-ocr page 1-

S TELLINGEN

ter verkrijging van den graad

\\kUx in (jef ftpmem^cfj m J|geWa(t0$cfj 1

AAN DTC

HQQGESCHQQL TE UTRECHT,

na machtiging van den rector magnificus

Dr. J. J. VAN OOSTERZEE,

Gewoon Hoogleeraar in de Godgeleerdheid.

met toestemming van den academischen senaat

EN

volgens besluit der rechtsgeleerde faculteit,
TE VERDEDIGEN

WILLEM HENDRIK DE BEAUFORT,

Geboren te Utrecht.

Op Zalurdag, den 23sten Mei 1868, des namiddags ten \'2 ure.

UTBECHT,
J. Gr.
van TEEVEEN en ZOON.

1868.

-ocr page 2-

I

-ocr page 3-

STELLINGEN.

I.

Het interdictura Salvianum komt slechts den ver-
huurder toe, maar niet alleen tegen den huurder.

II.

Hij, die onverschuldigde vervangbare zaken ont-
vangen heeft, moet niet slechts datgene vergoeden
waardoor hij werkelijk is gebaat geworden.

III.

Onnoodig is de conjectuur van Prof. des amorie

-ocr page 4-

van der hoeven (Jaarboeken 1862, bldz. 213) , dat
men L. 6 § 1 I). de servis exportandis lezen moet
(/non alias ex vendito propter poenam homini
non
irrogatam," echter is niet met Mr. philips (Jaar-
boeken 1863, bldz. 791) aan te nemen, dat er
van het geval gehandeld wordt, dat de verkooper
bedongen heeft, dat de slaaf niet mag mishandeld
worden.

IV.

De lectio vulgata in L. 7 D. de servis exportandis
wquodsi
ut manumitteretur ne poenae causa expor-
taretur convenit" is niet t,e verdedigen.

V.

De schuldenaar kan het geconsigneerde, na het
vonnis van waardeverklaring, terugnemen, zonder
toestemming van den schuldeischer.

VI.

De actio negatoria is volgens onze wet niet toe
te laten.

-ocr page 5-

VII.

De zaakwaarnemer heeft voor zijne voorschotten
regt op interessen.

VIII.

Zij die bij huwelijksche voorwaarden eene geheele of
gedeeltelijke nalatenschap ontvangen hebben , treden ,
bij overlijden van den schenker, van regtswege in het
bezit van diens vermogen.

IX.

l)e schuldeischers die scheiding van goederen heb-
ben gevraagd volgens art. 1153 B. W. verliezen,
later voor het ontbrekende tegen de erfgenamen
opkomende, het voordeel van die scheiding.

X.

De aanneming van een reçu stelt geene overeen-
komst daar, ten aanzien van de daarop vermelde
voorwaarden.

XI.

Hij die na den dag der aanvrage is gegijzeld, moet
na de faillietverklaring ontslagen worden.

-ocr page 6-

Bij ontbreken van begin van bewijs bij geschrifte,
is de decisoire eed bij verzekering niet toegelaten.

XIII.

De vennootschap onder eene firma is door den
dood van eenen vennoot, ten aanzien van derden,
ontbonden, al had er geene bekendmaking in de
dagbladen plaats.

XIV.

Het ware wenschelijk, dat het huren van waren,
om deze weer te verhuren en evenzoo het \'verruilen
van waren om dezelve te verkoopen, door den wet-
gever onder daden van koophandel waren opgenomen.

XV.

Minder juist is de meening van Prof. boneval
faure
(R. Bbl. 1866, pag. 573), dat de kantonregter
onbevoegd is om kennis te nemen van eene eisch
tot betaling van verschenene grondrenten, waarvan
de titel niet betwist wordt.

-ocr page 7-

Art. 198 C. P. treft ook den ambtenaar, die buiten
compliciteit misdoet.

XVII.

De heeler der opbrengst van gestolen goed is
niet strafbaar.

XVIII.

Noch de geledene vrees voor straf, noch veronder-
stelde beterschap, noch verzwakking van bewijs van
schuld of onschuld, kunnen als toereikende gronden
voor de verjaring van strafvordering en straftoepas-
sing, aangemerkt worden.

XIX.

Art. .261 C. P. omvat ook de godsdienstoefeningen
der afgescheidenen, al zijn die vereenigingen niet
als regtspersonen erkend.

XX.

Wanneer voor den beklaagde, in eene zaak met

-ocr page 8-

gevangenzetting bedreigd, door den advocaat eene
wettige reden van afwezigheid wordt aangetoond, is
hij niet bij verstek te veroordeelen.

XXI.

De zoogenaamde wettelijke erfdienstbaarheden, zijn
ook in het volkenregt aan te nemen.

XXII.

Het stelsel van zelfstandige rapporteurs is af te
keuren.

XXIII.

Onbeperkte verantwoordelijkheid verdient bij bank-
vennootschappen de voorkeur.

XXIV.

De voordeelen van den effecten handel overtreffen
zijne nadeelen.

XXV.

Onaannemelijk is het door j. b. say (Cours d\'Econ.

-ocr page 9-

Polit. II. 361) overgenomen gezegde van ricardo:
//qu\'aucun plan pour secourir les pauvres ne mérite
a attention, s\'il ne tend à mettre les pauvres en état
//de se passer de secours."

XXVI.

De belasting op de honden is af te keuren.

-ocr page 10-