H S/.
sfà y. Z c. f /s-
sf / s .........-.........-
- ,
17.
Z7.
- . ft ÎCcT 0 -"-<
es
à
ßt
-ocr page 5- -ocr page 6- -ocr page 7-EENE BIJDRAGE
VOOK
NIEUWERE
HOSPITAAL- HYGIËNE.
-ocr page 8-RIJKSUNIVERSITEIT UTRECHT
1618 4362
-ocr page 9-VOOR
TER VERKRIJGING VAN DEK GRAAD VAN
AAN DE HOOGESCHOOL TE UTRECHT,
na machtiging van den rector magnificus
HOOGLEEEAAR IN DB GODGELEERDHEID.
met toestemming van den Aoademisohen Senaat
EN
volgens toesluit van de 3VIeclisah.e ZEPaculteit
te yebdedigek
OP MAANDAG 1 MAART, DES NAMIDDAGS TEN 6 URE,
BOOR
OEFICIEK VAN GEZONDIJEID DEB TWEEDE KLASSE.
geboren te Amsterdam.
--o<c^S^o)o--
1869.
-ocr page 10- -ocr page 11-DER NAGEDACHTENIS
VAN MIJNEN DIERBAREN VRIEND
-ocr page 12- -ocr page 13-Toen ik na gedurende eenige jaren de practijk
der Genees- en Heelkunde, als Officier van Gezo?id-
heid van het Nederlandsche leger, te hebben uit-
geoefend, den titel wensclde te verkrijgen van Doctor
in de Geneeskunde, heb ik bij hare faculteit aan
TIII --
de Utrechtsche Roogeschool welwillendheid en mede-
werking ondervonden. Iïc breng Haar daarvoor en
inzonderheid aan V, hoogvereerde Promotor Donders /
mijn openlijken dank.
Het onderzoek naar de doelmatige inrichting van
gasthuizen, hospitalen en infirmerieën is eene dier
belangrijke quaesties, welke door de beoefening der
gezondheidsleer, zoo mogelijk, tot eene bevredigende
oplossing moeten gebracht worden.
Dit springt in het oog, wanneer wij nagaan, dat
zij, van de eene zijde bezien, in betrekking staat tot
de verpleging van armen en ongelukkigen, doch ook
van den anderen kant alle punten raakt, die meer
dan ooit te voren de beoefenaars der gezondheidsleer
bezig honden. Ik doel hier op den bouw en de in-
richting onzer woningen, met inbegrip van hare ven-
tilatie en verwarming, op de keuze van voeding,
kleeding en ligging, en eindelijk op de niet minder
gewichtige gevolgen, die miasmata en contagia op
gezondheid en leven van duizenden uitoefenen. Al
die invloeden werken te zamen in eene met lijders
bevolkte ziekeninrichting. Het is duidelijk, dat die
inwerking schadelijker zal zijn, naarmate de door
ziekten van allerlei aard verzwakte individuen aan
1
-ocr page 16-die nadeelige invloeden minder weerstand kunnen
bieden. Daarbij wordt dan nog de eene zieke vaak
een besmettingsfoyer voor den anderen, en ten slotte
het resultaat der behandeling van de in de zieken-
inrichtingen verpleegden zoo ongunstig, dat ik, zon-
der ernstige tegenspraak te ontmoeten, op het voet-
spoor van een Michel Lévy, de stelling kon neer-
schrijven : ,/ het ideaal van iedere hospitaal-hygiëne
moet zijn de opheffing der ziekeninrichtingen in een
niet al te verwijderd verschiet" 1). Is dit voorshands
onmogelijk, dan moeten wij er toch naar blijven stre-
ven. De ervaring leert dat daarbij de zieken het eerst
zullen worden gebaat. Wij kennen thans, voorgelicht
door de statistiek, de gevolgen dier invloeden, wier
bestrijding de gezondheidsleer mogelijk maakt. De
hospitaal-hygiëne is dan ook in den laatsten tijcl meer
nog dan vroeger beoefend geworden. De literatuur
over dit gedeelte der wetenschap heeft zoodoende
eene groote uitbreiding gekregen. Om kort te gaan,
ik meende dat het oogenblik ook hier gekomen was,
om de quaestie omtrent den gasthuisbouw niet lan-
ger incidenteel te behandelen, maar een onpartijdig
onderzoek te doen naar hare beginselen.
En deze wijze van behandelen heeft nog een ander
voordeel. Wat in de hoofdstad van een naburig groot
rijk geschiedde, herhaalde zich hier. Bij het vaststel-
en van een plan voor een nieuw gasthuis schijnen
In mijn Nieuw Gasthuis te Amsterdam.
-ocr page 17-soms cle redelijkste menschen onovertuigbaar te moe-
ten worden, eigenbelang en eigenliefde de vrije uiting
der gedachten den oorlog aan te doen, en eindelijk
van eene hoogst gewichtige zaak, waarbij alleen we-
tenschap en humaniteit drijfveeren moesten zijn, eene
épineuse quaestie te maken. Hiervan overtuigd dan,
wenschte ik door het onderzoek naar de beginselen
eene daad te doen, een bewijs te leveren van onpar-
tijdigheid.
Ik handel in de volgende bladzijden over:
1°. de vraag, of aan groote of kleine hospitalen de
voorkeur moet gegeven worden;
2°. de ligging en den bouw dier inrichtingen;
3°. hare ventilatie en verwarming;
4°. behandeling en verpleging der zieken;
5°. kraaminrichtingen;
6°. de behandeling in tenten en barakken, en
7°. het vervoer van zieken en gekwetsten.
-ocr page 18-Het antwoord op de vraag, of aan groote dan wel aan
kleine ziekeninrichtingen de voorkeur moet gegeven
worden, kan o. i. niet twijfelachtig zijn. Wanneer
toch in verschillende ziektetoestanden de mensch, door
uitwasemingen en afscheidingen van allerlei aard, den
dampkring veelmeer dan in gewone omstandigheden
verontreinigt, dan is het duidelijk, dat dit moet toe-
nemen, in dezelfde verhouding, als het getal van bij
elkander verpleegde lijders grooter wordt. Hoe groo-
ter dit is, des te eer wordt de grens bereikt van de
kracht der middelen, ons ten dienste staande 0111
die nadeelige invloeden te bestrijden.
Wordt de eene lijder zoodoende eene oorzaak van
besmetting voor den anderen, dan stijgt de kans
daartoe in eene klimmende reeks (Trélat). De on-
dervinding heeft geleerd, dat de voorschriften voor
eene goede hygiëne, toepasselijk in inrichtingen van
250, hoogstens 300 kribben, op bezwaren stuiten,
wanneer men dit cijfer overschrijdt, doch ten eenen-
male onuitvoerbaar worden, wanneer men het dub-
bele getal lijders in één gasthuis zou willen veree-
nigen. En al wilde men de waarheid hiervan niet
erkennen, dan nog zouden overwegende redenen van
anderen aard onze keuze tot kleine gasthuizen moe-
ten bepalen. Het is in de eerste plaats veel ge-
makkelijker een geschikt terrein voor kleine, dan
voor groote gasthuizen te vinden. De plaatsing der
hospitalen staat dus theoretisch en practisch tevens
m een nauw verband met het aantal lijders, dat
men er in behandelen kan. De ondervinding al-
wederom heeft geleerd, dat de uitgebreidheid van
het terrein in dezelfde verhouding moet toenemen,
als het getal der daarop verpleegde lijders grooter
wordt, m. a. w., de inrichting in uitgebreidheid
toeneemt. Léon Le Port heeft dit bij benadering
getracht te bepalen en trekt uit een reeks van waar-
nemingen de slotsom: dat 1, 3, 6, 10, 15, 21,
28 en 36 de getallen zijn, welke deze verhouding
uitdrukken.
Volgens dezen schrijver zou men voor een hospitaal
van 100 lijders noodig hebben 2500, voor 200, 7500,
voor 300, 15,000, voor 400, 20,000, voor 500, 37,500
600, 52,500, 700, 70,000, 800, 100,000 vierkante
ellen 1),
De noodzakelijkheid zou ons dus reeds dwingen
om dat te doen, wat de ervaring als nuttig be-
wezen heeft. Voor groote hospitalen van 500 krib-
ben kan in den omtrek van onze groote steden geen
geschikt terrein verkregen worden, dan tegen uitga-
ven, die de onkosten voor het geheel overbodig en
buitensporig zouden opvoeren. Dit heeft mij geleid
tot een tweede punt. Groote hospitalen vereis; hen
ten behoeve van de verpleging der lijders, in ver-
\'j Lrcov L® Poet, Discusnon sur Vhygicne des höpHaux a la SociHé
dc Chirurgie.
houding tot het geheel, uitgebreide inrichtingen, die
hen zeer kostbaar maken.
Ik weet wel dat, men mij zal tegenwerpen: die
quaestie is niet van hygiënischen, maar van zuiver
financieelen aard. Ik veroorloof mij van een ander
gevoelen te zijn. Is het ons om het vaststellen van
de beginselen van den gasthuisbouw te doen, zij moe-
ten vóór alles in practijk gebracht kunnen worden,
anders loopen we ten slotte nog gevaar van ze als
utopieën verworpen te zien. Het komt eindelijk toch
hierop neer: in plaats van een groot, ondoelmatig, duur
gasthuis, twee of meer doelmatige inrichtingen te ver-
krijgen voor hetzelfde geld. Doch ik hoor mij te gemoet
voeren: groote hospitalen zijn onmisbaar voor een veel-
zijdig clinisch onderwijs. Eene gewichtige bedenking,
die echter door de ervaring wederlegd wordt. De
ondervinding leert dat in verschillende kleinere Engel-
sche hospitalen en in de ziekenhuizen van kleine Duit-
sche academie-steden, waarin minder dan 300 lijders
verpleging ontvangen, op eene uitstekende wijze cliniek
gegeven wordt. Verscheidenheid behoeft daarbij niet
te ontbreken. Maar er is meer. Het geneeskundig
onderwijs moet in groote hospitalen, voor ons met
ondoelmatige gelijkstaande, noodzakelijk ondoeltreffend
zijn. Wat toch zien wij daarin plaats grijpen? Dat
de hoogleeraar in de cliniek ieder oogenblik be-
lemmerd wordt door beletselen, onafhankelijk van
wetenschap en kunst, van zijne kennis en zijn ijver,
ja van de ziekte zelve, zoodat de student ten lan-
gen leste van de practijk geheel verkeerde denk-
beelden en indrukken ontvangt. En dit is niet
te verwonderen: wanneer hij toch van den aanvang
af de schijnbaar onschuldigste operatie ziet volgen
door roos of, nog erger, door wondversterving, zal hij
bij zijn zelfstandig optreden als medicus met een ze-
ker wantrouwen bezield zijn voor de gevolgen der
kunst. Zijne theoretische kennis komt al dadelijk
m strijd met zijne practische ervaring. Verkondig
vrijelijk het nut der hechtingen per primam inten-
tionem. Wie zal er ten slotte aan gelooven, als we
haar nimmer zien gelukken? Een ander voorbeeld:
er doet zich een patiënt voor met eene multiloculaire
kyste van het ovarium. Meester en leerlingen hou-
den zich overtuigd, dat de ovariotomie tot eene ra-
dicale genezing zal leiden, doch de eerste aarzelt haar te
ondernemen, omdat hij bij ondervinding de schadelijke
invloeden kent van de omgeving, waarin hij moet wer-
ken. Hij vergenoegt zich daarom met eenige puncties.
Zoo wordt dan het wantrouwen in de kunst ons
.te gelijk met hare beginselen ingeprent.
WTij zijn als van zelve gekomen tot een derde,
alles domineerend punt der quaestie.- het belang der
fyders. De ondervinding leert dan, dat de ziekte-
processen, van welken aard ook, in kleine hospitalen
Pen veel gunstiger verloop nemen. Dit zal wel nie-
mand tegenspreken. Het ligt in den aard der zaak
en behoeft geen nader bewijs.
Kleine hospitalen verdienen dus in ieder opzicht
de voorkeur boven groote
Bij het bouwen van een hospitaal laat men zich,
in de keuze van een geschikt terrein, soms leiden
door eene zekere voorliefde voor eene bepaalde plaats,
waaraan niet zelden de voorschriften der gezondheids-
leer worden opgeofferd. Zoo wordt te Parijs, tegen het
advies van de Académie de Médecine en de Société
de Chirurgie, een nieuw Hôtel Dieu gebouwd in de
schaduw der Notre-Dame, op een beperkt terrein, en
met groote onkosten. Men spreekt van het ongeloo-
lijke cijfer van 30,000 fr. per krib, eene som, toe-
reikende om voor de renten eene doelmatige woning
te huren! Dit slechts in het voorbijgaan.
De vraag dient dus beantwoord te worden : waar
moeten de hospitalen gelegen zijn, buiten of binnen
de steden ; in haar centrum of aan haren omtrek ?
Ik ben van opinie, dat men in groote steden twee soor-
ten van hospitalen zou moeten hebben. In de eerste
plaats, hôpitaux de secours, dat is, kleine inrichtin-
gen van 80 à 100 bedden, gelegen in die wijken,
waarin of waarbij fabrieken en andere inrichtingen zich
bevinden, wier personeel aan belangrijke verwondin-
gen is blootgesteld. Het zou toch onmenschelijk zijn,
om deze ongelukkige geblesseerden verder dan hoogst
noodzakelijk te vervoeren, vooral met de gebrekkige
vervoermiddelen, waarover men in den regel te be-
schikken heeft. Ditzelfde vervoer zal echter voor de
overige lijders, vooral de zgn. koortsigen, volstrekt
geen bezwaar opleveren. Zij vinden eene plaats in
de algemeene hospitalen. De som van het aantal
lijders, dat in de gezamenlijke hospitalen kan be-
handeld worden, moet evenredig zijn aan de be-
volking eener plaats, met dien verstande, dat hierbij
gerekend worde op de noodige reserve voor epide-
mieën.
Die algemeene hospitalen nu moeten liefst bui-
ten of aan den omtrek der steden gelegen zijn.
De statistieke bescheiden, die de noodzakelijkheid
hiervan aantoonen, werden in den laatsten tijd in
sommige politieke bladen overgenomen en troffen ve-
len door hunne uitkomsten. Zij waren echter reeds
sedert \'64 in Engeland bekend.
Wij vinden in het Engelsche Blue Book de statis-
tieken, op last der regeering door Bristowe en Hol-
mes opgemaakt, en door haar aan het Parlement aan-
geboden. Zij geven ons een overzicht van de ampu-
taties, in de laatste jaren verricht, in de hospitalen
binnen Londen, in de groote steden van Engeland
en op het land.
Sterfte op 100 geopereerden.
Hospitalen binnen Londen |
36 |
30,6 |
22,9 |
13,1 |
" in de provinciën |
34,5 |
21 |
26,3 |
7,6 |
" op het land |
24 |
16.9 |
17..7 |
8,5 |
amputatie amputatie amputatie amputatie
ytin de di). van liet been, van den arm. v.d.vaorarm
Dit treffende verschil zou nog opvallender geweest
zijn, indien men dezelfde vergelijking in haar geheel
had kunnen voortzetten tnsschen de hospitalen, die
in het binnenste der steden en die aan haren omtrek
gelegen zijn.
Het resultaat wordt ons echter, mede door Bris-
towe en Holmes, voor eene enkele operatie, in som-
mige steden, gegeven. Wij zien daaruit dat de
sterfte voor de amputatie der dij in de hospitalen bin-
nen de steden is 39,1 op de 100 en aan haren om-
trek slechts 24,2 procent.
Hetzelfde Blue Book van \'64 bevat, altijd van de-
zelfde onderzoekers, nog statistieke opgaven, die we-
derom voor kleine hospitalen pleiten. Zij loopen over
57 Engelsche hospitalen en 2,528 amputaties. Zij
leveren de volgende resultaten op:
Sterfte op de 100.
Hospitalen voor niet, meer dan 100 zieken 25,3 17,7
« 100 a 200 zieken 30,7 19,2
» « 200 a 400 zieken 37,5 22,4
" i\' 400 en meer zieken 40 32,1
Parijsche hospitalen in \'61 (Léon Le Fort) 74 70
amputatie amputatie
van de dij v. h been.
Dit verschil, zooals wij zien, een aanmerkelijk, wordt
nog grooter, wanneer we de amputaties voor verwon-
dingen buitensluiten en alleen die voor pathologische
veranderingen in rekening brengen. De amputatie
der dij, oxn laatstgenoemde reden in verschillende
Engelsche hospitalen verricht, heeft nog de onder-
staande resultaten gegeven:
Sterfte op de 100,
Hospitalen voor niet meer dan 100 zieken 6,6
Het verdient daarbij niet uit het oog verloren te
worden, dat het dusgenaamde groepeeren van cij-
fers als kunst in Engeland veel minder dan elders
wordt beoefend. Integendeel, de statistieke beschei-
den, die in de Engelsche hospitalen worden opge-
maakt, munten uit door nauwkeurigheid. Er bestaat
daarop eene strenge controle, en de overlegging dier
bescheiden wordt niet zelden door de regeering of
den rechter gevorderd.
. De eenvoudigste regelen der hygiëne moeten er ons
trouwens toe brengen, onze ziekeninrichtingen niet te
bouwen in het centrum der steden, maar daarbuiten,
of aan haren omtrek. De lijders vinden daar gemak-
kelijk een zuiverder lucht en eene grootere kalmte.
Het terrein wordt bovendien in den regel goedkoo-
per, naarmate men zich meer van de steden verwij-
dert, en is nog meestal gemakkelijker te verkrijgen
aan haar omtrek dan in het centrum.
Dit leert de gasthuisbouw schier overal en bijna
dagelijks.
I)at verder, bij de keuze van een terrein voor een
gasthuis of hospitaal, zooveel mogelijk alles zal moe-
ten vermeden worden, wat de lucht in de geprojec-
teerde inrichting later zou kunnen verontreinigen, ligt
voor de hand.
De vorm is van gewicht, vooral met het oog op
de aëratie, waarover ik straks hoop te spreken.
Wij vinden de gebouwen, voor hospitalen bestemd,
in de meest verschillende vormen daargesteld, als : in
dien van een eenvoudigen rechthoek van een ï, van
een gesloten vierkant, zooals de meeste militaire hos-
pitalen, door Vauban gebouwd, met geïsoleerde pavil-
joenen, door een centrale ader verbonden, enz. Al die
verschillende vormen hebben hunne grootere of klei-
nere gebreken, een noodzakelijk gevolg van de fout,
juist gelegen in het bouwen van zulke uitgebreide
inrichtingen: alwederom dus een bezwaar tegen
deze 1).
Inrichtingen van 200 a 300 bedden behoeven der-
gelijke combinaties niet. Men kan het gebouw in
dat geval den vorm van een rechthoek geven, of van
twee rechthoeken, door een gang verbonden.
De orientatie moet zoodanig zijn, dat het grootste
gedeelte der ziekenzalen op het oosten gelegen zij.
Ik hecht hieraan echter geen overwegend gewicht, en
1) Husscn, Étude sur les hôpitaux, considérés sous le rapport de leur
construction, Paris, 1S62; in-4°.
Ch. Sarazin, Essai sur les hôpitaus(Annales d\'hygiène publique, anuée!865).
Dr. C. H. Esse, Die Krankenhäuser: ihre Einrichtung und Verwaltung.
Zweite Auflage. Berlin, 1868.
S. Horky, Studien über Kranken-Anstalten, deren baulichen Anlage und
Ausführung. Wien, 1866,
zou ongaarne een overigens doelmatig terrein voor
eene ziekeninrichting afkeuren, omdat de keuze daar-
van meebrengt dat een gedeelte der ramen op liet
noorden uitkomt.
Stromeyer aarzelt zelfs niet aan die ligging de
voorkeur te geven. Hij deed de openingen in de
barakken, op zijn voorstel na Langensalza gebouwd,
aan de noordzijde aanbrengen, ten einde de toetre-
ding van de zuivere koude, in plaats van de veront-
reinigde warme lucht, te bevorderen en alzoo de ven-
tilatie te onderhouden \').
De communicatie zal verder in kleine hospitalen
veel gemakkelijker kunnen zijn. Ik vind het over-
.bodig, dat alle zalen op een gemeenschappelijken
gang of dezelfde corridors uitkomen. Integendeel,
ik acht het zelfs een gunstig moment in de bouw-
orde, wanneer de gemeenschap gedeeltelijk door de
buitenlucht moet plaats grijpen. De geneeskundigen en
het dienstpersoneel, maar vooral ook de behandelde
lijders zullen daardoor gedurig of bij afwisseling de
versche buitenlucht inademen.
Ik meen hierop nog meer bijzonder de aandacht
te moeten vestigen, omdat men dit vaak over het
hoofd ziet, en om eene uit den aard der zaak on-
gegronde vrees voor eene uitwendige gemeenschap
niet zelden een oorspronkelijk goed plan door over-
bodige inwendige communicatie-middelen bederft. Dit
is o. a. bij eene in aanbouw zijnde ziekeninrichting
op het oogenblik het geval. Dat men elders dit ge-
voelen deelt, blijkt genoegzaam uit het plan voor
eene kraaminrichting van Tarnier, waarover straks
o \'
meer in bijzonderheden, terwijl de Engelsche com-
missie, die na den Krim-oorlog belast werd met de
reorganisatie van de militaire hospitalen, mede van
deze opinie scheen te zijn. Immers, op haar voor-
stel werd het nieuwe hospitaal, te Woolwich gebouwd,
zoodanig ingericht, dat zieken en gewonden te allen
tijde, maar vooral bij eenig grooter gevaar voor be-
smetting, bijv. tijdens het heersclien van epidemieën,
directelijk, nacht en dag, aan de buitenlucht konden
worden blootgesteld. De afwisseling in temperatuur,
eindelijk, die de lijders dientengevolge ondergaan,
wordt door sommigen gevreesd, doch door anderen
te recht, als een de genezing begunstigenden, stimu-
leerendeh invloed, gezocht. En, langs dien weg zal
ook de afzondering van sommige zieken veel gemak-
kelijker vallen.
Die afzondering wordt mogelijk gemaakt door ver-
schillende kleinere vertrekken. Groote zalen, voor
vijftig en meer lijders bestemd, zijn in ieder geval
te verwerpen.
De hoogte voor iedere zaal zal 4~ el, de vierkante
oppervlakte per krib 11 el en de kubieke inhoud
voor ieder bed 50 el kunnen bedragen.
Het is mogelijk niet overbodig, hier nog eenige op-
gaven te doen volgen omtrent Engelsche hospitalen.
De kubieke ruimte, voor iederen zieke bestemd, is ia
-ocr page 29-London Hospital
St. Thomas
St. Barthelernew\'s
Glasgow 49,4
Kiug\'s College, oud gedeelte 49,0
King\'s College, nieuw gedeelte 70,0
49,4
Het gemiddelde cijfer zou voor de Engelsche hos-
pitalen 52,08 k. m. per krib bedragen en voor de
Fransche hospitalen te Parijs 44,67 k. m. zijn (Léon
Le Fort) ; volgens anderen (Blondel en Ser) zouden
diezelfde cijfers 43 k. m. en 44 k. m. zijn 1).
Eene directe verhouding tusschen de sterfte en de
kubieke ruimte lucht, voor iederen zieken bestemd, is
nog niet gevonden. Veel zal daarbij afhangen van
de gelegenheid, die de lijders hebben om hunne leger-
steden te verlaten. De oudere ziekeninrichtingen heb-
ben, hier en elders, het groote - gebrek met elkander
gemeen, dat de zieken, ook die bijv. met geringe ver-
wondingen of slepende ongesteldheden, bij ongunstig
Weder, en in den winter vooral, den geheelen dag, zoo
&1 niet in hun bed, dan toch op de zalen moeten blij-
ven. Zij beginnen zich daar te vervelen en hinderen
de overige lijders niet alleen, maar ademen geheel
°nnoodig voortdurend eene bedorvene lucht in. Ge-
zelschapszalen en overdekte wandelplaatsen zijn o. i.
\') Léon Le Fort, Note sur quelques points de l\'hygiène hospitalière.
Paris, 1862.
Blondel et Sek, Rapport sur les hôpitaux civils de la ville, de Low
drt», 1862.
97,6
49,6
47,\'2
noodzakelijk. Maar er is meer: omdat de lijders al-
les, d. i. eten en slapen, in dezelfde vertrekken moe-
ten doen, ontstaat er alwederom eene overbodige
luchtverontreiniging. Men behoeft, om dit te vatten,
slechts eens even na te gaan, wat men al zoo in
de kastjes bij, en op de planken aan de kribben,
vindt: glazen met urine en spuwpotjes, doch ook
niet gebruikt voedsel, bouillon, soep, brood, enz.\';
daarbij nog overgebleven versnaperingen, tabak en
ik weet niet wat al. Sommige zieken houden er
onder hun hoofdpeluw een geheel magazijntje op
na. Dit alles kan voorkomen worden, wanneer er
doelmatig ingerichte vertrekken (réfectoires) zijn,
waarin die lijders een groot gedeelte van den dag
kunnen doorbrengen. Verschillende Engelsche hos-
pitalen zijn hiervan_ voorzien, zonder dat daardoor
de totale som per krib zeer is behoeven verhoogd
te worden.
* De ventilatie en verwarming, die, zooals wij zien
zullen, onafscheidelijk verbonden zijn, in dien zin,
dat de eene steeds op de andere invloed uitoefent,
vormen te zamen het moeilijkste punt in den gast-
huisbouw.
Ik wees er reeds in het begin van dit betoog op,
hoezeer in eene ziekeninrichting de oorzaken voor
verontreiniging der lucht toenemen en noemde den
eenen lijder een besmettingsfoyer voor den anderen.
Wat zien wij toch in onze hospitalen gebeuren, zoo-
dra meerdere zwaargekwetsten daarin verpleegd wor-
den? Dat, ten gevolge van de ontbinding derwond-
secreties, de lucht door allerlei miasmatische en con-
tagieuse stoffen wordt verontreinigd, en er ten slotte
zeer gevaarlijke, zgn. hospitaal-ziekten ontstaan, als:
pyaemie, wondroos, hospitaal-versterf.
Die bedorvene lucht werkt op zich zelve nog min-
der schadelijk dan door den geringeren weerstand,
dien de lijders, welke er in moeten verkeeren, aan
ziekmakende invloeden bieden kunnen.
Geen wonder dus, dat de resultaten der behan-
deling ten slotte zoo ongunstig zijn (Esmarch).
De ligging, bouw en inrichting der hospitalen moe-
2
-ocr page 32-ten ons de middelen aan de hand geven, om die
gevaren met vrucht te bestrijden. Voor alles is er
echter noodig eene volledige aëratie, d. i., eene on-
belemmerde toetreding van lucht en licht. Het zon-
licht dan in de eerste plaats moet gemakkelijk de
ziekenzalen kunnen bereiken.
Dit is eene hoofdvoorwaarde. Het licht toch is
onontbeerlijk voor alles, wat leven heeft. *
Planten en dieren kwijnen weg bij gemis aan zon-
licht. Vooral voor den zieken mensch is zijn heil-
zame prikkel eene groote behoefte, en zal zijn gemis
zich dieper doen gevoelen.
Waar het ziektetoestanden betreft, kunnen we met
volle recht zeggen: duisternis is het graf, licht geeft
ontwikkeling, kracht en leven! En mochten er nog
gevonden worden, die voor overdrijving ten deze zou-
den vreezen, dan herinneren we aan het feit, dat de
slaap op punten van onzen aardbol, waar het licht
eene veel grootere intensiteit heeft, toch ongestoord
plaats grijpt. Veel moet hier zeker op rekening ge-
bracht worden van cle gewoonten, die men te ge-
moet kan komen door het gebruik van gordijnen,
daar waar het noodig blijkt te zijn. Dit staat echter
bij mij vast, dat wij in ons klimaat in den regel
niet over te sterk of te veel zonlicht behoeven te
klagen. Eene krachtiger inwerking van het licht heeft
zich verder onder schijnbaar nadeelige voorwaarden
onschadelijk betoond. Ik bedoel hiermede de geluk-
kige resultaten, die Larrey onder de brandende zon
van Egypte verkreeg.
De zonnehitte moet derhalve niet als een schadelijk
moment beschouwd worden, en wij hebben geen
recht om onze lijders op dien grond aan hare
koesterende stralen te onttrekken. Martin \') heeft,
zich baseerende op de autoriteit van een Priestley
en de onderzoekingen van Edwards, doen uitkomen,
hoe nuttig en noodzakelijk de onbelemmerde toetre-
ding van het zonlicht in eene ziekenzaal is.
Die onbelemmerde toetreding van licht en lucht
wordt bevorderd door eene excentrische ligging der
ziekeninrichtingen. Zij moeten geheel geïsoleerd van
andere gebouwen zijn, iets hetwelk natuurlijk beter
en gemakkelijker zal kunnen bereikt worden buiten
of aan den omtrek der steden, dan in haar centrum.
Onze stelling wordt hier dus door een nieuw argu-
ment versterkt. v
De ventilatie, natuurlijk of kunstmatig daargesteld,
is zonder behoorlijke aëratie geheel ontoereikende.
Wij geven aan natuurlijke ventilatie-middelen voor
ziekeninrichtingen de voorkeur. Kunstmatige venti-
latoren zijn te verkiezen voor gehoorzalen, schouw-
burgen, enz., waarin gedurende betrekkelijk korten
tijd een groot aantal personen te zamen komt, doch
Welke ventilatoren onmogelijk zoo groot kunnen ge-
maakt worden, dat voor ieder per hoofd de noodige
hoeveelheid versche lucht voorhanden blijft. In een
hospitaal daarentegen, dat zieken en gezonden tot
honing dient, moet voor elk individu lucht genoeg
\') Holmes, A System of Surgery by various authors. Vol. IV. 1864.
2*
-ocr page 34-zijn. Wanneer dus een autoriteit op dit gebied, Dr. Max.
Pettenkofer, aan de kunstmatige ventilatie ook voor
ziekeninrichtingen de voorkeur blijft geven dan meen
ik met hem in gevoelen te moeten verschillen. Door
het mechanisch indrijven toch van al dan niet vooraf
verwarmde lucht, volgens het systeem van Hecke,
dat door genoemden onderzoeker wordt aanbevolen,
is de hoeveelheid versche lucht voor iederen zieke
buiten alle verhouding geringer dan door de natuur-
lijke ventilatie, het openzetten van deuren en vensters,
kan worden verkregen. Pettenkofer onderzocht de
ventilatoren in de Parijsche hospitalen, maar ging de
luchtverversching in de Engelsche hospitalen voorbij.
Hierop had ik het oog, toen ik aan de natuurlijke
ventilatie-middelen de voorkeur gaf. \')
De natuurlijke ventilatie heeft plaats door ven-
sters en deuren, de wanden en de schoorsteenen.
De doelmatige inrichting der vensters is dus eene
zaak van het hoogste gewicht.
Zij beslaan gewoonlijk | der zijwanden, terwijl
men rekent noodig te hebben één venster op twee
kribben. Zij moeten verder van boven tot aan de
zoldering reiken, omdat zich daar bij voorkeur de
verwarmde en verontreinigde lucht ophoopt, terwijl
zij van onderen tot op i el tot den bodem moeten
naderen. Vroeger, en zelfs nog in inrichtingen van
Fragen über die Ventilation etc. von Dr. Max. Pettenkofer, in
Äbhandlunasn der Naturwiss.-Technisch en Commission bei der Köni-gl. Baye-
rischen Akademie der Wissenschaften in München. IIr Band,
lateren tijd, bleven de vensters tot op zes voeten en
meer van den bodem verwijderd, ten einde de te
bed liggende lijders voor allen mogelijken tocht te
vrijwaren. Dit gaf aan cle ziekenzalen een somber
voorkomen. Miss Nightingale verhaalt ons, dat een
lijder, op die wijze geruimen tijd van het uitzicht
naar buiten beroofd, zich bijna stervende op liet
lichten, om nog eenmaal de natuur te zien, die hij
op het punt stond voorgoed te verlaten, en daarbij
schreide van vreugde. Die edele vrouw had, als
altoos, ook een open oog voor de tranen en de wan-
hoop van dezen lijder!
Ch. Sarazin, clie het nieuwe hospitaal te Aken
bezocht, deed met grond recht wedervaren aan zijne
doelmatige ligging en inrichting, doch kon zich te-
vens niet weerhouden van den somberen indruk te
schetsen, die de ziekenzalen op hem teweeggebracht
hadden. En geen wonder: de ramen waren hoog
van den grond, zoodat de bovendien donkerge-
kleurde vertrekken meer het voorkomen van cel-
len van een kerker, dan van zalen eener ziekenin-
richting hadden.
Ik wensch aan de vensters de volgende inrichting
te geven: zij zijn 1el breed en 4 el hoog en be-
staan uit drie cleelen. Het bovenste en het onderste
stuk zijn beweegbaar om een horizontale as, of ook
Wel het bovenste stuk alleen.
Het geheel moet zoo ingericht zijn, dat de ver-
schillende afdeelingen gemakkelijk geopend en geslo-
ten kunnen worden. Wanneer aan deze voorwaarde
voldaan is, zijn alle systemen goed en bruikbaar.
De hoeveelheid lucht nu, die door de geopende ra-
men binnenstroomt, is buiten alle verhouding groo-
ter, dan die welke verkregen kan worden, ook met
de beste kunstmatige ventilatoren, waarover straks
in bijzonderheden meer zal gesproken worden. Gaan
wij na, dat een stroom lucht van geringe snelheid,
bijv. van 6 ellen in de minuut, door twee tegen-
over elkander openstaande ramen van zoo even ge-
noemde afmetingen gaande, in eene minuut 36 k.
m. in het bedoelde vertrek doet binnendringen, dus
in het uur 2160 k. m., dan ontvangt in eene zaal
van 24 kribben, met zes ramen aan iedere zijde,
elke zieke in het uur 540 k. m. lucht.
Het systeem van Hecke levert slechts 97 k. m.
per krib en per uur op, kost daarenboven nog
voor eersten aanleg 236 fr. en aan bewerking en voor
jaarlijksch onderhoud 23 fr. per krib.
De ramen worden verder in de Engelsche hospi-
talen steeds gedeeltelijk, nacht en dag, ook in het
gure jaargetijde, opengehouden, zonder dat daar-
van nadeelige gevolgen zich voordoen. Eene lichte
verkoudheid, eene geringe rheumatische aandoening
wegen toch niet op tegen de groote voordeelen,
die hieruit voor de lijders te trekken zijn.
Diezelfde natuurlijke ventilatie wordt nog door ver-
schillende inrichtingen gecompleteerd. Vooreerst dan
moeten de buitenmuren der gebouwen, voor zieken-
inrichtingen bestemd, dusgenaamde spouwmuren zijn,
d. i., in hunne dikte eene ruimte openlaten van een
kalven steen. De vochtigheid wordt hierdoor bestre-
den en de ventilatie bevorderd. Men laat de be-
doelde ruimte onder ieder raam en in de hoeken
der vertrekken met de buitenlucht communicee-
ren. Aan de vensters eindelijk wordt eene eenvou-
dige inrichting aangebracht, die het mogelijk maakt,
diezelfde ruimte gemakkelijk af te sluiten. Nog
eenige andere methoden voor natuurlijke ventilatie
verdienen hier vermeld te worden, als: eenvoudige
openingen aan den vloer en het plafond der vertrek-
ken, die vooral in de Amerikaansche hospitaal barak-
ken met goed gevolg zijn gebezigd; ook laat men
Wel de buitenste ruimte der kachels des winters door
buizen met cle buitenlucht in verband brengen, eene
methode, die o, a. in de nieuwe afdeelingen van Yal
de Grace is ingevoerd, terwijl de stelsels van Arnott,
Watson en Mackinnel op adspiratie der beclorvene
lucht en indrijving van versche lucht berusten. De
dispositie dier inrichtingen maakt dit zonder mecha-
nische kracht mogelijk, doch zij laten evenwel de
daarvan gevormde verwachting zeer dikwijls onbe-
antwoord. In ieder geval zal, ook bij geregelde wer-
king, de luchtverversching, daarmede verkrijgbaar,
slechts gering zijn. Beter voldoet o. i. de eenvou-
dig practische methode van den Amerikaanschen
Uigenieur Muir. Zij is ook voor onze hospitalen
aan te bevelen. Zijne ventilators bestaan uit een-
voudige kokers, die, soms langs de schoorsteenen, tot
boven het dak opklimmen, daar met traliewerk zijn
a%esloten, en van binnen kruisgewijze door tusschen-
schotten in vier afdeelingen verdeeld, zoodat bij
iedere windrichting versche lucht kan in- en bedor-
vene lucht kan uitstroomen. Dit systeem wordt ge-
completeerd door vierkante openingen langs den vloer
in den muur, welke door schuiven kunnen gesloten
worden.
De kunstmatige ventilatoren worden, naar het be-
ginsel, waarop zij berusten, in twee groote klassen
verdeeld: 1°. die werken door instuwing (propulsie)
van lucht en 2°. die in beweging gebracht worden
door opzuiging (adspiratie) van lucht.
Tot de eerste klasse behoort het systeem van den
Belgischen Dr. van Hecke. Dit berust op het vol-
gende beginsel:
Een beweegbare metalen cylinder wordt in een af-
zonderlijk vertrekje geplaatst, hetwelk goed verwarmd
kan worden. De cylinder, die met cle buitenlucht in
verbinding staat, wordt door middel van een wiel, dat al
dan niet aan eene stoommachine verbonden is, met
meer of minder snelheid rondgedraaid. De instroomen-
cle lucht brengt dan een binnen den toestel geplaatsten
cylinder in beweging, op de wieken van een molen
gelijkende, met twee vleugels, die mede in eene snel
ronddraaiende beweging geraken en de lucht met
groote kracht in het bovenbedoelde vertrekje stuwen,
waarin tevens een kachel of oven geplaatst is. Na
daar verwarmd te zijn, dringt de lucht met groote
kracht de ziekenzalen binnen, wier bedorvene lucht
dan door andere openingen haar moet verlaten. Het
is reeds bij herhaling gezegd: dit stelsel kan zeer
goed voldoen voor een enkel locaal, bijv. eene socie-
teit, die clan nog een gedeelte van den dag op na-
tuurlijke wijze geventileerd worden zal, doch voor
gebouwen is het onvoldoende te achten. Het geeft
als maximum 100 k. m. per krib en per uur. En
al ware deze quantiteit voldoende, dan nog zou ik
de qualiteit der lucht bedenkelijk vinden. Ik be-
twijfel of die verwarmde lucht dezelfde bloedverbe-
terende, stimuleerende werking zal hebben als de
frissche buitenlucht. Ons gevoel ten minste zou het
tegendeel bewijzen. Zij, die gedurende langeren tijd
m een volgens van Hecke geventileerd vertrek
vertoefden, klagen over het onaangename, bedwel-
mende gevoel, dat die instroomende lucht zou veroor-
zaken.
De Fransche Inspecteurs van den geneeskundigen
dienst Maillot en Poggiale gaven, na bestudeering
van en vergelijking met de overige methoden van
kunstmatige ventilatie, aan dit stelsel de voorkeur1).
De overige methoden van ventilatie, zooals van
Thomas, Laurens en Grouvelle, benevens die van
Ijéon Duvoir en Leblanc, ga ik hier, als veel sa-
^engestelder, met stilzwijgen voorbij.
De sterfte-statistiek van de daarmee voorzien zijnde
h°spitalen zou tegen hare aanwending pleiten. Wij
vmden in de Fransche administratieve opgaven,
voor:
■ Tmiîrey, Notice sur Vhygiène des hôpitaux militaires. Paris, 1862.
-ocr page 40-1 doode op 5,83 zieken
Lariboisière.
Pitée
1/
7,10
7,16
7,90
Beaujon . .
Cochin . . .
Charité . . .
h
li
u
Hôtel Dien.
Necker . . .
8,14
u
8,29
li
Saint-Antoine
8,41
il
De beste methode van verwarming van gasthui-
zen is clie door open haarden. Sedert lang in En-,
geland in gebruik, werd zij in den laatsten tijd vooral
ook in Frankrijk nagevolgd. En niet alleen de zalen,
maar ook de gangen en portalen worden op die wijze
verwarmd. Oogenschijnlijk is het systeem van open
haarden duurder dan de kachels, maar het voordeel,
dat het oplevert, vergoedt ruimschoots de grootere
kosten. Vooreerst wordt de natuurlijke ventilatie er
zeer door bevorderd, maar ook van den anderen kant
is het gezicht van een vrolijk knappend vuur veel
opwekkender en aangenamer, dan van een gloeiende
kachel. En waarlijk, aan opwekking hebben de lijders
in de hospitalen wel behoefte.
Het ontoereikende of de overdrijving, kortom, het
onvolkomene der natuurlijke ventilatie en de zwarig-
heden, die de kunstmatige ventilatoren in de toepas-
sing ontmoeten, hebben vroeger en later naar mid-
delen doen omzien, ten einde zoowel deze als gene
te completeeren: vandaar de zgn. desinfectie-midde-
len, tegen de bedorvene lucht in werking gebracht.
De Guyton MoRVAu\'sche berookingen bleken, voor-
al door hare slechts tijdelijke inwerkingen, in \'t
bijzonder tegen de vaste miasmata, ontoereikende
te zijn.
Nonat, bij wiens onderzoekingen ik hier een oogen-
blik langer moet stilstaan, ging van de stelling uit:
dat bij eene onophoudelijke vorming van smetstoffen
ook eene voortdurende inwerking van desinfectie-
middelen moest voorhanden zijn. Hij meende hierin
te kunnen voorzien door chloretum calcis liquidum,
ïnet eene genoegzame hoeveelheid water verdund, op
sijne zalen in de „ Pi tóe" te plaatsen.
Hij zag hiervan al dadelijk een gunstig resultaat
tijdens eene cholera-epidemie in 1854.
De vergelijking van de inwendige gevallen, op zijn
dienst voorkomende, met die van de overige zalen
111 hetzelfde gasthuis, toonde dit met cijfers aan. Zie-
hier het resultaat:
Tabel, aanwijzende de cholera-gevallen
die van buiten gekomen zijn.
Dienst van de HH. |
Mannen. |
Vrouwen. |
Te zamen. |
Gendrin .... |
92 |
81 |
173 |
Nonat..... |
34 |
1 |
35 |
Valleix .... |
14 |
17 |
31 |
Marotte . . . |
18 |
32 |
50 |
Sée...... |
8 |
32 |
40 |
Laugier .... |
0 |
0 |
0 |
Michon .... |
0 |
0 |
0 |
IIe. Tabel der zgn. inwendige, d. i. binnen
het hospitaal ontstane gevallen.
Dienst van de HH. |
Mannen. |
Vrouwen. |
Te zamen, |
Gendrin..... |
28 |
16 |
44 |
Nonat...... |
1 |
1 |
5 |
Valleix..... |
13 |
4 |
17 |
Marotte..... |
9 |
14 |
23 |
See....... |
5 |
14 |
19 |
Laugier . . . |
6 |
5 |
11 |
Michon..... |
4 |
1 |
5 |
Nonat deelt nog mede dat hij dit gunstige resul-
taat vooral daarom aan de bedoelde berookingen
meent te mogen toeschrijven, omdat gedurende de
eerste veertien dagen van het heerschen der epidemie,
toen hij deze desinfectie-methode niet aanwendde, de
sterfte op zijn dienst ook veel grooter was.
Mogelijk zal men de opmerking maken, dat zoo-
doende voor de eene verontreiniging der lucht eene
andere in de plaats treedt. Deze bedenking zou grond
hebben voor de Guyton MoRVAu\'sche berooking,
doch de chloor-ontwikkeling volgens Nonat is zoo
gering, dat zij wel niet schaden zal. In ieder geval
kan de proef worden herhaald v).
Deze en andere desinfectie-middelen kunnen naar
mijne overtuiging de ventilatie niet vervangen, maar
haar, vooral bij het heerschen van besmettelijke ziek-
ten, completeeren.
l) Nonat, Note sur Vhygiène des hôpitaux, in Gazette hebdomadaire.
Janvier. 1S62.
Bij de beoordeeling van den invloed eener zieken-
inrichting is de kennis van de levenswijze der daarin
behandelde lijders van gewicht. Ik heb hier in de
eerste plaats het oog op de voeding. Deze laat in
sommige ziekeninrichtingen veel te wenschen over.
De voorbeelden zijn daar, dat het toezicht op de
voeding geheel aan de behandelende geneesheeren
onttrokken is, vooral in groote hospitalen. Over \'t
algemeen is men hier te lande te veel gehecht aan
het dusgenaamd dieet. Wij schijnen die gemaskeerde
hongerkuur van de Franschen overgenomen te heb-
ben. Voegt men daarbij nog dat de bereiding ook
dikwijls slecht is, dan behoeft het zeker geen betoog
^eer, dat de gevolgen van dit systeem voor de lijders
ruet achter zullen blijven.
De voeding moet daarom in de hospitalen, hier
eri elders, eene verbetering ondergaan. Ik zou wen-
schen haar meer stimuleerend te maken.
Ook in dit opzicht kunnen wij veel van de En-
gelschen leeren. De Engeïsche ziekenkost is krachtig
en opwekkend. De Engelschen voeden hunne zieken
goed, en voldoen ook in dit opzicht aan het instinct der
lijders. De ondervinding heeft hun geleerd, dat niets
meer de besmettingsziekten, als: wondroos, pyaemie
en wondversterving, in de hand werkt, dan encom-
brement en eene ontoereikende voeding. De Engel-
schen geven portie, als wij quart zouden verstrekken.
Het vleesch wordt minstens vijfmaal per week ge-
braden toegediend, terwijl het hier steeds hard ge-
kookt, zoodat het allen geur en smaak verloren heeft,
wordt verdeeld en daardoor voor een groot gedeelte
van zijne voedende bestanddeelen beroofd. Boter wordt
rijkelijk, bijna à discrétion, gegeven. De extra\'s ein-
delijk en allerlei versnaperingen worden overvloedig
uitgedeeld. Een en ander gepaard met het gebruik
van bier en wijn. Daarbij is nog de wijze van toe-
diening veel smakelijker dan bij ons. De zieken, die
hun bed mogen verlaten, eten gezamenlijk op een
bepaald uur in de gezelschapszalen (réfectoires).
Men ziet dan ook, als gevolg van dit alles, de
armen en ongelukkigen, die in de bedoelde hospi-
talen hulp zoeken, snel in krachten toenemen.
Om een denkbeeld te geven van de quantiteit
voedsel, die in de Engelsche hospitalen gegeven wordt,
laat ik de opgave volgen van de voeding in de En-
gelsche ambulancen tijdens den Krim-oorlog, welke
zoo gunstig afstak bij die hunner bondgenooten. Wij
vinden daarover bij Baudens \') in zijn bekend werk :
,/le soldat anglais fait trois repas à l\'hôpital. Voici
le régime d\'un malade à "la portion entière: pour
son déjeuner à huit heures, il reçoit 192 grammes
ij La Guerre de Crimée.
-ocr page 45-de pain, 500 grammes d\'infusion de thé, fait avec
4 grammes de feuilles, 24 grammes de sucre ; le
diner, à midi, se compose de 500 grammes de bouil-
lon, 384 grammes de viande bouillie ou rôtie, 128
grammes de pain, 500 grammes de pommes de terre
d\'autres légumes. La bière, le vin, même de
Champagne, sont donnés en quantité variable, selon
la prescription médicale; le souper, à 6 heures, ne
\'litière pas du déjeuner; la composition de ces deux
repas est la même.
Le médecin pouvait ordonner les vins de toute sorte,
le rhum, le cognac et tout ce qu\'il jugeait convenable."
Die krachtige voeding en de voortreffelijke inrich-
ting der ambulancen heeft dan ook ten gevolge ge-
had, dat de Engelschen veel minder dan hunne bond-
genooten door scorbut en typhus zijn geteisterd.
Nog een ander voorbeeld, ten bewijze van de goede
gevolgen eener krachtige voeding, vind ik bij Paul
Topinard, in zijne bekende „ Thèse" over hospitaal-
hygiëne 1). Ik meen de bedoelde zinsnede hier in
haar geheel te mogen laten volgen: //en 1814, les
divers soldats blessés au siège de Paris conservèrent
le régime adopté dans leurs pays respectifs. Les
Français et les Allemands furent nourris selon notre
division en diète absolue, bouillons et une, deux,
trois, quatre portions ; et chacun sait comment nous
sommes partisans de la diète (sic/) Les Russes, au
contraire, n\'avaient que la ration pour les moins bles-
V Quelques aperçus sur la chirurgie anglaise.
-ocr page 46-ses et la demi-ration pour les plus compromis. La
demi-ration.se composait de pain blanc 50 décagram-
mes; viande 24 décagrammes; légumes 2 décilitres,
ou riz 15 décagrammes ; vin 1 demilitre et eau-de-
vie 1 décilitre. La ration entière donnait droit au
double de pain et de viande et à 1 décilitre de
vinaigre en plus. Or, malgré ce régime incendiaire,
la mortalité des premiers fat de ] sur 5, et celle
des seconds, de 1 sur 27; différence énorme."
Behalve de voeding, vereischt ook de lichaams-
beweging der lijders alle aandacht. Ik reken hiertoe
verplichte wandelingen in de hospitaal-tuinen, en waar
deze ontbreken, onder behoorlijk toezicht daarbui-
ten, en vooral ook de gymnastie, welke niet zel-
den tevens aan bepaalde therapeutische oogmerken
kan dienstbaar gemaakt worden. De reconvalescenten
vooral, d. i. die hersteld, doch niet krachtig genoeg
zijn, om zonder gevaar voor we derinstorting de hos-
pitalen te verlaten, moeten op verschillende wijzen
bezig gehouden worden, ten einde zij zich niet al te
zeer zouden vervelen en de overige zieken hinderlijk
zijn. Naast de levenswijze der zieken komt het voor
hun genezen vooral aan op hunne behandeling. Zij
zijn in de hospitalen om hersteld te worden van
hunne kwalen en gebreken, hetgeen o. i. door hen,
die, altijd uit het oogpunt van het medische onder-
wijs, een onhoudbaar pleidooi voortzetten ter ver-
krijging van groote hospitalen, te zeer uit het oog
wordt verloren.
Het zal zeker niet verlangd worden, dat wij hier
-ocr page 47-een overzicht geven van de methoden, die, vaak bij
wijze van mode, in de hospitalen gebezigd werden.
De eigenlijke behandeling toch laten we met op-
zet onvermeld. Alleen wenschten we nog, op het voet-
spoor van anderen, die zich met de hospitaal-hygiëne
bezig hielden, er aan te herinneren, hoe eene schijn-
baar hoogst eenvoudige zaak misbruikt kan worden.
Ik doel hier op het verbinden van verschillende
soorten van wonden en der geamputeerden. De tijd
18 gelukkig voorbij, dat een legio van zalven en aller-
lei samengestelde toestellen en verbanden dit gedeelte
der heelkunde verlaagden tot een handwerk, maar toch
wordt het soms nog niet in onzen tijd met die een-
voudigheid en doelmatigheid uitgeoefend, welke het
steeds moesten kenmerken. Ook hierin kunnen wij
veel van de Engelschen leeren. Sedert Liston in zijne
bandleiding voor operatieve heelkunde eene philippica
hield tegen het misbruik van zalven en samenge-
stelde verbanden, en reeds vroeger, is eene eenvou-
dige methode van verbinden in de Engelsche hospi-
talen ingevoerd; het ruime gebruik van water (water-
dressing), geïmbibeerd in Engelsch pluksel (lint), bij
verschillende temperatuur, al naarmate het als sti-
Kiuleerend of omstemmend middel moet werken, —
het spaarzame gebruik van zwachtels en compressen, —
het zooveel mogelijk hechten der wonden, ook na
amputaties, per primam intentionem, — het wach-
\'en 111 et het eerste verband bij amputaties, totdat de
kans voor nabloeding geweken is, — het zeldzaam
\'^wisselen der verbanden, —- in één woord, eenvou-
3
-ocr page 48-digheid en doelmatigheid vormen de elementen van
een systeem, hetwelk het breken met de routine be-
oogde, en waarbij de lijders ten zeerste worden ge-
baat. Terwijl elders het verbinden steeds vergezeld
gaat met het gekerm der lijders, grijpt hier alles
met de grootste kalmte plaats.
De Duitsche heelkundigen hebben dit nagevolgd.
En wel in de eerste plaats Stromeyer, welke zich,
op meer dan eene plaats in zijne „Maximen," een
sterk voorstander toont van de krachtige aanwen-
ding der koude, en die over het algemeen niet vrij
is te pleiten, zij het dan ook in een goeden zin, van
Engelsche tendenzen. Onder de jongere heelkundigen
zijn o. a. Esmarch en Völckers hem daarin na-
gevolgd. Was reeds door het afschaffen van het de-
brideeren bij geschotene wonden en het op verschil-
lende wijze doelmatig immobiliseeren van verwonde
ledematen en gewrichten de heelkundige practijk
vereenvoudigd, het verbinden van vele etterende
wonden vorderde toch nog immer niet alleen veel
tijd, maar veroorzaakte de ongelukkige lijders bo-
vendien onnoodige pijnen. Ook hierin werd verbe-
tering gebracht.\' Door het gebruik van de Esmarch\'
sche wond-douche en de omslagen van water van ver-
schillende temperaturen werd het aanraken der won-
den schier overbodig en het gebruik van pappen met
l) Verbandplatz und Veldlazareth, Vorlesungen für angehenden Militair-
ärzte. Berlin, 1868.
al hare nacleelen vermeden. Men weet, dat van de
pappen eenmaal in het Engelsche parlement gezegd
ls: // zij hebben het leven aan meer soldaten gekost
dan het lood of het staal van den vijand."
Kortom, ook hier werd eenvoud de regel.
-ocr page 50-Ik moet thans van eene zeer besmettelijke ziekte
spreken, wier ontstaan en verspreiding ten nauwste
samenhangt met den bouw, de inrichting en wijze van
beheer der hospitalen, mnl. van de kraamvrouwen-
koorts, en de middelen, die ons ten dienste staan
om haar te bestrijden.
De kraamvrouwenkoorts is eene in den regel epi-
demisch heerschende ziekte, die zich door besmet-
ting, miasma of contagium aan zwangere of gebaard
hebbende vrouwen mededeelt. Van den invloed, dien
de tijd van het jaar of de weersgesteldheid op haar
ontstaan en verspreiding uitoefent, is ons weinig of
niets bekend. De meest tegenstrijdige meeningen
staan ten deze tegenover elkander.
Hare contagiositeit wordt thans door niemand meer
ontkend. Zij zetelt bij voorkeur in de kraaminrich-
tingen, en het is zeer te betwijfelen, of de weinige
daarbuiten voorkomende gevallen mede niet van daar
uit zijn overgebracht.
Wat daarvan zijn moge, het is thans uitgemaakt,
dat zij zich hoogst zelden in de bijzondere practijk
vertoont: men rekent 1 a 2 gevallen op de duizend.
De statistieke vergelijkingen toonen dit voldingend aan.
In 1856 vond Tarnier, in de kraaminrichting bij
de Porte Royale te Parijs, de sterfte 1 op 19, en
daarbuiten 1 op de 332, terwijl in 1861 Husson,
chef van de administratie der Parijsche hospitalen, de
sterfte der zwaiigeren in die inrichtingen zag beloo-
pen 1 op 10 en daarbuiten 1 op 172 x).
Wanneer wij nu nagaan, dat de kraamvrouwen-
koorts de hoofdreden voor die ongunstige verhouding
is, dan zal men de vooropgezette stelling, dat het
ontstaan en het verspreiden dier ziekte aan de in-
richting der hospitalen te wijten is, moeten toegeven.
Nog treffender wordt de vergelijking, wanneer wij haar,
°p het voetspoor van Léon Le Fort, uitstrekken over
de vrouwen binnen de kraaminrichtingen, daarbui-
ten in de polycliniek en eindelijk in de privaat-prac-
tijk behandeld. Ziehier de resultaten voor twee ja-
ren te Parijs:
aantal
gevallen, sterfte. verhouding.
ï in de hospitalen 7,226 693 1 op 10,4
1861 polycliniek 6,212 32 1 „ 194,1
[ privaat-practijk 44,481 262 1 „ 169,8
l in de hospitalen 6,971 476 1 „ 14,6
!862 polycliniek 6,422 39 1 „ 164,6
I geheel vrij 42,796 226 1 „ 160,8
Deze nadeelige verhouding voor de kraaminrichtin-
H • fy/pène des hôpitaux de femmes en couches. Paris, 1865, en
Etude sur les Aüjjitaux, considérés etc. Paris, 1862, in—4".
-ocr page 52-gen bestaat niet alleen in Frankrijk, maar in geheel
Europa. Het was alwederom Léon Le Eort, dien het
gegeven was dit te constateeren. Hij bezocht in 1864
de meeste hospitalen van Europa, en wel op verzoek
van de Fransche regeering, welke daardoor, hetzij hier
in \'t voorbijgaan gezegd, een navolgenswaardig voor-
beeld gaf van onpartijdigheid. Léon Le Fort had
het eerst en krachtigst hare administratie der hos-
pitalen te Parijs bestreden. Onder meer leverde
hem dit onderzoek voor de kraaminrichtingen het
volgende resultaat: op de 888,312 in de kraamin-
richtingen gebaard hebbende vrouwen, 30,594 doo-
den; op de 934,781 in particuliere woningen verloste
vrouwen, waarvan het meerendeel nog tot de behoef-
tige klasse behoorde, slechts 4405 overledenen. De
sterfte is dus bij de eerste geweest 1 op de 29 en
bij de laatsten 1 op 212 \').
Er zullen zich mogelijk hier en daar stemmen ver-
heffen, die de juistheid dezer statistieke gegevens in
twijfel trekken. Wij vinden echter den oorsprong
dier treffende cijfers aangegeven : controle is dus te
allen tijde mogelijk. En al hebben we al toe te
geven, dat er hier en daar nog eene enkele fout
in de berekening kan ontstaan zijn, dan zullen we
ten slotte, bij een zoo opvallend verschil, toch wel
de stelling moeten onderschrijven: „la mortalité des
femmes accouchées dans les cliniques, les hôpitaux et
») Léon Le Fokt, Les Maternités. Paris, 186G, en Prof. i)r.Gusserow,
Ueber Krankenhaüser u, GtMraastalten, Zurich, 1S68.
les maternités est hors de toute proportion, avec ce
qu\'elle est en ville."
Twee beginselen moeten de hygiënisten bij het ma-
( ken van een plan voor eene kraaminrichting leiden:
1°. dat de ziekte, daarin eenmaal ontstaan, zich niet
aan de gezond gebleven vrouwen kunne mededeelen en
2°. dat de eenmaal aangetasten zoo spoedig en vol-
ledig mogelijk van de overigen worden afgezonderd.
Zij moeten in eene eigene infirmerie, met afzonder-
lijk personeel worden behandeld.
Op die afzondering vooral komt het in de eerste
plaats aan. Men heeft dit beginsel belachelijk willen
maken, door te beweren, dat iedere zwangere, ten
einde het doel te bereiken, een afzonderlijk gebouw,
infirmerie en geneesheer zou moeten hebben. Is dit
ideaal onbereikbaar, dan moeten wij het bij het daar-
stellen onzer kraaminrichtingen toch zoo nabij mogelijk
trachten te komen. Tarnier heeft daartoe voorgesteld
een gebouw, bestaande uit een centralen gang en aan
Weerszijde kleinere zaaltjes van 2 kribben. Zij mo-
gen niet onderling, noch met den gang gemeenschap
hebben. Luchtdicht geslotene vensters laten van uit
den laatsten het toezicht gemakkelijk uitoefenen. De
toegangen tot deze kleine vertrekken dan zijn van
huiten, aan weerszijde van het gebouw. Op eene
galerij, bij wijze van chalet met een afdak voorzien,
komen de deuren uit. Ieder vertrekje is bestemd
voor twee vrouwen, eene zwangere en eene die ge-
kraamd heeft. De laatste verlaat het etablissement
op het tijdstip, dat de eerste op het einde harer
zwangerschap gekomen is, om door eene andere vrouw
te worden vervangen. Het denkbeeld van Tarkier., .
hoe juist ook in beginsel, zou in de toepassing nog
al eenige zwarigheden ontmoeten.
Ik houd mij echter overtuigd, dat wij met kleine
zalen van hoogstens vier bedden, voor drie personen
bestemd, die op een ruimen, open, goed geventi-
leerden corridor uitkomen, hetzelfde zullen bereiken.
Hiermee moet dan samengaan eene gestadige afwis-
seling der zalen en vooral de strenge afzondering der
aangetaste vrouwen. Is de lucht onder sommige voor-
waarden het middel, waardoor zich het contagium
verspreidt, dan zal de ventilatie vooral niets te wen-
schen mogen overlaten. Kunstmatige ventilatoren zijn
voor kraaminrichtingen af te keuren. De verwarming
zal door open haarden moeten geschieden.
Aan de zindelijkheid der localen moet tot in de
uitersten de hand worden gehouden. Het witten der
muren en het schrobben der vloeren moet zooveel
doenlijk geschieden.
Zeer komt het vervolgens aan op de reinheid der
kribben met haar toebehooren. Gordijnen zijn dik-
wijls bewaarplaatsen voor smetstoffen en passen dus
niet in eene kraaminrichting; de bedlakens moeten
dagelijks verwisseld, de matrassen telkens op nieuw
uitgepluisd -en gewasschen worden; nog beter zou
het wellicht zijn, ze geheel af te schaffen en door
stroozakken te vervangen, evenals te Berlijn en te
Brussel, terwijl dan na iedere baring het stroo ver-
brand en de zak gereinigd moet worden. De spon-
sen en stopdoeken mogen slechts bij eene en dezelfde
vrouw gebruikt worden. Zij, die eene sectie ver-
richt hebben, mogen in geen 24 uren op de kraam-
zalen komen, laat staan eenig onderzoek instellen.
Het personeel van de infirmerie eener kraaminrich-
ting moet nauwkeurig afgescheiden gehouden wor-
den. De gezondheidsvoorwaarden eener kraaminrich-
ting hangen, naast de inrichting der gebouwen,
vooral af van het daarin dienstdoende personeel. Is
dit niet doorkneed in de kennis der besmettelijkheid
en der haar bevorderende momenten, dan is het
ergste voor de ongelukkige lijderessen te vreezen.
De bewijzen zijn trouwens overvloedig aanwezig, dat
met behoorlijke afzondering het gevaar veel min-
der wordt.
Te Rouaan bijv. is sedert vijf jaren op 1,731
kraamvrouwen slechts eene sterfte van 13 voorgeko-
men, dus 1 op 133, en te Dublin was door dezelfde
voorzorgen de sterfte in den laatsten tijd slechts 1
op 103.
Deze gewichtige quaestie is in 1864, bij het bon-
Wen eener nieuwe kraaminrichting te Praag, door
eenige eerste Duitsche geleerden behandeld.
Oppolzer, Rokitansky, Skoda en Virchow, alte-
gader mannen wier namen bij ons een goeden klank
hebben, werden met Lange uit Heidelberg, Schwarz
mt Göttingen, Loeschner uit Praag en Hecker uit
Münehen alstoen verzocht een advies hierover uit
te brengen. Ik zal, om het groote gewicht der zaak.
hiervan de hoofdpunten mededeelen: er bestaat geen
twijfel over het ontstaan en de voortplanting van de
kraamvrouwenkoorts door contagiurn, waarschijnlijk
van dierlijken of cadavereusen aard; de daardoor
aangetaste vrouwen moeten zorgvuldig afgezonderd
worden van de overige verpleegden; groote inrich-
tingen bieden daardoor reeds meer kans aan voor
besmetting dan kleinere; eene kraaminrichting moet
geene grootere uitgebreidheid hebben dan voor 900
a 1000 verlossingen per jaar; bij het ontstaan eener
epidemie moet de geheele inrichting tijdelijk ontruimd
worden: de aangetasten worden dan naar eene infir-
merie \' overgebracht en de overigen buiten het ge-
bouw, bijv. ten huize der vroedvrouwen, totdat alle
gevaar geweken is, verpleegd; de bedoelde infirme-
rie moet geheel van de kraaminrichting gescheiden
zijn en deze laatste eindelijk het dubbele getal krib-
ben hebben van de lijders, die er in verpleegd worden,
ten einde eene voortdurende afwisseling mogelijk te
maken. Eene kraaminrichting moet geheel van an-
dere gebouwen geïsoleerd gelegen en met een tuin
omgeven zijn. De vereeniging met eene ziekenin-
richting of gynaecologische afdeeling is om verschil-
lende redenen eene daad van onverklaarbare roeke-
loosheid. Lange noemt haar onvergeeflijk!
Het zal thans, nu wij gezien hebben hoe nadeelig
slecht ingerichte hospitalen op de daarin verpleegde
lijders wrerken, geene gewaagde stelling heeten: dat
een verblijf in de opene lucht of binnen tenten en
barakken veel gunstiger is, dan in ondoelmatige zie-
keninrichtingen. De behandeling onder tenten en
barakken is trouwens geene nieuwigheid \'j. Sedert de
vroegste tijden hebben vooral de militaire geneeskun-
digen tot dit hulpmiddel, om in de ontbrekende
i\'Uinite ter ziekenverpleging te voorzien, hunne toe-
vlucht genomen. Zoo maakte in later tijd Hennen
m 1812, in Spanje, met dit doel van tenten gebruik,
eii beeft Dr. Kraus in 1854, in Hongarije, blijkens
Zl.lil(3 eigene mededeelingen, de tentenbehandeling bij
l) discours sur l\'hygiène hospitalier e a VAcadémie de Médecine, dans la
*°aKOe du 25 Mars 1S62, par Michel Lbvy.
Behandlung von Kranken und Verwundeten unter Zelten im Sommer
l868> von Dr. Babbwindt.
Erfahrungen über Schusswunden im Jahre 1866, als Nachtrag zu den
Maximen der Kriegsheilkunst, von Dr. 1. Stromeyer.
Der Baracken-Lazareth der Ghanté zu Berlin in seinen Einrichtungen
da>-gestellt, von Dr. O. H. Esse.
Lehrhich der allgemeinen Kriegschirurgie.. von Dr. Fischer, in: Hand-
)v-ch der allgemeinen uud »pcciellen Chiruime, von Von Pjtha u, Bijllroth.
het IIIde Oostenrijksche armee-korps ingevoerd, Doch
dit waren nog maar geïsoleerde pogingen en proeven
tegenover het algemeene gebruik, dat hiervan tijdens
den Krim-oorlog zou gemaakt worden. De tent-hos-
pitalen bewezen gedurende de noodlottige epidemieën
van typhus, cholera en scorbut uitstekende diensten.
Eerst te Varna en later in de Krim en te Constan-
tinopel op ruime schaal opgericht, leverden de tent-
hospitalen zeer gunstige resultaten op. Deze uit-
komsten zouden ongetwijfeld nog gunstiger geweest
zijn, indien men van de eene zijde niet beperkt ge-
weest ware in de keuze van geschikte terreinen, en
aan den anderen kant meer gehoor gegeven had aan
den meermalen krachtig uitgesproken wensch der
officieren van gezondheid, om van tijd tot tijd de
campementen van zieken en gewonden te verplaat-
sen. De resultaten bleven desniettegenstaande nog
veel gunstiger, dan in vaste gebouwen. De twee hos-
pitalen te Varna ontvingen van 10 Juli tot 18 Sep-
tember \'54 2314 lijders aan cholera. Hiervan stier-
ven 1389 personen, d. i. op 166 zieken 100 dooden.
In de drie hospitalen onder tenten daarentegen wer-
den van 5—28 Augustus, van 7—17 Augustus en van
8 Augustus tot 19 September gezamenlijk 2635 lijders
aan cholera opgenomen. Deze leverden 698 sterfgeval-
len, d. i. 100 dooden op 376 lijders. Maar er is meer.
De vaste hospitalen te Varna behielden langen tijd,
niettegenstaande de vele daartegen aangewende mid-
delen, een machtig besmettend vermogen. In de
tenten terzelfder plaatse had men volstrekt geene voor-
beelden van infectie. Terwijl van de dienstdoende
officieren van gezondheid in de vaste hospitalen er
aan de gevolgen van cholera bezweken, had men
111 de tenten geen enkel sterfgeval van dit personeel
te betreuren.
Toen de oorlog tusschen Oostenrijk en Prnissen
dreigde nit te breken, was Frankfort a/M., als de
Zetel der bondsvergadering, als het ware aangewezen
v°or het centrum der operatiën, en het oprichten van
een of meerdere hospitalen daar ter plaatse hiervan
bet noodwendig gevolg. De dirigeerende officier van
gezondheid, Dr. Baerwindt, stelde, hiermede in over-
eenstemming, voor: het oprichten van een hospitaal
voor 2000 man, onder tenten, doch tevens, dat al
Aanstonds, bij wijze van proefneming, drie hospitaal-
tenten in den tuin der militaire ziekeninrichting zou-
üen worden daargesteld. Door het onverwacht snelle
verloop der gebeurtenissen en het vernietigen van
den Duitschen Bond kwam het eerste gedeelte van
het voorstel niet tot uitvoering, maar wel het tweede,
door de zorgen van den voorzitter der hospitaal-com-
missie Forsboom.
Er werden dan drie tenten opgericht, te zamen
eene ruimte bevattende voor 42 lijders. De eerste
tent werd 90, de tweede 69 en de derde 56 dagen
gebruikt. Gedurende dien tijd bevatte de eerste tent
28, de tweede mede 28 en de derde 32 bewoners.
Door elkander genomen werden de tenten gezamen-
lijk door 88 lijders bezet, en dit op 42 ligplaatsen,
waaruit men reeds kan afleiden, dat die lijders bijna
alle tot de zeer ernstige, immers die eene langdurige
behandeling vorderden, behoord hebben.
Van deze 88 lijders waren er 53 met verwondin-
gen, 21 aan typhus, 1 met cholera typhoïd, 1 met
bubo phagedaenicus, 1 met insuff. valv. tricuspecl.,
1 met inflammatio telae cell. totius exfc. inf. Hiervan
zijn, gedurende hunne behandeling in de tenten, ge-
storven : 4 met verwondingen, 3 aan typhus, 1 aan
cholera typhoïd, te zamen 8 lijders of 9,09 pCt.; na
het verlaten der tenten nog 4 met verwondingen, 1
aan morbus Brightii, 1 aan typhus, 1 aan cari.es
proc. mast. en 2 aan typhus, welke bij het ontrui-
men der tenten, wegens het ongunstige weder, reeds
op weg van beterschap waren, doch, in het hospitaal
overgebracht, dadelijk instortten. Rekent men nu deze
latere verliezen bij de eerstgenoemde, dan bekomt
men in het geheel 12 dooden, of 13,63 pCt.
Eene verhouding die echter nog gunstiger wordt,
wanneer men in aanmerking neemt den aard der
verwondingen. De 53 met wonden behandelde lijders
vertoonden in het geheel te zamen 64 wonden; ter-
wijl één gehouwen wonden had — niet minder dan
7 — waren de overige geschoten wonden.
De conclusie is zeker niet gewaagd, dat de afloop
veel minder gunstig zou geweest zijn in een gewoon,
meer of minder doelmatig ingericht hospitaal.
De gebezigde tenten hadden een langwerpigen vorm
en eene groote middelruimte voor 14 bedden, met
twee kleine uiteinden verbonden, die weder door een
gang in twee deelen verdeeld waren, welke dienden
voor vertrek van den hospitaal-oppasser, tot het be-
reiden en warm houden van pappen en thee, tot het be-
waren van het verband, enz. Het geraamte was van
hout. Beter en duurzamer zou het zijn, om dit, op het
voetspoor van X)r. Eigenbrod te Darmstadt, uit ijzer te
doen vervaardigen. De bodem moet eenige voeten
Worden opgehoogd en met klei of leem aangestampt.
Het dak is öf van linnen, of met pannen bedekt,
doch wordt door eene, mede van linnen of zeildoek
vervaardigde zoldering van de ziekenzaal gescheiden,
^it laatste om de ventilatie gemakkelijker te maken
ei1 het doordringen der warmtestralen tegen te hou-
den. Het grootste bezwaar lag evenwel in de ver-
andering van de temperatuur gedurende den nacht.
Verwindt wil hiertegen kachels bezigen en beroept
zich op Amerika, waar zij ook in tenten zouden aan-
gebracht zijn.
\'>(\' tenten der Eranschen, waarvan boven sprake
was, waren veel eenvoudiger. Zij bezigden den ge-
wonen conischen vorm, of de zoogenaamde marquise,
öiet vierhoekige opstaande zijden. Waren de eerste
stevige^ de laatste boden meer ruimte aan en waren
beter te ventileeren.
Het ongerief, dat zij niet tegen hevige stormwin-
den bestand bleven, was voor de daarin behandelde
hjders evenwel groot. Zij vormden, te zamen op be-
Paalde afstanden opgezet, een tenten-hospitaal.
De tot heden genomen proeven zullen moeten
v°ortgezet worden, alvorens wij met grond over een
anderen vorm van tenten voor ziekenverpleging
uitspraak zullen kunnen doen. Maar toch kunnen
wij reeds uit het waargenomene veel nut trekken.
Geen enkele ziekeninrichting moest voortaan worden
gebouwd, tenzij met een ruimen hospitaal-tuin, dan
konden, in den zomer vooral, vele lijders, daar in
tenten gehuisvest, lucht en licht vinden, waaraan zij
zoozeer behoefte hebben, en zoude overvulling der
ziekenzalen meteen worden vermeden.
Aan de ziekenbehandeling onder tenten sluit zich
aan die in schuren en onder vluchtdaken.
Men vindt deze hier en daar gereed, dienende ter
bewaring van brand-materiaal, voor overdekte markt-
plaatsen en als droogplaatsen voor steenen en tegels.
Daar zij echter zelden hoog en breed genoeg aange-
legd zijn, gaat men er meestal toe over, ze direct op
te richten. De voorkeur verdient de vorm, waarbij
een licht afdak met eene waterdichte stof overtrokken
is, hetwelk in het midden rust op een stevig ge-
raamte van hout. De zijwanden en de ingang kun-
nen door linnen gordijnen, gemakkelijk op te rollen
of af te haken, gesloten worden. Zekerheidshalve
wordt het ook nog van eenige stormlijnen voorzien.
De verdere inrichting komt met die der tenten over-
een. De vluchtdaken kosten meer clan tenten, doch
bieden dan ook eene vollediger beschutting en grooter
stevigheid aan.
De behandeling in schuren of loodsen kan mede
zonder gevaar plaats hebben, indien slechts niet de
geheele zijwand dicht is, maar minstens voor een
derde, bovenste gedeelte opengelaten. Het resultaat
der behandeling, ook in deze inrichtingen, was tot
heden gunstig.
Malgaigne verhaalt ons, hoe men, toen men in het
jaar 1814—15 niet wist wat te doen of te onder-
nemen met de vele geblesseerden, drie nog onvol-
voltooide slachthuizen, zonder deuren en vensters,
inrichtte voor hospitalen, ten behoeve van 6000 ver-
Wonden. De gevolgen waren alleszins gunstig.
In de verschillende hospitalen van Parijs stierven
toch 1 geblesseerde op de 5, 8 a 9 gewonde Fran-
schen en van de vijanden 1 op 7, 10 a 13 gewon-
den. In de tot ziekeninrichtingen geïmproviseerde
slachthuizen stierven van de Franschen 1 op 9, 10
a 13 en van de vijanden 1 op de 10—19 ge-
Wonden.
Wanneer wij nu verder de constructie en den vorm
raadplegen van de hospitaal-tenten, zooals die door
Esmarch en Bartels te Kiel, en later door Baer-
Windt te Frankfort en door Eigenbrod te Darmstadt
gebruikt werden, dan zien wij, dat tusschen derge-
lijke tenten en hospitaal-barakken geen groot verschil
meer bestaat. De bedoelde hospitaal-tenten misten, met
een vast geraamte van hout of ijzer en expresselijk
°Pgehoogden bodem, het voordeel van gemakkelijk
verplaatsbaar te zijn, terwijl de uit doek bestaande
Wanden strekten om daarin de vochtige koude te on-
derhouden.
De
proeven om deze tenten door kachels te ver-
Warmen gaven tot heden minder goede resultaten.
4
-ocr page 64-De gedeeltelijk opene schuren en vluchtdaken ,
kunnen slechts gedurende een klein gedeelte van het
jaar in ons klimaat ter verpleging van zieken en
gewonden gebruikt worden. Yan verwarming is daar-
bij, zooals van zelve uit de inrichting duidelijk wordt,
geene sprake.
Deze bezwaren hebben Stromeyer er toe geleid,
om aan barakken boven tenten de voorkeur te geven.
Na Langensalza deed hij daartoe twee barakken
bouwen. Bij hare inrichting droeg hij in de eerste
plaats zorg voor licht en lucht. De daarvoor bestemde
openingen werden door portières en gordijnen geslo-
ten. Zij vervingen meteen de deuren en vensters.
Diezelfde openingen waren aan de noordzijde aange-
bracht, omdat daardoor de toetreding van de zuivere
koude, in plaats van de verontreinigde warme lucht,
werd bevorderd en de ventilatie onderhouden. Eene
bijzondere zorg werd verder gewijd aan den bodem.
Ten einde het opstijgen van vochtigheid en schade-
lijke uitwasemingen zooveel mogelijk te voorkomen,
liet hij den bodem een voet uitgraven en daarna met
cokes aanvullen. Tusschen deze vast aangestampte
laag en den vloer bleef eene vrije ruimte, waartoe de
buitenlucht langs verschillende openingen toegang had.
De stevigheid van den vloer zeiven werd niet min-
der noodzakelijk geacht. Hoezeer het gemis van deze
eigenschap schaden kan, toont Stromeyer aan met
een voorbeeld.
Geconsulteerd bij twee gevallen van gecompliceerde
breuken van het scheen- en kuitbeen, die sedert
overbrenging in een barak zeer verergerd waren,
achtte hij de amputatie onvermijdelijk. De gedeel-
telijk los zittende beensplinters waren, ten gevolge
Van den niet genoegzaam bevestigden vloer, in aan-
houdende trilling gehouden, ook wanneer niemand
Zlch bewoog. Een derde geval had, na deze ont-
dekking, gelukkiger afloop, door overbrenging in een
ander gebouw. De schudding werd in Stromeyer\'s
barakken verminderd door tapijtenloopers. Te Kiel
maakte men met voordeel daartoe gebruik van koffie-
zakken. Kleeden van wasdoek zouden wel tot de
Zindelijkheid bijdragen, maar de bewegelijkheid van
den vloer niet verminderen.
De invloed van het verblijf in deze barakken was
merkbaar gunstig voor de lijders en het dienstper-
soneel, hetgeen bewezen werd door eene totale im-
muniteit tegen typlms, cholera en hospitaal-versterf
JVlet alleen, maar vooral ook door het buitengewoon
gunstig verloop der verwondingen. De kneuzingen
beenderen door projectielen hadden hier niet,
eyenals elders, die gevaarlijke mergvliesontsteking
lïlet slepende pyaemie ten gevolge, maar verliepen
Meestal goedaardig, hoogstens met oppervlakkige ne-
Cr°se van de bastzelfstandigbeid.
Franschen en Engelschen maakten, te gelijk met
tenten, ook van barakken voor de legering en verple-
eg hunner troepen tijdens den Krim-oorlog gebruik,
jj Amerikanen hebben hen hierin nagevolgd.
llïlne hospitalen tijdens den burgerkrijg bestonden
uit een groot aantal geheel afzonderlijk staande en
dus volkomen te isoleeren houten loodsen of barak-
ken. Iedere barak vormde een ziekenzaal of paviljoen,
groot genoeg om een zeker aantal kribben in twee
rijen te bevatten; verder goed geventileerd langs na-
tuurlijken weg, met waterleiding en van bad- en wasch-
inrichting en waterclosets voorzien.
Gedurende het gure jaargetijde en den winter werd
de verwarming in deze barakken gecombineerd met
de ventilatie. Zij hadden dan op de volgende wijze
plaats: bij de kachel werd de lucht, noodig ter ge-
durige verwisseling van die der zaal, binnengevoerd,
zoodat ze al dadelijk langzamerhand warmer kon wor-
den en hiermee dan tevens de stroomingen van koude
lucht, in een vertrek, dat direct door stralende warmte
verhit wordt, niet te vermijden, belet werden. Om
verder het tochten door en langs de reten en spleten
in de wanden, deuren en vensters, dat men bij ver-
warming met eene gewone kachel steeds waarneemt,
zooveel mogelijk te voorkomen en te gelijker tijd
versche lucht aan te voeren, zijn er onder de kachel
openingen in den vloer aangebracht, waardoor versche
lucht kan binnenstroomen. Deze laatste passeert daar-
toe vooraf een kanaal, hetwelk tusschen den bodem
en den vloer gemaakt is en aan de buitenzijde van
de barak uitmondt. Een zinken mantel omgeeft een
gedeelte van die kachel en dient om cle lucht lang
genoeg met de verhitte metalen oppervlakte in aan-
raking te houden, zoodat zij haar eene hoogere tem-
peratuur kan meedeelen. De verwarmde versche lucht
verbreidt zich zoodoende gelijkmatig door de geheele
zaal, terwijl de verontreinigde lucht verwijderd wordt
door vierkante houten schoorsteenen (cheminées cl\'ap-
pel), die van den vloer tot boven het dak gaan. Zij
zijn van onderen aan twee zijden open. Bij iedere
kachel is eene dergelijke inrichting aangebracht. Een
gedeelte van de pijp loopt er door, om den trek
daarin te onderhouden 1).
De verschillende barakken waren onderling verbon-
den door geheel opene corridors, waarlangs het verkeer
van de geneeskundigen, het dienstpersoneel en de lij-
ders, die hun bed mochten verlaten, plaats greep.
Dergelijke barak-hospitalen, met den naam van al-
9evieene bestempeld, konden 1000 en meer kribben
bevatten. Alleen voor het leger der Unie werden er
opgericht. Later gaf men er den naam aan van
zieken-depots der vierde linie, terwijl de tijdelijke
Zlekeninrichtingen in verschillende openbare gebou-
wen meer nabij het oorlogstooneel, als in de derde
Hnie werden aangeduid. Vroeger werden de zieken
en gewonden daarin tot hunne genezing verpleegd
eu moesten velen in dergelijke gebrekkige inrichtin-
gen voor ongeneeslijk verklaard worden, thans kwam
het beginsel voor het eerst in werking, dat de ver-
on A. Hammond, Burg eon-general U. S. Army etc. A Treatise
ito JS%ene uiifi special reference to the militari/ service. Philadelphia,
1863- P. 356.
rïthbl^nW<"!n \'Ür Kranke*lflege im Felde, herausgegeben von Dr. E. Gurlt.
-ocr page 68-wonden, zoodra hun toestand dit toeliet, naar de be-
doelde depots of algemeene hospitalen in de vierde
linie moesten worden overgebracht 1).
1) Reports on the extent and nature of the materials available for the
preparation of a medical nnd surgical history of the Rebellion; Circular
6 War departement. Washington, November 1865.
Evans, la Commission sanitaire des Etats-Unis, avec una-notice sur les
hôpitaux militaires aux Etats-Unis. Paris 1865.
Het vervoer van zieken en gekwetsten is eene zaak
Van het hoogste belang, in zooverre het dikwijls een
grooten invloed uitoefent op het verder verloop der
gebreken, waaraan zij lijdende zijn.
Heeft men daaraan in den laatsten tijd elders,
door de noodzakelijkheid gedrongen, te recht de aan-
dacht gewijd, vooral uit een militair-geneeskundig
0ogpunt, de quaestie verdient o. i. ook hier, en uit
een meer algemeen gezichtspunt, veelzijdig te worden
onderzocht.
Ik wil met een kort begrip der zaak mijne bij-
drage besluiten en handel daartoe in de eerste plaats
over het transporteeren der lijders in de ziekenin-
ïlchtingen. Hiermede wordt in den regel op eene vrij
onoordeelkundige wijze te werk gegaan en den on-
gelukkigen lijders zoodoende menige onnoodige smart
\'bezorgd, hetgeen niet te verwonderen is, wanneer
11)1en het slechte gehalte nagaat van de ziekenoppas-
sers —. zoowel militaire als burgelijke — hier te
ïicie en de weinige zorg, die aan hunne oefening
Wordt besteed. Ik wenschte dan dat men, in stede
van eene menigte onnoodige zaken die ze toch niet
SriJpen kunnen, onzen ziekenoppassers in de eerste
-ocr page 70-plaats leerde, hoe ze een lijder met fracturen, als
anderszins, moeten aanvatten en verbedden, want
daar komt het vervoer in de ziekeninriclitingen voor-
namelijk op neer. Eene methodische opleiding en
oefening is daartoe allernoodzakelijkst.
Met het vervoer der gekwetsten uit de burgerij
naar de ziekeninriclitingen wordt soms al vrij zon-
derling rondgesprongen. In onze groote steden ge-
bruikt men daarvoor meestal vigilanten, die voor het
doel ten eenenmale ongeschikt zijn.
Ik zou wenschen dat daarvoor raderbaren beschikbaar
waren, op verschillende punten der stad, bijv. in de
politie-bureaux geplaatst, om ze te allen tijde bij de
hand te kunnen hebben. Onder de verschillende mo-
dellen van den laatsten tijd, die daartoe dienen kunnen,
beveelt zich o. i. aan de raderbaar der Johanniter-
Orde in Pruissen. Ik laat hiervan daarom eene korte
beschrijving volgen: zij komt in vorm nabij aan
een langwerpig gebogen vierkant, dat rust op twee
veeren, bevestigd aan eene as met twee lichte ijzeren
raderen; zijdelings zijn twee stokken of staven aan-
gebracht, die van voren en achteren in handvatsels
eindigen; het hoofdeinde van de baar is voorzien
van eene neerslaande kap en heeft van onderen eene
afdeeling ter bewaring van genees- en ververschings-
middelen; aan het voeteinde is een zeil bevestigd,
dat, uitgerold en aan de straks genoemde kap ge-
haakt, den lijder geheel bedekt, terwijl eindelijk aan
de zijstukken twee neerslaande steunsels gemaakt
zijn, die bij het stilstaan moeten dienen, mitsgaders
vier ijzeren haken, waardoor de raderbaar gemakke-
lijk kan getrokken of aan een ander voertuig beves-
tigd worden. Één man .is voldoende om ook op min-
der effene wegen een lijder daarmee te vervoeren.
De volgens dit systeem vervaardigde raderbaren be-
lezen in de laatste oorlogen, met name in Duitsch-
tand en Mexico, uitstekende diensten.
Bij het zoozeer wenschelijk meer algemeen wor-
den van de plaatsing der eigenlijke algemeene hos-
pitalen buiten de steden, zal het nog op andere wij-
zen derwaarts vervoeren als van zelve meer de aan-
dacht beginnen te trekken. Daartoe zal men kunnen
gebruik maken van de water-, spoor- en straatwegen.
Op onze vele vaarten en kanalen zullen de gewone
dekschuiten zich vooral aanbevelen. Ik acht het
overbodig, hier te lande, zooals in Amerika, bepaalde
hospitaal -schepen te bouwen. Maar er is meer. Ik
z°u de aanschaffing daarvan ten sterkste willen ont-
raden. Eenmaal toch in het bezit van dergelijke vaar-
digen, zou men allicht er toe kunnen overgaan de
hjders daarin langer te doen vertoeven, dan juist voor
hun vervoer noodig is.
Die drijvende ziekeninrichtingen zijn te verwerpen,
Wa]it niets is meer geschikt tot aanzameling van al-
lerlei smetstoffen dan de vele hoeken en afdeelingen
van een schip. Men kan zich geen ondoelmatiger
yerblijf voor ernstige zieken, geen beteren besmettings-
haard voor gezonden voorstellen.
Doch ook de spoorwegen kunnen voor het zieken-
; ervoer uitstekende diensten bewijzen. Er zijn elders
reeds onderscheidene soorten van bijzondere zieken-
wagens voor de spoorwegen vervaardigd en, wat meer
zegt, met uitstekend gevolg gebruikt. Het systeem
van Dr. Elisa Marris verdient alle aanprijzing. De
constructie van deze voertuigen is zoo volledig en
de inrichting van assen, raderen en veeren zoo doel-
matig, dat ook bij de snelste vaart geene schud-
ding is waar te nemen. De inrichting zelve daar-
entegen is zeer eenvoudig: een groot middenver-
trek met twee kleinere ruimten aau de uiteinden.
In de hoofdruimten zijn aan weerszijde stevige spij-
len, waaraan de draagbaren aan ringen van caout-
chouc worden opgehangen. Aan het eene uiteinde be-
vindt zich een vertrek voor den begeleidenden ge-
neesheer en zijn adsistent, tevens ter berging van
geneesmiddelen, en aan de andere zijde eene dergelijke
ruimte voor de bewaring van spijzen en ververschings-
micldelen. Daar deze voertuigen evenwel kostbaar zijn,
zoo is men er op bedacht geweest, voor het zieken-
vervoer langs spoorwegen de goederenwagens te be-
stemmen. In Duitschland vooral is men er al spoedig
toe overgegaan, diezelfde voertuigen daarvoor bij het
vervaardigen reeds eene geschikte inrichting te ge-
ven. Wij hebben daartoe bereids twee systemen, als
van Fischeu & C\'\\ te Ileidelberg en van de Ber-
lijnsche VTereeniging ter vervaardiging van spoorweg-
materieel.
Ik kan hier echter niet verder over de voor- en na-
deelen van beide stelsels uitweiden. Het streven om
een goedkoop en doelmatig vervoer van zieken en ge-
wonden langs spoorwegen te kunnen doen plaats
grijpen verdient alleszins navolging.
Onder de verschillende voertuigen eindelijk, be-
stemd voor het transport van zieken en gewonden,
ook langs straatwegen, verdienen de Amerikaansche
inodellen de voorkeur de eenspannige ziekenwagen
van Finlay en Cooledge en de tweespannige van
Tripple, Rücker, Howard of Evans zijn daaronder
de beste soorten *).
\') Voor cle kennis van de vervoermiddelen voor zieken en gewonden is
i-hans, behalve van vele andere militaire geneeskundige werken, de studie
van de prachtige uitgave van Gurlt {AbbVdungen für Krankewpflege im Felde,
Serlin 1868) onmisbaar. Zij bevestigde mij in de overtuiging, dat in verhou-
ding van wat wij voor lang moesten bezitten op dit gebied, wij metterdaad
niets hebben. Ik heb hierop reeds gewezen in mijn iets over het vervoer
v<in zieken en gewonden, Nederlandach Tijdschrift voor Geneeskunde. Tweede
Meeles, Derde Jaargang, 1867-
STELLINGEN.
-ocr page 76- -ocr page 77-Het ideaal van iedere hospitaal-hygiëne moet zijn liet
opheffen der hospitalen.
II.
■De beste oefenschool voor" de hospitaal-hygiëne is het
^zoeken van goede hospitalen.
III.
Kleine gasthuizen verdienen in ieder opzicht de voorkeur
boven groote.
IV.
Het bouwen van een gasthuis of eene kraaminrichting
in het midden eener groote stad is in strijd met de een-
voudigste begrippen der gezondheidsleer.
V.
De dusgenaamde natuurlijke ventilatie-middelen zijn voor
zieken inrichtingen te verkiezen boven de kunstmatige ven-
tilatoren.
VI.
De kraamvrouwenkoorts is eene contagieuse ziekte.
VU.
„ L\'hygiène hospitalière ne se réduit pas à des questions
de bâtiments à orienter ou à espacer, de fenêtres à ou-
vrir, de mètres superficiels de terrain ou de mètres cubes
d\'air à distribuer à chaque malade, c\'est la science, qui
par l\'étude approfondie des causes qui font naître et
s\'étendre les maladies nosocomiales apprend à les prévenir
ou à les arrêter dans leur développement."
Léon Le Fort, des Maternités.
Het ontbreken van geruischen is geen bewijs voor het
niet bestaan van klapvliesgebreken van het hart.
De waarde eener methode van behandeling hangt af
van de wijze waarop en de kennis waarmee zij wordt toe-
gepast.
X.
De koude omslagen en inwikkelingen bij longontsteking,
"volgens Niemeyeu aangewend, verdienen boven iedere
andere methode van behandeling te worden aanbevolen.
XI.
//Zwei Mittel sind es, die ich bei fast allen akuten wie
\'\'klonischen Gelenkentzündungen als die wichtigsten schät-
Zen gelernt habe, obwohl sie in keiner Pharmakopoe ste-
hen, es sind: absolute Kuhe des Gliedes und locale War-
^eëntziehung." Esmakch.
XII.
De primaire amputaties en resecties verdienen bij ver-
kondingen der ledematen en gewrichten de voorkeur boven
^e secundaire.
XIII.
Het iminobiliseeren der gewonde ledematen en de sub-
Periostale resecties volgens B. von Langenbeck zijn de
Wee gewichtigste vorderingen van den laatsten tijd op het.
§ebied der conservatieve militaire chirurgie.
Het vervoer van lijders met belangrijke verwondingen
moet tot cle groote uitzonderingen blij ven bekooren. De
ambulancen zullen na een belangrijk treffen steeds in tij-
delijke hospitalen dienen veranderd te worden.
XV.
Bij de behandeling van progressieve myopie is de hygiëne
van belang.
XVI.
De operatieve behandeling der netvliesloslating kan in
gevallen, welke ten gevolge van uitwendig aangebracht ge-
weld ontstaan zijn, goede resultaten hebben.
XVII.
De peripherische „ Linearschnitt" volgens Von Graefe
verdient om zijne gunstige gevolgen bij de cataract-operatie
te worden gebezigd.
XVIII.
Te recht heeft professor Donders gezegd : „ dat eerst uit
eene goede school staatsgeneeskundigen zullen voortkomen,
die voldoenden waarborg leveren, dat zij voor cle taak, die
hun mogt worden toevertrouwd, in alle deelen berekend
zijn."
Quarantaines en cordons zijn, ook ten gevolge van het
toenemende verkeer, gelieel ontoereikende middelen gewor-
den, om besmettelijke ziekten te weren. Met de handha-
ving der wettelijke bepalingen op dit punt worden den
wereldhandel nuttelooze belemmeringen in den weg ge-
legd.
XX.
f, L\'\'hygiène, largement comprise et bien entendue, doit
être la véritable préservation des peuples contre les fléaux
morbides, qui les menacent/\'
àmbroise Taedieu.
XXI.
Eene voldoende hoeveelheid goed vleesch en brood is
v°or den Nederlandschen soldaat de eerste en voornaamste
Wnsbehoefte,
XXII.
Michel Lévy heeft zeer juist de hygiëne betiteld als
eliniek voor den gezonden mensch.
XXIII.
//De hygiëne moet voorzitten bij het bouwen van ste-
!\'eü en dorpen en huizen. Zij moet de aarde leeren be-
68
bouwen en bewoonbaar maken; huisgezin en staat moet
zij besturen; ons voedsel en onze kleeding regelen; bij hu-
welijkskeuze en bedrijf worden geraadpleegd; ons behoeden
voor besmetting en pest; onze gezondheid bewaren; onze
opvoeding leiden; het opzigt hebben over onze Land- en
Zeemagt,. en ons eindelijk niet verlaten bij het graf onzer
afgestorvenen,"
C. PaüYS VAN DEK IToEVEN".
XXIV.
De- gezondheidsleer is de geneeskunde der toekomst.