XXXVI 50, 51, 203, 897, 955.
Haan, dr. J. de XXII 111, 132, 236, 237, 333; XXIII 206, 276\';
XXV 129. 297; XXXIII 169.
Haan. P. de IV 256; V 249.
Haaps, E. F. van XXXVI 898, 970.
Haar. A. A. ter XXVIII 92.
Haar, C. van de XXXIII 784.
Haas, A. A. de XXXIII 47; XXXVI 460, 700, 969, 972.
Haas, H. J. Tromp de XIII 130: XVI 48, 63, 148; XVII181, 262;
XVIII 65; XX 190, 371; XXII 284; XXIV 81, 250; XXV 449;
XXVI 239; XXVII 85, 204; XXVIII 287, 523; XXIX 142, 327 ;
XXXI 589; XXXII 566; XXXIII 196, 324; XXXIV 520; XXXV
165 ; XXXVI 896, 952, 962.
Hackenberg, J. XIII 74; XIV 190.
Hagen, dr. J. C. I. van der XXIV 383.
Haeften, dr. F. W. van XXVI 247; XXVII 94.
Hai, J. A. M. van XXXVI 856, 969.
Halffman, C. A. VIII 268; IX 297; X 295.
Hamburger, dr. H. J. XV 265 ; XVI 63, 65, 71, 72, 78, 81, 182,
185, 188; XVII 193, 271; XVIII 59, 121, 283; XIX 223, 244,
304; XX 211, 352, 379; XXI 133, 319, 336, 360; XXII 141,
276; XXIII 3, 161, 350, 400; XXIV 419; XXV 36, 132, 133,
149, 349, 359 ; XXV 455; XXVI 246, 247, 295, 298, 414 ; XXVII
94, 454; XXVIII 277, 426, 431, 524, 558, 577; XXIX 130,333;
XXX 284; XXXI 508: XXXII 203, 444, 491; XXXIV 27, 298,
568, 572, 794; XXXVI 967.
Hameleers. P. L. H. XXXVI 856, 969.
Hamstra, Y. S. I 56; II 123, 258; III 210, 212, 217, 237, 282;
XI 75; XII 296.
Hanckx, J. H. G. XXXIII 47, 703; XXXV 575.
Hanckx, J. P. I 61.
Hanka, K. (te München) XXXV 524.
Hannema, G. XIV 190; XVI 216; XX 357, 359, 362; XXI 58, 59;
XXII 58; XXV 443; XXIX 322; XXXIII 734; XXXVI 122, 955.
Hannson, Nils XXXV 174.
Happé, C. W. P. XXVIII 64 ;. XXX 463.
Happich, (uit Dorpat) XXXV 524.
Harms, C. XXVI 248.
Harp, J. XV 105 ; XVII 274 ; XX 357, 359, 366 ; XXI 58, 59, 215,
367; XXII 57, 69; XXIII 53; XXIV 156; XXV 443; XXVII
349 ; XXIX 321 ; XXXVI 954.
Harrevelt, H. G. van XVI 64 ; XVII 274 ; XX 53, 75, 76, 311, 312, 364;
XXI 58, 111, 112, 114, 240, 250—252, 378; XXII 271; XXIII
15 — 17, 23—26, 115, 148, 335, 377, 400; XXV 104, 340, 348, 352,
376, 388, 423, 444; XXVI 100, 232, 234, 293, 800 ; XXVII 17,
259, 262, 263, 314, 347, 372;XXVIII117—120,154 158,209—213,
265—267, 281, 285, 305—307,333,350—353, 377,431,520,521;
XXIX 105, 120 — 122, 174, 175, 187, 257, 258, 260, 323, 368—370,
406, 430 ; XXX 221, 458 : XXXI 40, 41, 281, 507 ; XXXII 35,
226, 438—440, 487, 598, 605 ; XXXIV 24 ; XXXV 434 ; XXXVI 957.
Harst, dr. L. J. van der IV 250. 251; V 243; VI 259; VII 3, 50;
VIII 105, 177, 184: IX 274, 283; X 55, 81, 177, 253; XI 102,
118, 119; XII 4, 5, 7, 13, 102, 155, 171, 185, 269; XIII 58,
110, 146, 205, 223, 316, 317 ; XIV 72, 150, 318 ; XV 53, 107,
258, 265; XVI 65, 104, 116, 132, 149, 213 : XVII 173, 175,184,
221, 271 ; XVIII 147, 238—252 ; XIX 86, 89, 149, 243, 290 ;
XX 73, 225, 379; XXI 319, 358; XXII 145, 211, 378; XXIII
280, 381, 399, 400 : XXIV 32, 59, 91, 181, 247, 303, 336, 340,
368; XXV 1, 36, 89 (met portret), 121, 348, 349, 351, 422;
XXVI 457 ; XXXIV 569.
Halbertsma, dr. H. J. I 251 ; II 249 ; V 62. 198.
Harting, D. H. M. XXX 605 ; XXXI 416.
Harting, dr. P. I 49. 60.
Hartmann, J. J. F. VII 182, 252; VIII 268; IX 297; X 289, 294;
XII 197; XIII 58, 136; XV 58; XVII 256 ; XVIII 121; XIX 86,
188; XX 365; XXI 45, 256; XXII 146; XXIII 148; XXV 443;
XXIX 321; XXX 144, 604; XXXIII 734; XXXVI 954.
Hartog, B. XXXII 44, 493; XXXIV 715; XXXV 633; XXXVI 968.
Hartog, J. H. XXXIII 47, 703; XXXIV 715; XXXV 633; XXXVI
756, 793, 811, 954.
Haselen, W. H. van XV 105; XVII 274; XX 74, 75, 133, 367;
XXI 217; XXII 57, 68, 146, 408; XXIII 148; XXIV 442; XXV
377, 444; XXVII 348, 397; XXIX 321; XXX 604; XXXII 494,
599; XXXIII 475, 528, 734; XXXIV 212, 298; XXXV 577;
XXXVI 954.
Hasselt, dr. A. W. M. van I 49, 60; II 249; III 280; VII 250.
Hattum, W. van I 62.
Hauptner, H. XXV 138; 1898 XXVI 201: 1900 XXVII 413; 1902
XXIX 312; 1903 XXX 506; 1904 XXXII 153; 1905 XXXIII 398,
524, 590; 1857—1907 XXXV 48.
Have, C. van der III 211, 213, 214, 215; IV 252.
Have, Job van der XXXI 598.
Have, M. B. ten XIV 190; XVI 62; XVII 274; XVIII 64, 292;
XIX 70; XX 361;. XXV 439; XXVII 467; XXIX 317; XXXI 48;
XXXII 567; XXXIV 630, 716; XXXVI 381, 644, 828, 856, 949.
Heelsbergen, O. van IV 256; V 250; VI 256; VII 251; VIII 267;
IX 261, 296; XIII 140, 323; XIV 81, 188; XVI 148; XVII 181,
261; XIX 188, 249, 323; XX 233, 370; XXI 328; XXII 216;
XXV 448; XXVII 348 ; XXIX 193, 327; XXX VI 896, 961.
Heelsbergen, T. van XXVIII 524; XXIX 335, 526; XXXIII 734;
XXXVI 52, 756, 855, 856, 959.
Heer, A. de I 56; II 123, 258; III 170, 210, 217, 285; IV 233,
265; XII 268, 296.
Heidema, A. W. XIII 130; XV 104, 105: XVI 63, 114; XVII 223,
253; XVIII 136; XIX 71; XX 192, 343, 358, 361; XXI 35 363;
XXII 47, 384; XXIII 44, 220, 382 ; XXIV 54, 349, 442; XXV
361, 432, 439; XXVI 176, 472; XXVIII 181, 281, 282, 313,315,
367, 516, 522, 523; XXIX 317, 481, 528; XXX 335, 510; XXXI
69; XXXII 567, 595; XXXIII 121, 122, 125, 235, 236, 614 ;
XXXIV 20, 25, 26, 328, 329, 590 ; XXXV 282, 494, 581, 699 ;
XXXVI 223, 949.
Heimans, S. XVI 216; XIX 324; XXII 401; XXIII 94, 100, 341,
344, 350 ; XXIV 57, 242 ; XXV 205, 442 ; XXVII 203 ; XXIX
320; XXXII 495; XXXIV 91; XXXV 700; XXXVI 897, 952.
Heinrieb, Vieliversickerung- 1890. XXV 84.
Hekmeijer, F. C. I 7, 10, 14, 15, 54, 55, 58, 62, 126, 129, 153,
180, 181, 184, 222; II 28, 40, 66, 121, 122, 12), 186; III 122,
171: IV 59, 60, 251; VII 179; VIII 105; IX 2Ï6 ; XII 81; XIII
136, 243 (met portret).
Hekmeijer, W. J. E. I 7, 8, 54, 58; II 122, 253 ; III 100, 145,
171, 238, 284; IV 58, 233 — 235, 244, 246; V\'I 1, 14, 22, 30,
36, 41, 99, 103, 105, 135, 140, 231; VIII 69, Iii, 118, 127, 116,
129, 135, 173; IX 1, 274; XI 147, 164; XII 10, 114, 126.
Hellemans. dr. J. XVI 216; XVIII 294; XXI ST7S; XXII 67, 69,
211; XXIV 299, 369, 441; XXV 134, 449; XX7III 479; XXIX
328; XXXI 590; XXXII155; XXXIV 583 : XXXVI 5"3, 855, 957, 963.
Hemert, A. J. van XIX 324 ; XXI 378 ; XXIII 399 444 ; XXIV 81,
156; XXV 71, 444 ; XXIX 323; XXX 242; XXXIII 269 ; XXXVI 957.
Hemmes, G. J. M. V 250.
Hemsing, J. A. D. IX 298; X 295.
Hendriks, H. XXXIV 28, 677 ; XXXVI 701, 968.
Hendi-ikse, J. J. XI 286; XII 299; XIV 187, 188; XVII 181, 258;
XX 191, 343, 367; XXI 357; XXII 352, 408: XXIV 82, 340,
370 ; XXV 426, 444; XXVIII 228; XXIX 323; IXX 220; XXXI
39; XXXII 29; XXXVI 957.
Hengeveld, G. J. I 7, 10, 14, 15, 21, 37, 54, 55, 58—60, 115,
123—125, 127, 128, 200, 206; II 60, 66, 114, 118, 119, 121,
122, 125, 168, 187; III 145, 170, 171, 209, 284; IV 38, 43, 53,
57—60, 126, 190, 248, 251, 257; V 38, 67, 107, 112, 191, 198,
204, 210, 216, 251 ; VI 80 ; VIII 105, 255; XII 126; XIII 136;
XVII 179, 257; XX 366; XXII 67, 99.
Hfengeveld G.Jzn., M. J. H 259; III 211, 212, 214, 217,281, 284;
IV 58, 233, 243, 246, 265 j VU 54 ; VIII 106, 180, 244 ; IX
164, 165, 274; X 175; XI 75; XII 115, 296; XIII 136; XIV
1HS, 318; XV 57, 259, 265; XVI 11, 104, 114; XVII 184, 257;
XVIII 55 — 78, 136, 269; XX 58, 366; XXI 46, 219, 357; XXII
58, 347; XXIII 280, 350, 382; XXIV 60, 340, 344, 352, 359,
360, 441 ; XXV 36, 53, 54, 348, 349, 350, 356, 359, 361, 366,
424, 425, 443 ; XXVI 100, 410, 456, 458, 460, 461, 462, 463,
465, 466, 468 ; XXVII 52, 65, 66, 182, 276 ; XXVIII 226, 227,
253, 280, 282, 356, 370, 518; XXIX 188, 272, 274, 275, 276,
277, 322, 376, 377, 379, 380; XXX 180: XXXI 37, 183, 508,
551, 600; XXXII 67, 234, 235, 600, 604; XXXIV 333, 629;
XXXV 458 ; XXXVI 103, 204, 801, 955.
Hennepe, dr. B. J. C. te XXIX 527; XXX 511 ; XXXI 559; XXXII
493; XXXIII 735, 767, 780; XXXV 634; XXXVI 428, 614, 957.
Hennevelt, A. XXX 336 : XXXI 368; XXXII 341; XXX11I 476.
Henschel, F. XXXVI 618.
Hering, XIX 94.
Hermkes, L. II 124, 258; III 210, 212, 214; IV 141—143, 243,
256, 264; XIII 135; XV 62; XVI 15, 119; XVII 219, 256;
XVIII 60, 121, 270; XIX 291, 304; XX 73, 243, 353, 364;
XXII 69, 384 ; XXIII 148, 400 ; XXV 130, 356, 442 ; XXVI 461;
XXVIII 377; XXIX 320; XXXV 170; XXXVI 952.
Hertwig, dr. C. H. V 130, 193.
Herwaarden, G. van XXXIII 47; XXXV 633 ; XXXVI 969.
Herwerden, dr. C. H. van XXIV 383.
Heshusius, A. C. A. XXVIII 524; XXIX 335, 526; XXX 557; XXXI
510; XXXIV 726, 784; XXXV 521, 575, 756; XXXVI 267, 373,
527, 698, 810, 963.
Hess, B. XXXVI 810, 961.
Hess, dr. E. XXXV 524.
Hessel, J. VI 257; VII 251.
Heumen, H. van XXIX 431.
Heusden, A. van XVII 275; XIX 324; XXI 367, 378; XXII 90,
186, 251, 315, 318 — 324, 326, 328, 394, 402; XXIII 95, 122,
2907 XXIV 57 ; XXV 442 ; XXVII 276 ; XXVIII 59 ; XXIX 96,
320; XXX 192; XXXII 373, 495.; XXXIV 351; XXXV 284, 691,
700; XXXVI 952.
Eeusinger, VII 36.
Hejjnen, P. P. XIV 190 ; XVI 62 ; XVIII 294 ; XIX 91; XX 369 ;
XXIV 156; XXV 446 ; XXIX 325 ; XXXIII 268; XXXVI 959.
Heyne, E. XXXV 581.
Bibma Jr„ M. A. IX 298; X 295; XIII 131; XIV 81; XV 186;
XVII 254 ; XX 362 ; XXV 440 ; XXIX 318 ; XXXVI 950.
Hillen, J. H. XIV 190; XVI 62; XVIII 294; XIX 93, 168, 250,305;
XX. 369; XXI 58; XXIII 64; XXV 447; XXVI 414; XXIX 326,
337 ; XXXV 286 ; XXXVI 960.
Hilwig, W. F. XVI 63 ; XVII 274 ; XXI 278 ; XXII 65, 215, 393 ;
XXIII 60, 155, 214, 382; XXIV 155, 442; XXV 377, 445; XXVII
203, 204, 210, 394; XXVIII 231, 520; XXIX 325; XXX 604;
XXXIII 734: XXXV 118; XXXVI 222, 959.
Hinrichs, D. J. G. L. XXX 558; XXXII 246.
Hinrichs, G. L. VI 257; VII 251; VIII 268; IX 297 ; X 289, 294»;
XII 128; XIII 135; XIV 154; XVII 256; XIX 247 ; XX 364;
XXI 44; XXIV 442; XXV 377, 442; XXVII 203, 204; XXVIII
523, 525; XXIX 320, 482; XXX 47; XXXI 186; XXXV 51, 106,
755; XXXVI 222, 952.
Hinrichs, L. E. XXVIII 524; XXIX 335, 526; XXX 557; XXXII493;
XXXV 702, 754; XXXVI 573, 698, 754, 962.
Hinsbergh, V. J. J. van IX 298; X 295; XIII 74, 136; XVI 89,
114, 133; XVII 141, 180, 258; XVIII 121: XIX 86, 89, 304, 323 ;
XX 136, 365; XXII 143, 393; XXIV 299.
Hinze, J. A. I 8, 55, 124; II 7, 19, 20, 27, 71, 122, 130, 133; III
125, 171, 285; IV 58, 233, 243; V 18, 19; XIII 135, 236; XIV
82; XVI 214.
Hinze, J. J. I 58; II 253, 256: III 173, 280, 287; IV 14, 65, 94,
123, 126, 147, 180, 196, 243, 246; V 21, 53, 124, 219; VI 11,
29, 54, 80, 81, 99, 101, 106, 145, 156, 203, 236, 245, 258:
VII 55, 70, 80, 93, 117, 124, 127, 129, 134, 135, 155, 230, 244,
250; VIII 16, 19, 40, 43, 48, 52, 58, 59, 63, 66, 67, 76, 163,
167, 171, 174, 186, 200, 205—217, 220, 231—237, 245, 24S :
IX 60, 116, 121, 167, 176, 227 — 230, 277, 285; X 41, 43, 45,
46, 48, 57, 64, 138, 150, 153, 155, 158, 161, 168, 281; XI 16,
38, 46, 55, 74, 76, 77, 80, 81, 83, 84, 88, 90, 91, 97, 110, 114,
122, 143, 144, 199, 235, 237, 238, 241, 246, 249 — 252,255,256,
258 — 260; XII 9, 16, 26, 33, 37, 39, 43—49, 54 — 56, 187; XIII
139; XV 286; XVI 109; XVII 260; XVIII 134, 224, 228, 272;
XIX 82, 172, 178, 313; XX 230, 233, 253, 370; XXI 200,205;
XXII 137, 384, 393, 394; XXIII 68, 132, 277, 408 ; XXIV 34, 36,
349, 358; XXV 71, 352, 438, 447; XXVI 239, 410, 456, 471;
XXVII 66; XXVIII 284; XXIX 48, 323, 384; XXXI 40; XXXV
395, 519.
Hissink, A. I 54 ; II 122; III 171, 209; IV 116.
Hoefnagel, K. XIII 75; XV 95, 104, 259; XVI 1, 48, 148, 215 ;
XVII 151, 256; XVIII 121, 136; XIX 86, 219, 225, 265, 301,
304, 312, 320, 324; XX 1, 2, 213, 248, 318, 365; XXI 71, 256,
319; XXII 56, 143, 144, 235, 270, 355, 410; XXIII 52, 148.290,
327—335, 382; XXIV 59, 263; XXV 51, 131, 232, 235, 423,
431, 443; XXVI 188, 211, 236, 255, 311, 350, 462; XXVII 51,
280, 356, 430; XXVIII 72, 121—123, 225, 269, 332, 345, 349,
377, 379, 409, 414, 415, 417, 450; XXIX 10, 31, 32, 201, 221,
229, 230, 273, 321, 380, 416, 431 ; XXX 177, 206, 289, 453,
506; XXXI 35, 153, 213, 498, 512, 561, 574; XXXII 27, 146,
199, 222, 2S4, 235, 237, 303—307, 348- 354,391 — 397,439,
451—455, 520, 576, 598; XXXIII 31, 101, 103, 107, 109, 128,
236, 240, 668, 768 ; XXXIV 17, 20, 25, 175, 182, 251, 267, 320,
329, 342, 402, 567, 570, 605, 613, 626, 775; XXXV 157, 227,
307, 308, 324, 351, 354, 366, 367, 377, 394, 672, 683, 684, 734,
737 ; XXXVI 202, 246, 263, 264, 380, 521, 526, 954.
Hoegen, J. L. I 15, 142,
Hoek, R. van den XXXVI 856, 969.
Hoen, dr. H. C. \'t XIII 237 ; XV 104 ; XVII 274 ; XVIII 64, 135,
-ocr page 203-293 ; XX 371 ; XXI 328 ; XXIV 157 ; XXV 432, 449 ; XXVII
87 ; XXVIII 479 ; XXIX 287, 328, 837, 481, 523 ; XXX 96, 125,
603; XXXI 590; XXXIII 733 ; XXXIV 108; XXXV 521, 756;
XXXVI 374, 572, 573, 963.
Hoffmann, J. M. XXXIII 784.
Hoffmann, L. XVIII 254; XXXIV 201.
Hoff, dr. J. A. van \'t VIII 106, 265 ; XXIX 179.
Holtz, A. J. XXXII 44; XXXIII 703; XXXIV 715; XXXV 633;
XXXVI 968.
Hommels, G. H. XXXIV 28; XXXV 633; XXXVI 969.
Hooft, P. J. \'t XXVI 110, 419; XXVII 401; XXVIII 524; XXIX
334, 581 ; XXX 20, 46, 47, 98, 144, 145, 406 ; XXXI 42 ; XXXII
133, 228; XXXIII 48; XXXVI 959.
Iloogesteyn, A. P. XIV 190; XVII 115.
Hoogkamer, L. J. IV 254, 256; V 249, 250; VI 256; VII 181;
VIII 110; XII 177; XIII 140; XIV 188; XV 264; XVI 215;
XVII 97, 261; XVIII 135, 229; XIX 91, 114, 174, 193, 318;
XX 190, 231, 232, 233, 311, 371; XXII 210; XXIV 441; XXV
448; XXVI 319; XXIX 327; XXX 463; XXXI 224, 464, 509,
589; XXX1I1 169; XXXIV 212; XXXV 105, 548, 694; XXXVI
50, 54, 205, 209, 210, 263, 264, 371, 372, 457, 521, 957.
Hoogland, D. M. XXXVI 52, 700, 969.
Hoogland, G. J. IV 256 ; V 249, 251 ; VI 257 ; VII 251 ; VIII
267; IX 296; X 293; XI 286; XIII 186; XVII 257 ; XX 365;
XXV 443 ;~XXIX 321; XXXVI 954.
Hoogland, H. J. M. XXX 558; XXXI 510; XXXII 566; XXXIII
702 ; XXXIV 726 ; XXXV 106, 165 ; XXXVI 264, 954.
Hoogland J.Gzn, J. III 216 ; IV 252, 253, 255 ; V 62, 131 ; XIII
135; XVII 256; XX 364; XXV 440; XXVII 453; XXVIII 523;
XXIX 320; XXX 557; XXXIII 784; XXXVI 757, 952.
Hoogland, J. M. XXXVI 52, 700, 969.
Hoogstra, J. S. XXXIV 28, 677 ; XXXV 649 ; XXXVI 700, 968.
Hoogstra, S. J. XXXVI 856, 969.
Hoopen, W. ten XXIV 377 ; XXV 389 ; XXVI 419 ; XXVII 401 ;
XXVIII 566, 577; XXIX 193, 321; XXX 95, 145; XXXII 308;
XXXIII 530; XXXVI 372, 582, 950.
Hoorn, C. A. W. van I 7, 9, 59; III 284; IV 116, 233, 243; IX
165 ; XII 297 ; XIII 135 ; XVII 256 ; XVIII 134.
Hootigem, F. van XXVI 110; XXVIII 523; XXIX 334, 527; XXXI
510; XXXII 595, 607; XXXIII 94, 143, 195, 528, 785; XXXV
352, 358, 361—363, 366, 370; XXXVI 959.
Hooijkaas, M. XIV 190; XV 287.
Hope, E. W. XXXV 174.
Horbach, H. J. C. XXVIII 524; XXIX 335, 526; XXXI 47, 510;
XXXII 607; XXXIII 46, 102, 196, 321; XXXV 228; XXXVI 51,
202, 205, 209, 250, 263, 582, 960.
Hordijk, J. XXXVI 856, 969.
Horsen, W. A. H. van IV 251; VIII 106; XVI 67, 152; XXV 235;
XXXVI 574, 639, 974.
Horst, J. H. W. van der III 236.
Houba, C. H. M. I 55; II 122, 256; III 287; VII 250; X 176;
XII 83, 196, 197; XIII 137; XVII 260; XX 259; XXI 52.
Houba, H. J. L. H. III 213, 214, 215; IV 252; V 191.
Houba, P. K. M. X 296; XII 299; XIII 139, 323; XIV 187; XVII
260; XIX 83; XX 369; XXII 60; XXIII 64; XXIV 66; XXV
447; XXIX 326; XXXI 42; XXXVI 108, 960.
Houben, J. E. A. I 56 ; II 123, 258; III 210, 217, 286j IV 118,
243 ; XIII 138 ; XVI 214.
Houtzagers, J. H. I 55, 141; II 122, 256; III 172, 287; XIII 136;
XVII 257; XX 74, 366; XXV 443; XXIX 322; XXXIII 732.
Houwink Lzn., A. XXIX 477.
Hovingh, H. III 281.
Hubener, dr. XXXV 572.
Hubenet, B. J. O. IV 253, 254, 255 ; V 198, 248 ; XII 297 ; XIII
134; XVI 114; XVII 254; XX 362; XXIII 48; XXV 440;
XXVII 50; XXIX 318; XXX 191; XXXIV 107; XXXVI 950.
Hubenet, D. XV 104; XVI 216; XVII 97, 180, 262; XVIII 64,
135, 235; XX 371 ; XXII 283 ; XXV 432, 4\'49; XXIX 328;
XXXI 590; XXXII 340; XXXIII 475, 614; XXXV 31, 521;
XXXVI 963.
Hubenet, L. III 172, 279, 283; IV 265; XIII 134, 316; XVII 255;
XIX 323 ; XX 363 ; XXI 35 ; XXTI 393, 399 ; XXIV 33 ; XXV
440; XXIX 319; XXXI 463, 558; XXXII 24, 66, 122.
Hübernein, H. XXXIV 676.
Hubertus, D. XX 359; XXIV 377; XXV 388, 449; XXVI 101;
XXVII 453, 466, 469; XXVIII 183, 190 ; XXIX 242, 322; XXXI
96, 280; XXXII 27; XXXVI 575, 959.
Huet, dr. R. H. J. Gallandat XXIII 444; XXV 389; XXVII 401;
XXIX 334, 526; XXXII 118, 595, 607; XXXIII 94, 142; XXXIV
351; XXXV 165, 644; XXXVI 222, 229—237, 698, 756, 843,
897, 962, 972.
Huffnagel, J. 18; II 122, 251; III 100, 144, 145, 170—172, 278,
279, 284; IV 41, 58, 190, 233, 235, 243, 246; V 241,244,253;
VII 138 ; VIII 179, 184, 256; IX 125, 165, 273; X 221, 278;
XI 233; XII 8, 113.
Huizenga, H. H. IV 254, 255; V 249, 250; VI 256; VII 181;
XIII 183; XVI 54; XVII 253; XVIII 293; XX 361; XXV 439;
XXIX 317; XXXIV 630, 949.
Huizinga, J. R. XVII 275 ; XIX -324 ; XXII 394, 401; XXIV 52 ;
XXV 439 ; XXVII 467 ; XXIX 318, 337 ; XXX 335 ; XXXI 33,
560 ; XXXII 312 ; XXXIII 103 ; XXXV 453 ; XXXVI 372, 950.
Huizinga, K. XXIX 527; XXX 511; XXXII 566; XXXIII 702;
XXXIV 726, 784; XXXV 107, 450; XXXVI 372, 381, 639, 796,
856, 857, 949.
Hulst, D. van I 31, 84, 55 ; II 75, 122 ; III 112, 113, 172, 284 ;
IX 165: XI 74; XIII 137, 238; XVII 25S, 273 ; XX 367;
XXII 66.
Huiten, L. van V 250; VI 256; VII 251; VIII 267 ; IX 260, 295.
Hupkes, G. XXXIII 47, 703; XXXIV 715; XXXV 633; XXXVI
756, 842, 951.
Hutyra, dr. P. XXXIII 42, 396, 588; XXXV 524; XXXVI
452.
Huurman, P. M. A. XXXVI 488.
Huysmans, J. B. I 55, 190; II 121, 126; III 171, 284; VIII 256;
IX 165 ; XI 74, 75 ; XII 126, 297, 298.
Itallie, dr. L. van XXX 47; XXXI 186, 479; XXXII 484, 492, 493;
XXXIII 195, 426, 523, 783; XXXIV 26, 28, 521, 568, 585;
XXXVI 689, 967, 973\'.
Ittmann, H. C. IV 253, 254, 255; V 198, 248, 253; VII 184; XI
142; XIII 139; XIV 188; XVII 97, 261; XVIII 64, 134; XX
261, 370; XXV 448; XXIX 326; XXXI 463, 558; XXXII 269;
XXXIII 94, 142.
Jaeger, H. XXXIV 676.
Jager, P. J. H. de IX 298 ; X 295.
Jager, dr. S. de XII 127 ; XIII 79, 146, 237, 317, 324.
Janné, A. J. I 54, 123, 190; II 28, 40, 93, 121, 186; III 170,279,
286; IV 52, 55, 56, 129; V 1, 72, 118, 193; VI 80; VII 177,
185, 198; IX 256; XI 75; XII 256; XIII 139, 316, 317; XIV
90, 184; XV 267.
Janné, H. A. L. IV 256; V 249.
Janné, L. Th. I 56; II 123, 258; III 172, 210, 216, 286; XI 75;
XII 128, 266; XIII 139, 323; XIV 187, 317; XV 261, 264;
XVI 13, 215; XVII 260; XVIII 51; XIX 83; XX 64, 369; XXI
49 ; XXII 60 ; XXV 447 ; XXIX 326 ; XXX 462 ; XXXI 42, 507,
508; XXXII 375; XXXIV 214, 472, 712, 784; XXXV 374, 748.
Jannes, B. XXXIV 676.
Jansen, F. C. M. XXXV 51, 396.
Jansma, J. III 216 ; IV 252, 253, 255 ; V 62, 131 ; XII 81; XIII
134; XVII 254; XX 362; XXV 440; XXIX 318; XXXVI 950.
Jennes, J. I 8, 10, 54, 58, 59, 80, 107, 251; II 66.
Jenniskens, L. XXVII 401; XXIX 335, 523; XXX 557; XXXI 510;
XXXII 595, 607; XXXIII 94, 268; XXXIV 582; XXXVI 960.
Jeronimus, 0. S. XX 359 ; XXII 401 ; XXIV 441, 454 ; XXV 79,
207, 210, 300, 301, 305, 349, 446; XXVI 100, 455, 478 ; XXVIII
236, 522, 523, 566; XXIX 318, 581; XXX 95, 96, 177; XXXI
224, 590 ; XXXII 203, 438 ; XXXIII 46 ; XXXVI 963.
Jess, dr. P. XXVIII 187; XXIX 257; XXX 181.
Jessen, prof. V 130.
Joest, dr. E. XXIX 39 ; XXXIII 696.
Jong, A. de VII 182, 252 ; VIII 268 ; IX 297 ; X 289, 294 ; XII
299; XIII 137; XV 95; XVII 258; XX 367; XXI 58, 59, 128;
XXIII 64; XXV 446; XXVII 209; XXIX 325; XXX 145;
XXXVI 959.
Jong, B. de X 295 ; XII 128 ; XIII 74, 134, 236 ; XIV 256 ; XVI
215; XVII 255; XX 53, 363; XXI 40; XXV 301, 441; XXVII
203, 229; XXIX 22, 319, 474; XXXI 508; XXXVI 682, 951.
Jong, prof. dr. D. A. de XII 299; XIII 131, 184, 237, 291; XIV
57, 187, 233; XV 58; XVI 15, 92, 108, 126, 131, 133, 148 ;
XVII 221, 258; XVIII 1, 35, 59, 60, 121, 235, 271; XIX 86,
89, 291, 304; XX 71, 245, 249, 352, 367; XXI 45, 59, 291,
319, 329, 336; XXII 56, 143, 144, 211, 212, 270, 381,- 388,
408; XXIII 52, 148, 229, 280, 290, 400; XXIV 1, 341, 349,
358; XXV 129, 131, 132, 216, 257, 423, 445, 456; XXVI 30,
100, 125, 238, 239, 336, 462, 463, 466, 471, 472, 473 ; XXVII
51, 64, 65, 305, 354, 356, 397,453,454,459; XXVIII 53, 59, 143,
225, 236, 277, 278, 282, 285, 356, 358, 365, 368, 370, 373, 377,
379, 420, 570; XXIX 31, 182, 222, 224, 225, 226, 228, 229, 270, 271,
272, 275, 276, 277, 278, 323, 376, 377, 378, 379, 3SI, 531; XXX
39, 95, 117, 178, 279, 281, 430, 453, 454, 455, 458; XXXI 35,
256, 281; XXXII 28, 67, 68, 133, 135, 145, 146, 228, 232,
271, 278, 328, 455, 479, 514, 572, 574; XXXIII 49, 101, 130,
234, 237, 238, 239, 240, 271, 308, 353, 355, 359, 459, 464, 510,
553, 564, 596, 642, 733; XXXIV 152, 181, 182, 185, 186, 189,
192, 194, 195, 212, 252—255, 257,258,262,265-267,269—274,
276, 277, 325, 327—329, 331, 333, 334, 338—341, 359, 362,
405, 482, 568, 569, 578, 580, 590, 613, 681, 714, 731, 792;
XXXV 1, 42, 173, 181, 184, 187, 352, 374—377, 379, 380, 390,
393, 402, 450, 455, 502, 524, 576, 623, 643, 750 ; XXXVI 29,
92, 153, 204, 211, 212, 215—217, 250, 254—256, 259, 306,
380, 520, 522—525, 854, 957, 970.
Jong, H. de IV 253, 254, 255 ; V 198, 248 ; XIII 137 ; XVII 258 ;
XIX 81 ; XX 234, 367 ; XXI 200, 205, 237 ; XXV 445 ; XXVI
10 L; XXVII 86, 203; XXVIII 231, 520, 523; XXIX 325; XXX
223, 335, 454, 557 ; XXXII 42, 66, 93, 122; XXXIII 784;
XXXVI 757, 959.
Jong, J. A. Th. H. P. van Rijswyk de XVII 183 : XVIII 145 ;
XXI 217, 270.
Jong, P. J. de XXXVI 856, 969.
Jong, T. G. de I 192; II 128.
Jongh, H. G. de XXX 186.
Jongh, J. de IV 256 ; V 249, 250 ; VI 256 ; VII 251 ; VIII 106,
266; XII 85; XIII 140; XIV 256; XV 264; XVII 218, 261 ;
XVIII 135, 136 ; XIX 67, 188, 250 ; XX 371 ; XXII 68, 280 ;
XXV 130, 232, 438, 448 ; XXVII 274 ; XXVIII 287 ; XXIX 320;
XXX 190 ; XXXV 225, 690 ; XXXVI 952.
Kaestner, dr. P. XXXIII 43, 525.
Kalmthout, L. van I 62.
Kamp, O. J. van der XXXV 51, 633; XXXVI 701, 969.
Kärnbach, dr. K. XXXVI 451.
Kars, H. J. XXVI 110; XXVII 401; XXIX 334, 527; XXXI 510;
XXXV 702, 755 ; XXXVI 51, 373, 960.
Kasteel, J. I 56 ; II 123, 259.
Kasteele, W. R. van de XIV 190.
Kattenwinkel, R. XIII 75; XV 95, 104; XVI 155, 157; XVII 255;
XX 53, 260, 363; XXI 128; XXIV 15 7, 358, 367; XXV 135,
441; XXVII 86; XXIX 319 ; XXX 454; XXXIV 719 ; XXXVI 951.
Kegelaer, H. J. XII 81; XIII 141, 239; XV 259; XVII 263; XX 311.
Kegelaer, J. C. I 55, 83, 124—126, 129, 145 ; II 66, 84, 86, 122,
134, 148, 151, 154, 169, 170; III 48, 113, 172, 285; IV 21, 25,
85; V 62, 199, 245 ; VII 250.
Kegelaer, J. M. P. I 55, 59; II 122; III 173, 285; IV 243, 265.
Kegelaer, Th. J. F. V 199, 203; XI 74, 75 ; XII 81; XIII 141;
XVII 180, 263; XX 166, 369; XXIII 312; XXV 447; XXIX
326; XXXII 605; XXXIII 46; XXXVI 961.
Keil, M. XXXlV 676.
Kempen, P. W. XXII 401 ; XXIV 377 ; XXV 388; XXVII 453,
469; XXVIII 336, 479; XXIX 328; XXXI 416, 590; XXXIII
528; XXXIV 520; XXXV 756; XXXVI 963.
Kempen, L. van XV 105; XVII 274; XX 53, 74, 75, 332, 369;
XXI 183, 184; XXII 60; XXIII 64, 95, 155, 382; XXV 447;
XXVII 86, 466; XXVIII 51, 523; XXIX 326 ; XXXI598; XXXIV
676, 716 ; XXXV 52, 165 ; XXXVI 960.
Kempen, P. H. van XXIV 377, 419; XXVII 401; XXVIII 524;
XXIX 334, 581; XXX 46, 47, 603; XXXI 280; XXXIII 268,
324 ; XXXIV 676 ; XXXVI 122, 960.
Kerkhoven, J. M. XXVII 90, 401; XXVIII 525; XXIX 334, 526;
\'XXX 602, 604 ; XXXI 67, 94 ; XXXII 341 ; XXXIII 780, 785 ;
XXXIV 404, 520, 678, 711; XXXV 744; XXXVI 58, 957.
Ketner, P. II 259.
Kets, J. XXVI 419; XXIX 335, 526; XXX 557; XXXII 493; XXXV
702, 755; XXXVI 51, 372, 639, 951, 984.
Keuchenius, P. E. XXXIII 734; XXXIV 677 ; XXXV 51.
Keukenmeester, J. D. XVIII 294 ; XXI 378 ; XXIII 444 ; XXIV
80, 81 ; XXV 376, 441 ; XXVI 100; XXVIII 143, 566, 567;
XXIX 323 ; XXX 221 ; XXXII 388, 490 ; XXXIII 46, 734 ; XXXV
453 ; XXXVI 957.
Keuten, dr. J. XXXIV 676.
Keijser, dr. F. P. XXX 96, 511; XXXI 559; XXXII 493; XXXIII
735, 767; XXXIV 27, 212; XXXVI 372, 556, 582, 757,957,970.
Kielstra, I. B. I 150 ; III 237, 282 ; XIII 134.
Kielstra, N. B. I 59, 61 ; III 237; XVII 254; XX 362; XXV 440;
XXIX 318 ; XXXIV 677 ; XXXVI 527.
Kingma, S. XXVII 469; XXVIIT 523; XXIX 334, 527; XXX 511;
XXXI 165, 597, 598; XXXII 66, 494; XXXIII 102, 195; XXXV
394 ; XXXVI 380, 950.
Kissels, M. O. XXX 558 ; XXXIII 197.
Kitt, dr. Th. XXXI 458; XXXIII 385, 777; XXXV 444.
Kjerrulf, G. XXXV 524.
Klarentaeek, A. J. I 56; II 123, 258; III 172, 210, 217, 284; IV
116, 266.
Klarenbeek. J. A. XXXVI 52, 700, 969.
Klauwers, J. A. XVIII 294; XX 359; XXIII 399, 444; XXIV 91;
XXV 443 ; XXVI 414 ; XXVII 85 ; XXVIIT 231 ; XXIX 94, 325;
XXX 98, 223, 224 ; XXXI 42; XXXII 34, 234, 235 ; XXXIII
48, 227, 351, 427, 700, 774; XXXIV 207, 421, 582, 628; XXXV
688; XXXVI 574, 959.
Klaveren, C. S. van I 54, 131; TI 121; III 171, 284; IX 165;
XI 142.
Klaveren, I. van XIII 130; XVI 48, 63, 94; XVII 258; XVIII 121;
XIX 86, 89, 303, 312; XX 243, 367; XXI 59; XXII 69, 271;
XXIII 399; XXIV 442; XXV 376, 377, 445; XXVII 455, 466;
XXVIII 65 ; XXIX 32, 321; XXX 145 ; XXXVI 954.
Kleiburg, J. III 211,. 213, 214, 215: IV 116, 233, 252, 256, 264 :
XIII 137; XVII 258; XX 367; XXI 49; XXIV 369; XXV 445;
XXVII 276, 397; XXVIII 520; XXIX 323; XXXVI 957.
Klein, H. II. M. VIII 268 ; IX 297 ; X 294 ; XI 282 ; XII 197; XIII
140 ; XV 264 ; XVTI 262 ; XVIII 64.
Kleuzes, P. O. III 285.
Klingenstein, J. XXXIV 676.
Klinkenberg. R. L. XIII 237; XVI 216 ; XX 75, 189, 260, 368 ;
XXII 248, 249; XXV 446; XXIX 325; XXX 145; XXXI 42;
XXXVI 959.
Klugt, J. van der I 60; III 279.
Knel, J. H. XXIII 220.
Knipscheer, J. M. XIII 130; XVI 63, 148, 149; XVII 180, 261;
XVIII 64; XX 261, 370; XXI 127, 205, 266; XXII 145, 395;
XXIII 148; XXIV 251, 263; XXV 132, 448; XXVI 354, 433;
XXVII 162, 348; XXVIII 405, 406, 520; XXIX 37, 66, 327;
XXX 192, 335, 336, 433, 495—497; XXXI 69; XXXII 574 ;
XXXIV 319: XXXV 50, 537, 651; XXXVI 309, 961.
Knol, J. XVI 64 ; XVII 274 ; XX 53, 74, 75, 189, 362 ; XXI 249,
250 ; XXII 68, 146; XXV 72, 440; XXIX 319; XXX 144;
XXXVI 222, 381, 644, 951.
Knöps, S. XIV 189 ; XVI 63 ; XVII 274 ; XVIII 235 ; XIX 246 ;
XX 74, 365 ; XXI 319 ; XXII 68, 339 ; XXIII 155, 214 ; XXV
445; XXIX 323; XXX 241; XXXV 106; XXXVI 957.
Knuttel, D. E. C. XXXV 452.
Koch, dr. A. XXXIV 347.
Koelemeij, J. XXVI 419; XXIX 335, 526; XXX 557; XXXII 493;
XXXIII 735; XXXIV 353, 520, 582; XXXVI 955.
Koenen, S. XXXII 155; XXXIV 402.
Koenings, H. A. P. XVII 182; XXIX 235.
Koens, E. C. XVI 216; XX 359; XXV 388; XXVIII 576, 577;
XXIX 324, 525.
Kohlbrugge, dr. J. H. P. XXV 140.
Kohier, J. I 56 ; II 123, 250; III 171, 286; IV 42, 118, 243, 263:
XI 74; XIII 62, 138, 225, 317; XV 65; XVI 16; XVII 259:
XVIII 51; XIX 83; XX 64, 368; XXII 60; XXIV 66, 35S;
XXV 446; XXIX 325, 581; XXX 144, 145, 406; XXXI 42;
XXXII 34, 565 ; XXXIII 528, 785 ; XXXVI 959.
Kohier, P. J. 11 158.
Koiter, D. XXX VI 52, 700, 969.
Kok, D. XVI 64 ; XVIII 294 ; XX 357, 359, 364 ; XXIII 50, 95 ;
XXV 442; XXVI 412; XXVIU 567; XXIX 320; XX.X 216;
XXXVI 952.
Kok. E. A. III 213, 215, 216 ; IV 252, 253, 255 ; V 62, 131 ; IX
276; XI 74; XIII 137, 317; XVI 11; XVII 258; XVIII 58, 59;
XIX 81, 248; XX 367; XXI 329; XXV 445 ; XXIX 323; XXX
220 ; XXXI 39 ; XXXVI 58, 957.
Kok, J. XXXII 44, 498; XXXIII 734; XXXIV 677; XXXV 702,
755 ; XXXVI 51, 372, 951.
Koning, O. J. XXXIII 617 ; XXXIV 632.
Konijnenburg, D. van XXV 376 ; XXXII 43.
Kool, A. XXXVI 856, 969.
Kool, J. van der XXXVI 856, 969.
Koopmans, B. T. XXXVI 856, 969.
Koopmans. J. XXXIV 28, 677; XXXVI 701.
Koorevaar, P. XIV 90; XVI 48, 63; XVII 257; XVIII 21—29, 57;
XIX 69, 70 ; XX 366 ; XXI 46 ; XXII 59, 379 ; XXIII 54, 200,
290; XXIV 22, 60; XXV 401, 425, 443 ; XXVI 463; XXVII
53 ; XXIX 322, 429; XXX 180, 229, 603 ; XXXI 1, 37, 67, 550.
Kooijman, J. XI 286; XIII 75; XV 95, 104, 259; XVII 259; XVIII
73; XX 358, 359, 368; XXIII 290; XXV 446 ; XXVIII 161;
XXIX 325 ; XXX 490, 600 ; XXXV 106 ; XXXVI 958.-^
Kooijman, P. XXXIV 28 ; XXXVI 700, 969.
Kor ff, P. W. XXIV 21 ; XXV 138.
Korndorffer, J. W. P. I 54, 131; II 121 ; III 171, 284 ; IV 116, 266.
Körsters, XXXIV 676.
Korteweg, A. C. V 251; VI 257; VII 251.
Korteweg, Isaac XIII 138, 238; XVII 258; XX 367; XXIV 33;
\' XXV 445 ; XXVII 31, 347.
Korteweg, Jan III 284; XI 74; XIII 137; XVII 181, 258 ; XX
367 ; XXV 445 ; XXIX 323 ; XXXII 295 ; XXXIII 86.
Kortman, E. P. L., XIII 130; XVI 216; XVII 97, 262; XVIII 64;
XX 372; XXIV 368; XXV 449; XXVII 276 ; XXVIII 183;
XXIX 35, 325, 492; XXX 191; XXXII 33; XXXVI 959.
Koster, A. J. IV 254, 255; V 249, 250 ; VI 256 ; VII 181 ; XII
8; XIII 25, 66, 133; XVII 253; XX 362; XXV 439; XXIX
317, 949.
Koster, prof. dr. W. III 280.
Kraamer, J. XIII 237; XVII 274; XXI 378; XXII 65, 68, 339;
XXIII 60; XXV 446; XXIX 324; XXX 223; XXXVI 958.
Krautstrunk, XXXIII 43.
Krebs, R. IX 115.
Krediet, dr. G. XXXII 44, 493; XXXIII 734; XXXIV 677; XXXV
633, 702, 757 ; XXXVI 50, 203, 810, 955.
Kreemer, P. XXXIII 784.
Kritzler, C. III 286 ; VII 14-3.
Kroes, H. A. VII 182, 252; VIII 268; IX 297; X 289, 294; XII
197; XIII 134 ; XVI 11, 54, 150; XVII 176, 178, 255; XVIII
278, 293 ; XIX 296 ; XX 363 ; XXII 47, 379 ; XXIII 44 ; XXIV
52; XXV 440; XXVIII 59, 184, 333, 357, 365, 367, 516, 576;
XXIX 96, 131, 270, 318; XXXI 33, 280, 356; XXXII 23, 24,
145, 228, 229, 241, 279, 283, 382, 596 ; XXXIII 69, 75, 235,
774 ; XXXIV 107, 584, 628, 630, 632, 635 ; XXXV 51, 165, 494,
683, 688 ; XXXVI 205, 206, 255, 264. 371, 458, 796, 949.
Kroon, H. M. XIV 190; XVI 63; XVII 274; XVIII 63, 73, 136, 234,
237, 264 ; XIX 77 ; XX 70, 348, 363 ; XXI 44, 341, 347 ; XXII
55, 372, 375; XXIII 51, 100; XXIV 58, 340, 379; XXV 139,
191, 348, 441, 456; XXVI 385, 388, 3S9, 392, 412, 413, 414,
446, 448, 450, 456, 463, 467; XXVII 203, 274, 275 ; XXVIII 52,
356, 359, 366, 887, 427, 439, 568, 569, 578 ; XXIX 49, 95, 187,
225, 319; XXX 217, 241, 281, 335, 454, 455, 556; XXXI 69,
84, 388, 503, 602; XXXII 1, 25, 26, 68, 86, 120, 135, 147,285,
327, 372, 375, 440, 567 ; XXXIII S5, 100, 136, 784: XXXIV 1,
19, 20, 25, 26, 91, 175, 251, 320, 328, 329, 567, 585, 590, 605,
613, 626; XXXV 65, 227, 174, 175, 178, 180, 333, 351, 885,
392, 393, 396, 451, 458, 576, 581, 683, 684, 692, 755, 757 ;
XXXVI 21, 56, 103, 108, 202, 205, 224, 246, 265,267,372,519,
520, 521, 526, 574, 689, 690, 757, 954, 970, 974.
Kroon J.Czn., D. XXVI 308.
Krüger, G. F. XXII 401; XXVI 91.
Kruse, M. C. P. XXI 270; XXII 292; XXIV 91.
Kruijmel, D. C, XXII 401 ; XXIV 377, 455, 481 ; XXVIII 64, 142 ;
XXIX 322; XXXI 31S; X XXIV 482, 590 ; XXXV 581; XXXVI 955.
Kruijt, D. X 295; XII 299; XIII 137; XVI 208, 214; XVII 10,
258; XVIII 134, 169, 225, 228; XIX 170, 171; XX 75, 232,
320, 367; XXII 211, 408; XXIII 96; XXV 445; XXVII 466;
XXIX 323; XXXIV 107, 333; XXXV 284; XXXVI 957.
Kruijt, T. J. XIII 130; XVI 48, 63; XVII 258; XIX 188; XX 358,
368; XXIII 215, 398; XXIV 62; XXV 446; XXVTI 466; XXXVI 190.
Küchenmeister, F. XVIII 64.
Kühler, C. H. I 61, 250; III 171, 284.
Kühn, dr. O. XXXIV 676.
Kuiper, A. XVI 64; XVII 274; XX 357, 359, 366; XXI 58, 59;
XXIV 370; XXV 445; XXVII 397; XXIX 323; XXX 337, 462;
XXXI 280, 550 ; X.X.XII 27; XXXIV 351; XXXV 228; XXXVI 957.
Kuipers, A. XXX 96, 511; XXXI 559; XXXII 493; XXXIII 735,
767; XXXIV 27, 108, 481, 582; XXXV 106, 631, 690, 702;
XXXVI 526; 574, 962, 970.
Kuipers, K. R. XXIV 377, 419; XXVII 401; XXVIII 524; XXIX
113, 334, 581; XXX 47, 144, 145, 603; XXXI 42, 222, 565;
XXXIII 845; XXXIV 298, 586; XXXV 313; XXXVI 528, 957.
Kunst, C. XXXIV 28, 677 ; XXXV 649 ; XXXVI 700, 968.
Kuyien, P. J. van der XXIII 444 ; XXIX 335 ; XXX 336.
Laan, A. van der XXXVI 52, 700, 969.
Laar, J. J. van 11 256 ; III 287.
Laaij, J. XVII 285; XX 359; XXIV 340, 441, 454; XXV 71, 445;
XXVI 238; XXIX 323, 337; XXX 242; XXXII 30, 603; XXXIII
269 ; XXXV 745 ; XXXVI 957.
Laer, dr. J. R. E. van I 107 ; III 209 ; IV 251 ; VII 179 ; VIII
105 ; XII 126 ; XVIII 77.
Lam, dr. A. XXXVI 224.
Lameris, P. XV 105; XVI 216; XVIII 294; XIX 67, 93; XX 137,
311, 370; XXI 127, 205, 368; XXII 56; XXIV 367, 368; XXV
134, 376, 448; XXVI 188, 393, 478; XXVIII 568; XXIX 327 ;
XXX 510 ; XXXI 222 ; XXXII 198, 286 ; XXXIII 143 ; XXXIV
365, 555; XXXV 165, 475, 692; XXXVI 574, 582, 897, 961.
Lameris, J. I 56, 59; II 123, 250, 253, 256; III 173, 280, 288;
VII 250; XII 80, 196; XIII 139; XVII 260; XVIII 134, 224,
228; XIX 314; XX 370; XXI 205; XXV 448; XXIX 326; XXX
405 ; XXXI 40 ; XXXVI 573, 957.
Lameris, J. P. Ill 213, 214, 215; IV 252, 256, 265; V 191, 197;
VII 107; IX 295; X 1 ; XI 74 ; XII 297, 298; XIII 58, 137;
XIV 317 ; XV 61; XVII 258; XVIII 134, 224, 228, 276; XIX
82, 91, 97, 171, 178, 288, 303, 316 ; XX 231, 233, 350, 367 ;
XXI 200, 205, 228, 359; XXII 211, 384, 408; XXIV 358; XXV
445; XXVI 273, 468 ; XXVII 5, 66, 293, 395 ; XXVIEL 52, 284,
356, 377, 397; XXIX 267, 268, 272, 275, 323, 429; XXX 144,
221, 335; XXXI 40, 41; XXXII 228, 237, 241, 244, 273, 278,
281, 440, 595; XXXIII 103, 198, 235; XXXIV 328,329; XXXV
458, 576, 755 ; XXXVI 51, 957.
Lameris, K. J. I 59; III 282; IV 3; VI 4; VII 143; XIII 133;
XIV 152; XVI 108; XVII 222, 253; XIX 69; XX 192, 347,
362; XXI 35; XXIII 44; XXIV 53: XXV 203, 348, 357, 363,
418, 439; XXVII 467; XXVIII 184, 516; XXIX 318; XXXI 48;
XXXII 145 ; XXXIV 626 ; XXXV 687 ; XXXVI 949.
Lampe, W. H. Ill 172, 284 ; IX 165 ; XI 74, 75 ; XIII 136 ; XV
259 ; XVII 257 ; XX 366 ; XXI 214 ; XXII 57 ; XXIII 53.
Lamping, P. M. XV 105; XIX 93.
Landrin, X 165.
Lange, dr. Cornelia de XXXVI 224.
Lange, S. de XIV 190; XVI 216; XX 74, 75, 189, 372; XXIV
269, 273 ; XXV 450 ; XXVII 300, 442, 445 ; XXV11I 59, 404,
523, 575; XXIX 129.
Langeler, G. XXX 558 ; XXXI 510 ; XXXII 566; XXXV 634;
XXXVI 968.
Lantinga, S. I 62.
Lantman, E. W. H. HI 236, 283; XIII 134; XVII 255; XIX 249;
XX 366; XXIV 61.
Lapidoth, L. XVIII 294; XXII 172.
Laseur, H. H. I 55, 57, 251; II 122; III 172; XIII 137; XV 185.
Lautenbach, B. B. XXXV 51, 633; XXXVI 701, 968.
Leblanc, U. V 130.
Leclainche, E. XXIII 102 ; XXX 226.
Lee, G. van der XIV 190.
Leeden, C. A. van der XV 105 ; XVII 274 ; XX 53, 74, 75, 368 ;
XXII 60; XXIII 64; XXIV 66 ; XXV 446; XXVII 467; XXIX
325, 337 ; XXX 558 ; XXXI 316 ; XXXVI 222, 380, 959.
Leenheer, C. A. XXIV 377 ; XXV 389 ; XXVI 419 ; XXVII 401 ;
XXVIII 566, 577; XXIX 95, 96, 142, 191, 322; XXX 180, 336;
XXXII 438, 600 ; XXXIII 427, 734 ; XXXVI 955.
Leeuwen, A. van XII 299; XIII 131, 237; XVI 5, 48, 110; XVII
258; XVIII 60, 116, 119, 134, 194 ; XIX 92, 136, 171, 316;
XX 137, 318, 367; XXI 71, 205 ; XXII 408 ; XXIII 96, 280,
299; XXIV 300, 441; XXV 418, 419, 439; \'XXVI 49, 239, 442;
XXVII 48, 65; XXVILI 34, 184, 193, 395, 407, 516, 517, 520,
521; XXIX 145, 197, 211, 221, 229, 249, 318, 477, 483, 562;
XXX 175, 186, 268, 273, 275, 447; XXXI 33; XXXII 24, 35,
90, 97, 307, 595; XXXIII 198, 266, 268, 350, 427, 476, 549,
774 ; XXXIV 206, 207, 328, 333, 607, 626, 763; XXXV 42, 220,
269, 799, 954.
Leeuwen, J. N. van XXXV 757 ; XXXVI 756.
Leeuwen, L. van XXXVI 856, 969.
Lehmke, F. XXXIV 676.
Leisering, XXV 396.
Lemmens, H. J. IV 254, 255; V 249, 250; VI 256; VII 182;
XIII 139 ; XVII 260 ; XX 75, 369 ; XXII 60 ; XXIII 64, 96 ;
XXV 447; XXVIII 287, 377; XXIX 193, 326; XXXII 221, 373,
574; XXXIII 615; XXXVI 960.
Lenshoek, J. A. XXIV 377, 419; XXVIII 525; XXIX 334, 526;
XXXI 597, 598; XXXII 42, 66, 340, 565; XXXIII 614; XXXIV
481, 521; XXXV 106, 521; XXXVI 373, 374, 963.
Lent, H. J. C. van VII 182, 252; VIII 268; IX 259, 297; X 294;
XI 285 ; XII 268, 296 ; XIII 75, 130, 135 ; XVI 104, 128, 133";
XVII 176, 178, 218, 256; XVIII 60, 121, 128, 135, 269; XIX
86, 89, 288, 304, 324; XX 71, 242, 249, 364; XXI 45, 256,
319, 357; XXII 56, 143, 272, 284, 352, 355; XXIII 52, 148,
280, 400; XXIV. 59,\' 340, 354; XXV 51, 52, 129, 133, 216, 422,
423, 442; XXVI 238, 456, 461, 463, 468, 471; XXVII 51, 385,
457 ; XXVIII 225, 333, 356, 367, 372, 523; XXIX 31, 320,430;
XXX 177, 178, 511, 557, 604; XXXI 35, 167, 280, 281, 289,
XXXII 440 ; XXXIII 236, 784 ; XXXIV 20, 183, 207, 209, 320,
-ocr page 214-321, 325, 328, 329 ; XXXV 352, 354, 360, 362, 575, 576, 692 ;
XXXVI 51, 2IS, 305, 371, 457, 458, 520, 571, 625, 722, 752,
757, 796, 889, 952, 970.
Leur, P. M. de XIII 130; XVI 63, 148, 149; XVII 257; XVIII
55; XX 366; XXII 68; XXIV 443; XXV 53, 215, 425, 443;
XXVII 53; XXVIII 59, 227, 519; XXIX 96, 221, 223,229,322;
XXX 180, 454 ; XXXI 37, 38, 186, 551 ; XXXII 244, 245, 270,
274 ; XXXIV 581 ; XXXV 744 ; XXXVI 205, 518, 528, 801, 955.
Leur, M. de IX 298
Leurink, dr. G. XXX 96, 511 ; XXXI 559 ; XXXII 493; XXXIII
735, 767 ; XXXV 50, 106, 107; XXXVI 198, 963.
Leuven, A. P. van XXVII 401 ; XXIX 335 ; XXX 605.
Lidth de Jeude, prof. dr. van I 142.
Lier, dr. G. A. van XXIV 91, 377; XXV 389; XXVI 419; XXVII
453, 469; XXVIII 289, 479, 524, 576; XXIX 129, 188, 242,
328; XXXI 4, 7, 9, 590; XXXV 106; XXXVI 963.
Limborgh J. W. van XXXIV 28.
Linden, D. C. van deu III 283.
Linden, Hs. van der V 250; VI 256; VII 251; VIII 106; XI278;
XII 129, 267, 297; XIII 136, 226; XIV 153; XV 59; XVII 3,
228, 257, 273, 274; XVIII 121, 280; XIX 91, 93; XX 53, 366;
XXV 443; XXIX 322; XXX 180; XXXII 144, 145; XXXIII
237; XXXV 338, 389, 390; XXXVI 525, 955.
Linde, dr. J. A. van der XXIV 377; XXV 389; XXVII 410;
XXVIII 524; XXIX 334; XXXI 597, 598; XXXII 42, 66, 296,
340, 438, 605; XXXIII 87, 94, 196; XXXIV 520; XXXVI 962.
Linde, M. van der XXXVI 52, 700, 969.
Linden, J. G. ter X 295.
Lingbeek, G. W. S. XXV 240.
Lloyd, P. J. XXXV 181, 185.
Loeif, J. Th. van der II 259; III 172, 211, 212, 214, 217, 2S1,
283; XI 75; XIII 134, 321.
Logher, A. B. XVIII 238.
Lohuizen, J. Th. van X.IT1 130 ; XV 104, 185, 264 ; XVII 1S0, 256 ;
XX 364; XXITI 303; XXV 442; XXVIII 578; XXIX 320; XXX
604; XXXI 602; XXXII 43, 359, 361; XXXVI 381, 953.
Loman, O. IV 256 ; V 249.
Long, dr. R. XXV 142 ; XXX 459 ; XXXII 335.
Loncq, G. J. I 60. . .
Loo, R. A. Barmen \'t XIX 324; XXI 378 ; XXIV 441, 442,
454 ; XXV 71, 441 ; XXIX 319 ; XXX 512 ; XXXIII 703, 734 ;
XXXVI 953.
Looveren, J. C. E. van XXII 401; XXIV 377; XXV 388; XXVII
-ocr page 215-453, 466, 469; XXVIII 183, 190; XXIX 35, 267, 325; XXX 224;
XXXIV 107, 586; XXXVI 959.
Loran, G. J. XXXVI 52, 969.
Lourens, dr. L. F. D. E. XIX 324; XXI 378; XXIII 399, 444;
XXIV 91, 149, 150, 152; XXV 71, 122, 445; XXIX 323; XXX
192; XXXII 93; XXXIV 421, 583; XXXV 123, 219, 374, 375,
576; XXXVI 957.
Louter, L. XIV 189; XVII 274; XXIII 399, 444; XXIV 81; XXV
446; XXVI 189, 238; XXVIII 378; XXIX 96, 194, 324; XXX
222; XXXI 280, 286, 287, 288; XXXII 287, 567; XXXV 699;
XXXVI 958.
Lovink, H. J. XXIX 48; XXXIV 23, 26, 569, 584, 708; XXXV 374,
461 (met portret), 630; XXXVI 203, 222, 267, 459, 861, 897,
968, 971—973.
Lubberink, G. XIII 75 ; XIV 144, 148, 188, 256, 3-12; XV 282,
287; XVI -3, 125, 215; XVII 255; XIX 188; XX 363; XXV
44.1 ; XXIX 278, 319, 379 ; XXXVI 951.
Lucieer, M. IV 256 ; V 249, 250 ; VI 256 ; VII 182 ; XII 81; XIII
138, 323 ; XV 259 ; XVII 259 ; XX 368 ; XXI 215 ; XXIII 60,
155; XXIV 64; XXV 428, 446; XXVIII 230: XXIX 324; XXX
222, 223; XXXI 88; XXXII 32 ; XXXIV 196, 714; XXXV 106,
747 ; XXXVI 804, 959.
Lucieer, M. M. XVI 216; XX 191.
Ludwig, F. A. I 55, 61, 142; II 122, 125, 256; III 173, 287; XI
141, 142.
Luten, K. XXXV 51 ; XXXV 633 ; XXXVI 969.
Lutkefels, Th. XXXIV 676.
Luurs, H. S. II 124, 258; III 210, 212, 214; IV 256, 264; XIII
133; XVII 254; XX 362; XXIII 399; XXIV 52; XXV 215,439;
XXVII 48; XXIX 318; XXXVI 949.
Luxwolda, W. XXX 96, 511; XXXI 559; XXXIII 702; XXXV 702,
755; XXXVI 222, 265, 373, 572, 897, 952.
LydtiD, dr. A. XXXIV 362; XXXV 581.
M, IX 271.
Maas, D. van der XXXVI 856, 969.
Maas, -J. XV 105; XVII 274; XX 53, 75, 76, 133, 311, 312, 370;
XXIII 214; XXIV 156, 251, 367; XXV 71, 448; XXVII 86, 348 ;
XXIX 193, 327, 480; XXX 192, 510; XXXV 50; XXXVI 267,
961, 970.
Maas, J. H. XXXV 397 ; XXXVI 375.
Magnée, I 62.
Malkmus, dr. XXVI 247 ; XXX 267 ; XXXIII 589.
Mallens, J. M. T. A. XXXVI 856, 969.
Malm, dr. O. XXXV 524.
Man, A. A. de IV 254, 255; V 249, 250; VI 174, 212, 259: VII
184, 251; VIII 110; IX 296: XI 142; XII 83, 196; XIII 139;
XVII 180, 261, 272; XVIII 148 ; XX 260, 311.
Man, J. de IV 256 ; V 249, 250; VI 256; VIII 267; IX 261 ; XI
278; XIII 138; XVII 259, 368; XXV 446 ; XXIX 325 ; XXXVI 959.
Man, dr. J. O. de V 73.
Mansfeld, A. A. van XIX 324; XXI 378; XXIII 399, 444: XXIV
81; XXV 134, 446: XXVII 203; XXVIII 231: XXIX 325; XXXII
608 ; XXXIII 734 ; XXXV 522 ; XXXVI 574, 583, 857, 959.
Marcus, A. XV 105; XVIII 294; XXI 378; XXII 65, 68, 137, 271 ;
XXIII 53, 64, 95, 148, 150, 408; XXIV 60, 339 ; XXV 446;
XXVI 238, 239, 410 ; XXVII 86, 203, 348 ; XXIX 23, 123, 318 ;
XXXI 45, 94, 367; XXXII 192; XXXIII 94 ; XXXIV 520, 582;
XXXV 31, 225; XXXVI 268, 373, 380, 491, 534, 639, 953, 984.
Marek, dr. J. XXXIII 42, 396, 588; XXXVI 452.
Marker, dr. Max V 21.
Markus, dr. H. XX 359 ; XXII 401 ; XXIV 81, 441, 454 ; XXV 79,
212, 443; XXVI 51, 54-57, 110, 177, 180, 228, 373, 406;
XXVII 25, 86, 174, 204, 245, 276: XXVIII 59, 97, 377, 431,
484, 518, 529; XXIX 97, 142, 182, 218,\' 219, 225, 271,272,321,
370, 372, 526; XXX 125, 178, 179, 195, 229, 278, 337, 376,
453 458, 480; XXXI 2, 35, 36, 94, 499, 518; XXXII 27, 28, 43,
94, 99, 133, 135, 139, 145, 228, 229, 232 — 234, 241, 283, 329,
385, 440, 598; XXXIII 104, 109, 125, 236, 238, 435, 615, 696;
XXXIV 20, 24—26, 181, 183, 190—195, 206, 254, 259,266,267,
272, 273, 276, 278, 279, 342, 476, 569, 590, 613, 632, 681,793;
XXXV 42, 367, 377, 394, 396, 458, 511, 576, 581, 750 ; XXXVI
1, 203, 204, 211—214, 225, 247, 264, 371, 449, 458, 520,
523 — 526, 571, 625, 752, 799, 800, 840, 849, 876, 954, 970.
Marlet, A. T. XIII 146, 317.
Mars, H. II 124, 258; III 173, 210, 212, 214, 217, 280, 281, 288; V
92, 155, 253; XII 196; XIII 140; XV 264; XVII 261; XX 311,
371; XXV 448; XXVIII 190; XXIX 327; XXXI 589; XXXII
385 ; XXXIII 86.
Mars. J. 1 55, 65, 142; II 113.
Martel, H. XXXV 174, 181.
Martin, dr. P. XXVIII 188, 286, 577; XXIX 238, 430 ; XXX 42,
185, 360, 554 ; XXXI 184, 296.
Martiny, B. XXXV 174, 175.
Massa, P. H. XVII 182.
Mast, S. A van der XXI 379; XXVI 419; XXVII 401; XXIX 334,
581 ; XXX 46, 47, 190 ; XXXI 367 ; XXXVI 952.
Mazure Sr., C. I 55 ; II 122; III 172, 285; IV 27, 31; V 12; VII
9, 138; VIII 256; IX 278: X 279; XE 74, 119; XII 10, 11, 126,
297, 298; XIII 138, 224; XIV 152; XV 54, 259 ; XVI 10, 105,
133; XVII 218, 259; XIX 288; XX 66, 68, 368 : XXI 357 ;
XXIII 60 ; XXIV 69, 247, 250 ; XXV 36, 349.
Mazure Czn., C. M. IV 253, 254, 255; V 248, 250; VI 174; VII
61; IX 279, 295; XI 74; XII 125, 298 ; XIII 137 ; XVI 124;
XVII .258 : XVHI 134, 224: XIX 179, 315; XX 367: XXI 200;
XXIII 382; XXV 445; XXVIII 521; XXIX 323; XXXI 40, 41;
XXXVI 957.
Mazure Czn., J. III 215, 216; IV 227, 252, 253, 257, 265; V 246;
VI 193 ; VII 61, 141, 215 : VIII 180 ; IX 165; X 175; XI 74,
75; XII 106, 115, 128, 187; XIII 136; XIV 150; XV 259 : XVII
184, 197, 232, 257; XVIII 55—57; XIX 80; XX 262, 348, 366;
XXI 46; XXII 57, 59, 137, 378; XXIII 54, 280, 290; XXIV 60 ;
XXV 352, 443 : XXVIII 227 ; XXIX 322 ; XXX 144, 180, 273,
275, 281; XXXI 37, 280, 285, 286, 551; XXXII 133, 135, 234,
600; XXXV 351, 360, 363, 369; XXXVI 955.
Mazure, J. Luteijn I 61.
Mazure, M. Luteijn III 134, 285 ; IV 43, 44, 55 ; VIII 184 ; XI
74; XV 259; XVI 10; XVII 259; XVIII 284; XX 66, 345,368;
XXI 215, 265 ; XXIII 60.
Mazure, P. A. Luteijn I 61.
Meerstadt, W. J. G. III 211, 213, 214, 215; IV 252, 256, 265;
XII 8 Ol ; XIII 135; XVII 256; XIX 67, 77 ; XX 864; XXV 442;
XXIX 320, 525; XXXI 94; XXXIV 108; XXXVI 953.
Meester, A. de XIII 141; XVII 263; XX 369 ; XXV 447 ; XXIX 326.
Mégnin, P. XVII 118.
Mensema, D. S. R. XXX 605; XXXI 510; XXXII 566; XXXIII 702;
XXXIV 726; XXXV 164, 165, 641; XXXVI 50, 796, 949.
Merens, Th. El. Ch. XXXVI 856, 969.
Mertosendjojo, XXXVI 754.
Mervennée, E. L. van I 56; II 128, 250; III 173, 285; V 146,
148, 149, 153, 175; VI 242; XI 74. 75; XIII 138; XIV 817;
XV 96, 259; XVI 133, 148; XVII 259, 273; XX 368; XXIV 250,
300; XXV 57, 446; XXIX 324; XXXIII 103; XXXIV 107,
XXXVI 56, 959.
Metz, M. L. XXX 99.
Meulen, A. van der I 55; III 216; IV 252, 253, 255; V 62, 131;
XII 197, 268.
Meulen, P. L. van der I 57, 251.
Meulen. G. van der VI 257; VII 252; VIII 268; IX 259, 297;
X 294; XII 197; XIII 134; XVII 254; XIX 75, 288; XX 54,
362; XXI 110; XXII 51; XXIV 55, 122; XXV 420, 440; XXVII
50; XXVIII 185 ; XXIX 318; XXX 176; XXXI 280; XXXII 340;
XXXVI 950.
Meulen, J. L. Moerkercken van der XXX 558; XXXIII 703;
XXXIV 715; XXXV 633; XXXVI 757, 793, 854, 953.
Meurs, L. C. XXVII 401; XXIX 335, 526; XXX 336.
Meijer, F. II 256; III 288.
Meijer, J. XIV 189, XV 186.
Meijer, J. J. XXXVI 856, 969.
Meijer, dr G. van Overtaeek de V 62, 198.
Meijerink, J. H. III 283; XIII 135; XVII 256; XX 364; XXI 59.
Michels, P. F. I 56; II 123, 250, 253; III 172, 286; IV 2; XI 74;
XIII 138; XVII 180, 259; XVIII 51; XX 368; XXII 60; XXIII
64; XXV 446; XXVI 477; XXVII 63; XXVIII 231.
Mieckley, E. XXXII 370.
Mingels, W. M. III 216; IV 253, 254, 255; V 198, 249; IX 295;
XI 74; XIII 138, 226, 321.
Minlot, J. C. D. II 253, 257; III 231; XIII 136; XVII 257; XX 365 ;
XXV 443; XXIX 321; XXX 334.
Moerlands, C. Ph. XXVII 280; XXVIII 577; XXX 47; XXXI 47.
Moermans, J. XVII 182.
Mogendorff, dr. S. J. M. XV 105; XVI 216; XVIII 294; XIX 67,
91; XX 363; XXI 58, 59; XXV 232, 445 ; XXIX 323; XXXIII 235,
238, 321, 734; XXXIV 579 ; XXXV 745 ; XXXVI 328, 756, 933, 957.
Mol, H. E. L. X 296.
Molen, W. van der XXI 129.
Molendijk, C. H., XXVIII 524; XXIX 335, 526; XXX 557; XXXI
510; XXXII 595, 607; XXXIII 46, 94; XXXIV 351; XXXVI 959.
Möller, dr. H. XXXVI 199.
Mölter, XXXV 581.
Monné, D. J. H. H. XXX 558; XXXII 493 ; XXXIV 716; XXXV
634: XXXVI 968.
Montens, A. J. I 55, 88, 96; II 20, 122; III 145, 172, 285; IV 45,
60, 118, 263 ; VII 185, 192, 193; IX 257; XI 74; XII 128;
XIII 138; XVI 54; XVII 184, 259; XIX 83, 288; XX 64, 262,
368; XXII 284; XXIII 64; XXIV 66; XXV 446; XXIX 325;
XXXIII 46; XXXIV 543, 785; XXXVI 459, 574, 960.
Montens, W. H. I 55; II 122; III 243, 278, 284; XIII 138; XV
91, 265; XVIII 51.
Morice, J. X 165; XI 287.
Mos, F. I 56; II 124," 2*8; III 211, 212, 214; IV 256, 264; XIII
135; XVII 256; XX 365 ; XXV 442; XXIX 320; XXX 242;
XXXIII 427 ; XXXVI 953.
Mos, G. J. IV 254, 256; V 249, 250; VI 256; Vil 182; VIII 106;
IX 295: XIII 136; XV 259; XVI 48; XVII 255; XVIII 292;
XIX 70, 250; XX 363; XXII 146; XXV 441; XXIX 319;
XXXVI 697.
Mos, H. III 283; XI 75; XIII 134; XVII 255; XIX 249, 250.
Mos, J. I 55, 59, 142.
Mossel, W. II 254; III 283.
Moubis, J. B. H. I 56, 59; II 123, 258; III 173, 210, 217, 280,
288; IV 137; VII 113, 183; VIII 1, 22, 138, 142, 153, 157,
169, 207, 221, 224; IX 46, 97, 110, 181, 207, 262, 279; X 26,
47—50, 141, 146, 148, 165, 216, 227—234, 280; XI 99, 100,
104, 107, 108, 115, 243, 248, 261, 262, 287 ; XII 90, 95—99,
144, 161 — 165, 168, 169, 187, 241, 243, 249, 254, 255; XIII30,
38—48, 51—55, 301, 304; XIV 150, 188, 298, 300, 302; XVI
106; XVII 115, 260; XVIII 261; XX 312, 370; XXI 391; XXIII
297, 387 ; XXIV 156, 339 ; XXV 448 ; XXVI 466 ; XXVII 397 ;
XXIX 142, 326, 430; XXX 603; XXXI 509; XXXII 440, 481;
XXXIV 402, 404; XXXV 576, 755; XXXVI 527, 954.
Mouton, J. M. C. XXIV 304.
Mulder, A. W. XIII 238; XVII 258; XX 367; XXV 445; XXIX
323; XXXII 202.
Mulder, dr. L. II 66, 120, 241; III 123, 170; IV 187, 233,
235, 243, 246; V 241; X 78; XII 113; XIII 146, 316; XVII
271; XVIII 234 ; XX 379 ; XXV 455 ; XXIX 333 ; XXX 335 ;
XXXI 68.
Muller, A. P. XXII 401 ; XXIV 377 ; XXV 388 ; XXVI 455, 481 ;
XXVII 276 ; XXVIII 522; XXIX 323; XXX 191, 221; XXXI 41 ;
XXXII 388; XXXIII 496: XXXIV 219, 333, 570; XXXV 453;
XXXVI 51, 957.
Müller, C. XXIII 224.
Muller, D. XXII 401; XXIV 377, 419; XXVII 453, 466, 469; XXVIII
142, 516; XXIX 318; XXXII 388; XXXIII 774; XXXIV 628;
XXXV 106, 453, 687, 688; XXXVI 949.
Muller, dr. G. XXII 172.
Müller, dr. B. XXXIV 702; XXXVI 519.
Mullie. G. XXXV 175, 179, 188.
Munckhof, P. A. van den II 124, 258; III 211, 212, 214; IV 243,
256, 264; XIII 138; XVI 54; XVII 180, 259; XVIII 51, 293;
XIX 83; XX 137, 368; XXIV 33.
Munnik, G. P. F. XXXIII 47, 703; XXXIV 716 ; XXXV 633; XXXVI
757, 793, 954.
Muys, G. XIII 130; XVI 216; XVII 97, 257; XIX 250; XX 366;
XXII 216; XXIV 156; XXV 72, 444; XXIX 322; XXXVI 955.
Mujjzert, P. C. IX 298; X 295; XII 299; XIII 140, 323; XIV 188.
316; XV 95, 186; XVII 261; XVIII 64, 136; XIX 86, 249; XX
190, 261, 284, 370; XXI 200, 357; XXII 216; XXV 205, 448;
XXVI 414; XXIX 327, 480; XXXV 631, 755; XXXVI 574, 961.
Nauta, P. XXIV 377 ; XXV 79.
Nauta, dr. J. S. XXIX 38, 335, 526; XXX 557\'; XXXI 510;
XXXII 595, 607; XXXIII 47, 94, 780, 783; XXXIV 284, 298,
353; XXXV 395, 453,-689; XXXVI 950.
Nederveen, H. J. van XX 359; XXII 401; XXV 428, 430, 431,
435, 446; XXVIII 142; XXIX 287, 324; XXX 222, 274, 275,
285; XXXIV 177, 181, 325; XXXV 777; XXXVI 959.
Nes, J. M. A. van X 295; XII 128; XIII 74, 134; XV 245; XVI
104; XVII 255; XX 354, 363; XXI 35; XXIV 52, 442; XXV
432, 441; XXIX 46, 319; XXXI 187; XXXIII 103, 239; XXXIV
630; XXXVI 373, 575, 855, 897, 951.
Nieburg, D. XXVI 419; XXVIII 524; XXIX 334, 527; XXX 511;
XXXI 598; XXXII 34, 66, 154; XXXIII 266; XXXVI 953.
Nierstrasz, dr. H. P. XXIII 281; XXXIV 28, 402, 521.
Nieuwenhuis, F. J. XXXV 452.
Nieuwenhuizen, F. J. XVI 64; XIX 324; XXII 394, 401; XXIII
95; XXIV 60; XXV 444; XXIX 322; XXX 604; XXXVI 955.
Nieuwenhujjzen. J. M. van XIV 90; XVI 210, 216; XVII 97,256;
XVIII 234; XX 368; XXIV 300; XXV 446; XXVII 203, 349;
XXVIII 231; XXIX 325; XXXII 33; XXXVI 960.
Nieuwenhuizen, H. van den XXXIII 47; XXX1Y 677; XXXV 649;
XXXVI 700, 968.
Nieuwland, C. H. XXXI 94; XXXII 43; XXXIII 47, 783; XXXV 50,
757; XXXVI 811.
Nifterik, J. D. van XIII 237; XIV 190.
Niks, J. XXXV 51, 633; XXXVI 701, 90S.
Nocard, E. XXIII 102; XXX 226; XXXI 46. 1S9, 235; XXXII 192.
Noest. J. J. I 141; III 285 ; IV 118; XIII 138; XVII 259; XX 368;
XXII 211; XXV 446; XXIX 95.
Nolen, dr. W. XXVIII 525.
Nonhebel, J. E. J 56.
Nonhebei, K. P. I 56.
Noordink, A. P. W. XXVI 419; XXIX 3S.
Noordyk, P. III 225 281; XIII 13«; XIV 316.
Numans, J. C. XXI 379; XXIV 377; XXV 388; XXVI 455, 481 ;
XXVII 203, 204, 348, 397; XXVIII 142, 230; XXIX 193, 287,
327, 337, 580; XXX 336; XXXI 589; XXXIII 196; XXXIV 404;
XXXVI 52, 222, 961.
Numans, J. M. G. XXXIV 28; XXXV 633; XXXVI 700, 968.
-ocr page 221-Nuss. J. H. III 286; XIII 139; XVII 260; XX 369; XXV 447;
XXIX 326 : XXX 404.
Nuyens, A. XXV 238.
Nuyten, A. XXI 129.
Nyhoff, R. XXVI 419; XXVII 401; XXVIII 525 : XXIX 334, 526 ; XXX
604; XXXI 45, 67, 222, 356 ; XXXII 388 ; XXXV 453 ; XXXVI 951.
Njjs, H. XXXIII 734.
Nyssen H. H. XXIX 38, 335; XXX 511; XXXII 566; XXXIV o90;
XXXV 581, 633; XXXVI 757, 897, 960, 971, 984.
Odé, H. J. XX 359; XXII 401; XXIV 441, 454; XXV 122,134,442;
XXIX 193, 320; XXXII 25, 495; XXXIV 481, 521; XXXV 700;
XXXVI 953.
Offeringa, P. J. XXXV 51, 633; XXXVI 701, 968.
Olst, G. J. F. van III 211, 213, 214, 215.
Oord, A. van der XXXVI 52, 969.
Oosterbaan Jr., A. D. XXIX 527; XXXI 510; XXXIV 716; XXXV
634; XXXVI 757, 810, 842, 952.
Oosterbaan Sr. A. D. IV 256; V 249, 250; VI 256 ; VII 251 ; VIII
106;. XIII 135; XVII 230, 256; XX 364; XXV 442; XXVI 412,
413; XXVIII 333, 368; XXIX 320; XXXVI 953, 984.
Oosterburg, W. XXXVI 52, 700, 969.
Oostingh, W. XV 105; XVII 274; XXI 378; XXII 68, 211; XXIV
52; XXV 216, 441; XXVI 239; XXVII 48; XXVIII 142; XXIX
318; XXXIII 196; XXXV 395, 575; XXXVI 373, 572, 963.
Ooy, J. G. J. van XXXIII 784.
Oppenheim, mr. J. XXVIII 315.
Oppenraay, W. J. P. van II 250, 259; III 173, 211, 212, 214,
217, 280, 281, 288; VII 184, XIII 138; XV 186; XVII 259;
XX 190, 368; XXV 235, 446; XXIX 325; XXX 191; XXXIV
27; XXXV 228; XXXVI 960.
Oskam, D. A. XXXIV 28, 677; XXXV 649; XXXVI 700, 968.
Oskam, J. J. XIII 237; XV 105.
Ostertag, dr. R. XXX 325, 326; XXXI 410; XXXIII 43, 393; XXXV
161, 174. 179, 186, 188, 581.
Otte, J. T. A. XVI 133, 146, 181.
Ottens, G. III 283: IX 166.
Ouden, P. den XIII 130; XVI 48, 63; XVII 181, 259; XX 191,
369; XXII 352; XXIV 66; XXV 447; XXIX 45, 325; XXXIII
143, 475; XXXVI 381, 960.
Over, dr. K. XXVI 110, 419; XXVII 401; XXVIII 524; XXIX 334,
581; XXX 47, 604, 605; XXXI 558, 597; XXXII 35, 122, 439,
565; XXXIII 733; XXXVI 955.
Overbeek, dr. A. A. XVI 216; XVIII 294; XX 357, 359, 363*;
XXI 58, 59; XXII 68; XXIV 156, 300; XXV 295, 296, 440;
XXVII 202, 203, 275, 277, 467; XXVIII 113, 567, 568, 569 ;
XXIX 108, 267, 275, 276, 287, 319, 377; XXX 218, 273, 275,
604; XXXI 186; XXXII 25; XXXIV 91, 325, 351, 371, 543,
582, 583; XXXV 280, 374, 384, 485, 687, 688, 690—693;
XXXVI 202, 203, 205, 208, 217, 247, 259, 263, 429, 624, 639,
751, 794, 796, 813, 827, 949.
Overbosch Wzn., A. I 59; II 122, 125, 126; III 172, 283; IV
265; IX 165; XI 74, 75; XII 297; XIII 136; XVII 257; XX
365; XXV 443; XXIX 321; XXXIII 474 ; XXXIV 18, 568.
Overbosch, A. I 56, 59; II 123, 258; III 173, 210, 217, 280, 288;
VII 184; XI 142; XII 197; XIII 139, 323; XVII 180, 260;
XVIII 134, 228; XX 370; XXI 200; XXV 448; XXVII 276, 397 ;
XXIX 95, 143, 326, 429; XXXI 40, 367; XXXIII 87, 95, 142,
476; XXXV 458; XXXVI 527, 957.
Overboscb, E. I 55, 250, 251; II 121, 126 ; III 285 ; VIII 255;
IX 165, 256; XI 74; XII 128; XIII 137; XVII 258; XX 367;
XXV 445; XXIX 323; XXX 145; XXXI 40; XXXVI 957.
Overbosch Wzn., E. I 55, 74; II 122; III 173, 283; XIII 135;
XVII 256; XX 364; XXIV 33; XXV 72, 442 ; XXIX 320 ; XXXIII
702; XXXVI 953.
Overbosch, H. W. XXV 79; XXVI 419; XXVII 401; XXVIII 524;
XXIX 334, 546; XXX 603, 604; XXXI 222; XXXVI 957.
Oijen, C. P. van XXXIV 28, 716; XXXV 633; XXXVI 968.
Oijen, J. H. van V 250; VI 256; VII 250; VIII 106; IX 256; XI
278; XIII 136; XV 259; XVII 176, 178, 184, 257; XVIII 55,
58; XX 58, 262, 366; XXI 46, 71, 266; XXII 58, 355; XXIII
44, 280, 290 ; XXV 444 ; XXVI 238 ; XXVII 53 ; XXVIII 64, 143,
377, 379, 519; XXIX 322, 430; XXXIII 781 ; XXXIV 629, 795;
XXXV 731, 744; XXXVI 48, 802, 829, 858, 955.
Paimans, W. J. XIII 75; XIV 187, 188; XVI 114; XVII 218, 260;
XVIII 51, 269; XIX 83; XX 64, 206, 369; XXI 11, 52, 128,
161, 305; XXII 60, 393; XXIII 64, 308; XXIV 66; XXV 284,
447; XXVI 456, 465; XXVII 65, 258; XXVIII 232, 333, 356,
366; XXIX 35, 214, 222, 226, 227, 228, 229, 255, 325; XXX
224, 274, 275, 281, 335, 336; XXXI 42, 186, 209, 352, 508;
XXXII 33, 373, 567; XXXIII 103, 106, 237, 240, 266, 784;
XXXIV 267, 320, 328, 590; XXXV 458, 581, 757; XXXVI 56,
108, 205, 267, 523, 757, 843, 954.
Pas, L. G. H. G. van der XXI 379; XXIII 444; XXIV 377; XXV
331, 430, 435, 447; XXVI 110, 188; XXIX 321; XXXII 35, 42,
43, 61, 598; XXXVI 964.
Pasteur, L. XX 189; XXIII 1.
Paszotta, dr. F. XIV 256; XV 264; XVII 262; XVIII 65; XX 371;
XXII 216; XXV 431, 449: XXVIII 313: XXIX 37.
Patmos. C. V 251.
Pekel, H. F. X 296.
Pekelharing, dr. C. A. VIII 266; XII 127, 128; XIV 189; XV 185;
XXIV 351.
Pelle, P. W. VII 182, 252; VIII 268; IX 297; X 294.
Penning, 0. A. XI 286; XII 128; XIII 74, 140; XV 264; XVII181,
262; XVIII "135; XX 371; XXII 284; XXIII 281; XXIV 157;
XXV 449; XXIX 328; XXXI 590, 598; XXXIII 475; XXXIV
353, 481, 582; XXXV 191, 378-390, 421, 450, 521; XXXVI
374, 963.
Perroncito, dr. E. XXXV 524.
Petten, J. L. XXXIV 28; XXXV 633; XXXVI 969.
Pfeiffer, dr. W. XXV 82; XXVIII 234; XXXI 44; XXXIV 468.
Philips, mr. Ed. XXX 186.
Picard, dr. J. H. XXIII 444; XXIV 377: XXV 389; XXVI 419;
XXVII 453, 469; XXVIII 64, 183, 287; XXIX 321 ; XXX 242, 406,
604; XXXI 367; XXXII 27, 42, 66, 122, 244, 332, 598; XXXIII
103, 427, 734, 784; XXXIV 328, 341; XXXV 42, 576, 702;
XXXVI 202, 209, 246, 250, 254—256, 258, 259, 262, 263, 757, 799,
800, 954.
Picard, W. K. XXXVI 856, 969.
Pieron, P. J. H. XIII 237; XV 105.
Pieters. R. H. XXXIV 108; XXXV 51.
Piggelen, W. van XXVIII 382; XXIX 384; XXXV 396.
Pinckers, J. H. III 286; XIII 141; XVII 263; XX 369; XXV 447;
XXVIII 522; XXIX 326; XXXV 31; XXXVI 122, 961.
Pinkse, A. H. J. XXXVI 856, 969.
Plaats, O. H. van der XXXIV 108, 585.
Plaats, dr. J. D. van der LX 164; XII 127; XIII 146; XVI 65;
XVII 271; XVIII 77; XX 379; XXIV 91, 346, 353, 378; XXV
352, 354, 361, 362, 369, 455; XXVI 1, 467; XXVII 51, 453;
XXVin 278, 336, 369; XXIX 333; XXX 280, 561, 604; XXXII
134, 229, 234, 277, 492, 522; XXXIII 1, 118, 737; XXXIV 24,
25, 37, 184, 186, 188, 194, 195, 251, 252, 254, 261, 265, 266,
269-271, 275—279, 326, 328, 569; XXXV 361; XXXVI 210,
214, 216, 217, 967, 973.
Plank, G. N. van der XXXV 51, 633; XXXVI 701, 969.
Plankeel, M. F. XXIV 377; XXV 389; XXVI 419; XXVII 401;
XXIX 334, 581; XXX 47, 144; XXXI 356; XXXII 608; XXXIII
615: XXXV 777; XXXVI 960.
Plantenga, A. VI 257.
-ocr page 224-Plantenga, E. I 8, 9, 55, 58, 141; II 122: III 172, 279, 282; XIII
133, 316, 322; XIV 81.
Plet, J. XIII 130; XV 104, 185; XVI 48, 147; XVII 218, 254; XIX
76; XX 362; XXII 51: XXIV 55, 360, 362; XXV 440; XXVII
49, 85; XXVIII 523; XXIX 318, 481; XXXII 567; XXXIV 582,
699; XXXVI 950.
Plynaar, P. J. III 209, 280; IV 251.
Poehl, dr. A. van XXXII 434.
Poel, M. C. van der XX 359; XXIII 444; XXIV 340, 377; XXV
430, 435, 445: XXVI 101, 238; XXVII 466; XXVIII 183, 516;
XXIX 323; XXX 242; XXXIII 269; XXXVI 957.
Poel, P. P. van der XIV 90; XVI 216: XVII 97, 180, 262, 272;
XVIII 64, 235; XX 371; XXII 283; XXV 449; XXVII 277;
XXIX 328; XXXI 590, 598; XXXIII 733; XXXIV 108,521,
639; XXXVI 754, 755, 810, 963.
Poel; W. H. van der V 251; VI 257; VII 251; VIII 267; 1X 297;
X 294.
Poels, dr. J. III 216; IV 253, 254, 255; V 249, 250; VI 174; IX
256; XI 74; XIII 137; XIV 257, 316; XV 66 ; .XVI 215 ; XVII
244, 258; XVIII 134, 153, 224, 228; XIX 82, 172, 314; XX 231,
236, 265, 367; XXI 200, 205; XXII 137, 215; XX11I 290;
XXIV 187; XXV 134, 348, 352, 356, 358, 359, 369, 445: XXVI
100, 306, 319, 415, 458; XXVII 64, 65, 395, 456 ; XXVIII 52,
143, 283, 356, 370; XXIX 323, 4SI; XXXI 40, 41, 68; XXXII
93, 239, 429; XXXIII 98, 197, 234, 235, 236, 377, 429, 477,
535; XXXIV 59, 328, 329, 333, 4SI, 570, 590, 714; XXXV 181,
182, 188, 581; XXXVI 51, 224, 226, 520—523, 854, S97, 957,
973.
Poels, P. A. VI 257.
Pol, J. van der II 124, 259.
Polak, M. M. XXVII 278.
Polder, H. J. XXXV 51; XXXVI 52.
Poll, H. C. I 55, 251; II 122, 125; III 172, 237, 282; XI 75; XIII
134; XVII 254; XX 362; XXV 440; XXIX 318: XXXIV 403,
784 ; XXXV 374.
Poll, K. J. III 211, 213, 214, 216; IV 252, 253, 257, 265; XIII
136; XVII 257, 272; XX 365; XXI 328; XXV 443 ; XXIX 321:
XXXII 605; XXXVI 954.
Pomayer, dr. C. XXXV 445.
Poot, H. XIV 90; XVI 48, 63, 214; XVII 122, 258; XX 367; XXII
69; XXIV 443; XXV 445; XXVIII 190, 191; XXIX 323;
XXXVI 958.
Porcher dr. XXXV 177.
Posno, A. B. J. W. XXXVI 755, 972.
Post, G. Chr. XXVI 110, 419; XXVII 401; XXVIII 524; XXIX
334, 581; XXX 46, 47, 493, 520; XXXI 186; XXXIII 142;
XXXVI 963.
Postma, F. H. XXIII 160; XXIV 181 ; XXV 79; XXVII 90.
Postma, H. XXIX 38, 335, 526; XXXIII 702; XXXIV 726, 754;
XXXV 105, 395, 453, 699; XXXVI 950.
Postma, J. J. I 61, 141; II 257; III 231; XIII 140; XV 264;
XVII 262 ; XIX 91 ; XXX 557.
Potting, J. XXVIII 237.
Prakke, H. J. I 35, 55, 58, 142, 153; II 122, 126; III 41, 172,
237, 279, 282; V 131 ; VII 185 ; VIII 256 ; IX 125 ; XI 75, 233 ;
XII 296, 29S.
Prawirodinoto, XXXVI 754.
Preusze, M. XXV 142; XXX 459; XXXII 335.
Prince. II 246.
Pulle, W. M. P. XXIX 527; XXXI 510; XXXII 566; XXXV 634;
XXXVI 54, 757, 793, 854, 962.
Punt, K D. XXVIII 523 ; XXXI11 784.
Quadekker, E. A. L. IV 255; V 249, 250; VI 171; VII 184;
XII 83, 196; XIII 139; XVII 180, 261; XIX 92; XX 24, 370;
XXI 59; XXIII 161; XXIV 100, 103, 156, 242, 379; XXV 238,
448; XXVI 239, 414; XXVIII 377; XXIX 320; XXX 337; XXXI
92, 235; XXXII 292, 373, 574; XXXIII 298, 301,302,476,615;
XXXIV 207, 762, 763; XXXV 225, 307, 308, 574, 692; XXXVI
161, 380, 4$.8, 501, 520, 624, 745, 788, 953.
Quaedvlieg, E. J. A. A. XXXV 51, 633; XXXVI 701, 968,
Quaedvlieg, F. J. H. J. XXVIII 524: XXIX 335, 526; XXX 557:
XXXI 510; XXXII 595, 607; XXXIII 94, 195; XXXVI 960.
Raabe, J. F. C. XXXIII 47, 703; XXXV 649; XXXVI 700, 968.
Raadt, G. A. de XXVIII 65, 523; XXIX 334, 527; XXX 511;
XXXI 597, 598: XXXII 66, 93; XXXIII 195, 196; XXXVI 950.
Baadt, O. L. E. de XXV 138, 389; XXVI 419; XXVII 351.
Rab, dr. C. J. XXI 379; .XXIII 444; XXIV 377; XXV. 430, 435,
444; XXVI 101, 161, 188; XXVII 349; XXVIII 224 ; XXIX 31,
321; XXX 177, 273, 336, 507, 604; XXXI 35, 36, 68; XXXII
27, 28, 489, 598, 599; XXXIII 734; XXXIV 267, 586; XXXV
42, 106, 165, 395, 458, 576, 702; XXXVI 306, 520, 799, 800, 953.
Ratz, St. von XXXV 524.
Redactie, XXII 295; XXV 1: XXVI 99, 317; XXVIII 558; XXXII
154; XXXIV 214, 282; XXXV 313, 450, 461: XXXVI 761bis.
Reedyk. G, I,. I 141, 142; III 225, 228; X 175; XIII 137 ; XVII
258 ; XVIII 134 ; XX 74.
Reeken, dr. C. G. von I 7, 8, 10, 13, 15, 43, 54, 55, 57, 58, 190;
II 121, 122 ; III 122; XIII 136; XVII 257; XX 366; XXV 36,
444; XXVIH 287; XXIX 322; XXXVI 955.
Reeser, dr. H. E. XXVII 469; XXVIII 523; XXIX 334, 527; XXX
511; XXXI 597, 598; XXXII 43, 66, 203, 246, 462, 495 ; XXXIII
266 ; XXXIV 583 : XXXV 374, 499 ; XXXVI 958.
Reeser, J. G. A. XXVII 469; XXVIII 523; XXIX 334, 527; XXX
511; XXXI 597, 598; XXXII 43, 66, 179, 207, 218, 260, 264,
313, 317, 319, 321, 322, 343, 420, 438, 439; XXXVI 955.
Reeuwjjk, W. van XXVII 401; XXIX 335; XXX 605.
Reichman, A. F. III 283; X 79.
Reichman, A. F. XX 359; XXII 401: XXIV 441, 442, 454; XXV
71, 442; XXIX 320; XXXIII 439, 785; XXXVI 953.
Reichman, C. F. III 211, 213, 214, 215; IV 252, 256, 264; XIII
135; XVII 256; XX 364; XXIV 367.
Reichman, F. F. X 295; XII 128; XIII 74, 135; XVII 256; XX
364; XXV 442; XXIX 320; XXXV 106; XXXVI 953.
Reichman, J. E. I 55, 251; II 122, 125; III 173, 283; XIII 135;
XVII 256; XX 364; XXV 442; XXVI 239; XXIX 321; XXXV
286; XXXVI 897, 958.
Reilingh, A. XXXVI 970.
Reimers, G. A. I 56; II 123, 258; III 210, 216, 283; XIII 134;
XVII 255; XX 363; XXIV 157; XXV 441; XXVII 210; XXIX
319; XXXI 509; XXXIV 209; XXXV 374.
Reimers, H. I 55 ; II 122; III 171, 283; V 244; IX 278; X 280;
XI 75, 146; XIII 134; XV 68; XVII 255; XVIJI 292; XIX 70;
XX 363; XXI 214; XX1L 47; XXIU 382.
Reimers, H. C. V 250; VI 256; VII 250; VIII 106; XI 74, 278;
XII 1, 114, 185; XIII 64, 135, 317; XIV 126, 153, 317;XV58;
XVI 11, 105, 115, 129, 133; XVII 176, 178, 218, 256; XIX 77,
92, 168, 292; XX 262, 349, 364; XXI 42; XXII 69, 211; XXV
376, 442; XXVI 305; XXVIII 523; XXIX 271, 272, 273, 276,
320, 376, 377, 378; XXXI 598; XXXII 43, 440, 605; XXXIV
676, 716, 784; XXXV 575, 576; XXXVI 250, 754, 953.
Reitsma, H. I 61.
Remmelingh, L. G. III 281.
Remmelts, dr. H. XV 104; XX 74, 76, 189, 362; XXII 339; XXIII
95, 290, 399; XXIV 81, 155; XXV 445; XXVII 209; XXVIII
377, 379; XXIX 287, 324, 526; XXX 125, 144, 145, 182,
406, 455, 603; XXXI 317; XXXII 373, 388, 439, 494,495,565;
XXXIII 325, 475; XXXIV 328, 405, 482; XXXV 308, 452, 458,
521 ; XXXVI 53, 758, 958, 973.
Rempt, J. XI 286; XIII 75; XIV 187, 188; XV 259; XVII 180,219,
-ocr page 227-257; XX 366; XXI 266; XXIV 60; XXV 444; XXVII 437;
XXVIII 225, 513, 519; XXIX 322; XXX 180; XXXI 38, 551,
XXXIV 108; XXXVI 955.
Renault, E. II 244.
Rentema, H. R. XIV 190; XVI 63; XVII 274; XVIII 64; XIX
168; XX 362; XXV 439; XXVII 87; XXIX 318, 580; XXXI
186, 224, 560; XXXV 395; XXXVI 949.
Reudler, dr. R. T. F. XXXIII 523.
Reumkens, P. J. XXVIII 191.
Reus, A. de X 295.
Reus, H. W. Klerk de XXVII 212 ; XXVIII 336 ; XXIX 38, 335,
526; XXX 557; XXXII 493; XXXIII 735, 767; XXXIV 27,108;
XXXV 395 ; XXXVI 962.
Reijnal, J. V 118.
Rlijjn, L. J. van XIII 75; XIV 189, 284, 289, 317; XV 105: XVI
148, 149; XVII 180, 261 ; XX 189, 190, 370; XXV 448; XXIX
327 ; XXX 336, 462; XXXIV 351; XXXVI 574, 961.
Ridder, M. de XXII 401; XXV 389 ; XXVII 90, 453, 466, 469;
XXVIII 142 ; XXIX 324; XXX 242, 604 ; XXXI 39 ; XXXII 30,
494, 603; XXXIII 269, 734; XXXV 577; XXXVI 108, 306,
372, 953.
Rink, mr. S. XXXIV 184.
Rinkes, A. W. J. IV 251 ; XXIII 350 ; XXIV 258.
Risch, J. Z. IX 298 ; X 294; XIII 74, 138; XIV 316; XV 259;
XVII 259; XVIII 73; XX 65, 359, 368; XXIII 60; XXIV 250;
XXV 446 ; XXVI 456, 462, 463, 466 ; XXVIII 64 ; XXIX 267,
324 ; XXX 241 ; XXXII 133, 135 ; XXXVI 959.
Risseeuw, A. XIX 324 ; XXII 401 ; XXV 430, 435, 446 ; XXVI188,
305; XXIX 324 ; XXXII 31, 42, 375 ; XXXV 352, 359; XXXVI 959.
Roberton, R. G I 61, 190; II 122, 256 ; JU 227, 228; XIII 137.
Röell, dr. 0. C. I 49, 52, 60, 62.
Roelofs, E. T. XXVI 419.
Roeloffs, J. W. XIII 130; XV 104, 263; XVII 257; XVIII 57;
XX 366; XXV 444; XXVI 459, 469; XXVII 212; XXVIII 358;
XXIX 322 ; XXXVI 307, 955.
Roemer, N. A. van de XXXV 51 ; XXXVI 52.
Ronck. J. Th. XVII 182.
Ronde, A. de XXXV 51 ; XXXVI 700, 969.
Roodzant, C. XVI 64; XVII 274; XX 76, 136, 190, 229, 311, 367;
XXII 146; XXIV 82; XXV 445; XXVI 158; XXVII 87; XXIX
324 ; XXXIV 353, 581 ; XXXV 250, 453; XXXVI 757, 955.
Roodzant Kzn.; J. O. XXXII 567,
Roos, J. XXXIV 28, 677; XXXV 649 ; XXXVI 700 ; 968.
-ocr page 228-Roos, J. P. XXXIY 853.
Roosjens, J. XXIV 453; XXV 138.
Roosmalen, J. P. P. A. van XIII 138, 239; XVII 179, 256; XX 74.
Roojjen, C. M. van XVII 275; XXI 378; XXVII 453, 469; XXVIII
64, 143; XXIX 142, 287, 318, 337; XXX 177; XXXV 453;
XXXVI 950.
Rooy, C. F. van XIII 323.
Rörik, dr. H. H. XXVII 401; XXVIII 524; XXIX 334; XXX 557;
XXXI 510; XXXII 595, 607; XXXIII 94, 142, 476, 702 ; XXXIV
481, 568; XXXV 345; XXXVI 52, 222, 458.
Rotscheid, 0. A. XIII 237; XV 104; XVI 216; XVII 97, 258;
XVIII 269, 286 ; XX 367; XXII 69; XXIV 443 ; XXV 445 ;
XXIX 324; XXXII 603; XXXIV 352, 711, 784; XXXV 374,
744, 745.
Rotscheid, J. P. I 54, 131; II 121; III 171, 284.
Rouan, K. I 62.
Roukens, W. A. A. XXVIII 524; XXIX 335; XXX 511; XXXIII
734; XXXIV 678 ; XXXVI 968.
Roujjer, C. G. A. A. VI 257 ; VII 251; VIII 268 ; IX 259, 297 ;
X 294; XI 285; XII 83, 125; XIII 140 ; XV 264; XVII 262;
XVIII 65; XX 75, 371; XXII 216, 339; XXIII 281; XXV 449;
XXIX 328; XXXI 224, 317, 367, 509, 598; XXXII 34, 43, 66,
203, 296 ; XXXV 227.
Rovers, E. A. Ill 285; XIII 239; XVII 260; XX 74.
Roy, J. C. Ie I 251 ; II 126 ; III 225.
Rubeli, dr. O. XXXIV 396. \\
Ruiter, A. de XIII 237; XVI 63; XVII 274; XVIII 63, 64; XIX
91; XX 53, 365; XXII 68; XXIV 443; XXV 443; XXIX 321;
XXXVI 381, 954
Rutgers, A. J. N. XXXV 51, 633; XXXVI 701, 969.
Rutgers. D. J. B. I 56; II 123, 258; III 210, 212, 217, 284; XIII
135; XVII 256; XX 364; XXV 442; XXIX 320; XXX 241;
XXXIV 107; XXXVI 953.
Rutgers J. C. II 254 ; X 176 : XI 74.
Rutgers, J. H. XX 359; XXIII 444 ; XXIV 377, 455, 481; XXVII
86 ; XXIX 142, 286, 320 ; XXX 216 ; XXXIV 719 ; XXXVI 953.
Rujjven, J. N. van XXXV 452.
Ruysch, dr. W. P. XIV 257; XVI 215; XX 52, 344, 379; XXV
376, 431, 455; XXVI 239; XXVII 466; XXVIII 59; XXIX 144,
333, 581; XXXI 316; XXXII 43, 122; XXXIII 95; XXXV 377 ;
XXXVI 521, 698, 967.
Ruyssenaers, J. D. XIV 90 ; XVI 214.
Rijksen, W. A. Ill 285 ; IV 118.
Rijnenberg, L. J. M. V 250, 251 ; VI 257 ; VII 251 ; VIII 267 ;
IX 206; X 293; XI 279; XIII 140; XVII 97, 201; XVIII 136;
XX 370 ; XXI 59, 215 ; XXV 448 ; X XVI 305, 415 ; XXIX 326 ;
XXX 42; XXXIII 726; XXXVI 810, 961.
Rijnenberg, F. F. III 171, 284; IX 295; XI 74; XIII 137, 238 ;
XVI 147.
Rijss, P. H. H. XXXJH 784.
Rijssel, Th. G. van IV 253, 254, 255 ; V 198, 248 ; XIII 137 ;
XVII 181, 258, 274; XVIII 228, 277; XIX 248; XX 367; XXI
48, 215; XXV 54, 126, 445 ; XXVI 465; XXIX 267, 275, 306,
324; XXX 220; XXXI 39; XXXII 233, 270, 603; XXXVI 57,
521, 523, 958.
Saager, J. H. X 296.
Sala, H. J. H. XXII 401; XXIV 377: XXV 388; XXVI 455, 481;
XXVII 86, 203, 204, 277, 347; XXVIII 231; XXIX 326; XXX
241, 462 ; XXXIV 713 ; XXXV 52, 458, 748 ; XXXVI 800, 960.
Sande. A. van de XVII 275 ; XXIV 377 ; XXV 388 : XXVII 453,
469; XXVIII 431; XXIX 142, 191, 324; XXX 144, 222; XXXII
566; XXXIII 268 ; XXXIV 351; XXXVI 960.
Sande Jr„ dr. A. ten XVI 64; XVlI 274; XX 359, 357, 367 ; XXI
128, 367; XXII 68; XXIII 50, 59, 95; XXIV 442; XXV 441;
XXVI 239; XXVIII 277, 567, 569, 578; XXIX 96, 191, 221,
320; XXX 216; XXXI 367, 559; XXXII 25, 133, 134,135,341;
XXXIII 321, 399, 699; XXXIV 177, 181, 261, 264, 322, 332,
333, 335, 336, 339, 340, 568 ; XXXV 453 ; XXXVI 54, 522, 958.
Sandkuijl, C. J. I 59 ; II 122, 254; UI 124, 171, 285; IV 18, 19,
116, 243, 265 ; XI 74; XIII 135; XV 94.
Sardemann. F. H. XXIX 527; XXX 511 ; XXXI 559 ; XXXII 493-
XXXHI 735, 767 ; XXXIV 27, 212; XXXV 395; XXXVI 962.
Sas, W. H. Vin 268; IX 297; X 294.
Schaap Hz., S. XXXU 566; XXXIV 677; XXXV 649; XXXVI 700, 968.
Schaap Pz., S. XXX11I 47, 703; XXXIV 716; XXXV 683; XXXVI 968.
Schat, dr. P. XVI 64; XVIII 294; XX 357, 359, 362 ; XXI èsg ;
XXTl 48, 68, 352; XXIII 382; XXIV 55, 299, 339: XXV 134,
431, 449: XXIX 328; XXXI 224, 357, 590, 597, 598; XXXII
155; XXXV 575; XXXVI 268, 373, 380, 491, 756, 952.
Scheele, J. XXXII 483.
Scheepens, J. N. A. C. XV 105; XVII 274; XX 357, 359, 364;
XXII 68, 127; XXIII 214: XXIV 367; XXV 449; XXVII 8ö\'
277, 466: XXVIII 64; XXIX 95, 327; XXXI 45, 589; XXXIII
528, 702, 733, 780; XXXIV 521, 785; XXXV 395; XXXVI 962.
Scheltema, W. L. XXXIV 28 ; XXXV 633 ; XXXVI 460, 701, 968.
Schep, J. XXVI 419; XXVIII 190.
Schepens, W. G. XXII 401; XXIV 377; XXV 389 ; XXVI 419 ;
XXVIII 566, 577; XXIX 142, 193, 326; XXX 145; XXXI 42;
XXXVI 960.
Schermbeek, A. J. van XXXII 331.
Scheuter, W. XXXIV 28; XXXV 633; XXXVI 701, 968.
Schey, dr. L. T. C. XXXVI 224.
Schilperoord, C. IV 254, 256; V 249, 250 ; VI 174; XII 297; XIII
135; XVII 256; XX 364; XXV 442; XXVIII 567; XXIX 320;
XXX 241; XXXIV 107; XXXVI 953.
Schilatra, S. VI 257; VII 251; VIII 268; IX 25>9, 297; X 294;
XI 285 ; XII 83 ; XIII 140 ; XIV 82 ; XV 264 ; XVII 262 ; XIX
91, 323; XX 190, 371; XXI 328; XXII 68; XXIV 81.
Schimmel, W. C. I 56, 59; II 123, 258; III 55, 62, 173, 210, 216,
280, 288; IV 233, 234, 246, 263; VII 183; VIII 105, 110; IX
256, 259; XII 127; XIII 1, 112, 136, 209, 214, 226, 243, 287;
XIV 31, 39, 110, 216, 259; XV 47, 91, 152, 168, 187, 246,
284: XVI 65, 67, 127, 152, 178, 181, 213; XVII 31-36, 115,
257; XVIII 222, 254, 258, 299; XIX 1 — 16, 94, 151—168,
191, 227—242, 254-258, 262, 274-288, 296, 325; XX 3—23,
129—132, 167—189, 196, 2D1, 225—229, 243, 246, 248, 301,
302, 304—309, 312—317, 334—341, 365, 380; XXI 1,
13—19, 75, 115, 118, 136, 139, 188—190, 253, 256, 274,
279, 305-310, 319, 335, 338, 348, 351, 391; XXII 12—20, 27,
28, 56, 96, 128—132, 174, 196-210, 242, 253—267, 270,308—
314, 356, 359, 376, 377, 394, 411, 414; XXIII 1, 19—23, 100,
101, 103, 105, 127—132, 160, 166, 171, 202—204, 220, 226,
273, 281, 295, 297, 298, 300, 321—326, 351, 380, 399, 444,
446—448; XXIV 100, 103, 105, 141 — 148, 150, 155, 182, 184,
232, 288—298, 303, 305, 337—339, 380, 381,459; XXV 21—33,
82, 85, 89, 101, 111- 113, 115—117, 131, 138, 145, 147, 214,
215, 238, 243, 298, 299, 305, 343—345, 416—418, 443; XXVI
114—117, 121, 152, 177, 181, 185, 187, 201,205—208,235,236,
247, 258, 303—305, 341, 410, 423,430,462,463; XXVII 39 — 45,
67, 94, 96, 176, 177, 216, 266-268, 270, 283, 290, 343, 344,
358, 392, 393, 413, 414, 437—441, 455, 471, 472 ; XXVIII 41—43,
46—50, 59, 90, 95, 159-161, 187, 188, 214. 234, 237,268, 282,
310, 311—313, 315, 356, 368, 382, 385, 408. 416, 417,425,454,
455, 501—509, 516, 526; XXIX 25, 32, 88, 67,80,124,126,127,
141, 176—179, 192, 195, 216, 217, 226, 239. 243, 259,287,289,
312, 321, 366, 368, 384, 400—405, 412—414, 433, 435, 475,
505—508, 510—513, 529, 552; XXX 31, 37, 38, 42, 45, 86, 87,
118, 120, 168, 170, 175, 181, 188, 191, 214, 215, 242—251,
259—267, 269, 272, 286, 293—300, 319—324, 339—353, 375,
378, 421-427, 444—447, 459, 465 -477, 497 — 502, 506, 512,
517, 536—544, 558, 590-597, 606; XXXI 27 -30, 32, 86, 44.
49, 57, 61, 89, 169, 185, 193 — 206, 213, 215—222, 249, 251.
273—279, 290, 295, 298, 321 -328, 353-357, 403 -408, 410,
417, 419, 421, 443—450, 458, 460, 462, 465, 468, 471 -477,
495, 513-517, 535—539, 547, 548, 577 — 585, 599, 601; XXXII
23, 59, 63—65, 91, 95, 113 118, 153, 179 — 186,189 — 192,193,
201, 205, 207—209, 211—218, 244, 267, 26\'J, 270, 274, 286-292,
298, 324, 325, 331, 340, 343-345, 362, 363,370,383,423 -428,
434, 435, 440, 474, 479- 484, 549—569, 584-586; XXXIII 36,
41, 42, 44, 77, 78, 136, 165—176, 190, 192, 230-232, 312
318, 321, 327, 329, 332, 334, 388, 392—399, 429, 430, 434,
440—446, 47i, 523 — 527, 578—584, 588—591, 635, 636, 696,
705, 715—722, 728, 730, 746 — 765; XXXIV 23 -27, 57 - 60, 93, 94,
185, 192, 201, 203, 215, 217, 244, 260, 298, 301—308,320,842,
349, 362, 363, 886, 397, 402, 429—432, 448—450, 466 — 468,
518, 520, 544, 552,. 565, 582, 590, 690, 698, 699, 703, 706,
755 — 757, 792 ; XXXV 26, 27, 37, 43, 47, 48, 59—63, 82, 93, 94, 97,
98, 151—155, 161, 217, 219, 222, 227, 279-281, 338, 345, 346, 348,
439, 444 — 447, 455, 458, 498 — 503, 505, 524, 527 — 534, 567,
568, 571—573, 576, 579, 581, 622—6ä8, 64C 701, 723, 733,
753, 755,\' 776; XXXVI 37, 38, 54, 55, 99—102, 104, 106, 120,
122, 198—201, 211. 216, 217, 223, 265, 362, 365, 419,451,452,
455, 489, 526, 564, 582, 603, 606, 614—621,687,694,716 — 720.
761 — 768, 788, 790, 811, S33, 834, 837, 888, 943, 944, 954, 970, 986.
Schiphorst, H. W. XXXVI 52, 700, 969.
Schlegel, dr. M. XXXIV 703.
Schlüter, J. F. II 250, 259; III 211, 213.
Schmaltz, dr. R. XXII 410; XXIV 102, 459; XXV 139, 143; XXVI
117, 252; XXVII 94, 471; XXVIII 234, 429; XXIX 38; XXX
38; XXXI 89; XXXII 434; XXXIII 41; XXXIV 94; XXXV 97,
581 ; XXXVI 38 363, 833, 835.
Schmidt, J. XXVII 171; XXVIII 568; XXIX 333,354.; XXX 279;
XXXIU 733; XXXVI 967.
Schmidt-Mülheim, dr. XVIII 64.
Schmitt, dr. F. XXXIV 676.
Schneevoogt, G. E. Voorhelm II 249.
Schoemaker, A. F. Stickel I 55, 251; II 122, 125, 256; III 173,
281; XIII 138; XVII 260; XX 369; XXV 447; XXVIII 381.
Schoemaker, H. W. Stickel I 55, 142, 251; II 122, 254; III 172,
288; XIII 139; XVII 260; XVIII 134; XX 260, 365; XXI 367;
XXV 443; XXVII 204.
Schoepp, L. J. R. XXXI 187.
Scholten, J. W. II 126.
Scliönfeld, J. P. P. II 124, 258; III 211, 212, 214; IV 204.
Schook, J. E. C. I 57, 61; II 256; III 281; XIII 136; XVII 257;
XX 366; XXV 232, 442; XXVI 101; XXIX 320; XXXVI 752.
Schoondermark Jr., J. XXXIII 730.
Schoorel, C. N. IV 254, 256; V 249, 250; VI 256; VII 182; XI
141 ; XIII 140 ; XIV 256 ; XV 264 ; XVII T79.
Schornagel H. XXX 96, 511; XXXI 559 ; XXXII 493; XXXIII 735,
767, 783 ; XXXV 50, 644, 695 ; XXXVI 264, 954.
Schouten, dr. J. XIII 130; XV 104, 286; XVI 215; XVII 180, 257,
272 ; XVIII 64 ; XIX 168 ; XX 363 ; XXI 328 ; XXV 446; XXIX
324, 384, 481 ; XXX 96, 144 ; XXXI 97; XXXII 140, 565;
XXXIV 582 ; XXXVI 953.
Schouten, R. J. I 55, 251; II 122, 125, 256; III 173, 280, 288;
VII 250; XI 142; XIII 139; XVII 260; XX 370 ; XXV 448;
XXIX 326 ; XXXVI 960.
Schouten, dr. S. L. XXIII 2S1.
Schröder, G. C. 1 55; II 122; III 171; XVII 257; XX 74, 365 ;
XXV 443 ; XXVII 276.
Schröder, W. F. I 10, 55, 142; II 122, 256; III 173, 287 ; XI
142; XIII 139, 323; XV 286; XVII 260; XVIII 136; XX 370;
XXII 68; XXIII 408; XXV 447; XXVI 101, 414, 457; XXVII
348, 349, 397; XXVIII 51, 431; XXIX 324, 482; XXXV 450;
XXXVI 958.
Schroeft, dr. H. J. van der XXIV 377; XXV 389 ; XXVI 419;
XXVII 453, 469; XXVIII 524, 577; XXIX 129, 188, 287, 328,
525, 527, 580; XXX 96, 178, 192 ; XXXI 224 ; XXXIII 781;
XXXVI 754, 963.
Schultze, W. H. XXXII 44, 493; XXXIII 735; XXXIV 678; XXXVI
757, 854, 962.
Schuppli, dr. P. XXXV 174.
Schurink, D. VII 182, 252; VIII 268; IX 297; X 289, 294; XII
128; XIII 103, 135, 191, 316; XIV 134, 153, 274; XV 57,174;
XVI 13, 35, 107, 133, 154, 201 ; XVII 230, 256 ; XVIII 32, 55, 60,
61, 63; XIX 77, 169, 257; XX 69, 103, 115, 203, 317, 343,364;
XXI 114; XXII 53; XXIV 28, 30, 260, 442; XXV 50,421,442;
XXVI 174, 413; XXVII 203, 275; XXVIII 63, 186, 567, 578;
XXIX 320; XXX 520; XXXI 602; XXXII 25, 41; XXXIV 91;
XXXVI 953.
Schuurmans, J. XXX 558; XXXI 510; XXXII 566; XXXIV 678,
757, 893 ; XXXVI 950, 970.
Schuytemaker, K. XXXVI 856, 969.
Schwab, R. A. XXXIV 28.
Schwabe, G. XXXIV 676.
Schwarz, O. XXVI 119; XXVIII 285.
Seerenberg, L. P. van XXIX 581 ; XXX 605 ; XXXIV 521.
Segers, A. M. J. XIV 190; XV 105.
Seifert, G. XXXIV 677.
Seligson, dr. Ed. XXIII 161.
Sellemans, A. XXXVI 52, 460.
Senstius, H. D. XXXIII 47, 703; XXXIV 716 ; XXXV 634 ;
XXXVI 968.
Serexhe, H. D. XV 286.
Setten Jr., D. van III 2S2 ; XIII 183 238 : XVII 272.
Sevenster, J. XV 105 ; XVI 216 ; XIX 93.
Shelmerdine, XXXV 177.
Sickesz, mr. C. J. XXV 231; XXVIII 51, 869, 576 ; XXIX 338;
XXX 284; XXXI 249; XXXII 66, 121.
Siebenhar, L. W. XIII 324; XVI 149.
Siegen, Charles XIII 233, 316; XIV 81, 151; XVII 271; XX 379;
XXV 455; XXIX 333; XXXI 366; XXXII 66, 122.
Sieswerda. C. XXXI 94, 510; XXXII 566; XXXIII 702 ; XXXIV
726; XXXV 31, 49, 449; XXXVI 955.
Sigling, T. D. XXXIV 28; XXXV 633; XXXVI 701, 968.
Sikkema, B. XHI 237; XV 104; XVI 216; XVII 97, 255; XVIII
73, 121; XX 365; XXI 217, 256, 319, 368, 378; XXII 66, 145,
283; XXIII 281 ; XXV 449; XXVIII 479; XXIX 328; XXX 404;
XXXI 67.
Simon, XXII 94; XXVI 255.
Sjollema, dr. B. XXXIV 585 ; XXXV 576 ; XXXVI 265, 450, 967.
Sleeswijk, C. XXXIII 392.
Slooten, J. van XXIV 377; XXV 389; XXVI 419; XXVII 401;
XXVIII 567, 577; XXIX 321, 429, 481, 526; XXXI 464, 509, 589 ;
XXXII 438 : XXXIII 324 ; XXXIV 108; XXXV 450; XXXVI 962, 972.
Slooten, dr. J. C. van der X 296; XII 128; XIII 74, 187; XVI
206; XVII 259; XVIII 134, 228; XIX 1 75, 177, 216, 319; XX
137, 367; XXI 149, 205, 379; XXIII 96; XXV 445; XXIX 324;
XXXV 107, 346; XXXVI 581, 958.
Slooten, J. P. van der XXVIII 524 ; XXIX 835, 526 ; XXX 557 ;
XXXI 510; XXXII 439, 569, 595, 607; XXXIII 94; XXXIV 450,
715; XXXV 225, 449, 700 ; XXXVI 237, 240, 758, 800, 954.
Slop. N. R XXXVI 52, 969.
Sluis, Th. W. van der IV 254, 256.
Sluis. dr. Y. van der XV 104; XVI 216; XVII 97, 257; XVIII 55;
XX 366 ; XXIII 290; XXXI 223; XXXIV 482 ; XXXV 320
XXXVI 510, 528, 719, 758, 843, 955.
-ocr page 234-Slujjs, Hendrik van XXXII 140.
Sluijs, D. van der III 211, 213, 214, 215; IV 116, 233, 252, 256,
264; V 68; VII 142; X 133, 282; XII 11, 81, 198, 268, 284\'
XIII 61, 107, 112, 118, 136, 215, 217, 220, 223, 316, 317; XIV
157, 180, 317, 318; XV 53, 259; XVI 14, 104, 129; XVII 184,
203, 218, 257, 273; XVIII 21, 25, 27, 29, 55, 57, 73, 216. 275;
XIX 80, 288; XX 58, 191, 318, 345, 366; XXI 10, 46, 59, 72,
167, 230, 357. 366: XXII 58, 211, 301, 352, 353, 379, 408 ;
XXIII 54, 183, 290, 381, 383; XXIV 60, 340, 363, 458; XXV
36, 53, 127, 348, 354, 364, 365, 367, 372, 424, 425, 444; XXVI
19, 188, 456, 458, 462, 466, 471, 474 ; XXVII 53, 67, 205;
XXVIII 54, 59, 226, 227, 278, 279, 283, 332, 355, 359, 377, 379,
519; XXIX 68, 133, 187, 322, 382, 523; XXX 127, 180, 191,
192, 274, 275, 286, 453, 456, 458; XXXI 37, 71, 90, 222, 223,
287, 367, 502, 507, 512, 550, 551 ; XXXII 67, 134, 136, 147,
231, 270, 330, 332, 373, 439, 574 ; XXXIII 100, 101, 106, 107,
109, 235, 240, 268, 700, 775 ; XXXIV 177, 182, 185—187, 189,
191—194, 207, 252, 254—256, 259, 264, 265,268,270,273 — 278,
327—329, 332, 334, 336, 338—340, 405, 482, 581, 629 ; XXXV
356, 360, 368, 369, 371, 394, 458 ; XXXVI 202, 203, 205, 207,
213, 258, 259, 526, 528, 843, 955.
Sluijter, J. H. XXVII 87.
Smeets, J. XXXIII 784.
Smeets, K. XXXIV 760.
Smeets. M. H. K. E. VI 257.
Smeijers, Pr. XXXV 174, 175.
Smid, R. H. I 61.
Smit, A. XXVII 401; XXVIII 65.
Smit, dr. H. J. XXVIII 524; XXIX 235 ; XXX 511; XXXI 559;
XXXII 493; XXXIV 726; XXXV 31, 107, 694, 756; XXXVI 52,
267, 374, 616, 963.
Smit, J. H. I 55: II 122, 252; III 122; IV 42, 116, 233: X 252.
Smit, J. P. C. I 55, 61, 251 ; II 122, 125: III 172; IV 116: V 245;
XI 279; XIII 135; XIV 81.
Smit, K. XXXIII 784.
Smit, M. XIII 75; XIV 187, 189 ; XVII 254; XIX 71: XX 362;
XXV 439; XXIX 31S; XXXI 48; XXXVI 855, 950.
Smith, dr. J VI 258.
Smits, A. P. XIII 130; XVI 48, 63 ; XVII 180, 257 ; XX 366;
XXIII 290 ; XXV 444; XXVII 395 ; XXVIII 518 ; XXIX 322:
XXX 180; XXXVI 955.
Smits. J. J. U. III 283; VIII 256; XIII 134; XVII 255; XX 363;
XXV 441; XXVI 410.
Smits, K. T. XIV 189; XVI 210 ; XVIII 294 ; XIX 67, 93, 297 ; XX 136,
367; XXI 200 ; XXV 445; XXVIII 431; XXIX 324; XXX 192!
XXXIII 48 ; XXXIV 578, 579 ; XXXV 576 ; XXXVI 958.
Smits, L. J. III 283; XIII 135; XVII 256; XX 365; XXII 339.
Smulders, A. S. XXV 376.
Snellen, J. B. I 7, 9, 10, 21, 41, 54, 116, 124, 125, 129, 131; II
40, 61, 67, 70, 73, 76,121; III 122, 131, 145. 171, 278; IV 60, 118;
XIII 135; XVII 179, 254; XX 362; XXI 59; XXV 447; XXVIII
52 ; XXIX 325 ; XXXVI 960.
Snijders, W. I 56; II 123, 258; III 171, 210, 216, 284; IV 58,116,
233, 243; IX 125, 165; XI 74, 75 ; XII 125, 296, 298.
Soest, G. van XXXVI 52, 700, 969.
Sohns, J. C. P. XXII 401; XXIV 377; XXV 388; XXVI 455, 481;
.XXVIII 64, 378, 479, 576; XXIX 287, 328; XXXI 590; XXXII
155; XXXV 521, 756; XXXVI 963.
Solkes, J. B. P. XXVII 401; XXVIII 524; XXIX 334; XXXII 567;
XXXIV 28; XXXV 702, 755; XXXVI 51, 793, 823, 955.
Sonjée, H. VIII 109.
Sorber, I. H. II 124, 258; III 210, 212, 217, 232, 280.
Spee, G. S. XVII 182.
Spobr, XIII 51.
Sprenger, A. W. I 56 ; 11 124, 259.
Spronck, dr. C. H. H. XXII 135, 330.
Staa, H. van III 216 ; IV 252, 253, 255 ; V 62, 131 ; XIII 134 :
XVII 254 ; XVIII 137, 235; XIX 75 ; XX 54, 362 ; XXI 59;
XXII 50; XXIV 55; XXV 440; XXVII 349; XXVIII 518; XXIX
45, 96, 318; XXX 46, 177, 191; XXXII 133, 137; XXXIII 198;
XXXIV 590 ; XXXV 581 ; XXXVI 226, 574, 639, 754, 950.
Staa, P. van III 237, 282; IV 266.
Staa, W. van VIII 268; IX 297 ; X 289, 294; XII 198; XIII 134;
XIV 81; XV 264; XVII 256; XVIII 135, 234; XX 362; XXII
50, 69; XXIII 49; XXIV 443; XXV 440; XXIX 318; XXX 167;
XXXI 280; XXX1I1 734; XXXVI 950.
Staal, dr. J. XXIX 527; XXX 511; XXXII 567; XXXIII 702;
XXXIV 726, 784, 785 ; XXXV 49, 694 ; XXXVI 222, 264, 428,
796, 951.
Staden, E. C. van I 54, 131 ; II 121; III 284; XI 279.
Stadhouder, dr. L. J. H. XXVII 401; XXIX 335, 526; XXXI 559;
XXXIII 702; XXXVI 757, 842, 897, 958.
Stapel, P. XXXIV 28, 677 ; XXXV 649 ; XXXVÏ 700, 968.
Stapensèa, J. XXVII 469; XXVIII 524; XXIX 334, 527 ; XXXI 47,
598; XXXII 34, 43, 66, 354, 402, 565, 566; XXXIII 266, 298;
XXXVI 757, 953.
Starp, G. J. C. van der V 250; VI 256; VII 251; VIII 106; XI
141; XIII 137; XV 57; XVII 181, 259; XX 191, 367; XXII
183; XXIII 96, 148; XXIV 62; XXV 445; XXIX 324; XXXIII
701 ; XXXIV 17, 568.
Steding, L. XXXIV 785; XXXV 520, 574; XXXVI 43, 961.
Steenacker, F. C. van I 62
Steenbergen, A. H. XIX 324; XXII 401; XXV 430, 435, 441;
XXVI 101; XXVII 467 ; XXIX 31, 319; XXX 175, 511; XXXI
48, XXXVI 951.
Steenbergen, J. XXX 194.
Stehouwer, P. XXX 605; XXXI 510; XXXII 567; XXXIII 702;
XXXIV 726, 7S4, 785; XXXV 106, 225, 744; XXXVI 95S, 972.
Stelkens, H. XXXIV 677.
Stelling, W. F. Denninghoff XXX 463.
Stempel, H. J. H I S, 55, 58, 59, 124, 250 ; II 73, 122, 154 ; III
53, 124, 171, 285; IV 1, 33, 35, 36, 42, 58, 60, 100, 101, 233,
234, 243 ; V 245 ; VII 140, 182, 185, 193, 239, 257, 258 ; VIII
179 ; IX 277; XI 75, 233; XII 9, 114, 1S4, 1S9, 267, 296;
XIII 60, 85, 133, 223, 316; XIV 150, 257, 318; XV 53; XVI
54, 106, 128; XVII 1, 36, 184, 224; XVIII 88, 121, 136, 137,
279; XIX 86, 298, 304; XX 73, 241, 249, 262, 365; XXI 182,
256, 319, 366; XXII 56, 270; XXIII 95, 148, 400; XXIV 62,
342, 359, 361; XXV 130, 132, 216, 423, 443; XXVIII 59, 225,
282, 368; XXIX 31, 321; XXXI 35, 287, 508 ; XXXII 28, 147,
274, 281; XXXIII 196, 325, 528; XXXIV 177, 182, 185, 189,
322, 328, 333, 342 ; XXXV 42, 394 ; XXXVI 264, 526, 954.
Stern, G. C. III 285.
Steur, A. van der XXVI 419; XXIX 335, 526; XXX 557; XXXIII
702 : XXXIV 726, 784 ; XXXV 49, 574, 755, 756 : XXXVI 52,
373, 374, 573, 963.
Steijaard, J. G. III 213, 215.
Steijaard, F. XIII 323.
Steijgerwalt, W. F. I 7, 9, 54, 78, 95, 98, 131; II 121; III 171.
284; VII 186; VIII 256; IX 165; XI 74; XII 298; XIII 138,
238 ; XVII 259 ; XX 367 ; XXV 445 ; XXVI 239, 306 ; XXVIII
64; XXIX 143.
Stoffels, M. I 55, 251; II 122, 125, 256; III 173, 28S ; XI 141;
XIII 137; XV 259; XVI 215; XVII 260; XIX 323; XX 357.
Stok, W. XXXVI 488.
Stolkert, H. B. I 141 ; II 122, 254.
Stolpe, W. K. van de XXIV 377; XXV 389; XXVI 419; XXVII
453, 469; XXVIII 142; XXIX 324; XXX 604; XXXI 39; XXXII
603 ; XXXV 745 ; XXXVI 958.
Story, H. J. A. T. XVII 275; XXrV 91.
Straaten, H. van XXVIII 524 ; XXIX 335, 526 ; XXXI 559 ; XXXII
493; XXXIII 735, 767, 780; XXXV 634; XXXVI 958.
Straub, M. XVII 123; XIX 79; XXI 59, 205; XXII 68, 145, 236, 237.
Strens, E. H. 0. L. XXXIII 784.
Stuur. A. E. P. R. XXVII 469; XXVIII 524; XXIX 334: XXX 557;
XXXI 510; XXXII 607; XXXIII 46,94, 142, 324, 733; XXXIV
108, 583; XXXVI 963.
Stuurman, S. XXXIV 28, 619 ; XXXVI 700, 968.
Stuurman, dr. W. XXII 401; XXIV 377; XXV 389: XXVI 419;
XXVII 453, 469 ; XXVIII 577 ; XXIX 142, 144, 324, 387 ; XXX
96, 336, 555; XXXI 40, 41, 68; XXXII 387; XXXIV 27, 212,
586, 677, 681, 792 ; XXXV 173, 191, 284 ; XXXVI 205, 224, 380,
523, 528, 955.
fc\'tiiven, W. S. XIII 75; XIV 187, 189, 308; XV 95, 259; XVI 11,
202; XVII 144, 257; XVIII 33, 34, 57, 290; XIX 80; XX 366;
XXI 48; XXIII 290; XXIV 380; XXV 53, 444: XXVIII 143, 227;
XXIX 322, 429 ; XXXI 37, 551 ; XXXII 600, 602 ; XXXIII 198,
734, 776; XXXVI 956.
Suckow, G. XXXVI 689.
Sutherland, B. G. I 62.
Swart, L. I 54, 131; II 121; III 122, 171, 284; V 152, 191, 253;
VII 141; VIII 255; IX 164, 256; XI 74; XII 12, 1l7, 184;
XIII 13S, 238, 317 ; XIV 317: XVI 148; XVII 103, 119, 259;
XVIII 58; XIX 80, 248; XX 60, 367: XXI 49 ; XXII 66; XXIII
58; XXlV 62.
Swierstra, dr. J. XXIX 38, 335, 526 : XXX 557; XXXI 510; XXXII
607 ; XXXIII 46, 94, 196, 780 ; XXXIV 212, 382, 470, 568, 581 ;
XXXVI 380, 956.
Sytsema, E. IX 297; X 295 ; XIII 74, 134; XV 95; XVII 254;
XX 362; XXIV 81.
Tacoma, B. XV 104; XVI 216; XVII 254; XVIII 234; XIX 69 ; XX
363: XXII 68, 393 ; XXIII 44; XXV 440; XXIX 318; XXXVI 950.
Takens, R. XIII 75; XIV 1S7, 189; XV 95, 259; XVII 181, 262;
XVIII 135, 235; XX 312, 358, 371; XXII 68; XXIII 95; XXV
439 ; XXVII 348 ; XXVIII 382 : XXIX 322; XXXII 42 : XXXIII
268; XXXVI 958.
Tarchanoff, J. von XXXII 434.
Tazelaar, J. J. XXXIII 476, 703.
Teljer, P. XVIII 294; XX 359; XXIII 399, 444; XXIV 81; XXV
442 ; XXVI 239 : XXVII 85 ; XXIX 324 ; XXX 242, 604 ; XXXI
39; XXXII 42, 94, 603; XXXIII 324, 614; XXXV 521, 756;
XXXVI 51, 963,
Temmen. C. J. van XXVI 110; XXIX 38, 335, 526: XXXII 567 ;.
XXXIV 678; XXXVI 757, 854, 896, 897, 963.
Tenhaeff, O. XXIX 527 ; XXX 511; XXXII 567; XXXIII 702; XXXIV
726, 784, 785; XXXV 614; XXXVI 237, 240, 264, 268, 359, 373„
380, 491, 639, 698, 896, 958.
Terpstra, G. XXXV 51, 633; XXXVI 460, 701, 968.
Tervoert, F. W. XXXIV 28, 677; XXXV 649; XXXVI 855, 968.
Tervoert, G. H. J. XXIV 377, 419; XXVII 401; XXVIII 524; XXIX
334, 581; XXX 47, 145; XXXI 48; XXXIII 148,-195, 266, 734;
XXXIV 108 ; XXXVI 952.
Thiange, F. G. E. I 62.
Thiele, S. IX 125.
Thien, Th. M. VII 182, 252; VIII 268; IX 259, 297; X 294; XII
128; XIII 135; XVII 256; XX 365; XXI 41; XXV 442; XXVI
412; XXIX 320; XXXIV 212; XXXVI 953.
Thomassen, M. P. A.. XXXV 51, 286.
Thomassen, dr. M. H. J. C. XXVI 110, 419; XXVII 401; XXVIII
524; XXIX 334, 581 ; XXX 47, 144, 462; XXXI 186,539; XXXIE
18; XXXIII 476j 780; XXXIV 346, 517, 567, 681; XXXV 50,
396, 575, 567; XXXVI 620, 843, 851, 962.
Thomassen, dr. M. H. J. P. II 259; III 211, 212, 214, 217, 286 :
IV 37, 116, 233; IX 357; XI 75; XII IIS, 127, 138, 187, 266 ;
XIII 60, 186, 225, 318; XIV. 1, 92, 157, 191, 318; XV 1, 62,
124, 286; XVI 12, 37, 65, 106, 121. 161, 188; XVII 75, 183,,
184, 186, 234, 257; XVIII 93, 206; XIX 55, 104, 297; XX 71,
84, 132, 262, 352, 357, 365 ; XXI 49, 84, 128, 358; XXII 60,
172, 211, 236, 378; XXIII 102, 220, 280, 855, 381; XXIV 91,
107, 307, 340, 349, 352, 358, 454 ; XXV 36, 127, 321, 848, 358,
370, 443; XXVI 90, 100, 143, 188, 238, 263, 319, 410,460,462,
463, 473, 474 ; XXVII 65, 354 ; XXVIII 3, 82, 145, 241, 249,
280, 282, 313, 332, 337, 356, 370, 397, 522, 525, 547, E68; XXIX
131, 186, 222, 267, 309, 321, 376, 430, 438, 462; XXX 226, 279.,
356, 558; XXXI 46, 281, 293, 497, 500, 503; XXXII 11, 23, 67,
68, 133, 143, 144, 145, 146, 329, 440, 464, 490, 494, 597; XXXIII
86, 94, 97, 98, 151, 236, 237, 238, 239, 733; XXXIV 24, 25,
214, 476, 627, 632, 712, 784; XXXV 374, 745, 748; XXXVI
225, 849.
Thomassen, Gedenkteeken XXXIV 590, 724, 792, 793; XXXV 56,
121, 403, 526, 5S1, 775 ; XXXVI 225, 849.
Tichelaar, G. Eling XXXIII 784.
Tienhoven, dr. van VIII 106.
Tietema, J. III 283; XI 75; XIII 134; XVII 255; XVIII 233.
Tilanus, C. I 60.
-ocr page 239-Timmermans, J. XXXVI 834.
Timmers, J. I 55; TI 122; III 123.
Tolsma, J. XXXVI 856, 969.
Toussaint, J. J. H. XVIII 64.
Trap, J. D. H. XXVIII 143.
Treffers, W. XXXIV 28, 633 ; XXXVI 969.
Tright, J. van VII 182, 252; VIII 26S ; IX 259, 297; X 294; XII
128, 211, 231; XIII 10, 12, 37, 65, 136, 226; XIV 163; XVII
256; XIX 86; XX 364; XXI 256; XXV 442; XXIX 320; XXX
241 ; XXXIV 107; XXXVI 953.
Tromp, J. Weduwe van L. Crèvecoeur, XXV 235.
Tuleff, I. XXXV 524.
Ubbels, dr. D. G. XXII 401; XXIV 877; XXV 388; XXVI 455,
481 ; XXVII 280 ; XXVIII 524, 577 ; XXIX 130, 139, 302, 321, 525,
527; XXX 145; XXXI 33, 367; XXXII 28, 888; XXXV 352, 358,
361, 363, 369, 453, 6S7; XXXVI 380, 523, 794, 796, 811, 956, 984.
Ubbene, H. XXXVI 52, 700, 969.
Uhlenhuth, dr. XXXV 572.
Ujhelyi, E. XXXV ISO.
Urlings, J. XXX 96, 511; XXXI 559; XXXII 493; XXXIII 735,
767 ; XXXIV 27, 582, 676 ; XXXVI 960.
Vaandi-ager, A. B. XXXVI 856, 969.
Vaandrager, W. B. XXXIV 28, 353.
Vaart, S. van der I 61.
Valewink, D. C. I 56 ; II 123, 250, 253, 256 ; III 173, 280, 288 ;
IV 244; XIII 58, 139, 323; XVII 97, 260; XVIII 134, 224,
228; XIX 172; XX 370; XXI 205; XXV 448; XXVIII 521;
XXfX 326: XXX 405; XXXI 356; XXXII 489; XXXIII 86.
Valkeman, A. G. X 295.
Valois, H. J. M. XXVII 401; XXIX 335, 526 ; XXXI 559; XXXIII
702 : XXXVI 757, 798, 854, 897, 963.
Veen, J. C. van XXXII 44, 493; XXXIII 735; XXXIV 677; XXXV
61, 755, 757 ; XXXVI 447. 612, 754, 756, 955.
Veen, D. van der XXXIV 28, 677 : XXXV 649 ; XXXVI 700, 968.
Veen, dr. J. van der XXIX 527; XXX 511; XXXI 559; XXXII
493 ; XXXEI 735, 767, 783; XXXIV 60—62, 171,301,429,545,
593, 754: XXXV 27, 50, 155, 276, 277, 440, 575, 694, 757,
897; XXXVI 786, 951, 972.
Veen, dr. K. van der \'XV 105 ; XVI 216 ;-XXI 378 ; XXJI 68, 145,
211; XXIV 51, 299, 339; XXV 134, 418, 449; XXVI102; XXIX
328; XXXI 224, 590; XXXII 438 ; XXXIII 614 ; XXXIV 583,
714, 715, 785 ; XXXV 50, 107, 329, 755, 757 ; XXXVI 267, 428,
572, 614, 755, 963.
Veenbaas, A. XXXI 47, 510; XXXII 567; XXXIII 702 ; XXXIV
726, 785 ; XXXV 49, 395, 689 ; XXXVI 582, 950.
Veenendaal, H. XXXV 51, 633 ; XXXVI 969.
Veenstra, H. VIII 268; IX 297; X 289, 294; XII 198; XIII 137,
322 ; XVI 133 ; XVII 97, 254 ; XVIII 54, 106 ; XIX 76; XX
190, 208, 363; XXI 39, 94, 142, 357; XXII 10, 49, 51; XXIV
340, 354, 360; XXV 49, 72, 122, 348, 352,357,420,440; XXVII
347; XXVIII 397; XXIX 267, 270, 278, 319; XXX 273, 454;
XXXII 155, 228, 269, 270, 283, 373, 597; XXXIII 266; XXXIV
90, 635, 711 ; XXXV 106, 352, 358, 361, 364—366, 439, 689 ;
XXXVI 202, 206, 207, 247, 575, 950.
Veenatra, M. J. XXXIV 28, 677; XXXV 633; XXXVI 700, 968.
Veenstra, R. H\'. XXXVI 856, 969.
Veeze, F. S. J. IX 298; X 295; XIII 131, 237; XV 263; XVII
255; XX 53, 70, 111, 363; XXI 44; XXII 395; XXIII 49, 290;
XXV 377, 431, .441; XXVII 86; XXVIII 63, 236, 237, 567;
XXIX 321; XXX 218, 288; XXXI 87; XXXII 26, 373; XXXIII
325; XXXV 284; XXXVI 51, 953.
Velde, Jacq. F. XXIX 38, 335, 526; XXX 557; XXXI 510; XXXII
607; XXXIII 101, 143, 528, 734; XXXIV 351; XXXVI
582, 958.
Velde, J. van de VII 182, 252; VIII 268; IX "259, 297; X 294;
XII 128, 135, 144; XIII 14, 20, 90, 140, 236; XIV 188, 277,
316; XV 264, 275; XVII 180, 261; XX 261, 312, 370, 371;
XXII 284, 339 ; XXIII 177, 407.
Velden, C. A. van der XXXIV 28, 677; XXXV 649; XXXVI 489,
700, 968.
Velden, J. T. van ter I 55; II 122; III 173. 286.
Vellinga, F. XXIV 181.
Velzen, A. J. van V 251; VI 257; VII 251; VIII 267; IX 296;
X 293; XIII 16, 138; XVII 259; XVJI1 134, 228; XIX 172,
321; XX 137, 236, 367; XXI 200, 205; XXII 408; XXIII 96;
XXV 445; XXIX 324; XXXI 41; XXXVI 958.
Velzen, J. A. van XXXVI 856, 969.
Velzen, dr. P. A. van XIII 75; XV 104, 185, 286; XVI148; XVII
181, 262, 272; XVIII 65; XX 371; XXV 449; XXVII 277;
XXIX 328; XXXI 224, 590, 598 ; XXXIII 702 ; XXXIV 583,
710; XXXV 50, 95, 374; XXXVI 222, 373, 963.
Venema, P. B. I 55, 251; II 122, 125; III 172, 282; XIII 133;
XV 96; XVII 254; XIX 69, 70; XX 362; XXI 36; XXII 339;
XXIII 151; XXIV 53; XXV 439; XXVII 48, 467; XXIX 318;
XXXII 595 ; XXXIII 198 ; XXXV 683, 688 ; XXXVI 950.
Venema, H. XXXV 51, 633 ; XXXVI 701, 968.
-ocr page 241-Verberne, H. P. E. XXI 370; XXV 389; XXVI 419; XXIX 334,
581; XXX 46, 462; XXXI 464; XXXVI 459, 896, 962.
Verdenius, J. J. VI 257: VII 251 : VIII 109, 267; IX 296 ;X 292;
XIII 134; XVI 214; XVII 254; XXV 71, 418, 440; XXVII 465.
Verdenius, M. F. III 211, 213, 214, 215; IV 252, 256, 264; V 131;
XI 75; XIII 134, 317; XVI 54; XVII 254: XVIH 137; XIX
69 ; XX 75 ; XXI 59 ; XXIV 53, 249 ;. XXV 36, 349, 418.
Verhaar, A. Th. III 171, 209; IV 251; V 130; VIII 105 ; X 79; XI
279 ; XIII 146 ; XV 180, 259 ; XVI 25, 28.
Verheul, J. C. A. XXXIII 47, 703; XXXIV 716; XXXV 634;
XXXVI 757, 810, 854, 960.
Verheijen, P. J. S. II 112.
Verkalk, G. C. XIII 237; XIV 190; XVII 274; XX 76, 190, 229,
367; XXII 68; XXIV 443; XXV 445; XXIX 324; XXXII 388;
XXXIII 734; XXXV 453; XXXVI 528, 958.
Verkerk, M. L. O. XXX 605; XXXI 510; XXXIV 716; XXXV 634;
XXXVI 968.
Vermaat, dr. P. XXVI 110, 419; XXVII 401; XXVIII 524; XXIX
334, 581; XXX 46, 47, 605; XXXI 367, 597; XXXII 66, 122,
147, 226, 602; XXXIV 177, 182, 187, 253, 266, 745; XXXVI
202, 206, 207, 247, 757, 958.
Vermande, B. J. III 285; XIII 138; XV 259; XVII 259; XX 368;
XXV 446; XXIX 324; XXXII 31, 42; XXXIV 351, 520, 784;
XXXV 374.
Vermast, A. M. V 251; VI 257 ; VII 251 ; VIII 109, 267; IX 297;
X 294; XI 285; XII 83; XIII 140 ; XIV 82, 256; XV 264;
XVI 148, 149, 197; XVII 183, 261, 275; XVIII 60, 73, 136,
145, 235; XIX 323; XX 261, 371; XXIV 250; XXV 449;
XXVIII 382; XXIX 37, 130, 242, 308, 327, 337, 481; XXX 96,
112, 124, 192; XXXI 416, 454, 589; XXXII 93, 155, 192, 43«,
489; XXXIII 195; XXXIV 212, 351, 404, 583; XXXV 756 ;
XXXVI 963.
Vermast, dr. P. P. IV 254, 255; V 249, 250 ; VI1 3,174 : VII 184 ;
VIII 266; IX 67, 71, 189; X 21, 105, 200; \\l 1, 144, 145;
XII 144; XIII 137, 322; XV 263; XVI 133; XVII 260;
XX 369; XXIII 10S ; XXV 447: XXIX 325; XXXVI 585, 771,
804, 960.
Vermast. P. J. III 285: XIII 138; XIV 316.
Vermeer, J. H. C. XXVIII 624; XXIX 335; XXX 511; XXXII 567;
XXXIII 702; XXXIV 726; XXXV 31, 50, 106, 286, 521, 575;
XXXVI 963.
Vermeulen, dr. H. A. XIV 190 ; XIX 324 ; XXI 106 : XXII 394,
401; XXIII 148, 290; XXIV 442; XXV 131, 133, 443: XXIX
321 ; XXX 16, 102, 144, 242, 406, 604 ; XXXI 35 ; XXXII 297,
387 ; XXXIII 238 ; XXXIV 328 ; XXXV 378, 632 ; XXXVI 439,
524, 756, 926, 954.
Verschoor, A. P. J. XIX 324; XX 76.
Verwey, G. C. Duval XV 105; XIX 324; XXI 217; XXIV 441,
442, 454; XXV 71, 72, 290, 446; XXVII 348; XXVIII 230;
XXIX 286, 322; XXX 222; XXXVI 956.
Verwejj, W. XI 286; XII 128; XIII 74, 130, 136, 174, 181;
XIV 81.
Verwey, O. A. XXVIII 524 ; XXIX 38.
Vet, P. Ill 211, 213, 214, 215.
Veys, J. Ill 285; XIII 138, 323: XVII 259: XVIII 293.
Vieter, H. M. de la XVI 216; XIX 324; XXI 378; XXII 65, 90,
137, 283, 292; XXV 431, 445; XXVI 454; XXIX 324; XXXI 41;
XXXVI 958.
Vink, K. de XX 359; XXIII 444; XXIV 377, 455, 481 ; XXV 336;
XXVII 86 ; XXVIII 142, 353 ; XXIX 324 ; XXXI 53 ; XXXII 30,
388; XXXIV 351, 711; XXXV 458; XXXVI 958.
Vintges, P. K. M. XXX 558; XXXIII 783.
Visser, A. F. XXIV 258, 377, 453 ; XXV 138 ; XXVI 197; XXVIII 191.
Visser, K. XXXVI 856, 969.
Viaser, P. XXXIII 47, 703; XXXIV 716; XXXV 633; XXXVI 757.
842, 953.
Vixaebox.se, H. VII 182, 252; VIII 268 ; IX 259, 297 ; X 293; XI
278, 285; XII 127, 196; XIII 140, 323; XIV 316; XVI 148:
XVII 261; XX 370; XXI 328; XXV 448; XXVI 415; XXIX 198,
326; XXXVI 961.
Vlainingd, A. J. Ill 216; IV 253, 254, 255; V 198, 248; VII 138;
IX 274: X 281; XII 11, 114, 184: XIII 138, 228; XIV 152;
XVI 54: XVII 260; XVIII 51, 293; XIX 83; XX 63, 369; XXI
41, 128, 357 ; XXII 60, 379; XXIII 68; XXIV 66, 343; XXV
447; XXVI 477; XXVIII 231, 523; XXIX 325: XXX 557:
XXXI11 474; XXXIV 17, 568.
Vlas, S. de XXXV 51, 633 : XXXVI 855, 969.
Vlaskamp, J. XXII 401; XXIV 377; XXV 388; XXVI 455, 481:
XXVII 86; XXVTTI 295, 298, 299, 301, 305; XXIX 191, 276,
286j 321, 380, 539; XXX 216; XXXII 274; XXXV 776; XXXVI
51, 439, 952.
Vleming, E. XXXII 44, 493; XXXIV 716; XXXV 633; XXXVI968.
Vleming, W. XXX 96, 511 ; XXXI 559; XXXIII 702; XXXIV 726;
XXXV 49 : XXXVI 50, 203, 222, 306, 372, 952.
Vletter, A. de XIII 237; XV 104; XVI 216; XVII 97, 180, 262.
272; XVIII 65; XX 371; XXI 215; XXIV 250; XXV 134,449:
XXIX 328; XXX 603; XXXI 590; XXXII 155; XXXIII 780;
XXXV 49 ; XXXVI 374, 963.
Vliet, M. van der XIH 237 ; XVI 63 ; XVIII 294 ; XIX 323 ; XX
53, 65, 74, 358, 368 ; XXII 379 ; XXIII 60 ; XXIV 65, 340, 344,
369; XXV 57, 428, 446; XXVII 397; XXVIII 333, 357, 358,
523; XXIX 324; XXX 190; XXXI 161, 269, 598; XXXII 228,
234, 283 ; XXXIV 582, 590, 716 ; XXXV 284, 581 ; XXXVI 203,
205, 206, 209, 210, 251, 754, 959.
Voetelink, A. H. III 283; XIII 134; XVII 255; XX 363; XXI 3.28 ;
XXV 231.
Voetelink, H. III 172, 236, 283; IX 165; XI 75; XII 297, 298;
XIII 134 ; XVII 255 ; XX 363.
Vogel, J. XIV 316.
Vogel, N. E. XIII 54.
Voigt, F. H. III 225.
Vollema, J. XIV 90; XVI 63, 147 ; XVII 254; XVIII 63, 135, 293;
XIX 75, 91; XX 372; XXV 71, 449; XXVII 277; XXIX 328;
XXX 462, 557; XXXI 550, 551, 590, 597; XXXV 521, 575,
756; XXXVI 573, 963.
Voogd, A. J. E. de XXI 379 ; XXIV 377 ; XXV 389 ; XXVI 419 ;
XXIX 334, 581 ; XXX 46, 144, 335; XXXI 36, 221; XXXII 601,
602; XXXIII 776; XXXIV 629; XXXV 631, 755, 756; XXXVI
222, 810, 963, 973.
Voorhoeve, dr. J. XXXII 480.
Voorthuizen, VV. XXXVI 52, 700, 969.
Vorst, P. van de III 286; XIII 141; XVII 263; XX 369; XXV
447 ; XXVII 86.
Vos, H. C. M. E. H. van Soetermeer XXIV 182.
Vos, A. de II 257; III 231.
Vrede, J. D. N. de XXXII 44; XXXV 51.
Vreeswijk, J. A., XXIV 377; XXVII 401; XXIX 334, 527; XXXI
510; XXXIV 726, 784, 785; XXXV 164, 744; XXXVI 958.
Vreman, D. A, H. XXVIII 524 ; XXIX 335, 526 ; XXXII 43.
Vries, Mejuffrouw C. de XXV 305.
Vries, D. G. de IX 298; X 295; XIII 74, 138, 323; XV 259; XVII
259 ; XX 368 ; XXV 446 ; XXIX S25 ; XXXVI 959.
Vries, G. de XXXIV 28, 677; XXXV 649; XXXVI 700, 968.
Vries, dr. H. J. de XVI 63; XVII 274; XX 53, 76, 133, 312, 362;
XXI 58; XXIV 442; XXV 432, 440; XXVII 48; XXVIII 378;
XXIX 46, 318 ; XXXIV 298, 630 ; XXXVI 268, 373, 380, 491,
752, 796, 951, 984.
Vries, J. de XIII 130; XV 95, 104; XVII 254; XIX 323; XX 53,
311, 312, 358, 365; XXI 46, 59, 128, 256; XXII 58, 59; XXIV
82; XXV 442: XXIX 321; XXX 604; XXXII 93: XXXIV 310,
320, 328; XXXV 692; XXXVI 958.
Vries. M. de XIII 75; XIV 187, 189; XVII 254; XX 362; XXV
440; XXIX 319; XXXVI 951.
Vroemen, K. J. XXVI 419; XXVII 401; XXVIII 525; XXIX 335,
526; XXX 602, 604, 605; XXXI 67, 318, 415; XXXII 387,605;
XXXIV 206, 714; XXXV 521 ; XXXVI 381, 644, 960.
Vrolik, W. I 52, 60.
Vrijburg, dr. A. XI 286; XII 128; XIII 74, 130, 146; XV 264;
XVII 262; XX 372; XXT 59; XXII 65, 145 ; XXV 449; XXVI
188; XXIX 328, 337; XXXI 590; XXXV 107; XXXVI 374,612,
855, 897, 964.
Vrijburg, dr. B. XVI 63; XVII 274; XX 357, 359, 363; XXII 394;
XXV 431, 449; XXVIII 479; XXIX 328; XXX 463; XXXI 590,
598; XXXIV 353, 481; XXXV 49, 521; XXXVI 754, 755, 855,
947, 958, 963.
Vuuren, H. van XXXVI 52, 969.
Waal, K. XXX 558; XXXII 493; XXXIII 73.5; XXXVI 700, 968.
Waal, H. Chr. de XXVI 110, 419; XXVIII 525; XXIX 334; XXXI
510; XXXI11 785, 767,781; XXXV 49, 212 ; XXXVI108, 572, 953.
Waalput, D. B. XIII 323.
Waardt, L. W. de XXXV 51, 633 ; XXXVI 701, 968.
Wacha, dr. P. XXXII 434.
Wagelmans, J. J. M. III 283; IV 263.
Wagenaar, D. B. XVIII 294; XXI 378; XXV 440; XXVI 110, 238,
239; XXVII 386—388, 397, 467; XXVIII 142, 204 ; XXIX 325,
361, 363, 364; XXX 558; XXXIII 767, 780; XXXIV 196, 212,
583; XXXV 631, 694, 756 ; XXXVI 963.
Wal, U. van der XV 105 ; XVI 216 ; XVIII 294 ; XIX 188, 323 ;
XX 362 ; XXI 35 ; XXIV 54, 299, 442 ; XXV 432, 440; XXIX
46, 318; XXXTV 628; XXXV 687; XXXVI 796, 950.
Wal, W. G. van der IV 253, 254, 256 ; V 249, 250 ; VI 256 ; VII
182, 184; X 131, 132; XII 83; XIII 140; XV 259; XVII 97,
261 ; XVIII 57; XX 261, 370; XXIII 50, 94 ;. XXV 448; XXVI
305 ; XXIX 326 ; XXX 406, 462 ; XXXI 356 ; XXXII 25 ; XXXV
449, 450 ; XXXVI 956.
Waldeck, G. J. XXIII 444: XXIV 377; XXV 389; XXVI 419;
XXVIII 577 : XXIX 142, 193, 327; XXX 191, 336; XXXI 464;
XXXV 105, 106, 395 ; XXXVI 960.
Wall, Sven XXXVI 201.
Waller, Th. J. XVI 215.
Waltmans, W. H. XVII 182.
Warmelo, W. L. van XXXVI 943.
Warmenhuizen, J. P. XXVII 284.
Warneeke, H. C L,. T. XXXIII 47, 703; XXXIV 716; XXXV 633;
XXXVI 757, 855, 856, 896, 954, 972.
Warnsinck, D. L. III 284.
Wassenaar, A. G. XXXII 567.
Weekenstroo. H. J. XXXIV 28; XXXV 633; XXXVI 701. 968.
Wehenkel, dr. J. M. XVII 179.
Weiland, T. P. A. Sperna XXXI 559 ; XXXII 493 ; XXXIII 735 ;
XXXIV 677; XXXV 702; XXXVI. 50, 51, 963, 971, 974.
Weinberg, J. XXXIV 676.
Weissenbruch Lzn., J. L-. N. I 55, 57 ; II 122, 256 ; III 173, 280, 287.
Weitzel, P. Th. I 10, 13, 14, 54, 123—126, 129, 153; II 66, 69,
71, 121, 122, 125; III 121, 124, 131, 141, 170, 171, 285; IV
58, 233, 234, 243, 250, 251; V 243; VIII 105; XIII 136, 238;
XVI 65; XVII 257; XX 191, 365; XXI 128 ; XXV 36, 97, 422 ;
XXVI 457.
Wellenbergh, dr. P. H. J. TII 209 ; IV 250 ; VII 54.
Weller, J. W. L. XXIII 351 ; XXIV 376.
Weiman, H. A. XXII 401; XXIV 377; XXV 389; XXVI 419;
XXVIII 567, 577; XXIX 242, 321; XXX 190; XXXI 558; XXXII
341; XXXIV 351; XXXVI 575, 959.
Welt, H. XXXII 567.
Wenders, H. XXXIV 676.
Werkman, H. G. I 56 ; II 123, 250, 251 ; III 282; XIII 133; XV
186; XVII 254; XIX 188; XX 362; XXV 440; XXIX 318;
XXXIII 773 ; XXXVI 950.
Werkman, K. J. II 124, 258; III 210, 212, 217, 282; XI 75; XIII
133; XVII 254; XIX 69, 187.
Werkman, P. I 55; II 122; III 173, 282; XIII 133; XVII 254;
XIX 91.
Werve, B. H. van de X 296.
Westbroek, J. J. V 251 ; VI 257 ; VII 251 ; VIII 267 ; IX 296 ;
X 293; XII 299; XIII 140; XIV 188; XVI 48; XVII 261; XVIII
136; XX 133, 137, 311, 370; XXI 266, 367; XXV 448; XXVI
305 ; XXIX 193, 326 ; XXXI 212 ; XXXII 27 ; XXXIV 485 ;
XXXVI 698, 854, 961, 970.
Westenhoeffer, dr. M. XXXII 199.
Wester, J. J. XVI 216; XVIII 294; XX 217, 221, 357, 359, 362;
XXI 59, 171, 185, 187, 191, 197, 256, 266, 270, 363, 367; XXII
68; XXIII 65, 148; XXIV 60, 132, 285, 286, 334, 335, 443 ;
XXV 53, 54, 424, 425, 444 ; XXVI 218 ; XXVII 127, 242, 309 ;
XXVIII 59, 195, 226, 260, 282, 333, 366, 397, 442, 518, 519;
XXIX 147, 267, 270, 273, 275, 277, 278, 322, 339, 381, 382,
-ocr page 246-481; XXX 49, 147, 180, 190, 454, 456; XXXI 37, 38, 281, 499,
501, 551, 598; XXXII 49, 228, 234, 235, 239, 244, 273, 278,
280, 284, 327, 440, 600, .601, 602 ; XXXIII 103, 234, 236, 239,
775; XXXIV 18, 328, 353, 403, 578, 580, 586, 629, 710 ; XXXV
451, 576, 631 ; XXXVI 371, 458, 523, 525, 913, 954, 970.
Wester, U. XXVIII 524; XXIX 335, 526; XXX 557; XXXI 510;
XXXII 607 ; XXXIII 101, 143 : XXXIV 582 ; XXXVI 956.
Westerling, H. J. XXXIII 47, 703; XXXIV 716; XXXV 633; XXXVI
757, 793, 811, 954.
Westholz, G. G. J. XVII 275 ; XIX 324 ; XXI 378; XXII 65, 90,
137, 394, 402; XXIII 281; XXIV 57, 442; XXV 443; XXIX
321 ; XXX 242, 336, 462 ; XXXII 565 ; XXXVI 644, 793,
958.
Westholz, J. M. D. I 56; II 123, 250, 253; HI 172, 284; IV 89
116, 233, 234; V 244; VII 139, 185, 193; XI 74; XII 296;
XIII 134; XIV 317; XV 57; XVI 54; XVII 254; XVIII 136;
XIX 77 ; XX 365 ; XXI 42, 357 ; XXII 52, 54, 347 ; XXV 352,
442 ; XXVIII 64, 567 ; XXIX 128.
Weijde. J. van der II 126, 254; III 225.
Weyers, M. F. XV 104 ; XVII 274 ; XVIII 51, 64, 293; XIX 246;
XX 365; XXII 215; XXIll 95, 341; XXIV S7 : XXV 450; XXIX
328; XXXVI 964.
Wichers, J. C. XIV 190 ; XVI 63 ; XIX 93.
Wiersma, S. XXXIV 28, 677 ; XXXV 452.
Wiersum, K. F. IX 297 ; X 295 ; XI 282; .XII 2991 XIII 133 ;
XIV 81; XVII 254; XIX 73; XX 312, 362; XXI 35; XXII 47;
XXIII 44, 290, 344; XXIV 52; XXV 41§, 440; XXIX 318;
XXXIV 630; XXXVI 950.
Wight, T. G. J. Ill 282; XI 75; XIII 135; XVII 256; XX 260.
Wilde, C. T. G. H. de XV 105; XVII 274; XX 76, 189, 367;
XXI 205, 368; XXII 145, 216; XXV 232, 431, 449; XXVI 101;
XXVH 234; XXVIII 523; XXIX 328; XXXI 590; -XXXIV 715;
XXXVI 573, 698, 963.
Wildeman, L. H. K. XIX 324 ; XXIII 444.
Wilders, P. N. XXXVI 856, 969.
Willems, dr. L. XXVIII 82.
Willigen. J. van der XIII 237 ; XVI 63 ; XVIII 294 : XIX 91; XX
357, 367; XXI 128; XXIV 299 ; XXV 71, 442; XXIX 321, 337;
XXXVI 953.
Wilmink, J. H. XXXVI 856, 969.
Wineke, H. XIII 237; XV 105.
Winkel, A. J. XXIV 377; XXV 3S9; XXVI 419; XXVII 401;
XXVIII 567, 576, 577; XXIX 142, 321; XXX 163, 256, 288;
XXXI 48, 356; XXXII 27, 56; XXXIII 774; XXXVI 583, 644,
758, 796, 951, 970.
Winkler, dr. T. C. XVII 184.
Winsser, H. XI 286,
Wirtz, dr. A. W. H. I 55, 80, 84, 141, 184, 250; II 66, 70, 101,
107, 108, 112, 122, 125, 126, 131, 226, 244, 246, 247,250,256;
III 1, 32, 38, 57, 67, 84, 95, 100, 143 — 145, 149, 161, 164, 170,
171, 174, 209, 241, 256, 258, 280, 285, 289; IV 54,59,60,108,
1L6, 233, 236, 244, 246, 251; V 176, 182—186; VI 172, 259;
VII 139, 177, 178, 185, 192, 198; VIII 105, 109, 177, 265; IX
256, 259; X 278; XI 212, 223, 233; XII 5, 8, 81, 113,126, 127,
184, 269; XIII 58, 112, 136, 146, 223, 316 ; XIV 150,257,317;
XV 66, 180; XVI 10, 215, 216; XVII 184, 257, 271; XX 262,
365, 379; XXII 135, 137, 330, 347, 383, 394; XXIII 280, 281,
444, 445 ; XXV 376, 443; XXVI 238, 239; XXVII 205; XXVIII
190, 516; XXIX 322, 430; XXXII 43, 440; XXXIII 95, 197,
733; XXXV 353, 576; XXXVI 811, 854, 897, 954.
Wismans. T. F. XXXII 44, 493; XXXIV 716; XXXV 633; XXXVI
757, 793, 810, 960.
Witjens, J. C. XXXIV 28 ; XXXV 633 ; XXXVI 701, 969.
Witkamp, J. XXXIV 28 : XXXV 633 ; XXXVI 701, 968.
Wolf. A. XXV 79, 389; XXVI 419; XXVII 401; XXVIII 567,577;
XXIX 95\', 318; XXX 47, 145; XXXI 33; XXXV 641 ; XXXVI 950.
Wolf\', N. H. XVII 275 ; XX 359 : XXIV 340 : XXVII 469.
Wolpers, A, XXXIV 676.
Woltering, dr. P. M. J. M. E. XXIV 258, 299 ; XXV 361, 455 ;
XXVI 470, 481 ; XXVII 466 ; XXVIII 525 ; XXIX 333, 481, 526,
527 : XXXII 35, 490, 598 ; XXXIV 25, 26.
Wolters, H. XIV 90; XVI 216; XVII 97, 161, 255; XIX 69, 188;
XX 363; XXIV ,251; XXV 441: XXVII 277 . XXIX 319; XXX
511; XXXVI 951.
Woringen, H. A. van XV 105; XVII 115.
Woudenberg, dr. N. P. XXIX 527; XXXI 47, 559; XXXII 493:
XXXIII 735, 767: XXXIV 27, 627 ; XXXV 165, 631, 644 ; XXXVI
50, 372, 958.
Wüppermann. L. P. I 62 ; XIX 1.
Wurff, J. L. van der I 56 ; II 123, 250, 253, 256; III 173, 280,
288; XII 196; XIII 139; XIV 188; XVII 260; XVIII 51; XIX
83; XX 370; XXI 327; XXII 60.
Wjjma, O. XXXVI 52, 700, 969.
Wyman, W. E A. XXX 37.
Wynne, H. L. A. III 2S3 ; XIX 249 : XX 363 ; XXV 441 ; XXIX
321, 337 : XXXVI 267, 953.
Wijs, .T. C. I 8, 54, 58, 131, 250; II 122, 126, 257; III 231, 281.
Wijsman, dr. H. P. XXXVI 226.
X. XXXV 103.
Xylander, dr. XXXV 572.
Ymker Rzn., H. XVII 275 ; XIX 324 ; XXII 401 ; XXIII 95, 214,
814; XXIV 55, 287, 300; XXV 285, 440; XXVI 239; XXVII
349; XXVIII 190, 333, 366 ; XXIX 298, 319 ; XXXI 348; XXXVI 951.
Ypes, P. Y. III 2S2; XIII 134; XVII 254 ; XX 363; XXI 59; XXII 48.
Zaalberg, J. A. XXXI 183, 600; XXXVI 108.
Zaaijer, dr. VIII 106.
Zouteveen, dr. Hartogh Heys van XVII 184.
Zlindel, XXXV 581.
Zuijdam, D. W. XXXV 51 ; XXXVI 700, 969.
Zwaag. S. van der XXXVI 52, 598
Zwaardemaker, dr. H. XIII 324; XIV 189, 266 ; XV 14, 265 ;
XVI 195 ; XVII 271 ; XX 379 ; XXIV 441.
Zwart. J. M. A. VI 257; VII 251; VIII 268; IX 259, 297; X 294 ;
XII 198 ; XIII 134 ; XVI 147, 215 ; XVII 254 ; XIX 250 ; XX
363; XXII 49; XXIII 48; XXV 440; XXIX 319; XXX 454 ;
XXXVI 951.
Zwart, S. G. XXXIV 28, 677 ; XXXV 649 ; XXXVI 700, 968.
Zweers, J. XXXII 44, 493 ; XXXIII 785 ; XXXIV 677 ; XXXV 702,
755; XXXVI 51, 855, 856, 959.
Zijp, J. H. XXXI 559; XXXII 493; XXXIII 735; XXXIV 677;
XXXV 702, 755 ; XXXVI 98, 530, 572, 811, 963, 973.
Zijp, P. XXIX 527; XXX 511; XXXI 559; XXXT1 493; XXXIII
735, 767, 783; XXXV 50, 217, 450, 451, 576, 756; XXXVI
373, 578, 968
Zyverden, J. van (paardenarts) XX 359; XXII 401 ; XXIV 44-1,
454; XXV 79, 114, 117, 443; XXVI 110, 363, 398, 478, 481;
XXVIII 382; XXIX 287, 327, 525; XXX 191, 192, 336, 462 ;
XXXIII 239, 266; XXXVI 754, 896, 961.
Zijverden, J. van XXIX 38, 335, 526 ; XXX 557; XXXI 510 ;
XXXIII 735, 767; XXXIV 298; XXXV 777; XXXVI 959.
B. Promotie v.iu Nederlandsche veeartsen.
Bakker, D. L. Bern, 12 Februari 1909. XXXVI 459.
Bemelmans, E. C. H. A. M. Id. 25 November 1904. XXXII 155.
Berger, H C. L. E. Id. 26 Juli 1906. XXX11I 7S0.
Blieck, L. de ld. 23 December 1904. XXXII 203.
Büchli, K. Id. 28 Januari 1909. XXXVI 428.
Copper D.Jzn., D, J. Id. 21 Juli 1905. XXXII. 566.
Dorssen, J. van ld. 13 Juni 1903. XXX 511.
Driessen, D. P. P. Giessen, 19 December 1895. XXIII 155.
Hennepe Jzn., B. J. C. te Bern, 28 Januari 1909. XXXVI 428.
tHoen, H. Id. 7 Maart 1902. XXIX 337.
Huet, R. H. J. Gallandat ld. 20 Juli 1909. XXXVI 756.
Jong Jzn., D. A. de Giessen, 10 Februari 1899. XXVI 239.
Leurink, G. Bern, 22 October 1907. XXXV 107.
Lier, G. A. van ld. 4 Juli 1901. XXVIII 524.
Linde, J. A. van der ld. 21 Februari 1905. XXXII 296.
Lourens, L. P. D. E. Id. 25 Mei 1907. XXXIV 583.
Markus, B. Id. 18 Juli 1902. XXIX 526.
Mogendorff\', S. I. M. Id. 20 Juli 1909. XXXVI 755.
Nauta, J. S. Id. 26 Juli 1906- XXXIII 780.
Over, K. Id. 15 Juli 1904. XXXI 558.
Overbeek, A. A. Id. 31 Mei 1907. XXXIV 583.
Picard. J. H. Id. 26 Februari 1904. XXXI 367.
Poels, J. Leiden, 15 Februari 1895 tot Doctor honoris causa in de
geneeskunde. XXII 215.
Rab, C. J. Bern, 19 Maart 1903. XXX 336.
Reeser, H. E. Id. 25 Mei 1907. XXXIV 583.
Rörik, II. H. Id. 3 Maart 1906. XXXIII 476.
Remmelts, H. Id. 11 Juli 1902. XXIX 526.
Sande, A. ten Id. 2 Februari 1906. XXXIII 399.
Schat, P. Id. 21 Juli 1909. XXXVI 756.
Schouten, J. Gent, 24 April 1894 tot doctor en médecine, chirurgie et
accouchements. XXI 328.
Schroeff, II. J. van der Bern, 4 Juli 1901. XXVIII 524.
Slooten, J. C. van der Id. 22 October 1907. XXXV 107.
Sluis, Y, van der Id. 3 Maart 1909. XXXVI 52S.
Smit, H. J. Id. 27 Juli 1908. XXXV 694.
Staal, J. Id. 27 Juli 1908. XXXV 694.
Stuurman, W. Id. 19 Maart 1903. XXX 336.
Swierstra, J. Id. 26 Juli 1906. XXXIII 780.
Thomassen. M. II. J. C. Id. 3 Maart 1906. XXXIII 476.
Thomassen, M. E. J. P. Groningen, 6 Juni 1905 tot doctor honoris
causa in de geneeskunde. XXXII 490.
Ubbels, D. G. Giessen, 18 Juli 1901. XXVIII 524.
Veen, J. van der Bern, 27 Juli 1908. XXXV 694.
Veen, K. van der Id. 28 Januari 1909. XXXVI 428.
Velzen, P. A. van Id. 30 Mei 1907. XXXIV 583.
Vermaat, P. Id. 26 Februari 1904. XXXI 367.
Vermast, P. P. Freiburg, 17 Februari 1888 tot doctor in de genees-
kunde. XV 263.
Vermeulen, H. A. Bern, 22 Juli 1909. XXXVI 756.
Vrijburg, A. Zurich, 24 November 1908. XXXVI 374.
"Wirtz, A. W. H. Utrecht, 4 Mei 1882 tot doctor bonoris causa in de
geneeskunde. XII 126.
Woudenberg, N. P. Bern, 29 Mei 1908. XXXV 631.
C. Lijst van gepatenteerde veeartsen, welke krachtens
art. 16 der wet van 8 Juli 1874 (Staatsblad no. 98),
gewijzigd bij de wet van 4 April 1875 (Staatsblad no.
37), aan liet verlicht examen hebben voldaan.
VII 185 — 198.
Abbring, R. VII 190; XIII 141; XVII 263; XX 372; XXV 450;
XXIX 328; XXXVI 964.
Bavink, W. VII 189.
Bruin, L. de III 216; IV 253, 254, 255; VII 189; XIII 143; XVI 147.
Dam, J. van VII 195; XIII 143; XVII 267; XVIII 65; XX 374;
XXV 451; XXIX 330; XXXVI 971.
Dekkers, J. C. VII 189; XIII 239 ; XVII 269; XX 377; XXV 454;
XXIX 332; XXXVI 966.
Dohmen. J. P. VII 190; XIII 145; XVII 270; XX 378 ; XXV 454;
XXIX 337.
Dommelen. P. van VII 188; XIII 239; XVII 269; XX 377; XXV
454 ; XXIX 332 ; XXXVI 966.
Donker, A. A. VII 189; XIII 143; XVII 267 ; XX 376; XXV 452;
XXIX 331 ; XXXVI 965.
Donker. P VII 189 ; XIII 144 ; XV 94.
Dijk, J. van VII 189; XIII 143; XVII 266; XX 375 ; XXV 452;
XXVII 276.
Eefting. W. VII 196 ; XIII 141 ; XV 287 ; XVII 180, 262, 272;
XVIII 135.
Erkelens, J. VII 189 ; XIII 143; XVII 266 ; XX 358.
Gerstin. H. V. VII 189; XIII 144; XV 95; XVII 273; XX 312, 377.
Groot, E. J. de VII 196 ; XIII 141 ; XVII 97.
Hoebe, J. VII 196; XIII 143; XVII 266; XX 375; XXV 452;
XXIX 330 ; XXXVI 965.
Hommels, H. J. VII 190; XHI 142; XVII 265; XX 373 ; XXV
451 ; XXIX 329; XXXVI 964.
Hoogland, O. H. VII 189 ; XIII 143 ; XVII 266 ; XX 375 ; XXV
452: XXIX 330: XXXVI 965.
Hoppe, P. VII 189; XHI 142; XVII 265; XX 374; XXV 451;
XXIX 330; XXXVI 965.
Jalink, A. VII 196; XIII 142; XVII 265; XVIII 65; XX 374 ;
XXIV 367.
Kerkhof, J. J. VH 189; XIII 141; XVII 264; XX 373.
Koch, P. J. VII 190 ; XIII 145 ; XVII 270 ; XX 378 ; XXIV 454 ;
XXIX 332 ; XXXVI 971.
Koelemey, A. VII 189 ; XIII 143 ; XVII 266 ; XX 375 ; XXV 452;
XXIX 330 ; XXXVI 971.
Kok, H. VII 190.
Kok, L. VII 196 ; XIII 143 ; XVII 266 ; XX 375 ; XXV 452 ; XXIX
330 ; XXXVI 965.
Kollenburg, J. van VH 188; XIII 239; XVII 269; XX 377; XXV
454 ; XXIX 332 ; XXXVI 966.
Koperberg, B. VII 189; XIII 143; XVII 267; XX 375.
Koster, O. VII 1S9; XIII 141; XVII 263; XVIII 235; XX 372 ;
XXII 145.
Kroon, A. VII 189; XIII 144 ; XVII 267; XX 376; XXV 453 ; XXIX 337.
Kuijer, O. VII 196 ; XIII 143; XVII 266; XX 375 ; XXV 452 ;
XXIX 330; XXXVI 965.
Mast, J. van der VH 195; XIII 144; XVII 267; XX 376 ; XXV
453; XXIX 331; XXXV 227; XXXVI 971.
Mevis, J. H. VII 190 ; XIII 145 ; XVII 270 ; XX 378 ; XXV 454 ;
XXIX 332 ; XXXVI 966, 973.
Meijnders, H. G. VII 190; XIII 142; XVII 265; XX 373; XXV
451 ; XXIX 329 ; XXXVI 965.
Nyiand, J. II. VII 189; XIII 143 ; XVII 266 ; XX 374 ; XXV 452 ;
XXIX 330; XXX 95.
Okkerse, J. VII 195 ; XIII 144 ; XVII 267 ; XX 376 ; XXV 453 ;
XXIX 337.
Ouderaa, A. van der VII 188; XIII 289; XVII 269; XX 377 ;
XXV 454 ; XXVII 276.
Riedé, A. VII 189; XIII 144; XVII 267; XX 376; XXV 453;
XXIX 331 ; XXXVI 965.
Ringnalda, J. B. VII 189 ; XIII 141; XV 94.
Rol, S. VII 189; XIII 143; XVII 267; XX 375; XXV 452; XXIX
330; XXXVI 965.
Rtfs, J. M. VII 196; XIII 145; XVII 270; XX 378; XXV 454 ;
XXIX 332; XXXVI 971.
Sande J. van de VII 196; XIII 144; XVII 268; XX 377; XXV
453 ; XXIX 331 ; XXXVI 966.
Scheper, C. J. B. VII 100; XIII 142; XVII 265; XX 373; XXV
451; XXIX 329.
Scheeper, J. M. VII 196; XIII 141; XV 94.
Schrieken, C. VII 189; XIII 143; XVII 267; XX 375; XXV 452;
XXIX 337.
Schurink Hzn., H. VII 190; XIII 142; XVII 265; XX 373; XXV
451 ; XXIX 329 ; XXXVI 964. •
Sluijs, D. van der VII 189; XIII 144; XVII 268; XX 376; XXV
453 ; XXIX 331 ; XXXII 203.
Smid, R. VII 196.
Stottelaar, A. J. VII 189; XIII 143; XV 185.
Tietema, W. J. VII 190 ; XIII 141 ; XVII 264 ; XX 372; XXV 450;
XXIX 329 ; XXXV 694 ; XXXVI 971.
Timmerman, A. VII 196 ; XIII 142; XVII 265 ; XX 374; XXV
451 ; XXIX 329 ; XXXVI 971.
Trouw, A. VII 189; XIII 144: XVII 268; XX 376; XXV 453;
XXIX 331 ; XXXA1 965.
Tijink, W. VII 190; XIII 142; XVII 265; XX 374; XXV 451;
XXIX 329; XXXVI 964.
Verduin, J. VII 189; XIII 143; XVII 267 ; XX 375; XXV 452;
XXIX 331 ; XXXI 316.
Verhoeven. P. VII 188; XIII 239; XVII 269; XX 378; XXV 454;
XXIX 332; XXXVI 966.
Veurman, R. VII 190; XIII 142; XVII 265; XX 260, 358, 374;
XXV 451; XXIX 329; XXXVI 964.
Visser, J. VII 196; XIII 143; XVII 267; XX 375; XXV 452;
XXIX 337.
Vorst, N. van de VII 190; XIII 145; XVII 270; XX 378; XXV
454; XXIX 332; XXXVI 966.
Vries, J. de VII 189; XIII 239;" XVII 269, 272; XX 378; XXV
454; XXVIII 287; XXIX 332; XXXVI 971.
Vries, W. de VII 195; XIII 239; XVII 269; XX 378; XXV 454;
XXIX 332; XXXVI 966.
Walfoord, B. A. VII 189; XIII 143; XVII 266; XX 374; XXV 452;
XXIX 330; XXXVI 965.
Weg, C. D. van der VII 189 ; VIII 256; XIII 141; XV 96; XIX
92; XX 311.
Wiersma, J. J. VII 196,
Wiggen, C. van VII 189; XIII 143; XVII 266; XX 374; XXV 452;
XXX\'II 348.
Wight, C. VII 196; XV 95; XVII 264; XX 358, 372; XXV 450;
XXIX 336.
Winters, W. VII 196; XIII 142; XVII 265; XX 374.
-ocr page 253-Wijngaarden, W. van VII 195; XIII 144; XVII 268; XX 376;
XXV 453; XXIX 331; XXXVI 965.
D. Lijst rail niet geëxamineerde veeartsen, aan welke
krachtens art. 15 der wet van 8 Juli 1874 (Staatsblad
no. 98) een bewijs van toegang tot uitoefening
der veeartsenijkunst is uitgereikt.
VI 160—170.
Aalbers, D. W. VI 162; XIII 142; XVII 97.
Abbink, J. D. W. VI 162; XIII 142; XV 94.
Aerts, A. J. VI 166.
Aerts, F. O. VI 161; XIII 144; XVII 269; XX 377; XXV 454;
XXIX 332 ; XXXVI 971.
Akkermans, H. VI 160; XIII 144; XVII 269; XX 377 ; XXV 454;
XXIX 332; XXXI 367; XXXVI 964.
Albrink, G. VI 167; XIII 142; XVII 264; XX 373; XXV 450;
XXIX 329; XXXVI 971.
Alink, A. J. C. VI 168 ; XIII 142 ; XVII 264 ; XX 373 ; XXV 450 ;
XXIX 329; XXXVI 971.
Asme, J. Welle VI 167; XIII 141; XVII 272; XX 358, 373; XXV
450 ; XXIX 329 ; XXXVI 964.
Baaij, W. de VI 160.
Bakker, E. VI 168; XIII 141; XVI 47; XXV 450; XXIX 336.
Bakker, H. M. VI 167.
Bakker, R. G. VI 167.
Bakker, W. VI 161.
Barendregt, C. VI 1.63 ; XIII 143 ; XVII 267 ; XVIII 293.
Beens, R. VI 165.
Beltman, J. VI 162; XIII 142; XVII 265; XX 357.
Bemden Fzn., C. van VI 161; XIII 144; XVII 269; XX 377.
Bemelmans. H. VI 169; XIII 145; XV 94.
Bemelmans, P. VI 170.
Benus, K. VI 169 ; XIII 142 ; XVII 264 ; XIX 187.
Berkel, van J. VI 161; XIII 144; XVII 269; XX 377.
Berkoens, B. VI 162.
Beijers, B. W. VI 161.
Bierman, G. J. VI 162 ; XIII 142 ; XVII 265; XX 374 ; XXV 451 ;
XXIX 330 ; XXXVI 965.
Blanken, A. VI 166; XIII 143; XVII 266; XX 375.
Blink, H. J. VI 169; XIII 141; XVII 263; XX 372; XXV 450;
XXIX 336.
Boelens, O. J. VI 168; XIII 142; XVII 265; XX 374; XXV 451:
XXVI 188; XXIX 330; XXXVI 964.
Boer, B. den VI 163; XIII 143; XVII 267; XX 357.
Bok, H. K. VI 168; XIII 141.
Bok, J. H. VI 169 ; XVII 263 ; XX 372 ; XXV 450 ; XXIX 336.
Bolscher, A. VI 167; XIII 142; XX 373; XXXVI 964.
Bolscher, J. M. VI 168 ; XIII 142 ; XVII 97, 264 ; XX 373 ; XXV
450; XXIX 329; XXXVI 964.
Boone, J. VI165 ; XIII144 ; XVII 268 ; XX 376 ; XXV 453; XXVII 466.
Boone, M. VI 165.
Boone, P. VI 165.
Bosdijk, P. VI 165; XIII 144; XVII 268; XX 357.
Braak, J. VI 164.
Brants, J. VI 161; XIII 144; XVII 269; XX 74.
Brouwers, P. VI 170; XIII 145; XVII 270; XIX 323.
Bruin, A. de VI 163; XIII 143; XVII 267; XX 376; XXV 452;
XXIX 331 ; XXXVI 971.
Erummelen, M. van VI 162.
Bruijn, J. VI 162 ; XV 95.
Bulten, G. W. VI 162; XIII 142; XVII 265; XX 374; XXV 451;
XXIX 330; XXXV 286.
Buijs, G. VI 163.
Bijl, D. VI 163; XX 358, 375; XXV 452; XXIX 330; XXXVI 971.
Gampenhout, G. van VI 161.
Cock, A. VI 167; XIII 142; XV 94.
Commissaris, A. VI 160; XIII 144; XVII 269; XX 377; XXV 454;
XXVIII 190.
Cools, C. VI 165.
Corven, P. van VI 161; XIII 145; XVII 269; XX 377; XXIII 281.
Daalmans, G. VI 160; XIII 145; XVII 269; XX 377; XXV 454:
XXVII 397 ; XXXVI 971.
Decker, D. de VI 166.
Degen, H. VI 162; XIII 142; XVII 265; XX 374.
Demmink, J. H. VI 163; XIII 142; XVII 265; XVIII 135.
Doop, H. A. den VI 160.
Doorn, A. van VI 160 ; XIII 145 ; XVII 269 ; XX 377.
Doorn, A. van VI 160; XIII 145; XV 94; XXV 454; XXIX 332;
XXXVI 966.
Doorn, S. van VI 161 ; XIII 145; XVII 269; XX 377; XXV 454;
XXIX 332 : XXXVI 966.
Doornbos H. VI 168 ; XIII 141 ; XVII 263 ; XX 372 ; XXIII 343.
-ocr page 255-Doornbos, K. J. VI 108; XIII 141; XVII 263; XX 372; XXV 450;
XXIX 328; XXXIV 520; XXXV 520.
Dubbeld J. VI 164.
Dijk. A. van VI 166.
Dijk Sr., A. van VI 163.
Dijk, A J. van VI 166.
Dijkman, H. VI 162.
Duursma, D. E. XIII 141 ; XVII 263 ; XX 372 ; XXV 450 ; XXIX
329; XXXVI 964.
Eefting, B. VI 169; XIII 141.
Eeuwijk, G. van VI 160 ; XIII 145 ; XVII 97.
Elk, G. van VI 162; XIII 142 ; XVII 265 ; XVIII 135.
Essink, J. A. VI 162 ; XIII 142 ; XV 94.
Everts, S. VI 170; XIII 145; XVII 270; XX 378; XXV 454; XXIX
332 ; XXXI 558.
Feijter, P. de VI 165 ; XIII 144 ; XXIX 331 ; XXXVI 965.
Feijter Pzn., J. de VI 166; XIII 144; XVII 26S, 272; XX 376;
XXV 453;
Frank, N. VI 169; XIII 142; XVII 264; XX 373; XXV 450; XXIX
329 ; XXXVI 971.
Frank Jzn., R. VI 167; XIII 141; XV 95; XVII 264; XX 373;
XXV 451; XXIX 329 ; XXXVI 373.
Franken, J. Th. VI 168; XIII 142 ; XVII 264 ; XVIII 65 ; XX
373; XXV 451; XXIX 336.
Franken, L. VI 168; XIII 112; XVII 264; XX 373; XXV 451;
XXXVI 964.
Frankenhuis, D. VI 168; XIII 142; XVII 264; XX 373; XXV 451;
XXIX 329, 525.
Frankenhuis, M. VI 167; XIII 142; XVII 264; XX 373; XXV
451 ; XXIX 329, 430.
Franssen, J. VI 170; XIII 145; XVII 270; XX 357.
Fredenberg J. G. VI 170.
Geelhoed. A. VI 163.
Gelink, J. VI 162; XIII 142; XVI 47.
Geus Dzn., G. de VI 165.
Goedhart, D. VI 164 ; XIII 144 ; XVII 267 ; XX 376 ; XXV 452 ;
XXIX 331 ; XXXVI 965, 973.
Goldsmid, S. VI 162; XIII 142; XVII 265; XX 374; XXV 451;
XXIX 330; XXXVI 965.
Gores, H. VI 163.
Graaf, F. van de VI 162;\' XIII 142; XVII 265; XX 374; XXI 266.
Graaff, J. J. van de VI 162; XIII 142; XVII 265; XX 374; XXV
451 ; XXIX 330 ; XXXVI 965.
Groot, J. H. de VI 167 ; XIII 141 ; XV 94.
Grootenhuis, J. VI 168.
Guise, A. VI 164; XIII 143; XV 94.
Gunder, G. VI 164; XIII 143; XVII 266 ; XX 375; XXV 452;
XXIX 330; XXXVI 971.
Haagsma, B. B. VI 167.
Haan, A. de VI 163; XIII 144; XVII 267; XX 376; XXV 452;
XXIX 331 ; XXXVI 971.
Haar, A. ter VI 168 ; XIII 142 ; XV 94.
Haar, G. ter VI 168 ; XIII 142 ; XVII 264 ; XX 373.
Hamstra, P. S. VI 167 ; XIII 141 ; XVII 264 ; XX 373.
Hamstra, S. IJ. VI 166; XIII 141; XVII 264; XX 373; XXV 450;
XXIX 329 ; XXXVI 964.
Hamstra, S. IJ. VI 167.
Hardeman, A. VI 162; XIII 142; XVII 2\'65 ; XX 374; XXV 451;
XXVII 466.
Havens, H. VI 161.
Heer, R. de VI 163; XIII 144; XVII 267; XIX 91.
Hendriks, L. VI 169; XIII 145; XVII 270 ; XX 378; XXV 454;
XXIX 332; XXXVI 966, 973.
Hendrix, P. VI 170.
Hermans, P. J. VI 170; XIII 145; XVII 272.
Heijlaarts, J. VI 161 ; XIII 145, 239.
Heijndriks, B. VI 165.
Hibma, S. P. VI 166 ; XIII 141 ; XVII 264 ; XIX 249.
Hidding, F. VI 168 ; XIII 141 ; XVII 263 ; XX 372.
Hobré, M. VI 164; XIII 143; XVII 266; XX 357.
Hoebe, K. VI 164.
Hoekema, A. P. VI 167.
Hoeksma, A. F. VI 167.
Hoevelaken, G. van VI 166.
Hoevelaken, J. van VI 163 ; XIII 142 ; XVII 265 ; XX 374 ; XXV
451 ; XXIX 330 ; XXXVI 965.
Holleman, P. VI 163; XIII 144; XVII 267; XX 376; XXV 453;
XXIX 331 ; XXXVI 971.
Hoogaarts F. VI 160; XIII 145; XVII 97.
Hoogland, H. VI 166; XIII 143; XVII 266; XX 375; XXV 452;
XXIX 330 ; XXXIV 352.
Hoogland, H. C. VI 164; XIII 143; XVII 266; XX 375; XXV 452;
XXIX 330; XXXVI 971.
Hoogland, J. M VI 166; XIII 143; XVII 266; XX 375; XXV 452;
XXIX 331, 525.
Hoogland. N. VI 164.
Hoogland, W. VI 166; XIII 143; XVII 266; XX 375; XXV 452;
XXVI 415 ; XXIX 330 ; XXXVI 965.
Hom, C. VI 169 ; XIII 145 ; XVII 270 ; XX 378.
Horsthuis, G. J. VI 168 ; XIII 142 : XVI 47.
Huiting, H. R. VI 169 ; XIII 141 ; XVII 263 ; XX 357.
Huizenga, C. VI 169.
Huizinga, F. VI 169.
Huizinga, J. VI 169; XIII 141; XVII 263 : XX 372; XXV 450;
XXXIII 46.
Hustinx, J. T. VI 161 ; XIII 145 : XIV 81.
Hutten, J. VI 167 ; XIII 142 ; XVII 265 ; XX 373 ; XXV 451: XXIX
329; XXXVI 971.
Jalink, D. J. VI 167 ; XIII 142 ; XV 94.
Jalink, H. VI 168; XIII 142; XVII 265; XX 373; XXV 451 ;
XXIX 336.
Jansen, W. VI 161 ; XIII 145; XVII 269; XX 377; XXV 454;
XXIX 332 ; XXXVI 966.
Jansma. T. K. VI 167.
Janssen, W. VI 162.
Jong, H. Th. VI 167.
Jong, J. E. de VI 166 ; XV 94.
Jong, S. D. de VI 169; XIII 141: XVII 263; XX 372 ; XXV 450;
XXIX 329 ; XXXVI 964.
Jonxis, W. C. VI 162.
Kahlen, O. VI 162.
Kardux, J. VI 163 ; XIII 144.
Karsten, K. J. VI 167.
Kegelaar, J. VI 165 ; XIII 144 ; XVII 268 ; XX 357.
\' Kievit, A. VI 165; XIII 144; XVII 268 : XX 376 : XXV 453;
XXIX 381; XXXVI 965.
Klem, A. VI 164-; XIII 144; XVII 267 ; XX 376 ; XXV 453 ; XXIX
331 ; XXXVI 965.
Klem, J. VI 168; XIII 144; XVII 267 ; XX 376; XXV 453;
XXVIII 382.
Klejj, M. van der VI 164.
Kleijn, M. de VI 162; XIII 142; XVII 265; XX 374.
Kleyne Jzn., J. VI 164; XIII 143; XVII 266; XX 375: XXV 452;
XXIX 330 ; XXXVI 971.
Knops, J. P. VI 169; XIII 145: XVII 270; XX 378; XXV 454;
XXIX 332 ; XXXVI 966.
Koeken, Th. VI 160; XIII 145; XV 94.
Koelemeij, H. VI 164; XIII 143; XVII 267; XX 375; XXV 452;
XXIX 330; XXXVI 965.
Kok, C. VI 164.
Kok, F. VI 166; XIII 148; XVII 266; XX 375; XXI 328.
Kok, T. VI 162.
Kramer, C. J. VI 165 ; XIII 144; XVI 214.
Kraamer, J. VI 165 ; XIII 144; XVII 268; XX 376 ; XXV 453
XXIX 331; XXXVI 966.
Krebeks, J. VI 163.
Langendijk, G. P. VI 164 ; XIII 143 ; XVII 267; XX 375; XXV
442 ; XXIX 837.
Lanooy, M. VI 166; XIII 144; XVII 268; XX 376; XXV 453
XXVIII 382.
Laurense, M. VI 170; XIII 145; XIV 81.
Leuning, B. A. VI 169.
Leunk, J. A. VI 167 ; XIII 142 ; XVII 265 ; XX 373 ; XXV 451 ;
XXIX 329 ; XXXIII 196.
Leurs, J. VI 170; XIII 145; XVII 270; XX 378; XXV 454
XXIX 337.
Linthorst, B. VI 162 ; XIII 142 ; XVII 265 ; XX 374; XXI 214.
Loon. P. van VI 161; XIII 145 ; XVII 269 ; XX 377.
Lovink, J. VI 161; XIII 142; XVII 266; XX . 374; XXV 451;
XXIX 330 ; XXXVI 965.
Lubbers, W, VI 162 ; XV 95; XVII 266; XX 374; XXV 451
XXIX 337.
Lutgers, G. J. VI 162 ; XIII 142 ; XVII 266 ; XX 374 ; XXV 451 ;
XXIX 330 ; XXX 241.
Luurs, G. VI 169 ; XX 372 ; XXIII 407.
Luurs, H. H. VI 169 ; XIII 141 ; XVII 263 ; XX 357.
Luurs, S. VI 169 ; XIII 141 ; XVII 263.
Lys, D. de le VI 165; XIII 144; XV 94.
Maarse, B. VI 161 : XIII 142; XVII 266; XX 374; XXV 451
XXIX 330 ; XXXVI 965.
Maas, M. van der VI 165; XIII 144; XVII 268; XX 376; XXV
453; XXIX 331, 525.
Maasakkers, G. VI 161; XIII 145; XVII 269; XX 74.
Magielsen, P. VI 160; XIII 145 ; XV 286.
Marchand, J. VI 162.
Marchand, M. VI 167; XV 95; XVII 267; XX 358, 373.
Meelker. J. L. VI 168 ; XIII 141 ; XVII 263 ; XX 372 ; XXV 450 :
XXIX 329 ; XXXVI 964.
Menco, N. VI 162; XIII 142; XVII 266; XX 374; XXV 451:
XXIX 330 ; XXXVI 965.
Meurkens, T. G. VI 162; XIII 142; XV 94.
Meutgens. J. P. VI 170.
Meijer, W. M. VI 168 ; XV 95 ; XVII 265 ; XX 373.
Mhsen, W. van der VI 162.
Molenschot, L. VI 161 : XIII 145 ; XVII 269 ; XX 377 ; XXV 454 ;
XXVI- 100.
Monu, T. J. VI 160 ; XIII 145 ; XVII 269; XX 377 ; XXV 454 ;
XXIX 332 ; XXXVI 966.
Mooy Jzn, E. VI 164.
Mooy, C. de VI 163 ; XIII 144 ; XVII 267 ; XX 376 ; XXI 266.
Muis, J. W. VI 164 ; XV 94 ; XXV 453 ; XXIX 331 ; XXXVI 971.
Muis, W. F. VI 163 ; XIII 144 ; XVII 267 ; XX 376.
Nederpelt, P. van VI 163; XIV 81.
Nieuwenhuis, H. T. VI 162; XIII 143; XVII 266; XX 374; XXV
451 ; XXIX 330 ; XXXVI 971.
Nuland, II. van VI 162.
Obbinkt, H. VI 162 ; XIII 143: XVII 266: XX 374: XXV 452;
XXIX 330; XXXVI 971.
Offenberg, Th. VI 167; XIII 142; XVII 265 : XX 373: XXV 451:
XXIX 329 ; XXXVI 964.
Okkerse, C. VI 163: XIII 144: XVII 267; XX 376; XXV 453;
XXIX 337.
Olgers, G. VI 168; XIII 141; XVII 263; XX 372; XXIV 156.
Onzenoort. P. van VI 161; XIII 145; XV 94.
Oosten, W. van VI 166; XIII 144; XVII 268: XX 376; XXV 453:
XXIX 331; XXXVI 971.
Oosterhof, G. P. VI 169; XIII 141; XVII 263: XX 372.
Opdam, A. P. VI 164; XIII 143; XV 94.
Overbosch, W. VI 161; XIII 143; XV 94.
Paimans, Th. VI 160; XIII 145; XVII 269: XX 377: XXV 454;
XXIX 332 ; XXXVI 966.
Pauw, B. de VI 165; XIII 144: XVII 268; XX 376; XXV 453;
XXIX 331: XXXVI 971.
Peer, A. van VI 166: XIII 143; XVII 266: XX 375; XXV 452;
XXIX 330: XXXVI 971.
Peters, P. VI 161; XIII 145; XV 94.
Pezie. G. VI 168; XIII 142; XVII 265; XX 373.
Philipson, J. VI 167; XIII 142.
Philipson, M. VI 168; XIII 142; XVII 265; XX 373; XXV 451;
XXIX 329; XXXVI 964.
Pieters, J. VI 163; XIII 144; XVII 267; XX 376; XXV 453: XXIX
331; XXXVI 965.
Pinckaers, Ch. M. VI 169; XIII 145; XVII 270; XX 378.
Plaa, P. de VI 165; XIII 144; XVII 268; XX 376; XXI 214.
Poel, M. J. van de VI 162; XIII 143; XV 94.
Polak, B. M. Vr 163; XIII 144; XV 94.
Priester. P. VI 165; XIII 144; XVII 272.
Radersma. A. H. VI 166; XXV 450: XXIX 329; XXXVI 971.
Raven, O. VI 164; XIII 143; XVII 272.
Raven, F. VI 164; XIII 143; XVII 267; XX 375; XXV 452; XXIX
330; XXXI 367.
Raven, J. VI 164; XIII 143; XV 94.
Rempt, D. VI 164; XIII 143; XVII 267 ; XX 357.
Riedé, P. VI 163; XIII 239; XVII 269, XX 377, XXV 454; XXIX
332 ; XXXVI 973.
Riedé, R. VI 164; XIII 144; XVII 267; XX 376; XXV 453;
XXIX 331.
Riemens, H. VI 165; XIII 144; XVII 268; XX 376; XXV 453;
XXVII 348.
Rietmeijer, T. VI 163; XIII 144; XVII 267; XX 376; XXV 453;
XXIX 331 ; XXXVI 965.
Ringsma, G. P. VI 166.
Ripping, H. VI 163 ; XIII 144 ; XV 95 ; XVII 268 ; XX 376 ; XXV
453 ; XXIX 331 ; XXXVI 965.
Ronckers, H. VI 170.
Rondeel, D. VI 162.
Rooij, C. F. van VI 165 ; XIII 144; XVII 268; XX 377; XXV 453;
XXIX 331 ; XXXVI 966.
Rooij, F. van VI 160; XIII 145; XVII 269; XX 377; XXIII 281.
Rooij, H. van VI 165.
Rutten, C. VI 161; XIII 145; XVII 269; XX 377; XXIII 155.
Rij, F. van VI163; XIII 144 ; XVII 268; XX 376; XXV 453 ; XXVIII 190.
Rijken, G. VI 161.
Sanders. H. VI 163; XIII 143.
Sanders, S. VI 163 ; XIII 143 ; XVII 266 ; XVIII 135.
Scheeper, M. J. VI 170.
Schekkerman, D. VI 164 ; XIII 143; XVII 267 ; XX 375; XXV
452; XXIX 330; XXXVI 965.
Schild Gzn., J. VI 164; XIII 143; XVII 267; XX 375 ; XXV 452;
XXIX 330; XXXVI 965.
Scholtmeijer. R. VI 169.
Schurink, H. VI 168 ; XX 373.
Smeijers, J. P. F. VI 161.
Smid, F. XIII 141 ; XVII 263 ; XX 372 ; XXV 450 ; XXIX 336.
Smid, H. J. VI 169.
Smid, T. J. VI 168 ; XIII 141 ; XV 95 ; XVII 264 ; XX 372.
Smidt, H. de VI 165; XIII 144 ; XVII 268; XX 377 ; XXV 453 ;
XXVIII 576.
-ocr page 261-Smit, H. L. VI 165 ; XIII 143 ; XVII 267 ; XX 375.
Smit, -J. J. VI 168; XIII 141; XVII 264; XX 372 : XXV 450;
XXIX 329 ; XXXVI 964.
Smit, M. J. VI 168; XIII 141; XVII 264; XX 372 ; XXV 450;
XXIX 329; XXXVI 965.
Smit, T. J. VI 169; XXIII 281.
Smits, A. VI 161; XIII 145; XVII 269; XX 377; XXV 454; XXIX
332 ; XXX 603.
Son, J. van VI 160 ; XIII 145 ; XV 185.
Sonjee, H, VI 165,
Steyaert, P. VI 165 ; XXV 453 ; XXIX 331 ; XXXVI 966.
Stokreef, G. J. VI 167; XIII 142 ; XVII 265; XX 374; XXV 451:
XXIX 329; XXXVI 971.
Stout, J. VI 164 ; XIII 144 ; XVII 268 ; XX 376.
Sutter, C. L. de VI 166; XVII 268; XX 377 ; XXV 454; XXVII848.
Thoonen, G. VI 161; XIII 145; XVII 269; XX 378; XXV 454;
XXVIII 287.
Tielen, J. VI 164; XIII 144 ; XV 94.
Timmerman, G. J. VI 168.
Tjapkes, R. R. VI 168 ; XIII 141; XVII 264 ; XX 372.
Traast, E. J. van VI 168 ; XIII 142 ; XVII 265 ; XX 374.
Trier, C. van VI 160.
Trouw, G. VI 163 ; XIII 239; XV 96; XVII 268; XX 376; XXV
453 ; XXIX 331 ; XXXVI 965.
Trouw, L. VI 163.
Tukker, C. VI 166.
Tijhaar. Th. VI 164 : XIII 144 ; XVI 47.
Ubak. J. VI 168; XV 95; XVII 265; XX 374.
Uikspoors, G. VI 161.
Veenhuizen. T. T. VI 168.
Veerman, J. VI 164 ; XIII 144 ; XVII 268 ; XX 357.
Vegter, H. G. VI 169 ; XIII 141 ; XVII 264 ; XX 372 ; XXV 450 :
XXIX 829 ; XXXVI 964.
Velde, F. ter VI 169; XIII 142 ; XV 95; XVII 264; XX 373.
Velsen. C. van VI 165; XIII 143; XVII 267; XX 375; XXV 452 ;
XXIX 331.
Velzen. J. van VI 164 ; XIII 143 ; XVII 267 ; XX 375.
Verbruggen, P VI 161; XIII 145; XV 94.
Verdaasdonk. L. VI 161.
Vergeer, S. VI 164 ; XIII 144 ; XV 94.
Vergouwen, J. VI 161.
Verhoek, H. VI 165 ; XV 96; XVII 268; XX 377; XXV 453; XXIX 337,
Verhoeven, A. VI 161 ; XIII 145 ; XVII 269 ; XX 378.
Vervoort, E. VI 161.
Viets, C. VI 162 ; XIII 143 ; XVII 266 ; XX 374 ; XXI 266.
Vinkenberg, D. VI 162 ; XIII 143 ; XVII 266 ; XX 374; XXV 301.
Voeten, A. VI 160; XIII 145; XVII 269; XX 378; XXV 454;
XXIX 332 ; XXXVI 966.
Voeten, H. VI 161; XIII 145; XVII 269; XX 378; XXV 454;
XXIX 332 ; XXXVI 966.
Vogel, J. VI 164 ; XIII 144 ; XIV 316.
Vondenhoff, J. W. VI 170.
Vries, C. de VI 161.
Vries Sr., J. de VI 160 ; XIII 145.
Vrijheid, V. VI 163; XIII 143; XVII 266; XX 374; XXV 452;
XXIX 337.
Waelput, D. B. VI 165; XIII 144; XVII 268; XX 377; XXV 453;
XXIX 331 ; XXXVI 966.
Wal K. J. van der VI 165 ; XIII 144 ; XVII 268 : XX 377 ; XXV
453 ; XXIX 331 ; XXX 405.
Wartena. C. W. VI 167.
Weber, J. A. VI 168.
Welle, G. J. van der VI 166; XIII 144; XVII 268; XX 377; XXV
453 ; XXIX 331; XXXVI 966.
Westra, L. E. VI 166 ; XIII 141 ; XVII 264; XX 357.
Wied, L. de VI 169.
Wierma, J. O. VI 167.
Wiersma. C. J. VI 166; XIII 141; XV 94.
Wiersma, O. J. VI 166 ; XIII 141; XV 94.
Wilde, A. de VI 165; XIII 144; XVII 268; XX 377 ; XXV 454 ;
XXIX 331 ; XXXVI 458.
Wilde, S. de VI 162; XIII 143 ; XVII 266 : XX 374 ; XXI 266.
Wildenberg, P. L. van den VI 161.
Wilgenhoff, J. VI 163; XIII 143; XV 94.
Wilhelm, J. VI 168; XIII 142; XV 94.
Wisse, A. VI 165 ; XV 96 ; XVI 214.
Wissink, G. J. VI 168; XIII 142; XVII265; XX 374; XXV 451; XXIX 336.
Wit, A de VI 166.
Woelderink, A. VI 168 ; XIII 142 ; XV 95 ; XVII 265 : XX 374 ;
XXV 451 ; XXIX 329 ; XXXVI 971.
Wijhe, S. van VI 168 ; XIII 142; XVII 97.
Wijk, D. van VI 166,
Zoonen, J. van VI 164.
Zujjdwijk, J. van VI 164; XIII 144; XVII 268; XIX 249; XX 357.
Zwiep, J. E. VI 167 ; XIII 142 ; XV 94.
E. Lijst van overleden veeartsen, gerangschikt naar de
volgorde in liet tijdschrift.
D. Albers III 281; A Aalbers IX 166; J. G. S. Arntz XII196;
J. D. W. Abbink XV 94; Th. van Aerde XVI 48; G. W. V. Arntz
XVI 214; D. W. Aalbers XVII 97; J. W. Asrae XVII 272; J. A.
Alers XX 74 ; F. O. Aerts XXXVI 971; A. J. O. Albrink XXXVI
971; G. Albrink XXXVI 971.
T. Billekens I 62; J. F. Bellinck I 62; Teunis Bos II 114;
H. A. F. Bosmans II 126; II. Bouley III 274 ; dr. H. J. Broers
VII 152; J. C. Billroth VII 182; H. de Boer IX 296 : A. Beins
XI 142 ; G. J. W. Berghuijs XII 125 ; A. de Bruin XIII 236 ; H.
Bouley XIII 236, 318 ; C. Begemann XIII 322 ; W. van Boek-
hoven XIV 187; E. Brillman XIV 256; H. Bemelmans XV 95;
I. Bierma XV 263; E. Bakker XVI 47 ; L. de Bruin XVI 147;
J. H. Bybau XVIII 234 ; O. Barendreclit XVIII 293; K. Benus
XIX 1S7 ; P. Brouwers XIX 323 ; J. Brants XX 74; H. A. P. Brunt
XX 311 ; P. Bosdijk XX 357 ; P. den Boer XX 357; J. Beltman
XX 357; A. J. de Bruijn XXII 282, 295; J. Bauwens XXIII 407;
J. Blaauw Azn. XXV 231; H. J. M. Berghuijs XXV 231; P. A. F.
H. Boots XXVI 237; G. A. Blindenbach XXVII 204; J. Boone
XXVII 466; H. Buiskool XXVIII 381; J. M. Billroth XXVIII 478;
E. H. H. Boudewijns XXIX 335; E. Bakker XXIX 336; H. J.
Blink XXIX 336; J H. Bok XXIX 336; J. W. Burdach XXIX
336; P. Brouwer XXXIII 473; G. C. Brinkhorst XXXIII 528;
M. G. de Bruin XXXV 312, 511 : G. W. Bulten XXXV 286; A. de
Boer XXXVI 372; A. de Bruin XXXVI 971; D. Bijl XXXVI 971.
P. L. Grietée I 62; Cussac II 111 ; O. Th. Ie Comte V 191 :
A. Cock XV 94; J. du Olaux XVIII 293; Fr. van Corven XXIII
281 : C. G. Colin XXIII 406 ; A. Commissaris XXVIII 190 ; A A.
G. Clercx XXXIli 195 : J. H. Cramer XXXVI 50.
J. P. J. Dronkers I 62; J. van Dam II 254 ; J. W. E. Doncker-
mann IV 266; Jhr. Mr. D. R. Qevers-Deynoot VIII 184 : W.
van Dogterom XII 274 ; P. Donker XV 95 ; A. van Doorn XV
95; L. van Driel XV 261 ; J. H. Demmink XVIII 135 ; A. Th. H.
Driessen XIX 323; J. N. Dijkman XXII 282: P. Dobbelaere
XXIII 154; H. J. Doornbos XXIII 343 ; J. van Djjk XXVII 276;
J. P. Dohmen XXIX 337 ; F. H. van Dommelen XXX 143; F. A.
Deijermans XXXIV 351 ; K. J. Doornbos XXXIV 520 ; G. Daal-
inans XXXVI 971; J. van Dam XXXVI 971.
1) Enkels niet-yeeavtsen, maar met do veeartsenijkunde iu verband staande personen,
ziiu hier opgenomen.
F. Eckel III 271 : F. J. Ermeling XIV 316 : J. A. Essink XV
94; G. van Eeuwijk XVII 97; G. van Elk XVIII135; P. G. Eland
XXVIII 64; S. Everts XXXt 558; H. A. den Engelse XXXII 290.
Joh. de Fejjter XVII 272; J. Fransen XX 357; J. Th. Franken
XXIX 336; M. Frankenhuis XXIX 430 : D. Frankenhuis XXIX
525; R. Frank Jzn. XXXVI 373; N. Frank XXXVI 971.
J. K. de Greuve II 126; W. I. Goodwin III 276; J.J.Giesen
IX 261; A. Gisberts IX 261; J. H. de Groot XV 94; A. Guize
XV 95; A. F. van Gerth XV 185: J. Gelink XVI 47 ; E J. de
Groot XVII 97; A. Goubaux XVIII 64; F. van de Graaff XXI
266; C. Günther XXIII 407; G. Gunder XXXVI 971.
W. van Hattum 1 62; J. L. Hoegen I 142 : H. Hovingh III
281; I. B. Husson III 273; A. Hïssink IV 251 ; H. J. L. H. Houba
IV 252; V 191; J. B. Huysman-i XII 126; W. J. E. Hekmeijer
XII 126, 272; A. de Heer XII 290 ; Y. S. Hamstpa XII 290; J.
Huffnagel XIII 67; F. C. Hekmeijer XIII 243; J. F. Hustink
XIV 81; A. ter Haar XV 94; G. J. Horsthuis XVI 47 ; J. A. Hinze
XVI 214; J. E. A. Houben XVI 214; F. Hoogaarts XVII 97; P.
J. Hermans XVII 272; C. A. W. van Hoorn XVIII 134: R. de
Heer XIX 91 ; S. P. Hibma XIX 249 ; C. H. M. Houba XX 259;
M. Hobré XX 357; H. B. Huiting XX 357; G. J. Hengeveld
XXII 66, 99 ; D. van Hulst XXII 66 ; V. J. J. van Hinsbergh
XXIV 299; dr. L. J. van der Harst XXV 1, 89; A. Hardeman
XXVII 466; J. M. Hoogland XXIX 525; L. HubeneJ XXXI 558;
J. F. Huizinga XXXIII 46; J. H. Houtzager XXXIII 732 ; H.
Hoogland XXXIV 352; J. J. Hinze XXXV 395, 519 ; J. B. G.
Hanckx XXXV 575; A. de Haan XXXVI 971; P. Holleman XXXVI
971 ; H. C. Hoogland XXXVI 971 ; J. Hutten XXXVI 971.
H. C. Ittmann XXXIII 142.
T. G. de Jong I 192; J. Jennes I 251 ; A. J. Janné XIV 91,
164, 184; XV 53; D. J. Jalink XV 94; J. E. de Jong XV 94;
A. Jalink XXIV 367 ; H. Jalink XXIX 336; L. Th. Janné XXXIV
214, 472.
L. van Kalmthout I 62 : J. van der Klugt III 279 ; J. F. W.
Korndörffer IV 260 : J. C. Kegelaer VII 250; C. S. van Klaveren
XI 142; Th. Koeken XV 95; C. J. Kramer XVI 214; H. M. Klein
XVIII 6t; F. Küchenmeister XVIII 64; H. J. Kegelaer XX 311;
J. Kegelaer XX 357 ; E. Ko\\c XXI 32S : O. Koster XXII 145;
I. Korteweg XXVII 316 : F. J. Kruyt XXVII 466; XXV11I 190;
J. Klem XXVIII 382; A. Kroon XXIX 337; E. C. Koens XXIX
525; P. Koorevaar XXX 603: XXXI 1; J. Korteweg XXXII 295;
N. B. Kielstra XXXVI 527 ; J. J. Kleijne XXXVI 971; P. J. Koch
XXXVI 971; A. Koelemeij XXXVI 971.
S. LantiDga I 62 ; van Lidth de Jeude I 142 ; P. A. Ludwig
XI 140; J. Tb. van der Loeff XIII 321; M. Laurense XIV 81;
D. de la Lijs XV 95 ; H. H. Laseur XV 185; dr. J. R.E. van Laer
XVIII 77; H. H. Luurs XX 357; W. H. Lampe XXL 214; B.
Linthorst\' XXI 214; G. Luurs XXIII 407; E. W. H. Lantman
XXIV 81; M. Lanooy XXVIII 382; S. de Lange XXVIII 575; W.
Lubbers XXIX 337 ; G. P. Langendjjk XXIX 337. J. LeursXXIX
337; G. J. Lutgers XXX 241; J. A. Leunk XXXIII 196.
Magnée I 62;\' J. Mos I 142: P. L. van der Meulen I 251;
J. Mars II 113, 126; Morton III 275; A. van der Meulen XII
197, 273 ; W. Mingels XIII 321 ; W. H. Montens XV 91 : T. G.
Meurken3 XV 94; J. W. Muis XV 95; P. Magieisen XV 2S6;
dr. Schmidt-Mülheim XVIII 64 ; H. Mos XIX 249 ; G. J. Maas-
akkers XX 74; A. A. de Man XX 310; J. B. Meijerink XXI 59;
M. Lutejjn Mazure XXI 265; C. de Mooy XXI 266; P. A. van
den Munckhof XXIII 407 ; C. Mazure XXIV 247 ; L. Molenschot
XXVI 100; P. F. Michels XXVI 477; M. van der Maas XXIX 525;
J. O. D. Minlot XXX 334; dr. L. Mulder XXX 335; A. W. Mulder
XXXII 202; H. Mars XXXII 385; J. van der Mast XXXV 227;
G. J. Mos XXXVI 697 ; J. W. Muijs XXXVI 971
P. van Nederpelt XIV 81; P. Noordjjk XIV 316; J. J. Noest
XXIX 95; J. H. Nijland XXX 95; J. H. Nuss XXX 404; E. Nocard
XXXI 46, 189, 235; H. P. Nieuwenhuis XXXVI 971.
G. Ottens IX 166; A. P. Obdam XV 95; P. van Onzenoort XV
95; W. Overbosch XV 95; G. Olgers XXIY 156; A. van der
Oudera XXVII 276; C. Okkerse XXIX 337; J. Okberse XXIX
337; A. Overbosch XXXIII 475 ; H. Obbinkt XXXVI 971; W. van
Oosten XXXVI 971
Paltrinieri II 111; Prince II 246; P. J. Plijnaar IV 281; H. J.
Prakke XII 296 : V. Frosch XIII 236; E. Flantenga XIV 81 .
M. J. van der Poel XV 94; P. Feters XV 95; B. M. Polak XV
95 ; W. Priester XVII 272 ; J. J. Fostma XIX 91 ; P. de Plaa
XXI 214; L. Pasteur XXIII 1; H. C. Poll XXXIV 403 ; B. de Pauw
XXXVI 971 ; A. van Pepr XXXVI 971,
K. Rouan I 62; dr. C. C. Róëll I 62; E. Renault II 244;
L. G. Remmeling III 281 ; A. F. Reichman X 79; J C. Rutgers
X 176; dr. A. Rueff XIII 236; dr. F. Roloff XIII 321; J. B.
Rignalda XV 94; J. Raven XV 95; P. F. Rijnenberg XVI 147;
J. D. Ruijsenaars XVI 214; R. G. Roberton XVII 96; O. Raven
XVII 272; G. L. Reedijk XX 23, 74; E. A. Rovers XX 74; J. P.
F. A. van Roosmalen XX 74 ; D. Rempt XX 357 ; H. Reimers
XXI 214 ; C, Rutten XXIII 155 ; F. van Rooy XXIII 281 ; C. F.
Reichman XXIV 367 ; H. Riemens XXVII 348 ; F. Raven Hzn.
XXX[ 367 ; G. A. Reimers XXXIV 209 : C. A. Rotscheid XXXIV 352;
R. Riedé XXXIV 352 ; C. G. A. A. Roujjer XXXV 227; dr. H. H. Rörik
XXXVI 458; A. H. Radersma XXXVI 971 ; J. M. Rijs XXXIV 971.
B. G. Sutherland I 62; P. C. van Steenacker 1.62; J. W.
Scholten II 126; G. W. Schrader III 268; A. Schmidt III 270;
J. P. P. Schönfeld IV 264 ; P. van Staa IV 266 ; J. H. Sorber
V 253; H. Sonjëe VIII 109; J. H. Smit X 252; J. P. C. Smit
XI 279; E. C. van Staden XI 279; W. Snijders XII 125; C. J.
Santkuijl XV 94; J. M. Scheepers XV 94 ; A. J. Stottelaar XV
185; J. van Son XV 185; H. D Serexhe XV 286; C. N Schorel
XVII 179; D. van Setten XVII 272; S. Sanders XVIII 135: M.
Stoffels XX 357; L Swart XXII 66 : L. J. Smits XXII 339; E.
Sytsema XXIV 81 ; S. Schilstra XXIV 81 : J. J. U. Smits XXVI
410; H. M. Stickel Schoemaker XXVII 204; G. C. Schröder
XXVII 276; J. Schep XXVIII 190; A. P. Stickel Schoemaker
XXVIII 381; H. de Smidt XXVIII 576; W. F Steijgerwalt XXIX
143 ; E. Smid XXIX 336; C. Schrieken XXIX 337 ; B. Sikkema
XXX 464 ; A. Smits XXX 603 ; mr. C. J. Sickesz XXXI 249 ; Ch.
Siegen XXXI 366; D. van der Sluijs XXXII 203; G. J. C. van der
Starp XXXIII 701: J. E. C. Schook XXXVI 752; C. J. B. Scheper
XXXVI 971: G. J. Stokreef XXXVI 971,
F. G. E. Thiange 1 62; Timbal II 111 ; J. Tielen XV 95; Th.
Tyhaar XVI 47; J. J. H. Toussaint XVIII 64; J. Tietema XVIII
233; G. Thoonen XXVIII 287: dr. M. H. J. P. Thomassen XXXIV
214, 476; W. J. Tietema XXXV 694; A. Tietema XXXVI 971;
A. Timmerman XXXVI 971.
P. J. S. Verheijen II 112; J. A. Valewink II 126; J. E. Veith
XIII 236; W. Verwey XIV 81; P. J. Vermast XIV 316 ; J. Vogel
XIV 316; J. Vogel XV 95; S Vergeer XV 95; P Verbruggen
XV 95 ; A. Th. Verhaar XV 180 ; J. de Vries XVII 272 : J. Veijs
XVIII 293; J. Veerman XX 357: C. Viets XXI 266; H. Voetelink
XXII 66 ; J. van de Velde XXIII 407 ; M. Verdenius XXIV 249 :
A. H. Voetelink XXV 231 ; D. Vinkenberg XXV 301 ; F. van de
Vorst XXVII 86 ; J. J. Verdenius XXVII 465 ; V. Vrijheid XXIX
337 ; J. Visser XXIX 337 ; H Verhoek XXIX 337 ; J. Verduin
XXXI 316; D. C Valewink XXXII 489; A. J. Vlamings XXXIII
474; B J. Vermande XXXIV 520; J. Veurink XXXVI 971 ; J. de
Vries XXXVI 971.
L. P. Wüppermann I 62 ; J. van der Weijde II 254; I. C. Wijs
III 281; J. Li. N. Weisenbruch V 253; dr. P. H. J. Wellenbergh
VII 54; J. Wilgenhof XV 94; J. Wilhelm XV 94 ; C. J. Wiersma
XV 94; O. J. Wiersma XV 95; A. Wisse XVI 214; S. van Wijhe
XVII 97: dr. J. M. Wehenkel XVII 179; P. Werkman XIX 17,
261
91 : K. J. Werkman XIX 187 ; Th. G. J. Wight XX 260; C. D.
van der Weg XX 311 ; L. E. Westra XX 357; S. de Wilde XXI
266; J. L. van der Wurff XXI 327; F. Th. We\'itzel XXV 97;
. C. van Wiggen XXVII 34« ; J. M. D. Westholz XXVIII 64 ; C.
Wight XXIX 336 ; H. Warninck XXIX 336 ; G. J. Wissink XXIX
337; K. J. van de Wal XXX 405; A. de Wilde XXXVI 458;
A. Woolderinck XXXVI 971.
A. Yvart V 131; P. Y. Ypes XXI 59.
Zundel XIII 130; J. E. Zwiep XV 94; J. Zuidwijk XIX 249;
XX 357.
F. Lijst van Hulpbeurniee&ters van vee en vleescb.
Affourtit, G. J. XXXIV 586; Akker, J. A. van den XXXIII 616;
Baars, A. XXXIII 615; Bakker, A. J. de XXXIII 268; Bangma, J.
XXXIV 586; Barneveld. J. van XXXIII 269; Beers, A. van XXXV
522; Berg, J. H. van den XXXIII 616; Berg, G. van der XXXV
522; Biere, J. XXXIII 269; Bleeker, J. L. XXXV 522; Bloem, L.
XXXIII 616 ; Bochove, I. van XXXV 522 ; Boerema, J. C. XXXIV
586; Boersma, T. J. XXXI 187; XXXIII 616; Boogaard, H. C.
van den XXXIII 735 ; Bos, T. K. XXXIII 616 : Bout, J. O. XXXV
522; Bruijn, A. P. de XXXIV 586 ; Bruyn, H. J. de XXXV 522;
Buikema, K. Tj. XXXIII 735 ; Cox, Fr. H. XXXIV 587 ; Dam, A.
van XXXII 567; Das, H. W. L. XXXIII 616 ; Ziedzes Desplantes,
A. M. XXXIII 616; Develing, C. XXXIII 616; Dorsten, J. van
XXXIII 268; Driehuizen, H. J. XXXIII 269; Driel, P. van XXXIII
269; Drost, J. XXXV 522; Duijvenbode, D. K. Hooning van XXXV
522; Dijk, P. van XXXIV 586; Eggers, J. B. W. XXXIII 615;
Ejjkel, W. van den XXXIV 586; Eykelboom, W. J. J. XXXV
522 ;\' Folkerts, H. XXXIII 615 ; Frank, J. S. XXXIII 269; Frank-
huüzen, W. XXXIV 586 ; Garderen, J. N. van XXXIV 586 ; Ger-
riesen, L. G. XXXIII 615; Geus, B. de XXXII 567 ; Greif, Chr. H.
XXXII 567 ; Greving, J. XXXV 522 ; Haak, Joh. XXXIII 616;
Haart, H. de XXXIII 268; Hammingh, M. J. XXXII 567 ; Heer,
H. de XXXIII 268; Herberts, J. H. XXXIV 586 ; Hessen, J. A. van
XXXV 522; Hessen, M. J. van XXXII 608; XXXIII 616; XXXV
284 ; Heukelom, W. H. van XXXIII 616 ; Hoogveld, A. H. J.
XXXIII 735 ; Hoogveld, J. A. F. XXXIII 735 ; Hoop, W. de XXXIII
616; Horman, C. XXXIII 616; Huibregtsen, G. XXXIII 616;
Ingelse, J. XXXIII 735 ; Jacobs, M. J. G. XXXIV 587 ; Jager, H. J.
XXXIII 616; Jansen, J. Th. A. XXXV 522; Jansen, L. H. XXXV
522; Jansen, M. A. XXXI 96; XXXIII 616; Jongens, D. XXXV
522 ; Jongepier, I. XXXIV 586 ; Kalkman. W. L. XXXII 567;
Kamminga, J. L. XXXIV 586; Kellenbach, G. J. XXXIV 586;
Kiviet, A. C. XXXIV 586 ; Kievit, J. C. XXXIV 586 ; Kingma, Th.
XXXIII 616 ; Kleij, L. A. van der XXXIV 586; Kloppenburg. J.
G. A. XXXIII 616 ; Knorringa, A. H. XXXIII 269 ; Knorringa, I.
XXXIII 615; Knorringa, P. H. XXXIV 586; Köhnen. O. J. XXXII
567 ; Kole, J. J. XXXIV 586 ; Kroon, L. XXXIII 269; Laan, C.
van der XXXV 522 ; Laan, F. van der XXXIII 735 ; Lambers. D.
XXXV 522; Lamme, J. G. XXXIII 616; Langeveld, A. P. XXXIII
616 ; Lanzendorfer, J. A. XXXIII 269; Laroy, P. C. XXXV 523;
Lenting, T. XXXIV 586; Lindeman, J. XXVI 478; XXXIII 616;
Locht, H. XXXIV 587; Makkinga, K. XXXIII 616; Maldegem, J.
van XXXV 522; Marjs, B. XXXIII 269; Mast, G. XXXIII 616;
Meisner, H. XXXV 522; Meijer, M. P.\'de XXXIII 616; Moossdorff,
R. O. A. XXXIU 616 ; Mostert, L. XXXIII 616; Niehof, H. XXXV
522; Nieuwendijk, J. A. XXX 512; XXXIII 616; Noë, J. XXXIII
616; Okkerse, J. XXXIII 269; Ooaten, S. van XXX11I 269; Osch,
S. J. H. van XXXII 567 ; Ostenburg. E. B. XXXII 567 ; Oijen, J.
L. van XXXV 522 ; Paü, P. du XXXIII 616 ; Perrenet, J. XXXIII
616; Peskens, H. J. XXXIII 616; Plaat, A. van der XXXIII 735 ;
Pouwels, P. XXXIII 735; Quanjel, J. B. XXIX 235; XXXIV 586;
XXXV 165; Roemen, J. XXXIII 269; Rootselaar, G. G. van XXXIII
616; Roy, G. A. de XXXV 523; Rosdorff, W. XXXV 523; Ruiter.
H. XXXIII 615; Ruijs, A. XXXIII 269; Rijntjes, T. A. M. XXXIII
616; Santen, J. van XXXIII 615; Sar, G. van der XXXIII 616;
Scheerder, A. C. XXXV 523 ; Schipper. J. XXXV 523 ; Schmitz.
H. XXXIII 269 ; Scholten, H. W. XXXV 523 ; Segers, R. W. H.
XXXIV 587; Seijffers, M. XXXIV 587 ; Sjouke, M. XXXV 523;
Smit, G. XXXIII 616; Smit, H. G. XXXIII 616 ; Soede, J. H. Slok
XXXV 523; Soest, P. J. E. van XXXIII 735; Speijers. G. J.
XXXIII 615; Speijers, H. XXXIII 616; Stahlie, A. XXXV 523;
Steenwinkel, F. L. XXXIII 735 ; Swart, E. XXXIV 586 ; Teuwisse,
G. H. XXXIV 586; Uijthoven, P. XXXIII 616; Veen, W. van
XXXIII 616 ; Veldstra, J. XXXIII 616; Voermans, F A. XXXIII
616; Vossen, G. XXXIII 269 ; Vreeburg, A. J. XXXIII 735;
Vrenken, J. H. XXXV 523 ; Vries, H. P. de XXXIII 616; Warriea,
H. XXXV 523; Weber, Th. XXXLV 586 ; Wehrmejjer, W. XXXIII
735; Welle, C. van der XXXIV 586; Welling, A. G. XXXV 523 ;
Westerhof, R. C. J. XXXIV 587 ; Westra, M. XXXV 523 ; Wete
ring, G. van de XXXIII 616; Wilmink, B. J. XXXV 523; Wit,
H. G. de XXXIII 616 ; Witkamp, A. XXXI 96 ; XXXIII 616.
IV. Register omtrent de „Maatschappij ter bevordering
der Veeartsenijkunde in Nederland"
en omtrent andere zaken.
A. Maatschappij ter bevordering der Veeartsenijkunde
in Nederland.
Voorbereidende vergadering op 27 Augustus 1862. I 7, 12.
Wet van de Maatschappij ter bevordering der Veeartsenijkunde in
Nederland. I 16.
Leden der Maatschappij. I 54 ; II 121 ; III 170.
Programma voor de lste algemeene vergadering op 5 September 1S63.
I 138.
Verslag dier vergadering. I 115.
Idem over den toestand der Maatschappij. I 116.
Behandelde onderwerpen:
Longziekte-enting (G. J. Hengeveld, Weitzel, J. A. Hinze, Deijermans).
Meteorismus (Deijermans, J. C. Kegelaer, Stempel, Snellen).
Kunsthoorn (Weitzel, Deijermans).
Goedaardige droes (G. J. Hengeveld, J. C. Kegelaer).
Mond- en klauwzeer (Snellen, G. J. Hengeveld, J. C. Kegelaer).
Haemorrhoides (J. C. Kegelaer, Weitzel).
Kippenziekten (Weitzel).
Abortus bij het rund door afzien (Weitzel, F. C. Hekmeijer, J. C. Kegelaer
G. J. Hengeveld).
Costuumwetten (F. C. Hekmeijer).
Plaatselijke ziekten (G. J. Hengeveld, Deijermans).
Is vleesch Tan dieren in het lste tijdperk der longziekte schadelijk? (G. J. Hengeveld).
Is do molk en het vleesch van aan mond- en klauwzeer lijdende dieren schadelijk V
(F. C. Hekmeijer, Deijermans, Snellen, G. J. Hengeveld, J. C. Kegelaer,
Weitzel).
Programma voor de 2de algemeene vergadering op 17 September 1864.
II 58.
Verslag dier vergadering. II 60.
Idem over den toestand der Maatschappij. II 61.
-ocr page 270-Behandelde onderwerpen:
Verzoek om „een wet op de uitoefening der veeartsenijkunde" (Snellen, Weitzel,
G. J. Hengeveld, J. C. Kegelaer," F. C. Hekmeijer).
Besmettelijke veeziekten in 1863/64 (Alers, F. C. Hekmeijer, Snellen, J. C.
Kegelaer, G. J. Hengeveld, Weitzel, Wirtz, J. A. Hinze).
Melkbuisjes (Weitzel).
Straalkanker (G. J. Hengeveld, F. C. Hekmeijer, Wirtz).
Differentiëel-diagnostiek van longziekte (G. J. Hengeveld, J. C. Kegelaer).
Hielbeensbreuk (G. J. Hengeveld).
Costuumwetten (F. C. Hekmeijer).
Plaatselijke ziekten (G. J. Hengeveld).
Verbreiden van tongblaar (Snellen, G. J. Hengeveld).
Pokziekte der runderen (Stempel, van Hulst, Weitzel, E. Overbosch).
Uitreikon patenten (J. C. Kegelaer).
Onkant of onklaar uier (G. J, Hengeveld, van Dam, Snellen, J. C. Kegelaer,
van Hulst, F. C. Hekmeijer).
Over leden der algemeene afdeeling on uitbrengen van stemmen in de algemeene
vergadering.
Programma voor de 3de algemeene vergadering op 5 September 1865.
II 238.
Kort verslag dier vergadering. II 241.
Verslag dier vergadering. III 110.
Behandelde onderwerpen:
Costuumwetten (van Hulst).
Parelziekte (van Hulst).
Oorzaken der taaije molk (van Hulst, J. C. Kegelaer, Deijermans).
Geschiktste tijd voor do inenting der longziekte (van Hulst).
Programma der 4de algemeene vergadering op 24 September 1866.
III 119.
Verslag dier vergadering. III 121.
Behandelde onderwerpen:
Runderpest (Sandkuijl, Stempel, J. H. Smit).
Inenting longziekto (Snellen).
Korte mededeolingen (J. H. Smit, van Driel, Wirtz, Weitzel, Sandkuijl,
Stempel, Hinze).
Costuumwotton (van Driel, Weitzel).
Subcutane injectie (Snellen).
Taaije melk (Wirtz, J. H. Smit).
Tijd van inenten (Gevers Deijnoot, Wirtz, van Driel, J. H. Smit, Snellen).
Bruissen der melk (Gevers Deijnoot, Dogterom, J. H. Smit, Wirtz).
Request aan de Eerste Kamer der Staten-Generaal inzake : „Onschadelijkmaking
van door den veetyphus aangetast en daarvan verdacht vee." (Snellen,
Weitzel). III 128.
Programma der 5de algemeene vergadering (buitengewone) op 27
Augustus 1868. III 141.
Verslag dier vergadering. III 141.
Behandelde onderwerpen:
Schadelijke gevolgen van pulpe (Huffnagel, Montens, G. J. Hengeveld).
Bremvlieglarven bij schapen (Gijsbers, Wirtz).
Korte mededeelingen (Huffnagel, W. J. E. Hekmeijer, Snellen, Wirtz, G. J.
Hengeveld, Aalbers).
Programma voor de 6de algemeene vergadering (buitengewone) op 10
Maart 1869. III 148.
Openingsrede van den voorzitter (Wirtz) en kort verslag dier vergade-
ring. III 149.
Behandelde onderwerpen:
Bespreking der wetsontwerpen :
a. tot regeling van het veeartsenijkuudig staatstoezicht en der veeartsenijkundige
politie ;
b. tot regeling van de uitoefening der veeartsenijkunde.
Het uitvoerig verslag dier vergadering is niet verschenen.
Programma voor de 7de algemeene vergadering op 9 September 1869.
III 159.
Openingsrede van den voorzitter (Wirtz). III 161.
Verslag van den toestand der Maatschappij en van haar geldmiddelen,
III 164.
Verslag dier vergadering. IV 38.
Behandelde onderwerpen:
Mond- en klauwzeer (van Driel, Donckerman, Billroth).
Schaapspokken (Huffnagel, Billroth, van Driel).
Kwade-droes (Stempel, I. H. Smit, Huffnagel, Köhler, Billroth).
Korte mededoelingon\' (Stempel, van Duim, Billroth).
Meelvergiftiging (Luteijn, Mazure).
Klimaatziekten (G. J. Hengeveld).
Subcutane injectie (Montens, Wirtz).
Taaie melk en het niet botoren er van (A. J. Janné).
Maatregelen bij in- en doorvoer van vee (G. J. Hengeveld, A. J. Janné).
Voorbehoedmiddelen tegen de huidworm der schapen (G. J. Hengeveld).
Thermometrio (Wirtz).
Besmettelijkheid en erfelijkheid der parelziekte hier te lande (A. J. Janné, Luteijn
Mazure, Weitzel, Wirtz).
Miliair-tuberkels en kwade-droes (A. J. Janné, Wirtz).
Wenschelijkheid bij het 50-jarig bestaan der school een geschiedenis uit te geven
der veeartsenijkunde in Nederland (Wirtz).
Verslag der 8ite algemeene vergadering op 1 September 1870. IV 58.
-ocr page 272-Behandelde onderwerpen:
Runderpest (G. J. Hengeveld).
Inenting tegen longziekte (Donckerman, Dogterom, Lampe, Stempel, W. J.
E. Hekmeijer, Michels).
Rhododendron-vergiftiging (NI. J. Hengeveld).
Klimaatziekton (NI. J. Hengeveld, W. J. E. Hekmeijer).
Subcutane injectie (Weitzel).
Invloed van pulpe (M. J. Hengeveld).
Programma der 9de algemeene vergadering op 20 September 1871.
IV 230.
Openingsrede van den voorzitter (Wirtz). IV 108.
Verslag van den toestand der Maatschappij en haar\'geldmiddelen. IV 115.
Verslag der vergadering IV 233.
Behandelde onderwerpen:
Subcutane injectie (NI. J. Hengeveld, Wirtz, van Duim).
Invloed van pulpe (NI. J. Hengeveld, van Hoorn, Thomassen, Wirtz).
Darminvaginatie (Wirtz, W. J. E. Hekmeijer).
Cornage (Wirtz).
Kortomededeelingen(van Duim, W. J. E. Hekmeijer, Huffnagel, Westholz. Wirtz).
Programma der 10de algemeene vergadering (buitengewone) op 25
Maart 1872. IV 242.
Verslag dier vergadering. IV 243.
Behandelde onderwerpen:
Benoeming der feestcommissie (50-jarig bestaan der school). IV 246.
„ van drie redactouren. IV 246.
Verslag der llde algemeene vergadering op 11 September 1872 (50-
jarig bestaan der veeartsenijschool). IV 187.
Behandelde onderwerpen:
Bonoeniing van leden van het hoofdbestuur.
Genuine koepokstof (Mac Gillavry).
Welke vorderingen heeft de veeartsenijkunde hior te lande sedert de oprichting
der veeartsenijschool tot aan haar 50-jarig bestaan gemaakt? (G. J. Hengeveld).
Het is wenschelijk dat een wet verscbijue op de uitoefening der veeartsenijkunde
(C. Mazure, fl. J. Janné., van Hoorn, Mulder).
Beschrijving van het feest.
A. W. H. Wirtz, Brief, dato 19 Augustus 1873, aan den lste secretaris
der Maatschappij. V 176
12de algemeene vergadering ? ? ?
Verslag der 13de algemeene vergadering op 1 September 1874. V241.
-ocr page 273-Behandelde onderwerpen:
Benoeming van leden Tan het hoofdbestuur.
Wijziging dei- contributie.
Wijziging van het reglement.
Secundaire gevolgen van kalverziekte (Westholz, Smit).
Blijft een van longziekte hersteld rund al dau niet nog eenigen tijd het vermogen
om te besmetten behouden, zoo ja, hoe lang? (Huffnagel, H. Reimers,
Stempel, J. C. Kegelaer, Smit).
Welke zijn de resultaten der inenting tegen longziekte iu besmette koppels
(Stempel, J. C. Kegelaer, Smit, H. Reimers, Dogterom).
Besmettelijkheid van tuberculose (H. Reimers, Huffnagel, J. C. Kegelaer,
Mac Gillavry).
Korte mededeelingen (Stempel, Smit, Mazure Jr., H. Reimers).
Verslag der 14de algemeene vergadering op 7 September 1875. VII 138.
Behandelde onderwerpen:
Verkiezing van liet hoofdbestuur.
Verkiezing van redactie-leden.
Intrekken der motie tegen den heer Wirtz (zie 10\'le alg. vergadering).
Welke zijn de resultaten van de uitvoering der wet van 1870 op het veeartsenij-
kundig staatstoezichtV (Huffnagel, C. Mazure, Swart).
Kan het dragen van muilkorven oorzaak zijn van het dol worden van honden ?
(Aalbers, J. Mazure, van Duim).
Korte mededeelingen (van Duim, Swart, Stempel, C. Mazure, van Esveld,
W. J. E. Hekmeijer, van der Sluijs).
Kort verslag van het behandelde in de 15do algemeene vergadering
gehouden 19 September 1876 te Botterdam. VII 143.
Notulen dier vergadering. VIII 176.
Verslag van den toestand der Maatschappij over 1875/76. VII 152.
Rekening op 1 Januari 1876 VII 154
Behandelde onderwerpen:
Benoeming van A. W. H. Wirtz tot eerelid. VIII 177.
Bestaat er grond voor de geuite meeniug dat longziekte door inenting wordt over-
geplant? (Huffnagel, Stempel, Alers, J. Mazure, van Duim, M. J. Hengeveld).
Welk jaargetijde is het moest geschikt de longziekte met kracht te bestrijden?
(Huffnagel, J. Mazure, van Duim).
Programma der 16de algemeene vergadering op 15 September 1877.
VIII 238.
Kort verslag dier vergadering. VIII 239.
Verslag over den toestand der Maatschappij over 1876/77. VIII 1S4.
Rekening over 1876. VIII 242.
Notulen der vergadering. IX 273.
Behandelde onderwerpen:
Benoeming van eeu onder-voorzitter.
Commissie tot het onderzoek van geheimmiddelen (van der Harst, Aalbers,
Mac Gillavry).
Een en ander over abattoirs (Vlamings, Huffnagel, Mac Gillavry, W. J. E.
Hekmeijer, E. A. Kok, M. J. Hengeveld, Stempel, J. J. Hinze).
Aetiologie van miltvuur (Mac Gillavry).
Varkensziekte (H. Reimers).
Vrije mededeelingen (Huffnagel, J. J. Hinze, W. Hekmeijer, M. J. Hengeveld,
van der Harst, C. Mazure, H. Reimers).
Programma voor de 17de algemeene vergadering, te houden op 14
September 1878. X 51.
Kort verslag dier vergadering. X 52.
Rekening over het jaar 1877. IX 284.
Verslag van den toestand der Maatschappij over 1877/78. IX 281.
Notulen dier vergadering. X 278.
Behandelde onderwerpen:
Verkiezing van hoofdbestuur en redactie.
Varkensziekte (H. Reimers, Aalbers, van der Harst).
Solanine-vergiftiging (Vlamings).
Korte mededeelingen (J. J. Hinze, van der Sluijs, van der Harst).
Programma voor de 18de algemeene vergadering, te houden op 13
September 1879. XI 118.
Kort verslag dier vergadering. XI 119.
Verslag van den toestand der Maatschappij over 1878/79. X 277.
Rekening over het jaar 1878. X 283.
Notulen der 18do algemeene vergadering. XII 7.
Behandelde onderwerpen:
Herziening der wet (C. Mazure, Wirtz, Huffnagel).
Salicylzuur bjj acuut rheumatisme (C. Mazure, Koster).
Korte mededeelingen (Stempel, Wirtz, J. J. Hinze, W. J. E. Hekmeijer, van
der Sluijs, Vlamings, Swart).
Programma voor de 19de algemeene vergadering, te houden op 18
September 1880. XII 4.
Kort verslag dier vergadering. XII 5,
Verslag van den toestand der Maatschappij over 1879/80. XII 13.
Rekening over het jaar 1879. XII 15,
Notulen dier vergadering. XII 113.
Behandelde onderwerpen:
Vaststellen van een nieuw reglement.
Paren in bloedverwantschap (Stempel, P. F. Vermast, H. C. Reimers, Wirtz,
W. J. E. Hekmeijer, Vlamings).
Rotkreupel (Hekmeijer, J. Mazure, M. J. Hengeveld, Stempel, Huffnagel,
Wirtz).
Boutyuur (Thomassen, Hengeveld, Vlaniings, Wirtz, Stempel, Hekmeijer).
Korte mededeelingen (Reimers).
Programma voor de 20ste algemeene vergadering te houden 17 Sep-
tember 1881. XII 119.
Ivort verslag dier vergadering. XII 120.
Verslag van den toestand der Maatschappij over 1880/81. XII 122.
Rekening voor het jaar 1880. XII 124.
Notulen dier vergadering. XII 184.
Behandelde onderwerpen:
Discussie over het tijdschrift.
Taxus-vergiftiging (van der Harst).
Boutvuur (H. C. Reimers).
Kalfziekte (Moubis).
Trichinen (J. Mazure, Wirtz).
Vivisectie (Thomassen, Wirtz).
Programma voor de 21ste algemeene vergadering te houden 16 Sep-
tember 1882. XII 193.
Kort verslag dier vergadering. XII 194.
Verslag van den toestand der Maatschappij over 18S1/82. XII 190.
Rekening over het jaar 1881. XII 192.
Notulen dier vergadering. XII 265.
Behandelde onderwerpen:
Vivisectie (Thomassen).
Rotkreupel (Luteyn Mazure, L. Janné, Stempel, van der Linden).
Haarballen (A. van der Meulen).
Koe- of paardenhaar (van Lent).
Korte mededeelingen (van der Linden, van der Sluijs, Dogterom, van der Harst,
Stempel).
Programma voor de 22ste algemeene vergadering te houden 22 Sep-
tember 1883. XII 278.
Kort verslag dier vergadering. XII 279.
Verslag van den toestand der Maatschappij over 1882/83. XII 269.
Rekening over het jaar 1882. XII 277.
Notulen dier vergadering. XIII 59.
Behandelde onderwerpen:
Vleesch van tuberculeuse runderen (van der Sluijs, Wirtz, Köhler, M. G. de
Bruin, Stejnpel, van Duim, Aalbers, Thomassen, H. C. Reimers).
Korte mededeelingen (van Tright, Stempel, Wirtz, van Duim).
270
Programma voor de 23ste algemeene vergadering te houden 27 Sep-
tember 1884. XIII 70.
Kort verslag dier vergadering. XIII 71.
Verslag over den toestand der Maatschappij over 1883/84. XIII 67.
Rekening over 1883. XIII 69.
Notulen dier vergadering. XIII 223.
Behandelde onderwerpen:
Kopervergiftiging (Stempel, van Duim, C. Mazure, Wirtz, Thomassen).
Tracheaal-injectie (Stempel, Thomassen, Kohier, van Duim).
Vrije mededelingen (Mingels, van Tright, Schimmel, de Bruin, van der
Linden, C. Mazure, Ballangée, Thomassen, van der Sluijs, van Esveld,
Wirtz).
Programma voor de 24ste algemeene vergadering te houden 19 Sep-
tember 1885. XIII 232.
Kort verslag dier vergadering XIII 233.
Verslag over den toestand der Maatschappij over 1884/85. XIII 229.
Rekening over 1884. XIII 231.
Notulen der vergadering. XIV 150.
Behandelde onderwerpen:
Benoeming tot correspondeerend lid van Ch. Siegen (Wirtz).
Klacht tegen den 1ste secretaris (Wir\'z, van der Harst).
Empiristen (K. J. Laméris, Mazure Sr., Vlamings, H. C. Reimers, Stempel,
Schurink, van der Linde, Ellerman, M. G. de Bruin, van Duim, Wirtz,
Hinrichs).
Kalverkoorts (Schurink, Vlamings, van Duim, Laméris, de Bruin, Ellerman,
Anker, Wirtz, Thomassen, van der Sluijs, Mazure Sr.).
Vleesch yan kalfziek vee (Mazure Sr., Vlamings, van der Sluijs, Ellerman,
Reimers).
Vrije mededeelingen (Laméris, Wirtz, Mazure Sr., Stempel, Ellerman,
Reimers, Thomassen, Wiersum, Anker, Arntz, Goosen, van der Linden,
van Duim, Vlamings).
Programma voor de 25ste algemeene vergadering te houden 18 Sep-
tember 1886. XIV 167.
Kort verslag dier vergadering. XIV 170.
Verslag over den toestand der Maatschappij over 1885/86. XIV 164.
Rekening over 1885. XIV 169.
Notulen dier vergadering. XV 53.
Behandelde onderwerpen:
Klacht tegen den l»te secretaris (van der Harst).
Verslagen der afdeelings-vergaderingen (van Esveld, Schurink, van der Starp,
Hengeveld, Reimers).
Herdenking 25-jarig bestaan der Maatschappij (Stempel, Hengeveld, van der
Starp, van der Linden, Hermkes, Aalbers, Mazure Sr.).
Miltvuur (Hengeveld, J. F. Laméris, van Duim, Aalbers, Mazure Sr.,
Hermkes, van der Linden, Thomassen).
Worstvergiftiging (van der Starp, Reimers, van der Linden, van der Sluijs,
Thomassen, Dhont).
Inentingen als voorbehoedmiddel tegen houtvuur (Schurink, Stempel, Hengeveld,
Reimers, van Duim, Laméris, Hermkes, Kohier, Thomassen).
Parelziekte (Schurink, van der Sluijs, Hermkes, Hengeveld, Reimers Sr.
van Duim).
Kalfziekte (van der Sluijs, van Duim, de Bruin, Thomassen, Mazure Sr.,
Hengeveld, Stempel).
Vrije mededeelingcn (van der Starp, Reimers, van der Linden, de Jong,
Dhont, van der Sluijs, Anker, Laméris).
Programma van de 26ste algemeene vergadering, te houden 17 Sep-
tember 1887. XV 75.
Kort verslag dier vergadering. XV 77.
Verslag van den toestand der Maatschappij over 1886/87. XV 71.
Rekening over 1886 XV 76.
Notulen dier vergadering. XVI 10.
Behandelde onderwerpen.:
Viering van het 25-jarig bestaan der .Maatschappij.
Inenting als vooi behoedmiddel tegen houtvuur (Hengeveld, Thomassen, Janné,
Schurink, Luteijn Mazure, Mazure Sr., van Duim).
Kalfziekte (Thomassen, van Duim, D. A. de Jong, Luteijn Mazure, Hermkes,
Fauel, de Bruin, Wirtz, van der Sluijs).
Wetenschappelijke kennis bij personen die castratiën of verlossingen verrichten
(Beel, Kohier, de Bruin, Reimers, Fauel, Stempel, van Staa, Luteijn
Mazure).
Uoefsmidscholen (Fauel, Köhler, Billroth, van Duim, Luteyn Mazure, Wirtz,
Mazure Sr., Janné, Thomassen).
Vrije mededeelingen (Billroth, van Duim, de Beijl, Janné).
Programma voor de 27ste algemeene vergadering te houden 15 Sep-
tember 1888. XVI 23.
Kort verslag dier vergadering. XVI 27.
Verslag van den toestand der Maatschappij over 1887/88. XVI 20.
Rekening over 1887. XVI 26.
Notulen dier vergadering. XVI 104.
r
Behandelde onderwerpen:
Herziening van het reglement.
Boutvuur (Hengeveld, Schurink).
Kalfziekte (Thomassen). \'
Hulde aan A. F. Verhaar (H. C. Reimers, K. J. Laméris).
-ocr page 278-Verplichte vleeschkeuring (D. A. de Jong, Hinze, Schurink, Mazure Sn.,
Reimers, van dep Sluijs, Billroth, R. Boer Hzn.).
Toezicht op vilderijen (Reimers).
Vrije mededeelingen (Thomassen, Laméris, van Leeuwen, van Esveld).
Oproeping voor de 2Sste (buitengewone) algemeene vergadering, te
houden op 13 Januari 1889. XVI 111.
Programma dier vergadering. XVI 113.
Verslag dier vergadering. XVI 113.
Behandelde onderwerpen:
Keuring van vee en vleesch (van Duim).
Circulaire der Maatschappij Tan Landbouw in Drente in zake populaire behandeling
van het skelet en van de opvoeding van het paard (van Esveld, van Duim,
Hengeveld, Reimers).
Voorschriften omtrent hot verrichten van heelkundige operatiën door do leerlingen
van \'s Rijksveeartsenijschool (van Hinsbergh, van Duim, Hermkes, B. J. C.
Hubenet, Heidema, Billroth, Paimans, Hengeveld, Aalbers, Goosens,
Thomassen, van Esveld, van der Harst, C. Mazure Jr., Lubberink,
D. A. de Jong, Schimmel, Reimers, de Bruin, Stempel, van Lent,
van der Sluijs).
Vrije medodeelingen (Hamburger).
Programma voor de 29ste algemeene vergadering, te houden 21 Sep-
tember 1889. XVII 42.
Kort verslag dier vergadering. XVII 47.
Verslag van den toestand der Maatschappij over 1888/89.- XVII 38.
Rekening over 18S8. XVII 41.
Notulen dier vergadering. XVII 218.
Behandelde onderwerpen:
Herziening van hot reglement (D. A. de Jong, Aalbers, van Esveld, Plet,
Mazure Sr., van der Harst, Reimers, Hermkes, van der Sluijs, van Lent,
Paimans, Altevogt, J. F. Laméris, Heidema, Stempel, K. J. Laméris,
Billroth).
Rechtspersoonlijkheid (van Lent).
Bepalingen omtrent varkensziekte (H. C. Reimers, van der Linden, Plet, van Duim,
van Lent, Billroth, van der Sluijs, Goosen, J. Laméris, de Jong, Oosterbaan,
Schurink, Mazure Sr., Stempel, J. Mazure, Thomassen).
Kalfziekte (van Duim, Thomassen).
Programma voor de 30ste algemeene vergadering, te houden op 29
Augustus 1890. XVIII 47.
Kort verslag dier vergadering. XVIII 48.
Verslag van den toestand der Maatschappij over 1889/90. XVIII 42
Rekening over 1889. XVIII 46.
-ocr page 279-Begrooting over 1891. XVIII 48.
Notulen dier vergadering. XVIII 269.
Behandelde onderwerpen:
Tijdschrift (D. A. de Jong, van Esveld, Hermkes, van Duim, Hinze, Hengeveld).
Toezicht op vilderijen en vleeschkeuring (van Duim, van der Sluijs, Hengeveld,
van Esveld, de Jong, Paimans, van Rijssel, Kroes, M. G. de Bruïn, J. F.
Laméris, Hinze, Stempel, van der Linde).
Heerschend voorkomen van longemphyseera bij het rund (J. F. Laméris, van Duim,
de Bruin, Goossen, van der Linden, de Jong, Hermkes, van Rijssel, Ham-
burger, Luteijn Mazure).
Het is wenschelijk dat de regeering, b.v. in de Staats-courant, kennis geve van
de gevallen van besmettelijke veeziekten (Rotscheid, van Duim, Hengeveld,
van der Sluijs, Stempel).
•Over de verhouding van districtsveearts tegenover praktizeerend veearts wat betreft
besmettelijke veeziekten (Hengeveld, van Duim, Laméris, Hermkes, de Jong).
Vleeschvergiftiging (Stempel, Hengeveld, van der Sluijs, van Esveld, Aalbers).
Meteorismus bij een paard (Stiiven).
Vetgezwel in den uterus van een rund (Luteijn Mazure).
Programma voor de 31ste algemeene vergadering, te houden 26 Sep-
tember 1891. XIX 24.
Kort verslag dier vergadering. XIX 27.
Verslag van den toestand der Maatschappij 1890/91. XIX 17,
Rekening over 1890. XIX 23.
Begrooting voor 1892. XIX 26.
Openingsrede van den voorzitter (van Esveld). XIX 30.
Notulen dier vergadering. XIX 288.
Behandelde onderwerpen:
Verhooging der bijdrage in verband met enquête vleeschkeuring (van der Sluijs,
van Duim, C. Mazure, D. de Bruin, Reimers, Kroes).
Over het rapport der boutvuurcommissie (J. F. Laméris, van Duim, Thomassen).
Voorloopig rapport vleeschkeuring (van Esveld, Laméris, van Duim, de Jong).
Verkiezing gemeenteveeartsen tot lid van den raad.
De muilkorf is- geen noodzakelijk onderdeel van de wet op de hondsdolheid
(van Duim, Thomassen, Laméris, van der Sluijs).
Rapport tuberculose-congres te Parijs (Thomassen).
Congenitale tuberculose bij een kalf (van der Sluijs).
Mitralis-insufficientie (Hoefnagel, Stempel, M. G. de Bruin, Laméris).
Programma voor de 32ate algemeene vergadering, te houden 24 Sep-
tember 1892. XX 30.
Kort verslag dier vergadering. XX 35.
Verslag van den toestand der Maatschappij 1891/92. XX 23.
Rekening-over 1891. XX 28.
-ocr page 280-Begrooting voor 1893. XX 35.
Notulen der vergadering. XX 342.
Behandelde onderwerpen:
Rapport varkensziekte en vleeschkeuring (van Esveld).
Tijdschrift (Heidema, van der Sluijs, Luteyn Mazure).
Het uitbrengen van adviezen (K. J. Laméris, J. Mazure, Dhont, Kroon, Reimers).
Laboratorium voor onderzoek van ziekten (Dhont, Reimers, J. Mazure, Ham-
burger, Thomassen, van der Sluijs, de Jong, Goosens, Hinze).
Opleiding van hoefsmeden (van Nes, Schurink, Reimers, Heidepna, Dhont).
Kalverziekten in Friesland (Bergsma, Hamburger).
Programma voor de 33ste algemeene vergadering, te houden 23 Sep-
tember 1893. XXI 29.
Kort verslag dier vergadering. XXI 32.
Verslag van den toestand der Maatschappij 1892/93. XXI 22.
Rekening over 1892. XXI 27.
Idem in verhand met de begrooting. XXI 28,
Begrooting voor 1894. XXI 31.
Notulen der vergadering. XXI 357.
Behandelde onderwerpen:
Eindrapport enquête vleeschkeuring (van Esveld).
Contributieverhooging.
L.vmphdrijvende bacterio (Hamburger).
Pissteenen in het nierbekken (Thomassen).
Bibliotheek van Hollandsclfe veeartsenijkundige werken (van Esveld).
Internaat aan \'s Rijksveoartsenijschool (Muijzert, Hengeveld, van Lent, Heidema,
Laméris).
Ongeoorloofde uitoefening der veeartsenijkunde (Heidema, Muijzert, Mazure Sr., de
Jong, Hendrikse, Hengeveld, Hermkes, J. F. Laméris, Stempel, van Duim).
Programma voor de 34ste algemeene vergadering, te houden 22 Sep-
tember 1894 te Amsterdam. XXII 39.
Kort verslag dier vergadering. XXII 42.
Verslag over den toestand der Maatschappij. XXII 29.
Rekening over 1893. XXII 38.
Begrooting voor 1895. XXII 41.
Notulen dier vergadering. XXII 378.
Behandelde onderwerpen:
Contributie-verhooging (Th. Arntz, de Jong, J. Mazure).
Reglementswijziging.
Reorganisatie-commissie (de Jong, van Duim, Janné).
Botryomycose (Thomassen, van der Sluijs).
Bestrijding der kwakzalverij (Kroes).
-ocr page 281-Programma voor de 35ste algemeene vergadering, te houden 28 Sep-
tember 1895 te Arnhem. XXIII 35.
Kort verslag dier vergadering. XXIII 41.
Verslag van den toestand der Maatschappij. XXIII 27.
Verslag over den toestand der bibliotheek. XXIII 78.
Rekening over 1894. XXIII 32.
Idem in verband met de begrooting. XXIII 34.
Begrooting voor 1890. XXI11 40.
Notulen dier vergadering. XXIII 381.
Behandelde onderwerpen:
Reglementswijziging.
Honorarium aan inzenders van stukken voor het tijdschrift (Th. Arntzi.
Toekennen van medailles (Hengeveld, Moubis, van Esveld).
Reorganisatie-commissie (Thomassen).
Bacillus bovis morbificaus (van der Sluijs, van Duim).
Puerperaal septicaeniie (de Bruin, Thomassen).
Programma voor de 36ste algemeene vergadering, te houden öp 26,
September 1896. XXIV 40.
Kort verslag dier vergadering. XXIV 49.
Verslag over den toestand der Maatschappij. XXIV 32.
Rekening over 1895. XXIV 37.
Idem in verband met de begrooting. XXIV 38.
Begrooting voor 1897. XXIV 48.
Verslag over den toestand der bibliotheek. XXIV 69.
Notulen dier vergadering. XXIV 340.
Behandelde onderwerpen:
Statutenwijziging.
Reorganisatie van het veeartsemjkundig onderwijs (Beel, Hengeveld, van der Plaats
van Esveld, Heidema, Hinze, de Jong, Thomassen, Frederikse).
Vaststelling tarief voor reis- en verblijfkosten (Veenstra, van Lent).
Bestrijding der tuberculose (Dhont, van Duim, Hinze, Kohier, Thomassen,
J. F. Laméris, Hengeveld, Kattenwinkel, de Jong, Stempel).
Ieder gediplomeerd veearts worde plaatsvervangend districtsveearts (Veenstra, Plet,
van Duim, Hengeveld, de Beijl).
Bestrijding van de onbevoegde uitoefening der veeartsenijkunde (Büchli, Stempel).
Programma voor de 37ste algemeene vergadering, te houden op 25
September 1897. XXV 39.
Kort verslag dier vergadering. XXV 44.
Verslag over den toestand der Maatschappij. XXV 35.
Rekening over 1896. XXIV 373.
Idem in verband met de begrooting. XXIV 375.
Begrooting voor 1898. XXV 43.
Verslag over den toestand der bibliotheek. XXV 59.
Notulen dier vergadering. XXV 348.
Behandelde onderwerpen:
Klapper op de 25 deelen van liet tijdschrift (van Esveld, van der Plaats).
Reorganisatie van het veeartsenijkundig onderwijs (van der Plaats, van der Sluijs,
Hermkes, Poels, Hengeveld, J. F. Laméris, Veenstra, Thomassen,
Heidema, van Esveld).
Behandeling der huishoudelijke zaken \'s avonds vóór de algemeene vergadering
(van Esveld, K. J. Laméris, van Duim, van der Sluijs).
Overeenstemming keurmeesters in zake graad van tuberculose (Berghuis).
Desinfecteren (van Duim, Hengeveld, van Esveld, van der Sluijs).
Natuur- en geneeskundig congres (Poels, van der Plaats).
Eserine en nieuwere catliartica (Thomassen, van Duim).
Programma voor de 38ste algemeene vergadering, te houden op 24
September 1898. XXVI 60.
Kort verslag dier vergadering. XXVI 64.
Verslag van den toestand der Maatschappij. XXVI 71.
Rekening over 1897. XXV 373.
Id. in verband met de begrooting. XXV 375.
Begrooting voor het jaar 1899. XXVI 63.
Verslag omtrent de geldmiddelen over 1897. XXVI 76.
Id. id. den toestand van de bibliotheek. XXVI 79, 83.
Notulen. XXVI 456.
Behandelde onderwerpen:
Vertegenwoordiging op het tuberculoso- en het veeartsenijkundig congres (Henge-
veld, Roeloffs, de Bruin, van Esveld, Hermkes, van Lent, Frederikse).
Avond vergadering en dag-vergadering ) (Risch,Büchli, Buijterse, Kroon, van Lent,
Voorstel tot roglements-wijziging j Hengeveld, van Buuren, Dhont, Paimans).
Dosinfectoren (Kroon, van Duim, van der Plaats, de Jong, Laméris).
Onderzoek geheimmiddelen (Hengeveld, van Lent, Dhont, Roeloffs, Büchli,
van Esveld.
Reorganisatie-commissie voor het veeartsenijjaindig onderwijs (van Lent, de Jong,
Hinze, van Duim, van der Sluijs, Heidema).
Aantoonon van paardenvleeseh (de Jong).
Endocarditis acuta (Thomassen).
Programma voor de 39ste algemeene vergadering, te houden op 23
September 1899. XXVI 424.
Kort verslag dier vergadering. XXVII 58.
Verslag over den toestand der Maatschappij. XXVII 63.
Verslag omtrent de geldmiddelen. XXVII 68.
Rekening over 1S98. XXVI 474.
Rekening in verband inet de begrooting. XXVI 476.
Begrooting voor 1900. XXVI 429 ; XXVII 67.
Verslag omtrent de bibliotheek. XXVII 69.
■ Notulen. XXVIII 332, 354.
Behandelde onderwerpen:
Reorganisatie van het onderwijs (de Jong).
Herziening van het reglement (Paimans, van der Vliet, Kroes, van Esveld,
de Jong, Roeloffs).
Veeartsenijkundige courant (Kroon, Kroes, de Jong, van Esveld, Ymker, Paimans,
Wester, Heidema, van Lent, Schimmel, Oosterbaan, van der Plaats).
Benoeming tot eerelid (Mr. C. J. Sickesz).
Onderzoek naar aetiologie der kalfziekte (van Lent, de Bruin, de Jong).
Placenta der herkauwers (de Bruin).
\' Wetsontwerp tot regeling van het staatstoezicht op de volksgezondheid (de Jong).
Identiteit der tuberculose bij mensch en rund (Thomassen).
Programma voor de 40ste algemeene vergadering, te houden op 21 en
22 September 1900. XXVII 407.
Concept-begrooting voor 1901. XXVII 411; XXVIII 63.
Kort verslag dier vergadering. XXVIII 273.
Verslag over den toestand der Maatschappij 1899/1900. XXVIII 50.
Idem omtrent de geldmiddelen. XXVIII 54.
Rekening over 1899. XXVIII 56.
Idem in verband met de bègrooting. XXVIII 57.
Verslag omtrent de bibliotheek. XXVIII 58.
Notulen. XXVIII 273; XXIX 221.
Behandelde onderwerpen:
Uitbreiding van het tijdschrift. Veterinaire courant (de Leur, Dhont, de Jong,
Markus, Schimmel, van Esveld, Ellerman).
Verzending van bet tijdschrift j Paimans, van Esveld,
Vergoeding afgevaardigden uit de algemeene kas ) de Jong).
Vertegenwoordiging der Maatschappij (de Bruin, de Jong).
Tuberculine-injecties door niet veeartsenijkundigen zijn wetenschappelijk en practisch
van nul en geener waarde (van Leeuwen).
Reorganisatie van het veeartsemjkundig onderwijs (Thomassen).
Chemisch-pathologisch laboratorium aan \'s Rijks veeartsenijschool (ten Sande,
Hamburger, de Jong, van der Plaats).
Endocarditis verrucosa chronica in verband met haeiuorrhagische septicaemie (de Jong).
Hemipleaia laryngis als oorzaak van cornage (Thomassen).
Demonstratie van pathologisch-anatomische praeparaten (van Harreveit, van der
Sluijs).
Onderzoek op cornage (Heidema).
Programma voor de 41ste (buitengewone) algemeene vergadering, te
houden op 20 April 1901. XXVIII 380.
Notulen. XXIX 267 en 376.
Behandelde onderwerpen:
1. Rapport over het tuberculose-wetsontwerp uitgebracht door het Landbouw-comité.
2. Bespreking van het wetsontwerp, artikelsgewijze.
Programma voor de 42ste algemeene vergadering, te houden op 20/21
September 1901. XXVIII 564.
Concept-begrooting voor 1902. XXVIII 565.
Kort verslag dier vergadering. XXIX 180.
Verslag over den toestand der Maatschappij. XXIX 128.
Idem omtrent de geldmiddelen. XXIX 80.
Rekening over 1900. XXIX 81.
Idem iry verband met de begrooting. XXIX 83.
Verslag omtrent de bibliotheek. XXIX 84.
Notulen. XXX 273; XXIX 182.
Behandelde onderwerpen:
Schriftelijke discussie tusschen de hoeren dr. Bruinsma en Thomassen over het
ontwerp-,, tuberculose-wet".
Benoeming tot correspondeerend lid van J. Schmidt te Kolding.
Voorstel reorganisatie-commissie (Thomassen, de Jong, Dhont, van Esveld,
van den Plaats, Paimans, Mazure, Kroon).
Voorstel contributie voor\' leden der algemeene afdeeling tot ƒ10 te verhoogen
(Ellerman).
Primair sarcoom van het jejunum bij het paard (Markus).
Tuberculose (de Jong).
Hemiplegia Uryngis (Thomassen).
Demonstratie van pathologische praeparaten (van Harrevelt).
Programma voor de 43ste algemeene vergadering, te houden te Utrecht
op 26/27 September 1902. XXIX 555.
Concept-begrooting voor 1903. XXIX 561.
Verslag van den toestand der Maatschappij over 1901/02. XXX 124.
Idem omtrent de geldmiddelen 1901. XXX 127.
Rekening over 1901. XXX 128.
Idem in verband met de begrooting. XXX 130.
Verslag omtrent de bibliotheek 1901/02. XXX 131, 136.
Notulen. XXXI 280 en 497.
Behandelde onderwerpen:
Voorstel contributie leden algemeene afdeeling tot ƒ 10 te verhoogen (Ellerman,
van Esveld, Mazure).
Voorstel algemeene vergadering le dag te beginnen om 121/2 uur (Mazure, Louter).
Aan alle gediplomeerde veeartsen en zeker aan de plaatsvervangers worde opgave
gedaan van voorkomende gevallen van besmettelijke ziekten (Louter, van flltena,
van der Sluijs, Stempel).
Reorganisatie-commissie (van Altena, Thomassen).
Stenographiscli verslag der vergadering (van Lent).
Verbetering aan de school en in het onderwijs (Thomassen).
Primaire epitheliale gezwellen van de lever (Markus).
Gevolgen van neurectomie (Wester).
Uteruscontracties en werking van het buikpersen tijdens den partus (de Brui n).
Immunisatie van het rund tegen tuberculose (Thomassen).
Demonstratie van pathologische praeparaten (van der Sluijs, van Harrevelt).
Programma voor de 44sto algemeene vergadering, te houden op 18/19
September 1903. XXX 550.
Concept-begrooting voor het jaar 1904. XXX 553.
Kort verslag der 44ste algemeene vergadering. XXXI 61.
Verslag van den toestand dor Maatschappij. XXXI 67.
Idem omtrent de geldmiddelen 1902. XXXI 71.
Eekening over 1902. XXXI 72.
Idem in verband met de begrooting. XXXI 74.
Verslag omtrent de bibliotheek 1902/03. XXXI 75, 79.
Notulen. XXXII 133.
Behandelde onderwerpen:
Twee voorstellen van Groningen tot reglomonts-wijziging: één afgestemd, één
ingetrokken.
Cursussen voor vervolg-onderwijs voor veeartsen (van Staa, Markus).
Discussie over subsidie-aanvraag door het hoofdbestuur, zonder vergadering van
gedelegeerden bijeen te roepen (Mazure, de Bruin).
De veeartsenijschool als 6\'le faculteit der Utrechtsche Universiteit (Thomassen).
Over uterus-ruptuur bij paard en rund (de Bruin).
Over piroplasmosis in Nederland (de Jong).
Programma voor de 45ste algemeene vergadering, te houden 23 en 24
September 1904. XXXI 593.
Concept-begrooting voor het jaar 1905. XXXI 596.
Verslag van den toestand der Maatschappij. XXXII 65.
Idem omtrent de geldmiddelen 1903. XXXII 68.
Rekening over 1903. XXXII 69
Idem in verband met de begrooting. XXXII 71.
Verslag omtrent de bibliotheek 1903/04. XXXII 72, 76.
Openingsrede door den voorzitter H. M. Kroon. XXXII 120.
Notulen. XXXII 226, 269, 327.
Behandelde onderwerpen:
Opstellen en goedkeuren der notulen (Kroon, Kroes, van der Plaats, Markus,
van der Sluijs, van Esveld, de Jong, van Rijssel).
Tarief voor entingen tegen vlekziekte (Kroon, Wester, Kroes, J. F. Laméris,
de Leur, Picard, Schimmel, van der Sluijs, van Rijssel, de Jong,
Vlaskamp, Stempel, van der Plaats).
Verstrekken gratis soruni aan empiristen (Kroes, Stempel, van Altena, Wester).
Afgevaardigde naar Budapest.
Onderzoek op cornage (Wester).
Experimenteel opvoeren van de virulentie van den tuberkelbacillus van den menscb
tot die van het rund (de Jong).
Amyloïde degeneratie van de lever (Markus).
Een nieuwe groep van infectieuse zenuwziekten bij de herbivoren (Thomassen).
Boerenwoningen in Nederland (J. H. Galléel.
Programma voor de 46ste algemeene vergadering, te houden 22 en 23
September 1905. XXXII 556, 590.
Begrooting voor het jaar 1906. XXXII 563; XXXIII 93.
Verslag van den toestand der Maatschappij over 1904/05. XXXIII 94.
Verslag omtrent de geldmiddelen der Maatschappij over 1904. XXXII 591.
Rekening over 1904. XXXII 592.
Idem in verband met de begrooting. XXXII 594.
Verslag omtrent de bibliotheek 1904\'1905. XXXIII 177.
Openingsrede van den voorzitter (H. M. Kroon). XXXIII 85.
Notulen. XXXIII 102, 234.
Behandelde onderwerpen:
Opstellen en goedkouron der notulen.
Tarief voor entingen tegen vlekziekte (de Jong, Wester).
Bij verkiezing van een lid van het hoofdbestuur voor een andere functie heeft
direct verkiezing plaats voor de ontstane vacature.
Coöperatieve aankoop van geneesmiddelen enz. en het batig saldo daarbij verkregen
te besteden tot het oprichten van een ondersteuningsfonds voor veeartsen en
huu nagelaten betrekkingen (van Nes, de Jong, van der Plaats, Heidema,
van Esveld, Markus).
Honorarium voor inzenders van stukken in het tijdschrift (van Esveld).
Toopassen van „tuchtmiddelen" (Wester).
Benoeming van oen commissie tot reglements-herzioning.
De bostrijding der tuberculose van het rund (Poels, de Jong, Wester, Mogen-
dorff, J. Laméris, Doornbos, Heidema, Kroes, van der Sluijs, Hoefnagel).
Immunisatie van het rund tegen tuberculose (Thomassen, Wester, de Jong,
van der Linden, Paimans, Anker).
Arteriosclerosis j (de Jong, Vermeulen,
Echinococcus multilocularis bij het paard , Markus, Thomassen,
Bijdrage tot de kliniek der tuberculose van het paard 1 Attema, Wester).
„Doppen" op do courses (J. van Zijverden, Thomassen, Wester).
Programma voor de 47ste algemeene vergadering, te houden 21 en 22
September 1906. XXXIIl\' 668 ; XXXIV 21.
Begrooting voor het jaar 1907. XXXIII 672.
Ontwerp-statuten en huishoudelijk reglement der Maatschappij, met
toelichting. XXXIII 672.
Verslag van den toestand der Maatschappij over 1905/06. XXXIV 17.
Verslag omtrent de geldmiddelen der Maatschappij over 1905.
XXXIII 768.
Rekening over 1905. XXXIII 770.
Idem in verband met de begrooting. XXXIII 771.
Feestdiner algemeene vergadering. XXXIII 768.
Notulen. XXXIV 175, 251, 320, 567.
Behandelde onderwerpen:
Vervolgcursussen voor veeartsen.
Cursussen in vee- en vleeschkeuring voor veeartsen.
Gelijkstelling toelatings-examen aan \'s Rijks veeartsenijschool en eind-examen hoogere
burgerschool (Zie XXXIV 180, 207).
Reorganisatie-commissie.
Wijziging van statuten en reglement.
Commissie voor beroepsbelangen.
Rubriek beroepsbelangen met eigen redacteur in het tijdschrift.
Commissie voor koop en verkoop.
Hoofdelijken omslag voor het congres; voorloopig crediet uit de kas der Maat-
schappij (de Jong, van der Sluijs).
Commissie in zake vee- en vleeschkeuring.
Openingsrede van den voorzitter (H. NI. Kroon).
Castratie van klophengsten (Muller).
Bijdrage tot de physiologio van het herkauwen (de Bruin, de Jong, van Dorssen,
Wester, Smit).
Miltvuur-diagnostiok in de praktijk (de Blieok, Mogendorff, de Jong, Wester).
Tuberculeuss lepto-meningitis (Wester).
Programma voor de 48ste algemeene vergadering, te houden 11 en 12
October 1907. XXXIV 775.
Begrooting voor het jaar 1908. XXXIV 779.
Verslag van den toestand der Maatschappij over 1906. XXXIV 780.
Verslag omtrent de geldmiddelen der Maatschappij over 1906. XXXV 81.
Rekening over 1906. XXXV 32.
Idem in verband met de begrooting. XXXV 35.
Verslag omtrent den toestand der bibliotheek over 1906/1907. XXXV 36.
Notulen. XXXV 351.
Behandelde onderwerpen:
Nederlandsch veeartsenijkundig weekblad (van Hootegem, Veenstra, Ubbels,
Bakker, Risseeuw, Ellerman, Barendregt, van Esveld, van Lent, van
der Sluijs, van der Plaats, Mazure).
Een klapper op de 35 deelen van het tijdschrift (Veenstra, Barendregt, Ellerman).
Commissie in zake onderzoek ontwerp-wet op de keuring van vee en vleesch.
Over melkkennis en stalhygiëne als onderwijsvak (Barendregt, Bakker).
Openingsrede van den voorzitter lH. M. Kroon).
De oorzaak van de varkenspest (Lourens, de Jong, de Blieck).
Bijdrage tot de- kennis van het verband tusschen zoogdier- en Togel-tuberculose
(de Jong, Markus).
Surra onder den Teestapel in Nederlandsch-Indië en andere trypanosomosen (Pen-
ning, van der Burg, Vermeulen, de Jong).
Onderwijs in tropische ziekten (de Jong).
Rapport der Commissie in zake koop en Terkoop van vee (de Bruin, Overbeek,
Kroon, van der Linden, de Jong, Bakker).
Programma voor de 49<te algemeene vergadering, te houden 18 en 19
September 1908. XXXV 672.
Begrooting voor het jaar 1909. XXXV 688.
Verslag van den toestand der Maatschappij over 1907/1908. XXXV 734.
Verslag omtrent de geldmiddelen der Maatschappij over 1907. XXXV 737.
Rekening over 1907. XXXV 738.
Idem in verband met de begrooting. XXXV 740.
Verslag omtrent den toestand der bibliotheek over 1907/1908. XXXV
741; XXXVI 39.
Notulen. XXXVI 202, 246, 521.
Behandelde onderwerpen:
Ren Teertiendaagsch tijdschrift (Kroon, van Esveld, van derSluijs, Barendregt,
Veenstra, Overbeek, van Altena, Horbach, Picard, van der Vliet, Hoog
kamer, van der Plaats, Schimmel, Markus, de Jongt.
Vorhooging bijdrage algemeene kas met f 1. —.
Machtiging van het hoofdbestuur tot het besteden van het congresfonds.
Veeconsulenten (Picard, Vermaat, Barendregt, Markus, Overbeek, van Altena,
van der Vliet, van der Burg, de Jong, Kroes).
Verzoek aan de \'regoering om zoo mogelijk liet oordeel der Maatschappij in te
winnen bij wetten, besluiten, enz. op veeartsenijkundig gebied (Picard, de Jong,
van der Sluijs).
Vee verloskundigen (Picard, van der Sluijs, Overbeek).
Onderwijs in tropische ziekten (Hoogkamerl.
Inperking der veeartsenijkuudige praktijken (Kroonl.
Smetstofdragers (Poels, van Rijssel, Hoogkamer, ten Sande, de Jong,
Ubbels, Markus).
Periosteotomie bij spat (Wester).
Torsio vcntriculi bij den hond, (Markus, van der Linden, Wester, de Jong).
De militaire-veterinairo dienst iu Nedeilandsch-Indië (van der Burg).
Programma voor de 50stu algemeene vergadering, te houden 15 en 16
October 1909. XXXVI 722.
Begrooting voor het jaar 1910. XXXVI 734.
Verslag van den toestand der Maatschappij over 1908/1909. XXXVI 889.
Verslag omtrent de geldmiddelen der Maatschappij over 1908.
XXXVI 894.
Rekening over 1908. XXXVI 807.
Idem in verband met de begrooting. XXXVI 809.
Verslag omtrent den toestand der bibliotheek over 1908/1909.
XXXVI 895.
Enkele byzonderheden.
Waarnemen van den veeartsenijkundigen dienst in de legerplaats te
Oldebroek door een niet gediplomeerd veearts. XIII 76, 77, 228;
XIV 152.
Klacht tegen den lste secretaris. XIV 151; XV 54; XVI 10.
Circulaire om het toetreden als lid te bevorderen. XIV 178.
Herdenken van het 25-jarig bestaan. XV 59.
Request in zake het verrichten van heelkundige operatiën door de leer-
lingen der veeartsenijschool. XVI 130.
Request in zake Rijkswet op de keuring van vee en vleesch. XVI 3 31.
Statuten en reglement. XVII 171, 236; XXII 381, 388; XXIII 37, 383;
XXVI 463; XXVII 270; XXVIII 356; XXXIII 133, 236, 672;
XXXIV 184, 251, 608, 613.
Verzoek voor gouvernements-veeartsen in Nederlandsch-Indië uitslui-
tend veeartsen te benoemen die volledig examen hebben afgelegd.
XVII 173.
Verzoek om voorgekomen gevallen van besmettelijke ziekten bij vee te
publiceeren. XVIII 133, 232, 286.
Verzoek tot het oprichten van een laboratorium voor veeartsenijkunde.
XX 134.
Het 50-jarig bestaan der afdeeling Groningen. XX 191 ; XXI 37.
Request in zake postvrijdom bij het verzenden van het rapport vleesch-
keuring. XXII 34, 36.
Contributie-verhooging. XXII 380.
Verzoek een wet op de tuberculose in het leven te roepen. XXIV 242.
Adres in zake „reorganisatie van het veeartsenijkundig .onderwijs".
XXV 122.
Vertegenwoordiging der Maatschappij. XXIX 228.
Overzicht van het aantal leden, de inkomsten en de uitgaven tot 1900.
XXIX 236.
Klacht over de notulen. XXXII 382.
Verzoek in zake wettelijke maatregelen betreffende bereiding, bewaring,
enz. van sera, entstoffen, enz. XXXV 284.
Verleden, heden en toekomst. XXXVI 876.
Verzoek bij nieuwe wetten of wijziging van wetten op veeartsenijkundig
gebied hot oordeel der Maatschappij in te winnen. XXXV 678;
XXXVI 256.
Eere- en correspondeerende leden der Maatschappij.
Mr. D. R. Gevers Deijnoot, Eerelid 5 September 1863. I 123.
Dr. H. J. Broers, Correspondeerend lid 15 September 1863. I 123;
VII 152.
A. J. Janné, Correspondeerend lid 15 September 1863. I 123.
Dr. L. Mulder, Correspondeerend lid 17 September 1864. II 66.
Dr. Th. H. Mac Gillavry, Eerelid 7 September 1875. VII 140.
Dr. A. W. H. Wirtz, Eerelid 19 September 1876. VII 144 ; VIII177.
Charles Siegen te Luxemburg, Correspondeerend lid 19 September
1885. XIII 233; XIV 151.
Dr. W. P. Ruijsch, Eerelid 24 September 1892. XX 37, 344.
Mr. C. J. Sickesz, Eerelid 23 September 1899. XXVIII 369
J. Schmidtte Kolding, Correspondeerend lid 20 September 1901. XXX 279.
H. J. Lovink, Eerelid 21 September 1906. XXXIV 23, 569.
Hoofdbestuur der Maatschappij.
I 10, 54; II 121, 241; III 122, 142, 156, 165, 170; IV 38, 60,
190, 234; V 243; VII 138; VIII 176; 1X 273; X 53, 279 ; XII 9, 113,
185, 265; XIII 60, 223, 316; XIV 150; XV 58; XVI 11, 104; XVII
219; XVIII 273; XIX 290; XX 343; XXI 359; XXII 380; XXIII 383;
XXIV 342; XXV 352; XXVI 462; XXVII 65; XXVIII 355; XXIX
222; XXX 275; XXXI 281; XXXII 135, 234; XXXIII 107; XXXIV
181, 267; XXXV 353; XXXVI 203, 204.
Mededeelingen van het hoofdbestuur.
XIII 316; XIV 80; XVII 170, 244; XVIII 63, 128, 133, 232, 292;
XIX 67, 168, 246, 323; XX 52, 133, 189, 229, 357; XXI 58, 127,
214, 367; XXII 65, 136, 211, 393; XXIII 94, 150, 214, 280, 341,
399; XXIV 80, 155, 241, 299, 339, 441; XXV 71, 121,215, 300,430,
456; XXVI 100, 188, 238, 410, 455; XXVII 85, 203, 276, 347, 395,
453; XXVIII 63, 142, 183, 224, 239, 273, 353, 522, 566; XXIX 31,
94, 142, 191, 286, 308, 384, 429; XXX 46, 95, 145, 190, 288, 335,
556, 602; XXXI 45, 222, 280, 356, 415, 463, 597; XXXII 34, 147,
192, 226, 269, 331, 385, 438, 595; XXXIII 46, 102, 195, 266, 321,
700, 767; XXXIV 20, 206, 351, 396, 520, 581, 607, 708, 710, 758,
784; XXXV 31, 85, 164, 224, 284, 394, 449, 507, 574, 684, 754;
XXXVI 50,108, 264, 371, 457, 526, 565, 639, 697, 752, 793, 840,896,970.
Verslag over den toestand der Maatschappij.
II 61; III 164; IV 115; VII 152; IX 281; X 277; XII 13, 122,
190, 269; XIII 67, 229; XIV 164; XV 71; XVI 20; XVII 38; XVIII
42; XIX 17; XX 23; XXI 22; XXII 29; XXIII 78; XXIV 32; XXV
35; XXVI 71; XXVII 63; XXVIII 50; XXIX 128; XXX 124; XXXI
67; XXXII 65; XXXIII 94; XXXIV 17, 780; XXXV 734; XXXVI 889.
Begrooting der Maatschappij.
1891 XVIII 48, 270; 1892 XIX 26, 290; 1893 XX 35\', 345; 1894
XXI 31, 358; 1895 XXII 41, 379; 1896 XXIII 40, 383; 1897 XXIV
48, 341; 1898 XXV 43, 351; 1899 XXVI 63, 459; 1900 XXVII 67;
1901 XXVII 411; XXVIII 63; XXIX 229; 1902 XXVIII 565; XXX
282; 1903 XXIX 561; XXXI 288; 1904 XXX 553; XXXII 140; 1905
XXXI 596; 1906 XXXII 563; XXXIII 93; XXXV 32; 1907 XXXIII
672; XXXVI 206; 1908 XXXIV 779; XXXVI 807; 1909 XXXV.683;
1910 XXXVI 734.
Verslag omtrent de geldmiddelen der Maatschappij.
1897 XXVI 76 ; 1898 XXVII 68; 1899 XXVIII 54; 1900 XXIX 80;
1901 XXX 127; 1902 XXXI 71; 1903 XXXII 68; 1904 XXXII 591;
1905 XXXIII 768; 1906 XXXV 31; 1907 XXXV 737.
Rekening en verantwoording.
1873 V 242; 1875 VII 154; 1876 VIII 242; 1877 IX 284; 1878
X 283; 1879 XII 15; 1880 XII 124; 1881 XII 192; 1882 XII 277;
1883 XIII 69; 1884 XIII 231; 1885 XIV 169; 1886 XV 76; 1887
XVI 26; 1888 XVII 41; 1889 XVIII 46; 1890 XIX 23; 1891 XX 28;
1892 XXI 27 ; 1893 XXII 38 ; 1894 XXIII 32 ; 1895 XXIV 37 ; 1896
XXIV 363; 1897 XXV 373; 1898 XXVI 474; 1899 XXVIII 56; 1900
XXIX 81; 1901 XXX 128; 1902 XXXI 72; 1903 XXXII 69; 1904
XXXII 592; 1905 XXXIII 770; 1906 XXXV 32; 1907 XXXV 738;
1908 XXXVI 807.
Rekening in verband met de begrooting.
1892 XXI 28 ; 1894 XXIII 34 ; 1895 XXIV 38 ; 1896 XXIV 365 ;
1897 XXV 375; 1898 XXVI 476; 1899 XXVIII 57; 1900 XXIX 83;
1901 XXX 130; 1902 XXXI 74; 1903 XXXII 71; 1904 XXXII 594;
1905 XXXIII 771; 1906 XXXV 35 ; 1907 XXXV 740 ; 1908 XXXVI 809.
Tijdschrift voor veeartsenijkunde.
Voorwaarden der redactie. I 1.
Beslissing van het hoofdbestuur omtrent de wijze van uitgeven. III 157,166.
Tijdelijk staken er van. IV 119; XII 15S.
Discussie over de opheffing er van. VII 139.
Uitbreiding van den inhoud. IX 278.
Discussie er over. XVI 105; XVIII 271; XIX 290; XX 344; XXI 36;
XXV 351; XXVIII 359; XXIX 223; XXXII 235; XXXIV 275.
Honorarium voor inzenders van stukken. XXIII 394; XXXIII 126;
XXXIV 275.
Veeartsenjjkundig weekblad. XXXV 356, 673.
Veertiendaagsch tijdschrift. XXXVI 203.
Redactie Tijdschrift.
I 10; II 66, 125; IV 59, 60, 234, 235, 246; VI 80; VII 138, 140;
X 279; Xn 187; XIII 233; XIV 150; XVI 105; XIX 290; XXII
380; XXVI 462; XXVII 67; XXXIII 109.
Bibliotheek der Maatschappij.
I 189, 249; VII 50; XV 72; XVI 21 ; XVII 38; XVIII 43 ; XIX
18; XX 24; XXI 23, 55, 124, 211, 261, 314, 355, 361; XXII 30,
137, 212, 277, 335 ; XXI1T 78, 88, 209 ; XXIV 69, 74, 243 ; XXV
59, 64, 216, 350 ; XXVI 79, 83 ; XXVII 69, 74, 457 ; XXVIII 58,
471; XXIX 84, 87; XXX 131, 136; XXXI 75, 79; XXXII 72, 76;
XXXIII 177, 181; XXXIV 70, 76, 276; XXXV 36, 85, 741; XXXVI
39, 42, 895.
Verslag omtrent den toestand der bibliotheek.
1894/95 XXIII 78; 1895/96 XXIV 69; 1896/97 XXV 59; 1897/98
XXVI 79; 1898/99 XXVII 69; 1899/1900 XXVIII 58 ; 1900/1901
XXIX 84; 1901/1902 XXX 131; 1902/1903 XXXI 75; 1903/1904
XXXII 72; 1904/1905 XXXIII 177; 1905/1906 XXXIV 70 ; 1906/1907
XXXV 36 ; 1907/1908 XXXV 741 ; XXXVI 39.
Bibliotheek van Hollandschc veeartsenykundige werken.
XXI 55, 124, 211, 261, 314, 355, 361; XXII 137, 212, 277, 335;
XXIII 88, 209; XXIV 74, 243; XXV~64, 216; XXVI 83; XXVII 74,
457 ; XXVIII 471; XXIX 87; XXX 136; XXXI 79; XXXII 76;
XXXIII 181 ; XXXIV 76 ; XXXV 85 ; XXXVI 42.
Verslagen der afdeelingen.
Beslissing daaromtrent. XV 57.
— Groningen—Drente ; XII 274; XV 86; XVI 36; XVII 73 ; XIX 68;
XX 53, 191 ; XXI 35; XXII 46; XXIII 44; XXIV 51; XXV 48,
418; XXVII 48 ; XXVIII 183, 516 ; XXX 175; XXXI 33 ; XXXII 23,
595; XXXIII 772 ; XXXIV 626, 630, 635; XXXV 687; XXXVI565, 793.
— — Gouden jubileum der afdeeling. XX 191 ; XXI 37.
— — Brief in zake „Veeverloskundigen" (niet-veeartsen). XXXV 684.
— Friesland: XIV 80; XV 87; XVI 32; XVII 62; XVIII 53; XIX
74 ; XX 54; XXI 38; XXII 48; XXIII 47; XXIV 55; XXV 49,
420; XXVII 49: XXVIII 185, 517, XXX 176 ; XXXI 34, 549;
XXXII 596 ; XXXIV 89, 710 ; XXXV 689 ; XXXVI 797.
— Gelderland—Ovenjsel: XIV 173; XV 82, 259, 266; XVI 33; XVII
74, 178; XVIII 55, 60; XIX 76, 168, 247; XX 69, 342; XXI40;
XXII 52, 347; XXIII 50; XXIV 57; XXV 50, 421 ; XXVI 411;
XXVII 50, 202, 274 ; XXVIII 186. 567; XXX 216; XXXI 84;
XXXII 25 ; XXXIV 90 ; XXXV 690; XXXVI 798.
— Utrecht: II 82; IV 62; VIII 243; XII 271; XIV 174; XV
84; XVI 36; XVII 70; XVIII 59, 121; XIX 77, 86, 303, 307;
XX 57, 71, 241, 245; XXI 45, 256; XXII 56, 141, 212, 269;
XXIII 52, 148, 399; XXIV 59; XXV 51, 129, 132, 133, 422 ; XXVII
51, 453; XXVIII 225; XXIX 31; XXX 177; XXXI 35; XXXII
27, 598; XXXV 41, 507, 742; XXXVI 798.
— — Veertig-jarig bestaan der afdeeling. XIV 315.
— Noord-Holland: XV 259; XVII 64: XVIII 55; XIX 78; XX 58;
XXI 46 : XXII 57 ; XXIII 53 ; XXIV 60 ; XXV 53, 424 ; XXVII
52; XXVIII 226, 518; XXX 179; XXXI 36, 550; XXXII 600;
XXXIII 775 ; XXXIV 629 ; XXXV 743; XXXVI 801.
— Zuid-Holland: I 130; II 79; III 116, 131 146, 169; XII 274;
XIV 177; XVII 68; XVIII 58; XIX 80, 248; XX 60; XXI 48;
XXII 63; XXIII 57; XXIV 62; XXV 54, 426; XXVII 53 ; XXVIII
228; XXIX 32; XXX 219; XXXI 38; XXXII 29, 602; XXXIV
195, 711; XXXV 744; XXXVI 802.
— Nieuwe afdeeling Zuid-Holland: XVIII 133, 224; XIX 81,170,177,
313; XX 62, 230, 232: XXI 53, 200, 205 ; XXII 64; XXIII 59;
XXIV 63; XXV 56, 427; XXVII 54, 395; XXVIII 229,283,520;
XXX 221 ; XXXI 40; XXXII 33; XXXV 746 ; XXXVI 803.
— Zeeland: XV 259; XVII 72; XIX 85; XX 65; XXI 53; XXII
64; XXIII 59; XXIV 64; XXV 56, 428 ; XXVII 55; XXVIII 230;
XXIX 36; XXX 222: XXXI 88; XXXII 30; XXXIV 196, 713 ;
XXXV 747 ; XXXVI 803.
— Noord-Brabant-Limburg: XV 88; XVI 29; XVII 60; XVIII 51;
XIX 82; XX 62; XXI 50; XXII 60 ; XXIII 63, 64; XXIV 66;
XXV 57, 429; XXVII 56; XXVIII 231; XXIX 34; XXX 223;
XXXI 42; XXXII 33; XXXIV 712; XXXV 747; XXXVI 804.
Algemeene afdeeling: I 55, 143, 249; II 122; III 172; XVII 74:
XIX 85 ; XX 69 ; XXI 54; XXII 65 ; XXIII 67; XXIV 68 ;
XXV 58, 429; XXVII 57, 277; XXVIII 233; XXIX 36 ; XXX
225; XXXI 43, 552; XXXII 604; XXXIII 776; XXXV 43, 749;
XXXVI 805.
Contributie voor de leden dier afdeeling: XXX 285; XXXI 281.
li. Staatsbegrooting.
Dienstjaar 1864 I 179; 1865 II 115, 249; 1866 III 196; 1867
III 199 ; 1868 III 204; 1869 III 206; 1870 III 207; 1878 VIII 257;
1879 X 74; 1880 XI 130; 1881 XII 72; 1884 XIII 50; 1898 XXV
79 ; 1899 XXVI 111, 197; XXVIII 82; 1900 XXVII 90, 212; 1901
XXVIII 135; 1902 XXIX 95, 137, 191, 278, 313, 382, 426, 528, 564;
1903 XXX 88, 233, 326, 386; 1904 XXXI 48, 172, 224, 300; 1905
XXXII 127, 193, 29S ; 1906 XXXIII 144, 245, 400; 1907 XXXIV 31,
96, 209, 286, 353, 680, 786; 1908 XXXV 107, 165, 229, 286, 400,
934, 695, 775; 1909 XXXVI 108, 268, 375, 460, 898, 901, 981.
C. Provinciale veeartsen.
Opheffen der toelagen in het Hertogdom Limburg voor 1862. I 52.
Voorstel tot het benoemen en salariëeren van een provinciaal-veearts
voor Noord- en Zuid-Holland. I 53.
Besluit dato 16 Juli 1863 tot het aanstellen van een provinciaal-
veearts in Friesland. I 132.
Instructie voor den provinciaal-veearts van Friesland, dato 11 November
1863. I 133.
Tarief voor reis- en verblijfkosten voor idem, dato 5 December 1863.
I 134.
De toelagen aan veeartsen in Limburg zullen waarschijnlijk over 1864
weer worden uitbetaald. I 183.
Provinciaal-veearts in Noord-Holland, Gelderland, Utrecht en Overijsel.
II 251.
Provinciaal veeartsenijkundige dienst in Drenthe. III 232.
Instructie voor de veeartsen in de provincie Drenthe. III 233.
Provinciale veeartsen in Overijsel. Verslagjaar 1867. III 235.
Toelagen aan veeartsen in Friesland. III 236.
Provinciaal veearts in Utrecht. III 238.
Toelagen aan veeartsen in Gelderland. III 239.
Veeartsenijkundige dienst in Noord-Brabant. IV 257.
Pensioen provinciale veeartsen in Zeeland. XXVIII 161; XXX 600.
D. Yeeartsenijkuiidig staatstoezicht.
Discussie Iste Kamer der Staten-Generaal in zake een wet op de medische
politie voor paarden en runderen. I 43.
Bespreking der veeartsenijkundige wetten. I 183 ; II 66, 84, 86; III
123, 243, 249; V 191; VI 174, 179, 183, 181.
Adres in zake ,krachtige en volledige toepassing der wet tegen de
runderpest". III 123.
Request in zake „Onschadelijk maken van door den veetyphus aange-
tast en daarvan verdacht vee". III 128.
De veeartsenijkundige wetsontwerpen. III 243, 249.
Koopvernietigende gebreken van huisdieren. III 256.
Wet van 8 Juli 1874 (Staatsblad n». 99). V 2 30.
-ocr page 295-Wet van 8 Juli 1874 (Staatsblad n°. 98). V 234, 240.
Ontwerp tot wijziging- der wet op de uitoefening, wat betreft de
empiristen. VI 79.
Wet op de hondsdolheid (5 Juni 1875, Staatsblad n°. 110). VI 179,
185 ; XVIII 236.
Koninklijke besluiten, nader bepalende welke ziekten van het vee voor
besmettelijk worden gehouden en welke der in de wet van 20 Juli 1870
(Staatsblad n°. 131) genoemde maatregelen bij het heerschen of bij het
dreigen van elk dier ziekten moeten worden toegepast, enz. VI 183;
XI 264 ; XV 287 ; XVII 103 ; XXIII 410 ; XXV 301; XXXIII 197 ;
XXXIV 422.
Verslag der Commissie beiast met het afnemen van examen aan gepa-
tenteerde veeartsen. VII 185, 192.
Longziekte (Bestrijding van). VIII 81; IX 248, 290; X 170, 284,
285; XI 135.
Verslag der Commissie belast met de voorbereiding van de herziening
van het Koninklijk besluit van 30 October 1872 (Staatsblad n". 105).
XI 223.
Aanvulling van art. 7 der wet van 20 Juli 1870 (Staatsblad n°. 131)
omtrent het uitoefenen der veeartsenijkunst door plaatsvervangende districts-
veeartsen. XI 270.
Discussie in de IIde Kamer der Staten-Generaal op 14 Maart 1880
(rotkreupel). XI 274.
Instructie voor de plaatsvervangende districtsveeartsen. XV 96,
ld. id. gouvernements-keurmeesters. XVI 160.
Legaliseeren dor handteekening van veeartsen. XX 261.
Koninklijk besluit houdende benoeming eener commissie met opdracht
te onderzoeken welke maatregelen van Rijkswege behooren te worden
genomen tot bestrijding der tuberculose. XXV 376.
Ministeriëele beschikkingen betrekking hebbende op de wet
regelende het veeartsenykundig staatstoezicht en de
veeartsenijkumlige politie.
XVII 103, 182; XVIII 285; XIX 93; XX 137; XXI 60, 128, 215,
267, 329, 368 ; XXII 69, 146, 216, 284, 840, 395 ; XXIII 96, 155,
214, 281, 344, 408 ; XXIV 82, 157, 251, 300, 370, 442 ; XXV 72,
135, 233, 301, 377, 432; XXVI 102, 189, 240, 306, 415, 478; XXVII
87, 210, 278, 349, 398, 467; XXVIII 65, 143, 191, 237, 288, 431,
525; XXIX 46, 144, 194, 529; XXX 193, 337, 463; XXXI 95, 241,
247, 318, 602; XXXII 44, 94, 253, 301, 388, 440; XXXIII 197,427,
530, 784; XXXIV 298, 357, 425, 482, 587, 678, 719, 787; XXXV
52. 119, 170, 250, 309, 398, 453, 523, 576, 641, 700, 777; XXXVI
56, 306, 530, 583, 643, 702, 911, 976.
Verslag van de bevindingen en handelingen van het
veeartseny kundig staatstoezicht.
Verslag over 1876 VIII 248; 1877 X 64; 1878 XI 55; 1879 XI
199; 1884 XIII 239; 1885 XIV 82; 1886 XV 97; 1887 XVI 55;
1888 XVII 105; 1889 XVIII 137; 1890 XIX 250; 1891 XXI 130;
1892 XXI 372 ; 1893 XXII 341 ; 1894 XXIII 286 ; 1895 XXIV 373 ;
1896 XXV 384; 1897 XXVI 420; 1898 XXVII 402; 1900 XXIX 410;
1901 XXX 544; 1902 XXXI 553; 1903. XXXIII 240; 1904 en 1905
XXXIV 197, 279; 1906 XXXV 157; 1907 XXXVI 368.
Staat der gevallen van besmettelijke veeziekten in Nederland.
XXI 271, 272, 273, 332, 376, 377; XXII 83, 85, 152, 161, 217,
227, 231, 288, 290, 348, 350, 396, 398 ; XXIII 99, 159, 219, 285,
349, 443 ; XXIV 90, 180, 257, 302, 372, 445 ; XXV 78, 137, 234,
304, 382, 434; XXVI 109, 196, 245, 309, 418, 480; XXVII 89,
211, 279, 350, 400, 468; XXVIII 96, 144, 192, 240, 288, 336, 384,
432, 480, 528, 578; XXIX 48, 96, 145, 194, 242, 290, 338, 386, 443,
482, 530, 582; XXX 48, 146, 194, 242, 290, 338, 420, 464. 512,560,
608 ; XXXI 96, 192, 248, 320, 368, 416, 464, 560, 604 ; XXXII 48,
98, 158, 254, 342, 390, 449, 496, 568, 608 ; XXXIII 150, 198, 270,
326, 428, 533, 704, 790 ; XXXIV 51, 213, 299, 363, 427, 484, 544,
683, 726; XXXV 58, 122, 190, 252, 312, 407,460,526, 585,649,703,
778; XXXVI 58, 227, 307, 492, 530, 583,646,762,812,860,912, 987.
Pogingen om aan alle veeartsen afschriften te verschaffen van koninklijke
besluiten in zake het veeartsenijkundig staatstoezicht. XV 70; XXX 282;
XXXI 287.
Circulaire in zake reis- en verblijfkosten voor rekening van het Rijk.
XXXIII 781.
Personalia by het veeartsenykundig staatstoezicht.
V 191, 253; VI 191 ; VII 182, 250; IX 164, 256, 294, 295; X 175;
XI 74; XII 81, 125, 296; XIV 82, 187, 257, 317: XV 96, 186,264;
XVI 54, 148, 215; XVII 103, 181, 273; XVIII 73, 136, 235, 294;
XIX 93, 188, 250, 324; XX 75, 137, 191, 312, 358; XXI 128, 215,
267, 329 ; XXII 68, 145, 216, 284, 340, 395 ; XXIII 96, 344, 408 ;
XXIV 82, 157, 251, 300, 369, 442 ; XXV 72, 135, 377, 432 ; XXVI
102, 189, 306, 415, 478; XXVII 87, 209, 277, 349, 397, 466; XXVIII
65, 143, 191, 236, 525, 578; XXIX 46, 144 194, 235; XXX 98, 145,
194, 241, 290, 336, 406, 463, 512, 558; XXXI 48, 96, 318, 560,602;
XXXII 94, 155, 203, 341, 388, 494, 608 ; XXXIII 48, 197, 269, 325,
427, 476, 530, 703, 785 ; XXXIV 50, 108, 298, 357, 421, 482, 543,
587, 678, 719; XXXV 52, 118, 170, 250, 453, 523, 577, 641, 700,
777; XXXVI 56, 122, 306, 428, 490, 530, 582, 643, 761, 811, 857.
E. Burgerlijke veeartsenijkundige dienst in
N ederlandsch-Ind ië.
Verslag der. kweekschool voor inlandsche veeartsen te Soerabaja over
1S62/63. I 181.
Indeeling van .lava in 3 afdeelingen. III 224.
Tarief, dato 25 Juni 1854, voor de particuliere praktijk der Europeesche
veeartsen in Indië. III 225.
Oproeping, dato 10 Januari 1868 en 31 Mei 1869 voor twee of drie
veeartsen, met de voorwaarden en bepalingen daarop betrekking hebbende.
III 226.
Veeartsenijkundig onderwijs te Soerabaja. III 228.
Burgerlijke veeartsenijkundige dienst op de Indische begrootingen voor
1869 en 1870. III 229.
Koninklijk besluit van 5 Juli 1890 betrekking hebbende op de benoem-
baarheid tot gouvernementsveearts. XVIII 150.
Besluit tot verhooging der maandwedde bjj kennis van Javaansch,
Soendasch of Madoereesch. XVIII 295.
Een waarschuwing, door een gouvernementsveearts. XXX 503.
Yeeartson, veeziekten, hondsdolheid. Veeartsenijkundig staatstoezicht
in Nederlandsch-Indië. XXXI 238, 240.
Misstanden bij den burgerlijken veeartsenijkundigen dienst in Neder-
landsch-Indië. XXXI 315, 357.
Oproeping. XXXI 317; XXXII 586, 605 ; XXXIII 440, 528,782;
XXXIV 584 ; XXXV 631 ; XXXVI 644.
Paardenfokkerij en aankoop van fokdieren in Nederlandsch-Indië.
XXXI 590.
Voorstel salaris-regeling. XXXIII 702.
Beta. Een begeerlijke positie voor een veearts. XXXIV 70.
Veeartsenijkundige dienst. XXXV 218.
Gebrek aan gouvernementsveeartsen. XXXVI 686.
Jaarboek van het departement van landbouw in Nederlandsch-Indië.
XXXVI 713.
Personalia. I 141, 251; II 126, 254; III 225, 227, 228 ; IX 164;
XI 141, 278; XII 80, 125; XIV 188, 256; XV 185, 264, 286; XVI
148; XVII 97, 181, 272; XVIII 64, 2-35, 293; XIX 91; XX 75, 312,
358; XXI 266, 328, 368; XXII 145, 216, 283, 284, 339, 394; XXIII
96, 155, 281, 344, 408; XXIV 81, 157, 250, 299, 367, 442; XXV
71, 134, 232, 431; XXVI 101, 188, 478: XXVII 86, 204, 276; XXVIII
142, 236, 287 335, 479, 576 ; XXIX 37, 242, 287, 337, 481, 525,
580; XXX 96, 288, 462, 503, 557, 603; XXXI 224, 317, 367, 416,
509, 590, 597; XXXII 42, 155, 203, 340, 438, 489, 565, 605; XXXIII
46, 142, 268, 324, 475, 528, 614, 701, 733, 780; XXXIV 27, 107,
212, 353, 404, 481, 520, 582, 714, 785; XXXV 49, 105, 286, 395,
450, 521, 575, 631, 694, 755 ; XXXVI 51, 108, 222, 267, 373, 527,
572, 639, 698, 754, 810, 854, 897, 971.
F. Militair-veterinaire dienst in Nederland.
Opheffen der functie van directeur; wijziging der formatie; regeling
der examens. I 46.
Opleiding van kweekelingen voor Oorlog. III 217.
Afmaken van paarden, lijdende aan verdachte- en aan kwade-droes.
III 239.
Wijziging in de examens der paardenartsen. V 253.
Wet betreffende de veeartsenijkundige politie ten opzichte van paarden
in het leger, in verband met de wet van 20 Juli 1870. VI 175.
Opleiding van leerlingen voor rekening van het departement van
oorlog. VI 186.
Indeeling van het personeel. VII 183.
Indeeling en traktementen van het personeel. XII 82 ; XXXI 463.
Hoe is de promotie voor paardenartsen? XIII 57.
Verzoek om onderzoek en behandeling van legerpaarden steeds te doen
plaats hebben door veeartsen welke aan \'s Rijks veeartsenijschool zijn
gediplomeerd. XIII 76, 228.
Reorganisatie van het personeel. XX 261.
Instructie betreffende den dienst in tijd van vrede. XXII 233.
De bevordering van de paardenartsen van het Nederlandsche leger.
XXIV 232.
De keerzijde van de medaille. XXVI 311.
Bevorderings-wet voor de landmacht. XXIX 315.
Een chef van den veterinairen dienst bii groote manoeuvres. XXXV 103.
Reserve-paardenartsen. XXXVI 576.
Over den veterinairen dienst te velde. XXXVI 620.
Oproeping voor paardenarts. XXXVI 699.
Ranglijst der paardenartsen in Nederland. II 258; XVII 260; XX
370; XXV 447; XXIX 326; XXXVI 961.
Geschiedenis van den militair-veterinairen dienst in Nederland. XIV 39.
Paardenartsen. Uitoefenen van particuliere praktijk. XIV 154; XXXV
705; XXXVI 218.
Paardenartsen. Vereeniging van Nederlandsche. XXXV 104.
Overzicht van den gezondheidstoestand der paarden bij het leger:
1886 XV 50 ; 1887 XVI 48 ; 1888 XVII 98 ; 1889 XVIII 65 ; 1890
XIX 81;\' 1891 XX 76; 1892 XXI 63; 1893 XXH 90; 1894 XXII
402; 1895 XXIV 92; 1896 XXIY 446 : 1897 XXV 389; 1898 XXVI
482; 1899 XXVIII 66; 1900 XXIX 133; 1901 XXX 381; 1902 XXXII
336; 1903 XXXIII 592; 1904 XXXV 44; 1905 XXXV 101; 1906
XXXV 670; 1907 XXXVI 720.
Internationale militair-veterinaire vereeniging. XXXVI 851.
Dienst in het buitenland. XVII 168; XIX 243; XXV 418; XXVII
44; XXIX 414, 51a: XXXI 61, 276; XXXIV 517 : XXXV 27, 567;
XXXVI 360.
Personalia.
I 57, 141, 190, 250, 251; II 125, 126, 253, 256; V 191, 253;
VI 259; VII 183, 250; VIII 110, 266; IX 296; X 79, 175; XI 141,
279; XII 80, 83, 125, 196, 299; XIII 323; XIV 81, 187, 256, 316;
XV 95, 186, 264, 286 ; XVI 48, 148, 215 ; XVII 97, 180,272; XVIII
64, 135, 235; XIX 91, 188, 249, 323; XX 137, 190, 260, 261, 311;
XXI 59, 215, 266, 328, 367; XXII 68, 145, 216, 284, 339, 394,395;
XXIII 95, 155, 214; XXIV 81, 157, 250, 368; XXV 71, 134, 232,
301, 376, 431; XXVI 101, 188, 239, 305, 414, 478; XXVII 86, 204,
276, 348, 397j XXVIII 382; XXIX 37, 48, 95, 142, 193, 287, 337,
481, 525; XXX 96, 191, 336, 405, 462, 603; XXXI 463, 464, 509,
558, 597; XXXII 94, 155, 439, 565, 605; XXXIII 142, 196, 733;
XXXIV 27, 107, 212, 404, 481; XXXV 50, 105, 165, 228, 395, 450,
575, 631, -755 ; XXXVI 222, 267, 459, 527, 572, 698, 754, 810, 854,
897, 971.
O. Militair-veterinaire dienst in Nederlandscli-Indië.
Oproeping voor adjunct-paardenarts. I 191.
Koninklijk besluit omtrent benoembaarheid en promotie van paarden-
artsen. II 127.
Oproeping voor paardenarts. XXXII 245; XXXIV 785.
Commissie tot aankoop van fokmateriaal op Soemba. XXX 112.
Remonte-commissie naar het eiland Soemba, met instructie voor den
paardenarts. XXXI 454.
Het hoefbeslag bij het Nederlandsch-Indisch leger. XXXI 412.
Reglement voor den dienst. XXXI 294 ; XXXVI 607.
Malleïne. Leidraad ten gebruike als onderzoekingsmiddel bij kwade-
droes. XXXIII 171.
Geschiedenis van den dienst. XXXVI 647.
Ranglijst der paardenartsen in Nederlandsch-Indië. II 257; III 231;
XVII 261; XX 371 : XXV 448; XXIX 327; XXXI 589; XXXVI962.
Paardenartsen van het Oost-Indisch leger. XII 108, 177.
— Wijziging der formatie. XXXI 509.
— Bevordering tot hoogeren rang. XXXI 589 ; XXXV 395.
— Zijn de paardenartsen vergeten? XXXVI 561.
— Verbetering van de traktementen. XXXVI 60S.
— Uniform-verandering XXXVI 610.
Overzicht van den gezondheidstoestand der paarden en muildieren van
het Nederlandsch-Indisch leger: 1896 XXVI 59; 1899 XXVIII 272;
1900 XXIX 364; 1901 XXX 381; 1902 XXXI 587; 1903 XXXII
364; 1904 XXXIV 245.
Personalia.
I 61, 250; II 253; III 231; V 253; VIII 266; XII 8-3, 196; XIV
81, 188, 256; XV 95, 264; XVI 148, 215; XVII 97, 180, 275;
XVIII 65, 135, 235; XIX 91, 188, 249, 250; XX 75, 261, 311, 358;
XXI 328, 368 ; XXII 68, 284 ; XXIII 95, 96, 214, 344 ; XXIV 81,
250, 367; XXV 134, 232, 376, 431; XXVI 101, 239, 414; XXVII
86, 204, 277, 348, 466; XXVIII 64, 190, 287, 336, 382; XXIX 37,
96, 242, 287, 337, 429, 481, 526, 580 ; XXX 96, 463, 510 ; XXXI
45, 416, 509, 597; XXXII 42, 93, 245, 296, 340, 386, 438,490,605;
XXXIII 143, 196, 324, 528, 614, 733, 780; XXXIV 27, 107, 212,
404, 481, 520, 582, 677, 785; XXXV 49, 105, 165, 286, 395, 450,
521, 694, 755; XXXVI 52, 222, 373, 698, 754, 971.
H. Rijks Veeartsenijschool.
Aankoop van runderen voor het onderwijis. I 45.
Kegeling van het eindexamen. I 46.
Afschaffen qualificatie veearts lste en 2de klasse. I 46.
Voorstel van Friesland om jongelui tot veearts op te leiden. I 52.
Ljjst der werken aan de school gevolgd. I 136.
Verslagen. I 180; III 182; VIII 106; IX 257, 260; X 287, 290;
XI 279, 282.
Vereischten voor het toelaten van leerllingen, het onderwijs en de
examens III 174; VI 186.
Reglement. III 176; VI 66; XVI 217; XXI 379; XXVI 310; XXX
605; XXXIV 29.
Voorstel tot viering van het 50-jarig besitaan. IV 235.
Veeartsenijkundige instellingen, verordeniingen en personalia. IV 248;
V 247 ; VII 179.
Aanneming der veeartsenijkundige wetten.. V 191, 198.
De niouwG onder wijslokalen. XXVIII 501..
Cursus in practische vleeschkeuring. XXX 288.
Directeur, hoogleeraren en leeraren. XXX 570.
De wet van 8 Juli 1874 eu veranderingen daarna. XXX 572, 581.
Reglement der school. XXX 574.
Wijzigingen binnen de bepalingen der wet. XXX 575.
De veeartsenijschool een hoogeschool. XXX 583.
Idem een deel der universiteit. III 5S6 ; XXXI 11, 17.
Clinisch onderwijs. XVI 7, 64, 111, 115, 116, 129, 130.
Practisch bacteriologisch onderwijs. XIX 244.
Onderwgs in vischkeuring. XXI 367.
Reorganisatie van het onderwijs. XXV 122, 352.
Eischen aan het onderwijs te stellen. XXIX 231 ; XXX 279.
Voorbereidend onderwijs. XXX 120.
Hooger onderwijs (Discussie IIde Kamer). XXXI 35S.
AVijziging in het onderwijs. XXXIV 402.
Onderwijs in melkkennis en stalhygiëne. XXXV 371.
Onderwijs in tropische ziekten. XXXV 380 ; XXXVI 263.
Beoordeeling door een Deen. XXXII 18.
Toelatingsexamen of toelating. X 293; XI 286; XII 128, 198;
XIII 75, 237; XIV 90, 189; XV 105; XVI 63, 216; XVII 275;
XVIII 294; XIX 324; XX 359 ; XXI 378; XXII 401; XXIII 444;
XXIV 377; XXV 79; XXVI 110, 419; XXVII 401; XXVIII 524;
XXIX 38, 527; XXX 558; XXXI 47, 559; XXXII 44, 566;
XXXIII 47, 734; XXXIV 28, 715; XXXV 51, 695; XXXVI 855.
Naamlijst der kweekelingen aan \'s Rijks Veeartsenijschool. 1863/64
I 55; 1864/65 II 123; 1865/66 II 258; 1866/67 III 210; 1867/68
III 212; 1868/69 III 214; 1869/70 III 215; 1870/71 IV 252;
1871/72 IV 253; 1872/73 IV 255; 1873/74 V 248; 1874/75 V
250; 1875/76 VI 256; 1876/77 VII 250; 1877/78 VIII 267;
1878/79 IX 296; 1879/80 X 293; 1901/02 XXIX 334; 1909/10
XXXVI 968.
Vrijstellingen van leerlingen voor enkele examina bij het leger.
XXXIV 180, 207.
Deskundigen bij het eindexamen en rapporten. 1 47,49; II 249;
III 280; V 62, 198; VIII 106.
Eindexamens. I 46; II 250; III 216, 217; IV 256, 257; V 62,
198; VI 174; VII 181; VIII 106; IX 261 ; X 293 ; XI 286.
Natuurkundig examen. VIII 109; IX 259; X 289; XI 282; XII
299; XIII 74, 130; XIV 90; XV 104; XVI 62, 215; XVII 274;
XVIII 294; XIX 324 ; XX 359 ; XXI 378 ; XXII 401 ; XXIII 444;
XXIV 377; XXV 389; XXVI 401; XXVII 401; XXVIII 525;
XXIX 527; XXX 557; XXXI 559; XXXII 566; XXXIII 734;
XXXIV 715; XXXV 648; XXXVI 701.
Commissie voor het veeartsenijkundig examen:
IX 256; XII 127; XIV 317; XVII 183; XX 262; XXIII 280;
XXVI 238; XXVIII 236, 431; XXIX 430; XXXII 440; XXXIV
585; XXXV 576.
Veeartsenijkundig examen. IX 260; X 292; XI 282; XII 128.
197, 299; XIII 74, 131; XIV 188; XV 104; XVI 63, 216; XVII
274; XVIII 293; XX 75, 359; XXI 378; XXII 401; XXIII 444;
XXIV 454; XXV 435; XXVI 481; XXVII 469; XXVIII 57 7;
XXIX 581; XXX 604; XXXI 598; XXXII 607; XXXIII 735;
XXXIV 726 ; XXXV 702; XXXVI 756.
Naamlijst van de in Nederland praktizeerende veeartsen. III 282;
XIII 132, 238; XIV 256; XVII 252; XX 360; XXV 438; XXIX
316 ; XXXVI 947.
Bijdragen tot de geschiedenis der school. XVIII 77; XXX 561;
XXXII 522; XXXIII 1, 199, 737.
Internaat. XVI 64; XVIII 53; XX 245, 249; XXI 51, 207, 361;
XXII 46 ; XXV 305 ; XXXI 498.
Onderwijslokalen. XXVIII 501.
Het clinisch onderwijs aan \'s Rijks Veeartsenijschool. XVI 64.
Opleiding van Rijkswege van onderwijzers in practisch hoefbeslag, met
reglement. XXXVI 974.
Veeartsenijscholen, onderwijs en uitoefening van liet vak
in het buitenland.
II 247; III 258; XIV 303, 319; XV 47, 246, 284; XVI 7, 213;
XVII 34, 186; XIX 167; XXI 19, 310, 349, 351, 852; XXTT 20, 21.
25; XXIV 3^8; XXV 215; XXVI 187, 235, 236, 303, 305; XXVII
176, 177, 270, 271, 344; XXVIII 49, 50, 72, 160, 161,214,311,312,
416, 417, 455, 516; XXIX 30, 80, 127, 178, 179, 412, 413, 475,
510, 511, 512, 513; XXX 86, 120, 175, 378, 444, 447, 502, 536,
539, 601, 602; XXXI 32, 61, 169, 220, 222, 276, 449,450,547,548;
XXXII 23, 118, 191, 192, 217, 268, 584; XXXIII 318, 320, 579, 636,
719, 722, 755; XXXIV 565, 698, 699, 757: XXXV 154, 155, 217,
279, 439 ; XXXVI 101, 102.
Personalia.
I 47, 49, 58, 60, 250 ; II 123, 125, 258 ; III 209 ; IV 251; VIII
150, 265; IX 164, 256, 295; XI 278, 279; XII 81, 126, 198, 299;
XIII 74, 75, 131, 237, 324; XIV 90, 187, 189, 257, 316, 317; XV
105, 186,\' 263, 265, 287; XVI 63, 149, 216; XVII 115, 183, 275;
XVIII 73, 145, 237, 294 ; XIX 93, 250, 324 ; XX 76, 138, 191, 262,
312, 357 ; XXI 62, 217, 270, 378; XXII 90, 172, 292, 352, 401 ;
XXIII 100, 160, 280, 350, 444; XXIV 91, 181, 258, 303, 376, 453;
XXV 79, 138, 23-5, 305, 388; XXVI 110, 197, 246, 310, 419, 481;
XXVII 90, 212, 280, 351, 401, 469 ; XXVIII 65, 190, 236, 336, 382,
431, 523, 577 ; XXIX 38, 144, 193, 235, 384, 481, 526, 581 ; XXX
47, 96, 191, 288, 336, 511, 558, 604; XXXI 47, 94, 186, 318, 368,
416, 510, 559; XXXII 43, 155, 246, 297, 341, 439,490,566; XXXIII
47, 197, 426, 476, 615, 702, 734, 783 ; XXXIV 28, 108, 353, 404,
481, 521, 585, 677, 715; XXXV 50, 228, 286, 396, 451, 575, 632,
694, 757; XXXVI 52, 375, 459, 574, 643, 700,756,811,855,898,974.
I. Rijks Seruminrichting.
Verstrekking van entstof tegen de vlekziekte der varkens. XXXI 319.
Id. id. id. het houtvuur der runderen en tegen
varkenspest. XXXII 47.
Verstrekking van entstof tegen de horstziekte der varkens. XXXII95.
Onderzoekingen aan de Rijks Seruminrichting. XXXII 156.
Onderzoek van melk en slijm op tuberkelbacillen. XXXII 301.
Verstrekking van serum tegen do vogel-cholera en de verstrekking van
serum tegen de kalverziekte (de colibacillose en de septische Pleuro-
pneumonie). XXXIII 531.
Verstrekking van entstof en serum tegen het miltvuur. XXXIII 735.
Verslag van de werkzaamheden der Rijks Seruminrichting 1905.
XXXIV 286.
Kosteloos onderzoek naar de samenstelling van geheimmiddelen.
XXXIV 466.
Verstrekking van culturen tor verdelging van muizen en ratten. XXXIV
483, 543.
Afdeeling \'Groningen —Drente. Verplaatsing der Rgks Seruminrichting
van Rotterdam naar Utrecht, in aansluiting bij de Veeartsenijschool.
XXXIII 773 ; XXXV 635.
Melkonderzoek. XXXV 249.
Verstrekking van serum tegen mond- en klauwzeer. XXXV 310.
Onderzoek van water in verhand met ziekten van het vee. XXXV 397.
Verstrekking van tetanusserum. XXXVI 702.
Personalia.
XXXII 93, 341, 438 ; XXXIII 703, 780; XXXIV 212, 421, 481; XXXV
49, 50, 107, 165, 450, 522, 634, 757; XXXVI 222, 223, 854, 897, 973.